Wat een aneurysma is, weet u
waarschijnlijk wel. Het is, grofweg gezegd, een plotseling optredend scheurtje
in een (slag)ader waardoor het hart belemmerd wordt in zijn functioneren. Zo'n
scheurtje kan fatale gevolgen hebben, vertelt men. Dat mag dan wel waar zijn,
maar zolang men gezond is en zich gezond voelt, verwijst men (wijzelf bedoel ik
natuurlijk) deze belangrijke informatie naar de achtergrond. Totdat de
werkelijkheid je onverhoeds inhaalt.
Enkele weken geleden is mijn
jongere broer plotseling overleden. Tijdens het bezoekje van een vriendin werd
hij onwel, ging even op de bank liggen en verloor enkele minuten later het
bewustzijn. De kordate vriendin alarmeerde 112 en samen met de toegesnelde
buurvrouw begeleidden zij mijn broer naar het ziekenhuis. Daar overleed hij
enige uren later. De dokter zei tegen mij dat een aneurysma de vermoedelijke
doodsoorzaak was.
Mijn broer was een paar jaar
jonger dan ik. Hij was niet getrouwd, had geen partner en leefde alleen in een
van de Nederlandse provinciehoofdsteden. In zijn werkzame leven was hij
redacteur/boekverzorger bij enkele gerenommeerde Nederlandse
(wetenschappelijke) uitgeverijen.
"Je moet je dat zó
voorstellen", legde hij me uit. "Stel, jij hebt een belangwekkend
boek geschreven over een even belangwekkend medisch onderwerp. Bijvoorbeeld
over het ontstaan van een aneurysma. Je wilt dat deze kennis in boekvorm
beschikbaar komt voor een breed publiek. Dan ga je naar uitgeverij X te Y en je
vraagt daar naar mij. Samen met jou maak ik daar een prachtig boek van." Dat soort werk. Van een
stapel gedrukte of geschreven teksten een prachtig boek maken. Mooi werk dus.
Voor het overige was mijn
broer een dichter, een filosoof, een natuurmens, een poezenvriend, een
muziekminnaar met als bijzondere voorliefde de opera, een brievenschrijver, een
groot kenner en liefhebber van de schone kunsten - in het bijzonder de
schilderkunst - en daarnaast een aangename, aimabele en lieve tijdgenoot.
Hoewel hij alleen leefde - bij tijd en wijle was hij graag alleen - had hij
een grote schare van vrienden en kennissen met wie hij een uitgebreide
correspondentie voerde. Bovendien had hij een goed stel zorgzame buren met wie
hij 's avonds graag een goed glas wijn dronk.
Omdat wij tamelijk ver uit
elkaar woonden zagen mijn broer en ik elkaar weinig: hooguit enkele keren per jaar.
Maar wij legden bijna dagelijks e-mailcontacten. Ik mocht mijn broer en hij
mij. Dat is in alle verleden jaren hetzelfde gebleven. Ook uiterlijk gingen wij
op elkaar lijken. Men zei: hoe ouder je wordt, hoe meer je op je broer gaat
lijken. Dat zei men zowel tegen mijn broer als tegen mij. Dat de gelijkenis
groot was blijkt uit het volgende waar gebeurde verhaal.
Enige dagen na het overlijden
van mijn broer waren mijn vrouw en ik opnieuw naar zijn woonplaats gereden om
daar enkele dringende zaken te regelen. U weet hoe dat gaat. Bij het weggaan
staat mijn vrouw bij de buurman op de stoep om afscheid te nemen. Ikzelf sta op
het trottoir naast het geopende autoportier. Plotseling komt een (andere)
overbuurman achter mij langs naar zijn huis lopen en zegt in het voorbijgaan
tegen mij: "Dag buurman! Bent u weer een beetje hersteld? We zagen woensdag
de ambulance voor uw huis staan en vroegen ons af hoe het met u zou gaan."
Waarop ik zei: "Sorry buurman. Ik was het niet. Ik ben zijn broer. Uw
buurman is vorige week gestorven." De buurman schrok zeer, condoleerde mij
en haastte zich met duizend verontschuldigingen.
Hieronder ziet u mijn broer
die aan mijn vrouw de geheimen van zijn nieuwe digitale camera uitlegt. Men
zegt: hij lijkt erg op jou.
Dus zo zie ik er uit. Zo
ongeveer. Maar alleen uiterlijk natuurlijk.
|