12de Kiezegemse stratenloop. Meensel-Kiezegem. (+/- 10,2 km)
Deze wedstrijd beschouwde ik eerder als een tussendoortje, aangezien er tijdens de vakantie weinig stratenlopen geprogrammeerd zijn. Ik had me dan ook niet voorbereid en evenmin afgebouwd naar dit gebeuren toe: eergisteren heb ik 18 km gelopen, inclusief een tempoduurloopje van 6,4 km. Gisteren nog een kort loopje van 4,6 km en een pittig fietsritje van 36 km. Ik ging ervan uit dat dit een stratenloop ging zijn, maar viel dat effe tegen! De zon scheen en het was warm (26°) toen mijn vrouw & ik afzakten naar het geboortedorp van Eddy Merckx. De startlocatie was een grasveld en het deelnemersaantal was met 64 atleten bescheiden te noemen: algauw werd duidelijk waarom! Een paar honderd meter na de start ging het rechtsaf steil omhoog. Voor de start had ik al houten benen en dat werd alleen maar erger. Wat volgde was compleet van de pot gerukt: onverharde, ongelijke en gevaarlijke afdaling met scherpe stenen, lang stuk bergop, veldweg met steenslag, bosweg met de nodige omhooggekomen wortels en als afsluiter een schuine bocht naar links die ook nog eens bergaf liep waardoor je net niet naast het parcours belandde. En dat allemaal samengepropt in 2 km! Dus moesten we dat onding 5 maal doen om aan de 10 Km te geraken. Ik was meer bezig met niet te vallen of om te vermijden mijn voet om te slaan dan met lopen. Mentaal was het moeilijk om niet na elke ronde te stoppen, dus draaide ik de knop om en probeerde om van de laatste ronde ook de snelste te maken (en alzo mijn gedachten wat te verzetten!), en dat lukte nog ook. Ik werd uiteindelijk 5de van de 13 M55 (35/64 algemeen), in 50 minuten rond. Met bijna 5 min./km was dit mijn traagste wedstrijd ooit (en dat zijn er ondertussen toch ook al 692) en dat had enkel te maken met de 215 hoogtemeters. Hier was totaal geen plezier te beleven en daar zullen ze me ook nooit meer weerzien.
Het was 16 jaar geleden dat ik nog eens deelnam aan deze wedstrijd: in 2007 zette ik een tijd van 36:22 neer en twee jaar eerder: 37:24. Dat zijn chronos waar ik nu enkel nog maar van kan dromen Toch hoop ik dit jaar nog eens een 10 km in de 40 minuten te kunnen lopen. Tot nu toe was dat dit jaar wishful thinking, maar ik geef de moed niet op en op een vlak parcours & ideale omstandigheden moet zoiets mogelijk zijn. De omstandigheden waren alvast niet van dien aard om een snelle tijd neer te zetten met een warmte van 26 a 27° en een parcours dat toch niet zo vlak was met een klimmetje in de tweede lus: in mijn herinnering was het biljartvlak (het parcours kan ondertussen ook gewijzigd zijn). Met een kleine 1500 startten we om 20u. Een massa die ik niet meer gewoon ben, maar toch plezant om nog eens mee te maken. De aanvang was stevig, gedreven door de vele deelnemers en de aanmoedigingen langs de kant. Verderop, in het centrum, was de ambiance compleet en waren de mensen in kermisstemming. Daardoor vergat ik even me te concentreren en ik moest het tempo wat terugschroeven. Toch kwam ik er tijdens het tweede gedeelte weer door en kon ik de snelheid wat opdrijven om op de atletiekpiste finishen in 41:27. Ondanks ik mijn doel niet bereikt had was ik toch content, vooral vanwege het gevoel en ook mijn linkerhiel die me pas na halfweg wat begon te irriteren. Ik werd 250ste van de 1478 (4de van 60 M60 voor de Victors cup). Al bij al een fijne belevenis en een prestatie waar een oude mens zeker niet mag over klagen.
Deze door ACA georganiseerde piste meeting leek me wel ideaal om de snelheid wat aan te scherpen op een korte afstand. Het was de ganse dag al warm geweest met temperaturen van 32 a 33°, maar s avonds na 22u was het toch al goed afgekoeld en windstil: ideale omstandigheden, dus. Althans niet voor mij, want het draaide compleet vierkant. Het kostte me te veel moeite om mijn aanvangstempo vol te houden, toch zat er geen verval in (de 1ste en laatste km waren even snel). Resultaat was een teleurstellende 20min.46sec., daar waar ik onder de 20 minuten wou duiken. Zelfs 2 seconden per km trager dan op het BK 10000 m in Huizingen twee maanden geleden, maar wel een half minuutje sneller dan in Sint-Niklaas (BK 5000 m). Toch wist Strava mij te vertellen dat dit mijn snelste wedstrijd was sinds juni, vorig jaar! Ikzelf was alleszins niet tevreden, vooral over het gevoel (& niet alleen het piste gevoel!). Het terrasje dat ik achteraf deed, buiten aan de clubkantine, samen met mijn vrouw & dochters, was in ieder geval veel fijner dan het gedoe dat eraan voorafging. Ik kijk in elk geval heel wat meer uit naar de volgende wedstrijd in Tessenderlo, overmorgen (The Classic, namelijk)
Van de 17 edities stond ik 15 keer aan de start van deze wedstrijd, tevens de elfde manche van het Helpshop Criterium (waarvan ik op de 1ste plaats sta bij de M65). Het parcours is sinds enkele jaren grondig veranderd (twee rondes van 5 km, in plaats van de vijf rondjes van 2 km vroeger). Het was trouwens sinds 2017 geleden dat ik er nog eens kon/mocht deelnemen wegens diverse redenen: niet georganiseerd al of niet wegens Corona en blessures. Het was exact 1 jaar geleden dat ik daar, in Nieuwerkerken, last begon te krijgen van mijn linkerhiel tijdens de laatste kilometers van de wedstrijd. Die hiel doet het, 1 jaar na datum, behoorlijk goed, al is die op tijd & stond wel nog voelbaar. Ondanks er maar 1 dag rust zat tussen de vorige (Geetbets) en deze wedstrijd, voelde ik me fit genoeg om er nog eens in te vliegen (of fladderen?). Die rustdag van gisteren heb overigens 30 km rustig gefietst om de spieren wat los te laten komen van die zware Hogense loop van eergisteren. Van bij de start koos ik voor het meest comfortabele tempo om alzo eventueel later nog te versnellen, als het kon. Ofschoon ik meestal alleen liep en dus niet veel overschot had, was de tweede ronde 11 seconden sneller dan de eerste: een teken dat mijn uithouding prima is. Mijn hiel bezorgde me wat meer last dan zaterdag, doch niets om over te panikeren. Ik werd 1ste M65 (30/111 totaal) in 41:07, maar 14 seconden trager dan vorig jaar. Mijn dochter Sharon overleefde haar 5 km alweer, lijkt ook goed op weg na haar blessure.
Het was zowat 20 jaar geleden dat ik nog eens een wedstrijd liep (die destijds deel uitmaakte van het Haspengouw Challenge) in het gehucht van Geetbets. Wat ik me daarvan herinner, is dat de afstand 10 km was, verdeeld over 5 rondjes van 2 Km, met een stevige kuitenbijter erin verwerkt. Het parcours was nu op een heel andere plaats en nabij de aankomstlocatie was geen parking voorzien. Het gevolg was dat de auto bijna 1 km ver moest geparkeerd worden! Het voordeel daarvan was wel dat men goed opgewarmd aan de start verschijnt en dat was ook nodig, want de omloop was behoorlijk zwaar met een lange klim en heel wat onverhard in verwerkt onder de vorm van een veldweg en een stuk plantage. Bovendien was de wind van de partij en, zoals gewoonlijk, zat die ook nog eens in het nadeel als het bergop ging. Met 80 starters was er blijkbaar niet zo veel belangstelling voor deze manche van het Helpshop criterium. Met de wind in de rug en lichtjes dalend vertrokken we voor twee rondes van 6 km. Op die manier was de eerste km in 4 minuten lopen niet zo een probleem, maar dat veranderde gauw na een bocht naar links waarna die lange klim volgde. Veel tempo maken zat er verderop ook niet in op een lange, ongelijke veldweg. Ik liep samen met Julie, die op dat moment tweede dame was, en ik kon zowaar haas spelen voor haar. Tijdens de klim in de tweede ronde passeerden we de eerste vrouw, dus kon Julie de overwinning (als 1ste dame algemeen) op zak steken. Zelf voelde ik me gans de tijd goed en mijn rechtervoet, die ik Zelem had omgeslagen (en waarvan de enkel nog steeds dik is), deed het prima. Zelfs mijn linkerhiel begon ik pas na 9 km te voelen, doch niet erg. Na bijna 53 minuten overschreed ik als 1ste M65 de eindmeet (22ste algemeen). Een opsteker van formaat, na mijn mindere prestatie van vorige week en in het vooruitzicht voor Maandag in Nieuwerkerken. Ik vond het een leuke wedstrijd, alleen de lange tocht naar de auto was een minpunt.
Voor de 9de manche van het Helpshop criterium trokken we naar Zelem, een plaats waar ik nog nooit liep. De warmte was weer van de partij, maar met 26° was het toch iets draaglijker dan vorige week. Bovendien liep het parcours voor het grootste gedeelte doorheen het bos, waar het veel koeler was, zodat die warmte daar niet hinderde. Mijn dochter Sharon koos voor de 5 km en voorzichtigheid na een tijdje out geweest te zijn wegens last in de liesstreek. Enkele honderden meters na de start doken we al het bos in via een haarspeldbocht, hetgeen de snelheid er helemaal uit haalde. De smalle bospaden nodigden niet uit om er een snelle race van te maken en in het bos lopen is al helemaal niet mijn ding: liever wandelen. Op de langere stukken verhard kon ik telkens mijn tempo drastisch omhoog krikken. Ik voelde me goed en mijn hiel bezorgde me de eerste 6 km geen last. Maar, op een paar km van het einde kwam nog eens ten val! Op 1 van die boswegels sloeg mijn rechtervoet om en ik belandde in het struweel. Een combinatie van vermoeidheid, onoplettendheid en een ongelijke ondergrond waren voor mij voldoende om de Zelemse grond te verkennen. Het was wel een andere kennismaking dan in Genk, waar ik op 7 mei in volle stad ten gronde ging. Ik stond direct op, liep verder en finishte uiteindelijk in 44min.33sec., als 1ste M65. Ondanks die val was mijn 2de ronde van 5 km maar 9 seconden trager. Als dit de tijd was dat ik op de grond had gelegen, mocht ik niet klagen en liep ik dus weer een vlak tempo. Mijn voet zwol na afloop onmiddellijk op, dus ik zal wel verscheidene dagen inactief (moeten) blijven. Sharon had haar wedstrijd wel zonder kleerscheuren doorstaan en kan hopelijk wat verder opbouwen. De prijsuitreiking was ook maar een mager beestje, doch dat is bijzaak.
Na die verschrikking van in Terkoest, voorbije maandag, was ik benieuwd hoe het gevoel deze keer zou zijn. Mijn duurloop van woensdag (15 km) verliep anders ook niet van een leien dakje, kortom: van de trainingen en wedstrijden van 1 jaar geleden kan ik alleen maar dromen. Alles verloopt veel moeizamer en die rothiel verhinderd me om meer & specifieker te trainen, waardoor de motivatie danig begint te zakken. Met 28° was het goed warm, maar lang niet zo heet als vorig jaar. Toen was het 33°, waardoor de opkomst met 45 atleten maar pover was op de 10 km. Deze keer waren we met 93 aan de start en mijn lome benen beloofden niet veel goeds. Toch kon ik een behoorlijk tempo ontwikkelen (naar mijn maatstaven, toch) en de bomen in het natuurgebied boden geregeld een welkome schaduw. Ik kon wat mensen bijbenen, hetgeen de burger toch altijd wat moed geeft. Maar het meest was ik tevreden dat de tweede van twee rondes maar 1 seconde trager was dan de eerste. Dus de continuïteit was er en een inzinking bleef achterwege. Vergeleken met maandag was ik nu 6 sec./km sneller en mijn eindtijd (45 minuten rond), was maar 16 seconden trager dan vorig jaar, al moet je die 5° temperatuurverschil ook in rekening brengen. Ik mocht zelfs het podium op bij de M55, als 2de (1ste M60 voor de Victors cup). Hiermee was tevreden en een reden te meer om eens een nieuw biertje uit te proberen: de Ambiorocks.
Of die 5 km van het BK van eergisteren nog in de benen zouden zitten, verwachtte ik niet meteen. Maar op het verjaardagsfeestje van mijn jongste kleinkindje (Ella), gisteren, had ik nogal wat zware bieren verzet en dat is nooit een goede voorbereiding voor een wedstrijd. Overdag was het goed warm geweest (30°), maar tegen de tijd dat wij van start moesten (20u), was het toch al wat afgekoeld. Met zijn 122 stoven we er vandoor voor 4 plaatselijke rondjes. Voortgestuwd door de massa was mijn eerste km veel te snel (4 min.) en dat zou ik me al vlug beklagen. Het tempo daalde drastisch: de eerste ronde kon ik schijn nog wat ophouden met een gemiddelde van 4:15/km, maar daarna zakte de pudding helemaal in mekaar. Kwam daarbij dat mijn linkerhiel me constant last bezorgde waardoor er bitter weinig lol te beleven was. Om toch nog iets positiefs over te houden aan deze bedoening, nam ik me voor om de vierde en laatste ronde nog iets (proberen) te versnellen. Ik weerde me als een duivel in een wijwatervat en kon zodoende toch nog 5 seconden sneller (of minder traag) doen dan de voorlaatste ronde. Mijn tijd (45:24) was ronduit beschamend en liefst 4 minuten trager dan vorig jaar! De 1ste plaats bij de M65 was een pleister op een houten been. Hopelijk is er zaterdag beterschap in Tongeren, anders moet ik een andere hobby zoeken: postzegels verzamelen, zoiets. Echter, dan staat er de dag ervoor geen feestje gepland
Nog nooit nam ik deel aan een BK over zulk een korte afstand: 10 km was tot nog toe het minimum. Maar voor alles is er een eerste keer en daarom vertrokken mijn vrouw en ik om 14u voor een tripje richting het Waasland. De hitte (31°) schrok me niet zozeer af, wel de tegenstanders, die van nature specialisten zijn van de korte afstanden op de piste. Ter plaatse kon ik toch wel wat bekende, maar vooral veel onbekende gezichten ontwaren. Gelukkig vond de 5000 meter, als allerlaatste proef, later in de namiddag plaats zodat de warmte wat minder was. Maar op een piste is het altijd een paar graden warmer. Van bij de start was het puffen & zweten en ik probeerde er wat tempo in te krijgen. Hoog lag dat niet en het ging gaandeweg trager. Mijn 2 concurrenten bij de M65 liepen al dadelijk in mijn spoor, waaronder Heyde. Toen wist ik dat Zilver het hoogst haalbare zou zijn, want hij was/is zowat een wereldtopper bij de masters. Ik kon niet anders dan het tempo hoog te houden, anders zou ook de 2de plaats eraan kunnen hangen want nummer 3 (Van Campenhout) zou wel eens snelle eindsprint in de benen (kunnen) hebben. Wat ik verwacht had, gebeurde: Heyde ging ervandoor op een drietal ronden van het einde, maar tegelijk moest mijn andere tegenstander voor het podium achterblijven. Zodoende werd ik alweer tweede, net als op het BK 10000 meter in Huizingen, maar nu niet meer zo nipt. Ik lijk wel een eeuwige tweede te worden bij BKs op de piste. Mijn eindtijd (21min.13sec.) was ronduit zwak, maar dat was door de hitte voor zowat iedereen het geval. Het was een fijne namiddag en tof om de toppers nog eens te ontmoeten.
Eergisteren had ik nog een tempoloopje (4,5 km aan 4min.3sec./km) gedaan, dus wist ik dat ik vandaag niet top zou zijn. De recuperatie van mensen op leeftijd is nu eenmaal niet meer zo optimaal. Gezelligheid troef in Brustem, zomerse temperaturen en verfrissend windje: ideaal om een terrasje te doen. En dat hadden we ook gedaan, maar eerst moest er gepresteerd worden en dat was andere koek. Ik zag er nogal tegenop, want de ganse week heb ik last van mijn rug, zowat onder mijn schouderblad, vooral als ik diep inadem. En vermits ademen nogal essentieel is bij het lopen, had ik liever alleen het terrasje gedaan. Maar er moest gelopen worden en dat over behoorlijk golvende wegen en enkele stukken gras er tussendoor. Net als vorige week, was ook nu het parcours helemaal veranderd: twee ronden in plaats van die 1 grote, vorig jaar. Wat ik vreesde werd ook werkelijkheid: vanaf de eerste hectometer liepen de benen vol, allicht een gevolg van een niet optimale ademhaling. Bovendien waaide de wind er flink op los en verzuurden de benen verder bij elke helling. Bij de passage na 5 Km probeerde ik te doen alsof ik aan het lopen was, maar in mijn hoofd speelden zich heel andere taferelen af. Groot was mijn verbazing dat ik de tweede ronde maar 9 seconden trager was dan de eerste. Volgens mijn gevoel was dat minstens 1 minuut. Met een gemiddelde van 4:15/km kon ik niet echt tevreden zijn, met de 1ste plaats bij de M65 natuurlijk wel. De afterparty met muziek uit de seventies was een stuk fijner dan al dat afbeulen over de Haspengouwse wegen. De muziek was top en het bier smaakte heerlijk, totdat moeder-de-vrouw vond dat het welletjes was geweest en naar huis wou gaan. En zo stonden we weer met de voetjes op grond.