Bloedrode maan tijdens winterzonnewende zet ons tot nadenken
Bloedrode maan tijdens winterzonnewende zet ons tot nadenken
Wat volgt is er verslag van het verloop van de totale maansverduistering te Holmbridge, West Yorkshire, een graafschap in de Engelse noordelijke regio West Yorkshire en de Humber, gelegen in het Penninisch gebergte.
Het is van 1638 geleden dat een dergelijk fenomeen heeft plaatsgevonden. Kan dit een voorbode zijn dat past in het schema van de Heer? De Bijbel geeft ons meerdere voorbeelden van Hemelse tekenen voor bijzondere gebeurtenissen. Denk maar aan de geboorte en het overlijden van Jezus. Een bloedrode maan boven een besneeuwd landschap, kan echter nooit een goed voorteken zijn. Aan u het oordeel.
In de nacht van 21 op 22 december 2010 kreeg de maan een bloedrode kleur over een fris, wit landschap bij de eerste maansverduistering tijdens een winterzonnewende gedurende bijna vierhonderd jaar en pas de tweede sedert de tijd van Christus.
Een totale maansverduistering geschiedt, wanneer aarde, zon en maan op dezelfde lijn staan en de schaduw van de aarde de oppervlakte van de volledige maan gaat bedekken. Het zonnelicht dat door de atmosfeer van de aarde gaat, zal er vervolgens de maan oranje, bruin, rood, of zwart doen uitzien. Precies na 6.30 uur s ochtends begon de schaduw van de aarde zijn eerste kleine hap in de ene zijde van de maan te zetten.
Holmbridge, West Yorkshire, Penninisch gebergte
Tegen 7.25 uur s ochtends kon men volgend adembenemend zicht waarnemen hoog in het Penninisch gebergte, te Holmbridge, West Yorkshire, alvorens de maan zou verdwijnen bij het aanbreken van de dag. De opvallende rode lijnen die men het landschap ziet doorsnijden zijn een minder natuurlijk fenomeen. Het zijn de achterlichten van autos die achter elkaar rijden bij een lichtinstelling van de camera van acht seconden. De totale verduistering begon om 7.40 s ochtends, met de maan dicht bij de westerse horizon en hield 73 minuten aan.
Enkele van de beste beelden kwamen uit Schotland waar de kijkers getrakteerd werden op het zicht van de rijzende maan in de ochtendhemel, waaruit gedurende een uur lang, meer en meer happen werden gebeten.
In de Verenigde Staten werden de kijkers beloond met een bloedrode maan. Tijdens een maansverduistering staan zon, aarde en maan bijna op één lijn met elkaar. Terwijl de lijn loodrecht aan het worden is, schuift de schaduw van de aarde over de oppervlakte van de volledige maan.
San Salvador, Midden Amerika
Verloop van de maansverduistering
In het begin ziet de schaduw er uit als een hap die uit de maan wordt gebeten, alvorens de schaduw de maan volledig gaat bedekken. Eénmaal de maan volledig bedekt is door deze schaduw, wordt de maan enkel nog verlicht door het zonlicht dat door de aardse atmosfeer straalt. Het overblijvende licht dat de kraters en de vlakten beschijnt op de maanoppervlakte, heeft een griezelachtige, rode tint.
Samen met de kardinale climax van afgelopen zomer is dit de tweede hoogst uitzonderlijke astronomische gebeurtenis in 2010.
Gedeeltelijke zonsverduistering
Ook vandaag, 4 januari 2010, valt er bij ons een gedeeltelijke zonsverduistering waar te nemen. Indien de weergoden een beetje meezitten zullen we deze morgen een gedeeltelijke zonsverduistering kunnen zien. Het hoogtepunt van de zonsverduistering valt om 09.17 uur, 31 minuten na zonsopkomst. De zon zal dan voor iets meer dan 75 procent verduisterd zijn door de maan. Onze ster staat dan 3 graden boven de horizon.
Bij haar opkomst om 08.48 uur is ze al voor de helft verduisterd en staat ze in het zuidoosten boven de horizon. De eclips eindigt om 10.37 uur. De zon staat dan 11 graden boven de horizon. De vermelde tijdstippen kunnen naargelang de locatie van de waarnemer lichtjes verschillen.
04-09-1980
Ian McCormack: een blik in de eeuwigheid
Ian McCormack: een blik in de eeuwigheid [ondertiteld in het Nederlands]
Een blik in de eeuwigheid (met Nederlandse ondertitels) Ian McCormack was aan het nachtduiken op het eiland Mauritius toen hij meerdere malen door giftige en dodelijke kubuskwallen werd gestoken. Hij vertelt hoe hij vocht voor zijn leven op weg naar het ziekenhuis. Daar aangekomen overleed hij en werd hij dood verklaard. Hij vertelt over zijn ontmoeting met God, wat de richting van zijn leven totaal veranderd heeft! Een zeer bijzonder getuigenis!
Het verhaal
Op een nacht, toen ik aan het duiken was naar kreeften bij een klein eiland genaamd Mauritius, werd ik gestoken in mijn arm door 5 levensgevaarlijke kwallen. De locale vissers noemden deze kwallen de "onzichtbare". Als je zelfs maar 1 keer gestoken wordt door deze kwal kun je al doodgaan. In Australië zijn er zeker 70 dodelijke gevallen bekend. Veel boeken schrijven dat dit 1 van de dodelijkste wezens op de wereld is.
Tegen de tijd dat de ambulance arriveerde was mijn lichaam al volledig verlamd en door het gif en de necrose werd mijn beenmerg aangetast. Onderweg naar het ziekenhuis zag ik mijn leven in een film voorbij komen. Op dat moment was ik een atheïst. Ik wist dat ik bijna dood was maar ik wist niet of er leven na de dood was of dat er gewoon niets was. Toen ik daar dood lag te gaan zag ik in een visioen mijn moeder voor me bidden. Ze was me aan het aanmoedigen om vanuit mijn hart God aan te roepen voor vergeving [Mijn moeder was de enige christen in de familie].
Ik wist niet wat ik moest bidden en riep tot God dat als Hij echt was, of Hij me dan wilde helpen. Onmiddellijk toonde God me het "Onze Vader" en voor de eerst keer in mijn leven bad ik vanuit mijn hart en gaf mijn leven over aan de Heer.
De ambulance stopte en ze zetten me in een rolstoel en reden me zo snel mogelijk naar binnen. De zuster controleerde twee keer mijn bloeddruk maar kon geen hartslag vinden omdat mijn aderen kapot waren. De dokter probeerde mijn leven te redden door me antigif en druivensuiker te injecteren maar dat had geen effect. Binnen een paar minuten zakte ik helemaal weg [ik ben ongeveer 15 minuten dood geweest].
Gedurende deze tijd was ik op een erg donkere plaats. Ik realiseerde me niet waar ik was dus ik probeerde een lichtknop te vinden omdat ik dacht dat ik nog in het ziekenhuis was. Toen ik vooruit tastte kon ik niets vinden wat ik kon aanraken. Toen ik mijn gezicht probeerde aan te raken ging mijn hand er dwars doorheen. Dit was zo bizar omdat ik wist dat ik daar stond maar toch kon ik niets van mijn fysieke lichaam aanraken.
Toen ik daar stond begon ik te beseffen er niet alleen maar duisternis was maar dat ik er nog iets anders was. Ik kreeg een koud gevoel alsof er iemand of iets naar me aan het kijken was. Een kwade macht. Vanuit de duisternis kon ik stemmen horen die naar me schreeuwden dat ik mijn mond moest houden, dat ik het verdiende om daar te zijn en dat ik in de hel was. Ik kon dat maar niet geloven.
Terwijl ik daar stond kwam er een lichtstraal door de duisternis heen geschoten en die begon me omhoog te tillen. Ik werd in een ongelofelijk heldere straal van puur wit licht opgenomen. Het scheen uit een ronde opening te komen ver boven mij [ik voelde me als vuil wat door een zonnestraal werd meegenomen].
De tunnel
Toen ik door die opening ging, kwam ik in een lange smalle doorgang of tunnel. Aan het einde van die lange tunnel kon ik de bron van het licht zien. Het straalde zo dat het wel het middelpunt van het universum leek. Terwijl ik langer naar dit licht keek bracht het me razendsnel naar zich toe [ik liep niet maar ging vanzelf door die tunnel naar de bron van dat licht].
Ik keek toe hoe een golf van licht losbrak van de bron en door de tunnel naar mij toekwam. Toen het door mij heen ging voelde ik een geweldige golf van warmte en comfort door mijn ziel gaan. Het was fantastisch. Dit licht was niet alleen fysiek maar gaf een levende emotie af. Halverwege de tunnel kwam er nog een golf van licht.
Deze keer gaf het me pure vrede, gevolgd door nog een golf van pure vreugde. Toen ik aan het eind van deze tunnel kwam stond ik in de aanwezigheid van deze ontzagwekkende macht en van dit overweldigende licht. Het leek erop dat zelfs de melkwegstelsels van het heelal hier hun bron van energie vandaan haalden.
Toen ik daar stond vroeg ik mezelf af of dit gewoon een energiebron in het universum was of dat er misschien iemand binnen in dat licht stond!!! Een stem reageerde onmiddellijk op mijn gedachte en vroeg me: "Ian, wil je terugkeren?" "Terugkeren dacht ik!!? Waar ben ik???" Toen ik over mijn schouder keek kon ik de tunnel terug naar de duisternis zien.
Het licht
Ik dacht: "duisternis ... ziekenhuis bed ... ben ik buiten mijn lichaam? ... is dit echt? ... sta ik hier? of lig ik in een coma en heb ik een of andere bizarre droom?" [ik kon daar over nadenken] Ik keek weer in de richting van het licht en het was daar nog steeds. Ik reageerde: "Ik weet niet waar ik ben maar als ik buiten mijn fysieke lichaam ben wil ik graag terug." De stem reageerde: "Als je terug wilt moet je de dingen in een nieuw licht zien." "Een nieuw licht" dacht ik? "Ik zie het licht." "Bent U het ware licht???" Woorden verschenen voor me: "God is licht, er is in Hem geen spoor van duisternis." [1 Joh 1:5] Ik had nog nooit een bijbel gelezen dus wist ik niet dat dit rechtstreeks uit de bijbel kwam.
"God is licht" dacht ik. "Dat is puur licht, ik zie geen duisternis hier, ik kom juist van de duisternis. Ik zie geen kwaad, geen schaduwen, dit is puur licht. Sta ik hier in de aanwezigheid van God? Hij kent mijn naam en ik heb Hem dat niet verteld. Alleen God kan dat weten.. Hij weet wat ik denk voordat ik het uitspreek, alleen God kan zoiets. Dan moet Hij kunnen zien wat ik allemaal verkeerd heb gedaan in mijn leven... Nee ... Ik wil niet dat God dat ziet."
Ik voelde me als een open boek en wilde weg van dit licht en terug naar de duisternis waar ik thuishoorde. Ik dacht dat iemand een fout had gemaakt en de verkeerde persoon hier had gebracht. Terwijl ik langzaam terug naar de duisternis liep ging er een golf van licht door mij heen... Ik voelde pure onvervalste liefde over me heenkomen. Liefde dacht ik, hoe kan God van mij houden? Ik heb Zijn naam misbruikt, ik heb met veel vrouwen geslapen, ik ben geen goed persoon.
Maar het maakte niet uit wat ik zei, golven van Zijn onvoorwaardelijke liefde bleven over me heen stromen. Ik begon oncontroleerbaar te huilen in Zijn aanwezigheid. Het was zo geweldig dat Hij me totaal had vergeven en me accepteerde zoals ik was.
De golven van liefde stopten en ik vroeg me af of ik het licht binnen kon stappen om te zien hoe God eruit zag. Ik was zo dichtbij... Ik vroeg of ik erin mocht stappen. Ik hoorde geen reactie maar dacht: "Als God zoveel van mij houdt zal Hij het wel niet erg vinden."
Toen ik het licht binnenstapte, kon ik mezelf niet meer zien, zo hard straalde het licht. Het had de intensiteit van een laser maar toch kon ik er direct inkijken. Het licht leek me te absorberen. Het centrum leek me erg helder dus daar ging ik heen. Ik kon een genezende aanwezigheid voelen welke van dit licht afkwam en mijn gebroken hart begon te genezen. Hij raakte mij diep binnen in mijn hart, dingen die niemand wist en die niemand ooit te zien kreeg. Het was zo bijzonder.
God
Opeens stond ik in het centrum en voor me stond het meest ontzagwekkende wat ik ooit had gezien. Ik kon een man voor me zien staan maar iemand zoals Hij had ik in mijn leven nog nooit gezien. Zijn mantel was schitterend wit van kleur. Een mantel van licht. Ik kon Zijn blote voeten zien en Zijn handen waren naar me uitgestrekt om me te verwelkomen. Ik wist dat ik naar God aan het kijken was.
Toen ik naar Zijn gezicht probeerde te kijken leek de intensiteit van het licht wel zeven maal te vermeerderen. Je kon de vorm van Zijn gezicht niet opmaken omdat het licht zo intens was. Wat een zuiverheid, heiligheid en schoonheid.
Ik vroeg aan God of ik dichterbij mocht komen. Ik voelde aan dat dat kon, ik wilde Zijn gezicht zien. Toen ik dichterbij kwam stroomde er meer golven van liefde naar me toe en ik voelde me heel veilig. Nu nog maar één stap van de Heer vandaan probeerde ik Zijn gezicht te zien, maar ik wist niet dat geen mens God kan zien en kan blijven leven. En toen ik mijn gezicht in het licht bewoog dat van Zijn gezicht afkwam, stapte Hij opzij en al de glorie ging met Hem mee.
Direct achter Hem zag ik een opening met daarachter een compleet nieuwe wereld. Groene weilanden, een kristal heldere waterstroom, rollende groene heuvels aan mijn rechterkant en bergen in de verte met een blauwe lucht daarboven. Aan mijn linkerkant zag ik velden bezaaid met bomen en bloemen. Toen ik naar het gras voor me keek kon ik zien dat hetzelfde licht dat van God afkwam, ook door heel deze schepping te zien was. De natuur was geheel niet aangetast door de mens. De perfecte schepping. En in mijn hart wist ik dat ik hier thuishoorde. Dat God me had gemaakt om hier te leven. Ik wist dat ik thuis was.
Terugkeren?
Ik wilde net die nieuwe wereld binnengaan om hem te verkennen toen God voor mij stapte en me vroeg: "Nu je dit hebt gezien.. Wil je naar binnenstappen of wil je terugkeren?" Ik dacht: "Ik wil niet terugkeren. Ik wil naar binnengaan. Ik heb niemand om naar terug te gaan en niemand heeft er ooit van me gehouden. Alles wat mensen doen is me manipuleren en proberen me te controleren...
Ik heb niemand om voor terug te gaan. Ik wil naar binnengaan." Maar God bewoog niet dus keek ik achterom om die "wrede wereld" vaarwel te zeggen. Achter mij zag ik in een visioen mijn moeder staan voor de ingang van de tunnel. Toen ik haar zag staan wist ik dat er één persoon in mijn leven was die me liefde had gegeven en dat was mijn moeder.
Ik wist dat ze elke dag voor me gebeden had om me de weg naar het leven te tonen. In mijn hoofd dacht ik: "Als ik dood ben en ik zou er niet voor gekozen hebben om de hemel binnen te gaan, wat zou mijn moeder dan denken? Zou ze op één of andere manier weten dat ik het gehaald heb of zou ze denken dat ik naar de hel was gegaan omdat ze wist dat ik niet geloofde?" Toen ik me realiseerde dat ik haar hart zou breken, omdat ze geen reden had om te geloven dat God mijn zonden had vergeven door mijn gebed in de ambulance, dacht ik: "Hoe kan ik mijn moeder dat aandoen, dat zou zo egoïstisch zijn." Ik besloot om terug te gaan.
Toen sprak God tot me en zei dat als ik terug wilde gaan, dat ik de dingen in een nieuw licht moest gaan zien. Ik begreep dat het betekende dat ik de dingen door zijn ogen van Liefde, Vrede, Vreugde en Vergeving moest zien. Niet vanuit mijn aards perspectief maar vanuit Zijn hemels perspectief. Toen ik weer naar de tunnel keek zag een visioen van heel mijn familie, en duizenden en duizenden andere mensen. Ik vroeg God wat al deze mensen betekenden en Hij vertelde mij dat als ik niet terug ging, dat veel van deze mensen geen kans zouden krijgen om van Hem te horen.
Ik vertelde God dat ik de meeste van hen niet kende en dat ik ook niet van ze hield maar dat ik wel van mijn moeder hield en dat ik voor haar terug wilde gaan. God sprak tot me en vertelde mij dat Hij wel van al die mensen hield en dat Hij wilde dat iedereen Hem zou leren kennen.
Ik vroeg God hoe ik ooit terug door de tunnel naar mijn ziekenhuisbed kon terugkeren. Hij sprak tot mij en zei: "Zoon, til je hoofd op, en voel hoe het vocht van je ogen wegloopt. Nu doe je ogen open en kijk." Ik was onmiddellijk terug in mijn fysieke lichaam.
Terug op aarde
Toen ik mijn ogen opendeed lag ik op mijn rug met mijn rechterbeen omhoog. Mijn been lag in de handen van een jonge Indische dokter die geprobeerd had om mijn leven te redden. Hij had een scalpel of een ander scherp instrument in zijn hand en stond daarmee in mijn voet te porren zoals je zou doen bij een stuk dood vlees. Hij was zich er niet van bewust dat ik hem bekeek. Ik dacht: "Wat is die man aan het doen met mijn voet, wat is hij aan het doen met dat mes!!!"
Op dat moment keek de dokter mij plotseling aan om vervolgens te zien dat ik hem met mijn rechteroog aankeek. De schrik sloeg hem om het hart en ik kreeg de indruk dat hij zojuist een dode naar hem had zien kijken. Mijn oog bewoog niet zoveel en ik kon zien dat de dokter bij zichzelf dacht dat hij misschien een zenuw had geraakt waardoor mijn lichaam trilde en hij mijn boze oog naar hem zag kijken of zoiets dergelijks.
Wat mij betreft: ik probeerde te begrijpen wat ik zojuist allemaal had gezien. "Heb ik zojuist God gezien? Heeft Hij me zojuist het leven teruggegeven???" Terwijl ik daar lag hoorde ik de stem van God die tegen me zei: "Zoon, ik heb je zojuist je leven teruggegeven."
Ik zei: "Als dat waar is God, wilt u me dan helpen om mijn hoofd op te tillen en ook uit het andere oog te kijken?" Ik raakte het zat om naar het verschrikte gezicht van de dokter te kijken. De kracht kwam terug in mijn nek en ik opende mijn linkeroog om te zien dat er in de deuropening, keurig opgelijnd, een aantal zusters naar me stonden te kijken alsof ze zojuist iemand uit de dood hadden zien opstaan. Toen ik oogcontact maakte sprongen ze achteruit.
Voor zover ik kan nagaan ben ik ongeveer 15 minuten dood geweest. Die nacht bad ik tot God en ik vroeg Hem om me te genezen zodat ik uit het ziekenhuis kon lopen. Die nacht genas God me helemaal en stelde me in staat om de volgende dag het ziekenhuis uit te lopen.
Ik vroeg God wat er van me terecht was gekomen omdat ik ontdekte dat mijn hele leven ten goede aan het veranderen was. God vertelde me dat ik een wedergeboren christen was en dat Hij wilde dat ik Zijn bijbel zou gaan lezen. Ik had nog nooit een bijbel gelezen en had nog nooit gehoord van "wedergeboren zijn". De daaropvolgende 6 weken heb ik de bijbel helemaal doorgelezen. Ik ben nooit meer de dezelfde geweest en geloof dat ik onze Heer Jezus Christus in zijn verheerlijkte vorm heb gezien. [Opb 1:13-18]
Jezus zei: "Waarachtig, ik verzeker u: alleen wie opnieuw wordt geboren, kan het koninkrijk van God zien." "Hoe kan iemand geboren worden als hij al oud is?" vroeg Nicodemus. "Hij kan toch niet voor de tweede keer de moederschoot ingaan en weer geboren worden?" Jezus antwoordde: "Waarachtig, ik verzeker u: niemand kan het koninkrijk van God binnengaan, tenzij hij geboren wordt uit water en geest." [Joh 3:3-5]
03-09-1980
De schoonheid van wijwater
De schoonheid van wijwater
De ware eigenschap van water vindt zijn bestemming in de redding van de mensen in deze wereld. Het wijden van het water maakt "slecht water niet goed." Het herstelt enkel goed water tot de oorspronkelijke staat. Het gebed bij het wijden van water onthult de ware "aard" en "bestemming" van het water, en aldus het Woord. Met het water, door het wijden, tot het ware doel te herstellen, wordt het opnieuw een middel om met God te communiceren. Christus zuiverde het water door Zijn doopsel. Hij is niet enkel gekomen om de mensen de redden, maar door Hem, eveneens de gehele aarde.
In deze onderstaande foto ziet u het water, gebruikt door de mensen voor het gewone doel. Bekijk de structuur van het water eens nader.
Maar tijdens de zegening van het Gewijde Water ontvouwt er zich een groot Mirakel. De Heilig Geest daalt neer op het water en verandert de natuurlijke eigenschappen ervan. Het wordt opnieuw zuiver, onbedorven en blijft helder en fris voor een langdurige periode. Dit Gewijde Water ontvangt de genade om zieken te genezen, om demonen en kwade krachten weg te drijven, om de mensen te behoeden voor het gevaar, om verschillende voorwerpen te zegenen, zowel voor gebruik in de kerk als voor thuis. Daarom drinken de Orthodoxe Christenen gewijd water met eerbiedwaardigheid, een groot Agiasma [heilig ding], zoals de Grieken het noemen.
Tijdens het lezen van bijzondere gebeden, wijzigt de Heilige Geest de gehele structuur wat het water. Hieronder ziet u de waterkristallen van hetzelfde water als hierboven, nadat het is gezegend.
Water is niet alleen de bron van leven, maar ook een spiegel van de dood. Alles begon met het water. In de Kerk wordt het daarom voornamelijk aangewend bij het doopsel en bij de begrafenis van een persoon, maar ook ter bescherming van de mensen tegen het kwade. Het is als het ware een plicht voor elke goede Christen om wijwater in huis te hebben en er 's morgens bij het opstaan en 's avonds voor het slapengaan een kruisteken mee te maken.
Het Christelijk gebruik is gebaseerd op het doopsel van Jezus door Johannes de Doper en de Orthodoxe interpretatie van deze gebeurtenis. In hun ogen was het doopsel door Johannes, een doopsel van berouw en de mensen kwamen tot hem om hun zonden door het water weg te wassen. Daar Jezus zonder zonde was en de vleesgeworden God, had Zijn doopsel niet de bedoeling om Zijn zonden weg te wassen, maar om het water te zegenen ... het heilig te maken en samen hiermee de hele schepping zodat het tenvolle kon worden aangewend voor de oorspronkelijke bestemming ervan: een werktuig van het leven.
Jezus doopsel wordt in de Kerk herdacht op het Feest van de Theofanie, of de zichtbare openbaring van God aan de mens. God openbaart zich aan bepaalde personen op een zichtbare manier. In de katholieke kerk wordt het feest van de theofanie gevierd op 6 januari. Deze dag wordt epifanie genoemd. Jezus maakte zichzelf aan de wereld bekend bij het bezoek van de Drie Wijzen. De Orthodoxe Kerk viert dan het doopsel van Jezus, waarbij de Heilige Geest zich openbaarde. Het feest valt in de Oosterse Kerk, door het gebruik van de Gregoriaanse kalender, op 19 januari.
Wijwater vindt men ook bij de ingang van de kerken. Bij de deur bevindt zich een kom, vaak mooi versierd of in de vorm van een schelp, met het water. Bij de binnenkomst dopt een gelovige zijn vingertoppen in het water en slaat hij een kruisje. Het wordt eveneens aangewend om allerlei zaken aan God te wijden, om ze zo tegen het kwaad en het onheil te beschermen. Bijvoorbeeld een woning, een auto, een nieuw gebouw. Wijwater mag zomaar niet worden weggegoten, omdat er een zekere waarde wordt aan gehecht. Het mag wel worden gedronken, in het eten verwerkt of aan planten worden geschonken.
Vooral bij de orthodoxe gelovigen is het drinken van het Heilig Water goed ingeburgerd. Het sterkt de kracht van de ziel als het samen met een gebed en met eerbiedwaardigheid gebeurt. Velen verwachten dan ook meer dan een normaal resultaat bij het drinken ervan.
02-09-1980
Documentaire: Heilige Maria Goretti
Documentaire: Heilige Maria Goretti
Maria Goretti [Corinaldo, 16 oktober 1890 - Ferriere di Conca Nettuno, 6 juli 1902] is een Italiaanse jeugdheilige. Maria was een vroegrijp meisje en werd op elfjarige leeftijd met veertien messteken neergestoken door een man die haar wilde aanranden. Ze stierf twee dagen later in het ziekenhuis met een kruisbeeld en een medaillon van Onze-Lieve-Vrouw in haar handen, nadat zij haar belager vergeven had. De moordenaar kreeg in de gevangenis een visioen van Maria Goretti, bekeerde zich en trad later in als broeder bij de kapucijnen. Het meisje werd in 1950 door Paus Pius XII heilig verklaard. Bij deze ceremonie was de moeder van de heilige aanwezig en ook de moordenaar, een unicum. Haar feestdag is op 6 juli en zij is de patrones van de jonge meisjes en van de slachtoffers van aanranding en verkrachting
01-09-1980
Film: Francesco
Film: Francesco
Franciscus van Assisi [Assisi, Umbrië, 5 juli 1182 - aldaar, 3 oktober 1226] leefde als religieus, werd de stichter van de kloosterorde van de Franciscanen of Minderbroeders, en werd heilig verklaard door paus Gregorius IX op 16 juli 1228. Franciscus was een zoon van Petrus van Bernardone, een lakenkoopman die op het moment van zijn geboorte voor zaken in Frankrijk was. Zijn moeder gaf de baby de naam Giovanni [Johannes. Zijn vader doopte hem bij thuiskomst om tot Francesco, "Fransman." Franciscus bijzonder getroffen door het leed van de melaatsen, die in zijn tijd volledig uit de samenleving werden verstoten
Naar aanleiding daarvan bekeerde hij zich tot een leven van armoede, gebed en dienstbaarheid aan de armen, ontevreden over de leegheid van zijn leven. Later, in 1205, kreeg hij een visioen in het kerkje van San Damiano. Hij wist zich aangesproken door de daar afgebeelde Gekruisigde: 'Franciscus, ga en herstel mijn huis'. Hij trok zich als een kluizenaar terug in de eenzaamheid en wijdde zich aan de melaatsen, het herstellen van kerkjes en aan het gebed. Zelf wilde hij de allerarmste zijn, en hij bedelde zijn dagelijks voedsel bij elkaar, daarvan delend met anderen die nog minder hadden dan hij. Vanaf dat moment werd zijn enige geliefde 'Vrouwe Armoede'.
Zijn vader, die van mening was dat zijn zoon tot de rang van dorpsgek vervallen was, probeerde hem met dreiging en verleiding terug te laten keren naar een werelds leven. Uiteindelijk legde Franciscus in de lente van 1205 tijdens een scène op het plein bij de bisschop zijn kleren aan de voeten van zijn vader [die ze immers betaald had], en wijdde zich toe aan God met de woorden: "Nu kan ik werkelijk zeggen: Onze Vader in de hemel", waarop de bisschop zijn mantel om hem heen sloeg.
Dit docudrama uit 1989 duurt 157 minuten en valt onder gezamenlijke regie van Italië en West-Duitsland. Regisseur is Liliane Cavani en de acteurs zijn Mickey Rourke [Francesco], Helene Bonham Charter [Chiara], Andréa Férreol en Paolo Bonacelli [zijn ouders], Maria Ardof [Kardinaal Ugolin], Nicolas Dutch [Kardinaal Colonna] en Hans Zischler [Paus Innocentius III].
31-08-1980
Film: Faustina
Film: Faustina
De Poolse regisseur Jerzy Lukaszewicz maakte in 1995 het religieuze drama "Faustina", gebaseerd op het ware levensverhaal van zuster Maria-Faustina, geboren als Helena Kowalska op 25 augustus 1905, als het derde van de tien kinderen van een landbouwersgezin. Reeds als kind had ze al visioenen van Jezus Christus, die haar hele leven zouden blijven voortduren. In 1925 sluit zijn aan bij de Zusters van de Moeder van Barmhartigheid. Het is zuster Faustina die ons alles over de Goddelijke Barmhartigheid van Jezus openbaart in haar dagboeken. Op 5 oktober 1938, overleed zij aan tuberculose, na veel te hebben geleden. Achtereenvolgens werd zij in 1993 en 2000 zalig en heilig verklaard door Paus Johannes Paulus II. De voornaamste rollen worden gespeeld door Dorota Segda en Danuta Szaflarska.
30-08-1980
Het Celibaat
Het Celibaat
Zij die een grote liefde koesteren voor de Heilige Moeder Maria hebben er geen enkel probleem mee. Toch vermelden de Corelio kranten [De Standaard, het Nieuwsblad, ...] dat er een kloof gaapt tussen de basis en de kerkhiërarchie. Alle Vlaamse pastoors hebben tussen eind december en eind januari een vragenlijst gekregen. 248 van hen [of ongeveer eenderde] heeft de lijst ingevuld. Bijna 70 procent van de pastoors zegt inhoudelijk niet op dezelfde lijn te zitten als Aartsbisschop Léonard. Naast de afwijzing van Léonard vallen ook de vooruitstrevende ideeën van de pastoors op, luidt het. Zo vindt 73,3 procent dat het celibaat maar beter afgeschaft kan worden.
Zuster Lucia Dos Santos, één van de zieners van Fatima, heeft hierover in haar boek "Fatima, in Lucia's eigen woorden," een heel mooi verslag gemaakt. Laat dit een hulp zijn voor alle gelovigen en priesters die twijfelen aan de ware wil van God en laat het hun geloof sterken zodat ze opnieuw Gods wil zouden volgen en hun twijfels zouden mogen verdwijnen.
Het is het geloof dat onze stappen zal leiden tot zelfontkenning en ons zal helpen om de andere zelfverzakingen te aanvaarden die Christus van ons allen vereist als we Hem willen volgen in de keuze die Hij zich voor ons verwaardigd heeft: "Wie Mij volgt, maar niet breekt met zijn vader en moeder en vrouw en kinderen en broers en zusters, ja zelfs met zijn eigen leven, kan niet Mijn leerling zijn. Wie niet zijn kruis draagt en Mij op Mijn weg volgt, kan niet mijn leerling zijn [...] Zo geldt ook voor jullie: wie geen afstand doet van al zijn bezittingen, kan Mijn leerling niet zijn. Zout is iets goeds. Maar als ook het zout zijn smaak verliest, hoe kunnen we het dan zijn kracht teruggeven? Ook voor de bemesting van de grond is het niet meer bruikbaar, dus wordt het weggegooid. Wie oren heeft om te horen, moet goed luisteren!" [Lc 14: 26-27 en 33-35].
Deze woorden van Jezus die ik zojuist heb aangehaald betekenen niet dat God van ons verlangt dat we onze familieleden zouden haten en verachten. Dit kan de bedoeling niet zijn want, op andere plaatsen in het Evangelie, beveelt Hij ons om hen lief te hebben. Wat Hij verlangt van hen die hun leven toewijden aan Hem is dat ze de geneugten van het leven zouden opofferen met hun families, dat ze de goede dingen van het leven zouden opgeven, het recht op het huwelijk, om kinderen te hebben, omdat zij die gehuwd zijn en kinderen hebben deze nooit zullen verachten of alleen laten. Verder zegt Onze Heer: "Zij kunnen Mijn volgelingen niet zijn." Als ze Zijn volgelingen niet kunnen zijn, hoe kunnen ze dan Zijn priesters en onderrichters zijn van Zijn volk? Hoe kunnen ze mensen zijn die zich volledig toewijden aan Zijn liefde en Zijn dienst?
Op een dag vroeg de Heilige Petrus aan Onze Heer wat de beloning is voor hen die alles achterlaten om Hem te volgen. Dit was Jezus antwoord: "En ieder die broers of zusters, vader, moeder of kinderen, akkers of huizen heeft achtergelaten omwille van Mijn naam, zal het honderdvoudige ontvangen en deel krijgen aan het eeuwige leven" [Mt 19, 29]. Jezus belooft het eeuwige leven aan hen die alles opgeven om voor Hem te leven, het recht om te huwen en kinderen te hebben, inbegrepen. Zijn woorden tonen duidelijk de nood aan van waarden als armoede en kuisheid, in het bijzonder aan de status van het celibaat. Iemand van het volk die de Heer had gevraagd om Hem te volgen vroeg de toelating om eerst zijn vader te mogen begraven, maar Jezus zei tegen hem: "Laat de doden hun doden begraven, maar ga jij op weg om het koninkrijk van God te verkondigen." [Lc 9: 60].
Een andere persoon vroeg alleen de toestemming om naar huis te mogen gaan om afscheid te nemen van zijn familie. Jezus zei tegen hem: "Wie de hand aan de ploeg slaat en achterom blijft kijken, is niet geschikt voor het koninkrijk van God." [Lk 9, 62]. Een schriftgeleerde kwam op hem af en zei: "Meester, ik zal u volgen waarheen u ook gaat." Jezus zei tegen hem: "De vossen hebben holen en de vogels hebben nesten, maar de Mensenzoon kan zijn hoofd nergens te rusten leggen" [Mt 8, 19-20].
Deze gedeelten uit het Evangelie tonen de vereisten van Jezus voor hen die zich volledig willen toewijden aan Hem. Zij dienen alles achter zich te laten, alles op te geven dat materieel en aards is. Zij moeten verzaken aan het huwelijk en aan het krijgen van kinderen om zo God te kunnen volgen, door henzelf volledig aan Hem te wijden met geheel hun hart en dit voor de redding der zielen.
De vereistheid van de maagdelijkheid en het celibaat betekent niet dat het huwelijk op zichzelf niet goed zou zijn. Integendeel, het is een instelling die door God in het leven is geroepen en die Jezus Christus heeft verheven tot een sacrament. Noch betekent het dat het de Heer minder zou behagen om gehuwd te zijn en kinderen te hebben, daar zij de vruchten zijn van het sacrament en een zegen van God. Het betekent enkel dat, voor hen die geroepen en gekozen zijn voor een leven van totale toewijding aan God, de Heer andere vereisten en andere doeleinden heeft, omdat hun uiteindelijke bestemming anders is.
De evangelische raadgevingen die we omhelzen zijn de opofferingen die we maken aan God, de verzaking aan alle dingen en aan onszelf, om Hem te kunnen volgen met een zuiver hart, royaal en vreugdevol. En eenmaal we tot onze opoffering aan God hebben besloten, is er geen weg terug, want de Heilige Schrift zegt: "Wanneer een man de Heer belooft iets te zullen doen of onder ede de verplichting op zich neemt om zich van iets te onthouden, mag hij zijn woord niet breken. Aan alles wat hij met zoveel woorden zegt, moet hij zich houden." En op een andere plaats lezen we: "Als u een eed aflegt aan de Heer, uw God, zult u de vaart niet minderen om ze te volbrengen, want de Heer uw God zal het zeker verlangen van u, en het zou een zonde betekenen voor u, maar als u uw belofte steeds herhaald, zal er geen zonde zijn in u."
U moet voorzichting zijn over wat er over uw lippen gaat, want "wat over uw lippen gegaan is, moet gij stipt volbrengen. Gij hebt immers de Heer, uw God, volkomen vrijwillig een gelofte gedaan, die gij hebt uitgesproken met eigen mond" [Deut 23, 22-24]. Kohelt interpreteert deze orders van de Heer als volgt: "Heb je God een belofte gedaan, voer haar dan uit zonder uitstel. Hij houdt niet van dwazen. Wat je beloofd hebt moet je doen. Je kunt beter niets beloven dan een gedane belofte niet na te komen. Zorg ervoor dat je door je mond geen schuld op je laadt, om dan tegen de priester te zeggen dat het een vergissing was. Waarom zou je God kwaad maken en Hem het werk van je handen teniet laten doen?" [Prediker 5: 3-6]
We werden gekozen om Christus te volgen. Christus zelf was maagd en de bruidegom van de maagden, nederig, gehoorzaam, kuis en arm. Christus is een maagd en verkoos een maagd als Moeder en, zoals een zuivere lelie wordt hij bevonden en schept hij behagen in maagden. Dit is hoe de schrijver van de Apocalyps Hem aan ons voorstelt: "En ik zag en zie, het Lam stond op de berg Sion en met Hem honderdvierenveertigduizend, op wier voorhoofden zijn naam en de naam zijns Vaders geschreven stonden. En ik hoorde een stem uit de hemel als de stem van vele wateren en als de stem van zware donder. En de stem, die ik hoorde, was als van muzikanten, spelend op hun lieren. En zij zongen een nieuw gezang vóór de troon en vóór de vier dieren en de oudsten. En niemand kon het gezang leren dan de honderdvierenveertigduizend, de losgekochten van de aarde. Dezen zijn het, die zich niet met vrouwen hebben bevlekt, want zij zijn maagdelijk. Dezen zijn het, die het Lam volgen, waar Hij ook heengaat. Dezen zijn gekocht uit de mensen als eerstelingen voor God en het Lam. En in hun mond is geen leugen gevonden. Zij zijn onberispelijk." Hier is Christus het Lam en zij die Hem overal vergezellen zijn de maagden.
De maagdelijkheid is de vrucht van de zuivere liefde waarmee mensen zichzelf volledig opdragen aan Christus. Zij geven zichzelf onvoorwaardelijk en wijden zichzelf openhartig toe voor eeuwig. Het was naar hen dat Christus verwees toen Hij zei: "er zijn mannen die niet trouwen omdat ze onvruchtbaar geboren werden, andere omdat ze door mensen onvruchtbaar gemaakt zijn, en er zijn mannen die niet trouwen omdat ze zichzelf onvruchtbaar gemaakt hebben met het oog op het koninkrijk van de hemel. Laat wie bij machte is om dit te begrijpen, het begrijpen!" [Mt 19: 12]. De maagdelijkheid is het geheim van de liefde die volledig en enkel aan God geschonken wordt. Het is de taal van de zuivere liefde, welke niet aan iedereen is gegeven om ze te begrijpen, of zoals Jezus zegt: "Niet iedereen kan deze kwestie begrijpen, alleen degenen aan wie het gegeven is." [Mt 19, 11].
De maagdelijkheid is het geheim van de liefde, de weerklank van de goddelijke Stem die de ziel doordringt met de keuze gemaakt door de bruidegom van de toegewijde maagden: "Jullie hebben niet mij uitgekozen, maar ik jullie, en ik heb jullie opgedragen om op weg te gaan en vrucht te dragen, blijvende vrucht." [Joh 15, 16]. Christus heeft ons gekozen opdat we bijvende vruchten zouden dragen, meer dan andere vruchten blijven. Hij heeft ons bij onze naam geroepen en ons opgenomen in de hofstoet der maagden. Hij heeft ons geleid om te drinken van de fontein van het levende water en ons gevoed met de vrucht van de boom des levens en dit overeenkomstig met de belofte van God: "Wie dorst heeft geef ik vrij te drinken uit de bron met water dat leven geeft. Wie overwint komen al deze dingen toe. Ik zal zijn God zijn en hij zal mijn kind zijn [Openb. 21: 6-7]. Gelukkig zijn zij die hun kleren wassen: zij kunnen over de levensboom beschikken en zullen de stad door de poorten binnengaan. Buiten is de plaats voor de honden die zich bezighouden met toverij en ontucht, met moord en afgodendienst, voor iedereen die de leugen koestert en ernaar handelt" [Openb. 22: 14-15].
Jezus Christus heeft gekozen om Hem te volgen, Hij die zelf een maagd is, nederig, gehoorzaam, kuis en arm.
Einde
Bron: Zr. Lucia Dos Santos
Vertaling: Chris De Bodt
29-08-1980
Documentaire: The Miracle of Medjugorje
Documentaire: The Miracle of Medjugorje
28-08-1980
Documentaire: Medjugorje, Johannes Paulus II en Moeder Teresa
Documentaire: Medjugorje, Johannes Paulus II en Moeder Teresa
27-08-1980
Vr. Slavko Barbaric
Vr. Slavko Barbaric: bijzondere reeks n.a.v. zijn tiende overlijdensdag op 24 november
Ter herinnering aan Vr. Dr. Slavko Barbaric 11 maart 1946 - 24 november 2000
Vader Slavko Barbaric stierf op 24 november 2000 om 15.30 uur, na de Kruisweg te hebhen gebeden op de Kruisberg, samen met een groep parochianen en bedevaarders. Het afleggen van de Kruisweg op de Kruisberg was voor Vader Slavko ondertussen een heilige gewoonte geworden op vrijdag. Na de Kruisweg voelde hij pijn in de borststreek en ging hij neerzitten op een rots. Kort daarop viel hij neer op de grond en verloor hij het bewustzijn: enkele seconden later gaf hij zijn ziel over aan de Heer.
Vr. Slavko Barbaric [1946 - 2000]
Levensverhaal
Vr. Slavko Barbaric werd geboren op 11 maart 1946 als zoon van Marko Barbaric en Luca Stojic te Dragicina [parochie van Cerin]. Hij volgde de basisschool in Cerin en de middelbare school in Dubrovnik. Hij trad in bij de Franciscaanse Orde te Humac op 14 juli 1965. Hij studeerde te Sarajevo, Graz en Freiburg. Hij eindigde zijn studies te Graz [Oostenrijk] in de mastersgraad. Na 5 jaren pastorale dienst in de provincie van Herzegovina, meer bepaald in de parochie van Capljina, vervolgde hij zijn studies te Freiburg, waar hij zijn doctoraatsgraad en de titel van psychotherapeut behaalde in de godsdienstige pedagogie.
Als Franciscaanse priester was hij in Capljina van 1973 tot 1978. Van de lente 1982 tot september 1984 was hij kapelaan voor de studenten te Mostar, waar hij retraites organiseerde in het klooster van de Zusters te Bijelo Polje, nabij Mostar. Zijn vruchtbare werk met de studenten en de retraites werden steeds goed onthaald door hen. De communistische regering, die in die tijd aan de macht was in het voormalige Joegoslavië, vervolgde hem echter. In die moeilijke tijden steunde en beschermde Zijne Eminentie, Kardinaal Franjo Kuharic, de opdracht van Vader Slavko.
Klooster te Bijelo Polje, nabij Mostar
Dankzij zijn kennis van de Europese hoofdtalen en ondanks zijn ontelbare verplichtingen in vele verschillende parochies, stelde Vr. Slavko zich onophoudelijk ten dienste van de bedevaarders te Medjugorje, vanaf het ogenblik dat hij al zijn studies had beëindigd en terugkeerde naar zijn land in 1982. In 1983 kreeg hij officieel zijn taken te Medjugorje. Op voorschrift van Mgr. Zanic, Bisschop van Mostar, werd hij overgeplaatst naar de parochie van Blagaj en in 1988 naar Humac, waar hij vicaris werd en medewerker van de meerdere van de priesterstudenten.
Tijdens het begin van de oorlog in Bosnië en Herzegovina, toen alle oudere broers werden verbannen naar Tucepi, bleef Vader Slavko, onder het mondelinge akkoord van de intussen overleden Vr. Drago Tolj, een voormalige provinciaal, verder werken te Medjugorje.
Van bij het begin van zijn opdracht te Medjugorje, heeft Vr. Slavko diverse godsdienstige boeken geschreven: "Bidden met het Hart," "Geef mij uw gewond Hart," "De Mis vieren met het Hart," "In de School van Liefde," "Aanbid Mijn Zoon met het Hart," "Met Jezus en Maria de Golgotha beklimmen om de Verrezen Heer te ontmoeten," "Samen bidden met een vreugdevol Hart," en "Vasten met het Hart," zijn laatste boek. De boeken van Vr. Slavko Barbaric zijn in meer dan twintig talen vertaald en er zijn miljoenen exemplaren van verkocht over de hele wereld. Hij publiceerde ook vele artikels. Hij was de uitgever van het blad van de Franciscanen te Capljina, was medewerker van Krsni Zavicaj, Glas Mira en the Radio "Mir" Medjugorje.
Hij gaf onophoudelijk conferenties voor de bedevaarders en was de bezieler van de aanbidding van het Heilige Sacrament, de verering van het Kruis, de Rozenkrans op de Verschijningsheuvel en de Kruisweg op de Krizevac, waar hij zijn vroege leven beëindigde.
% Kruisweg op de Krizevac
Hij organiseerde eveneens jaarlijkse ontmoetingen voor de priesters en de jongeren in het gebedshuis van de Franciscaanse provincie "Domus Pacis," waar hij instond voor "retraites rond het vasten en het gebed."
De vernietigingen van de oorlog bezielden hem om een inrichting voor de opvoeding en zorg van de jongen op te richten en te leiden: "Mothers Village," waar meer dan 60 mensen hun thuis vonden [oorlogswezen, kinderen uit gescheiden families, van ongehuwde moeders, oudere en verlaten mensen en zieke kinderen]. Als er een man was die de kinderen liefhad, was het Vr. Slavko. En de kinderen gaven hem hun liefde graag terug. Steeds waren ze rondom hem en steeds wist hij ze bij elkaar te brengen, net zoals Jezus! Zijn vorming als psycholoog, alsmede zijn overige studies, lieten hem toe om te werken met drugsverslaafden in de Cenacolo gemeenschap van Zr. Elvira, meestal in hun huis te Medjugorje: "Campo della Vita." Hij leidde de hulp die hij kreeg van over de hele wereld in twee richtingen: in een Stichting voor de kinderen van de gesneuvelde verdedigers tijdens de oorlog en de Stichting voor de Vrienden der Talenten, om zo de studenten te helpen.
Mother's Village
Het is moeilijk om een gedeelte van het leven van deze grote en buitengewone man weer te geven. Als we het al zouden proberen, is het ongetwijfeld met de periode van zijn leven te Medjugorje. Vr. Slavko Barbaric heeft de hele wereld doorreist, waarbij hij de boodschap van vrede en verzoening van Onze Lieve Vrouw verkondigde. Hij was de bezieler en het hart van de vredesbeweging te Medjugorje, die iets meer dan negentien jaar eerder te Medjugorje het licht zag.
Hij had mooie gaven. Zo sprak hij vele talen, was hij gemakkelijk in de omgang met mensen, was hij een meester in het opvoeden, in de eenvoud en in het zorgen voor de mensen in nood en dit men een onuitputtelijke energie. Bijna niemand kan geloven dat één persoon allemaal deze eigenschappen kon bezitten: toewijding en overgave, medelijden, nederigheid en liefdadigheid. Hij bad en vastte heel veel en had Onze Lieve Vrouw met een kinderlijke liefde lief. In feite was dit het wezenlijke van zijn leven: door gebed en vasten zielen via Maria, de Koningin van de Vrede, tot God brengen.
Het leek soms onwerkelijk om naast deze man te leven: hij was hier, in de wereld, maar tegelijkertijd zo veel buiten deze wereld. In zijn bijzijn werden de woorden van Jezus, door zijn priesterlijk gebed, werkelijkheid. "Ze horen niet bij de wereld, zoals ik niet bij de wereld hoor. Heilig hen dan door de waarheid. Uw woord is de waarheid. Ik zend hen naar de wereld, zoals u mij naar de wereld hebt gezonden. Ik heb mij geheiligd omwille van hen, zo zullen ook zij door de waarheid geheiligd zijn" [Johannes 17: 16-19].
Vader Slavko Barbaric werd begraven op de "Kovacica begraafplaats" te Medjugorje, na de begrafenisdienst in de parochiekerk van de Heilige Jacobus de Meerdere, om twee uur s namiddags van 26 november 2000.
Graf van Vr. Slavko Barbaric op de Kovacica begraafplaats
Pater Slavko sterft op de Krizevac
Ik zag Pater Slavko op de grond liggen.
Gesprek met Dr. Erich Kuen op 25 juni 2007, hij is afkomstig uit Oostenrijk uit de provincie Vorarlberg. Op 24 november 2000 was hij toevallig aanwezig op de Krizevac in Medjugorje bij het over-lijden van pater Slavko Barberic. Voor vrienden van Medjugorje blijft deze een onvergetelijk priester. Er is niemand die zichzelf zo wegcijferde voor Medjugorje en de boodschappen, dan hij.
Vraag: Erich, je was aanwezig bij het overlijden van pater Slavko, kun je hier iets meer over vertellen en wil je ook iets meer over jezelf zeggen? Erich: Al geruime tijd woon en werk ik in Innsbruck, daar studeerde ik ook medicijnen. Ik ben niet werkzaam als arts, op het ogenblik studeer ik voor priester aan het priesterseminarie in Sankt Pölten bij Wenen. Voor ik aan deze studies begon was ik wel degelijk werkzaam als arts, maar eigenlijk voelde ik me nooit echt gelukkig en tevreden ondanks dit mooie beroep, want ik wilde ook iets voor mijn ziel doen.
In Medjugorje voelde ik dat ik een priesterroeping had. Pater Slavko kende ik al een tijdje. In Innsbruck kwam ik regelmatig bij de familie Lang. Die familie leidt een grote Medjugorje-gebedsgroep. Wanneer pater Slavko naar Oostenrijk kwam om te spreken en te getuigen van de boodschappen uit Medjugorje verbleef hij regelmatig bij hen. Vaak hielp ik desgevraagd mee aan de hulpacties voor het Moederdorp en de armen in Bosnië-Herzegovina. Meerdere keren was ik in de gelegenheid met hem te spreken. Ik was altijd terughoudend, want ik zag hoe druk die mens het had en hoe iedereen beslag op hem legde voor de meest onbenullige dingen. Hij stond permanent onder druk en dan kwam men bij hem om een rozenkrans te laten zegenen, iets wat men immers ook door een ander priester kon laten doen.
Door de gesprekken begreep ik dat hij zeer toegewijd was aan Maria en dat hij veel tijd aan het gebed besteedde en je altijd bij hem terecht kon als je werkelijk met problemen werd geconfronteerd, dan hielp hij altijd. Nu na zes jaar mis ik hem nog steeds want ik was heel erg op hem gesteld.
Vraag: Erich, jij was op de Krizevac toen pater Slavko daar s middags onwel werd, kun je ons daar iets meer over vertellen? Erich: Een week voor zijn overlijden ging ik voor de zevende keer naar Medjugorje om een tijdje in "de gemeenschap van de zaligsprekingen" door te brengen. Ik wist toen al dat ik priester wilde worden, maar nog niet of ik parochiepriester zou worden of lid ging worden van een religieuze orde, daarom!
24 November 2000 was een regenachtige, koude en mistige dag. Pater Slavko zou, zoals iedere vrijdagnamiddag, de kruisweg leiden naar de top van de Krizevac. Hoewel ik zelf al dagen aan het dubben was of ik aan de kruisweg zou deelnemen besloot ik tegen de middag toch om mee te gaan. Pater Slavko was met de pelgrims al aan de derde en vierde statie toen ik er aan begon, ik wilde namelijk op mijn eentje het lijden van Jezus overwegen.
Tijdens het middagmaal had iemand van de gemeenschap mij verteld dat Pater Slavko al jaren lang onder alle weersomstandigheden s vrijdags met de pelgrims de kruisweg bidt en dat hij daarnaast iedere morgen om 5u afwisselend op een van de beide bergen te vinden was om er te bidden en ... om de rommel op te ruimen die de pelgrims er achter lieten.
Na dit gesprek besloot ik eigenlijk om ook de kruisweg te doen. Wanneer ik dan bij de dertiende statie kwam, zag ik een jonge man met een hoog tempo naar beneden komen? Hij scheen er zich wel niet bewust van hoe gevaarlijk dat was: de weg naar de top ligt bezaaid met stenen die door de nattigheid heel glad waren. Ik stapte verder naar de veertiende statie en zag daar onverwacht een groep mensen staan, terwijl ik dacht dat pater Slavko al lang gearriveerd zou zijn aan het kruis op de top. Iemand van de groep zat voorover gebogen alsof hij tussen de stenen iets verloren had, zo dacht ik.
Naderbij gekomen, zag ik pater Slavko steunend op de stenen op de grond liggen. Daarop riep ik dat ik arts was en de mensen die rond hem stonden maakten direct plaats voor mij. Zo kon ik de pater zonder moeite aan een eerste onderzoek onderwerpen. Het had echter geen zin meer, ik zag meteen dat hij, of voor de dood stond, of reeds gestorven was. Even daarna toen ik vaststelde dat pater Slavko inderdaad gestorven was, heb ik tegen de mensen gezegd dat ze moesten bidden. Daar kwam echter weinig van terecht want onder de aanwezigen was er sprake van grote opwinding, ze stonden min of meer onder shock. Toen ik weer een blik wierp op de dode pater scheen het mij toe alsof hij op een troon was neergelegd. Het was toen 15.15u. Ondanks de tragiek voelde ik een grote vrede. Wat ik tijdens dat half uur heb ervaren zal nooit iemand weten, het was overweldigend.
Vraag: Erich, denk je dat je te laat bij pater Slavko aankwam om als arts nog iets voor hem te kunnen doen? Misschien reanimeren, op welke manier trof je hem aan, daar op de grond? Erich: Als ik alles van te voren geweten had, was ik waarschijnlijk wel met de groep van pater Slavko meegegaan, maar ook dan had ik niet veel kunnen uitrichten. Het was geen aanval van zwakte, zoals de omstanders dachten, het was een buitengewoon zwaar hartinfarct... eerder een acute hartstilstand. Dat had ik direct gezien toen ik naar de pater keek, hij ademde al niet meer, daarom vermoed ik dat hij zelf van zijn sterven niets heeft gemerkt. En ... misschien moest het wel zo zijn, heeft God het zo gewild. Want wanneer pater Slavko niet gestorven zou zijn moest hij toch voor altijd Medjugorje verlaten. De bisschop van Mostar had reeds de beslissing genomen om hem pastoor te maken van een kleine parochie in de buurt van Sarajevo.
De Krizevac [Kruisberg]
Vraag: Op het moment van het sterven van pater Slavko is er veel door je heen gegaan zei je daarnet. Kun je nu, na 6 jaar, daar iets meer over vertellen? Erich: Wat ik daar over kwijt wil is, dat de dood van pater Slavko voor mij een keerpunt in mijn leven was. Waarom? Op dat moment was ik vast van plan een gezin te stichten en een praktijk als arts te beginnen, ondanks mijn priesterroeping.
Toen pater Slavko stierf en kort daarna door zes mannen naar beneden werd gedragen, kreeg ik niet alleen een bevestiging ten aanzien van mijn roeping. Maar voor hem die reeds de hemel was binnen gegaan leek het een triomftocht, was het als een door God georganiseerde overwinning op het onrecht dat hem al zovele jaren dag na dag werd aangedaan, enkel en alleen omdat hij zich voor een bijzondere zaak wilde inzetten.
Vraag: Want wat gebeurde er? Erich: Tijdens deze tocht naar beneden was er een regenboog zichtbaar waarvan het ene uiteinde op het lichaam van pater Slavko rustte en het andere op de rechter toren van de kerk, een overweldigende ervaring was dat!
Verder had ik tijdens die afdaling het gevoel alsof pater Slavko mij een schouderklopje wilde geven van: "Nu doen, priester worden!" Daarom vroeg ik aan hem om mij vanuit de hemel bij te staan met de studie en met alles. Welnu, dat heeft hij meer dan rijkelijk gedaan, want toen ik met de priesterstudie begon is er geen dag voorbij gegaan dat ik niet zijn steun ervaren heb.
Gedurende de dagen tussen de dood van pater Slavko en de begrafenis was er in Medjugorje werkelijk sprake van een uitzonderlijke toestand. Velen in Medjugorje weenden haast ononderbroken, zelf hield ik me veel op in de kerk en ik weende ook, hoewel ik niet wist waarom.
Sterven is immers niets anders dan een overgang naar de plaats waar we eindelijk de levende Heer mogen zien en ontmoeten? Toch?
Een dag later werd mij duidelijk waarom zoveel mensen de tranen de vrije loop hadden gelaten n.l. door de boodschap die Onze Lieve Vrouw gaf de dag na zijn dood op 25 november: "Uw broeder Slavko is in de hemel geboren en houdt daar voor jullie voorspraak!"
Ik kan zeggen dat pater Slavko de vader is van mijn priesterroeping en mijn studie en binnenkort de vader zal zijn van mij, als priester. Zo zie ik dat! Daarom vraag ik jullie beste lezers, zowel tot pater Slavko maar ook voor mij te blijven bidden opdat ik deze weg ter ere van God en uit liefde voor Zijn Moeder kan gaan en mag blijven gaan.
Erichs ongewone weg naar het priesterschap
Pater Slavko: "ga je weg."
Op 29 juni 2008 werd dokter Erich Kuen uit Oostenrijk [provincie Voralberg] door de bisschop van zijn diocees Dr. Klaus Küng tot priester gewijd in Sankt Pölten. Zijn ongewone weg naar het priesterschap werd vooral bestempeld door gebeurtenissen in Medjugorje. Dr. Kuen was aanwezig bij de plotselinge dood van Pater Slavko Barberic op de Krizevac [Kruisberg] op 24 november 2000 in Medjugorje. Toen hij voor de stervende priester niets meer kon doen, had hij het gevoel alsof deze hem aanmoedigde en op de rug klopte alsof hij wilde zeggen: "Ga je weg!"
Op dit moment herinnerde hij zich een voorval van zes jaar geleden. Hij had Pater Slavko toen verteld over zijn gevoelens tot roeping van het priesterschap die hij koesterde. Pater Slavko had hem toen vol vreugde een slag op de borst verkocht.
Op deze regenachtige namiddag op de kruisberg met als achtergrond de tragische dood van deze priester, een grote persoonlijkheid, kwam het hem voor als een bevestiging: "Ja, doe nu verder."
Nu volgt een uittreksel van de preek die Dr. Erich Kuen gaf na zijn wijding, in Haag op 27 Juli 2008.
Enkele weken geleden werd ik priester gewijd, velen van jullie waren daarbij aanwezig of hebben meegeholpen, waarvoor mijn hartelijke dank.
Priester zijn is een groot geschenk maar ook een grote verantwoordelijkheid die men niet uit eigen kracht kan opbrengen. Toen tijdens mijn wijding de verschillende opgaven werden opgesomd, heb ik tegen Jezus gezegd: 'Luistert U goed? U moet me dit allemaal schenken want anders kan ik Uw opdracht niet vervullen."
Het herdenkingsteken op de plaats waar Vr. Slavko Barbaric het leven liet
We hebben dit ook in de brief aan de Romeinen gehoord: God heeft hen die Hij uitverkoren heeft gerechtvaardigd en wie Hij gerechtvaardigd heeft, heeft Hij ook verheerlijkt.
Alles ligt in Gods hand. Ons aandeel is slechts onze goede wil en het vertrouwen in de machtige hulp van God. God roept, God helpt en God voert ons. Dat heb ook ik dikwijls in mijn leven mogen ervaren. Daarover wil ik nu een kort getuigenis geven.
Ik kom uit een niet erg religieuze familie. Mijn vader had een hotel en was altijd met zaken bezig en mijn moeder werkte vlijtig mee.
Maar God laat een mens niet altijd op het droge zitten. Hij had ons een heel gelovige grootmoeder gegeven, die voor de hele familie bad. Als kind dacht ik er nooit aan om priester te worden, ook al geloofde ik steeds in God en dacht ik na over de zin van het leven. Tijdens mijn studie voor arts doorleefde ik echter een diepe crisis over de eigenlijke zin van mijn leven. Dan heb ik de Bijbel genomen en ben daar veel mee bezig geweest. In die tijd klampten de getuigen van jehova me aan en de moonsekte, ze nodigden me uit.
Op een morgen stond ik op en wist: "Vandaag weet ik waar ik bij hoor," zonder precies te weten waarom. Ik keek van boven uit mijn raam naar beneden en zag de hele straat midden in het centrum van Innsbruck vol met een grote menigte mensen. Ik ging naar beneden en vroeg wat er scheelde. Men zei me dat de Paus in Innsbruck was. Tijdens de Heilige Mis met de Paus ben ik katholiek geworden. De Paus had mij dus rechtstreeks bij mijn woning afgehaald. Van toen af aan ging ik iedere zondag naar de Heilige Mis en verbrak ik alle contact met de getuigen van jehova en de moonsekte.
Een groot geschenk op mijn weg was onze Hemelse Moeder. In die tijd verdiepte ik mij zeer in de geschiedenis van Hildegard von Bingen. Ook in die tijd, tijdens mijn legerdienst, reed ik vaak een invalide met zijn rolstoel naar het restaurant, waar we koffie dronken en de krant lazen. In de pers ontdekte ik dan een artikel over Fatima. De kinderen van Fatima hadden een ervaring met de hemel en de hel gehad. De beschrijving daarvan kwam zeer juist overeen met de belevenissen van de Heilige Hildegard von Bingen. Hoe hadden de kinderen van Fatima deze ervaring kunnen hebben? Zo ben ik door Fatima tot de Mariaverering gekomen en tot de maandelijkse biecht, wat een verlangen is van de Moeder van God.
Een eerste ervaring voor de priesterroeping kreeg ik op een werkdag tijdens de Heilige Mis, een onvoorstelbare ervaring als je mijn vroegere levenswandel beschouwd. Ik wilde hierdoor met mijn studie voor arts stoppen en naar het klooster gaan. Maar iedereen raadde mij dit af, de paters, de familie en ook priesters. Dus maakte ik mijn studie in drie jaar af. Mijn roeping was ik weer bijna vergeten. Ik wilde trouwen en me vestigen als huisarts. Doch eerst wilde ik nog een retraite doen, om zeker te spelen. Ik leefde een tijd lang bij de gemeenschap der Zaligsprekingen en ging ook naar Medjugorje. Daar was ik aanwezig bij de dood van een franciscaanse pater die s vrijdags om drie uur plotseling stierf op de kruisberg. Daar dook de roep opeens weer op: "Wil jij verder doen waar Pater Slavko gestopt is?" Ik vroeg aan Pater Slavko me iets van zijn geest te geven, toen we hem vanaf de Kruisberg in de stromende regen naar beneden droegen. Daarna ben ik in de kerk gaan zitten en huilde twee uur aan een stuk. Daar schonk God mij de genade om af te zien van mezelf en er te zijn voor anderen.
Ik ging het eerst als seminarist naar Rome, daarna naar Sankt Pölten en daarna als hulppastoor en diaken naar Haag.
Aan mijn levensweg kunnen jullie zien dat voor God niets onmogelijk is. Hij kijkt niet naar het verleden, geen enkel geval is uitzichtloos. Niemand leeft voor zichzelf, niemand sterft voor zichzelf. We zijn voor elkaar verantwoordelijk, niets is zuiver privaat. Alles heeft zijn uitwerking op de gemeenschap en we worden opgeroepen de last te dragen van de ander. Alleen samen komen wij tot Hem. God schenkt ons de wil en de actie. We kunnen ons leven vol vertrouwen in Zijn handen leggen en vragend en biddend er op vertrouwen dat Hij alles ten goede zal leiden. Hij is altijd bij ons en helpt ons, omdat Hij ons liefheeft!
Homilie van Vr. Tomislav Pervan bij de begrafenisplechtigheid van Vr. Slavko
"OSTENDE MIHI, DOMINE, VIAS TUAS ET SEMITAS TUAS EDOCE ME" "LAAT MIJ UW WEGEN KENNEN, O HEER, LEER MIJ UW PADEN"
25 november 2000,
Vader Bisschop, beste Franciscaanse broeders, lieve moeder Lucia, broers en zussen van onze overleden Vr. Slavko, beste aanverwanten en vrienden, beste gelovigen, beste gelovigen en onze geliefde Vr. Slavko!
Toen ik gisteren op het parochiekantoor van Medjugorje werd opgebeld over de lezingen en gebeden van de gelovigen die ik moest meenemen voor uw begrafenisplechtigheid, zei ik gewoon: neem de lezingen van de Feest van Christus Koning uit het jaar A, en de gebeden van de gelovigen uit het gebedenboek van het feest, van toepassing op de overledenen. Ik denk dat u hier zeker mee zou hebben ingestemd, indien iemand u zou hebben kunnen vragen welke lezingen te kiezen, omdat de eerste lezing uit de profeet Ezechiël praat over priesters en de tweede lezing uit het eerste boek aan de Korintiërs praat over de uiteindelijke overwinning van Christus over de dood, wanneer op het einde alles een gedaanteverwisseling ondergaat zodat God in iedereen zou kunnen zijn. Het gedeelte uit het Evangelie gaat over de laatste scheiding vóór de Gods zetel met zijn oordeel, wanneer de Heer het volk zal scheiden in twee kampen, afhangend van hun houding tegenover de minste, de kleinste, tegenover hen die geen hart, noch ziel hebben.
Op deze plaats wens ik eerst en vooral mijn grote dank uitdrukken, in de naam van de provincie en in mijn eigen naam, voor de ontelbare uitdrukkingen van medeleven, de telegramman, de mails, de telefoons, en ook voor uw aanwezigheid hier ter gelegenheid van deze onverwachte dood. Als de eigenlijke Eucharistie een soort van dankbetuiging is, een opofferende dankbetuiging, dan is het mijn bede en gebed tot u allen dat deze Eucharistieviering eveneens een dankbetuiging zou mogen zijn voor zijn leven, een leven vol menselijkheid, christelijkheid, godsdienstigheid, priesterlijkheid in eenheid met de Franciscaanse orde. Een leven dat in alles een grote opoffering was, een grote overgave, een groot hart voor alle mensen. Daarom is dit tegelijkertijd eveneens een dankbetuiging dat we Vr. Slavko mochten bij ons hebben, dat hij hier, in dit Herzegovina, tot zijn grootste ontluiking kwam en een onvermoeibare voorloper was, volgens de wens van de Heilige Franciscus, een man van vroomheid en gebed, rede en toewijding, waarbij hij het pad van zijn vroeger leven vervolledigde op de plaats die hem zo dierbaar was: de Kruisberg.
Als ik persoonlijk zijn leven mocht uitdrukken met een bijbelse gedachte, voor een leidend thema over Vr. Slavkos leven, zou ik vandaag het gebed nemen van de hierboven vermelde psalmdichter. Dat was Vr. Slavkos levenswens: een gebed voor de heer om hem Zijn wegen te tonen, om Zijn paden te bewandelen en een weg van bekering van godsdienstige opleiding. Hij wou altijd in de school van Onze Heer en Onze Lieve Vrouw zijn, op Gods wegen en in Zijn voetstappen, elke dag zoekend naar een nieuw gebed.
Voor ieder van ons is zijn dood een onverwachte shock. Deze dood komt te vroeg, zoals de psalmdichter zou zeggen, in het midden van mijn leven, op het hoogtepunt van mijn menselijke krachten. Als voor de psalmdichter het aantal van onze dagen, zeventig jaar bedraagt, en tachtig jaar bij een sterke gezondheid, dan vallen deze 55 jaren van Vr. Slavko nogal kort uit, vergeleken bij de tijdspanne van een normaal leven dat de mensen normaal verwachten hier op aarde te mogen doorbrengen.
Hoe dan ook, in het geval van Vr. Slavko kan ik rechtuit en in volle vertrouwen zeggen, en dit uit mijn eigen ervaring, maar ook met uw goedkeuring, dat hier voor ons een leven ligt dat, menselijk gezien, niet alleen één levensduur , maar drie levensduren bevatte. Geen twee, maar drie, omdat dit leven geen vermoeidheid kende, geen rust, geen opgeven. Hij ging nooit naar bed vóór middernacht en hij zag nooit de zon opkomen in zijn kamer. Zoals de psalmdichter zegt: hij bad steeds. Maak me bewust, mijn ziel, bewust, lier en harp! Ik zal de dageraad wakker maken en in werkelijkheid maakte hij de dageraad wakker met zijn gebeden, zijn bedevaarten elke dag naar de Heuvel der Verschijningen of de Kruisberg. Dag na dag, jaar in, jaar uit, in alle weersomstandigheden, stond hij voor alle anderen op en ging hij buiten bidden. Hij zei steeds dat de enige tijd die voor hem persoonlijk en als priester tijdens de dag was voorbehouden, s ochtends was, bij het opstaan: dan ging hij naar de bergen, waar ook zijn te vroege dood plaatsvond, gewoonweg door een hartverlamming.
Zijn hart kon het niet langer houden en Vr. Slavko had een hart dat zich volledig gaf aan anderen tot het einde. Hij had niet eens de tijd om aan zichzelf te denken, aan zijn eigen gezondheid. Nooit kloeg hij over iets dat hem moeite kostte, ook al was zijn gezondheid breekbaar. Vooral het koude weer, griep, verkoudheden en verschillende infectieziekten hadden een negatieve invloed op zijn natuurlijk afweersysteem. Hij wist hoe hij nog tijd kon vrijmaken voor zichzelf door zijn oneindige taak die hij op zich had genomen, maar die hem elke dag meer en meer uitputte, en zo op deze wijze zijn kruis droeg, het kruis van Medjugorje en dit reeds gedurende twintig jaren, bracht hij dit kruis naar zijn en onze Kruisberg en daar, onder het Kruis van de Heer, liet hij zijn kruis achter om in eeuwigheid verheerlijkt te worden.
Deze kruisberg, die hij dagelijks, in elke weersomstandigheid, beklom, samen met de bedevaarders, zodat ze een beleving konden hebben van de berg Tabor, onderaan, aan de voet van het kruis. De Kruisberg was veranderd in zijn eigen Tabor: Calvarie en Tabor, Kruisberg en Tabor, waar Vader Slavko werd omgevormd in wat de Calvarie voor Jezus was, volgens het Evangelie van Johannes: de uiteindelijke verheerlijking van de Zoon van God. Als ik tot Verrijzenis kom, zal ik allen naar mij toehalen ... Vader, U hebt mijn naam verheerlijkt ... het kruis als een uiteindelijke overwinning, het Kruis waarvan de Tabor een voorbode was.
Heer, het is goed voor ons om hier te mogen zijn ... en Slavko bleef daar, beneden dat gewijde kruis, op de Kruisberg, zijn kruis dragend voor de ontelbare bedevaarders, de kruisen van Medjugorje, de kruisen van zijn mensen, van de Kerk en van het Bisdom. Hij verliet ons niet zoals de Heer ons verliet. Niet op een sofa, noch op een bed, noch omgeven door broeder en dierbaren, maar onder het kruis, op een koude rots in Herzegovina. Hoeveel symboliek ligt er niet in deze dood? Vr. Slavko: u bracht uw kruis hier aan de voet van Gods kruis, u liet het hier achter, zodat u daarbij, in uw eigen door, ons ook in grote getale naar hier zou leiden: de plaatselijke Bisschop, het volledige Bisdom, zon groot aantal andere broeders priesters, gelovigen, bedevaarders die duizenden kilometers aflegden om "Dank u en tot ziens," te zeggen. Een dood die als een ontmoetingsplaats is die ons allen verzamelt in éénheid en waarin we allen dezelfde zijn.
Lieve broeders en zusters!
Wat dient er hier op deze plaats te worden gezegd over dit voltooide leven? Ik kende hem al heel lang, reeds vanaf 1961. Ik ontmoette hem de eerste maal bij de eerste misviering van Vr. Dobroslav Stojif en Vr. Gojko Musa op Tweede Kerstdag in 1961. Ik had toen reeds mijn eerste jaar voltooid op het seminarie van Visoko en hij had zich pas aangemeld voor het seminarie. We leerden elkaar kennen. Die magere knul vertelde mij dat hij aanvaard was voor het seminarie te Visoko en nu kwam hij zich aanmelden in het seminarie en zei hij mij dat hij naar Dubrovnik ging. Daarna bleven we bij elkaar en we werden hier in dit bisdom gewijd. We waren altijd bij elkaar, steunden elkaar, werkten tezamen, zij aan zij, vooral tijdens de periode dat ik hier pastoor was te Medjugorje. Zes jaar onder communistische overheden, toen we met Gods hulp alles moesten doen wat we konden doen in onmenselijke omstandigheden. Iedereen zocht ons op in die tijd van genade, in die tijd van de verschijningen, toen de communistische wereld en het goddeloze systeem begon te verkruimelen en de dageraad begon van een nieuwe wereld van vrijheid voor het Kroatische volk.
De grote Franse denker en schrijver Leon Bloy, een bekeerling en een vrome Katholiek gaf de uitdrukking aan een prachtige gedachte. De eerste vrouwelijke schijfster die toegelaten werd tot de Franse Academie, de Belgische Marguerite Yourcenar, zei dat het een van de mooiste citaten was uit de Franse literatuur. Het zegt: "De enige tegenslag die er bestaat, is geen heilige te zijn." Deze uitdrukking kan beangstigend zijn, maar wij moeten in het geheel niet angstig zijn om deze uitdrukking. Een mens is enkel zo heilig zoveel als hij of zij wenst te zijn. Of we wensen heiliger te worden, beter dan we zijn, hangt enkel van onszelf af.
Vr. Tomislav Pervan
Het feest dat we vandaag vieren [Christus Koning, de laatste zondag van het Kerkelijke jaar, gewoonlijk rond 25 november] spreekt duidelijk en rechtuit tot ons met Gods stem en rede. Hij spreekt tot ons in alle gebeurtenissen die zich rondom ons voordoen. Hij spreek tot ons door de geschiedenis en door de mensen, maar Christus als Koning zei klaar en duidelijk: "Ik ben gekomen om vuur uit te storten op deze wereld". ... Wat anders zou Medjugorje kunnen willen of wensen in de huidige wereld, dat de Moeder van God, hier vandaag aanwezig is in Medjugorje. Zij wenst maar één ding: Gods koninkrijk op aarde te brengen. Zij wil wat Christus in deze wereld kwam brengen om te worden verspreid. Het wordt samengevat in regel: God is Koning. Christus in Koning over ons allen. De mens is slechts een zwak schepsel en niets meer.
Wat was de wil van onze Vader Slavko? In al zijn gebeden, ontelbare aanbiddingen en preken, conferenties en boeken? Maar één ding: Jezus is mijn God en Hem aanbid ik, voor Hem leef ik, Hij betekent alles voor mij! Jij alleen zal ik dienen en vereren, maar ook in mijn broedernaaste. Per Mariam ad Jesum, per Jesum at Mariam! Door Maria tot Jezus, maar eveneens door Jezus tot Maria!
Hij vond zijn inspiratie in Christus en in de Heilige Franciscus. Christus, die nooit iets neerschreef, die enkel de wereld bezaaide met wat zijn apostelen neerschreven. Christus wist dat zijn woorden in de vruchtbare grond van het geloof gingen vallen en in Vr. Slavkos leven werden deze woorden vervuld tot op het einde. Het viel op de vruchtbare grond van het geloof, van het hart, in de traditie die hij tot zich had genomen, deze van thuis uit, en deze traditie bracht vruchten voort, in het honderdvoud.
En dan is er het voorbeeld van Franciscus dat hem enthousiast maakt. Franciscus is, net als Christus, de leraar van ons allen. Franciscus, de grote onder de groten, hij die zijn dure kledij wierp aan de voeten van zijn vader, een rijke textielhandelaar, hij die de armoede liefhad voor het belang van de armoede. Dat gold ook voor onze Vr. Slavko een dagelijkse inspiratie: niets bezitten, alles weggeven, net zoals Paulus, alles voor de mensen, zodat ik er enkele kan redden voor Christus. Hij had, om te zeggen, zakken die aan flarden waren, hij gaf links en rechts uit, zonder te vragen wie het is en wie wat is.
Hij slaagde duidelijk in de test van het geloof in het evangelie van vandaag omwille van zijn liefde voor de mensen en voor God die zijn persoon belichaamden. Hij was een straal van licht in de nacht van deze wereld. Vr. Slavko was in zichzelf gedreven naar het mystieke, naar het Eeuwige. We weten dat weinige stralen de nacht niet verjagen, dat een aantal golven de oceaan niet doen oprijzen of in beroering brengt, maar als een man zoals onze Vr. Slavkos straalt bij het zicht van een bloem of bij het uitdelen van een stuk brood aan de armen, dan verandert alleen al door deze kleine dingen de wereld naar het goede toe. Dat is precies wat het Evangelie van vandaag ons vertelt over de uiteindelijke ontmoeting met de Heer Jezus op de Dag des Oordeels, iets wat Vr. Slavko letterlijk begreep en beleefde.
Indien de Heer hem de woorden had gezonden: "Luister, Vr. Slavko, morgen zult u sterven," dan denk ik dat hij geen ogenblik zou hebben opgehouden met te doen wat hij elke dag deed, omdat hij, in alles wat hij deed, slechts één enkel doel had: het vereren van de Heer, het dienen van de Heer. Hij zou zeker geen onderbreking of bezinning hebben ingelast om na te denken over zijn leven. Hij zou zijn dagelijkse beklimming van de Kruisberg niet hebben opgegeven, hij zou het bidden en de verering niet hebben opgegeven, noch zou hij opgehouden hebben met zo vele mensen advies te geven, of de minsten te bezoeken.
Moest de Heer zon boodschap echter naar ons toesturen, zouden we ons hoogstwaarschijnlijk hebben teruggetrokken in onze kamer, om ons leven nog één maal proberen te overzien en er aldus het maximum voordeel uit te halen op het ogenblik van de genade. Vermoedelijk zouden we nagedacht hebben over deze woorden van God, keuzen hebben gemaakt en meer intens hebben proberen te leven. Maar voor Vr. Slavko zouden deze woorden enkel betekenen dat hij zou verder doen met wat hij bezig was: steeds in de bres staan voor God en de mensen.
Eens vroegen ze aan een heilige man waarom hij nooit enige angst voelde. De heilige man antwoordde: "Omdat ik alle dagen over mijn dood nadenk!" Mensen hebben angst omdat ze bevreesd zijn van alles rondom hen en voor al hun bezittingen. Hoe dan ook: bij het oog in oog staan met de dood, bij het elke dag in onze gedachten houden van onze mogelijke dood, wordt alles overbodig voor de mens. De dood is de ware maatstaf van het leven. Het zendt duidelijk de boodschap hoe we zouden moeten leven en hoe we er de nodige sterkte kunnen uit halen.
De gedachte aan de dood zou ons alles in een andere dimensie moeten voorstellen, en deze is dat het leven kort is en dat het nodig is om duidelijke tekenen, signalen, verkeersborden, en richtlijnen voor de liefde achter ons te laten. Sporen die de anderen zich graag herinneren, afdrukken en wegen die anderen kunnen bewandelen.
Jezus, die wist dat Zijn tijd was gekomen, en omdat hij diegene liefhad die hem wegnam van deze wereld, nam water en een kom en waste de voeten van zijn leerlingen. De voeten zijn de meest bevuilde delen van het lichaam. In Zijn liefde raakte Jezus vuile, maar ook gewonde menselijke voeten aan. Hij raakte de achilleshiel van andere mensen.
Wat moeten we nog meer zeggen over de voetsporen die Vr. Slavko naliet voor de anderen? Hij ging door deze wereld met het goede te doen, met het loven en verkondigen van Jezus Christus, met het onderrichten van het Evangelie, het vieren van de Eucharistieviering, het liefhebben van Christus in de Eucharistie en aan het kruis, door het aanraken van de pijnlijke plaatsen, de achilleshielen.
Bij Vr. Slavko bleef het echter niet enkel bij woorden. Hij zette zijn woorden om in daden, waarbij hij zichzelf volledig vergat. Hij zette zichzelf in tot het bittere einde, precies voor hen die de meeste hulp nodig hadden. Hij was zowel een geestelijke als een materiële helper, een kompaan voor zo velen tot in het ontelbare. Hij liet zijn sporen na, onuitwisbaar. In zichzelf stortte hij de woorden van Jezus uit: "Zoals de Vader mij liefheeft, zo heb ik u allen lief," en er bestaat geen grotere liefde dan deze: "het geven van zijn leven voor zijn vrienden."
Vr. Slavko heeft zijn leven voor iedereen gegeven. Boven alles had hij diegenen lief die niemand liefhad, zij die zich verlaten en in de steek gelaten voelden, die door zonde en menselijke haat verschrikkelijke wonden hadden.. Hij troostte, hij heelde de wonden, hij hielp, hij aanvaardde. Hij vergat zichzelf. En daarom ging hij te vroeg van ons heen, omdat hij zijn inhoud overal verkondigde.
Onze beminde Vr. Slavko! We zijn God dankbaar dat wij u onder ons mochten hebben. We zijn God dankbaar omdat Hij u riep tot de Franciscaanse gemeenschap. We zijn God dankbaar voor de talenten die Hij u heeft geschonken en die u tot het uiterste hebt aangewend. We zijn dankbaar voor uw familie omdat u tot onze provincie behoorde, waarin u één van de uitblinkende figuren werd. We geloven dat we in u, in de hemel, zowel een bemiddelaar als een helper hebben gevonden, een genezer van al die wonden die de mensen en zijn Kerk onderdrukken, en tegelijkertijd ook een verzoener die Gods vrede afdwingt, de vrede van Christus Koning voor ons allen.
Wij hebben er alle vertrouwen in dat u de Heer hebt ontmoet, oog in oog, aangezicht tot aangezicht, toen u voor Zijn Troon kwam, net zoals het Evangelie van vandaag, dat gelezen wordt op Christus Koning, ons ook vertelt. U ging door de school van het dienen, niet van het heersen. De school van het geven, niet van het nemen. De school van de extreme armoede, niet deze van de weelde. En daarom hebben we er alle vertrouwen in dat Hij uw beloning is.
Ontelbare mensen die u hebben ontmoet kunnen zeggen: "Dank u, Heer, dat er iemand bestond zoals Vr. Slavko. Dank voor hem door wie God mij heeft liefgehad." En u, Vr. Slavko, kon bevestigend zeggen: "Er bestaan wezens door wie ik verliefd geworden ben op God, door wie God dichter tot mij is gekomen: Jezus en Maria."
U brandde uzelf volledig in het dienstenboek van Maria, de Moeder van God, ten dienste van Haar aanwezigheid hier en in de hele wereld. U was de boodschapper en de verkondiger van Haar vroomheid, dat voor altijd in het middelpunt van het Christendom stond. Wij hebben er alle vertrouwen in dat Christus Kerk het werk van u nooit zal vergeten. De Heilige Hiëronymus zei het op deze wijze: "Het is niet nodig om te weeklagen over de doden, maar om dankbaar te zijn dat we met hen hebben mogen leven en dat we nog steeds verbonden zijn met hen. We geloven dat zij met God zijn, en wie met God is, is verbonden met de voltallige familie van God." Met deze gedachte druk ik mijn sympathie uit aan uw moeder Lucia, uw broers en zussen en al uw aanverwanten. En ik dank uw familie om u aan ons te hebben geschonken en dat we u hadden...
Tenslotte, onze beminde Vr. Slavko, zou ik u één ding willen vragen: Vergeef ons alles waarvoor we u in onze ogen en uit ons standpunt niet begrepen. U was en u wou de hele weg vir catholicus, apostolicus, franciscanus, vir Croata hercegoviniensis, of een Katholiek, een apostel, een Franciscaan, een Kroaat uit Herzegovina zijn. Dikwijls ging u ons voor zonder dat we u begrepen. U dacht verder dan de rest, juist zoals de mystieke Promotheus, die steeds vooruitdacht en nieuwe dingen in gedachten had.
De opgebaarde Vr. Slavko Barbaric
Eén ding echter is klaar en duidelijk, namelijk de woorden van Christus: "door hun daden zult u hen kennen." Uw werk is blijvend zichtbaar omdat het verweven en gebouwd is op het gebed, op uw knieën, op uw zoektocht naar Gods wil door de tekenen van deze tijd. U ging ons voor, maar u zult steeds verbonden blijven met ons. Daarom, nogmaals, dank u voor alles en dat u mag rusten in de vrede van de Heer, in de schaduw van de Kerk van Medjugorje, de Kruisberg en de Heuvel der Verschijningen. Amen.
Vr. Tomislav Pervan,
In het midden van mijn dagen [Psalmen 102: 24] Ontwaak, mijn ziel, ontwaak met harp en lier, ik wil het morgenrood wekken [Psalmen 57: 9]
De laatste homilie van Vr. Slavko Barbaric
Dit is de laatste homilie die Vr. Slavko Barbaric O.F.M. heeft gegeven, tijdens de ochtendmis van zijn laatste dag hier op deze aarde, 24 november 2000, om 9 uur in de Heilige Jacobus de Meerdere Kerk van Medjugorje.
Dank u
De eenheid van de Heilige Geest zij met u allen. Bijna elke boodschap van Onze Lieve Vrouw eindigt met de zin: "Dank omdat u gehoor gegeven hebt aan Mijn oproep." Ik heb mezelf dikwijls afgevraagd: Wie bedankt Onze Lieve Vrouw hier eigenlijk? Wie is er zo belangrijk dat zij vanuit de Hemel naar beneden te komen om "dank u" te zeggen tegen deze persoon? Zij verwacht niet zoveel van ons, maar Zij ziet al het goede dat we reeds hebben gedaan, en dat is de reden waarom Zij ons bedankt.
Vergiffenis
Laat ons ook de Heer om vergiffenis vragen voor alles dat niet goed was, waar eigenbelang, jaloezie en arrogantie de overhand hadden in het verleden, zodat we, door ons gebed en vasten, mogen meewerken aan het prille begin van een nieuwe tijd, zoals Onze Lieve Vrouw zei in Haar laatste boodschap [25 oktober 2000]. Ik zou graag bewust, samen met Maria, opnieuw iedereen willen "bedanken" die, op hun eigen bijzondere wijze, Haar boodschappen hebben beantwoord. Het doet steeds goed om steeds weer opnieuw te weten dat Onze Lieve Vrouw niets kan doen zonder onze hulp.
Toen wij Haar "dank u" voor de allereerste keer aanhoorden, deinsden we zowat achteruit, omdat we de gewoonte hebben om aan God, de Almachtige, te vragen en tot Hem te bidden en plots is er daar een boodschap die tot ons komt en die zegt: "Ik heb u nodig. U bent belangrijk voor mij. Ik kan niets doen zonder uw hulp!"
Dikwijls kunnen wij dit niet begrijpen, maar het is waarachtig een feit. God wil ieder van ons, in onze tijd en in onze omgeving waar we leven. Hij wil ons en Hij heeft ons talenten meegegeven. Hij wil dat wij deze talenten ontwikkelen om aldus te groeien in genade, zodat wij Hem kunnen dienen door onze talenten te gebruiken.
Kritiek
Iedereen die, door het gebruik van zijn talenten, dient, liefheeft, gelooft en hoopt, helpt en eerbiedigt de anderen. Wij zijn allen heel belangrijk, in onze tijd, in onze plaats tijdens ons leven, waar God heeft beslist dat we moeten zijn. Dikwijls heb ik dit tot de mensen gezegd die anderen heel wat bekritiseren, of tot hen die denken dat zij het zelf allemaal beter zouden hebben gedaan indien ze in Gods situatie waren.
Indien God de gedachte zou hebben gehad dat u beter zou geleefd en gediend hebben op een ander tijdstip of een andere plaats, dan zou Hij u niet geplaatst hebben waar u zich nu bevindt, maar zou Hij u elders hebben geplaatst. Zegt nooit "ik" in Gods plaats, maar open eerder uw ogen en oren in uw tijd en tot uw buren met wie u leeft. Dit is uw allereerste taak. Dit is waar u onvervangbaar bent. Dit is waar u belangrijk bent voor God en dit is waar God niets kan doen zonder uw hulp. Op die wijze ervaren we Gods liefde en Zijn liefde, diezelfde liefde, bereikt de anderen door ons.
God heeft ons nodig
Als we vertroosting krijgen van God, dan is het maar rechtvaardig dat we deze ook aan de anderen geven en dit kunnen we enkel doen in de tijd en op de plaats waar we ons nu, op dit ogenblik bevinden. Enkel daar, en nu, kunnen we Gods wil doen en Hij kan niets doen zonder onze hulp.
Tijdens deze negentien jaar en vijf maanden is Maria in één ding zeker geslaagd: vele mensen die dachten dat het voldoende was om de Heilige Mis bij te wonen op zondag, zijn erg actief beginnen worden in hun godsdienstig leven en dit door Haar boodschappen. Daarom kunnen we vandaag zeggen: "Dank u" voor alle mensen over de hele wereld, die bewust de boodschappen verspreiden, met de hulp van Onze Lieve Vrouw en van de anderen.
Een Kroatische monnik, een missionaris, die zijn leven doorbracht in India, vertelde me ooit dat hij elke zaterdagavond en -nacht, in zijn parochie, net hetzelfde programma brengt als dat van Medjugorje, en zo ziet u dat Medjugorje niet alleen hier wordt gevierd, maar in diverse parochies over de hele wereld. Dit is nog een andere reden waarom Maria in Haar laatste boodschap zegt, dat Zij God dankte en dat Zij zo verheugd is dat er zo vele mensen tijdens dit jubileumjaar naar hier komen en dat de Kerk geestelijk hernieuwd is.
Ik geloof dat we nog veel te doen hebben om aan onszelf heel wat te sleutelen, bijvoorbeeld, door de Kerk en onze families te kunnen zien door de ogen van Maria. Nogal dikwijls zijn we geneigd om anderen te oordelen, om over andere mensen te klagen, wanneer we naar de wereld kijken in onze tijden. Uiteraard zijn er heel wat problemen. Maar Maria kijkt naar deze wereld met andere ogen dan wij doen. Zij ziet het goede, hoe klein ook, maar wel betekenisvol. Zij herkent het en is dankbaar hiervoor.
Dankbaarheid
Dankbaarheid is de beste leidraad in onze opvoeding. Wanneer u iemand wenst te onderrichten, dient u eerst te kijken naar het goede in deze persoon, hoe onbetekenisvol klein dit soms ook kan zijn. Daarop moet u trachten zich voor te stellen hoe deze persoon, samen met u, anders kan zijn en met u samenwerken.
Als u blind bent voor deze dingen, dan zien we enkele de negatieve aspecten: de dingen die onvolmaakt zijn, dingen vreemd aan onze vluchtige voorkeur, en zo kunnen we uiteraard snel uitpakken met onze kritiek, waarmee we veroordelen en verwerpen.
Maria, aan de andere kant, ziet enkele de goede dingen in deze wereld. Zij ziet ook wat beter zou kunnen zijn en precies daar begint Zij met Haar onderricht. Lees de Boodschappen! Zij zijn steeds positief, brengen steeds hoop en zijn bemoedigend. Op dezelfde wijze heeft Maria in ons de positieve krachten doen ontwaken en dat is waarom wij Haar moeten bedanken. De persoon die Maria volgt heeft geen tijd om te bekritiseren. Maria geeft ons de moed om iets te doen, zelf daar waar we geloven dat het verwarring kan brengen, waar het niet goed is, of waar het te veel wordt voor ons. Enkel op deze wijze kan Maria, samen met Haar Zoon Jezus, het derde millennium binnentreden.
Bedank daarom alle mensen in de wereld die Maria volgen en die ons onvermoeid bezoeken, die bedevaarten organiseren zonder er ooit moe van te worden. Laat, zoals Maria ons zegt, een nieuwe dageraad opkomen, een nieuwe lente. Geen lente op de wijze in de kalender, maar een lentetijd van een nieuwe beslissing. Laat de Nieuwe Wereld aanvangen, daar waar wij geloven dat de wereld bijna niet meer bestaat, vervuild en vernietigd is. Als u beslist om God en uw naaste lief te hebben zoals uzelf en wanneer velen rondom u hetzelfde doen, dan is de nieuwe tijd gekomen. Amen.
Vertaling: Chris De Bodt en Mia Stassen
26-08-1980
BBC documentaire over Medjugorje
BBC documentaire over Medjugorje
25-08-1980
Is dit het graf van de Heilige Jozef?
Is dit het graf van de Heilige Jozef?
Een groep bedevaarders die in oktober 2010 in het Heilige Land waren, kreeg een zeldzaam monument te zien dat niet aan het publiek gepromoot wordt: een graf en een huis uit de eerste eeuw, die verband houden met het verhaal van de geboorte en de verrijzenis van Christus.
Een bedevaartstocht van een groep bedevaarders uit Ballajura [Perth, Australië] heeft in oktober iets aan het licht gebracht wat wel eens het graf van de H. Jozef kan zijn, de echtgenoot van de Maagd Maria, Moeder van God. In het dorp waar Christus opgroeide, bevindt zich onder het klooster van de Zusters van Nazareth een archeologische site met opgravingen uit de eerste eeuw. Hier bevindt zich een vermoedelijk Herodiaans graf, een huis en een kapel waarvan men zo goed als zeker is dat ze uit het prille Christelijke tijdperk stammen. De lokale bevolking vermoedt dat dit wel eens de plaats kan zijn waar Jozef werd begraven.
Zelfs als de site [ontdekt in 1884 toen een tuinman door een put viel die hij aan het opvullen was] niet met zekerheid als het graf van de H. Jozef kan geïdentificeerd worden, onthult ze veel over hoe het graf van Jezus en zelfs Zijn kribbe eruit konden gezien hebben. Het klooster ligt tegenover de Katholieke Basiliek van de Aankondiging, waarvan men gelooft dat hij op de plaats staat waar de Aartsengel Gabriël aan Maria verscheen en zij de verantwoordelijkheid aanvaardde om de Moeder van God te zijn. Wanneer men in de opgravingsite onder het klooster gaat, en een kronkelende grot volgt, kan men in de hoek van een kamer de overblijfselen zien van een altaar.
Toen de site werd gevonden bevond er zich een skelet in de hoek van de kamer. Het zat in een rots, in zithouding, en men vermoed dat het de overblijfselen waren van een bisschop, monnik of een geestelijke van de gemeenschap. Het was gebruikelijk dat bisschoppen op zon manier begraven werden, als symbool van hun macht. Zuster Stefania Cantore, de Zuster Overste, vertelde de bedevaarders dat ze daardoor "zeker waren dat dit huis/deze kapel uit de prille Christelijke periode stamde." In de Apocalyps [Openbaringen] in de Bijbel, verwijst men naar God als "Diegene die daar zat."
Bij opgravingen in het omliggende gebied heeft men veel mozaïeken uit het Byzantijns Tijdperk [500 - 1000 n.C.] gevonden. Deze bewijsstukken hebben experts doen besluiten dat "we zeker mogen zeggen dat deze kapel ergens na de eerste eeuw gebouwd werd," zei Zuster Stefania. Er werden ook twee uitgegraven plaatsen voor graven gevonden tijdens de opgravingen in de buurt van de kapel. De graven waren gemaakt als een oven, wat gebruikelijk is bij oude Joodse graven. De bedevaarders uit Ballajura zagen tijdens hun laatste dag in het Heilige Land gelijkaardige open graven naast een oude kerk. Die kerk geeft één van de vier plaatsen aan waarvan men vermoed dat Jezus na Zijn Verrijzenis aan twee van Zijn apostelen verscheen toen ze op weg waren naar Emmaüs.
In een aan de kapel aangrenzende kamer in de opgravingsite onder het klooster, is er een gat in het dak waarlangs men water naar omhoog trok. Er zijn ook sporen in de muren van touwen waarmee men voedsel omhoog trok. Dit zijn bewijzen van een huis uit de eerste eeuw. In een andere hoek van de kamer staan twee paar stoelen die door de Kruisvaarders gemaakt werden, nadat ze het gebied in 1099 veroverd hadden. Het is onbekend waar de trap voor diende, vermits er op de muren eromheen niets geschreven stond. Maar in het onderste deel van de trap is er een deur, gemaakt uit rotsen en stenen, waarvan men ook vermoedt dat ze uit de eerste eeuw stamt en een overblijfsel is van een huis.
Archeologen weten dat de muren uit de eerste eeuw stammen, want men vindt gelijkaardig metselwerk terug in de muren van een nabijgelegen dorp. Dat dorp werd in 70 n.C. verwoest door de Romeinen toen de legers van Titus, zoon van de Romeinse keizer Vespasius, heel de stad Jeruzalem met de grond gelijk maakten.
In 1900 vond men twee putten waaruit, toen men een paar stenen wegnam, een geur van wierook kwam die zn oorsprong vond in het graf dat eronder lag en waarvan de lokale bevolking vermoed dat dit het graf van de H. Jozef is. Ze weten dat de Kruisvaarders gebruik maakten van het graf, want men had er [ruiter]sporen van Ridders, lampen en lepels voor de H. Communie gevonden. "Dus we weten dat dit gebied belangrijk was voor de Kruisvaarders," zei Zuster Stefania. Hoewel men niet denkt dat dit hetzelfde graf is waar Christus in begraven werd ... dat in feite in Jeruzalem ligt, zon 105 km beneden Nazareth. Toch geeft dit graf een beeld van hoe graven er in die tijd uitzagen.
De grootte van het graf geeft ook aan dat het om een "belangrijk persoon" ging, zei Zuster Stefania. "Er zijn in het land maar acht van zon graven waar we van afweten. Ze zijn niet talrijk, want ze werden enkel gemaakt voor belangrijke mensen." Dit graf onder het klooster, dat toegankelijk is via een geërodeerde draaitrap, onthult iets over wat de Bijbel ons zegt over de Verrijzenis van Jezus: Toen de Sabbat voorbij was, kochten Maria Magdalena, Maria de moeder van Jakobus, en Salomé geparfumeerde oliën waarmee ze Jezus wilden zalven. Op de eerste dag van de week, heel vroeg, net na zonsopgang, gingen ze naar het graf. Ze zeiden tegen mekaar: "Wie zal de steen voor de ingang van het graf voor ons wegrollen?" Toen ze bij het graf kwamen, zagen ze dat de steen al verplaatst was geweest. [Marcus 16:1-4]. En later: "Johannes ging het graf niet binnen, maar boog zich voorover om binnen te kijken, en zag het linnen op de grond liggen" [Johannes 20:5]. Zoals onderstaande foto aantoont, kan een ronde steen [hoewel de steen op de foto niet zo groot is als Marcus beschrijft] weggerold worden.
De opening in het graf dat onder het huis lag, zoals het gebruikelijk was De grootte van het graf geeft de belangrijkheid weer van de persoon die er begraven mag [in het land waren er zo maar weinig]
Men kan ook duidelijk zien hoe Johannes zich zou moeten "voorovergebogen" hebben om "binnen te kijken," want doorheen de opening bevindt zich een lager niveau waar de lichamen begraven lagen; en daarachter waren nog twee gaten met daarachter nog een dieper niveau.
Precies boven deze graven in het huis staat een voederbak waar dieren uit eten, zoals beschreven wordt door Lucas: "Ze baarde haar eerstgeboren zoon en wikkelde hem in zwachtels en legde hem in een voederbak." Hoewel dit niet de voederbak is zoals door Lucas beschreven toen Christus in Bethlehem geboren werd, zon 128,7 km verder, geeft dit een heel goed beeld van hoe het eerste bed van Christus er uit moet gezien hebben.
Een voederbak uit de eerste eeuw, in de kamer boven het graf. Dit geeft een idee van hoe de kribbe van Jezus moet geweest zijn
Bron: therecord.com [australië]
Vertaling: Mario Lossie
24-08-1980
Film: Padre Pio
Film: Padre Pio
Pater Pio van Pietrelcina [Pietrelcina, 25 mei 1887 - San Giovanni Rotondo, 23 september 1968] was een Kapucijner pater. Zijn burgerlijke naam was Francesco Forgione. Francesco had vanaf zijn vroege kinderjaren reeds mystieke ervaringen, die hij als heel gewoon ervoer. In 1903 trad hij in in de Kapucijner Orde en in 1910 ontving hij de priesterwijding. Vanaf 1903 tot 1910 verbleef Pater Pio O.F.M.Cap. in Benevento wegens zijn voortdurende slechte gezondheid. In 1916 werd hij naar San Giovanni Rotondo verplaatst, waar hij zou blijven tot zijn dood in 1968.
In 1918 kreeg hij de zichtbare stigmata, die gedurende zijn verdere leven zouden bloeden, waardoor hij op mystieke wijze met Christus' lijden verbonden was. Men verhaalt dat hij door zijn zwakke gezondheid en de stigmata zijn verdere leven veel pijn heeft moeten verdragen en dat hij zijn lot droeg voor de bekering van ongelovigen en zondaars. Reeds tijdens zijn priesterlijk leven werd Pio als een heilige vereerd, hoewel vele bisschoppen hem tegenwerkten. Opvallend was dat hij uren- tot dagenlang de biecht hoorde van vele duizenden gelovigen en heel langzaam en in zijn geest verzonken de Heilige Mis opdroeg. Beperkingen en straffen van de zijde van de kerkelijke hiërarchie verdroeg hij met veel geduld en gehoorzaamheid. Hij hoorde de biecht van mensen uit de gehele wereld, ook in hun eigen taal. Tijdens het biechthoren was hij zeer streng voor iedereen, ook in de kerk eiste hij van iedereen eerbiedigheid zowel in kleding als in houding. Door kinderen raakte hij altijd vertederd. Na een lang onderzoek werd hij in 1999 zalig en in 2002 heilig verklaard door Paus Johannes Paulus II.
Deze speelfilm uit 2000 duurt 200 minuten en staat onder regie van Carlo Carlei. Met Sergio Castellitto, Jürgen Prochnov, Aldolfo Lastrett, Lorenzo Indovina en Pierfrancesco Favino. De film is gebaseerd op het boek "Padre Pio, un santo tra noi," van Renzo Allegro.
23-08-1980
Joëlle en Vinciane: miraculeuze genezing te Medjugorje
Joëlle en Vinciane: miraculeuze genezing te Medjugorje
Op 16 oktober 2010 begonnen 46 bedevaarders uit Zwitserland hun busreis naar Medjugorje. Onder de reizigers was er een blinde vrouw, Joëlle en haar twaalf jaar oude dochter, Vinciane. Zij waren vergezeld van Claudia, een vriendin des huizes.
De reis verliep niet al te vlot. Het duurde twee dagen eer de groep aan de grens met Bosnië-Herzegovina kwam om er dan nog op uit te komen dat ze onvolledige papieren aan boord hadden om de grens over te mogen. De bus en de reizigers gingen verder en probeerden dan maar een andere grensovergang, maar ook hier werd de doorgang geweigerd.
Gelukkig bevond er zich, bij de tweede overgang, een bushalte met de vermelding "Medjugorje." Alle bagage werd van de Zwitserse bus naar de halte gebracht en werd er gewacht op de volgende bus die hen zou meenemen naar Medjugorje. Uiteindelijk bereikten zij het dorp om 20 uur.
De volgende dag beklom de groep bedevaarders de Podbrdo [de heuvel der verschijningen]. Ook Joëlle ging mee. Het was geen gemakkelijke klim in de regen, maar er heerste een grote sfeer van solidariteit onder elkaar. Later die dag kwam de groep opnieuw bij elkaar om er het avondprogramma bij te wonen in de Heilige Jacobuskerk. Na het ontvangen van de Heilige Communie kreeg Joëlle een benauwd gevoel, maar werd ze al vlug getroost door pater Fabien.
De daaropvolgende dag beklom het merendeel van de groep de Krizevac, maar Joëlle, de pater en een paar anderen, besloten om de Kruisweg te bidden rond het beeld van de Verrezen Christus. De overige bedevaarders zouden op de Kruisberg vurig bidden voor de noden van Joëlle, in de hoop dat ze haar zicht zou terugkrijgen. Zes uur later waren ze terug om opnieuw het avondprogramma bij te wonen in de Heilige Jacobuskerk.
Het was tijdens dit programma dat er iets merkwaardigs gebeurde. Bij het ontvangen van de Eucharistie richtte Joëlle haar hoofd omhoog en zag ze vóór haar een priester. Hij droeg een witte albe. Daarop kon zij de lichten in de Kerk, het hoge plafond en de ramen waarnemen. De shock voor Joëlle was zo groot dat ze zich opnieuw onwel voelde en aan haar vriendin vroeg om haar mee naar buiten te nemen. Toen Joëlle naar buiten kwam, richtte ze zich tot Claudia en riep ze uit: "Ik zie het licht!"
Ze gingen vervolgens de kerk rond en toen ze aan de sacristie kwamen, kwam net Pater Olivier naar buiten, een priester die eveneens met de groep was meegereisd naar Medjugorje. Toen ze hem vertelden wat hen was overkomen, werd hij hierdoor diep bewogen en ging hij onmiddellijk opnieuw de kerk binnen om er, zoals gebruikelijk na de avondmis te Medjugorje, de vreugdevolle mysteries van de Rozenkrans te bidden.
Tegen dan waren er reeds velen rond Joëlle en Claudia verzameld en toen Vr. Olivier terugkwam stelde hij voor om allemaal terug de kerk binnen te gaan om dank te betuigen. De groep knielde neer aan de voet van het altaar om de Heer te danken en te loven voor de wonderbaarlijke genezing. Er werd hen herinnerd aan het gedeelte uit het Evangelie waar er van de tien melaatsen, die Jezus had genezen, er slechts één terugkwam om de Heer te bedanken.
Daarop begaf de groep zich naar het beeld van Onze Lieve Vrouw om er hun gebed te vervolgen, alvorens naar hun hotel terug te keren.
Toen vertelden er een aantal bedevaarders, die zich bij het uitdelen van de Communie achter Joëlle bevonden, dat ze een sterke rozengeur hadden waargenomen op dat ogenblik.
Vr. Olivier was de groep voorgegaan naar het hotel en had iedereen reeds uitgenodigd om samen te komen bij de inkom waar hij goed nieuws had mede te delen. Toen Joëlle en Claudia uiteindelijk terugkwamen, wachtte de hele groep hen op.
Tijdens de genezingservaring was Vinciane, de dochter van Joëlle niet aanwezig, en wanneer haar moeder terugkeerde naar het hotel wachtten Vinciane en de rest, haar op. Ze wisten nog niet wat was gebeurd.
Daarop vroeg Joëlle aan haar dochter: "Vinciane, hebt u uw haar gewassen?" Haar dochter antwoordde: "Ja, maar waarom zijn we gevraagd om ons hier te verzamelen?" Haar moeder stelde haar een andere vraag: "Ziet u niets abnormaals aan mij?" "Neen," antwoordde Vinciane. "Kijk dan opnieuw!" zei haar moeder.
"U kunt zien!" riep haar verbaasde dochter het uit. Moeder en dochter omhelsden elkaar en gaven er elkaar, gedurende vijf minuten van intense vreugde, de dikste knuffels. Men kan zich de emoties reeds voorstellen die door de moeder, de dochter en alle andere aanwezigen gingen. Het loven en danken ging door en de groep besloot om het Blauwe Kruis te gaan bezoeken, de plaats waar Onze Lieve Vrouw zo vele malen is verschenen en nog steeds verschijnt.
Later gaf Joëlle meer bijzonderheden over haar genezing. Ze zei dat ze de avond na de eerste Eucharistieviering, reeds licht, de aangezichten van de mensen en hun lippen die bewogen kon onderscheiden. Tijdens de daaropvolgende dagen verbeterde haar zicht geleidelijk en nu kan ze ten volle haar twee broers en ouders zien, na 22 jaren van volledige blindheid. Ze zei dat haar ouders haar hadden bijgebracht om Jezus en Maria lief te hebben en om nooit te stoppen met Hen te aanbidden. Ze zei dat ze eveneens dankbaar was voor het geschenk van "Vinciane, haar toorts," zoals haar moeder haar omschreef.
Nadat ze haar zicht had teruggekregen, moest Joëlle vele moeilijkheden overwinnen om zich aan te passen aan haar nieuwe wereld, vooral bij het zien van zo vele hoge torengebouwen en al dat volk. Dit bracht dikwijls een tegengestelde reactie met zich mee, waarna ze zich ziek voelde. Maar Joëlle zei dat ze met genade van Jezus en Maria al deze problemen en uitdagingen, die haar genezing met zich meebrachten, zal overwinnen. Nu kan Joëlle kleuren, huizen, bomen, beplanting en bomen, autos, mensen, de zon en haar kat onderscheiden. En, alhoewel ze nog steeds onder behandeling is bij een oogarts, heeft Jöelle het vaste geloof dat Jezus het werk dat Hij begonnen is, zal vervolledigen. Nu kan haar dochter haar eigen kamer hebben in hun appartement en zegt ze tot haar moeder dat "er vrede heerst" in hun woonplaats.
Een laatste woord van Joëlle: "Deze genezing heeft me het lichaam van een volwassene gegeven, maar liet mij achter met het hart van een kind."
Vertaling: Chris De Bodt
22-08-1980
Het kerstverhaal en koning Herodes
24 december 2010
Het kerstverhaal en koning Herodes
Het bestaan van koning Herodes is niet alleen een historisch feit, hij is de verschrikkelijke kanttekening bij het kerstverhaal.
Laat ons eerlijk zijn over een van de hoofdspelers in het verhaal van Kerstmis. Koning Herodes is gewoonweg te verachten. Uiteindelijk was hij het die probeerde om Jezus te vermoorden, toen Hij nog in de kribbe lag. Om zeker te zijn van zijn welslagen, riep deze verdorven persoonlijkheid op tot een lage en gemene daad, dat vlug ten uitvoer werd gebracht: in Bethlehem liet hij elke jongen, jonger dan drie jaar, vermoorden. Wat voor menselijk wezen is tot zoiets in staat?
Kindermoord te Betlehem
En alhoewel wij misschien niet zo ongoddelijk en ongenadig zijn als Herodes, is het niet onmogelijk dat er in ieder van ons een "beetje Herodes" schuilt. Omwille van zijn gemene daden tegen anderen is koning Herodes naam een van de meest afkerige geworden uit de geschiedenis. "In Rama hoort men klagen, bitter treuren. Rachel beweent haar zonen, zij wil niet worden getroost. Haar kinderen zijn er niet meer." (Jer. 31, 15)
Een klimaat van vrees
Herodes de Grote wordt niet zonder reden vernoemd in de Bijbel. In de H. Schrift komen er dikwijls persoonlijkheden aan bod die in het bijzonder verdorven zijn. In het geval van Herodes zijn daar meerdere redenen voor. In de volgende perikoop uit het evangelie volgens Matteüs ontdekken we dewelke:
"Toen Jezus geboren was in Bethlehem in Judea, tijdens de regering van Herodes, kwamen er magiërs uit het Oosten in Jeruzalem aan. Ze vroegen: Waar is de pasgeboren koning van de Joden? Wij hebben namelijk zijn ster zien opgaan en zijn gekomen om hem eer te bewijzen. Koning Herodes schrok hevig toen hij dit hoorde, en heel Jeruzalem met hem."(Mt. 2,1-3)
Na eeuwen van teleurstellingen en uitzichtloos wachten, voelde Jeruzalem zich bezorgd door de aankondiging dat de Messias was geboren.
Om het verwerpelijke van Herodes daden te kunnen begrijpen, moet u zijn denken proberen te begrijpen. Hij stond er om gekend om iedereen uit de weg te ruimen die een bedreiging vormde voor zijn vazalkoningschap onder het Romeinse Keizerrijk. Zelfs zijn eigen familieleden waren niet onvatbaar voor zijn brutale en verraderlijke jaloezieën. Herodes liet onder meer zijn eigen en bovendien meest geliefde vrouw, Mariamne, en meerdere van zijn kinderen vermoorden. Nog velen anderen moesten de ultieme prijs betalen voor de waanzinnige verdenking dat ze uit waren op de verovering van zijn troon.
Iedereen of elke situatie die door hem aanschouwd werd als een bedreiging van Herodes macht zorgde voor vrees en spanning in de hele stad. Het is daarom ook geen verrassing dat er angst en bevreesdheid heerste onder de bevolking van de stad, wanneer er plots drie wijzen uit het Oosten verschenen in hun zoektocht naar hun Redder.
Tegenstrijdige verwachtingen
In die tijd heerste er een algemeen misverstand omtrent de verwachtingen rond de Messias. Er werd namelijk gedacht dat hij zou komen om de Romeinen te verdrijven. Als dit zou plaatsvinden zou dit betekenen dat het Romeinse Rijk er niet langer meer zou zijn, wat met zich zou meebrengen dat Herodes niet langer heerschappij zou hebben over het volk. Men kan tot het besluit komen dat een aantal priesters en godsdienstige leiders doelbewust de profetieën uit de geschriften poogden te minimaliseren, omdat ze angst hadden voor de terreur van Herodes. Daarom is het eveneens niet moeilijk om te begrijpen waarom ze absoluut niet enthousiast uitzagen naar de komst van de Messias.
Vele mensen uit die tijd waren zich bewust van de profetieën in de Bijbel omtrent de eerste komst van Christus. De geschiedenis wijst dit uit. Indien u één der religieuze leiders uit de tijd zou geweest zijn en de mensen op de komst van Messias zou attent hebben gemaakt, zou u onverbiddelijk het slachtoffer zijn geweest van een jaloerse, verachtelijke koning.
En toen kwam de dag dat er raadselachtige vreemdelingen in de stad aankwamen die de geboorte van de Koning der Joden aankondigden. Wie waren die wijze mannen uit het Oosten? De christelijke overlevering geeft hen namen: Caspar, Melchior en Balthazar. Nochtans is er in de Bijbel niets te vinden dat er drie wijzen zouden zijn en uiteraard zal men er dan ook hun benaming niet in aantreffen. Het kindsheidevangelie vernoemt enkel de drie geschenken van goud, wierook en mirre.
Hoe konden deze bewoners uit een verafgelegen streek weten dat de Messias uiteindelijk was gekomen? Dit waren kinderen van God die heel vertrouwd waren met de Messiaanse profetieën van de heidense profeet Bileam, uit het boek Numeri 24, 17: "Wat ik zie is niet in het heden, wat ik waarneem is niet nabij. Een ster komt op uit Jakob, een scepter uit Israël."
Toen de drie wijzen een nieuwe ster zagen aan de middernachthemel, wisten ze dat de Koning der Joden was geboren. De Bijbel verwijst naar hen als "wijzen." De oorspronkelijke Griekse taal gebruikt het woord "Magi," een benaming die was voorbehouden voor de hoogst ontwikkelde klassen uit het oude Oosten. Deze mannen waren de filosofen en de wetenschappers van de oude wereld. Zij waren de universiteitsprofessoren uit hun tijd. Het is dan ook hoogst aannemelijk dat ze de Hebreeuwse geschriften bestudeerden, samen met andere grote godsdiensten uit die tijd.
De drie wijzen bezoeken het kind
Het volk van Israël bracht zeventig jaar door onder de Babylonische ballingschap. Tijdens die ballingschap werd de profeet Daniël geteld onder de "magi" of de wijzen van het Babylonische rijk. Zijn eigen opzienbarende profetieën van een komende Messias zouden wezenlijke feiten en plaatsnamen vernoemen. Het waren Daniëls visioenen en profetieën die de wijzen uiteindelijk zouden leiden naar de geboorteplaats van Christus, honderden jaren later. Men kan gewoonweg niet ontkennen dat deze wijzen de grootste kennis bezaten en uiterst enthousiast uitkeken naar de komst van de Messias.
Onze eigen zelfgenoegzaamheid
We leven in één der meest welvarende landen van de wereld. Wij hebben toegang tot het Woord van God en toch zijn er velen onder ons die absoluut niet zo enthousiast zijn over Christus als deze drie wijzen uit een ver land. De mensen uit de derdewereldlanden krijgen niet genoeg van het verhaal van Jezus. Hun wens om Hem te volgen is verbazingwekkend en rakend.
Er is een duidelijk contrast tussen deze mensen en zij die leven in het Westen, zij die toegang hebben tot het Woord van God. Wij zijn de ondankbare generatie geworden van mensen die hun priesters behandelen alsof wij hen een gunst verlenen door ons elke week in de kerk te laten zien. Met deze gedachte in het achterhoofd kunnen wij ons afvragen of we geestelijk meer bekwaam zijn om Jezus te ontmoeten bij Zijn tweede komst dan Herodes bij Zijn eerste komst.
Zij die door God waren uitverkoren en de gepaste plaatsen bekleedden in die tijd, zij die de profetieën tot hun beschikking hadden, waren diegenen die hen ontkenden. In plaats van het licht te worden voor de ongelovigen, draaiden ze Gods plan voor de ongelovigen de rug toe. Zij bevonden zich in de positie om het evangelie te prediken over de hele wereld.
En net zoals sommige christenen vandaag, wensten ze het volk van God genoemd te worden en van alle voordelen die daaraan verbonden zijn te genieten, maar tegelijkertijd wensten ze niet dat Hij tussenkwam in hun levens. Net zoals de Hebreeuwen van destijds geloven er velen vandaag dat ze zich op de juiste plaats bevinden om later grote gunsten te bekomen. Sommigen in het lichaam van Christus of de Kerk, voelen dat ze prestige en macht bezitten, in het bijzonder wanneer ze tot een bepaalde rangorde behoren en tot een religieuze orde.
Vandaag zijn we meer dan ooit gezegend om toegang te hebben tot de profetieën van de Bijbel dan ooit tevoren. Dagelijks kunnen we het Woord van God horen op de radio of volgen op de televisie en op het internet. Nu komt de vraag: wat als het levende Woord van de Bijbel, de Messias, plots in ons midden zou staan? Zijn de christenen, zowel als de ongelovigen van vandaag, dan zoveel meer voorbereid dan de bevolking in de oude stad Jeruzalem? Zijn we bereid te handelen naar de eenvoudige vragen die Christus ons stelt voor ons leven?
Wij christenen in het Westen hebben de Zoon van God herschapen in zoveel verschillende vormen dat het moeilijk is geworden om te vertellen wie de ware Jezus is. Sommigen stellen zich Christus voor als een toegewijde kapitalist wiens voornaamste objectief het prediken is van het goede nieuws van de persoonlijke weelde en succes, terwijl anderen Hem aanzien als een "sociaal rechtvaardige activist," wiens enige doel is om gevestigde waarden omver te gooien en de wereldmenigte te bevrijden van ware en ingebeelde onderdrukkers.
Kerk en staat
Het is niet de bedoeling om op iemands tenen te trappen, maar er is nog iets belangrijks dat we kunnen leren uit het verhaal van Herodes. Heeft het verhaal ons niets te leren om vorm te geven aan de lijnen die tussen kerk en staat zouden moeten worden getrokken?
De wereld vertelt ons dat heel wat uit de vroegere en huidige tegenspoed in de wereld begon toen mensen uitkeken naar onze Redder om een werelds koninkrijk te vormen. Het herlezen van het zesde hoofdstuk van Johannes doet ons nadenken over het ontmoedigende verhaal waarin Jezus het doel van Zijn opdracht verduidelijkt. Toen Hij zijn spreken had beëindigd, wandelden velen van zijn volgelingen weg. Waarom gebeurde dit? Omdat de opdracht van Christus niet paste in hun eigen begrip van het Messiaanse Koninkrijk. Christus maakte het overvloedig duidelijk dat enige politieke of wereldse macht niet aan Hem was besteed. Het punt waarop de Heer zich voornamelijk concentreerde was het Koninkrijk der Hemelen.
Toen Hij zichzelf vóór de wereldse rechtbank van Pontius Pilatus, de Romeinse gouverneur, bevond, sprak hij deze woorden: "Mijn koningschap hoort niet bij deze wereld. Als mijn koningschap bij deze wereld hoorde, zouden mijn dienaren wel gevochten hebben om te voorkomen dat ik aan de Joden werd uitgeleverd. Maar mijn koninkrijk is niet van hier." (Joh 18, 36)
Jezus voor Pontius Pilatus
Wat wordt ons hier duidelijk gemaakt?
We weten vanuit de Bijbel dat van christenen niet wordt verwacht om vanaf de zijkant passief toe te kijken, terwijl het kwade overheerst. Maar er wordt een dunne lijn overschreden wanneer we overstappen van het prediken en het onderwijzen van Gods waarheid tot het persoonlijk activisme om politieke kandidaten of overtuigingen aan te prijzen van op de preekstoel. De benoeming van zogenaamde vooruitstrevenden zijn hiervan een duidelijk bewijs. En zo geschiedt het reeds tientallen jaren.
Zij die zich tot het echte geloof houden, zouden het best moeten weten wie er onze landen het beste zouden dienen, door het gebruik van hun godgegeven wijsheid.
Christenen moeten waarheidlievend zijn. Het moraal van hen die ons besturen is er sterk op achteruit gegaan. Sommigen denken van zichzelf dat ze spiritueel zijn, eerder dan te bekijken of ze juist zijn en de reden geven voor iemands geloof. Men hoeft zich de vraag niet meer te stellen of we onze greep hebben verloren op de morele stichtingen die ons ooit zo sterk hebben gemaakt.
Terwijl de frustraties zich opstapelen over onze morele achteruitgang, is het makkelijk om de blik te verliezen over de bijbelse opdracht die Jezus aan Zijn Kerk gaf. Het is onze taak om de zondaars te leiden naar het oude, ruwe kruis en niet om een doorslaggevend blok met stemgevende macht te mobiliseren vanuit de huizen van aanbidding.
Vele priesters van vandaag overschrijden de lijn van het preken van Christus woorden naar het promoten van zaken die zogenaamd belangrijk zijn, net zoals verkiezingsthemas die nooit haalbaar zijn. Misschien moeten we opnieuw de rol van Herodes van nabij bekijken.
Sinds eeuwen na Christus tracht onze Hemelse Moeder ons opnieuw Christus opdracht en onze taak hierin te herhalen, maar weinige priesters geloven nog in verschijningen van Maria. In plaats van ze te promoten, sturen ze de mensen in ongeloof weg met de woorden dat deze verschijningen enkel hersenspinsels zijn van eenvoudige mensen die niet passen bij hun rang of status.
De heilige preekstoel
Herodes ontkende de profetieën van de Bijbel ten voordele van zijn eigen politieke agenda. Hij was zo vergiftigd door zijn eigen macht dat hij niet meer duidelijk of rationeel kon nadenken, noch zien. Toen de drie wijzen de komst van Jezus aankondigden, raadpleegde hij in feite de schriften om deze in zijn volgende duivelse zet in te passen. Hij liet zich de Schrift bewust anders uitleggen.
De drie wijzen kondigen bij Herodes de geboorte van de Messias aan
"Hij riep alle hogepriesters en schriftgeleerden van het volk samen om aan hen te vragen waar de Messias geboren zou worden. 'In Bethlehem en Judea,' zeiden ze tegen hem, want het staat zo geschreven bij de profeet: En jij Bethlehem in het land van Juda, bent zeker niet de minste onder de leiders van Juda, want uit jou komt een leider voort die mijn volk Israël zal hoeden.'" (Mattheüs 2, 4-6)
Herodes wist heel goed wat de Bijbel leerde, maar in plaats van gelukkig en verbaasd te zijn over hoe getrouw deze profetie was uitgekomen, was hij meer bezorgd over zijn eigen politieke invloed en toezicht. Hij geloofde dat de profetie van God tot vervulling was gekomen, anders had hij al die onschuldige kinderen niet laten afslachten. Neen, hij was enkel bezorgd over zijn persoonlijk voordeel. Hij verstond de Schrift genoeg om te begrijpen dat het kind uit Bethlehem de lang verwachte Messias was. Toch bleef hij maar geloven dat hij het verloop van de profetische geschiedenis kon veranderen om zijn eigen liefde voor de macht te bewaren. Herodes heeft getracht om de wereld te beroven van de heilige kribbe van Gods Zoon.
Is het mogelijk dat het christendom van vandaag op een gelijkaardige manier handelt? Heeft de christelijke preekstoel het eenvoudige prediken van Christus vervangen door het prediken van eigen politieke ambities en een Jezus die in hun eigen agenda past? Is het klare geluid van het evangelie vervangen met dun gesluierde politieke eigenbelangen?
Laat het duidelijk wezen. Er wordt niet beweerd dat de christenen geen politieke ambities mogen hebben. In feite zouden meer christenen hun burgerlijke verantwoordelijkheid ernstiger moeten nemen dan ze nu doen. Onze stemmen moeten worden gehoord en vandaag de dag zouden we in het bijzonder onze stem moeten laten horen. Maar is het niet zo dat, eenmaal men zich in de politiek wil begeven, het woord van de partij belangrijker is dan zijn eigen nastreven? Men begint dus in zeker zin zichzelf te verloochenen. Zo zei Mirjana uit Medjugorje onlangs: noem mij één politieker op die voor abortus is en niet zal zwichten onder de druk van anderen.
Ook mogen we gerust in onze eigen harten kijken. Waar men vroeger slechts één zwart schaap zag, ziet men nu overal zwarte schapen, zo waanzinnig zijn de mensen geworden. Alle minderheden moeten er tegenwoordig aan geloven en zijn het voorwerp van onze haat geworden. Wat Jezus ons zegt is niet langer de waarheid meer, het zijn de kranten, de media die thans de waarheid verkondigen. Onze haat is in een paar decennia vertienvoudigd, terwijl ons geloof er in dezelfde tijdspanne tienmaal op achteruit is gegaan! De kerken lopen leeg en de gevangenissen lopen overvol. Zijn wij nog langer de wijzen uit het oosten, die de uitkijken naar de ware Zoon van God en die het verschil kunnen maken?
De liefde van God tegenover de liefde van de wereld
Laat ons tot de kern van de zaak gaan, omdat we daarin voorzichtig moeten zijn. In het boek der Openbaringen is er een verbazingwekkende profetie te vinden die in beeldspraak beschrijft wat Herodes Christus poogde aan te doen: "Er verscheen in de hemel een indrukwekkend teken: een vrouw, bekleed met de zon, met de maan onder haar voeten en een krans van twaalf sterren op haar hoofd. Ze was zwanger en schreeuwde het uit in haar weeën en haar barensnood." (Apok. 12, 1-2). De woorden die daarop volgen, tekenen een beeld van Gods volk, beschreven als een vrouw die wacht op de Messias.
"Er verscheen een tweede teken in de hemel: een grote, vuurrode draak, met zeven koppen en tien horens, en op elke kop een kroon. Met zijn staart sleepte hij een derde van de sterren aan de hemel mee en smeet ze op de aarde. De draak ging voor de vrouw staan die op het punt stond haar kind te baren, om het te verslinden zodra ze bevallen was." (Apok. 12, 3-4).
In vers 9 wordt in niet te verhullen woorden verteld dat de draak de duivel vertegenwoordigt die wachtte op het vernietigen van de Zoon van God op dezelfde dag dat Hij geboren word. Met andere woorden: Herodes werd door de duivel zelf geleid. De Bijbel identificeert de bron van dit kwade tot jaloerse trots. Dat is de reden waarom Herodes elk kind in de stad liet ombrengen. En wat nog meer verbaasd is de volgende profetie in het boek der Openbaring: "Toen zag ik uit de zee een beest opkomen. Het had tien horens en zeven koppen; het had een kroon op elke horen, en er stonden godslasterlijke namen op zijn koppen. Het beest dat ik zag leek op een panter, met poten als van een beer en een bek als de muil van een leeuw. De draak droeg zijn kracht en heerschappij en gezag aan het beest over." (Apok. 13, 1-2)
Het beest uit Openbaringen 13
De profetie blijkt een verwijzing te zijn naar één wereldpolitiek en één religieuze macht die zich meester zal maken over de beschaafde wereld. In de rest van dat hoofdstuk vertelt God ons dat de hele wereld ontzag zal hebben voor het beest en het vereren. Dit is de enige verwijzing die in de Bijbel is gevonden dat refereert naar een wereldwijd godsdienstig koninkrijk dat zal bestaan alvorens de tweede komst van Christus. En er wordt duidelijk gemaakt dat deze wereldwijde godsdienst is opgebouwd door dezelfde draak die het Romeinse Keizerrijk en koning Herodes heeft gebruikt om de Zoon van God te doden. Inderdaad, dit is een heel sombere gedachte.
Als christenen moeten we toegeven dat we diverse verschrikkelijke fouten hebben gemaakt in het leven. In de verleden hebben vele mensen, die zichzelf zogenaamde christenen noemden, ontelbare mensen de dood in gejaagd omwille van gewetenskwesties. Als u naar de geschiedenis kijkt zult u ontdekken dat christenen zichzelf hiervoor heel wat argumenten aanmaten. Zo vertelden ze dat ze mensen martelden en hebben vermoord om hun zielen te redden. De inquisitie zal voor altijd een blaam blijven voor het christendom en zal nooit worden vergeten. Het is een herinnering aan de wreedheden die de mensen tegen elkaar begaan.
Wie regeerde er over het hart van Herodes en wie regeerde er over het hart van de Kerk toen zoveel onschuldige mensen werden vermoord? Zou het prediken van Christus niet veel meer goed hebben gedaan aan deze wereld dan het verbranden van mensen op de brandstapel?
Als men de liefde van Christus had geopenbaard onder Zijn volk, zou het meer hebben gedaan dan alle kerkers en vierendelers. Het verkondigen van Gods Woord, dat voor zon lange tijd onbeschikbaar was voor de mensen, zou heel wat doeltreffender zijn geweest dan het stelen van de eigendom en goederen van de mensen of het platbranden van hun huizen.
Verkondig de Heer
Er staat een merkwaardige profetie in het boek van Daniel dat de komst van Christus koninkrijk voorspelt. Ik laat het hierbij met nog één enkele gedachte uit dat boek: het zegt duidelijk dat het koninkrijk Gods gesneden is uit rotsen zonder tussenkomst van menselijke handen. En dit betekent dat noch u, noch ik hieraan hebben meegebouwd: het zal door God zijn opgebouwd.
Als nieuwgeboren christenen is onze roeping dezelfde dan deze van tweeduizend jaar geleden. Wij zijn door de Heer aangesteld om Christus leer en Zijn dood aan het Kruis te verkondigen onder de mensen. Het is onze taak om de mensen in vreugde voor te bereiden op het koninkrijk van de Hemel, niet om het op te bouwen. En ik denk niet dat er een betere wijze bestaat om onze wereld voor God te redden dat de preekstoelen aan te wenden om de mensen aan de voet van het Kruis te brengen, omdat het uiteindelijk dat is wat de harten werkelijk doet veranderen.
John Huss werd vermoord op de brandstapel omwille van zijn christelijk geloof dat, in het licht van wat de Schrift zegt, de waarheid bleek te zijn. Zij die hem naar de brandstapel hebben geleid waren overtuigd dat ze goed deden voor Gods glorie. Naar hun eigen mening waren zij alles aan het uitroeien waarvan ze dachten dat het dwaalleer was. Ze geloofden ook dat dergelijke openbare terechtstellingen andere mensen zou overtuigen Huss voorbeeld niet na te volgen. Toch heeft de brave man nooit geklaagd. Hij aanvaardde zijn lot en plaatste zijn geloof in de handen van God. Wie heeft er voordeel gehaald, denkt u, uit het verhaal van John Huss? Ik denk Huss zelf en zeker niet diegenen die hebben deelgenomen aan het doden van deze onschuldige man.
John Huss wordt veroordeeld tot de brandstapel
Wie is er verantwoordelijk voor de hervorming destijds onder het volk van God? Het waren zij die de mensen naar de brandstapels brachten en zeker niet hen die hun leven gaven voor Christus. Daar mag toch wel even bij stilgestaan worden.
Een laatste gedachte bij de Kersttijd
Bent u bezorgd over de morele toestand van uw land? We zijn het allemaal. Bid voor oplossingen en kijk naar de plaatsen waar God reeds voor deze oplossingen heeft gezorgd (Medjugorje e.a.). Als we naar onze landen kijken, zien we dat we hebben gefaald. We wonen niet meer op dezelfde plaats als generaties geleden en te veel mensen zijn thans, zo blijkt, wanhopig verdwaald. We hoeven s ochtends slechts op te staan en naar het nieuws te luisteren. Met rechtschapen verontwaardiging is dit één beven en angst.
Velen kijken reeds lang uit naar de heilige heropleving die er zeker zal komen. We verlangen dat onze vrienden en familieleden hun hemelse Vader leren kennen en aldus worden gered.
En in weerwil van Herodes en dit ongewoon Kerstverhaal, is het een heel bijzondere tijd van het jaar. Terwijl Kerstmis nadert, kijken we andermaal uit naar onze hemelse, kleine Jezus en verwelkomen we de ster van Bethlehem.
De ster van Bethlehem
Komt laten we aanbidden!
Bron: Mary Jon, katholiek analist
Vertaling: Chris De Bodt
21-08-1980
Maria en het geheimzinnige getal 101
Maria en het geheimzinnige getal 101
"Het getal 101 heeft een betekenis. Het betekent dat de zonde in de wereld gekomen is door toedoen van een vrouw*, en het is door een vrouw dat de redding zal komen. De nul tussen de twee enen stelt de eeuwige God voor, wezen van in de eeuwigheid tot in de eeuwigheid. De eerste 1 stelt Eva voor, en de tweede de Maagd Maria." [Zuster Agnes Sasagawas Beschermengel]
In 1973, te Akita in Japan, begon de Maagd Maria te verschijnen aan Zuster Agnes Sasagawa. Tijdens haar verschijningen gaf Ze boodschappen aan Zuster Sasagawa die voor de hele wereld bestemd waren. Heden worden de boodschappen van de Maagd Maria, waarvan de authenticiteit door de Katholieke Kerk werd bevestigd, door velen beschouwd als de meest dreigende profetieën van een toekomstige straf tegen de mensheid. De verschijningen te Akita zijn de enige goedgekeurde verschijningen waarin een wenend beeld voorkomt.
Akita, Zuster Agnes Sasagawa
De Heilige Moeder zei tot Zuster Agnes Sasagawa: "Zoals ik u vertelde, als de mensen zich niet bekeren en zichzelf beteren, zal de Vader een verschrikkelijke straf brengen over de hele mensheid. Het zal een straf zijn die groter is dan de zondvloed, zoals men nog nooit heeft gezien. Vuur zal uit de lucht vallen en een groot deel van de mensheid verslinden, zowel de goeden als de slechten, en zelfs priesters en gelovigen zullen niet gespaard blijven. De overlevenden zullen zich zo verlaten voelen dat ze de doden zullen benijden. De enige wapens die zullen overblijven zullen de Rozenkrans zijn, en het Teken dat Mijn Zoon zal achterlaten. Bid elke dag de Rozenkrans. Bid de Rozenkrans voor de Paus, de bisschoppen en de priesters.
De duivel zal zelfs tot in de Kerk werkzaam zijn zodat men kardinalen tegenover kardinalen en bisschoppen tegenover bisschoppen zal zien staan. De priesters die mij vereren zullen geminacht worden en tegenstand vinden bij hun broeders [andere priesters]. Kerken en altaren zullen afgebroken worden. De Kerk zal vol zijn met mensen die compromissen sluiten en de duivel zal veel priesters en gewijde zielen dwingen om de weg van de Heer te verlaten."
Een minder gekend feit over de visioenen te Akita echter, is de vernoeming van een geheimzinnig numeriek teken van hoop, het nummer 101, een numeriek teken van de overwinning van het goede over het kwade. Zuster Sasagawa ontving het symbolische getallenteken 101 aan het einde van haar visioenen. De verschijningen te Akita zijn de laatste verschijningen die zowel boodschappen van O.L.V. bevatten, alsook een wenend beeld, die door de Katholieke Kerk officieel werden goedgekeurd.
In 1973 sprak Zuster Agnes Sasagawa over visioenen van de Maagd Maria, alsook over stigmata en een wenend beeld van de Maagd Maria. Naar verluidt weende het beeld 101 keer tijdens de volgende 6 jaar. De nonnen te Yuzawadai zeiden ook dat er stigmata op het beeld verschenen, evenals op de handen van Zuster Agnes. De stigmata op het beeld verschenen voordat het beeld begon te wenen, en verdwenen toen de tranen begonnen.
Het beeld van Maria huilde precies 101 maal
Volgens goedgekeurde berichten verscheen op een dag haar Beschermengel aan de zuster in het klooster. Hij had een Bijbel bij zich. De Beschermengel opende de Bijbel en wees naar een bepaald vers dat Zuster Agnes Sasagawa onmiddellijk herkende als hoofdstuk 3, vers 15 van het Boek van Genesis: "En ik zal vijandigheid brengen tussen jou en de vrouw, en tussen je nakomeling en de hare. Hij zal je hoofd verpletteren en jij zal zijn hiel raken."
De engel vertelde haar: "Het getal 101 heeft een betekenis. Het betekent dat de zonde in de wereld gekomen is door toedoen van een vrouw, en het is door een vrouw dat de redding zal komen. De nul tussen de twee enen stelt de eeuwige God voor, wezen van in de eeuwigheid tot in de eeuwigheid. De eerste 1 stelt Eva voor, en de tweede de Maagd Maria."
Vader Yasuda, de spiritueel begeleider van Zuster Agnes, zei dat deze passage uit Genesis beschouwd wordt als de eerste lichtstraal van de redding, de eerste belofte van een Heiland, gemaakt door God. Het is ook het eerste vers in de Bijbel die naar de Onbevlekte Ontvangenis van Maria verwijst, die nooit door Satan gedomineerd werd.
* Voetnoot: Al te vaak is in de loop van de geschiedenis de vrouw met de vinger gewezen omwille van de misstap van Eva. Ook Adam heeft in de tuin van Eden zijn verantwoordelijkheid niet opgenomen. Het gebod van de Heer om niet te eten van de boom van kennis van goed en kwaad [Gen 2,17] was gericht tot de mens, d.i. Adam én Eva. Deze misstap wordt in de heilsgeschiedenis gecorrigeerd door de nieuwe Adam en de nieuwe Eva, d.i. Jezus en Maria. Zie ook de leer over de erfzonde KKK 396-409 waarin sprake is over de zondeval van de stamouders [407].
Vertaling: Mario Lossie
20-08-1980
Film: Abraham
Film: Abraham
"Abraham" vertelt het verhaal van de eerste aartsvader en zijn overweldigende geloof in God. Hij keert veiligheid en bezit de rug toe om de stem van God te volgen, die hem en zijn volk op een inspannende reis naar het Beloofde Land stuurt. Het is ook het verhaal van zijn geliefde vrouw Sara, van hun ontberingen in de woestijn onder het Egyptische juk, het drama van de gevangeneming van Lot en de vernietiging van Sodom en Gomorrah. Van de vreugde van Abraham over de geboorte van zijn zonen Ismaël en Isaak en zijn wanhoop als God hem vraagt datgene wat hem het liefste is te offeren: Isaak, zijn erfgenaam, zijn eigen vlees en bloed.
Deze speelfilm uit 1994 duurt 175 minuten en staat onder regie van Joseph Sargent. Met Richard Harris, Barbara Hershey en Maximilian Schell. De speelfilm is tot stand gekomen door de samenwerking tussen de Verenigde Staten, Duitsland, Italië, Tsjechië en Frankrijk.
19-08-1980
Tien beroemdheden die hun ziel verkochten aan de duivel
Tien beroemdheden die hun ziel verkochten aan de duivel
De opsomming is voornamelijk gebaseerd op legenden en is ludiek bedoeld
Tien: Paus Sylvester II
Paus Sylvester II was één van de geleerdste mannen uit zijn tijd. Hij was bedreven in wiskunde, astronomie en mechanica. De uitvinding van het waterorgel, van de slingerklok en het invoeren van de Arabische cijfers in West Europa worden aan hem toegewezen. Hij schreef ook boeken over wiskunde, natuurwetenschappen, muziek, theologie en filosofie. Paus Sylvester II was de eerste Franse paus en vast en zeker de meest betekenisvolle in de tiende eeuw.
Bij zijn dood begonnen de geruchten de ronde te doen dat zijn grote intelligentie [en bijgevolg zn vindingrijke geest] het resultaat was van een pact met de duivel. Dit was waarschijnlijk te wijten aan zijn regelmatig contact met grote wetenschappelijke breinen in de Arabische wereld en zijn moedige pogingen om simonie of het verhandelen van geestelijke zaken door middel van koop, verkoop of ruilhandel in de Kerk uit te roeien.
Gerbert had magische kunsten en astrologie gestudeerd in Sevilla. Dit leidde tot legenden waarin hij als tovenaar in een pact met de duivel werd afgebeeld.
Paus Sylvester II in een pact met de duivel
Er werd verondersteld dat Gerbert in het bezit was van een boek dat in Spanje van een Arabische filosoof was gestolen. Gerbert werd volgens de legende achtervolgd door het slachtoffer, die de dief via de sterren konden vinden. Gerbert was zich echter bewust van de achtervolging, en verborg het werk onder een houten brug, waar het voor de tovenaar onzichtbaar was.
Van Gerbert werd ook gezegd dat hij een bronzen hoofd gebeeldhouwd had, dat alle vragen met "ja" of "nee" kon beantwoorden. Er werd gezegd dat hij een verhouding had met een vrouwelijke demon genaamd Meridiana met wier hulp hij erin slaagde de pauselijke troon te bestijgen.
Negen: Nicolo Paganini [27/10/1782 - 27/05/1840]
Nicolo Paganini is een van de grootste vioolvirtuozen die ooit leefden. Toen hij 5 jaar oud was leerde hij de mandoline spelen en hij componeerde al toen hij 7 jaar was. Op twaalfjarige leeftijd begon hij in het openbaar te spelen en tegen zn zestiende kreeg hij een inzinking en vluchtte hij in het alcoholisme. Hij werd weer nuchter en tegen zn tweeëntwintigste was hij de eerste muzieksuperster.
Paganini kon met één hand drie octaven over vier snaren spelen, iets dat vandaag de dag zelfs bijna onmogelijk is. Op zn drieëntwintigste componeerde hij 24 "A Capriccios" en jarenlang was er geen andere vioolspeler in staat om zijn muziek te spelen. Toen hij gevoelige passages speelde kreeg zn publiek naar verluidt de tranen in de ogen. Eén van zn beroemdste stukken was Le Streghe, of De Heksendans.
Het publiek geloofde dat Paganini een pact met de duivel had gesloten om bovennatuurlijke technieken te kunnen gebruiken. Sommigen beweerden zelfs dat ze de duivel hem zagen helpen tijdens zijn opvoeringen. Omdat men hem de Laatste Sacramenten weigerde, en omwille van de wijdverspreide geruchten over zn betrokkenheid met de duivel, kreeg hij geen Katholieke begrafenis in Genua. Het duurde vier jaar en een verzoek aan de Paus, voordat zijn lichaam naar Genua mocht overgebracht worden. Maar hij werd nog steeds niet begraven. Uiteindelijk werden zijn overblijfselen in 1876 op een kerkhof in Parma begraven.
Acht: Gilles de Rais [1404 - 1440]
Gilles de Rais werd beschouwd als een intelligent, moedig en zeer aantrekkelijk man met een blauwachtige zwarte baard. Hij werd geboren in één van de meest vooraanstaande families in Bretagne, en erfde het familiefortuin op twintigjarige leeftijd toen zn vader stierf. Opeens had hij een ongetelde rijkdom en macht, die uiteindelijk tot zijn ondergang zouden leiden. Gilles wilde wat rijkdom betreft niet onderdoen voor iemand anders, en dat leidde tot het verlies van veel van zn rijkdom.
Gilles de Rais
Wanhopig begon hij te experimenteren met het occulte, onder leiding van een zekere Francesco Prelati, die beloofde dat Gilles hem kon helpen om zijn fortuin terug te krijgen door het offeren van kinderen aan een demon met de naam Baron. Tijdens zijn moordtocht verkrachtte, martelde, en vermoorde Gilles tussen 80 en 200 kinderen. Hij stond terecht, werd schuldig bevonden en werd opgehangen en verbrand.
Zeven: Generaal Jonathan Moulton [21/07/1726 - 18/09/1787]
Jonathan Moulton begon als leerling bij een kastenmaker, maar in 1745 vertrok hij en begon zn carrière in het leger van New England. Hij vocht in de Oorlog van Koning George, en de Franse en Indische Oorlog. Hij huwde in 1749 en kreeg 11 kinderen. Hij werd één van de rijkste mannen in New Hampshire, en dat leidde later tot verhalen over zijn pact met de duivel.
In die tijd deed het de ronde dat Moulton een pact met de duivel had gesloten, waarbij die Moultons laarzen eens per maand zou vullen in ruil voor zn ziel. Er werd gezegd dat Moulton een slimme list bedacht en zijn laarzen [met afgesneden zolen] boven een grote put in de grond plaatste. De duivel, die zich afvroeg waarom het zolang duurde om de laarzen te vullen, ontdekte de list en nam wraak. In 1769 liet satan zijn landhuis, dat hij in een arm, puriteins stadje bouwde, afbranden. Hij bouwde het echter daarna terug op.
Het heropgebouwde landhuis
Men denkt dat wanneer Moulton stierf, zijn lichaam uit de kist verdween en vervangen werd door een doos geldstukken met de beeltenis van de duivel op. Moultons kist werd zonder grafsteen begraven op een onbekende plaats.
Zes: Pater Urbain Grandier [1590 - 16/08/1634]
Pater Urbain Grandier
Pater Urbain Grandier was een Frans Katholiek priester die op de brandstapel werd verbrand nadat hij beschuldigd werd van hekserij. Hij was priester in de kerk van Sainte Croix in Loudun, in het Rooms-Katholieke Bisdom van Poitiers. Hij negeerde zijn gelofte van het celibaat, had seksuele betrekkingen met meerdere vrouwen en kreeg de reputatie van vrouwenversierder. In 1632 beschuldigde een groep nonnen uit het plaatselijke Ursulinenklooster hem ervan dat hij hen behekst had. Hij zou de demon Asmodai [en anderen] gezonden hebben om kwaadaardige en schaamteloze handelingen met hen te doen.
Tijdens zijn proces werd de priester gemarteld, en de rechters toonden documenten, getekend door Grandier en een aantal demonen, als bewijs dat hij een duivels pact had gesloten. Ze waren achterstevoren in het Latijn geschreven, en bevatten zelfs de handtekening van Satan zelf. De tekst van het pact gaat als volgt:
"Wij, de invloedrijke Lucifer, de jonge Satan, Beëlzebub, Leviathan, Elimi, en Astaroth, en anderen, hebben vandaag het verdrag aanvaard van Urbain Grandier, die ons toebehoort. We beloven hem de liefde van vrouwen, de bloem van maagden, het respect van koningen, eerbetuigingen, lusten en krachten.
Hij zal zich drie dagen lang te buiten gaan aan hoerderij en drinkgelag. Eens per jaar biedt hij ons een bezegeling met bloed. Onder zijn voeten zal hij de heilige zaken van de kerk vertrappelen en hij zal ons veel vragen stellen. Met dit pact zal hij twintig jaar lang gelukkig leven op de wereld van de mensen, en zal ons nadien vervoegen in zonde tegen God."
De zegels werden geplaatst door de Duivel, de meester, en de demonen, prinsen van de heer.
Baalberith, schrijver.
Het pact, afgesloten tussen de duivels en Grandier
Vijf: Guiseppi Tartini [08/04/1692 - 26/02/1770]
Tartini was een Italiaans componist en vioolspeler. Hij was één van de grootste muziekcomponisten met meer dan 400 stukken. In tegenstelling tot de meeste van zn tijdsgenoten schreef hij geen kerkmuziek of operas. Hij concentreerde het meeste van zn werk op vioolconcerten en sonates. Zijn meest beruchte stuk is de Devils Trill Sonata [Duivelstriller La Sonata del Diabolo]. Het verhaal achter de Duivelstriller begint met een droom.
Naar verluidt vertelde Tartini aan de Franse astronoom Jérôme Lalande, dat hij droomde dat de duivel aan hem verscheen en vroeg hij om zijn dienaar te mogen zijn. Aan het einde van hun lessen gaf Tartini zn viool aan de duivel om zijn vaardigheid te testen. De duivel begon onmiddellijk met zon virtuositeit te spelen dat Tartini er ademloos van werd. Toen de componist wakker werd schreef hij onmiddellijk de sonate neer, en probeerde koortsachtig te reproduceren wat hij in de droom had gehoord.
Ondanks dat de sonate veel succes had bij zijn publiek, klaagde Tartini dat het stuk nog bijlange niet was zoals hij in de droom had gehoord. Wat hij geschreven had was, met zn eigen woorden: "zo inferieur in vergelijking met wat ik gehoord had dat, als ik andere middelen had gehad om van te leven, ik mijn viool zou gebroken hebben en de muziek voor altijd zou opgegeven hebben."
Hier kan u luisteren naar de Duivelsthriller
Vier: Cornelius Agrippa [14/09/1486 - 18/02/1535]
Cornelius Agrippa was de meest invloedrijke schrijver van occulte werken uit de renaissance. Hij studeerde rechten en geneeskunde maar behaalde nooit een diploma. Men beschreef hem als magiër, occult schrijver, theoloog, astroloog en alchemist. Hij was een voortrekker van vrouwenrechten en verdedigde vaak vrouwen die beschuldigd werden van hekserij. Hij schreef drie boeken over het occulte die heden nog steeds gebruikt worden.
In 1535 kreeg hij het etiket van ketter opgeplakt en werd hij ter dood veroordeeld. Hij ontsnapte, maar op weg naar huis werd hij ziek en hij overleed. Na zn dood deden geruchten de ronde dat hij demonen had opgeroepen. In de bekendste verhalen liet Agrippa op zn sterfbed een zwarte hond vrij. Deze zwarte hond dook in allerlei legendes op zoals in Faust en in Goethes versie werd hij de "zwarte poedel" Mephisto.
Drie: Robert Johnson [08/05/1911 - 16/09/1938]
Robert Johnson
Robert Johnson was een groot Amerikaans bluesmuzikant. Hij staat vijfde in de lijst van Rolling Stones 100 grootste gitaristen aller tijden. Volgens de legende wilde hij uitmuntend gitaar leren spelen en men zei hem naar een kruispunt te gaan. Daar ontmoette hij de duivel die zn gitaar stemde en hem het instrument perfect liet beheersen. Johnson deed niet veel moeite om de geruchten een halt toe te roepen. Hij moedigde ze zelfs aan door te zeggen dat hij inderdaad een pact met de duivel had gesloten.
Hij maakte zes platen voordat hij op 27-jarige leeftijd overleed. Er bestaat veel controverse rond de dood van Johnson. Er wordt gezegd dat hij betrapt werd tijdens het flirten met een getrouwde vrouw, en zij bood hem een glas whisky aan dat vergiftigd zou geweest zijn door haar echtgenoot. Hij werd begraven in een anoniem graf, en men kent nog steeds de locatie niet.
Twee: Johann Georg Faust [1480 - 1540]
Dr. Johan Georg Faust was een rondreizend alchemist, astroloog en magiër uit de Duitse Renaissance. Zijn leven werd de kern van het populaire verhaal van Dokter Faust uit de jaren 1580, dat het toppunt bereikte in Marlowes The Tragical History of Doctor Faustus [1604] en Goethes Faust [1808].
Volgens de legende wou Faust een leven vol plezier, en omdat hij het occulte kende leerde hij de duivel oproepen. Toen hij dat gedaan had sloot hij een pact met hem voor zn ziel, in ruil voor 24 jaar lang gunsten van satan. Maar na 16 jaar kreeg hij spijt van zijn overeenkomst en wilde ze beëindigen. De gevolgen van zijn poging om de overeenkomst te beëindigen zijn welbekend bij iedereen die de verschillende fictieverhalen over Fausts leven gelezen heeft: de duivel heeft hem op beestachtige wijze vermoord.
Eén: H. Theofilus van Adana [gestorven rond 538]
De H. Theofilus de Boetvaardige, of Theofilus van Adana, was een geestelijke in de Kerk van de zesde eeuw. Men zegt dat hij een pact sloot met de duivel om een hoge kerkelijke positie te bereiken. Zijn verhaal is belangrijk, want het is het oudste verhaal over een pact met de duivel. Theofilus was de aartsdeken van Adana, dat deel uitmaakt van het moderne Turkije. Hij werd unaniem verkozen tot bisschop, maar uit nederigheid wees hij de positie af. Er werd een andere man in zijn plaats aangesteld. Toen de nieuwe bisschop Theofilus onterecht de positie van aartsdeken ontzegde, kreeg Theofilus spijt van zn nederigheid en ging hij op zoek naar een tovenaar die hem kon helpen contact leggen met Satan. In ruil voor zn hulp eiste satan van Theofilus dat hij Christus en de Maagd Maria zou verloochenen, in een contract getekend met zn eigen bloed. Theofilus ging akkoord, en de duivel gaf hem de positie van bisschop.
H. Theofilus van Adana en de duivel
Jaren later, vrezend voor zn ziel, had Theofilus berouw en hij bad tot de Maagd om vergeving. Na veertig dagen vasten verscheen de Maagd aan hem en kastijdde hem verbaal. Theofilus smeekte om vergeving en Maria beloofde om God te laten tussenkomen. Hij vastte nog dertig dagen en toen verscheen Maria opnieuw en vertelde hem dat Jezus hem genade had verleend. Maar satan was niet bereid om zijn greep op Theofilus los te laten, en drie dagen later werd Theofilus wakker met een bezwarend contract op zn borst. Hij ging met het contract naar de wettige bisschop en biechtte alles op wat hij gedaan had. De bisschop verbrandde het document en Theofilus blies zn laatste adem uit, uit pure vreugde van bevrijd te zijn van de last van zijn contract.
Vertaling: Mario Lossie
17-08-1980
De eindtijdprofetieën van de Profeet Daniël
De eindtijdprofetieën van de Profeet Daniël
Als ik denk aan het boek Daniël, moet ik altijd terug denken aan een opvallend voorval uit 1983, tijdens het derde jaar van de "Lamb & Lion Ministries," een instelling, opgericht in 1980, die de mensen naar Jezus leidt als Hun Heer en Redder, onafhankelijk van enige andere instelling.
Tijdschrift Lamb & Lion Ministries
Op een keer kreeg ik een telefoon van een bewoner uit de streek tussen Ft. Worth en Dallas, Texas, de mid-cities genaamd. Hij zei dat hij regelmatig luisterde naar het radioprogramma dat ik in die tijd maakte. Hij wou weten of ik naar de zondagavondviering in zijn kerk wou komen om over bijbelprofetieën te spreken. Ik antwoordde hem dat ik het met plezier wou doen als de priester het mij zou vragen.
Toen antwoordde hij me: "Dat is nu net het probleem." "Onze priester houdt niet zo van bijbelstudies op zondagavonden, hij geeft de voorkeur aan uitbundige vieringen met zangers en dansers. Het zal niet eenvoudig zijn hem ertoe aan te zetten om jou als gastspreker uit te nodigen en zo vraag ik u mij eens een uit het oog springend onderwerp te willen geven."
Ineens kwam een onderwerp in me op waar je niet neen zou kunnen tegen zeggen. Wat dacht u van: "De toekomst van de planeet aarde tijdens onze dagen?"
"Ha! Dat zal aanslaan," antwoordde hij me. "Nu nog veel bidden zodat ik onze voorganger kan overtuigen."
De volgende namiddag belde de man me terug op en hij was zodanig enthousiast dat je hem kon horen zonder telefoontoestel. "Loof de Heer!" riep hij, "onze priester ging akkoord om u uit te nodigen zonder dat we er moesten over redetwisten. Ik kondigde uw onderwerp aan, en hij zei: Nodig hem uit!"
Wat de man niet wist, en wat wij we beiden later ontdekten was, dat op het moment van zijn akkoord om te mogen komen spreken, de priester aan zijn bureau een boek aan het lezen was met als titel: "De toekomst van de grote planeet aarde in onze dagen." Dit boek was een regelrechte aanval aan het adres van Hal Lindsey, en daarmee een ontkenning van bijbelprofetieën. De voorganger dacht dus dat ik over dit boek zou komen vertellen omdat de titel van mijn voordracht hetzelfde klonk als dat van het boek! God heeft een groot gevoel voor humor!
Toen het ogenblik van de voordracht daar was, duurde het niet lang eer ik door had dat ik een probleem had. De priester stelde mij voor als "ziehier een deskundige over de Bijbelse profetieën, die u zal duidelijk maken dat er niet zoiets bestaat als bijbelprofetieën, hij zal u uitleggen waarom Hal Lindsey een dwaas is."
Het is niet nodig om te zeggen, dat ik erg ontdaan was toen ik hem hoorde spreken, want in werkelijkheid was dit boek een heftige aanval op Hal Lindsey, en een ontkenning van de bijbelse profetieën.
De priester dacht op het ogenblik van mijn voordracht dat ik deze ontkenning zou toelichten en eveneens ondersteunen, want de titel van mijn voordracht was dezelfde als de titel van het bewuste boek. Alsof ik akkoord ging met wat de auteur beweerde, wat dus niet het geval was! Heeft God soms geen groot gevoel voor humor?
Ik stapte het podium op, klopte de pastoor lichtjes op de schouder en zei zachtjes, "Ik ben bang dat er een grote vergissing in het spel is. Ge moet namelijk weten dat ik wel geloof in de bijbelprofetieën en Hal Lindsey heeft het dus wel bij het rechte eind. Zou ik het spreken dus niet beter opgeven en naar huis terugkeren?"
De priester dacht even na en zei: "Neen, begin er maar aan, maar hou het kort."
Met de handpalmen vol zweet en een droge mond, stond ik voor de microfoon en zei: "Neem uw Bijbel en ga naar Handelingen, Hoofdstuk 2." Ik was van plan hen te tonen hoe de eerste preek gebaseerd op het Evangelie, de preek van apostel Petrus met Pinksteren, van het begin tot het einde helemaal gewijd aan Messiaanse bijbelprofetieën die toen reeds vervuld waren door Jezus.
Toen ik de "Handelingen 2" wou beginnen voor te lezen, keek ik even op naar mijn toehoorders en zag tot mijn verbazing dat niemand een Bijbel bij zich had! Ik vroeg hen dan de aanwezige kerkbijbels te gebruiken. Iemand riep me toe, "We hebben hier geen bijbels."
Ik vroeg aan sommigen onder hen op zoek te gaan in de Bijbelklassen, en er een paar van daar mee te brengen. Intussen zongen we drie liedjes om de tijd op te vullen. Toen ze terugkwamen, zei een van hen: "We vinden nergens een Bijbel in deze kerk!"
Toen besloot de pastoor om enkele Bijbels te gaan halen uit zijn bureau. Hij kwam terug met 6 exemplaren en verdeelde ze onder de 200 aanwezigen.
Opnieuw vroeg ik mijn toehoorders het hoofdstuk bij "Handelingen 2" te nemen. Ik hoorde hen bladeren en dat ging zo een tijdje door, omdat niemand het hoofdstuk "Handelingen 2" terugvond. Toen besloot ik om hen wegwijs te maken in de bijbel.
Ik vertelde hen eerst over de opdeling in het Oude en het Nieuwe Testament. Ik leerde hen daarna het onderscheid te maken tussen de verschillende boeken binnenin het Oude en het Nieuwe Testament. Toen liet ik hen uiteindelijk het boek "Handelingen" ontdekken.
Nadat ik de preek van Petrus in "Handelingen 2" had uitgelegd, vroeg ik hen te zoeken naar het boek Daniël, een onderdeel van het Oude Testament. Toen stond de pastoor op en sprak: "Sorry, maar het boek Daniël is verboden in mijn kerk."
Toen ik hem vroeg waarom, kreeg ik als antwoord: "Het is duidelijk dat je niet over een seminariegraduaat beschikt want indien je dat wel had dan zou je begrijpen dat het boek Daniël niet authentiek is. Het lijken profetieën, maar ze zijn echter geschreven lang na de gebeurtenissen die het beweert voorspeld te hebben."
Ik stond verbijsterd en ik was vastbesloten om deze opmerking niet te laten voorbijgaan zonder een antwoord. Dus begon ik aan een argumentatie die de geldigheid van Daniëls profetieën moesten staven, maar elke keer opnieuw dreef hij met de nodige minachting de spot met mij. Teneinde raad vroeg ik hem: "Hebt u liever dat ik naar huis ga?"
Hij antwoordde: "Neen, maar spreek niet over het boek Daniël." Ik stond daar voor een tijd, nog steeds in een staat van verbijstering. Toen hernam ik en vroeg ik de congregatie om naar Genesis 3:15 te gaan en zei ik: "Ik wil jullie de allereerste bijbelse Messiaanse profetie uit de Bijbel tonen."
Maar, nog voor ik kon aanvangen, onderbrak de priester mij opnieuw. Hij sprong op en zei: "Het spijt me maar ik kan u niet toestaan dit vers te lezen want ik weet dat je de maagdelijke geboorte van Jezus zal verkopen als een profetie terwijl wij hier, in deze Kerk, niet geloven in de maagdelijke geboorte!"
Dit alles vond plaats in de belangrijkste protestantse kerkgemeenschap.
Het gehate boek
De houding van de priester ervoer ik als een algemene houding bij de hedendaagse christenen. Daniël is inderdaad het meest controversiële boek van de bijbel. Vrijdenkers haten het omdat ze niet geloven in de goddelijke oorsprong van de geschriften en het boek Daniël is een grote getuigenis van de goddelijke inspiratie. Het bevat namelijk een van de meest opmerkelijke bijbelprofetieën die zowel sterk gedetailleerd zijn qua inhoud als breed in tijdsperspectief, met name van de tijd van Daniël zelf tot op de dag van de Tweede Komst van de Messias. Ooit zei iemand: "Daniël schreef meer nauwkeuring in de verleden tijd dan iemand een relaas doet van de feiten nadat de profetie zich heeft voltrokken."
Om het boek in diskrediet te brengen voerden de liberaal gezinden binnen de Kerk het argument aan dat het lang na Daniëls tijd werd geschreven door iemand die zich voor hem uitgaf. Zij schatten de geschriften van ongeveer 100 jaar voor Christus. Ze schatten de geschriften van de tijd na de Griekse tiran, Antiochus Epiphanes, die regeerde van 175 tot 164 voor Christus. De reden waarom ze zo vastbesloten zijn is omdat het Boek Daniël de regering van Antiochius in detail voorspelt, de wreedheden die hij tegen de Joden heeft verricht, inbegrepen.
Maar de inspanningen van de vrijdenkers om het boek naar de prullenmand te verwijzen zijn allen vergeefs gebleken. Een van de sterkste tegenbewijzen is het feit dat Daniël terug te vinden is in de Septuagint [Griekse vertaling van het Oude Testament en de Apocriefen]. Dat zijn de vertalingen van wat we noemen het Oude Testament van het Hebreeuws naar het Grieks. Het werd gedaan door een groep van 70 Hebreewse geleerden uit Alexandrië, Egypte, zon 280 jaar vóór Christus. Lang dus voor de komst van Antiochus Epiphanes.
En er is ook Josephus, de joodse historicus en hogepriester van de eerste eeuw die schrijft dat, wanneer Alexander de Grote naar Jeruzalem kwam, in 333 vóór Christus, hij aan deze laatste toonde dat er een profetie geschreven was over zijn veroveringstochten en zijn rijk, in het boek van Daniël. Alexander de Grote was zodanig onder de indruk dat hij de stad van de vernietiging gespaard heeft [Joodse Oudheden, vol 11, p. 311].
Maar het grootste bewijs van de authenticiteit van het boek van Daniël is terug te vinden in het Nieuwe Testament in Mattheüs 24:15 waar Jezus zelf de profetieën van Daniël aanhaalt en hiermee dus persoonlijk het bewijs levert van de authenticiteit van het boek.
De merkwaardige Profeet
Wie was Daniël eigenlijk? In 605 vóór Christus overmeesterde Nebukadnezar II, de Koning van Babylon, de stad Jeruzalem, hoofdstad van het gebied Juda. Hij verwijderde de koning van Juda en verving hem door zijn achtienjarige zoon Jojachin.
Acht jaar later, op het ogenblik dat Jojachin rebelleerde, viel Nebukadnezar II Juda opnieuw binnen, palmde Jeruzalem voor een tweede keer in, en verving Jojachin door zijn oom, Zedekia. Tien jaar later toen Zedekia de rebellelie weer aanwakkerde, viel Nebukadnezar II een derde maal de stad binnen en besliste komaf te maken met de joodse opstanden. Aldus vernietigden de Babyloniërs in 587 BC de stad Jeruzalem volledig met inbegrip van Solomons tempel en maakte ze aldus een einde aan de Davidische lijn van koningen.
In de drie keer dat Nebukadnezar II Juda binnenviel en Jeruzalem overmeesterde, nam hij krijgsgevangenen mee naar Babylon. Na de eerste inval in 605 BC, nam hij een handvol joodse gevangenen mee. Het waren de zonen van de voornaamste joodse elite, waaronder Daniël [Daniël 1:3-4, 6-7].
Daniël was toendertijd slechts 15 jaar oud, maar hij onderscheidde zichzelf onmiddellijk als een iemand met een spirituele maturiteit door het weigeren van niet-koosjer voedsel te nuttigen dat de koning hem te eten gaf. Op dezelfde wijze bracht Daniël in het jaar 82 zijn leven in gevaar, door een gebod van koning Darius van het Medo-Perzische keizerrijk, te weigeren. Niemand kon 30 dagen lang bidden tot gelijk welke god behalve tot de koning zelf. Daniëls weigering zich neer te leggen bij dit gebod zette de koning ertoe aan hem in een leeuwenkuil te gooien, maar zijn leven werd gespaard door een goddelijke tussenkomst.
Daniël was gedurende zijn leven een man van geloof, gebed en een smetteloze deugd. Hij werd geciteerd door de profeet Ezechiël, een van zijn tijdgenoten, als een van de drie meest rechtvaardige mensen die ooit geleefd hebben, samen met Job en Noah [Ezechiël 14:14]. Tijdens een bezoek van de engel Gabriël, te lezen in Daniël 9:23, werd hem gezegd, "God schept een groot behagen in u."
We hebben hier dus te maken met één der opmerkzaamste mensen in de Bijbel.
Nu we de historische context geschetst hebben en we een beeld hebben van de mens Daniël door wie God sprak, gaan we de eigenlijke eindtijd profetieën doorlopen die God hem heeft aangereikt.
De tijd van de heidenen
De terreur van de antichrist
De triomf van Jezus Christus
Het tijdstip waarop Christus terugkeert.
De tijd van de ongelovigen
Twee jaar na de aankomst van de toen zeventienjarige Daniël in Babylon, liet God Nebukadnezar II een zeer verontrustende droom zien. De koning eiste een verklaring van zijn schare wijze mannen. Wat had hij precies gezien in de droom en wat was de betekenis ervan? Dat wou hij van hen weten. Aangezien de wijze mannen geen passende verklaring konden geven, liet de koning Daniël roepen om zijn droom uit te leggen. Het wekt geen verbazing dat de wijze mannen ontsteld waren bij het horen van de verklaring van de droom.
Toen Daniël het ongewone verzoek van de koning hoorde, vroeg hij biddend aan God om hem te zeggen over wat de droom ging en welke zijn betekenis was. God antwoordde Daniël door hem de volgende mysteries te openbaren. En weer vereerde Daniël God met een lofzang [Daniël 2:20-23a].
Laat de naam van God gezegend zijn voor eeuwig en altijd. Want wijsheid en kracht horen Hem toe. Het is Hij die de tijden en tijdperken doet keren: Hij verwijdert koningen en laat nieuwe aantreden Hij geeft wijsheid aan de wijzen En kennis aan diegene die begrijpen Het is Hij die het diepere en verborgene openbaart.
Deze psalm is zeer belangrijk omdat deze het thema samenvat van het gehele boek van Daniël, met name, dat God almachtig is, dat Hij de geschiedenis leidt, en dat Hij over de wijsheid en over de kracht beschikt om menselijke zaken en naties te leiden tot triomf van Zijn goddelijke wil.
Daniël wil het voedsel van de koning niet
Later in het boek, maakt Nebukadnezar II een vergelijkbare afkondiging over de goddelijke almacht nadat hij de kastijding van Gods discipline had ervaren [Daniël 4:34b-35].
Gods dominantie is een eeuwigdurende dominantie, En Zijn koninkrijk gaat over van generatie op generatie. En alle bewoners op aarde worden als niets beschouwd Maar Hij handelt volgens Zijn wil in de hemel waar Hij verblijft En onder alle bewoners op Aarde.
Nebukadnezars droom
In hoofdstuk 2, vers 31, begint Daniël met de onthulling van Nebukadnezars droom en betekenis. Hij vertelt de koning dat hij in zijn droom een prachtig en ontzagwekkend beeld te zien kreeg: het had een gouden hoofd, een zilveren romp, bronzen dijen en ijzeren benen. De voeten van het beeld waren een mengsel van ijzer en klei. Hij wees de koning erop dat, toen hij het beeld aan het bewonderen was, er plots een grote steen tevoorschijn kwam, een steen dat niet met de hand was uitgehouwen.
Deze bovennatuurlijke steen raakte plots de voeten van het beeld en het gehele beeld was vernietigd. Toen veranderde de steen snel in een grote berg dat de gehele aarde scheen op te vullen.
In vers 36 begint Daniël uit te leggen wat de betekenis is van deze mysterieuze droom. We zijn getuige van een adembenemende overzicht van heidense keizerrijken vanaf de tijd van Nebukadnezar II tot de tijd van de tweede komst van de Messias. Daniël maakt ons duidelijk dat het standbeeld een voorstelling is van de opeenvolgende keizerrijken.
Een gouden hoofd: Nebukadnezar en zijn Babylonisch keizerrijk.
Een zilveren romp: het koninkrijk dat Babylonië zal vervangen, dat Daniël later, in hoofdstuk 8, zal identificeren als het Medo-Perzische keizerrijk.
Bronzen dijen: het volgende koninkrijk in de rij dat Daniël opnieuw identificeert als Griekenland in hoofdstuk 8. IJzeren benen: het vierde koninkrijk in rij dat we kennen in de geschiedenis was het Romeinse keizerrijk dat uiteindelijk in twee delen uiteen zal vallen.
Voeten van klei en ijzer: het laatste heidense keizerrijk in de geschiedenis. De onstabiele combinatie van klei en ijzer duidt op een onstabiele confederatie van naties dat zal ontstaan uit het oude Romeinse keizerrijk.
De bovennatuurlijke steen of het symbool van de terugkeer van de Messias die een einde zal maken aan het laatste heidense koninkrijk en de heidense overheersing door het oprichten van Gods koninkrijk op aarde.
Het tijdperk van de ongelovige heersers
Zoals je zal merken, is deze profetie opmerkelijk in zijn draagwijdte, het beslaat meer dan 1.000 jaar vanaf het Babylonische keizerrijk tot de instelling van het duizendjarige rijk van Christus op aarde.
Het is de periode van de tijd waarnaar de bijbel verwijst als "de tijd van de heidenen" [Lucas 21:24], welke zijn aanvang neemt met de laatste koning van Juda, Zedekia [586 vóór Chr.] en zal doorgaan tot wanneer Christus terugkeert en de troon van David in Jeruzalem opnieuw zal oprichten.
Het is naar mijn mening interessant te noteren dat in het boek van Daniël de nadruk wordt gelegd op de periode van heidense dominantie in de wereld. In hoofdstuk 2:4 gaat de taal van het Hebreeuws over naar het Aramees, de taal van de heidense naties in die tijd. En de tekst gaat voort in het Aramees tot het einde van hoofdstuk 7. Het gaat dan weer over in het Hebreeuws in hoofdstuk 8, op dat ogenblik gaat de aandacht over van de heidenen naar het lot van de joden.
Een tijdskloof
Een ander interessant aandachtspunt is dat vanuit historisch perspectief, we duidelijk kunnen zien dat de profetieën een grote tijdskloof vertonen, iets dat vaak voorkomt in bijbelse profetieën. De tijdskloof komt voort tussen het vierde en het vijfde keizerrijk of tussen de ijzeren benen en de leemijzeren voeten.
De tijdskloof is normaal omdat er geen heidens keizerrijk voorkomt in de geschiedenis dat overeenstemt met het keizerrijk van ijzer en leem, over het welke Daniel in hoofdstuk 7 vertelt dat het een confederatie van 10 naties is dat zal herrijzen als het Romeinse keizerrijk.
Het Romeinse Keizerrijk hield op te bestaan in 476 AD. De Oosterse, Byzantijnse zijlijn bleef verder bestaan tot 1453. Door de eeuwen heen zijn er veel pogingen gedaan om het Romeins Keizerrijk te herstellen. De twee grootste inspanningen werden ooit geleverd door Napoleon en Hitler. Maar alle inspanningen waren vergeefs tot de nasleep van wereldoorlog II, die de Europese leiders duidelijk maakte dat hun enige hoop om Europa te heropbouwen, erin bestond door over de grenzen heen te kijken en om samen een Europese supermacht op te zetten.
Deze inspanning leidde de Europese Unie in, een heropleving van het oude Romeinse Keizerrijk dat op dit ogenblik bestaat uit 27 lidstaten. Kan het zijn dat deze uiteindelijk in 10 administratieve regios zullen worden verdeeld?
De droom van Daniël
Deze profetie over de opeenvolging van wereldrijken werd 48 jaar later opnieuw bevestigd aan Daniël, toen God hem een droom liet zien. Dit is te lezen in hoofdstuk 7.
Daniel zag een reeks van angstaanjagende beesten uit de zee oprijzen, de zee stond voor het profetische symbool van heidense naties.
Het eerste beest was een leeuw met de vleugels van een adelaar. Het tweede beest was een beer dat op zijn zijde lag en drie tanden in zijn muil vertoonde. Het derde beest was een luipaard met 4 koppen en vier vleugels. Het vierde beest was een beest dat Daniël beschreef als "vreselijk, angstaanjagend en extreem sterk." Het had grote ijzeren tanden en tien hoorns.
De beesten van Daniël 7
Wat Daniël in zijn dromen ziet is dezelfde opvolging van wereldrijken die Nebukadnezar II zag in zijn droom. Met dat verschil echter dat Nebukadnezar II ze aanschouwde vanuit het standpunt van een mens, als iets wonderlijks en groots. God openbaart ze aan Daniël zoals hij ze ziet: als een reeks van roofzuchtige beesten.
Op het ogenblik dat Daniël met afgrijzen naar het laatste beest kijkt, ziet hij opeens tussen de andere tien hoorns een nieuwe kleine hoorn verschijnen die 3 andere hoorns met de wortel erbij naar omhoog wegduwt. Deze kleine hoorn had mensenogen en een mond dat grootsprakerigheid uitkraamde. In vers 24 van hoofdstuk 7, werd Daniël gezegd dat de 10 hoorns 10 koningen voorstellen en dat de kleine hoorn 3 van hen zal onderwerpen en hierbij zich blasfemisch zal opstellen tegenover de Almachtige.
Hier zien we de eerste manifestatie van de antichrist in het boek van Daniël die het laatste heidense Keizerrijk zal doen verrijzen dat de gehele wereld zal omsluiten. Het feit dat het laatste keizerrijk werd voorgesteld als het vierde beest met de 10 hoorns op zijn kop, is een klare indicatie dat het laatste heidense keizerrijk een heropleving zal zijn van het oude Romeinse Rijk.
De terreur van de antichrist
Deze verzen brengen ons tot het tweede hoofdthema van de eindtijd profetieën van Daniël: de antichrist en zijn demonische rol. Daniel zou de profeet van de antichrist kunnen genoemd worden omdat hij ons voorziet met meer informatie dan elke andere profeet, met inbegrip van Johannes in het boek van de Openbaringen, aangaande deze tiran.
In Daniel 7, verzen 8, 25 en 26 bijvoorbeeld beschrijft de profeet de antichrist als een trots man vervuld van grootsprakerigheid, en blasfemie, een vervolger van de joden, een die de wet en de tijden zal veranderen. Hij zal natuurlijk de westerse wetten veranderen gezien het gebaseerd is op de bijbel, en hij zal ook de kalender veranderen gezien deze gelinkt is aan de Jezusgeboorte.
Verder wordt ons duidelijk gemaakt dat hij de joden zal vervolgen gedurende drie en een half jaar, en dan zal er plotseling aan hem en zijn keizerrijk een einde worden gesteld.
Symbolische kenmerken van de antichrist
Daniëls beschrijving van het Griekse Keizerrijk legt de klemtoon op de kracht van zijn leger en de snelle opeenvolgende veroveringen. Dit stemt overeen met het feit dat ons werd gezegd in de Openbaringen dat de antichrist de gehele wereld in drie en een half jaar zal veroveren. Daniël benadrukt ook het ego van de opvallende hoorn. Deze figuur zal erop uit zijn zichzelf sterk te willen verheerlijken [vers 8].
Daniël rondt zijn beschrijving af van de mannelijke geit door ons te vertellen dat de betreffende hoorn zal gebroken en vervangen worden door 4 andere hoorns [vers 8]. Deze profetie werd in de geschiedenis bewaarheid door de dood van Alexander de Grote op de leeftijd van 33 jaar en zijn Keizerrijk viel uiteen in 4 koninkrijken met aan het hoofd 4 van zijn generaals.
Vers 9 van hoofdstuk 8 beschrijft ons het derde symbolische antichristkenmerk. Als we het vertalen volgens de terminologie van hoofdstuk 7 dan heet Daniël dit individu "De kleine hoorn." Hij zegt dat hij zal voortkomen uit één van de vier delen van het koninkrijk van Alexander de grote en dat hij zal oprukken tot het "Beloofde Land Israël."
Deze persoon was een Griekse tiran die wou heersen over het Seleucidische gebied van Alexanders koninkrijk, een gebied dat Syrië en Israël omvat. Zijn naam is Antiochus. Hij was een waanzinnig man die zichzelf als "goddelijk" zag. Hij betitelde zichzelf Antiochus Epiphanes, vertaald "Antiochus, de verpersoonlijking van God." De Joden noemden hem spottend "Antiochus Epimanes," of "Antiochus de waanzinnige," een naam die hem goed typeerde.
Het wezenlijke kenmerk van de antichrist
Laat ons eerst naar de profetie kijken en dan naar het historisch archief. In Daniël 8: 9-12 werd ons meegedeeld dat "de kleine hoorn" de Joden onder de voet zal lopen, God zal lasteren, de Joodse tempel zal onteren, de offerplechtigheden zal verhinderen. Daniël vertelt zelfs hoe lang de ontheiliging van de tempel zal duren. Het zal 2.300 avonden en ochtenden duren eer de heilige plaatsen in ere hersteld zullen zijn [vers 14]. Concreet betekent dit waarschijnlijk dat de offerplechtigheden, ritussen in totaal 1.150 dagen verhinderd zullen zijn gezien er telkens s morgens en s avonds een offerplechtigheid plaatsvond [Exodus 29:38-43].
Het is volgens deze bronnen dat we te weten komen dat Antiochus gedood werd en dit tijdens een invasie in Egypte. Dit nieuws zet een voormalig hogepriester genaamd Jason tot revolteren aan. Deze hogepriester werd door Antiochus afgezet, en hij zag nu de kans om zijn positie terug te winnen. Zo viel hij Jeruzalem binnen met een leger van 1.000 man. De snelle en brutale reactie van Antiochus werd opgenomen in 2 Maccabeeën 11-16.
Toen Antiochus hoorde wat er gebeurd is, concludeerde hij hieruit dat Judea in opstand was gekomen. Vanuit Egypte marcheerde hij als een wild beest richting Judea en stormde de stad Jeruzalem binnen. Vervolgens beviel hij zijn soldaten iedereen die ze ontmoeten, zonder genade, neer te slaan, en ook diegenen die bescherming zochten in hun huizen af te slachten. Het was een bloedbad van jong en oud, van vrouwen, maagden en kinderen. In die drie dagen vielen er veertigduizend doden door geweld en nog eens evenveel toen ze verkocht werden als slaven. En alsof dat nog niet genoeg was had hij de brutaliteit om de allerheiligste tempel in de gehele wereld binnen te vallen. Met zijn onreine handen greep hij naar alle heiligheden van de tempel en met zijn zedenloze handen veegde hij brutaal alles weg wat de vorige koningen gedaan hadden voor het tot stand komen voor de glorie en de eer van de plaats.
De gruwelijkheden van deze waanzinnige figuur worden in nog groter detail beschreven in 1 Maccabeeën 1:23-67. Daar wordt ons gezegd dat hij de tempel van alles ontdoet, van alle zilver, goud en kostbaarheden, een troosteloze plaats.
Twee jaar later viel hij Jeruzalem opnieuw aan. Hij plunderde de stad, stak ze in brand, vernielde de huizen en nam vrouwen en kinderen gevangen. Dan kondigde hij een regeling af die alle joodse gebruiken laat beëindigen. Hij bande offerandes en feestelijkheden en de voorschriften van de sabbat. Hij beval dat alle mannelijke nieuwgeborenen niet besneden mochten worden. En tot grote ergernis is het verboden een exemplaar van de Tora te bezitten.
Dan begint hij opnieuw de tempel te ontheiligen. Hij richt de "gruwel van de totale ontreddering" op, boven het altaar. Met name het standbeeld van de Griekse God Zeus.
Deze informatie in "1 Maccabeeën" geeft ons de preciese datum terug van de ontheiliging van de tempel door het oprichten van het standbeeld van Zeus door Antiochus: op de vijftiende dag van Chislev [Hebreeuwse maand], in het jaar 145. Dit is te lezen als 8 december, 168 vóór Christus. Later wordt ons verteld in "Maccabeeën" dat de tempel gereinigd werd en het altaar heropgericht door Judas Maccabeeus op Chislev 25 in 165 vóór Christus, slaande op een periode van 1.150 dagen, precies zoals voorspeld in Daniël 8:14 [1 Maccabeeën 4:52].
Daniël zoekt uitleg
Hier wordt Daniël in hoofdstuk 8 het visioen van drie koningen gegeven: Darius, Alexander de Grote en Antiochus Epiphanes. Zij symboliseren sterk het type van de antichrist, maar dat begrijpt Daniël nog niet op dat moment.
Alexander de Grote
Dus vraagt Daniël aan de Heer om het visioen [vers 15] uit te leggen. Hierop zendt de Heer de engel Gabriël die hem vertelt dat het visioen "zal blijven duren tot het allerlaatste moment" [vers 17].
Hij benadrukt opnieuw in vers 19 dat het visioen betrekking heeft "op de laatste periode [De Grote Beproeving] en dat dit zal aanhouden tot het gepaste moment bij het einde."
Deze uitleg maakt duidelijk dat Antiochus en de andere koningen slechts symbolische types van de Antichrist zijn. De echte Antichrist zal niet eerder komen dan tijdens de eindtijd.
De ware antichrist
Dit brengt ons naar Daniëls openbaring van de echte Antichrist die de kenmerken van Darius, Alexander en Antiochus in zich verenigt. Een schrikwekkende beschrijving van hem is te lezen in Daniël 8: 23-26, zo angstwekkend dat Daniël geschokt, uitgeput en ziek werd voor meerdere dagen [vers 27].
Hij werd beschreven als:
Schaamteloos [vers 23]
Bedreven in intriges [vers 23]
Beschikt over bovennatuurlijke krachten [vers 24]
Vernietigend [vers 24]
Wilskrachtig [vers 24]
Als een helleveeg [vers 25]
Misleidend [vers 25]
Egoïstisch [vers 25]
Godslasterend [vers 25]
Het enige goede nieuws in deze passage is de zekerheid dat Daniël ook vernomen heeft dat de antichrist uiteindelijk vernietigd zal worden door God [vers 25].
Verdere informatie over de antichrist
De volgende referentie naar de antichrist is terug te vinden in hoofdstuk 9 in de profetie van Daniël: de 70 weken-jaren [9:24-27].Er wordt aan Daniël gezegd dat een bevel zal uitgevaardigd worden om Jeruzalem her op te bouwen en dat 69 weken of jaren later [483 jaren] de Messias het contact zal verliezen en Jeruzalem opnieuw vernietigd zal worden.
In vers 26 wordt ons een indicatie gegeven voor wat betreft de persoon van de antichrist. Er wordt ons gezegd dat de antichrist afkomstig is van hen die de Tempel zullen vernietigen volgend op de dood van de Messias. Deze mensen zijn natuurlijk de Romeinen! Dus de antichrist zal een afstammeling zijn van de Romeinen.
In vers 27 wordt aan Daniel kenbaar gemaakt dat de laatste week van het jodendom [gedurende de zevenjarige periode van de beproevingen] zal aanvangen met de ondertekening van een overeenkomst tussen de antichrist en de joden, hoogstwaarschijnlijk een overeenkomst die Israël de vrede waarborgt om zo hun Tempel te kunnen heropbouwen.
Maar het is ook geopenbaard dat de antichrist gedurende de drie en een half jaar van de laatste zevenjarige periode zijn gemaakte belofte tegenover de joden niet zal houden. De antichrist zal net zoals Antiochus de tempel ontheiligen, de offerandes belemmeren en de stad in droefenis onderdompelen.
En toch zijn we er zeker van dat de antichrist vernietigd zal worden tijdens deze gebeurtenis. Daniel is verteld dat de vernietiging diegene zal treffen die diepe droefenis over de mensheid brengt [vers 27].
Het lot van de antichrist
De ultieme vernietiging van de Antichrist wordt bevestigd in Daniëls laatste woorden over de antichrist. Het werd gevonden in Daniel 11. Daniël spreekt over verschillende meedogenloze koningen die symbolisch verwijzen naar de antichrist. Opvallend is dat de 3 belangrijkste van deze figuren een voornaam dragen die begint met de letter A.
De vierde koning van Perzië na Darius: Ahasuerus [vers 2]
Alexander de Grote [vers 3]
Antiochus III, de Grote [vers 11]
Antiochus Epiphanes [vers 21]
Opnieuw wordt Antiochus Epiphanes voorgesteld als het klassieke voorbeeld van de antichrist [verzen 21-35]. Hij kenmerkt zich als een gemeen, misleidend man vol van intriges. Een persoon wiens hart tegen God is. Hij wordt ook voorgesteld als de oorlogsvoerder die zal overwinnen en plunderen en zelfs de joodse tempel zal ontwijden door de offerandes te verhinderen en de oorzaak te zijn van de gruwel van verwaarlozing en vernietiging.
Vers 36 luidt een plotse overgang in als Antiochus Epiphanes tot de antichrist verwordt in de Eindtijd.
Het is dan [Eindtijd vers 35] dat de koning enkel zal doen wat hem bevalt, zichzelf zal prijzen en verheffen boven gelijk welke god terwijl hij monsterlijke dingen zal uitspreken tegen de God van alle goden, en hij zal het kunnen volhouden tot op het einde van het strijdgewoel tijdens de "Tijd der beproevingen."
In deze passage tonen de volgende verzen ons aan dat hij naast een hevig egoïstisch en godslasterend, ook sterk vechtlustig en veel geld wil bezitten.
Vanaf vers 40 krijgen we een overzicht van de militaire campagne van de antichrist tijdens deze eindtijd, die zal plaatsvinden in het Midden Oosten, waarschijnlijk als reactie op rebellerende naties in dat gebied [verzen 40-45].
Er wordt ons gezegd dat de antichrist een inval zal plegen in het Beloofde land [Israel] en dat hij zal aangevallen worden door de "Koning van het Zuiden" en de "Koning van het Noorden" [heel waarschijnlijk Egypte en Syrië]. Hij zal de naties van het Midden Oosten onder de voet lopen [behalve Jordanië], waar hij belet zal worden binnen te vallen [heel waarschijnlijk door de overblijvende joden die zich daar schuil houden].
Hij zal zich naar Egypte begeven om rijkdommen van het land te plunderen. Maar "geruchten van uit het oosten en het noorden" zullen hem in de war brengen [waarschijnlijk Russische legers en het Verre Oosten die opstandig zijn]. Hij zal terug trekken tot aan het gebied [gelegen tussen de zeeën of de vallei van Armageddon] wachtende op de aankomst van deze legers. Het is in deze vallei dat satan zijn definitieve nederlaag tegemoet zal gaan [Danïel 11: 45, Joël 3: 9-17 en Openbaringen 19: 14-24].
Dit gehele onderdeel van de Schrift zou je kunnen omschrijven als de "Slag van Armageddon" want het leidt de antichrist naar de plaats waar hij en zijn legers op een bepaald ogenblik de totale ondergang tegemoet zullen gaan wanneer Christus terug zal verschijnen en door Zijn goddelijk woord de definitieve ondergang van het kwade zal bewerkstelligen [Zacharia 14:12 en 2 Tessalonicenzen 2:8].
De Zege van Jezus Christus
Dit voert ons naar het derde thema van de Eindtijd van het boek Daniël. Het is de absolute zege in de geschiedenis die God ons zal geven door middel van Zijn Zoon. Christus was belasterd en gekruisigd bij Zijn eerste komst, maar als hij zal terugkomen dan zal Hij van alle valse blaam gezuiverd worden en geprezen.
De eerste tekenen van zijn zege wordt ons gegeven in hoofdstuk 2. Herinner je je Nebukadnezar IIs droom van een mooi reuzegroot mannenstandbeeld? Het laatste heidens koninkrijk, gemaakt uit kleien en ijzeren voeten zal op bovennatuurlijke wijze vernietigd worden [Daniël 2:34-35].
Herinner je je hoe het werd vernietigd? Door een steen uitgekapt zonder handen [vers 34]. Het raakte de voet en verbrijzelde deze. Die bracht het ganse standbeeld naar beneden en toen vormde zich een berg en die vulde de gehele aarde [vers 35].
Het mannenbeeld
Daniël legt uit dat de steen het toekomstige koninkrijk van God op aarde voorstelt, de antichrist vernietigend en een einde maakt aan alle heidense koninkrijken [verzen 44-45]. Zacharia en de Openbaringen onthullen dat dit zal plaatsvinden bij de tweede komst van Christus.
Het volgende visioen van Christuszege is terug te vinden in Daniël hoofdstuk 7. Daar staat in vers 13 en 14 dat Daniël een nachtelijk visioen krijgt waar hij de mensenzoon ziet voorgedragen worden tot de Allerhoogste God de Vader. Aan Christus werd heerschappij, zege en een koninkrijk gegeven dat alle mensen en naties van waar ook ter wereld zullen dienen [vers 14]. In verzen 18 en 27 wordt er nog verteld dat "de Allerhoogste met al Zijn heiligen" over de gehele wereld zullen heersen.
Dit toekomstvisioen van een toekomstige heerschappij met Christus is een terugkerend thema van Bijbelprofetie terug te vinden in zowel het Oude als het Nieuwe Testament [Isaiah 2: 2-4, 9: 6-7, 11:4-9, Zacharia 14: 1-9, Timothy 2: 12, Openbaringen 2: 26-27, 3:21, 5: 9-10, 20:4]
Gods timing voor Zijn terugkeer
Het vierde en laatste eindtijdthema van het boek van Daniël houdt verband met de timing van Christus terugkeer. Daniël verschaft ons verschillende aanwijzingen. De eerste aanwijzing is terug te vinden in Daniël 9:24-27.
In deze bekende profetie, vertelt Daniël ons dat alle profetieën met betrekking tot het joodse volk vervuld zullen worden op het einde van een periode van 490 jaar. Uit zijn profetie blijkt verder dat er een leemte is tussen de eerste 483 jaar and de laatste 7 jaar. We weten uit het Boek van de Openbaringen dat de laatste 7 jaar van deze profetie de basis vormen van de "Tijd van de grote beproevingen" wanneer God zijn toorn zal laten neerkomen op de rebellerende naties in de wereld en tijdens deze gebeurtenis hen tot het uiterste zal drijven, resulterend in de redding van "de rest."
Dus de eerste sleutel betreffende de terugkomst van Christus is dat het zal plaatsvinden op het einde van de "Tijd van grote beproevingen." Deze timing is bevestigd in het boek van de Openbaringen in het nieuw testament [19:1-16].
Daniël staaft deze timing opnieuw in hoofdstuk 12. Daar verwijst hij naar de "Tijd van grote beproevingen" als een tijd van ontbering die de huidige naties nog nooit eerder hebben gezien [Daniël 12:1]. Hij zegt dat sommige van de joodse volkeren zullen gered worden op het einde van deze schrikwekkende periode op het ogenblik dat nog enkele resterende rechtvaardige joden opnieuw zullen opstaan. Dus dit is op het einde van de "Tijd van de grote beproevingen" en zal gebeuren wanneer de Messias terugkomt. [deze uitredding is beschreven in Zacharia 12:10]
Hoofdstuk 12 van "Daniël" verschaft ons 2 sleutels over de terugkomst van de Messias.
Deze sleutels heten de "tekens van de tijd." Het eerste is terug te vinden in vers 4 waar Daniël gezegd werd dat de vervulling van de aan hem meegedeelde profetieën [met inbegrip van de terugkomst van Christus], plaats zal vinden op het "einde der tijden," wanneer veelvuldig reizen en massaal verworven kennis hun ingang zullen vinden. Het ontstaat in de 20ste eeuw en zal met grote snelheid zijn hoogtepunt bereiken zoals we dit nu beleven.
In de verzen 8: 9 is aan Daniël gezegd dat zijn profetieën niet zouden begrepen worden voor de periode van de eindtijd. Nu we in deze eindtijd zijn aangekomen begrijpen we de profetieën en door het verloop van de geschiedenis en de aanwezigheid van technologische uitvindingen.
Bijvoorbeeld, de meeste eindtijd profetieën draaien rond het heroprichten van het volk van Israël. Hoe zouden deze profetieën begrepen kunnen worden zonder de oprichting van Israël in 1948, een feit dat de meeste mensen onmogelijk achtten tot op de dag dat het uiteindelijk toch geschiedde.
En dan zijn er heel wat profetieën die nooit zouden kunnen begrepen worden zonder onze technologische uitvindingen. Hoe zou de gehele wereld het geweld in Jeruzalem kunnen zien zonder de satelliet tv [openbaringen 11:9]? Hoe kan een derde van de aarde weggevaagd worden zonder de opkomst van nucleaire wapens [openbaringen 8:7]? Zo gaat het verder en verder...
Besluit
Daniëls onvoorstelbare profetieën maken duidelijk dat Gods toorn en zegen voor ons klaar liggen. We bevinden ons op de drempel van de dagen van grote beproevingen maar ze zullen gevolgd worden door een periode van zege als Gods heiligen uit het Oude en Nieuwe Testament met volle glorie, samen met Christus zullen heersen over alle naties van de wereld.
De profetieën van Daniël maken ook duidelijk dat God de dingen onder controle heeft. Op Zijn troon gezeten, stuurt Hij de mensengeschiedenis want Hij beschikt over de wijsheid en kracht om Zijn Zoon te laten triomferen over het kwaad van satan en de mens.
Het doorslaggevende thema bij Daniel is de absolute macht van God. Als we willen opgewassen zijn tegen het groeiende heidendom en bedorvene van de huidige wereld, dan moeten we teruggrijpen naar de woorden van Daniël opgenomen in hoofdstuk 2, vers 20-23a.
"Geprezen zij de naam van God, van eeuwigheid tot eeuwigheid, want hij bezit wijsheid en kracht. Hij verandert tijden en uren, Hij zet koningen af en stelt koningen aan, Hij geeft de wijzen hun wijsheid, en de verstandigen hun kennis. Hij onthult diepe, verborgen dingen, Hij weet wat in duister is gehuld, en het licht woont bij Hem. U, God van mijn voorouders, loof ik en roem ik, want U hebt mij wijsheid en kracht geschonken, en mij onthuld wat wij U hebben afgesmeekt, U hebt ons laten weten wat de koning verontrust."
Bron: Dr. David R. Reagan
Vertaling: Riet Van De Sijpe
16-08-1980
België's 9/11
9/11: De zwartste dag uit de Belgische geschiedenis
Niet alleen de VS hadden hun 9/11, ons land kende al veel eerder zijn 9/11
Het getal 11 staat ook wel bekend als het gekkengetal. De cultuur van het carnaval is rijkelijk voorzien van dit getal, denk alleen maar aan de "raad van elf". Tijdens de vasten, met name met carnaval, worden de tien geboden op vele wijze overschreden. Aalst is dé carnavalstad van België. Elk jaar vangt carnaval in Aalst officiëel aan op 11/11 om 11:11. 9+1+1=11.
Ik herinner het mij nog als de dag van gisteren, ook al was het gisteren 25 jaar geleden dat de bloedigste overval uit de Belgische geschiedenis plaatsvond, nl. de aanslag van de Bende van Nijvel op de Delhaize van Aalst, waarbij acht mensen om het leven kwamen. In mei van datzelfde jaar was ik alleen gaan wonen en zaterdagavond was "mijn" avond, mijn ontspanningsavond. Ik was naar de VRT aan het kijken [toen heette de VRT omroep nog BRT], toen het programma plots onderbroken werd, met een bericht op het scherm dat er spoedig een "speciaal ingelast journaal" zou volgen. Zoiets gebeurde zelden op de BRT: er moest iets ernstig zijn gebeurd.
Onmiddellijk belde ik naar mijn [intussen overleden] ouders en vroeg hen of ze ook aan het kijken waren naar de BRT. Neen, ze waren naar een programma op de Nederlandse Televisie aan het kijken. In die tijd stonden de Nederlandse Televisie Omroepen bekend om hun een buitengewoon prachtige zaterdagavondshows [de commerciële zenders bestonden toen nog niet]. Wie herinnert zich niet "Wedden dat ...?" bijvoorbeeld, gepresenteerd door de inmiddels overleden Jos Brink. Mijn ouders hielden van die shows. Niemand moest hen dan storen.
Ik vertelde hen dat ze moesten overschakelen naar de BRT, want dat er binnen enkele minuten een "bijzonder journaal" zou volgen. Er moest iets uitzonderlijk zijn gebeurd, want de BRT had absoluut niet de gewoonte om haar programma's te onderbreken, tenzij het om een "hoogst uitzonderlijke gebeurtenis" zou gaan. Mijn ouders schakelden over. Enkele minuten later volgde het bijzondere nieuws: de Bende van Nijvel had opnieuw toegeslagen, ditmaal in de Delhaize te Aalst. Heel het land was in die periode in paniek omwille van de bloedige reeks overvallen op warenhuizen die eraan voorafgegaan waren, waarbij het nooit ging om de buit, maar enkel om het brute geweld.
Na het bijzondere nieuws belde ik mijn ouders opnieuw op. We waren volledig door elkaar geschud bij het aanhoren van wat er zich had afgespeeld: de feiten waren namelijk gebeurd in onze streek, op amper tien kilometer van mijn deur. We kennen de plaats heel goed.
Naast de Bende van Nijvel was er in de jaren 1984-1985 nog een andere bende actief, de CCC [Cellules Communistes Combattantes], die de ene aanslag na de andere pleegde. Kortom: de vrees zat er toen bij de Belgische bevolking dik in. Heel het land leefde mee met deze gebeurtenissen: het leek alsof men ons land poogde te destabiliseren. Het gevolg was dat er zich een enorme politiemacht begon te ontplooiien en aan bijna ieder warenhuis kon men zwaar gewapende politiepatrouilles opmerken. In december van 1985 heeft men de terroristen van de CCC, onder leiding van Pierre Carette, kunnen arresteren. De identiteit van de overvallers van de Bende van Nijvel heeft men [iedere landgenoot denkt "gewild"] nooit kunnen achterhalen.
Telefacts: de laatste 30 uren van de Bende van Nijvel
Aalst, de feiten:
Op 9 november 1985 bereikt de terreur van de Bende van Nijvel een absoluut hoogtepunt. In het Delhaize-warenhuis aan de Parklaan in Aalst is het omstreeks halfacht drukker dan op andere zaterdagen. De feestdag van 11 november valt dit jaar op een maandag en de klanten houden daar bij hun inkopen rekening mee. Op het moment dat een Volkswagen Golf GTI de parking opdraait, rijdt aan de andere kant van het warenhuis de rijkswachtpatrouille belast met de verscherpte bewaking van het warenhuis weg.
Uit de Golf stappen drie gewapende mannen, het aangezicht verborgen achter sjaals en bivakmutsen. Evenals in Eigenbrakel en Overijse verklaren getuigen later dat de gangsters gekleed waren in lange overjassen of parka's en dat ze militaire gevechtsschoenen droegen. Zoals bij de vier voorgaande overvallen is ook hier sprake van een 'reus' van minstens 1m90, die de leiding over het overvalcommando heeft. Een commando dat met militaire discipline en trefzekerheid optreedt.
Als ze via de achteringang het warenhuis binnenkomen, breekt onmiddellijk paniek uit. De gangsters schieten met hun riotguns op alles wat beweegt en verschillende mensen raken gewond. De 'reus' schiet van op minder dan een meter twee klanten neer die hem voor de voeten lopen neer. De kassiersters moeten hun kassa's leegmaken en ook een kleine brandkoffer blijkt voor de overvallers niet te zwaar.
De hele operatie neemt geen drie minuten in beslag, een tijdspanne waarin de overvallers minstens veertig schoten afvuren. Op de parking wordt het een waar bloedbad. Een negenjarige jongen, zijn ouders en zijn zusje worden neergemaaid. Enkel de jongen zal de slachting overleven. Klanten die al in hun auto zitten worden beschoten.
De Golf GTI rijdt achterwaarts de parking af. Vanuit de geopende kofferruimte schiet 'de reus' zonder ophouden. De inmiddels gealarmeerde politie komt ter plaatse maar moet het wat vuurkracht betreft tegen de Bende afleggen. De Golf GTI raast weg over de Steenweg naar Ninove. Een politiewagen en een R4 van de rijkswacht proberen de veel snellere Golf te achtervolgen, maar moeten die poging na zeven kilometer stopzetten. Hun collega's die inmiddels de eerste vaststellingen doen op de parking en in het warenhuis treffen er acht doden aan en evenveel zwaargewonden.
De patronen afkomstig uit de riotguns blijken geladen te zijn met een bijzonder soort projectielen: 9 tot 12 loden bollen met een gezamenlijk gewicht van 32 gram. Dit is munitie die in België zelden gebruikt wordt. In het recente verleden werd er wel mee geoefend door de Groep Diane [een groep agenten die speciaal opgeleid waren om tussen te komen bij terroristische aanslagen of gijzelingen]. Tenslotte blijken de kogelhulzen die her en der werden gevonden voordien al gebruikt en opnieuw gevuld te zijn, een praktijk die door nogal wat leden van schuttersclubs wordt toegepast.
Het valt de rechercheurs ten slotte ook op dat de moordenaars er andermaal in slaagden alle wegversperringen en de talrijke uitgestuurde politie- en rijkswachtpatrouilles te vermijden. Nochtans viel de overval in het Aalst buiten het gebruikelijke operatiegebied van de Bende, zodat wordt aangenomen dat zij via een rijkswachtontvanger in de vluchtwagen de strategische verplaatsingen van de politiediensten konden volgen.
1971-1973: Van 1971 tot 1973 werkt Juan Mendez bij motorhandelaar Podevyn in de Gustaaf Papestraat in Aalst. Hij sleutelt er in het atelier wat aan motoren, en volgens sommigen ook aan wapens. Hij komt er ook in contact met wapenhandelaar B., die vlakbij een schietstand uitbaat. Tot een eindje in de jaren tachtig zal Mendez geregeld over de vloer komen bij zowel Podevyn als B. In de schietstand ontmoet hij Madani Bouhouche. Wanneer de Brusselse vrienden overkomen, dan parkeren ze hun auto's vaak bij Podevyn, in de Gustaaf Papestraat. Ook Albert Van Den Abiel heeft een bedrijf dat wat doet met motoren. Het is in die periode gevestigd in de Sint-Jobstaat en is in de loop der jaren achterwaarts uitgebreid. Van Den Abiel heeft een pand kunnen opkopen in de straat die toegang biedt tot de straat die parallel loopt. En dat is de Gustaaf Papestraat. Van Den Abiel en Podevyn zijn met andere woorden buren.
22 september: Onbekenden stelen in het depot van D'ieteren Lease, in Erps-Kwerps, een gloednieuwe, antracietgrijze Volkswagen Golf GTI.
27 September: Vijf dagen later pleegt de Bende van Nijvel een brutale overval op het Delhaize-warenhuis van Eigenbrakel en Overijse. De gangsters zijn met drie en maken gebruik van een donkere Volkswagen Golf.
31 Oktober: Twee joggers hebben een beangstigende ontmoeting met drie personen aan de atletiekpiste in het Osbroekpark, op ongeveer 1,5 km van het Delhaize-warenhuis te Aalst. De onbekenden gebruiken een beige Ford Taunus en een persoon is zeer groot. Ze nemen contact op met de politie die er net niet in slaagt om de personen aan een controle te onderwerpen.
2 November: Spelende kinderen vinden in het Osbroekpark achter de Delhaize in Aalst een collectie wapens. De wapens waren geladen en de kinderen hebben er zelfs een paar schoten mee afgevuurd voordat de geschrokken ouders konden ingrijpen.
8 November: Daags voor de overval in Aalst belt Jean Bulot naar een informant van de Staatsveiligheid met de vraag of die hem 'dringend' een machinegeweer kon bezorgen. De informant nam het gesprek op en alarmeerde de Staatsveiligheid. Die verbood de infiltrant hiermee door te gaan en maakte zijn bandje zoek.
Voor 9 November: Verschillende getuigen bemerken in en rond Aalst een verdachte grijze Mercedes met Nederlandse nummerplaat.
9 November 1985
3u00: Een groep van zes personen stapt net voor sluitingstijd een café binnen op de Grote Markt van Aalst. De eigenaar vind dat deze groep zich verdacht gedraagt en legt op 12 november klacht neer bij de politie. Later zal blijken dat het hier wel degelijk om de Bende gaat.
13u30: Motorcrossers vinden in het bos van Houssière een aantal bewijsstukken die daar werden achtergelaten door de Bende van Nijvel.
Namiddag: In Sint-Stevens-Woluwe horen getuigen schoten en merken ze een Ford Taunus op.
± 16u00: Philippe De Staerke maakt zijn tocht door het warenhuis.
Iets na 16u00: Tegenover het Delhaizewarenhuis op de Parklaan staat een grijze Mercedes geparkeerd. De inzittenden hebben een gesprek met personen in een Audi 100.
± 17u00: Philippe De Staerke keert terug naar huis.
18u00: Philippe De Staerke verlaat zijn gezin.
18u00: Een getuige ziet aan een villa in Hoeilaart drie mannen aan een Ford Granada staan.
18u45: Getuigen zien in het Bos van Houssière een grijze Mercedes, een donkere Golf GTI en drie mannen waarvan één gewapend.
± 19u00: Een lerares ziet op de Grote Markt van Aalst een verdacht konvooi dat onder andere bestaat uit een beige Ford Taunus. Iets later merkt ze de wagens opnieuw op.
19u00: Een onbekende persoon vraagt bij de lokale radiozender Mi Amigo het liedje "Te voet naar Scherpenheuvel" aan. Het liedje moet voor of om exact 19u15 afgespeeld worden en werd aangevraagd door de Bende van Nijvel voor de Bende van Hofstade.
19u00: Marie-Thérèse Van Den Abiel belt naar haar vader om te zeggen dat ze nog even gaan winkelen.
19u15: Een getuige merkt een persoon op aan het Texaco-tankstation langs de autosnelweg ter hoogte van Groot-Bijgaarden. Deze persoon droeg een 3/4 regenjas waar, volgens een getuige, een wapen met een korte loop uitviel.
19u20: Getuigen zien in Ternat een grijze Mercedes en een Golf, beiden rijden in konvooi in de richting van Aalst.
19u40: De Bende van Nijvel pleegt een bloedige overval op het Delhaize-warenhuis van Aalst.
19u42: Agent Eddy Nevens is op het Keizersplein een voertuig aan het controleren met een collega wanneer er op hun radio een oproep binnenkomt dat er een overval bezig is in het Delhaize-warenhuis. Drie minuten later loopt agent Nevens naar de uitgang van de parking.
19u49: De Volkswagen Golf verlaat de parking van het warenhuis en vlucht via de Geraardbergsestraat. Ze worden gevolgd door een Ford van de politie van Aalst. 700 meter verder ligt het kruispunt Houten Hand. Vandaag is het een rond punt. Daar geeft de Ford de achtervolging op en worden ze ingehaald door een wagen van de rijkswacht.
19u50: Een getuige ziet een Golf op de brug over de E40. De koffer staat open, de wagen rijdt zeer snel en heeft geen lichten aan. De afstand tussen de brug en de Delhaize is 1,8 km. Beneden draait de Golf naar rechts, in het Industriepark Zuid en komt even later op de rotonde van Erembodegem waar ze links draaien en de N45 nemen.
19u50: De rijkswacht van Ninove wordt verwittigd en plaats een blokkade aan De Doorn. De blokkade staat er om 19u53 of om 19u58. 20u05: De baan tussen Ninove en Halle, de N28. Net voor Leerbeek zijn er twee bochten en beperkte zichtbaarheid. Een getuige ziet een Golf tegen hoge snelheid passeren, ongeveer 200 km/u. De wagen wordt gevolgd door een BMW.
20u05: De Golf komt aan in Leerbeek en rijdt door een rood licht. De BMW staakt de achtervolging.
20u05: Aan het Hogenbergkruispunt in Leerbeek ziet een getuige een VW Golf met gesloten kofferdeksel waarin twee personen zitten.
21u00: De Staerke geeft bij zijn vriend Papadopoulos een blauwe koffer af. Papadopoulos vermoedt dat er wapens in zitten. 10 November 1985
00u30: Getuigen zien in het Bos van Houssière een Golf met twee mannen naast een levenloos lichaam.
1u00: Aan het kerkhof van Grimbergen wordt een gestolen GTI gevonden, identiek aan de wagen gebruikt door de gangsters. De wagen werd twee uur na de overval gestolen op de Kunstlaan in Brussel.
1u40: De Bende steekt hun Golf GTI in brand.
11 November 1985
00u40: Getuigen aan de draaikom van het Kanaal Brussel-Charleroi bemerken dat personen zakken in het water gooien. Zondagnacht was er vlakbij nog een andere Golf opgemerkt, donkergroen of blauw, en zeker geen splinternieuw model. Een frituuruitbater in de buurt van de zwaaikom van het Kanaal van Ronquières was rond middernacht gewekt door dichtslaande autoportieren. De man, die al een paar keer ongewenst bezoek had gekregen, had zijn karabijn bovengehaald en was aan het raam gaan kijken. Hij zag twee mannen bij de donkere oude Golf staan. Vlakbij was een grote bleke break geparkeerd. De mannen bij de Golf waren bezig een nummerplaat te vervangen. Een derde kerel bleef de hele tijd in de wagen zitten.
Dag: Een jogger ontdekt in het bos van Houssière een uitgebrande Golf GTI, het gaat om de gloednieuwe Golf die gestolen werd in Erps-Kwerps. Er worden ook boorddocumenten gevonden van twee VW's Golf GTI.
Na 11 November 1985
28 December 1985: Op 28 december 1985, anderhalve maand na de aanslag in Aalst, laat de politie van Elsene op het Flageyplein een fout geparkeerde BMW 520 met nummerplaat FHV 715 wegtakelen. Enkele dagen later krijgt de eigenaar het proces-verbaal, de factuur van takelfirma Les Dépanneuses Orange [8.403 frank] en het verzoek om zijn wagen daar te komen ophalen in zijn brievenbus. In dit geval is dat die van Albert Van Den Abiel. Hij schrijft een briefje terug: ik bezit geen BMW 520 en ik heb andere dingen aan mijn hoofd dan uitstapjes te maken naar Brussel. Een ambtelijke fout? Niet echt. Op de BMW zit een kopie van de plaat van Van Den Abiels Mercedes 230E. Gangsters doen dat wel vaker, valse platen op hun wagens schroeven. Het toeval, zo lijkt het, wou gewoon dat ze er deze keer de zijne hadden uitgepikt.
19 Januari 1995: Op 19 januari 1995 bekeurt de politie van Antwerpen in de Euterpastraat in Berchem een Peugeot 309. Het verzoek om een boete van 2.000 frank te betalen, belandt alweer in de brievenbus van Van Den Abiel. Ook nu weer is de nummerplaat FHV 715. "Ik ben machteloos en verdomd alleen", besluit Van Den Abiel de brief waarin hij het Antwerpse parket erop wijst dat dit nu al de tweede keer is. Hij brengt ook de Bende-magistraten op de hoogte, maar kan hierover in de Bendecommissie-bis alleen zeggen: "Ik heb er verder niks meer van gehoord."
Herdenking
Het stadsbestuur van Aalst en een veertigtal nabestaanden, slachtoffers en hulpverleners hielden gisteren, dinsdagvoormiddag een minuut stilte aan het gedenkteken voor de slachtoffers van de Bende van Nijvel. Precies 25 jaar geleden werden in en aan een Delhaizevestiging in Aalst acht mensen gedood.
"Aalst draagt de dag mee in hart en geheugen," zei burgemeester Ilse Uyttersprot, "dit is het verhaal van een trauma van de hele stad." De burgemeester deed opnieuw een oproep om de waarheid te achterhalen. Ze besloot haar herdenkingswoord met een citaat uit het boek 'Niet schieten, dit is mijn papa' van bendeslachtoffer David Van de Steen, die destijds getuige was van de moord op zijn ouders en zus.
Eigenaardig aan de herdenking is dat deze geleid werd door de Aalsterse burgemeester Ilse Uyttersprot, terwijl ten tijde van de aanslag, haar vader Raymond Uyttersprot, burgemeester was van Aalst.
De plechtigheid werd bijgewoond door het Aalsterse stadsbestuur, de Delhaizedirectie en de nabestaanden van slachtoffers. Na een minuut stilte legden de aanwezigen bloemen neer bij het sobere gedenkteken. Verschillende nabestaanden hadden er overigens al voor de plechtigheid bloemen achtergelaten. De herdenking zal voortaan jaarlijks herhaald worden.
De herdenking werd druk bijgewoond door de regionale, nationale en zelfs de Nederlandse pers. Er werd opgeroepen om gisterenavond om 19 uur samen te komen op de parking van de Delhaize voor een herdenking.
De Delhaize in Aalst werd op 9 november 1985 overvallen. Eerder dat jaar, op 27 september, waren er ook dodelijke raids op de filialen in Eigenbrakel en Overijse. Daarbij vielen respectievelijk drie en vijf doden. Vooralsnog zijn de daders niet gevonden. In 2015 verjaren de feiten. Het onderzoek is nog volop aan de gang.
De blunders tijdens het onderzoek
Bron van de overzichtsfeiten: www.bendevannijvel.com
Overige feiten: Chris De Bodt
Over het getal 11 valt er enorm veel te vertellen. Het is het getal van de onvolmaaktheid van deze wereld, dat zich bevindt tussen de volmaakte getallen 10 en 12, onder verwijzing naar de tien geboden en de twaalf apostelen, waaruit er uiteindelijk één van wegviel: Judas, de verrader." De lijst is oneindig. Onder de rubriek "overige weetjes" vindt u hierover heel wat informatie.