Staat u mij toe, lieve
lezeressen en hooggeachte lezers, dat ik om te beginnen onze nieuwe vriend
Pauwlus aan u voorstel. (de w in zijn naam is geen tikfout; hij is ermee geboren.) Pauwlus is ongeveer tien dagen geleden aan komen lopen.
Onverwacht en onvoorbereid. Aanvankelijk was hij nog wat bedeesd en voorzichtig
in zijn doen en laten, maar allengs begon hij zich thuis te voelen. Hij draait
zijn rondjes rond onze boerderij, neemt af en toe een hapje van de goede gaven
die de natuur hem voorzet en hij verheugt zich zeer wanneer de heer des huizes
hem een beetje verwent met een handje gemengd graan.
Ik dacht al dat onze nieuwe
gast Pauwlus niet afkomstig was uit het land met de pauwentroon. Integendeel,
ik vermoedde dat hij bij de buurman thuishoorde. Dus toog ik vijfhonderd meter
verder naar diens woonstede en vroeg hem of Pauwlus tot zijn dierenbezit
hoorde. Maar dat bleek niet het geval te zijn. Wel was Pauwlus - die toen nog
Paulus heette - daar in die contreien gezien. "Jammer," zei mijn
buurman, "want ik had hem graag gehouden, want het is een sieraad voor
ieder erf." Wat ik geheel met hem eens ben. Ik vermoed nu dat Pauwlus er
een van het trekkende en reizende soort is. Iemand die komt en gaat. Overal,
maar vooral in die gebieden waar het hem bevalt.
In ieder geval: Pauwlus woont
nu bij ons. Maar het kant best zijn dat hij morgen zijn fraaie biezen pakt en
vertrekt.
Ondertussen is het goed om te
weten dat wij van onze oorspronkelijke vijf kippen (twee heren en drie dames)
er nog slechts één over hebben. Dat is HZN die voluit Haan-Zonder-Naam heet,
zoals u ongetwijfeld nog zult weten. De andere krielen zijn óf door een
roofvogel naar een andere wereld geholpen óf een natuurlijke dood gestorven,
waarna ik ze met krilitaire eer heb begraven.
HZN leeft nog; is zo te zien
kerngezond en monter. Voor hem was de komst van Pauwlus iets om aan te wennen.
Maar zie daar: het wonder
geschiedde. HZN en Pauwlus kunnen samen door één deur. Ze zijn vrienden
geworden. Althans, ze gunnen elkaar het licht van de zon en staan toe dat de
ander ook eens een graantje meepikt. 's Morgens vroeg en 's avonds laat eten ze
samen wat de pot schaft. Overdag lopen ze samen of alleen hun rondjes. Af en
toe kraait HZN met zijn schorre, versleten stem, waarop Pauwlus antwoordt met
een echte pauwenkreet die door merg en been gaat. "Als de pauw schreeuwt,
komt er regen," zeggen mensen die verstand hebben van pauwenkreten.
Een paar dagen geleden liet
Pauwlus voor het eerst zien hoe mooi hij is. Dan zoekt hij eerst een mooi
plekje uit, met een even mooie achtergrond. Vervolgens tilt hij zijn veren ten
hemel en spreidt ze in de lucht. Wel, ik kan u zeggen: zoiets moois hebt u nog
nooit gezien. Dit hemelse blauw en dit goddelijke groen: niet te geloven zo
mooi! Dat vindt HZN ook, maar die zal het uit jaloersheid niet zeggen.



|