Iedereen kent de beroemde graficus M.C. Escher.
Iedereen kent ook Eschers meest beroemde driedelige houtsnede, die van de Metamorphose (II) uit 1939. Een summiere
beschrijving volstaat om te zeggen: o die, ja natuurlijk ken ik die. Een lange
(4 meter)
houtsnede met aan de uiterste linker- en rechterkanten het woord METAMORPHOSE.
Gaande van links naar rechts of omgekeerd zie je de vormen veranderen. Vissen
worden vogels worden reptielachtige dieren worden bijenraten worden velden op
een schaakbord worden huizenblokken worden
Als ik het moet zeggen, ik
ben tamelijk dubbelhartig in mijn opvatting over Eschers werk. De ene ziel in
mijn borst geniet van de sublieme, vernuftige en mysterieuze veranderingen in
het spel van lijnen en vormen. Mijn andere kant wordt er kregel van. Het is te
gezocht, te bedacht, te mooi om waar te zijn. Geef mij dan maar een simpel,
eerlijk landschapje met grazende koeien waarnaar je alleen maar hoeft te kijken
en waar je niets bij hoeft te denken.
Onlangs zat ik een boekje te
lezen met beschouwingen over het werk van Escher toen ik bedacht dat er ergens
bij ons op zolder nog een grote reproductie van dezelfde hand moest liggen.
Niet die lange, smalle metamorphose,
maar een andere beroemde. De daad bij het woord voegend en gewapend met een
zaklantaarn toog ik naar boven om te gaan zoeken tussen de talloze dozen en
zakken met spullen die je goed beschouwd al lang met het vuilnis had moeten
meegeven.
Ergens onder het schuine
afdak, overdekt met een stoflaagje dat glinsterde in het lamplicht vond ik mijn
bewaarmap. Zon grote grijze waarin je al je verzamelde reproducties bewaart
voor het nageslacht. Ik bukte mij om de map tevoorschijn te halen en open te
doen. Wat er toen gebeurde tart ieder voorstellingsvermogen.
Een klein sierlijk diertje
(salamander, hagedis?) was bezig de reproductie van Eschers Reptielen binnen te
wandelen. Op deze litho zie je reptielen zich losmaken van het papier waarop
zij zijn getekend. In een lange rij bewandelen zij vervolgens een route via een
dierkundeboek, een driehoekig plankje, een veelvlakkige bol, een koperen bakje
met sigaren en een Zwaluw-lucifersdoosje met het waarschuwend opschrift
Säkerhets Tandstickör terug naar het papier waar zij tot stof wederkeren om
even later een hernieuwd rondje te maken. Naar kenners beweren onovertroffen
getekend, niet zonder humor in beeld gebracht, en voorzien van een aantal
symbolische elementen waarover wij ons hoofd kunnen breken omtrent hun
betekenis. Het was duidelijk wat het oogmerk van het bezoekende reptiel was:
het wilde ook eens ervaren hoe het is om zon rondreis te maken.
Drie mogelijkheden dienen
zich aan.
(1) Een reptiel uit de rij zegt: Ga je gang, ritsen
toegestaan, houdt in en maakt plaats in de rij.
(2) De dieren in de rij herhalen ter plekke hun belofte dat
zij nooit en te nimmer een ander dier in hun rij zullen toelaten.
(3) Het bezoekende reptiel wacht rustig af tot iemand uit de rij even niet goed oplet en
per ongeluk een gat laat vallen dat hij vlug en handig al tussenwringend opvult.
Hoe het afloopt, kan ik u
helaas niet vertellen. Ik zou het wel kunnen, maar zoals bij iedere Escher moet
er wat te raden overblijven.
Bron : M.C. Escher: Reptielen
(1943) Litho, 334*386


|