Van alle Marten Toonder-personages
is Wammes een van mijn favorieten. Meer nog dan de sublieme Hiep Hieper of de
onnavolgbare Terpen Tijn. Wammes, met achternaam Waggel, is een vrolijke
flierefluiter met een onderhuidse, tamelijk lichtzinnige uitstraling. Niet voor
niets heet hij Wammes. Voluit Luiwammes. En juist dát maakt hem zo sympathiek.
Natuurlijk weet ik (of zou ik
het móeten weten) dat een wammes oorspronkelijk een flanelletje is dat je onder
je maliënkolder draagt. Tegen de kou en tegen de rimmetiek, zal ik maar zeggen.
Maar u en ik weten dat het voorvoegsel lui- aan dat wambuiskatoentje een extra
dimensie geeft. Een aureool van onthechting, van nietsdoen, van ledigheid en
zorgeloosheid, van ultieme vrijheid. Wees eerlijk: diep in ons hart zou iedereen
graag luiwammes willen zijn. Omdat ik van mijn hart geen moordkuil maak, geef
ik het toe. Ik ben het dan ook volmondig eens met lieden die beweren dat ze
liever lui dan moe zijn.
Merkwaardig toch dat er ons
calvinistische Nederland, waarin immers veel nadruk wordt gelegd op
productiviteit en altijddurende werkzaamheid, zoveel woorden en uitdrukkingen
zijn die de luiheid als zodanig proberen te beschrijven. Omdat het mij te veel
moeite is die allemaal uit verschillende bronnen op te diepen, citeer ik hier
uit mijn onvolprezen betekenis-woordenboek der Nederlandse taal synoniemen van
het begrip luiwammes:
luilak, luiaard,
leegloper, ledigganger, baantjesgast, baliekluiver, dagdief, dooddoener, nietsdoener, jansalie,
pater goedleven, luie bliksem, luibak, luibuis
waarbij u merkt dat het
praktisch allemaal woorden zijn die wij uit luiheid vergeten zijn. Maar ik mag
toch dringend hopen dat hiermee niet ook de luiwammes zélf uit het straatbeeld
is verdwenen, want zou een gemis van de eerste orde zijn.
Genoeg geschreven. En
bovendien is het moeizaam schrijven van een doorwrocht stukje tekst over de
luiwammes als culturele entiteit in strijd met de geest van de ledigheid.
Ik eindig even lui als ik
begonnen ben. Uitgerekend op pagina 495 van "Het Juiste Woord", waarin
ik het rijtje luiwammessynoniemen vond, lag een onaf cryptogram waaraan mijn
vader misschien wel vijftig jaar geleden begonnen is. U ziet dat 2 vertikaal (in Nederland is die vrij geworden), 10
horizontaal (in Nederland is voor hem
geen emplooi; hij zou trouwens toch geen levenspositie hebben) en 14
horizontaal (Dit spel is natuurlijk
moderner dan 'Schipper mag ik overvaren?') niet ingevuld zijn. Aan u de eer
om dat alsnog te doen. Zelf ben ik er te lui voor.
Bij het plaatje: op deze
poster loopt Wammes Waggel (geheel rechts) mee in een lampionoptocht,
voorafgegaan door Tom Poes en Ollie B. Bommel, in het gezelschap van kapitein
Walrus. Afkomstig van de Tom Poes-tentoonstelling in Haarlem (Teylers Museum,
1996).

|