Op gezette tijden breekt in
het Bundeskanzleramt te Berlijn de
pleuris uit. Er staat weer een G voor de deur, zegt de aspirant
plaatsvervangend reserve derde woordvoerder van mevrouw Merkel op een vraag van
een belangstellende BILD-verslaggever waar al die heisa goed voor is.
Dezelfde verschijnselen doen
zich voor in het presidentiële Macron-paleis te Parijs en -
zij het versoberd gezien de komende BREXIT met een tikje Britse
flegmatiek - in 10 Downing Street te London. Regeringsleiders maken zich op
voor een nieuwe G-bijeenkomst.
In s-Gravenhage (NL) wacht
premier Rutte met ingehouden spanning af of hij deze keer wéér gepasseerd
wordt. In Brussel blijft het stil, want het Belgische kabinet schijnt voor de
zoveelste keer van plan demissionair te worden en de eerste de beste Vlaamse
minister zegt dat het geen zin heeft om te gaan, want hij heeft geen mandaat en
door de dreigende staking ook geen vervoer. Bovendien is hij bezig de
rechterlijke macht onder druk te zetten, wat geen uitstel lijdt.
In den beginne was er slechts
één G. Dat was een vooruitziende Nederlandse onderneming met de naam Grote
Eén. Volgens mij een grootgrutter in non-food. Al spoedig kreeg de rest van
Europa, dat toen nog uit slechts zes landenleden bestond, lucht van het grote
succes. Binnen de kortste keren werd er een G-6 in het leven geroepen,
gevolgd door een G-8 waaraan ook niet-Europese natiën lid van werden. Niet
zonder slag of stoot overigens. Want ieder land wil zijn eerste minister laten
deelnemen aan G-rituelen, maar niet iedereen is uitverkoren.
De laatste ontwikkeling is
die van een G-20. Dat verbaast mij niet. Niets menselijks is regeringsleiders
vreemd. Wie eenmaal op het internationale wereldpluche heeft gezeten, kan niet
meer wennen aan het nationaal landelijke jute. En waarom Spanje wel en Portugal
niet (of andersom)? vraagt men zich terecht af. Daardoor komt het dat er steeds
een groter aantal landen toe- en geen enkel aftreedt.
Het hoogtepunt van iedere G-bijeenkomst
en zonder enige twijfel hét G-ritueel bij uitstek is de staatsiefoto ná afloop
van de besprekingen en vóór de afsluitende slemp-, bras- en drinkpartijen. Wij
zien regeringsleiders zenuwachtig binnenkomen in de staatsiefotozaal waar het
betreffende regeringsgebouw omheen is gebouwd. Zon lege zaal met een streep in
het midden. Aan de ene, achterkant van de streep bevindt zich een plankier,
een meelijwekkend podium voor de tweede keus. Dat zijn plekken voor de minder
belangrijke eerste-ministers die op weliswaar op een kleine verhoging mogen
staan, maar dan wel op de tweede rij. De echt groten der aarde staan er vóór.
Met af en toe slaande ruzie
wordt een pikvolgorde verordonneerd en een rangorde vastgesteld. De gastheer en
tevens voorzitter van de vergadering staat midden op de eerste rij. Dat is zijn
voorrecht en dat is zowel aan hem te zien als hem áán te zien. Links en rechts
van de voorzitter scharen zich de dames May en Merkel en hun mannelijke
ambtsbroeders. Ze voegen elkaar zenuwachtig onnozele opmerkingen toe (zit mijn
dasje goed?) net zolang tot de dienstdoende ceremoniemeester in het Esperanto, zodat iedereen het kan verstaan,
om stilte en oplettendheid vraagt, zodat de digitale pers (schrijvend,
mobielhanterend en fotograferend, en dat
allemaal tegelijkertijd) zijn werk kan doen. De pers bevindt zich trouwens op
een eerbiedige afstand van de streep. Achter een speciaal daartoe aangebracht
museum-koord dat normaliter het publiek verhindert de werken van Rembrandt en
Rubens persoonlijk te bejegenen.
Na drie weken, wanneer de
fotos van de ontwikkelcentrales komen, wordt er in de diverse ambtswoningen een
nieuw blijk van aanwezigheid toegevoegd aan de rij G-fotos die er al staat. De
echtgenotes van de premier zetten na het stof afnemen de fotos even recht. Het
oog wil ook wat.
Hieronder ziet u a) de
regeringsleiders verenigd op de laatste G-13 vergadering in Bern (CH). Als
toegift b) een toevallig onderonsje tussen respectievelijk de
ministers-presidenten van het Verenigd Koninkrijk (UK) en Oostenrijk (A) .

|