terra's memories
Inhoud blog
  • Eind goed .....
  • Hanen en hun gekraai
  • streektaalboekje
  • Tijdverzetter
  • Vermist
  • Kosten en baten
  • Van heel ver weg naar heel dichtbij
  • NAGERECHT, TOESPIJS of TOETJE
  • FAQ
  • Pa's identiteit
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Aanbevolen adressen
  • Spinnenkop
  • opgeschreven herinneringen
    04-03-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bomen over bomen


    Een aantal jaren geleden stonden de Story, de Privé en hoe al die van pulp gemaakte en met dezelfde substantie gevulde bladen ook mogen heten, vol van het bericht dat prinses Irene gesprekken voerde met bomen. De in vorsten en vorstenhuizen geïnteresseerde societyliefhebbers waren meteen in twee kampen verdeeld: aan de ene kant stonden zij die met Irene meevoelden en anderzijds zij die hoofdschuddend de pagina’s van het pulpen gossipblaadje omsloegen. Als men mij had gevraagd: wat vind jíj ervan? dan had ik als zo vaak geantwoord: ik weet het zo net nog niet. Want zo lang ik leef, heb ik iets met bomen. Niet met bossen met bomen als kuddedieren, maar met individuele, onafhankelijke, zelfbewuste, solitaire bomen. Ik voer er geen gesprekken mee, maar ze laten mij niet koud.

    Zeker, mijn hele leven al houd ik van bomen en maak foto’s van hen. Het bewijs lever ik u op de voet. Onder dit verhaal staat twee keer dezelfde boom, een eerbiedwaardige beuk. Hij staat met een stuk of vijf soortgenoten aan de rand van een groot bos, het Anholtse Broek genaamd, daar waar het beekje (de zogenoemde zwarte beek) stroomt en de fietser haar tocht kan vervolgen op de asfaltweg in plaats van op het smalle, rulle bospaadje. Tussen de zwartwitte en de kleurige foto van dezelfde magistrale boom ligt om en nabij veertig jaar. De eerste zwart-witte foto is gemaakt met mijn eenvoudige Adox-kleinbeeldcamera; de kleurige tweede met mijn digitale alleskunner.

    Bomen hebben niet het eeuwige leven. Het mag dan waar zijn dat sommige Wodanseiken eeuwen trotseren, maar onze fruitbomen in de kleine boomgaard hebben nu na tachtig jaar allemaal het tijdelijke met het eeuwige verwisseld. Ze zijn dood, ze zijn óp, hun tijd is definitief voorbij. Tachtig jaar is trouwens ook een mooie leeftijd voor een goudrenet of voor een stoofperenboom. Populieren (peppels zeggen wij) leven hoogstens veertig jaar. Dan is het over en uit. Maar geen enkele populier maakt dat stadium mee. Ze zijn eerder gekapt en verwerkt tot lage of hoge klompen.

    Toen wij noodgedwongen van onze oude fruitbomen afscheid hebben genomen, waren er al plannen voor vervanging. Want een boomgaard zonder bomen is onbestaanbaar. Dus heb ik bij een kweker in de buurt een aantal appel-, pruimen- en kersenbomen alsmede enkele perelaars uitgezocht en geplant. Om ze te behoeden voor omvallen in hevige herfststormen heb ik bij ieder een steunpaal gezet.

    Steunpalen bij pas geplante bomen hebben hun voor- en tegenstanders. Voorstanders betogen dat een steunpaal nodig is om te voorkomen dat door onverhoedse bewegingen de tere wortels schade lijden. Bovendien zou de paal het aanslaan bevorderen. Tegenstanders zeggen dat dit wel waar mag zijn, maar dat ieder jong levend wezen, dus ook een boom, vanaf het begin geoefend moet worden in het omgaan met tegenslagen en tegenwind. Dus geen pampering, geen in-de-watten-leggerij of vertroeteling.

    Prinses Irene schijnt dus gesprekken te voeren met bomen. Dat doe ik persoonlijk zelden, maar ik kan me er wel iets bij voorstellen. Zelf leg ik graag mijn hand op een beukenstam en verbeeld mij dat iets van de sapstroom op mij overgaat. En toen onze pas geplante fruitbomen in de droge zomer van 2005 dreigden te verdrogen, kregen ze van mij iedere avond elk een gieter water. Dan legde ik mijn hand teder om hun dunne stammetje en zei: kom op, recht je rug, er komen best wel weer andere tijden.

    Het wemelt van spreekwoorden en zegswijzen waarin over bomen gesproken wordt. Daaraan kun je zien hoe groot de plaats is van de boom in ’s mensen leven. Ter afsluiting noem ik er een die tegelijk het leed van de bomenplanter aangeeft: boompje groot, plantertje dood.

    Nee dan mijn grote favoriet Martin Luther. Die sprak immers de volgende onvergetelijke woorden: als ik wist dat ik morgen zou sterven, zou ik vandaag een kind verwekken en een boom planten. Zo mag ik het horen.





    04-03-2013, 00:00 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (1 Stemmen)
    Tags:boom,bomen,fruitbomen,beukeboom
    26-02-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eh .... dinges, koeienvla

    De bekende ex-voetballer Youri Mulder (FC Twente, Schalke 04), zoon van de even bekende ex-voetballer (Ajax, Anderlecht), excellent schrijver en sidekicker Jan Mulder, vertelt over zijn favoriete voorleesverhaal. Het is het verhaal van de kleine mol die wil weten wie er op zijn kop heeft gepoept.
    Oorspronkelijk geschreven in het Duits onder de titel Vom kleinen Maulwurf, der wissen wollte, wer ihm auf dem Kopf gemacht hat (1989). De Engelse versie van 1994 verraadt nog meer de humoristische lading: The Story of the Litlle Mole who knew it was None of his Business. Ik laat nog even een fragmentje zien:

    Heb jij op mijn kop gepoept? vroeg de kleine mol aan de koe.

    Ik nee, hoezo? Ik doe dat zó! antwoordde de koe.

    (En ffflatsss, daar kledderde een grote bruingroene koeienvla naast de kleine mol in het gras. Hij was blij dat hij die niet op zijn kop had gekregen.)


    Van dit stukje fraaie tekst staat een alinea verder naar beneden de (Zuid)Afrikaanse vertaling van 2002. Die is overgenomen uit een boekje dat ik tijdens een werkbezoek aldaar van een bevriende collega kreeg. Het toont voor de zoveelste keer aan hoe prachtig, beeldend en grappig tegelijk het Afrikaans zich leent voor een kinderboek (en vanzelfsprekend niet alleen daarvoor).


    Het jy op my kop gedinges? vra hy vir die koei wat besig is om te herkou.

    Ek? Nee, nog nooit. Myne lyk só! antwoord die koei.

    (En-sjloep-sjlap-plerts daar ’n groot bruingroen pannekoek vlak langs die molletjie in die gras neer. Sjoe! Was hy bly dat was toe nie die koei wat op sy kop gedinges het nie!)


    Het meest getroffen ben ik door het woord ‘gedinges’. In plaats van het alles verklarende Nederlandse ‘gepoept’ geeft de Afrikaanse bewerking de voorkeur aan een versluierend ‘gedinges’. Om het raadsel op te lossen moet je het hele verhaal lezen. De kleine mol wil precies weten wie er op zijn kop je weet wel, eh …dinges, gedinges heeft.

    Eh … dinges is trouwens een staande uitdrukking uit de koker van Marten Toonder. Deze heeft het als stopwoord meegegeven aan de fameuze kunstschilder Terpen Tijn toen deze een portret van Heer Ollie B. Bommel schilderde dat, toen het klaar was,  bij de afgebeelde niet bijzonder in de smaak viel.

    De moraal van dit verhaal? Geen, behalve de opvatting mijnerzijds dat je de waarde van voorlezen niet genoeg kunt beklemtonen. Dat vindt Yoeri Mulder ook. En niet alleen tijdens de Nationale Voorleesdagen of de Boekenweek.

     

    Bron: Werner Holzwarth/Wolf Erlbruch: Die storie van die molletjie wat wou weet wie op sy kop gedinges het. (Kaapstad: Human & Rousseau, 2002)

     






    26-02-2013, 00:00 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (3 Stemmen)
    Tags:voorlezen,voorleesverhaal,Afrikaans,Zuid-Afrikaans
    18-02-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kinderboekfavoriet

    Natuurlijk weet ik nog wat mijn eerste leesboekje was. Hoe het heette, van wie ik het kreeg, wanneer, bij welke gelegenheid en wat ik ervan vond. Voordat ik u dat met alle respect aan uw neus ga hangen, moet ik zeggen dat ik, voor zover mijn geheugen reikt, altijd tussen boeken heb geleefd. En ook al kon ik nog niet lezen, ik herinner mij de klimpartijen in de boekenkast van mijn vader naar de tweede en derde plank waar de plaatjesboeken lagen. De kunstboeken met onbekende Duitse grootheden als Liebermann en Klimt, de boeken over de landen en volkeren van dit aardrijk (in zes delen bij elkaar geschreven en van plaatjes voorzien door een zekere J.A Hammerson) en natuurlijk de talrijke geschiedenisboeken, zoals daar was het tweedelig Huiselijk en Maatschappelijk Leven onzer Voorouders, door de hooggeleerde H. Brugmans en in 1915 bij Elsevier te Amsterdam uitgegeven. 1915! en tot op heden nauwelijks verouderd! (Maar dat kan natuurlijk ook aan het onderwerp liggen.)

    Maar laat ik mij terugbegeven naar de oorspronkelijke vraag en geen zijpaden bewandelen. Mijn eerste boek heette: Het avontuur van de wonderkippen en den bozen houthakker. De schrijver was een zekere K.B. Kok. Het boekje kwam van Bruna uit Utrecht. In welk jaar kan ik u niet meer zeggen omdat wij de harde voorkaft en enkele begeleidende eerste (titel)bladzijden zijn kwijtgeraakt. Het boek handelde over vier kippen, te weten Mie, Rie, Pie en Sophie (uit te spreken als Sop-hie) die slim voorkómen dat een boze buurman hen met een hakbijl een verder leven onmogelijk maakt. De beschrijving van de kippen vond ik zeer amusant. Die van de buurman met zijn hakbijltje minder.

    Mijn uitgesproken favoriet uit mijn eerste leesjaren was echter zonder enige twijfel de geschiedenis van Bolke de Beer. Geschreven door A.D. Hildebrand. Door het grote succes onder meer gevolgd door Bolke de Beer en Dorus Das en De zoon van Bolke de Beer. Ik heb het niet goed bijgehouden, maar ik denk dat het boekje Bolke en zijn betachteroverkleinzoon Bolletje nu aan zijn 23ste druk toe is. Hoe heb ik niet genoten van Bolke, woonachtig op de Veluwe, die zijn berenzusje ontvoert uit het circus dat toevallig Apeldoorn aandoet! En dan het meereizen met Bolke naar De Harz waar volgens iemand van de krant nog echte beren in het wild leefden! Hoe spannend was daar de eerste ontmoeting van Bolke met Katja, zijn latere eega!

    Bijna al mijn kinder- en jeugdboeken heb ik bewaard. Misschien vindt u het kinderachtig, maar ik mag er graag in bladeren en weer eens een paar bladzijden lezen. En dan maar denken wat je dacht toen je het boek voor de eerste keer las.

    Heeft het papieren (kinder)boek nog toekomst? Of zijn we binnenkort allemaal behalve aan de smartphone en de i-pad overgeleverd aan het e-book en de e-reader? Voor mij haalt niets het bij het papieren boek met de lekker ruikende drukinktletters en de prachtige kleurenplaten.

    Maar het gaat natuurlijk vooral om de inhoud. Die moet kloppen: spannend, ontroerend, ontregelend, interessant, leerzaam, opbeurend, wat u maar wilt, zijn. Dat geldt ook voor kinderboeken. Dat geldt vóóral voor kinderboeken. Want met lezen kun je niet vroeg genoeg beginnen.






    18-02-2013, 11:24 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:lezen,kinderboek,boeken
    03-02-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.glijIJZERS


    Vandaag, deze derde februari, regent het katten en honden (zoals de Engelsen zeggen). In plaats van dat het - gelet op de datum - vriest dat het kraakt, regent en mist het voortdurend. Sommige vogels komen niet meer buurten op mijn voederplankje, maar zijn bezig bij het plaatselijk reisbureau een nestplaats te reserveren waarna zij op zoek gaan naar een geschikte partner.

    Vandaag een week geleden maakte men zich op voor wéér een toertocht. Een reis per schaats over bevroren sloten, meren en kanalen, van de ene stempelplaats naar de volgende koek-en-zopietent. Je ziet goed ingepakte slierten van duizenden toertochtrijders door het landschap glijden, op hoge of lage noren, van enige spijs en drank voorzien, goed gemutst, met vrolijke ogen en rode neuzen. Je hoort de krassende schaatsgeluiden en hoort de mensen tegen elkaar zeggen: geniet van het ijs, maak een toertocht, benut nog vlug deze gelegenheid, want morgen dooit het.

    Schaatsen hebben we hier in de lage landen altijd gedaan. Zolang die lage landen bestaan en het door- en overstromende water bevriest. Aanvankelijk op benen botjes, later op Friese doorlopers met van die onmogelijke teen- en hakleren en dito linten om ze onder je schoenen te binden. Als kind - achter een stoel of gesteund door je vader - op wiebelende voeten lopend en glijdend. Tot je de slag te pakken had. En wanneer dat het geval was, was je voor je hele leven onder de pannen. Immers: wie eenmaal heeft leren schaatsen leert het nooit meer af.

    Dit jaar verliep alles iets anders. De winter duurde maar veertien dagen en voordat het ijs dik genoeg was om al die duizenden toertochtrijders te dragen waren er van die veertien al tien dagen voorbij. Iedereen zei dus: profiteer ervan nu het nog kan!

    Het gevolg was dat er zoveel toertochtrijders op kwamen draven dat er op de meren en plassen files ontstonden. En het gevolg dáárvan was weer dat mensen van het ijs weggestuurd moesten worden omdat het te gevaarlijk werd. Maar niet getreurd! Want daar komt over de dijk een tractor aangereden met een lange aanspan die je meeneemt naar de finish. Winter 2013.


    hieronder: ijspret anno 1677 (Avercamp), 1935 (Amsterdam-Noord) en 2013








    03-02-2013, 15:38 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    Tags:ijs,schaatsen,toertocht,ijspret
    18-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.HELDEN

    Situatie 1: Op een koude februari-avond fietst Jannes de Kluinder langs het kanaal wanneer plotseling de bestuurder van een auto die van de andere kant komt de macht over het stuur verliest waardoor de auto te water raakt. Jannes de Kluinder aarzelt geen moment: hij gooit zijn fiets aan de kant, springt in het ijskoude kanaal en bevrijdt de bestuurster (mevrouw Jansen-Grijsoord) uit haar hachelijke positie.

    Situatie 2: Op een koude februari-avond steekt Betty Jansen-Grijsoord al vroeg de open haard aan waarna zij zich voor de tv zet om naar haar favoriete programma Voice of South Holland te gaan kijken. Anderhalf uur en vijf reclame-onderbrekingen verder ziet zij dat haar favoriet Johnny the Clover (artistennaam voor Jannes de Kluinder) de finale wint.

     

    Sommige woorden verliezen in de loop van de tijd hun oorspronkelijke betekenis. Daar is op zichzelf niets op tegen: de taal is altijd in beweging. Nieuwe woorden komen en oude versleten uitdrukkingen verliezen hun betekenis en verdwijnen uit het gezichtsveld. Toen ik eens in Suriname iemand een bosje bloemen gaf, sprak zij over een 'ruiker bloemen'. Maar wie weet tegenwoordig nog wat een ruiker is?

    Sommige andere woorden verschuiven hun betekenis. Beter gezegd: zij verbreden hun betekenis. Neem bijvoorbeeld het woord 'held' Vroeger was een held iemand die met gevaar voor eigen leven het leven redde van iemand anders. Iemand die een oud vrouwtje uit een brandend perceel haalde was een held. En terecht. Tegenwoordig is iedereen die een beetje opvalt een held.

    Jannes de Kluinder uit situatie 1 is een echte held. Dit in tegenstelling tot zijn naamgenoot in situatie 2. Want wat die laatste doet heeft niets met gevaren voor eigen leven te maken. Dat hoop ik althans. Maar iedereen noemt hem wél een held!

    Zo is het: elkeen die maar een beetje (zeg maar rustig: een klein beetje) bijzonder is, noemen wij tegenwoordig een held. Zelfs de nationale figuren uit onze geschiedenisboekjes. Hieronder ziet u vijf nationale Nederlandse helden die zich voor deze gelegenheid in een batman-achtige uitrusting hebben gestoken. Aan u de eer (en voor de zeer geachte Vlaamse lezeressen en lezers een uitdaging) om deze geschiedenishelden met naam en toenaam te noemen. Als u meedoet moet u even de volgende alinea overslaan, want dáár staan de antwoorden.

     

    Prins Willem van Oranje - 1533-1584 (commentaar overbodig, want die kent iedereen)

    Willem Drees - bekend PvdA-staatsman en grondlegger van de AOW waarbij je van Drees trekt

    Thorbecke - beroemd Nederlands staatsman uit de negentiende eeuw

    Johan Cruijff - eminent voetballer en zakenman

    Michiel A. de Ruijter - admiraal en draaier aan een groot wiel

     

    Kijk, dat bedoel ik. Niemand zal ontkennen dat de vijf getoonde Nederlanders van eminent belang zijn geweest voor de samenleving in onze lage landen aan de zee. Maar noemen wij deze eerbiedwaardige personen 'helden'?

    U mag het zeggen want de Nederlandse taal richt zich naar degenen die haar uitspreken en gehoorzaamt hen. U hebt het voor het zeggen. En niet andersom.






    18-01-2013, 00:00 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:helden,vaderlandse geschiedenis,Nederland
    22-12-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Pikkedonker

    Nu ik u dit schrijf, schrijven wij 21 december: de kortste dag van het jaar. En omdat het vandaag zwaarbewolkt is en miezert, blijft het praktisch de hele dag donker. Veel mensen hebben een hekel aan het donker. Ik niet.

    Bijna integendeel: het donker is mijn vriend. Lichtelijk overdreven natuurlijk, maar toch met een kern van waarheid. Als u mij op een koude, pikdonkere winteravond met nieuwe maan vraagt om de krant uit de brievenbus te halen, waarbij u moet weten dat deze bus tweehonderd meter verderop aan de grote weg staat, dan straft u mij daarmee niet. Althans niet met de duisternis an sich. Ik weet de weg en vind ook zonder een hand voor ogen te zien vlug en soepel het juiste pad. Sterker nog, ik geniet ervan zo in het donker mijn weg te gaan.

    Natuurlijk begrijp ik dat velen de duisternis associëren met zaken als angst, afschuw, schrik, bedreiging, leed en ellende, ziekte en dood. Even vanzelfsprekend vind ik het dat velen niet meer in het donker over straat durven gaan, omdat aan alle kanten onheil schijnt te dreigen. Toch is dit op mij persoonlijk minder van toepassing. Natuurlijk verkies ik het licht boven het donker. En ik ben ook wel eens erg bang geweest ín het duister, maar ik heb nooit geen angst gekend vóór het duister. Het heeft waarschijnlijk te maken met een karaktereigenschap die zich al in mijn vroege jeugd heeft ontwikkeld.  

    Ik denk dat ik om en nabij vijf, zes was. Ooit heb ik toen een flard van een gesprek opgevangen dat mijn moeder had met een bezoekende vriendin. Het ging over mij, daardoor staat het gebrand in mijn herinnering. ‘Het is een aardig kereltje,’ zei Ma, ‘jammer alleen dat hij zo ontzettend driftig kan worden.’

    U kent misschien ook wel de emotie die je overvalt wanneer je denkt dat jou onrecht wordt aangedaan, wanneer je je zin niet krijgt, wanneer anderen voor hun beurt gaan terwijl jij toch aan de beurt was, en u voelt al wat dan komt. Een laaiend gevoel dat vanuit je lendenwervels via je ruggenmerg opstijgt naar je hoofd en culmineert in je kleine hersenen waar de emoties zetelen. Je wordt tegelijk bloedrood en witheet, verblindt totaal, en slingert alles wat toevallig voor de hand ligt door je schootsveld, zodat iedereen dekking moet zoeken. Als het met mij weer eens zo ver was dat ik met vorken en lepels ging smijten of een kleerhanger doormidden brak, ging mijn moeder over op rigoureuze maatregelen. Zij schakelde de duisternis in. Ofwel: ze sloot me op in een pikdonkere kast.

    Het was een ingebouwde muurkast op de eerste verdieping, aan het eind van de overloop. Er hing een penetrante geur van mottenballen omdat de wintercollectie er werd bewaard. Her en der stonden zakken en dozen met spullen die elders in de weg lagen. Op de grond een stuk zeil, geen lap stof om een schip over het water te verplaatsen, maar een stuk vloerbedekking met die onmiskenbare boengeur. Vertel mij niets, ik weet er alles van. Bij een driftbui deponeerde Ma mij in de kast en sloot de deur. Potdicht, maar niet op slot. Een dikke duisternis overstelpte mij, want de kast had geen enkele relatie met de buitenwereld. Elke twee minuten kwam Ma vragen of het over was en na een keer of vier was dat zo. Dan werd je vrijgelaten met het verzoek om je in het vervolg beter te gedragen. Daar in die pikdonkere kast, zittend op het zeil, met mijn rug tegen de muur, werden het donker en ik vrienden.   

    Nu begrijpt U waarschijnlijk ook hoe het komt dat ik het wel eens jammer vind dat je bijna nooit meer kunt spreken van een  complete duisternis. Want er is, ook bij ons in de afgelegen plattelandsgebieden, geen minuutje in een etmaal dat het écht donker is, ongeacht het jaargetijde, de weersgesteldheid en de toevallige stand van de maan. Ergens is er altijd en overal wel een lichtpuntje dat met de beste bedoelingen de reiziger lichtend helpt om veilig en gezond weer thuis te komen.

    Soms kan ik ’s nachts de slaap niet vatten. Dan sta ik op, loop zonder een lampje op te steken naar beneden om daar mijn zonden te overdenken. Als ik door het keukenraam kijk, zie ik op hemelsbreed driehonderd meter afstand om drie uur in de nacht een heldere straatlantaarn die niemand bijlicht. (De kleine foto beneden.) Het licht is zo sterk dat je praktisch de krant kunt lezen en niet bij wijze van spreken. De enige manier om de vriendschap met het donker te onderhouden is je ogen te sluiten. Zo ver zijn we van het duister vervreemd.

    Na de kortste dag is het spoedig Kerstmis: het feest van het licht. Daarom sluit ik af  met u prettige kerstdagen te wensen. Met licht in de duisternis.

     






    22-12-2012, 21:34 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:licht,donker,duisternis,kerstmis,
    10-12-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Reptielenrondje

    Iedereen kent de beroemde graficus M.C. Escher. Iedereen kent ook Eschers meest beroemde driedelige houtsnede, die van de Metamorphose (II) uit 1939. Een summiere beschrijving volstaat om te zeggen: o die, ja natuurlijk ken ik die. Een lange (4 meter) houtsnede met aan de uiterste linker- en rechterkanten het woord METAMORPHOSE. Gaande van links naar rechts of omgekeerd zie je de vormen veranderen. Vissen worden vogels worden reptielachtige dieren worden bijenraten worden velden op een schaakbord worden huizenblokken worden …

    Als ik het moet zeggen, ik ben tamelijk dubbelhartig in mijn opvatting over Eschers werk. De ene ziel in mijn borst geniet van de sublieme, vernuftige en mysterieuze veranderingen in het spel van lijnen en vormen. Mijn andere kant wordt er kregel van. Het is te gezocht, te bedacht, te mooi om waar te zijn. Geef mij dan maar een simpel, eerlijk landschapje met grazende koeien waarnaar je alleen maar hoeft te kijken en waar je niets bij hoeft te denken.

    Onlangs zat ik een boekje te lezen met beschouwingen over het werk van Escher toen ik bedacht dat er ergens bij ons op zolder nog een grote reproductie van dezelfde hand moest liggen. Niet die lange, smalle metamorphose, maar een andere beroemde. De daad bij het woord voegend en gewapend met een zaklantaarn toog ik naar boven om te gaan zoeken tussen de talloze dozen en zakken met spullen die je goed beschouwd al lang met het vuilnis had moeten meegeven.

    Ergens onder het schuine afdak, overdekt met een stoflaagje dat glinsterde in het lamplicht vond ik mijn bewaarmap. Zo’n grote grijze waarin je al je verzamelde reproducties bewaart voor het nageslacht. Ik bukte mij om de map tevoorschijn te halen en open te doen. Wat er toen gebeurde tart ieder voorstellingsvermogen.

    Een klein sierlijk diertje (salamander, hagedis?) was bezig de reproductie van Eschers Reptielen binnen te wandelen. Op deze litho zie je reptielen zich losmaken van het papier waarop zij zijn getekend. In een lange rij bewandelen zij vervolgens een route via een dierkundeboek, een driehoekig plankje, een veelvlakkige bol, een koperen bakje met sigaren en een Zwaluw-lucifersdoosje met het waarschuwend opschrift ‘Säkerhets Tandstickör’ terug naar het papier waar zij tot stof wederkeren om even later een hernieuwd rondje te maken. Naar kenners beweren onovertroffen getekend, niet zonder humor in beeld gebracht, en voorzien van een aantal symbolische elementen waarover wij ons hoofd kunnen breken omtrent hun betekenis. Het was duidelijk wat het oogmerk van het bezoekende reptiel was: het wilde ook eens ervaren hoe het is om zo’n rondreis te maken.

    Drie mogelijkheden dienen zich aan.

    (1)   Een reptiel uit de rij zegt: “Ga je gang, ritsen toegestaan”, houdt in en maakt plaats in de rij.

    (2)   De dieren in de rij herhalen ter plekke hun belofte dat zij nooit en te nimmer een ander dier in hun rij zullen toelaten.

    (3)   Het bezoekende reptiel wacht rustig af  tot iemand uit de rij even niet goed oplet en per ongeluk een gat laat vallen dat hij vlug en handig al tussenwringend opvult.

    Hoe het afloopt, kan ik u helaas niet vertellen. Ik zou het wel kunnen, maar zoals bij iedere Escher moet er wat te raden overblijven.

     

    Bron : M.C. Escher: Reptielen (1943) Litho, 334*386

     








    10-12-2012, 14:55 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Tags:Escher, reptielen, hagedis, lithografie
    20-11-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Grote schoonmaak

    U mag het best weten: ik kijk weinig tv. Dat komt niet alleen omdat ik door al dat geschrijf weinig tijd en energie kan spenderen aan de publieken of commerciëlen, hoewel dat zeker een rol speelt. Het komt ook omdat ik in de tijd gezien mij steeds minder blijk te kunnen concentreren op één bepaald iets. Een reportage, een speelfilm, een documentaire. Zaken waar ik vroeger voor thuis bleef; waarbij de tijd scheen stil te staan. Tegenwoordig kan weinig mij meer echt en vooral langdurig boeien, zelfs bij een fantastische pot voetbal dwaal ik na een kwartier af en zap naar iets anders dat evenmin mijn aandacht kan vasthouden. Eerst dacht ik dat het aan het tv-aanbod lag, dat zou immers kunnen, maar hoe langer hoe meer moet ik toegeven dat ik zelf de schuldige ben. Ongedurig, dat is het woord. Er is echter één programma dat ik zelden oversla. Dat is het onvolprezen Kunst en Kitsch.

    Het meest geniet ik van de van het tv-scherm afdruipende hebzucht van iemand die een Delfsblauwe aardewerken kom met een Chinees tintje heeft meegebracht en nu alleen maar één ding wil horen, namelijk de onvervangbare waarde die op de erfgenamen (meestal het kinderengebroed) afkomt. Alle andere belangwekkende informatie die de ter zake deskundige prijsgeeft, kan mevrouw Clarisse gestolen worden. Zij wacht slechts op het ultieme, door Nelleke van der Krogt subliem opgebouwde spannende moment dat bekend gemaakt wordt voor hoeveel euro het kommetje verzekerd moet worden.

    Spannend is ook het advies van de vriendelijke meneer van de klassieke schilderkunst vanaf de Gouden Eeuw tot en met Louis Quinze die steevast oppert om eerst maar eens te beginnen met een schoonmaakbeurt. Het doek is namelijk vergeven van stof, roet, sigarenrook en overig CO2-vergif dat zich met graagte aan het vernis heeft vastgemaakt. Ziet u het vóór u? Hij pakt een wattenstaafje en strijkt daarmee, nadat hij het stokje bevochtigd heeft met een of andere terpentinale geheime vloeistof, over een hoekje van het schilderij. En zie daar: eeuwen geleden geschilderde details worden plotseling weer zichtbaar!

    Nu wil het geval dat mijn kunstzinnige jongste broer mij enkele jaren geleden een op een kunstveiling opgeduikeld schilderij liet zien. Ongesigneerd, bedekt met het stof der eeuwen en voorstellende een (dienst)meisje dat zich in de lommer van de klimroos, die zich zo mooi achteloos langs de muur naar boven begeeft, heeft neergezet teneinde even wat slaboontjes af te halen. Het kan nog net voor het donker wordt, schijnt ze te denken. Aan haar voeten scharrelt een toom kippen op zoek naar iets eetbaars, want zoals iedereen weet gaat een kip nooit met een lege krop naar bed. Het lijkt een lauwwarme zomeravond, maar de schijn kan bedriegen, want kronkelt daar niet een sprankje rook uit de schoorsteen? (Scroll voorzichtig even naar beneden, naar het bovenste plaatje van de twee, dan begrijpt u wat ik bedoel.)

    Met mijn lekenoog zie ik dat bijna alles aan dit schilderij aanleiding is om het bij het grof vuil te zetten. De lijst ontbreekt, en wat erger is, daar waar vroeger waarschijnlijk een lijst gezeten heeft is overal langs de rand de complete verflaag verdwenen. Met huid en haar afgebladderd. Ook elders in het beeld dreigen stukjes verf van het doek af te vallen, daarbij stukjes voorstelling meenemend.  De schaduwpartijen zijn bruin, grijs en grauw en het lijkt mij sterk dat dát vanaf het begin de bedoeling van de onbekende schilder is geweest.

    Maar kijk nou eens goed, zeg ik tegen mijzelf. Zie je niet dat hier een meester aan het werk is geweest? Je moet kijken naar de details die ertoe doen. Hoe fijn is niet het meisje geschilderd! En die klimroos: fabelachtig, om maar helemaal niet te spreken van de manier waarop de kippen en de haan zijn geschilderd. In mijn ogen is dit een klein meesterwerk, en wanneer u zegt dat dit dan een kwestie is van mijn slechte ogen, dan trek ik mij daar niets van aan.

    Laten we het advies van de vriendelijke Kunst &Kitsch-deskundige opvolgen en om te beginnen proberen het schilderij schoon te maken. Maar hoe doe je dat zonder iets te beschadigen? Begin er niet zelf aan, zegt de deskundige, maar laat dat tegen een kleine vergoeding (droog brood bijvoorbeeld) doen door een expert. Maar dat moet je niet tegen Terra zeggen, want dat is zijn eer te na.

    Dus zocht ik diverse bronnen (boeken, paperassen, internetsites) naar hulp. Over hoe je een klassiek olieverfschilderij moet schoonmaken blijken bibliotheken gevuld te kunnen worden. Sommige betweters zweren bij het wattenstaafje met spuug (spi-je zeggen wij in ons beeldend dialect), anderen gebruiken een halve doorgesneden rauwe aardappel. Een enkeling beweert bij hoog en bij laag dat niets beter helpt dan roggebrood dat je eerst tussen je vingers tot een soort stopverf hebt gekneed. Het schijnt de kunst te zijn de bovenste laag vernis, en daarmee alle in de tijd opgelopen viezenis te verwijderen. De moeilijkheid is uitsluitend de vernis en niet de verf zelf aan te pakken.

    Met gedenatureerde 96procents alcohol en een wattenstaafje heb ik een poging gewaagd. Het is helemaal niet onmogelijk dat er nu iemand in het land opstaat en mij toevoegt: dat had je nu juist níet moeten doen. Had maar (en dan volgt een ander huismiddeltje) gebruikt. Na het schoonmaken heb ik het schilderij weer voorzien van een vers vernislaagje dat de beeldschone beeltenis beschermt tegen weer en wind. Bovendien heb ik het schilderij voorzien van een nieuwe lijst. Helemaal beneden ziet u het resultaat. De bovenste afbeelding is een scan van het grootste gedeelte van het schilderij. Het tweede plaatje is een uit de hand genomen foto. Ik heb geprobeerd alles zo natuurgetrouw op uw computerscherm te projecteren, zodat u het verschil kunt zien.

    Het grote voordeel van zo’n grote schoonmaak is dat je iedere vierkante centimeter van een schilderij grondig leert kennen. Al onder het schoonmaken vallen je dingen op die je eerst helemaal niet bemerkt had. Zoals die mooie ronde hoepeltjes om de duigen van de Jan Huygen-ton. Het nadeel is dat je weer vijfentwintig jaar moet wennen aan de nieuwe aanblik.

    Het schilderij? Mooi is het en mooi blijft het. Net als K & K.

     

     





    20-11-2012, 17:30 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:televisieprogramma, Kunst en Kitsch, schilderij, schoonmaak
    07-11-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ongerijmdheden, vooroordelen en rolpatronen

    Mannen, zo zegt de overlevering die ik tot voor kort zonder veel mitsen of maren voor waar heb versleten, zijn van oudsher jagers en vissers. Daartoe bevaren zij de visrijke wateren in de buurt van de Doggersbank of trekken jachterig door de bosrijke dreven van de Kaukasische driehoek. Beide, wat ik zou willen noemen lichaamsoefeningen, hebben geen of weinig sportieve waarde. Wil iemand de jacht als een sport betitelen, dan kan dat natuurlijk, maar niet nadat men het hert, de haas en/of het wilde zwijn eveneens van een dubbelloops jachtgeweer heeft voorzien inclusief munitie, in dit geval hagel. Desnoods hagelslag. Voor de visserij kunnen we eenzelfde redenering ophangen. Geen enkele vorm van visserij is sportief, in ieder geval niet vanuit de vis bezien. Of het nu de Groenlandse walvis, de zoute haring of de zalm met een kleine letter betreft.

    Volgens dezelfde, door sommigen als achterhaald betitelde overlevering deden vrouwen niet aan sport. Zij werden geacht te zorgen voor de voedselwinning en voor de verwerking daarvan tot eetbare waar. Vrouwen in de oudheid zorgden voor het zaaien en het maaien, zij oogstten (met dubbel t) en transformeerden die oogst door middel van kook- en braadactiviteiten in voedzame en smakelijke gerechten. In de herfst waren zij het die bramen en paddenstoelen verzamelden en het waren (dezelfde) vrouwen die tegen het einde van het jaar voor Sinterklaas speelden en drie weken later de kerstboom optuigden. (Of is het optogen?) Mannen kwamen pas terug van hun jachtige visserijen wanneer zij veronderstelden dat de vrouwen intussen het meeste werk al wel zouden hebben gedaan, zodat zij thuis meteen aan tafel konden.

    Soms dwingt het zien van een afbeelding je tot een innerlijke gedachtewisseling. Je bent immers tot in je haartoppen geconditioneerd en gehersenspoeld. Het is je met de paplepel ingegoten: mannen doen aan sporten als jagen en vissen en vrouwen koken de pot en voeden kinderen op. Dat is de rolverdeling zoals wij die kennen en in stand proberen te houden. Het zijn twee tamelijk recent aan het licht gekomen lichtbeelden die aanleiding geven tot een heroverweging. Tenminste, als zij de waarheid en niets anders dan de waarheid weergeven. Aan het eind van deze bijdrage staan de plaatjes afgebeeld die mij in verwarring brengen.

    De eerste, bovenste, afbeelding laat zien waartoe een vrouw in staat is wanneer de man haar toestaat sportieve prestaties te verrichten. Op professionele wijze, dat spreekt vanzelf. Dus om brood op de plank te verkrijgen. U ziet meteen dat zij erin slaagt het houten balletje door het ijzeren poortje te slaan, wat trouwens ook de bedoeling is. U ziet dat, ook al bent u volslagen a-sportief en een volkomen ignorant als het gaat om kennis van en ervaring met het edele croquetspel. Zet een aantal boogjes en poortjes op een grasparcours, geef een viertal vrouwen ieder een hamer en een houten bal-om-te-meppen, en u zult versteld staan van de sportieve prestaties die hier worden geleverd. Sterker: ieder vrouwenteam dat u op de been brengt is in staat een vergelijkbaar mannenteam te verslaan. Dat déze mevrouw professioneel bezig is ziet men meteen aan de kleding.

    Het tweede beeld is zo frappant dat ik eerst eens goed door mijn ogen moest wrijven om de waarheid onder die ogen te kunnen zien. Wij zien een vrouw aan het werk die op wonderbaarlijke wijze sport en broodwinning combineert. Met een zogenoemde negenoog of rivierprik als aas aan de haak vist zij op tarbot. Jawel tarbot, een platte platvis, aan de ene zijde wit (de onderkant), aan de andere kant versierd met een schutkleur. Groot, zwaar en berstensvol eiwitten, vitamines en andere gezondhouders. Wij kunnen helaas niet zien of deze dame beet heeft, maar haar houding en allure wijzen erop dat het in elk geval niet lang meer zal duren of het is zover.

    Beide voorstellingen zijn op treffende wijze gemaakt aan het begin van de vorige eeuw. Zij zijn afkomstig uit een wat wij tegenwoordig een meidenblad zouden noemen: een Duitstalig blad1) voor jongejuffrouwen. Over het fraaie portret van de tarbotvisserin wordt nog speciaal gezegd dat het afgebeelde meisje van Nederlandse komaf is.

    Het is hoog tijd om onze vooroordelen bij te stellen en onze rolpatronen te overdenken. Het eerste wat ik nu ga doen is afbeeldingen zoeken van dames die in de Canadese wouden op wisenten jagen en vrouwen die op Urker botters annex loggers haring en kabeljauw vangen. Ze moeten er zijn, alleen heb ik ze nooit willen zien. De mannelijke partners zijn intussen respectievelijk aan de Canadese afwas of, voor wat betreft de mannelijke Urker bevolking, bij de Lidl om de wekelijkse boodschappen te doen. (Enkelen blijven thuis en vouwen daar religieuze folders.)  

     

     

    1)  Das Kränzchen – Illustrierte Mädchen Zeitung. Fünfzehnte Folge – Stuttgart, 1906.

     

     






    07-11-2012, 00:00 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    Tags:vrouwen, vooroordeel, rolpatroon, satire
    07-10-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Toevalsverjaardag

    Misschien hebt u op dit blog in een van de verhaaltjes wel eens een stukje van mijn hand gelezen over het verschijnsel dat we aanduiden met de ingewikkelde term synchroniciteit. Dat lijkt inderdaad moeilijk te begrijpen en ingewikkeld te vatten, maar het tegendeel is het geval. Het is een fenomeen dat u en ik herhaaldelijk ontmoeten. Het verschil is dat het u niet, en mij wél opvalt.

    Waar gaat het om? Om twee gebeurtenissen die op zich niets met elkaar van doen hebben, die zich in twee verschillende contexten afspelen en die vaak op twee verschillende plaatsen op deze wereld plaatsvinden. Het punt is wel dat zij precies op hetzelfde moment geschieden. Dat noemen we synchroniciteit: het gelijktijdig plaats vinden van in feite twee afzonderlijke gebeurtenissen.

    Zonder een pakkend voorbeeld blijft dit verhaal wollig en onbegrijpelijk. Ik voldoe aan uw verzoek en presenteer u een pakkend voorbeeld. Het is mij ongeveer een maand geleden overkomen. Ik schilder u eerst even de contexten.

    (1) Op een donderdagavond, pas geleden, het was de 20ste september 2012, dacht ik eraan dat ik de volgende morgen niet vergeten moest een e-mailtje te sturen aan mijn oudste zoon om hem te feliciteren met zijn verjaardag. De naam van mijn zoon is Michiel.

    (2) Af en toe ontvang je al surfend over het wereldwijde internet een reclame voor het een-of-ander. Zoals voor een nieuwe i-pad die de firme Apple ons wil voorzetten. In die reclame zie je bijvoorbeeld hoe zo'n i-pad ook heel goed als agenda of notitieblok gebruikt kan worden.

    Dit zijn de twee contexten. Het een heeft niets met het ander te maken behalve dat het in beide gevallen gaat om een e-mailtje. Maar nu komt het bijzondere waarin beide gevallen op een niet na te vertellen manier aan elkaar gekoppeld worden.

     

    Op vrijdagmorgen, 21 september is het intussen, zet ik mij om tien uur 's ochtends voor mijn monitor met de bedoeling om als de computer klaar is met opstarten het eerst een mailtje te sturen aan mijn jarige zoon. Tijdens dat opstarten en surfen verschijnen allerlei reclames op mijn monitor. Opvallend is een reclame van Apple voor een nieuw uitgekomen i-pad die met korting te koop is. Je kunt deze i-pad ook goed als notitieblok gebruiken, zegt men. En wat zie ik op het begeleidende plaatje? Een foto van een i-padscherm. Daarop een i-pad met de notitie: vandaag: Michiels verjaardag!!! Nota bene!

    De firma Apple herinnert mij eraan dat ik niet moet vergeten mijn zoon te feliciteren met zijn verjaardag. Maar hoe weet Apple dat ik een zoon heb? Hoe weet men dat deze zoon Michiel heet? En hoe ter wereld weten de Amerikaanse i-padmakers dat mijn Nederlandse zoon uitgerekend vandaag jarig is? Op deze 21ste september?

    Dit nu is een mooi voorbeeld van synchroniciteit. Heel bijzonder en heel vreemd. Als je er tenminste gevoelig voor bent. Beslist u zelf: is dit nu toeval of kan dit geen toeval zijn?

     






    07-10-2012, 21:11 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:synchroniciteit,verjaardag,toeval,toevallig,gebeurtenissen
    24-06-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Enkel of dubbel?

    Het meervoud van enkel is enkels. De enkelen die dat zouden willen ontkennen worden op hun wenken bediend met een voorbeeld. - “Na twaalf jaar eredivisievoetbal en na dertig aanslagen op mijn enkels hou ik het voor gezien”, zei de spits en vertrok met de noorderzon. - Einde citaat.

    Enkel of dubbel, wat maakt het uit. Je hebt dubbele begonia’s en dubbelblind onderzoek. Enkel de aangepasten overleven, zegt de darwinist optimistisch. Dit quiltje is provisorisch vastgezet met een enkele steek, zegt mijn eega. Enkel en dubbel hebben beide recht van bestaan. De enige dubbele die met onmiddellijke werking moet worden afgeschaft is de dubbele fout bij de tennisservice. Bij geen enkele andere sport krijg je de gelegenheid een verprutste eerste opslag nog eens dunnetjes over te doen, zelfs niet bij rugby of  waterpolo. Onbegrijpelijk conservatief gedrag van de Old England Club, maar economisch wel te verantwoorden. Want een dubbele fout garandeert in ieder geval waar voor je geld, althans in tijd gemeten. Niemand gaat met een vrolijk gezicht naar huis wanneer een potje tennis al na twintig minuten klaar is met veertig aces en geen enkele dubbele fout (want die hebben we immers afgeschaft), terwijl de toegangsprijs onverminderd eveneens veertig euro betreft.

    Een heel apart geval is de enkel/dubbel-discussie bij bloemen en planten. Ik heb er weinig verstand van, maar wel veel oog voor. Vaak vind ik dubbele bloemen een typisch staaltje van ‘als het veel is, is het goed’. Terwijl het spreekwoord terecht luidt: ”niet het vele is goed, maar het goede is veel.” Een dubbele geranium wordt protserig door haar overdaad en hetzelfde geldt voor onze klaprozen die nu overal om ons huis in twee dagen tijds hun schoonheid laten zien. Kijkt u zelf hoe oneindig veel mooier een enkele klaproos is vergeleken met zijn dubbele naamgenoot. Tenzij u er anders over denkt.








    24-06-2012, 12:42 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:enkelbloemig,dubbelbloemig,enkel,dubbel,klaproos
    17-06-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoge tafelbelangstelling

    Wij hebben in onze woon/zit/leefkamer een nieuwe tafel. Dat is natuurlijk geen wereldschokkend nieuws, ware het niet dat de tafel op een bijzondere manier tot stand gekomen is. Een manier die zelfs hoogwaardigheidsbekleders deed opkijken!

    Het verhaal begint met een oude boom, een es, achter onze boerderij, die ten gevolge van ruilverkavelingen en andere misères het loodje heeft moeten leggen. Nu is de es een bijzondere boom, (volgens de oude Germanen zelfs een heilige,) maar dat was niet de reden dat mijn schoonvader jaren geleden de stam in acht tot twaalf centimeter dikke planken heeft laten zagen. Lengte drie-en-een-halve meter en zo'n veertig centimeter breed. Deze planken hebben zeker dertig jaar bij ons in een achterafschuurtje liggen drogen, totdat wij besloten een al lang geopperd plan te doen uitvoeren: we laten van dat essenhout een grote tafel maken voor onze huis/woon/leefkamer. Zo'n tafel waar je zonder van elkaar last te hebben de complete krant opengevouwen kunt lezen en op zon- en feestdagen met z'n achten kunt aanschuiven om te dineren.

    Dit voornemen is al die afgelopen jaren niet tot uitvoering gekomen. Totdat een vriend van onze jongste zoon er lucht van krijgt. Die vriend is in zijn vrije tijd een hartstochtelijk meubelmaker. Hij biedt aan voor een schappelijk prijsje de tafel wel te willen maken.

    Zo gezegd, zo gedaan. Wij lenen van de buurman een bestelbusje en sjorren met veel pijn en moeite de lange, zware brede planken op het dak. In plastic verpakt en goed vastgegespt. Daarna in een vliegende storm over de autoweg op weg naar de Wageningse fabriekshal waar onze amateur-meubelmaker z'n werkplaats heeft ingericht.

    Enkele weken later bericht de maker ons dat de tafel klaar is en opgehaald kan worden. En nog weer een paar dagen later wordt de uit elkaar genomen tafel naar de plaats van bestemming gebracht, vakkundig in elkaar gezet, waarna wij met rode oortjes van verbazing en bewondering naar een magnifieke essenhouten eettafel staan te kijken (afmetingen 2 bij 1 meter en 75 cm. hoog)  die vanaf heden onze woon/huis/leefkamer verfraait. We kunnen niet anders zeggen: de maker heeft eer van zijn werk. Op een foto ziet u hoe mijn jongste zoon en hijzelf bij een kopje koffie aan een keukentafel napraten over de gang van zaken. Let u even op  het gezicht van de maker, rechts.

    Want dat gezicht ziet u ook op de laatste foto, samen met dat van onze nu demissionaire minister-president Mark Rutte en de rector-magnificus van een Nederlandse universiteit. Ik wed dat zij net als wij met bewondering en verbazing naar onze nieuwe tafel staan te kijken.









    17-06-2012, 00:43 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:meubel,tafel,houtbewerking,minister-president,meubelmaker
    06-06-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Afstrepen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen
    Wat is de bovenste kleur van een wapperende Nederlandse vlag?

                   a)      rood

                   b)      wit

                   c)      blauw

                   d)     oranje

    Dit zou een item kunnen zijn uit een van de talloze quizzes die ons televisiebestel onveilig maken. Het is een niet al te moeilijke multiple-choice vraag. Het goede antwoord is gegeven, de vraag is alleen: welk van de vier? Iemand die een beetje van wanten weet, kent het goede antwoord. Het is ook een eerlijk item, want de vraag is zinnig en de kwisdeelnemer wordt nergens op het verkeerde been gezet. Zelfs met een zweempje humor. Een grapje. Want of de vlag wappert of niet heeft immers geen invloed op het antwoord.

    Het probleem voor een iedere deelnemer die echt niets van vlaggen en kleuren weet en verder ook van weinig toeten en blazen, is het achterhalen van het goede antwoord. Dat kan op twee manieren: gewoon gokken, dan heb je bij vier antwoorden in ieder geval 25% kans (en dat is volgens Linda de Mol héél véél). Een andere mogelijkheid waaraan slechts weinigen denken is het hardop en luid uitspreken van de vier alternatieven. U moest eens weten hoezeer de klank van wat je leest bijdraagt aan het opsporen van de betekenis! Het derde procédé wordt veel toegepast: het is de methode van het elimineren of afstrepen. Je loopt alle antwoorden stuk voor stuk na en besluit welk alternatief te zot is voor woorden en om die reden afvalt als zijnde het goede antwoord. Dus een streep erdoor.Uiteindelijk blijft het goede antwoord over.

    Wat de vraag over de bovenste kleur van de Nederlandse vlag betreft volgt hier de plausibele redenering van deelnemer meneer Jansen, een gepensioneerde ex-vutter met de schaapjes op het droge. Hij zegt: “Antwoord (a) rood kan het niet zijn, want dat had ik wel geweten; (b) wit is een onschuldige, onopvallende kleur, die stoppen ze nooit in een vlag, (c) blauw, weet ik zo een-twee-drie niet, maar het zou best kunnen of niet soms? (d) oranje is een voetbalclub, die is het zeker niet. Wat de volgende woorden betekenen weet ik niet, maar aldus eliminerend en deducerend kom ik toch uit bij alternatief (c).”

    Het antwoord blijkt helaas slechts bijna goed te zijn. Dus gaat de heer J. terug naar huis met een rood hoofd van schaamte, een troostprijs van 1000 euro en een lot voor een goedgelijkend doel.

    Terug naar het spelletje. Wij verheugen ons natuurlijk mee met de spelers die iets winnen en overladen met mensen die zo stom zijn het verkeerde alternatief te kiezen met spot en hoon. Zelf kijk ik graag naar de manier waarop alternatieven worden bedacht. Want dat is een kunst op zich. Stel dat je de volgende vraag wilt stellen: welke maand heeft nóg minder dagen dan september? Dan moet je bij het goede antwoord (februari, ik help u even) drie alternatieven zien te vinden die even aantrekkelijk zijn als het goede antwoord. Want naar een spelletje met alternatieven die kant noch wal raken kijkt geen hond. Ik stel twee mogelijkheden voor, en u zegt maar aan welke mogelijkheid u de voorkeur geeft.

    I. Welke maand heeft minder dagen dan september?

    -          kerstmis als oma op bezoek komt

    -          februari in een jaar dat de elfstedentocht wordt gehouden

    -          ramadan als voorganger van het suikerfeest

    -          augustus in een natte zomer

    II. Welke maand heeft minder dagen dan september?

    -          januari

    -          februari

    -          maart

    -          april

    Methode I valt af, want hier voelt iedereen zich zwaar in de maling genomen en dat pikt op den duur niemand. Als u kiest voor mogelijkheid II zit u waarschijnlijk goed, maar daar zit geen kraak of smaak aan. Nee, het vinden van goede alternatieven is geen peulenschil.

    Vroeger liet ik mijn studenten zélf wel eens een tentamenvraag maken (en die natuurlijk ook beantwoorden). Ik denk namelijk dat het zelf kunnen bedenken van een zinvolle vraag over de studiestof niet mogelijk is wanneer je de stof onvoldoende beheerst. Daarom ten slotte een niet helemaal serieus te nemen experimentje. Ik geef u vier alternatieven waaronder het goede antwoord. Aan u de opdracht een vraag te bedenken – niveau gemiddelde blogger/lezer - die bij één (en slechts één) van de vier antwoordmogelijkheden past. Onder de goede oplossers verloten wij een gratis lot van de Miljoenen-lotto. Succes!

    Vraag: ……………………….

    a)      Frans Banket

    b)      Herman Brood

    c)      Frits van Gebak

    d)     Christien Kadetje (geboren Appeltaart)

     

     


    06-06-2012, 22:40 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:quiz,multiple-choice vraag,weetjes,vraag en antwoord
    27-05-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Treinskiën

    Iedereen die wel eens met het openbare vervoer reist, kent de volgende situatie. Je zit bij het raam (van de trein, van de bus) zittend in de rijrichting (dus niet met je rug naar je bestemming) en kijkt naar het voorbijschuivende landschap. Je ziet het landschap dichtbij veel vlugger voorbijschieten dan landschap verder weg: het lijkt wel of dat laatstgenoemde landschap het landschap dichterbij aan het inhalen is! (Dit even terzijde.)

    Voor het volgende is het nodig je even een dubbele persoonlijkheid aan te meten. Je ene ik is degene die aan het raampje zit en naar buiten kijkt. Het andere ik bevindt zich buiten de trein, evenwijdig eraan en staande op een vreemdsoortig soort ski’s. U kent ongetwijfeld waterskiërs die, aan een lijn door een bootje voortgetrokken, zich al wedelend over het water voortbewegen. Hetzelfde gebeurt hier: uw andere ik zit met onzichtbare draden aan de trein verbonden, niet erachter zoals bij het waterskiën, maar dwars erop. Uw ene ik (die binnen zit) bestuurt met behulp van radiografische besturing uw andere ik (buiten) als de trein zich in beweging zet. Uw andere ik heeft nagenoeg dezelfde snelheid als de trein; dat kan dus een sukkeldrafje zijn van 10 km/uur, maar voor hetzelfde geld een topsnelheid van 140. Uw andere ik staat op ski’s die zelf weer boven het aardoppervlak zweven door middel van luchtdruk. Inderdaad, uw andere ik is even een hovercraft. Hij kan zich voortbewegen op diverse oppervlakken: water, weiland, een bospad, de spoordijk, alles is mogelijk. Vanuit de trein bestuurt uw ene ik uw andere ik. U kunt de snelheid enigszins manipuleren: even iets langzamer dan de trein en dan weer inhalen, dat kan. U kunt ook variëren in de afstand tot de trein: dichtbij, dichterbij of verder weg. De radiografische besturing reikt tot ongeveer 150 meter bezijden de spoorbaan. Door te spelen met de afstand-tot-de-trein kunt u obstakels vermijden en de juiste koers bepalen.

    Kunt u het tot dusver volgen? Dan is de rest een peulenschil. Drie zaken dienen nog te worden genoemd. Allereerst de mogelijkheid sprongen te maken. U beschikt in de trein over een joystick waarmee u uw andere-ik-buiten sprongen kunt laten maken over dingen die in de weg liggen. Zoals omheiningen om weilanden, kruisende verkeerswegen, walnotenhouten hekjes en afrasteringen. Denkt u eraan dat u hoogstens anderhalve meter hoog kunt springen en dat de lengte van uw sprong natuurlijk direct verband houdt met de snelheid van de trein. Met 100 km op de teller kunt u in het weiland achter de Wieringermeerpolder sprongen maken van wel 40 meter! Ten tweede wil ik u adviseren gebruik te maken van al aanwezige parallelwegen langs spoorlijnen. Zoals een spoordijk, een bospad onderaan het talud of een autoweg die evenwijdig aan de spoorlijn loopt. U kunt zich wellicht voorstellen hoe het is over de A73 te skiën tussen alle auto’s-in-de-file door! Vaak zult u verwezen worden naar de spoordijk zelf, bijvoorbeeld in de bebouwde kom waar het ondoenlijk is fatsoenlijk over de weg mee te skiën. Tenslotte vraag ik u als beginner de mogelijkheid te overwegen om te oefenen. Te beginnen in de weilanden, bijvoorbeeld langs de route Wolvega-Heerenveen. U kunt vaart maken op grasland, slootje springen en boerderijen links of rechts passeren.  Past u bij dat laatste wel op dat u niet in botsing komt met de boer die uitgerekend op dát moment met zijn trekker de hoek om komt!

    Wat deze tak van sport extra interessant maakt is de mogelijkheid met jezelf in competitie te gaan, vooral als u forenst. Wie herhaaldelijk hetzelfde traject aflegt, kan proberen zijn eigen record: zo lang mogelijk te blijven skiën, te verbeteren. Langzamerhand leer je de meest geschikte skiroute te vinden. Aanvankelijk zult u misschien slechts enkele honderden meters kunnen afleggen omdat u dan op een obstakel botst dat niet meegeeft. (Dat is overigens niet erg: u kunt even later zo weer opstappen.) Na enige oefening is het mogelijk kilometers af te leggen zonder noemenswaardige kleerscheuren.

    Heb je zelf ervaring op dit gebied? vraagt u. Kun je bogen op enkele succeservaringen of was alles kommer en kwel? Uw vraagt wijst op enige twijfel over het haalbaarheids- en waarheidsgehalte. Laat ik u dan vertellen dat ik de uitvinder van deze tak van sport ben en noodgedwongen over de nodige ervaringen beschik. Mijn grootste succeservaring dateert van september 2004. Ik heb toen praktisch het gehele NS-traject Wehl-Didam (voor de Vlamingen onder ons: een klein spoorlijntje in Oost-Nederland)  zonder haperingen, oponthoud of brokken meegeskied. Het grootste ongeluk dat mij ooit is overkomen gebeurde op de overweg bij het station Driebergen-Zeist (in een Intercity). Ik botste daar met een noodgang van 121 kilometer schoon aan de haak tegen de oplegger van een reusachtige vrachtauto die voor het andreaskruis met knipperlicht stond te wachten. Het was mijn eigen schuld. Ik had immers kunnen weten dat de intercity naar Arnhem van 13.20 vanaf Utrecht CS niet in Driebergen-Zeist stopt. Het zal niet meer gebeuren, dat beloof ik.






    27-05-2012, 13:43 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:reizen,openbaar vervoer,trein,spoorlijn,skiën,radiografie
    21-05-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nieuwe vriendschappen

    Staat u mij toe, lieve lezeressen en hooggeachte lezers, dat ik om te beginnen onze nieuwe vriend Pauwlus aan u voorstel. (de w in zijn naam is geen tikfout; hij is ermee geboren.) Pauwlus is ongeveer tien dagen geleden aan komen lopen. Onverwacht en onvoorbereid. Aanvankelijk was hij nog wat bedeesd en voorzichtig in zijn doen en laten, maar allengs begon hij zich thuis te voelen. Hij draait zijn rondjes rond onze boerderij, neemt af en toe een hapje van de goede gaven die de natuur hem voorzet en hij verheugt zich zeer wanneer de heer des huizes hem een beetje verwent met een handje gemengd graan.

    Ik dacht al dat onze nieuwe gast Pauwlus niet afkomstig was uit het land met de pauwentroon. Integendeel, ik vermoedde dat hij bij de buurman thuishoorde. Dus toog ik vijfhonderd meter verder naar diens woonstede en vroeg hem of Pauwlus tot zijn dierenbezit hoorde. Maar dat bleek niet het geval te zijn. Wel was Pauwlus - die toen nog Paulus heette - daar in die contreien gezien. "Jammer," zei mijn buurman, "want ik had hem graag gehouden, want het is een sieraad voor ieder erf." Wat ik geheel met hem eens ben. Ik vermoed nu dat Pauwlus er een van het trekkende en reizende soort is. Iemand die komt en gaat. Overal, maar vooral in die gebieden waar het hem bevalt.

    In ieder geval: Pauwlus woont nu bij ons. Maar het kant best zijn dat hij morgen zijn fraaie biezen pakt en vertrekt.

    Ondertussen is het goed om te weten dat wij van onze oorspronkelijke vijf kippen (twee heren en drie dames) er nog slechts één over hebben. Dat is HZN die voluit Haan-Zonder-Naam heet, zoals u ongetwijfeld nog zult weten. De andere krielen zijn óf door een roofvogel naar een andere wereld geholpen óf een natuurlijke dood gestorven, waarna ik ze met krilitaire eer heb begraven.

    HZN leeft nog; is zo te zien kerngezond en monter. Voor hem was de komst van Pauwlus iets om aan te wennen.

    Maar zie daar: het wonder geschiedde. HZN en Pauwlus kunnen samen door één deur. Ze zijn vrienden geworden. Althans, ze gunnen elkaar het licht van de zon en staan toe dat de ander ook eens een graantje meepikt. 's Morgens vroeg en 's avonds laat eten ze samen wat de pot schaft. Overdag lopen ze samen of alleen hun rondjes. Af en toe kraait HZN met zijn schorre, versleten stem, waarop Pauwlus antwoordt met een echte pauwenkreet die door merg en been gaat. "Als de pauw schreeuwt, komt er regen," zeggen mensen die verstand hebben van pauwenkreten.

    Een paar dagen geleden liet Pauwlus voor het eerst zien hoe mooi hij is. Dan zoekt hij eerst een mooi plekje uit, met een even mooie achtergrond. Vervolgens tilt hij zijn veren ten hemel en spreidt ze in de lucht. Wel, ik kan u zeggen: zoiets moois hebt u nog nooit gezien. Dit hemelse blauw en dit goddelijke groen: niet te geloven zo mooi! Dat vindt HZN ook, maar die zal het uit jaloersheid niet zeggen.










    21-05-2012, 21:46 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:pauw,krielkippen,boerderijdieren,vriendschap
    06-05-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GEZICHTSBEDROG


    De teleurstelling was van zijn gezicht af te lezen, vertelde iemand. Wij begrijpen deze zin, omdat wij ook van mening zijn dat iemands gelaatsuitdrukking boekdelen spreekt. Aan iemands gezichtsuitdrukking kunnen wij aflezen wat er zich in zijn of haar binnenste afspeelt. Denken wij te weten.

    Ja, dat denken wij. Maar is dat ook zo? Vroeger, ik bedoel tientallen jaren geleden, toen ik psychologie studeerde, leerde men mij dat er een gezichtstype bestond onder de naam "Lombroso-type". Een belangrijk gezichtskenmerk waren de doorlopende wenkbrauwen. Iemand met een gezichtsuitdrukking als die van Lombroso was, net als zijn naamgever, niet te vertrouwen. (Lombroso was een beruchte Italiaanse misdadiger.)

    Als u het mij vraagt: persoonlijk geloof ik hier niets van. Dat 's mensen gezichtsuitdrukking een weergave is van haar of zijn karakter. Gelooft u dat? Dat je aan iemands gezicht kan zien of die iemand te vertrouwen is of niet?

    Natuurlijk kan ik ook wel van iemands gezicht iets aflezen. Bijvoorbeeld of iemand blij of verdrietig is. Maar daarvoor heb je de psychologie niet nodig. Dat weet je zowiezo.

    Voor de oorlog (ik bedoel de tweede wereldoorlog en niet de tachtigjarige) had je een populair-wetenschappelijk tijdschrift met de veelzeggende titel LICHT. Mijn vader had een abonnement en wij hebben een paar jaargangen bewaard.  Ergens trof ik een twaalftal foto's aan met daarop een juffrouw die diverse gelaatsuitdrukkingen laat zien. Voordat u verder leest zou u eigenlijk naar beneden moeten scrollen om de gezichten te zien en te proberen bij iedere foto een label te zetten. U zult zien dat het meer een kwestie van smaak en toeval is dan een wetenschappelijke theorie.

     

    Het onderwerp blijft de mensen bezighouden. Een dezer dagen las ik dat iemand met een Aziatisch gezicht anders blij kijkt dan iemand met een blank europees gezicht. Het is maar dat u het weet. Beneden (plaatjes in kleur) ziet u wat men bedoelt. Links een blank europees gezicht, rechts een Aziatisch. Van boven naar beneden: blijdschap, walging en woede. "Bij walging en woede zit het verschil bij de mond en de ogen" staat er toelichtend bij. Misschien ziet u het. Ik niet.

    Zonder mij te beroepen op enige psychologische theorie, laat staat één met aantoonbare betrouwbaarheid en validiteit, beweer ik dat het niet mogelijk is precies en met 100% procent zekerheid iemands gemoedsstemming van diens gezicht af te lezen. Het is en blijft een speeltje van pseudo-psychologen.

     

    (De oplossing van de 12 gelaatsuitdrukkingen: 1 = angst met verrassing; 2 = de angst krijgt de overhand; 3= ontzetting; 4 = beheerste toorn; 5 = toenemende toorn; 6 = woede; 7 = verdriet; 8 = vreugde; 9 = verwachting; 10, 11 en 12: haat)







    06-05-2012, 17:58 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    23-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kroegspelletje - Deel II

     

    Een aanwijzing vooraf: kijk tijdens het lezen af en toe ook naar de verklarende foto's bij Deel I (nog verder naar beneden) dat over hetzelfde onderwerp gaat.

     

    Beloofd is beloofd. In dit Deel II geef ik antwoorden op vragen. Bijvoorbeeld op de vraag naar de belangrijkste spelregels van het kroegspel. Hoe wordt het spel gespeeld en hoe bepaal je wie winner en wie verliezer is? Vooraf een paar bijzonderheden.

    (1) Het ronde gat in de bovenkant moet precies in het midden zitten. Hoe groot het gat is, hangt af van de omvang van het pingpongballetje: dat moet er net doorheen kunnen.

    (2) In de achterwand slaat u - gecentreerd - tien rijen spijkers. Als volgt: de eerste rij met twee spijkers, de tweede rij met drie, de derde rij met vier, de vierde rij met vijf, de vijfde rij met zes, de zesde rij met zeven, de zevende rij met zes, de achtste rij met zeven, de negende rij met zes en de tiende rij ook met zes spijkers in de rij. De afstanden tussen de spijkers in de rij moeten gelijk zijn. De afstanden tussen de rijen is ook steeds dezelfde. De spijkers moeten zo rechtop mogelijk staan en precies onder elkaar. (Zie de foto.) Het gaat erom dat een pingpongballetje soepel tussen de spijkers door naar beneden kan vallen.

    (3) Als u een balletje boven het gat in de bovenplank loslaat, valt het naar beneden op de middelste spijker van de tweede rij. Dan gaat het rechts- of linksaf. En vervolgens naar beneden. Beneden wordt het opgevangen in een bekertje. Er kunnen zeven bekertjes op de benedenplank naast elkaar staan.

    Nu kan bewezen worden dat de kans dat het balletje ergens in het midden terecht komt groter is dan de kans dat het helemaal aan een van de zijkanten terecht komt. (Voor de liefhebbers: bij bijvoorbeeld 100 balletjes ontstaat een curve van Gauss.)  

    (4) Bij verreweg de meeste variaties is en blijft het een geluksspelletje. Het is een zestiende-eeuwse gokkast. Kracht, intelligentie, doorzettingsvermogen: het helpt niet bij winnen of verliezen. Geluk, dát heb je nodig.

    (5) De kast moet stabiel staan of hangen. Schudden of anderszins bewegen is streng verboden!

     

    Spelregels.

    Gemakkelijk genoeg: er bestaan geen vaste spelregels. De spelers in de kroeg bepalen - net voordat ze gaan spelen -  samen de regels. Er bestaan wel tientallen variaties.

     

    Variatie 1. (Waarschijnlijk de oudste en meest originele.) Spel met één bal per ronde en met één blanco beker.

    Aantal spelers: wisselend, tussen twee en tien.

    Inzet: bedrag per bal (in de pot)

    Iedere speler bepaalt vooraf zelf waar zijn beker komt te staan. Hij dropt één balletje. Degene wiens balletje in de beker terecht komt, wint de pot. Bij een gelijke stand volgt het zogenaamde kampen (nogmaals spelen door gelijk geëindigden) totdat één enkele winnaar overblijft. Bij het kampen hoeft niet extra te worden ingezet.  

     

    Variatie 2. Spel met een/meer ballen en alle zeven bekers. Genummerde bekers in de volgorde 1-2-5-10-5-2-1.

    Aantal spelers: wisselend, tussen twee en tien.

    Aantal ballen per beurt: volgens afspraak

    Aantal beurten/rondes: volgens afspraak

    Inzet: geen

    Score: totaal aantal beker punten

    Iedere speler dropt een of meer ballen. De getallen op de bekers waarin de balletjes terecht komen, wordt opgeteld en genoteerd. Diegene die na het aantal afgesproken  beurten/rondes de hoogste score heeft wint.

     

    Variatie 2a: Spelen om de laagste score.

    Variatie 2b: Iedere speler bepaalt zélf de volgorde van de bekers.

    Variatie 2c: Spelen met de gestippelde bal levert dubbele punten op.

     

    Variatie 3. Negentienen. Spel met een/meer ballen en alle zeven bekers. Genummerde bekers in de volgorde 1-2-5-10-5-2-1.

    Aantal spelers: wisselend, tussen twee en tien.

    Aantal ballen: te bepalen door de speler

    Inzet: geen

    Score: totaal aantal beker punten

    Iedere speler dropt een aantal ballen. De bedoeling is om in totaal negentien bekerpunten te scoren of zo dicht mogelijk daarbij. Wie boven de 19 komt, is af.

    Voorbeeld met vier spelers:

    A dropt met twee ballen 10 + 5 (en stopt) - Score 15 (voorzichtig)

    B dropt met drie ballen 5 + 10 + 1 (en stopt) - Score 16 (minder voorzichtig)

    C dropt met drie ballen 5 + 2 + 10 + 5 (is af) - geen score (overmoedig)

    D dropt met vier ballen 2 + 10 + 2 + 5 (en stopt) - Score 19 (winnaar van deze ronde)

    Wie als eerste driemaal verliest geeft een rondje.  


    Dus: maak het spel en speel het. Thuis of in de kroeg. Samen met vriendinnen/vrienden. Veel plezier!







    23-04-2012, 00:00 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:spelen,gokspelletje,kansspelen,kroegspel
    15-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kroegspelletje - Deel I


    Een aanwijzing vooraf: kijk tijdens het lezen af en toe naar de verklarende foto's hierboven en hierbeneden.

     

    Wie een beetje handig is, maakt hem zelf. Je moet wél van te voren weten wát je maakt, waarván je iets maakt, hoe je iets maakt, wat de bedoeling ervan is en waáróm je iets maakt. Het 'wanneer' is heel gemakkelijk: zoiets maak je in je vrije tijd.

    Wát? Ik maak een spelletje, een oud kroegspel. Het idee is niet geheel origineel, het stamt uit de zeventiende eeuw. Toen al werd het in een kroeg gespeeld. Er waren destijds nog geen gokkasten, maar dit apparaat begint er op te lijken. Het is een smalle kast (ongeveer 90cm hoog,  60cm breed en 10 cm diep) met aan de voorkant plexiglas. Op de achterwand zie je een aantal rijen spijkers. De bovenkant bevat een ronde opening. Het plexiglas aan de voorkant is onderaan open. Bij het spel horen een paar plastic bekertjes al of niet met cijfers erop, plus een drietal tafeltennisballetjes.

    Waarvan? Van hout uit de bouwmarkt, Van ijzer (voor de spijkers) en van milieuvervuilend plastic.

    Hoe? Simpel, je zaagt de wanden van het kastje op maat, tekent heel secuur aan waar de spijkers komen, slaat de spijkers recht in de achterwand en lijmt het geheel aan elkaar. Frees gleuven in de zijwanden en schuif het plexiglas (of gewoon glas) in deze gleuven. Zet dan de kast op zijn smalle kant met het plexiglas naar voren. De pingpongballetjes koop je bij een sportzaak en de plastic bekertjes maak je van half afgezaagde koffiebekertjes.

    Wat doe je nog meer? Zet een aantal stippen op een van de pingpongballetjes. Schrijf met een viltstift de cijfers 1, 2, 5 en 10 op een aantal bekertjes.

    Wat is de feitelijke gang van zaken? Je speelt dit spelletje met z'n tweeën of met meer. Je zet een aantal de bekertjes onder in de kast in het open gedeelte. Laat een balletje van boven door het gat naar beneden vallen en kijk in welk bekertje het balletje tenslotte terecht komt. Noteer het getal dat op dát bekertje staat. Dat is alles.

    Waarom? In mijn studententijd heb ik bij mijn studie psychologie onderzoek gedaan naar het spelgedrag van kinderen. Mijn vraag was: spelen kinderen wel met dit soort spelletjes? En: bij elk spel horen spelregels. Kunnen kinderen zelf spelregels bij dit spel (dat ze nog nooit eerder hebben gezien) bedenken?   

     

    VRAAGJE:

    Bij dit spel kun je winnen en verliezen. Hoe weet je wie gewonnen heeft? Dat is voor u een vraag en voor mij een weet. Denkt u er maar eens goed over na hoe het spelletje precies gespeeld wordt en wie er uiteindelijk als winnaar uit de bus komt.

    Bedenkt u zelf maar eens een paar spelregels. Over een week kom ik met Deel II van dit verhaal. Met de oplossing en antwoorden.

     





    15-04-2012, 00:00 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    Tags:gokspel,kroegspel,spelen,kinderspel
    06-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Als twee druppels water

    Wat een aneurysma is, weet u waarschijnlijk wel. Het is, grofweg gezegd, een plotseling optredend scheurtje in een (slag)ader waardoor het hart belemmerd wordt in zijn functioneren. Zo'n scheurtje kan fatale gevolgen hebben, vertelt men. Dat mag dan wel waar zijn, maar zolang men gezond is en zich gezond voelt, verwijst men (wijzelf bedoel ik natuurlijk) deze belangrijke informatie naar de achtergrond. Totdat de werkelijkheid je onverhoeds inhaalt.

    Enkele weken geleden is mijn jongere broer plotseling overleden. Tijdens het bezoekje van een vriendin werd hij onwel, ging even op de bank liggen en verloor enkele minuten later het bewustzijn. De kordate vriendin alarmeerde 112 en samen met de toegesnelde buurvrouw begeleidden zij mijn broer naar het ziekenhuis. Daar overleed hij enige uren later. De dokter zei tegen mij dat een aneurysma de vermoedelijke doodsoorzaak was.

    Mijn broer was een paar jaar jonger dan ik. Hij was niet getrouwd, had geen partner en leefde alleen in een van de Nederlandse provinciehoofdsteden. In zijn werkzame leven was hij redacteur/boekverzorger bij enkele gerenommeerde Nederlandse (wetenschappelijke) uitgeverijen.

    "Je moet je dat zó voorstellen", legde hij me uit. "Stel, jij hebt een belangwekkend boek geschreven over een even belangwekkend medisch onderwerp. Bijvoorbeeld over het ontstaan van een aneurysma. Je wilt dat deze kennis in boekvorm beschikbaar komt voor een breed publiek. Dan ga je naar uitgeverij X te Y en je vraagt daar naar mij. Samen met jou maak ik daar een prachtig boek van." Dat soort werk. Van een stapel gedrukte of geschreven teksten een prachtig boek maken. Mooi werk dus.

    Voor het overige was mijn broer een dichter, een filosoof, een natuurmens, een poezenvriend, een muziekminnaar met als bijzondere voorliefde de opera, een brievenschrijver, een groot kenner en liefhebber van de schone kunsten - in het bijzonder de schilderkunst - en daarnaast een aangename, aimabele en lieve tijdgenoot. Hoewel hij alleen leefde - bij tijd en wijle was hij graag alleen - had hij een grote schare van vrienden en kennissen met wie hij een uitgebreide correspondentie voerde. Bovendien had hij een goed stel zorgzame buren met wie hij 's avonds graag een goed glas wijn dronk.

    Omdat wij tamelijk ver uit elkaar woonden zagen mijn broer en ik elkaar weinig: hooguit enkele keren per jaar. Maar wij legden bijna dagelijks e-mailcontacten. Ik mocht mijn broer en hij mij. Dat is in alle verleden jaren hetzelfde gebleven. Ook uiterlijk gingen wij op elkaar lijken. Men zei: hoe ouder je wordt, hoe meer je op je broer gaat lijken. Dat zei men zowel tegen mijn broer als tegen mij. Dat de gelijkenis groot was blijkt uit het volgende waar gebeurde verhaal.

    Enige dagen na het overlijden van mijn broer waren mijn vrouw en ik opnieuw naar zijn woonplaats gereden om daar enkele dringende zaken te regelen. U weet hoe dat gaat. Bij het weggaan staat mijn vrouw bij de buurman op de stoep om afscheid te nemen. Ikzelf sta op het trottoir naast het geopende autoportier. Plotseling komt een (andere) overbuurman achter mij langs naar zijn huis lopen en zegt in het voorbijgaan tegen mij: "Dag buurman! Bent u weer een beetje hersteld? We zagen woensdag de ambulance voor uw huis staan en vroegen ons af hoe het met u zou gaan." Waarop ik zei: "Sorry buurman. Ik was het niet. Ik ben zijn broer. Uw buurman is vorige week gestorven." De buurman schrok zeer, condoleerde mij en haastte zich met duizend verontschuldigingen.

    Hieronder ziet u mijn broer die aan mijn vrouw de geheimen van zijn nieuwe digitale camera uitlegt. Men zegt: hij lijkt erg op jou.

    Dus zo zie ik er uit. Zo ongeveer. Maar alleen uiterlijk natuurlijk.

     






    06-04-2012, 20:55 Geschreven door terra38  
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:gelijkenis, familie,
    18-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Leren lezen / leren leren lezen

    Veel woorden schrijf je met één medeklinker aan het eind. Een paar hebben er twee en er zijn erbij die je met niet minder dan drie medeklinkers aan het eind schrijft. Zoals de woorden: markt en barst.

    Als u een eindje naar beneden 'scrollt' ziet u in voorbeeld 1 hoe jonge Nederlandse basisschoolleerlingen deze bijzondere woorden leren kennen en leren lezen. De juf helpt hen daarbij met behulp van een bladzijde uit een leesmethode. De kinderen leren enkele k/m/k/k/k/-woorden (k = klinker en m = medeklinker). De kinderen leren die woorden in een kort verhaaltje met tekeningetjes. Het is de bedoeling dat de kinderen straks - kijkend naar de plaatjes - vragen kunnen lezen en beantwoorden als: Wie klimt het hoogst? 

    Vaak, niet altijd, is het leren lezen op school moeilijk. Maar soms wordt het erg leuk. Bijvoorbeeld wanneer je met woorden spelletjes kunt doen. In voorbeeld 2 heeft een wel heel dom iemand de cijfers en letters verwisseld. Hij schrijft: ik d8 dat het half zeven was, maar het was pas half 6! Je kunt ook zinnetjes bedenken die onzin zijn en helemaal niet kunnen, zoals: de zwaan leest de krant en de kraai zwemt in de vijver. Want zulke dieren bestaan helemaal niet. Maar je kunt er wel om lachen natuurlijk.

    Bij het leren lezen op school hoort ook het voorlezen, het luisteren naar verhalen, het zelf schrijven van woorden en zinnen, maar ook het toneelspelen en het zingen. In voorbeeld 3 ziet u een bladzijde uit een prentenboek dat ook bij de leesmethode hoort. We zien hoe Lotte samen met haar grootvader een appeltaart gaat bakken. (Het recept is van grootmoeder.) De juffrouw leest de tekst (links beneden) en legt de moeilijke woorden op de verpakking uit. Wat is "zelfrijzend bakmeel"? Wat betekent: "1 liter"? Het mooiste komt nog. Straks komen er een paar vaders en moeders op school om samen met de klas een echte appeltaart te gaan bakken!

    Tot de mooiste herinneringen uit mijn beroepsleven horen de momenten waarop het ons lukte theorie en praktijk met elkaar te verbinden. Zodanig dat grote mensen (de juf op school) en kleine mensen (de kinderen op school) ervan profiteren. Zo heb ik (theoreticus die iets van het leren lezen afweet) jarenlang samengewerkt met een team van leerkrachten en schrijvers (lieden die de praktijk van het leesonderwijs van haver tot gort kenden) bij het ontwikkelen van een goede leesmethode waarmee de juf de kinderen kon leren lezen. En hoe groot was de voldoening wanneer de juffen tegen mij zeiden: "Heus, meneer Terra, als u eens wist hoe zeer wij genieten van deze manieren van lezen leren!" Dan kon ik, een van de auteurs en bedenkers van deze leesmethode, niets beters doen dan bevestigend te knikken en mij terug te trekken in een hoekje om vol trots en verlegenheid te genieten van het succes.

    Een goede theorie alleen is niet voldoende. Het is de kunst van het vak een goede theorie uit te werken in een goedwerkende praktijk. En aan de andere kant is er niets zo praktisch als een goede theorie.

    Naschrift: De leesmethode waarover het hier gaat heet "De Leessleutel". Niet de enige in het Nederlands/Vlaamse taalgebied, maar zonder twijfel een van de beste.

     







    18-03-2012, 21:35 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:leesonderwijs, lezen, leren lezen, leesmethode
    Archief per week
  • 05/04-11/04 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 23/11-29/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 29/06-05/07 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 25/11-01/12 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 10/09-16/09 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 11/12-17/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 07/12-13/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 31/12-06/01 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 26/12-01/01 2012
  • 12/12-18/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 08/08-14/08 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 11/07-17/07 2011
  • 04/07-10/07 2011
  • 27/06-03/07 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 09/05-15/05 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 25/04-01/05 2011
  • 11/04-17/04 2011
  • 04/04-10/04 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 21/03-27/03 2011
  • 14/03-20/03 2011
  • 28/02-06/03 2011
  • 21/02-27/02 2011
  • 14/02-20/02 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 24/01-30/01 2011
  • 17/01-23/01 2011
  • 10/01-16/01 2011
  • 03/01-09/01 2011
  • 20/12-26/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 25/10-31/10 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 04/10-10/10 2010
  • 27/09-03/10 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 06/09-12/09 2010
  • 23/08-29/08 2010
  • 16/08-22/08 2010
  • 19/07-25/07 2010
  • 05/07-11/07 2010
  • 21/06-27/06 2010
  • 07/06-13/06 2010
  • 31/05-06/06 2010
  • 24/05-30/05 2010
  • 17/05-23/05 2010
  • 03/05-09/05 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 19/04-25/04 2010
  • 12/04-18/04 2010
  • 05/04-11/04 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 15/03-21/03 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 01/03-07/03 2010
  • 22/02-28/02 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 11/01-17/01 2010
  • 28/12-03/01 2016
  • 14/12-20/12 2009
  • 23/11-29/11 2009
  • 09/11-15/11 2009
  • 02/11-08/11 2009
  • 19/10-25/10 2009
  • 05/10-11/10 2009
  • 28/09-04/10 2009
  • 14/09-20/09 2009
  • 07/09-13/09 2009
  • 24/08-30/08 2009
  • 17/08-23/08 2009
  • 10/08-16/08 2009
  • 03/08-09/08 2009
  • 20/07-26/07 2009
  • 13/07-19/07 2009
  • 06/07-12/07 2009
  • 29/06-05/07 2009
  • 15/06-21/06 2009
  • 08/06-14/06 2009
  • 25/05-31/05 2009
  • 11/05-17/05 2009
  • 20/04-26/04 2009
  • 06/04-12/04 2009
  • 30/03-05/04 2009
  • 23/03-29/03 2009
  • 09/03-15/03 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 23/02-01/03 2009
  • 16/02-22/02 2009
  • 09/02-15/02 2009
  • 02/02-08/02 2009

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Zoeken in blog



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs