U mag het
best weten: ik kijk weinig tv. Dat komt niet alleen omdat ik door al dat
geschrijf weinig tijd en energie kan spenderen aan de publieken of commerciëlen,
hoewel dat zeker een rol speelt. Het komt ook omdat ik in de tijd gezien mij
steeds minder blijk te kunnen concentreren op één bepaald iets. Een reportage,
een speelfilm, een documentaire. Zaken waar ik vroeger voor thuis bleef;
waarbij de tijd scheen stil te staan. Tegenwoordig kan weinig mij meer echt en
vooral langdurig boeien, zelfs bij
een fantastische pot voetbal dwaal ik na een kwartier af en zap naar iets anders dat evenmin mijn
aandacht kan vasthouden. Eerst dacht ik dat het aan het tv-aanbod lag, dat zou
immers kunnen, maar hoe langer hoe meer moet ik toegeven dat ik zelf de
schuldige ben. Ongedurig, dat is het woord. Er is echter één programma dat ik
zelden oversla. Dat is het onvolprezen Kunst en Kitsch.
Het meest
geniet ik van de van het tv-scherm afdruipende hebzucht van iemand die een
Delfsblauwe aardewerken kom met een Chinees tintje heeft meegebracht en nu
alleen maar één ding wil horen, namelijk de onvervangbare waarde die op de
erfgenamen (meestal het kinderengebroed) afkomt. Alle andere belangwekkende
informatie die de ter zake deskundige prijsgeeft, kan mevrouw Clarisse gestolen
worden. Zij wacht slechts op het ultieme, door Nelleke van der Krogt subliem
opgebouwde spannende moment dat bekend gemaakt wordt voor hoeveel euro het
kommetje verzekerd moet worden.
Spannend
is ook het advies van de vriendelijke meneer van de klassieke schilderkunst
vanaf de Gouden Eeuw tot en met Louis Quinze die steevast oppert om eerst maar
eens te beginnen met een schoonmaakbeurt. Het doek is namelijk vergeven van
stof, roet, sigarenrook en overig CO2-vergif dat zich met graagte aan het
vernis heeft vastgemaakt. Ziet u het vóór u? Hij pakt een wattenstaafje en
strijkt daarmee, nadat hij het stokje bevochtigd heeft met een of andere terpentinale
geheime vloeistof, over een hoekje van het schilderij. En zie daar: eeuwen
geleden geschilderde details worden plotseling weer zichtbaar!
Nu wil
het geval dat mijn kunstzinnige jongste broer mij enkele jaren geleden een op
een kunstveiling opgeduikeld schilderij liet zien. Ongesigneerd, bedekt met het
stof der eeuwen en voorstellende een (dienst)meisje dat zich in de lommer van
de klimroos, die zich zo mooi achteloos langs de muur naar boven begeeft, heeft
neergezet teneinde even wat slaboontjes af te halen. Het kan nog net voor het
donker wordt, schijnt ze te denken. Aan haar voeten scharrelt een toom kippen
op zoek naar iets eetbaars, want zoals iedereen weet gaat een kip nooit met een
lege krop naar bed. Het lijkt een lauwwarme zomeravond, maar de schijn kan
bedriegen, want kronkelt daar niet een sprankje rook uit de schoorsteen?
(Scroll voorzichtig even naar beneden, naar het bovenste plaatje van de twee,
dan begrijpt u wat ik bedoel.)
Met mijn
lekenoog zie ik dat bijna alles aan dit schilderij aanleiding is om het bij het
grof vuil te zetten. De lijst ontbreekt, en wat erger is, daar waar vroeger
waarschijnlijk een lijst gezeten heeft is overal langs de rand de complete
verflaag verdwenen. Met huid en haar afgebladderd. Ook elders in het beeld
dreigen stukjes verf van het doek af te vallen, daarbij stukjes voorstelling
meenemend. De schaduwpartijen zijn
bruin, grijs en grauw en het lijkt mij sterk dat dát vanaf het begin de
bedoeling van de onbekende schilder is geweest.
Maar kijk
nou eens goed, zeg ik tegen mijzelf. Zie je niet dat hier een meester aan het
werk is geweest? Je moet kijken naar de details die ertoe doen. Hoe fijn is
niet het meisje geschilderd! En die klimroos: fabelachtig, om maar helemaal
niet te spreken van de manier waarop de kippen en de haan zijn geschilderd. In
mijn ogen is dit een klein meesterwerk, en wanneer u zegt dat dit dan een
kwestie is van mijn slechte ogen, dan trek ik mij daar niets van aan.
Laten we
het advies van de vriendelijke Kunst &Kitsch-deskundige opvolgen en om te
beginnen proberen het schilderij schoon te maken. Maar hoe doe je dat zonder iets
te beschadigen? Begin er niet zelf aan, zegt de deskundige, maar laat dat tegen
een kleine vergoeding (droog brood bijvoorbeeld) doen door een expert. Maar dat
moet je niet tegen Terra zeggen, want dat is zijn eer te na.
Dus zocht
ik diverse bronnen (boeken, paperassen, internetsites) naar hulp. Over hoe je
een klassiek olieverfschilderij moet schoonmaken blijken bibliotheken gevuld te
kunnen worden. Sommige betweters zweren bij het wattenstaafje met spuug (spi-je zeggen wij in ons beeldend
dialect), anderen gebruiken een halve doorgesneden rauwe aardappel. Een
enkeling beweert bij hoog en bij laag dat niets beter helpt dan roggebrood dat
je eerst tussen je vingers tot een soort stopverf hebt gekneed. Het schijnt de
kunst te zijn de bovenste laag vernis, en daarmee alle in de tijd opgelopen
viezenis te verwijderen. De moeilijkheid is uitsluitend
de vernis en niet de verf zelf aan te pakken.
Met gedenatureerde 96procents alcohol en een wattenstaafje heb
ik een poging gewaagd. Het is helemaal niet onmogelijk dat er nu iemand in het
land opstaat en mij toevoegt: dat had je nu juist níet moeten doen. Had maar
(en dan volgt een ander huismiddeltje) gebruikt. Na het schoonmaken heb ik het
schilderij weer voorzien van een vers vernislaagje dat de beeldschone beeltenis
beschermt tegen weer en wind. Bovendien heb ik het schilderij voorzien van een
nieuwe lijst. Helemaal beneden ziet u het resultaat. De bovenste afbeelding is
een scan van het grootste gedeelte van het schilderij. Het tweede plaatje is
een uit de hand genomen foto. Ik heb geprobeerd alles zo natuurgetrouw op uw
computerscherm te projecteren, zodat u het verschil kunt zien.
Het grote
voordeel van zon grote schoonmaak is dat je iedere vierkante centimeter van
een schilderij grondig leert kennen. Al onder het schoonmaken vallen je dingen
op die je eerst helemaal niet bemerkt had. Zoals die mooie ronde hoepeltjes om
de duigen van de Jan Huygen-ton. Het nadeel is dat je weer vijfentwintig jaar
moet wennen aan de nieuwe aanblik.
Het
schilderij? Mooi is het en mooi blijft het. Net als K & K.

|