Om de een of andere onnaspeurlijke reden heb ik iets met het woord taiga. Ik weet van school dat de taiga een landschapstype is dat veel in Rusland voorkomt. Ik denk dan aan reusachtige steppen met heidevelden en veel berkenbomen met hun slanke, witte stammetjes. Waar het 's winters landklimaat-koud kan worden. En waar je 's zomers van top tot teen door bloeddorstige muggen opgegeten en daarna leeggezogen wordt. Bij het woord 'taiga' denk ik ook aan naar het noorden stromende brede rivieren, zoals de Ob en de Lena, die marsmanniaans traag door oneindige laagvlakten gaan. Typisch dat alle landschappen die op de taiga lijken allemaal op een a eindigen, bedenk ik mij nu. In Hongarije heb je de poesta, in Argentinië de pampa. Dan is er natuurlijk ook nog de paloma, maar daar gaat het nu even niet over.
(1) Iets heel anders nu. Je had vroeger zogenoemde boekenseries. Per jaar verschenen vier prachtige romans, geïllustreerd, gebonden en voorzien van een hard kaft, waarop je een abonnement kon nemen. Bij ons thuis had men in een onoverdacht ogenblik gekozen voor de Spiegel-serie die Zomer & Keuning te Wageningen uitgaf. Ik weet het niet zeker, maar mijn geheugen zegt mij dat het tweede boek dat de postbode ons helemaal vanuit Wageningen bracht de titel Taiga droeg. De rode draad uit het verhaal ben ik kwijt geweest, evenals het boek zelf, maar ik herinner mij de beschrijving van Russische strafkampen en bar koude winters. Naar de auteur heb ik heel internet afgezocht, maar die bleek spoorloos verdwenen, waarschijnlijk in een taigaans moeras verzand. Totdat ik hem onlangs terugvond, net als het boek dat hij schreef. Zijn naam was Hendrik Koster.
(2) Waaraan denkt ú bij het lezen van het woord taiga? Je kunt je er ook een beeld bij voorstellen, zoals deze Sovjet-tankbrigade die herdenkt dat morgenstond goud in de mond heeft en dat viert met een feestelijk bad. Het is een schilderij van Boris Fedorow uit 1952, dus midden uit de Koude Oorlog. Als u het mij vraagt een prachtig tijdsbeeld en magnifiek op canvas gezet. De schilder hoort trouwens tot de Socialistische Realistische School, te vergelijken met de Bergense School, maar dan geheel anders. (Nu begrijpt u natuurlijk ook waar Willink zijn Magisch Realisme vandaan heeft.)
(3) Een vijftal jaar geleden liet mijn jongste zoon zich bij een van zijn schaarse thuisbezoeken ontvallen dat hij het dienstverband bij het ICT-bedrijf waar hij werkte, had opgezegd. Samen met een collega was hij van plan om voor zichzelf te beginnen. Hoewel je dat natuurlijk nooit van tevoren met stelligheid kunt zeggen, dacht ik toen al (en naar nu blijkt terecht) dat ze het wel zouden rooien. Dat kan ook moeilijk anders gezien de naam van het bedrijf. Het heet Taiga.