Dit is zonder enige twijfel
een nagelhoutje. Sommige houtjes zijn om op te bijten, maar dit houtje dient om
te vijlen, te polijsten en om rafels te verwijderen. Deze is toevallig rood/bruin,
maar je hebt ze waarschijnlijk ook in andere kleuren.
Behalve nagelhoutjes heb je
ook nageltakken. Misschien wist u dat niet en dat is geen wonder en nog veel minder
een schande. Want ook het groene en het witte boekje kennen geen nageltak. Zelfs
meneer Van Daale met zijn woordenboek laat ons in het ongewisse. En navraag bij
mevrouw Google levert niets op behalve de wedervraag: een nageltak ken ik niet, maar bedoelde u misschien nagellak?
Ieder jaar, ongeveer tegen
moederdag, dus rond de tiende mei, bloeit de sering. Wit of paars. Met
kostelijke bloemtrossen die omringd worden door tere groene bladeren en een bedwelmende
geur. Uit mijn jeugd herinner ik mij de twee grote seringenstruiken in onze
voortuin en wanneer de tijd gekomen was vroeg Ma aan mij of ik bossen seringen wilde
snijden. Waarop ik het keukentrapje uit de schuur haalde en met gevaar voor
lijf en leden de wiebelende trap beklom en met het broodmes de houtige stelen
doorkliefde. Ma sneed dan de stelen schuin door en stelde voor buren, familie,
vrienden en bekenden boeketten samen die dan vervolgens weer door de kinderen
werden bezorgd. Binnen de kortste keren geurde het hele dorp naar Mas
seringen.
Ik zal u nog verder uit de
droom helpen. Hebt u zon seringenbloempje wel eens goed bekeken? Moet je doen,
zei mevrouw Terra tegen mij, dan zie je hoe sprekend zon seringenbloem lijkt
op een nagel. Op een kruidnagel. Kijk maar. (Zie hieronder: 't witte zijn de seringbloempjes, 't donkere zijn de kruidnagels.) Kruid met een d. Kruid van
kruidenier en kruidvat, van kruiderijen en specerijen. Wanneer mevrouw T. rode
kool bereidde, voegde zij er enkele kruidnagelen aan toe. Je moet ze vastpinnen
op een stukje ui, zei ze, want anders raak je ze kwijt en wanneer je er tijdens
de maaltijd per ongeluk eentje in je mond krijgt, schrik je, want ze zijn niet
om te (vr)eten.

|