terra's memories
Inhoud blog
  • Eind goed .....
  • Hanen en hun gekraai
  • streektaalboekje
  • Tijdverzetter
  • Vermist
  • Kosten en baten
  • Van heel ver weg naar heel dichtbij
  • NAGERECHT, TOESPIJS of TOETJE
  • FAQ
  • Pa's identiteit
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Aanbevolen adressen
  • Spinnenkop
  • opgeschreven herinneringen
    13-07-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hitterecords

    Officieel staat het Nederlandse warmterecord op 38.6 graden Celsius. Gemeten zomer 1946 in Warnsveld-of-all-places door een enthousiaste amateur-meteoroloog, medewerker van het KNMI in De Bilt en tevens gerespecteerd huisarts.

    Nu ik dit schrijf is het half juli en we hebben al twee hittegolven achter de rug. Bij de laatste spande het erom of het record van 1946 zou worden verbeterd. Dat is niet gebeurd, maar het kan nog! Want de zomer duurt nog even.

    Bij ons thuis wemelt het van barometers, thermometers, weer-apparaatjes en mini-weerstationnetjes. Zij zouden u kunnen laten denken dat wij geheel en al geobsedeerd zijn door alles met het weer en de weersvoorspellingen te maken heeft. Dat is niet het geval. Wij laten alles wat van boven komt over ons heen komen en dat is ook het geval met Gods water over Gods akker. Kortom, wij zien wel.

    Toch kijk ik tijdens een hitte- of koudegolf graag naar mijn metertjes om te zien of zij de officiële KNMI-verwachting bij kunnen houden. Ik tik op mijn oeroude barometer in de voorkeuken en kijk naar de grote buitenthermometer buiten aan de schuurmuur. Die denkt dat het bij benadering 38° is. Ik kijk met verbazing naar mijn display op mijn weerstationnetje in de schuur – dat, wonder boven wonder de temperatuur in de toekomst kan voorspellen - en zie dat het op 19 juli 39.7° zal worden. De thermometer in de groentetuin houdt het bij 38 graden en nog iets.

    Dat is nog niet alles. Op mijn werkkamer boven, onder het pannendak van de boerderij, hangt een klein thermometertje dat het verschil laat zien tussen binnen en buiten. Op het thermometertje lees ik dat het om 11 minuten over vier vóór de monitor en bóven mijn toetsenbord 32.5 graden is. Maar aan de andere kant van de muur, vlak onder de pannen van het dak waar nu de mussen (pardon, de mosjes) van af vallen, is het 41.0 graden. Celsius wel te verstaan. Oftewel tegen de 100 graden Fahrenheit. Dat slaat alle records.



     










    13-07-2015, 11:45 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:weerstation,hitte,hittegolf,thermometer
    28-06-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kunstige handvaardigheden

    Er bestaan, zoals u ongetwijfeld weet, diverse soorten beeldende kunst. Om te beginnen is er het verschil tussen figuratief en non-figuratief. Bij het beschouwen van een figuratief schilderij behoeft u niet na te denken over wat het voorstelt: u ziet een brug over de Seine en het labeltje onderaan vermeldt dat dit inderdaad een brug over de Seine is, geschilderd in olieverf door een zekere August de la Manière. En het veilinghuis dat u dit prachtige kunstwerk te koop aanbiedt schrijft er nog bij dat de geschatte waarde 2,5 miljoen euro bedraagt. Dus te duur om bij u thuis boven de sofa te hangen (waar het overigens een buitengewoon goed figuur zou slaan.)

     

    Je hebt ook beeldende kunst die de beschouwer volledig in het ongewisse laat over wat zij denkt te zien. ꞌOnweer boven Parijsꞌ denkt u? De kunstenaar zelf noemt het: ꞌZonder kraak of smaakꞌ. Het stelt niets voor: en dat in alle opzichten.

    Er worden zelfs tentoonstellingen van moderne beeldende kunst geopend en gesloten die de bezoeker bij het verlaten ervan in volstrekte wanhoop achterlaten. Nee, niet dat enkele schilderijen niet mooi zouden zijn. Ja, omdat niemand, zelfs de kunstenaar niet, je kan uitleggen wat de bedoeling van het kunstwerk is. En wij willen allen graag de bedoeling van iets weten, niet dan?

     

    Nu bestaat, en dat al sedert tientallen jaren, een tegenbeweging die zijn oorsprong vindt in het Engeland van de industriële revolutie. We hebben het over een kunststroming die het begrip ‘kunst’ probeert te verbinden aan het begrip ’vakmanschap’. Kort door de bocht gezegd komt het er in deze benadering op neer dat een kunstenaar laat zien dat zij of hij met eigen handen iets tastbaars en aanraakbaars kan maken en dat doet op een vernuftige en buitengewoon artistieke manier. Een koppeling van handvaardigheid en beeldende kunst; dát is het. Omdat men in Engeland het eerst en het meest van het nut van deze kunstopvatting overtuigd was noemt men deze stroming "Arts and Crafts". Waarbij ꞌArtsꞌ natuurlijk verwijst naar het kunstzinnige, het artistieke, en ꞌCraftsꞌ naar het handvaardige. Bij een onlangs door mij gemaakte wandeling zag ik ergens in een etalage een fraai voorbeeld van deze A & C dat ik u niet wil onthouden.

     

    Wat is hier aan de hand? Iemand, de naam van de maker/maakster is mij helaas niet bekend, maar het zou mij niet verwonderen dat de schepper van dit kunstwerk een vrouw is, heeft de euvele moed gehad een doodgewoon rijwiel – zeg maar gewoon: fiets – te omhullen en omringen met een buitengewoon artistieke wollen bekleding. Wij zien meteen de twee belangrijkste onderdelen van de A & C-benadering. De vakmanschap (zeg in dit geval maar liever vakvrouwschap) blijkt uit de ongeëvenaarde breikunst. Zelfs een volslagen ondeskundige op het gebied van de edele breikunst als ik kan zien dat hier een topprofessional aan het werk is geweest. En kijkt u eens hoe origineel en creatief de wielen zijn ingepakt (zomaar een voorbeeld uit talloze andere mogelijke).

     Zonder twijfel zou dit een topstuk uit een denkbare A & C – collectie kunnen worden. Is er dan geen oliesjeik uit Qatar die hier enkele miljoenen voor over heeft? Als belegging?

     

    Tenslotte ben ik zo vrij u attent te maken op een aspect dat in veel (moderne) beeldende kunst, figuratief of niet, volledig ontbreekt. Ik bedoel humor. Je kunt immers niet naar deze wollen fiets te kijken zonder op z’n minst te glimlachen?      

     







    28-06-2015, 22:25 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Tags:breikunst, Arts & Crafts
    20-06-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Geluk bij ongeluk

    Hopelijk kent U Kleef. Al was het maar van horen zeggen. Een mooie, oude stad in het Duitse Rijnland. Prachtig gelegen met aan de voorkant de wijde weilanden en uiterwaarden die de grens met de rivier markeren, en op de achtergrond de beboste heuvels van het Reichswald dat van hier via Beek en Berg en Dal tot bijna aan de benedenstad van Nijmegen reikt. Beroemd is de Schwanenburg, de Zoo en Haus Koekoek waar in de 19e eeuw een van de grootste Nederlandse landschapsschilders met zijn uitgebreide familie woonde en werkte.

    Neen, geen kwaad woord over Kleef, noch over het uiterlijk voorkomen, laat staan over de inwoners en al helemaal niet over de taxichauffeurs. Want dit gilde heeft ervoor gezorgd dat ik ooit een schier hopeloze situatie zag veranderen in een prachtige uitkomst. Hoezo? zou u kunnen vragen. Ik zal het u uitleggen.

     

    Kiezen kun je, theoretisch althans. Op een kruising in het westelijk deel van Kleef kun je terugrijden richting Emmerich of rechtdoor de weg door het Reichswald naar Gennep nemen. Je kunt ook links afslaan de binnenstad in of rechtsaf via Nütterden, Kranenburg en Wyler naar Noviomagus (wat, zoals u al vermoedde Nijmegen betekent) rijden. Dat laatste was mijn opzet en bedoeling.

    Want om twee uur (14.00 uur) stond een belangrijk psychologie-tentamen voor de deur. Alle tweedejaars psychologiestudenten, waaronder ikzelf, werden hartelijk uitgenodigd hun kennis betreffende de grondslagen van de ontwikkelingspsychologie op te schrijven en van deugdelijke argumenten te voorzien. De tijd die iemand daarvoor gegund werd bedroeg op de kop af twee uur en een kwartier. (Alle gekheid op een stokje: dit tentamen was veruit het belangrijkste in mijn tweede studiejaar (1978/79). Het slagen ervoor was een voorwaarde om verder te kunnen.)

    Precies om één uur bereikte ik in mijn trouwe 2CV, de fameuze Citroën-Eend, het kruispunt in Kleef dat ik zojuist heb beschreven. Nog een half uurtje rijden en dan rustig de tijd nemen voor een ontspannen en tegelijkertijd geconcentreerde voorbereiding.

    Plotseling, ik was net rechts afgeslagen, gaf mijn eend er de brui aan. Dat wil zeggen: de koppeling was niet bereid of in staat de auto in een van de vier beschikbare versnellingen (zelfs niet de achteruit) te bewegen. Ik stapte uit en schoof mijn eend in zijn vrijloop naar een parkeervak langs de weg. Het was ondertussen 13.10 uur. 

    Het was 13 uur 30, toen ik, na een aantal vergeefse liftpogingen, besloot terug te gaan naar de binnenstad. Daar wilde ik een taxi of een ander vervoermiddel nemen en de bestuurder te vragen mij METEEN en ONVERWIJLD naar Nijmegen te brengen. Om tien vóór twee bereikte ik de binnenstad waar mij een vriendelijke mevrouw meedeelde dat de eerstvolgende taxistandplaats zich een kilometer verderop bevond. Bovendien meldde zij mij dat de bus naar Kranenburg vijf minuten geleden vertrokken was. Het was al lang twee uur geweest (14.10 uur om precies te zijn) toen ik langs Garage X kwam. Net toen ik een pompbediende vroeg of hier een mogelijkheid tot vervoer aanwezig was, kwam er een als taxi verklede Mercedes de hoek om en stopte voor mijn neus. De chauffeur was bereid mij voor de somma van twintig Mark, al het geld dat ik op zak had, naar Nijmegen te brengen. Eerst reden we naar de parkeerhaven waar de Eend stond met mijn spullen. Toen we daar wegreden stond de klok op 14.30 uur.       

    Onderweg legde ik de taxichauffeur uit in welke moeilijke, bijna uitzichtloze toestand ik mij bevond. Waarop deze zijn snelheid opvoerde en alle verkeersregels aan zijn laars lappend mij naar Nijmegen bracht. Het was 15.00 uur (zegge drie uur) toen ik de examenzaal binnenging. Een paar collega-studenten begroetten mij zwijgend, maar je kon hen horen denken: waar bleef je nou zo lang?  

    Ik las de tentamenvragen en opgaven, besloot daaruit een keuze te maken, en ging aan het werk. Kwart over vier was het toen ik de dienstdoende professor een blad met geschreven antwoorden plus toegevoegde argumenten en opmerkingen overhandigde.

     

    De volgende dag sleepten een collega en ik mijn gestrande eend terug naar mijn huisgarage waar het euvel gerepareerd werd. Veertien dagen later las ik op een van de grote uitslagenborden in de aula dat de student met het nummer 76….. voor het tentamen ꞌOnwikkelingspsychologie I en IIꞌ geslaagd was. Nog later hoorde ik dat de betreffende student veel aftrek had gekregen door het onbeantwoord laten van enkele vragen en opdrachten, maar de rest was blijkbaar goed genoeg om het geheel met een ꞌvoldoendeꞌ te honoreren.

    Is dit voorval een speling van het lot? Of een kwestie van toeval? Of gewoon een geluk bij een ongeluk? U mag het zeggen.

     

     





    20-06-2015, 00:00 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:tentamen,universiteit,psychologie
    18-06-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Voorouderlijke huizen

    Drie foto’s laat ik u hier beneden zien: foto’s van oude huizen, huizen van voorouders. Allemaal boerderijen: een grote en een kleine. In dit soort huizen woonden mijn opa en oma. In het ene huis die van mijn vaders kant, in het andere die van mijn vrouws vaders kant.

    De bovenste twee foto’s laten u Aaldershuis zien. Zo heet de boerderij. Oorspronkelijk heeft hier een zekere Alert gewoond en naar hem is het huis genoemd. Alerts huis werd in de loop van de jaren Aaldershuis.

    Mijn grootvader en grootmoeder hebben hier jaren gewoond maar opa is er niet geboren. Die kwam van een boerderij uit Duitsland, een paar kilometer verderop. Opa is er zogezegd bij ingetrouwd.

    De tweede foto van Aaldershuis stamt uit de tijd toen er nog echte winters met veel sneeuw waren. Aaldershuis, met in het midden het mooie voorhuis, rechts het bijgebouw (het spieker) en links de grote schuur, lijkt zich bijna achter de sneeuwbergen te willen verstoppen. Aaldershuis was de eerste boerderij buiten de bebouwde kom van mijn woonplaats. Wij vonden het altijd een mooi visitekaartje wanneer je van de andere kant het dorp binnenkwam.

    De laatste boerderij is Beesterni-jhuus. (Alle zich respecterende boerderijen in onze contreien hebben zogenaamde huisnamen.) Voorbeelden te over: ’t Broeker, de Steengroeve, ’t Beester, de Fökkert, te veel om allemaal op te noemen. Beesterni-jhuus is maar een klein keuterboerderijtje. Je begrijpt niet dat er tijden zijn geweest dat er twee gezinnen in woonden als je rekent dat er ook ruimte moest zijn voor het vee (koeien, kalveren, varkens en kippen) en veevoer (hooi, stro, voederbieten). We denken dat ze hutje mutje op elkaar woonden.

    Beesterni’jhuus betekent eigenlijk: ꞌhet nieuwe huis bij ’t Beesterꞌ. En ’t Beester is nu nog steeds een grote boerderij aan de overkant van de weg. Beesterni’jhuus is een klein daghuurdersboerderijtje. Opa heeft het gekocht voor enkele duizenden guldens. Nu een schijntje, maar destijds een rib uit ’s mensen lijf. Opa moest er bij enkele plaatselijke welgestelden leningen voor afsluiten.

    Ik praat nu weer over oma en opa. Dit keer zijn het de grootvader en grootmoeder van mijn vrouw. Dus eigenlijk mijn schoongrootouders.

     

    Er is veel veranderd in al die jaren. Anno 2015 is Aaldershuis verdwenen. Het heeft plaats moeten maken voor een nieuwbouwwijk. Maar de naam Aaldershuis bestaat nog. Terug te vinden in straatnamen zoals de Aaldersbeeklaan.

    Beesteni’jhuus bestaat nog steeds. Het viert dit jaar zijn 119de verjaardag en verkeert in goede gezondheid. Af en toe waait er weliswaar een pan van het dak en zakt een draagbalk door, maar dat is de leeftijd. Ik kan het weten, want ik woon er. Nog steeds. Nog steeds met plezier.







    18-06-2015, 00:00 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    Tags:voorouders,ouderlijk huis
    12-06-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Achterhoekse (sch)etsen

    Wat denkt u dat erger is: (A) van de ladder vallen bij het aardbeien plukken, of (B) onderuit gaan bij het kalverschetsen?

    Ik zal u een beetje op weg helpen. (A) is een voorbeeldje van absurde Achterhoekse humor, dus dat zal het wel niet zijn. (B) daarentegen is ook maar voor een gedeelte waar. Juist is de bewering dat je op weg naar het kalverschetsen onderuit kunt gaan. Want dat is mijn vrouw ooit overkomen, weliswaar jaren geleden, maar toch. In een beijzelde, gladde bocht ging ze met haar brommertje onderuit. Gelukkig zonder ernstig nadelige gevolgen. En het werkwoord ‘kalverschetsen’ bestaat inderdaad. Lees maar verder.

     

    Tegenwoordig moet iedereen zich kunnen legitimeren, ook de boerderijdieren op het platteland. De schapen en zelfs de koeien in de mega-stallen. Daarom dragen ze ook van die afschuwelijke gele oormerken. Binnenkort staat alle informatie digitaal op een ingeplant chipje, dan zijn die gele flappen ook niet meer nodig. Niet iedereen weet echter dat ook vroeger iedere koe of kalf al moest beschikken over een paspoort. En omdat je met een kalfje niet even naar de drogist kunt gaan om een pasfoto te laten maken, maakte mijn vrouw – evenals haar vader, mijn schoonvader dus -  een tekening, een schets. Ze deed dat voor het rundveestamboek of voor de onderlinge veeverzekering. Gewapend met een voorbedrukt formulier en tekengereedschap ging ze naar de stal of een weiland om het pasgeboren nieuw leven te portretteren. Op de grove omtrek van het dier op het formulier werd ingetekend wat wit en wat zwart was. Niet tot op de punt en de komma nauwkeurig, en het was ook niet nodig ieder haartje en rimpeltje te kunnen zien, maar wel zo dat je aan de hand van de getekende schets uit een kudde van honderd dieren het betreffende kalf kon herkennen. Dát is ’m, zie je wel!

     

    Een tweede voorbeeld van een Achterhoekse schets, zij het van een geheel andere aard, laat ik u hieronder ook nog even zien. Het is ook geen schets in de strikte betekenis: een vluchtige tekening met potlood of houtskoolstift. Het is een ets, meer precies een droge-naald ets. Als u klaar bent met het bewonderen ervan zou u wellicht kunnen opmerken dat zoiets ook in West-Vlaanderen, de kop van Overijssel of in de Krimpenerwaard te zien en te (sch)etsen is.

    De maker geeft geen geografische of topografische informatie. Hij benoemt de ets met de woorden ‘opklarend landschap na onweer’. Maar wij herkennen ogenblikkelijk het Achterhoekse land, ons deel van Gelderland, en de daarbij horende mentaliteit. Dreigend en somber, op het melancholische af, maar niet zó dat het totaal overheerst. Wij zijn ons bewust van de gevaren die ons omringen, maar altijd zijn er hoopvolle signalen zoals het zonnetje dat door de wolken breekt.  In het midden zien we de geploegde voren zich naar de einder spoeden, waardoor we weten dat de boer klaar is met het winterbed. En in het boerderijtje maakt de boerin voorbereidselen voor de broodmaaltijd in de namiddag: het vier-uur-eten. Roggebrood met spek.

     

    De ets is gemaakt door mijn getalenteerde, kunstzinnige jongste broer. Hij (de ets) hangt al jaren op een opvallende plek in onze woonkamer en hoe langer hij er hangt, hoe mooier hij wordt. Althans, dat vinden wij. Maar dat vindt u ook van het Gezicht op Leuven (in olieverf) dat bij u boven de sofa hangt.

     













    12-06-2015, 10:24 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:schets,schetsen,ets,kalverschetsen
    06-06-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ma's kruissteken

    Kruissteken met dubbel-s horen thuis in de wereld van de nuttige handwerken met een artistiek randje; de fascinerende wereld van smyrnakussens, telpatronen, borduurwerkjes, merklappen en antimakassars. Je moet streng in de leer zijn, hetgeen in deze context betekent dat je secuur en nauwkeurig moet kunnen werken. Je hebt er een stramienachtige ondergrond voor nodig, strengen garen in vele kleuren en natuurlijk naald en draad. Een kruissteek, zo heb ik mij laten vertellen, is in de borduurwereld wat één-recht-één-averecht is in de breiwereld: een basisbewerking zonder welke borduren (of breien in het tweede geval) volstrekt ondenkbaar is.

    Ma begon pas te borduren toen ze bezig was aan de tweede helft van haar leven. De aanleiding om ermee te beginnen schiet me niet meer te binnen, maar het zou me niet verwonderen dat ze zich heeft laten inspireren door haar eerste dochter, mijn oudste zus, die op een goede dag met het lumineuze idee thuiskwam om met smyrnawol en dito haak een compleet vloerkleed te knopen. Ik zie me nog wol om een latje wikkelen om later met een scheermes draadjes van gelijke lengte te snijden. In ieder geval heeft Ma toen haar kinderen nog klein waren, nooit geborduurd, maar wel gebreid. Sokken in alle maten en kleuren.

    In den beginne is er de volledig blanco ondergrond, het gekleurde borduurgaren en het borduurgereedschap. Ooit heeft Ma een voorbedrukt stramien gebruikt, maar dat was eens maar nooit weer. Een rood kruisje op een ondergrond-in-dezelfde-kleur borduren kan immers iedereen, daar is geen kunst aan.

    Hoe Ma begint? Ergens in het lege veld slaat zij om zo te zeggen eerst een paar piketpaaltjes: zij zet met donker garen op vaste afstanden hier en daar een beginkruisje. De juiste plaats bepaalt zij door eenvoudig te tellen. Daarna verbindt Ma de beginkruisjes met elkaar zodat er vormen, lijnen, vierkanten, recht- en veelhoeken ontstaan. Symmetrie mág, maar hoeft niet per se. Liever niet. Soms begint zij met twee diagonalen. De zo ontstane door kruissteken afgebakende vormen  worden vervolgens opgevuld  zodat er veelkleurige vlakken ontstaan. Wanneer het gehele stramien gevuld is, werkt Ma het geheel af met een gehaakt randje. Het eindresultaat kan van alles zijn: een lopertje op tafel, een kussenovertrek, een vloerkleedje, een antimakassar op de stoelrug of een wandversiering.

    Zo bijzonder als haar borduurwerkjes waren, was Ma eigenlijk zelf ook. Ma had tamelijk veel lak aan voorschriften en conventies, behalve wanneer zij ze zelf had bedacht. Behalve wijs was Ma ook eigenwijs. Normaliter werd door huisvrouwen in ons grensdorp de maandag besteed aan de witte en bonte was. Zo niet door Ma: je moest niet raar staan te kijken dat pas op vrijdag de waslijn volhing met kledingstukken van pa en ma, in de loop der jaren aangevuld met kleren van vijf kinderen. Even normaal is het dat je binnen een afzienbare periode na afloop van een geslaagde middagmaaltijd (Ma kon heel goed koken) de vaat ontdoet van etensresten. Maar Ma  wachtte daar vaak mee tot een uur of vier, want dan had ze in tussentijd gelegenheid haar boek verder uit te lezen. En de buitenboel doen? Ma zou zeggen: die stof regent er wel vanzelf af. Het was maar goed dat er elke vrijdag een dienstmeisje kwam, anders waren we onherroepelijk met zijn allen zwaar vervuild.

    Op iedere goed bedoelde kritische vraag (Ma, hoe kun je nou die rok met die blouse combineren?) had Ma een laconiek antwoord klaar in de trant van: nou èn, dat valt wel mee, dat ziet toch niemand, dat denk je maar. Ze zei het met zoveel stelligheid dat het leek of ze gelijk had.

    Ma had veel oog en oor voor haar medemens, vooral voor de noodlijdende. Zij was de goedheid zelve. Op oudejaarsavond liep Ma naar het huisje van een oude zwerver ergens in het dorp om hem een zakje eigengebakken oliebollen te brengen. Typisch Ma.

    Af en toe liepen Ma’s borduurwerkjes uit de hand. Vooral toen ze bij het hoofdstuk vloerkleedjes aangekomen waren. Overal in haar kamer in het verzorgingstehuis waar ze aan het eind van haar leven woonde, lagen haar vloerkleedjes. Het waren er tenslotte zoveel dat we er wat van zeiden. Bijvoorbeeld dat ze gevaarlijk waren: ‘Straks val je erover en breek je je heup of nog erger!’ Wat dan weer een typisch Ma-antwoord opleverde: ‘Nee hoor, dat zal mij niet overkomen, dat is immers nog nooit gebeurd’, waarna de discussie gesloten was.

    Ma bewoonde de naar haar zeggen mooiste kamer van het verzorgingstehuis (toen nog rusthuis geheten). Dat was de kamer naast de centrale ingang. Om beter te kunnen zien wie er in- en uitging, zat Ma graag op de leuning van haar stoel bij het raam. Af en toe zwaaide ze vriendelijk naar een passerende kennis. Onder de stoel stond haar borduurmandje met het opgerolde half-affe kleedje en de strengetjes wol. Toen ze hoogbejaard was geworden, kwam als vanzelf het ogenblik dat het kleedje niet meer afgemaakt werd. Het zou voor altijd on-af blijven.

     

    Het is al bijna twintig jaar geleden dat Ma gestorven is. Maar er gaat praktisch geen dag voorbij dat ik niet aan haar denk. Dat komt ook doordat wij thuis een aantal van haar kruissteekwerkjes op de overloop hebben opgehangen. Telkens als ik via trap en overloop opstijg naar mijn slaapkamer zie ik ze en denk daarbij aan Ma. Uniek en origineel zijn ze, die borduurjuweeltjes, net als de maakster.








    06-06-2015, 11:22 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    Tags:Ma,borduren,borduurpatronen,familiegeschiedenis
    21-05-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Engelengeduld

    Tot op de huidige dag maak ik de diverse leerkrachten van scholen die ik heb bezocht: respectievelijk de kleuterschool, de lagere school, de middelbare school voor (m)ulo en de kweekschool voor aankomende onderwijzers grote verwijten over het feit dat ze mij volstrekt onvoldoende geïnformeerd, voorgelicht en bijgepraat hebben over bepaalde kernfiguren uit de christelijke traditie, te weten engelen.

    Excuses voor deze veel te lange openingszin, maar het moest eens gezegd worden. Natuurlijk hebben wij – om een voorbeeld te geven - de juffrouw van klas twee horen vertellen van de engel bij het graf in de tuin van Jozef van Arimathea. U weet wel, de engel die op Pasen bij het geopende graf van Jezus zat. Maar verder bleven wij behoorlijk in het ongewisse. Hoe oud was deze engel? Man of vrouw, beide of geen van beide? Wij wisten dat engelen vleugels hebben, maar hoe groot was hun spanwijdte?

    Ook had men ons verteld dat er binnen de engelenpopulatie rangen en standen zijn: je had engelen en aartsengelen. Net als vaders en aartsvaders. De aartsengelen heetten Gabriël, Michaël en Rafaël; de aartsvaders droegen namen als Abraham, Izak en Jacob. Er bestonden blijkbaar behalve gewone engelen ook nog beschermengelen, maar dat wist je alleen van horen zeggen.

    Dat kinderen van de openbare lagere school het nog slechter getroffen hadden – zij wisten niet van het bestaan van engelen af en lieten dat ook blijken, daarbij Ron Brandsteder de loef afstekend door luidkeels te zingen: engelen bestaan niet, maar, dacht ik, daar zijn hun ouders ook debet aan. Moeten ze maar niet zo halsstarrig openbaar zijn. Met ontzag en jaloersheid luisterden wij echter naar de verhalen van de rooms-katholieke kinderen in ons dorp die breeduit vertelden van de Maagd Maria en de begeleidende engelenschaar. Ons zeer calvinistische hoofd-der-school durfde het woord ‘maagd’ nog niet eens in de mond te nemen, kunt u nagaan. 

     

    In de loop van de jaren ben ik er wel achtergekomen dat engelen bijzondere wezens zijn. Maar het fijne weet ik er nog steeds niet van. Door veel te lezen en te kijken en door verhalen van ooggetuigen wordt, brokstukje voor beetje, het beeld van de engel compleet. Tamelijk recent heb ik een van de heersende meningen over engelen kunnen verduidelijken en verifiëren. Dat is de opvatting dat engelen over buitengewoon veel, zeg maar abnormaal veel geduld beschikken. Is dat werkelijk zo?

    Engelen hebben bijzonder veel geduld. Dat denken wij, omdat wij spreken van een engelengeduld. Betekent dit dat engelen bereid zijn drie uur op de bus te wachten, terwijl wij er al na vijf minuten de brui aan geven? Hoe zit het precies? De volgende parabel helpt ons uit de brand. Kijk even naar de Matterhorn hier beneden en lees dan verder.

     Zien jullie daar die berg in de verte? Met die spitse, rotsachtige top? Ja, die. Iedere honderd jaar komt daar een roodborstje op zitten en slijpt er zijn snaveltje op af. Daarbij komt er natuurlijk een beetje bergslijpsel vrij dat wegwaait in de wind. Op de lange duur is de hele berg afgeslepen.

    Als dát het geval is, is er één seconde van de eeuwigheid voorbij en zó lang kan een engel wachten.

    Ongemerkt hebben we antwoord gekregen op de gestelde vraag. We weten nu hoe lang de eeuwigheid duurt en we weten nu dat engelen inderdaad buitengewoon veel geduld hebben. Weer een stukje van de engellegpuzzel gevuld.

     








    21-05-2015, 11:02 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:geduld,engel,engelengeduld
    27-04-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zegeltjes plakken


    Wij – ik spreek nu even over de Nederlanders als medelandgenoten - over Vlamingen, Walen en Duitstalige Belgen durf ik mij geen oordeel aan te matigen - wij, Nederlanders, zijn niet alleen een volk van kankeraars en criticasters, maar eerst en vooral een volk van plakkers. Niet zozeer in de vorm van sijsjeslijmers en bumperklevers, alhoewel, maar ik zit meer te denken aan onze fobie of manie om bij iedere gelegenheid en in elke supermarkt zegeltjes te willen verzamelen om die later thuis gezellig op een spaarkaart te kunnen plakken. Wij zijn een volk van zegeltjesplakkers. Ontegenzeggelijk.


    Weet u overigens wat échte plakkers zijn? Dat zijn, en nu houdt alle ironie even op, armzalige vluchtelingen in Zuid-Afrika die uit buurlanden komen waar het de mensen nóg beroerder gaat. (Inderdaad, het zijn díe mensen waarop zich nu, anno 2015, de volkswoede richt.) Ze trekken naar ZA, bouwen ergens van afvalhout, golfplaten, plastic en blik een hutje. Wanneer zij erin slagen rook uit een geïmproviseerde schoorsteen te laten opstijgen vóór zonsondergang,  mogen zij blijven wonen. Dat zegt tenminste het heersende recht. Plakkers wonen  met zijn duizenden in plakkerskampen. Als alles meezit is er een lokale overheid die voor stroom en water zorgt.


    Er bestaan ook zegeltjes die je niet hoeft te plakken. Ik vond ze bij het opruimen van een oude kast. Het zijn zegeltjes om uit te knippen, het zijn bonkaarten. Van na de oorlog, zegt iedereen die ze kent, toen nog veel spullen op de bon waren. Ze stammen uit de tijd van de distributie. In verband met de heersende schaarste werden de beschikbare goederen eerlijk verdeeld. Een vriendelijke ambtenaar op het distributiekantoor deelde per hoofd van de bevolking de bonnen uit. En in de plaatselijke krant stond welke bon je nodig had om deze week een half pond suiker te kunnen kopen. Ik heb heel lang in de overtuiging geleefd dat bonnen betaalmiddelen waren, maar dat was een misverstand, zei de kruidenier. Het was én én: je moest bonnen inleveren én je moest met geld betalen. In de bonnentijd was ik nog heel jong, maar toen al overtuigd van de gerechtigheid van het systeem. Zonder bonnen zou immers iemand met veel geld alles kunnen weg- en opkopen? Zodat er voor de minder bedeelden niets meer over was? Voor de bonnenwet was ieder gelijk, en zo hoorde het ook.


    Op een dag, kort na de oorlog, heeft het bonnennoodlot mijn moeder getroffen. Ma had voor een periode van een maand voor het hele gezin bonnen ingeslagen voor de noodzakelijke boodschappen. Om onverklaarbare redenen is zij toen de hele bonnenvoorraad kwijtgeraakt. Verloren. U begrijpt dat Leiden echt in last was, hoewel we daar niet woonden. Want zonder bonnen was er niets te koop van wat er in de winkel lag, dus dreigden dorst en hongersnood. En ook Pa kon naar zijn geliefde tabak fluiten.

    Met behulp van de vriendelijke distributieambtenaar en mede doordat  (1) Ma bij de plaatselijke dorpsbevolking geen kwaad kon doen en (2) Pa gemeenteambtenaar was, werd er een kleine inzamelingsactie georganiseerd. Iedereen die een bonnetje over had kon dat inleveren bij het distributiekantoor. Aan het eind van de actiedag kon de ambtenaar Ma een complete set bonnen overhandigen. Ma was buitengewoon geroerd door al die vrijgevigheid.


    Bonnenacties. Ze bestaan nog steeds. Het zijn nu zegeltjesacties bij de super, waarbij je bij twee halen er drie moet betalen met als compensatie dubbele zegels. Om thuis gezellig op te plakken.







    27-04-2015, 10:25 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:zegeltjes,distibutie,plakken,plakkers,bonnen
    01-04-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Macabere vlieggedachten

    Wie, zoals ik, prachtig maar afgelegen en alleen in de Achterhoekse binnenlanden woont heeft relatief weinig aanspraak. Daarom is het ook niet te verwonderen dat ik af en toe met mijn alter-ego een tweegesprek voer. Zoals enkele weken gelegen op een prachtige maartmorgen. We zitten om iets over elf buiten onder het afdak een verlaat kopje morgenkoffie te drinken. De hemel is stralend blauw, geen wolkje te bekennen, en alom maakt de natuur zich op het voorjaar te beginnen. Plotseling zie ik hoog in de lucht een vliegtuig passeren dat achtervolgd wordt door melkwitte condensstrepen. Even later wordt het geluid van de straalmotoren hoorbaar.

    Ik zeg: - Dat is een KLM-toestel. Die is een kwartier geleden begonnen aan de vlucht van Schiphol naar Doha. –

    Mijn alter-ego daarop: - Je praat net of het de half-twaalf-trein naar Arnhem is! Hoe weet jij nou welk vliegtuigtype en welke maatschappij dit is?  Wil je mij misschien ook wijsmaken dat je weet op welke hoogte het vliegtuig zich bevindt en hoe hard het vliegt?

    Zeker, - zeg ik, - Dit is vlucht KL441. Vertrek 11.12 uur. Aankomst 19.08 uur plaatselijke tijd. Het vliegt momenteel 8543 meter hoog met een snelheid van 870 km/uur. -

    Op de eerste foto beneden ziet u het betreffende vliegtuig. (Een camera heb ik altijd in de buurt.) Alle hierboven genoemde feiten kloppen. Ik zal het bewijzen met een tweede voorbeeld (tweede foto).

    Dit is een Boeing 747. Van de Lufthansa, vlucht LH422. Vanaf het vliegveld van Frankfurt om 11.18 opgestegen en nu op weg naar Boston (USA) waar het hopelijk om 13.36 uur plaatselijke tijd zal aankomen. Vlieghoogte momenteel 10.063 meter; snelheid 872 km/uur. Wanneer het vliegtuig zich precies boven mijn hoofd bevindt is het op de kop af 11.43 uur. Van Frankfurt naar de Gelderse Achterhoek in 25 minuten! Niet te geloven!

     

    Je weet veel van het vliegtuig, maar niet alles. Je weet niet hoe de gezagvoerder met zijn voornaam heet. Je weet ook niet de achternaam van de dame op de derde rij, helemaal links bij het raam. Maar de vlieggegevens kun je heel gemakkelijk met je app opvragen. Je ziet een landkaart op je tabletscherm met daarop bewegende vliegtuigjes. Klik erop en je weet alles.

    Misschien is het maar goed dat je niet alles weet. Ik kom nu bij de macabere, tot nadenken stemmende bijgedachten. Bijvoorbeeld dat nauwelijks een week later de copiloot op een German Wings vlucht zijn Airbus320 met 150 passagiers te pletter laat vliegen tegen een Franse Alpenbergwand. Uitgerekend op de dag dat a) mijn zus en haar zoon van Düsseldorf naar Gothenburg vliegen en b) dat mijn zwager en schoonzuster al vliegend terugkeren van een vakantieweekje Canarische Eilanden. Je moet er niet aan denken.

     





    01-04-2015, 00:00 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:vliegtuig,vlieggegevens,vliegtuigdata
    07-03-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vrijwillig onvrij

    Parallel aan de ‘grote’ Nederlandse Boekenweek vindt van 7 tot 14 maart 2015 de streektaalboekenweek plaats. In dit verband heeft de streektaal betrekking op het Achterhoeks, de taal die in Oost-Gelderland gesproken wordt. Twee activiteiten verdienen het genoemd te worden.

    Allereerst de toekenning van de eervolle titel: Streektaalboek 2015. (Te vergelijken met de AKO- of Libris-Literatuurprijs, maar dan een graadje minder belangrijk.) Uit vijf nominaties werd door de jury gekozen: Tante Rikie’s onmundig mooie verhalenboek. Een hoogst origineel kinderboek, prachtig geïllustreerd, met korte verhalen in het Achterhoeks, geschreven door 22 gerenommeerde auteurs, onder redactie van Gijs Jolink. Het boek is geschreven om op school samen met de kinderen te lezen.

    Verder bestaat er, zoals het betaamt, ook een boekenweekgeschenk. Bij aankoop van een boek in de streektaal ontvangt de koper Flonkergood: een boekje met 24 heel korte bijdragen die allemaal rondom het thema ‘vrijheid’ cirkelen.

    Eén van die korte Flonkergood-verhalen staat hieronder. Het is geschreven in de streektaal die in Dinxperlo gesproken wordt.

     

     

    Ens in de zovölle tied geef ik ’t mooiste en dierbaorste wa’k hebbe op en begeve mi-j willens en wettens in onvri-jheid. Ik bedoele mienen gang naor de kapper. Meestal zo elke vief waeke aoverwin ik mi-jzelf, maak een afspraak met mienen vasten kapper en fietse naor de dames- en herenkapsalon in A. um mienen haordos - of wat daor nog van aover is - te laoten fatsoeneren. ‘Maor weer net zo knippen as altied?’ vrug de kapper. En zoas altied knikke ik in- en toestemmend.

    Op ’t moment da’j in de kapstoel plaats nemt begunt de ellende. De kapper trapt de stoel op de goeie heugte, bundt ow een wit laken um d’n hals en krig zien tasjen met knip- en scheerattributen. Met schere en kam, met tondeuze en scheermes wordt aovertollige heurkes vakkundig verwijderd. Maor ik, onder ’t witte laken, met de kappershande en knipspullen op mien heufd, liede zwaor onder ’t besef mien vri-jheid, waor’k zo trots op bunne, te hebben uut-eleend an de kapper. Veur een tiental minuten in elk geval.

    A’j eknipt wordt, mo’j stille zitten, is ’t gezegde. Zo is ‘t: i-j könt gin kante meer uut. I’j zit kwasi vaste an de stoel. Um ow een holding te geven praot i-j met de kapper aover ’t weer en aover andere luchtige zaken die gebeurd bunt. In feite denk ik maor an één ding: an ’t gelukzalige moment dat de kapper zien gereedschap in zien tasjen opbörg, owwen stoel löt zakken, ’t laken verwijdert, wat loslopende heurkes van ow jas strik en zeg: now köj d’r weer een hötjen tegen. I’j hebt owwen vri-jheid herwonnen. I-j bunt weer ow eigen baas. En dat veur 15 euro. Gin geld natuurlek veur ziets weerdevols as ow vri-jheid.

     

    (De tekening is gemaakt door Peter Bresser.)



     






    07-03-2015, 18:31 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:streektaal,boekenweek,boekenweekgeschenk,Achterhoek
    04-03-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Op- en afmars met muziek

    Zoals het iedere dorpsgemeenschap betaamt had ook mijn geboortedorp een gymnastiekvereniging. Twee zelfs: eentje waarbij protestants-christelijke waarden geacht werden in acht te worden genomen en eentje waarbij die waarden niet met naam en toenaam werden genoemd. De algemeen humanistische turnvereniging (om zo even te noemen) heette SVD en de christelijke KEV. SVD was de gymnastische tak van de Sport Vereniging Dinxperlo die vooral uit voetballers bestond; KEV was een afkorting van Kracht & Vriendschap: eigenschappen die men toentertijd hoogachtte. Omdat ik een tamelijk vriendelijk jongetje was, maar over weinig kracht beschikte, vonden mijn ouders het wenselijk dat ik toetrad tot de KEV-gelederen. Van mijn zesde tot mijn achttiende was ik lid en mijn moeder zorgde ervoor dat ik trouw mijn contributie betaalde. Al die jaren dat ik lid ben geweest hebben er helaas niet voor kunnen zorgen dat mijn lichaamskracht beduidend is toegenomen, en hetzelfde kon men achteraf zeggen van het vriendschapsgehalte van mijn karakter. Maar veel belangrijker was dat ik met veel plezier naar de gymnastiek ging, want ik deed het vooral voor de gezelligheid.

    Wekelijks werd er een uurtje hard geturnd om het kracht- en vriendschapsniveau te verhogen. Wij kwamen om half zeven tezamen in Zaal Trip, gekleed in gymschoenen en passende bovenbedekking. Tot half acht werd er geturnd: aan de brug met gelijke leggers, aan het paard, aan de rekstok, aan de ringen en op de lange mat die daarbij schuin door de zaal lag. Maar niet nadat wij eerst rek- en strekoefeningen hadden doorstaan die nodig waren om op temperatuur te komen. Al naar gelang de leeftijd waren er groepen: men begon bij de Jeugd I, dan de Jeugd II om vervolgens via de Junior Heren bij de echte Heren terecht te komen. Enkele leden wisten niet van ophouden en verzamelden zich in de groep Senior Heren. Voor de meisjes c.q. dames was er een vergelijkbare indeling. Hoewel dames en heren apart oefenden en turnden was KEV één gemengde vereniging, een echte turnfamilie.

    Eens per jaar toonden de leden van KEV aan het volk wat zij in hun mars hadden. Dat deden we tijdens de jaarlijks uitvoering. Daartoe werd Zaal Trip omgebouwd tot een heuse arena. De herenleden (Junioren en Senioren) bouwden met latten, palen en planken tribunes langs de zijkanten zodat iedere bezoeker een prima uitzicht had op het gebodene. Men zat ook op het podium hoewel daar een stukje vrije ruimte gereserveerd moest blijven voor de D-Boys (maar daarover later meer).

    Iedere uitvoering van KEV begon met een indrukwekkende opmars. Alle leden, van jong tot oud, verzamelden zich in het cafégedeelte van het zalencomplex. Allemaal uniform gekleed: de heren in witte bloes, korte witte broek en witte gymnastiekschoenen. De dames droegen een flatteus wit rokje. Het was een heidens karwei om de gymschoenen zo wit te krijgen dat ze pasten bij de rest. Ik deed dat een paar dagen vóór de grote dag. Met een soort helderwit krijtpapje smeerde ik de buitenkanten in om de schoenen daarna bij de kachel te laten drogen.

    KEV had, behalve een bestuur en leden, ook een leider. Dat was destijds de geachte heer Haverkamp. Overdag vertegenwoordiger in het een en ander; ’s avonds instructeur en leider van KEV. Hij was een meester in het creëren van een passende choreografie bij de opmars. Wat moet u daaronder verstaan? Wanneer de muziek begon te spelen liepen de leden van KEV in ganzenpas achter elkaar de zaal in. Na één rondje, wanneer iedereen binnen was, begon het wonder. De toeschouwers zagen dan hoe de rij gymnasten zich begon te splitsen en weer bij elkaar kwam, afwisselend linksaf en rechtsaf door de zaal begon te lopen; ze zagen hoe de rij kringetjes en ringen en cirkels maakte, en ook hoe de kringen zich als vanzelf weer oplosten. Men zag rijen van twee, rijen van vier en zelfs rijen van acht op de tonen van marsmuziek vrolijk rondmarcheren. Leider Haverkamp stond aan de kant om eventueel een jongen die de weg kwijt was geraakt weer op het juiste spoor te zetten.

    Tenslotte, na zo’n tien minuten, stond iedereen netjes geordend in rijen van tien die de hele zaal in beslag namen. Nu kwam het moment waarop de voorzitter, normaliter een procuratiehouder op een grote fabriek, zijn kans schoon zag en het feest officieel opende. Dat deed hij door een kort gebed uit te spreken, iedereen te vragen het bondslied uit volle borst mee te zingen, en de gekomen ouders, vrienden en bekenden een genoeglijke avond te wensen.

    Tenslotte, op de eerste tonen van de muziek, begon men aan de afmars. Ditmaal rechttoe rechtaan terug naar het café. Waarna de eigenlijke voorstelling kon beginnen.

     

    Het programma zou er zó hebben kunnen uitzien.

     

    1.     Opmars met opening door de voorzitter.

    2.     Jongens Jeugd I - vrije oefening

    3.     Dames -  ringen (slingeren)

    4.     Junioren Heren - brugoefeningen

    5.     Meisjes Jeugd II – baloefening

    6.     Heren – Lange mat

    7.     …..

     

    Het vervolg kunt u zelf invullen. Inderdaad, een zeer gevarieerd programma waarbij iedereen aan zijn trekken kwam. Alle leden kwamen minstens één keer in actie en alle facetten van de edele turnsport werden gedemonstreerd. Het hoogtepunt vóór de pauze was wellicht de knotsoefening door de combinatie van de Junior-Dames en de echte Dames. Het hoogtepunt ná de pauze was het optreden van mijn neef Johan H. die als enige van de Heren de reuzendraai aan de rekstok liet zien (luid applaus).

    Iedere uitvoering werd, hoe kan het ook anders, in gezamenlijkheid afgesloten. Weer met een opmars en een afmars, maar nu zonder speciale choreografie. De voorzitter wenste iedereen een behouden thuiskomst en sprak de hoop uit dat men elkaar over een jaar weer zou zien. De toeschouwers gingen met een blij gemoed huiswaarts. Ikzelf met een hoofd vol marsmuziek die niet ophield te dreunen.

     

    Een blog over een KEV-gymnastiekuitvoering is onvolledig wanneer ook niet het aandeel van de D-Boys ter sprake komt. De D-Boys is een uit vier personen bestaande band, te weten de twee gebroeders M., waarvan de één de accordeon en de ander virtuoos de altsaxofoon bespeelt, dan de heer te B. die welluidend de tenorsaxofoon blaast, en tenslotte mijn favoriet de heer Hendrik D. die voor het slagwerk zorgt. De rest van het jaar speelt de band op bruiloften en partijen Engelse en Weense walsen, alsmede (slow)foxtrotten, maar tijdens de gymnastiekuitvoering is alleen marsmuziek nodig. Voor de begeleiding bij de op- en afmarsen. Het kwartet (de letter D uit de naam verwijst naar hun en mijn woonplaats) zit op de vrije ruimte op het podium. Slagwerker D. speelt daarbij op de kleine trom, bedient met zijn voeten de grote trom, slaat af en toe op een stel bekkens vóór hem en zorgt zodoende voor het juiste ritme, onmisbaar voor gymnasten bij wie enig maatgevoel ver te zoeken is. Men speelt vooral bekende topnummers zoals Alte Kameraden en Koning Voetbal. Die kennen ze langzamerhand zo goed uit hun hoofd dat ze geen lessenaars met bladmuziek nodig hebben.

    Na afloop bergen de D-Boys hun instrumenten op, roken een sigaretje (North State) en drinken een pilsje (Grolsch). Hun werk zit er weer op, althans voor dit jaar.

     

     

    Hieronder ziet u a) de D-Boys, voor de uitzondering ditmaal niet in de zaal maar buiten op straat; b) de meisjes van KEV die tonen hoe sierlijk zij met hun armen kunnen zwaaien.

     






    04-03-2015, 00:00 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Tags:turnen,gymnastiek,uitvoering,KEV,D-Boys
    20-02-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vlinders en andere dassen

    Misschien herinnert u zich het nog: Prins Claus, de geliefde echtgenoot van onze eveneens geliefde oud-koningin Beatrix, die voor de ogen van het ganse volk zijn stropdas begint te ontknopen en die vervolgens voor zijn voeten op de grond werpt met de woorden: "Laten wij om te beginnen onszelf onze vrijheid teruggeven". Of woorden van gelijke strekking. De stropdas als metafoor voor onze zelfopgelegde dwang en onvrijheid.

    Ongeveer vijftien was ik, toen ik mijn eerste stropdas aangemeten kreeg. En als spoedig kon ik met behulp van de moeilijke Windsor-knooptechniek een lang smal stuk textiel veranderen in een prachtige halsversiering. De meeste mannen laten het knopen van hun stropdassen over aan hun echtgenoten of andere vrouwelijke familieleden, maar ik deed en doe het altijd zelf. Zonder problemen en tot in de puntjes.

    Een bijzondere soort stropdas is de vlinderstrik of het vlinderdasje (meestal als verkleinwoord). Een paar jaar nadat ik mij gewend had aan een traditionele stropdas was de tijd gekomen voor mijn eerste vlinderdas. Vlinderdasjes moet je eigenlijk ook zelf knopen, vooral die van fijne zijde, maar dat is mij nooit gelukt omdat we de gebruiksaanwijzing kwijt waren. Een geluk was dat je vlinderdasjes vóórgeknoopt kon kopen, waarbij je alleen maar de twee in je nek afhangende slippen aan elkaar moest knopen. Toch bleef de vlinderdas meestal in de kast liggen; het was ook geen gezicht.

    Veel jaren later deed zich de tweede gelegenheid voor waarbij ik een vlinderdasje droeg. Dat was bij mijn promotie en het protocol bij de universiteit waar de promotie plaatsvond eiste dat de promovendus gekleed was in smoking: in het zwart met een wit vest en een dito vlinderdasje. Het duurde overigens maar een halve dag en het verhoogde het plechtige en feestelijke karakter van de promotie zeer (vond iedereen).

    Voorlopig de laatste gelegenheid om met een vlinderdasje te pronken had plaats toen wij veertig lange jaren gelukkig getrouwd waren. Mijn vrouw had het lumineuze idee van allerlei kleurige stoffen overblijfselen een vest te fabriceren, inclusief bijpassend vlinderdasje. Het resultaat ziet u hieronder. Op het feest werd het resultaat van de noeste vrouwenarbeid zeer bewonderd.

    Het pronkstuk van de collectie komt als slotstuk. Dat is een quilt, eveneens door mijn vrouw gemaakt, waarbij een aantal vlinderdassen gecombineerd zijn in een vernuftig patroon. De quilt, die zoals bekend verondersteld mag worden uit drie lagen bestaat, heeft een toplaag die bestaat uit restanten van enkele van de vele stropdassen uit mijn in de loop der jaren bijeengegaarde verzameling. Is dat niet bijzonder? Ik kreeg de quilt als een verjaarsgeschenk en een mooier cadeau is niet denkbaar.



     










    20-02-2015, 17:23 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:vlinderdas,stropdas,vlinderdasje
    06-02-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Per abuis

    De door mij zeer heilig geachte Nicolaas (in dit geval plaatsvervangen door mijn jongste broer) verraste mij op 5 december 2006 met een echte surprise: een stripalbum over een zekere meneer Pimpelmans die met vakantie gaat. Geschreven en getekend door G. Th. Rotman en (her)uitgegeven door een kwartet regionale dagbladen. De avonturen van meneer Pimpelmans stonden halverwege de vorige eeuw in onder andere De Graafschapper, een krant die wij thuis lazen. Het waren de dagen van Bulletje en Bonestaak die in Het Vrije Volk furore maakten, maar het was uitgesloten dat een dergelijke rode krant ooit bij ons op de mat zou vallen. Het was de tijd van de wederopbouw, van de verstikkende bekrompenheid, van de desintegrerende verzuiling.

     

    Mijnheer Pimpelmans is een veearts in ruste. Hij geniet van een onbezorgde levensavond, samen met zijn vriendelijke en hartelijke echtgenote. Hoe meneer Pimpelmans met zijn voornaam heet, weten we niet. Misschien heeft hij die niet eens. Wel dat hij een ouderwetse monocle draagt, zo’n bril zonder pootjes, aan een touwtje, die je op je neus klemt. Het belangrijkste fysieke kenmerk van meneer Pimpelmans is ongetwijfeld zijn omvang. Hij weegt schoon aan de haak minstens 250 pond. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat zijn geliefde echtgenote hem daarbij op de voet volgt.

    Maar dit valt allemaal volkomen in het niet als je oog hebt voor het belangrijkste aan meneer Pimpelmans: hij trekt onheil aan en roept het over zich af. Dat doet hij ongewild en nooit expres: het overkomt hem. Het gebeurt per abuis. Hij is de levende Wet van Murphy: alles wat maar fout kan gaan, gaat in de nabijheid van mijnheer Pimpelmans gegarandeerd fout. Mijnheer Pimpelmans vervult zijn slachtofferrol met verve. Zijn zonnig gemoed helpt hem er altijd weer bovenop, hoezeer het onheil hem ook treft.

     

    In de tijd dat de verhalen van mijnheer Pimpelmans in de krant te zien en te lezen waren, bevond ik mij in een wat ontwikkelingspsychologen noemen rustige periode. Tussen 5 en 11 jaar (om en nabij), tussen de eerste identiteitscrisis en de woelingen van de opkomende puberteit. Een tijd waarin je de wereld om je heen in je opzuigt, een tijd waarin je leert hoe de zaken zo’n beetje in elkaar zitten. Een tijd ook waarin iets leren geen straf, maar een plezier is. Je luistert met open oren naar de gesproken verhalen en overleveringen van mensen die het kunnen weten. En omdat je het op school pas hebt geleerd, gebruik je die nieuwe vaardigheid om alles te lezen wat los en vast zit. Wat een geluk dat je ouders ook van die leesfanaten zijn en dat het huis wemelt van gevulde boekenkasten.

    De kranten? Wij lazen Trouw. Voor het landelijke en buitenlandelijke nieuws, gewoon omdat het toen ook al een van de betere kranten was en – niet te vergeten - omdat hij in de oorlog zuiver op de graat was geweest. Het was immers een verzetsblad. Trouw lazen wij samen met een buurvrouw, een lieve domineesweduwe die op 250 meter afstand woonde. ’s Avonds tegen zevenen rende ik met Trouw naar de buurvrouw, niet zelden op kousenvoeten omdat je dan ongekende snelheden kon bereiken. Voor de heen- en terugweg had ik zo’n 35 seconden nodig. Dat weet ik, omdat ik soms de tijd opnam en menig record heb verbeterd.

    Voor het plaatselijke en streeknieuws hadden wij De Graafschapper. Deze krant, later tot ons verdriet omgedoopt tot Zutphens Dagblad (nu De Stentor), had een grote concurrent, namelijk De Graafschapbode (nu De Gelderlander). Als je De Graafschapbode zei, zei je ook meteen Misset in Doetinchem. Daar werd de krant gemaakt. Bijna iedereen in ons dorp las De Graafschapbode en ik weet nog dat mijn vriendjes raar opkeken toen ze merkten dat onze krant een andere was dan die zij van thuis kenden. Aanvankelijk lazen wij thuis ook De Graafschapbode, maar toen een correspondent van dit blaadje een nogal negatieve recensie schreef over de uitvoering van het zangkoor waarvan mijn vader voorzitter was, ontstak deze (vader) in woede en stapte over op de concurrerende periodiek. Achteraf gelukkig, anders had ik nooit kunnen smullen van mijnheer Pimpelmans escapades. Iedere dag knipten wij de strip uit en plakten deze met gluton in een verzamelschrift. Het spijt me tot op de dag van vandaag dat we op een of andere manier het Pimpelmansschrift zijn kwijtgeraakt. Gelukkig hebben we nu een kopie.

     

    Juist had hij de koffer dicht, toen zijn vrouw binnen kwam. Ze bracht meteen nog wat dingen mee, die er ook in moesten. Zelfs de fles hoeststroop, die nog op de wastafel stond, ging er ook in. De koffer puilde naar alle kanten uit. Maar met het sluiten hadden ze niet de minste last. Ze gingen er samen boven op staan.

    Ik zal wel zorgen dat ie beneden komt”, sprak mijnheer Pimpelmans kordaat. “Ga jij maar vast.” Inderdaad zorgde mijnheer Pimpelmans er voor dat de koffer beneden kwam. Er klonk een hevig rommeldebommel op de trap en mevrouw werd bedolven onder overhemden, jurken en sokken. Het goede mens wist niet hoe ze het had.

    (Originele tekst)

     

    Mijnheer Pimpelmans ten voeten uit. Alles wat hij onderneemt, loopt verkeerd af. Wij allen thuis, Ma niet in het minst, moesten hier vreselijk om lachen. Zelf vond ik het af en toe de spuigaten uitlopen. Waarom moest die arme mijnheer Pimpelmans zo lijden onder de grillen van het lot? Waarom vergat de schrijver van het verhaal die dingen te noemen die wél goed gingen? Ik had medelijden met meneer Pimpelmans, maar ik zag wel hoe zeer iedereen om mij heen genoot van Pimpelmans’ avonturen, dus kon het niet anders dan grappig zijn. En dus lachte ik mee. Maar niet altijd van harte.

    Nu ik na zoveel jaar de tekeningen terugzie en de strip nog weer eens lees, vier ik een feestje van herkenning. Zoals bij de tekening van de hagelwitte kluit ijs die mijnheer Pimpelmans, staande op het balkon, laat vallen op de blote rug van mevrouw Ribbenspek die nietsvermoedend op het terras beneden een kopje thee drinkt. Het gebeurt allemaal per abuis. En de herinnering aan haar wraak is springlevend: ze slingert hem niet alleen de heftigste verwijten naar het hoofd, maar ook het thonetstoeltje. Ook per abuis. Maar wat betekende, wist ik niet toen ik het verhaal voor het eerst las. Nu nog niet precies, trouwens.

     

     










    06-02-2015, 11:11 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Tags:strip,stripverhaal,De Graafschapper,Mijnheer Pimpelmans
    27-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Muzikaliteiten


    Nu eens - voor de broodnodige variatie - een informatieve tekst waarvan u het een en ander kunt opsteken, maar die u nochtans ook met een korreltje zout kunt nemen.

    Want wat is het geval? Vanuit diverse invalshoeken bereiken mij vragen over het muziektijdschrift "Hoor & Wederhoor". Vragen in de trant van: bestaat het blad nog? En verschijnt het ook nog wel eens? In een zowel digitale als non-digitale versie? Bekleedt Evert-Jan Vioolsleutel nog steeds het hoofdredacteurschap? Is de rubriek FAQ-rubriek nog steeds dezelfde onovertroffen vraagbaak? In het navolgende antwoorden op deze en andere vragen.

    Bestaat "Hoor & Wederhoor" nog? Jazeker, en in volle omvang en glorie. Er was vorig jaar juli sprake van een mogelijke opheffing, maar niet omdat er te weinig abonnees zouden rondlopen. Integendeel, het blad ging bijna ten onder aan de vloed van abonnees, interessante artikelen en goede bedoelingen. Na het stellen van een aantal limieten: niet meer dan 76 pagina’s, maximaal 20 advertenties en hoogstens 2345 abonnees ligt H&W weer volledig op stoom en koers. Wij laten u beneden alvast de omslag van het komende februarinummer zien waarop de befaamde komponist Willibald Glücklich zo te zien oefent voor een gastoptreden in DWDD.

    Inderdaad zit de heer E-J Vioolsleutel als vanouds op de plaats waar normaliter de hoofdredacteur zit. Hij schrijft nog steeds zijn in het oog springende columns over vergeten composities en dito componisten. Bovendien heeft hij een nieuwe aandachttrekkende rubriek geïntroduceerd waarin musicerende belangstellenden van allerlei kunne een date kunnen afspreken. Hierdoor is bijvoorbeeld de LAT-relatie tussen de Bach-kenner Klaas Welgemoed en gambaspeelster Katrien Vroeginhetbos ontstaan. De laatste gloriedaad van Evert-Jan is het verijdelen van de opstand van de Beethoven-fractie in de H&W-redactie. Gelukkig maar, twitterden velen.

    H&W kan sinds kort zowel analoog als digitaal gelezen worden. U wordt verzocht voor het adres uw klassieke appstore te raadplegen. Het abonnementsgeld is overigens wat hoogte betreft niet veranderd. Hoeveel ieder voor een abonnement moet betalen kunnen wij hier niet bekendmaken. Dit, omdat iedereen naar draagkracht betaalt en vanwege de privacy.

    Zeker, nog immer is de FAQ-rubriek met veelgestelde vragen en antwoorden het meest gelezen onderdeel van H&W. Velen slaan als eerste pagina 45 op en proberen de daar gestelde vragen te beantwoorden, niet voordat zij de antwoorden van de experts hebben gelezen. Soms verschijnt er op pagina 12 een ingezonden brief van iemand die het oneens is met het antwoord van een FAQ-man of vakvrouw.

    Zo was er een verschil van mening tussen FAQ-redacteur Henk Groetjes Jr. en de geachte lezer J. de Bruin uit (niet toevallig) Bruinisse. De heer de Bruin meende dat de hoofdbedekking van de Vuurwerkcomponist G. F. Händel (H&W, septembernummer 2012) een afgezakte pruik was, terwijl Groetjes met hand en tand de stelling verdedigde dat wij hier Händel zien met de slaapmuts die hij op had tijdens het schrijven van zijn Watermuziek. (Zie de betreffende afbeelding.) De discussie duurt voort, evenals het voortbestaan van H&W.

     





    27-01-2015, 22:05 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:Hoor & Wederhoor, klassieke muziek, muziiektijdschrift
    20-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Supermarktgeluksgevoel

    Elke dinsdagmiddag, dus ook vandaag, komt mijn reclamepostbode. ’s Morgens heeft mijn trouwe ochtendblad de brievenbus voor zich alleen, maar wanneer ik ’s avonds nog eens een keer kijk en de klep open doe, valt een hele lading papieren reclame op de grond. En omdat wij in het grensgebied tussen Nederland en Duitsland wonen, bevinden zich onder de reclamefolders ook veel veelkleurige aanbiedingen van-over-de-grens van winkelketens als daar zijn Edeka, Netto, Penny en natuurlijk de grootgrutters Lidl en Aldi.

    Aan mij hebben de makers van de supermarktreclames een slechte, want in de meeste gevallen verdwijnt op de dinsdagavond de hele folderstapel ongelezen in de oud-papier-container.

     Ook aan boodschappen doen heb ik een broertje dood. Het is dat de mens af en toe moet eten om te blijven leven, anders kwam ik nooit in een supermarkt. Het enige interessante uit zo’n winkel zijn de observaties van de bezoekers. Net als zomers op een terrasje kijk ik graag naar de voorbijslenterende klanten met hun volle boodschappenwagentjes en luister ik naar hun gesprekken wanneer zij met diezelfde inkoopskarren mij de weg versperren. Af en toe zie of hoor je in de supermarkt iets waarvan je denkt: daar moet ik toch eens een blogje over schrijven zodat ook anderen van mijn ervaring kunnen profiteren.

    De volgende, echt waar gebeurde, gebeurtenis speelde zich vorige week maandagmorgen af toen ik noodgedwongen de als een olifant zo grote Jumbo bezocht die zich aan de rand van het dichtstbijzijnde dorp bevindt. Ik ga voor het gemak even over in de tegenwoordige tijd.

     

    Ik sta net bij de handsinaasappelen in de groenteafdeling als ik in de korte rij bij kassa 2 iets bijzonders zie gebeuren. Een wat oudere vrouw onderhandelt met de kassière over de afhandeling van de aankoop. Achter haar straat een man van zeer middelbare leeftijd rustig zijn beurt af te wachten. Het schijnt dat de blijkbaar zwakbegaafde vrouw te weinig geld meegebracht heeft voor het vele dat ze mee naar huis wil nemen. Met opmerkingen als “Heb je dit wel nodig?” en “Eén pak frisdrank in plaats van twee kan toch ook wel?” probeert de kassière de kosten van de mee te nemen waren in overeenstemming te brengen met het beschikbare geld. Maar de oudere mevrouw houdt voet bij stuk en weet van geen wijken. Net zo min als de vriendelijke kassière die blijft volhouden dat de mevrouw zeven euro en zeventig cent tekort komt.

    Dan gebeurt het wonder: de middelbare man achter hen komt naar voren en zegt: “Zo komen we geen steek verder. Weet je wat: ik zal de rest wel betalen. Zo, van een tientje krijg ik zelfs nog twee euro dertig terug.”

    Het lijkt of een golf van geluk neerdaalt over de betrokken personen. De oudere mevrouw bedankt de gulle gever uitbundig en schommelt even later vrolijk met haar volle kar richting uitgang. De kassière bedankt evenzo hartelijk en vertelt het verhaal aan een collega die gemerkt heeft dat er wat bijzonders aan de hand is. En ikzelf, nog altijd geïnteresseerd toekijkend bij de handsinaasappelen, verheug mij zeer omdat er blijkbaar toch nog steeds mensen op deze wereld rondlopen die iets voor een ander over hebben. Mijn dag kan niet meer stuk. Dat geldt voor iedereen uit het verhaal, behalve voor die enkele kniesoor die zijn hoofd schudt bij het idee dat iemand zo dom kan zijn de schulden van een onbekend iemand in een supermarkt te betalen. Maar zo’n soort mensen hou je altijd. Daar halen wij onze schouders over op.








    20-01-2015, 18:37 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Tags:supermarkt,geluksgevoel
    27-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Pubquiz

    De combinatie van een pub (inderdaad: een Engelse eet- en drinkgelegenheid) en een quiz mag u op het eerste gezicht wat vreemd voorkomen. Maar toch, ook in Nederland doen zich gelegenheden voor waarbij een aantal teams elkaar in een cafézaaltje proberen de loef af te steken wat betreft hun kennis van feiten en weetjes. Zo gingen afgelopen zondag in een dorp niet ver van mijn woonstede niet minder dan 13 teams (bestaande uit minimaal drie personen) met elkaar in het strijdperk. De dienstdoende DJ’s, die normaliter de kost verdienen met het draaien van allerlei opbeurende plaatjes, hadden ook deze keer weer een scala van vragen opgesteld over de meest verschillende onderwerpen. Zoals daar zijn: actuele politiek, kunst en cultuur, regionale kennis, sport, popmuziek, koken en voedsel, noem maar op. Drie rondes werden er gespeeld, elk met 10 vragen, waarbij die vragen weer onderverdeeld waren in een aantal deelvragen. Het team dat door goede antwoorden blijkt geeft het meest te weten, verdient de eerste prijs en is bovendien verzekerd van eeuwige roem.

    Een van mijn zonen is samen met een aantal vrienden en vriendinnen – het team heet ꞌKlok en Klepelꞌ - een enthousiast pubquizdeelnemer. Omdat verleden zondag echter een paar teamleden (klokken of klepels, dat weet ik niet meer) verhinderd en dus afwezig waren, had mijn zoon zijn vader, zijn oudere broer en een van zijn neven  uitgenodigd om voor één keer de ontbrekenden te vervangen. Klokslag zondagmiddag vier uur werd de openingsvraag gesteld. De dertien teams plus hun begeleidende supporters zorgden voor een volle zaal en een inspirerende stemming. De quiz vond plaats in het zaaltje bij het beroemde café Schiller. Ongetwijfeld genoemd naar de grote Duitse dichter, zodat bij voorbaat niet aan de kwaliteit van de gestelde vragen hoefde te worden getwijfeld.

    Voordat ik u het verdere verloop van deze spannende quizgeschiedenis vertel, even iets anders. Eerder vorige week had ik als gast op de kerstviering van de plaatselijke plattelandsvrouwen de eer hen iets te vertellen over buitenlandse kersttradities. Daarbij kwamen onder andere de Russische Vadertje Vorst, de schone Zweedse Lucia met haar kaarsenkroon, Papa Noël en de Amerikaanse Santa Claus op de proppen. Ik vertelde bijvoorbeeld hoe de op de Noordpool wonende Kerstman Santa Claus, die komische mengeling van de heidense oppergod Wodan, (of Odin, of Yul, zo u wilt,) Father Christmas en Sint Nicolaas, op een door acht rendieren getrokken slee door het zwerk zoeft. Om niet helemaal voor schut te gaan had ik van te voren nog eens goed de kersttraditieliteratuur doorgenomen.

    Terug naar de quiz. Nadat de quizmaster vooraf de deelnemers nog even op het hart had gebonden vooral niet te ꞌgoogelenꞌ naar antwoorden, begon de eerste ronde. Veel vragen en onderwerpen kwamen aan de orde en ik merkte al gauw hoe vlug de algemene kennis van mens en wereld vervliegt. Vaak zat ik nog over een vraag te dubben terwijl de quizmaster al met de volgende bezig was. Gelukkig konden de andere teamleden het tempo volgen. Na de eerste ronde werden de antwoordbladen gewisseld zodat elk team de antwoorden van een ander kon nakijken. Na de eerste ronde verkondigde de DJ een eerste tussenstand. Het ꞌKlok en Klepelꞌ-team bevond zich in de voorhoede van het deelnemersveld, maar het peloton zat nog relatief dicht bij elkaar.

    In de tweede ronde gebeurde iets bijzonders, iets wat mijn jongere broer ongetwijfeld met het begrip synchroniciteit zou hebben bestempeld. (Van synchroniciteit is sprake wanneer twee geheel op zichzelf staande gebeurtenissen elkaar in de tijd ontmoeten.)

    Wat was er aan de hand? Vraag 3 had betrekking op kersttradities. De vraag was: ꞌSanta Claus vliegt, zoals wij allen weten, op een door acht rendieren getrokken slee door de lucht. Noem de voornamen van de acht rendieren. Een punt voor elke goede naam!ꞌ (Rudolph, het roodneuzige negende rendier dat later is toegevoegd, telde natuurlijk niet mee.) Later bleek dat alleen de groep ꞌKlok en Klepelꞌ het juiste antwoord had gegeven. Want volgens Terra heetten de rendieren achtereenvolgens: Dasher, Dancer, Comet, Cupido, Prancer, Vixen en tenslotte Doner en Blixen (Donder en Bliksem).  

    Normaliter had ik misschien twee of drie namen geweten. Alleen door mijn verhalen over US-kersttradities drie dagen eerder wist ik alle namen. Toeval of …? In elk geval was het zo dat de quizgroep ꞌKlok en Klepelꞌ hierdoor een voorsprong nam die zij tot het einde toe behield. De eerste prijs bestond uit een aantal flessen (goede) wijn. Daarbij natuurlijk begeleid door de bewondering van de hele zaal, plus roem en eer die aanhouden tot aan het begin van de volgende pubquiz over enkele weken.    

     

    Hieronder ziet u een van de quizgroepen zich mentaal voorbereiden. Omdat de quiz samenviel met Serious Request (daarom ook de naam: Schillers Request) was de inleg van ieder team bestemd voor dat goede doel. Daaronder proberen leden van de groep ꞌKlok en Klepelꞌ bij Ronde II, vraag 3, te ontdekken welke personen op het scherm zijn afgebeeld.

     






    27-12-2014, 12:10 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    Tags:pub,pubquiz,quiz
    19-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kerstbuke (enkelvoud: kerstboek)

    Vandaag, op een van deze donkere dagen voor Kerst, zet ik u voor de afwisseling een verhaal in de streektaal voor. Dit dialect wordt gesproken in de zuidelijke Achterhoek, dat is een deel van de Nederlandse provincie Gelderland.  

     

    D’r wazzen, in ’t Dinxper (Dinxperlo) van 1949, nauweleks verschillen tussen de grote schole en de zondagschole. ’t Gebouw was ’tzelfde: de schole van Hazenberg an de Terborgseweg en ook de klassen wazzen dezelfde met de 1e, 2e en 6e klasse op de begane grond en de klassen 3, 4 en 5 op de eerste verdieping. Ook de klasgenoten wazzen dezelfden. Veur mi-j zatten - zommer en winter, deur de waeke en op zondag - Doortje Schuurman van Anna Barink en Gerda ter Horst van ’t bruggesken. Hans Rutgers en Hannie Lieftink zag i-j op waekdagen wel, maor zondags niet, want de kinder van de Vergadering der Gelovigen hadden eur eigen zondagschole, ergens achter ’t postkantoor, dichte bi-j ’t olde kerkhof. Wi-j heurn zondags dezelfde biebelverhalen as deur de waeke en zongen dezelfde lieder.  Wi-j wazzen op zondag net as op maondag dan weer ’s ondeugend en vrech, dan weer zute en onderdanig met de arme aover mekare.


    Het grote verschil tussen de normale laegere schole en de zondagschole was - behalve d’n dag dan - dat t’r gin echte meisters of juffrouwen veur de klasse stonnen, maor gewone vrouwluu en mansluu die in de waeke gewone beroepen hadden en gewoon wark deien waor ze gewoon veur betaald wiern. Leken zogezegd, die zonder enige vorm van opleiding, geacht wieren um viefendertig kinder in de klasse  in ‘t gareel te hollen. Sommige zondagschoolmeisters konnen d’r met permissie ezegd niks van en anderen hadden dat orde hollen en dat ‘managen’ van een klasse van zichzelf al in de vingers. Die hoeven i-j niks meer te vertellen, want dat deien ze zelf al.

    In de buurtschap De Heurne was dat anders: daor hadden de gewone meisters en juffrouwen ook op zondag dienst. Niet zo in Dinxper: daor stond op zondag de timmerman veur de klasse of de jonge mevrouw die deur de waeke altied bi-j de boerenleenbanke an ’t loket zat. De gewone leerkrachten zag i-j op zondag niet. Die hadden ’t zeker te druk met ’t bi-jkommen van de vermoeienissen van de afgelopen waeke.   

    De zondagschole kennen twee hoogtepunten. ’t Eerste was ’t  uutstapjen zommers naor de spöltuin in Engbergen. Een paar boeren stellen peerd en wagen beschikbaor, de zondagschoolkinder wiern op-eladen, en daor ging ’t hen. De melkbusse met ranja mos ook met, net as de doze met gesmeerde breudjes met keze. Bli-j en voldaon kwam i-j ’s aovends weer thuus met een winkelhaok in de   ni-je pofbokse en een bratse an de kop umda’j van de draejmölle wazzen evallen.

    ’t Tweede en eigenlek échte hoogtepunt was ’t kerstfeest in de grote dorpskerke. Op een aovend in de waeke wier ’t ehollen en um half zes ko’j de verschillende klassen van de zondagschole samen de kerke zien binnenkommen, de kinder allemaole schoon ewassen en ekamd en gewapend met een köpken met een lint um de nekke. Zondags most i-j in de kerke de mond hollen, maor op ’t kerstfeest was d’r een geroezemoes van wonder en geweld. Maor dán mocht dat. Tutdat ’t opperhoofd van de zondagschool ’t woord nam en ’t kerstfeest begon. Dan was iederene stille en eerbiedig. Onder ’t zingen van de bekende kerstliederen en ’t luusteren naor ‘t kerstevangelie ha’j gelegenheid de kerke rond te kieken en de lempkes in de kerstboom te tellen.

    Twee verhalen wieren d’r verteld. Het Kerstverhaal en een kerstverhaal. Het eerste verhaal uut Lucas 2 kennen wi-j al zowat uut de kop, zodat d’r weinig verrassing bi-j kwam kieken. ’t Andere kerstverhaal, dat nao de pauze verteld wier, ging vake aover iemand den heel iets naars aoverkommen was, maor dat op ’t ende toch nog goed afliep.

    In de pauze wier deur vri-jwilligers cacao eschonken en daorbi-j kwam ’t met-ebrachte köpken goed van pas. Soms met een kerstkransjen d’rbi-j. I-j kregen ook nog een sinaasappel, maor meestal pas an ’t ende, a’j naor huus gingen.

    Nao ’t slotlied “Ere zij God” kwam veur mi-j ’t ultieme, absolute hoogtepunt. Iets waor’k ’t hele jaor naor had uut-ekken. De klassen van de zondagschole kroppen ergens in de  kerke bi-j mekare. Zitten wachten op de juffrouw die uut de konsistoriekamer terugge kwam met een doze vol buke. Ze ging op een banke staon, nam ’t baovenste boek van de stapel, laezen de naam op van degene den op ’t etiket stond, kek effen rond en gaf ’t boek an de gelukkige ontvanger.

    Een kerstboek: een mooier kerstkadootjen kö’j ow nauweleks veurstellen. En dan ’t liefste een boek met een hard kartonnen kaft en ene met völle bladzijden. Anders ha’j ’t boek te gauw uut.

     

    In 1949 kreeg ik ’t boek “Van verdrukking naar de vrijheid” uut-ereikt, een verhaal aover de Franse tied, eschreven deur een zekeren H. Schouten met plaatjes van Jan Lutz. Een boek met niet minder dan 92 bladzijden en een hard kaft. Ik was de koning te rieke. ’t Boek wier mien uut-ereikt deur zondagschoolmeister Willy Lammers, in die tied personeelschef bi-j de metaalgaasweverij-e van Hallen en in zien    vri-je tied verwoed schaker en veurzitter van KEV.

    Een paar jaor later, in 1954, kreeg mien latere echtgenote Rikie Westerveld van Beesterni-jhuus op ’t kerstfeest van de Heurnse zondagschole ”Ergens in de wijde wereld” eschreven deur de beroemde W.G. van der Hulst. ’t Enige jammere was dat ’t een jongensboek was.

     

    En now, in 2014? In een van onze boekenkasten, ergens op een planke bi-j mekare, staot nog altied een riege kerstbuke. Te mooi um weg te doen.



     Met dit streektaalkerstverhaal wens ik al mijn lezers en lezeressen prettige kerstdagen!




      





    19-12-2014, 21:10 Geschreven door terra38  
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:kerstmis,zondagschool,boeken,kerstfeest
    13-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het hoofd in de boeken

    Twee foto’s laat ik u aan het einde van dit verhaal zien. De eerste toont de boekenkast in mijn achterkamer (zelf in elkaar getimmerd, jawel) en op de tweede ziet u twee rijen boeken. Voor deze gelegenheid op z’n kant gezet, zodat u de boektitels kunt lezen. Want over boeken gaat dit verhaal.

    Waarom ik u een aantal boekruggen laat zien? Noch om mijn belezenheid te bewijzen, noch om te laten zien hoe smaakvol boeken gearrangeerd kunnen worden. Zomaar, van de weeromstuit zogezegd, heb ik twee willekeurige planken uit twee evenzo willekeurige boekenkasten gefotografeerd. Toevallig zijn dit twee planken uit onze slaapkamerboekenkast. De boeken staan altijd zo; ze zijn niet voor deze gelegenheid extra rechtop gaan staan. Ook heb ik niet stiekem een boek wat u niet zou aanstaan of waarvoor ik me schaam even vervangen door een ander exemplaar met een meer welgezinde titel. Het zijn niet persé mijn lievelingsboeken, hoewel ik er geen enkele wil missen. Dat zij hier staan, op déze plank en in déze kast, is louter toeval.

    Hoewel wij de gewoonte hebben te lezen met onze ogen en in het verlengde daarvan met onze hersenen, is het opvallend dat echte liefhebbers graag neuzen in eigen en andermans boekenkasten. Het tweede wat ik doe bij een eerste visite aan een nieuwe kennis (het eerste is voeten vegen) is kijken wat de gastvrouw of gastheer qua boekenbezit in de aanbieding heeft. En omdat ik vanwege mijn calvinistische opvoeding niet anders kan, verbind ik daar altijd een waardeoordeel aan: wel of niet veel soeps. Interessant wordt het als de gastvrouw van dezelfde soep houdt als de gast: ‘Ja hè, Hella Haasse is hier onovertroffen!’ (Net of wij er verstand van hebben.)

    Sommigen vinden boekenkasten sta-in-de-weggen. Anderen conformeren zich aan de heersende opvatting uit de meubelcatalogi: in godsnaam geen boekenkasten in het binneninterieur, maar ik vind het bijna een doodzonde als mensen willen leven in een boekloze omgeving. Een excuus als ‘maar wij hebben toch een digitaal e-boek’ vind ik eerlijk gezegd nogal gezocht.

    Boeken zijn op hun best in speciale kasten. De echt mooie, die van vloer tot plafond, met glazen deurtjes en een laddertje om Gullivers Reizen van de bovenste plank te kunnen pakken, kunnen wij ons niet veroorloven. Maar onze kasten hebben weer een ander voordeel. De onze zijn dieper dan normaal zodat wij boeken waarvoor wij ons eigenlijk schamen ze te bezitten ergens achter de frontrij aan het gezicht kunnen onttrekken.

    Kunt u mij een aangenamere bezigheid noemen dan het uit de kast pakken van een boek, het liefkozend betasten en voelen van omslag en papier, het opsnuiven van tussen pagina’s opstijgende geuren die vaak zo lang hebben opgesloten gezeten, en het genieten van de sierlijke, zelfgeschreven eigenaarsnaam, het artistieke ex-libris en de bijna onleesbare opdracht? (Voor Terra van N. ter herinnering aan 12 september 1979).

    Gelooft u mij, wat lezen echt tot een verrukking maakt is de herhaling. Het voor de tweede keer lezen van een boek mag men met het cliché ‘een feest der herkenning’ afdoen, het is wél waar. Hoe groot immers is niet de voldoening als je bij de herhaalde lezing van een boek een plot begrijpt die je de eerste keer volledig was ontgaan! Hoe verassend toch en aanvankelijk onopgemerkt blijkt bij nader inzien de woordkeus van de auteur te zijn!

    Merkwaardig, maar toch waar: het opperste leesgenot is onafhankelijk van de inhoud. Wát je leest is voor een himmelhoch jauchzende leeservaring niet doorslaggevend. Het gaat om de herinnering aan die allereerste keer. Het is de originele ervaring en het unieke gevoel dat daarbij hoort. Het boek dat je samen met je geliefde op een zwoel zomeravondterrasje las tijdens de vakantie in Bergamo,  dat onherroepelijke, irreversibele, door-niets-te-bederven-of-te-overtreffen-gevoel. Iedere liefhebber van het geschreven woord begrijpt wat ik bedoel. En iedere keer als je het Bergamo-boek uit de kast pakt, komt dát gevoel terug.  

    Tussen de bedrijven door wil ik u nog even voor een voor de hand liggend misverstand behoeden. Leden van boekenclubs zeggen vaak tegen elkaar: ‘Leer mij uw boeken kennen en ik leer u kennen.’ Dat mag zo lijken, maar vergis u niet. Als u denkt dat u uit de titels van de boeken uit de kast het karakter van de eigenaar kunt afleiden, slaat u de plank mis. Ik zal het illustreren met een voorbeeld. Op mijn plank ziet u Toon Tellegens epos Misschien wisten zij alles staan. U moet daar niet uit concluderen dat ik een encyclopedist ben, een verzamelaar van feitjes en boulevardnieuwtjes. Integendeel, ik hecht meer aan onbekommerd inzicht dat zich niets aantrekt van de ervaring van alledag, maar ook dat kunt u niet zomaar uit mijn boekenkeuze afleiden.

    Tenslotte mag ik u nog even wijzen op enkele bijzonderheden uit mijn getoonde boekenvoorraad.

    ·        U ziet enkele boeken die direct of indirect verwijzen naar Zuid-Afrika (Breytenbach, Robben Island, Afrikaanse zinnen, Nuwe stemme, Bobbejane). Dat komt omdat ik er een aantal jaren geleden wat heb rondgereisd. (En het Afrikaans is méér dan alleen de taal van de apartheid.)

    ·        Over Sebastian Haffners Anmerkungen zu Hitler hoef ik het niet te hebben. Daar is het laatste woord allang over gezegd. (Aanbevolen.) Duitse boeken zoals dit gedragen zich overigens wat vreemd in de boekenkast. Je moet ze altijd op hun kop zetten.

    ·        Annie Makkink is een verre kennis uit de tijd dat ik werkte voor mijn geld. Helden op sokken is een terecht bekroond boek, ook door de mooie tekeningen van Marit Törnquist. (Kinderboeken worden vaak veel mooier uitgegeven dan grote-mensen-exemplaren, maar dat verdienen ze ook wel, vind ik.)

    ·        Boeken over feitelijkheden (Sachbücher, non-fictie dus) lees ik graag. Eskimo en IJspret zijn twee van dat soort boeken.

    ·        Met schaamte noem ik De wijsheid van de genen (Christopher Wills). Een mooie uitgave van Uitgeverij De Haan (Houten, 1991). Gekregen van mijn broer op 5 december 1992, lees ik op het voorkaft. (Met bisschoppelijke groet, heeft hij er bijgeschreven.) De schaamte heeft te maken met het feit dat ik het boek nooit heb gelezen en waarschijnlijk nooit zal lezen, hoe mooi het blijkbaar ook is. Ik begin er aan, maar maak het niet af. Ik kom er aan, maar ik kom er niet toe.

    En voor het overige, kies maar uit wat van uw gading is. Misschien is er wel een boek bij dat ook uw boekenkast siert.

     






    13-12-2014, 20:41 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:boeken,lezen,boekenkasten
    29-11-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hartenkreten

    In deze tijd van het jaar, november, wanneer de eerste nachtvorsten toeslaan, is het weer de tijd van de in formatie overvliegende trekvogels. Zij geven er hiertelande de brui aan, verzamelen zich en vliegen groepsgewijze naar zuidelijker oorden waar zij de winter heelhuids proberen door te komen. Dat vliegen gebeurt in de traditionele v-vorm: ergonomisch zeer verantwoord en efficiënt bij het leven. Schuin achter hun voorganger (waarvan de voorste als leider fungeert) vliegen zij met zo weinig energieverbruik als maar denkbaar is achter elkaar aan. Af en toe wordt iemand anders voor een poosje de leider, zodat men niet kan beweren dat maar één vogel de dienst uitmaakt en de route uitzet. Hier in het buitengebied zijn wij eraan gewend af en toe formaties kraanvogels of ganzen luid informatie uitwisselend naar het zuidoosten te zien vliegen. Wanneer het zwanen zijn, die toch veel liever tamelijk solitair vliegen, lijkt het wel of ik weet niet welke lawaaischopper bij ons over de zandweg rijdt, zo’n gezoef en vleugelgeklapper horen wij dan.

    Sinds kort zien we een nieuw fenomeen aan ons zwerk. Een tot dusver onbekende groep trekvogels die wij vorige week voor het eerst zagen deed min of meer geslaagde pogingen om in v-vorm te vliegen. Omdat ik niet meteen ras en soort kon ontdekken, hebben we eerst onze toevlucht gezocht bij de alwetende wikipedia. Maar die bood geen soelaas. Tenslotte lazen wij bij toeval een ingezonden brief van de tamelijk befaamde ornitholoog Klaas van der Zijp Gzn. die over hetzelfde schreef. Het zou gaan om een tot nu toe onbekende ganzensoort: de roze hartengans. Het roze slaat op de kleur van het verenpak, en de harten verwijzen naar de globale vliegvorm. Dat wil zeggen: als zij in v-formatie overvliegen, krijgt hun uiterlijk hartvormige trekjes.

    Het meest bijzondere van de roze hartengans is toch wel het opschrift. Iedere hartengans heeft tijdens het vliegen een bericht, zeg maar een message, op zijn rug staan dat natuurlijk tot lezen uitnodigt. En met een beetje geluk en doorzettingsvermogen is het mij – als voorlopig eerste en enige – gelukt de hartenwensen te lezen en te fotograferen. Het zijn korte éénwoordsuitroepen die niets te raden overlaten. Ik heb de laatstelijk overgekomen formatie van tien gefotografeerd en ik kwam bij nader inzien tot kreten als: LIEF! STOP! HALT! HELD! KUSJE! (Ik schrijf ze met uitroeptekens, maar ook zonder die zijn ze zeer indrukwekkend!) Bij een tamelijk achteraan in de rij vliegende gans die schijnbaar zeer met de tijd was meegegaan, las ik: SMS! De TWEET! heb ik nog niet kunnen ontdekken.

    De meest indrukwekkende, zelfs een beetje ontroerende rugopschriften, omdat ze tot mij persoonlijk gericht leken, vond ik die van de twee laatste ganzen in de rij. Op de rug van de op-één-na-achterste stond te lezen DOEI! en op de laatste, die ik toevallig even apart kon nemen: ADIOS! Dat zeg ik nu ook tegen u.

     

     








    29-11-2014, 20:08 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:trekvogels,ganzen,
    13-11-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lezen, schrijven en rekenen
    Ach, zei de nu in vergetelheid geraakte Nederlandse pedagoog/schrijver/politicus Theo Thijssen (1879-1943) op de vraag wat voor belangrijks hij eigenlijk vroeger op de lagere school geleerd had: “Lezen, schrijven en nog wat kleine dingetjes”.

    Tot die kleine dingetjes heeft ongetwijfeld ook het oplossen van rekenproblemen behoord. Of de kinderen goed hebben leren lezen kan ik u niet met voorbeelden bewijzen. Maar dat kinderen een eeuw geleden op school goed leerden rekenen (vooral cijferen) kan ik bewijzen met een bladzijde uit het rekenschrift van mijn schoonoom (oom van mijn vrouw) Johan W.

    Op de 19e juli in 1913, ruim honderd jaar geleden, tijdens de rekenles op een fraaie, zomerse schooldag, kregen tienjarige kinderen in som 5 een rekenprobleem voorgelegd waarbij ze geldbedragen moesten omrekenen naar diverse muntsoorten. In een zelf-getekende tabel (zie hieronder) met de kolommen gros, cent, stuiver, halve gros, halve cent, kwartje, mark, halve stuiver moet je bijvoorbeeld laten zien dat 5 gros hetzelfde waard is als 30 cent, 6 stuiver, 10 halve gros, 60 halve cent, ½ mark, en 12 halve stuiver. Opvallend is natuurlijk het gebruik van oude muntsoorten als halve centen en stuivers en de munten gros en mark. Destijds, in 1913, volop in gebruik.

    Oom Johan laat zien dat hij na enig rekenwerk de systematiek beheerst. 588 halve centen zijn evenveel waard als 294 hele centen en die zijn weer even duur als 4 mark en 54 losse centen.

    Heel goed gedaan, Johan! roepen wij. En dat vindt de meester ook. Hij schrijft met pen en rode inkt zijn goedkeuring dwars door de sommen heen.

     

    Ook zijn niet minder fameuze prestaties op het gebied van het (schoon)schrijven kan ik u laten zien. Op de eerste regel van iedere bladzijde in het schoonschrijfschrift staat een voorbeeld gedrukt. Vaak een spreuk met een moraliserend tintje. Vanmorgen schrijft oom Johan een aantal keren de wijsheid: De nederigheid gaat voor de eer na. Prachtig geschreven, want je kunt nauwelijks verschil zien tussen het gedrukte voorbeeld bovenaan en de daarop volgende schrijfregels van oom Johan. De meester mag dan wel aanmerkingen maken op het schrijven van de letter g en Johan vragen naar het voorbeeld te kijken, voor mij verdient oom Johan voor deze schrijfkunst een 10 en een zoen van de juffrouw uit de eerste klas.




    13-11-2014, 11:55 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:onderwijs, historische onderwijskunde, rekenen,shcrijven,schoonschrijven, muntsoorten
    Archief per week
  • 05/04-11/04 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 23/11-29/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 29/06-05/07 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 25/11-01/12 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 10/09-16/09 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 11/12-17/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 07/12-13/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 31/12-06/01 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 26/12-01/01 2012
  • 12/12-18/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 08/08-14/08 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 11/07-17/07 2011
  • 04/07-10/07 2011
  • 27/06-03/07 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 09/05-15/05 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 25/04-01/05 2011
  • 11/04-17/04 2011
  • 04/04-10/04 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 21/03-27/03 2011
  • 14/03-20/03 2011
  • 28/02-06/03 2011
  • 21/02-27/02 2011
  • 14/02-20/02 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 24/01-30/01 2011
  • 17/01-23/01 2011
  • 10/01-16/01 2011
  • 03/01-09/01 2011
  • 20/12-26/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 25/10-31/10 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 04/10-10/10 2010
  • 27/09-03/10 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 06/09-12/09 2010
  • 23/08-29/08 2010
  • 16/08-22/08 2010
  • 19/07-25/07 2010
  • 05/07-11/07 2010
  • 21/06-27/06 2010
  • 07/06-13/06 2010
  • 31/05-06/06 2010
  • 24/05-30/05 2010
  • 17/05-23/05 2010
  • 03/05-09/05 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 19/04-25/04 2010
  • 12/04-18/04 2010
  • 05/04-11/04 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 15/03-21/03 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 01/03-07/03 2010
  • 22/02-28/02 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 11/01-17/01 2010
  • 28/12-03/01 2016
  • 14/12-20/12 2009
  • 23/11-29/11 2009
  • 09/11-15/11 2009
  • 02/11-08/11 2009
  • 19/10-25/10 2009
  • 05/10-11/10 2009
  • 28/09-04/10 2009
  • 14/09-20/09 2009
  • 07/09-13/09 2009
  • 24/08-30/08 2009
  • 17/08-23/08 2009
  • 10/08-16/08 2009
  • 03/08-09/08 2009
  • 20/07-26/07 2009
  • 13/07-19/07 2009
  • 06/07-12/07 2009
  • 29/06-05/07 2009
  • 15/06-21/06 2009
  • 08/06-14/06 2009
  • 25/05-31/05 2009
  • 11/05-17/05 2009
  • 20/04-26/04 2009
  • 06/04-12/04 2009
  • 30/03-05/04 2009
  • 23/03-29/03 2009
  • 09/03-15/03 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 23/02-01/03 2009
  • 16/02-22/02 2009
  • 09/02-15/02 2009
  • 02/02-08/02 2009

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Zoeken in blog



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs