Redactie
Medjugorje België en Nederland
Chris De Bodt
(1958 - 2012)

medjugorjebn@gmail.com

Patty De Vos
Kasteelstraat 81
9180 Temse
België
patty.de.vos@hotmail.com

Dr. Guy Claes
Platanendreef 40
8790 Waregem
België
gclaes@scarlet.be

Henk
Twan Vereecken
Geertrui Schonken
Veerle De Caluwé
Anne Van Der Sloten
p. Alfons J. Smet
Broeder Joseph
Zoeken in blog

Medjugorje 2015 Medjugorje 2014 Medjugorje 2013 Medjugorje 2012 Medjugorje 2011 Medjugorje 2010

 

Voorlopig worden enkel de boodschappen gepubliceerd.
04-10-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De IIPG [International Internet Prayer Group] [deel 2]
De IIPG [International Internet Prayer Group] [deel 2]

Joe’s verhaal

Onophoudelijk begenadigd


Tijdens heel mijn leven ben ik onophoudelijk begenadigd geweest. Ik zou het ook niet kunnen toegeven, maar God de Vader, de Heilige Geest, Jezus, Mijn Heilige Moeder en/of Pepe, mijn engelbewaarder, waren steeds daar. Hoogstwaarschijnlijk waren ze het merendeel van de tijd, hysterisch aan het lachen, omwille van mijn ongelegen daden en reacties. Ik ben reeds Katholiek van in de wieg, grootgebracht in aan de andere kant, in Texas.

Ik leerde als misdienaar, reeds op mijn vijfde, de Priester dienen bij de Mis. Dit was nog de Latijnse Mis waarbij het Heilig Sacrament van de Epistelzijde van het altaar, naar de Evangeliezijde van het altaar werd gebracht. Het eerste jaar was elke Mis een spannend avontuur, omdat ik nog zo klein was. Ik hield van de Eerste Vrijdagen. Ik mocht van de school de Vader bijstaan bij het uitdelen van de Communie bij de bedlegerigen in de tehuizen. Op een dag rammelde Vr. Chris Polanki een volledig Mis af, samen met 6 commincanten, in 9 minuten, met alles erop en eraan. Of het erg spiritueel was, daar twijfel ik wel aan, maar voor ons duurde het alleszins langer om onszelf en het altaar te bekleden dan de tijd die nodig was om de Heilige Mis te op te dragen.

Mijn ouders hebben moeten vechten om mij en mijn twee oudere zussen de volledige katholieke schoolcyclus te doen volgen. Met mijn ervaringen in de, toen nog uitsluitend voor jongens middelbare school, kan ik vermoedelijk zo’n boek of twee schrijven. U zult uiteraard denken dat ik, met een dergelijke achtergrond, ongetwijfeld op het smalle en rechte pad bleef. Zo is diegene die mij leerde de Mis te dienen, nu de Bisschop van Austin, Texas. Neen, niet met zo mij, het leven werd voor mij voortdurend een uitdaging met een eeuwig verblijf in de biechtstoel.

Op latere leeftijd ging ik bij de Luchtmacht, ging er opnieuw uit, om er later terug bij te komen. Tijdens deze periode huwde ik ook LaNell, een lieve, jonge Texasmeid, die mij hart deed sneller slaan en mij deed springen in mijn schoenen. Zij was geen Katholiek, maar had wel de regels gevolgd van voor Vaticaan II. Zij werd samen met onze vijfjarige zoon, Steve, en onze kleinste meid Nita, gedoopt op 25 december 1963. Wat een vreugdevolle en roemrijke dag!

Na mijn Vietnamavontuur begon ik een andere weg op te gaan. Een hopeloze zaak. God pastte niet meer in ons beider programma. Ik was steeds aan het vliegen. LaNells tijd ging volledig naar de kinderen, hun ziekten en mijn afwezigheid. De Mis? Misschien elke zes weken of zo. Biecht? Wat was dat? Zonde? Ik had geen tijd om na te denken over wat goed of slecht was, we handelen naar de omstandigheden. De enige keer dat ik aan God dacht was, toen ik werd neergeschoten en een bijna-dood-ervaring meemaakte. Vreemd hoe ik het in die tijd toch klaarspeelde om nog te bidden.

In 1977 werd ik voor de zoveelste maal overgeplaatst, waarbij mijn vliegschema voor het grootste gedeelte wegviel. We kochten een huis en voelde mij aangetrokken om mee te werken in de plaatselijke parochie. Ik was niet erg op de hoogte van de veranderingen van Vaticaan II. Ik werd lid van de "Rite of Christian Initiation of Adults [RCIA]" door het sponsoren van de echtgenoot van een parochielid. Ik voelde nood aan het helpen van mensen in de Charmismatische bewegingen en de Ziekenhulp. In een goddelijke strijd of iets van die aard, nam ik een boek vast en mijn aandacht ging onmiddellijk naar de 15 gebeden van de Heilige Birgitta van Zweden. Mijn tante heette ook Bridget en zo besloot ik om dieper na te gaan waarvoor deze gebeden allemaal gingen. Ik bad deze gebeden elke dagn en ontving elke dag de Heilige Communie en dit voor meer dan een jaar. Maria’s Boom des Levens was in mijn hart geplant.

In 1980 kreeg mijn dochter de diagnose van een geestelijke handicap en het was dit voorval dat mij de genade verleende om terug te keren tot de Kerk. Ik kon het alleen niet meer aan. Ik struikelde en viel de hele tijd door, maar Jezus bracht mij telkens opnieuw recht. Op een avond, toen de ik Droevige Mysteries aan het bidden was, was ik echt aan het mediteren over Jezus’ lijden. Ik vroeg Hem hoe groot het gewicht was van al onze zonden en, geloof me of niet: gedurende van 1/50 ste van een seconde, heb ik inderdaad dit gewicht mogen voelen. Ik voelde me krachteloos op mijn stoel, zonder dat ik nog één spier kon bewegen. Sindsdien wou ik steeds een beetje van Zijn gewicht dragen, maar ik denk dat ik enkel maar bijdroeg tot het gewicht.

In 1977 werd ik voor de zoveelste maal overgeplaast, waarbij mijn vliegschema voor het grootste gedeelte wegviel. We kochten een huis en voelde mij aangetrokken om mee te werken in de plaatselijke parochie. Ik was niet erg op de hoogte van de veranderingen van Vaticaan II. Ik werd lid van de "Rite of Christian Initiation of Adults [RCIA]" door het sponsoren van de echtgenoot van een parochielid. Ik voelde nood aan het helpen van mensen in de Charmismatische bewegingen en de Ziekenhulp. In een goddelijke strijd of iets van die aard, nam ik een boek vast en mijn aandacht ging onmiddellijk naar de 15 gebeden van de Heilige Birgitta van Zweden. Mijn tante heette ook Bridget en zo besloot ik om dieper na te gaan waarvoor deze gebeden allemaal gingen. Ik bad deze gebeden elke dan en ontving elke dag de Heilige Communie en dit voor meer dan een jaar. Maria’s Boom des Levens was in mijn hart geplant.

In 1980 kreeg mijn dochter de diagnose van een geestelijke handicap en het was dit voorval dat mij de genade verleende om terug te keren tot de Kerk. Ik kon het alleen niet meer aan. Ik struikelde en viel de hele tijd door, maar Jezus bracht mij telkens opnieuw recht. Op een avond, toen de ik Droevige Mysteries aan het bidden was, was ik echt aan het mediteren over Jezus’ lijden. Ik vroeg Hem hoe groot het gewicht was van al onze zonden en, geloof me of niet: gedurende van 1/50 ste van een seconde, heb ik inderdaad dit gewicht mogen voelen. Ik voelde me krachteloos op mijn stoel, zonder dat ik nog één spier kon bewegen. Sindsdien wou ik steeds een beetje van Zijn gewicht dragen, maar ik denk dat ik enkel maar bijdroeg tot het gewicht.

In 1985 kreeg mijn vrouw een hartaanval. Omwille van haar hart, asthma en allerlei andere kwalen ging de levenskwaliteit van LaNell erop achteruit. De laaste vier jaren van haar leven verliet ze amper nog het huis. Gezegend zij God, want LaNell had een uitstekende vriendschap met een aantal parochiepriesters en zo kreeg zij elke week bezoek van een van hen. Ik mocht het Heilig Sacrament naar huis brengen. Zijn hield ervan om de Heer te mogen ontvangen. Ze was meer in dan uit het hopsitaal in dit tijd en moest lange behandelingen ondergaan. In de operatiekamer kreeg ze tweemaal het bezoek van Onze Lieve Vrouw, om haar warmte, troost en vrede te brengen.

In 1997 kreeg ik de mogelijkheid om naar de staat Washington te verhuizen. We waren daar echt enorm opgewonden over. We waren al bezig met het voorbereiden van de verhuis toen NaNell eerst kleine problemen begon te krijgen met een keelontsteking die niet wou overgaan. Haar dokter wou haar een andere soort sonde steken om te zien wat er mis was. Ook besloten wij om dit voor de verhuis te laten doen, omdat ze vertrouwen had in haar dokter. Het kwam er op neer dat ze op vijf plaatsen een overbrugging moest krijgen. Ze overleefde het, maar haar toestand was danig verzwakt. Op 5 oktober 1997 bezweek LaNell tengevolge van een nierfalen. Ze kreeg de laatste sacramenten toegediend en verblijft nu bij de Vader.

Nita en ik besloten om het aanbod van het bedrijf om naar Washington te verhuizen te aanvaarden. We verhuisden in april 1998. Ik denk dat dit een andere genade was, omdat ik ondertussen ook zovele christelijke opdrachten mocht op mij nemen: RCIA, IIPG Queen of Peace, enz ... en al deze opdrachten hielen mijn ogen gericht op de Heilige Geest, de Gospa en op Jezus. Mijn geloof begon zich te versterken en te groeien.

Ik heb nog geen bedevaart meegemaakt naar Medjugorje, maar hiermee kom ik meer en meer met mezelf in conflict. Zo planden mijn dochter en ik om een er bedevaart heen te maken in juni van het jaar 2000 en ik hoop dat de Gospa aan mijn dochter vrede en geluk verleent. Ook hoop ik dat zij mijn harde hart opentrekt en er een zacht hart van maakt. Ook zou ik graag een vluchtige blik krijgen van de Hemel en ook een beetje de vrede voelen van de Hemel, hier op aarde. Ook is het nu de juiste tijd om mij IIPG-familie van de Koningin van de Vrede te ontmoeten. Ik heb heel wat broeders en zusters die ik zou willen omhelzen en een knuffel geven en ik zou zo graag samen met hen de Heer prijzen. We gaan zo hard bidden dat we onze knieën horen kraken. Tot ginds,

Liefde, vrede en vreugde!

Joe

Michael Jones

Deze getuigenis is geplaatst na vele verwarring en onrust in mijn leven. Alstublieft, denk niet dat ik fier of opscheppering wil zijn over de mirakels die God in mijn leven heeft bewerkstelligd, noch is wat volgt een poging om anderen afgunstig te maken.

Ik werd herinnerd aan de vele mirakelen die Jezus had gedaan tijdens Zijn openbare leven. Sommigen van hen die mirakelen ontvingen, werden door Jezus verzocht om zich aan anderen te tonen. En zo heb ik deze tekst opgesteld als een getuigenis. We leren ook in de Heilige Schrift dat werken zonder daden, verloren werken zijn.

Daarom moet ik de lezer laten weten, terwijl ik mij genoopt voel om u de mirakelen tijdens mijn leven ter kennis te brengen, dat ik geen controle kan hebben over deze die ze ontvangen en deze die ze niet ontvangen. Het is niet aan mij om dingen in vraag te stellen [hoe, wie, wat, waarom, waar]. God zend mirakelen aan wie Hij wil. Dit zijn dingen die God zelf beslist.

En zodus vraag ik aan de lezer om deze dingen te willen overwegen alvorens verder te lezen. Ik weet dat mijn poging om deze gebeurtenissen te delen verre van volmaakt is, tegenover hoe de dingen werkelijk zijn voorgevallen. En zo schrijf ik dit, in alle nederigheid neer als een getuigenis. Dank u. Michael.

Door God genezen van een hartaanval in 1984, terwijl ik een uiteenzetting aan het geven was dat God niet bestond, kan ik mijn bekeringsverhaal niet genoeg herhalen. In de late lente van 1989 was ik zelfstandige en vertelde ik aan een dame dat ik bezig was met bewijsvorming dat God niet bestond. Ik vertelde haar dat ik in die tijd een hartaanval kreeg en God verzocht om mij te bewijzen dat hij werkelijk bestond. Ik vernoemde het tintelen dat begon in mijn voeten en vervolgens door mijn lichaam raasde, om het te verlaten langs mijn hoofd. Dit alles liet en soort giftig gevoel achter.

De daaropvolgende dag had ik een afspraak gemaakt met hartchirurg om de noodzakelijkheid te bespreken om een peacemaker in mijn hart te plaatsen. Ik vertelde de dokter om niet langer deze optie te overwegen omdat God mij had genezen. De chirurg bekeer het electrocardiagram en zei me dat zulke dingen niet mogelijk zijn: mijn ECG of hartfilm toonde duidelijk een hartinfarct aan. Vreemd genoegd besloot de dokter om een nieuwe electrocardiagram te nemen dat hem danig in de war bracht, omdat het geen tekenen meer vertoonde van een hartinfarct. Hij stuurde me verder voor een kleurentest, waarmee men duidelijker de werking van hart kan waarnemen. Het eindresultaat toonde geen enkel teken van de voorafgaande hartaanval.

De dame waarvoor ik werkte was heel Katholiek en ook heel erg getroffen door mijn getuigenis. Toen mijn opdracht voor haar ten einde liep, overhandigde zij mij een enveloppe. Daarin bevonden zich knipsels van haar Katholiek weekblad. Zij zei dat de knipsels gingen over de bedevaarten naar een plaats waar, naar verluidt, de Maagd Maria verschijnt. Ik nam de briefomslag in ontvangst en bedankte haar, maar ik begreep niet waarom zij dit had gedaan. Toen ik die avond thuiskwam, plaatste ik de omslag op de onderste plank van mijn koffietafel en dacht ik er verder niet meer aan.

Een aantal weken later, toen ik in gebed verzonken was, hoorde ik een stem die zei: "Ik wil dat u naar Medjugorje gaat." Deze stem bleef gedurende de volgende weken komen en maakte me soms wakker tijdens het midden van de nacht. Bij het wakker worden vertelde de stem mij om naar het uurwerk te kijken. Ik deed wat er werd gevraagd en kwam er na een aantal dagen op uit dat de getallen iets gemeen hadden met elkaar, bijvoorbeeld: 1:11, 2:22, 3:33 en zo verder. Daarop zei de stem opnieuw: "Ik wil dat u naar Medjugorje gaat."

Op een avond, toen ik met mijn zus, die 170 kilometer verder woonde, aan het praten was, vertelde ik haar over de stem die ik hoorde. Ik probeerde het woord "Medjugorje" uit te spreken, maar ik kon het mij niet meer precies herinneren. Ik dacht bij mezelf: "Mijn zus zal wel denken dat ik aan het doordraaien ben," maar tot mijn verbazing antwoordde ze: "Oh Medjugorje, Ik heb van deze plaats reeds gehoord."

Ze ging verder over een priester, Vader Kelly. Hij was de priester die verondersteld werd om het huwelijk van mijn zus en haar verloofde, Dennis, in te zegenen. Maar Vader Kelly’s agenda werd door elkaar gegooid en op de dag van huwelijk zelf, was Vader Kelly, samen met een groep bedevaarders, op weg naar Medjugorje. Dit is hoe mijn zus kennis maakte met het woord "Medjugorje."

Met mijn zus haar bevestiging van het woord "Medjugorje," moest ik de boodschap begrijpen die de stem mij stuurde. Ik vroeg aan mijn schoonbroer, Dennis, om een afspraak te regelen met Vr. Kelly. De week daarop belde ik Dennis op om te horen of er ondertussen een afspraak was geregeld. Dennis antwoordde dat Vr. Kelly een heel druk bezet man is en dat hij mij meer dan waarschijnlijk niet zou kunnen zien. Toen ik de telefoon neerlag, vroeg ik mij wat ik nu moest doen. Terwijl ik in de zetel zat na te denken, bemerkte ik de briefomslag van die dame waarvoor ik een aantal weken had gewerkt. De omslag lag op de bodem van mijn koffietafel en er stond "Medjugorje" bovenaan opgeschreven. Onmiddellijk wist ik dat ik in de omslag zou vinden waar ik naar zocht.

Ik opende de broef en diverse advertenties van reisbureau’s voor bedevaarten naar Medjugorje. Ik begon het artikel met de grootste letters te lezen: "Medjugorje en Rome voor 1.219 dollar." Ergens wist ik dat ik die reis ging meemaken en, terwijl ik verder las, zei de advertentie verder: "onder de begeleiding van Vr. Arnold E. Kelly, Kerk van de Heilige Rita, Lowell, Michigan." Dit was dezelfde priester met wie ik geprobeerd had om een afspraak te maken.

Ik was stomverbaasd. Die hele zaak leek op een verhaal uit de "schemerzone." Een dame, voor wie ik werk had verricht, had mij, zonder enige reden een omslag overhandigd, waarna ik deze stem hoorde die me zei dat ik naar een plaats met de naam "Medjugorje" moest gaan, een naam die ik zelfs niet kon uitspreken. Weken later belde ik mijn zus op en vernam ik dat deze zekere priester naar dezelfde plaats was gegaan die de stem mij had verteld. In de omslag bevond er zich een advertentie voor een bedevaart naar Medjugorje, onder begeleiding van dezelfde priester waarover mijn zus het had. Ik was verbaasd over al deze feiten, omdat Vr. Kelly 160 kilometer afwoont van die dame die mij de omslag met de advertenties had overhandigd. Ik stel u de vraag: hoe groot kan de kans van deze toevalligheden zijn?

Ik belde mijn schoonbroer opnieuw op en drong nu echt aan op een afspraak met Vader Kelly. Kort daarna mocht ik hem ontmoeten en, alhoewel ik toen nog geen Katholiek was, tekende ik mij, na mijn gesprek met Vader Kelly, in voor de september bedevaart naar Medjugorje. Heel eigenaardig was dat, van zodra ik mij had ingeschreven, er allerlei informatie over Medjugorje binnenkwam uit het niets, in een reeks van vreemde gebeurtenissen. Ondertussen bleef de stem, die tot mij had gesproken, stil.

We waren net begonnen aan onze bedevaart naar Medjugorje en bevonden ons op de bus naar de luchthaven van Boston Logan. Vader Kelly gaf op de bus aan de mensen de opdracht om hun Rozenkrans te nemen, zodat allen samen konden bidden. Tijdens de Rozenkransgebeden merkte ik het eerste mirakel op. De ketting, die de kraaltjes van mijn Rozenkrans vasthoudt, was in een gouden kleur veranderd.

Het tweede mirakel kwam er na onze aankomst in Medjugorje. Ik werd ondergedompeld in de rozengeur. Dit gebeurde meerdere keren tijdens deze bedevaart. Aanvankelijk dacht ik gewoon dat het om een reukstof ging, maar toen de geur mijn neus bereikte, was dit een aroma dat ik met woorden niet kan beschrijven. Ook andere mensen rondom mij ruikten het hemelse aroma en begonnen erover te praten. Mijn theorie van de reukstof had onmiddellijk afgedaan toen ik werkelijk ondergedompeld werd in een frisse rozengeur, zonder enige ziel rondom mij.

De eerste avond ging een aantal mensen onder ons naar de Heilige Jacobuskerk te Medjugorje. Sommige mensen van onze groep waren reeds eerder daar en één ervan keek mij aan met tranen in de ogen en zei: "Kijk naar de zon." Ik keek, zonder echter iets bijzonders te verwachten, maar dan zag ik de zon spinnen alsof ze uit haarzelf cirkels naar de Kerk zond. De kleuren van de zon veranderden en de stralen veroorzaakten geen schade aan mijn ogen. Ik voelde dat ik de mensen moest toeroepen: "Kijk naar de zon." Ik draaide mij om en zag dat honderden mensen reeds aan het staren waren. Bij velen liepen de tranen van hun wangen. Elke blik die ik bekeek was er een van verwondering.

De ochtend van de eerste dag kwam Vader Kelly lachend naar me toe. Hij wist dat ik de Rozenkrans bad, alhoewel ik geen katholiek was en niet naar de Kerk ging. Hij plaatse zijn handen rondom mijn schouders en zei: "Ik hoop dat de Heer u overhoop haalt." Mijn kamergenoot, Bill, kende Vader Kelly en zo vroeg ik hem wat de Vader hiermee bedoelde. Hij zei dat hij het niet wist, maar dat ik moest bidden om een antwoord.

Een paar dagen later gingen we Vader Jozo bezoeken. Hij was de parochiepriester ten tijde dat de verschijningen begonnen. Vader Jozo sprak geen engels en had een vertaler. Op een bepaalde ogenblik was zijn blik in de Kerk enkel op mij gericht. Mijn kamergenoot bevestigde dit door mij een stootje te geven met zijn rechterelleboog en zij me: Hij keek u recht in de ogen aan toen hij de boodschap uitsprak: "Wees niet bevreesd, de Gezegende Moeder zal u overhoop halen."

Toen herinnerde ik mij dezelfde woorden van Vader Kelly van enkele dagen daarvoor. En nu zei Vader Jozo, die zich in een ander land bevond, geen Engels praat en Vader Kelly niet kent, dat de Gezegende Moeder mij overhoop zou halen. Ik werd bevreesd en was verward. Er overvielen mij teveel toevallige dingen die, indien ik niet in Medjugorje zou zijn, geen enkele zin zouden hebben.

Op 25 september 1989 zou de Heilige Moeder verschijnen aan de zieners op de Verschijningsberg, de Podbrdo. De pelgrims werden uitgenodigd om het gebeuren bij te wonen. Samen met een aantal medebedevaarders beklom ik de Verschijningsberg reeds heel vroeg die avond. We gingen op de rotsen zitten en begonnen te wachten. Naarmate het verschijningsuur dichterbij kwam begon de Podbrdo zich volledig te vullen met bedevaarders.

Kort na ons kwam er een groep zingende bedeaarders naar boven en ze zaten zo’n twintigtal meter voor ons. Een lid van de groep had een gitaar bij. Hij begon te erop te spelen en iedereen op de berg begon de religieuze liederen mee te zingen. Het was heel ontroerend en een heilige evaring. Probeer u de zingende stemmen voor te stellen van mensen van over de hele wereld, die elkaar in de normale taal niet kunnen aanspreken, maar verenigd zijn door het zingen van hetzelfde lied, maar in verschillende talen. Er zijn geen woorden voor om deze ervaring te beschrijven. Later zou ik beseffen dat dit Ivans gebedsgroep was.

Nu bevonden er zich wel duizenden mensen op de berg en een grote groep bedevaarders probeerde om dichter bij de zingende gebedsgroep te komen. Volgens mij deden ze dit om een van de zieners te kunnen zien. Ze waren nogal opdringering en duwden ons steeds opnieuw heen en weer. Ik maakte me hierover kwaad en riep iemand van hen iets toe. Onmiddellijk was ik teleurgesteld over mijn eigen woede.

Terwijl de gebedsgroep en de bedevaarders zongen, zonk ik weg in gebed om God vergeving te vragen voor mijn woede. Mijn gebed was heel innig en plots hoorde ik dat het zingen ophield en dat men begon met het bidden van de Rozenkrans. De tijd was voorbijgegaan zonder dat ik er mij bewust van was, terwijl ik in gebed was verzonken. Opnieuw zonk ik weg in gebed en ik bevond ik mij op een plaats die ik nooit eerder had waargenomen. Het was een plaats van grote innerlijke vrede. Plots hoorde ik een stem tot mijn hart spreken: "Michael, u bevindt zich in vrede." Op dat ogenblik werd ik ondergedompeld in een groot gevoel van sereniteit. Voor de eerste keer in mijn leven had ik ondervonden wat ware vrede was.

In mijn vredigheid vroeg ik God opnieuw om mijn woede te willen vergeven. Ik zei tot hem in stil gebed: "Weet u, Heer, deze mensen zijn verkeerd in hun handelen. Als ze ook maar één keer vriendelijk de vraag zouden stellen, zou ik mij ogenblikkelijk veraf verwijderen om voor hen plaats te ruimen." Op dat moment hoorde ik opnieuw rumoer: iemand van hen duwde mij opnieuw opzij, maar deze keer glimlachte ik en dacht ik bij mezelf: "Ik ben in vrede." Toen hoorde ik een stem in het Engels tegen mij zeggen: "Alstublieft." Ik opende mijn ogen, liet mijn gebed en voor mij bevond zich Ivan, één der zieners, met uitgestrekte handen naar de grond naast mij. Op die plaats werd hem door de Gospa gevraagd om te bidden.

Terwijl hij knielde en bad op de rotsen, keek ik rondom mij en vroeg me af of iemand anders wist dat Ivan zich hier naast mij bevond. Na het knielen, boog hij zich laag over de grond en verzonk hij nog dieper in gebed. Nog werd het heel donker en ik kon amper meer een vijftal meter verder zien. Op de een of andere wijze leek het mij of ik de enige was die wist dat Ivan zich hier bevond.

Plots riep iemand uit de gebedsgroep luidop in verschillende talen: "De Heilige Moeder gaat verschijnen, kniel allemaal neer alstublieft."

Ik voelde dat ik mij op een scherp stuk rots had neergeknield en voelde onmiddellijk de pijn, maar nog voor ik mijn houding kon aanpassen, stond Ivan [die nog steeds op zijn knieën sterk voorovergebogen zat] recht en hield zich daarbij aan mij vast. Ik had schrik om te bewegen en wou ook zijn gebed en visioen niet onderbreken. Zo bleef mijn linkerknie rusten op het scherpe stuk rots.

De berg was gevuld met meerdere duizenden mensen, maar hun aantal kon ik echt niet inschatten. Het was zo rustig dat men de kaarsen kon horen flikkeren in de zachte wind. Toen kwam er een blauw licht, dat gevolgd werd door een geluid dat ik alleen kan omschrijven als de donder. Ik heb nooit iets dergelijks noch hiervoor, noch daarna gehoord. Dit herhaalde zich driemaal en ik was bang bij wat ik zag en hoorde. Voor een kort moment dacht ik dat dit het einde van de wereld was. Toen herinnerde ik mij [ik had dit ergens gelezen] dat dit fenomeen zich altijd voordoet als Onze Lieve Vrouw verschijnt, maar dat, buiten de zieners zelf, slechts weinig mensen het ervaren.

Ik keek naar Ivans gelaat. Zijn ogen knipperden niet. Hij knikte lichtjes en bewoog zijn lippen, maar er waren geen woorden. Hoewel ik in de richting keek, waar hij naar keek, kon ik Onze Lieve Vrouw niet waarnemen. Mijn gedachten gingen nu naar de pijn, die zich nu uitstrekte tot heel mijn linkerzijde. Nog steeds bewoog ik niet.

Toen de verschijning over was, werd de pijn ondraaglijk. Ik vroeg aan God om mij te helpen. Mij hele linkerkant was nu volledig verstijfd. Ik kon niet rechtop staan en om de een of andere reden kon ik ook niet praten. Ivan wandelde toen weg. Hij had nog maar één stap gezet, toen hij stopte en mij aankeek. Hij keerde terug, plaatse zijn handen onder mijn linkerarm en trok me recht.

Ik keek rond of iemand hiervan getuige was geweest. Er was een meisje van zo’n zestien jaar oud dat deel uitmaakte van onze groep. Toen ik haar bekeek zag ik de tranen van haar wangen lopen. Ik wist diep in mijn hart dat zij had gezien wat er gebeurd was. Zij was mijn getuige. Zij viel snikkend in mijn armen en ik knuffelde haar. Nu kon ik mijn tranen niet langer bewingen. Ik was volledig gebroken door mijn ervaring.

De mensen rondom mij gaven me een zakdoek en vroegen mij wat er gebeurd was. Ik weet niet meer wat ik heb gezegd, als ik al iets heb gezegd. Maar wat ik wel weet is dit. Toen Vader Kelly zei: "Ik hoop dat de Heer u overhoop haalt," wel, dan kan ik u antwoorden dat Hij mij inderdaad heeft overhoop gehaald, zowel door Jezus als door Maria. Zelfs nu nog, als ik dit neerschrijf, komen de tranen in mijn ogen.

Toen ik die avond thuis kwam, sprak ik een vriend aan over wat er was gebeurd. Het stelde mij de volgende vragen:

Vriend: U zegt dat de mensen op de berg een verschillende taal spraken. Toen u in stilte bad en Ivan tot u "alstublieft" zei, hoe wist u dan dat hij Engels sprak?
Michael: Ik geloof dat God mijn gebed heeft bevestigd. Vele mensen op de berg die avond dachten enkel aan zichzelf. Ik denk dat deze zelfzuchtige mensen er zich niet bewust van waren van wat ze deden, omdat ze helemaal opgenomen waren in hun zelfzuchtige daden. Ze hadden me inderdaad toelating moet vragen om te mogen doorgaan. Ik geloof dat God op Ivan heeft ingewerkt zodat hij wist dat deze mensen verkeerd hadden gehandeld. Dit is waarom Ivan wist dat hij Engels moest praten. Ik geloof dat God me vergiffenis zag vragen voor mijn stille woede en mij daarvan bewust gemaakt heeft en Hij mij antwoordde dat mijn woede een belediging was.

Vriend: Toen Ivan rechtstond, had u dan nog steeds pijn aan uw linkerzijde?
Michael: Ik voelde nooit een ander moment van pijn vanaf het moment dat ik weer rechtop stond. Elke pijn, elk lijden en alle stijfheid was verdwenen. In feite stond ik niet meer stil bij deze pijn, tot wanneer er mij opnieuw naar gevraagd werd.

Vriend: Wat denkt u dat dit allemaal betekent?
Michael: Voor mij was het een soort bevestiging. De stem die mij vertelde om naar Medjugorje te gaan was echt en geen inbeelding. Door deze stem te gehoorzamen werd ik gezegend en kreeg ik vele genaden.

Vriend: Toen Ivan op zijn stappen terugkwam op u rechtop te helpen, wist de Heilige Moeder dat u zich had bezeerd en moet Zij Ivan hebben teruggezonden om u te helpen. Als u Ivan zag en u bevond zich juist naast hem, dan moet de Heilige Moeder u ook hebben gezien.
Michael: Ja, de Heilige Moeder wist dat ik daar was omdat het de wil van God was dat ik daar moest zijn. En als ik Ivan zag, moet Zij mij ook hebben gezien. Dit en Jezus’ stem die tot mij zei: "Michael, u bent nu in vrede," zijn de dingen die mij hebben gebroken en overhoop hebben gehaald. Ik weet dat ik in dit alles gezien, gehoord en gevolgd werd door hemelse geesten. De bevestigingen hiervan waren Ivans daden, de pijn die verdwenen was aan mijn linkerzijde en het zestienjarige meisje uit onze groep dat hiervan getuige was geweest.

Ik weet niet wat er gebeurde met de andere bedevaarders die nacht, maar alles wat ik weet is dat God mij een gunst heeft verleend. Ik weet niet waarom, want ik verdiende het niet.

Dit is de boodschap dat Onze Lieve Vrouw die nacht heeft doorgegeven: "Lieve kinderen, vandaag vraag Ik u om God te bedanken voor alle gaven die u hebt ontdekt tijdens uw leven en zelfs voor het laatste geschenk dat u hebt bemerkt. Ik ben samen met u dankbaar en wens dat u allen de vreugde van deze gaven moogt ervaren en ook dat God alles betekent voor ieder van u, en dan, kleine kinderen, kunt u voortdurend groeien op het pad van de heiligheid. Dank om aan Mijn oproep gehoor te hebben gegeven."

Het moet zo ongeveer onze derde of vierde dag in Medjugorje zijn geweest en we gingen de Kruisberg [Krizevac] voor de eerste keer beklimmen. We gingen in groep. De klim was uitputtend moeilijk en de ochtendzon bracht reeds bijna de volle warmte.

Ik merkte op dat er een oudere dame bij onze groep was die moeite had met de beklimming. Ik vertraagde en vroeg of ik haar kon helpen. Ze vertelde me dat alles goed ging. Ze zei dat ze in alle geval tot niet volledig tot de top zou meegaan. Haar naam was Gay.

Ik dacht: waarom zijn er die maar een gedeelte afleggen? Ik denk dat Gay van haar stuk was gebracht en niet had gedacht dat de klim zo moeilijk zou zijn. Ze voelde dat ze de rotsige en steile klim niet aankon. Ik vertelde haar dat ik dankbaar zou zijn als ik haar mocht helpen. Ik zei: "u zou er mij een groter plezier mee doen dan ik u kan doen." Zij lachte en samen gingen we door.

Na een tijdje kon ik zien dat Gay de moed aan het verliezen was. Kort daarop zei ze: "Ik denk dat ik het niet zal halen." Een paar stappen verder bevond er zich links van ons een nogal grote dame met grijs haar. Ze zat op een rots met een houten wandelstok in haar hand. Deze dame sprak hysterich grappig tegen ons en Gay en ik begonnen luidop te lachen en zo wandelden we terug verder, we praten na hoe grappig die dame was.

Deze grote, grijze dame, met een wandelstok in haar hand, heb ik driemaal gezien en elke keer was dat als Gay haar moed aan het verliezen was. Dit was echt zo opvallend dat ik er stomverbaasd over was. Als Gay en ik haar altijd voorbijwandelden, hoe kon zij zich dan steeds verder dan ons bevinden?

Voor de vierde keer was Gay nu de moed aan het verliezen en u mag er van op aan: die dame zat daar toch zeker wel terug op een rots. Deze keer keek ze ons niet aan of poogde ze niet om ons tot lachen te brengen, zoals de vorige keren. Deze keer was haar hoofd naar de grond gericht. Ze hield de wandelstok in haar beide handen en leunde er met haar hoofd op. Ik zei tegen Gay om wat te wachten en ik wachtte tot de dame ons aankeek. Toen zij ons aankeek, kwam er een glimlach op haar gelaat, zoals bij een kind dat de handen in een snoependoos mag steken. Lachend keek ik haar aan en zei: "Kom op, u wordt verondersteld van ons te doen lachen." Een grote glimlach kwam op haar gelaat en opnieuw zond ze ons lachend, verder de berg op.

Terwijl ik nu dit document voor mijn website aan het bekijken ben, herinnert dit me er aan dat deze gebeurtenis plaatsvond in september 1989. Het is nu 1999 en ik moet toegeven dat dit alles mij opnieuw in ontroering brengt.

De keer daarop dat Gay en ik de buitengewone dame ontmoetten, gingen we samen zitten en hebben we een tijd gepraat. Ze vertelde ons dat ze nog nooit tot de top was geweest. Ze zei exact de volgende woorden: "op de een of andere dag zal ik er wel geraken.

De volgende keer dat ik haar zag was zo’n 75 stappen vóór de top van de berg. Gay merkte haar deze keer niet op, maar ik wel. Ze keek me aan, sloot haar ogen, knikte met haar hoofd, opende haar ogen opnieuw en lachtte op mij.

Ik bracht Gay naar de top van de berg en heel opgewonden zei ze: "Ik heb het gehaald! Ik liet toen Gay achter en keerde terug naar beneden. Ik wou nog wat meer met die buitengewone dame praatten, maar toen ik me omkeerde, zag ik haar niet meer. Ik wist dat er geen andere weg was zonder dat ik haar zou opmerken, maar toen herinnerde ik mij dat ze had gezegd dat "ze nog nooit de top had gehaald. Ik ging dus vlugger naar beneden voor zo’n kilometer, maar nergens nog kon ik die dame bespeuren. Ik twijfel er geen moment aan dat dat deze dame meer een "Vrouw is om met een hoofdletter aan te spreken. Ik geloof met geheel mijn hart dat zij een engel in vlees was. Zij gaf Gay de nodige moed, hoop toen alles verloren leek. Zij bracht Gay naar de top van de berg èn dit in vreugde en geluk. Ik zal mij steeds haar vriendelijk gelaat blijven herinneren. Voor mij was zij en zal zij voor altijd, "de Dame van Troost en Vreugde" blijven.

Ik twijfel er geen moment aan dat dat deze dame meer een "Vrouw is om met een hoofdletter aan te spreken." Ik geloof met geheel mijn hart dat zij een engel in vlees was. Zij gaf Gay de nodige moed, hoop toen alles verloren leek. Zij bracht Gay naar de top van de berg èn dit in vreugde en geluk. Ik zal mij steeds haar vriendelijk gelaat blijven herinneren. Voor mij was zij en zal Zij, en zal ze altijd, "de Dame van Troost en Vreugde" blijven.

Op een dag beklom ik, samen met twee andere mensen uit onze groep, de Kruisweg [Krizevac]. Op de top waren we elk onze eigen weg gegaan en ik stond aan de rechterkant van het Kruis om fotos te nemen van het zonnemirakel. Ik hoorde een stem en draaide me om: "Hallo, mijn naam is Agnes." Ik groette terug en zei dat ik niet onbeleefd wou zou, maar dat ik fotos aan het nemen was van het zonnemirakel. Agnes zei: "Wees vooral niet bezorgd. God zal u de fotos geven die u wenst." Zij gaf mij een bloem en vertelde mij dat God mij liefheeft. Ze zei dat God graag zo’n bloem wou hebben. Ik zei: "dank u." Ze antwoordde daarop: "Nu moet ik gaan." Enkele ogenblikken later was ze weg.

Op de weg naar beneden vertelde een andere van ons drieën, waarmee ik samen de berg was opgegaan, het volgende verhaal: "Ik zat op een rots en ik hoorde een luide gil. Ik ging kijken naar de achterkant van de top, waar ik een ezel onnatuurlijk zag handelen en balken. Ik zag dat er een vrouw naar de ezel ging en het dier streelde aan het voorhoofd en de ezel was onmiddellijk ... rustig."

De vrouw zag me, glimlachte en wenkte mij om de ezel te komen aaien. Dad deed ik ook en terwijl we aan het praten waren, kwam er een jongen af. Hij viel op zijn knieën voor de vrouw en gaf haar wat bloemen. De jongen sprak een andere taal en ik kon hem niet verstaan. De dame keek hem aan en zei: "ik geef geld op deze Heilige berg." De jongen handelde alsof hij haar had begrepen, en bood haar de bloemen opnieuw aan. Zij aanvaarde ze en de jongen ging weg.

Zij gaf mij een van de bloemen als een geschenk van God. Daarop zei ze dat ze naar de andere kant van de berg ging en ze vertrok. Haar naam was Angnes. Ik vertelde hem dat ik Agnes had ontmoet aan de andere kant van het Kruis. Ik vertelde wat ze tegen mij had gezegd en over de bloem die ze mij had gegeven.

Voor de resterende tijd van onze bedevaart te Medjugorje had de man uit onze groep, die Agnes en de ezel had ontmoet, een heel andere gelaatsuitdrukking. Ik denk dat hij een deken was van meerdere parochies en tot op vandaag zie ik nog steeds zijn gelaatstuidrukking toen hij mij aankeek in de ogen en zei: "Michael, zij is de heiligste persoon die ik ooit in mijn leven heb ontmoet."

Ik ontmoette Agnes opnieuw toen we een uur verder waren bij het verlaten van Medjugorje. Mijn kamergenoot volgde mij omdat ik aan iedereen met tranen in de ogen vertelde dat ik niet wou naar huis gaan. Nog steeds komen de tranen mij in de ogen als ik aan dat ogenblik terugdenk.

Mijn kamergenoot, Bill, wandelde voor een laatste keer met mij naar de Heilige Jacobuskerk. Toen we terugkeerden naar het huis van ons verblijf, vertelde ik Bill opnieuw dat ik niet wou naar huis gaan. De tranen kwamen terug in mijn ogen. Plots zei Bill: "Michael, ik denk dat er iemand u roept." Ik draaide me om en daar was Agnes. Ik ging dichter naar haar toe en zij moet mijn bedroefdheid hebben opgemerkt. Ze omhelsde mij en fluisterde mij in de oren: "U moet nu naar huis toegaan en de boodschap verspreiden." De treurnis hield op en Agnes wandelde verder met twee kloosterzusters in volledig habijt.

Als ik aan dit terugdenkt, vraag ik mij af: hoe kan een vrouw die mij maar heel kort had aangeraakt op de berg in een vreemd land, mij verschillende dagen later van mijn rugzijde herkennen, hierop mijn naam herinneren, weten wat ik voel en mij zeggen dat ik nu naar huis moest gaan om de booschap te verspreiden? Hoe groot zijn de kansen?" Er zijn nog vele andere dingen gebeurd in Medjugorje, zowel bij de andere bedevaarders als bij mij. Velen bleken elk hun persoonlijk geschenk te hebben ontvangen, uitsluitend voor hen. Deze bijzonderen giften waren allemaal buiten het logische denken, wat ons alles met verbazing achterliet.

Thuis, na het ontwikkelen van de fotos, ontdekte ik dat er een aantal bijwaren met vreemde voorstelling erop. Ik maakte kopies van zo’n foto en andere vonden ook vreemde voorstellingen op dezelfde foto. Het was anders. Er stonden dingen op die we niet hadden gezien.

De fotos waren genomen met een volledig nieuwe filmrol en niemand kon mij een logische verklaring ervoor geven. Toch is er een antwoord en dit antwoord is heel eenvoudig. Het was precies gegaan zoals Agnes op de berg had gezegd: "God zal u de fotos geven die u wenst."

Ik was van dit alles zelf getuige en ikzelf stel mij geen enkele vraag meer rond het bovennatuurlijke karakter van Medjugore: "Medjugorje is gewoon Heilige Grond."

Michael Jones

Barbara Loretta Cavanagh

Waarom ik koos voor de Katholieke weg naar Jezus, door Gods genade?

In ben geboren in een familie met een rijke traditie, zowel langs de kant van mijn vader, als mijn moeder, in het Katholieke geloof. Ik dank God omdat mijn familie mij inleidde binnen het lichaam van de gelovigen bij mij doopsel. Ze zagen er op toe dat in de zondagschool volgde voor de catecheselessen. De zusters hielpen mij het belang van de biecht te begrijpen. Ik leerde hoe ik mijn geweten moest onderzoeken. Ik had spijt over elke zonde waarmee ik God heb beledigd. Men heeft mij de tien geboden bijgebracht. De Katholieke Kerk leidde ons en leerde ons de basisprincipes van het geloof, met een verder streven om een heilig leven te leiden. De priesters onderrichtten ons over Jezus Christus, Zijn geboorte en Zijn dood. Zijn werkelijke aanwezigheid in het Eucharistische Communie. Als Jezus waarachtig in de Hemel is, dan is Hij ook aanwezig in de Eucharistie, met Zijn Lichaam, Zijn Bloed, Zijn Ziel en Zijn Goddelijkheid.

Deze dingen werden in onze harten ingebrand tot de dag dat we onze Eerste Communie ontvingen. Nu waren we in de jaren van rede gekomen, waarbij we het verschil kenden tussen het goede en het kwade. Door het nabootsen van de levenswijze van onze Heer Jezus Christus, Zijn Moeder Maria en alle prachtige Heiligen diens levens een spiegelbeeld waren van hun eigen persoonlijke bereiken van het Heilige leven. Ik was binnengetreden in een nieuwe bewustwording van mijn eigen verantwoordelijkheid om mijn ziel zoveel mogelijk vrij van zonde te houden. Ik zou alle verplichtingen naleven: de biecht en de Communie op een wekelijkse basis. Ik wist dat Jezus zich in de Hostie bevond! Mijn hart was overtuigd van Zijn ware aanwezigheid.

Tijdens mijn eerste tienerjaren werd ik onderricht over de Heilige Geest en hoe ik bij het Vormsel Zijn hulp moest inroepen voor de rest van mijn leven. Ik maakte de belofte om het goede voorbeeld te zijn voor de anderen. Om klaar te zijn om het geloof te handhaven en aan te moedigen en om een goed praktizerende Katholiek te zijn. Met deze kennis van de Heilige Geest, ontving ik mijn Vormsel van de Aartsbisschop.

Het was heerlijk om te worden opgevoed in jaren vijftig: mijn vrienden waren liefdevol en erg behulpzaam. Ik genoot ervan om te kunnen praten over Onze Heer en geestelijke boeken te lezen. We gebruiken de Christus’ wijze van evangelizering, met daarbij de zomerstranden, de typische "highschoolmuziek" van de vijftiger jaren en een paar glazen bier. Elke zondagmorgen stonden we klaar om de Heilige Mis bij te wonen. We vonden het vanzelfsprekend dat we de gepaste echtgenoot zouden vinden, huwen en samen dezelfde waarden en normen zouden delen die ons zijn doorgegeven door onze familie en de Kerk. God heeft mijn leven begenadigd met een goede familie, gezonde waarden en een gelijkaardig ingestelde echtgenoot. Ik begreep dat ik de keuze had. Geloofde ik in Jezus Christus of was ik geïndoctrineerd door mijn ouders? Ik zocht diep in mijn hart en ziel en wist dat ik nooit iets anders zou vinden dat voor mij zoveel belang zou hebben als de Kerk en Jezus Christus.

In het begin van de jaren zeventig, ontving ik als gehuwde met drie gezonde kinderen, Christus in mijn leven. Vr. Kovacs bad voor mij voor het Doopsel van de Heilige Geest. Voor de eerste keer wist ik dat Jezus van mij hield, nochtans iets waar ik geen verdienste aan heb. Hij hield gewoon van iedereen en ik maakte enkel deel uit van dat geheel. In 1990 ging ik naar Medjugorje. Ik werd ziek in het Franciscaanse klooster en Vr. Jozo bad, samen met enkele andere heilige mensen; voor mij voor een lange periode.

In 1991 werd ik plotseling ziek. De dokter ontdekte een grote kwaadaardige tumor aan de eierstokken en plande een volledige verwijdering van de baarmoeder. In de herstelkamer gaf de Heer mij een profetisch woord door via mijn gebedspartner. Ze Zei: "Er zijn geen kankercellen in u, en dat is een profetie!" Negen dagen na de operatie toonde alle testen dat ik volledig hersteld uit de operatie was gekomen, wat betekent dat ze geen overgebleven kankercellen in mijn lichaam konden vinden. Er zou dus geen chemo plaatsvinden: ik was genezen. Ik weet met zekerheid waarom ik voor de Katholieke Weg naar Jezus heb gekozen. Ik hou werkelijk van Hem en geloof dat Hij mij het beste van de wereld heeft geschonken. Ik geloof de harten van Maria en Jezus en de Eucharistie zal de wereld redden. Elke dag van mijn leven dank ik God voor mijn redding en voor Zijn helende liefde.

Loretta

Michael Sepal

Mijn bekeringsverhaal


Mijn interesse voor Medjugorje begon in de zomer van 1995, toen ik het boek aan het lezen was van Janice T. Connell, "The Visions of the Children," op aanbeveling van de eigenaar van een boekenwinkel.

Zelfs al vonden de gebeurtenissen in Medjugorje al veertien jaar plaats, had ik maar een flauw idee over wat het ging. Na het diepzinning lezen van de interviews, geleid door Janice T. Connell, met de zes zieners van Medjugorje, kon ik niet anders dan het besluit nemen dat, wat ze hadden verteld, de waarheid was.

Ze vertelden dat de Heilige Maagd Maria zei: "Haast en bekeer u. Wacht niet. Nu is het moment."

Het was voor mij onmogelijk om deze jaren van boodschappen van Onze Lieve Vrouw te lezen, zonder dat ik getroffen was door hun eenvoud, geduld en liefde. Zij roept steeds of nodigt ons steeds tot bekering, nooit was er een bevel. Zij stond ons toe om met onze vrije wil een keuze te maken.

Welke keuze diende ik nu te maken? Ik stond voor een dilemma. Ik geloofde in de geldigheid van de boodschappen die aan de zieners werden doorgegeven, maar moest ik dit alles volgen? Deze boodschappen bevatten het voorbeeld dat Jezus ons gaf in de Evangeliën: gebed, vasten, bekering, boete en een diep geloof.

Alhoewel ik als Katholiek ben geboren was de afstand tussen mij en de Kerk ondertussen groot geworden na het verlaten van het middelbaar onderwijs, het intreden in het leger met daarop de hogeschool. De afstand was niet alleen groot geworden tussen mij en de Kerk, maar ook tussen mij en God en gedurende twintig volle jaren dacht ik dat ik het gerust kon maken zonder Hem. Nu stond ik voor een nieuwe uitdaging. Er werd mij de keuze gegeven, een beslissing die ik alleen kon maken en deze was het starten van te leven naar Gods wil, in plaats van naar mijn eigen wil.

Ik dacht hierover dus verscheidene weken na en dan besliste ik op een dag om de Bijbel te openen voor enige begeleiding hierin. Het was lang geleden sinds ik voor de laatste maal het Woord van God had geopend. Ik wist niet waar ik moest beginnen en toen deed ik iets wat ik hiervoor nooit had gedaan en hierna ook niet meer deed. Ik sloot mijn ogen, opende de Bijbel en plaatste mijn vinger op een willekeurige bladzijde. Toen opende ik mijn ogen en keek naar het vers waar mijn vinger zich bevond. Het was Johannes 20: 27: en daarna richtte hij zich tot Tomas: "Leg je vingers hier en kijk naar mijn handen, en leg je hand in mijn zij. Wees niet langer ongelovig, maar geloof."

Ik begreep de boodschap ... ik zou zeggen: uiteindelijk.

Kort hierop sloot het mininsterie door het aftreden van de federale regering en kregen wij een week vrijaf. Tijdens die tijd contacteerde ik de priester van de plaatselijke Kerk en ging ik te biechten. Het volgen van de Mis en het bidden van de Rozenkrans was een logisch gevolg.

Ik telefoneerde ook naar een Katholieke boekhandel om te weten hoe ik naar Medjugorje moest reizen. De eigenaar van de boekhandel zei: "Een ogenblik, mijn dochter keerde gisteren pas terug uit Medjugorje en staat hier naast mij." En zo kreeg ik de naam en het tefefoonnummer van de persoon met wie ik contact moet opnemen. Kort daarop boekte ik voor de bedevaart ter gelegenheid van de vijftiende verjaardag van de verschijningen en betaalde ik het voorschot. Het was in juni van 1996.

Ik had er geen enkel idee van hoe ik het resterende bedrag zou bij elkaar krijgen. Ik was gehuwd, had een kind, een huis af te betalen en er was maar één inkomen. Ik leefde eigenlijk van het ene loon naar het daaropvolgende loon. Maar daarop sloot het ministerie opnieuw, ditmaal voor twee weken en tijdens de maand december en had ik een saldo staan van honderd overuren voor de drie volgende maanden om de acherstand van het werk in te halen. Het bedrag dat ik voor deze overuren ontving was precies genoeg om het restbedrag te betalen voor de reis.

De reis naar Medjugorje duurde tien dagen en onze groep bedevaarders deed wat de meeste groepen doen, zoals ook u kunt zien op de diverse fotogallerijen, van de IIPG-website. Maar er is één ding dat ik absoluut wil vernoemen. Toen ik ’s avonds de mis in het Kroatisch bijwoonde, die buiten werd gehouden op 24 juni 1996, waren ik en duizenden anderen getuigen van een zonnefenomeen. Het was de feestdag van Johannes De Dopers en de vijftiende verjaardag sedert de eerste verschijning van Onze Lieve Vrouw in Medjugorje.

De hemel was gedurende de hele dag bewolkt, behalve in het uiterste westen. Daar bevonden er zich geen wolken en was de hemel blauw. Ik denk niet dat de zon de dag ervoor had geschenen bij de Kroatische Mis om zeven uur ’s avonds. Vader Jozo deed de homilie en tijdens de Liturgie van de Eucharistie, kwam de zon voor de eerste maal te voorschijn in het wolkenloze gedeelte van de westerse hemel. Het leek ongebruikelijk lang en de zon zag eruit alsof ze bijna volledig was bedekt met een witte schijf die trilde. Aan de randen van de schijf bleef een gedeelte van helder zonnelicht zichtbaar. Anders dan een normale zon op dat uur op de vierentwintigste juni, konden we de zon bekijken, zelfs zonder zonnebril. Vele andere mensen kijken eveneens naar de zon. Niemand scheen opgewonden, maar vele werden erdoor geraakt, mijzelf inbegrepen.

Nadat ik bij de Communie de Heilige Hostie had ontvangen, knielde ik neer onder een kleine boom. Tijdens deze periode kon ik de vrede en de liefde van God voelen, die mijn hart opvulde en bedankte ik Hem, terwijl de tranen van mijn wangen liepen.

Het is nu meer dan drie jaar sinds mijn eerste bedevaart naar Medjugorje en ik ben nog steeds het pad van de bekering aan het volgen. Ik heb sinsdien geleerd dat de bekering een proces is waar men dagelijks moet aan werken tot men de laatste adem hier op aarde heeft uitgeblazen. Ik ben God en Onze Lieve Vrouw enorm dankbaar voor alle genaden die ze mij geschonken hebben en thans voel ik een grote verantwoordelijkheid om Gods liefde en vrede met anderen te delen. Als lid van de "IIPG, Koningin van de Vrede” voel ik mij als gezegend, ook al omdat ik de stichter ervan, Nedjo Brecic, persoonlijk heb gekend. Nedjo"was duidelijk een werktuig van Gods vrede en een voorbeeld van hoe men moet leven naar de boodschappen van Onze Lieve Vrouw.

Draag goed zorg voor elkaar en God zegene u,

Michael Sepal

Helen, New York

Dag iedereen,

Mijn naam is Helen. Ik woon in Utica, New York en heb 4 kinderen. Ik sloot al van bij het begin aan bij de IIPG groep. Ik ben nog nooit naar Medjugorje geweest, maar hoop er in groep heen te gaan in juni.

Ik hoorde voor het eerst over Medjugorje in de jaren ’80. Ik werk in een hospitaallaboratorium. Een patiënte van ons komt nu  reeds gedurende een heel lange tijd regelmatig om een bloedtransfusie. Daarvoor bevond ze zich ook reeds in lange tijd in het hospitaal. Niemand had verwacht dat ze nu nog zou leven.

Haar familieleden gingen naar Medjugorje en brachten een religieuze medaille mee en maakten het vast aan haar maag. Vanaf dat ogenblik begon alles beter te gaan. Nu komt ze nog naar het hospitaal, maar verblijft er niet langer, en vertelt ze over dit mirakel. Ik ben er nog steeds door gefascineerd.

Zij gaf mij een beeld van de Gezegende Moeder, dat nu op het bureaublad van mijn computer staat. Sinds ze me Medjugorje heeft leren kennen, begon ik elk boek dat ik maar kon vinden van het oord te lezen. Ik hou van Onze Heilige Moeder.

Zo’n anderhalf jaar geleden had ik een klein gezondheidsprobleem en ging ik naar een genezingsmis, hier in een plaatselijk gebedsoord. Ik was heel erg verward en na vier dagen merkte mijn elfjarige dochter dat mijn Rozenkransen waren veranderd in goud. Dit was zo’n zegen voor mij en heeft mij veel sterkte gegeven. Nog steeds bedankt ik Onze Heilige Moeder elke dag voor deze bijzondere genade.

God zegene u allen van onze IIP Groep en dat de Heilige Moeder ons allen zou mogen bedekken met Haar Moederlijke mantel.

Helen.

Susan Kaufer, Franciscaanse universiteit Ohio

Mijn naam is Susan,

Voor het ogenblik ben ik studente aan de Franciscaanse Universiteit. De eerste maal dat ik naar Medjugorje ging was in augustus 1996 [met Tom!] en dit omdat mijn moeder naar ginds ging en ik niet wou dat ik alleen achterbleef. Ik heb daar een diepe bekering meegemaakt. Ik begon een religieuze roeping te overwegen terwijl ik in Medjugorje was en precies één jaar later, op het Feest van Onze Lieve Vrouw Tenhemelopneming, trad ik binnen in Oasis van Vrede te Medjugorje. Voor hen die het niet weten: Oasis van Vrede is één van de nieuwe godsdientige gemeenschappen te Medjugorje.

Spoedig werd ik er mij echter van bewust dat deze gemeenschap niet mijn echte roeping was en na amper zes weken verliet ik reeds de gemeenschp. Helemaal alleen keerde ik in april 1998 terug naar Medjugorje en verbleef daar gedurende twee maanden. Dit was een heel mooie bedevaart voor mij. Ik heb geen woorden om te vertellen wat een mooie ervaring het was om in het dorp te mogen leven.

Nadat ik van mijn derde reis terugkeerde, bracht ik enige tijd door bij enkele groepen lekenmissionarissen om hun werking beter te leren kennen. Ik besefte echter dat ik veel meer zou kunnen doen met een hogere graad en zo ben ik nu eerstejaarsstudente op de Franciscaanse Universiteit. Ik volg een opleiding als opvoeder en hoop om, na mijn studies, missionaris te kunnen worden.

In Christus’ liefde,

Susan

Verheug u mensen van God! Verheug u in de Heer! Een kind is ons gegeven. Een kind is voor ons geboren! Alleluia! Alleluia! Alleliua! Alleluia!

Bob en Lori Hamilton

Wij zijn Bob en Lori Hamilton uit Omaha, Nebraska, Verenigde Staten. We zijn leden van parochie van de Koningin van de Vrede en zijn nu reeds twaalf jaar gehuwd. We hoorden voor het eerste keer [heel beknopt] over Medjugorje tijdens het RCIA [Rite of Christians Initiation of Adults] tijdens de jaren 1986-1987. Lori is een bekeerlinge en Bob is reeds Katholiek van in de wieg.

We verlangden reeds een lange tijd om naar Medjugorje te gaan, maar Lori was bang om te gaan en zo besloten we om geld te sparen voor de reis met een planning voor het jaar 1999 ... tot Lori het boek van Wayne Weible las [ik denk dat het boek "Boodschappen" noemt en een priester leende het ons uit]. In dit boek sprak Maria wezenlijk tot haar hart en de zaak werd afgesloten met een reis naar Medjugorje binnen nog geen twee maanden. We zijn er twee maal geweest. Een eerste keer in mei 1998, de daaropvolgende keer in mei van 1999.

Voor de eerste keer naar Medjugorje gaan was al een klein mirakel op zichzelf, want we hadden de vliegtuigtickets thuis achtergelaten. Bob reed vliegensvlug terug om de tickets te gaan halen en een geluk ... het vliegtuig had vertraging opgelopen. Daarop hielden ze hiet vliegtuig nog een tijdje aan de grond zodat we onze verbinding nog zouden halen in Newark. Bob gaat opnieuw naar Medjugorje in juni van volgend jaar en Lori overweegt om mee te gaan.

Bob en Lori

Bogdan Olenici

Ik leef in Boekarest, Roemenië en ben geboren, jawel, op 24 juni van 1969. De dag van de eerste verschijningen op het feest van Johannes de Doper. Dit is een heel bijzondere datum, omdat, zoals ik reeds heb gezegd, niet alleen de verschijningen begonnen op 24 juni, maar op dezelfde datum werd ook de Kerk voltooid te Medjugorje, in 1969 en zo heb ik geen woorden om de Gospa te bedanken en zo besloot ik om voortaan mijn verjaardagen ginds te vieren, samen met Haar.

Mijn bekeringsverjaal is heel moeilijk om te vertellen. Het gebeurde zo’n tweetal jaren geleden. Ik ging nooit naar de Kerk, behalve misschien met Pasen. Ik had er geen behoefte aan en ik wist ook niet was er ginds gebeurde. Voor mij was het enkel een soort traditie, een ritueel, iets in die aard, maar ik heb steeds een grote eerbied voor de Kerk blijven hebben. Ik heb steeds geloofd dat God bestond, maar kende het verlangen niet om Hem beter te leren kennen, om samen met Hem te leven, om iets te doen en niet onverschillig te blijven.

Gedurende heel mijn leven heeft God mij steeds de dingen gegeven die ik nodig had: goede ouders, een goede financiële situatie, een goed geheugen en een gezond lichaam, een talent voor muziek [ik speel klassieke gitaar en ik heb ook de gaven om goede van slechte muziek te onderscheiden en om van elke goede muziek te houden], goede vrienden, kortom: alles, maar dan zonder te beseffen dat er diep binnen in mij, er een grote leemte was, een leemte die elke dag groter werd, omdat men zonder God de nodige vrede niet kan vinden van de troost en het voornemen.

Deze leemte voelde ik steeds sterker aan en ik begreep niet wat er met mij aan het gebeuren was. Ik bezat alles, maar ik had het echt niet nodig, omdat niets ervan mij een doel gaf in het leven, een reden om te leven, een antwoord op het leven. Dit bracht mij bijna tot een zenuwinzinking. Ik was ziek, maar geen dokter kon mij vertellen waar ik aan leed. Ik voelde een vreemde duizeligheid en kon niets meer doen en dit alles gecombineerd met een allesomvattende vrees. Gedurende vele dagen verbleef ik in bed en zag ik geen reden om op te staan. Ik zag niets anders dan duisternis rondom en binnen in mij. Ik wens dit niemand toe!

Het was zoiets als dicht bij de hel staan ... toen op een dag een vriend, die naar Medjugorje was geweest, mij kwam bezoeken en mij de zegen doorgaf van de Gospa en mij vertelde wat er daar allemaal gebeurt. Ik voelde aan dat ik daar nog datzelfde moment wou zijn en voelde geluk en vrede, zoals ik nog nooit ervaren had. Ik voelde dat ik op de een of andere manier reeds daar was. Ik begon de Rozenkrans te bidden en boeken te lezen, eigenlijk alles over de verschijningen. Ik werd getroffen door een foto van een beeld van Medjugorje dat tranen met bloed weende. Ik geloofde dat dit ook zo was, en als het zou waar zijn, zag ik ook in hoe een moeder zich voelde als ze tranen weent van bloed. Ik wilde dat ze niet meer zou wenen en ik begon met tranen in de ogen aan mijn bekering, een volledige bekering ... om Haar tranen te stoppen!

Ik ging voor de eerste keer naar Medjugorje in maart van 1998 en wat ik voelde kan ik niet beschrijven. Ik kan enkel zeggen dat ik Onze Moeder voelde, zoals u iemand liefhebt die u niet kan zien. Ik voelde Haar liefde en bescherming over mij, in de Kerk, bij het bidden van de Rozenkrans, voor de Heilige Mis en de tweede schok kwam er bij de Aanbidding, toen ik bij het lied "Veni Sanctus Spiritus" werkelijk alles voelde: de hemel, de aarde, alles viel op mij en ik begon te wenen terwijl de hele Kerk aan het zingen was en terwijl de Heilige Geest langzaam en rustig over ons nederdaalde met Liefde.

Sinds dan heeft mijn leven een doel en ik dank u daarvoor, Mijn Moeder! Ik ben de laatste van Uw dienaren, maar ik voel Uw liefde voor mij. Nu ben ik reeds vijf maal naar Medjugorje geweest en elke keer leer ik nieuwe dingen bij in het leven. Dat God me zou helpen om nooit op te houden met bidden, vasten, biechten, het lezen van de Bijbel en het naar de Heilige Mis gaan en boven alles: de Heilige Communie ontvangen.

God zegene allen van de gebedsgroep!

Bogdan

Bron: IIPG

Vertaling: Chris De Bodt

03-10-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De IIPG [International Internet Prayer Group] [deel 3]
De IIPG [International Internet Prayer Group] [deel 3]

Chuck Philyaw

Dag, mijn naam us Chuck en ik verlang ernaar om u allen te kenen. Eerst wens ik Joe Kübler te bedanken voor het warme onthaal op deze website.

Kort over mezelf. Ik ben bekeerd tot het Katholieke Geloof door de hulp van Onze Heilige Moeder tot Jezus, door het gebed, door het bidden van de Rozenkrans en door een bekeringsproces. In 1984 werd ik op vierentwintigjarige leeftijd gedoopt. Nu ben ik 38.

De Heilige Geest heeft mij naar een vrouw geleid die eigenares is van een religieuze boekenwinkel en al spoedig werd ze mijn vriendin, lerares en meter. Later onthulde ze aan mij dat ze wist dat God mij tot haar had gezonden. Zij onderrichte mij de meest belangrijke richtlijnen voor tijdens het leven: zichzelf volledig verlaten op God, zichzelf in alle vertrouwen overgeven aan Zijn Wil en gewillig aanvaarden om Zijn Wil te doen.

Dit is gewoon "Ja" zeggen tot God, op dezelfde wijze als Maria "Ja" heeft gezegd tot de engel Gabriël. Hetzelfde jawoord als in de volgende Boodschap van Onze Lieve Vrouw: "Lieve kinderen! Dit is de tijd van genade. Vooral vandaag, kleine kinderen, met de Kleine Jezus, die Ik omarmd hou, geef Ik u de mogelijkheid om te kiezen voor vrede. Door uw ja-woord voor vrede en uw beslissing voor God, wordt er een nieuwe mogelijkheid voor vrede geopend. Enkel op deze wijze, kleine kinderen, zal deze eeuw voor u een tijd van vrede en welzijn zijn. Zet daarom de nieuwgeboren Jezus op de eerste plaats in uw leven en Hij zal u leiden op de weg naar de redding. Dank om aan Mijn oproep gehoor te hebben gegeven." [25 december 1999].

Ik vraag u om te willen bidden voor mijn begeleiding, richting en een antwoord op de vragen met betrekking tot mijn huidige levenssituatie.

Ik bedank God om mij naar deze site te hebben geleid en vraag Hem om u allen te zegenen, zodat we elkaar zouden dragen om Zijn Wil te volbrengen.

Met gemeende groeten,

Chuck

Robert Boyd, Canada

Mijn naam is Robert Boyd en ik kom uit een familie van vier. Ik ben geboren op 26 januari 1946 in Grand´Mère, Province of Quebec, Canada. Ik ben als Christen opgegroeid in zowel de Franse als de Engelse taal. Vroeger was ik misdienaar bij de Latijnse Mis en begeleidde ik de priester met het pateen voor de Heilige Communie. Ik herinner de me de Vespers die ik bijwoonde en eenmaal in het jaar was er een grote processie door de straten van onze stad.

Mijn vader was van Ierse afkomst, zeer Katholiek met een lange traditie in het bijwonen van de Heilige Mis. Hij had een groot geloof in de Heilige Moeder, de Maagd Maria. Ik herinner mij uit mijn vroege tienerjaren dat mijn ouders de Rozenkrans meebaden met een radiouitzending, rechtstreeks uit het Heiligdom Notre-Dame-of the Cap, in Three Rivers, gelegen in de provincie Quebec.

Ik ben nu reeds 21 jaar gehuwd met mijn Frans-Canadese echtgenote Nicole. Wij hebben geen kinderen. Ik ben het enige kind dat leert om, dag in dag uit, met wat Zij van mij vraagt, samen met Onze Lieve Vrouw, Koningin van de Vrede, te wandelen. Ik ben nu vier jaar op officieel pensioen, mede door mijn bekering, om de boodschap te delen van Onze Lieve Vrouw en om te bidden. Elke ochtend ga ik naar de Kerk om de Heilige Mis bij te wonen en om de vijf "wapens," die Onze Lieve Vrouw ons heeft gegeven toe te passen tijdens ons leven: in daden om te zetten.

Mijn eerste bedevaart naar Medjugorje was in maart 1985. Ik bracht er toen dertien dagen door. In die dagen was er rond de Kerk nog gewone aarde. De verschijningen vonden plaats in een kleine kamer, rechts van het hoofdaltaar. Aan de linkerzijde, waar het orgel zich vandaag bevindt, was er een zelfgemaakt beeld te zien en de grootmoeders van het dorp gingen de hele dag door op hun blote knieën, in gebed, rond het beeld. Innerlijk was er een gevoel van warmte en liefde, van zodra met één voet in de Kerk zette. Ik heb dit gevoel nergens anders ooit waargenomen.

In die dagen woonden we de verschijningen, samen met de zieners bij, als er plaats genoeg was om ons te wringen in de kleine ruimte van de Kerk. Andere keren stonden we buiten de Kerk om de ijzeren staven op de tippen van onze voeten vast te houden, om zo naar de verschijningen te kunnen zien die binnen plaatsvonden.

Kort vóór ik naar Medjugorje ging, had ik me aangesloten bij een kleine charismatische gebedsgroep, waar ik nogal van hield. Toen ik naar Quebec stad terugkeerde sloot ik definitief aan en ik bleef vier jaar bij de gebedsgroep. Zij waren tegen Medjugorje en later, na zo’n twee tot drie jaar zeiden de mensen uit de buitenwereld: "U behoort tot een secte." Eerlijk gezegd wou ik niets te maken hebben met wat anderen dachten of zeiden. Rond datzelfde ogenblik zette de kerel die de gebedsgroep had opgericht de priester aan de kant en begon zelf de groep te leiden, zonder priester.

Ook mijn echtgenote behoorde tot deze gebedsgroep, maar stapte er na drie maanden uit, nadat één van haar broers haar had gezegd dat ze tot een sekte behoorde. Tegen die tijd was ik echter zodaning bij de werking betrokken en was ik er eveneens van overtuigd dat ik mij op het rechte pad bevond, dat ze mij het nooit heeft verteld. Een jaar later stapte ook ik op. Ze is binnenin erg gekwetst, tot op de dag van vandaag, en zij heeft heel wat heling nodig. Bid voor haar. Zij gaat naar de Kerk, maar wil geen deel meer uitmaken van een of andere gebedsgroep. Zij gelooft in Medjugorje, maar wil er niet heengaan. Ik offer haar pijnen voortdurend op aan de Heer, Zijn Zoon en Onze Lieve Vrouw en ik ben bereid om mijn hele leven te wachten op haar genezing, zodat we op een dag samen naar Medjugorje op bedevaart zouden gaan.

In moet zeggen dat we gedurende 11 à 12 jaar wegbleven uit de Kerk. Nu 5 januari 2000 zal het 4 jaar geleden zijn dat ik terugging naar de Kerk. Tijdens deze 11 jaren heb ik zowat het onderste uit de kan gehaald, in vele aspecten van mijn leven. In 1993/94 begon ik naar een aanbiddingskapel te gaan en Jezus was daar aanwezig juist vóór mij in het Heilige Sacrament. Ik praatte met Hem. Op een dag voelde ik diep in mijn binnenste alsof er iemand [Onze Lieve Vrouw] in mijn fluisterde om Haar terug te gaan zien in Medjugorje. Ik had toen zeker het geld niet om er heen te gaan. Tijdens al die jaren was ik verslaafd geworden aan het vissen en mijn vrouw ging me heel binnenkort het geld geven om ons een tweedehands terreinwagen te kopen.

Toen ik die dag naar huis terugkeerde voor het eten, waren mijn plannen gewijzigd. Ik vroeg haar om mij, in plaats van het geld voor de auto te geven, ik liever het geld zou krijgen om naar Medjugorje te gaan. Hun eerste reacte: mijn vrouw en de vrienden van de visclub vertelden mij: "Robert, u bent aan het doordraaien en de andere gebruikelijke antwoorden wanneer iemand zichzelf tot God keert na zoveel jaren." Tot mijn verrassing had ze enkele dagen later het geld voor mij ter beschikking. Dit was een diepe bevestiging in mijn hart dat Onze Lieve Vrouw, de Gospa, mij ooit had toegefluisterd "dat ik op een dag zou terugkeren tot God om mijn wil zich aan Hem zou over geven." In mijn geval duurde het niet lang dat Jezus via Onze Lieve Vrouw mij een antwoord bezorgde.

In september 1997 keerde ik voor een maand terug naar Medjugorje, samen met andere Franstalige vrienden. Tegen dan was ik teruggekeerd tot de Kerk. Mijn vrouw volgde mij hierin een jaar later. Ik kwam terug en beneden de Berg van de School der Liefde, begon ik met vertrouwen en met liefde, de boodschappen te delen en te verspreiden. Sindsdien heb ik hier nooit meer mee gestopt. Ik probeerde dag in, dag uit, om de boodschappen te onderhouden, alsof Maria mij elke dag van mijn levenswandel onderrichte.

Ik sloot me aan bij een groep met de naam "Albatross," om de stervenden te begeleiden. In 1983 kreeg ik in een ontwenningsoord het voorrecht om Moeder Teresa de hand te mogen schudden. Dat was toen ik een priester diende bij het opdragen van de Mis. Haar bezoek heeft mij diep geïnspireerd bij het bijstaan van de stervenden in de diverse klinieken van de stad en in de achterbuurten van de stad. Men moet met Jezus en Zijn Moeder verbonden zijn om dit soort liefdadigheidswerk te doen.

Zoals de Gospa dikwijls heeft gesuggereerd, maakte ik drie uur per dag vrij om geconcentreerd te bidden en hield ik ervan om ’s nachts op te staan, zodat ik tot Haar en Haar Zoon kon bidden. De eerste keer zei mijn vrouw tot mij: "Hoe denkt u dat u de dag zult doorbrengen als u al die nachten zo vroeg opstaat?" Ik zei: "Vraag het me niet, maar als we voor Onze Lieve Vrouw en Haar Zoon zorg dragen, zullen Zij ons de sterkte verlenen om onze dagelijke plichten na te komen."

In 1997 ontmoette ik een andere Canadees, Patrick Latta en zijn mooie Kroatische vrouw, Nancy, die in die tijd in Oasis van Vrede leefden. Gelet dat ik toen een maand doorbracht in Medjugorje, ging ik hen toen, zoals ik had gepland om tijd vrij te maken voor de gemeenschap, opzoeken. En zo begon ik al spoedig mee te werken aan de bouw van hun nieuw "retraîtekasteel, met een kapel voor de priesters," achter Oasis van Vrede. We baden samen, we deelden alles, lachten en werkten samen en deelden Rozenkransen uit in Siroki Brieg. We aten en we vasten tezamen en verzorgden voor de verdeling van snoep voor de weeskinderen in Citluk. De tijd de we samen hebben doorgebracht was een prachtige tijd. We ontmoetten heel wat prachtige mensen van over de hele wereld. Vandaag ben ik nog steeds in contact met hen om onze ervaringen, krachten, hoop met elkaar te delen in het leven van dag tot dag, iets wat de Gospa van ons vraagt.

Hier in Quebec Stad, ging ik naar een priester die heel dikwijls naar Medjugorje was geweest en streng berispt werd voor zijn geloof in de Gospa, maar de priester vervolgde elke dag zijn opdracht. Zijn naam is Vader Pierre Rancourt en ik deel elke dag zijn zorgen in mijn gebed. Zoals Vader Slavko en Zuster Emmanuel dikwijls zegden: "in plaats van kritiek te geven op de priester, bid elke dag voor hen."

Vader Jozo had, in verband met het bidden tot de priesters, reeds dikwijls in zijn gesprekken een Canadese vrouw vernoemd die een beweging was opgestart voor de Priesters, de "Margrieten voor de Priesters." De priester bevindt zich in het midden van de bloem en elke bloem bevat zeven blaadjes die de mensen vertegenwoorden die elke dag van de week voor de priesters bidden. Sommige priesters hebben zelfs twee Margrieten die voor hen bidden. Tijdens dit jubileumjaar had ze het voornemen om het aantal Margrieten te verdubbelen.Omdat ikzelf ook tot de beweging behoor, begeleidde ik afgelopen jaar alle priesters en Margrieten in een bijzondere viering in het oord van de Heilige Anna van Beaupré, dat op zo’n half uurtje rijden van Quebec Stad, Canada, ligt. Van hieruit hoorde ik alle verschillende getuigenissen van de priesters en de bloembladen.

Vader Rancourt, over wie ik reeds eerder vertelde en een andere priester die vorig jaar is overleden, Vader Emiliano Tardif en een dokter, genaamd Philippe Madre, werden ooit gearresteerd in Medjugorje. Op donderdag 25 augustus 1983 werden ze door de communistische overheid achter de tralies gezet en die dag zei Onze Lieve Vrouw in Haar boodschap iets als, ik zal het pogen te vertalen: "Maak u geen zorgen om hen. Dit alles behoort tot Gods plannen." Ook in een andere boodschap, op 23 augustus 1983, zei Onze Lieve Vrouw tot hen: "Ik ben gekomen om ieder van u tot deze plaats uit te nodigen, omdat ik u nodig heb bij het verspreiden van mijn boodschappen aan de hele wereld."

Ik moet hier nog aan toevoegen dat, nog voor de verschijningen waren begonnen, Vader Jozo zich op een zekere dag te Rome bevond bij een ontmoeting voor priesters, waarbij hij aan zijn collega-priesters die ook aanwezig waren vroeg om voor zijn Parochie en de mensen uit zijn arme dorp te bidden. Vr. Emiliano Tardif fluisterde toen een profetische boodschap in de oren van Vr. Jozo, iets in de aard van "Wees niet bezorgd, want binnenkort zult u veel meer krijgen. Onze Lieve Vrouw zal uw dorp komen bezoeken." Zoals ik al zei kan ik mij de preciese woorden niet herinneren, maar het is werkelijk gegaan zoals ik u zonet heb verteld. Kort daarop begonnen in 1981 de verschijningen te Medjugorje en ook al twijfelde Vader Jozo aanvankelijk, diep in zijn hart wist hij, vanaf de eerste dag, dat dit een bevestiging van God was.

In 1998 ging ik voor de derde keer op m’n eentje naar Medjugorje en verbleef er een maand en ging bij mijn Kroatische vrienden daar in Sivric, waar ik verbleef. Ik besteedde mijn tijd aan het gebed en het verder werken aan Patrick en Nancy’s retraîtekasteel en kapel. Het bouwwerk was al flink gevorderd. Verder woonde ik er voor de eerste keer het jongerenfestival bij. Wat een hitte hebben we die zomer ervaren!! Maar dit verdwijnt in het niets in vergelijking met alle liefde die we gekregen hebben uit zulke prachtige ervaring, waarbij alles met elkaar werd gedeeld en voor elkaar werd ingestaan. Ik heb vele nieuwe spirituele vrienden gemaakt, in de beide talen die ik spreek. Ik ben bij de broeders en zusters van de Beatitutes gemeenschap geweest en de Gemeenschap Maria Koningin van de Vrede.

Bij mijn terugkeer was mijn vrouw erg bekommerd om mij te zien omdat ze de tijd, dat ik daar had verbleven, te lang vond. Ik deelde met haar en met mijn familie mijn ervaringen, kracht en hoop. Ze zei: "Ik hoop dat u de volgende keer maar tien dagen wegblijft." En omdat bij een getrouwd koppel alles in harmonie en liefde moet blijven, beloofde ik haar dat. Ik heb er heel wat vruchten ervaren en we hebben er ons huis ook naar ingericht. Zo hebben we in elke kamer een kleine hoek om te bidden en thans bidden we er samen de Rozenkrans. Mijn vrouw is nog steeds niet van overtuigd om naar Medjugorje te gaan en mijn vrienden uit de gebedsgroepen zeggen mij: "Laat haar de nodige tijd."

Kort na mijn terugkeer, bood ik mijn diensten aan in het werken voor een Franse gemeenschap, met de naam "Familie van Myriam Beth’lehem." Eén van hun huizen bevindt zich te Quebec. Hoe mooi is het om te werken en te bidden. Vele van de broeders en zusters zijn naar Medjugorje geweest en elk probeert toch voor zichzelf in zijn wijze van leven en gebed de boodschappen na te komen. Ik geef de zuster die verantwoordelijk is voor de gemeenschap elke maand de boodschappen van Onze Lieve Vrouw en alles wat ik ontvang uit Medjugorje. Hun gemeenschap is ontstaat uit de vele vruchten van Vaticaan II en is gebaseerd op de Familie van Nazareth. Zij bidden voor nieuwe priesterroepingen en leven naar hun doopselherkomst. Ze hebben huizen over geheel de provincie Quebec van Canada, Sachachwen en sinds het jaar 2000 hebben ze ook een huis in België.

Ik was niet van plan om het komende jaar naar Medjugorje terug te keren, maar een twee- à drietal maanden terug, gaf ik mijn naam op, gelet op dit jubileumjaar. Ik heb mij aangeloten bij een groep met Daria Klanac, een Kroatische dame die tot de Kroatische Gemeenschap en Gebedsgroep in Montreal behoort.

We zullen in Medjugorje aanwezig zijn voor de viering van de negentiende verjaardag van de verschijiningen, tussen 20 juni en 6 juli. Het zal de eerte keer ziin dat ik er bij een verjaardagsherdenking zal bijzijn. Ik denk dat het ook de vijfde Internationale ontmoeting voor Priesters is in die periode. Een interessant gegeven. Een van de sprekers is Vr. Don Cosimo Cavuluzo die, samen met vele anderen, ook heeft gespreken op het tiende Internationale Jeugdfestival. Hij sprak over de kinderen en vele van de ouders kwamen bijeen om hem te horen spreken. Ongelukkiglijk vallen mijn vrije data niet samen met de verjaardag van de IIPG Gebedsgroep. Vergeet me niet te vertellen waar Ante Muzic leeft in het dorp, want ik wil hem zeker en vast ontmoeten.

In dit Jaar van de Heilige Drievuldigheid wil ik met u dit kleine ochtendgebed delen: "Meest heilige en goddelijke Drievuldigheid, één God uit drie personen, Ik loof u en bedank u voor al de gunsten die u mij gegeven hebt. Uw goedheid heeft mij tot op heden beschermd. Ik schenk u mijn hele zijn en in het bijzonder mijn gedachten, werken en daden, samen met al de beproevingen die ik vandaag moet ondergaan. Geef hen Uw zegen. Moge uw goddelijke Liefde deze onderhouden en u laten dienen tot een grotere glorie. Ik maak deze ochtendoffering in eenheid met de goddelijke voornemens van Jezus Christus die zichzelf dagelijk opoffert in het offer van de Heilige Mis en in éénheid met Maria, zijn Moeder Maagd en onze Moeder, die onze Heer steeds op een prachtige wijze heeft gediend."

Wel, mijn beste vrienden van Onze Koningin van de Vrede: "Vrede, vrede en enkel vrede! Er moet vrede heersen tussen God en de mensen en eveneens onder de mensen."

Barbara Shellhamer

Dag tot iedereen van mijn familie,

Ik wou dit al een hele tijd doen en zo denk ik dat God mij een beetje extra tijd gaf om er aan te beginnen. Ik zal beginnen met november van 1993. Een vriendin [die ik toen nog niet kende] vroeg me om naar een Mariale Conferentie te gaan, die ze organiseerde hier in Louisville. Ik vertelde haar dat dit niet zou gaan, omdat ik niemand had om op mijn zoon te passen die dag. Ze zei: "neem het toelatingsticket en als Onze Lieve Vrouw wil dat u er aanwezig bent, zal u ook komen." Ik zei: "goed." En inderdaad, een vriend van mijn zoon vroeg hem om samen bij hem thuis het weekend door te brengen en zo was mijn zaterdag vrij.

Ik ging er dus heen en ontmoette ginds mijn moeder en we wisten niet dat mijn broer ook de advertentie in een plaatselijke krant had gelezen en ook was geïnteresseerd om de priester, Vr.Svet, te horen spreken over deze plaats, genoemd Medjugorje. Ik had er reeds verhalen over gehoord en iets over Onze Lieve Vrouw die er zou verschijnen. Het had mij allemaal niet zo echt aangegrepen en kon moeilijk in de echtheid ervan geloven. Hoe dan ook ging ik en vond alles zo interessant en mooi, gevuld met zoveel informatie waar ik nooit had over gehoord.

In die tijd was de oorlog nog steeds aan de gang en die avond werd er ook over gesproken. Ik wist nooit alles van alles, behalve als het over de Verenigde Staten ging. Het werd tijd voor het middagmaal en Jim, mijn moeder en ikzelf hadden er niet voor voorafbetaald omdat we niet wisten dat we werkelijk zouden kunnen aanwezig zijn. Zo gingen we ons iets halen om te drinken en gingen terug naar onze zitplaatsen. We waren gezegend, want we zaten op de tweede rij.

Debbie kwam naar ons toe met een mooi, klein beeld van Onze Lieve Vrouw van Fatima en vroeg of ik het tijdens de middagpauze wou bijhouden. Ik kwam er achter dat dit een beeldje was dat ooit op het Rode Plein werd gekroond!! En het had tijdens de conferentie geweend, maar ik had het niet waargenomen. Debbie zou het beeld nooit achterlaten en daar we ginds waren wilden zowel mijn moeder als mijn broer het beeldje vasthouden. Na de middagpauze, kwam Debbie het beeld opnieuw halen om het opnieuw op het podium te zetten. Na dit voorval is het leven binnen mijn familie volledig veranderd.

Alle drie begonnen we de geur van rozen te ruiken en dachten we dat de dame op de rij achter ons [die met een plastiekzak wat geluid aan het maken was] zich aan het parfumeren was. Ik had haar op een ander tijdstip bij deze gebedsgroep gezien, waarvan ik een ontmoeting pas twee dagen hiervoor, op donderdag, had bijgewoond. Ik draaide me om en vroeg haar om ze rozenparfum had gebruikt. Ze antwoordde: "Neen, waarom?" We konden alle drie de geur van rozen waarnemen en we wisten niet van waar het kwam. Het moest toch van ergens komen. Toen dachten we niet aan het verband tussen het beeldje en de rozengeur. Het was zo’n krachtige geur dat het wel van ergens moest komen.

Bij de volgende pauze waren we met Debbie aan het praatten over hoe mooi de conferentie was en vertelden haar toen over deze zoete rozengeur. Debbie vertelde ons hierop dat dit een bijzondere genade is van Onze Lieve Vrouw. Wow! We wilden het graag geloven, maar wow!

Een paar maanden later opende Debbie het Mariacentrum, op 24 juni 1994, en wij drieën gaven ons op om ginds mee te doen aan vrijwilligerswerk. Door het voorval had Onze Lieve Vrouw onze familie een bijzondere genade toebedeeld want ook mijn schoonzuster, haar dochter, haar schoonzoon waren bekeerd en volgden onderricht bij het RCIA. Mijn broer richtte een eigen gebedsgroep op.

Het uiteindelijke resultaat was dat negen van mijn familieleden tezamen naar Medjugorje gingen en velen van ons zouden er meerdere malen teruggaan. Mijn jongste zoon ging twee jaar geleden ook en is samen met mij in gebedsgroepen geweest, sedert ik er in 1994 begon aan deel te nemen. Sedert meer dan twee jaar gaat hij nu, samen met zijn twee neven en een paar andere vrienden naar het "Heilig uur van de Jeugd" op maandag en volgend jaar, als God het belieft, zal hij zijn tweede jaar aanvangen aan de Franciscaanse universiteit, een eerder kleine universiteit met een strikt katholiek curriculum.

En aldus heeft God mijn familie op een machtige wijze gezegend. Nu bidden we nog steeds voor de bekering van mijn echtgenoot, en ik heb hem verteld dat mijn gebeden ten gepaste tijde door God zullen worden beantwoord. Hierop antwoordt hij telkens weer: "We zullen we zien."

Aldus mijn korte versie van mijn verhaal. Moge God u allen zegenen door onze bijzonder familie.

Barbara

Camelia Tuliuta, Roemenië

Dag iedereen. Mijn naam is Camelia en ik woon in Boekarest, Roemenië. Ik ben heel gelukkig om mijn ervaringen met u te mogen delen.

Sedert de start van deze site, de IIPG Koningin van de Vrede, heb ik met vol enthousiasme uw verhalen rond Medjugorje gelezen en voel ik een bijzondere genegenheid voor jullie. Ik voelde één familieband waar ik graag lid zou van worden. Ik heb meerdere malen mijn verhaal willen op schrijven, maar had nooit de moed om het te beëindingen.

Uiteindelijk heb ik nu de sterkte gevonden om mijn verhaal aan u te vertellen.

Ik ben geboren binnen een Orthodoxe familie. Mijn familie was niet praktizerend, maar God schonk mij een grote genade in de persoon van mijn tante Maria, de zus van mijn vader, die lichamelijk gehandicapt, maar desondanks een heel godsdienstig persoon was. Steeds was ze opgewekt. Zij leidde mij door mijn jongste kinderjaren en onderwees mij dat er een God bestaat boven alle dingen en dan ik niets kan doen zonder hem. Ze onderrichte mij de eerbied tegenover mijn naasten en de barmhartigheid voor hen in nood. Elke zondag ging ik naar de mis en eenmaal in het jaar ging ik te biechten en ging ik op retraîte. Dit was met Pasen. Daarmee was ik tevreden.

Wat ik ook deed, of ik nu naar de Kerk ging of een feestje, of ik nu aan het reizen was of een boek las, steeds voelde ik een grote leegte binnen in mij. Het was alsof niets een betekenis had, alsof mijn eigen leven zinloos was omdat ik op het einde van mijn leven toch gedoemd was om te sterven. En de dood, of meer precies, wat er na de dood zou komen, was iets dat voor mij steeds angstaanjagend was.

Geleidelijk aan werd ik er mij van bewust dat mijn staat van bewustzijn abslouut niet zo goed was.

Het eerste keerpunt in mijn leven kwam er toen ik een éénentwintigjare studente was. De bron van dit keerpunt was een boek, "de Roemeense bedevaarder," waarin ik een leidraad vond voor de biecht. Ik las het heel geduldig en werd bevreesd. Ik vergewiste me er voor eigenlijk voor de eerste maal van dat al mijn vorige biechten verre van een werkelijke beheersing van mijn bewustzijn waren. Drie dagen later voelde ik mij als een dode persoon, wenend over mijn voorbije, weggeworpen levensperiode. Ik voelde dat ik Jezus te zeer had beledigd, hoewel ik een van de gewone en goede meisjes was op school en thuis, die zeker niet zou toegeven aan verleidingen. Maar nu kwam er een andere dimensie van de zonde naar boven.

Ik maakte voor de eerste keer in mijn leven een echte biecht en ik was gebroken van het wenen en de vele tranen. Maar zelfs na deze biecht, had ik nog steeds dat gevoel van leegheid. Ik voelde mij niet gelukkig met de jonge mensen van mijn leeftijd omdat ik dat aanvoelde als een zonde en God boezemde mij nog steeds vrees in. Ondertussen werden ik voor diegenen rondom mij een ongewenste last, vooral voor hen binnen mijn eigen familie, die mij zeiden dat ik "overdreef."

In deze staat van de grootste verwarring, haalde ik kort daarna mijn graad aan de Faculteit Economie. Ik ging naar een vrouwenklooster met de bedoeling om mijzelf aan God toe te wijden, zodanig was ik beïnvloed door mijn biechtvader die me deed geloven dat dit Gods wil was en dat er anders maar weinig kans zou bestaan om te worden gered. Eénmaal ik daar was, volgde er een lange reeks van lijden van tranen. Ik voelde mij opgesloten in een gevangenis en mijn lijden werd nog groter toen ik zag hoe gelukkig de overige zusters waren door hun wereldse leven op te geven voor Jezus.

Meer en meer werd ik er mij van bewust dat ik nooit een goede kloosterzuster zou worden en dus besloot ik om de zegen van onze overste te laten. Zij had ook ingezien dat ik niet geschikt was voor het klooster. De leertijd echter was nuttig want ik heb er veel geleerd. Ik heb er leren bidden, gelukkig te zijn met het kleine en te vergeven. Ik las ook vele boeken over de heiligen en boven alles leerde ik mezelf beter kennen.

Maar de liefde voor God bleef afwezig. Nochtans verlangde ik er naar.

Het was in deze ongelukkige staat dat een vriendin van mij, Lina, die naar Medjugorje was geweest, mij had verteld over de mirakelen van Onze Lieve Vrouw ginds, maar alles leek zo vergezocht voor mij en nu was ik er nog meer van overtuigd dat de Waarheid enkel in de Orthodoxe Kerk te vinden was. Ze nodigde mij dikwijls uit om de Rozenkrans te bidden, maar ik zocht naar elk mogelijk voorwendsel om haar op een vriendelijke wijze te kunnen afwijzen.

Ik was ervan overtuigd dat de "orthodoxe gebeden" meer dan voldoende waren voor de Maagd Maria.

Op een avond was ik voor de iconen aan het bidden tot Onze Lieve Vrouw. Ik voelde een stem die mij in het oor fluisterde: "U moet de Rozenkrans leren." Hierop maakte ik mezelf de belofte om aan mijn vriendin Liana te vragen om mij de Rozenkrans te leren. Daarop ging ik, samen met een vriendin, met een auto de stad in. Kort daarop lag ik buiten bewustzijn in het ziekenhuis. Mijn nek en been lagen in het gips. Ik was betrokken geraakt in een vreselijk ongeval.

Alhoewel ik me zowel van mijn leven als van het ongeval niets meer kon herinneren, kende ik nog precies het tefefoonnummer van Lisa en vroeg haar, als in een trance, om over te komen en me de Rozenkrans aan te leren. Zij kwam en nam me mee naar haar huis [ik woon alleen op een appartement]. Toen ik daar was, liet ze wat muziek uit Medjugorje spelen terwijl ik weende. En hoewel ik ernstig was gewond, voelde ik mij gelukkig. Ze zou de Rozenkrans bidden tot alle tranen waren verdwenen en ik gelukkig zou in slaap vallen.

Vanaf dat ogenblik begon ik naar Medjugorje te verlangen. Het was de eerste december van 1997 en de volgende bedevaart was voorzien op 27 december. Ik had schrik dat ik nog niet zou genezen zijn, maar voor God is niets onmogelijk en zo vertrok ik op 28 december maar Medjugorje, waar ik de zes mooiste en wonderlijkste dagen uit mijn leven meemaakte: ik voelde mij als in een sprookjeswereld, omgeven door vreugde en liefde.

Meerdere mensen in onze groep vertelden dat ze een heilige geur konden ruiken en ik voelde mij erg ongelukkig omdat ik de geur niet kon onderscheiden. De eerste avond beklommen we de Krizevac. Bovenop de berg en toen we ons naast het grote Kruis bevonden, zagen we de sterrenkroon van Onze Lieve Vrouw in de wolken, ook al was het donker en een sterrenloze en maanloze nacht. Mij ziel was vervuld van een onuitdrukbaar geluk.

Maar dit was enkel het begin, want op een andere avond, toen ik mij eveneens op de Krizevac bevond, zag ik de Gospa. Een vriendin van mij was aan het bidden tot Onze Lieve Vrouw om mij deze Heilige Genade toe te wensen. De uitkomst was dat ik vanaf de voet van de berg een heel sterke geur waarnam, als wierook en heilige balsem. Mijn hart was ondergedompeld in de vreugde.

Bijkomend had ik het gevoel alsof ik vloog. Het was alsof ik de stenen niet aanraakte bij het klimmen. Zo halverwege de berg, vroeg iemand aan onze priester-begeleider: "Ziet u wat ik zie, Vader?" Toen zag ik de Gospa recht voor mij staan. Het was die nacht opmerkelijk donker en Onze Lieve Vrouw schitterde verbazingwekkend en was gekleed in glinsterend wit. Ze had veel weg van het beeld vooraan de Kerk. Ik denk dat de verschijning zo’n twee minuten aanhield. Ik weet niet wat de anderen hebben ervaren, maar ik kan u wel zeggen dat ik overrompeld was van geluk en dat mijn enige verlangen was om op die plaats te mogen sterven zodat Onze Lieve Vrouw mij met Haar zou kunnen meenemen naar de Hemel. Toen Zij verdwenen was, dacht ik dat geen enkele moeite te afmattend was en alles wat ik moest doen in mijn leven het liefhebben van Jezus en Maria was om samen met Hen in de Eeuwigheid gelukkig te zijn.

Toen ik terugkeerde naar Boekarest was ik een heel andere, gelukkige en vreugdevolle mens geworden. Ik vertelde aan iedereen over de mirakelen te Medjugorje terwijl ik kleine iconen en zegeningen uitdeelde. Ik voelde dat mijn vrees voor God genezen was en dat de leegheid in mijn hart verdwenen was.

De volgende maand maart ging ik naar Medjugorje terug en de Heuvel der Verschijningen en het Blauwe Kruis zijn ondertussen mijn favoriete en heilige plaatsen geworden. Medjugorje was nog steeds een school voor mij waar ik kon bijleren en mijn zwakheden genezen. Het was in Medjugorje dat ik er mij bewust van werd dat mijn hoofdzonde de trots was en ik vroeg aan Onze Lieve Vrouw om mijzef te verbeteren, omdat ik wist dat ik het alleen niet aankon. Toen ik het klooster had verlaten, zei ik tot mezelf dat het mijzelf niet toegestaan was om nog langer fouten te maken en dat ik boven alles niet verliefd mocht worden op iemand, omdat dat uiteraard de opperste trots was.

Op het Heuvel der Verschijningen bad ik samen met een jongen, toen de Gospa mijn gebeden beantwoordde. Toen ik weer thuis was werd ik verliefd op de jongen die samen met mij had gebeden op de Heuvel der Verschijningen. Dit was een andere gelegenheid om mijzelf beter te leren kennen en in te zien dat ik ben zoals iemand anders: een zwakke zondaar.

Nu ga ik voor de negende keer naar Medjugorje en ik kan u verzekeren dat dit een plaats is die ten volle door God is gezegend, een plaats van liefde en vrede alsof de Koningin van de Vrede ginds zelf woont. Nu weet ik dat Jezus en Maria mijn ouders zijn die mij meer liefhebben dan ik mijzelf kan liefhebben en dat ik mijn hele leven moet toevertrouwen aan hun wil.

Ik kijk ernaar uit om u te ontmoeten op te verjaardag van de verschijningen, in juni van dit jaar.

Met liefde,

Camelia

Kelly

Mijn naam is Kelly en ik ben geboren op 17 mei 1971. Ik ben opgegroeid in Lansing, Illionois, een zuidelijke voorstad van Chicago. Thans woon ik in Chicago zelf en ben ik aan de slag als junior analyste bij een bank.

Ik ben niet grootgebracht binnen een godsdienstige familie. Niemand ging naar de Kerk. Er was een korte tijd tijdens mijn tienerperiode dat mijn moeder interesse toonde voor de Katholieke Kerk en catecheselessen bijwoonde. Zo moeder, zo dochter: ik wou hetzelfde doen en een paar maanden nadat mijn moeder haar beloften had gedaan, begon ook ik catecheselessen te volgen.

Vraag me niet waarom we voor het Katholiscime kozen. Ik werd er gewoon tot aangetrokken, misschien omwille van het staan en het knielen, en zo verder. Weet u, er was heel wat te doen. Mijn interesse gaat naar vele dingen zodat ik ook vele dingen vergeten ben. Alvorens ik Katholiek werd, herinner ik mij als kind dat ik een snede wit brood nam, de korst ervan wegnam en het brood plette tot het hel dun was. Dan begon ik er in een cirkel aan te eten, tot het de afmeting had van een hostie. Zo ging ik met elke snede brood door tot ik er moe van werd. Daarop zei ik fier dat dit was "alsof ik te communie ging," en begon ik elke "hostie" op te eten. Het was de tijd juist voor ik tiener was [dat hoop ik tenminste], maar ik vond het gewoon boeiend. In feite had dit niet veel te maken met het katholiscime, behalve misschien voor onze Katholieke buren.

Om een lang verhaal kort te maken: na twee jaar van "katholiscisme," verdween mijn interesse voor de Kerk. Als ik nu terugkijk naar de periode, heb ik de neiging om te geloven dat ik nog niet klaar was om de godsdienst te begrijpen: God, katholicisme, geloof, en zo verder. Ik geloof wel dat Onze Lieve Vrouw mij aan het voorbereiden was voor Medjugorje, waar ik op een dag uiteindelijk het begin van mijn bekering zou beleven. Maar in mijn tienerjaren was ik er zeker nog niet klaar voor.

Na mijn korte inleiding tot het Katholiscisme, verdween mijn aandacht ervoor en geleidelijk aan verdiepte ik mij in New Age, meer bepaald het gnostieke gedeelte ervan. Ik kan hierover blijven doorgaan, maar elkeen heeft zijn eigen verhaal. Laat het volstaan met te zeggen dat ik er heel diep mee verbonden was, er volledig en extreem koppig in geloofde en het ook verdedigde: niemand kon mij overtuigen met een ander soort geloof.

Ik had problemen met de Kerk en begon de "georganiseerde godsdienst" als beperkt en "door mensen gemaakt" te zien. Neen, ik geloofde dat ik met iets te doen had dat veel groter was en dat niet iedereen zo begenadigd was om dit in te zien.

Toch had ik tijdens mijn "Katholieke tienerjaren" gehoord over Medjugorje en werd er door gefascineerd! Waarschijnlijk meer door de mystieke aspecten ervan dan door de spirituele boodschappen die werden doorgegeven. Ik had altijd al naar Medjugorje willen gaan, maar dacht nooit ernstig over de mogelijkheid na.

Zo’n tweetal jaren geleden zette ik mij op het internet aan het zoeken hoe het dezer dagen was met Medjugorje en de zieners. Gingen de verschijningen nog steeds door? Ik vond op het internet de informatie over de IIPG Gebedsgroep en zond een korte mail naar Steve Shawl met enkele vragen. Al vlug antwoordde hij en bleef ik vragen sturen. Mijn nieuwsgierigheid werd groter en groter.

Op een dag zei hij: "Onze Lieve Vrouw zou u graag iets willen aanbieden," en hij mailde mij een Rozenkransgebed uit Medjugorje. Ik werd er sterk door bewogen, om niet te zeggen "aangegrepen." Nadat ik dit Rozenkransgebed had ontvangen was ik er nu zonder enige twijfel zeker van dat ik moest proberen om een bedevaartsreis naar Medjugorje te maken en dit zo vlug als mogelijk. Ik plande een reis in juni 2001. Ik bleef in contact met Steve Shawl en ik moet eerlijk zeggen dat ze heel geduldig en helpvol waren.

Ik was zo opgewonden om er heen te gaan en ik ben er van overtuigd dat iedereen zich op een bepaald moment heeft afgevraagd waarom ik naar Medjugorje werd geroepen. Steve denkt dat ik teruggeroepen ben tot de Katholieke Kerk! Ik voelde me erg verlegen bij deze verklaring en stelde mij verdedigend op. Neen, op geen enkele manier had Maria mij naar ginds geroepen om opnieuw Katholiek te worden! Dat zou een stap terug zetten zijn. Ik was ervan overtuigd dat ik daar was om een schouderklop te krijgen, omdat ik één van de weinigen was die "werkelijk het grote verhaal kende omwille van mijn gnostische achtergrond." Ik werd "beloond." Ik had helemaal geen interesse om opnieuw Katholiek te worden.

En zo ging ik voor de eerste keer naar Medjugorje en in het begin voelde ik er mij, eerlijk gezegd, erg ongemakkelijk. Ik sprak er mensen die dikwijls "Geloofd zij Jezus" zeiden of "Eer aan Jezus" of "Hallelujah" of die elke dag naar de Mis gingen. Ik had werkelijk het gevoel dat ik een reiziger was met een boel fanatiekelingen, niettemin Katholiek, en ik was heel erg bezorgd dat ze hun geloof aan mij zouden opleggen. En zo stelde ik mij erg verdedigend op en begon ik mij ernstig af te vragen wat ik hier op deze plaats kwam doen. Een deel van mij wou terug naar huis en ik was daar nog geen volledige dag.

Het was een moeilijke tijd, die eerste dag, omwille van mijn defensief opstellen. En toen kwam het keerpunt. Ik had een ongelofelijk gesprek met iemand van de IIPG groep die samen met mij de Krizevac beklom. Voornamelijk ging mijn gesprek met haar over het Katholieke geloof, zoals: waarom te biechten gaan bij priesters die ook zondaars zijn en zo verder, kortom, de gebruikelijke onderwerpen. Wat me deed wankelen was haar absolute passie in haar woorden. Haar geloof was zo sterk dat, tegen de tijd dat we de Krizevac hadden afgedaald, ik niet meer kon wachten om te gaan biechten en dit voor de eerste keer in 8 tot 10 jaar!

Ik ging te biechten en ik weende. Ik biechtte met de Rozenkrans in de handen op het ogenblik dat de massa aandikte, want Onze Lieve Vrouw zou aan Vicka haar dagelijkse verschijning gaan hebben. Ik voelde mij dus heel nauw verbonden met Maria tijdens mijn biecht.

Na de biecht ontving ik voor de eerste maal de Heilige Communie sinds mijn kindertijd en dan nog tijdens een mis in het Kroatisch, waar ik al helemaal niets van verstond. Na de Heilige Communie richtte ik mijn handen naar de hemel en zag ik het Mirakel van de Zon! Ik was zo gelukkig.

Van die dag aan was het alsof het New Age geloof, dat ik voor jaren hoog in mijn vaandel droeg, ter discussie stond! Het was voor mij niet langer belangrijk om dit of dat te geloven. Mijn hart had zich geopend en ik voelde geen enkele dreiging onder het idee van "misschien verkeerd te zijn" en het Katholieke geloof te herontdekken. Het is verbazingwekkend hoe een sterk aangehouden geloof, dat zich gedurende meer dan acht jaar had ontwikkeld in mij, in amper enkele dagen, volledig verdwenen was. Ik ben er nog steeds verbaasd over als ik er aan denk.

Het begon allemaal met mijn bekering op de Krizevac en mijn vriendin die het woord had staat voor mij nu voor eeuwig in het hart gegrift als mijn "Medju-berschermengel."

Ik wens nog één verhaal te delen van tijdens mijn eerste reis naar Medjugorje. Een verhaal over een ontmoeting met één van de zieners.

Sinds mijn eerste kennismaking met Medjugorje, werd ik geboeid door de zieners en droomde ik er uiteraard van om één van hen persoonlijk te kunnen ontmoeten. Ik had nochtans niet gebeden voor deze genade, omdat ik dacht dat dit toch niet zou mogelijk zijn … tot onze voorlaatste dag te Medjugorje. Na een wandeling met een nieuwe vriendin die wist waar Vicka verbleef, zei ze tot mij: "Misschien is het omdat u Haar niets in het bijzonder hebt naar gevraagd, dat u nu van Onze Lieve Vrouw te kans krijgt om Vicka te ontmoeten.

Na met haar te hebben gepraat en er van overtuigd te zijn dat zij mij kon voorstellen aan haar, werd ik uitgenodigd voor het avondmaal. Ik was zo opgewonden! Ik bad die nacht dat deze wens zou mogen uitkomen! We baden er samen voor en ik kan met geen woorden omschrijven hoezeer ik er naar uitkeek!


Het was een moeilijke tijd, die eerste dag, omwille van mijn defensief opstellen. En toen kwam het keerpint. Ik had een ongelofelijk gesprek met iemand van de IIPG groep die samen met mij de Krizevac beklom. Voornamelijk ging mijn gesprek met haar over het Katholieke geloof, zoals: waarom te biechten gaan bij priesters die ook zondaars zijn en zo verder, kortom, het de gebruikelijke onderwerpen. Wat me deed wankelen was haar absolute passie in haar woorden? Haar geloof was zo sterk dat, tegen de tijd dat we de Krizevac hadden afgedaald, ik niet meer kon wachten om te gaan biechten en dit voor de eerste keer in 8 tot 10 jaar!

Ik ging te biechten en ik weende. Ik biechtte me de Rozenkrans in de handen op het ogenblik dat de massa aandikte, want Onze Lieve Vrouw zou aan Vicka haar dagelijkse verschijning gaan hebben. Ik voelde mij dus heel nauw verbonden met Maria tijdens mijn biecht.

Na de biecht ontving ik voor de eerste maal de Heilige Communie sinds mijn kindertijd en dan nog tijdens een mis in het Kroatisch, waar ik al helemaal niets van verstond. Na de Heilige Communie richtte ik mijn handen naar de hemel en zag ik het Mirakel van de Zon! Ik was zo gelukkig.

Van die dag aan was het alsof het New Age geloof, dat ik voor jaren hoog in mijn vaandel droeg, ter discussie stond! Het was voor mij niet langer belangrijk om dit of dat te geloven. Mijn hart had zich geopend en ik voelde geen enkele dreiging onder het idee van “misschien verkeerd te zijn” en het Katholieke geloof te herontdekken. Het is verbazingwekkend hoe een sterk aangehouden geloof, dat zich gedurende meer dan acht jaar had ontwikkeld in mij, in amper enkele dagen, volledig verdwenen was. Ik ben er nog steeds verbaasd over als ik er aan denk.

Het begon allemaal met mijn bekering op de Krizevac en mijn vriendin die het woord had staat voor mij nu eeuwig in het hart gegrift als mijn “Medju-berschermengel.”

Ik verlangde zo hevig om naar huis terug te keren om aan iedereen te kunnen vertellen wat een mooie bedevaart ik had meegemaakt, maar hoe kan ik al het goede vertellen over de reis als de laatste gedachte die ik heb er een is van volledig in de steek gelaten te zijn, een gedachte waarbij mijn hart volledig gebroken was. Ik had steeds gedacht dat gebeden worden beantwoord. Ik had geen enkele bijzondere intentie tijdens deze bedevaart en ik de vraag die ik had gesteld was echt niet onoverkomelijk groot! Ik voelde mij diep gekwetst en was helemaal niet bevreesd om dit ook aan Onze Lieve Vrouw te  laten blijken.

Na de Heilige Mis, wou ik, zoals gebruikelijk, niet nablijven om met iedereen een woordje te hebben. Ik wou alleen maar teruggaan naar ons verblijf. En dat deed ik ook. Ik ging terug, samen met mijn kamergenote, Peggy, en terwijl we op het pad naar het hotel terugwandelden,

zat daar, tot mijn stomme en grote verbazing, Vicka. Ze zat onder de veranda van het huis waar we verbleven! Onmiddellijk had ik het gevoel dat, in plaats van dat ik naar haar toeging, zij naar ons toe was gezonden!

Onnodig om iets verder te zeggen: u hebt er geen idee van hoe gelukkig ik me voelde. Wat een wijze om deze bedevaart te mogen beëindigen. Ik vertelde Vicka dat ik van haar hield en ze legde haar armen rond mij en gave me knuffels en kussen! Ik bevond mij in de zevende hemel! Onze Lieve Vrouw had mij verhoord.

Ik kan blijven doorgaan, maar ik denk dat u de hoop van mijn ervaring hebt begrepen. Het was zoals in een achtbaan vanaf het begin tot het einde, maar, zoals ik reeds eerder heb gezegd: voor mij betekent Medjugorje rock and roll, geen rust en ontspanning, maar verlossing en herstel! Ik kan niet wachten om er terug te keren!

Met de reis beëindigde ook mijn betrokkenheid bij de IIPG gebedsgroep! En te denken dat het allemaal begon met een een kleine onschuldige mail naar Steve en het Rozenkransgebed dat hij mij had doorgemaild. Dat gebed heeft er nadien ook voor gezorgd dat een andere dame ook naar Medjugorje ging. Een collega van mij op het werk bekeek het terwijl ik aan tafel zat en zei: “Weet u, ik heb zo vele boodschappen gekregen. Overal zie ik Maria. Nu zie in een Medjugorje Rozenkransgebed en vertelt u mij om er heen te gaan. Ik denk dat ik de roep heb ervaren om daar ook heen te gaan.” Een maand later bevond ze zich reeds in Medjugorje en spreek ze van terug te gaan.

Twee weken nadat ik was teruggekeerd uit Medjugorje, was ik alles aan het voorbereiden om nar een andere appartement te verhuizen aan de Noordkant van Chicago. Eenmaal ik verhuisd was zocht ik naar de dichtsbijgelegen Katholieke Kerk. En maar twee blokken verder van mijn nieuwe thuis was er een kerk met de naam “Onze Lieve Vrouw van Lourdes!” De Kerk heeft een grote schildering vooraan van Onze Lieve Vrouw op een wolk, samen met zieke mensen die Haar omgeven. Het is prachtg!

Ik heb het gevoel dat Onze Lieve Vrouw niet wil dat ik zou vergeten wie er verantwoordelijk voor is om mij naar Haar Ziin en Zijn Kerk terug te brengen!

Dank om dit te hebben gelezen en God zegene u!

Kelly

Ralph MacKie, Alaska

Mijn leven is nooit meer hetzelfde geweest.


Groeten, IIPG leden! Ik heb mij aangesloten in het jaar 2000, toen men al ongeveer een vijfhondertal leden had. Nu, in 2006, zie ik dat er meer dan 2.700 leden zijn en dit dankzij God en de grote inspanningen van onze Heilige Moeder, en uiteraard ook dankzij u, mijn broers en zussen.

Ik ben als katholiek geboren en opgegroeid, maar toen ik elf was, gingen mijn ouders uit de echt en hielden we op met naar de Heilige Mis te gaan. Tegen dat ik Zuidoost Alaska verliet om college te gaan volgen in Californië in 1971, geloofde ik niet langer in God. Ik dacht dat het allemaal te mooi was om waar te kunnen zijn. Binnen de kortste tijd begon de werkelijkheid van de puberteit, na heel teruggetrokken en op zichzelf gerichte kinderjaren, zwaar op mij te wegen en tegen de lente van het eerte jaar van het college bracht ik een hele tijd door in depressie en schuldgevoelens.

Op een nacht reed ik uit met mijn fiets en botste ik op een herboren Christen, Jeff, die in mijn flat leefde. Ons gesprek draaide spoedig uit in persoonlijke problemen en hij bood een verklaring aan. "Er is een door de mens gemaakte God in ieders hart, dat Jezus kan vullen." Jeff, gaf me een klein boekje, "de vier spirituele wetten," en later die avond zat ik onder een boom en keek omhoog en zei: "God, ik weet niet of U daarboven bent of niet, maar als U er bent, laat het mij dan alstublieft weten, en zal ik mijn leven aan u schenken."

Ik hoopte op een groot teken, iets als een miraculeus antwoord dat mijn lot zou bezegelen. Maar er kwam geen antwoord. Dat kwam in die tijd voor mij heel hard aan, omdat ik voelde dat, als God ginds werkelijk was, Hij me dit gemakkelijk kon laten weten. Vandaag ben ik dankbaar voor de wijze waarop alles is verlopen, omdat het werkelijk meer genadig is om te geloven zonder te zien, maar in die tijd wou ik enkel maar zien.
Uiteindelijk besloot ik toch oim Christen te worden. Ik dacht dat ik nog geen teken van God waardig was, maar ik gaf mij voor honderd procent en het zou niet lang duren eer ik het waardig zou worden. En zo werd ik in werkelijk een maniak. Ik bad, vastte, las de Bijbel en woonde elke dienst en gebedsontmoeting bij die ik kon bijwonen. Eerst moedigden mijn ouders mijn interesse in God aan, maar spoedig werden ze bezorgd dat ik de andere uiterste weg was opgegaan, wat inderdaad het geval was. En zo, onverrassend, kreeg ik binnen de drie jaar een burn out en gaf alles op. In geen tijd veranderde ik van de meest vrome christen in een "afvallige," en raakte ik voor een lange tijd betrokken in een nieuwe diepe depressie en een periode van zelfmedelijden.

Gedurende een aantal jaren liep ik doelloos rond. Na aan de pijpleiding naar Alaska te hebben gewerkt, waarbij ik heel wat geld kon sparen, besloot ik om in 1975 terug te keren naar San Francisco Bay om er een aantal antwoorden pogen te vinden op mijn spirituele vragen die bleven smeulen in mijn hart. Het is daar dat ik "The Moonies" ontmoette, alhoewel ik reeds een aantal weken over hun identiteit had horen spreken. Deze Verenigingskerk van voornamelijk Christelijk oorsprong deed een oproep tot een volledig vroom hart, geest, ziel en sterkte voor het bouwen van Gods Koninkrijk. Ik sprong er in met beide voeten en tegen de tijd dat ik leerde dat de beroemde goeroe "Sun Myung Moon" onze leider was, was ik overtuigd over de authenticiteit van onze opdracht en was ik bereid om hem te verdedigen tegen wat voor mij dezelfde verwerping leek, die Jezus Christus 2000 jaar eerder had moeten ondergaan.

Opnieuw begon ik explosief aan dit geloof, zodat ik na drie jaar alweer terecht kwam in een "burn out." Ik herinner me dat ik in Chicago aan een stoplicht stond met mijn emmer anjers, opkijkend naar de Hemel, zeggend: "Het spijt me waarachtig Heer, maar dit kan ik niet meer aan."

Ik keerde terug naar huis om een normaal leven te leiden. Ik vond een goede job, bouwde een huis, huwde een liefhebbende echtgenote en werd begenadigd met twee kinderen. Maar ik was niet vergeten dat er helemaal diep in mijn hart, een gat achterbleef.

Ralph MacKie, Alaska

In 1996 nodigden vrienden mij uit om mij aan te sluiten bij de Katholieke Kerk van de Heilige Johannes. Het was bijna dertig jaar geleden dat ik nog naar de Mis was geweest, maar toen ik het Heiligdom binnentrad op die mooie lentedag, werd het gat in mijn hart zacht aangeraakt door de Liefde van God. Mijn vrouw was eveneens erg bewogen en sinds lang namen we de beslissing om samen de Mis beginnen bij te wonen. Daarop ging ik voor de eerste maal in dertig jaar te biechten en mijn begon het proces binnen mijn familie dat leidde tot het doopsel, de verzoening, de communie en het vormsel.

Dit zou normaal gezien het einde van mijn verhaal zijn, was er niet de memorabele zondag 24 juni 1998. Op die dag hernieuwden mijn echtgenote en ik onze geloftenen ontvingen wij het sacrament van het Heilige Huwelijk en terwijl we voor de congregatie stonden, herkende ik een bezoeker uit een nabijgelegen stad. Ik was samen met zijn zoon opgegroeid en zo zocht ik hem na de Mis op om dag te zeggen.

Nadat hij zijn felicitaties had gegeven, haalde de bezoeker twee rozenkransen uit zijn zak en vertelde hij mij dat de Heilige Maagd deze zelf had gezegend. Hij zei dat hij juist van ergens uit Joegoslavië was teruggekeerd, waar Onze Lieve Vrouw elke dag verscheen. Het was doodernstig en ik stond verbaasd. Na elkaar vaarwel te hebben gezegd, ging ik onmiddellijk naar onze kloosterzuster en vroeg haar of zo ooit over deze plaats in Joegoslavië had gehoord. En ja hoor, ze beval ons aan om een video over de verschijning te bekijken.

Het was de gekende Boston Center for Peace video uit 1984 en ik sloeg met een klap dicht! Ik wist vanaf het moment dat de zieners op hun knieën vielen dat het waar was. Mijn leven is nooit meer hetelfde geweest. Ik ben begenadigd met de mogelijkheid om Medjugorje drie maal te bezoeken en, zoals u, verlangt mijn hart ernaar om dichtbij de Heilige Jacobuskerk, de Verschijningsheuvel en de Kruisberg te zijn. Ik probeer elke dag om God te bedanken om ons Zijn Moeder aan onszelf te schenken en ik probeer steeds Haar boodschappen te volgen. Alhoewel ik dikwijls faal, verleent onze Vader in de Hemel mij de genade om te blijven proberen, waarvoor ik Hem nooit genoeg kan bedanken. Vrede zij met u allen.

Uw broer in Christus,

Ralp Mackie

Kouao Kablan Michel, Ghana, Ivoorkust

God eren met glorie maakt deel uit van mijn leven!

Groeten IIPG leden! Ik heb uw groep vervoegd in 1997.

David zei in zijn psalm hoe goed en prachtig het is om met onze naaste in eenheid te leven. "Een verzoek, aan mij gevraagd in een stem van samenhorigheid, zal ik steeds nakomen," zei de Heer.

Ik ben een Katholiek die geloofd dat de Heilige Maagd Maria voor mij tussenkomt in mijn gebeden. Daarom beschouw ik het als een hoge waardering dat ik een groep mag vervoegen die Onze Heilige Maagd Maria eert.

Ik werd volwassen in gebed en zo heb ik ook gebeden nodig van andere mensen. Ikzelf wens eveneens altijd voor anderen te bidden.

God eren met glorie maakt deel uit van mij sinds ik koorleider ben. Het lidmaatschap van de gebedsbroep duwt niet allen mijn gebedsmoraal omhoog maar helpt eveneens in het verspreiden van de groepsboodschappen in Ivoorkust en Ghana.

In Christus verenigd,

K.K. Michel

Bron: IIPG

Vertaling: Chris De Bodt


02-10-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De IIPG [International Internet Prayer Group] [deel 4]
De IIPG [International Internet Prayer Group] [deel 4]

Rafaelmarie, California

Mijn eerste Medjugorje bedevaart, 23stee verjaardag, door Rafaelmarie.
 
Vooraleerst wens ik te zeggen dat mijn Medjugorje bedevaart de meest traumatische ervaring was uit mijn leven, maar dan op een positieve wijze. Het was een opleidingskamp voor de ziel. Het was lichamelijk, geeestelijk en emotioneel uitputtend. Het is alsof u moe aankomt en men van deze vermoeidheid niet kan herstellen, tot de tijd komt om weer naar huis te gaan. Men komt vermoeider thuis dan dat men vertrokken is, maar de Heilige Moeder voorziet in de genaden om door te gaan! Hoe dan ook, laat mij het verhaal vertellen.

Ik ben geen deskundige in de literatuur, verontschuldig mij dus voor mijn nogal slechte grammatica. Ik probeer enkel om te schrijven op een wijze om de gebeurtenissen en de emoties die er mee samengingen niet te vergeten, zo alstublieft vergeef mij mijn schrijfstijl.

Ook ben ik niet zo zeker van wat er zich precies allemaal afspeelde tijdens de tijdslijn, maar ik heb mijn best gedaan, waarbij ik gebruik heb gemaakt van de beelden van mijn video camera. Maar ik het geef het toe: het is een lang verhaal omdat er heel wat te schrijven valt over de prachtige mensen die ik heb ontmoet en de gebeurtenissen die ik beleefd. Daarom mijn verontschuldigingen.

Eerst vroeg mijn echtgenote of ik mee wou gaan op een cruise in Alaska. Ik bedankte omdat ik havens verkies waar het water warmer is, zoals Jamaica, Puerto Rico en zo verder. Later draaide de reis uit op een onderonsje onder de vrouwen, daar mijn vrouw haar nichten, tante en ook mijn dochter meenam op de cruise.

Een aantal maanden later vroeg mijn echtgenote of ik naar Medjugorje wou, omdat ze wist dat ik er altijd al heen had willen gaan en het een beetje wou goedmaken voor de Alaskareis. Ik was gelukkig dat ik eindelijk naar Medjugorje kon gaan, maar tegelijktertijd aarzelde ik, daar ik Medjugorje reeds in mijn hart doreg, of het zo dacht. Ik was reeds een vurige voorstander, ook al was ik nog nooit naar Medjugorje geweest. Ook was ik, sinds ik er voor de eerste keer over had gehoord naar alle Irvine Medjugorje Vredesconferenties geweest. Ik ging er zelfs heen, toen ik zonder werk was, jaren geleden, en dit zonder de inkom te betalen, en in de hoop dat ze mij zouden binnenlaten. Door Maria’s genade waren de organisatoren van deze conferentie altijd zo gewillig om dit toe te laten.

Zoals ik reeds heb vermeld was ik steeds een grote voorstander van Medjugorje, las ik de boeken van Wayne Wayble, zijn nieuwsbrieven, andere boeken over Medjugorje, was ik op mailadressen ingeschreven met de boodschappen van Onze Lieve Vrouw, en zo verder. Zo vroeg ik mezelf af, wel wat nu? Waarom wil de Heilige Moeder dat ik nu ga, daar ik altijd al tot Haar Vlaggenschepen had behoord? Om eerlijk te zijn, was ik een beetje op mijn hoede, omdat ik uit eigen ervaring, en u misschien ook uit uw ervaring, weet dat, elke keer dat de Heilige Moeder iets wil van ons bereiken, dit gewoonlijk iets is wat we niet willen doen.

Vrijdag 18/6/2004, eerste dag

Het was dus tijd om te vertrekken en in allerijl bracht mijn echtgenote mij naar de LAX-luchthaven. Terwijl ik naar de KLM-balie wandelde, werd ik er mij van bewust dat ik niets had om tijdens de periode met mijn vrouw te communiceren, omdat zij tegelijkertijd op de cruise liner zou zitten. Ik voelde me dus een beetje afgesloten van de buitenwereld, maar ik denk dat dit is hoe Onze Heilige Moeder het wou: ze wou mij voor Haar alleen hebben, denk ik.

Zaterdag 19/6/2004, tweede dag

Na een korte tussenstop in Detroit, kwamen we aan in Amsterdam. Daar ontmoette ik eindelijk ook mensen die naar Medjugorje gingen: een prachtige kloosterzuster, die reeds voor vele jaren reizen voor groepen organiseerde.. Ik kon ook te biechten gaan bij een uitstekende priester, Vr. Robert Sadleck. Ik heb nooit zo’n priester gezien die zoveel bezield was door de Heilige Geest als hij.

Diezelfde dag kwamen we te Split, Kroatië. De luchthaven deed me herinneren aan de Sangster luchthaven van Jamaica. We moesten buiten het vliegtuig verlaten. Ik was uitgeput en we hadden nog drie uur met de bus te rijden tot Medjugorje. We ontmoetten onze reisgids, Snezana. Vraag me niet of dit is juist geschreven, ik probeer enkel haar naam op de beste manier te spellen. Haar bijnaam was Sneeuwwitje en daar hield ze niet van. Ik noemde haar Snezzy.

De Kroatische Adriatische kustlijn is adembenemend mooi en kon vanuit de lucht worden waargenormen toen we de luchthaven van Split naderden. Het gebouw stond nog een beetje in de kinderschoenen en was nog niet volledig afgewerkt en de Adriatische Zee was zo blauw als azuur, zoals bijvoorbeeld ook de kust van Jamaïca.

Na de drie uur misselijke makende busrit [we namen de langere weg om ook wat van de Adriatische Kust mee te nemen], kwamen we eindelijk aan in Medjugorje. Ik zette mijn camera aan en ik begon te filmen. Ik verwachtte Medjugorje niet zo modern te zien zoals vandaag. In feite was het meer modern dat de thuisstad van mijn echtgenote, Orocovis, dat in Puerto-Rico is gelegen, een met de Verenigde Staten geassocieerde vrijstaat. We waren maar net uitgestapt en ik nam al een van de zigeunerbedelaars waar. Snezzy had ons de raad gegeven om geen geld te geven omdat het illegaal is. Ook had Snezzy gezegd dat ze ervan droomde om naar San Francisco te gaan en ik zei bij mezelf: "Wil Snezzy naar Sodom en Gomarra gaan? Kan een ware Medjugorje-liefhebber hier naar verlangen?"

Een beetje verder kwamen we op een kleine weg en onze doorgang werd belemmerd door een plaatselijke inwoner met een Mercedes Benz die weigerde om achteruit te rijden. Na enkele woorden door onze buschauffeur, reed de bestuurder van de Mercedes Benz achterwaarts en liet ons door, terwijl hij gemeen naar onze buschauffeur staarde, toen we langsreden. Ik zei bij mezelf: "gedragen de mensen uit Medjugorje zich altijd op deze wijze?"

Toen we in ons verblijf aankwamen bij Mirjana Brecic, de oudere zus van Vicka en Nedjo’s weduwe, vroeg de organisator een fooi voor de bestuurder. Ik zei bij mezelf: "wacht eens een ogenblik, onze reisbrochure zegt dat de veertig dollar fooi die we hadden gegeven deze fooi zou meerekenen! Is onze bestuurder en reisorganisator uit op een dubbele fooi?" Er was niets tegen in te brengen: ik begon reeds ernstig te twijfelen over de legitimiteit van mijn bedevaart. Toen ontmoetten we onze reisorganisator, Ana, een Heilige, die ons liefdevol verwelkomde. Nadat we onze bagage kregen, werden we apart gezet met onze kamergenote, kregen we onze kamers toegewezen en daarna begonnen we aan het avondeten. Ikzelf was klaar om het avondeten over te slaan en naar bed te gaan, maar tegelijkterijd voelde ik de honger in mijn maag.

Op mijn weg naar de slaapkamer sprak ik Ana aan over de tegenstellingen: het moderne dat ik waarnam, alsmede de sfeer van onheiligheid, tenminste vanuit mijn onwetend standpunt. Ana beantwoordde geduldig en met veel liefde al mijn twijfels met preciese en verstandige uitleg en legde me de gevaren uit om niet misleid te worden. Ze vertelde me ook dat ik zeker niet de eerste was die deze bezorgdheid deelde.

Na het avondeten gaf Ana ons een beetje geschiedenisles over Medjugorje, de zieners, de verschijningsplaatsen. Ik was werkelijk erg geïnteresseerd in de heel eerste verschijning van Onze Lieve Vrouw van Medjujorje en Ana toonde ons op de kaart het Kruis dat dit punt markeerde. Ik nam alles, met betrekking tot deze hoofdverschijningsplaats, goed op in mijn geest en was vastbesloten om de plaats te gaan vinden.

We aanvaarden allen zowat Ana’s uitnodiging om naar de Heilige Jacobuskerk te gaan. Ze gaf ons een prachtige beschrijving. Op mijn weg daarheen veranderde mijn Rozenkrans in goud die ik heel erg mooi had gepoetst voor de lange reis naar Medjugorje. Terzijde, bij mijn vriendin Karen, die gescheiden leefde van haar echtgenoot, veranderde niet enkel haar Rozenkrans in goud, maar eveneens de Rozenkrans die ze voor haar echtgenoot had gekocht. Voor mij was dit een teken dat ze misschien later uiteindelijk terug bij elkaar zouden komen.

Zondag 20/6/2004, derde dag

De volgende ochtend werd ik wakker rond drie uur ’s ochtends en noteerde ik opgewonden de ervaring van de jetlag. Ik werd wakker rond 4.30 uur. Het daglicht begon reeds op te komen vanaf drie uur, wat uiteraard eveneens bijdroeg aan mijn vroege opstaan. Ik hoopte dat mijn kamergenoot het niet zou erg vinden dat ik zo vroeg opstond. Hij lag nog steeds in bed.

Ik was vastbesloten om naar de Verschijningsplaats te gaan en ondernam mijn eerste stappen buiten de slaapstad. Ik merkte reeds een andere wakkere pelgrim op en hij vroeg mij vanop zijn balkon waar ik heen ging. Ik vertelde het hem en ging verder, met mijn oude camera. Mijn echtgenote had reeds een digitale camera.

Ik nam het eerste pad dat leek naar de Verschijningsbeeld te gaan, het bevond zich naast een Kerk met de Miraculeuze Medaille in de klokkentorens. Als u reeds naar Medjugorje bent geweest, weet u waarschijnlijk over dewelke ik praat.

Eenmaal op het pad begon ik reeds te zweten en werd het ademen moeilijker, maar ik raakte niet vermoeid. Ik ging regelmatig buiten werken en ging elke dag zo’n anderhalf uur gaan joggen. Ik vertel u dit, omdat de onervaren bedevaarder dient te weten dat de Verschijningsheuvel en de Kruisberg niet zomaar een kleine wandeling zijn.

Het leek er op dat het pad goed bewandeld was, maar het was niet verwoest en in een goede staat, nadat reeds 33 miljoen pelgrims Medjugorje hadden bezocht. Ik heb het vermoeden dat de engelen van Onze Heilige Moeder het pad goed onderhouden.

Ik kom nu aan de bronzen basreliëfs van de Glorierijke mystieries en de 14 Staties. Dat is wat ik minstens heb kunnen opslaan op film. Misschien zijn er dingen die ik vergeten ben. Ik heb elk mystierie en elke Statie gefilmd, maar ik haak af wanneer er mensen staan rond te bidden. Ik wil hen niet storen.

Uiteindelijk kom ik op de plaats van het beeld van de Koningin van de Vrede. Er was een reeds een blootvoetse pelgrim aanwezig om 5 uur ’s morgens, geknield en alsof getroffen door de Heilige Geest. Ik knielde neer vóór het beeld. De blik scheen mij recht in de ogen te kijken, op een wijze dat de Heilige Moeder naar Haar kinderen kijkt. Ik moet u vertellen dat dit voor mij het beeld is waar Onze Moeder er het gelukkigst uitziet, het lijkt er op dat de Heilige Moeder mij waardeert, tenminste mij! Ik heb dit op film gezet.

Een paar minuten later aanbad ik ook het reuzekruis van onze Heer, dat zich een paar passen links van het beeld bevindt. Enkele pelgrims zijn er reeds op dit vroege uur in de morgen. Ik sprak iemand aan en vroeg hem van waar hij afkomstig was. Hij antwoordde: "Korea" en ik was gelukkig. Ik begon mij reeds af te vragen of een deel van het plan van onze Heilige Moeder ook het bekeren van Noord-Korea was.

Ik vervolgde en ging hoger het verschijninggspad op. De rechterkant van het spoor ging spoedig over naar de linkerkant en ik had een vals gevoel dat het de verschijningsplaats omsingelde om terug te keren naar Medjugorje. Ik besloot om het spoor te verlaten in mijn zoektocht om de allereerste verschijningsplaats te vinden. Ik kwam aan hoge rolstenen en hield ervan om op hun top te wandelen en er van steen tot steen over te springen, maar al spoedig ontdekte ik dat ik hier niet zou in slagen, ook niet via de struiken. Ik besloot om terug te keren tot het hoofdpad.

Daarop kom ik op een smal pad dat aanvangt vanop de top van het hoofdpad. Ik volgde het. Op mijn weg zag ik vele Rozenkransen en kleine kruisen, die vermoedelijk door vorige bedevaarders zijn achtergelaten. Ik bleef het pad volgen, maar werd gehinderd door vliegen en struiken en ik zag dat grote spinnen hun web hadden geweven tussen de struiken. Hoe hoger ik ging, hoe groter de spinnen leken. Op het einde waren het net tarantulas.

Het spoor kwam eindelijk ten einde, bijna op de top van de Podbrdo, de Verschijningsberg. Maar alvorens ik ginds raakte, merkte ik een plek op waar alle vliegen plots ophielden met rond te vliegen. Dan zag ik het Witte Kruis zo’n vijftig meter verder, samengesteld uit enkele lange stammen, midden in een groot grassig gebied. Maar het leek er niet veilig om er lang te blijven, zo dacht ik erover. Ook had ik het gevoel dat dit dit Kruis zich te ver bevond van het kruis dat de eerste Verschijningsplaats markeerde.

Op mijn terugweg, kwam ik teug op de plek waar de vliegen ophielden mij te pesten een een koele bries maakt de spot mooi zichtbaar. Ik stond daar en vroeg mij af, terwijl ik naar beneden keek, waarom ik daar een groot stenen Kruis in de grond waarnam. Ik zag ook een kleiner Kruis aan de rechterzijde ervan en twee kleinere Kruisen aan de rechterzijde van de top en bijna loodrecht tegen de wand. Hmmm, ik vroeg me af wat dit allemaal te betekenen had.

Het was reeds 6.30 uur ’s ochtends en ik besloot om opnieuw langs het hoofdspoor neer te dalen en terug te keren voor het ontbijt. Ik was doornat van de dauw en moest een douche nemen en van kledij veranderen voor het ochtendeten, maar ik had iets om over te praten tijdens het ontbijt. Terzijde gaf ik Ana en Snezzy kennis van mijn avontuur. Snezzy gaf mij de raad om mij niet te ver te wagen, omdat enkele pelgrims er ooit het leven hadden gelaten. Ana vertelde me ook dat er gevaarlijke slangen waren die u bespringen.

De rest van de dag verliep eerder zonder bijzondere gebeurtenissen, maar ik had uiteindelijk een 360 graden kijk op de Heilige Jacobuskerk. Ik nam ook wat water uit de waterfontein in de Heilige Jacobuskerk. Ik liet het later, na de Misviering, zegenen door de Priesters en zo werd het miraculeus Medjugorje water.

Vóór de mis ging een deel van onze groep de Verrezen Christus bezichtigen, het bronzen beeld achter de Heilige Jacobuskerk. Het beeld bevindt zich aan het einde van de schrijn van de lumineuze mysteries. Een druppel water kwam miraculeus uit de rechterknie van Jezus en niemand heeft hier enige verklaring voor. Als het er miraculeus uitvloeit, is het volgens mijn mening, eveneens miraculeus water! Ik kon een druppel opvangen en zegende mijzelf ermee.

Juist vóór de aanvang van de Heilige Mis, sloot Vr. Svet de zijdedeuren af, opdat de Italianen langs daar niet konden binnenkomen aan het einde van de Mis. Ze hebben de slechte gewoonte om binnen te komen tijdens het laatste gedeelte van de Mis, om aldus een mooi plaats te kunnen bemachtigen voor tijdens de Italiaanse Mis die net na de Engelse Mis komt. Ik kon Vr. Svet begroeten en vroeg hem of hij mij nog kon herinneren van de Medjugorje Irvine Peace Conferentie, in Irvine, California. En inderdaad, hij kon mij nog herinneren.

Na de Mis merkte iemand Zuster Emmanuel op met een foto, samen met een aantal pelgrims binnen de kerk. Ik wist niet wie zij was, maar ik denk dat ik van haar reeds gehoord had. Aangezien ik haar reeds eerder, samen met andere bedevaarders in de Kerk, een foto had zien nomen, dacht ik dat ze er niet zou om geven als ik haar zou vragen om een foto. Ik vroeg het haar, maar ze antwoordde dat ze geen tijd had nu. Ik aanvaardde het antwoord, wat kon ik anders doen, maar ik voelde een schuldgevoelen over mezelf en zag mezelf als het karakter van Charlie Brown in een Allerheiligen TV-show, waarin hij en een groep kinderen vals speelden en in plaats van snoep kreeg hij altijd stenen.

Toen we buiten de Kerk kwamen, kwam Zr. Emmanuel naast mij gelopen om tegen iemand van mijn bedevaardvriendinnen te spreken, Karen. Ik vroeg Karen daarop wat de Zuster wou en ze zei dat Zr. Emmanuel een klein meisje zag die haar vroeg om mijn vriend uit te nodigen tot haar gebedsontmoeting die dat op drie uur ’s namiddags. Daarop gingen we naar het huis van Zr. Emmanuel op er te bidden, maar ze was er nog steeds niet. Maar iemand van haar vriendinnen, die haar hielp bij de opvang van weeskinderen, liet ons binnen. Het was nu reeds voorbij drie uur ’s namiddags en Zr. Emmanuel was er nog steeds niet en zo besloten we om de noveen van de 23ste verjaardag te bidden. Later kwam ze toch aan en vertelde ons dat dit voorzien was op de volgende dag, terwijl wij goed hadden begrepen dat het om deze dag ging. Tenminste bleven we bidden aan haar huis.

Alvorens naar onze logies terug te keren, haalde ik mij voor de geest hoe men de allereerste verschijningsplaats van onze Heilige Moeder kon bereiken. Ik merkte weideland op naar het Witte Kruis. Dat was mijn actieplan: ik zou via de weide het Witte Kruis bereiken.

Dit alles was gemarkeerd met veschillende kleuren gebladerte, dat ik herkende. Toen Joe en ik verder gingen naar de rechterzijde van het Verschijningspad, herkende ik de kleur va het gebladerte. Er leek een kleine opening en zo gingen we die plaats binnen. Joe nam een spoor waar dat enigszins bewandeld leek, omwille van de meer aardse kleur. Ik volgde Joe een beetje, maar ik herinnerde mij dat het Kruis beneden het gekleurde gebladerde was, dat ik mij herinnerde.

Hierop baden Joe en ik een gebed voor onze Heilige Moeder, om alstublieft niet naar onze zonden te kijken, maar in de plaats ervan naar onze inspanningen, om ons aldus te helpen om de plaats te vinden. Joe bleef op het spoor dat opwaarts de heuvel scheen te gaan en ik ging bergafwaarts om spoedig op dezelfde rotsstenen terecht te komen. Ik herkende de rotsstenen in mijn herkenningspunten uit mijn geheugen, maar ik was niet meer zeker of het Kruis naar

boven of naar beneden was. Toen hoorde ik Joe roepen: "Rafaël, Rafaël, ik heb het gevonden." Ik volgde zijn stem en vroeg hem waar hij zich bevond. Hij zei om het spoor te volgen, wat ik deed. Spoedig kwam ik op Joe en het Witte Kruis uit. Ik was overgelukkig.

Dit was een der mijlpalen uit mijn leven. We knielden neer en baden de twintig tientjes van de Rozenkrans, nog een van mijn mijlpalen. Tijdens de Rozenkrans, herinnerde ik mij bij momenten, dat ik niet verder kon, omwille van te grote emoties, maar we haalden het. We namen wat foto’s en gingen dan bergafwaarts. Deze keer namen we de gemakkelijke weg naar een douche en het ontbijt. Maar daarvoor brachten we nog een kort bezoek aan het Blauwe Kruis, dat zich beneden de heuvel bevindt. Ik geloof dat onze Heilige Moeder aan alles denkt. Ze wist dat er mensen zouden zijn voor wie het lichamelijk onmogelijk zou zijn om de Podbrdo te beklimmen. Het Blauwe Kruis, beneden aan de heuvel, was Haar antwoord.

Later die dag, na de Heilige Misviering, hoorden we een bekend Kroatisch priester aan het woord die leek te spreken met de taal der Engelen. U kon het van zijn aangezicht aflezen: hij was een heel heilig man.

Rond drie uur ’s namiddags begaven enkele bedevaarders zich, samen met mij, naar de plaats waar Zr. Emmanuel woont en dit op haar uitnodiging aan één van onze pelgrimvrienden, Karen. Zij bad een Rozenhoedje, dat samen met haar inzichten, in totaal zo’n twee en een half uur tijd in beslag nam. Een van mijn pelgrimvrienden, die nogal corpulent was, zakte door zijn stoel, tijdens het gesprek van de zuster. Onmiddellijk kwamen we hem allemaal ter hulp. Hij was erg beschaamd. En ik zal Zr. Emmanuels reactie hierop nooit vergeten: "Stop daarmee," wat nogal humoristisch overkwam, omdat de brave man er echt niets kon aan verhelpen.

Er waren een aantal dingen in de gebedstuin van Zr. Emmanuel die mijn aandacht trokken: het grote Kruis van Jezus en het beeld van onze Heilige Moeder. Ik stond een beetje verbijsterd bij het filmen van het beeld, omdat er een aantal insecten onder Haar oor kropen. Indien dit mijn beeld was geweest, zou ik er zeker voor hebben gezorgd dat die insecten zo vlug mogelijk weg waren.

Dinsdag 22/6/2004, vijfde dag

De volgende dag, vóór het ontbijt, aanvaardden een aantal van de bedevaarders uit onze groep mijn uitnodiging om naar het Cenacolo te gaan, een huis ver weg van hun eigen thuis, voor jongeren die drugsproblemen hebben gekend. Ik had over deze plaats reeds gehoord want iemand van de jongens, was ooit naar een vorige Medjugorje-conferentie te Irvine geweest. Zijn gesprek over zijn verblijf ginds was erg bewogen.

We kwamen aan het jongenscenacolo rond 7 uur ’s morgens en stonden aan de poort, te wachten op een gunst van de Hemel, zodat iemand ons zou opmerken en de poort zou openen. Ik wist ook dat ze een winkel hebben met religieuze voorwerpen. Dit zijn echte kunstwerkjes, waaronder vele die door de jongens zelf zijn gemaakt. Ze zouden dus gemakkelijk bedevaarders binnenlaten. En inderdaad, al spoedig kwam er iemand voorbij en liet ons binnen. We waren nog net op tijd voor de Kroatische Misviering van 7 uur in hun kapel.

Op de achtergrond bevind er zich een mooie muurschildering, gemaakt door de jongens. Het leek wel door een meesterkunstenaar gemaakt te zijn, in plaats van door de jongens. Het was waarachtig een miraculeus geïnspireerd schilderij. De jongens waren heel vriendelijk en beleefd voor ons. Ze boden ons zelfs een zitplaats aan, naast de jongens die er waren om alles te vertalen van het Kroatisch naar het Engels, maar hiervoor bedankten we. We wisten wat er werd gezegd omdat de Misviering, overal in de wereld, voornamelijk op dezelfde wijze gebeurt.

Na de Mis brachten we een bezoek aan hun kunstwinkel. Ik wist ervan omdat ik oot een mooi schilderij hebt gekocht van Onze Lieve Vrouw van Medjugorje, het mooiste schilderij van Haar dat ik ooit in mijn leven heb gezien. Ik had het gekocht op de Medjugorje vredesconferentie in Irvine. Ik praatte met de jongens, die het register bijhielden, over mijn persoonlijke betrokkenheid bij het kerkelijke werk in mijn parochie. Die locatie noemde de "Boys republic." Dit is een plaats voor jonge mensen die moeilijkheden kennen met de wet en en nieuwe kans krijgen door er gaan te studeren, aan sport te doen, maar eveneens met de tucht moeten rekening houden, in plaats van op stap te gaan met hun vrienden. Vooraleer we het cenacolo verlieten, gaf één van de jongens mij vrijblijvend een video cassette mee en wat leeswerk voor de jongens in de "Boys Republic."

"Boy’s Republic" is echter, als je het vergelijkt met het Cenacolo, zowat een communistische instelling met enkel gewone studie en lichamelijke opvoeding, maar geen godsdienst en daar ligt nu net mijn opdracht. Ik ga er zo’n tweetal keer heen per maand, en op de tweede woensdag praat ik steeds over Onze Heilige Moeder en leer ik hen hoe men de Rozenkrans moet bidden. En voor de laatste woensdagen van elke maand, kon ik een priester op de kop tikken en de biecht te horen en de Eucharistie te vieren.

Ik ga deze video tonen aan de jongens van de "Boy’s Republic." Wie weet gaan ze op een dag niet eens zal naar een Cenacolo, als ze geen ander verblijf zouden vinden. Ik denk dat de Cencaolo gemeenschap eveneens afdelingen heeft in Californië en andere plaatsen in de Verenigde Staten. Een ding weet ik zeker: deze jongens zijn als vruchtbare grond, klaar om het zaad van de bekering te planten. Later die week brachten we nogmaals een bezoek aan het Cenacolo.

Omdat ik niet zeker was of onze groep een bezoek aan het Cenacolo had gepland, besloot ik opnieuw om samen met enkele van de groepsleden te gaan, die eveneens waren geïnteresseerd. Ik was zo blij dat zo meegingen, en achteraf waren ook zij heel tevreden over het bezoek.

Na de Engelstalige Mis diezelfde morgen, werd onze bedevaartsgroep gezegend om Ivan te horen praten in het gele gebouw. Het was bezielend en ik heb er een gedeelte van gefimd en elke keer als ik het fragment opnieuw bekijk, lijkt het of er aan de boodschap iets nieuws is, of een heel nieuwe betekenis heeft. Maar zijn boodschap is de boodschap van de Heilige Moeder die steeds weer opnieuw, op een eenvoudige wijze en rechtuit, oproept om te bidden, te vasten en elkaar lief te hebben. Hij kondigde eveneens aan dat er een verschijning zou zijn voor iedereen om 10.30 uur ’s avonds. Ik kon niet wachten en was vastbesloten om een een zetel vooraan te bemachtigen, bij wijze van spreken. Na Ivan’s gesprek, vroeg ik of ik samen met hem op de foto kon, maar hij had geen tijd. Ook vroeg ik hem of hij zich de Medjugorje Conferentie te Irvine herinnerde, waarop hij bevestigend antwoordde.

Na Ivans gesprek werd aan ons allen gevraagd om te verzamelen rond de favoriete ontmoetingsplaats van Snezana, omdat we buiten Medjugorje gingen om Vr. Jozo te horen spreken. Ik kreeg uiteindelijk de kans om het omliggende gebied rond Medjugorje te zien, waarbij ik mij vaag een van de verhalen herinner waarover in de boeken van Wayne Weible wordt gesproken over deze gebieden. Op onze weg naar ginds aanhoorden we het droevige verhaal van de 40 Franciscaner Priesters martelaren die, rechtover de kerk die we bezochten, levend verbrand werden omdat ze niet wilden verzaken aan hun geloof. Hun foto’s zijn te bezichtigen binnen in de Kerk.

Toen we aankwamen bevond het beeld van de Gezegende Moeder zich bij de ingang. Ik denk dat dit het beeld was van de tenhemelopneming. Het was hetzelfde beeld als op de voorkaft van Wayne Weible’s boek, "The Final Harvest."

Ik herinner mij Vr. Jozo van een Medjugorje conferentie in Irvine. Het was de eerste conferentie over Medjugorje waar ik heen ging. Ik vroeg hem om zijn handen op het hoofd van mijn echtgenote en van mijzelf te plaatsen en om over ons te bidden. Mijn echtgenote is niet gelovig en zo is het onnodig om zeggen dat ze kwaad was op mij, omdat ze daar niet wou zijn. Vr. Jozo zei dat hij ons zou zegenen, maar dat we moesten blijven. Ik wou wel blijven, maar mijn echtgenote bleef maar aandringen om weg te gaan. Desondanks dit voorval heeft Vr. Jozo ons toch gezegend. Na zijn gesprek kregen we allen gratis een Rozenkrans en een foto van onze Heilige Moeder van Vr. Jozo. Daarna legde hij de handen op voor een geestelijke genezing, waarbij velen flauwvielen, geraakt door de Heilige Geest. Ik wenste eveneens zijn zegen te krijgen, maar de corpulente vrouw die zich voor mij bevond viel flauw na haar zegening en ik was er niet op voorbereid om haar op te vangen. Ik kon haar uiteindelijk wel opvangen, maar ik was erdoor verrast. Fr. Jozo keek mij hierop streng aan en zei met zijn ogen: "Wees voorzichtig." Ik kreeg zijn zegen niet. Ik kreeg spijt over mijn houding en probeerde opnieuw om Vr. Jozo’s zegen te krijgen. In mijn achterhoofd herinnerde ik mij hierbij Snezzy’s verhaal op de bus, op onze weg naar de Kerk, dat er een heks was die naar ginds was gegaan met haar groep, in haar poging om de krachten van Vr. Jozo te ontnemen. Vr. Jozo ging langs haar heen. Ik zei tot mezelf: misschien denkt Vr. Jozo dat ook ik het kwade bezit. Ik merkte een pas gewijde priester op [in een eerdere misviering werd ons verteld dat hij pas twee weken geleden tot priester was gewijd] en die de mensen zegende. De assistent van Vr. Jozo vroeg hem om de mensen niet te zegenen die zich in zijn rij bevonden, omdat het Vr. Jozo’s rij was. Ik had medelijden met hem en zo vroeg ik aan hem om mij te zegenen. Hij zegende mij en ik was gelukkig in zijn plaats.

Hierna keerden we terug naar Medjugorje en kreeg ik spijt in mijn bedenkingen over Vr. Jozo’s afwijzing. Na het avondmaal, diezelfde dag, begaf ik mij rond 18.30 uur onmiddellijk naar de Verschijningsheuvel, om een mooi plaats te bemachtingen. Ik bevond mij voor het beeld van Onze Heilige Moeder, precies op de plaats waar Zij de mensen aankijkt. Ik wist dat het, bij wijze van spreken, een marteling ging worden om te moeten wachten tot 22.30 uur, maar ik herinnerde mij een vroegere conferentie in Irvine, waarbij Wayne Weible iedereen binnenliet die in dezelfde Verschijningskamer wou zijn, samen met Ivan en Vicka. Ik wou er heel graag zijn, maar ik vond mijzelf er niet waardig genoeg voor. Toch was ik deze keer vastbesloten om voor de Heilige Moeder te blijven. Ana vertelde ons dat Ivan gzegd had dat wanneer ook Onze Lieve Vrouw op de Podbrdo verschijnt, het beeld zich naar Haar keert. En zo was ik vastbesloten, met deze gedachte in het achterhoofd en met de kennis dat Zij zou weten dat ik mij daar bevond, omdat ik mij recht voor Haar zou bevinden.

Ik bad de volledige Rozenkrans met de twintig mysteries, samen met nog andere gebeden. Ik was moe door al de gebeurtenissen van die dag. Gelukkig waren daar ook een aantal van medebedevaarders daar en we praatten we tegen elkaar en ondertussen baden we ook, om de tijd nuttiger door te brengen.

De duisternis begon te vallen en er was reeds tamelijk wel volk aanwezig tegen rond 20.30 uur. De jongens van het Cenacolo kwamen en begonnen mooie liederen te zingen die nog steeds in mijn gedachten blijven rondhangen. Op dat ogenblik kwam er een heer langs die een groot stuk rots binnen de omheining, recht voor het beeld van Onze Lieve Vrouw plaatste. Hij wou dat Zij het stuk rots zegende. Goed voor hem en ik glimlachte goedkeurend naar hem, daar ik zijn taal niet sprak. Ik ken het verlangen om dichtbij onze Gezegende Moeder te zijn tijdens een verschijning. Ik vertelde aan mijn vrienden dat het er precies aan toegaat zoals in de film "Close Encounters of The Third Kind." Hiermee verwijs ik naar Richard Dryfuss’ obsessie om absoluut aan de heuvel te willen zijn om de buitenaardsen te kunnen zien. In mijn geval ging het om de Verschijningsheuvel en de Gezegende Moeder, en geen buitenaardsen.

Een aantal minuten later kwamen er jongemannen langs in priesterkledij en ook een jonge vrouw wrong zich door het volk. Ze gingen allemaal voor het beeld gaan zitten. Ik zei tegen mezelf dat deze jongemannen hun priester- of monnikenkledij als voorwendsel gebruikten om zo een mooie plaats te kunnen bemachtigen. Iemand onder hen probeerde mezelf uit de weg te duwen, maar ik kon niet voor- noch achteruit. Wat wou hij precies? Mijn plaats innemen? In geen geval zou ik dit toelaten. Ik bevond mij daar nu reeds gedurende uren en ik dacht bij mezelf dat ik na die uren wel degelijk recht had op deze plaats. Ze moesten maar eerder gekomen zijn. Een aantal minuten later, vertelde er mij iemand dat de jonge vrouw, die samen met deze jongelingen was meegekomen, Marija Pavlovic was, één der ziensters. Dit was mij onbekend. Zo raapte ik mijn moed bijeen om haar te vragen of zij werkelijk Marija Pavlovic was en zij antwoordde bevestigend. Ik vroeg daarop of ik samen met haar op de foto mocht, maar zij knikte ontkennend. Een aantal minuten later stond ze recht omdat ze uitgenodigd was om naar de gebedsgroep te gaan. Na een tijd ging het zingen over in gebeden en knielde iedereen neer, naar het beeld toe. Hieruit kon ik opmaken dat de verschijning was begonnen. Ik had al mijn verzoeken, samen met handgeschreven verzoeken van anderen die ik ken, net vóór het beeld neergelegd. Mijn camera stond de hele tijd op. Niemand merkte dit op, omdat het een filmcamera was en geen fototoestel en ook was er geen lichtje dat begon te branden, van zodra men begint te filmen. Stilletjes had ik in mezelf de hoop dat er misschien wel miraculeuze beelden opstonden, maar dat was teveel van het goede gevraagd.

Ik was zo overgelukkig om mij voor het beeld van onze Gezegende Moeder te mogen bevinden tijdens de Verschijning, dat ik al mijn persoonlijke intenties vergat. Het enige wat ik kon zeggen was: "Heilige Moeder, help me om Gods wil te doen," en dit steeds opnieuw. Ik voelde de tranen uit mijn ogen komen. Ik hoorde in de achtergrond wat gebeden, dan meer stilte en daarop geritsel, wat betekende dat de verschijning beëindigd was. Toen nam ik mijn petities, net als de persoon die zijn rots voor het beeld had geplaatst. Ik vertelde hem dat onze Heilige Moeder de rots zeker gekust moest hebben. Hij glimlachte. Daarop werd de boodschap in meerdere talen bekend gemaakt. Mijn vrienden en ik daalden daarna de Verschijngsheuvel af en wij gingen weer naar de stad. Een andere doelstelling van mij was in vervulling gegaan, dankzij God.

Wat volgt is de boodschap van de Heilige Moeder: "Lieve kinderen, Ik roep ieder van u op een bijzondere wijze. Lieve kinderen, ik aanroep u allen in deze tijd van genade. Dat is waarom Ik u allen uitnodig om te bidden, bid deze keer om open te staan voor de Heilige Geest. Ik nodig in het bijzonder deze parochie uit, welke Ik heb gekozen, om mijn oproep te beantwoorden en Mijn boodschappen te hernieuwen. Lieve kinderen, uw Moeder zal met u bidden en u, mijn lieve kinderen, bid ook met mij, uw Moeder, voor de verwezenlijking van mijn plan, mijn plan voor de vrede."

Dag 6, woensdag 23/6/2004

De volgende morgen gingen we als groep naar Oasis van Vrede. Men moest stil blijven. We kwamen aan de Kapel en Snezzy liet mij binnen niet filmen. In de Kapel was er de gekruisigde Christus, net levensecht, en het was het meest gemartelde uitbeelding van Christus dat ik ooit heb gezien.

Na de Engelse ochtendmis was er de toespraak van Vr. Svet, en jongens, deze keer, was deze echt goed. De dingen die uitsprongen uit het gesprek van van Vr. Svet en die ik mij herinner, was zijn beschrijving over hoe we allen zoeken om meester te zijn van de dingen in onze wereld, waarbij we vergeten om Gods Heilige wil te laten doen, ook toen hij sprak over onze bedevaart in Medjugorje, waarin we een kruis zouden ervaren, maar daarna een overwinning.

Dit gedeelte van zijn toespraak trof me enorm, omdat ik mij betrokken partij voelde. Tijdens mijn verblijf te Medjugorje gebeurde er een voorval dat mijn trots diep kwetste. Het was niet gemakkelijk, maar ik probeerde te antwoorden met liefde en deze beproeving draaide uiteindelijk uit op een overwinning.

Tijdens het dieptepunt van mijn beproevingen, stelde ik mijzelf dezelfde vragen als Vr. Svet zei die we onszelf zouden afvragen. Eén van deze vragen was: "Waarom ben ik hier? Wat doe ik hier?" Ik voelde mij alsof ik in de ring werd gegooid, enz… enz… Bijkomend denk ik dat Vr. Svet zei dat onze zwakheden zouden naar boven komen in Medjugorje, maar dat onze Gezegende Moeder steeds een antwoord zou geven, alsmede de genade, om deze zwakheden te overwinnen. Dit kan ook u overkomen zijn, en misschien allen die naar Medjugorje komen, maar er zijn overvloedige genaden om enige spirituele tegenstand te overwinnen.

Ook is er nog één ding dat ik naar voor wil brengen van tijdens ons vragen en antwoorden gesprek, na Vr. Svets toespraak. Iemand stelde hem een vraag over John Kerry, een zogenaamde katholieke Amerikaanse politieker die zich kandidaat had gesteld voor het presidentschap. In wezen was de persoon, die de vraag stelde, aan het klagen over de pro-choice standpunten van Kerry en hoe dit in tegenstelling stond tegen de Katholieke leer. Hierop gaf Vr. Svet een heel mooi antwoord: in wezen zei hij dat, indien abortus een belangrijk item was, zoals dit hoort te zijn, wij katholieken geen zogenaamde katholieke politiekers zouden hebben die pro-choice zijn. Het zijn wij, katholieken, die voor deze politiekers stemmen. Als katholieken stemmen voor pro-choice kandidaten, dan zullen we ook beleidsmensen hebben die pro-choice zijn. Abortus zou in ons land niet bestaan als we voor de juiste kandadidaten zouden stemmen en zo komt het volgende gedeelte van mij: "stem voor pro-life kandidaten bij de komende presidentsverkiezingen en Kerry maakt daar geen deel van uit. Dit is genoeg over de politiek.

Na het gesprek van Vr. Svet, rende ik naar buiten om samen met hem op de foto te kunnen staan. Ik wist dat hij zou toestemmen, daar hij mij reeds kende van de Medjugorje conferentie te Irvine. Ik vroeg het hem en hij erkende mij. Een beetje aarzelend stond hij toe dat we samen op de foto zouden staan. Ik was tevreden. Vr. Svet en mezelf

Ik ben niet zeker van de tijdslijnen, maar ik denk dat het die namiddag Marija’s toespraak was. Ze oogde zo mooi en deed mij denken aan de Heilige Maagd Maria.

Ik was met Annemarie, nog iemand van de pelgrims, en we besloten om op de kant van een tafel te gaan zitten, net zoals bij het gesprek met Ivan. Er was aardig veel volk en ik merkte twee kloosterzusters op die binnenkwamen. De ene was duidelijk veel jonger dan de andere. Ze keken beiden in het rond, maar ze konden geen plaats vinden. De oudere zuster was hierover een beetje wanhopig, omdat ik weet hoe moeilijk het is om voor langere periodes rechtop te staan. Onze ogen ontmoeten elkaar en ik bood haar mijn plaats aan. Ik ben nu eenmaal zo. Zij was heel gelukkig en ik kuste haar op haar wang. Ik besloot om helemaal achteraan te gaan staan, in de uiterste hoek van de zaal. Ik had het opgegeven om een foto te maken of met de zieners te spreken of een vriendschappelijk relatie met hen aan te gaan. Ik ben zovele obtstakels tegengekomen dat ik letterlijk besloot om mij op de achtergrond te houden.

Toen ik Marija’s toespraak begon te filmen, merkte ik op dat ze recht naar mij keek, ook al bevond ik mij op een aanzienlijke afstand van haar. Ik filmde niet zo lang, volledig ingezoomd leek het net of ze de hele tijd naar mij keek. Daarna legde ik mijn camera neer en nam ik de zoomlenzen weg, om een minder bewegend beeld te hebben, en opnieuw leek het of ze mij de hele tijd aankeek. Ze keek naar het volk en toch leek het dat ze mij voortdurend aanstaarde, ook al bevond ik mij het verst van haar, tenminste dat is wat ik denk.

Ik besloot toen om buiten haar zicht te gaan neerzitten en enkel naar haar te luisteren. Ook was ik moe. Nadat haar gesprek was beëindigd, voelde ik opnieuw dat haar ogen op mij waren gericht. Ik was gewoon nieuwsgering en zo stak ik vlug mijn hand op om haar te groeten: zij deed hetzelfde. Het was verrassend, maar om welke reden ook, keek ze mij aan. Mijn verbeelding sloeg zowat tilt bij zo’n situatie: waarom keek ze mij aan. Misschien was ik slecht, enz… enz… Maar op het einde, maakte haar klein gebaar met haar hand mijn dag volledig goed en dit zal ik voor de rest van mijn leven nooit vergeten. Nu nog heb ik steeds in gedachten dat Marija mij aankeek, ook al kan het enkel toeval zijn geweest.

Dag 7, donderdag 24/6/2004

De volgende morgen beklommen we de Kruisberg en deden we de 14 staties van het kruis. Nog een mijlpaal in mijn leven, en boven aan het Kruis zou ik de twintig tientjes van de Rozenkrans bidden.

Beetje bij beetje kwamen we allemaal boven. Eenmaal iedereen boven was, deed Snezzy een kleine uiteenzetting over de geschiedenis van de Kruisberg en hoe het Votiefkruis werd opgericht door het geloof, de vroomheid en het harde werk van de katholieke inwoners van Medjugorje. We begonnen aan de staties en het was voor mij een hele eer dat ik het woord mocht nemen bij één van de staties. Tijdens deze kruisweg merkten we allen op dat Snezzy last had van migraine. Zij had zo’n hevige hoofdpijn dat ze ons later vertelde dat ze niet wist of ze al dan niet zou vervolgen, na de vierde statie. Ik merkte een andere vrouw op die haar aansprak in het Kroatisch en Snezzy medicatie aanbood voor haar hoofdpijn, maar Snezzy weigerde. Later vertelde Snezzy ons dat dit haar zus was die haar het geneesmiddel had aangeboden. We waren allemaal bezorgd om Snezzy. Op een ongeblik merkte ik, tijdens de vierde statie, op dat ze haar hoofd tussen de handen hield. Ik richtte mijn hoofd op en bad een Weesgegroet, een Onze Vader en een Glorie zij de Vader: ik merkte dat ze haar ene hand oprichtte en mij aankeek, maar ik deed alsof ik er mij niet bewust van was.

Ik had het gevoel alsof Snezyy deze pijn vrijwillig wou ondergaan en dat dit de reden was waarom ze de medicatie niet aannam. Zij wou de doornkroning van Christus beleven. Dit terzijde.

Tijdens onze beklimming van de Kruisberg merkte ik op dat sommige bedevaarders blootvoets naar boven stapten. Ik zag hiervan af omdat ik niet gehandicapt wou blijven voor de rest van onze bedevaart. Ik beloofde wel van dit te doen wanneer ik samen met mijn echtgenote naar hier zou terugkomen. Een onder hen heeft zoveel pijn. Iedereen merkte op dat zijn enkels hard waren opgezwollen en dat hij nog amper kon wandelen. Bij elke stap trok hij zijn gelaat. Ik hield mijn linkerhand omhoog en zei wat gebeden en later merkte ik op dat hij minder last had van de pijn. Ik zeg deze dingen niet om de aandacht te willen trekken, maar om u de waarheid te vertellen en hoe God onze gebeden beantwoord, vooral in Medjugorje. Gebeden worden verheerlijkt door onze Heilige Moeder! Soms zagen we bloed op de rotsen.

Uiteindelijk kwamen we aan op de top van de Kruisberg en filmde ik de hele omgeving: de Heilige Jacobuskerk, Bosnië en Herzegovina, enz… Op de top van de Kruisberg besefte ik dat ik de twintig tientjes van mijn Rozenkrans, die ik had beloofd, niet zou halen, omdat Snezzy ons zei dat we maar een half uur op de top van de Kruisberg konden blijven. Ik kon tenminste nog de laatste vijf droevige mysteries bidden, terwijl de rest de Kruisberg al aan het afdalen was.

Daarna begon ik aan de afdaling toen ik een bedelaar zonder benen zag, die wat geld vroeg. Ik vroeg mij af hoe hij op de top was geraakt en waarom hij in zijn staat naar de top wou komen. Dit moet een gigantische inspanning zijn geweest voor hem en daarom was het minste wat ik doen kon, hem wat geld te geven.

Nog steeds op mijn weg naar beneden, merkte ik nog meer bedelaars op en ik gaf ze allemaal wat geld, ik kon het echt niet verhelpen. Beneden merkte ik op dat ik al mijn geld had weggegeven en dat ik geen geld meer had voor de taxi om mij terug te brengen naar het dorp, enkel reischeques. Ik ging naar een winkel en probeerde cola te kopen met deze cheques, in de hoop op wat wisselgeld voor de taxi, maar ze werden geweigerd. Dan ging ik naar de toeristenkraampjes en vroeg hen of ze mijn cheques wilden aanvaarden, maar ook ving ik bot. Ik voelde dat dit misschien een soort bestraffing was; omdat ik Vr. Svets advies niet had gevolgd om geen geld te geven aan de bedelaars, moge God mij vergeven. Enkele minuten later vertelde een dame uit de eerste winkel mij dat ik de cola gratis mocht houden en dat ik deze bij mijn volgende bedevaart naar Medjugorje wel zou betalen. Ik zei haar dat het niet de cola was die mijn interesseerde, enkel het wisselgeld voor de taxi. Toen ze benarde toestand begrepen, gaven ze mij het wisselgeld. God zij dank voor deze genade!

Terwijl ik naar een taxi uitkeek om mij terug te brengen naar het hotel voor het ontbijt, merkte ik Bill Simon op, een zogenaamde Pro-Life politieker, die een gooi deed naar het Gouverneurschap in Californië. Hij werd later een overloper en gaf zijn steun aan Arnold Schwarzenegger, in plaats van aan een andere Pro-Life kandidaat die nog steeds kandidaat was. Ik had hem eerder die week al opgemerkt aan de Heilge Jacobuskerk en ik benaderde hem met de bedoeling hem een bolwassing te geven, maar ik kan mij niet meer tot in de details herinneren wat ik allemaal tegen hem heb uitgekraamd.

Ik stelde mezelf voor toen hij zich aan de H. Jacobuskerk bevond en ik zei hem dat ik hem wou spreken over iets in verband met de verkiezingen, maar ik herinner mij alle feiten niet meer en om deze reden kan ik hem nu ook niet beoordelen. Maar nu kreeg ik opnieuw de kans en ik benaderde hem voor een berisping, dit in alle respect, maar ik ben uiterst Pro-Life. Diegenen onder u die op de frontlinie staan van de abortusoorlog weten wat ik bedoel.

Terwijl ik met Mr. Simon aan het spreken was, voelde ik een klop op mijn schouder: het was Ivan! Hij zei: "Ik ken u, kent u mij?" Ik voelde mij een een beetje uit het veld geslagen, maar toch kon ik mijn gesprek met Bill afmaken en daarbij Ivan nog uitleggen wat er precies gaande was. Zij waren het beiden met mij eens en Mr. Simon nodigde mij en Ivan uit om samen een koffie te gaan drinken. Ik dacht bij mezelf: wat gaat die overloper met Ivan doen? Misschien had hij spijt over zijn overloperij, wie weet? Ik weigerde echter beleefd, omdat ik mij een beetje overbodig aanvoelde tussen Mr. Simon en Ivan. Ik wou mij niet verder opdringen, vooral na mijn berisping.

Ik merkte op dat de Rozenkrans van Mr. Simon heel erg in goud was veranderd, meer nog dan mijn Rozenkrans en misschien was dit een teken dat hij waarachtig spijt had. Maar ik vroeg aan Ivan of ik samen met hem op de foto mocht en deze keer ging hij akkoord, maar ik was vastbesloten dat het geen gelaten foto zou worden. Ik hield Ivans schouder vast en Ivan nam mij bij mijn schouder en ik plaatste mijn wang naast de zijne, wat ook hij deed. We glimlachten beiden en toen werd de prachtige foto genomen.

Hierop zei Ivan mij dat het hem een genoegen zou doen indien ik aanwezig zou zijn bij de publieke verschijning van 22.30 uur. Ik knikte goedkeurend met mijn hoofd. Daarop gingen we uit elkaar, terwijl ik nog steeds naar een taxi uitkeek en verder nadacht over onze onmoeting van zonet. Daarop dacht ik bij mezelf dat ik het aanbod van Mr. Simon niet aanvaard had, maar dat ik nog steeds mijn persoonlijke verzoeken en die van mijn vrienden aan Ivan zelf kon overhandigen! En zo keerde ik terug naar de plaats waar Ivan en Mr. Simon samen een koffie aan het drinken waren. Ik naderde voorzichtig en vroeg aan Ivan of hij onze verzoeken wou aannemen en hij nam ze aan. Mr. Simon vroeg mij opnieuw om bij te komen zitten, maar ik wou niet tussenbeide komen in hun gesprek.

Toen zei Ivan tot mij: "Rafaël, onze Gezegende Moeder heeft een opdracht voor mij, zowel als Zij een opdracht heeft voor u, zo wees niet zo vluchtig." Ik hield mijn hoofd naar beneden gericht en knikte goedkeurend met mijn hoofd en ging daarop weg. Ik voelde een eigenaardige vrede. "Opdracht," zei ik tegen mezelf, "iedereen heeft een opdracht."

Toen zag ik de andere bedevaarders uit mijn groep. We sprongen in de taxi en ik kon niet wachten om hen te vertellen wat mij was overkomen, over Ivan’s uitnodiging op de Verschijning!

Van de rest van de dag herinner ik mij niet zoveel, met uitzondering dat ik het bijwonen van de Verschijning niet als een hoge prioriteit aanvoelde voor mij. Na mijn eerste bijwonen van de Verschijning met mijn verzoeken vóór het beeld van Onze Lieve Vrouw en daarbij nog dat ik ze vandaag persoonlijk heb kunnen overhandigen aan Ivan, voelde ik mij als een gelukkige kampeerder! Ik zou nog wel beslissen of ik zou gaan. Ik bleef voorzichtig en aarzelde. Misschien zou ik naar het Blauwe Kruis gaan, want ik was moe van de massa volk. Ik besloot uiteindelijk om eerst naar de Heilgie Misviering te gaan, alvorens mij naar de Verschijningsplaats te begeven. Zelfs onze Heilige Moeder zegt dat het belangrijker is om naar de Mis te gaan, in plaats van naar de Verschijningen!

Na de Mis ging ik langzaam naar mijn verblijfplaats. Ik merkte op mijn weg op dat er op de Verschijningsheuvel reeds veel volk aanwezig was. Ik was gelukkig en voldaan omwille van de dinsdagverschijning aan Ivan, maar toch besloot ik om te gaan, omwille van Ivans persoonlijke uitnodiging. Het was reeds rond 21.30 uur toen ik aankwam aan mijn verblijfplaats. Ana, onze begeleidster, was nog steeds daar, zichzelf aan het opmaken voor de Verschijning. Zij was verbaasd. Ik had niets anders te doen, en zo besloot ik om samen met haar naar de Verschijning te gaan en ik dacht dat, omdat ze zo laat vertrok, ze vermoeid moest zjn, of dat was tenminste wat ik dacht. En zo vroeg ik aan haar: "Ana, mag ik met u meegaan naar de Verschijning?" Ze antwoordde bevestigend, maar ik moest wel steeds achter haar blijven. Ik vroeg: "Wat? Wat bedoelt u met dat ik steeds moet achter u blijven?" Wat ik echter niet wist dat was dat ze recht afstevende op het midden van Ivans gebedsgroep. Zo vroeg ik haar opnieuw: "U gaat toch niet temidden van al dat volk gaan staan?" Ik wou mij liever afzijdig houden. Ze bleef echter enkel maar herhalen dat ik achter haar moest blijven. Ik vroeg geen verdere details...

Hierop zei Ivan mij dat het hem een genoegen zou doen indien ik aanwezig zou zijn bij de publieke verschijning van 22.30 uur. Ik knikte goedkeurend met mijn hoofd. Daarop gingen we uit elkaar, terwijl ik nog steeds naar een taxi uitkeek en verder nadacht over onze onmoeting van zonet. Daarop dacht ik bij mezelf dat ik het aanbod van Mr. Simon niet aanvaard had, maar dat ik nog steeds mijn persoonlijke verzoeken en die van mijn vrienden aan Ivan zelf kon overhandigen! En zo keerde ik terug naar de plaats waar Ivan en Mr. Simon samen een koffie aan het drinken waren. Ik naderde voorzichtig en vroeg aan Ivan of hij onze verzoeken wou aannemen en hij nam ze aan. Mr. Simon vroeg mij opnieuw om bij te komen zitten, maar ik wou niet tussenbeide komen in hun gesprek.

Toen zei Ivan tot mij: "Rafaël, onze Gezegende Moeder heeft een opdracht voor mij, zowel als Zij een opdracht heeft voor u, zo wees niet zo vluchtig." Ik hield mijn hoofd naar beneden gericht en knikte goedkeurend met mijn hoofd en ging daarop weg. Ik voelde een eigenaardige vrede. "Opdracht," zei ik tegen mezelf, "iedereen heeft een opdracht."

Toen zag ik de andere bedevaarders uit mijn groep. We sprongen in de taxi en ik kon niet wachten om hen te vertellen wat mij was overkomen, over Ivan’s uitnodiging op de Verschijning!

Van de rest van de dag herinner ik mij niet zoveel, met uitzondering dat ik het bijwonen van de Verschijning niet als een hoge prioriteit aanvoelde voor mij. Na mijn eerste bijwonen van de Verschijning met mijn verzoeken vóór het beeld van Onze Lieve Vrouw en daarbij nog dat ik ze vandaag persoonlijk heb kunnen overhandigen aan Ivan, voelde ik mij als een gelukkige kampeerder! Ik zou nog wel beslissen of ik zou gaan. Ik bleef voorzichtig en aarzelde. Misschien zou ik naar het Blauwe Kruis gaan, want ik was moe van de massa volk. Ik besloot uiteindelijk om eerst naar de Heilgie Misviering te gaan, alvorens mij naar de Verschijningsplaats te begeven. Zelfs onze Heilige Moeder zegt dat het belangrijker is om naar de Mis te gaan, in plaats van naar de Verschijningen!

Na de Mis ging ik langzaam naar mijn verblijfplaats. Ik merkte op mijn weg op dat er op de Verschijningsheuvel reeds veel volk aanwezig was. Ik was gelukkig en voldaan omwille van de dinsdagverschijning aan Ivan, maar toch besloot ik om te gaan, omwille van Ivans persoonlijke uitnodiging. Het was reeds rond 21.30 uur toen ik aankwam aan mijn verblijfplaats. Ana, onze begeleidster, was nog steeds daar, zichzelf aan het opmaken voor de Verschijning. Zij was verbaasd. Ik had niets anders te doen, en zo besloot ik om samen met haar naar de Verschijning te gaan en ik dacht dat, omdat ze zo laat vertrok, vermoeid moest zjn, of dat was tenminste wat ik dacht. En zo vroeg ik aan haar: "Ana, mag ik met u meegaan naar de Verschijning?" Ze antwoordde bevestigend, maar ik moest wel steeds acher haar blijven. Ik vroeg: "Wat? Wat bedoelt ik met dat ik steeds moet achter u blijven?" Wat ik echter niet wist dat was dat ze recht afstevende op het midden van Ivans gebedsgroep. Zo vroeg ik haar opnieuw: "U gaat toch niet temidden van al dat volk gaan staan?" Ik wou mij liever afzijdig houden. Ze bleef echter enkel maar herhalen dat ik achter haar moest blijven. Ik vroeg geen verdere details..

Toen Ana wegging, gingen ook Vicka’s oudste zus, Mirjana samen met nog andere aanverwanten naar de plaats. Onderweg praatten we achteloos. Het werd nu kort tegen 22 uur en Ana en haar aanverwanten en vrienden hadden het niet gemakkelijk om naar boven te gaan, op weg naar de Verschijning. Ze moesten diverse malen halt houden om naar lucht te happen. Ik dacht bij mezelf dat ze bij deze vermoeidheid zeker enkel maar wat zouden rondhangen. Ik merkte dat we langs het volk gingen en werd een beetje bezorgd. Toen zei Ana: "Rafaël, neem mijn hand vast." En oh neen, we gingen recht af op de massa volk, juist naast de Ivans gebedsgroep! Ik wou daar helemaal niet zijn, ik was ondertussen gewoonweg misselijk gewordenvan al dat volk, maar ik had geen andere keuze.

Ik bevond me juist achter Anna en ik kon geen andere weg op. We waren omgeven door Italianen en andere bedevaarders en ik niets doen of zeggen, want ze zouden me van de Verschijningsheuvel hebben afgegooid. Ze dachten hoogstwaarschijnlijk dat ik een aanverwant of zoiets was, want de bedevaarders lieten mij door en deinsden achteruit. Ze boden me zelfs een zitplaats aan en gaven me een van hun opvouwbare stoelen: ik voelde me eigenlijk verveeld hierdoor.

Uiteindelijk zat ik naast Ana en ik zei tegen haar dat ik absoluut niet had verwacht dat ik me temidden van al dat volk zou bevinden, om Ivans gebedsgroep niet te moeten vernoemen, maar ze glimlachte enkel onbeholpen. Toen zei er plotseling iemand: "Ivan is hier." Het volk deinsde opnieuw achteruit, ditmaal voor Ivan.

Enkele ongemanierde mensen bleven, zonder op hun omgeving te letten, blindweg foto’s nemen, zodat Ivans gelaat voortdurend onder het licht was van de flashs van hun fotoapparaat, ook waren er die filmden, waardoor het licht constant bleef schijnen in zijn gelaat. Ivan zei iets nors in het Kroatisch als protest en nam zijn stoelkussen en hield het als een schild voor zijn gelaat om niet verblind te worden door al dat licht.

En nu komt het ongelofelijke gedeelte? Raad eens? Ivan kwam naar mij toe en ging precies naast mij zitten, niet alleen naast mij, hij keek me ook aan! Ik kon mijn eigen ogen niet geloven. Ik dacht dat het een gewone nacht ging worden, maar neen, Anna moest me letterlijk naast Ivans gebedsgroep brengen. En niet enkel dat, Ivan stond op en ging zich recht tegenover mij zetten! Alles wat ik kon doen was in deze ongemakkelijke positie blijven zitten en zo weinig mogelijk te pogen naar Ivan te kijken en vroom te handelen!

Ik kon mij er niet van weerhouden om naar Ana te kijken en te gebaren als: "Kijk Ana, nu heb ik een plaats op de eerste rij." Toen voelde ik Ivans blik op mij, alsof hij mij werkelijk wou laten weten hoe ik moest handelen! Het enige wat ik kon doen was naar de grond staren. Ik moest mij werkelijk inspannen om Ivan niet aan te raken en ik wou hem in geen geval storen, maar de bloedcirculatie ging weg uit mijn benen en met beide benen vielen "in slaap." Ik zat ik een erg pijnlijke houding en er was geen plaats over om mij ook maar het minste te kunnen bewegen.

Ivan leek nu in medidatie te zijn. Af en toe maakte hij een zenuwbeweging. Al zijn aandacht ging naar het bidden van de Rozenkrans. Soms poogde een bedevaarder tegen Ivan te praten. Uiteraard is het ongepast om iemands gebed te onderbreken. Wat de reden ook mag zijn, ik heb er steeds het gevoel van overgehouden dat Onze Lieve Vrouw me heel duidelijk wou maken wat ze voor mij voelde. Dit is alleszins hoe ik alles aanvoelde.

Ivan bleef in die houding gedurende minstens een half uur en richtte zich dan tot Ana om haar iets te zeggen: beiden begonnen te lachen. Plots knielde hij voor het beeld voor de verschijning. De rest volgde. Ik kon niet knielen. Er was gewoon geen plaats. Het enige wat ik kon doen is mij draaien naar de verschijning toe, maar er was een heel grote en corpulente vrouw, niet Ana, die mijn zicht belemmerde. En ik kon niet knielen omdat ik anders op haar benen moest knielen. Ik deed al het mogelijke om iets te kunnen zien en ik zag een blauwe waas rondom de figuur van onze Koningin van Vrede, of tenminste dat is wat ik dacht te zien. Ik kon Ivan zien van links en ik zag zijn mond bewegen en ik hoorde hem soms stilletjes spreken en ook naar adem snakken. Plots was de verschijning gedaan en Ivan moest zijn hoofd bedekken, een soort emotionele voorbereiding om terug tot deze wereld te komen. Ik had gehoord dat het heel lastig is voor hem om onze Heilige Moeder te verlaten en terug tot deze wereld te komen.

Toen sprak Ana tot mij: "Rafaël, wij gaan u gebruiken als een soort ploeg en u voortduwen om door het volk te geraken." Ik deed wat van mij gevraagd werd en zag dat het volk enigszins meewerkte. Toen we door het drukste heen waren, zei Vicka oudste zus, Mirjana: Ana! Daarop nam ze Ana bij de hand en Ana, Mirjana en al haar aanverwanten en vrienden renden tot beneden de heuvel. Ik heb nooit iemand zo snel die heuvel zien afgaan. Ik probeerde om bij te houden, maar ik moest vertragen omdat het risico te groot was om te vallen. Ik zei tegen mezelf: wat een herrie! Toen ik uiteindelijk beneden de heuvel was, hoorde ik iemand roepen: "Rafaël!" Het was Anna. Ik vroeg: "Wat is er gebeurd?" Ze zei: "Wat?" Ik antwoordde: "U en uw aanverwanten renden tot beneden de heuvel, wat is er aan de hand?" Ze zei: "Werkelijk, ik dacht dat u zich voor ons bevond." Ik heb hier later nog over nagedacht en kwam erop uit dat Ana, Mirjana en hun vrienden een bijzonder gave hadden om de heuvel zo vlug af te dalen.

Terwijl ik aan het praten was met Ana, hoorden we dat Ivan ons groette. Hij kwam bij ons staan om mee te praten. Ik vroeg hem of onze Gezegende Moeder onze religieuze voorwerpen gezegend had. Ik had een kruisje en wat rozenkransen bij. Ivan keek mij nogal ernstig aan en zei: "neen." Toen ondervroeg Ana hem opnieuw daarover en toen zei hij lachend "ja." Hij maakte gewoon een grapje. Ik moest ook lachen en zo kwam Ivan voor mij nog menselijker over en begon ik nog meer eerbied voor hem te krijgen.

We merkten nog meer bedevaarders op die naar beneden kwamen en we wisten dat Ivan het heel druk ging hebben en zo namen we afscheid van elkaar. Ana en ik praatten verder over wat er zojuist was gebeurd. Ana vertelde me: "Rafaël, uit al die duizenden bedevaarders op die berg, verkoos Ivan om rechtover u te gaan zitten!" Ze herhaalde dit verscheidene malen. Het leek voor mij alsof onze Heilige Moeder Haar taak met mij nog niet voltooid had. Zij wou er mij ten stelligste van overtuigen dat ik belangrijk was voor Haar, dat ik Haar aandacht voor mij had begrepen. Ze wou me dat ik er absoluut zeker van was, voor welke reden dan ook, en Zij wou mij heel duidelijk maken wat Zij voor mij voelde. Dat is tenminste hoe ik erover dacht.

Ivan bleef in die houding gedurende minstens een half uur en richtte zich dan tot Ana om haar iets te zeggen: beiden begonnen te lachen. Plots knielde hij voor het beeld voor de verschijning. De rest volgde. Ik kon niet knielen. Er was gewoon geen plaats. Het enige wat ik kon doen is mij draaien naar de verschijning toe, maar er was een heel grote en corpulente vrouw, niet Ana, die mijn zicht belemmerde. En ik kon niet knielen omdat ik anders op haar benen moest knielen. Ik deed al het mogelijke om iets te kunnen zien en ik zag een blauwe waas rondom de figuur van onze Koningin van Vrede, of tenminste dat is wat ik dacht te zien. Ik kon Ivan zien van links en ik zag zijn mond bewegen en ik hoorde hem soms stilletjes spreken en ook naar adem snakken. Plots was de verschijning gedaan en Ivan moest zijn hoofd bedekken, een soort emotionele voorbereiding om terug tot deze wereld te komen. Ik had gehoord dat het heel lastig is voor hem om onze Heilige Moeder te verlaten en terug tot deze wereld te komen.

Toen sprak Ana tot mij: "Rafaël, wij gaan u gebruiken als een soort ploeg en u voortduwen om door het volk te geraken." Ik deed wat van mij gevraagd werd en zag dat het volk enigszins meewerkte. Toen we door het drukste heen waren, zei Vicka oudste zus, Mirjana: "Ana!" Daarop nam ze Ana bij de hand en Ana, Mirjana en al haar aanverwanten en vrienden renden tot beneden de heuvel. Ik heb nooit iemand zo snel die heuvel zien afgaan. Ik probeerde om bij te houden, maar ik moest vertragen omdat het risico te groot was om te vallen. Ik zei tegen mezelf: wat een herrie! Toen ik uiteindelijk beneden de heuvel was, hoorde ik iemand roepen: "Rafaël!" Het was Anna. Ik vroeg: "Wat is er gebeurd?" Ze zei: "Wat?" Ik antwoordde: "U en uw aanverwanten renden tot beneden de heuvel, wat is er aan de hand?" Ze zei: "Werkelijk, ik dacht dat u zich voor ons bevond." Ik heb hier later nog over nagedacht en kwam erop uit dat Ana, Mirjana en hun vrienden een bijzonder gave hadden om de heuvel zo vlug af te dalen.

Terwijl ik aan het praten was met Ana, hoorden we dat Ivan ons groette. Hij kwam bij ons staan om mee te praten. Ik vroeg hem of onze Gezegende Moeder onze religieuze voorwerpen gezegend had. Ik had een kruisje en wat rozenkransen bij. Ivan keek mij nogal ernstig aan en zei: "neen." Toen ondervroeg Ana hem opnieuw daarover en toen zei hij lachend "ja." Hij maakte gewoon een grapje. Ik moest ook lachen en zo kwam Ivan voor mij nog menselijker over en begon ik nog meer eerbied voor hem te krijgen.

We merkten nog meer bedevaarders op die naar beneden kwamen en we wisten dat Ivan het heel druk ging hebben en zo namen we afscheid van elkaar. Ana en ik praatten verder over wat er zojuist was gebeurd. Ana vertelde me: "Rafaël, uit al die duizenden bedevaarders op die berg, verkoos Ivan om rechtover u te gaan zitten!" Ze herhaalde dit verscheidene malen. Het leek voor mij alsof onze Heilige Moeder Haar taak met mij nog niet voltooid was. Zij wou er mij ten stelligste van overtuigen dat ik belangrijk was voor Haar, dat ik Haar aandacht voor mij had begrepen. Ze wou me dat ik er absoluut zeker van was, voor welke reden dan ook, en Zij wou mij heel duidelijk maken wat Zij voor mij voelde. Dat is tenminste hoe ik erover dacht.

Op onze weg naar het dorp kon ik mijn nieuwsgierigheid niet meer overwinnen en vroeg aan Anna wat er zo grappig was aan haar en Ivan. Ooit was Ana heel corpulent en Ivan had haar verteld dat als zo in die toestand bleef, ze nooit geen pijn zou voelen bij het zitten op de rotsen, vanwege al dat vet. Ik zei bij mezelf: "Ivan is ongereserveerd. Hij is net als ons, buiten dat hij beter kan bidden en het voorrecht bezit om Onze Heilige Moeder te zien." Daarop vroeg ik mij af: "Zou Bernadette, of één van de zienertjes van Fatima net hetzelfde zeggen tegen Ana, zoals Ivan zojuist deed?"

Toen we in het dorp aankwamen waren we allemaal aan het praten over de Verschijning en ook al was het reeds laat, niemand van ons wou gaan slapen. Ana bracht een kruik water en we zaten allemaal buiten rond een tafel te kijken naar het mooie zicht van de mensen die nog van de Verschijningsheuvel kwamen met hun zaklantaarns aan, als een rivier van licht!

Ik dacht meer na over Ivan en waarom hij rechtover mij zat. Later werd het mij duidelijk dat hij voor mij aan het bidden was. Misschien dacht onze Gezegende Moeder dat Ik veel hulp nodig had voor mijn redding. Ik veronderstel dat ik een groot zondaar moet zijn geweest, in de hoogste nood voor het gebed, een hard geval omwille van mijn trots.

Wat was de boodschap? Ivan zei dat Onze Heilige Moeder van ons verlangde dat we in het bijzonder aandacht zouden verlenen aan de volgende openbare boodschap. Al bij al dacht ik bij mezelf dat deze openbare boodschap voor mij was bedoeld. Onze Lieve Moeder liet me niet alleen toe om voor Haar beeld te gaan staan tijdens de verschijning van dinsdag, Zij verlangde eveneens van mij om naast Haar te zijn bij deze Verschijning. Het was Haar wijze om mij duidelijk te maken dat ik belangrijk was voor Haar, dat ik mijn geloof niet zou verliezen, welke Kruisen Haar Zoon ook zou beslissen om op mijn weg te plaatsen. Zij zou mij helpen deze te dragen. Dit was voor mij een krachtige en onvergetelijke boodschap waarmee Onze Heilige Moeder mij heeft gezegend. Dank u, Mama!

De volgende dag zou onze laatste volledige dag worden van ons verblijf te Medjugorje. De morgen daarop zouden we Medjugorje verlaten, op weg naar Split.

Bron: IIPG

Vertaling: Chris De Bodt


01-10-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De IIPG [International Internet Prayer Group] [deel 5]
De IIPG [International Internet Prayer Group] [deel 5]

Rafaelmarie, California

Dag 8, vrijdag 25/6/2001

Nog vóór het ontbijt ging ik terug naar de eerste Verschijningsplaats die Joe en ik hadden gevonden en bad ik er de twintig tientjes van de Rozenkrans, als een vorm van afscheid voor onze Gezegende Moeder. Bij het beëindigen van de Droeve Mysteries begon ik te wenen. Ik liet alle pijnen uit mijn lichaam gaan en ze leken allemaal van mij af, op de grond te vallen. De Droeve Mysteries suisden door mijn hoofd en daarna voelde ik mij vrij.

Het Witte Kruis, dat staat op de plaats van de allereerste verschijning, was licht gebogen. Na het beëindigen van mijn Rozenkrans trok ik het recht en daarna ging ik naar beneden voor het ontbijt.

Na het ontbijt die morgen, nam onze reisgids, Snezzy, ons mee naar het Cenacolo. Zoals ik reeds heb verteld komen hier jonge mensen met drugsproblemen om Jezus te vinden en om te genezen. Het is een mooie plaats, die zonder twijfel is gemaakt door de inspanningen van de jonge mensen zelf.

Hier verzamelden we allen op een overdekte ontmoetingsplaats, waar een mooi beeld staat van Onze Gezegende Moeder met de kleine Jezus en een bronzen beeld van Pater Pio.

Twee jongemannen kwamen langs en begonnen te spreken over hun verloren levens, vóór ze naar het Cenacolo kwamen. Dit was erg bewogen. Ik zal nooit vergeten dat één van hen zei dat bidden zowat alles was wat ze deden en toch was hun leven vervuld van vreugde door deze eenvoudige levenswijze. Ook vertelden de jongelingen over hun stichtster van het Cenacolo, een Zuster, maar ik ben haar naam vergeten [Zuster Elvira, n.v.d.r.]. Ze beschreven hoe zij werkelijk voor hen zorgde draagde en haar over hen bekommerde en hen soms behandelde met onbuigzame liefde, opdat ze de moed zouden opbrengen om daar te blijven. De jongens eerbiedigen haar waarachtig en houden oprecht van haar. Toen schonken de mensen giften voor de levensbelangrijke onderneming.

Na het gesprek gingen we opnieuw langs de kapel en zagen opnieuw die prachtige wandschildering van de Verrezen Christus. Binnenin de Kapel was er een ander gesprek aan de gang. Het leken mij Italiaanse bedevaarders. Toen werd aan de gehele groep de kans geboden om kunstwerk van deze jonge mensen te kopen, uit hun winkel. Dat was het einde van ons bezoek.

Ik had nog steeds de droom om Vicka te kunnen zien, maar ik wist dat ze in verwachting was van haar tweede kind. Ik begreep daarom dat dit niet mogelijk was. Een aantal bedevaarders toonden mij echter haar ouders huis, vanwaar ze gewoonlijk tot de bedevaarders praat. Iets verderop is er een grote winkel waar ze roomijs verkopen. Ik vond het gewoon machtig om te kunnen zien waar Vicka woonde. Tussendoor, en ik weet niet om welke reden, maar de verkoper van de roomijs weigerde om ons geld aan te nemen. Dit was een kleine zegening. Terzijde nu. Toen ik door Ana aan Vicka’s zus, Mirjana, werd voorgesteld, gaf ze mij een dikke knuffel en een kus op de beide wangen! Ik raad dat ze wist hoezeer ik er naar verlangde om haar zus te kunnen zien en dit was haar manier om dit goed te maken. Het maakte alles meer dan goed! Ik gaf haar later een hele kleine Rozenkrans, met één tientje, dat ik onderweg had gevonden, om aan Vicka te geven. De reden waarom ik Vicka zo graag had gezien was, omdat ik een grote nood had aan haar in het begin van mijn bekering.

Ik nam er genoegen mee dat ik haar reeds had gezien bij één van de Conferenties te Irvine, Californië. Ik vertelde Vicka toen vlug om voor mijn familie te bidden en tegelijkertijd gaf ik haar ook een kleine foto van mijn familie. Daarop gaf ik haar een dikke knuffel en een kus op haar wang. Ze moest gewoonweg glimlachen en ze schudde met haar hoofd [dit was nog voor de tijd dat ze gehuwd was]. Toen ze later wegging voelde ik zo’n grote vreugde en zo’n grote vrede! Ik had iets dergelijks nog nooit eerder gevoeld. Het was alsof ik mij in de Hemel bevond. Mijn vreugde was zo groot dat mijn stem veranderde! Mijn grootste zorg was toen dat ik niet wist hoe ik dit aan iedereen moest vertellen met een hese stem. Ik vertelde dit hele verhaal aan Ana en aan Mirjana, Vicka’s oudste zus. Na het bezoek aan het Cenacolo, zo rond 10 uur, trokken we naar Mirjana’s huis voor een gesprek. Toen we daar aankwamen was er reeds aanzienlijk veel volk.

Vóór Mirjana naar buiten kwam, waar het volk zich verzamelde, merkte ik een witte wolk op in de vorm van onze Koningin van de Vrede. Andere bedevaarders maakten opmerkingen over deze witte wolk, die blijkbaar nog andere heilige vormen aannam.

Uiteindelijk kwam Mirjana naar buiten en tegen die tijd was het reeds erg warm. Het kon misschien al een uitputtende week zijn geweest, daar buiten staan wachten in de hitte was echt een marteling. Toen Mirjana zag dat er zoveel volk was, ging ze naar het balkon, omdat we haar anders amper konden zien.

Na haar gesprek, was er een soort van vragen en antwoorden, en het spijt me om dit te moeten zeggen, maar veel van de vragen waren dwaas. Zo was er een vraag of Mirjana haar kinderen naar het Bosnische leger zou brengen. Mirjana legde toen gewoon uit dat haar kinderen beiden meisjes waren. Er waren nog andere vragen bij, die vermoedelijk zo stom waren, dat ik ze me niet meer kan herinneren. Blijkbaar bestaan er mensen die op bedevaart gaan naar Medjugorje, gewoonweg om in de problemen te komen met de overheden. Het deed mij denken aan Jezus die dikwijls ondervraagd werd door de Hogepriesters en Fariezeeërs, niet voor de antwoorden, maar om een middel te kunnen vinden om Hem te beschuldigen. Na het gesprek met Mirjana, woonden we, zoals elke dag de Eucharistieviering bij. Tijdens de weekdagen beginnen de Engelse missen zo rond 10 uur en de Kroatische mis rond 7 uur ’s avonds. Er was heel veel volk aanwezig: zo’n 133.000 mensen en dit omwille van de drieëntwintigste verjaardag van de verschijningen. Er was zoveel volk aanwezig om de Kroatische Mis te willen bijwonen, dat men besloot om de Mis buiten de Heilige Jacobuskerk te houden, en zelfs daar was er amper plaats. Indien u wou gaan zitten, moest u naar de banken gaan die in het grasperk stonden. De Mis werd rond 18.40 uur onderbroken om de mensen er op attent te maken dat de Zieners nu hun verschijningen hadden. Ondertussen was er stilte en klonk er engelachtige muziek.

Blijkbaar was ik geld aan het uitsparen want, alvorens ik naar Medjugorje kwam, had ik gehoord van "Mothers Village," het liefdadigheidswerk van Vader Svet. Zo wou ik na de Engelstalige Mis de rest aan Zijn liefdadigheidswerk schenken. Ik ging naar de Heilige Jacobuskerk en vroeg aan mijn Engelbewaarder om mij naar hem te leiden. Ik keek de hele tijd rond, maar kon hem niet vinden. Toen ik naar de sacristie ging, waar men kan betalen om een Mis te laten opdragen voor iemand of voor een bijzondere intentie. Er stond een lange rij wachtenden. Ik was erg moe en had geen zin om zo’n lange tijd in de rij te gaan staan. Zo nam ik een pauze door op een stoel naast de Zuster, die de inschrijvingen deed, te gaan zitten, alvorens in de rij te gaan wachten.

Toen ik daar aan het rusten was, kwam de volgende gedachte bij mij op: "Wat als ik in de rij ga wachten om dan van de Zuster te moeten vernemen dat men daar geen schenkingen kon doen voor Mother’s Village?" Ik vroeg dus aan haar of dit de juiste plaats was, alvorens in de rij te gaan staan. Ze zei: "wacht, ik zelf even bellen." Ik voelde me hierdoor wat verveeld en vertelde dat ik haar niet wou onderbreken. Daarop gaf ze de telefoon door aan mij en aan de andere kant hoorde ik de stem van Vr. Svet. Nu voelde ik me pas echt verveeld, omdat ik Vr. Svet’s tijd niet wou ontnemen, omdat ik wist dat Hij het heel druk had omwille van de verjaardag van de Verschijningen.

Ik vertelde Vr. Svet: "Het spijt me, Vader, want ik wens niet veel van uw tijd te ontnemen omdat ik weet dat u het erg druk heb, maar ik wou een gift schenken voor uw liefdadigdheidswerk." Hij zei met te wachten en hing op. Ik wou oprecht niet de aandacht trekken op mezelf en zou het liever anoniem hebben gegeven, omdat ik weet dat u op deze wijze meer gezegend wordt door God. Tot mijn verbazing en verveling, stond Vr. Svet daar enkele minuten later voor mij en deed me teken om samen met hem naar een kleine kamer te gaan binnen de sacristie, waar we alleen zouden zijn.

Ik verontschuldigde mij bij Vr. Svet door hem te vertellen dat ik de gekke kerel was die hij kende van de Medjugorje bijeenkomst in Irvine, Californië. Hij antwoordde: "was het niet voor de gekke kerels, we zouden niet zoeel goeds doen binnen de Katholieke Kerk." Hij zei eveneens iets wat met diep trof alvorens we gingen neerzitten. Hij zei: "satan zit echt verveeld met u." Ik was op zo’n opmerking helemaal niet voorbereid. Ik antwoordde: "Wel Vader, dat is omdat hij mij ook erg veel verdriet heeft aangedaan." Ik vroeg hem of hij reischecks aannam en hij antwoordde bevestigend. Daarop stelde hij mij wat vragen en ik weet echt niet hoe ik hier ben uitgekomen, maar ik heb hem het hele verhaal van mijn [her]bekering verteld, dat te lang is om hier neer te schrijven.

Wat ik wel wil in het kort wil zeggen is, dat ik niet tot een herbekering zou gekomen zijn, indien in geen traumatische ervaring had meegemaakt. Het blijkt dat sommigen onder ons dichter bij ons komen door het lijden, vooral koppige mensen zoals ik. Daarop vertelde ik hem dat ik tijdens mijn poging tot herbekering een innerlijke locutie had gehad, waarbij Onze Lieve Vrouw mij had gevraagd om iets te doen tijdens Mijn herbekering, waarvan ik het gevoel had dat het mij nog meer in gevaar zou brengen. Maar zij die dagelijks de Rozenkrans bidden en die een goede verhouding hebben met onze Heilige Moeder, weten waarover ik praat. Het is namelijk zo, dat wanneer de Heilige Moeders iets van ons vraagt, het gewoonlijk iets is dat u helemaal niet wenst te doen, wat ook bij mij het geval was.

Toen vertelde ik Vr. Svet dat ik de Heilige Moeder in mijn hart het volgende had horen zeggen: "Rafaël, Ik wens u niet te verlaten, wenst u Mij te verlaten?" Ik zei tegen Vr. Svet dat ik geen "nee" kon zeggen, maar dat ik spoedig de verantwoordelijkheid terug bij onze Heilige Moeder legde door in mijn hart tot Haar te zeggen: "Ja, ik zal dit doen, maar dit zal enkel gebeuren omdat U het zo wenst, niet door mezelf." Daarop zei ik tegen Vr. Svet dat onze Gezegende Moeder nederig stil bleef. Al bij al zei ik tegen hem dat ik heb gedaan wat onze Gezegende Moeder van mij had verlangd en dat de vruchten meer dan duizendvoudig waren, meer nog, niet één haar op mijn hoofd werd aangeraakt."

Daarop stelde de Vader mij nog verschillende soorten vragen. We hadden alles bij elkaar zo’n vijftien minuten tijd op deze, voor hem, drukste dag van het jaar. Ik had dit werkelijk niet verwacht, maar ik nam het op als een zegening, omdat nu tenminste één van de hoofdrolspelers te Medjugorje afwist van mijn bekeringsverhaal. Toen kwam er iemand binnen en vroeg om de Vader te kunnen spreken. Hij bedankte mij en daarop gingen we uit elkaar.

De rest van de dag viel er niet zoveel meer te beleven en zo ging ik later naar de Kroatische Mis en maakte ik mijn bagage klaar om ’s anderendaags te vertrekken.

Nu volgt de boodschap van Onze Lieve Vrouw die vrijdag, waarvoor Zij onze bijzondere aandacht vroeg tijdens Ivans openbare verschijning van donderdag: "Lieve kinderen! Ook vandaag is er vreugde in Mijn Hart. Ik wens u bedanken om Mijn plan mee te hebben verwezenlijkt. Ieder van u is belangrijk, daarom, kleine kinderen, bid en verheug u met Mij voor elk hart dat zich heeft bekeerd en zo een instrument van vrede is geworden in deze wereld. Gebedsgroepen zijn machtig en door hen kan Ik zien, kleine kinderen, dat de Heilige Geest aan het werk is in deze wereld. Dank om aan Mijn oproep gehoor te hebben gegeven." Een aantal bedevaarders en ik vonden dit buitengewoon nieuws, omdat het plan van Onze Lieve Vrouw slechts vermoedelijk mogelijk was, afhankelijk van ons. Dit betekende meteen een bevestiging dat Haar plan wel zou doorgaan! Zou het zo ook mogelijk zijn om de Grote Bestraffing ernstig te verlichten? Enkel onze gebeden en de tijd zullen het vertellen.

Dag 9: zaterdag 26/6/2004

De bus zou vertrekken tegen rond 6 uur ’s morgens en zo verlieten we Medjugorje. Dit moment was zeer ontroerend. De weg leek anders en steiler en later zei Snezzy dat we een kortere weg hadden genomen. Bij onze heenweg was het immers de bedoeling dat we een deel van de Kroatiche kustlijn zouden zien.

Uiteindelijk kwamen we aan de Bosnisch-Kroatische grens en opnieuw was in mijn reispas vergeten die nog in mijn bagage zat. En de bagage zat uiteraard in de kofferbakken van de autobus. Dit overkwam mij ook bij mijn aankomst. Ik zou er moeten uit geleerd hebben, maar blijkbaar was dit niet het geval. Ik bad een klein gebed tot Onze Lieve Moeder, opdat de Bosnische douane deze keer de reispassen niet zou nakijken, maar tevergeefs. Mijn gebed was amper beëindigd of de douane stond daar. De mensen namen allemaal hun reispas en achter mij gaf iemand mij vlug de reispas van iemand anders door. Toen de douaniers aan mijn zetel kwamen, kon ik niets anders te doen dan die pas te tonen die mij was doorgegeven en het werkte. Hij ging door. Toen hij naar de zetels aan de andere kant keek, gaf ik de reispas opnieuw door. Wat een geluk om daarna de opluchting te mogen voelen. Wat zou er anders gebeurd zijn?

Maar nee! Het ergste moest nog komen. Nadat de douanier de reispassen had nagekeken, begon hij er een zegel op te zetten! "O neen," zei ik tot mezelf en ik zag mezelf al zitten in de Bosnische gevangenis wegens fraude met officiële documenten. Ik was deze keer heel erg bezorgd. Alles wat ik kon doen was bidden en naar buiten kijken en uiteraard hopen dat hij niet meer opnieuw naar mijn papieren zou vragen. Ook nu had ik geluk en voelde ik opnieuw de opluchting, toen ik merkte dat hij doorging. We reden nu verder en later vertelde ik aan Ana en Snezzy, die met ons meereden, wat er was gebeurd. Lachend zei Snezzy dat ze mij zou aangeven aan de Kroatische autoriteiten als een illegaal marsmannetje!

De weg terug naar Split was gewoon prachtig. Er was een tunnel door een berg en een mooie brug die we overgingen. Wij passeerden een oud kasteel en hadden een adembenemend mooi zicht op Split tegen de achtergrond van de Adriatische Zee.

Op de luchthaven boekten we in en gingen door de veiligheidsdoorgang toen ik, tot mijn grote ontsteltenis opmerkte dat ik vergeten was om Ana nog een laatste maal toe te wuiven. Daarop bad ik een klein gebed tot onze Gezegende Moeder en kreeg ik de ingeving "dat ik nog afscheid moest nemen van mijn zus." Ik ging dus terug door de veiligheidspoort en liet de wacht weten dat ik vergeten was om nog een aantal belangrijke zaken te zeggen tegen mijn vriendin. Hij liet me door, ook al kon ik geen woord Kroatisch spreken!

Ik keek rond in de omgeving waar me moest inchecken, maar ik kon Ana niet vinden. Ik zag iemand uit onze bedevaartsgroep en vroeg of zij Ana gezien had. Ze antwoordde dat ze er niet zeker van was, maar dat ze dacht dat ze haar de trappen had zien opgaan. Ik liep dus de trappen op en daar vond ik Ana, samen met haar vader, schoonmoeder en nog andere aanverwanten, God zij dank! Ik zei dat ik niet kon weggaan zonder eerst nog afscheid te nemen. Ik zei ook dat ik via de veiligheidspoort opnieuw was teruggekeerd. Uiteindelijk nam ik definitief afscheid van haar, zowel als van haar familieleden en dan keerde ik terug langs de veiligheidspoort.

Onderweg naar Amsterdam [we bleven één keer overnachten vooraleer naar Detroit, Michigan, door te reizen] kon ik de twintig mysteries van de Rozenkrans bidden. Ik werd door mijn vrienden uitgenodigd, om éénmaal in Amsterdam, de zaterdagavondmis bij te wonen, daar we door onze reisomstandigheden hoogstwaarschijnlijk de Mis op zondag niet zouden kunnen bijwonen. Uiteraard aanvaardde ik dit aanbod. In Amsterdam zelf zouden we de trein nemen.Vanuit de lucht lag Nederland er, vanuit de lucht gezien, vlekkeloos een uitgestrekt bij voor zo’n klein land.

We kwamen aan in het grote centraal station van de stad, dat meer leek op een historisch museum, vanwege de architectuur en de zichtbare ouderdom. Hoe dichter we Amsterdam naderden, hoe meer graffiti men overal kon aantreffen. Het was prachtig en meteen tijd om een wandeling te maken, richting binnenstad.

Ik weet niet of het komt omdat we juist terugkwamen van een bedevaartsplaats, maar wat ik nu ga zeggen werd bevestigd door al mijn vrienden medebedevaarders. We begonnen dingen te zien wat in onze ogen zuivere corruptie was: mensen, doorboord met pinnen en naalden, met tattoes over geheel hun aangezicht en lichaam, akelige haarsnits, onbetamelijke kledij, vuile praat, drugsverslaafden, homosexuelen, pervers gedrag, enz... Ook zagen we een "religieuze fanatiekeling," maar we waren enthousiast om hem te begroeten. De gewone mensen aanzien ze als freaks, wij niet. Voor ons wat het werkelijk droevig om zien hoe zo’n oude en mooie stad zoveel te leiden heeft onder wat wij "corrupt gedrag" noemen.

Ik keek rond in de omgeving waar me moest inchecken, maar ik kon Ana niet vinden. Ik zag iemand uit onze bedevaartsgroep en vroeg of zij Ana gezien had. Ze antwoordde dat ze er niet zeker van was, maar dat ze dacht dat ze haar de trappen had zien opgaan. Ik liep dus de trappen op en daar vond ik Ana, samen met haar vader, schoonmoeder en nog andere aanverwanten, God zij dank! Ik zei dat ik niet kon weggaan zonder eerst nog afscheid te nemen. Ik zei ook dat ik via de veiligheidspoort opnieuw was teruggekeerd. Uiteindelijk namen ik definitief afscheid van haar, zowel als van haar familieleden en dan keerde ik terug langs de veiligheidspoort.

Onderweg naar Amsterdam [we bleven één keer overnachten vooraleer naar Detroit, Michigan, door te reizen] kon ik de twintig mysteries van de Rozenkrans bidden. Ik werd door mijn vrienden uitgenodigd, om éénmaal in Amsterdam, de zaterdagavondmis bij te wonen, daar we door onze reisomstandigheden hoogstwaarschijnlijk de Mis op zondag niet zouden kunnen bijwonen. Uiteraard aanvaardde ik dit aanbod. In Amsterdam zelf zouden we de trein nemen.Vanuit de lucht lag Nederland er, vanuit de lucht gezien, vlekkeloos een uitgestrekt bij voor zo’n klein land.

We kwamen aan in het grote centraal station van de stad, dat meer leek op een historisch museum, vanwege de architectuur en de zichtbare ouderdom. Hoe dichter we Amsterdam naderden, hoe meer graffiti men overal kon aantreffen. Het was prachig en meteen tijd om een wandeling te maken, richting binnenstad.

Ik weet niet of het komt omdat we juist terugkwamen van een bedevaartsplaats, maar wat ik nu ga zeggen werd bevestigd door al mijn vrienden medebedevaarders. We begonnen dingen te zien wat in onze ogen zuivere corruptie was: mensen, doorboord met pins en naalden, met tattoes over geheel hun aangezicht en lichaam, akelige haarsnits, onbetamelijke kledij, vuile praat, drugsverslaafden, homosexuelen, pervers gedrag, enz…. Ook zagen we een “religieuze fanatiekeling,” maar we waren enthousiast om hem te begroeten. De gewone mensen aanziet ze als freaks, wij niet. Voor ons wat het werkelijk droevig om zien hoe zo’n oude en mooie stad zoveel te leiden heeft onder wat wij “corrupt gedrag” noemen.

Wat ik u nu ga beschrijven is niet om u in verwarring te brengen maar om u aan te tonen hoe diep decadent de Nederlandse maatschappij is gezonken. We waren aan het praten onder elkaar, toen iemand vernoemde dat er in Nederland een openbare TV-commercial bestond met twee tieners, jongen en jongen, meisje en meisje, die elkaar aan het masturberen waren. De bedevaarder zei dat de Nederlanders hiermee wensten aan te tonen dat ze lichter omgaan met sex dan de inwoners van de Verenigde Staten! Ik zei tegen mezelf: “wat een pervert paradijs.”

We raakten verloren en konden de Katholieke Kerk niet vinden waarover de hotelgast ons had verteld en zo begonnen we het hier en daar te vragen aan de mensen. Ook raakten we per ongeluk in de rosse buurt, dat ons werkelijk afschrok.

Uiteindelijk vonden we de Kerk, maar deze was verzegeld en gesloten. We begonnen de Rozenkrans te bidden tot Maria voor Haar hulp. Terwijl wij aan het bidden waren vertelde er ons een oudere heer, dat er een andere Kerk was, de Sint Christoffelkerk, een paar blokken verder naar benden: de kracht van de Rozenkrans! We besloten om onze Rozenkrans te blijven bidden terwijl we naar de Kerk toe wandelden. De anderen moeten wel gedacht hebben dat we gek waren, maar beter opgemerkt te worden voor het goede dan voor het slechte. Maria gaf ons tekenen om niet ontmoedigd te raken. Wonderbaarlijk gingen we een religieuze winkel voorbij met mooie beelden van Onze Heilige Moeder! We moesten een langs een kleine brug over de vele mooie kanalen die door de stad gingen met toeristenboten om hen rond te leiden. Toen we aan de Kerk kwamen, had deze dezelfde hoogte en breedte als de aangrenzende appartementsgebouwen. We vernamen dat de Katholieke Kerk hier eeuwen geleden werd vervolgd en dat daarbij hun Kerken werden vernietigd. We gingen binnen rond 18.15 uur, net op tijd voor de Heilige Mis: de kracht van de Rozenkrans!

Toen we de Kerk binnengingen was het waarlijk adembenemend. Het was de mooiste Kerk die ik ooit in mijn leven had gezien. De beelden en de glasramen waren alsof ze van een andere wereld kwamen. Het leek erop dat de hele Bijbel hier driedimensionaal werd vertoond. Ik moest bijna wenen omwille van de schoonheid en de vroomheid van de Kerk. Het Heilige Sacrament nam bijna een hele kamer in. De structuur ervan was hemels. Stel u voor: in sommige Amerikaanse kerken staat er zelf geen Heilig Sacrament! Ik kon het niet verhelpen, maar de hele Mis keek ik naar de schoonheid en de pracht van deze Kerk. Het leek alsof de Katholieke burgers, eeuwen daarvoor, wisten hoe de toekomstige appartementsgebouwen er zouden uitzien en er een prachtig Huis van God inbouwden. Wat een vroomheid! Terwijl de Mis doorging, merkte ik een beeld op van onze Heilige Moeder dat mij in de ogen leek te kijken, het was Onze Lieve van Smarten. Tegen die tijd leek het mij alsof deze reis naar Amsterdam geen toeval was, dat dit een soort toevoeging was aan de boodschap van onze Gezegende Moeder aan ons. Het was alsof onze Lieve Moeder ons wou tonen wat Haar Zoon zoveel verdriet aandeed, m.n. de corrupte levensstijl van Amsterdam, maar Zij toonde ons ook dat het goede nog steeds kon bestaan temidden van het kwade, met name met deze mooie Kerk en Mis. Ook wil ze dat we lichtbakens zijn, wanneer we terug naar huis gaan, naar onze ontaarding. De Communie gebeurde op de goede, oude wijze, op de tong. Volgens mijn mening, de enige correctie manier. We moesten gaan knielen op de communiebank om de Heilige Communie op de tong te ontvangen!

Na de Mis, werden we onthaald op een orgelconcert, absoluut verbazingwekkend en klassiek. De organist ging er echt voor.

Ik was verbaasd over de vurigheid van de gelovigen hier. Per ongeluk kwam ik langs het gebied rond het altaar terecht, omdat de afsluiting open was en zo veronderstelde ik dat het in orde was om daar te zijn voor een beter zicht op de kunstwerken, maar een plaatselijke leek wenkte mij om het gebied te verlaten, omdat buiten de priesters en misdienaars, daar niemand anders was toegelaten. Ik voelde mij helemaal niet beledigd en was zelfs blij omwille van de vroomheid van dit verzoek. Ik verontschuldigde mij en zei beleefd dat ik dit soort uitbrander waarachtig waardeerde!

We zagen andere pelgrims die ons volgens en we konden achterhalen dat de Kerk minstens 350 jaar oud was!

Na de Heilige Mis ging we elk onze weg om iets te gaan eten. We vonden een prachtig Nederlands restaurant en hadden een aangenaam avondmaal. Later keerden we terug naar het treinstation en naar het luchthavenhotel. Ik viel in een diepe slaap. Ik was uitgeput.

Dag 10: zondag 27/6/2004

De volgende morgen was er een gratis ontbijt. Het was heerlijk: Belgische wafels en gebakjes, eieren, vruchtensap, sauzen, enz…

Ik kon nog een laatste keer de ouders van Ana uitwuiven, die ook naar Los Angeles reisden, langs Detroit. Los Angeles is namelijk de thuisstad van Ana. Ik vertelde hen dat mijn huis hun huis is, ook voor Ana en al haar aanverwanten. Ana, als u dit zou lezen: indien iemand van uw aanverwanten, of zieners [ik weet dat Snezzy graag San Francisco zou bezoeken] graag zou langskomen, kom maar af! Als mijn echtgenote hiermee akoord gaat uiteraard!

Terzijde, Ana vroeg me ooit daarna of ik haar ooit later de weg zou tonen die we gevonden hadden en die leidde naar de allereerste verschijningsplaats bij het Witte Kruis. Ik beloof dit Ana, als het Gods wil is, en misschien dat we daar dan de volledige Rozenkrans van twintig tientjes kunnen bidden. Vergeet echter niet dat niet ik het was die deze plaats het eerst had gevonden, maar Joe en zodus kan hij u deze plaats ook nog altijd aanduiden.

Op de luchthaven vernamen we dat er een terroristenalarm was en zodus werden we allemaal verhoord vooraleer we door de poort moesten gaan. Een aantal bedevaarders hadden problemen met hun papieren en de luchthavenautoriteiten wilden hen niet doorlaten. We lieten hen niet in de steek, maar stonden hen bij en baden onze Rozenkrans. Na een poos was alles in orde en mochten we doorgaan: de kracht van een Rozenkrans!

We kwamen aan te Detroit en daarna gingen we allen onze weg naar onze laatste bestemming. Mijn bestemming was Los Angeles.

Dit is ales wat belangrijk is dat ik mij herinner van mijn eerste bedevaart naar Medjugorje.

Een slotgedachte over Medjugorje? Uiteraard kan ik hier enkel voor mezelf spreken, maar persoonlijk denk ik dat Medjugorje een verlichting van de ziel betekent. Het daagt u uit om de waarheid te zien en vraagt van u om, met de hulp van onze Heilige Moeder, de nodige moed te hebben om uw hart de nodige veranderingen te laten ondergaan.

Wat is Medjugorje in een paar woorden? Gebed en liefde!

Verder geloof ik dat onze Heilige Moeder een stukje Hemel op aarde wou en DAT IS MEDJUGORJE. Zo verkoos een plaats waar het Westen het Oosten ontmoet, in de nabijheid van drie grote godsdiensten: de katholieke en de orthodoxe godsdient en de moslimwereld. Door dit te doen heeft Zij misschien Wereldoorlog III vermeden, tenminste tot op vandaag.

Zoals Vader Svet heeft gezegd, stromen rivieren van genade in Medjugorje en ik denk dat er een heel museum kan worden gevuld met volumes en volumes van kleine mirakels die er hebben plaatsgevonden, bij elk van de Medjugorje-bedevaarders. U weet wat ik bedoel.

Mijn wens is dat alle katholieke geestelijken naar Medjugorje zouden gaan. Ik ben er zeker van dat die dag ooit komt en daar zullen ze de vrede vinden en het antwoord op de opdracht in hun roeping.

Wat ik denk wat mijn opdracht is? Wel wat vandaag betreft is deze heel duidelijk: ik moet een betere echtgenoot en vader worden, minder beoordelend en meer liefhebbend en ik hoop dat bij mijn volgende bedevaart, mijn echtgenote er zal bij zijn.

Ook moet ik open staan voor wat de Hemelse Moeder mij ook zal vragen. Ik moet haar “slaaf” worden, laat alles met mij gebeuren zoals Zij verlangt. Alles wat ik vraag is dat ze me de nodige genaden zou geven om de wil te doen van Haar Zoon. Bid voor mij dat ik dat zou doen. God zegene u.

Dat de hele wereld zou mogen worden zoals Medjugorje! En hiermee verblijf ik in Jezus, door Maria en Jozef, vergezeld van de Heilige Philomena.

Rafaelmarie

Bron: IIPG

Einde van de IIPG-reeks

Vertaling: Chris De Bodt

30-09-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Medjugorje: Bisschop Ratko Perics toorn
Medjugorje: Bisschop Ratko Perics toorn

De gewezen Ierse majoor-generaal, Liam Prendergast, heeft mij de toelating verleend om zijn beëdigde verklaring over de inhoud van een ontmoeting die hij en Vr. John Chisholm hadden met Bisschop Ratko Peric, vrij te geven. Iedereen die deze tekst leest [zie de oorspronkelijke brief hieronder] zal de ware achtergrond binnen te begrijpen van de vijandigheid van Zijne Excellentie tegenover alle dingen die er plaatsvinden te Medjugorje. Een aantal dagen na dit onderhoud, had Vr. John Chisholm een ontmoeting met een hooggeplaatste kardinaal van de Roomse Curie, die hem, nadat hij hem over deze ervaring zijn relaas had gegeven, toevertrouwde: "alles wat u mij zojuist hebt verteld is reeds lang geweten in Rome!"



Brief van Liam Prendergast

Hierbij de volledige vertaling van de brief van majoor-generaal op rust, Liam Prendergast:

Nationale Raad van Ierland voor Medjugorje,

Verklaring door majoor-generaal Liam Prendergast

Voor wie dit aanbelangt:

Ik ben ervan op de hoogte dat de Bisschop van Mostar-Duvno in juli laatsleden heeft verklaard dat hij de Eerwaarde Vr. John Chisholm CSSp niet kent en hem nooit een interview heeft toegestaan.

Op 9 oktober 1998 vergezelde ik Vr. John Chisholm bij zijn bezoek aan Bisschop Ratko Peric in zijn residentie te Mostar en tijdens dat interview nodigde de Bisschop ons uit om te blijven voor het avondeten.

Hiervan zijn er twee onafhankelijke getuigen:
  • We zijn naar ginds vervoerd door Ratko Ostojic die zijn wagen naast het verblijf parkeerde en ons, na drie uur wachten, terugbracht naar Medjugorje.
  • Bij het avondeten werden we opgewacht door Zr. Lilja Pehar, die ik reeds kende en begroette, terwijl we de eetkamer betraden.
Tijdens ons gesprek ontkende de Bisschop dat er zich enige bovennatuurlijke gebeurtenis zou afspelen in Medjugorje. Vr. Chisholm verwees naar de bovennatuurlijke gebeurtenissen te Lourdes en te Fatima, maar de Bisschop aanvaardde deze verschijningen ook niet en zei dat hij in geen enkele verschijning gelooft. Met betrekking tot de verschijningen te Lourdes, verklaarde hij: "Ik geloof in wat ik geacht wordt te geloven en dat is het Dogma van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria, dat vier jaar voor de zogenaamde verschijningen aan Bernadette, plechtig werd afgekondigd."

Op een bepaald ogenblik, tijdens het eten, bracht Vr. John enig huldebetoon aan de toewijding van de Franciscanen in Medjugorje in hun geestelijke zorg voor de bedevaarders. Het leek alsof hij met deze woorden de lont had aangestoken van een bom: de toorn op het gelaat van de Bisschop, zijn schuimbekken ... hij reageerde volledig onsamenhangend, sprong van zijn stoel en verliet de kamer. De Bisschop handelde alsof hij bezeten was. Ik had reeds dikwijls gezegd dat satan de Bisschop gebruikte in zijn aanval op Medjugorje, maar na 9 oktober 1998, ben ik ervan overtuigd en sedertdien ben ik voortdurend op zoek naar gebeden voor hem.

Een tijdje later kwam de Bisschop opnieuw de eetkamer binnen met kopieën van een aantal documenten waar Vr. Chisholm om had verzocht. Deze laatste vroeg hem of er intussen een oplossing was gevonden voor de Zaak Herzegovina [de oorlog tussen de Bisschop van Mostar en de Franciscanen]. Het antwoord van de Bisschop hierop was: "De oplossing is dat de Franciscanen moeten zwichten en dat Medjugorje moet worden opgeruimd." Deze woorden staan duidelijk gegrift in mijn geheugen.

Ik was er mij niet van bewust hoeveel bisdommen er waren in het nieuwe gebied van Bosnië-Herzegovina. De Bisschop antwoordde dat er vier waren: Sarajevo, Banja Luka, Mostar-Duvno en Srebrenca en dat hij toezicht had over twee ervan. Ik ben Bisschop van Mostar-Duvno en de apostolische beheerder van Srebrenca [sedert dan heb ik er voortdurend voor gebeden dat aan de Bisschop Srebrenca zou worden toegewezen en dat er een nieuwe Bisschop zou worden aangesteld voor Mostar-Duvno].

Tijdens ons onderhoud bracht de Bisschop de zieners van Medjugorje volledig in diskrediet. Hij gaf toe dat hij nooit één van hen had ontmoet, noch ermee gesproken had. Dit was voor mij een totale schok, om te moeten denken dat de herder, verantwoordelijk voor redding van hun zielen, nooit met hen had gesproken, zelfs nooit enige poging hiertoe had ondernomen om hen te raadplegen, sedert dat hij vijf jaar eerder officieel zijn ambt had aanvaard.

In februari 2001, schreef ik sommige van de hierboven vermelde feiten neer in een brief, die werd gepubliceerd in "The Universe," een Engelse Katholieke krant. Dit was om vele verkeerdelijk weergegeven feiten te weerleggen, in een artikel in deze krant van de hand van Petar Frankovic.

De voorgaande feiten zijn allemaal waar gebeurd en zijn nog heel duidelijk opgeslagen in mijn geheugen.

Getekend,

Liam Prendergast, majoor-generaal op rust

Getuigd en medeondertekend door Vr. P. Bryne, cc

Bij het lezen van deze getuigenis verwondert het ons dan ook helemaal niet dat Bisschop Ratko Peric onlangs zijn eerder dit jaar beloofd stilzwijgen rond Medjugorje doorbrak om uit te halen naar zienster Vicka Ivankovic, omdat ze enthousiast had gereageerd op de prestaties van twee toptennissers uit Medjugorje, Marin Cilic en Ivan Dodig, eerder deze maand.

Geen wonder dat "Rome Reports" ons hieronder mededeelt dat Paus Benedictus XVI er aan denkt om Medjugorje onder een nieuw Bisdom te plaatsen, met Makarska als Bisschoppelijke Zetel en een nieuwe Bisschop aan het hoofd ervan, en niet langer wenst het bedevaartsoord onder de bevoegdheid te houden van Bisschop Ratko Peric van Mostar. Wordt ongetwijfeld vervolgd.


Bron: Denis Nolan/Mary TV

Vertaling: Chris De Bodt



29-09-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Grace
Grace

°26 juli 2002 - †26 september 2002

Grace Anne kwam op 26 juli 2002 ter wereld. Na twee maanden ging ze terug naar de hemel. We kregen veel meer dan we hadden durven dromen.

De diagnose

De diagnose kwam na ongeveer 19 weken zwangerschap. Het was mijn vijfde zwangerschap en in mijn planning de laatste om onze gezin compleet te maken. Twee zwangerschappen verliepen normaal. Mijn dochtertjes Annie [8 jaar] en Kathleen [5 jaar] zagen daarbij het leven. Net vóór Grace had ik twee miskramen.

En toen kwam Grace.

Ik was veertig toen ik zwanger werd van Grace. De AFP-test was niet goed. Mijn arts drong aan op een vruchtwaterpunctie, maar daar had ik niet veel zin in. Ik wou niet het risico op nog eens een miskraam verhogen. Daarom verwees ze ons naar een universitair ziekenhuis waar veel gedetailleerder echografieën konden gemaakt worden. En dat was het begin van onze nachtmerries.



Terwijl ik naast dat toestel neerlag [met mijn rozenkrans strak gespannen tussen mijn vingers] voelde ik dat er iets niet OK was. De vrouwelijke arts was heel stil geworden en ging overleggen met een andere verantwoordelijke arts. Ze zei me dat ze "iets" gevonden hadden. Mijn hart brak. Ik greep de hand van mijn man steviger vast en bad heel intens enkele Weesgegroetjes. De artsen bleven geconcentreerd kijken naar het handje van de foetus. Nu weet ik dat ze naar het "gebalde vuistje" zochten, een typisch herkenningsteken voor trisomie 18. Ook het hartje werd onderzocht. Ook daar klopte iets niet. Het enige wat ik mij herinner is de schok waar ik zo bruusk mee geconfronteerd werd. Er werd van alles gezegd, maar niets daarvan drong tot mij door. In zo’n situatie wil je dat alles verdwijnt. Het was allemaal zo irreëel. Hoe kon zoiets ons overkomen ? We hadden daarnet nog een perfecte baby en nu was die veranderd in "een foetus met een fatale afwijking" was. Wat voor de duivel betekende dat?

Een zwangerschapsonderbreking: nooit!

In één enkel ogenblik stortte onze wereld in. Onze baby was geen baby meer, maar "een foetus met een afwijking" in een medisch milieu. Vanaf dat ogenblik traden we de strijd binnen voor ons leven en voor het leven van onze baby. Vanaf de allereerste mededeling dat er een probleem was werden we onder druk gezet. Wij zeiden dat zwangerschapsafbreking voor ons geen optie was. Het medisch korps gaapte ons aan alsof we van een andere planeet kwamen. De vrouwelijke arts riep ons in haar bureau en legde uit dat trisomie 18 vermoed werd. Zij stelde voor om onmiddellijk een vruchtwaterpunctie te doen zodat we "onze beslissing konden nemen." Wij bleven herhalen dat zwangerschapsafbreking voor ons geen optie was. Wat onze baby ook had, we zouden haar aanvaarden zoals ze was en haar ondanks alles beminnen. Op het ogenblik dat we het nieuws vernamen zei mijn man me: "Chris, we gaan hier sowieso lijden, maar als wij de baby ondanks alles houden en de natuur zijn gang laten gaan, zullen we ons niet schuldig voelen. We zullen het allemaal te boven komen. Ik weet dat, als je de zwangerschap afbreekt, je geen enkele nacht meer zal slapen voor de rest van je leven." Ik keek naar de kalender en zag nog vier lange onzekere zwangerschapsmaanden voor me en begon te huilen. Hij zei me dat we dag per dag zouden nemen en dat we het samen zouden doen. Nooit heb ik zoveel van mijn man gehouden als toen hij me dit zei. Ik wist dat wat de artsen ook zeiden, we onze beslissing samen hadden genomen. Het medisch korps begreep ons niet. De verantwoordelijke arts stuurde ons naar de genetische raadgeefster die aan het ziekenhuis verbonden was.

De zaken gingen van kwaad naar erger. De raadgeefster legde ons uit hoe vreselijk en fataal de toestand van onze baby was. We herhaalden dat wij de zwangerschap niet zouden onderbreken. Als antwoord kregen we de vraag: "doet u dat om religieuze redenen?" Ze wisten geen raad met een koppel dat besloten had de zwangerschap door te zetten ondanks een dergelijke diagnose. Ik vroeg haar of ze ons geen enkele hulp kon bieden. Ze beloofde me me de naam te geven van iemand die een baby als de onze gekregen had. Ik wacht nog altijd...

Ze vertelde ons dat er veel steun was als we de zwangerschap zouden afbreken, maar geen als we besloten die door te zetten. Ik was geschokt. De medici en de assistenten van dit groot ziekenhuis begrepen ons totaal niet. Mijn baby en ikzelf stonden werkelijk onder druk. Hun doel was de zwangerschap te beëindigen vóór de vierentwintigste week. Niet de minste hoop op steun werd ons gegeven. De vruchtwaterpunctie werd voor de volgende dag ingepland, maar we hebben die afspraak afgezegd. Ik ben nooit meer naar dat ziekenhuis terug gegaan.

Een priester en een gynaecoloog

Ze vroeg ons of we een priester wensten te zien. Dat leek me een goed idee te kunnen zijn. Ik zocht een geestelijke gids om ons aan te moedigen door te gaan. Ze stuurde ons naar een priester die behoorlijk ver van bij ons woonde. Ik had verwacht dat die ons zou zeggen dat we het juiste deden. Het hele medische korps reageerde alsof we niet goed wijs waren door onze baby te willen houden. Mijn man en ik gingen dus naar die priester. Helaas, draaide dit bezoek totaal anders uit dan we verwacht hadden! Hij liet ons zitten en begon uit te leggen hoe zwaar de zwangerschap zou zijn. "Weet je Chris, je gaat van dag tot dag toenemen in gewicht en het gaat zeer zwaar worden." Hij zei ons dat dergelijke baby’s heel ziek waren ... en dat er veel lijden zou zijn. Ik kon mijn oren niet geloven! Ik verwachtte dat deze priester ons zou aanmoedigen, ons zou steunen en ons hulpmiddelen zou aanwijzen om er ons door uit te slaan. In plaats daarvan zei hij ons te bidden om een miskraam te vragen en legde hij ons uit hoe we onze baby konden begraven. We hebben zijn bureau verlaten zonder enige hulp gekregen te hebben, alleen en met lege handen. Dit was werkelijk onze meest zwarte dag ooit.

Mijn gynaecoloog reageerde totaal anders. Enkele dagen na de echo konden we hem eindelijk spreken. Ik wou niet opnieuw onder druk gezet worden. Mijn gynaecoloog respecteerde mijn beslissing de zwangerschap door te zetten en zei dat hij ons wou steunen. Toch raadde hij de vruchtwaterpunctie aan om de geboorte te kunnen plannen. Dat leek een zinnig advies en het onderzoek werd gepland voor de vijfentwintigste week. De spanning was aldus wat weggeëbd. De enige doelstelling was de diagnose trisomie 18 bevestigd te zien.

Ook voor mijn gynaecoloog was de situatie nieuw. Hij had nog nooit een baby als de onze op de wereld gezet. Ik realiseerde me op dat ogenblik dat we pioniers zouden worden en dat wij het zouden zijn die aan de professionelen moesten gaan leren hoe ze met de situatie moesten om gaan. Mijn plaatselijk ziekenhuis had nog nooit een geval als het onze behandeld. De meeste speciale baby’s worden in een universitair ziekenhuis geboren. Ik wou dat Grace het levenslicht zou zien in ons klein ziekenhuis, kort bij huis, omdat men ons gezegd had dat ze maar slechts enkele dagen zou leven.

Mijn gynaecoloog zei me van een geboorteplan op papier te zetten. Na heel wat opzoekingswerk heb ik dat klaar gespeeld. "Morning Light Ministry" [Een Amerikaanse organisatie] heeft me enkele voorbeelden van zo’n geboorteplannen van andere ouders bezorgd. Enkele weken later kreeg mijn gynaecoloog de volledige uitslagen van de vruchtwaterpunctie die de trisomie 18 bevestigden. Hij zei me dat hij vanaf dat ogenblik wist dat hij maar één patiënt te behandelen had. Ik zou ook gewoon kunnen bevallen en niet via keizersnede zoals oorspronkelijk voorzien was. Aangezien mijn andere kinderen via een keizersnede ter wereld waren gekomen was de planning geweest om Grace ook op deze manier te laten geboren worden. Hij vertelde ons dat het niet nodig was van haar van zo dichtbij op te volgen. Ik voelde me werkelijk slecht op mijn gemak toen ik zijn bureau verliet. Hij had ons blijkbaar totaal niet begrepen. Ik heb een andere arts uit de streek geraadpleegd die bekend stond om zijn anti-abortus overtuiging. Ik heb hem uitgelegd dat het mij toescheen dat mijn gynaecoloog niet echt deskundig was voor onze problemen en dat ik me verder door hem wou laten begeleiden. Hij was bevriend met mijn gynaecoloog en zei me van even geduld te oefenen, dat hij zelf wel wou praten met de man om hem een nieuwe kans te geven.

Bij de volgende raadpleging was ik klaar om te vechten. Ik heb de arts bij de schouders genomen en hem gezegd: "Luister, wat u mij vorige week gezegd hebt klinkt mij niet goed. Als u ons, mijn baby en mij, niet als twee patiënten ziet, wil ik niet meer met u verder samenwerken!" "Ik weet het, ik weet het," antwoordde hij, "ik heb met Dr. S. gesproken en heeft mij gezegd dat je met hem hierover gepraat hebt. Ik begrijp dat ik de zaak volkomen fout heb ingeschat. Alles wat u wenst is uw baby vijf minuten in uw armen te houden. Zegt u mij wat u precies wenst en ik zal ervoor zorgen."

Vechten

Vanaf dat ogenblik is mijn gynaecoloog voor mij beginnen vechten en alle beslissingen werden genomen met de bedoeling de kansen op een levende baby te maximaliseren. Hij heeft zich werkelijk ten volle daarvoor ingezet. Hij heeft me verteld dat hij nooit meer dezelfde zou zijn. Grace heeft een diepe indruk gemaakt op al de artsen die zich met ons bezig gehouden hebben.

Mijn gynaecoloog heeft mijn geboorteplan verdeeld aan gans het verloskundig team en aan de verpleging en heeft met hen vergaderd om alles voor te bereiden. Ik heb persoonlijk kennis gemaakt met de verantwoordelijken van de verlosafdeling, van de materniteit, van neonatologie en met de vice-precident van het ziekenhuis vooraleer Grace geboren werd. Haar komst was grondig voorbereid. De verpleegsters zeiden me: "Chris, er bestond hier geen geschreven protocol voor dit soort zaken vooraleer Grace geboren werd. Jij hebt het protocol geschreven en wij weten nu dat we dit aan kunnen..."

Om dat allemaal te kunnen had ik veel steun nodig. Vanwege het medisch korps, noch vanwege de kerk heb ik enige hulp gekregen. Wel daarentegen van een groep "Sisters of life" die ik kort na de diagnose gecontacteerd heb. Zij brachten mij in contact met een Canadese groep "Morning Light Ministry." Die gaven me veel praktische en geestelijke adviezen om deze zwangerschap tot op het einde te dragen. Die groepen heb ik echter zelf moeten zoeken. Ik zou het werkelijk heel erg geapprecieerd hebben al deze info gekregen te hebben van de genetische consulenten en van de priesters die ik in de eerste periode contacteerde.

Eenmaal ik die groepen ontdekt had, wist ik dat ik niet alleen was. Het is onaanvaardbaar dat men mij deze bronnen niet gewezen heeft op het ogenblik dat ik mijn "keuze" moest maken.

Het lijkt erop dat het medisch korps maar één kant van het probleem zag. Dat was niet correct. Ik werd met lege handen naar huis gestuurd waar het om mijn baby ging. De ziekenhuizen zouden hulp en steun moeten bieden aan vrouwen die ervoor kiezen hun zwangerschap door te zetten ondanks een negatieve diagnose. Ik denk dat Grace ons ziekenhuis op dat vlak wakker geschud heeft. Het medisch korps zou ook vrouwen als ik moeten steunen. Ook al zijn we weinig talrijk, we zijn er toch wel.

Voorbereiding op de geboorte

Vóór de geboorte hebben we een onderhoud gehad met alle mensen die bij de bevalling betrokken zouden worden: de materniteit, de verloskamer, mijn gynaecoloog, psychologen, de vice president van de medische zaken en neonatologie. Er moesten enkele beslissingen genomen worden over de medische handelingen inzake het in leven houden van Grace.

Verschillende scenario’s werden bekeken : als ze roos was, als ze blauw was, als ze al dan niet zelfstandig zou ademen. We besloten haar enkel comfortbehandelingen te laten geven. Geen ademhalingstoestel of ventilator, enkel een kleine urgentiekit om haar indien nodig op gang te helpen komen. Er werd gediscussieerd over het ogenblik waarop we de opdracht "niet meer te reanimeren" zouden ondertekenen. Dat was erg moeilijk voor ons.

Hoe zo’n opdracht tekenen voor een baby die nog niet eens geboren is? De discussie ging ook over ons verlangen van geen buitengewone behandelingen te ondernemen om haar in leven te houden.

We vernamen dat Grace aan de linkerzijde van het hart hypoplasie had. Onze verwachting was daardoor van haar drie à vijf dagen levend bij ons te kunnen hebben. Het gaat hier om beslissingen die geen enkele ouder ooit zou moeten nemen. Ik herinner me dat ik tijdens mijn huilbuien in deze vergadering Grace extra hard voelde trappelen in mijn buik. Alsof ze me wou zeggen: ik ben er nog altijd, ga door met voor mij te vechten!

Het verloskundig team heeft ons volledig ondersteund. We hebben op voorhand ieder detail van mijn geboorteplan uitgepraat. Zij hebben hun standaardroutines aan de kant geschoven om aan ieder van onze wensen te kunnen voldoen. Ik ben blijvend onder de indruk geraakt van het professionalisme dat ze ons betoond hebben tijdens ons verblijf. Nooit eerder hadden ze een situatie als de onze of een baby als de onze moeten behandelen. Het was ons heel duidelijk dat het voor iedereen allemaal nieuw was.

De dag van de geplande keizersnede was de meest angstaanjagende dag van mijn leven. Ik wist dat op het ogenblik dat Grace mijn lichaam zou verlaten en het aftellen zou beginnen. De tijd was geteld. Ik was voorbereid op een heel kort leven met Grace. Ik heb zelfs gedacht dat de tijd dat ik haar droeg de enige tijd zou zijn die ik zou krijgen samen met haar. Iedere beweging van haar, ieder trappelen van haar heb ik dan ook gewaardeerd. Ik heb oprecht met de mogelijkheid rekening gehouden dat ik zelf zou sterven de dag van de bevalling, alleen maar omdat we met de ergste scenario’s hadden rekening gehouden. Niemand gaf ons veel hoop. En uiteindelijk is alles zoveel beter gelopen...

Het ziekenhuis had alles zo goed mogelijk voorbereid, het was ongelooflijk. Er waren ongeveer 25 naaste familieleden die angstig de geboorte van Grace afwachtten. Het ziekenhuis had hen een privé ruimte ter beschikking gesteld waar ze samen konden zijn. We hadden een priester beschikbaar voor het geval een nooddoop nodig zou zijn. Het ziekenhuis stelde zijn beste verpleegster te onzer beschikking. Zij hield mijn hand vast. Het volledige medische team was op de hoogte van onze situatie. In feite waren er een aantal mensen bij die zich vrijwillig ter beschikking hadden gesteld omdat ze zo geraakt waren door onze situatie. We hebben de allerbeste zorgen gekregen. Ik trilde omwille van de zenuwachtige gespannenheid die overal heerste. De verpleegster nam mijn hand stevig vast. Ik herinner me dat ik dacht dat ze een engel was. Ik kon niet stoppen met huilen. Mijn man is binnengekomen en we hebben samen geweend en geweend.

De geboorte

Op het ogenblik dat de gynaecoloog Grace uit mijn buik haalde, zei hij: "het is een meisje met een massa donker haar" en "ze lijkt zeer groot te zijn." Het beste nieuws was dat ze roos was en zelfstandig ademde. Ze had geen kunstmatige beademing nodig. Het was een vechtertje!

Men heeft haar bij mij gebracht en ik ben er verliefd op geworden. Ze was zo mooi… De priester is naar mijn familie gegaan om hen het goede nieuws mee te delen. Niemand had zich eraan verwacht dat ze zou leven. Wat waren we gelukkig: Grace leefde!

Het werd de allermooiste dag. Ik was zo gelukkig dat ze leefde. Ik dacht niet aan wat nog voor ons lag. Ik wist alleen dat ik mijn kleine kostbare meisje in de armen had en dat ze van mij was. Ik liet haar niet meer los.

Het ziekenhuis gaf een privé kamer voor mijn man, mijzelf en Grace. Onze familie mocht ons ieder uur van de dag bezoeken, het bezoekreglement gold niet voor ons. Het personeel kwam Grace regelmatig verzorgen. Ze kon niet zuigen en men heeft haar dan een maagsonde gezet. Ik heb Grace letterlijk gedurende drie dagen constant gedragen. Ik herinner me de ganse eerste nacht op gebleven te zijn met haar. Ieder detail wou ik in mij opnemen. Bij het opkomen van de zon dankte ik God voor de nieuwe dag met haar. Ik raad echt iedereen aan om uw baby op die manier dag en nacht bij u te houden. Het was zoals thuis. We noemde de kamer "ons appartement."

We organiseerden feestjes en aten ijs met onze gasten, het leek een grote ceremonie. Onze relatie met het personeel werd zeer vriendschappelijk en ze kwamen bij ons langs als ze even tijd hadden. Er groeide een veel diepere vriendschap tussen ons en het medisch team dan we ons ooit hadden kunnen inbeelden. De artsen en verpleegsters die met ons gewerkt hebben zijn contact blijven houden met ons en hebben ons verteld dat ze nooit meer dezelfde zouden zijn nadat ze Grace en onze familie onder hun hoede hadden gehad.

Na een week werd vastgesteld dat de hartafwijking van Grace lichtjes anders was dan oorspronkelijk gediagnosticeerd. In plaats van enkele uren zou ze enkele weken, misschien zelfs enkele maanden kunnen leven. Toen was het ogenblik dat ik het ziekenhuis moest verlaten en Grace nog op de zuigelingenafdeling moest blijven. Dat was heel moeilijk.

Zuigelingenafdeling

Het personeel heeft ons dan een aparte kamer op de zuigelingenafdeling bezorgd, zodat we een voor ons gereserveerde plek hadden en iedere dag bij Grace konden zijn. Deze kamer werd "het bureau" omdat ik iedere dag om 9 uur aankwam en om 17 uur vertrok. In dit "bureau" leerden Paul en ik zelf voor Grace te zorgen. Het was een kleine ruimte maar honderden mensen zijn er gepasseerd om Grace te dragen en te liefkozen.

We leerden hoe we Grace konden voeden met de maagsonde en hoe we haar konden verzorgen. Het gebeurde soms dat ze stopte met ademen en dat ze kleine crisissen [aanvallen] doormaakte. We hebben nauw samengewerkt met een organisatie voor palliatieve zorgen om haar thuiskomst te regelen.

Grace had enkele typische trekjes van trisomie 18: de oortjes lager ingeplant dan gebruikelijk, de gebalde vuistjes, de voetjes wat speciaal en een wat gebogen voorhoofd. Maar als je gewoon naar haar keek leek ze gewoon een kleine baby: 2030 g, 47 cm. Ze was zoals mijn andere dochtertjes waren, alleen wat kleiner. Al die kleine details maakten haar uniek en speciaal voor mij. Ik zag de trisomie 18 niet, ik zag alleen mijn kostbaar klein meisje. En dat was wat de meeste mensen zich realiseerden toen ze eenmaal geboren was. Ze was helemaal niet het monster dat de artsen me vier maanden eerder beschreven hadden ... ze was een klein schatje. Alles wat ze nodig had was liefde. En die heeft ze gekregen!

Wij hebben enkel voor medische behandelingen gekozen die haar het leven comfortabeler maakten. We hebben haar via een maagsonde gevoed. Ze had regelmatig apneus [ademstilstanden]. Telkens kwam ze daar weer uit, zelfs nadat ze soms 15 of 20 minuten niet geademd had. Daarom noemden we haar "Amazing Grace" ... onze Grace was een ongelooflijke en verbazingwekkende meid! Ze werd verondersteld binnen de drie dagen na haar geboorte te overlijden omwille van de afwijking aan har hartje, maar ze bleef bij ons. Ze had meerdere periodes van apneus en crisissen, maar kwam telkens weer terug. De trisomie werkt op het brein en op heel wat automatische reflexen zoals zuigen en ademen. Voor de rest vonden we haar gewoon perfect.

We hebben niets willen ondernemen om haar leven te verlengen. We hebben haar zoveel als mogelijk haar comfort gegund. We droegen haar rond als ze apneus had en spraken haar zachtjes toe. "Kom terug,Grace," hebben we zo vaak gezegd. Zij luisterde dan meestal naar haar ouders. We konden niet herstellen wat niet goed ging. We konden haar alleen maar beminnen.

Het was een zegen voor ons dat Grace in dit ziekenhuis geboren werd. Ze was de enige baby op de intensieve zorgen van de zuigelingenafdeling gedurende haar verblijf daar. De verpleegsters waren geweldig. Nooit heb ik iets vergelijkbaars gezien. Grace was een beroemdheid geworden. Ik heb fantastische mensen ontmoet die ik nooit zal vergeten.

Even heb ik geaarzeld, ongeveer een tweetal weken vooraleer ze naar huis zou komen. Ze kreeg een zware crisis en men stond op het punt haar dood te verklaren. Ik dacht, "hemel, en als dat thuis in de living gebeurt met mijn kinderen, ben ik gek geworden?" Maar twee weken later was ik voor alles klaar. We hebben haar naar huis gebracht op de dag dat ze één maand werd. Het personeel van de zuigelingenafdeling was fantastisch. Ze lieten ons zelfs een klein ziekenhuisbedje mee naar huis nemen. Het was een geweldige dag!

Naar huis

Na één maand zuigelingenafdeling hebben we Grace thuis gebracht. In het begin joeg het idee haar thuis te brengen me schrik aan. Ik drong aan dat ons al het nodige materiaal geleverd zou worden, toestellen die haar bewaakten, zuurstofflessen, enz om ons huis een beetje in een ziekenhuis te veranderen. We wensten een full time verpleegster. Ik was heel angstig. De eerste nacht hadden we een medische hulpverlener thuis. Maar al snel hebben we die wandelen gestuurd, want eigenlijk hadden we die niet nodig.

Paul en ik zagen snel in dat wij al wisten wat we moesten doen met Grace omdat we dat al allemaal kenden vanuit het ziekenhuis. We hadden haar daar ook al verzorgd, gevoed en bewaakt. De verpleegsters hadden ons alles geleerd. Het enige wat we moesten doen, was hetzelfde, maar nu thuis in onze living. De oxymeter voor de pols maakte ons gek met zijn geluiden gedurende gans de nacht. Dat heeft een viertal dagen geduurd, toen hebben we hem afgezet.

Het mooiste van thuis te zijn was dat we een echt gezin vormden. Ik was de mama van Grace thuis. Haar zusjes leerden haar kennen. Voor hen was het moeilijk in het ziekenhuis. Het leek allemaal zo erg op de situatie met een gewone pasgeborene thuis. De enige verschillen waren dat we haar met een sonde voedden en dat ze af en toe vergat te ademen.

We begonnen ons meer en meer op ons gemak te voelen. Ik waakte gedurende de nacht et we hadden samen zoveel rustige periodes. Ik sliep op de zetel met haar op mijn borstkas. We keken naar de maan en de sterren aan de hemel. Het was magisch...

Er kwam veel bezoek: iedereen wou "Amazing Grace" dragen. Naarmate de weken vorderden werden de crisissen en de apneus intenser. We wenden eraan. We hebben haar meegenomen naar oma, naar de supermarkt, naar het park en we maakten wandelingen in de wijk. We probeerden de tijd zo normaal mogelijk door te brengen. Maar ze werd zieker en zieker. Ze had wat gewicht bijgewonnen en was zo schattig. Ze genoot van het badje dat haar oma haar gaf. Ze was echt een zonnetje.

Een tehuis in de buurt bood veel steun. We kregen een verpleegster te onzer beschikking 24/24 en 7 dagen op 7. Ze kwam zo vaak ik het vroeg. Bovendien was er ook een religieuze te onzer beschikking, een diëtiste en een psycholoog. We beseften dat we het best goed deden. We wensten dat alles zo normaal mogelijk verliep [we hebben weinig speciale medische ondersteuning nodig gehad]: wij waren de verpleegkundigen. Eenmaal per week kwam er een vrijwilligster zodat ik wat tijd aan mijn twee andere meisjes kon besteden.

De weken werden maanden en we gingen dromen dat Grace misschien één van de tien procent baby’s zou zijn die overleven... Ik begon me te bevragen over chirurgische interventies en ik sprak met een mama van een trisomie 18 kindje dat inmiddels zes jaar was. Ik was klaar voor een lange tocht. Wat het ook zou kosten, ik zou het doen.

Grace was een kind dat slechts één ding vroeg: haar vast houden en haar beminnen. Zij was rustig en niets eisend. Een oh zo fragiel schepseltje. Ze had prachtige blauwe ogen en een heel zacht huidje. Als we Grace vast hielden hadden we de indruk een engeltje vast te hebben.

We hebben onze pediater één enkele maal bezocht en dat was goed gegaan. We hadden het over de crisissen: hij was heel voorzichtig.

Grace overlijdt

Gedurende de laatste week van haar leven kreeg Grace phébnobarbitalen. De crisissen werden langer en steeds frequenter. Met de medicijnen probeerden we haar te stabiliseren. Ze had ook mylanta nodig om de reflux te behandelen.

Twee dingen heb ik God gevraagd vooraleer Grace zou sterven. Ik heb gebeden dat ze vredig zou mogen gaan en dat mijn twee andere meisjes deze ogenblikken zouden mogen mee beleven. God heeft mijn gebed gehoord en meer dan verhoord... De week voor haar dood werden de crisissen frequenter en langer. Ze kreeg medicijnen om haar toestand te stabiliseren. Ik dacht dat het zou lukken.

We wenden aan grotere crisissen. Al wist ik verstandelijk best wel dat haar toestand fataal was, nooit liet ik de hoop varen, "ze was een mirakelkind." De nacht voor haar overlijden was ik de ganse nacht op met haar omdat ze constant ademhalingsstilstanden had. Ik was heel rustig, heb zelfs mijn man niet gewekt. Ik las in de bijbel en sliep met Grace op mijn borst. Ik las psalm 23 samen met haar. Ik voelde me in vrede. De volgende morgen kwam mijn man en we wisten dat het niet goed ging. Onze dochters hebben haar een knuffel gegeven om tot ziens te zeggen. Ik heb hen naar de bushalte gebracht. Toen ik terug kwam leek Paul erg ongerust. We gaven Grace een badje, ze had die altijd geapprecieerd. Ik heb haar aangekleed en ingesmeerd met een speciale lavendelcrême. Mijn ouders zijn gekomen en brachten de eucharistie mee en we hebben haar gezegend. Het was tien uur. Precies het ogenblik van haar twee maanden, en we hebben "gelukkige verjaardag" voor haar gezongen. Ik heb haar continu gedragen en ze moet heel zachtjes heen gegaan zijn korte tijd daarna. Ik merkte dat ze niet meer ademde, maar dacht dat haar hartje nog altijd klopte ... ze was nog altijd warm. Mijn papa dacht dat ze overleden was, maar ik geloofde hem niet. De verpleegster van het tehuis is gekomen en vroeg of ze Grace mocht beluisteren. En toen zei ze dat het haar speet. Ik kon het niet geloven... Ik was in de keuken en zei mijn man dat Grace heen gegaan was. We hebben haar samen gedragen en hebben samen geweend. Mijn zussen, mijn schoonzus en mijn schoonbroers kwamen langs. De ploeg van het tehuis kwam: het was allemaal heel flou voor mij. Paul is de meisjes gaan halen in school en we hebben samen de tijd met Grace kunnen doorbrengen. De meisjes hebben haar gedragen en haar nogmaals tot ziens gezegd. Het was niet angstaanjagend ... het was prachtig. We hebben haar in een doopkleed gekleed. En we hebben haar allemaal gedragen. Ik dacht dat ik nooit van haar zou kunnen scheiden. We hebben haar lang bij ons gehouden.

Uiteindelijk heb ik gezegd dat de begrafenisondernemer mocht gebeld worden. Hij stuurde één van zijn medewerkers naar ons [het leek wel of ik met Jezus zelf sprak]. Hij sprak de liefste woorden die me uiteindelijk toelieten haar los te laten. Ik heb Grace aan Paul gegeven en Paul gaf haar aan die man. Zo rustig als hij gekomen was is hij weer vertrokken. Paul, de meisjes en ik zijn in onze boomhut gegaan om alleen te zijn. Ik heb geweend en geweend.

Grace overleed op donderdag 26 september 2002. Op zaterdag 28 september werd ze begraven. Op mijn verjaardag. Gedurende de zwangerschap had ik veel over haar begrafenis nagedacht omdat we niet gedacht hadden veel tijd met haar te kunnen doorbrengen. We hadden teksten en muziek met de priester uitgekozen. We hadden twee grote posters gemaakt met allemaal foto’s van haar. Allemaal foto’s van mensen die Grace droegen. Op iedere foto glimlachen de mensen. De kerk was overvol. Ik denk niet dat ik ooit zal weten hoeveel mensen er in de kerk waren. Het belangrijkste wat de priester zei was een zin van mijn man: "wij hebben de makkelijke weg gekozen, wij hebben van Grace gehouden." De priester zei ook dat we gedurende 9 maanden geweten hadden dat deze dag zou aanbreken, maar dat we besloten hadden Grace lief te hebben, wat er ook zou gebeuren.

Het verdriet verwerken: steun van God

We hebben nergens spijt van. We herinneren ons ieder detail van haar lichaam, haar geur, haar uitzicht. Ik droeg rose kleren op de begrafenis, ik wou haar leven vieren. Op het kerkhof heeft mijn schoonbroer een gedicht voorgelezen en hebben we een twaalftal roze en witte ballonnen los gelaten.

Ik ga vaak naar haar grafje. Het is hard te weten dat zij fysiek niet meer bij me is... Ze zal daarentegen altijd in mijn hart zijn. Ik ben voor altijd veranderd.

Ik heb veel gesteund op mijn geloof in God tijdens de moeilijke momenten. Ik ben katholiek opgevoed en heb een vast geloof. Ik wist dat toen wij besloten hadden Grace bij ons te houden ondanks haar toestand dat God voor ons zou zorgen. Hij heeft voor alles gezorgd en beter dan ik gehoopt had. Hij was goed, barmhartig en heeft onze situatie beter geregeld dan we gepland hadden. Mijn geloof is dieper gegroeid dankzij Grace. Niets is toevallig gebeurd. Hij heeft de juiste mensen op onze weg gezet [inclusief de "Sisters of Life" en de "Morning Light Ministry"] en heeft voor iedere stap die we moesten zetten zorg gedragen. Hoe hard deze ervaring ook was, Hij was steeds onze rots en ik zal Hem steeds blijven vertrouwen. Onze ervaring met Grace was voor 90% prachtig en voor 10% het hardste wat we ooit beleefd hebben. Zonder geloof betwijfel ik of we dit alles hadden kunnen doen.

Grace heeft het beste naar boven gehaald in de mensen om haar heen. Ze was het meest afhankelijke wezentje ... ze heeft goedheid laten ontdekken in de mensen. Mijn man en ik blijven maar herhalen dat de mensen goed zijn. Grace bood de kans aan veel mensen, of we die al eerder kenden of niet, om onvoorwaardelijk te leren beminnen. De mensen leken nooit genoeg voor ons te kunnen doen, ze wilden altijd maar meer doen. Het ziekenhuis heeft zich in alle bochten geplooid om ons te helpen. Onze vrienden en onze familie blijven ons steunen en beminnen. Grace heeft vele, heel vele mensen geraakt tijdens haar korte leventje. Ze heeft gedurende die twee maanden meer gedaan dan andere mensen gedurende gans hun leven. Zij vertegenwoordigde de zuivere liefde en ze kreeg zuivere liefde. Hoe zeer ik haar ook mis, toch besef ik dat ze haar taak hier beneden afgewerkt heeft. Haar impact overstijgt ons. Ik dank God dat Hij ons via haar gezegend heeft. Zij was de moeite waard.

De dokters die met ons gewerkt hebben, hebben ons gezegd dat ze nooit meer op dezelfde manier naar een geval als het onze zullen kijken. Grace was een lerares en een pionierster. Zij heeft mijn man en mij dichter bij mekaar gebracht, heeft ons geloof versterkt en heeft me geholpen de mooie dingen van het leven te waarderen. Ze heeft me ook getoond dat de dood vredig kan zijn. Mijn twee andere dochtertjes weten dat nu ook. Grace was werkelijk verbazend en ongelooflijk.

Vertaling: Christine


28-09-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Padre Pio: Under investigation
Padre Pio: Under investigation

Inleiding

Op 14 juni 1921 klopt er een priester aan op de deur van het klooster van San Giovanni Rotondo. Het is een prille veertiger en hij draagt een eenvoudige soutane, maar hij is geen gewone priester. Het is bisschop Raffaelo Carlo Rossi, een toekomstige kardinaal en een apostolische bezoeker die door de Heilgie Officie [voormalige benaming voor de Congragatie voor Geloofsleer] naar Pater Pio werd gezonden om de geruchten die over hem lopen in het geheim te onderzoeken.

De bisschop-onderzoeker zal voor acht dagen bij de Kapucijner Broeders blijven om vragen te stellen en getuigenverklaringen te horen. Hij interviewt eveneens Pater Pio zelf en onderzoekt de raadselachtige wonden van Christus die hij draagt op zijn lichaam. Na alle bewijsmateriaal te hebben verzameld, maakt de onderzoeker een eigen evaluatie van Pater Pio, die de reden inhoudt om aan te nemen dat de stigmata een goddelijke oorsprong hebben. Hij zendt zijn dossier, inclusief de getuigenverklaringen op naar Rome, waar ze gedurende bijna een eeuw verdoken blijven liggen.


Bisschop Raffaelo Carlo Rossie

Vader Francesco Castello is de geschiedkundige voor de zaak van de Zaligverklaring van Paus Johannes Paulus II en professor in de moderne Kerkgeschiedenis aan het Romano Guardini Instituut van Religieuze Wetenschappen in Taranto, Italië. Hij heeft bijgedragen aan vele publicaties en heeft in het geheim Karol Wojtyla’s derde brief aan Pater Pio ontdekt en gepubliceerd. Hij hield rekening met de geest van die tijd voor zover als mogelijk en hechtte minder vertrouwen in de oordelen van heden dan in de blijvende tradities van die dagen. Indien ik misschien te veel geschiedenis naar voor breng en de lange weg van de rijke regio’s van het verleden ging afleggen, zorgde ik er steeds voor om een pad te onderzoeken dat ons terugbrengt naar die onverschrokken en vastberaden Jood die onveranderlijk blijft in een hevige verhevenheid.

"Na alle studies, debatten en interviews, dachten we dat we alles wisten over hem," schrijft Vr. Francesco Castelli in zijn verbazingwekkend nieuw boek over Pater Pio, maar in de archieven werd er een document ontdekt dat van uitzonderlijke waarde was, en dat nu vanuit het verleden tot ons komt: "de handelingen rond het eerste onderzoek over Pater Pio," gemaakt op bevel van de Heilige Officie. Het document gaat terug tot 1921 en bevat de geheime onthullingen van de Kapijcijn: zes uiterst waardevolle "verklaringen onder ede." Interviews dit Pater Pio, onder ede, heeft toegestaan voor de onderzoeker van de Heilgie Officie. Hierin maakt Pater Pio feiten bekend en fenomenen die nooit onthuld werden aan iemand, ook niet in de vele biografieën over de Heilige man, en overhandigde hij ze aan de Kerk en de geschiedenis."

Een nieuw boek

Nu, veertig jaar na de dood van de heilige, worden deze uitzonderlijke documenten in hun geheel gepubliceerd, dankzij het vakkundig onderzoek van Vr. Francesco Castello. De documenten in dit boek onthullen elk aspect van Pater Pio’s leven, van zijn bovennatuurlijke gaven tot zijn gezondheidtoestand. In zijn verklaringen geeft hij onder eed toe dat er gebeurtenissen zijn van bilocatie en andere bovennatuurlijke gaven, en voor de eerste keer geeft hij het gedetailleerde verhaal van zijn stigmatisering. Eveneens inbegrepen zijn de brieven van zijn spirituele vader en een chronologie van zijn leven. Dit allemaal geïllustreerd met zwart-wit foto’s.



"De toekomt zal onthullen wat vandaag niet gelezen kan worden in het leven van Pater Pio van Pietrelcina." Deze woorden werden in januari 1922 door Mgr. Raffaelo Carlo Rossi neergeschreven, toen Pater Pio 34 jaar was. Op deze manier wou Mgr. Bisschop Rossi zich meteen indekken om zich van de buitenwereld niet uitgesloten te voelen. Als we deze woorden nu lezen [met Pater Pio die in 2002 werd heilig verklaard, na veel misnoegen en onbestendigheden] doet het ons glimlachen. We weten heel goed wat de toekomst heeft gezegd over de broeder, die sinds zijn kinderjaren rijk aan bovennatuurlijke gaven was en bovendien het onderwerp was van een bijzondere aandacht vanwege de Kerk, tot een striktheid die dikwijls overdreven leek.

En we weten dit omdat, ondanks zijn nederigheid en zijn gereserveerdheid, de opdracht waartoe hij geroepen was, een enorme weerklank kende over alle grenzen heen en onder de miljoenen pelgrims die naar San Giovanni Rotondo trokken. Een gebeurtenis die, in welke mate het ook werd bekritiseerd, de aandacht trok van iedereen, gelovigen en ongelovigen, en aanzienlijk hielp om het geloof van velen te versterken.

Als u zou denken dat u praktisch alles al wist over Pater Pio, omdat er reeds zoveel boeken en verslagen over hem zijn verschenen, zowel op het niveau van geleerden als voor het gewone publiek, dan bent u verkeerd. Dit boek van de geschiedkundige Vr. Francesco Castelli toont het aan: het verzamelt en ontleed, zoals men dat in het jargon noemt, het "Votum" [dit is het eindverslag van het onderzoek van Mgr. Raffaelo Carlo Rossi, door hem geleid ten behoeve van de Heilige Officie], en andere kortere teksten zoals de "Kronieken van Pater Pio," geschreven door een van zijn spirituele begeleiders, Vr. Benedetto Nardella van San Marco in Lamis, een stad in de provincie Foggia, in het noorden van de Zuid-Italiaanse regio Apulië.

Dit zijn bijna allemaal eerder onuitgegeven teksten die van een buitengewone documentaire waarde zijn: daar ze destijds geheim verklaard zijn, zijn ze niet terug te vinden tussen de bronnen in de archieven van San Giovanni Rotondo. Om deze reden waren ze voor een lange tijd uit het oog verloren. Maar in 2006, zoals geweten is, verschafte Benedictus XVI de vrije toegang tot de archieven van de Heilige Officie tot het jaar 1939, waardoor het uiteindelijk mogelijk werd om te onderzoeken wat deze archieven tot dan verborgen hielden over de broeder uit Pietrelcina. Het gevolg van dit alles was een opleving van een blijkbaar onvermoeibaar onderzoek over deze heilige, die zo geliefd, maar tegelijkertijd, binnen bepaalde kringen, ook omstreden was en waarop neergekeken werd met een arrogante onverschilligheid.

Een hemels aroma

In de eerste van de drie pauselijke onderzoeken van de grote mysticus en heilige, Pater Pio, uit Italië, waren de onderzoekers niet het meeste onder de indruk van de genezingen, de bilocatie en het kunnen "lezen van zielen," waarvoor de grote Kapucijnermonnik het meest bekend was. Dit is althans de grootste overtuiging van Bisschop Raffaello Carlo Rossi, die in 1921 werd gevraagd om de 34-jarige monnik te onderzoek naar aanleiding van beroering die er was ontstaan over de stigmata. Hij is ervan overtuigd dat het de "hemelse aroma" die Pater Pio omgaf, anders genoemd de "geur der heiligheid," dat de onderzoekers enorm verbaasde. Dit alles staat te lezen in het nieuw uitgegeven boek "Padre Pio under investigation: The secret Vatican files," geschreven door Francesco Castelli.

De reden waarom deze aanvankelijk sceptische onderzoeker dit zo indrukwekkend vond, volgens de documenten, was dat hij het zelf heeft ervaren en dit tot op zo’n hoge graad dat het fenomeen niet kon ingebeeld of "nagemaakt" zijn.

"Dit heel intense en aangename aroma, gelijkaardig aan de geur van het viooltje, zoals het welomschreven was door de Bisschop van Melfi, wordt officieel bevestigd door iedereen, waaronder zelfs de grootste eminenties binnen de Kerk," schrijft Bisschop Rossi. "Ik heb het geroken, net zoals ik de stigmata heb gezien en ik kan opnieuw de grootste eminenties binnen de kerk verzekeren dat ikzelf naar San Giovanni Rotondo ben gegaan met de vastberaden bedoeling om een absoluut objectief onderzoek te leiden, maar ook niet bevooroordeeld, over wat er gaande was met Pater Pio. Vandaag ben ik geen overgeschakelde aanbidder geworden van de Pater, in geen geval: ik heb een volledig onverschillig gevoel dat ik bij moet uitdrukken als een zekere lauwheid, zelfs in die mate dat ik een serene objectiviteit wil aanhouden bij het schrijven van mijn rapport. Maar, om in orde te zijn met mijn geweten, moet ik zeggen dat ik, door het zien van de feiten, mijn persoonlijke ongunstig vooroordeel niet kan aanhouden, zelfs al was het aan mijn uiterlijk niet te zien. En een van deze feiten is de zoete aromageur die, en ik herhaal, ikzelf heb geroken, zelfs gevoeld, net zoals ieder ander persoon. De enige die er zich niet bewust van was, was Pater Pio zelf."

"Indien hij werkelijk, om welke reden ook, een bepaald aroma zelf gebruikte, zou de geur niet de hele tijd constant zijn," schreef de onderzoeker. "Maar dat was niet het geval: soms werd het gevoeld, in golven, in zijn kamer en daarbuiten, als hij langs iemand voorbijging, op zijn plaats in het koor, zelfs van op afstand. Het kwam overeen met de geur van viooltjes."

Uiteraard onderzocht Bisschop Rossi, die de Heilige Pater Pio meerdere malen onder eed heeft ondervraagd, de cel van de monnik en kon hij niets vinden dat zo’n geur zou veroorzaken. Ik vond gewone alledaagse zeep en, zegt de onderzoeker erbij, de geur bleef zelfs hangen in zijn haar dat zelfs twee jaar eerder afgesneden was, net zoals het zich ook vasthechtte aan het bloed en de verbanden van de stigmata.

Het staat allemaal gedetailleerd beschreven in het boek, dat ondermeer nooit eerder vrijgegeven interviews bevat. De documenten werden beschikbaar naar aanleiding van een edict van Paus Benedictus om documenten vrij te geven tot 1939 van het Vaticaan. Deze beschrijven Pio als een zachte, nederige man met een fonkeling in zijn ogen en een doordringend gevoel voor humor, dus niet bepaalde de strenge, norse priester, zoals sommigen een verkeerd beeld van hem hebben.

Pater Pio moest een aantal onderzoeken doorlopen en in dit onderzoek werd elk detail van zijn wijze van leven, van de manier waarop hij de Mis opdroeg, bestudeerd, zelfs tot het aantal minuten die hij nam voor de consecratie, met kritiek op de aanzienlijke tijd dat hij de Kelk ophield en de notitie dat hij zijn hoofd niet leek te buigen op een kritiek ogenblik. Velen deden dit af als een soort "tentoonstelling van een te ijverige toewijding voor zijn werk," dat gedurende een lange tijd zijn mystieke toewijding tegenhield [Pater Pio was dikwijls dromerig en mijmerde tijdens de Mis, als hij de passie herleefde].

Dit onderzoek was een van de verscheidene onderzoeken, terwijl Pio tijdens zijn leven minstens drie maal maal werd geplaagd met ernstige vervolging: de eerste maal door nochtans uitmuntende Vr. Agostino Gemello, die beweerde Pater Pio te kennen [maar, zoals later geweten werd, Pater Pio slechts éénmaal heeft ontmoet en dan nog voor slechts enkele minuten], de tweede maal door aartsbisschop Paquale Gagliardi van Manfredonia [het bisdom waartoe San Giovanni behoorde] en waarbij aartsbisschop Gagliardi in essentie werd gedwongen om in 1929 af te treden na een aanhoudende haatcampagne om de monnik in diskrediet te brengen, maar die niettemin iedereen berispte die de bisschop bekritiseerde.

Zijn stigmata

De documenten onthullen nieuwe details over de stigmata, die anders dan bij de Heilige Franciscus, bij Pater Pio geen uitgroeisels van vlees aan de andere zijde vertoonden. Pio’s handpalm leek eerder glad aan de oppervlakte en de stigmata aan zijn voeten namen soms af, waarbij er enkel "bleke knopjes" overbleven die dan later weer zouden "gedijen" met bloed. Er was geen schouderwonde [zoals sterke geruchten dikwijls laten vermoeden], maar er was een driehoekige wonde aan de zijde die de kleur had van "rode wijn."

Toen hij Vr. Pio dwong om zijn handen te ontbloten om de tekenen van zijn stigmata te tonen, nam de sceptische Rossi waar dat het bloed aan de handschoenen bleef hangen en dat het hierdoor uiterste pijnlijk was voor de monnik om er zich van te ontdoen. Maar Pio was zoals altijd gehoorzaam. De onderzoeker stak zijn eigen vinger in Pio’s open handwonden en noteerde later, met een zichtbare verbazing: "De stigmata zijn er. We staan voor een ware gebeurtenis en het is onmogelijk om dit verder te ontkennen." Castelli noteerde ook dat Pio’s stigmata anders leken dan deze van de Heilige Franciscus, wiens wonden uitpuilden of uitgroeiden naar de andere kant van zijn handpalm en waarbij wild vlees te voorschijn kwam. Dit was niet het geval bij Pio. De Bisschop-onderzoeker had geen andere keuze dan het besluit te maken dat volledig in het voordeel uitviel van hun authenticiteit, en aldus in feite van goddelijke oorsprong waren.

Hebben atheïsten ooit deze dingen uitgepluisd?

Indien ze dit zouden gedaan hebben, indien ze niet eenvoudig en overtuigend hadden geweigerd om zelf gebeurtenissen rond Pater Pio te onderzoeken, zouden er niet langer atheïsten bestaan.

Ze veroorzaakten een enorme pijn bij Pater Pio en de mysticus onthulde aan Bisschop Rossi dat de wonden begonnen met een visioen over Jezus, die aan Pio vertelde dat "deze zouden dienen om Pio met Zijn Passie te verenigen." Eerder was er enkel geweten dat een "raadselachtige figuur of engel" aan hem was verschenen tijdens zijn gebed in de koorkamer, bij de aanvang van de zichtbare stigmata. De wonden etterden nooit en gaven ook geen pus af en er was ook geen littekenvorming, alhoewel de handen korsten vertoonden.

En zo gaan de onthullingen door in dit boek dat minstens even boeiend is dan de talloze boeken die zijn geschreven over de Heilige. Het boek maakt een oud verhaal als nieuw, het is inspirerend en men kan het moeilijk opzij leggen. Het boek is geschreven door Vader Francisco Castelli, met een voorwoord van de beroemde Italiaanse schrijver Vittorio Messori.

Pater Pio, die in 2002 werd heilig verklaard, was zelf eerder verbaasd over alle commotie die er ontstond rond hem. Op een gegeven ogenblik merkte de monnik op: "Ook voor mijzelf ben ik een mysterie."

Ik vereniging u met Mijn lijden

Wat hier verhaald wordt is heel interessant. De onderzoeker probeert te herconstrueren wat relevant is bij Pater Pio, niet allen door de Kapucijn rechtstreeks te ondervragen en te onderzoeken, maar ook door de dichtst betrokken getuigen uit te horen: de priesters in San Giovanni Rotondo en de broeders van het klooster.

Dit maakt het voor de lezer mogelijk om onmiddellijk te lezen hoe Pater Pio vertelt wat er met hem gebeurde en hoe hij zijn geestesgesteldheid beschrijft tijdens de gebeurtenissen. Met nederige, maar betekenisvolle bondigheid, zegt hij hoe hij de zichtbare stigmata kreeg en dat hij reeds voor een lange tijd de onzichtbare stigmata bezat, op die twintigste september 1918 [dat is drie jaar eerder]. Het gebeurde op een ochtend, in het koor, terwijl hij zijn dankgebeden bad na de Heilige Mis. Plots werd hij overvallen door een krachtig beven, waarop kalmte volgende, en ik zag onze Heer afgebeeld aan het Kruis [maar het trof mij niet dat Hij zich aan het Kruis bevond] en treurde over de ondankbaarheid van de mensen, vooral van dezen die aan Hem waren toegewijd en van Hem de meeste gunsten verkregen. Dit onthulde zijn lijden en zijn verlangen om zielen te verenigen met Zijn lijden. Hij nodigde mij uit om te delen in zijn smarten en over hem te mediteren. Tezelfdertijd, smeekte Hij mij om te werken voor de redding van mijn broeders. Op dat ogenblik was ik vol van medelijden over de smarten van de Heer en vroeg ik Hem wat ik kon doen. Ik hoorde zijn stem: "Ik verenig u met Mijn lijden." Eenmaal het visioen verdween, kwam ik terug in de werkelijkheid en zag ik deze tekenen hier, waaruit bloed droop. Ik had niets dergelijks daarvoor.


De schrijver van het boek: Prof. Vr. Francesco Castelli

Nooit voorheen heeft de Kapucijn zo gedetailleerd gesproken over zo’n belangrijke gebeurtenis, vooral omdat hij deze zin "Ik verenig u met Mijn lijden," eerder nooit heeft onthuld. Nochtans is deze zin de sleutel om het mysterie van het leven van Pater Pio en essentieel om alles rond de stigmata te begrijpen en dit samen met de andere zin: "en tegelijkertijd smeekte Hij mij te werken voor de redding van mijn broeders." De uiterlijke tekenen van de Passie, zijn na een lange tijd van voorbereiding [waarbij zij verborgen waren] aan hem gegeven zodat zijn opdracht duidelijker zou zijn: in overeenstemming met Jezus met de merktekens van Zijn zelfde wonden. Diep verenigd met hem in vreugde en liefde, was hij een instrument, een kanaal waarlangs de redding overvloedig tot hen kan komen.

Een buitengewone en extatisch gegeven op dat moment: en toch aanvaardde de Kapucijn het en leefde ermee in vrede. Toch geeft Pater Pio toe dat hij veel lichamelijk heeft geleden: "Soms kon ik de pijn niet meer uitstaan," biecht hij op. Hij erkende ook dat hij soms bevreesd was door het misbaar dat dit alles had veroorzaakt en dit tegen zijn wil: de stormloop van de gelovigen naar het klooster die steeds maar toenam, de druk van de mensen die aan hem waren toegewijd: hun aantal werd ook alsmaar groter en dit vooral vanwege de vrouwen die zo toegewijd waren aan hem en hem later zoveel hinder zouden meebrengen, zijn steeds toenemende briefwisseling, dat hem zelfs moeite veroorzaakte om de kleine strengheid, die heerste binnen het klooster, te overwinnen. Toch overleefde hij alles op een rustige wijze, zichzelf steeds richtend tot het Kruis dat hem was gegund en vertrouwend op Gods hulp en eveneens op de hulp van zijn broeders en meerderen.

De hoge koortstemperaturen

Bovenop de onthullingen en aanvullend bij de mystieke wonderen van de stigmata, de visioenen, de bilocaties en het lezen van zielen, genezingen, profetieën en zo verder, sprak Pio eveneens over een heel merkwaardig wonder waarin hij was betrokken: hyperthermie. Hierbij moest zijn lichaam zulke hoge temperaturen ervaren, dat ze de gewone thermometer moesten vervangen door een thermometer die gebruikt wordt bij paarden. Dit werd ontdekt tijdens een van de apostolische bezoeken van Rossi, die deze zaak benaderde met wetenschappelijke onverschilligheid, waarbij hij er aanvankelijk geen geloof aan hechtte, noch enige affiniteit voelde voor de monnik die hij moest onderzoeken.

Toen hij de overste van het klooster, Vr. Lorenzo van San Marco, verhoorde, kwam Bisschop Rossi te weten dat Vr. Lorenzo, persoonlijk getuige was van koortsen van Pater Pio van 43 graden Celcius, 45 graden celcius en uiteindelijk een niet te begrijpen en duizelingwekkende 48 graden Celcius: ver over de temperaturen die de dood tot gevolg zouden hebben.

Inderdaad, de normale lichaamstemperatuur schommelt van 36,7 tot 37,8 graden celcius. Een gedurende uren aanhoudende temperatuur van 41,7 graden celsius kan iedere gezonde tiener doden. Zelfs Vr. Lorenzo was aanvankelijk ook sceptisch over Pio’s mystieke tekenen, tot hij zelf de temperaturen van Vr. Pio begon op te meten.

Deze hyperthermie, noteert Vr. Castelli, werd omschreven als een andere van de vele feiten die, bij validatie ervan, uitermate verbazingwekkend zouden zijn, zelfs miraculeus, daar het algemeen geweten is dat het menselijke lichaam zelfs zulke hoge temperaturen niet kan bereiken. Maar in Pater Pio’s geval, gebeurde het meerdere malen en nu reeds gedurende verscheidene jaren en Vr. Lorenzo, die er eerst uiterst twijfelachtig tegenover stond, zoals ook voor zijn andere mystieke gaven, moest zichzelf van de werkelijkheid overtuigen toen het bewijs hiervan zich openbaarde voor zijn eigen ogen en in zijn eigen handen. Heilige Pio omschreef zelf deze ervaring als "een morele, eerder dan een lichamelijke ziekte," en zei dat het aanvoelde alsof "hij zich in een oven bevond, maar altijd bij volle bewustzijn," en in feite draagbaar om zijn normale taken uit te oefenen.

"In feite," zegt Castelli, "getuigde een broeder dat hij zelfs onder de belasting van deze koorts, nooit bedlegerig was, maar opstond, verder deed en alles kon doen."

En zo onthult hij, die het middelpunt is van zo’n buitengewoon charisma, met een grote nederigheid de eenvoud van zijn spiritueel leven, dat bestaat uit beschouwing, officiële gebeden en de Rozenkrans, die telkens volledig wordt gebeden. Toen hem werd gevraagd of hij nog aan buitengewone, persoonlijke boete deed, zei hij openhartig: "Neen: ik draag deze die de Heer mij zendt." En, de waarheid dient gezegd, want we weten dat deze niet klein in aantal waren. Daarop spreekt hij over de lange uren die hij doorbracht in de biechtstoel, luisterend naar de zonden, de vermaningen, de verlichtingen en de vergeving.

Nadien toonde hij aan de onderzoeker, met dezelfde nederigheid en volgzaamheid, al zijn pijnlijke wonden, zodat hij ze voorzichtig kon onderzoeken en beschrijven, wat hij ook deed en zoals we nu kunnen lezen in een levendige, realistische beschrijving die alle details weergeeft. Pater Pio maakt ook duidelijk dat de wonde op zijn rechterschouder, waarover talrijke geruchten intussen waren ontstaan, niet bestond, tenminste in die tijd. Hij ging niets uit te weg, nooit, zelfs de moeilijkste vragen, zelfs niet de verdachtmakingen en twijfels over de middelen die hij, volgens sommige insinuaties, aanwendde om zijn wonden te behandelen.

Langs de andere kant boeien de overige broeders ons met interessante details over zijn daadwerkelijke leven en zijn nederige aard, terughoudend bij de meest delicate aangelegenheden en toch vrolijk en schertsend: "Tijdens een gesprek is Pater Pio heel aangenaam en vriendelijk, met zijn broeders is hij sereen, opgewekt, zelfs met de nodige humor." Waarachtig verassende bijzonderheden, als we denken aan de onophoudelijke lichamelijke pijnen en de psychologische druk waarmee hij voortdurend werd geconfronteerd. Ook vertelden de Broeders over het weinige dat hij at, zelfs toen al. Soms was een kopje chocolademelk of een glaasje bier alles wat hij als maaltijd nam. Dit is de schets van een leven, gekenmerkt door een krachtige stempel van God, en toch eenvoudig en doorschijnend, want de heilige man had niets te verbergen.

Aan het einde van zijn nauwkeurig en grondig onderzoek, kan de onderzoeker niets anders dan besluiten: "Pater Pio is een zuiver godsdienstig voorbeeld, die zijn waarden in overeenstemming brengt met zijn leven dat hij heeft geschonken aan vroomheid en aan een ander en hoger niveau van gebed dan van buiten uit leek: hij werd vooral bewonderd voor zijn oprechte nederigheid en zijn opmerkelijke eenvoud die nooit ontbraken, zelfs tijdens de moeilijkste momenten, wanneer hij wetenschappelijke testen moest ondergaan, die zwaar op hem wogen en zelfs gevaarlijk waren voor iemand met zijn wankele gezondheid." Een man die verstoken was van enige leugen en wiens getuigenis onder ede "mocht worden beschouwd als oprecht, daar bedrog en valse getuigenissen, in een hevig contrast zouden staan met zijn leven en waarden."

Zelfs de omgeving rond Pater Pio maakte een goede indruk op Mgr. Rossi, die besluit: "De religieuze gemeenschap waarin Pater Pio leeft, is een goede gemeenschap waarin men zijn vertrouwen kan stellen."

Addendum

Volgens het nieuwe boek: "Padre Pio Under Investigation: the Secret Vatican Files," werd aan de vermaarde priester in 1821 gevraagd om 6 verklaringen onder eed af te leggen. Men vroeg hem zelfs om dit knielend en met de hand op de Bijbel te doen. In deze merkwaardige getuigenissen, onthulde hij details over zijn stigmata, zowel als over het grootste mysterie waarmee hij in verband werd gebracht: de bilocatie.Tijdens het onderzoek door Rome [bevolen omwille zijn steeds grotere bekendheid] vroeg de Bisschop-onderzoeker, Monseigneur Raffaelo Carlo Rossi, aan Pio om zijn wollen handschoenen te verwijderen, waarop Rossi de mystieke wonden onderzocht en gedetailleerd beschreef.

De "wonde" die hij vond op de palm van zijn rechterhand, had een diameter van zo’n vijf millimeter en was bedekt met kleine korstjes met bloedachtige substantie. Maar er was geen gat, ontdekte de Vaticaanse onderzoekers. Dit is nieuw: "het is duidelijk dat er geen beschadiging is van de huid, geen gat, nog zijwaarts, noch in het midden," schreef Mgr. Rossi. "Hieruit blijkt het mogelijk om op te maken dat het zichtbare bloed op de rechterhand dat stolt in de korsten, uit de huid zelf komt door afscheiding."

De heilige bevestigde dit en zei dat de pijn zo erg was dat zijn volledige hand aan deze pijn leed tijdens de stigmata en voornamelijk in het midden en ook wanneer hij zijn hand samenkneep. Aan de achterkant was er een gat van zo’n 3 millimeter, maar ook zonder beschadiging, noch verbonden met de palmwonde aan de voorzijde. De linkerhand zag er eigenlijk hetzelfde uit: de palmwonde was zo’n 4 millimeter, met ook een wonde aan de achterzijde.

Op de voeten van Pater Pio werd iets gezien dat leek op een roos van zo’n twee en een halve millimeter diagonaal aan de bovenkant, een "wonde" met wittere, brozere huid die op dat moment niet bloedde [maar wel bij gelegenheid]. Op de voetzool was de rooswonde de helft kleiner. Elders was er een "zijwonde" van eveneens zo’n twee en een halve millimeter aan de onderste rib en die soms, tijdens zijn slaap, bloedde tot bovenaan, waar het bloed een zakdoek doorweekte. Pater Pio vertelde aan Mgr. Rossi dat de "oorspronkelijke onzichtbare stigmata" begonnen rond 1911 toen de priester pijn voelde op de plaatsen waar de wonden later zichtbaar zouden worden. Het begon dat jaar met een rode vlek op 8 september, de dag waarop in de Kerk de verjaardag van de Heilige Moeder wordt gevierd. De zijwonde vormde zich beduidend later, op 5 augustus 1918. Dit is de dag van dewelke onze Heilige Moeder te Medjugorje heeft gezegd dat het haar werkelijke verjaardag is.


De stigmata bij de jonge Pater Pio

Ondertussen werd er eveneens onthuld dat, als Pater Pio Jezus, Maria en de heiligen zag, het een "intellectueel visioen" was [geen zichtbaar visioen met de ogen, ten minste tot aan het jaar 1921, het jaar van het onderzoek]. Verder informeerde Pio de onderzoeker dat deze plaatsvonden in "afzonderlijke perioden," bij gelegenheid, sinds zijn twintigste [hoewel hij zichtbare aanvallen heeft gezien van de duivel als tienjarig kind].

Wat de bilocatie betreft, een fenomeen waarbij de persoon wordt gezien op een andere plaats waar hij fysiek niet zou kunnen aanwezig zijn, en dat talloze keren werd vastgesteld door hen die om de tussenkomst van Pater Pio vroegen, getuigde de heilige dat hij daar niet zoveel over nadacht, hijzelf het niet kon onderzoeken, noch kon vaststellen of het zijn geest was die zich verplaatste naar andere plaatsen, of dat het een afbeelding was van de plaats of de persoon. Hij zei: "Ik weet niet of ik daar aanwezig was met mijn lichaam of niet." Hij werd op ver uit elkaar gelegen plaatsen, overal ter wereld gezien, en met enige regelmaat in de Verenigde Staten.

"Het gebeurde gewoonlijk," zei Pater Pio, "terwijl ik aan het bidden was en eerst ging mijn aandacht naar het gebed en vervolgens naar deze voorstelling en daarop was alles terug normaal zoals in het begin." Hij kon zich enkel twee aangelegenheden heel specifiek herinneren. "Ik denk dat er nog andere gevallen waren, maar dit zijn deze die ik mij nog steeds herinner," zei hij in 1921, op de leeftijd van 34 jaar.

Eenmaal bevond hij zich aan de zijde van het bed van een zieke vrouw in San Giovannni Rotondo, de andere maal was hij bij een kloosterling die hij berispte om zijn slechte gewoonten en er bij hem op aandrong om zich te bekeren.

Het was de eerste keer dat Pater Pio over de bilocaties sprak, en Hij was er volgens de onderzoeker, kenbaar in geïnteresseerd. "Ik denk niet dat ik er mijn geestelijke begeleider ooit heb over aangesproken, omdat ik er niet zoveel aan dacht," zei hij. "De mensen spraken mij erover, maar ik bleef discreet: ik heb het nooit ontkend, noch bevestigd."

Dit en andere krachtgevende details bevinden zich in dit nieuwe boek, waarvan de gegevens verzameld werd door Vr. Francesco Castelli en nooit eerder geziene interviews bevat.

De documenten kwamen ter beschikking na een edict door Paus Benedictus XVI in 2006 om de gegevens van het Heilige Officie ter beschikking te stellen voor iedereen tot 1939. Peter Pio was zelf verbaasd door alles wat met hem in verband werd gebracht. Op een gegeven ogenblik zei hij over zichzelf: "Ook voor mijzelf ben ik een raadsel!"

Vertaling: Chris De Bodt

27-09-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Michael Brown's retreat
Over Michael Browns bedevaart naar Medjugorje: een aantal nieuwe wetenswaardigheden

We komen zojuist terug van een bedevaart naar de befaamde verschijningsplaats Medjugorje, dat momenteel onder een actief onderzoek staat van het Vaticaan, zo actief dat één der ziensters, Ivanka Ivanković Elez, 45, onlangs naar Rome werd geroepen voor een drie uur durende confrontatie met de Vaticaanse Commissie, die is samengesteld uit twintig leden. Over de eerste sessie werden we ingelicht dat de ondervraging in alle rust geschiedde en zeker niet negatief of vijandig was.

De volgende zienster die aan de beurt komt is Mirjana Dragicević Soldo, 46, aan wie nog geen datum is medegedeeld. Het wordt uiterst spannend om weten hoe het Vaticaan met dit fenomeen zal omgaan terwijl de verschijningen nog steeds bezig zijn en als er een al een definitief oordeel komt [wat onwaarschijnlijk zal zijn], of het een allesomvattende beslissing zal zijn of er slechts enkele zieners [voorlopig] zullen worden erkend, zoals te Kibeho in Rwanda, waar sommige beslissingen zijn uitgesteld tot de toekomst [omdat het bij hen ook gaat over voorspellingen die nog moeten gebeuren]. Zienster Vicka Ivanković, die straks 47 wordt, heeft de sterkste persoonlijkheid en ze heeft een opdracht die deze van de mystica Maria Esperanza benadert. Allen hebben een opdracht. Twee zieners bidden voor de zieken, één voor de priesters, religieuzen en jongeren, een andere voor de families en nog een andere bidt voor de zielen in het Vagevuur. Mirjana Dragicević Soldo is aangeduid om te bidden voor de ongelovigen, of zoals Onze Moeder het uitdrukt: "voor hen die er nog niet tot gekomen zijn tot het kennen van de liefde van God."

We zaten zoals gewoonlijk neer, voor een privégesprek met Mirjana tijdens onze bedevaart [het was mijn vijfde interview met haar], maar vooraleer we hierover verder gaan, rapporteren we eerst over Medjugorje in het algemeen.


Michael Brown's bedevaartgroep

Het dorp, ooit enkel een kerk omgeven door kreupelhout, struiken, wijngaarden en tabaksvelden, en enkele primitief gebouwde stenen huizen met cementen vloeren, is nu een verrassend grote stad: als men de religieuze winkels, restaurants en in elkaar getimmerde huizen [pensions met ontbijt] ziet, komt men, in mijn ogen, tot de afmetingen van Lourdes en Fatima. Ook is het niet ongewoon om er groepjes van kleine viersterrenhotels te zien. Iemand vertelde me dat er ginds zo’n tweehonderd dergelijke bouwwerken zijn: van winkels tot pensions, waarvan sommigen zeer groot, die opgericht zijn sinds ons laatste bezoek zo’n drie jaar geleden. Men vindt er zelfs een schoonheidsalon en dat allemaal in dit dorp waar er vroeger geen café, noch discotheek was. Taxi’s staan voor de kerk in de rij te wachten, met een meerderheid van Italiaanse pelgrims, waar de bekering op de Verschijningsberg van een TV-bekendheid, Paul Ambrosio, die bekend stond om zijn vervloeking van elke godsdienst en dit op de grootste TV-netwerken, RAI 1 en RAI 2, het heel populaire Kanaal 5 inbegrepen, zowat een vuurstorm heeft ontketend van reportages en programma’s rond Medjugroje op concurrende zenders over heel Italië, tot zo’n een hoogte dat Mirjana en de andere zieners daar nu "grote bekenden" zijn, niet alleen onder de Katholieken die Medjugorje goed kennen, maar voor het algehele publiek, wat leidde tot een toename van zo’n dertig procent Italiaanse bedevaarders, alleen al vorig jaar, volgens onze hoofdgids.

Hoe dit allemaal nog verder zal evolueren is voor iedereen een raadsel. Het materialisme in Medjugorje is zowel verontrustend als begrijpelijk. De bezoekers vragen religieuze artikelen en een plaats om te kunnen slapen. Zij wensen iets bevalligs. En zeggen dat het enige middel van bestaan ginds ooit de tabakplanten waren [of een vader die moest gaan werken in Duitsland]. Dit allemaal is nu overgegaan in het bezitten van pensions waar de bedevaarders.verblijven en twee maaltijden per dag eten. Een aantal zieners bevinden zich onder dezen die aanzienlijke ontbijtpensions bezitten. Aan de ene kant, en ondanks een gelijkaardige commercialisering in oude plaatsen als Lourdes, zal de Vaticaanse Commissie in zekere zin minachtend neerkijken op al deze winkels, die de kerk, welke ooit van ver een richtpunt was voor hen die te voet kwamen, bijna niet meer zichtbaar maken. Aan de andere kant wordt de ongelofelijke uitbarsting van verering, zoals door het aantal winkels wordt bevestigd [er komen thans meer bedevaarders dan ooit naar Medjugorje], dikwijls aanschouwd als een krachtige reden om in de authenticiteit van het bovennatuurlijke te geloven. Het is moeilijk om in te beelden dat een kleine groep van investeerders genoeg macht zouden hebben om de ganse stad plat te leggen, zonder krachtige redenen en de sterke steun van de Paus [die als kardinaal Joseph Ratzinger tweemaal het oord "incognito" bezocht, op aandringen van Paus Johannes Paulus II].

Naast de publiciteit in Italië en de formele Vaticaanse Commissie, wordt het toenemend aantal bezoekers ook toegeschreven aan de zeer positieve opmerkingen van de Weense Kardinaal Christoph Schönborn, een hoge Kerkafgevaardige [Directeur van de Catechismus en ooit lid van de Congregatie voor de Geloofsleer]. Nog recent heeft het hoofd van de Kerk met de zaligverklaring van Johannes Paulus II niet alleen zijn geloof in Medjugorje, maar eveneens zijn sterke steun aan de verschijning bevestigd [met de internationale bestseller: "Why He Is A Saint"]

Alhoewel het enige aanpassing vergt, blijven er de gevoelens van vrede en vreugde, waarvoor Medjugorje overal zo bekend staat, alsmede een aantal buitengewone fenomenen, zoals zonnemirakels en rozenkransen die in goud veranderen [nvdr. persoonlijk ken ik een aantal mensen die een gouden Rozenkrans bezitten]. Het vijf meter hoge bronzen beeld van de verrezen Christus, dat zich aan de achterzijde van de kerk bevindt, blijft druppels van een ongewone olie- en waterachtige substantie nabij de rechterkniewonde "wenen." Gewoonlijk staan er lange rijen pelgrims aan te schuiven om over dit gedeelte van het been te wrijven of om wat druppels op een zakdoek te op te vangen. Het gedeelte aan de knie glanst daardoor zoals in haar originele staat en steekt duidelijk af tegen de zwarte-groene kleur van de rest van het beeld. Het is alsof het brons zelf elders afslijt. Toen deze ongelofelijke, nog steeds onverklaarbare vochtafscheiding begon in 2001 [drie jaar na de inhuldiging] hebben we twee deskundigen gecontacteerd, die zeggen dat dergelijk fenomeen niet kan plaatsvinden met brons, dat geen condensatie "afzweet," eenmaal de vorm eraan is gegeven. Nog meer, een gedeelte van de bodem is gevuld met beton en er is nooit een gat ergens in de omgeving gevonden waar het regenwater zich verzameld. Van de ziener Ivan Dragicevic weten we dat de hij ooit aan de Heilige Moeder heeft gevraagd of het een mirakel is, maar Zij gaf hierop geen antwoord.

Het grootste wenende beeld in de geschiedenis staat daarmee op deze ongelofelijke plaats, waar ook genezingen worden gerapporteerd. Dikwijls zit de kerk overvol bij de Kroatische, Duitse, Engelse, Italiaanse missen, maar ook bij missen in andere talen, en meestal met zo’n vijftien tot twintig concelebrerende priesters. We zijn begenadigd doordat we twee priesters en een deken onder onze bedevaarders tellen. Buiten de kerk is er een "arena" waar zo’n vijfduizend mensen kunnen zitten. Deze wordt aangewend voor nachtelijke missen en de Rozenkrans. In mei jl. liep het aantal uitgedeelde hosties in Medjugorje al op tot 195.500 en waren er reeds zo’n 4.010 concelebrerende priesters [of 129 per dag]. Daar staat, ironisch genoeg tegenover, dat de kerken elders in Europa en vele andere plaatsen amper gevuld zijn, zelfs met de hoogdagen. In Medjugorje moet men bijna vechten om in de kerk binnen te raken, de ene na mis de andere, voor diegenen die willen oordelen over de vruchten die Medjugorje voortbrengt.

Samengevat, alhoewel de Amerikanen nog niet in aantal zijn, zoals in de periode voor de burgeroorlog, is Medjugorje thans groter dan ooit. Sommigen beweren dat er zelfs tot een miljoen bezoekers zijn. Als men overweegt dat de gemiddelde bedevaarder zo’n vijf hosties per verblijf consumeert [wat hoog is ingeschat, vermits de meesten er maar voor een weekend verblijven] is het aantal pelgrims per maand minstens 40.000 en tijdens de warme maanden 80.000. De week voor ons verblijf werd het aantal Italianen op zo’n 25.000 geschat. Boekenwinkels, pizzeria’s, internet cafés, bakkers, restaurants, kruidenierswinkel staan er tussen de winkels die rozenkransen verkopen. Het is voor het gehele land een belangrijke economische plaats.

Opmerkelijk is ook de eenheid onder de zieners, zonder noemenswaardige incidenten, tijdens de dertig voorbije jaren. Ze zijn niet in voortdurend contact met elkaar, toch niet op een dagelijkse basis, zoals met dichte vrienden. Mirjana hoorde pas van Ivanka’s bezoek aan de Vaticaanse Commissie toen ze haar na de Heilige Mis, waaraan we deelnamen, ontmoette. De zieners blijven echter in stilzwijgen gehuld als men hen hierover ondervraagd.

Ook spannen ze zich in om elke vraag over hun "geheimen" te vermijden. Deze betreffen profetieën over grootse gebeurtenissen die de wereld staat te wachten. Ze beweren dat door God aan satan een eeuw werd gegeven om de Kerk op de proef te stellen. Aan deze vermaarde onthulling, tijdens de eerste dagen, die een eerder visioen aan Paus Leo XII lijkt te bevestigen, wordt nu minder aandacht geschonken door minstens één van de zieners. Mirjana, die hierover tijdens de eerste dagen, heel duidelijk was, samen met minstens één priester over de algemene aard van haar eerste geheimen, neemt nu meer en meer afstand van dit onderwerp en zegt dat details van haar geheimen haar geweten tot zo’n wijdte ontsieren dat ze er soms voor uiterst lange perioden geen aandacht aan schenkt, alsof ze uit haar herinneringen verdwenen zijn. Terwijl dit voor verwarring zorgde met interviewers [in januari 1983 zei ze dat satan een eeuw lang een uitgebreide macht werd toegestaan over de wereld] is het ook begrijpelijk: de zieners hebben in de loop der jaren duizenden interviews toegestaan en vrezen dat ze uit hun context zullen worden gehaald. Mirjana zelf zegt dat ze haar geheimen nooit een eigen karakter heeft willen geven, alhoewel in de vroege jaren priesters en journalisten verslag brachten van interviews met haar [een groot interview opgenomen op band inbegrepen] en andere zieners gaven een aantal algemene details weer die, zo lijkt ten minste voor Mirjana, uit haar geheugen ontnomen zijn. Zij zegt dat ze, om te zeggen, "de genade" heeft verkregen dat ze minstens voor het ogenblik "ontnomen" zijn van haar, zodat ze niet angstig wordt en de geheimen haar niet zouden ophouden.

Niemand van de zieners ontkend echter dat de geheimen heel belangrijke wereld- en Kerkelijke gebeurtenissen omvatten met een groot, bovennatuurlijk teken te Medjugorje zelf. Zoiets was al gerapporteerd aan Johannes Paulus II in een brief van 2 december 1983 van een [inmiddels uit zijn ambt ontzette] priester. Er zijn "waarschuwingen" in de geheimen, maar zullen de waarschuwingen zijn wat we er ons van voorstellen of kan de Kroatische vertaling voor "waarschuwing," ook "herinnering" betekenen, wat dan uiteraard een ander niveau van betekenis met zich meebrengt! Ernstige gebeurtenissen evenwel, straffen, zoals bevestigd door Vicka, Ivanka, Ivan en Marija, blijven niettemin een aanwijzing. Er is geen echte verandering. De ernstige aard van de geheimen zijn door de zieners aan ontelbare interviewers en bedevaartgroepen, en ook aan uitblinkers als René Laurentin en Vr. Svetozar Kraljevic [momenteel de meest prominente priester te Medjugorje, wiens boek werd uitgegeven door priester Michael Scanlan van de Franciscaanse Universiteit] doorgegeven.

Lang geleden vertelde Mirjana aan advocate Janice T. Connell, voor haar grensverleggend boek "Queen of the Cosmos," dat de eerste twee geheimen als voorafgaande waarschuwingen voor de hele wereld komen met eveneens als bewijs dat de Heilige Moeder hier in Medjugorje verschijnt, iets waar ze over uitwijdde in een interview met haar geestelijke begeleider, Vr. Pétar Ljubicic, in 1985.

Toen we haar op maandag een bezoek brachten, zei Mirjana dat, als het eerste geheim er komt, iedereen over de hele wereld de gebeurtenis zal kennen.

Wat Mirjana zich herinnert verbijsterde ons. Zo vertelde zij bijvoorbeeld aan onze groep dat ze haar geheimen nog geen eigen karakter heeft willen geven en ze zich niet meer herinnerd wat ze als tiener en twintiger heeft gezegd tegen interviewers die haar toen overlaadden met vragen. Het achtste geheim, zegt ze, is erger dan de overige zeven samen en het tiende geheim is "totale waanzin." Toch, zegt ze, hebben zij die zich door gebed voorbereiden, niets te vrezen. "Ja," zei ze ooit, "Wees voorbereid! De Madonna zei dat de mensen zich geestelijk zouden moeten voorbereiden, klaar moeten zijn, niet mogen panikeren en zich met hun zielen moeten verzoenen met God en de naaste. Ze moeten God nu aanvaarden zodat ze niet bevreesd zouden zijn." Ze vertelde dat de "dringende" staat van de wereld wordt weerspiegeld in haar laatste boodschappen. Ze vertelde aan onze groep dat Onze Heilige Moeder steeds op een vreugdevolle manier verschijnt, maar daarop zei ze eveneens dat "Zij in Haar laatste verschijning diep, heel diep bedroefd was. Ik kon bijna de tranen in Haar ogen zien." Eerst zullen er enkele geheimen worden onthuld....enkel een klein aantal, dan...."

Terwijl het eerste geheim van doen heeft met iets dat over de hele wereld gekend zal zijn, heeft Vicka’s eerste geheim met Medjugorje zelf te maken, wat er op wijst dat elke ziener een aantal verschillende geheimen heeft gekregen, met uitzondering van het grote teken, dat tot ieders geheimen behoort en dat aldus niemand kan weten, zelfs de zieners niet, hoeveel geheimen er in totaal zijn. [nvdr. op een bepaald ogenblik zal de wereld het ene geheim na het andere meemaken, want geheimen zijn er niet alleen in Medjugorje gegeven. Er waren geheimen in Garabandal, maar er zijn ook geheimen in Belpasso en Anguera] "Toen ze haar eerste verschijningen had," legt Mirjana uit, "heeft ze alle mogelijke emoties ervaren: vrees, schoonheid, misvattingen..."

Het waren Mirjana en Ivanka die als eersten Onze Heilige Moeder zagen, op 24 juni 1981, en het was de dag daarop, 25 juni, dat de volledige groep zieners is gevormd [twee zieners vielen weg, twee kwamen erbij]. Vandaar dat men de officiële verjaardag op 25 juni vaststelt, omdat dan de volledige groep zieners is gevormd. Op die dag zei Onze Lieve Vrouw: "Mijn kinderen, wees niet bevreesd. Ik ben de Koningin van de Vrede." Op deze plaats bevindt er zich nu een beeld op de Verschijningsberg, met de woorden: "Ja sam Kraljica mira."

Het is een van de krachtigste plaatsen van Medjugorje en, volgens mijn ervaring, gelijkaardig aan het buitengewone standbeeld van Onze Lieve Vrouw van Lourdes binnen de Heilige Jacobuskerk en uiteraard de Kruisberg [Krizevac] waar vele gebeurtenissen plaatsvonden [bijna onze hele groep zag het mirakel van de zon van daaruit op 11 juni]. Velen vinden de Aanbiddingskapel bewonderswaardig en heel velen vinden zichzelf wenend aan het Corpus, met de draaiende zon op de achtergrond.

Mirjana vertelde me, zoals reeds eerder in het verleden, dat, wanneer het eerste geheim zal plaatsvinden, ze het zal doorgeven aan Vader Ljubicic, die daarop met haar zeven dagen zal vasten en die het dan, drie dagen op voorhand, zal afkondigen. Dit is geen keuze, maar een verplichting. Ook maakte ze voor het eerst bekend [maar dat zal nog met de verhouding rond bisschop Peric te maken hebben, die Vr. Pétar uitsloot van enige aanwezigheid binnen het domein van Medjugorje, iets wat met de nieuwe Commissie is achterhaald] dat ze, indien Vr. Pétar niet in de omgeving zou zijn op dat moment, ze een andere priester zal moeten kiezen. "Hij heeft de keuze niet om neen te zeggen," waarmee ze eerdere verslagen volledig verandert naar het tegendeel. Ze haalt Onze Lieve Vrouw aan die zegt: "Wat Ik ben begonnen te Fatima, zal ik voltooien in Medjugorje." Johannes Paulus II heeft hetzelfde gezegd.

"Deze tijd is een belissende tijd," zegt de zienster, die ons terug met enige twijfel achterlaat over de ernstige aard van onze tijden, alhoewel alle zieners negatieve discussies afbuigen en uit koers brengen en zich vooral focussen op hoe de Heilige Moeder komt om vreugde, optimisme en hoop te geven. Ook interessant om weten is dat, alle zes de zieners zeggen dat Maria hoofdzakelijk naar Haarzelf verwijst als de "Heilige Maagd Maria."

Mirjana’s dagelijkse verschijningen hielden op met Kerstdag van 1982, toen ze de eerste was die alle tien de geheimen had ontvangen.. Het was twee maanden, nadat de verschijningen begonnen waren, dat ze haar eerste geheim ontving, en ze ontving alle tien geheimen binnen het jaar. Daarna kreeg ze "bijkomende" verschijningen op de tweede dag van elke maand, en die begonnen op 2 augustus 1987. Ook al kreeg ze jaarlijks een extra verschijning op haar verjaardag.

Ze zegt dat ze niet kan mededelen of de geheimen zullen plaatsvinden tijdens haar leven hier op aarde. Vicka heeft gezegd dat ze nog steeds verschijningen zal krijgen als de geheimen zich zullen ontvouwen. Zienster Marija Pavlović, 46, wiens geheimen enkel over haarzelf gaan en over de kerk, en dit in een "opvlieging" toen Vader Ivica Vego, een priester uit Mostar, vroeg over de toekomst van het Westen [waarover de Heilige Maagd Maria heeft gezegd dat het een grote vooruitgang heeft gekend, maar zonder God te willen kennen] "Er zijn goede en slechte dingen in de geheimen," zegt Ivanka. Is het een lange toekomst? "Voor sommigen niet, voor anderen wel. We zijn de wereld aan het vernietigen," zei ze, "niet God is de wereld aan het vernietigen. We hebben allemaal onze rol te spelen in het ontvouwen van de geheimen. Dit maakt deel uit van Gods plan. Elke persoon ter wereld zal betrokken zijn in het ontvouwen van de geheimen. God vraagt van ons om trouw en gelovig te blijven, in alle omstandigheden van ons leven. Hij vraagt ons om trouw te blijven aan Zijn Wil. Door het gebed, zal ieder van ons dit te weten komen." Het is de duivel die angst zaait. We bespreken deze zaken diepgaander tijdens onze retraîtes.

In Mirjana’s geval is er de ongelofelijk intrigerende bewering dat haar een "perkament" werd overhandigd waarop haar geheimen zijn neergeschreven en dit op zulke wijze dat, als er iemand naar kijkt, ze enkel het geheim kunnen lezen bij bijzondere genade. Zij zegt dat het haar werd overhandigd door de Heilige Moeder toen haar het tiende geheim werd bekendgemaakt. [5 augustus 1982 nvdr] Het perkament is plooibaar en is iets groter dan een papier van A4 formaat.

Ooit, tijdens de oorlog, liet ze het perkament achter in Sarajevo. Maar de geheimen kunnen enkel bij Gods bijzondere genade worden gelezen. "VN soldaten brachten het mij terug en ze hadden er geen idee van wat ze met zich meedroegen," zei ze. "De een kon een gebed lezen, de andere een verzoek tot gebed van een persoon aan een andere persoon."

Ze mag niet zeggen of de geheimen zullen beginnen tijdens haar levensjaren, maar ze maakt de gelijkaardige intrigerende opmerking dat het perkament niet zo is opgemaakt, dat zij zich de geheimen zodanig kan herinneren voor in het geval dat ze er niet zou zijn voor alle geheimen. De geheimen houden "data en plaatsen in, alles," zei ze, "ik hoef niet in leven te zijn. Ik denk er niet aan. De Heilige Moeder komt om liefde en hoop te brengen."

Op een vraag over het begrip "geestelijke verheldering," verwijzend naar de waarschuwing, een gebeurtenissen dat elk geweten van de mens zou openen, zei Mirjana, opnieuw intrigerend, "dat ze daarop geen antwoord kan geven."

"Het eerste geheim zal iedereen tegelijkertijd kennen."

En zo wachten we en voelen we de genade. De vrede is hier uiterst tastbaar. Ze zegt dat Maria op zo’n meter van haar verschijnt op zo’n halve meter boven de grond. Plots wordt alles rondom haar hemelsblauw met Onze Lieve Vrouw in het midden. "Ik kan u zeggen dat schilderijen of beelden mooi zijn," zegt ze, "maar niet één ervan benadert de schoonheid van Onze Lieve Vrouw."

Hoe kan iemand deze zaken veroordelen zonder hier ooit geweest te zijn? Dat is een uitdrukking van hoogmoed. De Vaticaanse Commissie is hier in alle stilte op bezoek geweest. Niemand weet hoe dikwijls ze de zieners naar Rome zullen roepen. Er wordt ook gezegd dat er geen goedkeuring kan zijn tot de verschijningen ophouden. Er zijn uitzonderingen geweest in het verleden. Ook kan Rome wachten om te zien of er ware profetieën zijn. In Kibeho, Rwanda, dat door de Kerk is goedgekeurd, kwam de hoofdprofetie of de genocide uit, maar ook daar zijn er nog andere profetieën over nog te komen gebeurtenissen. Zullen de geheimen van Medjugorje werkelijkheid worden?

En als het zo is, deze vraag: zal er een oordeel mogelijk zijn, of zelf enige zin hebben daarna?

Michael H. Brown, Spirit Daily

Vertaling: Chris De Bodt

26-09-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het Heilig Gelaat van Manoppello
Het Heilig Gelaat van Manoppello


Het altaar van het Heilig Gelaat van Manoppello. De Paus staart naar het doek.

Het geheime doek illustreert de verrijzenis van Christus
Interview met de auteur van "The face of God," Paul Badde
Door Genevieve Pollock

Manoppello, Italië, 28 maart 2011 [Zenit.org]

Een doek in Manoppello, dat geheim gehouden werd gedurende eeuwen en onlangs weer verscheen, illustreert de verrijzenis van Christus op een manier dat de wereld zal veranderen, zegt Paul Badde.

Badde, auteur van "The face of God: The rediscovery of the true face of Jesus" [Ignatius Press], legde uit aan Zenit hoe dit doek "ontelbare" afbeeldingen toont van de verrezen Christus.

De journalist en historicus, uitgever van de Duitse krant "Die Welt," merkte op dat het doek ook veel heeft van wat Benedictus XVI schreef in zijn nieuwste boek, "Jezus van Nazareth deel II: Goede Week - Van de ingang van Jeruzalem tot de verrijzenis." [Ignatius Press].

In feite was één van de eerste reizen van de paus tijdens zijn pontificaat, het schrijn van Manoppello. Dit weerspiegelt zijn reeds tientallen jaren lange interesse in de meditatie van het gelaat van God, volgens Badde.

In zijn interview met Zenit verklaarde de journalist enkele van de conclusies van zijn onderzoek in verband met dit doek en waarom hij denkt dat dit de wereld zal veranderen.

Zenit: Sommigen schrijven het doek van Manoppello toe aan Veronica en denken dat het de afbeelding is van voor de kruisiging. Uw onderzoek echter leidde tot een andere conclusie. Zou u kunnen verklaren wat dit doek precies is?
Badde: Dit doek heeft reeds vele namen gekregen de laatste 2000 jaar, zijn unieke karakter behoudende gedurende dezelfde tijd. Het is in feite "het zweetdoek" [in het Grieks: soudarion], waarnaar de heilige Johannes verwijst in zijn verslag van de ontdekking van het lege graf door de heilige Petrus en hemzelf, dat ze apart van de zwachtels waar Jezus in begraven was, zagen liggen. [in het graf van Jozef van Arimathea]

Deze zweetdoek, zegt de heilige Johannes, had oorspronkelijk op het gezicht van Jezus gelegen. Dit doek moest de eerste tijd geheim gehouden worden, samen met de lijkwade van Turijn, in de eerste gemeenschap van de apostelen in Jeruzalem volgens de joodse rituelen van onreinheid in verband met alles wat te maken had met een graf. En het bleef vele eeuwen geheim. Dit verklaart de vele verschillende namen in de loop van de geschiedenis, nadat het voor de eerste keer in het publiek verscheen enkele honderden jaren later in de Anatolische stad Edessa. Enkele van deze namen zijn bijvoorbeeld: het doek van Edessa, de afbeelding of brief van Koning Abgar, het doek van Camuliana, de Mandylion, De afbeelding die niet gemaakt is door mensenhanden [in het Grieks: acheiropoieton], het viervoudige doek [in het Grieks: tetradiplon] of, vandaag, "het heilig gelaat" [Il Volto Santo].

Het doek van Veronica is ook nog een naam voor datgene dat bedoeld was voor het doek van Manoppello. De beroemde Veronica zelf, die naar verluidt het gezicht van Jezus zou afgedroogd hebben op weg naar Calvarië, komt niet voor in het evangelie. Niet vroeger dan de middeleeuwen, zo rond de twaalfde eeuw, werd ze voor de eerste keer vernoemd in godsdienstige verhalen en overleveringen. Haar naam bevat nochtans één van de werkelijke namen van dit doek, een mengeling van Latijn en Grieks: Vera Ikon. Dit betekent: Ware icoon.

Zenit: Waarom denkt u dat Benedictus XVI het schrijn van Manoppello als één van de eerste reizen van zijn pontificaat uitkoos?
Badde: Hij reisde onmiddellijk daar naartoe nadat hij mijn boek gelezen had, van hetwelk ik mijn eerste kopie had gestuurd op 1 oktober 2005. Dit boek zette hem ertoe aan om zo snel mogelijk na zijn verkiezing er naartoe te gaan, niet buiten beschouwing gelaten, dat hij het gelaat van God reeds tientallen jaren bemediteerd had natuurlijk.


Paus Benedictus XVI bij zijn bezoek aan de Volta Santo

Een volledig boek zou en moest gepubliceerd worden van alle gelegenheden en betekenissen waarover hij zich bezonnen had en gemediteerd had in verband met Jezus’ gezicht als het werkelijke gelaat van God, dat hij ziet, samen met Dante, in het centrum van het paradijs en het hele universum.

Alles wat ik in mijn boek schreef, stemde overeen met zijn overtuiging, met het opwindende nieuws van het overleven en de herontdekking van het Ware Gelaat in een afgelegen, klein dorp in de Abruzzen.

Zenit: Toen Benedictus XVI Manoppello bezocht moedigde hij de overweging aan van het Heilig gelaat van Jezus als een manier om te mediteren over de liefde van God. Kan u enkele karakteristieken van het gelaat op het doek belichten, zodat het een meerwaarde heeft voor deze meditatie?
Badde: Alles aan Het Heilig Gelaat is heel kostbaar en onverklaarbaar als gelijk welk echt mirakel. Het fabricaat [Byssos: gemaakt van mosselzijde], bijvoorbeeld, is het meest delicate dat je je kan voorstellen en het is absoluut onmogelijk om erop te schilderen. Het toont een mooi portret van Jezus, maar zonder sporen van kleur of bloed. Het lijkt alsof het met licht gemaakt is op een zekere manier en daardoor verandert het als je het bekijkt vanuit een andere hoek, met een andere belichting, in andere seizoenen, de tijd van de dag...

Het is eigenlijk geen afbeelding van Jezus, het is een onnoembaar aantal keren een afbeelding van de verrezen Christus. Als het op de lijkwade van Turijn gelegd wordt, past het precies als van een levend gezicht op het dode van eenzelfde persoon: Jezus Christus. Al deze kwalificaties zijn maar technische details. Je raakt diep onder de indruk als je voor de eerste keer staat voor deze levende afbeelding: je voelt een oceaan van barmhartigheid die uitgaat van de afbeelding van Manoppello.

Zenit: Hoe kan de bezinning over het gelaat op het doek mensen helpen om de meditatie over het lijden, dood en verrijzenis van onze Heer te verdiepen, speciaal gedurende de vasten en Pasen?
Badde: Het doek toont niet alles als je er juist maar een blik op werpt, maar een groot deel waarover Benedictus XVI spreekt in zijn nieuwste, mooi en wijs boek over de verrijzenis van Christus. Het voegt nog wat anders toe. Het is zoals het ochtendgloren op de christenheid in onze dagen, voor het eerst in de geschiedenis. Ik kan het best illustreren met een brief die ik ontving van Moeder Columba van een Frans klooster. Zij is een orthodoxe zuster en icoonschilderes.

"Elk van ons die het boek The face of God leest, is diep geraakt," schrijft ze. Ze gaat verder: "door deze levendige, eenvoudige en ongerepte beschrijving werden we gegrepen door iets dat ver stond boven het boek zelf, ik zou zelfs zeggen oneindig ver. En ik ben er van overtuigd dat dit komt doordat Hij, die beiden natuurlijk en bovennatuurlijk zich verbergt tussen de lijntjes, erdoor schijnt. Dit onmiskenbare effect op ieder van ons die het boek gelezen heeft, zegt genoeg om me te overtuigen van de autenciteit van de afbeelding van Manoppello. God heeft een afbeelding van Zijn gelaat achtergelaten op aarde!"

"Als orthodox zijn we gefocust op de figuur van Christus: Het mysterie van de persoon van diegene van wie ‘het gezicht’ de uiting is bij uitstek. Hij die het centrum is van alles, de alfa en de omega,en in wiens gezicht, zoals Dante zei, ons eigen gezicht geschilderd [of geschreven] is. Het is alleen als we dit gezicht werkelijk zullen aanschouwen van Hem wiens naam is, Ik ben, dat ook wij zullen kunnen zeggen, nu, in Hem ben ik."

Zenit: Wat is de betekenis van de herontdekking van dit doek met zijn afbeelding op dit ogenblik in de geschiedenis?
Badde: Dit antwoord is iets dat God alleen ten volle weet. Wat ik weet is dit: Het gaat het aanschijn van de wereld veranderen van het ogenblik dat de christenheid ten volle beseft dat God ons niet alleen het getuigenis nagelaten heeft van enige betrouwbare getuigen [de evangelies bijvoorbeeld] maar dat er ook een werkelijke afbeelding is van hemzelf op aarde.

Het zal de wereld eerder vroeg dan laat veranderen, ten minste in de zin dat de afbeelding van Onze Lieve Vrouw van Guadeloupe de kaart en geschiedenis in Mexico veranderd heeft, nadat ze verschenen was en haar afbeelding daar gelaten heeft op 12 december 1531.

Deze afbeelding van haar Zoon is terug verschenen op de rand van de digitale revolutie, en op de rand van de "iconische wending." Ik geloof dat we een indrukwekkend redmiddel zullen zien in de manier waarop we communiceren, een wereld waar de communicatie eerder visueel zal zijn dan intellectueel. Het is in deze dagen dat we ons voor de eerste keer zullen realiseren wat Moeder Columba zei in haar brief vanuit Frankrijk: "God heeft ons een afbeelding van Zijn gelaat nagelaten op aarde!"

Gebed tot het Heilig Gelaat


O Jezus, in uw bitter lijden hebt gij elke menselijke smaad verduurd, Man van smarten, ik aanbid uw goddelijk Gelaat waarop uw beminnelijkheid en zachtheid schitterden en dat omwille van mij er nu uitziet als het gezicht van een melaatse.

Maar onder dit aanschijn herken ik uw oneindige liefde en ik smelt van verlangen om U te beminnen en om U door elke mens te laten beminnen.

De tranen die op uw gelaat prijken lijken mij kostbare parels die ik met liefde opvang om met hun oneindige waarde de zielen van de zondaars te redden.

O Jezus, uw heilig Gelaat is de enige schoonheid die mijn hart verrukt.

Ik aanvaard om hier op aarde de zachtheid van uw blik niet te zien, en om uw onuitsprekelijke omhelzing te missen, helaas; Maar ik bid U om uw goddelijke aanschijn in mij te prenten en dat uw liefde mij ontvlamme, zodat het mij verteert en dat ik U snel zou vervoegen om uw glorierijk Aanschijn te aanschouwen in de hemel.

Amen.

Pius X, 13 februari 1906

Historische achtergrond van Manoppello

Omgeven door de lieflijke groene schaduwen van de bosrijke heuvels en door de met sneeuw bedekte top van de Maiella vinden we Manoppello op 217 meter boven de zeespiegel. Vanuit Manoppello zijn zowel de Adriatische kust als de bergen snel bereikbaar. Haar banier bevat een tarweschoof, de "manoppio" waaraan het kleine, aantrekkelijke dorp [6.000 inwoners] haar naam te danken heeft.


Het dorp Manopello


Maiellaberg

Tijdens de Romeinse periode werd het "Pollitrio" genoemd. In de XIIIde eeuw was het onder de macht van Frederik II, dan van Louis van Anjou en dan van Louis van Savoye.

Het was ook eigendom van de familie Orsini. In 1423 werd het veroverd en verwoest door Braccoi da Montone. De kerk van San Nicola di Bari gaat terug tot de eerste helft van de XIVde eeuw. Vandaag vertoont het vele barokkenmerken. De kerk van Santa Maria D’Arabona, gebouwd in 1208, staat naast de site van een romeinse tempel van Bonae. Van de cisterciënzers die ze bouwden, werd dit doorgegeven aan de minderbroeders en dan aan de Salesianen.

Een oorkonde van Ludovic II in het jaar 874 richtte het stadje op dat vanaf het begin onderworpen was aan het klooster van Montecassino. Toen in 1638 de kapucijnen in het bezit kwamen van het Heilig Gelaat, schreef Vader Donato da Bomba een "relatione historica" dat in de provinciale archieven van de kapucijnen in Aquila bewaard wordt.

Het klooster van de kapucijnen werd gesticht van 1618 tot 1620, precies toen Giacomo Antonio De Filippis het Heilige Doek tussen twee glazen platen had laten steken. De kerk werd toegewijd aan de heilige aarstsengel Michael. In deze kerk werd het Heilig Gelaat tentoon gesteld voor de verering van het volk op 6 april 1646. Gedurende bijna 40 jaar werd het niet meer voor verering uitgesteld, maar werd het privé bewaard in een nis, langs de rechterkant van het hoofdaltaar. Pas in 1686 werd er langs de linkerkant van de kerk een kleine kapel met een altaar gebouwd, waarna de reliek daarnaar werd overgebracht en het liturgische feest van 6 augustus, de dag van de transfiguratie van Christus op de berg, werd ingesteld.

Een negatieve gebeurtenis verhoogde de verering van het Heilig Gelaat: de achttiende eeuw begon met een lustrum van aardbevingen die onophoudelijk de Umbria-, Abruzzo- en Sanniteregio deden schokken. Pater Boniface van Ascoli stelde het Heilig Gelaat vele keren uit voor verering vanaf 1703.

De negentiende eeuw werd gekenmerkt door de onderdrukking van religieuze ordes, de monniken moesten hun klooster twee keer verlaten, de eerste keer op 6 september 1811. Dezelfde dag verhuisde het Heilig Gelaat naar het Clarissenklooster tussen de muren. Het klooster zelf bleef onbewoond, het heiligdom gesloten tot 16 mei 1816 toen de kapucijnen terugkwamen. De volgende zondag werd het Heilige Doek feestelijk teruggebracht naar het heiligdom. Maar op 17 december 1866 werden de broeders door een wet opnieuw verbannen; het Heilig Gelaat bleef in het gesloten heiligdom.

De monniken keerden terug op 27 oktober 1869 en bleven er dan tot op de dag van vandaag. In 1871 werd de nieuwe kapel afgewerkt. In 1923 werd het schrijn op het hoogaltaar gebouwd. In 1946 gaf de gemeenschap van Manoppello het nieuwe schrijn.

De kerk werd vergroot en uitgebreid in de tweede periode na de wereldoorlog van 1960 tot 1965. De biechtruimte werd gebouwd in het jubileumjaar 2000.

In de "relatione historica" wordt beschreven hoe het Heilig Gelaat in Manoppello terecht gekomen was en eigendom werd van de broeders. Laat ons de volgende verklaring hieruit lezen:

In de tijd van Julius II, romeinse pontifex, leefde in Manoppello in Hither Abruzzi, provincie van het koninkrijk Napels, een natuurkundige en zeer beroemde astroloog die ook nog andere vrije kunsten beoefende, Giacomo Antonio Leonelli. Op een dag was hij met andere notabelen van het dorp aan het praten in de open ruimte voor de kerk toegewijd aan St Nicolas van Bari. In het midden van het gesprek kwam er een onbekende pelgrim toe. Hij zag er zeer godsdienstig en eerbiedwaardig uit. Hij groette de belangrijke omstaanders en vertelde dokter Giacomo beleefd dat hij hem een geheim wilde toevertrouwen dat hem zou helpen en nuttig zou zijn voor hem.

Hij nam hem apart op de drempel van de kerk, gaf hem een bundel en zonder het uit te pakken vertelde hij hem dat hij door deze devotie te koesteren hij goddelijke weldaden en voorspoed in wereldlijke en geestelijke zaken zou verkrijgen.

Giacomo nam de bundel aan, trok zich terug tot aan het wijwatervat en begon het te openen. Toen hij het Heilig Gelaat zag, was hij eerst hoogst verbaasd, dan barstte hij uit in tranen van vreugde, maar hij wiste zijn tranen zodat zijn vrienden deze emotie niet zouden opmerken.

Hij dankte God voor deze onschatbare gave. Hij pakte het Doek weer in en zocht naar de onbekende pelgrim om hem te bedanken en om hem gastvrijheid aan te bieden, maar hij kon hem niet meer vinden. Door vrees bevangen, stamelend bijna, vroeg hij aan zijn vrienden waar de pelgrim naartoe was gegaan. Ze zeiden hem dat ze hem de kerk hadden zien binnengaan, maar dat ze hem niet naar buiten hadden zien komen.

Hij keerde terug naar huis met zijn vrienden vol van uitzonderlijke vreugde en vele mensen stroomden toe om dit wonder te aanschouwen.

Om deze fantastische en Heilige Afbeelding te vereren en dankbaar te zijn tov God, om zoveel gekregen genade, liet dokter Giacomo in zijn studeerkamer aan de muur een nis maken zoals een kastje met kleine deurtjes en sleutels. Daar bewaarde hij de Afbeelding met respect en ontzag. Er brandde altijd een olielamp, dag en nacht.

Later wilden enkele afstammelingen van Giacomo Antonio de erfenis verdelen, maar er was grote discussie over. Een zekere soldaat genaamd Pancrazio Petrucci, die met Marzia getrouwd was, afstammeling van de Leonelli’s, verschafte zich toegang tot de woning onder het mom de rechten van zijn vrouw te komen behartigen. Hij snelde het huis binnen en nam de Heilig Afbeelding die hij wilde bezitten mee. Maar Pancrazio hield deze Afbeelding niet bij met de nodige eerbied en devotie. Nadat hij het gestolen had, vouwde hij het op een slordige manier en zonder eerbied op. Hij hield het gewoon bij zonder enige zorg ervoor te dragen. Niettegenstaande dit, bleef het toch intact zij het verrimpeld en onverzorgd. Deze gebeurtenis was God zeker niet aangenaam.

Maar zoals aardse dingen verkeren, meer dan de maan, werd de bovenvernoemde Pancrazio, die de Heilige Afbeelding stal, in de gevangenis gezet door het Koninklijke hof in Chieti. Hij schreef naar zijn vrouw, Marzia, en vroeg haar de afbeelding te verpanden om zo geld te hebben om hem vrij te kopen uit de gevangenis.

Daarvoor ging de vriendelijke en eenvoudige vrouw naar dokter Donato Antonio de Fabrittis, een bewoner van Manoppello eveneens begiftigd met een religieuze devotie niet minder dan Giacomo Antonio Leonelli. Ze wilde deze Afbeelding verkopen of verpanden tot de terugkomst van haar man uit de gevangenis. Doctor Donato die zulke grote en dierbare schat wel wilde, gaf de vrouw vier scudi [toen bijna 20 lire in 1618] en nam de Heilige Afbeelding zonder het na te kijken of het te ontrollen.

De vrouw ging weg met de vier scudi. Donato Antonio verliet zijn zaak en goedgehumeurd en blij met de goede aankoop spreidde hij de afbeelding uit die zich op en vierkant doek bevond en helemaal transparant, eigen aan de fijnheid van de structuur, vier palmen breed langs elke kant. Hij kwam tot de constatatie dat het doek na de diefstal in Leonelli’s huis, totaal versleten en uitgerafeld was, door de mot aangevreten, klaar om uit elkaar te vallen zonder dat je het aanraakte. Alleen de Heilige afbeelding was nog mooi, onaangetast, zij het wel heel verkreukt.

In eerste instantie was de geestelijke koopman verontwaardigd en hij had spijt van de vier scudi die hij had uitgegeven voor iets dat totaal vernield was. Hij legde het opzij als een waardeloos ding en dacht erover het terug te brengen en zijn geld terug te vragen aan de vrouw die hem zo voor de gek had gehouden.

In gedachten verzonken, kwam hij de overste tegen van de broederschap van de paters Kapucijnen die toen gevestigd waren in Manoppello. Pater Clemente van de Castelvecchio priesters, een zeer wijs en schrander man, vertrouwde hij zijn voornemen toe om het Doek terug te geven en zijn geld te recupereren.

Pater Clemente hoorde hem aan, maar toen hij de schoonheid en kwaliteit van de Afbeelding zag, werd hij erdoor getroffen en knielde neer en vereerde het. Hij maande Donato aan het niet terug te geven, maar integendeel er nog veel meer geld dan gevraagd voor te geven omdat er geen prijs hoog genoeg was om het te vergoeden.

Hij voegde eraan toe dat het een wonder was en een gave van de Voorzienigheid dat het doek, of de afbeelding althans, in zulke goede staat gebleven was. Dankzij dit geluid en geestelijk advies kalmeerde de dokter en was hij tevreden omdat hij de waarde van het doek onderschat had.

Dezelfde Pater Clemente knipte alle rafels rond het Doek af, ontdeed het van stof , wormen en andere onreinheden en zette het in een staat zoals het nu nog altijd is.

De bovenvermelde Donato Antonio liet de Heilige Afbeelding, die hij met meer devotie wilde omgeven, in een kader zetten met plaatglas langs beide kanten en walnoothout door een broeder, genaamd broeder Remigio van Rapino [hij had geen vertrouwen in andere wereldlijke kunstenaars].


Il Volto Santo Kerk van Manoppello

Dankbaar en ijverig besliste de dokter dat het beter was om de Afbeelding meer tot zijn recht te laten komen in een gewijde kerk, geen weerstand biedende aan de hemelse en goddelijke ingeving [door niet te luisteren naar de voortdurende aanvragen en aandringen van andere geestelijken en monniken uit dezelfde regio], gaf hij het aan ons klooster van de Kapucijnen van Manoppello, waar het vereerd word door dat volk tot tevredenheid van deze broeders die het niet moe worden het te vereren. Dit is de inhoud van het historische rapport.

Vertaling: Anne Van Der Sloten

Toevoegsel van een lezer van ons blog

Verslag van de lezing "Heilige Gelaat, Volto Santo van Manoppello," te Amsterdam [13 februari 2011]

Het Gelaat van God

Door: Zuster Petra Maria Steiner, tesamen met Zuster Tabita, uit Manoppello, Italië. Ouder dan de evangelies zijn de zwachtels uit Jezus’ grafkamer. [vgl. Joh. 20,1-8]

Pater Pio zei in 1963: "Het Volto Santo in Manoppello is zeker het grootste wonder, dat wij hebben!"

Manoppello [klein dorp] ligt op de hoogte van Rome, 180 km oostelijker, 30 km vd zee af, bij Pescara. Het gebergte heet: Maiellagebergte; Abruzzen.

Oer-relikwie van het Christendom

De Maiellabergketen is in de middeleeuwen al een "heilig" gebergte en Manoppello wordt een "klein Jeruzalem" genoemd. In de kerk wordt vanaf 17de eeuw het Volto Santo bewaard.

In de 16de eeuw kwam een "pelgrim" een pakketje brengen aan een arts. De arts opende het pakketje en wilde vervolgens de "pelgrim" bedanken, maar hij was verdwenen... men ziet niets van het Gelaat, want het is doorschijnend ...

Waarom komen wij voor een stukje stof? Het is totaal doorzichtig...van mosselzijde, Byssus genaamd en in de middeleeuwen "goud van de zee" genoemd, ontnomen aan mosselen op de bodem van de zee. De mossel staat rechtop...en van de wortels!....is dit Doek vervaardigd... De stof behoorde toe aan koningen omdat het zeer kostbaar was.

Wetenschappers hebben vastgesteld dat er geen verf is gebruikt. Dus het is een schilderij zónder verf. Dichterbij komend ziet men iets:  neus, mond etc. Je denkt: wellicht een foto!.... Maar een foto blijft een foto, onafhankelijk van de afstand. Een foto heet lichtbeeltenis.

Het Volto Santo heeft iets met "licht" te maken. Bij verandering van richting, ziet men een andere dimensie. Omdat het Volto Santo "doorzichtig" is ziet men er de huizen en auto’s van de overkant van de straat doorheen.

Wanneer het portaal gesloten is, en er geen licht binnen valt, dan ziet men het gelaat ... Mensen zijn een beetje in shock: ‘De Verrezene is toch zonder wonden?’ ... In dit Doek, zónder kleuren, ziet men de eerste oogopslag, de eerste ademhaling na de dood, de eerste afdruk van de Verrijzenis ... Het moment dat de Verrijzenis gaande is ... We zien de nog opgezwollen wang en het gebroken neusbeen.

De ietwat rose kleur van het voorhoofd van het Gelaat is de genezende huid die door de doornenkroon is verwond. Artsen hebben in mei 2010 getuigd dat een dode mens die gereanimeerd wordt en weer tot leven komt, een rose kleur vertoond.

Christus is dus aan het Verrijzen, maar ... nog niet Verrezen.

De foto’s die we van dit Doek nemen zijn momentopnamen, want het beeld verandert altijd .............

Een zekere Pater Domenico heeft het Heilig Gelaat ontdekt. Hij voorspelde als kind een aardbeving in de Abruzzen. De volgende ochtend werd hij onder stenen bedolven in de kerk. ‘Een man’.... bevrijdde hem en zijn vader. Uit dankbaarheid is hij bij de Capucijners ingetreden. 50 jaar later gaat hij naar Manoppello en zag er opnieuw het Volto Santo.

Hij zei: ‘Dat is de Man die mij op 10-jarige leeftijd uit de puinhopen heeft gered.’ Uit dankbaarheid, dat hij deze Man gevonden had, wilde hij in Manoppello blijven en kreeg hij hiervoor de toestemming. Hij had veel gemeen met H. Pater Pio: de gaven van genezing, vanwege de wonden van het Heilig Gelaat.

Twee identieke Beeltenissen

1978. Eucharistisch congres in Pescara.

Pater Domenico wou daar ook het Gelaat van Volto Santo. Bij dit congres was een Zwitsers journalist, Paul Badde, die constateerde dat dit hetzelfde Gelaat was als van de Lijkwade in Turijn...En deze journalist was zo gefascineerd dat hij het liet drukken in een blad. Zr. Blandina Paschalis, een Duitse religieuze van de zwijgende trappistinnen zei: "Onmogelijk!" zij schilderde vaak iconen. Maar langzamerhand ontdekte zij dat het toch klopte. Zij legde een doorzichtig folie van Manoppello op de Lijkwade en het paste exact! Ze legde het eronder en weer was het identiek......

De Oerafbeelding van Christus is hier!

Er zijn op dit Doek 2 momenten van Verrijzenis... Er is een moment met méér gezwollen neus, de mond is méér vertrokken... De voor- en achterkant zijn ongelijk, niet als bij een dia. Op de 2 momenten vindt er al genezing plaats. Het is dus niet ...één momentopname, want de ogen veranderen bij het bekijken ervan.

Vele pelgrims getuigen van bewegende ogen.

Jezus volgt de mensen met zijn ogen ... een zoekende en liefdevolle blik.

Rita

Wanneer een Heilig Gelaat en een gestigmatiseerde elkaar ontmoeten

In september 1968 naderde het einde van Pater Pio. Hij was 81 en reeds twee maanden ziek. Op 20 september was het de vijftigste verjaardag van het ontvangen van de stigmata en de gebedsgroepen waren samengekomen in het klooster in San Giovanni Rotondo om deze gebeurtenis te vieren.

Hij droeg de Mis op die dag, maar de volgende dag was hij er niet toe in staat. Op zondag 22 september raapte hij al zijn krachten samen om de Mis op te dragen voor een bomvolle kerk pelgrims. Op het einde zakte hij bijna in elkaar en moest men hem helpen het altaar te verlaten.

Een beetje eerder die morgen ging een collega kapucijn en vriend van Pater Pio, broeder Domenico da Cese, de kerk van Manoppello openen. Deze bevindt zich meer dan 200 km verder naar het noorden, in de provincie van de Abruzzen. Binnen in de kerk vond hij Pater Pio op zijn knieën, zijn hoofd in zijn handen, voor de afbeelding die gekend is als het Heilig Gelaat.

Pater Pio zei hem: "Ik vertrouw mezelf niet meer. Bid voor mij. Vaarwel tot we elkaar weerzien in het Paradijs."

Binnen de 24 uur stierf Pater Pio in zijn cel in het klooster te San Giovanni Rotondo.

Pater Pio was bekend voor zijn regelmatige bilocatie [op twee plaatsen tegelijk zijn] hij maakte zelfs de zaligverklaring van de Heilige Thersia van Lisieux in de St Pietersbasliek mee in 1925.

Paus Benedictus XVI bezocht het gelaat van Manoppello bijna veertig jaar later, maar dan met een wereldser transport, met de helikopter.

Maar waarom verkozen Pater Pio en de paus om het Heilig Gelaat te bezoeken?

Sinds 1660 bevat de kerk van Manoppello een oud, zeldzaam stuk stof, gekend als byssos, een ragfijne, zijdeachtige, doorzichtige stof gemaakt van mosselzijde, dat vroeger gebruikt werd om de gezichten van de dode farao’s mee te bedekken.

Deze stof draagt de afbeelding van het gezicht van een bebaarde man met open ogen, een iets geopende mond en een gekwetste linker kaak. Het was het plaatselijk geloof dat het het bekende doek van Veronica was.

In de St-Pietersbasiliek in Rome is een van de vier zware steunpilaren van de dom bekend als de "Veronicapilaar". Het meest opvallende is een beeld van Veronica dat een doek draagt waarop het gezicht van Christus is afgebeeld en een basreliëf van een engel die ook de ‘afbeelding’ onthult.

In de pilaar is er een schatkist in dewelke men de vermeende doek waarmee Veronica het gezicht van Jezus afdroogde op zijn weg naar Kalvarië, bewaard wordt.

Deze stof die bewaard wordt in een reliekhouder en die getoond wordt aan het volk in St-Pieters op Passiezondag ieder jaar, is zwart met bruine delen en geen zichtbare afbeelding. Deze werd daar geplaatst in 1625 door paus Urbanus VIII.

Waar kwam het vandaan?

Wel, sinds de zesde eeuw was het bekend onder de naam van "afbeelding die niet door mensenhanden gemaakt is en sinds 705 werd het bewaard in zijn eigen kapel in de oude Sint-Pieters, door Constantijn gebouwd.

Het werd bekend als de vera eikon, of "ware afbeelding" en de naam Veronica werd gebruikt in de middeleeuwen voor de vrouw die de zalige Catharina Emmerich benoemde met de naam Seraphia in haar visioenen van het lijden van Christus.

Hoe kwam het in Rome terecht?

Deze vraag wordt behandeld in het boek van de Duitse journalist, Paul Badde. Hij veronderstelt dat het doek de zweetdoek is die apart opgerold teruggevonden werd door de apostelen en die het gelaat van Jezus had bedekt na Zijn dood. [Joh. 20: 7]

Badde spreekt over een doek dat het gelaat van Jezus droeg en dat door de apostel Judas na de tenhemelopneming naar koning Abgar van Edessa, een vooraanstaande stad in die tijd, zo’n 600 km van Jeruzalem en nu gekend onder de naam Urfa in Turkije, werd gebracht. De koning werd onmiddellijk genezen van een ziekte die hem aan het bed gekluisterd hield.

Een andere oude overlevering spreekt van Grieken die naar Filippus kwamen vragen om Jezus te zien en die door Abgar gestuurd waren. Het doek verbleef klaarblijkelijk in Edessa en werd verborgen in de stadsmuur als de stad werd aangevallen. Het werd terug ontdekt in 525 en vervolgens naar Constantinopel, naar Genua en uiteindelijk naar Rome gebracht.

Wat is dat doek van Manoppello nu eigenlijk? Zoals reeds gezegd, werd de afbeelding bewaard in de pilaar in Sint-Pieters sinds 1625, na restauratie. Maar het was niet de afbeelding die reeds eeuwen vereerd werd daar, zo blijkt. Het was verdwenen, waarschijnlijk gestolen in 1506. Het kader, gebroken glas en al is nog te zien in Sint-Pieters in de schatkamer. [er zijn stukjes glas gevonden in het doek van Manoppello] Het is interessant om weten dat Urbanus VIII onmiddellijk een decreet uitvaardigde dat de kopies van de "Veronica" moesten vernietigd worden. Hij wilde niet toegeven dat één van de waardevolste relieken van het christendom verdwenen was.

Ondertussen arriveerde er in Manoppello in 1508 een onbekende pelgrim met het ingepakte doek. Dit werd aan dr. Lionelli gegeven die op een bank voor de kerk zat. Hij ging in de kerk en pakte het uit, maar hij kon de persoon die het doek gegeven had niet meer terugvinden. Het doek bleef in het bezit van de familie Lionelli tot het door een andere dokter aan de Kapucijnen geschonken werd. Deze laatsten hebben het steeds in bezit gehouden.

Broeder Domenico da Cese was ervan overtuigd dat het doek meer bekendheid verdiende en in 1977 nam hij een grote foto mee naar een eucharistisch congres in Pescara, het dichtstbijgelegen grote centrum. Toen kwam alles in een stroomversnelling terecht.

Een Zwitser journalist schreef er een artikel over. Dit trok de aandacht van een zuster trapistin in Duitsland, zuster Blandina Schömer. Gefascineerd door de afbeelding, kreeg ze toelating om naar Italië te verhuizen en zich te wijden aan het onderzoek van het doek. Dit doet ze tot op de dag van vandaag.

Ondertussen was broeder Domenico naar Turijn gegaan in 1978 voor een expositie van het Schrijn daar. Hij werd aangereden door een auto bij het verlaten van de kathedraal en overleed. Hij was vermaard omwille van de stigmata die hij had en genezingen worden aan zijn tussenkomst toegeschreven, zodanig dat er gestart is met een proces van zaligverklaring.

De bevindingen van  zuster Blandina en anderen zijn de volgende:
  • Het doek is zo fijn en delicaat dat het onmogelijk is om erop te schilderen.
  • De afbeelding is zichtbaar aan de twee kanten
  • Wanneer de afbeelding op die van de lijkwade van Turijn gelegd wordt, past het perfect.
De conclusie is dat het heilig gelaat van Manoppello heel waarschijnlijk het apart opgerolde doek is waarvan sprake in het evangelie, gevonden door Petrus en Johannes op paasmorgen.

Het bezoek van de paus, Benedictus XVI, in 2006 was de eerste reis binnen Italië die hij op eigen initiatief ondernam. In zijn homilies refereert hij herhaaldelijk naar het Gelaat van Jezus.

En pater Pio die reeds heilig verklaard werd? Bezocht hij nog voor een laatste maal het Gelaat van de man wiens wonden hij 50 jaar gedragen had voor hij intrad in het eeuwige visioen van zijn verheerlijkte Heer?

Paul MacLeod is een voormalig journalist die nu in Geelong gestationeerd is.

Bron: Paul McLeod

Vertaling: Anne Van Der Sloten

Geniet van het beeldmateriaal






Met dank aan Anne Van Der Sloten en Rita

25-09-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Colton Burpo versus Stephen Hawking
Colton Burpo versus Stephen Hawking

Bestaat de Hemel werkelijk?

Vorige week verkondigde topgeleerde Stephen Hawking, Groot-Brittannies meest eminente wetenschapper, in een interview met The Guardian dat de Hemel en het hiernamaals "een sprookje" is, dat uitgevonden is door mensen die bang zijn voor de dood. Hiermee gaat Hawking verder dan in zijn boek uit 2010, "The Grand Design." Daarin argumenteerde hij dat we het bestaan van het universum niet moeten toedichten aan een schepper.

In het interview verwerpt Hawking dat er leven na de dood zou zijn en benadrukt hij dat we onze mogelijkheden op aarde moeten invullen door goed te leven. Op de vraag van The Guardian hoe we dan precies moeten leven, antwoordt hij: "We moeten de hoogste waarde van onze daden zoeken."


Zijn vrienden Albert Einstein en Louis Pasteur moeten zich op die dag zowat hebben omgekeerd in hun graf. Als de mens "de hoogste waarden van zijn daden" moet zoeken, dan is hij daar zeker tot op heden niet in geslaagd en zal hij er op zichzelf nooit in slagen. De grootste uitvindingen zijn steeds aangewend om schade aan deze wereld toe te brengen.

En waarom zou een gelovige moeten bang zijn voor de dood? Onze lieve Vrouw van Medjugorje verkondigt al dertig jaar lang dat wie de rechte weg volgt, in het geheel niet bang moet zijn voor de dood.

Colton Burpo

Een gesprongen appendix kostte de vierjarige Colton Burpo in 2003 bijna het leven. Zijn ouders waren dankbaar dat hij het had overleefd en om hem levend en wel terug te hebben, maar toen hij enkele maanden later uitpakte met het verhaal van zijn strijd tegen de dood, kwamen er hevige emoties los, toen hij een heel levendige reis naar de hemel beschreef en sprak over dingen waarover de jongen absoluut geen weet kon hebben.

Toen Sonja Burpo hem tijdens een rit met de auto vroeg over zijn herinneringen in het hospitaal, antwoordde de kleine Colton: "Ja, mama, ik herinner me dat er engel was die voor mij zong." Een zalig antwoord, dat wel, maar daarop deed Colton zijn ouders bijna helemaal achterover vallen, toen hij hen vertelde dat hij op Jezus’ schoot had gezeten terwijl hij naar zijn ouders keek toen hij daar klaarblijkelijk bijna dood lag. Ook heeft hij ginds overgrootvader ginds ontmoet.

En alsof dat nog niet voldoende was beschreef Colton dat hij zijn zusje had ontmoet in de hemel, ook al kon hij niet weten dat zijn moeder twee jaar voor Colton was geboren een miskraam had gehad, want zijn ouders hadden er nooit met hem over gepraat.

Jezus en Johannes de Doper

Todd Burpo begon hierna over de door de hemel gezonden visioenen te vertellen vanaf de preekstoel van de "Crossroads Wesleyan Church" in Imperial, Neb., waar hij als dominee de Heer dient. Het verhaal verspreidde zich als een lopend vuurtje en al vlug kwam er een boek op de markt met de ervaringen van de kleine jongen. De titel werd "Heaven is real" en samen met Lynn Vincent schreef Todd Burpo het boek. Het werd een bestseller met meer dan anderhalf miljoen verkochte exemplaren, sedert de eerste uitgave in november.

Verleden jaar waren de ouders en Colton te gast in het live TV-programma "TODAY Monday." Todd vertelde aan Matt Lauer dat hij begrijpt dat de ongelovigen het verhaal een beetje te hemels vinden om waar te kunnen zijn. Aanvankelijk dachten Sonja en ik zulks ook. "In het begin waren we verrast, want voor ons was het nog te vroeg om tegen onze zoon te spreken over deze dingen," zei Matt Lauer.

"Aanvankelijk spraken we er niet over met anderen, en toen we er plots wel over begonnen te praten, waren de mensen verbaasd," voegde Sonja hieraan toe. "Zij werden aangemoedigd met het verhaal dat we met hen deelden."

Colton werd de eerste dagen alsmaar zieker en wij dachten eerst dat het om buikvliesontsteking ging. Zijn oudere zus, Cassie, werd hier ook door getroffen.

De kleine Colton haalde het bijna niet. Hij verbleef 17 dagen in het hospitaal en toen hij uiteindelijk weer op krachten kwam, waren zijn ouders heel verheugd. Maanden later echter stonden ze als aan de grond genageld, toen de jongen begon te beschrijven wat hij allemaal had meegemaakt toen hij daar lag te strijden voor zijn leven: hij zag Jezus gekleed in een koninklijk paars gewaad, had Johannes De Doper ontmoet en zag engelen voor hem zingen om zijn bezorgdheid te doen afnemen.

Aanvankelijk geloofden ze dat Colton deze dingen had gehaald uit zijn eerste lessen over de Bijbel, maar hij vertelde eveneens aan zijn moeder dat hij haar zag praten in de telefoon in een andere kamer, terwijl hij zijn operatie onderging. Ook zag hij zijn vader bidden in een kleine kamer. Dit alles gebeurde toen de jongen op de schoot zat van Jezus.

"Dat ik aan het bidden was terwijl hij op de operatietafel lag, trok mijn aandacht," zei Todd Lauer. "De chirurg, noch de verpleegsters konden dit verhaal bevestigen. Ook mijn vrouw wist niet dat ik aan het bidden was, maar de kleine Colton wel."

Schokkende onthulling

Colton heet ook gezegd aan NBC News dat hij met een reeds lang overleden aanverwant van de familie heeft gesproken: "Ik was juist bij de Heilige Geest en toen kwam deze man op mij af om te vragen of ik de zoon van Todd was. Ik antwoordde van ja en hij zij me dan hij de grootvader van mijn vader was."

Colton zei ook dat alles in de hemel vleugels heeft. Hij omschreef zijn grootvader "Pops" als "heel groot, met grote vleugels, krullend haar, een grote glimlach en heel vriendelijk."




Maar de echte verbazing kwam er toen Colton aan zijn moeder het volgende vertelde: "Mama, ik heb twee zussen." Sonja vertelde haar zoon dat hij heel waarschijnlijk zijn oudere zus, Cassie en zijn nichtje Traci bedoelde, maar hij antwoordde: "Neen, ik heb twee zussen. U hebt een kindje gehad dat in uw buik is overleden, is het niet?"

Sonja zei tegen Lauer dat er in de familie nooit werd gesproken over haar miskraam tegen Colton, en wat meer is, ze kenden niet eens het geslacht van hun kindje. "Het was ons eigen verdriet, waarover we zelfs met onze vrienden nooit hebben gesproken." Sonja zei dat deze onthulling van Colton eerst hevige emoties bij haar losmaakte, maar dat het daarna een verademing was voor haar dat alles goed ging met het meisje, dat ze in de hemel was, en dat ze niet wisten dat het kindje een zij was.

Sonja omschreef Coltons ontmoeting met zijn kleine zus: "Hij vertelde ons hoe ze eruit zag en dat ze niet ophield met hem te knuffelen, maar ook dat ze geen naam had."

"Toen hij ons vertelde over zijn zusje in de hemel, waarover wij hem nooit iets hebben verteld, was dit een van deze verbazingwekkende momenten. Inderdaad, hij kan dit verhaal niet hebben uitgevonden," zei Todd tegen Lauer, "maar de vrede en de genezing die over ons kwam was als: Wow, ik heb een dochterje dat in de hemel wacht op mij, is met geen woorden te omschrijven. Ik denk dat vele mensen dat soort hoop en genezing nodig hebben. En ik denk dat vele mensen deze hoop en genezing voelen, als ze Coltons getuigenis horen: kennis hebben over waar ze naar uitgekeken hebben."

Toen Lauer aan Colton vroeg hoe de Hemel eruit zag, gaf de elfjarige knaap het volgende antwoord: "Wel, er zijn heel wat kleuren. Er zijn vele mensen en vele engelen en dieren en er zijn geen oude mensen in de hemel. Niemand draagt er een bril en men is er ongeveer tussen de 20 en 30 jaar oud.

Todd Burpo vertelde aan "The New York Times" dat de familie veel geld van de opbrengst van het boek weggeeft. Colton is het gelukkigst omdat hij de mensen kan helpen met zijn verhaal: "mensen worden erdoor gezegend en ze worden genezen van hun pijnen."

Bron: diversen

Vertaling: Chris De Bodt

24-09-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het getal elf
Het getal elf

Medjugorje België en Nederland wil zich duidelijk distantiëren van astrologie of het occulte. De enige bedoeling is het toelichten van het getal elf, omdat er sinds 9/11 opvallend veel te doen is rond dat getal. De echte achtergrond, blijft ook hierna, onbekend. Misschien dat ons later hierover verlichting wordt gebracht.

1. Het getal "11"

Soms krijgen we het gevoel alsof de Heer ons door de getal elf iets probeert duidelijk te maken. We kenden 9/11 in de VS, met de aanslag op de WTC-torens, maar we kenden ook in ons land een 9/11, met het grootste bloedblad dat werd aangericht door de Bende van Nijvel in de Delhaize van Aalst. Er waren de verschrikkelijke aardbeving en tsunami in Japan die plaatsvonden op 11 maart, maar ook in de twee daaropvolgende maanden volgden er grote aardbevingen. Op 11 april vond nogmaals in Japan de tweede grote aardbeving plaats in hetzelfde gebied als de eerste aardbeving en onlangs, op 11 mei hadden we de aardbeving in Spanje.




Tijd om toch eens stil te staan bij dit gegeven. Onlangs stond een heel interessante link op Spirit Digest, naar een site die een en ander duidelijk maakt hier rond, steeds rekening houdende met het Christelijke aspect ervan.

Als tien het getal is dat de volmaaktheid van de goddelijke orde kenmerkt, dan is elf er een toevoeging van die deze orde ongedaan maakt. Als twaalf het getal is dat de volmaaktheid van het goddelijke gezag kenmerkt, dat zien we een tekortkoming in het getal elf. Hoe we het dus ook bekijken: 10 + 1 of 12 - 1, elf is het getal dat staat voor wanorde, ontregeling, onvolmaaktheid en de ineenstorting.

Er staat over het getal elf niet zoveel in het Woord van God beschreven, maar wat er staat, is betekenisvol, vooral als omstandigheid.

De stamvorsten van Edom

Er waren elf stamvorsten van Edom [Genesis 36: 40-43]: Dit zijn de namen van de stamvorsten die van Esau afstamden, ieder aan het hoofd van zijn eigen familie en met zijn eigen gebied: Timna, Alwa, Jetet, Oholibama, Ela, Pinon, Kenaz, Teman, Mibsar, Magdiël en Iram. Dit waren de stamvorsten van Edom, ieder met zijn eigen woongebied in het land dat zij in bezit hadden genomen. Esau was de stamvader van Edom.

Esau was de broer van Jakob en zoon van aartsvader Isaak en zijn vrouw Rebekka. Esau en Jakob waren een tweeling. Esau werd als eerste geboren en gold dus als de oudste en belangrijkste zoon. Bij hun geboorte hield Jakob hem echter aan zijn hiel vast en dat was een profetische verwijzing naar het Bijbelse gegeven dat Jakob Isaäk zou opvolgen en niet Esau. De Bijbel vertelt twee keer hoe Jakob zich van het eerstgeboorterecht meester maakt:
  • In Genesis 25: 29-34 staat dat Esau hongerig thuiskwam, en dat Jakob hem te eten gaf in ruil voor het eerstgeboorterecht.
  • In Genesis 27 wordt verteld dat Jakob, met de hulp van zijn moeder Rebekka, zich als Esau vermomt om de zegen van zijn vader te ontvangen, die Isaak voor Esau had bestemd.
En, alhoewel Edom, hecht verbonden was aan Israël, was het heel verschillend van hen in wet en bestuur, en bestond er een bittere haat tussen hen.

De elf zonen van Jacob

In feite kreeg Jacobs twaalf zonen. Een zoon, Jozef genaamd, was zijn lievelingszoon. Uit jaloezie werd hij daarom door zijn broers aan slavenhandelaren verkocht. Jozef kwam in Egypte terecht, wist daar op te klimmen tot de positie van onderkoning en tijdens een periode van zware hongersnood kwamen zijn broers noodgedwongen in Egypte terecht alwaar Jozef zich uiteindelijk aan hen openbaarde. Jakob trok vervolgens met heel zijn huishouden naar Egypte, waar hij later overleed. Voordat hij de geest gaf maakte hij duidelijk dat hij niet definitief in Egypte, maar te zijner tijd in Kanaän begraven wilde worden. Doordat Jozef door de overige elf zonen werd verstoten staat het getal synoniem voor de onvolmaaktheid en verdeeldheid in Jacobs nageslacht.

Van de Horeb naar Kades-Barnea

In Deuteronomium 1: 2-3 staat: De afstand van de Horeb tot aan Kades-Barnea langs de weg door het Seïrgebergte is elf dagen reizen. Eén reisdag meer zou hen gebracht hebben onder het beheer van al de wondermooie wetten die God hen had gegeven. Toen Mozes, in opdracht van de Heer, deze rede tot de Israëlieten hield, was het het veertigste jaar, de eerste dag van de elfde maand.

Eli, Hofni en Pinechas

Eli, Hofni en Pinechas hebben als gematria het getal 462, waarvan de factoren 11 en 42 zijn. Beide factoren zijn betekenisvol voor de wanorde in Eli’s huis en het verval van Israël.

Jojakim regeerde gedurende elf jaar

Jojakim was vijfentwintig jaar oud toen hij koning werd. Elf jaar regeerde hij in Jeruzalem. Zijn moeder was Zebudda, de dochter van Pedaja, uit Ruma. Hij deed wat slecht is in de ogen van de Heer, precies zoals zijn voorouders. Koning Nebukadnessar van Babylonië trok tegen hem ten strijde, nam hem gevangen en voerde hem, geboeid met bronzen ketenen, mee naar Babel. [2 Kon. 23: 36 en 2 Kron. 36: 5-6]

Sedekia regeerde gedurende elf jaar

Sedekia was eenentwintig jaar oud toen hij koning werd. Elf jaar regeerde hij in Jeruzalem. Zijn moeder was Chamutal, een dochter van Jirmeja, uit Libna. [Jer. 52: 1-4] Hij deed wat slecht is in de ogen van de Heer, precies zoals Jojakim. De Heer was zo woedend op Jeruzalem en Juda dat hij ze uiteindelijk verstootte. Sedekia kwam tegen de koning van Babylonië in opstand. In het negende jaar van zijn regering, op de tiende dag van de tiende maand, kwam koning Nebukadnessar van Babylonië met heel zijn leger bij Jeruzalem aan en ze sloegen er hun kamp op. Ze wierpen een wal op rondom de stad en belegerden haar tot in het elfde regeringsjaar van koning Sedekia. en op de negende dag van de vierde maand van het elfde regeringsjaar van Sedekia werd er een bres in de stadsmuur geslagen [Jer. 39: 2] Of ook nog in 2 Kronieken 39: 11. Daar staat: Sedekia was eenentwintig jaar oud toen hij koning werd. Elf jaar regeerde hij in Jeruzalem.

Het elfde jaar

In het elfde jaar, op de eerste dag van de maand, richtte de Heer zich tot mij: ‘Mensenkind, Tyrus heeft zich vrolijk gemaakt over Jeruzalem, zij heeft uitgeroepen: "De Poort der volken is verwoest en is mij toegevallen. Nu de stad in puin ligt, zal ik mij vullen met haar schatten!" Daarom zegt God, de Heer: "Ik zal je straffen, Tyrus, ik zal een vloed van volken op je afsturen, ze zullen op je aanstormen als de golven van de zee! De muren van Tyrus zullen ze verwoesten en haar torens neerhalen. Ik zal zelfs het stof uit Tyrus wegvegen, ik zal van haar een kale rots maken." [Ezech. 26: 1-4].

Ook sprak de Heer een vloek uit tegen Egypte: "Ik zal Egypte straffen, het zal weten dat ik de Heer ben. Op de zevende dag van de eerste maand in het elfde jaar richtte de Heer zich tot mij. Hij zei: Mensenkind, ik zal de arm van de farao, de koning van Egypte, breken. Niemand zal die arm verbinden om hem te laten genezen, niemand legt om die arm een verband waardoor hij weer sterk genoeg wordt om het zwaard te hanteren. Ik zal de Egyptenaren verdrijven naar verre landen en hen verspreiden onder vreemde volken." [Ezech. 30: 20]

Deze drievoudige herhaling is door de Heer telkens gericht tegen tegen Sedekia. Naast Jerzulem, werden zowel Tyrus als Egypte verwoest.

De elf apostelen

Ook de elf apostelen krijgen te maken met desintegratie, toen één van hen, Judas Iskariot, Jezus had verraden. Voor zijn "diensten" kreeg hij dertig zilverlingen. Judas kreeg wroeging en ging zich verhangen.

Het elfde uur

Toen hij tegen het elfde uur van de dag nog eens op weg ging, trof hij een groepje dat er nog steeds stond. Hij vroeg hun: "Waarom staan jullie hier de hele dag zonder werk?" "Niemand wilde ons in dienst nemen," antwoordden ze. Hij zei hun: "Gaan jullie ook maar naar de wijngaard." Toen de avond gevallen was, zei de heer van de wijngaard tegen zijn rentmeester: "Roep de arbeiders bij je en betaal hun het loon uit. Begin daarbij met de laatsten en eindig met de eersten." [Mat. 20: 6-9] Hier wordt het getal elf spreekwoordelijk aanzien als tegengesteld tegen zowel het rechtvaardige als tegen een overeenkomst, want de laatsten hadden maar één uur gewerkt en toch kregen ze dezelfde beloning als de eersten. "En zij die er vanaf het elfde uur waren, kwamen naar voren en kregen ieder een denarie." [Mat. 20: 10]

Het leven van onze Heer op aarde

Jezus werd gekruisigd op de leeftijd van 33 jaar [3 x 11]. Dat alles aan hem onderworpen is, zien wij echter nu nog niet. [Hebr. 2: 8]

Elfhonderd

Het getal elfhonderd komt tweemaal voor in de Bijbelse schriften. Telkens wordt er verwezen naar een gebrek aan bestuur door het feit dat er geen "koning" is.
  • Rechters 16: 5: de Filistijnen spreken Delila aan om Simson [Samson] te overmeesteren: "Probeer er eens achter te komen wat het geheim is van zijn grote kracht, en hoe wij hem kunnen overmeesteren om hem in de boeien te slaan en machteloos te maken; dan krijgt u elfhonderd sikkel zilver van ieder van ons."
  • 2. Rechters: 17: 2 en verder: Dit verhaal is verbonden met bijgeloof in Israël, wat tegenspoed zou meebrengen. Uiteindelijk zou het land uiteenvallen. Deze man zei tegen zijn moeder: "Die elfhonderd sikkel zilver die bij u gestolen zijn en waarover u een vloek hebt uitgesproken die ik ook heb gehoord, dat geld heb ik. Ik heb het gestolen." Toen zei zijn moeder: "Wees gezegend door de Heer, mijn zoon." Toen nam zij tweehonderd sikkel en gaf die aan een zilversmid. Die maakte er een metalen beeld van, en dat werd opgesteld in het huis van Micha.
Dan en Efraïm waren de twee betrokken stammen, want Micha, die het beeld maakte met de elfhonderd sikkels, was uit Efraïm en de stam en hun priester de het gestolen had was Dan. Beide stammen worden weggelaten in Openbaringen 7 en dit volgens de verklaring van Deutoronomium 29: 18-20: De Heer zal hem uit de stammen van Israël halen en hem treffen met al de vervloekingen van het verbond die in het wetboek staan opgetekend. Beide stammen maakten zich schuldig aan afgoderij en hun namen werden aan het zicht onttrokken.

Elf koningen beledigd

Elf koningen en heersers werden door dienaren van God beledigd, omdat deze laatsten hen de waarheid hadden verteld.
  • De farao [Exodus 10:28]
  • Balak [Numeri 24:10]
  • Jerobeam [1 Koningen 13:4]
  • Achab [1 Koningen 22:27]
  • Naäman [2 Koningen 5: 12]
  • Asa [2 Kronieken 16:10]
  • Joas [2 Kronieken 24:21]
  • Uzzia [2 Kronieken 26:19]
  • Jojakim [Jeremia 26:21]
  • Sedekia [Jeremia 32: 3]
  • Herodes [Mattheus 14:3]
Jozef was elf jaar in het huis van faroa Potifar

Jozef, die inmiddels zeventien jaar was, weidde gewoonlijk samen met zijn broers de schapen en geiten. Hij hielp de zonen van zijn vaders vrouwen Bilha en Zilpa, en alle praatjes die over zijn broers de ronde deden vertelde hij aan hun vader door. [Gen. 37: 2]

Jozef bevond zich aldaar twee jaar in de gevangenis: Twee volle jaren later kreeg de farao een droom. Hij droomde dat hij aan de Nijl stond. [Gen. 41: 1] Hij liet toen Jozef halen om hem de droom te verklaren.

Dertig jaar was hij toen hij voor de farao, de koning van Egypte, verscheen, en nadat hij het koninklijk paleis had verlaten, trok hij door heel Egypte. [Gen. 41:46]

30 jaar - 17 jaar - 2 jaar = elf jaar.

Overige hedendaagse merkwaardigheden buiten de Bijbelse context
  • Op 11 maart 2004 werden er te Madrid vier pendeltreinen tot ontploffing gebracht door Al Qaida. Er vielen 191 doden en 1.400 gewonden, waaronder velen ernstig.
  • Wereldoorlog I eindigde op 11/11/1918 om 11 uur precies.
  • Apollo 11 bracht de eerste man op de maan. Om dit getal te bereiken ontbreken er nummers in het Apollo project.
  • Na de aanslagen van 11 september op de WTC-torens restten er nog 111 dagen tot het einde van het jaar. De eerste brandweerwagen ter plaatse droeg het nummer 11.
  • De orkaan Katrina [wat "zuivering" betekent] was de elfde storm van het jaar 2005. Amerika werd erdoor getroffen op 29 augustus: 2+9= 11.
  • De Nederlandse cineast, Theo Van Gogh, werd precies 911 dagen na Pim Fortuyn vermoord: 9+1+1 = 11
  • De aanslagen op de WTC-torens te New York, gebeurde op 11 september 2001. De twee torens zien er uit als een elf. Het noodnummer in de Verenigde Staten is 911 of 9+1+1= 11.
  • De gruwelijkste aanslag van de Bende van Nijvel in de Delhaize van Aalst viel op 9/11 of 9+1+1 = 11
  • De aanslagen te Madrid volgden precies 911 dagen na deze op de WTC-torens: 9+1+1 = 11
  • Op 11 augustus 1999 was er een totale zonsverduistering om 11.11 uur.
  • Zwarte September was verantwoordelijk voor het Bloedbad op de Olympische Spelen in München in 1972, waarbij 11 Israëlische atleten en officials werden gegijzeld en doodgeschoten.
  • Michaël Brown van Spirit Daily heeft duizenden getuigenissen verzameld van mensen die op hun horloge telkens het uur 11.11 zien of 10.11, enz...


  • Bij de vrijmetselaars, de tegenpool van het Christendom, zijn het getal 11 en 33 meestergetallen. Hetzelfde geldt voor de astrologie en het occulte [niet te verwarren met astronomie].
  • En dan dit jaar, drie maanden na elkaar: 11 maart, 11 april en 11 mei 2011. Op elf maart vindt de grootste aardbeving ooit in Japan plaats. Naar schatting 25.000 mensen hebben de ramp niet overleefd. De kerncentrales van Fukushima blijven een groot gevaar vormen. Op 11 april volgt er een tweede grote aardbeving met een kracht van 7,2 op de schaal van Richter. Dit kan nog moeilijk aanzien worden als een naschok. Op 11 mei is er de aardbeving in Spanje, Lorca met meer dan 10 doden. Men zou haast het hart vasthouden voor 11 juni aanstaande.
  • In Medjugorje valt het jaar 2011 samen met de dertigste verjaardag van de verschijningen. Jezus' openbare leven begon op Zijn dertigste. Iedereen weet de dat geheimen van Medjugorje heel nabij zijn.
  • Bij carnavalisten staat het getal 11 gekend als gekkengetal. In elke stad wordt het startschot voor carnaval gegeven op 11/11 om 11.11 uur. De Raad van Elf is een gezelschap van elf mannen dat tijdens carnaval, met een President [of Vorst of Adjudant] aan het hoofd, de activiteiten organiseert en begeleidt. Aan het hoofd van de Raad van Elf staat Prins Carnaval. De tegenpool van de Vasten is Carnaval en ook de carnavalskreet "Alaaf," is afgeleid van het getal elf.
Dit is maar een beperkte opsomming van de meest frappante feiten. Diepgaander onderzoek zou nog veel meer dingen in verband brengen met het getal 11. Toeval? Bij God bestaat geen toeval.

Chris De Bodt

2. Radiointerview over het getal 11

Glenn: Vanuit Midtown Manhattan, hoog boven Times Square, is dit het derde meest beluisterde programma in heel Amerika. Pat vertelt me dat hij Gary kent, de ‘getallenman’ uit Cleveland, Ohio. We moeten op dit uur de telefoon in de gaten houden. Hij zegt dat Gary, de getallenman, belangrijk is.

Pat: Hij is zeker belangrijk. Hij kent wat van cijfers. Daar houdt hij zich mee bezig. Hij weet waarom 11/9 gebeurde en door getallen heeft hij kennis van toekomstige gebeurtenissen. 11/9 is interessant, want 1 + 1 + 9 = 11.

Glenn: Dat is 11.

Pat: De som van 11/9 is 11.

Glenn: En wat betekent dat volgens jou?

Pat: Dat moeten we met Gary bespreken want hij kent het beter dan ik. Hij kan het beter uitleggen dan ik.

Glenn: Ik wist niet dat jij een fan was van getallen.

Pat: Normaal gezien ben ik dat niet. Tot Gary me een paar weken geleden opbelde.

Glenn: Gary, de getallenman, ben je daar?

Beller: Ja meneer.

Glenn: Hoeveel getallen moet je optellen voordat je het gevoel krijgt dat het universum je vertelt om uit Cleveland te verhuizen? [gelach]

Beller: Wel, weet je, ik ...

Pat: Ik hou eigenlijk wel van Cleveland.

Glenn: Zodra ze de progressieven zoals Dennis Kusinich kwijtraken misschien. Ik begrijp niet hoe die vent steeds wint. Echt niet.

Pat: Vertellen de getallen je dat niet, Gary? Wat vertellen de getallen je over Kusinich? Allereerst, wat is zijn verjaardag?

Beller: Sorry, maar ik weet zijn verjaardag niet.

Pat: Je moet je voorbereiden voordat je in het programma komt.

Beller: Ik zal je tonen hoe goed ik voorbereid ben.

Pat: Doe maar.

Beller: Een paar weken geleden had je het over satanisten.

Pat: satanisten? Echt?

Beller: Daar had je het een paar weken geleden over. Ik wil aantonen hoe ze heilige kennis gebruiken waar de meeste mensen zich niet bewust van zijn. Laat me beginnen met Alister Crowley, hij zei dat zijn getal 11 is. Het getal van de magiër is 11. Dus begin je in het verleden te zoeken wat er gebeurt wanneer het getal 11 overheerst. Je begint met de Eerste Wereldoorlog. Die eindigde op 11/11 om 11 uur, exact om 11 uur.

Pat: Oh, dat is het getal van de magiër.

Glenn: Mag ik je iets vragen? Er gebeurt nooit iets met 7-Eleven [internationale winkelketen], begrijp je me?

Pat: Behalve ‘Slurpies’ [een ‘slurpie’ is een bevroren drankje dat verkocht wordt bij 7-Eleven]. De republikeinen kunnen staan slurpen terwijl ze toekijken hoe de democraten een wagen uit de sloot duwen. Dat is het enige. Maar het interessante aan Wereldoorlog II, is dat de Romeinse II lijkt op 11.

Beller: Jullie mogen me tegenspreken, maar laat me eerst uitspreken.

Glenn: Ok, je bent een sportieve kerel Gary.

Pat: Dat is hij zeker.

Beller: Telkens wanneer een getal tussen de 11de en 29ste een som heeft die gelijk is aan 11, dan mag je terroristenaanvallen, beurscrashes of belangrijke gebeurtenissen verwachten. Bijvoorbeeld, toen de beurs crashte in 1929, gebeurde dat op de 29ste : 29/10/29 [29 oktober 1929].

Pat: 2 + 9 = 11

Beller: Precies.

Stu: Goed gedaan, Pat.

Pat: Bedankt!

Beller: Als je verder in de geschiedenis gaat, zie je dat de eerste moderne terroristische aanval in de wereldgeschiedenis op 11/9/1972 gebeurde, toen 11 Israëlische atleten vermoord werden. Ga 29 jaar verder [2 + 9 = 11] en je krijgt de aanslagen van 11/9. De Twin Towers leken op een 11 toen ze naast mekaar stonden. Het duurde 11 jaar om het World Trade Center te bouwen.

Glenn: We naderen 11/11 nu.

Beller: Ik kom dus op het juiste moment in het programma, nietwaar?

Glenn: Wel, ik weet het niet. Het kan een ramp zijn.

Pat: Morgen is het 11/11, betekent dat er iets gebeuren zal?

Beller: Nee, morgen is het 6/11, dat krijg je als je 11/9 ondersteboven draait. Laat het me uitleggen. Obama gaat naar India om hen proberen nucleaire technologie te verkopen, zodat ze onze obligaties kunnen beginnen opkopen want China wilt ze niet meer. Dat is de reden waarom Obama naar India loopt net nadat de Federal Reserve, die ik economische terroristen noem, in het wilde weg geld beginnen drukken. Ze doen dit met opzet.

Pat: Haalde je dat uit getallen? Hoe ben je tot die conclusie gekomen? Heb je een rapport gelezen?

Beller: Nee, nee, jullie begrijpen het niet, het is gewoon gezond verstand.

Pat: Het is gewoon gezond verstand.

Glenn: Ik zie niet wat het te maken heeft met de 11-sten.

Beller: China is de volgende supermacht in de wereld. Dat weten we allemaal. Wat is het ene land dat je tegen China moet afwegen? India.

Pat: Moeten we eigenlijk nog nieuws- en weerberichten doen op de 11-sten?

Glenn: Wacht eens even, wat betekent uw uitspraak over India nu precies?

Stu: Dat was een zin van 11 woorden.

Beller: Je moet naar de laatste terroristische aanslag in India kijken. Dat was op 26/11/2008. Tel alles op: 2 + 6 + 11 + 2 + 8 = 29.

Glenn: Je krijgt 29.

Pat: Twee plus negen is 11. Maar Pat zei net dat het morgen 11/11 is.

Glenn: Als je dat optelt...

Pat: Dat is 22.

Beller: Glenn, laat je maar eens gaan.

Pat: Nee, 11 plus 11 is 22, gedeeld door 2 is 11.

Beller: Je kan proberen wat je wil, maar er is een reden waarom 11 mensen stierven toen het olieplatform ontplofte. En de mijnwerkers die in Virginia omkwamen, twee plus negen is 11.

Stu: Weer 11.

Beller: En dit gebeurt constant in de maatschappij. Oklahoma City bvb, gebeurde op 19/4/1995. 1 + 9 + 4 + 1 + 9 + 9 + 5 = 38.

Pat: Je gaat te snel.

Stu: Opnieuw 11. Het kwam uit op 11.

Glenn: Hoezo?

Pat: Vier plus twee plus... doe het langzaamaan voor ons Gary, we zijn een beetje traag.

Beller: Jullie maken het me niet makkelijk vandaag. Geen probleem.

Glenn: We proberen je gewoon te volgen. Doe de berekening van Oklahoma, langzaam deze keer.

Beller: Laat me nog wat voorbeelden geven van hoe dit overheersend is.

Pat: Nee, ik wil eerst dat we samen Oklahoma City doen.

Beller: We doen het snel, op een stukje papier. Ik doe het nogal snel. Het gebeurde op 19/4/1995. Je doet 1 + 9 + 4 + 1 + 9 + 9 + 5, dat geeft 38.

Glenn: Dat is fantastisch [gelach]. Je moet president worden. Je moet... Gary, dat is ... ok...

Beller: En deze dan: Obama keurde de wet op ziekteverzekering goed, de ObamaCare, op 23/3/2010. Tel alles op: 2 + 3 + 3 + 2 + 0 + 1 + 0 = 11.

Glenn:11

Pat: Heilige koe...! Ik zei heilige koe en hij gaat naar India!

Glenn: Hemeltjelief.

Stu: Denk er eens over na. Stop met deze vent uit te lachen.

Beller: Er zijn 11 letters in de naam van Barack Obama. Schrijf elke letter van z’n naam met een verschillende pen: 11 verschillende pennen. Hij is geboren op 4/8/1961 : 4 + 8 + 1 + 9 + 6 + 1 = 29. 2 + 9 = 11. Zijn vrouw is geboren....

Glenn: In Newfoundland ...11 letters.

Beller: Zijn vrouw, Michelle Obama, is geboren op 17/1/1964. Tel alles op en je krijgt 11. Bill Clinton, de laatste socialistische president die we in dit land hadden, is geboren op 19/8/1946. Tel alles op je krijgt 38. 3 + 8 = 11.

Glenn: Dat is geweldig. Jij bent ongelooflijk. Ik vind het leuk je in het programma te hebben. We moeten nog eens met je praten. Ik denk niet dat het allemaal steek houdt, maar het was leuk.

Beller: En dit dan? In jullie branche hadden de twee beste praatshowgastheren in de voorbije 20 jaar, Howard Stern en Rush Limbaugh, dezelfde verjaardag.

Stu: Dat is onmogelijk. Als dat waar is dan is alles wat je zegt waar.

Beller: Dezelfde verjaardag. Neem nu jouw verjaardag Glenn Beck, jij bent geboren op 1/2/1964. Je bent vlug kwaad maar je wordt snel weer rustig. Tel alles op. 1 + 2 + 1 + 9 + 6 + 4 = 23. 2 + 3 = 5. Als je naar het getal 5 kijkt...

Glenn: Ik was aan het wachten op de 11. 11-en zijn een ramp.

Beller: Als je naar de nummer twee, nummer drie en nummer vier praatshowgastheren in Amerika kijkt, hebben ze allemaal het nummer 5. Er is een praatshowgastheer in jullie filiaal in Cleveland, hij is ook een vijf. Ik zeg je, alle topentertainers zijn een vijf. Daarom ben je zo goed in wat je doet.

Glenn: Pat, wat is jouw geboortedatum?

Pat: Hij heeft dat al eens voor mij gedaan.

Glenn: Ben jij een vijf?

Beller: 20/11/1960, juist?

Pat: Ja.

Beller: Dit is iets wat je niet weet over Pat, zelfs niet de mensen die dicht bij hem staan. Als je hem iets zegt, iets verkeerd, zal hij het heel lang onthouden omdat hij heel gevoelig is. En ook heel emotioneel.

Glenn: Hij weent de hele tijd. Heb je hem op radio of TV gezien?

Beller: Ik baseer me op jullie geboortedatum. Ik moet jullie zelfs niet zien of horen.

Stu: Nee, je hoeft niet te weten wat er in de wereld gebeurt, je hebt enkel namen en getallen nodig.

Beller: En deze dan. Politiekers hebben we gehad. Laat ons eens de sportwereld bekijken. De twee topatleten van vandaag zijn LeBron James en Tiger Woods, beiden op dezelfde dag geboren. Ze hebben dit jaar beide tegenslag gehad. LeBron James, geboren 30/12/1984, dat geeft 28 en als je Tiger Woods neemt, hij is geboren op 30/12/1975, dat geeft ook 28. Dat is geen toeval.

Stu: Precies. Wat is de kans dat twee mensen op dezelfde dag geboren worden maar in een ander jaar? Het is onmogelijk. Onmogelijk.

Beller: En op hun hoogtepunt staan, komaan.

Glenn: Op hun hoogtepunt.

Pat: Met dat belangrijk punt had ik geen rekening gehouden.

Glenn: Weet je, Stu en ik zijn op verschillende dagen geboren.

Stu: Op verschillende dagen.

Glenn: Dezelfde maand.

Stu: En met slechts 1 dag verschil.

Beller: Glenn, de mensen die aan de macht zijn gebruiken deze informatie en ze zorgen ervoor dat ze steeds dingen doen in overeenstemming met trillingsenergie. Er is een reden waarom WO I op 11/11 om 11 uur eindigde. Dat is geen toeval.

Glenn: Daar kan wel iets van zijn want Eleanor Roosevelt hield zich bezig met getallen. Hillary Clinton trouwens ook.

Beller: Daar blijft het niet bij. Ronald Reagan had een astroloog in het Witte Huis. Een zeker Mr. Quiqley, denk ik. Ik denk dat zijn stafchef, Donald Regan, in 1987 onthulde dat Ronald Reagan en Nancy Reagan hun tijdschema lieten opstellen door een astroloog. Als je naar Ronald Reagan kijkt...

Glenn: Wacht eens even. Ik zal je iets vertellen. Nancy Reagan kreeg een inzinking toen haar man werd neergeschoten en ze was op zoek naar antwoorden op de vraag hoe ze haar man veilig kon houden. Ik bedoel, ik denk dat ik toch begrijp hoe iemand een inzinking krijgt na zo’n gebeurtenis.

Stu: Wat zegt onze beller daarvan?

Beller: Er is een reden waarom hij op de dertiende werd neergeschoten. Hij stelde de Federal Reserve in een slecht daglicht. Als je naar John F. Kennedy kijkt... Trouwens, ik ben conservatief en ik geloof dat John F. Kennedy de laatste echte president was die we in de VS hadden. Hij werd geboren op de 29ste. 2 + 9 = 11. Hij geloofde in de reden van de getallen. Zoek het maar op. Hij tekende decreet 1110 op 4/6/1963. Tel alles op: 4 + 6 + 1 + 9 + 6 + 3 = 29 = 2 + 9 = 11. En hij tekende decreet 1110. Dus je krijgt tweemaal een 11.

Pat: Het is nu 11.18 uur. 1 + 1 + 1 + 8 = 11. Het is tijd om te stoppen. Tijd om te stoppen.

Glenn: Gary, de getallenman, heel erg bedankt. Hou het veilig, vriend. Ik heb er nog steeds geen flauw idee van wat je bedoelde met India.

Stu: India. Dat lijken enen. 1 en 1 = 11.

Glenn: Er is een ‘I’ en een ‘I’. Romeinse cijfers. 11.

Bron: Glenn Beck

Vertaling: Mario Lossie

23-09-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Medjugorje en Moederdag
Moederdag en het verband met Medjugorje: het volledige verhaal, exclusief voor onze lezers!


Oorsprong

Thans wordt Moederdag in de meeste westerse landen gevierd op de tweede zondag van mei. Het vereren van moeders is een veel oudere traditie dan de moderne Moederdag en gaat terug op de moedercultus in het klassieke Griekenland. De formele moedercultus met ceremonies voor Cybele of Rhea, de Grote Moeder der goden, werd overal in Klein-Azië beoefend op de "ides" [15e dag] van maart.


De katholieke Kerk kent een lange traditie van verering van Maria, de moeder van Jezus.

In Groot-Brittannië is "Mothering Sunday" een christelijke feestdag, te vieren op de vierde zondag in de Vastentijd, de aanloop naar Pasen, waaruit de huidige Britse variant van Moederdag is geëvolueerd. In 1644 was er in Engeland voor het eerst sprake van een Moederdag zonder kerkelijke achtergrond.

Pas in het midden van 19e eeuw werd Moederdag in Amerika geïntroduceerd. In 1861 startte rechter Julia Ward Howe uit Philadelphia een grote publiciteitscampagne voor Moederdag, een dag die in het teken moest staan van de vrede en de ontwapening door vrouwen. Het succes kwam echter pas nadat Anna Marie Jarvis in 1907 Moederdag begon te promoten als een dag van waardering voor moeders. In 1908 organiseerde Anna Jarvis [1864-1948] uit Grafton, West Virginia de eerste Moederdag, vooral om haar moeder Ann Reeves Jarvis te herdenken die in de Amerikaanse Burgeroorlog zogenaamde "Mother's Day Work Clubs" had georganiseerd om voor voedsel en medicijnen voor hulpbehoevende moeders te zorgen. Het idee sloeg aan, en Jarvis zette door om meer mensen over te halen. In 1914 besloot president Woodrow Wilson dat elke tweede zondag in mei voortaan "Mother's Day" zou zijn, een nationale feestdag.

De feestdag heeft zich in zijn huidige vorm vanuit de Verenigde Staten over de rest van de westerse wereld verspreid. In Nederland en België begon de traditie rond 1925.

Het verband met Medjugorje

Op 23 november 1988 bevond Marija Pavlovic zich voor de eerste keer in de gemeenschap van Caritas of Birmingham, Alabama, Verenigde Staten. Enkele maanden later zou Marija haar nier afstaan aan haar kleinere broer en, alvorens de operatie te ondergaan, ging ze zich eerst laten onderzoeken bij gespecialiseerde chirurgen in Amerika. Het was Terry Collafrancesco, die aan het hoofd staat van de gemeenschap, die haar het voorstel deed om de operatie in zijn thuisland te laten doen. Ook zou hij instaan voor de bekostiging ervan. Op verzoek van vele aanwezigen stelde Marija Pavlovic op die dag, de dag voor Thanksgiving Day, wat in Amerika gevierd wordt op de vierde zondag van november, aan Onze Heilige Moeder de vraag wat Haar meest favoriete liedje was. Het antwoord van de Heilige Moeder was "The Battle Hymn of the Republic." Iedereen was stomverbaasd, maar wanneer we naar de historische achtergrond kijken van het liedje wordt een en ander duidelijk.

De melodie dateert uit 1856 en werd geschreven door William Steffe en werd meestal bij kampvuren gezongen op de tekst van "Canaan's Happy Shore" of "Brothers, Will You Meet Me?" Thomas Bishop, uit Vermont, vervoegde zich bij het leger van Masssachussetts, omdat de Amerikaanse Burgeroorlog op het punt stond van uitbreken. Hij schreef toen een andere tekst, genaamd "John Brown's Body." Het was het marcheerlied van zijn eenheid. De tekst ging over John Brown, een hevige tegenstander van de slavenhandel [abolitionisme]. Maar nog niet was men bij de huidige tekst gekomen en het is daar dat het verband met de Koningin van deVrede dient te worden gezocht.

In 1861 startte de reeds hierboven vermelde rechter, Julia Ward Howe uit Philiadelphia een grote publiciteitscampagne voor Moederdag, een dag die in het teken moest staan van de vrede en de ontwapening door vrouwen. Julia Ward Howe had het liedje gehoord tijdens een openbare repetitie van de troepen in Uptown's Hill, Virginia, gelegen net buiten Washington. Rufus R. Dawes, die toen de leiding had over de eenheid "K" van de Zesde Wisconsin Volunteer Infantery, schreef in zijn memoires dat Sergeant John Ticknor de eerste was die het zingen aanvatte. Een vriend van Howe, Eerwaarde James Freeman Clarke, stelde haar toen de vraag om nieuwe woorden op het marcheerlied te schrijven. Tijdens de nacht van 18 november 1861 werd Howe wakker met de nieuwe woorden van het lied. In de halve duisternis van haar verblijf in een kamer van het Willard Hotel in Washington, schreef Julia Ward Howe de woorden neer van de "Battle hymn of the republic."

Julia Ward Howe was de echtgenote van Samuel Gridley Howe, een heel beroemde geleerde die zich specialiseerde rond de scholing van blinde kinderen. Samuel en Julia waren ook actieve leiders in de anti-slavernij beweging en waren hevige voorstander van een Verenigd Amerika. Samuel Howe maakte deel uit van de "Secret Six" de groep die financiële steun gaf aan het werk van John Brown.


De huidige tekst van het lied verscheen in Atlantic Monthly van februari 1862

De hieronder te horen versie

De bekendste versie van het liedje werd door Andy Williams gezongen, als slotlied op de begrafenis van de op 6 juni 1968 vermoorde Amerikaanse presidentskandidaat, senator Robert F. Kennedy. Hij sloot de Requiemmis af met de hymne. Onmiddelijk hierop werd het lichaam met een privétrein naar Washington D.C. overgebracht. Honderdduizenden mensen brachten een laatste groet langs de route van de trein, waardoor deze veel te laat aankwam op zijn bestemming. Robert F. Kennedy is dan ook de enige die 's nachts werd begraven op Arlington National Cemetery.


Andy Williams: Battle Hymn of the Republic


De laatste treinreis van Robert Kennedy op 8 juni 1968

In Medjugorje wordt het lied veel gezongen in de Engelstalige missen, vooral rond de tijd van Pasen. Daarom werd de tekst aldaar opnieuw gewijzigd in het teken van Pasen.

In Your Name, O Christ

In your name, O Christ, we are gathered here today, 
O yes, we believe that you are always here with us.
Without your love and mercy we'd be sorrowful and forlorn.
Give us strength for all our life.

Glory, Glory, Alleluia, Glory, Glory, Alleluia,
Glory, Glory, Alleluia, Give us strength for all our life.
 
Christ by the Eucharistic banquet of your love
Thru which it is your wish to be with us eternally,
Stay with us and bless us and protect us every day.
Give us strength for all our life. 
 
Glory, Glory, Alleluia, Glory, Glory, Alleluia,
Glory, Glory, Alleluia, Give us strength for all our life.
 
In your glorious Resurrection, O Christ, we do believe,
An Easter morning too for us one day will surely come,
But we know that we must suffer till the dawning of that day.
Give us strength for all our life. 
 
Glory, Glory, Alleluia, Glory, Glory, Alleluia,
Glory, Glory, Alleluia, Give us strength for all our life.

Chris De Bodt


22-09-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Medjugorjedag 2 april 2011: Toespraak Vr. Pétar Ljubicic

Toespraak van Vr. Pétar Ljubicic op de Medjugorjedag te Banneux Notre Dama op 2 april 2011

In drie talen: Kroatisch, Frans, Nederlands
















20-09-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Oud-Christelijke vondst in Jordanië
Oud-Christelijke vondst in Jordanië

Jordanië heeft de mogelijk oudste christelijke vondst geclaimd. De vondst bestaat uit zeventig boeken met Hebreeuwse tekens die ruim 2000 jaren in een Jordaanse grot hebben gelegen. Mogelijk wordt deze vondst nog belangrijker dan deze van de Dode Zeerollen in 1947 en kan voor gelovige geleerden en geschiedkundigen de waarde ervan niet worden geschat.

De boeken bestaan uit zo'n vijftien loden platen die door ringen worden bijeengehouden. Qua grootte zijn de platen ongeveer vergelijkbaar met een kredietkaart. De boeken werden tussen 2005 en 2007 door een Jordaanse Bedoeïen ontdekt in een verlaten vallei in Noord Jordanië. Het gaat om "extreem vroege overblijfselen van het vroege christendom." aldus de Jordaanse regering.

Deze oude verzameling van 70 uiterst kleine boeken kan heel wat onthullen over de vroege dagen van het Christendom.

Voor het moment zijn academici nog verdeeld over hun authenticiteit, maar iedereen is het erover eens: eens dit is opgeklaard, zullen ze van even groot of zelfs groter belang zijn als de ontdekking van de Dode Zeerollen in 1947.

Op bladzijden, die niet groter zijn dan een kredietkaart, bevinden zich afbeeldingen, symbolen en woorden die blijken te verwijzen naar de Messias en mogelijk zelfs de kruisiging en de verrijzenis.


Waarschijnlijk de oudste afbeelding van de Messias

Bovenop dit boeiend gegeven, zijn vele van de boeken nog verzegeld.

De boeken werden vijf jaar geleden ontdekt in een grot, in een weinig toegankelijk gebied te Jordanië, waarvan is geweten dat Christenen erheen zijn gevlucht na de val van Jeruzalem in 70 na Christus. Belangrijke documenten uit dezelfde periode zijn er reeds eerder gevonden. De boeken zijn gevonden nadat ze aan de oppervlakte kwamen, na een vloedgolf.


Grot waar de boeken werden gevonden

De eerste metaaltesten tonen aan dat de boeken kunnen dateren uit de eerste eeuw.

Deze schatting is gebaseerd op de soort corrosie waaronder ze onderhevig waren, waardoor deskundigen eveneens geloven dat het onmogelijk is dat de boeken vervalsingen zouden zijn.

Eenmaal de datum is bevestigd, behoren de boeken tot de vroegste christelijke documenten, eerder nog dan de schriften van Sint Paulus.

Het vooruitzicht dat ze verslagen bevatten uit de laatste jaren van het leven van Christus, doet geleerden dromen, alhoewel hun enthousiasme eerder al dikwijls is getemperd omdat ze door prachtige vervalsingen voor de gek werden gehouden.

David Elkington, een Brits geleerde in de oude godsdienstige geschiedenis en archeologie en een van de weinigen die de boeken reeds heeft mogen onderzoeken, zegt dat dit de "hoofdontdekking uit de Christelijke geschiedenis" kan worden.

"Het is een adembenemende gedachte we deze voorwerpen hebben mogen bekijken die de vroege heiligen van de Kerk in hun handen hebben gehad," zegt hij.

Maar de mysteries rond hun oudheid zijn niet de enige raadsels van de boeken. Vandaag is hun verblijf ook zoiets als een raadsel. Na hun ontdekking door een Jordaanse Bedoeïen, was de verzameling hierop gekocht door een Israëlische Bedoeïen, die zegt die hij ze illegaal heeft over de grens met Israël heeft gesmokkeld, waar ze nu verblijven.

Volgens Ziad al-Saad, de directeur van het Jordaanse departement van Oudheden, zijn de boeken waarschijnlijk gemaakt door volgelingen van Jezus, in de periode direct na zijn kruisiging. "De boeken zijn mogelijk nog belangrijker dan de Dode Zeerollen," aldus Ziad al-Saad.

De Jordaanse regering is nu dan ook aan het proberen om de verzameling terug te krijgen en te bewaren. Philip Davies, professor emeritus in het Bijbels onderzoek aan de Universiteit van Sheffield, zegt dat er een krachtig bewijs is dat de boeken een christelijke oorsprong hebben in platen gegoten in een kaart van de Heilige Stad Jeruzalem.

"Van zodra ik dit zag, was ik stomverbaasd," zegt hij. "Het greep mij allemaal zo aan omdat dit overduidelijk een christelijke afbeelding is. Er staat een kruis op de voorgrond, met daarachter wat verondersteld wordt de graftombe van Jezus Christus te zijn, een klein bouwwerk met een opening, en daarachter de muren van de stad. Er bevinden zich ook afbeeldingen van muren op andere bladzijden van deze boeken en deze verwijzen bijna met zekerheid naar Jeruzalem. Het is een kruisiging van een christen, die plaatsvindt achter de muren van de stad."

Het Britse team dat het onderzoek over de ontdekking leidt, vreest dan de huidige Israëlische eigenaar zal zoeken naar iemand die de boeken koopt op de zwarte markt, of nog erger, ze vernietigt, maar de eigenaar ontkent deze vrees.

Dr. Margaret Barker, de voormalige voorzitster van de "Society for Old Testament Study" zegt: "Het Boek der Openbaringen vertelt van een verzegeld boek dat enkel door de Messias werd geopend. Overige teksten uit deze periode maken melding van verzegelde boeken over wijsheid en van een geheime traditie die door Jezus is doorgegeven aan zijn voornaamste discipelen. Dat is de context van de ontdekking."


Loden bladzijden en metalen ringen

Professor Davies zegt: "De mogelijkheid van een Hebreeuws-Christen oorsprong wordt zeker verondersteld door de tekeningen en, indien zo, zullen deze boeken zeker en vast een dramatisch nieuw licht werpen in ons begrip over een zeer betekenisvolle, maar tot op heden zo weinig begrepen periode uit de geschiedenis."

David Elkington, die de Britse pogingen leidt om de boeken naar Jordanië terug te brengen, zegt: "Het is van vitaal belang dat de verzameling intact kan worden herwonnen en bewaard in de best mogelijke omstandigheden, en dit is zowel in het voordeel van de eigenaars en voor een groot aantal internationale nieuwsgierigen."

De fase waarin het onderzoek zich op dit moment bevindt is nog te pril om harde conclusies te kunnen trekken, maar dat het goed mogelijk is dat het om een bijzondere christelijke vondst gaat staat buiten kijf. Hopelijk kunnen de onderzoekers snel de precieze oorsprong van de boeken achterhalen.

Vertaling: Chris De Bodt

19-09-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Staf Druyts [2]: Met de fiets naar Medjugorje
Staf Druyts: Met de fiets naar Medjugorje [Vosselaar-Medjugorje: ± 1.300 kilometer]

Nadat Staf Druyts reeds samen met Pol en Pastoor Frans drie jaar geleden met de fiets naar Medjugorje hadden gereden, bleek de heimwee zo groot dat de tocht drie jaar later nogmaals werd overgedaan. Hier leest u het verslag lezen van hun ervaringen tussen donderdag 16 september en maandag 4 oktober 2010. Staf, u weet onze lezers te verwennen. We zullen allen met veel interesse uw ervaringen volgen. Er werd in totaal een gemiddelde snelheid van 22,10 km/uur gereden. De maximum snelheid bedroeg 74,30 km/uur.


Voorwoord

Ja, wat doet men zoal als je de leeftijd van 65 jaar bereikt hebt? Je kan genieten van je pensioen, een feestje geven, met je gezin op vakantie gaan of eens goed gaan eten. En daarna? Wat dan met je vrije tijd? In je luie zetel zitten tot je er in vastroest of je kan ook op bedevaart gaan. In eigen land of iets verder zoals Lourdes, Compostella of Fatima. Maar ook Medjugorje ligt in het bereik van de wagen of autobus.

De Pol, 65 jaar jong, wilde al fietsend terug naar Medjugorje, samen met zijn fietskameraad van 3 jaar geleden, die toen 65 jaar was geworden. Zodat we Onze Lieve Vrouw konden bedanken dat we nog redelijk gezond mogen zijn.

Dikwijls hoefde de Pol het niet aan mij te vragen, eenmaal was genoeg. En zo komt het dat ik dit jaar 2 maal in Medjugorje ben beland, eenmaal met de bus en eenmaal met de fiets. Er werden plannen gemaakt, de fietsroute was geen probleem maar... hadden wij een volger of twee in de mobilhome en hadden we een überhaupt een mobilhome? Dat was wat anders. De Pol vroeg het aan vriend en gebuur, iedereen die hij kende.

Na vele kaarsjes te laten branden in Scherpenheuvel en kwam thuis het verlossende antwoord van zijn broer René. Hij zou ons gaan volgen. Een pak van ons hart, dat ondertussen al heel klein geworden was.

Met 3 personen zouden wij vertrekken, 2 fietsers en 1 volger. René is ook een wielertoerist, dus het klikte meteen. Samen gaan oefenen in de Ardennen. Zo enthousiast dat de Pol zelfs zijn fietsschoenen vergeten was. We zochten een fietsenmaker maar die was pas ’s middags open. Uiteindelijk zijn René en ik alleen vertrokken. We hadden zo’n 40 km gefietst. René op kop, wat normaal is als je 10 jaar jonger bent. Plots riep hij "pas op" er stak een grote gevaarlijke slang de baan over.

Later werd er nog vergaderd. Er werd besproken wanneer we zouden vertrekken en wat er allemaal mee moest en wie er wat meenam. We zouden eerst in augustus vertrekken maar wegens een trouw werd het vertrek uitgesteld tot september. Ook werd er beslist wat er van eten mee moest, want als je de ganse dag op de fiets zit en ook zit te trappen om vooruit te geraken, heb je al wat meer calorietjes nodig dan normaal. De vrouw van René, ook wielertoerist, wist wat we nodig zouden hebben en beter nog, ze ging dit voor ons klaarmaken ook zodat wij ons geen zorgen hoefden te maken over het eten. En het was goed, ne dikke proficiat.

Een dag voor het vertrek werd de mobilhome, bij René in de Limburg, ingeladen. Het was te gek dat hij de zestiende september eerst nog naar Vosselaar moest komen.

Dag 1: donderdag 16 september: Vosselaar - Ahrdorf [220.41 km]

Donderdag 16 september, de grote dag van het vertrek is aangebroken. Om een goede en veilige fietstocht naar Medjugorje te mogen hebben hadden we om een kleine zegening gesmeekt. Zo geschiedde dat onze kok van 2007, priester Frans dus, voor ons vertrek om 7 uur ’s ochtends, een heilige mis voor ons opdroeg. Pol en ik in ons wielerkostuum en onze vrouwen in hun ’s zondagse tenue. Jos, onze chauffeur van 2007, was er ook met zijn vrouwtje. Het was een heus privilege om voor ons 6 een heilige mis te mogen ontvangen.


Pastoor Frans draagt de Heilige Mis op

Na de mis was de tijd van afscheid nemen aangebroken en om 7.50 uur werd het startschot gegeven. Nu was dit niet echt een schot maar een zegening in de vorm van een kruisje op ons voorhoofd. Tot slot stak priester Frans elk van ons nog een klein pakje toe en sprak "als je een dag wat problemen hebt of je het moeilijk krijgt, open dan dit pakje." Meer wou hij niet zeggen, maar enkel al om het bij te hebben was voldoende om ons de nodige kracht te geven want geen van beide heeft het moeten open doen. Wat er in zat moest wel hemels geweest zijn.


Afscheid van de vrouwen

Eenmaal vertrokken besloten we om via Geel-Stelen langs het Albertkanaal te rijden om zo ons eerste rondje [rondje = een rozenhoedje: een idee van 2007] naast elkaar te kunnen bidden.

Op zolder hielden we onze eerste [kleine] picknick om daarna naast het kanaal verder te rijden tot Hasselt. Achter Visé in Warsage, na 109 km stond René ons op te wachten zodat we onze innerlijke geest konden versterken en onze drinkbussen bijvullen.

In Eupen aangekomen gingen we op zoek naar een fietsenmaker. Na enkele instructies, die ons een klein klimmetje van een 10% lieten doen, hadden we nog steeds geen fietsenmaker gevonden. Maar door de zegening van priester Frans bleek dit achteraf toch niet nodig. Aan kilometer 149 zagen we een vreemde man naast de weg staan, hij had niet zoveel geluk en was lek gereden. Als goed christen stopten we om te helpen. Dat taal soms een barrière vormt merkten we dadelijk, het enige wat we verstonden was "pompa pompa" en omdat hij aan het ventiel aan het prutsen was konden hem uiteindelijk met de nodige gebaren toch verstaan. De fiets was bijna even oud als de man zelf en, volgens de Pol geladen met heel zijn huishouden, beschikte de fiets nog over banden met Hollandse ventielen. En terwijl de man, terug lucht in zijn band aan het pompen was vroegen wij, met nodige gebaren, waar hij vandaan kwam. Toen hij klaar was liet hij zij paspoort zien, en schrik niet maar hij kwam uit Litouwen. En aan zijn voorkomen te zien was hij ook al maanden onderweg. Pol merkte op dat er lucht langs de buitenband ontsnapte maar de man gebaarde van niet en brabbelde wat volgens ons iets was van "niets kapot." We hadden hier wel onze bedenkingen bij maar de man was content dus wij ook.

Achter Monschau namen we zoals in 2007 een weg aangelegd met dolomiet. Niet echt goed voor onze lichte bandjes. Later merkte de Pol op dat er deze keer geen haas voor onze fiets was gesprongen.

Na 220.41 km, waarvan de laatste 40 km in de regen, bereikten we de camping waar René reeds op ons stond te wachten met een heerlijk avondmaal. Na ons te hebben opgefrist konden we genieten van frikadellen in tomatensaus en rijst. We spraken nog wat na over de voorbije dag en vroegen ons af waar de Litouwer zou zijn. We zagen ook op onze fietscomputer dat we die dag een max. snelheid hadden bereikt van 72.8 km/u. Na Onze Lieve Vrouw te hebben bedankt omdat we op de dolomiet niet plat reden, werd de slaapzak opgezocht. En genoten we van onze welverdiende nachtrust.

Dag 2: vrijdag 17 september Ahrdorf - Rochenhausen [199.21 km]

Vandaag zouden we onze krachten moeten bundelen. Een stevig ontbijt was dus aan de orde. Om 8.40 uur werd het vertrek gegeven en terwijl wij rustig op onze fietsen zaten deed René de afwas. Het eerste stukje ging over een weg enkel voor bewoners en fietsers. Dit veredelde fietspad liep tot de hoofdweg, waar we linksaf draaiden en daarna rechts richting Cochem. Tijdens de prachtige afdaling richting Cochem en tegen een mooie snelheid van 63.6 km/u. kregen we een mooi panoramisch zicht van dit mooie stadje aan de Moesel.

In Cochem hielden we even halt om nog snel een koekje en een banaan naar achter te werken waarna onze zoektocht naar de brug, waar we 3 jaar geleden de Moesel mee zijn over gestoken, begon. Maar na even te zoeken hadden we ze nog steeds niet gevonden.

Omdat het ondertussen al na twaalven was geworden, en de veerboot maar tot twaalf uur uitvaart, werd deze optie ook uitgesloten en restte er niets anders dan een brug verder te rijden om toch aan de overkant te geraken.

Eenmaal over de Moesel stond er nog één opstakel tussen ons en ons middagmaal. Een stevige klim van vier km. gevolgd door twee km. vals plat. Na dit verwerkt te hebben hadden we er 131 km opzitten en konden we aan onze boterhammen met spek en eieren beginnen.

Heel onze rit was uitgestippeld op een GPS voor fietsen. Daarom dachten we dat de rest van de dag lichtlopen zou zijn. We begonnen dus rustig richting Rockenhaussen te fietsen, waar enkele kilometers van het parcour een camping lag waar we zouden overnachten. Maar de GPS voor fietsen bleek iets minder geschikt te zijn voor koersfietsen. Zo bleek toch toen we plots over een weg moesten met gemalen keien. Na een 200 tal meter stonden we tussen de windmolens maar we dachten snel terug op goede weg te zitten. Het duurde niet lang of we stonden met onze fietsen midden in een wei. De GPS wees ons naar links waar een, in onbruik geraakt, karrenspoor lag en we letterlijk het bos indoken. In een gevaarlijke afdaling, waar al onze kennis over remmen werd getest, schoven we meer dan naar beneden rijden. Zelfs een ezel met kar zou zich bedenken om hier af te dalen en, na in het gras te zijn beland, wij ook. We zijn dan ook maar te voet verder gegaan. De Pol noemde deze weg "het ezelspad," maar wie waren nu eigenlijk de ezels?

Het moest Onze Lieve Vrouw wel zijn geweest die ons heeft geholpen had om zonder stukken beneden te komen. In Meischeim kregen we nog een drie km. lang verraderlijk klimmetje voorgeschoteld van een 13%. Door het ezelspad waren we laat en René kwam ons al tegemoet. Zo kwam het dat we niet met z’n tweeën maar met drieën richting camping fietsten.

Net zoals het weer was ook de camping geweldig. Na een heerlijk bord spaghetti en ons rondje, konden we gaan slapen.

Dag 3: zaterdag 18 september: Rochenhausen - Calw [192.23 km]

Die dag waren we laat vertrokken, pas om 9.40 uur. De Pol had zijn benen goed ingesmeerd om er een lap op te geven. Hij wou ze eens testen met bergop te rijden. Na een 20 tal kilometer zaten we nog maar twee km. van ons vertrek. Jawel, de GPS had ons nogmaals verkeerd gestuurd. Na 80 km. kwamen we in Freisbach aan waar we onze late middagstop hielden. Om 14 uur maakten we onze tweede start. Net voor de middag waren we al lachend door het stadje gereden. En wat doet men dan als men hier aan terug denkt? Inderdaad, terug lachen, en deze keer bleven we lachen tot in Lingenfeld. Hier moesten we voor de eerste maal onze weg vragen. De Pol vroeg aan verschillende mensen de weg en uiteindelijk wist iemand ons te vertellen hoe we moesten rijden om in Neudorf te geraken. Raar maar waar, deze persoon was zelf niet van daar.

Naar de brug over de Rijn moesten we al even hard zoeken als in 2007. Eenmaal aan de andere kant van de Rijn doorkruiste we Bruchsal om zo via Bretten en Pferzheim tot in Calw te fietsen, waar René ons al tegemoet kwam. Over een mooie fietspad reden we Calw binnen. De klim naar "camping Swarzwaldblick" was nog een pittig klimmetje.

Na het avondeten van patatjes met rode kool en stoofvlees zagen we nog twee moto’s met hoge snelheid tegen elkaar racen. Later die avond, na ons rondje, zochten we onze beddenbak op om te genieten van een welverdiende nachtrust.

Dag 4: zondag 19 september: Calw - Bad-Buhau [140 km]

Het was zondag en dus gingen we op zoek naar een kerk om een misviering te kunnen bijwonen. De eerste kerk die we vonden was een evangelische kerk. Niet echt ons ding, maar een dorpje verder werden we verwelkomd door de kerkklokken die met veel kabaal duidelijk maakte waar we moesten zijn. Aangekomen aan de kerk zagen we op het papier, aan de poort, staan dat er om 10 uur een mis zou zijn. Maar wegens werken aan de kerk zijn we niet binnen geraakt.

We waren die dag zonder GPS vertrokken. Dit ging goed tot twee dorpen verder in Rottenburg, waar we verloren reden door een wegomleiding wegens een dorpsfeest. Net buiten het dorp kwamen we terug op de juiste weg waar de Pol de eerste, en tevens ook enige, lekke band reed.

Door dit alles waren we een uur kwijt gespeeld dus zou onze rit die dag iets korter worden. Na 62 km. hebben we ons even aan de kant geparkeerd om onze honger wat te stillen.

Achter het dorpje Talheim kregen we een serieuze klim onder onze wielen geschoven. Na de afdaling kwamen we bij de Donau, die we in Rielingen overstaken. Tot in Bad-Buchau was het parcour nog lichtlopend.

In Bad-Buchau heb je naast een kuuroord ook nog een natuurreservaat, waar de natuur en de dieren hun vrije gang kunnen gaan. We hebben vele soorten vogels gezien. Zelfs ooievaars, wel zonder kindjes. Bij onze aankomst had René het stadje al lang verkend en voor we onder de douche sprongen maakte we eerst nog een foto van het kruis met O.L. Vrouw en Johannes.


’s Avonds na het maal hebben we nog een extra rozenhoedje gebeden voor het slapengaan.

Dag 5: maandag 20 september: Bad-Buchau - Pfronten [134,54 km]

Bij de eerste start om 8.55 uur was de Pol zijn beide drinkbussen vergeten waardoor we iets later met onze tweede start definitief vertrokken. Tussen de eerste start en de tweede zat een klein ritje van ongeveer een vijf tal kilometer over een mooie en rustige weg. In stilte bidden we tot Jezus en O.L. Vrouw, maar door dit bidden moesten we wel na 20 km. de weg vragen. Na enige tijd vonden we dan toch onze mobilhome. Het weer was goed genoeg om buiten te eten.

We waren ondertussen al in Oberkunnach. Na het middagmaal zou het ons dagje wel worden. De mensen in die streek komen ook niet verder dan de kerktoren in hun eigen dorp. Na 25 keer de weg gevraagd te hebben en meermaals verkeerd gestuurd te zijn hadden we beter de grote baan naar Leutkirch genomen, zoals we in 2007 hadden gedaan.

De hoogste berg die dag lag in Mittelberg en was 1035 meter hoog [waarschijnlijk is hij dit vandaag nog steeds]. Tegen het einde van de rit kwam René ons tegemoet gereden. Zo kon ook hij zijn benen in conditie houden. Met z’n drieën reden we Pfronten binnen waar we ons mobiel huis opzochten en ons tegoed konden doen aan spaghetti met carbonade. Het plekje waar we stonden was speciaal voor mobilhomes. Er was dus geen stortbad maar dat is geen enkel probleem als je zelf alles bij je hebt.

Er was wel een blokhut, waar zelfs Nederlandstalige boeken stonden. Omdat het daar zo rustig was hebben we daar ons rozenhoedje gebeden alvorens we met z’n drieën een fris pintje hebben gedronken. Twee van ons drieën vonden het goed bier. De derde, een niet-kenner, had toch liever een warme choco gedronken.

Na een rustige avond zijn we in onze slaapzak geschoven om snel in slaap te vallen.

Dag 6: dinsdag 21 september: Pfronten - Fugen [162,66 km]

Om tien minuten na acht uur in de morgen lieten we Pfronten achter ons om richting Oostenrijk te fietsen. Na een kilometer of acht passeerden we reeds de grens, tussen Steinbuch en Schonbicki. We klommen van een hoogte van 867 meter tot een hoogte van 1210 meter. Boven op de Fern Paβ gegeten en onder het motto "iedereen vergeet wel eens iets" was het mijn beurt vandaag, om te constateren dat ik een extra boterhammetje, voor tussendoor, vergeten was. Na het eten daalden we af tot een hoogte van 843 meter in Nassereck om daarna terug te klimmen naar Holzletten-Suttek op een hoogte van 1126 meter.


Fern Paβ

In Telfs vroegen we de weg en werden we door een tunnel gestuurd. Omdat men niet met de fiets door de tunnel mocht vertrouwden we het niet helemaal en reden we een klein stukje terug tot aan een rondpunt waar we vier toeristen tegenkwamen. Zij wisten de weg wel en nodigde ons uit om hen te volgen. Al zigzaggend reden we door het dorpje richting Innsbruck. Net voor Innsbruck draaiden 3 van de 4 toeristen rechtsaf. We namen afscheid en bedankte hen, terwijl zij ons succes toewensten. Met de woorden "altijd rechtdoor" verdwenen ze uit het zicht. Even dachten we dat we weer verkeerd zaten omdat we van mening waren dat de baan waarop we reden niet voor fietsers was, tot er iemand met een regenboogtrui ons voorbij stak. Als de regenboogtrui hier mocht fietsen dan wij ook en zo zetten we de achtervolging in.

In Hall stuurden ze ons over een mountenbike parcour. Het was niet om te doen met een wielerfiets maar we hadden weinig keuze en ploeterden maar verder. Tot in Fugen hadden we een strakke wind op kop. Daar aangekomen reden we recht "De Hell" binnen. Camping "De Hell" natuurlijk. Deze camping werd uitgebaat door familie De Hell. Al een geluk was het in De Hell met dubbele L beter dan in de hel met enkele L, toch zeker qua temperatuur. Hopelijk doet Ons Lief Vrouwke een goed woordje voor ons zodat we later toch niet naar de hel met enkele L moeten.

Na het eten werd er wat bijgepraat waarna mijn twee compagnons hun dagelijks ritueel voltrokken. Nadat ze hun Suske & Wiske hadden gelezen gingen we allemaal slapen.

Dag 7: woensdag 22 september Fugen - Fusch-a-d-Groβglockner

Na ons ontbijt en een goede reis gevraagd te hebben aan ons Lief Vrouwke, wat we eigenlijk iedere dag vroegen, vertrokken we in Fugen richting Gerlos Paβ met een hoogte van 1.628 meter en een klim van 6 kilometer, lang aan 9%. De top lag op zo’n vijftig kilometer van de start. Boven lag een groot meer en daarom besloten we onze middagpauze daar te houden. Na het middagmaal vertrokken we richting Rattenburg. We zouden een hoogteverschil maken van meer dan 1000 meter tot op een hoogte van 521 meter. In Zell Am Ziller was er even paniek. Ik was de Pol kwijt en hij mij. We zaten allebei op de goede baan richting Gerbos Paβ maar dachten van elkaar dat we verloren gereden waren in de drukte die heerste in het stadje. Nadat we elkaar gevonden hadden begonnen we aan een steile afdaling richting Mittersil waar we op een terrasje, in het zonnetje, een broodje met koffie en thee genuttigd hebben.

We zaten goed op schema en zouden die dag niet teveel kilometers afleggen omdat we wisten dat de volgende dag een zware rit zou worden en deze keer ook de Pol de volledige berg wou bedwingen waar hij 3 jaar geleden nog was afgestapt aan de maut. De maut is betalen maar enkel voor gemotoriseerde voertuigen. Omdat fietsers maar sukkelaars zijn mogen zij gratis verder.

We besloten om aan de voet van de Groβglockner de nacht door te brengen. Door wegwerken in Zell Am See moesten we toch een beetje omrijden om Bruck-a-Groβglockner te vinden. Maar eenmaal op de goede baan was het niet zo ver meer waar René ons stond op te wachten. Volledig in kostuum om de hoogste berg van Oostenrijk te beklimmen. Het was 16.10 uur toen we de camping opreden, dus had René nog alle tijd om de berg te bedwingen. Waar hij ook in lukte. Het was een klim tot 2.428 meter hoogte om dan 100 meter te dalen om terug te stijgen tot 2.575 meter.

Dag 8: donderdag 23 september Fusch-a-d-Groβglockner - Kotschak [100,4 km]

Rond 8.30 uur werd het startschot gegeven maar de Pol zat in vorm en was al vertrokken. Op de camping stonden drie kleine autootjes met aan elk wiel een hoop kabeltjes verbonden met een computer op de passagierszit. Van al die technologie snap ik niet zo veel maar later die dag ontdekten we wel dat ze met die autootjes de berg opreden om zich dan naar beneden te laten rollen om zo de remmen te testen.

We hadden ganse dag wind op kop. Het was voor beiden even hard zwoegen en vooral voor de Pol die een dikke proficiat verdiend voor zijn prestatie. Dit terwijl René foto’s nam van ons tijdens de beklimming. Op de eerste top hebben we goed gegeten en nog wat foto’s genomen tot René merkte dat zijn camera nog aan bocht zeven lag. We spraken de Heilige Antonius aan en vertrokken alle drie naar beneden. René naar zijn camera en wij naar Heiligenblut. Terwijl we vertrokken passeerden we een monument met de namen op van de 21 personen die waren omgekomen bij de bouw en onderhoud van de weg over de Groβglockner.

De Heilige Antonius had onze smeekbede aanhoort want in bocht 7 stond René zijn camera nog steeds op de plek waar hij was achtergelaten. Dit was goed nieuws, niet alleen voor de camera maar ook voor al de foto’s die erop stonden.

Wij waren ondertussen een honderdtal meter gedaald en waren in voorbereiding voor onze klim naar de tweede top die hoger lag dan 2.500 meter. Maar voordat we eraan konden beginnen moesten we nog even wachten. Enkele arbeiders waren een nieuwe brug aan het plaatsten. Omdat we op de top van de Groβglockner niet meer verder konden klimmen was het logisch dat we begonnen te dalen naar Winklon. In het dal, vol met mooie bloemen, waren we voldoende gerecupereerd om aan de volgende klim te beginnen. Een klim van 10% naar de top van de Iselbergh Paβ met een hoogte van 1.268 meter. Eenmaal boven kon de zwaartekracht het weer overnemen en daalde we rustig af. In Oberdrauburg kwam René ons tegemoet gefietst om zo met z’n drieën de laatste klim van een achttal km samen te fietsen.

Met zijn 10 lentes jonger schoot René de klim, van gemiddeld 6%, op en noch de Pol, noch ik konden zijn tempo volgen. We waren eraf gereden door de jongste knaap van het gezelschap.

Boven was er een camping voor mobilhomes. Tijdens het eten vertelde René dat op de Groβglockner iemand uit een groepje wielertoeristen had geprobeerd mij te volgen maar dat hij direct moest lossen.

We waren allemaal content, vooral ik omdat de Pol er was in geslaagd de Groβglockner te bedwingen. De dagteller had wel niet veel kilometers genoteerd maar het aantal meters hoogteverschil was die dag des te groter.

Na het eten zijn we een pintje gaan drinken op de goede afloop, daar ik normaal bijna nooit bier drink was dit toch een uitzondering. Daarna zijn we in ons bedje gekropen voor de broodnodige nachtrust.

Dag 9: vrijdag 24 september Kotschak - Bled [126,58 km]

Die dag starten we pas om 9 uur en begonnen we direct aan een afdaling van 10%. In Kotschak stopte we een kwartiertje bij de kerk zodat we even binnen konden gaan om een kaarsje te laten branden. In deze kerk wordt de zwarte Madonna aanbeden en dus hebben wij ook haar gevraagd om een goede reis.

Vandaar vertrokken we over een lichtlopend parcour naar de Wurzen Paβ. In Notch aangekomen hielden we halt voor ons middagmaal. Na het eten vergezelde de Pol, René tot in Italië. Aan de voet van de Wurzen Paβ waren ze me nog tegemoet gekomen, net voor ik aan het klimmetje wou beginnen. Eenmaal aan de klim begonnen werd ik voorbij gestoken door een jonge knaap van rond de dertig. Hij werd er niet echt gelukkig van dat ik in zijn wiel bleef hangen en er mij niet afgereden kreeg. Meermaals had hij al omgekeken maar op een gegeven moment schakelde hij en begon te versnellen. Ik ben er dan maar naast gaan rijden, ik moest tenslotte toch vragen waar de Wurzen Paβ was want ik was al te ver gereden zonder in de juiste straat af te draaien. Uiteindelijk draaide ik de juiste straat in en zag het bord staan, alleen... het was doorstreept. Ik vroeg me af waarom er een streep dwars over het bord stond, maar na zes kilometer moest ik het mezelf niet meer verder afvragen. Er waren wegenwerken aan de gang. Er zat niets anders op dan af te stappen, even te wachten tot de kraan wat aan de kant stond en de laatste vijfhonderd meter te voet af te leggen.

De grenscontrole bovenop de Wurzen Paβ is ondertussen ook verdwenen. Het enigste wat er nog aan herinnerd is een groot kanon dat er nog steeds staat. De Pol was me al tegemoet gekomen om zo samen de tocht verder te zetten.


Een prachtig landschap

Omdat we Jesenice wilden vermijden volgde we de instructies van de GPS, die ons over een mooi fietspad langs schone landschappen over een onbekende Paβ liet fietsen. Na enkele mooie, maar steile klimmetjes hield het fietspad het voor bekeken en konden wij nog een tiental kilometer over slechte weg. Bijna in Bled aangekomen moest ik nog van de weg om een roekeloze automobilist te kunnen ontwijken die net in een bocht een tractor voorbij aan het steken was.

Aan het meer van Bled aangekomen zochten we ons mobiel huis op dat René daar ergens had geparkeerd.

Tot zover hadden we steeds geluk gehad met het weer maar toen we na onze douche buiten gingen stonden we terug onder een douche. Een mals buitje dat uiteindelijk drie dagen zou duren. Voor het avondeten zijn we op restaurant gegaan. Al goed dat het eten erg lekker was, want van de prijs werd men niet echt gelukkig. Ook de prijs om daar te mogen overnachten was al meer iets om niet van te kunnen slapen, maar daar hadden wij gelukkig onze slaapzak voor.

Dag 10: zaterdag 25 september Bled - Vinica [171,5 km]

We hadden, vanwege de regen die aan het vallen was, al tot 10.30 uur gewacht met vertrekken. Maar we moesten wel iets gaan beslissen. Om 12 uur werd er een nieuwe dag aangerekend maar om met de fiets te vertrekken was het niet goed genoeg. Dus moesten we beslissen om een dag langer daar te blijven of met z’n drieën in de mobilhome naar de volgende camping te rijden. Er werd gekozen voor het tweede. Ondanks alle regen hebben we toch twee reeën gezien, beide even nat, vooral de eerste. Drie jaar geleden zat er naast deze weg een oud vrouwtje met veel pijn in haar dij. We hebben voor haar nog een kaarsje laten branden en een gebedje gedaan in Medjugorje. Deze keer hebben we haar niet zien zitten maar dit was volgens de Pol te wijten aan het ontbreken van een paraplu.

Omdat we nu toch tijd over hadden besloten we om een klein ommetje te maken langs de plaats waar de Krka ontspringt en om daar onze middagpauze te houden. De bron was precies door Mozes met zijn staf gemaakt, zoals dat water daar uit de rots kwam gespoten. Na het eten vertrokken we richting de volgende camping die vlakbij de grens lag. Om daar te geraken moesten we eerst nog een haakse bocht om naar links maken maar om die te kunnen nemen zijn we eerst aan de grensovergang gaan draaien.


Rivier Krka aan het meer van Bled

Aangekomen in Vinica zochten we de camping op waar we na het avondeten nog een wandeling hebben gemaakt. 150 meter verderop lag een tweede camping waar de appels op hopen onder de appelbomen lagen en de noten onder de notenbomen, maar ook vielen er daar veel noten uit de luidsprekers op de grond.

Toen we later op de avond een pintje gingen drinken en aan de praat raakten met de uitbater, kregen we alle drie een "slivovica," een zelf gebrouwen goedje van een goeie 54°. Sommige klanten hadden dit drankje al meermaals geproefd denk ik aangezien er een paar al flink in de wind waren. Gelukkig kon ik met mijn klein pintje nog net het tempo volgen van de andere die grote pintjes dronken. Het was er wel gezellig en zeker zo met een openhaard in het midden van het café.

Dag 11: Zondag 26 september Vinica - Korana [115 km]

Het had de hele nacht geregend en we konden wel wat beter weer gebruiken. Daarom hadden we een extra reden om in Vinica naar de mis te gaan. We waren de dag ervoor aan de kerk gestopt om te kijken wanneer er daar een mis was. Om 8 uur begon de mis en in dit prachtige kerkje, met een mooi altaar en tegen het plafond een schilderij, was het dorp goed vertegenwoordigd. Ook de jeugd was massaal aanwezig, wat een groot verschil is met een mis van bij ons. Ook de plaatselijke boer met tractor was aanwezig. Na de mis ging de Pol [die dag gepromoveerd tot loopjongen] naar de bakker en konden wij ons tegoed doen aan een heerlijk ontbijt.

Toen we gedaan hadden en alles was opgeruimd waren we klaar om te vertrekken. Weer met z’n allen in de mobilhome want het regende nog altijd evenveel. Aan de scherpe bocht moesten we weer eerst aan de grensovergang gaan draaien om deze te kunnen nemen. Rond drie uur stopte het eindelijk met regenen. Onze hoop herleefde terug. Zelfs zoveel dat we, als het weer het toeliet, naar de watervallen van Plitvicka Jezeca wilden gaan. Maar het weer bleef roet in het eten gooien waardoor we ons moesten beperken tot enkel het doen van wat inkopen. Wat ook belangrijk is trouwens.

Dag 12: maandag 27 september Korana -Knin [144,34 km]

Eindelijk terug op de fiets. Als opwarmer kregen we een klimmetje van ongeveer 10 km met op de steilste stukken een stijging van maximum 6% en een regenworm zoals wij er nog nooit eentje gezien hadden. Zeker 40 cm lang en volgens sommigen ook van voor den oorlog. Maar net zoals bij de regenwormen van bij ons kon je moeilijk de voorkant met de achterkant onderscheiden. We gingen ervan uit dat hij vooruit kroop en dat aan die kant dan ook de voorkant zat. Omdat het beestje ook graag leeft hebben we maar besloten om hem daar te laten liggen en iets anders te zoeken om tussen onze boterham te leggen die middag.

Om 11.30 uur zijn we een halfuurtje in een bushokje gaan zitten. Niet omdat we moe waren maar omdat het terug begon te regenen. René had de bui ook al zien hangen en was reeds terug gedraaid. Na regen kwam deze keer niet meer regen maar wel zonneschijn. De wegen begonnen al snel op te drogen en 56 km. verder stond het eten al klaar. De mobilhome stond geparkeerd op een parking naast de weg, dus parkeerden wij onze fietsen daar ook. Ik had mijn fiets geparkeerd tegen zo’n grote afval container en al een geluk dat René de mannen van de vuilkar nog op tijd kon tegen houden of mijn fietsbedevaart had er eentje te voet geworden.

Na het eten brachten onze stalen rossen ons tot Knin. Toen we aan kilometer 135 van die dag kwamen passeerden we een zwarte hond. In tegenstelling met de regenworm eerder die dag konden we nu wel direct zien wat voor- en achterkant was. Waarschijnlijk was het al lang geleden dat hij nog zo’n been als dat van de Pol op zijn menu heeft gehad en zette daarom direct de aanval in, waarbij hij nog bijna onder een wagen liep ook nog.

Tijdens de laatste 70 km van die dag werd het landschap vaak ontsiert door de kapotte huizen. Aan het voetbalveld in Knin was een parking waar wij de nacht konden doorbrengen. In de schaduw van een groot kasteel of burcht, dat bovenop een rots staat, was er veel jeugd aan het trainen. Die moeten zich ook wel hebben afgevraagd wat dat daar allemaal op die parking was. Ene met een mobilhome en twee mannen met de fiets. Misschien hebben ze wel gedacht dat we ruzie hadden en we niet meer mee mochten rijden.

Dag 13: dinsdag 28 september Knin - Trilj [80,81 km]

Onze bedevaart was al goed opgeschoten. We moesten nog een 200-tal kilometer rijden om onze bestemming te bereiken. Omdat we toch tijd genoeg hadden werd besloten om dit over twee dagen te spreiden. Om deze reden vertrokken we pas om 10.30 uur. We begonnen met een klimmetje van zo’n twee kilometer lang om de volgende vijftien kilometer over vals plat te rijden.

Tegen de middag had René de mobilhome geparkeerd aan een lang smal meer om zo met z’n drieën samen te kunnen eten en genieten van het uitzicht. Aan het monument te Hivace lagen veel bloemen. Het was dan nog niet zolang geleden dat de dag van de jaarlijkse herdenking, van deze trieste gebeurtenis ,was geweest. Dit monument werd opgericht ter nagedachtenis van de negen politie agenten die hier tijdens de burgeroorlog de keel werd overgesneden. We hielden dan ook even halt om voor hen en hun familie te bidden.

Drie uur zevenentwintig minuten en vijfendertig seconden na ons vertrek in Knin bereikte we onze eindbestemming al. Vlakbij de kerk in Trilj zouden we overnachten. We werden meteen hartelijk verwelkomd door een zuster die ooit nog in Mons had gediend. Inderdaad, Mons in België. Maar vooral herkende ze ons nog direct van de bedevaart in 2007 toen we hier ook gepasseerd zijn.

Ze vertelde ons dat er, ter gelegenheid van de patroonheilige van het dorp, die avond een mis was met daarna een kaarsjesprocessie. Maar dit jaar was het dubbel feest zelfs want het dorp vierde ook zijn 800 jarig bestaan. Toen we om 18.30 uur aan de kerk toekwamen was deze al goed gevuld. Zo goed zelfs dat we samen met vele anderen de mis buiten de kerk moesten mee volgen. Ook hier viel het weer op dat de jeugd goed was vertegenwoordigd.

Toen de zon begon onder te gaan begonnen de vleermuizen wakker te worden. Vleermuizen zien vliegen terwijl je de mis volgt is iets wat je niet alle dagen meemaakt. Aanvankelijk dacht de Pol dat het vampieren waren. Maar de beestjes hadden meer schrik van ons dan wij van hen zouden doden. Later die avond hebben wij ons best gedaan aan het avondmaal om daarna te genieten van een goede nachtrust.

Dag 14: woensdag 29 september Trilj - Medjugorje

Om 8 uur was er al een mis gevolgd door een processie om 9.30 uur. Als bedevaarders hebben wij dan ook een viering laten opdragen voor een behouden terugreis, maar ook nog voor dat kleine stukje heenreis natuurlijk.

Toen we ons klaarmaakte om te vertrekken was ook de processie zich aan het klaarzetten voor hun start. Om te voorkomen dat we niet konden vertrekken omwille dat de processie alles zou blokkeren, vertrokken we een kwartiertje voor hen. We hadden speciaal onze truitjes aangedaan zodat iedereen onze bestemming kon zien. We vertrokken langs de processie, die bijna was opgesteld, en over de jaarmarkt naar de eerste klim net buiten het dorpje. Een klein klimmetje die de Pol niet rap zal vergeten. Op de kilometers vals plat die volgde was er genoeg tijd om te recupereren. Aan de lidl, net voor de grens, stond René ons op te wachten met het middagmaal. We hadden de wind vlak van voren maar waren al blij dat het niet regende. Een geluk dat René niet had, aangezien hij die dag wel een fikse bui op zijn dak gekregen heeft.

Na het eten reden we verder over het natte wegdek richting grens waar we zonder problemen voorbij geraakte. Onze truitjes zullen daar ook wel voor iets tussen hebben gezeten.

In begin september had ik samen met Rudy Verhoeven [de Rudy van de bussen] de camping reeds gaan verkennen. Het was daarom eenvoudig om uit te leggen waar de camping lag zodoende wij als fietsers en René als chauffeur geen problemen ondervonden met het vinden van de camping.

Eenmaal aangekomen gingen we met z’n allen te voet, twee met de fiets in de hand en de derde met de sleutels van de mobilhome, naar het beeld van O.L. Vrouw om er bloemen neer te leggen om zo onze dank te betuigen voor de goede reis die we hebben gehad. Na een gebedje gedaan te hebben en het nodige beeldmateriaal geschoten te hebben gingen we terug naar de camping. We namen een binnenweg maar gezien het daar ook geregend had was dit niet één van de beste ideeën ooit.

Om 18 uur zijn we naar de openluchtmis geweest waar het tegen het einde behoorlijk fris werd. Na de viering zijn we rustig iets gaan eten in een zaak die gelegen is in een gangetje dat naar de kerk leid. Tijdens het eten konden we rustig bijpraten over de gebeurtenissen die dag.

Omdat het ook de tijd van de druivenpluk was zag je aan alle kruispunten mensen met oude tractoren en wagens hun overtollig brandhout, dat van de wijngaarden kwam, te verkopen.

Dag 15: donderdag 30 september

We besloten om in de voormiddag de kleine berg al biddend te doen. De Podbro of de kleine berg wordt ook de Verschijningsberg genoemd omdat het op deze berg was dat op 24 juni 1981 O.L. Vrouw voor de eerste maal aan de zes jongeren verscheen.

Om 12 uur was er in de aanbiddingkapel een Nederlandstalige mis die we natuurlijk niet mochten missen. Na het middagmaal zijn we met z’n drieën naar Mostar gefietst. De wereldberoemde brug in Mostar was nu volledig hersteld en geen van ons drieën had ze zo al gezien. Na een ijsje zijn we er ook nog iets gaan drinken op het goede verloop van de reis. Want zeg nu eerlijk: op gans onze reis geen noemenswaardige stukken en maar één lekke band en dit gezien de staat van sommige wegen waar we over moesten.

De 2.000 Weesgegroetjes waar priester Frans om had gevraagd in de kerk, nog voor we vertrokken waren, zullen ook wel geholpen hebben. Al zullen het er maar 1.999 geweest zijn, vandaar die ene lekke band.

Dag 16: vrijdag 1 oktober

Om 7 uur was ik al naar de mis gegaan. Omdat ik wist dat twee zusters en een broeder, die ik wou groeten, daar aanwezig zouden zijn. Ze herkenden me onmiddellijk. Het was dan ook nog niet zolang geleden dat ik daar was geweest. Na de mis spraken we af wanneer we langs konden komen. Nadat we in de kamers gordijntjes hebben gehangen en buiten de kruisweg hebben geplaatst zijn we graag geziene gasten in "Oasis van Vrede."

Om 10 uur was er weer een Nederlandstalige mis. Er waren daar nog bedevaarders van hier. Het was een groep die er per vliegtuig naartoe waren gereisd. De Pol herkende de reisleidster direct van toen hij ook per vliegtuig naar daar was geweest. Naar eigen zeggen ging dat iets sneller dan met de fiets.

Na het middagmaal zijn we op onze fiets gesprongen om, op zo’n zeventien km buiten Medjugorje, de watervallen van Kravice te gaan bewonderen. En ze waren prachtig om te zien. Het was ook hier dat de jonge Daniël meer dan zeven minuten onder water heeft gelegen.

Terwijl hij in allerijl naar het ziekenhuis in Mostar werd gevoerd, vroeg een priester aan alle jongeren om samen te bidden. In het ziekenhuis konden de dokters niet veel meer doen en verklaarden hem dan ook zo goed als dood. De dag erna ontwaakte hij op miraculeuze wijze toch uit zijn coma. Dit nadat de dokters alle hoop hadden opgegeven maar niet de priester en de jongeren. Volgens laatste berichten zou het heel goed gaan met hem.

Na een kleine stop aan de mobilhome reden we verder naar het klooster "Oasis van Vrede" om de kruisweg, die we daar hebben geplaatst, te bidden.

Er wachtte daar een grote verrassing. Toen ik een foto liet zien aan broeder Petrus van zuster Maria-Renata met Jos, Paula, Julienne en mezelf op kwam zuster Maria-Renata daar net aan. Zij was ook verrast om ons daar te zien. Na een dikke knuffel vertelden ze dat ze daar was met heel veel Italianen, drie volle boten en nog enkele autobussen. Zij waren allen daar om het feest van de Heilige Michael te vieren.


Samen met zuster Maria-Renata


Na de kruisweg gebeden te hebben namen we afscheid van broeder Petrus en zijn zusters. Die avond was het wijding van de H. voorwerpen, ook de onze, daarna mochten we een uur lang het kruis aanbidden. Wat een massa volk was er op de been om dat mee te kunnen maken.

Dag 17: zaterdag 2 oktober

Die dag stond de Krizevac of grote berg gepland. Vroeger heette hij Sipovac en vandaag word hij ook wel eens kruisberg genoemd, dit omwille van het grote kruis dat bovenop de berg staat. Een kruis van wel 12 meter hoog en opgericht als teken van eenheid onder de Joegoslaven.


Het Votiefkruis op de Krizevac

We dachten dat er niet veel volk zou zijn op de berg maar dit moeten er vele gedacht hebben aangezien het er behoorlijk druk was. Op de plaats waar pater Slavko gestorven is tijdens het afdalen van de berg staat nu een beeltenis. Na de middag ben ik op mijn eentje alle heilige plaatsen gaan bezoeken; de verrezen Christus een bezoekje gebracht, het graf van pater Slavko bezocht, de mysteries van het licht gebeden en tot slot afscheid genomen van O.L. Vrouw in de kerk en op het plein. Als laatste heb ik nog wat kaarsjes aangestoken om de twee dagen durende terugreis goed te laten verlopen.

's Avonds hebben we nog een mis bijgewoond. Na de mis snel een hapje gaan eten om dan terug te gaan en een uur lang het allerheiligste te mogen aanschouwen. Als slot nog in stilte een gebedje voor een goede terugreis.

Dag 18 en 19: zondag 3 oktober en maandag 4 oktober: terugreis

Dit jaar geen sneeuwstorm in Oostenrijk maar wel een zware storm moeten doorkruisen. Rond 20 uur kwamen we in Vosselaar aan waar we onze familie konden begroeten.

De naklanken van Medjugorje

Het was een bedevaart om nooit te vergeten. Je kijkt er weken, nee zelfs maanden naar uit. Drie weken lang onderweg met drie personen, alle drie met het zelfde gedacht. En eigenlijk waren we met vier, bijgestaan door O.L. Vrouw geeft je kracht en moed. Zij beschermt je, als je ziet over welke wegen we allemaal gereden zijn en slechts eenmaal lek gereden. Met de foto van O.L. Vrouw altijd voor ons, op onze fiets geplakt, konden we net als in 2007 op haar steun rekenen.

Vanaf de eerste dag, na het kruisje van priester Frans, zeiden wij tegen mekaar; "het is net al drie jaar geleden, net of een lichtgewicht vrouwtje op onze fiets zit." Maar daar hadden wij niets op tegen.

Wat betekent "Medjugorje" nu voor ons? Medjugorje heeft iets speciaal, iets wat moeilijk te omschrijven is. Je wordt er steeds naartoe getrokken, bijna iets magisch, iets wat iedereen voelt eenmaal hij of zij er geweest is. Ook René, die er voor de eerste maal was heeft ook al meermaals gezegd dat hij zeker terug komt wanneer hij met zijn meisje in de buurt is.

Zelf ben ik er dit jaar twee maal geweest. De eerste maal met een groep, de tweede maal met z’n drieën. Maar telkens zijn de dagen veel te kort.

Ook onze tocht per fiets naar daar was in het teken van O.L. Vrouw. Elke avond na de afwas deden we een rozenhoedje, als we in stilte aan het fietsen waren werd er in stilte gebeden. Passeerde we een kapelletje staken we onze hand op en zeiden "alles voor Jezus door Maria."

Als er dan weer eens iets onverwachts voorkwam was er steeds weer die onzichtbare helpende hand die ervoor zorgde dat alles in orde kwam. Men rijdt niet voor niets naar het dorp waar de hemel de aarde raakt. Medjugorje wordt ook wel eens de biechtstoel van de wereld genoemd, als men ziet dat elke priester voor de mis uren de biecht afneemt in de biechtstoel maar ook gewoon op een bank of stoel rond de kerk.

De meeste mensen verlangen vurig om terug te keren eenmaal ze terug thuis zijn. Zo ook wij, daarom hebben wij ons reeds ingeschreven met onze vrouwtjes om in 2011 terug te keren met de bus. Wij zeggen nooit vaarwel maar steeds tot ziens.

Verslag: Staf Druyts


18-09-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De maagdelijke geboorte van Jezus
De maagdelijke geboorte van Jezus: Is het essentieel voor het christelijk geloof?

Ik zou willen beginnen met mijn stelling te verdedigen: Geloof in de maagdelijke geboorte van Jezus is absoluut essentieel voor het christelijke geloof. De maagdelijke geboorte ontkennen is de godheid van Jezus ontkennen, en als Jezus niet God was in menselijke gedaante , dan is er voor ons geen hoop.

Een dogma onder vuur

En toch, ondanks het feit dat het de kern is en dus noodzakelijk, is er geen enkel dogma dat zo aangevallen en belachelijk gemaakt is dan dat van de maagdelijke geboorte.

Kijk naar Thomas Jefferson. Hij was een deïst (geloof in God berustend op de rede) die het bovennatuurlijke verwierp. Hij maakte een eigen versie van het NT. Het was een knip- en plakwerk dat de maagdelijke geboorte wegliet, al de wonderen van Jezus, en, natuurlijk, zijn Verrijzenis. Omtrent de maagdelijke geboorte schreef Jefferson: "De dag zal komen dat de mystieke ontvangenis van Jezus door toedoen van de Allerhoogste als zijn Vader, in de schoot van een maagd, zal afgedaan worden zoals de fabel van de verwekking van Minerva in het brein van Jupiter."

In het begin van de twintigste eeuw, toen de Duitse school van hoger criticisme dit land overspoelde, was de leidende populaire woordvoerder van dit liberale standpunt Harry Emerson Fosdick, de herder van Riverside Church in New York City. Ziehier zijn neerbuigende standpunt betreffende de maagdelijke geboorte: "Natuurlijk geloof ik niet in de maagdelijke geboorte, ik ken niemand onder de intelligente voorgangers die dat wel doet."

In zijn boek, "In quest of Jesus," gepubliseerd in 1983, noemde W. Barnes Tatum, een professor aan Greenboro College in North Carolina, de maagdelijke geboorte een "theologische fictie."

Hans Kung, de beruchte katholieke theoloog die gecensureerd werd door zijn Kerk voor zijn ketterse ideeën, zei dit: "Men kan de maagdelijke geboorte niet begrijpen als een historisch-biologische gebeurtenis, maar men kan het beschouwen als een betekenisvol symbool, ten minste voor in die tijd."

De theoloog Robert Funk, de stichter en leider van het beruchte "Jesus Seminar," schreef deze woorden: "De maagdelijke geboorte van Jezus is een belediging voor de moderne intelligentie en zou moeten verlaten worden. Daarbij komt nog dat deze doctrine een belediging is voor de vrouw." [het verlaagt de vrouw]

En dan is er natuurlijk nog John Shelby Spong, de voormalige episcopaalse bisschop van Newark, New Jersey, die bekend staat voor zijn afvallige standpunten. Dit is wat hij zegt: "Na verloop van tijd zal het verhaal van de maagdelijke geboorte dat van Adam en Eva gaan vervoegen: duidelijk herkenbaar een mythologische beschrijving van niet letterlijke gebeurde feiten om de goddelijke transcendente dimensies te kunnen uitdrukken in menselijke woorden, beschreven door mensen uit de eerste eeuw."

Met andere woorden, de maagdelijke geboorte is voor velen, net zoals het verhaal van Adam en Eva, een mythe verzonnen door primitieve en onwetende mensen.

De betekenis van deze aanvallen

Het verbazende van al deze voorbeelden is het feit dat elk van deze aangehaalde personen belijdende christenen zijn. Ik spreek dus niet over atheïsten of agnosten. Van hen zou men deze aanvallen nog kunnen verwachten. Ik spreek over aanvallen door belijdende christenen.

En als u denkt dat dit soort van ongeloof typisch is voor de liberaalste christenen laat ons dan oven kijken naar Rob Bell. Hij is de herder van een megakerk, Mars Hill Churh genaamd, gelegen in Grand Rapids, Michigan. Hij is één van de leiders van wat genoemd wordt de "Emergent Church Movement," een beweging die beweert evangelisch te zijn, maar in werkelijkheid ketters is.

In zijn bestverkopende boek, Velvet Elvis, met als ondertitel Het christelijke geloof herschreven, schreef Rob deze woorden omtrent de maagdelijke geboorte: "Als je zou tot de ontdekking komen dat Jezus een aardse vader had, genaamd Larry, als ze Larry’s graf zouden vinden, DNA onderzoek zouden doen en bijna kunnen bewijzen dat de maagdelijke geboorte een soort mythe was... zou je dan nog christen kunnen zijn?"

Zie je hoe subtiel hij zich uitdrukt. Zonder de maagdelijke geboorte te ontkennen, zaait hij allerlei twijfel daar rond, en ondertussen maakt hij duidelijk dat als het een mythe zou blijken te zijn, het zijn geloof niet in gevaar zou brengen omdat hij het niet essentieel vindt voor het christendom.

Verbazengwekkende geboortes

Wat is het nu eigenlijk? Is de maagdelijke geboorte nu een sprookje? Maakt het werkelijk wat uit voor het christelijke geloof?

De bijbel vertelt ons vele opzienbarende geboortes. Bijvoorbeeld is daar de geboorte van Isaak bij ouders die bijna 100 jaar zijn. En dan zijn er ook de geboortes van Samson, Samuel en Johannes de Doper, allemaal geboren uit onvruchtbare vrouwen.

Op een gelijkaardige manier zijn er ook bijzondere geboortes sinds de bijbelse tijden, zoals de Dionne vijfling in Canada in 1934, de eerste vijfling die hun kindertijd overleefden. In 1974 werd er in Zuid-Afrika een zesling geboren in de familie Rosenkowitz die ook overleefden.

En dan de McCaughey zevenling geboren in Iowa in 1997, overstegen door de Suleman achtling geboren in California in 2009.

Maar geen enkele van deze geboortes is zo spectaculair, hoe wonderlijk ook, als dat van Louise Brown in Lancashire, Engeland op 25 juli 1978. Zij was de eerste proefbuisbaby, verwekt buiten de moederschoot.

Geschiedenis bewijst dat onvruchtbaren vruchtbaar werden. Geschiedenis getuigt van verbazende geboortes van meerlingen. Geschiedenis getuigt van buitenbaarmoederlijke bevruchtingen.

Maar geen enkele geboorte is zo verwonderlijk, zo wonderbaarlijk, zo verbluffend als de geboorte van Jezus van Nazareth, de geboorte verkondigd aan de herders van Bethlehem door de engelen van God. De geboorte van Jezus is de meest unieke gebeurtenis in de geschreven geschiedenis, omdat de Bijbel ons vertelt dat Hij geboren werd uit een maagd.

En dat is waar ik nu naartoe wil, naar de Bijbel. Laat ons onze studie beginnen door de Schriften te onderzoeken.

De maagdelijke geboorte van Jezus

Laat ons om te beginnen de passage uit het Matteüsevangelie bekijken [1: 18-23]:
  • 18: De afkomst van Jezus Christus was als volgt. Toen zijn moeder Maria al was uitgehuwelijkt aan Jozef maar nog niet bij hem woonde, bleek ze zwanger te zijn door de heilige Geest.
  • 19: Haar man Jozef, die een rechtschapen mens was, wilde haar niet in opspraak brengen en dacht erover haar in het geheim te verstoten.
  • 20: Toen hij dit overwoog, verscheen hem in een droom een engel van de Heer. De engel zei: "Jozef, zoon van David, wees niet bang je vrouw Maria bij je te nemen, want het kind dat ze draagt is verwekt door de heilige Geest.
  • 21: Ze zal een zoon baren. Geef hem de naam Jezus, want hij zal zijn volk bevrijden van hun zonden."
  • 22: Dit alles is gebeurd opdat in vervulling zou gaan wat bij monde van de profeet door de Heer is gezegd:
  • 23: De maagd zal zwanger zijn en een zoon baren, en men zal hem de naam Immanuel heten, wat in onze taal betekent "God met ons."
Laten we nu deze verzen vergelijken met een versie van de Bijbel waar je waarschijnlijk niet mee vertrouwd bent. Het komt uit het Joodse Nieuw Testament. Het is een vertaling van David Stern, een Messiaanse jood die in Jeruzalem leeft. Het doel van deze vertaling is aan te tonen dat het NT een boek is dat geschreven is door joden en ook verankerd is in de joodse cultuur. Hij doet dit door de oorspronkelijke joodse namen van personen en plaatsen te gebruiken. Beschouw zeer nauwkeurig deze gekende passage:
  • 18: Zo is het hoe de geboorte van Yeshua de Messias plaats vond. Toen Zijn moeder Miryam verloofd was met Yosef, voor zij getrouwd waren, bleek zij zwanger van de Ruah HaKodesh [de Heilige Geest].
  • 19: Haar toekomstige echtgenoot, Yosef, was een man die rechtvaardig was; dus maakte hij plannen om de verloving in stilte te breken om haar niet in opspraak te brengen voor iedereen.
  • 20: Maar toen hij dit in overweging nam verscheen hem een engel van Adonaï in een droom en deze zei: "Yosef, zoon van David, wees niet bang om Miryam tot je vrouw te nemen; want wat in haar verwekt is, is van de Ruah HaKodesh.
  • 21: Zij zal een zoon ter wereld brengen en je moet Hem de naamYeshua [wat betekent Adonaï redt] geven omdat Hij de mensen van hun zonden zal bevrijden."
  • 22: Dit alles gebeurde opdat vervuld zou worden wat Adonaï door de profeet voorzegd had:
  • 23: Zie de maagd zal zwanger worden en een zoon ter wereld brengen en zij zullen hem de naam Immanuel geven [dit betekent "God is met ons"].
De satanische aanval

Zoals u kunt zien verklaart de Bijbel ons duidelijk dat Jezus ging geboren worden uit een maagd. En denk niet dat het overdreven zou zijn te zeggen dat satan het feit van de maagdelijke geboorte haat. Hij haat het omdat het de goddelijkheid van Jezus bewijst en satan is vastberaden om al het mogelijke te doen om de wereld te laten geloven dat Jezus maar een mens was.

Laten we als voorbeeld een keer kijken naar de liederen in de populaire Broadway musical: "Jesus Christ, Superstar." In één van de sleutelscènes van de productie zingt Maria Magdalena een lied terwijl Jezus slaapt. Het gaat zo:

Ik weet niet hoe ik hem moet beminnen,
Wat te doen, hoe hem te bewegen.
Ik ben veranderd, ja werkelijk veranderd,
In deze voorbije dagen, als ik naar mezelf kijk,
Lijk ik iemand anders.

Ik weet niet hoe ik ermee moet omgaan,
Ik weet niet waarom hij mij ontroert,
Hij is een man, juist maar een man,
En ik heb er voor hem al zoveel gehad.
In veel opzichten is hij er juist eentje meer.

Merk deze woorden op: "Hij is een man, hij is maar een man." satan organiseert aanvallen zoals deze op het feit van de maagdelijke geboorte vanaf het ogenblik dat deze werd verkondigd aan de herders van Bethlehem.

Filosofen en wetenschappers doen dit af als een "kinderachtig sprookje." Joodse leiders, van in de vroegste tijden hebben dit afgedaan als "een wrede hoax." Spijtig genoeg beweren vele moderne theologen dat dit "een niet noodzakelijke legende" is. satans aanvallen zijn succesvol geweest.

Vandaag de dag wordt de maagdelijke geboorte ontkend door vele professoren aan christelijke seminaries. In feite zou ik willen wedden dat het de meest belachelijk gemaakte leer is van het christelijke geloof. Het wordt meestal afgedaan als een "broodje aap" verzonnen door een bende onwetende herders uit de eerste eeuw. Deze vaststelling wordt gestaafd door polls. In 1998 deed de Harris groep een poll bij meer dan 7000 bedienaars in de VS en ze ontdekten de volgende percentages van bedienaars die de maagdelijke geboorte ontkennen:
  • 19% Amerikaans Lutherse geestelijkheid
  • 34% Amerikaans Baptisten pastors
  • 44% episcopaalse priesters
  • 49% presbiteriaanse bedienaars
  • 60% methodisten geestelijkheid
  • 79% congregationalisten herders
Dit ongeloof onder de geestelijken eist zijn tol bij het Amerikaanse publiek. In 1998, het jaar dat de poll gedaan werd, geloofden 83% van de Amerikanen in de maagdelijke geboorte. Tien jaar later was dit percentage gedaald tot 61% of 22 procent minder. Nochtans bewijzen dit soort polls dat er meer geloof is in Gods Woord bij de gewone mensen, dan bij de geestelijken.

Tweedracht in Jezus’ tijd

Het interessante is dat de tweespalt rond de oorsprong van Jezus niets nieuws is, zelfs in de tijd van Jezus. Zijn oorsprong was een zaak van tweedracht en constante speculatie. In het Johannesevangelie, hoofdstuk 6, wordt ons verteld dat de joodse leiders met Zijn uitspraak, dat Hij uit de hemel was neergedaald, spotten. Ze zeiden: "Hoe kun je beweren: Ik ben uit de hemel neergedaald, terwijl we je vader en moeder kennen?"

In hoofdstuk 7 staat er dat sommige inwoners van Jeruzalem Zijn aanspraak dat Hij de Messias was in twijfel trokken omdat ze zeiden: "Wij weten waar gij vandaan komt, maar wanneer de Messias komt, weet geen mens waar Hij vandaan komt."

In hoofdstuk 8 staat er dan dat sommige mensen Hem ervan beschuldigden uit ontucht geboren te zijn terwijl anderen beweerden dat Hij een halfbloed Samaritaan was.

Nog iets interessants is dat Jezus zelf de reden onthulde voor al die commotie rond zijn afkomst. Dit is wat Hij daarover zei in Matteüs 16:13-17:
  • 13: Toen Jezus in de streek van Caesarea van Filippus gekomen was,stelde Hij zijn leerlingen deze vraag: "Wie is, volgens de opvatting van de mensen, de Mensenzoon?"
  • 14: Zij antwoordden: "Sommigen zeggen Johannes de Doper; anderen Elijah; weer anderen, Jeremiah of een van de profeten."
  • 15: "Maar gij," sprak Hij tot hen, "wie zegt gij dat Ik ben?"
  • 16: Simon Petrus antwoordde: "Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God."
  • 17: Jezus hernam: "Zalig zijt gij Simon, Barjona [zoon van Jona], want niet vlees en bloed hebben u dit geopenbaard, maar mijn Vader die in de hemel is."
Kijk goed naar dat laatste vers. Jezus zei dat Zijn goddelijkheid geopenbaard werd aan Petrus door God de Vader. Het is duidelijk dat de enige manier om van de godheid van Jezus op de hoogte te zijn, door een openbaring van God is. De mens zal nooit overtuigd geraken door filosofie, theologie of wetenschap. Het moet geopenbaard worden.

Door het eigen inzicht kan de mens altijd tot de conclusie komen dat Jezus een groot geleerde was, een geïnspireerd leraar, een profeet, morele leider of wat dan ook. Maar de mens, op zichzelf aangewezen , zal altijd het centrale feit missen dat Jezus de Zoon van de levende God is. En daarom zal de mens als zijnde mens, altijd de maagdelijke geboorte ontkennen want de maagdelijke geboorte en de goddelijkheid van Jezus zijn onscheidbaar.

Als Jezus God is, dan moet Hij uit God geboren zijn. Hij kan niet uit menselijke ouders geboren zijn. Daarom is mijn uitgangspunt: de maagdelijke geboorte ontkennen is de goddelijkheid van Jezus ontkennen. Want, zie je, zonder de maagdelijke geboorte is Jezus, met de woorden van de Broadwaymusical, "juist maar een man," geboren met een zondige natuur door de zonde van Adam overgeërfd. En als Jezus juist maar een man is, dan is er voor u en mij geen hoop. Dat is waarom de maagdelijke geboorte geen aantekening in de kantlijn is. Het is de kern van ons geloof.

De noodzakelijkheid van de maagdelijke geboorte

Laat ons ons een keer focussen op de noodzakelijkheid van de maagdelijke geboorte. Waarom is dat nu zo belangrijk voor het christelijke geloof? Ik wil daar drie redenen voor aangeven.

Eerst en vooral staat dit in relatie met de betrouwbaarheid van de Bijbel als Gods Woord. De Bijbel zegt ons frank en vrij dat Jezus geboren werd uit een maagd. Als dat niet waar is, wat kunnen we dan van de Bijbel nog geloven? Als wat er gezegd wordt over de geboorte van Jezus fictie is, wat kunnen we dan geloven over Zijn dood en verrijzenis?

Ten tweede staat het in relatie met de geloofwaardigheid van Jezus als Messias. Als Jezus onze verlosser is moeten er drie voorwaarden vervuld zijn:
  • Hij moest mens zijn, geen engel kon sterven voor onze zonden
  • Hij moest goddelijk zijn. Een gewone sterveling zou de oneindige prijs niet kunnen betalen die nodig was om onze zonden te delgen.
  • Hij moest zonder zonde zijn. Een zondaar kon niet sterven voor de zonden van anderen.

En zo garandeerde de maagdelijke geboorte de vervulling van deze drie voorwaarden: Omdat Hij geboren was uit Maria, was Hij mens, omdat Hij verwekt was door de Heilige Geest was Hij goddelijk, Omdat Hij heilig was, zonder zondige natuur, was Hij waardig om onze Redder te zijn.

Dit laatste punt is uiterst belangrijk. Ondanks het feit dat Adam en Eva beiden zondigden, rekende God Adam de verantwoordelijkheid aan. [zie Gen. 3,17-19] . Romeinen 5,12-21 bevestigt dit. Er staat geschreven dat door de zonde van één mens, Adam, de dood in de wereld is gekomen en zo de veroordeling van allen, maar ook dat één goede daad leidde tot vrijspraak en leven voor allen, nl. door het offer van de ene mens, Jezus Christus.

Jezus moest zonder zondige natuur geboren zijn, daarom kon hij niet verwekt zijn door een aardse vader.

Dit brengt ons bij een ander belangrijk punt. Het is niet de geboorte van Jezus die wonderlijk was, maar het verwekken van Hem. Door een groot scheppingswonder is Hij in de schoot van Maria geplaatst door de Heilige Geest.

Dr. Henry Morris, stichter van het instituut voor scheppingsonderzoek, beschrijft het proces met deze woorden: "Het lichaam dat in Maria’s schoot groeide moet speciaal geschapen zijn in volledige perfectie en door de Heilige Geest geplaatst zijn omdat het volledig vrij moest zijn van zonde. Christus zou nog steeds geboren zijn ... naar het vlees uit het geslacht van David ... [Rom. 1,3], omdat zijn lichaam gevoed werd door Maria en Hij uit haar geboren werd, zij die ook een afstammeling van David was. Hij zou nog altijd de Mensenzoon zijn omdat Hij alles wat een mens doormaakt, van ontstaan tot de dood, meemaakte, behalve de zonde. Hij is werkelijk 'de kroost' van de vrouw [Gen. 3,15]. Zijn lichaam werd gevormd noch door het zaad van de man, noch de eicel van een vrouw, maar gegroeid door een uniek zaadje geplant in het lichaam van de vrouw door God zelf. Dat wil zeggen dat God daadwerkelijk een lichaam vormde voor de tweede Adam, juist zoals Hij dat van de eerste Adam heeft gevormd.[Gen.2: 7] Dit was niets minder dan een scheppingswonder, alleen mogelijk door de Schepper zelf."

Bron: David R. Reagan

Vertaling: Anne Van Der Sloten

17-09-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De vierde ruiter van de Apocalyps?
De vierde ruiter van de Apocalyps?

Journalisten van televisiezender "Euronews," waren vorige week rellen aan het filmen in Egypte. De opname werd "life" uitgezonden, dus er kan geen truckage of hoax mee gemoeid zijn. De beelden werden ook uitgezonden op NSNBC en CNN. Na 1 minuut en negentien seconden ziet u plots een raadselachtige, bleekgroene ruiter door het beeld gaan. De figuur heeft geen last van obtstakels en rijdt door alles heen. De ruiter draagt een soort middeleeuws harnas. Van de laatste der vier ruiters van het Bijbelse boek de Apocalyps, "de vale ruiter," wordt gezegd dat hij de brenger is van de dood en de voorbode van de "hel op aarde." Aan u het oordeel.

In de Bijbel komen de ruiters één voor één ten tonele. Dit loopt parallel aan de eerste vier zegels. De paarden hebben een symbolische kleur die bij de ruiter hoort. Met het openen van het eerste zegel komt het witte paard met op zijn rug de overwinnaar. Er is geen consensus over wie deze ruiter is, al wordt hij door de meeste mensen gezien als de antiichrist. Als tweede komt met het openen van het tweede zegel, het rode paard met op zijn rug de Oorlog. Rood is de kleur van het bloed en vuur, symbolen van de oorlog. Als derde komt, met het openen van het derde zegel, het zwarte paard tevoorschijn, bereden door de Honger. Zwart als kleur van het verderf dat door honger wordt aangericht. Als laatste komt, met het openen van het vierde zegel, het vale paard met op zijn rug de Dood. De vale of grijze kleur staat symbool voor het verdwijnen in de dood, het uitwissen van het levende.



16-09-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ongeschonden lichamen: Heilige Etheldreda [636 - 679]
Heilige Etheldreda [636 - 679]

Koningin van Zuid Gyrwe
Koninging van Northumbrië
Abdis van Ely


Heilige Etheldreda

Etheldreda was de derde dochter van Koning Anna van Oost Anglië en z’n vrouw Saewara. Anna stamde af van de familie van de Uffingas, afstammelingen van de Noorse God Odin. Hij was een Christen die veel deed voor de bekering van z’n eigen koninkrijk en dat van Wessex, onder bewind van zijn woeste aartsvijand Penda, de heidense koning van Mercië.

Etheldreda werd geboren te Exning in Suffolk, rond het jaar 636. Ze werd opgevoed in een vrome omgeving. Haar ambitie was non te worden zoals haar zussen, maar ze zou haar doel pas bereiken nadat ze tweemaal getrouwd was geweest. In 652 werd ze tegen haar wil aan Tondbert gegeven, de koning van Zuid Gyrwe, een Oost Angelsaksisch subkoninkrijk in de Fens [een laaggelegen gebied in het Oosten van Engeland, nabij de Noordzee]. Als deel van hun huwelijksovereenkomst gaf Tondbert z’n vrouw een landgoed dat Elge noemde. Later werd de naam veranderd in Ely. Tondbert gaf Etheldreda de toestemming om de drie jaren van hun huwelijk als non te leven: uit respect en sympathie met haar kloosterroeping, of gewoon omdat zij hem onverschillig liet. Tijdens die periode werd haar vader, koning Anna, verslagen en gedood door Penda van Mercië [654], en werd hij opgevolgd door haar broer Aethelhere.

Na de dood van haar echtgenoot en haar vader, vestigde Etheldreda zich op haar persoonlijk landgoed te Ely, met de bedoeling daar de rest van haar leven in religieuze teruggetrokkenheid door te brengen. In 660 huwde ze echter met Egfried, de tweede zoon van Oswiu, Koning van Northumbrië. Het huwelijk kwam er om familiale redenen, vermoedelijk om een alliantie tegen de agressieve Merciërs te verzekeren tussen het huis van de Uffingas en het machtige Koninkrijk van Northumbrië.


Kaart van Midden en Noord-Engeland rond 802

Egfried was nog maar een kind toen hij trouwde. Etheldreda won direct z’n achting en affectie, en kreeg heel vlug een zuiverende en veredelende invloed op hem. Hij beschouwde haar als "verheven en heilig." Hij zat aan haar voeten en ze leerde hem wijsheid en zelfverloochening. Hij hielp haar ook in haar goede werken.

In 670 besteeg Egfried op vierentwintig jarige leeftijd ... maar niet zonder moeite ... de troon van Northumbrië. Hoewel ze koningin was, hield Etheldreda van de wereld van monniken en nonnen, en ze nodigde diegene uit die het vroomst waren en het meest geschikt waren om te leren. Eén van hen was de H. Cuthbert, de jonge kloosteroverste van Lindisfame aan wiens klooster ze veel persoonlijke giften deed. Om hem een bewijs te geven van haar aanzien voor hem, en opdat hij haar zeker in z’n gebeden zou gedenken, borduurde ze voor hem ook een stola en een manipel. Een geschenk dat hij enkel in aanwezigheid van God zou dragen en hem aan haar deed denken tijdens het opdragen van de Mis. Een andere vriend, en tevens haar adviseur, was de H. Wilfred. Ze schonk hem veel land in Hexham dat ze oorspronkelijk als geschenk van haar echtgenoot had gekregen. Wilfred bouwde er de grootste kerk die in die tijd ten noorden van de Alpen bestond.

Hoewel Egfried twaalf jaar lang enkel een nederig aanbidder van z’n mooie echtgenote geweest was, was hij nu een man geworden, met mannelijke verlangens. Zijn affectie was uitgegroeid tot een liefde die niet langer bevredigd kon worden door haar op afstand te aanbidden. Tot hier toe had hij Ehteldreda toegestaan om in z’n huis te leven als een non in haar klooster, maar nu wilde, en eiste hij zelfs meer. Hij smeekte Wilfred om z’n vrouw te beïnvloeden en haar aan te zetten om te worden wat ze, tot nu toe, enkel in naam was geweest. Hij beloofde Wilfred grootse dingen voor zichzelf en z’n kerken als hij de koningin kon overtuigen dat haar plicht t.o.v. God de plicht t.o.v. haar echtgenoot was. Wilfred deed alsof hij het standpunt van de koning deelde, maar moedigde in feite de koningin aan om door te zetten in haar celibatair leven. Hij adviseerde haar zelfs om toestemming te vragen om het hof te mogen verlaten om non te worden. Egfried heeft hem dit nooit vergeven.

Na veel pijnlijke toestanden gaf de koning met tegenzin zijn toestemming. Maar al gauw berouwde hij zich z’n keuze. Voordat hij z’n toestemming kon intrekken, was Etheldreda echter naar Coldingham gevlucht, waar de tante van Egfried, de H. Ebbe de Oudere, abdis was. Voor Egfried was het leven ondraaglijk zonder Etheldreda, en hij was vastberaden haar terug te brengen, met of zonder haar goedkeuren. De H. Ebbe trok partij voor Etheldreda. Ze wist echter dat, als Egfried zou aandringen om z’n echtgenote terug mee te nemen, ze hem niet zou kunnen tegenhouden. Daarom raadde ze Etheldreda aan om, verkleed als bedelaarster, Coldingham te ontvluchten. Etheldreda volgde haar raad op, bijgestaan door twee nonnen van Coldingham, de zusters Sewara en Sewenna. Ze ging niet naar de zus van haar tante, de H. Hilda, te Whitby, vermits die in zou gaan tegen alles wat Wilfred adviseerde. Maar ze besloot om terug te keren naar haar eigen landgoed te Ely. Er doen vele verhalen de ronde over haar avonturen tijdens haar reis, en ze zijn vaak het onderwerp geweest van beeldhouwwerken en glasramen in de Engelse kloosterkerken.


Coldingham, resten van de oude abdij

Op de eerste dag van haar vlucht werd Etheldreda bijna ingehaald door haar echtgenoot. Ze kwam aan bij een kaap, Colbert’s Head, die in de zee uitstak. En haar vrome bedoelingen werden beschermd door het tij, dat plots tot een ongeziene hoogte rond de rots steeg en de plaats ontoegankelijk maakte voor haar achtervolgers. Egfried besloot te wachten tot het water terugtrok en de weg voor hem vrijmaakte. Maar in plaats van een paar uren, duurde het zeven dagen voordat het terug laagtij werd. De onthutste achtervolger besefte dat een grotere kracht dan de zijne Etheldreda en haar gelofte onder z’n bescherming had genomen. En dus zag hij af van het idee om haar te dwingen om met hem mee te gaan, en keerde hij terug naar huis.

Later op haar reis werd Ehteldreda op een snikhete dag overmand door vermoeidheid. Ze stak haar staf in de grond en legde zich op de open vlakte neer om te rusten. Toen ze wakker werd waren er takken en bladeren aan haar staf gegroeid, en later werd hij een reusachtige eik die groter was dan alle anderen in de wijde omtrek.

Uiteindelijk, na vele dagen wandelen, kwam de heilige aan op haar eigen landgoed te Ely. Hier was een stuk goed, stevig en vruchtbaar land, dat zeshonderd gezinnen onderhield en in een wijde omtrek omringd was door moerassen, die een veel betere beschutting waren dan muren of gewoon water.

Hier bouwde Etheldreda in 673 een groot, dubbel klooster. Wilfred, die z’n oude vriendin nooit uit het oog verloor, stelde haar aan als abdis en stelde haar eerste nonnen aan. Hij verkreeg van de Paus speciale privileges voor haar, en bezocht haar regelmatig en stond haar bij met de raad die nuttig was voor het beheer van haar grote instelling. Zeven jaar lang bestuurde Etheldreda haar klooster, en ze was een groot voorbeeld van vroomheid en onthouding en alle andere kloosterdeugden.


Ely, Klooster

Hoewel ze een grootse dame was, droeg ze nooit linnen kledij, maar enkel ruwe, wollen kleding. Ze ontzegde zichzelf het genot van een warm bad, een veelgebruikte luxe bij de Engelsen in haar tijd. Enkel bij de vier grote feestdagen van het jaar [waaronder Pasen, Pinksteren en Driekoningen] nam ze een bad, en zelfs dan gebruikte ze het badwater dat reeds voor de andere nonnen had gediend. Ze at zelden meer dan één maaltijd per dag en bracht vaak een deel van de nacht biddend door. Sommigen zeiden dat ze de gave had om voorspellingen te doen, en dat ze niet alleen de aandoening voorspelde die tot haar dood zou leiden, maar ook hoeveel er in het klooster aan die aandoening zouden sterven.

Veel van haar oude vrienden, relaties en hovelingen volgden haar voorbeeld. Want men kwam hier om volgens haar regels te leven of om hun dochters onder haar hoede te plaatsen. Er kwamen ook veel heilige mannen en priesters die haar als geestelijke begeleidster kozen. Eén van de bloedverwante prinsessen die door Etheldreda’s goeie kwaliteiten en de roem van haar heiligheid werd aangetrokken, was haar zus, de H. Sexburga, koningin van Kent, die haar eigen stichting in Minster-in-Sheppey verliet om volgens de regels van Etheldreda te leven. Ze volgende haar zus op als abdis, toen Etheldreda in 679 overleed.

Toen Etheldreda ziek werd en een grote tumor onder de kaak ontwikkelde, beschouwde ze dit als een straf voor haar voormalige liefde voor kleding en, in het bijzonder, voor het dragen van juwelen rond haar nek. Men vroeg een chirurg om de tumor open te snijden en het giftige vocht te laten wegvloeien. De twee volgende dagen voelde ze zich wat beter, maar op de derde dag kwam de pijn terug en overleed ze.

Etheldreda is één van de populairste Engelse heiligen en is de patrones van hen die lijden aan keelaandoeningen. Er zijn meer toewijdingen in haar naam in Engeland dan aan eender welke naam van een vrouwelijke heilige in de vroege Angelsaksische Kerk. Haar feestdag is op de dag van haar overlijden, 23 juni.

Het wordt gezegd dat toen ze deze tumor kreeg, samen met de pijn in haar kaak en haar hals, ze zei: "Ik besef heel goed dat ik deze lastige ziekte in mijn hals verdien, want vroeger, toen ik een meisje was, droeg ik juwelen rond m’n hals. En ik geloof dat God in Zijn goedheid wilt dat ik deze pijn doorsta, zodat ik moge ontslagen worden van de schuld van mijn onnodige ijdelheid. Dus nu draag ik een brandende rode tumor aan m’n hals in plaats van goud en parels."

In 696 besloot de H. Sexburga om het lichaam van Etheldreda te laten opgraven, in een nieuwe kist te laten leggen en naar de kerk te laten overbrengen. Ze droeg een aantal van de broeders op om steen te zoeken om de kist te maken. Vermits het gebied omringd was door zee en moerassen, namen ze een boot, en ze kwamen aan bij de ruïnen van een kleine stad die de Engelsen Grantchester noemen. Bij de stadsmuren ontdekten ze een witte, marmeren sarcofaag. Ze beseften dat God hun reis vruchtbaar had gemaakt, bedankten hem en namen de sarcofaag mee naar het klooster.

Toen het lichaam van Etheldreda uit het graf werd gehaald, was het niet alleen intact, maar had het een jeugdige frisheid die reeds lang verdwenen was bij de levende Etheldreda. De chirurg die haar behandeld had bij haar laatste ziekte, bevestigde dat de wonde aan haar keel door het opensnijden van de tumor, volledig genezen was. Van de gapende wonde waarmee ze begraven was, was nog amper een litteken te zien.

De linnen doeken waarin het lichaam was gewikkeld leken zo fris en nieuw alsof ze nog maar pas rond haar zuivere lichaam waren gewikkeld. Bij de aanraking van deze doeken werden duivels uitgedreven en werden soms ook andere klachten genezen. Men zegt dat de kist waarin ze de eerste keer was begraven geweest, oogziekten genas bij wie biddend z’n hoofd op de kist legde.

Er gebeurden veel mirakels door haar, en vermits haar opvolgsters prinsessen uit dezelfde familie waren, was de abdij van Ely vele jaren heel beroemd en heel erg rijk. In 1109 werd de abdij een kathedraal.




Kathedraal van Ely

Het leven en de verdiensten van Etheldreda waren het favoriete studiemateriaal van middeleeuwse schrijvers en er bestaan nog veel berichten van haar. In de kunst wordt ze voorgesteld met de symbolen van de adel en als haar rang van abdis, soms met een boek en soms met een kroon van bloemen, of gekroond en met een staf. In de Kathedraal van Ely stellen de lantaarnpilaren haar slapend voor, met haar hoofd op de schoot van een non, een boek in haar hand en een bloeiende boom boven haar. Ze is ook gekend onder de troetelnaam Audrey.

In Londen, Ely Place staat de kerk van de H. Etheldreda, waar een hand van haar bewaard wordt. Dit is ook één van de eerste kerken die na de Reformatie terug zijn gegeven aan de katholieke eredienst.


London, Ely Place, Kerk van de H. Etheldreda


Reliek met de hand van de Heilige Etheldreda

In de middeleeuwen werd er op haar feestdag, "St. Audrey’s," op 23 juni, een belangrijke jaarmarkt gehouden in Ely. De volgelingen en bewonderaars van de H. Etheldreda kochten daar keurige kanten kleding. Deze kleding raakte uit de mode en, speciaal in de puriteinse periode van het midden van de zeventiende eeuw, werd erop neergekeken. De bescheiden kanten kleding werd langzamerhand gezien als goedkoop, ouderwets, en van matige kwaliteit. Daarom werd "St. Audrey" verbasterd tot "tawdry," een Engels woord dat nog steeds in deze betekenis gebruikt wordt.

Vertaling: Mario Lossie

15-09-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ongeschonden lichamen: Catherina van Siena [1347-1380]
Catherina van Siena [1347-1380]


H. Catherina van Siena

Jacomo en Lapa Benincasa hadden vijfentwintig kinderen, en één ervan, de drieëntwintigste, was Catharina. Haar tweelingzus, die net na Catharina ter wereld kwam, stierf tijdens haar kinderjaren. Catharina was reeds als kind heel vroom en ze bezat veel wijsheid voor haar leeftijd. Op heel jonge leeftijd legde ze de gelofte van maagdelijkheid af en ze was gezegend met een aantal visioenen. Toen ze zes jaar was, en terwijl ze boodschappen ging doen met haar broer Stephen, zag ze een visioen van Onze Heer, in de buurt van de kerk van de Dominicanenbroeders in de Valle Piatta.

Het visioen was gekleed in pauselijke gewaden, had een tiara op Zijn Hoofd, en zat op een troon, omringd door de H. Petrus, de H. Paulus en de H. Johannes de evangelist. Nadat Stephen haar uit haar extase had doen ontwaken, weende ze en zei: "Oh, had je maar gezien wat ik zag, dan zou je me niet gestoord hebben tijdens zo’n mooi visioen."


Geboortehuis van Catherina van Siena

Het was vanaf dat moment dat ze niet langer een kind leek te zijn. Haar gedachten, haar gedrag en haar deugden waren superieur aan die van iemand van haar leeftijd. Het was kort na deze ervaring dat ze besloot om tot de Orde van de H. Dominicus toe te treden. Ondanks de hevige tegenwerking van haar moeder, slaagde ze er op zeventienjarige leeftijd uiteindelijk in om tertiair te worden in de Derde Orde van de H. Dominicus. Ze bleef in het huis van haar ouders wonen, gekleed in de habijt van de Zusters van Boetvaardigheid, en ze bracht drie jaar in afzondering en bezinning door. Nadien wijdde ze zichzelf echter toe aan het actieve apostolaat en zorgde ze voor de zieken, bezocht en bekeerde ze gevangenen, deelde ze aalmoezen uit, en trok ze volgelingen en vrienden aan die later haar naam zouden dragen.

Catharina kreeg waarschijnlijk alle mystieke gaven. Ze heeft velen van duivelse bezetenheid verlost, deed veel genezingswonderen, zweefde vaak boven de grond tijdens het gebed, had een buitengewone intimiteit met Onze Heer en Zijn Moeder, en ervoer het mystieke huwelijk waarin Onze Heer haar in een visioen een gouden ring gaf. De ring had vier waardevolle stenen, en in het midden een geweldige diamant. Enkel Catharina kon de ring zien en ze bevestigde dat ze hem altijd bij had en het nooit beu werd er naar te kijken.

Deze mystieke gunsten waren het resultaat van jarenlange, harde boetedoeningen. Ze offerde en kastijdde zichzelf, en droeg een boetekleed sinds haar kinderjaren. Haar langdurige vastenperiodes werden goddelijk getransformeerd tot volledige onthouding, en hoewel ze enkel van de H. Eucharistie leefde, bleven haar kracht en vitaliteit op spirituele wijze gehandhaafd. Tijdens de pest van 1372-1373, zorgde ze voor de weerzinwekkende zieken, bereidde ze ontelbare mensen voor op de dood, en begroef ze eigenhandig veel van de slachtoffers.

Catharina had ook de stigmata op haar lichaam, maar op haar verzoek maakte Onze Heer de tekens enkel voor haar zichtbaar. En zoals ook gebeurde bij de Zalige Osanna van Mantua, werden de tekens na haar dood heel goed zichtbaar, zoals men kon zien aan haar onvergankelijke handen en voeten.

De H. Catharina werkte onvermoeibaar voor de belangen van de Kerk en de Heilige Stoel. Ze overtuigde Gregorius XI om het pausschap terug van Avignon naar Rome over te brengen. En men wijst ook het terugbrengen toe, aan de gehoorzaamheid aan de Heilige Stoel, van vele rebelse, Italiaanse steden. Ze stond in contact met koningen en koninginnen voor de goede doelen van de Kerk en ze bad en ijverde voor de eenheid van de Kerk.

Catharina was geschokt door de verschrikkelijke scheiding waarmee de Kerk te maken had, en daarom offerde ze zichzelf als slachtoffer aan God. Ze stierf in Rome op 29 april 1380, na een pijnlijke hartaanval. Ze was slechts drieëndertig jaar oud.

De Zalige Raymond van Capua, haar biechtvader, vertelt ons dat immense menigten haar lichaam kwamen bezoeken, en zij die erin slaagden het aan te raken, beschouwden zichzelf bevoordeeld. Tijdens de drie dagen dat haar lichaam opgebaard lag zodat haar toegewijden haar konden komen vereren, bleven haar armen, hals en benen zo soepel als toen ze leefde.

Ze werd begraven op het kerkhof dat naast de Kerk van Santa Maria Sopra Minerva ligt, maar werd kort daarna weggenomen door de Zalige Raymond, die haar kist aan de voet van een zuil plaatste en naar de Rozenkranskapel richtte. Daar bleef ze tot 1430. Tijdens de overbrenging van op het kerkhof liet Raymond de kist openen, "wat eenvoudig te doen was want ze was eigenlijk niet in de grond begraven, en men stelde vast dat de kleren een beetje waren aangetast door de vochtigheid op de plaats waar het lichaam had gelegen, en waar het blootgesteld was aan de regen."

Raymond vond dat men een belangrijk relikwie van de Heilige aan de kerk van Siena moest geven, haar geboortestad en plaats van veel van haar mirakels. Dus na de vereiste toestemming van de Paus, liet de Zalige Raymond het heilige hoofd van het lichaam scheiden, plaatste het in een relikwieënkastje van verguld koper en gaf het aan twee broeders van de Orde om het naar Siena te brengen. In 1385 werd het in het geheim naar het klooster in Campo Reggio gebracht waar het in de sacristie geplaatst werd, tot het moment dat de Kerk haar de eer van het altaar zou toekennen. Plannen voor de plechtige overbrenging van het hoofd van de Heilige werden achtereenvolgens gemaakt door de Zalige Raymond, de bisschop en stadsambtenaren. Na een paar dagen van voorbereiding en religieuze activiteiten, werd het hoofd de stad uitgebracht naar het ziekenhuis van de H. Lazarus, waar Catharina veel zieken had verzorgd en vanwaar de plechtige processie zou starten voor de triomfantelijke ontvangst in de stad. De meest opvallende persoon bij dit gebeuren was de tachtigjarige moeder van de Heilige, Lapa, die achter de relikwie liep, gekleed in de habijt van de Zusters van Boetvaardigheid.




Hoofd van de H. Cathereina, San Domenico, Siena

Tijdens 1385, hetzelfde jaar van de overbrenging van het hoofd, werden andere relikwieën van het lichaam weggenomen, zoals een arm die aan Siena werd gegeven, en drie vingers die aan Venetië werden gegeven. Tijdens het jaar 1430 beval de H. Antonius, de prior van de kerk waar de relikwieën van de Heilige zich bevonden, dat het lichaam op een meer gepaste manier moest opgebaard worden in een nieuwe, stenen versierde sarcofaag, met een beeld van de Heilige, gekleed in de habijt van de Orde erop. Deze sarcofaag werd door de eeuwen heen regelmatig geopend, en er werden relikwieën uitgenomen voor de kerken van de Orde doorheen Europa. In 1487 werd een hand gegeven aan de Dominicaanse Zusters van het Klooster van de H. Domenico e Sisto in Rome, en de linkervoet werd aan de Kerk van de HH. Johannes en Paulus te Venetië geschonken. De stigmata op deze voet werden zorgvuldig onderzocht tijdens de officiële erkenning in 1597. In 1501 werd een rib geschonken aan het klooster van de H. Marcus in Firenze, en in 1575 werd een schouderblad toevertrouwd aan de Dominicaanse Zusters van Magnanapoli in Rome.

Tijdens de periode dat de kerk gerestaureerd werd, werd het graf in april 1855 opnieuw geopend, in aanwezigheid van de overste van de Orde en veel geestelijken, en er werd een aanzienlijk deel van de heilige relikwieën naar het Klooster van de H. Dominicus in Stone gestuurd, het Moederhuis van de Engelse congregatie van de Zusters der Boetvaardigheid dat de naam van de H. Catharina draagt. Deze relikwieën, die twee zilveren en kristallen relikwiekastjes van elk zo’n 9 cm lengte vulden, bestaan uit delen van de beenderen en de huid in de vorm van grijze as, gemengd met gouddraden die waarschijnlijk resten zijn van het gouden kleed waar het heilige lichaam in was gewikkeld. Eén van deze relikwiekastjes staat in het Klooster van de H. Dominicus in Stone, het andere in het klooster van de H. Catharina in Bow, in de buurt van Londen.

De vinger die de mystieke ring ontving van het hemelse huwelijk van de Heilige, bevindt zich in het Klooster van Pontignano, nabij Firenze. Andere kleine relikwieën werden naar kerken gestuurd die haar nagedachtenis eren.

De restauratie van de kerk werd beëindigd op 3 augustus 1855. Op 4 augustus, de feestdag van de H. Dominicus werden de relikwieën, die nog steeds in hun oude sarcofaag lagen, onder het hoofdaltaar geplaatst. De dag erna werd het heiligdom bezocht door de Romeinse Senaat, en werden de relikwieën in een plechtige processie doorheen Rome gedragen, gevolgd door een groot aantal zusters van de Dominicaanse Derde Orde. Deze gebeurtenis staat sindsdien gekend als de Overbrenging van de Relikwieën van de H. Catharina, en de feestdag wordt jaarlijks gevierd op de donderdag na de tweede zondag voor de Vastentijd. Nadat de relikwieën terug naar het hoofdaltaar waren gebracht, werd de sarcofaag zo stevig vastgezet dat hij sindsdien niet meer geopend werd. Het vergulde, artistieke monument is echter zichtbaar voor de aanbidding door haar toegewijden. Links van het altaar dat haar lichaam bevat staat het standbeeld "Christus met het Kruis" van Michelangelo, en nabij de sacristie is een kamer die door Perugino versierd werd en die de Kamer van de H. Catharina genoemd wordt. De muren van de kamer zijn die van de kloostercel waar Catharina verbleef tijdens haar verblijven in Rome.

De vinger die de mystieke ring ontving van het hemelse huwelijk van de Heilige, bevindt zich in het Klooster van Pontignano, nabij Firenze. Andere kleine relikwieën werden naar kerken gestuurd die haar nagedachtenis eren.


Vinger van de H. Catherina, Klooster van Pontignana

De restauratie van de kerk werd beëindigd op 3 augustus 1855. Op 4 augustus, de feestdag van de H. Dominicus werden de relikwieën, die nog steeds in hun oude sarcofaag lagen, onder het hoofdaltaar geplaatst. De dag erna werd het heiligdom bezocht door de Romeinse Senaat, en werden de relikwieën in een plechtige processie doorheen Rome gedragen, gevolgd door een groot aantal zusters van de Dominicaanse Derde Orde. Deze gebeurtenis staat sindsdien gekend als de Overbrenging van de Relikwieën van de H. Catharina, en de feestdag wordt jaarlijks gevierd op de donderdag na de tweede zondag voor de Vastentijd. Nadat de relikwieën terug naar het hoofdaltaar waren gebracht, werd de sarcofaag zo stevig vastgezet dat hij sindsdien niet meer geopend werd. Het vergulde, artistieke monument is echter zichtbaar voor de aanbidding door haar toegewijden. Links van het altaar dat haar lichaam bevat staat het standbeeld "Christus met het Kruis" van Michelangelo, en nabij de sacristie is een kamer die door Perugino versierd werd en die de Kamer van de H. Catharina genoemd wordt. De muren van de kamer zijn die van de kloostercel waar Catharina verbleef tijdens haar verblijven in Rome.


Sarcofaag, Santa Maria Sopra Minerva, Rome

De H. Catharina is één van de grootste mystici en spirituele schrijfsters die de Kerk heeft gekend, en ze is de inspiratie en het voorbeeld geweest voor vele heiligen die na haar kwamen. Tijdens haar leven werd ze reeds vereerd als heilige, maar ze werd in 1461 plechtig heilig verklaard door Paus Pius II. In 1939 gaf Paus Pius XII aan Italië twee patroonheiligen: de H. Franciscus van Assisi en de H. Catharina van Siena. Het belang van haar schriftelijke werken en spirituele leer werd officieel erkend door de Heilige Stoel tijdens de plechtige ceremoniën door Paus Paulus VI, op 4 oktober 1970. Tijdens die ceremoniën werd ze ook uitgeroepen tot Kerklerares, de tweede vrouw die zo’n vermaarde titel kreeg.

Vertaling: Mario Lossie

14-09-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een voorafbeelding van de eindtijden
Een voorafbeelding van de eindtijden: een interview met Dr. Arnold Fruchtenbaum

Arnold Fruchtenbaum werd geboren uit Joodse ouders in 1943. Amper vier jaar oud, moest zijn familie naar Rusland vluchten voor de Nazi’s. Ze werden valselijk beschuldigd van spionage. Op zijn dertiende, toen hij opnieuw in Duitsland was, kreeg hij een goddelijke openbaring en begon hij te voelen dat Jezus zowel de Messias was van het Joodse volk als van de Christenen. Door het strikte geloof van zijn vader, was het Arnold niet toegestaan om zijn geloof uit te oefenen door de Bijbel te lezen of andere gelijkgezinde Joden, die hetzelfde aanvoelden, te bezoeken. Maar dit veranderde zijn persoonlijk geloof niet, zelfs als de familie naar Los Angeles verhuisde. Toen hij het ouderlijk huis verliet in de vroege jaren zestig, studeerde hij Hebreeuws en Grieks aan het Cedarville College en reisde hij naar Israël om zijn religieuze studies verder te zetten.


Dr. Arnold Fruchtenbaum

Tijdens de late jaren zestig en de vroege jaren zeventig werkte hij samen met een aantal verenigingen van Messiaanse Joden zoals de "American Board of Missions to the Jews" and the "Christian Jew Foundation." Na een onenigheid met een aantal leerstellingen van deze groepen, stichtte hij de "Ariel Ministries," in 1977. Dr. Fruchtenbaum blijft de hand uitsteken naar Messiaanse Joden over de hele wereld om hen te helpen bij het bestuderen van de Bijbel, het beleven van de Schriften en een persoonlijke band met God te ontwikkelen. Hij is de hoofdspreker van de groep en brengt veel van zijn tijd door met het schrijven van boeken en het geven van inspirerende voordrachten over de hele wereld.

Dr. Fruchtenbaums meest invloedrijke werk is "The Footsteps of the Messiah." In dit boek puzzelt hij de profetieën bij elkaar die in de Bijbel zijn vervat om een duidelijke uitlijning te maken over wat er in Israël en in de rest van de Wereld staat te gebeuren. Recentelijk kreeg "All News Wire" de mogelijkheid om Dr. Fruchtenbaum vragen de stellen over de wegenkaart naar de eindtijden.

All News Wire: Het lijkt er op dat de wereld zowat bezeten is geworden met zijn eigen ondergang. Er wordt veel gesproken over 2012, Hollywood brengt de ene na de andere apocalyptisch getinte film uit. De recente gebeurtenissen in het Midden-Oosten, Japan en Nieuw-Zeeland, hebben, samen met nog andere gebeurtenissen, de mensen tot vragen geleid over wat er precies gaande is met de wereld. Wat gaat er volgens u gebeuren?
Dr. Arnold Fruchtenbaum: Ik ben zeer voorzichtig om niet te vervallen in wat ik zou omschrijven als "Bijbeluitleg in de kranten." Dit gebeurt wanneer er en grote gebeurtenis plaatsvindt in de wereld en iemand een Bijbelvers kan vinden dat eventueel wordt verhaald op deze gebeurtenis in deze tijd en deze plaats. Gewoonlijk zijn deze vervullingen enkel gebaseerd op een klein gedeelte van gelijkenis. Dit is wat ik weet over Bijbelprofetie: een profetie uit de Bijbel komt nooit bij benadering uit, maar wordt steeds precies en helemaal volgens de letter vervuld. En zo heb je een volledige vervulling of u hebt helemaal geen vervulling. De opwinding rond 2012 heeft vooral te maken met de verslagen over de Maya-kalender die verondersteld wordt het einde van de wereld te voorzien in dat jaar. Laat ons hier twee bedenkingen bij maken:
  • Eerst en vooral zegt de Maya-kalender niet dat de wereld zal eindigen in 2012. Hun kalender reikte alleen zo ver en er wordt niets meer over gezegd in de Maya-kalender. Ten tweede vraag ik mij af wat de Maya-kalender gemeen heeft met de Bijbelse profetie? Sinds wanneer zijn we beginnen besluiten dat de vervulling van Bijbelprofetieën gebaseerd zijn op heidense kalenders?
  • Ja, er hebben onlangs sleutelgebeurtenissen plaatsgevonden in het Midden-Oosten, Japan en Nieuw Zeeland, maar grote gebeurtenissen die niet toepasselijk zijn in de Bijbelprofetieën zijn er steeds geweest in de menselijke geschiedenis. Wat duidelijk is, is dat toen de Amerikaanse en de Franse revolutie uitbraken, ze grote veranderingen teweegbrachten in de Europese samenleving, en nu gebeurt er net hetzelfde in de Arabische Staten met hun autocratische regels. Daar gaan ook grote veranderingen komen, maar het is nu nog te vroeg om te kunnen zeggen wat deze veranderingen zullen inhouden. Deze veranderingen zullen niet noodzakelijk de democratie brengen ginds, net zoals de revolutie tegen de Sjah geen democratie bracht in Iran, integendeel er kwam een strengere totalitaire regering met een religieuze nadruk, eerder dan een zuivere politieke nadruk. Zijn enige van de huidige opstanden in de Islamwereld een vervulling van Bijbelse profetieën? Het is gewoonweg te vroeg om dit te weten. Het is werkelijk een tijd van afwachten en zien.
All News Wire: Israël speelt een betekenisvolle rol in het eindtijdscenario van de Bijbel. Voor een land dat nauwelijks groter is dan New Jersey, blijkt het heel wat aandacht te krijgen in de pers. Wat is er rond Israël dat steeds de aandacht van de wereld trekt?
Dr. Arnold Fruchtenbaum: Zuiver vanuit menselijk perspectief bekeken, zou ik zeggen dat de oorzaak voor de aandacht van de wereld rond Israël te maken heeft met wereldse wrok en haat tegenover het Joodse volk in het algemeen en in het bijzonder tegen de staat Israël. Daarom wordt alles wat er in Israël gebeurt uitgezonden op de televisie en in deze toestanden wordt de fout dikwijls bij de Israëlieten gelegd. Vanuit het Bijbelse oogpunt zou ik zeggen dat, wat we vandaag zien met Israël, een zich steeds voortzettend conflict is tussen de satanische oorlog tegen de Joden die reeds begon ten tijde van Abraham. Er is één ding dat de Bijbel heel duidelijk maakt: de enige voorwaarde voor de Tweede Komst is Israëls algemene redding en zolang Israël blijf roepen op de komst van de Messias zal er ook geen Tweede Komst zijn. satan weet wel degelijk dat zijn rijk over zal zijn eens dat Jezus zal terugkeren, maar hij weet ook dat Jezus niet zal terugkeren zolang de Israëlieten niet massaal om Zijn terugkeer vragen. Als satan er zou in slagen om de Joden te vernietigen, alvorens ze de kans krijgen om massaal om Zijn terugkeer te vragen, zal er geen Tweede Komst zijn en zal satans loopbaan verzekerd blijven voor altijd. Dat is de reden waarom er steeds zo’n bijzondere oorlogssfeer heerst tegen de Joden en dit sinds de tijd van Abraham. Dat is waarom dingen zoals de kruisvaarten gebeurden, dat is waarom de Russische pogroms gebeurden, dat is waarom de Nazi Holocaust plaatsvond. Dat is ook waarom Openbaring 12 benadrukt dat, eens satan betrokken raakt in de rampspoed, hij eveneens weet dat zijn tijd nog maar kort is, en omdat zijn tijd kort is zal hij de mensheid een wereldwijde vervolging van de Joden zoals ten tijde van de Nazi’s influisteren om hen zo te vernietigen voor eens en altijd om zo de Tweede Komst te voorkomen.

All News Wire: Hoe past Jeruzalem in dit alles?
Dr. Arnold Fruchtenbaum: Terwijl Israël over het algemeen hoofdzakelijk grote beroering veroorzaakt in de wereld, verplaatst het brandpunt zich meer en meer naar Jeruzalem en dat omdat Jeruzalem in de Bijbelse profetie een hoofdrol speelt als voorbereiding op te Tweede Komst. Het is tegen Jeruzalem dat alle legers van de naties zich zullen verzamelen [Zach. 12: 1-13 en 14: 1-2]. Omdat de tempelberg in de Oude Stad de derde heiligste plaats is in de Islam, zal er om deze reden een bijzonder conflict ontstaan over die stad in de eerstkomende tijd. In de oorsprong van de Islam heerst er het grondbeginsel dat eens iets tot de Moslimwereld toebehoort, dat voor altijd zo moet blijven. Als de Moslims om een of andere reden een plaats zouden verliezen zullen ze een Jihad voeren om de plaats opnieuw in te nemen. Dat is de reden waarom de ware Koranvolger nooit Israël bestaansrecht zal aanvaarden en dat is waarom er zoveel terrorisme en aanvallen zijn tegen Israël en zij die het land steunen, zoals de Verenigde Staten. Jeruzalem blijft een steen des aanstoots waarvoor er getracht wordt een onoplosbare oplossing te vinden en enkel de Tweede Komst zal er een uiteindelijke oplossing aan geven.

All News Wire: Dingen blijven escaleren tussen Israël en Iran. Iran, dat gekend staat als Perzië en het Perzische Rijk wordt meerdere malen vernoemd in de Bijbel, maar in het bijzonder in Ezechiël. Wat kunt u ons daarover vertellen?
Dr. Arnold Fruchtenbaum: Hoewel Iran niet tot de Arabische landen behoort, is het een Moslimland en zal het daarom als Moslimland steeds tegenover Israëls bestaansrecht staan. Daarom zal Iran deelhebben aan de invasie van Israël van Ezechiel 38-39. Hoe dan ook staat er in Jeremiah 49 geschreven dat Iran een algehele redding zal ondergaan en uiteindelijk in vrede zal leven met Israël, met dezelfde God en dezelfde Messias. Pas dan zal de vrede uiteindelijk terugkeren.

All News Wire: Gedurende jaren spreken de politici nu al over een Nieuwe Wereld Orde. Er zijn velen, binnen en buiten de Christelijke gemeenschap, die hiernaar verwijzen als een roep voor enig model van een wereldregering. Waar in de Bijbel wordt hiernaar verwezen?
Dr. Arnold Fruchtenbaum: In Daniël 7 toont de Bijbel duidelijk aan dat er uiteindelijk een soort één-wereld-regering zal komen? Vele politici spreken ook over een Nieuwe Wereld Orde. Of dit uiteindelijk tot een wereldregering zal leiden of niet, kan enkel de tijd ons vertellen. Daarom opnieuw zal er op een dag een wereldregering komen, maar momenteel kan niemand weten wanneer dit zal gebeuren.

All News Wire: De antichrist is een figuur die door films, boeken en zelfs de muziek, ondertussen al heel wat beruchtheid heeft verworven tijdens de laatste decennia. Wie wordt deze man verondersteld te zijn, hoe zal hij aan de macht komen en wat zal zijn doel zijn? Er wordt verwezen naar mensen die zijn "merkteken" zullen aanvaarden om de kunnen kopen of verkopen om aldus te overleven. Kunt u ons wat meer zeggen over deze persoon?
Dr. Arnold Fruchtenbaum: De antichrist zal een heiden van Romeinse afkomst zijn die uiteindelijk de politieke controle over de hele wereld zal verkrijgen, met uitzondering van wat nu Jordanië is, en eenmaal hij de politieke controle in handen heeft zal hij ook de wereldwijde religieuze controle in handen krijgen, omdat hij van zichzelf zal beweren dat hij god zal zijn en de hele wereld zal oproepen om hem als god te vereren. Om de aanvaarding van zijn goddelijkheid duidelijk te maken zullen de mensen zijn merkteken "666" aanvaarden. Aan de hand van de vijf aanwijzingen in de Openbaring 13, zal dat nummer gewoonweg de numerieke waarde van de persoonlijke naam van de Antichrist zijn. Iedereens naam kan in Hebreeuwse letters worden omgezet, maar wat ook de persoonlijke naam van de antichrist zal zijn, bij het omzetten naar het Hebreeuwse alfabet zal men op 666 uitkomen en dat is een van de manieren zijn hoe we deze persoon zullen kunnen identificeren wanneer de tijd hiertoe rijp zal zijn.

All News Wire: Wat is de tijd van de Grote Verdrukking?
Dr. Arnold Fruchtenbaum: De Grote Verdrukking is een zevenjarige periode, en de meest algemene Bijbelse benaming hiervoor, in beide Testamenten, is "De dagen van Jehovah" of "De dagen van de Heer." Het begint met een beslissende gebeurtenis: het ondertekenen van een zevenjarige overeenkomst tussen Israël en de antichrist, en eens deze overeenkomst zal worden ondertekend, zal dit het startschot zijn van de aanvang van deze zevenjarige Grote Verdrukking [Daniël 9: 27 en Jesaja 28: 14-22]. Deze zevenjarige periode zal een uitstroom zal van de gramschap van God die uiteindelijk zijn hoogtepunt zal bereiken bij de Armageddon en de Tweede Komst.

Tijdens deze periode zullen er drie reeksen van oordeel zijn: de zegeloordelen, de trompetoordelen en de boogoordelen. De zegels en de trompetten zullen in de eerste helft van de Grote Verdrukking komen, terwijl de bogen zullen komen naar het einde van de tweede periode. Tegen de tijd dan deze zeven jaren hun loop zullen kennen, zal zowat twee derden of drie vierden van de oppervlakte van de aarde volledig vernield zijn en dat zal eveneens het geval zijn met de wereldbevolking. Het gebied dat zal overleven zal het gebied van het Midden-Oosten zijn, en zo zal deze twee derden of drie vierden, dat zal vernietigd zijn, zich buiten het gebied van het Midden-Oosten bevinden.

All News Wire: In uw boek "De voetstappen van de Messias," verwijst u naar de stad Babylon, die zich in Irak bevindt. Deze oude stad is al aardig wat in het nieuws gekomen de laatste jaren. Saddam Hussein had een verbouwingsproject klaarliggen en de stad heeft veel geleden tijdens de Iraakse oorlog. Er is vraag om de stad tot werelderfgoed te maken en er zijn ook plannen voor een soort centrum voor het wereldtoerisme. Wat is de betekenis van deze stad?
Dr. Arnold Fruchtenbaum: Het basisgegeven is dat Babylon nooit het soort vernietiging heeft gekend zoals het geschreven staat in Jesaja 13-14, Jeremiah 50-51 en Openbaringen 18. Daarom gaat het hier over een gebeurtenis in de toekomst. Maar dat vereist ook de heropbouw van Babylon, dat reeds grotendeels is geschied en nog doorgaat tot op een zekere graad. De stad is voorbestemd om de politieke en economische hoofdstad van de wereld te worden, onder de heerschappij van de antichrist, waar hij zal zetelen. Maar zijn religieuze hoofdkwartier zal Jeruzalem blijven met zijn afbeelding in de Tempel, terwijl Babylon het politieke en economische centrum zal worden.

All News Wire: U schrijft ook over een godsdienstig Babylon, een soort van wereldreligie. Hoe zal dit tot stand komen, gegeven de huidige godsdienstige oorlogen en onenigheden?
Dr. Arnold Fruchtenbaum: De Bijbel voorspelt duidelijk één wereldgodsdienst voor de toekomst, maar het is nog te vroeg om te vertellen hoe dat zal geschieden. Vooral de Oecumenische Beweging en wat wordt genoemd, de vereniging van alle Protestantse groepsbenamingen en bewegen zich naar een eenheid met zowel de Oosters-orthodoxen als de Rooms-katholieken. Van daaruit denkt deze beweging over een grote, brede religie. Hoe de profetie precies zal worden vervuld is opnieuw te vroeg om te vertellen.

All News Wire: De vragen die wij ons bij deze gebeurtenissen het meeste stellen is: "waarom?" en "wat is de essentie van dit alles?" Als deze gebeurtenissen geen deel uitmaak van een soort oud fictieverhaal, wat is dan het doel van dit alles?
Dr. Arnold Fruchtenbaum: God heeft in Zijn Woord de details van de profetieën uitgedrukt en sommige van deze profetieën hebben zich geopenbaard tijdens de laatste eeuw, zoals Israël dat een onafhankelijke Staat wordt [1948] en Israël die de soevereiniteit verwerft over het oude gedeelte van de Stad Jeruzalem [1967]. Hoewel de Tempel nog niet is herbouwd, zijn er intensieve pogingen van drie verschillende Joodse religieuze bewegingen om de tempel te heropbouwen als voorbereiding op de komst van de Messias. Het feit dat deze dingen gebeuren toont aan dat Gods profetische tijdstabel aan de gang is om te worden vervuld en terwijl Hij ons de chronologische opvolging van de gebeurtenissen geeft, voorziet Hij niet in het tijdselement tussen de ene en de andere gebeurtenis en dit tot de start van de Grote Verdrukking.

Wat voor ons belangrijk is, is te weten dat de Bijbel ons ook leert dat er maar één weg is om de Grote Verdrukking te vermijden en eraan te ontsnappen en dat is door middel van de "Opname van het Lichaam," [1] wanneer alle overleden gelovigen hun lichaam zullen verrezen zien en de andere, levenden gewoonweg zullen worden "opgenomen" om de Messias in de hemel te ontmoeten. Maar om in aanmerking te komen voor deze gebeurtenis moet men werkelijk een ware gelovige zijn en wat men moet geloven wordt verklaard in 1 Korintiërs 15: 1-4. Ten eerste dat de Messias voor onze zonden stierf, ten tweede dat hij werd begraven [het bewijs van Zijn dood] en ten derde dat hij is verrezen op de derde dag.

Als we in de Bijbel geloven en ons daarop alleen verlaten voor onze redding, zal ons het eeuwige leven worden geschonken en aan zij die het eeuwige leven zullen bezitten wordt ook de belofte gegeven dat ze niet zullen lijden onder de gramschap van God, waarover de Grote Verdrukking gaat. Aan de Kerk is nooit beloofd dat het aan de vervolgingen zal ontsnappen, maar aan de Kerk is wel beloofd dat ze zal ontsnappen aan Gods toorn en voor deze reden zullen de heiligen van de Kerk heropstaan en opgenomen worden om de Heer in de hemel te ontmoeten en dit korte tijd alvorens de Grote Verdrukking zal beginnen.

[1] Over de "opname van het lichaam," bestaan er verschillende theorieën. Het is vooral een protestantse gedachte. Bij de katholieken wordt er minder aandacht aan besteed. Feit is dat Vicka Ivankovic, tijdens een van haar interviews met Janice T. Connell, heeft verklaard dat de goede Christenen het minder hard zullen te verduren krijgen. Zien de protestanten de "Opname van de gemeenschap" voor de "Grote Verdrukkingé gebeuren, dan zien de Katholieken dit pas gebeuren bij de terugkomst van Jezus, of het laatste oordeeld.

Feit is dat Vicka Ivankovic, tijdens een van haar interviews met Janice T. Connell, heeft verklaard dat de goede Christenen het minder hard zullen te verduren krijgen. Wat Vicka hiermee precies bedoelde, wordt niet beschreven in het interview. Er zijn vele Katholieken die de Chileense Mijnramp van vorig jaar aangrijpen, als de manier waarop God de Christenen zal helpen.

Vertaling: Chris De Bodt



Foto




Weetjes over Medjugorje

Geografie

Kroatië

Bosnië en Herzegovina

Godsdienst

Wetenschap

Portret van de zieners

Maria's uiterlijk

De 5 pijlers van het geloof

Vragen en antwoorden

Standpunt van het Vaticaan

Ratzinger bezocht ooit Medjugorje "incognito"

1e onderzoekscommissie

2e onderzoekscommissie

3e onderzoekscommissie

4e onderzoekscommissie

De kwestie Herzegovina 1

De kwestie Herzegovina 2

De kwestie Herzegovina 3

Profetieën nemen hun tijd

Mirjana meer en meer op de voorgrond

Bestemming van de ziel

De Podbrdo [Verschijningsberg]

De Krizevac [Kruisberg]

Het Votiefkruis

Parochiekerk Jacobus de Meerdere

Uitbreiding biechtgelegenheid

Kapel der Twee Harten

Oasi delle Pace

Verrezen Christus

Cumunità Cenacolo

Mother's Village

Vr. Slavko Barbaric

Vr. Jozo Zovko

Vr. Pétar Ljubicic

Ratko Perics toorn

Heeft Zanic Medjugorje verraden?

Vr. Amorthe betreurt apathie

Siroki Brijeg

Retraîtekasteel

Zr. Emmanuel Maillard

Ivans gebedsgroep

Nedjo Brecic

Christoph Schönborn

St. Stephansdom, Wenen 2012

Scalambra & Casale Monferetto

Madonna van Civitavecchia

Little Audrey Santo

Maria's verjaardag

Medjugorje en Moederdag

De IIPG [1]

De IIPG [2]

De IIPG [3]

De IIPG [4]

De IIPG [5]

De weide van Gumno

De priester die verdween

Nieuwe taksen op logies

Mirakel van de Maan

Documentaire 1983

BBC Documentaire 2010

Documentaire Mary TV

The Miracle of Medjugorje


Interviews Medjugorje

Mirjana Dragicevic [2008]

Mirjana Dragicevic [1998]

Mirjana Dragicevic [1983]

Mirjana Dragicevic [1989]

Mirjana Dragicevic [1]

Mirjana Dragicevic [2]

Mirjana Dragicevic [2009]

Vicka Ivankovic [2008]

Vicka Ivankovic [1983]

Vicka Ivankovic [2007]

Vicka Ivankovic [1988]

Vicka Ivankovic

Ivan Dragicevic [2003]

Ivan Dragicevic [2004]

Ivan Dragicevic

Ivanka Ivankovic [1983]

Ivanka Ivankovic [1989]

Ivanka Ivankovic

Pétar Ljubicic [2004]

Pétar Ljubicic [2006]

Pétar Ljubicic [2008]

Slavko Barbaric [1987]

Gabriele Amorth [2002]

Jakov Colo

Jakov Colo

Jakov Colo [2007]

Marija Pavlovic [2008]

Marija Pavlovic [1989]

Marinko en Dragico Ivankovic [1983]

Damir Coric [1983]

Marica Kvesic [1983]

John en Andja Setka [1983]

Jelena Vasilj [2002]

Jelena Vasilj en
Marijana Vasilj [1]

Jelena Vasilj en
Marijana Vasilj [1]

Zlatko Zudac [1999]

Bisschop Hnilica [2004]





Overige Weetjes

Bestemming van de Ziel

Theresia van Lisieux
over het Vagevuur

Maria Simma

De invloedrijkste vrouw

Engelen

Twaalf stappen voor een gelukkig heengaan

Twaalf fabels over het Katholieke geloof

Pater Pio en Karol Woijtyla

San Nicolàs de los Arroyos

La Madonna del Ghisallo

O.L.V. Van den Oudenberg

Fatima:
Reeds eeuwen Mirakels

Jacinto Marto uit Fatima
door Fr. Robert J. Fox

Profetieën nemen hun tijd

Jacinto Marto uit Fatima
door Zr. Lucia Dos Santos

Ingrid Betancourt

Dikwijls gewichtige feiten
nà verschijningen

satans opzet

De Graal van Valencia

Notre-Dâme du Laus

Kibeho, Rwanda

Esther en Mordechai

Monte Cassino

Gods adres

Jezus' geboortekerk [1]

Jezus' geboortekerk [2]

De Komeet Lulin

De Komeet Elenin

De Komeet Honda

Samuel Alexander Armas

De Geur van Regen

Jaar van de Priesters

Dr. Gloria Polo's terugkeer

Ian McCormack: Een blik
in de eeuwigheid

Middel tegen komende pandemie

Kim Phuc

Michael Anderson

Zeven kenmerken
van een goede vader

O.L.V. van Las Lajas

Vaders Liefdesbrief

O.L.V. van Ocatlàn

Elena Desserich

Rom Houben

Overlijden Mari-Loli Mazon

Advent

Gered door een engel?

Kerst in de loopgraven

Mgr. Peter Savelbergh

Ontdekking v/d sarcofaag v/d H. Philomena

De Heilige Mis

Petrus Lombardus

Oscar, de kat

Tieners, geef hen nooit op!

Ontdekking te Nazareth

Efeze: Maria's Huis

Wonderdadige Medaille

De rivier Kwai

De Exodus

Valentino Mora

Het vijfde Maria Dogma

Elizabeth Kindelmann

H. Louis de Montfort

H. Clelia Barbieri's
miraculeuze stem

Steven en Djaingo

Het wonder van San José

Aalst, België's 9/11

Het getal 11

Maria en het getal 101

Sterven op 33

Is dit St. Jozef's graf?

Het Kerstverhaal
en Koning Herodes

De Kardinale Climax

Winterzonnewende 2010

En de maan werd rood

Schoonheid van Wijwater

De dag die ontbrak

Het celibaat

De vierde ruiter van de Apocalyps

De maagdelijke geboorte

Jordanië claimt oudste christelijke vondst

Colton Burpo versus Stephen Hawking

H. Gelaat van Manoppello

Padre Pio: under investigation

Grace

Michael Browns retreat

7 niveau's van het liegen

De dood van Sint Jozef

De dood van Maria

Betekenis van Maria's naam

Het Aramees in opmars

De Bosnische pyramiden

Brugge, het Jeruzalem van het Noorden

Wonder te Skopje


Diverse Profetieën
Miscellanous Prophecies

Profetieën nemen hun tijd

Is dit de tijd waarover ze spraken?

Garabandal [1961-65]

Israël en Bijbelse Profetie

Pinksterprofetieën 1975

Quito [17de eeuw]

Kenmerken v/d antichrist

A.C. Emmerich [1]

A.C. Emmerich [2]

De Kremna Profetieën

Hildegard van Bingen

Belpasso [1986-88]

2 Noorse profetieën

La Salette [1846]

Anna Maria Taigi

Diversen

Heilige Mechtildis

Non van Tours

Heilige Nilus

Bernardine Von Busto

Non van Bellay

Kloosterling Hilarion

Don Giovanni Bosco

Elizabeth Canori Mora

Judah Ben Samuel

Jeanne Le Royer

Giacchino di Fiore

Bartholomeüs Holzhauser

Madeleine Porsat

De profeet Daniël

Kibeho, Rwanda

Ida Peerdeman

H. Ireneüs van Lyon

Methodius van Olympus

H. Hippolytus van Rome

Firmanus Lactantius

De Berkenboomprofetieën

Dr. Arnold Fruchtenbaum

H. Ephraïm de Syriër

H. Cesarius van Arles

Columba van Ierland

Elena Aiello

Beda, de eerbiedwaardige

Odilia van de Elzas

Johannes Damascenus

Adso, de Monnik

Anselmus van Canterbury

H. Vincent Ferrer

Joachim van Fiore

Johannes Friede

Thomas van Aquino

John of the Cleft Rock

Franciscus van Paola

H. Birgitta van Zweden

Robertus Ballarminus

Dionysus van Luxemburg




















Het Laatste Geheim

1. Een enorm mysterie

2. Sterk en zedig

3. Dagen van duisternis

4. Moeder van de Heer

5. Boven de zon

6. Gog en Magog?

7. Door de straten van de stad

8. Vanop de hoogste bergen

9. Kleine geheimen

10. Klokslag twaalf

11. Lichten, geluiden, graven

12. De klokken luiden

13. Donderslag in de verte

14. Geheime aanwezigheid

15. Vuurzuil

16. Geheimen van de Rozenkrans

17. Het voorteken

18. De zeven

19. Het voorgevoel

20. Signalen en vloeken

21. Afschuwelijke wonderen

22. De kastijding

23. Naschok

24. Waar duivels beefden

25. Geheime Martelaren

26. Geheim van de gehoorzaamheid

27. Geheim van het vertrouwen

28. Ik wacht op u

29. De geest van opstand

30. Genade en rechtvaardigheid

31. De Profetie

32. Voorbij de grenzen
van de kennis

33. Geheimen in
Amerika en Europa

34. Geboren in de hel

35. Cathérina's geheim

36. Geleende tijd

37. Ik zal uw Moeder zijn

38. Het grote Teken

39. Koningin van de Eeuwigheid











Thomas à Kempis
De navolging van Christus

Boek 1.1

Boek 1.2

Boek 2

Boek 3.1

Boek 3.2

Boek 3.3

Boek 4.1

Boek 4.2



Novenen

Maria Onbevlekte Ontvangenis

OLV van Lourdes

OLV Van Fatima

OLV Van Banneux

OLV van de Berg Carmel

OLV Hemelvaart

H. Maagd van de Wonderdadige Medaille

Maria Lichtmis

Don Bosco

Maria Boodschap

Sint Jozef

Heilige Familie

Goddelijke Barmhartigheid

Heilige Geest

Kindje Jezus

Engelbewaarder

Aartsengel Michaël

Aartsengel Gabriël

Franciscus van Assisi

Antonius van Padua

Pater Pio

Heilige Benedictus

Heilig Hart van Jezus

Heilige Rita

Sint Valentijn

OLV van Altijddurende Bijstand

Jean Marie Vianney

Theresia van Lisieux

Maria, die de knopen ontwart

OLV van de Bezoeking

Zielen in het Vagevuur

Kracht van het Kruis
tegen het kwade

H. Gelaat van Jezus

Hart van Jezus en Maria

Kindje Jezus van Praag

OLV van Genezing

Miraculeuze Maagd

Pater Damiaan

Heilige Anna

H. Maria Goretti

Heilige Peregrinus

Heilige Expeditus

Sint Joris

H. Margareta van Cordoba



Films

Padre Pio

The Miracle of Our Lady of Fatima

The 13th Day

Het Lied van Bernadette

One Night with the King

Faustina

Docu: Faustina Kowalska

Docu: Mariaverschijningen

Docu: OLV van Guadalupe

Vincentius a Paolo

Sint Paulus

Sint Petrus

Docu: Pater Damiaan

Passion de Jeanne d'Arc

Story of Father Damien

Docu: Garabandal

Exorcism of Emily Rose

The Nativity Story

Don Johannes Bosco

The Passion of The Christ

King David

Romero

Jean de Florette

Manon des Sources

Abraham

Mozes

Solomon

Jacob

Francesco

A man for all seasons

The Apocalypse

Docu: H. Maria Goretti

Docu: The birth of Israël

Docu: The six-day war

Docu: Ghosts of Rwanda

Becket

Gospel of Luke

Gospel of Matthew

Gospel of John

Acts

Unsolved mysteries

Joseph

Samson and Delilah

H. Rita van Cascia

Thérèse de Lisieux

Isaak, Jacob & Esau

Fray Martin de Porres

Lourdes [2000]

Clara & Francisco

Maria Goretti

Mother Theresa




Astronomische verschijnselen

28/11/2011



Blog tegen de wet? Klik hier.
Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs

 

Real Time Web Analytics

Page Content

Page Content