Redactie
Medjugorje België en Nederland
Chris De Bodt
(1958 - 2012)

medjugorjebn@gmail.com

Patty De Vos
Kasteelstraat 81
9180 Temse
België
patty.de.vos@hotmail.com

Dr. Guy Claes
Platanendreef 40
8790 Waregem
België
gclaes@scarlet.be

Henk
Twan Vereecken
Geertrui Schonken
Veerle De Caluwé
Anne Van Der Sloten
p. Alfons J. Smet
Broeder Joseph
Zoeken in blog

Medjugorje 2015 Medjugorje 2014 Medjugorje 2013 Medjugorje 2012 Medjugorje 2011 Medjugorje 2010

 

Voorlopig worden enkel de boodschappen gepubliceerd.
30-06-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.30 juni 2011
30 juni 2011

1. Medjugorje: De IIPG
[International Internet Prayer Group] [Deel 46]

Michael Jones

In mijn vredigheid vroeg ik God opnieuw om mijn woede te willen vergeven. Ik zei tot hem in stil gebed: "Weet u, Heer, deze mensen zijn verkeerd in hun handelen. Als ze ook maar één keer vriendelijk de vraag zouden stellen, zou ik mij ogenblikkelijk veraf verwijderen om voor hen plaats te ruimen." Op dat moment hoorde ik opnieuw rumoer: iemand van hen duwde mij opnieuw opzij, maar deze keer glimlachte ik en dacht ik bij mezelf: "Ik ben in vrede." Toen hoorde ik een stem in het Engels tegen mij zeggen: "Alstublieft." Ik opende mijn ogen, liet mijn gebed en voor mij bevond zich Ivan, één der zieners, met uitgestrekte handen naar de grond naast mij. Op die plaats werd hem door de Gospa gevraagd om te bidden.

Terwijl hij knielde en bad op de rotsen, keek ik rondom mij en vroeg me af of iemand anders wist dat Ivan zich hier naast mij bevond. Na het knielen, boog hij zich laag over de grond en verzonk hij nog dieper in gebed. Nog werd het heel donker en ik kon amper meer een vijftal meter verder zien. Op de een of andere wijze leek het mij of ik de enige was die wist dat Ivan zich hier bevond.

Plots riep iemand uit de gebedsgroep luidop in verschillende talen: "De Heilige Moeder gaat verschijnen, kniel allemaal neer alstublieft."

Ik voelde dat ik mij op een scherp stuk rots had neergeknield en voelde onmiddellijk de pijn, maar nog voor ik mijn houding kon aanpassen, stond Ivan [die nog steeds op zijn knieën sterk voorovergebogen zat] recht en hield zich daarbij aan mij vast. Ik had schrik om te bewegen en wou ook zijn gebed en visioen niet onderbreken. Zo bleef mijn linkerknie rusten op het scherpe stuk rots.

Bron: IIPG

Vertaling: Chris De Bodt

2. Dagboek van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 150]

Schrift 1

361. Heilige Drieëenheid, enige God, onbegrijpelijk is de grootte van Uw barmhartigheid jegens de schepselen en in het bijzonder jegens de arme zondaars. Gij hebt de onbegrijpelijke afgrond geopenbaard van Uw barmhartigheid die geen enkel verstand van mensen noch van engelen doorgrondt. Onze nietigheid en onze ellende verzinken in Uw grootheid, o oneindige Goedheid, wie zal U waardig loven? Is er een ziel die U in Uw liefde begrijpt? O Jezus, er zijn zo'n zielen, maar niet veel.

362. + Eens tijdens de ochtendmeditatie, hoorde ik deze stem: "Ik Zelf ben uw Begeleider, Ik was het, Ik ben het, en Ik zal het zijn en vermits ge Mij gebeden hebt om u zichtbare hulp te geven, heb Ik u dit verleend. Ik Zelf heb hem verkozen nog voor ge het gevraagd hebt, want zo vereist mijn werk het. Weet dat de fouten die ge jegens hem begaat Mijn hart kwetsen: Hoed u vooral voor uw eigenwil: de kleinste zaken moeten de stempel der gehoorzaamheid dragen."

Met een nederig en vernietigd hart bad ik Jezus om vergeving voor die fouten; ook aan mijn geestelijke begeleider vroeg ik vergeving en ik besloot liever niets te doen dan veel en slecht.

363. O goede Jezus, ik dank U voor de grote genade mij te laten inzien wat ik uit mezelf ben, ellende en zonde, niets meer. Uit mezelf kan ik maar een ding: U beledigen, o mijn God, want uit zichzelf kan de ellende niets anders dan U, o oneindige Goedheid, beledigen.

364. + Eens vroeg men mij om voor een bepaalde ziel te bidden. Ik besloot onmiddellijk een noveen te doen tot de barmhartigheid van de Heer, en aan deze noveen heb ik de versterving toegevoegd van tijdens de heilige Mis kettinkjes [53] te dragen aan de voeten. Ik deed deze versterving reeds drie dagen toen ik te biechten ging en aan mijn geestelijke vader zei dat ik deze versterving deed met zijn veronderstelde toestemming. Ik dacht dat mijn geestelijke vader er niets zou op tegenhebben, maar ik hoorde het tegendeel: zonder toestemming zult ge zelf niets ondernemen. O mijn Jezus, weerom mijn eigen wil, maar ik wil me door mijn falen niet laten ontmoedigen, ik weet goed dat ik ellende ben. Wegens mijn gezondheid kreeg ik geen toestemming, en mijn geestelijke vader verwonderde zich dat ik grotere verstervingen deed zonder zijn toestemming. Ik heb vergeving gevraagd omdat ik uit mijn eigen wil gehandeld heb of met veronderstelde toestemming en in de plaats daarvan heb ik een andere versterving gevraagd. Mijn geestelijke vader veranderde ze in een innerlijke versterving door tijdens de heilige Mis te overwegen waarom Jezus gedoopt werd. Voor mij was deze overweging geen versterving, want aan God denken is een zaligheid en geen versterving, maar het was wel een versterving voor mijn eigenwil, want ik deed niet wat mij bevalt, maar wat mij werd opgelegd, daarin bestaat de innerlijke versterving.

[53] Een kleine ketting die als boete aan de arm of de voet gedragen wordt.

Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken

3. Bijzondere reeks: De zeven niveaus van het liegen [9/9]

Wij liegen meer dan we denken. En dat is een deel van het probleem

De waarheid en de antichrist

Gods' minachting voor liegen is niet ongewoon [Hand. 12: 22]. Liegen is zondig, niet alleen omdat de Bijbel dit zegt. De Bijbel zegt dat liegen verkeerd is omdat onwaarheid de Waarheid schendt. Als Jezus de Waarheid is, is de leugen de antichrist. Als iedereen voortdurend zou liegen, zou er enkel chaos zijn. Geen gemeenschap. Gods' weg is dat mensen samen leven met elkaar in gemeenschap en ook in vereniging met God. Wanneer wij liegen verbreken wij onze binding met andere mensen en schenden onze relatie met God. God wil dat wij eerlijk zijn als een manier tot onderlinge verbondenheid niet enkel met Hem maar ook tot vreugde met de medemens.

Pastoor Bill Hybels zei eens iets in die zin dat pastoors die een dagboek bijhouden, niet in die val lopen. Deze verklaring is zinvol voor mij, omdat een dagboek bijhouden een middel is om zichzelf de waarheid voor te houden. Zolang wij onszelf niet beliegen, kunnen we er in slagen om uit de hoogste niveau’s van het liegen te blijven. Maar om uit de kleinere niveau’s van het liegen te blijven, hebben we mensen nodig waaraan we niveau #1 leugens opbiechten, wat mijn echtgenoot, Jim, en ik trachten te doen.

En natuurlijk kunnen we dagelijks de waarheid zoeken door aan te sluiten bij het gebed van Koning David: "Doorgrond mij, o God, en ken mijn hart, vors mij en ken mijn gedachten. Zie of mijn weg die van de goddelozen is. Leid mij op de weg die toekomst heeft." [Ps. 139: 23-24]

Vertaling: Lily Coolen

4. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 150]

Zesde Lezing: Over het eeuwig lijden en het ongelukkig lot

Deel 1: Als er geen eeuwige hel bestaat is er geen morele orde.

De basis van de morele orde is het absolute en essentieel verschil tussen goed en kwaad. Goed en kwaad verschillen essentieel omdat beiden verscheidene conclusies bieden en uitkomen op tegenstrijdige eisen. Maar, als we de eeuwige straffen afschaffen, monden deugd en ondeugd op hetzelfde einde uit. Een en ander bereiken via omwegen hun laatste doeleinde, namelijk de rust en het genot van Gods gelukzaligheid. Hetzelfde lot wordt het deel van degenen die het kwaad teweeg brachten als van degenen die tot op het einde het goede behartigden.

Er kan gezegd: Goed, maar het zal duizend of honderd duizend jaar eerder zijn voor de rechtvaardige en duizend of honderd duizend jaar later voor de goddeloze. "Welk belang?" Een boeteduur, hoe lang ook, maakt geen essentieel verschil uit voor het lot van een en ander. Tijdens ons korte en vluchtig leven, waar de ogenblikken nooit weerkeren zijn duizend of honderd duizend jaar een belangrijke tijdspanne. Maar zodra de mens de eeuwigheid is ingegaan is duizend of honderd duizend jaar zonder zin, het is minder dan een zandkorrel in de woestijn of een druppel water in de Oceaan. Denk aan een toekomst van lijden, willekeurig lang, verdubbel de jaren, stapel de eeuwen op, het verleden telt niet meer zodra het einde voor ieder gelijk is. Eens de straf voorbij zal de duur ervan, tegenover de eeuwigheid, als miniem overkomen en onbestaande lijken.

Bron: Abbé Arminjon

Vertaling: [Broeder Joseph]

5. Fatima in Lucia's eigen woorden: "De Oproepen" [aflevering 33]

Mijn God, ik geloof

Zo zien we dat het woord van Jezus Christus het woord van God is, omdat Jezus Christus gelijk is aan de Vader in alle opzichten en zegt: "Ik en de Vader zijn één." [Joh. 10:30]. Jezus Christus is waarlijk de Zoon van God die mens wordt in de schoot van de Maagd Maria door de Heilige Geest: "De heilige Geest zal over je komen en de kracht van de Allerhoogste zal je als een schaduw bedekken. Daarom zal het kind dat geboren wordt, heilig worden genoemd en Zoon van God." [Lucas 1:35]

Toen de Aartsengel Rafaël deze woorden bij de Aankondiging tot Maria richtte, verkondigde Hij de Goddelijkheid van de Zoon die als menselijk vlees in Haar schoot zou worden opgenomen en geboren worden om Zichzelf gelijk te maken aan ons, zichtbaar voor onze ogen en om zo het werk van de onze verlossing te kunnen vervullen.

Zodoende is Jezus Christus waarachtig zowel God als Mens. Zijn woord is het eeuwige leven voor hen die er naar luisteren en het ten uitvoer brengen. Dit woord verwerpen is hetzelfde als zijn eigen zin van de veroordeling uitkerven, want de Heer zegt ons: "Als iemand mijn woorden hoort maar ze niet bewaart, zal ik niet over hem oordelen. Ik ben immers niet gekomen om over de wereld te oordelen, maar om de wereld te redden. Wie mij afwijst en mijn woorden niet aanneemt heeft al een rechter: alles wat ik gezegd heb zal op de laatste dag over hem oordelen. Ik heb niet namens mezelf gesproken, maar de Vader die mij gezonden heeft, heeft me opgedragen wat ik moest zeggen en hoe ik moest spreken. Ik weet dat zijn opdracht eeuwig leven betekent. Alles wat ik zeg, zeg ik zoals de Vader het mij verteld heeft."

Vertaling: Chris De Bodt

6. Docudrama: Het Evangelie volgens Lucas [9/12]

Jezus van Nazareth, de Zoon van God, opgevoed door een timmerman. Het verhaal is gebaseerd op het Evangelie van Lucas. Het leven van Jezus, vanaf de miraculeuze geboorte uit een Maagd tot de roeping van Zijn apostelen: zijn openbare leven, zijn mirakelen, zijn opdracht. De film eindigt met Zijn dood bij de Kruisiging en Verrijzenis. Regisseurs zijn John Krish en Peter Spykes. Acteurs zijn Brian Deacon [Jezus] Richard Kiley [de stem van Lucas], Rivka Neuman [Maria], Joseph Siloach [Jozef] en Niko Nitai [Simon Petrus]. De film dateert uit 1979 en duurt 117 minuten.


7. Benoite, de herderin van Notre-Dame du Laus [Aflevering 65]

Hoofdstuk 3: Van Pindrau naar het gehucht Laus

De vallei van Laus

De historicus uit Gap, Juvénis geeft er een beknopte beschrijving van in 1672: "Het is een gehucht van Saint-Etienne d’Avançon dat in een vallei ligt met uitsluitend lastige toegangen. Het is een barre streek met weinig bebouwbare grond. Er zijn enkele inwoners in 7 of 8 huizen met een strodak."

M. Gaillard geeft een meer kleurrijke tekst: "De plek Laus is een klein voorplein, een soort afgelegen ruimte omringd door bergen in het westen en het noorden en ook oostwaarts. Om Laus langs de noordrand te bereiken dient er een kwartmijl duchtig gedaald. Oostwaarts is de afdaling korter en minder steil: ze kan te paard gebeuren. Zuidwaarts is de afdaling nog steiler: bijna onmogelijk om ze te paard te beklimmen vanaf beneden tot aan de bidruimte, maar ze is korter.

Het zicht op Laus vanaf de weg ten westen tot aan die zuidwaarts vertoont allemaal wijngaarden die een matige wijn opleveren, van mindere kwaliteit dat deze van Remollon of Valserres. Je ziet tot in het dal waar een bergstroom loopt die al het water van Chorges tot aan de Durance opvangt en dan de streek van Jarjayes bereikt. In het regenseizoen wast de bergstroom, de Rivier genoemd. Uitzonderlijk overspoeld deze de vallei en rukt dan planken en bruggen af van Laus tot Saint-Etienne, zodat de inwoners van Laus niet naar hun parochie voor de Mis kunnen, ten minste op zon- en feestdagen."

We merken drie details op: Er waren zeven of acht gezinnen in Laus. De gebedsruimte van Pindrau bestond al in 1710. De Avance stroomde vaak over en vormde de moerassen waarover al sprake. Het regende toen meer dan vandaag en het water vloeide gemakkelijk op de kale hellingen. Vandaar dat meer [laous in het plaatselijk dialect] dat zijn naam leent aan het dal van Laus en het water dat de Franches afstroomt opvangt: dan wordt het voorgoed een meer, veel groter dan de huidige vijver met de twee populieren en waarvan de overloop stilaan de bergengte had uitgegraven en waarlangs het gehucht, Fatigue genaamd, te bereiken is.

Vertaling: Broeder Jozef

8. Jezus' tijdgenoten [aflevering 279]

Josephus Flavius

In die tijd was er ene Josephus, de zoon van een vroedvrouw, die een groot aantal jongemannen had overgehaald om zich bij hem aan te sluiten. Hij richtte zich ook met verwijten naar de belangrijkste personen in Gamala, en bewoog hen om hun wapens op te nemen en tegen de koning in opstand te komen. Hij wekte bij hen de hoop dat zij op die manier hun vrijheid konden herwinnen. Sommigen dwongen ze daartoe en anderen die niet met hun besluit instemden, slachtten ze af. Zij brachten ook Charus ter dood, en samen met hem Jezus, een van zijn verwanten en de broer van Justus van Tiberias, zoals ik al heb verteld. De inwoners van Gamala stuurden mij ook een brief, waarin ze mij verzochten om een troepenmacht en werklieden te sturen voor de bouw van hun stadsmuren. Beide verzoeken stond ik toe. Ook de streek van Gaulanitis, tot aan het dorp Solyma, kwam tegen de koning in opstand. Ik liet ook een muur rond Seleucia en Soganni bouwen, dorpen die door hun ligging al vrijwel onneembaar waren. Daarnaast ommuurde ik op dezelfde manier verschillende dorpen in Opper-Galilea, hoewel die zelf al in rotsachtige omgeving liggen. Dat waren Jamnia, Meroth en Achabara. In Neder-Galillea versterkte ik ook de steden Tarichea, Tiberias, Sepphoris, en de dorpen, de Grot van Arbela, Bersoba, Selame, Jotapata, Kapharath, Sigo, Japha, en de berg Tabor. Ik legde in die plaatsen ook een grote voorraad graan aan en wapens, die later misschien voor hun bescherming zouden kunnen dienen.

De haat die Johannes, de zoon van Levi, mij echter toedroeg, werd steeds heviger, omdat hij er niet tegen kon dat het zo goed met mij ging. Hij nam zich dus voor om mij hoe dan ook uit de weg te ruimen. Daartoe ommuurde hij zijn geboorteplaats Gisala. Vervolgens stuurde hij zijn broer Simon en Jonathan, de zoon van Sisenna, samen met ongeveer honderd gewapende manschappen naar Jeruzalem, om Simon, de zoon van Gamaliel ertoe te bewegen om de burgerij van Jeruzalem over te halen mij te ontheffen van het bestuur over de Galileeërs, en ermee in te stemmen dat het gezag aan hem zou worden overgedragen. Deze Simon was geboren in Jeruzalem, stamde uit een zeer achtenswaardige familie en behoorde tot de sekte van de Farizeeën, waarvan wordt gezegd dat zij boven iedereen uitmunten in een precieze kennis van de wetten van het land. Hij was een bijzonder wijze en verstandige man, die in staat was om tactvol een beroerde stand van zaken ten goede te keren. Verder was hij een oude vriend en kameraad van Johannes, maar in die tijd hadden wij ruzie met elkaar. Nadat hij dat verzoek had gekregen, haalde hij de hogepriesters, Ananus en Jezus, de zoon van Gamala en een aantal van dezelfde oproerige partij over om mijn macht in te perken, nu die zo groot was geworden. Ze moesten niet uit het oog verliezen, zei hij, dat ik mij naar een glorieuze status aan het opwerken was. Hij voegde daaraan toe dat het alleen maar goed voor de Galileeërs zou zijn als ik daar van mijn functie werd ontheven. Ananus en zijn vrienden vonden dat zij de zaak niet moesten uitstellen, omdat ik anders voortijdig te weten zou komen wat er gaande was. Ze dachten dat ik dan met een grote legermacht zou oprukken en een aanval op de stad zou uitvoeren. Dat was het advies van Simon. De hogepriester Ananus maakte echter duidelijk dat het allemaal niet zo eenvoudig was, omdat veel hogepriesters en leiders van het volk het met elkaar eens waren dat ik mij een uitmuntende bevelhebber had betoond, en dat het een laaghartige daad zou zijn om iemand te beschuldigen, tegen wie zij niets kwaads konden inbrengen.

Vertaling: Broeder Joseph

7. Het sacrament van de Eucharistie [deel 14]

4. De Liturgische viering van de Eucharistie

De Mis van alle Eeuwen

Hoe de eucharistieviering in grote lijnen verloopt, daarover getuigt al in de tweede eeuw de heilige martelaar Justinus. Deze grote lijnen zijn tot op de dag van vandaag voor alle grote liturgische families dezelfde gebleven. Om uit te leggen wat de Christenen doen, schrijft hij rond 155 het volgende aan de heidense keizer Antoninus Pius [138-161]: Op de dag die 'dag van de zon' genoemd wordt, komen alle bewoners zowel van de steden als van het platteland op eenzelfde plaats bijeen.

Er wordt gelezen uit de gedenkschriften van de apostelen of de geschriften van de profeten, voor zover de tijd het toelaat.

Wanneer dan de lector de lezing beëindigd heeft, spreekt hij die voorgaat, een woord van vermaning en aansporing om al dat goede in praktijk te brengen.

Vervolgens staan wij allen gezamenlijk op en spreken onze gebeden uit voor onszelf [...] en voor allen die elders zijn. Wij bidden dat wij waardig bevonden zullen worden, nu wij de waarheid hebben leren kennen, door onze goede daden te tonen, dat wij goede burgers zijn, die de wetten gehoorzamen en wij zo de eeuwige zaligheid ontvangen.

Nadat het gebed beëindigd is, groetten wij elkaar met een kus.

Dan wordt aan de celebrant brood en een beker water en wijn gebracht. Nadat hij deze ontvangen heeft, brengt hij lof en eer aan de Vader van het al door de naam van de Zoon en de heilige Geest en hij spreekt een lange dankzegging (gr. eucharistia) uit voor hetgeen wij van Hem mochten ontvangen. Wanneer hij de gebeden en dankzegging heeft beëindigd, zegt heel het aanwezige volk: Amen. [...]

En wanneer de celebrant de dankzegging heeft beëindigd en heel het volk heeft ingestemd, dan geven zij die bij ons diaken worden genoemd, aan ieder die aanwezig is, van het eucharistische brood en de wijn en het water. Zij brengen het ook aan de afwezigen.

De liturgie van de eucharistie verloopt volgens een fundamentele structuur die door de eeuwen heen tot op vandaag bewaard gebleven is. Ze ontvouwt zich in twee grote delen die een wezenlijke eenheid vormen: de samenkomst, de dienst van het woord, met de lezingen, de homilie en de voorbede. De dienst van de eucharistie, met de aanbieding van brood en wijn, de consecratorische dankzegging en de communie.

De dienst van het woord en de dienst van de eucharistie vormen samen 'één daad van eredienst'. De tafel die in de eucharistie voor ons wordt ingericht, is inderdaad tegelijk die van het woord van God als die van het lichaam van de Heer.

Is dit trouwens ook niet het verloop van het paasmaal dat de verrezen Jezus met zijn leerlingen nuttigde? Onderweg verklaarde Hij hun de Schriften en toen Hij met hen aanlag, nam Hij brood, sprak de zegen uit, brak het en reikte het hun toe'.

Anne Van Der Sloten

8. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 107]

Hoofdstuk 2: Johannes De Doper tot het doopsel van Jezus

Tweede doopplaats: het fameuze gezantschap uit Jeruzalem [Joh. 1: 19-28]. Zieken en heidenen laten zich dopen.

25 juli tot 14 augustus. In de namiddag van 25 juli was Emmerich nauwelijks ingesluimerd, of zij zegde in gewestspraak met de eenvoud van een kind: "Nu will ik tot Johannes gon, to de Mann am Jordan, do is beter as hie bi min Suster," enz. [Bemerk hoe haar dialect meer op ons Vlaams gelijkt dan op het Hoogduits.]

Zij vervolgde: De doopplaats is tussen Jericho en Bethogla aan de Jordaan. Johannes spreekt over de nabijheid van de Messias. Er zijn een honderdtal mensen bij hem, leerlingen en vele heidenen. Deels arbeiden zij aan de inrichting van de plaats en aan de oprichting van de hut, deels luisteren zij naar Johannes' redevoering over de nabijheid van de Messias.

Men heeft het [nl Joh.1: 28] mis verstaan, wanneer men meent dat de Voorloper doopt bij Batabara, dat over de Jordaan ligt, want de woorden "hij doopt bij Betabara over de Jordaan" zijn zo te verstaam. Hij doopt tegenover Betabara, een weinig stroomopwaarts [iets meer noordelijk], een paar uren van Jericho en Bethagla.

9. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen

Profetie 105: Fides Intrepida [Onversaagd Geloof]

Pius XI [1922-1939]

Echte naam: Ambrogio Damiano Achille Ratti [Desio, 31 mei 1857 - Rome, 10 februari 1939]

Op 20 december 1879 werd Achille Ratti in de Sint-Jan van Lateranen, in aanwezigheid van onder meer zijn vader en broer Fermo, gewijd tot priester. Hij bleef in Rome om zijn verschillende studies af te maken. In 1882 studeerde hij af in drie disciplines: filosofie [aan de Pauselijke Universiteit Sint Thomas van Aquino], kerkelijk recht [aan de Pauselijke Universiteit Gregoriana] en theologie [aan de Università degli studi di Roma].

Op verzoek van de aartsbisschop van Milaan keerde Achille in 1882 terug naar het aartsbisdom, waar hij aangesteld werd als parochiepriester in Barni, een kleine plaats aan het Comomeer. Tevens werd hij aangesteld als professor in de Dogmatische Theologie aan het grootseminarie te Milaan.

Hij werd prefect van de pauselijke bibliotheek in 1914, pauselijk nuntius voor Polen in 1917. Op 3 juli 1919 werd hij gekozen tot titulair aartsbisschop van Lepanto. In 1921 werd hij kardinaal-aartsbisschop van Milaan in 1921. Als titelkerk werd aan hem de Santi Silvestro e Martino ai Monte toegewezen.

Het pontificaat van Pius XI werd geheel beheerst door de nasleep van de Eerste Wereldoorlog en de aanloop naar de Tweede. In navolging van zijn voorganger Benedictus XV trachtte Pius het vredesideaal uit te dragen en verzette hij zich in het bijzonder tegen de nieuwe politieke ordes, voortkomende uit revoluties, die zich ook richtten tegen de positie van de kerk. Door het afsluiten van concordaten met verschillende landen trachtte Pius XI naast diplomatieke betrekkingen ook de positie van de Rooms-katholieke Kerk te garanderen.

Deze paus werd blootgesteld aan een enorme druk door de dictators van Italië en Duitsland. Zijn moed, waarover Hitler spotte en raasde en waarvoor Mussolini ineenschrompelde, zijn onverbloemde kritiek op het fascisme en het communisme getuigen van zijn onverschrokken geloof. Malachias’ omschrijving is zeker van toepassing op Paus Pius XI.

Chris De Bodt

10. Profetiën: Heilige Ephraïm, de Syriër [±306 - 373]

Profetie 16

De man van het kwade zal zich voorbereiden en Jeruzalem binnentreden. Hij zal Sion opbouwen en vestigen en zichzelf tot God uitroepen. Dan zal hij de tempel binnentreden en er zetelen alsof hij god is, zoals de apostel heeft geschreven.

Vertaling: Chris De Bodt

11. Onze Lieve Vrouw van Anguera: Vervolg van de boodschappen

Boodschap 3474 van 25/4/2011

Lieve kinderen, Como [een stad] zal schreeuwen om hulp en Ariana [een stad] zal drinken uit de bittere beker van het lijden. Ik lijd om wat er op u afkomt. Kniel neer in gebed en leef overal in de navolging van Jezus. U leeft in een tijd van grote beproevingen en enkel door het geloof in Jezus zult u de sterkte vinden voor uw reis. Ga nu niet weg. Laar de armen niet hangen. Dit is de geschikte tijd voor uw terugkeer tot de Heer. Open uw harten om de Heer lief te hebben. Ik ben uw onvermoeide Moeder. De mensheid is spiritueel zwak geworden omdat de mensen God de rug hebben toegekeerd. Keer vlug terug. Mijn Heer wacht op u met de grote liefde van de Vader. Stel niet uit tot morgen wat u vandaag nog te doen hebt. God is gehaast. Moed. Voorwaarts op het pad dat Ik u heb aangeduid. Dit is de boodschap die Ik u vandaag doorgeef in de naam van de meest Heilige Drievuldigheid. Dank u dat u Mij hebt toegelaten om u hier opnieuw bij elkaar te roepen. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen. Wees in vrede. Amen.

Vertaling: Chris De Bodt

29-06-2011
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.29 juni 2011
29 juni 2011

1. Verloren beschaving

Wat eerder deze maand, op16 juni, op film werd vastgelegd, een soort "fata morgana," inclusief gebouwen, bergen en bomen is een fenomeen dat nog nooit in dergelijke omvang werd waargenomen. Aan de Xin'an rivier in Oost-China, kreeg men plots een enorme luchtweerspiegeling te zien om "u" tegen te zeggen. Dit gebeurde na een zware regenval en een mistlaag die de rivier bedekte. Juist voordat het zou beginnen schemeren, vormde er zich een dikke mistlaag over de rivier: plots verschenen er hoge gebouwen, bergen en bomen: alléén die horen daar niet te staan. Het landschap ziet er heel anders uit.

"Het was werkelijk verbazingwekkend. Het leek op een beeld uit een film, een sprookjesverhaal en een aantal minuten daarna verdween de mysterieuze stad even vlug als ze opkwam," zei een plaatselijke bewoonster.

Wetenschappers denken dat het om een "fata morgana" ging, een luchtweerspiegeling die kan voorkomen wanneer de luchtvochtigheid warmer is dan de temperatuur van de rivier. Bij de inval van zonnestralen van koudere in warmere lucht, worden deze afgebogen, waarbij er een weerspiegeling in de lucht ontstaat, gelijkaardig aan de weerspiegeling in het water. Zo'n waarnemingen zijn niet ongewoon in vochtige gebieden, maar wat alles zo ongewoon maakt, is dat men normaal een soort "modderpoelen" gaat waarnemen, in plaats van zo'n sprookjesvorminge achtergrond met gebouwen waarin zelfs lichten branden.




2. Medjugorje: Statistieken voor mei 2011

Aantal uitgedeelde communies: 195.500
Aantal concelebrerende priesters: 4.010 [129/dag]

3. Medjugorje: De IIPG [International Internet Prayer Group] [Deel 45]

Michael Jones

Op 25 september 1989 zou de Heilige Moeder verschijnen aan de zieners op de Verschijningsberg, de Podbrdo. De pelgrims werden uitgenodigd om het gebeuren bij te wonen. Samen met een aantal medebedevaarders beklom ik de Verschijningsberg reeds heel vroeg die avond. We gingen op de rotsen zitten en begonnen te wachten. Naarmate het verschijningsuur dichterbij kwam begon de Podbrdo zich volledig te vullen met bedevaarders.

Kort na ons kwam er een groep zingende bedeaarders naar boven en ze zaten zo’n twintigtal meter voor ons. Een lid van de groep had een gitaar bij. Hij begon te erop te spelen en iedereen op de berg begon de religieuze liederen mee te zingen. Het was heel ontroerend en een heilige evaring. Probeer u de zingende stemmen voor te stellen van mensen van over de hele wereld, die elkaar in de normale taal niet kunnen aanspreken, maar verenigd zijn door het zingen van hetzelfde lied, maar in verschillende talen. Er zijn geen woorden voor om deze ervaring te beschrijven. Later zou ik beseffen dat dit Ivans gebedsgroep was.

Nu bevonden er zich wel duizenden mensen op de berg en een grote groep bedevaarders probeerde om dichter bij de zingende gebedsgroep te komen. Volgens mij deden ze dit om een van de zieners te kunnen zien. Ze waren nogal opdringering en duwden ons steeds opnieuw heen en weer. Ik maakte me hierover kwaad en riep iemand van hen iets toe. Onmiddellijk was ik teleurgesteld over mijn eigen woede.

Terwijl de gebedsgroep en de bedevaarders zongen, zonk ik weg in gebed om God vergeving te vragen voor mijn woede. Mijn gebed was heel innig en plots hoorde ik dat het zingen ophield en dat men begon met het bidden van de Rozenkrans. De tijd was voorbijgegaan zonder dat ik er mij bewust van was, terwijl ik in gebed was verzonken. Opnieuw zonk ik weg in gebed en ik bevond ik mij op een plaats die ik nooit eerder had waargenomen. Het was een plaats van grote innerlijke vrede. Plots hoorde ik een stem tot mijn hart spreken: "Michael, u bevindt zich in vrede." Op dat ogenblik werd ik ondergedompeld in een groot gevoel van sereniteit. Voor de eerste keer in mijn leven had ik ondervonden wat ware vrede was.

Bron: IIPG

Vertaling: Chris De Bodt

4. Dagboek van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 149]

Schrift 1

359. + Donderdag. Tijdens de avondzegen [51] begonnen bepaalde gedachten mij te kwellen: is wellicht niet alles wat ik over die grote barmhartigheid van God zeg, leugen en illusie..? Ik wilde daar een moment over nadenken, toen ik plots een klare, duidelijke innerlijke stem vernam: "Alles wat gij zegt over Mijn goedheid is de waarheid en er bestaan geen woorden genoeg om Mijn goedheid te loven." Deze woorden waren zo sterk en klaar, dat ik er mijn leven voor zou geven dat ze van God kwamen. Ik herken ze aan de diepe vrede die me dan vergezelt en nog bijblijft. Deze vrede geeft met een zo grote macht en kracht, dat alle moeilijkheden, tegenkantingen, lijden en de dood zelf niets zijn voor mij. Dit licht onthulde mij, dat alle inspanningen die ik onderneem om de zielen de barmhartigheid van de Heer te doen kennen, God zeer aangenaam zijn. Daardoor is in mijn ziel zo'n grote vreugde ontstaan, dat ik niet weet of ze in de hemel groter kan zijn. Wilden de zielen toch maar een weinig luisteren naar de stem van hun geweten, en naar de Stem, dat wil zeggen naar de inspiratie van Heilige Geest! Ik zeg: maar een weinig, want eens als wij ons aan de invloed van de goddelijke Geest overgeven, vervolmaakt Hij Zelf wat wij niet vermogen.

360. + Nieuwjaar 1935.

Jezus houdt eraan binnen te treden in de geringste bijzonderheden van ons leven en dikwijls vervult Hij mijn geheime verlangens die ik soms voor Hem verberg, hoewel ik weet dat niets voor Hem verborgen kan worden.

Het is bij ons de gewoonte om op Nieuwjaar door het lot een bijzonder patroon te trekken [52]: tijdens de ochtendmeditatie ontwaakte in mij een geheim verlangen dat Jezus-Eucharistie mijn speciale patroon voor dit jaar zou zijn, juist zoals tevoren. Ik verstopte nochtans dit verlangen voor mijn Welbeminde, ik sprak Hem over alles behalve dat ik Hem als patroon wou. Toen we in de eetzaal kwamen voor het ontbijt, begonnen we lotje te trekken na het kruisteken. Bij het naderen van de prentjes waarop de patroon geschreven stond, nam ik er een, zonder nadenken, en om me te versterven heb ik enkele minuten gewacht om het te lezen. Plots hoorde ik een stem in mijn ziel: "Ik ben uw Patroon, lees." Op dat ogenblik keek ik naar het geschrift en las: "Patroon voor het jaar 1935, de Heilige Eucharistie". Mijn hart trilde van vreugde en ik heb me discreet uit de kring van de zusters teruggetrokken en ben voor een korte tijd voor het Allerheiligste gegaan en daar de vrije loop gegeven aan mijn hart. Toch liet Jezus me zachtjes merken dat ik in de gemeenschap met de zusters moest zijn. Oovereenkomstig de regel ik ben er onmiddellijk teruggekeerd.

361. Heilige Drieëenheid, enige God, onbegrijpelijk is de grootte van Uw barmhartigheid jegens de schepselen en bijzonder jegens de arme zondaars. Gij hebt de onbegrijpelijke afgrond geopenbaard van Uw barmhartigheid die geen enkel verstand van mensen noch van engelen doorgrondt. Onze nietigheid en onze ellende verzinken in Uw grootheid, o oneindige Goedheid, wie zal U waardig loven? Is er een ziel die U in Uw liefde begrijpt? O Jezus, er zijn zo'n zielen, maar niet veel.

[51] Een korte aanbidding met de zegen van het Allerheiligste.
[52] Op prentjes of kleine blaadjes werden de namen van de Goddelijke Personen of van heiligen geschreven. Onder het ontbijt op Nieuwjaar trekken de zusters door het lot hun patroonheilige.

Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken

5. Bijzondere reeks: De zeven niveaus van het liegen [8/9]

Wij liegen meer dan we denken. En dat is een deel van het probleem

De zeven niveaus


J. Budziszewski, auteur van "What We Can't Not Know," schrijft over de "zeven graden van de neergang." Ik noem hen de "zeven graden van het liegen."
  • U ziet het liegen als een plicht: Plichtleugenaars verdraaien het recht, en zien liegen als een verplichting. Bijvoorbeeld, in een disfunctioneel gezin dat leeft met een dergelijke instelling, kunnen volwassen broers en zussen aan mooipraterij [of flikflooien met ouders] doen tot een ouder omwille van verborgen duistere familiegeheimen. In het zakelijk leven herhalen dit soort leugenaars leidinggevenden bedrijfsleugens en zeggen tegen hun bedienden: "Pas op voor zelf uitgeroepen klokkenluiders: zij zijn kritisch en vol eigendunk." Plichtleugenaars steunen op de profeten [Joh. 16: 2]. Omdat de mens geschapen is naar Gods' beeld, kunnen wij niet zomaar liegen zonder te proberen op een bepaalde manier waarheidsgetrouw te lijken. Dat verklaart waarom rationele leugenaars moeite doen om hun denken te rationaliseren en plichtleugenaars de pseudohouding van plichtsgetrouwheid aannemen.
Vertaling: Lily Coolen

6. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 149]

Zesde Lezing: Over het eeuwig lijden en het ongelukkig lot

Deel 1

Tenslotte zal het lijden van de verdoemden niet uitputten en zal hun wezen niet vernietigd worden. De Heilige Schrift beschrijft hun triestige toestand met deze uitroep: Secunda mors ‘tweede dood’. ‘Het zal,' volgens Sint Gregorius de Grote, 'een nooit gedoofde dood, een steeds opstartend begin, een neerhalen zijn dat nooit een ondergang zal meebrengen.' Sint Augustinus uit niet minder krachtig en duidelijk de droevige omstandigheden van die dood die, door de ziel eeuwig te laten bestaan, ze zal onderwerpen aan hevige wreedheden en kwellingen. ‘Er kan niet beweerd worden dat er in de Hel een leven voor de ziel bestaat daar de ziel op geen enkele wijze deel heeft in Gods bovennatuurlijk leven. Er kan niet beweerd worden dat er een lichamelijk leven zal zijn vermits het lichaam er allerlei pijnen zal doorstaan. Daardoor zal die tweede dood vreselijker zijn en zal de eerste dood daar geen einde aan kunnen maken’.

Aan die theologische bewijzen dienen redelijke bewijzen toegevoegd.

Als er geen eeuwige Hel was zou het christendom verdwijnen en de morele orde opgedoekt worden.

Deze waarheid over eeuwige straffen is fundamenteel verbonden met de basiswaarheden van de godsdienst, met de val van de mens, met de Menswording en de Verlossing die er logisch de standvastigheid van inhoudt. Indien er geen hel bestond, waarom zou Jezus Christus uit de hemel zijn neergedaald, zich in de kribbe vernederd hebben, en geleden en opgeofferd zijn op het Kruis? Deze overmaat aan liefde van een mensgeworden God om te sterven zou een zinloze daad zijn zonder verband met de doelstelling indien het maar ging om ons gewoon van een tijdelijk en voorbijgaand lijden te verlossen zoals in het Vagevuur. De mens was dus in een onherstelbaar ongeluk gevallen en door een oneindige ongenade getroffen, want hij kon slechts door een goddelijke remedie genezen worden. Anders moeten we zeggen dat Jezus Christus ons slechts van een beperkte straf verlost heeft waarvan we ons tot eigen voldoening zouden kunnen verlossen. Zou in dat geval de schat van Zijn bloed niet overbodig zou zijn? Dan zou er geen verlossing meer zijn in de strikte zin van het woord: Jezus Christus zou onze Verlosser niet meer zijn. De bijdrage van onbeperkte liefde en dankbaarheid die hij van de mensen vergt, zou een buitensporige en onverdiende eis zijn. De mensgeworden God ten volle onttroond in onze harten en onze verering zou van het christendom een bedrog maken en elk redelijk verstand zou de openbaring en God zelf verwerpen.

Bron: Abbé Arminjon

Vertaling: [Broeder Joseph]

7. Fatima in Lucia's eigen woorden: "De Oproepen" [aflevering 32]

Mijn God, ik geloof

Maar het geloof bestaat niet louter uit het geloven in het bestaan van God, Zijn macht en in Zijn wijsheid. In feite heeft het vele overige aspecten in diverse richtingen, en onze volle aanhankelijkheid moet zich uitstrekken in hun uiterste uiteinden.

Het woord van God, vervat in de Heilige Schrift, is een onthulling die we niet mogen, noch kunnen ontkennen omdat het Jezus zelf is die ons het Evangelie vertelt: "Ik spreek niet namens mezelf als ik tegen jullie spreek, maar de Vader die in mij blijft, doet zijn werk door mij. Geloof me: ik ben in de Vader en de Vader is in mij. Als je mij niet gelooft, geloof het dan om wat hij doet." [Joh. 14: 10-11]

We zien dat Jezus onze aandacht trekt op Zijn werken, omdat wat een persoon doet getuigt van wie hij is en bevestigt wat hij zegt. Daarom antwoordde Jezus, toen Johannes de Doper zijn volgelingen tot Jezus zond om Hem te vragen of Hij de Messias was of dat ze dienden te wachten op iemand anders: "Zeg tegen Johannes wat jullie horen en zien: blinden kunnen weer zien en verlamden weer lopen, mensen met huidvraat worden gereinigd en doven kunnen weer horen, doden worden opgewekt en aan armen wordt het goede nieuws bekendgemaakt." [Mat. 11: 4-5]

Zoals niemand dan God mirakels kan verrichten, wendt Jezus deze aan om Zijn Woord en Zijn Kracht van het Leven te bevestigen: "Waarachtig, ik verzeker u: wie luistert naar wat ik zeg en hem gelooft die mij gezonden heeft, heeft eeuwig leven. Over hem wordt geen oordeel uitgesproken, hij is van de dood overgegaan naar het leven." [Joh. 5:24]

Vertaling: Chris De Bodt

8. Docudrama: Het Evangelie volgens Lucas [8/12]

Jezus van Nazareth, de Zoon van God, opgevoed door een timmerman. Het verhaal is gebaseerd op het Evangelie van Lucas. Het leven van Jezus, vanaf de miraculeuze geboorte uit een Maagd tot de roeping van Zijn apostelen: zijn openbare leven, zijn mirakelen, zijn opdracht. De film eindigt met Zijn dood bij de Kruisiging en Verrijzenis. Regisseurs zijn John Krish en Peter Spykes. Acteurs zijn Brian Deacon [Jezus] Richard Kiley [de stem van Lucas], Rivka Neuman [Maria], Joseph Siloach [Jozef] en Niko Nitai [Simon Petrus]. De film dateert uit 1979 en duurt 117 minuten.


    9. Benoite, de herderin van Notre-Dame du Laus [Aflevering 64]

    Hoofdstuk 3: Van Pindrau naar het gehucht Laus

    De verschijning in Pindrau

    Dit feit wordt door M. Gaillard in detail weergegeven, en rechter Grimaud bundelt maar een kort gesprek mar de Maagd.

    Een maand later, eind september, hoedde Benoîte haar kudde bij Grand-Chemin. Ze had zicht over de rivier boven op de helling van Laus op de oude krotten van een plek Pindrau genaamd, op de weg die zuidwaarts naar Laus loopt. Zeer lusteloos omdat ze de goddelijke Maria niet kan zien kijkt ze naar die hoge plek. Boven een muur ziet ze haar vorstelijke prinses, de zaligheid van haar ziel, de meest liefdevolle, stralender dan de zon. Ze loopt er hals over kop naartoe. De brug is echter ingestort en ze kan de rivier niet oversteken. Ze kruipt op haar grote geit en haast zich naar de plek waar de goddelijke Maria staat. Haar kudde volgt haar.

    Eens bij de Koningin knielt ze vol troost aan haar voeten en groet haar diep. Deze barmhartige Moeder, eens de gewone klachten aangaande haar afwezigheid voorbij, toont haar de weg naar Laus en zegt haar die te volgen tot aan de kapel van Laus waar het goed zal ruiken. Daar zal ze tot Haar spreken en zal ze Haar dikwijls zien.

    M. Grimaud, eens de stralende verschijning beschreven, hoort Benoîte vol vreugde en tot de Maagd zeggen: "Mijn goede Dame, waarom heb je me zo lang de eer van je te ontmoeten ontzien?" en de Dame antwoordt: "Als je me nog wilt zien zal dat kunnen in de kapel van de plek Laus" en ze verdween.

    Geen enkele tekst vernoemt de juiste datum van die verschijning: "rond eind september" [Gaillard], "ongeveer een maand na deze van het Ovendal" [Grimaud]. In de XVIIIe eeuw werd die verjaardag gevierd op 29 september, feest van de Heilige Michaël, de datum waarop men dacht dat Benoîte geboren was. Op de juiste plek van de weg waar het visioen verscheen werd al ten tijde van Benoîte een kleine bidruimte gevestigd, later vervangen door een groep van drie bronzen beelden, in 1926 opgericht. Het vereeuwigt het gebaar de Maagd dat aan de naast haar geit geknielde Benoîte de richting van de kapel op Laus toont.

    De diepe buiging die het grote respect waarmee Benoîte de Maagd begroet dient opgemerkt. Ze zal dat voortaan meer doen, alsook de belofte dat ze in de kapel van Laus een aangenaam parfum zal ruiken. Hier begint de genade van de ‘goede geuren’ die vele pelgrims zullen ervaren, op de hoogte of niet, en waarvan de spirituele rol tot op heden belangrijk blijft.

    "Ze liet de volgende dag niet na," verduidelijkt Grimaud, "haar schapen in de weide te laten en naar de aangeduide plek door de Maagd te gaan."

    Vooraleer de herderin te volgen, willen we enkele details geven over het dal van Laus, de inwoners en de kapel.

    Vertaling: Broeder Jozef

    10. Jezus' tijdgenoten [aflevering 278]

    Josephus Flavius

    Door die list kreeg hij geleidelijk de hele raad van Tiberias op mijn hand. Ik stuurde hen naar de eerdergenoemde stad, samen met een vrijwel even groot aantal volksleiders. Toen het volk echter doorkreeg wat voor ellende het zichzelf op de hals had gehaald, wilden zij dat ik de aanstichter van die opstand zou straffen. Hij heette Clitus en was een onbezonnen en onbesuisde jongeman. Omdat ik vond dat het onverenigbaar was met vroomheid om iemand van mijn eigen volk ter dood te laten brengen, maar het toch nodig vond dat hij gestraft werd, gaf ik Levi, een van mijn lijfwachten, de opdracht om naar hem toe te gaan en hem een hand af te hakken. Hij durfde echter niet van boord te gaan en zich in zo’n grote menigte te begeven en ik wilde niet dat de inwoners van Tiberias zouden merken dat een van mijn soldaten bang was. Ik liet dus Clitus zelf komen en zei tegen hem: "Omdat je mij ondankbaar bent geweest, zouden eigenlijk je beide handen afgehakt moeten worden. Maar jij mag je eigen beul zijn, en als je dat weigert zul je nog strenger worden gestraft." Toen hij mij daarop smeekte om in ieder geval een van zijn handen te sparen, stond ik dat met enige tegenzin toe. Om dus te voorkomen dat hij beide handen zou kwijtraken, pakte hij het zwaard en hakte zijn linkerhand af. Daarmee kwam er een einde aan het oproer.

    Nadat ik naar Tarichea was vertrokken, kregen de inwoners van Tiberias pas door wat voor list ik tegen hen had gebruikt. Zij vonden het bewonderenswaardig hoe ik zonder bloedvergieten een einde aan hun dwaze oproer had kunnen maken. Na mijn aankomst in Tarichea liet ik een aantal van de talrijke gevangenen uit Tiberias, uit de gevangenis halen, waaronder Justus en zijn vader Pistus. Ik nodigde ze uit voor het avondmaal, en tijdens de maaltijd vertelde ik hen dat ik wist dat de kracht van de Romeinen groter was dan die van wie dan ook, maar dat ik dat niet openlijk durfde te zeggen vanwege de terroristen. Ik raadde hen dus aan om hetzelfde te doen en een geschikte gelegenheid af te wachten Verder zei ik hen dat ze het niet vervelend moesten vinden als ik hun leider was, omdat ze niet konden verwachten dat iemand anders even gematigd was als ik. Ik herinnerde Justus er ook aan dat de Galileeërs, voordat ik naar Jeruzalem vertrok, de handen van zijn broer hadden afgehakt, nadat hij ervan was beschuldigd dat hij een terrorist was en brieven had vervalst. Ook vertelde ik hen dat de inwoners van Gamala, tijdens een opstand tegen de Babyloniërs, na het vertrek van Philippus, Chares, een familielid van Philippus hadden vermoord en dat ze bovendien Jezus, de echtgenoot van de zuster van Justus, hadden omgebracht. Dat vertelde ik hen allemaal tijdens de maaltijd en de ochtend daarop gaf ik het bevel om Justus en alle andere gevangenen vrij te laten en weg te sturen.

    Maar voordat dit allemaal plaats vond, verliet Philippus, de zoon van Jacimus, de burcht van Gamala om de volgende reden: nadat Philippus had gehoord dat Varus door koning Agrippa uit zijn functie was ontheven, en dat zijn oude vriend en kameraad Equiculus Modius hem had opgevolgd, schreef hij hem een brief, waarin hij de lotgevallen vertelde die hij had meegemaakt. Hij verzocht hem die brieven door te sturen die hij eerder naar de koning en de koningin had verzonden. Toen Modius die brieven las was hij uitermate opgelucht en stuurde ze door naar de koning en de koningin, die zich toen in de buurt van Berytus ophielden. Koning Agrippa begreep echter dat het verhaal over Philippus gelogen was [ze hadden namelijk het gerucht verspreid dat de Joden de oorlog tegen de Romeinen waren begonnen, en dat Philippus in die oorlog hun bevelhebber was geweest] en zond zijn ruiters erop uit om Philippus naar hem toe te brengen. Na zijn aankomst begroette hij hem zeer hoffelijk en stelde hem voor aan de Romeinse aanvoerders met de woorden: "dat is nu de man waarvan wordt verteld dat hij tegen de Romeinen in opstand is gekomen." Daarna verzocht hij hem om met een aantal ruiters meteen naar de burcht van Gamala te rijden, daar al zijn vrienden uit te halen en de Babyloniërs weer naar Batanea terug te brengen. Hij droeg hem ook op om met alle mogelijke middelen te voorkomen dat zijn onderdanen zich weer schuldig zouden maken aan een opstand. Nadat hij deze richtlijnen van de koning had ontvangen, haastte hij zich om de opdracht uit te voeren.

    Vertaling: Broeder Joseph

    11. Het sacrament van de Eucharistie [deel 13]

    3. De Eucharistie in de Heilsgeschiedenis

    Doe dit tot Mijn gedachtenis

    Het gebod van Jezus om zijn handelingen en woorden te herhalen 'totdat Hij komt' is niet enkel een verzoek, zich Jezus opnieuw voor de geest te halen en te denken aan wat Hij gedaan heeft. Het gaat om de liturgische viering, door de apostelen en hun opvolgers, van de gedachtenis van Christus, van zijn leven, zijn dood, zijn verrijzenis en zijn voorspraak bij de Vader.

    Vanaf het begin is de kerk trouw gebleven aan het gebod van de Heer. Over de kerk van Jeruzalem wordt gezegd: "Zij legden zich ernstig toe op de leer der apostelen, bleven trouw aan de onderlinge gemeenschap en ijverig in het breken van het brood en in het gebed. [...] Dagelijks bezochten ze trouw en eensgezind de tempel, braken het brood in een of ander huis, genoten samen hun voedsel in blijdschap en eenvoud van hart." [Hand. 2,42.46]

    Vooral op "de eerste dag van de week," dit wil zeggen op zondag, de dag van de verrijzenis van Jezus, kwamen de christenen samen "voor het breken van het brood." [Hand. 20,7] Sindsdien is de eucharistie voortdurend gevierd, tot op de dag van vandaag, zodat men haar nu overal in de kerk aantreft, met dezelfde fundamentele structuur. Zij blijft het centrum van het leven van de kerk.

    Terwijl het Volk van God op deze wijze, van viering tot viering, het paasmysterie van Jezus verkondigt "totdat Hij komt" [1 Kor. 11,26], is het "langs de smalle weg van het kruis" op tocht naar het hemels gastmaal, waar alle uitverkorenen aan de tafel van het Koninkrijk zullen aanzitten.

    Anne Van Der Sloten

    12. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 10]

    Hoofdstuk 2: Johannes De Doper tot het doopsel van Jezus

    Soldaten, gezanten: dopelingen bij Johannes

    Doop van zieken, Johannes naar Jericho

    Niettegenstaande grote hitte en afgematheid, glimlachte de vertellende hartelijker dan naar gewoonte. Naar de reden hiervan gevraagd antwoordde zij: Ik zag Johannes over de Jordaan gaan om zieken te dopen. [Hij kwam dus op de Westelijke oever]. Ik dacht: hij moet het ook zo warm hebben als ik. Hij had slechts zijn doek om zijn middellijf geslagen en de mantel over zijn schouders hangen. Aan zijn ene zijde droeg hij een zak vol doopwater en aan de andere zijde zijn doopschaal.

    Op de oever van de Jordaan tegenover Johannes' doopplaats heeft men vele zieken op draagbedden en op een soort van kruiwagens aangebracht. Zij konden niet op het balkenvlot overgezet worden en lieten hem uitnodigen om zelf tot hen te komen. Hij kwam met een paar leerlingen. Hij bereidde een mooie vijver, die door een wal gescheiden was van de Jordaan. Hij deed dit zelf, want hij had altijd een spade bij zich. Hij voorzag de vijver van een kanaal dat gesloten kon worden en hierdoor liet hij er water in. Dan goot hij uit een lederen zak nog van het meegebrachte doopwater er bij. Na vooraf de zieken onderricht te hebben, doopte hij hen, terwijl hij water uit een schaal over hun hoofd goot. Hiervoor had men ze op de rand van de put gezet. Ik zag dat Johannes, nadat hij de zieken aan de overzijde [d.i. aan de andere zijde dan Ennon] gedoopt had, weer aan de oostkant van de Jordaan naar Ennon trok.

    Terwijl hij in deze dagen in zijn hut eens te sluimeren lag, zag ik een engel op hem toetreden. Deze zei hem dat hij op de andere zijde van de Jordaan bij Jericho moest gaan, omdat Hij die komen moest, naderde. Hij moest Hem verkondigen en voor Hem getuigen. Hierop zag ik Johannes en zijn leerlingen de tenthutten op de doopplaats te Ennon afbreken en enige uren op de oostzijde van de Jordaan afvaarts gaan. Nadat zij dan door een dorp gekomen waren [Betabara], zag ik hen naar de westkant van de Jordaan overvaren en hier weer een eindver opwaarts trekken [en aan de tweede doopplaats aankomen]. Er waren daar badplaatsen, witte als gemetselde vijvers. Ze hadden een kanaal uit de Jordaan dat geopend en gesloten kon worden. De Jordaan had hier geen eilanden. Ik zie duidelijk dat de denkwijze van de mensen van toen niet verschilt van die der mensen uit onze tijd.

    13. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen

    Profetie 105: Fides Intrepida [Onversaagd Geloof]

    Pius XI [1922-1939]

    Echte naam: Ambrogio Damiano Achille Ratti [Desio, 31 mei 1857 - Rome, 10 februari 1939]

    Ratti werd op 31 mei 1857 geboren als vierde kind in een gezin van vijf. Zijn vader, Francesco Ratti [gestorven in 1881] was werkzaam in de zijde-industrie. Naast directeur werd hij later mede-eigenaar van verschillende zijdefabrieken in Noord-Italië. Achilles moeder was Teresa Galli, dochter van een hoteleigenaar.

    De familie Ratti was een welgestelde familie, wat het voor de vader mogelijk maakte om zijn zonen een aanvullende opleiding te laten volgen na de lagere school. Dit gold ook voor Achille, die na het basisonderwijs, gevolgd in het huis van de lokale priester, les kreeg aan het seminarie van San Pietro Martire in Seveso. Naast lessen in talen, Engels, Frans en Latijn, werd hij onderwezen in diverse wetenschappen waaronder wiskunde en geologie. Laatstgenoemde speelde een belangrijke rol bij Achilles grootste hobby, bergbeklimmen.

    Via bezoeken aan zijn oom Damiano Ratti kreeg Achilles belangstelling voor een kerkelijke loopbaan. Damiano was parochiepriester in Asso. In zijn pastorie ontving hij vaak andere geestelijken, waaronder de aartsbisschop van Milaan Luigi Nazari di Calabiana [27 juli 1808 - 23 oktober 1893]. Tijdens gesprekken met Achille raakte de aartsbisschop onder de indruk van de jongen en op zijn voordracht begon Achille in 1875 aan het seminarie te Monza aan zijn studie theologie, die hij zou vervolgen aan het grootseminarie San Carlo in Milaan. In 1878 stuurde Nazari di Calabiana hem naar het "Collegio Lombardo" te Rome om zijn studie te vervolgen.

    Chris De Bodt

    14. Profetiën: Heilige Ephraïm, de Syriër [±306 - 373]

    Profetie 15

    En wanneer de zoon des verderfs voor eigen roem de wereld naar zijn hand zal hebben gezet, zullen Enoch en Elias gezonden worden om de slechte het zwijgen op te leggen.

    Vertaling: Chris De Bodt

    15. Onze Lieve Vrouw van Anguera: Vervolg van de boodschappen

    Boodschap 3473 van 23/4/2011

    Lieve kinderen, aanschouw de tijden die door Mij in het verleden zijn voorspeld. Wees voorzichtig om niet van het pad af te wijken dat Ik u heb aangeduid. Ik wens u te leiden naar een oprechte bekering, maar ik heb uw "ja" nodig om u te kunnen helpen. U leeft in een tijd van grote beproevingen. Blijf bij de waarheid van het Evangelie. Kniel neer in gebed. Laat u niet misleiden door alles wat vals is, het artificiële. Open uw harten en u zult groot zijn in het geloof. Kniel neer in gebed. Auxerre zal momenten beleven van grote beproevingen, gelijkaardig aan de inwoners van Porto Seguro. Ik treur om wat er over u komen gaat. Trek u niet terug. Dit is de boodschap die Ik u vandaag doorgeef in de naam van de meest Heilige Drievuldigheid. Dank u dat u Mij hebt toegelaten om u hier opnieuw bij elkaar te roepen. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen. Wees in vrede. Amen.

    Vertaling: Chris De Bodt

    28-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.28 juni 2011
    28 juni 2011

    1. Medjugorje: Vicka ernstig gewond

    Afgelopen weekend raakte Vicka Ivankovic nogal ernstig gewond bij een van haar toespraken vanop de trappen van haar grootmoeders huis. Het voorval gebeurde toen een groep enthousiaste bedevaarders haar wensten aan te raken. Het is niet de eerste keer dat Vicka op een dergelijke manier gewond raakte. Ze was pas sedert Kerstmis terug om opnieuw getuigenis te geven, na een herstelperiode van een jaar, waarbij ze op een gelijkaardige manier een rugletstel opliep. De foto's onderaan tonen duidelijk hoe gevaarlijk de situatie soms is voor Vicka, wanneer ze over de trapleuning of een muurtje vooroverbuigend de bedevaarders een hand wil geven. Dit constant trekken en duwen heeft zijn tol geëist bij Vicka, die altijd al rugproblemen heeft gehad, waarbij ze moet worden geopereerd en revalideren. Het was trouwens door de Heilige Moeder aan haar medegedeeld dat ze haar deel van het lijden zou hebben. Maar Vicka klaagt nooit en ervaart haar lijden als een grote genade.




    2. Te voet van België naar Medjugorje

    Meer dan drie jaar hebben de acht erover gedaan! Eén van hen is 84 jaar. Maar ze hebben het gehaald en op 16 mei kwamen ze aan te Medjugorje.

    Initiatiefnemers waren de kroaat Marko Pincic samen met zijn Belgische echtgenote Yvonne Lespagnard. De man is afkomstig uit Zadar maar woont al jaren in België. Ze vormden een groepje van acht enthousiastelingen waaronder ook een verpleegster die de eventueel nodige medische zorgondersteuning voor haar rekening nam. Eén van de deelnemers is 84 jaar.


    Het kliekje sprak af van gemiddeld een vijfhonderd km per jaar te wandelen. Er werden lange rustpauzes onderweg ingebouwd, maar ze namen steeds het vervolg van de trektocht weer op op de plaats waar ze het laatst gestopt waren. Dit jaar werd het laatste gedeelte van het parcours afgelegd. In totaal schatten ze om en bij de 2000 km gewandeld te hebben. Yvonne benadrukte hoe dit avontuur kansen bood om hun onderlinge vriendschap te verstevigen. "Met zijn achten vormden we een kleine familie, en niet één keer waren er conflicten tussen ons. Het was ons gezamenlijke doel hier samen aan te komen. Na deze ervaring is het onze bedoeling andere mensen aan te moedigen en te helpen tot hier te komen. We kennen de weg nu!"

    Marko en Yvonne vertelden hoe verbaasd de mensen waren om dit groepje oudere mensen zo'n tocht te zien ondernemen. Ze mochten heel veel gastvrijheid ondervinden in Oostenrijk, Slovenië, Duitsland, Italië en Kroatië. Ze zeggen deze gastvrijheid nooit te zullen vergeten. In de bossen van Slovenië raakte het groepje op een bepaald ogenblik helemaal verdwaald, maar dankzij de hulp van Onze Lieve Vrouw vonden ze de uitweg. Familieleden verwelkomden hen te Medjugorje en Pater Miljenko Steko, verantwoordelijek van het Informatie Centrum, begroette hen namens de franciscanen van Medjugorje. Het groepje plant enkele dagen door te brengen in gebed en daarna naar België terug te vliegen.

    JMH

    3. Medjugorje: De IIPG [International Internet Prayer Group] [Deel 44]

    Michael Jones

    De ochtend van de eerste dag kwam Vader Kelly lachend naar me toe. Hij wist dat ik de Rozenkrans bad, alhoewel ik geen katholiek was en niet naar de Kerk ging. Hij plaatse zijn handen rondom mijn schouders en zei: "Ik hoop dat de Heer u overhoop haalt." Mijn kamergenoot, Bill, kende Vader Kelly en zo vroeg ik hem wat de Vader hiermee bedoelde. Hij zei dat hij het niet wist, maar dat ik moest bidden om een antwoord.

    Een paar dagen later gingen we Vader Jozo bezoeken. Hij was de parochiepriester ten tijde dat de verschijningen begonnen. Vader Jozo sprak geen engels en had een vertaler. Op een bepaalde ogenblik was zijn blik in de Kerk enkel op mij gericht. Mijn kamergenoot bevestigde dit door mij een stootje te geven met zijn rechterelleboog en zij me: Hij keek u recht in de ogen aan toen hij de boodschap uitsprak: "Wees niet bevreesd, de Gezegende Moeder zal u overhoop halen."

    Toen herinnerde ik mij dezelfde woorden van Vader Kelly van enkele dagen daarvoor. En nu zei Vader Jozo, die zich in een ander land bevond, geen Engels praat en Vader Kelly niet kent, dat de Gezegende Moeder mij overhoop zou halen. Ik werd bevreesd en was verward. Er overvielen mij teveel toevallige dingen die, indien ik niet in Medjugorje zou zijn, geen enkele zin zouden hebben.

    Bron: IIPG

    Vertaling: Chris De Bodt

    4. Dagboek van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 139]

    Schrift 1

    355. 1934-1935. Nieuwjaarswake. Ik kreeg de toestemming om niet te gaan slapen, maar om te bidden in de kapel. Eén van de zusters vroeg me een uur aanbidding voor haar op te dragen, wat ik aanvaardde en ik heb een uur voor haar gebeden. Tijdens dat uur liet God mij weten hoe aangenaam die kleine ziel Hem is.

    Het tweede uur aanbidding heb ik geofferd voor de bekering van de zondaars, en ik bood God genoegdoening bijzonder voor de beledigingen die op dat moment begaan werden: hoe wordt God beledigd.

    Het derde uur offerde ik voor de intentie van mijn geestelijke begeleider, ik heb vurig gebeden om licht in een bepaalde zaak.

    Tenslotte slaat het middernacht, het laatste uur van het jaar. Ik besloot het in Naam van de Heilige Drieëenheid. Ook het eerste uur van het nieuwe jaar begon ik in Naam van de Heilige Drieëenheid. Ik heb elk van de Drie Personen gebeden me te zegenen en met groot vertrouwen mijn blik op het nieuwe jaar gericht dat zeker niet karig zal zijn met lijden.

    356.

    Heilige Hostie, die het testament van de Goddelijke Barmhartigheid voor ons bevat, en bijzonder voor de arme zondaars.
    Heilige Hostie, die het Lichaam en het Bloed van Jezus bevat, als bewijs van de oneindige Barmhartigheid voor ons en bijzonder voor de arme zondaars.
    Heilige Hostie, die het eeuwig leven bevat dat ons overvloedig geschonken werd door de oneindige Barmhartigheid, in het bijzonder aan de arme zondaars.
    Heilige Hostie, die de Barmhartigheid bevat van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest voor ons en in het bijzonder voor de arme zondaars.
    Heilige Hostie, die de oneindige prijs van de Barmhartigheid bevat die al onze schulden zal betalen en in het bijzonder voor de arme zondaars.
    Heilige Hostie, die de Bron van het levend water bevat, stromend uit de oneindige Barmhartigheid voor ons en in het bijzonder voor de arme zondaars.
    Heilige Hostie, die het vuur van de zuiverste liefde bevat, die brandt in het Hart van de Eeuwige Vader als een afgrond van oneindige Barmhartigheid voor ons en in het bijzonder voor de arme zondaars.
    Heilige Hostie, die de remedie voor al onze zwakheden bevat, voortvloeiend uit de oneindige Barmhartigheid als uit een bron, voor ons en in het bijzonder voor de arme zondaars.
    Heilige Hostie, die de band tussen God en ons bevat, door de oneindige Barmhartigheid voor ons en in het bijzonder voor de arme zondaars.
    Heilige Hostie, die alle gevoelens van het heel zacht Hart van Jezus bevat jegens ons en in het bijzonder voor de arme zondaars.
    Heilige Hostie, onze enige hoop in al het lijden en de tegenkantingen van het leven.
    Heilige Hostie, onze enige hoop te midden van duisternis en de inwendige en uitwendige stormen.
    Heilige Hostie, onze enige hoop tijdens ons leven en in het uur van onze dood.
    Heilige Hostie, onze enige hoop te midden van mislukking en in de afgrond van wanhoop.
    Heilige Hostie, onze enige hoop te midden van onoprechtheid en verraad.
    Heilige Hostie, onze enige hoop te midden van de duisternis en de goddeloosheid die de aarde overspoelen.
    Heilige Hostie, onze enige hoop te midden van heimwee en pijn waarin niemand ons begrijpt.
    Heilige Hostie, onze enige hoop te midden van zwaar werk en eentonigheid van het dagelijkse leven.
    Heilige Hostie, onze enige hoop te midden van de vernietiging van onze verwachtingen en onze inspanningen.
    Heilige Hostie, onze enige hoop te midden van plagerijen van de vijand en de pogingen van de hel.
    Heilige Hostie, ik vertrouw op U, wanneer de lasten mijn krachten te boven gaan en wanneer ik de nutteloosheid zal inzien van mijn inspanningen.
    Heilige Hostie, ik vertrouw op U, wanneer stormen mijn hart dooreenschudden en mijn angstige geest naar twijfel zal neigen.
    Heilige Hostie, ik vertrouw op U, wanneer mijn hart gaat sidderen en het doodszweet mijn voorhoofd zal bevochtigen.
    Heilige Hostie, ik vertrouw op U, wanneer alles tegen mij zal samenspannen en de duistere wanhoop mijn ziel zal overmeesteren.
    Heilige Hostie, ik vertrouw op U, wanneer mijn blik op het punt zal zijn uit te doven voor alle tijdelijke dingen en mijn geest voor de eerste keer ongekende werelden zal zien.
    Heilige Hostie, ik vertrouw op U, wanneer mijn werken mijn krachten te boven gaan en mislukking mijn aanhoudend deel zal zijn.
    Heilige Hostie, ik vertrouw op U, wanneer het beoefenen van deugden me moeilijk zal lijken en de natuur in opstand zal komen.
    Heilige Hostie, ik vertrouw op U, wanneer de slagen van de vijand tegen mij gericht zullen zijn.
    Heilige Hostie, ik vertrouw op U, wanneer mijn moeite en inspanning veroordeeld zullen worden door de mensen.
    Heilige Hostie, ik vertrouw op U, wanneer Uw vonnis over mij zal weerklinken, dan zal ik vertrouwen op de oceaan van Uw Barmhartigheid.

    357. + Allerheiligste Drievuldigheid, ik vertrouw op Uw oneindige Barmhartigheid, God is mijn Vader, zo heb ik als Zijn kind alle recht op Zijn goddelijk Hart. Hoe groter de duisternis, hoe vollediger ons vertrouwen moet zijn.

    358. Ik versta niet hoe men Hem het vertrouwen kan weigeren, die alles vermag. Met Hem, alles en zonder Hem, niets. Hij, de Heer, veroorlooft niet en laat niet toe dat wie in Hem hun ganse hoop hebben gesteld, beschaamd worden.

    Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken

    5. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 148]

    Zesde Lezing: Over het eeuwig lijden en het ongelukkig lot

    Deel 1

    Het gebeurt, zegt Sint Thomas, dat er spijt opkomt en dat de zonde veracht worden op twee manieren: absoluut of per toeval. Degene die de zonde absoluut veracht haat ze vanwege haar eigen misvorming en omdat ze God beledigt. Degene die ze per toeval veracht haat ze niet uit liefde voor God maar uit eigenliefde: hij veracht de zonde niet echt, maar wel de straf en het kwaad dat ze berokkent. Maar de wil van de verdoemden blijft het kwaad genegen en de verachting van hun straf is geen spijt of boete. Waarschijnlijk worden ze aangetast door verlangens en dromen, maar die dromen betreffen hun eigen geluk en buiten God verkregen. Zo is de droom van verdoemden en duivels, een eeuwig steriele droom die hen verslint in een wanhoop en oneindige verontwaardiging. De verdoemden kunnen zich dus niet berouwen.

    Zijn ze in staat deel te nemen aan de gebeden en verdiensten der levenden? Was dat zo, dan zouden lucifer en zijn engelen bij machte zijn, op min of meer korte termijn, terug naar het goede op te staan. Zo zouden ze eerbare en beminbare heiligen worden zoals de cherubijnen en aartsengelen die ze eens in een eeuwige eenheid zouden omhelzen. Daaruit zou ook voortvloeien dat de Kerk voor de duivels moet bidden. De duivels zijn onze aartsvijanden, maar het voorschrift van de liefde gebied ons zonder voorbehoud, te bidden voor al onze vijanden. Maar, de Kerk op aarde bidt voor haar vervolgers omdat ze in dit leven waardevolle vruchten van berouw kunnen voortbrengen. Maar zelfs op de dag van het oordeel waar ze volbracht zal zijn in liefde en heiligheid, zal ze niet bidden voor de tot eeuwig lijden veroordeelde mensen door de rechtvaardige rechter. Indien de verdoemden eens op hun heil kunnen hopen, toch moet de Kerk voor hen bidden en ook zien we niet in waarom ze aan hen geen cultus zou wijden en het stoffelijk overschot van een Nero, een Robespierre en een Marat niet zou ophalen en op het altaar vereren om dezelfde reden als met de as van een Louis de Gonzague, een Vincentius à Paolo of een Franciscus van Sales.

    Bron: Abbé Arminjon

    Vertaling: [Broeder Joseph]

    6. Bijzondere reeks: De zeven niveaus van het liegen [7/9]

    Wij liegen meer dan we denken. En dat is een deel van het probleem

    De zeven niveaus


    J. Budziszewski, auteur van "What We Can't Not Know," schrijft over de "zeven graden van de neergang." Ik noem hen de "zeven graden van het liegen."
    • U rationaliseert: Nu geloof je zelf niet dat leugens geen leugens zijn, je rechtvaardigt de leugen als een positief goed. Nu is de leugen niet enkel meer een deel van het gewone leven, maar is een deugd en helpt aan de opbouw van de gemeenschap [zij helpt de groei van het bedrijf], zij geeft jobs, enz. Dit is het type van denken dat bijdraagt aan de schandalen bij Enron en WorldCom en de 2007 huisvestingsproblemen en het falen van Lernout & Hauspie. Deze leugen is vooral verleidelijk op leiderschapsniveau. Een van mijn mentors waarschuwde mij voorzichtig te zijn bij het opnemen van het decaanschap bij A.W. Tozer Theologische Seminarie. Hij zei: "Hoe hoger je opklimt in een organisatie, hoe moeilijker het is om de waarheid te vertellen." Vaak wordt de leugen gerechtvaardigd ter wille van de instelling of andere hogere doelen. Deze leugens gebeuren ook op persoonlijk gebied: "U begrijpt het niet," zegt de overspelige vrouw. "Mijn echtgenoot en ik hadden nooit een echt huwelijk. Wij hebben 30 jaar samengewoond en kinderen opgevoed, maar er was niets van wat ik heb met mijn nieuwe minnaar. Hij en ik ervaren de liefde voor de eerste keer. Dit is geen overspel. Het is liefde.
    • U ontwikkelt uw techniek: De belangrijkste techniek is groeperen [sorteren]. U start met het isoleren van verklaringen, het negeren wat gezegd werd in een ander zinsverband. Dergelijke leugenaars worden vaak aangetroffen in bovenste regionen van de bureaucratie. Dit soort leugenaar zou soepel kunnen over gaan van de ene zaak naar de andere, in elke omstandigheid zwerend dat hij de waarheid spreekt:
      "Deze instelling zal trouw blijven aan onze kernwaarden." "Gelieve geen aandacht te besteden aan onze vermelde kernwaarden. Deze zijn geschreven door een comité dat hier niet meer werkt." "Kernwaarden leven in de mens. Het heeft echt geen belang wat op papier staat."
      "Laat deze kernwaarden je niet weerhouden om je te geven. Het is al lang geweten dat ikzelf oneens ben met drie of vier van hen." "Ik kan u verzekeren dat onze vermelde kernwaarden als een kompas zijn."
    Vertaling: Lily Coolen

    7. Fatima in Lucia's eigen woorden: "De Oproepen" [aflevering 31]

    Mijn God, ik geloof

    Toen dacht ik aan de drie astronauten in de ruimte [Apollo 13], en ik kreeg medelijden met hen en ik dacht: deze mier valt op de grond en bij vliegt triomfantelijk in de korf met de vruchten van haar werk. De twee waren een inbeelding van de menselijke kracht en kennis, naast de kracht en kennis van God.

    Hoeveel onderzoekswerk, berekeningen, energie en opofferingen hebben de mensen aangewend in een poging om een voet te zetten op Maan, die enkel is ontstaan door één enkele wil van God. Hij heeft ze daar geplaatst en houdt ze daar, steeds in dezelfde positie, steeds het pad volgend dat God er voor heeft uitgetekend en dat voor zolang God dit wil. En dit geldt niet enkel voor de maan. Hetzelfde is waar voor alle andere sterren, gekend of niet gekend, die door de ruimte reizen op plaatsen waar de mens enkel maar kan van dromen om er te raken. Hier zien we dus de grootsheid van God en de machteloosheid van de mensen naast elkaar.

    Met deze kennis in gedachten, nam ik Mijn Rozenkrans en ging ik naar beneden, naar het beeld van Onze Lieve Vrouw, om er te bidden en Haar te vragen dat de astronauten de genade zou worden verleend om veilig terug te keren op de grond en het hart van hun familie, ondanks dat God hen niet de genade had verleend om de maan te exploiteren.

    Vertaling: Chris De Bodt

    8. Docudrama: Het Evangelie volgens Lucas [7/12]

    Jezus van Nazareth, de Zoon van God, opgevoed door een timmerman. Het verhaal is gebaseerd op het Evangelie van Lucas. Het leven van Jezus, vanaf de miraculeuze geboorte uit een Maagd tot de roeping van Zijn apostelen: zijn openbare leven, zijn mirakelen, zijn opdracht. De film eindigt met Zijn dood bij de Kruisiging en Verrijzenis. Regisseurs zijn John Krish en Peter Spykes. Acteurs zijn Brian Deacon [Jezus] Richard Kiley [de stem van Lucas], Rivka Neuman [Maria], Joseph Siloach [Jozef] en Niko Nitai [Simon Petrus]. De film dateert uit 1979 en duurt 117 minuten.


    9. Benoite, de herderin van Notre-Dame du Laus [Aflevering 63]

    Hoofdstuk 3: Van Pindrau naar het gehucht Laus

    Een maand stilte

    September 1664 was een dode tijd voor de herderin die de Dame niet zag: een pijnlijke ervaring die haar, volgens M. Grimaud, ‘een onvergelijkbaar verdriet’ bezorgde. Nu wist Benoîte dat het de Maagd was die haar bezocht en dat heel de vallei het wist. Ze voelde zich dan ook diep onwaardig, wat nog werd aangewakkerd door het advies van haar pastoor die aanmaande nog nadrukkelijker te bidden. Dit lange wachten griefde haar gevoeligheid en bereidde haar voor op de zending die de Maagd haar ging toevertrouwen, een moeilijke zending voor een tiener die deze maand zeventien werd.

    "Haar neiging voor het Ovendal was fel gemilderd," schrijft M. Peytieu, "en ze kwam nu graag hoeden aan de voet van de berg van Laus’ in Pié-Montbaud volgens M. Gaillard, een plek waar haar bazen weilanden bezaten op de rechteroever van de Avance."

    Deze bergflank van Laus, goed naar de zon gericht, staat vol wijngaarden, is westwaarts begrensd door een ingegraven bergstroom die de Puy-Maurel van de Puy-Cervier scheidt, door mooie dennenbossen loopt vooraleer de gipsheuvel te bereiken die de berg van Laus uitmaakt. Pin-Draou of Pindrau genoemd heeft deze oude bergstroom zijn naam geleend aan de nabije helling waarop een kronkelweg opwaarts door de wijngaarden loopt en zo toegang geeft tot het dal van Laus en vervolgens aan de bergpas van Rambaud die naar Gap leidt. Deze weg doorkruiste de Avance over een broze houten brug, vervoegde de grote baan die Saint-Etienne met het nieuwe dorp Valserres verbond en voorbij Saint-Etienne naar de bergpas van Remollon liep die op de Durance uitkwam.

    Vertaling: Broeder Jozef

    10. Jezus' tijdgenoten [aflevering 277]

    Josephus Flavius

    De inwoners van Tiberias schreven echter een brief naar de koning, waarin zij hem verzochten om hen een troepenmacht te sturen, die hun land zou kunnen beschermen. Als hij dat zou doen zouden ze naar hem overlopen, schreven ze hem. Toen ik bij hen aankwam, wilden ze dat ik hun muren liet bouwen, zoals ik had beloofd, omdat zij hadden gehoord dat de muren van Tarichea al klaar waren. Ik stemde in met hun voorstel en toen ik voorbereidingen voor de hele bouw had getroffen, gaf ik de architecten de opdracht om met het werk te beginnen. Drie dagen nadat ik naar Tarichea was afgereisd, dat zes kilometer van Tiberias af lag, gebeurde het dat er een paar Romeinse ruiters die onderweg waren, werden gesignaleerd, niet ver van de stad. Dat wekt het vermoeden dat de troepen van de koning in aantocht waren. Daarop verhieven de bewoners van Tiberias hun stem en schreeuwden toejuichingen naar de koning en verwensingen aan mijn adres. Een van hen rende naar mij toe en vertelde me wat ze van plan waren en dat ze besloten hadden om mij te laten vallen.

    Toen ik dat nieuws hoorde, sloeg de schrik mij om het hart, want ik had mijn gewapende manschappen uit Tarichea al naar huis gestuurd, omdat het de dag daarop sabbat zou zijn. Ik wilde namelijk voorkomen dat de burgers van Tarichea op die dag last zouden hebben van een grote groep soldaten. Ik had namelijk, telkens als ik voor korte tijd in die stad verbleef, nooit bijzondere aandacht besteed aan mijn persoonlijke veiligheid, omdat ik zovaak had ervaren hoe loyaal haar inwoners jegens mij waren. Op dat moment beschikte ik over niet meer dan zeven gewapende manschappen, afgezien van een paar vrienden, en wist niet zo goed wat ik moest doen. Ik vond het niet juist om mijn eigen troepen terug te roepen, omdat het al bijna avond was en onze wetten ons dat verboden, zelfs als de situatie nijpend was. Ik begreep dat als ik de bewoners van Tarichea zou toestaan om samen met de vreemdelingen de stad te bewaken, zij daarvoor met te weinig mensen waren, en ik wist dat ik dan gedwongen zou zijn om mij hulp een hele tijd uit te stellen. Ik besefte verder dat de troepen die door de koning waren gestuurd, mij dan zouden tegenhouden en dat ik de stad uit zou worden gejaagd. Daarom bedacht ik een list uit om van die troepenmacht af te komen. Meteen stelde ik mijn vrienden uit Tarichea, die ik het meest vertrouwde, op bij de poorten, om de mensen die daardoor vertrokken zorgvuldig in de gaten te houden. Ik ontbood ook de familieoudsten en verzocht iedereen om een boot te bemachtigen en aan boord te gaan. Ze moesten allemaal een gezagvoeder meenemen en hem naar Tiberias laten varen. Samen met mijn vrienden en de zeven gewapende manschappen, waar ik het al eerder over heb gehad, ging ik ook aan boord van een van die schepen en voer naar Tiberias.

    Toen de inwoners van Tiberias echter merkten dat er helemaal geen troepen van de koning in aantocht waren, maar dat het hele meer vol schepen lag, maakten zij zich ernstig zorgen over het lot van hun stad. Ze waren doodsbang omdat ze dachten dat de schepen vol soldaten zaten. Daarom bedachten ze zich, gooiden hun wapens neer en kwamen mij met vrouwen en kinderen tegemoet, terwijl zij mij luid toejuichten. Zij dachten namelijk dat ik niet op de hoogte was van hun eerdere plannen tegen mij en daarom smeekten ze mij de stad te sparen. Toen ik echter de stad dicht was genaderd, gaf ik de gezagvoerders van de schepen het bevel om op een redelijke afstand van de wal het anker uit te werpen, zodat de inwoners van Tiberias niet zouden merken dat de schepen geen soldaten aan boord hadden. Zelf voer ik met een van de boten dichterbij en maakten het volk verwijten over hun dwaasheid en over het feit dat zij zo wispelturig waren dat zij bij de eerste de beste gelegenheid hun loyaliteit aan mij lieten varen. Ik verzekerde hen dat ik hen voorlopig alles zou vergeven, als ze mij de tien belangrijkste oproerkraaiers zouden sturen. Ze gingen meteen op dat voorstel in en stuurden de eerder genoemde mensen. Ik liet hen aan boord brengen en liet ze naar Tarichea overbrengen, waar ze in de gevangenis opgesloten moesten worden.

    Vertaling: Broeder Joseph

    11. Het sacrament van de Eucharistie [deel 12]

    3. De Eucharistie in de Heilsgeschiedenis

    De instelling van de Eucharistie

    De Heer, die de zijnen bemind had, gaf hun het bewijs van zijn liefde tot het uiterste toe. Hij die wist dat zijn uur gekomen was om uit deze wereld over te gaan naar zijn Vader, waste hen tijdens een maaltijd de voeten en gaf hun het gebod van de liefde. Om hen een onderpand van deze liefde na te laten, om zich nooit van de zijnen te verwijderen en om ze deelgenoot te maken aan zijn paasmysterie, stelde Hij de eucharistie in als de gedachtenis aan zijn dood en verrijzenis, en Hij beval zijn apostelen deze gedachtenis te vieren totdat Hij zou wederkomen, 'waardoor Hij hen toen als priesters van het Nieuwe Verbond aanstelde'.

    De drie synoptische evangeliën en de heilige Paulus hebben ons het verhaal van de instelling van de eucharistie overgeleverd: de heilige Johannes van zijn kant verhaalt ons de woorden van Jezus in de synagoge van Kafarnaum, woorden die de instelling van de eucharistie voorbereiden: Christus duidt zichzelf aan als het levende brood dat uit de hemel is neergedaald.

    Jezus koos de tijd van het paasfeest om zoals Hij te Kafarnaüm aangekondigd had, zijn lichaam en bloed aan zijn leerlingen te geven:

    Toen de dag van het ongedesemde brood gekomen was, waarop men het paaslam moest slachten, stuurde [Jezus] Petrus en Johannes uit met de opdracht: 'Gaat voor ons voorbereidselen treffen opdat wij het paasmaal kunnen eten.' [...] Zij vertrokken [...] en maakten het paasmaal gereed. Toen het uur gekomen was, ging Hij met de apostelen aan tafel aanliggen. Hij sprak tot hen: 'Vurig heb ik verlangd, eer Ik ga lijden, dit paasmaal met u te eten. Want Ik zeg u: Ik zal het niet meer eten, totdat het, zijn vervulling vindt in het rijk Gods.' [...] Daarop nam Hij het brood, sprak een dankgebed uit, brak het en gaf het hun met de woorden: 'Dit is mijn lichaam, dat voor u gegeven wordt; doet dit tot een gedachtenis aan Mij.' Evenzo gaf Hij de beker, na de maaltijd, terwijl Hij sprak: 'Deze beker is het Nieuwe Verbond in mijn bloed, dat voor u wordt vergoten' [Lc. 22,7-20].

    Jezus vierde tijdens het paasmaal met zijn apostelen het laatste avondmaal en zo gaf Hij aan het joodse paasfeest zijn definitieve zin. Door zijn dood en verrijzenis, het nieuwe Pasen, loopt het avondmaal inderdaad vooruit op de overgang van Jezus naar zijn Vader. Dit wordt gevierd in de eucharistie die het joodse paasfeest tot vervulling brengt en vooruitgrijpt op het uiteindelijke paasfeest van de kerk in de heerlijkheid van het Koninkrijk.

    Anne Van Der Sloten

    12. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 103]

    Hoofdstuk 2: Johannes De Doper tot het doopsel van Jezus

    Soldaten, gezanten: dopelingen bij Johannes

    Andreas en Johannes de evangelist zijn bij de Doper. Ook zijn nu de meeste toekomstige apostelen en vele leerlingen bij Johannes gekomen. Petrus echter, die al gedoopt was, was hier niet. Ook was hier nog niet gekomen: Judas de verrader, die nochtans in het gewest van Betsaïda reeds bij de vissers geweest is en daar inlichtingen over Jezus en Johannes ingewonnen heeft.

    Toen de afgezanten uit Jeruzalem bij Johannes aankwamen, had hij sedert drie dagen het dopen gestaakt, maar nu was hij even weer begonnen. De afgevaardigden wilden dat hij kwam onderhandelen, doch hij antwoordde: "Zodra ik klaar ben." Hij heeft hun een kranig en kort bescheid gegeven. Zij legden hem te laste dat hij eigenmachtig te werk ging, dat hij zich eerst te Jeruzalem aangeboden moest hebben [om de nodige volmacht te krijgen] en dat hij niet aldus gelijk een woesteling gekleed moest zijn. Toen de gezanten zich terugtrokken, bleven Jozef van Arimatea en de zoon van Simeon bij Johannes en ontvingen van hem de doop. Vele mensen die hier gekomen waren, had Johannes niet willen dopen. Dezen wendden zich nu tot het gezantschap en beschuldigden hem van partijdigheid.

    De latere apostelen keerden naar hun gewesten terug, waar zij veel over Johannes vertelden, maar werden ondertussen aandachtiger op Jezus. Door Johannes' leer immers krijgen zij een voorgevoel nopens Hem, dat Hij Degene zou kunnen zijn die door Johannes aangekondigd wordt.

    Op zijn terugweg naar Jeruzalem ontmoette Jozef van Arimatea Obed,een bloedverwant van Serafia [Veronika], die een beambte in de tempel is. Hij vertelde aan deze, op zijn verzoek, veel over Johannes. Obed laat zich nu ook door Johannes dopen. Als tempeldienaar bleef hij een geheime leerling van Jezus tot hij later [openlijk] tot Jezus kwam.

    13. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen

    Profetie 104: Religio Depopulata [Ontvolkte Godsdienst]

    Benedictus XV [1914-1922]

    Echte naam: Giacomo Giambattista markies della Chiesa [Genua, 21 november 1854 - Vaticaanstad, 22 januari 1922]

    Giacomo werd geboren als zesde kind van markies Giuseppe della Chiesa en diens vrouw Giovanni Migliorati. De familie Della Chiesa, wier enige bezit gelegen was in Pegli, een voorstad van Genua, behoorde tot de verarmde stadsadel.

    Op 2 augustus 1875 studeerde Giacomo af als doctor in de rechten. In 1879-80 liepen zijn studies af, met een uiteindelijk doctoraat in het Kerkelijk Recht. In 1907 werd hij Aartsbisschop van Bologna en vervolgens op 25 mei 1914 kardinaal-priester met als titelkerk Santi Quattro Coronati. Op 3 september 1914 werd hij verkozen als Paus Benedictus XV. Op eigen verzoek vond de kroning plaats op 6 september 1914 in de Sixtijnse kapel. Gezien de oorlogssituatie achtte hij een grootse kroning in de Sint-Pietersbasiliek ongepast.

    Hoewel hij zich tijdens zijn pontificaat inzette voor de totstandkoming van een snelle vredesoplossing tijdens de Eerste Wereldoorlog, zou Benedictus XV daarin niet slagen ten gevolge van zijn beperkte invloed en de onwil van de gevestigde machten om het Vaticaan te betrekken in vredesbesprekingen. Wel slaagde Benedictus XV erin om de diplomatieke banden van Vaticaanstad met andere landen aanzienlijk te verbeteren, waaronder die met Frankrijk. Door de verkiezing van kardinaal Joseph Ratzinger tot paus Benedictus XVI in 2005 ontstond weer belangstelling voor het pontificaat van een in de vergetelheid geraakte paus.

    Benedictus XV overleed vrij onverwacht om 6 uur ’s morgens op 22 januari 1922 ten gevolge van griep, waarbij hij een longontsteking opliep. Benedictus’ stoffelijk overschot werd bijgezet in de Vaticaanse grotten.

    Religio Depopulata is jammerlijk genoeg letterlijk vervuld. Het jaar 1917 zag het begin van de Russische Revolutie, die een einde maakte aan het godsdienstige leven in dit eertijds zeer Christelijke land.

    Chris De Bodt

    14. Profetiën: Heilige Ephraïm, de Syriër [±306 - 373]

    Profetie 14

    Mijn geliefde broeders, hoe zullen we dan dit alles moeten doorstaan, wanneer de brandende rivier, ontketend als een verwoestende oceaan, de heuvels en bergen zal opslorpen en met hen de hele wereld met al zijn hebben? Dan, mijn geliefden, zullen met dat vuur de rivieren en de zeeën opdrogen en de lucht zal verontrust worden, de sterren zullen uit de hemel vallen, de zon zal worden opgeslokt, de maan zal niet langer zijn en de hemel zal worden opgerold zoals een perkamenten rol.

    Vertaling: Chris De Bodt

    15. Onze Lieve Vrouw van Anguera, vervolg van de boodschappen

    Boodschap 3472 van 22/4/2011

    Lieve kinderen, Ik ben uw bedroefde Moeder en Ik lijd voor wat er over u gaat komen. Vandaag herinneren we ons de liefde en de volledige overgave van Mijn Zoon Jezus voor uw redding. Mijn Jezus ging naar de Calvarie en beleefde al zijn lijden uit liefde voor Zijn Kerk. De dag zal komen dat deze Kerk zwaar zal worden beproefd en het lijden van de mannen en vrouwen van het geloof zal groot zijn. Het zal een tijd van vervolging, vernedering en verlatenheid zijn. Een grotere pijn bestaat er niet. De vijanden van God zullen zich verenigen en de tempels vernietigen op verscheidene plaatsen. Daarbij zullen ze ook de gelovigen doden. Dagen van duisternis zullen over de Kerk komen, maar wanneer alles verloren lijkt te zijn, zal de Heer aan Zijn Kerk een grote overwinning schenken. Bid, bid, bid. U zult gruwelen blijven zien op aarde. Ik wens u te helpen, maar luister naar Mij. Ik wens u niet te verplichten, maar wat ik u zeg dient ernstig te worden genomen. Zoek sterkte in de Eucharistie en in de woorden van Mijn Zoon Jezus. Enkel door de genade van Jezus zult u de sterkte vinden om het gewicht te dragen van de beproevingen die moeten komen. Moed. Dit is de boodschap die Ik u vandaag doorgeef in de naam van de meest Heilige Drievuldigheid. Dank u dat u Mij hebt toegelaten om u hier opnieuw bij elkaar te roepen. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen. Wees in vrede. Amen.

    Vertaling: Chris De Bodt

    27-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.27 juni 2011
    27 juni 2011

    1. Een voorafbeelding van de eindtijden
    : een interview met Dr. Arnold Fruchtenbaum

    Arnold Fruchtenbaum werd geboren uit Joodse ouders in 1943. Amper vier jaar oud, moest zijn familie naar Rusland vluchten voor de Nazi’s. Ze werden valselijk beschuldigd van spionage. Op zijn dertiende, toen hij opnieuw in Duitsland was, kreeg hij een goddelijke openbaring en begon hij te voelen dat Jezus zowel de Messias was van het Joodse volk als van de Christenen. Door het strikte geloof van zijn vader, was het Arnold niet toegestaan om zijn geloof uit te oefenen door de Bijbel te lezen of andere gelijkgezinde Joden, die hetzelfde aanvoelden, te bezoeken. Maar dit veranderde zijn persoonlijk geloof niet, zelfs als de familie naar Los Angeles verhuisde. Toen hij het ouderlijk huis verliet in de vroege jaren zestig, studeerde hij Hebreeuws en Grieks aan het Cedarville College en reisde hij naar Israël om zijn religieuze studies verder te zetten.


    Dr. Arnold Fruchtenbaum

    Tijdens de late jaren zestig en de vroege jaren zeventig werkte hij samen met een aantal verenigingen van Messiaanse Joden zoals de "American Board of Missions to the Jews" and the "Christian Jew Foundation." Na een onenigheid met een aantal leerstellingen van deze groepen, stichtte hij de "Ariel Ministries," in 1977. Dr. Fruchtenbaum blijft de hand uitsteken naar Messiaanse Joden over de hele wereld om hen te helpen bij het bestuderen van de Bijbel, het beleven van de Schriften en een persoonlijke band met God te ontwikkelen. Hij is de hoofdspreker van de groep en brengt veel van zijn tijd door met het schrijven van boeken en het geven van inspirerende voordrachten over de hele wereld.

    Dr. Fruchtenbaums meest invloedrijke werk is "The Footsteps of the Messiah." In dit boek puzzelt hij de profetieën bij elkaar die in de Bijbel zijn vervat om een duidelijke uitlijning te maken over wat er in Israël en in de rest van de Wereld staat te gebeuren. Recentelijk kreeg "All News Wire" de mogelijkheid om Dr. Fruchtenbaum vragen de stellen over de wegenkaart naar de eindtijden.

    All News Wire: Het lijkt er op dat de wereld zowat bezeten is geworden met zijn eigen ondergang. Er wordt veel gesproken over 2012, Hollywood brengt de ene na de andere apocalyptisch getinte film uit. De recente gebeurtenissen in het Midden-Oosten, Japan en Nieuw-Zeeland, hebben, samen met nog andere gebeurtenissen, de mensen tot vragen geleid over wat er precies gaande is met de wereld. Wat gaat er volgens u gebeuren?
    Dr. Arnold Fruchtenbaum: Ik ben zeer voorzichtig om niet te vervallen in wat ik zou omschrijven als "Bijbeluitleg in de kranten." Dit gebeurt wanneer er en grote gebeurtenis plaatsvindt in de wereld en iemand een Bijbelvers kan vinden dat eventueel wordt verhaald op deze gebeurtenis in deze tijd en deze plaats. Gewoonlijk zijn deze vervullingen enkel gebaseerd op een klein gedeelte van gelijkenis. Dit is wat ik weet over Bijbelprofetie: een profetie uit de Bijbel komt nooit bij benadering uit, maar wordt steeds precies en helemaal volgens de letter vervuld. En zo heb je een volledige vervulling of u hebt helemaal geen vervulling. De opwinding rond 2012 heeft vooral te maken met de verslagen over de Maya-kalender die verondersteld wordt het einde van de wereld te voorzien in dat jaar. Laat ons hier twee bedenkingen bij maken:
    • Eerst en vooral zegt de Maya-kalender niet dat de wereld zal eindigen in 2012. Hun kalender reikte alleen zo ver en er wordt niets meer over gezegd in de Maya-kalender. Ten tweede vraag ik mij af wat de Maya-kalender gemeen heeft met de Bijbelse profetie? Sinds wanneer zijn we beginnen besluiten dat de vervulling van Bijbelprofetieën gebaseerd zijn op heidense kalenders?
    • Ja, er hebben onlangs sleutelgebeurtenissen plaatsgevonden in het Midden-Oosten, Japan en Nieuw Zeeland, maar grote gebeurtenissen die niet toepasselijk zijn in de Bijbelprofetieën zijn er steeds geweest in de menselijke geschiedenis. Wat duidelijk is, is dat toen de Amerikaanse en de Franse revolutie uitbraken, ze grote veranderingen teweegbrachten in de Europese samenleving, en nu gebeurt er net hetzelfde in de Arabische Staten met hun autocratische regels. Daar gaan ook grote veranderingen komen, maar het is nu nog te vroeg om te kunnen zeggen wat deze veranderingen zullen inhouden. Deze veranderingen zullen niet noodzakelijk de democratie brengen ginds, net zoals de revolutie tegen de Sjah geen democratie bracht in Iran, integendeel er kwam een strengere totalitaire regering met een religieuze nadruk, eerder dan een zuivere politieke nadruk. Zijn enige van de huidige opstanden in de Islamwereld een vervulling van Bijbelse profetieën? Het is gewoonweg te vroeg om dit te weten. Het is werkelijk een tijd van afwachten en zien.
    All News Wire: Israël speelt een betekenisvolle rol in het eindtijdscenario van de Bijbel. Voor een land dat nauwelijks groter is dan New Jersey, blijkt het heel wat aandacht te krijgen in de pers. Wat is er rond Israël dat steeds de aandacht van de wereld trekt?
    Dr. Arnold Fruchtenbaum: Zuiver vanuit menselijk perspectief bekeken, zou ik zeggen dat de oorzaak voor de aandacht van de wereld rond Israël te maken heeft met wereldse wrok en haat tegenover het Joodse volk in het algemeen en in het bijzonder tegen de staat Israël. Daarom wordt alles wat er in Israël gebeurt uitgezonden op de televisie en in deze toestanden wordt de fout dikwijls bij de Israëlieten gelegd. Vanuit het Bijbelse oogpunt zou ik zeggen dat, wat we vandaag zien met Israël, een zich steeds voortzettend conflict is tussen de satanische oorlog tegen de Joden die reeds begon ten tijde van Abraham. Er is één ding dat de Bijbel heel duidelijk maakt: de enige voorwaarde voor de Tweede Komst is Israëls algemene redding en zolang Israël blijf roepen op de komst van de Messias zal er ook geen Tweede Komst zijn. satan weet wel degelijk dat zijn rijk over zal zijn eens dat Jezus zal terugkeren, maar hij weet ook dat Jezus niet zal terugkeren zolang de Israëlieten niet massaal om Zijn terugkeer vragen. Als satan er zou in slagen om de Joden te vernietigen, alvorens ze de kans krijgen om massaal om Zijn terugkeer te vragen, zal er geen Tweede Komst zijn en zal satans loopbaan verzekerd blijven voor altijd. Dat is de reden waarom er steeds zo’n bijzondere oorlogssfeer heerst tegen de Joden en dit sinds de tijd van Abraham. Dat is waarom dingen zoals de kruisvaarten gebeurden, dat is waarom de Russische pogroms gebeurden, dat is waarom de Nazi Holocaust plaatsvond. Dat is ook waarom Openbaring 12 benadrukt dat, eens satan betrokken raakt in de rampspoed, hij eveneens weet dat zijn tijd nog maar kort is, en omdat zijn tijd kort is zal hij de mensheid een wereldwijde vervolging van de Joden zoals ten tijde van de Nazi’s influisteren om hen zo te vernietigen voor eens en altijd om zo de Tweede Komst te voorkomen.

    All News Wire: Hoe past Jeruzalem in dit alles?
    Dr. Arnold Fruchtenbaum: Terwijl Israël over het algemeen hoofdzakelijk grote beroering veroorzaakt in de wereld, verplaatst het brandpunt zich meer en meer naar Jeruzalem en dat omdat Jeruzalem in de Bijbelse profetie een hoofdrol speelt als voorbereiding op te Tweede Komst. Het is tegen Jeruzalem dat alle legers van de naties zich zullen verzamelen [Zach. 12: 1-13 en 14: 1-2]. Omdat de tempelberg in de Oude Stad de derde heiligste plaats is in de Islam, zal er om deze reden een bijzonder conflict ontstaan over die stad in de eerstkomende tijd. In de oorsprong van de Islam heerst er het grondbeginsel dat eens iets tot de Moslimwereld toebehoort, dat voor altijd zo moet blijven. Als de Moslims om een of andere reden een plaats zouden verliezen zullen ze een Jihad voeren om de plaats opnieuw in te nemen. Dat is de reden waarom de ware Koranvolger nooit Israël bestaansrecht zal aanvaarden en dat is waarom er zoveel terrorisme en aanvallen zijn tegen Israël en zij die het land steunen, zoals de Verenigde Staten. Jeruzalem blijft een steen des aanstoots waarvoor er getracht wordt een onoplosbare oplossing te vinden en enkel de Tweede Komst zal er een uiteindelijke oplossing aan geven.

    All News Wire: Dingen blijven escaleren tussen Israël en Iran. Iran, dat gekend staat als Perzië en het Perzische Rijk wordt meerdere malen vernoemd in de Bijbel, maar in het bijzonder in Ezechiël. Wat kunt u ons daarover vertellen?
    Dr. Arnold Fruchtenbaum: Hoewel Iran niet tot de Arabische landen behoort, is het een Moslimland en zal het daarom als Moslimland steeds tegenover Israëls bestaansrecht staan. Daarom zal Iran deelhebben aan de invasie van Israël van Ezechiel 38-39. Hoe dan ook staat er in Jeremiah 49 geschreven dat Iran een algehele redding zal ondergaan en uiteindelijk in vrede zal leven met Israël, met dezelfde God en dezelfde Messias. Pas dan zal de vrede uiteindelijk terugkeren.

    All News Wire: Gedurende jaren spreken de politici nu al over een Nieuwe Wereld Orde. Er zijn velen, binnen en buiten de Christelijke gemeenschap, die hiernaar verwijzen als een roep voor enig model van een wereldregering. Waar in de Bijbel wordt hiernaar verwezen?
    Dr. Arnold Fruchtenbaum: In Daniël 7 toont de Bijbel duidelijk aan dat er uiteindelijk een soort één-wereld-regering zal komen? Vele politici spreken ook over een Nieuwe Wereld Orde. Of dit uiteindelijk tot een wereldregering zal leiden of niet, kan enkel de tijd ons vertellen. Daarom opnieuw zal er op een dag een wereldregering komen, maar momenteel kan niemand weten wanneer dit zal gebeuren.

    All News Wire: De antichrist is een figuur die door films, boeken en zelfs de muziek, ondertussen al heel wat beruchtheid heeft verworven tijdens de laatste decennia. Wie wordt deze man verondersteld te zijn, hoe zal hij aan de macht komen en wat zal zijn doel zijn? Er wordt verwezen naar mensen die zijn "merkteken" zullen aanvaarden om de kunnen kopen of verkopen om aldus te overleven. Kunt u ons wat meer zeggen over deze persoon?
    Dr. Arnold Fruchtenbaum: De antichrist zal een heiden van Romeinse afkomst zijn die uiteindelijk de politieke controle over de hele wereld zal verkrijgen, met uitzondering van wat nu Jordanië is, en eenmaal hij de politieke controle in handen heeft zal hij ook de wereldwijde religieuze controle in handen krijgen, omdat hij van zichzelf zal beweren dat hij god zal zijn en de hele wereld zal oproepen om hem als god te vereren. Om de aanvaarding van zijn goddelijkheid duidelijk te maken zullen de mensen zijn merkteken "666" aanvaarden. Aan de hand van de vijf aanwijzingen in de Openbaring 13, zal dat nummer gewoonweg de numerieke waarde van de persoonlijke naam van de Antichrist zijn. Iedereens naam kan in Hebreeuwse letters worden omgezet, maar wat ook de persoonlijke naam van de antichrist zal zijn, bij het omzetten naar het Hebreeuwse alfabet zal men op 666 uitkomen en dat is een van de manieren zijn hoe we deze persoon zullen kunnen identificeren wanneer de tijd hiertoe rijp zal zijn.

    All News Wire: Wat is de tijd van de Grote Verdrukking?
    Dr. Arnold Fruchtenbaum: De Grote Verdrukking is een zevenjarige periode, en de meest algemene Bijbelse benaming hiervoor, in beide Testamenten, is "De dagen van Jehovah" of "De dagen van de Heer." Het begint met een beslissende gebeurtenis: het ondertekenen van een zevenjarige overeenkomst tussen Israël en de antichrist, en eens deze overeenkomst zal worden ondertekend, zal dit het startschot zijn van de aanvang van deze zevenjarige Grote Verdrukking [Daniël 9: 27 en Jesaja 28: 14-22]. Deze zevenjarige periode zal een uitstroom zal van de gramschap van God die uiteindelijk zijn hoogtepunt zal bereiken bij de Armageddon en de Tweede Komst.

    Tijdens deze periode zullen er drie reeksen van oordeel zijn: de zegeloordelen, de trompetoordelen en de boogoordelen. De zegels en de trompetten zullen in de eerste helft van de Grote Verdrukking komen, terwijl de bogen zullen komen naar het einde van de tweede periode. Tegen de tijd dan deze zeven jaren hun loop zullen kennen, zal zowat twee derden of drie vierden van de oppervlakte van de aarde volledig vernield zijn en dat zal eveneens het geval zijn met de wereldbevolking. Het gebied dat zal overleven zal het gebied van het Midden-Oosten zijn, en zo zal deze twee derden of drie vierden, dat zal vernietigd zijn, zich buiten het gebied van het Midden-Oosten bevinden.

    All News Wire: In uw boek "De voetstappen van de Messias," verwijst u naar de stad Babylon, die zich in Irak bevindt. Deze oude stad is al aardig wat in het nieuws gekomen de laatste jaren. Saddam Hussein had een verbouwingsproject klaarliggen en de stad heeft veel geleden tijdens de Iraakse oorlog. Er is vraag om de stad tot werelderfgoed te maken en er zijn ook plannen voor een soort centrum voor het wereldtoerisme. Wat is de betekenis van deze stad?
    Dr. Arnold Fruchtenbaum: Het basisgegeven is dat Babylon nooit het soort vernietiging heeft gekend zoals het geschreven staat in Jesaja 13-14, Jeremiah 50-51 en Openbaringen 18. Daarom gaat het hier over een gebeurtenis in de toekomst. Maar dat vereist ook de heropbouw van Babylon, dat reeds grotendeels is geschied en nog doorgaat tot op een zekere graad. De stad is voorbestemd om de politieke en economische hoofdstad van de wereld te worden, onder de heerschappij van de antichrist, waar hij zal zetelen. Maar zijn religieuze hoofdkwartier zal Jeruzalem blijven met zijn afbeelding in de Tempel, terwijl Babylon het politieke en economische centrum zal worden.

    All News Wire: U schrijft ook over een godsdienstig Babylon, een soort van wereldreligie. Hoe zal dit tot stand komen, gegeven de huidige godsdienstige oorlogen en onenigheden?
    Dr. Arnold Fruchtenbaum: De Bijbel voorspelt duidelijk één wereldgodsdienst voor de toekomst, maar het is nog te vroeg om te vertellen hoe dat zal geschieden. Vooral de Oecumenische Beweging en wat wordt genoemd, de vereniging van alle Protestantse groepsbenamingen en bewegen zich naar een eenheid met zowel de Oosters-orthodoxen als de Rooms-katholieken. Van daaruit denkt deze beweging over een grote, brede religie. Hoe de profetie precies zal worden vervuld is opnieuw te vroeg om te vertellen.

    All News Wire: De vragen die wij ons bij deze gebeurtenissen het meeste stellen is: "waarom?" en "wat is de essentie van dit alles?" Als deze gebeurtenissen geen deel uitmaak van een soort oud fictieverhaal, wat is dan het doel van dit alles?
    Dr. Arnold Fruchtenbaum: God heeft in Zijn Woord de details van de profetieën uitgedrukt en sommige van deze profetieën hebben zich geopenbaard tijdens de laatste eeuw, zoals Israël dat een onafhankelijke Staat wordt [1948] en Israël die de soevereiniteit verwerft over het oude gedeelte van de Stad Jeruzalem [1967]. Hoewel de Tempel nog niet is herbouwd, zijn er intensieve pogingen van drie verschillende Joodse religieuze bewegingen om de tempel te heropbouwen als voorbereiding op de komst van de Messias. Het feit dat deze dingen gebeuren toont aan dat Gods profetische tijdstabel aan de gang is om te worden vervuld en terwijl Hij ons de chronologische opvolging van de gebeurtenissen geeft, voorziet Hij niet in het tijdselement tussen de ene en de andere gebeurtenis en dit tot de start van de Grote Verdrukking.

    Wat voor ons belangrijk is, is te weten dat de Bijbel ons ook leert dat er maar één weg is om de Grote Verdrukking te vermijden en eraan te ontsnappen en dat is door middel van de "Opname van het Lichaam," [1] wanneer alle overleden gelovigen hun lichaam zullen verrezen zien en de andere, levenden gewoonweg zullen worden "opgenomen" om de Messias in de hemel te ontmoeten. Maar om in aanmerking te komen voor deze gebeurtenis moet men werkelijk een ware gelovige zijn en wat men moet geloven wordt verklaard in 1 Korintiërs 15: 1-4. Ten eerste dat de Messias voor onze zonden stierf, ten tweede dat hij werd begraven [het bewijs van Zijn dood] en ten derde dat hij is verrezen op de derde dag.

    Als we in de Bijbel geloven en ons daarop alleen verlaten voor onze redding, zal ons het eeuwige leven worden geschonken en aan zij die het eeuwige leven zullen bezitten wordt ook de belofte gegeven dat ze niet zullen lijden onder de gramschap van God, waarover de Grote Verdrukking gaat. Aan de Kerk is nooit beloofd dat het aan de vervolgingen zal ontsnappen, maar aan de Kerk is wel beloofd dat ze zal ontsnappen aan Gods toorn en voor deze reden zullen de heiligen van de Kerk heropstaan en opgenomen worden om de Heer in de hemel te ontmoeten en dit korte tijd alvorens de Grote Verdrukking zal beginnen.

    [1] Over de "opname van het lichaam," bestaan er verschillende theorieën. Het is vooral een protestantse gedachte. Bij de katholieken wordt er minder aandacht aan besteed. Feit is dat Vicka Ivankovic, tijdens een van haar interviews met Janice T. Connell, heeft verklaard dat de goede Christenen het minder hard zullen te verduren krijgen. Wat Vicka hiermee precies bedoelde, wordt niet beschreven in het interview. Er zijn vele Katholieken die de Chileense Mijnramp van vorig jaar aangrijpen, als de manier waarop God de Christenen zal helpen.

    Vertaling: Chris De Bodt

    2. Medjugorje: De IIPG [International Internet Prayer Group] [Deel 43]

    Michael Jones

    Het tweede mirakel kwam er na onze aankomst in Medjugorje. Ik werd ondergedompeld in de rozengeur. Dit gebeurde meerdere keren tijdens deze bedevaart. Aanvankelijk dacht ik gewoon dat het om een reukstof ging, maar toen de geur mijn neus bereikte, was dit een aroma dat ik met woorden niet kan beschrijven. Ook andere mensen rondom mij ruikten het hemelse aroma en begonnen erover te praten. Mijn theorie van de reukstof had onmiddellijk afgedaan toen ik werkelijk ondergedompeld werd in een frisse rozengeur, zonder enige ziel rondom mij.

    De eerste avond ging een aantal mensen onder ons naar de Heilige Jacobuskerk te Medjugorje. Sommige mensen van onze groep waren reeds eerder daar en één ervan keek mij aan met tranen in de ogen en zei: "Kijk naar de zon." Ik keek, zonder echter iets bijzonders te verwachten, maar dan zag ik de zon spinnen alsof ze uit haarzelf cirkels naar de Kerk zond. De kleuren van de zon veranderden en de stralen veroorzaakten geen schade aan mijn ogen. Ik voelde dat ik de mensen moest toeroepen: "Kijk naar de zon." Ik draaide mij om en zag dat honderden mensen reeds aan het staren waren. Bij velen liepen de tranen van hun wangen. Elke blik die ik bekeek was er een van verwondering.

    Bron: IIPG

    Vertaling: Chris De Bodt

    3. Dagboek van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 147]

    Schrift 1

    348. Jaar 1934.

    De eerste donderdag na Kerstmis. Ik vergat volledig dat het vandaag donderdag was, en deed dus geen aanbidding. Om negen uur ging ik met de zuster naar de slaapzaal. Op een vreemde wijze kon ik niet inslapen. Het leek me dat ik ergens nog iets moest doen. In gedachten doorliep ik al mijn plichten, maar ik kon niets vinden: dat duurde tot tien uur. Om tien uur zag ik het gemartelde aangezicht van Jezus, en plots zei Hij me: "Ik wachtte op u om met u mijn lijden te delen, want wie zou Mijn smarten beter verstaan dan Mijn bruid." Ik bad Jezus om vergeving voor mijn lauwheid. Beschaamd waagde ik het niet om Hem aan te zien, maar met een berouwvol hart bad ik Jezus om een doorn uit Zijn doornenkroon. Jezus antwoordde me die genade te geven, maar de volgende dag, en het visioen verdween daarop.

    349. In de ochtend, tijdens de meditatie, voelde ik de smartelijke doorn in de linkerhelft van mijn hoofd; deze pijn duurde de hele dag en ik hield niet op te overwegen hoe Jezus de pijn van zoveel doornen, die Zijn kroon vormden, had kunnen verdragen. Ik heb mijn lijden met dat van Jezus verenigd en opgedragen voor de zondaars. Toen ik om vier uur naar de aanbidding kwam, zag ik één van onze leerlingen die God vreselijk beledigde door onzuivere gedachten. Ik zag ook de persoon die daartoe aanleiding gaf. Angst doordrong mijn ziel en ik bad God, omwille van het lijden van Jezus, om haar aan deze afschuwelijke ellende te ontrukken. Jezus antwoordde dat Hij haar deze genade zou verlenen, niet om haar zelf, maar omwille van mijn gebed. Toen heb ik begrepen hoeveel wij voor de zondaars moeten bidden en voornamelijk voor onze leerlingen.

    350. Ons leven is werkelijk apostolisch. Ik kan mij geen religieuze voorstellen die in onze huizen van onze Congregatie leeft, en niet bewogen wordt door een apostolische geest. De ijver voor het zielenheil moet in onze harten branden.

    351. O mijn God, hoe goed is het te lijden voor U, te lijden in de geheimste hoekjes van ons hart, in de grootste eenzaamheid te branden als een offerande die niemand merkt, zuiver als kristal, zonder enige troost of medelijden. Mijn geest brandt van werkdadige liefde, ik verlies mijn tijd niet in droombeelden. Ik neem elk ogenblik op zich want dat is in mijn macht; het verleden behoort mij niet meer toe, de toekomst is nog niet van mij, ik poog de tegenwoordige tijd te benutten.

    352. 4.1.1935 Het eerste kapittel [49] van Moeder Borgia [50].

    Tijdens dit kapittel benadrukte de moeder het geloofsleven en de trouw in de kleine dingen. Midden het kapittel hoorde ik deze woorden: "Ik verwacht op dit ogenblik bij u meer geloof. De trouw van mijn bruid in kleine dingen bereidt me een grote vreugde!" Dan heb ik naar het kruis opgezien en ik bemerkte dat Jezus het hoofd naar de refter neigde en dat Zijn lippen bewogen.

    353. Toen ik er met moeder overste over sprak, antwoordde zij: "U ziet, mijn zuster, hoezeer Jezus verlangt dat ons leven uit het geloof komt." Toen ging zij naar de kapel terwijl ik de kamer in orde zette en ik hoorde plots deze woorden: "Zeg het aan alle zusters: Ik wil dat ze in deze tijd hun betrekkingen met de oversten beleven in geest van geloof." Ik vroeg mijn biechtvader mij van deze plicht te ontslaan.

    354. Toen ik sprak met een persoon die het schilderij moest maken, maar het om bepaalde redenen niet deed, hoorde ik tijdens het gesprek deze stem in mijn ziel: "Ik verlang dat ze gehoorzamer is." Ik begreep dat de grootste inspanningen, als ze niet de stempel dragen van de gehoorzaamheid, aan God niet aangenaam zijn. Ik spreek hier over de ziel van een kloosterlinge. O God, wat is het gemakkelijk in een klooster Uw wil te kennen. Voor ons, de gewijde zielen, is de wil van God van de morgen tot de avond duidelijk uitgelijnd, en op momenten van onzekerheid hebben we onze oversten door wie God tot ons spreekt.

    [49] Het kapittel is de vergadering van de zusters, waaronder de overste van het huis een korte ascetische toespraak houdt en haar opmerkingen doet betreffende het onderhouden van de religieuze observantie: de zusters beschuldigen zich van hun tekortkomingen.
    [50] Toen was moeder Borgia [Hedwich Tichy, 1887-1970] overste.


    Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken

    4. Bijzondere reeks: De zeven niveaus van het liegen [6/9]

    Wij liegen meer dan we denken. En dat is een deel van het probleem

    De zeven niveaus

    J. Budziszewski, auteur van "What We Can't Not Know," schrijft over de "zeven graden van de neergang." Ik noem hen de "zeven graden van het liegen."
    • Zelfbedrog. Nu gelooft u zelf uw eigen leugens die u aan anderen vertelt. Wij kunnen zó wezenlijk liegen dat we zelfs onszelf beliegen. Wij doen aan zelfmisleiding. Merk op: Net omdat we, eerlijk en oprecht, misleid zijn door de listen van onze eigen gebogenheid, betekent dit niet dat wij onschuldig of ervan vrijgesteld zijn om ons te bekeren. Aan het kruis zei Jezus: "Vader vergeef hen, want zij weten niet wat zij doen." Jezus' gebed suggereert dat zonden begaan uit onwetendheid, nog steeds zonden zijn en vergeving nodig hebben. Liegen is zondig, zelfs als we dat doen onbewust doen. Het is belangrijk om te begrijpen dat zelfbedrog zichzelf is opgelegd. Bedrogen zijn door een ander of afgeschermd zijn van de volle waarheid, is niet hetzelfde als zelfbedrog. Zelfbedrog is een ondeugd. Pontius Pilatus bedroog zichzelf door te zeggen dat de waarheid onbereikbaar is. Van aangezicht tot aangezicht met Jezus, vroeg Pilatus voorzichtig, "Wat is waarheid?" Pilatus had een motief om de waarheid niet te willen weten. Pilatus wou niet gezien worden in het licht de van waarheid van zijn eigen zwakheid. Pilatus' beroemde vraag werd opgezet tegen de waarheid van zijn eigen zwak karakter in tegenstelling tot de onschuld van Jezus. In dit niveau valt de persoon in ontkenning. Hij kijkt niet meer naar zijn innerlijk moreel geweten en daadoor voelt hij zich niet langer meer schuldig.
    Vertaling: Lily Coolen

    5. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 147]

    Zesde Lezing: Over het eeuwig lijden en het ongelukkig lot

    Deel 1

    De eeuwigheid van de straf is een formeel onderwezen waarheid in de heilige Schrift, maakt deel uit van het christelijk symbool en talrijke concilies hebben dat bestempeld als geloofspunt.

    Sint Mattheus in hoofdstuk 18 en Sint Jan in het boek Openbaring, hoofdstuk 14, waar sprake over de straffen voor duivels en verdoemden, zeggen dat de straffen oneindig zullen zijn. Sint Marcus in hoofdstuk 9 en Jesaja in hoofdstuk 46 zeggen dat hun vuur niet zal doven en dat hun worm niet zal sterven. Sint Augustinus die deze woorden aanhaalt merkt op dat de natuur van die worm betwistbaar is alsook het materieel of immaterieel vuur, maar wat in de woorden van de profeet vaststaat en geen tegenspraak duldt is dat gloed van dat vuur nooit zal milderen en de folteringen van die worm nooit zullen afnemen.

    Jezus Christus bewaart en vestigt dezelfde gelijkheid tussen rechtvaardiging en veroordeling wanneer er sprake is van het ultieme oordeel dat Hij zal uitspreken. Hij onderscheidt, ofwel voor de beloning der rechtvaardigen, ofwel de straf der goddelozen, geen enkele maatregel of tijdsverschil: ‘Die zullen naar de eeuwige foltering gaan en de rechtvaardigen naar het eeuwig leven’ [Mt 25:46]. Dus, als het eeuwig leven geen tijdsgrens kent, zal de eeuwige dood ook zonder grens noch einde zijn.

    Uit die verscheidene getuigenissen resulteert dat de barmhartigheid uit de Hel verbannen is en dat de Verlossing er geen toegang heeft. Quia in inferno nulla est redemptio. Daarbij, verdoemden en duivels kunnen zich bevrijden voor de rechtvaardigheid en de bevrijding of vermindering van hun straf slechts door drie middelen verkrijgen: of door een ware en eerlijke spijt, of door de kracht van het gebed der heiligen en door verzoenende werken van de levenden, of nog door de vernieling van hun wezen. God, die absoluut onmogelijk deze kan aanvaarden in zijn schoot door hun bestaan af te nemen, zou de facto hun lijden kunnen doen ophouden, maar de verdoemden kunnen niet boeten. God heeft satan nooit vergeven omdat satan nooit spijt heeft gehad.

    Bron: Abbé Arminjon

    Vertaling: [Broeder Joseph]

    6. Fatima in Lucia's eigen woorden: "De Oproepen" [aflevering 30]

    Mijn God, ik geloof

    De Heilige Johannes sprak van het Licht van God en zegt ons dat dit Licht, ons Leven is: "In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen." Voortaan is ons leven een vonk van God dat in ons schijnt. Het kwam van God en het moet terugkeren tot God, tenzij de zonde het leven wegdrijft.

    Deze waarheden openen de paden van het licht voor ons. Het is aan ons of deze al dan niet te volgen. Alles wat bestaat is een openbaring van God, van zijn vooruitziende en bevrijdende, scheppende werk.

    Laat niemand, in onze dagen, nu de wetenschap veel vooruitgang heeft gemaakt, wanneer moedige mensen op de Maan zijn geweest en de wereld zich verheugd in zo vele vooruitgang, de naam vergeten van de grootsheid van de Ontwerper die alle werelden schiep, naar dewelke zij reeds zo lang verlangen om te bestuderen.

    Laat mij u iets vertellen wat mij enkele jaren geleden overkwam. We hadden het nieuws gehoord over twee astronauten die onderweg waren naar de maan, maar die in hun opzet faalden. Ik ging buiten in de tuin met de bedoeling om tot aan het beeld te gaan van het Onbevlekte Hart van Maria, dat we hier vereren. Terwijl ik door de deur stapte, wachtte ik een ogenblik en staarde ik naar de bijen uit een bijenkorf in de nabijheid. Zij waren vurig bezig! Toen bemerkte ik een mier die van één van de fijne draden kroop van een spinnenweb, in een poging om tot aan de honing te raken. Maar net toen keerde er een bij, vol met pollen, terug en botste tegen de draad aan waardoor deze brak en de mier gefrustreerd achterbleef op de grond.

    Vertaling: Chris De Bodt

    7. Docudrama: Het Evangelie volgens Lucas [6/12]

    Jezus van Nazareth, de Zoon van God, opgevoed door een timmerman. Het verhaal is gebaseerd op het Evangelie van Lucas. Het leven van Jezus, vanaf de miraculeuze geboorte uit een Maagd tot de roeping van Zijn apostelen: zijn openbare leven, zijn mirakelen, zijn opdracht. De film eindigt met Zijn dood bij de Kruisiging en Verrijzenis. Regisseurs zijn John Krish en Peter Spykes. Acteurs zijn Brian Deacon [Jezus] Richard Kiley [de stem van Lucas], Rivka Neuman [Maria], Joseph Siloach [Jozef] en Niko Nitai [Simon Petrus]. De film dateert uit 1979 en duurt 117 minuten.


    6. Benoite, de herderin van Notre-Dame du Laus [Aflevering 62]

    Hoofdstuk 2: De verschijningen in het Ovendal

    De verschillende verhalen over de verschijning

    De drie andere teksten die de Documenten van Laus bevatten over dit gebeuren verschillen dikwijls van deze van Grimaud.

    M. Peytieu doet de Dame haar naam zeggen bij de eerste verschijning na het eerste bezoek van de rechter en voor 29 augustus noteert hij enkel de aankondiging van de bezoeken van de Dame op een andere plek. Hij heeft dus het getuigenis van de rechter niet onder ogen gehad wanneer hij deze verschijning in zijn Mémoires vertelt.

    In zijn kladschrift brengt M. Gaillard een fantasierijk verhaal: hij veronderstelt dat de Dame, bij haar eerste verschijning na het bezoek van de rechter, Laus al heeft aangeduid als de plek waar de latere bezoeken zullen doorgaan. Dit bezoek legt hij vast op eind juli en hij verzwijgt dat de Dame haar naam bekendmaakte. Voor de versie in het net kent hij het verhaal van Grimaud en volgt het nauwgezet, maar hij blijft bij de foute uitdrukkelijke aanduiding van Laus. Dergelijke variaties voor zo belangrijke feiten in de Geschiedenis dat de vertellers absoluut onze huidige zorg voor nauwkeurigheid delen: voor hen bestaat Laus en is zo gekend dat de voorbereiding ervan niet van belang is. Die getuigenissen dienen dus grondig onderzocht om er de waarde juist van in te schatten.

    M. Peytieu werkt veel met de geruchten voor de feiten die zich afspeelden voor zijn komst naar Laus in 1669. Daarna zal hij een buitengewone verslaggever zijn voor de feiten die hij meemaakte, maar hij bewaarde er maar een klein deel van door zijn belastend ministerie. M. Gaillard zal dikwijls beroep doen op het geheugen van Benoîte, dat hij graag onfeilbaar noemt, en de eremijt Aubin was soms zijn tussenpersoon om de herderin te ondervragen. Hij zal vaak zijn persoonlijke opmerkingen vermelden met de vertelde feiten, zonder uit te maken wat hij hoorde en wat hij toevoegde. Maar de schifting is niet moeilijk vanwege zijn zeer persoonlijke stijl.

    Vanaf nu staat een belangrijk feit vast: De Dame waarover Benoîte al vier maanden zo vaak sprak heeft zich bekend gemaakt als de Maagd Maria. Over haar intenties is nog niets bekend, behalve dat ze een bijzondere bedoeling heeft met de onschuldige herderin Benoîte genaamd, en dat Ze aan haar vertrouwelinge verklaard heeft dat ze binnenkort zou verschijnen op een plek ‘beter bereikbaar’ dan het smalle en rotsachtige Ovendal.

    Vertaling: Broeder Jozef

    7. Jezus' tijdgenoten [aflevering 276]

    Josephus Flavius

    Er waren echter nog een aantal mensen die de menigte tegen mij opzetten. Ze vertelden rond dat die belangrijke mensen die tot het hof van de koning behoorden, het niet waard waren om te leven, als zij hun eigen godsdienst niet opgaven voor de godsdienst van de mensen, waarbij zij hun toevlucht hadden gezocht. Zij maakten hen ook allerlei verwijten en zeiden dat het tovenaars waren en dat zij de Romeinen tegen hen te hulp zouden roepen. De menigte liet zich al snel verleiden door die geloofwaardige praatjes, die overeenkwamen met hun eigen vermoedens en lieten zich daardoor overhalen. Toen mij dat ter ore kwam, legde ik de menigte opnieuw uit, dat mensen die hun toevlucht bij hen hadden gezocht, niet vervolgd behoorden te worden. Ik maakte ook de verdachtmaking over tovenarij belachelijk en vertelde hen dat de Romeinen er niet een leger van tienduizenden soldaten op na zou houden als zij hun vijanden met tovenaars zouden kunnen verslaan. Het volk legde zich daarbij neer, maar slechts voor even, want zij kwamen weer terug, omdat zij zich door kwaadwillende personen opnieuw lieten ophitsen.

    Ze vielen zelfs een keer in Tarichea het huis aan waar ze woonden omdat zij hen wilden vermoorden. Toen ik dat hoorde was ik bang dat als zo’n vreselijke misdaad zou plaats vinden, dat tot gevolg zou hebben dat niemand meer zijn toevlucht in die stad zou zoeken. Daarom begaf ik mij met een aantal anderen naar het huis waar die belangrijke mensen woonden, barricadeerde de deuren en liet een gracht graven, die van het huis naar het meer liep. Vervolgens liet ik een boot komen, ging samen met hen aan boord en zeilde naar het grensgebied van Hippos. Ik vergoedde hen de waarde van hun paarden, omdat ik die bij de vlucht niet met hen mee had kunnen geven. Daarna nam ik afscheid van hen en verzocht hen met klem om de ellende die hen was overkomen manmoedig te dragen. Zelf vond ik het ook vreselijk vervelend dat ik gedwongen was om mensen die hun toevlucht bij mij hadden gezocht, weer naar een vijandig land te sturen. Toch dacht ik dat verkieslijker was dat zij, als het dan toch moest gebeuren, de dood zouden vinden onder de handen van de Romeinen, dan in het land dat onder mijn bewind stond. Uiteindelijk ontkwamen ze echter en koning Agrippa vergaf hen hun vergrijpen. Zo liep het dus toch nog goed met deze mensen af.

    De inwoners van Tiberias schreven echter een brief naar de koning, waarin zij hem verzochten om hen een troepenmacht te sturen, die hun land zou kunnen beschermen. Als hij dat zou doen zouden ze naar hem overlopen, schreven ze hem. Toen ik bij hen aankwam, wilden ze dat ik hun muren liet bouwen, zoals ik had beloofd, omdat zij hadden gehoord dat de muren van Tarichea al klaar waren. Ik stemde in met hun voorstel en toen ik voorbereidingen voor de hele bouw had getroffen, gaf ik de architecten de opdracht om met het werk te beginnen. Drie dagen nadat ik naar Tarichea was afgereisd, dat zes kilometer van Tiberias af lag, gebeurde het dat er een paar Romeinse ruiters die onderweg waren, werden gesignaleerd, niet ver van de stad. Dat wekte het vermoeden dat de troepen van de koning in aantocht waren. Daarop verhieven de bewoners van Tiberias hun stem en schreeuwden toejuichingen naar de koning en verwensingen aan mijn adres. Een van hen rende naar mij toe en vertelde me wat ze van plan waren en dat ze besloten hadden om mij te laten vallen. Toen ik dat nieuws hoorde, sloeg de schrik mij om het hart, want ik had mijn gewapende manschappen uit Tarichea al naar huis gestuurd, omdat het de dag daarop sabbat zou zijn. Ik wilde namelijk voorkomen dat de burgers van Tarichea op die dag last zouden hebben van een grote groep soldaten. Ik had namelijk, telkens als ik voor korte tijd in die stad verbleef, nooit bijzondere aandacht besteed aan mijn persoonlijke veiligheid, omdat ik zovaak had ervaren hoe loyaal haar inwoners jegens mij waren.

    Op dat moment beschikte ik over niet meer dan zeven gewapende manschappen, afgezien van een paar vrienden, en wist niet zo goed wat ik moest doen. Ik vond het niet juist om mijn eigen troepen terug te roepen, omdat het al bijna avond was en onze wetten ons dat verboden, zelfs als de situatie nijpend was. Ik begreep dat, als ik de bewoners van Tarichea zou toestaan om samen met de vreemdelingen de stad te bewaken, zij daarvoor met te weinig mensen waren, en ik wist dat ik dan gedwongen zou zijn om mijn hulp een hele tijd uit te stellen. Ik besefte verder dat de troepen die door de koning waren gestuurd, mij dan zouden tegenhouden en dat ik de stad uit zou worden gejaagd. Daarom bedacht ik een list  om van die troepenmacht af te komen. Meteen stelde ik mijn vrienden uit Tarichea, die ik het meest vertrouwde, op bij de poorten, om de mensen die daardoor vertrokken zorgvuldig in de gaten te houden. Ik ontbood ook de familieoudsten en verzocht iedereen om een boot te bemachtigen en aan boord te gaan. Ze moesten allemaal een gezagvoeder meenemen en hem naar Tiberias laten varen. Samen met mijn vrienden en de zeven gewapende manschappen, waar ik het al eerder over heb gehad, ging ik ook aan boord van een van die schepen en voer naar Tiberias.

    Vertaling: Broeder Joseph

    8. Het sacrament van de Eucharistie [deel 11]

    3. De Eucharistie in de Heilsgeschiedenis

    De tekenen van brood en wijn


    Tot de kern van de eucharistieviering behoren brood en wijn, die door de woorden van Christus en de aanroeping van de heilige Geest het lichaam en bloed van Christus worden. Trouw aan het gebod van de Heer blijft de kerk, tot aan zijn wederkomst in heerlijkheid, tot zijn gedachtenis doen wat Hij op de avond voor zijn lijden gedaan heeft: 'Hij nam het brood...'; 'Hij nam de beker met wijn...'. Terwijl ze op geheimnisvolle wijze het lichaam en bloed van Christus worden, blijven de tekens van brood en wijn ook de goedheid van de schepping aanduiden. Zo brengen wij tijdens de offerande dank aan de Schepper voor het brood en de wijn, 'het werk van onze handen', maar ze waren eerst 'de vrucht van de aarde' en 'van de wijngaard', gaven van de Schepper. De kerk ziet in de daad van Melchisedek, koning en priester, die 'brood en wijn aanbood' [Gen. 14,18], een voorafbeelding van haar eigen offergave.

    In het Oude Verbond worden brood en wijn samen met de eerste vruchten van de aarde uit dankbaarheid aan de Schepper geofferd. Zij krijgen echter ook een nieuwe betekenis in het kader van de uittocht: door het ongedesemde brood dat Israël jaarlijks met Pasen eet, is het zijn haastig vertrek bij de bevrijding uit Egypte indachtig; het manna in de woestijn zal Israël er steeds aan herinneren dat het leeft van het brood van Gods woord. Tenslotte is het dagelijks brood de vrucht van het beloofde land, onderpand voor de trouw van God aan zijn beloften. De 'beker der zegening' [Kor. 10,16], aan het einde van het joodse paasmaal, voegt aan de feestelijke vreugde van de wijn de eschatologische dimensie toe van de messiaanse verwachting van het herstel van Jeruzalem. Jezus heeft zijn eucharistie ingesteld door aan de zegening van het brood en de beker een nieuwe en definitieve betekenis te geven.

    De wonderbare broodvermenigvuldiging, waarbij de Heer de zegen uitsprak, de broden brak en aan zijn leerlingen gaf als voedsel voor de menigte, is een voorafbeelding van de overvloed van het ene brood van zijn eucharistie. Het teken van het water dat te Kana in wijn veranderd werd, kondigt reeds het uur van de verheerlijking van Jezus aan. Het toont de vervulling van het bruiloftsmaal in het rijk van de Vader, waar de gelovigen de nieuwe wijn zullen drinken die bloed van Christus is geworden.

    De eerste aankondiging van de eucharistie heeft verdeeldheid gezaaid onder de leerlingen, zoals zij ook aanstoot hadden genomen aan de aankondiging van het lijden: 'Deze taal stuit iemand tegen de borst. Wie kan daar naar luisteren?' [Joh. 6,60]. De eucharistie en het kruis zijn stenen des aanstoots. Het gaat om hetzelfde mysterie dat niet ophoudt aanleiding te geven tot verdeeldheid. 'Wilt ook gij soms weggaan?' [Joh. 6,67]: deze vraag van de Heer weerklinkt door alle tijden heen. Het is een uitnodiging van zijn liefde om te ontdekken dat alleen Hij 'woorden van eeuwig leven' bezit [Joh. 6,68] en dat wie in geloof de gave van de eucharistie ontvangt, Hemzelf ontvangt.

    Anne Van Der Sloten

    9. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 102]

    Hoofdstuk 2: Johannes De Doper tot het doopsel van Jezus

    Soldaten, gezanten: dopelingen bij Johannes

    Ik zag dan ongeveer dertig van die mannen bij Johannes, maar deze stuurde hun heftige verwijten toe. Hij doorzag hen en verweet hen dat het hun er niet om te doen was hun leven te beteren. Daarom doopte hij maar enkelen van hen, in wie hij nog enige goede grond zag, nadat hij hen over hun huichelarij scherp had berispt.

    Bij Johannes te Ennon komen nu vele mensen bijeen. Johannes doopt nu niet gedurende verscheidene dagen, maar hij preekt onvermoeid en streng. Grote menigten van Joden, heidenen en Samaritanen lagen, van elkander gescheiden, op de heuvelen en schansen, en onder afdaken, deels in de schaduw, deels onbeschut onder de blote hemel rondom het leergestoelte van Johannes, naar wie zij allen luisterden. Zo lagen er bij honderden rond hem om zijn woord te horen en de doop te ontvangen, om dan weer weg te trekken. Eenmaal zag ik vooral vele heidenen, ook mensen uit Arabië en van nog dieper uit het oosten. Zij leidden grote ezels en schapen met zich mee. Zij hebben verwanten hier in het land. Zij kwamen naar hier of waren hier op doortocht en kwamen zo tot Johannes.

    In deze tijd hield het Sanhedrin te Jeruzalem een grote beraadslaging over Johannes. Door drie rechtbanken werden negen mannen tot hem gezonden. Annas zond Jozef van Arimatea, de oudste zoon van Simeon [Obed] en een priester, die met de keuring en het toezicht van de offerdieren belast was. Ook uit de Hoge Raad werden drie leden gezonden, benevens drie gewone burgers. Zij moesten door uitvraging te weten trachten te komen wie Johannes was en hem bevelen zich te Jeruzalem te vertonen. Was zijn zending rechtmatig en wettig, dan moest hij zich eerst in de tempel aanmelden. Zij namen ook grote aanstoot aan zijn ongemanierde kleding en ook aan het feit dat hij Joden doopte, daar men slechts [bekeerde] heidenen placht te dopen. Enigen geloofden dat hij Elias was die van de overzijde van de Jordaan was teruggekeerd.

    10. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen

    Profetie 103: Ignis Ardens [Brandend Vuur]

    Pius X [1903-1914]

    Echte naam: Giuseppe Melchiorre Sarto [Riese Pio X, 2 juni 1835 - Rome, 20 augustus 1914]

    Pius X Hij staat bekend als paus van de kindercommunie en als bestrijder van de modernistische dwalingen. Giuseppe Sarto werd geboren in Riese, in het achterland van Venetië, dat toen nog onder Oostenrijkse invloed stond. Hij kwam uit een zeer arme familie. De scholing die hem werd geboden ondervond hij als een groot privilege. Sarto werd op 18 september 1858 tot priester gewijd. Hij kreeg meteen hierna een aanstelling als kapelaan in Tombolo. Hij studeerde onderwijl zelf verder met name op het werk van Thomas van Aquino en op het canoniek recht, terwijl hij feitelijk al het werk deed van de pastoor van Tombolo, die ernstig ziek was. In 1867 werd hij benoemd tot aartspriester van de kathedraal in Salzano. In de vroege jaren zeventig van de negentiende eeuw werd hij benoemd tot kanunnik van het kathedraal kapittel in Treviso en rector van het seminarie aldaar. In 1880 werd hij door paus Leo XIII benoemd tot bisschop van Treviso. Tijdens het consistorie van 12 juni 1893 werd Sarto kardinaal gecreëerd. Hij kreeg de "San Bernardo alle Terme" as titelkerk. Drie dagen na dit consistorie volgde zijn benoeming tot Patriarch van Venetië.

    Na een tamelijk kort conclaaf, werd Pius X op 4 augustus 1903 tot paus gekozen. In het verlengde van zijn strijd tegen het modernisme, bestreed Pius X op politiek vlak het verlichtingsfundamentalisme, het liberalisme en het opkomende communisme. Sociaal gezien was hij,  als idealist,  eerder een voorstander van de vrijwillige liefdadigheid, onder meer op religieuze grondslag, dan van staatsinmenging in sociale aangelegenheden. Tenslotte bestreed hij met succes de corruptie, simonie en baantjesjagerij binnen de kerk. Een bekend voorbeeld hiervan was zijn broer, die 'gewoon' postbode bleef. Met het motu proprio "Tra le sollecitudini" [1903] trachtte Pius het belang van het Gregoriaans binnen de kerkmuziek te herstellen.

    Pius X is bekend geworden als de paus die het veelvuldig ter communie gaan bevorderde. Daartoe heeft hij ook de leeftijdsgrens verlaagd waarop kinderen toegelaten werden tot de Eerste Heilige Communie, namelijk wanneer ze tot "de jaren des onderscheids" waren gekomen: 7 jaar. Hij stierf in 1914, enkele weken na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog.

    In zijn persoonlijk leven was Pius X een onbesproken; heilig man. Bij het katholieke volk was Pius X zeer geliefd, mede vanwege zijn eenvoudige komaf en Mariale vroomheid. Onder het pontificaat van Pius X groeide het aantal katholieken in kerkprovincies zoals Nederland en Ierland zeer sterk.

    Pius XII verklaarde hem zowel zalig als heilig. Bij de heiligverklaring was het lichaam van Pius X te zien in de Sint-Pieter van Rome. Zijn lichaam was, hoewel niet gebalsemd, na veertig jaar nog altijd intact en onvergaan.

    Malachias verwijst met zijn spreuk ongetwijfeld naar de geloofsijver van deze zeer vrome paus.

    Chris De Bodt

    11. Profetiën: Heilige Ephraïm, de Syriër [±306 - 373]

    Profetie 13

    Op het einde zal God, onze Heer en de onvergankelijke Bruidegem, in oplichtende bliksems uit de hemel komen met een niet in te beelden glorie. En in de aanschouw van Zijn Glorie zullen de geesten der engelen en aartsengelen, omgeven door adembenemend licht, meekomen.

    Vertaling: Chris De Bodt

    12. Onze Lieve Vrouw van Anguera, vervolg van de boodschappen

    Boodschap 3471 van 19/4/2011

    Lieve kinderen, open uw harten voor de genadevolle liefde van God en getuig overal van uw geloof. Ik vraag u om het Heilig Evangelie van Mijn Jezus te leven, want alléén dan kunt u geestelijk groeien. Indien het u overkomt dat u valt, aanroep dan Jezus. In Hem is de redding en de mens die dit buiten Hem zoekt, zal nooit het pad van de vrede ontmoeten. De mensheid is op het spoor van de vernietiging die de mensen met hun eigen handen hebben voorbereid en het is tijd voor uw terugkeer. Bid, Ik ben niet voor de grap uit de Hemel gekomen. Laat niet tot morgen liggen wat u vandaag nog hebt te doen. God is gehaast. Kelowna zal momenten beleven van grote kwellingen en Mijn arme kinderen zullen wenen en jammeren. Trekt u niet terug. Dit is de boodschap die Ik u vandaag doorgeef in de naam van de meest Heilige Drievuldigheid. Dank u dat u Mij hebt toegelaten om u hier opnieuw bij elkaar te roepen. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen. Wees in vrede. Amen.

    Vertaling: Chris De Bodt

    14. Natuurtips die geen geld kosten

    Goudsbloem [Calendula Officinalis]


    De goudsbloem is een van de belangrijkste geneeskruiden uit onze streken. Ze behoort tot de planten die bij kanker en kankerachtige gezwellen kunnen helpen. De Goudsbloem is overal te vinden: in tuinen en dikwijls ook verwilderd op puinhopen. Haar geneeskracht is alom bekend en ze wordt ondertussen ook al speciaal gekweekt. De hele plant wordt met stengel, blad en bloem geoogst. Men plukt ze best bij een stralende zon, dan is haar geneeskracht het grootst.

    Aan te wenden bij:
    • besmettelijke geelzucht
    • stimulatie, reiniging bloedsomloop
    • wonden, brandwonden
    • spataderen, aderontsteking, fistels, bevroren ledematen
    • etterende of kankerachtige zweren
    • doorligwonden, gezwellen en builen
    • voetschimmel, schimmel in de buurt van de vagina
    • kanker [langdurig thee drinken]
    • huidkanker, bloedgezwel, ouderdomsvlekken, wratten [vers sap aanstippen + thee]
    • maag- en darmziektes, maagkrampen en zweren
    • dikkedarmontsteking, waterzucht en bloed in de urine
    • besmettelijke ziektes
    • leverziektes
    • huiduitslag en gezwollen klieren [wassen met afgekookte thee]
    • opengelopen voeten, etterend gebeente, beenzweren
    Thee

    1 overvolle theelepel kruiden op ¼ l water

    Zitbad

    Vier handen vol kruiden voor een zitbad

    Wassingen

    Per halve liter water een overvolle theelepel kruiden

    Goudsbloemzalf [een aanrader!!!]

    Vier handen vol bladeren, stengel en bloemen worden fijngesneden. 500 g varkensvet (of plantenvet) verhitten, de goudsbloem erbij doen, alles even laten sudderen, goed door elkaar roeren. Van het vuur nemen en een nachtje laten staan in afgedekte pot. De volgende dag een beetje opwarmen, door een doek filteren en in schone potjes doen. Kan in koelkast of diepvries bewaard worden.

    Waarschuwingen
    • opgelet vuile wonden eerst grondig reinigen, kan met afkooksel van de bloem
    • allergie kan optreden bij frequent gebruik
    • vermijd gelijktijdig gebruik van alcohol en medicijnen die het reactievermogen beïnvloeden
    • niet gebruiken tijdens zwangerschap of zogen [inwendig]
    • voorzichtigheid is geboden bij inname van volgende medicijnen: anti-aritmica, hartglycosiden, lithium, diuretica, anti-astmamedicijn
    Anne Van Der Sloten



    25-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.25 juni 2011
    25 juni 2011


    Maandelijkse boodschap van Onze Lieve Vrouw aan Marija Pavlovic voor de hele wereld:

    "Lieve kinderen, betuig met Mij uw dank bij de Allerhoogste voor Mijn aanwezigheid onder u. Mijn hart slaat vreugdevol de liefde en de vreugde gade bij het naleven van Mijn boodschappen. Velen onder u hebben hieraan gevolg gegeven, maar ik wacht op en zoek alle harten die in slaap gevallen zijn, om wakker te worden uit de slaap van ongeloof. Kleine kinderen, kom nog dichter tot Mijn Onbevlekte Hart, zodat Ik u allen kan leiden naar de eeuwigheid. Dank om aan Mijn oproep gehoor te hebben gegeven."

    Jaarlijkse boodschap aan Ivanka Ivankovic:

    Ivanka kreeg haar laatste dagelijke verschijning op 7 mei 1985. Daarna ziet Ivanka Onze Lieve Vrouw nog één keer per jaar, op de verjaardag van de Verschijningen. Dit was ook zo dit jaar.

    De verschijning, die acht minuten duurde, naam plaats bij Ivanka thuis. Enkel haar familie was aanwezig bij de verschijning. Na de verschijning zei Ivanka: Onze Lieve Vrouw sprak met Mij over het eerste geheim en op het einde zei Ze: "Lieve kinderen, ontvang Mijn Moederlijke zegen."

    Boodschap aan Ivans gebedsgroep van gisterenavond, 24 juni, 23 uur:

    De verschijning van deze avond vond rond 23 uur plaats op de Verschijningsberg. Tienduizenden mensen waren aanwezig, waarvan velen reeds vijf uur op voorhand, in afwachting van de verschijning van Onze Lieve Vrouw aan Ivan Dragicevic en zijn gebedsgroep. Terwijl de Rozenkrans gebeden werd, kon men de donder op de achtergrond horen en werden er in de verte bliksemschichten waargenomen. Het was een mooie nacht om daar te zijn met Onze Lieve Vrouw. Na twee Rozenkransen en gezang, kwam onze Lieve Vrouw tegen rond 11 uur, een uur later als gebruikelijk. De verschijning duurde zo'n dertien minuten. Wat volgt is Ivans beschrijving van de verschijning van Onze Lieve Vrouw deze avond:

    Ook vandaag, zoals elke keer na een ontmoeting met Onze Lieve Vrouw, wens ik u het belangrijkste van mijn ontmoeting met Haar op deze avond, te omschrijven. Het was waaraarchtig een heel uitzonderlijke dag voor mij. Vandaag is het dertig jaar dat Onze Lieve Vrouw aan mij verschijnt en dat ik Haar leerschool volg: de school van vreugde, liefde en gebed. Deze ontmoeting heeft waarlijk een grote betekenis voor mij en voor mijn leven en voor mij is deze gebeurtenis uitzonderlijk.

    Onze Lieve Vrouw kwam tot ons deze avond in een gouden kleed en omringd door drie engelen. Ze kwam heel, heel vreugdevol en was gelukkig. Zoals altijd bij de aanvang, groette Zij ons met Haar Moederlijke zegen: "Geloofd zij Jezus, mijn lieve kinderen." Daarop zei ze:

    "Lieve kinderen, ook vandaag verheug Ik Mij met u. Ook vandaag roep Ik u in vreugde op: aanvaard Mijn boodschappen en leef naar Mijn boodschappen. Dat Mijn boodschappen levend mogen worden. Geef hen gestalte in uw leven en laat ze voedsel zijn op uw levensreis. Weet, kleine kinderen, dat Ik met u ben wanneer de dingen u het moeilijkst lijken, dat ik u aanmoedig en troost, dat ik voor u allen tussenkom bij Mijn Zoon. Daarom, lieve kinderen, volhard in het gebed en wees niet bevreesd. Volg Mij zonder vrees. Ook vandaag dank Ik u, lieve kinderen, om aan Mijn boodschap gehoor te hebben gegeven."

    Daarop bad Onze Lieve Vrouw, voor een langere tijd, met uitgestrekte armen, over ieder van ons. Zij zegende ons allen, alsmede alle meegebrachte religieuze artikelen, met Haar moederlijke zegen. Dan bad Onze Lieve Vrouw met uitgestrekte armen over de aanwezige zieken. Ik beval al uw noden, intenties, uw families en vooral de zieken en alles wat u in uw hart draagt, aan. Onze Lieve Vrouw kent zeer zeker onze harten het best: wat we Haar willen zeggen. Daarop volgde er een gesprek dat enkel tussen ons blijft. Na dat gesprek vervolgde Onze Lieve Vrouw Haar bidden over ons allen. Ze verliet ons in dat gebed, in het verlichte Teken van het Kruis, met de groet: "Ga in vrede, mijn lieve kinderen!"

    Vertaling: Chris De Bodt




    24-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.24 juni 2011
    Maak morgenavond om 18.40 uur tijd vrij om, op de dertigste verjaardag van de verschijningen van Onze Lieve Vrouw te Medjugorje, samen met Maria de Rozenkrans te bidden voor de vrede in de wereld, de vrede binnen uw familie en voor uw persoonlijke intenties.



    24 juni 2011

    1. Medjugorje: verslag van de verschijning aan Ivan Dragecevic van vrijdag 17 juni 2011

    Het was een mooie avond in Medjugorje. Vele mensen begonnen zich al te verzamelen tegen 19 uur en tot de verschijning begon bleef er een constante stroom van mensen bijkomen. Zij die er vroeg waren konden de vrede voelen die de avond meebracht en waren getuige van een mooie zonsondergang. Terwijl de uur van de verschijning naderde, begon de hemel zich te vullen met sterren. Het zingen begon rond 8.45 uur en na het zingen werd de Rozenkrans gebeden, in afwachting van Maria's komst. Tegen wanneer Onze Lieve Vrouw aan Ivan verscheen bevonden er zich duizenden bedevaarders opde berg, stil biddend en wachtend op Onze Lieve Vrouw. Rond 22 uur begon de verschijning, die verschillende minuten aanhield. Wat volgt is Ivans beschrijving van de verschijning.




    Vandaag wens ik u, zoals steeds, na elke verschijning, het meest belangrijke te omschrijven. Onze Lieve Vrouw kwam heel vreugdevol en was, zoals steeds, gelukkig bij de aanvang van de verschijning. Zij groette ons allen met Haar Moederlijke groet: "Geloofd zij Jezus,Mijn lieve kinderen." Daarna bad Zij voor een tijd, met uitgestrekte handen, over ons. Ook bad zij over de aanwezige zieken en zei toen:

    "Lieve kinderen, ook vandaag vraag ik u als een Moeder vol van liefde: kies voor Mijn Zoon. Begeef u op weg met Hem en volg Mijn boodschappen. Hernieuw, vooral tijdens de komende dagen, mijn boodschappen binnen uw families. Bid, lieve kinderen, opdat Mijn Zoon in uw harten en uw families zou geboren worden. Weet, lieve kinderen, dat Uw Moeder bidt voor u en u liefheeft met een moederlijke liefde. Daarom: volhard. Dank u, lieve kinderen, om ook vandaag aan Mijn oproep gehoor te hebben gegeven."

    Hierop zegende zij ons allen, alsmede de meegebrachte religieuze voorwerpen, met Haar Moederlijke zegen. Ik zal uw allen aanbevelen: uw noden, uw voornemens, uw families en vooral de aanwezige zieken. Hierop volgde er een persoonlijk gesprek met Haar, dat enkel onder ons blijft. Dan bad Onze Lieve Vrouw vooral voor vrede, voor vrede in onze harten en vrede binnen de families. Daarop verliet ze ons in dat gebed, in het verlichte kruisteken en groette Zij: "Ga in vrede, Mijn lieve kinderen."

    Bron: Caritas of Birmingham

    Vertaling: Chris De Bodt

    2. Medjugorje: De IIPG [International Internet Prayer Group] [Deel 43]

    Michael Jones

    Ik was stomverbaasd. Die hele zaak leek op een verhaal uit de "schemerzone." Een dame, voor wie ik werk had verricht, had mij, zonder enige reden een omslag overhandigd, waarna ik deze stem hoorde die me zei dat ik naar een plaats met de naam "Medjugorje" moest gaan, een naam die ik zelfs niet kon uitspreken. Weken later belde ik mijn zus op en vernam ik dat deze zekere priester naar dezelfde plaats was gegaan die de stem mij had verteld. In de omslag bevond er zich een advertentie voor een bedevaart naar Medjugorje, onder begeleiding van dezelfde priester waarover mijn zus het had. Ik was verbaasd over al deze feiten, omdat Vr. Kelly 160 kilometer afwoont van die dame die mij de omslag met de advertenties had overhandigd. Ik stel u de vraag: hoe groot kan de kans van deze toevalligheden zijn?

    Ik belde mijn schoonbroer opnieuw op en drong nu echt aan op een afspraak met Vader Kelly. Kort daarna mocht ik hem ontmoeten en, alhoewel ik toen nog geen Katholiek was, tekende ik mij, na mijn gesprek met Vader Kelly, in voor de september bedevaart naar Medjugorje. Heel eigenaardig was dat, van zodra ik mij had ingeschreven, er allerlei informatie over Medjugorje binnenkwam uit het niets, in een reeks van vreemde gebeurtenissen. Ondertussen bleef de stem, die tot mij had gesproken, stil.

    We waren net begonnen aan onze bedevaart naar Medjugorje en bevonden ons op de bus naar de luchthaven van Boston Logan. Vader Kelly gaf op de bus aan de mensen de opdracht om hun Rozenkrans te nemen, zodat allen samen konden bidden. Tijdens de Rozenkransgebeden merkte ik het eerste mirakel op. De ketting, die de kraaltjes van mijn Rozenkrans vasthoudt, was in een gouden kleur veranderd.

    Bron: IIPG

    Vertaling: Chris De Bodt

    3. Bijzondere reeks: De zeven niveaus van het liegen [5/9]

    Wij liegen meer dan we denken. En dat is een deel van het probleem

    De zeven niveaus

    J. Budziszewski, auteur van "What We Can't Not Know," schrijft over de "zeven graden van de neergang." Ik noem hen de "zeven graden van het liegen."
    • Men liegt. Eén enkele leugen kan een vreugdevuur oplichten. Tenzij wij de waarheid bekennen over onze leugen, zijn wij waarschijnlijk op weg naar het volgende niveau.
    • Men beschermt zichzelf. Dit betekent, je liegt over wat je loog. Als je over één ding liegt, is het waarschijnlijk dat je over andere ook liegt. Zoals Budziszewski het uitlegt: "Leugenaars zijn als zwakkelingen. Zij hebben een lijfwacht nodig."
    • Men maakt van het liegen een gewoonte. Een leugen van dit niveau kan, juist uit gewoonte, het liegen zijn over iets onbelangrijks, zonder nut.
    Vertaling: Lily Coolen

    4. Dagboek van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 139]

    Schrift 1

    345. 22.12.1934. Toen ik in de week op een morgen wou gaan biechten, trof ik mijn biechtvader aan terwijl hij de heilige Mis opdroeg. Tijdens het derde deel van de heilige Mis zag ik het Kindje Jezus, wat kleiner dan gewoonlijk en met dit verschil dat Hij gewoonlijk een witte halsdoek draagt en nu een paarse.

    346. 24.12.1934. Kerstavond. 's Morgens tijdens de heilige Mis, voelde ik de nabijheid van God: onbewust sluimerde mijn geest in God. Plots hoorde ik deze woorden: "Gij zijt een aangename woning, Mijn Geest rust in U." Na deze woorden voelde ik de blik van de Heer in de diepte van mijn hart, toen ik mijn ellende zag, vernederde ik mij in de geest en bewonderde ik de eindeloze barmhartigheid van God, de Allerhoogste Heer die zo'n ellende benadert.

    Tijdens de heilige Communie overstroomde vreugde mijn ziel, ik voelde mij innig verenigd met de Godheid. Zijn Almacht nam heel mijn wezen in Zich op. Gedurende heel de dag voelde ik op bijzondere wijze de nabijheid van God, ook al lieten de taken de hele dag niet toe dat ik ook maar één moment naar de kapel ging, toch was er geen moment dat ik niet verenigd was met God, op een meer tastbare wijze dan anders voelde ik Hem in mij. Ik groette zonder ophouden de Moeder Gods, tot Haar geest doordringend, bad ik Haar om mij de echte liefde tot God te leren. Opeens hoorde ik deze woorden: "Vannacht, tijdens de heilige Mis, zal Ik het mysterie van Mijn geluk met u delen."

    Het avondmaal had plaats vóór zes uur. Ondanks de uiterlijke vreugde en het lawaai die altijd samengaan met de ceremonie waarin men de oplatek deelt en wensen uitwisselt, verloor ik niet één ogenblik de goddelijke aanwezigheid. Na het avondmaal haastten wij ons om het werk te beëindigen en om negen uur kon ik naar de kapel gaan voor de aanbidding. Ik kreeg de toelating om niet te gaan slapen, maar de Middernachtmis af te wachten. Dat verheugde mij zeer: van negen uur tot middernacht had ik vrije tijd. Van negen tot tien heb ik mijn aanbidding opgeofferd voor mijn ouders en heel mijn familie, van tien tot elf offerde ik mijn aanbidding voor mijn geestelijke begeleider. Eerst dankte ik God voor deze grote zichtbare hulp op aarde die Hij mij, zoals Hij beloofde, gegeven had en ook vroeg ik aan God hem licht te geven om mijn ziel naar Gods verlangen te leiden. Van elf uur tot middernacht heb ik gebeden voor de heilige Kerk en de geestelijkheid, voor de zondaars, voor de missies en voor onze huizen. Ik offerde de aflaten voor de zielen van het vagevuur.

    347. Middernacht. 25.12.1934. Middernachtmis. Vanaf het begin van de heilige Mis heb ik een grote innerlijke ingetogenheid ervaren, vreugde overstroomde mijn ziel. Tijdens de offerande zag ik Jezus op het altaar in een onvergelijkelijke schoonheid. Het Kindje hield niet op iedereen aan te zien en Zijn handjes uit te strekken. Tijdens de opheffing keek het Kindje niet meer naar de kapel maar naar de hemel. Na de opheffing bekeek Hij ons weer, maar niet voor lang, want zoals gewoonlijk werd Hij door de priester gebroken en gegeten. Maar Hij had reeds een witte halsdoek. De volgende dag zag ik hetzelfde en eveneens de daaropvolgende dag. De vreugde die ik in mijn ziel ervaarde, is moeilijk uit te drukken. Dit visioen herhaalde zich tijdens de drie heilige Missen zoals in de eerste.

    Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken

    5. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 146]

    Zesde Lezing: Over het eeuwig lijden en het ongelukkig lot

    Deel 1

    Sint Ignatius van Loyola zei dat hij geen nuttigere preek kende dan deze over de hel. De overweging van de bekoring van deugd, aantrekking en geneugten van Gods liefde heeft weinig vat op sensuele en grove mensen. Te midden van de stormachtige verstrooidheid en de aanstekelijke voorbeelden, de valstrikken en hindernissen op hun weg is de dreiging van de hel de enige rem die krachtig genoeg is om hen op het pad van de plicht te houden. Om dezelfde reden nodigde de heilige Teresa haar strenge medezusters vaak uit in gedachte en verbeelding naar de hel af te dalen in hun leven om te vermijden, zei ze, er in werkelijkheid terecht te komen na hun dood.

    In de studie die start over die ernstige kwestie, het lot van de mensen die in Gods haat gestorven zijn, zullen we tegenstrijdige standpunten vermijden, we zullen onverbiddelijk redeneren met de duidelijkheid van het grote theologische licht, enkel steunend op de Schrift en de waarachtige wetenschap van traditie en Kerkvaders. Ten eerste, bestaat de hel en waar is ze gevestigd? Ten tweede, van welke natuur is de helse foltering en waar verloopt ze? Ten derde, kan Gods barmhartigheid verenigd worden met de gedachte van de gerechtigheid en die geen enkele voldoening kan uitschakelen?

    Niemand kan zich op die studie van die ernstige overwegingen toeleggen zonder in zijn binnenste dit Schriftwoord te horen: ‘Let op, dien de Heer je God en leef zijn geboden na, want zo is de mens’. Degene die deze vreselijke waarheden mediteert, wordt zeker beter, hij zal meteen zijn instelling voelen veranderen en zijn wezen doen opstaan in de kracht van deugd en liefde voor het goede.

    Bron: Abbé Arminjon

    Vertaling: [Broeder Joseph]

    6. Fatima in Lucia's eigen woorden: "De Oproepen" [aflevering 29]

    Mijn God, ik geloof

    Het is door het geloof dat we in anderen Jezus Christus zien en hen liefhebben, dienen en helpen wanneer zij in de nood van onze begeleiding zijn.

    En het is ook ons geloof dat ons verzekert dat God met ons is en dat Zijn ogen steeds op ons zijn gericht. Zijn ogen van Licht, almachtig en groots, die strekken tot overal en die alles zien en alle dingen doordringen met de enige zuiver kracht van de Goddelijke Zon, vergelijkbaar met de zon die wij zien en die ons opwarmt. Maar onze zon is hierbij maar een bleke weerspiegeling, een breekbare straal, uitgezonden van het Licht van het Enorme Wezen dat God is.

    Wat ik zojuist kom te zeggen is niet nieuws. De Heilige Apostel Johannes heeft dit reeds gezegd in het begin van zijn Evangelie: "In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Het was in het begin bij God. Alles is erdoor ontstaan en zonder dit is niets ontstaan van wat bestaat. In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen. Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen." [Joh. 1: 1-15] De Heilige Johannes spreekt tot ons over een "Eeuwig zijn van het Woord van God." Hij vertelt ons dat alles door Hem is geschapen en dat er niets ontstaat zonder Hem. In zijn macht, goedheid en onmetelijke wijsheid, schenkt hij ons alle geschenken die nodig zijn voor het bestaan ervan. Van nu af hangt alles van hem af en zonder Hem kan niets verder blijven bestaan.

    Vertaling: Chris De Bodt

    7. Docudrama: Het Evangelie volgens Lucas [5/12]

    Jezus van Nazareth, de Zoon van God, opgevoed door een timmerman. Het verhaal is gebaseerd op het Evangelie van Lucas. Het leven van Jezus, vanaf de miraculeuze geboorte uit een Maagd tot de roeping van Zijn apostelen: zijn openbare leven, zijn mirakelen, zijn opdracht. De film eindigt met Zijn dood bij de Kruisiging en Verrijzenis. Regisseurs zijn John Krish en Peter Spykes. Acteurs zijn Brian Deacon [Jezus] Richard Kiley [de stem van Lucas], Rivka Neuman [Maria], Joseph Siloach [Jozef] en Niko Nitai [Simon Petrus]. De film dateert uit 1979 en duurt 117 minuten.


    8. Benoite, de herderin van Notre-Dame du Laus [Aflevering 61]

    Hoofdstuk 2: De verschijningen in het Ovendal

    Het verdriet van Benoîte

    Grimaud vervolgt zijn verhaal: Daar ze haar gezegd had dat Ze haar een tijd niet meer zou zien was onze herderin ontroostbaar en diep bedroefd. Ze weende dikke tranen want Haar zien bezorgde een ongelooflijke vreugde zoals ik op haar gezicht had gezien bij de inham. Daarna deed ik haar terug mee naar Saint-Etienne en vertrouwde haar toe aan de prior. Ik drukte hem op het hart haar zorgvuldig gade te slaan en al wat voorviel precies op te merken, en zei hem dat het misschien ging om een bijzondere genade voor zijn parochie: daarmee raadde ik zeer gelukkig juist. Dan ging ik naar Valserres, afhankelijk van de gelijknamige vallei en baronie van Avançon, waar we het recht uitoefenen en waar ik gelukkig vertoefde, daar mijn hoofdverblijf in Gap lag.

    Dus is Benoîte teneergedrukt door wat ze hoorde en Grimaud moet haar autoritair terug naar het dorp brengen terwijl hij haar de les spelt. Dit groot verdriet van onze herderin is wel het beste bewijs van haar oprechtheid en de waarachtigheid van de verschijningen: Benoîte is een zuivere weergave van de woorden die ze hoort. Het plotse gemis de Dame voor onbepaalde tijd te zien is een vreselijke beproeving omdat dit bezoek haar verheugde en zelfs verheerlijkte.

    In het verhaal van Grimaud komt geen enkele beschrijving van de Dame voor, noch van Benoîte in extase: deze sobere tekst en het gebrek aan enige versiering leggen des te meer de nadruk op de religieuze kwaliteit van dit gebeuren.

    Vertaling: Broeder Jozef

    9. Jezus' tijdgenoten [aflevering 275]

    Josephus Flavius

    Nadat de hele menigte tot zwijgen was gebracht sprak ik de mensen als volgt toe: "Landgenoten! Als het recht dat eist ben ik bereid te sterven, maar voordat ik sterf wil ik jullie echter heel graag de waarheid vertellen. Ik weet dat jullie stad altijd zeer gastvrij is geweest en een overvloed aan mensen heeft opgenomen, die hun eigen land ontvlucht zijn, en daardoor hoe dan ook in jullie voorspoed hebben mogen delen. Het was mijn bedoeling om de stad te ommuren met dit geld, waarover jullie zo boos op mij zijn, terwijl het dus echt bestemd was om jullie eigen muren te bouwen." Nadat ik dat had gezegd riepen de Taricheeërs en de vreemdelingen uit "dat ze me dankbaar waren en hoopten dat ik mijn moed zou bewaren." De Galileeërs en de inwoners van Tiberias bleven echter woedend op me, wat bleek uit het feit dat er opschudding onder hen ontstond, waarbij sommigen mij wilden vermoorden en anderen mij toeriepen geen aandacht aan hen te besteden. Toen ik hen echter beloofd had dat ik ook bereid was om Tiberias en andere steden die dat wilden, te ommuren, geloofden ze wat ik hen had toegezegd en keerde iedereen naar zijn eigen huis terug. Zo ontkwam ik, buiten al mijn verwachtingen, aan het eerdergenoemde gevaar en liep ik, samen met mijn vrienden en twintig gewapende manschappen, weer naar huis.

    Deze terroristen en andere aanstichters van de oproer, waren echter bang dat ik hen zou straffen voor wat ze hadden aangericht. Ze verzamelden dus zeshonderd gewapende manschappen en begaven zich naar het huis waar ik verbleef. Ze wilden het in brand te steken. Toen ik op de hoogte werd gebracht van dit smadelijke plan, vond ik het ongepast om te vluchten. Ik besloot mijzelf aan het gevaar bloot te stellen en mij dapper te gedragen. Ik gaf dus opdracht om alle deuren te sluiten en begaf mij naar de bovenverdieping. Daarna verzocht ik hen een paar mannen te sturen om het geld van de buit in ontvangst te nemen, en ik vertelde hen dat zij dan geen reden meer hadden om boos op mij te zijn. Nadat zij een van de dapperste mannen van hun groep naar binnen hadden gestuurd, liet ik hem vreselijk geselen en gaf de opdracht om een van zijn handen af te hakken en om zijn nek te hangen. In die toestand stuurde ik hem terug naar zijn opdrachtgevers. Door dit optreden van mij schrokken ze hevig en waren verbijsterd. Ze waren bang dat zij hetzelfde lot zouden ondergaan als ze bleven, want ze dachten dat ik in het huis over meer gewapende manschappen beschikten dan zijzelf. Ze sloegen dus meteen op de vlucht, terwijl ik door deze list voor de tweede keer aan een verraderlijke aanslag tegen mij ontsnapte.

    Vertaling: Broeder Joseph

    10. Het sacrament van de Eucharistie [deel 10]

    2. Hoe wordt dit sacrament genoemd?

    De onuitputtelijke rijkdom van dit sacrament vindt zijn uitdrukking in de verschillende namen die eraan gegeven worden. Elk van die namen belicht bepaalde aspecten ervan. Men noemt het: Eucharistie, omdat het een dankzegging is aan God. De woorden euchariste in [Lc. 22: 19 en 1 Kor. 11: 24] en eulogein [Mt. 26: 26; Mc. 14: 22] doen denken aan de joodse zegeningen die, vooral tijdens de maaltijd, de werken Gods verkondigen: de schepping, de verlossing en de heiliging.]

    Maaltijd des Heren, omdat het gaat om het avondmaal dat de Heer met zijn leerlingen op de avond voor zijn lijden genuttigd heeft, en om de anticipatie van het bruiloftsmaal van het Lam in het hemelse Jeruzalem.

    Breken van het brood, omdat deze ritus, die eigen is aan de joodse maaltijd, door Jezus gevolgd werd toen Hij als gastheer het brood zegende en uitdeelde, vooral tijdens het laatste avondmaal. Aan deze handeling zullen de leerlingen Hem herkennen na de verrijzenis, en met deze uitdrukking zullen de eerste christenen hun eucharistische bijeenkomsten aanduiden. Hiermee willen ze aangeven dat al wie het ene gebroken brood, Christus, nuttigt, met Hem verenigd wordt en één lichaam met Hem vormt.

    Eucharistische bijeenkomst [synaxis], omdat de eucharistie gevierd wordt in de bijeenkomst van de gelovigen, de zichtbare uitdrukking van de kerk.

    Gedachtenis van het lijden en de verrijzenis van de Heer.

    Heilig offer, omdat dit sacrament het ene offer van Christus, onze Verlosser, tegenwoordig stelt en de offergave van de kerk insluit, of ook heilig misoffer, 'offer van lof' [Heb. 13,15], een geestelijk zuiver en heilig offer, aangezien het alle offers van het Oude Verbond voltooit en overstijgt.

    Heilige en goddelijke liturgie, omdat heel de liturgie van de kerk in de viering van dit sacrament haar centrum en meest verdichte uitdrukking vindt. In dezelfde zin noemt men het ook viering van de heilige mysteriën. Men spreekt ook over allerheiligste sacrament, omdat het het sacrament der sacramenten is. Met deze naam duidt men ook de eucharistische gedaanten aan die in het tabernakel bewaard worden.

    Communie, omdat wij ons door dit sacrament verenigen met Christus, die ons deelachtig maakt aan zijn lichaam en bloed om één enkel lichaam te vormen, of ook de heilige dingen, ta hagia, sancta of dit is de eerste betekenis van de 'communio sanctorum' [die zowel 'de gemeenschap met de heilige dingen' als 'de gemeenschap van de heiligen' is waarover de apostolische geloofsbelijdenis spreekt] brood van de engelen, brood uit de hemel, geneesmiddel dat onsterfelijk maakt, viaticum [reisvoedsel]

    Heilige mis, omdat de liturgie waarin het heilsmysterie zich voltrokken heeft, eindigt met de uitzending [Missio] van de gelovigen, opdat zij de wil van God vervullen in hun dagelijks leven.

    Anne Van Der Sloten

    11. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 101]

    Hoofdstuk 2: Johannes De Doper tot het doopsel van Jezus

    Soldaten, gezanten: dopelingen bij Johannes

    4-19 juli. Te Dotaïn, waar Jezus eens razende bezetene gestild heeft, woonden sedert de Babylonische gevangenschap heidenen en Joden gemengd. De heidenen hadden op een heuvel in de buurt hun afgodsbeelden en een offerplaats. De Joden nu, opgehitst door het gerucht van de nabijheid van de Messias, die uit Galilea moest komen, wilden de heidenen niet langer in hun nabijheid dulden. Dit gerucht had zich daar, zowel door de reis van Johannes door dit gewest, als door zijn dopelingen verspreid.

    Een naburige vorst van Sidon had soldaten ter bescherming van de afgodendienaars gestuurd en ook Herodes wilde er nu soldaten heensturen om onder de stedelingen de rust te herstellen.

    Die soldaten waren bijeengeraapt gespuis. Ik zag ze te Kallirroë bij Herodes. Zij stelden hem in kennis van hun plan om zich eerst door Johannes te laten dopen, doch dit was enkel diplomatie. Het was een list om daardoor meer gezag op de mensen te hebben.

    Herodes antwoordde hun dat dit niet strikt vereist was. Daar Johannes geen wonderen deed, hoefde men ook zijn zending niet te erkennen. Zij mochten overigens raad te Jeruzalem gaan inwinnen. Ook zag ik hen inderdaad hierna te Jeruzalem. Zij wendden zich tot drie verschillende raden om inlichtingen, waaruit ik kon opmaken dat het de raden van drie partijen [richtingen of gezindheden] waren. Dit geschiedde in het gerechtshof, waar Petrus later de Heer verloochende. Er zaten daar vele rechters [juist in zitting vergaderd] en er was veel volk. De priesters antwoordden hun spottend en hooghartig dat zij dit doen of laten konden, dat zulks volkomen eender was.

    12. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen

    Profetie 102: Lumen in Coelo [Licht aan de Hemel]

    Leo XIII [1878-1903]

    Echte naam: Gioacchino Pecci [Carpineto Romano, 2 maart 1810 - Rome, 20 juli 1903]

    Zijn toenadering tot de Anglicaanse Kerk mislukte: in zijn bul "Apostolicae Curae" van 1896 verklaarde hij haar priester- en bisschopswijdingen en apostolische successie ongeldig. De wijdingen van de orthodoxe Kerken werden wel als geldig bevestigd.

    Leo XIII probeerde het verlies van de wereldlijke macht van de pauselijke staat in Italië te herstellen. Internationaal streefde hij concordaten na om de verhouding tussen Kerk en staat te verbeteren. Door zijn veelzijdige activiteit slaagde hij erin de pausen veel meer aanzien te geven dan in de eeuwen ervoor.

    Leo XIII stierf op 20 juli 1903 [gedocumenteerd de oudste paus in de geschiedenis] en werd opgevolgd door Paus Pius X. Zijn grafmonument werd door Giulio Tadolini gemaakt en is te vinden in de St.-Jan-van-Lateranen, die hij liet restaureren.

    De profetie van Malachias is duidelijk. Het wapen van Leo XIII bevat een lichtende ster aan de hemel.

    Chris De Bodt

    13. Profetiën: Heilige Ephraïm, de Syriër [±306 - 373]

    Profetie 12

    En zij die in het oosten van de aarde zullen verblijven, zullen met grote angst vluchten naar het westen en zijn die onder de ondergang van de zon zullen verblijven zullen in vrees vluchten naar waar de zon zal opkomen.

    Vertaling: Chris De Bodt

    14. Onze Lieve Vrouw van Anguera: vervolg van de boodschappen

    Boodschap 3470 van 17/4/2011

    Lieve kinderen, Ik ben uw Moeder en Ik kom uit de Hemel om u Mijn liefde aan te bieden. Open uw harten voor Jezus en Hij zal van u mannen en vrouwen van het geloof maken. Laat de vlam van het geloof niet uitdoven in u. U bent gevestigd in de Heer. Geef uw harten opnieuw zelfvertrouwen en laat de genade van Mijn Zoon u hervormen. Streef niet weg van de waarheid. Leiders, verdedigers van het Evangelie van Mijn Jezus, de mensheid is geestelijk blind geworden en mijn arme kinderen gaan een grote afgrond tegemoet. Ik treur om wat er op u afkomt. Keer terug, heb berouw en neem uw ware taak op als Christenen. U zult nog verschrikkingen zien op aarde. Chetumal zal een zwaar kruis te dragen hebben en een gelijkaardig lijden zullen de inwoners van Valparaiso kennen. Kniel neer in gebed. Aanschouw de moeilijke tijden voor de mensheid. Voorwaarts met moed. In het geloof is Jezus uw volmaakt geluk. Laat uw armen niet hangen. Dit is de boodschap die Ik u vandaag doorgeef in de naam van de meest Heilige Drievuldigheid. Dank u dat u Mij hebt toegelaten om u hier opnieuw bij elkaar te roepen. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen. Wees in vrede. Amen.

    Vertaling: Chris De Bodt


    23-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.23 juni 2011
    23 juni 2011

    1. Medjugorje: De IIPG
    [International Internet Prayer Group] [Deel 42]

    Michael Jones

    Ze ging verder over een priester, Vader Kelly. Hij was de priester die verondersteld werd om het huwelijk van mijn zus en haar verloofde, Dennis, in te zegenen. Maar Vader Kelly’s agenda werd door elkaar gegooid en op de dag van huwelijk zelf, was Vader Kelly, samen met een groep bedevaarders, op weg naar Medjugorje. Dit is hoe mijn zus kennis maakte met het woord "Medjugorje."

    Met mijn zus haar bevestiging van het woord "Medjugorje," moest ik de boodschap begrijpen die de stem mij stuurde. Ik vroeg aan mijn schoonbroer, Dennis, om een afspraak te regelen met Vr. Kelly. De week daarop belde ik Dennis op om te horen of er ondertussen een afspraak was geregeld. Dennis antwoordde dat Vr. Kelly een heel druk bezet man is en dat hij mij meer dan waarschijnlijk niet zou kunnen zien. Toen ik de telefoon neerlag, vroeg ik mij wat ik nu moest doen. Terwijl ik in de zetel zat na te denken, bemerkte ik de briefomslag van die dame waarvoor ik een aantal weken had gewerkt. De omslag lag op de bodem van mijn koffietafel en er stond "Medjugorje" bovenaan opgeschreven. Onmiddellijk wist ik dat ik in de omslag zou vinden waar ik naar zocht.

    Ik opende de broef en diverse advertenties van reisbureau’s voor bedevaarten naar Medjugorje. Ik begon het artikel met de grootste letters te lezen: "Medjugorje en Rome voor 1.219 dollar." Ergens wist ik dat ik die reis ging meemaken en, terwijl ik verder las, zei de advertentie verder: "onder de begeleiding van Vr. Arnold E. Kelly, Kerk van de Heilige Rita, Lowell, Michigan." Dit was dezelfde priester met wie ik geprobeerd had om een afspraak te maken.

    Bron: IIPG

    Vertaling: Chris De Bodt

    2. Bijzondere reeks: De zeven niveaus van het liegen [4/9]

    Wij liegen meer dan we denken. En dat is een deel van het probleem

    Sociaal taboe

    "Mensen weten wat ze willen weten", zegt Dallas Willard, zoals de profeet Hosea. Het is geen toeval dat de waarheid over de zonde, sociaal niet meer aanvaard werd in Hosea's tijd, juist toen de beschaving van Gods' volk verslechterde. Eveneens, in onze rottende beschaving is het woord zonde taboe geworden, zelfs onder sommige Christenen, zelfs onder de Christenen die luid schreeuwen over "Onrecht!"

    Ironisch genoeg spreken wij in onze tijd over de grote nood aan sociale rechtvaardigheid, maar wij spreken weinig over bekering uit de zonde, die onze tijd zo onrechtvaardig maakt. Wij spreken veel over de leugens die de veiligheid van de mensen in gevaar brengen. Het is moeilijk om eerlijk te zijn, omdat er veel is om over te rouwen in deze verwoeste, mooie wereld. Om de waarheid in te zien, moeten wij wij bereid zijn om te rouwen: dat wil zeggen, de harde waarheden die teleurstellend en schokkend zijn, durven te zien.

    Het is verleidelijk om zich in te beelden dat de dingen beter zijn dan ze lijken, alsof de wereld niet dringend behoefte heeft aan de verlossing door Christus. Het is ook verleidelijk om te wanhopen en voor de tegengestelde leugen te vallen, namelijk dat dingen zo slecht zijn dat ze hopeloos zijn. Wat ons het meest verleidt, of het nu een leugentje om bestwil is of een sociale aangelegenheid, een leugen in een gebroken belofte, op het werk een leugen van zelfbehoud, een leugen vermengd met een daad van geloof, de leugen dat de wereld prima is zonder Jezus Christus, of de leugen dat Christus' verlossing niet volstaat: de verleiding tot liegen is zeer reëel. En zoals we zien, hebben leugens de neiging om zich te verspreiden.

    Vertaling: Lily Coolen

    3. Dagboek van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 145]

    Schrift 1

    342. Het lijden is de grootste schat op onze aarde, het zuivert de ziel. Het is in het lijden dat wij erkennen wie onze ware vriend is. De ware liefde wordt gemeten met de thermometer van het lijden.

    343. Jezus, ik dank U voor de kleine dagelijkse kruisjes, voor de tegenkantingen van mijn voornemens, voor de pijnen van het gemeenschappelijk leven, voor de verkeerde interpretaties van mijn bedoelingen, voor de vernederingen die anderen mij aandoen, voor het ruw behandeld worden, voor de valse verdenkingen, voor mijn zwakke gezondheid, voor de uitputting van mijn krachten, voor het offer van mijn eigen wil, voor de teloorgang van het eigen ik, voor de miskenning in alles, voor de mislukking van al mijn plannen.

    Ik dank U, Jezus, voor de innerlijke pijnen, voor de geestelijke dorheid, voor de verschrikkingen, de angsten en onzekerheden, voor de duisternis en de diepe innerlijke nacht, voor de bekoringen en allerhande beproevingen, voor de kwellingen die ik moeilijk kan uitdrukken, vooral voor die waarin niemand me zal begrijpen, voor het uur van de dood, voor haar harde strijd en bitterheid.

    Ik dank U, Jezus, Gij die deze bittere kelk het eerst hebt gedronken om hem mij verzacht aan te bieden. Zie, ik heb mijn lippen gezet aan de kelk van Uw heilige wil: mij geschiede naar Uw welbehagen en mij geworde naar wat Uw wijsheid vóór alle eeuwen heeft voorzien. Ik wil de voor mij bestemde kelk tot de laatste druppel ledigen zonder Uw bedoeling te zoeken. In bitterheid [mijn vreugde, in wanhoop] mijn vertrouwen, in U, Heer, is alles goed, alles wordt gegeven door Uw vaderlijk Hart. Ik verkies geen vertroosting boven bitterheid, noch bitterheid boven vertroosting, maar dank voor alles, Jezus. Het is mijn genoegen mijn blik op U, onvatbare God, te vestigen. Mijn geest verblijft in deze mysterieuze werkelijkheden, en daar voel ik dat ik thuis ben. Ik ken de woning van mijn Bruidegom goed. Ik voel dat in mij geen enkel druppel bloed is die zich niet zou verteren uit liefde voor U.

    O ongelooflijke Schoonheid, wie U eens zal kennen, zal niets anders meer kunnen liefhebben. Ik voel in mijn ziel een afgrond zonder bodem en niets kan die vullen dan God alleen. Ik voel dat ik in Hem sluimer als een zandkorreltje in een bodemloze oceaan.

    344. 20.12.1934 Toen ik op een avond in mijn cel kwam, zag ik de Heer Jezus als in openlucht uitgesteld in een monstrans. Aan de voeten van Jezus zag ik mijn biechtvader en achter hem stonden een groot aantal van de hoogste gezagdragers van de Kerk, waarvan ik nooit de gewaden heb gezien tenzij in visioenen. Achter hen zag ik leden van de geestelijke stand uit verschillende orden, nog verder een grote menigte die ik met mijn blik niet kon overzien. Ik zag die twee stralen neerdalen uit de Hostie, zoals op de Beeltenis, ze waren nauw verbonden maar niet vermengd, ze gingen door de handen van mijn biechtvader, vervolgens door de handen van de geestelijken en van hun handen naar de menigte, dan keerden ze naar de Hostie terug ...en op dat moment zag ik me in de cel zoals ik er binnengekomen was.

    Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken

    4. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 145]

    Zesde Lezing: Over het eeuwig lijden en het ongelukkig lot

    Deel 1

    Wanneer het menselijk recht een zware schuldige wil treffen bouwt ze het schavot op de openbare markt en roept ze het volk op de vreselijke terechtstelling bij te wonen. In meerdere streken laat ze dagenlang de gebroken ledematen van de ongelukkige langs de baan of aan de galg hangen waaraan hij zijn laatste adem uitblies om zo, als voorbeeld, de afgeweken mensen af te schrikken die door schuldige passies meegetrokken worden. Jezus Christus handelt zoals het menselijk recht, Hij toont de boze het zwaard dat boven zijn hoofd hangt zodat deze, uit schrik, de wet niet zou overtreden maar het goede zou volbrengen in plaats van het kwade.

    Sint Ignatius van Loyola zei dat hij geen nuttigere preek kende dan deze over de hel. De overweging van de bekoring van deugd, aantrekking en geneugten van Gods liefde heeft weinig vat op sensuele en grove mensen. Te midden van de stormachtige verstrooidheid en de aanstekelijke voorbeelden, de valstrikken en hindernissen op hun weg is de dreiging van de hel de enige rem die krachtig genoeg is om hen op het pad van de plicht te houden. Om dezelfde reden nodigde de Heilige Teresa haar strenge medezusters vaak uit om in gedachte en verbeelding naar de hel af te dalen in hun leven om te vermijden dat ze er in werkelijkheid in terecht zouden komen na hun dood.

    In de studie die start over die ernstige kwestie, het lot van de mensen die in Gods haat gestorven zijn, zullen we tegenstrijdige standpunten vermijden, we zullen onverbiddelijk redeneren met de duidelijkheid van het grote theologische licht, enkel steunend op de Schrift en de waarachtige wetenschap van traditie en Kerkvaders. Ten eerste, bestaat de Hel en waar is ze gevestigd? Ten tweede, van welke natuur is de helse foltering en waar verloopt ze? Ten derde, kan Gods barmhartigheid verenigd worden met de gedachte van de gerechtigheid die geen enkele voldoening kan uitschakelen?

    Bron: Abbé Arminjon

    Vertaling: [Broeder Joseph]

    5. Fatima in Lucia's eigen woorden: "De Oproepen" [aflevering 30]

    Mijn God, ik geloof

    De eerste oproep van de boodschap. Het was in de lente van 1916. Ten minste, dat denk ik, omdat ik in die tijd, als kind, mijn hoofd niet volpropte met data en het zelfs mogelijk is dat ik niet weet welke datum van de maand het was! Op een dag rond die tijd bevonden de drie herderinnetjes zich op de glooiingen van de heuvel die gekend staat als de "Cabeco," onder een rots die "Loca" werd genoemd, toen ze op enige afstand een jongeman zagen naderen die uit licht scheen te zijn gemaakt. Toen hij nabij kwam, zei hij: "Wees niet bevreesd. Ik ben de Engel van de Vrede. Bid met mij." Toen knielden we neer op de grond en boog hij zich diep, tot zijn voorhoofd de aarde raakte en hij de volgende woorden drie maal herhaalde: "Mijn God, ik geloof in U, ik aanbid U, ik vestig mijn hoop op U en ik hou van U. Ik vraag vergiffenis voor al diegenen die niet in U geloven, U niet aanbidden, niet in U hopen en U niet liefhebben." Hierop zei hij: "Bid bijgevolg: de Harten van Jezus en Maria zijn aandachtig voor de stem van uw verzoeken."

    De eerste oproep die God, door Zijn Boodschapper tot ons richt is bijgevolg de oproep tot geloof: "Mijn God, ik geloof." Geloof is de basis van het volledige spirituele leven. Het is door het geloof dat we in het bestaan van God geloven, in Zijn kracht, in Zijn wijsheid, Zijn barmhartigheid, Zijn vergevingsgezindheid en Zijn Vaderlijke liefde.

    Het is door het geloof dat we in Gods Kerk, door Jezus gesticht, geloven, alsmede in de leer van de Kerk, aan ons overgedragen en door dewelke we zullen worden gered.

    Het is het licht van het geloof dat onze stappen leidt, op de smalle weg naar de Hemel.

    Vertaling: Chris De Bodt

    6. Docudrama: Het Evangelie volgens Lucas [4/12]

    Jezus van Nazareth, de Zoon van God, opgevoed door een timmerman. Het verhaal is gebaseerd op het Evangelie van Lucas. Het leven van Jezus, vanaf de miraculeuze geboorte uit een Maagd tot de roeping van Zijn apostelen: zijn openbare leven, zijn mirakelen, zijn opdracht. De film eindigt met Zijn dood bij de Kruisiging en Verrijzenis. Regisseurs zijn John Krish en Peter Spykes. Acteurs zijn Brian Deacon [Jezus] Richard Kiley [de stem van Lucas], Rivka Neuman [Maria], Joseph Siloach [Jozef] en Niko Nitai [Simon Petrus]. De film dateert uit 1979 en duurt 117 minuten.


    7. Benoite, de herderin van Notre-Dame du Laus [Aflevering 60]

    Hoofdstuk 2: De verschijningen in het Ovendal

    De naam van de Dame

    Daarna nam ik nog wat meer afstand van onze herderin om tot God te bidden en ik zei haar nog wat te blijven en ook tot God te bidden. Ik ging door met het officie van de heilige Maagd en God gaf me in om Benoîte aan te sporen om aan de juffrouw die ze zag de naam te vragen.

    Ze deed het meteen terwijl ze in de inham keek en antwoordde me zonder aarzelen dat Ze "Dame Maria" heette en "dat ze Haar een tijdje niet meer zou zien."

    Woorden die me diep verrasten en me bevestigden in mijn eerste overtuiging, namelijk dat de heilige Maagd zich verwaardigde om te verschijnen aan deze arme en eenvoudige herderin. En ik besloot deze verschijning met goede ervaringen: deze die God wilde bevoorrechten en deze van een grote vreugde. Ik spoorde met kracht onze herderin aan om goed tot God te bidden en in staat van genade te blijven, gezien de heilige Maagd haar bedacht met een bijzondere gunst.

    De verschijning heet dus heel gewoon ‘Dame Maria’ en we mogen de trouwe en nauwkeurige getuige die onze rechter is geloven. Daarbij, andere vertellers van dit feit achtten het nodig om er iets aan toe te voegen: zo schreef Peytieu: "Ik ben Maria, Gods Moeder" en Gaillard: "Ik ben Maria, Moeder van Jezus, mijn dierbaarste zoon."

    Om de voornemens van de Maagd te beantwoorden en haar boodschap te begrijpen moet men haar woorden niet versieren, maar slechts de religieuze zin ervan uitdiepen. Hoe soberder een gezegde, hoe beter leent het zich tot meerdere interpretaties en men doet het tekort door er iets aan toe te voegen. Maar het woord ‘Dame’ betekende toen zonder twijfel een edele herkomst met al haar voorrechten. Peytieu heeft gelijk als hij schrijft: "De Dame bij uitstek."

    Meteen denkt Grimaud na over wat hij komt te beleven en besluit twee dingen die zijn oordeel alle eer aandoen: eerst dat de Maagd liefst als vertrouwelinge een eenvoudige en nederige herderin kiest, dan dat Maria komt als bode van genade en geluk voor dit gebied. Daarom dringt hij bij Benoîte zo aan opdat haar gebed en haar deugd ten volle blijven openstaan voor de gunsten van Onze Lieve Vrouw.

    Vertaling: Broeder Jozef

    8. Jezus' tijdgenoten [aflevering 274]

    Josephus Flavius

    Inmiddels ging door heel Galilea het gerucht dat ik van plan was om het land aan de Romeinen te verraden. Iedereen was woedend op me en wilde dat ik gestraft zou worden. Ook de inwoners van Tarichea dachten dat het waar was wat de jongemannen vertelden en probeerden mijn lijfwachten en gewapende manschappen over te halen om mij, tijdens mijn slaap, in de steek te laten. Ze moesten meteen naar het hippodroom komen om over mij te beraadslagen. Toen zij hen hadden overgehaald en zij naar de afgesproken plaats gekomen waren, troffen zij een grote menigte aan die zich daar al had verzameld. Als uit één mond schreeuwden ze dat de man die hen zo lafhartig wilde verraden zijn verdiende straf moest krijgen. Jezus, de zoon van Sapphias, was de man die hen het hardst ophitste. Hij was bestuurder in Tiberias, een verderfelijk iemand, die van nature de neiging had om belangrijke zaken in de war te sturen. Het was ook een opruier en een ongeëvenaarde rebel. Hij nam de wetten van Mozes in zijn handen, liep naar het midden van de menigte en sprak, "O medeburgers! Als jullie ter wille van jullie zelf niet bereid zijn om Josephus te haten, doe dat dan ter wille van de deze wetten van jullie land, die jullie opperbevelhebber wil verraden. Doe het om beide redenen en geef deze man, die zich zo schaamteloos heeft gedragen, zijn verdiende loon."

    Nadat hij dat had gezegd en de menigte hem om zijn woorden luid had toegejuicht, nam hij een aantal gewapende manschappen mee en spoedde zich naar de woning waar ik verbleef, kennelijk om mij meteen te vermoorden. Ik had geen enkel vermoeden van die hele opschudding en was door alle vermoeienissen vast in slaap gevallen. Toen echter Simon, die belast was met mijn persoonlijke veiligheid, en de enige die bij mij was gebleven, zag hoe gewelddadig de burgers mij wilden aangevallen, maakte hij mij wakker en vertelde me hoe bedreigend mijn toestand was. Hij wilde dat ik mij door hem zou laten doden, zodat ik, zoals een bevelhebber betaamt, dapper zou sterven, voordat de vijanden zouden komen en mij zouden dwingen om zelf een einde aan mijn leven te maken, of anders door hen gedood zou worden.

    Dat vertelde hij me, maar ik legde mijn lot in Gods handen en haastte me naar buiten, naar de samengestroomde bevolking. Ik had eerst zwarte kleren aangetrokken, hing mijn zwaard om mijn nek, en begaf mij naar de hippodroom langs een route waar ik geen vijanden dacht tegen te zullen komen. Zo verscheen ik opeens in hun midden, wierp mij op de grond en liet mijn tranen de vrije loop, wat bij allen mededogen opwekte. Toen ik merkte dat de stemming in de menigte omsloeg, probeerde ik bij hen verdeeldheid te zaaien, voordat de gewapende manschappen van mijn huis terug zouden komen. Ik gaf toe dat zij mij heel begrijpelijk slecht vonden, maar ik smeekte hen om hen eerst uit te mogen leggen met welke bedoeling ik het geld, dat van de plundering afkomstig was, had achtergehouden en dat zij mij, als zij dat dan toch wilden, daarna mochten doden.
     
    De menigte had mij net toestemming gegeven om te spreken, toen de gewapende manschappen weer verschenen. Toen zij mij zagen, stormden ze op mij toe om mij te doden, maar de menigte verzocht hen zich in te houden. Daar stemden ze in toe, omdat zij dachten dat zij mij zouden mogen doden, zogauw ik zou hebben bekend dat ik het geld voor de koning had achtergehouden, wat als een bekentenis van mijn verraad zou worden beschouwd.

    Vertaling: Broeder Joseph

    9. Het sacrament van de Eucharistie [deel 9]

    1. De Eucharistie: oorsprong en hoogtepunt van het Kerkelijk Leven

    De eucharistie is 'de oorsprong en het hoogtepunt van heel het christelijk leven'. 'De overige sacramenten, evenals alle kerkelijke ambten en apostolaatswerken, hangen samen met de heilige eucharistie en zijn erop gericht. Want in de heilige eucharistie ligt heel het geestelijk goed van de kerk vervat, namelijk Christus zelf, ons paaslam'.

    'De levensgemeenschap met God en de eenheid van het Volk van God, die de grondslag vormen van de kerk, worden door de eucharistie op passende wijze tot uitdrukking en op wonderbare wijze tot stand gebracht. In haar vinden wij het hoogtepunt, zowel van de handeling waardoor God de wereld in Christus heiligt, als van de eredienst die de mensen aan Christus en door Hem aan de Vader betuigen in de heilige Geest'.

    Tenslotte verenigen wij ons door de eucharistieviering nu reeds met de hemelse liturgie en lopen wij vooruit op het eeuwig leven, wanneer God alles in allen zal zijn.

    Kortom, de eucharistie is de samenvatting van ons geloof: 'Onze manier van denken stemt overeen met de eucharistie, en omgekeerd bevestigt de eucharistie onze manier van denken'.

    Anne Van Der Sloten

    10. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 100]

    Hoofdstuk 2: Johannes De Doper tot het doopsel van Jezus

    De drie weduwen en hun zonen

    A.C. Emmerich spreekt van al die personen, als kende zij ze beter dan haar eigen nog levende verwanten. Deze drie weduwen woonden vroeger te Nazareth en in de streek van de Tabor en zij trokken, deels reeds in Jezus' jeugdjaren, toen hun zonen in de visserij een positie kregen, deels later naar ik meen, met Maria naar Kafarnaüm, want ik zag nog ene van hen zo bitter wenen, omdat haar vijfjarig zoontje, Simon, gestorven was. Zij behoorden tot de eerste volgelingen van de Heer en bleven bestendig vriendinnen van de H. Maagd. Zij waren zeer goed en vroom. Zij hadden elkander zo lief en hielpen elkaar er door.

    Deze drie weduwen waren zusterdochters van Elisabeths moeder of beter nog: achternichten, althans een daarvan, nl. Sobe. Zij waren met de eerste vrouw van Alfeüs, de man van Maria van Kleofas, verwant geweest, doch of zij dit door zichzelf of door hun mannen geweest waren, weet ik niet. Twee van deze weduwen waren gezusters. De ene, met name Mara, was de moeder van Natanaël, de bruidegom van Kana, die als leerling een naam had als Amandor [Amator] en aan wie de twaalfjarige Jezus, na zijn terugkeer van de tempel, op een feest in Anna’s huis, iets voorzegde en ook dat Hij op zijn bruiloft zou zijn.

    Een van die weduwen zal Emmerich later Seba noemen [=Sobe], en haar zoon Kolaja was een leerling. Een tweede heette Lea. De zoon van een dezer noemt Emmerich eenmaal Eustachius, doch de namen schijnen wel eens verwisseld te zijn. De derde is Mara.

    Zij hadden verscheidene, zo ik meen, drie zonen, die speelmakkers van Jezus geweest waren en daarna vissers geworden zijn. Uiteindelijk werden zij leerlingen.

    11. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen

    Profetie 102: Lumen in Coelo [Licht aan de Hemel]

    Leo XIII [1878-1903]

    Echte naam: Gioacchino Pecci [Carpineto Romano, 2 maart 1810 - Rome, 20 juli 1903]

    Intussen leefde hij de vrijwillige gevangenschap van de paus op het Vaticaanse grondgebied na, en riep hij Italiaanse katholieken op om niet te stemmen bij Italiaanse verkiezingen of zich verkiesbaar te stellen.

    Paus Leo XIII schreef meerdere encyclieken, waarvan "Rerum Novarum" [Over nieuwe dingen] uit 1891 de bekendste is. Hierin legde hij zijn visie neer op werk en arbeid. In de encycliek "Aeterni Patris" [1879] beval hij de studie van het thomisme aan, waardoor hij een nieuwe impuls gaf aan de bestudering van de werken van de dominicaanse theoloog Thomas van Aquino. Meer in het algemeen pleitte hij voor een katholieke wetenschapsbeoefening, en met name ook voor een beoefening van de tot dan toe zo gewantrouwde natuurwetenschappen. Mede daarom werd hij gewantrouwd door de ultramontanen.

    Leo XIII opende in 1883 de deuren van de Vaticaanse archieven voor alle wetenschappers zonder onderscheid naar hun geloof, waarbij documenten globaal pas na 75 jaar na hun ontstaan ingezien mogen worden.

    Chris De Bodt

    12. Profetiën: Heilige Ephraïm, de Syriër [±306 - 373]

    Profetie 11

    De nog resterende heiligen zullen worden gevonden en, van zodra ze van de komst van de man der verdrukking zullen horen, zullen ze in haast en spoed naar de woestijnen, bergen en grotten vluchten om er zich in angst te verbergen. Ze zullen as en aarde over hun doden strooien en behoeftig zijn en met grote nederigheid dag en nacht wenen. En God, de allerheiligste, zal hen aanhoren en Zijn genade zal hen naar de aangeduide plaatsen brengen.

    Vertaling: Chris De Bodt

    13. Onze Lieve Vrouw van Anguera: vervolg van de boodschappen

    Boodschap 3469 van 16/4/2011

    Lieve kinderen, Ik nodig u uit tot een oprecht bekering en berouw over uw zonden? Open uw harten voor Jezus. Hij wenst met u te praten. Luister naar Hem en was gelukkig hier op aarde en later met Mij in de Hemel. Kom naar de biecht en zoek in de Eucharistie de sterkte om in uw geloof te leven. U bent de Heer? U bent op de Wereld, maar niet van de Wereld. U bent het Paradijs van God. Verheug u en dien trouw de Heer. Ontvlucht het gebed niet. De mensheid gaat zich elke dag dichter naar de afgrond van de vernietiging. Mundi zal wenen om hulp en Granada zal uit de bittere beker van de pijn drinken. Spanje zal trillen en mijn arme kinderen zullen wenen en jammeren. Ik treur om wat er over u gaat komen. Dit is de boodschap die Ik u vandaag doorgeef in de naam van de meest Heilige Drievuldigheid. Dank u dat u Mij hebt toegelaten om u hier opnieuw bij elkaar te roepen. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen. Wees in vrede. Amen.



    22-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.22 juni 2011
    22 juni 2011

    1. Medjugorje: De IIPG
    [International Internet Prayer Group] [Deel 40]

    Michael Jones

    De dame waarvoor ik werkte was heel Katholiek en ook heel erg getroffen door mijn getuigenis. Toen mijn opdracht voor haar ten einde liep, overhandigde zij mij een enveloppe. Daarin bevonden zich knipsels van haar Katholiek weekblad. Zij zei dat de knipsels gingen over de bedevaarten naar een plaats waar, naar verluidt, de Maagd Maria verschijnt. Ik nam de briefomslag in ontvangst en bedankte haar, maar ik begreep niet waarom zij dit had gedaan. Toen ik die avond thuiskwam, plaatste ik de omslag op de onderste plank van mijn koffietafel en dacht ik er verder niet meer aan.

    Een aantal weken later, toen ik in gebed verzonken was, hoorde ik een stem die zei: "Ik wil dat u naar Medjugorje gaat." Deze stem bleef gedurende de volgende weken komen en maakte me soms wakker tijdens het midden van de nacht. Bij het wakker worden vertelde de stem mij om naar het uurwerk te kijken. Ik deed wat er werd gevraagd en kwam er na een aantal dagen op uit dat de getallen iets gemeen hadden met elkaar, bijvoorbeeld: 1:11, 2:22, 3:33 en zo verder. Daarop zei de stem opnieuw: "Ik wil dat u naar Medjugorje gaat."

    Op een avond, toen ik met mijn zus, die 170 kilometer verder woonde, aan het praten was, vertelde ik haar over de stem die ik hoorde. Ik probeerde het woord "Medjugorje" uit te spreken, maar ik kon het mij niet meer precies herinneren. Ik dacht bij mezelf: "Mijn zus zal wel denken dat ik aan het doordraaien ben," maar tot mijn verbazing antwoordde ze: "Oh Medjugorje, Ik heb van deze plaats reeds gehoord."

    Bron: IIPG

    Vertaling: Chris De Bodt

    2. Bijzondere reeks: De zeven niveaus van het liegen [3/9]

    Wij liegen meer dan we denken. En dat is een deel van het probleem

    Rachab en Corry ten Boom

    Rachab werd niet geprezen voor haar leugens, maar voor haar geloof. [Heb. 11:13]. Haar goede daad was dat zij de verklikkers in vrede ontving. Door het geloof waagde zij haar leven, erop vertrouwend dat de verklikkers haar en haar familie later zouden beschermen, ondanks dat zij een hoer was. Rachab vreesde God. Zij vertrouwde meer op de levende God dan dat zij de koning van Jericho vreesde. Maar haar vertrouwen op God was niet enkel het afwachten hoe Hij haar zou redden als zij de koning in waarheid antwoordde.

    Iets dergelijks kan gezegd worden van Corrie ten Boom, die zich van veel leugens bediende om Joden te verbergen voor de Gestapo. Inderdaad, zij was een opmerkelijke heldin. Maar als zij loog, imiteerde zij God niet. Ten Booms situatie [zoals zoveel andere situaties] was zo verstrikt in zonde, dat voor haar liegen de beste optie leek. Wat ten Booms' geval toont is niet dat liegen ter ere van God is, maar eerder dat menselijke omstandigheden kunnen degeneren in iets zo verderfelijk, dat liegen samen gaat met een geloofsdaad.

    De harde conclusie of het besef , dat alle vormen van liegen, Gods' heiligheid schenden, zal voor sommigen onredelijk of extreem klinken [ook de 'leugen om bestwil'] en de rationele moeilijkheid van de zaak minachten. Ik zie dat het grootste probleem op het geestelijke vlak ligt. Ik denk dat wij het moeilijk vinden om het kwaad van de leugen op te biechten, omdat het ons ontbreekt om de hele goedheid van de Waarheid te kunnen omvatten.

    Een deel van het debat bestaat erin of wij zelfs wel de waarheid 'kunnen' kennen. Ja, God alleen kent voor 100 procent nauwkeurig precies wat de hele waarheid is. Maar gezien wij geschapen zijn naar Gods' beeld, zijn wij begiftigd met het vermogen van kennis. Zelfs als gewone stervelingen [gevallen mensen, zondige mensen], kunnen wij weten wat de waarheid is. Er is een wijs gezegde, "Iedereen weet wat waarheid is, omdat iedereen weet wat liegen is."

    Vertaling: Lily Coolen

    3. Enorme branden in Arizona, New Mexico en Texas

    Duizenden mensen zijn hun huizen ontvlucht in het zuiden van de Amerikaanse staten Arizona, New Mexico en Texas. Sinds meer dan een week woedden daar grote natuurbranden die, aangewakkerd door de wind en droogte, nog steeds in omvang toenemen. Enkel is Arizona is de wind gisteren gaan liggen en kunnen de reddingswerkers doorwerken. Helikopters en blusvliegtuigen bevechten het inferno vanuit de lucht, terwijl bewoners proberen hun bezittingen van de vuurzee te redden.




    4. Dagboek van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 144]

    Schrift 1

    338. Toen ik zo diep over mezelf begon na te denken, merkte ik geen gehechtheid aan wat dan ook, nochtans, zoals in alles wat mijzelf betreft, vreesde en wantrouwde ik mezelf. Moe door dit nauwkeurig onderzoek, ben ik vóór het Allerheiligste Sacrament gegaan en met heel de kracht van mijn ziel heb ik Jezus gebeden: "Jezus, mijn Bruidegom, Schat van mijn hart, Gij weet dat ik slechts U ken en geen andere liefde ken dan U, maar Jezus, indien ik mij aan wat dan ook, dat Gij niet zijt, zou hechten, laat dan, bid en smeek ik U, Jezus, door de kracht van Uw barmhartigheid onmiddellijk de dood over mij komen, want duizendmaal verkies ik te sterven dan U in het minste ontrouw te zijn."

    39. Op dit moment stond plots Jezus vóór mij, Hij kwam van ik weet niet waar, en stralend in ongelooflijke schoonheid, in een wit kleed met geheven handen, zei Hij me deze woorden: "Mijn dochter, uw hart is Mijn rust, het is Mijn heerlijkheid, Ik vind er al wat zo een groot aantal zielen Mij weigert. Zeg het aan hem die Mijn plaats inneemt." En meteen zag ik niets meer, alleen een oceaan van vertroostingen overstroomde mijn ziel.

    340. Ik begrijp nu dat niets mijn liefde tot U, Jezus, in de weg kan staan, lijden noch tegenkantingen, vuur noch zwaard, zelfs de dood niet. Ik voel mij sterker dan dat alles. Niets kan de liefde evenaren. Ik zie dat de kleinste dingen volbracht door een ziel die God oprecht bemint, in Zijn heilige ogen een ongelooflijke waarde hebben.

    341 5.11.1934. Een vroege morgen, toen ik voor onze mensen die brood uitdragen, de deur geopend had, ging ik even langs in de kleine kapel om Jezus te bezoeken en mijn opdracht van de dag te hernieuwen. "Ziedaar, Jezus, ik offer U vandaag al mijn lijden, mijn verstervingen, mijn gebeden, ter intentie van de Heilige Vader, dat hij dit feest van de Barmhartigheid bezegelt. Maar Jezus, ik heb U nog één woord te zeggen, ik ben zeer verwonderd dat Gij mij over dat feest van de Barmhartigheid doet spreken, maar dit feest [48], naar men mij zegt, bestaat nietrom moet ik er dan van spreken?"

    Jezus antwoordde mij: "Wie kent het? Niemand. En zelfs zij die dit feest moeten verkondigen en de mensen onderrichten, weten het dikwijls zelf niet. Daarom verlang Ik dat deze Beeltenis de eerste zondag na Pasen plechtig gezegend wordt en openbare verering ontvangt, zodat elke ziel ze kan kennen. Doe een noveen voor de intentie van de Heilige Vader, bestaande uit 33 akten, Ik wil zeggen: herhaal zoveel maal het gebedje tot de Barmhartigheid dat Ik u geleerd heb."

    [48] In de Smolensk-straat te Krakow is er een kleine kerk sedert 1626 aan de Goddelijke Barmhartigheid toegewijd. Men viert er het patroonsfeest op de Kruisverheffing, 14 september.

    Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken

    5. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 144]

    Zesde Lezing: Over het eeuwig lijden en het ongelukkig lot

    Deel 1

    Ze zullen naar het eeuwig lijden gaan [Mt 25,26].

    Er leeft in het christendom een vreselijke waarheid die, meer nog nu dan in de voorgaande eeuwen, in het menselijke hart een meedogenloze afkeer oproept. Deze waarheid gaat over de eeuwige straffen van de Hel. Bij het noemen alleen van dit dogma komt het verstand in verwarring, wordt het hart bang en rilt, de passies verstijven en ergeren zich aan die leer en de stemmen die ze verkondigen. Zouden we dan moeten zwijgen en een fundamentele waarheid verzwijgen die het uiterste belang van de mens aangaat, die van zijn uiterlijke lot na de korte jaren van zijn aardse verbanning? Maar als de Hel een werkelijkheid is zou al de stilte die we rond die fundamentele kwestie opbouwen de zekerheid ervan niet wegnemen. De afzwakking en verzachtende menselijke taal zouden er de duur niet van inkorten. Het zou van onzentwege uiterst gek zijn om ons te overtuigen, door onze aandacht van dit fatale geluk af te wenden ... en zo te trachten er niet in te geloven, eens er in te slagen de strengheid ervan te bedwingen.

    In deze reeks lezingen met als doel de toekomst van de mens en zijn onsterfelijk lot te behandelen, kunnen we het lijden van het ander leven niet verzwijgen zonder onze plicht te verzuimen en, als een ontrouwe en bedrieglijke dokter die probeert zijn patiënt een pijnlijke behandeling te besparen, hem rustig te laten sterven. Op dat punt heeft Jezus Christus zelf het niet nodig geacht om omzichtig en aarzelend te doen. Hij herhaalt steeds de straffen voorbehouden aan de zondaars, Hij spreekt meermaals over de externe duisternis, over het vuur dat nooit uitdooft, over het gevang zonder uitzicht waar tandengeknars en tranen niet te stelpen zullen zijn.

    Bron: Abbé Arminjon

    Vertaling: [Broeder Joseph]

    6. Fatima in Lucia's eigen woorden: "De Oproepen" [aflevering 27]

    De oproep tot geloof

    Ik wens nu terug te keren naar de boodschap van de Goede God, en naar de drie nederige, kleine herdertje van de Cova de Ira, om nogmaals te overtuigen in Zijn bestendige Fatima. Het zeggen van "Fatima-bedevaarder" is hetzelfde zeggen als "bedevaarder van de Vrede." Er is mij verteld dat er een taal bestaat waarin het woord "Fatima" vrede betekent. We verlangen allen naar vredevolle dagen om zo in vrede te kunnen leven. Maar deze vrede kan niet worden bereikt zonder de Wet van God aan te nemen als de norm om onze stappen te leiden. Nu is de volledige boodschap van Fatima een oproep om aandachtig te zijn aan Zijn Goddelijk Wet en om deze reden overlopen we alles stap voor stap en tekent het voor ons het voor ons de weg uit die we moeten begaan.

    Toen de Verschijningen begonnen, kende ik deze Wet niet, maar had ik er enkel een beperkt en heel vaag idee over, niet meer dan enig ander onschuldig kind, zoals ik toen was, dat nog niet kon lezen of schrijven en in een plaats leefde zoals mijn thuis, heel ver verwijderd van enige opvoeding en ontwikkeling. Daarenboven en ondanks dat ik later in meer ontwikkelde kringen leefde, moet ik bekennen dat ik deze kennis enkel heel langzaam heb verworven, door het licht dat God mij schonk. Eigenlijk mocht ik maar pas de Heilige Schrift lezen lang nadat deze gebeurtenissen hadden plaatsgevonden, en nadat ik erover geschreven had. Enkel dan begon ik de ware betekenis van de boodschap te verstaan, alhoewel het mij gegeven was om het vroeger te begrijpen, maar op een minder concrete wijze.

    Vertaling: Chris De Bodt

    7. Docudrama: Het Evangelie volgens Lucas [3/12]

    Jezus van Nazareth, de Zoon van God, opgevoed door een timmerman. Het verhaal is gebaseerd op het Evangelie van Lucas. Het leven van Jezus, vanaf de miraculeuze geboorte uit een Maagd tot de roeping van Zijn apostelen: zijn openbare leven, zijn mirakelen, zijn opdracht. De film eindigt met Zijn dood bij de Kruisiging en Verrijzenis. Regisseurs zijn John Krish en Peter Spykes. Acteurs zijn Brian Deacon [Jezus] Richard Kiley [de stem van Lucas], Rivka Neuman [Maria], Joseph Siloach [Jozef] en Niko Nitai [Simon Petrus]. De film dateert uit 1979 en duurt 117 minuten.


    8. Benoite, de herderin van Notre-Dame du Laus [Aflevering 57]

    Hoofdstuk 2: De verschijningen in het Ovendal

    Het getuigenis van de rechter.

    "Op advies over die processie, daar ik bevel had gegeven om op alles te letten, verzuimde ik niet er bij te zijn om te zien of er iets bijzonders zou voorvallen en dat ons leerde dat God blij was dat de heilige Maagd hier vereerd werd..." Dit is een functionaris die zich verantwoordelijk voelt en als vertegenwoordiger van de openbare orde en als christen bezorgd over de wil van God.

    Voor de inham kwam ik de processie tegen die de Litanie van de heilige Maagd zong en iedereen was in grote verwarring om te weten wie het was. Ik zei de heer prior zich met iedereen terug te trekken en Benoîte toe te laten alleen met ons achter te blijven. Maar daar meerdere mensen hier of daar halt hielden om te zien wat we zouden ondernemen, zei Benoîte me, die voor de inham was gebleven, dat de Juffrouw haar zei [zonder haar echter te zien] iedereen te doen weggaan, wat ik deed.

    Nader bij onze herderin gekomen, die een ongeëvenaarde vreugde en tevredenheid uitstraalde, vroeg ik haar of ze de Juffrouw zag, zoals naar gewoonte. Ze antwoordde me dat ze toen niets zag, terwijl ze haar had gezien toen ze met de processie aankwam. Daar ik vol vervoering deze belangrijke zaak wou ontdekken vroeg ik onze herderin op haar knieën voor de inham te bidden terwijl ik enkele stappen verwijderd van haar was om ook te bidden, ik in het bijzonder tot God en zijn heilige Moeder om me hun wil bekend te maken. Ik gaf haar het bevel me in te lichten als ze iets zag zodat ik er prompt naartoe kon stappen.

    Dit is de beslissende moment waarop het mysterie misschien onthuld wordt: dit helder verhaal geeft goed de religieuze sfeer weer. Terwijl ik tot God bad, vurig en uit al mijn krachten om me Zijn heilige wil mee te delen, het officie van de Heilige Maagd geknield op een steen las op slechts 5 à 6 stappen van onze herderin, deed ze me op een buitengewoon vreugdevolle toon teken en zei: "h! Mijnheer de Rechter! Ik zie de juffrouw, kom gauw!" Onnodig te zeggen dat ik er met grote stappen naartoe liep en haar zei: "Waar is ze? Waarop?" Dan zei ik dat ik die eer als man niet verdiende en ze antwoordde: "Mijnheer! Ze steekt haar hand naar je uit." Wat me verplichtte met mijn hoed in de hand en geknield mijn hand naar de inham uit te strekken om te zien of iets onzichtbaar me zou aanraken. Maar in feite raakte ik niets aan.

    Ondertussen zei de herderin me dat de juffrouw verdween achter in de inham.

    Benoîte is verbaasd dat de Rechter deze zo lichtgevende Dame niet ziet en merkt het vriendelijk gebaar naar deze trouwe gelovige op, zo nederig. Dan verwijdert de Dame zich zoals ze dat in Lourdes zal doen, vooraleer haar naam te zeggen.

    Vertaling: Broeder Jozef

    9. Jezus' tijdgenoten [aflevering 273]

    Josephus Flavius

    Toen Johannes, de zoon van Levi, die, zoals ik al heb verteld, in Gisala verbleef, hoorde dat voor mij alles naar wens was verlopen, dat ik bij mijn ondergeschikten in een zeer goed blaadje stond, en bovendien bij de vijand zeer gevreesd was, was hij daar zeer onaangenaam door getroffen, omdat hij dacht dat mijn voorspoed zijn ondergang zou betekenen. Hij raakte dus vervuld met een bittere afgunst en vijandigheid jegens mij. Omdat hij hoopte dat hij, als hij bij mijn onderdanen haat tegen mij kon opwekken, een eind kon maken aan mijn voorspoed, probeerde hij de inwoners van Tiberias en Sepphoris [en hij dacht dat die van Gabara het wel met de anderen eens zouden zijn], de grootste steden van Galilea, tegen mijn gezag in opstand te laten komen en zich bij zijn groep aan te laten sluiten. Hij vertelde dat hij een betere commandant zou zijn dan ik.

    De Sepphorieten die met geen van ons beiden een band hadden, omdat zij gekozen hadden voor een Romeinse overheersing, waren het met zijn voorstel niet eens. De inwoners van Tiberias gingen niet zover dat zij tegen mij in opstand kwamen, maar stemden wel in met zijn vriendschap, terwijl de inwoners van Gabara naar Johannes overliepen. Zij werden daartoe overgehaald door Simon, die zowel de belangrijkste man in de stad was, als een bijzondere vriend en handlanger van Johannes. Zij kwamen er echter niet openlijk voor uit dat ze in opstand wilden komen, omdat ze heel bang voor de Galileeërs waren, waarvan ze de loyaliteit die zij jegens mij betoonden herhaaldelijk hadden ondervonden. Daarom wachtten ze heimelijk een gunstig moment af om een hinderlaag voor mij te leggen. Hoe ik daardoor in een heel gevaarlijke situatie terechtkwam, blijkt uit het volgende voorbeeld.

    In het dorp Dabarita waren een aantal overmoedige jonge mannen, die hadden gezien dat de vrouw van Ptolemaeus, de procurator van de koning, met een groot gezelschap en een aantal ruiters die hen escorteerden, de grote vlakte wilden oversteken. Zij kwamen uit een streek waar de koning en de koningin het beheer over voerden en reisden naar een gebied dat onder heerschappij van de Romeinen stond. Zij vielen hen onverhoeds aan en dwongen de vrouw van Ptolemaeus te vluchten, waarna ze alle voertuigen plunderden. Daarna kwamen ook zij naar mij toe, in Tarichea, met vier muilezels beladen met kleren en andere kostbaarheden en bovendien een grote hoeveelheid zilver en vijfhonderd goudstukken.

    Ik wilde die buit voor Ptolemaeus bewaren, omdat hij mijn landgenoot was en omdat de wet ons zelfs verbiedt om onze vijanden te beroven. Daarom zei ik tegen de mensen die de buit kwamen brengen dat wij die zouden bewaren, en dat wij de opbrengst daarvan zouden gebruiken om de muren van Jeruzalem te herbouwen. De jongemannen waren echter razend toen zij zelf geen deel van de buit kregen, zoals zij hadden verwacht. Daarop trokken ze naar de dorpen in de omgeving van Tiberias en vertelden de bevolking dat ik van plan was om hun land aan de Romeinen uit te leveren en dat ik tegen hen had gelogen, toen ik zei dat, wat zij hadden buitgemaakt achtergehouden moest worden om de muren van Jeruzalem te herbouwen, maar dat ik besloten had om de buit weer aan de vroegere eigenaar terug te geven. Zij hadden mijn bedoeling inderdaad goed begrepen. Toen ik van hen af was, ontbood ik twee vooraanstaande mannen, Dassion en Janneus, de zoon van Levi, die tot de belangrijkste vrienden van de koning behoorden, en droeg hen op om de geroofde kostbaarheden mee te nemen en naar hem terug te brengen. Ik dreigde hen als straf te zullen doden, als zij met iemand anders over mijn bevel zouden praten.

    Vertaling: Broeder Joseph

    11. Het sacrament van de Eucharistie [deel 8]

    Catechismus

    Artikel 3
    : Het sacrament van de eucharistie

    De heilige eucharistie voltooit de christelijke initiatie. Zij die door het doopsel tot de waardigheid van het koninklijk priesterschap verheven zijn en door het vormsel nog meer gelijkvormig zijn geworden aan Christus, hebben door de eucharistie deel aan het offer zelf van de Heer, samen met heel de gemeenschap.

    "Tijdens het laatste avondmaal, in de nacht waarin Hij werd overgeleverd, heeft onze Verlosser het eucharistisch offer van zijn lichaam en bloed ingesteld, om het kruisoffer door de eeuwen heen te bestendigen tot aan zijn wederkomst en zo aan zijn geliefde bruid, de kerk, een gedachtenisviering van zijn dood en verrijzenis toe te vertrouwen: sacrament van goedheid, teken van eenheid, band van liefde, paasmaaltijd, waarbij Christus genuttigd, het hart met genade vervuld en ons een onderpand van de toekomstige heerlijkheid wordt gegeven."

    Anne Van Der Sloten

    12. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 99]

    Hoofdstuk 2: Johannes De Doper tot het doopsel van Jezus

    Overheden en priesters bij Johannes

    Heden [nog 4 juli] zag ik vele overheden en priesters uit de omliggende plaatsen en Jeruzalem tot Johannes komen en hem ter verantwoording roepen. Zij vroegen wie hij was, wie hem gezonden had, wat hij onderwees en meer dergelijke dingen. En ik zag hem met buitengewone beslistheid en stoutmoedigheid antwoorden en hoe hij hen de nabijheid van de Messias verkondigde en hen van onboetvaardigheid en huichelarij beschuldigde. Dit was echter nog de ontmoeting niet die in het evangelie staat [Mt 3:7] en waarin hij hen "adderengebroed" noemde.

    7 - 11 juli. Ik zag uit drie steden, Nazareth, Jeruzalem en Hebron talrijke gezantschappen komen, die door de oversten en Farizeeërs van die plaatsen tot Johannes afgevaardigd waren om hem te ondervragen over zijn zending. Ook was het bezwaar tegen hem ingediend dat hij zich wederrechtelijk van de doopplaats meester had gemaakt. Ook waren vele tollenaars tot hem gekomen. Hij had hen gedoopt, doch na hen eerst te hebben beschuldigd. Onder hen was de tollenaar Levi, later Mattheüs genoemd, de zoon uit het eerste huwelijk van Alfeüs, die als tweede vrouw Maria van Kleofas gehuwd had. Levi had een gevoel van vermorzeling ondergaan en hij beterde zich. Hij werd in de familie veracht en ik zag Johannes zeer krachtig voor die mensen preken, vele van hen afwijzen en anderen dopen.

    Ik zag ook in deze dagen de zonen van de drie weduwen, die onder elkaar en ook door geboorte en aanhuwing met de H. Familie verwant waren, tot de doop van Johannes komen. Men verweet hun later, in de tijd na Jezus, hun fierheid op die verwantschap, maar het was toch de waarheid.

    13. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen

    Profetie 102: Lumen in Coelo [Licht aan de Hemel]

    Leo XIII [1878-1903]

    Echte naam: Gioacchino Pecci [Carpineto Romano, 2 maart 1810 - Rome, 20 juli 1903]

    Pecci werd geboren in Carpineto Romano, ten zuiden van Rome, als zesde kind in een familie van kleine landadel. Hij studeerde onder andere aan de Accademia dei Nobili te Rome.

    Hij werd in 1837 tot priester gewijd. Ambitieus, eigenlijk te laag in rang voor de pauselijke academie voor de adel trad hij in dienst van de pausen waar zijn ster snel rees. In 1843 werd hij nuntius in België, waar de van oorsprong protestantse vorst Leopold I enige jaren tevoren de troon had bestegen. Met zijn hulp werd het Belgisch Pauselijk College in 1844 in Rome opgericht. Mgr. Pecci kwam in conflict met de liberalen en mengde zich in de Schoolstrijd. Omdat hij de bisschoppen hierbij steunde werd hij op verzoek van Leopold I echter in 1846 teruggeroepen.

    Hij werd in 1846 benoemd tot aartsbisschop van Perugia. Hij werd er bekend door zijn bestrijding van de antiklerikale wetgeving in Italië en zijn bevordering van de studie van het neothomisme.

    Tijdens het consistorie van 19 december 1853 werd hij verheven tot kardinaal. De Basiliek van San Crisogono in Trastevere werd zijn titelkerk.

    Op 20 februari 1878 volgde hij Paus Pius IX op als paus en nam de naam Leo aan. Hij probeerde de Kerk en de moderne samenleving van de negentiende eeuw dichterbij elkaar te brengen, nadat de Syllabus Errorum van Pius IX deze twee uit elkaar had gedreven door vele gangbare Europese politieke of wetenschappelijke denkbeelden te veroordelen. Te midden van de democratiseringsgolf van de tweede helft van 19e eeuw hield Leo XIII wel stevig vast aan God en de Kerk, niet het volk of de natie, als bron van macht [Immortale Dei [1885], Sapientiae Christianae [1890], en bestreed hij opvattingen als vrijheid van woord en pers, en de gelijkheid onder de kerken. Hij droomde van het geestelijk leiderschap over alle christelijke volken en van de restauratie van de Pauselijke Staten. Samen met Mariano Rampolla, zijn staatssecretaris van 1887 tot 1903, maakte hij ook een eind aan de gespannen verhoudingen met Bismarck, die tijdens de Kulturkampf de invloed van de Katholieke Kerk in Duitsland wilde terugdringen. Leo XIII was de eerste paus die openlijk de Franse Republiek steunde [het "ralliement", "Au milieu des sollicitudes" van 1892], hetgeen vele Franse monarchisten tegen hem keerde. In Zuid-Amerika legde hij goede contacten met de nieuw ontstane republieken.

    Chris De Bodt

    14. Profetiën: Heilige Ephraïm, de Syriër [±306 - 373]

    Profetie 10

    Maar voor deze dingen zullen geschieden zal de Heer Elias en Enoch zenden die bewondering en eerbied zullen afkondigen voor het menselijke ras en openlijk aan allen de kennis van God zullen afkondigen om hen te hoeden om de valsaard te gehoorzamen en te geloven door angst en geschreeuw. En ze zullen zeggen: "Oh, een misleider der mensen is hij, laat niemand in hem geloven." Maar zij die aan de twee profeten zullen gehoorzamen en in hun woorden zullen geloven, zullen niet talrijk zijn.

    Vertaling: Chris De Bodt


    21-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.21 juni 2011
    21 juni 2011

    1. Medjugorje: De IIPG
    [International Internet Prayer Group] [Deel 38]

    Michael Jones

    Door God genezen van een hartaanval in 1984, terwijl ik een uiteenzetting aan het geven was dat God niet bestond, kan ik mijn bekeringsverhaal niet genoeg herhalen. In de late lente van 1989 was ik zelfstandige en vertelde ik aan een dame dat ik bezig was met bewijsvorming dat God niet bestond. Ik vertelde haar dat ik in die tijd een hartaanval kreeg en God verzocht om mij te bewijzen dat hij werkelijk bestond. Ik vernoemde het tintelen dat begon in mijn voeten en vervolgens door mijn lichaam raasde, om het te verlaten langs mijn hoofd. Dit alles liet en soort giftig gevoel achter.

    De daaropvolgende dag had ik een afspraak gemaakt met hartchirurg om de noodzakelijkheid te bespreken om een peacemaker in mijn hart te plaatsen. Ik vertelde de dokter om niet langer deze optie te overwegen omdat God mij had genezen. De chirurg bekeer het electrocardiagram en zei me dat zulke dingen niet mogelijk zijn: mijn ECG of hartfilm toonde duidelijk een hartinfarct aan. Vreemd genoegd besloot de dokter om een nieuwe electrocardiagram te nemen dat hem danig in de war bracht, omdat het geen tekenen meer vertoonde van een hartinfarct. Hij stuurde me verder voor een kleurentest, waarmee men duidelijker de werking van hart kan waarnemen. Het eindresultaat toonde geen enkel teken van de voorafgaande hartaanval.

    Bron: IIPG

    Vertaling: Chris De Bodt

    2. Bijzondere reeks: De zeven niveaus van het liegen [2/9]

    Wij liegen meer dan we denken. En dat is een deel van het probleem

    Zijn er uitzonderingen?

    De profeet Jeremia zegt, "Niets is zo onbetrouwbaar als het hart, onverbeterlijk is het, wie kan het peilen?" [Jer. 17: 9]. Wat zo aantoonbaar aan ons menselijk falen is, is de universele tendens het verraad van de leugen te minimaliseren. Wij vinden dat bepaalde vormen van liegen gewoon normaal zijn. Wij zijn snel om te herinneren aan Rahab en Corrie ten Boom om hen als heilige leugenaars te citeren. Of misschien zeggen wij dat weigeren te liegen een of andere manier van eigen liefdeloosheid is. Meerdere personen, die een deel van dit artikel lezen, uiten de bezorgdheid dat, als wij allen altijd de waarheid zouden zeggen, wij onbeleefd zouden zijn. De Jim Carry-komedie "Liar Liar" uit 1997 komt op. Carrey's karakter geeft een komische weergave van wat er gebeurt wanneer mensen zo eerlijk zijn dat zij niet toevoegen wat zij zeggen over anderen.

    Er is een groot verschil tussen onbeleefd uitflappen en waarachtig zijn, net zoals tussen zachtmoedige tact en zachtmoedige leugen. Ik vraag me af of we verdedigers  van dagelijkse "leugentjes om bestwil" zijn. Want wij zijn te lui om creatieve wegen te vinden, om uit liefde de waarheid te spreken. Mijn gevoel is dat de meesten van ons defensief zijn t.o.v. onze leugens omdat wij onszelf beschermen. Wij zijn te langzaam om de waarheid onder ogen te zien in het verschil tussen ons karakter en dat van God.

    Volgens de Schrift "liegt God niet" [Titus 1: 2]. In zijn heiligheid is Hij niet in staat om te liegen. Zoals de apostel Johannes het zegt: "God is licht, er is in Hem geen spoor van duisternis" [1 Joh. 1:5]. Liegen kan niets anders zijn dan zondig, want God kan het niet. Als liegen rechtvaardig zou zijn, dan zou er iets rechtvaardigs zijn dat God niet kan doen. Het is duidelijk niet Gods' plan voor de mens om duisternis en misleiding in zijn hart te leggen. Hoewel God ons kan gebruiken wanneer wij liegen, betekent dit niet dat wij niet zondigen als wij liegen.

    Vertaling: Lily Coolen

    3. Dagboek van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 143]

    Schrift 1

    332. + Donderdag. Toen ik het heilig Uur begon, wou ik me verdiepen in de doodstrijd van Jezus in de Hof van Olijven. Plots hoorde ik een stem in mijn ziel: "Overweeg het mysterie van de Menswording." En meteen verscheen mij het Jezuskind in stralende schoonheid. Hij zei me hoezeer de eenvoud van geest Hem welgevallig is: "Al is mijn grootheid onvatbaar, Ik blijf alleen bij de kleinen. Ik verlang van u de geestelijke kindsheid."

    333. Nu zie ik duidelijk hoe God handelt door de biechtvader en hoe trouw Hij is aan zijn beloften. Vóór twee weken beval mijn biechtvader me na te denken over de geestelijke kindsheid. Dat was in het begin redelijk moeilijk, maar mijn biechtvader sloeg geen acht op mijn moeilijkheden en deed me opnieuw nadenken over de geestelijke kindsheid. In de praktijk uit zich deze kindsheid aldus: een kind houdt zich niet bezig met het verleden noch met de toekomst, het geniet alleen van het huidig moment. "Ik wil deze geestelijke kindsheid voor u benadrukken, mijn zuster, en ik leg daar de nadruk op".

    334. Ik zie hoezeer de Heer de wensen van mijn biechtvader tegemoet komt, want op dat moment verschijnt Hij me niet als Meester in de volheid van Zijn macht en in Zijn volwassen mensheid, maar als een klein kind. Deze onvatbare God verlaagt Zich zozeer voor mij in de gestalte van een kindje. Nochtans de blik van mijn ziel blijft niet staan bij dit voorkomen. Ook al neemt Gij de gestalte van een kindje, ik zie in U de Heer der Heren, onsterfelijk en oneindig, Hem die de zuivere geesten dag en nacht loven, voor Wie de Serafijnenkoren ontvlammen in het vuur van de zuiverste liefde. O Christus, o Jezus, ik verlang hen te overtreffen in hun liefde voor U. Ik vraag u vergeving, zuivere geesten, van mij met u te durven vergelijken, ik, afgrond van ellende. Maar Gij, o God, de onpeilbare afgrond van barmhartigheid, slorp mij op zoals de gloed van de zon de dauwdruppels opslorpt. Uw liefdevolle blik overstelpt elke afgrond. Ik verheug me oneindig in de grootsheid van God, dat is voor mij meer dan genoeg om de hele eeuwigheid gelukkig te zijn.

    335. Eens toen ik Jezus onder de gestalte van een kindje zag, vroeg ik Hem: "Jezus, waarom deelt Gij U mee in het uiterlijk van een kindje? Ondanks alles zie ik in U de oneindige God, mijn Schepper en mijn Heer." Jezus antwoordde mij dat zolang ik niet de eenvoud en de nederigheid heb geleerd, Hij met mij zal omgaan onder de gedaante van een kindje.

    336. + 1934. Tijdens de heilige Mis waarin Jezus in het Allerheiligste Sacrament was uitgesteld, zag ik, vóór de heilige Communie, twee stralen ontspringen aan de Allerheiligste Hostie, dezelfde als die geschilderd zijn op de Beeltenis: de ene rood, de andere een witte. En ze schenen op elk van de zusters en de leerlingen, maar niet op dezelfde wijze. Op sommigen waren ze nauwelijks afgetekend. Het was de laatste dag van de retraite voor de meisjes.

    337. 22.11.1934. + Eens beval mijn biechtvader [47] me goed na te denken over mezelf en goed te onderzoeken om te zien of ik niet gehecht was aan iets of aan een schepsel, of aan mezelf en of er in mij geen ijdel gebabbel was, want dat alles verhindert Jezus om vrij in uw ziel te handelen. God is jaloers op onze harten, en Hij wil dat we Hem alleen beminnen".

    [47] Bedoeld is E.H. Sopocko.

    Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken

    4. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 143]

    Vierde Lezing: Over het Vagevuur

    Deel 2

    Hoe moedig is dit jonge kind! Wat een energie en kracht in die kinderliefde! Zoals die heldhaftige dochter kregen ook wij van God een tedere ziel vol barmhartigheid en liefde. Als een ongelukkige in zijn uiterste wanhoop de hand uitsteekt denken wij niet eerst dat hij met ons een band van vriendschap of afstamming heeft. Onze taak, ons geluk en vooral ons hart staan meteen voor hem bereid. Indien nodig zouden we niet aarzelen om te verzaken aan voedsel en andere noodzakelijke dingen om die ongelukkige te ontrekken aan zijn schaamte, gevangenschap, dood... Wel! Ten voordele van jullie ouders en geliefden die ons nauw verbonden zijn vragen we noch het offer van jullie gezondheid, vrijheid en bezittingen, maar slechts de druppel water die de rijke tevergeefs aan Lazarus vroeg.

    Wat nog meer?

    Hoeveel zijn er onder jullie die na een leven van wanorde en verkwisting zelfs de moed om te boeten en de wil tot spijt verloren hebben, ze trillen bij de gedachte over de dag waarop hun ziel, van hun lichaam gescheiden en door duizenden onbillijkheden bezoedeld, bloot zullen staan aan de opperste Rechter. Er is een gemakkelijke weg om de barmhartigheid van het laatste ogenblik te bekomen, namelijk deze die Jezus Christus zelf aangeeft: Facite vobis amicos ut recipiant vos in aeterna tabernacula [Lk 16: 9], vind vrienden die jullie in eeuwigheid binnenleiden. Bezorgt jullie met het goud dat diende voor zoveel boze passies de steun en bescherming van de heilige zielen in het Vagevuur. De doden zeggen ons ook nog: Jullie vergissen zich over onze verlangens en de verlichting die onze pijn eist, jullie dachten spijt en liefde te betuigen door luisterrijke uitvaarten te houden. Op onze laatste rustplaats hebben jullie monumenten opgetrokken die eerder jullie hoogmoed bevredigen dan een eerbetuiging voor onze nagedachtenis zijn. Waarom al die praal en die luister? Als het moet, duwt die praalgraven omver, breekt die monumenten en die steenhopen af en koopt met het puin het gebed van de Kerk.

    Dat is wat de doden vragen, en als we naar hen luisteren, kan ik waarlijk zeggen dat onze liefde gezegend zal worden. De doden zullen niet ondankbaar zijn. Eens verlost door onze bijstand van hun lijden zullen ze ons helpen met hun krachtige tussenkomst en wanneer wij naar het hemelse vaderland zullen opstijgen, zullen ze ons in stoet begeleiden, zullen ze rondom ons het danklied zingen en de eeuwige vreugde die onze beloning en onze glorie uitmaken zullen verhogen.

    Bron: Abbé Arminjon

    Vertaling: [Broeder Joseph]

    5. Fatima in Lucia's eigen woorden: "De Oproepen" [aflevering 26]

    De Engelbewaarder

    In de zesde maand zond God de engel Gabriël naar de stad Nazareth in Galilea, naar een maagd [...] en de naam van de maagd was Maria. En hij ging haar huis binnen en zei: "Gegroet Maria, je bent begenadigd, de Heer is met je [...] wees niet bang, Maria, God heeft je zijn gunst geschonken. De heilige Geest zal over je komen en de kracht van de Allerhoogste zal je als een schaduw bedekken. Daarom zal het kind dat geboren wordt, heilig worden genoemd en Zoon van God." [Lucas 1: 26-27, 30, 35]

    Tegen dat de tijd zijn doel had bereikt, was de Zoon van Maria geboren in de stad van David, Bethlehem. Niet ver daarvandaan brachten herders de nacht door in het veld, ze hielden de wacht bij hun kudde. Opeens stond er een engel van de Heer bij hen en werden ze omgeven door het stralende licht van de Heer, zodat ze hevig schrokken. De engel zei tegen hen: "Wees niet bang, want ik kom jullie goed nieuws brengen, dat het hele volk met grote vreugde zal vervullen: vandaag is in de stad van David jullie redder geboren. Hij is de Messias, de Heer." [...] En plotseling voegde zich bij de engel een groot hemels leger dat God prees met de woorden: "Eer aan God in de hoogste hemel en vrede op aarde voor alle mensen die hij liefheeft" [Lucas 2: 8-11 en 13-14].

    Maar reeds helemaal in het begin van de Heilige Schrift, wat ik reeds vernoemd heb, en vele andere bladzijden, wordt er bewezen dat Engelen werkelijk bestaan en ook het doel waarvoor God hen heeft geschapen, wat precies hetzelfde doel is waarom Hij ons heeft geschapen: "om Hem te dienen, te eren, en te aanbidden."

    Laat ons na deze bedenkingen de Psalm zingen: "Omdat u toevlucht hebt gezocht tot de Heer, en verblijft in het Hart van de Almachtige, Hij vertrouwt je toe aan zijn engelen, die over je waken waar je ook gaat. Hun handen zullen je dragen, je voet zul je niet stoten aan een steen. Zal het kwaad je niet bereiken, geen plaag je tent ooit treffen" [Ps. 91/90, 9-12].

    Met deze waarheden in gedachten, lijkt het ons niet zo vreemd dat God opnieuw heeft gekozen om van ons een van Zijn Engelen te maken, om zo een andere oproep aan ons te richten om aan Zijn Wet te gehoorzamen en ons aan het doel te herinneren waarvoor wij zijn geschapen.

    Vertaling: Chris De Bodt

    6. Docudrama: Het Evangelie volgens Lucas [2/12]

    Jezus van Nazareth, de Zoon van God, opgevoed door een timmerman. Het verhaal is gebaseerd op het Evangelie van Lucas. Het leven van Jezus, vanaf de miraculeuze geboorte uit een Maagd tot de roeping van Zijn apostelen: zijn openbare leven, zijn mirakelen, zijn opdracht. De film eindigt met Zijn dood bij de Kruisiging en Verrijzenis. Regisseurs zijn John Krish en Peter Spykes. Acteurs zijn Brian Deacon [Jezus] Richard Kiley [de stem van Lucas], Rivka Neuman [Maria], Joseph Siloach [Jozef] en Niko Nitai [Simon Petrus]. De film dateert uit 1979 en duurt 117 minuten.


    7. Benoite, de herderin van Notre-Dame du Laus [Aflevering 56]

    Hoofdstuk 2: De verschijningen in het Ovendal

    De rechteradvokaat François Grimaud

    Hij stamde uit een oude familie rond Gap waar zijn vader Jacques procureur des Konings was van 1627 tot aan zijn dood op 24 april 1658. François Grimaud was kind van het tweede huwelijk en had een oudere broer, Jean, prior van Pelleautier sinds 1649. Pierre, de oudste uit het eerste bed, volgde zijn vader als procureur op en François (geslaagd als advocaat bij het parlement van Grenoble in 1651) werd al procureur in 1662 en rechter van het baronschap van Avançon in 1663. Tussen 1653 en 1658 was hij gelast met kadaster van Gap na te kijken en werd meermaals naar Grenoble gestuurd voor de gemeentezaken, onder andere om de stad Gap vrij te stellen van het veelvoudige logeren van troepen. In juni 1659 is hij advocaat voor de pastoors van de stad tin een geschil met het Kapittel, en wordt naar Parijs afgevaardigd in januari 1661 om een lastenverlaging te verkrijgen. Rond 1651 was hij getrouwd met Marguerite de Périssol die verwant was langs haar moeders kant met de historicus uit Gap Juvénis en kreeg er drie kinderen mee: Claire, niet erg gezond en die op twintig overleed, Marie-Rose die op 7 januari 1684 zal trouwen met François Martin, onderbaljuw van Saint-Bonnet, en Charlotte, in 1660 geboren en die met Etienne Blanc, handelaar in Gap, zal trouwen.

    Begin augustus 1664 kwam hij terug uit Grenoble toen hij zijn eerste onderzoek over de feiten in het Ovendal voerde, en in oktober zal hij zich bezig houden met rechtszaken in het hospitaal van Gap. We zullen hem nauw betrokken zien bij de eerste bedevaarten naar Laus: in de zomer van 1666 zal hij zijn eerste verhaal schrijven over de beleefde feiten en hij zal zijn tekst naar aartsbisschop van Embrun, Mgr. D’Aubusson de la Feuillade sturen en die toen op ambassade in Madrid was. Deze spoorde hem, Volgens Juvenus, aan dit "Verslag" te publiceren nadat hij in detail de feiten had nagegaan: het is de handgeschreven tekst van het Archief in Laus en die in juni 1667 werd beëindigd.

    Benoemd tot eerste consul en dus hoofd van de gemeenteraad van Gap op 15 mei 1673 werd zijn verkiezing zwaar tegengesproken door de calvinisten die deze zetel verloren. Maar Grimaud werd opgelegd als schepen door een zegelbrief van de Koning op de volgende 4 juni met Juvénis als tweede consul. Hij bleef op post als procurator tot op 13 november 1682, schreef zijn testament op 4 juli 1688 met een codicil op 8 april 1690 en wordt nog gemeld in 1699 als de oudste advocaat van de stad. Hij stierf voor mei 1703.

    François Grimaud is dus een openbaar personage, eerbaar gekend, en een ontegensprekelijke getuige. Zijn verhaal toont ons een christen, een man van gebed en gezond verstand, zo oprecht dat de beroemde priester Brémond, expert in die materie, zijn verhaal vergelijkt met de kroniek van heer de Joinville over het leven van de heilige Louis.

    Vertaling: Broeder Jozef

    8. Jezus' tijdgenoten [aflevering 272]

    Josephus Flavius

    In die tijd gebeurde het dat twee belangrijke mannen die onder de jurisdictie van koning Agrippa vielen, uit het district Trachonius naar mij toe kwamen, met hun paarden, wapens en ook geld. Toen de joden hen alleen wilden laten blijven als zij zich lieten besnijden, stond ik hen niet toe dat zij enig geweld tegen hen gebruikten. Ik zei hen dat "iedereen God moest vereren volgens zijn eigen gewoonten en dat niemand gedwongen moest worden en dat deze mannen, die naar ons toe waren gevlucht om bescherming te zoeken, niet zo behandeld moesten worden, en dat zij daar spijt van zouden krijgen." En toen ik de menigte tot bedaren had gebracht, voorzag ik de mannen die naar ons toegekomen waren met alles wat ze wilden, overeenkomstig hun eigen manier van leven, en dat ook nog op een overvloedige manier.

    Toen stuurde koning Agrippa een legermacht, onder aanvoering van Equiculus Modius, die zich meester moest maken van de burcht van Gamala. De troepen die waren gestuurd waren echter niet talrijk genoeg om de burcht helemaal te omsingelen, maar legerden zich op de open vlakte voor de stad en begonnen met de belegering. Toen de decurion Ebutius, die was belast met het bestuur over de grote vlakte, hoorde dat ik mij in Simonias bevond, een dorp in het grensgebied van Galilea, dat twaalf kilometer van hem verwijderd was, verzamelde hij een honderdtal ruiters die die nacht bij hem waren en een aantal van ongeveer tweehonderd soldaten en bracht de inwoners van Gibea bijeen. Zij moesten hem als hulptroepen bijstaan. Na een nachtelijke mars bereikten ze het dorp waar ik verbleef. Daarop sloeg ik mijn kampement, met een groot aantal manschappen, op tegenover hem. Ebutius probeerde ons echter te verleiden om naar de vlakte af te dalen, omdat hij erg afhankelijk was van zijn ruiters, maar dat wilden wij niet. Ik begreep heel goed dat zijn ruiterij in zijn voordeel zou zijn als wij naar de vlakte zouden afdalen, omdat wij allemaal te voet waren. Daarom besloot ik het gevecht ter plaatse aan te gaan. Ebutius en zijn manschappen boden enige tijd dapper weerstand, maar toen hij doorkreeg dat zijn ruiterij in dit terrein onbruikbaar was, trok hij zich terug in Gibea, na in het gevecht drie mensen verloren te hebben. Met tweeduizend gewapende manschappen volgde ik hem op de voet. Ik bereikte de stad Besara, die in het grensgebied van Ptolemais ligt, ongeveer vier kilometer van Gibea, waar Ebutius zich terug had getrokken, en daar stelde ik mijn gewapende manschappen op langs de buitenmuur van het dorp. Ik gaf hen opdracht om de toegangen zorgvuldig in de gaten te houden, zodat de vijand ons niet zou kunnen verrassen, totdat wij de grote lading graan die daar was opgeslagen weg hadden gevoerd. Dat was het eigendom van koningin Berenice en was vanuit de omliggende dorpen in Besara bijeengebracht. Ik laadde het graan op mijn kamelen en ezels, waarvan ik een groot aantal had meegebracht en voerde het af naar Galilea. Nadat ik daarmee klaar was, daagde ik Ebutius uit tot het gevecht. Toen hij daar niet op in wilde gaan, omdat hij geschrokken was van onze snelheid en moed, sloeg ik een andere weg in en trok ik op tegen Neopolitanus. Ik had namelijk gehoord dat de streek in de buurt van Tiberias door hem was verwoest. Deze Napolitanus was commandant van een ruitertroep, en door de vijand was hij belast met de verdediging van Scythopolis. Nadat ik ervoor had gezorgd dat hij verder geen kwaad kon aanrichten in Tiberias, besloot ik mij te wijden aan de zaken in Galilea.

    Vertaling: Broeder Joseph

    9. Het sacrament van de Eucharistie [deel 7]

    Liefde tot Jezus in het H. Sacrament

    Ik wil jullie het volgende verhaal dat ik las in een boek van Zr.Emmanuel: "Het verborgen kind" niet onthouden [ik heb het met mijn eigen woorden verteld]. Bij het lezen ervan rolden de tranen mij uit de ogen.

    In China hadden de communisten de macht overgenomen en overal hielden ze zuiveringen dwz alles wat naar godsdienst rook of te maken had met het buitenland werd vernietigd, missionarissen werden het land uitgezet of vermoord, christenen werden vervolgd en gevangen gezet...

    Op een dag waren ze ook binnengedrongen in de school van de kleine Li.

    Het kruisbeeld hadden ze van de muur gehaald en op de grond gegooid en vertrapt, de kinderen moesten al hun religieuze afbeeldingen die ze zelf geschilderd hadden afgeven.

    Li probeerde de afbeelding van de goede herder te verbergen onder haar kleren, maar met een slag in het gezicht werd ze daarvoor gestraft terwijl haar vader vernederd werd en vastgebonden omwille van de daad van zijn dochter.

    Daarna waren ze in de kerk binnengedrongen en onder het oog van de gelovigen hadden ze het tabernakel vernield en de ciborie met de hosties op de grond geworpen.

    De gelovigen werden gewaarschuwd zich niet meer in het kerkgebouw te begeven of ze zouden het bekopen met hun leven.

    De priester van de parochie werd verborgen gehouden door de gelovigen in de kerk en moest bij dit alles lijdzaam toekijken. Als hij zich zou verraden dan zouden diegenen die hem verborgen hadden het moeten uitboeten.

    's Avonds wordt de drukkende stilte in de kerk plotseling doorbroken door de deur die knarsend opengaat.

    Het is de kleine Li van nog geen tien jaar oud. Met kleine pasjes nadert ze het altaar.

    Ze bezorgt vader Luc doodsangsten: ze kan elk moment worden gedood.

    Hij kan geen contact met haar hebben, hij kan alleen maar toekijken en alle heiligen in de hemel smeken om dit kind te sparen.

    Eerbiedig buigt de kleine voorover en begint in stilte te aanbidden, zoals de zuster het haar heeft geleerd. Ze weet dat ze eerst haar hart moet voorbereiden, voordat ze Jezus kan ontvangen.

    Met gevouwen handen bidt ze op een mysterieuze manier tot haar dierbare, in de steek gelaten en mishandelde Jezus.

    Dan ziet vader Luc hoe ze nog dieper voorover buigt en op handen en voeten met haar tong een hostie opraapt.. Elke seconde telt, vader Luc vreest het ergste... Als hij maar iets tegen haar zou kunnen zeggen. Maar het kind vertrekt weer zachtjes, zoals ze gekomen is, bijna huppelend.

    Elke morgen weet onze kleine Li te ontsnappen om haar Levende Brood in de kerk terug te vinden. Daar speelt zich dan precies dezelfde scène af als op die beruchte avond, ze pakt een hostie op met haar tong en verdwijnt.

    Vader Luc vraagt zich af waarom ze ze niet allemaal tegelijk neemt, weet ze dan niet dat dat mag. Maar de zuster had gezegd: "Eén hostie per dag volstaat" en ze houdt zich dan daar ook aan.

    Op een dag is er nog maar één hostie over.

    Bij het krieken van de dag sluipt het kind zoals gewoonlijk de kerk binnen en nadert het altaar. Ze knielt neer en bidt vlakbij de hostie.

    De toekijkende priester verstijft:

    Bij de ingang van de kerk staat een soldaat en hij richt zijn revolver. Een doffe knal klinkt en het kind zakt meteen in elkaar.

    Vader Luc denkt dat ze dood is, maar met haar laatste krachten kruipt ze in de richting van de hostie en plakt haar lippen erop, dan sterft ze.

    Ze heeft alle hosties gered. Het waren er tweeëndertig.

    Kleine Li, geef ons iets van jouw onverdeelde liefde voor Jezus, deze diepgewortelde en tedere liefde van je onschuldige hart... Amen.’

    Anne Van Der Sloten

    10. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 98]

    Hoofdstuk 2: Johannes De Doper tot het doopsel van Jezus

    Herodes en Johannes

    30 juni. Ik heb gezien dat de zonen van de overleden Alfeüs en Maria van Kleofas, nl. Simon, Jacobus de Mindere en Taddeüs en haar zoon uit haar tweede huwelijk met Sabas, Joses Barsabas, zich bij Ennon door Johannes hebben laten dopen. Ook Andreas en Filippus zijn reeds bij hem geweest en Andreas is door hem gedoopt en, naar ik meen, ook Filippus. Daarna zijn zij tot hun bezigheden teruggekeerd. Johannes de Doper heeft reeds een twintigtal leerlingen.

    4 juli. De meeste apostelen en vele leerlingen zijn reeds gedoopt, maar Natanaël nog niet en ook nog niet een leerling wiens naam me nu niet invalt.

    Hier werd de zienster gevraagd of zij zich niets betreffende een doopsel van Maria herinnerde, maar zij zeide: "Neen, niet duidelijk, maar me dunkt dat zij door de apostel Johannes na Christus' hemelvaart geheel alleen in de vijver Bethesda is gedoopt, maar ik herinner het me niet met zekerheid. De overige vrouwen zijn toen allemaal in de vijver Bethesda gedoopt. Dit weet ik zeer duidelijk."

    11. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen

    Profetie 101: Crux de Cruce [Kruis van het Kruis]

    Pius IX [1846-1878]

    Echte naam: Giovanni Maria Mastai-Feretti [Sennigallia, 13 mei 1792 - Rome, 7 februari 1878]

    Pius IX overleed op 7 februari 1878. Hij was bijna 86 jaar oud. Meteen na zijn dood begonnen de kardinalen in Rome met het proces dat moest leiden tot zijn zaligverklaring. Dit heeft echter lang geduurd, want pas op 3 september 2000, ruim 122 jaar later, werd hij door paus Johannes Paulus II zalig verklaard.

    Pius heeft een goede naam omdat hij voor belangrijke kerkelijke waardigheden alleen mensen aanwees die bekend stonden om, zowel hun vroomheid als om hun geleerdheid. Onder de grote kardinalen die hij koos waren er Wiseman en Manning voor Engeland, Cullen voor Ierland en McCloskey voor de VS. Op 29 september 1850 herstelde hij de Katholieke hiërarchie in Engeland door de oprichting van het aartsbisdom Westminster met twaalf suffragaanzetels.

    Het lijdt geen twijfel dat Pius IX het zwaarste kruis moest dragen dat tot dan toe het pausschap had getroffen. Hij verloor de pauselijke staten toen de Franse troepen er zich in 1870 terugtrokken naar aanleiding van de Franse nederlaag in de Frans-Duitse Oorlog, waarop Victor Emanuel II het gehele gebied veroverde. Italië erkende in 1871 de onschendbaarheid en soevereiniteit van de paus, maar wees deze geen territorium toe. De Heilige Stoel weigerde de positie en bevoegdheid van de nieuwe Italiaanse overheid wettelijk vast te stellen en paus Pius IX en zijn opvolgers tot Pius XI weigerden zich dan ook buiten het Vaticaan te begeven. Dit dispuut werd pas onder Benito Mussolini door de Verdragen van Lateranen in 1929 opgelost door erkenning van de soevereiniteit van Vaticaanstad. Het Franse Huis van Savoye heeft een kruis als embleem.

    Chris De Bodt

    12. Profetiën: Heilige Ephraïm, de Syriër [±306 - 373]

    Profetie 9

    Dan zal er geen regen meer stromen uit de hemelen en de aarde zal niet langer vruchten dragen, de bronnen en rivieren zullen uitdrogen en gewassen zullen niet langer uitkomen, het gras zal niet langer groeien. De vissen en de monsters van de zee zullen sterven en een vreselijke stank teweegbrengen met een angstaanjagend gebrul. En in vrees zal er gejammer en gekerm zijn van alle levenden die de meedogenloze verwarring zullen zien die hen bij dag en nacht zullen doen lijden ... en niemand zal nog voedsel vinden om zich te voeden, want er zullen onbuigzame leiders van het volk in elke plaats worden aangesteld en zij die het zegel van de tiran zullen dragen, zullen een beetje voedsel kunnen kopen.

    Vertaling: Chris De Bodt


    20-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.20 juni 2011
    20 juni 2011

    1. Over Michael Browns bedevaart naar Medjugorje: een aantal nieuwe wetenswaardigheden


    We komen zojuist terug van een bedevaart naar de befaamde verschijningsplaats Medjugorje, dat momenteel onder een actief onderzoek staat van het Vaticaan, zo actief dat één der ziensters, Ivanka Ivanković Elez, 45, onlangs naar Rome werd geroepen voor een drie uur durende confrontatie met de Vaticaanse Commissie, die is samengesteld uit twintig leden. Over de eerste sessie werden we ingelicht dat de ondervraging in alle rust geschiedde en zeker niet negatief of vijandig was.

    De volgende zienster die aan de beurt komt is Mirjana Dragicević Soldo, 46, aan wie nog geen datum is medegedeeld. Het wordt uiterst spannend om weten hoe het Vaticaan met dit fenomeen zal omgaan terwijl de verschijningen nog steeds bezig zijn en als er een al een definitief oordeel komt [wat onwaarschijnlijk zal zijn], of het een allesomvattende beslissing zal zijn of er slechts enkele zieners [voorlopig] zullen worden erkend, zoals te Kibeho in Rwanda, waar sommige beslissingen zijn uitgesteld tot de toekomst [omdat het bij hen ook gaat over voorspellingen die nog moeten gebeuren]. Zienster Vicka Ivanković, die straks 47 wordt, heeft de sterkste persoonlijkheid en ze heeft een opdracht die deze van de mystica Maria Esperanza benadert. Allen hebben een opdracht. Twee zieners bidden voor de zieken, één voor de priesters, religieuzen en jongeren, een andere voor de families en nog een andere bidt voor de zielen in het Vagevuur. Mirjana Dragicević Soldo is aangeduid om te bidden voor de ongelovigen, of zoals Onze Moeder het uitdrukt: "voor hen die er nog niet tot gekomen zijn tot het kennen van de liefde van God."

    We zaten zoals gewoonlijk neer, voor een privégesprek met Mirjana tijdens onze bedevaart [het was mijn vijfde interview met haar], maar vooraleer we hierover verder gaan, rapporteren we eerst over Medjugorje in het algemeen.


    Michael Browns bedevaartgroep

    Het dorp, ooit enkel een kerk omgeven door kreupelhout, struiken, wijngaarden en tabaksvelden, en enkele primitief gebouwde stenen huizen met cementen vloeren, is nu een verrassend grote stad: als men de religieuze winkels, restaurants en in elkaar getimmerde huizen [pensions met ontbijt] ziet, komt men, in mijn ogen, tot de afmetingen van Lourdes en Fatima. Ook is het niet ongewoon om er groepjes van kleine viersterrenhotels te zien. Iemand vertelde me dat er ginds zo’n tweehonderd dergelijke bouwwerken zijn: van winkels tot pensions, waarvan sommigen zeer groot, die opgericht zijn sinds ons laatste bezoek zo’n drie jaar geleden. Men vindt er zelfs een schoonheidsalon en dat allemaal in dit dorp waar er vroeger geen café, noch discotheek was. Taxi’s staan voor de kerk in de rij te wachten, met een meerderheid van Italiaanse pelgrims, waar de bekering op de Verschijningsberg van een TV-bekendheid, Paul Ambrosio, die bekend stond om zijn vervloeking van elke godsdienst en dit op de grootste TV-netwerken, RAI 1 en RAI 2, het heel populaire Kanaal 5 inbegrepen, zowat een vuurstorm heeft ontketend van reportages en programma’s rond Medjugroje op concurrende zenders over heel Italië, tot zo’n een hoogte dat Mirjana en de andere zieners daar nu "grote bekenden" zijn, niet alleen onder de Katholieken die Medjugorje goed kennen, maar voor het algehele publiek, wat leidde tot een toename van zo’n dertig procent Italiaanse bedevaarders, alleen al vorig jaar, volgens onze hoofdgids.

    Hoe dit allemaal nog verder zal evolueren is voor iedereen een raadsel. Het materialisme in Medjugorje is zowel verontrustend als begrijpelijk. De bezoekers vragen religieuze artikelen en een plaats om te kunnen slapen. Zij wensen iets bevalligs. En zeggen dat het enige middel van bestaan ginds ooit de tabakplanten waren [of een vader die moest gaan werken in Duitsland]. Dit allemaal is nu overgegaan in het bezitten van pensions waar de bedevaarders.verblijven en twee maaltijden per dag eten. Een aantal zieners bevinden zich onder dezen die aanzienlijke ontbijtpensions bezitten. Aan de ene kant, en ondanks een gelijkaardige commercialisering in oude plaatsen als Lourdes, zal de Vaticaanse Commissie in zekere zin minachtend neerkijken op al deze winkels, die de kerk, welke ooit van ver een richtpunt was voor hen die te voet kwamen, bijna niet meer zichtbaar maken. Aan de andere kant wordt de ongelofelijke uitbarsting van verering, zoals door het aantal winkels wordt bevestigd [er komen thans meer bedevaarders dan ooit naar Medjugorje], dikwijls aanschouwd als een krachtige reden om in de authenticiteit van het bovennatuurlijke te geloven. Het is moeilijk om in te beelden dat een kleine groep van investeerders genoeg macht zouden hebben om de ganse stad plat te leggen, zonder krachtige redenen en de sterke steun van de Paus [die als kardinaal Joseph Ratzinger tweemaal het oord "incognito" bezocht, op aandringen van Paus Johannes Paulus II].

    Naast de publiciteit in Italië en de formele Vaticaanse Commissie, wordt het toenemend aantal bezoekers ook toegeschreven aan de zeer positieve opmerkingen van de Weense Kardinaal Christoph Schönborn, een hoge Kerkafgevaardige [Directeur van de Catechismus en ooit lid van de Congregatie voor de Geloofsleer]. Nog recent heeft het hoofd van de Kerk met de zaligverklaring van Johannes Paulus II niet alleen zijn geloof in Medjugorje, maar eveneens zijn sterke steun aan de verschijning bevestigd [met de internationale bestseller: "Why He Is A Saint"]

    Alhoewel het enige aanpassing vergt, blijven er de gevoelens van vrede en vreugde, waarvoor Medjugorje overal zo bekend staat, alsmede een aantal buitengewone fenomenen, zoals zonnemirakels en rozenkransen die in goud veranderen [nvdr. persoonlijk ken ik een aantal mensen die een gouden Rozenkrans bezitten]. Het vijf meter hoge bronzen beeld van de verrezen Christus, dat zich aan de achterzijde van de kerk bevindt, blijft druppels van een ongewone olie- en waterachtige substantie nabij de rechterkniewonde "wenen." Gewoonlijk staan er lange rijen pelgrims aan te schuiven om over dit gedeelte van het been te wrijven of om wat druppels op een zakdoek te op te vangen. Het gedeelte aan de knie glanst daardoor zoals in haar originele staat en steekt duidelijk af tegen de zwarte-groene kleur van de rest van het beeld. Het is alsof het brons zelf elders afslijt. Toen deze ongelofelijke, nog steeds onverklaarbare vochtafscheiding begon in 2001 [drie jaar na de inhuldiging] hebben we twee deskundigen gecontacteerd, die zeggen dat dergelijk fenomeen niet kan plaatsvinden met brons, dat geen condensatie "afzweet," eenmaal de vorm eraan is gegeven. Nog meer, een gedeelte van de bodem is gevuld met beton en er is nooit een gat ergens in de omgeving gevonden waar het regenwater zich verzameld. Van de ziener Ivan Dragicevic weten we dat de hij ooit aan de Heilige Moeder heeft gevraagd of het een mirakel is, maar Zij gaf hierop geen antwoord.

    Het grootste wenende beeld in de geschiedenis staat daarmee op deze ongelofelijke plaats, waar ook genezingen worden gerapporteerd. Dikwijls zit de kerk overvol bij de Kroatische, Duitse, Engelse, Italiaanse missen, maar ook bij missen in andere talen, en meestal met zo’n vijftien tot twintig concelebrerende priesters. We zijn begenadigd doordat we twee priesters en een deken onder onze bedevaarders tellen. Buiten de kerk is er een "arena" waar zo’n vijfduizend mensen kunnen zitten. Deze wordt aangewend voor nachtelijke missen en de Rozenkrans. In mei jl. liep het aantal uitgedeelde hosties in Medjugorje al op tot 195.500 en waren er reeds zo’n 4.010 concelebrerende priesters [of 129 per dag]. Daar staat, ironisch genoeg tegenover, dat de kerken elders in Europa en vele andere plaatsen amper gevuld zijn, zelfs met de hoogdagen. In Medjugorje moet men bijna vechten om in de kerk binnen te raken, de ene na mis de andere, voor diegenen die willen oordelen over de vruchten die Medjugorje voortbrengt.

    Samengevat, alhoewel de Amerikanen nog niet in aantal zijn, zoals in de periode voor de burgeroorlog, is Medjugorje thans groter dan ooit. Sommigen beweren dat er zelfs tot een miljoen bezoekers zijn. Als men overweegt dat de gemiddelde bedevaarder zo’n vijf hosties per verblijf consumeert [wat hoog is ingeschat, vermits de meesten er maar voor een weekend verblijven] is het aantal pelgrims per maand minstens 40.000 en tijdens de warme maanden 80.000. De week voor ons verblijf werd het aantal Italianen op zo’n 25.000 geschat. Boekenwinkels, pizzeria’s, internet cafés, bakkers, restaurants, kruidenierswinkel staan er tussen de winkels die rozenkransen verkopen. Het is voor het gehele land een belangrijke economische plaats.

    Opmerkelijk is ook de eenheid onder de zieners, zonder noemenswaardige incidenten, tijdens de dertig voorbije jaren. Ze zijn niet in voortdurend contact met elkaar, toch niet op een dagelijkse basis, zoals met dichte vrienden. Mirjana hoorde pas van Ivanka’s bezoek aan de Vaticaanse Commissie toen ze haar na de Heilige Mis, waaraan we deelnamen, ontmoette. De zieners blijven echter in stilzwijgen gehuld als men hen hierover ondervraagd.

    Ook spannen ze zich in om elke vraag over hun "geheimen" te vermijden. Deze betreffen profetieën over grootse gebeurtenissen die de wereld staat te wachten. Ze beweren dat door God aan satan een eeuw werd gegeven om de Kerk op de proef te stellen. Aan deze vermaarde onthulling, tijdens de eerste dagen, die een eerder visioen aan Paus Leo XII lijkt te bevestigen, wordt nu minder aandacht geschonken door minstens één van de zieners. Mirjana, die hierover tijdens de eerste dagen, heel duidelijk was, samen met minstens één priester over de algemene aard van haar eerste geheimen, neemt nu meer en meer afstand van dit onderwerp en zegt dat details van haar geheimen haar geweten tot zo’n wijdte ontsieren dat ze er soms voor uiterst lange perioden geen aandacht aan schenkt, alsof ze uit haar herinneringen verdwenen zijn. Terwijl dit voor verwarring zorgde met interviewers [in januari 1983 zei ze dat satan een eeuw lang een uitgebreide macht werd toegestaan over de wereld] is het ook begrijpelijk: de zieners hebben in de loop der jaren duizenden interviews toegestaan en vrezen dat ze uit hun context zullen worden gehaald. Mirjana zelf zegt dat ze haar geheimen nooit een eigen karakter heeft willen geven, alhoewel in de vroege jaren priesters en journalisten verslag brachten van interviews met haar [een groot interview opgenomen op band inbegrepen] en andere zieners gaven een aantal algemene details weer die, zo lijkt ten minste voor Mirjana, uit haar geheugen ontnomen zijn. Zij zegt dat ze, om te zeggen, "de genade" heeft verkregen dat ze minstens voor het ogenblik "ontnomen" zijn van haar, zodat ze niet angstig wordt en de geheimen haar niet zouden ophouden.

    Niemand van de zieners ontkend echter dat de geheimen heel belangrijke wereld- en Kerkelijke gebeurtenissen omvatten met een groot, bovennatuurlijk teken te Medjugorje zelf. Zoiets was al gerapporteerd aan Johannes Paulus II in een brief van 2 december 1983 van een [inmiddels uit zijn ambt ontzette] priester. Er zijn "waarschuwingen" in de geheimen, maar zullen de waarschuwingen zijn wat we er ons van voorstellen of kan de Kroatische vertaling voor "waarschuwing," ook "herinnering" betekenen, wat dan uiteraard een ander niveau van betekenis met zich meebrengt! Ernstige gebeurtenissen evenwel, straffen, zoals bevestigd door Vicka, Ivanka, Ivan en Marija, blijven niettemin een aanwijzing. Er is geen echte verandering. De ernstige aard van de geheimen zijn door de zieners aan ontelbare interviewers en bedevaartgroepen, en ook aan uitblinkers als René Laurentin en Vr. Svetozar Kraljevic [momenteel de meest prominente priester te Medjugorje, wiens boek werd uitgegeven door priester Michael Scanlan van de Franciscaanse Universiteit] doorgegeven.

    Lang geleden vertelde Mirjana aan advocate Janice T. Connell, voor haar grensverleggend boek "Queen of the Cosmos," dat de eerste twee geheimen als voorafgaande waarschuwingen voor de hele wereld komen met eveneens als bewijs dat de Heilige Moeder hier in Medjugorje verschijnt, iets waar ze over uitwijdde in een interview met haar geestelijke begeleider, Vr. Pétar Ljubicic, in 1985.

    Toen we haar op maandag een bezoek brachten, zei Mirjana dat, als het eerste geheim er komt, iedereen over de hele wereld de gebeurtenis zal kennen.

    Wat Mirjana zich herinnert verbijsterde ons. Zo vertelde zij bijvoorbeeld aan onze groep dat ze haar geheimen nog geen eigen karakter heeft willen geven en ze zich niet meer herinnerd wat ze als tiener en twintiger heeft gezegd tegen interviewers die haar toen overlaadden met vragen. Het achtste geheim, zegt ze, is erger dan de overige zeven samen en het tiende geheim is "totale waanzin." Toch, zegt ze, hebben zij die zich door gebed voorbereiden, niets te vrezen. "Ja," zei ze ooit, "Wees voorbereid! De Madonna zei dat de mensen zich geestelijk zouden moeten voorbereiden, klaar moeten zijn, niet mogen panikeren en zich met hun zielen moeten verzoenen met God en de naaste. Ze moeten God nu aanvaarden zodat ze niet bevreesd zouden zijn." Ze vertelde dat de "dringende" staat van de wereld wordt weerspiegeld in haar laatste boodschappen. Ze vertelde aan onze groep dat Onze Heilige Moeder steeds op een vreugdevolle manier verschijnt, maar daarop zei ze eveneens dat "Zij in Haar laatste verschijning diep, heel diep bedroefd was. Ik kon bijna de tranen in Haar ogen zien." Eerst zullen er enkele geheimen worden onthuld....enkel een klein aantal, dan...."

    Terwijl het eerste geheim van doen heeft met iets dat over de hele wereld gekend zal zijn, heeft Vicka’s eerste geheim met Medjugorje zelf te maken, wat er op wijst dat elke ziener een aantal verschillende geheimen heeft gekregen, met uitzondering van het grote teken, dat tot ieders geheimen behoort en dat aldus niemand kan weten, zelfs de zieners niet, hoeveel geheimen er in totaal zijn. [nvdr. op een bepaald ogenblik zal de wereld het ene geheim na het andere meemaken, want geheimen zijn er niet alleen in Medjugorje gegeven. Er waren geheimen in Garabandal, maar er zijn ook geheimen in Belpasso en Anguera] "Toen ze haar eerste verschijningen had," legt Mirjana uit, "heeft ze alle mogelijke emoties ervaren: vrees, schoonheid, misvattingen..."

    Het waren Mirjana en Ivanka die als eersten Onze Heilige Moeder zagen, op 24 juni 1981, en het was de dag daarop, 25 juni, dat de volledige groep zieners is gevormd [twee zieners vielen weg, twee kwamen erbij]. Vandaar dat men de officiële verjaardag op 25 juni vaststelt, omdat dan de volledige groep zieners is gevormd. Op die dag zei Onze Lieve Vrouw: "Mijn kinderen, wees niet bevreesd. Ik ben de Koningin van de Vrede." Op deze plaats bevindt er zich nu een beeld op de Verschijningsberg, met de woorden: "Ja sam Kraljica mira."

    Het is een van de krachtigste plaatsen van Medjugorje en, volgens mijn ervaring, gelijkaardig aan het buitengewone standbeeld van Onze Lieve Vrouw van Lourdes binnen de Heilige Jacobuskerk en uiteraard de Kruisberg [Krizevac] waar vele gebeurtenissen plaatsvonden [bijna onze hele groep zag het mirakel van de zon van daaruit op 11 juni]. Velen vinden de Aanbiddingskapel bewonderswaardig en heel velen vinden zichzelf wenend aan het Corpus, met de draaiende zon op de achtergrond.

    Mirjana vertelde me, zoals reeds eerder in het verleden, dat, wanneer het eerste geheim zal plaatsvinden, ze het zal doorgeven aan Vader Ljubicic, die daarop met haar zeven dagen zal vasten en die het dan, drie dagen op voorhand, zal afkondigen. Dit is geen keuze, maar een verplichting. Ook maakte ze voor het eerst bekend [maar dat zal nog met de verhouding rond bisschop Peric te maken hebben, die Vr. Pétar uitsloot van enige aanwezigheid binnen het domein van Medjugorje, iets wat met de nieuwe Commissie is achterhaald] dat ze, indien Vr. Pétar niet in de omgeving zou zijn op dat moment, ze een andere priester zal moeten kiezen. "Hij heeft de keuze niet om neen te zeggen," waarmee ze eerdere verslagen volledig verandert naar het tegendeel. Ze haalt Onze Lieve Vrouw aan die zegt: "Wat Ik ben begonnen te Fatima, zal ik voltooien in Medjugorje." Johannes Paulus II heeft hetzelfde gezegd.

    "Deze tijd is een belissende tijd," zegt de zienster, die ons terug met enige twijfel achterlaat over de ernstige aard van onze tijden, alhoewel alle zieners negatieve discussies afbuigen en uit koers brengen en zich vooral focussen op hoe de Heilige Moeder komt om vreugde, optimisme en hoop te geven. Ook interessant om weten is dat, alle zes de zieners zeggen dat Maria hoofdzakelijk naar Haarzelf verwijst als de "Heilige Maagd Maria."

    Mirjana’s dagelijkse verschijningen hielden op met Kerstdag van 1982, toen ze de eerste was die alle tien de geheimen had ontvangen.. Het was twee maanden, nadat de verschijningen begonnen waren, dat ze haar eerste geheim ontving, en ze ontving alle tien geheimen binnen het jaar. Daarna kreeg ze "bijkomende" verschijningen op de tweede dag van elke maand, en die begonnen op 2 augustus 1987. Ook al kreeg ze jaarlijks een extra verschijning op haar verjaardag.

    Ze zegt dat ze niet kan mededelen of de geheimen zullen plaatsvinden tijdens haar leven hier op aarde. Vicka heeft gezegd dat ze nog steeds verschijningen zal krijgen als de geheimen zich zullen ontvouwen. Zienster Marija Pavlović, 46, wiens geheimen enkel over haarzelf gaan en over de kerk, en dit in een "opvlieging" toen Vader Ivica Vego, een priester uit Mostar, vroeg over de toekomst van het Westen [waarover de Heilige Maagd Maria heeft gezegd dat het een grote vooruitgang heeft gekend, maar zonder God te willen kennen] "Er zijn goede en slechte dingen in de geheimen," zegt Ivanka. Is het een lange toekomst? "Voor sommigen niet, voor anderen wel. We zijn de wereld aan het vernietigen," zei ze, "niet God is de wereld aan het vernietigen. We hebben allemaal onze rol te spelen in het ontvouwen van de geheimen. Dit maakt deel uit van Gods plan. Elke persoon ter wereld zal betrokken zijn in het ontvouwen van de geheimen. God vraagt van ons om trouw en gelovig te blijven, in alle omstandigheden van ons leven. Hij vraagt ons om trouw te blijven aan Zijn Wil. Door het gebed, zal ieder van ons dit te weten komen." Het is de duivel die angst zaait. We bespreken deze zaken diepgaander tijdens onze retraîtes.

    In Mirjana’s geval is er de ongelofelijk intrigerende bewering dat haar een "perkament" werd overhandigd waarop haar geheimen zijn neergeschreven en dit op zulke wijze dat, als er iemand naar kijkt, ze enkel het geheim kunnen lezen bij bijzondere genade. Zij zegt dat het haar werd overhandigd door de Heilige Moeder toen haar het tiende geheim werd bekendgemaakt. [5 augustus 1982 nvdr] Het perkament is plooibaar en is iets groter dan een papier van A4 formaat.

    Ooit, tijdens de oorlog, liet ze het perkament achter in Sarajevo. Maar de geheimen kunnen enkel bij Gods bijzondere genade worden gelezen. "VN soldaten brachten het mij terug en ze hadden er geen idee van wat ze met zich meedroegen," zei ze. "De een kon een gebed lezen, de andere een verzoek tot gebed van een persoon aan een andere persoon."

    Ze mag niet zeggen of de geheimen zullen beginnen tijdens haar levensjaren, maar ze maakt de gelijkaardige intrigerende opmerking dat het perkament niet zo is opgemaakt, dat zij zich de geheimen zodanig kan herinneren voor in het geval dat ze er niet zou zijn voor alle geheimen. De geheimen houden "data en plaatsen in, alles," zei ze, "ik hoef niet in leven te zijn. Ik denk er niet aan. De Heilige Moeder komt om liefde en hoop te brengen."

    Op een vraag over het begrip "geestelijke verheldering," verwijzend naar de waarschuwing, een gebeurtenissen dat elk geweten van de mens zou openen, zei Mirjana, opnieuw intrigerend, "dat ze daarop geen antwoord kan geven."

    "Het eerste geheim zal iedereen tegelijkertijd kennen."

    En zo wachten we en voelen we de genade. De vrede is hier uiterst tastbaar. Ze zegt dat Maria op zo’n meter van haar verschijnt op zo’n halve meter boven de grond. Plots wordt alles rondom haar hemelsblauw met Onze Lieve Vrouw in het midden. "Ik kan u zeggen dat schilderijen of beelden mooi zijn," zegt ze, "maar niet één ervan benadert de schoonheid van Onze Lieve Vrouw."

    Hoe kan iemand deze zaken veroordelen zonder hier ooit geweest te zijn? Dat is een uitdrukking van hoogmoed. De Vaticaanse Commissie is hier in alle stilte op bezoek geweest. Niemand weet hoe dikwijls ze de zieners naar Rome zullen roepen. Er wordt ook gezegd dat er geen goedkeuring kan zijn tot de verschijningen ophouden. Er zijn uitzonderingen geweest in het verleden. Ook kan Rome wachten om te zien of er ware profetieën zijn. In Kibeho, Rwanda, dat door de Kerk is goedgekeurd, kwam de hoofdprofetie of de genocide uit, maar ook daar zijn er nog andere profetieën over nog te komen gebeurtenissen. Zullen de geheimen van Medjugorje werkelijkheid worden?

    En als het zo is, deze vraag: zal er een oordeel mogelijk zijn, of zelf enige zin hebben daarna?

    Michael H. Brown, Spirit Daily

    Vertaling: Chris De Bodt

    2. Medjugorje: De IIPG [International Internet Prayer Group] [Deel 37]

    Michael Jones

    Deze getuigenis is geplaatst na vele verwarring en onrust in mijn leven. Alstublieft, denk niet dat ik fier of opscheppering wil zijn over de mirakels die God in mijn leven heeft bewerkstelligd, noch is wat volgt een poging om anderen afgunstig te maken.

    Ik werd herinnerd aan de vele mirakelen die Jezus had gedaan tijdens Zijn openbare leven. Sommigen van hen die mirakelen ontvingen, werden door Jezus verzocht om zich aan anderen te tonen. En zo heb ik deze tekst opgesteld als een getuigenis. We leren ook in de Heilige Schrift dat werken zonder daden, verloren werken zijn.

    Daarom moet ik de lezer laten weten, terwijl ik mij genoopt voel om u de mirakelen tijdens mijn leven ter kennis te brengen, dat ik geen controle kan hebben over deze die ze ontvangen en deze die ze niet ontvangen. Het is niet aan mij om dingen in vraag te stellen [hoe, wie, wat, waarom, waar]. God zend mirakelen aan wie Hij wil. Dit zijn dingen die God zelf beslist.

    En zodus vraag ik aan de lezer om deze dingen te willen overwegen alvorens verder te lezen. Ik weet dat mijn poging om deze gebeurtenissen te delen verre van volmaakt is, tegenover hoe de dingen werkelijk zijn voorgevallen. En zo schrijf ik dit, in alle nederigheid neer als een getuigenis. Dank u. Michael.

    Bron: IIPG

    Vertaling: Chris De Bodt

    3. Bijzondere reeks: De zeven niveaus van het liegen [1/9]

    Wij liegen meer dan we denken. En dat is een deel van het probleem

    Ieder mens op deze planeet is soms een Oscarwinnaar in het liegen. Hebben wij niet allen gelogen zonder ontdekt te worden? Zoals de Bijbel zegt, "Er is geen rechtvaardige, zelfs niet één, Hun keel is een open graf, hun tong is bedrieglijk." [Rom. 2, 10-13]. Mijn echtgenoot en ik, ons bewust van deze realiteit, hebben een afspraak gemaakt. Als een van ons liegt tegen de ander, bekennen wij elkaar deze leugen binnen de drie dagen.

    Misschien is mijn grootste veelvoorkomende leugen, dat ik mijzelf zeg dat ik dingen kan doen in minder tijd dan ik gewoonlijk kan. En op deze manier liegen tegen mezelf zet me aan om tegen anderen te liegen. Hoe vaak heb ik mijn echtgenoot gezegd dat ik op een bepaalde tijd op een bepaalde plaats zou zijn, terwijl ik in mijn hart niet echt van plan was om mijn woord te houden? Ik zei hem dat ik er zou zijn, maar ik was er niet. Mijn echtgenoot leerde om mij niet te vertrouwen omdat mijn daden niet altijd samen gaan met mijn woorden.

    Om mezelf te rechtvaardigen, zie ik mijn traagheid als een kleine karakterfout. In andere woorden, ik ben oneerlijk over mijn egoïsme [ik wil mijn egoïsme verbergen, negeren] dat mijn wijze van tijdbeheersing karakteriseert. Eerder in ons huwelijk, argumenteerde ik heftig dat "te laat zijn" en "liegen" onbelangrijk zijn. Ik wou de waarheid niet zien, want de waarheid vervolgde mij.

    Het is niet leuk om eraan herinnerd te worden dat van iedereen gevraagd wordt om nederig te zijn, waarachtig te zijn in ons spreken en in onze harten, daar wordt je inderdaad regelmatig prikkelbaar van. Wij zijn allen vatbaar. Wij allen weten hoe het is om toevlucht te zoeken in de leugen. Wanneer het onbewust gebeurt, bemerken wij nauwelijks hoe ver wij zijn afgedwaald. Waarschijnlijk hebben wij allen een leider gekend die intimideert en verwijt in plaats van te beseffen dat iedereen weet welke fouten de leider zelf maakte.

    Liegen is erger dan het lijkt. Het is meer satanisch dan Christelijk. Jezus verwijst naar satan als "een leugenaar en de vader van de leugen" [Joh. 8,44]. Als tegenstelling, zegt Jezus dat Hijzelf de Waarheid is [Joh. 14,6].

    Vertaling: Lily Coolen

    4. Dagboek van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 142]

    Schrift 1

    329. Op het eind van de driedaagse retraite zag ik me op een hobbelige weg stappen en voortdurend bij elke pas struikelen, en ik zag een persoon die me volgde en me aanhoudend ondersteunde. Ik was ontevreden en vroeg hem zich te verwijderen want ik wilde alleen gaan. Maar die persoon die ik niet kon herkennen liet mij geen ogenblik alleen. Dat deed me mijn geduld verliezen en ik heb me omgedraaid en hem weggeduwd. Op dat moment herkende ik moeder overste [44] in die persoon, en onmiddellijk zag ik dat het niet moeder overste was, maar de Heer Jezus die mij diep aankeek en me liet begrijpen dat het Hem pijn deed dat ik de wil van de overste niet volbracht tot in de kleinste dingen: "dat is Mijn wil." Ik heb vergeving gevraagd aan de Heer en de waarschuwing diep ter harte genomen.

    330 + Eens vroeg mijn biechtvader te bidden voor zijn intentie, en ik ben een noveen begonnen tot de Moeder Gods. De noveen bestond uit negenmaal "Salve Regina". Tegen het eind van de noveen zag ik de Moeder Gods met het Kindje Jezus in Haar armen en ik zag ook mijn biechtvader geknield voor Haar voeten en met Haar spreken. Ik begreep niet waarover hij sprak met de Moeder Gods want ik onderhield me met het Kindje Jezus dat uit de armen van Zijn Moeder was afgedaald en mij genaderd was. Ik bekwam niet van mijn verwondering bij het zien van Zijn schoonheid. Ik hoorde enkele van de woorden die de Moeder Gods richtte tot de priester, maar niet alle. Die woorden zijn de volgende: "Ik ben niet alleen de Koningin van de hemel, maar ook de Moeder van barmhartigheid en uw Moeder." Toen strekte Zij Haar rechterhand uit waarin Zij Haar mantel hield en bedekte er de priester mee. Op dit moment verdween het visioen.

    331. O wat is het een grote genade een geestelijke begeleider te hebben. Men vordert sneller in de deugd, kent duidelijker de goddelijke Wil en volbrengt hem trouwer.Men bewandelt een veilige weg zonder gevaren. De begeleider helpt klippen, waarop de ziel zou kunnen stranden, te vermijden. God verleende me deze genade redelijk laat, maar ik verheug me zeer, daar ik zie dat God zich neigt naar de wensen van mijn begeleider. Ik zal één feit vermelden uit de duizend die mij overkwamen. Zoals gewoonlijk had ik 's avonds de Heer Jezus gebeden om mij de punten van de meditatie [45] voor de volgende dag te geven. Ik ontving het volgende antwoord: "Overweeg de profeet Jonas en zijn zending." Ik heb de Heer bedankt maar begon te denken "wat een verschillende meditatie in vergelijking met de andere. Toch trachtte ik ze met al de krachten van mijn ziel te overwegen en herkende mezelf terug in deze profeet in die zin, dat ik ook vaak een uitvlucht geef aan God, door te denken dat iemand anders beter Zijn heilige Wil zou kunnen volbrengen. Ik begreep niet dat God alles kan, dat God Zijn almacht des te meer openbaart naarmate het instrument slecht is. God verlichtte mij aldus. In de namiddag had de biecht van de congregatie plaats. Toen ik aan mijn geestelijke begeleider de angst bekendmaakte die me aangreep voor de opdracht [46], waardoor God Zich van mij bedient als van een ongeschikt instrument, antwoordde mijn geestelijke vader dat, goedschiks kwaadschiks wij de wil van God moeten volbrengen en hij gaf mij het voorbeeld van de profeet Jonas. Na de biecht vroeg ik me af hoe de biechtvader wist dat God mij over Jonas had doen mediteren, daarover had ik hem niet gesproken. Plots hoorde ik deze woorden: "Wanneer een priester Mijn plaats inneemt, is hij het niet die handelt, maar Ik handel door hem, zijn wensen zijn de Mijne." Ik zag hoe Jezus degenen verdedigt die zijn plaats innemen. Hijzelf grijpt in al hun werken in.

    [44] Moeder Irène Krzyzanowska.
    [45] De meditatie is de overweging van de goddelijke waarheden die eindigt met een practisch voornemen. De zusters deden elke dag een halfuur meditatie, over een zelf te kiezen onderwerp. De avond tevoor bereidde men de punten van de meditatie voor.
    [46] De uitbreiding van de verering van de Goddelijke Barmhartigheid [zie Db 47-50 en 481].


    Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken

    5. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 142]

    Vierde Lezing: Over het Vagevuur

    Deel 2

    Ah! Als jullie wisten dat tijdens mijn toespraak jullie moeder, vader, broers en degenen die jullie dierbaar zijn op het punt staan te sterven in een brand of onder een instorting en dat ze overrompeld gaan worden door een vloedgolf of vuur en dat ze, om bevrijd te worden, het zou volstaan dat jullie leven in gevaar komt door hen ter hulp te snellen en de hand te reken, zelfs met door de vlammen te lopen, jullie hand verbranden en jullie leven te riskeren, zouden jullie niet aarzelen! Als de angst of de hebzucht of elk ander laf gevoel jullie zou doen aarzelen zouden jullie blozen en jullie terecht aanzien als de hardste en ondankbaarste wezens.

    Er wordt verteld dat ten tijde van de kruistochten en de oorlogen die onze vaderen in het oosten voerden een christen ridder werd gevangen genomen door de barbaren. In een afschuwelijk cachot opgesloten en niet bij machte het vereiste losgeld te verkrijgen, wachtte hij slechts nog op de slavernij van de dood. Plots krijgt zijn nog zwakke en jonge dochter een edelmoedige gedachte. Alleen en zonder gids doorkruiste zij wijde streken en kon zij uitgestrekte woestijnen doorkomen. Zij komt aan de oever van de zee en biedt haar diensten aan om de prijs van de toegang te vereffenen... Tenslotte komt ze op het strand van Europa... Zonder te rusten doorloopt ze meteen de steden, vraagt ieders ontferming en gaat van huis tot huis om het geëiste losgeld te verzamelen... Zodra ze het geld heeft herneemt ze haar gevaarlijke terugtocht, deze lastige reis waar ze bij wonder aan alle gevaar ontsnapt is. Uiteindelijk komt ze bij haar vader aan en dankzij haar bovenmenselijke inspanningen en het zo moeilijk verzamelde losgeld, door versterving en trotseren van gevaren, kan ze haar vader redden en bevrijden van de gevangenisketens.

    Bron: Abbé Arminjon

    Vertaling: [Broeder Joseph]

    6. Fatima in Lucia's eigen woorden: "De Oproepen" [aflevering 25]

    De Engelbewaarder

    Bijkomend aan de dingen die zojuist zijn beschreven, beschrijft de Heilige Schrift vele andere feiten die het bestaan bewijzen van Engelen en hoe God hen zendt, soms als boodschappers, andere keren als helpers of zelfs verdedigers. Hier zijn nog enkele uittreksels uit de Heilige Schrift: Jacob trok verder. Plotseling verschenen er engelen van God op zijn weg. "Een leger van God!" riep Jacob uit toen hij hen zag! [...] Maar zelf bleef hij achter, helemaal alleen, en er worstelde iemand met hem totdat de dag aanbrak [...] Jacob vroeg: "Zeg me toch hoe u heet." Maar hij kreeg ten antwoord: "Waarom vraag je naar mijn naam?" Toen zegende die ander hem daar. Jacob noemde die plaats Peniël, "want," zei hij, "ik heb oog in oog gestaan met God en ben toch in leven gebleven." [Genesis 32: 2-3, 30-31]

    Op een dag, toen Onze Heer tot Zijn leerlingen sprak, zei Hij hen: "Waak ervoor ook maar een van deze geringen te verachten. Want ik zeg jullie: hun engelen in de hemel aanschouwen onophoudelijk het gelaat van mijn hemelse Vader." [Mt. 18: 10]

    En de Heilige Lucas verwijst naar meerdere tussenkomsten door de Engelen, wanneer hij de gebeurtenissen beschrijft over de aankondiging en de geboorte van het Goddelijk Woord en Zijn voorganger, Johannes De Doper, toen de afdeling van Zacharias eens aan de beurt was om de priesterdienst te vervullen [...] Opeens verscheen hem een engel van de Heer, die aan de rechterkant van het reukofferaltaar stond. Zacharias schrok hevig bij het zien van de engel en hij werd door angst overvallen. Maar de engel zei tegen hem: "Wees niet bang, Zacharias, je gebed is verhoord: je vrouw Elisabeth zal je een zoon baren, en je moet hem Johannes noemen." [Lucas 1: 8, 11-13]

    Vertaling: Chris De Bodt

    7. Docudrama: Het Evangelie volgens Lucas [1/12]

    Jezus van Nazareth, de Zoon van God, opgevoed door een timmerman. Het verhaal is gebaseerd op het Evangelie van Lucas. Het leven van Jezus, vanaf de miraculeuze geboorte uit een Maagd tot de roeping van Zijn apostelen: zijn openbare leven, zijn mirakelen, zijn opdracht. De film eindigt met Zijn dood bij de Kruisiging en Verrijzenis. Regisseurs zijn John Krish en Peter Spykes. Acteurs zijn Brian Deacon [Jezus] Richard Kiley [de stem van Lucas], Rivka Neuman [Maria], Joseph Siloach [Jozef] en Niko Nitai [Simon Petrus]. De film dateert uit 1979 en duurt 117 minuten.

    8. Benoite, de herderin van Notre-Dame du Laus [Aflevering 55]

    Hoofdstuk 2: De verschijningen in het Ovendal

    De pastoorprior Jean Fraisse

    Deze priester was gelast met de parochie van Saint-Etienne d’Avançon sinds minstens 1636 en zal er blijven tot aan zijn dood in september 1668. Hij was ongeveer zestig bij de eerste verschijningen. Zijn pastorie stond in de buurt van het huis Rencurel en van zijn nicht die meter van Benoîte was: hij moest dus zijn jonge parochielid, dat hij gedoopt en op de catechese kreeg, goed kennen. De burgerlijke documenten tonen hem soms in tegenspraak met zijn gemeenschap aangaande zijn logement dat hij verlaat voor een ander in 1639 en laat herstellen in 1643 voor 120 pond in twee jaar, een bedrag dat de gemeente hem toekent op voorwaarde dat hij geen tiende heft. Hij had recht op 1/3. Zijn jaarlijks inkomen bedroeg in 1643 5 maten koren (550 kg) en 4 maten wijn (320 l.), en zal verhoogd worden in 1663 met een maat koren en wijn. Daarbij geniet hij van een klein stuk grond, ‘het beste uit de streek’ volgens het onderzoek van 1632, vrij van alle lasten, met zeven loten waaronder een huis met schuur. Zijn sociale positie is dus zeer eervol en hij wordt in acht genomen door zijn gelovigen, als we de eerbiedige woorden van de gemeenteraad mogen geloven.

    Zijn pastorale activiteit is eerder matig: hij was niet uit eigen beweging tussen gekomen om de aanduidingen van Benoîte over de verschijningen te verduidelijken en Grimaud moest hem op zijn verantwoordelijkheid wijzen opdat hij zou handelen. Misschien deed hij Benoîte begin augustus in dienst gaan bij Antoine Jullien die toen met haar nicht getrouwd was: zo kon hij beter Benoîte in het oog houden en de Rechter op de hoogte brengen.

    Hij was niet erg bezorgd om zijn kerk die verviel, zoals zal blijken uit het pastoraal bezoek van 1672. We zullen hem ijverig bezig zien om naar Laus te komen en te zien wat er gebeurt, er biechten en zorgvuldig op een boekje de gevraagde Missen noteren. Zijn nederige antwoorden aan de Vicaris generaal in september 1665 bewijzen niet dat hij bekwaam is om directeur te worden, eens Laus uitbreiding neemt. Nochtans had die waardige priester met zijn prediking het aandachtig hart van Benoîte geraakt en hij heeft de verdienste om het voorstel van de Dame, door Benoîte overgedragen, te aanvaarden en in een gebaar van Geloof zijn parochianen op te roepen, na een algemene biecht en communie. Misschien heeft het succes met de Litanie, elke avond in zijn kerk gezongen, hem voorbereid om een vraag, die zijn verantwoordelijkheid als pastoor op het spel zette, te beantwoorden.

    Vertaling: Broeder Jozef

    9. Jezus' tijdgenoten [aflevering 271]

    Josephus Flavius

    Nu kwam echter weer een groot aantal Galileeërs met hun wapens bijeen, omdat zij wisten wat voor slechte en erbarmelijk meinedige man hij was. Zij wilden dat ik hen zou aanvoeren in het gevecht tegen hem. Zij beloofden mij dat zij uiteindelijk zowel hem als Gisala zouden vernietigen. Daarop verklaarde ik dat ik hen dankbaar was voor hun bereidwilligheid om mij te helpen, en dat ik hun welwillendheid jegens mij meer dan wilde vergelden. Ik verzocht hen echter nadrukkelijk om zichzelf in te houden en smeekte hen om mij toestemming te geven om te doen wat ik van plan was, namelijk zonder bloedvergieten een einde maken aan deze problemen. Toen ik de menigte Galileeërs daartoe had overgehaald, vertrok ik naar Sepphoris.

    De inwoners van die stad, die besloten hadden om trouw te blijven aan de Romeinen, waren bang voor mijn komst, en probeerden hun angst te bezweren door mijn aandacht van hen af te leiden en op iets anders te richten. Daarom stuurden ze een boodschap naar Jezus, de terroristenleider, die zich met zijn handlangers in het grensgebied van Ptolemaeus ophield, en beloofden hem een grote som gelds, als hij met zijn krijgmacht, die uit ongeveer achthonderd man bestond, naar hen toe wilde komen om tegen ons te vechten. Hij ging akkoord met wat zij wilden en met de beloften die zij hem hadden gedaan. Hij wilde ons bij voorkeur aanvallen als wij niet op hem voorbereid waren en van tevoren niets van zijn komst afwisten. Hij stuurde me dus een boodschap en wilde dat ik hem toestemming gaf om naar mij toe te komen en mij te begroeten. Toen ik hem die toestemming had verleend, zonder dat ik maar enig idee had van zijn snode plannen, verzamelde hij zijn bende en haastte zich naar mij toe.

    Uiteindelijk slaagde zijn list toch niet. Hij was al dicht in de buurt, toen een van zijn bendegenoten deserteerde en naar mij toe kwam om te vertellen wat hij van plan was te gaan doen. Nadat ik dat had gehoord ging ik naar de marktplaats en deed alsof ik niets wist van zijn verraderlijke bedoeling. Ik nam een groot aantal gewapende Galileeërs mee en een paar mannen uit Tiberias. En nadat ik opdracht had gegeven om alle wegen zorgvuldig te bewaken, beval ik de poortwachters om, als Jezus arriveerde, alleen hemzelf, samen met zijn belangrijkste mannen, binnen te laten en de anderen de toegang te weigeren. En als zij toch met geweld naar binnen wilden dringen, moesten ze hen ook met geweld verdrijven. De mannen die deze opdracht hadden gekregen deden wat ze moesten doen en toen Jezus met een paar anderen de stad binnen was gekomen, beval ik hem om zijn wapens neer te leggen. Ik vertelde hem dat, als hij dat weigerde, het zijn dood zou betekenen. Toen hij overal om hen heen gewapende manschappen zag werd hij bang en gehoorzaamde. Zijn volgelingen die buitengesloten waren, sloegen op de vlucht toen ze hoorden dat hij gevangen was genomen. Daarna riep ik Jezus alleen bij me en vertelde hem dat "ik op de hoogte was van het verraderlijke plan dat hij tegen mij had beraamd, en dat ik ook wist wie hem hadden uitgenodigd, dat ik hem echter wilde vergeven als hij berouw toonde en mij in het vervolg trouw zou zijn." Nadat hij alles wat ik van hem wilde had beloofd, liet ik hem gaan en gaf hem toestemming om weer het commando te voeren over de mannen die hij eerder had. Ik dreigde echter de inwoners van Sepphoris streng te zullen straffen als zij niet zouden ophouden met mij zo ondankbaar te behandelen.

    Vertaling: Broeder Joseph

    10. Het sacrament van de Eucharistie [deel 6]

    De kerk is de tempel van God

    Het is ook niet meer dan natuurlijk dat we ons naar dit geloof gedragen, zowel binnen als buiten de kerk.

    In haar boodschap vraagt Maria in de kerk eerbied, verantwoordelijkheidsgevoel, goed gedrag en passende kleding. Dat kan alleen een Moeder van ons verlangen. Alleen een Moeder kan ons, haar kinderen, leren, hoe men zich in de kerk, de tempel van God, op de juiste manier moet gedragen. Op heilige plaatsen is het gepast, zich heilig te gedragen. Zoals Gods tegenwoordigheid de kerk heiligt, zo zal zij ook door het streven van de enkeling en van de gemeente naar heiligheid tot een heilige plaats worden. Iedere gelovige draagt door woord en daad deze heiligheid in de wereld uit. Als wij ons daarvan bewust worden, zullen wij in iedereen de heiligheid herkennen en een diepe achting voor de mensen en de natuur ondervinden.

    De mens heeft door zijn gedrag de wereld ontheiligd.

    De naar heiligheid strevende gelovige geeft de wereld zijn waardigheid terug en schept een nieuw wereldbeeld en een nieuwe orde. De H. Paulus zegt ons dat eenmaal alle schepselen en alle mensen Christus’ onderdanen zullen zijn, de dood zal overwonnen zijn en Christus zich aan Zijn Vader zal onderwerpen. Dan is God alles in allen. [vgl. Kor 15: 23-28]

    [uit Eucharistie door Pater Slavko]

    Mensen moeten aan ons kunnen zien dat we in Jezus’ werkelijke aanwezigheid geloven en daarvan leven.

    Groeten we Jezus met een kniebuiging bij het binnenkomen en buitengaan van de kerk? Geen vlug knikje, maar met het hart?

    Zitten we minstens een tijdje geknield tijdens de Aanbidding?

    Hoe komen we buiten na de eucharistieviering? Laten we ons veranderen door Hem?

    Zijn we hoopvollere, liefdevollere, gelovigere mensen als we de kerk verlaten?

    Anne Van Der Sloten

    11. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 97]

    Hoofdstuk 2: Johannes De Doper tot het doopsel van Jezus

    Herodes en Johannes

    Na de voorgaande algemeenheden over het verschijnen van Johannes, volgen nu meer bijzonderheden op bepaalde datums. Deze brengen ons terug naar het begin van Jezus' optreden. Zo zijn ook hier de mededelingen weer karig. De data van hier kan men vergelijken met die van ginds. Wijzelf zullen er naar verwijzen.

    Johannes kon een paar weken door zijn prediking en doopaktie beroemd zijn geworden en toen zag ik in die dagen enige boden van Herodes uit Kallirrhoë naar hem komen. Herodes woonde daar in de buurt nl. te Macherus op een slot aan de oostkant van de Dode Zee. Er zijn daar warme bronnen [Kallirroë = schone beek] en gezochte badinrichtingen.

    Herodes verzocht Johannes voor hem te willen verschijnen, doch Johannes liet Herodes door boden antwoorden dat hij het te druk had. Indien Herodes hem evenwel wilde spreken, kon hijzelf tot hem komen. Daarna zag ik Herodes, begeleid door een escorte soldaten, naar Johannes rijden. Hij zat op een wagen met lage wielen, maar met een hoge zitbank, van waar hij, als van een overdekte troon, ver in het rond kon zien. Het doel van zijn reis was een stadje dat een vijftal uren ten zuiden van Ennon kon liggen [waarschijnlijk Livias of Betaram, 7 km ten Noord Oosten van de Dode Zee]. Naar dit stadje liet hij nu Johannes uitnodigen. Johannes kwam inderdaad tot vóór de kleine stad in een vreemdelingenhut en Herodes ging daar zonder begeleiding tot hem. Al wat ik mij uit hun kort gesprek herinner is, dat Herodes hem vroeg waarom hij te Ennon in zulk een ellendige hut woonde, dat hij hem daar een huis wilde laten bouwen. Johannes antwoordde dat hij geen huis behoefde, dat hij het onmisbare had en de wil deed van Degene die groter is dan hij. Hij sprak ernstig, streng en kordaat en keerde terug. Hij was op een aanzienlijke afstand van Herodes blijven staan. Hij had weinig gesproken en de blik van hem afgewend gehouden.

    12. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen

    Profetie 101: Crux de Cruce [Kruis van het Kruis]

    Pius IX [1846-1878]

    Echte naam: Giovanni Maria Mastai-Feretti [Sennigallia, 13 mei 1792 - Rome, 7 februari 1878]

    Tussen 1860 en 1870 deed hij oproepen aan katholieke jonge mannen in heel de wereld om de Kerkelijke Staat te komen verdedigen tegen de troepen van de Italiaanse koning, Victor Emmanuel II. Dit werden de zogeheten zouaven. Het Nederlandse contingent, dat zich verzamelde in Oudenbosch tussen 1864 en 1870, was met 3200 jongeren het grootste.

    In 1869 riep Pius IX het Eerste Vaticaans Concilie bijeen, waarin de onfeilbaarheid van de paus als dogma werd vastgelegd. Door spanningen in het toen pas gevormde koninkrijk Italië werd dit concilie echter een jaar later al onderbroken.

    Als gevolg van het uitbreken van de Frans-Duitse oorlog in 1870 moest Frankrijk zijn beschermende troepen uit de Kerkelijke Staat terugtrekken. Het lot van deze pauselijke staat was toen snel beslecht. Na een korte oorlog werd dit gebied ingelijfd bij Italië, en had de paus dus geen eigen gebied meer. Hierna beschouwde Pius IX zichzelf als een gevangene binnen het Vaticaan.

    Met het in 1871 tot stand gekomen Duitse Keizerrijk had Pius IX al direct een gespannen verhouding, doordat Bismarck vanaf 1872 de invloed van de Kerk in de katholieke gebieden, vooral in de Poolse en de Zuid-Duitse landen, wilde terugdringen tijdens de Kulturkampf. Pius wilde geen strobreed toegeven en pas zijn opvolger, de meer flexibele Leo XIII, normaliseerde de betrekkingen.

    Chris De Bodt

    13. Profetiën: Heilige Ephraïm, de Syriër [±306 - 373]

    Profetie 8

    Broeders, in die tijden zal er een groot conflict heersen onder de mensen, maar vooral onder de gelovigen, wanneer er tekenen en wonderen zullen gschieden die in grote overvloed door de Draak zijn vervaardigd, waanneer hij zichzelf opnieuw zal openbaren tot dod in angstwekkende fantasieën die door de lucht vliegen en daarbij alle demonen zal tonen, onder de vorm van engelen. Zij zullen in terreur voorbij de tiran vliegen, want hij heeft luid geschreeuwd en ook zijn systeem vervanderd om opophoudelijk de mensen in angst te brengen.

    Vertaling: Chris De Bodt

    14. Natuurtips die niets kosten: Hypericum perforatum [St- Janskruid]

    Dit kruid bloeit van juni tot september langs velden, wegen en bossen, op heuvels en weiden. De plant groeit van 25 tot 60 cm hoog, heeft meerdere stengels en vertakkingen en bloeit met goudgele bloemen. Men kan dit kruid zeer goed herkennen aan de donkerbruine kleur die het bloempje geeft aan duim en wijsvinger als men het fijnwrijft. Men oogst het bloeiende kruid voor thee en bad. Om St-Jansolie te maken gebruikt men alleen de bloempjes. Oude volksopvattingen brachten het balsemachtige bloedrode sap van dit bloempje in verband met het bloed en de wonden van de verlosser. En werkelijk, St-Jansolie is een uitstekende wondolie, die de pijn vermindert, ontsteking verhindert en de wonden geneest. De naam St-Janskruid komt voort van het feit dat het bloeit ronde de feestdag van de H. Johannes, 24 juni.


    Aan te wenden bij:
    • Beschadigde zenuwen en zenuwkwalen van verschillende aard
    • Gekneusde lichaamsdelen en wonden
    • Gevolgen van vertillen en overheffen
    • Trigeminuszenuwpijnen [thee en inwrijven met St-Jansolie]

      Lichte en middelzware depressies met een duidelijke oorzaak [sterfgeval, werkverlies, overwerk, liefdesverdriet, winterblues]
    • Als alternatief voor klassieke antidepressiva, als deze niet goed verdragen worden
    • Onrust, agitatie, zenuwachtigheid, prikkelbaarheid, spanning, overspanning, stress
    Uitwendig gebruik:
    • bij wonden, snijwonden, schaafwonden, zonnebrand, wond- en littekenpijn
    • spier- en reumatische gewrichtspijnen, sportblessures en verrekkingen
    Te gebruiken als:
    • Thee

      2 theelepels op ¼ kokend water, 3 minuten laten trekken, 2 à 4 koppen per dag

    • Olie

      De bij zonneschijn geplukte bloemen vult men in een fles tot aan de hals en giet over de bloemen koudgeslagen olijfolie totdat de olie boven het kruid uitstaat. Goed afsluiten en de fles enige weken in de zon of de warmte laten staan. De olie wordt na enige tijd roodbruin. Men filtert ze door een doek en bewaart de olie in donkere flesjes. Voor brandwonden kan men ook lijnolie gebruiken [niet de lijnolie om hout mee in te strijken, maar om te consumeren]
    Waarschuwingen:
    • Blootstelling aan de zon vermijden bij uitwendig gebruik daar het de huid gevoeliger maakt voor de zon
    • Beter niet zonnebaden ook bij inwendig gebruik
    • Niet geven aan zwangere en zogende vrouwen bij gebrek aan studies
    • Niet geven bij ernstige depressie
    • Niet geven aan personen die om therapeutische redenen gebruik maken van U.V. bronnen
    • Niet geven bij allergie aan planten van de Clusiaceae-familie
    • Mogelijk interacties met volgende medicatie: - bloedverdunners, hartmiddelen afgeleid van digitalis, geneesmiddelen tegen epilepsie, bepaalde medicijnen tegen astma, HIV- medicijnen, geneesmiddelen tegen afstotingsverschijselen na orgaantransplataties, psoriasis en reumatoïde, artritis omdat St-Janskruid de werking versterkt van leverenzym waardoor voornoemde geneesmiddelen vlugger worden afgebroken en dus een verminderde werking kunnen geven
    • Mogelijke interacties met ant-migrainemiddelen, kalmeermiddelen, bloeddrukverlagende middelen, anticonceptiepil
    In al deze gevallen de arts raadplegen alvorens Hypericum inwendig te gebruiken.

    Om wonden te verzorgen is er geen probleem.

    Anne Van Der sloten




    17-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.17 juni 2011
    17 juni 2011

    1. Medjugorje: Zr. Emmanuel verwijst in haar maandelijke faxen opnieuw naar de geheimen

    Gelukkige dertigste verjaardag, lieve Gospa!

    Deze maand viert de Gospa haar "Paarlen jubileum": 24 juni 1981 - 24 juni 2011, 30 jaar met ons in Medjugorje! Laten we haar van harte vieren! Ze heeft ons 30 jaar dagelijkse verschijningen gegeven, 30 jaar buitengewone genaden, duizenden bekeringen, inwendige en lichamelijke genezingen, bevrijdingen, verzoeningen, roepingen, allerhande troost, herstel van families en parochies, verrijzenis van drugsverslaafde jongeren, onverhoopte zwangerschappen, enz ... De lijst is oneindig!

    30 jaar ... zoals het verborgen leven van Jezus! Op een dag zullen we vernemen dat de dagelijkse verschijningen een einde genomen hebben! Niemand weet wanneer dit zal gebeuren, maar elke dag brengt ons dichter bij dit einde. Dat zet er ons toe aan ten volle te genieten van de genade, die ons vandaag aangeboden wordt en nog te kunnen zeggen: "Ze zal vanavond komen ! Ze zal de Hemel openen, ze zal zich tonen en zich laten horen op onze wereld ! Ze zal met ons bidden. Ik zal haar ontvangen in mijn hart!

    De eerste 3 geheimen

    Zoals Pater Petar laatst nog gezegd heeft aan de bedevaarders, gaan de 2 eerste geheimen over de mensen van de parochie en hun verantwoordelijkheid tegenover de verschijningen. [Dat weten we al sinds het begin]. Anderzijds heeft de H. Maagd in 1980 in verschillende boodschappen gezegd dat de Hemelse Vader aan het einde van de dagelijkse verschijningen een teken zal oprichten op de Podbrdo dat onverwoestbaar, blijvend en voor ieder zichtbaar zal zijn. Ze heeft dat teken aan enkele van de zes zieners laten zien en dat is hun derde geheim. Vicka en Jakov zeggen dat het zeer mooi is. Dat teken zal vooral voor de ongelovigen gegeven worden. Maar zelfs dan zegt de H. Maagd, zullen sommigen weigeren te geloven. Natuurlijk weet niemand wat dat teken zal zijn. Het zal komen op zijn tijd. Het loont de moeite niet om te trachten te weten wat het zal zijn. De H. maagd vraagt ons immers voor haar komst eerst en voor al te werken aan onze persoonlijke bekering. Dat is van kapitaal belang! Zeer zeker: het is nooit te laat om zich te bekeren! Maar vergeten we niet dat volgens de H. Paulus, "het loon van de zonde, de dood is." Het zou kunnen dat dit loon van dood dat aan de zonde te wijten is, reeds zeer zwaar is om dragen! Onze Moeder wil ons heel veel lijden besparen!

    Lieve Gospa, U bemint ons zozeer! Help ons uw liefde te aanvaarden,
    en u wederkerig onze liefde te schenken door uw boodschappen te beleven!

    Met dank aan Dr. Guy Claes

    2. Verklaring van Zr. Emmanuel komt overeen met onze uiteenzetting van de geheimen in "Op naar de geheimen deel 3"

    Ontknoping: Polen, Polen en nogmaals Polen: 

    ...

    Tot hier toe hebben we voornamelijk gesproken over het Joodse gedeelte, maar Jezus zou Jezus niet zijn als hij de grootste eer niet zou voorbehouden aan Zijn volgelingen, de katholieken. Was de eerste paus niet Jezus' belangrijkste apostel: de heilige apostel Petrus, de rots waarop Jezus Zijn Kerk zou bouwen?

    Er is een belangrijk gegeven dat ons leidt naar een mogelijke periode rond dewelke de "waarschuwing" zal vallen en dat is de uitspraak van Maxima Gonzalez, Conchita Gonzalez' tante en meter. Zij zegt dat Conchita haar ooit heeft verteld dat de waarschuwing zal gebeuren na een bisschoppensynode.

    In feite was dit een voorspelling, want ten tijde van Garabandal waren er nog geen bisschoppensynodes. Deze zijn het gevolg van Vaticaan II. De eerste bisschoppensynode was een gewone bisschoppensynode en vond plaats van 29 september tot 29 oktober 1967. Normaliter is deze profetie verbonden aan een gewone bisschoppensynode en deze vangen steeds aan einde september om te eindigen op de laatste zondag van oktober.

    Met dit gegeven in het achterhoofd, volgen we opnieuw de raad van de profeten en van de Evangelisten en gaan we kijken of er eventueel een bijzonder hemels teken valt waar te nemen in november. Op de site van de Nasa zien we dat er op 13 november 2012 een totale zonsverduistering zal plaatsvinden. Hier valt ons meteen op dat 13 november 2012 dezelfde dag van de maand is als deze van de laatste verschijning in Garabandal, nl. 13 november 1965.

    We gaan verder. Neem het als een soort oefening. De toekomst zal uitwijzen in hoeverre deze oefening ook juist zal zijn.

    Het is eveneens geweten dat het Mirakel zal plaatsvinden binnen het jaar nà de waarschuwing, in de maanden maart, april of mei, telkens tussen de achtste en de zestiende [de achtste en de zestiende inbegrepen]. Het mirakel zal eveneens samenvallen met een groot en gelukkig feest binnen de Kerk dat zo zelden is dat het nog niet heeft plaatsgevonden tijdens het leven van Conchita Gonzalez. Bovendien zal het mirakel geschieden op een donderdagavond om 20.30 uur aan de pijnbomen in Garabandal en op de feestdag van een martelaar van de Eucharistie. Voor het jaar 2013 komen de volgende donderdagen in aanmerking:
    • Maart: 14 maart 2013
    • April: 11 april 2013
    • Mei: 9 en 16 mei 2013
    Als we de heiligenkalender bekijken springt hier één datum direct uit het oog en dat is 11 april 2013. Dat is de feestdag van de Heilige Stanislaw van Krakau, bisschop en martelaar van de eucharistie, vermoord op 49-jarige leeftijd in het jaar 1079, terwijl hij de mis opdroeg in de Sint Michaëlskerk te Krakau. De koning bracht hem eigenhandig om het leven.

    Welke groot en gelukkig feest zou er op deze dag kunnen vallen? Een hele grote hint is ons onlangs duidelijk gemaakt in verband hiermee. De tombe van paus Johannes Paulus II, die zalig verklaard wordt op het Feest van de Goddelijke Barmhartigheid, 1 mei 2011, zal van de crypte van het Vaticaan worden overgebracht naar de kapel van San Sebastian, naast het beeld van de Pièta in de Sint Pietersbasiliek. Garabandal heet voluit San Sebastian de Garabandal.

    Elke goede katholiek weet nu dat deze gegevens voldoende zijn om, met voorbehoud, te kunnen weten wanneer de feiten zich zullen openbaren:
    • De "Grote Waarschuwing" zal plaatsvinden op 13 november 2012, de verjaardag van de laatste verschijning van Garabandal.
    • Het "Grote Mirakel" zal plaatsvinden op 11 april 2013, de datum van de heiligverklaring van Paus Johannes Paulus II [die ooit, net als Stanislaw van Krakau, verbonden was aan het bisdom Krakau]
    Aan drie heiligen uit Polen verleent de Heer dus het voorrecht die dag: de Heilige Zuster Faustina Kowalska, de Heilige Paus Johannes Paulus II en tot slot de Heilige Stanislaw van Krakau.

    1 mei 2011 - 11 april 2013

    Wanneer de eerste twee geheimen van Medjugorje zullen vallen is ongekend, aangezien de zieners van Medjugorje zéér weinig informatie hebben gegeven over de mogelijke aanvang ervan. Er is echter iets wat tot nadenken stemt. Nu dit verslag onthult dat alles te maken heeft met Polen en de Goddelijke Barmhartigheid, is het vandaag geweten dat de zaligverklaring van Paus Johannes Paulus II op 1 mei 2011 valt [ook de aanvang van de Mariamaand], de dag waarop de kerk dit jaar het Feest van de Goddelijke Barmhartigheid viert. En alhoewel Mirjana onthult dat het eerste geheim niets goeds inhoudt, is er de heel opvallende tegenspraak van Jacov en Vicka die zeggen dat het eerste geheim "eveneens een mooie gebeurtenis" is. De zaligverklaring van Paus Johannes II op 1 mei zou kunnen wijzen op "een mooie gebeurtenis"  die kan samenvallen met "de opschudding en de val van een regio in de wereld" en "iets wat de macht van satan zal breken." Dit is echter geen zeker gegeven. De latere data van de "Grote Waarschuwing" of het eerste geheim van Garabandal, "El Aviso," en het grote mirakel hebben een grotere waarschijnlijkheid. Uiteindelijk zal de periode van de waarschuwingen eindigen op de dag van het "Grote Mirakel," 11 april 2013, eveneens de dag van de heiligverklaring van Paus Johannes Paulus II. Hoe langer de datum van het eerste geheim van Medjugorje dus op zich laat wachten, hoe korter de tijdspanne wordt van de waarschuwingen.

    Enkele testen op het eventuele waarheidsgehalte:
    • De "Grote Waarschuwing vindt plaats op een dertiende, een datum die ons bekend is van Fatima, Garabandal en Akita, maar ook nog van vele andere verschijningen. Ook werd Paus Johannes Paulus II neergeschoten op een dertiende, waarna hij het jaar daarop, op 13 mei 1982, de kogel die hem had verwond, ging inzetten in de Kroon van Onze Lieve Vrouw te Fatima.
    • Paus Johannes Paulus’ tombe zal na zijn zaligverklaring worden overgebracht naar de kapel van San Sebastian in de Sint-Pietersbasiliek, gelegen naast het beeld van de Pièta. San Sebastian = San Sebastian de Garabandal, zoals het dorpje Garabandal voluit heet.
    • Een fiool met daarin met bloed van Johannes Paulus II, dat werd afgetapt net voor zijn dood, zal na zijn zaligverklaring worden gebracht naar de kerk van Lagiewniki dat deel zal uitmaken van het centrum ter zijner nagedachtenis. Lagiewniki ligt in het aartsbisdom Krakau. Johannes Paulus II was aartsbisschop van Krakau vanaf 13 januari 1964 en aldaar kardinaal van 26 juni 1967 tot aan zijn pausschap op 16 oktober 1978.
    • De profetieën van de heilige Malachias omschrijven Paus Johannes Paulus II als "De Labore Solis," of "van het werk van de zon": Paus Johannes Paulus II werd geboren tijdens een zonsverduistering, op de dag van zijn begrafenis was er een hybride zonsverduistering en zo zal er ook op de dag van de waarschuwing eveneens een zonsverduistering zijn [de drie zonsverduisteringen gaan hier in crescendo: van een onvolledige zonsverduistering tot een hybride zonsverduistering, tot een totale zonsverduistering].
    • We hebben op "Medjugorje België en Nederland" al veel aandacht besteed aan het getal 11. De datum 13/11/2012 = 1 + 3 + 1 + 1 + 2 + 0 + 1 + 2 = het getal 11.
    • Toen Maria de naam van de martelaar van de Eucharistie onthulde aan Conchita Gonzalez, heeft Conchita deze naam nogmaals moeten vragen aan Maria, omdat deze moeilijk te onthouden was voor haar: Stanislaw van Krakau is niet meteen een naam om gemakkelijk te onthouden voor een Spaans meisje.
    • Dat de Heer ongewone aandacht zou schenken aan Polen kan afgeleid worden uit de dagboeken van de Heilige Zr. Faustina Kowalska, eveneens een Poolse.
    • Men zou kunnen weerleggen dat er reeds een heiligverklaring is geschied tijdens het leven van Conchita Gonzalez en dat is ook zo. Päus Pius X is heilig verklaard in 1954. Conchita zei ooit: "het gaat om een soort dogma, een gebeurtenis die zelden is en die nog niet heeft plaatsgevonden tijdens mijn leven." Indien Conchita letterlijk zou zeggen dat het om een heiligverklaring zal gaan, dan zou men al te gemakkelijk de datum kunnen vooropstellen. Daarom ligt de sleutel tot de oplossing bij iets anders: men zal aan paus Johannes-Paulus II de titel "de Grote" verlenen, een soort "dogma," waarvan slechts twee pausen tot op heden de drager van zijn: Paus Gregorius I de Grote [540-604] en Paus Leo de Grote [400-461].
    • De veronderstelling dat het om een jonge martelaar van de Eucharistie zou gaan is een foute veronderstelling die gebaseerd is op een passage uit het boek "She went in haste to the mountains." Op een bepaald moment haalt Conchita, bij wijze van voorbeeld, het verhaal van een jongeman aan die neergeslagen wordt door zijn vrienden, omdat hij de communie wil brengen aan iemand en weigert zijn vrienden te volgen, maar er staat duidelijk bij dat voorbeeld vermeld dat deze niet dood gaat. Aldus kan het ook niet om de martelaar van de eucharistie gaan. Waarschijnlijk betreft het een gebeurtenis uit het leven van de martelaar die wordt bedoeld.
    Toegegeven, er is nog een zwakke schakel: de Waarschuwing zal plaatsvinden op een gebeurtenis met de "letter A." Dit gegeven blijft een raadsel. Maar dit raadsel kan misschien in de toekomst worden opgelost door aan deze gebeurtenis een bepaalde benaming te geven die begint met de letter A, of gewoonweg door het woord "Aviso," wat de kinderen van Garabandal altijd gebruikten als ze het over de Grote Waarschuwing hadden.

    Maar als "het grote mirakel" zal plaatsvinden in 2013, wordt eveneens een raadsel opgelost waar vele theologen zich bijna een eeuw de hersenen over gepijnigd hebben, namelijk de betekenis van de dertiende, of waarom Maria, in het bijzonder in eindtijdverschijningen, zo dikwijls verscheen op een dertiende van de maand. Om onze aandacht te vestigen op het jaar 2013.

    En de geheimen van Medjugorje dan? Het is niet geweten of "Het Mirakel," of het "eeuwigdurende teken," zoals voorspeld te Garabandal en Medjugorje op dezelfde dag zullen vallen.

    Wat de eerste twee geheimen van Medjugorje betreft, zijn deze naar alle waarschijnlijkheid niet verbonden aan de "Grote Waarschuwing." Reden hiervoor zijn:
    • De woorden van Vr. Pétar Ljubicic die uitdrukkelijk zegt dat de eerste twee geheimen uitsluitend verbonden zijn aan Medjugorje, dit terwijl de "Grote Waarschuwing" verbonden is aan Garabandal.
    • In zijn brief aan paus Johannes-Paulus II van 16 december 1983 rapporteerde Vader Tomislav Vlasic informatie die Mirjana aan hem gaf tijdens een gesprek op 5 november 1983: Vóór het 'zichtbare teken' wordt gegeven aan de mensheid [derde geheim], zullen er drie waarschuwingen worden gegeven aan de mensen, in de vorm van gebeurtenissen op aarde. Wat hierbij opvalt is dat het zichtbare teken wordt voorafgegaan door twee geheimen, maar drie waarschuwingen.
    Om af te sluiten, wordt er andermaal de nadruk opgelegd dat het hier om voorspellingen gaat over wanneer de geheimen zich waarschijnlijk zullen manifesteren. Het oordeel over de geloofwaardigheid ervan blijft dus bij de lezer. Gods wegen zijn immers ondoorgrondelijk.

    Opmerking: alhoewel de katholieke kerk de heilige Stanislaw van Krakau viert op 11 april, wordt hij in Krakau zelf gevierd op aan andere datum, nl. op 8 mei. Deze laatste datum valt echter op geen donderdag in 2013. Stanislaus is de patroonheilige van Polen, van het aartsbisdom Krakau, van de stad Kraków, van het bisdom Płock en van soldaten in de strijd en hij werd een symbool van het Poolse patriotisme en nationalisme.

    Chris De Bodt
    17 januari 2011

    Medjugorje België en Nederland
    www.bloggen.be/medjugorje

    3. Medjugorje: De IIPG [International Internet Prayer Group] [Deel 35]

    Joe’s verhaal

    Onophoudelijk begenadigd

    Nita en ik besloten om het aanbod van het bedrijf om naar Washington te verhuizen te aanvaarden. We verhuisden in april 1998. Ik denk dat dit een andere genade was, omdat ik ondertussen ook zovele christelijke opdrachten mocht op mij nemen: RCIA, IIPG Queen of Peace, enz ... en al deze opdrachten hielen mijn ogen gericht op de Heilige Geest, de Gospa en op Jezus. Mijn geloof begon zich te versterken en te groeien.

    Ik heb nog geen bedevaart meegemaakt naar Medjugorje, maar hiermee kom ik meer en meer met mezelf in conflict. Zo planden mijn dochter en ik om een er bedevaart heen te maken in juni van het jaar 2000 en ik hoop dat de Gospa aan mijn dochter vrede en geluk verleent. Ook hoop ik dat zij mijn harde hart opentrekt en er een zacht hart van maakt. Ook zou ik graag een vluchtige blik krijgen van de Hemel en ook een beetje de vrede voelen van de Hemel, hier op aarde. Ook is het nu de juiste tijd om mij IIPG-familie van de Koningin van de Vrede te ontmoeten. Ik heb heel wat broeders en zusters die ik zou willen omhelzen en een knuffel geven en ik zou zo graag samen met hen de Heer prijzen. We gaan zo hard bidden dat we onze knieën horen kraken. Tot ginds,

    Liefde, vrede en vreugde!

    Joe

    Bron: IIPG

    Vertaling: Chris De Bodt

    4. Dagboek van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 138]

    Schrift 1

    325. 1934. De dag van de Tenhemelopneming van Onze Lieve Vrouw nam ik niet deel aan de heilige Mis, de dokter [42] had het me verboden, maar ik bad vurig in mijn cel. Na korte tijd zag ik de Moeder Gods, in onuitsprekelijke schoonheid. Ze zei me: "Mijn dochter, ik verwacht van u gebeden, gebeden en nog eens gebeden voor de wereld en in het bijzonder voor uw Vaderland. Ontvang gedurende negen dagen de heilige Communie tot kwijtschelding en verenig u innig met het offer van de heilige Mis. Houd u gedurende deze negen dagen voor God als offerande, overal, altijd, op elke plaats en op elk ogenblik, dag en nacht. Bid in de geest bij elk ontwaken. In de geest kan je altijd in gebed blijven."

    326. Eens zei Jezus mij: "Mijn blik op deze Beeltenis is dezelfde als Mijn blik op het kruis."

    327. Eens vroeg mijn biechtvader [43] mij hoe het opschrift best kon aangebracht worden, want er was op het schilderij geen plaats genoeg. Ik heb geantwoord dat ik zou bidden en hem de volgende week antwoorden. Toen ik de biechtstoel verliet en voorbij het allerheiligste Sacrament ging, ontving ik de innerlijke kennis hoe het opschrift te plaatsen. Jezus herinnerde mij, aan wat Hij de eerste maal gezegd had, namelijk dat het opschrift Jezus, ik vertrouw op U goed zichtbaar moest zijn. Ik begreep dat Jezus de hele tekst wilde hebben, maar het niet zo uitdrukkelijk beveelt als voor het opschrift. "Ik geef aan de mensen een beker waarmee ze uit de bron van de Barmhartigheid genaden kunnen scheppen. Deze beker is de Beeltenis met het opschrift: Jezus, ik vertrouw op U."

    328. O zuiverste Liefde, heers in heel Uw volheid in mijn hart en help mij zeer getrouw Uw heilige Wil te volbrengen.

    [42] Mw. Dr. Helena Maciejewska [1888-1965], was arts van de zusters van het huis van Wilno.
    [43] E.H. Sopocko.


    Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken

    5. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 141]

    Vierde Lezing: Over het Vagevuur

    Deel 2

    Zeg aan onze vrienden en aan de vreemdelingen die niet van ons bloed maar onze broeders in het geloof zijn, en die zorgeloos over de woeste zee van het menselijk bestaan glijden dat ons vroeger overspoelde zoals hen op hun beurt nu..., zeg hen op te houden en na te gaan of er een diepere pijn is die tegelijk afscheidt en vereenzaamt dan de onze... Ah! Broer, vader, echtgenoot, vriend, we smeken jullie vanuit die vlammenzee..., genade! Een druppel water, een gebed, een vasten, een aalmoes, een helpende hand en we zijn bevrijd... Broer, vriend, vader, echtgenoot, kijk hoe ons lijden gedeeltelijk jullie schuld is.

    Ja, die ziel lijdt door onze schuld.

    Deze moeder lijdt omdat ze te zwak optrad tegen haar zoon, omdat ze zijn gebreken niet genas en de afwijkingen uit zijn jeugd niet verbeterde. Deze echtgenote lijdt omdat ze uitsluitend een hart gaf aan haar man dat alleen aan God toekomt, omdat ze voor hem teveel blinde toegevingen overhad. Deze vriend lijdt omdat hij medeplichtig was aan de ontrouw van zijn vriend, dat hij het eens was en zijn twisten diende, dat hij deelnam aan zijn wanorde en zijn losbandigheid... en we zouden hen alleen de last van de gerechtigheid laten ondergaan! In ruil voor deze ongelukkige clementie die ze ons toonden zullen we niet toegeven hen van een dag offer of een eeuw foltering te ontlasten!

    Bron: Abbé Arminjon

    Vertaling: [Broeder Joseph]

    6. Fatima in Lucia's eigen woorden: "De Oproepen" [aflevering 24]

    De Engelbewaarder

    Met betrekking tot de drie Wijzen, omschrijft dezelfde Evangelist wat er gebeurde: "Toen Jezus geboren was in Bethlehem in Judea, tijdens de regering van Herodes, kwamen er magiërs uit het Oosten in Jeruzalem aan. Ze vroegen: ‘Waar is de pasgeboren koning van de Joden? [...] Daarop riep Herodes in het geheim de magiërs bij zich. Hij wilde precies van hen weten wanneer de ster zichtbaar geworden was, en stuurde hen vervolgens naar Betlehem met de woorden: "Stel een nauwkeurig onderzoek in naar het kind en stuur mij een bericht zodra u het gevonden hebt [...]Nadat ze geluisterd hadden naar wat de koning hun opdroeg, gingen ze op weg [...] Ze gingen het huis binnen en vonden het kind met Maria, zijn moeder. Ze wierpen zich neer om het eer te bewijzen [...] Nadat ze in een droom waren gewaarschuwd om niet naar Herodes terug te gaan, reisden ze via een andere route terug naar hun land [...] Daarop gaf hij de opdracht om in Bethlehem en de wijde omgeving alle jongetjes van twee jaar en jonger om te brengen." [Mat. 2: 1-16]

    Verstandige en geleerde mensen zoals de drie Wijzen zouden zeker niet geneigd zijn om zo maar louter in dromen te geloven of toelaten zich door deze dromen te laten leiden als ware openbaringen en van bovennatuurlijke aard. Des te meer omdat dromen, vergeleken met openbaringen, een verschil van waarde hebben tussen dag en nacht. Waar dromen ons verwarren en met vage herinneringen, of wat er ook mee wordt bedoeld, achterlaten, blijven openbaringen onuitwisbaar in ons geheugen gegrift en zijn ze veel duidelijker dan zelfs ook maar een gewoon gesprek die we hebben met om het even welk persoon.

    Een dergelijke zekerheid moet destijds ook gegrift geweest zijn in het geheugen van de drie Wijzen en van de Heilige Jozef. Anders zouden ze zoveel belang niet gehecht hebben aan een droom door Onze Lieve Vrouw te dwingen op te staan in het midden van de nacht om naar een vreemd land te vertrekken met een klein Kind in haar armen en zonder haar de tijd te gunnen om voorbereidselen te treffen of zich van enig transport te verzekeren.

    Vertaling: Chris De Bodt

    7. Docudrama: Het Evangelie volgens Mattheus [26/26]

    Het Evangelie van de apostel Mattheus, het tweede Evangelie van de vier, wordt hier mooi naar voor gebracht in een getrouw en krachtig docudrama van de Bijbelse tekst. Het Evangelie van Mattheus reconstrueert nauwgezet en trouw het tijdperk van Jezus tijdens een onstuimige periode dat de loop van de geschiedenis zou veranderen. Acteurs zijn Richard Kiley, Bruce Marchiano, Matthew Roberts, Gerrit Schoonhoven en Joanna Weinberg. Het docudrama is ingesproken door Christopher Plummer. Het drama is geregisseerd door Regardt Van Den Bergh, dateert uit 1996 en duurt 4 uur en tien minuten.



    8. Benoite, de herderin van Notre-Dame du Laus [Aflevering 54]

    Hoofdstuk 2: De verschijningen in het Ovendal

    De Grote Verschijning [29 augustus 1664]

    "Dan gaat onze herderin het overdragen aan de Heer Jean Fraisse, pastoorprior van Saint-Etienne en die we enkele dagen voordien aangespoord hadden deze zaak niet te verwaarlozen, en te bidden opdat God zijn heilige wil zou bekend maken. Hij deed beroep op de godsvrucht en verering van zijn parochianen en stelde voor ’s anderendaags 29 augustus een in processie met de meisjes en met alle kinderen, mannen en vrouwen naar de inham te gaan waar onze herderin niet verzuimde, zoals haar werd gezegd, de heilige Maagd met de kleine Jezus te ontmoeten die Benoîte alleen zag. Bij aankomst zagen meerdere mensen in het stof de voetafdruk van een klein kind nabij de inham en die werd uitgewist door de talrijke aanwezigen en vooral door onbescheiden kinderen die naderbij kwamen..."

    Ernstig gewaarschuwd door de Rechter wil de goede pastoor die zaak in het reine trekken en beslist een algemene processie voor heel de parochie in te richten. Wat een vertrouwen in de oprechtheid van de herderin! Ten slotte, het detail van een voetafdruk toont de verhitte verbeelding die de geesten ondergaan.

    Hierbij een korte nota over de twee belangrijkste en verantwoordelijke personages van dit feit, namelijk de pastoor en de rechter.

    Vertaling: Broeder Jozef

    9. Jezus' tijdgenoten [aflevering 270]

    Josephus Flavius

    Nog voor ik kon zeggen wat ik mij had voorgenomen, hoorde ik hoe een van mijn bedienden mij riep om naar beneden te komen. Hij vond dat dit niet het juiste moment was om moeite te doen om mij van de goedwillendheid van de inwoners van Tiberias te verzekeren, maar dat ik moest zorgen voor mijn eigen veiligheid en proberen om aan mijn vijanden daar te ontkomen. Johannes had namelijk, toen hij gemerkt had dat ik, afgezien van een paar metgezellen, alleen was, uit de duizenden manschappen die hij tot zijn beschikking had, de meest betrouwbare gewapende manschappen uitgekozen. Hij zou een teken geven waarop zij op mij af moesten stormen en mij moesten doden. De mensen die op mij af werden gestuurd, zoals hen bevolen was, zouden hun plan ten uitvoer hebben gebracht, als ik niet van de verhoging, waarop ik stond, was afgesprongen. Met een van mijn lijfwachten, die Jacobus heette, werd ik door ene Herodes uit Tiberias door de menigte heen geleid en verder naar het meer begeleid, waar ik een bootje bemachtigde, aan boord ging en zo tegen de verwachting aan mijn vijanden ontkwam en Tarichea bereikte.

    Zodra de inwoners van die stad hadden begrepen hoe verraderlijk het volk van Tiberias was, ontstaken ze in grote woede. Ze grepen naar hun wapens, en wilden dat ik hen zou aanvoeren als zij naar hen optrokken. Ze zeiden dat zij, wat hun leider was aangedaan, op hen wilden wreken. Zij verspreidden ook onder alle Galileeërs het verhaal over wat mij was aangedaan en probeerden hen met alle macht op te zetten tegen de inwoners van Tiberias. Zij verzochten hen zich in groten getale te verzamelen en naar hen toe te komen, zodat zij gezamenlijk, met hun aanvoerder, wat er besloten was ten uitvoer konden brengen. Overal vandaan kwamen de Galileeërs daarop met hun wapens in groten getale naar mij toe, en verzochten mij dringend om Tiberias aan te vallen, te veroveren en met de grond gelijk te maken. De inwoners moesten dan, samen met vrouwen en kinderen, in slavernij weggevoerd worden. Mijn vrienden, die uit Tiberias waren ontsnapt, deelden die mening en gaven mij hetzelfde advies. Ik was het echter niet met hen eens, omdat ik het vreselijk vond om een burgeroorlog te beginnen. Ik was van mening dat deze ruzie bij woorden moest blijven. Daarom vertelde ik hen dat het niet in hun eigen belang was wat zij van mij wilden, omdat de Romeinen alleen maar verwachtten dat wij elkaar door onze onderlinge twisten zelf te gronde zouden richten. Met deze woorden wist ik een einde te maken aan de woede van de Galileeërs.

    Omdat hem gebleken was dat zijn verraad geen resultaat had gehad, vreesde Johannes voor zijn leven. Daarom verzamelde hij zijn gewapende manschappen en vertrok van Tiberias naar Gisala. Daar schreef hij mij een brief om zich te verontschuldigen voor wat er allemaal was aangericht. Hij deed alsof het zonder zijn instemming was gebeurd en verzocht mij geen verdenking tegen hem te koesteren, omdat dat zijn goede naam zou kunnen schaden. Hij voegde daar ook vervloekingen en verwensingen aan zijn eigen adres aan toe, omdat hij dacht ik daardoor geloof zou hechten aan de onderwerpen waarover hij mij had geschreven.

    Vertaling: Broeder Joseph

    10. Het sacrament van de Eucharistie [deel 5]

    Opdracht

    Als wij de geconsacreerde hostie ontvangen, zegt diegene die ze uitreikt: "Lichaam van Christus."

    Dit heeft twee betekenissen: je ontvangt het lichaam van Christus, maar het houdt ook een opdracht in: word het lichaam van Christus.

    Aangezien dit Brood een kracht bezit, die machtiger is dan degenen die ervan eten, worden wij omgevormd in dit Brood, in Jezus.

    Laat ons dan iedere keer als we te communie gaan van deze gedachte doordrongen zijn: Telkens ik het lichaam van Christus ontvang, word ik meer en meer lichaam van Christus... als ik dit toelaat en daaraan meewerk.

    Anne Van Der Sloten

    11. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 96]

    Hoofdstuk 2: Johannes De Doper tot het doopsel van Jezus

    Johannes’ doopplaats te Ennon Melchisedek

    Bij een andere gelegenheid zei Emmerich over Melchisedek: Reeds vroeger heb ik dikwijls gezien, hoe hij lang vóór de tijden van Semiramis en Abraham, in het Beloofde Land, toen het nog woest en eenzaam lag, hier en daar verscheen, als ordende hij het land, als regelde hij iets, als bestemde en bereidde hij een plaats. Zo opende hij ook, meen ik, de hoofdbron van de Jordaan. Reeds vaak had ik zulk een gezicht: ik zag een man geheel alleen in een land en moest daarbij denken: "Wat wil die man hier zo vroeg? Want er is hier nog niemand!" Op deze wijze zag ik hem op een berg een bron boren. Het was een hoofdbron van de Jordaan. Hij gebruikte een lange, dunne boor, die als een straal in de berg drong. Zo zag ik hem op verscheidene plaatsen van de aarde weibronnen openen. In de oudste tijden vóór de zondvloed zag ik de stromen niet, zoals nu, te voorschijn springen en vloeien, maar ik zag een overvloed van water van een hooggebergte in het oosten neerstromen.

    Ik heb Melchisedek altijd alleen gezien, behalve wanneer hij zich inliet met families en volksstammen om ze te verzoenen, te splitsen en te leiden naar een geschikt land of woongewest. Kortom, ik zag Melchisedek voorbereidingen treffen, grondslagen leggen, bouwen, de mensenfamilies verspreiden en gidsen.

    Ik zag in Melchisedek een engel en een voorafbeelding van Jezus Christus als priester op aarde. In zover het priesterschap in God is, was hij als engel een priester van de eeuwige hiërarchie. Hij was over vele engelen aangesteld.

    Ook Jacob had zich eertijds met zijn kudden vrij lang hier bij Ennon opgehouden. De put van de doopvijver bestond toen reeds en ik zag dat Jacob hem vernieuwde. De overblijfselen van Melchisedeks kasteel lagen nabij het water en de doopplaats. Ik zag dat in de eerste eeuwen van het christelijk Jeruzalem een kerk stond op de plaats waar Johannes gedoopt had. Ik zag ze nog bestaan toen Maria in Egypte voorbij deze plaats naar de woestijn trok. Salim was een mooie stad, maar werd in de oorlog [ik meen bij de tempelvernietiging voor Jezus] verwoest. Ook de laatste profeet heeft zich hier opgehouden.

    12. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen

    Profetie 101
    : Crux de Cruce [Kruis van het Kruis]

    Pius IX [1846-1878]

    Echte naam: Giovanni Maria Mastai-Feretti [Sennigallia, 13 mei 1792 - Rome, 7 februari 1878]

    In het revolutiejaar 1848 brak ook in Rome een opstand uit. Pius IX moest vluchten naar Gaeta in het Koninkrijk der Beide Siciliën, en in Rome werd in 1849 de Romeinse Republiek uitgeroepen onder leiding van Giuseppe Mazzini en Giuseppe Garibaldi. De Franse president Bonaparte [de latere keizer Napoleon III] besloot echter tot een militaire interventie ten gunste van de paus, waardoor deze in 1850 naar Rome kon terugkeren. Dankzij deze bescherming door de Franse troepen zou de Kerkelijke Staat nog twintig jaar blijven bestaan.

    In 1854 kondigde Pius IX, met de bul "Ineffabilis Deus," het dogma af van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria. Hierin werd als leer van de Kerk vastgelegd dat Maria al vanaf het ogenblik dat zij verwekt werd niet met de erfzonde bevlekt geweest is. Voorafgaande aan deze bul had Pius in 1849, met de encycliek "Ubi Primum" de meningen van de bisschoppen van de Katholieke Kerk met betrekking tot dit leerstuk geïnventariseerd.

    In de encycliek "Gravissimas" [1862] veroordeelde hij de rationalistische beweging die het bovennatuurlijke ontkende en aan mysteries en mirakelen weigerde te geloven.

    In 1864 verscheen van zijn hand de bekende encycliek Quanta Cura. Hierin sprak hij een scherpe veroordeling uit over moderne opvattingen als vrijheid van meningsuiting en godsdienstvrijheid. De encycliek ging vergezeld van de Syllabus Errorum ["Lijst van Dwalingen"], waarin onder meer godsdienstvrijheid, vrijheid van meningsuiting, de gedachte van scheiding van kerk en staat, protestantisme, socialisme en liberalisme uitdrukkelijk als "dwalingen" werden betiteld.

    Chris De Bodt

    13. Profetiën: Heilige Ephraïm, de Syriër [±306 - 373]

    Profetie 7

    Opnieuw zal dezelfde draak zijn handen uitstrekken en de meerderheid der reptielen en vogels verzamelen. Op eenzelfde wijze zal hij zich begeven over de oppervlakte der diepten, die als droge gronden zullen verworden. Maar hij zal deze dingen veinzen... De bliksems zullen zijn medewerkers zijn en zijn komst aankondigen en de demonen zullen zijn macht instellen en de prins der demonen zal tot zijn volgelingen behoren. Naar verafgelegen landen zal hij de leiders van zijn bende sturen die zijn waarden en genezingen zullen overbrengen.

    Vertaling: Chris De Bodt


    16-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.16 juni 2011
    16 juni 2011

    1. Medjugorje: De IIPG [International Internet Prayer Group] [Deel 34]

    Joe’s verhaal

    Onophoudelijk begenadigd

    In 1985 kreeg mijn vrouw een hartaanval. Omwille van haar hart, asthma en allerlei andere kwalen ging de levenskwaliteit van LaNell erop achteruit. De laaste vier jaren van haar leven verliet ze amper nog het huis. Gezegend zij God, want LaNell had een uitstekende vriendschap met een aantal parochiepriesters en zo kreeg zij elke week bezoek van een van hen. Ik mocht het Heilig Sacrament naar huis brengen. Zijn hield ervan om de Heer te mogen ontvangen. Ze was meer in dan uit het hopsitaal in dit tijd en moest lange behandelingen ondergaan. In de operatiekamer kreeg ze tweemaal het bezoek van Onze Lieve Vrouw, om haar warmte, troost en vrede te brengen.

    In 1997 kreeg ik de mogelijkheid om naar de staat Washington te verhuizen. We waren daar echt enorm opgewonden over. We waren al bezig met het voorbereiden van de verhuis toen NaNell eerst kleine problemen begon te krijgen met een keelontsteking die niet wou overgaan. Haar dokter wou haar een andere soort sonde steken om te zien wat er mis was. Ook besloten wij om dit voor de verhuis te laten doen, omdat ze vertrouwen had in haar dokter. Het kwam er op neer dat ze op vijf plaatsen een overbrugging moest krijgen. Ze overleefde het, maar haar toestand was danig verzwakt. Op 5 oktober 1997 bezweek LaNell tengevolge van een nierfalen. Ze kreeg de laatste sacramenten toegediend en verblijft nu bij de Vader.

    Bron: IIPG

    Vertaling: Chris De Bodt

    2. Dagboek van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 140]

    Schrift 1

    320. Jezus liet mij verstaan hoe aangenaam het eerherstel Hem is. Hij zei me: Het gebed van een nederige en beminnende ziel ontwapent de toorn van Mijn vader en maakt stortvloeden van Zijn zegen vrij. Na de aanbidding, halverwege mijn cel, omringde mij een groot aantal zwarte honden, ze sprongen en huilden en wilden mij verscheuren. Ik besefte dat het geen honden waren maar duivels. Een van hen sprak woedend: "Het is omdat gij ons vannacht zoveel zielen hebt ontnomen dat wij u in stukken gaan scheuren." Ik antwoordde: "als dat zo de wil is van God, de Allerbarmhartigste, verscheur mij dan in stukken, want ik heb het terecht verdiend omdat ik de ellendigste zondares ben en God altijd heilig is, rechtvaardig en oneindig beminnelijk". Op deze woorden antwoordden alle duivels samen: "Laten we vluchten want ze is niet alleen, de Almachtige is met haar." En ze verdwenen als stof, als straatlawaai en ik ging rustig tot aan mijn cel, een Te Deum voortzingend tot verering van de oneindige onpeilbare barmhartigheid van God.

    321. Plots onwel worden, een doodslijden. Het was niet de dood, de overgang naar het echte leven, maar een vuurproef van dat lijden. De dood is vreselijk, hoewel ze ons in het eeuwig leven brengt. Plots voelde ik mij onwel bij gebrek aan adem, mijn gezicht verduisterde, ik voelde het afsterven van mijn ledematen, dit verstikken is schrikwekkend. Eén enkel moment van zo'n verstikking lijkt buitengewoon lang... Er komt daarbij ook nog een vreemde angst ondanks het vertrouwen. Ik verlangde de laatste sacramenten te ontvangen. Maar de heilige biecht veroorzaakte bij mij veel moeilijkheden, ondanks mijn verlangen te biechten. Men weet niet wat men zegt, men begint met één zaak en eindigt met een andere. O dat God er elke ziel voor behoede de biecht tot het laatste uur uit te stellen. Ik begreep de buitengewone macht die de priesterlijke woorden op de ziel van de zieke doen neerkomen. Toen ik aan mijn geestelijke begeleider vroeg of ik gereed was om vóór God te verschijnen en of ik gerust kon zijn, ontving ik dit antwoord: "Ja, ge kunt nu helemaal gerust zijn, niet alleen nu, maar na elke wekelijkse biecht". Groot is Gods genade die deze woorden van de priester vergezelt. De ziel voelt kracht en moed voor de strijd.

    322. O mijn Congregatie, mijn moeder, hoe zoet is het in u te leven, maar zoeter nog er te sterven.

    323. Na het ontvangen van de laatste sacramenten vond er een volledige verbetering plaats. Ik bleef een half uur alleen en toen kwam de aanval terug, maar reeds minder erg want de medische zorgen stoorden hem.

    Ik verenigde mijn lijden met het Lijden van Jezus en ik offerde het voor mezelf en voor de bekering van de zielen die de goddelijke goedheid wantrouwen. Plots was mijn cel vol zwarte wezens, vol woede en haat tegen mij. Een van hen zei: "Wees vervloekt, gij en Degene die in u is, want gij kwelt ons zelfs in de hel." Ik zei: "En het Woord is vlees geworden en het heeft onder ons gewoond" en op slag verdwenen deze wezens met veel lawaai.

    324. De volgende dag voelde ik mij zeer zwak maar ik had geen enkel lijden meer. Na de heilige Communie zag ik Jezus zoals tijdens de aanbidding. De blik van de Heer doorboorde mijn ziel en niet een stofje ontsnapte aan zijn aandacht. En ik zei Hem: "Jezus, ik dacht dat Gij mij kwam halen", en Jezus antwoordde: "Mijn wil is nog niet volledig voltrokken in u, gij blijft nog op de aarde maar niet voor lang. Uw vertrouwen is Mij zeer welgevallig maar uw liefde moet nog vuriger zijn. De zuivere liefde geeft de ziel kracht in de doodstrijd zelf. Toen Ik stierf op het kruis dacht Ik niet aan Mijzelf maar aan de arme zondaars en Ik bad Mijn Vader voor hen. Ik wil dat uw laatste ogenblikken ook gelijken op de Mijne op het kruis. Er is maar één prijs waardoor men de zielen terugkoopt en dat is het lijden verenigd met Mijn lijden op het Kruis. De zuivere liefde begrijpt deze woorden maar de vleselijke liefde zal ze nooit begrijpen."

    Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken

    3. Fatima in Lucia's eigen woorden: "De Oproepen" [aflevering 23]

    De Engelbewaarder

    En de Heilige Schrift vertelt ons dat wat er met Jacob gebeurde toen er gehoorzaamheid aan zijn ouders gewenst werd om zo te ontsnappen aan de te verwachten gewelddadige tegenzet van zijn broer Esau, toe hij naar Paddan-aram vertrok: "Op zijn tocht kwam hij bij een plaats waar hij bleef overnachten omdat de zon al was ondergegaan. Hij pakte een van de stenen die daar lagen, legde die onder zijn hoofd en ging op die plaats liggen slapen. Toen kreeg hij een droom. Hij zag een ladder die op de aarde stond en helemaal tot de hemel reikte, en daarlangs zag hij Gods engelen omhoog gaan en afdalen. Ook zag hij de Heer bij zich staan, die zei: "Ik ben de Heer, de God van je voorvader Abraham en de God van Isaak. Het land waarop je nu ligt te slapen zal ik aan jou en je nakomelingen geven. Je zult zo veel nakomelingen krijgen als er stof op de aarde is. Je gebied zal zich uitbreiden naar het westen en het oosten, naar het noorden en het zuiden. Alle volken op aarde zullen wensen zo gezegend te worden als jij en je nakomelingen." [Genesis 28: 11-14]

    Ik heb eveneens diverse verklaarders van de Heilige Schrift horen zeggen dat God met zijn aartsvaders of ouderen sprak door middel van dromen, zoals Hij tot de profeten sprak door middel van visioenen. Het moet zo gegaan zijn, want indien dromen enkel dromen zouden zijn, zou er geen enkele reden zijn om er zoveel belang aan te hechten, noch zou er zijn verwezenlijkt wat er zich ten tijde van Jacob voltrok.

    Hetzelfde vinden we terug in het leven van de Heilige Jozef en de drie Wijzen, zoals het Evangelie ons vertelt. Toen de Wijzen vertrokken, verscheen er, in een droom, een Engel van de Heer aan Jozef en zei de Engel: "Sta op, neem het Kind en Zijn moeder en vlucht naar Egypte en blijf tot wanneer ik het u zeg, want Herodes is op zoek naar het Kind om het te doden.." En hij stond op en nam het Kind en Zijn moeder en vertrok tijdens de nacht naar Egypte. [Mat. 2: 13-14]

    Vertaling: Chris De Bodt

    4. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 140]

    Vierde Lezing: Over het Vagevuur

    Deel 2

    Helaas is er geen enkele ongelukkige hier op aarde die geen toevlucht bezit. De ongelukkigsten hebben ten minste deze van hun tranen en wanneer alles tegelijk ontbreekt, Hemel en aarde, wanneer we onderhevig zijn aan onrecht, verdrukking, het machtsmisbruik ondergaan, rest er ons in eigen hart een toevlucht waar God ons steeds opwacht. Van elke pijn kunnen we een offer maken, van elke daad kunnen we een kroon weven en een schat opbouwen. Maar lijden en voordurend lijden en weten dat lijden niets opbrengt, vurige tranen wenen en weten dat daarmee niets bevloeid wordt, dat het lijden op het lijden zal volgen totdat de goddelijke gerechtigheid voldaan is, is een toestand die een bronzen schoot doet smelten. Ook een ongeluk dat slechts door bloedende tranen kan beweend worden, en waaraan niemand die in zijn ziel elk menselijk en troostend gevoel niet heeft verdrukt kan weerstaan.

    Ah! Mochten die zielen een moment ontwaken van onder de dikke laag aarde die hen bedekt en vanuit hun sombere en ondoordringbare huizen en hun kreten en klachten aan onze oren en harten laten horen, hoe diep zouden hun verzuchtingen en hun naamloze angsten klinken die onze hulp inroepen! Ah! Zouden ze zeggen, ontfermt U over ons die onze vrienden waren. Breekt onze ijzeren banden, redt ons... redt ons: sta op doorloopt de huizen die we bewoonden, spreek des te luider als de stilte diep is op onze graven. Priester van Jezus Christus en minister van al ons ongeluk! Geef aan dat vergeetachtig kind de stem van zijn moeder te horen... Ik had hem opgevoed en leefde slechts voor hem, hij was het kind van mijn hart... Aan mijn sterfbed wou hij mijn dagen verlengen ten koste van de zijne. Vraag hem hoe de godsdienst zelf nu onmachtig is om me aan zijn nagedachtenis te herinneren. Priester van Jezus Christus! Roep nog luider... Vrees niet, bij het tonen van mijn afbeelding met vlammen omringd, schaamte en spijt in de ziel van die zorgeloze echtgenoot te leggen die zich troost over zijn leemte met grof genot. Vraag hem waar het verzekerde geloof blijft, en die tederheid in die trouw waarvan hij zo prachtig en levendig getuigde tot aan zijn dood... Vraag hem hoe ik nu mijn zorg en zijn steun moet afsmeken door zo'n betreurenswaardige kreten. Ah! Hij blijft onverstoorbaar en bewijst me wreed dat ik voorgoed dood ben in zijn hart.

    Bron: Abbé Arminjon

    Vertaling: [Broeder Joseph]

    5. Docudrama: Het Evangelie volgens Mattheus [25/26]

    Het Evangelie van de apostel Mattheus, het tweede Evangelie van de vier, wordt hier mooi naar voor gebracht in een getrouw en krachtig docudrama van de Bijbelse tekst. Het Evangelie van Mattheus reconstrueert nauwgezet en trouw het tijdperk van Jezus tijdens een onstuimige periode dat de loop van de geschiedenis zou veranderen. Acteurs zijn Richard Kiley, Bruce Marchiano, Mattheuw Roberts, Gerrit Schoonhoven en Joanna Weinberg. Het docudrama is ingesproken door Christopher Plummer. Het drama is geregisseerd door Regardt Van Den Bergh, dateert uit 1996 en duurt 4 uur en tien minuten.



    6. Benoite, de herderin van Notre-Dame du Laus [Aflevering 53]

    Hoofdstuk 2: De verschijningen in het Ovendal

    De Grote Verschijning [29 augustus 1664]

    Dit is het beslissende tijdperk waarop de Dame haar Naam wil bekend maken, de dorpelingen verrassen met een gezamenlijk akte van Geloof en de bevoorrechte plaats van haar nederige vertrouwelinge duidden.

    Ze kiest vrijdag 29 augustus uit, datum waarop de Kerk toen met een rustdag Johannes de Doper als martelaar vierde, de boeteprediker die onthoofd werd omdat hij koning Herodes zijn wangedrag verweet.

    Het volgende verhaal komt van rechter Grimaud, ooggetuige van de feiten en die ons naar de voorbereiding inleidt: "Daar de verschijning aan onze herderin doorging op de vooravond van de onthoofding van Sint Jan zei de heilige Maagd haar de meisjes uit Saint-Etienne te verwittigen om in processie naar het Ovendal te gaan, terwijl de litanie van de heilige Maagd wordt gezongen. Ze zou zelf in de processie voorgaan en alleen de eer hebben haar met haar Zoon bij de inham te zien. Wat onze herderin verplichtte, die haar al ongedwongen aansprak, te zeggen dat de meisjes haar misschien niet zouden geloven en ze vroeg het te schrijven. Maar ze weerlegde dat het niet nodig was want dat ze het zouden doen. En ze verdween..."

    Zo geeft de Dame aan Benoîte een moeilijke opdracht maar verzekert haar het welslagen, door ze tegelijk aan te stellen als gids van de gelovigen. Zoals Bernadette in Lourdes acht Benoîte het nodig dat de Dame haar bevelen opschrijft, maar deze weigert deze aanvraag die weinig Geloof vertoont. Het verhaal gaat verder:

    Vertaling: Broeder Jozef

    7. Jezus' tijdgenoten [aflevering 269]

    Josephus Flavius

    Het merendeel van de Galileeërs was zo vriendelijk voor mij en zo trouw, dat, toen hun steden met geweld waren ingenomen en hun vrouwen en kinderen tot slavernij waren gebracht, zij niet zozeer jammerden over hun eigen ellende, maar eerder bezorgd waren over mijn veiligheid. Toen Johannes dat zag, werd hij jaloers. Hij schreef mij een brief waarin hij mij verzocht om naar Tiberias te mogen gaan, om daar, voor genezing van zijn ziekte, gebruik te maken van de warme baden. Omdat ik hem niet verdacht van enige kwade opzet, legde ik hem niets in de weg. Ik schreef een brief naar de mensen die ik het bestuur van Tiberias had toevertrouwd, met het verzoek om Johannes en zijn metgezellen onderdak te verschaffen en hem te voorzien van alles wat hij nodig zou hebben. Zelf verbleef ik op dat moment in Cana, een dorp in Galilea.

    Nadat Johannes in Tiberias was aangekomen, probeerde hij echter de inwoners over te halen om hun trouw aan mij op te zeggen en zich bij hem aan te sluiten. Velen namen zijn uitnodiging met graagte aan, omdat zij altijd verzot waren op relletjes, van nature openstonden voor veranderingen en genoten van opstanden. Het waren echter vooral Justus en zijn vader Pistus, die zich daadwerkelijk van mij wilden afkeren en zich bij Johannes wilden aansluiten. Ik overrompelde hen echter en verijdelde hun opzet. Er was een boodschapper gearriveerd van Silas, die ik had aangesteld tot commandant van Tiberias, zoals ik al eerder heb verteld. Hij bracht mij op de hoogte van de plannen van de bewoners van Tiberias, en raadde mij aan om mij daar met spoed naartoe te begeven, omdat de stad in andere handen zou vallen, als ik zou talmen. Nadat ik die brief van Silas had gekregen, nam ik tweehonderd manschappen met mij mee en marcheerde de hele nacht door. Ik had al een boodschapper naar de inwoners van Tiberias gestuurd om hen te laten weten dat ik er aan kwam. Toen ik vroeg in de ochtend de stad naderde, kwam een grote menigte me tegemoet. Johannes was daarbij en begroette me in grote verwarring, alsof hij bang was dat ik hem ter verantwoording zou roepen voor wat ik dacht dat hij in zijn schild voerde. In grote haast spoedde hij zich dus naar zijn onderkomen. Nadat ik op het stadsplein was aangekomen stuurde ik eerst alle lijfwachten weg die ik bij mij had, behalve een tiental gewapende manschappen die hem vergezelden. Ik ging op een verhoging staan en probeerde de samengestroomde inwoners van Tiberias toe te spreken. Ik verzocht hen dringend geen haast te maken met hun rebellie, omdat een dergelijke ommezwaai in hun houding hen zwaar zou worden aangerekend, en dat zij dan door hun toekomstige bestuurders er meteen van verdacht zouden worden dat zij ook niet loyaal aan hen zouden zijn.

    Vertaling: Broeder Joseph

    8. Het sacrament van de Eucharistie [deel 4]

    Uniek

    Hebt u er al eens bij stilgestaan dat de katholieke godsdienst één van de weinige godsdiensten is waar Jezus als brood vereerd, aanbeden en gegeten wordt?

    In sommige godsdiensten moeten de goden gunstig gestemd worden om één en ander te verkrijgen.

    Hier geeft Jezus/God zichzelf als voedsel. Deze gedachte is voor ons gewoon, maar is dit zo gewoon?

    Dit is uniek in de geschiedenis: God die mens wordt en die zich geeft als voedsel voor de mens.

    Als wij samen komen om eucharistie te vieren, gaan wij als één familie aan tafel en nemen Jezus als voedsel tot ons.

    Wij kunnen ons nu de vraag stellen: Waarom wil Hij als brood tot ons komen?

    Het antwoord ligt volgens mij in het eerste boek Koningen waar de profeet Elia op de vlucht is voor het ongelovige volk en totaal uitgeput. Een engel staat hem bij: de engel biedt hem brood en water aan en zegt tot Elia: "Sta op en eet, anders gaat de reis uw krachten te boven." [1 Kon.19, 4-8]

    Hebt u ook wel eens het gevoel dat de beproevingen van het leven uw krachten te boven gaan?

    Jezus is voedsel willen worden voor ons opdat wij, door ons met Hem te voeden, sterk zouden staan in het leven, mensen zouden kunnen zijn of worden die anderen gelukkig maken [dwz heilig zouden kunnen worden].

    Als je naar de gebeurtenissen in de wereld kijkt, zie je dat er zoveel miserie is die mensen elkaar aandoen: Oorlog, geweld, machtsmisbruik...

    Maar ook in ons eigen leven zijn er de dingen die Paulus aanhaalt in zijn brief aan de Efesiërs [4,30]: Wrok [niet kunnen of willen vergeven of vergeving vragen ...], gramschap, toorn, geschreeuw en gevloek...

    Jezus geeft zichzelf aan ons in de eucharistie opdat we in staat zouden zijn meer op Hem te lijken. Niet uit eigen kracht, maar door Hem.

    Moeder Theresa, gekend door ons allen, ging iedere morgen naar de Mis. Ze zei dat ze anders onmogelijk de kracht en de liefde zou hebben om de dag door te komen en te doen wat ze deed: stervende mensen van straat oprapen en hen met liefde verzorgen.

    Anne Van Der Sloten

    9. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 95]

    Hoofdstuk 2: Johannes De Doper tot het doopsel van Jezus

    Johannes’ doopplaats te Ennon Melchisedek

    Dit tentkasteel was een plaats waar vele vreemdelingen zich op hun doorreis ophielden, een soort van open, vrije en schone herberg bij het aangename water. Er liep toen, zoals nu nog, een grote verkeersweg voorbij. Het is mogelijk dat Melchisedek, die ik altijd aan verhuizende, zwervende, heen en weer trekkende stammen tot gids en raadsman heb zien dienen, dit kasteel gebruikt heeft om ze daar te herbergen of te onderrichten. Dit had toen reeds een betrekking op de doop.

    Melchisedek had hier zijn hoofdverblijf, zijn basis, van waaruit hij naar zijn gebouwen te Jeruzalem en tot Abraham of waar ook elders ging. Hij verzamelde en verdeelde hier ook families en mensen, aan wie hij hier of daar hun plaats van nederzetting aanwees. Dit geschiedde nog voor de offerande van het brood en de wijn, die, naar ik vermoed, in een dal ten zuiden van Jeruzalem plaats had, namelijk in het koningsdal waar Salomon later zijn tuinen had, bij de samenloop van de Kedron- en de Geënnom-vallei. Melchisedek bouwde dit kasteel te Ennon, alvorens hij in Jeruzalem begon te bouwen.

    Een visioen over de waterdoop en de bloeddoop op de Kalvarieberg ben ik vergeten. Melchisedek zag er uit als een jonge man van vijf en twintig jaren. Ik heb hem in de meest verschillende tijden, doch nooit ouder gezien. Zijn voorkomen geleek minder op dit van mensen dan het voorkomen van Jezus. [Volgens Emmerich was hij immers een engel]. Hij droeg nooit een hoofdbedekking. Zijn blonde haren waren achter de oren gestreken. Waar hij kwam, was hij als de meester van de plaats. Hij was dikwijls afwezig en dan scheen hij mij ergens elders dan op aarde te zijn, hetzij in het paradijs, hetzij in een ander gelukzalig verblijf. Dikwijls zag ik hem alleen op zijn weg en andere keren met mensen die beladen dieren leidden. Zijns gelijken, zoals bloedverwanten of priesters, heb ik nooit bij hem gezien. Waar hij werkte en bouwde, was het als legde hij daar de grondsteen van een toekomstige genade, als vestigde hij de aandacht op een plaats, als begon hij iets dat in de toekomst voltooid moest worden. Ik heb daar nooit dieper op ingegaan. Ik neem het zoals het komt.

    10. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen

    Profetie 101: Crux de Cruce [Kruis van het Kruis]

    Pius IX [1846-1878]

    Echte naam: Giovanni Maria Mastai-Feretti [Sennigallia, 13 mei 1792 - Rome, 7 februari 1878]

    Hij was paus van 21 juni 1846 tot aan zijn dood en is met bijna 32 jaar pausschap, op Petrus [35 jaar] na, het langst in functie geweest. In 1854 kondigde hij het dogma van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria af. Ook riep hij het Eerste Vaticaans Concilie [1870] bijeen, dat de onfeilbaarheid van de paus als dogma vastlegde.

    Giovanni Maria Mastai-Feretti kwam uit het Italiaanse Senigallia. Hij groeide op in een adellijke familie in de omgeving van Volterra. Later ging hij in Rome filosofie studeren. Op 26-jarige leeftijd ontving hij zijn priesterwijding en ging hij werken als volksmissionaris. Hij werd door paus Pius VII benoemd tot pauselijk gezant in Chili. In 1827 werd hij benoemd tot aartsbisschop van Spoleto, en 6 jaar later, in 1833, werd hij aartsbisschop van Imola. In 1840 werd hij benoemd tot kardinaal.

    Op 1 mei 1846 overleed paus Gregorius XVI, en kardinaal Mastai-Feretti werd op 21 juni van dat jaar in een conclaaf van één dag verkozen tot 255ste paus. Hij nam de naam Pius IX aan.

    Met diverse landen sloot deze paus concordaten af: met Rusland [1847], Spanje [1851 en 1859], Oostenrijk [1855], Venezuela [1863], Ecuador en Haïti [1860], etc. In 1850 herstelde hij de bisschoppelijke hiërarchie in Engeland, en in 1853 volgde het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in Nederland door middel van de bul "Ex Qua Die." In totaal werden tijdens dit pontificaat 206 nieuwe bisdommen of vicariaten opgericht.

    Chris De Bodt

    11. Profetiën: Heilige Ephraïm, de Syriër [±306 - 373]

    Profetie 6

    Hij zal zijn mirakelen verheerlijken en zijn voortekenen uitvoeren, de misleider. Hierbij zal hij allerminst in waarheid deze dingen volbrengen, op zulke wijze dat hij [de tiran] bergen zal verwijderen, maar dit alles valselijk en niet in waarheid, terwijl de meerderheid zal toekijken en vele landen en volkeren hem zullen bewonderen om zijn illusies.

    Vertaling: Chris De Bodt


    15-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.15 juni 2011
    15 juni 2011

    1. Medjugorje: De IIPG
    [International Internet Prayer Group] [Deel 33]

    Joe’s verhaal

    Onophoudelijk begenadigd

    In 1977 werd ik voor de zoveelste maal overgeplaast, waarbij mijn vliegschema voor het grootste gedeelte wegviel. We kochten een huis en voelde mij aangetrokken om mee te werken in de plaatselijke parochie. Ik was niet erg op de hoogte van de veranderingen van Vaticaan II. Ik werd lid van de "Rite of Christian Initiation of Adults [RCIA]" door het sponsoren van de echtgenoot van een parochielid. Ik voelde nood aan het helpen van mensen in de Charmismatische bewegingen en de Ziekenhulp. In een goddelijke strijd of iets van die aard, nam ik een boek vast en mijn aandacht ging onmiddellijk naar de 15 gebeden van de Heilige Birgitta van Zweden. Mijn tante heette ook Bridget en zo besloot ik om dieper na te gaan waarvoor deze gebeden allemaal gingen. Ik bad deze gebeden elke dan en ontving elke dag de Heilige Communie en dit voor meer dan een jaar. Maria’s Boom des Levens was in mijn hart geplant.

    In 1980 kreeg mijn dochter de diagnose van een geestelijke handicap en het was dit voorval dat mij de genade verleende om terug te keren tot de Kerk. Ik kon het alleen niet meer aan. Ik struikelde en viel de hele tijd door, maar Jezus bracht mij telkens opnieuw recht. Op een avond, toen de ik Droevige Mysteries aan het bidden was, was ik echt aan het mediteren over Jezus’ lijden. Ik vroeg Hem hoe groot het gewicht was van al onze zonden en, geloof me of niet: gedurende van 1/50 ste van een seconde, heb ik inderdaad dit gewicht mogen voelen. Ik voelde me krachteloos op mijn stoel, zonder dat ik nog één spier kon bewegen. Sindsdien wou ik steeds een beetje van Zijn gewicht dragen, maar ik denk dat ik enkel maar bijdroeg tot het gewicht.

    Bron: IIPG

    Vertaling: Chris De Bodt

    2. Dagboek van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 139]

    Schrift 1

    315. + Moeder Gods, Uw ziel was in een zee van bitterheid gestort, zie naar Uw kind en leer het lijden en in lijden lief te hebben. Sterk mijn ziel zodat de smart haar niet breekt. Moeder van genade, leer mij met God leven.

    316. Eens is de Moeder Gods mij komen bezoeken, ze was bedroefd en met neergeslagen ogen. Zij liet mij verstaan dat ze me iets te zeggen had maar het leek me dat ze het niet wilde zeggen. Toen ik het begreep begon ik tot haar te bidden het mij te zeggen en naar mij te zien. Op een bepaald moment bekeek Maria me met een glimlach en zei: "Gij zult een bepaald lijden doormaken vanwege uw ziekte en de dokters, door die Beeltenis zal veel lijden over u komen, maar vrees niet." De volgende dag was ik ziek en leed ik veel zoals de Moeder Gods mij gezegd had, maar mijn ziel was bereid dat lijden te doorstaan. Het lijden is de trouwe gezel van mijn leven.

    317. O, Mijn God, mijn enige hoop, ik heb al mijn vertrouwen op U gesteld en ik weet dat ik niet zal teleurgesteld worden.

    318. Soms voel ik na de heilige Communie, op een bijzondere tastbare wijze, de aanwezigheid van God. Ik voel dat God in mijn hart is. En het feit dat ik Gods aanwezigheid in mijn hart voel, stoort mij niet in het volbrengen van mijn plichten. Zelfs in de belangrijkste zaken die mijn aandacht opeisen, verlies ik niet de aanwezigheid van God in mijn ziel, en ik blijf nauw met Hem verenigd. Met Hem ga ik naar mijn werk, met Hem ga ik naar de recreatie, met Hem lijd ik, met hem verheug ik mij, ik leef in Hem en Hij in mij. Ik ben nooit alleen want in alle momenten Hij is mijn gezel. Hij is bij mij aanwezig op elk ogenblik. Onze vereniging is inniger dan de eenheid van bloed en leven.

    319. 9.8.1934. Nachtaanbidding van de donderdag [41]. Van elf uur tot middernacht hield ik mijn uur aanbidding. Ik heb deze aanbidding opgeofferd voor de verstokte zondaars en bijzonder voor hen die het vertrouwen in de goddelijke barmhartigheid verloren hebben. Ik overweeg hoeveel God geleden heeft en wat een onmetelijke liefde Hij ons betoond heeft, maar wij geloven niet dat God ons zo bemint. O, Jezus, wie zal het begrijpen? Wat een pijn voor onze Redder en hoe zal Hij ons overtuigen van zijn liefde als zelfs zijn dood ons niet kan overtuigen? Ik heb de hele hemel uitgenodigd met mij eerherstel te brengen aan de Heer voor de ondankbaarheid van bepaalde zielen.

    [41] In de congregatie van de M.G.D.B. was het de gewoonte dat de gezonde zusters de donderdagavond van 21 tot 22 uur "Heilig Uur" deden tot eerherstel voor de zonden. De eerste vrijdag van de maand was er de ganse nacht aanbidding. Elk uur losten de zusters elkaar af.

    Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken

    4. Fatima in Lucia's eigen woorden: "De Oproepen" [aflevering 22]

    De Engelbewaarder

    Tot nog toe wenste ik niet om nog meer te vertellen over deze verschijningen dan ik hoefde te vertellen om op te vragen te kunnen antwoorden die mij werden gesteld. Vandaag doe ik dit echter, niet met de bedoeling om te bevestigen of het al dan niet de Engelbewaarder was, maar om u te vertellen van Engelbewaarders werkelijk bestaan, en dat ze door God zijn geschapen om Hem te dienen, te aanbidden, te loven en te prijzen. Het ik eveneens zeker dat God, in Zijn overvloedige goedheid en barmhartigheid aan ieder van ons een Engelbewaarder heeft toevertrouwd om ons te begeleiden, te helpen en om over ons te waken.

    Ik vertel u dit zonder omwegen, niet alleen omdat het mij gegeven was om dit alles te kunnen waarnemen, want zonder dit gebeuren zouden mijn woorden weinig overtuigend klinken. Ik vertel u dat God ons in de sacrale bladzijden van het Oude en het Nieuwe Testament heeft willen inwijden. U bent vrij om al dan niet te geloven wat ik zeg, maar men kan de woorden van God, vervat in de Heilige Schrift niet ontkennen. Laat ons daarom sommige uittreksel van ervan dichterbij bekijken, waarin God aan ons de waarheid onthuld over de Engelbewaarders.

    Toen Mozes de woestijn doortrok om het volk van God naar het Beloofde Land te leiden, zei de Heer tot Hem: "Ik stuur een engel voor jullie uit om je op je tocht te beschermen en je naar de plaats te brengen die ik voor jullie bestemd heb. Neem je voor hem in acht, gehoorzaam hem zonder tegenspreken, want hij handelt in mijn naam en zou jullie je opstandigheid niet vergeven." [Exodus 23: 20-21]

    Vertaling: Chris De Bodt

    3. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 139]

    Vierde Lezing: Over het Vagevuur

    Deel 2

    Arme overledenen! Na weinig dagen in spijt en rouw doorgebracht, na enkele eerbetuigingen zoals het past, zullen jullie weer begraven worden in een wreder en kouder graf dan eerst, het is de harde, onmenselijke, vergetelheid, meedogenloze vergetelheid, een lijkwaad gelijk, het laatste kleed voor jullie verpulverde ledematen..., de vergetelheid die over jullie stille woningen zweeft en die niemand nog zal bezoeken, je vergeten naam die niemand meer zal uitspreken, je vergeten haard in de harten van vrienden en kinderen waar je nagedachtenis niet meer opkomt in een toespraak of een onderhoud. Ja! De diepe, complete, ongeneeslijke vergetelheid en dat ondanks het verscheurende afscheid dat plaatsvond, ondanks de onsterfelijke bezwering en het zo tedere verzet [E.P. Félix: Discours sur les morts].

    Eens ontmoette Onze Heer Jezus Christus aan een bad een zeer ongelukkige man. Hij had een doodsbleek gezicht met doffe blik en stijve en verdroogde lede maten. Hij lag roerloos verlamd aan de rand van het Reinigingsbad waarlangs de menigte liep en blootgesteld aan het weer en de smaad van de lucht. Om hem te genezen was het overbodig handige artsen te raadplegen, valleien en bergen af te zoeken om medicamenten of zeldzame en onbekende planten te vinden. Het volstond hem een lichte duw te geven en hem in het bad neer te laten op het ogenblik dat de engel van de Heer erin neerdaalde om het water te roeren. En nochtans, in een zo bevolkte stad als de hoofdstad van Judea te midden van die toeloop pelgrims die uit alle windstreken kwamen voor de feesten, was er geen verwante of een vriend om hem die makkelijke dienst te bewijzen. Maar Jezus, bij het zien van die lamme, voelde medelijden in zijn goddelijk hart en zei hem ontroerd: Ongelukkige, wil je niet genezen? En de ongelukkige antwoordde: "Maar, heer, hoe kan ik? Ik heb niemand, niets eens een voorbijganger, om me in het bad te duwen wanneer de engel er neerdaalt om in het water te roeren, hominem non habeo ut, cum turbata fuerit aqua, mittat me in piscinam." [Jo 5,7] Moge deze ongelukkige lamme ons, onder prangende trekken, de zielen voorstellen waarvan ik de klachten beschrijf! Ze zitten aan de rand van het bloedbad dat de wereld heeft gered: Ze bezitten niet de macht om er de vruchten van te plukken of er zelf de versterkende druppels van te krijgen... En zie, al jaren smeken ze ons tevergeefs en gefolterd worden bij gebrek aan een helpende hand.

    Bron: Abbé Arminjon

    Vertaling: [Broeder Joseph]

    4. Docudrama: Het Evangelie volgens Mattheus [24/26]

    Het Evangelie van de apostel Mattheus, het tweede Evangelie van de vier, wordt hier mooi naar voor gebracht in een getrouw en krachtig docudrama van de Bijbelse tekst. Het Evangelie van Mattheus reconstrueert nauwgezet en trouw het tijdperk van Jezus tijdens een onstuimgie periode dat de loop van de geschiedenis zou veranderen. Acteurs zijn Richard Kiley, Bruce Marchiano, Mattheuw Roberts, Gerrit Schoonhoven en Joanna Weinberg. Het docudrama is ingesproken door Christopher Plummer. Het drama is geregisseerd door Regardt Van Den Bergh, dateert uit 1996 en duurt 4 uur en tien minuten.


    7. Benoite, de herderin van Notre-Dame du Laus [Aflevering 52]

    Hoofdstuk 2: De verschijningen in het Ovendal

    Twee bijzondere feiten

    Louis Tanc had zijn pastorij opgezegd in december 1678 en stierf ter plaats kort daarna. Een religieuze geest zag een duidelijk oordeel van God in de beproeving van de schuldigen in deze beide feiten: Gaillard is blij het te kunnen onderstrepen en Benoîte voor te stellen als de tolk van de goddelijke barmhartigheid tegenover de berouwvolle zondaars.

    Onze oude aartsdiaken haalt nog twee nieuwtjes aan waarbij de herderin nog meer naar voor komt.

    "In de weide van een dorpsmeisje onlangs wees geworden dat Benoîte zegt zorg te dragen voor haarperen, ervan te eten en te beletten dat andere er nemen. Bij haar terugkeer ’s avonds vult ze een schort om uit te delen aan haar baas en de dorpelingen. De Maagd verschijnt haar, zegt dat zeer niet zoveel had moeten nemen, 5 of 6 was genoeg. Dit eenvoudig kind werpt ze alle in het dal: de Moeder Gods berispt haar, beveelt haar ze op te rapen en aan de voet van de boom te leggen; Wat ze deed zonder er één achter te houden." Dit plotse gebaar van Benoîte is geen ontgoocheling maar een simplistisch gehoorzamen: het zou op zijn plaats zijn onmiddellijk voor het volgende feit dat de vetes tussen naburige dorpen in het licht stelt.

    De schapen van Benoîte bleven op de plek waar Benoîte de goede Moeder zag, maar haar geiten trekken opeen dag nar de bergtop waar een schuur stond van een inwoner uit Remollon. Zijn gezellen zeiden hem dat hij verplicht werd een kazuifel en een albe deed betalen om te aangebrachte schade in het bos van Saint-Etienne te vergoeden en (raadden hem aan) de geiten mee te nemen naar de schuur. Hij deed dat en om de inwoners een schadevergoeding op te leggen deed hij hen door zijn veld trekken. Dan doet hij ze de hele dag op het veld rondlopen en haalt ’s avonds al hun melk op.

    Benoîte is bedroefd voor het verlies van haar geiten, vraagt ze terug aan de dief en die ze niet wil teruggeven vooraleer een schadevergoeding voor zijn veld te krijgen. Benoîte weerlegt dat ze schade hebben aangericht, dat de Dame haar alles over hun list verteld heeft en dat ze haar raadgevers had aangeduid. Daarom gaf hij ze terug. Ze brengt ze terug naar haar kudde, bedroefd dat ze zo vermagerd en uitgemelkt zijn. Maar wat haar verrast en ook verheugt is het feit dat ze bij het melken meer geven dan gewoonlijk, waarvoor ze God en zijn heilige Moeder bedankt."

    Dit smaakvol verhaal schijnt toch wat verfraaid door onze verteller: het toont tenminste de gedurfde ijver van de herderin aan om de belangen van haar baas te verdedigen.

    Vertaling: Broeder Jozef

    10. Jezus' tijdgenoten [aflevering 268]

    Josephus Flavius

    Nadat ik mijn medeafgezanten had laten gaan en had teruggestuurd naar Jeruzalem, wijdde ik me aan de bewapening en versterking van de steden. Ik liet de meest onverschrokken terroristen bij mij komen, maar merkte dat ik niet in staat was om hen te bewegen om hun wapens neer te leggen. Daarom haalde ik het volk over om hen geld te geven. Ik maakte hen duidelijk dat het beter voor hen was om vrijwillig een beetje te geven, dan dat ze moesten toezien hoe zij van hun bezittingen werden beroofd. Ik liet het tuig onder ede verklaren dat zij zich niet in het district zouden ophouden, tenzij hen gevraagd werd om te komen, of als hun soldij niet zou worden betaald. Daarna stuurde ik hen weg, en bedong dat zij geen gevecht met de Romeinen of met hun omringende buren zouden aangaan. Mijn belangrijkste zorg was immers om in Galilea de vrede te bewaren. Daarom nam ik mij voor om de belangrijkste Galileeërs, in totaal zeventig man, maar wel onder het mom van vriendschap, te gijzelen om hun loyaliteit te waarborgen. Tijdens mijn rondreis sloot ik vriendschap met hen, maakte hen tot mijn metgezellen en liet hen oordelen in rechtszaken. Ik sprak mijn vonnissen alleen maar uit als zij het daarmee eens waren, terwijl ik mijn best deed om aan de eisen van het recht te voldoen, en bij die beslissingen mijn handen niet vuil te maken aan enige omkoperij.

    Ik was nu ongeveer dertig jaar oud, een leeftijd waarop het voor niemand gemakkelijk is om te ontsnappen aan de lasterpraatjes van jaloerse mensen, zelfs als hij zich onthoudt van het toegeven aan ongepaste verlangens, vooral als hij een hoge positie bekleedt. Ik had geen enkele vrouw benadeeld, en de geschenken die mij werden aangeboden had ik geweigerd, omdat ik daar geen behoefte aan had. Ik had ook niet de tienden, waar ik uit hoofde van mijn priesterschap recht op had, in ontvangst genomen van de mensen die mij die aanboden. Ik moet echter toegeven dat ik, nadat wij de Syriërs hadden overwonnen, deelde in de buit die werd behaald op de mensen, die in de omliggende steden woonden en dat ik dat naar mijn verwanten in Jeruzalem had gestuurd. Hoewel ik Sepphoris twee keer met geweld had ingenomen, Tiberias vier keer en Gadara een keer, en Johannes, die herhaaldelijk verraderlijke hinderlagen voor mij had gelegd, onderworpen en gevangen genomen had, had ik hem en die andere mensen niet gestraft, zoals zal blijken uit het vervolg van dit verslag. Ik denk dus dat God, [10] die altijd weet wanneer mensen doen wat ze behoren te doen, mij nog steeds uit handen van mijn vijanden heeft gehouden en mij ook later heeft beschermd, telkens als ik in groot gevaar verkeerde. Daar zal ik het later nog over hebben.

    Vertaling: Broeder Joseph

    7. Het sacrament van de Eucharistie [deel 3]

    Dit vraagt enige overweging:

    Brood des Levens

    Brood! Loopt u soms ook het water in de mond bij het ruiken van versgebakken brood?

    Vooral als je grote honger hebt kan een korst van het verse brood bijzonder goed smaken.

    Nochtans heeft het gewone brood veel aan glans verloren. We zijn zo verwend met koffiekoeken en ander gebak dat er wel eens wordt neergekeken op een simpele boterham.

    Tijdens de oorlog werd brood wel naar waarde geschat, er werden schatten voor neergeteld voor een brood zonder zaagsel. Mensen die de oorlog hebben meegemaakt weten het nog zeer goed, brood kunnen eten was een zegen en de dankbaarheid voor een snee brood was zeer groot.

    Zijn wij nog dankbaar voor ons brood? [Dit kunnen we leren door te vasten op water en brood]

    Jezus vergelijkt zich in het evangelie met brood, Hij zegt: Ik ben het Brood des levens. [Joh. 6, 41-51] [Door te vasten op water en brood bereiden we ons voor op de H. Communie]

    Toen Hij deze uitspraak deed, had brood nog grote waarde. Brood was het eten van de arme mens. Brood was een kwestie van overleven of niet.

    Jezus zegt ook vandaag tot ons: Ik ben het Brood des levens.

    Welke betekenis heeft dit voor ons? Voor u persoonlijk?

    Is het een simpele boterham die zonder beleg niet gelust wordt of is het brood dat zo kostbaar is, dat we er schatten voor zouden uitgeven om het te kunnen eten?

    Als Jezus zegt: Ik ben het Brood des levens en daarna bij het Laatste Avondmaal de eucharistie heeft ingesteld, zich daar als brood voor ons gegeven heeft, dan meent Hij oprecht dat dit voor ons levensnoodzakelijk is.

    Hij wil dus voor ons het levensnoodzakelijke zijn.

    Anne Van Der Sloten

    11. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 94]

    Hoofdstuk 2: Johannes De Doper tot het doopsel van Jezus

    Johannes’ doopplaats te Ennon Melchisedek

    Het gewest Salem [Salim], waar hier gedoopt wordt, is hoogst aangenaam en waterrijk. Het dorp Salem ligt aan beide zijden van een bijrivier van de stroom, maar Ennon [met de doopplaats] ligt aan de overzijde van de Jordaan, meer noordelijker dan ;Salim en nader bij de Jordaan en is groter. Er weidt vee in de omstreken. Vele ezels grazen op de groenen weiden rondom de vele wateren. Het is hier bij Salim en Ennon een soort vrijgewest. Het geniet een aloud privilegie, krachtens hetwelk men hier niemand weg mag drijven.

    Te Ennon had Johannes zijn hut op de oude grondmuren van een oud, groot gebouw. Het terrein was geheel verwilderd, overgroeid en met gras bedekt. Hier en daar was er een hut op gebouwd. Die grondmuren waren het fundament van een oud tentkasteel, dat Melchisedek hier gehad had. In verband met deze plaats heb ik allerlei taferelen uit een vroeger tijdperk gezien, waarvan ik mij alleen nog dit herinner dat Abraham hier een visioen had en twee stenen oprichtte, een om op te knielen en een ander om tot altaar te dienen. Ik kreeg ook zijn visioen te zien. Het was een stad van God, gelijk het hemelse Jeruzalem en er vloeiden stromen van water uit neder. Er werd hem ook bevolen te bidden voor de komst van die stad Gods.

    Het water dat uit de stad neerstroomde, vloeide naar alle zijden. Abraham kreeg dit visioen een vijftal jaren eer Melchisedek hier zijn tentkasteel begon te bouwen. Ook heb ik Melchisedek een kasteel bij Salim zien bouwen.[Bedoeld is hetzelfde, juist genoemde kasteel]. Doch het was eerder een soort van tent met gaanderijen en trappen rondom in de trant van het kasteel van Mensor in Arabië. Slechts de grondslagen waren van steen gemaakt en zeer sterk. Ik meen nu, ten tijde van Johannes,de vier hoeken nog gezien te hebben waar de hoofdpalen in stonden. Dit duurzaam, stenen fundament bestond nu nog als een begroeide, boven de grond uitstekende schans en daarop had Johannes zijn kleine hut van biezen opgericht.

    10. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen

    Profetie 100: De Balneis Etruriae [Van de badplaatsen van Etrurië]

    Gregorius XVI [1831-1846]

    Echte naam: Bartolommeo Alberto Cappellari [Belluno, 18 sepember 1765 - Rome, 1 juni 1846]

    Door paus Leo XII werd hij in 1825 tot kardinaal benoemd, en vervolgens naar de Nederlanden gezonden om een concordaat aangaande de Katholieken van België en de Protestanden van Nederland te bewerkstelligen.

    Op 2 februari 1831 kozen de kardinalen hem na zesenveertig dagen als de nieuwe paus, en hij nam de naam Gregorius XVI aan. Onder druk van Klemens von Metternich vaardigde hij in 1832 de encycliek "Mirari Vos" uit, die Félicité de Lamennais veroordeelde, want die pleitte voor een scheiding van kerk en staat, in de veronderstelling dat de katholieke waarheid de hele maatschappij zou overtuigen in een staat waar nochtans godsdienstvrijheid heerste. Toen Gregorius in 1846 stierf, liet hij grote schulden na aan de Katholieke Kerk: hij had opdracht gegeven tot de bouw van vele nieuwe kerken en andere bouwkundige projecten. Gregorius kwam met de ideeën die door zijn opvolger, paus Pius IX, werden uitgewerkt in "Quanta Cura" en de "Syllabus Errorum," waarin verschillende opvattingen over politiek en wetenschap, zoals het pantheïsme, het naturalisme, het nationalisme, het indifferentisme, het socialisme en het liberalisme werden veroordeeld.

    Gregorius XVI begon zijn kloosterleven in de orde der Camaldulenzen, gesticht in de dertiende eeuw in een plaats in Etrurië, in het Latijns Balneum genoemd. Onder zijn persoonlijke leiding zijn tijdens de Etruskische opgravingen buitengewoon waardevolle ontdekkingen gedaan. Het museum dat deze schatten van oude Etruskische kunst bevat, werd naar hem "Gregoriaans Museum" genoemd. Het wapen van de paus vertoont aan de rechterkant het wapen van de Camuldenzen.

    11. Profetiën: Heilige Ephraïm, de Syriër [±306 - 373]

    Profetie 5

    En de schaamteloze zal zo de macht grijpen en zijn duivels naar alle hoeken van de wereld zenden om aan iedereen te verkondigen dat er een grote koning in glorie is verschenen. De volkeren zullen zich verzamelen en zullen komen om hun god te aanschouwen en de massa zal zich aan hem vastklampen en hun eigen God verloochenen. Zij zullen hun vrienden om de zoon des verderf te eren en de een na de andere zal vallen omdat zij zullen elkaar vernietigen met het zwaard.

    Vertaling: Chris De Bodt


    14-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.14 juni 2011
    14 juni 2011

    1. Christchurch opnieuw getroffen met twee bevingen

    In Nieuw-Zeeland is de stad Christchurch gisteren getroffen door twee aardbevingen. Dit keer had de beving een kracht van 6 op de schaal van Richter, zo meldt de Amerikaanse geologische dienst USGS.

    Het epicentrum van de aardbeving lag op 14 kilometer van Christchurch, op een diepte van 9 kilometer. De stad werd iets daarvoor al getroffen door een eerste aardbeving met een kracht van 5,2, waarvan het epicentrum op 10 kilometer van Christchurch lag, op een diepte van 11 kilometer.



    Volgens de internetsite van de krant New Zealand Herald vielen er bij de verschillende schokken diverse gewonden. Twee personen konden zichzelf bevrijden vanonder het puin van een ingestorte kerk in het centrum van de stad, en verschillende mensen moesten worden overgebracht naar het ziekenhuis. Volgens de New Zealand Herald zijn er momenteel geen meldingen over doden of zwaargewonden. Ook werd de luchthaven van Christchurch ontruimd.

    Christchurch werd in februari getroffen door een aardbeving met een kracht van 6,3 op de schaal van Richter. Daarbij kwamen ongeveer 180 mensen om het leven. Enkele maanden daarvoor had een aardbeving van 7,1 ook al heel wat schade aangericht in de stad.

    2. Medjugorje: De IIPG [International Internet Prayer Group] [Deel 32]

    Joe’s verhaal

    Onophoudelijk begenadigd

    In 1977 werd ik voor de zoveelste maal overgeplaatst, waarbij mijn vliegschema voor het grootste gedeelte wegviel. We kochten een huis en voelde mij aangetrokken om mee te werken in de plaatselijke parochie. Ik was niet erg op de hoogte van de veranderingen van Vaticaan II. Ik werd lid van de "Rite of Christian Initiation of Adults [RCIA]" door het sponsoren van de echtgenoot van een parochielid. Ik voelde nood aan het helpen van mensen in de Charmismatische bewegingen en de Ziekenhulp. In een goddelijke strijd of iets van die aard, nam ik een boek vast en mijn aandacht ging onmiddellijk naar de 15 gebeden van de Heilige Birgitta van Zweden. Mijn tante heette ook Bridget en zo besloot ik om dieper na te gaan waarvoor deze gebeden allemaal gingen. Ik bad deze gebeden elke dagn en ontving elke dag de Heilige Communie en dit voor meer dan een jaar. Maria’s Boom des Levens was in mijn hart geplant.

    In 1980 kreeg mijn dochter de diagnose van een geestelijke handicap en het was dit voorval dat mij de genade verleende om terug te keren tot de Kerk. Ik kon het alleen niet meer aan. Ik struikelde en viel de hele tijd door, maar Jezus bracht mij telkens opnieuw recht. Op een avond, toen de ik Droevige Mysteries aan het bidden was, was ik echt aan het mediteren over Jezus’ lijden. Ik vroeg Hem hoe groot het gewicht was van al onze zonden en, geloof me of niet: gedurende van 1/50 ste van een seconde, heb ik inderdaad dit gewicht mogen voelen. Ik voelde me krachteloos op mijn stoel, zonder dat ik nog één spier kon bewegen. Sindsdien wou ik steeds een beetje van Zijn gewicht dragen, maar ik denk dat ik enkel maar bijdroeg tot het gewicht.

    Bron: IIPG

    Vertaling: Chris De Bodt

    3. Dagboek van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 138]

    Schrift 1

    312. + Eens toen ik buiten het klooster ging om te biechten, was mijn biechtvader [39] juist de heilige Mis aan het opdragen. Na een poos zag ik het Kindje Jezus op het altaar dat teder en vrolijk Zijn handjes uitstrekte naar hem.Weldra nam de priester het mooie Kindje, brak het en at het levend op. Ik voelde eerst een afkeer van deze priester omdat hij zo met Jezus gehandeld had, maar dadelijk werd ik verlicht en begreep ik dat deze priester zeer aangenaam was aan God.

    313. + Toen ik eens bij de kunstenaar [40] was die de Beeltenis aan het schilderen was, zag ik dat het niet zo mooi was als Jezus werkelijk is. Dat bedroefde mij ten zeerste, maar ik heb mijn ontgoocheling diep in mijn hart verborgen. Bij het buitengaan, bleef moeder overste voor verscheidene zaken in de stad en kwam ik alleen thuis. Ik ben onmiddellijk naar de kapel gegaan en heb daar veel geweend. Ik heb aan Jezus gezegd: "Wie zal U zo mooi schilderen als Gij zijt?" Plots hoorde ik deze woorden: "Het is niet in de schoonheid van de kleuren noch in die van de penseeltrekjes dat de grootheid van de Beeltenis ligt, maar in Mijn genade."

    314. + Toen ik op een middag in de tuin ging zei mijn Engelbewaarder mij: "Bid voor de stervenden." Ik ben onmiddellijk met de tuinmeisjes het rozenhoedje beginnen bidden voor de stervenden. Na het rozenhoedje hebben we verschillende gebeden voor de stervenden gebeden. Toen het gebed gedaan was, begonnen de meisjes vrolijk met elkaar te spreken. Ondanks het lawaai dat ze maakten, hoorde ik in mijn ziel deze woorden: "Bid voor mij." Omdat ik deze woorden niet goed kon verstaan, heb ik mij enkele passen van de meisjes verwijderd terwijl ik me afvroeg wie me wel om een gebed kwam vragen. Plots hoorde ik de woorden: "Ik ben zuster ..." Op dat moment was deze zuster in Warzawa en ik in Wilno. "Bid voor mij tot ik u zeg op te houden. Ik ben in doodstrijd". Onmiddellijk begon ik vurig en zonder ophouden tot het Hart van Jezus in doodstrijd te bidden, en bad zo van drie uur tot vijf uur. Om vijf uur hoorde ik het woord "Dank u". Ik begreep dat ze gestorven was. Toch heb ik de volgende dag in de heilige Mis vurig voor haar ziel gebeden. In de namiddag is een briefkaart aangekomen met de aankondiging dat zuster ... op dat uur gestorven was. Ik begreep dat het op het moment was waarop ze mij vroeg: "bid voor mij."

    [39] Dat was in de Sint-Michielskerk waar E.H. Sopocko Rector was.
    [40] Die kunstenaar was E. Kazimirowski die te Rossa in Wilno woonde.


    Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken

    4. Fatima in Lucia's eigen woorden: "De Oproepen" [aflevering 21]

    De Engelbewaarder

    De beschrijving van de twee families maken duidelijk dat het vurige Christenen waren. Nochtans waren ze verre van bekwaam om enig onderscheid van mystiek te maken uit de kinderen, noch enige verheven spiritualiteit zoals duidelijk blijkt uit de Fatima verschijningen.

    Voortaan zal alles wat zou geschieden enkel en volledig van God komen.

    Na op de eerste vraag te hebben geantwoord, zal ik nu pogen te antwoorden op de tweede vraag, welke mij trouwens het meest is gesteld geweest: "Vertel ons, Zuster, wat er precies gebeurde tijdens de eerste verschijning, tijdens dewelke weinig of niets werd gezegd?"

    Het moet in 1914 of in 1915 geweest zijn, kort nadat ik de hoede kreeg over de kudde schapen van mijn ouders, omdat ik reeds het leven was begonnen van een nederige herderin, samen met de andere kinderen van uit de omgeving, toen we verrast werden door een Verschijning die ons voor een compleet raadsel plaatste. Op een dag bevonden we ons op de glooiingen van de heuvel, die gekend staat als de "Cabeco," toen we iets waarnamen als een witte wolk in de vorm van een menselijk wezen, dat uit de hemel neerdaalde en langzaam voor ons passeerde, boven de bomen, tot beneden de vallei aan onze voeten, alsof het om onze aandacht vroeg door er onze ogen op geconcentreerd te houden.

    Sommigen onder de meisjes vertelden hun ouders wat ze hadden gezien, maar ik deed niets anders dan bevestigen wat de anderen hadden gezegd. Er zijn mij vele vragen gesteld over deze verschijning, die zich meerdere malen, op verschillende plaatsen herhaalde. Mijn antwoord vandaag is hetzelfde als dat van toen: ik wist niet wat het was, noch wat het betekende. Maar ik bleef achter met een innerlijke overtuiging die ik niet wens te verbergen en die me zei dat het mijn Engelbewaarder was. Misschien dat hij op deze wijze en zonder te spreken, wenste dat ik zijn aanwezigheid voelde om zo de zielen voor te bereiden voor de vervulling van Gods bedoelingen.

    Vertaling: Chris De Bodt

    5. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 138]

    Vierde Lezing: Over het Vagevuur

    Deel 2

    Waarschijnlijk is de gedachte dat hun nagedachtenis niet gedoofd is in staat om de last van die lijdende zielen te verzachten, alsook dat de vrienden die ze op aarde achterlieten bezig zijn ze te helpen en verlossen.

    Helaas! Dit is een overbodige troost voor hun hart. In feite is het ons een gewoonte te getuigen van het spijt dat we aan hun nagedachtenis hechten.

    Waarschijnlijk is de godsdienst verre van de tol voor het lijden te veroordelen. Die veroordeelt eerder de hardheid van degenen die de nagedachtenis maar respecteren eens hun ouders en vrienden verdwenen. De heiligen betreurden hun vrienden maar dachten vooral ze te helpen. Neen, de heilige Monica vroeg geen tranen aan Sint Augustinus wanneer ze hem aan het sterfbed zei: "Ik vraag je, mijn zoon, om me te gedenken telkens je het misoffer opdraagt." Het was niet met tranen dat Sint Ambrosius zijn grote hechtenis aan keizer Theodosius wilde betuigen toen hij zei: "Die prins had ik lief en daarvoor zal ik hem niet achterlaten tot ik hem in het verblijf dat zijn deugden verdienen heb binnengeleid. Volkeren, komt en strooit met mij over het lijk van die prins de wierook van jullie gebed, de overvloed van jullie liefde en het spijt van jullie boete."

    Maar, wat zeg ik, tranen! Die tranen die beloofden altijd te vloeien houden al vlug op. Onze onstandvastige en eigenzinnige harten worden moe namen te roepen die niet antwoorden, trachten beelden op te roepen die voorgoed uit het oog verdwenen zijn. In de draaikolk van de wereld en de lichtzinnigheden keren we de rug toe naar een te strenge en te lastige nagedachtenis. Op de verstrooiing volgt de vergetelheid en het lijden der doden zijn de meest verwaarloosde pijnen.

    Bron: Abbé Arminjon

    Vertaling: [Broeder Joseph]

    6. Docudrama: Het Evangelie volgens Mattheus [23/26]

    Het Evangelie van de apostel Mattheus, het tweede Evangelie van de vier, wordt hier mooi naar voor gebracht in een getrouw en krachtig docudrama van de Bijbelse tekst. Het Evangelie van Mattheus reconstrueert nauwgezet en trouw het tijdperk van Jezus tijdens een onstuimige periode dat de loop van de geschiedenis zou veranderen. Acteurs zijn Richard Kiley, Bruce Marchiano, Mattheuw Roberts, Gerrit Schoonhoven en Joanna Weinberg. Het docudrama is ingesproken door Christopher Plummer. Het drama is geregisseerd door Regardt Van Den Bergh, dateert uit 1996 en duurt 4 uur en tien minuten.


    8. Benoite, de herderin van Notre-Dame du Laus [Aflevering 51]

    Hoofdstuk 2: De verschijningen in het Ovendal

    Twee bijzondere feiten

    In augustus 1664 is Benoîte herderin bij het gezin Jullien en lopen er publiek geruchten vanwege twee feiten, waarvan het eerste plaatselijk veel ophef maakte en door alle kroniekschrijvers aangehaald, maar voor het tweede geeft enkel Grimaud het weer. "In die tijd," noteert Grimaud, "gebeurde er een wonder dat verdiende gekend te worden en voorviel begin augustus 1664. Een boer uit Saint-Etienne bouwde een plaasteroven nabij de inham waar de Maagd uit kwam en waar ze ook ging verdwijnen. Hij sloeg de bal mis door te beweren: ‘Ik ga de dame die Benoîte er ziet eens opwarmen!’ Hij verspilde 10 maal meer hout dan nodig zonder ooit zijn oven warm te krijgen... zodat hij zijn fout weldra inzag."

    M. Grimaud geeft ons het einde van die mislukking: "Die oven bleef zo staan tot in 1670 en de grond was er duur. Het was winter en er werd weinig gewerkt. Daar de man zijn gezin niet kon voeden vroeg hij Benoîte of ze er kon bakken: ze zei hem gewoon: Ja! De plaaster bakte en hij kon zijn kinderen helpen."

    Het tweede feit waar het spotten over de Maagd zwaar gestraft wordt gaat een eerder bekende priester aan, namelijk de pastoor van Valserres, Louis Tanc van wie de ziekte en dood in de Mémoires vermeld staan. Priester sinds 8 september 1652 werd hij meteen in deze pastorij benoemd en die hij vaak verliet om in Avignon zijn doctoraat theologie voor te bereiden en behaalde op 8 februari 1657. In die stad kon hij genieten van een benoeming in het onderwijs bij het overlijden van Pierre Bouvet, "want er was een ervaren theoloog nodig" en zo troostte hij zich door een werelds leven te leiden, wat in tekst van Gaillard te ontwaren is: "Enkele tijd later [na de geschiedenis van de bedorven plaaster] bracht een priester 3 meisjes naar die plek [het Ovendal]. Om te lachen en om zich aangenaam voor te doen stuurt hij zijn jachthonden het bos in: "Ga de Dame van Benoîte opeten" ...een goddeloosheid die hem duur te staan zal komen en waarvoor hij weldra gestraft zal worden. Hij wordt zwaar ziek, maakt pijnlijke ongevallen mee, zonder dat zijn reizen om artsen te vinden hem helpen. Steeds verzwakt door zijn ongemakken [Laus bestond al] en daar Benoîte hem steeds meer zag lijden raadt ze hem aan tot O. L. Vrouw van Laus te bidden. Hij gaat er heen, zegt zijn gebeden en geneest. Maar terug naar zijn eerste gebreken ondergaat hij dezelfde ongemakken en sterft na veel lijden. Het is een troost dat voor zijn dood God hem de tijd gaf om boete te doen: hij liet M. Peytieu, de priester van Laus en Benoîte ontbieden en die hem tot zijn dood bijstaan: hij krijgt alle Sacramenten en sterft heel christelijk in een diepe spijt over zijn zonden. Een mooi voorbeeld voor de vrijzinnigen en ongelovigen dat aantoont dat er met God en zijn heiligen niet wordt gespot. Als het toch gebeurt, moet men zich wenden tot God en zijn heilige Moeder, en versterving doen zoals deze goede priester.

    Vertaling: Broeder Jozef

    9. Jezus' tijdgenoten [aflevering 267]

    Josephus Flavius

    Toen ik hoorde hoe het gegaan was, werd ik vreselijk boos en vertrok naar Tiberias. Daar nam ik de zorg op me voor de koninklijke schatten en probeerde te redden wat er te redden viel, uit de handen van de plunderaars. Het ging om kandelaars van Corinthisch koper, koninklijke tafels en een grote hoeveelheid ongemunt zilver. Ik nam mij voor om alles wat ik in handen kon krijgen voor de koning te bewaren. Daarom liet ik tien van de belangrijkste raadsleden en Capellus, de zoon van Antyllus, bij mij komen en vertrouwde hen de spullen toe, met de opdracht dat ze die aan niemand anders dan aan mij mochten afgeven. Vandaar vertrok ik samen met mijn medeafgevaardigden naar Gisala, naar Johannes, om te weten te komen wat hij van plan was. Binnen de kortste keren begreep ik dat hij uit was op een revolutie en de macht wilde overnemen. Hij wilde dat ik hem de bevoegdheid gaf om het graan weg te halen, dat aan de keizer toebehoorde en opgeslagen lag in de dorpen in Opper-Galilea. Hij beweerde dat hij de opbrengst daarvan wilde besteden aan de bouw van muren rond zijn eigen stad.

    Toen ik echter doorkreeg wat hij van plan was en wat hij eigenlijk wilde, zei ik hem dat ik hem daar geen toestemming voor gaf, omdat ik, nu ik door de bevolking van Jeruzalem belast was met de zorg voor het algemeen belang, en dat voor de Romeinen en voor mijzelf wilde bewaren. Toen het hem dus niet lukte om mij te overreden, wendde hij zich tot mijn metgezellen, die geen oog voor de toekomst hadden en maar al te graag smeergeld aannamen. Hij kocht hen met geld om, zodat zij de opdracht gaven dat alle graan dat in het district aanwezig was, aan hem overhandigd moest worden. Omdat ik in mijn eentje was en door twee man werd overstemd, hield ik mijn mond.

    Toen haalde Johannes nog een van zijn schurkenstreken uit. Hij vertelde dat de joden die in Cesarea Philippi woonden en daar op last van de vertegenwoordiger van de koning waren ingesloten, hem hadden verzocht om hen voldoende olie te leveren, omdat zij niet meer over olie beschikten die zuiver genoeg was voor hun gebruik. Anders waren ze gedwongen om olie te gebruiken die de Grieken leverden en daarmee zouden ze hun eigen wetten overtreden. Johannes vertelde dat, niet uit religieuze overwegingen, maar uit een schandalig winstbejag. Hij wist namelijk dat in Cesarea twee sexten [1 sext is ± 0,5 liter] olie werden verkocht voor een drachme, maar in Gisala tachtig sexten voor vier drachmen. Hij gaf dus opdracht om alle aanwezige olie naar Cesarea te brengen, waarbij hij deed alsof hij daarvoor toestemming van mij had gekregen. Die had ik hem echter niet vrijwillig gegeven, maar uit angst voor de massa, die mij zou hebben gestenigd, als ik hem dat had verboden. Toen ik Johannes op die manier daar toestemming voor had gegeven, verdiende hij grof geld met die schurkenstreek.

    Vertaling: Broeder Joseph

    10. Het sacrament van de Eucharistie [deel 2]

    Wat Maria ons vraagt

    Op 16 mei 1986 vraagt Moeder Maria ons: "Lieve kinderen! Ik roep jullie op tot een actievere deelname aan de H.Mis. Ik zou willen, dat jullie H. Mis een Godsbelevenis wordt. Ik zou voor alles de jeugd willen zeggen: Weest open tegenover de H. Geest, want God wil, in deze dagen, waarin satan zo sterk is, jullie naar Zich toe trekken. Bedankt dat jullie aan mijn oproep gehoor hebben gegeven!"

    Laten we dit ongelooflijke sacrament waartoe Maria ons oproept eens van naderbij bekijken. Nu in de tijd waar vele kinderen hun Eerste communie gedaan hebben of misschien nog moeten doen, waar er ongelooflijk veel tijd en energie gestoken wordt in de uiterlijkheden bij het toedienen van dit sacrament, maar waar de werkelijke betekenis aan velen voorbij gaat.

    Wie gelooft er nog in de werkelijke aanwezigheid van Jezus in dit Heilig Sacrament?

    En toch is dit wat Jezus werkelijk wilde: op deze stoffelijke wijze onder ons aanwezig zijn.

    Zoals "de ark van het verbond" een teken was van Gods aanwezigheid die meegedragen werd met de Israëlieten door de woestijn, zo wil Jezus onder de gedaante van Brood steeds bij ons zijn in het H. Sacrament des Altaars.

    Waarom wilde Jezus onder deze gedaante onder ons aanwezig zijn?

    Waarom vraagt Moeder Maria ons om zoveel mogelijk de eucharistie mee te maken en zegt ze ons dat dit de belangrijkste vorm van gebed is?

    Waarom vraagt ze ons om te vasten op water en brood?

    Anne Van Der Sloten

    11. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 93]

    Hoofdstuk 2: Johannes De Doper tot het doopsel van Jezus

    Johannes’ doopplaats te Ennon Melchisedek

    Johannes doopte op verscheidene plaatsen. Eerst te Ennon in de streek van Salim [of Salem]. Dan te On, tegenover Betabara op de westzijde van de Jordaan, niet ver van Jericho, waar hij over enige weken Jezus zal dopen. De derde doopplaats was aan de oostzijde van de Jordaan, een paar uren meer noordelijk dan de tweede. Ten laatste doopte hij wederom te Ennon, waar hij ook gevangen genomen werd.

    Het water waar Johannes doopt, is als een arm van de Jordaan, die aan de oostzijde van de stroom een bocht maakt van wel een uur lang. Die arm is op enige plaatsen zo smal, dat men er kan overspringen, en op andere weer breder zijbed kan zich hier en daar veranderd hebben, want reeds toen zag ik op menige plaats geen water. Die bocht of arm van de Jordaan omvat kleine vijvers en bekkens die hun water uit die arm van de Jordaan ontvangen. Zulk een vijver, door een dijk van die arm gescheiden, is de doopplaats van Johannes te Ennon.

    Er lagen buizen onder de dijk,waardoor men het water er in en uit kan laten. Johannes had die plaats daartoe alzo ingericht. Hij had bij de oever een inham [bucht] gemaakt en er liepen landtongen in. De dopeling stond tussen twee van die landtongen tot bij de gordel in het water en kon tegen een borstwering leunen. Deze liep voor de tongen [en verenigde zodoende hun punten]. Op één van de landtongen stond Johannes en schepte water met een schaal op het hoofd van de dopeling. Op de tegenover gelegen landtong stond een gedoopte,die de hand op de schouders van de dopeling legde. Aan de eerste dopeling had Johannes zelf de hand opgelegd. Het bovenlijf van de dopelingen was niet geheel ontbloot. Er werd hun een soort witte doek omgeslagen die slechts de schouders bloot liet. Er was daar ook een hut, waarin zij zich konden uit- en aankleedden. Ik heb hier geen vrouwen gedoopt zien worden. Onder zijn doopwerk heeft Johannes een wit, lang gewaad aan.

    10. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen

    Profetie 100: De Balneis Etruriae [Van de badplaatsen van Etrurië]

    Gregorius XVI [1831-1846]

    Echte naam: Bartolommeo Alberto Cappellari [Belluno, 18 sepember 1765 - Rome, 1 juni 1846]

    Gregorius XVI was paus van 1831 tot aan zijn dood in 1846, dus 15 jaar. Cappellari werd in Belluno geboren, en trad in 1783 als "Broeder Mauro" in bij de Orde der Camaldulenzers, een tak van de Benedictijnen, in Murano, nabij Venetië. Hij werd in 1787 tot priester gewijd.

    Cappellari werd in Belluno geboren, en trad in 1783 "Broeder Mauro" in bij de de Orde der Camaldulenzers, een tak van de Benedictijnen, in Murano, nabij Venetië. Hij werd in 1787 priester gewijd. In 1799 publiceerde hij "II Trionfo della Santa Sede," waarin hij de Jansenisten veroordeelde. Cappellari werd in 1800 lid van de Academie van het Katholieke Geloof, waarvoor hij een aantal theologische en filosofische stukken schreef. Hij werd abt van de Romeinse abdij San Gregorio in Celio in 1805. Nadat paus Pius VII in 1809 uit Rome wegtrok per order van Napoleon, verhuisden Cappellari en enkele anderen van zijn orde naar Murano in Venetië, en in 1814 naar Padua. Toen Pius VII in datzelfde jaar in ere hersteld werd, werd Cappellari benoemd tot raadsman van de inquisitie, prefect van de Propaganda én controleur van de Bisschoppen.

    Chris De Bodt

    11. Profetiën: Heilige Ephraïm, de Syriër [±306 - 373]

    Profetie 4

    In het verzoenen zal hij sluw zijn, zodat hij spoedig zal geliefd worden door alle volkeren. Hij zal noch geschenken aanvaarden, noch in toorn spreken. Hij zal niet nors zijn, maar zelfs opgewekt. En in dit volledig welgeplande schema zal hij de wereld verleiden voor zo lang hij zal regeren. En vele volkeren en landen zullen zijn grote waarden, eerlijke daden en macht aanschouwen en hem met grote vreugde kronen, waarbij ze tegen elkaar zullen zeggen: "nooit is er zo’n goede en rechtvaardige gekomen."

    Vertaling: Chris De Bodt


    13-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.13 juni 2011
    België zit vandaag, dag op dag, één jaar zonder regering: een absoluut wereldrecord

    13 juni 2011

    1. Meer buitengewone onthullingen over Pater Pio


    Volgens het nieuwe boek, waarover we reeds eerder schreven: "Padre Pio Under Investigation: the Secret Vatican Files," werd aan de vermaarde priester in 1821 gevraagd om 6 verklaringen onder eed af te leggen. Men vroeg hem zelfs om dit knielend en met de hand op de Bijbel te doen. In deze merkwaardige getuigenissen, onthulde hij details over zijn stigmata, zowel als over het grootste mysterie waarmee hij in verband werd gebracht: de bilocatie.


    Tijdens het onderzoek door Rome [bevolen omwille zijn steeds grotere bekendheid] vroeg de Bisschop-onderzoeker, Monseigneur Raffaelo Carlo Rossi, aan Pio om zijn wollen handschoenen te verwijderen, waarop Rossi de mystieke wonden onderzocht en gedetailleerd beschreef.

    De "wonde" die hij vond op de palm van zijn rechterhand, had een diameter van zo’n vijf millimeter en was bedekt met kleine korstjes met bloedachtige substantie. Maar er was geen gat, ontdekte de Vaticaanse onderzoekers. Dit is nieuw: "het is duidelijk dat er geen beschadiging is van de huid, geen gat, nog zijwaarts, noch in het midden," schreef Mgr. Rossi. "Hieruit blijkt het mogelijk om op te maken dat het zichtbare bloed op de rechterhand dat stolt in de korsten, uit de huid zelf komt door afscheiding."

    De heilige bevestigde dit en zei dat de pijn zo erg was dat zijn volledige hand aan deze pijn leed tijdens de stigmata en voornamelijk in het midden en ook wanneer hij zijn hand samenkneep. Aan de achterkant was er een gat van zo’n 3 millimeter, maar ook zonder beschadiging, noch verbonden met de palmwonde aan de voorzijde. De linkerhand zag er eigenlijk hetzelfde uit: de palmwonde was zo’n 4 millimeter, met ook een wonde aan de achterzijde.

    Op de voeten van Pater Pio werd iets gezien dat leek op een roos van zo’n twee en een halve millimeter diagonaal aan de bovenkant, een "wonde" met wittere, brozere huid die op dat moment niet bloedde [maar wel bij gelegenheid]. Op de voetzool was de rooswonde de helft kleiner. Elders was er een "zijwonde" van eveneens zo’n twee en een halve millimeter aan de onderste rib en die soms, tijdens zijn slaap, bloedde tot bovenaan, waar het bloed een zakdoek doorweekte. Pater Pio vertelde aan Mgr. Rossi dat de "oorspronkelijke onzichtbare stigmata" begonnen rond 1911 toen de priester pijn voelde op de plaatsen waar de wonden later zichtbaar zouden worden. Het begon dat jaar met een rode vlek op 8 september, de dag waarop in de Kerk de verjaardag van de Heilige Moeder wordt gevierd. De zijwonde vormde zich beduidend later, op 5 augustus 1918. Dit is de dag van dewelke onze Heilige Moeder te Medjugorje heeft gezegd dat het haar werkelijke verjaardag is.


    Ondertussen werd er eveneens onthuld dat, als Pater Pio Jezus, Maria en de heiligen zag, het een "intellectueel visioen" was [geen zichtbaar visioen met de ogen, ten minste tot aan het jaar 1921, het jaar van het onderzoek]. Verder informeerde Pio de onderzoeker dat deze plaatsvonden in "afzonderlijke perioden," bij gelegenheid, sinds zijn twintigste [hoewel hij zichtbare aanvallen heeft gezien van de duivel als tienjarig kind].

    Wat de bilocatie betreft, een fenomeen waarbij de persoon wordt gezien op een andere plaats waar hij fysiek niet zou kunnen aanwezig zijn, en dat talloze keren werd vastgesteld door hen die om de tussenkomst van Pater Pio vroegen, getuigde de heilige dat hij daar niet zoveel over nadacht, hijzelf het niet kon onderzoeken, noch kon vaststellen of het zijn geest was die zich verplaatste naar andere plaatsen, of dat het een afbeelding was van de plaats of de persoon. Hij zei: "Ik weet niet of ik daar aanwezig was met mijn lichaam of niet." Hij werd op ver uit elkaar gelegen plaatsen, overal ter wereld gezien, en met enige regelmaat in de Verenigde Staten.

    "Het gebeurde gewoonlijk," zei Pater Pio, "terwijl ik aan het bidden was en eerst ging mijn aandacht naar het gebed en vervolgens naar deze voorstelling en daarop was alles terug normaal zoals in het begin." Hij kon zich enkel twee aangelegenheden heel specifiek herinneren. "Ik denk dat er nog andere gevallen waren, maar dit zijn deze die ik mij nog steeds herinner," zei hij in 1921, op de leeftijd van 34 jaar.

    Eenmaal bevond hij zich aan de zijde van het bed van een zieke vrouw in San Giovannni Rotondo, de andere maal was hij bij een kloosterling die hij berispte om zijn slechte gewoonten en er bij hem op aandrong om zich te bekeren.

    Het was de eerste keer dat Pater Pio over de bilocaties sprak, en Hij was er volgens de onderzoeker, kenbaar in geïnteresseerd. "Ik denk niet dat ik er mijn geestelijke begeleider ooit heb over aangesproken, omdat ik er niet zoveel aan dacht," zei hij. "De mensen spraken mij erover, maar ik bleef discreet: ik heb het nooit ontkend, noch bevestigd."

    Dit en andere krachtgevende details bevinden zich in dit nieuwe boek, waarvan de gegevens verzameld werd door Vr. Francesco Castelli en nooit eerder geziene interviews bevat.

    De documenten kwamen ter beschikking na een edict door Paus Benedictus XVI in 2006 om de gegevens van het Heilige Officie ter beschikking te stellen voor iedereen tot 1939. Peter Pio was zelf verbaasd door alles wat met hem in verband werd gebracht. Op een gegeven ogenblik zei hij over zichzelf: "Ook voor mijzelf ben ik een raadsel!"

    Vertaling: Chris De Bodt

    2. Bloedrode maansverduisterting aanstaande woensdag

    Woensdagavond 15 juni komt de volle maan op tijdens een maansverduistering. De maan beweegt dan precies door de schaduw van de aarde en neemt een rode kleur aan. De maansverduistering begint rond halfnegen, maar dan is het nog licht en is de maan nog niet op. Tegen halftien is de maan helemaal in de schaduw van de aarde getreden en is de verduistering totaal, maar dan staat de maan nog 4,5 graad onder de horizon. Terwijl de zon ondergaat, kruipt de maan echter langzaam van onderaf naar de horizon.


    Pas om kwart voor tien verschijnt de maan aan de zuidoostelijke horizon. Omdat het nog niet donker is, kan het even duren voordat de donkerrode tot gelige bol goed te zien is. Naarmate het meer gaat schemeren, wordt de verduisterde maan beter zichtbaar. Omdat de maan zo laag staat, zal hij extra groot lijken. Na de opkomst van de maan duurt de totale verduistering nog ruim een uur. Om 23.03 uur zal aan de rechterbovenkant van de maan een helder randje verschijnen, feller dan de rest van de donkere maan. Het eerste stukje van de maan treedt dan uit de aardschaduw. Dit lichte stukje wordt langzaam groter en na een halfuur is meer dan de helft al uit de schaduw tevoorschijn gekomen. Om 0.02 uur is de maan weer helemaal verlicht.

    De kleur van de totaal verduisterde maan kan sterk variëren. De ene eclips is donkerder dan de andere. Dit heeft te maken met de toestand van onze atmosfeer. Zijn er bijvoorbeeld veel vulkaanuitbarstingen geweest, dan zit er veel stof in de atmosfeer. Doordat de dampkring dan minder licht doorlaat, krijgt de maan een donkerrode tot bruine kleur. Is de atmosfeer helderder, dan neigt de kleur meer naar oranje of kopergeel. Omdat de maan tijdens deze verduistering vrij laag staat, zal de kleur meer naar rood neigen door de breking van het maanlicht door de atmosfeer.

    De zonsverduistering die niemand zal zien

    Net zoals juni begon met een gedeeltelijke zonsverduistering, is dit ook het geval voor juli. Op 1 juli zal deze voor het grootste gedeelte plaatsvinden boven de Zuidpool. Aangezien het daar nu winter is, blijft de zon onder de horizon en zal niemand ze kunnen waarnemen. Nog dit jaar is er op 25 november een gedeeltelijke zonsverduistering en op 10 december een totale maansverduistering

    3. Beeldverslag van de Verschijning van Maria aan Mirjana van 2 juni 2011


    Dit beeldmateriaal bevindt zich eveneens in het tekstvak van 2 juni 2011

    Chris De Bodt

    4. Medjugorje: De IIPG [International Internet Prayer Group] [Deel 31]

    Joe’s verhaal

    Onophoudelijk begenadigd

    Op latere leeftijd ging ik bij de Luchtmacht, ging er opnieuw uit, om er later terug bij te komen. Tijdens deze periode huwde ik ook LaNell, een lieve, jonge Texasmeid, die mij hart deed sneller slaan en mij deed springen in mijn schoenen. Zij was geen Katholiek, maar had wel de regels gevolgd van voor Vaticaan II. Zij werd samen met onze vijfjarige zoon, Steve, en onze kleinste meid Nita, gedoopt op 25 december 1963. Wat een vreugdevolle en roemrijke dag!

    Na mijn Vietnamavontuur begon ik een andere weg op te gaan. Een hopeloze zaak. God pastte niet meer in ons beider programma. Ik was steeds aan het vliegen. LaNells tijd ging volledig naar de kinderen, hun ziekten en mijn afwezigheid. De Mis? Misschien elke zes weken of zo. Biecht? Wat was dat? Zonde? Ik had geen tijd om na te denken over wat goed of slecht was, we handelen naar de omstandigheden. De enige keer dat ik aan God dacht was, toen ik werd neergeschoten en een bijna-dood-ervaring meemaakte. Vreemd hoe ik het in die tijd toch klaarspeelde om nog te bidden.

    Bron: IIPG

    Vertaling: Chris De Bodt

    5. Grace [10/10]

    °26 juli 2002 - †26 september 2002

    Grace Anne kwam op 26 juli 2002 ter wereld. Na twee maanden ging ze terug naar de hemel. We kregen veel meer dan we hadden durven dromen.

    Het verdriet verwerken: steun van God

    We hebben nergens spijt van. We herinneren ons ieder detail van haar lichaam, haar geur, haar uitzicht. Ik droeg rose kleren op de begrafenis, ik wou haar leven vieren. Op het kerkhof heeft mijn schoonbroer een gedicht voorgelezen en hebben we een twaalftal roze en witte ballonnen los gelaten.

    Ik ga vaak naar haar grafje. Het is hard te weten dat zij fysiek niet meer bij me is... Ze zal daarentegen altijd in mijn hart zijn. Ik ben voor altijd veranderd.

    Ik heb veel gesteund op mijn geloof in God tijdens de moeilijke momenten. Ik ben katholiek opgevoed en heb een vast geloof. Ik wist dat toen wij besloten hadden Grace bij ons te houden ondanks haar toestand dat God voor ons zou zorgen. Hij heeft voor alles gezorgd en beter dan ik gehoopt had. Hij was goed, barmhartig en heeft onze situatie beter geregeld dan we gepland hadden. Mijn geloof is dieper gegroeid dankzij Grace. Niets is toevallig gebeurd. Hij heeft de juiste mensen op onze weg gezet [inclusief de "Sisters of Life" en de "Morning Light Ministry"] en heeft voor iedere stap die we moesten zetten zorg gedragen. Hoe hard deze ervaring ook was, Hij was steeds onze rots en ik zal Hem steeds blijven vertrouwen. Onze ervaring met Grace was voor 90% prachtig en voor 10% het hardste wat we ooit beleefd hebben. Zonder geloof betwijfel ik of we dit alles hadden kunnen doen.

    Grace heeft het beste naar boven gehaald in de mensen om haar heen. Ze was het meest afhankelijke wezentje ... ze heeft goedheid laten ontdekken in de mensen. Mijn man en ik blijven maar herhalen dat de mensen goed zijn. Grace bood de kans aan veel mensen, of we die al eerder kenden of niet, om onvoorwaardelijk te leren beminnen. De mensen leken nooit genoeg voor ons te kunnen doen, ze wilden altijd maar meer doen. Het ziekenhuis heeft zich in alle bochten geplooid om ons te helpen. Onze vrienden en onze familie blijven ons steunen en beminnen. Grace heeft vele, heel vele mensen geraakt tijdens haar korte leventje. Ze heeft gedurende die twee maanden meer gedaan dan andere mensen gedurende gans hun leven. Zij vertegenwoordigde de zuivere liefde en ze kreeg zuivere liefde. Hoe zeer ik haar ook mis, toch besef ik dat ze haar taak hier beneden afgewerkt heeft. Haar impact overstijgt ons. Ik dank God dat Hij ons via haar gezegend heeft. Zij was de moeite waard.

    De dokters die met ons gewerkt hebben, hebben ons gezegd dat ze nooit meer op dezelfde manier naar een geval als het onze zullen kijken. Grace was een lerares en een pionierster. Zij heeft mijn man en mij dichter bij mekaar gebracht, heeft ons geloof versterkt en heeft me geholpen de mooie dingen van het leven te waarderen. Ze heeft me ook getoond dat de dood vredig kan zijn. Mijn twee andere dochtertjes weten dat nu ook. Grace was werkelijk verbazend en ongelooflijk.

    Vertaling: Christine

    6. Fatima in Lucia's eigen woorden: "De Oproepen" [aflevering 20]

    De drie herderskinderen en hun families

    Ongetwijfeld is de menselijke wetenschap, met al de kennis die ze bevat, goed, vooral wanneer ze door wijze mensen gestuurd wordt, omdat de grootsheid van de kracht, de wijsheid en de goedheid der kennis ons een diepe menselijkheid bijbrengt, zodat we er ons van bewust worden dat zelfs, na zoveel moeite en studie, de meest geleerde mensen er steeds nog niet in zijn geslaagd om zelfs één van de ontelbare schoonheden te begrijpen die van de almachtige, scheppende handen van de Heer komen.

    En zo moet elk huis de eerste school zijn van de kinderen, waar ze God leren kennen en dichter tot Hem komen door middel van de sacramenten en het gebed, waar ze leren om zichzelf voor te bereiden op hun Eerste Communie, niet alleen door de voorschriften van Gods Wetten te leren, maar eveneens door het levendig geloof, de sterke hoop en de vurige liefdadigheid bij hen in te prenten, die op jonge leeftijd, gegrift in hun zielen, in hen zal blijven vertoeven als een licht om hun stappen te leiden doorheen hun leven. Op deze wijze zullen de kinderen gelukkig zijn en zal het Brood der Engelen het voedsel zijn dat hen zal sterken: "Dit is het brood dat neerdaalde uit de Hemel [...] hij die ervan eet zal voor eeuwig leven." [Johannes 6: 58]

    Wanneer u deze regels leest, lieve bedevaarders, zullen sommigen onder u zich afvragen wat dit allemaal van doen heeft met de Boodschap of met de stemming rond Fatima. Sta me toe u te zeggen dat dit er alles mee te maken heeft, daar de Boodschap in haar geheel een oproep is om Gods wet na te leven. Ik denk dat het dankzij dit feit is dat deze families de goddelijke wetten hebben onderhouden, en dit ondanks hun onvermijdelijke zwakheden van menselijke aard, die over hen die blik van de oneindige barmhartigheid van God bracht. Geloofd zij Onze Heer Jezus Christus! Ave Maria!

    Vertaling: Chris De Bodt

    7. Dagboek van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 137]

    Schrift 1

    309. God en de zielen. Akte van opoffering.

    In aanwezigheid van de hemel en de aarde, in aanwezigheid van de engelenkoren, in aanwezigheid van de Allerheiligste Maagd Maria, in aanwezigheid van de hemelse machten, verklaar ik aan God, de Drieëenheid, dat ik mij vandaag in eenheid met Jezus Christus, Redder van de zielen, vrijwillig aanbied als offer voor de bekering van de zondaars en in het bijzonder voor de zielen die hun hoop op de goddelijke Barmhartigheid verloren hebben. Dit offer bestaat erin dat ik met volledige onderwerping aan de goddelijke Wil, het lijden, de angsten en verschrikkingen, waarvan de zondaars vervuld zijn, aanvaard en hen in ruil al de vertroostingen van mijn ziel geef die voortvloeien uit mijn innige omgang met God. In één woord, ik offer alles voor hen: de heilige Missen, de heilige Communies, de boete en verstervingen, de gebeden. Ik vrees geen slagen, slagen van de goddelijke gerechtigheid, want ik ben verenigd met Jezus. O mijn God, ik verlang op deze wijze eerherstel te brengen voor de zielen die niet in Uw goedheid geloven. Ik vertrouw, tegen alle hoop in, op de oceaan van Uw barmhartigheid. Mijn Heer en mijn God, mijn deel voor eeuwig, ik doe deze akte van opoffering en reken niet op mijn krachten maar op de macht die voortvloeit uit de verdiensten van Jezus Christus. Ik zal deze akte van opoffering elke dag herhalen door het volgende gebed te bidden dat Gij Zelf, Jezus, mij geleerd hebt: "O Bloed en Water, voor ons als een bron van Barmhartigheid ontsprongen aan het Hart van Jezus, ik vertrouw op U." [Zuster M. Faustyna van het Allerheiligste Sacrament. Witte Donderdag, tijdens de heilige Mis. 29.3.1934.]

    310. "Ik geef U een klein aandeel in de verlossing van de mensheid. Gij zijt Mijn verkwikking in Mijn doodstrijd."

    311. Toen ik van mijn biechtvader de toestemming kreeg deze akte van opoffering te doen, heb ik vlug begrepen dat ze aangenaam was aan God, want ik begon onmiddellijk de gevolgen ervan te ervaren. In één ogenblik werd mijn ziel een rots, droog, vol kwellingen en onrust. Allerhande godslasteringen en vervloekingen drongen mijn oren binnen. Wantrouwen en wanhoop namen hun intrek in mijn hart. Dat is de toestand van de armen die ik op mij nam. Aanvankelijk had ik schrik van de gruwelen, maar bij de eerste biecht werd ik gerustgesteld.

    Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken

    8. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 137]

    Vierde Lezing: Over het Vagevuur

    Deel 2

    O jij met je slappe leven, jij die om de wereld te behagen of je lichaam van een moment pijn te vrijwaren, bent niet bang om je met duizend zonden te bezoedelen! Zeg, heb je de mysteries van Gods rechtvaardigheid begrepen, heb je de lengte en de duur van de kwelling die je te wachten staan ingeschat: Indica mihi si habes intellentiam? [Job 38,1].

    Primitieve Kerk! Schoot van het Christendom! Voorbeeld van alle tijden! Met evenveel heiligen als gelovigen! Jij die, door de Apostelen ingewijd, uit de eerste hand de orakels kreeg van het mensgeworden Woord! Welk verschrikkelijk idee had je niet over de zware straffen voor zonden? Je wreekte het vanaf dit leven met een wonderbare strengheid.

    In de Kerk van de eerste tijde n was de kanonwet in alle strengheid toegepast. Er was geen uitstel noch toegeving. De boete en de helende werken werden opgelegd in de vereiste mate om volledig aan Gods rechtvaardigheid te voldoen. Deze boete bestond niet in het opzeggen van enkele korte gebeden, maar wel in lang vasten op water en brood het dagelijks bidden van psalmen, lange en lastige bedevaarten en een menigte goede werken. Een dief werd veroordeeld naargelang het belang van de buit tot twee à vijf jaar boete, een ketter tot zeven jaar, een zedeloze tot tien en meestal twaalf jaar vasten, tranen en openbaar buigen op de drempel van het heiligdom. Volgens die wrede berekening zou een heel leven met vasten als een kluizenaar, zelfs zo lang als dat van de patriarchen, amper volstaan om de gewoonte van dagelijks zondigen uit te boeten voor de hedendaagse mens? Wat zal de lengte en de wreedheid van het Vagevuur zwaar wegen voor de meeste zondaars!

    Bron: Abbé Arminjon

    Vertaling: [Broeder Joseph]

    9. Docudrama: Het Evangelie volgens Mattheus [22/26]

    Het Evangelie van de apostel Mattheus, het tweede Evangelie van de vier, wordt hier mooi naar voor gebracht in een getrouw en krachtig docudrama van de Bijbelse tekst. Het Evangelie van Mattheus reconstrueert nauwgezet en trouw het tijdperk van Jezus tijdens een onstuimige periode dat de loop van de geschiedenis zou veranderen. Acteurs zijn Richard Kiley, Bruce Marchiano, Mattheuw Roberts, Gerrit Schoonhoven en Joanna Weinberg. Het docudrama is ingesproken door Christopher Plummer. Het drama is geregisseerd door Regardt Van Den Bergh, dateert uit 1996 en duurt 4 uur en tien minuten.


    10. Benoite, de herderin van Notre-Dame du Laus [Aflevering 49]

    Hoofdstuk 2: De verschijningen in het Ovendal

    Het onderzoek van rechter Grimaud

    Onze man bezit niet het politie-instinct van een Jacomet die Bernadette op de rooster legde. De godsdienstige mentaliteit van toen aanvaardt gemakkelijk wonderbare feiten. In het voorwoord van zijn verhaal maakt Grimaud zelf gewag van feiten uit de streek, die de godsdienstige kroniek al veertig jaar teisteren: N-D de Grâces in Cotignac, beroemd sinds 1637 vanwege een verschijning aan broeder Fiacre, ook de godsvrucht tot Sint Jozef daar, N-D des Lumières tussen Apt en Cavaillon die sinds drie jaar veel besproken werd door de verkregen genezingen. Dus gaat deze brave christen resoluut ten aanval:

    "Ik vroeg haar of ze zeker was haar te spreken [vragen stellen], en ze zei me: Neen. Wat me verplichtte, met een heilige ingeving [haar te zeggen] dat het waarschijnlijk de Heilige Maagd was die haar verscheen met de kleine Jezus, en dat het een bijzondere vreugde voor haar was, dat ze haar moest aanspreken, maar dat ze eerst moest te biechten gaan en communiceren en instaat van genade vertoeven: daarna kon ze ronduit en onbevreesd praten. Ik zei haar wat ze moest zeggen:

    "Mijn goede Dame, ik en iedereen hier lijdt diep door niet te weten wie je bent!... Zou je niet de Moeder van onze goede God zijn? Wees zo goed het me te zeggen, en we zullen er een kapel optrekken om je te eren en dienen."

    De onschuldige en delicate uitdrukking van het geloof van Grimaud dient onderstreept: hij wilde Benoîte niet beïnvloeden door haar meteen te verklaren dat het waarschijnlijk de Maagd was die haar verscheen. Deze onvoorzichtige haast kan verwonderen. Maar deze godsvruchtige durf zal ons nog beter de verrassende eenvoud van de herderin aantonen. Ze zal in het geheel niet trachten in de kijker te komen. Ze kan niets uitvinden en zal in de komende weken nooit beweren dat de Maagd haar verschijnt.

    Inderdaad, Grimaud vervolgt: "Onze herderin deed al wat ik haar zei en sprak na enkele dagen de Dame aan: ze hield de korte toespraak die God me had ingegeven. Maar de Dame antwoordde dat het niet nodig was hier iets te bouwen [de plek was inderdaad vuil] dat ze er een andere gekozen had die veel aangenamer was, namelijk de plek Laus die ze aanwees om er geëerd en gediend te worden. In feite is die plek een charmante woestijn met lastige wegen."

    Zo beantwoordt de Dame alleen de tweede vraag, zonder de gekozen plek te onthullen, en Benoîte is haar trouwe weergave. De Maagd zal haar naam maar openbaren op een door Haar gekozen datum, zoals ze twee eeuwen later in Lourdes zal doen.

    Vertaling: Broeder Jozef

    11. Jezus' tijdgenoten [aflevering 266]

    Josephus Flavius

    Meteen nadat ik in Galilea was aangekomen en, door alles wat mij over hen werd verteld, had begrepen hoe de stand van zaken was, schreef ik over hen een brief naar het Sanhedrin in Jeruzalem, met de vraag wat ik moest doen. Zij raadden mij aan om daar te blijven en dat ik, als mijn medegezanten daartoe bereid waren, samen met hen de verantwoordelijkheid voor Galilea op mij moest nemen. Mijn medegezanten, die grote rijkdom hadden vergaard uit de tienden, die hen als priesters toekwamen en die zij in ontvangst hadden genomen, besloten echter om naar hun eigen land terug te keren. Toch gaven ze gehoor aan mijn verzoek toen ik hen vroeg om zolang te blijven, totdat we orde op zaken hadden gesteld. Daarna vertrok ik samen met hen uit Sepphoris en kwam aan in een dorp dat Bethmaus heette, vlakbij Tiberias. Vandaar stuurde ik boodschappers naar de senaat van Tiberias met het verzoek aan de belangrijkste mannen van de stad om naar mij toe te komen. Nadat ze aangekomen waren [Justus zelf was ook bij hen] vertelde ik hen dat ik, samen met deze andere priesters, door de bevolking van Jeruzalem als afgezant naar hen toe was gestuurd, om hen ervan te overtuigen dat ze het paleis moesten slopen dat de viervorst Herodes daar had gebouwd, omdat dat afbeeldingen van levende wezens bevatte, terwijl onze wetten ons verbieden om dergelijke afbeeldingen te maken. Ik wilde dat zij toestemming gaven om daar meteen mee te beginnen. Capellus en de andere belangrijke burgers uit de stad wilden ons echter een hele tijd geen toestemming geven, maar werden door ons helemaal overtuigd en waren het uiteindelijk met ons eens. Jezus, de zoon van Sapphias, een van de mensen die ik al eerder heb genoemd als leider van een oproerige bende van zeelieden en armoedezaaiers, was ons echter voor. Met een aantal Galileeërs stak hij het hele paleis in brand. Zij dachten dat hen dat een grote som geld op zou leveren, omdat ze hadden gezien dat een aantal daken met goud was bedekt. Zonder dat wij daar toestemming voor hadden gegeven, roofden zij ook een groot gedeelte van het meubilair, want nadat wij met Capellus en de notabelen van de stad van gedachten hadden gewisseld, waren we over Bethmaus naar Opper-Galilea vertrokken. Jezus en zijn bende moordden alle Griekse inwoners van Tiberias uit en alle anderen die, voordat de oorlog begon, hun vijanden waren geweest.

    Vertaling: Broeder Joseph

    12. Het sacrament van de Eucharistie [deel 1]

    Biecht en eucharistie

    De biecht is het sacrament van de vergeving. God vergeeft de zonden van de mens die Hij geschapen heeft, zodra hij daar maar berouwvol om vraagt.

    God geeft ons door Christus echter ook een bijzonder sacrament, waardoor Hij de zonden en de ziel van de wonden, die door de zonden zijn ontstaan, geneest, de eucharistie.

    De eucharistie is een feestmaal. De eerste voorwaarde om eraan deel te nemen is de vergeving van de zonden door de kracht van de goddelijke Liefde die zich bijzonder in de biecht openbaart. [vgl.Mt 22, 1-14]

    Maar het is niet voldoende vrij van zonden te zijn, de gelovige moet ook vast geloven dat Christus in de Eucharistie tegenwoordig is.

    De H. Paulus veroordeelde twee eigenschappen van christenen die de eucharistie vieren:

    Enerzijds gedragen zij zich tov anderen egoïstisch, anderzijds zijn zij zich helemaal niet bewust dat zich achter het eucharistisch Brood het LICHAAM VAN CHRISTUS verbergt. [1 Kor. 11,23]

    Hierdoor is voor een leven in de zin van de Eucharistie de regelmatige biecht noodzakelijk.

    [...]

    Wie tot het geheim van de Eucharistie doordringt, diens ziel wordt steeds gevoeliger en kan steeds gemakkelijker onderscheiden wat goed en niet goed is. Deze mens zal het kwaad weerstaan, de eucharistische liefde wordt een vast bestanddeel van zijn leven en hij zal de belichaming worden van de levende Eucharistie.’

    [Uit Eucharistie door Pater Slavko Barbaric]

    Anne Van Der Sloten

    13. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 92]

    Hoofdstuk 2: Johannes De Doper tot het doopsel van Jezus

    De "profeet" Johannes begint zijn zending

    Drie maanden vóór de doop trok Johannes tweemaal door het land [cfr Lk.3,3], om Diegene aan te kondigen die na Hem moest komen. Zijn tocht was gekenmerkt door buitengewone kracht, zijn gang door een onvermoeide stap, die snel was, zonder overhaastig te zijn. Hèt was geen zacht wandelen, gelijk [meestal] de gang van de Zaligmaker. Waar hij niets te doen had, zag ik hem ook wel lopen van veld tot veld. Hij gaat in de huizen, in de scholen en synagogen om te vermanen en te prediken. Hij verzamelt het volk ook op pleinen en straten rondom zich. Ik zag dat priesters en overheden hem hier en daar aanhielden, ter verantwoording riepen, doch verrast en vol verbazing hem weer op vrije voeten stelden.

    Ik begreep dat de uitdrukking "de Heer de wegen bereiden" niet louter zinnebeeldig te verstaan is, want ik zag hem zijn zending met het bereiden van wegen beginnen en ik zag hem door alle wegen en plaatsen trekken waarlangs later ook Jezus met zijn leerlingen gekomen is. Hij ruimde hier en daar struiken en stenen uit de wegen en baande paden. Hij legde brugjes over beken, reinigde hun bedding, groef doopvijvers met hun waterbekken, maakte zitplaatsen, rustbanken en lommerhutjes. Ik heb hem plaatsen zien bereiden waar de Heer later gerust, gepredikt en geheeld heeft.

    Door al deze werkzaamheden trok Johannes, de ernstige, eenvoudige en eenzame man in zijn ruwe kleding en ongewoon voorkomen de aandacht van de landmensen op zich en wekte de verwondering van de hutbewoners waar hij binnentrad om gereedschappen voor zijn werk te lenen en ook wel om de bewoners te verzoeken met hem mee te komen werken. Overal was hij aanstonds door nieuwsgierigen omringd. Hij vermaande hen vrijmoedig en ernstig tot boetvaardigheid, terwijl hij hun de nabijheid van de Messias die na hem kwam en wiens wegbereider hij zich noemde, aankondigde. Dikwijls zag ik hem in de richting wijzen van het gewest waar Jezus zich op dat ogenblik bevond. Ik zag Jezus nooit bij hem, hoewel zij vaak nauwelijks een uur gaans van elkander verwijderd waren. Eens zag ik hem ten hoogste een klein uur van Jezus en dan riep hij de mensen toe dat hijzelf het verwachte Heil, de Messias niet was, doch slechts een arme bereider van Zijn wegen, de voorloper van die Zaligmaker, die op dit ogenblik daar wandelde, en terzelfder tijd wees hij hun in die richting.

    14. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen

    Profetie 99: Vir Religiosus [Godsdienstig Man]

    Pius VIII [1829-1830]

    Echte naam: Francesco Saverio Castiglioni [Cingloni, Ancona, 20 november 1761 - Rome, 1 december 1830]

    Pius VIII was paus van 31 maart 1829 tot aan zijn dood in 1830. Hij studeerde kerkelijk recht bij de Jezuïeten en werd na zijn priesterwijding secretaris van de Commissie voor de Beoordeling van de Synodebesluiten van Pistoja [1786]. Hij was aansluitend vicaris-generaal in meerdere bisdommen. Hij werd in 1800 bisschop van Montalto benoemd door Pius VII. Na zijn weigering om trouw te zweren aan Napoleon, die Italië bezet hield, werd hij in 1808 overgebracht naar Frankrijk. Na de Franse nederlaag werd hij in 1816 bisschop van Cesena en tevens kardinaal. De "Santa Maria in Transpontina" was zijn titelkerk. Later pontificeerde hij in het bisdom Frascati. Hij was een vriend van Pius VII en Consalvi. Na de dood van Paus Pius VII, in 1823, gold hij als de belangrijkste kandidaat, maar werd als gevolg van de conflictueuze verhoudingen tussen gematigden en conservatieven tijdens het conclaaf niet gekozen. Hij vervulde verschillende hoge ambten en werd na de dood van paus Leo XII tot paus gekozen. Tijdens zijn pontificaat vaardigde hij in 1829 een encycliek uit [Traditi humilitati nostrae] en in 1830 het korte schrijven "Litteris altero." In beide publicaties wordt een aantal moderne kwalen opgesomd, die bestreden dienen te worden: de moderne filosofie, het sofisme, bijbelgenootschappen en het katholieke leergezag alsook geheime organisaties zoals de Carbonari. Na de Julirevolutie in Frankrijk spoorde hij aan tot erkenning van Louis-Philippe.

    Reeds tijdens het conclaaf van 1823 werd Castiglioni tot de kanshebbers gerekend. Kardinaal Wiseman verhaalt dat de keuze van deze paus en ook de naam die hij zou aannemen door Pius VII zelf waren voorspeld. Bij een bepaalde gelegenheid richtte de paus zich tot kardinaal Castiglioni en zei: "Uwe Heiligheid Pius VIII zal deze zaak wel regelen."

    De verklaring van Malachias is eenvoudig: Pius betekent vroom. Zijn familie stond bekend om haar diepe geloof en het was niet de eerste paus die stamde uit deze familie.

    Chris De Bodt

    15. Profetiën: Heilige Ephraïm, de Syriër [±306 - 373]

    Profetie 3

    In oprechte waarheid zal hij geboren worden uit een onteerde vrouw en zo zal hij, als een geslepen dief, allen misleiden. Eerst zal hij nederig en vriendelijk zijn en de woorden van de onrechtvaardigen haten. Hij zal alle afgoden omverwerpen en de vroomheid eren. Hij zal het opnemen voor de armen, uitmuntend zijn in eerlijkheid en om alles goed te ordenen. Hij zal allen genoegdoen.

    Vertaling: Chris De Bodt

    16. Duizendblad [Achillea millefoilium]

    Duizendblad is uit ons leven niet meer weg te denken. Het is een helper bij alle mogelijke ziektes, maar in de eerste plaats is het een geneeskruid voor vrouwen. Of het nu om een jong meisje gaat met onregelmatige menstruatie of een vrouw in de overgangsleeftijd of die periode achter de rug heeft, het is voor elke vrouw van belang nog eens een kopje duizendbladthee te drinken. Duizendblad groeit in overvloed op weiden, smalle veldweggetjes en wegen. Het draagt witte of rozerode bloemen. In elk geval moet men de bloemen plukken bij sterke zonneschijn omdat dan de geneeskracht het grootst is.


    Aan te wenden bij:
    • Bloeddrang naar het hoofd, gepaard met hevige pijnen
    • Duizeligheid, misselijkheid
    • Oogpijn met tranenvloed, stekende pijnen in het oog
    • Neusbloeden
    • Aanval van migraine
    • Beendermergziektes
    • Sterk bloedende aambeien [ook zalf]
    • Brandende en gespannen maag
    • Ontstoken lever, maag- en darmkanaal
    • Stoornissen in de bloedsomloop, kramp in de bloedvaten
    • Lastige jeuk aan de schede [zitbaden]
    • Ondersteunend bij griep, verkoudheid en koorts
    • Ondersteunend bij hooikoorts
    • Vrouwenziektes in het onderlichaam
    • Baarmoederverzakking
    Hoe te gebruiken?
    • Als thee:

      1 overvolle theelepel kruid op 1/4 liter water, opgieten en kort laten trekken [overdekt]. 2 à 3 tassen per dag, enkel vlak voor het gebruik te maken.

    • Als zitbad bij krampen in het onderlichaam, bij menstruatiepijnen.

      100 g duizendblad [bloem, blad en stengel] een hele nacht in koud water zetten, de volgende dag aan de kook brengen en bij het badwater voegen [eerst zeven]

    • Als zalf:

      Bij aambeien. 90 g ongezouten boter of varkensvet goed heet laten worden, 15 g fijngesneden bloemen en 15 g frambozenblaadjes daarin doen en kort laten opkoken, omroeren en afzetten. De volgende dag alles even opwarmen, door een doekje persen en in schone glaasjes of potjes in de koelkast bewaren.
    Waarschuwingen:
    • Best niet langer dan één maand na elkaar gebruiken.
    • Kan eventueel de stolbaarheid van het bloed doen toenemen
    • Kan de absorptie van calcium, magnesium, zink,... beïnvloeden, neem daarom voedingssupplementen of ijzerpreparaten niet tegelijk in met duizendblad.
    • Niet gebruiken bij allergie voor gewoon duizendblad, voorzichtigheid is geboden bij allergie op andere zoals arnica, goudsbloem of echte kamille
    • Kan bij uitwendig gebruik mogelijk een allergische huidreactie geven onder de vorm van jeuk of blaasjes, in dit geval stoppen met het gebruik.
    • Niet gebruiken tijdens de zwangerschap en borstvoeding
    Anne Van Der Sloten


    10-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.10 juni 2011
    10 juni 2011

    1. Medjugorje: De IIPG
    [International Internet Prayer Group] [Deel 30]

    Joe’s verhaal

    Onophoudelijk begenadigd

    Tijdens heel mijn leven ben ik onophoudelijk begenadigd geweest. Ik zou het ook niet kunnen toegeven, maar God de Vader, de Heilige Geest, Jezus, Mijn Heilige Moeder en/of Pepe, mijn engelbewaarder, waren steeds daar. Hoogstwaarschijnlijk waren ze het merendeel van de tijd, hysterisch aan het lachen, omwille van mijn ongelegen daden en reacties. Ik ben reeds Katholiek van in de wieg, grootgebracht in aan de andere kant, in Texas.

    Ik leerde als misdienaar, reeds op mijn vijfde, de Priester dienen bij de Mis. Dit was nog de Latijnse Mis waarbij het Heilig Sacrament van de Epistelzijde van het altaar, naar de Evangeliezijde van het altaar werd gebracht. Het eerste jaar was elke Mis een spannend avontuur, omdat ik nog zo klein was. Ik hield van de Eerste Vrijdagen. Ik mocht van de school de Vader bijstaan bij het uitdelen van de Communie bij de bedlegerigen in de tehuizen. Op een dag rammelde Vr. Chris Polanki een volledig Mis af, samen met 6 commincanten, in 9 minuten, met alles erop en eraan. Of het erg spiritueel was, daar twijfel ik wel aan, maar voor ons duurde het alleszins langer om onszelf en het altaar te bekleden dan de tijd die nodig was om de Heilige Mis te op te dragen.

    Mijn ouders hebben moeten vechten om mij en mijn twee oudere zussen de volledige katholieke schoolcyclus te doen volgen. Met mijn ervaringen in de, toen nog uitsluitend voor jongens middelbare school, kan ik vermoedelijk zo’n boek of twee schrijven. U zult uiteraard denken dat ik, met een dergelijke achtergrond, ongetwijfeld op het smalle en rechte pad bleef. Zo is diegene die mij leerde de Mis te dienen, nu de Bisschop van Austin, Texas. Neen, niet met zo mij, het leven werd voor mij voortdurend een uitdaging met een eeuwig verblijf in de biechtstoel.

    Bron: IIPG

    Vertaling: Chris De Bodt

    2. Grace [9/10]

    °26 juli 2002 - †26 september 2002

    Grace Anne kwam op 26 juli 2002 ter wereld. Na twee maanden ging ze terug naar de hemel. We kregen veel meer dan we hadden durven dromen.


    Grace overlijdt

    Gedurende de laatste week van haar leven kreeg Grace phébnobarbitalen. De crisissen werden langer en steeds frequenter. Met de medicijnen probeerden we haar te stabiliseren. Ze had ook mylanta nodig om de reflux te behandelen.

    Twee dingen heb ik God gevraagd vooraleer Grace zou sterven. Ik heb gebeden dat ze vredig zou mogen gaan en dat mijn twee andere meisjes deze ogenblikken zouden mogen mee beleven. God heeft mijn gebed gehoord en meer dan verhoord... De week voor haar dood werden de crisissen frequenter en langer. Ze kreeg medicijnen om haar toestand te stabiliseren. Ik dacht dat het zou lukken.

    We wenden aan grotere crisissen. Al wist ik verstandelijk best wel dat haar toestand fataal was, nooit liet ik de hoop varen, "ze was een mirakelkind." De nacht voor haar overlijden was ik de ganse nacht op met haar omdat ze constant ademhalingsstilstanden had. Ik was heel rustig, heb zelfs mijn man niet gewekt. Ik las in de bijbel en sliep met Grace op mijn borst. Ik las psalm 23 samen met haar. Ik voelde me in vrede. De volgende morgen kwam mijn man en we wisten dat het niet goed ging. Onze dochters hebben haar een knuffel gegeven om tot ziens te zeggen. Ik heb hen naar de bushalte gebracht. Toen ik terug kwam leek Paul erg ongerust. We gaven Grace een badje, ze had die altijd geapprecieerd. Ik heb haar aangekleed en ingesmeerd met een speciale lavendelcrême. Mijn ouders zijn gekomen en brachten de eucharistie mee en we hebben haar gezegend. Het was tien uur. Precies het ogenblik van haar twee maanden, en we hebben "gelukkige verjaardag" voor haar gezongen. Ik heb haar continu gedragen en ze moet heel zachtjes heen gegaan zijn korte tijd daarna. Ik merkte dat ze niet meer ademde, maar dacht dat haar hartje nog altijd klopte ... ze was nog altijd warm. Mijn papa dacht dat ze overleden was, maar ik geloofde hem niet. De verpleegster van het tehuis is gekomen en vroeg of ze Grace mocht beluisteren. En toen zei ze dat het haar speet. Ik kon het niet geloven... Ik was in de keuken en zei mijn man dat Grace heen gegaan was. We hebben haar samen gedragen en hebben samen geweend. Mijn zussen, mijn schoonzus en mijn schoonbroers kwamen langs. De ploeg van het tehuis kwam: het was allemaal heel flou voor mij. Paul is de meisjes gaan halen in school en we hebben samen de tijd met Grace kunnen doorbrengen. De meisjes hebben haar gedragen en haar nogmaals tot ziens gezegd. Het was niet angstaanjagend ... het was prachtig. We hebben haar in een doopkleed gekleed. En we hebben haar allemaal gedragen. Ik dacht dat ik nooit van haar zou kunnen scheiden. We hebben haar lang bij ons gehouden.

    Uiteindelijk heb ik gezegd dat de begrafenisondernemer mocht gebeld worden. Hij stuurde één van zijn medewerkers naar ons [het leek wel of ik met Jezus zelf sprak]. Hij sprak de liefste woorden die me uiteindelijk toelieten haar los te laten. Ik heb Grace aan Paul gegeven en Paul gaf haar aan die man. Zo rustig als hij gekomen was is hij weer vertrokken. Paul, de meisjes en ik zijn in onze boomhut gegaan om alleen te zijn. Ik heb geweend en geweend.

    Grace overleed op donderdag 26 september 2002. Op zaterdag 28 september werd ze begraven. Op mijn verjaardag. Gedurende de zwangerschap had ik veel over haar begrafenis nagedacht omdat we niet gedacht hadden veel tijd met haar te kunnen doorbrengen. We hadden teksten en muziek met de priester uitgekozen. We hadden twee grote posters gemaakt met allemaal foto’s van haar. Allemaal foto’s van mensen die Grace droegen. Op iedere foto glimlachen de mensen. De kerk was overvol. Ik denk niet dat ik ooit zal weten hoeveel mensen er in de kerk waren. Het belangrijkste wat de priester zei was een zin van mijn man: "wij hebben de makkelijke weg gekozen, wij hebben van Grace gehouden." De priester zei ook dat we gedurende 9 maanden geweten hadden dat deze dag zou aanbreken, maar dat we besloten hadden Grace lief te hebben, wat er ook zou gebeuren.

    Vertaling: Christine

    3. Fatima in Lucia's eigen woorden: "De Oproepen" [aflevering 19]

    De drie herderskinderen en hun families

    En het boek Deuteronomium laat ons geen enkele twijfel achter: "Houd de geboden die ik u vandaag opleg steeds in gedachten. Prent ze uw kinderen in en spreek er steeds over, thuis en onderweg, als u naar bed gaat en als u opstaat. Draag ze als een teken om uw arm en als een band op uw voorhoofd. Schrijf ze op de deurposten van uw huis en op de poorten van de stad." [Deut. 6: 6-9] In deze woorden zullen de ouders en de kun kinderen hun eeuwig geluk vinden: "Hadden ze altijd maar zo’n verlangen om mij te vereren en mijn geboden na te leven: voor eeuwig zou het hun en hun kinderen goed gaan." [Deut. 5: 29]

    Deze woorden omschrijven nauwkeurig de opdracht die God heeft toevertrouwd aan de ouders in de opvoeding van hun kinderen. De ouders zijn de eerste opvoeders van de kinderen. Het is in hun vaders arm en hun moeders schoot, wanneer ze nog onschuldig zijn, dat de kleine kinderen de Heilige naam van God moeten leren uitspreken en hun zuivere handen in gebed naar de Hemel moeten richten, kinderlijk moeten leren lachen naar het beeld van hun Hemelse Vader en hun Hemelse Moeder.

    Het zijn de ouders die hun kinderen moeten leiden op het rechtvaardige pad van Gods Wet en hen toevertrouwen, in overeenstemming met hun middelen en omstandigheden, aan bekwame leraars die hen niet wegleiden van het pad waarop ze geplaatst zijn. Wat is anders het voordeel van een grote kennis als ze hiermee hun onsterfelijke zielen verliezen? Door hun ziel te verliezen, verliezen ze alles, omdat ons leven hier op aarde in een flits voorbijgaat, terwijl de eeuwigheid onveranderlijk in ons verblijft?

    Ongetwijfeld is de menselijke wetenschap, met al de kennis die ze bevat, goed, vooral wanneer ze door wijze mensen gestuurd wordt, om de grootsheid van de kracht, de wijsheid en de goedheid der kennis ons een diepe menselijkheid bijbrengt, zodat we er ons van bewust worden dat zelfs, na zoveel moeite en studie, de meest geleerde mensen er steeds nog niet in zijn geslaagd om zelfs één van de ontelbare schoonheden te begrijpen die van de almachtige, scheppende handen van de Heer komen.

    Vertaling: Chris De Bodt

    4. Dagboek van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 136]

    Schrift 1

    306. Ik heb God gebeden mij de genade te verlenen dat mijn natuur bestand zou zijn en sterk genoeg tegen de invloeden die mij soms van de geest van de regel en kleine voorschriften willen verwijderen, het zijn immers kleine roofwormpjes die in ons het innerlijk leven willen vernietigen, en ze vernietigen het zeker als de ziel niet bewust is van deze lichte fouten en hen verwaarloost omdat het kleine dingen zijn. Ik zie dat in het religieuze leven niets klein is. Het heeft geen belang dat ik mij aan ongemakken en kwaadwillige toespelingen blootstel, als mijn geest maar in overeenstemming is met de geest van de regels, de geloften en de kloosterstatuten.

    O mijn Jezus, heerlijkheid van mijn ziel, Gij kent mijn verlangens, ik zou mij voor de menselijke blikken willen verbergen opdat ik al levend zou zijn als leefde ik niet. Ik wil zuiver leven zoals een veldbloem, ik wil dat mijn liefde steeds naar U gekeerd is zoals een bloem die zich altijd naar de zon richt. Ik verlang dat de geur en de frisheid van de bloem van mijn hart U altijd uitsluitend toegewijd blijven. Ik wil onder Uw goddelijke blik leven, want Gij alleen zijt mij genoeg. Ik vrees niets wanneer ik met U ben, Jezus, want niets kan me schaden.

    307. + 1934. Eens tijdens de Vasten zag ik boven de kapel en boven ons huis een grote klaarte en een grote duisternis. Ik zag de strijd tussen de twee machten...

    308. 1934. Witte Donderdag. Jezus zegt mij: "Ik verlang dat ge een akte van opoffering doet van uzelf voor de zondaars en in het bijzonder voor de zielen die het vertrouwen in de goddelijke Barmhartigheid verloren hebben."

    Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken

    5. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 136]

    Vierde Lezing: Over het Vagevuur

    Deel 2

    Maar wie zal ooit begrijpen hoe dit vuur indringt zonder de mens te raken zoals het aardse vuur, onrechtstreeks en doorheen zijn stoffelijk omhulsel, maar inwerkt op de innigste substantie, dit hevige en wonderbaar efficiënt vuur die de ziel in haar intiemste plooien treft en tot in de banden met de geest: Usque ad divisionem animae et sprirtus. [Heb 4,12] Dit vuur dat geen vlek nalaat, onsterfelijk vuur dat de kleinste zwakheden van het schepsel ontwaart, stilstaand vuur, zoals de profeet het noemt, dat drukt op de schuldige ziel, ze aantast en overvalt zonder enige rust, waarvan de wrangheid en de vurigheid geen verzachting of uitstel kennen en dat de kinderen van Levi beproeft als goud en zilver in de oven: Sedebit conflans et purgabit filios Levi et colabit eos quasi aurum et argentum. [Malach 3:3].

    Hier op aarde is de pijn onregelmatig. De koorts is niet altijd even hoog. De slaap onderbreekt de klachten van de zieke. Hij kan zich draaien en keren op zijn lijdensbed en zich ontspannen in een gesprek met vrienden. Maar het vuur in het Vagevuur brandt zonder ophouden en zonder rust. Deze zielen voelen op elk moment al de druk en de hevigheid van een pijn die geen minuut, geen seconde ophoudt.

    Iemand moest een zware operatie ondergaan en weigerde in slaap te worden gedaan. Ze leed zonder zuchten, de blik op de afbeelding van Jezus Christus. De ingreep duurde vijf minuten. Eens gedaan zei ze: "Het leek een eeuw te duren." Zoals bekend is dat een felle vreugde de wegvliegende uren doet vergeten kan begrepen worden dat een felle pijn van een minuut de indruk laat een eeuw te duren. Als dat zo is, als in het Vagevuur de minuten jaren duren en de jaren eeuwen, wat dan om in die sombere gevangenis jaren zo niet tot het einde der tijden te verblijven.

    Bron: Abbé Arminjon

    Vertaling: [Broeder Joseph]

    6. Docudrama: Het Evangelie volgens Mattheus [21/26]

    Het Evangelie van de apostel Mattheus, het tweede Evangelie van de vier, wordt hier mooi naar voor gebracht in een getrouw en krachtig docudrama van de Bijbelse tekst. Het Evangelie van Mattheus reconstrueert nauwgezet en trouw het tijdperk van Jezus tijdens een onstuimige periode dat de loop van de geschiedenis zou veranderen. Acteurs zijn Richard Kiley, Bruce Marchiano, Mattheuw Roberts, Gerrit Schoonhoven en Joanna Weinberg. Het docudrama is ingesproken door Christopher Plummer. Het drama is geregisseerd door Regardt Van Den Bergh, dateert uit 1996 en duurt 4 uur en tien minuten.


    7. Benoite, de herderin van Notre-Dame du Laus [Aflevering 48]

    Hoofdstuk 2: De verschijningen in het Ovendal

    Het onderzoek van rechter Grimaud

    Zie hoe M. Peytieu de tussenkomst van François Grimaud voorstelt: "Tot einde juli kende de herderin de naam van de Dame niet en ze had gehoorzaamd zonder haar te vragen wie ze was, totdat een vroom iemand [de heer Grimaud, rechter van de streek] het nodig achtte als zijn taak om zich te vergewissen over de waarheid van deze verschijningen."

    Hier begint het verhaal van Grimauds, officieel document: "Volgens het als rechter van de vallei van de Avançon gekregen advies, achtte ik me verplicht vanwege de plichten van mijn ambt en de glorie van God, trachten te weten wat er gaande was en apart met onze herderin te praten. Daarvoor trek ik naar de beruchte plek in Saint-Etienne begin augustus 1664. Daar ze afwezig was vanwege het schapen hoeden op de gewone plek laat ik haar roepen. Bij haar aankomst nam ik haar apart: ik vond ze heel redelijk, met een oprecht humeur en niet in staat om dingen uit te vinden. Ik ondervroeg haar in het bijzonder over al wat ik had gehoord. Ik beschreef zelf het kwaad dat ze zou verrichten door onbestaande dingen te vertellen. Na mijn verschillende berispingen over deze belangrijke dingen en, indien ze er niet toe verplicht werd door een ander, bevestigde ze al het voorgaande [de gehoorde feiten] met een ongeziene overtuiging en veel plezier. Ze getuigde ook [ik zag het op haar gezicht] dat ze een ongeëvenaarde vreugde en voldoening beleefde aan die verschijning, zonder erdoor verward te raken."

    Grimaud was ingelicht over de visioenen, want hij had deelgenomen aan een onderzoek waarbij het meisje beticht werd van huichelarij. Bij Benoîte heeft hij te doen met een overtuigende, oprechte getuige die het zachte licht van haar visioenen uitstraalde. Hij aarzelt niet om zijn ondervraging door te zetten en te trachten de mysterieuze bezoekster te identificeren: het is hem een plicht waarin de eer van de godsdienst op het spel staat.

    Vertaling: Broeder Jozef

    8. Het sacrament van de Verzoening [deel 19]

    Slotwoord van Anne Van Der Sloten

    Wat Moeder Maria ons vraagt

    Moeder Maria roept ons overal waar ze verschijnt op om veel te bidden, altijd te bidden. Het gebed moet ons leiden naar onze bekering en die van onze medemensen. Door het gebed kan zij ons helpen te werken aan deze bekering. We hebben het sacrament van de biecht op allerlei manieren onder de loep genomen. En bent u het niet met mij eens dat we daar een fantastische schat hebben gekregen?

    In de boodschap van 25 mei 2011 krijgen we eens te meer een oproep van haar om te streven naar heiligheid.

    "Lieve kinderen! Mijn gebed vandaag is voor u allen die naar de genade van de bekering zoeken. U klopt op de deur van Mijn Hart, maar zonder hoop en gebed, in zonde, en zonder het Sacrament van de Verzoening met God. Laat de zonde en beslis, kleine kinderen, voor heiligheid. Enkel op deze wijze kan Ik u helpen, uw gebeden aanhoren en tussenkomst zoeken voor de Almachtige. Dank om gehoor te hebben gegeven aan Mijn oproep!"

    Dit is niet te hoog gegrepen zoals velen denken. Het is de roeping van ons allen. Door het werken aan onze heiligheid kan het aanschijn van de wereld vernieuwd worden, daar moeten we ons van bewust worden/zijn. Zoals door Maria God mens werd, zo kan dit door ons ook gebeuren als wij streven naar deze heiligheid [betekent "heel zijn" beeld van God zijn]

    Maria reikt ons daarvoor de vijf stenen aan:
    • Maandelijkse biecht [om gevoeliger te zijn op punten waar het soms fout loopt en waar we kunnen/moeten aan werken en om ons te beschermen tegen aanvallen van de duivel]
    • Gebed [om sterkte en inzicht te krijgen in onze strijd naar heiligheid o.a.]
    • Eucharistie [om gevoed te worden met Zijn Lichaam en Zijn Woord en zo sterker te staan]
    • Lezen in de bijbel [om het Woord van God te kennen en toe te passen en zo in ons Mens te laten worden]
    • Vasten [om boete te doen, maar vooral om ons sterker te maken om echt "vrij" te zijn ten opzichte van de verleidingen van de wereld.
    Deze vijf stenen hebben elkaar nodig om in stand te blijven, om ons gebouwtje van heiligheid stevigheid te geven. Het één kan niet zonder het ander.[zie ook de uitleg op dit blog bij "De vijf pijlers"]

    In de boodschap van 25 maart 1987 zegt Maria ons duidelijk waar we aan moeten werken: "Lieve kinderen! Vandaag wil ik jullie bedanken voor jullie aanwezigheid op deze plaats, waar ik bijzondere genaden geef. Ik roep ieder van jullie op dat jullie van nu af het leven gaan leven, dat God van jullie wil en dat jullie goede daden zullen doen van liefde en barmhartigheid. Ik wil niet, lieve kinderen, dat jullie de boodschappen beleven en dat jullie de zonden, waar ik niet van hou, begaan. Daarom, lieve kinderen, wil ik dat ieder van jullie het nieuwe leven leeft, zonder alles te doden wat God in jullie heeft geschapen en wat Hij jullie geeft. Ik geef jullie mijn bijzondere zegen en blijf bij jullie op jullie weg der bekering. Bedankt dat jullie aan mijn oproep gehoor hebben gegeven."

    Moeder Maria zegt ons ook duidelijk haar steun toe: "Ik geef jullie mijn bijzondere zegen en blijf bij jullie op jullie weg der bekering."

    We moeten het niet alleen doen.

    Pater Slavko legt ons in "Geef mij je gewonde hart" uit hoe we hier het beste kunnen gestalte aan geven: Dikwijls heeft mij de vraag gekweld: Wat is de grootste zonde?

    Alle zonden en problemen worden veroorzaakt door het gebrek aan liefde. Als de liefde ontbreekt staan wij open voor al het kwaad. Alle oorlogen, alle conflicten in de gezinnen, alle ongerechtigheden, moorden, abortussen, zijn het gevolg van een gebrek aan liefde tegenover het leven en de Schepper van het leven. Dat betekent: Het gebrek aan liefde is de grootste zonde.

    God heeft niet alleen in het menselijk hart de gave van de liefde als zaad neergelegd maar ook het diepe verlangen om bemind te worden en door anderen geaccepteerd te worden. Niemand is er onverschillig voor of hij bemind wordt of niet.

    Bij het doopsel is ons het goddelijk zaad van de liefde, het geloof en de hoop gegeven. God heeft de bodem van het hart gereinigd, zodat dit zaad kan groeien en zich kan ontwikkelen. Bijgevolg kunnen wij alleen dan het evenbeeld van de Vader worden, als wij alles doen waardoor dit zaad zich in ons kan ontwikkelen. Doen wij dit echter niet, dan blijven de liefde, het geloof en de hoop onontwikkelde zaden.

    Wordt het zaad van de liefde niet ontwikkeld, dan is dit de oorsprong van alle zonden, van alle noden en van alle psychische verwoestingen en verwondingen. Als men niet dagelijks moeite doet om de liefde te doen groeien, dan is de geestelijke dood reeds begonnen.

    Voor de mens is het belangrijkste, dat hij vol enthousiasme het eigen groeien in de liefde bevordert. Dan zal hij alles doen om de gaven van de liefde voor zichzelf, voor God en de naasten, evenals voor alle schepselen tot volmaaktheid te laten rijpen. Dan zal hij proberen om zich met grote standvastigheid van alles te distantiëren wat hem hindert om te groeien in zijn liefde. Want zolang de eigen liefde afhankelijk is van de liefde van anderen is ze onrijp. Als wij slechts in die mate beminnen waarin wij bemind worden, dan is onze liefde van bepaalde voorwaarden afhankelijk. Dan onderscheidt zij zich niet van de liefde van de heidenen, die diegenen alleen beminnen waardoor zij worden bemind en aan diegenen iets uitlenen van wie zij iets terug verwachten.

    Wie enthousiast is voor de liefde en zich ervoor inspant, zal in staat zijn tot de mooiste daden in de wereld en tot de enige ware en succesvolle strijd tegen de verwoesting en vernietiging, dus tegen de zonde. Dan kunnen wij ons voorstellen, dat alle oorlogen beëindigd, alle hongerigen verzadigd, alle zieken menswaardig opgenomen en genezen worden, dat alle uitgestotenen iemand vinden die hen opneemt, dat alle vervolgden in hun vrijheid geacht worden, dat alle treurenden blij en alle gewonden genezen worden.

    Dat alles kan de liefde tot stand brengen. Als wij hier niet van overtuigd zijn en er niet eens van durven dromen, dan is dat weer een teken dat wij niet eens vermoeden wat de liefde kan volbrengen. Die liefde die in onze harten geplant is, zoals de heilige Paulus ons leert: "De liefde van God is uitgestort in onze harten!" [Rom 5: 5]. Als de liefde van God niet in onze harten is, zullen alle moeiten [zowel de uiterlijke als de innerlijke] de mens verstrikken. Daarom is ook de zonde het grootste gevaar. Want ongeacht welke zonde het ook is, zij verstikt altijd de liefde in het hart van de mens."

    Dit is een mooie samenvatting is waar het allemaal om draait. Laat ons de beslissing nemen om er vandaag nog aan te beginnen mocht dit nog niet het geval zijn!

    Anne Van Der Sloten

    9. Jezus' tijdgenoten [aflevering 265]

    Josephus Flavius

    Dat was de situatie waarin Tiberias verkeerde. In Gisala stonden de zaken er echter als volgt voor: toen Johannes, de zoon van Levi, zag dat een aantal burgers heel opgetogen was over hun opstand tegen de Romeinen, deed hij zijn best om hen te kalmeren en smeekte hij hen om hen trouw te blijven. Hoewel hij zijn uiterste best deed, lukte het hem niet om zijn doel te bereiken. De mensen uit de omgeving van Gadara, Gabara en Sogana brachten samen met de bewoners van Tyrus een grote troepenmacht op de been, vielen Gisala aan, namen het met geweld in en staken het in brand. Vervolgens maakten ze de stad met de grond gelijk en keerden ze weer naar huis terug. Johannes was daar zo woedend over dat hij al zijn mannen bewapende en de eerdergenoemde mannen aanviel. Daarna herbouwde hij Gisala, beter dan het was en versterkte de stad met muren, als een zekerheid voor de toekomst.

    Gamala echter volhardde in haar trouw aan de Romeinen om de volgende reden: Philippus, de zoon van Jacimus, die onder koning Agrippa hun commandant was geweest, had het er, tegen alle verwachtingen in, levend afgebracht toen het koninklijke paleis in Jeruzalem werd belegerd. Na zijn vlucht was hij in een andere gevaarlijke situatie terechtgekomen. Hij liep het gevaar dat hij door Menahem en zijn terroristen vermoord zou worden. Enkele Babyloniërs, die aan hem verwant waren en op dat moment in Jeruzalem verbleven, verhinderden de terroristen echter om hun plan ten uitvoer te brengen. Philippus bleef nog vier dagen in Gamala en op de vijfde dag vluchtte hij. Hij vermomde zich met een pruik, zodat hij niet herkend werd. Nadat hij in een van de dorpen, die onder zijn bewind vielen, was aangekomen, een dorp dat in de buurt van de burcht van Gamala lag, stuurde hij een bericht aan een aantal onderdanen, met de opdracht dat zij zich bij hem moesten vervoegen. Gelukkig voor hem verhinderde God zijn plan. Als dat niet was gebeurd was hij ongetwijfeld omgekomen. Hij kreeg namelijk meteen een koortsaanval en schreef toen een brief aan Agrippa en Berenice, die hij aan een van zijn vrijgemaakte slaven gaf om hem naar Varus te brengen, die op dat moment procurator over het koninkrijk was. De koning en zijn zuster hadden dat aan Varus toevertrouwd, omdat zij zelf naar Berytus waren vertrokken om Gessius te ontmoeten.

    Toen Varus die brief van Philippus had ontvangen en had begrepen dat hij het er levend van af had gebracht, was hij zeer onaangenaam verrast, omdat hij dacht dat de koning en zijn zuster, nu Philippus was aangekomen, van zijn diensten geen gebruik meer zouden maken. Daarom beschuldigde hij de brenger van de brief ten overstaan van het volk ervan dat hij die had vervalst en dat hij gelogen had toen hij vertelde dat Philippus in Jeruzalem was en samen met de Joden tegen de Romeinen vocht. Hij liet hem ter dood brengen. Toen die vrijgelatene van Philippus niet terugkwam, vroeg hij zich af wat de reden van zijn oponthoud zou kunnen zijn en stuurde daarom een tweede boodschapper met een brief, met de opdracht om hem bij zijn terugkeer op de hoogte te stellen van wat er met de andere koerier, die hij eerder had gestuurd was gebeurd en waarom hij zolang op zich liet wachten. Varus beschuldigde deze boodschapper, na zijn aankomst, er ook van dat hij loog en liet hem eveneens afmaken.

    Hij was verwaand geworden door de Syriërs die in Cesarea verbleven en koesterde grote verwachtingen. Die Syriërs hadden namelijk gezegd dat Agrippa door de Romeinen gedood zou worden als represaille voor de misdaden die de Joden had begaan, en dat hij dan, als afstammeling van hun koningen, zelf het bestuur zou overnemen. Iedereen beaamde Varus’ koninklijke afkomst om dat hij een afstammeling van Sohemus was, die viervorst was geweest in de streek rond Libanus. Dat was de reden dat hij zo verwaand was en de brieven voor zichzelf hield. Hij zag ook kans om ze de koning niet onder ogen te laten krijgen, door alle toegangen de laten bewaken, zodat niemand kon ontsnappen om de koning op de hoogte te brengen van wat er was gebeurd. Bovendien liet hij, om de Syriërs uit Cesarea een genoegen te doen, een groot aantal Joden ter dood brengen.

    Hij was ook van plan om zich aan te sluiten bij Trachonieten in Batea, samen met hen de wapens op te nemen en een aanval te ondernemen op de Babylonische Joden [want daar gingen ze voor door] die zich in Ecbatana bevonden. Daarom liet hij de twaalf dapperste Joden uit Cesarea bij zich komen en beval hen naar Ecbatana te gaan en hun landgenoten die daar woonden het volgende te vertellen: "Varus heeft gehoord dat jullie van plan zijn om tegen de koning op te rukken, maar omdat hij dat verhaal niet gelooft, heeft hij ons gestuurd om jullie te overreden om de wapens neer te leggen. Als jullie daartoe bereid zijn zal dat voor hem een teken zijn dat hij er goed aan heeft gedaan om geen geloof te hechten aan de mensen die dat praatje over jullie hebben rondgestrooid." Hij droeg hen ook op om zeventig van hun belangrijkste mensen te sturen om zich te verdedigen tegen aanklacht die over hen was ingediend.

    Nadat de twaalf boodschappers aangekomen waren bij hun landgenoten in Ecbatana, merkten ze dat die helemaal niet van plan waren om in opstand te komen. Zij haalden hen over om die zeventig mannen te sturen. Zonder enig vermoeden wat hen te wachten stond stuurden zij hen. In gezelschap van twaalf afgezanten daalden die zeventig mannen af naar Cesarea. Daar trok Varus hen tegemoet met de strijdkrachten van de koning en slachtte hen allemaal af, samen met de twaalf afgezanten, waarna hij een krijgstocht tegen de Joden van Ecbatana ondernam. Een van de zeventig was echter ontkomen en haastte zich om de Joden van hun komst te verwittigen. Zij namen hun wapens op en trokken zich met hun vrouwen en kinderen terug in de burcht van Gamala. Hun dorpen lieten zij achter, vol met allerlei goederen en tienduizenden stuks vee.

    Toen Philippus dat had gehoord trok hij ook naar de burcht van Gamala. Bij zijn aankomst juichte de menigte hem toe en wilde dat hij het bevel weer op zich zou nemen en ten strijde zou trekken tegen Varus en de Syriërs uit Cesarea, omdat er bericht was gekomen dat zij de koning hadden vermoord. Philippus suste echter hun geestdrift en herinnerde hen aan de weldaden die de koning hen had verleend. Hij maakte hen duidelijk hoe machtig de Romeinen waren en dat het niet in hun voordeel zou zijn om oorlog tegen de Romeinen te voeren. Uiteindelijk kon hij hen daarvan overtuigen.

    Toen de koning echter over de plannen van Varus hoorde, die de tienduizenden Joden uit Cesarea, samen met hun vrouwen en kinderen binnen een dag wilde omsingelen, riep hij Equiculus Modius bij zich, en stuurde hem als vervanger van Varus daarnaar toe. Dat heb ik elders al verteld. Philippus bleef echter de burcht van Gamala en het omringende land bezet houden, dat daardoor trouw bleef aan de Romeinen.

    Vertaling: Broeder Joseph

    10. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 91]

    Hoofdstuk 2: Johannes De Doper tot het doopsel van Jezus

    De "profeet" Johannes begint zijn zending

    Nergens door weerhouden, ging Johannes recht naar de mensen toe en sprak hun slechts van één zaak: de boetvaardigheid en de nabijheid van de Heer! Waar hij kwam stonden allen verbaasd en werden ernstig. Zijn stem was scherp als een zwaard, luid en streng en niettemin liefelijk, aangenaam! Met alle soort van mensen ging hij om zoals met kinderen. Overal ging hij recht door. Niets kon hem van zijn doel af­leiden. Hij zag nergens naar om en had niets nodig.

    Zo zag ik hem, terwijl hij door wouden en woestijnen liep, hier en daar groef, stenen voortwentelde, bomen wegruimde, rustplaatsen bereidde en de mensen, die hem met verbazing aanstaarden, tezamen riep, ja: uit hun hutten haalde, om hem bij zijn ar­beid te helpen. Ik zag hoe allen hem verstomd aanblikten en bewonderden, hoe hij zich nergens lang ophield en weldra op een andere plaats verscheen. Ik zag hem langs het Meer van Galilea gaan, rond Tarichea om en door het dal van de Jordaan zuidwaarts afzakken, daarna bij Salem afslaan, en opnieuw zuidwaarts, in de richting van Betel trekken, de woestijn [van Efron en Giba] doorkruisen en voorbij Jerusalem komen. In deze stad is hij van zijn leven niet geweest. Hij aanschouwde ze met droefheid en onder weegeklaag. Altijd doordrongen van zijn bestemming, bewust van zijn verantwoordelijkheid, ernstig, streng, eenvoudig en geestdriftig verkondigde hij slechts één zaak: boetvaardigheid! bereid u voor! De Verlossing is op handen, de Zaligmaker komt!

    Daarna trok hij door het herdersdal [van Betlehem] naar zijn geboorteplaats. Zijn ouders waren dood, maar enige jongelingen, die van Zacharias' zijde aan hem verwant waren, werden zijn eerste leerlingen. Toen Johannes door Betsaïda, door Kafarnaüm en Nazareth kwam, zag de H. Maagd hem niet. Sedert Jozefs dood kwam zij weinig uit haar huis, doch mannen uit baar verwantschap hoorden zijn vermaningen en vergezelden hem ook wel een eindweg.

    11. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen

    Profetie 98: Canis et Coluber [Hond en Slang]

    Leo XII [1823-1829]

    Echte naam: Annibale della Genga [Kasteel Lan Gena, Spoleto, 22 augustus 1760 - Rome, 10 februari 1829]

    In het conclaaf van 1823, was hij de kandidaat van de "zelanti." Hij werd verkozen op 28 september.

    Met Willem I sloot hij in 1827 een concordaat, dat slechts gedeeltelijk ten uitvoer werd gebracht.

    Spoedig na zijn aanstelling tot Paus publiceerde hij Leo XII zijn encycliek "Quo Gravoria," waarin hij de vrijmetselarij en andere geheime genootschappen veroordeelt. Slang en hond kunnen voor geheime genootschappen symbool staan, maar Malachias profetie is weinig duidelijk.

    Chris De Bodt

    12. Profetiën: Heilige Ephraïm, de Syriër [±306 - 373]

    Profetie 2

    Laat ons leren, mijn vrienden, in welke vorm de schaamteloze slang op aarde zal komen. Daar de Verlosser, in zijn wens om de hele mensheid te redden, geboren was uit een Maagd en in menselijke gedaante de vijand vernietigde met de heilige macht van zijn goddelijkheid, zal de vijand, die weet dat de Heer opnieuw in de glorie van Zijn goddelijkheid opnieuw zal uit de hemel neerdalen, hierover nadenken en de gehele mensheid verleiden alsof het zijn komst is.

    Vertaling: Chris De Bodt


    09-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.9 juni 2011
    9 uni 2011

    1. Medjugorje: De IIPG
    [International Internet Prayer Group] [Deel 28]

    Justo Antonio Lo Feudo

    Nu begin ik te begrijpen waarom Vicka zegt dat iedereen in de Hemel er uitziet als een dertigjarige. Ik ken jullie ouderdom allemaal niet, maar voor mij zijn jullie allemaal jonge mensen. Het enige verschil, en maar goed ook, is het verschil in persoonlijkheid. Geloof me, ik hou van u allen. Ik herinner mij hog heel goed die vierde juli, toen ik na het lezen van Nedjo’s bekeringsverhaal, een andere boodschap kreeg, met als titel "heel slecht nieuws" en hoe ik begon te wenen, maar daarna ook de vrede voelde die ik ontving. We zijn waarachtig allen broers en zussen en achter deze internet groep zit een goddelijk ontwerp, onder de leiding van Onze Lieve Vrouw.

    Het spijt me voor mijn lang verhaal, maar ik was u mijn bekering schuldig. Ik bedoel: het begin, want het verhaal blijft nog altijd doorgaan. Enkel nog een laatste vraag: bid alstublieft voor mijn voornemens om priester te worden. Op dit ogenblijk doe ik mijn studies als seminarist bij de Dominicanen en uiteraard ontving ik mijn roeping in Medjugorje. Bescherm de groep [door het vasten en het gebed].

    Al mijn dankbaarheid gaat uit naar Ana en ieder van u voor wat u doet. God zegene u.

    Justo Antonio Lo Feudo uit Argentinië

    Bron: IIPG

    Vertaling: Chris De Bodt

    2. Grace [8/10]

    °26 juli 2002 - †26 september 2002

    Grace Anne kwam op 26 juli 2002 ter wereld. Na twee maanden ging ze terug naar de hemel. We kregen veel meer dan we hadden durven dromen.

    Naar huis

    Na één maand zuigelingenafdeling hebben we Grace thuis gebracht. In het begin joeg het idee haar thuis te brengen me schrik aan. Ik drong aan dat ons al het nodige materiaal geleverd zou worden, toestellen die haar bewaakten, zuurstofflessen, enz om ons huis een beetje in een ziekenhuis te veranderen. We wensten een full time verpleegster. Ik was heel angstig. De eerste nacht hadden we een medische hulpverlener thuis. Maar al snel hebben we die wandelen gestuurd, want eigenlijk hadden we die niet nodig.

    Paul en ik zagen snel in dat wij al wisten wat we moesten doen met Grace omdat we dat al allemaal kenden vanuit het ziekenhuis. We hadden haar daar ook al verzorgd, gevoed en bewaakt. De verpleegsters hadden ons alles geleerd. Het enige wat we moesten doen, was hetzelfde, maar nu thuis in onze living. De oxymeter voor de pols maakte ons gek met zijn geluiden gedurende gans de nacht. Dat heeft een viertal dagen geduurd, toen hebben we hem afgezet.

    Het mooiste van thuis te zijn was dat we een echt gezin vormden. Ik was de mama van Grace thuis. Haar zusjes leerden haar kennen. Voor hen was het moeilijk in het ziekenhuis. Het leek allemaal zo erg op de situatie met een gewone pasgeborene thuis. De enige verschillen waren dat we haar met een sonde voedden en dat ze af en toe vergat te ademen.

    We begonnen ons meer en meer op ons gemak te voelen. Ik waakte gedurende de nacht et we hadden samen zoveel rustige periodes. Ik sliep op de zetel met haar op mijn borstkas. We keken naar de maan en de sterren aan de hemel. Het was magisch...

    Er kwam veel bezoek: iedereen wou "Amazing Grace" dragen. Naarmate de weken vorderden werden de crisissen en de apneus intenser. We wenden eraan. We hebben haar meegenomen naar oma, naar de supermarkt, naar het park en we maakten wandelingen in de wijk. We probeerden de tijd zo normaal mogelijk door te brengen. Maar ze werd zieker en zieker. Ze had wat gewicht bijgewonnen en was zo schattig. Ze genoot van het badje dat haar oma haar gaf. Ze was echt een zonnetje.

    Een tehuis in de buurt bood veel steun. We kregen een verpleegster te onzer beschikking 24/24 en 7 dagen op 7. Ze kwam zo vaak ik het vroeg. Bovendien was er ook een religieuze te onzer beschikking, een diëtiste en een psycholoog. We beseften dat we het best goed deden. We wensten dat alles zo normaal mogelijk verliep [we hebben weinig speciale medische ondersteuning nodig gehad]: wij waren de verpleegkundigen. Eenmaal per week kwam er een vrijwilligster zodat ik wat tijd aan mijn twee andere meisjes kon besteden.

    De weken werden maanden en we gingen dromen dat Grace misschien één van de tien procent baby’s zou zijn die overleven... Ik begon me te bevragen over chirurgische interventies en ik sprak met een mama van een trisomie 18 kindje dat inmiddels zes jaar was. Ik was klaar voor een lange tocht. Wat het ook zou kosten, ik zou het doen.

    Grace was een kind dat slechts één ding vroeg: haar vast houden en haar beminnen. Zij was rustig en niets eisend. Een oh zo fragiel schepseltje. Ze had prachtige blauwe ogen en een heel zacht huidje. Als we Grace vast hielden hadden we de indruk een engeltje vast te hebben.

    We hebben onze pediater één enkele maal bezocht en dat was goed gegaan. We hadden het over de crisissen: hij was heel voorzichtig.

    Vertaling: Christine

    3. Fatima in Lucia's eigen woorden: "De Oproepen" [aflevering 18]

    De drie herderskinderen en hun families

    En het boek Deuteronomium laat ons geen enkele twijfel achter: "Houd de geboden die ik u vandaag opleg steeds in gedachten. Prent ze uw kinderen in en spreek er steeds over, thuis en onderweg, als u naar bed gaat en als u opstaat. Draag ze als een teken om uw arm en als een band op uw voorhoofd. Schrijf ze op de deurposten van uw huis en op de poorten van de stad." [Deut. 6: 6-9] In deze woorden zullen de ouders en de kun kinderen hun eeuwig geluk vinden: "Hadden ze altijd maar zo’n verlangen om mij te vereren en mijn geboden na te leven; voor eeuwig zou het hun en hun kinderen goed gaan." [Deut. 5: 29]

    Deze woorden omschrijven nauwkeurig de opdracht die God heeft toevertrouwd aan de ouders in de opvoeding van hun kinderen. De ouders zijn de eerste opvoeders van de kinderen. Het is in hun vaders arm en hun moeders schoot, wanneer ze nog onschuldig zijn, dat de kleine kinderen de Heilige naam van God moeten leren uitspreken en hun zuivere handen in gebed naar de Hemel moeten richten, kinderlijk moeten leren lachen naar het beeld van hun Hemelse Vader en hun Hemelse Moeder.

    Het zijn de ouders die hun kinderen moeten leiden op het rechtvaardige pad van Gods Wet en hen toevertrouwen, in overeenstemming met hun middelen en omstandigheden, aan bekwame leraars die hen niet wegleiden van het pad waarop ze geplaatst zijn. Wat is anders het voordeel van een grote kennis als ze hiermee hun onsterfelijke zielen verliezen? Door hun ziel te verliezen, verliezen ze alles, omdat ons leven hier op aarde in een flits voorbijgaat, terwijl de eeuwigheid onveranderlijk in ons verblijft!

    Ongetwijfeld is de menselijke wetenschap, met al de kennis die ze bevat, goed, vooral wanneer ze door wijze mensen gestuurd wordt, omdat de grootsheid van de kracht, de wijsheid en de goedheid der kennis ons een diepe menselijkheid bijbrengt, zodat we er ons van bewust worden dat zelfs, na zoveel moeite en studie, de meest geleerde mensen er steeds nog niet in zijn geslaagd om zelfs één van de ontelbare schoonheden te begrijpen die van de almachtige, scheppende handen van de Heer komen.

    Vertaling: Chris De Bodt

    4. Dagboek van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 135]

    Schrift 1

    302. + O eeuwige Liefde, ik verlang dat alle zielen die Gij geschapen hebt U kennen. Ik zou graag priester worden en zonder ophouden over Uw barmhartigheid willen spreken tot de zondige zielen die in wanhoop ondergedompeld zijn. Ik wou graag missionaris zijn en het licht van het geloof brengen in de wilde landen om U aan de zielen te leren kennen, en voor hen geslachtofferd, als martelares sterven, zoals Gij voor mij en voor hen gestorven zijt. O Jezus, ik weet heel goed dat ik priester, missionaris, predikant kan zijn, dat ik de marteldood kan sterven door mij geheel te ontledigen en mezelf geheel te verloochenen uit liefde tot U, Jezus, en tot de onsterfelijke zielen.

    303. Grote liefde kan kleine dingen omvormen tot grote en alleen de liefde geeft waarde geeft aan onze daden. Hoe zuiverder onze liefde wordt, hoe minder het vuur van het lijden in ons moet verteren zodat het lijden dan voor ons ophoudt lijden te zijn. Zo wordt het voor ons een zaligheid. Door Gods genade heb ik nu deze ingesteldheid van hart ontvangen zodat ik nooit zo gelukkig ben als wanneer ik lijd voor Jezus die ik met elke hartslag liefheb.

    Toen ik op een zekere dag een groot lijden meemaakte, heb ik mijn werk in de steek gelaten om bij de Heer te gaan en Hem te bidden om mij Zijn kracht te schenken. Na een zeer kort gebed, ben ik vol vuur en vreugde terug naar mijn taak gegaan.

    Toen zei één van de zusters mij: "Gij moet vandaag veel vertroostingen hebben, zuster, want gij zijt zo stralend; God zend u zeker geen enkel lijden, maar alleen maar vertroostingen". Ik antwoordde: "Gij vergist u erg, zuster, want het is juist wanneer ik veel lijd dat mijn vreugde het grootst is, wanneer ik minder lijd is mijn vreugde ook geringer." Toch liet die ziel mij verstaan dat ze mij daarin niet begreep. Ik heb geprobeerd het haar uit te leggen: dat wanneer wij veel lijden hebben, we een mooie gelegenheid om aan God te tonen dat wij Hem beminnen, wanneer wij weinig lijden hebben we maar weinig mogelijkheden om Hem onze liefde te betonen, en wanneer wij niet lijden, dan is onze liefde groot, noch zuiver. We kunnen door Gods genade bereiken dat voor ons het lijden in heerlijkheid verandert: in zuivere zielen kan de liefde dat bewerken."

    304. + O mijn Jezus, mijn enige hoop, ik dank U voor dit boek dat Gij voor de ogen van mijn ziel geopend hebt. Dit boek is uw lijden dat Gij verduurd hebt uit liefde tot mij. In dat boek heb ik geleerd God en de zielen te beminnen. In dat boek zijn voor ons onuitputtelijke schatten besloten. O Jezus, hoe weinig zielen begrijpen U in Uw lijden uit Liefde. O hoe groot is het vuur van de zuiverste liefde dat in Uw heilig Hart brandt. Zalig de ziel die de liefde van het Hart van Jezus begrepen heeft.

    305. Het is mijn grootste verlangen dat de zielen weten dat Gij hun eeuwig geluk zijt, dat ze in Uw goedheid geloven en Uw oneindige barmhartigheid verheerlijken.

    Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken

    5. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 135]

    Vierde Lezing: Over het Vagevuur

    Deel 2

    Hier rijst een vraagstuk met een lastige oplossing: kan een stoffelijk vuur een invloed uitoefenen op zielen, van hun lichamen gescheiden of op zuivere geesten? Dit is volgens ons een mysterie van Gods rechtvaardigheid, een geheim dat de menselijke rede nooit zal kunnen onthullen. Al wat de theologie ons over het Vagevuur leert is dat het stoffelijk vuur niet gelijkt op de menselijke ziel, er geen substantieel verband mee heeft zoals de geest met het lichaam hier op aarde. Wanneer heiligen en beroemde Dokters ons vertellen dat de verdoemden en de zielen van het Vagevuur gehuld zijn in een kleed van vuur is dit een metafoor om het ons te doen inzien. Wat ook vaststaat is dat dit vuur, zoals sommige Dokters beweren, zich niet zal beperken tot een soort gevangenis of omheining rond de zielen die het pijnigt en uitzuivert, het zal hen niet alleen doen lijden door de tegenwerking van hun wil en door de hindernissen geplaatst op de vrije bloei van hun krachtig verstand en gevoelige gaven.

    De waarheid is dat het vuur van het Vagevuur, hoewel lichamelijk, de ziel levendig zal treffen als een middel van Gods gerechtigheid. Dit is de gedachte die Sint Augustinus uitdrukt: Cur enim non dicamus, quamvis miris, tamen veris modis, etiam spiritus incorporeos posse poena corporali ignis affligi. Het zal dus rechtstreeks op de ziel inwerken. Sint Gregorius beweert nog duidelijker dezelfde gedachte door te zeggen: ‘Het is een zichtbaar en lichamelijk vuur dat in de ziel een onzichtbare gloed en pijn zal teweegbrengen’.

    Bron: Abbé Arminjon

    Vertaling: [Broeder Joseph]

    6. Docudrama: Het Evangelie volgens Mattheus [20/26]

    Het Evangelie van de apostel Mattheus, het tweede Evangelie van de vier, wordt hier mooi naar voor gebracht in een getrouw en krachtig docudrama van de Bijbelse tekst. Het Evangelie van Mattheus reconstrueert nauwgezet en trouw het tijdperk van Jezus tijdens een onstuimige periode dat de loop van de geschiedenis zou veranderen. Acteurs zijn Richard Kiley, Bruce Marchiano, Mattheuw Roberts, Gerrit Schoonhoven en Joanna Weinberg. Het docudrama is ingesproken door Christopher Plummer. Het drama is geregisseerd door Regardt Van Den Bergh, dateert uit 1996 en duurt 4 uur en tien minuten.


    7. Benoite, de herderin van Notre-Dame du Laus [Aflevering 47]

    Hoofdstuk 2: De verschijningen in het Ovendal

    Eerste apostolische zending

    Gaillard voegt er nog dit bij: "De goede Moeder zei ze maar driemaal op en ze kent al alles van buiten met vers en gebed, wat het beste geheugen op zo korte tijd niet zou klaarspelen. Ze leert haar nog het gebed tot het Heilig sacrament, als vergiffenis, want de brave meid kende alleen maar het Onze Vader, het Weesgegroet en het Credo."

    In zijn verslag aan de aartsbisschop van Embrun noteert Peytieu in 1672: "De Litanie die ze perfect kent werd haar aangeleerd door degene die ze als haar meesteres beschouwt die haar onderwijst, als de directrice die haar leidt en als de Moeder die haar verbetert, daar waar ze aarzelt over wat een ander haar aanleert. Zij die haar kenden voor dit begin geven toe dat de genade dit verstand heeft ontwikkeld, wat nochtans maar relatief ontvankelijk was."

    Dus zou de Dame de herderin de Litanie aangeleerd hebben die door Mgr. D’Hugues dertig jaar eerder ingevoerd werd, op 16 maart 1638 in het officieel gezang van de kathedraal van Embrun, daar paus Clemens VIII de uitsluitende cultus van de Litanie van Lorette op 6 september 1601 had voorgeschreven. De Dame vraagt een dagelijks opzeggen in het avondgebed, onder voorwaarde dat de pastoor akkoord gaat. Het vurige antwoord van de dorpsmeisjes is op te merken, alsook hun volharden door M. Gaillard aangehaald in zijn verhaal van 1710, waarin hij verklaart dat ze nagebootst worden door deze van Avançon en Valserres: het is waar dat Laus toen ten volle in opmars was.

    Dit feit bevestigt ons het ontoereikende godsdienstig onderricht van Benoîte, haar vriendelijke invloed op haar gezellinnen en de openheid van geest die de Dame teweeg brengt. De gaven van de tiener, tot dan onbenut, ontplooien zich snel en vertonen onverwachte mogelijkheden van beoordeling en moreel inzicht die haar biechtvaders bewonderen: een vaak welslagen van een gezond godsdienstig onderricht bij eenvoudige zielen van goede wil. Deze eerste openbare zending van Benoîte gaat ook stof doen opwaaien in de opinie en een officieel onderzoek uitlokken.

    Vertaling: Broeder Jozef

    8. Het sacrament van de Verzoening [deel 18]

    Uittreksel uit het boek van Pater Slavko Barbaric: "Geef me je gewonde hart?"

    De maandelijkse biecht

    Laten wij dan tot Hem bidden: Jezus, ik verlang naar Uw Licht in mijn familie, in iedere ontmoeting met mijn medemensen. Ik wens Uw Licht op school, bij de studie, bij het werk. Jezus, ik verlang naar het Licht en U biedt Uzelf aan als het Licht. Ik wil nu mijn hart voor U openen. Jezus, in Uw tegenwoordigheid vraag ik me nu oprecht af: Hoe ziet het er in mijn leven uit? Ik zou mijn levensweg in Uw licht willen zien. Geef dat ik mijn leven door U begrijp. In Uw Licht vraag ik mijzelf: Jezus, waar zijt Gij in mijn leven? Hoe groot is mijn liefde tegenover God de Vader? Uw wens is het dat ik Hem boven alles lief heb!...Hoe is het met mijn liefde tegenover de naaste? Hoe zeer acht ik de gaven die U mij hebt geschonken? Jezus, ik ondervraag mijzelf in Uw tegenwoordigheid. Help mij in Uw Licht het ware antwoord te vinden. Hoe ziet het er met mijn gebed uit?...U, Jezus, wilde dat de Eucharistische ontmoeting met U het voedsel van mijn ziel zou zijn. In de heilige eucharistie zijt Gij altijd tegenwoordig. Ik vraag me af hoe ik de H. Mis heb bijgewoond. Vaak heb ik niet met mijn hele hart meegedaan en was een ontmoeting met U niet mogelijk. Jezus, in Uw tegenwoordigheid vraag ik me af hoe ik met de gaven van het verstand omga? Heb ik U geloofd en geprezen, heb ik U verheerlijkt of gebruikte ik mijn verstand om Uw Naam te lasteren of mijn medemensen pijn te doen? In Uw tegenwoordigheid vraag ik me af wat sigaretten, alcohol, overmatig eten en misschien ook drugs voor mij betekenen. In Uw tegenwoordigheid vraag ik mij af wat voor mij de televisie en de kranten betekenen. Hoe breng ik mijn kostbare tijd door? Ik vraag mij af wat voor mij Uw oproep betekent mijn ziel en mijn lichaam, evenals de ziel en het lichaam van mijn medemens, te eerbiedigen. Ik vraag me af welke waarde het menselijk leven voor mij heeft en of ik het ongeboren leven bescherm. Jezus, laat mij in Uw Licht ervaren wat Uw opdracht voor mij betekent, alle mensen te beminnen. In Uw tegenwoordigheid vraag ik me af of ik Uw plan voor mijn leven verwezenlijk, of ik met de gaven die U mij hebt gegeven, U en mijn medemensen dien. Heer, laat mij, verlicht door Uw Geest, het juiste antwoord op deze vragen vinden...

    Laten wij een ogenblik stil zijn, laten wij luisteren naar ons hart, laten wij oprecht zijn voor onszelf. Niemand ziet ons: alleen God. In Zijn Licht zullen we de waarheid zien...

    Anne Van Der Sloten

    9. Jezus' tijdgenoten [aflevering 264]

    Josephus Flavius

    Dus toen Gessius was verslagen, zoals wij al hebben vermeld, kregen de meest vooraanstaande mensen uit Jeruzalem in de gaten, dat de terroristen en revolutionairen over grote hoeveelheden wapens beschikten. Ze waren bang dat zij, omdat zij geen wapens hadden, aan hun vijanden zouden worden overgeleverd, wat later ook gebeurde. Nadat ze ervan op de hoogte waren gesteld dat niet heel Galilea al in opstand tegen de Romeinen was gekomen, maar dat een deel van het land nog rustig was, zonden ze mij en twee andere priesters, Joazar en Judas, die een uitstekende reputatie genoten, naar die kwaadwillige mannen toe. Wij moesten hen overhalen om hun wapens neer te leggen. Het was ook de bedoeling dat wij hen duidelijk maakten dat het beter was ze om die wapens, voor de dapperste mannen van het land, achter de hand te houden, en dat het verstandig was als hun beste mannen hun wapens steeds gereed zouden houden met het oog op wat er zou kunnen gebeuren, maar dat ze wel eerst moesten afwachten wat de Romeinen zouden doen.

    Nadat ik orders had gekregen om naar Galilea te gaan, trof ik daar de inwoners van Sepphoris aan in grote angst over hun stad. De Galileeërs hadden besloten om die te plunderen, vanwege hun vriendschap met de Romeinen en omdat zij trouw hadden gezworen aan Cestius Gallius, de gouverneur van Syrië en een verbond met hem hadden gesloten. Ik lukte mij echter om de angst voor de Galileeërs bij hen allemaal weg te nemen en overreedde de inwoners om hen vriendelijk te behandelen. Verder stond ik hen toe om zovaak zij wilden hun mensen, die in de Phoenicische stad Dora door Gessius krijgsgevangen werden gehouden, berichten te sturen. Ik kreeg echter in de gaten dat de inwoners van Tiberias klaar stonden om hun wapens op te nemen. Dat kwam door het volgende:

    In die stad waren drie partijen. De eerste bestond uit verdienstelijke en weldenkende mensen. Julius Capellus was hun leider. Hij en al zijn metgezellen, Herodes de zoon van Miarus, Herodus de zoon van Gamalus en Compsus, de zoon van Compsus [Crispus, de broer van Compsus, die onder de grote koning Agrippa gouverneur van de stad was geweest, bevond zich op zijn landgoed aan de overzijde van de Jordaan], gaven dus allemaal te kennen, dat de stad trouw moest blijven aan de Romeinen en de koning. Pistus echter, die onder invloed stond van zijn zoon Justus, nam geen genoegen met dat besluit. Hij was zelf overigens een goede en deugdzame man. De tweede partij was daarentegen samengesteld uit uiterst verachtelijke lieden, die hadden besloten om het gevecht aan te gaan. Justus, de zoon van Pistus, die leider van de derde partij was, deed echter alsof hij twijfels had of hij al dan niet ten strijde moest trekken, maar in werkelijkheid hunkerde hij naar een revolutie, omdat hij dacht dat hij de macht zou kunnen grijpen, als de toestand zou veranderen. Daarom mengde hij zich onder de menigte en probeerde hen ervan te overtuigen dat de stad Tiberius altijd bij Galilea had behoord en dat die in de periode van de tetrarch Herodes, die haar had gebouwd, de hoofdstad was geworden en dat hij had verordend dat de stad Sepphoris zich moest schikken naar Tiberias; dat die ondergeschiktheid zelfs onder Agrippa de Oudere in stand was gebleven, totdat Felix procurator van Judea was geworden. Maar, vertelde hij hen, nu waren ze helaas door Nero ten geschenke gegeven aan Agrippa de Jongere en omdat Sepphoris zich aan de Romeinen had overgegeven, was dat de hoofdstad van Galilea geworden en dat zij de koninklijke bibliotheek en de archieven dus waren kwijtgeraakt. Nadat hij dat allemaal en nog veel meer ten nadele van Agrippa had verteld, om het volk tot opstand aan te zetten, voegde hij daaraan toe, dat het nu tijd was om de wapens op te nemen. Ze zouden zich als bondgenoten bij Galileeërs aan moeten sluiten en een grote troepenmacht bijeen moeten roepen om hen te straffen. De Galileeërs zouden hen waarschijnlijk het bevel laten voeren en waren nu zonder twijfel bereid om hen te helpen, uit haat tegen de Sepphorieten, die trouw waren gebleven aan de Romeinen. Met die woorden riep hij de menigte op ten strijde. Hij was namelijk heel goed in het afsteken van tirades voor het volk en wat zijn toespraken betrof konden zijn tegenstanders niet tegen hem op, hoewel wat zij hen aanraadden meer in hun voordeel was. Dat deed hij uiterst geslepen en bedrieglijk. Hij was goed op de hoogte van de Griekse cultuur, en aan de hand van die kennis begon hij met het schrijven van een geschiedenis van deze gebeurtenissen, met de bedoeling om door diezelfde geslepenheid en leugenachtigheid de waarheid te verbloemen. In de loop van mijn verhaal zal ik de lezer verder verslag doen over deze man, hoe slecht zijn karakter en gedrag waren en hoe hij en zijn broer in belangrijke mate aan onze vernietiging hebben bijgedragen. Dus toen Justus de burgers van Tiberias had overtuigd en overgehaald had om de wapens op te nemen, zelfs een groot aantal tegen hun wil, trok hij de stad uit en stak de dorpen in het grensgebied van Tiberias en de streek van Scythopolis, die onder de invloedsfeer van Gadara en Hippos vielen, in brand.

    Vertaling: Broeder Joseph

    10. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 90]

    Hoofdstuk 2: Johannes De Doper tot het doopsel van Jezus

    De "profeet" Johannes begint zijn zending

    Kort na de voltooiing van de doopvijver zag ik Johannes uit het noorden en uit de woestijn die bij de Jordaanbron is, zuidwaarts komen en tot de mensen terugke­ren. Hij maakte een wonderbare indruk. Hij is groot,door het vasten en de lichaams­versterving mager, maar toch sterk en vol spieren. Zijn voorkomen is ongemeen edel, rein, eenvoudig. Hij spreekt ronduit, gebiedend, zonder omwegen, op de man af. Zijn kleur is bruinachtig, zijn aangezicht mager en ingevallen, ernstig en streng. Zijn haar is roodachtig bruin en gekruld. Hij heeft een kleine baard. Om zijn middellijf is een doek gewonden die tot op de knieën neerhangt. Hij draagt een ruwe bruine mantel die uit drie stukken schijnt te bestaan. Van achteren is hij geheel [bedekt de gehele rug] en om het middellijf is hij met een riem samengebonden. Zijn armen en borst zijn vrij en onbedekt. Zijn borst is ruig en vol haar en heeft bijna de kleur van zijn mantel. Hij draagt een staf die als een herdersstaf gekromd is.

    Toen hij zuidwaarts uit de woestijn zuidwaarts, zag ik hem eerst over een beek een kleine brug slaan, zonder de minste rekening te houden met een overgang op een ge­ringe afstand van daar, want altijd arbeidde hij recht voor zich uit, waar zijn weg naartoe liep. Er was daar een oude volkerenweg, een internationale verkeersweg.

    Ik zag hoe hij bij Cydessa geweest is [3 uren ten Noorden van Nazaret] en voor de be­woners daar in de omstreken gepredikt heeft en dat dezen de eerste heidenen waren, die tot zijn doop gekomen zijn. Zij leefden hier gans verwaarloosd en in aarden hutten. Zij stamden af van allerlei volk dat bij de laatste verwoesting van de tem­pel voor Jezus zich hier had nedergezet. Ik heb gezien dat een der laatste profe­ten hun gezegd had dat zij hier moesten blijven wonen tot iemand zou komen gelijk Johannes. Deze zou hun dan zeggen wat zij doen moesten. Ik heb ook gezien dat zij daarna naar Nazareth getrokken zijn.

    11. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen

    Profetie 98: Canis et Coluber [Hond en Slang]

    Leo XII [1823-1829]

    Echte naam: Annibale della Genga [Kasteel Lan Gena, Spoleto, 22 augustus 1760 - Rome, 10 februari 1829]

    Della Genga kwam uit een adellijke familie uit Genga, een klein stadje in de provincie Ancona. De plaats waar hij geboren is is onzeker. De gebruikelijke mogelijkheden zijn Genga, Ancona en Spoleto. Hij ging naar school aan de "Accademia della Nobili Ecclesiastici" te Rome, waar hij tot priester werd gewijd in 1783. In 1792 benoemde Paus Pius VI hem tot zijn persoonlijk secretaris, in 1793 werd hij titulair aartsbisschop van Tyrus, en werd hij uitgezonden naar Luzern als nuntius. In 1793 werd hij overgeplaatst naar Keulen, maar door de oorlog moest hij residentie houden in Augsburg. Tijdens de meer dan twaalf jaar die hij heeft doorgebracht in Duitsland werden hem verschillende moeilijke en eerzame missies toevertrouwd, welke hem in contact brachten met de hoven van Dresden, Wenen, München en Württemberg, en zelfs met Napoleon.

    Als nuntius in Parijs [1814 - 1816] werd hij door kardinaal-staatssecretaris Consalvi overvleugeld. Hij werd in 1816 kardinaal gecreëerd en kreeg de "Santa Maria in Trastevere" als titelkerk.

    Chris De Bodt

    12. Profetiën: Heilige Ephraïm, de Syriër [±306 - 373]

    Profetie 1

    En het koninkrijk der Romeinen zal boven de volkeren worden verheven en haar dominantie vestigen op aarde en dit tot het einde en er zal niemand zijn die er zal aan weerstaan. Nadat het kwade zich vervolgens zal vermenigvuldigd hebben en alle schepselen onteerd zullen zijn, zal de goddelijke gerechtigheid verschijnen en het volk volledig vernietigen en voortkomend uit het verderf zal de man van de zonde worden onthuld op aarde, de verleider der mensen en de verstoorder van de hele wereld. Daarna zal de Heer vanuit de glorierijke hemel zijn vrede vestigen.

    Vertaling: Chris De Bodt


    08-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.8 juni 2011
    8 juni 2011

    1. Nieuwe, buitengewone onthullingen over Pater Pio
    [7/7]

    En zo onthult hij, die het middelpunt is van zo’n buitengewoon charisma, met een grote nederigheid de eenvoud van zijn spiritueel leven, dat bestaat uit beschouwing, officiële gebeden en de Rozenkrans, die telkens volledig wordt gebeden. Toen hem werd gevraagd of hij nog aan buitengewone, persoonlijke boete deed, zei hij openhartig: "Neen: ik draag deze die de Heer mij zendt." En, de waarheid dient gezegd, want we weten dat deze niet klein in aantal waren. Daarop spreekt hij over de lange uren die hij doorbracht in de biechtstoel, luisterend naar de zonden, de vermaningen, de verlichtingen en de vergeving.

    Nadien toonde hij aan de onderzoeker, met dezelfde nederigheid en volgzaamheid, al zijn pijnlijke wonden, zodat hij ze voorzichtig kon onderzoeken en beschrijven, wat hij ook deed en zoals we nu kunnen lezen in een levendige, realistische beschrijving die alle details weergeeft. Pater Pio maakt ook duidelijk dat de wonde op zijn rechterschouder, waarover talrijke geruchten intussen waren ontstaan, niet bestond, tenminste in die tijd. Hij ging niets uit te weg, nooit, zelfs de moeilijkste vragen, zelfs niet de verdachtmakingen en twijfels over de middelen die hij, volgens sommige insinuaties, aanwendde om zijn wonden te behandelen.

    Langs de andere kant boeien de overige broeders ons met interessante details over zijn daadwerkelijke leven en zijn nederige aard, terughoudend bij de meest delicate aangelegenheden en toch vrolijk en schertsend: "Tijdens een gesprek is Pater Pio heel aangenaam en vriendelijk, met zijn broeders is hij sereen, opgewekt, zelfs met de nodige humor." Waarachtig verassende bijzonderheden, als we denken aan de onophoudelijke lichamelijke pijnen en de psychologische druk waarmee hij voortdurend werd geconfronteerd. Ook vertelden de Broeders over het weinige dat hij at, zelfs toen al. Soms was een kopje chocolademelk of een glaasje bier alles wat hij als maaltijd nam. Dit is de schets van een leven, gekenmerkt door een krachtige stempel van God, en toch eenvoudig en doorschijnend, want de heilige man had niets te verbergen.

    Aan het einde van zijn nauwkeurig en grondig onderzoek, kan de onderzoeker niets anders dan besluiten: "Pater Pio is een zuiver godsdienstig voorbeeld, die zijn waarden in overeenstemming brengt met zijn leven dat hij heeft geschonken aan vroomheid en aan een ander en hoger niveau van gebed dan van buiten uit leek: hij werd vooral bewonderd voor zijn oprechte nederigheid en zijn opmerkelijke eenvoud die nooit ontbraken, zelfs tijdens de moeilijkste momenten, wanneer hij wetenschappelijke testen moest ondergaan, die zwaar op hem wogen en zelfs gevaarlijk waren voor iemand met zijn wankele gezondheid." Een man die verstoken was van enige leugen en wiens getuigenis onder ede "mocht worden beschouwd als oprecht, daar bedrog en valse getuigenissen, in een hevig contrast zouden staan met zijn leven en waarden."

    Zelfs de omgeving rond Pater Pio maakte een goede indruk op Mgr. Rossi, die besluit: "De religieuze gemeenschap waarin Pater Pio leeft, is een goede gemeenschap waarin men zijn vertrouwen kan stellen."

    Vertaling: Chris De Bodt

    2. Grace [7/10]

    °26 juli 2002 - †26 september 2002

    Grace Anne kwam op 26 juli 2002 ter wereld. Na twee maanden ging ze terug naar de hemel. We kregen veel meer dan we hadden durven dromen.

    Zuigelingenafdeling

    Het personeel heeft ons dan een aparte kamer op de zuigelingenafdeling bezorgd, zodat we een voor ons gereserveerde plek hadden en iedere dag bij Grace konden zijn. Deze kamer werd "het bureau" omdat ik iedere dag om 9 uur aankwam en om 17 uur vertrok. In dit "bureau" leerden Paul en ik zelf voor Grace te zorgen. Het was een kleine ruimte maar honderden mensen zijn er gepasseerd om Grace te dragen en te liefkozen.

    We leerden hoe we Grace konden voeden met de maagsonde en hoe we haar konden verzorgen. Het gebeurde soms dat ze stopte met ademen en dat ze kleine crisissen [aanvallen] doormaakte. We hebben nauw samengewerkt met een organisatie voor palliatieve zorgen om haar thuiskomst te regelen.

    Grace had enkele typische trekjes van trisomie 18: de oortjes lager ingeplant dan gebruikelijk, de gebalde vuistjes, de voetjes wat speciaal en een wat gebogen voorhoofd. Maar als je gewoon naar haar keek leek ze gewoon een kleine baby: 2030 g, 47 cm. Ze was zoals mijn andere dochtertjes waren, alleen wat kleiner. Al die kleine details maakten haar uniek en speciaal voor mij. Ik zag de trisomie 18 niet, ik zag alleen mijn kostbaar klein meisje. En dat was wat de meeste mensen zich realiseerden toen ze eenmaal geboren was. Ze was helemaal niet het monster dat de artsen me vier maanden eerder beschreven hadden ... ze was een klein schatje. Alles wat ze nodig had was liefde. En die heeft ze gekregen!

    Wij hebben enkel voor medische behandelingen gekozen die haar het leven comfortabeler maakten. We hebben haar via een maagsonde gevoed. Ze had regelmatig apneus [ademstilstanden]. Telkens kwam ze daar weer uit, zelfs nadat ze soms 15 of 20 minuten niet geademd had. Daarom noemden we haar "Amazing Grace" ... onze Grace was een ongelooflijke en verbazingwekkende meid! Ze werd verondersteld binnen de drie dagen na haar geboorte te overlijden omwille van de afwijking aan har hartje, maar ze bleef bij ons. Ze had meerdere periodes van apneus en crisissen, maar kwam telkens weer terug. De trisomie werkt op het brein en op heel wat automatische reflexen zoals zuigen en ademen. Voor de rest vonden we haar gewoon perfect.

    We hebben niets willen ondernemen om haar leven te verlengen. We hebben haar zoveel als mogelijk haar comfort gegund. We droegen haar rond als ze apneus had en spraken haar zachtjes toe. "Kom terug,Grace," hebben we zo vaak gezegd. Zij luisterde dan meestal naar haar ouders. We konden niet herstellen wat niet goed ging. We konden haar alleen maar beminnen.

    Het was een zegen voor ons dat Grace in dit ziekenhuis geboren werd. Ze was de enige baby op de intensieve zorgen van de zuigelingenafdeling gedurende haar verblijf daar. De verpleegsters waren geweldig. Nooit heb ik iets vergelijkbaars gezien. Grace was een beroemdheid geworden. Ik heb fantastische mensen ontmoet die ik nooit zal vergeten.

    Even heb ik geaarzeld, ongeveer een tweetal weken vooraleer ze naar huis zou komen. Ze kreeg een zware crisis en men stond op het punt haar dood te verklaren. Ik dacht, "hemel, en als dat thuis in de living gebeurt met mijn kinderen, ben ik gek geworden?" Maar twee weken later was ik voor alles klaar. We hebben haar naar huis gebracht op de dag dat ze één maand werd. Het personeel van de zuigelingenafdeling was fantastisch. Ze lieten ons zelfs een klein ziekenhuisbedje mee naar huis nemen. Het was een geweldige dag!

    Vertaling: Christine

    3. Medjugorje: De IIPG [International Internet Prayer Group] [Deel 27]

    Justo Antonio Lo Feudo

    Daarop nam ik het besluit om bij de eerstvolgende Heilige Communie, mijn toewijding tot het Hart van beiden uit te drukken. En zo verliep alles in werkelijkheid. Ik ging nog datzelfde jaar naar Medjugorje terug, met Kerstmis. Zelfs de kleinste details van die Kerstdag blijven onvergetelijk voor mij. Ik zag vele dingen in Medjugorje, maar de dingen die mij het meeste en het diepste troffen, bleven me bij. Nu ben ik er reeds acht maal geweest en plan ik om in december terug te keren [dank voor uw gebeden!!]. Sinds mijn eerste bezoek was alles in mijn leven veranderd. Ik probeer te volgen wat Onze Moeder van ons vraagt, maar ik moet toegeven dat ik hier niet altijd in slaag.

    Ook heb ik sindsdien genade op genade ontvangen. Onder vele andere dingen, wat ook betekent het ontmoeten van zieners en mensen die heel nauw betrokken bij Medjugorje, zoals Weyne Wayble, Zuster Emmanuel, Vr. Slavko, mijn vriend Vr. Gianni Sgreva [stichter van Oasis van Vrede] en anderen van Radio Mir en Mir-Shalom. Maar boven alles, de enorme genade om te mogen werken voor Hemelse Koninkrijk, onder de begeleiding en de bescherming van de Koningin van de Vrede.

    Ook het mogen deel uitmaken van deze prachtige groep, waarin we niet alleen onze ervaringen delen, ideeën opbouwen en elkaar steunen door het gebed, maar ook het leven in dezelfde geest omdat we kinderen zijn van dezelfde Moeder, ongeacht waar we ons op deze planeet bevinden, is een enorme genade. Juist zoals Onze Moeder ieder van ons, één voor één, naar Medjugorje roept, ben ik ervan overtuigd dat Zij ons, via Nedjo, riep om lid te zijn van de groep. En weet u iets? Ik kan nauwelijks wachten tot het ogenblik dat ik ’s avonds mijn mailbox kan openen en al uw boodschappen lezen.

    Bron: IIPG

    Vertaling: Chris De Bodt

    4. Dagboek van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 134]

    Schrift 1

    299 + Het geheim van de ziel. Wilno, 1934.

    Toen mijn biechtvader me eens beval aan de Heer Jezus te vragen wat de twee stralen betekenen die op de Beeltenis [38] staan, antwoordde ik het aan de Heer te zullen vragen. Tijdens het gebed hoorde ik innerlijk deze woorden: "Deze twee stralen verwijzen naar het Bloed en het Water; de witte straal betekent het Water dat de zielen rechtvaardigt, de rode het Bloed, dat het leven van de zielen is... Deze twee stralen ontsprongen uit het diepste van Mijn barmhartigheid, toen Mijn Hart, stervend op het kruis door de lans werd geopend. Deze stralen beschermen de zielen tegen de toorn van Mijn Vader. Gelukkig wie in hun schaduw leeft, want de gerechtige hand van God zal hem niet bereiken. Ik verlang dat de eerste zondag na Pasen het feest van de barmhartigheid wordt.

    300. + Vraag aan Mijn trouwe dienaar dat hij op die dag tot de ganse wereld spreke over mijn grote barmhartigheid, dat allen die op die dag naderen tot de Bron van Leven, een volledige kwijtschelding van hun schuld en straffen zullen bekomen. De mensheid zal geen vrede kennen zolang ze zich niet met vertrouwen tot Mijn barmhartigheid wendt.

    + O, hoe verwondt Mij dat ongeloof van de ziel. Zo een ziel belijdt dat Ik Heilig en Rechtvaardig ben maar gelooft niet dat Ik de Barmhartigheid ben: ze wantrouwt Mijn goedheid. De duivels verheerlijken ook Mijn gerechtigheid, maar zij geloven niet in Mijn Goedheid. Mijn Hart verheugt zich in deze titel van 'Barmhartigheid'.

    301. Verkondig dat de Barmhartigheid de grootste eigenschap is van God en dat al de werken van Mijn handen zijn."


    [38] Hier wordt de door E. Kazimirowski geschilderde Beeltenis bedoeld.

    Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken

    5. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 134]

    Vierde Lezing: Over het Vagevuur

    Deel 2

    In de eerste zitting op het concilie van Firenze weigerden de Griekse Kerkvaders steeds en zeer formeel het bestaan van een stoffelijk vuur in het Vagevuur. Anderzijds beleden ze eensgezind dat het Vagevuur een donkere plek is waar de zielen, vrijgesteld van het vuur, zwaar te lijden hebben vanwege de duisternis en de angst van een vreselijke gevangenschap. De Latijnse Kerkvaders die eensgezind de tegengestelde opinie verkondigen, meenden nochtans niet dat op dat de punt de Griekse Kerk dwaalde. Om die reden werd in het eenheidsdecreet tussen beide Kerken geen gewag gemaakt van foltering door vuur. Gewoon werd er beweerd dat de zielen die niet genoeg aan Gods rechtvaardigheid voldaan hadden in dit leven, evenredig met het aantal en de ernst van hun zonden moesten lijden in het andere leven en dat hun lijden verzocht en ingekort wordt door de gebeden en goede werken van de levenden, vooral door het misoffer.

    Als het concilie van Firenze bij het vastleggen van de straffen in het Vagevuur het niet nodig achtte om het bestaan van vuur te vermelden, ofwel uit respect voor de Griekse Kerkvaders, een lang betrachte eenmaking te vertragen, ofwel ook omdat hun vergissing geen verband had met de inhoud en de essentie van het dogma, moet nochtans het bestaan van een stoffelijk vuur in het Vagevuur bekeken worden als een bewezen waarheid die twijfel noch beperking duldt. Ten eerste, in datzelfde concilie van Firenze werd het stoffelijk bestaan van vuur in het Vagevuur ondersteund met eenparigheid van stemmen door alle Latijnse Kerkvaders. Deze opinie heeft dus de steun van de grootste strekking in de overlevering en het gevoel van bijna alle dokters. Sint Paulus schijnt het formeel te preken met deze woorden: Salvi erunt sic quasi per ignem, en hij gebruikt niet het woord quasi als een verkleinwoord, maar om beter de wijze van zuivering uit te leggen. Ten slotte stellen alle visioenen en openbaringen over het Vagevuur lijden en vuur gelijk met deze van de Hel, zonder enige beperking behalve dat het geen eeuwig maar een tijdelijk vuur is.

    Bron: Abbé Arminjon

    Vertaling: [Broeder Joseph]

    6. Docudrama: Het Evangelie volgens Mattheus [19/26]

    Het Evangelie van de apostel Mattheus, het tweede Evangelie van de vier, wordt hier mooi naar voor gebracht in een getrouw en krachtig docudrama van de Bijbelse tekst. Het Evangelie van Mattheus reconstrueert nauwgezet en trouw het tijdperk van Jezus tijdens een onstuimige periode dat de loop van de geschiedenis zou veranderen. Acteurs zijn Richard Kiley, Bruce Marchiano, Mattheuw Roberts, Gerrit Schoonhoven en Joanna Weinberg. Het docudrama is ingesproken door Christopher Plummer. Het drama is geregisseerd door Regardt Van Den Bergh, dateert uit 1996 en duurt 4 uur en tien minuten.


    7. Benoite, de herderin van Notre-Dame du Laus [Aflevering 46]

    Hoofdstuk 2: De verschijningen in het Ovendal

    Eerste apostolische zending

    Er zijn al twee maanden voorbij: we schrijven juli 1664. Een begin van vorming van Benoîte tot haar latere taak krijgt vorm, de gesprekken met de Dame duren langer en worden gemoedelijker. M. Peytieu heeft drie feiten uit die tijd bewaard, ietwat aangevuld door Gaillard.

    "Na 2 maanden stuurde de Dame haar tweemaal naar de kerk van Saint-Etienne om God te bidden, en droeg Ze zorg voor de kudde..." Gaillard schijnt aan te duiden dat dit vaker voorviel.

    Op een dag dat de herderin de Mis bijgewoond had, wilde de Dame haar op de proef stellen door de kudde van het ene naar het andere dal te verplaatsen. Bij haar terugkeer vindt Benoîte haar schapen niet, begint te wenen en gaat terug naar huis. Als haar baas haar alleen tegenkomt denkt hij dat zijn kudde ontvoerd is en hij wordt kwaad. Ze gaat terug en vindt de kudde in de andere vallei. De mooie Dame zegt haar, nu ze haar bij de schapen terugziet: "Je deed me plezier door niet ongerust te worden. Een andere zou boos zijn geworden of gevloekt en het geduld verloren hebben, maar je weende alleen maar. Wat ik deed diende maar om je geduld te beproeven."

    "Een andere keer toen ze haar moe zag," schrijft Peytieu, "zei de uitzonderlijke Dame dat ze moest rusten terwijl zij zou hoeden." Gaillard geeft mooie details over dit verhaal: "De Dame zei haar naderbij te komen, wat ze deed en insliep op haar mantel. Bij het ontwaken ziet ze geen Dame of kudde meer in het dal. Ze gaat op zoek en ziet de Dame die haar troost. De Maagd reikt haar de hand, maar Benoîte trekt de haar hand in: ‘Mooie Dame! Ik ben niet waardig de sporen van je voeten te kussen of aan te raken: zo vereert ze haar vorstelijke prinses."

    Nu is de herderin geheel getemd, het hart verlegen vanwege de goedheid van deze Dame die haar aanspoort tot gebed en geduld. Het wordt tijd om haar een eerste taak te geven, goed beschreven door M. Peytieu: Daar de Moeder Gods aan de meisjes van Saint-Etienne een grote tederheid voor Benoîte schonk, zei de Dame haar op een dag: "Zeg de meisjes dat ze iedere avond de Litanie van de Maagd in de kerk zingen, met toelating van de heer prior, en je zult zien dat ze het doen’. Maar de meisjes kenden de Litanie niet. De Maagd leerde ze aan Benoîte en deze aan de meisjes. De zang werd met de grootste godsvrucht uitgevoerd."

    Vertaling: Broeder Jozef

    8. Het sacrament van de Verzoening [deel 17]

    Uittreksel uit het boek van Pater Slavko Barbaric: "Geef me je gewonde hart?"

    De maandelijkse biecht

    De maandelijkse biecht kan ook als sacrament ter versterking tegen het kwade worden opgevat en niet alleen als reiniging van het kwaad, dat zich reeds in ons hart bevindt!

    Als iemand in een fabriek werkt waar giftige stoffen worden verwerkt, of in ruimten die verontreinigd en schadelijk zijn voor het leven, dan is het heel normaal dat er bijzondere veiligheidsmaatregelen worden toegepast. Als dit niet gebeurt, handelt men onverantwoordelijk tegenover het leven.

    Wij moeten de tegenwoordige wereld niet veroordelen zoals we een zieke ook niet moeten veroordelen. Integendeel, we moeten hem helpen, proberen te begrijpen en indien mogelijk te genezen. Wij moeten ons echter beschermen tegen de ziekte van de wereld, die door de zonde wordt veroorzaakt, zodat wij zelf gezond leven en anderen kunnen helpen, zodat zij tot een innerlijke evenwichtigheid komen!

    Uit de ervaringen van de gebedsgroepen weten wij , dat de Moeder Gods soms ook tot de wekelijkse biecht heeft opgeroepen. Dat gebeurde meestal in de weken van voorbereiding op bijzondere feestdagen zoals Kerstmis, Pasen, Pinksteren enz.

    Maria wenst als Moeder Haar kinderen niets anders toe dan de genezing en de gezondheid van de ziel, opdat zij in vrede kunnen leven.

    Hier volgt een gebed van zijn hand dat kan gebruikt worden om inzicht te krijgen waar het soms fout loopt: "Jezus is met ons: Hij is gekomen en heeft ons het Licht gebracht." Hij zei van Zichzelf: "Ik ben het Licht van de wereld."

    Anne Van Der Sloten

    9. Jezus' tijdgenoten [aflevering 263]

    Josephus Flavius

    Ik werd toen bang dat ik mij, door deze dingen zovaak op hun hart te drukken, bij hen gehaat zou maken en de verdenking zou wekken, dat ik tot de partij van onze vijanden behoorde en dan het risico zou lopen dat ik door hen gegrepen en vermoord zou worden. Omdat zij zich al meester hadden gemaakt van het fort Antonia, trok ik mij dus terug op de binnenplaats van de tempel. Ik verliet de tempel, waar ik temidden van de hogepriesters en de leider van de Farizeeën verbleef, nadat Manahem en het hoofd van de terroristenbende ter dood waren gebracht. Toen wij vervolgens gewapende manschappen zagen werden wij door grote angst bevangen. We wisten niet wat wij moesten doen en waren niet in staat om de opstandelingen te kalmeren. Omdat wij echter in onmiddellijk gevaar verkeerden, deden wij alsof wij het met hen eens waren, en raadden wij hen alleen maar aan om zich voorlopig rustig te houden en de vijand te laten vertrekken. Wij bleven hopen dat het niet lang meer zou duren voordat Gessius [Florus] met een sterke krijgsmacht zou arriveren, en een eind zou maken aan deze beroeringen.

    Maar toen hij eenmaal aangekomen was en het gevecht plaats vond, werd hij verslagen en een groot aantal van zijn metgezellen werden gedood. Die schande die Gessius [samen met Cestius] ten deel viel, werd rampzalig voor ons hele volk, want de mensen, die verzot op oorlog waren, raakten door dit succes zo opgewonden, dat ze dachten dat ze uiteindelijk de Romeinen dan ook wel zouden kunnen verslaan. Deze oorlog was namelijk ook de aanleiding tot een andere gebeurtenis: de bewoners van naburige steden van Syrië grepen de Joden die tussen hen in woonden, samen met hun vrouwen en kinderen en vermoorden hen, ondanks het feit dat zij geen enkele reden hadden om zich over hen te beklagen. Die mensen hadden geen enkele poging ondernomen tot een omwenteling of een opstand tegen de Romeinen. Evenmin hadden zij op enige manier laten blijken dat ze haatdragende of verraderlijke plannen tegen de Syriërs koesterden. Het meest misdadig van alles was echter wat door de inwoners van Scythopolis werd aangericht. Toen zij door Joden, vijanden van buiten de stad, werden aangevallen, dwongen ze hun eigen Joodse medeburgers, om de wapens op te nemen tegen hun eigen volksgenoten, wat voor ons tegen de wet indruist. Nadat zij mede door hun hulp slag geleverd hadden met hun aanvallers en hen hadden verslagen, vergaten ze na de overwinning de beloften die zij hun medeburgers en bondgenoten hadden gedaan en slachtten hen allemaal af. Dat waren er tienduizenden. De Joden die in Damascus woonden ondergingen hetzelfde lot. Ik heb daarover echter al nauwkeuriger verslag gedaan in mijn boeken over de Joodse oorlog. Ik vermeld ze nu alleen maar, omdat ik mijn lezers wil laten zien, dat de oorlog van de Joden tegen de Romeinen niet vrijwillig was, maar dat zij daar voornamelijk toe gedwongen werden.

    Vertaling: Broeder Joseph

    10. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 88]

    Hoofdstuk 2: Johannes De Doper tot het doopsel van Jezus

    Johannes graaft een vijver

    Ten slotte zag ik dat Johannes tot aan de gordel in het water afdaalde, met zijn één hand het middelste boompje omvatte en met zijn staafje, waaraan hij een dwarsstaafje en een vaantje had vastgemaakt, zo in het water pletste, dat de waterstralen boven en op zijn hoofd tezamen spuiten. Ik zag op dit eigenste ogenblik een lichtwolk van Boven en een uitstorting als van de H. Geest op hem neerkomen en twee en­gelen aan de rand van de vijver verschijnen die iets tot hem zegden. Dit zag ik als zijn laatste handeling in de woestijn.

    In juni 1820 laste zij het volgende tafereel in tussen andere episoden uit het leven van Johannes: "Ik zag hem bij een andere gelegenheid als een volwassen, sterke man bij een droge put in de woestijn. Hij scheen te bidden en er kwam een glans over hem gelijk een lichtwolk, en het scheen mij als kwam ze uit de hoogte van bij de wateren boven de profetenberg, en er stortte een lichtende, glanzende waterstroom op hem in de vijver neer en, naar deze uitstorting starend, zag ik hem niet meer aan de rand van het waterbekken, doch er in, en met het schitterende water overgoten en de vijver was nu met dit schitterende, lichtende water gevuld en nu zag ik hem weer aan de rand staan, zoals in het begin. Ik zag echter niet dat hij er in afdaalde of er uit opsteeg en ik geloof dat hem wellicht door dit visioen te verstaan werd gegeven dat hij moest beginnen dopen. Mogelijk ook was het een geestelijke doop die in het visioen over hem kwam.

    Nog na Jezus' dood heb ik deze vijver in gebruik gezien [Het is dus wel een reële vijver]. Wanneer de Christenen vluchtten, werden daar reizigers en zieken gedoopt en ook placht men er te gaan bidden. In die tijd, in de preekjaren van Petrus was die vijver met een schutsmuur omgeven.

    11. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen

    Profetie 97: Aquila Rapax [Roofzuchtige Adelaar]

    Pius VII [1800-1823]

    Echte naam: Luigi Barnaba Chiaramonti [Cesena, 14 augustus 1740 - Rome, 20 augustus 1823]

    Samen met Consalvi begon de 74-jarige paus aan het restauratiewerk: op 7 augustus 1814 herstelde hij de orde der jezuïeten. Ook de Index en de Inquisitie werden hersteld, en de Joden moesten terug naar hun ghetto's. Een motu proprio van 1816 reorganiseerde de pauselijke staat. In 1817 werd de Propagande Fide [missie] verbeterd. In concordaten werden de nieuwe verhoudingen met Beieren, Sardinië en Frankrijk [in 1817], Napels en Rusland [in 1818] nader geregeld. Pius trad fel op tegen de vrijmetselarij en de carbonari, een beweging van pro-democratische revolutionairen.

    Pius VII had veel belangstelling voor kunst en wetenschap. Het Museo Chiaramonti werd naar de adviezen van Antonio Canova ingericht en verrijkt met de epigrafische collectie in de Galleria Lapidaria.

    Zijn pontificaat werd overschaduwd door Napoleon, die een adelaar als embleem had.

    Chris De Bodt

    12. Profetiën: Heilige Zenobius [337-407]

    Dan zal de Zoon van God, Onze Heer Jezus Christus, in persoon komen. Hij zal verschijnen op de wolken des hemels omgeven door legioenen engelen en, stralend in glorie, zal hij de antichrist, het beest, de vijand, de verleider en al zijn volgelingen doden. Dit zal het einde der tijden zijn en het begin van het algemene oordeel.

    Vertaling: Chris De Bodt


    07-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.7 juni 2011
    7 juni 2011

    1. Nieuwe, buitengewone onthullingen over Pater Pio
    [6/7]

    De hoge koortstemperaturen


    Bovenop de onthullingen en aanvullend bij de mystieke wonderen van de stigmata, de visioenen, de bilocaties en het lezen van zielen, genezingen, profetieën en zo verder, sprak Pio eveneens over een heel merkwaardig wonder waarin hij was betrokken: hyperthermie. Hierbij moest zijn lichaam zulke hoge temperaturen ervaren, dat ze de gewone thermometer moesten vervangen door een thermometer die gebruikt wordt bij paarden. Dit werd ontdekt tijdens een van de apostolische bezoeken van Rossi, die deze zaak benaderde met wetenschappelijke onverschilligheid, waarbij hij er aanvankelijk geen geloof aan hechtte, noch enige affiniteit voelde voor de monnik die hij moest onderzoeken.

    Toen hij de overste van het klooster, Vr. Lorenzo van San Marco, verhoorde, kwam Bisschop Rossi te weten dat Vr. Lorenzo, persoonlijk getuige was van koortsen van Pater Pio van 43 graden Celcius, 45 graden celcius en uiteindelijk een niet te begrijpen en duizelingwekkende 48 graden Celcius: ver over de temperaturen die de dood tot gevolg zouden hebben.

    Inderdaad, de normale lichaamstemperatuur schommelt van 36,7 tot 37,8 graden celcius. Een gedurende uren aanhoudende temperatuur van 41,7 graden celsius kan iedere gezonde tiener doden. Zelfs Vr. Lorenzo was aanvankelijk ook sceptisch over Pio’s mystieke tekenen, tot hij zelf de temperaturen van Vr. Pio begon op te meten.

    Deze hyperthermie, noteert Vr. Castelli, werd omschreven als een andere van de vele feiten die, bij validatie ervan, uitermate verbazingwekkend zouden zijn, zelfs miraculeus, daar het algemeen geweten is dat het menselijke lichaam zelfs zulke hoge temperaturen niet kan bereiken. Maar in Pater Pio’s geval, gebeurde het meerdere malen en nu reeds gedurende verscheidene jaren en Vr. Lorenzo, die er eerst uiterst twijfelachtig tegenover stond, zoals ook voor zijn andere mystieke gaven, moest zichzelf van de werkelijkheid overtuigen toen het bewijs hiervan zich openbaarde voor zijn eigen ogen en in zijn eigen handen. Heilige Pio omschreef zelf deze ervaring als "een morele, eerder dan een lichamelijke ziekte," en zei dat het aanvoelde alsof "hij zich in een oven bevond, maar altijd bij volle bewustzijn," en in feite draagbaar om zijn normale taken uit te oefenen.

    "In feite," zegt Castelli, "getuigde een broeder dat hij zelfs onder de belasting van deze koorts, nooit bedlegerig was, maar opstond, verder deed en alles kon doen."

    Vertaling: Chris De Bodt

    2. Grace [6/10]

    °26 juli 2002 - †26 september 2002

    Grace Anne kwam op 26 juli 2002 ter wereld. Na twee maanden ging ze terug naar de hemel. We kregen veel meer dan we hadden durven dromen.

    De geboorte

    Op het ogenblik dat de gynaecoloog Grace uit mijn buik haalde, zei hij: "het is een meisje met een massa donker haar" en "ze lijkt zeer groot te zijn." Het beste nieuws was dat ze roos was en zelfstandig ademde. Ze had geen kunstmatige beademing nodig. Het was een vechtertje!

    Men heeft haar bij mij gebracht en ik ben er verliefd op geworden. Ze was zo mooi… De priester is naar mijn familie gegaan om hen het goede nieuws mee te delen. Niemand had zich eraan verwacht dat ze zou leven. Wat waren we gelukkig: Grace leefde!

    Het werd de allermooiste dag. Ik was zo gelukkig dat ze leefde. Ik dacht niet aan wat nog voor ons lag. Ik wist alleen dat ik mijn kleine kostbare meisje in de armen had en dat ze van mij was. Ik liet haar niet meer los.

    Het ziekenhuis gaf een privé kamer voor mijn man, mijzelf en Grace. Onze familie mocht ons ieder uur van de dag bezoeken, het bezoekreglement gold niet voor ons. Het personeel kwam Grace regelmatig verzorgen. Ze kon niet zuigen en men heeft haar dan een maagsonde gezet. Ik heb Grace letterlijk gedurende drie dagen constant gedragen. Ik herinner me de ganse eerste nacht op gebleven te zijn met haar. Ieder detail wou ik in mij opnemen. Bij het opkomen van de zon dankte ik God voor de nieuwe dag met haar. Ik raad echt iedereen aan om uw baby op die manier dag en nacht bij u te houden. Het was zoals thuis. We noemde de kamer "ons appartement."

    We organiseerden feestjes en aten ijs met onze gasten, het leek een grote ceremonie. Onze relatie met het personeel werd zeer vriendschappelijk en ze kwamen bij ons langs als ze even tijd hadden. Er groeide een veel diepere vriendschap tussen ons en het medisch team dan we ons ooit hadden kunnen inbeelden. De artsen en verpleegsters die met ons gewerkt hebben zijn contact blijven houden met ons en hebben ons verteld dat ze nooit meer dezelfde zouden zijn nadat ze Grace en onze familie onder hun hoede hadden gehad.

    Na een week werd vastgesteld dat de hartafwijking van Grace lichtjes anders was dan oorspronkelijk gediagnosticeerd. In plaats van enkele uren zou ze enkele weken, misschien zelfs enkele maanden kunnen leven. Toen was het ogenblik dat ik het ziekenhuis moest verlaten en Grace nog op de zuigelingenafdeling moest blijven. Dat was heel moeilijk.

    Vertaling: Christine

    3. Medjugorje: De IIPG [International Internet Prayer Group] [Deel 26]

    Justo Antonio Lo Feudo

    Het was niet gemakkelijk. Ik streed voor zo’n twintigtal minuten die wel eeuwen leken. Uiteindelijk gaf "iemand" mij een nieuwe duw. Omwille van Medjugorje, omwille van onze Heilige Moeder, liet ik al mijn voorbije zonden achter, in overgave aan Gods "misericorde." Door Haar bekwam ik van Haar Zoon de vergiffenis en een enorme zware last viel van mijn schouders. Ik liet vijfendertig jaren achter als een nieuwgeborene en dit allemaal in die enkele minuten van de ganse eeuwigheid!

    Op 5 augustus maakte ik mijn toewijding tot het Onebvlekte Hart, alhoewel ik toen nog niet echt wist wat dat betekende en welke gevolgen dit zou hebben. In werkelijkheid herinner ik mij niet dat iemand mij hier op deze toewijding gewezen heeft. Ik voelde alleen een soort innerlijke stem die zei: "U moet uzelf toewijden aan Maria’s Onbevlekte Hart." De volgende vraag die ik me stelde was: "Waar is Maria’s Hart?" Onmiddellijk kreeg ik innerlijk het antwoord: "In het Hart van Haar Zoon!" en daarop: "En het Hart van Haar Zoon?" "In de Eucharistie!"

    Bron: IIPG

    Vertaling: Chris De Bodt

    4. Fatima in Lucia's eigen woorden: "De Oproepen" [aflevering 17]

    De drie herderskinderen en hun families

    En het boek Deuteronomium laat ons geen enkele twijfel achter: "Houd de geboden die ik u vandaag opleg steeds in gedachten. Prent ze uw kinderen in en spreek er steeds over, thuis en onderweg, als u naar bed gaat en als u opstaat. Draag ze als een teken om uw arm en als een band op uw voorhoofd. Schrijf ze op de deurposten van uw huis en op de poorten van de stad." [Deut. 6: 6-9] In deze woorden zullen de ouders en de kun kinderen hun eeuwig geluk vinden: "Hadden ze altijd maar zo’n verlangen om mij te vereren en mijn geboden na te leven; voor eeuwig zou het hun en hun kinderen goed gaan." [Deut. 5: 29]

    Deze woorden omschrijven nauwkeurig de opdracht die God heeft toevertrouwd aan de ouders in de opvoeding van hun kinderen. De ouders zijn de eerste opvoeders van de kinderen. Het is in hun vaders arm en hun moeders schoot, wanneer ze nog onschuldig zijn, dat de kleine kinderen de Heilige naam van God moeten leren uitspreken en hun zuivere handen in gebed naar de Hemel moeten richten, kinderlijk moeten leren lachen naar het beeld van hun Hemelse Vader en hun Hemelse Moeder.

    Het zijn de ouders die hun kinderen moeten leiden op het rechtvaardige pad van Gods Wet en hen toevertrouwen, in overeenstemming met hun middelen en omstandigheden, aan bekwame leraars die hen niet wegleiden van het pad waarop ze geplaatst zijn. Wat is anders het voordeel van een grote kennis als ze hiermee hun onsterfelijke zielen verliezen? Door hun ziel te verliezen, verliezen ze alles, omdat ons leven hier op aarde in een flits voorbijgaat, terwijl de eeuwigheid onveranderlijk in ons verblijft!

    Ongetwijfeld is de menselijke wetenschap, met al de kennis die ze bevat, goed, vooral wanneer ze door wijze mensen gestuurd wordt, omdat de grootsheid van de kracht, de wijsheid en de goedheid der kennis ons een diepe menselijkheid bijbrengt, zodat we er ons van bewust worden dat zelfs, na zoveel moeite en studie, de meest geleerde mensen er steeds nog niet in zijn geslaagd om zelfs één van de ontelbare schoonheden te begrijpen die van de almachtige, scheppende handen van de Heer komen.

    Vertaling: Chris De Bodt

    6. Dagboek van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 133]

    Schrift 1

    294. Jezus zei me eens: "Handel als een bedelaar, die niet weigert een grote aalmoes aan te nemen, maar er des te meer voor dankt. Jij ook moet je niet terugtrekken wanneer Ik grotere genaden schenk en niet zeggen dat je het onwaardig bent. Ik weet dat, maar verheug je liever en neem zoveel schatten uit Mijn hart als je kunt dragen, want zo ben je Mij welgevallig. Ik voeg hier nog aan toe: neem deze genaden niet alleen voor u zelf, maar ook voor de anderen, Ik wil zeggen: moedig de zielen waarmede je in contact bent aan om vertrouwen te hebben in Mijn oneindige barmhartigheid. O hoe bemin ik de zielen die een volledig vertrouwen in Mij stellen, Ik zou alles voor hen doen."

    295. Op dat moment vroeg Jezus mij: "Mijn kind, hoe gaat uw retraite?" Ik antwoordde: "Jezus, Gij weet het." "Ja, Ik weet het, maar Ik wil het horen uit uw mond, uit uw hart." "O mijn Meester, als Gij mij leidt, gaat alles gemakkelijk, ik smeek U, verlaat mij nooit". En Jezus: "Ja, Ik zal altijd dicht bij u zijn als ge een klein kindje blijft en niets vreest, zoals Ik hier uw begin was, zo zal Ik ook uw eind zijn. Vertrouw niet op de schepselen, zelfs niet voor de kleinste dingen, want dat bevalt mij niet. Ik wil alléén zijn in uw ziel. In uw ziel zal Ik u sterken en verlichten. Door de mond van degene die Mijn plaats inneemt, zult gij leren dat Ik in u ben, en uw ongerustheid zal als de mist door de stralen van de zon verdwijnen."

    296. + Mijn opperste God, ik verlang U te beminnen zoals niemand U ooit heeft bemind op aarde. Ik wens U te loven op elk moment van mijn leven en mijn wil zeer nauw overeenstemmen met Uw heilige wil. Mijn leven is noch eentonig noch grijs maar zo afwisselend als een tuin met geurige bloemen, ik weet niet welke bloem eerst te plukken: de lelie van het lijden, de rozen van de naastenliefde of het viooltje van de nederigheid. Ik ga deze schatten die ik elke dag in overvloed heb niet opsommen. Het is zeer voornaam het huidig moment te kunnen benutten.

    297. + Jezus, opperste Licht, maak dat ik mezelf leer kennen en doordring mijn duistere ziel met Uw licht, vervul de afgrond van mijn ziel met Uzelf, want alleen Gij Zelf...

    298. O mijn Jezus, Leven, Weg en Waarheid, ik smeek U, houd mij dicht bij U, zoals een moeder haar kindje tegen haar boezem drukt, want ik ben niet alleen een hulpeloos kind maar een opeenhoping van ellende en niets.

    Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken

    7. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 133]

    Vierde Lezing: Over het Vagevuur

    Deel 2

    Stelt U voor hoe hard verscheurend het voor een moeder is om haar zoon ver weg te weten of hem vroegtijdig te zien overlijden en dus nooit meer zal terugzien. Sinds de ogen van die moeder het geliefde kind niet meer zien is een deel van haar leven weg... haar bestaan is vreugdeloos, geen genot meer dat de diepe onmetelijke afgrond kan vullen die het heengaan van haar zoon in haar hart veroorzaakte.

    Hoe verscheurend en bitter zijn de kreten van die ongelukkige ziel! Hoor je haar roepen vanuit haar verlaten boeteplek: Waar is hij die ziel van mijn ziel is? Tevergeefs zoek ik hem op het vlammenbed waarop ik enkel duisternis en leemte omhels!... Oh! Geliefde van mijn hart, waarom die lange verwachting doen aanslepen? Vererg mijn kwelling, maak van minuten eeuwen marteling!... Ah! Door je weg te trekken uit mijn gretige ziel, die verlangt je te zien en met je te verbinden, straf me streng voor mijn lafheid en afkeer! Aan die verwijdering van God wordt het lijden door vuur toegevoegd.

    Om geen betwistbare en tegensprekelijke opinie te uiten kunnen we nochtans beweren dat de Kerk niet bepaald heeft dat de zielen van het Vagevuur onderworpen zijn aan een stoffelijk vuur. Het is gewoon een geloofswaarheid die theologisch vaststaat.

    Bron: Abbé Arminjon

    Vertaling: [Broeder Joseph]

    8. Docudrama
    : Het Evangelie volgens Mattheus [18/26]

    Het Evangelie van de apostel Mattheus, het tweede Evangelie van de vier, wordt hier mooi naar voor gebracht in een getrouw en krachtig docudrama van de Bijbelse tekst. Het Evangelie van Mattheus reconstrueert nauwgezet en trouw het tijdperk van Jezus tijdens een onstuimige periode dat de loop van de geschiedenis zou veranderen. Acteurs zijn Richard Kiley, Bruce Marchiano, Mattheuw Roberts, Gerrit Schoonhoven en Joanna Weinberg. Het docudrama is ingesproken door Christopher Plummer. Het drama is geregisseerd door Regardt Van Den Bergh, dateert uit 1996 en duurt 4 uur en tien minuten.


    9. Benoite, de herderin van Notre-Dame du Laus [Aflevering 45]

    Hoofdstuk 2: De verschijningen in het Ovendal

    Geruchten over de verschijningen

    Het voorgaande verhaal maakt al gewag van geruchten die de ronde doen aangaande de visioenen van Benoîte, visioenen waarin Mevrouw Rolland niet geloofde maar er tegelijk door verward was. Benoîte had inderdaad geen enkel spreekverbod gekregen van de Dame, en ze had dus gewoonweg verteld wat haar overkwam. M. Grimaud zegt het ons zonder omwegen: "Zoals het met kinderen de gewoonte is dat niets kan verzwegen worden, misschien wel op bevel van de goddelijke Voorzienigheid, had onze herderin deze verschijning aan oneindig veel mensen verteld."

    Het ging natuurlijk over de mensen uit het dorp en misschien enkele nieuwsgierigen, op die geruchten afgekomen. In de zomer zijn de mensen bezig met hun werk op het land en luisteren maar met een half oor naar de vreemde feiten: het zal maanden duren eer het ruchtbaar wordt, op een ritme dat de Voorzienigheid oplegt, zoals onze onderzoeksrechter insinueert.

    M. Peytieu is hier de stem van de mensen uit de streek die verbaasd staan over de verandering die Benoîte ondergaat door die visioenen: "Iedereen," schrijft hij, "die Benoîte eerder kende zag wel dat er iets goddelijks in die verschijning voorkwam, zodra ze er over had gepraat, door de gevoelige verandering in haar woorden en op haar gezicht, in haar ogen die uitzonderlijk eenvoudig en ernstig overkwamen en in haar woorden die veel vriendelijker waren dan gewoonlijk."

    Nu al verfijnt de herderin en ontplooit zich spiritueel: de diepe sereniteit van haar blik wordt een nieuwe trek van haar persoonlijkheid. Meer nog, merkt Gaillard op, "de vreugde van dit eenvoudig meisje is zo groot dat ieder er door verrast is: ze is altijd tevreden." Maar hij voegt er meteen aan toe: "De ene geloven wat ze vertelt, de andere niet: meestal aanzien ze haar als visionair." Deze opmerking betreft vooral een later tijdperk, dat van de gebeurtenissen in Laus. Maar nu al is er weerstand om zulke vreemde feiten te aanvaarden. De eenvoud van de Ziende, bekend als onbekwaam om iets uit te vinden zal, volgens Gaillard, veel bijdragen om de werkelijkheid van de verschijningen geloofwaardig te maken.

    Vertaling: Broeder Jozef

    10. Het sacrament van de Verzoening [deel 16]

    Uittreksel uit het boek van Pater Slavko Barbaric: "Geef me je gewonde hart?"

    De maandelijkse biecht

    Het innerlijke van de mens, de menselijke ziel, is met een ruimte te vergelijken. Aan de afbeeldingen en voorwerpen, die zich in die ruimte bevinden, ziet men waar een bepaald mens van houdt, wat hij vereert, wat hij aanbidt. Zo is het ook in de ziel. Als men regelmatig met het Goddelijk licht het innerlijk binnentreedt [is ook wat Mgr. Léonard aanraadt], dan zal er orde zijn in de ziel en men zal gemakkelijk alle, ook de kleinste, gebreken ontdekken, men zal zich gemakkelijker van verkeerde gehechtheden losmaken, men zal zich gemakkelijker verzetten tegen de negatieve en gevaarlijke invloeden van de wereld waarin men leeft en werkt. Hoe moeilijker de situatie is waarin de mens zich bevindt, des te meer zal voor hem de innerlijke reiniging, genezing en bevrijding zijn.

    Alles wat er in de wereld om ons heen gebeurt, drukt een stempel op onze ziel, beïnvloedt onze belevenissen en is de oorsprong van onze angsten en ons wantrouwen.

    Men kan gemakkelijk wennen aan het kwade en aan negatieve dingen en zo de maat voor het goede, het schone en het edele verliezen, evenals het geloof in de liefde, de vrede, de eerlijkheid en de vriendschap. De maandelijkse biecht helpt ons al het kwade, dat in ons zou kunnen ontstaan,  op tijd uit te bannen.

    Ieder mens straalt datgene uit wat hij in zijn hart draagt. Als hij het goede in zich draagt, dan straalt hij het goede uit. Als hij liefde in zijn hart heeft, straalt hij liefde uit, zoals hij ook haat uitstraalt, als er haat in zijn hart is. Daardoor wordt de verantwoordelijkheid van de mensen voor elkaar duidelijk.

    Anne Van Der Sloten

    11. Jezus' tijdgenoten [aflevering 262]

    Josephus Flavius

    Toen ik zesentwintig was, ondernam ik een reis naar Rome, vanwege redenen die ik nu zal beschrijven. In de periode dat Felix procurator van Judea was, waren er een aantal priesters uit mijn kennissenkring, zeer uitmuntende mensen, die hij om een onbeduidende en vage reden gevangen had laten nemen. Hij had hen naar Rome gestuurd om hun zaak zelf voor de keizer te bepleiten. Ik wilde heel graag hun vrijheid bewerkstelligen, vooral omdat mij verteld was dat zij zelfs onder hun beproevingen toch hun trouw aan God beleden, en zich in leven hielden met vijgen en noten. [4] En zo kwam ik in Rome aan, nadat ik op zee vele gevaren had doorstaan. Ons schip verging namelijk, met zeshonderd man aan boord, in de Adriatische zee. De hele nacht moesten wij voor ons leven zwemmen. Bij het aanbreken van de dag kregen wij door Gods voorzienigheid een schip uit Cyrene in zicht. Ik zwom daar met een aantal anderen, tachtig in getal, naartoe en wij werden aan boord van dat schip genomen. En nadat ik zo gered was, ging ik aan land in Dicearchia, dat de Italianen Puteoli noemen. Daar maakte ik kennis met Aliturius, een toneelspeler, die zeer geliefd was bij Nero, hoewel hij van geboorte een Jood was. Door zijn bemoeienis maakte ik kennis met Poppea, de vrouw van de keizer, en bij de eerste de beste gelegenheid smeekte ik haar om er bij hem voor te pleiten dat de priesters vrijgelaten zouden worden. Nadat ik, naast die gunst, ook vele geschenken van Poppea had gekregen, keerde ik weer naar huis terug.

    Toen zag ik dat daar de oproeren al waren begonnen en dat er veel mensen waren, die daar zeer opgetogen over waren omdat ze hoopten op een opstand tegen de Romeinen. Ik probeerde deze opstandelingen een halt toe te roepen en spoorde hen aan om van gedachten te veranderen. Ik hield hen voor ogen tegen wie zij dan zouden moeten vechten en vertelde hen dat zij toch niet tegen de Romeinen opgewassen waren, niet alleen in krijgskunde, maar ook in voorspoed. Dat ze niet overhaast hun land, hun familie en zichzelf aan het gevaar moesten blootstellen om in de meest gruwelijke ellende verzeild te raken. Dat vertelde ik hen allemaal met grote nadruk, omdat ik voorzag dat de afloop van een dergelijke oorlog voor ons zeer rampzalig zou zijn. Maar ik kon hen niet overtuigen, want tegen waanzin van wanhopige mensen heb ik niets in te brengen.

    Ik werd toen bang dat ik mij, door deze dingen zovaak op hun hart te drukken, bij hen gehaat zou maken en de verdenking zou wekken, dat ik tot de partij van onze vijanden behoorde en dan het risico zou lopen dat ik door hen gegrepen en vermoord zou worden. Omdat zij zich al meester hadden gemaakt van het fort Antonia, trok ik mij dus terug op de binnenplaats van de tempel. Ik verliet de tempel, waar ik temidden van de hogepriesters en de leider van de Farizeeën verbleef, nadat Manahem en het hoofd van de terroristenbende ter dood waren gebracht. Toen wij vervolgens gewapende manschappen zagen werden wij door grote angst bevangen. We wisten niet wat wij moesten doen en waren niet in staat om de opstandelingen te kalmeren. Omdat wij echter in onmiddellijk gevaar verkeerden, deden wij alsof wij het met hen eens waren, en raadden wij hen alleen maar aan om zich voorlopig rustig te houden en de vijand te laten vertrekken. Wij bleven hopen dat het niet lang meer zou duren voordat Gessius [Florus] met een sterke krijgsmacht zou arriveren, en een einde zou maken aan deze beroeringen.

    [4] We moeten hier opmerken dat religieuze mensen bij de Joden, of in ieder geval de priesters, soms ook asceet waren, en net als Daniel en zijn vrienden in Babylon [Dan. 1:8- 16], geen vlees aten, maar alleen maar vijgen en noten, enz. Dat is net zoiets als het strenge dieet van de christelijke asceten in de passieweek. [Constit. V. 18]

    Vertaling: Broeder Joseph

    12. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 88]

    Hoofdstuk 2: Johannes De Doper tot het doopsel van Jezus

    Johannes graaft een vijver

    Hij had door het struikgewas tot aan de vijfde tegenover gelegen doorsnede van de vijverrand een pad gebaand. Dit pad liep rondom de vijver, tussen de vijverrand en de vier boompjes, welke hij tegenover vier van de vijf doorsneden van de rand had geplant. Tegenover de doorsnede die tot ingang diende, stond geen boom. Aan deze kant alleen was een toegang tot de vijver. Aan de andere zijden was hij slechts door het omlopende pad van de struiken en rotsen gescheiden. Hij plantte op de verhogingen rondom de voet van de vier boompjes een plant die mij niet onbe­kend is. Reeds als kind heb ik ze altijd zeer lief gehad,en wanneer ik ze ergens aan­trof, verplantte ik ze in de nabijheid van ons huis. Ze heeft een hoge, vette stengel, draagt bruinrode, lichtpurperen bloembollen en is zeer heilzaam tegen zweren en keelpijn, wat ik heden vernam. Hij zette er nog allerhande kleine boompjes, struiken en planten omheen.

    Bij al die verrichtingen zag hij van tijd tot tijd de voor hem liggende boomschorsrol na en mat met een staf nauwkeurig alles uit, want het scheen mij dat alles, zelfs de bomen die hij plantte, daarop geschetst stonden. Ik herinner mij de figuur van de middelste boom daarop gezien te hebben. Ik wist ook wat alles beduidde, maar het is te veel om alles te kunnen onthouden.

    Hij besteedde verscheidene weken aan dat werk en pas toen hij met alles klaar was, kwam op de grond van de vijver een klein watervlak te staan. De middelste boom, waarvan de bladeren reeds half verwelkt en bruin geworden waren, werd weer fris en groen. Johannes haalde water uit een andere bron in een vat dat vervaardigd was met grote stukken boomschors, die tot een waterzak samengevoegd en aan alle kanten ge­pekt waren en hij goot dit water in de nieuwe vijver. Dit water was uit een bron die op de plaats van een zijner vorige verblijven uit een rots ontsprong, toen hij met zijn kruisstaafje er op stootte. Ik ben voor 't ogenblik vergeten welke voorname gebeurtenis daar had plaats gehad.

    Ik vernam ook dat hij op die vroegere verblijfplaats de vijver niet had kunnen maken, omdat de grond er uit louter rotssteen bestond en ook dit had zijn betekenis. Hij liet daarna zoveel water uit de beek in de vijver als nodig was. Kwam er te veel water in, dan vloeide het door een afleidingsopening op de omliggende ruimte,waar het de planten verkwikte.

    13. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen

    Profetie 97: Aquila Rapax [Roofzuchtige Adelaar]

    Pius VII [1800-1823]

    Echte naam: Luigi Barnaba Chiaramonti [Cesena, 14 augustus 1740 - Rome, 20 augustus 1823]

    De eerste jaren van zijn pontificaat werden grotendeels beheerst door de Franse problematiek. Ofschoon hij het confisceren van kerkelijke goederen niet kon verhinderen, voorkwam hij wel dat de kerk in Italië werd opgeheven, zoals dat met de Fransen was gebeurd. Na zijn troonsbestijging sloot Pius VII met Napoleon Bonaparte, Eerste Consul van de Franse Republiek, op 15 juli 1801 een Concordaat. In 1804 ging Pius naar Parijs om er Napoleon op 2 december te zalven voor diens keizerskroning. De eigenlijke kroning deed Napoleon zelf. Na aanvallen op de Kerkelijke Staat werd keizer Napoleon echter in de kerkelijke ban gedaan. Daarop liet hij Pius VII arresteren door generaal Radet en in gevangenschap in Savona houden [1809].

    De "Eeuwige Stad" werd bij decreet van Napoleon gereduceerd tot de prefectuur van het departement Tibre. Pius VII werd in 1812 naar Fontainebleau overgebracht en van zijn raadgevers geïsoleerd en door Napoleon persoonlijk onder zware druk gezet. Op 25 januari 1813 zwichtte Pius door allerlei kerkelijke concessies te doen in het zogenaamde "concordaat van Fontainebleau." Dit nieuwe concordaat was een slimme zet van Napoleon omdat hij de katholieken tegen zich in het harnas had gejaagd, zowel in Frankrijk als in de gebieden van zijn Duitse en Oostenrijkse bondgenoten. Maar na contact met Consalvi en Pacca herriep de paus dit concordaat twee maanden later. In mei 1814 kon hij in triomf terugkeren naar Rome nadat Napoleon in april naar het eiland Elba verbannen werd. Toch gaf de paus onderdak aan de familie van de verbannen keizer.

    Chris De Bodt

    14. Profetiën: Heilige Ambrosius [340-397]

    De antichrist zal uit de Bijbel proberen aan te tonen dat hij de Christus is.

    Vertaling: Chris De Bodt


    06-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.6 juni 2011
    6 juni 2011

    1. Nieuwe, buitengewone onthullingen over Pater Pio
    [5/7]

    Ik vereniging u met Mijn lijden

    Wat hier verhaald wordt is heel interessant. De onderzoeker probeert te herconstrueren wat relevant is bij Pater Pio, niet allen door de Kapucijn rechtstreeks te ondervragen en te onderzoeken, maar ook door de dichtst betrokken getuigen uit te horen: de priesters in San Giovanni Rotondo en de broeders van het klooster.

    Dit maakt het voor de lezer mogelijk om onmiddellijk te lezen hoe Pater Pio vertelt wat er met hem gebeurde en hoe hij zijn geestesgesteldheid beschrijft tijdens de gebeurtenissen. Met nederige, maar betekenisvolle bondigheid, zegt hij hoe hij de zichtbare stigmata kreeg en dat hij reeds voor een lange tijd de onzichtbare stigmata bezat, op die twintigste september 1918 [dat is drie jaar eerder]. Het gebeurde op een ochtend, in het koor, terwijl hij zijn dankgebeden bad na de Heilige Mis. Plots werd hij overvallen door een krachtig beven, waarop kalmte volgende, en ik zag onze Heer afgebeeld aan het Kruis [maar het trof mij niet dat Hij zich aan het Kruis bevond] en treurde over de ondankbaarheid van de mensen, vooral van dezen die aan Hem waren toegewijd en van Hem de meeste gunsten verkregen. Dit onthulde zijn lijden en zijn verlangen om zielen te verenigen met Zijn lijden. Hij nodigde mij uit om te delen in zijn smarten en over hem te mediteren. Tezelfdertijd, smeekte Hij mij om te werken voor de redding van mijn broeders. Op dat ogenblik was ik vol van medelijden over de smarten van de Heer en vroeg ik Hem wat ik kon doen. Ik hoorde zijn stem: "Ik verenig u met Mijn lijden." Eenmaal het visioen verdween, kwam ik terug in de werkelijkheid en zag ik deze tekenen hier, waaruit bloed droop. Ik had niets dergelijks daarvoor.


    De schrijver van het boek: Prof. Vr. Francesco Castelli

    Nooit voorheen heeft de Kapucijn zo gedetailleerd gesproken over zo’n belangrijke gebeurtenis, vooral omdat hij deze zin "Ik verenig u met Mijn lijden," eerder nooit heeft onthuld. Nochtans is deze zin de sleutel om het mysterie van het leven van Pater Pio en essentieel om alles rond de stigmata te begrijpen en dit samen met de andere zin: "en tegelijkertijd smeekte Hij mij te werken voor de redding van mijn broeders." De uiterlijke tekenen van de Passie, zijn na een lange tijd van voorbereiding [waarbij zij verborgen waren] aan hem gegeven zodat zijn opdracht duidelijker zou zijn: in overeenstemming met Jezus met de merktekens van Zijn zelfde wonden. Diep verenigd met hem in vreugde en liefde, was hij een instrument, een kanaal waarlangs de redding overvloedig tot hen kan komen.

    Een buitengewone en extatisch gegeven op dat moment: en toch aanvaardde de Kapucijn het en leefde ermee in vrede. Toch geeft Pater Pio toe dat hij veel lichamelijk heeft geleden: "Soms kon ik de pijn niet meer uitstaan," biecht hij op. Hij erkende ook dat hij soms bevreesd was door het misbaar dat dit alles had veroorzaakt en dit tegen zijn wil: de stormloop van de gelovigen naar het klooster die steeds maar toenam, de druk van de mensen die aan hem waren toegewijd: hun aantal werd ook alsmaar groter en dit vooral vanwege de vrouwen die zo toegewijd waren aan hem en hem later zoveel hinder zouden meebrengen, zijn steeds toenemende briefwisseling, dat hem zelfs moeite veroorzaakte om de kleine strengheid, die heerste binnen het klooster, te overwinnen. Toch overleefde hij alles op een rustige wijze, zichzelf steeds richtend tot het Kruis dat hem was gegund en vertrouwend op Gods hulp en eveneens op de hulp van zijn broeders en meerderen.

    Vertaling: Chris De Bodt

    2. Grace [5/10]

    °26 juli 2002 - †26 september 2002

    Grace Anne kwam op 26 juli 2002 ter wereld. Na twee maanden ging ze terug naar de hemel. We kregen veel meer dan we hadden durven dromen.

    Voorbereiding op de geboorte

    Vóór de geboorte hebben we een onderhoud gehad met alle mensen die bij de bevalling betrokken zouden worden: de materniteit, de verloskamer, mijn gynaecoloog, psychologen, de vice president van de medische zaken en neonatologie. Er moesten enkele beslissingen genomen worden over de medische handelingen inzake het in leven houden van Grace.

    Verschillende scenario’s werden bekeken : als ze roos was, als ze blauw was, als ze al dan niet zelfstandig zou ademen. We besloten haar enkel comfortbehandelingen te laten geven. Geen ademhalingstoestel of ventilator, enkel een kleine urgentiekit om haar indien nodig op gang te helpen komen. Er werd gediscussieerd over het ogenblik waarop we de opdracht "niet meer te reanimeren" zouden ondertekenen. Dat was erg moeilijk voor ons.

    Hoe zo’n opdracht tekenen voor een baby die nog niet eens geboren is? De discussie ging ook over ons verlangen van geen buitengewone behandelingen te ondernemen om haar in leven te houden.

    We vernamen dat Grace aan de linkerzijde van het hart hypoplasie had. Onze verwachting was daardoor van haar drie à vijf dagen levend bij ons te kunnen hebben. Het gaat hier om beslissingen die geen enkele ouder ooit zou moeten nemen. Ik herinner me dat ik tijdens mijn huilbuien in deze vergadering Grace extra hard voelde trappelen in mijn buik. Alsof ze me wou zeggen: ik ben er nog altijd, ga door met voor mij te vechten!

    Het verloskundig team heeft ons volledig ondersteund. We hebben op voorhand ieder detail van mijn geboorteplan uitgepraat. Zij hebben hun standaardroutines aan de kant geschoven om aan ieder van onze wensen te kunnen voldoen. Ik ben blijvend onder de indruk geraakt van het professionalisme dat ze ons betoond hebben tijdens ons verblijf. Nooit eerder hadden ze een situatie als de onze of een baby als de onze moeten behandelen. Het was ons heel duidelijk dat het voor iedereen allemaal nieuw was.

    De dag van de geplande keizersnede was de meest angstaanjagende dag van mijn leven. Ik wist dat op het ogenblik dat Grace mijn lichaam zou verlaten en het aftellen zou beginnen. De tijd was geteld. Ik was voorbereid op een heel kort leven met Grace. Ik heb zelfs gedacht dat de tijd dat ik haar droeg de enige tijd zou zijn die ik zou krijgen samen met haar. Iedere beweging van haar, ieder trappelen van haar heb ik dan ook gewaardeerd. Ik heb oprecht met de mogelijkheid rekening gehouden dat ik zelf zou sterven de dag van de bevalling, alleen maar omdat we met de ergste scenario’s hadden rekening gehouden. Niemand gaf ons veel hoop. En uiteindelijk is alles zoveel beter gelopen...

    Het ziekenhuis had alles zo goed mogelijk voorbereid, het was ongelooflijk. Er waren ongeveer 25 naaste familieleden die angstig de geboorte van Grace afwachtten. Het ziekenhuis had hen een privé ruimte ter beschikking gesteld waar ze samen konden zijn. We hadden een priester beschikbaar voor het geval een nooddoop nodig zou zijn. Het ziekenhuis stelde zijn beste verpleegster te onzer beschikking. Zij hield mijn hand vast. Het volledige medische team was op de hoogte van onze situatie. In feite waren er een aantal mensen bij die zich vrijwillig ter beschikking hadden gesteld omdat ze zo geraakt waren door onze situatie. We hebben de allerbeste zorgen gekregen. Ik trilde omwille van de zenuwachtige gespannenheid die overal heerste. De verpleegster nam mijn hand stevig vast. Ik herinner me dat ik dacht dat ze een engel was. Ik kon niet stoppen met huilen. Mijn man is binnengekomen en we hebben samen geweend en geweend.

    Vertaling: Christine

    3. Medjugorje: verslag van de verschijningen aan Ivan's gebedsgroep van 27 mei en 3 juni 2011

    27 mei 2011

    Onze Lieve Vrouw verscheen aan Ivan aan het Blauwe Kruis om 22 uur. Reeds in de late namiddag trokken de bedevaarders op naar het Blauwe Kruis om er een rustige plaats te vinden om er te kunnen bidden en na te denken over de grote genade die ze deze avond zouden ontvangen, in aanwezigheid van de Koningin van de Vrede hier op aarde. Tegen de tijd dat Onze Lieve Vrouw verscheen, bevonden er zich duizenden bedevaarders aan en rond het Blauwe Kruis. De mooie zonsondergang van deze avond ging over in een heldere hemel van vele sterren. Na het zingen en het bidden van de twee mysteries van de Rozenkrans, de droeve en en de blijde mysteries, verscheen de Gospa aan Ivan om 22 uur. De verschijning duurde meerdere minuten. Wat volgt is Ivans beschrijving van de verschijning:

    Ook deze avond was Onze Lieve Vrouw, zoals altijd, heel vreugdevol en blij bij het begin van Haar verschijning.. Zij groette ons allen met Haar Moederlijke begroeting: "Geloofd zij Jezus, Mijn kleine kinderen." Daarop strekte Zij haar handen uit over ieder van ons en bad ze voor een langere tijd voor ons. Zij bad in het bijzonder voor de aanwezige zieken en Zij zegende ieder van ons, alsmede de meegebrachte religieuze voorwerpen, met Haar Moederlijke zegen. Daarop zei Onze Lieve Vrouw: "Lieve kinderen, vandaag wens ik u op te roepen: leef naar Mijn boodschappen die Ik u geef, zodat ik u nieuwe boodschappen kan geven. Dank u, Lieve kinderen, om aan Mijn oproep gehoor te hebben gegeven.


    Hierop bad Zij een tijd in het bijzonder voor de bekering van de zondaars. Daarna beval ik op een bijzondere wijze ieder van u, uw intenties, u noden, uw families en vooral alle aanwezige zieken aan. Daarop ging Onze Lieve Vrouw door met het bidden over ieder van ons. In dat gebed verliet ze ons met het verlichte kruisteken en met de groet: "Ga in vrede, Mijn lieve kinderen."

    Bij het vertalen van de boodschap naar het Engels, herhaalde Ivan, dat Onze Lieve Vrouw ons vraagt om naar de boodschap na te leven die Zij ons twee dagen geleden gaf, op 25 mei.

    3 juni 2011

    Het werd een mooie avond in Medjugorje en de bedevaarders begonnen zich te verzamelen tegen rond 18 uur op de top van de Verschijningsberg om er de verschijning aan Ivan en zijn gebedsgroep mee te maken? Vanaf 20 uur werd de toevloed van bedevaarders bestendig in hun zoeken naar een geschikte plaats om te kunnen neerzitten en hun harten tot rust te brengen voor "hun" ontmoeting met Onze Lieve Vrouw. Er waren meerdere groepen bedevaarders die onder elkaar rustig aan het bidden waren, maar ook individuele pelgrims bereidden zich voor in gebed voor de verschijning van deze avond. Na anderhalf uur zingenn begon Ivan met het bidden van de vijf droeve mysteries van de Rozenkrans. Toen het tijd werd voor de verschijning aan Ivan, werd alles heel rustig. Maria's verschijning begon om 22 uur en duurde meerdere minuten. wat volgt is Ivans beschrijving van de verschijning:

    "Vandaag is het belangrijkste van onze ontmoeting dat Onze Lieve Vrouw, bij de aanvang ervan, heel vreugdevol en gelukkig was. Zij groette ons met Haar Moederlijke groet: "Geloofd zij Jezus, Mijn lieve kinderen."


    Daarop bad ze voor een langere tijd met uitgestrekte armen over iedereen die aanwezig was. Deze avond bad Zij in het bijzonder voor de aanwezige zieken en ook zegende Zij op een bijzondere wijze elke aanwezige, en alle relgieuze artikelen die de ze hadden meegebracht, met Haar Moederlijke zegen. Daarop bad zij vooornamelijk en voor een langere tijd voor de vrede in de wereld en binnen de families. Ik heb u allen, uw intenties, uw families en vooral de zieken aanbevolen. Hierop vervolgde Onze Lieve Vrouw met haar gebeden voor iedere aanwezige. In dat gebed verliet ze ons met het verlichte kruisteken en met de groet: "Ga in vrede, Mijn lieve kinderen."

    Vertaling: Chris De Bodt

    4. Medjugorje: De IIPG [International Internet Prayer Group] [Deel 26]

    Justo Antonio Lo Feudo

    Tijdens die dagen moet ik vanuit de stad waar ik werkte [Bergamo], een opdracht gaan uitvoeren in Turijn. Ik reeds zo’n 250 kilometer om te vernemen dat de oorspronkelijke zakenopracht was afgelast. In plaats daarvan ontmoette ik God. Echt waar! Ik wenste niet onmiddellijk terug te keren en besloot om Turijn te bezoeken. Het eerste wat bij mij opkwam was een bezoek aan "Il Duomo," of de Kathedraal waar de Heilige Lijkwade van Turijn zich bevindt.

    Voor mij was het een soort beproeving, want ik was er een paar jaar eerder reeds geweest, maar dan als ongelovige. Niet alleen voelde ik deze keer diep in mijn hart, dat de reliek zonder enige twijfel de afdruk van het Heilige Lichaam van Onze Lieve Heer bevatte, maar [en hier komt het!] ik bevond mezelf voor een biechtstoel, waar een priester eenzaam een boek zat te lezen. Er bevond zich niemand anders in de Kerk.

    Toen kwam plots, uit het niets, bij mij de idee op in mijn hart, een idee dat zich direct verplaatste naar mijn brein: "Als ik naar Medjugorje ga, moet ik rein zijn van binnen!" En recht voor mij bevond zich de mogelijkheid hiertoe om een goede biecht te maken, na zo vele jaren. Wat een genade!

    Bron: IIPG

    Vertaling: Chris De Bodt

    5. Colton Burpo: Nog meer merkwaardig nieuws

    Een aantal dagen geleden schreven we al het bijzondere verhaal neer van Colton Burpo, die op vierjarige leeftijd, na een gesprongen appendix, een bijna-dood-ervaring had. Van zijn boek: "Heaven is for real," zijn er intussen meer dan anderhalf miljoen exemplaren verkocht. Dit verhaal kwam er als reactie op Stephen Hawkings bewering dat God en het leven na de dood "sprookjes" zijn.

    Na zijn genezing, begon Colon de namen te noemen van sommige merkwaardige hemelse figuren, die hij aldaar had had ontmoet tijdens deze ervaring. U moet weten dat het hier om een protestantse familie gaat en dat zijn vader een Baptische priester is.


    Het boek "Heaven is for Real"

    De kleine Colton zei: "Weet u nog toen we in de wagen zaten en spraken over mijn neerzitten op Jezus' schoot?" "Ja, gebeurde er misschien nog iets anders?" De kleine jongen vervolgde dat hij Jezus' neef, Johannes de Doper, daarop ontmoette en dat hij ook het veerkleuring lievelingsdier van Jezus, zijn paard, mocht aaien. Maar het belangrijkste van alles is, dat hij als protestants kind, "Maria zag knielen voor de troon van God en dat Zij, bij andere gelegenheden, naast Jezus stond."

    Het ongelofelijke verhaal wordt door iedereen als waar ervaren, vooral omdat hij zijn "overleden zus" in de Hemel had ontmoet. Een aantal jaren voor zijn geboorte, had Coltons moeder een miskraam gehad. Dat kindje, of zijn zusje, bevond zich in de Hemel, maar had nog steeds geen naam. Colton kon niet weten dat hij nog een zus had, vermits zijn moeder hem over haar miskraam nooit iets had verteld.

    Chris De Bodt

    6. Fatima in Lucia's eigen woorden: "De Oproepen" [aflevering 16]

    De drie herderskinderen en hun families

    En het boek Deuteronomium laat ons geen enkele twijfel achter: "Houd de geboden die ik u vandaag opleg steeds in gedachten. Prent ze uw kinderen in en spreek er steeds over, thuis en onderweg, als u naar bed gaat en als u opstaat. Draag ze als een teken om uw arm en als een band op uw voorhoofd. Schrijf ze op de deurposten van uw huis en op de poorten van de stad." [Deut. 6: 6-9] In deze woorden zullen de ouders en de kun kinderen hun eeuwig geluk vinden: "Hadden ze altijd maar zo’n verlangen om mij te vereren en mijn geboden na te leven: voor eeuwig zou het hun en hun kinderen goed gaan." [Deut. 5: 29]

    Deze woorden omschrijven nauwkeurig de opdracht die God heeft toevertrouwd aan de ouders in de opvoeding van hun kinderen. De ouders zijn de eerste opvoeders van de kinderen. Het is in hun vaders arm en hun moeders schoot, wanneer ze nog onschuldig zijn, dat de kleine kinderen de Heilige naam van God moeten leren uitspreken en hun zuivere handen in gebed naar de Hemel moeten richten, kinderlijk moeten leren lachen naar het beeld van hun Hemelse Vader en hun Hemelse Moeder.

    Het zijn de ouders die hun kinderen moeten leiden op het rechtvaardige pad van Gods Wet en hen toevertrouwen, in overeenstemming met hun middelen en omstandigheden, aan bekwame leraars die hen niet wegleiden van het pad waarop ze geplaatst zijn. Wat is anders het voordeel van een grote kennis als ze hiermee hun onsterfelijke zielen verliezen? Door hun ziel te verliezen, verliezen ze alles, omdat ons leven hier op aarde in een flits voorbijgaat, terwijl de eeuwigheid onveranderlijk in ons verblijft!

    Ongetwijfeld is de menselijke wetenschap, met al de kennis die ze bevat, goed, vooral wanneer ze door wijze mensen gestuurd wordt, om de grootsheid van de kracht, de wijsheid en de goedheid der kennis ons een diepe menselijkheid bijbrengt, zodat we er ons van bewust worden dat zelfs, na zoveel moeite en studie, de meest geleerde mensen er steeds nog niet in zijn geslaagd om zelfs één van de ontelbare schoonheden te begrijpen die van de almachtige, scheppende handen van de Heer komen.

    Vertaling: Chris De Bodt

    7. Dagboek van de H. Zr. Faustina Kowalska [aflevering 132]

    Schrift 1

    291. Ik ontmoette eens iemand die van plan was een doodzonde te bedrijven. Ik heb toen de Heer gebeden om mij de grootste kwellingen over te zenden zodat deze ziel gered werd. Plots voelde ik de wrede pijnen van de doornenkroon op mijn hoofd. Dit duurde redelijk lang, maar deze persoon bewaarde Gods genade. O mijn Jezus, hoe gemakkelijk is het zich te heiligen, er is alleen wat goede wil voor nodig. Wanneer Jezus dat minimum goede wil in de ziel ontdekt, geeft Hij zich haastig aan haar en niets kan Hem tegenhouden, fouten noch vallen, helemaal niets. Jezus is erop uit deze ziel te helpen en als die ziel aan de genade Gods getrouw is, kan ze op korte tijd komen tot de hoogste heiligheid die een schepsel hier beneden kan bereiken. God is zeer mild en weigert niemand Zijn genade: Hij geeft zelfs meer dan wij vragen. De trouw aan de ingeving van de heilige Geest, dat is de kortste weg.

    292. + Wanneer de ziel God oprecht bemint, moet ze in haar geestelijk leven voor niets bang zijn. Dat ze zich late beïnvloeden door de genade en haar vereniging met God geen beperking oplegge.

    293. + Toen Jezus mij met Zijn schoonheid verrukte en me naar Zich toetrok, zag ik wat Hem in mijn ziel mishaagt en besloot ik het tot alle prijs te verwijderen, en met Gods genade heb ik het onmiddellijk verwijderd. Deze grootmoedigheid beviel de Heer en sindsdien is Hij begonnen mij hogere genaden te verlenen. Ik redeneer niet in mijn innerlijk leven en ik ontleed niet langs welke wegen Gods Geest me leidt, het volstaat te weten dat ik bemind wordt en dat ik bemin. De zuivere liefde leert mij God kennen en veel mysteries te begrijpen. Mijn biechtvader is mijn maatstaf, zijn woord is heilig voor mij: ik zeg dat over mijn begeleider [37].

    [37] Het betreft hier E.H. Sopocko.

    Vertaling: Pater Alfons J. Smet en Geertrui Schonken

    8. Fin du Monde présent et mystères de la vie future [aflevering 132]

    Vierde Lezing: Over het Vagevuur

    Deel 2

    Zoals al gezegd, broeders, zijn deze in genade bevestigde zielen wonderbaar getroost door de zekerheid over hun heil. Maar anderzijds, verlost van het lichaam dat als een dik zeil het zicht en het begrip over bovennatuurlijke en onzichtbare zaken verduisterde, voelen ze bitter het uitstel van het goddelijk bezit aan.

    Hier op aarde wordt door de meeste mensen Gods afwezigheid of verwijdering maar matig ingeschat! Verleid door de aardse bezittingen en opgeslorpt door tastbare dingen begrijpen we God op te zeer onvolmaakte wijze om zijn verlies goed op prijs te stellen. Maar bij de dood wordt de blinddoek der zinnen verscheurd, al onze menselijke banden worden vernietigd, de ijdele spoken die ons verleidden zijn voorgoed gevlucht. Er is geen vermaak, noch afleiding, noch gesprek meer. Onze neigingen, betrachtingen en strekkingen richten zich dan op de goddelijke Bruidegom, onze enige en onbegrijpelijke schat.

    Ah! Die arme zielen, tuk op eeuwige omhelzingen, snellen naar God die hun doeleinde is, krachtiger dan het ijzer voor de magneet, onstuimiger dan de natuurlijke dingen naar hun centrum snellen.

    Onder die grote vernieling van de dood, met de totale scheiding van al wat ons leven uitmaakte, rest er de ziel niets... helemaal niets, behalve dan die liefde die wegzinkt, en laat slechts het ondenkbare spijt achter dat, door haar schuld, de vervulde vereniging met een dag, een jaar, een eeuw werd uitgesteld en die voor haar het echte, het volmaakte, het enige en eeuwige geluk moet zijn.

    Bron: Abbé Arminjon

    Vertaling: [Broeder Joseph]

    9. Docudrama: Het Evangelie volgens Mattheus [17/26]

    Het Evangelie van de apostel Mattheus, het tweede Evangelie van de vier, wordt hier mooi naar voor gebracht in een getrouw en krachtig docudrama van de Bijbelse tekst. Het Evangelie van Mattheus reconstrueert nauwgezet en trouw het tijdperk van Jezus tijdens een onstuimige periode dat de loop van de geschiedenis zou veranderen. Acteurs zijn Richard Kiley, Bruce Marchiano, Mattheuw Roberts, Gerrit Schoonhoven en Joanna Weinberg. Het docudrama is ingesproken door Christopher Plummer. Het drama is geregisseerd door Regardt Van Den Bergh, dateert uit 1996 en duurt 4 uur en tien minuten.


    10. Benoite, de herderin van Notre-Dame du Laus [Aflevering 44]

    Hoofdstuk 2: De verschijningen in het Ovendal

    De echtgenote Rolland en Benoîte

    Hier geeft M. Gaillard de boetes in detail: vlees derven, geen bouillon of wijn op de grote feestdagen [Pasen, Pinksteren, Kerstmis] om ze aan de armste van de parochie te geven en zelf maar water en brood gebruiken. Dan vervolgt hij zijn verhaal:

    ‘Deze vrouw begreep het, getroffen door een gevoelige pijn en een uiterst berouw God te hebben beledigd: ze weent, zucht en klaagt. Benoîte komt naderbij, hoort haar wenen en zegt tot haar: "Je hebt me bij de Dame doen liegen, want ik dacht je in bed..." "Ik heb alles gehoord wat de Dame je zei. Ik zal me verbeteren." Deze plotse verandering was voor een meisje een grote opluchting, ook door later vast te stellen dat ze niet meer vloekte, vastte en al wat ze kon afstaan aan de armen gaf. Verder leidde ze een zeer christelijk leven en naderde vaak de Sacramenten.

    Deze oprechte bekering zal maar terloops door M. Peytieu aangehaald worden als openbaar bekend, wanneer hij twintig jaar later zijn Mémoires opstelt.

    Het feit dat Mevrouw Rolland hoort wat de Dame zegt zonder haar te zien stelt de vraag over de objectieve werkelijkheid van de verschijning: deze woorden zijn inderdaad door twee getuigen, die elkaar niet kunnen beïnvloeden, gehoord en begrepen. Volstaat dit om de bewering van M. Gaillard hard te maken die meteen schrijft: "Dit voorbeeld alleen al, dat iedereen in de buurt gezien heeft, toont duidelijk aan dat de verschijningen aan Benoîte geen verzinsels zijn of het werk van de Duivel, maar de pure waarheid. Het wordt nog duidelijker, en om meer overtuigende redenen."

    Hier gaat het M. Gaillard niet rechtstreeks over de zaak die ons bezig houdt, maar uitsluitend de waarheid van het getuigenis van Benoîte. We kunnen maar de krachtige tussenkomst bewonderen van de herderin om haar bazin te bekeren.

    Vertaling: Broeder Jozef

    11. Het sacrament van de Verzoening [deel 15]

    Uittreksel uit het boek van Pater Slavko Barbaric: "Geef me je gewonde hart"

    De maandelijkse biecht

    Na deze rijke bezinning over de betekenis van de biecht is het misschien goed om even stil te staan bij de vraag: Waarom een maandelijkse biecht? Is het niet overdreven? Vroeger volstond dit één maal per jaar of bij bedreven doodzonde, waarom vraagt de Gospa ons om zo dikwijls te biechten? Pater Slavko Barbaric, een grote bezieler van Medjugorje, overleden in 2000 bij de laatste statie van de kruisweg op de Krizevac, schreef hierover het volgende in "Geef mij je gewonde hart:"

    "Dus, wie meent te staan, zie toe, dat hij niet valt! Gij hebt geen bovenmenselijke bekoring te doorstaan gehad. God is getrouw; Hij zal niet toelaten, dat gij boven uw krachten bekoord wordt, maar met de bekoring zal Hij ook het middel geven, om ze te kunnen doorstaan." [1 Korintiërs 10,12-13]

    "Om ons naar de vrede te leiden wenst de Moeder Gods, volgens de uitspraken van de zieners, de regelmatige maandelijkse biecht. In de parochie van Medjugorje zijn daarom elke eerste vrijdag, zaterdag en zondag in de maand dagen van verzoening. Vanzelfsprekend komt de vraag op: Waarom moeten wij zo vaak biechten?

    In het licht van hetgeen wij over de regels van het geestelijk leven weten is de oproep tot de maandelijkse biecht gemakkelijk te begrijpen. Want de noodzakelijkheid van het sacrament van de verzoening is niet alleen verbonden met datgene wat wij aan negatieve dingen hebben gedaan, maar veeleer met het groeien in de liefde, de vrede, de barmhartigheid en het vergeven. Dus als we ook zeggen dat we niet hebben gezondigd, dan sluit dat nog niet de noodzakelijkheid van het sacrament van de verzoening uit. Dit sacrament is eigenlijk een feest van vreugde, van gemeenschap, van genezing en van het leven.

    Wie met deze gezindheid maandelijks te biechten gaat, zal de wetten van de geestelijke groei beslist beter begrijpen en hij zal in de ontmoeting met de priester ook gemakkelijker zien wat hij moet doen. Hij zal een betere vooruitgang boeken in zijn persoonlijke groei, hij zal zijn zwakheden beter gaan zien en de wonden die hij door zijn zonden heeft gekregen, genezen vlugger.

    Anne Van Der Sloten

    12. Jezus' tijdgenoten [aflevering 261]

    Jozef Kiabi, zoon van Simon Kantheras

    Zie Ismaël, zoon van Kiabi

    Josephus Flavius

    Wat volgt is de eigen beschrijving van Josephus' "Uit mijn Leven."

    Ik kom uit een eerbiedwaardig geslacht, dat in zijn geheel van priesters afstamt. Terwijl adeldom bij iedereen weer op iets anders is gebaseerd, is het bij ons dus de priesterlijke waardigheid, waaruit het aanzien van onze familie blijkt. Bovendien stam ik niet af van zomaar een priestergeslacht, maar van het belangrijkste van de vierentwintig [1] afdelingen. Omdat daarnaast bij ons een aanzienlijk verschil bestaat tussen families van de ene of andere afdeling, behoor ik ook nog tot de voornaamste familie van die eerste richting. Van mijn moeders kant ben ik van koninklijke bloede, want de nakomelingen van Asamoneus, waarvan die familie afstamt, bekleedden niet alleen heel lang het ambt van hogepriester, maar hadden tegelijkertijd een koninklijke waardigheid. Ik zal nu mijn voorvaderen in de juiste volgorde opnoemen. De vader van mijn grootvader heette Simon, bijgenaamd Psellus. Hij leefde in dezelfde tijd als Hyrcanus, de zoon van de hogepriester Simon, de eerste van alle hogepriesters. Deze Simon Psellus had negen zonen, waar Matthias, die Ephlias werd genoemd, er een van was. Hij huwde met de dochter van de hogepriester Jonathan, de oudste zoon van Asamoneus, die ook hogepriester was en broer van de hogepriester Simon. Deze Matthias kreeg in het eerste jaar van de regering van Hyrcanus een zoon die Matthias Curtus werd genoemd. De naam van zijn zoon, die werd geboren in het negende jaar van de regering van Alexandra, was Joseph. Ik ben de zoon van Matthias en ben geboren in het eerste jaar van de regering van Gaius Ceasar. Zelf heb ik drie zonen: Hyrcanus, de oudste, is geboren in het vierde jaar van de regering van Vespasianus, Justus in het zevende en Agrippa in het negende. Ik heb nu dus de stamboom van mijn familie opgeschreven, zoals ik die in de officiële documenten heb aangetroffen [2] en daarmee neem ik afstand van degenen die lasterlijk over mijn zogenaamde lage afkomst spreken.

    Mijn vader Matthias stond dus niet alleen in aanzien vanwege zijn adellijke afkomst, maar oogstte nog meer eerbetoon op grond van zijn rechtvaardigheid. Hij genoot grote faam in Jeruzalem, de grootste stad die wij hebben. Zelf groeide ik samen op met mijn broer, die Matthias heette. Hij was mijn enige broer, van dezelfde vader en moeder. Ik maakte zeer grote vorderingen in mijn studie en bleek zowel een goed geheugen als verstand te hebben. Daarnaast werd ik toen ik nog jong was, toen ik ongeveer veertien was, door iedereen geprezen voor mij toewijding aan mijn studie. Daarom kwamen de hogepriesters en meest invloedrijke mannen van de stad vaak bij mij samen, om mijn mening te horen over de juiste uitleg van bepaalde wetsartikelen. En toen ik ongeveer zestien was, nam ik mij voor om een inventarisatie te maken van de verschillende sekten, die in ons land aanwezig waren. Dat zijn er drie. Zoals ik al vaker heb verteld was de eerste, die van de Farizeeën, de tweede waren de Sadduceeën en de derde de Essenen. Ik dacht dat ik de beste keuze zou kunnen maken, als ik maar voldoende van hen afwist. Ik beperkte me eerst tot sober voedsel, ondervond vele problemen, maar doorstond dat allemaal. Ik was echter niet tevreden over deze beproevingen. Dus toen ik hoorde, dat er iemand in de woestijn ene Bannus leefde, die zich uitsluitend kleedde met wat er aan bomen groeide, geen ander voedsel tot zich nam dan wat vanzelf groeide, en zich vaak, om zijn kuisheid te bewaren, overdag en ’s nachts in koud water baadde, werd ik zijn leerling. Ik bleef drie jaar bij hem. [3] Nadat ik dus had gedaan wat ik mij had voorgenomen, keerde ik terug naar de stad. Ik was toen negentien jaar en ging mijn leven inrichten volgens de regels van de sekte van de Farizeeën, die verwant is aan de sekte van de Stoïcijnen, zoals die bij de Grieken heten.

    [1] Wij mogen daarom de vergissing rechtzetten in het Latijnse exemplaar van het tweede boek van Tegen Apion par. 8, [want het Griekse exemplaar is verloren gegaan]. Daar staat dat er maar vier priesterstammen of "afdelingen" bestonden, in plaats van vierentwintig. Deze vermelding mag niet over het hoofd worden gezien, want het lijkt alsof Josephus daar iets anders zegt dan wat hij hier beweert. Zelfs het aantal wat daar wordt genoemd, komt beter overeen met vierentwintig dan met vier afdelingen, omdat hij zegt dat elk van die groepen uit 5000 man bestaat, wat vermenigvuldigd met vier, niet meer dan 20.000 priesters oplevert. Het aantal van 120.000 man lijkt het meest waarschijnlijk, omdat dat ongeveer eentiende van de hele bevolking betekent, zelfs na de Babylonische ballingschap. Zie Ezra 2:36-39; Nehemia 7:39-42; 1 Ezra 5:24, 25, Ezra 2;64; Nehemia 7:66; en 1 Ezra 5:41. Dat men doorgaans leest of schrijft dat er maar vier priesterafdelingen hebben betaan, komt ook niet overeen met wat Josephus zelf elders zegt [Antiq. Boek VII. hfdst. 14. par. 7]. Daar vermeldt hij dat Davids onderverdeling van de priesters in vierentwintig afdelingen, tot op dat moment was gehandhaafd.
    [2] Een uitstekend voorbeeld van de aandacht die de Joden aan hun stamboom besteden, vooral bij de priesters. Zie Tegen Apion, boek 1, par. 7.
    [3] Als Josephus hier zegt dat hij van zijn zestiende tot zijn negentiende jaar, dat wil dus zeggen drie jaar, de drie Joodse sekten, Farizeeën, Sadduceeën en Essenen heeft uitgeprobeerd, en meteen daarna in al onze exemplaren zegt, dat hij bovendien die periode tot zijn negentiende bij een kluizenaar in het bijzonder, ene Bannus, heeft doorgebracht, laat hem dat weinig ruimte om die drie andere sekten uit te proberen. Ik denk dus dat de oude lezing bij hem, het mogelijk met hen eens is. Dat is maar een kleine correctie, die voor ons wel het probleem oplost. Toch is het vermoeden van Dr. Hudson, waar Hall op zinspeelt in zijn voorwoord bij de uitgave van Hudson van het werk van Josephus, helemaal niet onwaarschijnlijk, namelijk dat deze Bannus, zoals hij hem beschrijft, zeer wel mogelijke een volgeling van Johannes de Doper is geweest, en dat Josephus mogelijk van hem die inzichten heeft opgedaan, die er later voor hebben gezorgd dat hij zo’n gunstig beeld schetst van Jezus Christus, over wie Johannes de Doper heeft getuigd.

    Vertaling: Broeder Joseph

    13. A.C. Emmerich: Het openbaar leven van Jezus [aflevering 87]

    Hoofdstuk 2: Johannes De Doper tot het doopsel van Jezus

    Johannes graaft een vijver

    Ik begreep de betekenis van iedere aardlaag die Johannes in het maken van de vijver doorgroef en van alle bijzondere werkzaamheden, tot de vijver voltooid was. Alles had betrekking op de hardheid en andere gebreken van de mensen, die hij moest verbeteren, opdat de genade van de Heer op hen zou kunnen inwerken. Ik werd hierbij onderricht dat zijn arbeid, zoals ook al zijn andere handelingen en zijn hele leven een zinnebeeld en voorafbeelding waren. Hierdoor werd hij niet alleen door de H. Geest onderricht nopens hetgeen hij te doen had, maar hij deed er door ook dat­gene, wat zijn verschillende verrichtingen beduidden, aangezien God de goede mening waarmede hij zijn werk bezielde, in aanmerking nam.

    Tot dit alles werd hij, zoals weleer de profeten, door de H. Geest aangedreven. Hij schilde eerst de grasgrond in een ronde vorm weg en groef dan door de harde mergelgrond een rondvormige, grote vijver, zeer schoon en zorgvuldig, en bevloerde de bodem met verschillende stenen, uitgenomen in het midden op de diepste plaats, waar hij tot op een kleine waterbron gegraven had. Met de uitgegraven aarde legde hij hierna rondom de vijver een rand aan, die op 5 plaatsen doorsneden was. Tegenover vier van deze doorgangen plantte hij rondom de vijver, op gelijke afstanden,vier slanke stammetjes, die van boven schoon groen waren. Het waren vier boompjes van een verschillende soort. Ze hadden elk hun bijzondere betekenis. In het midden van de vijver plantte hij een speciale boom met smalle bladeren en piramide­vormige bloemtrossen, die met een stekelachtige knot of bolster omgeven waren. Deze boom had een tijdlang half verwelkt vóór zijn spelonk gelegen.

    De vier boompjes rondom schenen mij eerder dunne heesters te zijn die bessen droegen [boompjes met in hun kruis rode beters]. Hij hoogde de aarde rondom hun voet op om ze vast te zetten. Nadat hij in het uitgraven van de vijver tot op de bron gekomen was, waar daarna de middelste boom geplant werd, maakte hij een gracht of kanaal om het water uit de beek bij zijn spelonk in de vijver te leiden en ik zag hem in de steppe of wildernis holle rietstengels verzamelen [die in Palestina echte holle stokken zijn en ik zag hem die als buizen op elkander steken tot een soort pijp of waterleiding. Hij bedekte deze met aarde. Het was zo geregeld dat hij ze kon sluiten.

    14. Malachias: De 111 profetieën over de Pausen

    Profetie 97: Aquila Rapax [Roofzuchtige Adelaar]

    Pius VII [1800-1823]

    Echte naam: Luigi Barnaba Chiaramonti [Cesena, 14 augustus 1740 - Rome, 20 augustus 1823]

    Luigi Barnaba Chiaramonti werd geboren uit een adellijke Italiaanse familie. Naar hijzelf vertelde, was zijn pausschap voorspeld door zijn moeder, die in 1763 toetrad tot de karmelietessen. Hij studeerde in Ravenna voordat hij toetrad tot de Benedictijnse orde in 1756 voor zijn vervolgstudie. Zijn kloosternaam als benedictijn was Gregorio. Binnen de orde werd hij docent in de theologie. Zijn carrière kwam in een stroomversnelling toen Giovanni Braschi, een vriend van de familie, gekroond werd tot paus Pius VI.

    In 1785 werd hij bisschop van Imola, waar hij onder andere de Franse bezetting meemaakte. Zijn kersthomilie van 1797, die stelde dat Kerk en democratie geen tegengestelden zijn, maakte hem door heel Italië bekend.

    Na de dood van paus Pius VI verbleef de meerderheid der kardinalen in Venetië en werd daar in het Benedictijnerklooster op het eiland San Giorgio Maggiore het conclaaf gehouden. Na drie en een halve maand werd kardinaal Chiaramonti als compromiskandidaat tot paus gekozen [14 maart 1800]. Hij nam uit eerbied voor zijn in ballingschap gestorven voorganger diens naam aan. Omdat de pauselijke tiara door de Fransen in beslag was genomen, werd een model van papier-maché gebruikt.

    Chris De Bodt

    15. Profetiën: Heilige Hieronymus [342-420]

    Profetie 3

    satan zal zijn invloed op alle machten van de antichrist uitoefenen, zowel lichamelijk als in zijn ziel, namelijk zijn wil, geheugen en kennis.

    Vertaling: Chris De Bodt

    16. Natuurtips die niets kosten: Kleefkruid [Galium aparine L.]

    Wij schepselen zijn ver van de schepping en de krachten die er in schuilen afgedwaald. Ieder sprietje onkruid moet verdwijnen en we moeten een steriel grasveldje hebben. Daarom is het goed ons af en toe te buigen over de genezende en voedende gaven die bepaalde kruiden kunnen hebben. De taaiste ‘onkruiden’ blijken de geneeskrachtigste te zijn. We gaan ze te lijf met het grootste vergif en jammer genoeg vergiftigen we zo de natuur en doen onszelf tekort.


    Kleefkruid [Galium aparine L.]

    Kleefkruid is ook zo’n "vervelend" kruid. Het plakt aan onze kleren en huid als we passeren. Maar lees even verder, het kan ons nog van veel nut zijn in de komende tijden.
    • Tonicum voor het lymfatisch stelsel: gezwollen lymfeklieren om het even waar in het lichaam en in het bijzonder bij amandelontsteking en ontsteking van de neuspoliepen
    • Licht urineafdrijvend
    • Bevordert de leverwerking
    • Mild laxerend
    • Bloedzuiverend en ontstekingsremmend
    • Psoriasis en droog eczema
    • Allergische en infectueuze neusslijmvliesontsteking
    • Chronische sinusitis
    • Ter ondersteuning bij auto-immuunziekten en kankerdiëten
    • Oedemen,ter preventie van nier- en blaasstenen, niergruis, blaasontsteking, prikkelbare blaas, pijn bij het wateren, te weinig wateren, bedwateren
    • Stembandverlamming [gorgelen met aftreksel]
    • Kleefkruid kan ook gegeten worden als groente, net als de grote brandnetel en vogelmuur, waardoor het algemeen kan bijdragen tot de groei en herstel van weefsels
    3 maal per dag 5 à 15 ml vers geperst sap of 3 maal per dag een thee van 2 à 3 theelepels gedroogd kruid [mag ook vers gebruikt worden, minder lang laten trekken] op een tas heet water; 10 à 15 minuten laten trekken. Bij zware ziekten 4 tassen per dag.

    Waarschuwing: veilig

    Anne Van Der Sloten

    17. Pauselijk bezoek aan Kroatië: waarschuwing voor verlies van de "familiewaarden."

    Paus Benedictus XVI waarschuwde zondag dat het traditionele gezin in Europa verbrokkelt door de druk van voortschrijdende ontkerkelijking. Hij bepleit wetten die echtparen helpt met de hoge kosten van de opvoeding en onderwijs van kinderen. De paus zei dat op de tweede dag van zijn bezoek aan Kroatië, een bastion van katholicisme op de Balkan. Hij sprak bij een openluchtdienst voor honderdduizenden mensen op een renbaan aan de rand van de hoofdstad Zagreb.


    Honderduizenden woonden de Misviering bij

    "Helaas moeten wij erkennen dat secularisatie zich verspreidt, wat leidt tot de uitsluiting van God uit het leven en de toenemende afbrokkeling van het begrip familie, vooral in Europa," zei de paus. Hij riep katholieke families in heel Europa op zich te verzetten tegen "die seculiere mentaliteit, die samenwonen als voorbereiding of zelfs als vervanging van het huwelijk goedkeurt." Hij hekelde ook abortus en kunstmatige geboortebeperking.

    De dienst van de 84-jarige kerkvorst was de nieuwste aanval in een reeks tegen, wat de kerk ziet als, het groeiende anti-katholicisme en 'christenfobie' in Europa. Benedictus verzette zich eerder tegen een Britse wet die de kerk zou verplichten om ook homo's en transseksuelen aan te nemen. Ook maakte hij bezwaar tegen een vonnis dat kruisbeelden zou verbannen uit Italiaanse scholen.

    Het bezoek van Benedictus moet een aanmoediging zijn voor de kerk in het land, dat 20 jaar geleden onafhankelijk. Voorheen maakte het deel uit van Joegoslavië.

    Bij het begin van zijn reis door Kroatië kritiseerde Benedictus nog de Europese Unie. Hij zei dat de EU-bureaucratie te gecentraliseerd is en soms geen rekening houdt met historische verschillen en nationale culturen. Het Vaticaan steunt wel de Kroatische pogingen om lid te worden van de EU. Dat zou een sterk katholiek land in de groep EU-landen brengen.

    De Duitse paus brengt later op zondag nog een bezoek aan het graf van kardinaal Alojzije Stepinac, die was beschuldigd van samenwerking met de nazi-bestuurders tijdens de Tweede Wereldoorlog. De communisten veroordeelden hem tot 16 jaar cel na de oorlog. Maar de vorige paus verklaarde Stepinac zalig in 1998.

    18. Radioactiviteit stijgt in vernielde kerncentrale Fukushima

    In de verwoeste Japanse kerncentrale Fukushima stijgt de radioactieve straling. Uitbater Tepco deelde zaterdag mee dat in het gebouw dat reactor 1 herbergt tot 4.000 millisievert straling per uur is gemeten. Dat is het hoogste tot nu toe gemeten niveau in de lucht. Een robot kwam tot dit resultaat in de zuidoostelijke hoek van het gebouw.




    Uit een opening in de vloer voor een pijp doorheen het gebouw is oprijzende stoom gezien. Maar de pijp zelf is volgens Tepco onbeschadigd. De stoom lijkt uit een drukketel te komen waar zich hoog radioactief besmet koelwater zou hebben geaccumuleerd.

    De metingen duiden erop dat arbeiders na vier minuten al blootgesteld zijn aan de hoogst toegelaten stralingsdosis [250 millisievert per jaar] na vier minuten. Er zijn evenwel geen plannen om mensen in dat deel van de kernfabriek te laten werken, wat niet belet dat Tepco de zaken nauwgezet wil blijven opvolgen.

    19. Als afsluiter: velen onder u herinneren zich ongetwijfeld nog het volgende:


    Pastoor Andy Penne herinnerde zich ons nog eens aan deze beelden op facebook. Uiteraard is dit voor onze lezers eveneens een prachtige herinnering. Ik was op die dag zelf te Brussel aanwezig en het enthousiasme was enorm. Eerst ging ik naar het jubelpark waar Paus Johannes Paulus II met de helikopter aankwam. Daarna heb ik de Paus de hele Wetstraat gevolgd tot bijna aan de Grote Markt te Brussel. Langs de Wetstraat alleen al stonden er vijf rijen toeschouwers en dit langs beide kanten. Het enthousiasme was enorm en was een beetje in contrast met zijn bezoek aan Nederland, net daarvoor, waar hij eerder "koel" ontvangen werd door het volk. Ik ben blij dat ik het mogen meemaken heb.
    Pastoor Andy Penne is een stadsgenoot van mij en behoort tot de priesters die onlangs door aartsbisschop André Léonard vanuit Nederland naar België heeft teruggeroepen. Op dinsdagavond verzorgt hij voorlopig de Misviering in mijn buurgemeente Roosdaal, Pamel en vanaf september wordt hij officieel als pastoor aangesteld te Galmaarden.

    Chris De Bodt


    Foto




    Weetjes over Medjugorje

    Geografie

    Kroatië

    Bosnië en Herzegovina

    Godsdienst

    Wetenschap

    Portret van de zieners

    Maria's uiterlijk

    De 5 pijlers van het geloof

    Vragen en antwoorden

    Standpunt van het Vaticaan

    Ratzinger bezocht ooit Medjugorje "incognito"

    1e onderzoekscommissie

    2e onderzoekscommissie

    3e onderzoekscommissie

    4e onderzoekscommissie

    De kwestie Herzegovina 1

    De kwestie Herzegovina 2

    De kwestie Herzegovina 3

    Profetieën nemen hun tijd

    Mirjana meer en meer op de voorgrond

    Bestemming van de ziel

    De Podbrdo [Verschijningsberg]

    De Krizevac [Kruisberg]

    Het Votiefkruis

    Parochiekerk Jacobus de Meerdere

    Uitbreiding biechtgelegenheid

    Kapel der Twee Harten

    Oasi delle Pace

    Verrezen Christus

    Cumunità Cenacolo

    Mother's Village

    Vr. Slavko Barbaric

    Vr. Jozo Zovko

    Vr. Pétar Ljubicic

    Ratko Perics toorn

    Heeft Zanic Medjugorje verraden?

    Vr. Amorthe betreurt apathie

    Siroki Brijeg

    Retraîtekasteel

    Zr. Emmanuel Maillard

    Ivans gebedsgroep

    Nedjo Brecic

    Christoph Schönborn

    St. Stephansdom, Wenen 2012

    Scalambra & Casale Monferetto

    Madonna van Civitavecchia

    Little Audrey Santo

    Maria's verjaardag

    Medjugorje en Moederdag

    De IIPG [1]

    De IIPG [2]

    De IIPG [3]

    De IIPG [4]

    De IIPG [5]

    De weide van Gumno

    De priester die verdween

    Nieuwe taksen op logies

    Mirakel van de Maan

    Documentaire 1983

    BBC Documentaire 2010

    Documentaire Mary TV

    The Miracle of Medjugorje


    Interviews Medjugorje

    Mirjana Dragicevic [2008]

    Mirjana Dragicevic [1998]

    Mirjana Dragicevic [1983]

    Mirjana Dragicevic [1989]

    Mirjana Dragicevic [1]

    Mirjana Dragicevic [2]

    Mirjana Dragicevic [2009]

    Vicka Ivankovic [2008]

    Vicka Ivankovic [1983]

    Vicka Ivankovic [2007]

    Vicka Ivankovic [1988]

    Vicka Ivankovic

    Ivan Dragicevic [2003]

    Ivan Dragicevic [2004]

    Ivan Dragicevic

    Ivanka Ivankovic [1983]

    Ivanka Ivankovic [1989]

    Ivanka Ivankovic

    Pétar Ljubicic [2004]

    Pétar Ljubicic [2006]

    Pétar Ljubicic [2008]

    Slavko Barbaric [1987]

    Gabriele Amorth [2002]

    Jakov Colo

    Jakov Colo

    Jakov Colo [2007]

    Marija Pavlovic [2008]

    Marija Pavlovic [1989]

    Marinko en Dragico Ivankovic [1983]

    Damir Coric [1983]

    Marica Kvesic [1983]

    John en Andja Setka [1983]

    Jelena Vasilj [2002]

    Jelena Vasilj en
    Marijana Vasilj [1]

    Jelena Vasilj en
    Marijana Vasilj [1]

    Zlatko Zudac [1999]

    Bisschop Hnilica [2004]





    Overige Weetjes

    Bestemming van de Ziel

    Theresia van Lisieux
    over het Vagevuur

    Maria Simma

    De invloedrijkste vrouw

    Engelen

    Twaalf stappen voor een gelukkig heengaan

    Twaalf fabels over het Katholieke geloof

    Pater Pio en Karol Woijtyla

    San Nicolàs de los Arroyos

    La Madonna del Ghisallo

    O.L.V. Van den Oudenberg

    Fatima:
    Reeds eeuwen Mirakels

    Jacinto Marto uit Fatima
    door Fr. Robert J. Fox

    Profetieën nemen hun tijd

    Jacinto Marto uit Fatima
    door Zr. Lucia Dos Santos

    Ingrid Betancourt

    Dikwijls gewichtige feiten
    nà verschijningen

    satans opzet

    De Graal van Valencia

    Notre-Dâme du Laus

    Kibeho, Rwanda

    Esther en Mordechai

    Monte Cassino

    Gods adres

    Jezus' geboortekerk [1]

    Jezus' geboortekerk [2]

    De Komeet Lulin

    De Komeet Elenin

    De Komeet Honda

    Samuel Alexander Armas

    De Geur van Regen

    Jaar van de Priesters

    Dr. Gloria Polo's terugkeer

    Ian McCormack: Een blik
    in de eeuwigheid

    Middel tegen komende pandemie

    Kim Phuc

    Michael Anderson

    Zeven kenmerken
    van een goede vader

    O.L.V. van Las Lajas

    Vaders Liefdesbrief

    O.L.V. van Ocatlàn

    Elena Desserich

    Rom Houben

    Overlijden Mari-Loli Mazon

    Advent

    Gered door een engel?

    Kerst in de loopgraven

    Mgr. Peter Savelbergh

    Ontdekking v/d sarcofaag v/d H. Philomena

    De Heilige Mis

    Petrus Lombardus

    Oscar, de kat

    Tieners, geef hen nooit op!

    Ontdekking te Nazareth

    Efeze: Maria's Huis

    Wonderdadige Medaille

    De rivier Kwai

    De Exodus

    Valentino Mora

    Het vijfde Maria Dogma

    Elizabeth Kindelmann

    H. Louis de Montfort

    H. Clelia Barbieri's
    miraculeuze stem

    Steven en Djaingo

    Het wonder van San José

    Aalst, België's 9/11

    Het getal 11

    Maria en het getal 101

    Sterven op 33

    Is dit St. Jozef's graf?

    Het Kerstverhaal
    en Koning Herodes

    De Kardinale Climax

    Winterzonnewende 2010

    En de maan werd rood

    Schoonheid van Wijwater

    De dag die ontbrak

    Het celibaat

    De vierde ruiter van de Apocalyps

    De maagdelijke geboorte

    Jordanië claimt oudste christelijke vondst

    Colton Burpo versus Stephen Hawking

    H. Gelaat van Manoppello

    Padre Pio: under investigation

    Grace

    Michael Browns retreat

    7 niveau's van het liegen

    De dood van Sint Jozef

    De dood van Maria

    Betekenis van Maria's naam

    Het Aramees in opmars

    De Bosnische pyramiden

    Brugge, het Jeruzalem van het Noorden

    Wonder te Skopje


    Diverse Profetieën
    Miscellanous Prophecies

    Profetieën nemen hun tijd

    Is dit de tijd waarover ze spraken?

    Garabandal [1961-65]

    Israël en Bijbelse Profetie

    Pinksterprofetieën 1975

    Quito [17de eeuw]

    Kenmerken v/d antichrist

    A.C. Emmerich [1]

    A.C. Emmerich [2]

    De Kremna Profetieën

    Hildegard van Bingen

    Belpasso [1986-88]

    2 Noorse profetieën

    La Salette [1846]

    Anna Maria Taigi

    Diversen

    Heilige Mechtildis

    Non van Tours

    Heilige Nilus

    Bernardine Von Busto

    Non van Bellay

    Kloosterling Hilarion

    Don Giovanni Bosco

    Elizabeth Canori Mora

    Judah Ben Samuel

    Jeanne Le Royer

    Giacchino di Fiore

    Bartholomeüs Holzhauser

    Madeleine Porsat

    De profeet Daniël

    Kibeho, Rwanda

    Ida Peerdeman

    H. Ireneüs van Lyon

    Methodius van Olympus

    H. Hippolytus van Rome

    Firmanus Lactantius

    De Berkenboomprofetieën

    Dr. Arnold Fruchtenbaum

    H. Ephraïm de Syriër

    H. Cesarius van Arles

    Columba van Ierland

    Elena Aiello

    Beda, de eerbiedwaardige

    Odilia van de Elzas

    Johannes Damascenus

    Adso, de Monnik

    Anselmus van Canterbury

    H. Vincent Ferrer

    Joachim van Fiore

    Johannes Friede

    Thomas van Aquino

    John of the Cleft Rock

    Franciscus van Paola

    H. Birgitta van Zweden

    Robertus Ballarminus

    Dionysus van Luxemburg




















    Het Laatste Geheim

    1. Een enorm mysterie

    2. Sterk en zedig

    3. Dagen van duisternis

    4. Moeder van de Heer

    5. Boven de zon

    6. Gog en Magog?

    7. Door de straten van de stad

    8. Vanop de hoogste bergen

    9. Kleine geheimen

    10. Klokslag twaalf

    11. Lichten, geluiden, graven

    12. De klokken luiden

    13. Donderslag in de verte

    14. Geheime aanwezigheid

    15. Vuurzuil

    16. Geheimen van de Rozenkrans

    17. Het voorteken

    18. De zeven

    19. Het voorgevoel

    20. Signalen en vloeken

    21. Afschuwelijke wonderen

    22. De kastijding

    23. Naschok

    24. Waar duivels beefden

    25. Geheime Martelaren

    26. Geheim van de gehoorzaamheid

    27. Geheim van het vertrouwen

    28. Ik wacht op u

    29. De geest van opstand

    30. Genade en rechtvaardigheid

    31. De Profetie

    32. Voorbij de grenzen
    van de kennis

    33. Geheimen in
    Amerika en Europa

    34. Geboren in de hel

    35. Cathérina's geheim

    36. Geleende tijd

    37. Ik zal uw Moeder zijn

    38. Het grote Teken

    39. Koningin van de Eeuwigheid











    Thomas à Kempis
    De navolging van Christus

    Boek 1.1

    Boek 1.2

    Boek 2

    Boek 3.1

    Boek 3.2

    Boek 3.3

    Boek 4.1

    Boek 4.2



    Novenen

    Maria Onbevlekte Ontvangenis

    OLV van Lourdes

    OLV Van Fatima

    OLV Van Banneux

    OLV van de Berg Carmel

    OLV Hemelvaart

    H. Maagd van de Wonderdadige Medaille

    Maria Lichtmis

    Don Bosco

    Maria Boodschap

    Sint Jozef

    Heilige Familie

    Goddelijke Barmhartigheid

    Heilige Geest

    Kindje Jezus

    Engelbewaarder

    Aartsengel Michaël

    Aartsengel Gabriël

    Franciscus van Assisi

    Antonius van Padua

    Pater Pio

    Heilige Benedictus

    Heilig Hart van Jezus

    Heilige Rita

    Sint Valentijn

    OLV van Altijddurende Bijstand

    Jean Marie Vianney

    Theresia van Lisieux

    Maria, die de knopen ontwart

    OLV van de Bezoeking

    Zielen in het Vagevuur

    Kracht van het Kruis
    tegen het kwade

    H. Gelaat van Jezus

    Hart van Jezus en Maria

    Kindje Jezus van Praag

    OLV van Genezing

    Miraculeuze Maagd

    Pater Damiaan

    Heilige Anna

    H. Maria Goretti

    Heilige Peregrinus

    Heilige Expeditus

    Sint Joris

    H. Margareta van Cordoba



    Films

    Padre Pio

    The Miracle of Our Lady of Fatima

    The 13th Day

    Het Lied van Bernadette

    One Night with the King

    Faustina

    Docu: Faustina Kowalska

    Docu: Mariaverschijningen

    Docu: OLV van Guadalupe

    Vincentius a Paolo

    Sint Paulus

    Sint Petrus

    Docu: Pater Damiaan

    Passion de Jeanne d'Arc

    Story of Father Damien

    Docu: Garabandal

    Exorcism of Emily Rose

    The Nativity Story

    Don Johannes Bosco

    The Passion of The Christ

    King David

    Romero

    Jean de Florette

    Manon des Sources

    Abraham

    Mozes

    Solomon

    Jacob

    Francesco

    A man for all seasons

    The Apocalypse

    Docu: H. Maria Goretti

    Docu: The birth of Israël

    Docu: The six-day war

    Docu: Ghosts of Rwanda

    Becket

    Gospel of Luke

    Gospel of Matthew

    Gospel of John

    Acts

    Unsolved mysteries

    Joseph

    Samson and Delilah

    H. Rita van Cascia

    Thérèse de Lisieux

    Isaak, Jacob & Esau

    Fray Martin de Porres

    Lourdes [2000]

    Clara & Francisco

    Maria Goretti

    Mother Theresa




    Astronomische verschijnselen

    28/11/2011



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs

     

    Real Time Web Analytics

    Page Content

    Page Content