Vaak wordt mij in het kader van mijn werk een
tas koffie aangeboden.
Helaas, driewerf helaas. Als één van de weinigen
in dit land lust ik echt geen koffie.
Meestal vraag ik dan vriendelijk om thee.
En dan slaat de paniek toe.
Zichtbare verwarring alom.
Hebben wij thee?
Soms is het antwoord negatief, maar wordt er
tegen beter weten in toch een dappere en door mij gewaardeerde zoektocht
ondernomen naar heet water en een theezakje.
Thee betekent voor mij de variant met elementen
van de theeplant dus zwarte, groene of witte thee. Al de rest (kamille,
zoethout, linde, ...) zijn infusen.
Binnen het gamma thee gaat mijn voorkeur uit
naar de zwarte variant.
Maar aangezien ik beleefd ben, drink ik alles
wat men aanbiedt, al lang blij dat het geen koffie is.
Evenwel hebben niet theedrinkers meestal geen
oog voor een bijkomend probleem: het resterende theezakje.
Als er geen extra schoteltje of bekertje is
waarop ik dit kan deponeren, ben ik dus verplicht heel snel te drinken om te
vermijden dat de thee ronduit bitter wordt door te lang trekken.
Wat hebben we geleerd:
-mensen zijn vriendelijk en behulpzaam
-als je thee serveert aan iemand, biedt dan ook
een oplossing voor het theezakje
-koffie drinken veroorzaakt minder problemen
|