Wat denkt u dat erger is: (A)
van de ladder vallen bij het aardbeien plukken, of (B) onderuit gaan bij het
kalverschetsen?
Ik zal u een beetje op weg
helpen. (A) is een voorbeeldje van absurde Achterhoekse humor, dus dat zal het
wel niet zijn. (B) daarentegen is ook maar voor een gedeelte waar. Juist is de
bewering dat je op weg naar het
kalverschetsen onderuit kunt gaan. Want dat is mijn vrouw ooit overkomen,
weliswaar jaren geleden, maar toch. In een beijzelde, gladde bocht ging ze met
haar brommertje onderuit. Gelukkig zonder ernstig nadelige gevolgen. En het
werkwoord kalverschetsen bestaat inderdaad. Lees maar verder.
Tegenwoordig moet iedereen
zich kunnen legitimeren, ook de boerderijdieren op het platteland. De schapen
en zelfs de koeien in de mega-stallen. Daarom dragen ze ook van die
afschuwelijke gele oormerken. Binnenkort staat alle informatie digitaal op een
ingeplant chipje, dan zijn die gele flappen ook niet meer nodig. Niet iedereen
weet echter dat ook vroeger iedere koe of kalf al moest beschikken over een
paspoort. En omdat je met een kalfje niet even naar de drogist kunt gaan om een
pasfoto te laten maken, maakte mijn vrouw evenals haar vader, mijn
schoonvader dus - een tekening, een schets.
Ze deed dat voor het rundveestamboek of voor de onderlinge veeverzekering.
Gewapend met een voorbedrukt formulier en tekengereedschap ging ze naar de stal
of een weiland om het pasgeboren nieuw leven te portretteren. Op de grove
omtrek van het dier op het formulier werd ingetekend wat wit en wat zwart was.
Niet tot op de punt en de komma nauwkeurig, en het was ook niet nodig ieder
haartje en rimpeltje te kunnen zien, maar wel zo dat je aan de hand van de
getekende schets uit een kudde van honderd dieren het betreffende kalf kon
herkennen. Dát is m, zie je wel!
Een tweede voorbeeld van een
Achterhoekse schets, zij het van een geheel andere aard, laat ik u hieronder ook
nog even zien. Het is ook geen schets in de strikte betekenis: een vluchtige
tekening met potlood of houtskoolstift. Het is een ets, meer precies een
droge-naald ets. Als u klaar bent met het bewonderen ervan zou u wellicht
kunnen opmerken dat zoiets ook in West-Vlaanderen, de kop van Overijssel of in
de Krimpenerwaard te zien en te (sch)etsen is.
De maker geeft geen
geografische of topografische informatie. Hij benoemt de ets met de woorden opklarend
landschap na onweer. Maar wij herkennen ogenblikkelijk het Achterhoekse land,
ons deel van Gelderland, en de daarbij horende mentaliteit. Dreigend en somber,
op het melancholische af, maar niet zó dat het totaal overheerst. Wij zijn ons
bewust van de gevaren die ons omringen, maar altijd zijn er hoopvolle signalen
zoals het zonnetje dat door de wolken breekt.
In het midden zien we de geploegde voren zich naar de einder spoeden,
waardoor we weten dat de boer klaar is met het winterbed. En in het
boerderijtje maakt de boerin voorbereidselen voor de broodmaaltijd in de
namiddag: het vier-uur-eten. Roggebrood met spek.
De ets is gemaakt door mijn
getalenteerde, kunstzinnige jongste broer. Hij (de ets) hangt al jaren op een
opvallende plek in onze woonkamer en hoe langer hij er hangt, hoe mooier hij
wordt. Althans, dat vinden wij. Maar dat vindt u ook van het Gezicht op Leuven
(in olieverf) dat bij u boven de sofa hangt.


|