Vijftien jaar geleden pakten Hutu in Rwanda de machetes op. In een moordend tempo werden Tutsi en gematigde Hutu omgebracht. Rwandese media hadden een groot aandeel in de slachtingen. Met propaganda en aanwijzingen werden de Hutu opgejut en aangestuurd. Bekijk beelden van het drama en de nasleep.
"Dit is Radio Milles Collines, jouw radio. De Tutsi heersten over ons, zij willen macht. Die kakkerlakken lieten ons werken als slaven, ze pikten alle rijkdom in. Richt wegversperringen op, pik de spionnen van het RPF eruit, laat de hoofden van de Tutsi achter aan de kant van de weg."
Met dit soort teksten wordt al vanaf begin jaren negentig de toon gezet door radicale Hutu. Een goed georkestreerde haatcampagne wordt opgezet tegen Tutsi en gematigde Hutu waaraan ook de "Interahamwe" [zij die samen werken/vechten], de militie van de staatspartij, de MRND, en de krant "Kangura" deelnemen.
Op alle fronten wordt haat gezaaid. Tutsi worden gelijkgesteld aan de RPF. Dit zijn Tutsi-rebellen die in 1990 vanuit Oeganda Rwanda binnen zijn getrokken. Hun doel is om de daar aanwezige Tutsis te repatriëren en het Hutu-regime van zittend president Habyarimana omver te werpen. De Hutubevolking keert de angst voor deze rebellen om in botte haat. Zo houdt de extremistische Hutu-politicus, Mugesera, in november 1992 een beruchte speech, die eerder als vloek klinkt:
We have the responsibility into our hands to wipe out these hoodlums ... The fatal mistake we made in 1959 was to let them [the Tutsis] get out ... They belong in Ethiopia and we are going to find them a shortcut to get there by throwing them into the Nyabarongo River [which flows northward]. I must insist on this point. We have to act. Wipe them all out!
Ook Kangura verspreidt aan de lopende band opruiende teksten. Zo staat er in december 1993 op de cover de tekst: "Hutu, ras van God". Eronder: "welke wapens gebruiken we om de kakkerlakken voorgoed uit te roeien?" met ernaast de nietsverhullende afbeelding van een machete.
De bom barst als in 1993 het vredesakkoord [de Arusha-akkoorden] tussen de Tutsi en de Hutu-regering wordt getekend. Tegen dan zijn radicale Hutu-elementen al bezig met de voorbereiding op een coup. Het verdrag is bedoeld om de democratisering te stimuleren, maar ondertussen verspreiden de Hutu op grote schaal AK-47's, granaten en machetes.
Op 6 april 1994 barst de bom. Een vliegtuig met daarin president Habyarimana wordt neergeschoten. Hutu wijzen de kant van de Tutsi-rebellen op, maar er bestaat zeker een mogelijkheid dat extremistische Hutu schuld dragen. Nog diezelfde dag begint de eliminatie van politieke tegenstanders en start de genocide op de Tutsi. Hooggeplaatste militairen, onder leiding van kolonel Bagosora, zetten de regering buitenspel en nemen de macht over. Samen met de Presidentiële Garde en de Interahamwe-milities begint het leger aan de "grote schoonmaak."
Binnen enkele uren breidt het geweld zich uit van de hoofdstad naar afgelegen gebieden. Overal in het land worden wegversperringen opgeworpen. Gewapende Hutu krijgen de opdracht Tutsi-rebellen of handlangers tegen te houden en uit te roeien. Dit gebeurt in een ongekend hoog tempo en niet zelden op gruwelijke wijze.
De geweldsexplosie wordt aangestuurd door "Radio et Télévision Libre des Mille Collines [RTLM]." In het overwegend ongeletterde Rwanda heeft de radio een ongekend groot bereik en aanzien. Met vlammende en racistische toespraken jut dit radiostation de Hutubevolking op tegen de Tutsi-minderheid. Ook liberale elementen binnen de eigen groep zijn het mikpunt. RTLM geeft de Interahamwe live aanwijzingen om Tutsi op te kunnen sporen. Nergens zijn ze veilig.
De samenwerking tussen radio en de Hutu-milities is angstaanjagend efficiënt. Op 21 april zijn naar schatting al 250.000 Tutsi gedood. In de daarop volgende 2,5 maanden gaat het doden in langzamer tempo door, totdat uiteindelijk zo'n tweederde van de Tutsi-bevolking van Rwanda [600.000 personen] omgebracht is. Ook gematigde Hutu die zich tegen de genocide verzetten worden gedood, naar schatting tenminste 200.000 personen. Uiteindelijk blijken er ruim een miljoen Rwandezen te zijn omgekomen. Wekenlang laten de VN toe dat de moordpartijen aanhouden. Tegen de tijd dat de feiten onomstotelijk op genocide wijzen zijn er al zo'n 500.000 Rwandezen vermoord.
Pas op 17 mei neigen de VN richting het G-woord. Die dag wordt voorzichtig toegegeven dat "acts of genocide may have been committed". Een troepenmacht van een zuinige 5.500 man wordt erop uitgestuurd om te redden wat er te redden valt, maar inmiddels is het ergste leed al geleden.
09-09-1980
BBC Documentaire: The birth of Israël
De Israëlische Onafhankelijkheid
Tussen 1936 en 1939 breekt de Arabisch-Palestijnse opstand uit. Arabieren organiseren een algemene staking tegen het Britse bestuur en de Joodse inwoners van Palestina. De staking slaat al snel om in een volksopstand en de gewelddadigheden worden hardhandig door de Britten neergeslagen. Ruim 5.000 Arabieren, 400 Joden en 200 Britten komen hierbij om. In reactie op de Arabische opstand leggen de Britten beperkingen op aan de Joodse instroom in Palestina. De leider van de Husseini-partij Amin al-Hoesseini vlucht en werkt tenslotte in Berlijn samen met het naziregime door antisemitische propaganda-uitzendingen te verzorgen. De leiders van gematigde partij van de Nashashibi's blijft in Palestina.
In 1937 adviseert de commissie-Peel, die door de Britten in het leven was geroepen om over de situatie in Palestina te oordelen, om Palestina op te delen in twee delen waarbij één derde een Joodse staat zou moeten worden. De Britse regering neemt dit plan vanwege Arabische tegenstand niet over. In 1939 neemt het Britse Lagerhuis het "MacDonald White Paper" aan waarbij de Joodse immigratie in Palestina wordt beperkt en de Palestijnen zelfbestuur in het vooruitzicht wordt gesteld. Kort hierop breekt de Tweede Wereldoorlog uit. De Duitse heerschappij over grote delen van Europa leidt tot de Holocaust [in Israël de Shoah genoemd]. Bij de systematische vervolging van en moord op de Europese Joden komen naar schatting tussen de vijf en de zes miljoen Joden op een brutale wijze om het leven.
Na de oorlog wordt de roep om een Joodse staat luider. Ook in Palestina komt er meer verzet, van beide zijden, tegen de Britten. Zo komen bij een Bomaanslag op het Koning Davidhotel, gepleegd door de Irgoen-militie van de latere Israëlische premier Menachem Begin, 91 mensen om het leven.
Op 29 november 1947 stemt de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in met het plan van de internationale UNSCOP-commissie [United Nations Special Comité on Palestine] voor de opdeling van het mandaatgebied Palestina in verschillende delen: een Israëlisch, Arabisch en internationaal bestuurd deel [Jeruzalem en Bethlehem].
De Joodse gemeenschap [die zich Yishuv noemde] zou krijgen:
Oost-Galilea met Safed en Tiberias,
De vruchtbare kustvlakte van in het noordelijke Haifa tot voorbij Tel Aviv in het zuiden
Het grootste deel van de Negevwoestijn.
De Arabische Palestijnen krijgen toegewezen:
West-Galilea met Acre en Nazareth
De Westoever van de Jordaan tot Beersheba in het zuiden
De Gazastrook met Isdud en Rafah en een aansluitende strook van de Negev langs de Egyptische grens tot dertig kilometer voorbij El Auja.
Internationaal toezicht door de VN op de raakpunten ["kissing points," bruggen en onderdoorgangen] van de samenstellende delen zou ervoor zorgen dat elke staat een aaneengesloten gebied vormde. Van de 1,6 miljoen inwoners is op dat moment 1 miljoen Arabier en 600.000 Jood. Het land is grotendeels publiek bezit van het Britse mandaatsgezag. 16,5% is in handen van Arabieren die elders in de Arabische wereld [onder andere Beiroet en Damascus] wonen. De Joden hebben 8,6% van het land in handen terwijl de lokale Arabische bevolking 3,3% bezit.
In het voor de Joodse staat bedoelde deel vormen Joden met 55% van de bevolking [niet meegerekend 90.000 nomadische bedoeïenen die er een deel van het jaar verbleven] een meerderheid. De Joodse leiding wilde aanvankelijk heel Palestina, maar accepteert de VN-deling, de Palestijnse leiding niet en vrijwel onmiddellijk breekt er een burgeroorlog uit tussen Joden en Arabieren.
De kritische Israëlische historicus Morris onderscheidt in zijn boek "1948" twee perioden tot 15 mei 1948:
November 1947 - maart 1948. Een guerrillaoorlog breekt uit, waarin Palestijnse milities de overhand hebben Zij worden gesteund door 6000 tot 8000 vrijwillige strijders van buiten Palestina, vooral uit Egypte, Syrië en Irak die het Arabische Bevrijdingsleger [onder leiding van Fawzi al-Qawuqji] kwamen versterken. De Joodse Haganah-militie stelt zich defensief op, door een gebrekkige organisatie en later om de vertrekkende Britse militairen niet te provoceren.
April - mei 1948. De Haganah gaat in het offensief om strategische posities te verwerven met het oog op de verwachte invasie van buitenlandse Arabische legers op 15 mei 1948. Onder meer worden de corridor Tel Aviv-Jeruzalem en de steden Haifa, Jaffa en Tiberias veroverd. Vooral na half mei 1948 kwamen meer dan 4000 buitenlandse joodse en niet-joodse vrijwilligers het Israëlische kamp versterken: onder meer piloten, zeelui en specialisten in communicatie en tanks.
Een groot deel van de Arabische bevolking vlucht voor het geweld of wordt verdreven. Tussen 4 april en 10 mei 1948 voert het Joodse leger het "Plan-Dalet" uit dat de gebieden die aan de Joodse staat waren toegekend moest verdedigen en ook hierbuiten plaatsen met Joodse bevolkingsconcentraties moest innemen. Het plan stelt het als volgt: "Het doel van het plan is om de macht te verkrijgen over gebieden van de Joodse staat en de grenzen te verdedigen. Tevens is het streven macht te verkrijgen over Joodse nederzettingen en bevolkingsconcentraties buiten dit gebied [dat aan de Joodse staat was toebedeeld] van reguliere, semi-reguliere en kleine troepenmachten van binnen en buiten de staat."
Sommige bronnen voeren aan dat Plan-Dalet het verdrijven van zoveel mogelijk inheemse Arabieren tot doel had. Andere bronnen halen oproepen van Arabische leiders aan [die de Arabische bevolking opriepen tijdelijk te vluchten in afwachting van de verwachte Arabische overwinning] als verklaring voor het massaal vluchten van de Arabische bevolking.
Op 9 april 1948 werd in het dorp Deir Yassin door de Joodse milities Irgoen, Lehi en Hagana een bloedbad aangericht waarbij naar schatting 135 tot 145 Arabische burgers werden vermoord. De bezetting van Deir Yassin maakte deel uit van de campagne om de verbinding van Tel Aviv naar West-Jeruzalem open te houden. Hierop nam het aantal Arabische vluchtelingen verder toe. Op 12 mei 1948 werden ongeveer honderd Joodse bewoners van het Kfar Etzion-blok van kibboetsen ten zuiden van Jeruzalem, na overgave, vermoord door Arabische milities.
Het Britse gezag werkte niet mee aan de voorbereiden van de deling van Israël: de VN "Implementation Comité" mag pas per 1 mei 1948 Palestina in, twee weken voor het eind van het Britse Mandaat en dus veel te laat.
Op 14 mei is er de Israëlische Onafhankelijkheidsverklaring. Op 15 mei 1948 loopt het Britse mandaat voor Palestina af. In anticipatie hierop roept het Joods Agentschap een dag eerder de staat Israël uit. De Amerikaanse president Truman erkent Israël binnen een half uur de facto, de formele erkenning zal tot 1949 op zich laten wachten. De Sovjet-Unie en vrijwel al haar satellietstaten alsook Zuid-Afrika en Ierland erkennen Israël vrijwel onmiddellijk volledig. De Sovjet-Unie draagt er zorg voor dat Israël grootscheeps de wapens in Tsjecho-Slowakije kan kopen, die de komende strijd tussen Joden en Arabieren in het voormalige Mandaatgebied Palestina mede zullen beslissen. Nog dezelfde dag volgt de Pan-Arabische invasie en begint de Arabisch-Israëlische oorlog van 1948, die ook wel de Israëlische Onafhankelijkheidsoorlog wordt genoemd. In december 1948 wint Israël uiteindelijk deze oorlog.
BBC Documentaire: The birth of Israël
08-09-1980
Documentaire: 1967 The six-days war
De zesdaagse oorlog
In 1967 zoekt en krijgt de Egyptische president Gamal Abdel Nasser steun in de Arabische wereld voor zijn plannen om het Suezkanaal en de Golf van Akaba [Golf van Eilat] voor Israëlische scheepvaart te blokkeren. De blokkade, een daad van oorlog volgens internationaal recht, wordt door Israël als bedreigend ervaren. Nasser dwingt tevens de VN vredestroepen, die sinds de Suezcrisis in de Sinaï aanwezig waren om de partijen uit elkaar te houden, te vertrekken. De VN moeten hier wel aan toegeven.
Op 5 juni 1967 gaat Israël over tot de aanval op Egypte en Syrië en is de Zesdaagse Oorlog een feit. Onder leiding van opperbevelhebber Yitzchak Rabin verovert het Israëlische leger in zes dagen de Sinaï en de Golanhoogten. De Egyptische luchtmacht wordt op de eerste dag van de oorlog vrijwel geheel uitgeschakeld. Israël deed een beroep aan Jordanië om zich niet in de strijd te mengen maar koning Hoessein valt toch aan. Israël neemt vervolgens de Westelijke Jordaanoever en delen van Jeruzalem, waaronder de oude stad, in. Na zes dagen van vijandelijkheden komt het tot een staakt-het-vuren. De Veiligheidsraad van de VN neemt in november resolutie 242 aan die oproept tot de Israëlische terugtrekking uit bezette gebieden in ruil voor Arabische erkenning van Israël achter veilige grenzen.
Documentaire: 1967 The six-days war
Door de bezetting van de Westelijke Jordaanoever kwamen ca. een miljoen Palestijnen onder Israëlische controle te wonen, hetgeen spanningen in de Israëlische samenleving veroorzaakte. In het publieke debat betoogden Moshe Dayan, Israël Galili en anderen dat de Palestijnen geïntegreerd moesten worden. Pinhas Sapir en anderen pleitten juist voor totale segregatie. Uiteindelijk won het kamp-Dayan de steun van de regering-Meir.
De Palestijnen werden in Israël ingezet als goedkope arbeidskrachten. Hun lonen stegen vergeleken met de eerdere situatie, maar bleven achter die bij van Israëlische arbeiders. De arbeid van Palestijnen in Israël stuitte op weerstand bij de radicalere zionisten, die Israël als een "exclusief Joods werk" zagen.
07-09-1980
Litanie tot de heilige Geest
Litanie tot de heilige Geest
Beloften van God de Vader
Aan ieder die ten minste 3 maal per week deze litanie met vuur bidt:
Ik zal hen op zichtbare wijze aan de hand van hun tegenstander onttrekken.
Ik zal hindernissen verwijderen die hen op de weg naar de volmaaktheid hinderen.
Ik zal hen een extra engel geven die hen door ingevingen zal beschermen tegen verleidingen tot zonde.
Zij zullen volharden op de weg van de deugd.
Zij zullen hun tekortkomingen goed herkennen.
Zij zullen de kracht krijgen om zich uit zondige gewoonten los te maken.
Ik zal hun geloof, hoop en liefde versterken.
Ik zal hen uit de materiële nood trekken.
In hun familie zal eendracht en onderlinge liefde heersen.
Litanie
Ere zij de Vader, de Zoon en de Heilige Geest zoals het was in het begin en nu en altijd en in de eeuwen der eeuwen. Amen
Na elke aanroeping: Wees geprezen!
Heilige Geest, daal neer vanaf Uw troon van heerlijkheid en sla Uw tent op in het hart van Uw dienaar. Heilige Geest, die uitgaat van de Vader en de Zoon, leer mij in voortdurende tegenwoordigheid van God te leven. Heilige Geest, die uitgaat van de Vader en de Zoon, leer mij te leven volgens de wil van de Allerhoogste. Heilige Geest, die woont in het hart van de Zoon, leer mij U kennen en U oprecht liefhebben. Heilige Geest, die voor de eer van God de Vader zorgt, leer mij leven in overgave aan God in volmaakt vertrouwen op Hem. Heilige Geest, Teken der vurige tongen, ontsteek in mijn hart het vuur van Uw liefde. Heilige Geest, geheimzinnige Duif, leer mij de Heilige Schrift begrijpen. Heilige Geest, Die noch een gelaat, noch een naam heeft, leer mij op de juiste manier te bidden. Heilige Geest, Die spreekt door de mond van de profeten, leer mij te leven in vrede en evenwichtigheid van ziel en geest. Heilige Geest, brandende vuurhaard van Liefde, leer mij wijs en geduldig te leven. Heilige Geest, Gever van alle gaven, leer mij in nederigheid en bescheidenheid te leven. Heilige Geest, overvloedige Schatkamer van genaden, leer mij de kostbare tijd goed te gebruiken. Heilige Geest, bodemloze Schatkamer van genaden, leer mij de genade van het lijden begrijpen. Heilige Geest, onuitputtelijke Schatkamer van genaden, behoed mij voor elke liefdeloosheid en hoogmoed. Heilige Geest, Wiens rijkdom door niemand kan worden geschat, leer mij nutteloze voorstellingen en gedachten te weren. Heilige Geest, Gever van talloze geschenken, leer mij nutteloze bezigheden en gesprekken mijden. Heilige Geest, uit Wiens volheid wij allen ontvangen hebben, leer mij te zwijgen om op het gepaste ogenblik te spreken. Heilige Geest, eeuwige Liefde, leer mij anderen het goede voorbeeld te geven. Heilige Geest, eeuwige goedheid, schenk mij volharding in het goede. Heilige Geest, leer mij op de juiste wijze met de mensen om te gaan. Heilige Geest, lieve vriend van de zielen, leer mij niemand te oordelen en onrecht niet te gedenken. Heilige Geest, gelukbrengend Licht van de zielen, leer mij de behoeften van anderen te zien en goede werken te doen. Heilige Geest, Vader van de armen, laat mij mijn fouten herkennen. Heilige Geest, Die wonderen in de zielen bewerkt, leid mij door waakzaamheid naar de volmaaktheid. Heilige Geest, voor Wie niets verborgen is, leer mij te ontsnappen aan de duivelse vervolgingen. Heilige Geest, Die de toekomst van het heelal kent, help mij om mij los te maken van de tirannie van van de duivel. Heilige Geest, Die ook mijn toekomst kent, ik vertrouw U ook de bescherming van mijn familie, vrienden, weldoeners en alle mensen toe. Heilige Geest, met Uw Goddelijke hulp, leer mij te leven tot eer en glorie van God, voor het heil van de zielen en vreugde van de Moeder Gods, Maria, opdat ik als een nuttige dienaar kan sterven.
Wie zijn naaste wil helpen moet deze litanie ten minste gedurende een half jaar dagelijks bidden. Deze litanie zal zich verspreiden als een lawine. Wie ze aan iemand geeft, heeft deel aan diens gebeden. Indien iemand zijn verdiensten niet voor zichzelf wil houden, mag hij de H. geest zeggen waarvoor hij deze wil opofferen.
05-09-1980
Bloedrode maan tijdens winterzonnewende zet ons tot nadenken
Bloedrode maan tijdens winterzonnewende zet ons tot nadenken
Wat volgt is er verslag van het verloop van de totale maansverduistering te Holmbridge, West Yorkshire, een graafschap in de Engelse noordelijke regio West Yorkshire en de Humber, gelegen in het Penninisch gebergte.
Het is van 1638 geleden dat een dergelijk fenomeen heeft plaatsgevonden. Kan dit een voorbode zijn dat past in het schema van de Heer? De Bijbel geeft ons meerdere voorbeelden van Hemelse tekenen voor bijzondere gebeurtenissen. Denk maar aan de geboorte en het overlijden van Jezus. Een bloedrode maan boven een besneeuwd landschap, kan echter nooit een goed voorteken zijn. Aan u het oordeel.
In de nacht van 21 op 22 december 2010 kreeg de maan een bloedrode kleur over een fris, wit landschap bij de eerste maansverduistering tijdens een winterzonnewende gedurende bijna vierhonderd jaar en pas de tweede sedert de tijd van Christus.
Een totale maansverduistering geschiedt, wanneer aarde, zon en maan op dezelfde lijn staan en de schaduw van de aarde de oppervlakte van de volledige maan gaat bedekken. Het zonnelicht dat door de atmosfeer van de aarde gaat, zal er vervolgens de maan oranje, bruin, rood, of zwart doen uitzien. Precies na 6.30 uur s ochtends begon de schaduw van de aarde zijn eerste kleine hap in de ene zijde van de maan te zetten.
Holmbridge, West Yorkshire, Penninisch gebergte
Tegen 7.25 uur s ochtends kon men volgend adembenemend zicht waarnemen hoog in het Penninisch gebergte, te Holmbridge, West Yorkshire, alvorens de maan zou verdwijnen bij het aanbreken van de dag. De opvallende rode lijnen die men het landschap ziet doorsnijden zijn een minder natuurlijk fenomeen. Het zijn de achterlichten van autos die achter elkaar rijden bij een lichtinstelling van de camera van acht seconden. De totale verduistering begon om 7.40 s ochtends, met de maan dicht bij de westerse horizon en hield 73 minuten aan.
Enkele van de beste beelden kwamen uit Schotland waar de kijkers getrakteerd werden op het zicht van de rijzende maan in de ochtendhemel, waaruit gedurende een uur lang, meer en meer happen werden gebeten.
In de Verenigde Staten werden de kijkers beloond met een bloedrode maan. Tijdens een maansverduistering staan zon, aarde en maan bijna op één lijn met elkaar. Terwijl de lijn loodrecht aan het worden is, schuift de schaduw van de aarde over de oppervlakte van de volledige maan.
San Salvador, Midden Amerika
Verloop van de maansverduistering
In het begin ziet de schaduw er uit als een hap die uit de maan wordt gebeten, alvorens de schaduw de maan volledig gaat bedekken. Eénmaal de maan volledig bedekt is door deze schaduw, wordt de maan enkel nog verlicht door het zonlicht dat door de aardse atmosfeer straalt. Het overblijvende licht dat de kraters en de vlakten beschijnt op de maanoppervlakte, heeft een griezelachtige, rode tint.
Samen met de kardinale climax van afgelopen zomer is dit de tweede hoogst uitzonderlijke astronomische gebeurtenis in 2010.
Gedeeltelijke zonsverduistering
Ook vandaag, 4 januari 2010, valt er bij ons een gedeeltelijke zonsverduistering waar te nemen. Indien de weergoden een beetje meezitten zullen we deze morgen een gedeeltelijke zonsverduistering kunnen zien. Het hoogtepunt van de zonsverduistering valt om 09.17 uur, 31 minuten na zonsopkomst. De zon zal dan voor iets meer dan 75 procent verduisterd zijn door de maan. Onze ster staat dan 3 graden boven de horizon.
Bij haar opkomst om 08.48 uur is ze al voor de helft verduisterd en staat ze in het zuidoosten boven de horizon. De eclips eindigt om 10.37 uur. De zon staat dan 11 graden boven de horizon. De vermelde tijdstippen kunnen naargelang de locatie van de waarnemer lichtjes verschillen.
04-09-1980
Ian McCormack: een blik in de eeuwigheid
Ian McCormack: een blik in de eeuwigheid [ondertiteld in het Nederlands]
Een blik in de eeuwigheid (met Nederlandse ondertitels) Ian McCormack was aan het nachtduiken op het eiland Mauritius toen hij meerdere malen door giftige en dodelijke kubuskwallen werd gestoken. Hij vertelt hoe hij vocht voor zijn leven op weg naar het ziekenhuis. Daar aangekomen overleed hij en werd hij dood verklaard. Hij vertelt over zijn ontmoeting met God, wat de richting van zijn leven totaal veranderd heeft! Een zeer bijzonder getuigenis!
Het verhaal
Op een nacht, toen ik aan het duiken was naar kreeften bij een klein eiland genaamd Mauritius, werd ik gestoken in mijn arm door 5 levensgevaarlijke kwallen. De locale vissers noemden deze kwallen de "onzichtbare". Als je zelfs maar 1 keer gestoken wordt door deze kwal kun je al doodgaan. In Australië zijn er zeker 70 dodelijke gevallen bekend. Veel boeken schrijven dat dit 1 van de dodelijkste wezens op de wereld is.
Tegen de tijd dat de ambulance arriveerde was mijn lichaam al volledig verlamd en door het gif en de necrose werd mijn beenmerg aangetast. Onderweg naar het ziekenhuis zag ik mijn leven in een film voorbij komen. Op dat moment was ik een atheïst. Ik wist dat ik bijna dood was maar ik wist niet of er leven na de dood was of dat er gewoon niets was. Toen ik daar dood lag te gaan zag ik in een visioen mijn moeder voor me bidden. Ze was me aan het aanmoedigen om vanuit mijn hart God aan te roepen voor vergeving [Mijn moeder was de enige christen in de familie].
Ik wist niet wat ik moest bidden en riep tot God dat als Hij echt was, of Hij me dan wilde helpen. Onmiddellijk toonde God me het "Onze Vader" en voor de eerst keer in mijn leven bad ik vanuit mijn hart en gaf mijn leven over aan de Heer.
De ambulance stopte en ze zetten me in een rolstoel en reden me zo snel mogelijk naar binnen. De zuster controleerde twee keer mijn bloeddruk maar kon geen hartslag vinden omdat mijn aderen kapot waren. De dokter probeerde mijn leven te redden door me antigif en druivensuiker te injecteren maar dat had geen effect. Binnen een paar minuten zakte ik helemaal weg [ik ben ongeveer 15 minuten dood geweest].
Gedurende deze tijd was ik op een erg donkere plaats. Ik realiseerde me niet waar ik was dus ik probeerde een lichtknop te vinden omdat ik dacht dat ik nog in het ziekenhuis was. Toen ik vooruit tastte kon ik niets vinden wat ik kon aanraken. Toen ik mijn gezicht probeerde aan te raken ging mijn hand er dwars doorheen. Dit was zo bizar omdat ik wist dat ik daar stond maar toch kon ik niets van mijn fysieke lichaam aanraken.
Toen ik daar stond begon ik te beseffen er niet alleen maar duisternis was maar dat ik er nog iets anders was. Ik kreeg een koud gevoel alsof er iemand of iets naar me aan het kijken was. Een kwade macht. Vanuit de duisternis kon ik stemmen horen die naar me schreeuwden dat ik mijn mond moest houden, dat ik het verdiende om daar te zijn en dat ik in de hel was. Ik kon dat maar niet geloven.
Terwijl ik daar stond kwam er een lichtstraal door de duisternis heen geschoten en die begon me omhoog te tillen. Ik werd in een ongelofelijk heldere straal van puur wit licht opgenomen. Het scheen uit een ronde opening te komen ver boven mij [ik voelde me als vuil wat door een zonnestraal werd meegenomen].
De tunnel
Toen ik door die opening ging, kwam ik in een lange smalle doorgang of tunnel. Aan het einde van die lange tunnel kon ik de bron van het licht zien. Het straalde zo dat het wel het middelpunt van het universum leek. Terwijl ik langer naar dit licht keek bracht het me razendsnel naar zich toe [ik liep niet maar ging vanzelf door die tunnel naar de bron van dat licht].
Ik keek toe hoe een golf van licht losbrak van de bron en door de tunnel naar mij toekwam. Toen het door mij heen ging voelde ik een geweldige golf van warmte en comfort door mijn ziel gaan. Het was fantastisch. Dit licht was niet alleen fysiek maar gaf een levende emotie af. Halverwege de tunnel kwam er nog een golf van licht.
Deze keer gaf het me pure vrede, gevolgd door nog een golf van pure vreugde. Toen ik aan het eind van deze tunnel kwam stond ik in de aanwezigheid van deze ontzagwekkende macht en van dit overweldigende licht. Het leek erop dat zelfs de melkwegstelsels van het heelal hier hun bron van energie vandaan haalden.
Toen ik daar stond vroeg ik mezelf af of dit gewoon een energiebron in het universum was of dat er misschien iemand binnen in dat licht stond!!! Een stem reageerde onmiddellijk op mijn gedachte en vroeg me: "Ian, wil je terugkeren?" "Terugkeren dacht ik!!? Waar ben ik???" Toen ik over mijn schouder keek kon ik de tunnel terug naar de duisternis zien.
Het licht
Ik dacht: "duisternis ... ziekenhuis bed ... ben ik buiten mijn lichaam? ... is dit echt? ... sta ik hier? of lig ik in een coma en heb ik een of andere bizarre droom?" [ik kon daar over nadenken] Ik keek weer in de richting van het licht en het was daar nog steeds. Ik reageerde: "Ik weet niet waar ik ben maar als ik buiten mijn fysieke lichaam ben wil ik graag terug." De stem reageerde: "Als je terug wilt moet je de dingen in een nieuw licht zien." "Een nieuw licht" dacht ik? "Ik zie het licht." "Bent U het ware licht???" Woorden verschenen voor me: "God is licht, er is in Hem geen spoor van duisternis." [1 Joh 1:5] Ik had nog nooit een bijbel gelezen dus wist ik niet dat dit rechtstreeks uit de bijbel kwam.
"God is licht" dacht ik. "Dat is puur licht, ik zie geen duisternis hier, ik kom juist van de duisternis. Ik zie geen kwaad, geen schaduwen, dit is puur licht. Sta ik hier in de aanwezigheid van God? Hij kent mijn naam en ik heb Hem dat niet verteld. Alleen God kan dat weten.. Hij weet wat ik denk voordat ik het uitspreek, alleen God kan zoiets. Dan moet Hij kunnen zien wat ik allemaal verkeerd heb gedaan in mijn leven... Nee ... Ik wil niet dat God dat ziet."
Ik voelde me als een open boek en wilde weg van dit licht en terug naar de duisternis waar ik thuishoorde. Ik dacht dat iemand een fout had gemaakt en de verkeerde persoon hier had gebracht. Terwijl ik langzaam terug naar de duisternis liep ging er een golf van licht door mij heen... Ik voelde pure onvervalste liefde over me heenkomen. Liefde dacht ik, hoe kan God van mij houden? Ik heb Zijn naam misbruikt, ik heb met veel vrouwen geslapen, ik ben geen goed persoon.
Maar het maakte niet uit wat ik zei, golven van Zijn onvoorwaardelijke liefde bleven over me heen stromen. Ik begon oncontroleerbaar te huilen in Zijn aanwezigheid. Het was zo geweldig dat Hij me totaal had vergeven en me accepteerde zoals ik was.
De golven van liefde stopten en ik vroeg me af of ik het licht binnen kon stappen om te zien hoe God eruit zag. Ik was zo dichtbij... Ik vroeg of ik erin mocht stappen. Ik hoorde geen reactie maar dacht: "Als God zoveel van mij houdt zal Hij het wel niet erg vinden."
Toen ik het licht binnenstapte, kon ik mezelf niet meer zien, zo hard straalde het licht. Het had de intensiteit van een laser maar toch kon ik er direct inkijken. Het licht leek me te absorberen. Het centrum leek me erg helder dus daar ging ik heen. Ik kon een genezende aanwezigheid voelen welke van dit licht afkwam en mijn gebroken hart begon te genezen. Hij raakte mij diep binnen in mijn hart, dingen die niemand wist en die niemand ooit te zien kreeg. Het was zo bijzonder.
God
Opeens stond ik in het centrum en voor me stond het meest ontzagwekkende wat ik ooit had gezien. Ik kon een man voor me zien staan maar iemand zoals Hij had ik in mijn leven nog nooit gezien. Zijn mantel was schitterend wit van kleur. Een mantel van licht. Ik kon Zijn blote voeten zien en Zijn handen waren naar me uitgestrekt om me te verwelkomen. Ik wist dat ik naar God aan het kijken was.
Toen ik naar Zijn gezicht probeerde te kijken leek de intensiteit van het licht wel zeven maal te vermeerderen. Je kon de vorm van Zijn gezicht niet opmaken omdat het licht zo intens was. Wat een zuiverheid, heiligheid en schoonheid.
Ik vroeg aan God of ik dichterbij mocht komen. Ik voelde aan dat dat kon, ik wilde Zijn gezicht zien. Toen ik dichterbij kwam stroomde er meer golven van liefde naar me toe en ik voelde me heel veilig. Nu nog maar één stap van de Heer vandaan probeerde ik Zijn gezicht te zien, maar ik wist niet dat geen mens God kan zien en kan blijven leven. En toen ik mijn gezicht in het licht bewoog dat van Zijn gezicht afkwam, stapte Hij opzij en al de glorie ging met Hem mee.
Direct achter Hem zag ik een opening met daarachter een compleet nieuwe wereld. Groene weilanden, een kristal heldere waterstroom, rollende groene heuvels aan mijn rechterkant en bergen in de verte met een blauwe lucht daarboven. Aan mijn linkerkant zag ik velden bezaaid met bomen en bloemen. Toen ik naar het gras voor me keek kon ik zien dat hetzelfde licht dat van God afkwam, ook door heel deze schepping te zien was. De natuur was geheel niet aangetast door de mens. De perfecte schepping. En in mijn hart wist ik dat ik hier thuishoorde. Dat God me had gemaakt om hier te leven. Ik wist dat ik thuis was.
Terugkeren?
Ik wilde net die nieuwe wereld binnengaan om hem te verkennen toen God voor mij stapte en me vroeg: "Nu je dit hebt gezien.. Wil je naar binnenstappen of wil je terugkeren?" Ik dacht: "Ik wil niet terugkeren. Ik wil naar binnengaan. Ik heb niemand om naar terug te gaan en niemand heeft er ooit van me gehouden. Alles wat mensen doen is me manipuleren en proberen me te controleren...
Ik heb niemand om voor terug te gaan. Ik wil naar binnengaan." Maar God bewoog niet dus keek ik achterom om die "wrede wereld" vaarwel te zeggen. Achter mij zag ik in een visioen mijn moeder staan voor de ingang van de tunnel. Toen ik haar zag staan wist ik dat er één persoon in mijn leven was die me liefde had gegeven en dat was mijn moeder.
Ik wist dat ze elke dag voor me gebeden had om me de weg naar het leven te tonen. In mijn hoofd dacht ik: "Als ik dood ben en ik zou er niet voor gekozen hebben om de hemel binnen te gaan, wat zou mijn moeder dan denken? Zou ze op één of andere manier weten dat ik het gehaald heb of zou ze denken dat ik naar de hel was gegaan omdat ze wist dat ik niet geloofde?" Toen ik me realiseerde dat ik haar hart zou breken, omdat ze geen reden had om te geloven dat God mijn zonden had vergeven door mijn gebed in de ambulance, dacht ik: "Hoe kan ik mijn moeder dat aandoen, dat zou zo egoïstisch zijn." Ik besloot om terug te gaan.
Toen sprak God tot me en zei dat als ik terug wilde gaan, dat ik de dingen in een nieuw licht moest gaan zien. Ik begreep dat het betekende dat ik de dingen door zijn ogen van Liefde, Vrede, Vreugde en Vergeving moest zien. Niet vanuit mijn aards perspectief maar vanuit Zijn hemels perspectief. Toen ik weer naar de tunnel keek zag een visioen van heel mijn familie, en duizenden en duizenden andere mensen. Ik vroeg God wat al deze mensen betekenden en Hij vertelde mij dat als ik niet terug ging, dat veel van deze mensen geen kans zouden krijgen om van Hem te horen.
Ik vertelde God dat ik de meeste van hen niet kende en dat ik ook niet van ze hield maar dat ik wel van mijn moeder hield en dat ik voor haar terug wilde gaan. God sprak tot me en vertelde mij dat Hij wel van al die mensen hield en dat Hij wilde dat iedereen Hem zou leren kennen.
Ik vroeg God hoe ik ooit terug door de tunnel naar mijn ziekenhuisbed kon terugkeren. Hij sprak tot mij en zei: "Zoon, til je hoofd op, en voel hoe het vocht van je ogen wegloopt. Nu doe je ogen open en kijk." Ik was onmiddellijk terug in mijn fysieke lichaam.
Terug op aarde
Toen ik mijn ogen opendeed lag ik op mijn rug met mijn rechterbeen omhoog. Mijn been lag in de handen van een jonge Indische dokter die geprobeerd had om mijn leven te redden. Hij had een scalpel of een ander scherp instrument in zijn hand en stond daarmee in mijn voet te porren zoals je zou doen bij een stuk dood vlees. Hij was zich er niet van bewust dat ik hem bekeek. Ik dacht: "Wat is die man aan het doen met mijn voet, wat is hij aan het doen met dat mes!!!"
Op dat moment keek de dokter mij plotseling aan om vervolgens te zien dat ik hem met mijn rechteroog aankeek. De schrik sloeg hem om het hart en ik kreeg de indruk dat hij zojuist een dode naar hem had zien kijken. Mijn oog bewoog niet zoveel en ik kon zien dat de dokter bij zichzelf dacht dat hij misschien een zenuw had geraakt waardoor mijn lichaam trilde en hij mijn boze oog naar hem zag kijken of zoiets dergelijks.
Wat mij betreft: ik probeerde te begrijpen wat ik zojuist allemaal had gezien. "Heb ik zojuist God gezien? Heeft Hij me zojuist het leven teruggegeven???" Terwijl ik daar lag hoorde ik de stem van God die tegen me zei: "Zoon, ik heb je zojuist je leven teruggegeven."
Ik zei: "Als dat waar is God, wilt u me dan helpen om mijn hoofd op te tillen en ook uit het andere oog te kijken?" Ik raakte het zat om naar het verschrikte gezicht van de dokter te kijken. De kracht kwam terug in mijn nek en ik opende mijn linkeroog om te zien dat er in de deuropening, keurig opgelijnd, een aantal zusters naar me stonden te kijken alsof ze zojuist iemand uit de dood hadden zien opstaan. Toen ik oogcontact maakte sprongen ze achteruit.
Voor zover ik kan nagaan ben ik ongeveer 15 minuten dood geweest. Die nacht bad ik tot God en ik vroeg Hem om me te genezen zodat ik uit het ziekenhuis kon lopen. Die nacht genas God me helemaal en stelde me in staat om de volgende dag het ziekenhuis uit te lopen.
Ik vroeg God wat er van me terecht was gekomen omdat ik ontdekte dat mijn hele leven ten goede aan het veranderen was. God vertelde me dat ik een wedergeboren christen was en dat Hij wilde dat ik Zijn bijbel zou gaan lezen. Ik had nog nooit een bijbel gelezen en had nog nooit gehoord van "wedergeboren zijn". De daaropvolgende 6 weken heb ik de bijbel helemaal doorgelezen. Ik ben nooit meer de dezelfde geweest en geloof dat ik onze Heer Jezus Christus in zijn verheerlijkte vorm heb gezien. [Opb 1:13-18]
Jezus zei: "Waarachtig, ik verzeker u: alleen wie opnieuw wordt geboren, kan het koninkrijk van God zien." "Hoe kan iemand geboren worden als hij al oud is?" vroeg Nicodemus. "Hij kan toch niet voor de tweede keer de moederschoot ingaan en weer geboren worden?" Jezus antwoordde: "Waarachtig, ik verzeker u: niemand kan het koninkrijk van God binnengaan, tenzij hij geboren wordt uit water en geest." [Joh 3:3-5]
03-09-1980
De schoonheid van wijwater
De schoonheid van wijwater
De ware eigenschap van water vindt zijn bestemming in de redding van de mensen in deze wereld. Het wijden van het water maakt "slecht water niet goed." Het herstelt enkel goed water tot de oorspronkelijke staat. Het gebed bij het wijden van water onthult de ware "aard" en "bestemming" van het water, en aldus het Woord. Met het water, door het wijden, tot het ware doel te herstellen, wordt het opnieuw een middel om met God te communiceren. Christus zuiverde het water door Zijn doopsel. Hij is niet enkel gekomen om de mensen de redden, maar door Hem, eveneens de gehele aarde.
In deze onderstaande foto ziet u het water, gebruikt door de mensen voor het gewone doel. Bekijk de structuur van het water eens nader.
Maar tijdens de zegening van het Gewijde Water ontvouwt er zich een groot Mirakel. De Heilig Geest daalt neer op het water en verandert de natuurlijke eigenschappen ervan. Het wordt opnieuw zuiver, onbedorven en blijft helder en fris voor een langdurige periode. Dit Gewijde Water ontvangt de genade om zieken te genezen, om demonen en kwade krachten weg te drijven, om de mensen te behoeden voor het gevaar, om verschillende voorwerpen te zegenen, zowel voor gebruik in de kerk als voor thuis. Daarom drinken de Orthodoxe Christenen gewijd water met eerbiedwaardigheid, een groot Agiasma [heilig ding], zoals de Grieken het noemen.
Tijdens het lezen van bijzondere gebeden, wijzigt de Heilige Geest de gehele structuur wat het water. Hieronder ziet u de waterkristallen van hetzelfde water als hierboven, nadat het is gezegend.
Water is niet alleen de bron van leven, maar ook een spiegel van de dood. Alles begon met het water. In de Kerk wordt het daarom voornamelijk aangewend bij het doopsel en bij de begrafenis van een persoon, maar ook ter bescherming van de mensen tegen het kwade. Het is als het ware een plicht voor elke goede Christen om wijwater in huis te hebben en er 's morgens bij het opstaan en 's avonds voor het slapengaan een kruisteken mee te maken.
Het Christelijk gebruik is gebaseerd op het doopsel van Jezus door Johannes de Doper en de Orthodoxe interpretatie van deze gebeurtenis. In hun ogen was het doopsel door Johannes, een doopsel van berouw en de mensen kwamen tot hem om hun zonden door het water weg te wassen. Daar Jezus zonder zonde was en de vleesgeworden God, had Zijn doopsel niet de bedoeling om Zijn zonden weg te wassen, maar om het water te zegenen ... het heilig te maken en samen hiermee de hele schepping zodat het tenvolle kon worden aangewend voor de oorspronkelijke bestemming ervan: een werktuig van het leven.
Jezus doopsel wordt in de Kerk herdacht op het Feest van de Theofanie, of de zichtbare openbaring van God aan de mens. God openbaart zich aan bepaalde personen op een zichtbare manier. In de katholieke kerk wordt het feest van de theofanie gevierd op 6 januari. Deze dag wordt epifanie genoemd. Jezus maakte zichzelf aan de wereld bekend bij het bezoek van de Drie Wijzen. De Orthodoxe Kerk viert dan het doopsel van Jezus, waarbij de Heilige Geest zich openbaarde. Het feest valt in de Oosterse Kerk, door het gebruik van de Gregoriaanse kalender, op 19 januari.
Wijwater vindt men ook bij de ingang van de kerken. Bij de deur bevindt zich een kom, vaak mooi versierd of in de vorm van een schelp, met het water. Bij de binnenkomst dopt een gelovige zijn vingertoppen in het water en slaat hij een kruisje. Het wordt eveneens aangewend om allerlei zaken aan God te wijden, om ze zo tegen het kwaad en het onheil te beschermen. Bijvoorbeeld een woning, een auto, een nieuw gebouw. Wijwater mag zomaar niet worden weggegoten, omdat er een zekere waarde wordt aan gehecht. Het mag wel worden gedronken, in het eten verwerkt of aan planten worden geschonken.
Vooral bij de orthodoxe gelovigen is het drinken van het Heilig Water goed ingeburgerd. Het sterkt de kracht van de ziel als het samen met een gebed en met eerbiedwaardigheid gebeurt. Velen verwachten dan ook meer dan een normaal resultaat bij het drinken ervan.
02-09-1980
Documentaire: Heilige Maria Goretti
Documentaire: Heilige Maria Goretti
Maria Goretti [Corinaldo, 16 oktober 1890 - Ferriere di Conca Nettuno, 6 juli 1902] is een Italiaanse jeugdheilige. Maria was een vroegrijp meisje en werd op elfjarige leeftijd met veertien messteken neergestoken door een man die haar wilde aanranden. Ze stierf twee dagen later in het ziekenhuis met een kruisbeeld en een medaillon van Onze-Lieve-Vrouw in haar handen, nadat zij haar belager vergeven had. De moordenaar kreeg in de gevangenis een visioen van Maria Goretti, bekeerde zich en trad later in als broeder bij de kapucijnen. Het meisje werd in 1950 door Paus Pius XII heilig verklaard. Bij deze ceremonie was de moeder van de heilige aanwezig en ook de moordenaar, een unicum. Haar feestdag is op 6 juli en zij is de patrones van de jonge meisjes en van de slachtoffers van aanranding en verkrachting
01-09-1980
Film: Francesco
Film: Francesco
Franciscus van Assisi [Assisi, Umbrië, 5 juli 1182 - aldaar, 3 oktober 1226] leefde als religieus, werd de stichter van de kloosterorde van de Franciscanen of Minderbroeders, en werd heilig verklaard door paus Gregorius IX op 16 juli 1228. Franciscus was een zoon van Petrus van Bernardone, een lakenkoopman die op het moment van zijn geboorte voor zaken in Frankrijk was. Zijn moeder gaf de baby de naam Giovanni [Johannes. Zijn vader doopte hem bij thuiskomst om tot Francesco, "Fransman." Franciscus bijzonder getroffen door het leed van de melaatsen, die in zijn tijd volledig uit de samenleving werden verstoten
Naar aanleiding daarvan bekeerde hij zich tot een leven van armoede, gebed en dienstbaarheid aan de armen, ontevreden over de leegheid van zijn leven. Later, in 1205, kreeg hij een visioen in het kerkje van San Damiano. Hij wist zich aangesproken door de daar afgebeelde Gekruisigde: 'Franciscus, ga en herstel mijn huis'. Hij trok zich als een kluizenaar terug in de eenzaamheid en wijdde zich aan de melaatsen, het herstellen van kerkjes en aan het gebed. Zelf wilde hij de allerarmste zijn, en hij bedelde zijn dagelijks voedsel bij elkaar, daarvan delend met anderen die nog minder hadden dan hij. Vanaf dat moment werd zijn enige geliefde 'Vrouwe Armoede'.
Zijn vader, die van mening was dat zijn zoon tot de rang van dorpsgek vervallen was, probeerde hem met dreiging en verleiding terug te laten keren naar een werelds leven. Uiteindelijk legde Franciscus in de lente van 1205 tijdens een scène op het plein bij de bisschop zijn kleren aan de voeten van zijn vader [die ze immers betaald had], en wijdde zich toe aan God met de woorden: "Nu kan ik werkelijk zeggen: Onze Vader in de hemel", waarop de bisschop zijn mantel om hem heen sloeg.
Dit docudrama uit 1989 duurt 157 minuten en valt onder gezamenlijke regie van Italië en West-Duitsland. Regisseur is Liliane Cavani en de acteurs zijn Mickey Rourke [Francesco], Helene Bonham Charter [Chiara], Andréa Férreol en Paolo Bonacelli [zijn ouders], Maria Ardof [Kardinaal Ugolin], Nicolas Dutch [Kardinaal Colonna] en Hans Zischler [Paus Innocentius III].
31-08-1980
Film: Faustina
Film: Faustina
De Poolse regisseur Jerzy Lukaszewicz maakte in 1995 het religieuze drama "Faustina", gebaseerd op het ware levensverhaal van zuster Maria-Faustina, geboren als Helena Kowalska op 25 augustus 1905, als het derde van de tien kinderen van een landbouwersgezin. Reeds als kind had ze al visioenen van Jezus Christus, die haar hele leven zouden blijven voortduren. In 1925 sluit zijn aan bij de Zusters van de Moeder van Barmhartigheid. Het is zuster Faustina die ons alles over de Goddelijke Barmhartigheid van Jezus openbaart in haar dagboeken. Op 5 oktober 1938, overleed zij aan tuberculose, na veel te hebben geleden. Achtereenvolgens werd zij in 1993 en 2000 zalig en heilig verklaard door Paus Johannes Paulus II. De voornaamste rollen worden gespeeld door Dorota Segda en Danuta Szaflarska.
30-08-1980
Het Celibaat
Het Celibaat
Zij die een grote liefde koesteren voor de Heilige Moeder Maria hebben er geen enkel probleem mee. Toch vermelden de Corelio kranten [De Standaard, het Nieuwsblad, ...] dat er een kloof gaapt tussen de basis en de kerkhiërarchie. Alle Vlaamse pastoors hebben tussen eind december en eind januari een vragenlijst gekregen. 248 van hen [of ongeveer eenderde] heeft de lijst ingevuld. Bijna 70 procent van de pastoors zegt inhoudelijk niet op dezelfde lijn te zitten als Aartsbisschop Léonard. Naast de afwijzing van Léonard vallen ook de vooruitstrevende ideeën van de pastoors op, luidt het. Zo vindt 73,3 procent dat het celibaat maar beter afgeschaft kan worden.
Zuster Lucia Dos Santos, één van de zieners van Fatima, heeft hierover in haar boek "Fatima, in Lucia's eigen woorden," een heel mooi verslag gemaakt. Laat dit een hulp zijn voor alle gelovigen en priesters die twijfelen aan de ware wil van God en laat het hun geloof sterken zodat ze opnieuw Gods wil zouden volgen en hun twijfels zouden mogen verdwijnen.
Het is het geloof dat onze stappen zal leiden tot zelfontkenning en ons zal helpen om de andere zelfverzakingen te aanvaarden die Christus van ons allen vereist als we Hem willen volgen in de keuze die Hij zich voor ons verwaardigd heeft: "Wie Mij volgt, maar niet breekt met zijn vader en moeder en vrouw en kinderen en broers en zusters, ja zelfs met zijn eigen leven, kan niet Mijn leerling zijn. Wie niet zijn kruis draagt en Mij op Mijn weg volgt, kan niet mijn leerling zijn [...] Zo geldt ook voor jullie: wie geen afstand doet van al zijn bezittingen, kan Mijn leerling niet zijn. Zout is iets goeds. Maar als ook het zout zijn smaak verliest, hoe kunnen we het dan zijn kracht teruggeven? Ook voor de bemesting van de grond is het niet meer bruikbaar, dus wordt het weggegooid. Wie oren heeft om te horen, moet goed luisteren!" [Lc 14: 26-27 en 33-35].
Deze woorden van Jezus die ik zojuist heb aangehaald betekenen niet dat God van ons verlangt dat we onze familieleden zouden haten en verachten. Dit kan de bedoeling niet zijn want, op andere plaatsen in het Evangelie, beveelt Hij ons om hen lief te hebben. Wat Hij verlangt van hen die hun leven toewijden aan Hem is dat ze de geneugten van het leven zouden opofferen met hun families, dat ze de goede dingen van het leven zouden opgeven, het recht op het huwelijk, om kinderen te hebben, omdat zij die gehuwd zijn en kinderen hebben deze nooit zullen verachten of alleen laten. Verder zegt Onze Heer: "Zij kunnen Mijn volgelingen niet zijn." Als ze Zijn volgelingen niet kunnen zijn, hoe kunnen ze dan Zijn priesters en onderrichters zijn van Zijn volk? Hoe kunnen ze mensen zijn die zich volledig toewijden aan Zijn liefde en Zijn dienst?
Op een dag vroeg de Heilige Petrus aan Onze Heer wat de beloning is voor hen die alles achterlaten om Hem te volgen. Dit was Jezus antwoord: "En ieder die broers of zusters, vader, moeder of kinderen, akkers of huizen heeft achtergelaten omwille van Mijn naam, zal het honderdvoudige ontvangen en deel krijgen aan het eeuwige leven" [Mt 19, 29]. Jezus belooft het eeuwige leven aan hen die alles opgeven om voor Hem te leven, het recht om te huwen en kinderen te hebben, inbegrepen. Zijn woorden tonen duidelijk de nood aan van waarden als armoede en kuisheid, in het bijzonder aan de status van het celibaat. Iemand van het volk die de Heer had gevraagd om Hem te volgen vroeg de toelating om eerst zijn vader te mogen begraven, maar Jezus zei tegen hem: "Laat de doden hun doden begraven, maar ga jij op weg om het koninkrijk van God te verkondigen." [Lc 9: 60].
Een andere persoon vroeg alleen de toestemming om naar huis te mogen gaan om afscheid te nemen van zijn familie. Jezus zei tegen hem: "Wie de hand aan de ploeg slaat en achterom blijft kijken, is niet geschikt voor het koninkrijk van God." [Lk 9, 62]. Een schriftgeleerde kwam op hem af en zei: "Meester, ik zal u volgen waarheen u ook gaat." Jezus zei tegen hem: "De vossen hebben holen en de vogels hebben nesten, maar de Mensenzoon kan zijn hoofd nergens te rusten leggen" [Mt 8, 19-20].
Deze gedeelten uit het Evangelie tonen de vereisten van Jezus voor hen die zich volledig willen toewijden aan Hem. Zij dienen alles achter zich te laten, alles op te geven dat materieel en aards is. Zij moeten verzaken aan het huwelijk en aan het krijgen van kinderen om zo God te kunnen volgen, door henzelf volledig aan Hem te wijden met geheel hun hart en dit voor de redding der zielen.
De vereistheid van de maagdelijkheid en het celibaat betekent niet dat het huwelijk op zichzelf niet goed zou zijn. Integendeel, het is een instelling die door God in het leven is geroepen en die Jezus Christus heeft verheven tot een sacrament. Noch betekent het dat het de Heer minder zou behagen om gehuwd te zijn en kinderen te hebben, daar zij de vruchten zijn van het sacrament en een zegen van God. Het betekent enkel dat, voor hen die geroepen en gekozen zijn voor een leven van totale toewijding aan God, de Heer andere vereisten en andere doeleinden heeft, omdat hun uiteindelijke bestemming anders is.
De evangelische raadgevingen die we omhelzen zijn de opofferingen die we maken aan God, de verzaking aan alle dingen en aan onszelf, om Hem te kunnen volgen met een zuiver hart, royaal en vreugdevol. En eenmaal we tot onze opoffering aan God hebben besloten, is er geen weg terug, want de Heilige Schrift zegt: "Wanneer een man de Heer belooft iets te zullen doen of onder ede de verplichting op zich neemt om zich van iets te onthouden, mag hij zijn woord niet breken. Aan alles wat hij met zoveel woorden zegt, moet hij zich houden." En op een andere plaats lezen we: "Als u een eed aflegt aan de Heer, uw God, zult u de vaart niet minderen om ze te volbrengen, want de Heer uw God zal het zeker verlangen van u, en het zou een zonde betekenen voor u, maar als u uw belofte steeds herhaald, zal er geen zonde zijn in u."
U moet voorzichting zijn over wat er over uw lippen gaat, want "wat over uw lippen gegaan is, moet gij stipt volbrengen. Gij hebt immers de Heer, uw God, volkomen vrijwillig een gelofte gedaan, die gij hebt uitgesproken met eigen mond" [Deut 23, 22-24]. Kohelt interpreteert deze orders van de Heer als volgt: "Heb je God een belofte gedaan, voer haar dan uit zonder uitstel. Hij houdt niet van dwazen. Wat je beloofd hebt moet je doen. Je kunt beter niets beloven dan een gedane belofte niet na te komen. Zorg ervoor dat je door je mond geen schuld op je laadt, om dan tegen de priester te zeggen dat het een vergissing was. Waarom zou je God kwaad maken en Hem het werk van je handen teniet laten doen?" [Prediker 5: 3-6]
We werden gekozen om Christus te volgen. Christus zelf was maagd en de bruidegom van de maagden, nederig, gehoorzaam, kuis en arm. Christus is een maagd en verkoos een maagd als Moeder en, zoals een zuivere lelie wordt hij bevonden en schept hij behagen in maagden. Dit is hoe de schrijver van de Apocalyps Hem aan ons voorstelt: "En ik zag en zie, het Lam stond op de berg Sion en met Hem honderdvierenveertigduizend, op wier voorhoofden zijn naam en de naam zijns Vaders geschreven stonden. En ik hoorde een stem uit de hemel als de stem van vele wateren en als de stem van zware donder. En de stem, die ik hoorde, was als van muzikanten, spelend op hun lieren. En zij zongen een nieuw gezang vóór de troon en vóór de vier dieren en de oudsten. En niemand kon het gezang leren dan de honderdvierenveertigduizend, de losgekochten van de aarde. Dezen zijn het, die zich niet met vrouwen hebben bevlekt, want zij zijn maagdelijk. Dezen zijn het, die het Lam volgen, waar Hij ook heengaat. Dezen zijn gekocht uit de mensen als eerstelingen voor God en het Lam. En in hun mond is geen leugen gevonden. Zij zijn onberispelijk." Hier is Christus het Lam en zij die Hem overal vergezellen zijn de maagden.
De maagdelijkheid is de vrucht van de zuivere liefde waarmee mensen zichzelf volledig opdragen aan Christus. Zij geven zichzelf onvoorwaardelijk en wijden zichzelf openhartig toe voor eeuwig. Het was naar hen dat Christus verwees toen Hij zei: "er zijn mannen die niet trouwen omdat ze onvruchtbaar geboren werden, andere omdat ze door mensen onvruchtbaar gemaakt zijn, en er zijn mannen die niet trouwen omdat ze zichzelf onvruchtbaar gemaakt hebben met het oog op het koninkrijk van de hemel. Laat wie bij machte is om dit te begrijpen, het begrijpen!" [Mt 19: 12]. De maagdelijkheid is het geheim van de liefde die volledig en enkel aan God geschonken wordt. Het is de taal van de zuivere liefde, welke niet aan iedereen is gegeven om ze te begrijpen, of zoals Jezus zegt: "Niet iedereen kan deze kwestie begrijpen, alleen degenen aan wie het gegeven is." [Mt 19, 11].
De maagdelijkheid is het geheim van de liefde, de weerklank van de goddelijke Stem die de ziel doordringt met de keuze gemaakt door de bruidegom van de toegewijde maagden: "Jullie hebben niet mij uitgekozen, maar ik jullie, en ik heb jullie opgedragen om op weg te gaan en vrucht te dragen, blijvende vrucht." [Joh 15, 16]. Christus heeft ons gekozen opdat we bijvende vruchten zouden dragen, meer dan andere vruchten blijven. Hij heeft ons bij onze naam geroepen en ons opgenomen in de hofstoet der maagden. Hij heeft ons geleid om te drinken van de fontein van het levende water en ons gevoed met de vrucht van de boom des levens en dit overeenkomstig met de belofte van God: "Wie dorst heeft geef ik vrij te drinken uit de bron met water dat leven geeft. Wie overwint komen al deze dingen toe. Ik zal zijn God zijn en hij zal mijn kind zijn [Openb. 21: 6-7]. Gelukkig zijn zij die hun kleren wassen: zij kunnen over de levensboom beschikken en zullen de stad door de poorten binnengaan. Buiten is de plaats voor de honden die zich bezighouden met toverij en ontucht, met moord en afgodendienst, voor iedereen die de leugen koestert en ernaar handelt" [Openb. 22: 14-15].
Jezus Christus heeft gekozen om Hem te volgen, Hij die zelf een maagd is, nederig, gehoorzaam, kuis en arm.
Einde
Bron: Zr. Lucia Dos Santos
Vertaling: Chris De Bodt
29-08-1980
Documentaire: The Miracle of Medjugorje
Documentaire: The Miracle of Medjugorje
28-08-1980
Documentaire: Medjugorje, Johannes Paulus II en Moeder Teresa
Documentaire: Medjugorje, Johannes Paulus II en Moeder Teresa
27-08-1980
Vr. Slavko Barbaric
Vr. Slavko Barbaric: bijzondere reeks n.a.v. zijn tiende overlijdensdag op 24 november
Ter herinnering aan Vr. Dr. Slavko Barbaric 11 maart 1946 - 24 november 2000
Vader Slavko Barbaric stierf op 24 november 2000 om 15.30 uur, na de Kruisweg te hebhen gebeden op de Kruisberg, samen met een groep parochianen en bedevaarders. Het afleggen van de Kruisweg op de Kruisberg was voor Vader Slavko ondertussen een heilige gewoonte geworden op vrijdag. Na de Kruisweg voelde hij pijn in de borststreek en ging hij neerzitten op een rots. Kort daarop viel hij neer op de grond en verloor hij het bewustzijn: enkele seconden later gaf hij zijn ziel over aan de Heer.
Vr. Slavko Barbaric [1946 - 2000]
Levensverhaal
Vr. Slavko Barbaric werd geboren op 11 maart 1946 als zoon van Marko Barbaric en Luca Stojic te Dragicina [parochie van Cerin]. Hij volgde de basisschool in Cerin en de middelbare school in Dubrovnik. Hij trad in bij de Franciscaanse Orde te Humac op 14 juli 1965. Hij studeerde te Sarajevo, Graz en Freiburg. Hij eindigde zijn studies te Graz [Oostenrijk] in de mastersgraad. Na 5 jaren pastorale dienst in de provincie van Herzegovina, meer bepaald in de parochie van Capljina, vervolgde hij zijn studies te Freiburg, waar hij zijn doctoraatsgraad en de titel van psychotherapeut behaalde in de godsdienstige pedagogie.
Als Franciscaanse priester was hij in Capljina van 1973 tot 1978. Van de lente 1982 tot september 1984 was hij kapelaan voor de studenten te Mostar, waar hij retraites organiseerde in het klooster van de Zusters te Bijelo Polje, nabij Mostar. Zijn vruchtbare werk met de studenten en de retraites werden steeds goed onthaald door hen. De communistische regering, die in die tijd aan de macht was in het voormalige Joegoslavië, vervolgde hem echter. In die moeilijke tijden steunde en beschermde Zijne Eminentie, Kardinaal Franjo Kuharic, de opdracht van Vader Slavko.
Klooster te Bijelo Polje, nabij Mostar
Dankzij zijn kennis van de Europese hoofdtalen en ondanks zijn ontelbare verplichtingen in vele verschillende parochies, stelde Vr. Slavko zich onophoudelijk ten dienste van de bedevaarders te Medjugorje, vanaf het ogenblik dat hij al zijn studies had beëindigd en terugkeerde naar zijn land in 1982. In 1983 kreeg hij officieel zijn taken te Medjugorje. Op voorschrift van Mgr. Zanic, Bisschop van Mostar, werd hij overgeplaatst naar de parochie van Blagaj en in 1988 naar Humac, waar hij vicaris werd en medewerker van de meerdere van de priesterstudenten.
Tijdens het begin van de oorlog in Bosnië en Herzegovina, toen alle oudere broers werden verbannen naar Tucepi, bleef Vader Slavko, onder het mondelinge akkoord van de intussen overleden Vr. Drago Tolj, een voormalige provinciaal, verder werken te Medjugorje.
Van bij het begin van zijn opdracht te Medjugorje, heeft Vr. Slavko diverse godsdienstige boeken geschreven: "Bidden met het Hart," "Geef mij uw gewond Hart," "De Mis vieren met het Hart," "In de School van Liefde," "Aanbid Mijn Zoon met het Hart," "Met Jezus en Maria de Golgotha beklimmen om de Verrezen Heer te ontmoeten," "Samen bidden met een vreugdevol Hart," en "Vasten met het Hart," zijn laatste boek. De boeken van Vr. Slavko Barbaric zijn in meer dan twintig talen vertaald en er zijn miljoenen exemplaren van verkocht over de hele wereld. Hij publiceerde ook vele artikels. Hij was de uitgever van het blad van de Franciscanen te Capljina, was medewerker van Krsni Zavicaj, Glas Mira en the Radio "Mir" Medjugorje.
Hij gaf onophoudelijk conferenties voor de bedevaarders en was de bezieler van de aanbidding van het Heilige Sacrament, de verering van het Kruis, de Rozenkrans op de Verschijningsheuvel en de Kruisweg op de Krizevac, waar hij zijn vroege leven beëindigde.
% Kruisweg op de Krizevac
Hij organiseerde eveneens jaarlijkse ontmoetingen voor de priesters en de jongeren in het gebedshuis van de Franciscaanse provincie "Domus Pacis," waar hij instond voor "retraites rond het vasten en het gebed."
De vernietigingen van de oorlog bezielden hem om een inrichting voor de opvoeding en zorg van de jongen op te richten en te leiden: "Mothers Village," waar meer dan 60 mensen hun thuis vonden [oorlogswezen, kinderen uit gescheiden families, van ongehuwde moeders, oudere en verlaten mensen en zieke kinderen]. Als er een man was die de kinderen liefhad, was het Vr. Slavko. En de kinderen gaven hem hun liefde graag terug. Steeds waren ze rondom hem en steeds wist hij ze bij elkaar te brengen, net zoals Jezus! Zijn vorming als psycholoog, alsmede zijn overige studies, lieten hem toe om te werken met drugsverslaafden in de Cenacolo gemeenschap van Zr. Elvira, meestal in hun huis te Medjugorje: "Campo della Vita." Hij leidde de hulp die hij kreeg van over de hele wereld in twee richtingen: in een Stichting voor de kinderen van de gesneuvelde verdedigers tijdens de oorlog en de Stichting voor de Vrienden der Talenten, om zo de studenten te helpen.
Mother's Village
Het is moeilijk om een gedeelte van het leven van deze grote en buitengewone man weer te geven. Als we het al zouden proberen, is het ongetwijfeld met de periode van zijn leven te Medjugorje. Vr. Slavko Barbaric heeft de hele wereld doorreist, waarbij hij de boodschap van vrede en verzoening van Onze Lieve Vrouw verkondigde. Hij was de bezieler en het hart van de vredesbeweging te Medjugorje, die iets meer dan negentien jaar eerder te Medjugorje het licht zag.
Hij had mooie gaven. Zo sprak hij vele talen, was hij gemakkelijk in de omgang met mensen, was hij een meester in het opvoeden, in de eenvoud en in het zorgen voor de mensen in nood en dit men een onuitputtelijke energie. Bijna niemand kan geloven dat één persoon allemaal deze eigenschappen kon bezitten: toewijding en overgave, medelijden, nederigheid en liefdadigheid. Hij bad en vastte heel veel en had Onze Lieve Vrouw met een kinderlijke liefde lief. In feite was dit het wezenlijke van zijn leven: door gebed en vasten zielen via Maria, de Koningin van de Vrede, tot God brengen.
Het leek soms onwerkelijk om naast deze man te leven: hij was hier, in de wereld, maar tegelijkertijd zo veel buiten deze wereld. In zijn bijzijn werden de woorden van Jezus, door zijn priesterlijk gebed, werkelijkheid. "Ze horen niet bij de wereld, zoals ik niet bij de wereld hoor. Heilig hen dan door de waarheid. Uw woord is de waarheid. Ik zend hen naar de wereld, zoals u mij naar de wereld hebt gezonden. Ik heb mij geheiligd omwille van hen, zo zullen ook zij door de waarheid geheiligd zijn" [Johannes 17: 16-19].
Vader Slavko Barbaric werd begraven op de "Kovacica begraafplaats" te Medjugorje, na de begrafenisdienst in de parochiekerk van de Heilige Jacobus de Meerdere, om twee uur s namiddags van 26 november 2000.
Graf van Vr. Slavko Barbaric op de Kovacica begraafplaats
Pater Slavko sterft op de Krizevac
Ik zag Pater Slavko op de grond liggen.
Gesprek met Dr. Erich Kuen op 25 juni 2007, hij is afkomstig uit Oostenrijk uit de provincie Vorarlberg. Op 24 november 2000 was hij toevallig aanwezig op de Krizevac in Medjugorje bij het over-lijden van pater Slavko Barberic. Voor vrienden van Medjugorje blijft deze een onvergetelijk priester. Er is niemand die zichzelf zo wegcijferde voor Medjugorje en de boodschappen, dan hij.
Vraag: Erich, je was aanwezig bij het overlijden van pater Slavko, kun je hier iets meer over vertellen en wil je ook iets meer over jezelf zeggen? Erich: Al geruime tijd woon en werk ik in Innsbruck, daar studeerde ik ook medicijnen. Ik ben niet werkzaam als arts, op het ogenblik studeer ik voor priester aan het priesterseminarie in Sankt Pölten bij Wenen. Voor ik aan deze studies begon was ik wel degelijk werkzaam als arts, maar eigenlijk voelde ik me nooit echt gelukkig en tevreden ondanks dit mooie beroep, want ik wilde ook iets voor mijn ziel doen.
In Medjugorje voelde ik dat ik een priesterroeping had. Pater Slavko kende ik al een tijdje. In Innsbruck kwam ik regelmatig bij de familie Lang. Die familie leidt een grote Medjugorje-gebedsgroep. Wanneer pater Slavko naar Oostenrijk kwam om te spreken en te getuigen van de boodschappen uit Medjugorje verbleef hij regelmatig bij hen. Vaak hielp ik desgevraagd mee aan de hulpacties voor het Moederdorp en de armen in Bosnië-Herzegovina. Meerdere keren was ik in de gelegenheid met hem te spreken. Ik was altijd terughoudend, want ik zag hoe druk die mens het had en hoe iedereen beslag op hem legde voor de meest onbenullige dingen. Hij stond permanent onder druk en dan kwam men bij hem om een rozenkrans te laten zegenen, iets wat men immers ook door een ander priester kon laten doen.
Door de gesprekken begreep ik dat hij zeer toegewijd was aan Maria en dat hij veel tijd aan het gebed besteedde en je altijd bij hem terecht kon als je werkelijk met problemen werd geconfronteerd, dan hielp hij altijd. Nu na zes jaar mis ik hem nog steeds want ik was heel erg op hem gesteld.
Vraag: Erich, jij was op de Krizevac toen pater Slavko daar s middags onwel werd, kun je ons daar iets meer over vertellen? Erich: Een week voor zijn overlijden ging ik voor de zevende keer naar Medjugorje om een tijdje in "de gemeenschap van de zaligsprekingen" door te brengen. Ik wist toen al dat ik priester wilde worden, maar nog niet of ik parochiepriester zou worden of lid ging worden van een religieuze orde, daarom!
24 November 2000 was een regenachtige, koude en mistige dag. Pater Slavko zou, zoals iedere vrijdagnamiddag, de kruisweg leiden naar de top van de Krizevac. Hoewel ik zelf al dagen aan het dubben was of ik aan de kruisweg zou deelnemen besloot ik tegen de middag toch om mee te gaan. Pater Slavko was met de pelgrims al aan de derde en vierde statie toen ik er aan begon, ik wilde namelijk op mijn eentje het lijden van Jezus overwegen.
Tijdens het middagmaal had iemand van de gemeenschap mij verteld dat Pater Slavko al jaren lang onder alle weersomstandigheden s vrijdags met de pelgrims de kruisweg bidt en dat hij daarnaast iedere morgen om 5u afwisselend op een van de beide bergen te vinden was om er te bidden en ... om de rommel op te ruimen die de pelgrims er achter lieten.
Na dit gesprek besloot ik eigenlijk om ook de kruisweg te doen. Wanneer ik dan bij de dertiende statie kwam, zag ik een jonge man met een hoog tempo naar beneden komen? Hij scheen er zich wel niet bewust van hoe gevaarlijk dat was: de weg naar de top ligt bezaaid met stenen die door de nattigheid heel glad waren. Ik stapte verder naar de veertiende statie en zag daar onverwacht een groep mensen staan, terwijl ik dacht dat pater Slavko al lang gearriveerd zou zijn aan het kruis op de top. Iemand van de groep zat voorover gebogen alsof hij tussen de stenen iets verloren had, zo dacht ik.
Naderbij gekomen, zag ik pater Slavko steunend op de stenen op de grond liggen. Daarop riep ik dat ik arts was en de mensen die rond hem stonden maakten direct plaats voor mij. Zo kon ik de pater zonder moeite aan een eerste onderzoek onderwerpen. Het had echter geen zin meer, ik zag meteen dat hij, of voor de dood stond, of reeds gestorven was. Even daarna toen ik vaststelde dat pater Slavko inderdaad gestorven was, heb ik tegen de mensen gezegd dat ze moesten bidden. Daar kwam echter weinig van terecht want onder de aanwezigen was er sprake van grote opwinding, ze stonden min of meer onder shock. Toen ik weer een blik wierp op de dode pater scheen het mij toe alsof hij op een troon was neergelegd. Het was toen 15.15u. Ondanks de tragiek voelde ik een grote vrede. Wat ik tijdens dat half uur heb ervaren zal nooit iemand weten, het was overweldigend.
Vraag: Erich, denk je dat je te laat bij pater Slavko aankwam om als arts nog iets voor hem te kunnen doen? Misschien reanimeren, op welke manier trof je hem aan, daar op de grond? Erich: Als ik alles van te voren geweten had, was ik waarschijnlijk wel met de groep van pater Slavko meegegaan, maar ook dan had ik niet veel kunnen uitrichten. Het was geen aanval van zwakte, zoals de omstanders dachten, het was een buitengewoon zwaar hartinfarct... eerder een acute hartstilstand. Dat had ik direct gezien toen ik naar de pater keek, hij ademde al niet meer, daarom vermoed ik dat hij zelf van zijn sterven niets heeft gemerkt. En ... misschien moest het wel zo zijn, heeft God het zo gewild. Want wanneer pater Slavko niet gestorven zou zijn moest hij toch voor altijd Medjugorje verlaten. De bisschop van Mostar had reeds de beslissing genomen om hem pastoor te maken van een kleine parochie in de buurt van Sarajevo.
De Krizevac [Kruisberg]
Vraag: Op het moment van het sterven van pater Slavko is er veel door je heen gegaan zei je daarnet. Kun je nu, na 6 jaar, daar iets meer over vertellen? Erich: Wat ik daar over kwijt wil is, dat de dood van pater Slavko voor mij een keerpunt in mijn leven was. Waarom? Op dat moment was ik vast van plan een gezin te stichten en een praktijk als arts te beginnen, ondanks mijn priesterroeping.
Toen pater Slavko stierf en kort daarna door zes mannen naar beneden werd gedragen, kreeg ik niet alleen een bevestiging ten aanzien van mijn roeping. Maar voor hem die reeds de hemel was binnen gegaan leek het een triomftocht, was het als een door God georganiseerde overwinning op het onrecht dat hem al zovele jaren dag na dag werd aangedaan, enkel en alleen omdat hij zich voor een bijzondere zaak wilde inzetten.
Vraag: Want wat gebeurde er? Erich: Tijdens deze tocht naar beneden was er een regenboog zichtbaar waarvan het ene uiteinde op het lichaam van pater Slavko rustte en het andere op de rechter toren van de kerk, een overweldigende ervaring was dat!
Verder had ik tijdens die afdaling het gevoel alsof pater Slavko mij een schouderklopje wilde geven van: "Nu doen, priester worden!" Daarom vroeg ik aan hem om mij vanuit de hemel bij te staan met de studie en met alles. Welnu, dat heeft hij meer dan rijkelijk gedaan, want toen ik met de priesterstudie begon is er geen dag voorbij gegaan dat ik niet zijn steun ervaren heb.
Gedurende de dagen tussen de dood van pater Slavko en de begrafenis was er in Medjugorje werkelijk sprake van een uitzonderlijke toestand. Velen in Medjugorje weenden haast ononderbroken, zelf hield ik me veel op in de kerk en ik weende ook, hoewel ik niet wist waarom.
Sterven is immers niets anders dan een overgang naar de plaats waar we eindelijk de levende Heer mogen zien en ontmoeten? Toch?
Een dag later werd mij duidelijk waarom zoveel mensen de tranen de vrije loop hadden gelaten n.l. door de boodschap die Onze Lieve Vrouw gaf de dag na zijn dood op 25 november: "Uw broeder Slavko is in de hemel geboren en houdt daar voor jullie voorspraak!"
Ik kan zeggen dat pater Slavko de vader is van mijn priesterroeping en mijn studie en binnenkort de vader zal zijn van mij, als priester. Zo zie ik dat! Daarom vraag ik jullie beste lezers, zowel tot pater Slavko maar ook voor mij te blijven bidden opdat ik deze weg ter ere van God en uit liefde voor Zijn Moeder kan gaan en mag blijven gaan.
Erichs ongewone weg naar het priesterschap
Pater Slavko: "ga je weg."
Op 29 juni 2008 werd dokter Erich Kuen uit Oostenrijk [provincie Voralberg] door de bisschop van zijn diocees Dr. Klaus Küng tot priester gewijd in Sankt Pölten. Zijn ongewone weg naar het priesterschap werd vooral bestempeld door gebeurtenissen in Medjugorje. Dr. Kuen was aanwezig bij de plotselinge dood van Pater Slavko Barberic op de Krizevac [Kruisberg] op 24 november 2000 in Medjugorje. Toen hij voor de stervende priester niets meer kon doen, had hij het gevoel alsof deze hem aanmoedigde en op de rug klopte alsof hij wilde zeggen: "Ga je weg!"
Op dit moment herinnerde hij zich een voorval van zes jaar geleden. Hij had Pater Slavko toen verteld over zijn gevoelens tot roeping van het priesterschap die hij koesterde. Pater Slavko had hem toen vol vreugde een slag op de borst verkocht.
Op deze regenachtige namiddag op de kruisberg met als achtergrond de tragische dood van deze priester, een grote persoonlijkheid, kwam het hem voor als een bevestiging: "Ja, doe nu verder."
Nu volgt een uittreksel van de preek die Dr. Erich Kuen gaf na zijn wijding, in Haag op 27 Juli 2008.
Enkele weken geleden werd ik priester gewijd, velen van jullie waren daarbij aanwezig of hebben meegeholpen, waarvoor mijn hartelijke dank.
Priester zijn is een groot geschenk maar ook een grote verantwoordelijkheid die men niet uit eigen kracht kan opbrengen. Toen tijdens mijn wijding de verschillende opgaven werden opgesomd, heb ik tegen Jezus gezegd: 'Luistert U goed? U moet me dit allemaal schenken want anders kan ik Uw opdracht niet vervullen."
Het herdenkingsteken op de plaats waar Vr. Slavko Barbaric het leven liet
We hebben dit ook in de brief aan de Romeinen gehoord: God heeft hen die Hij uitverkoren heeft gerechtvaardigd en wie Hij gerechtvaardigd heeft, heeft Hij ook verheerlijkt.
Alles ligt in Gods hand. Ons aandeel is slechts onze goede wil en het vertrouwen in de machtige hulp van God. God roept, God helpt en God voert ons. Dat heb ook ik dikwijls in mijn leven mogen ervaren. Daarover wil ik nu een kort getuigenis geven.
Ik kom uit een niet erg religieuze familie. Mijn vader had een hotel en was altijd met zaken bezig en mijn moeder werkte vlijtig mee.
Maar God laat een mens niet altijd op het droge zitten. Hij had ons een heel gelovige grootmoeder gegeven, die voor de hele familie bad. Als kind dacht ik er nooit aan om priester te worden, ook al geloofde ik steeds in God en dacht ik na over de zin van het leven. Tijdens mijn studie voor arts doorleefde ik echter een diepe crisis over de eigenlijke zin van mijn leven. Dan heb ik de Bijbel genomen en ben daar veel mee bezig geweest. In die tijd klampten de getuigen van jehova me aan en de moonsekte, ze nodigden me uit.
Op een morgen stond ik op en wist: "Vandaag weet ik waar ik bij hoor," zonder precies te weten waarom. Ik keek van boven uit mijn raam naar beneden en zag de hele straat midden in het centrum van Innsbruck vol met een grote menigte mensen. Ik ging naar beneden en vroeg wat er scheelde. Men zei me dat de Paus in Innsbruck was. Tijdens de Heilige Mis met de Paus ben ik katholiek geworden. De Paus had mij dus rechtstreeks bij mijn woning afgehaald. Van toen af aan ging ik iedere zondag naar de Heilige Mis en verbrak ik alle contact met de getuigen van jehova en de moonsekte.
Een groot geschenk op mijn weg was onze Hemelse Moeder. In die tijd verdiepte ik mij zeer in de geschiedenis van Hildegard von Bingen. Ook in die tijd, tijdens mijn legerdienst, reed ik vaak een invalide met zijn rolstoel naar het restaurant, waar we koffie dronken en de krant lazen. In de pers ontdekte ik dan een artikel over Fatima. De kinderen van Fatima hadden een ervaring met de hemel en de hel gehad. De beschrijving daarvan kwam zeer juist overeen met de belevenissen van de Heilige Hildegard von Bingen. Hoe hadden de kinderen van Fatima deze ervaring kunnen hebben? Zo ben ik door Fatima tot de Mariaverering gekomen en tot de maandelijkse biecht, wat een verlangen is van de Moeder van God.
Een eerste ervaring voor de priesterroeping kreeg ik op een werkdag tijdens de Heilige Mis, een onvoorstelbare ervaring als je mijn vroegere levenswandel beschouwd. Ik wilde hierdoor met mijn studie voor arts stoppen en naar het klooster gaan. Maar iedereen raadde mij dit af, de paters, de familie en ook priesters. Dus maakte ik mijn studie in drie jaar af. Mijn roeping was ik weer bijna vergeten. Ik wilde trouwen en me vestigen als huisarts. Doch eerst wilde ik nog een retraite doen, om zeker te spelen. Ik leefde een tijd lang bij de gemeenschap der Zaligsprekingen en ging ook naar Medjugorje. Daar was ik aanwezig bij de dood van een franciscaanse pater die s vrijdags om drie uur plotseling stierf op de kruisberg. Daar dook de roep opeens weer op: "Wil jij verder doen waar Pater Slavko gestopt is?" Ik vroeg aan Pater Slavko me iets van zijn geest te geven, toen we hem vanaf de Kruisberg in de stromende regen naar beneden droegen. Daarna ben ik in de kerk gaan zitten en huilde twee uur aan een stuk. Daar schonk God mij de genade om af te zien van mezelf en er te zijn voor anderen.
Ik ging het eerst als seminarist naar Rome, daarna naar Sankt Pölten en daarna als hulppastoor en diaken naar Haag.
Aan mijn levensweg kunnen jullie zien dat voor God niets onmogelijk is. Hij kijkt niet naar het verleden, geen enkel geval is uitzichtloos. Niemand leeft voor zichzelf, niemand sterft voor zichzelf. We zijn voor elkaar verantwoordelijk, niets is zuiver privaat. Alles heeft zijn uitwerking op de gemeenschap en we worden opgeroepen de last te dragen van de ander. Alleen samen komen wij tot Hem. God schenkt ons de wil en de actie. We kunnen ons leven vol vertrouwen in Zijn handen leggen en vragend en biddend er op vertrouwen dat Hij alles ten goede zal leiden. Hij is altijd bij ons en helpt ons, omdat Hij ons liefheeft!
Homilie van Vr. Tomislav Pervan bij de begrafenisplechtigheid van Vr. Slavko
"OSTENDE MIHI, DOMINE, VIAS TUAS ET SEMITAS TUAS EDOCE ME" "LAAT MIJ UW WEGEN KENNEN, O HEER, LEER MIJ UW PADEN"
25 november 2000,
Vader Bisschop, beste Franciscaanse broeders, lieve moeder Lucia, broers en zussen van onze overleden Vr. Slavko, beste aanverwanten en vrienden, beste gelovigen, beste gelovigen en onze geliefde Vr. Slavko!
Toen ik gisteren op het parochiekantoor van Medjugorje werd opgebeld over de lezingen en gebeden van de gelovigen die ik moest meenemen voor uw begrafenisplechtigheid, zei ik gewoon: neem de lezingen van de Feest van Christus Koning uit het jaar A, en de gebeden van de gelovigen uit het gebedenboek van het feest, van toepassing op de overledenen. Ik denk dat u hier zeker mee zou hebben ingestemd, indien iemand u zou hebben kunnen vragen welke lezingen te kiezen, omdat de eerste lezing uit de profeet Ezechiël praat over priesters en de tweede lezing uit het eerste boek aan de Korintiërs praat over de uiteindelijke overwinning van Christus over de dood, wanneer op het einde alles een gedaanteverwisseling ondergaat zodat God in iedereen zou kunnen zijn. Het gedeelte uit het Evangelie gaat over de laatste scheiding vóór de Gods zetel met zijn oordeel, wanneer de Heer het volk zal scheiden in twee kampen, afhangend van hun houding tegenover de minste, de kleinste, tegenover hen die geen hart, noch ziel hebben.
Op deze plaats wens ik eerst en vooral mijn grote dank uitdrukken, in de naam van de provincie en in mijn eigen naam, voor de ontelbare uitdrukkingen van medeleven, de telegramman, de mails, de telefoons, en ook voor uw aanwezigheid hier ter gelegenheid van deze onverwachte dood. Als de eigenlijke Eucharistie een soort van dankbetuiging is, een opofferende dankbetuiging, dan is het mijn bede en gebed tot u allen dat deze Eucharistieviering eveneens een dankbetuiging zou mogen zijn voor zijn leven, een leven vol menselijkheid, christelijkheid, godsdienstigheid, priesterlijkheid in eenheid met de Franciscaanse orde. Een leven dat in alles een grote opoffering was, een grote overgave, een groot hart voor alle mensen. Daarom is dit tegelijkertijd eveneens een dankbetuiging dat we Vr. Slavko mochten bij ons hebben, dat hij hier, in dit Herzegovina, tot zijn grootste ontluiking kwam en een onvermoeibare voorloper was, volgens de wens van de Heilige Franciscus, een man van vroomheid en gebed, rede en toewijding, waarbij hij het pad van zijn vroeger leven vervolledigde op de plaats die hem zo dierbaar was: de Kruisberg.
Als ik persoonlijk zijn leven mocht uitdrukken met een bijbelse gedachte, voor een leidend thema over Vr. Slavkos leven, zou ik vandaag het gebed nemen van de hierboven vermelde psalmdichter. Dat was Vr. Slavkos levenswens: een gebed voor de heer om hem Zijn wegen te tonen, om Zijn paden te bewandelen en een weg van bekering van godsdienstige opleiding. Hij wou altijd in de school van Onze Heer en Onze Lieve Vrouw zijn, op Gods wegen en in Zijn voetstappen, elke dag zoekend naar een nieuw gebed.
Voor ieder van ons is zijn dood een onverwachte shock. Deze dood komt te vroeg, zoals de psalmdichter zou zeggen, in het midden van mijn leven, op het hoogtepunt van mijn menselijke krachten. Als voor de psalmdichter het aantal van onze dagen, zeventig jaar bedraagt, en tachtig jaar bij een sterke gezondheid, dan vallen deze 55 jaren van Vr. Slavko nogal kort uit, vergeleken bij de tijdspanne van een normaal leven dat de mensen normaal verwachten hier op aarde te mogen doorbrengen.
Hoe dan ook, in het geval van Vr. Slavko kan ik rechtuit en in volle vertrouwen zeggen, en dit uit mijn eigen ervaring, maar ook met uw goedkeuring, dat hier voor ons een leven ligt dat, menselijk gezien, niet alleen één levensduur , maar drie levensduren bevatte. Geen twee, maar drie, omdat dit leven geen vermoeidheid kende, geen rust, geen opgeven. Hij ging nooit naar bed vóór middernacht en hij zag nooit de zon opkomen in zijn kamer. Zoals de psalmdichter zegt: hij bad steeds. Maak me bewust, mijn ziel, bewust, lier en harp! Ik zal de dageraad wakker maken en in werkelijkheid maakte hij de dageraad wakker met zijn gebeden, zijn bedevaarten elke dag naar de Heuvel der Verschijningen of de Kruisberg. Dag na dag, jaar in, jaar uit, in alle weersomstandigheden, stond hij voor alle anderen op en ging hij buiten bidden. Hij zei steeds dat de enige tijd die voor hem persoonlijk en als priester tijdens de dag was voorbehouden, s ochtends was, bij het opstaan: dan ging hij naar de bergen, waar ook zijn te vroege dood plaatsvond, gewoonweg door een hartverlamming.
Zijn hart kon het niet langer houden en Vr. Slavko had een hart dat zich volledig gaf aan anderen tot het einde. Hij had niet eens de tijd om aan zichzelf te denken, aan zijn eigen gezondheid. Nooit kloeg hij over iets dat hem moeite kostte, ook al was zijn gezondheid breekbaar. Vooral het koude weer, griep, verkoudheden en verschillende infectieziekten hadden een negatieve invloed op zijn natuurlijk afweersysteem. Hij wist hoe hij nog tijd kon vrijmaken voor zichzelf door zijn oneindige taak die hij op zich had genomen, maar die hem elke dag meer en meer uitputte, en zo op deze wijze zijn kruis droeg, het kruis van Medjugorje en dit reeds gedurende twintig jaren, bracht hij dit kruis naar zijn en onze Kruisberg en daar, onder het Kruis van de Heer, liet hij zijn kruis achter om in eeuwigheid verheerlijkt te worden.
Deze kruisberg, die hij dagelijks, in elke weersomstandigheid, beklom, samen met de bedevaarders, zodat ze een beleving konden hebben van de berg Tabor, onderaan, aan de voet van het kruis. De Kruisberg was veranderd in zijn eigen Tabor: Calvarie en Tabor, Kruisberg en Tabor, waar Vader Slavko werd omgevormd in wat de Calvarie voor Jezus was, volgens het Evangelie van Johannes: de uiteindelijke verheerlijking van de Zoon van God. Als ik tot Verrijzenis kom, zal ik allen naar mij toehalen ... Vader, U hebt mijn naam verheerlijkt ... het kruis als een uiteindelijke overwinning, het Kruis waarvan de Tabor een voorbode was.
Heer, het is goed voor ons om hier te mogen zijn ... en Slavko bleef daar, beneden dat gewijde kruis, op de Kruisberg, zijn kruis dragend voor de ontelbare bedevaarders, de kruisen van Medjugorje, de kruisen van zijn mensen, van de Kerk en van het Bisdom. Hij verliet ons niet zoals de Heer ons verliet. Niet op een sofa, noch op een bed, noch omgeven door broeder en dierbaren, maar onder het kruis, op een koude rots in Herzegovina. Hoeveel symboliek ligt er niet in deze dood? Vr. Slavko: u bracht uw kruis hier aan de voet van Gods kruis, u liet het hier achter, zodat u daarbij, in uw eigen door, ons ook in grote getale naar hier zou leiden: de plaatselijke Bisschop, het volledige Bisdom, zon groot aantal andere broeders priesters, gelovigen, bedevaarders die duizenden kilometers aflegden om "Dank u en tot ziens," te zeggen. Een dood die als een ontmoetingsplaats is die ons allen verzamelt in éénheid en waarin we allen dezelfde zijn.
Lieve broeders en zusters!
Wat dient er hier op deze plaats te worden gezegd over dit voltooide leven? Ik kende hem al heel lang, reeds vanaf 1961. Ik ontmoette hem de eerste maal bij de eerste misviering van Vr. Dobroslav Stojif en Vr. Gojko Musa op Tweede Kerstdag in 1961. Ik had toen reeds mijn eerste jaar voltooid op het seminarie van Visoko en hij had zich pas aangemeld voor het seminarie. We leerden elkaar kennen. Die magere knul vertelde mij dat hij aanvaard was voor het seminarie te Visoko en nu kwam hij zich aanmelden in het seminarie en zei hij mij dat hij naar Dubrovnik ging. Daarna bleven we bij elkaar en we werden hier in dit bisdom gewijd. We waren altijd bij elkaar, steunden elkaar, werkten tezamen, zij aan zij, vooral tijdens de periode dat ik hier pastoor was te Medjugorje. Zes jaar onder communistische overheden, toen we met Gods hulp alles moesten doen wat we konden doen in onmenselijke omstandigheden. Iedereen zocht ons op in die tijd van genade, in die tijd van de verschijningen, toen de communistische wereld en het goddeloze systeem begon te verkruimelen en de dageraad begon van een nieuwe wereld van vrijheid voor het Kroatische volk.
De grote Franse denker en schrijver Leon Bloy, een bekeerling en een vrome Katholiek gaf de uitdrukking aan een prachtige gedachte. De eerste vrouwelijke schijfster die toegelaten werd tot de Franse Academie, de Belgische Marguerite Yourcenar, zei dat het een van de mooiste citaten was uit de Franse literatuur. Het zegt: "De enige tegenslag die er bestaat, is geen heilige te zijn." Deze uitdrukking kan beangstigend zijn, maar wij moeten in het geheel niet angstig zijn om deze uitdrukking. Een mens is enkel zo heilig zoveel als hij of zij wenst te zijn. Of we wensen heiliger te worden, beter dan we zijn, hangt enkel van onszelf af.
Vr. Tomislav Pervan
Het feest dat we vandaag vieren [Christus Koning, de laatste zondag van het Kerkelijke jaar, gewoonlijk rond 25 november] spreekt duidelijk en rechtuit tot ons met Gods stem en rede. Hij spreekt tot ons in alle gebeurtenissen die zich rondom ons voordoen. Hij spreek tot ons door de geschiedenis en door de mensen, maar Christus als Koning zei klaar en duidelijk: "Ik ben gekomen om vuur uit te storten op deze wereld". ... Wat anders zou Medjugorje kunnen willen of wensen in de huidige wereld, dat de Moeder van God, hier vandaag aanwezig is in Medjugorje. Zij wenst maar één ding: Gods koninkrijk op aarde te brengen. Zij wil wat Christus in deze wereld kwam brengen om te worden verspreid. Het wordt samengevat in regel: God is Koning. Christus in Koning over ons allen. De mens is slechts een zwak schepsel en niets meer.
Wat was de wil van onze Vader Slavko? In al zijn gebeden, ontelbare aanbiddingen en preken, conferenties en boeken? Maar één ding: Jezus is mijn God en Hem aanbid ik, voor Hem leef ik, Hij betekent alles voor mij! Jij alleen zal ik dienen en vereren, maar ook in mijn broedernaaste. Per Mariam ad Jesum, per Jesum at Mariam! Door Maria tot Jezus, maar eveneens door Jezus tot Maria!
Hij vond zijn inspiratie in Christus en in de Heilige Franciscus. Christus, die nooit iets neerschreef, die enkel de wereld bezaaide met wat zijn apostelen neerschreven. Christus wist dat zijn woorden in de vruchtbare grond van het geloof gingen vallen en in Vr. Slavkos leven werden deze woorden vervuld tot op het einde. Het viel op de vruchtbare grond van het geloof, van het hart, in de traditie die hij tot zich had genomen, deze van thuis uit, en deze traditie bracht vruchten voort, in het honderdvoud.
En dan is er het voorbeeld van Franciscus dat hem enthousiast maakt. Franciscus is, net als Christus, de leraar van ons allen. Franciscus, de grote onder de groten, hij die zijn dure kledij wierp aan de voeten van zijn vader, een rijke textielhandelaar, hij die de armoede liefhad voor het belang van de armoede. Dat gold ook voor onze Vr. Slavko een dagelijkse inspiratie: niets bezitten, alles weggeven, net zoals Paulus, alles voor de mensen, zodat ik er enkele kan redden voor Christus. Hij had, om te zeggen, zakken die aan flarden waren, hij gaf links en rechts uit, zonder te vragen wie het is en wie wat is.
Hij slaagde duidelijk in de test van het geloof in het evangelie van vandaag omwille van zijn liefde voor de mensen en voor God die zijn persoon belichaamden. Hij was een straal van licht in de nacht van deze wereld. Vr. Slavko was in zichzelf gedreven naar het mystieke, naar het Eeuwige. We weten dat weinige stralen de nacht niet verjagen, dat een aantal golven de oceaan niet doen oprijzen of in beroering brengt, maar als een man zoals onze Vr. Slavkos straalt bij het zicht van een bloem of bij het uitdelen van een stuk brood aan de armen, dan verandert alleen al door deze kleine dingen de wereld naar het goede toe. Dat is precies wat het Evangelie van vandaag ons vertelt over de uiteindelijke ontmoeting met de Heer Jezus op de Dag des Oordeels, iets wat Vr. Slavko letterlijk begreep en beleefde.
Indien de Heer hem de woorden had gezonden: "Luister, Vr. Slavko, morgen zult u sterven," dan denk ik dat hij geen ogenblik zou hebben opgehouden met te doen wat hij elke dag deed, omdat hij, in alles wat hij deed, slechts één enkel doel had: het vereren van de Heer, het dienen van de Heer. Hij zou zeker geen onderbreking of bezinning hebben ingelast om na te denken over zijn leven. Hij zou zijn dagelijkse beklimming van de Kruisberg niet hebben opgegeven, hij zou het bidden en de verering niet hebben opgegeven, noch zou hij opgehouden hebben met zo vele mensen advies te geven, of de minsten te bezoeken.
Moest de Heer zon boodschap echter naar ons toesturen, zouden we ons hoogstwaarschijnlijk hebben teruggetrokken in onze kamer, om ons leven nog één maal proberen te overzien en er aldus het maximum voordeel uit te halen op het ogenblik van de genade. Vermoedelijk zouden we nagedacht hebben over deze woorden van God, keuzen hebben gemaakt en meer intens hebben proberen te leven. Maar voor Vr. Slavko zouden deze woorden enkel betekenen dat hij zou verder doen met wat hij bezig was: steeds in de bres staan voor God en de mensen.
Eens vroegen ze aan een heilige man waarom hij nooit enige angst voelde. De heilige man antwoordde: "Omdat ik alle dagen over mijn dood nadenk!" Mensen hebben angst omdat ze bevreesd zijn van alles rondom hen en voor al hun bezittingen. Hoe dan ook: bij het oog in oog staan met de dood, bij het elke dag in onze gedachten houden van onze mogelijke dood, wordt alles overbodig voor de mens. De dood is de ware maatstaf van het leven. Het zendt duidelijk de boodschap hoe we zouden moeten leven en hoe we er de nodige sterkte kunnen uit halen.
De gedachte aan de dood zou ons alles in een andere dimensie moeten voorstellen, en deze is dat het leven kort is en dat het nodig is om duidelijke tekenen, signalen, verkeersborden, en richtlijnen voor de liefde achter ons te laten. Sporen die de anderen zich graag herinneren, afdrukken en wegen die anderen kunnen bewandelen.
Jezus, die wist dat Zijn tijd was gekomen, en omdat hij diegene liefhad die hem wegnam van deze wereld, nam water en een kom en waste de voeten van zijn leerlingen. De voeten zijn de meest bevuilde delen van het lichaam. In Zijn liefde raakte Jezus vuile, maar ook gewonde menselijke voeten aan. Hij raakte de achilleshiel van andere mensen.
Wat moeten we nog meer zeggen over de voetsporen die Vr. Slavko naliet voor de anderen? Hij ging door deze wereld met het goede te doen, met het loven en verkondigen van Jezus Christus, met het onderrichten van het Evangelie, het vieren van de Eucharistieviering, het liefhebben van Christus in de Eucharistie en aan het kruis, door het aanraken van de pijnlijke plaatsen, de achilleshielen.
Bij Vr. Slavko bleef het echter niet enkel bij woorden. Hij zette zijn woorden om in daden, waarbij hij zichzelf volledig vergat. Hij zette zichzelf in tot het bittere einde, precies voor hen die de meeste hulp nodig hadden. Hij was zowel een geestelijke als een materiële helper, een kompaan voor zo velen tot in het ontelbare. Hij liet zijn sporen na, onuitwisbaar. In zichzelf stortte hij de woorden van Jezus uit: "Zoals de Vader mij liefheeft, zo heb ik u allen lief," en er bestaat geen grotere liefde dan deze: "het geven van zijn leven voor zijn vrienden."
Vr. Slavko heeft zijn leven voor iedereen gegeven. Boven alles had hij diegenen lief die niemand liefhad, zij die zich verlaten en in de steek gelaten voelden, die door zonde en menselijke haat verschrikkelijke wonden hadden.. Hij troostte, hij heelde de wonden, hij hielp, hij aanvaardde. Hij vergat zichzelf. En daarom ging hij te vroeg van ons heen, omdat hij zijn inhoud overal verkondigde.
Onze beminde Vr. Slavko! We zijn God dankbaar dat wij u onder ons mochten hebben. We zijn God dankbaar omdat Hij u riep tot de Franciscaanse gemeenschap. We zijn God dankbaar voor de talenten die Hij u heeft geschonken en die u tot het uiterste hebt aangewend. We zijn dankbaar voor uw familie omdat u tot onze provincie behoorde, waarin u één van de uitblinkende figuren werd. We geloven dat we in u, in de hemel, zowel een bemiddelaar als een helper hebben gevonden, een genezer van al die wonden die de mensen en zijn Kerk onderdrukken, en tegelijkertijd ook een verzoener die Gods vrede afdwingt, de vrede van Christus Koning voor ons allen.
Wij hebben er alle vertrouwen in dat u de Heer hebt ontmoet, oog in oog, aangezicht tot aangezicht, toen u voor Zijn Troon kwam, net zoals het Evangelie van vandaag, dat gelezen wordt op Christus Koning, ons ook vertelt. U ging door de school van het dienen, niet van het heersen. De school van het geven, niet van het nemen. De school van de extreme armoede, niet deze van de weelde. En daarom hebben we er alle vertrouwen in dat Hij uw beloning is.
Ontelbare mensen die u hebben ontmoet kunnen zeggen: "Dank u, Heer, dat er iemand bestond zoals Vr. Slavko. Dank voor hem door wie God mij heeft liefgehad." En u, Vr. Slavko, kon bevestigend zeggen: "Er bestaan wezens door wie ik verliefd geworden ben op God, door wie God dichter tot mij is gekomen: Jezus en Maria."
U brandde uzelf volledig in het dienstenboek van Maria, de Moeder van God, ten dienste van Haar aanwezigheid hier en in de hele wereld. U was de boodschapper en de verkondiger van Haar vroomheid, dat voor altijd in het middelpunt van het Christendom stond. Wij hebben er alle vertrouwen in dat Christus Kerk het werk van u nooit zal vergeten. De Heilige Hiëronymus zei het op deze wijze: "Het is niet nodig om te weeklagen over de doden, maar om dankbaar te zijn dat we met hen hebben mogen leven en dat we nog steeds verbonden zijn met hen. We geloven dat zij met God zijn, en wie met God is, is verbonden met de voltallige familie van God." Met deze gedachte druk ik mijn sympathie uit aan uw moeder Lucia, uw broers en zussen en al uw aanverwanten. En ik dank uw familie om u aan ons te hebben geschonken en dat we u hadden...
Tenslotte, onze beminde Vr. Slavko, zou ik u één ding willen vragen: Vergeef ons alles waarvoor we u in onze ogen en uit ons standpunt niet begrepen. U was en u wou de hele weg vir catholicus, apostolicus, franciscanus, vir Croata hercegoviniensis, of een Katholiek, een apostel, een Franciscaan, een Kroaat uit Herzegovina zijn. Dikwijls ging u ons voor zonder dat we u begrepen. U dacht verder dan de rest, juist zoals de mystieke Promotheus, die steeds vooruitdacht en nieuwe dingen in gedachten had.
De opgebaarde Vr. Slavko Barbaric
Eén ding echter is klaar en duidelijk, namelijk de woorden van Christus: "door hun daden zult u hen kennen." Uw werk is blijvend zichtbaar omdat het verweven en gebouwd is op het gebed, op uw knieën, op uw zoektocht naar Gods wil door de tekenen van deze tijd. U ging ons voor, maar u zult steeds verbonden blijven met ons. Daarom, nogmaals, dank u voor alles en dat u mag rusten in de vrede van de Heer, in de schaduw van de Kerk van Medjugorje, de Kruisberg en de Heuvel der Verschijningen. Amen.
Vr. Tomislav Pervan,
In het midden van mijn dagen [Psalmen 102: 24] Ontwaak, mijn ziel, ontwaak met harp en lier, ik wil het morgenrood wekken [Psalmen 57: 9]
De laatste homilie van Vr. Slavko Barbaric
Dit is de laatste homilie die Vr. Slavko Barbaric O.F.M. heeft gegeven, tijdens de ochtendmis van zijn laatste dag hier op deze aarde, 24 november 2000, om 9 uur in de Heilige Jacobus de Meerdere Kerk van Medjugorje.
Dank u
De eenheid van de Heilige Geest zij met u allen. Bijna elke boodschap van Onze Lieve Vrouw eindigt met de zin: "Dank omdat u gehoor gegeven hebt aan Mijn oproep." Ik heb mezelf dikwijls afgevraagd: Wie bedankt Onze Lieve Vrouw hier eigenlijk? Wie is er zo belangrijk dat zij vanuit de Hemel naar beneden te komen om "dank u" te zeggen tegen deze persoon? Zij verwacht niet zoveel van ons, maar Zij ziet al het goede dat we reeds hebben gedaan, en dat is de reden waarom Zij ons bedankt.
Vergiffenis
Laat ons ook de Heer om vergiffenis vragen voor alles dat niet goed was, waar eigenbelang, jaloezie en arrogantie de overhand hadden in het verleden, zodat we, door ons gebed en vasten, mogen meewerken aan het prille begin van een nieuwe tijd, zoals Onze Lieve Vrouw zei in Haar laatste boodschap [25 oktober 2000]. Ik zou graag bewust, samen met Maria, opnieuw iedereen willen "bedanken" die, op hun eigen bijzondere wijze, Haar boodschappen hebben beantwoord. Het doet steeds goed om steeds weer opnieuw te weten dat Onze Lieve Vrouw niets kan doen zonder onze hulp.
Toen wij Haar "dank u" voor de allereerste keer aanhoorden, deinsden we zowat achteruit, omdat we de gewoonte hebben om aan God, de Almachtige, te vragen en tot Hem te bidden en plots is er daar een boodschap die tot ons komt en die zegt: "Ik heb u nodig. U bent belangrijk voor mij. Ik kan niets doen zonder uw hulp!"
Dikwijls kunnen wij dit niet begrijpen, maar het is waarachtig een feit. God wil ieder van ons, in onze tijd en in onze omgeving waar we leven. Hij wil ons en Hij heeft ons talenten meegegeven. Hij wil dat wij deze talenten ontwikkelen om aldus te groeien in genade, zodat wij Hem kunnen dienen door onze talenten te gebruiken.
Kritiek
Iedereen die, door het gebruik van zijn talenten, dient, liefheeft, gelooft en hoopt, helpt en eerbiedigt de anderen. Wij zijn allen heel belangrijk, in onze tijd, in onze plaats tijdens ons leven, waar God heeft beslist dat we moeten zijn. Dikwijls heb ik dit tot de mensen gezegd die anderen heel wat bekritiseren, of tot hen die denken dat zij het zelf allemaal beter zouden hebben gedaan indien ze in Gods situatie waren.
Indien God de gedachte zou hebben gehad dat u beter zou geleefd en gediend hebben op een ander tijdstip of een andere plaats, dan zou Hij u niet geplaatst hebben waar u zich nu bevindt, maar zou Hij u elders hebben geplaatst. Zegt nooit "ik" in Gods plaats, maar open eerder uw ogen en oren in uw tijd en tot uw buren met wie u leeft. Dit is uw allereerste taak. Dit is waar u onvervangbaar bent. Dit is waar u belangrijk bent voor God en dit is waar God niets kan doen zonder uw hulp. Op die wijze ervaren we Gods liefde en Zijn liefde, diezelfde liefde, bereikt de anderen door ons.
God heeft ons nodig
Als we vertroosting krijgen van God, dan is het maar rechtvaardig dat we deze ook aan de anderen geven en dit kunnen we enkel doen in de tijd en op de plaats waar we ons nu, op dit ogenblik bevinden. Enkel daar, en nu, kunnen we Gods wil doen en Hij kan niets doen zonder onze hulp.
Tijdens deze negentien jaar en vijf maanden is Maria in één ding zeker geslaagd: vele mensen die dachten dat het voldoende was om de Heilige Mis bij te wonen op zondag, zijn erg actief beginnen worden in hun godsdienstig leven en dit door Haar boodschappen. Daarom kunnen we vandaag zeggen: "Dank u" voor alle mensen over de hele wereld, die bewust de boodschappen verspreiden, met de hulp van Onze Lieve Vrouw en van de anderen.
Een Kroatische monnik, een missionaris, die zijn leven doorbracht in India, vertelde me ooit dat hij elke zaterdagavond en -nacht, in zijn parochie, net hetzelfde programma brengt als dat van Medjugorje, en zo ziet u dat Medjugorje niet alleen hier wordt gevierd, maar in diverse parochies over de hele wereld. Dit is nog een andere reden waarom Maria in Haar laatste boodschap zegt, dat Zij God dankte en dat Zij zo verheugd is dat er zo vele mensen tijdens dit jubileumjaar naar hier komen en dat de Kerk geestelijk hernieuwd is.
Ik geloof dat we nog veel te doen hebben om aan onszelf heel wat te sleutelen, bijvoorbeeld, door de Kerk en onze families te kunnen zien door de ogen van Maria. Nogal dikwijls zijn we geneigd om anderen te oordelen, om over andere mensen te klagen, wanneer we naar de wereld kijken in onze tijden. Uiteraard zijn er heel wat problemen. Maar Maria kijkt naar deze wereld met andere ogen dan wij doen. Zij ziet het goede, hoe klein ook, maar wel betekenisvol. Zij herkent het en is dankbaar hiervoor.
Dankbaarheid
Dankbaarheid is de beste leidraad in onze opvoeding. Wanneer u iemand wenst te onderrichten, dient u eerst te kijken naar het goede in deze persoon, hoe onbetekenisvol klein dit soms ook kan zijn. Daarop moet u trachten zich voor te stellen hoe deze persoon, samen met u, anders kan zijn en met u samenwerken.
Als u blind bent voor deze dingen, dan zien we enkele de negatieve aspecten: de dingen die onvolmaakt zijn, dingen vreemd aan onze vluchtige voorkeur, en zo kunnen we uiteraard snel uitpakken met onze kritiek, waarmee we veroordelen en verwerpen.
Maria, aan de andere kant, ziet enkele de goede dingen in deze wereld. Zij ziet ook wat beter zou kunnen zijn en precies daar begint Zij met Haar onderricht. Lees de Boodschappen! Zij zijn steeds positief, brengen steeds hoop en zijn bemoedigend. Op dezelfde wijze heeft Maria in ons de positieve krachten doen ontwaken en dat is waarom wij Haar moeten bedanken. De persoon die Maria volgt heeft geen tijd om te bekritiseren. Maria geeft ons de moed om iets te doen, zelf daar waar we geloven dat het verwarring kan brengen, waar het niet goed is, of waar het te veel wordt voor ons. Enkel op deze wijze kan Maria, samen met Haar Zoon Jezus, het derde millennium binnentreden.
Bedank daarom alle mensen in de wereld die Maria volgen en die ons onvermoeid bezoeken, die bedevaarten organiseren zonder er ooit moe van te worden. Laat, zoals Maria ons zegt, een nieuwe dageraad opkomen, een nieuwe lente. Geen lente op de wijze in de kalender, maar een lentetijd van een nieuwe beslissing. Laat de Nieuwe Wereld aanvangen, daar waar wij geloven dat de wereld bijna niet meer bestaat, vervuild en vernietigd is. Als u beslist om God en uw naaste lief te hebben zoals uzelf en wanneer velen rondom u hetzelfde doen, dan is de nieuwe tijd gekomen. Amen.
Vertaling: Chris De Bodt en Mia Stassen
26-08-1980
BBC documentaire over Medjugorje
BBC documentaire over Medjugorje
25-08-1980
Is dit het graf van de Heilige Jozef?
Is dit het graf van de Heilige Jozef?
Een groep bedevaarders die in oktober 2010 in het Heilige Land waren, kreeg een zeldzaam monument te zien dat niet aan het publiek gepromoot wordt: een graf en een huis uit de eerste eeuw, die verband houden met het verhaal van de geboorte en de verrijzenis van Christus.
Een bedevaartstocht van een groep bedevaarders uit Ballajura [Perth, Australië] heeft in oktober iets aan het licht gebracht wat wel eens het graf van de H. Jozef kan zijn, de echtgenoot van de Maagd Maria, Moeder van God. In het dorp waar Christus opgroeide, bevindt zich onder het klooster van de Zusters van Nazareth een archeologische site met opgravingen uit de eerste eeuw. Hier bevindt zich een vermoedelijk Herodiaans graf, een huis en een kapel waarvan men zo goed als zeker is dat ze uit het prille Christelijke tijdperk stammen. De lokale bevolking vermoedt dat dit wel eens de plaats kan zijn waar Jozef werd begraven.
Zelfs als de site [ontdekt in 1884 toen een tuinman door een put viel die hij aan het opvullen was] niet met zekerheid als het graf van de H. Jozef kan geïdentificeerd worden, onthult ze veel over hoe het graf van Jezus en zelfs Zijn kribbe eruit konden gezien hebben. Het klooster ligt tegenover de Katholieke Basiliek van de Aankondiging, waarvan men gelooft dat hij op de plaats staat waar de Aartsengel Gabriël aan Maria verscheen en zij de verantwoordelijkheid aanvaardde om de Moeder van God te zijn. Wanneer men in de opgravingsite onder het klooster gaat, en een kronkelende grot volgt, kan men in de hoek van een kamer de overblijfselen zien van een altaar.
Toen de site werd gevonden bevond er zich een skelet in de hoek van de kamer. Het zat in een rots, in zithouding, en men vermoed dat het de overblijfselen waren van een bisschop, monnik of een geestelijke van de gemeenschap. Het was gebruikelijk dat bisschoppen op zon manier begraven werden, als symbool van hun macht. Zuster Stefania Cantore, de Zuster Overste, vertelde de bedevaarders dat ze daardoor "zeker waren dat dit huis/deze kapel uit de prille Christelijke periode stamde." In de Apocalyps [Openbaringen] in de Bijbel, verwijst men naar God als "Diegene die daar zat."
Bij opgravingen in het omliggende gebied heeft men veel mozaïeken uit het Byzantijns Tijdperk [500 - 1000 n.C.] gevonden. Deze bewijsstukken hebben experts doen besluiten dat "we zeker mogen zeggen dat deze kapel ergens na de eerste eeuw gebouwd werd," zei Zuster Stefania. Er werden ook twee uitgegraven plaatsen voor graven gevonden tijdens de opgravingen in de buurt van de kapel. De graven waren gemaakt als een oven, wat gebruikelijk is bij oude Joodse graven. De bedevaarders uit Ballajura zagen tijdens hun laatste dag in het Heilige Land gelijkaardige open graven naast een oude kerk. Die kerk geeft één van de vier plaatsen aan waarvan men vermoed dat Jezus na Zijn Verrijzenis aan twee van Zijn apostelen verscheen toen ze op weg waren naar Emmaüs.
In een aan de kapel aangrenzende kamer in de opgravingsite onder het klooster, is er een gat in het dak waarlangs men water naar omhoog trok. Er zijn ook sporen in de muren van touwen waarmee men voedsel omhoog trok. Dit zijn bewijzen van een huis uit de eerste eeuw. In een andere hoek van de kamer staan twee paar stoelen die door de Kruisvaarders gemaakt werden, nadat ze het gebied in 1099 veroverd hadden. Het is onbekend waar de trap voor diende, vermits er op de muren eromheen niets geschreven stond. Maar in het onderste deel van de trap is er een deur, gemaakt uit rotsen en stenen, waarvan men ook vermoedt dat ze uit de eerste eeuw stamt en een overblijfsel is van een huis.
Archeologen weten dat de muren uit de eerste eeuw stammen, want men vindt gelijkaardig metselwerk terug in de muren van een nabijgelegen dorp. Dat dorp werd in 70 n.C. verwoest door de Romeinen toen de legers van Titus, zoon van de Romeinse keizer Vespasius, heel de stad Jeruzalem met de grond gelijk maakten.
In 1900 vond men twee putten waaruit, toen men een paar stenen wegnam, een geur van wierook kwam die zn oorsprong vond in het graf dat eronder lag en waarvan de lokale bevolking vermoed dat dit het graf van de H. Jozef is. Ze weten dat de Kruisvaarders gebruik maakten van het graf, want men had er [ruiter]sporen van Ridders, lampen en lepels voor de H. Communie gevonden. "Dus we weten dat dit gebied belangrijk was voor de Kruisvaarders," zei Zuster Stefania. Hoewel men niet denkt dat dit hetzelfde graf is waar Christus in begraven werd ... dat in feite in Jeruzalem ligt, zon 105 km beneden Nazareth. Toch geeft dit graf een beeld van hoe graven er in die tijd uitzagen.
De grootte van het graf geeft ook aan dat het om een "belangrijk persoon" ging, zei Zuster Stefania. "Er zijn in het land maar acht van zon graven waar we van afweten. Ze zijn niet talrijk, want ze werden enkel gemaakt voor belangrijke mensen." Dit graf onder het klooster, dat toegankelijk is via een geërodeerde draaitrap, onthult iets over wat de Bijbel ons zegt over de Verrijzenis van Jezus: Toen de Sabbat voorbij was, kochten Maria Magdalena, Maria de moeder van Jakobus, en Salomé geparfumeerde oliën waarmee ze Jezus wilden zalven. Op de eerste dag van de week, heel vroeg, net na zonsopgang, gingen ze naar het graf. Ze zeiden tegen mekaar: "Wie zal de steen voor de ingang van het graf voor ons wegrollen?" Toen ze bij het graf kwamen, zagen ze dat de steen al verplaatst was geweest. [Marcus 16:1-4]. En later: "Johannes ging het graf niet binnen, maar boog zich voorover om binnen te kijken, en zag het linnen op de grond liggen" [Johannes 20:5]. Zoals onderstaande foto aantoont, kan een ronde steen [hoewel de steen op de foto niet zo groot is als Marcus beschrijft] weggerold worden.
De opening in het graf dat onder het huis lag, zoals het gebruikelijk was De grootte van het graf geeft de belangrijkheid weer van de persoon die er begraven mag [in het land waren er zo maar weinig]
Men kan ook duidelijk zien hoe Johannes zich zou moeten "voorovergebogen" hebben om "binnen te kijken," want doorheen de opening bevindt zich een lager niveau waar de lichamen begraven lagen; en daarachter waren nog twee gaten met daarachter nog een dieper niveau.
Precies boven deze graven in het huis staat een voederbak waar dieren uit eten, zoals beschreven wordt door Lucas: "Ze baarde haar eerstgeboren zoon en wikkelde hem in zwachtels en legde hem in een voederbak." Hoewel dit niet de voederbak is zoals door Lucas beschreven toen Christus in Bethlehem geboren werd, zon 128,7 km verder, geeft dit een heel goed beeld van hoe het eerste bed van Christus er uit moet gezien hebben.
Een voederbak uit de eerste eeuw, in de kamer boven het graf. Dit geeft een idee van hoe de kribbe van Jezus moet geweest zijn
Bron: therecord.com [australië]
Vertaling: Mario Lossie
24-08-1980
Film: Padre Pio
Film: Padre Pio
Pater Pio van Pietrelcina [Pietrelcina, 25 mei 1887 - San Giovanni Rotondo, 23 september 1968] was een Kapucijner pater. Zijn burgerlijke naam was Francesco Forgione. Francesco had vanaf zijn vroege kinderjaren reeds mystieke ervaringen, die hij als heel gewoon ervoer. In 1903 trad hij in in de Kapucijner Orde en in 1910 ontving hij de priesterwijding. Vanaf 1903 tot 1910 verbleef Pater Pio O.F.M.Cap. in Benevento wegens zijn voortdurende slechte gezondheid. In 1916 werd hij naar San Giovanni Rotondo verplaatst, waar hij zou blijven tot zijn dood in 1968.
In 1918 kreeg hij de zichtbare stigmata, die gedurende zijn verdere leven zouden bloeden, waardoor hij op mystieke wijze met Christus' lijden verbonden was. Men verhaalt dat hij door zijn zwakke gezondheid en de stigmata zijn verdere leven veel pijn heeft moeten verdragen en dat hij zijn lot droeg voor de bekering van ongelovigen en zondaars. Reeds tijdens zijn priesterlijk leven werd Pio als een heilige vereerd, hoewel vele bisschoppen hem tegenwerkten. Opvallend was dat hij uren- tot dagenlang de biecht hoorde van vele duizenden gelovigen en heel langzaam en in zijn geest verzonken de Heilige Mis opdroeg. Beperkingen en straffen van de zijde van de kerkelijke hiërarchie verdroeg hij met veel geduld en gehoorzaamheid. Hij hoorde de biecht van mensen uit de gehele wereld, ook in hun eigen taal. Tijdens het biechthoren was hij zeer streng voor iedereen, ook in de kerk eiste hij van iedereen eerbiedigheid zowel in kleding als in houding. Door kinderen raakte hij altijd vertederd. Na een lang onderzoek werd hij in 1999 zalig en in 2002 heilig verklaard door Paus Johannes Paulus II.
Deze speelfilm uit 2000 duurt 200 minuten en staat onder regie van Carlo Carlei. Met Sergio Castellitto, Jürgen Prochnov, Aldolfo Lastrett, Lorenzo Indovina en Pierfrancesco Favino. De film is gebaseerd op het boek "Padre Pio, un santo tra noi," van Renzo Allegro.
23-08-1980
Joëlle en Vinciane: miraculeuze genezing te Medjugorje
Joëlle en Vinciane: miraculeuze genezing te Medjugorje
Op 16 oktober 2010 begonnen 46 bedevaarders uit Zwitserland hun busreis naar Medjugorje. Onder de reizigers was er een blinde vrouw, Joëlle en haar twaalf jaar oude dochter, Vinciane. Zij waren vergezeld van Claudia, een vriendin des huizes.
De reis verliep niet al te vlot. Het duurde twee dagen eer de groep aan de grens met Bosnië-Herzegovina kwam om er dan nog op uit te komen dat ze onvolledige papieren aan boord hadden om de grens over te mogen. De bus en de reizigers gingen verder en probeerden dan maar een andere grensovergang, maar ook hier werd de doorgang geweigerd.
Gelukkig bevond er zich, bij de tweede overgang, een bushalte met de vermelding "Medjugorje." Alle bagage werd van de Zwitserse bus naar de halte gebracht en werd er gewacht op de volgende bus die hen zou meenemen naar Medjugorje. Uiteindelijk bereikten zij het dorp om 20 uur.
De volgende dag beklom de groep bedevaarders de Podbrdo [de heuvel der verschijningen]. Ook Joëlle ging mee. Het was geen gemakkelijke klim in de regen, maar er heerste een grote sfeer van solidariteit onder elkaar. Later die dag kwam de groep opnieuw bij elkaar om er het avondprogramma bij te wonen in de Heilige Jacobuskerk. Na het ontvangen van de Heilige Communie kreeg Joëlle een benauwd gevoel, maar werd ze al vlug getroost door pater Fabien.
De daaropvolgende dag beklom het merendeel van de groep de Krizevac, maar Joëlle, de pater en een paar anderen, besloten om de Kruisweg te bidden rond het beeld van de Verrezen Christus. De overige bedevaarders zouden op de Kruisberg vurig bidden voor de noden van Joëlle, in de hoop dat ze haar zicht zou terugkrijgen. Zes uur later waren ze terug om opnieuw het avondprogramma bij te wonen in de Heilige Jacobuskerk.
Het was tijdens dit programma dat er iets merkwaardigs gebeurde. Bij het ontvangen van de Eucharistie richtte Joëlle haar hoofd omhoog en zag ze vóór haar een priester. Hij droeg een witte albe. Daarop kon zij de lichten in de Kerk, het hoge plafond en de ramen waarnemen. De shock voor Joëlle was zo groot dat ze zich opnieuw onwel voelde en aan haar vriendin vroeg om haar mee naar buiten te nemen. Toen Joëlle naar buiten kwam, richtte ze zich tot Claudia en riep ze uit: "Ik zie het licht!"
Ze gingen vervolgens de kerk rond en toen ze aan de sacristie kwamen, kwam net Pater Olivier naar buiten, een priester die eveneens met de groep was meegereisd naar Medjugorje. Toen ze hem vertelden wat hen was overkomen, werd hij hierdoor diep bewogen en ging hij onmiddellijk opnieuw de kerk binnen om er, zoals gebruikelijk na de avondmis te Medjugorje, de vreugdevolle mysteries van de Rozenkrans te bidden.
Tegen dan waren er reeds velen rond Joëlle en Claudia verzameld en toen Vr. Olivier terugkwam stelde hij voor om allemaal terug de kerk binnen te gaan om dank te betuigen. De groep knielde neer aan de voet van het altaar om de Heer te danken en te loven voor de wonderbaarlijke genezing. Er werd hen herinnerd aan het gedeelte uit het Evangelie waar er van de tien melaatsen, die Jezus had genezen, er slechts één terugkwam om de Heer te bedanken.
Daarop begaf de groep zich naar het beeld van Onze Lieve Vrouw om er hun gebed te vervolgen, alvorens naar hun hotel terug te keren.
Toen vertelden er een aantal bedevaarders, die zich bij het uitdelen van de Communie achter Joëlle bevonden, dat ze een sterke rozengeur hadden waargenomen op dat ogenblik.
Vr. Olivier was de groep voorgegaan naar het hotel en had iedereen reeds uitgenodigd om samen te komen bij de inkom waar hij goed nieuws had mede te delen. Toen Joëlle en Claudia uiteindelijk terugkwamen, wachtte de hele groep hen op.
Tijdens de genezingservaring was Vinciane, de dochter van Joëlle niet aanwezig, en wanneer haar moeder terugkeerde naar het hotel wachtten Vinciane en de rest, haar op. Ze wisten nog niet wat was gebeurd.
Daarop vroeg Joëlle aan haar dochter: "Vinciane, hebt u uw haar gewassen?" Haar dochter antwoordde: "Ja, maar waarom zijn we gevraagd om ons hier te verzamelen?" Haar moeder stelde haar een andere vraag: "Ziet u niets abnormaals aan mij?" "Neen," antwoordde Vinciane. "Kijk dan opnieuw!" zei haar moeder.
"U kunt zien!" riep haar verbaasde dochter het uit. Moeder en dochter omhelsden elkaar en gaven er elkaar, gedurende vijf minuten van intense vreugde, de dikste knuffels. Men kan zich de emoties reeds voorstellen die door de moeder, de dochter en alle andere aanwezigen gingen. Het loven en danken ging door en de groep besloot om het Blauwe Kruis te gaan bezoeken, de plaats waar Onze Lieve Vrouw zo vele malen is verschenen en nog steeds verschijnt.
Later gaf Joëlle meer bijzonderheden over haar genezing. Ze zei dat ze de avond na de eerste Eucharistieviering, reeds licht, de aangezichten van de mensen en hun lippen die bewogen kon onderscheiden. Tijdens de daaropvolgende dagen verbeterde haar zicht geleidelijk en nu kan ze ten volle haar twee broers en ouders zien, na 22 jaren van volledige blindheid. Ze zei dat haar ouders haar hadden bijgebracht om Jezus en Maria lief te hebben en om nooit te stoppen met Hen te aanbidden. Ze zei dat ze eveneens dankbaar was voor het geschenk van "Vinciane, haar toorts," zoals haar moeder haar omschreef.
Nadat ze haar zicht had teruggekregen, moest Joëlle vele moeilijkheden overwinnen om zich aan te passen aan haar nieuwe wereld, vooral bij het zien van zo vele hoge torengebouwen en al dat volk. Dit bracht dikwijls een tegengestelde reactie met zich mee, waarna ze zich ziek voelde. Maar Joëlle zei dat ze met genade van Jezus en Maria al deze problemen en uitdagingen, die haar genezing met zich meebrachten, zal overwinnen. Nu kan Joëlle kleuren, huizen, bomen, beplanting en bomen, autos, mensen, de zon en haar kat onderscheiden. En, alhoewel ze nog steeds onder behandeling is bij een oogarts, heeft Jöelle het vaste geloof dat Jezus het werk dat Hij begonnen is, zal vervolledigen. Nu kan haar dochter haar eigen kamer hebben in hun appartement en zegt ze tot haar moeder dat "er vrede heerst" in hun woonplaats.
Een laatste woord van Joëlle: "Deze genezing heeft me het lichaam van een volwassene gegeven, maar liet mij achter met het hart van een kind."
Vertaling: Chris De Bodt
22-08-1980
Het kerstverhaal en koning Herodes
24 december 2010
Het kerstverhaal en koning Herodes
Het bestaan van koning Herodes is niet alleen een historisch feit, hij is de verschrikkelijke kanttekening bij het kerstverhaal.
Laat ons eerlijk zijn over een van de hoofdspelers in het verhaal van Kerstmis. Koning Herodes is gewoonweg te verachten. Uiteindelijk was hij het die probeerde om Jezus te vermoorden, toen Hij nog in de kribbe lag. Om zeker te zijn van zijn welslagen, riep deze verdorven persoonlijkheid op tot een lage en gemene daad, dat vlug ten uitvoer werd gebracht: in Bethlehem liet hij elke jongen, jonger dan drie jaar, vermoorden. Wat voor menselijk wezen is tot zoiets in staat?
Kindermoord te Betlehem
En alhoewel wij misschien niet zo ongoddelijk en ongenadig zijn als Herodes, is het niet onmogelijk dat er in ieder van ons een "beetje Herodes" schuilt. Omwille van zijn gemene daden tegen anderen is koning Herodes naam een van de meest afkerige geworden uit de geschiedenis. "In Rama hoort men klagen, bitter treuren. Rachel beweent haar zonen, zij wil niet worden getroost. Haar kinderen zijn er niet meer." (Jer. 31, 15)
Een klimaat van vrees
Herodes de Grote wordt niet zonder reden vernoemd in de Bijbel. In de H. Schrift komen er dikwijls persoonlijkheden aan bod die in het bijzonder verdorven zijn. In het geval van Herodes zijn daar meerdere redenen voor. In de volgende perikoop uit het evangelie volgens Matteüs ontdekken we dewelke:
"Toen Jezus geboren was in Bethlehem in Judea, tijdens de regering van Herodes, kwamen er magiërs uit het Oosten in Jeruzalem aan. Ze vroegen: Waar is de pasgeboren koning van de Joden? Wij hebben namelijk zijn ster zien opgaan en zijn gekomen om hem eer te bewijzen. Koning Herodes schrok hevig toen hij dit hoorde, en heel Jeruzalem met hem."(Mt. 2,1-3)
Na eeuwen van teleurstellingen en uitzichtloos wachten, voelde Jeruzalem zich bezorgd door de aankondiging dat de Messias was geboren.
Om het verwerpelijke van Herodes daden te kunnen begrijpen, moet u zijn denken proberen te begrijpen. Hij stond er om gekend om iedereen uit de weg te ruimen die een bedreiging vormde voor zijn vazalkoningschap onder het Romeinse Keizerrijk. Zelfs zijn eigen familieleden waren niet onvatbaar voor zijn brutale en verraderlijke jaloezieën. Herodes liet onder meer zijn eigen en bovendien meest geliefde vrouw, Mariamne, en meerdere van zijn kinderen vermoorden. Nog velen anderen moesten de ultieme prijs betalen voor de waanzinnige verdenking dat ze uit waren op de verovering van zijn troon.
Iedereen of elke situatie die door hem aanschouwd werd als een bedreiging van Herodes macht zorgde voor vrees en spanning in de hele stad. Het is daarom ook geen verrassing dat er angst en bevreesdheid heerste onder de bevolking van de stad, wanneer er plots drie wijzen uit het Oosten verschenen in hun zoektocht naar hun Redder.
Tegenstrijdige verwachtingen
In die tijd heerste er een algemeen misverstand omtrent de verwachtingen rond de Messias. Er werd namelijk gedacht dat hij zou komen om de Romeinen te verdrijven. Als dit zou plaatsvinden zou dit betekenen dat het Romeinse Rijk er niet langer meer zou zijn, wat met zich zou meebrengen dat Herodes niet langer heerschappij zou hebben over het volk. Men kan tot het besluit komen dat een aantal priesters en godsdienstige leiders doelbewust de profetieën uit de geschriften poogden te minimaliseren, omdat ze angst hadden voor de terreur van Herodes. Daarom is het eveneens niet moeilijk om te begrijpen waarom ze absoluut niet enthousiast uitzagen naar de komst van de Messias.
Vele mensen uit die tijd waren zich bewust van de profetieën in de Bijbel omtrent de eerste komst van Christus. De geschiedenis wijst dit uit. Indien u één der religieuze leiders uit de tijd zou geweest zijn en de mensen op de komst van Messias zou attent hebben gemaakt, zou u onverbiddelijk het slachtoffer zijn geweest van een jaloerse, verachtelijke koning.
En toen kwam de dag dat er raadselachtige vreemdelingen in de stad aankwamen die de geboorte van de Koning der Joden aankondigden. Wie waren die wijze mannen uit het Oosten? De christelijke overlevering geeft hen namen: Caspar, Melchior en Balthazar. Nochtans is er in de Bijbel niets te vinden dat er drie wijzen zouden zijn en uiteraard zal men er dan ook hun benaming niet in aantreffen. Het kindsheidevangelie vernoemt enkel de drie geschenken van goud, wierook en mirre.
Hoe konden deze bewoners uit een verafgelegen streek weten dat de Messias uiteindelijk was gekomen? Dit waren kinderen van God die heel vertrouwd waren met de Messiaanse profetieën van de heidense profeet Bileam, uit het boek Numeri 24, 17: "Wat ik zie is niet in het heden, wat ik waarneem is niet nabij. Een ster komt op uit Jakob, een scepter uit Israël."
Toen de drie wijzen een nieuwe ster zagen aan de middernachthemel, wisten ze dat de Koning der Joden was geboren. De Bijbel verwijst naar hen als "wijzen." De oorspronkelijke Griekse taal gebruikt het woord "Magi," een benaming die was voorbehouden voor de hoogst ontwikkelde klassen uit het oude Oosten. Deze mannen waren de filosofen en de wetenschappers van de oude wereld. Zij waren de universiteitsprofessoren uit hun tijd. Het is dan ook hoogst aannemelijk dat ze de Hebreeuwse geschriften bestudeerden, samen met andere grote godsdiensten uit die tijd.
De drie wijzen bezoeken het kind
Het volk van Israël bracht zeventig jaar door onder de Babylonische ballingschap. Tijdens die ballingschap werd de profeet Daniël geteld onder de "magi" of de wijzen van het Babylonische rijk. Zijn eigen opzienbarende profetieën van een komende Messias zouden wezenlijke feiten en plaatsnamen vernoemen. Het waren Daniëls visioenen en profetieën die de wijzen uiteindelijk zouden leiden naar de geboorteplaats van Christus, honderden jaren later. Men kan gewoonweg niet ontkennen dat deze wijzen de grootste kennis bezaten en uiterst enthousiast uitkeken naar de komst van de Messias.
Onze eigen zelfgenoegzaamheid
We leven in één der meest welvarende landen van de wereld. Wij hebben toegang tot het Woord van God en toch zijn er velen onder ons die absoluut niet zo enthousiast zijn over Christus als deze drie wijzen uit een ver land. De mensen uit de derdewereldlanden krijgen niet genoeg van het verhaal van Jezus. Hun wens om Hem te volgen is verbazingwekkend en rakend.
Er is een duidelijk contrast tussen deze mensen en zij die leven in het Westen, zij die toegang hebben tot het Woord van God. Wij zijn de ondankbare generatie geworden van mensen die hun priesters behandelen alsof wij hen een gunst verlenen door ons elke week in de kerk te laten zien. Met deze gedachte in het achterhoofd kunnen wij ons afvragen of we geestelijk meer bekwaam zijn om Jezus te ontmoeten bij Zijn tweede komst dan Herodes bij Zijn eerste komst.
Zij die door God waren uitverkoren en de gepaste plaatsen bekleedden in die tijd, zij die de profetieën tot hun beschikking hadden, waren diegenen die hen ontkenden. In plaats van het licht te worden voor de ongelovigen, draaiden ze Gods plan voor de ongelovigen de rug toe. Zij bevonden zich in de positie om het evangelie te prediken over de hele wereld.
En net zoals sommige christenen vandaag, wensten ze het volk van God genoemd te worden en van alle voordelen die daaraan verbonden zijn te genieten, maar tegelijkertijd wensten ze niet dat Hij tussenkwam in hun levens. Net zoals de Hebreeuwen van destijds geloven er velen vandaag dat ze zich op de juiste plaats bevinden om later grote gunsten te bekomen. Sommigen in het lichaam van Christus of de Kerk, voelen dat ze prestige en macht bezitten, in het bijzonder wanneer ze tot een bepaalde rangorde behoren en tot een religieuze orde.
Vandaag zijn we meer dan ooit gezegend om toegang te hebben tot de profetieën van de Bijbel dan ooit tevoren. Dagelijks kunnen we het Woord van God horen op de radio of volgen op de televisie en op het internet. Nu komt de vraag: wat als het levende Woord van de Bijbel, de Messias, plots in ons midden zou staan? Zijn de christenen, zowel als de ongelovigen van vandaag, dan zoveel meer voorbereid dan de bevolking in de oude stad Jeruzalem? Zijn we bereid te handelen naar de eenvoudige vragen die Christus ons stelt voor ons leven?
Wij christenen in het Westen hebben de Zoon van God herschapen in zoveel verschillende vormen dat het moeilijk is geworden om te vertellen wie de ware Jezus is. Sommigen stellen zich Christus voor als een toegewijde kapitalist wiens voornaamste objectief het prediken is van het goede nieuws van de persoonlijke weelde en succes, terwijl anderen Hem aanzien als een "sociaal rechtvaardige activist," wiens enige doel is om gevestigde waarden omver te gooien en de wereldmenigte te bevrijden van ware en ingebeelde onderdrukkers.
Kerk en staat
Het is niet de bedoeling om op iemands tenen te trappen, maar er is nog iets belangrijks dat we kunnen leren uit het verhaal van Herodes. Heeft het verhaal ons niets te leren om vorm te geven aan de lijnen die tussen kerk en staat zouden moeten worden getrokken?
De wereld vertelt ons dat heel wat uit de vroegere en huidige tegenspoed in de wereld begon toen mensen uitkeken naar onze Redder om een werelds koninkrijk te vormen. Het herlezen van het zesde hoofdstuk van Johannes doet ons nadenken over het ontmoedigende verhaal waarin Jezus het doel van Zijn opdracht verduidelijkt. Toen Hij zijn spreken had beëindigd, wandelden velen van zijn volgelingen weg. Waarom gebeurde dit? Omdat de opdracht van Christus niet paste in hun eigen begrip van het Messiaanse Koninkrijk. Christus maakte het overvloedig duidelijk dat enige politieke of wereldse macht niet aan Hem was besteed. Het punt waarop de Heer zich voornamelijk concentreerde was het Koninkrijk der Hemelen.
Toen Hij zichzelf vóór de wereldse rechtbank van Pontius Pilatus, de Romeinse gouverneur, bevond, sprak hij deze woorden: "Mijn koningschap hoort niet bij deze wereld. Als mijn koningschap bij deze wereld hoorde, zouden mijn dienaren wel gevochten hebben om te voorkomen dat ik aan de Joden werd uitgeleverd. Maar mijn koninkrijk is niet van hier." (Joh 18, 36)
Jezus voor Pontius Pilatus
Wat wordt ons hier duidelijk gemaakt?
We weten vanuit de Bijbel dat van christenen niet wordt verwacht om vanaf de zijkant passief toe te kijken, terwijl het kwade overheerst. Maar er wordt een dunne lijn overschreden wanneer we overstappen van het prediken en het onderwijzen van Gods waarheid tot het persoonlijk activisme om politieke kandidaten of overtuigingen aan te prijzen van op de preekstoel. De benoeming van zogenaamde vooruitstrevenden zijn hiervan een duidelijk bewijs. En zo geschiedt het reeds tientallen jaren.
Zij die zich tot het echte geloof houden, zouden het best moeten weten wie er onze landen het beste zouden dienen, door het gebruik van hun godgegeven wijsheid.
Christenen moeten waarheidlievend zijn. Het moraal van hen die ons besturen is er sterk op achteruit gegaan. Sommigen denken van zichzelf dat ze spiritueel zijn, eerder dan te bekijken of ze juist zijn en de reden geven voor iemands geloof. Men hoeft zich de vraag niet meer te stellen of we onze greep hebben verloren op de morele stichtingen die ons ooit zo sterk hebben gemaakt.
Terwijl de frustraties zich opstapelen over onze morele achteruitgang, is het makkelijk om de blik te verliezen over de bijbelse opdracht die Jezus aan Zijn Kerk gaf. Het is onze taak om de zondaars te leiden naar het oude, ruwe kruis en niet om een doorslaggevend blok met stemgevende macht te mobiliseren vanuit de huizen van aanbidding.
Vele priesters van vandaag overschrijden de lijn van het preken van Christus woorden naar het promoten van zaken die zogenaamd belangrijk zijn, net zoals verkiezingsthemas die nooit haalbaar zijn. Misschien moeten we opnieuw de rol van Herodes van nabij bekijken.
Sinds eeuwen na Christus tracht onze Hemelse Moeder ons opnieuw Christus opdracht en onze taak hierin te herhalen, maar weinige priesters geloven nog in verschijningen van Maria. In plaats van ze te promoten, sturen ze de mensen in ongeloof weg met de woorden dat deze verschijningen enkel hersenspinsels zijn van eenvoudige mensen die niet passen bij hun rang of status.
De heilige preekstoel
Herodes ontkende de profetieën van de Bijbel ten voordele van zijn eigen politieke agenda. Hij was zo vergiftigd door zijn eigen macht dat hij niet meer duidelijk of rationeel kon nadenken, noch zien. Toen de drie wijzen de komst van Jezus aankondigden, raadpleegde hij in feite de schriften om deze in zijn volgende duivelse zet in te passen. Hij liet zich de Schrift bewust anders uitleggen.
De drie wijzen kondigen bij Herodes de geboorte van de Messias aan
"Hij riep alle hogepriesters en schriftgeleerden van het volk samen om aan hen te vragen waar de Messias geboren zou worden. 'In Bethlehem en Judea,' zeiden ze tegen hem, want het staat zo geschreven bij de profeet: En jij Bethlehem in het land van Juda, bent zeker niet de minste onder de leiders van Juda, want uit jou komt een leider voort die mijn volk Israël zal hoeden.'" (Mattheüs 2, 4-6)
Herodes wist heel goed wat de Bijbel leerde, maar in plaats van gelukkig en verbaasd te zijn over hoe getrouw deze profetie was uitgekomen, was hij meer bezorgd over zijn eigen politieke invloed en toezicht. Hij geloofde dat de profetie van God tot vervulling was gekomen, anders had hij al die onschuldige kinderen niet laten afslachten. Neen, hij was enkel bezorgd over zijn persoonlijk voordeel. Hij verstond de Schrift genoeg om te begrijpen dat het kind uit Bethlehem de lang verwachte Messias was. Toch bleef hij maar geloven dat hij het verloop van de profetische geschiedenis kon veranderen om zijn eigen liefde voor de macht te bewaren. Herodes heeft getracht om de wereld te beroven van de heilige kribbe van Gods Zoon.
Is het mogelijk dat het christendom van vandaag op een gelijkaardige manier handelt? Heeft de christelijke preekstoel het eenvoudige prediken van Christus vervangen door het prediken van eigen politieke ambities en een Jezus die in hun eigen agenda past? Is het klare geluid van het evangelie vervangen met dun gesluierde politieke eigenbelangen?
Laat het duidelijk wezen. Er wordt niet beweerd dat de christenen geen politieke ambities mogen hebben. In feite zouden meer christenen hun burgerlijke verantwoordelijkheid ernstiger moeten nemen dan ze nu doen. Onze stemmen moeten worden gehoord en vandaag de dag zouden we in het bijzonder onze stem moeten laten horen. Maar is het niet zo dat, eenmaal men zich in de politiek wil begeven, het woord van de partij belangrijker is dan zijn eigen nastreven? Men begint dus in zeker zin zichzelf te verloochenen. Zo zei Mirjana uit Medjugorje onlangs: noem mij één politieker op die voor abortus is en niet zal zwichten onder de druk van anderen.
Ook mogen we gerust in onze eigen harten kijken. Waar men vroeger slechts één zwart schaap zag, ziet men nu overal zwarte schapen, zo waanzinnig zijn de mensen geworden. Alle minderheden moeten er tegenwoordig aan geloven en zijn het voorwerp van onze haat geworden. Wat Jezus ons zegt is niet langer de waarheid meer, het zijn de kranten, de media die thans de waarheid verkondigen. Onze haat is in een paar decennia vertienvoudigd, terwijl ons geloof er in dezelfde tijdspanne tienmaal op achteruit is gegaan! De kerken lopen leeg en de gevangenissen lopen overvol. Zijn wij nog langer de wijzen uit het oosten, die de uitkijken naar de ware Zoon van God en die het verschil kunnen maken?
De liefde van God tegenover de liefde van de wereld
Laat ons tot de kern van de zaak gaan, omdat we daarin voorzichtig moeten zijn. In het boek der Openbaringen is er een verbazingwekkende profetie te vinden die in beeldspraak beschrijft wat Herodes Christus poogde aan te doen: "Er verscheen in de hemel een indrukwekkend teken: een vrouw, bekleed met de zon, met de maan onder haar voeten en een krans van twaalf sterren op haar hoofd. Ze was zwanger en schreeuwde het uit in haar weeën en haar barensnood." (Apok. 12, 1-2). De woorden die daarop volgen, tekenen een beeld van Gods volk, beschreven als een vrouw die wacht op de Messias.
"Er verscheen een tweede teken in de hemel: een grote, vuurrode draak, met zeven koppen en tien horens, en op elke kop een kroon. Met zijn staart sleepte hij een derde van de sterren aan de hemel mee en smeet ze op de aarde. De draak ging voor de vrouw staan die op het punt stond haar kind te baren, om het te verslinden zodra ze bevallen was." (Apok. 12, 3-4).
In vers 9 wordt in niet te verhullen woorden verteld dat de draak de duivel vertegenwoordigt die wachtte op het vernietigen van de Zoon van God op dezelfde dag dat Hij geboren word. Met andere woorden: Herodes werd door de duivel zelf geleid. De Bijbel identificeert de bron van dit kwade tot jaloerse trots. Dat is de reden waarom Herodes elk kind in de stad liet ombrengen. En wat nog meer verbaasd is de volgende profetie in het boek der Openbaring: "Toen zag ik uit de zee een beest opkomen. Het had tien horens en zeven koppen; het had een kroon op elke horen, en er stonden godslasterlijke namen op zijn koppen. Het beest dat ik zag leek op een panter, met poten als van een beer en een bek als de muil van een leeuw. De draak droeg zijn kracht en heerschappij en gezag aan het beest over." (Apok. 13, 1-2)
Het beest uit Openbaringen 13
De profetie blijkt een verwijzing te zijn naar één wereldpolitiek en één religieuze macht die zich meester zal maken over de beschaafde wereld. In de rest van dat hoofdstuk vertelt God ons dat de hele wereld ontzag zal hebben voor het beest en het vereren. Dit is de enige verwijzing die in de Bijbel is gevonden dat refereert naar een wereldwijd godsdienstig koninkrijk dat zal bestaan alvorens de tweede komst van Christus. En er wordt duidelijk gemaakt dat deze wereldwijde godsdienst is opgebouwd door dezelfde draak die het Romeinse Keizerrijk en koning Herodes heeft gebruikt om de Zoon van God te doden. Inderdaad, dit is een heel sombere gedachte.
Als christenen moeten we toegeven dat we diverse verschrikkelijke fouten hebben gemaakt in het leven. In de verleden hebben vele mensen, die zichzelf zogenaamde christenen noemden, ontelbare mensen de dood in gejaagd omwille van gewetenskwesties. Als u naar de geschiedenis kijkt zult u ontdekken dat christenen zichzelf hiervoor heel wat argumenten aanmaten. Zo vertelden ze dat ze mensen martelden en hebben vermoord om hun zielen te redden. De inquisitie zal voor altijd een blaam blijven voor het christendom en zal nooit worden vergeten. Het is een herinnering aan de wreedheden die de mensen tegen elkaar begaan.
Wie regeerde er over het hart van Herodes en wie regeerde er over het hart van de Kerk toen zoveel onschuldige mensen werden vermoord? Zou het prediken van Christus niet veel meer goed hebben gedaan aan deze wereld dan het verbranden van mensen op de brandstapel?
Als men de liefde van Christus had geopenbaard onder Zijn volk, zou het meer hebben gedaan dan alle kerkers en vierendelers. Het verkondigen van Gods Woord, dat voor zon lange tijd onbeschikbaar was voor de mensen, zou heel wat doeltreffender zijn geweest dan het stelen van de eigendom en goederen van de mensen of het platbranden van hun huizen.
Verkondig de Heer
Er staat een merkwaardige profetie in het boek van Daniel dat de komst van Christus koninkrijk voorspelt. Ik laat het hierbij met nog één enkele gedachte uit dat boek: het zegt duidelijk dat het koninkrijk Gods gesneden is uit rotsen zonder tussenkomst van menselijke handen. En dit betekent dat noch u, noch ik hieraan hebben meegebouwd: het zal door God zijn opgebouwd.
Als nieuwgeboren christenen is onze roeping dezelfde dan deze van tweeduizend jaar geleden. Wij zijn door de Heer aangesteld om Christus leer en Zijn dood aan het Kruis te verkondigen onder de mensen. Het is onze taak om de mensen in vreugde voor te bereiden op het koninkrijk van de Hemel, niet om het op te bouwen. En ik denk niet dat er een betere wijze bestaat om onze wereld voor God te redden dat de preekstoelen aan te wenden om de mensen aan de voet van het Kruis te brengen, omdat het uiteindelijk dat is wat de harten werkelijk doet veranderen.
John Huss werd vermoord op de brandstapel omwille van zijn christelijk geloof dat, in het licht van wat de Schrift zegt, de waarheid bleek te zijn. Zij die hem naar de brandstapel hebben geleid waren overtuigd dat ze goed deden voor Gods glorie. Naar hun eigen mening waren zij alles aan het uitroeien waarvan ze dachten dat het dwaalleer was. Ze geloofden ook dat dergelijke openbare terechtstellingen andere mensen zou overtuigen Huss voorbeeld niet na te volgen. Toch heeft de brave man nooit geklaagd. Hij aanvaardde zijn lot en plaatste zijn geloof in de handen van God. Wie heeft er voordeel gehaald, denkt u, uit het verhaal van John Huss? Ik denk Huss zelf en zeker niet diegenen die hebben deelgenomen aan het doden van deze onschuldige man.
John Huss wordt veroordeeld tot de brandstapel
Wie is er verantwoordelijk voor de hervorming destijds onder het volk van God? Het waren zij die de mensen naar de brandstapels brachten en zeker niet hen die hun leven gaven voor Christus. Daar mag toch wel even bij stilgestaan worden.
Een laatste gedachte bij de Kersttijd
Bent u bezorgd over de morele toestand van uw land? We zijn het allemaal. Bid voor oplossingen en kijk naar de plaatsen waar God reeds voor deze oplossingen heeft gezorgd (Medjugorje e.a.). Als we naar onze landen kijken, zien we dat we hebben gefaald. We wonen niet meer op dezelfde plaats als generaties geleden en te veel mensen zijn thans, zo blijkt, wanhopig verdwaald. We hoeven s ochtends slechts op te staan en naar het nieuws te luisteren. Met rechtschapen verontwaardiging is dit één beven en angst.
Velen kijken reeds lang uit naar de heilige heropleving die er zeker zal komen. We verlangen dat onze vrienden en familieleden hun hemelse Vader leren kennen en aldus worden gered.
En in weerwil van Herodes en dit ongewoon Kerstverhaal, is het een heel bijzondere tijd van het jaar. Terwijl Kerstmis nadert, kijken we andermaal uit naar onze hemelse, kleine Jezus en verwelkomen we de ster van Bethlehem.
De ster van Bethlehem
Komt laten we aanbidden!
Bron: Mary Jon, katholiek analist
Vertaling: Chris De Bodt
21-08-1980
Maria en het geheimzinnige getal 101
Maria en het geheimzinnige getal 101
"Het getal 101 heeft een betekenis. Het betekent dat de zonde in de wereld gekomen is door toedoen van een vrouw*, en het is door een vrouw dat de redding zal komen. De nul tussen de twee enen stelt de eeuwige God voor, wezen van in de eeuwigheid tot in de eeuwigheid. De eerste 1 stelt Eva voor, en de tweede de Maagd Maria." [Zuster Agnes Sasagawas Beschermengel]
In 1973, te Akita in Japan, begon de Maagd Maria te verschijnen aan Zuster Agnes Sasagawa. Tijdens haar verschijningen gaf Ze boodschappen aan Zuster Sasagawa die voor de hele wereld bestemd waren. Heden worden de boodschappen van de Maagd Maria, waarvan de authenticiteit door de Katholieke Kerk werd bevestigd, door velen beschouwd als de meest dreigende profetieën van een toekomstige straf tegen de mensheid. De verschijningen te Akita zijn de enige goedgekeurde verschijningen waarin een wenend beeld voorkomt.
Akita, Zuster Agnes Sasagawa
De Heilige Moeder zei tot Zuster Agnes Sasagawa: "Zoals ik u vertelde, als de mensen zich niet bekeren en zichzelf beteren, zal de Vader een verschrikkelijke straf brengen over de hele mensheid. Het zal een straf zijn die groter is dan de zondvloed, zoals men nog nooit heeft gezien. Vuur zal uit de lucht vallen en een groot deel van de mensheid verslinden, zowel de goeden als de slechten, en zelfs priesters en gelovigen zullen niet gespaard blijven. De overlevenden zullen zich zo verlaten voelen dat ze de doden zullen benijden. De enige wapens die zullen overblijven zullen de Rozenkrans zijn, en het Teken dat Mijn Zoon zal achterlaten. Bid elke dag de Rozenkrans. Bid de Rozenkrans voor de Paus, de bisschoppen en de priesters.
De duivel zal zelfs tot in de Kerk werkzaam zijn zodat men kardinalen tegenover kardinalen en bisschoppen tegenover bisschoppen zal zien staan. De priesters die mij vereren zullen geminacht worden en tegenstand vinden bij hun broeders [andere priesters]. Kerken en altaren zullen afgebroken worden. De Kerk zal vol zijn met mensen die compromissen sluiten en de duivel zal veel priesters en gewijde zielen dwingen om de weg van de Heer te verlaten."
Een minder gekend feit over de visioenen te Akita echter, is de vernoeming van een geheimzinnig numeriek teken van hoop, het nummer 101, een numeriek teken van de overwinning van het goede over het kwade. Zuster Sasagawa ontving het symbolische getallenteken 101 aan het einde van haar visioenen. De verschijningen te Akita zijn de laatste verschijningen die zowel boodschappen van O.L.V. bevatten, alsook een wenend beeld, die door de Katholieke Kerk officieel werden goedgekeurd.
In 1973 sprak Zuster Agnes Sasagawa over visioenen van de Maagd Maria, alsook over stigmata en een wenend beeld van de Maagd Maria. Naar verluidt weende het beeld 101 keer tijdens de volgende 6 jaar. De nonnen te Yuzawadai zeiden ook dat er stigmata op het beeld verschenen, evenals op de handen van Zuster Agnes. De stigmata op het beeld verschenen voordat het beeld begon te wenen, en verdwenen toen de tranen begonnen.
Het beeld van Maria huilde precies 101 maal
Volgens goedgekeurde berichten verscheen op een dag haar Beschermengel aan de zuster in het klooster. Hij had een Bijbel bij zich. De Beschermengel opende de Bijbel en wees naar een bepaald vers dat Zuster Agnes Sasagawa onmiddellijk herkende als hoofdstuk 3, vers 15 van het Boek van Genesis: "En ik zal vijandigheid brengen tussen jou en de vrouw, en tussen je nakomeling en de hare. Hij zal je hoofd verpletteren en jij zal zijn hiel raken."
De engel vertelde haar: "Het getal 101 heeft een betekenis. Het betekent dat de zonde in de wereld gekomen is door toedoen van een vrouw, en het is door een vrouw dat de redding zal komen. De nul tussen de twee enen stelt de eeuwige God voor, wezen van in de eeuwigheid tot in de eeuwigheid. De eerste 1 stelt Eva voor, en de tweede de Maagd Maria."
Vader Yasuda, de spiritueel begeleider van Zuster Agnes, zei dat deze passage uit Genesis beschouwd wordt als de eerste lichtstraal van de redding, de eerste belofte van een Heiland, gemaakt door God. Het is ook het eerste vers in de Bijbel die naar de Onbevlekte Ontvangenis van Maria verwijst, die nooit door Satan gedomineerd werd.
* Voetnoot: Al te vaak is in de loop van de geschiedenis de vrouw met de vinger gewezen omwille van de misstap van Eva. Ook Adam heeft in de tuin van Eden zijn verantwoordelijkheid niet opgenomen. Het gebod van de Heer om niet te eten van de boom van kennis van goed en kwaad [Gen 2,17] was gericht tot de mens, d.i. Adam én Eva. Deze misstap wordt in de heilsgeschiedenis gecorrigeerd door de nieuwe Adam en de nieuwe Eva, d.i. Jezus en Maria. Zie ook de leer over de erfzonde KKK 396-409 waarin sprake is over de zondeval van de stamouders [407].