Redactie
Medjugorje België en Nederland
Chris De Bodt
(1958 - 2012)

medjugorjebn@gmail.com

Patty De Vos
Kasteelstraat 81
9180 Temse
België
patty.de.vos@hotmail.com

Dr. Guy Claes
Platanendreef 40
8790 Waregem
België
gclaes@scarlet.be

Henk
Twan Vereecken
Geertrui Schonken
Veerle De Caluwé
Anne Van Der Sloten
p. Alfons J. Smet
Broeder Joseph
Zoeken in blog

Medjugorje 2015 Medjugorje 2014 Medjugorje 2013 Medjugorje 2012 Medjugorje 2011 Medjugorje 2010

 

Voorlopig worden enkel de boodschappen gepubliceerd.
14-03-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Ronde van Vlaanderen, de Muur en Onze Lieve Vrouw van den Oudenberg
De Ronde van Vlaanderen, de Muur en Onze Lieve Vrouw van den Oudenberg

Morgen wordt voor de 93ste maal Vlaanderens mooiste klassieker [en misschien wel de mooiste klassieker ter wereld] gereden: de Ronde van Vlaanderen. Vorig jaar werd deze gewonnen door Stijn Devolder. Na een solo van 25 kilometer had de Belgische kampioen aan de streep veertien seconden voorsprong op Nick Nuyens die, in een spurt met twee, de Spanjaard Juan Antonio Flecha versloeg.


We hadden het eerder al over "La Madonna del Ghisallo" die waakt over de Ronde van Lombardije. Deze keer gaan we het hebben over Onze Lieve Vrouw van den Oudenberg, helemaal bovenop de Muur van Geraardsbergen, die waakt over de Ronde van Vlaanderen.

De Muur van Geraardsbergen is ongetwijfeld, samen met de Koppenberg, de lastigste beklimming van de Ronde van Vlaanderen. Eenmaal de Dender voorbij gaat het steil omhoog, richting Muur. Nog voor de Geraardsbergse Marktplaats zou ik reeds lang zijn afgestapt met de fiets. En dat zijn nog maar de eerste honderden meters, de veel steilere muur ligt nog een heel eindje verderop, voorbij de Vesten. Dan pas begint men aan de lastige kasseiklim. Bovenop de Muur van Geraardsbergen staat de Kapel van de Muur van Geraardsbergen, gewijd aan Onze Lieve Vrouw van den Oudenberg. Vele wielertoeristen slaan reeds een kruisteken wanneer men zover raakt en vele winnaars van de Ronde, denken later ongetwijfeld terug aan Onze Lieve Vrouw van den Oudenberg, om Haar te bedanken voor hun overwinning.


Volgens oude kronieken werd de Oudenberg vroeger Hunnebeerch genoemd. Waar deze benaming vandaan zou komen kan tot op vandaag moeilijk worden achterhaald. Sommigen verklaren het als volgt: In de vijfde eeuw zakten de Franken langs de westergrens van het Koolwoud af, en vaarden de Dender op, tot aan de bijrivier de Mark [Mark of meer = grens]. Huno, een Frankische heer, nam het land, aan den voet van den berg, in eigendom, en vestigde zich langs de Dender. Zijn afstammelingen noemde men de Huningen en zijn nederzetting Huningheim, dat later de wijk Hunnegem werd. De nabije heuvel noemde men Hunnebeersch.

Volgens anderen zou de Hunnebeerch oorspronkelijk een offerplaats geweest zijn [Hun = hoen, bij de oude Vlamingen = offer]. Boven op de heuvel is er een nooit uitdrogend bronvijvertje. De oude volkeren nu geloofden dat in elke bron de geest van een godin woonde, die het water uit de grond deed borrelen voor de mensen. Zij vereerden dus de bronnen om hun geheimzinnigheid, en in het bijzonder deze hier, omwille van haar onuitputtelijkheid op zo'n verheven ligging. Als offer aan de watergodin wierp men brood en vis in het water. De heidense priester plengde wijn en dronk daarna de beker uit, waarin, als symbool voor de bron, een visje zwom. Ook aan de geest van de Lente en de godin van de Oogst werd geofferd. Wellicht stond boven op de heuvel een dolmen, waar de druïde, in wit gewaad, zijn offer bracht, het altaar en de aanwezigen besprenkelde met het bloed, of, als er geen offerdier was, met wijn, waarna allen uit eenzelfde beker dronken. Bij het vallen van de avond werd een groot vuur aangestoken ter ere van Herta, godin van de oogst. De Keltische Nerviërs, die langs de Dender woonden, hadden afgerekend met de Romeinse beschaving en zich later met de Franken vermengd.

Op de tochten door de Vlaanderse bossen van de Heilige Amandus, de Heilige Livinus en hun volgelingen, werd, in de zevende of achtste eeuw, dit volk bekeerd. De missionnarissen gingen te keer tegen de heidense gebruiken, maar Paus Gregorius de Grote was een andere mening toegedaan, en schreef aan zijn zendelingen om de heidense offerplaatsen eerder te verchristelijken. Zo werden dan op de plaats van de dolmen, op de Hunnebeerch, een kapel en een altaar opgericht. Het brood werd in de vorm van krakelingen naar het volk toegeworpen, in plaats van naar de watergodin. De wijnbeker werd door de overheden en de schepenen, of afgevaardigden van het volk, gedronken, en verving ook het feestmaal dat na elk dierenoffer gehouden werd. Het visje in den wijn werd de verzinnebeelding van Jezus Christus [Het Griekse "Ichthus" = vis of de beginletters van Iesous CHristus, Theou HUios, Soter: Jezus Christus, Gods Zoon, Redder]. En omdat het niet paste in de Vasten, bij het begin van de Lente, feest te houden, werd het voortaan op Vastenavond gevierd.


De kapel werd in 1294 verkocht "voor Bailliu ende scepene van den lande van Boelaere ten profijte van Jhanne Tant, cluusenaar inder cluuse bider capelle van Onser Vrauwe up den Hunnebeerch te Gherondsbeerghe." In de zeventiende eeuw was zij zo vervallen dat "dom Gheeraert Prijm, prelaet van Sinte Peeters nevens Ghendt" ze liet herbouwen. In 1639 was zij voltrokken en werd zij door de aartsbisschop van Kamerijk ingezegend. In 1648 bracht abt Martinus Lebrun een beeldje van Onze Lieve Vrouw van de Bijstand naar de kapel.

Een andere heidense afgoderij dan waarvan hierboven wordt gesproken, was de aanbidding van de eikenbomen, waarop de marentak, een woekerplant [vogellijm], groeit. In deze bomen woonde een godheid. De druïde, in wit gewaad, beklom de boom en hakte met een gouden sikkel de marentak af. Daarna werd onder de boom het offerdier geslacht en het feestmaal gehouden. Bij de bekering van onze voorouders werden aan deze bomen beeldjes van Onze Lieve Vrouw gehangen en vele van deze beeldjes werden mirakuleus.

Op de berg, bij Peruwelz, stond er zo een eik, en de omwoners hadden, uit grote verering voor Maria, een Mariabeeldje in een nis, in een tak uitgehouwen. De pastoor van Peruwelz was Martinus Lebrun. In 1603 hoorde hij voor het eerst van het beeldje, dat intussen erg verweerd en haast vormeloos was geworden. Ook de boom was zó oud dat er nog maar één bloeiende tak overbleef, waarop één eikeltje, dat de pastoor plukte. In 1606 liet hij uit die ééne gezonde tak twee Lieve Vrouwenbeeldjes snijden. Op de plaats waar de boom wegstierf richtte hij een pyramide op met drie nissen, en een van de beeldjes kreeg er zijn plaats. In 1624 werd Martinus Lebrun abt der Sint-Adrianusabdij te Geraardsbergen en op 17 Mei 1648 bracht hij het andere beeldje in processie naar de kapel van den Oudenberg, samen met het zilveren kistje waarin hij het eikeltje had opgeborgen. In 1724 herbouwde abt Adriaan Roelandts nogmaals de kapel, die in 1725 door de aartsbisschop van Mechelen werd ingezegend. Abt Bartholomaeus van Haezeleer schonk haar in 1733 een klok.

In 1760 greep er een voorval plaats, waarbij ook Onze Lieve Vrouw van den Oudenberg betrokken werd. In 1426 was er te Geraardsbergen een broederschap gesticht dat jaarlijks een bedevaart naar Onze Lieve Vrouw van Halle inrichtte. Dit jaar nu hadden 63 leden de reis ondernomen in een grote wagen, met drie jonge, kloeke paarden bespannen. Bij het opnieuw binnenrijden van Geraardsbergen, op de steile en hellende Edingse Steenweg, sprongen de remmen aan stukken, en rolde de wagen met een dolle vaart naar de afgrond, langs de weg. De bedevaarders aanriepen Onze Lieve Vrouw van Halle en opeens stonden wagen en paarden stil vlak bij de nu afgebroken abdijkerk. Aanstonds werd, in de kapel van den Oudenberg, Onze Lieve Vrouw bedankt om die wonderbare redding. Een schilderij van dit voorval werd in de kerk van Halle opgehangen.


In 1794 viel de stad in handen van de Franse Republikeinen. Het zilveren kistje werd waarschijnlijk toen gestolen, evenals een zeer kostbare reliek van Onze Lieve Vrouw, waarvan sprake is in een inventaris van 2 Oktober 1519. Het beeldje werd weggeborgen in het nabijgelegen huis van een geestelijke. De meubels werden verspreid, maar door een monnik van de Sint Adrianusabdij opnieuw bijeen gebracht, en de kapel zelf werd in 1799 verkocht aan de heer Odeyn, uit Gent, in 1803 aan Emmanuel Rens, eveneens uit van Gent, en in 1807 aan Ghislenus-Franciscus Van Crombrugghe, met het doel ze voor afbraak te bewaren en ze aan den eredienst terug te schenken. Daarom werd, na 12 jaar opberging, het beeldje op zijn ereplaats teruggebracht, en een chronogram er boven vermeldt deze blijde gebeurtenis:


TRANSLATIONE DILLICESCAM
[Ik verheug mij om de overbrenging]

Om de toekomst van de kapel te verzekeren schreef de heer Van Crombrugghe ze op 8 juni 1822 over op zijn zoon, Constant-Willem, kanunnik van de Sint Baafskathedraal te Gent en stichter van de Congregatie van de Paters Jozefieten, van de Dames van Maria, van de Zusters van de Heilige Jozef en de Zusters van Maria en Jozef. De nieuwe eigenaar schonk de kapel en het kostershuis aan de Paters Jozefieten in 1839 en bevestigde zijn schenking door een verkoopakte van 2 Mei 1864.

Met de epidemie van 1849, de "cholera morbus", kende de kapel één van haar bloeiperioden. Duizenden bedevaarders van overal kwamen Onze Lieve Vrouw te voet bezoeken en lieten zich neervallen voor het beeld. Velen werden verhoord. Datzelfde jaar kwam ook de bisschop van Gent de kapel bezoeken. In 1859 was het Mgr. Macarius Hadad, bisschop van Damascus, die de kapel bezocht. Het jaar daarop, op Tweede Pinksterdag, moest het honderdjarig jubelfeest doorgaan van de wonderbare redding der Hallebedevaarders. Er werd een prachtig programma samengesteld, maar stormwind en slagregen verijdelden alle plannen. Het schilderij, een kopij van het doek in de kerk van Halle, die stoetsgewijs naar de kapel moest gedragen worden, werd dan enkel met kleine ceremonieën geofferd.

In 1867 bracht Mgr. Plumes, bisschop van Nicopolis te Boekarest, een bezoek aan de kapel. In 1868 Mgr. Jacobus Rogers, bisschop van Chatham, uit Canada. Een groot jaar werd 1887: op 31 Juli kroonde Mgr. Lambrecht, bisschop van Gent, het mirakuleuze beeld, in naam van de Paus, Leo XIII. De kapel was intussen zeer bouwvallig geworden.

In 1905 werd zij afgebroken en in een veel ruimere barokstijl heropgebouwd naar het plan van architect Van Damme. Het jaar daarop werd zij op 30 Augustus ingezegend door Eerwaarde Heer De Smet, pastoor-deken, en op 8 september kwam Mgr. Stillemans, bisschop van Gent, ze plechtig inhuldigen. Die dag schatte men het aantal bedevaarders op twaalfduizend.


Op 8 september 1907 vierde men het eeuwfeest van de overbrenging van het beeldje, na de Franse Revolutie. Mgr. Maes, bisschop van Covington, was aanwezig. Op 21 juli 1912 was het de vijfentwintigste verjaardag van de kroning van het mirakuleuze beeld en binnen enkele weken, op 6 Mei 1937, gingen de grote feesten door voor de vijftigste verjaardag van de kroning. Er werd een grote, godsdienstige optocht gehouden, waarin alle Mariabeelden van de stad, Onze Lieve Vrouw van Bijstand van den Oudenberg vergezelden van uit de hoofdkerk naar haar hooggelegen, rustige verblijfplaats. Van heinde en ver stroomden de bedevaarders toe, en in het oude Geeraardsbergen werd opnieuw een van die dagen beleefd die blijvend zijn in de geschiedenis van de stad. Van op de Oudenberg, rond de kapel geschaard, keken duizenden mensen neer op het dal, en aanschouwden zij de glooiïngen van het land, waarop en waarachter hun hoeven en hun huizen, hun dorpen en hun steden rustig stonden. Eens te meer voelden de mensen die dag op de Oudenberg rust en vertrouwen in het hart, omdat het wonderbare, gekroonde Lieve Vrouwtje, hoog op den heuvel, beschermend waakte over hun have en hun goed ... en over de mensen.

Gebed tot Onze Lieve Vrouw van de Oudenberg

Onze Lieve Vrouw van de Oudenberg, Moeder van Jezus en onze Moeder, zie genadig neder op ons.
Vol vertrouwen richten wij ons tot U en smeken wij tot U.
Gij kent onze zonden en zwakheden,
Gij kent onze droefheden en hulpeloosheid.

Breng de zondaars tot Uw Goddelijke Zoon terug.
Laat ze de weg terugvinden tot Zijn Goddelijk Hart,
dat zo vol barmhartigheid is.
Sterk ons in de bekoringen.
Behoed ons voor de talrijke gevaren die ons bedreigen.
Laat ons op de moeilijke weg door het leven niet verloren gaan.

Toon ook dat Gij onze Moeder zijt in dagen van beproeving. Schenk de gezondheid weder aan de zieken.
Wees de toevlucht van al dezen die in armoe en smart gedompeld zijn.
Wees onze troosteres in al de ellenden van dit leven.

Koningin van de Hemel, wees ook Koningin over ons leven.
Heers over onze harten.
In alle eenvoud en oprechtheid beloven wij U,
de deugde van Uw heilig leven zoveel mogelijk na te volgen.
Wij willen ook Uw kinderen zijn,
dragend in onze ziel de trekken van U,
onze Moeder, en deze van Uw Goddelijke Zoon.
Met al de middelen die in ons bereik liggen zullen wij meewerken, opdat Uw rijk op aarde worde gevestigd!
Moge Gij weldra de liefderijke Vorstin van alle harten zijn!
Opdat kome het rijk van Jezus,
laat komen Uw rijk, O Maria!
Amen.

En wat betreft de Ronde Van Vlaanderen, editie 2009, heeft Stijn Devolder, zijn overmacht van verleden jaar opnieuw herhaald. Proficiat Stijn.

13-03-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dr. Gloria Polo's terugkeer
Dr. Gloria Polo's terugkeer

Dr. Gloria Polo werd op 5 mei 1995 in Bogota, Colombia, door de bliksem getroffen. Zij verbleef lange tijd in coma en had hierbij een ontmoeting met God. Hij gaf haar de opdracht terug te keren naar de aarde met de volgende woorden: "U zal uw getuigenis geen duizend maal herhalen maar duizend maal duizend maal. En wee degenen die hun pad niet veranderen ondanks dat ze jou gehoord hebben want zij zullen strenger geoordeeld worden dan de anderen, net zoals u wanneer u eens hier zal terugkomen! Hetzelfde geldt voor mijn gezalfden, de priesters, want er zijn geen grotere doven dan zij die niet willen horen, en er zijn geen grotere blinden dan zij die niet zien willen." Sindsdien lokt Gloria overal ter wereld overvolle zalen met haar getuigenis over haar ontmoeting met God. Op dit blog kunt u haar volledige getuigenis volgen.

Op 5 mei 1995 werd Dr. Gloria Polo in Bogota, Colombia door de bliksem getroffen, Op die regenachtige vrijdagnamiddag ging ze samen met haar man en neef enkele boeken gaan afhalen in een bibliotheek. Zij liep, samen met haar neef, onder een kleine paraplu. Haar man droeg een waterjas en had net de buitenmuren van de bibliotheek bereikt. Toen ze bij een rij bomen kwamen en net over een grote plas sprongen werden ze beiden door de bliksem getroffen. Haar neef was op slag dood.


Gloria Polo, tandarts van beroep, lag een hele tijd in een diepe coma. Zij was volledig verbrand en haar longen en nieren werkten niet meer. Allerhande apparaten hielden haar klinisch in leven. Het was haar zus die erop stond dat zij in leven bleef, terwijl Gloria zelf altijd euthanasie had verdedigd. Haar ziel bevond zich aan de rand van de afgrond, toen zij van de Heer een tweede kans kreeg om terug te keren naar het aardse leven.

God gaf haar de opdracht met de woorden: "U zal uw getuigenis geen duizend maal herhalen maar duizend maal duizend maal. En wee degenen die hun pad niet veranderen ondanks dat ze jou gehoord hebben want zij zullen strenger geoordeeld worden dan de anderen, net zoals u wanneer u eens hier zal terugkomen! Hetzelfde geldt voor mijn gezalfden, de priesters, want er zijn geen grotere doven dan zij die niet willen horen, en er zijn geen grotere blinden dan zij die niet zien willen."

Broeders en zusters! Het is prachtig dat ik met u dit dierbaar geschenk mag delen dat de Heer mij meer dan tien jaar geleden verleende [aan de Nationale Universiteit van Colombia in Bogota]. Ik liep toen hogeschool, samen met mijn neef, die ook tandarts was. Mijn man was bij ons die dag en moesten nog wat boeken gaan afhalen in de School voor Tandheelkunde, die vrijdagnamiddag. Het regende heel hard en mijn neef en ik liepen samen onder een kleine paraplu. Mijn man droeg zijn regenjas toen hij de buitenmuren van de bibliotheek bereikte. Ondertussen bereikten mijn neef en ik de bomen, springend over de plassen. Toen wij op het punt stonden om een grote regenplas te vermijden, werden wij door de bliksem getroffen.

We waren volledig verbrand. Mijn neef stierf ter plaatse. Het was een jongeman, die ondanks zijn jonge leeftijd, zich volledig overliet op de Heer en een bijzondere verering had voor het Kindje Jezus. Hij droeg altijd een medaille met de beeltenis van het Kindje Jezus in een kwartskristal op zijn borst. Uit de lijkschouwing bleek dat de bliksem hem via deze medaille had getroffen, vervolgens door zijn hart ging en zijn lichaam binnenin volledig verbrandde, om via de voet het lichaam opnieuw te verlaten. Uiterlijk was er aan zijn lichaam geen enkel spoor van verbranding te merken.

Bij mij trad de bliksem door mijn arm naar binnen en verbrandde op een gruwelijke wijze heel mijn lichaam, zowel de binnenzijde als de buitenzijde. Mijn lichaam is een "gereconstrueerd" lichaam en bleef leven dankzij Gods genade. De bliksem had mij verbrand en liet mij achter zonder borst, waarvan er hele stukken vlees en rib waren verdwenen. Mijn maag, benen, lever, nieren en longen waren verbrand. De bliksem verliet mijn lichaam langs de rechtervoet.

Wij deden aan gezinsplanning en ik gebruikte een koperen spiraaltje als voorbehoedsmiddel, maar koper is tevens een uitstekende elektrische geleider en het verkoolde mijn eierstokken. Ik lag daar met een hartstilstand en een levenloos lichaam en mijn lichaam schokte nog hevig na van de elektriciteit en een tijdlang kon men mij zelfs niet aanraken. Tot zover wat mijn lichaam betreft.

Het mooiste gedeelte is echter dat, terwijl mijn lichaam verkoold was, ik mij plots in een mooie witte tunnel bevond, vervuld van vreugde en vrede, een gelukzaligheid waarvoor er geen menselijke woorden bestaan om de grootsheid ervan te beschrijven. Het hoogtepunt van dit ogenblik was enorm. Ik was gelukkig en vreugdevol. Ik voelde geen enkele druk. Op het einde van de tunnel zag ik, zoals de zon, een meest verheven licht. Ik noem het wit om er een kleur aan te geven, want geen enkele kleur op aarde is vergelijkbaar met dat hoogst verheven licht. Ik voelde de bron van al deze liefde, al deze vrede.

Terwijl ik naar boven ging werd ik mij ervan bewust dat ik overleden was. Ik dacht ogenblikkelijk aan mijn kinderen en zei: "O, mijn God, mijn kinderen! Wat zullen ze denken? Hun heel drukke mama had nooit tijd voor hen." Op dat ogenblik zag ik hoe mijn leven in werkelijkheid was en werd ik bedroefd. Ik ging het huis uit om de wereld te veranderen en was niet eens in staat om mijn kinderen behoorlijk op te voeden en mijn huis te onderhouden.

In dat ogenblik van leegte voor mijn kinderen, keek ik en aanschouwde ik iets moois: mijn lichaam maakte geen deel meer uit van deze tijd en ruimte en ik kon iedereen op dit ogenblik zien, zowel de levenden als de doden. Ik omhelsde mijn overleden grootouders en ouders. Ik knuffelde iedereen en genoot ten volle van dit prachtige moment. Op dat ogenblik voelde ik mijn fouten door te geloven in reïncarnatie. Ik verdedigde het zelfs. Ik kon overal mijn grootvader en mijn overgrootvader zien. We omhelsden elkaar en iedereen die ik in het leven had gekend, overal en op hetzelfde ogenblik.


Er was geen enkele notie van de tijd, het was zo mooi en prachtig buiten mijn lichaam. Ik zag de dingen ook niet zoals ik ze daarvoor zag en ik schonk vroeger enkel aandacht aan wie dik, mager, zwart of lelijk was, altijd met een vooroordeel. Nu ik mij buiten mijn lichaam bevond, zag ik de mensen van binnen. Hoe mooi is het om het binnenste van de mensen te kunnen waarnemen. Ik kon hun gedachten en gevoelens lezen. Ik omhelsde ze onmiddellijk en nog steeds bleef ik opstijgen en opstijgen, vervuld van vreugde tot op het punt dat ik een heel mooi zicht te zien zou krijgen: een uitzonderlijk mooi meer, omgeven door prachtige tuin met bomen en bloemen. De geur die van deze tuin uitging vervulde mij met liefde. Het leek nauwelijks op wat wij hier op deze aarde krijgen te zien, zo innig mooi was het. Er stonden twee bomen als een soort toegang en ik zag hoe mijn neef, die samen met mij was verongelukt, deze schitterende tuin binnenging. Ik wist en voelde dat het niet aan mij was gegeven om ook deze tuin binnen te treden.

Toen hoorde ik de stem van mijn echtgenoot. Mijn man weende diep, met een innig gevoel en riep het uit: "Gloria, alstublief ga niet! Gloria, kom terug! De kinderen, Gloria, geef het niet op!" Ik keek in het rond en ik zag niet alleen zijn wenen en pijn, ik voelde het ook. En de Heer stond mij toe om terug te keren, hoewel ik dit niet wenste. Wat een vreugde, wat een vrede, hoeveel gelukzaligheid!

Toen begon ik zachtjes te dalen, op zoek naar mijn lichaam dat ik levenloos aanschouwde op een draagberrie in het medisch centrum van de campus. Ik zag hoe de dokters mij elektrische schokken toedienden om mij terug tot leven te wekken. Ik lag daar nu reeds meer dan twee uur en ze konden mij nog steeds niet meenemen omdat er zich nog elektriciteit in mijn lichaam bevond. Toen mijn lichaam eindelijk ontladen was kon men pas beginnen met het reanimeren.

Ik bevond mij aan mijn hoofd toen ik een schok voelde die mij brutaal opnieuw in mijn lichaam bracht. Het was heel pijnlijk om terug te keren omdat de vonken overal uitsloegen en ik zag mij passen in dat "kleine ding". Mijn vlees brandde en voelde erg pijnlijk aan. Er kwamen rook en damp uit. Ik voelde me zo benauwd en ingesloten en ik voelde de pijn in mijn vlees, mijn gekneusd en verbrand lichaam. Toen hoorde ik de dokters roepen: "Zij is tot bewustzijn gekomen!" Zij voelden zich verheugd. Ik was allesbehalve verheugd. De pijn was hevig.

De meest verschrikkelijke pijn was deze van mijn ijdelheid. Ik was een wereldse vrouw, met een leidinggevende verantwoordelijkheid: verstandelijk begaafd, ik studeerde ook nog, en ik was een slaaf van mijn lichaam, de schoonheid en de mode, kortom het uiterlijke. Ik deed er alles aan om een mooi lichaam te hebben: massagebehandelingen, dieet, alles wat men zich kan indenken. Dit was mijn leven: een slaafse routine om een mooi lichaam te hebben. Mijn idee was toen: "als ik mooie borsten zou hebben zou ik ze zelfs tonen. Waarom zou ik ze verbergen? Hetzelfde gold voor mijn benen. Ik dacht dat ik mooie borsten en benen had en in één enkel moment zag ik hoe ik mijn tijd verspilde aan het zorg dragen voor mijn lichaam. Maar nu was er geen lichaam, waren er geen borsten meer, alleen verschrikkelijke gaten. Vooral de linkerborst was praktisch volledig verdwenen. Mijn benen waren er het ergst aan toe: lege gaten met geen enkel stukje vlees meer aan, volledig verbrand en zwart verkoold. Vandaar werden we naar het ziekenhuis weggebracht waar ze mij spoedig overbrachten naar de operatiekamer om het verbrande weefsel weg te schrapen en te reinigen.


Toen ik onder narcose was, trad ik terug buiten mijn lichaam. Ik zag de chirurgen werken aan mijn lichaam. Ik was bezorgd om mijn benen. Plots ging ik door een vreselijk moment. Ik was geheel mijn leven slechts uiterlijk katholiek geweest. Mijn verhouding tot de Heer bleef beperkt tot de Zondagsmis, en liefst beperkt tot 25 minuten, waar de preek van de priester het minst lang duurde, omdat ik het niet langer kon uithouden. Dat was mijn verhouding tot de Heer. Mijn hele leven draaide rond aardse dingen. Toen ik mij nog in de hogeschool bevond, had een priester mij reeds verteld dat de noch hel, noch de duivels bestonden. Dat was het enige dat mij in de Kerk hield. Na zijn verhaal dacht ik dat wij allen naar de Hemel gingen, ongeacht onze levensstijl. Dit hield mij volledig op afstand van God. Mijn gesprekken werden slecht, omdat ik dacht dat de zonde geen deel uitmaakte van mijn leven. Ik begon aan iedereen te vertellen dat duivels niet bestonden, dat dit enkel was uitgevonden door de priesters om de mensen in de hand te houden, te manipuleren. Onder mijn collega’s begon ik zelfs te vertellen dat God niet bestond en dat we enkel het resultaat waren van de evolutie.

Nu ik daar in de operatiekamer was, werd ik werkelijk bevreesd want ik zag allerlei duivelse figuren opdoemen en ik was hun prijs. Ik zag vele figuren langs de muren de operatiekamer binnenkomen. Op het eerste zicht zagen zij er normaal uit, maar bij nader inzien hadden zij een hatelijke, zielloze en angstaanjagende uitdrukking op hun gelaat. Dit was verschrikkelijk om aan te zien. Door een bijzonder inzicht dat ik op dat ogenblik verkreeg, begon ik mij te verwezenlijken dat ik hen toebehoorde omdat de zonde zijn prijs heeft en nu was ik hun beloning omdat ik op de verleiding van de zonde was ingegaan. De grootse schande en leugen van de duivel bestond erin om ons te doen denken dat hij niet bestaat. Dat is precies de strategie van satan: mensen doen geloven dat hij niet bestaat zodat hij ongehinderd met hen kan doen wat hij wil. Ik zag deze demonen op mij afkomen, rond mij cirkelen om mij te komen halen. U kunt zich inbeelden hoe bevreesd ik was. Mijn wetenschappelijk en begaafd brein was mij op dat ogenblik van geen enkel nut. Ik wou terug naar mijn lichaam, maar ik botste telkens terug. Mijn lichaam liet mij niet meer binnen. Ik rende weg en ik herinner mij niet meer wanneer ik door de muur van de operatiekamer ging. Ik hoopte dat ik mij ergens in een hoek van het ziekenhuis zou kunnen verstoppen, maar ik sprong enkel in het lege.

Ik kwam in tunnels terecht die naar beneden leidden. In het begin was er nog licht. De tunnels zagen eruit als honingraten. De grond was als moeras en het krioelde er van de mensen die er verwilderd uitzagen en riepen en schreeuwden. Er was geween en tandengeknars. Ik daalde nog dieper af en spoedig werd het licht schaars om uiteindelijk in een soort stelsel van tunnels te belandden, gehuld in volledige duisternis. Deze duisternis kan met niets worden vergeleken. De diepste duisternis op aarde is er het middaglicht van de zon mee vergeleken. Deze duisternis veroorzaakt pijn, afschuw en beschaamdheid. En heerste een walgelijke stank. Mijn afdalen in deze tunnels beëindigde en ik kwam terecht op soort platform. Ik had steeds gedacht dat ik een ijzeren wil had en dat niets me te veel was. Maar al mijn aardse denken kwam mij nu niet meer van pas. Ik wou opnieuw omhoog klimmen, maar ik kon niet. Toen zag ik plots de bodem opengaan als een gigantische, wijd opengesperde muil. Ik voelde een immense leegte, een bodemloos gat. Het meest beangstigende aan dit gapende gat was dat er geen enkel gevoel van Gods liefde aanwezig was, niet de minste hoop. Dit gat zoog mij naar beneden en ik voelde mij doodsbenauwd.

Ik wist dat mijn ziel verloren ging gaan als ik daarin gleed. Midden al mijn benauwdheid had ik het gevoel dat ik enerzijds nog dieper geduwd was, maar er was ook iets anders: ik werd bij de voeten gegrepen. Mijn lichaam bevond zich in het gat, maar bovenaan werd ik aan de voeten getrokken. Min godverloochening verdween uit mij en ik begon te roepen op de zielen uit het Vagevuur om mij daaruit te helpen. Toen ik aan het schreeuwen was voelde ik een heel diepe smart omdat ik mij ervan bewust was dat daar duizenden en duizenden mensen waren, meestal jonge mensen. Heel pijnlijk aanhoorde ik opnieuw het tandengeknars, het verschrikkelijke krijsen en geweeklaag en dit schokte mij tot in mijn diepste binnenste.

Het duurde verscheidene jaren eer ik dit te boven kwam want elke keer als ik mij hun lijden herinner, zou ik opnieuw beginnen wenen. Ik begreep dat zich hier de zielen bevonden van zij die, in een radeloos moment, zelfmoord hadden gepleegd en nu omringd waren van deze gruwel. Mijn God, zo vele arme mensen, meestal jongeren, zo velen, wenend, vreselijk lijdend. Als deze maar hadden geweten wat hen na hun zelfmoord te wachten staat, zouden ze liever voor een gevangenisstraf hebben gekozen dan deze kwelling te moeten ondergaan. Daarenboven worden zij geconfronteerd met het leed, de gewetenstwijfel, schuldgevoelens en de schande die over hun nabestaanden komt. Deze confrontatie is voor zij die zelfmoord hebben gepleegd een nog grotere kwelling, maar voor de demonen is het een extra genoegen hun mentale pijn te verscherpen door hen hier bovenop nog eens te confronteren met het verdriet van hun nabestaanden en hoe vooral God vaak verantwoordelijk wordt gesteld. Deze zielen worden het meeste geholpen wanneer hun familielieden een beter leven beginnen, werken van naastenliefde verrichten en zieken bezoeken, maar in het bijzonder Heilige Missen laten opdragen voor de overledenen. Deze arme zielen in het Vagevuur kunnen niets meer voor zichzelf doen. Niets, helemaal niets. Alleen God kan hun lijden verlichten door de Heilige Mis en daar kunnen wij aan meehelpen. Ook hier was de grootste marteling de afwezigheid van God. God kon hier niet worden gevoeld.

Tijdens al mijn ellende schreeuwde ik het uit: "Wie heeft deze vergissing begaan? Ik ben praktisch een heilige! Ik heb nooit gestolen, nooit gemoord. Ik gaf de armen te eten en vroeg geen geld voor hun behandeling aan zij die het zich niet konden veroorloven. Wat doe ik hier? Ik ging op zondag naar de mis. Ik ging altijd, ook al beschouwde ik mijzelf als niet gelovig. Ik heb tijdens mijn hele leven niet meer dan vijf zondagen overgeslagen. Ik ging altijd de Mis, wat doe ik hier dan? Ik ben katholiek, help, ik ben katholiek, breng mij weg van hier."


Toen ik aan het schreeuwen was dat ik katholiek was zag ik een flauw licht en ik moet er u bij vertellen dat het minste licht in deze duisternis het mooiste geschenk is wat men kan krijgen. Enkele treden boven dat gat zag ik mijn vader, die vijf jaar eerder was overleden, omgeven door een flauw licht en naast het gat, vier treden hoger bevond zich mijn moeder, met veel meer licht omgeven en in gebedshouding.

Toen ik hen zag voelde ik mij plots gelukkig en begon ik te wenen: "Mama, papa, alstublieft haal mij hieruit, ik smeek het u, haal mij hieruit!" Toen zij hun ogen naar beneden richtten en mijn vader mij aanschouwde, had u de enorme pijn moeten zien die zij voelden. Mijn vader begon te wenen en schudde zijn hoofd, dat hij tussen de handen hield: "mijn dochter, mijn dochter!" Mijn moeder was aan het bidden en ik merkte op dat zij niet in staat waren om mij hieruit te halen en dat ze in mijn pijn deelden.

Ik begreep dat het door mij was dat zij hier waren om aan de Heer rekenschap te geven over de opvoeding die zij mij hadden gegeven en over de manier waarop ze Gods opdracht hebben volbracht om de gaven en de genaden die ik van Hem had gekregen te helpen ontwikkelen. Het was hun taak geweest om mij te beschermen tegen de listen van de duivel. Ouders zijn de hoeders van de talenten die God hun kinderen heeft toevertrouwd.

Hierop begon ik opnieuw in het rond te schreeuwen: "Alstublieft, haal mij weg. Ik ben katholiek! Wie heeft deze vergissing begaan?" Toen ik bleef schreeuwen hoorde ik een stem, een zachte stem, en stem die mijn ziel in beweging brengt als ik ze aanhoor. Alles was overspoeld met liefde en vrede en al die wezens vluchtten in paniek weg omdat ze geen liefde en vrede konden verdragen. En ik vond vrede toen ik deze dierbare stem tot mij hoorde zeggen: "Goed, als u katholiek bent, vertel me dan eens Gods geboden."

Wat een bedroevende poging. Ik wist dat er tien geboden waren, maar verder niets. Wat moest ik nu doen? Mijn moeder had mij altijd over het eerste gebod van de liefde verteld. Hoe moest ik hier uit zien te komen? Ik die dacht dat ik mij uit elke situatie kon praten door mijzelf te rechtvaardigen en te verdedigen, werd nu met "de waarheid" geconfronteerd, en zo begon ik te zeggen: "Heb God en uw naaste lief zoals uzelf." "Heel goed", hoorde ik antwoorden, "hebt u hen bemind?" En ik zei: "jawel, jawel, jawel." Toen ik een "Neen!" als antwoord terugkreeg, was het alsof ik een bliksemschicht door mij voelde heen gaan, maar niet opmerkte waar deze mij had geraakt.

"Neen, u hebt de Heer niet boven alles lief gehad en noch minder uw naaste als uzelf! U hebt een God gemaakt die zich moest aanpassen aan uw leven en dan nog enkel in uw ogenblikken van radeloosheid! U knielde enkel voor Hem wanneer u arm was, wanneer uw familie nederig was, toen u uw studies wou aanvatten! Toen bad u wel dagelijks en knielde u lange tijd neer voor de Heer, Hem smekend en vragend om u uit uw armoede te halen om iemand met een belangrijke functie te kunnen worden. Elke keer als u in nood was en geld nodig had, hebt u de rozenkrans gebeden. Heer, zend me geld! Dat was uw verhouding met de Heer!"

Ik moest inderdaad toegeven dat ik God enkel zag als een geldautomaat. Ik greep naar de Rozenkrans en verwachtte geld als tegendienst. Dat was mijn verhouding met de Heer. Er werd mijn getoond hoe ik, van zodra ik tandarts was en wat naam had gemaakt, de Heer "te klein" voor mij werd en mijzelf begon beter te achten. Ik toonde niet de minste liefde voor de Heer. Dankbaar zijn? Nooit! Niet eens toen ik mijn ogen opende ’s ochtends, zei ik: "Dank u, Heer, voor deze nieuwe dag die U mij geschonken hebt, dank U voor mijn gezondheid, voor het welzijn van mijn kinderen, omdat ik een dak boven mijn hoofd heb en ik medelijden heb met hen die geen dak boven hun hoofd hebben, noch iets om te eten!" Niets van dit alles! Zo ondankbaar was ik!

Bovendien had ik zo een minachting voor de Heer dat ik meer in het geluk van Mercurius en Venus geloofde dan in Hem. Ik was zo afgeleid door de astrologie, dat de sterren mijn leven begonnen te leiden en ik verdwaalde in allerlei wereldse leerstellingen. Ik begon te geloven in reïncarnatie. Ik vergat Gods barmhartigheid en dat de Heer Zijn bloed voor mij heeft opgeofferd.

Ik werd ondervraagd over de Tien Geboden en zij toonden mij dat ik genoegen had van het leven en God enkel liefhad met woorden, en dat ik in werkelijkheid satan aanbad. Ooit kwam er een vrouw langs in mijn praktijk om haar "magische geluksbrengers" aan te bieden. Ik antwoordde dat ik daar niet in geloofde, maar vroeg om ze toch maar hier te laten omdat men immers nooit weet! In een hoek waar geen patiënten komen had ik een hoefijzer en een cactus gezet, in de veronderstelling dat ik hiermee negatieve energieën kon afweren.

Hoe beschaamd voelde ik mij door dit alles. Er werd een analyse gemaakt van mijn leven, aan de hand van de Tien Geboden. Er werd mij getoond hoe ik met mijn naasten omging. Er werd mij getoond hoe ik aanvankelijk God nog liefhad en nog niet te ver van hem was verwijderd wanneer ik nog niet betrokken was rond het atheïsme, maar met dezelfde tong waarmee ik toen God aanbad, zou ik later inbeuken tegen alles rond de mensheid. Ik bekritiseerde iedereen. Ik stak een vinger uit naar iedereen, ik, de immer heilige Gloria. En er werd mij getoond hoe ik vol was van afgunst en ondankbaarheid. Ik heb nooit ten volle de liefde van mijn ouders en hun onbaatzuchtige inzet om mij te helpen met mijn studies, om mij omhoog te helpen, erkend. Van zodra ik tandarts was werden zij te min voor mij. Ik voelde mij zelfs beschaamd voor mijn moeder, omwille van haar eenvoud, nederigheid en armoede.


Hoe was mijn gedrag als echtgenote? Wie was ik? Ik klaagde dag in, dag uit, van bij de aanvang van de dag. Toen mijn man "Goedemorgen" zei, antwoordde ik "Wat bedoel je hier nu mee? Kijk hoe het buiten regent!" Ik beklaagde mij voortdurend over mijn kinderen. Er werd mij getoond dat ik nooit enige liefde of emotie voelde voor mijn naaste, mijn broers en zussen. En de Heer vertelde mij: "U schonk nooit aandacht aan de zieken, hield hen nooit eens gezelschap in hun eenzaamheid. Nooit had u eens enig medelijden voor een kind zonder ouders, voor al die lijdende kinderen." Ik had een hart van steen. Kort samengevat: ik was diep gebuisd op mijn examen over de Tien Geboden.

Het was vreselijk, vernietigend voor mij. Ik bevond mij in totale wanorde. En ik, die op voorhand fier was, dacht dat ze mij nooit zouden kunnen beschuldigen van het doden van iemand.

Ik deed bijvoorbeeld boodschappen voor de noodlijdenden, maar deed het nooit uit liefde, maar enkel om mijn imago op te poetsen, opdat het voor iedereen "vroom" zou lijken om te zien hoe goed ik was en ik voelde er een soort van genoegen bij om mensen in nood te bewerken.

Ik vertelde hen dan dingen als "neem deze boodschappen aan, maar neem dan mijn plaats in tijdens de vergadering van de leerkrachten met de ouders, omdat ik er de tijd niet voor heb." En dat is waarom ik dingen aan de mensen gaf, om invloed te kunnen hebben op hen en hen te kunnen bewerken. Daarnaast hield ik ervan dat de mensen mij loofden, alsof ik een heilige was. Ik bouwde een imago voor mijzelf op.

De Heer vertelde mij: "U had een god, ja! Een god van geld! U liet zich oordelen door het geld! Hierdoor zonk u in de diepte en verwijderde u zich van uw God." We waren inderdaad rijk, maar de zaken keerden. Ons geld raakte op en we zetten ons diep in de schulden. Daarom kon ik mij niet langer houden toen er mij werd verteld dat het geld mijn god was, en ik schreeuwde het uit: "Welk geld? Op aarde liet ik enkel vele schulden achter!" En dat was alles wat ik zei.

Toen ik ondervraagd werd over het tweede gebod: "Zweer niet ijdel, vloek, noch spot", zag ik diep bedroefd aan dat ik als kleine meid, gewiekst leerde dat leugens een uitstekende wijze waren om de zware straffen van mijn moeder te ontlopen. Ik ging hand in hand met satan, de vader der leugens, en ik werd een leugenaar. En zoals mijn zonden groter werden, werden ook mijn leugens groter. Ik merkte mijn moeders eerbied voor de Heer op en hoe Zijn Naam heilig voor haar was en zo gebruikte ik dit als wapen tegen haar en begon ik ijdel te zweren. Ik zei "Moeder, ik zweer op God" en zo vermeed ik straffen. Stel u mijn leugens voor! De meest Heilige naam van de Heer plaatsend in mijn verdorvenheid: ik was op dat gebied vol van modder en zonde.

En zo, mijn medemensen, leerde ik dat woorden hun inhoud hadden, want elke keer dat mijn moeder het tegen mij opnam, zei ik: "Moeder, als ik tegen u zou durven te liegen, laat de bliksem mij dan treffen!" En al waren deze woorden tegen dan vervlogen, de bliksem was mij niet vergeten en trof me waarlijk zwaar en liet mij half verkoold achter, en is het enkel dankzij Gods genade dat ik hier ben.

Er werd mij getoond hoe ik, die mijzelf een "goede katholiek" noemde, nooit mijn woord hield en steeds Gods naam ijdel misbruikte.

Het trof mij hoe te zien, toen God langskwam, hoe al die vreselijke en angstaanjagende schepselen rondom mij, zichzelf in aanbidding voor Hem neerwierpen. Ik zag de Heilige Maagd geknield zitten aan de voeten van de Heer, voor mij bidden, zelf smeken om genade, terwijl ik, een diep bevuilde zondares, mijzelf bleef verdedigen tegenover God. Ik, die mezelf zo rechtschapen vond, stond hier nu klagend en vloekend tegenover de Heer.

Toen het tijd werd voor het derde gebod "Heilig steeds de dag des Heren", voelde ik een vreselijke en intense pijn. De stem vertelde mij hoe ik vier tot vijf uren per dag overhad voor mijn lichaam, maar nog geen tien minuten tijd had voor een woord van oprechte liefde, van dank of enig gebed voor de Heer. De Rozenkrans kon niet vlug genoeg gebeden zijn en ik zei daarbovenop nog: "Ik kan deze wel bidden tijdens de reclameonderbrekingen van mijn lievelingsprogramma’s."

God toonde mij mijn nooit eindigende ondankbaarheid jegens Hem. Ik werd ook op mijn houding gewezen toen ik geen zin had om naar de Heilige Mis te gaan: "Maar mama, God is overal, waarom moet ik dan naar de kerk gaan?". Uiteraard kwamen zo’n opmerkingen mij zeer gelegen uit. De stem vertelde mij ook hoe de Heer 24 uur per dag over mij waakte, maar ik bad nooit en had op zondag zelfs geen dankwoordje over voor Hem, om enige dankbaarheid of liefde te tonen of aanvaardde nooit dat het bijwonen van de Heilige Mis voedsel voor mijn ziel was. Neen, in plaats daarvan zorgde ik voor mijn lichaam. Ik was een slaaf van mijn lichaam, maar ik vergat één klein detail: dat ik een ziel had waar ik nooit zorg voor droeg. Ik voedde mijn ziel nooit met de woorden van God omdat ik dacht dat zij die Gods woord lazen gekken waren of zouden worden.


Aan de sacramenten had ik niets, integendeel, ik preekte dat ik nooit te biechten ging bij die oude mannen die veel slechter waren dan ik. Ik deed dat omdat dit, te midden van mijn vuiligheid, nog goed uitkwam ook. De duivel hield mij weg van de biecht en zo nam hij ook de zuiverheid en de genezing van mijn ziel weg en elke keer dat ik zondigde moest ik de prijs betalen: midden de witte reinheid van mijn ziel, plaatste satan zijn vlekken, zijn donkere vlekken. Mijn biecht bij mijn Eerste Communie, werd meteen ook mijn laatste goede biecht. Van dan af was ik onwaardig om God nog te ontvangen. Het gebrek aan samenhang in mijn leven bereikte zo’n hoogte dat ik het Heilige Sacrament van de Communie belasterde en uitdaagde met de woorden: "Wat heilig sacrament? Kunt u zich voorstellen dat God leeft in een onnozel stuk brood? Men zou voor de priesters wat zoetigheid over die wafel moeten spreiden, zodat de hostie toch nog naar iets smaakt!" Zo laag was ik gevallen tegenover God."

Nooit voedde ik mijn ziel en om de zaken nog erger te maken begon ik de priesters voortdurend te bekritiseren. U zou moeten zien hoeveel pijn mij dit veroorzaakte! Sinds ik klein was begon ik reeds priesters thuis uit te dagen. Mijn vader vertelde mij dat die kerels vrouwenlopers waren en het veel beter hadden dan ons. En we bleven dat maar zeggen. En mijn Heer zei me:

"Wie denkt u wel dat u bent dat u van uzelf God kan maken en mijn gezalfden mag veroordelen? Het zijn mensen, en de heiligheid van een priester wordt gebouwd door zijn gemeenschap die bidt, liefheeft en hem ondersteunt. Als een priester zondigt, wordt zijn gemeenschap ter verantwoording geroepen, niet hem!" De Heer toonde mij dat elke keer wanneer ik een priester beledigde, de duivels nog meer gehecht werden aan mij. Daarnaast had ik een bepaalde priester van homoseksualiteit beschuldigd en de hele gemeenschap liep hierin. U kunt zich nogal voorstellen hoeveel kwaad ik hiermee aanrichtte. Het was ronduit beschamend. Daarom kan ik niet genoeg zeggen: bekritiseer niet, maar bid!

Bij het vierde gebod, vader en moeder zult gij eren, toonde de Heer mij, zoals ik al verteld heb, hoe ondankbaar ik tegenover Hem was. Ik maakte steeds opnieuw mijn beklag over hen en vervloekte hen ook omdat zij mij niet alles konden geven wat mijn vrienden hadden. Ik waardeerde nooit wat zij voor mij deden, zelfs in zoverre dat ik nu moet toegeven dat ik mijn moeder niet kende omdat haar "niveau" te laag was voor mij. Het was afschuwelijk om deze film over mij te zien, een vrouw zonder God en hoe deze goddeloze vrouw alles rondom haar kon afbreken. Maar het ergste was dat ik van mijzelf dacht dat ik een voorbeeldige en heilige vrouw was.

De Heer toonde mij ook hoe ik over dit gebod dacht door eenvoudig de dokters- en apothekerskosten voor hen te betalen als ze ziek waren, terwijl de echte reden was om hen te manipuleren en er voordeel uit te halen, daar alles bij mij rond het geld draaide. Geld maakte mij "gelukkig" en ze werden mij te min.

Weet u wat werkelijk pijn doet? Mijn vader die diep weende omdat hij dacht, ondanks hij een goede vader was die mij leerde om hard te werken, ondernemend en eerlijk te zijn, dat hij een belangrijk punt vergeten was: dat ik een ziel had en hij dacht dat hij mij met zijn voorbeeld moest leiden, en dat de oorzaak was van mijn falen, want in werkelijkheid was hij een rokkenjager en hij genoot ervan om mijn moeder en iedereen te vertellen dat hij meerdere vrouwen in zijn leven had. Daarnaast was hij een roker en een dronkaard. Deze onvolmaaktheden maakten hem trots, omdat hij dacht dat het deugden waren in plaats van onvolmaaktheden. Ik zag hoe mij moeder haar tranen bedekte toen mijn vader over de andere vrouwen begon te praten. Ik was vol woede en haat. Deze haat leidde tot mijn spirituele dood. Ik aanschouwde met vreselijke toorn hoe mijn vader mijn moeder tegenover iedereen vernederde. Ik kwam hiertegen in opstand en vertelde mijn moeder dat ik nooit zou worden zoals zij:

"Dat is waarom wij vrouwen als waardeloos worden beschouwd, omwille van vrouwen zoals u, zonder enig zelfrespect en enige trots en hun zo door de mannen laten vertrappelen." Toen ik volwassen was, zei ik tot mijn vader: "Nooit of nooit zal ik mij door een man laten vernederen zoals u mijn moeder vernederde. Als er mij ooit een man ontrouw wordt, zal hij het geweten hebben!" Toen sloeg hij mij en daagde mij uit: "Denk er niet eens aan!" Mijn vader was erg op zichzelf gesteld en ik herhaalde: "Zelfs wanneer u mij slaat of vermoordt, zal de man die mij ooit huwt en ontrouw is, het geweten hebben zodat zij zullen begrijpen hoe vrouwen lijden wanneer mannen hen ontzien."

Vol haat en woede begon ik mijn moeder aan te raden dat zij, op de dag dat ik genoeg geld zou hebben, hem moest verlaten en dit ondanks het feit dat ik werkelijk van hem hield: "U moet zich niet verder ophouden met mannen zoals hem! Wees waardig en laat hem dit zien!" Kunt u zich inbeelden? Ik zat in een complot om mijn ouders te doen scheiden!

Mijn moeder zei: "Neen, liefste, uiteraard doet dit pijn, maar ik heb mijzelf opgeofferd omwille van mijn zeven kinderen en omdat uw vader, op het einde van de dag, een goede vader is en ik het niet zou kunnen maken om uw vader van u weg te nemen. En wie zal er nog voor zijn redding bidden wanneer ik hem verlaat? Ik ben de enige die voor hem kan bidden opdat hij zou worden gered, omdat de pijn en het lijden mij één maakt met de pijn van Jezus aan het Kruis. Elke dag vertel ik aan de Heer dat mijn lijden niets is, vergeleken met Zijn lijden aan het Kruis en vraag ik Hem beleefd om mijn man en kinderen te sparen."

Ik begreep dit niet. Mijn woede werd nog groter en veranderde mijn leven. Ik werd opstandig en begon mijn wens bekend te maken om de vrouwen te verdedigen. Ik begon abortus, het samenwonen en de echtscheiding te verdedigen en was voorstander geworden van het principe van "oog om oog, tand om tand". Ook al ben ik zelf nooit ontrouw geweest, begon ik schade aan te richten door mijn advies.

Toen wij bij het vijfde gebod kwamen toonde de Heer met een vreselijke moord en vertelde er mij meteen bij dat ik het was die deze ernstigste en afschuwelijkste misdaad had begaan vóór zijn ogen: een abortus. Het geld dat ik intussen had verworven, gaf mij de macht om diverse abortussen te bekostigen omdat ik vond dat vrouwen het recht hadden om te kiezen wanneer ze zwanger wilden worden of niet. Ik keek in het "Boek des Levens" en ik voelde mij in de grond zakken van schaamte toen ik een veertienjarig meisje had aanbevolen om haar kindje te laten aborteren. Eén maal men vergiftigd is blijft er niets goed meer over, want alles rondom u raakt ook verdorven. Ik was de rotte appel in de mand.

En dan waren er de overige meisjes, drie van mijn nichtjes en de vriendin van mijn neefje. Hun ouders lieten hen bij mij komen omdat ik geld had en met hen over de mode, de verlokkelijkheid, en over het pronken met hun lichaam kon "meepraten". Hoe heb ik hen uitgebuit! Minderjarigen die daarop andere zonden begingen en nog meer abortussen lieten uitvoeren, omdat ik hen had aanbevolen om geen "simpele zielen" te zijn door naar hun moeder te luisteren die hen sprak over de deugdzaamheid en de maagdelijkheid en alle andere "voorbijgestreefde" zaken die ingegeven zijn door een tweeduizend jaar oude Bijbel en door priesters die zich weigeren aan te passen aan deze "moderne tijden". Ik bracht hen bij hoe zij hun leven moesten organiseren om een zogenaamde "volmaakte" vrouw te worden.

Die vriendin van mijn neefje, amper veertien jaar oud, kwam op een dag bij mij langs in mijn praktijk [ik zag dit in het Boek des Levens] en ze vertelde mij in tranen: "Gloria, ik ben nog een kind en reeds zwanger!" Ik schold haar uit en zei haar nog: "Heb ik u niet geleerd wat contraceptie is?" Het meisje antwoordde: "Ja, maar het werkte niet!". De Heer had haar tot mij gezonden omdat ze niet zou verloren gaan en ik haar zou aanraden om juist geen abortus te plegen! Abortus is een zware keten die aan ons hangt en waar we moeten mee rondlopen, het is een pijn die nooit eindigt. Het is de leegheid van een moordenaar te zijn en het ergste wat men een kind kan aandoen.

In plaats van haar te vertellen over de Heer, gaf ik haar geld om op een "goede plaats" een abortus te laten uitvoeren, zodat er later in haar leven geen verwikkelingen zouden optreden. En zo "sponsorde" ik meerdere abortussen. Elke keer dat het bloed van een kind stroomt is dit als de Holocaust van satan, een Holocaust waarbij de Heer huivert en trilt. In het Boek des Levens zag ik hoe onze ziel wordt gevormd vanaf het ogenblik dat het zaad de eicel binnentreedt. Dan ontstaat er een mooie vonk een licht dat uitstraalt van de zon van de Heer. Van zodra de schoot van moeder bevrucht is, licht deze op met de helderheid van de ziel. Bij een abortus schreeuwt en kreunt deze ziel, ook al heeft het nog geen ogen of vlees. Wanneer een kind wordt vermoord dan schudt het hevig de hemel door elkaar en is er geween te horen. In de hel wordt dezelfde schreeuw op dezelfde toonhoogte aangehouden, maar dan van vreugde. Onmiddellijk hierop breken de zegels van hel door en komen de monsters naar de aarde om de mensheid te kwellen en deze blijvend slaaf te maken van het vlees en alle andere slechte dingen die nog moeten komen.

Hoeveel kinderen worden er dagelijks niet gedood? Elk gedood kind is een overwinning voor de duivel. De prijs van een onschuldig bloed is de vrijlating van nog meer demonen. Ik werd met dat bloed gewassen en mijn ziel werd volledig zwart. Na deze abortussen, had ik geen begrip meer van wat zonde was. Alles werd door mij gerechtvaardigd. Het was verschrikkelijk om zien welke schuld ik aan de duivel moest betalen en ja, ook voor deze kinderen die ik had gedood omdat ik een spiraaltje had gebruikt. Het was pijnlijk om te moeten beseffen hoeveel kinderen er waren opgewekt die door mijn schuld uiteengespatte zonnetjes waren geworden die met een schreeuw uit de handen van de God de Vader werden gerukt. Geen wonder dat ik altijd onaangenaam en depressief was en steeds met een nors gelaat rondliep, verbitterd en gefrustreerd. Ik was een babykiller geworden. Een moordende machine!

Dit bracht mij dieper in de afgrond. Hoe kon ik beweren dat ik nooit iemand had gedood. En wat dan over hen die mij niet aanstonden, haatte, of die mij last bezorgden? Ook daar was ik een moordenaar, omdat mensen niet alleen sterven van geweerschoten. Het volstaat om hen te haten en hen kwaad te doen of jaloers te zijn op hen. Ook dat doodt!

Wat het zesde gebod betreft dacht ik dat men daar geen "vuil" zou kunnen vinden. Ik had geen andere verhoudingen en was mijn hele leven trouw gebleven aan mijn man, mijn echtgenoot, maar er werd mij getoond hoe ik elke keer, wanneer ik pronkte met mijn borsten in te diepe uitsnijdingen en spannende kledij droeg, ik andere mannen ophitste om naar mij te kijken om hen zo op onzuivere gedachten te brengen en hen te doen zondigen. En op deze wijze deed ik mee aan het overspel.

Andere vrouwen, die door hun mannen waren bedrogen, gaf ik de raad om eveneens ontrouw te zijn aan hun mannen, in plaats van hen vergiffenis te schenken. Meer nog, ik gaf hen de raad uit de echt te scheiden. Dit is een ernstige overtreding van het gebod op het overspel.

En zo kwam ik tot het besef dat de zonden van het vlees verschrikkelijk waren en veroordeeld dienden te worden, ook al keurt de wereld van vandaag deze goed en zegt deze dat we dit dierlijk gedrag moeten aanhouden. Jammerlijk liet ik de hand van de Heer los, want de zonden zijn in de gedachten, in de ziel en in de daden.

Het was pijnlijk om zien hoe al deze zonden, bijvoorbeeld de zonde van mijn vaders overspel, schade toebracht en de kinderen en hen verscheurde. Het maakte mij ontstemd tegenover mannen en het maakte ook mijn drie broers tot exacte kopieën van mijn vader, rokkenjagers, macho’s en dronkaards. Zij beseften niet hoeveel geweld zij hun kinderen aandeden. Daarom weende mijn vader zo pijnlijk, toen hij zag dat zijn zonde door zijn zonen en dochters werden overgeërfd en daardoor schade toebrachten aan Gods werk.

Over wat het stelen aangaat, het zevende gebod, beschouwde ik mezelf als de eerlijkheid zelve. De Heer toonde mij hoe, terwijl ik thuis het voedsel verspilde, de rest van de wereld van honger ontbeerde en vertelde mij:

"Ik was hongerig en kijk wat u gedaan heb met wat Ik u heb gegeven en hoe u het hebt verkwist. Ik had kou en zie hoe u verslaafd was aan uiterlijk vertoon en mode, hoe u tonnen geld hebt verspild aan vermageringspillen en behandelingen. Met andere woorden: u maakte een god van uw lichaam."

Het toonde mij hoe ik medeplichtig was aan de ellende van mijn land. Toen toonde Hij mij ook dat, telkens ik iemand belasterde, ik deze van zijn of haar eer beroofde. Het is beter van iemand iets te stelen omdat u dat kunt teruggeven, maar iemand zijn eer afnemen is veel moeilijker om goed te maken. Ik ontnam mijn kinderen de genade om thuis een moeder te hebben, een liefhebbende en zachte moeder, en niet de moeder die steeds buiten was en hen voor de televisie, computer of de videospelletjes achterliet. Om mijn geweten te sussen, kocht ik hen allerlei dure kledij. Wat ik nog het ergste vond was dat ik mijn eigen moeder zag, die, alhoewel zij een heilige moeder was, zichzelf steeds afvroeg of ze wel goed genoeg was voor ons, die ons liefhad en ons op onze fouten terechtwees. Aldus dacht ik: "Wat met mij? Ik heb mijn kinderen niets gegeven! Hoe angstwekkend, wat een vreselijke pijn."

Ik voelde me bij dit alles diep beschaamd, want in het "Boek des Levens" krijgt men alles te zien zoals in een film. En ik zag mijn kinderen die onder elkaar zeiden: "Laat ons hopen dat moeder laat thuis komt, hopelijk zit ze vast in het verkeer, omdat ze werkelijk vervelend is en altijd klaagt." Hoe bedroevend is het om uw driejarige jongen en een iets ouder meisje dit te moeten horen zeggen. Eigenlijk heb ik hun moeder ontstolen. Ik heb ook de vrede des huizes gestolen, die ik verondersteld was te schenken. Ik heb hen niet onderwezen over God, noch over de liefde voor hun naaste. Alles is nochtans heel eenvoudig: wanneer er geen liefde voor de naaste is, kan er ook geen liefde voor God zijn en waar er geen genade heerst kan er ook geen liefde voor God zijn.

Omdat God liefde is, zal ik u wat vertellen over de achterklap en het liegen, het achtste en het ook het negende gebod, wees steeds kuis in uw gemoed, en hoe mijn leven gevuld was met valse getuigenissen. Ik was deskundig in het liegen. satan werd mijn vader. Men kan slechts één tot vader hebben, God of satan.

En als God liefde is en ik de haat, wie is dan mijn vader? Het antwoord ligt niet veraf. En als God me aanspreekt over vergevingsgezindheid en over het liefhebben van zij die u hebben gekwetst en ik hierop heb geantwoord dat ik hen alles zou betaald zetten, wie is dan mijn vader? Er bestaan geen onschuldige leugens of wat dan ook in die aard. Het zijn allemaal leugens en satan is hun vader. Mij zonden van het woord waren heel verschrikkelijk! Ik zag hoeveel schade ik met mijn tong heb aangebracht: elke keer ik laster sprak over personen, elke keer ik plezier maakte en ik iemand een bijnaam gaf. Hoeveel pijn bracht dit deze persoon pijn toe! Hoeveel pijn bracht deze bijnaam niet toe? Ik kon iemand belachelijk maken over diens zwaarlijvigheid en aldus een minderwaardigheidscomplex bezorgen, enkel door te vertellen hoe vet ze waren. O, hoeveel slecht heb ik aangericht, omdat woorden steeds overgaan in daden.

Toen ik de uitslag kreeg over mijn examen over de tien geboden, kwam al mijn slechte voort uit de begerigheid, het waanzinnige verlangen. Ik dacht altijd dat ik slechts gelukkig kon zijn wanneer ik veel geld bezat en zo werd dit voor mij een bezetenheid. Hoe erg! Hoe meer geld ik bezat, hoe slechter dit voor mijn ziel was. Ik had zelfs ooit aan zelfmoord gedacht. Ik had zoveel geld, en toch voelde ik mij alleen, leeg, onaangenaam en teleurgesteld. Deze gulzigheid naar het geld was het pad dat mij verdwaalde en wegbracht van de hand van de Heer!

Na mijn test over de tien geboden werd mij het Boek des Levens getoond. Ik wou dat ik woorden had om het te beschrijven. Mijn Boek des Levens begon bij de ontvangenis, toen de cellen van mijn ouders zich verenigden. Bijna onmiddellijk ontstond er een mooie vonk, een mooie explosie waarbij een ziel ontstond, mij ziel, gemaakt door de hand van God de Vader, zo’n waarachtig mooie God. Zo prachtig! Een God die 24 uur per dag naar mij omkeek. Wat ik als een straf aanzag was in feite niets anders dan Zijn liefde, omdat Hij niet naar het uiterlijke keek, maar naar de ziel en hoe Hij aanschouwde hoe ik afdwaalde van het pad van de redding.

Nu moet ik u een voorbeeld geven over de schoonheid van het Boek des Levens. Ik was heel schijnheilig. Ik zei tegen iemand: "O, wat ziet u er mooi uit in dat kleed, het staat u echt goed", maar binnen in mijzelf dacht ik, "wat een afschuwelijke kledij en zij denkt dan nog van haar zelf dat ze een koningin is!" In het Boek des Levens staat precies genoteerd hoe ik daarover dacht: naast mijn woorden die ik had gezegd stond immers ook de uitstraling van mijn ziel en de manier hoe ik er over dacht. Al mijn leugens werden onthuld zodat men ze kon zien. Hoe dikwijls heb ik niet gespijbeld omdat mijn moeder me niet zo maar overal heen liet gaan. Ik loog tegen haar dat ik met vrienden naar de bibliotheek ging om er aan een opdracht voor de school te werken en mijn moeder liep hier in. In werkelijkheid gingen we tezamen naar een seksfilm gaan kijken of naar een café om te gaan drinken. Maar mijn moeder zag mijn leven en niets werd haar verzwegen.

Het Boek des Levens is erg mooi. Mijn ouders gaven mij bananen, guavepasta en melk mee naar school omdat ze erg arm waren toen ik klein was. Ik schonk er nooit aandacht aan, maar toen ik de bananen opat, gooide ik de schil telkens zo maar weg, zonder er bij stil te staan dat dit iemand pijn kon doen. De Heer toonde mij dit ook wie het was die viel over die bananenschil en hoe dat deze persoon kon hebben gedood en dit omwille van mijn tekortkoming aan barmhartigheid. De enkele keer dat ik een goede biecht deed, met spijt en berouw, was toen een vrouw me teveel wisselgeld had teruggegeven in een kruidenierswinkel te Bogota. De kassierster had me 4.500 peso’s te veel weergegeven Mijn vader had ons geleerd om altijd eerlijk te zijn en nooit iemands geld te stelen. Ik merkte haar vergissing op toen ik naar mijn praktijk ging.

"Die stomme koe heeft mij 4.500 peso’s te veel weergegeven en nu moet ik terugkeren!" Er was een hele verkeersopstopping en daarom besloot ik om niet terug te gaan. Hoe kon ik, achteraf gezien, zo stom zijn! Maar het schuldgevoel achtervolgde mij omdat mijn vader het zaad van de eerlijkheid zo nadrukkelijk bij mij had ingebracht. Ik ging ’s zondags te biechten en ik beschuldigde mezelf ervan dat ik 4.500 peso’s gestolen had en ik het niet had teruggegeven. Ik sloeg zelfs geen echt op de woorden van de priester. De duivel kon mij niet echt beschuldigen van "stelen", maar weet u wat de Heer mij vertelde: "U hebt dit gebrek aan liefdadigheid niet goed gemaakt. Voor u was dit wisselgeld, maar voor haar was het drie dagen werken voor voedsel." Het pijnlijkste was toen Hij mij toonde hoe deze vrouw hierdoor een aantal dagen honger had geleden. Omwille van mijn hebzucht, hadden ook haar twee kinderen honger geleden. Zo toonde de Heer mij de zaken: hoe anderen lijden door onze daden.

Toen vroeg de Heer: "Welke geestelijke waarden hebt u bijgebracht?" Spirituele waarden? Mijn handen waren leeg! Toen zei Hij: "waarom diende u te beschikken over twee flats, huizen en kantoren? U dacht dat u een succesvol beroep had. Wat hebt u met de talenten gedaan die Ik u geschonken heb? U kan mij zelf het stof van de stenen van uw bezit niet tonen!"

"Talenten?"

"U had een opdracht, de opdracht om het koninkrijk der liefde te verdedigen, Gods koninkrijk!"

Gods koninkrijk? Ik was vergeten dat ik een ziel had en mij amper bewust was van mijn talenten die uit Gods genadevolle handen voortkwamen. De Heer bleef mij aanspreken over mijn gebrek aan liefdadigheid. Toen sprak Hij mij over mijn geestelijke dood. Ik was in leven, maar tegelijkertijd dood, of wat u kunt noemen "spiritueel dood." Ik was als een hatende ziel. Als een vreselijk norse en kieskeurige ziel die elkeen kwetst, vol met zonden. Aan de buitenkant zag mijn ziel er mooi uit, netjes gekleed en goed ruikend, maar aan de binnenzijde was het één grote stank, levend in de duisternis en aan de rand van de afgrond. Geen wonder dat ik neerslachtig en pessimistisch was! En hij vertelde mij:

"Uw geestelijke dood begon toen uw gevoelens voor uw medemens stopten! Ik waarschuwde u elke keer opnieuw door u telkens hun ellende te tonen. U zag berichtgeving over moorden, ontvoeringen, vluchtelingenkampen en met uw tong zei u enkel uiterlijk : arme mensen, hoe erg, maar u voelde niets met hen mee. U voelde niets in uw hart. De zonde maakte uw hart van steen.

U kan zich mijn diep verdriet voorstellen toen mijn boek werd gesloten. Ik voelde een diep berouw voor God, mijn Vader, omdat ik mij zo slecht had gedragen en omdat Hij, ondanks al mijn zonden, vuiligheid, onverschilligheid en al mijn vreselijke gevoelens, tot op het laatste ogenblik steeds op zoek was naar mij. Hij stuurde mij altijd tekens, mensen, sprak tot mij, riep mij zelfs schreeuwend toe. Hij nam dingen weg van mij zodat ik naar Hem zou op zoek gaan. Hij wachtte op mij tot op het allerlaatste moment. God smeekt altijd tot iedereen om zich te bekeren.

En ik kon het God niet kwalijk nemen dat Hij mij veroordeelt. Uiteraard niet. Ik had namelijk zelf, uit vrije wil, mijn vader gekozen, maar deze vader was God niet: ik had voor satan gekozen. En God de Vader? Hij is het die genade schenkt aan ieder van ons die zich bekeert. Toen het boek zich sloot merkte ik op dat ik in een diepe leegte viel, met helemaal onderaan een luik. Tijdens mijn val, aanriep ik alle heiligen om mij te redden. U hebt er geen idee van hoeveel heiligen ik mij plots herinnerde, terwijl ik zo’n slechte katholiek was geweest. In aanriep de Heilige Isidorius en Franciscus van Assisi. Toen mijn lijst van heiligen was afgelopen, bleef er dezelfde stilte. Ik voelde een grote leegte en pijn.

Ik dacht dat iedereen op aarde nu allicht zou denken dat ik geleefd had als een heilige, misschien zelfs geduldig wachtend op mij te kunnen aanroepen. En zie waar ik was terechtgekomen. Ik richtte mij ogen op en zag de ogen van mijn moeder. In diepe pijn schreeuwde ik "Mama, hoe beschaamd voel ik mij! Ik ben veroordeeld, mama! Waar ik heen ga, zal ik u nooit meer zien! Maar op dat ogenblik verleende haar moeder haar een mooie genade. Zij was stil, maar haar vingers bewogen en wezen naar boven. Twee pijnlijke schellen vielen van mijn ogen, de schellen van de geestelijke blindheid."

Toen brak er voor mij een mooi moment aan, als één van mijn vroegere patiënten mij vertelde: "Dokter, u bent erg materialistisch en op een zekere dag zult u dit nodig hebben. Als u zich in dreigend gevaar bevindt, vraag dan aan Jezus om u te bedekken men Zijn Bloed, omdat Hij u nooit zal verlaten. Hij betaalde de prijs van het bloed voor u."

Met deze onmetelijke schaamte en pijn begon ik het uit te schreeuwen: "Jezus Christus, Heer, heb medelijden met mij! Vergeef mij, Heer, geef mij een tweede kans! En dan kwam het mooiste moment er aan, waarvoor ik geen woorden heb om dit te beschrijven. Hij kwam en lichtte mij op uit de vreselijke diepte. Tegelijkertijd wierpen alle vreemde schepselen zich op de grond. Het nam me op en zette mij neer op een platform en vertelde mij geheel Zijn liefde:

"U zult nu terugkeren en u zult een tweede kans krijgen [...], maar niet omwille van het gebed van uw familie. Het is normaal dat zij bidden en het voor u uitschreeuwen. Neen, het is omwille van de gebeden van al diegenen die u vreemd zijn die hebben geweend, hebben gebeden en hun harten hebben verheven uit immense liefde voor u."

En toen zag ik vele kleine lichtjes, als kleine vlammetjes van liefde oplichten. Ik zag de mensen die voor mij hadden gebeden. Maar er was ook een grote vlam, de vlam die het meeste licht gaf en ook deze die de meeste liefde schonk. Ik probeerde te zien wie deze persoon was. De Heer vertelde mij: "Deze persoon die zielsveel van u houdt, kent u niet eens." Hij toonde mij hoe deze man de krant van de vorige dag had gezien, een arme boer die leefde aan de voet van het "Sierra Nevada de Santa Marta-gebergte" [Noord Colombia]. Hij had nog amper te eten, want de guerilla had zijn boerderijtje geplunderd en zelfs de kippen meegenomen. Ook dreigden ze zijn oudste zoon mee te nemen. Hij was nu naar het dorp gegaan om de Heilige Mis bij te wonen. Tijdens de Heilige Mis dankte hij de Heer voor zijn gezondheid, voor het behoud van zijn kinderen en voor alles wat de Heer hem gaf.

Hij besloot zijn gebed met: "Heer, ik hou van U. U komt lof en eer toe." Ondanks zijn armoede bestond zijn gebed enkel uit dank en lof. In zijn jas bevonden zich nog een paar muntstukken en hij stak één ervan in het offerblok. Daarna ging hij wat rietsuiker aankopen. In de winkel hadden zij het in een krantenpapier [El Espectador] van de voorgaande dag gewikkeld. Er was een foto van mij te zien, volledig verbrand. Toen die man dat nieuws vernam, zelfs zonder het artikel volledig te lezen, viel hij ter aarde en begon met de diepste liefde te wenen en zei:

"Vader, Heer, heb medelijden met mijn kleine zus. Heer, spaar haar. Als U haar spaart, beloof ik U dat ik op bedevaart ga naar Onze Lieve Heer van Buga [zuidwest Colombia], maar alstublieft, spaar haar!"

Stel u voor, een arme man die niet jammerde, noch verwenste omdat hij het hongerig had, maar hij bezat wel de gave van lief te hebben. Zo’n grote liefde, die zelfs bereid was het hele land te doorkruisen, voor iemand die hij zelfs niet kende.

"Dat is liefde voor uw medemens" [...] en daarop zei hij: "Nu zult u terug gaan, maar u zult het geen duizendmaal herhalen, maar u zult het duizendmaal duizendmaal herhalen. En wee aan hen die hun levenswandel niet veranderen ondanks u te hebben gehoord, want zij zullen strenger worden geoordeeld, net als u strenger zal worden geoordeeld wanneer u terug zult komen naar hier. Hetzelfde geldt voor mijn gezalfden en de priesters, omdat er geen grotere doofheid bestaat als deze van een persoon die weigert te horen."

Mijn lichaam bevond zich een hele tijd in diepe coma. Mijn longen en nieren werkten niet meer en ik werd kunstmatig verder in leven gehouden. Ik was klinisch dood en de dokters, die mij opgaven en mij wilden laten sterven, werden tegengehouden door mijn zus, eveneens dokter, die er op stond dat de apparatuur aangesloten bleef en zei dat ze niet God waren en niet het recht hadden om te beslissen over leven en dood. En ik, ik had terwijl altijd zelf euthanasie en het "recht om waardig te sterven" verdedigd. Omdat ze arts was, mocht zij over mij waken en bij mij blijven. Zo kon zij de euthanasie verhinderen.




Ik keerde terug in mijn lichaam terwijl ik dus lag te sterven. Toen de Heer in één ogenblik mijn longen en nieren genas, stonden de artsen helemaal sprakeloos. Ze hadden mij niet eens aan de nierdialyse gelegd, omdat ze dachten dat het toch geen zin meer had. Op een gegeven moment begon ook mijn hart opnieuw te werken en had ik geen machines meer nodig om in leven te blijven. Langzaam knapte ik helemaal op.

Het enige obstakel was dat ik nog gevoelloos was van mijn middel tot aan mijn voeten. Na een maand zeiden de dokters: "Gloria, de Heer verricht wonderen met u, want op de plaatsen van de brandwonden vormt er zich een nieuwe dunne, huid. Maar voor uw benen is elke hoop helaas opgegeven. Er rest ons niets anders meer over dan tot amputatie over te gaan." Dat was een enorme klap voor mij want dagelijks deed ik vier uur lichaamsoefeningen. Het bericht dat ik niet meer op mijn benen zou kunnen staan kwam dus heel hard aan.

Zo brachten ze mij naar de zevende verdieping, klaar voor de operatie. Naast mij lag er een vrouw wiens benen reeds waren geamputeerd. De operatie moest worden overgedaan. Men had haar benen niet ver genoeg geamputeerd. Toen ik haar verhaal aanhoorde, maakte dit mij diep bedroefd. Nog nooit had ik de Heer bedankt voor mijn voeten, integendeel: ik, die aanleg had om te verdikken, hongerde en oefeningen deed als een gek en een vermogen uitgaf om er elegant uit te zien...zie nu mijn benen: roetzwart, verbrand, zonder vlees, maar het is wel de eerste keer dat ik God bedank dat ik ze nog heb!

Toen begon ik te bidden: "Heer, ik dank u voor mijn voeten en ik smeek u dat ik ze mag behouden; zodat ik weer kan lopen. Alstublieft, laat mij mijn benen behouden!". Op datzelfde ogenblik kreeg ik weer gevoel in mijn benen, er ontstond weer bloedcirculatie.

Toen de maandag daarop de chirurgen kwamen om mij te opereren, stonden ze andermaal voor een raadsel. Mijn benen hadden een normale kleur en alles was weer goed. Ze stonden opnieuw perplex, betasten mijn voeten en konden het niet geloven! Ik zei tot één van hen: "Dokter, mijn voeten doen vreselijke pijn, maar nog nooit was er iemand zo gelukkig omdat zijn voeten zo’n pijn deden, dan ik op dit moment!" De dokter antwoordde: "Nooit heb ik dit in mijn lange loopbaan meegemaakt."

Enkele tijd later verrichte de Heer een nieuw mirakel. Nadat ik van de artsen had vernomen dat ik nooit meer zwanger zou worden, omdat mijn eierstokken waren verbrand, werd ik anderhalf jaar later zwanger. Ook de weggebrande borst herstelde zich. De Heer schonk mij een dochtertje, Maria Jozefa, een wonder!! Volgens de dokters was het onmogelijk, maar voor God is niets onmogelijk!!

En dit, mijn broers en zussen, is helemaal geen bedreiging. De Heer heeft het niet nodig om ons te bedreigen. Dit is een tweede kans die we krijgen en dat dankzij God. Ik heb de kans gekregen om te mogen zien wat ik misdaan had. Wanneer ieder van u zijn Boek des Levens voor ogen zal krijgen, wanneer ieder van u komt te sterven, zult u hetzelfde meemaken wat ik heb meegemaakt. En we zullen elkaar zien zoals wij zijn...met dit verschil dat God in onze aanwezigheid zal zijn.

Daarom, laat ons vergiffenis vragen en ons bekeren. Dat is wat de Heer van ons verlangt zodat we zowaar een nieuw schepsel worden van Hem, omdat wij het zonder Hem niet kunnen maken.


Dat de Heer u rijkelijk mag zegenen. Laat alle eer toekomen aan God en aan Jezus Christus, Zijn Zoon.

EINDE

Bron: www.gloriapolo.net


12-03-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jaar van de Priesters
Paus kondigt "Jaar van het Priesterschap" in een poging om de "geestelijke vervolmaking" te bezielen

Vatikaanstad. Paus Bendictus XVI heeft een "Jaar van de Priesterschap" afgekondigd in een poging om de "geestelijke vervolmaking" te bezielen. Paus Benedictus zal dit bijzondere "Jaar van het Priesterschap" plechtig openen met de vespers in de Sint-Pietersbasiliek op 19 juni 2009, het Feest van het Heilig Hart van Jezus en ook de dag van de consecratie van de priesters. Het jaar zal plechtig worden afgesloten op 19 juni 2010 met een Wereldontmoetingsdag voor Priesters op het Sint-Pietersplein, aldus het persagentschap Zenit.

De Paus heeft dit bekend gemaakt tijdens een audiëntie, op 16 maart jl., met de leden van de Vaticaanse Congregatie voor de Clerus, waar hij een ontmoeting had met zeventig leden van de algemene vergadering van deze Congregatie, waar vooral de nadruk gelegd werd op de zendingseigenschappen van de priester en zijn opdracht tot toewijding, onderricht en leiderschap.

Tijdens dit jubileumjaar zal de Paus ook de Heilige Jean-Marie Vianney afkondigen als patroonheilige van alle priesters over de hele wereld. Voor het moment wordt hij enkel beschouwd als patroonheilige van de parochiepriesters. De Heilige Jean-Marie [Jean, Jan, Johannes] Vianney is vooral bekend onder de Katholieken als de pastoor van Ars die in Frankrijk die harten won van de inwoners door hen te bezoeken, te onderrichten over God en de mensen te verzoenen met de Heer in de biecht. Dit jaar is pastoor Jean-Marie Vianney 150 jaar geleden overleden en deze negentiende eeuwse priester wordt omschreven als "het voorbeeld van de priester ten dienste van zij die geloven in Christus."


Onvergankelijke lichaam van de Heilige Jean-Marie Vianney
boven het hoofdaltaar van de basiliek van Ars-sur-Formans

Tijdens zijn toepsraak zei Paus Benedictus dat het priesterlijke ambt bestaat uit de volledige toewijding tot de kerkelijke traditie tot deelname aan een "krachtig nieuw geestelijk leven en een nieuwe levensstijl naar het voorbeeld van de Heer Jezus en welke de apostelen zich ook toeëigenden. De priesterlijke wijding schept nieuwe mensen aan wie het geschenk en de taak van het heiligen wordt verleend."

De paus legde ook de nadruk op "de noodzaak en de onontbeerlijke strijd naar vervolmaking dat in elk hart van iedere priester moet verblijven." De Paus zei dat hij dit bijzondere jaar voor de priesters afkondigde in een poging om het verlangen naar de "geestelijke vervolmaking waar de doeltreffendheid van hun ambt voornamelijk afhangt en het priesterschap aan te moedigen."

"Het bewijstzijn van de verregaande sociale veranderingen tijdens de laatste decennia heeft de noodzaak in het leven geroepen naar de betere geestelijke energie om te voorzien in de vorming van de kandidaat-priesters. Dit betekent dat de grootste zorg moet worden aangewend om een blijvende en rechtlijnige vorming te verzekeren voor seminaristen en priesters met de bijzondere vermelding van het belang van de overlevering van de boodschap, vooral naar jongeren toe en een juiste inschatting van de teksten van het Tweede Vaticaanse Concilie, verklaard in het licht van de erfenis van de kerkelijke leer."

Priesters moeten ook "ter beschikking staan en herkenbaar zijn in hun houding tot het geloof, hun persoonlijke deugdzaamheid en hun uiterlijk, in het licht van ontwikkeling en liefdadigheid dat steeds het kenmerk is van de kerkelijke opdracht. Door Christus in het midden te plaatsen tonen wij de juiste waarden van de nieuwe priesters. Zonder het priesterlijk ambt zou er geen Eucharistie, opdracht, noch Kerk zijn."

Daarom is het van doorslaggevend belang om te verzekeren dat de aankomende geestelijkheid juist wordt voorbereid "tegen de tijdsgeest in van wereldsen die verkeerd denken dat het priesterschap overbodig geworden is, want dit legt de fundering voor het verder uitdunnen van dit heilige ambt, waarbij elke verkeerd vooropgestelde oplossing dramatisch zou samenvallen met de ware oorzaken van de problemen die thans eigen zijn aan deze opdracht."

Aflaten

Vaticaanstad, 12 mei 2009. Het Vaticaan heeft bekend gemaakt dat de Paus, tijdens het Jaar van de Priesters [19 juni 2009-19 juni 2010], volle of gedeeltelijke aflaten verleent aan priesters, zowel als gelovigen.


Volgens een persbericht van het Vaticaan vangt het jaar aan met de de viering van het "Hoogfeest van het Heilig Hart van Jezus" [derde vrijdag na Pinksteren, 19 juni 2009]. Op die dag zal de Heilige Vader de "Vespers voor de relieken" van de Heilige Jean Marie Vianney, patroonheilige van alle priesters, vieren. Het jaar zal worden beëindigd op het Sint-Pietersplein, in het bijzijn van de priesters over de hele wereld die "hun geloof in Christus en hun verbintenis van broederlijkheid wensen te hernieuwen."

Voorwaarden
  • Aan alle oprechte, berouwvolle priesters, die op enige dag, toegewijd de Lauden of de Vespers voor het Heilig Sacrament [in het tabernakel of vertoond voor openbare verering] bidden en ... zichzelf met een bereidwillig en edelmoedig hart opdragen voor de viering van het Sacrament, in het bijzonder het Sacrament van de Biecht, wordt een volle aflaat verleend. Ze kunnen deze aflaat ook overdragen aan hun overleden medepriesters of -broeders, wanneer ze in overeenstemming met de huidige normen, het Sacrament van de Biecht afnemen, de Heilige Mis opdragen en bidden volgens de bepalingen van de Paus.
  • Verder wordt aan de priesters, elke keer als ze toegewijd en naar behoren de gebeden bidden die zijn goedgekeurd om een heilig leven te leiden en de opdracht die hen is toevertrouwd uitdragen, een gedeeltelijke aflaat verleend, die eveneens overdraagbaar is aan overleden medepriesters en -broeders,
  • Aan oprechte, berouwvolle gelovigen die, in een kerk of een bidvertrek, toegewijd de mis bijwonen en bidden voor Jezus Christus, de Opperste en Eeuwige Priester, voor de priesters in de kerk of gelijk welk goed werk verrichten en zich toewijden en vorm geven aan Zijn Hart, wordt een volle aflaat verleend op voorwaarde dat ze boetvaardigheid doen voor hun zonden door het Heilig Sacrament van de biecht en bidden conform het oogmerk van de Paus. Dit kan geschieden op de openings- of sluitingsdag van dit Jaar of op de 150ste verjaardag van de dood van Jean Marie Vianney [4 augustus], op de eerste donderdag van de maand of enige andere dag die is ingesteld ingesteld door de kerkelijke overheden van bepaalde plaatsen, voor de goede mensen en voor de gelovigen.
  • Ouderen, zieken of anderen die, om een gewettigde reden, niet in staat zijn om het huis te verlaten, kunnen eveneens een volle aflaat bekomen als ze met een met een ziel, volledig losgemaakt aan enige vorm van zonde en met het oogmerk om, de gestelde voorwaarden nakomen tijdens de bovenvermelde dagen en bidden voor de heiligheid van de priesters en hun ziekte en lijden door Maria, de Koningin der Apostelen, aan God opofferen.
  • Eveneens wordt een gedeeltelijke aflaat verleend aan de gelovige, elke keer als ze vijf maal het "Onze Vader, Weesgegroet en Glorie zij de Vader" bidden of enige ander goedgekeurd en gebed ter ere van het Heilig Hart van Jezus, met de vraag "voor het behoud van de zuiverheid en de heiligheid van het leven van de priesters."


11-03-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Barsham, Suffolk
Kerk van de Heilige Drievuldigheid te Barsham, Suffolk, Engeland

Het plaatsje, Barsham in Engeland kent een prachtige middeleeuwse kerkje, waarbij de bouwers er op gelet hebben dat het grote kruisbeeld van Christus slechts twee maal in het jaar door de zon wordt belicht. Het is inderdaad een onvergetelijk moment: de zon doorkruist de hemel en plotseling licht een intense zonnestraal het beeld op van Christus aan het Kruis. Neen, dit is geen scène uit een film van Indiana Jones, maar een prachtig meesterwerk van visuele synchronisatie dat dateert uit de Middeleeuwen.


Bij de wende van de herfst en de lente treft de ondergaande zon een raam in de Kerk van de Heilige Drievuldigheid te Barsham, Suffolk in Engeland en wordt het anderhalve meter hoge kruis gedurende vier adembenemende minuten verlicht. Het gebeuren dateert van rond de jaren 1300, toen er een raampje werd ingebouwd in de kerktoren. Het is dit raampje dat gedurende eeuwen verloren gewaand werd en pas onlangs werd teruggevonden door de kapelaan, Vader John Buchanan, die er per ongeluk op uitkwam.

Vrijdag was er een massa volk verzameld in de kerk om dit fenomeen, bij de zonnewende van de lente, waar te nemen. De 77-jarige Buchanan zegt: "Het is ongelofelijk om zien hoe een schitterende zonnestraal Christus op het Kruis verlicht. Het is een magisch en een opbeurend moment. Eerst is het binnenin de kerk duister en somber en dan bevindt de ondergaande zon zich plots in de juiste positie om deze schitterende zonnestraal door het raam op het kruisbeeld te werpen. Het is zoals een schijnwerper en het haar komt er van recht, zo adembenemend mooi is dit gebeuren."


Het kruisbeeld is gehecht aan een traditioneel houten kruiswerk, in het midden van het kerk. Het oorspronkelijke kruiswerk werd in de zestiende eeuw vernietigd onder de afsplitsing van de Katholieke Kerk door Hendrik XIII. En alhoewel het kruiswerk in 1870 met een identiek beeld van Jezus Christus, in dezelfde positie, werd herbouwd, bleef het raam afgedekt, toen een dominee er destijds een groot schilderwerk had overgehangen. Het schilderij werd pas weggenomen in 1979, toen een brand het schip van het dak vernielde en daarna bleef het lichtspektakel nog gedurende meerdere jaren onopgemerkt, tot de predikant Buchanan het opmerkte.

Hij zegt: "Men neemt het slechts enkele minuten waar en wanneer het bewolkt is, merkt men het spektakel helemaal niet op. Ik begon de data op te tekenen en kwam tot de vaststelling dat Christus enkel oplicht tijdens de herfst- en lentewende van de zon. Ik begon mij af te vragen of dit het werk was van een sluwe priester die met een beetje magie de plaatselijke inwoners onder de indruk wou brengen."


Hetzelfde gebeurt in de eerste aflevering van Indiana Jones', "Raiders of the Lost Ark", wanneer Indiana, gespeeld door Harrison Ford, de Ark des Verbonds met de tafel der tien geboden, ontdekt en hij een gouden schijf op een staf plaatst naast een model van Tanis, een oude Egyptische stad. Wanneer de schijf het zonlicht raakt, wordt de Ark onthuld, verborgen in "Bron van Zielen."

10-03-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Medjugorje: Geschiedenis
Medjugorje: Geschiedenis

Geschiedenis van Kroatië

De oorsprong van de Kroatische stam voor de grote volksverhuizing der Slaven is onzeker. Er is een theorie dat de Kroaten uit het oude Perzië komen. De Kroaten werden voor het eerst in het Grieks genoemd als Horouathos, wat terug gevonden kan worden op stenen inscripties uit 200 vóór Christus gevonden in de haven Tanais op het schiereiland de Krim aan de Zee van Azov, een onderdeel van de Zwarte Zee inscripties worden bewaard in het Archeologische museum van Sint-Petersburg in Rusland.


Kroatische vlag

Perzische Theorie

Over de werkelijke oorsprong van het Kroatische volk bestaan er twee theorieën, de Iraans/Perzische theorie en de Slavische theorie. De Perzische theorie stelt dat het Kroatische volk, een van oorsprong niet-Slavisch volk is. Deze theorie heeft vooral de laatste 20 jaar aan populariteit gewonnen en is naast Kroatische antopologen (Stanko Guldesco), wetenschappelijk bewezen door vooraanstaande Griekse, Russische (Schori-Bekmursin-Nogmov) en Iraanse antropologen.

Bij archeologische opgravingen in het noorden van Iran zijn oud-Perzische en oud-Griekse grafstenen en geschriften gevonden, die de "Harauvati=Perzisch" of "Horovatos=Grieks" aanduiden als één van de vierentwintig volkeren onder de heerschappij van Perzisch keizer Darius de Grote. Het hedendaagse Kroatië, noemt zichzelf "Hrvatska" en haar inwoners noemen zichzelf "Hrvati-Kroaten". De "Harauvati" waren een nomadenvolk die leefden op de steppevlakten tussen de Zwarte en de Kapsische Zee. Dit volk sprak een Iraans dialect en waren van etniciteit Alanen. Vele philologisten beweren dat het woord "Hrvat of Kroaat in het Nederlands" afgeleid is van het Alaans woord "Huarvat of vriend". Deze Harauvati hebben in de 4e eeuw na Christus de Alanen verlaten en zijn door de constante dreiging van de oprukkende Hunnen, via de Kaukasus verder naar het westen getrokken richting de Oekraïense steppevlakten.

Eenmaal aangekomen in de Kaukasus hebben de Kroaten-Harauvati zich aangesloten bij het "Ante"-koninkrijk,een Slavisch volk. Dit verbond zou standhouden tot de 6e eeuw en was gesitueerd rondom het hedendaagse Dagestan-Georgië.Héél opmerkelijk is, dat de naam "Ante" een héél courante jongensnaam is Kroatië. Na de 6e eeuw na Chistus zijn de Kroaten-Harauvati verder geëmigreerd naar het hedendaagse Galicië (het zuiden van Polen, rondom de stad Krakau). Tegen deze tijd was reeds een groot deel van de Kroaten geslaviseerd. De rondtrekkende Kroatische krijgers trouwden met de aanwezige Slavische Ante-vrouwen, maar lieten hun Iraanse nomadenroots niet zomaar varen en lieten na de oorspronkelijke taal door te geven aan de kinderen uit de gemengde huwelijken.

In het hedendaagse Galicië stichtten de Kroaten het genaamde "Wit-Kroatië". Een gebruik dat nogmaals de Iraanse oorsprong bewijst, aangezien de Perzen de gewoonte hadden de windrichtingen aan te duiden met kleuren, wit=noord, rood= zuid enz... Dit Wit-Kroatië bestond uit 8 stammen en had verschillende Koningen (Koning= Ban in het Kroatisch). Dit woord wordt door geen enkel ander Slavisch volk gebruikt en is exact hetzelfde als het Perzische woord voor koning of "great lord". De Kroatische ban's zoals Vonomir, Jezdimir werden in Iraanse opschriften teruggevonden als Vonon en Jezda. De "mir" achteraan hun naam slaan op het Iraanse woord "mihr of heer". Ondanks het feit dat het Kroatische volk door haar migraties in grote mate Slavische stammen had opgenomen en geslaviseerd was, bleef haar sociale en militaire structuur evenals de basis van de gesproken taal Iraans.

In de loop van de 7de eeuw na Christus zijn verschillende Kroatische stammen gemigreerd richting de Adriatische zee en dit op vraag van de Byzantijnse keizer en zijn gezant "Constantinus Porphyrogenitus". De Byzantijnse steden aan de Adriatische kust vielen ten prooi aan de Avaren, afstammelingen van de Hunnen, die hun koninkrijk hadden in het huidige Hongarije. De Byzantijnse keizer was niet bij machte hieraan iets te doen aangezien hij zijn handen vol had met de oprukkende Turkse volkeren in het Oosten. Na zware veldslagen slagen de Kroaten erin de Avaren te verslaan en stichtten zij, met de toestemming van Byzantium, hun hedendaags thuisland "Rood-Kroatië". Vele onderzoekers zien in het Kroatisch wapenschild (het bekende rood-wit schaakbord) het symbool van verbondenheid tussen Wit-Kroatië in Galicië en Rood-Kroatië aan de Adriatische kust. Het nieuwe thuisland werd volgens de oude Iraanse gebruiken, opgedeeld in "Zupa's". Deze waren opgedeeld per familiegroep met een familiecentrum of "domena" of "demana" in het Iraans.

Slavische theorie

De tweede theorie begint pas daar men in de éérste theorie spreekt over "Wit-Kroatië". Deze theorie werd vooral gesteund door het communistische regime onder Tito. De nadruk lag op de gelijke Slavische achtergrond van de Kroaten en Serviërs, dit alhoewel vele historische en culturele zaken dit tegenspraken.

De Kroaten zijn een Slavisch volk dat oorspronkelijk in Galicië leefden (in het Noordwesten van de Oekraïne en het Zuiden van Polen). Van daar zijn zij in de 7e eeuw in zuidelijke richting geëmigreerd, naar het huidige Kroatië. In eerste instantie vielen zij onder de heerschappij van de Byzantynen en later de Franken, maar in 925, onder leiding van koning Tomislav, werd Kroatië een sterk onafhankelijk land. In 1102 eindigde een decennialange Kroatische dynastieke strijd toen een groot deel van de edelen de Hongaarse macht verkozen boven de steeds voortdurende machtsstrijd.


Koning Tomislav I

Kroatië behoorde voortaan tot het Hongaarse Rijk, maar met verregaande autonomie voor de steden en de belastingen. Steden zoals Dubrovnik en Zagreb werden door de Keizer aangeduid als vrije steden.

Middeleeuwen tot de twintigste eeuw

In 1242 benoemde koning Béla IV in een pauselijke bul Zagreb tot Vrije Koninklijke Stad. In 1433 begon de verdediging tegen de Turken, en kreeg het Hongaarse Koninkrijk zware klappen te verduren van het Ottomaanse Rijk, die hun rijk tot aan het bergachtige gebied van het huidige Bosnië en Herzogovina uitbreidden. Rond dezelfde tijd kwam Dalmatië grotendeels onder Venetiaans gezag te liggen.

Dubrovnik was een stadstaat die in eerste instantie onder Byzantijns (Romeins) gezag kwam te liggen en later onder Venetiaans gezag, in tegenstelling tot de andere Dalmatische stadstaten werd Dubrovnik echter onafhankelijk (Republiek Dubrovnin), zelfs toen het onder soevereiniteit van andere gebieden kwam te liggen.

De in 1526 gevochten Slag bij Mohacs zorgde ervoor dat het Kroatische Parlement bij de Habsburgers aandrong om de controle over Kroatië over te nemen. Dit gebeurde in 1527. Een belangrijk jaar is 1573, waarin Matija Gubec tijdens de boerenopstand een legendarisch persoonlijkheid werd, doordat hij de boeren meer recht en vrijheid gaf. Tussen 1630 en 1632 dunde een catastrofale pest de bevolking uit en in 1667 werd Dubrovnik ernstig beschadigd door een aardbeving.

In 1699 werd de geschiedenis opnieuw hertekend: het grootste gedeelte van de Adriatische kust en eilanden werden bestuurd door Venetië (de Turken waren verdreven), het binnenland bleef onder het bestuur van Habsburg maar de Republiek Dubrovnik bleef wel geheel onafhankelijk.

De Habsburgse heerschappij breek inderdaad een efficiënt middel te zijn tegen de oprukkende Ottomanen en tegen het einde van de 18de eeuw was het grootste deel van Kroatië niet meer in handen van de Turken.

Aan het eind van de achttiende eeuw was het grootste deel van Kroatië niet meer in handen van de Turken en waren de Kroatische vorsten de Franse revolutie en de ideologie daarvan vijandig gezind. Na een korte overheersing van de Franse keizer Napoleon, die een korte tijd de onafhankelijheid van Dubrovnik afschafte, werd in 1815 het huidige Kroatië opnieuw deel van het Habsburgse rijk.

In 1847 verving de Kroatische taal het Latijn in het Kroatische parlement. In 1848 verdedigde ban Josip Jelacic Kroatië succesvol tegen een Hongaarse poging om Kroatië te bezetten. Hij verenigde alle Kroatische provincies.

Vanaf de twintigste eeuw

Het eerste Joegoslavië (1918-1941) was een koninkrijk, dat pas vanaf 1929 zo zou heten, en uiteindelijk als een Koninklijke dictatuur functioneerde, tot het land door de Duitsers werd ontmanteld. Van 1918 tot 1929 was de benaming het Koninkrijk der Serviërs, Kroaten en Slovenen en vanaf 1929 tot 1941 het Koninkrijk Joegoslavië. In 1929 werd de ustasabeweging, een Kroatische, nationalistische en antisemitische organisatie, opgericht door het parlementslid Ante Pavelic. De beweging was op fascisitische leest geschoeid en bestreed het Servisch centralisme in Joegoslavië. De beweging kreeg financiële steun van het fascistische Italië van Benito Mussolini, waar zij ook haar bases had. Het Servokroatische woord ustasa betekent opstandeling.

Vanwege de persoonlijke dictatuur die de Joegoslavische koning Alexander in 1929 vestigde, werden alle politieke partijen verboden en werd het parlement ontbonden. De ustasabeweging moest van meet af aan vanuit Italië opereren. Ze pleegde vele aanslagen, waardoor de regering steeds repressiever ging optreden.

De ustasabeweging werd vooral bekend door haar betrokkenheid bij de moordaanslag op koning Alexander I van Joegoslavië in 1934. Vanuit Groot-Brittannië beraamde Ante Pavelic, samen met de Bulgaars-Macedonische nationalist en terrorist Ivan Mihailov deze aanslag voor, die uiteindelijk werd gepleegd door Mihailovs chauffeur, tijdens een staatsbezoek van de koning aan Frankrijk. De koning overleed ter plekke, en ook de Franse minister van Buitenlandse Zaken Louis Barthou kwam om het leven. Spoedig kwam men erachter dat de Ustasa en de Macedonische IMRO achter de aanslag zaten.

Na de Duitse inval in Joegoslavië werd Ante Pavelic de nieuwe dictator (Poglavnik, leider) van de nieuwe Onafhankelijke Staat Kroatië [officiëel stond koning Tomislav II aan het hoofd, hij zette echter nooit voet op Kroatische bodem]. In die functie volgde Pavelic een fel antisemitische politiek. Hij richtte zich bovendien tegen de "Slavische" Serviërs. De Kroaten waren in zijn ogen "Ariërs". Hij wist ook de nazitop daarvan te overtuigen. Het verschil met de Serviërs (die volgens de nazi-rassenleer tot hetzelfde ras behoorden) lag hem dan ook in de cultuur en zeden. De Kroaten waren "katholiek en westers", de Serviërs "orthodox en Slavisch" en daarmee Untermenschen. Het lag volgens ustasa-minister Mile Budak in de bedoeling om een derde deel van de Serviërs uit te roeien, een derde te deporteren en een derde te assimileren door bekering tot het Rooms-Katholiscime. Maar ook Joden, Sinti en Roma en anderen werden uitgemoord, vaak na martelingen in de Kroatische concentratiekampen, die niet onderdeden voor de Duitse.


Ante Pavelic

De ustasas zijn nooit populair geworden, ook niet in Kroatië. De Boerenpartij van de charismatische Macek had veel meer steun, terwijl de ustasas als een stel onbehouwen vechtjassen werden aanezien. Zij dankten hun macht slechts aan de Duitse wapens en het Italiaanss geld. Op het moment van hun machtsovername telde de beweging volgens Balkandeskundige Misha Glenny hooguit 300 actieve "harde kern" leden. Deze werden echter al snel aangevuld door een grote hoeveelheid opportunisten die hoopten carrière te maken, en pragmatici, die dachten dat dit nieuwe Kroatië duurzaam was.

In april 1945 reikte de macht van de ustasas niet verder dan de Kroatische hoofdstad Zagreb en voorsteden. Desondanks gingen hun martelpraktijken van de ustasas gewoon door. Pavelic en verscheidene kabinetsleden vertrokken daarop naar Argentinië, waar zij asiel vonden. In mei 1945 werd Zagreb bevrijd evenals de rest van Joegoslavië, maar de ustasa-aanhangers bleven in de bossen van Kroatië actief, vooral met de bestrijding van Tito’s partizanen. In 1947 werden de laatste ustasas verslagen en vluchtten de laatste kopstukken naar het buitenland, voornamelijk Argentinië.

In 1943 ontstond het tweede Joegoslavië Deze heette van 1943 tot 1945 de Federale Democratische Republiek Joegoslavië, van 1945 tot 1963 de Federale Volksrepubliek Joegoslavië en van 1963 tot 1992 de Socialistische Federale Republiek Joegoslavië. In dit nieuwe Joegoslavië werd Ivan Ribar het staatshoofd, maar in werkelijkheid werd deze onafhankelijke communistische staat met harde hand geleid werd door maarschalk Josip Tito, die in 1953 het ambt van staatshoofd op zich nam. Kroatië kreeg hierin de status van deelrepubliek.

Tot 1963 had Joegoslavië een grondwet die sterk op die van de Sovjet-Unie leek. In 1963 werd er een nieuwe grondwet aangenomen waarin Joegoslavië de naam Socialistische Federale Republiek van Joegoslavië kreeg. Staatshoofd van dit Joegoslavië bleef Josip Tito die bovendien, na de grondwetswijziging van 1974, president werd voor het leven. De president was tevens voorzitter van het Presidium van het Presidentschap. Dit presidium bestond uit de presidenten van de deelrepublieken, plus de voorzitter van de Joegoslavische Communistenbond. Uit het midden van hen werd steeds een president gekozen die het ambt steeds één jaar mocht bekleden. Omdat Tito president voor het leven was, ging dit roulerend systeem pas in 1980, het jaar van Tito’s overlijden, in. In vergelijking met andere communistische staten bezat de president een relatief grote macht.


Maarschalk Josip Tito

Naast het presidentschap kende men in Joegoslavië tot 1992 tevens het voorzitterschap van de Federale Uitvoerende Raad, vergelijkbaar met het ambt van minister-president of eerste minister. De Federale Uitvoerende Raad werd uit het midden van het verenigde parlement gekozen. Het ambt van minister was in 1953 afgeschaft en vervangen door dat van secretaris. De secretarissen waren dus lid van het parlement en belast met het uitvoeren van de besluiten.

Joegoslavië kende, volgens de grondwetswijziging van 1974, een parlement met een tweekamerstelsel. In de Bondskamer hadden 220 leden zitting: 30 voor de zes verschillende republieken en 20 voor de twee autonome provincies. Deze vertegenwoordigers werden via getrapte verkiezingen [indirect] gekozen. De Kamer van de Republiek en de Autonome Provincies bestond uit 88 leden (12 leden voor iedere republiek, 8 leden voor iedere autonome provincie). Deze Kamer werd gekozen uit het midden van de diverse deelparlementen van de republieken.

Ook de gemeenteraden hadden twee kamers: één door burgers gekozen kamer en één door arbeiders- en boeren samengestelde kamer (bestaande uit afgevaardigden van deze beroepsgroepen).

De deelrepublieken hadden ieder een eigen grondwet, die echter allemaal sterk op elkaar leken. Daarnaast bezat elke republiek een eigen parlement, regering en constitutioneel hof. De autonomie van Kosovo en Vojvidina, was tot de tweede helft van de jaren tachtig groot. De Servische partijvoorzitter van de communistenbond, Slobodan Milosevic heeft toen de macht der autonome provincies sterk ingeperkt en zelfs geheel ongedaan gemaakt.

De macht van de Joegoslavische Communistenbond (ook Joegoslavische Communistische Liga genaamd) was vrij groot, doch beperkter dan die van de communistische partijen in andere Oost-Europese landen. Tot zijn dood in 1980 was Tito voorzitter van de Joegoslavische Communistenbond. De communistenbond heette tot 1964 Joegoslavische Communistische Partij, maar om het idee te wekken dat de communisten in Joegoslavië minder partijbureaucratisch te werk gingen dan hun Sovjet-Russische collega's, werd de naam gewijzigd in communistenbond.


Kaart van voormalig Joegoslavië

Hoogste orgaan van de Joegoslavische Communistenbond was officieel het partijcongres, maar de werkelijke macht lag bij de tijdens het partijcongres gekozen centraal comité, waaruit het dagelijks bestuur, het presidium van de communistenbond werd gekozen.

De Socialistische Alliantie (ruim 8,5 miljoen leden) was de organisatie die alle massaorganisaties omvatte, namelijk de vakbonden, de vrouwenbonden, de arbeidersraden, , de kunstenaarsverenigingen en de verenigingen voor intellectuelen. De macht van de Socialistische Alliantie was groter dan die van de massaorganisaties van de omliggende communistische landen, omdat de Joegoslavische Communistenbond vaak bepaalde taken delegeerde aan de Socialistische Alliantie.

Met de val van het communisme vond er in 1990 de eerste vrije verkiezing sinds de Tweede Wereldoorlog plaats, het parlement koos Franjo Tudjman als de eerste president van het land, maar deze was niet bij machte om het land verder bijeen te houden.

Kroatië verklaarde zich tegelijk met Slovenië in 1991 onafhankelijk van Joegoslavië, waarop de oorlogen in Joegoslavië uitbraken en Servische troepen het land binnenvielen ter bescherming van etnische Serviërs. Hun tactiek bestond voornamelijk uit het bombarderen en verwoesten van steden: Dubrovnik, Sibenik, Zadar, Karlovac, Sisak, Slavonski Brod, Osjek, Vinkovci en Vukovar vielen ten prooi aan bombardementen. Op verschillende plaatsen vonden "etnische zuiveringen" plaats, hetgeen leidde tot een grote stroom vluchtelingen.

Het zwaarst werd gevochten om de stad Vukovar, waar op 18 november 1991 de Kroatische troepen zich moesten overgeven. Hierbij kwamen vele Kroatische burgers om het leven. Ook in de Krajina woedden zware gevechten, Serven verklaarden zich ter plaatse onafhankelijk en riepen een eigen republiek uit. De Kroatische burgers werden uit de Krajina verderven.

In december 1991 erkenden verschillende Europese landen Kroatië als onafhankelijke staat. Januari 1992 volgde de erkenning door de Europese Unie. In dezelfde periode begonnen vredesbesprekingen onder leiding van de Verenigde Naties, hetgeen leidde tot een staakt-het-vuren. Een VN-vredesmacht, UNPROFOR, werd in Kroatië gestationeerd om toe te zien op het bestand. Tussen 1991 en 1995 vonden er nog maar sporadisch gevechten plaats in Kroatië. De Republiek Kroatië werd in 1992 lid van de VN.

In Bosnië brak, naast de strijd tussen de Bosnische Kroaten en Bosnische moslims enerzijds en de Bosnische Serviërs anderzijds, ook onderling tussen de Bosnische Kroaten en Bosnische Moslims oorlog uit. Kroatië bemiddelde in dit conflict met als gevolg een vredesverdrag tussen de Bosnische Kroaten en Bosnische Moslims in 1994.

In 1995, terwijl de internationale gemeenschap ingreep in de Bosnische oorlog, voerde het Kroatische leger verschillende operaties uit in samenwerking met de Bosnische Kroaten en Bosnische moslims waarbij de Krajina werd heroverd. De strijd ging verder op Bosnisch grondgebied, maar werd onder druk van de Verenigde Staten gestopt. De Bosnische Oorlog eindigde later in 1995 met het Verdrag van Dayton.

Het derde Joegoslavië (1992-2003) ontstond uit de Joegoslavische Oorlog. Het omvatte Servië en Montenegro. De officiële naam was de Federale Republiek Joegoslavië.

Kroaten wereldwijd

Kroatië is een Kroatische natie. in Bosnië en Herzegovina zijn de Kroaten in de grondwet vastgelegd als één van de drie bevolkingsgroepen. De meeste Kroaten zijn katholiek en spreken kroatisch.

Autochtone Kroatische minderheden zijn te vinden in:

- Vojvodina in het noorden van Servië, waaronder de Boenjewatsen in het noorden van de landstreek Backa.
- Boka Kotorska in het westen van Montenegro.
- Burgenland in het oosten van Oostenrijk.
- Aangrenzende gebieden in het zuiden van Hongarije.
- De katholieke Krashovano in het Roemaanse Banat zijn etnisch-Servisch maar sommigen zien zichzelf als Kroatisch.
- Veel Janhevci (inwoners van Janjevo, Kosovo, Sokci, en Bunyevci) zien zichzelf als Kroatisch.

In Kroatië wonen vier miljoen Kroaten, in Bosnië en Herzegovina 600.000. Buiten Kroatië zijn de schattingen moeilijker, wegens onvolledige data en naturalisatie in het nieuwe thuisland. Er wonen naar schatting 1,5 tot 2 miljoen Kroaten buiten Kroatië en Bosnië en Herzegovina. De grootste groep Kroaten leeft in West-Europa: voornamelijk Duitsland waar zo’n 450.000 mensen van Kroatische achtergrond leven. Ook in Italië, Zweden, Groot-Brittannië en andere west Europese landen zijn Kroatische immigrantengroepen.

Buiten Europa wonen ook Kroaten. Van alle Zuid- en Noord-Amerikaanse landen hebben de Verenigde Staten (409.458 volgens een volkstelling in 1990, de meeste wonen in Ohio, Pennsylvania, Illionois en Californië) en Canada (voornamelijk zuid Ontario) grote groepen Kroaten, ook in Argentinië, Chile, Peru, Brazilië en Bolivia wonen kleinere groepen Kroaten.

Ook in Australië (voornamelijk Perth, Melbourne en Sydney) , Nieuw-Zeeland en Zuid-Afrika wonen Kroaten.

Een organisatie die zich veel bezig houdt met het Kroatische diaspora is de Hrvatska bratska zajednica.

Een grote groep Kroaten woont niet daadwerkelijk het hele jaar in Kroatië: velen werken in één van de nabije Europese landen en komen terug tijdens het vakantieseizoen (en natuurlijk voor de volkstelling).


09-03-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Al uw antwoorden over Jezus. Zoektocht 2: Was Jezus de Messias?
Al uw antwoorden over Jezus. Zoektocht 2: Was Jezus de Messias?

Was Jezus de Messias?

Welk bewijs is er dat Jezus werkelijk is die hij beweerde te zijn? Hoe weten wij dat hij geen soort oplichter was? Laat ons een aantal beroemde oplichters eens van naderbij bekijken en zien of deze titel past bij Jezus, of dat er zo niet bewijs is die zijn bewering ondersteunt?

Ferdinand Walda Demara jr. werd de "grote oplichter genoemd. Damara nam de valse identiteit aan van een psycholoog, een docent, rector van een universiteit, leraar, gevangenisbewaarder: alle mogelijke identiteiten die men maar kan bedenken. Hij voerde zelfs operaties uit als pseudo-chirurg.

Sommigen zeggen dat Frank Abagnale nog een grotere oplichter was. Tussen zijn 16de en zijn 21ste was hij een van ’s werelds bekendste afzetters. Hij inde 2,5 miljoen dollar aan ongedekte cheques in alle 50 staten van Amerika en 26 landen buiten Amerika. Hij deed zichzelf geslaagd voor als een lijnpiloot, een advocaat, professor aan de universiteit en pediater voor hij door de Franse politie werd aangehouden.

Als dit verhaal u bekent in de oren klinkt, dan is het waarschijnlijk omdat u de film "Catch me if you can" hebt gezien, waarin Leonardo DiCaprio in de huid kruipt van Abagnale.

Wat moet men zoal doen om Abagnale’s prestaties als afzetter te overtreffen? Als Jezus Christus niet de Messias was die Hij beweerde te zijn, zou er geen debat zijn. We spreken in dit geval niet van het oplichten van enkele duizenden personen, zoals in de zaak Abagnale, indien Jezus inderdaad een afzetter geweest zou zijn, maar zijn bedrog zou honderden miljoenen mensen hebben misleid en 2000 jaar geschiedenis grotendeels hebben beïnvloed.

Kan Jezus dus een soort vervalste Messias geweest zijn, die zelfs de meest opmerkelijk geleerden en theologen heeft beetgenomen? Is het mogelijk dat hij door zijn ouders en zijn geheime leidsmannen op zijn rol is voorbereid om de langverwachte Koning van Israël te zijn waar men naar uitkeek?

Indien Jezus in werkelijkheid een oplichter zou zijn geweest, dan zou hij niet de enige geweest zijn in de geschiedenis van Israël die zou hebben gelogen over zijn goddelijke identiteit, want in de eeuwen vóór, zowel als in de eeuwen nà Christus gebeurde, verschenen er vele zelfverklaarde Messiassen op het toneel, enkel om zichzelf als gekken of bedriegers te laten ontmaskeren.

Oude Hebreeuwse profetieën hebben duidelijk de komst van een toekomstige koning voorspeld die vrede zou brengen aan Israël en hun Redder zou zijn. Een gevoel van verwachting had het land en de Joden in vervoering gebracht. Al hun hoop en verlangens waren op Hem gesteld. Kon iemand, in zo’n stemming die er heerste in Israël, zichzelf zomaar laten opjagen in deze rol, of zichzelf in deze rol doen passen, de gietvorm van de Messias? Het antwoord op deze vraag is te vinden in de profetieën van het Oude Testament die over de Messias zelf gaan.

Gods woordvoerders

Volgens de Geschriften sprak de God van de Hebreeërs via profeten tot zijn volk, mannen en vrouwen, die in het bijzonder waren afgestemd op God en die al dan niet deel uit maakten van de religieuze huishouding. Sommigen van de boodschappen van de profeten waren voor het heden, andere voor de toekomst. Hoe dan ook, hun rol was om Gods verklaringen en openbaringen aan het volk te verkondigen.

Over het algemeen was het werk van de profeet één van ’s werelds meest gedurfde ondernemingen. Zelfs wanneer ze de waarheid vertelden, liepen ze steeds het risico om in de gevangenis te worden geworpen door mensen die er niet van hielden van wat ze zegden [sommige koningen werden woest bij het aanhoren van slecht nieuws]. Volgens geschiedkundige beschrijvingen, werd de profeet Jesaja zelfs in tweeën gezaagd.


Profeten versus parapsychologie?

Laat ons Jean Dixon als studieonderwerp nemen om te kunnen overwegen of de huidige nauwkeurigheid van de parapsychologen deze van de Bijbelse profeten benadert. Deze Amerikaanse parapsychologe bleek een speciale gave te hebben om gebeurtenissen te kunnen voorspellen. Na ontleding blijkt haar faam niet te zijn verzekerd.

Zo had Dixon bijvoorbeeld een visioen dat er op 5 februari 1962 in het Midden Oosten een kind zou worden geboren dat de wereld zou veranderen tegen het jaar 2000. Deze bijzondere man zou één wereldgodsdienst oprichten en duurzame vrede brengen. Zij zag boven deze man een kruis groeien tot het de hele aarde bedekte. Nog volgens Dixon, zou dit kind een afstammeling zijn van de oude Egyptische koningin Nefertite. Waar is deze man? Heb u hem reeds gezien? En wat met de duurzame wereldvrede?

Een grondig onderzoek van haar voorspelling oogst twee onbetwistbare feiten. Haar graad van doeltreffendheid is dezelfde als deze die een gok doen over de toekomst, en haar meeste voltrekkingen zijn voorspellingen die zo opzettelijk vaag zijn als elke reeks van gebeurtenissen die kan worden aangehaald als voltrokken.

Zelfs de wijdverspreide profetieën van Nostradamus zijn meermaals verkeerd uitgekomen, ondanks de vage bewoordingen van zijn voorspellingen, die moeilijk zijn te weerleggen. Elk van zijn kwatrijnen kan wel slaan op iets of iemand en toch zijn er mensen die reeds veel geld hebben verdiend met het uitgeven van boeken met "de verklaring" van zijn kwatrijnen.

En dit is de algemene lijn bij parapsychologen. Onderzoek leverde op dat 92% van hun voorspellingen verkeerd zijn. De overige 8% werd in vraag gesteld en kon door geluk of algemene kennis of door omstandigheden worden uitgelegd. Bij andere experimenten bij ’s werelds vooraanstaande parapsychologen zweef hun graad van nauwkeurigheid rond de 11%, wat geen slecht gemiddelde zou zijn, met uitzondering van het feit dat overige, gewone mensen ditzelfde percentage bereiken bij het maken van willekeurige eigen gissingen over de toekomst. Dit toont niet alle onjuistheid aan over toekomstvoorspellingen, maar het legt zeker en vast uit waarom parapsychologen nooit het grote lot kunnen winnen.

Het verschil tussen parapsychologen en profeten ligt hem hierin: profeten hebben specifieke verklaringen gedaan over toekomstige gebeurtenissen met betrekking tot Gods Plan en deden het met een standvastige juistheid. Parapsychologen zijn meer geldbewust, waarbij zij vage ontwerpen maken over de toekomst voor een markt die bereid is te betalen voor hun diensten. Zij bieden sensationele informatie aan, maar zo vaag dat het zowat op alles betrekking kan hebben.

Standpunt over de godsdienstige Profetieën

Profetieën kunnen eerder symbolisch, bovennatuurlijk en, wegens gebrek aan een beter woord, griezelig zijn. Het roept beelden op van seances en andere werelden. In Star Wars is er een voorspelling van iemand die de Macht zal in evenwicht brengen. De reeks van de Lord of the Rings weeft denkbeeldige onderwerpen rond scènes van profetische uitdrukkingen. Maar dit is een denkbeeldige wereld.

Over de echte wereld wordt er beweerd dat, indien één persoon gedurende één minuut de toekomst kon voorspellen, hij de wereld kon beheersen. Denk daar eens over na. Eén minuut van alle kennis en Las Vegas mag zijn deuren sluiten. U wordt de rijkste persoon op aarde en de rijkeren kunnen in de mijnen gaan werken.

Maar in de wereld van de godsdienst, dient de profetie een edeler doel. Het is echt niet zo moeilijk om te weten of iemands woorden komen van God en niet, want enkel een alwetende God kan grondig de toekomst kennen. En op dit punt gelden de profetieën in het Oude Testament als enig, want de meeste van de bekendste Heilige Schriften van andere godsdiensten blijven verstoken van voorspellende profetieën. Terwijl het boek van Mormon en de Veda’s bijvoorbeeld beweren goddelijk geïnspireerd te zijn, is er geen enkel middel dat hun beweringen kan ondersteunen. U krijgt slechts het gevoel van "Ja, dat klinkt als iets dan God kan hebben gezegd."

De Bijbelgeleerde Wilbur Smith vergeleek de profetieën van de Bijbel met andere geschiedkundige boeken en kwam tot het besluit dat de Bijbel "het enige volume is dat ooit geschreven is door mensen, of een groep mensen, waarin een hele reeks van profetieën kan worden gevonden die betrekking hebben op individuele landen, op Israël, op alle volkeren der aarde, op bepaalde steden, en op de komende Messias." En zo legt de Bijbel zijn ingevingen op zulke wijze uit dat het zowel wezenlijk kan worden genoemd of het kan worden weerlegd.

En als u de graad van nauwkeurigheid in een alledaags perspectief plaatst, kunt u zelfs zien hoe verbazend deze is. Het zou bijvoorbeeld miraculeus geweest zijn indien u in 1910 zou hebben voorspeld dat George Bush de verkiezingen van het jaar 2000 zou hebben gewonnen. Maar stel u voor dat u sommige van deze details in uw profetie had aangewend:

  • de kandidaat met het meest aantal stemmen zou de verkiezingen verliezen
  • Alle belangrijke TV-stations zouden de winnaar aankondigen en dan plots een bocht van 180 graden maken.
  • Eén staat [Florida] zou de verkiezingen doen schommelen.
  • Het Hooggerechtshof van de Verenigde Staten zou uiteindelijk de winnaar bepalen.
Indien u hierin was geslaagd, zouden er kerken naar u zijn genoemd en beelden naar u zijn gemaakt. Maar dit is niet het geval. Zo moeilijk [of onmogelijk] het in 1910 zou geweest zijn om nauwkeurig de juiste gevolgen van deze gebeurtenissen te voorspellen, de waarschijnlijkheden omtrent Jezus of enige andere persoon die alle Hebreeuwse profetieën over de Messias zou vervullen, zijn ongelofelijk veel moeilijker. In het Oude Testament, dat honderden jaren voor de geboorte van Christus is geschreven, zijn 61 specifieke profetieën voorspeld en bijna 300 verwijzingen naar de Messias.

Volgens de Hebreeuwse vereiste dat een profetie 100% nauwkeurig moet zijn, moet de ware Messias ze allemaal vervullen of anders is hij niet de Messias. En zo rijst de vraag of Jezus als Messias wordt gerechtvaardigd, of het hem schuldig maakt aan het grootste bedrog ter wereld: paste hij in en vervulde hij deze profetieën van het Oude Testament?

Wat zijn de onwaarschijnlijkheden?

Laat ons twee specifieke profetieën over de Messias in het Oude Testament eens nader bekijken.

  • [Micha 5:1] "Uit jou, Betlehem in Efrata, te klein om tot Juda’s geslachten te behoren, uit jou komt iemand voort die voor mij over Israël zal heersen. Zijn oorsprong ligt in lang vervlogen tijden, in de dagen van weleer."
  • [Jesaja 7:14] "Daarom geeft de Heer zelf een teken aan u: Zie, de Maagd is zwanger, en zal een zoon ter wereld brengen, en u zult hem de naam Immanuël geven."
Vooraleer de overige 59 profetieën te overwegen, dient u eerst even stil te staan hierbij en u zelf de vraag te stellen hoeveel mensen er in de categorie van de potentiële Messias in de geschiedenis vallen, die geboren zijn uit een maagd in het stadje Bethlehem. In het geval van 61 gedetailleerde profetieën die door één persoon zijn vervuld, spreken we over een virtuele onmogelijke waarschijnlijkheid.

Wanneer gerechtelijke wetenschappers een DNA profiel ontdekken dat overstemt, dan is de waarschijnlijkheid dat men met de verkeerde persoon te maken heeft minder dan één in diverse miljarden [iets voor misdadigers om te onthouden]. Hier lijkt het er op dat we in dezelfde buurt van onwaarschijnlijkheid zitten, in overweging nemende dat één persoon aan deze profetieën zou moeten voldoen.

Wiskundig docent Peter Stoner legde 800 studenten de wiskundige vraag voor wat de waarschijnlijkheid zou zijn dat één persoon aan acht specifieke profetieën zou voldoen [dit is niet hetzelfde als een geldstuk 8 maal in de hoek werpen en vast te stellen dat de bovenste zijde telkens munt is]. Eerst berekenden de studenten de waarschijnlijkheid van één persoon die aan alle condities van één specifieke profetie zou voldoen, zoals het verraden worden door een vriend voor dertig zilverlingen. Daarna deden deze studenten dezelfde berekening nog eens over om de waarschijnlijkheidsgraad te weten indien men alle acht de profetieën zou combineren.

De studenten rekenden de kansen uit dat één persoon aan alle acht de voorwaarden van profetieën zou voldoen en men kwam aan het astronomisch getal van 1 op 10 tot de 21ste macht. Om dat getal toe te lichten, gaf Stoner het volgende voorbeeld: "Bedekt eerst de volledige aarde met briefjes van 5 euro en stapel deze zo’n 35 meter hoog. Markeer dan één van deze euro’s en leg dit ergens willekeurig. Vraag ten derde aan een willekeurige persoon om de aarde rond te wandelen en geblinddoekt dat één briefje van 5 euro te willen vinden uit de overige triljoenen. Ziet u?

Mensen kunnen dus met berekeningen tot eigenaardige vaststellingen komen, maar omdat dit zo belangrijk is, werd dit resultaat herbekeken door de "Amerikaanse Wetenschappelijke Organisatie", die tot het besluit kwam dat "de mathematische ontleding is gedragen op wetten van waarschijnlijkheden die nauwgezet zijn, en Professor Stoner heeft deze wetten op een juiste en overtuigende manier aangewend."

Hieronder volgt nu de opsomming van de overige zes profetieën, buiten de twee die we reeds in overweging hebben genomen, waarbij we dus op acht profetieën komen:

  • [Jeremia 23:5] "Zie, de dagen komen, luidt het woord des Heren, dat Ik aan David een rechtvaardige Spruit zal verwekken; die zal als koning regeren en verstandig handelen, die zal recht en gerechtigheid doen in het land." [600 vóór Christus]
  • [Zacharia 11:13] "Maar de Heer zei tot mij: Werp dat de pottenbakker toe; een heerlijke prijs waarop Ik hunnerzijds geschat ben! En ik heb de dertig zilverstukken genomen en die in het huis des Heren de pottenbakker toegeworpen." [487 vóór Christus]
  • [Psalmen 22:17] "De honden staan al om mij heen, een meute boosdoeners heeft mij omsingeld, ze hebben mijn handen en voeten doorboord." [1000 vóór Christus]
  • [Psalmen 22:19] "Zij verdelen mijn kleren onder elkaar en dobbelen om wat ik aan heb." [1000 vóór Christus]
  • [Zacharia 9:9] "Jubel, dochter van Sion, juich, dochter van Jeruzalem! Zie, uw koning komt naar u toe, hij is rechtvaardig en zegevierend; hij is nederig, hij rijdt op een ezel, op een veulen, het jong van een ezelin." [500 vóór Christus]
  • [Maleachi 3:1] "Let op, ik zal mijn bode zenden; hij zal de weg voor mij effenen. Opeens zal hij naar zijn tempel komen, de Heer naar wie jullie uitzien, de engel van het verbond naar wie jullie verlangen. Komen zal hij, zegt de Heer van de hemelse machten." [500 vóór Christus]
De acht profetieën over de Messias die we hebben bekeken zijn geschreven door mensen uit verschillende tijden en plaatsen en tussen het jaar 500 en 1000 vóór Christus is geboren. Er was dus geen enkele mogelijkheid tot samenzwering tussen hen. Dit is dus niet het soort van Nostradamus voorspelling.

Buiten Zijn wil

Stel u voor dat u de loterij wint met slechts één lot uit de tientallen miljoenen, maar hier is het een honderdtal van deze loterijen winnen op een rij. Wat zouden de mensen denken? "Dit is gesjoemel!"

Tijdens al deze jaren is een gelijkaardige bewering gemaakt door sceptici over de vervulling van de profetieën van Jezus in het Oude Testament. Ze hebben toegegeven dat Jezus voldeed aan de Messiaanse profetieën, maar hebben Hem wel beschuldigd van Zijn leven op dergelijke wijze te leven zodat het niet anders dan op Hem betrekking kon hebben. Een aanvaardbaar bezwaar, maar niet zo geloofwaardig als het lijkt.

Overweeg enkel de aard van 4 van de messiaanse profetieën:

  • Hij zou uit het geslacht van David komen [Jeremia 23:5]
  • Zijn geboorte zou in Bethlehem plaatsvinden [Micha 5:1]
  • Hij zou naar Egypte vluchten [Hosea 11:1]
  • Hij zou in Nazareth leven [Jesaja 11:1]
Wat kon Jezus eraan doen dat deze profetieën in vervulling gingen? Hij, noch Zijn ouders hadden enige controle over zijn afstamming. Zijn geboorte te Bethlehem was het resultaat van een bevel tot volkstelling door keizer Augustus. Het feit dat zijn ouders de vlucht namen naar Egypte was het gevolg van Herodes’ vervolging van de onschuldige kinderen. En eens Herodes was gestorven, beslisten zijn ouders uiteraard om zich terug in Nazareth te vestigen.


Zelfs indien de "bedrieger" Jezus op jonge leeftijd naar de profetieën zou hebben gekeken die hij per ongeluk zou hebben vervuld en zou besloten hebben om "naar de overige profetieën te leven en af te wachten of ze zouden uitkomen" [zoals iemand die besluit een voorwerp op te maan te raken met zijn geweer], zou de grond van onder Hem worden uitgehaald. Overweeg de omstandigheden in de profetieën die we reeds hebben bekeken: "de Messias zou voor dertig zilverstukken worden verraden ; Hij zou worden gekruisigd ; Ze zouden zijn kleren verloten. Al deze profetieën kwamen uit voor Jezus en welke controle had hij over de vervulling ervan?"

Bijbelgeleerden vertellen ons dat bijna 300 verwijzingen naar 61 gedetailleerde profetieën over de Messias vervuld werden door Jezus Christus. De onwaarschijnlijkheid tegen een persoon tegen die zo vele profetieën in vervulling zou doen gaan zou buiten alle wiskundige berekeningen liggen. Een rekenkundige schatting van deze onmogelijke onwaarschijnlijkheden is "één kans op 1 biljoen, biljoen, biljoen, biljoen, biljoen, biljoen, biljoen, biljoen, biljoen, biljoen, biljoen, biljoen."

Aan Bertrand Russell, een onbuigzame atheïst, werd in Look Magazine de vraag gesteld welk bewijs er nodig is om in God te geloven. Russell antwoordde: "Wel, als ik hem een stem uit de hemel gehoord die een reeks dingen heeft voorspeld die zijn uitgekomen, dan denk ik dat er een reden is om aan te nemen dat een bovennatuurlijke entiteit is."

Maar de Bijbelgeleerde Norman Geisler antwoordde op Russells scepticisme : "Ik zou zeggen, Mr. Russell, dat er een stem uit de hemel geweest is die enorm vele dingen heeft voorspeld en we hebben ze allemaal onweerlegbaar zien uitkomen." Geisler zinspeelde op het gegeven dat enkel een overtreffende entiteit, buiten de tijd, bekwaam zou zijn om zulke nauwgezette toekomstige gebeurtenissen te voorspellen.

Bewijs in de woestijn

We hebben gekeken naar bewijzen over Jezus’ vervulling van de messiaanse profetieën vanuit elke hoek, behalve één. Wat indien de Christelijke schrijvers de rollen van Jesaja van het profetische Oude Testament hebben gewijzigd, zodat deze zouden overeenkomen met Jezus’ leven?

Dit is een vraag die vele Bijbelgeleerden en sceptici zich hebben gesteld. En dit lijkt op het eerste zicht mogelijk, zelfs aannemelijk. Het zou ons ervan weerhouden de vraag te stellen of Jezus een leugenachtige bedrieger was, wat hoogst onwaarschijnlijk zou zijn, en het zou meteen de verbazingwekkende preciesheid van de vervulling van de profetieën verklaren. Hoe weten we dan dat de profetische boeken van het Oude Testament, zoals Jesaja, Daniël en Micha, honderden jaren vóór Christus geschreven werden, zoals wordt beweerd? En als dit zo was, hoe weten we dat ze later niet gewijzigd zijn?

Gedurende 1900 jaar hebben vele sceptici aan deze theorie vastgehouden, zich baserend op de menselijke onmogelijkheid om met preciesheid toekomstige voorspellingen te doen. Maar toen gebeurde er iets dat al hun enthousiasme voor zon een geheime samenzwering er onder uit haalde. Iets dat de Dode Zeerollen wordt genoemd.

Een halve eeuw geleden, voorzag de vondst van de Dode Zeerollen de geleerden van kopijen van het Oude Testament die veel ouder waren dan elke andere gekende afschriften die er bestonden. Diepgaande onderzoeken hebben bewezen dat vele van deze kopijen dateren van vóór Christus’ tijd. En ze zijn virtueel identiek aan de teksten van de Bijbel die we reeds gebruikten.

Dit had tot gevolg dat zelfs geleerden die Jezus als de Messias ontkenden deze manuscripten van het Oude Testament aanvaarden als voorspelling voor Zijn geboorte en daarom toegeven dat de profetieën over de Messias die deze rollen inhouden, niet kunnen gewijzigd zijn met het oog ze te doen overeenkomen met Jezus’ leven.

Indien deze voorspellingen zo nauwgezet zijn uitgekomen tijdens Jezus’ leven, dan lijkt het ook logisch om zich af te vragen waarom niet iedereen in Israël dit heeft opgemerkt. Maar net zoals de kruisiging het bevestigt, zag niet iedereen het, of zoals de apostel Johannes of Jezus schreef: "Zelfs in Zijn eigen land en onder Zijn eigen volk, werd Hij niet aanvaard" [Johannes 1:11]. Waarom?

Als u de voortdurende strijd van Israëls geschiedenis in overweging neemt, is het niet moeilijk om in de definitie rond de Messias het idee van een politieke vrijheidsstrijder te lezen. Het is daarom begrijpelijk hoe de Joden uit de eerste eeuw dachten: hoe kon de Messias zijn gekomen, terwijl Israël nog steeds werd onderdrukt door de Romeinse overheersing?

Terwijl Jezus voldeed aan de messiaanse profetieën, deed Hij het op een wijze die niemand had verwacht. Hij zocht naar een ethische en geestelijke revolutie, geen politieke en Hij bereikte zijn doel door zelfopoffering en nederigheid, genezing en onderricht. Ondertussen keek Israël uit naar een nieuw soort Mozes of Jozua die hen zou leiden in het heroveren van hun koninkrijk.

Uiteraard zagen vele Joden in Hem niet de Messias. Toch waren de stichters van de Christelijke kerk allemaal Joden. De meerderheid echter, volgde Hem niet. En het is ook niet zo moeilijk om dit te begrijpen.

Om dit misverstand van de Joden uit de eerste eeuw te begrijpen, moeten we de messiaanse profetie, geschreven door de profeet Jesaja, 700 jaar voor Christus’ geboorte in overweging nemen. Verwees deze naar Jezus?

"Wij dwaalden rond als schapen, ieder zocht zijn eigen weg. Maar de wandaden van ons allen liet de Heer op hem neerkomen. Hij werd mishandeld, maar verzette zich niet en deed zijn mond niet open. Als een schaap dat naar de slachtbank wordt geleid, als een ooi die stil is bij haar scheerders, deed hij zijn mond niet open. Door een onrechtvaardig vonnis werd hij weggenomen. Wie van zijn tijdgenoten heeft er oog voor gehad? Hij werd verbannen uit het land der levenden, om de zonden van mijn volk werd hij geslagen. Hij kreeg een graf bij misdadigers, zijn laatste rustplaats was bij de rijken. Toch had hij nooit enig onrecht begaan, nooit bedrieglijke taal gesproken. Maar de Heer wilde hem breken, hij maakte hem ziek. Hij offerde zijn leven voor hun schuld, om zijn nageslacht te zien en lang te leven. En door zijn toedoen slaagde de Heer in zijn wil. Na het lijden dat hij moest doorstaan, zag hij het licht en werd hij met kennis verzadigd. Mijn rechtvaardige dienaar verschaft velen recht, hij neemt hun wandaden op zich. Daarom ken ik hem een plaats toe onder velen en zal hij met machtigen delen in de buit, omdat hij zijn leven prijsgaf aan de dood en zich tot de zondaars liet rekenen. Hij droeg echter de schuld van velen en nam het voor zondaars op [Jesaja 53:6-11]."

Toen Jezus aan het kruis hing, dachten velen begrijpelijk: "Hoe kan dit de Messias zijn?", terwijl er anderen waren die zich op hetzelfde moment afvroegen: "Over wie anders dan Jezus kon Jesaja hebben gesproken?"

Besluit: Onmogelijke bedrieger

Wat moeten wij nu maken van Jezus die zo vele profetieën heeft vervuld die honderden jaren voor zijn dood zijn opgetekend? Frank Abagnale mag dan al een goede bedrieger geweest zijn, maar zelfs Hij viel door de mand en werd opgepakt tegen de tijd dat hij volwassen genoeg was om bier te mogen drinken.

Jezus leek in niets op Frank Abagnale. Hij was het tegenovergestelde. Geen enkele bedrieger kan ooit zo’n onwaarschijnlijkheden doen uitkomen als deze uit de Hebreeuwse profetieën.

Wat betekent dit uiteindelijk? Twee besluiten dringen zich op: ten eerste, enkel een bovennatuurlijk wezen kan zulke gebeurtenissen in elkaar zetten en ten tweede, maakt het al Zijn beweringen geloofwaardig en het ernstig overwegen waard.

In het Evangelie van Johannes, maakte Jezus de bewering: "Ik ben de weg, de waarheid en het leven." Verpletterend bewijs blijkt er op te wijzen dat de handtekening op deze cheque geen valsheid in geschrifte is.

Bron: Y-Jesus: The Facts About Jesus Presented By Scholars


      08-03-1980
      Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Al uw antwoorden over Jezus. Zoektocht 1. Was Jezus een echte persoon?
      Zoektocht 1. Was Jezus een echte persoon?

      Was Jezus een echte persoon?

      Heeft Jezus Christus werkelijk bestaan of is het Christendom op een legende gebouwd? Weinigen stellen zich deze vraag, maar sommige vijanden van het Christendom doen er alles aan om het tegengestelde te bewijzen.

      In een rechtszaak tegen het Vaticaan werd de Kerk er van beschuldigd het verhaal van Jezus’ bestaan te hebben verzonnen. Alhoewel de zaak werd verworpen in februari 2006, ging de aanklager, Luigi Casciolo, hiertegen in beroep, maar uiteindelijk werd de zaak gesloten.

      Het argument tegen Jezus’ bestaan werd openbaar gemaakt in CNN toen Ellen Johnson, voorzitter van de Amerikaanse Vrijzinnigen, verklaarde: "De werkelijkheid is dat er geen enkel stukje werelds bewijs bestaat dat er ooit een Jezus Christus was. Jezus Christus en het Christendom is een hedendaagse godsdienst en een verzameling van andere goden, Osiris en Mithras, wiens verhaal sterk lijkt op dat van Jezus."

      Johnson en een eersterangspanel van godsdienstige geleerden waren aan het praten over de vraag: "Wat gebeurt er als we sterven?", op een live uitzending van Larry King op CNN. De gewoonlijk niet van zijn stuk te brengen Larry King onderbrak nadenkend en antwoordde hierop: "U gelooft dus niet dat er ooit een Jezus Christus was?"

      Met een overtuigende houding antwoordde Johnson: "Neen, er was geen Jezus Christus. Ik geloof het alleszins niet omdat er geen enkel werelds bewijs is dat JC, Jezus Christus, ooit heeft bestaan."

      King kreeg geen repliek en er kwam een reclameonderbreking. Er kwam geen enkel bewijs voor of tegen Jezus voort uit het gesprek en de televisiekijker bleef verbaasd achter.

      In zijn boek "Why I Am Not A Christian" gingen er 50 jaar eerder hevige emoties door de generatie van de atheïst Bertrand Russell. Hij stelde het bestaan van Christus in vraag en schreef: "Historisch gezien is het eerder twijfelachtig dat Christus in het geheel wel heeft bestaan, en als Hij al heeft bestaan, dan weten we niets over Hem, zodat ik deze geschiedkundige vraag, die heel moeilijk te beantwoorden is, durf te stellen."

      Is het mogelijk dat Jezus, waarin zo velen oprecht geloven, nooit heeft bestaan? In "The Story of Civilization" stelt de vrijzinnige geschiedkundige Will Durant de vraag: "Heeft Christus bestaan?" Is het levensverhaal van de stichter van het Christendom het resultaat van menselijk verdriet, inbeelding en hoop, een fabel vergelijkbaar met de legenden van Krishna, Osiris, Attus, Adonis, Dionysus and Mithras? Durant wees er op hoe het verhaal van het Christendom "opvallend veel gelijkenis vertoont" met de legenden van de heidense goden. Later zullen we in dit artikel zien hoe deze toch wel grote geschiedkundige zo ongeveer zijn eigen antwoord had over het bestaan van Jezus.

      Kunnen we nu zeker zijn dat deze man, die velen aanbidden en anderen vervloeken, echt heeft bestaan? Heeft Johnson gelijk als hij beweert dat Jezus Christus een "verzameling is van andere goden?" En heeft Russell gelijk als hij zegt dat Jezus’ bestaan "eerder twijfelachtig is?"

      Verzinsels tegenover realiteit

      Laat ons beginnen met een meer essentiële vraag. Wat onderscheiden verzinsels van de werkelijkheid? Hoe weten we, bijvoorbeeld, dat Alexander de Grote werkelijk heeft bestaan? Vermoedelijk werd Alexander de Grote op 20-jarige leeftijd, in 336 voor Christus, koning van Macedonië. Als een militair genie, slachtte deze knappe, arrogante leider zijn weg door dorpen, steden en koninkrijken zoals de Griekse en Perzische wereld, tot hij alles veroverd had. In minder dan acht jaar hadden zijn legers meer dan 40.000 km afgelegd.

      Er wordt van Alexander gezegd dat hij begon te wenen als er niets meer te veroveren viel. In elk geval was het geen persoon om monopolie mee te spelen.

      Voor zijn dood, op 32-jarige leeftijd, had Alexander naar verluidt grotere militaire veroveringen volbracht dan niet alleen eender wie in de geschiedenis vóór hem, maar ook na hem, tot in deze tijd. Maar vandaag valt er, buiten een aantal steden die naar hem zijn genoemd, een vervelende film van Oliver Stone en een aantal boeken, maar weinig meer over zijn erfenis meer te merken.

      Hoe dan ook geloven geschiedkundigen dat Alexander heeft bestaan omwille van drie hoofdzaken:

      • geschreven documenten door eerdere geschiedkundigen
      • de historische inslag
      • ander historisch en archeologisch bewijsmateriaal
      Historische documenten over Jezus

      De juistheid van het bestaan van Alexander de Grote en zijn militaire veroveringen komt uit vijf oude bronnen, waarvan er geen enkele ooggetuige was en alhoewel 400 jaar na de dood van Alexander geschreven, wordt Plutarchus’ biografie over zijn leven als de basisbron aangenomen.

      Aangezien Plutarchus en andere schrijvers meerdere honderden jaren leefden na Alexander de Grote, moeten ze hun informatie gehaald hebben uit vorige bronnen. Van de twintigtal historische bronnen uit Alexanders tijd zelf, overleefde er geen enkel. Er bestaan latere vermeldingen, maar elke bron beschrijft een "andere" Alexander, waarbij veel aan onze verbeelding wordt overgelaten. Ondanks het tijdsverschil van verscheidene honderden jaren, zijn de geschiedkundigen er van overtuigd dat Alexander De Grote echt bestaan heeft en dat de hoofdzaken van wat we lezen over zijn leven, juist zijn.

      Met Alexander als verwijzingspunt in ons achterhoofd, noteren wij dat er voor Jezus zowel religieuze als wereldlijke historische bronnen bestaan. Maar we moeten ons de vraag stellen of deze geschreven zijn door betrouwbare en objectieve geschiedkundigen. Bekijken we dit samengevat.

      Het Nieuwe Testament

      Van de 27 boeken uit het Nieuwe Testament wordt er beweerd dat ze komen van schrijvers die ofwel Jezus zelf hebben gekend of informatie van mensen hebben gekregen die Jezus hebben gekend. Al deze informatie is zeer nauwkeurig onderzocht door zowel christelijke als wereldlijke wetenschappers.


      De geleerde John Dominic Crosson gelooft dat minder dan 20 procent van wat we lezen in het evangelie oorspronkelijke woorden van Jezus zijn. Zelfs een scepticus stelt hier niet in vraag of Jezus werkelijk heeft geleefd.

      Ondanks de kijk van John D. Crosson en andere, minder belangrijke geleerden, heerst er onder de geschiedkundigen een algehele consensus dat de verhalen uit het Evangelie ons een duidelijk beeld geven van Jezus Christus. Of de verhalen betrouwbaar zijn is het onderwerp van een verdere bespreking waarbij ook wordt gekeken naar niet-christelijke bronnen in de zoektocht naar ons antwoord of Christus heeft bestaan.

      Vroege niet-christelijke bronnen

      Welke historici uit de eerste eeuw die over Jezus hebben geschreven hadden niets gemeen met hem? Laten we het eerst hebben over Jezus’ vijanden.

      Zijn joodse tegenstanders hadden er het meeste bij te winnen om Jezus’ bestaan te ontkennen, maar het bewijs duidt op het tegengestelde. Diverse joodse bronnen hebben het ook over het vlees-en-bloed verhaal. Zowel Gemaras als de Tamoed verwijzen naar Jezus. Alhoewel deze bestaan uit een klein aantal bitsige verlopen die vooral tot bedoeling hebben om Jezus’ goddelijkheid er onderuit te halen, maken deze vroege joodse geschriften geen enkele allusie dat Jezus Christus geen geschiedkundig persoon zou zijn geweest.

      Flavius Josephus was een beroemd joods geschiedschrijver die eerst in ongenade was gevallen bij de Romeinen, maar later gerehabiliteerd werd door hen. Voor vele joodse tijdgenoten was hij dan ook een verrader die met de Romeinen collaboreerde. Hij werd enkele jaren na Jezus’ dood geboren en begon te schrijven rond het jaar 67. In zijn bekende werk "Antiquitates Flavianum", dat dateert van 93 na Christus, schrijft Josephus of Jezus als een echte persoon: "In die tijd leefde Jezus, een wijs man, voorzover het geoorloofd is hem een man te noemen. Hij verrichtte namelijk daden die onmogelijk geacht werden, en hij was leermeester van mensen die met vreugde de waarheid tot zich namen. En veel Joden alsook velen van de Grieken bracht hij tot zich. Hij was de Messias." Alhoewel men zal blijven twisten, vooral in zijn verwijzing naar Jezus als Messias, omdat sceptici de Christenen ervan verdenken zelf deze zin te hebben ingevoegd, bevestigde Josephus zeker zijn bestaan.

      Wat over de wereldse historici, zij die in de oude tijden leefden maar niet religieus gemotiveerd waren? Er bestaat thans informatie over minstens 19 dergelijke schrijvers die hebben verwezen naar Jezus’ bestaan als een echte persoon.

      Een van de grootste historici uit de oudheid, Cornelius Tacitus, bevestigde dat Jezus heeft geleden onder Pontius Pilatus. Tacitus werd zo’n 25 jaar na Jezus’ dood geboren en hij heeft de verspreiding van het vroegchristendom meegemaakt in Rome. Deze Romeinse geschiedkundige was niet bepaald een van zijn volgelingen. Hij omschreef deze in het jaar 115 zelfs als "een volk dat werd gehaat voor hun zondige praktijken, en chrestiani werden genoemd, een benaming die was afgeleid van Chrestus, die, onder Tiberius’ keizerschap, leed onder Pontius Pilatus, praefectus van Judea."

      Onder meer de volgende feiten zijn door dergelijke bronnen vermeld:

      • Jezus was afkomstig uit Nazareth
      • Jezus leefde als een wijs en rechtschapen man
      • Door zijn volgelingen werd aangenomen dat Jezus drie dagen na zijn dood verrezen is [Pascha]
      • Jezus’ vijanden wisten dat hij wonderen kon verrichten, dat zij "tovenarij" noemden
      • Jezus’ kleine groep van leerlingen vermenigvuldigde zich snel tot zelfs zo ver als Rome
      • Jezus’ volgelingen ontkenden veelgoderij, leefden deugdzaam en vereerden Christus als God.
      De theoloog Norman Geisler zei: "deze schetsen zijn volkomen gelijkvormig aan deze van het Nieuwe Testament."

      Al deze onafhankelijke bronnen, godsdienstige en wereldse, spreken van een man die echt heeft bestaan en die duidelijk overeenstemt met de Jezus uit de Evangeliën. De Encyclopedia Britannica vermeldt diverse wereldse bronnen uit Jezus’ leven als een overtuigend bewijs van zijn bestaan en schrijft: "deze onafhankelijke bronnen bewijzen dat in de oudheid, zelfs de tegenstanders van Christus nooit hebben getwijfeld over het bestaan van Jezus."

      Historische impact

      Een belangrijk onderscheid tussen een verzonnen en een echte persoon is zijn historische impact. Zo zijn er bijvoorbeeld boeken geschreven en films geregisseerd over Koning Arthur en de Ridders van de Ronder Tafel. Deze karakters zijn inmiddels zo bekend geworden dat velen denken dat ze echt hebben bestaan. Maar geschiedkundigen die op zoek gingen naar de werkelijkheid van hun bestaan hebben geen enkel bestaan gevonden van hun impact die ze hadden op wetten, gedrag en godsdienst. Een koninkrijk met de grootsheid en pracht van Camelot zou zeker sporen hebben achtergelaten in de geschiedenis van die tijd. Het gebrek hieraan duidt aan dat Koning Arthur en zijn Ridders van de Ronde Tafel gewoonweg fabels zijn.

      De geschiedkundige Thomas Carlyle zei: "Niemand leeft vergeefs. De geschiedenis van de wereld is enkel een biografie van grote mensen." Volgens Carlyle zijn het dus echte mensen en geen verzonnen personen die de geschiedenis maken. Zo heeft Alexander de grote, als een echte persoon, invloed gehad op zijn militaire veroveringen, landen, regeringen en wetten. Maar wat over Jezus Christus’ inslag op onze wereld?

      De regering van Israël en Rome uit de eerste eeuw werden grotendeels niet beïnvloed door Jezus’ leven. De gemiddelde Romeinse burger hoorde slechts vele jaren na zijn dood van zijn bestaan. De Romeinse cultuur stond gedurende tientallen jaren ver van zijn onderrichtingen. De rest van de wereld had weinig of geen kennis van hem. Jezus leidde geen leger, schreef geen boeken en wijzigde geen wetten. De joodse leiders poogden zelfs zijn bestaan volledig uit te wissen en zij waren hier ook bijna in geslaagd.

      Maar vandaag blijft er van het oude Rome enkel nog puin over. De machtige legers van Caesar en de praal van de Romeinse keizerlijke macht zijn naar de achtergrond verdrongen. Hoe wordt Jezus dan vandaag herinnerd? Wat is zijn duurzame invloed?

      • Er zijn meerdere boeken over Jezus geschreven dan over enige andere geschiedkundige persoon
      • Landen hebben zijn woorden als de basis voor hun wetten gebruikt. Volgens Durant was "de triomf van Christus, het begin van de democratie."
      • Zijn bergrede vestigde een nieuw paradigma in de ethiek en de moraal.
      • Scholen, ziekenhuizen en liefdadigheidsinstellingen werden opgericht in zijn naam.
      • De hogere inschatting van de rol van de vrouw in de Westerse cultuur vindt haar oorsprong bij Jezus. In Jezus’ tijd werden vrouwen als minderwaardig beschouwd. Virtueel bestonden zij niet, tot zijn leer werd gevolgd. Ook vandaag blijft in vele culturen de rol van de vrouw nog ondergeschikt.
      • De slavernij werd in het westen afgeschaft door Jezus’ onderricht dat elk menselijk leven gelijkwaardig is.
      • Vroegere verslaafden aan drugs en alcohol, prostituees en anderen die een doel zochten in het leven leggen de oorzaak voor de verandering van hun leven bij Hem.
      • Anderhalf miljard mensen noemen zichzelf Christen. Hiervan zijn er velen enkel Christen uit naam, maar anderen blijven Jezus' impact verder doordrukken door zijn leer te onderwijzen dat elk leven waardig is en wij elkaar moeten liefhebben.
      Nog opmerkelijker is dat Jezus al dit heeft verwezenlijkt in slechts drie jaren van openbaar leven. Indien Jezus niet echt zou hebben bestaan, mag men zich inderdaad vragen stellen hoe een verzinsel zodanig de geschiedenis heeft doen wijzigen. Toen er aan H.G. Wells de vraag werd gesteld wie in de geschiedenis de grootste erfenis naliet, antwoordde hij onmiddellijk dat Jezus op de eerste plaats stond.

      Historische documenten en inslag wijzen allen in de richting dat Jezus echt bestond. Als Jezus echt heeft bestaan, dan moeten we sporen ervan terugvinden in de geschiedenis. Verzinsels laten zo’n overeenstemmende sporen niet achter.


      Een van de sleutels voor Durant en andere geschiedkundigen is de tijdsfactor. Fabels en legenden hebben gewoonlijk eeuwen nodig om zich te verspreiden [het gerucht dat er loopt dat de eerste Amerikaans president George Washington nooit loog, is meer dan waarschijnlijk een leugen, maar twee eeuwen later werd het een legende]. Het nieuws over het Christendom, verspreidde zich anderzijds te vlug, om het te kunnen toeschrijven aan een legende. Indien Jezus nooit had bestaan zouden de tegenstanders van het Christendom hem van bij de aanvang reeds als een mythe hebben beschouwd. Maar dat deden ze niet.

      Zo’n bewijskracht, samen met de vroege schriften en de historische impact van Jezus Christus, overtuigen zelfs de grootste sceptici onder de geschiedkundigen ervan dat de stichter van het Christendom noch een fabel, noch een legende was. En toch blijven er kenners bestaan die het tegengestelde beweren.

      Net zoals Muggeridhe, was de Oxfordse geleerde C.S. Lewis er aanvankelijk van overtuigd dan Jezus niet meer dan een verzinsel was. Ooit beweerde hij "Elke godsdienst, of wat ik noem, elke mythologie" zijn slechts het resultaat van de inventiviteit van de mensen, Christus evenzeer als Loki [Loki is de god van het vuur in de Noordse mythologie, zoals Thor, maar dan zonder paardenstaart].

      Tien jaar na zijn verklaring was dezelfde Lewis ervan overtuigd dat historische gegevens, waaronder verklaringen van ooggetuigen, zijn bestaan bevestigen.

      Jezus Christus heeft het historische landschap door elkaar geschud zoals een aardbeving. En deze aardbeving heeft diepere sporen nagelaten dan de Grand Canyon. Het is deze sliert aan bewijsmateriaal dat geleerden ervan overtuigt dat Jezus 2.000 jaar geleden werkelijk heeft bestaan.

      Een andere scepticus die maar niet kon aanvaarden dat Jezus echt heeft bestaan was de Britse journalist Malcolm Muggeridge. Maar tijdens het maken van een televisieprogramma over Israël werd Muggeridge geconfronteerd met bewijsmateriaal over Jezus Christus, waar hij het bestaan niet van kende. Bij zijn onderzoek naar historische plaatsen zoals Nazareth, Bethlehem, de Calvarieberg en de lege graftombe trad er een gevoel van authenticiteit op de voorgrond. Later zei hij: "Het is tijdens mijn verblijf in het Heilige Land waar ik drie BBC programma’s maakte over het Nieuwe Testament dat een zekerheid van Jezus’ geboorte, onderricht en Kruisiging zich van mij meester maakte en dat ik er mij van bewust werd dat hij werkelijk een mens, Jezus, was geweest, die ook God was."

      Ook diverse Duitse geleerden uit de 18de en de 19de eeuw hebben Jezus’ bestaan steeds in twijfel getrokken, waarbij zij vooral benadrukten dat het bestaan van sleutelfiguren zoals Pontius Pilatus en de Hogepriest Caifas, beschreven in het Nieuwe Testament, nooit werd bewezen. Hiertegen was geen weerlegging mogelijk tot halverwege de twintigste eeuw, toen archeologen in 1962 het bestaan van Pontius Pilatus bevestigden toen zij zijn naam ontdekten in een inscriptie van een blootgelegde steen. Ook over de bestaanszekerheid van Caifas was er twijfel tot 1990 toen er een ossuarium werd gevonden waarop zijn naam stond. Ook hebben archeologen intussen in alle waarschijnlijkheid het huis van Petrus gevonden en een kelder waar Johannes de Doper zijn doopsels verrichtte.

      Uiteindelijk is misschien het meest overtuigende historische bewijs van Jezus’ bestaan de vlugge opkomst en verspreiding van het Christendom. Hoe kan dit worden uitgelegd zonder een Christus? Hoe kon deze groep van vissers en andere werklui Jezus hebben uitgevonden in enkele luttele jaren? Durant beantwoordde zijn eigen inleidingsvraag, "heeft Jezus bestaan?" met het volgende besluit:

      "Dat een klein aantal mensen in één enkele generatie een zo machtige en interessante persoonlijkheid zouden hebben uitgevonden, zo hoogstaand in ethiek en met zo’n inspirerende kijk op de menslievendheid, zou een mirakel zijn dat boven alle mirakels uitsteekt die beschreven zijn in het Evangelie. Na twintig eeuwen van kritiek uit geleerde hoeken, blijven de schetsen van zijn leven, karakter, en onderricht duidelijk en bevestigen ze het bestaan van de meest bekorende persoonlijkheid in de geschiedenis."

      Het oordeel van de geleerden

      Clifford Herschel Moore, professor aan de Harvard University zei over Jezus’ historiciteit: "het Christendom kende zijn Redder en Bevrijder niet als een god wiens geschiedenis vervat was in een verzonnen geloof want Jezus was een echte figuur en geen verzinsel. Geen gedroomde of gekke fabelachtige figuur drong zich op aan zijn volgelingen: zijn geloof was gebaseerd op positieve, historische en aanvaardbare feiten."

      Weinige zichzelf respecterende historici zijn het eens met Ellen Johnson’s en Bertrand Russells beweringen dat Jezus niet heeft bestaan. De uitgebreide documentatie over Jezus’ leven door schrijvers uit die tijd, zijn diepe historische impact en het bevestigende tastbare geschiedkundige bewijs hebben de geleerden ervan overtuigd dat Jezus werkelijk bestond. Kan een mythe dit allemaal verwezenlijken? Allen, op uitzondering van een paar extreme sceptici, beantwoordden deze laatste vraag met "neen".

      Dr. Michael Grant uit Cambridge schreef: "Om het samen te vatten, slagen de huidige critici er niet in om Christus als fabel, voldoende te ondersteunen. Het wordt steeds opnieuw en opnieuw tegengesproken door de beste geleerden. Recentelijk heeft nog geen enkel ernstige geleerde zich gewaagd aan de uitspraak van de onjuistheid van Christus’ historisch bestaan."

      De geschiedkundige Jaroslav Pelikan uit Yale verklaarde: "Onafgezien van wat sommigen persoonlijk denken of geloven over hem, is Jezus van Nazareth de hoofdfiguur in de geschiedenis van twintig eeuwen Westerse cultuur. De meesten schikten hun kalender naar Zijn geboorte en het is in zijn naam dat miljoenen vloeken en miljoenen bidden."

      Bron: Y-Jesus: The Facts About Jesus Presented By Scholars


          07-03-1980
          Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kibeho, Rwanda
          Kibeho, Rwanda: een goedgekeurde verschijning die "de komst van Jezus" aankondigt

          De verschijningen van Onze Lieve Vrouw in Kibeho, Rwanda, genieten de volle kerkelijke goedkeuring. Het is geweten dat er vele details rond de verschijningen minder bekend zijn. Nochtans onthullen deze details verbazingwekkende feiten.


          Zo zijn onder meer de volgende feiten over Kibeho niet geweten:

          - Een enorme beeltenis van Onze Lieve Vrouw in de Hemel tekende zich af in de nachtelijke hemel. Hiervan waren duizenden mensen getuige.
          - Uit Fatima kennen we het zonnewonder, maar hier veranderde de zon zich eveneens in een glazige spiegel waarbij het hele landschap werd weergegeven. Ook bij deze gebeurtenis waren duizenden getuigen aanwezig.
          - Een aantal van de zieners vielen tijdens het bezoek van Onze Lieve Vrouw in zo'n diepe coma dat dokters, experten en mensen uit de bisschoppelijke commissie [eveneens ooggetuigen] op het punt stonden hen dood te verklaren.

          Rwanda was de eerste goedkeuring sinds jaren en kreeg het strengste kerkelijke onderzoek sedert Fatima [door het Vatikaan zelf verklaard in 2001, na twintig jaar onderzoek.]

          Deze fascinerende gegevens zijn neergeschreven door een van de beste Rwandese schrijvers, Immaculée Ilibagiza, die in de omgeving woont en ooggetuige was van een aantal verschijningen en de beschreven mirakels. Het was een ongewone verschijning, waarbij de zieners, tijdens de visioenen, ofwel als dood neervielen op de grond, ofwel opgewekt de Rozenkrans met de handen oprichtten naar de Maagd. De meeste van deze gebeurtenissen draaien rond een katholiek schoolmeisje, Alphonsine Mumereke, het eerste meisje dat Maria aanschouwde op 28 november 1981, en hevig werd gepest om wat ze had gezien.

          "In een poging om Alphonsine het zwijgen op te leggen, gaf een priester zelfs aan een andere meisje, Marie-Claire, de opdracht om Alphonsine verder te pesten," schrijft Ilibagiza. "Het oudere meisje gaf zelfs de opdracht aan een aantal medestudenten om Alphonsine lichamelijk te vernederen tijdens haar verschijningen: ze trokken het haar van het meisje uit, draaiden haar vingers helemaal rond, pijnigden haar lichaam zo hard ze konden, schreeuwden haar in de oren en schenen met krachtige lichtflitsen in haar ogen. Alphonsine gaf geen wenk en bleef onversagen, ongeacht hun pogingen. In extase was ze ongevoelig voor pijn en zich niet bewust van haar omgeving."

          Alphonsine heeft zelfs nooit opgemerkt dat men met een naald het bloed van onder haar nagels haalde, noch dat men een brandende kaars onder haar rechterarm hield. Toen de Heilige Moeder haar vertelde wat ze aan het doen waren, was Alphonsine zo afgeschermd van de werkelijkheid, dat ze de verkeerde arm bewoog. Er waren er die Rozenkransen toewierpen [waaronder velen alleen maar om haar te pesten]. Instinctief nam Alphonsine de rozenkransen op en droeg deze op aan Onze Lieve Vrouw, maar deze die uit ongeloof werden gegooid liet Alphonsine instinctief liggen.


          Van de oorspronkelijke zeven zieners, heeft de kerk er maar drie als "echte zieners" verklaard, alhoewel allen dezelfde verschijnselen vertoonden: afgesloten van de werkelijke wereld omwille van de bovennatuurlijke schoonheid dat ze aanschouwden, alsof de Hemel zich voor hen had geopend. Onbegrijpelijk is, dat één van haar pesters, Marie-Claire Mukangango, later namelijk zelf de verschijningen van Maria onderging.

          De Heilige Moeder kwam omgeven door een stralend licht. Haar huid was gepolijst als ivoor, maar noch blank, noch zwart. Het was eerder een gekleurde tint, die niet met woorden kan worden omschreven. Haar gewaad was naadloos, "alsof door engelen gemaakt."

          "Alles wat ik over Haar verschijning kan zeggen", verklaart Alphonsine, "is dat Zij mooier is dan iets of iemand op deze planeet."

          "Wat mij vooral bijblijft is dat Maria van ons houdt," zei Aphonsine, die kloosterzuster werd. "Haar liefde is zo krachtig dat deze u zou optillen en naar de Hemel meenemen. Wanneer ik Haar zie, verdwijnt de rest voor mij en blijft er enkel Onze Lieve Vrouw over, omgeven door een immens mooi licht. U kent de liefde van een moeder voor haar kind. Haar liefde mag u hiermee een miljoen keer vermenigvuldigen. Omdat Zij zoveel van ons houdt, wenst Zij dat wij God meer liefhebben."

          Ook vertelde Zij ons dat Haar Zoon spoedig zou terugkeren naar de aarde en dat alle zielen hierop moeten voorbereid zijn: "De wereld is op het verkeerde pad, met enorm veel haat en zonde. Zij verlangt dat wij elke dag de Rozenkrans bidden uit liefde voor Haar, Jezus en God. Maria zegt dat het bidden van de Rozenkrans de beste wijze is om onze liefde voor Haar te tonen."

          In Kibeho toonde Maria aan de zieners barbaarse moorden met machetes, een "rivier van bloed" en de rottende lichamen van honderdduizenden doden. Zij vroeg ook aan de zieners om de leiders van het land, de Hutus, te verwittigen om niet ten strijde te trekken tegen de Tutsis, die tot de minderheid behoorden.
          .
          Zoals gebruikelijk werd er met deze waarschuwing geen rekening gehouden en twaalf jaar later ontstond er een verschrikkelijke burgeroorlog tussen de twee bevolkingsgroepen. Eén van de afslachtingen gebeurde op de plaats van de verschijningen zelf, waar ooit meer dan twintigduizend pelgrims geknield aan het bidden waren. De handen van het beeld van Maria werden weggeschoten en één kogel raakte het hart van het beeld. Drie van de zieners werden eveneens afgeslacht. Vele doden lichamen werden in de rivier geworpen. Zoals Onze Lieve Vrouw had voorspeld, doodden, met machetes gewapende soldaten, iedereen die ze op hun weg tegenkwamen. In amper een aantal weken tijd stierven meer dan een miljoen Rwandezen, de hoogste afslachtingsgraad in de militaire geschiedenis. Later werd de plaats van de afslachting te Kibeho, een bedevaartsoord, met genezingen en andere mirakelen en een mooie bidkapel.

          "Mijn kind, U moet bidden, omdat de wereld zich in een vreselijke staat bevindt," zei Maria, "Mensen hebben Gods en Jezus' liefde de rug toegekeerd. Niemand gaat naar de Hemel zonder lijden. Als een kind van Maria, mag u nooit het kruis neerleggen dat u moet dragen."

          Op een gegeven ogenblik vroeg Maria aan Alphonsine om een lied te zingen, waarbij een refrein van twee verzen, zevenmaal werd herhaald: "Er zal vuur komen vanuit de aarde [zegt de brand op de verschijningsberg van 8 september 2008 in Medjugorje u iets?] en alles vernietigen en dan zal de dag komen dat de mensen God zullen smeken om genade.

          "De wereld staat aan de rand van een catastrofe" vertelde de Heilige Moeder aan Alphonsine. "Zuiver uw harten door gebed. De enige weg is God. Als u geen toevlucht zoekt tot God, waar zult u dan anders heen gaan wanneer het vuur zich overal verspreidt? Weet dat, wanneer de oorlogen om de godsdiensten zullen aanvangen, de tijd van Mijn Zoon nabij is."


          Aan de zieners werd eveneens de Hemel getoond en medegedeeld dat het leven eeuwigdurend is. Op 15 augustus 1988 keurde de lokale bisschop Jean Baptiste Gahamanyi de publieke verering van de Heilige Maagd goed. In 2001 volgde een eindoordeel, waarbij de bisschop van Gikongoro, Mgr. Misago, de verschijningen en visioenen van Alphonsine, Nathalie en Marie-Claire goedkeurt. Volgens het rapport beantwoorden die drie zieners aan alle kerkelijke criteria. De bisschop beperkte de goedkeuringen enkel tot de eerste zes maanden vanaf november 1981: de verschijningen vanaf juli 1982, die worden toegeschreven aan Jezus, worden niet in rekening genomen. De verschijningen van Maria aan de drie andere meisjes en een jongen, worden niet erkend

          Tijdens deze verschijningen te Kibeho, Rwanda, maakten meerdere zieners een unieke belevenis mee, waarbij de Heilige Maagd hen naar gebieden na dit leven bracht. Ook waren zij, tijdens deze buitenlichamelijke ervaringen, in staat om te zien hoe een bisschoppelijke commissie en de toekomstige bisschop [tijdens de ramp zelf 12 jaar later] hun eigen dood onderzochten. Er bleven immers twee kinderen dood achter in de genocide [wat hoogstwaarschijnlijk een van de hoofdredenen is waarom de verschijning maar gedeeltelijk is goedgekeurd].

          Van Vestine Salima, een katholiek schoolmeisje, is geweten dat de medische onderzoekers "versteld stonden", toen zij "bezweek" om drie uur in de namiddag van Goede Vrijdag, noteert het boek verder. Het jonge meisje stopte gewoon met ademen en men kon geen hartslag horen, noch voelen en haar bloeddruk was volledig tot nul gezakt. Meer dan een uur duurde dit onderzoek, terwijl zij niet wisten of zij al dan niet openlijk haar dood moesten afkondigen door te zeggen dat zij tijdens haar slaap overleden was. Uiteindelijk zag men dat het meisje om de twee uur diep inademde.

          Men wachtte veertig uren, schrijft Immaculée Ilibagiza en in de vroege ochtend, juist na zonsopgang, van Paaszondag, werd zij wakker. De cacatonische staat had precies 40 uur geduurd. Toen zij wakker werd, stond zij uitzonderlijk fris op, wenste iedereen een Zalig Paasfeest en ging zij naar de Heilige Mis, waarbij de plaatselijke priester opmerkte dat er zich een kruis vormde op haar voorhoofd.

          Salima behoort niet tot de drie, door de kerkelijke commissie, "goedgekeurde zieners" [er waren zeven zieners], maar twee ervan, die wel werden goedgekeurd, Alphonsine Mumoureke en Anathalie Mukamazimpaka, ondergingen hetzelfde fenomeen.

          Alphonsine, het eerste meisje die een dergelijke extase meemaakte en ook als eerste Maria zag [28 november 1981], had deze ervaring op haar zeventiende verjaardag, waarbij zij diep insluimerde met een onmogelijk lage hartslag en onzichtbaar ademde. Vooraleer zij deze ervaring beleefde, moest zij van Maria de plaatselijke overheid inlichten om haar niet dood te verklaren en te begraven, en alhoewel ze wel degelijk deze boodschap had overgebracht, waren de omstanders er van overtuigd dat ze keken naar haar dode lichaam.

          Haar lichaam vertoonde de kenmerken van "rigor mortis" [lijkstijfheid] en zes man waren niet in staat om het tengere meisje op te tillen. Abt Augustin Misago, die later de bisschop zou worden die de onderzoekscommissie zou leiden, was hiervan, samen met twee andere priesters en een aantal anderen, ooggetuige. Leden van de pers waren eveneens aanwezig. Dit duurde zo achttien uur toen het meisje plots levendig opstond.

          Wat de zienertjes terwijl meemaakten was, in de ware zin van het woord, ontzagwekkend. Ze getuigden dat ze de hemel, de hel en het vagevuur hadden gezien.

          "De eerste plaats waar Maria mij naartoe nam was donker en erg angstaanjagend," aldus Alphonsine [waarvan de echtheid door de Heilige Stoel werd erkend] "en gevuld met schaduwfiguren en gekerm van treurnis en pijn. De Heilige Moeder noemde dit de Plaats van de Wanhoop en waarvan het pad naar de andere richting dan Gods licht leidde.

          "We reisden langs de sterren tot we bij een plaats kwamen, gevuld met gouden licht, vreugde en geluk en liederen, door zovele vreugdevolle stemmen gezongen, dat ik het gevoel had dat alle zielen die ooit hadden geleefd, lof zongen over de Heer." Het was ongeveer hetzelfde gevoel waarvan vele mensen getuigen die een bijna-doodervaring meemaakten. Zowel een eerdere bisschoppelijke brief, als een pauselijke gezant, keurden deze verschijning goed.

          En ondertussen was er nog Anathalie, wiens "reis" zeven uur duurde. Toen zij ontwaakte, zegde zij dat zij zeven mannen, met een mantel gekleed, had ontmoet, die haar vertelden dat zij over de aarde waakten. Daarnaast aanschouwde zij miljoenen mensen, in een wit gewaad, in een overweldigende gelukzaligheid. Het gebied met de engelen werd door Maria "Isangano" genoemd, de "plaats van eenheid" [een uitzonderlijk hoge sfeer], terwijl de miljoenen mensen zich in het "Isenderezwa z'byushimo"-gebied bevonden, of "de plaats van Gods dierbaren."

          "De laatste plaats waar we terecht kwamen was een 'schemerland', met een soort onaangenaam roodachtig licht, dat me deed denken aan gestold bloed," getuigde Anathalie. "De hitte, die uit deze wereld opsteeg, was verstikkend en droog en de vlammen sloegen mij om het gelaat. Ik had het gevoel alsof mijn huid brandde en barstte. Ik kon de ontelbare menigte, die deze ellendige plaats bewoonden, niet langer aanschouwen, omdat hun leed en smart mij zo'n pijn deed. Maria heeft de naam van deze plaats niet genoemd...maar ik wist dat dit de hel was."

          Deze beschrijving gaat verder dan de beschrijving van de hel door de herdertjes van Fatima. Deze "plaats van hitte" was "voor hen die nooit enige aandacht aan Gods liefde hadden geschonken."

          Dit is boeiende informatie, een beschrijving van een verschijning waar iedereen zou moeten over nadenken. Het zou ons eveneens moeten doen aanzetten om te bidden voor hen die zijn heengegaan, vooral tijdens deze vasten. Zijn er enige atheïsten die meelezen, of vreest u uw "trots" te verliezen?


          Laat ons terugkeren naar de Hemel: "Jezus nam me op naar de Hemel, maar ik heb geen woorden om te omschrijven op welke wijze", aldus Vestine. "Ik zag kleuren die ik nog nooit had gezien en aanhoorde muziek die ik nog nooit had gehoord, als kleuren. Ik weet niet hoe ik dit gevoel moet uitleggen omdat ik het nooit eerder heb meegemaakt.

          Hoe kan ik omschrijven hoe het voelt om "water in te ademen" en "lucht te drinken?" Eén ding kan ik echter wel zeggen: "ik smeekte Jezus uit de grond van mijn hart om daar te mogen blijven, maar Jezus zei me dat het mijn tijd nog niet was en zo moest ik deze plaats achterlaten. Ik heb nooit iets droeviger meegemaakt."

          Toen werd er aan Vestina gevraagd waarom zij er zo gelukkig uitzag. "Omdat ik weet dat ik ooit terug naar de Hemel zal gaan," antwoorde ze, "en deze keer voor eeuwig."

          Tijdens deze verschijningen vestigde de Heilige Moeder, vreemd genoeg, de aandacht op de "Rozenkrans van de Zeven Smarten", een vroeger gebruik dat zij de kinderen opnieuw aanleerde met het dragen van een zwarte Rozenkrans. De Rozenkrans van de Zeven Smarten telt zeven maal zeven kraaltjes, met drie bijkomende kraaltjes en een kruis. Deze wordt gebeden als aandenken aan de zeven smarten van Maria en voor het bekomen van oprecht berouw over onze zonden:

          1. Een week na Jezus' geboorte moet hij in de tempel aan God worden opgedragen. Op het moment dat Maria en haar man Jozef op het tempelplein arriveren, verschijnt daar de oude Simeon. Hij neemt het kind in zijn armen en dankt God met de woorden: "Laat uw dienaar nu maar, Heer, naar uw woord in vrede gaan. Want op dit moment hebben mijn ogen uw heil aanschouwd, dat U voor alle volken hebt bereid. Een licht dat voor de heidenen straalt; een glorie voor uw volk Israël." En tot de verbaasde Maria sprak hij: "Zie, dit kind is bestemd tot val of opstanding van velen in Israël, tot een teken dat weersproken wordt, opdat de gezindheid van vele harten openbaar mag worden. En ook uw eigen ziel zal door een zwaard worden doorboord."
          [Lukas 02,22-35]

          2. Enige tijd na Jezus' geboorte verschijnen er wijzen uit het oosten. Zij dienen zich aan bij koning Herodes met de vraag, waar de pasgeboren koning van de Joden te vinden is, want - zeggen zij - "wij hebben zijn ster in het oosten gezien". Herodes schrikt en heel Jeruzalem met hem. Hij is niet een geboren koning, hij heeft het koningschap gekocht. Hij besluit het kind te doden en stuurt de wijzen naar het nabijgelegen plaatsje Bethlehem, want daar moet het kind volgens de heilige boeken geboren zijn. En hij vraagt hen, of ze na afloop terug willen komen, "want dan kan ook ik het hulde gaan brengen". De wijzen aanbidden het kind, maar gewaarschuwd door een engel, dat Herodes het kind wil doden, gaan zij niet meer bij hem langs: zij keren langs een andere weg naar huis terug. Herodes bemerkt dat hij bedrogen is en geeft zijn leger bevel alle kinderen onder de twee jaar in en om Bethelhem te doden. Jozef krijgt een droom waarin een engel hem aanspoort het kind en zijn moeder te nemen en te vluchten naar Egypte. Daar moeten ze blijven tot Herodes gestorven is en het gevaar geweken. [Matteus 02,01-21]

          3. Als Jezus twaalf jaar is, reist hij bij gelegenheid van het paasfeest met zijn ouders mee naar Jeruzalem. Hij wordt zo geboeid door de gesprekken met de leraren en schriftgeleerden, dat Hij alles om zich heen vergeet. Op de terugweg bemerken zijn ouders dat hij niet ergens anders in de karavaan met familieleden meereist, en dodelijk ongerust keren ze terug naar Jeruzalem. Na drie dagen zoeken vinden ze Hem, nog altijd gezeten tussen de leraren, die verbaasd staan over zijn begrip en zijn antwoorden. Zijn ouders stonden perplex en zijn moeder zei: "Maar kind, waarom heb je ons dit aangedaan? Moet je kijken met hoeveel smart je vader en ik naar je hebben gezocht?" Maar hij antwoordde: "Wist u dan niet dat ik in het huis van mijn vader moest zijn?" [Lukas 02,41-52]

          4. Omdat Jezus veel kritiek had op de schijnheiligheid van de religieuze leiders van zijn dagen, had Hij zich veel vijanden gemaakt. Uiteindelijk wisten ze Hem te pakken te krijgen en aan de Romeinse overheid voor te geleiden. Ze bewerkten de stadhouder Pilatus, zodat deze besloot Hem te laten kruisigen, ondanks het feit dat hij erkende geen schuld in Hem te vinden. Jezus moest zelf zijn kruis dragen naar de plaats van de terechtstelling even buiten Jeruzalem. Lukas vertelt, dat Jezus zelfs in die situatie kans zag wenende vrouwen te troosten [Lukas 23,27-31]. Hoewel geen van de evangelisten het uitdrukkelijk vertelt, heeft Hij volgens de overlevering op die kruisweg ook zijn moeder Maria ontmoet: een smartelijk gebeuren.

          5. De evangelist Johannes vermeldt uitdrukkelijk, dat Jezus' moeder onder het kruis stond op het moment dat Hij stierf: "Toen Jezus zijn moeder zag, en naast de leerling die Hij liefhad, zei Hij tot zijn moeder: "Vrouw, ziedaar uw zoon. Vervolgens zei Hij tot de leerling: "Zie daar uw moeder." En van dat ogenblik nam de leerling haar bij zich in huis. [Johannes 19,26-27]

          6. Toen Jezus na zijn dood van het kruis werd afgenomen, legde men Hem in de schoot van zijn moeder. Ook dit wordt niet verteld door de evangelisten. Maar het tafereel is vooral in de middeleeuwen vaak afgebeeld. Zo'n afbeelding van Maria in droefheid met de dode Jezus op haar schoot noemt men een Pietà.

          7. Tenslotte werd Jezus in een nieuw graf gelegd. Als Maria onder het kruis stond, was ze daar natuurlijk ook bij aanwezig. Dat is de zevende smart.

          De drie bijkomende weesgegroetjes zijn toegevoegd ter herinnering aan de tranen die Maria liet omwille van het lijden van haar Goddelijke Zoon.

          Ook vroeg de Heilige Moeder aan Anathalia om het boek te lezen "Over de navolging van Christus [De Imitatione Christi]" van de Nederlander Thomas a Kempis [eigenlijk Thomas van Kempen], geboren te Kempen rond 1380 en overleden te Zwolle op 24 juli 1472. Hij was een middeleeuwse augustijner kannunik, kopiist, schrijver en mysticus en lid van de spirituele beweging van de Moderne Devotie. Zij vroeg aan het kind om, op een later tijdstip, het boek op een willekeurige bladzijde te openen en de eerste woorden die ze zou lezen diep in het hart te plaatsen.

          Aan Marie-Claire verklaarde Maria dat "deze Rozenkrans een heel bijzondere betekenis inhield" en "dat ze haar spoedig zou onderrichten hoe deze te bidden. Het gebruik verwijst naar het Feest van Maria Zeven Smarten, dat valt op 15 september, daags na het Feest van de Kruisverheffing en verwijst naar het moment dat Maria door de engel Gabriël werd gevraagd of zij de Moeder van Jezus wilde worden: toen werd Zij vervuld van een grote vreugde. Zij zong een beroemde lofzang voor God, het Magnificat ('Mijn ziel prijst hoog de Heer...': Lukas 01,26-38.46-56). Net als Haar zoon Jezus is Haar het lijden niet bespaard gebleven. Maar dat had niet het laatste woord over Haar. Integendeel, zij is door het lijden heen een vrouw van de liefde geworden. De Kerk noemt Haar 'de eerste van de gelovigen', 'beeld van de kerk zelf'. In Haar smarten kunnen de gelovigen hun eigen verdriet herkennen; zij kunnen in hun gebed hun toevlucht nemen tot Maria en Haar vragen voor hen bij de Heer een goed woordje te doen: Zij weet wat het is verdriet te moeten doormaken. Wij zouden Haar het geheim kunnen vragen om door het lijden heen te groeien in liefde en geloof.

          Daarom heeft de geloofsgemeenschap vaak stilgestaan bij de momenten van verdriet in het leven van Maria. Uiteindelijk zijn ze samengevat in zeven momenten van smart, die hierboven zijn beschreven.

          "Het jonge meisje, Marie-Claire, gaf ons zeer ernstige boodschappen door, waaronder een waarschuwing voor de mensen dat het einde van deze tijden nabij is [niet te verwarren met het einde van de wereld] en dat velen onder Gods kinderen in zonde zijn vervallen," aldus Immaculée Ilibagiza, die eveneens een bestseller schreef over de verschrikkelijke brurgeroorlog in Rwanda. "Maria vertelde aan het meisje dat Zij naar deze plaats was gekomen om de harten terug tot God te brengen en de mensen aan te moedigen om deze Rozenkrans te bidden, wat het meest belangrijke gebed is om Gods liefde te ontvangen, onze bekering te verkrijgen en in onze strijd tegen het kwade."

          Wat een vernedering voor een atheïst als hij dit leest. Hij die zich moet "vernederen" tot het bidden van een eenvoudig gebed en zijn "trots" moet opgeven.

          De verschijning voorzag met een uiterste nauwkeurigheid de allesvernietigende burgeroolog in Rwanda. Er werden buitengewone zonnewonderen gezien door alle aanwezigen [op een dag gebeurde dit zelfs onder een zwaarbewolkte hemel terwijl er zachte regen viel en waarbij alle zieken genazen].

          "De Rozenkrans der Zeven Smarten houdt alle kracht in die nodig is om een wending te geven aan uw leven, om vrede en vreugde te bekomen en in staat is om al uw ware potentiële dromen te verwezenlijken," aldus nogmaals de auteur die zegt het te kunnen weten omdat "hij uit ervaring spreekt als Maria belooft dat u, bij het bidden van deze wondermooie Rozenkrans, de genaden die u ontvangt ontelbaar zijn."

          Naar verluidt zou Maria er in het bijzonder de nadruk op hebben gelegd, dat deze Rozenkrans er niet enkel is voor de Katholieken maar voor hen van alle geloof. "Wat ik u vraag is berouw te hebben", zei de Maagd van Kibeho, "Als u ernstig medideert tijdens het bidden ervan zult u de kracht vinden om berouw te hebben over uw zonden en uw harten te bekeren." Maria zei ook "dat gebeden geen enkel nut hebben als ze niet uit het diepste van het hart komen, en u kunt uw harten niet openen voor de Heer zonder nederig te zijn." Zij vroeg om deze Rozenkrans elke dinsdag [de dag van de eerste verschijning] en elke vrijdag te bidden.


          Een sleutelliedje dat de zienertjes werd onderwezen hield de volgende tekst in: "De Heilige Moeder is waarlijk de Maagd. Ik zal bidden voor Haar hulp de hele dag en nacht. Ik zal bidden voor Haar hulp in smart. Ik zal met elke adem bidden voor Haar hulp."

          "De wereld is doof geworden en wil de waarheid van het Woord niet horen", zei Maria, die kwam als "de Moeder van het Woord."

          "De mensen van vandaag weten niet eens meer hoe ze zich moeten verontschuldigen voor het kwade dat ze door hun zonden aangericht hebben. Elke keer opnieuw en opnieuw nagelen ze de Zoon van de Heer aan het Kruis. Dat is de reden waarom Ik naar hier ben gekomen, vooral hier in Rwanda, waar Ik nog nederige zielen kan vinden en mensen die niet gehecht zijn aan geld en weelde om Mijn woorden met open harten te aanhoren. Bid de Rozenkrans om de genade van het berouw te verkrijgen."

          Tijdens de door de Kerk goedgekeurde verschijning te Kibeho, Rwanda, vestigde de Heilige Moeder er bij één van de zieners, Anathalia Mukamazimpaka, diverse malen Haar aandacht op dat het meisje het mystieke boek moest zien te vinden "Over de navolging van Christus [De Imitatione Christi]", het boek op een willekeurige bladzijde te openen en elke keer de eerste woorden die ze zou lezen "diep in haar hart te bewaren." Wat een enige manier van toewijding is dit: "open het op een willekeurige bladzijde, lees het, prent het in uw gedachten en beleef het." Wondermooi!

          Dit verhaal is bevestigd door Anathalia zelf en zij beleeft het dagelijks.

          Dit klassieke boek is geschreven door een Nederlandse monnik, Thomas a Kempis [eigenlijk Thomas van Kempen], geboren te Kempen rond 1380 en overleden te Zwolle op 24 juli 1472. Hij was een middeleeuwse augustijner kannunik, kopiist, schrijver en mysticus en lid van de spirituele beweging van de Moderne Devotie. Het boek werd rond 1412 gepubliceerd en het trok de aandacht van meerdere heiligen, onder wie de heilige Ignatius van Loyola. Er wordt verteld dat dit boek, na de Bijbel, de meest vertaalde Christelijke literatuur is. De beroemde pastoor van Ars, de Heilige Jean Vianney, die nog dit jaar patroonheilige wordt van alle priesters ter wereld [niet alleen meer van de parochiepriesters], ging nergens heen zonder dit boek.

          Reeds op de eerste willekeurige bladzijde dat men openslaat vertelt "De imitatione Christi" hoe men het "berouw over onze zonden" moeten beleven in onze "geheime kamers."

          We weten allen hoe belangrijk het is om "geestelijke lucht [en zuiverheid]" in te ademen in de geheime kamers van onze harten. Deze geheime kamers hebben ondoordringbare muren...het diepste "ik".

          "In deze kamer zult u grote genaden vinden die u gemakkelijk kunt verliezen in de buitenwereld," schreef deze monnik, midden in zijn dialogen met Jezus. "Als het geloof er in woont zal dit zoet en aangenaam in u groeien en een heel goede vriend voor u zijn in de toekomst. Als u in het begin dikwijls in deze kamer verblijft en dan blijft volhouden in gebed en heilige bezinning, zal het daarna een heel bijzondere vriend zijn en één van uw meest bijzondere aanmoedigingen."

          "Uit de stilte en de rust van het hart, haalt een toegewijde en vrome ziel veel voordeel en leert deze de verborgen betekenis van de Bijbel kennen en zal deze er eveneens veel zoete tranen van vroomheid uit halen, waarmee de ziel zich zelf elke nacht kan wassen en zeer machtig zuiveren van elke zonde, waardoor deze meer vertrouwd zal worden met God, tot op dat niveau, dat deze gescheiden wordt van elk luidruchtig lawaai van de wereldse aangelegenheden. De Heer en Zijn engelen zullen steeds dichterbij komen en bij hen verblijven die, uit liefde voor de deugdzaamheid, zich terugtrekken uit hun kennissenkring en hun omgeving van wereldse vrienden."

          "Het is beter voor iemand om afgezonderd te leven en goed zorg te dragen voor zich zelf, dan dat deze persoon anders misschien mirakelen zou verrichten in het wereldse. Het is eveneens lovenswaardig voor elk godsdienstig persoon om zelden scheep te gaan met en zichtbaar te worden voor anderen."

          "Sluit de deur van uw ziel, namelijk uw verbeelding, goed af, en scherm uw voorzichtig en zoveel mogelijk af van het aanschouwen van alle wereldse zaken, om daarna uw gedachten op te lichten tot de Heer en Jezus. Open uw hart in alle geloof voor Hem en verblijf met Hem in uw kamer, want er buiten zult u nooit zoveel vrede vinden."

          Deze "geheime kamer" kunnen we eveneens zien als een reusachtige, geestelijke opslagplaats, bekleed met het sterkste en edelste metalen, complexe kunstwerk van de Hemel, opgebouwd uit bezinning en gebed en geloof. Bouw deze plaats. Ga erheen voor aanmoedigingen, vooral tijdens deze vasten. Breng er lange perioden van gebed in door. Laat u door niets verstoren. Laat u door niets van deze vreugde beroven. Bouw het en bid er diep in. Het is uw ware plaats van "veilig gevoel", uw plaats van "belevenis" en het meest echte toevluchtoord, ondanks wat het wereldse uitstraalt.

          Dilemma

          De verschijningen in Kibeho, Rwanda stellen iedereen voor een dilemma: wat met de apocalyptische aanwijzingen? Er waren zeven zieners die een sleutelrol speelden: zij waarvan iedereen weet dat ze tijdens de eerste maanden van de gebeurtenissen, die begonnen op 28 november 1981, Maria hebben gezien. Enkel drie van de zieners werden weerhouden in de officiële Kerkelijke goedkeuring van deze fascinerende verschijning, Alphonsine Mumereke, Anathalia Mukamazimpaka en Marie-Claire Mukangango. Vier ervan werden niet goedgekeurd [maar echter nooit veroordeeld].

          Ontzagwekkende gebeurtenissen werden doorgegeven door minstens twee van de vier niet door de kerk goedgekeurde zieners [meer dan waarschijnlijk omdat het nog over toekomstige gebeurtenissen gaat die nog moeten gebeuren]. Dit is een grote uitdaging voor u. Is het werkelijk mogelijk dat de omstandigheden, de apocalyptische omstandigheden, die hier werden voorspeld zich aftekenen aan de horizon?

          Er is hier reeds geschreven over het prachtige boek, "Our Lady Of Kibeho," met details over de verschijningen [en sommige van de voorspellingen]. Een ander boek, "Kibeho, Rwanda: A Prophecy Fulfilled,", geschreven door Vader Gabriel Maindron, kwam reeds in 1996 uit en bevatte meer informatie over de profetische aanwijzingen, zowel als de meerdere waarschuwingen over het materialisme, dat nu begint weg te smelten voor onze ogen.

          "De mens is dwaas, dol op wereldse goederen, en er zich niet van bewust dat de dag komt dat we er afstand moeten van nemen," zou de Heer naar verluidt hebben gezegd tegen Emmanuel Segastashya, een van de niet officeel erkende zieners, die beweerde een verschijning te hebben gehad van Jezus. "Hij jaagt op wind. De bezittingen van deze aarde zijn enkel as, terwijl de echte rijkdom in de rijkdom van het hart ligt."

          Tegen een andere, niet-erkende ziener, zou de Heer naar verluidt hebben gezegd: "zo veel kwaad wordt er veroorzaakt door het geld. Veel te veel mensen stellen hun vertrouwen in aardse goederen. Het resultaat van deze aanbidding van het geld is de ongeoorloofde sex en andere zonden," werd aan de zieners medegedeeld. Rwanda en de rest van de wereld, ondergingen straffen. Over de huidige tijd werd er gezegd dat het een "tijd van genade" is.

          "Zij herinnert er ons aan," zegt Vader Maindron, "dat geld en de bezeten invloed ervan op ons leven, vaak aan de basis liggen van de huidige problemen. Wij hebben toegestaan dat het ons leven beheerst, zijn er slaaf van geworden en staan er ten dienste van, terwijl we enkel God zouden moeten dienen. Het geld is onze afgod geworden."

          In Kibeho was niet het geld het probleem,want deze plaats van verschijning werd uitgekozen voor de eenvoud en de armoede, vertelde Maria aan de zieners, maar er heerste een haat tussen de stammen [Hutus en Tutsis] en de zonde van het vlees in Rwanda, dat zijn straf kreeg onder de vorm van een waanzinnige burgeroorlog die volgde op de verschijningen.

          Zowel de "erkende" als "niet-erkende zieners" waren het eens over de zuivering. Hetzelfde wordt steeds herhaald in Medjugorje, dat een aantal maanden eerder begon als de Kibeho-verschijningen. Maar hoe apocalyptisch zullen de gebeurtenissen zijn?

          Gingen de boodschappen enkel over de massale militaire afslachting van honderdduizenden mensen in Rwanda en Kibeho, waaronder twee van de zieners, of zijn er boodschappen die naar wereldgebeurtenissen verwijzen die nog moeten komen?

          Jezus heeft tegen Emmaniel, die werd gedood in de oorlog, gezegd : "Het is hij die het kwade doet die het vuur zal aanwakkeren. Spoed u om het goede te doen, want op een dag zal satan uit deze wereld verdwijnen, en en zult u nooit weer worden in verleiding gebracht. Haast u, want de tijd is kort. Vandaag is de wereld vol van haat en u zult weten dat Mijn tijd nabij is, wanneer u over de godsdientoorlogen zult horen en u deze zult zien. Weet dat Ik dan zal komen, want niets zal deze oorlogen kunnen doen stoppen. Weet dat het niet gemakkelijk zal zijn om Mij te herkennen, maar er zullen tekenen zijn die u zullen helpen on Mij te kennen: ik zal komen als een voorbijganger, maar als Ik langs een dove zal gaan, zal deze horen en als Ik langs een blinde ga, zal hij zijn ogen openen en zien. Als Ik langs een moeder kom, zal zij vreugde vinden. Hij die van Mij houdt zal mij vinden, zelfs wanneer hij zich onder een brug bevindt. Zelfs wanneer u zich onder een heuvel bevindt, zal Ik u vinden. Vertel aan alle mensen dat er niet veel tijd rest en dat Ik spoedig zal terugkomen."

          Emmanuel, een ongelovige vóór de verschijningen, zegt dat hij een vreemde man in een kleed heeft ontmoet, die hij voor Jezus nam, op 2 juli 1982, tijdens zijn terugweg van het veld waar hij bonen van de staken trok.

          Sommige van de boodschappen waren opzienbarend en ze kwamen niet alleen van niet-erkende zieners. Eén van de erkende zieners, Alphonsine Mumereke, de eerste die Maria zag op 28 november 1981 en die gekend staat als de "hoedster over de geheimen", zegt in het boek van Maindron, "dat de wereld tot een einde komt en dat Jezus' terugkeer heel nabij is."

          Zei Aphonsine, nu een kloostersuster, dit werkelijk? En zo ja, wat denkt de bisschop hierover? Andere profetieën spraken over ernstige gebeurtenissen, en misschien zelfs over een openbaring van Jezus, maar niet het einde. De verklaringen zouden gemakkelijk kunnen worden afgedaan, indien ze niet in verband stonden, hoewel niet officieel, met deze een van de meest sterke, erkende verschijningen sinds jaren, door Rwandese de bisschop Augustine Misago, in het Vaticaan zelf, op 29 juni 2001, na door de handen te zijn gegaan van kardinaal Ratzinger [nu Paus Benedictus XVI], die destijds Voorzitter was van de Congregatie voor de Geloofsleer.

          "Zij zei om uw persoonlijke bezittingen in te pakken, want de resterende tijd is kort", in het boek van Vader Maindron, over een andere niet-erkende zienster, Vestine Salima. "Wanneer God u zal roepen, zult u niet de tijd hebben om de dingen mee te nemen en zult u deze moeten achterlaten."

          "Reizigers!", zei Maria verder, "Waarom terugkijken naar wat hebt u achtergelaten? Neem nu uw bagage want de rest van de weg is kort. Kijk vooruit, want het geluk bevindt zich voor u." En dan is er deze geheimzinnige zin, in deze verschijning die zoveel te doen heeft over een vernietiging door vlammen [er werd zelfs een vulkaan genoemd]: "Als u geen toevlucht zoekt tot God, waar zult u dan heengaan wanneer het vuur zich overal verspreidt?", aldus Vestine.


          En zo heeft Rwanda, naast ons land [naast onze voormalige kolonie Congo, waren Rwanda en Burundi onder de VN vroegere mandaatgebieden van België], ook voor onze Noorderburen een heel bijzondere betekenis.

          De verschijningen bleven uiteindelijk 7 jaar duren tot 28 november 1988.

          De erkende zieners zijn:

          Alphonsine Mumureke
          Anathalie Mukamazimpaka
          Marie-Claire Mukangango [vermoord in Byumba, 1994]

          De overige zieners zijn:

          Stephanie Mukamurenzi [heeft thans een ongekende verblijfplaats]
          Agnes Kamagaju
          Emmanuel Segatashya [vermoord tijdens het ontvluchten van de hoofdstad Kigali , 1994]
          Vestine Salina

          In 1994 brak de hel los. De volkerenmoord door de extremistische Hutumilities kostte het leven aan naar schatting een miljoen Rwandezen, voornamelijk Tutsis en gematigde Hutus. "Op 14 april 1994 vond er in Kibeho hier een volkerenmoord op reusachtige schaal plaats. Twaalfduizend, misschien zelfs tot twintigduizend mensen stierven in deze streek. Het gebeurde vooral hier, in de kerk vóór ons, waar velen een toevluchtsoord zochten tegen de moordenaars, in de hoop dat een heilige plaats zoals een kerk, zou worden geëerbiedigd."

          In 1995 greep in Kibeho opnieuw een slachting plaats. Onder het oog van de VN vredesmacht werden door het Rwandees Patriottisch Leger 2000 tot 4000 Hutus gedood bij de ontruiming van een vluchtelingenkamp.

          Rwanda en de Tweede Komst van de Heer

          Als men wordt gedragen door een golf van genade bij het bezoeken van een plaats waar Maria is verschenen, lijkt dit een sterk teken dat van dit oord een ongebruikelijke kracht uitgaat. Zoiets is het geval te Kibeho in Rwanda.

          Maar wat met de zieners? Zij blijven het voorwerp van een raadsel. Van de oorspronkelijk zeven [maar daarna een dozijn, gevolgd door een uitbarsting van zeventig zieners] zijn er tot op vandaag maar drie die de goedkeuring wegdragen van de plaatselijke bisschop en Rome. En zo moeten we voorzichtig blijven. Alhoewel, een aantal zieners had ervaring met gebeurtenissen die nog moeten komen en, zoals de lezer weet, staat het Vaticaan nooit bij onthullingen te springen om ze goed te keuren, wanneer ze nog moeten plaatsvinden. Er zijn genoeg voorbeelden de laatste tijd. Ik noem er maar drie: Garabandal, Medjugorje, Anguera ...

          Eén van dergelijke gevallen betreft de ziener Emmanuel Segastashya die doodgeschoten werd tijdens de genocide van 1994. Segastashya is een uiterst fascinerend geval omdat Hij de eerste was die een ontmoeting had met de Heer, op 16 september 1982, terwijl hij de koeien oppaste en door een bonenveld ging. De jongen was niet gelovig opgevoed en was ongeschoold, een zwerver die geen enkel idee had over het Christendom. De Heer verscheen aan Emmanuel in een zwart kleed, in de plaatselijke klederdracht, in een onbeschrijfelijk licht. Hij leerde hem het Kruisteken, het Onze Vader, het Weesgegroet, de zonde, de liefdadigheid en het sacrament van de biecht aan, in zo’n omvang dat de tiener, uit een land van hutten uit modderstenen, langdurig kon spreken over deze onderwerpen.

          Segastashya wekt ook nog belangstellling omdat hij voorzag dat de wereldgeschiedenis tot een climax zal komen, samen met de Tweede Komst. En dat is een territorium waar de Kerk heel omzichtig mee omgaat, zo omzichtig dat men zich afvraagt of dergelijke voorspellingen de beslissing van het bisdom heeft beïnvloed om Segastashya [die heel wat impressieve karaktertrekken had] tot op vandaag niet op te nemen in de goedgekeurde verschijning.

          Informeel wordt van één van de goedgekeurde ziensters gezegd dat ze hetzelfde onderwerp heeft aangehaald en eveneens Jezus heeft gezien. De Kerk erkent enkel de verschijning van Maria, de Moeder van het Woord, te Kibeho.

          Segastashya citeerde Jezus die zei: "Ik zal komen als een reiziger, maar als Ik voorbij een dove ga, zal hij horen. Als Ik voorbij een blinde ga, zal hij zijn ogen openen en zien. Als Ik voorbij een Moeder ga, zal ze vervuld zijn van vreugde. Hij die onder een brug ligt ... Ik zal hem vinden. Laat het niet gezegd zijn dat iemand op de top van een berg moet wonen, omdat God deze plaats misschien niet kan bereiken. Zelfs als u zich onder een heuvel bevindt, zal Ik u vinden."

          Merkwaardig vertelde Jezus aan Segastashya dan hij spoedig zou sterven [wat gebeurde en niet kan worden ontkend]. Segastashya citeerde verder de Heer die zei: "Vertel de mensen dat er niet veel tijd over is. Ik zal spoedig terugkeren. Wees dus gehaast om goed te doen, want op een dag zal satan uit deze wereld verdwijnen en zult u nooit meer worden in verleiding gebracht. Haast u, er blijft niet veel tijd over. Wees niet bevreesd, maar heb geloof! Want hij die goed doet zal met Mij naar de Hemel gaan. Vandaag is de wereld vol van haat en u zult weten dat Mijn terugkeer nabij is, dat Ik onderweg ben, wanneer u de oorlogen van de godsdienst zult zien. Weet eveneens dat het niet makkelijk zal zijn om Mij te herkennen. Er blijft niet veel tijd over om u voor te bereiden op het Laatste Oordeel.

          Omdat Emmanuel niet werd goedgekeurd, moet u deze boodschap ook in dat licht overwegen.

          Terwijl de drie goedgekeurde zieners nooit hebben bevestigd dat de Heilige Moeder hen heeft verteld dat we de Tweede Komst nadert, blijft dit thema wel overeind omdat een andere zienster van de oorspronkelijke zeven, Agnes Kamagayu, de Tweede Komst openlijk blijft bevestigen.

          Bij alle zieners was er sterke waarschuwing over het jagen naar de rijkdommen van deze wereld, dat een enorme factor speelt in de huidige neergang van de wereld [Kibeho zelf is enorm armoedig, de reden waarom Maria deze plaats koos]. Emmanuel zegt dat zij die kozen voor wereldse zaken, hiervan spijt zullen krijgen, misschien eerder dan ze denken. De grote kracht: gebed uit het hart.

          Van alle zieners te Kibeho is er één zienster die tot op vandaag nog verschijningen krijgt. Elk jaar op 15 mei in de kerk van Sint Rochus te Brussel. Zij woont in de Ambachtsliedenstraat 7 te 1050 Brussel. Haar naam: Valentine Nyiramukiza.

          Het was ook op 15 mei in 1982 toen Onze Lieve Vrouw van Kibeho, tijdens een acht uur durende verschijning, verschrikkelijke scènes toonde van de komende genocide, een verschrikkelijke gebeurtenis die zou komen in de nabije toekomst: mensen die elkaar doodden, verlaten lichamen zonder dat iemand ze begroef, bomen in vuur, een open afgrond, een monster, "een rivier van bloed," en onthoofde mensen.

          Op 6 april 1994 werd een vliegtuig met daarin de Rwandese president Juvénal Habyarimana en de president van Burundi Cyprien Ntaryamira neergeschoten tijdens de voorbereiding om te landen in Kigali. Beide presidenten stierven toen het vliegtuig neerstortte. Beide presidenten hadden plaats moeten nemen in het toestel van Rwanda omdat het toestel van Burundi "toevallig" stuk was geraakt. Eigenaardig was het feit dat een Burundees reeds plaats nam in het Rwandees toestel alvorens het defect werd gemeld. De moord op de Rwandese president was het startsein voor de aanvang van de genocide. De hel brak los.

          Op 7 april 1994 gaf Roméo Dallaire, de leider van UNAMIR, opdracht aan tien Belgische VN-soldaten om de nieuwe president en voormalig minister-president, Agathe Uwillingiyimana, te beschermen. De soldaten werden echter onderschept en gegijzeld door Hutu-extremisten, waarna Agathe en haar man werden vermoord. Later die dag werden de Belgische soldaten dood gevonden. Van 6 april tot half juli 1994 kwamen, in een periode van ongeveer honderd dagen, tussen de achthonderdduizend en het miljoen Tutsi's [de stam van de zieners] en gematigde Hutu's om het leven.

          De "Rivier van Bloed" verwijst naar de Kagera rivier. Talloze onthoofde lichamen werden gewoon in deze rivier gedropt. Velen onder hen waren vrouwen en kinderen, amper vijf à zes jaar oud. De Rusomo watervallen hadden op een bepaald ogenblik alleen maar een rode kleur van het bloed. Alphonsine Mumureke, aan wie Onze Lieve Vrouw het visioen over de "rivier van bloed" had getoond, vroeg aan Haar: "Stop! Stop! Alstublieft stop! Waarom vermoorden deze mensen elkaar? Waarom hakken ze op elkaar in?"


          06-03-1980
          Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Geur van Regen
          De Geur van Regen

          Er was een koude maartse wind, toen de dokter de kamer van
          Diana Blessing binnenliep. Zij was nog draaiering van de operatie.

          Haar echtgenoot David hield haar hand vast terwijl zij zich klaar
          maakten voor het laatste nieuws.

          Die middag had Diana, 24 weken zwanger, wegens complicaties
          een keizersnee ondergaan en er was een dochtertje geboren:
          Dana Lu Blessing

          Met amper 787 gram en slechts enkele cm groot was ze zeer prematuur.

          ¨

          Desondanks sloegen de woorden van de arts in als een bom:
          "Ik denk niet dat zij het zal halen," zei ze zo vriendelijk als het kon.

          "Slechts 10% dat de nacht door komt en zelfs dan,
          als ze het door een wonder toch haalt,
          zal haar toekomst er erg naar uitzien."



          Vol ongeloof luisteren Diana en David naar de uitleg van de arts:

          "Zij zou nooit kunnen lopen, praten, misschien blind zijn,
          waarschijnlijk verlamd en mentaal een achterstand hebben."

          Zij hadden zo lang gedroomd over een dochter in hun gezin.
          Nu zou, binnen enkele uren hun droom, ten einde zijn.



          Maar toen de eerste dagen voorbijgingen,
          kwam er noch meer bij:

          Zij konden Dana nog steeds niet aanraken.
          Zij konden de baby niet tegen de borst houden
          en hun liefde overdragen.

          Alles wat ze konden doen was bidden,
          Opdat God dicht bij het kleine meisje zou zijn.



          Terwijl de weken voorbij gingen
          kwam ze voorzichtig wat aan.
          Toen Dana 2 maanden oud was
          mochten haar ouders haar voor het eerst vasthouden



          En weer 2 maanden later, terwijl de artsen steeds vertelden,
          dat de overlevingskansen bijna nihil waren,
          mocht Dana naar huis, net zoals haar moeder voorspeld had.

          5 jaar later was Dana een klein pittig meisje
          met glinsterende ogen en een wil om te leven.
          Zij vertoonde geen tekenen van geestelijke achterstand
          zij was alles wat een kind kon zijn.



          Maar het einde van dit verhaal is het nog niet.

          Op een winderige middag, in de zomer van 1996,
           zat Dana op de schoot van haar moeder in een parkje,
          waar haar broertje Justin baseball aan het spelen was.
          Zoals gewoonlijk, was Dana aan het kwebbelen,
          toen ze plotseling ineens stopte en zei: "Ruik je dat?"

          Diana rook en antwoordde: "Ja, het ruikt naar regen"
          Dana sloot haar ogen en zei weer: "Ruik je dat?"



          En haar moeder zei: 'Ik denk, dat we straks nat worden.
          Het ruikt naar regen.
          'Dana schudde haar hoofd, raakte haar schouders aan en vertelde:
          "Neen, het ruikt naar Hem.
          Het ruikt naar God, toen ik met mijn hoofd op zijn borst lag"



          Tranen kwamen opzetten, toen Dana opsprong
          om met de andere kinderen te gaan spelen.
          Voordat de regen begon, hadden de woorden van haar dochter
          al bevestigd, wat de Blessing familie,
          in hun hart al hadden geweten.

          Tijdens de lange dagen en nachten van die eerste 2 maanden
          van haar leven, had God haar tegen zijn borst gehouden
          en het was Zijn geur die zij zich zo goed herinnerde.



          De liefde van God is een oceaan,
          Je ziet waar Hij begint, maar niet waar Hij eindigt.


          05-03-1980
          Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.satans opzet

          satans opzet




          03-03-1980
          Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Florida, Tree of Life, Disney's Animal Kingdom
          Florida, Tree of Life, Disney's Animal Kingdom

          Op het internet vindt men de wildste verhalen over deze boom, waarbij het om een echte boom met echte natuurlijke figuren zou gaan. Hij zou in een woud staan in Andra Pradesh, India. Dit verhaal is echter niet waar en op deze blogsite houden we van de waarheid.

          De boom bevindt zich in Disney’s Animals Kingdom, een themapark in Florida, USA. Deze kunstmatige boom, die samengesteld is uit diverse materialen ziet er onwaarschijnlijk levensecht uit. De boom is 45 meter hoog en is bestand tegen orkaanwinden. De stam bestaat uit 45 grote takken. Deze tellen op hun beurt samen 756 ondertakken die dan nog eens onderverdeeld zijn in 7891 eindtakken. De hele structuur is samengesteld uit 102.583 nagemaakte bladeren. Nog eigenaardiger is dat bedreven vakmensen 300 sculpturen van dieren aan de stam hebben toegevoegd en toch blijft de stam levensecht. In de stam is er zelfs een klein theater ingebouwd waar u een 3D-film kunt bekijken.



















          01-03-1980
          Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zuid Namibië: Kolmanskop
          Zuid Namibië: Kolmanskop

          Kolmanskop is een spookstad in Zuid Namibië, een aantal kilometers landinwaarts van de havenstad Lüderitz. Diamondkoorts toverde het plaatsje in 1908, van een verlaten woestijnplaats tot een bloeiend stadje om. In twee jaar tijd ontstond er midden de woestijn een stadje met casino, scholen, hospitaal, enz...

          Kort na de eerste wereldoorlog, toen de diamandverkoop begon te dalen, begon het stadje stilaan leeg te lopen. In de jaren vijftig was de stad volledig verlaten en begonnen de duinen opnieuw hun voormalige plaatsen op te eisen. Alles, behalve de huizen, zijn ondertussen begraven onder het zand. Het stadje blijft intussen een toeristische attractie.







          29-02-1980
          Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Hellemond
          De Hellemond

          Centralia bevindt zich in Columbia County in Pennsylvania. De plaats werd in 1860 gesticht en kreeg de naam "Bull's Head", genoemd naar een plaatselijke kroeg. Jonathan Faust opende Bull's Head Tavern in 1841 in het plaatsje Roaring Creek Township. Alexander W. Rea, een ingenieur die werkte voor de "Locust Mountain Coal And Iron Company", verhuisde er heen in 1854 en legde er allerlei infrastructuur aan. Tot 1865 was de officiële benaming Centerville, maar toen er dat jaar een postkantoor werd geopend, veranderde de naam in Centralia. De koolmijnen bleven actief tot begin van de jaren '60, toen de meeste mijnen sloten.

          Het plaatsje was ook het broeinest voor de "Molly Maguires", een geheime orde tussen 1860 en 1870. Alexander Rea, de stichter van het plaatsje, was een van hun slachtoffers en werd er vermoord op 17 oktober 1868. Diverse andere moorden en brandstichtingen vonden er in die periode plaats. Drie personen werden hiervoor veroordeeld en op 25 maart 1878 opgehangen.

          Het plaatsje telde in de bloeitijd 2000 inwoners. Er was een spoorweg, een bank, een postkantoor, winkels en een parochieschool. Er waren zeven kerken.

          Op Memorial Day 1962, die gevierd wordt op de laatste maandag van de maand mei, werd er in een verlaten mijnput, restafval in brand gestoken, maar het vuur breidde zich uit tot beneden de mijnschacht en verspreidde zich verder tot onder alle mijnen van het stadje. Diverse pogingen om het vuur te blussen, mislukten. In 1982 kreeg het plaatsje nationale bekendheid toen de twaalfjarige Tom Dombroski plots in de grond wegzakte en pas op het allerlaatste moment kon worden gered, vooraleer hij in een diepte van 45 meter zou wegzakken. Men schat dat de brand nog een honderdtal jaar zal blijven duren. Er heerst een constante stank van kolendamp. De inwoners zijn verhuisd naar nabijgelegen plaatsen zoals Ashland en Mount Carmel.









          27-02-1980
          Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rusland: Mysterieuze gaten
          Rusland: Mysterieuze gaten


          Sinds het einde van de jaren '80 vinden mensen vreemde, diepe gaten in de Russische wouden. Zij verschijnen in het ondoordringbare woud, op plaatsen die je met een auto, vrachtwagen of drilboor niet kan bereiken. Naast de diepe gaten is er geen enkele restgrond te vinden. Mensen die afdalen in de gaten komen, zeggen dat de gaten in de diepte stoppen en nergens heenlopen. Er is dan ook geen ernstige reden te bedenken waarom deze gaten verschijnen en waarvoor ze worden gebruikt.









          26-02-1980
          Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Turkmenistan, Darvaz: Deur naar de Hel
          Turkmenistan, Darvaz: "Deur naar de Hel"

          Deze plaats wordt door de plaatselijke bewoners "De Deur naar de Hel" genoemd. De plaats bevindt zich bij de kleine stad Darvaz in Turkmenistan. Het verhaal over deze plaats vangt 35 jaar geleden aan, toen onderzoekers boorwerken verrichten naar gas en hierbij plots uitkwamen op een ondergrondse holte, dat zo groot was dat al het materiaal en de inrichtingen werden meegesleurd in de diepe, diepe ondergrond. Niemand durfde af te dalen omdat de holte gevuld was met gas. De plaats werd in brand gestoken opdat er geen giftig gas zou kunnen ontsnappen uit het diepe gat. Sinds dan blijft het reeds 35 jaar branden, zonder enige onderbrekeing. Men heeft er enkel het raden naar hoeveel tonnen gas sindsdien zijn verbrand en de brand lijkt wel nog eeuwig te zullen blijven duren.





          Video


          25-02-1980
          Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Litouwen: De Kruisberg bij Siauliai
          Litouwen: De Kruisberg bij Siauliai, Litouwen

          Er staan meer dan 50.000 kruisen en het is geen begraafplaats. Zo'n 12 kilometer van Siauliai, in het noorden van Litouwen, vinden wij de "kruisberg". Deze berg telt een ontelbaar aantal kruisen. Over de juiste oorsprong is er nog steeds twijfel, maar algemeen wordt aangenomen, dat de eerste kruisen na 1831 werden geplaatst op de plaats waar vroeger het Jurgaičiai of Domantaifort stond, na een opstand tegen de Russen. Deze voor Litouwers heilige plaats, is het enige monument in zijn soort in de ganse wereld. Volgens de overlevering staat iedereen die, op de heuvel een kruis komt plaatsen, een gelukkig leven te wachten. Deze kruisen staan allen ingeplant rond een Mariabeeld. De Kruisberg is sinds het bezoek van Johannes Paulus II, op 7 september 1993, een beroemd bedevaartsoord. Hij noemde het een plaats van hoop, vrede, liefde en opoffering. Vlakbij werd er in in het jaar 2000 een Fransciscaanse kluizenaarsplaats opgericht, waarbij het interieur verwijst naar La Verna, de berg waar de Heilige Franciscus de stigmata ontving. De plaats is een niemandsland en daarom staat het de mensen vrij om er kruisen te plaatsen waar het hen past.






          24-02-1980
          Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.La Madonna del Ghisallo
          La Madonna del Ghisallo

          Vandaag wordt in de Noord-Italiaanse regio, rond het Como-, Lecco meer en Bergamo, één van de zwaarste en mooiste wielerklassiekers gereden, de Ronde van Lombardije. Voor de profs is het de laatste grote wielerwedstrijd in het jaar.

          Tussen enkele zware beklimmingen tot ruim boven de 1300 meter, liggen lastige en slopende heuvels. Daarmee is het een klassieker voor de ware klimmer. Eén van de hoogtepunten van deze klassieker is de steile beklimming vanaf het Lago di Lecco naar het wielerkerkje van de Madonna del Ghisallo (754m).

          De Tour heeft zijn Alphe d'Huez met zijn 21 haarspeldbochten, Parijs-Roubaix is gekend om het Arenbergbos en een Ronde van Vlaanderen zonder de "Muur van Geraardsbergen" is gewoonweg ondenkbaar, maar de Ronde van Lombardije heeft haar Madonna di Ghisallo. De legende zegt dat er tijdens de Middeleeuwen een plaatselijke graaf werd aangevallen door rovers, toen hij een verschijning zag van de Maagd Maria. Hij rende naar Haar toe en werd gered door het visioen. Sinds toen werd de Madonna del Ghisallo de Patrones van de reizigers. In 1949 slaagde de plaatselijke pastoor erin om Paus Pius XII ervan te overtuigen om haar de officiële titel van "Patrones van de Wielrenners" toe te kennen. Van toen af aan is de kapel een oord van gebed geworden voor heel wat wielrenners, gekend of niet gekend.



          De hele kapel is "versierd" met de gekste dingen die men kan bedenken, maar die zonder twijfel voor de personen zelf een uitzonderlijke emotionele waarde hebben. Men vindt er ook de fiets waarmee de Olympische Kampioen Fabio Casertelli in de Tour van 1995 verongelukte. In en rond de kapel vindt men er fietsen van de grootste renners: Felice Gimondi, Gianni Motta, Francesco Moser en Gino Bartali. Er hangt ook een foto omhoog van Marco Pantani, die op een hoogst tragische wijze om het leven kwam. Een van de meest recente relikwieën is de trui van de vorig jaar overleden vorrmalige Zuidafrikaanse wielerkampioen Ryan Cox.

          Omdat de kapel al gauw te klein werd er een "Museo di Ciclismo" gebouwd in de nabijheid van de kapel. Het toont een beetje vreemd aan, want het kontrast tussen beide bouwstijlen is heel groot. De bouwsstijl van het museum is hypermodern.

          In het jaar 2000 werd de "Fondazione Museo del Ciclismo-Madonna del Ghisallo" opgericht. Hun eerste daad was het organiseren van een toortsrally tussen de kapel en het Vaticaan, waarbij de toorts werd overhandigd aan Paus Johannes Paulus II. Toen het gebouw er bijna volledig stond, zegende Paus Benedictus XVI op 31 mei 2006 de laatste steen die nog moest worden gelegd, met de volgende woorden er in gegrift: "Omnia Vincit Amor (liefde overwint alles)".

          Voor vele renners betekende een deelname aan de Ronde van Lombardije, eveneens een bezoek aan de kapel voor een moment van bezinning. Geen bezoek betekende voor hen ook geen Ronde van Lombardije.

          En voor onze landgenoten nog dit: men vindt er ook de fiets waarmee Eddy Merckx in 1974 wereldkampioen werd bij de profs in Montreal. En er is de "blijvende vlam" als aandenken voor alle "gevallen" wielrenners. Nieuwsgierig vroeg men aan de lokale priester tot wanneer deze vlam zal blijven branden. Hij antwoordde: "tot zolang er electriciteit bestaat."



          23-02-1980
          Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Komeet Lulin
          De komeet Lulin

          Oorspronkelijk dachten Ye Quanzhi en Lin Chi-Sheng op 11 juli 2007 van het Lulin Observatorium in Nantou, Taiwan, [beiden studenten in een Chinees-Taiwanees project Lulin Sky Survey] dat ze een asteroïde ontdekt hadden, maar uiteindelijk bleek het om een niet periodieke komeet te gaan. Op dit ogenblik is de komeet nog niet zichtbaar voor het oog, maar naarmate ze dichterbij komt tijdens de maand februari, zal de helderheid in kracht toenemen tussen magnitude 4 en 6. Op 24 februari 2009, de dag voor de aanvang van de vasten, nadert de komeet de aarde het dichtst. Maak er meteen een lichtpunt van voor uw vasten.


          Foto genomen door Gregg-Ruppel op 9 januari 2009

          Wat betekent Lulin?

          Lülin, of de Lülin opstandelingen, verwijzen naar twee opstandige landbouwgroepen [ook bekend als de Rode Tulbandgroepen] tegen de Wang Mang's Xin Dynastie uit de zuidelijke Henan en de noordelijke Hubei regio, die hun krachten samenbundelden en uiteindelijk de Xin-Dynastie ten val brachten en tijdelijk de Han Dynastie herstelden in de persoon van Liu Xuan [keizer Gengshi] als keizer. Eigenaardig, deze opstand vond plaats tijdens Christus' levensjaren op aarde [zie verder]. Vele leiders van de Lülin beweging maakten deel uit van de regering van keizer Gengshi, maar een onderlinge machtstrijd en onbekwaamheid, zowel van de keizer als van de regering, leidde reeds na twee jaar hun val en maakten zo de weg vrij voor de opkomst van de Liu Xiu (keizer Guangwu) van de oostelijke Han Dynastie. De naam komt van het Lülingebergte, nabij de huidige stad Yichang in de Chinese provincie Hubei. De stad met ongeveer 1 miljoen inwoners is bekend vanwege het enorme bouwwerk de "Drieklovendam" aan de rivier Jantsekiang. Deze omstreden dam is 2 kilometer lang en 180 meter hoog en geeft aan 200 miljoen Chinezen elektriciteit. Hier was het bolwerk gevestigd van de Lülin opstandelingen.

          Begin van de opstand

          In het jaar 17 na Christus, ontstond er in de Jing Provincie [het huidige Hubei, Hunan en zuidelijk Henan] een grote hongersnood. Aan de oorsprong ervan lag de corruptie, een veranndering die werd aangebracht in de loop van de gele rivier en de onbekwaamheid van de Xin-regering. De mensen moesten overleven op wilde planten, die ook schaars begonnen te worden, waardoor ze onder elkaar begonnen te vechten. Twee onder hen Wang Kuang en Wang Feng, beiden uit Xinsi [het huidige Jingmen] kwamen als leiders van het uitgehongerde volk uit deze strijd. Spoedig sloten Ma Wu, Wang Chang en Cheng Dan zich bij hen aan en binnen enkele maanden hadden ze zo'n 7.000 à 8.000 opstandelingen verzameld onder hun leiding. Hun handelswijze bestond eruit om de dorpen, die zich ver buiten de stedelijke gebieden bevonden, aan te vallen en te plunderen voor het voedsel. Dit ging zo enkele jaren door en de strijdkracht groeide intussen uit tot enkele tienduizenden manschappen.

          Wang stuurde boodschappen met gratieverleningen in de hoop dat de opstandelingen zich zouden ontbinden. Sommigen keerden terug naar de Xin hoofdstad Chang'an en brachten verslag uit: de oorzaak was dat de strenge wetten hen het leven onmogelijk maakten en zij daardoor in opstand waren gekomen. Anderen, meer om Wang Mang te vleien, vertelden eenvoudig dat het slechteriken waren die in opstand kwamen en die moesten gedood worden en dat het enkel om een tijdelijk verschijnsel ging. Zoals zovele leiders luisterde Wang Mang naar deze laatsten en ontsloeg dezen die hem juiste advies hadden verschaft. Wang deed geen verdere pogingen om de opstandelingen tot rust te brengen en onderdrukte hen met geweld. Maar om te overleven waren ze gedwongen om in opstand te komen en hoopten ze later, nadat de hongersnood over zou zijn, terug te keren naar hun boerderijen. Wegens hun eerder geringe aantal durfden ze de steden niet aan te vallen.

          In het jaar 21 riep de gouverneur van de provincie Jong 20.000 soldaten op om de rebellen aan te vallen. De slag bij Yundu werd een grote overwinning voor deze laatsten, die duizenden soldaten doodden en hun voedselvoorraden en wapens afnamen. Toen de gouverneur zich wou terugtrekken, werd hij de pas afgesneden door Wa Ma, die hem toeliet om te ontsnappen omdat hij de keizer niet meer wou ontstemmen dan reeds gebeurd was. In de plaats daarvan beroofden ze het gebied, namen de vrouwen gevangen en trokken zij zich terug. Op dat ogenblik was hun strijdkracht aangegroeid tot 50.000 manschappen.

          Tijdelijke epidemie

          In het jaar 22 kregen de opstandelingen af te rekenen met een onbekende ziekte en de helft van hun mannen overleed. Hierdoor werd de groep in drieën gebroken:

          - Wang Chang en Cheng Dan trokken naar het westen naar Nan [ruwweg het huidige Jingszou, Hubei]. Deze tak stond gekend als de Xiajiangs
          - Wang Feng, Wang Kuang en Ma Wa en twee andere leiders Zhu We en Zhang Ang trokken naar het noordelijke Nanyang [ruwweg het huidige Nanyang in Hubei] en stonden gekend als de Xinshis [omdat de Wangs uit Xinshi afkomstig waren]
          - Rond deze tijd ontstond er een derde groep onder Chen Mu en Liao Zhan, gekend als de Pinglins, omdat zowel Chen als Liao uit Pinglin [het huidige Siuzhou, Hubei] afkomstig waren.

          Op dit ogenblik hadden de opstandelingen nog geen enkele politieke ambitie.

          Hereniging en de aanvang van de politieke ambities

          Spoedig kregen ze de steun van Liu Yan, een verre afstammeling van de keizerlijke Hanfamilie, die leefde in het voorouderlijke grondgebied van Chongling [thans Xiangfan, Hubei], en die reeds lang een afkeer had van Wang Mangs onrechtmatig toeëigenen van de Hantroon. Hij was reeds geruime tijd uit op wraak. Zijn broer Liu Xiu, was een eerder voorzichtig en weloverwogen iemand, die tevreden was als boer. Rond deze tijd deed er een profetie de ronde dat de Lius naar de macht zouden terugkeren en vele mannen verzamelden zich rond Liu Yan, met de vraag om hun leider te willen zijn. Hij stemde toe en voegde zich bij de strijdende Pinglins en Xinshis. Ze veroverden en plunderden een aantal dorpen. In de winter van het jaar 22, besloot de eerzuchtige Liu Yan om een eerste aanval in te zetten tegen Wancheng, de hoofdstad van Nanyang, maar hij leed een groot verlies tegen de gouverneur van Nanyang, Zhen Fu. Zowel zijn zus Liu Yuan, als zijn broer Liu Zhong lieten het leven in deze strijd. Zhen Fu, aangemoedigd door zijn overwinning, zette de achtervolging, vastbesloten om voor eens en altijd de Lia-Lulins uit te roeien.

          Gewaarschuwd, begonnen de Pinglins en de Xinshis een terugtrekking uit het Liuverbond te overwegen en besloten om te vluchten, maar net op dat moment waren de Xiajiangs dichtbij en Liu kon Wang Chang, die geacht werd bij de overige Xianjiangs, dat hij een deskundige militaire leider was en zo sloten de Xianjiangs zich bij het Liuverbond aan. De Pinglins en de Xinshis stemden toe.

          Onder Liu's leiding deden ze een verrassende rugaanval op Zhen Fu's manschappen en veroverden al het voedsel en wapens van het regeringsleger, op de dag van het nieuwe jaar in de Chinese maankalender, in het jaar 23 verpletterden Liu's manschappen het leger van Zhen en doodden hem. Aangemoedigd door deze overwinning, begonnen de Lülins legertitels op te eisen en veroverden ze steden en begonnen zichzelf voor te bereiden om keizer Wang Mang aan te vallen.

          Herinstelling van de Han Dynastie onder Keizer Gengshi

          Op dit ogenblik begonnen er meer en meer binnen het leger te roepen om een afstammeling van de Han Dynastie tot keizer uit tot roepen. De soldaten die onder de directe leiding stonden van Liu Yan en de Xiajiangleiders steunden allen Liu, maar de leiders van de Xinshis en de Pinglins waren jaloers en achterdochtig over Liu's tucht en wilden een zwakkere figuur aan de macht. En zij vonden een "zwakkere" afstammeling van het keizerlijk huis van de Han Dynastie, tevens een verre neef van Liu Yan. Zijn naam was Liu Xian die op dit moment de titel vorderde van generaal Genghsi. Zij besloten om Liu Xian te steunen in het keizerschap en na wat tegenwerking stemde ook Liu Yan, die van geen vechten wou weten, hierin toe. En zo werd in de lente van het jaar 23 Liu Xua, tot keizer gekozen. Wang Kuang, Wang Feng, Zhu, Liu Yan en Chen vormden de hoofdfiguren van de nieuwe regering.

          De Slag van Kunyang

          Wang Mang besloot om voor eens en altijd komaf te maken met de opstandelingen. Hij zond zijn neef Wang Yi en zijn regeringsleider minister Wang Xun, met wat hij beschouwde als een onoverwinnelijk leger van 430.000 manschappen om het nieuw ingestelde Han regime te verpletteren. Op dit ogenblik waren de Hantroepen verdeeld in twee, een groep geleid door Wang Chang, Wang Feng en Liu Xiu die zich door de aankomst aan de Xintroepen terugtrokken naar de kleine stad Kunyang [het huidige Pindingshan, Henan] en een andere groep onder de leiding van Liu Yan, die Wancheng belegerde. De rebellen in Kunyang wilden zich eerst ontbinden, maar Liu Xiu verhinderde dit en hij kon verkrijgen dat Kunyang zorgvuldig zou worden bewaakt, terwijl hij op zoek zou gaan naar de overige beschikbare manschappen uit de omgeving om de Xinmacht van buitenaf af te vallen. Aanvankelijk werd Liu Xiu's idee verworpen, maar uiteindelijk stemden de Kunyangrebellen toch toe.

          Liu Xiu voerde zijn plan uit en toen hij naar Hunyang terugkeerde begon hij De Xinmanschappen voortudrend van buitenaf te belegeren. Wang Yi en Wang Xun, die verveeld zaten met de zaak, leiden 10.000 man om Liu Xiu's macht te belegeren. De rest van de troepen kreeg het bevel om hun aanvalsplaatsen niet te verlaten. En zo ontstond er een nieuw gevecht en, hoewel de verliezen gering waren, begonnen de overige troepen opnieuw te twijfelen en Liu Xiu doodde Wang Xun in de strijd. Toen dit gebeurde, besloten de Hanmanschappen uit te breken uit de stad. De veel grote Xinmacht liep een totale nederlaag op. De soldaten deserteerden en gingen naar huis en waren niet bij machte om zich opnieuw te verenigen. Er zat voor Wang Chi niets anders op dat zich met enkele duizenden terug te trekken in Luoyang. Eenmaal het nieuws over de Slag bij Kunyang zich over het kezierrijk had verspreid, kwam ook de hele bevolking spontaan in opstand, waarbij regeringsleiders werden gedood en hun posten werden opgeëist door het nieuwe Hanregime. Binnen de maand had de Xindynastie de controle over het keizerrijk verloren.

          De onderlinge strijd en de dood van Liu Yan

          Rond deze tijd kon Liu Yan eindelijk Wancheng veroveren. Keizer Gengshi trad de stad binnen en maakte er zijn tijdelijke hoofdstad van. Maar tegelijkertijd begonnen ook de interne twisten. Een eerste hoofdincident onder Keizer Gengshi's regime stond op het punt uit te breken. Keizer Gengshi was, samen met enkele voormalige leiders van de Xinshis en de Pinglins, bevreesd over de bekwaamheid van Liu Yan en er zich sterk van bewust dat vele van Liu Yans aanhangers ontevreden waren omdat Liu niet tot keizer was uitgeroepen. Vooral een persoon, genaamd Liu Ji, had het scherp tegen keizer Gengshi. Hij liet Liu Ji dan ook arresteren en wou hem zelfs vermoorden, maar Liu Yan probeerde tussen te komen. Keizer Gengshi maakte echter van deze gelegenheid gebruik om ook Liu Yan te laten ombrengen. Beschaamd over zijn daad, spaarde hij wel het leven van Liu Yans broer, Liu Xiu. Hij benoemde deze laatste zelfs tot markies van Wuxin.

          Het einde van Wang Mang

          Keizer Gengshi stelde hierop twee legers samen, een leger geleid door Wang Kuang om Luoyang te veroveren, en het andere leger geleid door Shentu Jian en Li Song die Chang'an moesten veroveren. De hele bevolking verzamelde zich onderweg om de Hantroepen te verwelkomen. Shentu en Li bereikten reeds vlug de buitenwijken van Chang'an. Ook de jongelingen van Chang'an steunden de opstand en bezetten het Weiyang Paleis, het keizerlijke hoofdverblijf. Wang stierf in de strijd om het paleis.

          Na de dood van Wang Mang, was Wancheng niet langer de hoofdplaats. Keizer Genshi verkoos Luoyang. Vervolgens stelde hij verordeningen op voor het hele keizerrijk waarbij hij aan de plaatselijke Xinoverheden beloofde dat zij hun ambt mochten behouden. Gedurende een korte tijd was er minstens een nominale onderwerping, waarbij zelfs de machtige Chimei generaal Fan Chong, onder de beloften van titels en eretekens naar Luoyang kwam. Zijn poiltiek was echter onsamenhangend en de plaatselijke gouverneurs begonnen waar te nemen dat ze hun macht aan het verliezen waren. Fan Chong verliet de hoofdstad en keerde terug naar zijn troepen.

          In 24 veranderde keizer Gengshi de hoofdplaats terug naar de westelijk gelegen Hanhoofdplaats Chang'an. Maar eerder was de bevolking door de machtshebbers van Genghsi (de voormalige Lülinleiders) zwaar vernederd, die hun opstand tegen Wang Mang niet konden waarderen en hen in tegendeel zelfs verraders noemde. Toen keizer Gensghi terug in de hoofdstad kwam verleende hij een algemene gratie, wat alles voor een tijdje bedaarde. Buiten het keizerlijke Weiyang paleis, dat door brand vernietigd was, was Chang'an nog geheel intact. Maar keizer Gengshi's verlegenheid en angst zorgde reeds vlug voor problemen. Toen de verschillende leiders bijeen kwamen voor een vergadering, begon keizer Genshi, die nog nooit zo'n officiële plechtigheden had bijgewoond, te panikeren en met zijn ongewone gedrag begon men het vertrouwen in hem te verliezen.

          Uiteindelijk leidden zijn onbekwaamheid, alsmede de onbekwaamheid van zijn Lülinleiders om te regeren, zelfs in de gebieden in de onmiddellijke nabijheid van de hoofstad, tot de ontrouw van de bevolking. Tegen het einde van het jaar 24, werd Liu Xiu, die onbekwaam was om leiding te geven, door de Chimei generaal Fan Chong tegengehouden bij zijn poging om het gebied ten noorden van de Gele Rivier te onderwerpen. De troepen trokken zelfs op naar de hoofdstad.

          Het einde van keizer Gengshi

          In de zomer van 25 kwam er de uiteindelijke breuk tussen Liu Xiu en keizer Gengshi, nadat hun beide generaals vochten voor de controle over de gebieden rond Henei en Luoyang. Liu Xiu verklaarde zichzelf tot keizer (waarbij hij het regime vestigde dat later bekend werd als het Oostelijke Han Dynastie) en spoedig daarop veroverde generaal Deng Yu ook het huidige Shanxi, waardoor Genshi's macht nog meer werd ingeperkt.

          Een aantal generaals van keizer Gengshi, voelden zich in de val gelokt en spanden samen om hem te ontvoeren en te vluchten naar hun thuisstreek Nanyang. Onder deze samenzweerders bevonden zich ondermeer Zhang Ang, Liao Zhan, Hu Yin, Shentu Jian en de militaire leider Wei Xiao. Hun plan werd ontdekt en de meesten werden gedood, maar Zhang bezette het overgrote deel van Chang'an en dwong keizer Gengshi om te vluchten, net op het ogenblik dat de Chimei strijdkrachten naderden. Keizer Gengshi maakte vervolgens een nieuwe fout door, zonder enig bewijs, Wang Kuang, Chen Mu en Cheng Dan te verdenken van samenzwering met Zhang. Hij liet Chen en Cheng wegens verraad ombrengen, maar als antwoord voegde Wang zich bij Zhang.

          De generaals die keizer Gengshi nog waren trouw gebleven konden Zhang uit de hoofdstad ontzetten, maar ondertussen leek de situatie hopeloos geworden. Zhang en zijn aanhangers sloten zich bij de Chimei aan en de gezamenlijke troepen konden al gauw Chang'an veroveren. Keizer Gengsjhi vluchtte, samen met een klein aantal trouwe volgelingen. In de winter van het jaar 25 gaf hij zich echter over aan de Chimei en werd hij hierop gedood. De meeste Lülinleiders verdwenen in de onbekendheid, maar sommigen die oorspronkelijk bevriend waren met Liu Xiu kregen minder belangrijke posten in het nieuwe keizerrijk.

           

          22-02-1980
          Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Twaalf fabels over het Katholieke geloof
          Twaalf fabels over het Katholieke geloof

          1. Er bestaat niet zoiets als absolute waarheid. Wat iemand voor waar ziet, zien anderen voor niet waar

          "Absolute waarheid" wordt omschreven als de onbuigzame realiteit: vaststaande, invariabele, onveranderlijke feiten. Het is bijvoorbeeld een vaststaand, invariabel en onveranderlijk feit dat er met absolute zekerheid geen vierkante cirkels bestaan en dat er met absolute zekerheid geen ronde vierkanten bestaan.

          Hoewel absolute waarheid een logische noodzakelijkheid is, bestaan er enkele religieuze oriëntaties (atheïstisch humanisme, bijvoorbeeld) die tegen het bestaan van absolute waarheid argumenteren. De uitsluiting van God in het humanisme vereist een moreel relativisme. Humanist John Dewey (1859-1952), co-auteur en ondertekenaar van het Humanist Manifesto 1 (1933), stelde: "Er is geen God en er is geen ziel. Er bestaan daarom geen behoeften aan de rekwisieten van de traditionele religie. Wanneer we zo dogma en leerstellingen uitsluiten, dan is ook de onveranderlijke waarheid dood en begraven. Er is geen ruimte voor een starre, natuurlijke wet of morele absolute waarden." Humanisten geloven dat iedereen moet doen waarvan hij of zij zelf denkt dat dat het juiste is.

          Je kunt op een logische manier niet argumenteren tegen het bestaan van absolute waarheid. Het argumenteren tegen een bepaald iets is hetzelfde als het vaststellen dat er een waarheid bestaat. Je kunt niet tegen de absolute waarheid argumenteren tenzij een absolute waarheid de basis van je argument vormt. Beschouw de volgende klassieke argumenten en uitspraken eens die worden gemaakt door mensen die proberen tegen het bestaan van de absolute waarheid te argumenteren...

          "Er bestaan geen absolute waarheden". Allereerst geeft de relativist aan dat er met absolute zekerheid geen absolute waarheden bestaan. Dat is een absolute uitspraak. De uitspraak is zelf een logische tegenstrijdigheid. Als de uitspraak waar is, dan bestaat er in feite een absolute waarheid - dat het een absolute waarheid is dat er geen absolute waarheden bestaan.

          "De Waarheid is relatief." Dit is opnieuw een absolute uitspraak die impliceert dat de waarheid met absolute zekerheid relatief is. Afgezien van het feit dat er een absolute uitspraak wordt gemaakt, kunnen we voor de aardigheid toch eens veronderstellen dat deze uitspraak waar zou zijn en dat de "waarheid relatief is". Alles wat dan in deze uitspraak wordt omvat zou dan relatief zijn. Als de uitspraak relatief is, dan is de waarheid soms niet relatief. Dat betekent dat er absolute waarheden bestaan, wat betekent dat de bovenstaande uitspraak onjuist is. Als je de logica volgt, dan zullen relativistische argumenten zichzelf altijd tegenspreken.

          "Wie weet wat de waarheid is. Toch?" In dezelfde zin verkondigt de spreker dat niemand weet wat de waarheid is, maar dan zwenkt hij de tegenovergestelde richting in en vraagt hij zijn luisteraars om de waarheid van zijn uitspraak te bevestigen.

          "Niemand weet wat de waarheid is." De spreker gelooft overduidelijk dat zijn uitspraak waar is.

          Er zijn filosofen die werkelijk ontelbare uren zwoegend besteden aan het schrijven van dikke boekwerken over de "zinloosheid" van alles. We kunnen aannemen dat zij denken dat hun teksten niet zinloos zijn! En er zijn onderwijzers in de filosofie die hun studenten vertellen: "Niemand's mening is superieur aan die van anderen. Er bestaat geen hiërarchie van waarheden of waarden. Ieder's standpunt is net zo geldig als dat van anderen. We hebben allemaal onze eigen waarheid." En het volgende dat ze doen is het nakijken en waarderen van de opstellen die de studenten schreven!

          Je hoort misschien wel ooit: "Er bestaat geen goed, en er bestaat geen fout!" Je moet jezelf in dat geval het volgende afvragen: is die uitspraak goed of fout?

          Als je een relativist betrapt op het doen van iets waarvan je weet dat dit absoluut verkeerd is, en je wil hem daarop wijzen, dan zou hij in woede kunnen reageren: "De waarheid is relatief! Er is geen goed en er is geen fout! We zouden moeten kunnen doen wat we ook maar willen!" Als dat een uitspraak is die waar is en er geen goed en fout is, waarom werd hij dan kwaad? Waar is zijn woede op gebaseerd? Je kunt niet verongelijkt zijn door een onrechtvaardigheid, of door wat dan ook, tenzij op de een of andere manier een absolute waarde is geschonden.

          Relativisten argumenteren vaak als volgt: "Ieder kan geloven wat hij ook maar wil!" Je kunt je afvragen wat zij dan eigenlijk aan het beargumenteren zijn. We vinden het amusant dat het juist de relativisten zijn die het relativisme willen aanvechten.

          Als je probeert om een relativist het verschil tussen goed en kwaad uit te leggen, dan zul je ongetwijfeld het volgende te horen krijgen: "Niets van dat alles is waar! We creëren onze eigen realiteit!" Als dat waar is, en we creëren allemaal onze eigen realiteit, dan is onze uitspraak over morele verantwoordelijkheid slechts een produkt van de verbeelding van de relativist. Als een relativist een probleem heeft met een uitspraak over absolute moraliteit, dan zou hij die kwestie met zichzelf moeten bespreken.

          We weten allemaal dat er een absolute waarheid bestaat. Het lijkt er op dat hoe meer tegenargumenten we ervoor proberen te vinden, hoe meer het bestaan ervan wordt bewezen. De realiteit is absoluut, of je daar nu wel of niet van overtuigd wil zijn. Filosofisch gezien is relativisme tegenstrijdig met zichzelf. Praktisch gezien staat relativisme gelijk aan anarchie. De wereld is gevuld met de absolute waarheid.

          Een relativist houdt vol dat iedereen zou moeten kunnen geloven en doen wat hij ook maar wil. Uiteraard is dit oogpunt emotioneel bevredigend, tot het moment aanbreekt waarop hij thuiskomt en ontdekt dat er in zijn huis is ingebroken, of iemand probeert hem te kwetsen, of hij verliest een plaats in een wachtrij omdat iemand voordringt. Geen enkele relativist zal thuiskomen om te ontdekken dat zijn huis is leeggeroofd en dan zeggen: "Oh, hoe prachtig dat de inbreker in staat was om zijn blik op de realiteit te vervullen door mijn huis leeg te roven. Wie ben ik om mijn idee over goed en kwaad aan deze geweldige inbreker op te dringen?" Integendeel: de relativist zal net als iedereen voelen dat zijn rechten geschonden zijn. Maar natuurlijk is het prima dat hij een relativist is, zolang als "het systeem" maar op een absolute manier optreedt om zijn "onvervreemdbare rechten" te beschermen.

          2. Het Christendom is niet beter dan enige andere godsdienst. Elke religie leidt tot God.<

          Als u dit geen honderd maal hebt gehoord, dan komt u niet veel naar buiten. Spijtig genoeg zijn het dikwijls de christenen zelf die zoiets beweren.
          Het probleem met deze stelling is er eigenlijk geen. Het christendom maakt een reeks beweringen over God en de mens: dat Jezus van Nazareth zelf God was en dat hij stierf en weder opstond om zo de mensen te bevrijden van hun zonden. Elke overige godsdienst in de wereld ontkent deze punten. Als het Christendom dus juist is dat spreekt het een essentiële waarheid tot de wereld, een waarheid welke alle andere godsdiensten verwerpen.

          Dit alleen maakt het Christendom uniek.

          Maar het houdt hier niet bij op. Denk aan Jezus’ verklaring in het Evangelie van Johannes: "Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand gaat tot de Vader dan door Mij." In het Christendom zien we Gods volle openbaring tot de mensheid. Het is inderdaad zo dat elke godsdienst bepaalde waarheden bevat, waarbij het aantal ervan afhangt van de religie. Niettemin, als we gemeend God willen volgen en aanbidden, moeten we het dan niet doen zoals Hij het voorschrijft?

          Als Jezus inderdaad God is, dan bevat enkel het Christendom de volheid van de waarheid.

          Als Maria in Haar boodschappen beweert dat de mensen van alle godsdiensten gelijk zijn voor God, dan bedoelt Zij de inborst van de mens, een zaak die gepaard gaat met elke godsdienst. Men kan inderdaad moeilijk gaan verwachten van mensen die honderden, soms duizenden jaren lang hun cultuur beleven, deze zomaar plots kunnen opgeven. Hier oordeelt God naar het hart van de mensen.

          Deze twee zaken mogen dus niet worden verward met elkaar.

          3. Het Oude en het Nieuwe Testament spreken elkaar dikwijls tegen. Als de Bijbel zou geïnspireerd zijn door een almachtige God, zou deze nooit zulke tegenstellingen toelaten.

          Deze bewering wordt dikwijls aangehaald en men vindt ze vooral op vrijzinnige sites, zoals "Wat de Bijbel ongeloofwaardig maakt is dat de oorsprong ervan niet goddelijk is. Het is zo een mengeling van tegengestelde onzin, dat niemand kan aanvaarden dat het geschreven zou zijn door een alwetende God."

          Meestal wordt deze bewering gevolgd door een rits van Bijbelse tegenstrijdigheden. "Hoe dan ook, maken zij die zulks beweren een aantal eenvoudige fouten. Zo weigeren zij de verschillende boeken waaruit de Heilige Schrift bestaat te lezen in hun context en volgens de aard en de wijze waarop deze zijn ontstaan. De bijbel is toch samengesteld uit een verzameling van diverse soorten geschriften; historiek, theologie, poëzie, apocalyptische en profetische geschriften. Als we de Heilige Schrift op dezelfde wezenloze wijze benaderen als een huidig dagblad, dan brengt het heel wat verwarring.

          En de lijst van Bijbelse tegenstellingen is groot. Neem bijvoorbeeld Exodus 20:8: "Houd de Sabbat in ere, het is een heilige dag", tegenover Romeinen 14:5: "De een beschouwt bepaalde dagen als een feestdag, voor de ander zijn alle dagen gelijk. Laat ieder zijn eigen overtuiging volgen", dan roepen de ongelovigen het uit: "een duidelijke tegenstelling", maar wat ze er vergeten bij te vermelden is iets dat elke Christen weet: toen Christus het Nieuwe Testament bracht, waren alle vereisten van het Oude Testament volbracht en vervuld en zo is het ook dat de rituele gewoonten van het Oude Testament niet langer van toepassing zijn vanaf de tijd van het Nieuwe Testament. Indien de ongelovigen dit eenvoudige basisprincipe van het Christendom hadden begrepen, dat waren zij niet door zo’n basispunt misleid.

          Een andere tegenstelling vindt men tussen Eccl. 1:4: "Generaties gaan, generaties komen, maar de aarde zal altijd blijven bestaan" en Petrus 2, 3:10: "De dag van de Heer zal komen als een dief. De hemelsferen zullen die dag met luid gedreun vergaan, de elementen gaan in vlammen op, de aarde wordt blootgelegd en alles wat daarop gedaan is komt aan het licht." Hier zegt het Oude Testament dat de aarde voor altijd zal blijven bestaan, terwijl het Nieuwe Testament zegt dat de aarde uiteindelijk zal worden vernietigd. Hoe kunnen we dit met elkaar verzoenen? Eigenlijk is het eerder eenvoudig en opnieuw moeten wij dit zoeken in de geest waarin deze boeken zijn geschreven. Zo wijst Eccliasiastus op het verschil tussen de wereldse en godsdienstige kijk op wereld en het grootste gedeelte ervan is geschreven vanuit een werelds standpunt. Daarom vinden we er regels in als: "Men maakt maaltijden om te lachen en de wijn verheugt de levenden en het geld verantwoordt alles" (Eccl. 10:19). Maar op het einde van het boek, geeft de schrijver ons een wending, waarbij hij ons in volle wijsheid vertelt: "Alles wat u gehoord hebt, komt hierop neer: heb ontzag voor God en leef zijn geboden na. Dat geldt voor ieder mens." Wanneer de lezer ophoudt voor het einde ervan en dan de tegenstellingen in de kijker zet, dan heeft hij het dus verkeerd voor.

          Alle overige tegenstellingen tussen het Oude en het Nieuwe Testament kunnen op dezelfde wijze worden verklaard. Diegenen die de inhoud verwarren, hebben geen oog voor het soort geschrift en weigeren ruimte open te laten voor een verstandige verklaring. Geen enkele nadenkende Christen zal zich hierbij dan ook verward voelen

          4. Ik hoef niet naar de Kerk te gaan. Zolang ik een goed iemand ben: "dat is het enige wat telt."

          Dit argument wordt dikwijls gebruikt en is heel oneerlijk. Wanneer iemand beweert dat hij "een goed iemand" is, dan bedoelt deze in feite dat hij "geen slecht iemand" is, slechte mensen in de zin van moordenaars, verkrachters en dieven. De meesten hoeven echt geen grote inspanning te doen om deze zonden te vermijden en daarachter schuilt hun hele denken: "met de minste inspanning er bij horen" en dit is niet een echt Christelijke houding.

          Maar buiten deze mentaliteit is er een heel belangrijker reden waarom Katholieken naar de Kerk gaan, anders dan de "gewoonte". De Heilige Mis is de hoeksteen van onze geloofsbelevenis en het ontvangen van Jezus’ lichaam en bloed is de bron van alle leven voor de Katholieken, die geloven dat het brood en de wijn het ware lichaam van Jezus vertegenwoordigen. Het is niet enkel een symbolische God, maar een werkelijk lichamelijk aanwezige God voor ons, iets dat wij niet kunnen ervaren in het gebed alleen.

          Jezus zei: "Daarop zei Jezus: ‘Waarachtig, ik verzeker u: als u het lichaam van de Mensenzoon niet eet en zijn bloed niet drinkt, hebt u geen leven in u." [Johannes 6:53-54]. Wij brengen eerbetoon aan Jezus opdracht en vertrouwen in Zijn belofte elke keer dan wij naar de Mis gaan.

          Noch meer, de Heilige Communie, samen met de overige sacramenten, is enkel verkrijgbaar voor hen die zich in de Kerk bevinden, het zichtbare lichaam van Jezus hier op aarde. Als leden van de Kerk zijn onze levens nauw verbonden met onze broers en zussen die er deel van uitmaken. Onze persoonlijke relatie tot God is van fundamenteel belang, maar wij hebben ook de verantwoordelijkheid om als gelovige leden van Christus’ lichaam, naar Zijn woorden te leven en deze uit te dragen. Enkel een "goed persoon" zijn, is dus zeker niet genoeg.

          5. U hoeft uw zonden niet te biechten bij een priester. U kunt onmiddellijk naar de Hemel gaan.

          Het is volkomen begrijpelijk dat Protestanten hiertegen een bezwaar hebben omdat ze een verschillend begrip hebben over het priesterschap. Voor een Katholiek is deze stelling echter "teleurstellend". Een menselijke eigenschap is dat wij er niet van houden om aan andere mensen onze zonden te vertellen, en zo komt men met rechtvaardigingen om het niet te doen.

          Het sacrament van de Biecht is er reeds vanaf het begin en zijn de woorden van Jezus zelf: "Nog eens zei Jezus: ‘Ik wens jullie vrede! Zoals de Vader mij heeft uitgezonden, zo zend ik jullie uit." Na deze woorden blies hij over hen heen en zei: "Ontvang de heilige Geest. Als jullie iemands zonden vergeven, dan zijn ze vergeven; vergeven jullie ze niet, dan zijn ze niet vergeven."

          Vergeet ook niet dat Jezus aan Zijn apostelen de macht gaf om de zonden te vergeven. Uiteraard kunnen zij ook niet weten welke zonden er moeten worden vergeven, wanneer zij niet weten bij welke zonden wij betrokken zijn.

          De praktijk van de biecht blijkt ook uit de Brief van Jacobus: "Laat iemand die ziek is de oudsten van de gemeente bij zich roepen; laten ze voor hem bidden en hem met olie zalven in de naam van de Heer. Het gelovige gebed zal de zieke redden, en de Heer zal hem laten opstaan. Wanneer hij gezondigd heeft, zal het hem vergeven worden. Beken elkaar uw zonden en bid voor elkaar, dan zult u genezen. Want het gebed van een rechtvaardige is krachtig en mist zijn uitwerking niet [Jacobus 5:14-16]."

          Het is van belang te weten dat noch Jacobus, noch Jezus ons vertellen om onze zonden enkel aan God te biechten. Ook in al haar verschijningen roept Maria op tot de biecht via de priesters, omdat zij Jezus’ plaatsvervangers op aarde zijn. Er is dus eerder een denken dat vergiffenis enkel kan bekomen worden door een openbare bekentenis. En het is ook niet moeilijk om te begrijpen waarom: wanneer wij zondigen, onderbreken we niet enkel onze relatie met God, maar met Zijn Lichaam, de Kerk, daar alle Katholieken onderling verbonden zijn als kinderen van een gemeenschappelijke vader. Als wij ons dus verontschuldigen, moeten alle partijen hierbij worden betrokken: God en Zijn Kerk.

          Stel u voor dat u in een winkel wandelt en iets van de goederen steelt. Later voelt u berouw en spijt over de zondevolle daad. Nu kunt u bidden tot God om u het breken van Zijn geboden te vergeven. Maar er is nog een andere partij bij betrokken: u moet de goederen teruggeven en uw zonde vergoeden.

          Zo is het ook met de Kerk. In de biecht vertegenwoordigt de priester God en de Kerk, omdat wij tegen beiden hebben gezondigd. En enkel als de priester de woorden van de absolutie uitspreekt, is de vergiffenis volledig.

          6. ls de Kerk waarlijk Jezus zou volgen dan moeten ze maar hun overvloedige kunstwerken, eigendommen en gebouwen verkopen en aan de armen geven.

          Wanneer sommige mensen aan Vaticaanstad denken, dan is hun onmiddellijke indruk er een van een vermogend koninkrijk, volledig vorstelijk ingericht voor de paus en zijn entourage, waarbij het goud in elke hoek valt te rapen, om nog niet te spreken van de enorme verzameling onbetaalbare kunstvoorwerpen. Wanneer u op deze wijze de dingen beziet, dat is het gemakkelijk om denken dat mensen verbolgen raken over deze praalzucht en verkwistende vertoning van rijkdom.

          De waarheid ligt enigszins anders. De hoofdgebouwen van het "Paleisé zijn niet gebouwd als buitensporig leefvertrek voor de Paus. In feite maakt de residentie maar een relatief klein gedeelte uit van het Vaticaan. Het grootste gedeelte van het bezit is bestemd voor doeleinden aan kunst en wetenschap, de officiële kerkadministratie en de leiding ervan in het algemeen. Een aanzienlijk aantal kerkelijke en administratieve aangestelden leven eveneens in Vaticaanstad en hierdoor wordt het een soort hoofdkwartier van de Katholieke Kerk.

          Wat de imposante kunstverzameling betreft, die tot de mooiste der wereld behoort, moet dit gezien worden aan een "niet te vervangen verzameling kunstwerken", vaak geschonken en met eerder een enorme emotionele, dan geldelijke waarde. De paus is er geen eigenaar van en, zelfs indien hij dit zou willen, is hij niet gemachtigd om deze te verkopen. Ze zijn eerder toevertrouwd aan de Heilige Stoel. Deze kunstwerken voorzien de Kerk niet van weelde, integendeel, het kost veel geld om al dit kunstwerk te onderhouden.

          Dichter bij de waarheid is dat het Vaticaan een eerder krappe begroting heeft. Waarom dan deze kunstwerken behouden? Hiervoor moeten we teruggaan naar de vroegere rol van de kerk als beschaafde wereldmacht. Precies zoals de monniken voorzichtig oude teksten optekenden opdat deze beschikbaar zouden zijn voor de toekomst, teksten die anders voor altijd verloren zouden gegaan zijn, blijft de Kerk doorgaan met het zorg dragen voor hun kunstwerken, zodat ze niet verloren gaan voor de toekomstige generaties. In de huidige "cultuur des doods" waar de term "beschaving" eerder een tegengestelde betekenis heeft, blijft de opvoedende taak van de kerk even belangrijk, misschien zelfs nog noodzakelijker dan ooit.

          7. Ongenoegen is eigenlijk iets positief, daar we allen moeten openstaan voor nieuwe ideeën

          Dit hoor je ook al dikwijls vandaag, vooraleer in het licht van de huidige schandalen in de kerk rond het seksuele misbruik. Iedereen wenst oplossingen te vinden voor onze problemen, maar sommigen gaan hierin zelfs zover dat ze buiten het gebied treden van de Katholieke godsdienst. Daarenboven zijn er heel wat mensen die de Kerk ervan beschuldigen te onbuigzaam te zijn in haar leer en zelfs iets nieuws niets wensen uit te proberen.

          Maar de waarheid is de meeste hervormingsideeën helemaal niet nieuw zijn. Men kan het een beetje vergelijken met politiekers. Elke nieuweling in de politiek probeert het warm water uit te vinden, terwijl het warm water al lang is uitgevonden. Of bent u zo naïef om te denken dat men deze zaken binnen de Kerk nog niet heeft overwogen? De Kerk heeft gedurende gans haar bestaan niets anders gedaan dan voorzichtig ideeën te overwegen en te besluiten welke in overeenstemming met Gods wetten en welke niet. De kerk heeft wel degelijk alles onderzocht en voorzichtig haar basisprincipes van het geloof opgebouwd. Dit is de reden waarom er thans zo vele dwaalleren zijn, waarbij allen hun "heruitgevonden warm water" hoog inschatten. Het zijn precies deze punten die buiten de basisprincipes van ons geloof vallen.

          De Kerk draagt een grote verantwoordelijk in het bewaren van de zuiverheid van het geloof en zal nooit "zomaar" iets verwerpen, zoals sommige afvalligen beweren, maar niemand zal ontkennen dat tweeduizend jaar ervaring, gebed en studie bovengeschikt zijn aan een of ander idool die denkt het "warm water" opnieuw te hebben uitgevonden.

          Dit betekent echter niet dat de Kerk het over alles wat anderen aanbrengen oneens is. Er is steeds ruimte om de bespreken hoe we de waarheid beter kunnen uitdiepen, begrijpen. Zo kunnen er bijvoorbeeld vragen worden gesteld over hoe de opleiding van toekomstige priesters kan worden verbeterd, en zo verder, maar steeds binnen de richtlijnen van het geloof.

          8. Strikt genomen veroordeelt de Bijbel homoseksualiteit niet, maar legt het eerder de nadruk op de seksuele moraal, zowel homoseksueel als heteroseksueel. Er is dan ook geen enkele reden om tegenstander te zijn van homeseksuele relaties.

          Homoseksualiteit wordt in onze maatschappij meer en meer aanvaard en er is geen moed meer onder de Katholieken om het uitdrukkelijke Bijbelse verbod tegen homoseksualiteit te uiten, integendeel, men gaat allerhande reden aanhalen om te verklaren dat de Bijbel het niet verbiedt.

          De boodschap van het verhaal is heel duidelijk. De mannen uit Sodom waren homoseksueel die gemeenschap wilden met de mannen in het huis van Lot. Lot bood hen zijn dochters aan, maar deze waren niet geïnteresseerd. Kort daarop werd Sodom door de Heer vernietigd als vergelding voor hun zonden, namelijk hun homoseksuele daden [Genesis 19:4-10]. Deze feiten worden nog eens herhaald in het Nieuwe Testament in Judas 1:7

          Maar dit waren niet de enige voorbeelden uit het de Bijbel die homoseksualiteit verwierpen. In het Oude Testament staat er nog ondubbelzinnig vermeld: "u zult geen gemeenschap hebben met man als met een vrouw, want dit is verwerpelijk.' [Leviticus 18:22]. En deze vermeldingen zijn niet alleen voorbehouden aan het Oude Testament.

          Daarom heeft God hen uitgeleverd aan onterende verlangens. De vrouwen hebben de natuurlijke omgang verruild voor de tegennatuurlijke, en ook de mannen hebben de natuurlijke omgang met vrouwen losgelaten en zijn in hartstocht voor elkaar ontbrand. Mannen plegen ontucht met mannen; zo worden ze ervoor gestraft dat ze van God zijn afgedwaald. [Romeinen 1: 26-27]

          Maar dit is enorm moeilijk om aan de moderne Christenen uit te leggen. Hier is er niet enkel sprake van mannelijke gemeenschap of verkrachting. Paulus gaat hier in tegen elke vorm van homoseksualiteit [welke hij beschrijft als "onnatuurlijk", "schaamteloos" en "oneerbaar"]

          Maar de liberale christenen verschuilen zich achter allerlei soorten verzinsels om hun daden goed te praten en het heeft weinig zin hiertegen in te gaan, want hun woede wordt nog groter. In plaats van aan zichzelf aan een gewetensonderzoek te onderwerpen, gaan ze de kerk aanvallen.

          9. Katholieken moeten op alle gebied hun geweten volgen, zowel als het om zwangerschapsonderbreking, geboorteregeling of de wijding van vrouwelijke priesters gaat.

          Dit is zo, de catechismus zegt duidelijk in alinea 1782: "De mens heeft het recht te handelen volgens zijn geweten en in vrijheid, ten einde persoonlijk morele beslissingen te nemen. De mens mag niet gedwongen worden om tegen Zijn geweten in te handelen. Maar men mag hem ook niet beletten om volgens zijn geweten te handelen, vooral niet in godsdienstige aangelegenheden". De vrije wil van de mens ligt aan de oorsprong van deze leer, maar dat betekent niet dat ons geweten vrij is van alle geweten of Gods wet mag negeren. Wanneer wij dit laatste niet respecteren is ons geweten "niet goed gevormd" [alinea 1793].De Catechismus verleent een grote verantwoordelijkheid aan het geweten van een persoon: Aanwezig in het hart van de persoon, legt het morele geweten hem op het juiste moment op, het goede te doen en het kwade te mijden. Het beoordeelt ook de concrete keuzen, door de goede te prijzen en de kwade aan te klagen. Het getuigt van het gezag van de waarheid met verwijzing naar het hoogste goed waardoor de menselijke persoon wordt aangetrokken en waarvan hij de geboden ontvangt. Wanneer de voorzichtige mens naar het morele geweten luistert, kan hij God horen spreken [alinea 1777].

          Met andere woorden is geweten niet enkel "wat we denken dat goed is". Het is wat we beslissen goed te handelen op basis van wat we weten van de leer van God en de Kerk. Om zo’n beslissing te kunnen maken, hebben we de verantwoordelijkheid om deze leer de met uiterste voorzichtigheid te bestuderen en er over te bidden. De Catechismus heeft een sectie die volledig is gewijd aan de voorzichtige vorming van onze geweten en de belangrijkheid om de juiste beslissingen te nemen.

          Zelfs na alles te hebben overwogen, goed of slecht, zijn we nog steeds verantwoordelijk voor ons handelen: "Het geweten maakt het mogelijk de verantwoordelijkheid voor de gestelde daden op zich te nemen" [1781]. Een goed gevormd geweten helpt ons te zien dat we verkeerd hebben gedaan en vergeving nodig hebben voor onze zonden.

          Door een volmaakt geweten na te streven ervaren we eigenlijk een grote vrijheid, omdat we dichter komen tot Gods onmeetbare Waarheid. Het is geen last of iets wat er ons van weerhoudt om iets te doen: het is een gids die ons helpt te doen wat rechtvaardig en juist is: "De opvoeding van het geweten verzekert de vrijheid en verwekt de vrede van het hart." [1784].

          10. Gezinsplanning is enkel de katholieke versie van geboorteregeling

          Gezinsplanning of Natuurlijke Familie Planning (NFP) kent vele vijanden. Sommigen geloven dat het een onrealistisch alternatief zou zijn geboorteregeling [waarvan ze niet denken dat deze zondig is], terwijl anderen denken dat het even slecht is geboorteregeling. NFP moet de dunne lijn bewandelen tussen beide extremen.

          Eerst en vooral is het hoofdprobleem van geboorteregeling dat het de natuurlijke werking van het lichaam tegengaat, en de natuur in ieder geval. Het beoogt de daad [seks] te scheiden van de gevolgen [zwangerschap], waarbij het er voornamelijk om te doen is om de lusten te verhogen, terwijl NFP, wanneer het voor de juiste reden wordt aangewend, meer een instrument is om in overweging te nemen of een koppel de middelen heeft [financieel, emotioneel en lichamelijk] om een kind te aanvaarden in hun leven, waarbij voorzichtig de levenssituatie in acht wordt genomen door dit onder elkaar te bespreken en vooral, door gebed. Eerder dan zich volledig van seks te onthouden, begint men beter alle facetten er rond te begrijpen.

          Zij kiezen voor NFP met als reden dat zij het zich niet meer kunnen veroorloven of omwille van gezondheidsrisico's en dit zijn perfect gerechtvaardige redenen om aan NFP te doen: het is betrouwbaarder en de kerk laat het toe.

          Nog anderen beweren dat alle controle over de grootte van het gezin hetzelfde is als "God spelen" en verkiezen Zijn voorzienigheid hierin. Het is waar dat wij op God moeten vertrouwen en altijd het leven moeten aanvaarden dat Hij ons zendt, maar wij hoeven niet volledig afhankelijk te zijn op dat gebied, want Zijn wil heeft er ook voor gezorgd dat er zoiets kan bestaan als NFP.

          11. Iemand kan voor abortus zijn en tegelijkertijd katholiek zijn

          De catechismus neemt elke tijfel weg over abortus: het is gelijk aan moord en valt onder misdaad tegen het vijfde gebod: "u zult niet doden."

          "Het menselijk leven moet volstrekt geëerbiedigd en beschermd worden vanaf het moment van de conceptie. Vanaf het eerste ogenblik van zijn bestaan moeten de rechten van de persoon voor elk menselijk wezen erkend worden, waaronder het onschendbaar recht op het leven, een recht dat aan elk onschuldig wezen toekomt." [2270]

          Vanaf de eerste eeuw heeft de kerk voorgehouden dat elke opzettelijke abortus ("abortus provocatus") een moreel kwaad is. Dit onderricht is nooit veranderd. Het blijft een vaste leer. De rechtstreekse vruchtafdrijving, die als doel of als middel gewild wordt, is ernstig in strijd met de zedenwet. [2271]

          "De formele medewerking aan abortus is een zware zonde. De kerk bestraft deze misdaad tegen het menselijk leven met de kerkelijke straf van excommunicatie: "Wie vruchtafdrijving bewerkt met daadwerkelijk gevolg, loopt een excommunicatie van rechtswege op door het feit zelf dat hij het misdrijf begaat en volgens de voorwaarden bepaald door het kerkelijk recht. Hiermee wil de kerk niet het terrein van de barmhartigheid inperken. Maar wel maakt ze hiermee duidelijk hoe zwaar deze misdaad is en hoe onherstelbaar de schade, toegebracht aan het onschuldige slachtoffer, aan zijn ouders en aan de hele samenleving." [2272]

          Ik denk dat alles hiermee duidelijk is, hoewel sommigen zullen beweren dat "pro-choice" niet betekent dat men het eens is met abortus: velen denken dat abortus verkeerd is, maar willen hun mening niet opdringen aan anderen. Hier wordt terug het argument aangehaald: "wat voor u als waar geldt, geldt daarom niet als waar voor mij." Maar ook hier heeft de kerk een antwoord op:

          "De onvervreemdbare rechten van de persoon moeten door de burgerlijke samenleving en de politieke overheid erkend en geëerbiedigd worden. De mensenrechten hangen niet af van de individuele persoon en evenmin van de ouders; ze zijn evenmin concessies van de gemeenschap en van de staat; ze behoren tot de menselijke natuur en zijn inherent aan de persoon, omwille van de scheppingsdaad, waarin de persoon zijn oorsprong vindt. Onder deze fundamentele rechten moeten wij vermelden: het recht op leven en op fysieke integriteit van elke mens, vanaf zijn conceptie tot aan zijn dood." [2273]

          "Ergernis is de houding die of het gedrag dat anderen ertoe brengt om kwaad te begaan. Degene die aanstoot geeft, wordt een verleider voor zijn naaste. Hij tast zowel de deugd als de rechtschapenheid aan; hij kan zij n broeder meetrekken in het geestelijk verderf. De ergernis is een zware zonde, als men door handeling of een verzuim een andere persoon vrijwillig tot een zware zonde brengt."

          De Kerk is krachtig en duidelijk tegen abortus en wij als katholieken moeten hier achter staan.

          12. De herinneringen van de mensen over hun vorige levens bewijst dat reïncarnatie waar is en dat de visie van de Katholieken over hemel en hel niet waar zijn.

          Het paranormale bekoort en daarom zien we ook een toename van beweringen van "herinneringen over een vorig leven". Inderdaad, er bestaan organisaties die u onder hypnose helpen om u door uw "vorige levens" te leiden.

          Terwijl dit voor sommigen overtuigend lijkt, is het zeker niet gemeen met de techniek van hypnose. Sinds het begin weten wetenschappers dat patiënten onder een diepe hypnose verzonnen verhalen en herinneringen door elkaar weven en deze feiten worden daarna ook bevestigd. Ernstige therapeuten zijn zich bewust van dit fenomeen en overwegen voorzichtig wat hun patiënten vertellen onder hypnose.

          Ook in al haar verschijningen is Onze Lieve Vrouw formeel: "De ziel kent maar drie bestemmingen na het leven hier op aarde: hemel, vagevuur of hel. Opties zoals geen bestemming van de ziel of reïncarnatie bestaan niet, ze bestaan enkel in de fantasie van de mensen. Een mens wordt maar één keer geboren op aarde en een ziel gaat nooit verloren."

          In verband met dit laatste verwijs ik naar Maria’s woorden in Medjugorje over "de bestemming van de ziel" welke u kunt terugvinden in de rubriek "overige weetjes" in de rechterkolom.


          21-02-1980
          Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Anneliese Michel [2]
          Anneliese Michel [2]

          De audiotapes [met onderschriften]


          Deel 1


          Deel 2


          Deel 3


          Deel 4


          Deel 5


          Deel 6


          Deel 7


          Deel 8


          Deel 9


          deel 10



          Foto




          Weetjes over Medjugorje

          Geografie

          Kroatië

          Bosnië en Herzegovina

          Godsdienst

          Wetenschap

          Portret van de zieners

          Maria's uiterlijk

          De 5 pijlers van het geloof

          Vragen en antwoorden

          Standpunt van het Vaticaan

          Ratzinger bezocht ooit Medjugorje "incognito"

          1e onderzoekscommissie

          2e onderzoekscommissie

          3e onderzoekscommissie

          4e onderzoekscommissie

          De kwestie Herzegovina 1

          De kwestie Herzegovina 2

          De kwestie Herzegovina 3

          Profetieën nemen hun tijd

          Mirjana meer en meer op de voorgrond

          Bestemming van de ziel

          De Podbrdo [Verschijningsberg]

          De Krizevac [Kruisberg]

          Het Votiefkruis

          Parochiekerk Jacobus de Meerdere

          Uitbreiding biechtgelegenheid

          Kapel der Twee Harten

          Oasi delle Pace

          Verrezen Christus

          Cumunità Cenacolo

          Mother's Village

          Vr. Slavko Barbaric

          Vr. Jozo Zovko

          Vr. Pétar Ljubicic

          Ratko Perics toorn

          Heeft Zanic Medjugorje verraden?

          Vr. Amorthe betreurt apathie

          Siroki Brijeg

          Retraîtekasteel

          Zr. Emmanuel Maillard

          Ivans gebedsgroep

          Nedjo Brecic

          Christoph Schönborn

          St. Stephansdom, Wenen 2012

          Scalambra & Casale Monferetto

          Madonna van Civitavecchia

          Little Audrey Santo

          Maria's verjaardag

          Medjugorje en Moederdag

          De IIPG [1]

          De IIPG [2]

          De IIPG [3]

          De IIPG [4]

          De IIPG [5]

          De weide van Gumno

          De priester die verdween

          Nieuwe taksen op logies

          Mirakel van de Maan

          Documentaire 1983

          BBC Documentaire 2010

          Documentaire Mary TV

          The Miracle of Medjugorje


          Interviews Medjugorje

          Mirjana Dragicevic [2008]

          Mirjana Dragicevic [1998]

          Mirjana Dragicevic [1983]

          Mirjana Dragicevic [1989]

          Mirjana Dragicevic [1]

          Mirjana Dragicevic [2]

          Mirjana Dragicevic [2009]

          Vicka Ivankovic [2008]

          Vicka Ivankovic [1983]

          Vicka Ivankovic [2007]

          Vicka Ivankovic [1988]

          Vicka Ivankovic

          Ivan Dragicevic [2003]

          Ivan Dragicevic [2004]

          Ivan Dragicevic

          Ivanka Ivankovic [1983]

          Ivanka Ivankovic [1989]

          Ivanka Ivankovic

          Pétar Ljubicic [2004]

          Pétar Ljubicic [2006]

          Pétar Ljubicic [2008]

          Slavko Barbaric [1987]

          Gabriele Amorth [2002]

          Jakov Colo

          Jakov Colo

          Jakov Colo [2007]

          Marija Pavlovic [2008]

          Marija Pavlovic [1989]

          Marinko en Dragico Ivankovic [1983]

          Damir Coric [1983]

          Marica Kvesic [1983]

          John en Andja Setka [1983]

          Jelena Vasilj [2002]

          Jelena Vasilj en
          Marijana Vasilj [1]

          Jelena Vasilj en
          Marijana Vasilj [1]

          Zlatko Zudac [1999]

          Bisschop Hnilica [2004]





          Overige Weetjes

          Bestemming van de Ziel

          Theresia van Lisieux
          over het Vagevuur

          Maria Simma

          De invloedrijkste vrouw

          Engelen

          Twaalf stappen voor een gelukkig heengaan

          Twaalf fabels over het Katholieke geloof

          Pater Pio en Karol Woijtyla

          San Nicolàs de los Arroyos

          La Madonna del Ghisallo

          O.L.V. Van den Oudenberg

          Fatima:
          Reeds eeuwen Mirakels

          Jacinto Marto uit Fatima
          door Fr. Robert J. Fox

          Profetieën nemen hun tijd

          Jacinto Marto uit Fatima
          door Zr. Lucia Dos Santos

          Ingrid Betancourt

          Dikwijls gewichtige feiten
          nà verschijningen

          satans opzet

          De Graal van Valencia

          Notre-Dâme du Laus

          Kibeho, Rwanda

          Esther en Mordechai

          Monte Cassino

          Gods adres

          Jezus' geboortekerk [1]

          Jezus' geboortekerk [2]

          De Komeet Lulin

          De Komeet Elenin

          De Komeet Honda

          Samuel Alexander Armas

          De Geur van Regen

          Jaar van de Priesters

          Dr. Gloria Polo's terugkeer

          Ian McCormack: Een blik
          in de eeuwigheid

          Middel tegen komende pandemie

          Kim Phuc

          Michael Anderson

          Zeven kenmerken
          van een goede vader

          O.L.V. van Las Lajas

          Vaders Liefdesbrief

          O.L.V. van Ocatlàn

          Elena Desserich

          Rom Houben

          Overlijden Mari-Loli Mazon

          Advent

          Gered door een engel?

          Kerst in de loopgraven

          Mgr. Peter Savelbergh

          Ontdekking v/d sarcofaag v/d H. Philomena

          De Heilige Mis

          Petrus Lombardus

          Oscar, de kat

          Tieners, geef hen nooit op!

          Ontdekking te Nazareth

          Efeze: Maria's Huis

          Wonderdadige Medaille

          De rivier Kwai

          De Exodus

          Valentino Mora

          Het vijfde Maria Dogma

          Elizabeth Kindelmann

          H. Louis de Montfort

          H. Clelia Barbieri's
          miraculeuze stem

          Steven en Djaingo

          Het wonder van San José

          Aalst, België's 9/11

          Het getal 11

          Maria en het getal 101

          Sterven op 33

          Is dit St. Jozef's graf?

          Het Kerstverhaal
          en Koning Herodes

          De Kardinale Climax

          Winterzonnewende 2010

          En de maan werd rood

          Schoonheid van Wijwater

          De dag die ontbrak

          Het celibaat

          De vierde ruiter van de Apocalyps

          De maagdelijke geboorte

          Jordanië claimt oudste christelijke vondst

          Colton Burpo versus Stephen Hawking

          H. Gelaat van Manoppello

          Padre Pio: under investigation

          Grace

          Michael Browns retreat

          7 niveau's van het liegen

          De dood van Sint Jozef

          De dood van Maria

          Betekenis van Maria's naam

          Het Aramees in opmars

          De Bosnische pyramiden

          Brugge, het Jeruzalem van het Noorden

          Wonder te Skopje


          Diverse Profetieën
          Miscellanous Prophecies

          Profetieën nemen hun tijd

          Is dit de tijd waarover ze spraken?

          Garabandal [1961-65]

          Israël en Bijbelse Profetie

          Pinksterprofetieën 1975

          Quito [17de eeuw]

          Kenmerken v/d antichrist

          A.C. Emmerich [1]

          A.C. Emmerich [2]

          De Kremna Profetieën

          Hildegard van Bingen

          Belpasso [1986-88]

          2 Noorse profetieën

          La Salette [1846]

          Anna Maria Taigi

          Diversen

          Heilige Mechtildis

          Non van Tours

          Heilige Nilus

          Bernardine Von Busto

          Non van Bellay

          Kloosterling Hilarion

          Don Giovanni Bosco

          Elizabeth Canori Mora

          Judah Ben Samuel

          Jeanne Le Royer

          Giacchino di Fiore

          Bartholomeüs Holzhauser

          Madeleine Porsat

          De profeet Daniël

          Kibeho, Rwanda

          Ida Peerdeman

          H. Ireneüs van Lyon

          Methodius van Olympus

          H. Hippolytus van Rome

          Firmanus Lactantius

          De Berkenboomprofetieën

          Dr. Arnold Fruchtenbaum

          H. Ephraïm de Syriër

          H. Cesarius van Arles

          Columba van Ierland

          Elena Aiello

          Beda, de eerbiedwaardige

          Odilia van de Elzas

          Johannes Damascenus

          Adso, de Monnik

          Anselmus van Canterbury

          H. Vincent Ferrer

          Joachim van Fiore

          Johannes Friede

          Thomas van Aquino

          John of the Cleft Rock

          Franciscus van Paola

          H. Birgitta van Zweden

          Robertus Ballarminus

          Dionysus van Luxemburg




















          Het Laatste Geheim

          1. Een enorm mysterie

          2. Sterk en zedig

          3. Dagen van duisternis

          4. Moeder van de Heer

          5. Boven de zon

          6. Gog en Magog?

          7. Door de straten van de stad

          8. Vanop de hoogste bergen

          9. Kleine geheimen

          10. Klokslag twaalf

          11. Lichten, geluiden, graven

          12. De klokken luiden

          13. Donderslag in de verte

          14. Geheime aanwezigheid

          15. Vuurzuil

          16. Geheimen van de Rozenkrans

          17. Het voorteken

          18. De zeven

          19. Het voorgevoel

          20. Signalen en vloeken

          21. Afschuwelijke wonderen

          22. De kastijding

          23. Naschok

          24. Waar duivels beefden

          25. Geheime Martelaren

          26. Geheim van de gehoorzaamheid

          27. Geheim van het vertrouwen

          28. Ik wacht op u

          29. De geest van opstand

          30. Genade en rechtvaardigheid

          31. De Profetie

          32. Voorbij de grenzen
          van de kennis

          33. Geheimen in
          Amerika en Europa

          34. Geboren in de hel

          35. Cathérina's geheim

          36. Geleende tijd

          37. Ik zal uw Moeder zijn

          38. Het grote Teken

          39. Koningin van de Eeuwigheid











          Thomas à Kempis
          De navolging van Christus

          Boek 1.1

          Boek 1.2

          Boek 2

          Boek 3.1

          Boek 3.2

          Boek 3.3

          Boek 4.1

          Boek 4.2



          Novenen

          Maria Onbevlekte Ontvangenis

          OLV van Lourdes

          OLV Van Fatima

          OLV Van Banneux

          OLV van de Berg Carmel

          OLV Hemelvaart

          H. Maagd van de Wonderdadige Medaille

          Maria Lichtmis

          Don Bosco

          Maria Boodschap

          Sint Jozef

          Heilige Familie

          Goddelijke Barmhartigheid

          Heilige Geest

          Kindje Jezus

          Engelbewaarder

          Aartsengel Michaël

          Aartsengel Gabriël

          Franciscus van Assisi

          Antonius van Padua

          Pater Pio

          Heilige Benedictus

          Heilig Hart van Jezus

          Heilige Rita

          Sint Valentijn

          OLV van Altijddurende Bijstand

          Jean Marie Vianney

          Theresia van Lisieux

          Maria, die de knopen ontwart

          OLV van de Bezoeking

          Zielen in het Vagevuur

          Kracht van het Kruis
          tegen het kwade

          H. Gelaat van Jezus

          Hart van Jezus en Maria

          Kindje Jezus van Praag

          OLV van Genezing

          Miraculeuze Maagd

          Pater Damiaan

          Heilige Anna

          H. Maria Goretti

          Heilige Peregrinus

          Heilige Expeditus

          Sint Joris

          H. Margareta van Cordoba



          Films

          Padre Pio

          The Miracle of Our Lady of Fatima

          The 13th Day

          Het Lied van Bernadette

          One Night with the King

          Faustina

          Docu: Faustina Kowalska

          Docu: Mariaverschijningen

          Docu: OLV van Guadalupe

          Vincentius a Paolo

          Sint Paulus

          Sint Petrus

          Docu: Pater Damiaan

          Passion de Jeanne d'Arc

          Story of Father Damien

          Docu: Garabandal

          Exorcism of Emily Rose

          The Nativity Story

          Don Johannes Bosco

          The Passion of The Christ

          King David

          Romero

          Jean de Florette

          Manon des Sources

          Abraham

          Mozes

          Solomon

          Jacob

          Francesco

          A man for all seasons

          The Apocalypse

          Docu: H. Maria Goretti

          Docu: The birth of Israël

          Docu: The six-day war

          Docu: Ghosts of Rwanda

          Becket

          Gospel of Luke

          Gospel of Matthew

          Gospel of John

          Acts

          Unsolved mysteries

          Joseph

          Samson and Delilah

          H. Rita van Cascia

          Thérèse de Lisieux

          Isaak, Jacob & Esau

          Fray Martin de Porres

          Lourdes [2000]

          Clara & Francisco

          Maria Goretti

          Mother Theresa




          Astronomische verschijnselen

          28/11/2011



          Blog tegen de wet? Klik hier.
          Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs

           

          Real Time Web Analytics

          Page Content

          Page Content