Bij het begin van de lente ontdekken we ze geregeld in de tuin. Kleine groen/bruine springende beestjes op zoek naar de waterplas schuin tegenover ons huis. Omdat we niet wilden dat dit exemplaar alleen bleef en het een veilige overtocht wilden geven, vingen we het. Met veel moeite. Want hoe maak je zo'n klein beestje wijs dat het voor zijn bestwil is dat het even in een plastiek zakje wordt opgesloten? Het is ons toch gelukt en het beestje is veilig en wel bij de vijver afgezet. Een kikkerkoele goede daad van ons dus. Marijke
Onze lieve mooie grote rosse kater is niet meer. Afgelopen zaterdag is hij voor onze ogen door een grote zwarte wagen doodgereden. Het beestje heeft nog enkele minuten liggen zieltogen terwijl mijn dochter de straat bij elkaar krijste. Het was vreselijk. Ook mijn jongste stond te huilen. Middelman was gelukkig al in een andere straat met zijn fiets. Maar hij keerde even later terug en zag wat er was gebeurd en ook hij begon te huilen. Tristesse alom dus. Je zou denken, drie huilende kinderen op straat, een mens zou al eens door zijn raam zien wat er aan de hand is. Drie huilende kinderen, een mama bij een stervende poes op straat, misschien kan ik een handje helpen ? Niet dus. Niemand. Nada. In heel de straat was iedereen plots op wereldreis. De ene auto die de straat in reed en die ik deed stoppen zodat hij niet over onze lieve kater zou rijden draaide zich om en reed terug weg. Niet alleen is onze mooie lieve grote rosse kater weg, ook mijn geloof en liefde voor mijn medemens is even verdwenen. Hier kan ik echt niet bij. Lieve poes is begraven in de tuin met alle nodige egards, bloemen op het grafje inclusief. Zijn mooie broer loopt er al een week verloren bij. Net als ik.
Een vriendin van me moest 'doppen' en omdat we elkaar alleen zien met kinderen en met echtgenoten leek het ons wel leuk om eens samen iets te gaan drinken. Ze nodigde me uit om bij haar thuis te ontbijten. Ze had de tafel rijkelijk gedekt met broodjes, eieren, koffie, vruchtensap en zelfs champagne. Het ontbijt ging over in een brunch en het bleef erg gezellig. Ik dronk slechts één glaasje champagne, maar op mijn nuchtere maag viel die veel te zwaar iets wat ik probeede te verdoezelen met liters koffie en sap. Ik ben wel veilig thuisgekomen, maar ik moest me wel meteen neerleggen en ik ontnuchterde maar moeizaam die dag, 's middag had ik een vergadering waar ik een half uur te laat arriveerde, over een simpele mail schrijven deed ik een uur. De volgende keer zorg ik thuist toch eerst voor een bodempje .
Ik was toch een beetje fier op mezelf. Wegens tijdgebrek besloot ik onderweg naar huis even bij een bekend ff-keten aan te gaan om eten te halen voor de boys en mezelf. Voor de boys een 'uitgebreid' menu en voor mij alleen de burger. Een afwijkende bestelling was blijkbaar moeilijk te begrijpen. Als je via de 'drive' besteld moet je al door zo'n ding roepen wat je wilt en daarbij nog aan elke zijde een buitenlander, geen ideale manier om elkaar te verstaan. Eindelijk verstond de bediende me en het kwam correct op het scherm te staan. Bij thuiskomst bleek die van mij er toch niet bij te zijn maar wel hij stond wel op de rekening en ik had ervoor betaald. Enigzins teleurgesteld dacht ik pech, maar even later trok ik mijn stoute schoenen aan en keerde terug naar de ff-keten om het te vermelden. Ik dacht ik heb nu wel geen bewijs, omdat de zoons al lekker zaten te smullen, maar vriendelijk kreeg ik mijn gevraagde bestelling en nog meer. Ik was nog blijer dat mijn assertiviteitscursus misschien begint te werken dan dat ik uiteindelijk de begeerde hamburger kreeg.
De kou heeft hem in zijn greep. Het harde gesteente laat afdrukken na in zijn schouders en zijn rug. Hij beeft ongecontroleerd en kan de eerste ogenblikken niet focussen. Dan begint zijn hart harder te zwoegen en kan hij stilaan zijn armen en benen weer bewegen. Maar tegelijkertijd keren ook de herinneringen terug en de reden waarom hij hier in deze godverlaten kloof zit. Hij zoekt een tijdlang de geluiden in de omgeving. Maar alles is geruisloos. Heel voorzichtig kijkt hij voorbij de rots in de richting van zijn huis. Binnen brandt nog licht maar hij ziet geen mensen, geen politie. Hij neemt de tijd om alles te overlopen. Hoe kon dit nu gebeuren ? Alles was zo goed voorbereid. Met spijt in het hart besluit hij om het huis achter te laten. Maar niet zonder de kandelaar. Deze mag niet in handen van de politie of zijn achtervolger vallen. Hij heeft al één keer de moed gehad om hem achter te laten, hij zal het geen tweede keer doen. Daarbij zouden er nu ondertussen vingerafdrukken op staan, zowel van hem als van degene die hem daar heeft gezet. De politie mag die afdrukken niet vinden. Hij zal zelf opzoeken wie het is. Tegen beter weten in komt hij gebukt uit de rotskloof geschoven en met een kreun zwaait hij de rugzak over zijn schouder. Behoedzaam nadert hij het huis, gebruik makend van elk stukje duister dat hij tegenkomt. Hij spitst zijn oren maar hoort niemand. In zijn hoofd begint een wolf te huilen maar hij negeert dit geluid. Voetje voor voetje komt hij dichterbij tot hij met een kleine geluidloze sprint aan de muur van het huis stopt. Hij probeert niet te hijgen maar zijn jarenlange lichamelijke verwaarlozing eist zijn tol. Hij wacht even tot hij weer kalmeert. Nog steeds is alles stil. Hij gluurt even door het raam en ziet de kandelaar staan waar hij hem heeft achtergelaten. Hij knikt grimmig. Twee seconden heeft hij nodig, twee seconden en dan is hij weg. Voorgoed. Hij heeft geld genoeg en er zijn nog genoeg verlaten huizen.
Met zijn voet duwt hij de deur voorzichtig open. Hij maakt zich zo smal mogelijk en glipt naar binnen. Nog voor hij twee stappen richting tafel zet hoort hij de klik van de veiligheidspal en een stem die zegt : " Eindelijk, daar ben je." De wolf in zijn hoofd keert zich om en kijkt.
maar ik haal de deadline niet.'tis te zeggen, zal Marijke de deadline niet halen. Ik zet er mijn tekst deze week nog op. Beloofd. Echt waar.Op mijn communiezieltje. En in deze tijden wil dat wat zeggen !
Wat een start leek van een doodgewone doordeweekse dag, behalve dan dat het vakantie was, werd doorbroken door het zenuwachtige gerinkel van de telefoon die vanaf 7.00u ons niet meer gerust liet. Schoonzus zei, dat ze nog lekker nagenietend in bed de tv. aan haar voeteinde aanzette en overspoeld werd door de nachtmerrie die Japan teisterde, ze vroeg bezorgd of manlief weer gesetteld was in België. Wij hebben geluk gehad, manlief is in februari weer naar hier gekomen, maar onze band met Japan is een feit en onze gedachten blijven de hele tijd circelen rond het wel en wee van bekenden.
Dit krokusverlof brachten manlief en ik enkele dagen door in Valencia. Dochterlief ging zo lang logeren deels bij oma en opa, deels bij een schoolvriendinnetje. Op zondag scheen de zon voorwaar zodat ik na een fikse strandwandeling een mooi rood gezicht had. Natuurlijk zat er geen aftersun in de valies, maar het staaltje bodymilk van het hotel bracht soelaas. Dinsdag shopte ik op mijn eentje in El Corte Ingles. Een shoppingparadijs van 5 verdiepingen. Voor de thuisblijvers kocht ik koekjes, een swarovski hangertje en badolie. Omdat het bedoeld was om vlug af te geven hield ik die cadeautjes in mijn handbagage. Helaas, dat was buiten de wetten van de vliegwereld gerekend want de veiligheid kieperde de badolie uit de handbagage. Dikke pech. Kon ik na de veiligheidscheck in de taxfree opnieuw badolie kopen. Gek eigenlijk. Wat niet door de veiligheid mag, kan je 100 m verder opnieuw kopen. Het zij zo, mijn vreugde over de vakantie en over de thuiskomst werd er niet door bedorven. En het leuke is dat we de spaanse zon mee terugbrachten. Marijke
Sinds vorig jaar hebben we een nieuwe omheining bestaande uit een hek en een electrische poort. We zijn er zeer tevreden mee en het geeft ook nog eens een mooi aanzicht. Vorige week stond de poort bij thuiskomst nog open en ging niet meer dicht. We waren al blij dat het niet andersom was en we dus niet eruit hadden gekund. Even was het weer wennen dat er aan onze voordeur gebeld werd. Gisteren stond zo de 'werkman' van de poort voor de deur met de mededeling dat hij het euvel al gevonden had. De batterijen waren leeg. Batterijen, bij een electrische poort? Blijkt dus echt te kunnen, alleen wisten wij er niet van.
Nummer twee is geslaagd voor zijn theoretisch rijexamen . Onderweg naar zijn badmintonles moest ik het natuurlijk al ontgelden; mama weet je dat je geen losse voorwerpen op de achterbank mag leggen, mama dat bord wilt zeggen.........,als hij na het behalen van zijn praktijk het ook beter denkt te weten, dan heb ik 3 perfecte chauffeurs, maar ik zal geen commentaar op hun betweterigheid geven en me laten rijden
Het nieuwe stuk is blauw. De rest is doorlopend ingevoegd
De laatste kilometers van zijn reis beginnen zwaar door te wegen. Het enige wat de man en zijn wagen doet verder rijden is het vooruitzicht op het huis, de natuur en de stilte. Hij rijdt door een groen heuvelachtig landschap, langs de rivier. Het toeristisch seizoen is net voorbij. De zachte zomer zal nog enkele uitlopers hebben maar de rest van het jaar zal de grond weer overvloedig beregend worden. Niet dat het hem wat kan schelen. Hij is hier niet gekomen voor het mooie weer. Met een beetje geluk kan hij het hier lange tijd rustig volhouden. Met één oog houdt hij het waarschuwingslampje van zijn benzinetank in de gaten. Het knippert al enkele kilometers. In het dorp is er een benzinepomp, dat weet hij. Maar hij heeft al dagenlang geen woord gesproken en hij heeft er eerlijk gezegd nog steeds geen zin in. Het kleine dorpje verschijnt op de heuvel aan zijn rechterkant. Het landschap wordt grilliger, scherper, heuvels gaan over in bergflanken. Hij steekt zijn knipperlicht aan - ook al ligt de weg er totaal verlaten bij - en begint aan de klim naar het huis. Hij heeft het gekocht zonder dat iemand het wist. Het ligt een vijftal kilometer hoger dan het dorp en heeft een fantastisch uitzicht op het dal en het meer. Het ligt ook min of meer verscholen tussen de bergflanken zodat hij afgeschermd wordt van nieuwsgierige blikken van dorpsbewoners. Hij glimlacht. Het is een ideale ligging. Hij wil geen mensen zien en wil ook door geen mens worden gezien. Hij rijdt door het dorp. De late avondzon zorgt nog voor wat beweging in de voortuintjes. Oude gezichten kijken even op naar zijn rode Ford. Hij blijft voor zich uit kijken. "Vooruit, ouwe kar, haal me naar boven ", denkt hij verbeten. De weg krinkelt tussen harde steenmassa's en groene glooiingen naar boven. Eindelijk ziet hij het houten huis staan. Het voelt zo herkenbaar aan dat de tranen in zijn ogen prikken. Op dat moment begeeft zijn wagen het. Met enkele droge kuchen parkeert het zichzelf aan de kant. Woedend slaat de man met zijn vlakke hand op het stuur. " Verdomd ding, kon je het echt niet langer volhouden?" Hij mag al zijn bagage naar boven zeulen. Het is zeker nog twee kilometer. Hij zit even na te denken. Hier kan zijn auto wel blijven staan. Morgen zou hij met de jerrycans naar het dorp gaan. Hij graait enkele spullen bij elkaar en propt ze in de rugzak. Hij stapt uit en snuift de lucht diep in zijn longen. Hier heeft hij al die tijd naar verlangd. Stilte en geen gezeur aan zijn hoofd. Hij hijst zijn rugzak over zijn schouders en begint aan de laatste klim.
Deel 2
Het vensterluik van de verlaten zolderkamer staat op een kier. Van hieruit ziet ze net het begin van de smalle oprit tot het domein. Deze geeft toegang tot een kleine parking die beneden de helling ligt. Bezoekers moeten dan nog meer dan 150 onregelmatig gemetste treden opklauteren vooraleer ze het kleine voortuintje bereiken. Met een niet aflatende gespannen blik houdt ze angstvallig de ingang van de parking in de gaten. Als ze de auto ziet oprijden heeft ze dus nog voldoende tijd om haar opdracht af te werken. Niets heeft ze aan het toeval overgelaten. Het hele scenario heeft ze volledig uitgesponnen en tientallen keren in gedachten overlopen. Achteraan heeft ze alle vensterluiken gesloten. De achterdeur staat open en de sleutel zit klaar aan de buitenzijde. In het midden van de kale livingtafel staat enkel de zilveren kandelaar die ze van zijn bureel heeft meegenomen. Tegen de kandelaar leunt een briefomslag. De kandelaar is voorzien van een armdikke nieuwe wassen kaars waarvan de lont vooraf eens is aangestoken, zodat ze vrij is van kaarsvet. Opnieuw aansteken kan zo veel sneller. De lucifers liggen klaar. In het gsm-toestel is het nummer van de politie reeds ingegeven. Ze hoeft alleen nog bellen te drukken .Haar gedachtegang breekt bruusk af wanneer ze, als vanuit het niets, een met pak en zak geladen gestalte moeizaam de trap ziet opklimmen. Hoe kan het nu dat ze zijn wagen niet heeft gehoord of gezien! Slechts een ogenblik staat ze besluiteloos aan de grond genageld. Dan herpakt ze zich en rent zonder nadenken naar beneden en doet wat ze zo dikwijls in gedachte heeft uitgevoerd.
Hij laat zijn rugzak vallen. Zijn hartslag verdubbelt. Zijn bloed klopt in zijn hoofd terwijl zijn handen en benen trillen wanneer hij in dit verlaten huis, in het midden van de tafel, de brandende kaars met de omslag ziet. Wat heeft dat allemaal te betekenen en hoe komt juist deze kandelaar hier.
Hij rent naar de achterdeur. Ze is op slot. De gesloten vensterluiken belemmeren zijn uitzicht op de achtertuin. Daarop holt hij terug naar de voordeur. Loopt achterom en met priemende ogen en de oren gespitst onderzoekt hij de onmiddellijke omgeving. Behalve loeiende sirenes in de verte, straalt de hele buurt een vredige rust uit, even sereen als toen hij hierboven aankwam.
Hij snelt terug naar de tafel met de kaars en de brief. De kaars lijkt pas aangestoken alsof iemand op zijn komst heeft gewacht. In één haal rukt hij de omslag open. Hij is hierbij zo gejaagd dat hij ook de ingesloten brief in tweeën scheurt. In het licht van de kaars puzzelt hij haastig de twee helften aan mekaar.
Jouw alibi voor gisteren namiddag werd vakkundig een kogel door het hoofd gejaagd.
t Is maar dat je het weet.
Heb enige minuten geleden zelf naar de politie gebeld.
Je mag ze zo verwachten.
Terwijl zijn lichaam nog natrilt van de schok keren zijn gedachten terug naar gisteren. Zijn bureel bevond zich op de bovenste verdieping van een luxueus torenappartement. De inrichting had hij sober gelaten met de zilveren kandelaar als enig zichtbare luxe. De kandelaar had hij geërfd van degene die zich om hem had bekommerd terwijl al de anderen hem hadden laten vallen. De emotionele waarde was ontelbaar hoger dan de geldelijke waarde van het monsterlijk ding. Minutieus overliep hij alle details van de gebeurtenissen. Een jaar lang had hij zich voorbereid. Alles wat er de afgelopen maand was gebeurd beruste niet op toeval, maar was door hem geregisseerd. Hij had de hoofdrolspelers gemanipuleerd en bewerkt waar nodig. Gisteren was hij in alle stilte al een paar dagen onderweg naar een nieuw leven, hier in dit godverlaten dorp. En toch heeft de briefschrijfster het over zijn alibi van gisteren. Had hij een fout gemaakt? Wie was er waar neergeschoten? Hij had er immers voor gezorgd dat niemand iets van zijn plannen wist, een alibi stond niet in zijn script. Dat de brief van een vrouwenhand kwam wist hij onmiddellijk. Niet door het handschrift omdat de brief getypt was maar door de geur. Een verre herinnering ontwaakte, hij sloot zijn ogen. De geur zocht zijn weg naar de herinnering, maar werd overmeesterd door het doordringende geloei van sirenes dichtbij.
Geen tijd om zich over te geven aan herinneringen.
Hij moet hier weg en snel ook.
Vloekend omdat hij niet tankte in het dorp grist hij zijn pak en zak mee en holt naar buiten. Met zijn ogen scant hij de omgeving. Gelukkig geeft de late avondzon nog een beetje licht. Instinctief kiest hij de richting van de rotsen.
Een eind verder vindt hij wat hij zocht. Een heel smalle kloof. Net groot genoeg voor één persoon.
Hij wringt zich er tussen en met enige moeite lukt het hem zijn bagage er bij te trekken.
Nog nahijgend en met van angst kloppend hart zakt hij neer op de harde, ijskoude grond.
Voorlopig is hij veilig. Uitgeput legt hij zijn hoofd op zijn knieën en zakt weg in een diepe slaap.
Badend in het zweet schrikt hij in het midden van de nacht wakker uit een droom. Dezelfde droom die hem nu al jarenlang kwelt. Een droom waarin een eenzame wolf door het bos raast. Achter de wolf klinkt steeds het geluid van rennende voetstappen. De wolf vergroot wanhopig zijn snelheid maar weet dat hij niet kan ontsnappen aan zijn achtervolger.
Maar dit maal was er iets anders aan de droom. In plaats van te blijven rennen houdt de wolf halt en keert zich om. Klaar om eindelijk de confrontatie aan te gaan met zijn achtervolger.
ik weet natuurlijk al heel lang, dat als mij tijdens een sport of spel wordt gevraagd met de benen naar de ene kant te zwaaien en met de armen naar de andere kant en dat tegelijkertijd, mijn coördinatie de weg kwijt is.Toch ben ik met goede moed een cursus aquafit begonnen, onder water zien de anderen immers mijn gehannes niet. Helaas kent de alziende leraar mijn naam het beste, van de kant af kijkt hij op ons neer en ziet, hoort en corrigeert hij alles. Nu weten de andere waterratten dus toch, dat ik stop als ik uit de knoop ben geraakt en niet omdat ik de opdracht heb volbracht, maar gelukkig ook dat als ze een onderwatertrap van mij krijgen het niet is omdat ik wil winnen, maar het verkeerde ledemaat gebruik.
Zondagavond bedtijd, jongste vraagt of ik hem wil komen onderstoppen. Een vraag die hij plots niet meer gesteld heeft sinds hij in het eerste middelbaar zit, dus vond ik dat wel weer een keer leuk. Als hij klaar in zijn bed lag mocht hij me roepen en aangezien zijn bed als tweede bureau gebruikt werd had hij nog wel even werk. Toen ik werd geroepen trof ik hem nog in zijn kleren aan en zijn bed was nog niet vrijgemaakt. Voordat ik geirriteerd raakte, vroeg ik hem of er iets scheelde. Aarzelend, maar met een big smile vertelde hij me dat 'het aan was'. oh zei ik kom dan even naast me zitten en me erover vertellen. De schoolboeken werden in razend tempo geordend en op mijn schoot vertelde hij me woord voor woord hoe ze het via sms 'aan' gemaakt hadden, ik mocht de berichtjes zelfs lezen. Ik was de eerste van het gezin die het mocht weten en ik mocht het pas aan de anderen doorvertellen als hij weer op het internaat was. Nog even zalig nagenieten, hij van haar en ik van hem op mijn schoot met mijn armen om hem heen.
De laatste kilometers van zijn reis beginnen zwaar door te wegen. Het enige wat de man en zijn wagen doet verder rijden is het vooruitzicht op het huis, de natuur en de stilte. Hij rijdt door een groen heuvelachtig landschap, langs de rivier. Het toeristisch seizoen is net voorbij. De zachte zomer zal nog enkele uitlopers hebben maar de rest van het jaar zal de grond weer overvloedig beregend worden. Niet dat het hem wat kan schelen. Hij is hier niet gekomen voor het mooie weer. Met een beetje geluk kan hij het hier lange tijd rustig volhouden. Met één oog houdt hij het waarschuwingslampje van zijn benzinetank in de gaten. Het knippert al enkele kilometers. In het dorp is er een benzinepomp, dat weet hij. Maar hij heeft al dagenlang geen woord gesproken en hij heeft er eerlijk gezegd nog steeds geen zin in. Het kleine dorpje verschijnt op de heuvel aan zijn rechterkant. Het landschap wordt grilliger, scherper, heuvels gaan over in bergflanken. Hij steekt zijn knipperlicht aan - ook al ligt de weg er totaal verlaten bij - en begint aan de klim naar het huis.Hij heeft het gekocht zonder dat iemand het wist. Het ligt een vijftal kilometer hoger dan het dorp en heeft een fantastisch uitzicht op het dal en het meer. Het ligt ook min of meer verscholen tussen de bergflanken zodat hij afgeschermd wordt van nieuwsgierige blikken van dorpsbewoners. Hij glimlacht. Het is een ideale ligging. Hij wil geen mensen zien en wil ook door geen mens worden gezien. Hij rijdt door het dorp. De late avondzon zorgt nog voor wat beweging in de voortuintjes. Oude gezichten kijken even op naar zijn rode Ford. Hij blijft voor zich uit kijken. "Vooruit, ouwe kar, haal me naar boven ", denkt hij verbeten. De weg krinkelt tussen harde steenmassa's en groene glooiingen naar boven. Eindelijk ziet hij het houten huis staan. Het voelt zo herkenbaar aan dat de tranen in zijn ogen prikken. Op dat moment begeeft zijn wagen het. Met enkele droge kuchen parkeert het zichzelf aan de kant. Woedend slaat de man met zijn vlakke hand op het stuur. " Verdomd ding, kon je het echt niet langer volhouden ?" Hij mag al zijn bagage naar boven zeulen. Het is zeker nog twee kilometer. Hij zit even na te denken. Hier kan zijn auto wel blijven staan. Morgen zou hij met de jerrycans naar het dorp gaan. Hij graait enkele spullen bij elkaar en propt ze in de rugzak. Hij stapt uit en snuift de lucht diep in zijn longen. Hier heeft hij al die tijd naar verlangd. Stilte en geen gezeur aan zijn hoofd. Hij hijst zijn rugzak over zijn schouders en begint aan de laatste klim. ( de volgende )
Deel 2
Het vensterluik van de verlaten zolderkamer staat op een kier. Van hieruit ziet ze net het begin van de smalle oprit tot het domein. Deze geefttoegang tot een kleine parking die beneden de helling ligt. Bezoekers moeten dan nog meer dan 150 onregelmatig gemetste treden opklauteren vooraleer ze het kleine voortuintje bereiken. Met een niet aflatende gespannen blik houdt ze angstvallig de ingang van de parking in de gaten.Als ze de auto ziet oprijden heeft ze dus nog voldoende tijd om haar opdracht af te werken. Niets heeft ze aan het toeval overgelaten. Het hele scenario heeft ze volledig uitgesponnen en tientallen keren in gedachten overlopen. Achteraan heeft ze alle vensterluiken gesloten. De achterdeur staat open en de sleutel zit klaar aan de buitenzijde. In het midden van de kale livingtafel staat enkel de zilveren kandelaar die ze van zijn bureel heeft meegenomen. Tegen de kandelaar leunt een briefomslag. De kandelaarisvoorzien vaneen armdikke nieuwe wassen kaars waarvan de lontvooraf eens is aangestoken, zodat ze vrij is vankaarsvet. Opnieuw aansteken kan zo veel sneller. De lucifers liggen klaar. In het gsm-toestel is het nummer van de politie reeds ingegeven. Ze hoeft alleen nog bellente drukken .Haar gedachtegangbreekt bruusk af wanneer ze, als vanuit het niets, een met pak en zak geladen gestalte moeizaam de trap ziet opklimmen. Hoe kan het nu dat ze zijn wagen niet heeft gehoord of gezien! Slechts een ogenblik staat ze besluiteloos aan de grond genageld. Dan herpakt ze zich en rentzonder nadenken naar beneden en doet wat ze zo dikwijls in gedachte heeft uitgevoerd.
Hij laat zijn rugzak vallen. Zijn hartslag verdubbelt. Zijn bloed klopt in zijn hoofd terwijl zijn handen en benen trillen wanneer hij in dit verlaten huis, in het midden van de tafel, de brandende kaars met de omslag ziet. Wat heeft dat allemaal te betekenen en hoe komt juist deze kandelaar hier.
Hij rent naar de achterdeur . Ze is op slot. De gesloten vensterluiken belemmeren zijn uitzicht op de achtertuin.Daarop holt hij terug naar de voordeur. Loopt achterom en met priemende ogen en de oren gespitst onderzoekt hij de onmiddellijke omgeving. Behalve loeiende sirenes in de verte,straalt de hele buurt een vredige rust uit,even sereen als toen hij hierboven aankwam.
Hij snelt terug naar de tafel met de kaars en de brief. De kaars lijkt pas aangestoken alsof iemand op zijn komst heeft gewacht. In één haal rukthij de omslag open. Hij is hierbij zo gejaagd dat hij ook de ingesloten brief in tweeën scheurt. In het licht van de kaars puzzelt hij haastig de twee helften aan mekaar.
Jouw alibi voor gisteren namiddag werd vakkundig een kogel door het hoofd gejaagd.
t Is maar dat je het weet.
Heb enige minuten geleden zelf naar de politie gebeld.
Je mag ze zo verwachten.
Deel 3
Terwijl zijn lichaam nog natrilt van de schok keren zijn gedachten terug naar gisteren. Zijn bureel bevond zich op de bovenste verdieping van een luxueus torenappartement. De inrichting had hij sober gelaten met de zilveren kandelaar als enig zichtbare luxe. De kandelaar had hij geërfd van degene die zich om hem had bekommerd terwijl al de anderen hem hadden laten vallen. De emotionele waarde was ontelbaar hoger dan de geldelijke waarde van het monsterlijk ding. Minutieus overliep hij alle details van de gebeurtenissen. Een jaar lang had hij zich voorbereid. Alles wat er de afgelopen maand was gebeurd beruste niet op toeval,maar was door hem geregisseerd. Hij had de hoofdrolspelers gemanipuleerd en bewerkt waar nodig. Gisteren was hij in alle stilte al een paar dagen onderweg naar een nieuw leven, hier in dit godverlaten dorp. En toch heeft de briefschrijfster het over zijn alibi van gisteren. Had hij een fout gemaakt? Wie was er waar neergeschoten? Hij had er immers voor gezorgd dat niemand iets van zijn plannen wist, een alibi stond niet in zijn script. Dat de brief van een vrouwenhandkwam wist hij onmiddellijk. Niet door het handschrift omdat de brief getypt was maar door de geur. Een verre herinnering ontwaakte, hij sloot zijn ogen. De geur zocht zijn weg naar de herinnering, maar werd overmeesterd door het doordringendegeloei van sirenes dichtbij.
Mijn dochter had om 's anderendaags in de tekenles op school te kunnen "stempelen" 2 wijnkurken nodig. Na een beetje zoeken vonden we in de keuken nog juist 1 kurk. Maar geen nood. Papa en ik zouden ons opofferen om die avond een glaasje wijn te drinken bij de maaltijd. Papa kiest de wijn uit onze bescheiden voorraad en schenkt uit. Plots weerklinkt de kreet: "Maar wat ben ik idioot". Had hij toch wel een wijnfles met zo'n moderne draaistop opengedaan zeker... Marijke
Na een verlengd half jaar is manlief weer thuis. Ik zou hem met de auto in Brussel ophalen De laatste keren dat hij voor een week thuis kwam speelde de sneeuw parten waardoor ik niet naar Brussel durfde rijden. Nu was, door een ongeval de file bijna een spelbreker. Maar wat ik al lang niet meer alleen gedaan heb was; de trein nemen. ik kon het niet over mijn hart verkrijgen dat hij met nu na toch een moeilijk afscheid en meer dan één koffer het laatste stukje terugreis alleen moest doen. Het was gezellig samen met de trein en thuis wachtte hem nog een verrassing.
Voor kerst 2009 kreeg mijn man een bongobon cadeau "Sensatie op wielen". Deze vervalt eind februari 2011. Maar mijn man heeft nog geen keuze gemaakt. "Want (zegt hij) kiezen is verliezen. Zolang ik geen aktiviteit definitief bestelde, kan ik nog dromen van alle andere aktiviteiten". Mijn tegenredenering 'straks heb je niets" maakt geen indruk. Ik zal dus nagelbijtend moeten afwachten. Marijke
Mijn dochter is net 12 geworden in december en doet het 1ste jaar Latijn. Toen onze babysit niet kon komen redeneerde ze "Ik zit nu in de humaniora, ik kan best alleen thuis blijven" Wat gisteravond voor het eerst gebeurde. Weliswaar met urenlange hulp en begeleiding van "De Sims". Resultaat: toen we thuiskwamen rond middernacht "simde" ze nog. Maar bang was ze niet geweest. Marijke
Vanmorgen manlief weer weggebracht, met een verlenging van 2 maanden is het nu defenitief zijn laatste keer. Afscheid nemen is altijd moeilijk voor ons beiden, maar nu ook voor hem van de mensen ginder. Op het vliegveld kochten we souveniertjes voor zijn collega's, Belgisch bekendste Mannetje in een schudbol. Nog 3 weken en dan is dit avontuur ook weer voorbij. En nu ga ik mijn best doen op het Vervolg.