Voor de derde keer al doorbreekt Bisschop Ratko Peric van Mostar een door zichzelf opgelegde stilte over Medjugorje, ditmaal om te zeggen dat zijn voorganger nooit heeft samengewerkt met de communisten om Medjugorje af te zweren. Bisschop Peric beantwoordde niet alle feiten rond de zaak en haalde enkel het moment aan waarop Bischop Zanic, de eerste maanden een hevige voorstander van de verschijningen, plots een bocht van 180 graden maakte en de verschijningen vijandig gezind werd.
De tijdens de aanvang van de verschijningen heersende communisten van het voormalige Joegoslavië hebben gepoogd om Bisschop Pavao Zanic van Mostar te doen zwichten als onderdeel van hun plan om Medjugorje en de verschijningen stil te houden. Hij werd in het oog gehouden door spionnen en ook zijn telefoonlijn werd afgeluisterd.
Maar Bisschop Zanic werkte niet samen met het Joegoslavische regime of met de UDBA, de geheime politie en de bedreigingen en de repressiemaatregelen waren niet doorslaggevend in zijn houding om zijn aanvankelijke geloof op te geven met een houding van ongeloof en tegenstand.
Dit is althans de bewering van Bisschop Ratko Peric, de opvolger van Bisschop Zanic, in een nieuw schrijven op de website van het bisdom.
Reactie op de onthullingen van de geheime politie
Het artikel van Bisschop Peric komt er als antwoord op het boek Medjugorje Misterij, uitgeven in juni 2011 en een latere verslaggeving door de Vaticaan insiderjournalist Andrea Tornelli. In het boek beschrijven vier Kroatische journalisten hoe de Joegoslavische geheime politiek (UDBA) er alles aan deed om in het begin van de jaren 80 Medjugorje in toom te houden. Hun informatie hielden ze uit de oude archieven van de UDBA.
De auteurs citeren een samenwerking tussen Bisschop Zanic en de UDBA als een mogelijke manier om een bepaald document te interpreteren. In zijn artikel ontkent Bisschop Ratko Peric deze optie en haalt hij verdere feitelijke fouten aan in de documenten van de UDBA. De Bisschop verduidelijkt zijn motieven als volgt:
Aangezien de overleden Bisschop Pavao Zanic op talrijke plaatsen in het boek wordt vernoemd, is het onze plicht en dit uit liefde en waarheid en uit eerbied voor Bisschop Pavao, die Bisschop was in Herzegovina gedurende 23 jaren, om te antwoorden op dergelijke willekeurige beweringen en insinuaties, schrijft Bisschop Ratko Peric.
Bisschop Zanic werd beïnvloed door valse documenten
Toen het boek Medjugorje Misterij bijdroeg tot nieuwe inzichten van de Joegoslavische geheime politie in het aanpakken van Medjugorje, bracht de Vaticaan expert Andrea Tornielli het onderwerp te spraken in Vatican insider. de originele documenten, vertaald naar het Italiaanse, leiden volgens hem tot vier conclusies:
De geheime politie gebruikte Bisschop Zanic als speelbal in het sluiten van compromissen van Franciscaanse priesters die verbonden waren met Medjugorje.
Als het tweede gedeelte van het plan van de geheime politie, haalt Tornielli het reeds lang bestaande conflict aan dat bestaat tussen de priesters die rechtstreeks onder de leiding vallen van Peric [seculaire priesters] en de Franciscanen, om aldus chaos te creëren in de parochie en iedereen tegen elkaar op te zetten.
De vijandige houding van Bisschop Zanic tegenover Medjugorje werd gevoed door een reeks van documenten, bij elkaar gebracht door de geheime politie, die circuleerden tussen Mostar, het Vaticaan en enkele Europese landen.
Een rapport van de geheime politie van 17 november 1987 toon aan hoe gewillig Zanic was om eender welk document te aanvaarden tegen de Franciscanen en tegen de verschijningen, ook al waren sommige van deze documenten erg dubieus.
Deze documenten zullen eveneens worden onderzocht door de Mejugorje-commissie, opgericht door de Heilige Stoel, besluit Andrea Tornielli.
Het recente artikel van Bisschop Ratko Peric neemt het op tegen Torniellis opeenvolgende verslagen in Vatican Insider, vanaf de eerste paragrafen, waarin heel ernstige beschuldigingen staan. Als antwoord op Torniellis besluiten laat de Bisschop een Canadese tegenstander van Medjugorje toe om voor hem te spreken, in een korte mailuitwisseling tussen de Canadees en Andrea Tornielli: "Tornielli valt de intellectuele, spirituele en pastorale integriteit aan van de voormalige Bisschop van Mostar, Mgr. Pavao Zanic, maar staaft echter niet met documenten en verifieert niets: hij kopieert en plakt ernstige beschuldigingen zonder zijn lezers enige feitelijke terugblik aan te bieden, zegt het recente artikel van Bisschop Peric.
Andrea Tornielli heeft laten weten dat zijn artikel in Vatican Insider is gebaseerd op vertalingen of op originele documenten van de geheime politie, die aan hem werden overhandigd door de hoofdauteur van Miserij Medjugorje, of journalist Zarko Ivkovic.
Het artikel spreekt niet over het besluit dat de geheime politie valse documenten overhandigde aan zijn voorganger, noch dat de communisten het eeuwenoude conflict tussen de Franciscanen en de seculiere clerus hadden aangewend.
Een vijftal fouten in het boek
Bisschop Peric haalt en vijftal fouten aan in het boek Misterij Medjugorje, enkel overhet laatste onderwerp tussen de samenwerking tussen zijn voorganger en de geheime politie:
Het boek dateert de dag van de eerste verschijning op 25 juni 1981, terwijl dit feitelijk de dag ervoor was. Nvdr. Officieel is de eerste verschijningsdag wel 25 juni, omdat toen de voltallige groep zieners werd gevormd. Op 24 juni was er inderdaad de eerste verschijing, maar de dag daarop keerden er twee zieners niet terug naar de verschijningsplaats en in plaats daarvan kwamen twee andere kinderen mee. Het is die groep van zes kinderen die de voltallige groep zieners vormde vanaf 25 juni. Laat ons zeggen dat 24 juni eerder officieus dan officieel was. En 25 juni is ook geen leugen. Op die dag viert men inderdaad de verjaardag van de verschijningen.
In 1986 ging Bisschop Zanic 7 maal naar Rome, en geen 14 maal, zoals wordt beweerd in het boek.
Een UDBA document dat beweert dat 10 priesters ongehoorzaam waren aan Bisschop Zanic over verwijzingen, is onjuist, daar er niemand ongehoorzaam was.
Een UDBA document waarin staat dat Bisschop Zanic een vergadering met andere Joegoslavische bisschoppen had verlaten uit protest na zijn negatieve standpunt over Medjugorje en werd bekritiseerd door Kardinaal Franjo Kuharic van Zagreb is eveneens niet juist.
De vijfde fout die door Bisschop Ratko Peric werd gevonden, gaat over een UDBA document dat zegt dat de geheime politiek overwoog om Bisschop Zanic tot een vergelijk te komen door anonieme brieven over hem op te stellen. Deze brieven zouden bestemd zijn geweest voor Kardinaal Kuharic en de aartsbisschop Frane Franic uit Split en ook voor Ratko Peric zelf, tijdens zijn periode als rector van het College van de H. Hiëronymus in Rome.
In zijn artikel erkent Bisschop Peric dat het document zegt dat de brief, voor goedkeuring, naar de oversten van de UDBA werd gezonden. Mogelijks warden er geen brieven verstuurd. Hierop schrijft Bisschop Peric: Peric, de voormalige rector en zetelende Bisschop van Mostar bevestigt in positieve zin dat hij nooit enige anonieme brief heeft ontvangen, nu of nooit, tegen Bisschop Zanic. Maar wie is er wel in staat om alle insinuaties van de UDBA te weerleggen, welke de Medjugorje aanhangers aanzien als de grootste ontdekking? schrijft Bisschop Peric eveneens.
Bisschop Zanics telefoon werd afgeluisterd en hij werd ook bespioneerd
Uit het UDBA document van 17 november 1987 komen de schrijvers van Misterij Medjugorje tot het besluit dat Bisschop Zanic ofwel telefonisch werd afgeluisterd, ofwel dat er zich een mol in zijn omgeving bevond, of dat hij met de geheime polite samenwerkte.
Als we de laatstvermelde theorie weglaten, sluit het artikel van Bisschop Ratko Peric niet uit dat er zich inderdaad mollen bevonden rond Bisschop Zanic, en dat de jaren na het communistische regime codenamen als Poseidon, Fides, Tomislav, Sjedi en anderen aan de oppervlakte kwamen als pseudoniemen van agenten die nauw samenwerkten met Bisschop Zanic. Zijn opvolger vervolgt met:
Het UDBA document toont in geen geval aan dat er een collaboratie met het UDBA mogelijk zou zijn geweest, terwijl de verslaggever juist het tegenovergestelde beweert! Dit zou doorslaggevend geweest zijn voor de auteur van deze besluitvorming, uit het hiervoor genoemde besluit: als Bisschop Zanic werkelijk een collaborateur was, waarom waren er dan mollen rondom hem, en dan nog zoveel?
Dat de Bisschop werd afgeluisterd is geen mogelijk besluit, maar een algemeen gekend feit. Dit was niet alleen het geval voor hem, maar voor alle bisschoppen. Het was toen al zoveel gekend als nu! Het was door iedereen geweten en door dergelijke zaken aan te halen vindt de reporter enkel het wiel opnieuw uit, schrijft Bisschop Peric ook.
De handelingen van de Bisschop in 1981 spreken hem in 1987 vrij van enige verdachtmaking
Het is algemeen geweten dat Bisschop Pavao Zanic aanvankelijk in de verschijningen van Medjugorje geloofde. Waarom hij daarna zijn standpunt veranderde om in de plaats ervan een de meest vocale critici te worden van Medjugorje is altijd een punt geweest voor discussie, een onderwerp dat Bisschop Peric naar voor brengt in zijn recent artikel. Maar aanvankelijk zei Bisschop Zanic: Ik ben er diep van overtuigd dat geen van de kinderen die zeggen dat ze Onze Lieve Vrouw hebben gezien, iets is ingefluisterd door anderen [ ] Ik ben er eveneens van overtuigd dat de kinderen niet liegen. De kinderen spreken enkel uit hun hart. Het staat vast: de kinderen liegen niet. Dit zei de Bisschop in zijn homilie van 25 juli 1981, één maand na de verschijningen.
Het is zeker dat de kinderen door niemand werden opgestookt om te liegen, en zeker niet door de Kerk, aldus Bisschop Zanic aan het Katholieke blad Glas Koncila, op 16 augustus 1981.
Strevend naar de ontkenning van de theorie van Bisschop Zanic als collaborateur met het UDBA in 1987, verwijst Bisschop Peric naar Bisschop Zanics standpunt in 1981, zes jaar eerder, toen het algemeen geweten was dat hij een voorstander was van de verschijningen en aldus, in principe ook een tegenstander van het communistische regime: Het is overduidelijk dat de Bisschop niets te maken had met het UDBA, daar Ivkovic rapporteert over het document van 14 juli 1981, waarin op het einde staat dat Bisschop Zanic de Voorzitter van de Commissie voor Religieuse Aangelegenheden, alsook zijn medewerkers niet wou ontvangen, na hun aanwezigheid bij de Franciscaansce Provinciale Administratie in Mostar, schrijft Bisschop Peric.
Een collaborateur gaat geen ontmoeting uit de weg, maar gaat er naartoe! We hebben reeds gezegd dat de Bisschop in 1981 onder de vijanden van de Staat behoorde, gaat Bisschop Peric verder, ook al was er geen enkele bewering dat Bisschop Zanic met de Communisten samenwerkte in 1981.
Verloren zaak aangehaald als de aanzet tot Zanics ongeloof
In zijn uitleg waarom zijn voorganger zijn opinie veranderde, verwijst Bisschop Ratko Peric naar de aanvang van een kerkelijk juridische procedure, dat Bisschop Zanic verloor toen het Vaticaan later, in 1993, over deze aangelegenheid een beslissing nam.
Kort nadat de verschijningen waren begonnen, werden de priesters Vr. Ivica Vego en Vr. Ivan Prusina uit Mostar uit de Franciscaanse orde gezet. De zaak van de twee priesters vindt zijn oorspring in de zogenaamde Herzegovinische kwestie, een eeuwenoud dispuut tussen de Bischoppelijke priesters en de Franciscanen.
Volgens Bisschop Ratko Perics recente artikel, kwam het beslissende moment voor zijn voorganger toen de zienertjes uit Medjugorje, eerst in januari en daarna opnieuw in april 1982 boodschappen vertelden waarin de Maagd Maria de Bisschop had bekritiseerd in zijn handelen tegenover de twee Franciscanen omdat de twee priesters onschuldig waren en de Bisschop zijn beslissing tegenover Vr. Vego en Vr. Prusina onbezonnen noemde.
Alhoewel de zieners dit nooit hadden beweerd, plaatste de Maagd Maria, volgens Bischop Perics herinneringen van de gebeurtenissen begin 1982, deze handeling van de Bisschop binnen de eeuwenoude Herzegovinische kwestie, dus niet alleen de feiten rond Vr. Vego en Vr. Prusina:
Het echte keerpunt van het standpunt van de bisschop kwam er na 14 januari 1982, toen de drie zienertjes Vicka, Marija en Jakov naar hem toegingen om hem de houding van Onze Lieve Vrouw, hiertegenover mede te delen, volgens dewelke hij onbezonnen had gehandeld in de Herzegovinische kwestie, verklaart Bisschop Ratko Peric.
Op 3 april 1982, gingen de zieners opnieuw naar de Bisschop, op bevel van Onze Lieve Vrouw, om hem mede te delen dat de ongehoorzame paters van Mostar niets hadden misdaan! Toen op dat moment duidelijk werd dat het fenomeen Medjugorje zichzelf betrok in de Herzogovinische kwestie, kwam de breuk. Een terugkeer was niet meer mogelijk. Een lange reeks van argumenten overtuigde de Bisschop meer en meer dat Medjugorje enkel een zaak van bedrog en leugens was rond de betreurde kwestie Herzegovina", schrijft Bisschop Peric verder.
Toen het Vaticaan, in 1993, de verbanning van de twee Franciscaanse priesters tegengesteld vond aan de Kerkelijke Wet, kwam dit te laat voor Vr. Ivica Vego die zijn priesterschap ondertussen reeds had opgegeven, terwijl Vr. Ivan Prusina ermee instemde.
Medjugorje-priesters: de Bisschop werd bedreigd
Een andere uitleg waarom Bisschop Zanic zijn mening over de verschijningen te Medjugorje had gewijzigd, komt er van de Franciscaaanse priester Vr. Ljudevit Rupcicn in zjn boek De Waarheid over Medjugorje, uitgegeven in 1990. Hij citeerde Vr. Jozo Zovko, parochiepriester te Medjugorje in 1981 om te schrijven dat de Bisschop was bezweken onder de bedreigingen:
Terwijl Bisschop Zanic en Vr. Jozo beiden werden bedreigd met opsluiting als ze hun steun aan Medjugorje niet zouden opgeven, was het enkel Vr. Jozo die uiteindelijk de gevangenis in ging. Juist nadat Vr. Jozo uit de gevangenis werd vrijgelaten, had hij een ontmoeting met de Bisschop die hem uitlegde dat hij door de Communisten werd gedwongen om zijn mening over Medjugore van een openlijke ondersteuning diende te wijzigen tot een openlijke negatieve houding door het volgende te zeggen: Ik kon niet naar de gevangenis gaan voor Medjugorje, en Hoe kon ik anders handelen? En Ook wenste ik niet mijn titel op te geven om hulppastoor te worden in een of andere parochie. Hiermee verwees hij naar de druk van de seculiere priesters, die erop aandrongen om de verschijningen te veroordelen, schreef Vr. Ljudevit.
UDBA riep zowel Bisschop Zanic als Vr. Jozo Zovko op het matje voor een ondervraging in hun kantoor te Sarajevo, tijdens de zomer van 1981. Na deze ontmoeting stopte de openlijke ondersteuning van de Bisschop. Het recente artikel van Bisschop Ratko Peric wijdt deze eerste verandering in de houding met notities uit Bisschop Zanics brieven naar de Apostolische Nuntius in Joegoslavië en aan Johannes Paulus II:
In mijn ziel heeft een oordeel over dit alles nog geen vaste vorm aangenomen. Hallucinaties? Bovennatuurlijk? schreef Bisschop aan de Nuntius op 19 augustus 1981, twee dagen nadat Vr. Jozo Zovko werd gearresteerd.
Ik sprak met de jonge zieners. Zij zien iets, maar voor mij is onduidelijk of het om een bovennatuurlijke gebeurtenis gaat of niet, vertelde de Bisschop aan Johannes Paulus II op 6 september 1981.
De vorig jaar opgerichte Vaticaanse Commissie zou moeten verder onderzoeken naar de reden van Bisschop Zanics bocht van 180 graden, suggereert auteur en journalist Antonio Socci in Andrea Torniellis artikel voor Vaticaan Insider.
Aanvankelijk waren de Franciscanen nogal hard met de zieners omdat de vreesden dat het een val kon zijn, een uitvinding van het regime en dit terwijl de Bisschop van Mostar meer begrip had en open stond voor Medjugorje. Hij ging ook de Heilige Mis opdragen in Medjugorje en verdedigde de jonge zieners. Maar plots, vanaf januari 1982, veranderde zijn houding volledig. De Kerk zou moeten terugkijken en nadenken over het feit dat bij bepaalde beslissingen elke sereniteit ontbrak en er een sterke beïnvloeding was, volgens Antonio Socci.
Naast het aantal merkbare, feitelijke fouten in de documenten van de geheime politie, betreurt Bisschop Peric in zijn artikel deze gesuggereerde tussenkomst van de Vaticaanse Commissie: En deze en zo vele andere onwaarheden zouden moeten overgemaakt worden aan de Vaticaanse Commissie, hierbij verwijzend naar Tornielli, zodat de leden ze zouden kunnen bespreken tijdens hun samenkomsten, schrijft Bisschop Peric.
Derde onderbreking van zijn zelf aangekondigd stilzwijgen rond Medjugorje
Eind februari 2011 maakte Bisschop Peric aan Catholic News Service bekend dat hij niet langer openbare commentaar zou geven over Medjugorje, uit eerbied voor de Vaticaanse Commissie. Het recente artikel is reeds zijn derde sindsdien.
De eerste onderbreking van zijn gelofte kwam er in juni 2011 toen de Bisschop een kritisch rapport van de eerste medisch-wetenschappelijke onderzoeken van de Medjugorje zieners liet herdrukken. Dit gaat terug tot 1986 en een aantal punten zijn door latere wetenschappelijke studies herzien.
De tweede onderbreking van zijn gelofte over zijn stilzwijgen, kwam er in augustus, toen hij sommige bemerkingen richtte aan het adres van Vicka Ivankovic over haar enthousiasme over de resultaten van de internationaal bekende tennisspeler Ivan Dodig, die hoog genoteerd staat op de internationale ranking en in Medjugorje woont.
En thans is er de derde onderbreking van zijn stilzwijgen rond de inhoud van een artikel, waarin Bisschop Zanics geloofwaardigheid in vraag wordt gesteld omdat er aanwijzingen bestaan die doen vermoeden dat Zanic destijds Medjugorje heeft verraden door te zwichten voor het communistische regime.
Blijkbaar heeft Peric zo zijn eigen interpretatie over het begrip "gelofte van stilzwijgen".
Bron: Jacob Marschner, Medjugorje TV
Vertaling: Chris De Bodt
21-11-1980
De Dode Zeerollen: een overtuigende vondst
De Dode Zeerollen: een overtuigende vondst
De Dode Zeerollen: wat zijn ze?
De Dode Zee Rollen worden ook wel de belangrijkste ontdekking van manuscripten in moderne tijden genoemd. Zij werden tussen 1947 en 1956 in elf langs de Noord-Westelijke kust van de Dode Zee gevonden. Dit is een droge regio ongeveer 20 kilometer ten Oosten van Jeruzalem en 400 meter onder zee-niveau. De Dode Zee Rollen zijn de restanten van ongeveer 825 tot 870 afzonderlijke rollen, die uit tienduizenden afzonderlijke fragmenten bestaan. De teksten zijn in hoofdzaak uit dierenhuiden vervaardigd maar ook uit papyrus en koper. Ze zijn geschreven met een op koolstof-basis vervaardigde inkt, van rechts naar links zonder leestekens met uitzondering van hier en daar een inspringing voor een nieuwe paragraaf.
Dode Zee Rollen: Waarom Zijn deze Belangrijk?
De Dode Zee Rollen kunnen in twee categorieën worden ingedeeld: bijbels en niet-bijbels. Fragmenten van elk boek van het Oude Testament [de Hebreeuwse canon] zijn ontdekt, met uitzondering van het boek van Ester. Onder de rollen zijn nu 19 fragmenten van Jesaja, 25 fragmenten van Deuteronomium en 30 fragmenten van de Psalmen geïdentificeerd. De bijna volledig intacte Jesaja Rol, die enkele van de meest treffende Messiaanse profetieën bevat, is 1000 jaar ouder dan welke andere kopie van Jesaja dan ook die we tot dat moment ter beschikking hadden.
Naast de bijbelse manuscripten bevatten de Dode Zee Rollen commentaren op de Hebreeuwse canon, parafraseringen die toevoegingen zijn aan de Tora, standaarden en reguleringen voor de gemeenschap, regels voor oorlogsvoering, niet-canonieke psalmen, hymnen en preken. De meeste teksten zijn in het Hebreeuws en Aramees geschreven, en een paar documenten zijn in het Grieks geschreven.
De Dode Zee Rollen lijken de bibliotheek van een Joodse groepering te zijn geweest, en de meeste mensen denken dat dit waarschijnlijk de Essenen waren. Dicht bij de grotten bevinden zich de oude ruïnes van, een dorp dat in het begin van de jaren '50 werd uitgegraven en dat een verband toont met zowel de Essenen als de rollen. De Essenen waren Joodse kopiëerders die volgens strikte regels leefden en het lijkt er op dat zij een Messiaanse en apocalyptische denkwijze hadden. Het schijnt verder zo te zijn dat de bibliotheek in de grotten werd verstopt rond de tijd van de Eerste Joodse Opstand [66-70 na Christus], toen het Romeinse leger tegen de Joden oprukte.
Gebaseerd op verschillende dateringsmethoden, waaronder koolstof-14, paleografie en analyses van de gebruikte schrijfmethoden, wordt geconcludeerd dat de Dode Zee Rollen in de periode van ongeveer 200 voor Christus tot 68 na Christus werden geschreven. Veel cruciale bijbelse manuscripten (zoals Psalm 22, Jesaja 53 en Jesaja 61) dateren op zijn laatst uit 100 voor Christus. Daarom hebben de Dode Zee Rollen een revolutie teweeg gebracht in de tekstuele kritiek van het Oude Testament. Het is fenomenaal te noemen dat de bijbelse teksten substantieel overeenkomen met de Masoretische tekst, alsmede met een verscheidenheid aan vertalingen van het Oude Testament die vandaag de dag in omloop zijn.
Dramatisch Bewijs voor de Betrouwbaarheid van de Messiaanse Profetie
De Dode Zee Rollen bestaan uit de oudste verzameling manuscripten van het Oude Testament die ooit zijn gevonden, terugdaterend tot 100-200 voor Christus. Dit is treffend omdat we nu absoluut bewijs hebben voor het feit dat de Messiaanse profetieën die in het hedendaagse Oude Testament [zowel Joods als Christelijk] staan inderdaad dezelfde Messiaanse profetieën zijn die al bestonden vóórdat Jezus deze aarde bewandelde. Het mag duidelijk zijn dat de betrouwbaarheid van de geschriften en de tekstuele kritiek hiermee een gigantische stap voorwaarts hebben gezet! Onderzoek het zelf maar eens. Er bestaat geen twijfel dat Jezus Christus de Messias was waarop de Joden aan het wachten waren!
Het Boek Jesaja
Meer dan 200 fragmenten van de Dode Zee Rollen worden in de Schrijn van het Boek Museum in Jeruzalem bewaard. Het is opmerkelijk te noemen dat de "Grote Jesaja Rol" [1Qls-a] de enige volledig intacte rol is die in deze Schrijn wordt tentoongesteld. Deze rol bevat het volledige boek van Jesaja zoals we dat vandaag de dag lezen: alle 66 hoofdstukken! Een aantal schriftgeleerden, van verschillende religieuze afkomst en uit verschillende professionele disciplines, hebben deze belangrijke vondst geanalyseerd.
De Grote Jesaja Rol werd in 1947 in Grot 1 ontdekt. Deze werd in 1948 geïdentificeerd als het Bijbelse Boek Jesaja en werd indertijd door de Syrische Orthodoxe Kerk aangekocht. Israël kocht de Jesaja Rol in 1954 terug om deze te kunnen bestuderen en als een nationale schat te kunnen behouden. De rol wordt sinds 1965 als kroonstuk van de verzameling in de Schrijn van het Boek Museum tentoongesteld. Een tweede gedeeltelijke Jesaja rol [1Qls-b] werd ook in 1947 in Grot 1 ontdekt. Sindsdien zijn er in andere grotten rondom Qumran ongeveer 17 andere fragmenten van Jesaja's schriftteksten ontdekt.
Wat de datering van de Grote Jesaja Rol [1Qls-a] betreft lijkt het dat delen ervan al op zijn minst vier keer zijn gedateerd met behulp van de koolstof-14 methode, waaronder een studie aan de Universiteit van Arizona in 1995 en een studie aan ETH-Zürich in 1990-91. De vier studies hebben gekalibreerde data-bereiken opgeleverd tussen 335-324 voor Christus en 202-107 voor Christus. Er zijn ook talrijke studies uitgevoerd naar de paleografie en de gebruikte schrijfmethoden van de documenten en deze plaatsen 1Qls-a ergens tussen 150-100 voor Christus.
Jesaja 53
De Dode Zee Rollen hebben fenomenaal bewijs aangeleverd voor de geloofwaardigheid van de Schriftteksten. Meer specifiek is de bijna volledig intacte Grote Jesaja Rol welhaast identiek aan de meest recente versies van de Masoretische tekst uit de tiende eeuw [schriftgeleerden hebben een handvol spellingsfouten en kopiëerfouten met betrekking tot de grammatische tijdsaanduiding ontdekt, maar geen significante verschillen]. In het licht van Jesaja's rijke Messiaanse profetie vonden we het de moeite waard om hier een gedeelte van de Nederlandse vertaling van de feitelijke Hebreeuwse tekst uit de Grote Jesaja Rol te tonen. De volgende tekst komt overeen met Jesaja 53 in het tegenwoordige Oude Testament. Onthoud dat de leeftijd van deze tekst is vastgesteld op 100 tot 335 jaar vóór de geboorte van Jezus Christus!
Vertaling van de feitelijke Grote Jesaja Rol [Jesaja 53], beginnend met regel 5 van Kolom 44:
5. Wie heeft onze prediking gehoord en de arm van YHWH aan wie is deze geopenbaard En hij zal als een rijsje voor zijn aangezicht opschieten 6. en als een wortel uit dorre aarde is er geen gedaante noch heerlijkheid [+aan hem+] en wanneer hij aangezien wordt en er is geen gestalte 7. dat wij hem zouden begeerd hebben. Hij is veracht en de onwaardigste onder de mensen, een man van smarten en bekend met krankheid 8. en als het ware verborgen we ons aangezicht voor hem hij was veracht en wij achtten hem niet. Waarlijk heeft hij 9. onze krankheden op zich genomen en hij heeft onze smarten gedragen en we achten hem geslagen en geplaagd door God 10. en verdrukt. en hij is om onze overtredingen verwond, en verbrijzeld om onze ongerechtigheden, de correctie 11. van onze vrede was op hem en door zijn wonden heeft hij ons genezen. Wij allen dwaalden als schapen ieder van ons is naar zijn eigen weg 12. gekeerd en YHWH heeft de ongerechtigheid van ons allen op hem doen leggen. Als dezelfde geëist werd, toen werd hij verdrukt maar hij deed 13. zijn mond niet open, hij werd als een lam ter slachting geleid en zoals een ooi stom is gemaakt voor het aangezicht van haar scheerders deed hij niet open 14. zijn mond. Uit den angst en uit het gericht werd hij weggenomen en zijn leeftijd wie zal deze uitspreken want hij is afgesneden uit het land der 15. levenden. Want om de overtreding van zijn volk werd hij verwond 16. En zij gaven goddelozen om zijn graf te zijn en [een gekriebeld woord dat waarschijnlijk het lijdend voorwerp aangeeft: "eth"] de rijken in zijn dood 17. hoewel hij geen geweld had aangedaan noch bedrog in zijn mond En YHWH was behaagd om hem te verbrijzelen en Hij heeft hem gekrenkt. 18. Als u zijn ziel als een schuldoffering zal aanwijzen zal hij zijn zaad zien en zal hij zijn dagen vermeerderen en het welbehagen van YHWH 19. zal voortgaan in zijn hand. Hij zal door het werk van zijn ziel {+licht+} zien en hij zal verzadigd worden en door zijn kennis zal hij rechtvaardigen 20. zelf mijn rechtvaardige knecht voor velen en hun onrechtmatigheden zal hij dragen. Daarom zal ik hem een aandeel geven van de groten 21. en met de sterken zal hij de roof delen omdat hij tot de dood zijn ziel heeft blootgelegd en met de overtreders 22. is geteld geweest en hij, de zonden van velen, hij droeg, en voor hun overtredingen heeft gesmeekt.
Een vergelijking met de huidige tekst
De Dode Zee Rollen zijn een krachtig hulpmiddel om tekstuele critici van de bijbelse schriftteksten te kunnen beantwoorden. Hoewel de eerste rollen al in 1947 werden ontdekt, werden een groot gedeelte van het onderzoek en veel van de vertalingen slechts recentelijk aan het grote publiek bekend gemaakt. Hier beneden vind je Jesaja 53 uit de Statenvertaling van de Bijbel, die naar het model van de Engelse King James vertaling werd vertaald uit de Masoretische tekst van de Hebreeuwse schriftteksten. Vergelijk dit eens met het gedeelte van de Grote Jesaja Rol zoals dit op de vorige pagina werd getoond: het is werkelijk frappant!
Jesaja 53 in de Statenvertaling van de Heilige Bijbel:
1 Wie heeft onze prediking geloofd, en aan wien is de arm des HEEREN geopenbaard? 2 Want Hij is als een rijsje voor Zijn aangezicht opgeschoten, en als een wortel uit een dorre aarde; Hij had geen gedaante noch heerlijkheid; als wij Hem aanzagen, zo was er geen gestalte, dat wij Hem zouden begeerd hebben. 3 Hij was veracht, en de onwaardigste onder de mensen, een Man van smarten, en verzocht in krankheid; en een iegelijk was als verbergende het aangezicht voor Hem; Hij was veracht, en wij hebben Hem niet geacht. 4 Waarlijk, Hij heeft onze krankheden op Zich genomen, en onze smarten heeft Hij gedragen; doch wij achtten Hem, dat Hij geplaagd, van God geslagen en verdrukt was. 5 Maar Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld; de straf, die ons den vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is ons genezing geworden. 6 Wij dwaalden allen als schapen, wij keerden ons een iegelijk naar zijn weg; doch de HEERE heeft onzer aller ongerechtigheid op Hem doen aanlopen. 7 Als dezelve geëist werd, toen werd Hij verdrukt; doch Hij deed Zijn mond niet open; als een lam werd Hij ter slachting geleid, en als een schaap, dat stom is voor het aangezicht zijner scheerders, alzo deed Hij Zijn mond niet open. 8 Hij is uit den angst en uit het gericht weggenomen; en wie zal Zijn leeftijd uitspreken? Want Hij is afgesneden uit het land der levenden; om de overtreding mijns volks is de plage op Hem geweest. 9 En men heeft Zijn graf bij de goddelozen gesteld, en Hij is bij den rijke in Zijn dood geweest, omdat Hij geen onrecht gedaan heeft, noch bedrog in Zijn mond geweest is. 10 Doch het behaagde den HEERE Hem te verbrijzelen; Hij heeft Hem krank gemaakt; als Zijn ziel Zich tot een schuldoffer gesteld zal hebben, zo zal Hij zaad zien, Hij zal de dagen verlengen; en het welbehagen des HEEREN zal door Zijn hand gelukkiglijk voortgaan. 11 Om den arbeid Zijner ziel zal Hij het zien, en verzadigd worden; door Zijn kennis zal Mijn Knecht, de Rechtvaardige, velen rechtvaardig maken, want Hij zal hun ongerechtigheden dragen. 12 Daarom zal Ik Hem een deel geven van velen, en Hij zal de machtigen als een roof delen, omdat Hij Zijn ziel uitgestort heeft in den dood, en met de overtreders is geteld geweest, en Hij veler zonden gedragen heeft, en voor de overtreders gebeden heeft.
Een Opmerkelijke Tijd in de Geschiedenis
De Dode Zee Rollen lagen ongeveer 2000 jaar onaangeraakt in een perfecte, droge omgeving. In 1947 vond een Bedoeïense herder, door een stom toeval, wat als de meest belangrijke archeologische vondst in de geschiedenis zou kunnen worden beschouwd, en een jaar later keerde het Joodse volk voor het eerst sinds 70 na Christus als een formele natie terug naar zijn thuisland. Terwijl de profetische gebeurtenissen in het Midden-Oosten zich lijken te versnellen, is het wonderbaarlijk om eerdere Messiaanse profetieën te lezen met een absolute zekerheid die voorheen niet bestond. We hebben nu het uiterste vertrouwen dat het Oude Testament [de Joodse Tanak], zoals we dat vandaag de dag lezen, hetzelfde is als de versie die zo'n 100 tot 200 jaar voor Christus bestond. Dit betekent dat de meer dan 300 profetieën in het Oude Testament over de komende Messias al bestonden voordat Jezus Christus werd geboren. Het is aan ieder van ons individueel om te beslissen wat we met deze realiteit gaan doen!
De Dode Zee Rollen lagen ongeveer 2000 jaar onaangeraakt in een perfecte, droge omgeving. In 1947 vond een Bedoeïense herder door stom toeval wat als de meest belangrijke archeologische vondst in de geschiedenis zou kunnen worden beschouwd, en een jaar later keerde het Joodse volk voor het eerst sinds 70 na Christus als een formele natie terug naar zijn thuisland. Terwijl de profetische gebeurtenissen in het Midden-Oosten zich lijken te versnellen, is het wonderbaarlijk om eerdere Messiaanse profetieën te lezen met een absolute zekerheid die voorheen niet bestond. We hebben nu het uiterste vertrouwen dat het Oude Testament [de Joodse Tanak] zoals we dat vandaag de dag lezen hetzelfde is als de versie die zo'n 100 tot 200 jaar voor Christus bestond. Dit betekent dat de meer dan 300 profetieën in het Oude Testament over de komende Messias al bestonden voordat Jezus Christus werd geboren. Het is aan ieder van ons individueel om te beslissen wat we met deze realiteit gaan doen!
Bron: All about archeology
De Bosnische pyramiden: Europa's pyramidegeschiedenis ontsluierd
De Bosnische pyramiden: Europa's pyramidegeschiedenis ontsluierd
De kans om een Europese pyramide te vinden is zoals de Londense autobussen: je kan heel lang wachten en opeens komen er twee op hetzelfde moment: begin 2003 in Italië, en in 2005 in Bosnië. Na minder dan een jaar wetenschappelijke onderzoeken, werd de Bosnische pyramide al geïdentificeerd als een kunstmatig bouwwerk, wat dan ook het bewijs levert dat Europa een pyramidegeschiedenis heeft.
Een pyramide in Europa
Op 31 oktober 2005 brachten verschillende nieuwsagentschappen, waaronder Associated Press, een krantenkop met de titel Bosnische ontdekkingsreiziger ontdekt Europa's eerste pyramiden. Deze verklaring is fout, net zoals zovele krantenkoppen.
Er zijn heel wat kleine pyramiden in Europa, van Frankrijk tot Griekenland. De kleine pyramide van Falicon staat in het achterland van het welvarende Franse Nice en is berucht voor de ondergrondse kamer waarin velen afdalen maar weinigen terug boven komen zonder de hulp van de lokale brandweer.
In Griekenland zijn er momenteel 16 geregistreerde pyramiden. Sommigen zijn op natuurlijke wijze ontstaan. Anderen, zoals de pyramide van Hellenikon in de buurt van het dorpje Argolis, zijn heel duidelijk door de mens gemaakt.
Een thermoluminescentietest, uitgevoerd door de Universiteit van Athene, heeft het bouwwerk gedateerd op 2720 v. Chr., dezelfde periode als de Egyptische pyramiden. Hoewel ze een pyramidevorm hebben, zijn de Europese bouwwerken niet zo boeiend als de Egyptische pyramiden, die trouwens veel groter zijn.
Bij de ontdekking van de Nieuwe Wereld zo'n vijfhonderd jaar geleden, werden ook in Mexico pyramiden ontdekt maar in 2001 maakte men de ontdekking bekend van een pyramidecomplex in Caral, Peru, dat eveneens gedateerd werd in dezelfde periode als de Egyptische pyramiden.
In 1994 bracht de Duitse touroperator Hartwig Hausdorf een bezoekje aan China, en bij zijn terugkeer verklaarde hij dat er daar ook pyramiden staan, een ontdekking die ondertussen bevestigd werd. De pyramiden worden zelfs een toeristische attractie. Europa leek achter te blijven, maar niet voor lang. Twee ontdekkingen, in Italië in 2003 en Bosnië-Herzegovina in 2005, brachten daar verandering in.
De pyramiden van Bosnië-Herzegovina, verscholen onder heuvels
Begin 2003 werden met behulp van satellieten en luchtfoto's de pyramiden van Montevecchia (Oude Berg) ontdekt, op zo'n 45 km van Milaan. Deze pyramiden zijn volledig bedekt met grond en beplanting en blijken nu natuurlijke heuvels te zijn. Maar de mogelijkheid dat ze iets meer konden zijn was voldoende voor het Tsjechische magazine WM en hoofdredacteur Georg Wojnar om een bezoekje te brengen aan het gebied om te proberen de site te lokaliseren en te onderzoeken. Het team kwam ter plaatse aan op 8 mei 2003.
De plaats van de pyramiden van op de grond terugvinden bleek moeilijker dan gedacht. Het team was onder de indruk van de rijvaardigheden die nodig waren om naar de heuvels toe te rijden. Na twee dagen slaagden ze erin de pyramiden te lokaliseren en begonnen ze een eerste onderzoek. De bevindingen van het team werden gepubliceerd in de WM-uitgave van juni 2003.
Men schatte dat de eerste pyramide een basis had van 100 meter en een hoogte van 50 meter. Er werden drie pyramiden onderzocht. Bij één van de pyramiden waren heel duidelijk stenen ingewerkt, dicht bij het oppervlak. Men ontdekte eveneens een platform met een langwerpige structuur van 18 bij 9 meter. Alle drie de bouwwerken hebben een hellingsgraad van 42 tot 43 graden. De zijden van alle pyramiden zijn uitgelijnd en staan op ongeveer 7 tot 12 graden ten noordoosten van de centrale punten.
Het team vroeg zich af of dit een ontwerpfout was of dat er meer achter zat. Aan de hand van de eerste onderzoeken vanuit de lucht werd gespeculeerd dat het ontwerp van deze pyramiden vergelijkbaar is met dat van de pyramiden van Gizeh, en dus ook met het Orion sterrenstelsel, een theorie die bedacht werd door Robert Bauval.
Het Tsjechische team verklaarde dat hun onderzoek ter plaatse aantoonde dat de pyramiden bij de zonnewende aligneren met het voorbijkomen van Orion. Wat het tijdstip van het bouwen van de pyramiden betreft, werd de mening gevraagd van Italiaans archeoloog Professor Gregoria. Hij dateerde de bouwwerken, onder voorbehoud, rond 3000 v. Chr., de tijd waarrond de Egyptische pyramiden gebouwd werden.
Maar er werden in de omgeving geen overblijfselen gevonden die enig licht kunnen werpen op deze bouwwerken, en men heeft geen weet van een beschaving die in die tijd het gebied bewoonde en gelijkaardige bouwstructuren had.
Als gevolg en ondanks de positieve bevindingen van het Tsjechische team, hebben sommige criticasters geopperd dat de bouwwerken van Montevecchia niet meer zijn dan heuvels met stenen fundamenten.
Het Tsjechische team stelde echter voor dat de site zou gekend zijn als het Italiaanse Gizeh. De media had geen interesse in de Italiaanse ontdekking, enkel en alleen al omdat er geen archeologische onderzoeken werden uitgevoerd. Europa zou een pyramide kunnen hebben, maar niemand was er echt zeker van.
Pyramiden van Montevecchia
De ontdekking van de Bosnische pyramiden
Eind oktober 2005 dacht de geëmigreerde Bosnische ontdekkingsreiziger Semir Sam Osmanagich, dat hij de ontdekking kon aankondigen van de eerste onomstreden, eeuwenoude en grote pyramide in Europa. Het verhaal werd gepubliceerd in de toonaangevende Bosnische krant Dnevni Avaz, die schreef ...de 45-jarige is er zo van overtuigd dat er twee verborgen pyramiden zijn in Visoko Valley, dat hij 16.000 euro heeft uitgegeven om het gebied te onderzoeken dat langs beide kanten ligt van een rivier, op zo'n 30 km van de Bosnische hoofdstad. De bewoners van het nabijgelegen dorp Visovo weten al lang van het bestaan van de twee bouwwerken waarnaar ze verwijzen als 'pyramiden,' maar niemand was ooit dermate gefascineerd om het verder te onderzoeken.
Osmanagich woont in Houston, Texas (VS), en door zijn interesse in culturen uit de antieke oudheid heeft hij vele bouwwerken van de Nieuwe Wereld bezocht en een aantal boeken geschreven. In april 2005 promootte hij zijn nieuw boek in Sarajevo, toen hij besloot om Visoko te bezoeken. Senad Hodovich, directeur van het Visoko Geboortelandmuseum, had hem over de heuvel verteld. Het gebied is rijk aan artefacten uit het Bronzen Tijdperk die in het museum te bezichtigen zijn, en van de heuvel zelf denkt men dat het de plaats was van een middeleeuws dorp. De plaatselijke bevolking noemt de heuvel de pyramide, waaruit blijkt dat iedereen er de pyramidevorm in herkent. Maar...is het wel een pyramide?
Het werd al snel duidelijk dat Osmanagich te maken had met een echte pyramide. Toen ik aan de top van de Visocicaheuvel stond, merkte ik dat de heuvel een symmetrisch geometrische vorm heeft die uitgelijnd is met de kardinaalpunten van het kompas en een vlakke top heeft., verklaarde hij in een e-mailinterview. Aan de andere kant van de vallei lag er een andere heuvel, Pljesevica genaamd, met duidelijke driehoekige zijden. Hoewel de heuvels bedekt zijn met bossen, 'herkende' ik de pyramiden onmiddellijk.. Osmanagich zag gelijkaardige paren van pyramiden in Latijns-Amerika, die samen een doorgang tot een vallei creëerden.
Bosnische Vallei der Pyramiden
Graven op zoek naar bevestiging
Een eerste onderzoek toonde aan dat de Visocicaheuvel zo'n 70 meter hoog is, met een vierkante basis van 220 op 220 meter. Dat was de bevestiging dat de structuur precies uitgelijnd is met de kardinaalpunten van het kompas, net zoals de nabijgelegen pyramide. Een postkaart met een luchtfoto uit 1954 toont de duidelijke pyramidevormige structuur van de heuvel, die er allesbehalve natuurlijk uit ziet. Maar Osmanagich wilde het daar niet bij laten.
Hij schreef: Drie maanden na mijn eerste bezoek had ik alle nodige toelatingen en begon ik een geologisch onderzoek om mijn hypothese te bevestigen. Het eerste onderzoek werd in augustus 2005 uitgevoerd door geologe Nadja Nukich. Geologische testen van de grond op 17 meter diepte van de structuur, vertoonden 15 anomalieën die een aanwijzing waren dat sommige lagen van de heuvel door de mens werden gemanipuleerd, waardoor ik tastbaar bewijs had dat de heuvel geen natuurlijk fenomeen was.
Nukich was het meest onder de indruk van drie lagen van gepolijste bruine steen, die ondergronds op gelijke afstand liggen van mekaar. Het bleek dat de heuvel bedekt was met een soort slecht beton, een ongewone mengeling van gravel die ooit gebruikt werd om de stenen te maken die de heuvel bedekken.
Het was op dit moment dat Osmanagich besloot om in verder onderzoek te investeren. In oktober 2005 keerde hij terug voor verder geologisch en archeologisch onderzoek dat opmerkelijke resultaten opleverde. Men stelde vast dat de muren van de Visocicapyramide gebouwd werden met stenen blokken gemaakt van breccie (gesteente opgebouwd uit onregelmatige brokstukken van ouder gesteente). Toen de blokken gereinigd werden stelde het team vast dat ze geplaatst waren zoals bakstenen in een stenen muur: de bovenste blok stak meer naar binnen t.o.v. het blok eronder. Een aantal stenen werden verwijderd, en men stelde vast dat ze een vlak, glad oppervlak hadden.
De resultaten van de testen binnenin de structuur wezen uit dat het effectief een stenen trappenpyramide is. Een vlak platform, ongeveer 2,5 meter breed, wordt gevolgd door een steile helling van 30 meter, met daarna opnieuw een platform en een andere steile helling met dezelfde hoek, een patroon dat herhaald wordt tot aan de top van de pyramide waar een platform is en de mogelijke ruïnes van een stenen bouwwerk. Het team ontdekte ook dat ..de toegangsweg geplaveid is met uit zandsteen vervaardigde stenen. Ze zijn 10 cm dik, gehouwen door menselijke hand, gepolijst en vervolgens naar deze plek gebracht.
De lengte van de toegangsweg is een verbazingwekkende 420 meter, en is misschien wel het beste bewijs dat we te maken hebben met een authentieke, door de mens gemaakte pyramide. Tot eind november werden kleine opgravingen uitgevoerd die vooral gericht waren op wat de ingang van een pyramidevormige tempel kan geweest zijn, boven op de structuur. Het team vond ook ondergrondse tunnels.
Toegang tot de ondergrondse tunnels
Osmanagich verklaarde: We zijn een aantal 'kruispunten' tegengekomen. De meeste zijn bedekt met grond en stenen, maar vanaf de lente van 2006 beginnen we ze schoon te maken.
Binnen een periode van zes maanden had het Bosnische team een waanzinnige hoeveelheid werk verricht. De Visocicaheuvel kan door de natuur niet op deze manier gevormd geweest zijn, verklaarde Nadja Nukich op 26 oktober volgens de BBC. Dit is al veel meer dan we voorzien hadden, maar we verwachten nog veel meer van onze verdere analyses.
Osmanagich geloofde aanvankelijk dat een bestaande heuvel in een pyramidevorm was hervormd geweest, en dan bedekt met een soort van primitief beton. Maar in november 2005, nadat grotere delen werden blootgelegd, trok het team de conclusie dat de hele heuvel eigenlijk een stenen structuur is, een conclusie die sindsdien bevestigd werd door satellieten en thermische foto's.
De bouw van een pyramide
Kranten willen conclusies, zodat Osmanagich genoodzaakt was een interpretatie te geven over deze structuren, ook al waren de archeologische opgravingen nog maar pas begonnen. Hij veronderstelt dat de pyramiden in paren voorkomen, waarbij de ene de Zon symboliseert en de andere de Maan. Daarom werd de Visocicaheuvel de Bosnische pyramide van de Zon genoemd.
De Bosnische pyramide van de Maan ligt volgens hem onder de naburige Pljesevicaheuvel. Osmanagich voegde eraan toe: Naast deze twee kunstmatige structuren, liggen er meerdere andere heuvels in dezelfde vallei, en ze hebben heel geometrische [driehoekige] zijden en duidelijke, rechtlijnige breuken.
Pyramide van de Zon
Dr. Amar Smailbegovich [Reno, Nevada] gebruikte scantechnieken die aantoonden dat de Bosnische pyramiden van de Zon en Maan vlakke, driehoekige zijden hebben met duidelijke geometrische breuklijnen tussen de vlakke zijden. Dit verschijnsel mag niet verward worden met driehoekige vlakken die van nature voorkomen bij een tektonisch proces, waar enkel eenzijdige driehoeken voorkomen, terwijl de anomalieën in het onderzoek twee of meer driehoekige zijden hebben. De resultaten van thermische onderzoeken tonen aan dat de pyramiden uit minder sterk materiaal bestaan en vlugger afkoelen dan de omringende heuvels. Deze bevinding is congruent met wat men zou verwachten van een kunstmatige structuur.
De heuvels waar Osmanagich het over heeft staan onderling even ver van mekaar en zijn uitgelijnd met alle kardinaalpunten. De twee pyramidecomplexen en een derde die een pyramide zou kunnen zijn, hebben ongeveer dezelfde hoogte maar zijn verschillend in totale omvang. Volgens Osmanagich kunnen we dus zonder problemen spreken over de Bosnische Vallei van de pyramiden.
Dr. Amar Smailbegovich [Reno, Nevada] gebruikte scantechnieken die aantoonden dat de Bosnische pyramiden van de Zon en Maan vlakke, driehoekige zijden hebben met duidelijke geometrische breuklijnen tussen de vlakke zijden. Dit verschijnsel mag niet verward worden met driehoekige vlakken die van nature voorkomen bij een tektonisch proces, waar enkel eenzijdige driehoeken voorkomen, terwijl de anomalieën in het onderzoek twee of meer driehoekige zijden hebben. De resultaten van thermische onderzoeken tonen aan dat de pyramiden uit minder sterk materiaal bestaan en vlugger afkoelen dan de omringende heuvels. Deze bevinding is congruent met wat men zou verwachten van een kunstmatige structuur.
De heuvels waar Osmanagich het over heeft staan onderling even ver van mekaar en zijn uitgelijnd met alle kardinaalpunten. De twee pyramidecomplexen en een derde die een pyramide zou kunnen zijn, hebben ongeveer dezelfde hoogte maar zijn verschillend in totale omvang. Volgens Osmanagich kunnen we dus zonder problemen spreken over de Bosnische Vallei van de pyramiden.
Dus wie bouwde deze pyramiden, en hoe oud zijn ze? Osmanagich denkt dat de heuvels vervormd werden door het Illyrische volk dat het Balkan schiereiland bewoonde lang voordat Slavische stammen het rond 600 na Chr. veroverden. Er is weinig bekend over de Illyriërs, maar Osmanagich denkt dat ze meer geëvolueerd waren dan vele experts denken, waarvan de pyramiden het bewijs zouden zijn. Maar jammer genoeg heeft men Osmanagich verkeerd geciteerd toen hij de mogelijke leeftijd van deze pyramiden op 27.000 jaar schatte.
Dit is wat Osmanagich werkelijk zei: Het is bekend dat er tussen de 13de en 14de eeuw een middeleeuws Bosnisch dorp gelegen was op de top van de heuvel. Er werden ook artefacten gevonden die sporen vertonen van kleine Romeinse en Illyrische wachttorens (respectievelijk 2.000 en 2.500 jaar oud). Het is gebruikelijk dat een latere cultuur z'n dorpen bovenop oudere structuren bouwde, zoals in Cholula, Mexico, waar Herman Cortez een enorme kerk bouwde op de top van heuvel. Driehonderd jaar later bleek dat de kerk gebouwd was op de grootste pyramide in Mexico. Deze bevindingen tonen aan dat de structuur meer dan 3.000 jaar oud is. We weten dat Bosnië de laatste 27.000 jaar constant bewoond werd. Dus de pyramiden moeten tussen deze twee datums gebouwd geweest zijn.
Dus de datum kan eender waar tussen 1.000 v. Chr. en 25.000 v. Chr. liggen, hoewel Osmanagich een voorkeur geeft aan de Illyrische periode.
Dus wie bouwde deze pyramiden, en hoe oud zijn ze? Osmanagich denkt dat de heuvels vervormd werden door het Illyrische volk dat het Balkan schiereiland bewoonde lang voordat Slavische stammen het rond 600 na Chr. veroverden. Er is weinig bekend over de Illyriërs, maar Osmanagich denkt dat ze meer geëvolueerd waren dan vele experts denken, waarvan de pyramiden het bewijs zouden zijn. Maar jammer genoeg heeft men Osmanagich verkeerd geciteerd toen hij de mogelijke leeftijd van deze pyramiden op 27.000 jaar schatte.
Dit is wat Osmanagich werkelijk zei: Het is bekend dat er tussen de 13de en 14de eeuw een middeleeuws Bosnisch dorp gelegen was op de top van de heuvel. Er werden ook artefacten gevonden die sporen vertonen van kleine Romeinse en Illyrische wachttorens (respectievelijk 2.000 en 2.500 jaar oud). Het is gebruikelijk dat een latere cultuur z'n dorpen bovenop oudere structuren bouwde, zoals in Cholula, Mexico, waar Herman Cortez een enorme kerk bouwde op de top van heuvel. Driehonderd jaar later bleek dat de kerk gebouwd was op de grootste pyramide in Mexico. Deze bevindingen tonen aan dat de structuur meer dan 3.000 jaar oud is. We weten dat Bosnië de laatste 27.000 jaar constant bewoond werd. Dus de pyramiden moeten tussen deze twee datums gebouwd geweest zijn.
Dus de datum kan eender waar tussen 1.000 v. Chr. en 25.000 v. Chr. liggen, hoewel Osmanagich een voorkeur geeft aan de Illyrische periode.
Gezien het belang van de ontdekking heeft het oorspronkelijke team een stichting in het leven geroepen met de naam Archeologisch Park: Bosnische pyramide van de Zon, die door de Bosnische gerechtelijk instanties goedgekeurd werd en al een aantal Bosnische archeologen, geologen, geofysici, geschiedkundigen en andere experten tot z'n leden mag rekenen. We zijn volop bezig een internationale adviesraad op te richten en zijn op zoek naar sponsordeals. Het is interessant dat voor het eerst sinds lange tijd Bosnische politici op alle politieke niveaus de krachten bundelen om dit project te steunen, aldus Osmanagich.
Op 14 april 2006 worden de opgravingen, restauraties en bescherming van de site hervat. Osmanagich: Honderden experten en studenten, schoonmaakploegen en enthousiastelingen zullen deelnemen aan een fantastische archeologische gebeurtenis. We zullen werken tot de eerste sneeuwval eind oktober. En daarmee is Europa waarlijk het pyramidetijdperk binnengetreden.
Wat is werkelijk? vroeg Paus Benedictus XVI op 13 mei 2007. Bestaat de werkelijkheid alleen uit materiële zaken, maatschappelijke, economische en politieke problemen? Dat is nu precies de grote vergissing in de overheersende tendensen van de vorige eeuw, een vernietigende vergissing, zoals de resultaten van zowel de marxistische als de kapitalistische stelsels aantonen. Ze vervalsen het concept werkelijkheid door het los te maken van de fundamentele en dus beslissende werkelijkheid die God is. Wie God uit zijn blikveld verbant vervalst het concept werkelijkheid en kan bijgevolg slechts uitkomen op dwaalwegen en destructieve methoden. De eerste fundamentele verklaring is dus de volgende: alleen hij die God erkent kent de werkelijkheid en kan er op adequate en werkelijk humane wijze op reageren.
Het godgewijde leven getuigt van het belang van God. Het leven in eenzaamheid, met name dat van de kluizenaars, is een uitnodiging voor hun lotgenoten en voor de hele kerkelijke gemeenschap om nooit de hoogste roeping uit het oog te verliezen, namelijk om voorgoed met de Heer te zijn [Johannes Paulus II, Exhortatie Vita consecrata, 25 maart 1996, n.7]. Ter illustratie van deze waarheid stelt de Kerk ons heilige Charbel Makhlouf ten voorbeeld.
Op 140 km ten noorden van Beiroet bevindt zich Biqa-Kafra, het hoogste dorp van Libanon, op een hoogte van 1600 meter. Het kijkt uit op de bewonderenswaardige en beroemde «cederbomen van God». De bewoners van deze plek bezitten een turbulent karakter, zijn goedaardig, gastvrij en hardwerkend. Zoals alle Maronieten [leden van de oosterse katholieke Kerk, gesticht door heilige Maron, IVe-Ve eeuw], zijn ze trots op hun geloof en beoefenen hun geloof zonder vrees voor andermans oordeel. Met grote devotie voor de Maagd Maria bidden ze graag de rozenkrans.
In dit dorp is op 8 mei 1828 het vijfde kind van Antoine Makhlouf en Brigitta Choudiac geboren. Acht dagen na de geboorte ontvangt het bij de heilige doop de naam Youssef [Jozef]. Gedreven door een welhaast monastieke piëteit houdt Brigitta Makhlouf onwrikbaar vast aan het gebed in het gezin. Met vuur de mis bijwonen en dagelijks de rozenkrans bidden vormen de kern van haar godsvrucht. Twee van haar broers zijn monniken in de Libanese Maronietenorde en leven in een kluis op vijf kilometer afstand van Biqa-Kafra.
Op een avond komt een korporaalschap Antoine Maklouf opvorderen om legermaterieel te vervoeren; weigeren kan niet. Wanneer hij zijn missie heeft volbracht wordt hij ernstig ziek en overlijdt. Pas na maanden van wachten begrijpt de ontroostbare Brigitta dat zij weduwe is. Uit vrees niet te kunnen voorzien in de behoeften van de haren hertrouwt ze twee jaar later, in oktober 1833, met een zeer vroom man uit het dorp. Kort daarna wordt deze, met toestemming van Brigitta en overeenkomstig de bijzondere regeling van de oosterse Kerken, tot priester gewijd.
Youssef is zijn misdienaar en staat hem bij alle ceremonies bij. Na de kerk gaat het kind naar school waar het leert lezen, schrijven en bidden in het Oudsyrisch. Hij maakt zich eveneens vertrouwd met de werkzaamheden op het land en laat zijn koe en zijn lammeren op de helling van de heuvels weiden. De schoonheid van de natuur vindt hij prachtig en alles spreekt hem van God: de bomen, de bloemen, de vogels, de bronnen.
Youssef is weldra veertien en zijn kameraden plagen hem met zijn vroomheid en noemen hem de heilige. Hij heeft de gewoonte aangenomen om zich in een grot terug te trekken om zich te bezinnen en te bidden. Hij ontvreemdt soms een beetje wierook uit de sacristie om die te laten branden voor een kleine beeltenis van de Allerheiligste Maagd die hij in zijn grot een plaats heeft gegeven.
Youssef gaat vaak naar zijn kluizenaarsooms om te bidden en zich met hen te onderhouden. Hij doorkruist de Quadicha, de Heilige Vallei, waar talrijke kluizenaars al sinds de IVe eeuw hebben gewoond. Op een dag, op zoek naar zijn verdwaalde geit, komt Youssef terecht in een klein cederwoud en houdt halt om stil te bidden voor een in een boom uitgeholde bidplaats. Plotseling hoort hij een dwingende stem die tegen hem zegt: Laat alles achter, kom! Volg mij!
De prachtige Libanese Ceder
Zonder enthousiasme, maar resoluut besluit hij tot het religieuze leven toe te treden. Op een ochtend in 1851 verlaat hij discreet de gezinswoning. Uit vrees voor zijn oom en voogd, Tanios, die niets wil weten van een monastiek leven, en die op het werk van zijn neef rekent, heeft hij niemand van zijn vertrek op de hoogte gesteld. Zijn liefde voor zijn moeder en de zijnen is groot, maar hij gaat liever in het geheim weg om de emoties geen kans te geven.
Hij gaat naar het klooster Notre Dame de Mayfouq, een van de mooiste van de Libanese Maronietenorde. Daar wordt hij ontvangen als postulant. Deze etappe duurt maar een paar dagen en al meteen wordt Youssef als novice ingekleed. Hij kiest de naam Charbel, iemand die zich in 107 heeft onderscheiden door een martelaarschap in de Kerk van Antiochië.
De Heer wil jou
In Biqa-Kafra wordt Youssef echter overal gezocht. Een oom kluizenaar verklapt uiteindelijk dat hij naar een klooster is vertrokken. Verontwaardigd snelt Tanios met een paar familieleden, onder wie Brigitta, naar het klooster. Ze hebben een roerig onderhoud met de jonge monnik, in aanwezigheid van de Overste. Tanios en Brigitta voeren talloze redenen aan om zich tegen zijn vertrek te verzetten en broeder Charbel drukt weliswaar zijn verdriet uit over het feit de zijnen leed te hebben aangedaan, maar blijft ferm bij zijn besluit in de zekerheid dat de Heer hem tot deze levenswijze roept. Brigitta weet haar moeder-smart te beheersen, neemt de handen van haar zoon in de hare en zegt tegen hem: Als je geen goede broeder zou worden zou ik je zeggen: Kom terug naar huis! Maar ik weet nu dat de Heer je in zijn dienst wil hebben! En in mijn smart van jou gescheiden te worden, zeg ik Hem je te zegenen en van jou een heilige te maken.
Broeder Charbel brengt een eerste jaar door op het noviciaat van het klooster Notre Dame de Mayfouq. Zijn dagen zijn gevuld met allerlei geestelijke activiteiten en handenarbeid: het zingen van het Officie zeven maal per dag, maken van brood, wassen, weven, schoenmaken, houtbewerken enz. Hij moet vooral de hele koorliturgie van de monniken leren want hij kent alleen het ceremonieel van de missen in zijn dorp. Zwijgzaam en halsstarrig, zoals de bewoners van zijn bergstreek, doet hij gehoorzaam zijn best alles zo goed mogelijk te doen. Een jaar later wordt de monnik verwezen naar het klooster Saint Maron d'Annaya. Het is een veel geïsoleerder klooster dan het vorige. De gebouwen van slecht bewerkte steen bieden de aanblik van een fort. In de omgeving staan hier en daar een paar boerenhuizen, hutten, steile rotsen, oude eiken, wijngaarden en moerbeibomen. Het tweede jaar van het noviciaat brengt hij in deze meer dan sobere omgeving door. In 1853 wordt broeder Charbel toegelaten tot het afleggen van de geloften van armoede, kuisheid en gehoorzaamheid en het ontvangen van het kloosterkleed. Hij is dan vijfentwintig.
Een paar dagen later zegt Vader Overste tegen broeder Charbel: Nu je noviciaat is afgelopen oordeelt de hoogeerwaarde Pater Generaal het goed dat jij je aan de studie gaat wijden met het oog op het priesterschap. Morgenvroeg vertrek je naar het klooster Saint Cyprien de Kfifan. In dat klooster bevindt zich het scholasticaat dat uitsluitend is bestemd voor de opleiding van de leden van de Orde. De jonge monnik wijdt zich met hart en ziel aan de studie van de dogmatische theologie en de moraaltheologie, geschriften van de kerkvaders, lezingen van vroegere monniken en woestijnvaders. Zijn meesters die ervan overtuigd zijn dat alle kennis een gave van de Heilige Geest en leven naar de Geest van Christus bezit van de eeuwige Wijsheid is, vragen van hun studenten meer geestelijk leven dan kennis.
De school van Kfifan wordt geleid door een monnik die een opmerkelijke kennis bezit van de semitische talen en op die manier zijn leerlingen waardering weet bij te brengen voor de rijkdom van de geschriften van de oosterse kerkvaders, met name van H. Ephraim. Deze bezinger van de Maagd Maria en tevens Kerkleraar is geliefd bij de maronieten die aan hem het grootste deel van hun liturgische teksten te danken hebben. Gedurende zijn zes jaar studie ontwikkelt broeder Charbel een grote liefde voor de Heilige Schrift. Daarbij heeft hij het voorbeeld van Pater Hardini, de heilige van Kfifan, voor ogen, wiens spiritualiteit we kunnen samenvatten als vurige liefde voor Jezus in het Allerheiligst Sacrament en kinderlijke devotie voor de Maagd Maria, geëerd in het mysterie van haar Onbevlekte Ontvangenis. Op 14 december 1858 is broeder Charbel aanwezig bij het overlijden van deze vereerde monnik van wie hij een beroemde uitspraak onthoudt: De wijze is hij die zijn ziel redt!
Broeder Charbel vertrouwt zijn meester toe hoe zeer hij zich vereerd voelt te worden toegelaten tot het priesterschap. "Priester zijn, antwoordt deze, is een andere Christus zijn. Om het te worden bestaat er maar één weg: de Kruisweg! Sla vastberaden deze weg in." Op 23 juli 1859 ontvangt de broeder de priesterwijding. Hij keert vervolgens terug naar het klooster Saint Maron d'Annaya. Daar wacht hem een verrassing: alle bewoners van zijn dorp staan hem op te wachten in gezelschap van zijn moeder die zijn priesterwijding niet had kunnen bijwonen. De jonge priester geeft hun de zegen, maar hij weigert naar het dorp terug te keren om er een Mis op te dragen.
Getuige van een aanwezigheid
Meer dan ooit bestaat het enig doel van zijn leven uit het zoeken van God en zich met Hem verenigen door te leven in overeenstemming met de Regel. De monnik ontvlucht de wereld alleen om in de aanwezigheid van God te leven, heeft men hem geleerd, en daar het leven van God, het wezen ervan, liefde is, moet de monnik, door zijn leven, door zijn volledige trouw aan de Regel, getuige zijn van deze aanwezigheid van God in de wereld. Deze trouw wordt concreet gemaakt door het in acht nemen van de geloften. De gehoorzaamheid van pater Charbel is die van een klein kind tegenover zijn ouders. Hij ziet in zijn superieuren de persoon van Christus en voert hun bevelen met blijdschap en overgave uit, maar hij gehoorzaamt eveneens zijn broeders en ieder die hij de weldaad van de gehoorzaamheid kan bewijzen.
Zijn beoefening van de armoede is volledig, zowel in zijn manier van zich kleden als in zijn voeding en de bewoning van zijn cel. Hij accepteert niet de geringste som geld. Met grote waakzaamheid onderhoudt hij de gelofte van kuisheid door zijn zinnen goed in de gaten te houden, hetgeen niet altijd zonder strijd gepaard gaat.
De Catechismus van de Katholieke Kerk herinnert eraan dat Zelfbeheersing een zaak van lange adem is. Men mag nooit denken dat men ze eens voor altijd verworven heeft. In elke levensfase zal men zich ervoor moeten inspannen [CKK 2342]. De strijd om de zuiverheid vereist, behalve zuiverheid van intentie en zuiverheid van blik, de ondersteuning van het gebed.
De H. Augustinus richt zich tot God als hij schrijft: Ik dacht, dat onthouding iets was dat men op eigen krachten kan en van de mijne was ik niet zeker. Mijn domheid was namelijk zo groot, dat ik niet wist dat niemand, zoals geschreven staat, zich kan onthouden, indien Gij het niet geeft. En Gij zoudt het mij zeker gegeven hebben, wanneer ik met innerlijk verzuchten aan Uw oren had geklopt en met onwrikbaar geloof mijn zorg op U geworpen had [Belijdenissen, cf. CKK 2520].
De kuisheid van pater Charbel is de bron van een houding die is vervuld van naastenliefde en eerbied jegens de naasten. De grappen die sommigen zich permitteren over hem vat hij goedmoedig op en de plagerijen worden met gelijke munt betaald.
Pater Charbel bidt steeds langduriger. Hij brengt een groot deel van de nacht in stil gebed door. Hij draagt de Mis op met grote aandacht en smeekt daarbij Gods barmhartigheid af voor de mensen. De traditie en de Regel van de Libanese Maronietenorde behouden een ereplaats voor aan de verering van de Allerheiligste Maagd Maria. Zij is Koningin, Patrones en Beschermster van het maronitisch volk dat niet heeft geaarzeld Maria «Libanese ceder» te noemen in zijn litanieën. Met groot genoegen bidt pater Charbel iedere dag de rozenkrans.
Beter dan je door en door goede moeder
Hoewel gewoonlijk woonachtig in het klooster, oefenen maronitische monniken ook een apostolaat uit in de parochies van de omliggende dorpen. Pater Charbel laat niet na zijn steentje bij te dragen aan deze missie. Een van zijn confraters schrijft over hem: Pater Charbel bracht vreugde onder hen die zich aan hem toevertrouwden. Ik nam graag en vaak mijn toevlucht tot hem.
Het heiligdom van St. Charbel
Op een dag komt een oude vrouw gehaast pater Charbel halen: Pater, mijn zoon ligt op sterven. De monnik gaat haar huis binnen en loopt op de stervende toe die hem niet wil ontvangen. Maar de pater is al bij zijn bed: Waar heb je pijn? Als ik je pijn kan verlichten zal ik dat graag doen. Mijn borst staat in brand! Ik sterf van de dorst! Houd moed, mijn kind, je pijnen zuiveren je. Als God je tot Hem wil roepen, waarom zou je bang zijn? De Goede God is oneindig goed, beter nog dan je door en door goede moeder die je nog wel zoveel verdriet hebt aangedaan!... Denk je dat, wanneer je moeder God was en zij je zou oordelen, je veel te lijden zou hebben? Ben je niet de welbeminde zoon van de Onbevlekte Moeder Maria? De pater geeft de zieke dan door hem gezegend water te drinken. Onmiddellijk daarna biecht de stervende en ontvangt met gevoelens van grote eerbied de absolutie.
Sinds haar stichting door de H. Maron heeft de Libanese Maronietenorde zich belast met een groots beschavingswerk op spiritueel, maatschappelijk en cultureel gebied. De monniken leerden de kunsten en ambachten waarvan ze vervolgens de bevorderaars werden. Onder hen kwam men drukkers, schilders, metselaars, smeden, houtbewerkers, wevers, kleermakers, schoenmakers, wijngaardeniers enz. tegen. Pater Charbel behoudt, naast zijn missionaire en contemplatieve bezigheden, een belangrijke plaats aan handenarbeid voor. Ieder seizoen verricht hij de nodige werkzaamheden in het huishouden en op het land.
In de loop van de jaren voelt pater Charbel zich geroepen tot het kluizenaarsleven. Ieder klooster in Libanon heeft in die tijd kluizen en kluizenaars. Zes jaar lang gaat de pater in de leer bij een tachtigjarige kluizenaar van Annaya. De mens kan inderdaad eenzaam leven om zich uitsluitend te wijden aan de dingen Gods maar, zoals H. Thomas van Aquino opmerkt, is dat bovenmenselijk [Summa theologiae, II, 188, a.8, ad 5m]. De Kerk is dan ook zeer voorzichtig met toestemming verlenen voor een leven als kluizenaar. Deze levensvorm kan slechts worden beoefend door mannen die reeds zijn beproefd in de deugd en van wie men wijselijk mag aannemen dat ze door zullen zetten.
Over water dat brandt
Op 13 februari 1875 overlijdt de kluizenaar door wie pater Charbel was geschoold. De pater vraagt of hij de kluis die vrij komt mag betrekken, maar zijn Overste aarzelt. Hij neemt van zijn bureau een dik dossier dat hij pater Charbel overhandigt en zegt: Zou u voor mij een rapport kunnen maken van dit werk? Het is tamelijk dringend. Het is u toegestaan 's nachts door te werken als dat noodzakelijk is.
De pater trekt zich terug met het dossier en loopt naar de keuken om de lege olielamp bij te laten vullen. Voor de grap vult een van de mensen van het huishoudelijk personeel de lamp met water en brengt ze dan terug. De pater steekt rustig de lamp aan en gaat aan het werk. De huishoudelijke bediende is verbaasd over het resultaat: de lamp brandt alsof deze gevuld was met olie! Hij snelt naar Vader Overste, bekent hem de grap die hij heeft uitgehaald en beschrijft het onverwachte resultaat. De Overste gaat naar pater Charbel en verwijt hem, ondanks de verleende toestemming, dat hij nog zo laat aan het werk is. Daarna neemt hij hem de lamp af. Pater Charbel probeert zich niet te rechtvaardigen en vraagt om vergeving uit liefde voor Christus. De Overste keert terug naar zijn cel en stelt vast dat de lamp inderdaad alleen water bevat. Dit wonderbaarlijke feit is voor hem een teken dat het geestelijk leven van pater Charbel authentiek is en hij staat hem toe zich terug te trekken in de kluis. Hij zal er drieëntwintig jaar leven en er slechts uitkomen voor een paar speciale opdrachten in de regio die hem worden toevertrouwd voor het welzijn van de zielen.
De kluizenaar is een getuige van het hoogste gezag van God. Aan een wereld die is vervallen in afgoderij, vermaak, geldzucht en vleselijke begeerte, laat hij zien dat God de enige eindbestemming van de mens is. Hij alleen volstaat. De kluizenaar is niet geheel en al overgelaten aan zijn eigen initiatieven. Hij volgt een zeer nauwgezette Regel, een streng gehandhaafde discipline, en blijft onder voortdurend en aandachtig toezicht van een superieur. De ascese die pater Charbel beoefent is onopvallend, heeft niets theatraals noch spectaculairs: geen enkele rigiditeit in de ziel van de pater, maar een luisterend oor voor de Heilige Geest, intense aanbidding en een verbazingwekkende eenvoud van het hart in een kinderlijke overgave aan Christus.
Wie kent God?
Wie kent God? vraagt Paus Benedictus XVI. Hoe kunnen we Hem leren kennen?... Voor de christen is de kern van het antwoord eenvoudig: alleen God kent God, alleen zijn Zoon, die God geboren uit God en ware God is, kent hem. En Hij die in de schoot van de Vader is, heeft Hem doen kennen [Joh 1, 18]. Vandaar het eenmalig en onvervangbaar belang van Christus voor ons, voor de mensheid. Als we God niet kennen in en door Christus, verandert de hele werkelijkheid in een onoplosbaar raadsel. Er is geen weg en, als er geen weg is, is er geen leven noch waarheid. God is de fundamentele werkelijkheid, Hij is niet een God die maar bedacht of hypothetisch is, maar de God met een menselijk gezicht. Hij is de God-met-ons, de God van de liefde tot aan het kruis. Wanneer de leerling eenmaal deze liefde van Christus tot het uiterste toe begrijpt, kan hij deze liefde slechts beantwoorden met soortgelijke liefde: Ik zal U volgen, waar Gij ook heen gaat [Lc 9, 57] [13 mei 2007].
Pater Charbel spreekt ten goede voor alle mensen die hem worden aanbevolen of die naar hem worden toegebracht. Een man die zijn verstand kwijt is en voor zichzelf en voor de anderen een gevaar is geworden wordt naar de kluis gevoerd. Pater Charbel beveelt de man hem te volgen naar de kapel waar hij boven diens hoofd het Evangelie leest. Terstond is de man genezen!
Behoed door het wijwater?
In het Nabije Oosten vormen sprinkhanen een ware plaag voor de oogsten. Ze komen uit het zuiden en vreten gras, bladeren en zelfs het schors van de bomen op. In 1885, zo verhaalt een pater, strijkt een wolk van sprinkhanen, die de zon letterlijk versluierden, op Annaya en de naburige dorpen neer. Toen hij het verschrikkelijk gevaar zag beval de Overste kluizenaar Charbel water te wijden en er de akkers mee te besprenkelen. Alle akkers die hij wist te bereiken werden behoed. De bewoners van het nabuurschap besprenkelden de gewassen met door hem gewijd water. Deze bleven ook behoed. Uit erkentelijkheid gaat een honderdtal mensen in de oogsttijd naar het klooster en halen gratis de oogst van de akkers van de religieuzen binnen.
Levend van God en voor God, slaat pater Charbel een brug tussen hemel en aarde. Als priester uit een leven onder de mensen voortgekomen, laat hun ellende hem nooit onverschillig. Hij wil iedereen geestelijke bescherming bieden. Hij draagt voortdurend de wereld op aan God door zijn offers ter herstel en ter bemiddeling en vooral door zijn Missen. Hij viert de Mis volgens de ritus van de Maronieten waarin het Oud-Syrisch de gewijde taal is.
Zijn dood en nagedachtenis
Op 16 december 1898 om elf uur, gehuld in het kazuifel, maar geheel verstijfd van de kou, bestijgt hij het altaar zoals Christus de Calvarieberg. Tijdens de consecratie neemt hij moeizaam de hostie in de met koubulten overdekte handen, wanneer hij wordt overvallen door een malaise. Zijn confrater, pater Makarios, die ziet dat hij het Misoffer niet kan voortzetten, helpt hem even rust te nemen. Kort daarna bestijgt de kluizenaar opnieuw het altaar en zegent het brood en de wijn, maar wordt opnieuw onwel en kan niet verder. Hij moet dan naar zijn cel worden teruggebracht. Acht dagen lang ligt de pater vredig op sterven, ondanks de te verduren pijn. Hij herhaalt de woorden van de Mis die hij heeft moeten onderbreken: Oh, Vader van waarheid, ziehier uw Zoon. Hij heeft de dood ondergaan om mij te rechtvaardigen. Ziehier, de offerande, neem haar welwillend aan uit mijn handen en vergeet de misstappen die ik heb begaan tegenover uwe Majesteit. Na het uitspreken van deze woorden, gevoegd bij de gezegende namen van Jezus, Maria en Jozef, van Petrus en Paulus, de patroonheiligen van zijn kluis, verlaat de dienaar Gods deze aarde voor het hemels vaderland, in de zalige nacht van 24 december.
Weldra vinden er talloze wonderen plaats op voorspraak van pater Charbel. Van de honderden buitengewone dingen die aan zijn voorspraak zijn toegeschreven zijn er twee erkend als wonderbaarlijk en hebben gediend voor zijn zaligverklaring op 5 december 1965. Hij werd heilig verklaard op 9 oktober 1977.
Het kluizenaarsleven wordt niet iedereen voorgehouden als een navolgbaar charisma, zo zei Paus Paulus VI tijdens de heiligverklaring van heilige Charbel. Maar door hun hartstochtelijk zoeken naar het absolute getuigen de kluizenaars ervan dat God de moeite waard is te worden aanbeden en bemind om Hemzelf. Ze herinneren er ons allen aan dat God, die iedere mens de bestemming geeft aan zijn Zaligheid deel te hebben, op de eerste plaats komt. Moge heilige Charbel ons aantrekken tot deze weg van de liefde van God en van het geluk!
Na zijn dood kwam er geheimzinnige spirituele lichtstralen uit zijn graftombe en zijn lichaam gaf bloed en zweet af. Dit was de aanleiding om hem in een nieuwe, glazen kist te leggen, na de toestemming van de maronitische patriarch. De glazen kist werd in een nieuwe tombe ondergebracht. Vanaf dat moment begon de stroom van bedevaarders naar zijn graf te komen, om er voor hem te bidden voor zijn tussenkomst. God zegende velen van hen.
Het ongeschonden lichaam van de Heilige Charbel Makhouf
In 1950 werd de tombe opnieuw geopend om niets anders vast te stellen dat zijn lichaam nog steeds intact gebleven was. Hierbij waren leden van een bijzondere Commissie en gecertificeerde dokters aanwezig. Zij schreven een bijzonder verslag hierover, waarna het lichaam opnieuw in de tombe werd geplaatst.
Bron: Met toestemming van Dom Antoine Marie osb, Abdij Saint-Joseph de Clairval
19-11-1980
Mother Teresa: In the name of God's poor
Mother Teresa: In the name of God's poor
Moeder Teresa, geboren als Agnes Gonxha Bojaxhiu (Skopje, 26 augustus 1910 - Calcutta, 5 september 1997), was een wereldbekende katholieke zuster en de stichteres van een liefdadige religieuze orde, de Zusters van Naastenliefde. In 2003 werd ze zalig verklaard door paus Johannes Paulus II. Ze is immens populair onder de Albanese bevolking omdat ze dezelfde nationaliteit deelt. Ze werd geboren in het toenmalige Ottomaanse Rijk (nu Macedonië) en groeide op in een prominent Albanees-katholiek gezin. In 1928 ging ze werken voor de Orde van de zusters van Loreto in Letnice. Door de orde werd ze naar Calcutta in India gezonden om lerares te worden. Zij koos daar de naam Moeder Teresa in verwijzing naar Teresia van Lisieux. In Calcutta zette zij een wereldwijd bekend werk onder armen op, dat zij tot kort voor haar dood leidde. Ze stichtte de orde van de Missionarissen van Naastenliefde, een religieuze orde voor zusters in Calcutta. In 1979 ontving zij voor haar werk de Nobelprijs voor de Vrede. De Indiase Monica Besra leed aan een kwaadaardige tumor in de buik. Zij nam een jaar na de dood van moeder Teresa deel aan de mis. Toen Monica de kerk binnen ging, zag zij een foto van moeder Teresa: uit haar ogen kwamen lichtstralen. Hierna voelde zij zich duizelig worden en werd ze door nonnen in bed gelegd. De nonnen legden een medaillon van Maria op haar gezwel. Zes uur later was ze genezen. Dit wonder werd erkend door paus Johannes Paulus II. Hiertoe werden 113 getuigen gehoord en 35.000 pagina's aan documentatie verzameld. In 2003, slechts zes jaar en zes weken na haar overlijden, werd moeder Teresa hierom zalig verklaard door paus Johannes Paulus II. Hij wilde haar ook meteen heilig verklaard zien, maar de kardinalen wezen dit af omdat dit nog nooit was gedaan in de geschiedenis van de rooms-katholieke Kerk. Bij de zaligverklaring op het Sint-Pietersplein in Vaticaanstad waren onder anderen de Franse premier Raffarin, Bernadette Chirac, koningin Fabiola van België en president Rugova van Kosovo aanwezig. Acteurs zijn Olivia Hussey, Sebastiano Somma, Michael Mendl, Laura Morante, Ingrid Rubio, Guillermo Ayesa, Carlo Cartier, Valeria Cavalli. Deze film duurt 180 minuten, dateert uit 2003. Regie: Fabrizio Costa.
18-11-1980
Film: Maria Goretti
Film: Maria Goretti
Maria Goretti (Corinaldo, 16 oktober 1890-Ferriere di Conca (Nettuno), 6 juli 1902) is een Italiaanse jeugdheilige. Maria was een vroegrijp meisje, dochter van Luigi Goretti, geboren 26 december 1859 te Coraldino en Assunta Carlini, geboren 16 augustus 1866 te Senigallia. Zij deed hoogstwaarschijnlijk haar eerste communie op 29 mei 1902. Op 5 juli 1902 werd zij op elfjarige leeftijd met veertien messteken neergestoken door Allesandro Serenelli die haar wilde aanranden. Hij gaf haar de keuze, zonde doen of sterven. Ze stierf twee dagen later in het ziekenhuis met een kruisbeeld en een medaillon van Onze-Lieve-Vrouw in haar handen, nadat zij haar belager vergeven had. De moordenaar werd op 16 oktober 1902 veroordeeld tot dertig jaar dwangarbeid. Hij kreeg in de gevangenis een visioen van Maria Goretti. Tijdens kerstmis 1937 vraagt hij Maria's moeder om vergiffenis. Later bekeerde hij zich en trad in als broeder bij de kapucijnen. Op 15 maart 1945 werd het decreet uitgevaardigd over haar martelaarschap. Op 27 april 1947 wordt zij zalig verklaard. Het meisje werd op 25 juni 1950 door Paus Pius XII heilig verklaard. Bij deze ceremonie was de moeder van de heilige aanwezig, een unicum, en ook de moordenaar. Haar feestdag is op 6 juli (vroeger 5 juli). Zij is de patrones van de jonge meisjes en van de slachtoffers van aanranding en verkrachting. De film duurt 105 minuten en is gemaakt door regisseur Giulio Base. Acteurs zijn Martina Pinto [Maria Goretti], Massimo Bonetti [Luigi Goretto], Luisa Ranieri [Assunta Goretti] en Flavio Insinna [Padre Basilio].
17-11-1980
Film: Clara en Francisco
Film: Clara en Francisco
Clara van Assisi [1193/1194, Assisi, Umbrië - 11 augustus 1253, San Damiano, Assisi] gaf onder invloed van Franciscus van Assisi haar maatschappelijke positie op en stichtte de orde van de clarissen. Reeds in de middeleeuwen was haar naam in de Nederlandstalige gebieden als doopnaam zeer verbreid. Haar kerkelijke feestdag is 11 augustus. Clara werd geboren als dochter van de edelman Favarone di Offreduccio di Bernadino. Onder invloed van Franciscus van Assisi en met zijn hulp verliet zij het ouderlijk huis en legde zich toe op de navolging van Christus in radicale armoede. Samen met Franciscus stichtte zij de Arme Vrouwen van San Damiano. Tot haar dood verbleef Clara op deze plek en leefde er volgens de kloosterregel die zij zelf als eerste vrouw in de geschiedenis schreef. Deze regel werd pas op haar sterfbed door paus Innocentius IV goedgekeurd. Op 18 maart 1212 legde Clara in Portiuncula haar geloften af in de handen van Franciscus. Zestien dagen later werd zij gevolgd door haar zuster Agnes. Veel vrouwen in Europa voelden zich aangesproken door het leven van Clara en haar zusters, waaronder ook Agnes van Praag. Twee jaar na haar dood werd zij door Elexander IV heilig verklaard. Op grond van haar visioenen werd zij in 1958 door Pius XII tot patrones van de televisie benoemd. De film dateert uit 2007. De voornaamste acteurs zijn Ettoro Bassi [Francisco], Maria R. Petruolo [Clara], Gabrielle Cirili [Illuminato], Ivano Marescotti [Monaldo en Luigi Diberti [Paus Innocentius]. Regie: Fabrizio Costa. De film duurt 200 minuten.
16-11-1980
Film: Lourdes
Film: Lourdes [2000]
Bernard Guillaumet, een ongelovige Franse journalist, krijgt het aanbod om een verhaal te schrijven over Lourdes, op het einde van de negentiger jaren. Juist voordat hij naar Lourdes afreist, verneemt Bernard het goede nieuws dat zijn vrouw zwanger is. Maar, er wordt hem niet verteld dat bij deze zwangerschap het leven van zijn vrouw op het spel staat en dat de dokters een zwangerschapsonderbreking in overweging nemen. Tijdens zijn onderzoekswerk voor zijn naslagwerk, komt Bernard uit op een oud familiemanuscript.
Dit manuscript was geschreven door een voorouder van hem, Henri Guillaumet, een hevige voorstander van de wetenschap en atheïst, die een ontmoeting had met Bernadette in 1858, een ontmoeting die hem diep aangreep en hem dwong om de mirakelen die volgende op de verschijning van Maria te Lourdes, te herbekijken. Een van de belangrijkste mirakels die hij moest herzien was de genezing van zijn vrouw Claire, die tuberculose had en bedlegerig was en volledig herstelde door het miraculeuze water van de bron aan de grot van Lourdes, waar Bernadette haar verschijningen kreeg van Onze Lieve Vrouw.
Deze boeiende film gebruikt de bladzijden van het manuscript om drie levensverhalen te schetsen: dat van Bernadette, van Henry en Bernard, drie karakters die vervlochten zijn in de wegen van de Goddelijke Voorzienigheid.
De verschijningen te Lourdes hadden aanvankelijk enkel een plaatselijke belangstelling, maar ook hier had de Goddelijke Voorzienigheid grotere plannen met Lourdes: door de tussenkomst van de vrouw van keizer Napoleon III, Eugénie de Montijo, die om bronwater vroeg voor de genezing van hun zoontje, kreeg de verschijning meteen een internationale belangstelling.
De film is geregisseerd door Lodovico Gasparino [die ook het verhaal van Don Bosco en Don Matteo verfilmde]. Acteurs zijn Alessandro Gasssman, Angele Osinski en Sydne Rome. Het verhaal is geschreven door Vittorio Messori, Italiaanse journalist, schrijver, en Vaticanist [The Ratzinger Report].
15-11-1980
Film: Fray Martin de Porres
Film: Fray Martin de Porres
Martinus van Porres [Lima, 9 december 1579 - 3 november 1639] was een Peruaanse dominicaan en een rooms-katholieke heilige. Martinus was de onechte zoon van de Peruaanse edelman Juan de Porres en Anna Velazquez, een Afro-Peruviaanse vrouw. Hij was derhalve een mulat. Hij groeide op in armoede. Toen hij elf jaar oud was, namen de Dominicanen hem op in hun klooster als bediende. In latere jaren kreeg hij de taken van een aalmoezenier en de zorg over de zieken. Martinus had namelijk veel verstand van de verzorging van wonden en de vervaardiging van medicijnen. Veel mensen kwamen ook naar hem toe voor goede raad. De Dominicanen overwonnen hun aarzeling om een niet-blanke toe te laten tot hun orde en lieten Martinus in 1594 uiteindelijk als broeder intreden. Martinus van Porres zette zich bijzonder in voor de armen. Hij stichtte met steun van zijn zus een weeshuis en een kinderziekenhuis. Hij leidde verder een sober leven. In de kunst wordt hij vaak afgebeeld met een bezem: geen werk was hem te min, ieder werk kon tot heiliging leiden. Martinus was bevriend met Rosa van Lima, die de eerste vrouwelijke heilige van Zuid-Amerika zou worden. Martinus' zaligverklaring door Gregorius XVI vond plaats in 1837. Paus Johannes XXIII verklaarde hem in 1962 heilig. Hij is de beschermheilige van verpleegkundigen en patroon van de sociale gerechtigheid. Zijn feestdag is vastgesteld op 3 november. Deze film uit 2007 is van de hand van regisseur Raymundo Calixto en duurt 101 minuten. Acteurs zijn Pedro Telémaco [Martinus van Porres], Dad Dager [Juana van Porres], Juan Carlos Gardié [Prior de la Vega], Alain Ciangherotti [Pablo Mendoza] en Daniela Spanic [Francisca].
Thérèse Martin wordt op 2 januari 1873 in het Franse Alençon in Normandië geboren. Haar vader was horlogemaker en haar moeder kantwerkster. Thérèse heeft vier zussen. Al op vroege leeftijd, toen zij vier jaar oud was, verliest ze haar moeder. Na de verhuizing naar Lisieux wordt ze opgevoed met haar 16-jarige zus Pauline in de rol van haar moeder, tot Pauline besluit om non te worden. Een paar maanden later wordt Thérèse doodziek, totdat een Mariabeeld boven haar bed naar haar glimlacht. Kleine Thérèse is genezen. Het is toch niet veel later dat Thérèse, op 15-jarige leeftijd, in zal treden in de orde van de Karmel. Zij neemt de kloosternaam Thérèse van het Kindje Jezus aan. In het klooster, waar ook twee oudere zussen leven, groeit Thérèse steeds verder in haar liefde in Jezus. Twee jaar voor haar dood begint zij te schrijven aan haar autobiografie. Met Lindsay Younce, Leonardo defilippis, Maggie Rose Flack. Regie: Leonardo Defilippis [2004-96 minuten]
12-11-1980
Film: Heilige Rita van Cascia
Film: Heilige Rita van Cascia
Als patrones van de hopeloze gevallen wordt de Heilige Rita van Cascia in de mooie film, over de prachtige vrouw die in Italië leefde tijdens de veertiende eeuw, onsterfelijk gemaakt. Vittoria Belvedere en Martin Crewes, combineren die prachtig verhaal met vele ingrediënten: drama, liefde, verraad, tragedie, oprechte vergiffenis, en sterk geloof. Op 14-jarige leeftijd werd zij uitgehuwelijkt. Zij wilde echter kloosterlinge worden maar was zo gehoorzaam dat ze niet tegen de wil van haar ouders in ging. Haar echtgenoot was een bruut, doch ze stelde zich niet teweer en bad slechts voor zijn zielenheil. Nadat deze man vermoord werd zwoeren haar beide zoons bloedwraak. Maar Rita bad tot God dat ze liever had dat haar zoons zouden sterven dan dat ze hun snode plannen zouden uitvoeren. Haar beide zoons stierven inderdaad, waarna Rita vrij was om tot het klooster toe te treden, het Maria Magdalenaklooster te Cascia Zij voelde zich sterk aangetrokken tot het lijden van Christus. Vanaf Goede Vrijdag 1422 werd ze door een doorn gestigmatiseerd, een wond die niet meer zal helen. Een tweede mirakel vond plaats tijdens haar ziekbed in 1447, toen ze aan een verwante die haar bezocht vroeg om een roos voor haar te plukken. Hoewel het winter was, vond deze toch een roos en bracht die aan Rita. Kort daarop stierf zij. Dit is de reden dat op 22 mei, haar sterfdag, aan Rita gewijde rozen bij de zieken worden gebracht. Tien jaar later werd haar lichaam opgegraven en het bleek nog geheel intact te zijn. Het werd opgebaard in een glazen sarcofaag in de kerk van Cascia.
11-11-1980
Film: Samson and Delilah
Film: Samson and Delilah
Samson is een van de leiders van Israël in de tijd van de strijd tusssen David en Jozea. Hij behoort tot de stam Dan. Zijn vader heet Manoach. Hij is vanaf zijn geboorte een Nazireeër en mocht zijn hoofdhaar niet afscheren. Samson is een soort bijbelse Rambo met enorme kracht. In het Sorekdal ontmoet Samson de Filistijnse Delila. Deze vrouw zou zijn uiteindelijke ondergang worden. Delila vroeg Samson waarin zijn geweldige kracht schuilde en hoe hij overmeesterd kon worden. Uiteindelijk vertelde Samson haar dat hij zijn kracht zou verliezen als zijn haar zou worden afgeschoren. Terwijl hij sliep schoor Delila zijn haar af, waarna Samson door de Filistijnen werd overmeesterd. Zijn ogen werden uitgestoken en hij werd naar Gaza gebracht om een molen te draaien. De Filistijnen organiseerden vervolgens een offerfeest in de tempel van Dagan ter ere van de vangst van Samson. Hij werd geroepen om de massa te vermaken. Meer dan drieduizend man hadden zich inmiddels op het dak verzameld om het spektakel bij te wonen. Eenmaal in de tempel verzocht Samson de bediende die hem binnenbracht of hij tegen een pilaar kon leunen. Samson vroeg vervolgens aan God of hij nog één keer zijn kracht kon terugkrijgen [zijn haar was inmiddels teruggegroeid] zodat hij twee centrale tempelpilaren omver kon werpen. Zijn verzoek werd ingewilligd en de hele tempel stortte vervolgens in en stierf hij samen met duizenden Filistijnen. Hierdoor stierven meer Filistijnen dan hij in totaal tijdens zijn leven had gedood. De bekendste verfilming is die wellicht van Cecille B. DeMille uit 1949. Acteurs: Victor Mature, Hedy Lamarr, George Sanders, Angela Lansbury, Henry Wilcoxon, OLive Deering en Fay Golden. 1949. 131 minuten.
10-11-1980
Aramese taal is bezig aan een wederopstanding in Israël
Aramese taal is bezig aan een wederopstanding in Israël
Twee TV-kanalen zijn betrokken in iniatieven om de taal die door Jezus en zijn tijdsgenoten werd gesproken nieuw leven in te blazen. Vandaag wordt het Aramees nog door 400.000 mensen gesproken, in de diaspora. De twee Israëlische TV-zenders zijn aan het uitzoeken of het Aramees, de taal die door Jezus en zijn tijdgenoten in die streek tijdens de Romeinse bezetting werd gesproken, opnieuw een levende taal kan worden die door de gewone man wordt gesproken en niet bijna uitsluitend en door een select clubje van geleerden in Semitische talen. "Turoyo TV" [West-Syrisch dialect] en "Suryoyo TV" [de naam die ze zichzelf geven als bevolkingsgroep] bieden een enorme kennis aan gegevens voor online discussies door fans, zodat ze kunnen oordelen wat de beste vertaling is. Onder de naamwoorden, die eenzelfde betekenis hebben, zijn er immers diverse varianten van deze Oud-Syrische taal of het Aramees. De kenners leven voornamelijk in het gebied rond Haifa en Hoog-Galilea. Waarschijnlijk zijn er nog anderen, maar deze leven in Syrië, in de bergen rond Damascus en in de kleine stad Maloula. Het blijkt echter dat het nogal moeilijk is voor deze laatste groep om hen in verbinding te stellen met de twee Israëlische kanalen.
Niettemin zijn deze twee kanalen uiterst waardevol: ze tonen aan dat het Aramees nog steeds leeft als taal, zoals bij de inwoners van Jish, een van de dorpen in het gebied. Het Aramees is een Semitische taal die dicht aanleunt bij de Hebreeuwse taal en werd ooit wijd verspreid gesproken in het gebied tussen de Tigris en de Eufraat. Langzaam droogden de Aramese culturele en taalgrenzen op en werden ze vervangen door de Arabische taal van de "veroveraars" uit het zuiden. Vandaag de dag is de taal een keuze voor de Christenen uit het Midden-Oosten, in het bijzonder bij het liturgische gebruik ervan. De taal wordt zelfs bestudeerd door deskundigen van de Talmoed.
Tekst uit de Bijbel, Exodus 12: 25-31 in zowel het Aramees als het Hebreeuws
Eigenlijk werd het Aramees een beetje vlug als dode taal afgeschreven, tot geleerden er zich bewust van werden dan er een aantal van de Aramese dialecten werden gesproken door bevolkingsgroepen in Syrië, Irak, Turkije en Iran. En dit zijn niet de enige voorbeelden. Ook in Libanon, Georgië, Azerbeidzjan en in Israël zijn er nog gebieden, hoewel niet zo uitgestrekt, waar eveneens Aramees wordt gesproken. In de westerse wereld, is het Aramees in de diaspora een zeer levendige taal, zeker in de Verenigde Staten en in Zweden en, zoals het nogal dikwijls het geval is, zijn deze "ballingen" meer actief en geïnteresseerd in het doen heropleven van de taal. Vandaag wordt aangenomen dat er, verspreid over de hele wereld, zon vierhonderdduizend mensen de verschillende dialecten van de Aramese taal spreken en begrijpen.
In Israël wordt de strijd om het Aramees terug levend te maken voornamelijk gedragen door twee broers, Amir en Shady Khallul. Zij zien Eliezer Ben Yehuda, de vader van het moderne Hebreeuws, als hun voorbeeld. Als het Joodse volk het Hebreeuws kon doen herleven en moderniseren als taal, waarom zou dan hetzelfde niet kunnen gebeuren met het Aramees? Het oorspronkelijke Aramese alfabet is gebaseerd van het Fenicisch alfabet. Het Hebreeuws alfabet is daar rechtstreeks van afgeleid. De vraag is gesteld geweest en werd bevestigend beantwoord. Vorig jaar gaf de Israëlische Minister van Onderwijs aan Jish de toelating om het Aramees te onderwijzen in de eerste twee jaren van het basisonderwijs. Er werd een programma opgebouwd waarop alles is gebaseerd. Woordenboeken van de taal werden ontdekt in Frankrijk en heel wat onderwijzend materiaal werd in Zweden gevonden. De meeste van de boeken zijn gedrukt in Libanon. Het moderne geschreven Aramees gebruikt een oud alfabet [het Bijbelse schrift gebruikt Hebreeuwse letters] dat zowat een mix is tussen het Hebreeuws en het Aramees. Het maakt gebruik van 22 tekens en wordt van recht naar links geschreven. Er zijn twee hoofddialecten, een Oosters en een Westers [zoals dit het geval is met het Armeens] en één enkel geschreven taal als ze gebruikt wordt in gebeden en religieuze teksten, het zogenaamde "Estrangelo."
Aramees alfabet
Israëlische gebruikers van het Aramees die het Westers dialect gebruiken hebben nog een bijkomende uitdaging. Zij moeten hun kinderen aanleren hoe ze de taal moeten spreken en hen daarbij ook nog aanmoedigen om de taal in het dagelijkse leven te gebruiken onder hun vrienden, familie en op school. Ze moeten hen ook aanleren hoe ze zowel het Westers als het Estrangelo alfabet moeten schrijven. Jish was ooit het gebied van Gush Halev, een dorp uit de tijd van Jeruzalems Tweede Tempel en stond gekend om de vruchtbaarheid van de bodem en de hoge kwaliteit van hun olijven. Meer dan de helft van hun huidige 3.000 inwoners zijn Maronitische Christenen, die door de Israëlische soldaten in 1948 werden verhuisd vanuit Biram. Zij konden volgens de onafhankelijksheidsakkoorden niet terugkeren naar hun oorspronkelijk gebied dat nu Baram Kibboets is. 35 procent van de inwoners zijn moslim en 10 procent is Grieks-Orthodox. Het zijn deze Maronieten die pogen om hun cultuur, taal en historische authenticiteit levendig te houden.
Jish [Gush Halev]
Jish heeft heel levendige maatschappelijke contacten met andere Maronieten uit Israël, Nazareth, Acri en Haifa. Onder hen zijn er ongeveer tweeduizend soldaten uit het voormalige leger van Zuid-Libanon die onderdak vonden in Israël nadat het Israëlische leger zich terugtrok uit Libanon in het jaar 2000. Toen werd het initiatief om Aramees te onderwijzen enthousiast onthaald en werden er klassen voor zowel kinderen als volwassenen opgericht. Zelfs het schoolhoofd, een Moslim, steunt het project actief en loyaal, zelfs in die mate dat zijn zoon ook de cursussen volgt om zo hun solidariteit te betuigen met de aangrenzende gebieden.
Voor de Maronieten in Jish zit het nog anders in elkaar, want hoe dan ook is het Aramees voor hen van wezenlijk belang voor hun voortbestaan als volk, op dezelfde wijze als het Hebreeuws en het Arabisch dit zijn voor hun mensen. "Wij vereenzelvigen ons niet als Aramezen, zoals sommige andere nationaliteiten," verklaart Khallul. "Voor ons is de staat Israël heel dierbaar. Ik ben heel fier over de militaire opdrachten die ik uitvoerde als Kapitein van de paras en in het Israëlische leger zijn er meer dan een aantal Aramezen. Wij hebben een diep gevoel dat we hier thuis zijn met al haar tradities."
Een Maronitische Kerk in het gebied rond Jish
De contacten tussen de Maronieten gaan redelijk terug in de tijd. Diverse Maronitische stromingen werden gerapporteerd aan het einde van de jaren 1930 met de komst van de Zionistische beweging. Tijdens de Arabische opstand van 1939, werden de Joden soldaten in Salfed, bevoorraad door de Maronieten. Ezels werden ingezet voor het transport van het voedsel en ook smokkelden ze diverse overlevenden van de Holocaust in het geheim Biram binnen, nadat de Engelsen de Palestijnse grensgebieden hadden afgesloten. David Ben Gurion werkte eveneens aan het oprichten van een Maronitische Christelijke Staat in Zuid-Libanon, dat door de Joodse instellingen werd gesteund.
Bron: Marco Tosatti, Rome
Vertaling: Chris De Bodt
09-11-1980
Eerste en laatste verschijning van Maria hebben veel met elkaar gemeen
Eerste en laatste verschijning van Maria hebben veel met elkaar gemeen
Saragossa
We hebben niet veel details over Saragossa [ook als Zaragoza geschreven] maar we weten wel dat Jacobus de Meerdere de hemel "open" zag gaan om de verschijning van een vrouw te onthullen. Hij herkende haar meteen als de Moeder van Christus, Maria van Nazareth. Zijn eigen broer Johannes had voor haar gezorgd, en sinds de dood van Christus had ze vaak samen met de apostelen in Jeruzalem of Efeze gebeden. Als de oude omschrijvingen van haar correct zijn had ze een kleine, rechte mond, een dunne, scherpe neus en een strak, soms bedroefd gezicht. Ze was van middelmatige grootte en had bruin haar met donkere frou-frou en wenkbrauwen. Haar gezicht was noch lang, noch rond, maar ovaal: ze had fijne, zachte en lange handen en vingers. Ze was een gewoon boerenmeisje en woonde in een klein, normaal huis op een heuvel en haar leven was er één van gebed en hard werken : water halen, koken en kleren herstellen. Ze leefde van fruit, vis en brood en was altijd sereen en zedig. Haar gelaatskleur was als die van tarwe. In de winter droeg ze wollen kledij en in de zomer kledij van linnen, ze droeg een sluier over haar hoofd als ze buitenshuis ging, liep op blote voeten of met sandalen van hout en leder en droeg twee kledingstukken: een kuis dameshemd en een kleed of jurk.
H. Jacobus de Meerdere
Jacobus had haar vaak op deze manier gezien, de zachte en vriendelijke moeder die brood kneedde en voor de apostels bad. Maar nu was ze anders. Nu was ze vol pracht en praal. Haar gezicht en haar vriendelijkheid waren hetzelfde maar Jacobus zag haar in een verschijning of bilocatie, gezeten op een troon van licht of een marmeren pilaar en vergezeld van engelen. Sommige van de engelen knielden neer op doorzichtige wolken en anderen maakten muziek. Voor Jacobus waren ongewone verschijnselen niets nieuws. Hij was erbij op de berg toen Jezus verheerlijkt werd [Matteüs 17:2]. Hij was getuige van de verschijning van Elia en Mozes. Hij was ook aanwezig bij de opwekking uit de doden van de dochter van Jairus [Markus 5:39]. Hij had vele van Jezus wonderen gezien. Maar nu was hij getuige van iets anders.
Nu zag hij een nieuw mirakel. Met een blik vol extase, waarschijnlijk zoals Stefanus naar een visioen van Christus gestaard had [Handelingen 7:56], zag Jacobus dat de engelen de pilaar of troon van Maria losmaakten en, volgens sommige legendes, hem een beeldje van Maria gaven. Dan sprak de verschijning: "Jacobus, dienaar van de Allerhoogste, gezegend zijt gij door God, en moge Hij u vervullen met Zijn goddelijke genade. Mijn zoon Jacobus, de Allerhoogste en Machtige God van de hemel heeft deze plaats gekozen opdat gij er een kerk zou bouwen en toewijden aan Mijn naam. Hij wenst aanbeden en gediend te worden en alle gelovigen die Mijn tussenkomst vragen zullen de genaden ontvangen die ze vragen, als ze waarlijk geloven en toegewijd zijn, en in de naam van Mijn Zoon beloof ik hen grote gunsten en zegeningen, want dit zal Mijn kapel en huis zijn, Mijn eigen erfenis en bezit, en als bewijs van mijn belofte zal deze pilaar hier blijven staan, met Mijn eigen afbeelding erop, die, op deze plaats waar gij Mijn kerk zult bouwen, zal blijven bestaan met het heilige geloof. Aanschouw deze pilaar waarop ik gezeten ben, die Mijn Zoon en uw Meester op de hoofden van engelen naar beneden heeft gezonden en rond dewelke gij het altaar van Mijn kapel zult bouwen. Op deze plaats zal de Allerhoogste door Mijn tussenkomst wonderen verrichten voor hen die Mijn bescherming afsmeken in hun noodwendigheden. En deze pilaar zal op deze plaats blijven staan tot aan het einde van de wereld." De Maagd droeg Jacobus op om de kapel onmiddellijk te bouwen en dan naar Jeruzalem terug te keren, waar hij zoals voorspeld gemarteld zou worden. Volgens de legende bouwde de apostel een kleine kapel. Met een lengte van zon 5 meter en exact 2,50 meter breed was het de eerste kerk die aan Maria toegewijd was en die Haar recht tegenover de heersende heidense godinnen plaatste.
Daar langs de Ebro stond een kapel die op een dag zou uitgroeien tot een enorme koepelvormige basiliek van exact dezelfde afmetingen als de beroemde tempel van de godin in Efeze. Er stond ook een beeldje van Maria die Jezus vasthoudt, de eerste van vele keren dat ze samen met Hem zou getoond worden.
Basiliek van O.LV. van de Pilaar te Saragossa
Ze had een sterke indruk gemaakt. Het was de eerste en een bescheiden indruk, maar het was een blijvende indruk. Ze toonde Jezus zoals ze Hem op aarde had getoond. Ze waakte over Zijn mystieke lichaam net zoals ze over Zijn fysiek lichaam gewaakt had. Jezus kon Zichzelf niet openlijk tonen opdat het niet verward zou worden met de Tweede Komst, maar Hij kon Zijn Moeder tonen als een zichtbaar teken en Hij kon Haar gebruiken om heiligdommen, kapellen en kerken te vestigen om de welig tierende heidense afgoden en de altaren voor goden en godinnen te vervangen die in steden zoals Pompeï op elke hoek van de straat te vinden waren.
Medjugorje
En dan is er de vergelijking met Medjugorje, waar de verschijningen officieel begonnen op 25 juni 1981. De parochiekerk van Medjugorje is toegewijd aan dezelfde Jacobus de Meerdere aan wie Maria bijna 2.000 jaar geleden verscheen. In het boek Handelingen van de Apostelen 12:2 lezen we dat hij in het jaar 44 na Christus op bevel van Herodes met het zwaard ter dood werd gebracht, als eerste van de discipelen of apostelen:
Omstreeks die tijd nam koning Herodes enkele leden van de gemeente gevangen en mishandelde hen. Jacobus, de broer van Johannes, liet hij met het zwaard ter dood brengen.
De Kerk van Medjugorje is toegewijd aan de Heilige Jacobus de Meerdere
Maria heeft aan de kinderen van Medjugorje medegedeeld dat dit Haar laatste verschijning op deze Aarde zal zijn. Op de vraag van de kinderen om welke reden, antwoordde Maria: "daarna zal dit niet meer nodig zijn". Een verwijzing naar de Tweede Komst van Christus, waarbij Jezus en Maria zich, in een nieuw tijdperk, onder de uitverkorenen zullen bevinden. De cirkel is rond.
Medjugorje België en Nederland
08-11-1980
Vreemde plaatsen: Mitterfirmiansreut
Vreemde plaatsen: Mitterfirmiansreut
De inwoners van het Duitse skigebied Mitterfirmiansreut, in het Beierse woud, nabij de Tsjechische grens, hebben een volledige kerk van sneeuw gebouwd.
De kerk, waar zon 200 mensen binnen kunnen, is 26 meter lang, 11 meter breed met een toren van 17 meter hoog. In totaal werd 1100 ton sneeuw gebruikt. Het bouwwerk had normaal voor Kerstmis af moeten zijn, maar door een gebrek aan sneeuwval liepen de werken vertraging op.
Het is niet de eerste keer dat hier een sneeuwkerk wordt gebouwd. In 1911 bouwden de dorpelingen al een exemplaar uit protest omdat ze niet over een eigen kerk beschikten en ze 90 minuten moesten stappen om in het dichtstbijzijnde dorp naar de mis te gaan. Dankzij de sneeuwkerk verzamelden de inwoners toen voldoende geld in om in 1923 een eigen kapel te bouwen.
Het skioord hoopt dat de kerk een attractie wordt die heel wat toeristen zal lokken. Nog tot de komende lente als de dooi weer intreedt kan het prachtige bouwwerk bezocht worden. De kerk werd officieel voor het publiek opengesteld op 29 december.
Medjugorje België en Nederland
07-11-1980
Moeder Mariana de Jesus Torres [Biografie 1]
Moeder Mariana de Jesus Torres [Biografie 1]
Inleiding
Tijdens de vijftiende en zestiende eeuw leefde er in Quito, Ecuador, een Spaanse non die, hoewel ze minder bekend is, een buitengewoon leven had dat in direct verband staat met de tijd van vandaag. Moeder Mariana de Jesus Torres y Berriochoa, een non van de Orde der Conceptionisten, overtreft de reeds stricte discipline van haar Congregatie in de vanouds gebruikelijke opoferingen die zij aannvaardde. Daarenboven aanvaardde ze liefdevol nooit eerder voorgekomen opofferingen en smarten die haar door Onze Lieve Vrouw en Onze Heer zelf werden gevraagd.
Moeder Mariana de Jesus Torres
Haar regelmatige contacten met onze Hemelse Oversten en haar bovennatuurlijke lijden staan in zon contrast met de levenswijze van onze goddeloze eeuw en zijn zo buitengewoon op zichzelf dat er geen woord dient te worden toegevoegd voor de geloofwaardigheid ervan.
Op bevel van haar oversten liet Moeder Mariana een volledig geschreven levensbeschrijving na. Deze levensbeschrijving werd goedgekeurd door Zijn Excellentie, Pedro de Oviedo, de tiende Bisschop van Quito, die het voorrecht had om haar te mogen kennen en leiden. En bijkomend, met een vers geheugen en alle buitengewone feiten, niet alleen van haar leven, schreven haar acht heilige begeleiders, de Franciscaanse priesters, die ze had gekend als haar spirituele begeleiders en broeders, ook hun biografieën.
In 1650, vijftien jaar na de dood van Moeder Mariana, publiceerde Diego Rodriguez Docampo haar levensverhaal, gestaafd door een een officieel docucment van de Spaanse Koning en het Koninklijke hofhouding van Quito. Nadat een aantal nieuwe, overvloedige feiten naar boven waren gekomen, publiceerde Vr. Bartholomeus Ochoa de Alacano, OFM, een Spaanse broeder die in Quito leefde, tussen 1760 en 1770 een aantal artikelen die samen een groot volumewerk vormden over Moeder Mariana. Dit werk werd wereldwijd verspreid en werd enorm enthousiast onthaald in de Franciscaanse kloosters van Spanje en Portugal en bevat kronieken van het klooster en het sermoen van Bisschop Oviedo bij Moeder Marianas begrafenis.
In 1790 publiceerde Vr. Manuel Souza Pereira een uitgebreid werk, gebaseerd op eerdere documenten. Vader Souza Pereira, van bekende Portugese afkomst, trad als jongeman in bij het leger. Een reeks van Voorzienige gebeurtenissen en meerdere verschijningen van Moeder Mariana van Quito zelf, overtuigden hem dat zijn ware roeping deze van Broeder was bij de Franciscaanse Orde.
Later, toen hij naar Quito gezonden werd, werd hij al vlug bekend vanwege zijn sobere levenswijze en zijn betrouwbare rechtschapenheid. Een beslissend moment voor hem was een uitnodiging om zijn Bisschop te mogen begeleiden in de Pauselijke klooster, waar zijne Heilige Beschermster had geleefd en is overleden. Daar volgde hij haar voetstappen en vereerde hij haar ongeschonden lichaam. Met een hart vol van vuur, zwoer hij niet te zullen rusten, tot hij een volledig verslag zou hebben gemaakt onder de titel: "Het wonderbaarlijke leven van Moeder Mariana de Jesus Torres." Het is een uitgebreid relaas, waarop deze beschrijving is gebaseerd.
Manuel Souza Pereira
Op een dag, in het jaar 1562, bad een jonge non voor het Heilige Sacrament in het koor van haar klooster te Quito, Ecuador. Plots hoorde zij een schrikwekkend gedreun en zag zij de Kerk, omhuld in een dikke, donkere rook. Enkel het hoofdaltaar bleef verlicht zoals in volle daglicht. Daar opende zich de deur van het tabernakel, waaruit onze Gekruisigde Jezus naar voor kwam, genageld aan een levensgroot kruis. De Heilige Maagd Maria, de Heilige Johannes, de Evangelist en de Heilige Maria Magdalena stonden beneden het kruis, zoals op de Golgotha. Onze Heer verkeerde in doodstrijd.
De jonge kloosterzuster hoorde een stem: "Deze straf is voor de twintigste eeuw." Daarop zag ze drie zwaarden hangen boven het hoofd van Onze Heer, elk met een opschrift. Op het eerste stond geschreven: "Ik zal dwaalleer bestraffen." Op het tweede: "Ik zal godlastering bestraffen," en op het derde: "Ik zal onzuiverheid bestraffen."
Daarop richtte de Heilige Maagd zich tot de jonge zuster: "Mijn dochter, wenst u zichzelf op te offeren voor deze mensen?"
"Ik ben er klaar voor," antwoordde de non. Meteen boorden de drie zwaarden zich in het hart van de non en viel ze als dood neer door de hevige pijnen.
Is dit een sprookje? Een ongelofelijke allegorie? Het fantastische verzinsel van iemands overvloedige inbeelding? Neen! Dit zijn de feiten!
Bij gelegenheid bezoekt God de aarde met de "magische aanraking" van Zijn alvermogen. Door goddelijke voorzichtigheid maakt Hij dan een uitzondering voor het alledaagse aardse en introduceert Hij het buitengewone. We leren van Zijn tussenkomsten en mirakelen, alsof de sluier van het geloof een beetje wordt opgelicht, om zo een vluchtig zicht te krijgen op de Hemel. Dit helpt ons dichter te voelen tot onze Hemelse huis.
Velen beweren zijn "magische aanraking" te hebben ontvangen, maar er zijn er amper een klein aantal die het ware merkteken dragen van de authenticiteit, wat gewoonlijk een zuiveringsproces is van de bevoordeelde ziel door een intens lijden.
Mariana
In het jaar 1563 werd er een klein meisje geboren uit het huwelijk van Don Diego Torres en Dona Maria Berriochoa, beiden edele Spanjaarden en vurige katholieken. Hun eerste meisje ontving aan de doopvont de naam "Mariana Francisca." Dit bevoorrecht meisje werd door de goddelijke Voorzienigheid vanaf haar eerste dagen uitgekozen. Om te beginnen, was ze begenadigd met een engelachtige schoonheid.
Bij het opgroeien was haar enige aantrekkingskracht de verborgen Jezus in het Heilige Sacrament, voor Wie ze urenlang knielde, zelfs al op de leeftijd van zes jaar. Omwille van haar mooie geestelijke volwassenheid, stond haar biechtvader toe dat ze op negenjarige leeftijd de Heilige Communie mocht ontvangen, een leeftijd die dan ten vroegste beschouwd werd voor de Eerste Communie.
Marianas vreugde voor haar eerste ontmoeting met de Sacramentale God was zo intens dat ze in zwijm viel en een diepe flauwte voelde. Tijdens deze "flauwte" zag zij Onze Heer Jezus als een jonge jongen van haar leeftijd die een mooie ring op haar vinger plaatste en aanspraak op haar maakte voor Hemzelf. Mariana aanvaardde goedschiks dit voorstel. De Heilige Maagd Maria en Sint Jozef waren getuige van deze gebeurtenis en stonden naast Jezus als meter en peter voor deze "overeenkomst."
In hetzelfde visioen toonde de Gezegende Maagd haar dat ze voorbestemd was om tot haar Orde van het Onbevlekte Ontvangenis te behoren. Deze Orde was recentelijk opgericht door een andere bevoorrechte ziel, de Heilige Beatrix da Silva, een Portugese dame van nobele afkomst.
Heilige Beatrix da Silva Meneses [1424-1490]
De Orde van de Onbevlekte Ontvangenis
De grote liefde van de Heilige Beatrix was de Onbevlekte Ontvangenis van de Moeder Gods. Na veel lijden en moeilijkheden, stichtte zij deze nieuwe orde om eer te brengen aan dit verheven voorrrecht van Maria, de Meest Heilige, en dit eeuwen voordat het als een dogma van het geloof werd afgekondigd.
De nieuwe orde nam de Franciscaanse regels aan en nam de Heilige Franciscus van Assisi als hun leidsman en vader aan. Hun ordekleed was wit en blauw, de kleuren van de Onbevlekte Ontvangenis, met een zwarte sluier.
Een verzoek van de kolonie van Ecuador
Een aantal invloedrijke en vrome dames uit de toenmalige Spaanse kolonie Ecuador, hoorden van deze pas opgerichte orde. Verheugd met deze nieuwe vereringsorde, was het de wens van deze dames om deze orde te vestigen te Quito, de hoofdstad van hun land.
Zij legden hun verzoek voor aan de Spaanse Koning, Filips II. Hij aanvaardde hun verzoek en noemde een kloosterzuster "van grote waarde," met name Moeder Maria de Jesus Taboadan, het hoofd van een nieuwe kloosterstichting. Deze deugdzame en heilige non, een tante van Mariana, werd daarop begeleid door zes overige zusters, allen religieuzen van onschatbare waarde en een grote deugdzaamheid. Dit waren de Moeders Francisca der Engelen, Anna van de Conceptie, Lucia van het Kruis, Magdalena van de Heilige Johannes, Catherina van de Conceptie en Maria van de Incarnatie.
Het afscheid
Mariana was toen zon negen jaar oud, maar God wou eerst deze roos plukken, vooraleer ze zelfs kon kiemen. Op een dag ontving ze de Heilige Communie toen Hij opnieuw aan Haar verscheen en haar zei dat Hij verlangde van haar om haar vaders huis te verlaten om Zijn Kruis te omhelzen in een verafgelegen land.
Mariana begreep dat ze zich moest vervoegen bij haar tante als deel van de expeditie om de Orde van de Onbevlekte Ontvangenis op te richten in Amerika. Brandend van liefde voor haar gekruisigde Jezus, had ze reeds die fase van de liefde bereikt waar het leiden geen enkele hindernis meer vormt.
Met een gebroken hart, maar zich schikkend, gaven haar heel Christelijke ouders Mariana over aan haar heilige tante, die beloofde om voortaan haar echte moeder te zijn.
De reis
De duivel kon de gedachte niet verdragen dat deze stichting zou worden opgericht. Het schip van de zusters had de haven maar amper verlaten, ten er een zelden geziene en hevige storm hen teisterde. De lucht veranderde van de klaarste dag tot de donkerste nacht. De angstige schippers wisten niet wat te doen en dachten dat ze verloren waren. In feite bleek het schip gedoemd. Het was toen dat zowel haar tante als haar nichtje in het razende water een verschrikkelijke en reusachtige slang met zeven hoofden waarnamen, die poogde om het schip te vernietigen. Mariana begon hierop hard te schreeuwen, waarna ze het bewustzijn verloor. Moeder Maria bad met haar volledige ziel tot God met de vraag of het waarachtig Zijn wil was dat de orde zou worden opgericht. Toen ging de storm gaan liggen.
Van zodra Moeder Maria haar gebed had opgezegd opende Mariana haar ogen en veranderde de duisternis in klaarlichte dag. Maar men had een verschrikkelijke stem gehoord: "Ik zal deze Orde niet dulden en alles doen om de vooruitgang ervan tegen te werken. Ik zal deze niet tolereren tot het einde der tijden. Ik zal ze vervolgen."
Moeder Maria wist dat Mariana iets had gezien tijdens haar flauwte. Ze nam haar mee naar een afgezonderde plaats en ondervroeg haar over alles wat haar was getoond.
"Ik weet niet waar ik ben geweest, mijn Moeder," antwoordde het meisje, "maar ik zag een slang, groter dan de zee, rond haarzelf draaiend. Toen zag ik een dame van een onvergelijkbare schoonheid gekleed door de zon en met sterren gekroond, met een kindje in haar armen. Op de borst van de dame zag ik een monstrans met het Heilig Sacrament. In één van haar handen hield ze een gouden kruis dat uitliep op de punt van een lans. Ze hield de punt over het Heilig Sacrament en in de handpalm van het kind en sloeg daarna het hoofd van de slag met zon kracht, dat het volledig gespleten werd. Op dat ogenblik schreeuwde de slang het uit in alle mogelijke verschrikkelijke bedreigingen dat ze de Orde van het Onbevlekte Ontvangenis niet zou toestaan."
Moeder Maria begreep onmiddellijk wat dit visioen betekende en goot later de afgebeelde scène in een medaillevorm. Tot op vandaag dragen de zusters van het Onbevlekte Ontvangenis deze medaille over hun ordekleed.
Stichting
Toen ze in Quito aankwamen, op 30 december 1576, werden de stichtsters met grote vreugde onthaald in een aantal onbewoonde gebouwen van het klooster, dat nog steeds in aanbouw was. Toen de bouw ervan was beëindigd, vond de officiële stichting van de Orde plaats op 12 januari 1577.
Al spoedig begonnen meerdere jonge meisjes een verzoek te richten tot toelating tot het Klooster van de Onbevlekte Ontvangenis en het kloosterleven kwam er dan ook tot volle bloei.
Geloften
Op vijftienjarige leeftijd werd Mariana novice en een aantal jaren later was ze klaar om volwaardige kloosterzuster te worden.
Bij het afleggen van haar geloften in de handen van Moeder Maria Taboada, viel ze al spoedig in een verheven extase. Terwijl zich op aarde op haar lippen de woorden vormden van haar geloften en haar lichaam volgzaam bekleed werd met het ordekleed, was haar ziel in de aanwezigheid van God, onze Heer.
Onze Heer stelde Zijn eigen kruis voor aan Zijn bruid en toonde haar al het enorme lijden, vervolgen, ziekten en verleidingen die ze zou ondergaan tot Zijn Wil en ons belang. Hij bespaarde haar enkel de verleidingen tegen de zuiverheid. Nooit had ze de kleinste gedachte of neiging tegen deze engelachtige deugdzaamheid.
Een leven van boete
Na haar geloften verscheen onze Heer opnieuw aan Moeder Mariana en gaf haar het schema dat ze moest naleven in de vrije uren van de gemeenschap en de boetes die ze moest doen tijdens de week.
Deze boetes waren zo streng dat Moeder Maria Taboada vreesde voor haar gezondheid. Maar, in een ander visioen plaatste de Heer een druppel van kristalwater uit zijn gewonde zijde op Marianas lippen en sterkte haar op een prachtige wijze in alles wat Hij van haar vroeg.
De boetes die door deze engel in mensenvlees werden gepraktiseerd kunnen enkel worden begrepen in het licht dat ze geroepen werd om een slachtoffer te zijn voor de twintigste eeuw. Praktisch heel haar lichaam was omwonden met prikkeldraden, tot zelfs haar oren. Enkel haar gelaat en handen werden vrijgelaten. Aldus leefde ze een leven vol van gebed, boete en steeds in een grotere deugdzaamheid.
Visioen van de twintigste eeuw
Dan komen we tot de dag, in het jaar 1582, dat ze aan het bidden was voor de Eucharistische Heer, toen ze plots de kerk, behalve het hoofdaltaar, omhuld zag in duisternis. Naar de rest, tot haar pijnlijke dood met drie zwaarden die in haar hart werden geboord als een boetedoening voor de zonden van de lopende eeuw, hebben we verwezen bij de opening van dit artikel.
Verrijzenis
Mariana, de steeds de eerste was bij alle handelingen van de gemeenschap, bleef de dag, volgend op haar visioen van de Heer aan Zijn Kruis, weg. De adbis en de andere zusters merkten haar afwezigheid op en gingen op zoek naar haar. Ze vonden haar dood in het lager koor en haar lichaam was reeds koud. Met een enorme smart droegen ze de stoffelijke resten van de jonge zuster naar haar cel en legden haar neer op haar bed.
De dokter, Don Sancho, en de Franciscaanse broeders die aanwezig waren in het klooster werden er allen bijgeroepen. Don Sancho bevestigde dat de dood had ingetreden en dat er niets anders meer kon gedaan worden dan haar passend te begraven.
Buiten stond het volk aan de deur van het klooster te dringen om nog een laatste maal het lichaam te kunnen zien van hun geliefde weldoenster, want intussen was Moeder Mariana reeds wel gekend in de stad, door vele mensen bij te staan met raad, boete, gebed en zelfs mirakels.
De twee kronen
Moeder Mariana verscheen voor de goddelijke Rechter. Hij vond geen fouten in haar en zei: "Kom, geliefde van Mijn Vader, en ontvang de kroon die we voor u hebben gemaakt vanaf het begin van de wereld." Aldus bevond ze zich, in een onbeschrijfelijke blijdschap, in de Hemel, voor de Heilige Drievuldigheid en het Hemelse Hof. Ondertussen stegen op aarde de gebeden van Moeder Maria en al haar zusters, zowel als deze van de Franciscaanse Paters en het gewone volk op naar de Heilige Drievuldigheid. De zusters konden de gedachte niet verdragen om verder te moeten zonder deze engel en de ware oplichtende scepter van Gods gerechtigheid aan hun gemeenschap.
In Zijn wens om gehoor te geven aan de smeekbeden van Zijn kinderen op aarde, legde de Heer aan Moeder Mariana twee kronen voor: een van glorie en de andere van lelies verwikkeld tussen doornen. Hij vroeg haar om een kroon te kiezen en liet haar begrijpen dat ze in de hemel zou blijven bij het kiezen van de kroon der glorie, zoals het haar toekwam, maar bij het kiezen van de andere kroon, zou ze terugkeren naar de aarde om haar lijden te hervatten. De nederige maagd vroeg dan aan haar Geliefde om in haar plaats te kiezen. "Neen," antwoordde de Heer, "toen ik u als bruid nam heb Ik uw wil getest en nu wens Ik opnieuw hetzelfde te doen."
Nu sprak de Heilige Maagd Maria: "Mijn dochter, Ik heb de Glorie des Hemels verlaten om terug te keren tot de aarde om Mijn kinderen te beschermen. Ik wens dat u mij hierin imiteert, want uw leven is heel erg nodig voor de Orde van Mijn Onbevlekte Ontvangenis."
"Wee aan de kolonie in de twintigste eeuw," vervolgde Maria. "Als er dan geen zielen zijn die uw voorbeeld volgen door hun leven op te offeren in de Holocaust om de goddelijke gerechtigheid te bedaren, zal er vuur uit de hemel komen om te mensen te verteren en Quito te zuiveren."
Bij het aanhoren van dit alles, stemde de nederige maagd ermee in om terug te keren naar de aarde. Ze zou een lang leven kennen van een onbeschrijfelijk lijden, daar een deel van haar opdracht was om te boeten voor de zonden van onze arme, chaotische, corrupte en zondevolle eeuw.
Stigmata, ziekte en dood
Omdat Mariana de Jesus Torres voorbestemd was voor buitengewone genaden tijdens gans haar leven, spaarde de Heer haar niets dat enigszins kon bijdragen tot haar zuivering en volmaaktheid.
En zo, tijdens de nacht van 17 september 1588, terwijl Mariana aan het bidden was, ontving ze de heilige wonden van Onze Heer in haar handen, voeten en zijde. Zij schreeuwde het uit en bleef sidderend achter. Men moest haar het bed in helpen. De stigmata verschenen als doorboorde wonden in de palmen van haar handen en de zolen van haar voeten. In haar zijde was een roodpurperachterige zwaardwonde te zien.
Hierna werd ze verschrikkelijk ziek en onderging zij een martelende beproeving. Zij kon geen enkel deel van haar lichaam meer bewegen. Bij het verergeren van haar pijnen deed de duivel zijn uiterste best hiermee te breken door haar te suggereren dat dit allemaal tevergeefs was, een leugen, een hoax was. Hij was onophoudelijk, in de vorm van een afgrijselijke slang, op rooftocht rond haar bed, de zijde langs dewelke zij een onophoudelijk lijden had.
Op een nacht, toen zij niet langer deze verschrikkelijke beproeving van vijf maanden kon volhouden, aanriep zij de Meest Heilige Maagd. Daarop voelde ze een hand die zachtjes over haar hoofd wreef. Zij keek op en zag de Koningin van de Hemel, mooi, vriendelijk en verheven in een aurea van licht.
Nu kon ze bewegen en zag ze niet langer de afzichtelijke slang. Haar toestand verergerde noch. Tot verwarring van de hele gemeenschap blies ze andermaal haar laatste adem uit. Het was de zaterdag voor Pasen en haar lichaam werd opgebaard in het lager koor. Velen kwamen langs en riepen luid: "De Heilige is dood! Onze engel is heengegaan!"
De volgende morgen echter, terwijl de gemeenschap zich naar het hoger koor begaf om de lijkgebeden te bidden, vinden zij haar biddend! Zoals haar goddelijke Bruidegom, die ze in alles trachtte te imiteren, was ze verrezen tijdens de ochtend van Pasen, om verder te lijden voor de zielen van de wereld.
Overste
Toen Moeder Maria Taboada, zoals haar voorspeld was, in 1589 haar gezondheid voelde verzwakken, wenste ze haar voor te bereiden op haar naderende dood, en stelde ze voor om een nieuwe overste te kiezen. Gedurende zestien jaar was zij, op unanieme wens van haar Orde, overtuigd dat niemand anders geschikt was voor de taak dan de heilige stichtster, kloosteroverste.
Moeder Maria de Jésus Taboada
Uit eerbied voor haar wensen, verkoos de Orde unaniem Moeder Mariana de Jesus Torres tot kloosteroverste en vertrouwde haar deze verheven functie toe, ondanks dat ze pas dertig jaar oud was. Als Moeder Overste leidde zij het klooster met een grote wijsheid, voorzichtigheid, liefdadigheid en goedheid, naar het voorbeeld van de Heer, waarbij zij elk punt van de heilige regels in acht hield, waarbij zij niets oversloeg. Mariana wist dat zij haar tante nog een poos bij haar zou hebben en nam voordeel uit haar advies en begeleiding.
Voorspellingen over de Gemeenschap
Meerdere malen ontvingen zowel Moeder Mariana als Moeder Maria onthullingen over de toekomst van hun klooster.
Conceptionistenkerk en -Klooster te Quito
Zij kenden iedere non die in hun gemeenschap de geloften zou afleggen, en dit tot het einde van de wereld. Zij wisten dat er ten allen tijde zielen van een grote deugdzaamheid, verdienste en heiligheid in dit gezegende huis zouden zijn, maar er zouden er ook ondankbaren en ongehoorzamen tussen zitten. De heilige zielen zouden grote rampen voor Ecuador afwenden en zouden het geloof brandend houden, zelf tijdens de rampzalige twintigste eeuw.
De duivel smeed een complot om het klooster van binnen in te vernietigen
Aan beide heilige vrouwen werd er eveneens getoond dat er zeer spoedig, op aanstoken van de vijand van de mens, diverse weerspanninge en ongehoorzame zusters, die een minder strengere regel dan de Franciscaanse wensten, zouden pogen een breuk in hun gemeenschap te slaan, op aangeven van de Franciscaanse broeders. Daar de Orde van het Onbevlekte Haar als een tak aan de boom van de Franciscaanse Orde was, veroorzaakte deze scheiding aan de gehoorzame zusters een diep lijden.
Dood van Moeder Maria Taboada
In 1594 gaf Moeder Maria Taboada, die een echte moeder was geweest voor Moeder Mariana en al diegenen onder haar zorg, haar ziel terug aan God. Zij had verschrikkelijk geleden alvorens zij stierf en de gemeenschap was ontroostbaar bij het verlies van hun geliefde stichtster.
Niettemin zou zij vanuit de hemel haar klooster blijven begeleiden, zoals ze in haar laatste woorden voor haar doodsangst had beloofd. Toen zat ze plots rechtop in bed met alle sporen van haar ziekte die waren verdwenen en met een gelaat van een montere en jonge vrouw op de leeftijd van 33 jaar, het jaar waarop zij haar klooster had gesticht. Zij had hen verlaten in het meest ontroerende afscheid, waarbij zij de belofte deed om vanuit de Hemel bijstand te blijven verlenen.
In werkelijkheid sprak zij regelmatig met Moeder Mariana tijdens visioenen, wanneer deze toevlucht zocht tot haar voor begeleiding en advies.
Eerste verschijning van de Moeder van het Welslagen
Tegen deze tijd leed Moeder Mariana vreselijk onder de zorg van haar gemeenschap. Ze hadden gebrek aan een degelijke financiële ondersteuning en er was het bijkomende kruis van de dreigende afscheiding van de Franciscanen. Dit was voor haar een waarachtig martelaarschap.
In de vroege morgen van 2 februari 1594 was Moeder Mariana in het hoger koor aan het bidden. Ze lag ter aarde geworpen en haar voorhoofd raakte de vloer en smeekte om hulp voor haar gemeenschap en de zondevolle wereld.
Daarop hoorde ze een zachte stem die haar bij haar naam riep. Ze stond vlug op en zag een allermooiste dame in een aura van licht. In haar linkerarm hield ze het Kindje Jezus vast en in haar rechterhand een staf van het zuiverste goud, versierd met zulke edele stenen zoals men er op aarde geen kan vinden.
"Wie bent u, mooi dame," vroeg zij, "en wat is uw wens? Weet u niet dat ik slechts een arme kloosterlinge ben, vol van liefde voor God, maar lijdend en beproefd tot het uiterste?"
De dame antwoordde: "Ik ben Maria van het Welslagen, de Koningin van de Hemel en Aarde. Precies omdat u een godsdienstige ziel bent, vol van liefde voor God en Zijn Moeder die hier nu tot u spreekt. Ik ben uit de Hemel nedergedaald om uw belaste hart te verlichten."
Daarop toonde de Moeder Gods haar hoe haar gebeden en opofferingen God behaagden. Zij verklaarde dat Zij de gouden staf in Haar rechterhand hield omdat ze wenste om zelf het klooster te leiden en dat de duivel alles zou doen wat binnen zijn macht ligt om het klooster te vernietigen door middel van ondankbare zusters die in het klooster verbleven.
"Hij zal zijn doel niet bereiken," vervolgde zij, "omdat de ik de Koningin van de Overwinningen en de Moeder van het Welslagen ben. Onder deze aanroeping, wens ik tijdens de komende eeuwen mirakelen te verrichten voor het behoud van dit, Mijn klooster en haar inwoners.
Tot het einde van de wereld zal ik heilige dochters en heldhaftige zielen hebben in het duistere leven van hun klooster die zullen lijden onder laster en vervolging van binnenuit hun gemeenschap. Zij zullen heel geliefd worden door God en Zijn Moeder ... Hun levens van gebed, boete en opoffering zullen ten allen tijde uitermate noodzakelijk zijn. Na hun, voor iedereen, ongekende leven te hebben geleid, zullen ze naar de Hemel worden geroepen om de verheven Troon der Glorie te bezetten."
Daarop onthulde ze aan Moeder Marina dat haar leven er een zou zijn van lang en voortdurend lijden, maar Zij draagde haar op om nooit de moed te verliezen.
Nadat Zij dit alles had gezegd, legde ze de Kleine Jezus in de armen van de nederige maagd. Moeder Mariana drukte het Hem dicht tegen haar hart en zo voelde ze de sterkte om het lijden ter wille van Zijn eer en ten goede van de zielen te kunnen ondergaan.
Onze Lieve Vrouw verscheen meerdere keren aan Moeder Mariana onder de benaming van Moeder van het Welslagen. Tijdens sommige van deze verschijningen voorspelde Zij vele dingen over de twintigste eeuw.
Afscheiding van de Franciscanen
De onheilspellende dag die zowel voorspeld was aan Moeder Maria als aan Moeder Mariana, was aangebroken, de dag waarop de smalle kudde zou worden afgescheiden van hun goddelijk toegekende herders. Er waren nieuwe verkiezingen voor een Moeder Overste en Moeder Magdalena de Jesus Valenzuela, de nieuw verkozen priores, verloor geen tijd in het voltooien hiervan. Deze dame was geen slechte persoon, maar door haar zwakte was ze dikwijls een werktuig in de handen van de andere zusters met kwade bedoelingen.
Ze handelde vlug om de gehoorzaamheid aan de zonen van Heilige Franciscus te annuleren en het klooster onder het gezag te plaatsen van de Bisschop van Quito. Dit was een droevige dag voor de heldhalftige en heilige stichtsters en voor alle gehoorzame Conceptionisten van het klooster. Toen ze afscheid namen van de Franciscaanse Vaders, weenden Moeder Mariana en alle getrouwen als ontroostbaar. Niettegenstaande, gehoorzaamden ze, zich onderwerpend aan hun nieuwe overheid. De provinciale vader van de Franscanen verliet hen met woorden van aanmoediging en troost en verzekerde hun de toekomstige terugkeer. Voor de weerspannigen liet hij enkel woorden van verwensingen achter.
Gevangenis
Met Moeder Valenzuela aan het stuur, gemanipuleerd door de ongehoorzame groep, begon het naleven van de regels onmiddellijk te verzwakken. Zo werden de voorgeschreven momenten van stilte niet langer nageleefd en namen de misbruiken toe.
Bezorgd en met een verwond hart bij deze toestand die aan het ware doel van het kloosterlijk leven voorbijging, benaderde Moeder Mariana nederig haar nieuwe overste, waarbij ze haar, als stichtster en ex-priores, smeekte om deze inbreuken en koersverandering ongedaan te maken en dit ten goede van de gemeenschap.
De seculiere geestelijke prelaat, die nu de autoriteit had over het klooster, had van deze oproep gehoord, maar de opstandige groep zusters verzekerden hem dat hij een heel slecht verslag had gekregen, waarbij ze Moeder Mariana als weerspanning, ongehoorzaam en nog veel meer bestempelden.
Het resultaat was dat de onschuldige maagd tot drie dagen opsluiting werd veroordeeld. Hij beval eveneens dat haar sluier moest worden verwijderd, dat ze een publiekelijke kastijding zou krijgen in de refter, waarbij ze knielend op de grond moest eten. Zij bracht deze drie dagen door in een donkere en ondergrondse gevangenis. Daar moest Moeder Mariana boeten omwille van haar volmaakte onschuld.
Na drie dagen werd ze verhuisd naar een isoleercel. De Spaanse stichtsters die niet langer haar lijden konden aanzien, brachten haar daar bezoek. Hiervoor werden ze, samen met Moeder Mariana, eveneens gevangengezet voor de tijdsduur van een maand. Anderen die solidair waren dienden hen ook te vervoegen in de gevangenis. Op een bepaalde ogenblik waren ze allen samen met vijfentwintig zusters die moesten betalen voor hun trouw.
Goddelijke vertroostingen
Op een nacht begon een klein kruis dat Moeder Mariana op de muur had geschilderd intens te schitteren. Terwijl het licht, tot verbazing van de onschuldige gevangenen, intens toenam, werden elk van de zeven stichters opgenomen in een prachtige extase en kregen ze elk een verschillend visioen.
Zo zag Moeder Francisca der Engelen in haar visioen, een van de Spaanse stichtsters, haar serafijnse vader, de Heilige Franciscus van Assisie, in een vlaag van woede links en rechts pijlen afschieten op het klooster. Eén der pijlen doorboorde het hart van een ongehoorzame non, die onmiddellijk doodviel.
Hierop zei de Heilige Franciscus tot Moeder Francisca: "Deze non is de hoofdverantwoordelijke voor de afscheiding van de Franciscanen en de slordigheden die worden ingevoerd in het klooster. Zij zal rekenschap moeten afleggen voor al het lijden en het gebrek aan toezicht op de regels tijdens de komende eeuwen, tot het klooster opnieuw onder de bevoegdheid van de Franciscaanse orde zal komen. Dan zullen de regels die ons door Paus Julius II zijn gegeven, volkomen worden toegepast. Maar ik zeg u ook dat er ten allen tijde zielen zullen zijn die, uit liefde voor hun Serafijnse orde, de geestelijke voorschriften van het klooster zullen ondersteunen met hun leven van boete en toewijding."
De ochtend daarop werd de non dood aangetroffen in haar cel. Haar gelaat was van zwart en purper. De gevangenen moesten het lichaam voor de begrafenis dragen. U kunt zich de smart voorstellen van Moeder Francisca bij het dragen van de zuster die ze had liefgehad en gediend, maar die ze niet had kunnen redden!
Moeder Magdalena van de Heilige Johannes aanschouwde de Heilige Johannes, de evangelist. Hij onthulde haar dat op de dag van het laatste avondmaal, toen hij zijn hoofd op het hart van onze Redder liet rusten, één der geheimen die hem waren geopenbaard, de stichting van dit klooster was. Onze Heer liet hem weten hoezeer Hij dit huis liefhad en dat er Eucharistische zielen zouden in wonen die het lijden van het herstel op zich zouden nemen voor de heiligschennis die was begaan tegen het Goddelijke Slachtoffer.
En zo brachten deze heilige zielen hun dagen van gevangenschap door in hun eigen huis, vervolgd, beschimpt, en op zichzelf verlaten.
Goddelijke vertroostingen
Vrijheid
Gekweld door medelijden en wroeging kon Moeder Valenzuela niet langer de gedachte verdragen dat deze onschuldige en heilige zusters zaten opgesloten op die afschuwelijke plek. Zij schreef een brief naar de Bisschop waarin zij haar zwakheid opbiechtte door de opstandige nonnen toe te laten haar te manipuleren en hierdoor tot de gevangenzetting van deze volkomen onschuldige nonnen hadden aangezet. De prelaat was erg woedend door deze boodschap. Hij berispte Moeder Valenzuela streng en beval de onmiddellijke vrijlating van de slachtoffers.
Bij hun vrijlating kustten de arme, lijdende zusters nedering de voeten van hun priores en ook deze van hun vervolgers.
Ondanks dit, zou het een heel werk zijn om de blijvende intriges, laster en roddel en kwellingen die door de vader aller leugens werden opgezet tegen de trouwe en diepgelovige zusters in een boek neer te schrijven. Laat het volstaan om te zeggen dat dit slechts het begin was van de verschrikkelijke kwellingen en vervolgingen die werden geleden door deze heilige zielen, die later moesten terugkeren naar die vreselijke gevangenis.
Andermaal verkiezingen en opsluiting
Na hun vrijlating uit hun gevangenschap, werd Moeder Mariana opnieuw verkozen tot priores, waarbij ze de meerderheid der stemmen kreeg van de trouwe en gehoorzame volgelingen van het klooster. Dit veroorzaakte zon woede langs de zijde van de opstandige zusters dat zij zodanig opnieuw door het slijk werd gehaald dat het ter ore kwam van de Bisschop. Niet wetend hoe hij dit moest beantwoorden, liet hij haar opsluiten in de isoleercel. De onwaardige en haatvolle groep wou haar zelfs in een donkere gevangenis laten opsluiten, maar Moeder Valenzuela wou hier niets van weten.
Verdere profetieën over de negentiende en twintigste eeuw
Op een dag, tijdens deze tweede periode van afzondering, terwijl ze in haar lijden aan het bidden was, aanschouwde Moeder Mariana opnieuw een dame van een onvergelijkbare pracht en schoonheid, omgeven door licht. Opnieuw noemde de dame zichzelf Onze Lieve Vrouw van het Welslagen. Opnieuw droeg zij de Kleine Jezus en een staf. Een met diamanten versierd kruis glinsterende net zoals zo vele zonnen op de staf. Robijnen versieren het middengedeelte van het kruis en Marias naam was in een robijnen ster gegrift, glinsterend in vele verschillende kleuren.
Deze keer, zei Onze Moeder van het Welslagen, samen met vele andere dingen: "Tijdens de negentiende eeuw zal er een waarachtig Christen president regeren over Ecuador. Hij zal een man van karakter zijn aan wie God, onze Heer, de verdienste van het martelaarschap zal verlenen en dit op hetzelfde centrale plein als dit waar Mijn klooster staat. Hij zal de republiek opdragen aan het Allerheiligste Hart van Mijn Heilige Zoon en deze toewijding dat het Katholieke Geloof ondersteunen in de jaren die zullen volgen, wat dreigend zal lijken voor de Kerk.
"Tjdens deze jaren, waarin de vrijmetselarij, de vervloekte sekte, de regering zal overnemen, waarbij er een gemene vervolging zal heersen tegen de religieuze gemeenschappen. Zij zullen ook dit klooster, dat in het bijzonder Mij toebehoort, gewelddadig aanvallen. Voor deze ellendelingen zal het klooster uitgeroeid lijken, maar in hun onwetendheid, leef Ik en leeft God om in hun eigen midden krachtige verdedigers van dit werk te doen opstaan. We zullen ook onoverkomelijke moeilijkheiden op hun weg plaatsen, en de overwinning zal Ons toekomen."
Deze voorspellingen zijn tot op de letter uitgekomen.
Gabriel Garcia Moreno
Gabriel Garcia Moreno was een man met een onwankelbare moed, uitermate intelligent en met een brandende liefde voor de Kerk en het Pausschap. Als president van Ecuador, leidde hij de republiek naar de wegen van het geloof en oprechtigheid en dit gedurende verscheidene jaren waarbij hii niet alleen een enorm geloof teweegbracht in het land, maar tevens zorgde voor een hervorming van de moraal, het onderwijs en de economie.
Kort na zijn herverkiezing droeg hij, gedreven met mannelijke hartstocht, een groot houten kruis tijdens de processie van de Goede Week en leidde hij het gevolg door de straten van Quito. Kort daarop stuurden de vrijmetselaarsloges van Peru een huurmoordenaar naar Ecuador om hem te vermoorden.
Op 6 augstus 1875 werd hij, bij zijn terugkeer van de Heilige Mis en de Heligie Communie in de Kathedraal, voor het presidentieel paleis op een brutale en laffe wijze vermoord. Hij viel neer op het plein waar het Klooster van de Onbevlekte Ontvangenis staat, precies zoals Onze Lieve Vrouw had voorspeld.
Stervende president Gabriel Moreno
Er wordt verteld dat, terwijl hij stervende van de wonden, toegebracht door een machete, hij er nog in slaagde om zijn vinger te dippen in de enorme plas bloed en de volgende woorden op te schrijven op het wegdek: "Dios no muere," of "God sterft niet."
De Moeder Gods vraagt om een beeld
Tijdens dezelfde verschijving vroeg de Heilige Maagd van het Welslagen aan Moeder Mariana om een beeld te laten maken, precies zoals Moeder Mariana haar had waargenomen. Haar wens wat dat dit beeld in de zetel van de priores in het hoger koor zou worden geplaatst, zodat ze vandaar ook effectief zou kunnen heersen over Haar klooster. In Haar rechterhand moest er een staf geplaatst worden als teken van haar autoriteit als overste, samen met de sleutels van het klooster, zodat Zij het gedurende de komende eeuwen zou kunnen beschermen.
En Onze Moeder heeft dit maar al te zeer waargemaakt, want meerdere malen hebben de vijandige autoriteiten van Ecuador gepoogd om de zusters uit hun klooster te verdrijven. Geen enkele van deze pogingen heeft ooit succes gehad. In bepaalde gevallen stierf de persoon de met de taak was belast of werd hij overgeplaatst alvorens het bevel kon worden uitgevoerd. Bij een bepaalde gelegenheid zelfs, hadden een groot aantal mensen, die waren aangeduid om op een bepaald tijdstip te verzamelen voor het klooster, de afspraak vergeten tot de tijd was voorbijgegaan.
Moeder Mariana neemt de maten af van de Heilige Moeder
Moeder Mariana stond voor het probleem over hoe ze de exacte maten kon verkrijgen van Onze Hemelse Moeder. Toen Maria haar verwarring opmerkte, verwijderde Zij de koord van de taille van Haar kleed. En dan, in een moment van enorme genade, hield Onze Lieve Vrouw het koord aan Haar vooorhoofd, terwijl Moeder Mariana het andere eind aan de voeten van Onze Lieve Vrouw vasthield. De koord, normaal veel te kort voor zon afmetingen, rekte zich uit tot de preciese lengte.
Afnemen van de maten
Om de een of andere onbekende reden heeft Moeder Mariana twijfels, sommige verleidingen en moeilijkheden doorgemaakt, waardoor haar geloof in de authenciteit van de verschijning op de proef werd gesteld. Het gevolg was dat er vele jaren voorbij gingen vooraleer het beeld, waar de Moeder van het Welslagen had verzocht, was voltooid.
De onrust in het Klooster duurt voort
De zaken bleven verre van bezonken in het Klooster van de Onbevlekte Ontvangenis. Steeds aangespoord door de duivel die bij zichzelf had gezworen dat hij dit Heilige Huis, dat zoveel ravage toebracht aan zijn plannen, te vernietigen, stopten hetzelfde gebroed van opstandige, misnoegde en afgunstige nonnen nooit met hun intriges.
Opnieuw werd het tijd voor de nieuwe verkiezing van een Kloosteroverste. Het opstandige gedeelte zocht zoveel onenigheid dat er, na vele zittingen, nog steeds geen beslissing was gevallen. De Bisschop moest zelf tussenkomen en de nieuwe verkiezing voorzitten.
Verblind door haat en jaloezie, eiste de leidster van de opstandige nonnen, een kleine zuster die gekend stond onder de naam "La Capitana," de post van priores voor haarzelf op bij het beschimpen en het beledigen van Moeder Mariana en de Spaanse stichtsters. Ze verzocht ook om hun terugkeer naar Spanje.
Dit laatste was echter de fatale vergissing die door de opstandige zussen gemaakt hadden, want de Bisschop zag nu duidelijk in met wie hij te doen had. De Bisschop was zo verbolgen dat hij beval om "La Capitana" onmiddellijk te laten verwijderen en op te sluiten in de gevangenis, waar haar onschuldige slachtoffers voorheen zoveel hadden geleden. Van de overige opstandige zusters werd het stemrecht ingetrokken en bovendien zouden ze voortaan de hardste huishoudelijke taken krijgen toegewezen. Bij enig verzet moesten ze hun leidster gaan vervoegen in de gevangenis. Ze werd ook verjaagd uit het stemlokaal.
Uiteindelijk werd Moeder Valenzuela opnieuw tot priores verkozen.
De immense opoffering
Terwijl dit vol van haat gevulde en grillig schepsel tegen de Bisschop sprak, zat Moeder Mariana stilletjes in de hoek van de komt, vanwaar ze een visoen kreeg van afschuwelijke apen die deze zuster benaderden. Hun monden, ogen en neusgaten spuwden vuur dat zich in haar hart stortte en eveneens in het hart van haar opstandige volgelingen.
Moeder Mariana zag dat deze ongelukkige non en vele van haar volgelingen niet zouden worden gered. Maar, zich wel bewust van grenzeloze liefde van Moeder Mariana voor de zielen, verscheen Onze Heer aan haar en stelde het onvoorstelbare voor. Er was maar één wijze om deze ziel te sparen van het eeuwige vlammen van de hel, die ze welverdiend had voor haar vele zonden en het kwaad dat ze de gemeenschap had toegebracht voor de volgende eeuwen: de enige wijze om haar te redden was dat Moeder Mariana ermee zou instemmen om vijf jaar in de hel te lijden voor haar.
De heldhaftige non beefde tot in haar binnenste, maar zij aanvaardde deze opdracht.
Vertaling: Chris De Bodt
06-11-1980
Moeder Mariana de Jesus Torres [Biografie 2]
Moeder Mariana de Jesus Torres [Biografie 2]
La Capitana
Op een dag hoorden de priores en de ex-priores afschuwelijke stemmen vanuit de gevangenis. Moeder Valenzuela vroeg aan Moeder Mariana wat zij dacht wat dit kon zijn, waarop de heilige non antwoordde: "Moeder, deze arme zuster is een slachtoffer van de duivel. Laat ons haar gaan bezoeken en haar naar buiten brengen in de tuin, opdat ze niet zou wanhopen.
Toen zij hen zag begon het armzalige schepsel rond haar cel te rennen, waarbij ze haar hoofd hard tegen de muren sloeg, al schreeuwend: "Ik ga dood! Ik ga dood! De duivel gaat mij nemen!" Dan viel ze met haar aangezicht op de grond.
Zich tot Moeder Valenzuela kerend, gaf Moeder Mariana een teken: "Kom, Moeder."
"Neen," antwoordde overste Moeder Valenzuela, overmand door schrik: "u eerbiedwaarige moet alleen gaan."
Moeder Mariana boog zich wenend over de gevallen zuster en draaide haar om. Haar tranen kwamen op het gelaat van het ellendige schepsel terecht, die schuimbekte en bloed verloor uit haar neus. Moeder Mariana maakte haar schoon en masseerde haar in een poging om haar terug tot zinnen te brengen. Daarop vroeg ze naar Moeder Francisca van de Engelen, die verpleegster was, om in een aantal remedie te voorzien. "Gaat alles nog goed?" vroeg Moeder Valenzuela, die paniekerig buiten de deuropening bleef staan.
"Wees niet bezorgd, Moeder. Jezus en Maria zijn met mij," was het kalme antwoord.
Exorcisme
Terwijl Moeder Mariana wachtte, merkte ze plots twee zwarte schepsels geknield tegen de muur, in een hoek van de kamer, die zich bang voor haar verborgen. Verbolgen keerde ze zich naar hen toe: "Ellendige en afschuwelijke beesten, wat doet u hier? Ga terug naar uw gemene thuis, want dit is een heilige plaats, een huis van gebed en boete! Al uw pogingen om een greep te krijgen op de ziel van mijn zuster, zullen tot niets leiden. Jezus Christus is voor haar gestorven en ondanks u, zal ze worden gered. Ik beveel u in de naam van de mysteries van de Meest Heilige Drievuldigheid, van de goddelijke Eucharistie, van de goddelijke Moederschap van de Allerheiligste Maria en de glorierijke tenhemelopneming van haar lichaam en ziel, dat u onmiddellijk deze heilige plaats zou verlaten. Ga weg en keer nooit meer terug om één van mijn zusters te kwellen met uw afzichtelijke aanwezigheid."
Terwijl zij deze laatste woorden uitsprak, was er een verschrikkelijk geluid. De grond schudde en vreselijk geschreeuw werd gehoord. Toen waren de duivels verdwenen.
Ziekenafdeling en dood
Toen ze terug bijkwam, was de ziek non erg van haar stuk gebracht, maar ze wou enkel praten tegen Moeder Valenzuela. Ze bracht een verschrikkelijke nacht door, lijdend aan de wreedheden van de misdadig geweten. Nog steeds had de afgunst zon greep op haar hart dat ze het zelf niet over haar hart kon krijgen om zich tegenover Moeder Mariana te verontschuldigen en haarzelf over te halen meer liefde voor haar op te brengen.
Op bevel van de dokter werd ze naar een kamer verplaatst waar ze kon worden verpleegd, want ze gaf een infectieziekte en was erg ziek. Moeder Mariana en Francisca verzorgden haar met de grootste liefde, tederheid en genegenheid. Nog bleef de zieke non hen onbeleefd behandelen, over alles klagend.
Er werd een priester bijgeroepen, maar ze wou niet biechten. De priester verliet de kamer, bedroegd door dit tafereel van stervende onboetvaardigheid. Hierop blies ze haar laatste adem uit.
Moeder Mariana bleef het lichaam in haar armen houden. Haar Spaanse medestichtsters smeekten haar om haar terug om haar bed te leggen, maar Moeder Mariana zei: "Mijn zusters en Moeders, vergeet niet vlug mijn opoffering die ik heb aanvaard om deze ziel te redden. Bid vurig tot God voor haar. Ze staat nu voor de zetel des oordeels van God en is zich nu bewust van al het kwade dat ze heeft gedaan. Ze zal opnieuw leven. Wees niet bevrees: blijf kalm want ze zal berouw hebben en dit willen goedmaken. Later zal ze dan sterven en gered zijn, maar ze zal in het Vagevuur moeten verblijven tot de dag van het Laatste Oordeel. Dit heeft de Heer mij onthuld."
Ze had haar woorden maar amper uitgesproken of het dode lichaam begon te trillen, waarop ze haar ogen opende. Ze keek de kamer rond, alsof ze iemand zocht. Daarop richtte ze haar ogen op Moeder Mariana. Ze wou tot haar spreken, maar haar stem bleef steken in een stortvloed van tranen. De engelachtige Moeder Mariane droogde haar tranen met een moederlijke liefde en sprak haar woorden van het vertrouwen en de goedheid van God toe. Het arme schepels voelde uiteindelijke hoeveel liefde ze ontving.
Na een algemene biecht, begon ze stilletjes te herstellen. Ze was nu volgzaam als een kind geworden en wou nooit uit de buurt zijn van haar heilige weldoenster.
Moeder Mariana treedt de hel binnen
Enige tijd later verscheen de Heer aan Moeder Mariana. Hij herinnerde er haar aan dat de tijd was gekomen om de prijs te betalen voor de redding van de ziel van "La Capitana." Hij liet haar weten dat ze de volgende dag, na het ontvangen van de Heilige Communie, vanaf het ogenblik dat de sacramantale resten in haar lichaam zouden zijn opgelost, de hel zou binnentreden.
De volgende morgen, terwijl ze naderde om haar God in de Heilige Communie te ontvangen en daarna haar intieme relatie met Hem te verlaten voor de lange tijdsduur van vijf jaren, voelde ze zich alsof haar hart was gebroken. Ze probeerde de Heer nog zo lang mogelijk bij haar te houden, maar van het ogenblik dat de goddelijke resten waren opgelost, voelde ze een verschrikkelijke pijn alsof haar hart uit haar borst werd gerukt. Vanaf dat ogenblik werd ze totaal ongevoelig voor God.
En alhoewel ze vijf jaren in de staat van een vervloekte ziel moest verblijven, verloor ze alle notie van tijd en was ze er van overtuigd dat het eindeloos zou blijven duren. Haar verheven liefde voor God en haar Allerheiligste Moeder sloeg nu om in een gevoel van haat, afkeer en wanhoop.
Ondertussen, terwijl haar ziel alle kwellingen van de vervloekte leed, werden haar vijf lichamelijke zintuigen ondergedompeld in de meest afzichtelijke martelingen. Haar lichaam was als gloeiend hout, brandend, zonder te vergaan onder de onbeschrijfelijkste pijnen. Haar ogen aanschouwden de meest vreselijke helse taferelen terwijl de meest monsterachtige godlasteringen haar oren voortdurend bestormden. Haar gevoel van reuk werd gekweld door de verdorvenheid van de mensheid en haar tastzin werd gekweld door scherpe punten die tot het binnenste van haar lichaam binnendrongen. Haar gehemelte was gemarteld door een verschrikkelijke, ongekende smaak, terwijl de duivels alsmaar zwavel in haar keel duwden. Tegelijkterijd sloegen de duivels haar hoofd tot op het punt dat de hersenen er uit zouden spatten en zetten haar aldus aan tot toorn, wanhoop en godlastering.
Ze onderging dit alles terwijl haar dagelijkse leven in het klooster doorging. Over haar lippen kwam niet de minste klacht tot de Gemeenschap. Integendeel, ze bleef eerder een volkomen voorbeeld van zachtheid, nederigheid en gehoorzaamheid. Enkel de Franciscaanse priesters die haar begeleidden en de andere stichters wisten wat Moeder Mariana onderging en ze baden onophoudelijk voor haar.
Het enige uiterlijke teken van de hel dat ze onderging was dat haar wangen, die anders gezond waren met een mooie blos, iets wat haar natuurlijke schoonheid nog versterkte, elke kleur verloren en helemaal invielen. Op het einde was ze een wandelend lijk.
Dood van La Capitana
Vijf jaar later, in gebed verzonken, schreeuwde Moeder Mariana het uit en viel ze als dood neer. Ze was voor een lange tijd bewusteloos en dan, diep zuchtend, opende ze haar ogen die zich vulden met tranen van verlichting. Haar hel was over. Geleidelijk herstelden zich haar gezondheid en haar mooie gelaatskleuren.
Niet lang daarop werd "La Capitana" opnieuw ziek en naderde ze haar einde. Zij biechtte al haar zonden op en stierf rustig, bijgestaan door de sacramenten van de Heilige Kerk.
Moeder Mariana de Jesus Torres zag het oordeel van de zuster, terwijl haar werd getoond dat haar redding te danken was aan een vijfjarige verblijf van Moeder Mariana in de hel. Ze zal de immense dankbaarheid meedragen tot in de eeuwigheid. In het Vagevuur werd ze veel geholpen door haar weldoensters, die onophoudelijk voor haar baden. Na de dood van zuster Mariana, werd deze ziel geleidelijk aan vergeten.
Het miraculeuze beeld
Op 21 januari 1610 verscheen de Heilige Moeder van het Welslagen voor een tweede keer, nu vergezeld door de drie aartsengelen Michael, Gabriël en Rafaël met een nieuw verzoek om het beeld te laten maken.
Toen duidde de Hemelse Koningin de beeldhouwer aan die deze heilige taak moest ten uitvoer brengen. Het zou Francisco del Castillo worden, een man uit een goede familie en een voortreffelijk beeldhouwer. Daarenboven was hij Godvrezend, eerlijk en rechtschapen en onderhield hij met zijn vrouw en kinderen nauwkeurig de tien geboden.
"Maar Dame en Lieve Moeder van mijn ziel," antwoordde Mariana, "deze kleine en onzichtelijke mier zal nooit uw wezenlijke schoonheid kunnen overbrengen aan om het even welke beeldhouwer Het is ten zeerste nodig dat één van de aartsengelen mij zou begeleiden bij het tot stand komen van dit Heilige Beeld dat U wenst."
De Hemelse Koningin stelde haar bezorgdheid gerust door haar te verzekeren dat Francisco del Castillo het zou beeldhouwen en dat haar engelen het zouden voltooien.
Opnieuw verzocht de non om Haar hemelse maten te mogen nemen. Zoals reeds eerder, nam de Allerheiligste Maria minzaam één eind van het koord en plaatste het op haar voorhoofd, terwijl Moeder Mariana het andere eind raakte van de miraculeus uitgestrekte koord tot Haar voeten. Maar deze keer, opdat de Heilige Maagd het uiteinde van de koord gemakkelijk op Haar voorhoofd zou kunnen houden, hielden de drie Aarstengelen de prachtige gouden lichtjes boven haar hoofd, om deze daarna terug te plaatsen met grenzeloze zorg en eerbied.
Nog steeds twijfelt Moeder Mariana: Onze Lieve Vrouw dringt aan
Bijna niet te geloven, maar na twee verzoeken van de Hemelse Moeder zelf, twijfelde Moeder Mariana nog steeds
Zij vreesde dat de Bisschop haar zou in twijfel trekken en bezwaren zou opwerpen tegen zon beeld. Ze vreesde ook dat de Indiaanse bevolking van Quito, die nog maar pas onderricht waren in de godsdienst en nog steeds neigingen hadden tot afgoderij, de verkeerde eerbied zouden hebben voor zon mooie weergave van de Moeder Gods.
Op de tweede februari van datzelfde jaar knielde Moeder Mariana voor het Heilige Sacrament neer en beëindigde ze haar gebruikelijke nachtgebed, toen ze in haar hart een mix van vreugde en vrees voelde opwellen.
Ogenblikkelijk bevond ze zich voor de Koningin van de Hemel, omgeven in een stralende gloed binnen een ovaal kader van glinsterende sterren. Mariana voelde een neiging om dit te ontvluchten, maar iets hield haar tegen. Ze zag de Oppermachtigste Koningin die haar streng aankeek, zonder het minste woord te zeggen.
Moeder Mariana smeekte Onze Lieve Vrouw om haar zo niet aan te kijken en beloofde haar dat ze alles wat Ze had bevolen ten uitvoer zou brengen, ook al zou het haar leven kosten.
Daarop berispte de Hemelse Moeder haar met geduld en vroeg haar waarom ze twijfelde en vreesde, ondanks haar weten dat Zij de Allermachtigste Koningin was. Ze verzekerde Moeder Mariana dat er geen enkel gevaar zou zijn van afgoderij, maar dat, integendeel, dit beeld enkel bedoeld was ten goede van het klooster, maar ook voor het volk in het algemeen door de eeuwen heen.
Toen smeekte Moeder Mariana de Heilige Moeder dat haar eigen naam zou verborgen blijven, zodat de eer enkel zou te beurt vallen om aan de Allerheiligste Maria om te worden vereerd.
Onze Lieve Vrouw willigde haar nederig smeken in en verzekerde Mariana de Jezus Torres dat de feiten over het maken van dit beeld en van Moeder Marianas leven enkel bekend zouden worden tijdens de twintigste eeuw.
Het beeld
Het verzoek van Onze Lieve Vrouw maakte een diepe indruk op de Bisschop en hij gaf Moeder Mariana een berisping omdat ze hem dat niet vroeger had medegedeeld.
Met de toelating en de volledige steun van de Bisschop, werd er contact opgenomen met Francisco del Castillo. De arme man kon zijn verbazing, vreugde en dankbaarheid amper verbergen, omdat hij door de Moeder van God zelf was aangeduid en vernoemd voor deze heilige opdracht. Hij weigerde elke betaling want hij beschouwde zichzelf volledig vergoed omdat hij alleen was aangeduid. Zijn enige vraag was dat zijn familie en zijn afstammelingen steeds verenigd in gebed met de Gemeenschap zou blijven.
Om het nodige materiaal te vinden voor het beeld verliet hij Quito, vastbesloten dat hij enkel zou terugkeren nadat hij het beste hout en de beste verf had gevonden dat het land te bieden had.
Moeder Mariana beschreef hem zo goed mogelijk het uiterlijk van de Hemelse Koningin zoals Zij aan haar was verschenen en gaf hem daarna de preciese afmetingen door. Volgens de berekeningen waren de afmetingen van onze Lieve Vrouw iets meer dan 1,75 meter.
Miraculeuze afwerking
In januari 1611, toen het beeld bijna klaar was en er nog enkel een laatste laagje verf en vernis dienden te worden aangebracht, bracht Francisco del Castello er van op de hoogte dat deze laatste afwerking de belangrijkste waren en dat hij er zeker wou van zijn dat hij het beste materiaal had. Hij zei dat hij binnen de twee weken, op 16 januari, zou terugkeren om het werk te hervatten na het ontvangen van de Heilige Communie.
Tijdens deze dagen werd er binnen de Gemeenschap over weinig anders gesproken dan over het heilige beeld dat bijna was voltooid, gezegend en in het klooster geplaatst als hun Koningin en Overste ervan.
In de ochtend van 16 januari, terwijl de zusters het hogerkoor naderden voor hun ochtendgebeden, hoorden ze een mooie melodie. Toen ze het koor binnentraden aanschouwden ze het beeld, omgeven door een hemels licht, terwijl de engelen "Salve Sancta Parens" zongen.
Ze zagen dat het beeld uistekend was afgewerkt en dat Haar gelaat bundels van het helderste licht uitstraalde.
Het beeld van Onze Lieve Vrouw van het Welslagen te Quito Afwerking samen met de aartsengelen en de H. Franciscus van Assisi
Toen Francisco del Castello terugkwam en het beeld aanschouwde, viel hij neer op zijn knieën met de woorden: "Moeders, wat zie ik? De afwerking van dit dierbare beeld is niet van mijn handen. Ik weet niet hoe ik moet beschrijven wat er omgaat in mijn hart, maar dit is afgewerkt door engelenhanden." In feite lag de buitenste laag van het beeld op de grond.
De Bisschop die kwam om het beeld te zien en knielde, moest het bovennatuurlijk verschijnsel eveneens toegeven. Hij verklaarde plechtig dat het beeld was aangepast en verrijkt door andere dan mensenhanden. Nadien vroeg hij aan Moeder Mariana, die intussen opnieuw adbis was geworden, om te biechten te komen. Hij wist dat zij meer moest afweten van wat er was gebeurd.
Afgewerkt door Hemelse Handen
Daarop onthulde Moeder Mariana wat zich in de vroege uren van die zestiende januari had afgespeeld. Plotseling nam ze een groot licht waar dat de kerk en koor vulde, terwijl zij aan het bidden was. Zij had de aanwezigheid van de Allerheiligste Drievuldigheid in de kerk waargenomen en had hierbij de oneindige liefde begrepen van de drie Goddelijke Personen. Ook Maria was aanwezig, in Koninginnenpracht.
Daarop werd Zij geprezen door de negen engelenkoren die hun eerbied aanboden. De drie Aartsengelen, de Heilige Michaël, Gabriël en Raphaël knielden elk neer voor Haar en zeiden op hun beurt: "Gegroet Maria, dochter van God de Vader, Gegroet Maria, Moeder van God de Zoon, Gegroet Maria, de allerzuiverste bruid van de Heilge Geest. Daarop verscheen Francis met zijn heilige wonden die straalden als de zon. Toen hij het onvoltooide beeld naderde en zijn gordel van rond zijn middel nam, bond hij zijn gordel rond Haar middel en plaatste hierbij zijn geliefde Klooster van de Onbevlekte Ontvangenis, in haar handen en vroeg haar de beschermster, lerares en moeder van het Klooster te zijn in de moeilijke tijden die zouden komen.
Ondertussen schitterde het beeld als uit het midden van de zon. Zie daar en aanschouw: de Heilige Maagd naderde en trad het beeld binnen zoals de zonnestralen een doorzichtig kristal binnendringen. Op dat ogenblik werd het beeld levend en hief het magnificat aan!
Dit gebeurde om drie uur in de ochtend. Moeder Mariana zag ook haar tante, Moeder Maria Taboada, die haar feliciteerde voor alle genaden die haar en de Gemeenschap kregen toebedeeld. Opnieuw echter werden de moeilijkheden getoond die het klooster, vooral tijdens de twintigste eeuw, zou ondervinden. Ze sprak eveneens van de Heilige Zielen wiens namen reeds in de harten van Jezus en Maria gegrift waren en die niet enkel het klooster zouden handhaven, maar die eveneens rampen voor de mensen in die tijden zouden afwenden.
Op dit ogenblik kwam Moeder Mariana opnieuw bij bewustzijn. Ze aanschouwde het beeld, stralend en op een prachtige wijze afgewerkt.
Thuis
Om drie uur s ochtends van 2 februari 1634, had Moeder Mariana net haar gebeden beëindigd in het opperkoor, toen ze opmerkte dat de olielamp boven het tabernakel was uitgedoofd. Instinctief wou ze naar beneden in de kerk gaan om deze opnieuw te doen branden, maar door een ongekende kracht stond ze ter plaatse stil en kon ze geen stap meer vooruit zetten. Op dat ogenblik verscheen Onze Lieve Vrouw van het Welslagen met de Kleine Jezus in Haar linkerhand en de scepter in Haar rechterhand. Onze Hemelse Moeder naderde zachtjes en zei: "Mijn geliefde dochter, vandaag breng Ik u de aangename mededeling van uw dood, die zal plaatsvinden binnen elf maanden. Uw ogen zullen zich dan sluiten voor het materiële licht van deze wereld om zich vervolgens te openen in de schittering van het eeuwige licht. Bereid uw ziel voor zodat Ik u, zuiverder dan ooit, in volheid kan doen binnentreden in de vreugde van uw Heer."
En zo geschiedde. Moeder Mariana haar gezondheid begon achteruit te gaan, maar zij bleef haar kloosterverplichtingen nakomen tot zolang ze kon. Toch zou de tijd komen dat ze bedlegerig zou worden. Met de kennis van de dag en het uur van haar dood, bereidde ze haar bedroefde dochters voor op haar laatste reis naar de Eeuwigheid. Ze hing heen naar de Heer op 16 januari 1635 om 3 uur sochtends op de leeftijd van 72 jaar.
Rond één uur s nachts vroeg ze aan de Moeder abdis om de gemeenschap bijeen te roepen. Toen ze allen daar waren begon ze luidop haar prachtige testament te lezen, dat begon met het bevestigen dat ze zou sterven als een gelovige dochter van de Heilige, Roomse, Katholieke en Apostolische Kerk. Daaop herhaalde zij, met een bevende stem vol emoties maar eveneens vol kracht en vastbesloten, de woorden van haar Meester: "Het is nodig dat ik ga, maar ik zal mijn weeskinderen nooit verlaten. Ik ga tot mijn Vader en uw Vader, tot mijn God en uw God, en de goddelijke Vertrooster zal neerdalen om jullie te troosten."
Na het ontvangen van de Laatste Sacramenten sloot ze kalm, maar vol van liefde, haar ogen en hield ze op met ademen. Mariane de Jesus Torres was bij God.
Een Roos aan haar voeten
Wij kunnen niet nalaten een meest aangrijpend en gouden aflevering uit haar leven te vertellen als het einde van dit verhaal.
Meerdere jaren voorheen kwam er een bezorgde en aanstaande Moeder aan Moeder Mariana vragen om voor haar toestand te bidden, die als gevaarlijk werd gediagnoseerd.
Opgewekt en vriendelijk zoals altijd, gaf de heilige zuster haar wat anijswater waarmee ze reeds ontelbare ziekten had genezen, en verlichtte zij haar pijnen door haar te verzekeren dat ze een gezond meisje zou ter wereld brengen. De getrooste moeder vroeg daarop aan haar beschermster om voor haar kind te willen bidden.
Maria de Jesus antwoordde: "U hoeft niet om gebeden te vragen, want dit meisje behoort meer tot mij dan tot u. Het is een door God verkozen ziel die dit klooster zal welriekend maken met het aroma van haar deugdzaamheden. Breng haar dikwijls naar hier, want het is mijn wens om haar te zien. Zij zal mijn lichaam aankleden voor de begrafenis."
Zoals voorspeld werd er een mooi en gezond meisje geboren die de naam Zoila Blance Rose meekreeg. Op de leeftijd van tien jaar smeekte ze om te worden toegelaten tot het klooster waar ze reeds een voorbeeld was van deugdzaamheid, alsmede een straal zon door haar steeds vreugdevolle en onschuldige karakter. Haar kloosternaam werd Zoila Blanca Rose de Mariana de Jesus.
Toen haar geliefde Moeder voor een laatste maal ziek werd, werd ze toegewijd verpleegd door zuster Zoila. Maar de zonnestralen verdwenen van haar gelaat bij de gedachte dat ze zou moeten verder leven zonder haar Heilige Moeder.
Op een dag kwam ze stralend uit de ziektekamer. Toen haar naar de reden van zon ongepaste vreugde werd gevraagd, door het naderen van haar Moeders dood, vertelde ze dat Moeder Mariana had beloofd om haar mee te nemen met haar.
Terwijl Moeder Marianas lichaam opgebaard werd op het lager koor, omgeven door een overvloed aan bloemen, knielde zij neer aan de voeten van haar Moeder en legde haar hoofd op haar voeten. Na een tijd kwam de abdis haar vragen om een tijdje te rusten. Zij kreeg geen antwoord. Toen ze nader keken, zagen de zusters dat zij koud was en een mond vol bloed had. Onmiddellijk werd de dokter erbij gehaald. Na een grondig onderzoek was diens conclusie: "Ze stierf ogenblikkelijk aan een hartaderbreuk."
Alle bloemen die door de Regels werden voorgeschreven, die de zusters moesten dragen, werden opgebruikt voor Moeder Mariana. Met een geïmproviseerde lijkbaar droegen ze het snikkend en lofpijzend het lichaam van het jongste lid van de Gemeenschap naar het lagerkoor, ontdaan van de bloemen. Toen ze langs de binnenkoer kwamen, was deze in volle bloei met de prachtigste witte rozen. Deze sprongen in het oog door hun dubbele omvang. Hierop werd Zoilas lichaam bedekt met deze rozen. Overladen met miraculeuze geuren werd haar lichaam bijgezet bij dat van Moeder Mariana.
Gezegend zij God in Zijn Heiligen!
Volgens de "Mystieke Stad van God," geschreven door Maria de Jésus Agreda, een andere Conceptioniste en mystica, werd de gezegende maagd ten hemel opgenomen op de dag van Onze Lieve Heer Hemelvaart, waarbij zij eveneens de keuze kreeg om te blijven of terug te keren naar de aarde om de jonge Kerk te helpen.
De profetieën van Onze Lieve Vrouw voor de twintigste eeuw
De "pauselijke onfeilbaarheid" zal als een dogma van het geloof worden afgekondigd door dezelfde paus [Pius IX], gekozen om het dogma van het mysterie van "Mijn Onbevlekte Ontvangenis" af te kondigen. Hij zal worden vervolgd en worden opgesloten binnen het Vaticaan door de inbezitneming van de Pauselijke Staten en door de kwaadwilligheid, afgunst en hebzucht van een aardse monarch [Koning Victor Emmanuel II].
Ongebreidelde lusten zullen de weg vrijmaken voor totaal ontaarde gewoonten, omdat satan wil regeren door de sekten van de vrijmetselarij, met als bijzonder doelwit de kinderen, om algemeen verderf te verzekeren.
Ongelukkig zullen de kinderen zijn van die tijden! Slechts zelden zullen ze nog de sacramenten van het doopsel en het vormsel ontvangen. Wat het sacrament van de Biecht betreft, zal er slechts gebiecht worden in Katholieke scholen, waarvoor de duivel tot het uiterste zal gaan door het gezag te vernietigen.
Hetzelfde zal geschieden met de Heilige Communie. O, hoe doet het mij pijn u te moeten zeggen dat er vele openbare en verborgen heiligschennis zal zijn!
De profetieën van Onze Lieve Vrouw voor de twintigste eeuw
In die tijden zal het sacrament van het Heilig Oliesel op grote schaal worden verwaarloosd Velen zullen sterven zonder het te ontvangen, waardoor hun vele genaden, troost en sterkte in de grote overstap van de tijd naar de eeuwigheid zullen worden ontzegd.
Het sacrament van het Huwelijk, dat symbool staat voor de eenheid van Christus met de Kerk, zal ingrijpend worden aangevallen en worden ontwijd. De vrijmetselarij, die dan zal regeren, zal zondige wetten stemmen met als doel dit sacrament uit te roeien. Zij zullen het voor iedereen gemakkelijk maken om in zonde te leven en aldus de geboorte van onwettige kinderen, zonder de zegen van de Kerk, enorm doen toenemen.
Het vrijzinnige onderwijs zal bijdragen tot een schaarste aan priesters en religieuze roepingen.
Het sacrament van de priesterwijding zal belachelijk worden gemaakt, onderdrukt en geminacht omdat in dit sacrament zowel de Kerk als God zelf worden onderdrukt en beschimpt, daar Hij wordt vertegenwoordigd door Zijn priesters. De duivel zal alles doen om de dienaars van de Heer op elke wijze te vervolgen, door met grote geslepenheid te werk te gaan en aldus hun geest voor de roeping te vernietigen en velen tot het verderf te leiden. Zij die aldus aanstoot willen geven aan de Christelijke kudde, zullen aldus over de priesters de haat brengen van slechte Christenen en de vijanden van de Ene, Heilige, Roomse, Katholieke en Apostolische Kerk. Deze schijnbare overwinning van satan zal enorm lijden toebrengen aan de goede priesters binnen de Kerk en aan de Opperste Herder en Plaatsvervanger van Christus op aarde die, als een gevangene binnen het Vaticaan, in het verborgene bittere tranen zal laten in aanwezigheid van God, onze Heer, vragend om licht, vroomheid en volmaaktheid voor alle geestelijken in de wereld, van wie hij de Koning en de Vader is.
Ongelukkige tijden zullen er komen waarin zij die onverschrokken de rechten van de Kerk zouden moeten verdedigen zich, ondanks het licht, verblind in de handen zullen geven van de vijanden van de Kerk en hun bevelen zullen geven. Maar wanneer het kwade het kwade zal blijken te overwinnen en wanneer de overheden hun macht zullen misbruiken, door het begaan van allerlei onrechtvaardigen en door het onderdrukken van de zwakken, zal hun val nabij zijn. Zijn zullen vallen en neerstorten op de grond.
Dan zal de Kerk, vreugdevol en triomfantelijk zoals een jonge meid, opnieuw wakker worden en aangenaam worden getroost in de armen van mijn meest genegen en verkozen zoon van die tijden. Als hij oor heeft naar de bezielingen van de genade [één ervan is het lezen en uitdragen van de grote genaden die Mijn Zoon en Ik hebben gehad voor u] zullen we hem overstelpen met genaden en heel bijzondere gaven en hem groot op aarde maken en nog groter te worden in de hemel. Daar hebben we een dierbare zetel voor hem voorbehouden omdat hij, zonder acht te slaan op de mensen, gevochten zal hebben voor de waarheid en onophoudelijk de rechten van de Kerk zal verdedigd hebben, waardoor hij verdient om "martelaar" te worden genoemd.
Moeder Mariana tijdens haar visioenen
Tegen het einde van de negentiende eeuw en tijdens een groot gedeelte van de twintigste eeuw zullen er vele dwaalleren worden verkondigd in deze landen
Het klein aantal zielen die in het geheim de schat en de waarden van het Geloof zullen vrijwaren zullen een gemeen, onuitspreekbaar en lang martelaarschap ondergaan. Velen zullen worden begraven door de geweld van het lijden en zullen onder de martelaren worden geteld die zichzelf opofferden voor het land en de Kerk.
Om bevrijd te worden van de slaverij van deze dwaalleren zullen zij, die door de genadevolle Liefde van Mijn Zoon zijn voorbestemd voor dit herstel, een grote wilskracht, volharding, moed en vertrouwen in God nodig hebben. Om het geloof en het vertrouwen van deze rechtvaardigen te testen zal er een tijd komen waarin alles lijkt verloren en verlamd te zijn. Dan komt er de gelukkige aanvang van het volledige herstel
In die tijden zal de atmosfeer doordrengd zijn van de geest van onzuiverheid dat, zoals een smerige zee, de straten en de openbare plaatsen zullen overspoelen met een ongelofelijke instemming Onschuld zal nog amper worden waargenomen bij de kinderen en evenzo in de zedigheid van de vrouwen.
Hij die ten gepaste tijde zou moeten spreken, zal stil blijven.
Er zullen amper nog maagdelijke zielen zijn in de wereld. De mooie bloemen der maagdelijkheid zullen hun toevlucht zoeken in de kloosters Zonder maagdelijkheid zal er vuur uit hemel nodig zijn om deze landen te zuiveren.
Sekten, die in alle lagen van de bevolking zijn binnengedrongen, zullen wegen vinden om zichzelf voor te stellen in het diepste hart van de huizen om de onschuld van de kinderen te besmetten. De harten van deze kinderen zullen lekkernij zijn voor het feestmaal van de duivel.
Relgieuze gemeenschappen zullen blijven om de Kerk te ondersteunen en met moed te werken aan de redding van de zielen de seculiere geestelijkheid zal tekort schieten in wat van hen wordt verwacht en dit omdat zij hun heilige opdracht niet zullen volgen. Door het verliezen van de goddelijke leidraad zullen ze zich verwijderen van de weg van het priesterschap dat voor hen door God is uitgetekend, en zullen ze toegewijd worden aan het geld, waar zij vurig zullen naar op zoek gaan. Bid voortdurend, smeek onvermoeid en ween bittere tranen in het binnenste van uw hart en verzoek het Eucharistische Hart van Mijn Allerheiligste Zoon om medelijden te hebben voor zijn volgelingen en om deze ongelukkige tijden spoedig te doen stoppen door het zenden van de Prelaat naar Zijn Kerk die de geest van de priesters zal herstellen.
Schilderij van Moeder Mariana de Jesus Torres y Berriochia ontdekt
23 februari 2010
Tijdens de vijftiende en de zestiende eeuw leefde er en bad er een Spaanse non in Quito, Ecuador. Haar naam was moeder Mariana de Jesus Torres y Berriochoa, een non van de Orde der Conceptionisten. Onze Lieve Vrouw verscheen aan haar en vroeg haar om een beeld te laten maken onder de titel "Onze Lieve van het Welslagen." Haar weinig gekende, maar buitengewone leven houdt een onmiddellijk verband met het beeld en de toewijding tot Onze Lieve Vrouw van het Welslagen.
Gedurende een lange tijd kende de mensen die vertrouwd waren met het verhaal van de verschijningen het schilderij van Moeder Mariana van toen ze jong was. Een ander schilderij van haar werd gevonden in de koorkapel van het klooster in Quito en toont de zuster op gevorderde leeftijd. Het werd geschilderd door een kunstenaar uit haar tijd. Tot op vandaag was het schilderij niet gekend buiten het klooster. Dit nieuw portret toont een andere kant van Moeder Mariana, waarin haar groot lijden en gevorderde heiligheid te zien is. Moeder Mariana overleed op 72-jarige leeftijd, op 16 januari 1635.
Het ongeschonden lichaam van Moeder Mariana de Jésus Torres
In een kleine kapel, naast de binnenplaats van het klooster, bevindt er zich boven het altaar een beeld van Onze Lieve Vrouw van het Welslagen en het Kindje Jezus. Onder de altaarsteen is er een glazen kooi met de ongeschonden lichamen van Moeder Mariana de Jesus Torres en drie andere zusters die het klooster hielpen mee stichten. Eigenlijk zijn de lichamen van alle zeven stichtende Moeders ongeschonden.
De biografie van Moeder Mariana de Jésus Torres staat ruim beschreven onder de rubriek "Onze Lieve Vrouw van Quito." Er volgt dus enkel een beknopt verslag over haar ongeschonden lichaam.
Moeder Mariana is duidelijk groter dan de overige zuster, en bevindt zich bovenaan, het dichtst bij het glas. Onmiddellijk daaronder bevindt zich het lichaam van haar tante, Moeder Maria de Taboado, die vanuit Spanje naar Quito reisde in 1576, op de leeftijd van 33 jaar, om er een klooster op te richten. De glazen deur die toegang geeft tot de kooi is afgesloten, maar er is een kleine opening aan de bovenrand dat, met een beetje kracht, toelaat om verzoeken op papier, door te laten. Zelfs, met deze blootstelling aan de lucht, blijven de lichamen van deze Heilige Moeders volledig ongeschonden.
Het wekt emoties op om zo dicht bij Moeder Mariana op, die leefde en leed in dit kloosster, zon 400 jaar geleden, als een slachtoffer voor onze tijden. Toen haar lichaam in het lagerkoor, waar het begraven lag, werd ontgraven, is er de volgende officiële getuigenis neergeschreven: "Het gelaat had een natuurlijke kleur, met een rose tint op de wangen en lippen. Door haar halfopen mond, kan men haar tong waarnemen. Haar ogen zijn gesloten en haar wimpers zijn eveneens bewaard."
Als men deze beschrijving leest, heeft men een sterk verlangen om haar afgedekte gelaat te kunnen aanschouwen. Enkel de Aartsbisschop is bevoegd om hiertoe het bevel te geven. Het zou een mooie bevestiging zijn van hun geloof voor de gelovigen. Zou het ook een onomstotelijk bewijs zijn voor de ongelovigen? Men zou durven beweren van wel, maar er zijn voorbeelden genoeg, zoals de Heilige Bernadette, de Heilige Catherine Labouré, de Heilige Jean-Marie Vianney. Vooral in onze huidige tijden zijn de harde harten van de mensen bijna niet te bewegen. De talrijke voorspellingen zullen zich eerst moeten openbaren, vooraleer deze harde harten zullen bewogen worden. Of zoals Vader Pétar te Medjugorje zegt: "Nooit is er een tijd geweest, die zo ziek is als de onze. God moet tussenbeide komen en de duivel stoppen."
Vertaling: Chris De Bodt
04-11-1980
Medjugorje: Mostar Airport barst uit haar voegen
Medjugorje: Mostar Airport barst uit haar voegen
De Medjugorje boom uit Italië legt de Luchthaven van Mostar geen windeieren. Door de aanleg van een nieuwe weg naar de Italiaanse kuststad Pecara, kwam er eveneens een succesvol 2011 voor Mostar Airport. Mostar treurt alleszins niet om het broodnodige geld. Er zijn nog meer Italiaanse bestemmingen aangekondigd voor 2012, maar de nood aan grote investeringen om aan de internationale vragen te voldoen, kijkt om de hoek. Ook verwacht men dat een volledig nieuwe weg tussen Mostar-Citluk-Medjugorje, het verkeer naar de bedevaartplaats vlotter zal doen verlopen.
De eerste van negen vluchten uit Pescara kwam aan op 17 september 2011, toen de Medjugorje-Pescara vlucht ook als blijvend werd afgekondigd vanaf 2012.
Ze komen in massa, per bus, ferry en auto en nu brengen ze zelfs een luchthaven weer tot leven. Het aantal Italianen dat zich naar Medjugorje begeeft is massaal toegenomen en de stormloop over de Adriatische Zee reikt verder dan Medjugorje.
In 2011 zag de luchthaven van Mostar Internationale Airport haar klanten verdubbelen tegenover 2010 , toen er 17.833 boekingen werden verricht. De luchthaven van Medjugorje ligt amper op 30 kilometer van Medjugorje. Eind november 2011 is dit aantal gestegen tot 35.329 volgens de statistieken van het Directoraat van de Burgerluchtvaart uit Bosnië-Herzogovina.
Het jaar kwam traag op gang. In februari waren er geen passagiers, in maart 696 en in april kreeg de luchthaven nieuwe uitrustingen die een voorname rol speelden in de toename van het aantal passagiers: 2.193 in april, gevolgd door 4.029 in mei.
Ook kwam er een bijkomend keerpunt op 23 juli, toen de burgemeester van Mostar, Ljubo Beslic een contract ondertekende van negen vluchten uit Pescara, Italië. De eerste vlucht kwam aan op 17 september.
De reisduur per vliegtuig over een afstand van 312 kilometer tussen Mostar en Pescara is minder dan een uur.
"Ik denk dat de verwezenlijking van dit project van enorm groot belang is voor Mostar, maar ook voor de hele regio van Herzegovina. De mogelijkheid voor internationale vluchten neemt er ook mee toe, daar Pescara ook vele internationale aansluitingen aanbiedt met andere landen van Europa, vooral bij de low budget maatschappijen en dit geeft dan mogelijkheid om goedkoper te reizen," aldus burgemeester Meslic aan de Bosnische Krant Dnevik, na het ondertekenen van het contract.
"We hopen dat dit de start betekent voor voordelige vluchten, die nog zullen toenemen," voegt de burgervader uit Mostar hieraan toe.
En zo geschiedde: toen het eerste vliegtuig uit Pescara landde, op 17 september, werd er een vaste vluchtroute afgekondigd voor 2012. Ook was dit het geval voor Napels en op 15 november kondigde de Ierse marktleider inzake goedkope vluchten, Ryaniar, een vliegroute aan van Montechiari Luchthaven, nabij Brescia in Noord-Italië en dit vanaf 2013.
De eerste pelgrims uit Pescara, 17 september
Nu dat de Italiaanse bedevaarders de mogelijkheid hebben om in Pescara het vliegtuig te nemen, ontving de luchthaven van Mostar op bepaalde dagen deze herfst zon 500 passagiers, een ongezien aantal tijdens de voorbije jaren, toen de luchthaven er alles moest aan doen om toch passagiers te winnen. In september gingen er 8.432 passagiers door de terminal, een stijging van 127 procent in vergelijking met september 2010. In oktober was er een gelijkaardige toename en in november was er een toename van 100 procent tegen verleden jaar.
Op 1 december had Mostar Luchthaven een aandeel van 5,76 procent van het totale aantal passagiers bij alle vier de luchthavens in Bosnië-Herzogovina. In 2010 wwas dit nog 3,02 procent. En zo werd Mostar de tweede belangrijkste luchthaven van het land, waarbij het Banja Luka en Tuzla voorbijstak, maar toch nog ver achter de luchthaven van Sarajevo bleef, dat verantwoordelijk is voor 9 op de 10 vliegtuigpassagiers in Bosnië en Herzegovina.
CEO: belangrijke investeringen zijn noodzakelijk
Met een schatting dat de Internationale Luchthaven van Mostar op korte termijn een jaarlijks potentieel van 100.000 passagies, bijna het driedubbele aantal van 2011, kan bereiken, is het voor CEO Marin Raspudic duidelijk dat hij signalen geeft aan de autoriteiten van Mostar. Op 20 september rapporteerde de Kroatische krant Vecernij List dat Rapudic reeds meerdere maanden Mostar waarschuwt voor broodnodige investeringen, maar dit bleef tot dusver zonder gevolg.
De luchthaven is eigendom van de stad en zo richtte Raspudic zich tot zijn werkgever om te spreken over de dringende nood aan grote investeringen die nodig en vereist zijn door de Internationale Luchthaven Commissie, wil men het groeiende aantal reizigers kunnen verwerken. Maar de vraag zou wel eens de economische mogelijkheden van de stad kunnen overschrijden.
Mostar Airport CEO: Marin Raspudic
Zijn aandacht gaat vooral naar een strategisch partnerschap, maar de nood aan nieuwe investeringen, betekent eveneens dat er hardere tijden in het vooruitzicht liggen voor Mostar Airport.
Volgend jaar verwachten we een grote verkeerstoename, maar de stad Mostar moet vastberaden zijn over de luchthaven van Mostar. Zonder investeringen zullen de strategiche partners en sleutelbeslissingen gedijen. Maar binnen twee jaar moet Mostar Airport haar licentie halen bij de Internationale Commissie. Als ze niet aan de vereiste verwachtingen voldoen, hangt er een dreiging tot sluiting van de luchthaven boven het hoofd," aldus CEO Marin Raspuduc aan Vecernij List.
We kunnen de kaap van 100.000 passagiers halen, maar als de Internationale Commissie langskomt en als we de landingsbaan en het platform moeten aanpassen en nieuw materiaal aankopen, is de stad hiertoe niet in staat en zal de luchthaven worden gesloten. Ik dring er op aan dat iedereen op tijd de nodige stappen zal zetten en voor dit probleem waakzaam zal blijven," zei Marin Raspudic verder.
Mostar Aiport: Luchtfoto van de landingsbaan
Een lopende online media enquête vraagt om een actieve, gemoderniseerde luchthaven die hoog bovenaan de lijst dient te staan. HercegBosna, een portaal voor Kroaten in Bosnië en Herzegovina, nodigt de lezers uit om de volgende vraag te beantwoorden: Aan wat heeft Mostar bovenal nood?" Met 4.094 stemmers, haalde de optie een drukke luchthaven" de tweede plaats, met 23 procent van de stemmen, net achter een nieuw TV-kanaal" (28%), een hospitaal voor oncologie (15%) een McDonald (12%) een multiplex cinema (10%), een zoo (8%) en wolkenkrabbers (3%).
Maar ook aan de kust, deelt de internationale scheepvaartmaatschappij Blue Line" mee in de prijzen van de toenemende pelgrims uit Italië. De maatschappij kende een toename van 10% reizigers met bestemming Kroatië, in vergelijking met 2010, rapporteerde het Kroatische zakenportaal business.hr op 11 december.
In Medjugorje staan twee infrastructuur projecten op het programma tegen eind 2011. Het eerste project is al van start gegaan met een nieuwe plaatselijke weg vanaf de brug nabij het postkantoor.
Vroege werken aan de verbindingsweg, net buiten Medjugorje, oktober 2011
"Eenmaal voltooid zal de nieuwe weg het verkeer in de binnenstad van Medjugorje aanzienlijk doen afnemen," vertelde projectleidster Marino Barbaric op 25 oktober aan het plaatselijke nieuwsportaal Brotnjo Online. Mevrouw Barbaric staat aan het hoofd van de maatschappij '"JP Broting" uit Citluk, die de werkzaamheden kreeg toegewezen.
De 1.350 meter lange en 7 meter brede weg zal aansluiten op de toekomstige ring in Citluk en de regionale weg Citluk-Capljina, om zo vervolgens verbinding te manen met de Bosnische en Kroatische autowegen.
De burgemeester van Citluk, Ivo Jerkic, vernoemde als tweede project de rioolwerken als het tweede huidige infrastructuurwerk in Medjugorje. De werken zullen aanvatten begin 2012.
Minister van Verkeer: Ilija Cvitanovic
Met een gelijkaardige tijdspanne heeft een volledig nieuwe en moderne weg tussen Medjugorje en Mostar hoge prioriteit gekregen bij de nieuwe plaatselijke regering. Zo vertelde de Minister van Verkeer en Communicatie op 5 december, Ilja Cvitanoic aan de krant Dnevni List uit Mostar. Toen de krant de vraag stelde op het meest genegeerde stuk van transportinfrastructuur aan te duiden," verwees Cvitanovic onmiddellijk naar de weg tussen Mostar en Medjugorje: er zal een bijzondere nadruk worden gelegd op de weg Mostar-Citluk-Mostar. Dit is een van de drukste wegen en altijd zijn er wel ergens werken bezig. Waar we nood aan hebben is een kwaliteitsweg," aldus de minister van Verkeer aan Dnevni List.
En net zoals er onlangs uitgebreide wegenwerken zijn geweest naar Garabandal, kunnen we ook hier zeggen: "God maakt de wegen vrij voor Medjugorje en Garabandal."