Ziyi Zhang,
Arno, Frank Sinatra, Kristin Scott Thomas, de maan, Carly Simon, Marlo
Brando, Halle Berry, Peter Pan, Miles Davis, Catherine Deneuve, konfituur, Emma De Caunes, Massive Attack, Maria Callas, de Smurfen, Edith Piaf, Burt Bacharach, Sarah
Vaughan, Johan en Pirrewiet, Duffy, VDB, Gong Li, The Doors, Baudelaire, Kerstmis, Hubert Lampo, Kreta, Max Ernst, Martini Bianco, Parijs, Killing Joke, pasta,
Diana Krall, bananen, Four Roses, Joan Chen, Charles Trenet, Selah Sue, Juan Lozano, Magda
Ilands,Montgomery Clift,
Deadwood, Puccini, Citroën, Gary Numan,INXS, Fad Gadget, Memoirs
of a geisha, meiklokjes, Melody Gardot, druiven, Retsina, Astrud
Gilberto, Napoleon, Julie London, Bob Dylan, Sinterklaas, Freddy Maertens, AA-drank, Boris
Vian, The curious case of Benjamin Button, Picasso, Bryan Ferry,Dusty Springfield, The
Stooges, Grace Jones, Chocolat (de film), The Searchers, Jeanne Moreau, Nikon,
Vivien Leigh, Moby, Le grand Meaulnes, Natalie Portman, Père Lachaise, Norah Jones, Colnago, Jeff Buckley, de
zomer, Françoise Hardy, de zee, The House of Pain, Sting, Expo ’58, de Panton
Chair, de mus, Jamie Cullum, (they long to be) close to you, Sebastian Coe, Johnny Depp,
Veerle Dejaeghere, Crazy Horse, zwart, de F-4 Phantom, Asics, Queen Padmé, Folegandros, Iggy Pop, Audrey Tautou, de roodborst, Oostduinkerke, Peyo, Pierre Alechinsky, Serge
Gainsbourg, Toots Thielemans, Cate Blanchett, George Harrison, I only have eyes
for you, The Cotton Club, Ava Gardner, Juliette Binoche, Louis De Funès, Pearl
Jam, Trijntje Oosterhuis, La promesse de l’aube, Kim Gevaert, Riuichi Sakamoto,
Pierrot La Lune, Robin Wright Penn, Het Leugenpaleis,The USS Entreprise, Buck Danny, Gene Vincent, Lena Horne,
Westerns, The Stooges, Sophie Marceau, Les Invalides, Georges Brassens, Austerlitz, Ernesto Che Guevara,
Marilyn Monroe, Clint Eastwood, Audrey Hepburn, Robert Redford, Michelle
Pfeiffer, Sean Penn, Oglala Sioux, Subcomandante Marcos, de zang van een merel,
seringen, Polo van Ralph Lauren, groene olijven, L’armée des ombres, La légion,
de geur van lijnolie, Compeed, Sven Nys, The last emperor, Anderlecht, Kate Blanchet, Bobby
Kennedy, Japan(the band), bananen, Tinkelbel...
Hoe zat het
nu eigenlijk in Utrecht, vroegen enkelen onder jullie me de laatste dagen. Wel,
het was gewoonweg geweldig. Voor een vol auditorium hield ik een voordracht
onder de titel: what I learnt from becoming a world champion runner. De titel
dekte niet exact de lading, dat zullen jullie verder wel lezen.
Ik had op
voorhand aan de organisator gevraagd of hij voor een loopband kon zorgen en hij
had het voor mekaar gekregen. Daar stond ik dan, in de coulissen van de Media
Plaza in Utrecht voor een splinternieuwe loopband. Hij was nog gedeeltelijk
ingepakt, zo nieuw! Ik had wat meer tijd dan aanvankelijk gepland omdat er wat
achterstand was ontstaan op het oorspronkelijke tijdschema en dus kon ik
gelukkig de loopband testen. Het was voor mij belangrijk om gedurenden mijn
twintig minuten durende speech niet in ademnood te komen. Dat zou maar al te
belachelijk zijn. Dus teste ik de snelheid die ik zou lopen op voorhand. Toen
dat voor mekaar was wandelde ik even richting auditorium waar een assistente me
zei dat het bijna zover was. We maakten van de pauze gebruik om de band naar
het auditorium te rijden en op zijn plaats te zetten, wat gedecentreerd op het
podium zodat ik niet voor de geprojecteerde beelden zou komen te staan. Met een
twintigtal minuten vertraging begon ik er aan. Ik kondigde mezelf aan en nadat
ik had gezegd dat ik wereldkampioen was geworden kwam er spontaan applaus en
riep er zelfs iemand: in what time? De toon was meteen gezet.
Meermaals
werd mijn betoog onderbroken door spontaan applaus en bij ht vertonen van de
film van de WK-finale werd er zelfs gesupporterd en gejuigd. Ik zag mensen
lachen, reageren, meegaan in mijn verhaal.
Op het
einde had ik het nog even over het komende EK in Hongarije en het wel of niet
gaan. Nadat ik had gesteld dat een deelname zou afhangen van het wel of niet
vinden van een sponsor, stapte onze grote CEO, de Finse Eija Ailasmaa naar
voren. Ze nam een microfoon vast en zei: I think youve got a sponsor now!
Dat was voor mij een geweldig moment.
Na mijn
loopspeech regende het complimenten. Iedereen had duidelijk genoten. Sommigen
waren ontroerd geweest, anderen vonden het inspirerend. Iemand zei me zelfs dat
hij duisenden presentaties had gezien maar dat ik me meteen in zijn top-drie
had gecatapulteerd. Achteraf had ik de gelegenheid om nog wat na te praten
ijdens de walking lunch. Velen betoonden enorme interesse voor de sportieve
prestaties maar ook voor de psychologie erachter. Ik genoot
Wat hierna volgt is mijn basistekst in het Nederlands (ondertussen ben ik uitgenodigd om op een ander
congres in Nederland mijn verhaal op dezelfde manier over te doen in het
Nederlands, ergens midden mei.). Ik heb daar nog wat rond geïmproviseerd en dat
bracht de nodige humor in mijn betoog.
Hallo, dames en heren, beste
collegas
Mijn naam is André Lafère. Ik ben
50 jaar oud en werk al bijna 23 jaar voor Sanoma-Magazines Belgium,da laatste negen jaar als Senior Art
Director bij FW-GM. Ik ben ook masters-wereldkampioen
op de 800m geworden in Lahti, Finland vorig jaar.
Ik ben altijd al vrij sportief
geweest maar steeds met als enig doel om via het sporten gezond te blijven.
Andere hobbys als muziek en tekenen waren belangrijker. Mijn sport was
fietsen. Als broer van een wielrenner was het normaal dat ik ook voor die sport
had gekozen. Acht jaar geleden, na twee maal te zijn aangereden door een auto
op training, besloot ik om de fiets aan de haak te hangen. Ik kon niet
stilzitten en op uitnodiging van een vriend ben ik beginnen lopen. Al snel
bleek ik sneller te kunnen lopen dan het gemiddelde en sloot ik me aan bij een
club. Een tijd later werd ik aangesproken door één van de coaches en we
besloten om samen verder te gaan. Aanvankelijk dacht ik te gaan voor de lange
afstand en stratenlopen maar het toeval bracht me naar de piste en meer bepaald
naar de halve fond. Voor wie niet bekend is met piste-atletiek: het lopen in de atletiek wordt
onderverdeeld in drie categorieën. De spurt: 100 en 200m, de halve fond: 400,
800 en 1500m en de fond met de 5000 en 10000m.
Nu, vijf jaar later heb ik meer
dan dertig titels verzameld, acht Belgische records en twee wereldrecords.Op 2 augustus 2009 kwam de apotheose
met de finale van het WK in Lahti. Ik klopte de Amerikaanse titelverdediger
Anselm LeBourne en werd voor het eerst in mijn carrière wereldkampioen.
Die titel is geen eindpunt maar
was wel een hoofddoel voor mijn coach en mezelf. Ieder jaar werd ik beter. Dat
is soms zo wanneer je op latere leeftijd met topsport begint.
Anecdote:
Iedere sporter heeft recht op tien jaar topsport las ik ooit in Runners World.
Aan het woord was toen een Nederlandse marathonloper die zijn topperiode kende
tussen de 25 en 35 jaar. Zijn beste vriend was ook Marathonloper maar had door
gezin en beroep nooit de top nagestreefd. Pas toen hij de vijftig voorbij was
ging hij leven en trainen als een topsporter en nu, bij de masters, is hij
stukken beter dan de vroegere topatleet. Die had zijn tien jaar topsport reeds
opgebruikt en zijn vriend had er nog recht op. Toegegeven, je kan pas op latere
leeftijd aan topsport doen als je gezond hebt geleefd en altijd hebt gesport.
Ook ik fietste of jogde elke dag. De laatste vijf jaar voor ik begon met
atletiek legde ik jaarlijks 9000km af op de fiets. Mijn hart en lichaam waren
dus wel enigszins voorbereid op wat nog komen zou.
Ik train zes dagen op zeven en in
sommige periodes zelfs twee maal per dag. Mirakels bestaan niet in de sport. Je
moet er altijd hard voor werken. Okee, volgens de kenners heb ik enorm veel
talent maar zonder hard werken kom je er toch niet. Toen ik begon te trainen
met Magda Ilands, zelf een oud-marathonloopster die ook meeliep op de OS van
Seoul in 88 wisten we niet waar de grens ging liggen. Magda is een
voorzichtige coach die, in tegenstelling tot sommige jongere trainers denkt op
lange termijn en dus veelal voorzichtigheid predikt. Geduld en vertrouwen zijn
daarbij sleutelwoorden. We hebben elk jaar een bepaalde progressie nagestreefd
en die is er ook gekomen.
Een kleine vergelijking:
Anselm LeBourne, de Amerikaan die al vier keer wereldkampioen is op de 800m
liep vijf jaar geleden nog 1.55 op de 800m. Ik liep toen een besttijd van 2.03.
Ieder jaar werde ik sneller en Anselm trager want het is de regel dat je vanaf
een bepaald moment jaarlijks één seconde trager wordt. Dit jaar liep de
Amerikaan niet meer onder de 2.01 en ik drie keer onder de twee minuten. Mijn
Belgisch record is de derde wereldtijd ooit bij de M50 en slechts 88
honderdsten trager dan het WR. Twee weken geleden liep ik
trouwens een wereldrecord op de 800m indoor.
In 2008 had ik een uitstekend
seizoen met o.a. een Belgische titel op de 800m maar ook met twee maanden
blessureleed. Toen ik éénmaal hersteld was trainde ik hard voor de Vlaamse kampioenschappen
van eind september en plots gebeurde wat ik niet meer had verwacht. Ik liep
onder de magische twee-minutengrens, meteen goed voor mijn allereerste
Belgische record. Magda en ik besloten die winter om de druk op te drijven. Ik
werd op 17 mei 2009 vijftig en zou dan aantreden in een nieuwe
leeftijdscategorie, de M50.
Misschien even een kleine uitleg
over hoe het masterssysteem werkt. Vanaf 35 jaar ben je Master en
die categorie verdeelt zich in schijven van vijf jaar. Zo krijg je de M35, M40,
M45, M50, enzovoort. De kampioenschappen loop ik bij de masters mee tegen mijn
leeftijdsgenoten maar alle andere wedstrijden loop ik in de open categorie en
dat is dan doorgaans tegen jongens die allemaal mijn zoon zouden kunnen zijn.
2009 moest dus mijn jaar worden.
Op de dag van mijn verjaardag op 17 mei moest ik een belangrijke wedstrijd
lopen. Daar brak ik meteen het Belgische record, goed voor de derde beste
chrono aller tijden. Het werd het begin van een prachtige reeks met BR op de
400, 800 en 1000m. Eind juni nam ik een weekje rust en daarna werd de laatste
hand gelegd aan de voorbereiding van het WK in Finland. Ik had nog nooit drie
wedstrijden op vier dagen moeten afwerken en ook daar werd op getraind.
Eind Juli was het zover. Ik
vertrok naar Finland. Het werd een onvergetelijke week. Beeld je maar eens in:
een stad zo groot als bvb Utrecht die overspoeld wordt door meer dan zesduizend
atleten die komen uit alle uithoeken van de wereld. Overal waar je komt ontmoet
je mensen die vrijuit praten over hun gemeenschappelijke passie, fantastisch
gewoon.
In de reeksen ging het
supergemakkelijk en won ik zonder forceren. Dat herhaalde ik in de halve finale
en dus kwam ik met reserves aan de start van de finale.
Een half uur voor de wedstrijd
word je verwacht in de call-room. Daar doe je je spikes aan en je
wedstrijdtruitje en wacht je af. Ik keek wat rond en zag dat de amerikanen
doodnerveus waren. Vooral topfavoriet en viervoudig wereldkampioen Anselm
Lebourne leek me heel zenuwachtig. Terwijl ik nog zat te lachen en wat te
praten met mijn nieuwe vrienden, de engelsen, een nieuw-zeelander en mijn
belgische kameraad leek hij steeds kleiner en kleiner te woren. Plots was het
tijd en werden we naar de piste gebracht.
De 800m is één van de mooiste
disciplines van de atletiek omdat het zo compleet is. Je moet er de uithouding
van een lang afstandsloper combineren met de snelheid en de weerstand van de
spurter. Op 800m moet je snel starten en moet je op het einde nog versnellen.
Doorgaans ga je door een muur. Na ongeveer 5-600m begin je te verzuren en wordt
het mentaal heel moeilijk. Op dat moment ga je voorbij je pijngrens en eens de
laatste 100m in zicht moet je gewoon doorbijten, gedragen door de adrenaline.
Ik stel voor om samen naar de
finale te kijken: xxxxxxxxxxxxxxx commentaar bij
filmpje
In deze finale was ik zo sterk
dat er van verzuring geen sprake was. Ik viel aan op een 300m van de meet. De
enige die reageerde was de amerikaanse topfavoriet. In de laatste bocht kwam
hij naast mij te lopen. Het werd een laatste spurt op leven en dood. Hij brak
als eerste en ik werd wereldkampioen. Een droom was werkelijkheid geworden. Ik
was de beste van de wereld.
Deze titel heb ik niet cadeau
gekregen. Ik heb enorm hard moeten werken, jaren aan een stuk.
Topsport gaat volgens mij gepaard
met een aantal noodzakelijke kwaliteiten.
- Talent uiteraard (dé basis om
er te komen natuurlijk)
- Zelfvertrouwen (noodzakelijk om
je talent aan te wenden)
- Doorzettingsvermogen (nodig om
wanneer het moeilijk wordt te kunnen doorgaan)
- Karakter (de wil om je bepaalde
zaken op te leggen)
- Grenzen verleggen (een
constante in sport)
- Omgaan met tegenslagen (je niet
laten ontmoedigen wanneer het tegenvalt))
- Relativeringszin (Het is en
blijft maar lopen. Tenslotte zijn er belangrijker dingen in het leven dan je
eigen ego)
- Geduld (Net als Rome wordt een
carrière niet op één dag gebouwd)
- Vertrouwen (in jezelf en in de
mensen die je omringen)
Heb ik deze karaktertrekken nodig
om ook in mijn job uit te blinken? Natuurlijk wel! Doorzettingsvermogen,
karakter, zelfvertrouwen heb je altijd nodig maar topsport enerzijds en mijn
job als art director anderzijds zie ik meer als twee complementaitre bezigheden.
Door mijn sport ben ik veel
rustiger geworden en heb ik bijna nooit last meer van enige stress. Ik blijf in
alle omstandigheden rustig, zelfs al ben ik eigenlijk van het nerveuse type. Bij het lopen komen ook
endorfines vrij, gelukshormonen, dezelfde die je lichaam aanmaken wanneer je
verliefd bent of sex hebt. Die endorfines maken je gelukkig en zijn bij sommige
mensen een remedie tegen depressies.
Door het sporten ontwikkel je ook
volgende aspecten:
- Omgaan met andere mensen
- Kameraadschap
- Verdraagzaamheid
- Respect
- Passie
Dit zijn dan ook de dingen die ik
als trainer, voorzitter en atleet in mijn club probeer mee te geven aan de
jeugd, aan mijn collega-atleten en aan mijn omgeving in het algemeen.
Ga 100 procent voor je wat je
doet maar doe dat steeds met respect voor de anderen. Begin daarvoor bij
jezelf. Respecteer en luister naar je lichaam. Door jezelf graag te zien en te
accepteren leer je ook de anderen graag zien en respecteren...
De belangrijkste les die sporten
me dus heeft geleerd is om respect te hebben voor anderen,verdraagzaam te zijnen ook passie en liefde te hebben voor
wat je doet. Dit is ook wat ik jullie vandaag
wilde meegeven. Tracht steeds je dromen waar te
maken... en wat je ook doet, doe het met
passie.
En nog een laatste boodschap voor
onze Hongaarse collegas. Deze zomer gaat heet EK door in
jullie land, in de stad met de moeilijke naam Nyiregyhaza, bij de grens met
Oekraïne. Ook daar moet ik drie wedstrijden lopen en vertrek ik als
topfavoriet. Ik ben nog steeds op zoek naar een sponsor en onderdak...
Terwijl
maandag een duurloopje van een half uur diende om te recupereren van de eerste
training van het zomerseizoen was deze van vanavond op de Nekker weer een stap
in mijn opbouw. Magda liet Filip en mezelf 200en lopen. Slechts acht omdat het
nog maar het begin van onze opbouw is en ze ons nog niet te zwaar wenst te
laten trainen. Het gure weer met zware slagregen en felle windstoten zorgde er
anders wel voor dat we diep in onze reserves moesten tasten. Om de beurt liepen
we op kop en ik moet toegeven dat het best vrij zwaar was. Mijn conditie is
echter van die aard dat ik er best nog een aantal had kunnen lopen. In de
bochten stond de wind zo fel dat ik enkele keren practisch van de baan werd geslingerd
maar ik ben dan ook wel vederlicht.
Ik heb een
ware fascinatie voor de maan, dat heb ik al meermaals verteld. Mijn oudste zoon
heet niet voor niets Moon. Ik voel ook heel hard de stand van de maan aan en
deze dagen was het volle maan. Je kon het door het zware wolkendek niet zien
tot vanavond. De wind joeg de wolken uiteen en daar stond ze dan plots mooi te
wezen. Haar felle licht deed de wolken verbleken in de nacht. Ik voelde plots
een enorme rust over me heen komen en ik kon het niet laten om mijn fototoestel
boven te halen. Ik heb nadien héél diep geslapen. Voor mij is dat een zeldzame
luxe
De laatste
rustdag is een feit. Gisteren liep ik geen meter maar ging ik shoppen met ons
Nootje. Hilde was Moon komen halen om er mee naar de bioscoop te gaan. Moon is
net elf geworden en wilde graag naar Alice in Wonderland van Tim Burton.
Ondertussen genoten Noah en ik ook nog van een ijsje in de eerste lentezon. Uit de
zon was het bijzonder frisjes en wanneer die zon zich achter enkele wolken
verstopte zou je niet geloofd hebben dat het effectief lente is.
Het uur
veranderde vannacht ook maar dat stoorde de kinderen niet en wie dacht dat ze langer
zouden slapen had het behoorlijk mis. Om acht uur stonden we allemaal beneden.
Nu, ja, opstaan moest ik toch want vandaag herbegon ik te trainen. Ik had mijn
programma ook op papier gezet voor Magda en gaf het haar af in het
Vrijbroekpark. Op het menu stond vandaag de onvermijdelijke Fartlek. Het
werd er eentje van een vijftal kilometer. Meteen zette ik de toon. Een strak
tempo en tussen de snelle delen in de snelheid van een recuperatieloop. Ik
voelde me supergoed en denk dat ik maar twintig procent van mijn vorm kwijt ben
door de rustperiode. Zo wordt het wellicht relaxer trainen en toewerken naar
een nieuwe vorm. Het eeuwige verhaal van de sporter die elke keer opneuw uit
vorm moet geraken door te rusten om daarna opnieuw als een gek te trainen op
zoek naar de vorm die je bewust had laten wegvloeien. Pfff... Vermoeiend, he!
En ondertussen oefen ik
mijn tekst voor Utrecht. In het engels nog wel
De
rustperiode gaat zijn gang. Gisteren liep ik veertig minuutjes in het park van
Machelen. De zon scheen en het was twintig graden. Voor het eerst had ik weer
mijn zonnebril aan. Is de lente dan toch écht aangekomen. Ik miste wel enkele van mijn parkkennissen. Zowel Yvonne en haar Golden Retriever als het oude mannetje met de zwarte hond heb ik al een tijdje niet meer gezien. Hopeljk is hen niets overkomen...
Vandaag
trokken we weer naar de Nekker. Zelf moest ik maar een half uurtje loslopen en
wat versnellingen uitvoeren. Het liet me toe om de anderen eens goed te
observeren. Het deed deugd om te zien dat zoveel atleten weer druk aan het
trainen waren. De jeugd was talrijk aanwezig en in maar liefst zes groepen
verdeeld. Toen Moon aansloot bij de RAM was er juist geteld één jeugdtrainer.
Dankzij Bruno is nu een volledige jeugdwerking op poten gezet en die draait nu
op volle toeren. We hebben ook een nieuwe atleet. Hij is afkomstig uit Tunesië en werpt de speer maar liefst 60m. Hopelijk kan die al met de interclub worden ingezet.
Mijn tekst
voor Utrecht is eindelijkklaar en
dat is niets te vroeg. Ik moet die nu nog vertalen naar het engels en
memoriseren. Ik ga mijn toespraak in een gigantisch auditorium van op de
loopband houden en er zal dus geen sprake zijn van speekbriefkes. Bibben,
bibber. Stel dat ik daar een enorme black-out krijg van op een loopband is dat
nog belachelijker dan normaal.
Morgen rust
ik volledig en zondag begin ik er weer aan. De eerste training van het
zomerseizoen.
Mijn
woorden zijn nog niet koud of daar stak begot de VAL-wedstrijdkalender in de
bus. Ze zullen daar in Brussel ook mijn blog lezen, zeker? Hij komt in ieder
geval net op tijd want Magda verwacht zondagmorgen mijn programma. Vanavond was
het jeugdtraining op de nekker en zoals we de laatste weken zo dikwijls hebben
gedaan opteerden we voor aflossingen. Bruno hield zich bezig met de
allerkleinsten en Sarah en ik namen de groten voor onze rekening. Na de
opwarming verdeelden we de twintig kinderen in vijf ploegen.Er is slechts één vaste ploeg en dat is
het pupillenteam dat binnenkort op de interclub zal uitkomen. Moon en zijn
makkers wonnen dan ook elke aflossing maar ook bij alle andere kids zie je
duidelijk een evolutie. Stilaan worden ze allemaal de stokwissels gewoon en
daarom konden we vandaag een verdere stap zetten in hun aflossingsopleiding. Voor
het eerst werkten we met merktekens in de vorm van potjes en moesten de kinderen
voluit beginnen spurten op het moment dat de aangever het potje bereikt. Dat
scheelt m bij sommigen nogal wat en de snelheid was beduidend hoger dan pakweg
een week geleden. Ondertussen hadden ze ook op die bewuste snelheid getraind natuurlijk,
spelenderwijs.
Deze
namiddag scheen een zachte lentezon en voor het eerst werd er wat in de
tuin gewerkt. Moon en Noah vroegen en mochten de lavendel snoeien. In de tuin
werken gaat voor de jongens dikwijls gepaard met een vuurtje in de Mexicaanse
vuurkorf. Het snoeien was snel gedaan (Noah had zich serieus verneteld) en ik
geloof dat het hen vooral om het vuur te doen was maar ondertussen zijn de
eerste tuinopkuisstappen gezet Leve de lente!
Ik zat
ondertussen te schrijven aan mijn voordracht voor Utrecht. Aanstaande woensdag
mag ik op een Sanomacongres in Nederland van op de loopband een voordracht
houden (in het engels) over mijn WK. Niet evident! Hopelijk wordt dat daar
allemaal gefilmd. Kunnen we achteraf nog eens goed lachen of juist niet
Gisteren
liep ik dus niet en vandaag dacht ik alweer een duurloopje te doen. Magda
stelde echter voor om met Tom, Ewoud en Bart een heuveltjestraining te doen. Ik
vond het maar niks, hoor. In het donker over enkele molshopen draven en dan al
die korte bochtjes. Das écht niks voor mij. Ik ben een salonloper van eerste
orde, nietwaar. 'La piste avant tout' en als het dan toch in de natuur moet,
liefst rechtdoor. De training werd kort voor het einde abrupt afgebroken door
een zweefvlucht van Bart. In het donker had hij even omgekeken
naar Tom die uitschoof. Daardoor had hij in het halfdonker een bank niet gezien
en sloeg hij daar op volle snelheid tegenaan én erover. Het was een serieuze klop!
Na de
training was er nog een trainersvergadering maar daar paste ik voor. Ik was van
de redactie meteen naar de Nekker gereden en had dus nog niet gegeten. Af en
toe moet ik ook nog wat rusten.
Tom
Phillips, de Britse fotograaf die aanwezig was in Gent toen ik het WR brak
heeft me zijn fotos doorgestuurd. Nu is de serie compleet. Een leuke herinnering aan een onvergetelijke
race.
De lente is
eindelijk in het land maar daar was vandaag bitter weinig van te zien, het
Vrijbroekpark lag er kil en vochtig bij. De psychologische impact van de
seizoensverandering was anders wel merkbaar want naast al de gebruikelijke
lopers zag je vandaag voor het eerst weer een heleboel andere joggers door het
domein draven. Zelf moest ik me beperken tot een drietal rondes van drie
kilometer, gevolgd door vier versnellingen. Dit regime van rusten en duurlopen
zal ik nog een hele week moeten aanhouden en volgende week zondag begint dan de
opbouw naar het zomerseizoen. Zoals elk jaar verwacht Magda deze week van mij
een planning met mijn doelen en de wedstrijden die ik wil lopen. Het is echter
moeilijk om een programma op te stellen wanneer je nog geen programmaboekje
hebt. De VAL is eigenlijk elk jaar te laat met zijn wedstrijdboekje. Het wordt
dus een beetje gokken en later aanpassen, hé. Na de training werd het
fototoestel bovengehaald. Op de eerste foto sta ik met Herman Moons, echtgenoot en
ex-trainer van Magda. Op de tweede zie je van links naar rechts: Stefan
Lauwens, ikzelf,Magda Ilands, Sarah
Buelens en Ewoud Heyndels.
Ondertussen
liepen Moon en Noah ook rond in de buurt van Magdas controlepost. Momenteel en
al een hele poos eigenlijk zijn ze volledig in de banvan Star Wars. Hun spelletjes draaien binnen en
buiten dan ook rond Jedis, cloones en laserzwaarden. Vooral Noah is ervan overtuigd
dat hij later een Jedi wordt Of Darth Vader, afhankelijk van zijn humeur.
Dat het lopen van een wereldrecord emoties losmaakt bewijzen nogmaals deze foto's, van de lens van fotograaf Tom Philips. Hij heeft de hele wedstrijd in beeld gebracht. Ik wacht vol ongeduld op die shots maar hij stuurde me alvast dit voorproefje...
De meest
surrealistische periode van het jaar is weer aangebroken. De topvorm waar ik
maanden voor heb getraind en naar heb toegewerkt moet ik nu bewust weer laten
gaan: twee weken lang mag ik slechts om de twee dagen wat duurlopen. Deze
periode heet: rusten! Dinsdag en gisteren liep ik dus een veertig minuutjes
rondjes. Vandaag was het alweer een loopvrije dag. Het is toch wel even wennen
Vanavond
vond in Mechelen de jaarlijkse kampioenenviering plaats. In een stad als
Mechelen is dat een heel evenement met een pak titels die worden beloond met
een beker of trofee. RAM was er bijzonder goed vertegenwoordigd. Onze club
kende dan ook een bangelijk goed seizoen. Persoonlijk mocht ik drie keer van op
de tribune naar beneden om een prijs in ontvangst te nemen. Een eerste keer met
onze aflossingsploeg van de 4x100m, een tweede keer voor mijn wereldtitel en de
derde keer voor een nominatie in de categorie sportverdienste. Dat ik in die
categorie was genomineerd snap ik niet goed want die is normaal voorbehouden
voor mensen die zich verdienstelijk gemaakt hebben in hun vereniging door een
jarenlange inzet Ik had me eerder verwacht in de categorie sporttrofee want
tenslotte was ik als sportman voorgedragen en niet als bestuurslid of in een
andere hoedanigheid maar bon. Ik werd samen met de andere genomineerde, een
bestuurslid van de canoclub geïnterviewd. Ik was blijkbaar iets té
geconcentreerd op het sportieve want achteraf zei Moon dat ik een vraag niet
goed had begrepen. Toen de interviewer me vroeg of ik veel aandacht kreeg
bedoelde hij waarschijnlijk aandacht van mijn omgeving. Ik verstond aandacht
van de pers en antwoordde: 0,000001 procent aandacht. Dit is hopelijk niet in
het verkeerde keelgat geschoten van de aanwezige clubleden Deze uitreiking
bewees in ieder geval dat je niet altijd kan winnen en ik moest de duimen
leggen voor de afgevaardigde van de canoclub. Tja, volgend jaar beter zeker?
Gisteren
nam ik een snipperdag. Ik had het nodig om mentaal te bekomen van mijn
wereldrecord Het winterseizoen zit er nu op voor mij. Tijd dus voor een kleine
terugblik.
Het begon
niet echt goed want na het Vlaams kampioenschap besloot ik om mijn relatieve
rustperiode te gebruiken om de slepende ontsteking aan de wreef van mijn
linkervoet te laten genezen. Het resulteerde uiteindelijk in een inactiviteit
van twee volle maanden. Net op het moment dat ik opnieuw met de trainingen wilde
aanknopen kreeg ik namelijk enorme blaren aan beide voeten. Begin december kon
ik er dan toch aan beginnen. Na vier weken opbouw volgde de eerste test, het PK
Indoor in Gent op 4 januari. Ik had niet gevierd en stond dan ook fris aan de
start van mijn reeks. Resultaat: een reeksoverwinning, een provinciale titel én een Belgisch
record in 2.05. Echt tevreden was ik met die tijd niet maar met slechts vier
weken training in de benen was het voor een beter resultaat nog veel te vroeg.
Ik wist wat me te wachten stond en trotseerde samen met Magda weer, wind, regen,
sneeuw én storm op zoek naar de topconditie. In het voorprogramma van de
Toyota-Indoor trad ik samen aan op 4x200m met onze RAM-mastersploeg. We
verpulverden het BR wat een collega loper inspireerde tot de aan mijn adres
uitgesproken woorden: voor minder dan een Belgisch record kom jij niet meer
buiten.
De derde
afspraak was een 400m, als test voor het BK twee weken later. Dat de conditie
toen reeds uitstekend was bewees ik door het BR te breken op de afstand: 53.79.
De laatste
afspraak was het BK. Ik had Magda gevraagd om me nog enkele percentjes beter te
krijgen. Dat resulteerde in enkele superzware trainingen. Na de laatste zware
oefening in het park vertelde ik Magda dat ik dacht nog nooit zo sterk te zijn
geweest. De bevestiging kwam om tien voor twee op zaterdag 13 maart.
Gisterenmiddag
hadden mijn collegas bij Feeling Wonen-Gael Maison een verrassing in
petto:Champagne en een voor de
gelegenheid versierde taart om mijn record te vieren. Dat soort kleine
attenties bewijst nog maar eens in wat een fantastische ploeg ik mag werken.
Ook op de site van de Europese Masters staat een klein arttikel over mijn WR van zaterdag. En de bijhorende foto is de integrale versie van het beeld dat op de Amerikaanse site staat. De tweede foto is die van de VAL-site, getekend Martin Bex.
Vermits
Moon en Noah niet deelnamen aan Het BK Cross in Oostende, besloot ik om alleen
de verplaatsing te maken. Na een nogal hectische ochtend met een vroeg ontbijt,
lessen leren voor school en het maken van wortelstoemp met kip, vertrok ik rond
twaalf uur richting Koningin der badsteden. Het reed vlot en dus was ik ruim
op tijd ginder om nog wat te praten met onze deelnemende RAM-atleten. Kim, die
liever niet op voorhand hoorde dat ze top tien kon lopen, bleef maar zeggen dat
de concurrentie enorm was dit jaar. Des te hoger schat ik haar race in. Met
zowat alle kleppers aan de start liep Kim een vrijwel vlekkeloze wedstrijd. Ze
liep een hoog en constant tempo en verzwakte niet. Het leverde haar een
prachtige tiende plaats op als eerste atlete die niet aan de CC deelnam. Magda
had het voorspeld. Ook voor haar was het een prachtig WE.
Kjell was
beducht voor een snelle start en zijn vrees werd bewaarheid. Als een bende
losgeslagen wilde honden stormden de seniors mannen na het startschot richting
eerste bocht. Daar draaide Kjell pas rond de dertigste positie. Ik zag hem daar
verplicht inhouden en vloekte binnensmonds mee met hem. Terwijl vooraan de
vogels gingen vliegen werd hij letterlijk tegengehouden door een meute
meelopers die, de rest van de wedstrijd bewees mijn gelijk, niets te zoeken
hadden in die snelle start. Het siert Kjell dat hij nooit panikeerde en
geduldig aan zijn opmars begon. Een tien kilometer lange achtervolging gaf hem
kort tegen het einde zicht op een zestiende stek maar het tweetal dat voor hem
uitliep had hem zien komen en wachtte tot de aansluiting om te versnellen.
Uiteindelijk werd Kjell nog achttiende en hij kon daar vrede mee nemen. Zonder
de onderbreking door kwetsuren en studieverplichtingen loopt hij volgens mij
top tien. Daar ligt zijn plaats. Volgendjaar dan maar
Na de
wedstrijd van Kjell vertrok ik richting haven. Daar zocht en vond ik een
superlekkere vissoep en terwijl ik langs de kraampjes keuvelde botste ik plots
op Eline enThe family VDB. Van
hen kreeg ik een verslag van de jeugdwedstrijden. Elineke, dit jaar steeds vooraan
te vinden in de crossen was mentaal volledig door het ijs gegaan. Net zoals bij
Moon reeds enkele weken geleden het vat volledig af was moest ook ons Eline
haar kelk tot de bodem ledigen. Ze haalde nog net de top twintig, ver achter de
meisjes waarmee ze normaal knokt voor de ereplaatsen. Wat hij ook had
geprobeerd, de winter was té lang gebleken en Frank was er niet in geslaagd om
haar batterijen op te laden. Laat de lente nu maar snel komen.
Op de
VAL-site staat ook een kort verslag van mijn race van zaterdag, samen met een
actiefoto, getrokken door Martin Bex.
Ik heb de
wedstrijd nog wel 100 keer in mijn hoofd gelopen en nog valt het me moeilijk om
te vatten wat ik heb gedaan. Pas nadat Ludo Jappens me een mail met een link
stuurde begon het door te dringen. Op de Amerikaanse site www.masterstracks.com
staat een artikeltje met foto over mijn recordrace. Mooi
We did it! Wereldrecord indoor 800m M50 in 1.59.74.
Ik had heel
diep geslapen, én rustig. Het was net of er een engel over mij had gewaakt.
Spijtig genoeg werd ik reeds om 7 uur wakker gemaakt door Noah die naar beneden
wilde. Ik had mijn wekker op acht uur gezet maar die heeft nooit gebeld.
Wedstrijddag en dus ook pannekoekendag. Ik eet doorgaans goed, gezond en veel maar
op een dag als vandaag beperkt mijn voeding zich tot enkele pannekoeken en één
banaan drie uur, twee uur en anderhalf uur voor de start. Ik kleedde me daarna
rustig aan en om half elf vertrokken we. Na een omweg langs bakker Perremans
reden we naar Magda. De weg naar Gent was dé gelegenheid voor coach en atleet om, terwijl achterin de kids op de Nintendo speelden, na te praten over de
wintercampagne en om de wedstrijd van vandaag te bespreken. Op training had ik
mijn wedstrijd al meermaals in gedachten gelopen maar pas vandaag besliste ik
definitief hoe ik ging lopen. Magda en ik (én enkele insiders) wisten van ons
plan om het wereldrecord vandaag aan te vallen. Een nogal stoutmoedig plan als
je op voorhand weet dat je dat record, door het gebrek aan echte concurrentie,
zelf zal moeten gaan halen. Maar als de vorm super is moet je het gewoon proberen. Aanvankelijk waren er twee plannen. Een eerste was
om meteen héél snel te openen (29) en daarna de drie overige rondes in 30 te
lopen. De tweede mogelijkheid was om de eerste drie ronden in 30 te lopen en
dan trachten de vierde nog te versnellen. Gesprekken met een aantal
specialisten én met Magda overtuigden me om te gaan voor het eerste scenario.
Rond twaalf uur betraden we de topsporthal. Er heerste al een gezellige drukte.
Meteen hoorde ik dat Dirk Bonte goud en Johan Wonninck zilver hadden behaald op
de 60m. Ik had eigenlijk niet anders van die mannen verwacht. Ook Serge Beckers
deed wat van hem verwacht werd, winnen op de 60m horden. Dat bracht het aantal
titels voor RAM reeds op twee. Daar zou het niet bij blijven.
De opwarming
Een uur
voor de start begon ik aan mijn opwarming. Samen met Andy Ingelbrecht liep ik
rondjes op de opwarmpiste. Daar ontmoette ik ondertussen ook de andere
800m-lopers. Ik voelde meteen dat de woorden van Peter De Ryck vorige donderdag
werden bewaarheid: mijn lichaam voelde soepel aan en de rug was van alle
ongemakken verlost. Ook bij de versnellingen ervaarde ik het superbenen-gevoel.
Uit bijgeloof durfde ik dat niet te verkondigen en zelfs toen Kjell, die
ondertussen met Els, Viviane en Patrick was aangekomen me vroeg hoe de benen
waren aarzelde ik Enkel toen ik wat later met spikes nog enkele versnellingen
deed zei ik tegen Magda: ik denk dat ik ga vliegen Ineens viel alle stress
van me af en maakte die plaats voor een soort geruststellend gevoel. Ik had
niets te verliezen en Magda sprak de juiste woorden: ga voor de titel en een
nieuw Belgisch record. Haal je meer dan is dat mooi meegenomen. Ik wist echter
wel beter. Magda wilde het WR even hard als ikzelf.
Plots ging
alles snel. We werden opgeroepen en van de oproepkamer naar de start geleid.
Daar zag ik Lieven Gryp nog net de overwinning pakken bij de M45. Ik keek nog even
naar de bocht aan de 100m en zag mijn supporters klaarstaan. Voor het eerst
waren ook Martine, Rudy, Jules en mijn petekind Matilde naar een wedstrijd
afgezakt. Onlangs, toen ik bij hen op de brunch was had ik hen verteld dat dit
misschien wel dé gelegenheid bij uitstek was om me eens te zien lopen. Ik was
toen al iets van plan.
Net voor de
start vroegen enkele concurrenten of ik van plan was om er meteen in te
vliegen. Ja, was mijn kort en duidelijk antwoord! Anders dan gewoonlijk werd er op één rij gestart; Het deerde me niet. Het startschot weerklonk en ik
vertrok als een fusée. Ik heb nooit omgekeken maar wel bewust de tussentijden
in het oog gehouden. Ik kwam na een eerste ronde door in 28. Ik keek naar
Magda en hoorde ze door het tumult roepen: oppassen André, das te snel!
Gelijk had ze en ik weerstond aan de verleiding om op dezelfde snelheid door
te gaan. Resultaat, 58-59 aan de 400m. Perfect! Ondertussen had de speaker van dienst in
de mot dat ik ging voor het wereldrecord en hij ging zich in de debatten
moeien. Eerst in het Engels (voor de talrijk opgekomen engelse atleten), dan in
het Frans en uiteindelijk in het Nederlands riep hij dat ik op
wereldrecordschema liep. De mensen zakten plots van de tribunes af naar de rand
van de piste. Het lawaai en het geroep werd steeds intenser. Van overal hoorde
ik mijn naam scanderen. Na 600m en met nog 200m te gaan weerklonk de bel van de
laatste ronde. Magda brulde zo hard ze kon: komaan André, het zit er in! Mijn
hersenen draaiden op volle toeren. Nog 200m, nog zover, dacht ik. Dat haal
ik nooit Maar de oproepen van de speaker hadden hun effect niet gemist. De
hele zaal was aan het roepen gegaan en ritmisch aan het klappen. Ik kreeg een
geweldige ardenalinestoot, sterker dan ooit tevoren. Ik kreeg vleugels en in de
plaats van te verzwakken verdapperde ik en bij het ingaan van de laatste 100m
hoorde ik mijn supporters en clubgenoten zo hard brullen Man, man, dat was
geweldig. Ik kreeg mijn foulée nog steeds volledig rond en vloog De laatste
100m werd er geroepen, getierd, gegild. Het kwam van overal tegelijk. Ik
verkrampte een beetje maar verzwakte helemaal niet. Ik wierp me over de meet
onder een oorverdovend lawaai. Het toenemend applaus en gejoel bevestigde wat ik in een
ooghoek had gezien: 1.59.74, een wereldrecord! Ik kon het niet geloven. Had ik
dat gelopen! Ik liep naar en viel in de armen van een huilende Magda. We did
it! Na een barre winder waarin we hard werkten onder moeilijke omstandigheden
waren vandaag alle stukje netjes op hun plaats gevallen. Op mijn vraag van
gisteren antwoord ik nu volmondig: voor dit wereldrecord! Ik had ervan gedroomd
en gehoopt dat het zou lukken. Vandaag is een droom werkelijkheid geworden. Ik
was al wereldkampioen en dat was fantastisch. Dit wereldrecord is dé
bevestiging. Het is geweldig. Van Magda ging het naar Frits Debaets. Hij is er
zo dikwijls bijgeweest op mijn sleutelmomenten: mijn allereerste
pistewedstrijd, mijn eerste titel, mijn eerste Belgisch record en nu weer
Daarna kwamen, Kjell, Els, de kinderen, Patrick, Viviane, Martine en Rudy, mijn clubgenoten... Felicitaties regenden van overal Ik
voelde me diep gelukkig en emotioneel worden. Ik kwam ook Georges Vanbesien
tegen die meteen naar boven ging spurten, op zoek naar het document voor de
homologatie. De eerste boodschap op mijn gsm was van Wout Vandegaer die op
internet reeds had gezien dat ik onder de twee minuten was gedoken. Dat hij
niet alleen op internet zat bewees mijn gsm door het eerste uur niet te stoppen met
zoemen. Jasper, Ewoud, Pol Parmentier (die ik héél hard heb gemist vandaag!),
Kris Flossie (vanuit de volgwagen van Lotto in Parijs-Nice) en zoveel anderen
stuurden me boodschappen, heerlijk!
Forfait voor de aflossing
De eerste
minuten had ik wat last van duizeligheid, het gevolg van zuurstofnood tijdens
de eindspurt veronderstel ik. Tijdens het uitlopen achteraf kreeg ik met een
kramp in mijn rechterkuit te kampen. Daardoor gaf ik maar wijselijk forfait voor
de 4x200m waar ik met een nationale selectie nog aan de bak moest.
De rest van
de namiddag was het puur genieten. Een babbeltje hier, een babbeltje daar, veel
water en sportdrank naar binnen spelen en de mensen bedanken voor hun
aanmoedigingen. De speaker ben ik ook persoonlijk gaan bedanken want die man
heeft het publiek zodanig bespeeld dat ik er vleugels door kreeg. (Ze zeggen
wel eens een gevleugelde loper, nietwaar, hahaha)
Ik kan alle
mensen die geroepen en gesupporterd hebben voor mij niet genoeg bedanken. Het
was super!
Zes titels voor RAM
Enkele uren
na mijn wereldrecord sprongen Ingrid en Serge zich naar een vierde en vijfde
Belgische titel voor RAM. Mijn drie companen van de RAM-aflossingsploeg zorgden
voor nog een uitschieter voor RAM in dit jubileumjaar. Dirk, Johan en Marc
werden één, twee en drie op de 200m. Een volledig RAM-podium dus en een zesde
titel voor onze club. En dat met slechts zeven deelnemers. Wie doet beter?
De laatste
avond voor een kampioenschap. Ik mag mezelf nog proberen te overtuigen van het
tegengestelde, de zenuwen zijn toegekomen en hebben hun tenten opgeslagen in de
oase van mijn ingewanden.Onzekerheid sluipt door mijn hoofd. Ben ik niet over de top? Is mijn
topvorm niet met de noorderzon verdwenen? Hou ik het moordend tempo dat ik
mezelf morgen ga opleggen wel 800m vol? Ga ik straks kunnen slapen?
Op training
liep ik vanavond op de Nekker héél traag warm. Na twintig minuten trachtte ik
de stijfheid ut mijn lichaam te stretchen maar dat wilde niet zo goed lukken.
De versnellingen waren er geen om naar huis te schrijven en ik werd zoals zo
dikwijls sinds ik voorzitter ben uit mijn concentratie gehaald door allerlei
vragen en vragen en vragen Eigenlijk is een voorzitterschap van zon club als
RAM niet te combineren met het beoefenen van topsport (sorry voor de term!).
Ik hoop dat ik niet zal moeten kiezen want ik doe beide graag. Mijn
voorkeur gaat echter toch nog steeds naar het beoefenen zelf. Magda moest me zelfs
komen aanmanen om nog mijn 200 te gaan lopen. Nooit gezien! Die 200 moest ik van haar
bollen, soepel lopen. De bedoeling is om je lichaam het wedstrijdtempo te
laten vastleggen op de harde schijf in je hersenen.
Ik heb me
deze winter dikwijls de vraag gesteld waarom ik zo hard trainde in zulke barre omstandigheden. Ik, een zonnekind. Ik heb pijn gehad en vooral veel kou geleden. Ik heb met spikes
getraind in de sneeuw, duurlopen gedaan in weer en wind en steeds weer opnieuw
en opnieuw kou geleden. Hopelijk vind ik morgen een antwoord
Lopen op de grens van je
weerstand is niet leuk. Al een tiental dagen voel ik dat ik echt wel mijn
limieten heb bereikt. Noem het topvorm of iets anders, ik weet niet exact wat
het is maar ik vecht tegen mijn eigen lichaam dat wil ziek worden. Keelpijn is
het meest accute maar ook spieren, rug en pezen wijzen mij op mijn grenzen.
Daarom trok ik vanavond naar Peter, mijn ostheopaat. Twee dagen voor mijn
wedstrijd is ideaal volgens hem. Morgen kan mijn lichaam dan herstellen van de
therapie en overmorgen zou ik soepel moeten kunnen lopen. Ik merk rondom mij
ook meer en meer zieke mensen. De lange en harde winter presenteert ons nu de
rekening en we moeten allemaal cash betalen. Zowel gisteren als vandaag liep ik
in Machelen een duurloopje, gevolgd door vier versnellingen. Lekker liep het
gisteren niet want ik voelde me vermoeid en de spieren stram. Valt het BK een
week te laat? Ik hoop van niet Vandaag ging het stukken beter. Ik liep een
half uurtje en had het zelfde gevoel als bij mijn normale duurlopen. Alleen
merkte ik halfweg dat ik sneller liep dan gewoonlijk zonder die indruk te
hebben. Uiteindelijk had ik mijn duurloop aan een gemiddelde van 13,4 per uur
gelopen ipv de normale 12 per uur maar met hetzelfde gevoel. Morgen trek ik naar
de Nekker voor een laatste oefenstond. Loslopen, versnellingen en een 200m goed
bollen. Meer zal er niet op het programma staan en ik hoor Magda al roepen:
soepel lopen André.
Door een
overdrukke agenda kon ik vanavond uitzonderlijk niet naar de Nekker. Ik besloot
dus mijn dinsdagtraining op de piste van Machelen te houden op de middag. Onder
een felle maar koele zon en met een ambetante wind als tegenspeler liep ik acht
200en met 200m joggen tussen. Ik wilde ze zowel soepel als snel afwerken maar
met die tegenwind was dat behoorlijk moeilijk. Ik slaagde er in om ze allemaal
in 30 te lopen, ééntje in 29 en de laatste in 28. Ik hield er loodzware benen aan
over en miste mijn coach om me achteraf te zeggen dat alles snor zit, dat ik
goed had getraind en klaar ben voor mijn wedstrijd. In de plaats daarvan ging ik in de
clinch met de wind, vloekte ik enkele keren en had de indruk dat het niet goed
was. Dat een negatief gevoel primeerde (ik ben doorgaans een positivo) is
volgens Magda waarschijnlijk aan een kleine dosis opkomende stress te wijten. Een
uurtje later, na een verkwikkende douche (er was geen warm water) comme à la
légion, een groot bord pasta, twee taos, een appelsien en een koffie was ik
weer de oude. Ik panikeer al lang niet meer en zenuwen voor een wedstrijd zijn
me sedert die mooie zomerdag in Finland al helemaal vreemd. Ik leef relaxed
maar tegelijk uiterst gefocused naar zaterdag toe. Niets of niemand (alhoewel?)
kan me van mijn doel afleiden. Zaterdagavond weet ik jullie wel te zeggen of ik
het maximum uit deze wintercampagne heb gehaald. Ik heb een plannetje maar dat
hou ik voor mezelf. Bijgeloof nietwaar
Ik heb het
de laatste tijd zo druk dat ik nog met moeite elke dag op mijn blog kan
schrijven. Ook voor het lopen moet ik af en toe improviseren maar daar hou ik
wel van. Zo belde ik vanavond naar Kjell en vermits hij ook nog moest duurlopen
besloten we maar om samen in het Vrijbroekpark te lopen. Zo gezegd, zo gedaan
en op die manier konden we wat bijpraten. Over onze winter, over onze
verwachtingen voor onze respectievelijke Nationale kampioenschappen van volgend
WE, over onze toekomstperspectieven, mijn droom van Europees goud en onze
gemeenschappelijke wens om steeds maar sneller te lopen. Zelfs ik heb op mijn
gevorderde leeftijd nog steeds de ambitie om sneller te lopen. Of dat gaat
lukken is maar de vraag natuurlijk maar ik voel me nog steeds kiplekker. Een beetje moe
misschien door de laatste zware trainingen maar uit ervaring weet ik dat een
minder gevoel net voor een piekmoment meestal een goede prestatie aankondigt.
Ook Kjell voelt zich goed. Zijn prestatie in Betekom tegen een aantal
gevestigde waarde beloven alvast veel goeds. Zaterdag is het voor mij menens in
Gent en zondag moet Kjell aan de bak in Oostende. Ik denk dat we er allebei
klaar voor zijn.
Ik ben André Lafère, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Drettiboy.
Ik ben een man en woon in Eppegem (België) en mijn beroep is Hoofdredacteur bij Feeling Wonen.
Ik ben geboren op 17/05/1959 en ben nu dus 66 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Geschiedenis (Eerste imperium), Tekenen, Lopen, muziek, westerns, fotografie, tuinieren....
Coach: Magda Ilands
Kiné:Peter Derijck en Steven Gillisjans
Sportdokter:Renaat Huysmans
Dokter:Paul Tassenoy