Over twee onleesbare boeken
wil ik u in dit niemendalletje iets vertellen. Hoewel, onleesbaar: u ziet twee
normale boeken, dat wil zeggen wat wij normaliter onder normaal verstaan. Witte
bladzijden dus, bedrukt met zinnen, woorden en letters. Af en toe bovendien voorzien
van een illustratie: een foto, een afbeelding, een schema, een grafiek, een
tekening. Wat beide boeken onleesbaar maakt, is louter subjectief. Het is de
taal waarin het boek geschreven is. Als dat uw moederstaal is, is er geen vuiltje
aan de lucht. Het gaat om de aantallen
lezers die iets begrijpen. Van het eerste boek zullen slechts weinig lezers
kunnen zeggen dat zij lezen en begrijpen wat de auteur hen wil zeggen. Van het
tweede boek weet de auteur dat zélf niet eens.
Laat ik proberen u uit de
droom te helpen. Het eerste boek is vers van de pers. Het heet Dinxperse grenspräötjes en is geschreven
in een moeilijk op te schrijven, laat staan te begrijpen Oost-Nederlands
dialect. Het bevat korte verhalen, jeugdherinneringen, die twee
leeftijdsgenoten onafhankelijk van elkaar hebben opgeschreven en afhankelijk
van elkaar samen in een boekje hebben gezet dat in november 2010 is verschenen.
Voor eenieder die gewend is dialect te lezen (misschien bovendien te spreken)
een fluitje van een cent. Maar voor niet-dialectkenners is de hier geschreven
taal een grote sta-in-de-weg. Net zo iets als iemand die mij in een Zuid-Fins
dialect uit de omgeving van Helsinki een
verhaal wil vertellen van een verdwaald rendier. Zoiets. Daar snap ik dus totaal
niets van.
Het tweede boek is nog
raadselachtiger. Het bevat niet-arabische, latijnse of romeinse lettertekens, maar
schichtige kronkeltekentjes die blijkbaar aan elkaar geschreven woorden en
zinnen vormen die je van rechts naar links moet lezen. De voor ons verkeerde
richting. Bovendien moet je dit boek van achteren naar voren lezen, wat het
raadsel alleen nog maar groter maakt. De taal waarin dit boek geschreven is, is
het farsi. Dat wordt bijvoorbeeld in Iran gesproken en geschreven.
Het is zoals het is, en ik
schaam me er ook niet voor. In beide boeken heb ik, uw nederige
verhalenschrijver, de hand gehad. Als een van twee auteurs namelijk. Het eerste
heb ik geschreven samen met een jeugdvriend, het tweede met een collega. Dat
tweede boek gaat trouwens over kenmerken van het primaire onderwijs (het
basisonderwijs) in een aantal Europese landen. Oorspronkelijk is het geschreven
in het Engels en een collega uit Iran heeft het vertaald in een ook voor de
auteurs onbegrijpelijke taal.
De plaatjes hieronder laten
de voorkanten zien. Eerst het Achterhoekse dialectboek, daaronder een stukje
van het Engelse titelblad en daar weer onder de voorkant van het boek in farsi.
Doe maar wat ik iemand altijd aanraad: ook al begrijp je er niets van, je kunt
het altijd bewonderen.


|