Elke dinsdagmiddag, dus ook
vandaag, komt mijn reclamepostbode. s Morgens heeft mijn trouwe ochtendblad de
brievenbus voor zich alleen, maar wanneer ik s avonds nog eens een keer kijk
en de klep open doe, valt een hele lading papieren reclame op de grond. En
omdat wij in het grensgebied tussen Nederland en Duitsland wonen, bevinden zich
onder de reclamefolders ook veel veelkleurige aanbiedingen van-over-de-grens
van winkelketens als daar zijn Edeka, Netto, Penny en natuurlijk de
grootgrutters Lidl en Aldi.
Aan mij hebben de makers van
de supermarktreclames een slechte, want in de meeste gevallen verdwijnt op de
dinsdagavond de hele folderstapel ongelezen in de oud-papier-container.
Ook aan boodschappen doen heb
ik een broertje dood. Het is dat de mens af en toe moet eten om te blijven
leven, anders kwam ik nooit in een supermarkt. Het enige interessante uit zon
winkel zijn de observaties van de bezoekers. Net als zomers op een terrasje
kijk ik graag naar de voorbijslenterende klanten met hun volle boodschappenwagentjes
en luister ik naar hun gesprekken wanneer zij met diezelfde inkoopskarren mij
de weg versperren. Af en toe zie of hoor je in de supermarkt iets waarvan je
denkt: daar moet ik toch eens een blogje over schrijven zodat ook anderen van
mijn ervaring kunnen profiteren.
De volgende, echt waar
gebeurde, gebeurtenis speelde zich vorige week maandagmorgen af toen ik
noodgedwongen de als een olifant zo grote Jumbo bezocht die zich aan de rand
van het dichtstbijzijnde dorp bevindt. Ik ga voor het gemak even over in de
tegenwoordige tijd.
Ik sta net bij de
handsinaasappelen in de groenteafdeling als ik in de korte rij bij kassa 2 iets
bijzonders zie gebeuren. Een wat oudere vrouw onderhandelt met de kassière over
de afhandeling van de aankoop. Achter haar straat een man van zeer middelbare
leeftijd rustig zijn beurt af te wachten. Het schijnt dat de blijkbaar
zwakbegaafde vrouw te weinig geld meegebracht heeft voor het vele dat ze mee
naar huis wil nemen. Met opmerkingen als Heb je dit wel nodig? en Eén pak
frisdrank in plaats van twee kan toch ook wel? probeert de kassière de kosten
van de mee te nemen waren in overeenstemming te brengen met het beschikbare
geld. Maar de oudere mevrouw houdt voet bij stuk en weet van geen wijken. Net
zo min als de vriendelijke kassière die blijft volhouden dat de mevrouw zeven
euro en zeventig cent tekort komt.
Dan gebeurt het wonder: de
middelbare man achter hen komt naar voren en zegt: Zo komen we geen steek
verder. Weet je wat: ik zal de rest wel betalen. Zo, van een tientje krijg ik
zelfs nog twee euro dertig terug.
Het lijkt of een golf van
geluk neerdaalt over de betrokken personen. De oudere mevrouw bedankt de gulle
gever uitbundig en schommelt even later vrolijk met haar volle kar richting
uitgang. De kassière bedankt evenzo hartelijk en vertelt het verhaal aan een
collega die gemerkt heeft dat er wat bijzonders aan de hand is. En ikzelf, nog
altijd geïnteresseerd toekijkend bij de handsinaasappelen, verheug mij zeer omdat
er blijkbaar toch nog steeds mensen op deze wereld rondlopen die iets voor een
ander over hebben. Mijn dag kan niet meer stuk. Dat geldt voor iedereen uit het
verhaal, behalve voor die enkele kniesoor die zijn hoofd schudt bij het idee
dat iemand zo dom kan zijn de schulden van een onbekend iemand in een
supermarkt te betalen. Maar zon soort mensen hou je altijd. Daar halen wij
onze schouders over op.

|