Een stille vrijdagnamidag. Iederen is de deur uit. Ik alleen aan mijn pc, de ramen lekker open, het zonnetje in huis. Mijn gedachten dwalen af. Naar Wim mijn broer, al een week ligt hij nu al in een diepe slaap. Na een moeizame operatie en een zware inwendige bloeding houden ze hem liever in slaap. We zijn met z'n zeven. Allen zijn we van de kaart, maar toch moeten we door. Morgen het vormsel, ieder heeft zijn leven. Tis moeilijk om hem daar zo te zien liggen, daar in dat kille ziekenhuis aan draadjes en machines. Hij zal er wel door komen, dat moet gewoon. Hij is nog geen 39, heeft een vrouw en 3 kleine kinderen. Ik heb hoop. En nu de zon er is kom ik dan weer tot rust, ik weet dat ook hij van de zon houdt en dat we hier binnenkort wel weer samen aan de barbeque zullen zitten. Laat de zon maar schijnen! Wim zal ook wel weer stralen, eens hij zijn ogen zal open doen zullen zijn ogen blinken van geluk. Geluk om hier nog te mogen zijn. Laat het ons hopen, want ik kan nu nog niet zonder hem. Violaine
|