Een poosje geleden heb ik u
het spannende verhaal verteld van ons krielhennetje dat door een speling van
het lot plotsklaps werd opgezadeld met een kruisbek. (Zie eventueel het verhaaltje: 'Kris, kras, kruis' van 4 juni 2011.) Van de
een op de andere dag pasten de onder- en bovensnavel niet meer precies op
elkaar, maar gingen aan elkaar voorbij. Wij hebben daarvan notitie genomen,
maar verder niets ondernomen. Want wij zijn van het type dat de natuur in al
haar onvoorspelbare grootheid het liefst haar eigen gang laat gaan. Kome wat
komt, dachten wij, en zo dacht ons krielhennetje er ook over. Tot vorige week
donderdag.
's Morgens, toen wij buiten
verbleven, genietend van zowel onze ochtendkoffie als van het fantastische
weer, kwamen zij zoals gebruikelijk aanschuiven. Ik bedoel onze haan in
gezelschap van het kruissnavelhennetje. Als er wat te halen valt, zijn zij present.
De haan - met de gemakkelijk te onthouden naam HZN (Haan-Zonder-Naam) - is wat
terughoudend van aard, maar het hennetje eet rustig uit je hand. Deze
donderdagmorgen krijg zij van ons een brokje extra (koek). Wij wisten immers
niet dat dit de laatste keer zou zijn.
's Middags, zo tegen half
vijf, krijgen onze krielkippen een klein handjevol zaad. Zij kennen de
procedure: zij staan op dat afgesproken tijdstip mij al op te wachten bij het
fietsenhok waar ik het kippenvoer bewaar. "Waar is je partner?" vroeg
ik HZN die wat verloren naar mij omkeek. Hij gaf geen antwoord, niet verbaal en
niet nonverbaal. 's Avonds miste ik het hennetje in het nachthok.
Gisteren, vrijdag, heb ik ons
kruissnavelhennetje gevonden. Een hoopje zwarte veren onder de dennen. Ze was
dood. Bezweken aan de last van het snavelongemak? Wij zullen het nooit weten.
Voorzichtig heb ik haar opgenomen en ergens ondergronds - een gegraven kuil - opgeborgen.
Over drie weken groeit er weer gras op die plek en verliezen wij het hennetje
in haar ondergrondse verblijfplaats uit het oog. Maar niet uit onze
herinnering. Want wij hebben de foto's nog.
Dus nog één keer een plaatje
van ons hennetje. Samen met HZN, in haar glorieperiode. En eentje van onze
overgebleven haan HZN die zich voor deze gelegenheid met uitzondering van zijn
kop in het grijs heeft gestoken.

|