Vroeger zat ik graag te snuffelen in een van de delen van de grote encyclopedie die bij ons op een van de vele boekenplanken stond. In Deel 10 van onze Winkler Prins Encyclopedie,
(16 delen, 5e druk, uitgave 1936) dat begon met het woord Japan
en eindigde met Lakwerk, kon je iets lezen over de kruisbek. En je leerde dan dat een kruisbek, ook wel genoemd dennenpapagaai of scheervink, een korte, gedrongen vogel was met het bijzondere
kenmerk dat zijn snavelpunten aan het einde kris-kras-gekruist over elkaar
lagen. Dat was omdat hij met zon snavel beter de zaadjes uit de dennenappels
kon pulken. De kruisbek leefde vooral in de Scandinavische landen, maar het
gebeurde ook wel eens dat er een hele schare kruisbekken naar ons land, naar
het zuiden, trokken. Dit allemaal kon je lezen in de encyclopedie. Dus was het
waar.
Wat de vroegere encyclopedie
en de nieuwerwetse wikipedia niet weten is, dat er ook kruisbekkippen bestaan. Echt waar. Ik zal het u
laten zien.
Bijna een jaar geleden
verscheen onze enige krielkip s morgens voor onze ogen met een kruissnavel. Om
de een of andere reden en van de ene op de andere dag hadden de snavelpunten
zich kruiselings over elkaar gebogen. Dat was geen vooruitgang, want het pikken
van graankorreltjes en ander voedsel was plotseling een stuk moeilijker. Ook
vandaag zagen wij het weer. Onze
kruissnavelkrielkip eet bij voorkeur grote maïskorrels en regenwurmen die hij
met zijn rare snavel de baas kan.
Verder gaat het heel goed met
onze krielkip. Dat vindt ook de haar begeleidende haan. Het hennetje is zelfs
weer begonnen eieren te leggen. Nee, maakt u zich geen zorgen over onze
kip-met-de-rare-snavel. Die redt zichzelf. Die rooit het wel.

|