Veel woorden schrijf je met
één medeklinker aan het eind. Een paar hebben er twee en er zijn erbij die je met
niet minder dan drie medeklinkers aan het eind schrijft. Zoals de woorden: markt
en barst.
Als u een eindje naar beneden
'scrollt' ziet u in voorbeeld 1 hoe jonge Nederlandse basisschoolleerlingen
deze bijzondere woorden leren kennen en leren lezen. De juf helpt hen daarbij
met behulp van een bladzijde uit een leesmethode. De kinderen leren enkele
k/m/k/k/k/-woorden (k = klinker en m = medeklinker). De kinderen leren die
woorden in een kort verhaaltje met tekeningetjes. Het is de bedoeling dat de
kinderen straks - kijkend naar de plaatjes - vragen kunnen lezen en
beantwoorden als: Wie klimt het hoogst?
Vaak, niet altijd, is het
leren lezen op school moeilijk. Maar soms wordt het erg leuk. Bijvoorbeeld
wanneer je met woorden spelletjes kunt doen. In voorbeeld 2 heeft een wel heel
dom iemand de cijfers en letters verwisseld. Hij schrijft: ik d8 dat het half zeven was, maar het was
pas half 6! Je kunt ook zinnetjes bedenken die onzin zijn en helemaal niet
kunnen, zoals: de zwaan leest de krant en de kraai zwemt in de vijver. Want
zulke dieren bestaan helemaal niet. Maar je kunt er wel om lachen natuurlijk.
Bij het leren lezen op school
hoort ook het voorlezen, het luisteren naar verhalen, het zelf schrijven van
woorden en zinnen, maar ook het toneelspelen en het zingen. In voorbeeld 3 ziet
u een bladzijde uit een prentenboek dat ook bij de leesmethode hoort. We zien
hoe Lotte samen met haar grootvader een appeltaart gaat bakken. (Het recept is
van grootmoeder.) De juffrouw leest de tekst (links beneden) en legt de
moeilijke woorden op de verpakking uit. Wat is "zelfrijzend bakmeel"?
Wat betekent: "1 liter"? Het mooiste komt nog. Straks komen er een
paar vaders en moeders op school om samen met de klas een echte appeltaart te
gaan bakken!
Tot de mooiste herinneringen
uit mijn beroepsleven horen de momenten waarop het ons lukte theorie en
praktijk met elkaar te verbinden. Zodanig dat grote mensen (de juf op school)
en kleine mensen (de kinderen op school) ervan profiteren. Zo heb ik
(theoreticus die iets van het leren lezen afweet) jarenlang samengewerkt met
een team van leerkrachten en schrijvers (lieden die de praktijk van het
leesonderwijs van haver tot gort kenden) bij het ontwikkelen van een goede leesmethode
waarmee de juf de kinderen kon leren lezen. En hoe groot was de voldoening
wanneer de juffen tegen mij zeiden: "Heus, meneer Terra, als u eens wist
hoe zeer wij genieten van deze manieren van lezen leren!" Dan kon ik, een
van de auteurs en bedenkers van deze leesmethode, niets beters doen dan
bevestigend te knikken en mij terug te trekken in een hoekje om vol trots en
verlegenheid te genieten van het succes.
Een goede theorie alleen is
niet voldoende. Het is de kunst van het vak een goede theorie uit te werken in
een goedwerkende praktijk. En aan de andere kant is er niets zo praktisch als
een goede theorie.
Naschrift: De leesmethode waarover het hier gaat heet
"De Leessleutel". Niet de enige in het Nederlands/Vlaamse taalgebied,
maar zonder twijfel een van de beste.


|