Ziyi Zhang,
Arno, Frank Sinatra, Kristin Scott Thomas, de maan, Carly Simon, Marlo
Brando, Halle Berry, Peter Pan, Miles Davis, Catherine Deneuve, konfituur, Emma De Caunes, Massive Attack, Maria Callas, de Smurfen, Edith Piaf, Burt Bacharach, Sarah
Vaughan, Johan en Pirrewiet, Duffy, VDB, Gong Li, The Doors, Baudelaire, Kerstmis, Hubert Lampo, Kreta, Max Ernst, Martini Bianco, Parijs, Killing Joke, pasta,
Diana Krall, bananen, Four Roses, Joan Chen, Charles Trenet, Selah Sue, Juan Lozano, Magda
Ilands,Montgomery Clift,
Deadwood, Puccini, Citroën, Gary Numan,INXS, Fad Gadget, Memoirs
of a geisha, meiklokjes, Melody Gardot, druiven, Retsina, Astrud
Gilberto, Napoleon, Julie London, Bob Dylan, Sinterklaas, Freddy Maertens, AA-drank, Boris
Vian, The curious case of Benjamin Button, Picasso, Bryan Ferry,Dusty Springfield, The
Stooges, Grace Jones, Chocolat (de film), The Searchers, Jeanne Moreau, Nikon,
Vivien Leigh, Moby, Le grand Meaulnes, Natalie Portman, Père Lachaise, Norah Jones, Colnago, Jeff Buckley, de
zomer, Françoise Hardy, de zee, The House of Pain, Sting, Expo ’58, de Panton
Chair, de mus, Jamie Cullum, (they long to be) close to you, Sebastian Coe, Johnny Depp,
Veerle Dejaeghere, Crazy Horse, zwart, de F-4 Phantom, Asics, Queen Padmé, Folegandros, Iggy Pop, Audrey Tautou, de roodborst, Oostduinkerke, Peyo, Pierre Alechinsky, Serge
Gainsbourg, Toots Thielemans, Cate Blanchett, George Harrison, I only have eyes
for you, The Cotton Club, Ava Gardner, Juliette Binoche, Louis De Funès, Pearl
Jam, Trijntje Oosterhuis, La promesse de l’aube, Kim Gevaert, Riuichi Sakamoto,
Pierrot La Lune, Robin Wright Penn, Het Leugenpaleis,The USS Entreprise, Buck Danny, Gene Vincent, Lena Horne,
Westerns, The Stooges, Sophie Marceau, Les Invalides, Georges Brassens, Austerlitz, Ernesto Che Guevara,
Marilyn Monroe, Clint Eastwood, Audrey Hepburn, Robert Redford, Michelle
Pfeiffer, Sean Penn, Oglala Sioux, Subcomandante Marcos, de zang van een merel,
seringen, Polo van Ralph Lauren, groene olijven, L’armée des ombres, La légion,
de geur van lijnolie, Compeed, Sven Nys, The last emperor, Anderlecht, Kate Blanchet, Bobby
Kennedy, Japan(the band), bananen, Tinkelbel...
NO PAIN NO GAIN
Believe in yourself!
04-04-2010
600en in het rozenpark
Voor het
eerst sinds lang trokken we vandaag weer naar het rozenpark. We zijn in volle
opbouw maar de trainingen van Magda zijn toch niet van de poes. Na de
opwarmingsronde door het ganse Vrijbroekpark stretchte ik in het centrum van
het rozendomein, daar waar de banken staan. Philippe was vroeger naar het park
gekomen omdat hij naar een paasbrunch moest en daarom was hij al bijna klaar
toen Ewoud en ik aan onze versnellingen moesten beginnen. Plots was het aan
ons: vier zeshonderden met 300m joggen tussen. Magda had gezegd om goed te
bollen en dus hield ik een klein beetje in teneinde de volle afstand in
souplesse te kunnen lopen. Resultaat: 1.43 1.43 1.42 1.38. Niet slecht
voor een opbouwtraining. Ik kreeg nu wel veel meer tijd om te recupereren dan
in het seizoen en dat scheelt natuurlijk. Het ging vandaag weer supergoed. Ook
na deze rustperiode is het weer van hetzelfde laken een broek. Magda zal allerlei
truuken uit haar hoed(of is het een Nikepetje) moeten toveren om me in te
tomen. De vorm is bij mij nooit ver weg en ik mag niet té vroeg de grote
conditie hebben. Temperen dus
Deze namiddag installeerde ik me voor de TV voor de
hoogmis van het Vlaamse wielrennen: de Ronde van Vlaanderen. Moon zei op
voorhand dat Spartacus ging winnen en hij kreeg gelijk. De beste won, punt uit!
Ik heb me wel weer geërgerd aan al die vlagjes op het parcours. Op een gegeven
ogenblik liep er weer een dolgedraaide idioot met een grote vlag naast de twee
koplopers. Politie, organisatie, doe daar in godsnaam iets aan of moet er eerst
een zwaar slachtoffer vallen vooraleer er weer iets gebeurt.
Het was
weer zon vreselijk wiselvallige dag met wind, regen, zon, weer wind en weer
veel regen. Het belooft voor de Ronde. Vandaag stond de versie voor
wielertoeristen geprogrammeerd en Els reed de 75km-versie. Chapeau ze was
blijkbaar zelfs niet moe.
Vanmorgen
werden de gewoonlijke huishoudelijke taken verricht. Ondertussen werd er door de
jongens getekend en daarna trokken we naar Running Mate in Kampenhout. Moon en
Noah waren aan nieuwe loopschoenen toe, zochten en vonden hun goesting. Niet evident voor zon mannen want ze hebben al hun eigen
gedacht en kunnen bovendien heel koppig zijn. Gelukkig hebben we zowat dezelfde
smaken en volgen ze hun papa in zijn trouw aan Asics. Beide gingen ze naar huis
met loopschoenen waarvan de baiskleur zwart is. Dat gaat goed passen bij al onze
trainingskleren, zei Moon. Gelijk heeft ie
Na het
middageten maakte ik gebruik van de afwas als moment de réflection. Ik wilde
liefst niet binnenblijven met de rakkers maar wist niet goed waar naartoe.
Plots dacht ik aan de grote affiche die ik op de Nekker op een buskotje zag,
nl. Ambiorix, koning van de Eburonen. We sprongen in de auto en vertrokken. Pas
ver voorbij Tienen had Moon geraden dat we naar Tongeren gingen. De
tentoonstelling was dubbel met een tijdelijk deel over Ambiorix en zijn tijd en
dan het permanente deel met de evolutie van de ijstijd tot nu. Het werd een
tegelijk leerrijke én plezante uitstap
Vrijdagavond op de Neker. Ik heb nog steeds last van mijn
rechterlichaamshelft. De onderrug zit weer vast en dus straalt er een pijn door
de hele energiebaan tot in het topje van mijn tenen. Het is de klassieke kwaal
die af en toe zijn kop op steekt. Peter zal dat wel kunnen oplossen en dan gaan
we weer gewoon verder waar we waren gebleven. Ondertussen is er geen sprake van
snelheid te trainen. Dus liep ik een half uurtje los op het gras. Het was weer
bijzonder koud en de atleten die op stage vertrekken zullen daar de komende
weken gelukkig van gespaard blijven. Voor de thuisblijvers als ik wordt het
bang afwachten en zien wat het klimaat ons zal brengen.
Deze maand staat er een artikeltje over mijn wereldrecord
in het magazine Runners World. Ik koop dat blad normaal nooit want ik vind
het amper relevant oor mij. Runners is voornamelijk een blad voor de lange
afstandsloper. Maar deze keer staat er iets over mij en dus kocht ik het maar.
Tot mijn grote ontsteltenis slaagt de auteur er in om mijn naam drie keer op
drie fout te schrijven. Lefere en Lefevre is niet hetzelfde als Lafère,
nietwaar. Ik zit zelf al 23 jaar in de tijdschriftenwereld en weet maar al te
goed dat je geen tekst laat gaan zonder je bronnen en alle namen, plaatsen en
data te checken. In dit geval is het eigenlijk een professionele fout van een
journalist of redacteur die nog snel even een tekst wilde toevoegen en de
moeite niet am om dat te doen maar ook van de eindredactie die nog eens door
alle teksten moet gaan. Misschien hebben ze bij Runners gewoon geen eindredactie
want je gaat me niet zeggen dat deze tekst is nagelezen. De nalezer zou zeker
hebben opgemerkt dat de naam op verschillende manieren is geschreven...
Misschien moet Sanoma Runners maar overnemen. Dan kan ik me daar leker over
ontfermen, hahaha...
Woensdag was het net alsof de winter zijn deuren weer
wagenwijd had opengezet. Het waaide zo hard dat het voor onze kids bijzonder
moeilijk lopen was en toen Thijske letterlijk in de bocht van de piste werd
gewaaid vond ik het welletjes en hielden we het voor bekeken.
Gisteren dan koos ik voor een vooravondtraining. Het was
iets zachter dan daags voordien maar 13 graden vind ik nog steeds koud en dus
had ik muts én handschoenen aan voor mijn drie kwartier durende loop in het
Vrijbroekpark. Ik had er voor het eerst sinds lang met Kjell afgesproken. We
hadden heel wat bij te praten en voor ik het wist was mijn trainn om. Het
draaide echter voor mij alles behalve soepel. Niet verwonderlijk na een kleine
rustpauze en een dinsdagtraining waarbij door de felle rukwinden van soepel
lopen helemaal geen sprake was geweest. Daardoor was ik vandaag verkrampt en
bij de versnellingen ging het van kwaad naar erger. Een bezoek aan Peter
Derijck, mijn osteopaat dringt zich op.
Hoe zat het
nu eigenlijk in Utrecht, vroegen enkelen onder jullie me de laatste dagen. Wel,
het was gewoonweg geweldig. Voor een vol auditorium hield ik een voordracht
onder de titel: what I learnt from becoming a world champion runner. De titel
dekte niet exact de lading, dat zullen jullie verder wel lezen.
Ik had op
voorhand aan de organisator gevraagd of hij voor een loopband kon zorgen en hij
had het voor mekaar gekregen. Daar stond ik dan, in de coulissen van de Media
Plaza in Utrecht voor een splinternieuwe loopband. Hij was nog gedeeltelijk
ingepakt, zo nieuw! Ik had wat meer tijd dan aanvankelijk gepland omdat er wat
achterstand was ontstaan op het oorspronkelijke tijdschema en dus kon ik
gelukkig de loopband testen. Het was voor mij belangrijk om gedurenden mijn
twintig minuten durende speech niet in ademnood te komen. Dat zou maar al te
belachelijk zijn. Dus teste ik de snelheid die ik zou lopen op voorhand. Toen
dat voor mekaar was wandelde ik even richting auditorium waar een assistente me
zei dat het bijna zover was. We maakten van de pauze gebruik om de band naar
het auditorium te rijden en op zijn plaats te zetten, wat gedecentreerd op het
podium zodat ik niet voor de geprojecteerde beelden zou komen te staan. Met een
twintigtal minuten vertraging begon ik er aan. Ik kondigde mezelf aan en nadat
ik had gezegd dat ik wereldkampioen was geworden kwam er spontaan applaus en
riep er zelfs iemand: in what time? De toon was meteen gezet.
Meermaals
werd mijn betoog onderbroken door spontaan applaus en bij ht vertonen van de
film van de WK-finale werd er zelfs gesupporterd en gejuigd. Ik zag mensen
lachen, reageren, meegaan in mijn verhaal.
Op het
einde had ik het nog even over het komende EK in Hongarije en het wel of niet
gaan. Nadat ik had gesteld dat een deelname zou afhangen van het wel of niet
vinden van een sponsor, stapte onze grote CEO, de Finse Eija Ailasmaa naar
voren. Ze nam een microfoon vast en zei: I think youve got a sponsor now!
Dat was voor mij een geweldig moment.
Na mijn
loopspeech regende het complimenten. Iedereen had duidelijk genoten. Sommigen
waren ontroerd geweest, anderen vonden het inspirerend. Iemand zei me zelfs dat
hij duisenden presentaties had gezien maar dat ik me meteen in zijn top-drie
had gecatapulteerd. Achteraf had ik de gelegenheid om nog wat na te praten
ijdens de walking lunch. Velen betoonden enorme interesse voor de sportieve
prestaties maar ook voor de psychologie erachter. Ik genoot
Wat hierna volgt is mijn basistekst in het Nederlands (ondertussen ben ik uitgenodigd om op een ander
congres in Nederland mijn verhaal op dezelfde manier over te doen in het
Nederlands, ergens midden mei.). Ik heb daar nog wat rond geïmproviseerd en dat
bracht de nodige humor in mijn betoog.
Hallo, dames en heren, beste
collegas
Mijn naam is André Lafère. Ik ben
50 jaar oud en werk al bijna 23 jaar voor Sanoma-Magazines Belgium,da laatste negen jaar als Senior Art
Director bij FW-GM. Ik ben ook masters-wereldkampioen
op de 800m geworden in Lahti, Finland vorig jaar.
Ik ben altijd al vrij sportief
geweest maar steeds met als enig doel om via het sporten gezond te blijven.
Andere hobbys als muziek en tekenen waren belangrijker. Mijn sport was
fietsen. Als broer van een wielrenner was het normaal dat ik ook voor die sport
had gekozen. Acht jaar geleden, na twee maal te zijn aangereden door een auto
op training, besloot ik om de fiets aan de haak te hangen. Ik kon niet
stilzitten en op uitnodiging van een vriend ben ik beginnen lopen. Al snel
bleek ik sneller te kunnen lopen dan het gemiddelde en sloot ik me aan bij een
club. Een tijd later werd ik aangesproken door één van de coaches en we
besloten om samen verder te gaan. Aanvankelijk dacht ik te gaan voor de lange
afstand en stratenlopen maar het toeval bracht me naar de piste en meer bepaald
naar de halve fond. Voor wie niet bekend is met piste-atletiek: het lopen in de atletiek wordt
onderverdeeld in drie categorieën. De spurt: 100 en 200m, de halve fond: 400,
800 en 1500m en de fond met de 5000 en 10000m.
Nu, vijf jaar later heb ik meer
dan dertig titels verzameld, acht Belgische records en twee wereldrecords.Op 2 augustus 2009 kwam de apotheose
met de finale van het WK in Lahti. Ik klopte de Amerikaanse titelverdediger
Anselm LeBourne en werd voor het eerst in mijn carrière wereldkampioen.
Die titel is geen eindpunt maar
was wel een hoofddoel voor mijn coach en mezelf. Ieder jaar werd ik beter. Dat
is soms zo wanneer je op latere leeftijd met topsport begint.
Anecdote:
Iedere sporter heeft recht op tien jaar topsport las ik ooit in Runners World.
Aan het woord was toen een Nederlandse marathonloper die zijn topperiode kende
tussen de 25 en 35 jaar. Zijn beste vriend was ook Marathonloper maar had door
gezin en beroep nooit de top nagestreefd. Pas toen hij de vijftig voorbij was
ging hij leven en trainen als een topsporter en nu, bij de masters, is hij
stukken beter dan de vroegere topatleet. Die had zijn tien jaar topsport reeds
opgebruikt en zijn vriend had er nog recht op. Toegegeven, je kan pas op latere
leeftijd aan topsport doen als je gezond hebt geleefd en altijd hebt gesport.
Ook ik fietste of jogde elke dag. De laatste vijf jaar voor ik begon met
atletiek legde ik jaarlijks 9000km af op de fiets. Mijn hart en lichaam waren
dus wel enigszins voorbereid op wat nog komen zou.
Ik train zes dagen op zeven en in
sommige periodes zelfs twee maal per dag. Mirakels bestaan niet in de sport. Je
moet er altijd hard voor werken. Okee, volgens de kenners heb ik enorm veel
talent maar zonder hard werken kom je er toch niet. Toen ik begon te trainen
met Magda Ilands, zelf een oud-marathonloopster die ook meeliep op de OS van
Seoul in 88 wisten we niet waar de grens ging liggen. Magda is een
voorzichtige coach die, in tegenstelling tot sommige jongere trainers denkt op
lange termijn en dus veelal voorzichtigheid predikt. Geduld en vertrouwen zijn
daarbij sleutelwoorden. We hebben elk jaar een bepaalde progressie nagestreefd
en die is er ook gekomen.
Een kleine vergelijking:
Anselm LeBourne, de Amerikaan die al vier keer wereldkampioen is op de 800m
liep vijf jaar geleden nog 1.55 op de 800m. Ik liep toen een besttijd van 2.03.
Ieder jaar werde ik sneller en Anselm trager want het is de regel dat je vanaf
een bepaald moment jaarlijks één seconde trager wordt. Dit jaar liep de
Amerikaan niet meer onder de 2.01 en ik drie keer onder de twee minuten. Mijn
Belgisch record is de derde wereldtijd ooit bij de M50 en slechts 88
honderdsten trager dan het WR. Twee weken geleden liep ik
trouwens een wereldrecord op de 800m indoor.
In 2008 had ik een uitstekend
seizoen met o.a. een Belgische titel op de 800m maar ook met twee maanden
blessureleed. Toen ik éénmaal hersteld was trainde ik hard voor de Vlaamse kampioenschappen
van eind september en plots gebeurde wat ik niet meer had verwacht. Ik liep
onder de magische twee-minutengrens, meteen goed voor mijn allereerste
Belgische record. Magda en ik besloten die winter om de druk op te drijven. Ik
werd op 17 mei 2009 vijftig en zou dan aantreden in een nieuwe
leeftijdscategorie, de M50.
Misschien even een kleine uitleg
over hoe het masterssysteem werkt. Vanaf 35 jaar ben je Master en
die categorie verdeelt zich in schijven van vijf jaar. Zo krijg je de M35, M40,
M45, M50, enzovoort. De kampioenschappen loop ik bij de masters mee tegen mijn
leeftijdsgenoten maar alle andere wedstrijden loop ik in de open categorie en
dat is dan doorgaans tegen jongens die allemaal mijn zoon zouden kunnen zijn.
2009 moest dus mijn jaar worden.
Op de dag van mijn verjaardag op 17 mei moest ik een belangrijke wedstrijd
lopen. Daar brak ik meteen het Belgische record, goed voor de derde beste
chrono aller tijden. Het werd het begin van een prachtige reeks met BR op de
400, 800 en 1000m. Eind juni nam ik een weekje rust en daarna werd de laatste
hand gelegd aan de voorbereiding van het WK in Finland. Ik had nog nooit drie
wedstrijden op vier dagen moeten afwerken en ook daar werd op getraind.
Eind Juli was het zover. Ik
vertrok naar Finland. Het werd een onvergetelijke week. Beeld je maar eens in:
een stad zo groot als bvb Utrecht die overspoeld wordt door meer dan zesduizend
atleten die komen uit alle uithoeken van de wereld. Overal waar je komt ontmoet
je mensen die vrijuit praten over hun gemeenschappelijke passie, fantastisch
gewoon.
In de reeksen ging het
supergemakkelijk en won ik zonder forceren. Dat herhaalde ik in de halve finale
en dus kwam ik met reserves aan de start van de finale.
Een half uur voor de wedstrijd
word je verwacht in de call-room. Daar doe je je spikes aan en je
wedstrijdtruitje en wacht je af. Ik keek wat rond en zag dat de amerikanen
doodnerveus waren. Vooral topfavoriet en viervoudig wereldkampioen Anselm
Lebourne leek me heel zenuwachtig. Terwijl ik nog zat te lachen en wat te
praten met mijn nieuwe vrienden, de engelsen, een nieuw-zeelander en mijn
belgische kameraad leek hij steeds kleiner en kleiner te woren. Plots was het
tijd en werden we naar de piste gebracht.
De 800m is één van de mooiste
disciplines van de atletiek omdat het zo compleet is. Je moet er de uithouding
van een lang afstandsloper combineren met de snelheid en de weerstand van de
spurter. Op 800m moet je snel starten en moet je op het einde nog versnellen.
Doorgaans ga je door een muur. Na ongeveer 5-600m begin je te verzuren en wordt
het mentaal heel moeilijk. Op dat moment ga je voorbij je pijngrens en eens de
laatste 100m in zicht moet je gewoon doorbijten, gedragen door de adrenaline.
Ik stel voor om samen naar de
finale te kijken: xxxxxxxxxxxxxxx commentaar bij
filmpje
In deze finale was ik zo sterk
dat er van verzuring geen sprake was. Ik viel aan op een 300m van de meet. De
enige die reageerde was de amerikaanse topfavoriet. In de laatste bocht kwam
hij naast mij te lopen. Het werd een laatste spurt op leven en dood. Hij brak
als eerste en ik werd wereldkampioen. Een droom was werkelijkheid geworden. Ik
was de beste van de wereld.
Deze titel heb ik niet cadeau
gekregen. Ik heb enorm hard moeten werken, jaren aan een stuk.
Topsport gaat volgens mij gepaard
met een aantal noodzakelijke kwaliteiten.
- Talent uiteraard (dé basis om
er te komen natuurlijk)
- Zelfvertrouwen (noodzakelijk om
je talent aan te wenden)
- Doorzettingsvermogen (nodig om
wanneer het moeilijk wordt te kunnen doorgaan)
- Karakter (de wil om je bepaalde
zaken op te leggen)
- Grenzen verleggen (een
constante in sport)
- Omgaan met tegenslagen (je niet
laten ontmoedigen wanneer het tegenvalt))
- Relativeringszin (Het is en
blijft maar lopen. Tenslotte zijn er belangrijker dingen in het leven dan je
eigen ego)
- Geduld (Net als Rome wordt een
carrière niet op één dag gebouwd)
- Vertrouwen (in jezelf en in de
mensen die je omringen)
Heb ik deze karaktertrekken nodig
om ook in mijn job uit te blinken? Natuurlijk wel! Doorzettingsvermogen,
karakter, zelfvertrouwen heb je altijd nodig maar topsport enerzijds en mijn
job als art director anderzijds zie ik meer als twee complementaitre bezigheden.
Door mijn sport ben ik veel
rustiger geworden en heb ik bijna nooit last meer van enige stress. Ik blijf in
alle omstandigheden rustig, zelfs al ben ik eigenlijk van het nerveuse type. Bij het lopen komen ook
endorfines vrij, gelukshormonen, dezelfde die je lichaam aanmaken wanneer je
verliefd bent of sex hebt. Die endorfines maken je gelukkig en zijn bij sommige
mensen een remedie tegen depressies.
Door het sporten ontwikkel je ook
volgende aspecten:
- Omgaan met andere mensen
- Kameraadschap
- Verdraagzaamheid
- Respect
- Passie
Dit zijn dan ook de dingen die ik
als trainer, voorzitter en atleet in mijn club probeer mee te geven aan de
jeugd, aan mijn collega-atleten en aan mijn omgeving in het algemeen.
Ga 100 procent voor je wat je
doet maar doe dat steeds met respect voor de anderen. Begin daarvoor bij
jezelf. Respecteer en luister naar je lichaam. Door jezelf graag te zien en te
accepteren leer je ook de anderen graag zien en respecteren...
De belangrijkste les die sporten
me dus heeft geleerd is om respect te hebben voor anderen,verdraagzaam te zijnen ook passie en liefde te hebben voor
wat je doet. Dit is ook wat ik jullie vandaag
wilde meegeven. Tracht steeds je dromen waar te
maken... en wat je ook doet, doe het met
passie.
En nog een laatste boodschap voor
onze Hongaarse collegas. Deze zomer gaat heet EK door in
jullie land, in de stad met de moeilijke naam Nyiregyhaza, bij de grens met
Oekraïne. Ook daar moet ik drie wedstrijden lopen en vertrek ik als
topfavoriet. Ik ben nog steeds op zoek naar een sponsor en onderdak...
Terwijl
maandag een duurloopje van een half uur diende om te recupereren van de eerste
training van het zomerseizoen was deze van vanavond op de Nekker weer een stap
in mijn opbouw. Magda liet Filip en mezelf 200en lopen. Slechts acht omdat het
nog maar het begin van onze opbouw is en ze ons nog niet te zwaar wenst te
laten trainen. Het gure weer met zware slagregen en felle windstoten zorgde er
anders wel voor dat we diep in onze reserves moesten tasten. Om de beurt liepen
we op kop en ik moet toegeven dat het best vrij zwaar was. Mijn conditie is
echter van die aard dat ik er best nog een aantal had kunnen lopen. In de
bochten stond de wind zo fel dat ik enkele keren practisch van de baan werd geslingerd
maar ik ben dan ook wel vederlicht.
Ik heb een
ware fascinatie voor de maan, dat heb ik al meermaals verteld. Mijn oudste zoon
heet niet voor niets Moon. Ik voel ook heel hard de stand van de maan aan en
deze dagen was het volle maan. Je kon het door het zware wolkendek niet zien
tot vanavond. De wind joeg de wolken uiteen en daar stond ze dan plots mooi te
wezen. Haar felle licht deed de wolken verbleken in de nacht. Ik voelde plots
een enorme rust over me heen komen en ik kon het niet laten om mijn fototoestel
boven te halen. Ik heb nadien héél diep geslapen. Voor mij is dat een zeldzame
luxe
Ik ben André Lafère, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Drettiboy.
Ik ben een man en woon in Eppegem (België) en mijn beroep is Hoofdredacteur bij Feeling Wonen.
Ik ben geboren op 17/05/1959 en ben nu dus 66 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Geschiedenis (Eerste imperium), Tekenen, Lopen, muziek, westerns, fotografie, tuinieren....
Coach: Magda Ilands
Kiné:Peter Derijck en Steven Gillisjans
Sportdokter:Renaat Huysmans
Dokter:Paul Tassenoy