Toen ik stond aan te schuiven voor een "meeneem thee" begon de dame achter mij plots te vloeken. Niet zomaar 1 woord maar een hele rij. Verrast keek ik haar aan met een verwonderde blik. Zij was even verrast. Want ze had niet gedacht dat ik het zou horen. Ze verontschuldigde zich uitgebreid maar voegde er aan toe dat ze het nogal moeilijk had en overal genoeg van had. Ik antwoordde "dan kan het alleen maar beter gaan toch?" Ze keek mij aan : "ik hoop het" Toen ik wegging wenste ik haar nog een "ondanks alles toch een leuke dag" En toen kon er toch al een lachje af bij haar. Een kleintje dan, maar toch een lachje Ik hoop maar dat het nog goed kwam voor haar.
Dat viel vandaag op mijn voorruit in de buurt van Dendermonde. Gelukkig bleef die niet liggen want sneeuw hoeft niet voor mij. Niet nu en niet in de winter.
Binnen de vriendenkring wordt een uitstap naar Pairi Daiza gepland. Op 7 mei zouden we er voor gaan. Zal maar al eieren dragen naar de Arme Klaren zodat we zeker zijn van goed weer die dag.
Op verzoek van dochterlief werd hier gister avond een ovenschotel klaar gemaakt. Gehakt, wortelen en puree. Het ging er in als zoete koek. Dat het toch al laat in het jaar is voor ovenschotels, had ik nog opgemerkt. Maar dat deed er niet toe.
Mijn man stond voor hetzelfde dilemma als ik met de chocoladen paashaas. Gisteren werd het dilemma opgelost voor hem. Hij had namelijk de haas op de keukentafel laten staan. En 's namiddags scheen de zon. Fel. Door de keukenruit. Van de haas schoten alleen nog de poten over.
Vandaag heb ik een dag verlof en ga ik met een aantal vriendinnen uitwaaien aan zee. Wel warm aangekleed want het voorspelde weer is niet zo goed. Maar dat doet er in goed gezelschap niet zo veel toe.
Vandaag namen we op het werk afscheid van een van de collega's. We gingen lekker eten en er werden allerlei anekdotes van een lange carrière opgehaald. De collega apprecieerde onze invitatie en kon dus met een goed gevoel weggaan. Hopelijk om lang te genieten van de rust.
Om oma op haar feest in de bloemen te kunnen zetten zou ik om een boeket van 40 rozen gaan. De timing was wat krap dus zorgde ik dat ik als een der eersten de winkel binnenkon. De rozen waren per 10 verpakt en dus vroeg ik aan de kassa om 4 pakken te herschikken tot 1 groot boeket. Vlak na mij kwam een heer en die wachtte geduldig. Ik vond wel dat de kassierster haar tijd nam om het boeket te maken maar ze deed veel moeite en ik praatte gezellig wat met haar. Tot ik even achterom keek bij het afrekenen. Een rij van 10 man/vrouw stond te wachten. Met rozerode wangen stapte ik buiten. Want ik weet wel dat mijn moeder al die moeite waard is, maar de andere klanten niet.
Enkele vrienden/vriendinnen van dochterlief zijn reeds de trotse bezitters van een rijbewijs. En dan moet het ooit eens gebeuren: dochterlief wordt thuisgebracht door zo'n jonge bestuurder. Ik had het daar wel moeilijk mee. Een kind waar je veel moeite hebt ingestoken toevertrouwen aan zo een nieuwe chauffeur gaat niet vanzelf. Niet omdat ik de vriend/vriendin niet vertrouw, maar omdat het zo'n grote stap is. Plots worden ze minder afhankelijk van je. Dat is normaal, dat hoort zo. Ik weet het wel. Maar toch. Waar is de tijd dat ze aan je hand over het zebrapad liepen...
Het was een project dat langer duurde dan ik dacht. Dat bovendien halverwege compleet werd herbegonnen. De pull van mijn man die ik breide met de "dubbelbrie" techniek. Maar hij is af. En hij past. Meer moet dat niet zijn.
Het zou de titel van een Suske en Wiske album kunnen zijn. Maar het was eenvoudig de op het perron aankomende trein die van zich liet horen. Ik schrok zo hard dat mijn hart een slag oversloeg én het een naast mij staande vrouw opviel. Bezorgd vroeg ze of alles wel ok was met mij? Lief vind ik dat, je zorgen maken om een onbekende
Dat stop ik in het jaarverslag van onze dienst. Maar het is alweer af. Althans mijn deel. Het is nu aan mijn collega's om het na te kijken. En zoals sommige vrouwen hopen de grote kuis gedaan te hebben tegen Pasen, hoop ik dat het jaarverslag definitief af zal zijn tegen dan.
in deze vakantie oefen ik elke dag met jongste het autorijden. Omdat oudste aan zijn thesis werkt en met de auto naar het bedrijf moet gebeurd dat oefenen in de vroege ochtend. Jongste is met een weinig moeite steeds op tijd op appel. Alleen toen we in de auto zaten en hij wilde vertrekken zei ik nee! Verbaasd keek hij me aan en op mijn antwoord dat hij niets kon zien door de beslagen ruiten en dat hij die maar eerst proper moest maken kwam er een diepe zucht maar met een moet dat echt deed hij het toch. Hoe dat valt nog te verbeteren.