In onze straat, schuin
tegenover ons huis, stond een kleine fabriek. De oprichter, een schoenmaker,
maakte er met enkele getrouwe personeelsleden voorwerpen van leer. Vooral
riemen en knopen. Dat kwam goed uit, want in die tijd kwamen kakikleurige
jassen met grote leren knopen in de mode. De knopen werden door vlijtige
thuiswerkers gevlochten uit smalle, geurig ruikende stroken leer. In de fabriek werden eerst de stroken op de
juiste lengte, breedte en dikte gebracht. Dan bracht een persoonslid met een
volkswagenbusje het materiaal naar de huizen met thuiswerkers en haalde de gisteren
gemaakte kant en klare knopen meteen op. Terug in de fabriek werden de knopen nog
voorzien van een metalen ringetje, gepoetst en ingepakt. Ze waren dan letterlijk
om door een ringetje te halen.
Ik was veertien, ging naar de
middelbare school en had veertien dagen kerstvakantie. Zoals in meer vakanties
was ik dit keer aan het werk in het knopenfabriekje schuin tegenover ons
ouderlijk huis. 's Morgens om half acht stopte ik mijn kaart in de klok en ging
aan het werk. Met een onderbreking van een uur wegens middagpauze en een
koffiepauze van een kwartier werd er tot vijf uur doorgewerkt.
De eerste dag werd ik door de
voorwerker aan een stansmachine gezet. Met een stevige tred op een pedaal kwam
er een vlijmscherp mes naar beneden dat stroken leer - die ik met mijn twee
handen precies op de goede afstand en de juiste maat gereed hield - doormidden
sneed. Links stond de mand met
ongesorteerd leer, rechts de mand met lange repen leer, alle in de juiste lengte
en breedte, klaar om door de thuiswerkers gebruikt te kunnen worden.
Op de middag van de eerste
dag gebeurde het onvermijdelijke. Mijn voet, al een beetje gewend geraakt aan
het ritme van de tred, had er even niet op gerekend dat mijn handen nog niet zo
ver waren. Met andere woorden: het mes sneed behalve de strook leer ook een
flardje van mijn rechterduim af. De
voorwerker zei dat ik buitengewoon veel geluk had gehad. Ik had mijn hele
rechterduim wel kunnen afhakken! De toegang tot de stansmachine werd mij
ogenblikkelijk streng verboden.
De kersttijd, vlak voor het
einde van het jaar, is de tijd om de balans op te maken. Hoeveel winst is er
dit jaar gemaakt? Hoe groot is de voorraad riemen van het type Blauw A4? Ook
deze vragen dienen te worden beantwoord.
De plaatsvervangend
hulpdirecteur van de fabriek verplaatste mij van de stansmachine naar de zolder
van het bedrijf. Daar lagen bergen leren knopen en stapels riemen in alle
mogelijke maten en soorten. De hulpdirecteur wees naar een berg knopen en zei:
"Ga die maar eens tellen. Schrijf het getal op een briefje en leg dat er
bovenop. Ben je klaar met de ene berg, ga je naar de volgende."
Daar zat ik dan. Op de
ijskoude zolder van een knopenfabriek. Op een dag in december. Te tellen tot ik
een ons woog. Op de eerste berg kwam een briefje met het getal 2356. Ik wist
het zeker, want ik had eerlijk, oprecht en zonder fout geteld.
Drie bergen deed ik die dag.
's Avonds thuis en 's nachts in bed lag ik nóg te tellen: 202, 204, 206, 208.
De volgende morgen begon ik met berg numero 4.
Maar ik had net als Tom Poes
een list verzonnen. Ik pakte een klein ijzeren bakje dat ik in een hoekje van
de zolder had zien staan. Hoeveel knopen zouden er in zo'n bakje kunnen? Een
afgestreken bakje bevatte 78 knopen. Daarna ging ik bakjes vullen, telde in
plaats van het aantal knopen het aantal bakjes, - bij ieder vol bakje een
streepje in het stof - en vermenigvuldigde dat getal met 78. Ik werkte
langzaam, omdat ik niet wilde dat men zou merken hoe ik zo vlug kon tellen.
Na veertien dagen kwam er een
einde aan het tellen. Overal op zolder lagen bergen knopen en stapels riemen met briefjes erop. Alles
was geteld en de voorraad was tot in de puntjes bekend. Alles in kannen en kruiken.
Het nieuwe jaar kon beginnen.

|