Twee fotos laat ik u aan het
einde van dit verhaal zien. De eerste toont de boekenkast in mijn achterkamer
(zelf in elkaar getimmerd, jawel) en op de tweede ziet u twee rijen boeken.
Voor deze gelegenheid op zn kant gezet, zodat u de boektitels kunt lezen. Want
over boeken gaat dit verhaal.
Waarom ik u een aantal
boekruggen laat zien? Noch om mijn belezenheid te bewijzen, noch om te laten
zien hoe smaakvol boeken gearrangeerd kunnen worden. Zomaar, van de weeromstuit
zogezegd, heb ik twee willekeurige planken uit twee evenzo willekeurige
boekenkasten gefotografeerd. Toevallig zijn dit twee planken uit onze
slaapkamerboekenkast. De boeken staan altijd zo; ze zijn niet voor deze
gelegenheid extra rechtop gaan staan. Ook heb ik niet stiekem een boek wat u
niet zou aanstaan of waarvoor ik me schaam even vervangen door een ander
exemplaar met een meer welgezinde titel. Het zijn niet persé mijn
lievelingsboeken, hoewel ik er geen enkele wil missen. Dat zij hier staan, op
déze plank en in déze kast, is louter toeval.
Hoewel wij de gewoonte hebben
te lezen met onze ogen en in het verlengde daarvan met onze hersenen, is het
opvallend dat echte liefhebbers graag neuzen
in eigen en andermans boekenkasten. Het tweede wat ik doe bij een eerste visite
aan een nieuwe kennis (het eerste is voeten vegen) is kijken wat de gastvrouw
of gastheer qua boekenbezit in de aanbieding heeft. En omdat ik vanwege mijn
calvinistische opvoeding niet anders kan, verbind ik daar altijd een
waardeoordeel aan: wel of niet veel soeps. Interessant wordt het als de
gastvrouw van dezelfde soep houdt als de gast: Ja hè, Hella Haasse is hier
onovertroffen! (Net of wij er verstand van hebben.)
Sommigen vinden boekenkasten
sta-in-de-weggen. Anderen conformeren zich aan de heersende opvatting uit de
meubelcatalogi: in godsnaam geen boekenkasten in het binneninterieur, maar ik
vind het bijna een doodzonde als mensen willen leven in een boekloze omgeving.
Een excuus als maar wij hebben toch een digitaal e-boek vind ik eerlijk
gezegd nogal gezocht.
Boeken zijn op hun best in
speciale kasten. De echt mooie, die van vloer tot plafond, met glazen deurtjes
en een laddertje om Gullivers Reizen
van de bovenste plank te kunnen pakken, kunnen wij ons niet veroorloven. Maar onze
kasten hebben weer een ander voordeel. De onze zijn dieper dan normaal zodat
wij boeken waarvoor wij ons eigenlijk schamen ze te bezitten ergens achter de
frontrij aan het gezicht kunnen onttrekken.
Kunt u mij een aangenamere
bezigheid noemen dan het uit de kast pakken van een boek, het liefkozend
betasten en voelen van omslag en papier, het opsnuiven van tussen paginas
opstijgende geuren die vaak zo lang hebben opgesloten gezeten, en het genieten
van de sierlijke, zelfgeschreven eigenaarsnaam, het artistieke ex-libris en de
bijna onleesbare opdracht? (Voor Terra van N. ter herinnering aan 12 september
1979).
Gelooft u mij, wat lezen echt
tot een verrukking maakt is de herhaling. Het voor de tweede keer lezen van een
boek mag men met het cliché een feest der herkenning afdoen, het is wél waar.
Hoe groot immers is niet de voldoening als je bij de herhaalde lezing van een
boek een plot begrijpt die je de eerste keer volledig was ontgaan! Hoe
verassend toch en aanvankelijk onopgemerkt blijkt bij nader inzien de woordkeus
van de auteur te zijn!
Merkwaardig, maar toch waar:
het opperste leesgenot is onafhankelijk van de inhoud. Wát je leest is voor een
himmelhoch jauchzende leeservaring
niet doorslaggevend. Het gaat om de herinnering aan die allereerste keer. Het
is de originele ervaring en het unieke gevoel dat daarbij hoort. Het boek dat
je samen met je geliefde op een zwoel zomeravondterrasje las tijdens de
vakantie in Bergamo, dat
onherroepelijke, irreversibele, door-niets-te-bederven-of-te-overtreffen-gevoel.
Iedere liefhebber van het geschreven woord begrijpt wat ik bedoel. En iedere
keer als je het Bergamo-boek uit de kast pakt, komt dát gevoel terug.
Tussen de bedrijven door wil
ik u nog even voor een voor de hand liggend misverstand behoeden. Leden van
boekenclubs zeggen vaak tegen elkaar: Leer mij uw boeken kennen en ik leer u
kennen. Dat mag zo lijken, maar vergis u niet. Als u denkt dat u uit de titels
van de boeken uit de kast het karakter van de eigenaar kunt afleiden, slaat u
de plank mis. Ik zal het illustreren met een voorbeeld. Op mijn plank ziet u
Toon Tellegens epos Misschien wisten zij
alles staan. U moet daar niet uit concluderen dat ik een encyclopedist ben,
een verzamelaar van feitjes en boulevardnieuwtjes. Integendeel, ik hecht meer
aan onbekommerd inzicht dat zich niets aantrekt van de ervaring van alledag,
maar ook dat kunt u niet zomaar uit mijn boekenkeuze afleiden.
Tenslotte mag ik u nog even
wijzen op enkele bijzonderheden uit mijn getoonde boekenvoorraad.
·
U ziet enkele boeken
die direct of indirect verwijzen naar Zuid-Afrika (Breytenbach, Robben Island,
Afrikaanse zinnen, Nuwe stemme, Bobbejane). Dat komt omdat ik er een aantal
jaren geleden wat heb rondgereisd. (En het Afrikaans is méér dan alleen de taal
van de apartheid.)
·
Over Sebastian
Haffners Anmerkungen zu Hitler hoef
ik het niet te hebben. Daar is het laatste woord allang over gezegd.
(Aanbevolen.) Duitse boeken zoals dit gedragen zich overigens wat vreemd in de
boekenkast. Je moet ze altijd op hun kop zetten.
·
Annie Makkink is
een verre kennis uit de tijd dat ik werkte voor mijn geld. Helden op sokken is een terecht bekroond boek, ook door de mooie
tekeningen van Marit Törnquist. (Kinderboeken worden vaak veel mooier
uitgegeven dan grote-mensen-exemplaren, maar dat verdienen ze ook wel, vind
ik.)
·
Boeken over
feitelijkheden (Sachbücher, non-fictie
dus) lees ik graag. Eskimo en IJspret zijn twee van dat soort boeken.
·
Met schaamte noem
ik De wijsheid van de genen
(Christopher Wills). Een mooie uitgave van Uitgeverij De Haan (Houten, 1991).
Gekregen van mijn broer op 5 december 1992, lees ik op het voorkaft. (Met
bisschoppelijke groet, heeft hij er bijgeschreven.) De schaamte heeft te maken
met het feit dat ik het boek nooit heb gelezen en waarschijnlijk nooit zal lezen,
hoe mooi het blijkbaar ook is. Ik begin er aan, maar maak het niet af. Ik kom
er aan, maar ik kom er niet toe.
En voor het overige, kies
maar uit wat van uw gading is. Misschien is er wel een boek bij dat ook uw
boekenkast siert.

|