Redactie
Medjugorje België en Nederland
Chris De Bodt
(1958 - 2012)

medjugorjebn@gmail.com

Patty De Vos
Kasteelstraat 81
9180 Temse
België
patty.de.vos@hotmail.com

Dr. Guy Claes
Platanendreef 40
8790 Waregem
België
gclaes@scarlet.be

Henk
Twan Vereecken
Geertrui Schonken
Veerle De Caluwé
Anne Van Der Sloten
p. Alfons J. Smet
Broeder Joseph
Zoeken in blog

Medjugorje 2015 Medjugorje 2014 Medjugorje 2013 Medjugorje 2012 Medjugorje 2011 Medjugorje 2010

 

Voorlopig worden enkel de boodschappen gepubliceerd.
08-05-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Medjugorje: Kapel der Twee Harten
Kapel der Twee Harten

De stichter van de Caritas of Birmingham gemeenschap, Terry Colafrancesco, zag dat Marija toe was aan meer privacy. Tot dan toe gebeurde alles bij haar thuis: de verschijningen, gebeden, gesprekken, bedevaarders. Terry besprak deze aangelegenheid met haar en de uitkomst was dat er naast Marija's woning, een nieuwe kapel zou worden gebouwd. De nodige fondsen werden door Terry verzameld. In die tijd had ze een kapel binnen in huis. Zo konden Marija, haar echtgenoot en kinderen meer als familie verblijven in hun huis en hadden ze wat meer privacy. Er werd met de bouw van de kapel begonnen in 1998, zonder enig idee wanneer het bouwwerk zou klaar zijn. Maar Gods timing is steeds de juiste, en net voor de twintigste verjaardag van de verschijningen, op 25 juni 2001, was de kapel klaar. Thans is dit de kapel waar Marija haar verschijningen krijgt, althans, wanneer ze in Medjugorje is, want eigenlijk woont zij in Italië.


Kapel der Twee Harten

Paolo en Marija begonnen daarop een noveen en vroegen aan Onze Lieve Vrouw of ze Haar Kapel wou een naam geven. Tijdens deze verschijning, vertelde Marija aan Onze Lieve Vrouw: "Wij schenken deze kapel aan U. Welke naam wenst U dat er aan deze Kapel gegeven wordt?" Hierop glimlachte Maria en hield ze liefdevol Haar eerste twee vingers omhoog, hiermee het nummer twee bedoelend. Ze wees daarop naar Haar Hart en trok met Haar vingers een spoor langs Haar Hart.

Marija was vol emoties, tranen en vreugde en ze begreep onmiddellijk, zonder enige woorden, dat Onze Lieve Vrouw "Kapel der Twee Harten" bedoelde. Toen ze dit hierna wou zeggen, kon ze amper spreken. Het was onmiskenbaar dat Paolo en Marija beiden zeer bewogen waren door deze eenvoudige, maar overtuigende wijze waarop Onze Lieve Vrouw deze benaming had doorgegeven. Eeuwen lang zullen miljoenen mensen komen bidden in deze kapel, om hun harten op te dragen aan de Twee Harten. En het is zeker een grote genade voor de gelukkigen die in onze huidige tijden in de kapel kunnen bidden, en er hun harten opdragen.

De bedevaarten die worden georganiseerd door Caritas of Birmingham, dragen zichzelf en hun familie steeds op aan de Twee Harten van Jezus en Maria, in deze Kapel.

Binnenin de Kapel der Twee Harten bevindt zich een mooi, met de hand gesneden beeldje van Maria, waarvan slechts weinigen de achtergrond van het verhaal kennen. Een Italiaanse vader en zoon wensten Onze Lieve Vrouw een geschenk vanuit het diepste van hun hart te schenken, door gebruik te maken van hun talenten als beeldhouwer en schilder, die God hen had geschonken. Uit een blok hout sneden zij het beeld van Maria die het Kindje Jezus vasthoudt in Haar armen. Bij elke snede in het hout en bij elke strijk met het penseel, baden ze een Weesgegroetje, van het begin tot het einde, uit liefde voor Onze Lieve Vrouw. Vader en zoon maakten hierop een bedevaart vanuit Italië naar Medjugorje, samen met vrienden en een aantal familieleden. In processie brachten ze het beeldje tot bij het deur van Marija's huis, waar men het gaf als geschenk voor Onze Lieve Vrouw. Marija aanvaardde het geschenk en sindsdien, sinds midden de jaren 80, staat het beeldje opgesteld in Marija's huis te Medjugorje, waar de verschijningen plaatsvinden.


Kan er enige twijfel zijn dat, ongeacht wie er zich voor het beeldje bevindt, elke avond bij de verschijningen met Marija en Onze Lieve Vrouw, Maria steeds de Italiaanse vader en zoon in Haar gedachten heeft, die dit beeldje met zoveel liefde voor Haar hebben gemaakt?

07-05-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Documentaire Mariaverschijningen

Documentaire Mariaverschijningen
















 


06-05-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Manuel Souza Pereira [1]
Manuel Souza Pereira [1]

Het ogenblik is gekomen om de reden neer te schrijven voor mijn intrede in de Serafijnse Orde. Deze genade heb ik bekomen dankzij Moeder Mariana de Jesus Torres, abdis en een van de stichtsters van het Koninklijk Klooster van de Onbevlekte Ontvangenis te Quito die mij, vanuit de hemel, gadesloeg, ook al had ik nooit van haar gehoord.

En zo geloof ik dat het deze Engel was, die mij tijdens mijn jeugdige jaren beschermde en me redde van de verdoemenis van een militaire loopbaan, waar er zo velen in de afgrond van het kwade storten.

Op zoek naar een beroep

Ik ben Portugees van geboorte, geboren in Sotomayor, een dorpje in het bisdom van Braga. Mijn vader overleed toen ik nog een kind was en mijn moeder volgde hem spoedig. Ik werd toen onder voogdij geplaatst van een oom aan mijn moederszijde, een militair en generaal in het leger.


Braga, Portugal, Kathedraal

Hij nam de zorg waar over mij en mijn erfgoed, dat meer dan voldoende was, aangezien ik een enig kind was. Mijn oom was een zeer goede Katholiek en een rechtschapen militair. Hij ging elk jaar, rond Pasen, te biechten en te communie. Zijn vrouw, een vrome en eenvoudige huisvrouw, bezocht vaak het Heilig Sacrament, samen met haar kinderen en mijzelf.

Op een avond, toen de hele familie bij elkaar zat, kwam mijn toekomst ter sprake en werd er de beslissing genomen om mijn studies aan te vangen. Anders zou ik geen beroep en middelen hebben om voor mijzelf in te staan, zeiden ze, wat bijzonder onwenselijk zou zijn, aangezien ik dan afhankelijk zou zijn van mijn familieleden. Er werd voorgesteld om het geld van mijn nalatenschap aan te wenden om de kosten te dragen voor mijn studies aan de universiteit. Ik mocht zelf mijn loopbaan bepalen.

Enkele stelden voor dat ik advocaat zou worden, nog anderen stelden de geneeskunde voor. Enkel mijn oom hield de lippen op elkaar en toen iedereen wachtte op mijn antwoord nam hij het woord: "Manuel, tot welke loopbaan voelt u zichzelf vrijwillig aangetrokken? Kies vrijwillig, zonder u te laten leiden door de familie. Spreek nu, want de tijd van uw studies zal niet langer worden uitgesteld."

Bemoedigd door deze vraag, antwoordde ik: "Nonkel, ik wens geen advocaat, noch dokter te worden. Ik wens maar één ding: een militaire loopbaan. Als het dat niet wordt, dan wordt het niets."

De familie stond verbaasd en de echtgenote van mijn oom drukte haar bezorgdheid uit: "Manuel, ik wens niet dat u een soldaat wordt omdat u zichzelf aan het gevaar zult blootstellen bij zo’n loopbaan en uw ziel zult verliezen. Denk goed na over het leven dat u gaat aanvaarden."

Ik antwoordde: "Ik begrijp dit heel goed, tante, maar ik ben heel vastberaden in mijn beslissing."

Toen gaf mijn oom zijn mening: "Als het dit is wat Manuel wenst, hoe kunnen wij dan tegen zijn wil zijn? Ook een goede militaire kan veel eer bewijzen aan God en kan zelfs hele kazernes bekeren."

Toen ik zag dat hij mijn voorstel genegen was, nam ik resoluut het woord voor allen: "Nonkel, zonder twijfel wens ik te worden ingeschreven op de lijst van het leger, zodat ik onmiddellijk met mijn loopbaan kan beginnen."

Mijn oom, die generaal was, en waarvoor zijn oversten een groot respect hadden, oefende onmiddellijk zijn invloed uit onder de officieren van een hogere rang. Het voorstel werd ernstig overwogen. Hij trof alle schikkingen en ik was blij om mijn toekomstige loopbaan, de gouden droom van mijn leven.

De familie was, net zoals ik, erg bewogen omwille van mijn vertrek en ik bedankte allen voor hun hulp. Ik bedankte vooral mijn tante, die steeds als een moeder voor mij was geweest. Ik kreeg haar zegen, kuste haar handen en vertrok.

In de kazerne

Mijn militaire loopbaan was begonnen en ik gaf mijzelf met volle overgave en kracht. Ik verspilde mijn tijd nooit met nutteloze bezigheden zoals de overige soldaten, die al spoedig ver achter mij stonden, zelfs al waren er velen die veel eerder waren ingetreden dan ik. Mijn oom bekommerde zich steeds voor mijn belangstelling, zodat ik zelf niets hoefde te ondernemen. Ook zijn echtgenote bleef een echte moeder voor mij.

Het leven in nauw verband met alle deze soorten personen en het gezelschap van een jeugd zonder moraal, maakte me enigszins immoreel. Ik voelde een grote aantrekkingskracht tot de wereld en alles wat deze te bieden had.

Mijn collega’s, sommigen meer, andere minder, spraken dikwijls over het huwelijk en somden daarbij mogelijk bruiden op. Ik dacht hierover na toen ik alleen was, maar ik voelde geen neigingen om te huwen. Zonder twijfel zat hier mijn sterke voorliefde voor het leger achter.

Op een dag was ik aan het wandelen met mijn oom en hij zei tot mij: "Manuel, u hebt reeds een ouderdom bereikt waarop u mag huwen. Ik heb steeds met de grootste zorg de plaats van uw vader ingenomen en nu voel ik mij verplicht om de aandacht te vestigen op uw toekomst, zodat deze zou verzekerd zijn. Daarom zal ik een geschikte vrouw voor u vinden. Ik ken enkele goede, jonge dames en tussen hen zal er zeker iemand zijn die heel goed zal passen als de vrouw des huizes en u tevens gelukkig zal maken, zoals ik met mijn echtgenote gelukkig ben. Ik geloof dat ook u dit zo verlangt. Daar u hierover nog niet met mij hebt gesproken, ongetwijfeld vanwege uw schuchterheid om dit voorwerp aan te kaarten, wens ik direct tot u te spreken om deze aangelegenheid op te lossen en alles te regelen dat hiervoor nodig is. Want u weet dan mijn echtgenote en ik uw pleegouders zijn, maar eigenlijk ook uw ouders. Ik wens enkel uw uiteindelijke beslissing te kennen. U weet dat ik van u hou als een zoon, het hooggeschatte juweel van mijn dierbare enige zuster. Spreek dus vrijuit en met vertrouwen."

Ik antwoordde: "Ik dank u, mijn oom. Mij hart voelt een diepe dankbaarheid voor u, want in werkelijkheid beschouw ik u en uw echtgenote als mijn ouders. Ik was heel jong toen ik mijn beide ouders verloor en u deed alles wat u kon, zodat ik mijzelf nooit als een wees voelde. God, Onze Heer, zal u hiervoor meer dan behoorlijk gedenken en uw kinderen zelfs nog meer. Wat mij betreft zal ik proberen om mijn plichten als een gelovige en dankbare zoon te voldoen, waar de toekomst mij ook mag heen brengen. Daar u over mij hebt gesproken over de staat van het huwelijk om aldus mijn toekomst te verzekeren, moet ik u in alle eerlijkheid en standvastigheid vertellen dat ik mij hiertoe niet geroepen voel. Ik huiver van de gedachte om mijzelf gehuwd te zien, wie ook mijn echtgenote zou mogen zijn. Ik heb reeds lang nagedacht over deze aangelegenheid. Tot ik sterf wens ik te leven onder de bescherming van u en mijn tante en zal ik uiteraard steeds uw dankbare en toegenegen zoon blijven."

Mijn oom omarmde mij en zei: "Uw openhartigheid bevalt mij zeer. Ik kan u niet verplichten tot het huwelijk en dit zal ik ook nooit doen. Ik hebtmijn plicht gedaan. Ik zie uw oplossing en zal uw beslissing aanvaarden. Voortaan zullen wij u nog meer als onze zoon beschouwen en zullen we onze ouderlijke plicht verdubbelen. Wees in alles wat u doet een rechtschapen soldaat en wees het bloed van uw familie waardig. Besmet uw ziel nooit met afzichtelijke zonden die de schepselen zo erg verlagen voor God, die uw Vader is, maar eveneens onze rechtvaardige en strenge rechter. Zulke zonden verlagen ook de mensen in de schepping, wat in schandalen ontaardt en de verachting van de verstandige en rechtvaardige zielen."

Zijn advies bleef steeds in mijn hart en het bracht me steeds voordeel in ogenblikken van het slechte gezelschap van losbandige soldaten die mij probeerden mee te slepen in de hinderlagen waarin ze dikwijls liepen.

Manuel Souza Pereira leert over het leven van Moeder Mariana

Mijn goede voornemens om een rechtvaardig leven te leiden schommelden soms bij dreigend gevaar. In het bijzonder, bij één voorval, voelde ik mij langs alle kanten aangevallen om in de val te lopen en had ik het gevoel dat ik zou bezwijken. Op dat ogenblik was ik hoofd van een eskader.

Ik ging steeds te biechten bij een Franciscaanse broeder, maar deze keer had ik aan deze plicht niet voldaan en ik voelde dat mijn ziel zwak geworden was door het gebrek aan de kracht van de genade. Uiteindelijk was mijn hoofd vol van slechte lichtzinnigheden en ik besloot om nog een laatste keer te praten met deze Franciscaanse broeder, die sinds mijn kinderjaren mijn biechtvader was, om hem te vragen om mij niet te vergeten in zijn gebeden en hem te vertellen dat het niet langer meer mogelijk zou zijn om naar hem terug te keren om hem te zien.

Ik liep heel hoog op en had een grote waardering voor deze broeder, wiens raad, tezamen met deze van mijn oom en tante, mij steeds hadden ondersteund in mijn gevechten tegen deze wereld, het vlees en de duivel.


Moeder Mariana

Ooit, in aanwezigheid van deze priester, vulden dankbare herinneringen over het verleden mijn hart met een onverwachte tederheid en, onbekwaam om te spreken, weende ik als een kind. De waardige gelaatsuitdrukking van de priester, de warmte waarmee hij mij ontving en de grote deugdzaamheid die in hem scheen waren stille, maar raadzame berispingen over mijn gedrag en de onmiskenbare afgrond waarin ik mij, met volle zelfkennis, aan het begeven was.

De priester greep mij bij de arm en vroeg: "Manuel, mijn zoon, wat loopt er verkeerd? Misschien zijn uw oom en tante overleden, waardoor u volledig alleen als wees bent achtergebleven? Kom nu, neem uw hart op en spreek tot mij in vertrouwen, zoals u sinds u een kind was, steeds hebt gedaan." Ik viel op mijn knieën zoals bij de biecht.

De priester moedigde mij aan, troostte mij en zei "Mijn zoon, misschien heeft er een grote zonde uw ziel in het leger besmet. Kom nu! De genade van God is groot. Een daad van berouw en een nederige zelfbeschuldiging samen met het vaste besluit om niet te hervallen, is alles wat er nodig is. De heilige vergiffenis zal een heilzaam bad zijn om uw ziel te reinigen in de vriendschap van de welwillende liefde van onze goede God. Spreek, mijn zoon, spreek tot uw vader."

Enigszins aangemoedigd, begon ik te spreken: "Mijn vader, niemand binnen de familie is overleden, maar het is mijn ziel die stervende is. Ik zie mijzelf ronddwalen rond de afgrond en ik ben enkel gekomen om afscheid te nemen omwille van mijn respect voor u, want ik zal nooit meer terugkeren. Ik vraag u ook om te bidden tot God en de Heilige Maagd, voor wie ik altijd een verering zal hebben, opdat ze genade zouden hebben met mij en mij redden in mijn laatste uren. Mijn oom weet hierover niets en ik wens ook niet dat hij het te weten komt, want hij heeft mij steeds de raad gegeven om een rechtvaardige soldaat te zijn. Mijn lijden zou enkel worden verdubbeld, want ik denk dat hij het nieuws over mijn voornemens niet zou overleven."

En zo deed ik een verregaande beschrijving aan de priester, die met de grootste sereniteit luisterde. Toen mijn verhaal ten einde was, streek hij vriendelijk over mijn hoofd en zei: "Wel, wel Manuel! U bent aan het verdrinken in een plas. Het kwade is nog niet geschied, u wordt er enkel toe verleid. Ik was bevreesd dat u deze daad reeds begaan had. Zet dit momenteel uit uw gedachten, terwijl ik u enkele wonderen ga vertellen, want u bent ver van de waarheid aan het afdwalen."

Hij deed mij opstaan en neerzitten in zijn oude, maar robuuste zetel. Hij nam een boek van zijn werktafel en zette zich naast mij neer en zei: "Begrijp Manuel, dat wat u gaat horen geen verhaal is, maar de zuivere waarheid. Het gaat over het leven van een Spaanse zuster die leefde in de kolonie van Quito, waar de Spaanse koning een klooster heeft opgericht ter ere van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria. Zij is een van de Stichtende Zusters en een echte, engelachtige vrouw. Vereer haar en u zult gelukkig zijn, want vanuit de Hemel zal zij over u waken." En hij begon te lezen.

Terwijl hij bezig was, werd mijn geest rustig en voelde mijn hart troost. Mijn geest werd heropgewekt in vertrouwen tot God en verving de vertwijfelingen die ik voorheen voelde. Toen ik hoorde hoe de Heilige Maagd met zo’n vrijpostigheid op deze persoon had ingewerkt, onderbrak ik hem en vroeg: "Vergeef me Vader, maar is dit werkelijk waar?"

Hij antwoordde: "Ja, mij zoon, het is de echte en onvervalste waarheid. God, onze Heer en Maria, onze Meest Heilige Moeder, vinden genoegen om te spreken tot de nederigheid van het hart, en deze goede en gelovige dienaars zijn onze bemiddelaars in de Hemel. Omwille hiervan raad ik u aan om deze heilige zuster te vereren en aan te roepen opdat u gelukkig zou zijn. Is het niet zo dat het dat is wat u wenst?"

Ik antwoordde zonder te twijfelen: "Ja Vader, ik verlang dit erg. Door de beschrijving van haar leven te aanhoren, heb ik de verloren vrede teruggevonden die ik in mijn hart had verloren. Rechtuit gezegd, ziek ik nu hoe stom ik ben geweest. En alhoewel ik de zonde nog niet heb begaan, waarom werd ik dan verteerd door wanhoop? Ik wou de zonde niet begaan, maar ik was er wel klaar voor! Ik ben geen voorwerp waar mijn gezellen kunnen mee spelen, noch een kind dat wil worden gemanipuleerd. Duizend keer is het uur gezegend dat ik naar hier ben gekomen. Ik ben gered en mijn eer blijf onaangeroerd! Ga door, Vader, met uw lezen, want het is net alsof het God zelf is die spreekt."

De priester keek naar de klok en zei: "Mijn zoon, het is nu tijd voor het koor. Ga in vrede naar uw kwartier. Daarna zullen we doorgaan met het lezen en kan u een biecht doen en morgen, de daaropvolgende dag, de Heilige Communie ontvangen." Hij gaf mij zijn bijzondere zegen en ik kuste zijn hand en verliet het klooster.

De confrontatie met mijn medesoldaten

Ondertussen was het fatale uur, om mijzelf in de afgrond te werpen, verlopen zonder dat ik het zelf had opgemerkt. Mijn gezellen hadden mij overal gezocht, het huis van mijn familie inbegrepen.

Mijn oom, die hun onophoudelijke zoektocht had gadegeslagen, werd ook bezorgd en begon eveneens op zoek te gaan naar mij. Hij vond mij het eerst. Hij sprak tot mij op een strenge toon: "Manuel, waar bent u? Uw gezellen proberen u nu reeds uren te vinden. Waarom hebt u het kwartier verlaten? Wat voor een soldaat bent u? Dit gedrag is een soldaat met eergevoel niet waardig. Vertel me rechtuit waar u was tijdens deze uren."

Ik antwoordde: "Nonkel, duizend maal mijn verontschuldigen voor het ongemak dat ik heb veroorzaakt. Ik ben naar het Franciscaner klooster gegaan en het uur uit het oog verloren. Ik ben vertroosting gaan zoeken bij de priester van wie u weet dat hij mijn biechtvader is, en ik heb deze waarlijk gevonden. Bovendien was mijn afwezigheid te wijten aan de Voorzienigheid, die u op een bepaalde dag zult begrijpen." Zelfverzekerd en voldaan, vergezelde hij mij opnieuw naar de legerkwartieren.

Toen mijn verdorven metgezellen mij zagen binnenkomen, benaderden ze mij om mij te ondervragen. Omdat mijn oom bij mij was, voelden zij zich eerder teruggehouden, uit eerbied voor hem. Mijn oom verontschuldigde mij bij mijn oversten die mij berispten om mijn afwezigheid, maar, nadat mijn oom was vertrokken, verder hierover geen opmerkingen meer maakten.

Daarna benaderen mijn metgezellen mij met arrogantie omwille van mijn afwezigheid: "Door jou is de hele zaak niet kunnen doorgaan. We waren op u aan het wachten, maar u kwam niet opdagen en nu is alles onmogelijk geworden. We zullen alles opnieuw moeten opzetten en deze keer blijkt u beter bij ons. Wij zullen er op letten, en als het moet u zelfs dwingen."

Ik sloeg geen acht op geen lege bedreigingen en ik antwoordde op een verheven, misschien zelfs vernederende toon: "Ik ben uw speelgoed niet die u wil manipuleren naar uw wil. Ik ben een vrij man met een edele jeugd. Ik wil de naam van mijn familie niet besmetten met deze verdorvenheden, noch wil ik mijn eer of reputatie verliezen. Ga en doe wat u ook wil, maar spreek er geen woord meer over met mij en betrek mij niet bij uw slechte daden. Als ik nog meer schaamteloze daden te weten kom die jullie van plan zijn, zal ik u aanklagen bij mijn oom, die generaal is, en hij zal bekijken welke straffen jullie verdienen." Toen zijn dit aanhoorden, werden zij bevreesd en trokken zij zich terug.

Koortsachtig ging de nacht voorbij. Hoe lang duurde deze nacht! Ik voelde mijn hart kloppen met een heilige genegenheid voor deze gelukkige Spaanse zuster die de vreugde van God genoot in de Hemel. De dag kon niet vlug genoeg komen omdat ik dan kon terugkeren naar het klooster om andere prachtige dingen te horen die me zouden betoveren en mijn geest tot God zouden verheffen.

Toen ik eindelijk in slaap viel, leek ik een zuster van de Orde der Conceptionisten te zien, gekleed in het blauw en het wit, met een prachtig gelaat en roze wangen, die tot mij sprak: "Manuel, jonge soldaat, verlaat dit aardse leger en voeg u bij de Serafijnse leger van Assisi, zodat u onder zijn vlag kunt vechten tot uw voordeel en groei. Dit leger is hoger in rang dan uw aardse leger en u zult uw beslissing nooit betreuren."

Ik werd angstig wakker en schreeuwde het uit: "Wie heeft het aangedurfd om hier binnen te komen?" Ik keek de kamer rond, maar ik merkte niemand op. Opnieuw viel ik in slaap en opnieuw verscheen dezelfde figuur voor mij, met dezelfde woorden. Ik schoot plots wakker en riep kwaad uit: "Wie is zo schaamteloos dat hij hier durft binnen te kommen? Pas op!" En ik dreigde met mijn zwaard.

Uiteindelijk brak de nieuwe dag aan en ook van de afspraak met mijn biechtvader. Ik vroeg aan mijn oversten de toelating om naar het klooster van de Franciscanen te mogen gaan zodat ze niet ongerust zouden worden over mijn afwezigheid. Zij stemden in met mijn verzoek, omwille van mijn beweegredenen, niet alleen omwille van mijn oom die generaal was, maar ook omdat zij zagen dat ik onvatbaar geleid werd door iets.

Gelukkig ging ik door en haastte mij om zo spoedig mogelijk daar te kunnen zijn. Ik ging het klooster binnen om mij direct naar de cel van mijn biechtvader te begeven, die mij met een warme vriendschap ontving. Hij omhelsde mij, nam mij bij de hand en vroeg: "Hoe gaat het Manuel? Hoe was uw avond? Wat zijn uw indrukken over de Spaanse zuster? Vertel me alles want ik verlang alles te horen over een zuster die God zo genegen is, onze God, wiens vrijgevigheid tegenover zijn schepselen oneindig is."

Ik ging naast hem neerzitten en zei: "Vader, deze Spaanse zuster is inderdaad dapper, toegewijd en ondernemend. Ik trok me terug met een geest vol van heilige gevoelens en goede gedachten. Ik was rustig aan het slapen toen ik haar zag, gekleed in het blauwe en witte gewaad van een Conceptioniste, met mooie gelaatstrekken en roze wangen..." Zo vertelde ik hem alles, mijn handelswijze en antwoord tot mijn metgezellen, daags ervoor, inbegrepen.

Vervuld van vreugde luisterde hij naar mij. Hij keurde mijn houding tegenover mijn metgezellen goed en voegde er aan toe: "Mijn zoon! U kunt het zuiver geluk van een goede religieuze die haar hele leven heeft gewijd onder de schaduw van het kruis, nooit kennen, noch begrijpen! Heilig religieus leven! En het is waar: het leger van de heilige Franciscus overtreft veruit het menselijke leger. U bent inderdaad geroepen! U bent nog jong en de goede God heeft u de gave van een gezonde intelligentie geschonken. U kunt nog steeds studeren voor priester, maar in Spanje, omdat er daar meer gelegenheid tot studie bestaat. U en ik moeten God vragen dat Hij zich verwaardigd om ons Zijn wil te tonen over deze aangelegenheid, door de tussenkomst van onze Spaanse zuster, want het is zeker dat, wanneer u haar biografie zult lezen, zij niet werkloos zal blijven toekijken. Bovendien, aangezien u zich niet voelt geroepen tot het huwelijk, kan uw stellig en vastberaden antwoord aan uw oom een voorzienigheid geweest zijn met betrekking tot uw uiteindelijke roeping. Laat ons nu zien wat God van u verlangt, Manuel."

Hij nam het boek op en begon te lezen.

Mijn geest, die begeerde naar de waarheid, werd geboeid naar wat deze hoorde. Mijn ziel leek de aarde te verlaten en mijn hart begon hevig te schudden, verlangend naar een zuiver en duurzaam geluk waar zij, vrij van menselijke zorgen en zaken, zonder praal of wereldlijke sier kon leven, tegengesteld aan het verlangen van aanzien en verwaandheid. Want in deze wereld kunnen de verborgen ondeugdzaamheden naar voor komen wanneer men ze het minst verwacht, waarbij deze hard toeslaan en de ziel naar de afgrond werpen en van God doen vervreemden en zo, als een noodlottig gevolg, de eeuwige veroordeling afdwingen.

Uiteindelijk kon ik niet langer weerstaan en verbrak ik de stilte: "Vader, als een zwak, jong meisje God met zo’n groot, onzelfzuchtig en edelmoedig hart kan liefhebben, waarom kan ik, die een man en soldaat is, niet hetzelfde doen? Hoe schaamtevol is het voor de man dat vrouwen op het gebied van heldendom de mannen zo ver vooruit zijn!

Kijk vader, de tijd vliegt voorbij en spoedig komt het uur dat u zich naar het koor moet begeven en zal ik achterblijven zonder te weten te komen hoe dit mooie leven eindigde. Het zou beter zijn moest u mij het boek kunnen lenen. Ik zal het met al mijn medesoldaten lezen in de kwartieren. Misschien dat iemand onder hen zichzelf zal beteren en zijn ondeugdzaam leven achter zich zal laten. Verder zal het voor mij niet gemakkelijk zijn om voor zo’n lange tijd mijn kwartier nog te verlaten, want uw Eerwaarde is zich wel bewust van de plichten van een soldaat."

"Met een groot plezier, mijn zoon", antwoordde de priester. "U hebt gelijk dat u zich bezorgd maakt over uw plichten, want de volmaaktheid van het leven ligt in de plichten. Hier is het prachtige boek, geschreven door de befaamde Vader Bartolomé Ochoa de Alcano y Gamboa, Spanjaard van geboorte en een ware zoon van mijn Serafijnse Vader, en daarom ook, mijn broer.

Hij leefde en stierf in ons provinciaal klooster van Sint Paulus te Quito, de kolonie van zijn grote moeder Spanje. Een man van grote wijsheid en voorzichtigheid. Zijn waarde was gebouwd op de stevige ondergrond van de nederigheid.

Zeven maanden na voor de eerste maal te zijn verkozen voor de Provincie, zond hij een prachtige en bewogen brief naar de religieuzen onder zijn ambtsgebied, zoals de abten van de kloosters, de priesters en de missionarissen in de Indiaanse dorpen. Deze brief riep hen op tot enthousiasme en ernstige overweging voor de zaak van de zalig- en heiligverklaring van de eerbiedwaardige Moeder Mariana de Jesus de Torres, eveneens een Franciscaanse conceptioniste, de glorie en eer van onze Serafijnse Familie. Haar leven bekoorde ook mij, omdat ik in haar de onschuld zie van een kind gekoppeld aan de wijsheid van een grote, mystieke geleerde. Het is het meeste nuttige voor de ziel om de leer die de Koningin der Hemel zelf, de Meest Heilige Maria, onze Onbevlekte Moeder, aan deze meest geliefde dochter geeft doorgegeven, te lezen. Haar werk noemt De Mystieke Stad van God en het is echt deze naam waardig.

Door de loop der tijden zal dit werk worden gelezen en gerespecteerd door deze bevoorrechte zielen die een grote liefde voor God hebben en zo zuiver van hart zijn dat ze bekwaam zijn om de waarheid ervan te ontvangen, die voortkomt uit Gods Geest en gebouwd is op de stevigste nederigheid. Manuel, zonder deze waarde, kan er niets anders bestaan en al de rest is maar een nutteloze schijn van vroomheid, of beter gezegd, een hypocriete klucht."

Ik nam het boek uit zijn handen en met grote tevredenheid keerde ik naar de kwartieren terug.

Toen mijn oversten mijn grote vreugde zagen, vroegen ze: "Wat is er gebeurd dat u zo blij maakt? Misschien heeft uw oom, de generaal, een huwelijk voor u geschikt, ongetwijfeld met de meest edele en wijze jonge dame, die u heel gelukkig zal maken."

"Mijn gemoed heeft niets te maken met een huwelijk", antwoordde ik, "omdat ik deze roeping niet heb. Ik ben geroepen tot een ongehuwd leven. Er is iets anders gebeurd. Ik heb een prachtig boek ontvangen, geschreven door Padré Alácano, een minderbroeder, die zijn leven verbond aan een Franciscaanse Conceptionele zuster, uit Spanje afkomstig en een van de stichtsters van het Klooster van de Onbevlekte Ontvangenis in de Kolonie van Quito, dat in naam van de Koning werd opgericht in het jaar 1577. Als u er aan houdt, kan ik het hier in de barak luidop voorlezen, wat het is een aangrijpend, waar gebeurd verhaal."

Deze oversten waren goede, eerlijke mensen en streefden ernaar dat moraal en orde voorop stonden in de kwartieren. Het waren ook Katholieken, alhoewel ze niet steeds aan hun Paasplicht voldeden. Maar allen baden tot Maria, aanriepen God en de heiligen en lieten nooit na om naar de mis te gaan op alle dagen dat dit vereist was. Tussen de gelederen bevonden zich sommige jonge, losbandige soldaten, dat is waar, maar ze zouden hun verdorven misdaden slechts begaan buiten het zicht van de oversten.

Mijn oversten keurden daarom, uit nieuwsgierigheid en genoegen, de openlijke lezing goed, waar ik dan ook meteen mee begon.

Zoals een vonk vatte het enthousiasme voor het boek onder allen vuur, zelfs in die mate dat sommigen zouden hebben gesmeekt om niet te stoppen met lezen. Ik zou lezen tot het uur van de rust, en over het algemeen gesproken, toonde iedereen een grote interesse. Het leven van Moeder Mariana was het onderwerp van algemene discussie. Alle gaven de heldenmoed van deze jonge Spaanse religieuze, die zo vele beproevingen had doorstaan, toe.

Terwijl het lezen vervolgde, nam men een verandering waar in de barak en tegen de tijd dat het ophield werd er unaniem om een geestelijke retraite gevraagd, wat het nut bewees van welke vruchten er rijpten in zo’n ondeugdelijke zielen.

Tijdens deze dagen van retraite, die werden geleid door de Franciscaanse broeders, waaronder mijn biechtvader, verscheen de mooie Spaanse zuster elke nacht aan mij in mijn dromen in haar orderkleed, vermengd met blauwe kleuren en kleuren, witter dan sneeuw. Naast mijn bed herhaalde zij haar verzoek: "Manuel, verlaat dit aardse leger en laat in inschrijven onder de vlag van Franciscus, mijn Vader, die nood heeft aan dappere voorvechters om de ondeugdelijkheid te bestrijden en de zielen te redden. U bent een geschikt persoon voor dit leger en u zult veel goeds doen voor de zielen."

Ik werd angstig wakker. Godvruchtig bewogen voelde ik mij aangetrokken om dit wereldse leger te verlaten om het in te ruilen voor dat van Franciscus, maar ik kon de stap nog niet zetten. Ik zag bergen van hinderpalen voor mij die, menselijk gesproken, onoverkomelijk waren. Tegen het einde van de retraite was ik stil geworden, vol van gedachten. Mijn geest was volledig bezet door deze aangelegenheid. En hoewel ik geneigd was om volledig van levensstijl te veranderen, kon ik nog niet tot een definitief besluit komen.

Het was toen dat ik opnieuw de Spaanse zuster zag, maar deze keer niet in een droom. Haar verschijning was identiek aan deze van de visioenen tijdens mijn slaap. Met een serene gelaatsuitdrukking stond zij voor mij en zei: "Manuel, jonge soldaat, waarom bent u zo traag en hard van hart? Luister ten minste naar de stem van God. Verlaat het leger, de wereld en de gekke ijdelheden en laat u inschrijven onder de vlag van de Serafijn van Assisi. Daar wacht God op u. Als u niet luistert naar de goddelijke stem en doof blijft aan zo vele ingevingen, zal u zeker uw ziel verliezen, dat zoals lood in de diepste diepten van de brandende afgrond zal vallen. Om u hiervan te overtuigen laat ik u nu de plaats zien waar u voor eeuwigheid zult verblijven."

Toen zag ik hoe de brandende afgrond zich voor mij opende in het midden van de aarde. Binnenin was er een holte vol vuur en met de meest wrede kwellingen, met daarrond de brandende geesten, dansend midden het afgrijselijke geschreeuw, bezorgd wachtend op hun gevangene.

Een duivel schreeuwde het uit tot de andere: "Dit is de plaats van de soldaat Manuel Sousa Pereira, omdat hij niet luisterde naar de stem van God, die hem geroepen had tot volmaaktheid op het pad van de walgelijke Franciscus van Assisi, mijn vijand, die ontelbare zielen van mij berooft. Laat ons allen ijverig strijden om deze soldaat ervan te weerhouden om een Minderbroeder te worden. Dan zullen we hem, wanneer hij naar hier zal komen, folteren zonder medelijden."

Ik keerde terug tot mijzelf terwijl ik langzaam uit mijn droom ontwaakte, maar nu was ik volledig veranderd en vastbesloten om de wereld voor altijd te verlaten, wat er ook moge gebeuren.

Ik vertrouwde de aangelegenheid toe aan de heilige Spaanse zuster met deze woorden: "O heilige maagd, als het waar is dat u in de Hemel bent, en het leven van trouw heb geleid waarover wij hier hebben gelezen, dan moet u de dingen ordenen dat ik mij zonder moeilijkheden kan inschrijven onder de banier van Franciscus om te vechten in de schaduw van de standaard van het Kruis."

Ik had nauwelijks het laatste woord uitgesproken, toen ik haar opnieuw zag, zo mooi als daarvoor. Met een zachte en lieve stem, zei ze tot mij: "Manuel, mijn beminde broer, eindelijk hebt u uw hart vastbesloten tot God gegeven. Vrees niet, alles zal goed gaan. Twijfel niet over de waarheid van het leven, want op een dag, in de nabije toekomst, zult u een andere biografie schrijven over mij, met daarin eveneens het verhaal over uw roeping tot de Serafijnse Orde. U hebt zonet gezien hoe een eeuwigheid van martelingen u staat te wachten als u niet antwoord op de goddelijke roep. Als u rationeel bent, zult u nu doen wat u zult wensen te hebben gedaan op het uur van uw dood."

Tegen de morgen was ik licht paniekerig en verward, maar vastberaden. Ik sprak met mijn biechtvader en vertelde hem wat er zich had afgespeeld. Ik vertelde hem over mijn beslissing om de wereld te verlaten en mij zonder dralen in te schrijven in het Leger van de Serafijnse Vader, de Heilige Franciscus van Assisi, om zo mij eeuwige redding te verzekeren, want na al wat er tijdens de voorafgaande weken was gebeurd, was het niet langer meer mogelijk om te twijfelen.

Mijn biechtvader luisterde zeer aandachtig. Met ogen vol met tranen vertelde deze eerbiedwaardige oude broeder tot mij: "Wat u gezien hebt is geen denkbeeld, Manuel. Het is God die u roept langs mijn heilige zuster. O, was het mij maar gegeven om naar Quito te reizen, de Spaanse kolonie, en voor het graf van de Spaanse maagd Mariana de Jesus Torres zowel als voor de dierbare resten van alle Stichtende Spaanse Moeders van dat fortuinlijke klooster, te kunnen bidden! Maar door mijn oude leeftijd, kan ik niet meer hopen op deze vertroosting. Ik zal al mij zusters conceptionisten in de Hemel zien en mij daar verheugen op hun aanwezigheid.


Manuel Souza Pereira

Vrees niet, want vandaag nog zal ik met de abt van dit klooster spreken zodat u kunt overstappen van het menselijke naar het goddelijke leger. Nadat u het klooster bent binnengetreden zullen we alles in orde brengen voor uw vertrek naar Spanje opdat u uw studies zo mogen beginnen om priester te worden."

"Jawel Vader," antwoordde ik, "schrijf mij vandaag nog in, in de Serafijnse Militia. Ik beloof dat ik daar een betere soldaat zal zijn dan hier, omdat het vervullen van mijn plichten ginds zullen dienen tot een veel grotere eer."

De toestemming van zijn oom

Op het einde van de retraite deden alle soldaten hun Paasplicht met een buitgewoon enthousiasme en vol hartstocht. Soldaten die sinds 10, 20, zelfs 25 jaar geen enkel sacrament meer hadden ontvangen, volbrachten nu hun biecht. Allen waren vol vuur van deze heilige Spaanse zuster.

Mijn oom, die er eveneens met een groot verlangen aan had deelgenomen, riep mij terzijde en stelde me voor om een klein ommetje te doen. Tijdens het wandelen, zei hij tot mij: "Manuel, mijn zoon, wat maakt er u bezorgd? U leeft in gedachten en teruggetrokken. Niets boeit u. Het lijkt wel of treurnis u overspoelt. Voelt u zich ziek? Spreek rechtuit, want ik ben uw vader."

We bevonden ons in een mooie weide en de natuur zelf had er stenen zitplaatsen geplaatst die ons uitnodigden om te rusten. We aanvaardden deze uitnodiging van de natuur en zaten tezamen onder een grote boom die ons beschermde tegen de sterke stralen van de zon. Ik antwoordde: "Mijn oom, ik weet dat u een goede katholiek en voor mij een ware vader bent, want ik ben groot gebracht onder uw bescherming en voogdij en u hebt mij een voortreffelijke Katholieke opvoeding gegeven. Meerdere keren heeft uw raad mij behoed tegen verlagende ondeugden, waarvoor er tijdens een militaire loopbaan vele gelegenheden bestaan.

Wij hebben zopas de geschenken van God ontvangen in een overvloed van genaden tijdens deze dagen van retraite. Met onze harten ter beschikking van God om opofferingen te doen, vraag ik uw zegen en toelating om datgene te omarmen waartoe ik mij duidelijk geroepen voel.

Hoe dan ook wens ik u eerst alles te vertellen wat er tot nu is gebeurd opdat u alles zou weten. Dan kunt u, met uw ervaring, oordeel en voorzichtigheid de zaak heel goed overwegen en mijn standvastig en onwrikbaar besluit niet toeschrijven aan een kinderlijke opstoot van gevoelens of enige onvoorzichtige roekeloosheid, ingegeven door wrok, die ik volkomen niet koester."

Toen vertelde ik hem alles wat er gebeurd was van de tijd dat ik gemist werd in de kwartieren. Ik eindigde met de woorden: "Onze goede God, grootmoedig in zijn geschenken en genaden, bedolf deze Spaanse zuster met opmerkelijke gunsten, die u ook kent uit haar levensverhaal, waarvan ik merkte dat u er echt van genoot. Vanuit de Hemel vervolgt deze heilige bruid van Jezus Christus met zielen te bekoren en te winnen ten dienste van God, en hen te overreden om te verzaken aan de waanzinnigheid van deze ondankbare wereld. Ik ben een van deze fortuinlijke zielen. Ik bemerk dat ik geroepen ben om te vechten onder het standaard van het Kruis in het leger van de Serafijnse Sint Franciscus. Daarom moet ik het aardse leger verlaten waar ik mijn ziel blootstel aan ernstige gevaren.

Wilt u mij nu, mijn oom en vader, begeleiden naar de drempel van het Franciscaanse klooster om mij te laten inschrijven, waar ik God zal kunnen dienen en mij zo zal kunnen verzekeren van mijn redding? Tot nu is er een leegte geweest in de diepten van mijn ziel, waarvan ik niet wist hoe ik deze moest opvullen, want de wereldse dingen konden mij geen voldoening schenken. Maar ik zie dat het religieuze leven deze leegte zal opvullen. Mijn besluit staat vast en is onherroepbaar. Niets of niemand kan mij hierin nog stoppen. Ik heb reeds gesproken met mijn biechtvader en morgen zal ik weten of ik toegelaten zal worden."

Verrast en verward omhelsde mijn oom mij. Hij weende zo sterk dat de tranen van zijn wangen stroomden. Tussen zijn snikken door zei hij: "Manuel, mijn geliefde zoon, ik voel dat mijn vaders hart in tweeën breekt. U was werkelijk mijn meest geliefde zoon. Ik heb steeds gehoopt dat u mijn ogen zou sluiten en alle formaliteiten zou vervullen voor de begrafenis van mijn lichaam, maar daar u zeker bent dat God u roept tot een volmaakt leven, kan ik geen weerstand bieden. Ga en wees gelukkig, maar vergeet hen niet die als ouders voor u waren en die u zo zeer liefhadden. Er rest ons nog slechts een korte tijd in dit leven. Als u over onze dood zult vernemen, vergeet dan niet voor onze zielen te bidden. En net zoals ik u heb ingeschreven in het aardse leger, zal ik zelf u inschrijven in het hemelse leger van de Serafijn van Assisi, net zoals u verlangt."

Gesprek

De volgende dag vroeg ik de toelating om mij naar het Franciscaanse leger te begeven. Ik groette mijn biechtvader die mij met open armen ontving: "Manuel, mijn zoon, uw verzoek om Minderbroeder te worden is aanvaard. Laat ons nu gaan en u voorstellen aan de abt van een klooster in de Franciscaanse orde. Antwoord met eenvoud op alle vragen die hij u zal stellen." Wij gingen langs verscheidene gangen tot wij aan zijn bureel kwamen. Mijn biechtvader klopte aan.

Een ernstige, maar vriendelijke stem antwoordde: "Kom binnen." We gingen binnen.

Voor mij bevond zich een oude religieuze man. Hij was lang en mager, maar nog steeds robuust en sterk. Zijn blauwe ogen, die de vroomheid van het leven onthulden en de roepingen kon onderscheiden, richtten zich tot mij. Hij raakte mijn schouders aan en vroeg: "Welke noden brengen u naar hier, jonge soldaat?"

"Vader," antwoordde ik, "Ik kom om onderdanig te bidden aan de voeten van uw Eerbiedwaardige Vader, om mijn verzoek, om een Franciscaner te worden, te aanvaarden. Ik verzeker u, Eerbiedwaardige Vader dat ik, met Gods genade, een betere soldaat zal zijn in het Serafijnse leger dan in het wereldse leger."

"Mijn zoon, kunt u vasten, gehoorzamen en een leven leiden van voortdurende opoffering en soberheid, zonder onderbreking, van ’s morgens tot ’s avonds? Hebt u de moed om door verre landen te reizen, overeenkomstig de wil van uw meerderen, om zo onwetende zielen te evangeliseren? Kunt u alleen en afgezonderd leven van uw familie, vrienden en kennissen, in beslag genomen door meditatie en de taken uitvoeren die uw meerderen u zullen wensen op te leggen, of ze u al dan niet zullen bevallen, zonder verzet of verontschuldigingen?"

"Ja, Vader, dit is alles wat ik zoek. Alleen dit kan de leegte in mijn ziel vullen, want ik ben niet geschapen voor een leven in deze wereld."

"Heel goed dan," antwoordde hij. "Als u gelooft dat u voor dit alles de nodige sterkte bezit en uzelf vrij door God geroepen voelt tot het godsdienstige leven in de Serafijnse Familie, mag u intreden in het klooster. Hier zult u zich ondergeschikt stellen aan de Regels, vanaf het ogenblik dat u lid wordt van de Orde. U bent toegelaten, maar als u meer dan een week wacht, zullen de deuren van dit Klooster niet langer meer opengaan voor u, want hierdoor zullen wij weten of u oprecht door God bent geroepen. Wij binnen het klooster, zullen voor u bidden en ik geef u mijn persoonlijk zegen."

Ik verliet het bureel van de Vader vol geestdrift. Ik beraadslaagde nog een tijdje met mijn biechtvader en heel tevreden ging ik terug naar de kwartieren, waar mijn oom mij stond op te wachten. Ik vertelde hem alles en vroeg hem de nodige stappen te ondernemen om mijn militaire loopbaan te beëindigen. Ik verzocht hem ook om thuis alles voor te bereiden voor mijn toetreding tot de Franciscaanse Orde. Hij luisterde zorgvuldig naar al mijn verzoeken.

Afscheid nemen

Na dit alles zei ik vaarwel tot mijn gezellen in de kwartieren. Niemand durfde een woord tegen te spreken. De officieren, die mij hoog inschatten en dachten dat ik gelukkiger zou zijn als soldaat dan als broeder, betreurden mijn vertrek sterk en stelden nog voor om over deze zaak wat meer na te denken. Met mijn intelligentie en mijn militaire achtergrond, zeiden ze, zou ik het spoedig tot generaal brengen, zoals mijn oom.

Maar ik bedankte hen allen voor hun vriendelijkheid en vertrok. Ik ging daarop naar het huis van mijn oom en tante, die als ouders voor mij waren, en hun kinderen, die ik als broers en zussen liefhad. Daar regelde ik alles om hen mijn ouderlijke erfenis na te laten. Een derde deel werd voorbehouden voor de armen.

Op de derde dag van mijn verblijf, om vier uur in de namiddag, sprak ik tot hen met de volgende woorden: "Mijn lieve ouders, broers en zussen, mijn geliefde familie. Het uur van mijn vertrek is aangekomen, wat voor altijd zal zijn, want deze nacht wijzig ik mijn verblijf met de zalige eenzaamheid van het Franciscaner klooster. Alles is geregeld en ik heb geen bezittingen in deze wereld. Van nu af aan ben ik een onvermogende bedelaar en staat niets mij nog in de weg om mijn religieuze broeders te vervoegen. Daar zal ik de dagelijkse steun vinden van de goddelijke Voorzienigheid en de Heer verzoeken liever te sterven dan Hem ontrouw te zijn."

Ik knielde voor mijn tante en vroeg haar zegen. Hetzelfde herhaalde ik voor mijn oom. Daarna omhelsde ik mijn broers en zussen. Vervuld van vreugde ging ik op weg naar het klooster. De weg leek mij ver, zo bekommerd was ik om mijzelf.

Intrede in het Klooster

Ik trok aan de koord van de bel en de broeder-portier vroeg mij wie ik was en wat ik wenste.

Ik antwoordde: "Broeder, ik ben de soldaat die de wereld verlaat om naar dit heilige toevluchtsoord te komen. Open de deuren voor mij, want ik heb reeds te veel vertraging opgelopen."

De broeder zei: "Heel goed, maar eerst moet ik Vader Abt inlichten over uw aankomst. Wacht een ogenblik.

Kort daarop opende zich de deur en Vader Abt, vergezeld van andere Broeders, kwam mij ontvangen. Zeer tevreden groetten zij mijn oom en broers en liet ons allen binnen. Na een gesprek, richtte Vader Abt zich tot mij en vroeg: "Mijn zoon, dus bent u gekomen om te blijven?"

"Ja Vader. Ik heb niets meer in deze wereld. Al mijn banden zijn verbroken."

Toen zei mijn oom: "Vader, hier is uw geliefde zoon, die van ons zijn laatste afscheid heeft genomen. Maar aangezien het God is die deze opoffering van scheiding vraagt, is het onmogelijk om dit te weigeren." Overvloedige tranen stroomden van zijn wangen toen hij deze woorden zei.

De Vader antwoordde: "Señor Generaal u zou gelukkig moeten zijn om uw zoon in dit klooster achter te laten, want zo wordt uw familie door God gezegend."

Dan richtte de Vader zich rechtstreeks tot mij en zei: "Vraag uw vaders zegen, omhels uw broers en treedt binnen."

Zo geschiedde en daarop werd ik door de broeders naar mijn cel geleid, terwijl de Vader abt nog wat achterbleef bij mijn oom en broers. Vanaf dat ogenblik voelde ik niet langer de leegte in mijn ziel, het vacuüm waartoe niemand in staat was om het op te vullen. Alles rondom mij leek naar mij te lachen.

De Novicenmeester, nog tamelijk jong maar reeds heel goed in zijn leven van boete, legde mij mijn plichten en taken uit. Hij zei mij dat het juk van de Heer licht is en Zijn last zoet en dat goede wil en liefde volstaan om de Heer Jezus Christus te volgen. Met deze ingesteldheid zou alles heel goed verlopen.

Hij was een broeder die steeds streng was voor zichzelf, maar vriendelijk en mild met anderen. Hij leidde ons, zijn leerlingen, op dergelijke wijze dat wij nauwelijks de strengheid van het kloosterleven voelden. Hij liet ons nooit afdwalen en stond nooit toe dat we verdwaalden van de juiste naleving der regels, in alle bijzonderheden.

Drie maanden van volledige eerbiediging van het kloosterleven gingen voorbij en mijn roeping werd elke dag sterker en sterker.

Tijdens deze periode vroeg ik aan God om mij Zijn wil bekend te maken, want mijn oversten wensten mij naar Spanje te sturen voor het aanvangen van mijn studies voor het priesterschap.

Ik zocht ook mijn toevlucht tot mijn heilige zuster, de Spaanse conceptioniste, Moeder Mariana de Jesus Torres, over wie ik vaak droomde.

Tijdens één van deze dromen zei ze: "Manuel, mijn broer, God wenst niet dat u naar Spanje gaat, maar naar Quito, de Spaanse kolonie. Daar, in de stad waar ik leefde, zult u zo veel goeds doen en veel bijstand verlenen aan mijn Klooster. Vraag of ze u daarheen willen zenden, ik zal uw begeleidster zijn. Uw ziel zal veel meer voordeel halen uit de Nieuwe Wereld dan uit mijn moederland Spanje."

Ik vertelde dit aan de novicen meester, die beloofde voor mij te bidden. Terwijl bleef ik onze Heer en Zijn Onbevlekte Moeder, wiens meest toegewijde zoon ik ben, verder verzoeken zodat Gods heilige wil voor mijn godsdienstig leven zich duidelijk voor mij zou openbaren en ik aldus mijn pelgrimstocht op aarde zou kunnen vervullen om de Hemel, het enige verlangen van mijn ziel, en mijn dorst naar het eeuwige geluk, te kunnen verdienen.


Moeder Mariana

Tijdens mijn overpeinzingen dacht ik na over de verantwoordelijkheden van de Franciscaanse priesters en de verhevenheid van deze Orde. Ik dacht na hoe mijn Serafijnse Vader, de heilige Franciscus, weigerde om er naar op te stijgen, want, in zijn grote nederigheid, vond hij van zichzelf dat hij het priesterschap niet waardig was. Ik zei tot mijzelf: "Als een persoon zoals mijn Serafijnse Vader het priesterschap afwees, omwille van zijn nederigheid, wat doe ik dan? Ik die een soldaat en verachtelijke zondaar was, ongegrond geroepen door de goedheid van God tot het volmaakte leven door de tussenkomst van de gebeden van die heilige Spaanse heldin, de stichtster van het Klooster van de Onbevlekte Ontvangenis te Quito? Zeker zou het onbezonnen en arrogant zijn van mij om mij te voeden met het verlangen om God zelf naar beneden te roepen op het ogenblik van de Consecratie, door Hem in mijn handen te houden."

Het zou beter voor mij zijn om te worden opgeleid als een lekenbroeder die nederig, respectvol en tegelijkertijd dankbaar de heilige voorgangers aan het altaar zou dienen, en met een zelfs grotere behendigheid mijn taken uit te oefenen. In de kronieken van het klooster heb ik gelezen dat er een ontelbaar aantal heilige lekenbroeders waren in de Franciscaanse Orde. Waarom kon ik geen van hen zijn? Gezondheid, sterkte en een goede wil had ik in overvloed. Ik zou mijn oversten vragen om mij naar Quito, in de kolonie, te zenden zodat ik in deze fortuinlijke stad waar de resten van mijn heilige zuster, Moeder Mariana de Jesus Torres, lagen opgebaard, in de Franciscaanse kledij van lekenbroeder zou kunnen gekleed gaan.

Ik dacht na over deze dingen toen de novicen meester, vergezeld door de Vader abt, mij riepen. Zij leidden mij naar de tuin van het noviciaat, waar de Vader abt mij zei: "Broeder, u hebt de gezondheid en de bekwaamheid om te studeren voor priester. Opdat u uw studies rustig en onbekommerd zou kunnen aanvatten, zullen wij u zo spoedig mogelijk naar Spanje zenden. Wij hebben de toestemming om te getuigen voor uw roeping tot uw Orde, wat we zeker zullen doen. Hoogstwaarschijnlijk kan u binnen de twee weken vertrekken."

Ik knielde neer voor de Vader en sprak: "Vader, ik ben heel dankbaar voor de grote mildheid van u tegenover mij. Maar ik heb deze aangelegenheid de afgelopen maanden met God besproken en ik zie duidelijk dat ik niet zo stoutmoedig ben om voor het altaar te staan. Ook mijn Serafijnse Vader, Sint Franciscus, zoals hij was, koos niet voor het priesterschap, hoe waardig ben ik dan om dit wel te doen? Mijn vastberaden beslissing is aan u, mijn oversten, te vragen om de mildheid te hebben om mij in de Orde te ontvangen als een opgeleid lekenbroeder, zodat ik mijn broeders kan helpen als dienaar en onvoorwaardelijk de wapens van de boete kan uitoefenen op mijn weerspanning lichaam, net zoals ik vakkundig de wapens hanteerde tijdens mijn militaire loopbaan."

Daarenboven, de grote mildheid kennende die bestaat in de Serafijnse Familie, bid ik en smeek ik u, geknield aan uw voeten, dat u mij naar West India zou zenden, naar Quito, in de Spaanse kolonie, het land waar de heilige Spaanse heldin en stichtende Moeder van het Klooster van de Onbevlekte Ontvangenis, leefde. Nooit zal ik opstaan vooraleer ik dit heb bekomen.

In onze Franciscaner klooster ginds, zal ik onze heilige ordekleed dragen en worden opgeleid met het grootste geluk in het hart.

Mijn dierbare oversten weten heel goed dat ik mijn roeping te danken heb aan deze heilige heldin, Moeder Mariana de Jesus Torres, die mij heeft beloofd om mij te vergezellen op de reis en die mij heeft onthuld dat het Gods wil is dat ik aan mijn oversten zou vragen om mij naar Quito te zenden. Ik heb geen andere ambitie op deze aarde dan om een heilige en goede Franciscaanse lekenbroeder te zijn.

Vertaling: Chris De Bodt

05-05-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Manuel Souza Pereira [2]
Manuel Souza Pereira [2]

Geen familie of bloedverwanten meer

De Vaders waren diep bewogen. Ze omhelsden me en deden mij opstaan en zeiden; "Zoon, wat zal uw oom, de generaal hierover zeggen, als hij te weten komt dat u naar zo’n ver land wenst af te reizen en afstand neemt van het priesterschap om te worden opgeleid als lekenbroeder? Gelet op uw edele naam zal hij zeker niet blij zijn met uw beslissing en ons hiervoor verantwoordelijk stellen."

"Absoluut niet, mijn Vaders," antwoordde ik, "ik heb niet langer iets of iemand in deze wereld. Toen ik deze gezegende muren binnentrad, heb ik definitief afstand gedaan van al mijn familie en bloedverwanten. Ik beschouw mijzelf als alleen in deze wereld, met geen andere familie dan de Serafijnse, die mij zal bijstaan in mijn heilige streefdoelen en beslissingen, mij gelukkig zal maken en voor mij in de nodige middelen voorzien om godsdienstige volmaaktheid te bereiken in welk gebied ter wereld ook. En zo vraag ik u om mij zonder verder uitstel naar het Franciscaner klooster van Quito te sturen."

De Vaders namen dit in beraad. In vertrouwen wachtte ik onderdanig op hun belofte.

Tijdens deze dagen kwam er een Vader uit Spanje om een aantal zaken te regelen in het klooster. Hij merkte op dat zijn Oversten hem nog deze maand naar West India, naar het Franciscaner klooster van Quito, wensten te sturen zodat hij daar gedurende een tijdje zijn gezondheid zou kunnen terugwinnen, omdat het klimaat ginds heel gunstig was voor zijn herstel. Hij was klaar om te gaan, maar hij miste een gezel.

De Broeders vertelden hem mijn verhaal en voegden eraan toe dat hij onmiddellijk kon ontschepen als hij mij als gezel zou meenemen. De broeder keek mij ernstig aan en zei hierop: "Broeders, u hebt mij een uitstekende reisgezel gegeven. Ik zal hem meenemen en voorstellen aan ons Klooster in Quito, waar hij een broeder zal worden."

De plannen werden gemaakt en we zouden spoedig vertrekken. Ik was dolgelukkig dat mijn verlangens zich voltrokken. Tijdens deze dagen kwam mijn oom mij bezoeken. Ik ontving hem met een nog grotere liefde dan ik gewoonlijk deed. Toen hij mij zo opgetogen zag vroeg hij: "Manuel, welk nieuw geluk is er u nu overkomen?"

"Nonkel," antwoordde ik, "mijn hart verheugt zich als ik zie hoe de wens van mijn leven zich voltrekt. Ik ben door mijn oversten gevraagd om naar het Franciscaanse klooster van Quito te gaan zodat ik mijn ordekleed ginds kan ontvangen en een godsdienstige opleiding kan volgen als lekenbroeder, want ik weet dat God mij hiertoe heeft geroepen. Alles loopt voortreffelijk voor mij, want een broeder die uit Spanje kwam, gaat spoedig naar Quito, de Spaanse kolonie, en ik mag hem vergezellen."

En zo nonkel, is de tijd gekomen om u mijn laatste vaarwel te zeggen en u te omhelzen, wat ik ook vraag om dit door te geven aan mijn tante, mijn nichten, neven en mijn hele familie, want ik zal de tijd niet hebben om dit allemaal zelf te doen."

Mijn oom werd bleek als een lijk. Hij sprak, met een door het snikken gebroken stem: "Manuel, mijn zoon, u vertelde mij dat u een priester wou worden. De Broeders verzekerden mij dat zij u naar Spanje zouden sturen om er te studeren en gedurende heel die tijd heb ik niet opgehouden hen te vragen wanneer u zou vertrekken zo dat ik u daarheen kon vergezellen, er u aanbevelen en er u goed gevestigd kon achterlaten, waartoe mijn adellijk bloed en mijn sociale status zeker zouden hebben bijgedragen. Maar het lijkt alsof u beneveld bent van vreugde zodat u niet weet wat u zegt. Nooit zal ik mijn toestemming geven om u als lekenbroeder te laten onderwijzen. Ik zal u meenemen naar huis en daar voor u een schitterende toekomst uitbouwen, ook al hebt u het leger opgezegd, waar u zelf van geloofde dat u er niet toe geroepen was, maar u kunt duidelijk voor een andere loopbaan kiezen die u niet zal weghouden van het pad van een heilig christelijk leven.


Quito, Kerk der Franciscanen

Ik zal met de broeders praten en nog vandaag kunt u terugkeren naar mijn huis, waar we wenen om uw afwezigheid en nog steeds de hoop koesteren om u in ons midden terug te hebben."

Op dat moment kwamen de broeders aan om mij te vertellen dat de bel voor het koor spoedig zou rinkelen en het bezoekuur over was. Mijn oom, vertelde zeer verward aan de priesters zijn plannen voor mij. Zij antwoordden dat ze begrepen waarom hij was teleurgesteld en dat, indien nodig, ik onmiddellijk met hem kon terugkeren, daar het godsdienstige leven er een uit vrije wil moet zijn.

Ik antwoordde vrijuit: "Nonkel, ik ben een weeskind en alleen op deze wereld. Ik ben een arme bedelaar van Christus in dit heilige toevluchtsoord en vraag dat de goddelijke Barmhartigheid dagelijks in het onderhoud van mijn lichaam voorziet, dat sterfelijk is, maar ik vraag eveneens de deugdzaamheid en de vroomheid van mijn ziel, die eeuwig is. Noch u, met uw huis, familie en adeldom kunnen mij van dit beroven, want ik wens te sterven en te worden begraven in deze Orde. Adeldom, rijkdom, menselijke en wereldlijke verlangens betekenen voor mij de dood, zoals mijn ouders, die rusten in de duisternis van hun graf. Ik zoek naar God en verafschuw alle wereldse zaken en wil vrij zijn van alle ouderlijke banden, in overweging nemende dat het grootste vijand voor een religieuze zijn familie is. Om deze redenen ga ik ver van hier heen, zodat niemand van mijn familie zou binnendringen in mijn eenzaamheid en hindernissen plaatsen op de weg naar het volmaakte leven waartoe ik door God ben geroepen.

Ik zal het onvergelijkbare geluk hebben om mijn religieuze beroep als lekenbroeder in een ver land te mogen uitoefenen en zo hoeft u geen reden te hebben om verward te zijn. Laat mij dit pad volgen, ik smeek het u. Vraag mij niets langer iets, want ik heb niet langer familie of vrienden, enkel mijn Serafijnse Familie, die mij gelukkig zal maken in tijd en eeuwigheid.

Vaarwel, het uur van het koor is reeds aangekomen! Vaarwel voor altijd! Moge God met u zijn!"

Ik gaf mijn oom, die weende als een kind, een laatste omhelzing en vertrok. Daar enkele Broeders bleven om op hem te passen, sloot ik aan bij mijn gezellen om naar het koor te gaan. Toen alles over was kwamen verschillende Broeders mij vertellen hoe mijn oom, vreselijk onder de indruk van alles, was weggegaan. Zij gaven mij de raad: "Denk goed na, mijn zoon, over wat u gaat doen opdat u later van uw beslissing geen spijt zou hebben. Er is nog steeds tijd om van mening te veranderen."

Ik antwoordde: "Broeders, Ik heb lang en hard nagedacht over de feiten en mijn beslissing blijft onveranderd. Ik heb noch de grillen van een jongen, noch de wispelturigheid van een vrouw. Ik ben een volwassen man en een soldaat. Ik ga dit alles verlaten en ga heen waar God mij geroepen heeft. Er is geen alternatief. Ik maak deel uit van de Serafijnse familie. Ik zal nooit van gedachte veranderen.

Zij die in deze wereld leven, zelfs de goede mensen, krijgen te kampen met de leegheid en een verlangen naar eerbetoon. Enkel het nederige leven kan mij voldoening schenken, het verborgen leven dat mijn Heer Jezus Christus gedurende dertig jaar heeft geleefd. Mijn Serafijnse Vader Sint Franciscus stichtte zijn Orde overeenkomstig het Heilig Evangelie. Het is in deze Orde dat ik wens te leven, teruggetrokken uit de wereld, verborgen voor allen, zonder vertoon. Zend mij, dierbare Broeders, zo spoedig mogelijk naar de plaats waar God verlangt waar ik ben."

Ze omhelsden mij en gaven mij hun zegen, en verzekerden mij op God dat ik altijd gelukkig zou zijn in de Serafijnse Orde, want mijn Vader, de Heilige Franciscus, erkende mij als een ware zoon. Toen troffen zij alle regelingen voor mijn vertrek.

Het vertrek

Wat een mooie morgen, die tiende januari 1777. Ik ben nu 26 jaar en een maand oud.

Na de Heilige Communie te hebben ontvangen en het nuttigen van het ontbijt in het Klooster, omhelsde ik ieder van mijn broeders en novicen. Met tranen in de ogen, zeiden ze allen vaarwel. De Vader Abt en de novicen meester begeleidden mij naar de deur.

We waren nog maar net op weg naar de uitgang of de bel ging en de broeder portier kwam naar Vader Abt om te zeggen: "De generaal, oom van onze dierbare broeder Manuel, is hier en vraagt om hem te mogen spreken."

"Geduld!" zei ik tegen mijzelf en ik ging buiten naar hem toe. Hij nam mij in zijn armen en wenend zei hij: "Manuel, mijn geliefde zoon, bent u zo hard van hart dat u uw reeds bejaarde ouders kunt verlaten op de drempel van hun dood? Kunt u geen vijf jaar meer wachten?"

Ik antwoordde met de grootste omzichtigheid: "Mijn geliefde oom en vader. Ik heb voor u een immense liefde en ben u enorm dankbaar. Om deze reden ben ik vastbesloten om mijzelf volledig te wijden aan een heilige leven zodat ik voor u de genaden en barmhartigheid kan winnen in tijd en eeuwigheid.

Nog deze morgen vertrek ik uit dit klooster om het Franciscaanse orderkleed te dragen en te worden opgeleid als lekenbroeder in ons Klooster te Quito. Dat is wat God van mij verlangt. Dan is Zijn meest Heilige Wil.


Onze Lieve Vrouw van het Welslagen, Quito

Zegen mij voor altijd en bid voor uw zoon. Wat mij betreft, kan ik jullie nooit vergeten en jullie zullen steeds voorop staan in mijn gebeden. Maar aarzelen in mijn vastberaden besluit en mijn reis uitstellen kan ik niet langer doen!

Herinnert u zich het verhaal uit het Evangelie waarin Onze Heer Jezus Christus een jonge man vroeg om hem te volgen. De jongeling antwoordde dat hij dit na een tijdje zou doen, omwille van zijn verplichtingen tegenover zijn familie. En wat gebeurde er? Hij werd nooit een apostel, en er wordt aangenomen dat hij zijn ziel heeft verloren om de goddelijke roep niet te hebben beantwoord. Ik wil deze jeugd niet navolgen. God roept mij. En zo zeg ik tot u allen: Vaarwel!"

Toen zei Vader Abt tegen mijn oom: "Manuel is onverzettelijk in zijn besluit. Het is God zelf die hem roept. Laat hem aldus naar Quito vertrekken zodat hij daar gelukkig zou zijn."Hierop wendde hij zich opnieuw tot mij en voegde hieraan toe: "Ik zegen u, mijn zoon, mijn Manuel. Ga en volg Jezus en het Serafijnse leger. Vergeet ons niet, want wij zullen u nooit vergeten."

Ik knielde neer en vroeg zijn zegen, en daarop de zegen van ieder van de broeders. Toen stond ik op en verliet het Klooster met Vader Balthazar, mijn gezel. Onze eerstvolgende bestemming was Spanje.

Ik vertrok met grote vreugde. De natuur zelf scheen mij toe te lachen. De vogels zongen op een bijzondere wijze en mijn geest steeg tot hemelse hoogten. Mijn rustige ziel, die zag dat haar meest vurige verlangens werden verwezenlijkt, jubelde.

Vader Bathazar merkte mijn opgetogenheid op en zei: "Broeder, ik zie in u de voorbestemming van de Orde. Nooit heb ik zo’n geluk waargenomen in jonge mensen die de wereld verlaten, vooral in uw geval, met de vele beproevingen die u hebt doorstaan. Vertel mij, hebt u geen spijt om te hebben afgezien van uw adel, rijkdom en eerbetoon om voor eeuwig verborgen te blijven in een verafgelegen hoek van de wereld in een nederige staat als lekenbroeder?"

"Absoluut niet!" antwoordde ik vastberaden. "Al deze onbeduidende dingen zijn van geen enkel belang voor mij. Ze zijn zoals een grasvuur waarover de wind zich snel verspreid, of beter nog, misleidende glans en schitteringen, een afbeelding van de leegheid, die, eens men er heeft van geproefd, later aanvoelen als de vreselijke bitterheid van een schuldig geweten. Hoe heilig is de religieuze staat, en hoe volmaakt is het nederige ambt van een lekenbroeder!"

Toen wij in Spanje aankwamen, ontvingen de broeders mij met een warme liefde, alsof ik reeds lang deel uitmaakte van het Klooster. Ik bleef daar één week en voelde er mij niet zo gelukkig als thuis, te midden van de nauwgezette bezorgdheid van mijn beminde familie.

Eindelijk Quito

Midden januari 1977, verliet ik eindelijk Spanje naar West India in het gezelschap van Vader Balthazar, die mij als een gids leidde door de verschillende landen die wij voorbijgingen. We gingen steeds naar de Kloosters van onze Orde, waar we nooit als vreemdelingen werden behandeld, want onze Serafijnse Orde is als een bezorgde moeder die onderdak verleent aan haar gelovige zonen over de hele wereld.

Te Quito werden we in het Klooster ontvangen met een onbeschrijfelijke gelukzaligheid. Ze waren reeds op de hoogte van onze komst. Ze feliciteerden mij allen voor mijn vastberaden besluit om aan het aardse leger te verzaken en mij te hebben laten inschrijven in de Serafijnse Familie.

"Het leger van Franciscus van Assisi," vertelden ze mij, "strijdt hevig tegen de duivel en is heel geliefd bij God. Hier leeft en sterft men met een grote vrede in het hart. Bovendien zijn er in de Kloosters heilige religieuzen die de anderen met hun levensstijl tot voorbeeld dienen en in dit land heeft de Serafijnse familie steeds heilige lekenbroeders voortgebracht."

Wenend als een kind vertelde ik hen mijn wens om een van deze lekenbroeders te worden.

"Maar ware het niet beter, broeder," zei iemand, "om de studie van priester te volgen zodat u nog meer zielen kunt winnen voor God in het onderricht en de biecht?"


Quito, Ecuador


Guagua Pinchincha

"Oh neen, Vader!" antwoordde ik vlug. "In de nederige staat van lekenbroeder, zal ik de missionarissen helpen met mijn gebeden en opofferingen. Mijn vastberaden besluit om deze wereld te verlaten was om opgeleid te worden tot lekenbroeder."

Dagen van geestelijke verrukking gingen vol geluk en gezwindheid voorbij en zo deed ik mijn novicen studie waarbij ik het ware geluk proefde waar zij in de wereld beangstigend naar zoeken en slechts zelden vinden, want dit geluk kan het beste gevonden worden waar God op een bijzondere wijze leeft in de stilte en de soberheid van het kloosterleven, de voorkamers van de Hemel.

Toen mijn novicen studie was beëindigd, had ik de onvergelijkbare goede geluk om mijn religieuze beloften in de nederige staat van lekenbroeder te mogen uitspreken. Ik beschouwde mijzelf gelukkiger als de Koning van Spanje.

Op de ochtend van 5 februari 1778, op de leeftijd van 27 jaar en twee maanden, was de Franciscaanse gemeenschap hiervan getuige. Zo groot was het geluk van mijn ziel dat ik mijzelf in het gezelschap waande van de heiligen. Geen aardse verlangens bewolkten de kristalheldere hemel van mijn kloosterleven. Alles leek mij voor de wind te gaan. In één zin: ik voelde mij gelukkig!

Met deze onuitdrukkelijke vreugde, leefde ik in het Franciscaanse Klooster te Quito.

In het Klooster van de Onbevlekte Ontvangenis

Een van de Broeders leidde de religieuzen in het Klooster van de Zusters van de Onbevlekte Ontvangenis. Waar hij ook ging, mocht ik hem vergezellen, wat mij zeer tot genoegen strekte.

Terwijl de Vader de biecht afnam, ging ik naar het raster van het lagerkoor. Met een heilige afgunst en diepe godsdienstige eerbied kon ik staren naar deze heilige en bevoorrechte plaats waar God en de Heilige Maria met hun Engelachtig schepsel, Moeder Mariana de Jesus Torres, hadden gesproken. Het leek dat ik haar in al haar verschillende facetten, haar diepe nederigheid, haar terughoudende houding, haar ernstige toewijding of in één zin: haar vroomheid die zij met haar wezen uitstraalde, kon waarnemen.

Ik zou tot mijzelf zeggen: "Oh, kon ik enkel maar hier geweest zijn tijdens het aardse leven van mijn heilige zuster, Moeder Mariana de Jesus Torres!"

Soms is mijn hart zo diep bewogen dat ik hoop dat zij uit haar graf zou opstaan om mijn vragen te kunnen beantwoorden:

"Moeder Mariana de Jesus Torres, mijn Spaanse Niña, eindelijk ben ik in uw huis. Werp de lijkwaden af die u bedekken. Sta op en kom tot mij aan dit rooster. Zegen mij en spreek tot mij de woorden van het goddelijke vuur dat mijn koude hart zal doen branden. Hoor de woorden van uw broeder, die u op zijn bewonderenswaardige wijze vanuit een ver land naar hier te Quito hebt gebracht, waar ik bijzonder gelukkig ben.

Wat zou ik allemaal niet gedaan hebben om hier te zijn aangekomen terwijl u hier nog leefde tijdens uw aardse leven. Hoe verlang ik naar de klanken van uw stem, zoals die van een lieve en reine duif, die de harten van Onze Geliefde Jezus Christus en de Heilige Moeder bekoort, om vanuit de hemel neer te dalen om vertrouwd met mij te spreken over de grote geheimen, in het bijzonder over deze die tijdens de komende eeuwen nog moeten geschieden.


Standbeeld Gevleugelde Maria, Quito

Gelukkige muren die u bewaakten, een rode roos en een witte lelie, in de serafijnse tuin van de Onbevlekte Ontvangenis van de Koningin der Maagden. Ik smeek u, vergeet mij nu, dat u de nieuwe lofzang met volle glorie in de Hemel zingt, niet, nadat u zo dikwijls hebt gezongen en de Heer geprezen in het aardse koor.

Mijn heilige zuster u weet alles wat zich in mijn vorige leven heeft afgespeeld. Het was u die mij behoedde om in de afgrond te storten. Duizendmaal gezegend en vereerd is de oneindige genade van God in mij!

Zelfs al ben ik tevreden in deze nederige staat van lekenbroeder, blijven mijn broeders aandringen dat ik mijn studies zou aanvatten om als priester te worden gewijd. Mijn wangen blozen om u dit te moeten zeggen, omdat ik mijzelf hiervoor niet waardig acht. En mijn hart trilt bij de gedachte om voor het altaar te staan zonder te zijn geroepen voor het priesterschap. Ik zou kunnen afwijken van de ware weg die mij naar de Hemel leidt en mijzelf in de afgrond van de hel zou werpen. Want ik voel dat ik mijzelf veilig kan redden in de Serafijnse Orde, door te bidden en te leven in de staat van lekenbroeder.

Temeer, hoe kan ik naar het altaar gaan en de Heer met de verheven woorden van de Consecratie aanroepen, en Zijn Meest Heilige Lichaam aanraken met deze handen die gediend om wapens te dragen in het leger, als soldaat?

Spreek tot mij vanuit het graf, heilige zuster. Vertel mij wat de Heer van mij verlangt, want ik ben onzuiver, een laaghartig stukje roet, een onwetende lekenbroeder. Kon ik de Meest Heilige Wil van God kennen, ik zou deze volgen en geen enkele moeite doen om hieraan te verzaken als ik zie hoe Hij zichzelf heeft opgeofferd voor mijn belang, door zich met drie nagels te hebben laten ophangen aan het Kruis, met Zijn gezegende lichaam vol van wonden waaruit het goddelijke bloed in stromen vloeide en dit enkel uit liefde voor mij.

In mijn bezinning over Hem, voel ik mij verteerd met het verlangen van het martelaarschap zodat ik ook mijn bloed kan storten als bewijs van mijn liefde, precies zoals zoveel lekenbroeders van dit Klooster van Quito hun bloed hebben gestort. Indien het mij alleen zou worden toegestaan om de missionarissen te vergezellen op hun opdracht om de Indianen aan de kusten en andere plaatsen in dit land te onderrichten."

Wenend als een kind, zou ik mijn hart bevrijden van het ijzeren rooster van het lagerkoor van dat fortuinlijke Klooster en terugkeren tot mijn Klooster met een gerust hart, wel beschikt om God lief te hebben en vastbesloten om Zijn Heilige Wil te volgen in alles wat Hij van mij verlangt.

Priesterschap

Op een nacht was ik in de vrede, die staat als getuige van een goed geweten, volop aan het wenen en opnieuw zag ik mijn "kleine Spaanse zuster" in haar blauwe en witte orderkleed. Verrukkelijk en glimlachend, zei ze tot mij:

"Broeder Manuel, ik feliciteer u om het woord van God te hebben aanhoord en de wereld met de moed van een soldaat te hebben verlaten. U zult worden gezegend in tijd en in eeuwigheid.

Weet dat de vrome gevoelens die u voelt voor het ijzeren rooster van het lagerkoor mij niet onbewogen zijn gebleven. Ik kijk liefhebbend op u neer als een broer, en ik eerbiedig u als een helper van mijn Heer Jezus Christus, die u gekozen heeft om tot het altaar te gaan en Hem af te roepen in uw handen door hem met een dankbare genade en liefde te behandelen.

Mijn Serafijnse Vader Sint Franciscus heeft u gekozen als zijn opvolger in het bestuur van het Provinciale Huis. Daar zult u de gelegenheid hebben om vele goede dingen te doen. Gehoorzaam uw oversten en laat u, zonder angst om van het rechte pad af te wijken, tot priester wijden, want u bent hiertoe niet alleen geroepen, maar ook gekozen.

Vergeet niet om mijn klooster te begeleiden en te helpen, nadat u priester zult zijn geworden, want mijn klooster zal steeds de steun van haar broeders en de minderbroeders nodig hebben, die het zullen steunen met hun raadgevingen tot de langverwachte dag er uiteindelijk zal komen wanneer het Klooster terug onder hun hoede zal vallen."

Ik werd wakker uit mijn raadselachtige droom, met mijn hart vol van liefde voor God. Ik besloot om te gaan studeren voor priester, zelfs al trilde ik bij de gedachte om het Meest Verheven Lichaam van onze Heer Jezus Christus te moeten vasthouden.

Mijn biechtvader had erop aangedrongen dat ik mijn studies zou aanvatten en zo was hij zeer voldaan toen ik hem van mijn droom vertelde en van het heilige besluit dat ik bij mijn ontwaken had gemaakt.

Hij luisterde met een levendige interesse en vertelde me dan vastberaden: "Broeder, stel dit niet langer uit en luister naar de goddelijke oproep van de Eeuwige Priester om op te staan voor het altaar. Wees niet bevreesd, want u bent onderwezen als een lekenbroeder en nu zal God Zijn wil, door Zijn bevelen van uw oversten, aan u openbaren, wat bevestigd werd bij de verschijning van onze Spaanse religieuze zuster. Het zou een schaamteloze zonde zijn indien u zou doof zou blijven voor deze oproep."

"Ja, Vader," antwoordde ik. Ik ging samen met hem weg naar de Provinciaalse Vader en de verschillende leden van de regerende raad. Ze waren unaniem in hun besluit:

"Broeder Manuel, denk niet langer aan uw tranen. Wenst u nog langer tijd te verspillen met God door zijn Goddelijke Wil te blijven ontkennen? Morgen begint u met uw studies voor het priesterschap. Geen verdere verontschuldigingen meer, want deze zullen u geen deugdzaamheden meer bijbrengen, maar enkel koppige hardnekkigheid. En hoe onbetamelijk zou dit zijn voor een Minderbroeder!"

Ik knielde en kuste de voeten van mijn oversten. Toen ze mij teken gaven om op te staan, antwoordde ik: "Broders, laat de Meest Heilige Wil van God geschieden. Ik zal u gehoorzamen en ik ben zeker dat ik op uw gebeden kan rekenen."

Mijn studies begonnen en ik maakte met een verbazend gemak vooruitgang. Ik had ze aanbevolen aan mijn heilige zuster, Mother Mariana de Jesus Torres, door haar te vragen dat als het Gods Wil was om tot priester te worden gewijd en de feiten uit haar leven waar waren, ze mijn studies moest vergemakkelijken. En dat deed ze ook.

Nadat ik mijn studies had voltooid namen mijn meerderen al de nodige stappen voor mijn priesterwijding. Aangezien ik een Portugees was dienden Zijne Majesteit Don Carlos III, zowel als de Franciscaanse Superior Generaal van Nieuw Spanje mij in te lijven in de provincie van Sint Paul van Quito. Dit werd goedgekeurd en verordend in het jaar 1786 en in 1787 werd ik eindelijk ingewijd als priester.

Vader Pereira wordt de biechtvader van de Zusters Conceptionisten

Tijdens een officieel bezoek aan Zijn Klooster, verzocht zijne excellentie, de Bisschop, dat twee Franciscanen hem zouden vergezellen. Ik was één van de gelukkige uitgekozenen.

Mijn verlangen om de muren binnen te gaan en de nacht die aan het bezoek voorafgingen duurden erg lang. Tegen de morgen gingen mijn gezel en ik naar de Kloosterkerk om de Bisschop op te wachten. Onder zijn gezag gingen wij het klooster binnen.

In het lagerkoor bonsde mijn hart van geluk. Ze waren de tegenzangen voor de overledenen aan het zingen, maar ik dacht bij mijzelf: "Zij zouden het Te Deum moeten zingen!"


Moeder Mariana's onvergankelijke lichaam

Toen de tegenzangen waren beëindigd streefden mijn meest geliefde dochters van de Gemeenschap van de Onbevlekte Ontvangenis, die hadden deelgenomen aan de plechtigheid allen ernaar om hun broers, de minderbroeders op te wachten en te verwelkomen. Andere zuster kozen ervoor om de Bisschop te begeleidden tijdens zijn verblijf. Ik vroeg naar de graftombe van de Stichtende Moeders. Toen zij mij de plaats toonden waar Moeder Mariana de Jesus Torres lag, knielde ik onbewust bij de gezegende plaats.

Ik vroeg de zusters: "Kan ik deze geliefde resten bekijken? Ik zou graag haar handen kussen."

"Vader, dat is onmogelijk", antwoordden ze, "de Bisschop zou dit achterhalen en dan ... "

Terwijl de overigen door het lagerkoor gingen, bleef ik alleen achter bij het graf van mijn weldoende zuster. Ik voelde de uitwerking van haar rechtschapenheid en een omgeving van vroomheid en liefde voor God welke uitging van dit geliefde graf. Zelfs nadat de anderen het koor hadden verlaten, bleef ik daar onbewogen tot mijn gezel me kwam roepen om weg te gaan. Mijn ziel en hart bleven echter daar bij het graf!

Toen zij ons de gevangenis toonden, stroomden de tranen uit mijn ogen. Ik scheen mijn heilige zuster gevangen en opgesloten te zien ginds. Bij het zien van mijn emoties, vroeg de Bisschop: "Waarom deze tranen, Broeder?"

"O, Zijne Excellentie," antwoordde ik, "hoe vele heilige herinneringen zijn er hier in deze eerbiedwaardige plaats, geheiligd door het lijden van de rechtschapen zielen. Hier werd onze Heer Jezus Christus nagevolgd, en alhoewel de onschuld zelf, leed hij als een misdadiger." Terwijl het bezoek doorging, voelde in mezelf bedolven door heilige gevoelens, want overal zag ik de engelachtige zuster.

Het was tijdens dit bezoek dat de zusters me voor het eerst leerden kennen. Toen ze zagen dat ik zo toegewijd was aan hun Klooster, riepen de zusters mij voor de biecht. Ik ging met een grote tevredenheid. Ik zou alles stopzetten om hen op te wachten, zelfs al zou het tot ’s nachts duren om mijn werk af te maken.

Mijn ziel was verrukt om deze onschuldige maagden, heel genegen bij God, te ontmoeten. En ik, met het vertrouwen van een broeder, ondervroeg hen allen over wat ze wisten over Moeder Mariana.

De zusters vertelden me diverse feiten die niet waren opgenomen in de biografie van Vader Alácano, die ik voor het eerst las in Portugal.

Een der zusters tot wie ik mij richtte was zo vriendelijk om mij een dagboek voor te stellen waarin Moeder Mariana de Jesus Torres haar wekelijkse beschouwingen neerschreef. Ik droeg van dan af dit kleine notitieboek steeds bij mij en zou het voor niets ter wereld verhandelen, daar het geschreven was door een heilige maagd. Voor mij was het een dierbare reliek.

In alle omstandigheden van mijn leven, had ik de gewoonte om mijzelf aan te bevelen bij de heilige zuster, wiens bescherming en gunsten ik steeds op een buitengewone wijze bekwam.

Gebed

O Engel van onschuld en oprechtheid, vanuit het gelukzalige thuisland waar u verblijft,
Vergeet uw broeder niet die nog steeds deze verleidelijke oceaan van het leven bevaart.
Vanuit de Hemel ziet u mijn moeilijkheden, noden en angsten in de uitvoering van mijn priesterlijk ambt.
Ik ben gewijd omdat God het zo wou en omdat u zich deze aangelegenheid aantrok.
Kijk nu neer over uw broer opdat hij God zou verheugen en vereren in alles.
Dit zijn mijn enige wensen in deze ellendige vallei van lijden en tranen.

Als ik aan het einde van mijn leven kom, sta mij dan nog meer bij, meer dan ooit, zodat ik een heilige dood kan sterven en voor eeuwig bij u kan zijn in de Hemel onder de blauwe mantel van onze Onbevlekte Moeder, in eeuwig geluk en overweging en liefde tot God zonder enige angst om Hem te verliezen.

Opmerking: Het is algemeen geweten dat Moeder Mariana Vader Manuel Souza Pereire tastbaar begeleidde, aan hem verscheen om hem te beschermen tegen de gevaren van zijn missiewerk. Zij was de begeleidende ster van deze soldaat, deze heilige religieuze Franciscaan die stierf in de geur van vroomheid.

Vertaling: Chris De Bodt




04-05-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Medjugorje. Interview van Zuster Emmanuel Maillard met Jelena Vasilj
Interview van Zuster Emmanuel Maillard met Jelena Vasilj

Jelena Vasilj is geboren op 14 mei 1972 als tweede kind van zes uit de wijnbouwersfamilie van Grgo en Stefa Vasilj-Grgasovic. Zij was negen jaar oud bij het begin van de verschijningen en geloofde er onmiddellijk in. Zij is zienster in de ware betekenis van het woord.

In het ouderlijk huis, aan de voet van de Krisevac, werd door het gezin en de grootouders dikwijls gevast en gebeden en sinds het begin van de verschijningen werd dit nog regelmatiger gedaan. Jelena voelde zich zeer tot het gebed aangetrokken en ging elke avond naar de Heilige Mis. Op een dag bad ze vanuit de grond van haar hart: "O God, wat zou ik toch gelukkig zijn als ik toch echt in u zou kunnen geloven!"

Na 18 maanden intens gebed hoorde Jelena een "innerlijke stem" en begreep dat het Onze Lieve Vrouw was. Niet alleen kon zij Haar horen, maar zij kon Haar ook, hoewel op een andere wijze van deze van de zieners, aanschouwen. Van de eerste verbazing bekomen durfde Jelena de Koningin van de Vrede te vragen of ook zij bestemd was om geheimen te ontvangen. Ze verkreeg het antwoord door een innerlijke stem: "Ik zal aan u niet op dezelfde manier verschijnen als aan de zes anderen. Voor u heb ik een ander plan. Verontschuldig Mij, dat Ik u de geheimen die Ik hen heb toevertrouwd, niet kan vertellen, maar het is een genade die voor hen en niet voor u bestemd is. Ik zal aan u verschijnen om u bij de ontwikkeling van uw geestelijk leven te helpen en door uw bemiddeling wil ik graag andere mensen op de weg naar de heiligheid leiden."

Ondervraagd over het verschijnsel van de innerlijke stem en de gevoelens op het moment van de gebeurtenissen, zei Jelena "Het is moeilijk te beschrijven. Wanneer ik met de Heilige Maagd in contact ben bevind ik me in een soortgelijke situatie als iemand die aan het telefoneren is: ik kan anderen in mijn omgeving horen spreken, maar ik neem er niets van op. Ik hoor niet wat zij zeggen omdat ik volledig op mijn telefoongesprek geconcentreerd ben."

Voor Jelena Visalj begonnen de innerlijke locuties op 15 december 1982. Spoedig werd duidelijk dat Jelena's taak vooral gericht was op het gebed. Zij leidde een gebedsgroep tot ze haar studies in de VS begon in 1991 en Onze Lieve Vrouw maakte haar duidelijk dat Zij haar nodig had om via het gebed, mee te helpen Gods plan te verwezenlijken. Vele theologen waren onder de indruk van de diepzinnigheid van de gesprekken van de toen elfjarige Jelena.

In de Verenigde Staten studeerde zij aan de Franciscaner universtiteit van Steubenville en later haalde ze haar doctoraat in de theologie te Rome

Voor haar huwelijk gaf ze voornamelijk gesprekken aan bedevaarders en reisde ze naar vele landen als uitdraagster van Maria haar boodschappen te Medjugorje. Op 24 augustus 2002 huwde Jelena Visalj met Massimiliano Valente in de Sint-Jacobuskerk te Medjugorje. Het was een mooie, gebedsvolle en vreugdevolle huwelijksplechtigheid! Zieneres, Marija Pavlovic, was hofdame. Zelden zien wij dergelijke mooie huwelijken. Een week voor de plechtigheid had Zuster Emmanuel Maillard met haar een gesprak over wat zij als waarden houden voor een Christelijk stel.


Jelena Vasilj

Zr. Emmanuel: Jelena, Ik weet dat u volledig open stond voor Gods wil in uw leven. Hoe kwam u tot de overweging dat uw weg het huwelijk was, eerder dan een andere weg?
Jelena: Ik zie steeds de schoonheid van beide levenswijzen en ik blijf enigszins aangetrokken tot het religieuze leven, omdat het een mooi leven is en dit kan ik in alle vrijheid zeggen in het bijzijn van Massimiliano. Ik moet ook zeggen dat ik mij een beetje verdrietig voel dat ik niet het ideaal van het religieuze leven zal volgen. Maar ik zie eveneens dat ik door het samenleven met iemand anders, ook groei. Massimiliano helpt mij om beter te worden zoals ik ben als menselijk persoon. Misschien heb ik hiervoor de gelegenheid gekregen om geestelijk te groeien, maar deze relatie helpt mij heel erg om te groeien als een menselijk persoon en andere waarden te ontwikkelen. Het helpt mij om mijn geloof duidelijker te uiten. Daarvoor was ik dikwijls verrukt door mystieke ervaringen en leefde ik een soort geestelijke vreugde. Nu zie ik dat ik, door het samenleven met iemand anders, terug in het kruis wordt geroepen en mijn leven meer volwassen is geworden.

Zr. Emmanuel: Wat bedoelt u met "teruggeroepen worden in het kruis?"
Jelena: Een zeker sterven dient er plaats te vinden bij een huwelijk, anderzijds is men zeer egoïstisch ingesteld als men naar een ander uitziet. Dan kan men erg teleurgesteld worden, vooral als men denkt dat de ander uw angsten kan wegnemen of uw problemen kan oplossen. Ik denk dat ik in het begin Massimiliano benaderde als een toevluchtsoord, maar gelukkig wou hij nooit dit toevluchtsoord, waar ik mij kon verbergen, voor mij zijn. Ik denk dat het innerlijke van vrouwen heel emotioneel is en we kijken uit naar iemand die op een andere wijze die emoties kan voeden. Maar zo blijven we uiteraard altijd kleine meisjes en worden we nooit groot.

Zr. Emmanuel: Waarom hebt u Massimiliano gekozen?
Jelena: We ontmoeten elkaar drie jaar geleden. We studeerden beiden Kerkelijke Geschiedenis in Rome. Een relatie met hem was erg uitdagend. Ik voelde dat ik werkelijk groeide. Hij kan zeer toegewijd zijn en standvastig op zijn manier. Hij is steeds erg realistisch en ernstig bij zijn beslissingen, iets wat mij niet gegeven is. Massimiliano heeft mooie waarden! Ik ben vooral aangetrokken tot hem omwille van de waarde van reinheid, dat zo belangrijk is voor hem. Er is zoveel respect in mij gegroeid voor hem en ik zag hem zo dikwijls tot de goede dingen in mij aangetrokken. Ik denk dat het respect voor een man, voor de vrouw een genezingservaring kan zijn omdat in de wereld een vrouw dikwijls als een gebruiksvoorwerp wordt aanzien.

Zr. Emmanuel: Welke houding zou u aan jonge mensen aanbevelen die verloofd zijn en denken aan een huwelijk?
Jelena: De verhouding begint bij een soort aantrekking die niet kan worden genegeerd. Maar het moet dieper gaan, zoniet verdwijnt de lichamelijke en chemische energie reeds vlug en blijft er niet over. Maar het is ook goed dat het voorbij gaat. Waanzinnige verliefdheid weerhoudt u van het zien van de schoonheid in de andere. Maar het trekt u inderdaad aan op dat ogenblik en, indien God ons deze gave niet had geschonken, zouden man en vrouw nooit huwen! Zo is het op een zekere wijze de Voorzienigheid. Ik denk dat reinheid de gave is dat het paar werkelijk helpt om van elkaar te houden, omdat dit zich tot alle gebieden van beide levens uitbreidt. Als men niet leert hoe elkaar te respecteren, dan zal de relatie niet standhouden. Daarentegen, wanneer we onszelf heiligen in het Sacrament van het Huwelijk, dan zeggen wij: "Ik zal u liefhebben en waarderen." Waardering mag nooit van de liefde worden gescheiden.

Zr. Emmanuel: Heeft Onze Lieve Vrouw u dingen bijgebracht over het huwelijk?
Jelena: Ik was een kind en ik herinner mij niet zoveel dingen die Zij ons heeft gezegd. Zij sprak heel wat over de familie en het gebed binnen de familie. Dit is waarschijnlijk de mooiste gave die mij gegeven is: het gebed binnen de familie. Het is een gave die ik nog steeds blijf ervaren, nadat mijn "gesprekken" zovele jaren voorbij zijn, om als familie tezamen te komen en te bidden.

Zr. Emmanuel: Hoe hebt u het familiegebed als kind ervaren?
Jelena: Dit was waarlijk het ogenblik dat onze familie bij elkaar bracht. Wij waren een normale familie met de gebruikelijke moeilijkheden, maar ons gebed was altijd het licht in onze familie.

Zr. Emmanuel: Wie was de leider?
Jelena: Mijn vader.

Zr. Emmanuel: Hoe heeft hij u overtuigd om mee te bidden?
Jelena: Hij heeft mij niet overtuigd, hij maakte mij gewoonweg wakker, heel vroeg in de morgen. En daar staat hij nog steeds op, na al die jaren, zelfs al ben ik dertig jaar. Hij zegt dat hij een verantwoordelijkheid heeft tegenover God en dat het dus niet zijn keuze is. Soms zie ik dat het voor hem moeilijk is om vasthoudend te zijn, maar hij blijft zich bewust van zijn rol als ouder. We begonnen altijd met het Angelus en dan baden we voor de overledenen. Daarop lazen we het Evangelie en baden we de Rozenkrans. Op het einde zegden we ons gebed voor de Heilige Geest. 's Avonds konden we naar het avondprogramma van de parochie gaan, en zij die thuis bleven baden een tiental kraaltjes van de Rozenkrans.

Zr. Emmanuel: Jelena, hoe zult u het familiegebed binnen uw eigen huwelijk enfamilie inlassen, en wie zal de leiding er van waarnemen?
Jelena: Dat is aantrekkelijk. Ik ben waarschijnlijk de vurigste, maar Massimiliano is meer regelmatig. Als hij een werk te doen heeft, zal hij het doen. Als hij beslist dat wij elke morgen bidden, dan zullen we dat doen. Ik zou bijvoorbeeld kunnen beslissen om 's ochtends te bidden, maar ik durf soms nogal eens door te slapen, maar zoiets doet hij niet. Ik herinner mij dat nog van de tijd toen ik de boodschappen van Onze Lieve Vrouw naar huis bracht: "O, Onze Lieev Vrouw wenst dat we om 6.05 uur 's ochtends bidden." Maar als het op een doen kwam, was ik de laatste die uit bed raakte en dan moesten ze aan de deur van mijn kamer kloppen: "Hé, U hebt gezegd dat we moesten opstaan, sta dus maar op!"

Zr. Emmanuel: Jelena, wanneer hielden uw gesprekken op met Onze Lieve Vrouw?
Jelena: In 1992 verliet ik Medjugorje om te gaan studeren in Amerika. Toen begonnen de gesprekken onregelmatig te worden en ze stopten in 1994. Nu voel ik dat Onze Lieve Vrouw mij begeleidt. Ik voel haar afwezigheid niet, ik ontvang alleen Haar stem niet meer die ik vroeger wel hoorde.

Zr. Emmanuel: Herrinert u zich de oefeningen die Onze Lieve Vrouw u gaf voor uw gebedsgroep? Heeft Zij u ook bijgebracht hoe we elkaar moeten liefhebben?
Jelena: O ja! Vader Slavko hield van deze oefeningen. Ik herinner mij dat Onze Lieve Vrouw vroeg om samen te bidden met de persoon van wie we het minste hielden, dit om ons niet te laten leiden door persoonlijke voorkeuren, maar door bovennatuurlijke liefde. Ik denk dat de Heilige Geest dit werkelijk kan bewerkstelligen. Ik kende mensen die heel vervelend en storend waren, maar toen de Heilige Geest binnen ons aanwezig was, konden we zelfs hen heel hard liefhebben. Er zijn weinig mensen die mij storen, maar ze bestaan, omdat ik ook maar een mens ben. Maar zij storen mij alleen maar wanneer ik niet bid, wat betekent dat ik de vrede binnen mezelf niet kan bewaren. Men zou deze innerlijke vrede nooit mogen wegnemen! Als men uw vrede kan wegnemen dat is dit gewoonlijk een teken dat u zich onder uw gebedsniveau bevindt en dat de batterijen bijna leeg zijn.

Wij hadden drie maal in de week een gebedsontmoeting gedurende anderhalf uur, na de school of na het werk. Het was werkelijk een tijd van genade, omdat ik niet weet hoe wij erin slaagden. Wij brachten vele dagen en nachten biddend door op de berg en 's ochtends gingen we dan naar school. Na de school werkten wij, zoniet zou ik in slaap zijn gevallen en zouden ze mij in de tabaksvelden moeten gaan zoeken zijn.

Zr. Emmanuel: Hebt u spontane gebeden gehad tijdens de ontmoetingen?
Jelena: Ja, Onze Lieve Vrouw vertelde mij om naar elkaar te luisteren bij het spontane bidden, omdat we als gemeenschap moesten bidden, niet enkel voor dingen die op bevel tot onze gedachten kwamen.

Zr. Emmanuel: Ik was geboeid door het aandringen van Onze Lieve Vrouw dat Haar grootste vreugde de eenheid van uw harten was bij het samen bidden tot Jezus. Wat zijn uw beste herinneringen als kind of tiener tijdens deze tijd in de groep?
Jelena: Ik herinner me dat Vader Slavko ooit zei: "Ik wist dat Onze Lieve Vrouw uw begeleidde omwille van de liefde die ik waarnam binnen de gebedsgroep." Dit was ook zo. Onze gebeden waren dikwijls heel persoonlijk, maar ik heb niemand ooit enige opmerking horen maken over de gebeden binnen de groep. Er was zo veel eerbied en zo veel liefde omdat alles gebaseerd was op bovennatuurlijke liefde. Dit gebeurde allemaal toen we jong waren en dat is de reden waarom Onze Lieve Vrouw jonge mensen wil: zij staan zo open voor de genade! Zij maken geen bezwaar. Als we ouder worden beginnen we de dingen te berekenen. U kunt dit in onze buurt zien: de volwassen bekijken elkaar steeds en vragen zich af: "zal hij mij begroeten, en zal die goededag zeggen? Hoe behandelt hij mij en hoe moet ik hem behandelen?" Maar kinderen die rennen gewoon van het ene huis naar het andere.

Zr. Emmanuel: Hoe verkrijgt men bovennatuurlijke liefde?
Jelena: Wel, hiervoor moet men een beetje verliefd zijn op het Evangelie. U moet gewoon de Heilige Geest toelaten u om te vormen. Gewoonlijk heerst er angst waar er geen liefde is. Er is angst voor de andere, er is angst voor iemand die u pijn zal doen, iemand die profijt zal halen uit u. U denkt: "Hoe zullen zij mij ontvangen? Wat denken ze over mij? Zullen zij mij aanvaarden?" Heel wat jonge mensen hebben allerlei soorten problemen hierdoor. Zij hebben liefde nodig omdat ze menselijk warmte zoeken en hierin worden ze dikwijls teleurgesteld en zo voelen ze zich eenzaam. Maar wij waar zo fortuinlijk dat onze vriendschap gebaseerd was op bovennatuurlijke liefde. De Heilige Geest schenkt u zoveel troost dat u nooit behoefte hebt aan chocolade. Als jonge mensen hebben wij deze troost nodig omdat we zo breekbaar zijn en als wij de Heilige Geest niet hebben om ons te troosten kunnen wij ons heel eenzaam voelen en dit kan dan een grote bron zijn van moeilijkheden en zonde.

Zr. Emmanuel: Denkt u dat Onze Lieve Vrouw haar plan heeft verwezenlijkt en voltooid met uw gebedsgroep?
Jelena: Dat is een heel moeilijke vraag! Ik denk niet dat de dingen gedaan zijn. Het houdt geen steek dat enkel door onze gebeden Haar plannen vervuld zouden zijn, maar ik zie dat Haar plannen werken binnen ons persoonlijk leven. Ik zie nog steeds mensen die deel uitmaakten van onze gebedsgroep en ze zijn heel verschillend van diegenen die er geen deel van uitmaakten. Zij gaan nog steeds naar de Krizevac, naar de Verschijningsberg en zijn nog steeds persoonlijk begaan met Haar plannen. Ik denk dat er een tijd zal komen dat de mensen meer geestelijke begeleiding zullen nodig hebben. We moeten leren hoe de rol van een leek de spelen in de kerk, door het ontvangen van de geestelijke faven en door ons geloof te delen. Er zijn mensen die waarlijk de boodschappen naleven, maar nu is het belangrijk dat ze werken in het gebied waar ze wonen, om hun geloof te delen. Ik denk dat ik hen ook ergens in de wereld zou zien werken, omdat de wereld het zo hard nodig heeft.


03-05-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kim Phuc, echte heldin van de Vietnamoorlog, buigt tragedie om in zegen
Kim Phuc, echte heldin van de Vietnamoorlog, buigt tragedie om in zegen


Kim Phuc, overlevende van een napalmaanval,
helpt thans jonge oorlogsslachtoffers

Kim Phuc, ging door een hel, maar vandaag heeft ze de hemel gevonden op aarde. Kim hield onlangs een toespraak in de Liberty Baptist Church in Toledo. Toen Amerikaanse troepen haar dorp op 8 juni 1972 bombardeerden, leefde Kim in Trang Bang en was ze amper negen jaar.

De napalm raakte de tempel waar zij en haar familie bescherming zochten. Het brandbare goedje verschroeide Phucs rug en benen en deed haar kleren smelten. Huilend van pijn en bevangen van angst, rende zij naakt op straat en werd gefotografeerd door Nick Ut van de Associated Press. De foto, die een Pullitzer prijs won, werd snel een onuitwisbare herinnering van de gruwel van de oorlog.

"Mensen vertellen me: u bent een levende geschiedenis, omdat mijn foto in de geschiedenisboeken prijkt," zei Kim Phuc vanuit haar woonplaats nabij Toronto. "Als mensen spreken over de Vietnamese oorlog, dan herinneren ze zich die foto. Maar dan antwoord ik dat ik niet enkel een levende geschiedenis ben, maar een levend mirakel."

Mr. Ut, gedreven door medelijden, bracht het meisje voor behandeling naar een hospitaal in Zuid Vietnam. Ze bracht 14 maanden door in de Barsky kliniek, een Amerikaans ziekenhuis in Saigon.

De brandwonden bedekten 65% van haar lichaam en Kim zei dat ze verschillende keren bijna dood ging. Maar de intense, fysische pijn was slechts een deel van het lijden. "Ik leefde verscheidene jaren met haat, angst, en verbitterd ... Ik begreep niet waarom al die slechte dingen juist mij overkwamen. Waarom ik? Ik werd een ander soort slachtoffer. Ik groeide op en ik doorstond veel emotionele pijn.

Zij minachtte haar leven, zei ze en ze wou sterven.

De Vietnamese regering gebruikte haar voor publicitaire doeleinden om in het openbaar te getuigen van de vreselijke oorlog en de Amerikaanse aanvallers, zei ze.

Kim Phuc, nu 45 jaar, sprak zachtaardig en duidelijk in perfect Engels terwijl ze dikwijls lachte tijdens het interview.

Ze zei dat als ze 19 was de Vietnamese autoriteiten haar verhinderden om verder te studeren, dus deed ze aan zelfstudie in een bibliotheek te Saigon op ongeveer 50 kilometer van haar dorp. Ze keerde tot het Boeddhisme van haar familie terug en bekeek ook andere godsdiensten in haar zoektocht naar vrede en begrip. Ik geloofde geruime tijd in Boeddha, maar ik kreeg geen antwoord. Ik bleef lijden, ik was nog altijd verbitterd, kwaad en ik wou sterven.

Dingen begonnen te veranderen als ze een kopie van het Nieuwe Testament, geschreven in het Vietnamees, aantrof in de bibliotheek. "Hoe meer ik het las, hoe meer vragen ik natuurlijk had. Wanneer ik Johannes 14:6 las waar Jezus zegt: Ik ben de Weg, de Waarheid, en het Leven. Niemand kan naar de Hemel gaan tenzij via Mij, dan was ik echt verward en vroeg ik me af wat hier waar van was want mijn godsdienst combineerde alles!"

Ze kende een Christen, zei ze, een neef van haar schoonbroer, en als ze hem bezocht stelde ze hem verschillende vragen over Jezus en het Christendom. Hij nodigde haar uit in de kerk.

"Het duurde verschillende maanden. Ik kon mijn geloof niet veranderen omdat dit zo sterk was. Ik was zeer toegewijd," zei ze. "Maar waarom zei Jezus dat? Wat was nu waar, mijn godsdienst of deze van Jezus? Omwille van die nieuwsgierigheid, zocht ik, zocht ik en zocht ik en ik probeerde het. En eindelijk had ik het gevonden!"

Ze zei dat ze een christen werd op Kerstmis 1982.

"Dat is het punt, een verbazingwekkend keerpunt in mijn leven. Ik heb het niet over godsdienst maar over relaties. Ik plaatste mijn hart tegenover dat van God. Ik belijdde mijn zonden en Hij gaf me vertrouwen via Jezus Christus, omdat ik in mijn hart vreugde voelde."


Nick Ut en Kim Phuc

Kim zei dat de pijn van de napalmaanvallen nooit wegging. "Het is zo dat ik nog altijd veel pijn heb. Ik voel een echte diepe brandwonde in mijn linkerzijde, mijn rug en mijn been. Mijn zenuw is echt beschadigd. Het is een uitdaging voor mij, maar ik dank God dat Hij me hielp en dat is een herinnering aan mijn verleden. Als ik ergens pijn voel, kom ik tot de Heer en bid ik en hoe meer ik bid, hoe meer vrede ik voel," vertelde ze.

Ze zei dat de emotionele en spirituele genezing het totale verschil heeft gemaakt. "Ik weet dat als ik ooit sterf, de hemel mijn thuis wordt. Bij Jezus voel ik me veilig en bij hem vind ik mijn antwoorden. Als ik dicht bij Jezus ben, voel ik mij als in de hemel op aarde."

Kim week in 1986 uit naar Canada met haar toekomstige echtgenoot, Bui Huy Toan. Zij trouwden in 1993 en kregen 2 kinderen, Thomas [14 jaar] en Steven van [11 jaar]. Kim vertelt dat haar ouders in de nabijheid leven en dat haar volledige familie Christen is.

Ze blijft in contact met Nick Ut, de fotograaf, en spreekt met hem elke week in Los Angeles, waar hij nog altijd werkt voor de Associated Press. "Ik noem hem nonkel Ut." In 1997 stichtte ze de Kim Phuc Foundation om de kinderen die het slachtoffer zijn van de oorlog over de hele wereld te helpen.

Vertaling: Henk

02-05-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Medjugorje: Interview met Jakov Colo door Janice Connell
Interview met Jakov Colo door Janice Connell

Jakov Colo is geboren in 1971. Hij was 17 toen Janice hem voor de eerste keer ontmoette. Zijn haar is als gebleekt door de zon. Hij loopt blootvoets en draagt een T-shirt zonder mouwen en een uitgerafelde short. Jakov Colo zou u zo doen denken aan een surfer uit Californië ... tot u in zijn ogen hebt gekeken, want hierin vindt u een diepte die de nonchalance van de jeugd en de gepaard gaande kledij tegenspreekt. Hij is een jongeman die zich thuis voelt in de aanwezigheid van God.

Als men hem vragen stelt over de hemel, antwoordt hij niet, maar voor een ogenblik duidt iets in zijn ogen aan dat ze naar iets staren waar anderen slechts kunnen van dromen.

Tegelijkertijd is er iets innemelijks dat Jakov, die klein en erg schuchter is, geliefd maakt. Zelfs wanneer u zijn achtergrond niet kent, zou u hem zo een knuffel geven. De achtergrond is echter tragisch: zijn vader verliet de familie toen hij acht was en zijn moeder stierf toen hij twaalf was. Hij groeide op bij zijn oom en tante. Nu is hij gehuwd en vader van drie kinderen. Eén keer jaarlijks, met Kerstmis, blijft hij de Heilige Moeder zien. Jakov heeft alle tien de geheimen ontvangen.

In het laatste interview met hem vernoemde Jakov dat de Heilige Moeder hem de toekomst van de Kerk en de wereld heeft onthuld. Wanneer hij met ons deelt wat Zij hem onderwezen heeft over het Hart als het Tabernakel van de Allerhoogste, heeft men het gevoel dat Zij hem danig bemoedert tot in het Hart van Jezus. Het onderstaande interview is een compilatie van verscheidene interviews door Janice Connell.



Janice: Kunt u uw verschijningen beschrijven van elke avond?
Jakov: Ja. Alvorens de Heilige Moeder komt, wordt haar aanwezigheid voorafgegaan door een schitterend licht dat driemaal flitst. Daarna verschijnt Maria en Zij zegt altijd: "Geloofd zij Jezus." Nadat ik Haar begroet bevelen Zij en ik altijd de zieke mensen aan die hier tot God komen. Daarna bidden we tezamen.

Janice: Hoe bidt u?
Jakov: Wij bidden het "Onze Vader" en het "Glorie zij de Vader" en andere gebeden uit ons hart tot God.

Janice: Kunt u ons een paar dingen vertellen over uw dagelijkse verschijningen?
Jakov: Ja. Ik heb een speciale plaats bij mij thuis waar ik bid. Dit is de plaats waar de Heilige Moeder aan mij verschijnt. Ik begin dagelijk de Rozenkrans om 18 uur en om 18.40 uur verschijnt Maria [nu nog enkel met Kerstmis].

Janice: Begint u steeds de Rozenkrans thuis op deze bijzondere plaats?
Jakov: De meeste avonden. Soms ga ik naar de kerk en dan verschijnt Zij aan mij in de kerk.

Janice: Hoe is onze Heilige Moeder? Is er een woord dat bij u opkomt?
Jakov: De Heilige Moeder van Jezus is zuivere liefde. En de liefde die Zij mijn schenkt is niet enkel voor mij, maar voor iedereen in de hele wereld.

Janice: Hoe weet u dat?
Jakov: Tijdens deze jaren met de Heilige Moeder heb ik dit persoonlijk ervaren.

Janice: Jakov, u wordt nu sedert uw tiende elke dag bezocht door de Moeder van God. Hoe is uw verhouding met Haar?
Jakov: Het is heel moeilijk om d woorden voor de verhouding die ik met Haar heb te vinden. Ik ben haar kind en ik ben een boodschapper van Gods plan. Zij heeft mij uitgelegd dat zij de Moeder van alle mensen op aarde is. Iedereen die het wenst kan Maria als zijn Moeder hebben, om zich te laten leiden en te laten beschermen op aarde en zich door Haar thuis naar de Hemel te laten brengen.

Janice: Weet u veel over uw eigen toekomst, Jakov?
Jakov: De Heilige Moeder heeft mij vele dingen verteld.

Janice: Weet u of u naar de Hemel zult gaan als u sterft?
Jakov: Ik ben reeds in de Hemel geweest.

Janice: Is het moeilijk om nog op deze aarde te leven, nadat u in de Hemel bent geweest?
Jakov: Ik wens niet te praten over mijn lijden.

Janice: Kunt u ons over de Hemel vertellen.
Jakov: Als u daar terecht komt, zult u zien hoe het is.

Janice: U hebt gezegd dat de reden waarom de Heilige Moeder u daarheen bracht was, om hen die gelovig blijven, te tonen hoe het ginds is. Kunt u nog meer vertellen?
Jakov: Als ik teveel over de Hemel zou nadenken, zou ik sterven van eenzaamheid.

Janice: Bent u in het Vagevuur geweest?
Jakov: De Heilige Moeder toonde aan Vicka en mij het Vagevuur, maar ik ben er niet in geweest.

Janice: U hebt gezegd dat het Vagevuur een plaats is waar de zielen worden gezuiverd. Bidt u voor hen?
Jakov: Ja.

Janice: U raadt anderen ook aan om voor hen te bidden?
Jakov: Ja, als een daad van liefde.

Janice: Denkt u dat God dit bevalt?
Jakov: Elk gebed bevalt God.

Janice: Jakov, hebt u de hel gezien?
Jakov: Ja.

Janice: Kunt u ons hierover vertellen?
Jakov: Ik praat slechts zelden over de hel.

Janice: Waarom?
Jakov: Omdat ik verkies er niet over te denken. Het zelfgekozen lijden ginds ligt buiten uw bevattingsvermogen.

Janice: Veroorzaakt de hel pijn?
Jakov: Meer dan u kunt begrijpen.

Janice: Waarom?
Jakov: Omdat niemand hoeft naar de hel te gaan. Het is de uiterste woestijn.

Janice: Wat kunnen de mensen doen om de hel te vermijden?
Jakov: Geloven in God, ongeacht wat er in hun leven gebeurt.

Janice: Wat met uw leven, Jakov?
Jakov: Ik moet met mijn leven getuigen voor anderen.

Janice: Lijkt Onze Lieve Vrouw bezorgd over het Westen, meer bepaald de Verenigde Staten?
Jakov: De Heilige Moeder is naar hier gekomen omdat Zij lijdt voor de goddeloosheid in heel de wereld, niet alleen omwille van Joegoslavië of enig ander land.

Janice: Weet u of er tijden naderen waar wij naar verwijzen als de "eindtijden?"
Jakov: Ik heb geen profetenrol. Ik ben een getuige van de boodschappen die de Heilige Moeder ons hier in Medjugorje brengt voor de hele wereld.

Janice: Spreekt de Heilige Moeder met u soms over persoonlijke aangelegenheden?
Jakov: Ja, als Zij mij iets bijzonders te vertellen heeft doet ze dat.

Janice: Stelt u haar vragen?
Jakov: Ik praat met haar.

Janice: Hoe behandelt de Heilgie Moeder u? Is het eerder een verhouding van moeder tot zoon, of behandelt Zij u als een iemand langs wie Zij de boodschappen van God doorgeeft aan de wereld?
Jakov: Beiden zijn juist.

Janice: Op welke wijze?
Jakov: Wanneer de Heilige Moeder aan mij boodschappen doorgeeft voor de wereld, dan moet ik deze verspreiden aan de anderen. Op dat ogenblik ben ik een voorwerp van God. Maar, uiteraard, blijf ik steeds het geliefde kind van de Heilige Maagd Maria. Ieder van ons op aarde is Haar geliefd kind. Dat weet ik uit persoonlijke ervaring.

Janice: Hebt u de Heilige Moeder ooit mogen aanraken?
Jakov: Ja.

Janice: Kunt u dit beschrijven?
Jakov: Er bestaan geen woorden voor om het gevoel te omschrijven van aangeraakt te worden door de Heilige Moeder of om Haar te mogen aanraken. Deze ervaring is niet van deze wereld.

Janice: Is Haar lichaam een lichtverschijnsel of is het echt?
Jakov: De Heilige Moeder heeft een echt lichaam. Het is driedimensioneel, maar er is niets aan de Heilige Moeder dat ik eerder reeds heb gezien: Haar uitstraling, Haar groet, Haar glimlach, Haar onmetelijke schoonheid.

Janice: Heeft de Heilige Moeder u ooit gekust?
Jakov: Ja en deze ervaring maakt deel uit van de dingen des Hemels.

Janice: Weet u of de Heilige Moeder van iedereen houdt, of enkel van de goede mensen?
Jakov: Het gaat ons begrip te boven om te weten hoeveel Zij van elke persoon op aarde houdt.

Janice: Waarom?
Jakov: Omdat Zij de Moeder van iedereen op aarde is.

Janice: Waarom is Zij de Moeder van iedereen op aarde?
Jakov: Omdat het laatste geschenk wat Jezus ons heeft gegeven vanop het Kruis, alvorens te sterven, Zijn Moeder was. Jezus' dood opende de deur naar de Hemel voor alle mensen, of ze nu wel of niet Jezus kennen. En Jezus schonk Zijn Moeder als Moeder van alle mensen, of Zij dit nu weten of niet.

Janice: Er zijn vele mensen die hun Hemelse Moeder negeren, omdat ze niet weten dat zij een Hemelse Moeder hebben.
Jakov: Ja, maar onze Heilige Moeder zal nooit Haar kinderen negeren. Zij is trouw aan God. Zij heeft lief, bidt en voedt iedereen op aarde, of ze Haar nu kennen of niet.

Janice: Wat wenst de Heilige Moeder, Jakov?
Jakov: De Heilige Moeder roept ons op om onze levenswijze te veranderen. Zij vraagt aan de hele wereld om terug te keren naar God.

Janice: Hoe moeten de mensen terugkeren tot God?
Jakov: Door haar boodschappen van vrede, die zijn: geloof, gebed, boete, vasten, bekering en verzoening.

Janice: Heb u enige beslissingen gemaakt over uw toekomstig leven, Jakov?
Jakov: Nog niet. Die beslissing is persoonlijk.

Janice: Gaat u dagelijks naar de Mis?
Jakov: Ja. De Heilige Moeder heeft mij onderwezen om van de Heilige Mis het middelpunt van het leven te maken.

Janice: Vast u op brood en water op woensdag en vrijdag? 
Jakov: Ja.

Janice: Kent u alle tien de geheimen, Jakov?
Jakov: Neen, enkel negen [ondertussen kent Jakov ze alle tien].

Janice: Weet u of het blijvende teken gaat komen?
Jakov: Ja.

Janice: Gaat dit nog tijdens uw leven gebeuren?
Jakov: Dat is een geheim.

Janice: Gebaseerd op uw ervaring, denkt u dat iedereen in de wereld nu zal geloven en zich bekeren?
Jakov: Dat is waarom Maria hier is. Zij vraagt aan iedereen in deze wereld om hun leven te veranderen en terug te keren tot God.

Janice: Hebt u enige boodschap voor de jongeren in de wereld?
Jakov: Ja. Ze zouden zich bewust moeten worden van de situatie waarin ze zich vandaag bevinden. Het is dringend dat de jongeren antwoorden op Maria's boodschappen. Zij die dit doen zullen God nooit dankbaar genoeg kunnen zijn.

Janice: Welke rol moeten de ouders spelen in Maria's boodschappen?
Jakov: Hun rol is heel belangrijk. Elk kind neemt zijn ouders als voorbeeld. U kunt geen kinderen beginnen opgroeien wanneer ze reeds twintig jaar oud zijn. Een jonge persoon heeft een voorbeeld nodig om na te volgen.

Janice: Hebt u enige raad voor de families, Jakov?
Jakov: Als de familie geld en vele andere dingen bezit, sta hen dan niet doe om aan alles gewend te raken. Beperk de luxe en gebruik zelfdiscipline. Leef gematigd. En bid samen, in het bijzonder de Rozenkrans. U moet God bovenaan plaatsen in uw leven.

Janice: Jakov: Wat betekent boete?
Jakov: Het is een opoffering. Bekijk boete op dezelfde manier als vasten.

Janice: Kunt u ons een voorbeeld geven?
Jakov: Ja. Een boete is bijvoorbeeld de Kruisberg beklimmen in stilte en gebed in plaats van in uw zetel te blijven zitten, of een familielid bezoeken in plaats van een vriend. Met andere woorden: dingen doen waar God van houdt, inplaats van onszelf te plezieren.

Janice: Hoe moet een jonge persoon vasten?
Jakov: Op dezelfde manier als de anderen. Ik vast sinds mijn tiende enkel op water en brood op woensdag en vrijdag, omdat de Heilige Moeder gevraagd heeft dit op die wijze te doen. U moet vasten uit liefde voor God. Het is de liefde die de waarde van het vasten bepaalt.

Janice: Heeft de Heilige Moeder ooit de TV vernoemd?
Jakov: Ja, televisie kan gezien worden als een manier van vasten, het opgeven van iets uit liefde voor God. Dat is ontspanning inleveren uit liefde voor God.

Janice: Wenst de Heilige Moeder dat we ontspanning opgeven?
Jakov: Zij verlangt dat we iets laten dat belangrijk is voor ons, uit liefde voor God.

Janice: Jakov, kunt u ons een gewone dagelijkse dag omschrijven?
Jakov: Jakov: Ik doe niets bijzonders. Ik sta op, ga werken, ga naar huis, net zoals iemand anders. We hebben onze dagelijke gebruiken.

Janice: Wenst de Heilige Moeder dat u dagelijks naar de Mis gaat?
Jakov: Ja, ze wenst dit voor iedereen. Niet alleen voor mij, maar voor iedereen.

Janice: Waarom?
Jakov: Omdat de Mis het middelpunt van ons dagelijks leven moet zijn. Gods huis, de kerk, is het meest belangrijke geschenk, en dat is waar we horen te zijn.

Janice: Als u niet naar de Heilige Mis gaat, krijgt u dan een berisping van Haar?
Jakov: Maria zegt nooit iets om mij te berispen. Ik heb een vrije wil die diep geëerbiedigd wordt door Haar. Ze laat de keuze over aan ons.

Janice: Hebt u ooit al iets verkeerd gedaan waarover Zij u heeft aangesproken?
Jakov: Ja, Zij zal deze dingen zeggen.

Janice: Is Zij ooit al resoluut geweest tegenover u?
Jakov: Dat is iets persoonlijk.

Janice: Belooft Zij om hier in Medjugorje te blijven voor de rest van uw leven?
Jakov: Mijn verschijningen zijn nog niet opgehouden. Dat gedeelte zal naar het einde toe worden beslist. Ik heb nog steeds dagelijke verschijningen [op het ogenblik van het interview]. Niets is reeds beslist.

Janice: Heeft de Heilige Moeder ooit een dag overgeslagen om aan u te verschijnen?
Jakov: Sinds 24 juni 1981 slechts 5 dagen.

Janice: Weet u op voorhand wanneer Zij gaat verschijnen?
Jakov: Neen.

Janice: Was u teleurgesteld toen Zij niet verscheen?
Jakov: Ik was diep bedroefd.

Janice: Denkt u dat Zij u wou straffen?
Jakov: Neen. Het heeft niets te doen met dat. Het was in de beginperiode. Ik herinner mij niet meer alle details, maar het was niet omdat ik iets verkeerd had gedaan.

Janice: Heeft de Heilige Moeder soms persoonlijke boodschappen voor u, of enkel boodschappen voor de wereld?
Jakov: Soms bidden wij tezamen. Wij bevelen alle armen mensen aan, en ook de zieken en zij die God nodig hebben. Het is een dagelijk gebed dat we delen.

Janice: Wat betekent bekering voor u?
Jakov: Toen ik klein was, kende ik enkel God van "horen zeggen". Ik ging wel naar de kerk, maar een band met God was er niet. Maar dat is nu veranderd. God moet in u leven. Ik kende die ervaring niet tot de verschijningen begonnen.

Janice: Hoe leeft God nu in u?
Jakov: Ik zou het uitleggen als een bekering: God beleven in u en er zich van bewust zijn.

Janice: Wat betekent "God beleven in u?"
Jakov: U kunt dit ervaren door gebed. U kunt Gods aanwezigheid binnen u voelen door gebed.

Janice: Wordt de hele wereld opgeroepen tot dit bewustzijn?
Jakov: Ja, dat is wat de Heilige Moeder ons hier komt onderwijzen: het bewustzijn van Gods aanwezigheid in ons.

Janice: Kan iedere persoon op de wereld zich hiervan bewust worden?
Jakov: Ja. De Heilige Moeder zegt dat iedereen Gods aanwezigheid in zich kan ervaren door het gebed.

Janice: Wat met de mensen die nooit over Jezus hebben gehoord?
Jakov: De Heilige Moeder zegt dat het aan ons is om hen over Hem te vertellen en het is aan hen om Hem al dan niet te aanvaarden. U kunt nooit iemand dwingen tot het geloof, maar het is wel de taak van iedereen om boodschapper te zijn van deze waarheid.

Janice: Zou u zeggen dat tijd besteden aan God een manier is voor de mensen om met dit soort evaring te beginnen?
Jakov: Dat is de weg tot bekering: tijd opzij zetten voor het gebed.

Janice: Vertelt de Heilige Moeder u over de toekomst van de wereld?
Jakov: Ja.

Janice: Kunt u ons daar iets over vertellen?
Jakov: Neen.

Janice: Hoe lang duren uw verschijningen?
Jakov: Tussen de twee en de vijf minuten.

Janice: Is de toekomst van de wereld goed op slecht?
Jakov: Daar kan ik niet over spreken.

Janice: Wat wil de Heilige Moeder, Jakov?
Jakov: Zij wil dat iedereen op aarde naar de Hemel gaat en Zij zegt dat het gebed de weg naar de Hemel opent.

Vertaling: Chris De Bodt


01-05-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Al uw antwoorden over de evolutie. Zoektocht 7: Waar zijn Darwins voorspelde fossielen?
Zoektocht 7: Waar zijn Darwins voorspelde fossielen?

De ontdekking van DNA heeft een revolutie gebracht in de wereld van het rechtsbewijs. Onopgeloste dossiers werden heropend. Misdadigers die dachten dat ze het systeem hadden verslagen werden op het laatste moment vervolgd dankzij een uitstrijkje of speeksel of lichaamsvocht dat al tientallen jaren vergeten was. En in sommige gevallen heeft het nieuwe bewijs onschuldige gevangenen vrijgesproken.

Herman Atkins was amper 20 jaar oud toen zijn leven in duigen begon te vallen. In januari 1986 werd hij opgesloten voor het verwonden van drie mensen tijdens een schietpartij in Zuid-Centraal Los Angeles. Voorafgaand aan zijn opsluiting werd een "Gezocht-affiche" verspreid.

Later, in het bureau van een sheriff, keek een 23-jarig slachtoffer van een verkrachting naar een "Gezocht-affiche" van een jonge zwarte voortvluchtige in Los Angeles. Ze verklaarde in de rechtbank dat ze tegen haar moeder had gezegd "Dat is hij!," terwijl ze naar de foto van Herman Atkins wees.

Een bediende van een naastgelegen bedrijf, waar de aanvaller voor de verkrachting had halt gehouden, identificeerde Atkins ook. Voornamelijk gebaseerd op de getuigenissen van deze ooggetuigen, werd Herman Akins door de jury schuldig bevonden aan verkrachting en diefstal. Zijn straf : 47 jaar en 8 maanden in cel. Atkins verbleeft 13 jaar, 3 maanden en 6 dagen in de staatsgevangenis, voor een misdaad die hij niet had gepleegd. Zijn dossier werd heropend en het DNA-bewijs onthulde dat Atkins niet de verkrachter was. Op 18 februari 2000 stapte hij naar buiten als een vrij man, het slachtoffer van een verkeerde indentificatie.

Net zoals DNA een revolutie was voor rechtsbewijzen, heeft het werk van paleontologen een nieuw licht geworpen op de menselijke oorsprong. Charles Darwin, een eerlijk man, had gelijk toen hij voorspelde dat het fossiele bewijs uiteindelijk zou aantonen dat zijn theorie juist of verkeerd was.

Maar net zoals experts de verkeerde conclusie kunnen trekken m.b.t. gerechtelijke bewijslast, heeft in de wereld van de paleontologie een tand, kaak of stukje schedel vaak voor voorbarige uitspraken van "Ontbrekende Schakel Gevonden" gezorgd. Paleontoloog Michael Boulter vat het probleem bij de identificatie van fossielen correct samen: "Het is heel moeilijk om een aantal gebroken beenderen van een versteende groep primaten van verschillende leeftijden in mekaar te doen passen en er zeker van te zijn dat ze van hetzelfde dier zijn ... Daaruit volgt dat de betrouwbaarheid van een beschrijving die een bepaalde soort probeert te herkennen niet volledig objectief kan zijn."

Boulter verwijst naar het feit dat de meeste wetenschappers, mens zijnde, naar een fossiel kijken door de ogen van hun eigen vooronderstellingen. Bijvoorbeeld, zij die pleitten voor de zaak dat mensen van apen afstammen waren snel om te juichen bij de veronderstelde ontdekking van de "ontbrekende schakel", de Piltdown mens. Er verschenen artikels in de London Times, New York Times en verscheidene andere wetenschappelijke bladen waarbij men het als het perfecte voorbeeld van de verbinding tussen apen en mensen liet uitschijnen. Maar veertig jaar later, in 1953, kwam het bedrog aan het licht.

Bedrog zoals de Piltdown Mens zijn zeldzaam, en hoewel het vaak ontbreekt aan objectiviteit, is er een schat aan fossiele bewijzen die de geschiedenis van het leven op onze planeet afschilderen.

Dus om te zien wat het gerechtsbewijs over Darwin’s theorie te zeggen heeft, moeten we luisteren naar wat de paleontologen zelf zeggen over de bewijzen die ze verzamelden tijdens de bijna 150 jaar sinds hij zijn theorie lanceerde. We moeten beginnen met duidelijk te begrijpen welke voorspellingen Darwin maakte betreffende zijn theorie en de fossielen die er hadden moeten uit voortkomen.

De Twee Theorieën van Darwin

Charles Darwin was niet de eerste die geloofde dat het leven door natuurlijke processen alleen kon ontstaan. Het idee stamt zelfs uit de Griekse oudheid. En lange tijd voor Darwin stelden mensen toevallig vast : "Hé, die vent lijkt een beetje op een chimpansee". Maar het was Darwin die de ideeën de intellectuele tanden of levensvatbaarheid gaf, door zijn observaties en hypotheses over verscheidene processen, waaronder aanpassing en natuurlijke selectie.

Weinig mensen beseffen dat Darwin’s evolutietheorie twee verschillende resultaten voorspelt: micro-evolutie en macro-evolutie. We bekijken eerst de micro-evolutie.

Zijn micro-evolutionaire theorie stelt dat variaties binnen een soort (katten, honden, mensen, ...) na verloop van tijd radicale veranderingen kunnen voortbrengen. Hij verklaarde dat deze veranderingen soms versneld worden door omstandigheden van het milieu. Bijvoorbeeld, toen Darwin op de Galapagos Eilanden was, observeerde hij vinken die blijkbaar enigszins langere snavels hadden ontwikkeld tijdens tijden van droogte. Dit bevestigde zijn overtuiging dat wezen zich aanpassen aan hun omgeving.

Evolutionair Niles Eldredge verklaart het belang van aanpassing in Darwin’s theorie: "Aanpassing is het hart en de ziel van evolutie. Het is de wetenschappelijke verklaring waarom het leven in zoveel vormen en afmetingen komt: hoe de giraf haar lange nek kreeg, waarom dolfijnen zoveel op haaien gelijken ... hoe vogels vliegen."

Darwin geloofde dat overbevolking van een soort voedseltekorten teweeg brengt, die uitmonden in een overlevingsstrijd waarbij de sterkste van de soort overwint. De overwinnaars geven hun genen door aan de volgende generatie waardoor hun soort verbeterd, dus het leven gaat verder door de overleving van de sterkste.

Het bewijs voor Darwin’s theorie van verandering binnen een soort is fascinerend. Bacteriën muteren en evolueren. Katten, honden, volgens, en de mens tonen het bewijs van variatie zoals voorspelt door Darwin. Sommigen onder ons zijn groot, anderen klein. Sommigen dun, anderen ... minder dun.

De controverse rond de Darwiniaanse evolutie gaat over zijn algemene theorie van macro-evolutie. Die zegt dat gedurende ontelbare tijd, alle leven evolueerde door hetzelfde proces van natuurlijke selectie. Als dat waar is, dan zijn mensen enkel het eindproduct van een lange evolutionaire ketting. Zijn geloof in macro-evolutie is de reden waarom Stephen Jay Gould kon zeggen dat mensen niet meer zijn dan "glansrijke, evolutionaire toevallen."

Bij het bestuderen van Darwin’s algemeen theorie over macro-evolutie, moeten we erkennen dat de meeste biologen geloven dat het de enige wetenschappelijke verklaring is voor de menselijke oorsprong. Materialisten gebruiken dit argument om intelligent ontwerp te verwerpen, door te zeggen dat het "onwetenschappelijk" is.

Biologen in het algemeen, waren veel minder geneigd om intelligent ontwerp als geldige optie voor het ontwerp in de natuur te aanvaarden, dan hun wetenschappelijke tegenhangers in astronomie, natuurkunde en kosmologie. Maar daar lijkt verandering in te komen. Ondanks de koppige tegenstand van het Darwiaans voorbeeld, stellen veel biologen en paleontologen nu Darwin’s voorspellingen bloot aan nauwkeurig wetenschappelijk onderzoek, waarbij ze bereid zijn om het bewijs te volgen, waarheen het hen ook leidt. Dus laat ons zien waarheen het leidt.

Een stijgend aantal wetenschappers kijken naar het bewijs uit het oogpunt van gezond verstand. Als de macro-evolutie correct is dan is het logisch dat de fossielen Darwin gelijk zouden geven. Dus ze beginnen door naar het bewijs te kijken waarvan Darwin voorspelde dat het zijn beweringen zou staven. Darwin voorspelde dat de ontdekking van overgangsfossielen zijn theorie uiteindelijk zouden bevestigen.

Volgens Darwin zouden deze overgangsfossielen overvloedig bewijs leveren van geleidelijke veranderingen door toevallige mutaties.

Het idee dat één soort geleidelijk aan in een andere zou veranderen schept haar eigen speciale problemen, en daarom verdedigde Darwin het idee van gunstige mutaties. D.w.z., het DNA van een organisme zou op zeldzame momenten gunstig muteren en dit zou na verloop van tijd leiden tot andere gunstige mutaties, en voor je het weet is die lelijke rat nu een schattig klein gordeldier. Darwin veronderstelde dat het leven door de tijd heen evolueerde van eencellige schepsels tot de mensheid.

Bij het bestuderen van Darwin’s algemeen theorie over macro-evolutie, moeten we erkennen dat de meeste biologen geloven dat het de enige wetenschappelijke verklaring is voor de menselijke oorsprong. Materialisten gebruiken dit argument om intelligent ontwerp te verwerpen, door te zeggen dat het "onwetenschappelijk" is.

Biologen in het algemeen, waren veel minder geneigd om intelligent ontwerp als geldige optie voor het ontwerp in de natuur te aanvaarden, dan hun wetenschappelijke tegenhangers in astronomie, natuurkunde en kosmologie. Maar daar lijkt verandering in te komen. Ondanks de koppige tegenstand van het Darwiaans voorbeeld, stellen veel biologen en paleontologen nu Darwin’s voorspellingen bloot aan nauwkeurig wetenschappelijk onderzoek, waarbij ze bereid zijn om het bewijs te volgen, waarheen het hen ook leidt. Dus laat ons zien waarheen het leidt.

Een stijgend aantal wetenschappers kijken naar het bewijs uit het oogpunt van gezond verstand. Als de macro-evolutie correct is dan is het logisch dat de fossielen Darwin gelijk zouden geven. Dus ze beginnen door naar het bewijs te kijken waarvan Darwin voorspelde dat het zijn beweringen zou staven. Darwin voorspelde dat de ontdekking van overgangsfossielen zijn theorie uiteindelijk zouden bevestigen.

Volgens Darwin zouden deze overgangsfossielen overvloedig bewijs leveren van geleidelijke veranderingen door toevallige mutaties.

Het idee dat één soort geleidelijk aan in een andere zou veranderen schept haar eigen speciale problemen, en daarom verdedigde Darwin het idee van gunstige mutaties. D.w.z., het DNA van een organisme zou op zeldzame momenten gunstig muteren en dit zou na verloop van tijd leiden tot andere gunstige mutaties, en voor je het weet is die lelijke rat nu een schattig klein gordeldier. Darwin veronderstelde dat het leven door de tijd heen evolueerde van eencellige schepsels tot de mensheid.

De Rots praat

We hebben voorbeelden van micro-evolutie geobserveerd waarin variaties binnen een soort bestaan. Maar er is weinig of geen op ervaring gebaseerd bewijs dat Darwin’s bewering van macro-evolutie (één soort die zich ontwikkelt tot een andere soort) ondersteunt. Meer geavanceerde schepsels verschijnen op latere tijdstippen, maar er blijven enorme kloven (niet zomaar gaten) tussen niet enkel verschillende soorten, maar zelfs tussen de hoogste rangen van schepsels, die men phyla noemt (van het latijnse phylum,wat stam betekent).

Waarom zijn de ontbrekende schakels essentieel voor Darwin’s theorie? Kon geleidelijke macro-evolutie niet gebeurt zijn zonder overgangsfossielen te creëren? Volgens Darwin niet. En vooral als ontelbare soorten zeer geleidelijke overgangen van één categorie naar een andere (bvb katten naar honden of vissen naar vogels) hadden ondergaan, dan zouden er, volgens Darwin, ontelbare fossielen moeten zijn.

De overvloed aan overgangsfossielen zou moeten kunnen aangetoond worden binnen alle phyla en soorten, niet enkel een paar. Er zouden miljoenen overgangsfossielen moeten zijn, vermits men schat dat er meer dan een miljard soorten bestaan hebben in de geschiedenis van de Aarde. Vergeet niet, we zoeken hier niet naar micro-evolutionaire veranderingen zoals van één type vogel naar een andere of één type paard naar een ander paard, enz..

Evolutionist Steven Stanley, een paleobioloog van Johns Hopkins, besluit in zijn boek Macroevolution dat zonder het fossiele bewijs "we ons zouden kunnen afvragen of de leer van de evolutie niet méér is dan een schandelijke hypothese." M.a.w., alle giswerk over of de Darwiniaanse evolutie een feit is of niet, komt neer op harde bewijzen.

Af en toe beweert een wetenschappers dat hij een nieuwe soort heeft "ontwikkeld" in zijn laboratorium, maar dat is geen bewijs voor de Darwiniaanse macro-evolutie. Veel van die beweringen blijken zelfs vals te zijn, of bewijs voor micro-evolutie. Hoe dan ook, experimenten in een laboratorium vereisen intelligentie, en geen toeval.

Paleontologen graven, classificeren en zoeken wereldwijd al 150 jaar naar deze overgangsfossielen. Miljarden fossielen die zo’n 250.000 soorten vertegenwoordigen werden nauwkeurig onderzocht. Wat hebben de wetenschappers ontdekt? Ondersteunt het fossiele bewijs Darwins theorie over macro-evolutie? Als dat zo is zijn de ontbrekende schakels die Darwin voorspelde uiteindelijk gevonden.

We beginnen onze fossielzoektocht met de mysterieuze Cambrische periode, een tijdperk die door geologen zo’n 530 miljoen jaar geleden wordt gesitueerd.

Boem! Leven

Als uit het niets verschenen tijdens de Cambrische periode complexe levensvormen met volledig ontwikkelde ogen. Sommigen noemen het de ‘oerknal van de biologie’.

Voorafgaand aan de Cambische periode werden enkel fossielen van eenvoudige levensvormen gevonden. En dan, opeens, lijkt het fossielenbestand te wemelen van meer complexe levensvormen dan er vandaag bestaan. Dit noemt men de ... Cambrische Explosie.

"Explosie" is het juiste woord in dit geval. We zien het belang van de periode in bijvoorbeeld het verschijnen van nieuwe phyla (stammen). Phyla zijn de grootste categorie van dieren die er bestaat. Volgens biologen behoren wij tot hetzelfde phylum als woestijnratten en forellen. De verschillen tussen phyla zijn nog extremer dan de verschillen binnen één phylum. De slakkenfamilie bijvoorbeeld, behoort tot een andere phylum dan de mensen. Organismen in verschillende phyla zijn gebouwd volgens volledig verschillende lichaamstypes.

Paleontologen vinden in de Cambrische explosie niet enkel de verschijning van een paar nieuwe dieren, maar ook de verschijning van 50 compleet verschillende lichaamstypes zonder voorafgaande overgangen of voorgangers.

Darwin verbond zijn complete theorie aan de overtuiging dat een soort nooit plots kon verschijnen. Hij zei: "Als talrijke soorten die tot dezelfde families behoren, echt plots tot leven kwamen, zou dat fataal zijn voor de theorie van evolutie volgens natuurlijke selectie."

En toch verschenen plots lichaamsorganen zoals ogen in de Cambrische periode. Het oog van de trilobiet (een groep geleedpotigen) heeft tientallen complexe buisjes die elk hun eigen lens hebben. De Darwaniaanse geleidelijkheid kan geen verklaring geven voor de plotse ontwikkeling van complexe organen zoals het volledig gevormde oog. Evolutionisten worden in verlegenheid gebracht omdat Darwin theoretiseerde dat complexe organen zoals het oog enkel geleidelijk aan over enorme tijdspannes kon ontwikkelen en dit vanuit één bepaalde voorouder. En toch verschenen er tijdens de Cambrische periode opeens vijf totaal verschillende phyla, elk met volledig ontwikkelde ogen, zonder aanwijzing van een gemeenschappelijke voorouder.

T.S. Kemp, curator van de dierkundige verzamelingen in het Oxford University Museum of Natural Historyis één van ’s werelds vooraanstaande experts op het gebied van Cambrische fossielen. Met betrekking tot de plotse verschijningen van nieuwe soorten verklaart Kemp : "Op een paar uitzonderingen na verschijnen er in het fossielenbestand volledig nieuwe soorten van organismen voor de eerste keer, die reeds volledig ontwikkeld zijn. Dit lag helemaal niet in de lijn van onze verwachtingen."

Nieuwe organismen met snel ontwikkelende ogen is niet wat Darwin in gedachten had toen zijn theorie natuurlijke selectie definieerde als geleidelijke veranderingen doorheen enorme tijdspannes. Zoöloog Richard Dawkins bevestigt : "Als er geen geleidelijke veranderingen waren ... hebben we te maken met een mirakel."

Stephen Gould, een vurig voorstander van de materialistische evolutie, vat het probleem van Darwinisten samen: "We weten niet waarom de Cambrische explosie alle belangrijke anatomische ontwerpen zo snel kon tot stand brengen ... De Cambrische explosie was de meest opmerkelijke en raadselachtige gebeurtenis in de geschiedenis van het leven."

Hoewel de Cambrische explosie Darwins theorie niet weerlegt doet ze zeker een groot vraagteken rijzen en is ze een bron van grote frustratie geweest voor materialisten. Maar is de Cambrische explosie van plots verschijnende nieuwe soorten de enige tegenstrijdigheid van Darwin’s van macro-evolutietheorie?

De beste voorbeelden die evolutionisten als verdediging voor de macro-evolutie geven, zijn de Archaeopteryx [een vogelsoort die één van de belangrijkste bekende fossiele overgangsvormen vormt tussen niet-vliegende reptielen en vogels] en de Tiktaalik roseae [een vissoort die ledematen ontwikkelde]. Maar deze twee voorbeelden verklaren niet waarom er zo’n enorme gaten zijn in het fossielenbestand. Moleculair bioloog Michael Denton merkt op: "Archaeopteryx was waarschijnlijk de beste tussenschakel die Darwin kon noemen, maar tussen reptielen en de Archaeopteryx was er nog altijd een heel duidelijke kloof." Darwin verwachtte veel meer bewijs om de macro-evolutie te ondersteunen. Dit leidde ertoe dat zelfs de meest toegwijde materialisten Darwin’s voorspelling in vraag stelden.

Gould’s collega, Eldredge, geeft eerlijk de faling van het fossielenbestand om bewijs voor de macro-evolutie te leveren toe door te verklaren: "Niemand heeft ooit zo’n tussen-wezens gevonden en er is een groeiende overtuiging onder veel wetenschappers dat deze overgangsvormen nooit bestaan hebben."

Levensvormen in een sleur

Volgens paleontologen toont het fossielenbestand dat de meeste soorten niet veranderen maar gedurende miljoenen jaren zo goed als hetzelfde blijven. Dit fenomeen noemen ze stase, wat eigenlijk betekent dat u niet moet verwachten dat u in de nabije toekomst een tweede hoofd of derde arm zal krijgen.

Kemp vat de bevindingen van het fossielbestand samen: "Het staat nu vast dat stase voorkomt in een meerderheid van de gevallen van fossielsoorten. Het staat ook buiten twijfel dat macro-evolutie gewoonlijk zo snel gebeurt dat het geen sporen nalaat in het fossielbestand."

M.a.w., evolutie gebeurt zelden, en wanneer het gebeurt, gebeurt het zo snel dat het niet te zien is in het fossielenbestand. Eldredge merkt op: "Geen wonder dat paleontologen de evolutie zo lang ontweken. Het leek nooit te gebeuren." Maar wacht ... Zei Darwin’s theorie niet dat alle leven geleidelijk aan evolueerde? Hoe reageren Darwinisten op dit beschamend gebrek aan bewijs?

Volgens Gould, met stilte: "Het is geen evolutie dus men praat er niet over." Gould, één van Darwin’s grootste voorstanders geeft ook toe: "De extreme zeldzaamheid van overgangsvormen in het fossielenbestand is het beroepsgeheim van de paleontologie. De evolutiebomen die onze leerboeken versieren bevatten enkel datums aan de puntjes van de takken; de rest is speculatie en niet het bewijs geleverd door fossielen."

Paleontoloog Whitey Hagadorn heeft uitvoerig fossielen van de prille zeediergemeenschappen bestudeerd, op zoek naar bewijs van overgangen. Hij verklaart : "Paleontologen hebben de beste ogen ter wereld. Als wij de fossielen niet kunnen vinden kan je soms niet anders dan denken dat ze er gewoon niet waren."

Vertaling: Mario Lossie

Bron: Y-Origins: The facts presented by scholars


30-04-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Al uw antwoorden over Jezus. Zoektocht 8. Is Christus verrezen uit de doden?
Zoektocht 8. Is Christus verrezen uit de doden?

Wij zijn allemaal aangedaan wanneer er een bekend iemand plotseling sterft. De dood wordt "de grote kuishouder" genoemd. Duizenden grafstenen omgeven door groen gazon vertellen de verhalen. Winnaars van Nobelprijzen, schoonheidskoninginnen, miljardairen, presidenten. Allen sterven. En op een dag is het aan onze beurt.

De vraag die wij ons allen stellen is: "En dan?" Sommigen, zoals de atheïst Bertrand Russell geloven dat de dood het einde is van alle bewustzijn. Russell schreef: "Ik geloof dat wanneer ik sterf dat ik zal wegrotten, en niets van mijn eigen ego zal overblijven."

Maar opnieuw is er Jezus Christus die met een heel andere verhaal afkomt. Hij zei dat zij die in Hem geloven eeuwig leven zal worden verleend. In een drastische verklaring tot zijn volgelingen zei Hij: "Ik ben de Verrijzenis en het leven. Zij die in mij geloven, ook al houden zij van iedereen, zal het leven opnieuw worden geschonken." Nog meer zelfs. Hij vertelde aan zijn apostelen dat Hij zijn woorden zou bewijzen door te sterven en drie dagen later op te staan uit de doden.

Als Jezus, zoals het Nieuwe Testament ons vertelt, uit de dood is verrezen, dan is de belofte van eeuwig leven geloofwaardig. Maar indien dit niet zo zijn geweest, dan wordt al het overige in vraag gesteld.


De theoloog R.C. Sproud zei: "De verkondiging van de verrijzenis is van wezenlijk belang voor het Christendom. Als Christus door God uit de dood tot leven is gewekt, dan geeft hij geloofsbrieven en certificaten waarover geen enkele andere godsdienstige leider beschikt. Buddha is dood. Mohammed is dood. Cunfucius is dood. Maar, volgens het ... Christendom, is Christus levend."

Mythische verhalen schilderen goden als Osiris, Isis, Horus en Tammuz af als stervende goden die terug tot leven komen. Maar niemand gelooft ernstig in de echtheid van deze verzinsels omdat er niet het minste bewijs is dat deze goden hebben bestaan, laat staan dat ze uit de dood terugkwamen. Maar met Jezus Christus wordt het bewijs onweerlegbaar dat hij 2000 jaar geleden heeft bestaan en een grote invloed heeft gehad op de geschiedenis.

Maar kan Jezus’ verrijzenis zijn uitgevonden door zijn volgelingen van de eerste Kerk, of is er enig bewijs? Sommige zeggen dat het een gesloten zaak is die niet kan worden heropend. Anderen, die het bewijs voor zichzelf zoeken, vertellen ons een ander verhaal. Wie moeten we nu geloven? Uiteindelijk is Jezus’ verrijzenis ofwel de grootste prestatie, zo niet het grootste bedrog uit de geschiedenis.

De onderzoeker Josh McDowell zei: "Na meer dan zevenhonderd uren studie over dit onderwerp en diepgaand onderzoek van dit grondbeginsel, ben ik tot het besluit gekomen dat de verrijzenis van Jezus Christus ofwel een van de meest verdorven, bedrieglijke en hartenloze grap die ooit aan de mensen is opgedrongen, ofwel is dit het meest fantastische feit uit de geschiedenis." Welke van de twee is het?

Hierna zullen we zien of er bewijs is om de meest radicale aanspraak uit de geschiedenis te weerleggen of te ondersteunen: de verrijzenis van Jezus Christus.

Cynici en sceptici

Niet iedereen echter is zomaar bereid om eerlijk naar het bewijs op zoek te gaan. Bertrand Russell geeft toe dat zijn aanpak van Christus "niet begaan is" met historische feiten. De geschiedkundige, Joseph Campbell, beweerde kalm, zonder enig bewijs te leveren, aan zijn PBS tv-publiek dat de verrijzenis van Christus geen feitelijke gebeurtenis is. Andere geleerden, zoals John Dominic Crossan van het controversiële Jezus Seminarie, zijn het met hem eens. Geen van hen echter kan hun standpunt met enig bewijs staven.

Andere sceptici, in tegenstelling tot cynici, zijn wel geïnteresseerd in bewijsmateriaal. In een sceptisch blad, met als titel "Wat is sceptisch"?" wordt de volgende definitie gegeven: "Scepticisme is ... de toepassing van de reden op alle ideeën, waarbij heilige koeien niet zijn toegelaten. Met andere woorden ... sceptici gaan niet de mogelijkheid onderzoeken naar het feit dat een gebeurtenis echt kan zijn of dat een aanspraak waar kan zijn. Wanneer wij zeggen dat wij sceptisch zijn, dan moeten wij overtuigend bewijsmateriaal leveren alvorens het te geloven."

Anders dan Russell en Crossan, hebben vele sceptici het bewijs van Jezus’ verrijzenis onderzocht. In dit artikel wordt er over sommigen van hen gesproken en zullen wij zien hoe zij het bewijsmateriaal hebben ontleed, het bewijs van de meest belangrijke vraag in de geschiedenis van de mensheid: Is Jezus werkelijk verrezen uit de doden?

Zelfprofetie

Vóór Zijn dood, heeft Christus aan zijn leerlingen verteld dat Hij zou verraden, gearresteerd en gekruisigd worden en dat hij drie dagen later zou opstaan uit de doden. Dat is een vreemd plan! Wat zat hierachter? Jezus was niet iemand die het publiek vermaakte op vraag van anderen. In plaats daarvan beloofde Hij dat zijn dood en verrijzenis de mensen zou bewijzen [als er hun geest en hart voor open staan] dat Hij inderdaad de Messias was.

De Bijbelgeleerde Wilbur Smith schreef over Jezus:

"Toen Hij zei dat Hijzelf zou verrijzen uit de doden, na de derde dag van Zijn kruisiging, zei Hij dat enkel een gek zoiets zou durven te vertellen, indien Hij zou verwachten dat zijn leerlingen Hem volgen, tenzij Hij er zeker van was dat Hij zou verrijzen. Geen enkele stichter van enige wereldgodsdienst durfde ooit zoiets te beweren."

Met andere woorden, daar Jezus duidelijk vertelde aan zijn leerlingen dat Hij na Zijn dood zou verrijzen, zou een mislukking hem als bedrieger ontmaskeren. Maar nu lopen wij onszelf vooruit. Op welke manier kwam Jezus om het leven alvorens Hij verrees [als Hij verrees]?

Een verschrikkelijke dood en dan ...?

U weet dat Jezus’ laatste uren ongeveer waren zoals in de film van Mel Gibson. Als u gedeelten van de film hebt gemist omdat u uw ogen van het geweld hebt afgewend, balder dan even door het Evangelie om uit te vinden wat u hebt gemist.

Zoals Jezus had voorspeld, werd hij verraden door één van zijn eigen leerlingen, Judas Iskariot, en werd hij hierop aangehouden. In een neprechtszaak onder de Romeinse gouverneur, Pontius Pilatus, werd Hij schuldig bevonden aan verraad en veroordeeld tot de dood aan een houten kruis. Vooraleer Jezus aan het kruis werd genageld werd hij brutaal murw geslagen met Romeinse "katten met negen staarten," een gesel met stukken been en metaal die het vlees uitrukten. Hij werd herhaaldelijk geslagen, geschopt en bespuwd.

Hierop sloegen Zijn Romeinse beulen, met houten hamers, smeedijzeren nagels in Jezus' vuisten en voeten. Tenslotte lieten zij het kruis vallen in het gat in de grond tussen twee overige kruisen die veroordeelde dieven droegen.

Jezus hing daar zo’n zes uren en om drie uur in de namiddag, precies hetzelfde tijdstip van het offer als zonde van het Paaslam [is er hier enige symboliek?], schreeuwde Jezus het uit: "Het is over," en stierf. Plots werd de lucht donker en doorschudde een aardbeving de streek.

Pilatus wou een bevestiging dat Jezus dood was, alvorens hij toestond om het gekruisigde lichaam vrij te geven om te begraven. En zo stak een Romeinse soldaat een lans in Jezus’ zijde. Het mengsel van bloed en water dat uit zijn zijde vloeide was een duidelijke aanwijzing dat Jezus dood was. Jezus’ lichaam werd hierop van het kruis gehaald en begraven in de graftombe van Jozef van Arimathea. Hierop verzegelden de Romeinse soldaten het graf en hielden er 24 uur op 24 uur de wacht.

Zijn leerlingen bestierven het ondertussen van schrik. Dr. J.P. Moreland legt uit hoe verward ze waren na Jezus’ dood aan het kruis. "Zij hadden niet langer het vertrouwen dat Jezus door God was gezonden. Zij hadden ook steeds gedacht dat God zo’n afslachting en lijden van de Messias nooit zou hebben toegelaten. Zo gingen ze uit elkaar. Het Jezus verhaal was hiermee opgehouden te bestaan."

Alle hoop was verdwenen. Rome en de Joodse leiders hadden klaarblijkelijk overwonnen.

Iets gebeurde

Maar dit werd niet het einde. De Jezusbeweging verdween klaarblijkelijk niet en in feite is het Christendom thans de grootste wereldgodsdienst. Daarom moeten we weten wat er gebeurde nadat Jezus’ lichaam van het kruis werd gehaald en in het graf werd gelegd.

Peter Steinfels vertelt de verrassende gebeurtenissen die drie dagen na Jezus’ dood plaatsvonden: "Kort nadat Jezus werd gedood ondergingen zijn leerlingen zo’n geestesverandering dat ze van een verstomde groep, die zichzelf uit schrik hadden opgesloten, veranderen in mensen die het uitschreeuwden over een levende Jezus en een komend Koninkrijk, en dit op risico van hun eigen leven, zelfs op die wijze dat het later het keizerrijk totaal zou veranderen. Iets was er gebeurd ... maar wat precies? Dat is de vraag die we moeten beantwoorden met een onderzoek van de feiten.

Er waren slechts vijf aanneembare verklaringen voor Jezus’ verrijzenis, zoals deze wordt voorgesteld in het Nieuwe Testament:

  • Jezus is nooit aan het kruis gestorven.
  • De "verrijzenis" was een samenzwering.
  • De leerlingen hadden waanvoorstellingen.
  • Het verhaal is een legende.
  • Het gebeurde werkelijk.

Laat ons deze opties onderzoeken en zien welke er het beste past.

Was Jezus dood?

"Marley was nog meer dood dan een nagel, daarover was er geen twijfel." Zo begint Charles Dickens zijn Christmas Carol, waardoor de auteur geen misvatting wou over het bovennatuurlijke dat spoedig zou plaatsvinden. Op dezelfde wijze gaan we proberen om de stukjes bij elkaar te leggen om te zien of er een bewijs bestond voor de verrijzenis. Eerst moeten we opmaken of er wel degelijk een lichaam was. Uiteindelijk is het niet de eerste keer dat kranten ook vandaag nog berichten dat er ergens bij een lichaam in een of ander mortuarium beweging werd vastgesteld en dat de bewuste persoon weer tot bewustzijn kwam.

Sommigen legden voor dat Jezus eigenlijk nooit is gestorven aan het kruis, maar door de koele lucht in de graftombe weer tot bewustzijn zou zijn gekomen. Maar deze theorie zou het medische bewijs geweld aandoen. Een artikel in de Journal of the American Medical Association legt uit waarom deze zogenaamde appelflauwte theorie niet te verdedigen valt: "De gewichtigheid van de historische en medische bewijzen duiden duidelijk aan dat Jezus overleden was ...de lans die tussen zijn rechtse ribben stak, heeft waarschijnlijk niet alleen de rechterlong doorboord, maar tevens het hartzakje en het hart en daardoor de twijfels weggenomen over zijn dood, immers, Jezus was al overleden maar Pontius Pilatus wou elke twijfel hierover wegnemen. Daarom gaf hij de opdracht om het lichaam met een lans te doorboren."
 
Maar om echte sceptici te overtuigen van een verhaal van 2000 jaar oud, is er nog een tweede verduidelijking nodig.

Deze kan gevonden worden in de geschriften van niet gelovige geschiedkundigen van rond de tijd dat Jezus leefde. Drie van hen hebben melding gemaakt van de dood van Jezus:

  • Lucius [ca. 120-180 na Christus] verwijst naar Jezus als een gekruisigde drogredenaar.
  • Josephus [ca. 37-100 na Christus] schreef: "In die tijd verscheen Jezus, een wijze man, want hij deed verbazende dingen. Toen Pilatus hem beschuldigde en veroordeelde tot de kruisdood, hielden deze die hem liefhadden hiermee niet op."
  • Tacitus [ca. 56-120 na Christus] schreef, "Christus onderging de meest verschrikkelijke doodstraf ... uitgesproken door onze procurator, Pontius Pilatus."

Dit is een beetje zoals de archieven doorbladeren en er op uitkomen dat, op een lentedag in de eerste eeuw, de Jerusalem Post frontpaginanieuws had dat Jezus gekruisigd en gestorven was. Geen slecht opzoekingwerk en redelijk overtuigend.

In werkelijkheid is er geen enkel historisch verslag van Christenen, Romeinen en Joden dat Jezus’ dood, noch zijn begraving tegenspreekt. Zelfs Crossan, een scepticus van de verrijzenis, geeft toe dat Jezus werkelijk heeft geleefd en is gestorven: "Dat hij gekruisigd werd is even zeker als enig historisch feit enigszins zeker kan zijn." In het licht van dergelijk bewijs, lijkt het er op dat dit een heel goede basis is om aan te nemen dat we de eerste van de vijf opties onontvankelijk kunnen verklaren. Jezus was duidelijk dood, hierover bestaat niet de minste twijfel.

De zaak van de lege graftombe

Geen enkele geschiedkundige die zichzelf ernstig neemt twijfelt erover dat Jezus dood was, toen hij van het kruis werd gehaald. Er zijn er wel velen die in vraag stellen hoe Jezus is verdwenen uit Zijn graftombe. De Engelse journalist, Dr. Frank Morison, dacht aanvankelijk dat de verrijzenis ofwel een verzinsel was, ofwel een hoax. Hij begon opzoekingen te doen hierover en schreef er een boek over dat dit weerlegt. Het boek werd heel bekend, maar voor andere redenen als de oorspronkelijke bedoeling, zoals we zullen zien.

Morison begon met te pogen om de zaak van de lege graftombe op te lossen. De grafkelder was eigendom van een lid van het Sanhedrin, de joodse rechterlijke raad onder toezicht van de Romeinen, Jozef van Arimathea. Raadslid zijn van het Sanhedrin in Israël, stond zowat gelijk met de status van een huidig popidool. Jozef moet dus werkelijk hebben bestaan. Anderzijds zouden de joodse leiders het verhaal als bedrog hebben afgedaan, in hun pogingen om te verrijzenis te ontkennen. Ook moet Jozefs grafkelder een welgekende plaats zijn geweest die gemakkelijk te vinden was, zodat elke gedachte van het "verloren lichaam van Jezus op een of andere begraafplaats" aan de kant kan worden gezet.

Morison vroeg zich af waarom Jezus’ vijanden de "mythe van de lege graftombe" niet tegenspraken. De ontdekking van Jezus’ lichaam zou immers een "eventuele samenzwering" volledig onderuit halen.

Wat er geschiedkundig is geweten over Jezus’ vijanden is dat zij Jezus’ leerlingen ervan beschuldigden het lichaam te hebben gestolen, als gevolg van hun gedeelde geloof dat de graftombe leeg was.Dr. Paul L. Maier, professor in de Oude Geschiedkunde aan de Western Michigan University, verklaarde op dezelfde wijze: "Als al de bewijzen voorzichtig en eerlijk overwogen worden, is het inderdaad verdedigbaar ... om te besluiten dat de tombe waarin Jezus lag begraven inderdaad leeg was op de morgen van de eerste paasdag. Er is ook geen enkel bewijs van het tegendeel ontdekt."

De joodse leiders waren verbaasd en beschuldigden de leerlingen ervan Jezus’ lichaam te hebben gestolen, maar de Romeinen hielden een 24-uren wacht met een eenheid van 4 tot 12 soldaten. Morison stelde zich dan ook terecht de vraag: "Hoe konden deze Jezus’ lichaam hebben laten stelen?" Het zou voor iedereen onmogelijk zijn geweest om de Romeinse wacht te kunnen ontlopen en vervolgens een twee ton zware steen te verplaatsen. Toch was de steen verplaatst en was het lichaam van Jezus vermist.


Indien Jezus’ lichaam ergens zou gevonden zijn, zouden zijn vijanden alles heel vlug hebben bekend gemaakt als bedrog. Tom Anderson, de voormalige voorzitter van de California Trial Lawyers Association, vat de sterkte van dit argument als volgt samen: "Denkt u niet dat, met een zo’n wijdverspreide gebeurtenis, het aannemelijk zou zijn dat enige historicus, ooggetuige of antagonist voor altijd zou hebben opgetekend dat hij het lichaam van Christus had gezien? ... de stilte hier rond in de geschiedenisboeken is duidelijk wanneer het er op aan komt om te getuigen tegen de verrijzenis."

Morison besluit: "En zo kunnen we stellen dat, met geen enkel lichaam als bewijsmateriaal en met een heel bekende graftombe, we de overtuiging als geloofwaardig aanvaarden dat Jezus’ lichaam op de een of andere manier is verdwenen uit de kelder."

Grafschennis?

Terwijl Morison doorging met zijn onderzoek, begon hij de eventuele motieven van Jezus’ volgelingen te bestuderen. Misschien was de veronderstelde verrijzenis in werkelijkheid een gestolen lichaam. En, indien zo, hoe zit het dan met de verhalen van alle gerapporteerde verschijningen van de verrezen Jezus in het Evangelie? De geschiedkundige Paul Johnson schreef in History of the Jews: "Wat belangrijk was, waren niet de omstandigheden van Zijn dood, maar het feit dat Hij wijd verspreid en onbuigzaam geloofd werd door een steeds groter wordend publiek, betreffende Zijn opstanding uit de doden."

Het graf was inderdaad leeg, maar het was niet de loutere afwezigheid van een lichaam dat Jezus’ volgelingen heeft doen verstenen [vooral indien zij het zouden geweest zijn die het lichaam gestolen hadden]. Iets buitengewoon moet er zijn gebeurd wat bij de volgelingen van Jezus hun rouw, hun aanvankelijke verberging en vervolgens hun onbevreesde verkondiging dan ze Jezus levend gezien hebben, heeft veroorzaakt.

Elke ooggetuige zegt dat Jezus plots lichamelijk verscheen aan zijn volgelingen, de vrouwen eerst. Morison vroeg zich af waarom samenzweerders de vrouwen centraal zou stellen in een complot. In de eerste eeuw hadden vrouwen namelijk vrijwel geen rechten, er was geen verpersoonlijking, noch een maatschappelijke waardering. Als het plan moest slagen, redeneerde Morison, zouden de samenzweerders hierbij mannen betrokken hebben en geen vrouwen, om als eerste Jezus levend te zien. En toch horen we dat vrouwen hen aanraakten, een gesprek voerden met hem en de eersten waren om het lege graf te vinden.

Later, nog volgens ooggetuigen, zagen alle leerlingen Jezus bij meerdere gelegenheden. Zij schreven dat Hij Zijn handen en voeten aan hen toonde en dat ze Hem aanraakten. Naar verluidt zou Hij ook met hen aan tafel hebben gegeten. Bij één enkele gelegenheid verscheen hij later aan meer dan 500 volgelingen.

De wetsgeleeerde John Warwick Montgomery zei: "In 56 na Christus schreef dat de apostel Paulus: Daarna is hij verschenen aan meer dan vijfhonderd broeders en zusters tegelijk, van wie er enkelen gestorven zijn, maar de meesten nu nog leven [1 Korintiers 15:6]. Het overtreft de grenzen van de geloofwaardigheid dat de eerste Christenen zo’n verhaaltje zouden hebben in elkaar gestoken om het vervolgens te verkondigen aan diegenen die het gemakkelijk konden weerleggen door eenvoudigweg naar Christus’ verrezen lichaam te vragen als bewijs."

De Bijbelgeleerden Geisler en Turek zijn het hiermee eens: "Als de verrijzenis niet had plaatsgevonden, waarom zou de apostel Paulus dan zo’n lijst geven van veronderstelde ooggetuigen. Hij zou onmiddellijk al zijn geloofwaardigheid hebben verloren bij zijn Korinthiërs door zo schaamteloos te liegen."

Petrus vertelde aan een menigte in Caesarea waarom hij en de overige leerlingen er zo overtuigd van waren dat Jezus levend was: "Wij, apostelen, waren getuige van al zijn daden over geheel Israël. Zij hebben hem ter dood gebracht door hen te kruisigen, maar God bracht Hem na drie dagen opnieuw tot leven." Wij waren diegenen die met Hem aan tafel dronken en aten, nadat Hij uit de doden was herrezen [Handelingen der Apostelen 10: 39-41]."

De Britse Bijbelgeleerde Michael Green merkte op: "De verschijningen van Jezus zijn zo gewaarborgd als alles uit de Oudheid ... Er kan geen rationele twijfel zijn dat ze hebben plaatsgevonden."

Rechtlijnig tot het einde

Alsof er nog niet voldoende ooggetuigenissen waren om Morisons twijfelzucht uit te dagen, was hij ook verbijsterd over het gedrag van Zijn leerlingen. Een historische gebeurtenis dat geschiedkundigen, psychologen en sceptici in het nauw dreven is, dat deze elf aanvankelijke lafaards die zich uit schrik verstopten plots bereid waren om alle vernederingen, martelingen, tot zelfs de dood te ondergaan. Allen, behalve één apostel, werden vermoord als martelaars. Zouden zij zoveel hebben overgehad voor een leugen, als ze inderdaad het lichaam zouden hebben weggenomen?

De moslim "martelaren" van 11 september hebben bewezen dat mensen bereid zijn tot sterven voor een valse zaak waar zij in geloven. Vrijwillig martelaar zijn voor een valse zaak is waanzin, of zoals Paul Little schreef: "Mensen zijn bereid te sterven voor waarin zij geloven, ook als is het wezenlijk een leugen. Zij sterven hoe dan ook niet voor wat ze weten wat een leugen is." Het gedrag van Jezus' leerlingen was rechtlijnig met hun ongeveinsd geloof dat hun leider levend was.

Niemand heeft voldoende kunnen uitleggen waarom zijn leerlingen zouden bereid zijn te sterven voor een gekende leugen. En zelfs als ze allen zouden hebben beraamd om te liegen over Jezus’ verrijzenis, hou konden zij deze samenzwering gedurende tientallen jaren in stand kunnen houden zonder dat niet één van hen zich vrijwillig heeft laten omkopen voor geld of macht? Moreland schreef: "Zij die liegen voor persoonlijk gewin houden dit niet lang uit, vooral wanneer ontbering en leed hun voordeel onderuit halen."

Chuck Nolson, die werkte onder Nixon en betrokken was bij het Watergate schandaal heeft op de moeilijkheden van sommige mensen gewezen om een leugen vol te houden gedurende een langere periode: "Ik weet dat de verrijzenis een feit is, en Watergate heeft mij hiervan overtuigd. Hoe? Omdat 12 mensen getuigden dat ze Jezus hebben zien opstaan uit de doden en dat zij deze waarheid gedurende 40 jaar hebben volgehouden, zonder dit éénmaal te ontkennen. Iedereen werd geslagen, gemarteld, gestenigd en gevangen gezet. Indien dit niet zou waar geweest zijn, zouden zij dit niet hebben doorstaan. In de Watergate affaire waren 13 van de machtigste mensen ter wereld betrokken en ze hebben geen enkele leugen gedurende meer dan drie weken kunnen volhouden. Als u mij komt vertellen dat 12 apostelen een leugen gedurende 40 jaar konden volhouden, dan zeg ik u dat dit absoluut onmogelijk is.

Iets heeft er dus plaatsgevonden dat alles voor deze mannen en vrouwen veranderde. Morison gaf toe dat "er zaken zijn gebeurd die door niemand kon worden verklaard ... het feit is dat ... een diepe overtuiging tot deze kleine groep mensen kwam, een verandering die getuigt van de waarheid dat Jezus is verrezen uit de dood."

Hadden Zijn leerlingen waanbeelden?

Vandaag de dag denken sommigen nog steeds dat ze Elvis zien met een vettige haarkuif. En dan zijn er diegenen die de vorige nacht hebben doorgebracht in het moederschip van ruimtewezens. Soms "zien" de mensen dingen die ze willen zien, maar die er in werkelijkheid niet zijn. Daarom beweren sommigen dat de leerlingen zo verward waren over de kruisiging dat hun wens om een levende Jezus te zien, de oorzaak was van massawaanbeelden. Aanneembaar?

Aan de psycholoog Gary Collins, voormalige voorzitter van de "American Association of Christian Counselors," werd de vraag gesteld over de mogelijkheid van waanbeelden als oorzaak van de radicale wijziging in het gedrag van de leerlingen. Collins merkte op: "Waanbeelden zijn persoonlijke gebeurtenissen. Door hun eigen kenmerk kan enkel één persoon op een bepaald tijdstip een zeker waanbeeld waarnemen. Het zijn zeker geen zaken die door een groep van mensen kunnen worden waargenomen."

Een waanbeeld is zelfs de minst mogelijke waarschijnlijkheid, want volgens psycholoog Tomas J. Thorburn ... is het absoluut onovertuigend dat ... vijfhonderd gezonde, verstandige mensen ... allerlei soorten zintuiglijke indrukken zouden ervaren, zowel zichtbaar, hoorbaar, tastbaar, en dat al deze ... ervaringen volledig op waanbeelden zouden berust zijn.

Nog meer, in de kennis die er bestaat over waanbeelden, zou de persoon zich in een geestesomgeving moeten bevinden waar ze de persoon willen zien die hun geest bedenkt. Twee hoofdleiders van de vroege Kerk, Jacobus en Paulus ontmoetten beiden de verrezen Christus, zonder verwachting, noch hoop hierop. De apostel Paulus vervolgde in werkelijkheid de eerste Christenen, en zijn bekering blijft onverklaarbaar met uitzondering van zijn eigen getuigenis dat hem de verrezen Jezus was verschenen.

Van leugen tot legende

Sommige onovertuigde sceptici schrijven het verhaal van de verrezen Christus toe aan een legende die is ontstaan uit een of meer personen die logen of dachten dat ze de verrezen Christus hadden gezien. Met de tijd zou de legende opgesmukt zijn en zijn uitgegroeid tot het uiteindelijke verhaal. Deze theorie brengt het verhaal van de verrijzenis op gelijke voet met de legende van Koning Arthur en de Ridders van de ronde tafel en met de fabel dat George Washington geen leugen kon vertellen.

Maar er zijn drie hoofdproblemen met deze theorie:

  • Legenden ontwikkelen zich zelden met meerdere levende getuigen die ze kunnen tegenspreken. Een geschiedkundige met kennis over het oude Rome en Griekenland, A.N. Sherwin-White, argumenteerde dat de het nieuws rond de Verrijzenis zich zo vlug heeft verspreid, dat het onmogelijk als een legende kan aanschouwd worden.
  • Legenden ontstaan door mondelinge overdracht en gaan niet gepaard met historische documenten uit dezelfde tijd die kunnen worden nagegaan. De vier Evangeliën zijn binnen de dertig jaar na de verrijzenis geschreven.
  • De theorie van de legende verklaart ook niet afdoende het verhaal van de lege graftombe of de geschiedkundig bevestigde overtuiging van de apostelen dat Jezus levend was.
Waarom overwon het Christendom?

Morrison was verbijsterd door het feit dat "een kleine onbeduidende beweging in staat was om het te halen van de sluwe bedrevenheid van de Joodse gevestigde waarden, evenals van het machtige Rome." Waarom heeft het overwonnen ondanks de machtigste tegenstand?

Hij schrijft: "Binnen de twintig jaar heeft de bewering van deze gewone mensen uit Galilea de Joodse kerk ontwricht en in minder dan vijftig jaar begon het de vrede binnen het Romeinse Rijk te ontwrichten ... en hiermee worden we geconfronteerd met het grootste raadsel van allemaal. Waarom overwon het Christendom?"

Normaal zou het Christendom zijn beëindigd bij de kruisdood, toen Zijn leerlingen vluchtten voor hun leven. Maar de apostelen begonnen een groeiende Christelijke beweging te vestigen.

J.N.D. Anderson schreef: "Denk aan de psychologische zinloosheid van de beschrijving van een kleine groep verslagen lafaards in de opperzaal die enkele dagen later veranderde in een beweging die zelfs de strengste vervolging niet kon tegenhouden en die deze verandering toeschreven aan iets dat zeer weinig overtuigend is ... een verhaal dat zelf verzonnen kan zijn. Dit zou elke normale gedachtegang tarten."

Vele geleerden geloven in het verhaal dat "het bloed van de martelaren het zaad van de Kerk was." Historicus Will Durant merkte op: "Plaats Caesar en Christus in dezelfde arena en Christus zou overwonnen hebben."

Een verrassend besluit

Met al het voorafgaande geraakte Morison er meer en meer van overtuigd dat zijn eerste bewering verkeerd was en dat Christus inderdaad is verrezen. Toen schreef hij een andere boek, met als titel Who moved the Stone? [Wie verplaatste de steen?], om zijn nieuwe besluiten neer te schrijven. Morison volgde eenvoudig het spoor van de bewijzen, aanwijzing na aanwijzing, tot de echte waarheid van alles voor hem duidelijk werd. Tot zijn eigen verbazing leidde dit tot zijn geloof in de Verrijzenis van Jezus.

In zijn eerste hoofdstuk legt de voormalige tegenstander uit hoe deze bewijsstukken hem ertoe brachten dat Jezus’ verrijzenis een waar gebeurd feit was. "Het was alsof iemand een woud moest doortrekken langs een hem overbekend pad en toch ergens anders uitkwam."

Morison is niet alleen. Talrijke overige sceptici hebben de bewijsstukken voor Jezus verrijzenis onderzocht en aanvaardden het als het meest verbazingwekkende feit uit de hele menselijke geschiedenis. Maar met de verrijzenis van Jezus Christus, rees ook de vraag: Wat heeft het feit dat Jezus de dood heeft overwonnen met mij te maken? Het antwoord op deze vraag vindt men volledig in het Nieuwe Testament.

Vertaling: Chris De Bodt

Bron: Y-Jesus: The facts presented by scholars

    29-04-1980
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Film 'One Night With The King'
    Film "One Night With The King"

    "One Night with The King" is de verfilming van het verhaal van koningin Esther uit het gelijknamige Bijbelboek. Hadassah, die haar naam verandert in Esther om niet herkend te worden als Joodse, wordt gekozen tot nieuwe koningin. Het voortbestaan van het Joodse volk loopt gevaar wanneer Haman het plan heeft om alle Joden uit te roeien. Esther verijdelt de aanslag door de koning te wijzen op de snode plannen van Haman en hem te laten inzien hoe hij is misleid.

    De film geeft mooie sfeerbeelden van het Perzische rijk en de leefgemeenschap van de verbannen Joden. Regisseur Michael O. Sjabel heeft zijn werk goed gedaan en Tiffany Dupont speelt haar rol van Hadassah/esther uitstekend. Een terugblik op de ongehoorzaamheid van Saul, wanneer hij Agag, de koning van de Amelekieten, in eerste instantie laat leven, maakt op een heldere manier duidelijk hoe deze gebeurtenis grote gevolgen heeft. Haman is namelijk een afstammeling van deze Agag (Haman de Agagiet, Esther 3:1) en zit daarom vol bitterheid jegens het Joodse volk.

    Het verhaal van Esther blijft gewoon een mooi verhaal, helemaal als je bedenkt hoe God achter de schermen van de wereldgeschiedenis de touwtjes in handen heeft. Hij zorgt op een wonderlijke wijze dat het volk Israël blijft bestaan, zodat Zijn reddingsplan met de geboorte van Jezus uit het Joodse volk kan doorgaan.


























    28-04-1980
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Al uw antwoorden over de evolutie. Zoektocht 6: Wijst DNA naar een ontwerper?
    Zoektocht 6: Wijst DNA naar een ontwerper?

    Werd de taal van DNA geprogrammeerd door een ontwerper, of door toeval?

    Laat ons even de kathedraalachtige structuur van een sneeuwvlok onder een microscoop bekijken. Kijk naar de pracht ervan. Kijk naar de complexiteit. Kijk naar de originaliteit van elke afzonderlijke vlok. Dit is toch het bewijs dat er een groot ontwerper in het universum is?

    Wel nee, eigenlijk niet ... Het is niet méér een bewijs dan de vrouw in Mexico wiens aangebrande tortilla het gezicht van Jezus leek te tonen.

    Hoewel de kristalachtige vormen van een sneeuwvlok mooi en indrukwekkend zijn, komen ontwerpen van dit type veelvuldig in de natuur voor, en ze kunnen geproduceerd worden door natuurlijke processen, hetgeen effectief gebeurt.

    Neo-Darwinisten geloven dat natuurlijke selectie en gunstige mutaties de enige verklaring zijn voor ontwerpen in de natuur.

    Maar wat als er in de natuur een complexiteit wordt ontdekt die niet verklaard kan worden door natuurlijke selectie en gunstige mutaties? Wat als, in tegenstelling tot onze sneeuwvlok- en tortillavoorbeelden, wetenschappers een vorm van complexiteit ontdekken die alle menselijke bouwkunde en alle ingewikkelde computerprogramma’s te boven gaat? Dit doet een belangrijke vraag rijzen: Hoe zouden we intelligent ontwerp in de natuur kunnen detecteren, als het daadwerkelijk zou bestaan?

    Over droogkasten, Mount Rushmore en Priemgetallen:

    De mensen van SETI (Search for Extra-Terrestrial Intelligence ... Zoektocht naar Buitenaards Leven) hebben nagedacht over wat tekenen van intelligentie zijn. Zij zoeken naar buitenaards leven, als tegenoverstaande tot God, maar zij hebben met hetzelfde probleem te kampen. Hoe zouden ze communicatie uit de ruimte herkennen als ze het hoorden of zagen?

    Een aantal van hun denkpistes komen naar voor in de film Contact. In één van de scènes luistert het personage gespeeld door Jodie Foster de hele avond naar haar droogkast. Maar er zit meer achter haar schijnbare krankzinnigheid. Ze probeert haar oren te trainen zodat ze in staat is om intelligentie radiosignalen uit de ruimte kan herkennen, zonder verstrooid te worden door de ontelbare willekeurige signalen die door allerlei objecten in het heelal geproduceerd worden.

    Een droogkast produceert een bepaald niveau van mechanisch ritme, haar geluid heeft, als het ware, een bepaalde graad van ontwerp, een beetje zoals het ontwerp van een sneeuwvlok. Maar dat geluid (vooral wanneer je er gymschoenen ingestopt hebt) vertegenwoordigt een soort ontwerp dat niet-intellligentie (de natuur) kan produceren.

    Hoe kunnen we het onderscheid maken tussen ontwerp dan van nature voorkomt en intelligent ontwerp? Veronderstel dat we op weg zijn naar Las Vegas en onderweg komen we een rare rotsformatie tegen. Ik zeg: "Hey, kijk naar de erosie op die rots. Het lijkt wel op Richard Nixon toen de Watergate-tapes publiek gemaakt werden." Jij, daarentegen, vindt dat het op Vladimir Poetin lijkt die een roerei eet. We hebben elk onze mening maar we merken beiden op dat de erosiekrachten iets gemaakt hebben dat op een intelligent ontwerp lijkt.

    Als we verder rijden, komen we aan bij Mount Rushmore. Ik, die het voor de eerste keer in mijn leven zie ben verbaasd en zeg: "Wow, kijk naar die erosie op die rotsen. Het lijkt net op drie presidenten en één of andere vent met een bril." Jij noemt me een idioot, niet alleen omdat je weet wie Teddy Roosevelt is, maar ook omdat het, door de manier waarop de rotsen uitgehouwen zijn en de verbluffende graad van ontwerp, overduidelijk is dat dit het werk van vaklui is. Maar er moet een meer wetenschappelijke manier zijn om onderscheid te maken tussen deze twee niveau van ontwerp: één dat door de natuur kan geproduceerd worden en één niet.

    Verderop in de film Contact, ontvangen de wetenschappers radiogolven aan de frekwentie van 1.126 pulsen en pauzes. Ze ontdekken dat de sequentie de priemgetallen tussen 2 en 101 voorstellen. Het is twijfelachtig dat willekeurige radiogolven zo’n sequentie zouden uitzenden en dus veronderstellen ze dat ze contact gelegd hebben.

    Dit is een meer wetenschappelijke manier om onderscheid te maken tussen twee niveau’s van ontwerp. Het wordt CSI genoemd, of Complex Specified Information (Complexe Gedetailleerde Informatie).

    CSI : Het Universum

    Wat u moet onthouden over CSI, of complexe, gedetailleerde informatie? De natuur is in staat om complexe informatie te genereren, en het kan informatie produceren die gedetailleerd is, maar niet beide.

    Om dit beter te begrijpen moeten we onszelf voorstellen als computerprogrammeur. Ik wil dat u een programma schrijft dat de computer willekeurige letters van het alfabet laat typen.

    Dit zou vrij eenvoudig moeten zijn. Draag de computer gewoon op om een willekeurige toets aan te slaan en herhaal dit tot in het oneindige. Het kan nu gebeuren dat er een interessant patroon tevoorschijn komt, misschien zelfs toevallig het woord "Nixon," maar dat is duidelijk een ontwerp van complexiteit zonder echte specificaties.

    Laat ons het probleem nu eens omkeren. Ik vraag u om de computer te programmeren om het woord 'de' te typen. Hier gaat u specifiek moeten te werk gaan. U moet duidelijk specifiëren: "Computer, type de letter ‘d’, en dan ‘e’, en doe dit telkens opnieuw tot de harde schijf vastloopt." Dit is specifiek, maar niet complex. U kan de computer, net zoals in het vorige geval, met een paar instructies programmeren.

    Willekeurige letters typen of telkens opnieuw een eenvoudig woord typen lijkt op het soort ontwerp dat natuurlijke processen zelfstandig kunnen beheren.

    Laat ons nu eens kijken naar gedetailleerde complexiteit. Stel dat ik u vraag om een programma te schrijven dat de computer opdraagt om een liefdesroman te schrijven waarin het meisje aan het einde beslist om de jongen te dumpen. Daarvoor zou u al meer instructies moeten schrijven dan de inhoud van het boek zelf. U zou elke letter van elk woord in de vorm van een instructie moeten detailleren.

    Weinig mensen hadden durven denken dat liefdesromans gedetailleerd complex zouden zijn, maar zoals u kan zien is dat zo. De instructies voor de computer zijn uitermate complex en uitermate specifiek. En dat is het soort van detail dat we moeten eisen als we willen geloven dat de wereld intelligent ontwerp vertoont.

    Waarschijnlijke Intelligent

    Het lijkt eenvoudig, maar op welk punt steekt iets de grenslijn over van het eenvoudige ontwerp dat men in de natuur vindt naar een ontwerp van hoger niveau dat enkel door intelligentie geproduceerd wordt? Wiskundige William Dembski illustreert het verschil aan de hand van een rat die door een doolhof probeert te geraken.

    In een eenvoudig doolhof kan de rat één afslag nemen en uit het doolhof ontsnappen. Zelfs een stomme rat kan dit. Maar stel u nu voor dat het doolhof zeer complex is waarbij 100 correcte afslagen moeten gemaakt worden om er uit te ontsnappen. Hoe waarschijnlijk is het dat het beestje snel de juiste afslagen zal kennen en ontsnappen? Dat is onmogelijk, tenzij we te maken hebben met een ongelooflijk slimme rat.

    Dus wanneer kunnen we er intelligentie uit afleiden? Als de kansen op een gebeurtenis 1 op 10150 (een 10 met 150 nullen !) of hoger zijn, kan er volgens wiskundigen geen sprake zijn van toeval. Om zo’n astronomisch getal te begrijpen : de kans om de lotto winnen (6 juiste cijfers) is 1 op 5.245.786.

    Nu komen we bij de echte vraag. Zijn er in de natuur, alle erosie en sneeuwvlokpatronen terzijde gelaten, voorbeelden van gedetailleerde complexiteit die naar intelligent ontwerp wijzen? Het korte antwoord is ‘ja’. Het langere antwoord volgt hierna, zonder té veel in te detail te willen treden. Het gebruikt het voorbeeld van iets waar we allemaal al van gehoord hebben : ‘deoxyribonucleïnezuur’, of DNA.

    DNA

    Die ene, complexe molecule bevat de volledige blauwdruk voor elke cel in elk levend wezen. D.N.A. is in een bepaald opzicht als een recept waar gewonen ingrediënten gebruikt worden om verschillende gerechten klaar te maken. Maar in plaats van smakelijke gerechten te maken, maakt DNA bloemen, walvissen, kippen, of mensen.

    Het geniale van DNA ligt niet enkel in zijn complex gecodeerde instructies voor het leven, maar ook in zijn onvoorstelbaar goed ontworpen architectuur die toelaat om miljarden gedetailleerde instructies binnen een microscopisch kleine molecule te bevatten. De hoeveelheid D.N.A. ter grootte van een speldenkop bevat informatie die equivalent is aan een stapel boeken waarmee men 5.000 keer de aarde kan omringen.

    Onze volledige blauwdruk is aanwezig in elk van onze duizend miljoen miljoen cellen. Denk aan een enorm gebouw met duizenden kamers, waar elke kamer een blauwdruk bevat van het volledige gebouw. Maar i.p.v. duizenden kamers bevat ons lichaam triljoenen cellen die elk een volledige set van DNA instructies bevatten.

    Elke DNA-streng in ons lichaam bestaat uit drie miljard basenparen van genetische informatie. Deze basenparen vormen een ketting die de ganse menselijke genetische code vormen. Heden is het volledige menselijke genoom in kaart gebracht. Ook al zijn mensen het dichtst verwant met chimpansees wat DNA betreft, toch zijn er nog zo’n 40 miljoen verschillen.

    Uw cellen spreken

    Maar wat is nu eigenlijk DNA, en hoe werkt het? Hoewel wetenschappers nog maar begonnen zijn met het ontrafelen van zijn mysteries, weten ze dat DNA in veel opzichten als een codeertaal werkt. De stichter van Microsoft, Bill Gates verklaarde: "DNA is als een computerprogramma, maar veel, veel geavanceerder dan eender welk programma we ooit gemaakt hebben."

    Als we aan gesofisticeerde computerprogramma’s denken zijn we er ons onmiddellijk van bewust ze met opzet ontwikkeld werden. Materialisten denken dat DNA zonder zo’n opzettelijk proces ontstaan is. Maar is het mogelijk dat DNA enkel door natuurlijke processen tot stand gekomen is?

    Voorafgaand aan de ontdekking door microbiologen van de onvoorstelbaar complexe taal van DNA, geloofden materialisten dat de oorsprong van DNA door natuurlijke middelen verklaard kon worden. Maar ontwerptheoretici hebben nu de wiskundige discipline van CSI toegepast op de vraag of DNA het resultaat is van intelligent ontwerp of toevallig tot stand kwam.

    Historicus en filosoof Stephen C. Meyer vertelt over de intelligentie die vereist is voor codeertalen: "Onze ervaring met informatie-intensieve systemen (vooral codes en talen) geeft aan dat zo’n systemen altijd van een intelligente bron komen".

    M.a.w., net zoals een code of een taal, werkt DNA met gedetailleerd georganiseerde instructies. Dit is de CSI (complexe, gedetailleerde informatie) zoals we die eerder hebben besproken als het watermerk van intelligent ontwerp.

    Wanneer DNA de cellen opdraagt om proteïnen aan te maken, geeft het eerst instructies om aminozuren aan te maken. Dan moeten twintig verschillende aminozuren perfect tot een ketting worden samengesteld, die dan tot een veeleisende, onregelmatige driedimensionale proteïne wordt gevouwen. De aminozuren zijn zoals letters; hun volgorde bepaalt de specifieke proteïne die gemaakt wordt.

    Leven in een Proefbuis

    In de jaren 1950 daagde Harold Urey, professor aan de Universiteit van Chicago zijn studenten uit om leven in een proefbuis te creëren. Eén van die studenten, Stanley Miller, was opgetogen toen hij na talloze pogingen een aantal aminozuren produceerde ... de bouwstenen van proteïnen.

    Het leek allemaal veelbelovend, maar wat Miller niet begreep was dat die aminozuren zonder DNA nooit in staat zouden zijn om proteïnen te vormen. De oorspronkelijke euforie vervaagde toen verdere ontdekkingen de onvoorstelbare complexiteit van het leven onthulden.

    Professor J.P. Moreland vergelijkt laboratoriumresultaten met de complexiteit die vereist is om leven te genereren : "als het leven qua complexiteit en informatie met een encyclopedie kan vergeleken worden, hebben we in het beste geval een samenstelling gemaakt die de complexiteit en informatie van het woord MIJ bevat. De sprong van MIJ naar een encyclopedie is zo groot en speculatief dat het belang van onze vooruitgang dusver twijfelachtig is".

    Meyer wijst erop dat de chemische codes die het process aansturen zichzelf aan de structuur van de DNA molecule vasthechten zoals letters op een krijtbord, maar zonder organisch samen te smelten met het bord of de andere letters. Daarom maakt hij een onderscheid tussen de informatie-inhoud en de chemische binding.

    Meyer vergelijkt ook de volgorde van de aminozuren met een taal: "Aminozuren alléén maken geen proteïnen, net zo min dat letters alléén woorden maken, zinnen of poëzie."

    Het feit dat de volgorde van de letters niet het resultaat is van chemische binding, doet Meyer besluiten dat, zonder intelligentie, DNA nooit in staat zou zijn om aminozuren om te zetten naar proteïnen. Hij schrijft: "De kans dat elk aminozuur de juiste verbinding vind is 1 op 20; de kans dat 100 aminozuren met mekaar verbinden om met succes een functionele proteïne te maken is 1 op 1030)".

    En om te overleven moet de proteïneketting binnenin een ingewikkelde cellulaire architectuur zitten. Dat betekent dat de kansen dat een proteïne willekeurig wordt aangemaakt astronomisch klein zijn.

    Waar komt het vandaan?

    Zo’n complexiteit is zo onwaarschijnlijk dat Meyer gelooft dat DNA niet het resultaat kan zijn van ongestuurde natuurlijke processes. Bovendien stelt hij dat de DNA code bewijs toont van creatieve intelligentie die verder gaat dan willekeurige chemische bindingen.

    Misschien is dit de reden waarom elke poging om leven te creëren mislukt is. Simon Conway Morris, professor in de Evolutionaire Paleobiologie aan de Cambridge universiteit geeft commentaar op de pogingen van biologen om leven in een proefbuis te copiëren: En toch ontbreekt er duidelijk iets. Leven kan niet in een laboratorium gecreëerd worden, en er zijn geen vooruitzichten dat het zal gebeuren

    Hoe is een molecule met zo’n complex gecodeerde instructies ontstaan? Welk natuurlijk proces heeft ervoor gezorgd dat een aantal organische chemische stoffen samenkwamen en de onvoorstelbaar gesofisticeerde dubbele helix vormden?

    Dembski, Meyer en Schroeder maken deel uit van een groter wordende groep wetenschappers en wiskundigen die tot de conclusie zijn gekomen dat de DNA molecule zo complex is dat ze zichzelf niet zomaar spontaan kon samengesteld hebben.

    In Probability 1, vat wiskundige en evolutionist Amir Aczel het DNA dilemma als volgt samen : "Na de ontdekking van de structuur van DNA, en na vastgesteld te hebben dat DNA enorme hoeveelheden informatie opslaat en manipuleert en die informatie gebruikt om leven te beheersen, blijven we achter met één grote vraag : Door wat werd DNA gecreëerd?"

    Een stijgende aantal wetenschappers in andere disciplines geven ook toe dat de complexiteit van DNA niet door zuiver toeval kan verklaard worden. Theoretisch natuurkundige Paul Davies bevestigt in The 5th Miracle (Het 5de Mirakel): "Door de bijzonderheid van biologische complexiteit lijken genen bijna als onmogelijke objecten. Ik ben tot de conclusie gekomen dat er geen gekende natuurwet bestaat die zo’n structuur uit onsamenhangende chemicaliën kon voortbrengen met de onvermijdelijkheid die sommige wetenschappers beweren."

    Bioloog Michael Behe geeft zijn mening over het dilemma waar wetenschappers die overtuigd zijn van een zuiver materialistische verklaring voor de oorsprong van het leven mee geconfronteerd worden : "De enorme complexiteit in de cel die de moderne biochemie heeft aangetoond, heeft de wetenschappelijke gemeenschap met verlamming geslagen."

    Rekening houdend met de enorme hoeveelheid informatie die nodig is voor het leven, schrijft agnosticus Sir Fred Hoyle : "Indien een verfijnde theorie beschikbaar zou zijn voor het inschatten van de informatie-inhoud van DNA, zou het naar onze mening, onmiddellijk duidelijk zijn dat het leven nooit kon ontstaan zijn op een piepkleine planeet zoals de Aarde. Men zou zien dat, om de informatie-inhoud van zelfs de meest eenvoudigste cel te evenaren, niets minder dan de bronnen van het hele universum nodig zouden zijn."

    Een ontwerp voor DNA?

    Wetenschappers werden overweldigd door de ongelooflijke waarschijnlijkheid dat DNA bij toeval ontstond. Het manipuleren van chemische stoffen onder laboratoriumomstandigheden door intelligente wetenschappers is iets totaal anders dan de oorsprong van DNA aan een toevallige gebeurtenis toewijzen. Zelfs de meest toegewijde materialisten beweren niet dat ze de oorsprong van DNA verklaard hebben.

    Amir Aczel trekt zijn eigen materialistische geloof in vraag door toe te geven dat DNA te complex is om uit natuurlijke processen te zijn ontstaan. Hij stelt zichzelf de vraag : "Zijn wij hier getuige van iets zo wonderbaarlijks, zo ongelooflijk complex, dat het geen chemie of willekeurige interactie van elementen kan zijn, maar iets dat ons begrip ver te boven gaat?".

    Francis Crick, mede-ontdekker van DNA is ook van mening dat DNA te complex is om zomaar op Aarde te zijn ontstaan. Deze hoog in aanzien Nobelprijswinnende bioloog besluit: "Een eerlijk man, gewapend met alle kennis die tot onzer beschikking staat, kan enkel verklaren dat de oorsprong van het leven op dit moment een mirakel lijkt te zijn, gezien de talrijke voorwaarden die hadden moeten vervuld geweest zijn om het te stand te brengen."

    Ondanks de verklaring van Crick dat DNA iets miraculeus lijkt te zijn, bleef hij een materialist en begon de oorsprong van het leven in het heelal te zoeken (hypothese van panspermie).

    Na het toegeven dat DNA onmogelijk op natuurlijke wijze kon ontstaan zijn, hebben wetenschappers hun aandacht verlegd naar RNA (ribonucleïnezuur). Een aantal biologen geloven dat DNA ontstaan is uit RNA. Maar microbiologen die onderzoek gedaan hebben naar RNA geloven nu ook dat het niet zomaar uit de "préhistorische kookpot" kon ontstaan zijn.

    Ondanks de verklaring van Crick dat DNA iets miraculeus lijkt te zijn, bleef hij een materialist en begon de oorsprong van het leven in het heelal te zoeken (hypothese van panspermie).

    Na het toegeven dat DNA onmogelijk op natuurlijke wijze kon ontstaan zijn, hebben wetenschappers hun aandacht verlegd naar RNA (ribonucleïnezuur). Een aantal biologen geloven dat DNA ontstaan is uit RNA. Maar microbiologen die onderzoek gedaan hebben naar RNA geloven nu ook dat het niet zomaar uit de "préhistorische kookpot" kon ontstaan zijn.
    RNA is niet alleen onvoorstelbaar ingewikkeld, het is ook veel fijngevoeliger dan DNA, wat betekent dat het niet op zichzelf kon bestaan, zelfs al ontstond het bij toeval. En dus blijft de oorsprong van het leven voor wetenschappers een onopgelost raadsel.

    Aczel redeneert dan de complexiteit van DNA niet op natuurlijke wijze op Aarde kon ontstaan zijn. Hij stelt de vraag : "Was het misschien de macht, gedachte en wil van een opperwezen dat deze zelf-voortplantende basis voor alle leven schiep?" Net zoals Crick besluit Aczel dat DNA uit het heelal moet gekomen zijn.

    Maar Dembski beweert : "Natuurlijke oorzaken zoals toeval en wet zijn niet in staat om CSI te produceren." Vermits deze wetten in heel het universum van toepassing zijn, moeten we niet verwachten dat we op planeet Qo’noS in het Beta Kwadrant Klingons gaan vinden, tenzij een ontwerper elders DNA-gebaseerd leven mogelijk gemaakt heeft.

    Dus hoe onstond het leven op aarde? Is intelligent ontwerp het overwegen waard? Niet volgens Dawkins, Eldridge, Mayr en een massa andere materialistische wetenschappers die ervan overtuigd zijn dat het een vijand van de wetenschap is.

    Toch zijn er andere vooraanstaande wetenschappers die op objectieve manier naar het bewijs willen kijken. En nieuw wetenschappelijk bewijs heeft in het debat over onze oorsprong het principe van intelligent ontwerp weer naar de voorgrond geduwd. Zelfs veel verstokte atheïsten hebben het bewijs bekeken en geven toe dat er aanwijzingen zijn naar een ontwerp.

    Antony Flew is één van de materialisten die de aanval tegen een intelligent ontwerper leidde. Hij wordt door velen erkend als ’s werelds meest vooraanstaand atheïst van de voorbij vijftig jaar en schreef meer dan dertig boeken over zijn betoog tegen een ontwerper.

    Maar Flew bekeek ook het DNA en merkte op : "Volgens mij heeft het DNA materiaal aangetoond dat intelligentie betrokken was bij het samenbrengen van al deze uitzonderlijke en verscheidene elementen. De enorme complexiteit van het resultaat lijkt mij het werk van een intelligentie."

    Flew, die de Darwiniaanse evolutie aanvaardt, maar twijfelt of die de oorsprong van het leven kan verklaren, ziet intelligent ontwerp als de beste optie om biologische complexiteit te verklaren. Hij haalde de voorpagina’s van de kranten toen hij afstand deed van het atheïsme door te verklaren: "Ik denk dat het bewijs voor Intelligent Ontwerp nu enorm veel sterker is dan toen ik er voor het eerst mee in aanraking kwam ... Het lijkt me nu dat de bevindingen van meer dan vijftig jaar DNA-onderzoek genoeg materiaal hebben geleverd voor een nieuw en enorm sterk bewijs voor een ontwerp."

    Flew’s eerlijkheid verdient een staande ovatie, maar materialisten applaudiseren niet. Naargelang de intelligent-ontwerp-beweging vaart maakt, weigeren er velen om het als een optie te zien en bestempelen het als onwetenschappelijk. Maar de meeste mensen die voor zichzelf denken willen eerst de feiten horen en trekken dan hun eigen conclusies. Zoals Flew hebben velen die op eerlijke manier het bewijs onderzocht hebben ontzag voor wat een super-intelligentie achter het leven en zijn ingewikkelde complexiteit lijkt te zijn.

    Vertaling: Mario Lossie

    Bron: Y-Origins: The facts presented by scholars


    27-04-1980
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Medjugorje: Interview met John en Andja Setka
    Interview met de ouders van Danijel Setka door Vader Svetozar Kraljevic [3 april 1983]

    Danijel Setka werd gezond en wel geboren in het hospitaal te Mostar op 21 september 1978. Het was het derde kind van John en Andja Setka. Toen hij vier dagen oud was, werd Danijel ernstig ziek en spoedden ze zich naar het kinderhospitaal van Mostar. Op Pasen 1983 [3 april] bezocht ik de ouders thuis in Mrkodol, nabij Mostar en praatte met hen over Danijels ziekte en het ogenblik waarop zijn gesteldheid plots beter begon te worden, nadat zij op bedevaart naar Medjugorje waren gegaan en via de kinderen de Heilige Maagd vroegen om help.

    Vr. Svetozar: John, vertel me over de Danjiels gezondheidstoestand bij zijn geboorte en de daaropvolgende dagen.
    John: Zijn geboorte was volledig normaal, maar vier dagen later merkten de verpleegsters op dat het kind stijf en blauw werd en stuiptrekkingen kreeg. Niemand kon zeggen wat er gebeurde. Hij werd naar het Kinderhospitaal gestuurd en de dokter weigerde bijna om hem toe te laten. In feite weigerde hij eerst. Hij zei: "Wat kunnen wij doen voor een dood kind?"

    Vr. Svetozar: Werd zijn gezondheid dan beter of slechter?
    John: Hij verbleef een maand in het hospitaal van Mostar en daarna brachten we hem naar huis om te worden gedoopt. Daarop gingen we van de ene kliniek naar de andere en van de ene dokterspraktijk naar de andere, om de oorzaak van zijn ziekte te vinden. Niemand van de vele dokters die we hebben geraadpleegd kon hem helpen. Dan namen we hem mee naar West Duitsland, waar ik werk, en daar verbleef hij gedurende een maand. Tijdens deze maand kreeg hij medische behandeling, maar geen oefeningen.

    Vr. Svetozar: Wat zeiden de dokters over zijn toestand?
    John: Een soort verlamming, kinderverlamming. Ik weet niet precies wat.

    Vr. Svetozar: Wat deed u daarna?
    John: Er was niets wat ik niet zou gedaan hebben voor mijn zoon. Zelfs Amerika was niet te ver om er heen te gaan, als ik dacht dat hij daar zou kunnen geholpen worden. We gingen reeds voor zijn geboorte op bedevaart naar de vereringsplaatsen van de Heilige Johannes en de Heilige Rotko. Toen ik hoorde van de verschijningen van de Madonna in Medjugorje, gingen we allen, John inbegrepen, daarheen. Onmiddellijk!

    Vr. Svetozar: Andja, Wat gebeurde er toen u naar Medjugorje ging?
    Andja: Toen we de eerste keer gingen, op een zondag, vroeg John aan de zes kinderen om aan de Madonna te vragen om onze zoon te helpen. Ze beloofden mij dat ze het Haar zouden vragen en de volgende dag vroegen ze ons om 's anderendaags terug te keren omdat er reeds teveel verzoeken waren voor die dag. En zo beklommen we de volgende dag opnieuw de berg. Dan, volgens wat Jakov vertelt, zei de Madonna dat wij, de ouders, vurig moesten geloven, en indien zo, zou Danijel genezen.

    Vr. Svetozar: Ik begrijp, John, dat u onderweg naar Medjugorje, stopte aan een restaurant. Wat gebeurde er in dat restaurant?
    John: Danijel kon niet praten, noch stappen, maar op de een of andere manier werd hij krachtiger nadat wij de plaats hadden bezocht waar Maria was verschenen. Opeens, toen we in het restaurant aan tafel zaten, hield Danijel zijn hand omhoog, sloeg op de tafel en zei: "Geef mij te drinken." Mijn moeder en mijn vrouw waren daar en zagen het en ook de andere mensen in het restaurant. Onmiddellijk schreeuwde ik het uit: "Dit is een genezing!"

    Vr. Svetozar: Andja, u was de hele tijd bij Danijel, elk moment van uw leven. Wat was zijn toestand toen u hem voor de eerste keer naar Medjugorje bracht en hoe veranderde zijn toestand daarna?
    Andja: De eerste keer dat wij hem naar de heuvel brachten, kon Danijel één of twee stappen doen. Dat was alles, verder zou hij vallen en zou zijn hoofd over zijn rechtschouder vallen. Ook kon hij niet praten. Zo droegen John en ik hem op de berg. Toen begonnen wij op te merken dat hij kon staan en wandelen waar de grond vlak was. Toen zei hij een paar woorden, eerder stamelen, en dan begon hij te praten! Toen stapte hij normaal tussen de rotsen en op de paden. Hij riep op mij: "Mama, kijk, ik ben aan het stappen!" Ik kan u verzekeren, het was het gelukkigste ogenblik uit mijn leven, om mijn zoon zo te zien stappen. [Andja weende toen ze mij dit vertelde.]

    Vr. Svetozar: Kan Danijel nu normaal de trappen opgaan?
    Andja: Niet alleen hij normaal de trappen opgaan, maar hij raast ze naar beneden! Zijn rechterhand is nog niet zo goed als zijn linkerhand en zijn spraak is nog niet zoals het moet zijn. Hij kan alles zeggen maar hij kan alle woorden nog niet correct uitspreken.

    Vr. Svetozar: John, sedert u Danijel meenam naar de heuvel in Medjugorje, leefde u meestal in Duitsland, maar u keerde regelmatig terug om uw familie te bezoeken. Welke veranderingen merkte u op bij Danijel?
    John: Elke keer dat ik uit Duitsland terugkeerde, was hij beter.

    Vr. Svetozar: Gelooft u John, dat het de Madonna was die hem genas?
    John: Niemand anders. Dit is alles wat ik kan zeggen. Het is de Madonna die hem heeft geholpen en alhoewel ik ook de Heilige Johannes ging bezoeken, was de genezing het werk van God.

    Vr. Svetozar: Hebben de dokters hem op de een of andere manier geholpen?
    John: Neen, dat denk ik niet. Indien ze dit zouden hebben gekund, dat zouden ze hem geneesmiddelen hebben gegeven, een behandeling. Alles wat ze deden waren testen. Ze gaven mij het de raad om oefeningen met hem te doen, maar dat zag ik niet zitten. Wat ze moesten doen was oefeningen voorschrijven die hem zouden helpen te spreken.

    Vr. Svetozar: U gelooft hetzelfde als uw echtgenote, Andja?
    Andja: Ik geloof dat de Madonna mijn zoon gedeeltelijk heeft genezen en dat Zij hem volledig zal genezen, zodat zijn rechterhand evengoed wordt als zijn linkerhand.

    Vr. Svetozar: Ik dank u John en Andja, voor dit gesprek en uw getuigenis.
    John: Er is niets om ons te bedanken, Vader. Ik ben steeds blij dat ik elke vraag aan elkeen hierover kan beantwoorden. Ook schrik ik er niet voor terug om zo'n vragen te beantwoorden. Of ik nu hier ben of in Duitsland, ik vertel aan iedereen: "Ik heb thuis het bewijs!" Er moet mij niemand komen vertellen of er een God is of niet, dat het waar is of niet, dat God helpt of niet, dat de Madonna verschijnt of niet. Ik geloof in God en voor mij is dat voldoende.

    Vr. Svetozar: Toen ik het huis verliet, zag ik de kleine Danijel op een voetbal trappen in de voortuin.


    Vertaling: Chris De Bodt

    26-04-1980
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ongeschonden Lichamen: Heilige Agatha van Sicilië
    Heilige Agatha van Sicilië
    [°Catania 225 - †Catania, 5 februari 251]

    De Heilige Agatha, een martelares wiens naam vermeld wordt in een Canon van de mis, wordt vereerd sinds de oudheid. Andere heel betrouwbare feiten, andere dan deze die hier worden vermeld, zijn zeldzaam. De steden Catania en Palermo betwisten de eer van haar geboorte. Het is van haar geweten dat ze mooi en rijk was, en dat ze haar leven sinds haar jeugd wijdde aan God. De Heilige Agatha van Sicilië is één van de bekendste heiligen in Europa. Haar naam staat samen met onder andere de Heilige Agnes, de Heilige Cecilia en de Heilige Lucia in de ouste Rooms-Katholieke lijst van Heiligen.

    Agatha werd geboren in Catania op het eiland als dochter van welvarende christelijke ouders. Ze werd gedoopt en als vroom Christen opgevoed. In het jaar 251 had de Romeinse keizer Decius aan de landvoogd Tiberius Claudius Quintianus het bevel gegeven de Christenen te vervolgen. Deze Quintianus, die een nogal losbandig leven leidde, was verliefd op de mooie Agatha, maar zij wees hem af. Hij liet haar gevangennemen, en omdat zij niet wilde offeren voor de heidense afgodsbeelden, maar trouw bleef aan haar doopbeloften en haar geloof in Christus, plaatste Quintianus haar in het bordeel van Aphrodisia. Hij wist dat ze veel waarde hechtte aan een zuivere levenswandel. Deze Aphrodisia had negen dochters, allemaal nog erger dan zijzelf al was. In hun handen leverde hij Agatha over met de woorden: "Zorg dat zij zich aan mij onderwerpt, en ik zal je rijkelijk belonen." Daarop nam Aphrodisia Agatha bij zich in huis, en hield haar 33 dagen lang bij zich. Ze probeerde haar te paaien met prachtige beloften; ze vleide haar; kroop zowat in haar. Toen ze merkte dat ze hiermee niet verder kwam, zaten ze dag en nacht achter haar aan. Maar met een onwankelbaar hart hield Agatha vast aan haar geloof in Jezus Christus. Alle loze vleierijen en alle dreigementen waren voor haar als lucht.


    Catania, Sicilië [zicht op de Etna]

    Na 33 dagen ging een boodschapper terug naar Quintianus en zwoer hem: "Dat zwaard dat je daar opzij hebt zal eerder veranderen in vloeibaar metaal en de rotsen zullen eerder als sneeuwwater wegsmelten, dan dat het hart van dit mormel zich zal onderwerpen aan uw wil!" Door haar rotsvaste geloof bekeerde ze zelfs Aphrodisia en haar dochters tot het christendom.

    Toen ze voor de rechter moest verschijnen vroeg deze haar hoe het kwam dat zij, die van adel was, slavin van Christus wilde zijn. Ze antwoordde: "Voor mij is ten dienste van Christus staan de hoogste adeldom. Mijn heil, mijn geluk is Christus." Daarop werd ze op een houten paard vastgebonden terwijl een beul haar vlees opentrok met ijzeren haken. Hoewel ze verschrikkelijk leed, verhaalt de geschiedenis dat ze in staat was haar beul aan te spreken met de volgende woorden: "Jij wrede man, ben je je moeder vergeten en de borsten die je voedden, dat je mij op een dergelijke manier durft te verminken?" Toen de derde poging mislukte om haar moraal te verzwakken, liet de magistraat haar over hete kolen rollen. Een hevige en plotse aardbeving deed toen een nabijgelegen heuvel ineenstorten, zodat de folteraars angstig wegvluchtten. Daarop werd ze gemarteld: haar beide borsten werden afgesneden en over heel haar lichaam verminkt werd ze in de gevangenis geworpen. Volgens de legende verscheen daar een oude man [in wie men de apostel Petrus meende te herkennen] die haar wonden verzorgde en genas. Een paar dagen later werd ze weer voor de rechter gebracht. Die vroeg haar: "Wie heeft u genezen?" Zij antwoordde: "Het was Christus, de Zoon van God." En weer werd ze gefolterd. Ze werd over een bed van glasscherven en hete kolen gerold.

    Volgens het verhaal is het dan alsof God zelf ingrijpt via de natuur. Een aardbeving deed alle gebouwen op hun grondvesten schudden en een eruptie van de vulkaan de Etna dreigde Catania te verzwelgen. Toen sprak ze een kort gebed: "Heer, mijn schepper, sinds de wieg heeft U mij beschermd; U heeft mij genomen van de liefde van deze wereld, en gaf me het geduld om te lijden: Ontvang nu mijn ziel!"

    Na dit gebed stierf de maagd Agatha aan de gevolgen van de marteling. Ze werd in Catania begraven en door de gelovigen ter hulp geroepen telkens als de Etna begon te rommelen. Sindsdien wordt ook tot haar gebeden bij brandgevaar, tegen brandwonden en lichaamskwalen als borstkanker. Ze stierf op 5 februari 251, op welke dag ze ook herdacht wordt door de katholieken én de orthodoxen.


    Catania, Sïcilië [binnen in de Sint Agatha Kathedraal]

    Agatha werd, als een van de eerste heiligen, niet volgens de huidige procedure heilig verklaard. In plaats van eerst een zaligverklaring te ontvangen werd ze onmiddellijk (een jaar na haar dood) heilig verklaard. De reden tot heiligverklaring was dat de inwoners van Catania de lava van de Etna konden weren door in een processie rond de stad te trekken. Hierdoor werd ze door Paus Cornelius tot heilige verklaard. Ze is een van de allereerste heiligen van de Rooms-katholieke Kerk.

    Toen het Christendom in het Romeinse Rijk de Staatsgodsdient werd in het jaar 372, gingen de eerste heiligen een rol vervullen die verwant was aan de bestaande goden en godinnen. Agatha werd toen gelijkgesteld aan Iuno Lucina, de godin van de vrouwen en de geboorte. De gelijkenissen tussen Agatha en Iuno Lucina zijn vrij groot aangezien ze beide hetzelfde beschermen, namelijk de vrouwen en kinderen. Iuno Lucina betekende breng(st)er van het licht. Agatha bracht ook in zekere mate een verlichting, telkens als ze verscheen werd ze omgeven door vlammen. Dit om het feit dat ze de patroonheilige van het vuur was. In de 4e eeuw nam een Italiaanse Bisschop dit nogal letterlijk en zei dat ze vermoedelijk een vorm van pyrokines bezat. Dit was het begin van de populariteit van de heilige Agatha in de middeleeuwen. Vele Italiaanse ridders die deze geruchten opvingen gingen naar de kathedraal van Catania om een stukje van de beenderen te bemachtigen. Dit stuk been werd in het gevest van een zwaard geplaatst of in het harnas verwerkt, zoals dat in die tijd gebruikelijk was. De ridders dachten dat dit vurige relikwie hen zou bijstaan in de strijd. De kathedraal van Catania, waar haar tombe gelegen is, verkocht voor grote sommen geld kleine stukken bot van haar handen. Aan het einde van de 4e eeuw verklaarde het Vaticaan dat dit maar een gerucht is dat nooit bewezen is. In de zestiende en zeventiende eeuw kende de heiligenverering van Agatha een heropleving, vooral in West-Europa, waarbij enkele gemeenten zichzelf naar de heilige vernoemden. Bijvoorbeeld Sainte-Agathe en Sankt Agatha.

    De heilige martelares, die gemarteld en gestorven is in Catania, werd door de christenen van die stad begraven. Haar lichaam bleef daar tot de elfde eeuw. Gedurende de bezetting door de Arabieren werd het door de Byzantijnen naar Constantinopel overgebracht en een eeuw later, door historische omstandigheden waarover weinig bekend is, werd het naar Catania teruggebracht. Tegen die tijd was het ongeschonden lichaam verdeeld door de mensen die het hadden gestolen.

    De heilige Agatha werd als een van de patronessen voor verpleegsters aangeduid en wordt aanroepen voor kwalen aan de borsten, en branden.

    Agatha is een van de zeven "primaire heiligen". Deze heiligen worden en werden op vele plaatsen in Europa vereerd, met name in het Middellandse Zeegebied. Wat ook opvalt is het feit dat de meesten uit Italië zelf komen, met uitzondering van enkelen. Allemaal stierven ze de marteldood onder de christenvervolgingen, behalve Maria Magdalena over wie weinig bekend is. Sommigen van de heiligen verschenen aan de anderen. Zo verscheen Agatha aan Lucia, die zelf later ook heilig verklaard werd.

    Agatha wordt ook in het bijzonder door The Military Order of the Collar of Saint Agatha of Paternò (M.O.C.) herdacht. Ze werd patrones van deze christelijke organisatie omwille van haar rotsvaste geloof in Christus en haar volharding.

    Tot nu toe zijn er vier verschijningen bekend van de heilige Agatha, waarvan twee in Nederland. Ze zou meestal verschijnen in de nabijheid van vrome (en kuise?) vrouwen. Agatha zou verschenen zijn rond 300 aan Lucia van Syracuse (later heilig verklaard) om te zeggen dat ze haar leven in dienst van God moest stellen.

    Lucia had haar vader al op zeer jonge leeftijd verloren. Haar moeder wilde haar uithuwelijken aan een heiden, maar dit wilde ze als christen niet. Daardoor bad ze tot God die haar gebeden verhoorde en haar moeder ongeneeslijk ziek maakte. Maar Lucia wilde niet dat haar moeder zou sterven en dus gingen Lucia en haar moeder samen naar de tombe van de H. Agatha om te bidden voor genezing. Hierop verscheen Agatha en zei: "Wilt gij, Lucia, uw gehele leven in dienst van de Heer stellen?". Hierop antwoordde ze ja en haar moeder werd genezen. Ze wilde echter niet dat iemand wist dat ze de belofte van kuisheid had afgelegd. De stadhouder echter wilde een relatie met haar (niet wetend dat ze haar leven in dienst van God had gesteld). Dit wilde ze niet en hij martelde haar vreselijk maar niets kon haar schaden omdat ze was beschermd door de heilige Agatha. Lucia werd in 304 tijdens de christenvervolgingen onder keizer Diocletianus door het zwaard gedood.

    Agatha zou verschenen zijn in de negende eeuw na Christus op de plek waar later Beverwijk gesticht zou worden. Een maagd uit Velsen zou vurig tot haar gebeden hebben omdat ze achterna werd gezeten door op seks beluste Noormannen, waaronder Rorik de hertog van Kennemerland. Agatha zou deze toen verjaagd hebben door de aarde te laten beven. Later werd op die plek een kerk gebouwd en aan haar gewijd. Rond die kerk is Beverwijk ontstaan. Sindsdien is ze de patroonheilige van Beverwijk. Al van in de Middeleeuwen gingen er pelgrims naar Beverwijk, meer bepaald Sint Aagtenkerke, om te bidden tot de heilige Agatha. De heilige Agatha kom je overal tegen in Beverwijk: de Heilige Agathakerk, een wijk (Het Sint Aagtendorp), een dijk (De Sint Aagtendijk) en een sporthal (De Aagtenhal). Ook het brandwondencentrum is hier op de goede plaats: St. Agatha is onder andere de patroonheilige van brandwonden.

    Agatha zou op het eiland Malta verschenen zijn in 1551. Volgens het verhaal heeft ze Malta gered van een Turkse invasie. Sindsdien wordt ze als de patroonheilige van Malta beschouwd. Veertien jaar later 1565 belegerde de Ottomanen (Turken) Malta nog eens en weer zonder succes. Na deze aanval besloten de ridders van de Maltezer Orde de verdedigingswerken van het eiland te versterken. In de haven werd een nieuwe versterkte stad gebouwd, Valetta, vernoemd naar de grootmeester van de orde Jean de la Valette.

    Rond de zestiende eeuw zou Agatha verschenen zijn op een berg, eigenlijk een heuvel, dichtbij het dorp Leidschendam in Zuid-Holland. Ze zou zich enkele ogenblikken getoond hebben aan toevallige voorbijgangers. Later werd hier een kapel gebouwd en van de 17e eeuw tot circa 1810 was dit een populair bedevaartsoord, genaamd de Berg van de heilige Agatha. Meestal werd er 's nachts gebeden omwille van de vele protestanten in de omgeving. In 1795 werd deze bedevaartsplaats een begraafplaats omwille van het feit dat de doden niet meer in de steden mochten begraven worden. In 1810 verviel zijn status als bedevaartsoord omdat het katholicisme toen meer en meer aanvaard werd en de pelgrims in het openbaar mochten geloven.

    Van de heilige Agatha bestaan diverse relikwieën. Zij zijn over bijna heel Zuid-Europa verspreid, maar de meeste rusten in Italië, haar land van herkomst. Paus Gregorius I plaatste relieken van haar in een katholieke kerk die aan de Arianen had toebehoord. Deze kerk werd ter ere van Agatha in 460 herbouwd door Ricimer, de generaal van het West-Romeinse Rijk. Ricimer liet ook een mozaïek aanbrengen in de kerk, die hij aan de Arianen had geschonken. Gregorius I liet relikwieën van Agatha plaatsen in de kerk van het klooster van Sint Stefanus, op het eiland Capreae, nu Capri. Het voornaamste deel van haar relieken bleef in Catania. Ze werden rond het jaar 1040 door een Byzantijnse generaal, die de Saracenen uit Sicilië verdreef, meegenomen naar Constantinopel. In 1127 brachten twee Franse soldaten, Gilbert en Goselin, de relieken terug naar Sicilië. Zij gaven ze aan bisschop Mauricius die de relikwieën terug naar Catania stuurde. Op 17 augustus 1127 werden de relikwieën teruggeplaatst in de Dom van Catania.

    Het lichaam wordt nu bewaard in verschillende relikwieën. De armen, benen en borsten zijn bewaard in een glazen kist in een onbedorven conditie, hoewel ze vrij uitgedroogd en donker zijn na meer dan zeventienhonderd jaar. De schedel en belangrijkste relikwieën zijn in Catania, verwerkt in een beeld dat rust op een kostbare kroon bezet met edelstenen. De relikwie bestaat uit een figuur van de heilige van het hoofd tot het middel. Het staat rechtop. De figuur is volledig bedekt met edelstenen, ringen, armbanden, spelden, kettingen en bloemen en kruisen met edelstenen, die geschonken werden door haar dankbare aanbidders, wiens leven door haar tussenkomst gered werd van geregelde uitbarstingen van de Etna, Europa’s grootste een meest actieve vulkaan.

    De relikwie met edelstenen is tentoon gesteld voor publieke aanbidding op drie momenten tijdens het jaar: gedurende de driedaagse plechtige herdenking van haar feestdag op 5 februari, op 12 februari, de octaaf na haar feestdag en op 17 augustus, het feest van de overplaatsing van de relikwie.

    De sluier van Agatha wordt eveneens in de Dom van Catania bewaard. Wanneer de Etna dreigde uit te barsten, gingen de Cataniërs in een processie met de sluier om de stadswallen om zo de stad te beschermen. Deze processie vindt elk jaar één keer plaats, maar wordt soms vaker gehouden wanneer de Etna dreigt uit te barsten. Men gelooft dat door dit ritueel de stad Catania op wonderbaarlijke wijze werd gered van de uitbarstingen van 252 en 1674.

    In het klooster Kamp (Kamp-Lintfort, Duitsland) wordt een stuk schedelbeen van Agatha bewaard. Dit stuk schedelbeen werd op 31 januari 1123 door monniken meegebracht naar het klooster en in een reliekschrijn geplaatst. In de Dom van Graz in Oostenrijk staat een schrijn met als opschrift:

    Het gebeente van de Heilige martelares Maxentia
    werd samen met een arm van de heilige Agatha,
    afkomstig uit de catacomben van Priscilla
    aan de Via Salaria (te Rome),
    door Paus Paulus V
    overgedragen aan groothertog Ferdinand
    en op de schouders van de bisschoppen
    in deze kerk plechtig binnengedragen
    in het jaar 1617 op de 7de mei.

    De belangrijkste vereringsplaats van de heilige Agatha en tevens haar hoofdschrijn is de kathedraal van Catania. Hier rust haar gebeente en vele van haar relikwieën. Dit is ook het begin- en eindpunt van de Agathaprocessie op 5 februari rond Catania. In Rome bouwde Paus Symmachus een kerk gewijd aan Agatha aan de Via Aurelia rond het jaar 500. De kerk verviel en werd uiteindelijk geheel gesloopt. Tweehonderd jaar later stichtte Paus Gregorius II in 726 een andere aan haar gewijde kerk in Rome, die later door Paus Clemens VIII werd geschonken aan de Congregatie voor de Geloofsleer. Een beroemde Spaanse kerk gewijd aan de heilige Agatha is de Santa Gadea, een kerk van historisch belang in Burgos. In Nederland staat de Basiliek van de Heilige Agatha en Barbara, een Rooms-katholieke kerk te Oudenbosch. De kerk werd gebouwd tussen 1867 en 1880 en werd in 1912 tot basiliek verheven. De kerk is een verkleinde kopie van de Sint-Pieterskerk en de Sint-Jan van Lateranen te Rome. De architecten waren de heren Cuypers en Van Swaay. In België is Agatha de beschermheilige van de rond 1900 gebouwde parochiekerk van Laag-Wilsele (Wilsele-Putkapel). Deze heeft haar naam overgenomen van de oude kapel die eeuwenlang de zondagse parochiekerk was voor de bewoners. De kapel stond aan de Aarschotsesteenweg bij het riviertje de Vunt en droeg de naam Sancta Agatha ad Fontem, vrij vertaald; De Heilige Agatha aan de Vunt. In Delft, Nederland, was er vroeger een klooster met als beschermheilige de heilige Agatha. Het Agathaklooster is tegenwoordig bekend als het Prinsenhof. Ten slotte zijn in bijna alle plaatsen waarvan Agatha de beschermheilige is kerken aan haar gewijd.



    24-04-1980
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Medjugorje: Interview met Marica Kvesic door Vader Svetozar Kraljevic [17 februari 1983]
    Interview met Marica Kvesic door Vader Svetozar Kraljevic [17 februari 1983]

    Marica Kvesic, geboren op 11 november 1963, was een gezond jong meisje tot mei van 1980, toen zij volledig verlamd raakte aan haar armen en benen. Ik bezocht haar familie op 16 februari 1983 en praatte met haar moeder, Andja en haar grootvader, Jurisa over haar ziekte en verlamming en hun ervaringen sedert dan. Marica bevond zich in Mostar, waar zij tijdens de week woonde en school volgde. De daaropvolgende dag sprak in met Marica te Mostar. Haar grootvader Jurisa is bekend vanwege de doopvonten in de vorm van een oesterschelp en de wijwatervaten die hij bouwde voor verschillende kerken over geheel Herzegovina. In het dorp staat hij gekend als een goede christen en een vakkundige metselaar.

    Vr. Svetozar: Anja, vertel me over de eerste tekenen van Marica's ziekte, wat u zag en dacht, en zo verder.
    Andja: Ze kloeg niet over pijn, maar ze kon de dingen niet doen die ze gewoonlijk deed. Ze had al haar krachten verloren. Ze ging naar het hospitaal te Mostar en toen ze terugkeerde, was ze volledig verlamd.

    Vr. Svetozar: Denkt u dat haar bezoek aan Medjugorje het begin van haar genezing was?
    Andja: Ik geloof dat God en de Madonna haar hebben genezen. Het kan mij niet schelen wat anderen hierover zeggen of denken! Zij gelooft het ook! Ik ben niet bevreesd om het te vertellen, ongeacht wie het vraagt. Ik geloof niet dat de dokters in het hospitaal haar hadden kunnen helpen. Toen ze naar Medjugorje ging, begon zij zich beter te voelen.

    Vr. Svetozar: Jurisa, hoe genas Marica? Door een mirakel van God?
    Jurisa: Daar ben ik stellig van overtuigd. Nadat ze begon naar Medjugorje te gaan, voelde zij zich elke dag beter, vanaf het feest van de Heilige Johannes [24 juni] tot september, toen ze de Krizevac met haar eigen voeten beklom. Niemand kon zich inbeelden dat ze ooit hiertoe nog in staat zou zijn. En daarnaast deed zij het blootvoets. Nooit hadden wij durven dromen dat dit op een dag zou mogelijk zijn. Ooit stapte ze zelfs te voet van hier naar Medjugorje: 50 kilometer! Met elke wandelaar sloeg zij aan het praten? Nu is er niets te moeilijk voor haar om haar te vragen.

    Vr. Svetozar: Vertel mij over uw eigen ervaringen te Medjugorje.
    Jurisa: Ik geloof vast dat de Madonna daar is! Toen ik in Medjugorje was heb ik de Madonna niet gezien, maar ik zag de kracht. Toen we over de verschijningen hoorden, beklommen de mensen de berg en ik klom samen met hen mee. Oude en zieke mensen waren aan het klimmen. Anders zou je die mensen voor geen geld op die berg kunnen krijgen. Ik geloof dat het een groot mirakel is. Toen ik daar was, voelde ik een grote kracht op de berg. Als God bestaat ... heb ik er geen woorden voor om het te omschrijven.

    Vr. Svetozar: [in Mostar] Marica, hoe voelde u zich bij de aanvang van uw ziekte? Wat denkt u wat er met u is gebeurd?
    Marica: Eerst voelden mijn handen zwak aan en verkleumden mijn vingers, later werden mijn benen zwakker. Toen begonnen mijn vingers op te zwellen. Toen ik naar het hospitaal ging, werd ik alsmaar zwakker om zwakker. Op 18 juni 1980 namen ze mij naar Zagreb en van zodra ik daar was waren mijn handen volledig verlamd en een paar dagen later was dit het geval met mijn benen.

    Vr. Svetozar: Hebt u een rolstoel gebruikt tijdens uw ziekte?
    Marica: Ik heb een jaar in een rolstoel doorgebracht en die hele tijd was ik aangewezen op iemand anders. Ik kon zelf niet in of uit de rolstoel, anderen moesten mij er in zetten en er uit halen, terwijl nog iemand anders mij er in duwde.

    Vr. Svetzozar: Hoe kwam u op het idee op naar Medjugorje te gaan?
    Marica: Dat was meer dan achttien maanden geleden. Mij zus Braka belde mij op en vroeg mij of ik had gehoord dat de Madonna was verschenen. Ik zei van ja en zij antwoorde: "Ik kom u vrijdag halen en wij gaan er samen heen." Het was buiten heet, niet echt een weer om te reizen, maar Branka deed wat ze had gezegd. We kwamen aan te Medjugorje voor de Mis begon. Een vriend van mij op school kwam uit Bijakovici en is tevens een neef een buur van Vicka. Zo verbleef ik bij hem thuis terwijl Branka en mijn moeder de berg beklommen. Ze vertelden Vicka en de andere kinderen over mij, en de Madonna zei dat ik elke dag de Rozenkrans moest bidden, of zeven Onze Vaders, elke keer ik er tijd voor had. Zij zei ook dat ik de Geloofsbelijdenis moest bidden en op vrijdag moest vasten. Mijn familie en ik begonnen alle gebeden te bidden en toen ze van de berg kwamen, gingen we allen tezamen naar de Kerk. Ik kon toen nog niet stappen. De mensen moesten mij in en uit de auto doen. Er was een massa volk aanwezig in de kerk toen we er aankwamen. Dit was spoedig na de eerste verschijning.

    Vr. Svetozar: Wat gebeurde er in de kerk?
    Marica: Vader Jozo was daar. Toen was hij nog niet gearresteerd en hij had mijn vader [nu overleden] gekend te Posusje. Hij duwde mijn rolstoel door de kerk tot in de sacristie en hielp mij op een stoel zitten. Er waren vele mensen en ik zat naast een aantal kloosterzusters. Hij vroeg hen om mij te helpen als ik iets zou nodig hebben. Tijdens de Mis was ik mij er niet van bewust dat ik op een stoel zat: ik knielde als het tijd was om te knielen en stond op als het tijd was om te staan. Tijdens de gebeden voor de zieken, stond ik recht en tijdens de Rozenkrans knielde ik. Branka vroeg mij: "Moet ik u niet rechthelpen? Bent u niet moe? Ik zei haar dat ik geen hulp nodig had en alles zelf kon doen. Ik maakte een bijzondere biecht en ik voelde een ongewone kracht.

    Vr. Svetozar: Wat bedoelt u met "een ongewone kracht"?
    Marica: Ziet u, ik kon doen wat ik daarvoor niet kon. Dit was heel ongewoon. Ik kon knielen en opstaan op de gepaste ogenblikken. Ik voelde werkelijk een bijzondere en ongewone kracht. Op zaterdag keerde ik terug naar huis en zondagavond vertrok in naar Sarajevo. Elke dag voelde ik nieuwe verbetering.

    Vr. Svetozar: Nieuw?
    Marica: Ik telefoneerde elke dag naar huis en vertelde hen "nu kan ik dit", en "nu kan ik dat." Ik werd steeds sterker om sterker. Ik kon opstaan, naar het wasvertrek gaan, mijn aangezicht wassen, mijn tanden borstelen en mijn haar kammen en dan terug wandelen op opnieuw te gaan neerzitten, helemaal op eigen krachten. Ik herinner mij dat ik op een bepaalde dag, dat ik maar op een stoel zat te zitten, niet kon bewegen, en mijn kamergenote vroeg mij: "Wat scheelt er, Marica? Waar wacht u op?" Ik vertelde haar dat ik op een verpleegster wachtte om mij helpen op te staan en mijn kamergenote schreeuwde bijna naar mij: "U hebt zojuist, een aantal minuten geleden, helemaal alleen uit uzelf gewandeld!" Ik was het ondertussen weer vergeten. Nog de nacht ervoor had ik hulp nodig om mijn knieën te strekken.

    Vr. Svetozar: U vertelt me dus dat u beetje bij beetje opknapte?
    Marica: De grootste verbetering was in de kerk van Medjugorje, toen ik opstond en begon te stappen.

    Vr. Svetozar: Waar?
    Marica: Te Medjugorje, in de kerk.

    Vr. Svetozar: Ter herinnering, gelooft u dat u bent genezen door de tussenkomst van Maria, door een mirakel van God?
    Marica: Dat geloof ik zeker. Zonder enige twijfel. Ik zweer hierop voor de hele wereld. Ik zal nooit een woord terug nemen van wat ik heb gezegd.

    Vr. Svetozar: Hoe voelt u zich nu? En wat is uw geestelijke toestand?
    Marica: Ik voel mij beter dan ooit tevoren en in mijn ziel voel ik mij gewoon prachtig.

    Vr. Svetozar: Bent u ooit te voet naar Medjugorje gegaan?
    Marica: Ja, één keer.

    Vr. Svetozar: Kon u samen met de andere stappen. Hoe lang deed u erover?
    Marica: Geen enkel probleem. Het duurde elf uur.

    Vr. Svetozar: Praat u ooit met mensen over wat God voor u gedaan heeft?
    Marica: Vele mensen stellen mij hierover vragen en elke keer vertel ik er hen dan over. Ik voel dat ik de plicht heb om tot hen te praten. Ik heb met vele mensen in de school gepraat over mijn ziekte.

    Vr. Svetozar: Denkt u dat de mensen u geloven als u hen uw verhaal doet? Moedigt dit hen aan om zich te bekeren?
    Marica: Nog gisteren vroeg een klasgenote mij: "Marica wilt u mij volgende maandag meenemen naar Medjugorje? Ik ben er nog nooit geweest en ik zou alles zo graag eens zien." Ik vertelde haar dat mij dit een groot genoegen zou doen, en niet één keer, maar zoveel keer als ze wenste.

    Vr. Svetozar: Bidt u bijzondere gebeden? Iets speciaals?
    Marica: Niets bijzonders. Ik vast, maar niet altijd en consistent. Tot enige tijd geleden vaste ik heel strikt, maar dit begon af te nemen, maar ik heb het voornemen om opnieuw strikt te gaan vasten. 's Avonds bid ik zeven Onze Vader, de Geloofsbelijdenis en een bijzonder gebed tot het Heilig Hart van Jezus, en ik heb een lievelingsgebed voor Maria en mijn engelbewaarder.

    Vr. Svetozar: Na uw ervaringen en alles wat er met u is gebeurd, is er iets wat u aan de mensen wenst te vertellen over God en het leven in het algemeen?
    Marica: Ik zou hen willen zeggen om naar de kerk te gaan en regelmatig te bidden en ook om naar Medjugorje te gaan, als zij er nog nooit geweest zijn. Elke keer als ik er ga en te biechten ga, voel ik mij zo veel beter en gelukkiger. Ik hou ervan om naar Medjugorje te gaan, om dat bijzondere gevoel van vreugde te hebben.

    Vr. Svetozar: Wat zegden de dokters over uw genezing?
    Marica: Een dokter vertelde me dat ik nooit meer zou kunnen stappen en worden zoals voorheen. Toen ik een andere dokter vroeg wat er met mij zou gebeuren, antwoordde zij: "Ik ben God niet. Ik kan u de toekomst niet voorspellen." Maar ze moesten wel van gedachten veranderen als ze me terug zagen stappen. Zij dachten dat ik dat nooit meer zou kunnen en ze konden het niet begrijpen. Dr. Marko, een professor van het Instituut voor Rehabilitatie te Ilidza zei tegen mij: "Marica, wie moeten wij bedanken omdat u opnieuw kunt stappen?" Ik antwoordde: "God, en niemand anders."

    Vr. Svetozar: Dank u, Marica voor uw gesprek en uw getuigenis.

    Vertaling: Chris De Bodt

    23-04-1980
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Medjugorje: Interview met Damir en Mara Coric door Vader Svetozar Kraljevic [17/2/1983]
    Medjugorje: Interview met Damir en Mara Coric door Vader Svetozar Kraljevic [17/2/1983]

    Damir Coric zegt miracaleus te zijn genezen nadat hij en zijn familie naar Medjugorje waren geweest om hulp te vragen aan de Koningin van de Vrede. De zaak werd onderzocht door Vader Svetozar Kraljevic.

    Medisch rapport:

    Naam: Damir Coric
    Geboortedatum: 23 juli 1960
    Geboorteplaats: Buna, Mostar
    Naam Vader: Vlado
    Naam Moeder: Mara
    Diagnose: Hydrocephalus Internus: vochtophoping in de hersenventrikels [waterhoofd]
    Kliniek: Neurochirurgische Kliniek, Universiteit van Zagreb
    Dokters: Dr. Pavle Surdonja, Prof. Dr. Milan Vidovic, Dr. Andjele Ruzicka

    Ziektesymptoon: Aangeboren of later ontstane vergroting of uitzetting van de hersenkamers door een vermeerdering van hersenvocht.
    De aandoening ontstaat door stuwing van het hersenvocht. De stoornis kan leiden tot verlies van hersenweefsel en uitzetting van het hoofd. Bij hydrocephalus internus is er sprake van verwijding van het systeem van de hersenkamers (ventrikelsysteem) door een teveel aan hersenvocht.


    Vr. Svetozar: Damir, er wordt van uw genezing gezegd dat het het grootste mirakel is dat door de tussenkomst van Maria is geschied in Medjugorje. Wanneer werd u er zich van bewust dat u ziek werd?
    Damir: In 1979, in het derde middelbaar. Ik voelde het eerst in mijn benen. Ik kon hen niet meer oplichten en moest deze als het ware meeslepen achter mijn lichaam om te kunnen stappen. Ik voelde nog geen pijn, maar het stappen was heel moeilijk en elke dag werd het erger om erger. Mijn ouders moesten steeds harder en harder op mij inpraten om er iets aan te doen en uiteindelijk was het mijn moeder die mij kon overtuigen om naar een dokter te gaan.

    Vr. Svetozar: Waar en wanneer zag u voor het eerst een dokter?
    Damir: Tijdens de wintervakantie van 1979. Ik ging naar een dokter in Mostar.

    Vr. Svetozar: Wat hebben zij u ginds verteld?
    Damir: Zij riepen mijn moeder binnen en vertelden haar dat de resultaten aantoonden dat er iets mis was in mijn hoofd. Daarop werd ik onmiddellijk naar Zagreb gezonden.

    Vr. Svetozar: Ging u onmidellijk naar Zagreb?
    Damir: Ja, en ik verbleef ginds voor drie weken. Die hele tijd waren er vele verschillende onderzoeken. Dan ging ik naar huis, maar ik keerde in Augustus naar Zagreb terug voor mijn eerste operatie.

    Vr. Svetozar: Weer u nog wie de dokter was die de operatie heeft uitgevoerd?
    Damir: Pavle Surdonja.

    Vr. Svetozar: Hoeveel operaties hebt u in het totaal moeten ondergaan?
    Damir: Vijf.

    Vr. Svetozar: Wat gebeurde er na de vijfde operatie?
    Damir: Er werd aan mijn ouders gezegd om mij naar huis te nemen.

    Vr. Svetozar: Hoe voelde u zich destijds?
    Damir: Allesbehalve goed.

    Vr. Svetozar: Wanneer ging u terug naar huis?
    Damir: In maart van 1981, rond 15 maart.

    Vr. Svetozar: Kon u stappen?
    Damir: Neen, mijn ouders dienden mij op te tillen.
    Mara (Damirs moeder): Hij was als een dode in het huis. Deze die hem kwamen bezoeken zeiden: "Ik herken Damir niet meer. Hij is volledig veranderd." Maar als zijn moeder gaf ik nooit de hoop op dat God hem zou helpen. Ik droeg zorg voor Damir en moedigde hem steeds aan. Ik probeerde om hem op te wekken.

    Vr. Svetozar: Kon hij iets uit eigen beweging doen?
    Mara: Absoluut niets. Hij zou u hetzelfde vertellen. Hij kon zelfs geen water meer opzuigen met een rietje.

    Vr. Svetozar: U moest alles voor hem doen?
    Mara: Alles. Hij kon zelfs niet rechtop zitten. Ik moest hem met een kussen ondersteunen om voedsel in zijn mond te krijgen.

    Vr. Svetozar: Hoe lang bleef hij zo?
    Mara: Meer dan drie maanden. Vanaf hij terugkeerde uit Zagreb tot Medjugorje

    Vr. Svetozar: Wat zei de dokter toen Damir uit de kliniek in Zagreb werd ontslagen?
    Mara: "We kunnen niets meer doen voor hem. Hij heeft nog maar een korte tijd te leven, het kan zelfs reeds morgen gebeurd zijn." Mijn man kwam terug uit Duitsland en bracht Damir naar huis. Ik kon niet meer slapen en werd bijna krankzinning. Ik had steeds schrik dat hij ... ik dacht een tijdlang dat God hem bij Hem zou nemen. Op een keer dat ik dat hij was overleden. Maar ik dank God ...

    Vr. Svetozar: Wie stelde u eerst voor om naar Medjugorje te gaan?
    Mara: Ik had er van een aantal jonge mensen van gehoord die daarginds gingen. Ik vroeg hen; "alstublieft, breng me wat bloemen mee, of wat aarde van ginds ... eender wat." Ze deden dat. Ik kon niet meegaan met hen, noch uit mezelf gaan.

    Vr. Svetozar: Omdat u bij Damir moest blijven om voor hem te zorgen?
    Mara: Ja, wij moesten bij hem blijven, mijn moeder en ik. Vlado was opnieuw naar Duitsland getrokken.

    Vr. Svetozar: Wat gebeurde er toen?
    Mara: De meisjes brachten mij wat aarde mee uit Medjugorje. Ik maakte een bad klaar en mixte de aarde met het water en plaatste Damir in het bad, twee tot drie maal. Elke keer gebruikte ik wat aarde omdat ik het zo lang mogelijk wou proberen. Vele keren waste ik er enkel Damirs haar mee. Toen ging ik zelf naar Medjugorje. Ik vroeg het aan enkele buren en zij namen mij mee. Ik plukte wilde bloemen op de berg te Medjugorje en thuis deed ik de bloemen in water, waarmee ik Damir waste. Ik deed alles met geheel mijn hart en ziel. Ik voelde dat ik een zegen had meegebracht uit Medjugorje. Dat God en de Heilige Maria hem zouden helpen. Voor Vlado terug kwam uit Duitsland, ging ik voor een tweede maal naar Medjugorje. Daarna gingen Vlado en allen van ons tezamen. Mijn moeder en Damir bleven in de auto, maar de rest van ons klom op de berg en daarna gingen we naar de kerk. Ik ben vier maal de berg opgeklommen.

    Vr. Svetozar: Probeer te omschrijven wat er gebeurde.
    Mara: Er was heel veel volk op de berg en alles gebeurde zoals het in de boeken staat beschreven. Ik heb er niet de woorden voor om zoiets te beschrijven. Maar het gebeurde werkelijk zo. Niemand kan met me anders wijsmaken. Ik voel het over heel mijn lichaam, in mijn ziel, en zo voelt iedereen het binnen de familie. We waren daar, en we zagen en weten wat er in onze levens en in het leven van onze zoon gebeurde.

    Vr. Svetozar: Was u in Medjugorje toen Damir begon te verbeteren?
    Mara: De eerste keer dat we ginds waren, zei hij niets. Toen we weggingen, voelde hij zich niet slecht, maar er was ook geen merkbare verbetering. Toen we voor de tweede keer gingen, was een van zijn meters bij ons in de kerk en Damir wou niets zeggen in haar bijzijn. Op onze weg naar huis, zetten we zijn meter onderweg af aan het tankstation en toen ze uit de auto was, zei hij: "Moeder, ik wou niets zeggen in het bijzijn van mijn meter, maar toen Vicka tot God bad voor mij, voelde ik iets. Een verlichting, alsof er een genezingsproces in gang werd gezet. Het was alsof er een zwaarte van mijn lichaam viel.

    Vr. Svetozar: Damir, vertel me wat er gebeurd is. Wat voelde u?
    Damir: Toen mijn moeder haar vader ging bezoeken in Tepcici, hoorde ze de mensen zeggen dat de Madonna in Medjugorje was verschenen. Sommigen geloofden het, anderen niet. Maar mijn moeder was vastbesloten: "We gaan naar Medjugorje en we zullen alles aanvaarden zoals God het voor ons ziet." De eerste keer dat we gingen, en zij me meenam naar de zieners, voelde ik absoluut niets. Niets was veranderd. Toen ze mij voor de tweede maal meenam en terug tot bij dezelfde kinderen bracht, bad één van de kinderen, ik leerde later dat het Vicka was, tot God voor mij. Opeens gebeurde er iets ... dat gevoel van zwaarte ging uit mij en ik voelde mij onmiddellijk beter.

    Vr. Svetozar: Wanneer was dat?
    Damir: Spoedig nadat de verschijningen begonnen waren.

    Vr. Svetozar: Vicka bad tot God voor u. Kunt u deze gebeurtenis beschrijven, wat gebeurde er?
    Damir: Ik kan het niet beschrijven, het is iets zoals herboren worden.

    Vr. Svetozar: Voelde u dit in uw ziel of in uw lichaam?
    Damir: Beide, zowel in mijn ziel als in mijn lichaam.

    Vr. Svetozar: Voelt u nu nog naverschijnselen, sporen van ziekte?
    Damir: Helemaal niet. Soms heb ik een verkoudheid.

    Vr. Svetozar: Hoe voelt u zich, Mara?
    Mara: Ik dank God dat hij beter en beter wordt. En de dokters hebben mij verteld: "Verwacht of vraag nooit iets van hem!" Nu, dankzij God kan hij grind opgraven, twee meter diep, zowel als zijn vader en zijn broer.

    Vr. Svetozar: Damir, u hebt een betekenisvolle verandering ondergaan in uw lichaam. Hebt u ook een verandering in uw ziel opgemerkt?
    Damir: Ja, dat heb ik. Ik ging wel naar de kerk voor mijn ziekte, maar het maakte geen belangrijk deel van mijn leven uit. Maar sinds ik naar Medjugorje ben gegaan en er genezen ben, door Gods macht, ga ik elke keer als ik kan naar de kerk.

    Vr. Svetozar: Hebt u enige boodschap voor de mensen die dit ooit zullen lezen?
    Damir: Ja, dat het geloof iedere persoon kan redden.

    Vr. Svetozar: Dank u voor uw getuigenis.
    Damir: Dank vooral de Moeder van God.

    Vertaling: Chris De Bodt

    22-04-1980
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Al uw antwoorden over Jezus. Zoektocht 7. Zijn de Evangeliën waar?
    Zoektocht 7. Zijn de Evangeliën waar?

    Zijn de evangeliën uit het Nieuwe Testament een werkelijk ooggetuigenverslag van Jezus Christus, of kon het verhaal met de jaren veranderd zijn? Moeten we de verslagen over Jezus van het Nieuwe Testament enkel met ons geloof aanvaarden, of is er een bewijs voor hun betrouwbaarheid?

    Peter Jennings, die het late ABC-nieuws presenteert, was in Israël voor een televisie special rond Jezus Christus. Zijn programma, "De zoektocht naar Jezus", onderzocht of de Jezus uit het Nieuwe Testament historisch correct was.

    Jennings vertoonde meningen over de evangelieverslagen van DePaul, Professor John Dominic Crosson, drie van de Crossancollega’s uit het Jezus seminarie en twee andere Bijbelgeleerden [Het Jezus Seminarie is een groep van geleerden die de woorden en daden van Christus overwegen en hierop rode, roze, grijze of zwarte kraaltjes gebruiken om hun stem uit te brengen die aanduidt hoe waarheidsgetrouw ze geloven dat de verklaringen uit het Evangelie zijn.

    Sommige resultaten waren verbazend. Dr. Crossan twijfelt niet enkel over meer dan 80% van Jezus’ woorden, maar ook Jezus’ beweringen over Zijn goddelijkheid, Zijn mirakels,.en Zijn verrijzenis. Jennings was duidelijk geboeid door het beeld van Jezus zoals dit werd geschetst door Crossan.

    Een zoektocht naar de waarheid van de geschiedenis van de Bijbel is altijd nieuws, de reden waarom Tim en Newsweek elke keer een hoofdverhaal spinnen rond Maria, Jezus, Mozes of Abraham. Of, wie weet, zal het misschien een verhaal zijn over een zekere vermiste dertiende apostel.

    Dit is amusement en zo zal het onderzoek nooit eindigen en zullen de antwoorden nooit vruchten voortbrengen, want dat zou hun eigen doodsteek zijn voor toekomstige programma’s. In plaats daarvan, worden deze met verschillende radicale meningen bij elkaar gebracht, zoals een aflevering van "Survivor", waarbij er zoveel mogelijk wendingen aan het verhaal wordt gegeven, eerder dan klaarheid te willen brengen.

    Maar Jennings verslag behandelde een vraagstuk waarvan er geacht werd dat het ernstig zou doen nadenken. Crossan suggereerde dat de originele geschriften over Jezus opgesmukt werden door mondelinge overdracht en niet werden neergeschreven vóór de dood van de apostelen. En zo zouden ze hoogste onbetrouwbaar zijn en er niet in slagen om ons een duidelijk beeld te geven van de ware Jezus. Wij zijn wij om te weten of dit werkelijk zo is?

    Verloren bij de vertaling?

    Wat toont "dit bewijs" aan? Laat ons beginnen met twee eenvoudige vragen: Wanneer zijn de originele documenten over het Nieuwe Testament geschreven? En wie schreef deze?

    De belangrijkheid van deze vragen zijn kennelijk. Als de verslagen van Jezus geschreven zouden zijn nadat de ooggetuigen dood waren, dan kan niemand hun preciesheid nagaan. Maar, integendeel, als de verslagen uit het Nieuwe Testament geschreven geweest zijn toen de apostelen nog leefden, dan kan hun echtheid worden bevestigd. Alle apostelen zouden kunnen antwoorden op vragen over hun verslagen over Jezus.

    De schrijvers van het Nieuwe Testament beweren de ooggetuigenverslagen weer te geven over Jezus. De apostel Petrus schrijft op deze wijze in een brief: "Toen wij u de glorierijke komst van onze Heer Jezus Christus verkondigden, baseerden wij ons niet op vernuftige verzinsels ... integendeel, wij hebben met eigen ogen zijn grootheid gezien." [2 Petrus 1:16]

    Een groot gedeelte van het Nieuwe Testament maken de 13 brieven uit van de apostel Paulus aan de jonge kerken en individuele personen. Paulus zijn brieven dateren van de jaren 45 tot de jaren 65 [12 tot 13 jaar na Christus] en vormen zo de vroegste getuigenissen van Jezus’ leven en onderricht. Will Durant schreef over de historische belangrijkheid van de Paulus’ brieven. "Het Christelijke bewijs van Christus begint bij de brieven die geschreven zijn door de Heilige apostel Paulus. ... Niemand heef ooit het bestaan van Paulus in vraag gesteld, noch zijn herhaalde ontmoetingen met Petrus, Jacobus en Johannes, en Paulus geeft een beetje jaloers toe dat deze mensen Christus werkelijk hadden gekend.

    Maar is het waar?

    In boeken, tijdschriften en TV documentaire stelt het Jezus Seminarie dat de evangeliën geschreven zijn uiterlijk tegen 130 tot 150 na Christus door onbekenden. Indien deze late data juist zijn, dan is er een gat van ongeveer 100 jaren vanaf Christus’ dood [geleerden beweren dat Christus is gestorven tussen het jaar 30 en 33]. En daar alle ooggetuigen toen reeds gestorven waren, kunnen de Evangeliën ook zijn geschreven door onbekende, bedrieglijke schrijvers.

    Welk bewijs hebben we dat de Evangelieverslagen over Jezus werkelijk zijn geschreven? De geleerden zijn het er over het algemeen over eens dat de evangeliën van de apostelen geschreven zijn tijdens de eerste eeuw. Zij sommen verscheidene punten hiervoor op waarop we later zullen terugkomen. Noteer nu echter dat er drie basisvormen van bewijs bestaan om een betrouwbare aangelegenheid te maken voor deze besluiten:
    • vroege documenten van afvalligen zoals Marcion en de school van Valentinus sommen thema’s, passages, en boeken op van het Nieuwe Testament.
    • Er bestaan ontelbare geschriften uit vroegchristelijke bronnen, zoals Clementius van Rome, Ignatius en Polucarpus.
    • Ontdekte kopijen van de evangeliën hebben na onderzoek uitgewezen dat ze dateren van minstens 117 na Christus.
    De Bijbelse archeoloog William Albrigt besloot op basis van zijn onderzoek dat alle boeken uit het Nieuwe Testament geschreven zijn toen de meeste van de apostelen nog in leven waren. Hij schreef: "We kunnen reeds nadrukkelijk beweren dat er niet langer een stevige basis is om enig boek na 80 na Christus te dateren, twee volle generaties voor de data van 130 en 150 na Christus, die worden vooropgesteld door de huidige critici van het Nieuwe Testament." Elders legt Albright de data, voor de vermoedelijke volledige geschriften uit het Nieuwe Testament, ergens tussen 50 tot 75 na Christus.

    De bekende sceptische geleerde John A. T. Robinson dateert het Nieuwe Testament nog vroeger dan zelfs de meest conservatieve geleerden. In Redating The New Testament, beweert hij dat het Nieuwe Testament geschreven is tussen 40 en 65 na Christus. Dit is reeds 7 jaar na Christus’ leven op aarde. Als dat waar is, dan zou enig historisch bedrog onmiddellijk door ooggetuigen en vijanden van het Christendom, erkend zijn.

    Laat ons dus het spoor van sleutels nader bekijken dat ons van de originele documenten naar de kopijen leidt.

    Wie heeft nog meer bewijs nodig?

    De originele geschriften van de apostelen worden gerespecteerd. Kerken hebben ze bestudeerd, voorzichtig bewaard en ze opgeslagen zoals een begraven schat.

    Maar, helaas, inbeslagneming door de Romeinen, 2000 jaar tijd en de tweede wet van de thermodynamica hebben hun tol geëist. Wat blijft er dus vandaag over van de originele geschriften? Niets! De originele manuscripten zijn allemaal verdwenen, alhoewel Bijbelgeleerden en archeologen er elke dag op hopen dat er een of ander document naar boven komt.

    Toch deelt het Nieuwe Testament niet alleen dit lot, geen andere vergelijkbare documenten uit de oudheid zijn ook overgebleven. Maar historici zijn niet verward door dit gebrek aan originele manuscripten, wanneer ze geloofwaardige kopijen hebben om te onderzoeken. Maar zijn er oude kopijen van het Nieuwe Testament beschikbaar, en indien zo, zijn zo geloofwaardig tegenover de orignelen?

    Toen het aantal kerken zich vermenigvuldigde, werden er honderden kopijen gemaakt, in de grootste voorzichtigheid, en onder toezicht van de kerkleiders. Elke letter werd overdreven precies neergepend in inkt op papyrus of perkament. En zo kunnen vandaag de geleerden de overlevende kopijen (en de kopijen van de kopijen van de kopijen, u snapt het...) gebruiken om de authenticiteit vast te stellen en tot een heel dichte benaderende waarde te komen wan de originele documenten.

    In werkelijkheid hebben geleerden die oude geschriften bestuderen, documenten zoals De Odyssey, vergeleken met andere oude documenten om hun betrouwbaarheid te achterhalen. Meer recentelijk heeft Charles Saunders, een militaire historicus een drieledige test bedacht die niet enkel de geloofwaardigheid van de kopijen onderzoekt, maar ook deze van de schrijvers. Zijn test bestaat hieruit:
    • de bibliografische test
    • de interne bewijstest
    • de uiterlijke bewijstest
    Bibliografische test

    Deze test vergelijkt een document met de overige uit dezelfde tijdsperiode en vraagt:
    • Hoeveel kopijen van het oorspronkelijke document bestaan er?
    • Hoe groot is de tijdsinterval tussen de oorspronkelijke geschriften en de vroegste kopijen?
    • Hoe goed doorstaat een document de vergelijking met de overige vroege geschiedenis?

    Veronderstel dat we enkel twee of drie kopijen hadden van het originele Nieuwe Testament. Dan zouden de monsters zo klein in aantal zijn dat we mogelijk de geloofwaardigheid niet zouden kunnen achterhalen. Aan de andere kant, als we honderden of zelfs duizenden kopijen hebben, kunnen we gemakkelijk de fouten van de slecht overgeschreven documenten er uithalen.

    Hoe goed doorstaat het Nieuwe Testament de vergelijking met andere oude geschriften met inachtneming van zowel het aantal kopijen als de tijdsinterval tussen de originelen. Vandaag bestaan er meer dan 5.000 manuscripten van het Nieuwe Testament in de oorspronkelijke Griekse taal. Wanneer we ook de andere talen hierbij tellen komen we aan zo’n 24.000 documenten, allen gedateerd tussen de tweede en de vierde eeuw.

    Vergelijk dit met de tweede beste bewaarde aantal kopijen van oude historische manuscripten, Homerus’ Ilias, met zijn 643 kopijen en denk er aan dat de meeste overige historische documenten veel minder bestaande kopijen hebben dat deze [meestal nog geen 10]. Hierop bemerkte de Nieuw Testament geleerde Bruce Metzger: "In tegenstelling met andere oude manuscripten, beschikt het kritische onderzoek van de teksten over een weelde aan materiaal."

    Tijdsinterval

    Niet alleen is het aantal manuscripten van betekenis, maar eveneens de tijdsinterval tussen de originele geschriften en de datum van de kopij. Over een tijdspanne van 1.000 jaar van "overschrijven", hoeft men u niet te vertellen welke resultaten hieruit kunnen voortkomen, maar over een tijdspanne van 100 jaar maakt dit een groot verschil uit.

    De Duitse criticus Ferdinand Christian Baur [1792-1860] stelde dat het Evangelie van Johannes niet geschreven kon zijn voor het 160 jaar na Christus. Daarom kon het Johannes evangelie niet geschreven zijn door Johannes zelf. Indien dit zo zou zijn, zou dit niet enkel Johannes geschriften, maar eveneens de geloofwaardigheid van het hele Nieuwe Testament ondermijnen. Maar toen werd er op een verborgen plaats in Egypte, een aantal papyrusfragmenten gevonden van het Nieuwe Testament, waaronder een gedeelte van het Evangelie van Johannes [meer bepaald Johannes 18:31-33], die werden gedateerd rond 25 jaar nadat Johannes het origineel had geschreven.

    Metzger legt uit: "Juist zoals Robinson Crusoe, die een voetspoor zag in het strand, besloot dat er een andere menselijke persoon, met twee voeten, samen met hem op het eiland aanwezig was, zo bewijst P52 [het label van het fragment van Johannes] het gebruik van het vierde Evangelie tijdens de eerste helft van de tweede eeuw in een provinciaal stadje rond de Nijl, ver verwijderd van de plaats waar het oorspronkelijke document werd opgetekend [Efeze in Klein-Azië]." Vondst na vondst hebben archeologen kopijen en grote gedeelten van het Nieuwe Testament blootgelegd, allen gedateerd als geschreven binnen de 150 jaar na de oorspronkelijke geschriften.

    De meeste andere documenten hebben tijdsintervallen gaande van 400 tot 1.400 jaar. Zo zijn de gedichten van Aristoteles geschreven rond 343 voor Christus, maar de vroegste kopij dateert van het jaar 1.100, en er bestaan slechts vijf kopijen van. En niemand gaat verder op onderzoek naar de geschiedenis van Plato waarvan eerst werd beweerd dat hij een brandweerman was in plaats van een filosoof.

    In werkelijkheid is er bijna een volledige kopij van de Bijbel, genoemd "Codex Vaticanus", die werd geschreven tussen de 250 en 300 jaar na de oorspronkelijke geschriften van de apostelen. De oudst gekende volledige kopij van het Nieuwe Testament in het oude unciaalschrift is de "Codex Sinaiticus", die zich nu in het British Museum bevindt.

    Net zoals de Codex Vaticanus dateert deze uit de vierde eeuw. Vaticanus en Sinaiticus die teruggaan tot vroeg in de christelijke geschiedenis, verschillen, zoals andere Bijbelse manuscripten, miniem van elkaar en geven ons een heel goed beeld van wat de eerste documenten moeten hebben bevat.

    Zelfs de kritische geleerde John A.T. Robinson heeft toegegeven: "De weelde aan manuscripten, en boven alles de kleine interval tussen de geschriften en de eerste nog overgebleven kopijen, maken het veruit de best getuigenis van alle oude geschriften ter wereld." De rechtsgeleerde, John Warwick Montgomery, bevestigde: "Sceptisch zijn over de boeken van het Nieuwe Testament is toelaten om alle oude geschriften in vraag te stellen, want er zijn geen documenten over de vroege periode met zo’n goede bibliografische getuigenis als het Nieuwe Testament."

    Het punt van dit alles is: als de kopijen van het Nieuwe Testament zo vroeg na de actuele gebeurtenissen zijn opgetekend en rondverdeeld, is hun omschrijving van Jezus meer dan waarschijnlijk nauwkeurig. Maar extern bewijs is niet de enige manier om de vraag van betrouwbaarheid te beantwoorden, geleerden gebruikten ook intern bewijs om de vraag te beantwoorden.

    De ontdekking van de Codex Sinaiticus

    In 1844 was de Duitse geleerde Constantine Tischendorf op zoek naar manuscripten over het Nieuwe Testament. Per ongeluk stootte hij, in de bibliotheek van het klooster van de Heilige Catharina op de Sinai berg, op een korf die gevuld was met oude papieren. De Duitse geleerde was zowel opgetogen als aangeslagen. Hij had nog nooit zo’n oude Griekse manuscripten gezien. Tischendorf ondervroeg de bibliothecaris er over en was ontzet dat ze zouden worden weggedaan om als brandstof te dienen voor de open haard. Twee grote korven van zulke papieren waren reeds verbrand.

    Het enthousiasme van Tischendorf bracht de monniken op hun hoede en hij mocht de manuscripten niet meer zien. Ze lieten wel toe dat Tischendorf de 43 bladzijden mocht meenemen die hij had ontdekt.

    Vijftien jaar later keerde Tischendorf terug naar het Sinai klooster, deze keer met de hulp van de Russische Tsaar Alexander II. Toen hij aankwam nam een monnik Tischendorf mee naar zijn kamer en haalde een in doeken gewikkeld manuschript van de planken. Het lag tussen tassen en borden. Tischendorg erkende onmiddellijk de kostbare resterende gedeelten van de manuscripten die hij eerder had gezien.

    Het klooster ging er mee akkoord om het manuscript aan de Tsaar voor te stellen als beschermer van de Griekse Kerk. In 1933 verkocht de Sovjetunie het manuscript aan het British Museum voor 100.000 pond

    De Codex Sinaiticus is een van de oudste volledige manuscripten van het Nieuwe Testament dat er is. Sommigen denken dat het één van de 50 Bijbels is waartoe keizer Constantijn aan Eusebius de opdracht had gegeven om ze te schrijven in het begin van de vierde eeuw. De Codex Sinaiticus is van enorme hulp geweest voor de geleerden om de betrouwbaarheid van het Nieuwe Testament na te gaan.

    De interne bewijstest

    Zoals goede speurders gaan de geschiedkundigen de betrouwbaarheid na door te zoeken naar interne sleutels. Deze sleutels onthullen de beweegredenen van de auteurs en hun gewilligheid om details en overige aspecten bekend te maken die kunnen worden nagegaan.. De voornaamste interne sleutelaanwijzingen dat de geleerden gebruiken om de betrouwbaarheid na te gaan, zijn de volgende:

    • De samenhang met de ooggetuigenrapporten
    • Details van de namen, plaatsen en gebeurtenissen
    • Brieven aan personen en kleine groepen
    • Dingen die de auteur van zijn stuk brengen
    • De aanwezigheid van niet ter zake doende of tegengesteld materiaal
    • Het gebrek aan betekenisvol materiaal.

    Laat ons als voorbeeld de film "Friday Night Lights" nemen, waarvan er wordt beweerd dat deze is gebaseerd op historische feiten, maar zoals zo vele filmen die maar magertjes gebaseerd zijn op feiten, blijft ook hier voortdurend de vraag: Zijn de dingen werkelijk op die manier gebeurd? Hoe kan men dus de geschiedkundige betrouwbaarheid vaststellen?

    Een sleutel kan de aanwezigheid zijn van onbetekenend materiaal. In het midden van de film krijgt de coach, voor geen klaarblijkelijke reden, een telefoonoproep om hem te informeren dat zijn moeder aan een hersentumor lijdt. Deze gebeurtenis heeft niets van doen met de ontknoping en wordt verder ook nergens meer vermeld. De enige uitleg die kan worden gegeven voor de aanwezigheid van zo’n onbetekenend materiaal kan zijn dat het inderdaad is gebeurd en dat de regisseur de wens had om de dingen historisch juist weer te geven.

    Een ander voorbeeld uit dezelfde film. Bij het volgen van het drama willen we dat de Permian Panthers het nationaal kampioenschap winnen. Maar dit is niet zo. Dit voelt tegengesteld aan en we weten onmiddellijk dat het in de film is opgenomen omdat in werkelijkheid Permian het spel verloren heeft. De aanwezigheid van tegengesteld materiaal is ook een sleutel voor de historische juistheid.

    En uiteindelijk leidt het gebruik van gekende steden en bekende oriëntatiepunten zoals de Houston Astrodome ons ook naar de waarheid omdat ze gemakkelijk zijn te staven of te vervalsen.

    Dit zijn maar enkele voorbeelden van hoe intern bewijs ons naar de geschiedkundige betrouwbaarheid van een document kan leiden of ons ertoe van wegdrijven.

    De samenhang

    Diverse aspecten van het Nieuwe Testament, gebaseerd op de eigen inhoud en kenmerken, helpen ons om de betrouwbaarheid ervan vast te stellen

    Bedrieglijke documenten hebben de neiging om ooggetuigenverslagen weg te laten of zijn onsamenhangend. Duidelijke tegenstelling tussen de Evangeliën zouden bewijzen dat ze fouten bevatten. Maar tegelijkertijd, als elk evangelie precies hetzelfde zegt, zou het ook de verdachtmaking op een samenzwering verhogen. Het zou zijn als mensen die onder één hoedje spelen en proberen overeen te komen over elk detail van hun schema. Te veel samenhang is even twijfelachtig als te weinig.

    Ooggetuigen van een misdaad of een ongeval geven over het algemeen de grote lijnen weer, maar vanuit een verschillend standpunt. Evenzo moeten de vier Evangeliën de gebeurtenissen uit Jezus’ leven vanuit een verschillend perspectief bekijken. Ongeacht deze verschillende standpunten zijn de Bijbelgeleerden verbaasd over de samenhang van hun beschrijvingen en het duidelijke beeld van Jezus en zijn leer, met de aanvullende rapporten.

    Details

    Geschiedkundigen houden van details in een document omdat dit het gemakkelijker maakt om de betrouwbaarheid ervan vast te stellen. Zo zijn de brieven van Paulus vol van details. Dit is ook het geval met de Evangeliën. Zo zijn bijvoorbeeld Lucas’ Evangelie en zijn handelingen geschreven aan een edelman met de naam Theophilus, die ongetwijfeld een gekend persoon was in die tijd.

    Indien de geschriften louter uitvindingen van de apostelen waren geweest, dan zouden valse namen, plaatsen en gebeurtenissen vlug opgespoord zijn geweest door hun vijanden, de Joodse en Romeinse leiders. Dit zou het Watergate schandaal van de eerste eeuw geworden zijn. Maar vele van de details uit het Nieuwe Testament zijn als waar aangetoond door onafhankelijke onderzoekers. De klassieke geschiedkundige Colin Hemer identificeert bijvoorbeeld 84 feiten in de laatste 16 hoofdstukken die door archeologich onderzoek zijn bevestigd.

    In de voorgaande eeuwen vochten sceptische Bijbelgeleerden zowel Lucas auteurschap als zijn datering aan, bewerend dat het geschreven was in de tweede eeuw door een ongekende schrijver. De archeoloog Sir William Ramsey was ervan overtuigd dat ze gelijk hadden en hij startte een onderzoek. Na een diepgaand wetenschappelijk onderzoek, wijzigde de archeoloog zijn beslissing. Ramsey gaf toe dat "Lucas een historicus van de eerste rij was en ... dat deze auteur tussen de grootste geschiedkundigen zou moeten worden gerekend ... de geschiedenis van Lucas is onovertrefbaar met betrekking tot de betrouwbaarheid."

    Dan zijn er de reizen van Paulus, waarbij de plaatsen, de mensen die hij bezocht, de boodschappen die hij afleverde en zijn vervolging worden opgesomd. Kunnen al deze details vervalst zijn? De Romeinse historicus A.N. Sherwin-White schreef: "de bevestigingen van de historiciteit zijn overweldigend ... Elke poging om de historiciteit te verwerpen zou absurd zijn. Romeinse historici hebben dit reeds lange tijd als waar aangenomen."

    Van de Evangelieverslagen tot de brieven van Paulus, beschrijven de auteurs van het Nieuwe Testament openlijk de details, waarbij het opsommen van steden, namen van mensen die in die tijd leefden, heel gewoon is. Geschiedkundigen hebben minstens dertig van deze namen onderzocht.

    Brieven aan kleine groepen

    De meest vervalste documenten zijn algemeen en openlijk van aard, zoals dit artikel, waarvan er ongetwijfeld al vervalsingen op de zwarte markt rond circuleren. De historische expert Louis Gottschalck merkt op dat persoonlijke brieven aan kleine groepen een grote waarschijnlijkheid hebben van betrouwbaarheid. Onder welke categorie vallen de documenten van het Nieuwe Testament?

    Sommigen waren duidelijk bedoeld om wijd verspreid te worden. Grote gedeelten van het Nieuwe Testament bestaan uit persoonlijke brieven tot kleine groepen of enkelingen. Deze documenten staan absoluut niet op de prioriteitslijst van vervalsingen.

    Belemmerend materiaal

    De meeste schrijvers houden er niet van om zichzelf in de verlegenheid te brengen. Geschiedkundigen hebben opgemerkt dat die documenten die ingewikkelde onthullingen doen over het algemeen te vertrouwen zijn. Wat hebben de auteurs van het Nieuwe Testament over zichzelf vermeld?

    Verrassend stellen de schrijvers van het Nieuwe Testament zichzelf dikwijls voor als "onbenullig, laf en ongelovig." Overweeg bijvoorbeeld de drievoudige ontkenning van Jezus door Petrus of de onenigheden onder de leerling wie van hen de grootste was. Beide verhalen bevinden zich in de Evangeliën. Terwijl het respect voor de apostelen zeer belangrijk was in de vroege kerk, zou de invoeging van dit soort materiaal geen enkele zin hebben, tenzij de apostelen waarheidsgetrouw rapporteerden.

    In The Story of Civilization schrijft Will Durant over de apostelen: "Deze mannen waren nauwelijks het soort mensen die men zou hebben gekozen om de wereld om te vormen. De Evangeliën geven realistisch de verscheidenheid van hun karakter weer en geven eerlijk hun fouten weer."

    Tegenwerkend of ontoepasselijke materiaal

    De Evangeliën vertellen ons dat de lege graftombe van Jezus door een vrouw werd ontdekt, ook al werden in het Israël van die tijd vrouwen beschouwd als virtueel waardeloos en niet eens toelaatbaar tot het gerecht. De Moeder van Jezus en Zijn familie hebben tijdens de laatste uren van Jezus' leven aan het kruis dikwijls gezegd dat Hij Zijn zinnen kwijt was. Sommige van Jezus’ laatste woorden zijn onder meer: "Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten." En zo is er een hele lijst van incidenten die tegenwerkend zijn. Dit maakt de bedoelingen van de auteurs, om het leven en de leer van Jezus Christus correct weer te geven, heel geloofwaardig.

    Tekort aan betekenisvol materiaal

    Het is ironisch [of misschien logisch] dat weinig van de belangrijkste uitvaardigingen van de kerk van de eerste eeuw, de Christelijke opdracht, de spirituele gaven, het doopsel, het leiderschap, direct uit de mond van Jezus kwamen. Indien zijn opvolgers eenvoudigweg het materiaal voortbrachten om de groeiende kerk aan te moedigen, dat is het niet onuitlegbaar waarom ze geen instructies hebben gekregen door Jezus Christus over deze aangelegenheden. In één geval zegt de apostel Paulus over een zeker onderwerp: "Hierover hebben wij geen leer gekregen van de Heer."

    Externe bewijstest

    Het derde en laatste meetpunt over de betrouwbaarheid van een document is de externe bewijstest, die vraagt: Bevestigen historische feiten en geschriften buiten het Nieuwe Testament de betrouwbaarheid ervan? Wat zegden niet-christelijke geschiedkundigen over Jezus Christus?

    Minstens zeventien niet-christelijke geschriften geven meer dan vijftig details aan over het leven, de leer, de dood en de verrijzenis van Jezus, alsmede details over de vroege kerk. Dit is verbazend, gezien het gebrek aan andere historieken dat wij in ons bezit hebben uit de tijdsperiode. Jezus wordt door meer bronnen vermeld dan de veroveringen van Caesar tijdens dezelfde periode. Het is zelfs nog meer verbazingwekkend daar deze bevestigingen van de details uit het Nieuwe Testament dateren van 20 tot 150 jaar na Christus, eerlijk gezegd "vroeg" gelet op de standaarden van de oude historiografie.

    De betrouwbaarheid van het Nieuwe Testament wordt verder verstevigd door meer dan 36.000 bijkomende Bijbelse Christelijke documenten: geschriften van kerkleiders uit de eerste drie eeuwen] die gedateerd worden op minstens tien jaren na de laatste geschriften van het Nieuwe Testament. Indien alle kopijen van het Nieuwe Testament zouden verloren gegaan zijn, kon men het hersamenstellen uit deze overige brieven en documenten, met uitzondering van een aantal verzen.

    Profesoor emeritus Howard Clark Kee van de Boston Universiteit besluit: "Het resultaat van de onderzoek van de bronnen buiten het Nieuwe Testament die bijdragen tot onze kennis over Jezus bevestigt enkel maar zijn historisch bestaan., zijn ongewone krachten, de aanbidding van zijn volgelingen, de blijvende bestaan van de beweging na zijn dood ... en het doordringen van het Christendom tot ... in Rome zelf, later tijdens de eerste eeuw."

    De externe bewijstest is dus gebouwd op het bewijs dat is voorzien door andere testen. Ondanks de bewering van een klein aantal radicale sceptici dat het portret van Jezus uit het Nieuwe Testament een virtueel kladwerk is, zijn er een aantal uit het Jezus Seminarie, de consensus van experten, ongeacht hun geloof, die bevestigen dat het Nieuwe Testament dat we vandaag lezen zowel de woorden als de gebeurtenissen uit Jezus’ leven geloofwaardig weergeven.

    Professor Clark Pinnock van het McMaster Divinity College, zei het heel goed toen hij zei: "Er bestaat geen geschrift uit de oude wereld waarvan door zo’n reeks van geschreven en historische feiten getuigt wordt. Een eerlijk persoon kan geen bron van deze soort uit zijn gedachten zetten. De kijk van sceptici over de historische geloofwaardigheid van het Christendom is gebaseerd op een absurd principe."

    EINDE

    Vertaling
    : Chris De Bodt

    Bron: Y-Jesus: The facts presented by scholars


    21-04-1980
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Documentaire: Het Leven van de Heilige Zuster Faustina Kowalska
    Documentaire: Het Leven van de Heilige Zuster Faustina Kowalska














    20-04-1980
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Medjugorje: Interview met Marinko en Dragico Ivankovic door Vader Svetozar Kraljevic [27 februari 1983]
    Interview met Marinko en Dragico Ivankovic door Vader Svetozar Kraljevic [27 februari 1983]

    Marinko Ivankovic werd geboren te Bijakovici, een gehucht van Medjugorje, in 1943. Daar leeft hij met zijn familie [echtgenote en drie kinderen] en zijn ouders. Van beroep is hij mechanieker en hij werkt in Citluk. Dragica is de voornaam van zijn echtgenote.

    Marija Pavlovic vertelde hem als eerste over de verschijningen van de Heilige Maagd Maria, tijdens de ochtend van 25 juni , toen hij haar en Vicka Ivankovic naar de zomerschool bracht in Citluk. Nog diezelfde namiddag zocht hij Ivan Dragicevic op, die eveneens de verschijning had waargenomen, om uit te zoeken wat er gebeurd was. Hij stemde er mee in om de plaats van de verschijning te bezoeken, maar hij kwam te laat aan. Hij had het uur van de verschijning verkeerd begrepen [18.15 uur in plaats van 19.15 uur]. Op de derde dag werd hij de coördinator en ondersteuner van de groep zieners en sindsdien is hij steeds met de zieners in verband gebracht. Op elk belangrijk moment was hij steeds bij hen, in vreugde, gebed en onthullingen en eveneens op de ogenblikken van twijfel, onbegrip en vervolging. Wat volgt is een relaas van ons gesprek.


    Marinko Ivankovic [2000]

    Vr. Svetozar: Marinko, wat bracht u in zo'n nauw contact met de zieners? Waarom hebt u zichzelf zo diep met hen verenigd?
    Marinko: Ik zal het u vertellen. Ik woon steeds de "huwelijksweekends" bij en ben een actieve gelovige. Ook hadden de kinderen het soms moeilijk, in het bijzonder Ivanka. Zij was de eerste van de groep die het licht en de Madonna waarnam. Haar moeder was net overleden en haar vader werkte in Duitsland. Ook Jakov heeft in werkelijkheid niet echt een vader: hij leeft in Bosnië en komt zelden naar hier op bezoek. Dan is er Mirjana die in Sarajevo woont. Op de een of andere manier genoten de kinderen geen ouderlijk advies of ouderlijke bescherming. Zo leerde ik hen kennen met één enkele gedachte in het hoofd: om hen sterkte te geven, in de plaats van hun ouders.  "Ruggensteun" kunt u zeggen, ik wou hen moreel beschermen en hen hierin ook bijstaan.

    Vr. Svetozar: U dacht dus dat ze bijstand nodig hadden?
    Marinko: Juist. Iemand moest hen helpen. Zij moesten weten dat er iemand aan hun zijde stond, dat ze niet alleen waren. Pas later besefte ik dat mijn hulp echt van pas kwam, omdat ze in mij meer vertrouwen stelden dan in iemand anders.

    Vr. Svetozar: Meer dan in de priesters?
    Marinko: Absoluut meer dan in de priesters. Zij gingen er niet heen. Absoluut.

    Vr. Svetozar: Was u de eerste persoon die het vertelde aan de priesters?
    Marinko: Ja, tijdens de tweede dag. Ik was te laat en ik kwam de kinderen tegen toen zij reeds terugkwamen van de heuvel waar zij de verschijning hadden waargenomen. Ivanka's grootmoeder stond haar op de weg op te wachten. Ivanka weende. Toen omhelsde Ivanka haar grootmoeder en zei: "Meter, ik heb aan de Madonna naar mijn moeder gevraagd en Zij antwoordde dat mijn moeder het goed stelt in de Hemel." Ik probeerde haar tot rust te brengen, maar dit lukte niet. Zij bleef maar wenen. Toen besloot ik om naar de priesters te trekken, om hen te vertellen wat er was gebeurd, èn omdat het over iets ging dat niet van deze wereld was. Ik dacht dat iemand zou helpen, iemand die meer van dergelijke zaken op de hoogte was dan ik, vooral een priester, omdat zij in verband gebracht worden gebracht met het geloof. Zo moesten de priesters op de hoogte worden gebracht, en ook omdat de mogelijkheid nooit kon worden uitgesloten dat het verhaal verzonnen was, dienden zij de zaak te onderzoeken en de mensen hiervan op de hoogte te brengen.

    En zo ging ik naar de pastorij. Twee kloosterzusters stonden te wachten op de trappen van de voordeur van de pastorij en ik vroeg hen of er een priester aanwezig was. "Vader Zrinko," zei één van hen, en ik dacht bij mezelf: "Ik verkies Vader Jozo. Het zou gemakkelijker zijn om met hem hierover te praten." In ieder geval was het Vader Zrinko die aan de deur kwam en zei: "Hoe gaat het, Marinko? Wat nieuws komt u brengen?" We groetten elkaar en ik vertelde hem: "Vader, ik ben gekomen om u te vertellen dat gisteren en vandaag een aantal kinderen hebben gezegd dat ze de Heilige Maagd Maria hebben gezien, de Madonna. Nu wenen ze voortdurend en zijn ze verward. Ik denk dat het beter is om naar hen toe te gaan en hen trachten te troosten, om met hen te praten en proberen uit te vissen of ze de waarheid vertellen." Hierop antwoordde Vader Zrinko: "Marinko, laat hen die het is toegestaan om het te zien, het zien en deze die het niet is toegestaan, het niet zien. Daarop ging ik naar huis. Maar iedereen in het dorp sprak intussen over de visioenen van de kinderen.

    Vr. Svetozar: Wat dacht u over wat hij zei?
    Marinko: Ik dacht niet dat hij gelijk had, maar wie was ik om hem tegen te spreken? Ik voelde me teneergeslagen en ontmoedigd. Ik wou dat hij met mij meeging om de kinderen te zien en met hen te praten, zodat hij alles zelf kon waarnemen. Misschien konden we iets belangrijks te weten komen. Ik kon niet begrijpen waarom hij met mij niet wou meegaan. Hij handelde alsof het hem allemaal niet kon schelen, zelfs indien hij wist dat de Madonna werkelijk was verschenen. Ik kon het niet begrijpen. Het leek mij onmogelijk.

    Vr. Svetozar: Dragica [echtgenote van Marinko], ik begrijp dat u de eerste was die Vader Jozo, de pastoor, op de hoogte bracht van de verschijningen. Wat gebeurde er?
    Dragica: Ik was 's zaterdags [27 juni] gaan werken en een zwaar stuk metaal viel op mijn handen en ik brak ook mijn been bij het incident. Ik werd naar het hospitaal van Mostar gebracht en toen wij aan het hospitaal kwamen zag ik dat Vader Jozo daar was. Hij zag mij ook en vroeg wat er was gebeurd. "Niets ernstig," antwoordde ik, "maar waar bent u geweest? U had in Medjugorje moeten zijn! De Madonna is verschenen!" Hij vroeg mij wie dit had verteld en ik zei: "De kinderen, vijf of zes van hen, die de Madonna de laatste twee vooravonden hebben gezien! Zrinko blijkt het niet te geloven. U zou er zelf moeten heengaan en het zien."

    Vr. Svetozar: Dit brengt een interessant punt naar boven. De voorzienigheid van God had u beiden geroepen om de priesters, de Kerk, in te lichten. U, Marinko, ging naar de pastorij en u Dragica, raakte gekwetst zodat u naar het hospitaal moest worden gebracht, waar u Vader Jozo zag, die zijn zieke moeder bezocht. Bovendien had u, Marinko, meerdere ongewone ervaringen. Vertel me hierover.
    Marinko: Ja, ik heb er meerdere gehad. Op een bepaalde avond, zowat twintig dagen na de eerste verschijning, had de Madonna aan de kinderen verteld om naar de heuvel, waar Zij was verschenen, te gaan later die avond, rond 11 uur. Toen nodigden de kinderen mij uit om met hen mee te gaan, ik en een aantal andere gelovigen uit het dorp, een dertig- à veertigtal in totaal. Van zodra we ginds waren, begonnen wij te bidden. Toen keek ik omhoog en het leek alsof de hemel zich had geopend van waaruit er een heel helder licht kwam, zo'n vijftal meter aan de andere kant en het was iets dat naar ons toekwam. Iedereen zag het en zei tegelijkertijd: "Kijk! Zie het heldere licht!"

    Wij stonden in een cirkel rond een gat dat de mensen hadden uitgegraven om grond mee te nemen, toen de Madonna verscheen. Er bevond zich een houten kruis in het gat en het leek alsof er een grote lichtbol vanuit het kruis in duizenden heldere sterren uiteen spatte. Het licht was te sterk om er naar te kijken terwijl dit alles geschiedde, zo kan ik u niet precies vertellen wat er plaatsgreep. Later, toen we hierover onder elkaar praten, kon niemand zeggen wat er precies had plaatsgevonden.

    Sommige van de kinderen waren bevreesd en begon te schreeuwen. Ik wou hen wat tot rust brengen. Van zodra ik dit wou doen, zei Marija: "Blijf kalm. De Madonna is bij ons!" Toen knielden we en baden we samen tijdens de daaropvolgende veertig minuten. Ook weenden wij. Ik zal die ervaring nooit vergeten! Het was een andere manier van bidden, en u weet dat God, Jezus en Maria bij u zijn. Na veertig minuten stond iedereen op en vertelden de kinderen ons: "De Madonna kijkt naar u allen en zegt dat u Haar mag aanraken." Zo spoedden wij ons allemaal naar de plaats waar wij dachten dat Zij zich bevond. Terwijl de kinderen ons naar de juiste plaats leidden, trapte er iemand op haar sluier en op dat moment zeiden de kinderen: "Zij is weg."

    Enkelen onder hen die Haar hadden aangeraakt zeiden dat hun handen verkleumd aanvoelden. Ondertussen hadden de mensen uit het nabije Cilici een cirkel van licht waargenomen op de plaats waar Maria was verschenen en sommigen onder hen waren de heuvel aan het beklimmen op hetzelfde ogenblik dat wij de Madonna probeerden aan te raken. Nadat Maria was verdwenen, keerden we allen samen terug naar huis.

    Vr. Svetozar: Hebt u ooit iets gelijkaardigs ervaren, daarvoor of daarna?
    Marinko: Ja. Jakov en Vicka hadden mij uitgenodigd om met hen mee te gaan, naar Vicka's huis in haar slaapkamer,  waar er werd verondersteld dat zij hun visoen zouden hebben. Ik was congnac aan het maken, zoals ik altijd doe rond die periode van het jaar, en sommige kinderen waren religieuze liederen aan het zingen. Jakov vroeg me om met hem mee te gaan, wat ik ook deed, samen met mijn zoon Davor en een ander kind, Matan Sego. Toen we de trappen opgingen zei Jakov: "Marinko, Onze Lieve Vrouw is hier!"

    Dit was precies twee dagen voor het proces van Vader Jozo. Ik rende de trappen op en knielde aan de deur. Mijn zoon en Matan bevonden zich geknield achter mij. Ik strekte mijn handen uit en zei: "Lieve Madonna! Bewijs aan de ongelovigen dat Vader Jozo onschuldig is." Ik sloeg geen acht op wat Vicka en Jakov aan het doen waren, die aan het spreken waren met Maria, tot ze tot mij zeiden: "Marinko, Maria glimlacht naar u en begeeft zich naar u. Ze kust u, omhelst u en zegent u," vertelden ze me. Aanvankelijk voelde ik niets, helemaal niets, maar plots was het alsof mijn hart uit mijn borst wou breken. Het was een groot, opwindend gevoel.

    "Maria vertelt u ," zeiden ze tot mij, "om vast te houden aan uw geloof en er geen afstand van te nemen." Daarop zei ik: "Ik heb geen vrees om mijn leven aan Jezus te geven, als Hij mij wenst te tonen wat ik moet doen."

    Daarop herhaalden Jakov en Vicka de woorden van Maria: "Die prachtige kinderen loven Mij!" Ze moet de twee kinderen hebben bedoeld die bij mij waren en die religieuze liederen hadden gezongen. Andere kinderen hadden ons gevolgd en waren lofzangen aan het zingen in de straat en Jakov en Vicka zeiden dat Maria wenste dat ze allemaal tot haar zouden worden gebracht om hen te zegenen. De kinderen gingen de trappen op en mijn moeder en schoonzus waren er ook, nabij de deur. Toen draaiden Jakov en Marija zich om en zeiden: "De Madonna bevindt zich boven u en zegent iedereen." Dat was het einde van de verschijning die avond.

    Vr. Svetozar: Vertel mij over het visioen in het veld, Marinko.
    Marinko: Het gebeurde hier in een veld op een avond, nadat de kinderen terugkeerden van de Mis in de Kerk en na de gebeden voor de zieken. De mensen uit de buurt hadden zoals gewoonlijk verzamelen geblazen op het veld tussen Medjugorje and Cilici. Later, toen dit meer geweten was, kwamen er meer en meer mensen. Sommigen enkel uit nieuwsgierigheid en er waren er ook tussen van de geheime politie. Maar hiervan van ik niet zeker, maar wie geeft hier uiteindelijk om?

    We baden en zongen daar, en op een avond, op het feest van de Heilige Maria van de Engelen, kwamen de zieners eveneens bij ons op het veld en kregen er een verschijning van Maria. Allen samen baden we de zeven Onze Vaders, Weesgegroetjes, het Glorie zij de Vader en de geloofsbelijdenijs. Daarop vertelden de kinderen ons: "De Madonna staat aan allen die het het wensen toe om Haar aan te raken." Terwijl zij de mensen één voor één tot Haar brachten, zeiden ze: "Nu raakt u haar handen aan, haar sluier, haar gelaat, haar kleed." Dit ging zo een tien tot vijftien minuten door, tot Maria heenging. Op dat ogenblik schreeuwde Marija het plots uit en ik rende naar haar toe.

    "Wat scheelt er, Marija?" vroeg ik. "O Marinko," antwoordde ze, "wij zijn overal zwart." "Waarom zijn we overal zwart?" vroeg ik. "Er waren hier zondaars die Haar aanraakten," zei Marija; "en terwijl zij Haar aanraakten, werd Haar kleed zwarter om zwarter, tot het helemaal zwart was." Daarop zei Marija dat iedereen zo spoedig mogelijk moest te biechten gaan, maar ik bleef wat langer om met haar te praten.

    Zij vertelde mij dat nog zij diezelfde avond, wanneer zij alleen was in haar kamer, nadat ze van de Kerk was teruggekeerd en vlug thuis haar kledij ging wisselen om naar het veld te gaan, een verschijning van Maria had gehad. "Deze avond," zei ze, "vertelde de Maagd mij alles!" Dit waren Haar woorden: "De duivel wenst hier op alle mogelijke manieren en tegen elke prijs binnen te dringen. Hij zal alles proberen, maar Mijn Zoon wenst alle zielen voor Hem te winnen. Desondanks streeft de duivel er naar om elke ziel te veroveren. satan is hiervoor werkelijk tot alles in staat, wat de prijs ook mag zijn."

    Vertaling: Chris De Bodt


    19-04-1980
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Medjugorje: Wetenschap
    Medjugorje: Wetenschap

    Een wetenschappelijk onderzoeker denkt als Sherlock Holmes. Indien Sherlock in Medjugorje orde op zaken zou moeten stellen, zou hij beginnen met het vaststellen van het aantal logische mogelijkheden. Het zijn er drie:
    • De "zieners" zijn bedriegers en aarstleugenaars
    • De verschijningen zijn hallicunaties
    • Het verschijnsel is authentiek
    In dit geval is het voldoende om de eerste twee mogelijkheden te elimineren. Wat overblijft is, hoe ongeloofwaardig ook, de waarheid. Ik zal u niet vermoeien met het overweldigende bewijsmateriaal dat de eerste mogelijkheid [bedrog] elimineert.

    De hallucinatiehypothese kan, zonder dat er een testapparaat aan te pas komt, al op grond van ondervragingen worden verworpen, omdat "gedeelde hallicunaties" niet voorkomen, net zoals "gedeelde dromen" niet bestaan.

    Uit de eliminatie van de eerste twee "hypotheses" volgt dat de derde mogelijkheid de juiste moet zijn: het fenomeen is "authentiek". Voor diegene die zich nog iets van de stof uit de schoolbanken kan herinneren: dit is zo'n beetje analoog aan het "bewijs uit het ongerijmde" in de wiskunde.

    Maar Sherlock zou Holmes niet zijn zonder dat de loep eraan te pas komt. Dit is dan ook de reden dat talrijke teams van sceptische wetenschappers uit de gehele wereld de "zieners" in de loop van vele jaren tijdens hun toestand van extase getest en onderzocht hebben. Ofschoon dit, zoals betoogd, voor de realiteit van het Mariafenomeen in feite overbodig is, vormen de resultaten van deze studies, mede door hun vaak "onverklaarbare karakter", een extra bevestiging van het feit dat hier sprake is van een wonder dat we slechts met de term "Godswonder" kunnen aanduiden.

    Ik zal hier slechts enkele uitkomsten van de overstelpende hoeveelheid onderzoeksmateriaal presenteren.

    De KNO-specialist Dr. Françoise Rouquerol kon aantonen dat tijdens de extasetoestand van iedere ziener het gehoor volledig was uitgeschakeld of, in medische termen, dat er sprake was van een "disconnection of the auditory pathways". Dit bleek uit het feit dat geen enkele van de zieners ook maar enige reactie vertoonde tijdens blootstelling aan lawaai van negentig decibel via een koptelefoon.

    Maar er bleek meer aan de hand. Niet slechts het gehoor was uitgeschakeld, ook de stembanden stonden op non-actief, terwijl de lippen, tong en gelaatsspieren wel actief bleken, zoals tijdens de normale spraak, terwijl de zieners een gesprek voerden met de Madonna.

    Uit de video-opnamen waren ervaren liplezers in staat de "geluidloze" conversatie te reconstrueren.

    Toen de kinderen voor het eerst hoorden dat niemand van de aanwezigen hun stem kon horen, terwijl ze in extasetoestand hun eigen stem en die van Maria glashelder hoorden als ze met Maria in gesprek waren, waren ze zeer verbaasd.

    De oogspecialist en onderzoeker Dr. J. Philippot stelde vast dat de blik van alle kinderen exact op dezelfde plek was gericht tijdens de verschijning. Dit was ook het geval wanneer hun zicht door een ondoorzichtig scherm werd onderbroken. Dit werd door andere teams onder meer met behulp van lasertechnieken bevestigd.

    Een toevallige bevinding, die de mogelijkheid van iedere vorm en collusie uitsluit, was dat zowel aan het begin als aan het einde van de extase de "gelijktijdigheid" van de oogbolbewegingen van de zieners onderling minder dan eenvijfde seconde bedroeg. Dit is een volstrekt onbekend fenomeen en is op geen enkele wijze bewust op te roepen.

    Op grond van uitgebreide fysiologische testen stelde de neuroloog J. Cadhilac vast "dat de bevindingen formeel alle klinische symptonen, vergelijkbaar met die welke optreden tijdens hallicunaties, hysterie, neuroses of pathologische extase, uitsluiten."

    Uit de uitslagen van het elektrisch hersenonderzoek [EEG-testen] bleek dat tijdens de verschijningen de zieners niet slechts alert waren, maar in een toestand van hyperalertheid verkeerden, zoals die alleen bij bepaalde yogi's en Tibetaanse monniken wordt aangetroffen. De leiders van één van de Franse teams, Dr. Joyeux, stemde in met een interview met Paris Match. Hij zei onder meer het volgende: "Het fenomeen van de verschijningen in Medjugorje kan niet wetenschappelijk worden verklaard. Deze jonge mensen zijn geestelijk en emotioneel gezond en er zijn geen tekenen van epilepsie, noch van een slaap- of droomtoestand. Het is geen kwestie van pathologische hallicunatie of van hallicunatie van gehoor- of gezichtsvermogens. Het kan geen toestand van katalepsie zijn, want tijdens de vervoering functioneren de gezichtspieren op de normale manier."

    Dr. M. Sabatini van de Columbia Universiteit in New York kon met een algometer [pijnmeter] vaststellen dat de zieners tijdens de toestand van vervoering volkomen ongevoelig waren voor pijnprikkels of, in medisch jargon, in een staat van "volledige analgesie" verkeerden.

    Hoewel de wetenschappers ex officio niet verder konden gaan dan te verklaren dat "de staat van bewustzijn die bij de kinderen werd waargenomen gedurende de verschijningen onder geen enkele wetenschappelijke categorie was in te delen," sprak de Marialoog René Laurentin op basis van de bevindingen van het team van dr. Joyeux het verlossende woord: "de beste uitleg is dat de zieners in een normaal, levend en persoonlijk contact zijn met personen uit de buitenwereld."

    Wellicht ten overvloede volgt hier een verslag, ontleend aan het boek van Dr. I. Kordic, The Apparitions of Medjugorje:

    Laten wij ons afvragen wat de resultaten zijn van een onderzoek dat bij de zieners is verricht. Het is niet overdreven wanneer we zeggen dat de zieners tijdens de periode 1981-1993 door duizenden verschillende deskundigen zijn onderzocht.

    Het volgende is gebaseerd op een rapport van een Frans-Italiaans team uit januari 1998. De wetenschappers en doctoren waren het op tien punten met elkaar eens:

    1. De zieners vormen een heterogene groep met betrekking tot zowel hun intellectuele niveaus als hun voornaamste kenmerken
    2. In hun tegenwoordige levens toont geen van deze jongen mensen de geestelijke kenmerken die aanwezig zijn bij een hysterische persoon. Evenmin is er sprake van een verhoogde suggestibiliteit.
    3. Hun geestelijke niveau's zijn heel gemiddeld en hun verbeelding is altijd evenwichting met betrekking tot de werkelijkheid.
    4. Deze jonge mensen, "niet beter of slechter dan anderen" voorafgaand aan de verschijningen, tonen een strenge moraal, een realistisch idealisme, een buitengewoon geestelijk aanpassingsvermogen aan uiterst moeilijke omstandigheden (talloze onderzoeken, de nieuwgierigheid van pelgrims en zo).
    5. Tijdens de toestand van vervoering toonden verscheidene elektro-encefalografische opnamen aan dat het alfaritme aanwezig bleef en dat dit gelijktijdig het geval was in alle delen van de hersenen, ondanks vele onregelmatigheden.
    6. Tijdens de toestand van vervoering is er geen gedeeltelijk gebrek aan verbinding tussen de motorische en sensorische banen:
    • oogbewegingen houden op, de reflex om bij bedreiging te knipperen is afwezig. Spontaan knipperen met de oogleden wordt minder of bestaat in het geheel niet [zoals bij Vicka].
    • Gedurende de toestand van vervoering nemen de zieners het scherm niet waar dat voor hun ogen staat en het heeft geen invloed op hun verschijningen. Er is een verschil tussen "visually evoked potential" voor en gedurende de vervoering. De vervoering verandert de registraties [vorm, amplitude, lantentheid] niet.
    • Wanneer zij met de persoon spreken die zij zeggen te zien, bewegen hun lippen op verschillende wijze [bij Vicka met zeer veel articulatie], maar is er geen geluid. Er zijn gelaatsuitdrukkingen alsof er geluiden zouden zijn. De opnames van spierbewegingen van het middenrif tonen dezelfde beelden als bij iemand die spreekt.
    • De zieners horen geen geluiden uit de wereld om hen heen, maar de gehoorzenuwbanen onder de cortex functioneren normaal [test van evoked potentials].
    • Op 2 juni 1984 bracht een van de deskundigen van de commissie Vicka een diepe steekwonde toe [die begon te bloeden], maar Vicka's aangezicht toonde geen enkel teken van pijn [opgenomen op videoband].
    • Andere wetenschappelijke testen tonen eveneens een ongevoeligheid voor pijn gedurende de vervoering.
    7. Chronometrisch onderzoek, vastgelegd op videoband, toont duidelijk de volgende synchroniciteiten tussen de zieners onderling:
    • In het begin van de vervoering vallen zij gezamenlijk op hun knieën, ongeveer tussen 0,1 en 0,5 seconde, meestal op 0,2 tot 0,3 seconde. Deze vertraging is toe te schrijven aan het tijdsverschil in hun reacties. Ivanka's reflexen zijn de snelste.
    • Hun stemmen vervagen bij het begin van de vervoering.
    • Zij komen weer terug bij de woorden "die in de hemel zijt" [nadat degene die aan hen verschijnt de eerste twee woorden "Onze Vader" spreekt, waarop zij dan antwoorden met een synchroniciteit tussen 0,1 tot 0,5 seconde].
    • Aan het einde van de vervoering richten de zieners hun blikken omhoog met een synchroniciteit van ongeveer 0,1 seconde. Zij verklaren dit met de woorden: "De Maagd gaat nu verdwijnen."
    • Dan [met de ogen omhoog gericht] uiten één of meer van de zieners het woord: "Weg!" met een verschil van 0,1 seconde. Dit wordt niet altijd door dezelfde persoon gezegd. Het wordt vaker gedaan door Vicka of Jakov, maar elk van de zieners kan de eerste of de enige zijn die zegt: "Weg!"
    8. Het was onmogelijk een zichtbare factor te ontdekken die deze synchroniciteiten zou kunnen verklaren. Naast deze synchroniciteiten zijn er nog twee andere verschijnselen die niet kunnen worden waargenomen wanneer men de videobanden bekijkt, maar die dankzij de elektro-oculografische testen waarneembaar zijn.
    • Aan het begin van de vervoering [als de zieners knielen en hun stemmen vervagen] stoppen de oogbewegingen na 1/5 van een seconde.
    • Aan het einde van de vervoering verschijnen ze gelijktijdig weer in 1/5 van een seconde. Op deze synchroniciteit heeft de wil van de zieners geen invloed.
    9. Tijdens de vervoering slapen, noch dromen de zieners en tonen zijn geen enkel verschijnsel van epilepsie [eletro-encefalogram], katalepsie, individuele of collectieve hysterie.

    10. Verscheidene psychologische en psychiatrische onderzoeken maken het mogelijk pathologische hallicunaties uit te sluiten volgens de internationale classificatie van de Diagnostisc and Statistical manual of Mental Disorders [derde druk, 1983]. Kortom, er zijn geen tekenen van neuro-psychiatrische pathologie.

    Besluit

    De Medjugorjeverschijningen van de Heilige Maagd verwijzen naar een objectieve, bovennatuurlijke realiteit die een goddelijk karakter heeft. Deze conclusie is gebaseerd op de eliminatie van de andere mogelijke verklaringen en wordt krachtig ondersteund door de uitkomsten van de biomedische testen. De gebeurtenissen te Medjugorje moeten derhalve beschouwd worden als evidentie van het bestaan van een buitennatuurlijke werkelijkheid die in overstemming is met de kernboodschap van de evangeliën en de Levende Christus.

    Of dit voldoende is als bewijsmateriaal? Hoewel alles in de goede richting wijst, kan er voor een onderzoeker nooit genoeg bewijsmateriaal bestaan en gaat het onderzoek door.

    Toch blijft het vreemd dat alleen de kinderen en niemand van de omstaanders Maria zien, hoewel sommigen van hen een gloed waarnemen. Daarom is het wel aardig te vermelden dat het bedrijf SeeReal uit Dresden, dat in 2002 door wetenschappers werd opgericht, een eye-tracking computerscherm heeft ontwikkeld dat een driedimensionale holografiche video genereert die alleen u kunt zien. Een andere naast u ziet slechts een zwak schijnsel op het scherm. Dit systeeem kan worden uitgebreid tot "meerdere kijkers." De onderzoeker zal dan net als bij de kinderen een synchroniciteit van de ooggewegingen van 0,1 seconde vaststellen, terwijl hij en de andere niets waarnemen.

    Deze revolutionaire holografische technologie, geschikt voor eigen pc-gebruik, werd voor het eerst in mei 2007 op de conferentie van CID (Society for Information Display) in Long Beach, Californië, gepresenteerd.

    Bron: Dr. James G. Defares: Sporen van God

    18-04-1980
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Al uw antwoorden over de evolutie. Zoektocht 5: Had Darwin gelijk over het oog?
    Zoektocht 5: Had Darwin gelijk over het oog?

    Tijdens mijn vliegreis van Rome naar Seattle, op 32.000 voet boven Groenland, hoorde ik plots een geluid in het vliegtuig dat mijn bloeddruk peilsnel de hoogte in stuurde. Ik begon me af te vragen wat er zou gebeuren als een piepklein stukje van de enorme Boeing 747 het liet afweten. Motoren, hydraulica, luchtdruk..het zijn allemaal complexe systemen die enkel werken als een aantal onderling afhankelijke delen correct werken.

    Ik zocht vertroosting in mijn krakelingen, maar dat kan men nooit vinden in vetarme voeding. Ik bleef maar denken aan die duizenden toegewijde werknemers (excuseer: leden van de Boeing familie) die men in reclamespots ziet en die blijkbaar van niets méér houden in het leven dan een goed geoliede 747 en voortdurend begaan zijn met mijn veiligheid. Maar de gedachte bleef in mijn hoofd ronddwalen : "Slechts één defect of ontbrekend onderdeel en ik zou deel uitmaken van de eerste bom die ooit op Groenland zou gedropt worden."

    In zekere zin zijn biologische systemen net als mijn Boeing 747 : één ontbrekend of defect onderdeel en ze werken niet. Hier ligt één van de grootste onbeantwoorde problemen uit de biologie. Hoe konden uiterst complexe, onderling afhankelijke biologische systemen zoals het oog geleidelijk aan ontwikkelen gedurende een ontelbare tijd? Ze zouden nooit gewerkt hebben tot ze volledig ontwikkeld waren.

    Laat ons een stapje terugdoen en hier eens over nadenken.

    Vliegtuigen, auto’s, gsm’s, computers en andere complexe machines hadden allemaal een ontwerper. Maar materialisten (zij die geloven dat er niets buiten de materiële wereld bestaat) geloven dat biologische systemen gecreëerd werden door één of ander natuurlijk proces.

    Waar het hier eigenlijk om gaat is of er al dan niet een ontwerper schuilgaat achter zo’n complexiteit. Er zijn vier mogelijkheden:
    • Een ontwerper creëerde de biologische complexiteit op bovennatuurlijke wijze
    • Een ontwerper creëerde de biologische complexiteit d.m.v. natuurlijke processen
    • Een ontwerper combineerde natuurlijke processen en bovennatuurlijke middelen om biologische complexiteit te creëren.
    • Er is geen ontwerper. De complexiteit ontstond op natuurlijke wijze.
    Materialisten geloven in het laatste. Wetenschappers die voorstander zijn van intelligent ontwerp zijn het over het algemeen eens dat achter alles een superintelligentie schuilgaat, maar uitspraken over de aard van de ontwerper laten ze over aan theologen.

    We moeten hier naar het bewijs kijken om te zien welke mogelijkheden het meest zinvol zijn. Om de beste mogelijkheid vast te stellen moeten we complexe biologische systemen van naderbij bekijken om uit te maken of ze kunnen verklaard worden door natuurlijke oorzaken alleen.

    Een kijk op het oog

    Het menselijke oog is misschien het best gekende voorbeeld van een complex systeem dat niet zomaar kon tevoorschijn komen.

    Met het oog hebben we niet alleen met complexiteit te maken, maar met honderden verschillende delen die met ongelooflijke precisie moeten samenwerken.

    Zij die de innerlijke werking van het oog bestuderen zeggen dat het zoals een televisiecamera werkt, maar dan veel geavanceerder. Het is eigenlijk veel geavanceerder dan eender welke denkbare machine.

    Darwin’s grote idee

    Sinds het begin van de geschiedenis hebben het oog en andere complexe biologische systemen materialisten verbijsterd. Hoe konden ze bestaan zonder een ontwerper? Maar dat veranderde toen bioloog Charles Darwin in 1859 zijn revolutionaire On The Origins Of Species publiceerde. Het grote idee in Darwin’s boek was dat het leven in al zijn complexiteit ontstond door een proces dat hij "natuurlijke selectie" noemde. M.a.w., volgens Darwin is er geen ontwerper nodig. De materialisten waren opgetogen.

    Darwin beweerde dat natuurlijke selectie volledig verantwoordelijk was voor de complexiteit van organen zoals het oog en wijdde een speciaal hoofdstuk aan het onderwerp met de naam Organs of Extreme Perfection and Complication [Organen van Hoogste Perfectie en Complexiteit].

    Zijn verklaring voor de geleidelijke ontwikkeling van zulke complexe systemen kreeg uiteraard kritiek, maar over het algemeen werden zijn ideeën toegejuicht omdat ze hielpen een verklaring te geven voor veel waarneembare fenomenen in onze wereld.

    Naargelang de evolutionaire beweging groeide leek een groot deel van de bewijzen Darwin’s theorie te bevestigen; bewijzen zoals jij ze leerde in je leerboeken van het secundair onderwijs. Aanpassingsvermogen, overleving van de sterkste, en andere Darwiniaanse grondstellingen zijn binnen een soort duidelijk aan te tonen.

    Als atheïst lijkt Richard Dawkins Darwin toe te juichen als de held achter een doelloze wereld van toeval. Hij schrijft : "Darwin’s evolutietheorie door natuurlijke selectie geeft voldoening omdat het ons een manier toont waarop simpliciteit kan veranderen in complexiteit, hoe ongeordende atomen zichzelf kunnen groeperen in steeds complexere patronen tot ze mensen konden voortbrengen. Darwin biedt een oplossing, de enige mogelijke tot dusver, voor het probleem van ons bestaan."

    Vermits Darwin’s theorie ontstond in het midden van de negentiende eeuw, voorafgaand aan de ontdekking van DNA en de complexiteit van hoe het leven op moleculair niveau in mekaar zit, was er geen wetenschappelijk bewijs om zijn beweringen te staven. Tegen het midden van de twintigste eeuw werd het Darwinisme wereldwijd aanvaard, maar het steeds omvangrijker wordend bewijsmateriaal overtuigde sommige wetenschappers ervan dat zijn theorie niet in staat was om de complexiteit van het leven te verklaren.

    Dit leidde tot een aantal bijeenkomsten waar wetenschappers van verschillende disciplines een samenhangende en gemeenschappelijke evolutietheorie probeerden uit te werken. Het resultaat werd de "evolutionaire synthese" genoemd, ook gekend als het Neo-Darwinisme.

    Maar Dr. Michael Behe, professor in de biochemie aan de Lehigh Universiteit merkt in zijn boek Darwin’s Black Box op : "Eén discipline uit de wetenschap was niet op de bijeenkomsten besproken, en wel om een goeie reden : Ze bestond nog niet.". Behe verwijst hier naar zijn eigen onderzoeksgebied, de biochemie.

    Biochemie ontstond pas later die eeuw, na de komst van de elektronenmicroscoop. En biochemie is misschien de meest kritieke van alle disciplines voor dit onderzoek, omdat het leven op cellulair niveau analyseert en de moleculaire fundamenten van levende organismen observeert.

    Als Darwin’s algemene evolutietheorie een geldige verklaring is van hoe leven kan ontwikkelen zonder tussenkomst van intelligentie, dan moet het aangetoond worden dat het op moleculair niveau gebeurt. Maar doorstaat Darwin’s theorie zo’n diepgaand onderzoek?

    Een betere muizenval

    Darwin verklaarde ooit : "Als het zou kunnen aangetoond worden dat een complex orgaan zou bestaan dat onmogelijk had kunnen gevormd worden door talrijke, opeenvolgende lichte aanpassingen, zou mijn theorie zeker niet stand houden." Behe’s book zegt in feite : "Ok Charles, kijk hier eens naar!". En gaat dan verder met het citeren van een aantal voorbeelden van wat hij onherleidbare complexiteit noemt.

    Met onherleidbare complexiteit bedoelt Behe één enkel systeem van onderling afhankelijke onderdelen, waarbij de afwezigheid of faling van eender welk onderdeel tot gevolg heeft dat het volledige systeem niet functioneert of faalt. In het voorbeeld van het vliegtuig zou dat een ontbrekende vleugel, roer of een defect onderdeel van het hydraulische systeem kunnen zijn. In het oog zou het een defect of afwezig hoornvlies, netvlies, pupil, optische zenuw, enz..kunnen zijn. Ze moeten allemaal samenwerken opdat het oog kan zien.

    Dus hoe evolueerden elk van deze afzonderlijke onderdelen samen gedurende een ontelbare tijd? Kon het oog voor iets gediend hebben als het niet compleet was? We spreken niet alleen over een half ontwikkeld oog, maar het oog in al zijn verschillende ontwikkelingsstadia doorheen honderden of miljoenen jaren [volgens Darwin]. Darwin zelf verklaarde dat zijn theorie [dat het leven een product is van natuurlijke processen alleen] staat of valt met het vermogen om te verklaren hoe een onvolledig orgaan zoals het oog een aanwinst kan zijn voor een soort.

    Behe gebruikt een muizenval als niet-levend voorbeeld van onherleidbare complexiteit. Er zijn vijf basisonderdelen van de val die moeten samenwerken om een muis te vangen:
      1. Een vlak houten platform
      2. Een springveer
      3. Een gevoelige val die toeklapt onder druk
      4. Een metalen staaf die vastgemaakt is aan de val en de hamer vasthoudt
      5. De hamer die dient om onze ongevaarlijke muis te doden

    Een muizenval heeft al deze onderdelen nodig om een muis te vangen. Alle onderdelen werken onderling samen en dus is een onafgewerkte muizenval niet nuttig en dus waardeloos.

    Behe’s boek behandelt slechts een handvol voorbeelden, maar hij beweert dat elk biologieboek er tientallen bevat. Eén van de voorbeelden die hij aanhaalt is de microscopische kleine bacteriële flagel (zweepstaartje) die een bacterie gebruikt als een draaimotor om zich voor te bewegen. De flagel is een zwemmiddel dat zoals een propeller werkt. Behe beschrijft het als volgt:

    "Beeld je een buitenmotor van een boot in en je krijgt een goed idee van hoe de flagel werkt, alleen is de flagel indrukwekkender. De propeller van de flagel is lang en zweepachtig, en is gemaakt van een proteïne die men flagellum noemt. Hij is vastgemaakt aan een aandrijfas met een haak van proteïne die als scharnier dient en de propeller en aandrijfas toelaat om vrij rond te draaien. Verschillende types proteïne dienen als ringmateriaal die de drijfas toelaten de bacteriële muur (zoals de zijkant van een boot) door te dringen en zich vast te hechten aan een draaimotor. De propeller kan binnen een kwartdraai stoppen met draaien en onmiddellijk de andere kant beginnen draaien aan 10.000 toeren per minuut. Om te functioneren heeft de moleculaire motor van de flagel 20 proteïnes nodig, die allen synchroon werken. Zoals de gedeeltelijke muizenval, zou de flagel waardeloos zijn en afsterven tenzij alle 20 proteïnen volledig ontwikkeld zijn."

    Dr. Robert Macnab van de Yale Universiteit beschreef de motor van de E. colie flagel gedetailleerd in een 50 pagina’s lang verslag en trok de conclusie dat de ontwikkeling ervan niet door de Darwiniaanse evolutie verklaard kan worden. Macnab bestempelt Darwin’s verklaring als een "oversimplificatie' en stelt in vraag hoe een niet-werkende pre-flagel onderdeel per onderdeel kon evolueren terwijl elk onderdeel onmisbaar is voor zijn volledige werking.

    Een ander voorbeeld dat Behe aanhaalt is, wat hij noemt, "het intercellulair transportsysteem" dat men in cellen vindt. In Darwin’s dagen leek de cel onder een vergrootglas op een doorzichtige kwal-pannekoek met een donsachtige donkere vlek in het midden, de kern genaamd. Het leek allemaal zo eenvoudig. Pas recentelijk, dankzij krachtige uitvergrotingen, begonnen de mysteries van de cel ontsluiert te worden.

    Moleculair bioloog Michael Denton gebruikt een gelijkaardige metafoor om de complexiteit van de cel te beschrijven: "Om de realiteit van het leven te begrijpen zoals ze door de moleculaire biologie onthuld werd, moeten we een cel duizend miljoen keer vergroten, tot ze twintig kilometer in diameter is en op een zeppelin lijkt die groot genoeg is om een stad zo groot als Londen of New York te bedekken. Dan zouden we een object zien van ongeëvenaarde complexiteit en adaptief ontwerp. Aan de oppervlakte van de cel zouden we miljoenen openingen zien, zoals de deuren van een immens ruimteschip, die opengaan en sluiten om een continue stroom van in- en uitgaande materialen toe te laten. Als we één van deze openingen zouden binnengaan zouden we ons in een wereld van de meest geavanceerde technologie en verbijsterende complexiteit bevinden."

    Maar, het is niet zomaar complexiteit; het is onherleidbare complexiteit. Terugkijkend op het voorbeeld van Behe’s muizenval moet alles aanwezig zijn opdat het systeem kan functioneren. Als er slechts één onderdeel ontbreekt, is het hele systeem waardeloos. Behe merkt op: "Wat onherleidbare complexiteit wil zeggen is ...dat de muizenval die we nu kennen al haar onderdelen nodig heeft om te functioneren. De uitdaging van de Darwiniaanse evolutie is om de muizenval te verkrijgen door talrijke, opeenvolgende lichte aanpassingen. Dat is onmogelijk. Trouwens, als je dat probeert gebruik je je intelligentie. En vergeet niet, de stoutmoedige bewering van de Darwiniaanse evolutie is dat ze complexe systemen kan bouwen zonder gebruik van enige intelligentie."

    Vingerafdrukken van een ontwerper?

    Verschillende materialisten hebben de strijd aangebonden met Behe’s zaak voor onherleidbare complexiteit, maar geen van hen is erin geslaagd om op bevredigende manier een proces te beschrijven waarbij zo’n complexe organen en systemen enkel door toeval zijn geëvolueerd.

    Verrast door de plotse maalstroom die zijn boek veroorzaakte, verdedigt Behe zijn standpunt in The Boston Review: "De ronddraaiende aard van de flagel wordt al 25 jaar erkend. Tijdens die periode werd er in de biochemische literatuur geen enkel document gepubliceerd dat zelfs maar probeert aan te tonen dat zo’n machine door natuurlijke selectie had kunnen ontwikkeld worden."

    The Flagellum Unspun bekritiseert Ken Miller, de onherleidbare complexiteit en bestempelt Behe en andere voorstanders van intelligent ontwerp als "fantasieloos."

    Dr. William Dembski weerlegt Miller’s kritiek door te verklaren : "Het probleem is niet dat wij in de ‘intelligent ontwerp’-gemeenschap ons niet kunnen inbeelden hoe zo’n systemen ontstaan zijn. Darwin’s theorie, zonder dewelke niets in de biologie verondersteld is om steek te houden, biedt in feite geen inzicht in hoe de flagel tot stand kwam."

    James Shapiro, biochemicus aan de Universiteit van Chicago is het ermee eens : "Er zijn geen gedetailleerde Darwiniaanse verklaringen voor de evolutie van eender welk fundamenteel biochemisch of cellulair systeem, enkel een waaier aan naar de hand gezette speculaties."

    Darwin’s Black Box is wetenschappelijk, niet theologisch, maar Behe kreeg het gezelschap van een groeiende groep wetenschappers die beweren de vingerafdrukken van intelligent ontwerp te zien in onherleidbare complexe biologische systemen. Eén van hen, kosmoloog Alan Sandage merkte op: "De onderdelen en onderlinge verbindingen van de wereld zijn te ingewikkeld om ze enkel aan het toeval toe te schrijven. Hoe meer iemand zich in biochemie verdiept, des te ongelooflijker wordt het, tenzij er een soort van organisatie achter zit, een architect voor zij die geloven."

    Extreme perfectie en complexiteit, inderdaad

    We begonnen dit artikel met de bedenking over het menselijk oog zoals die door Darwin werd gelanceerd en besproken. Voor de meeste mensen die proberen vat te krijgen op de implicaties van materialistische evolutie zijn complexe structuren zoals het menselijk oog niet enkel een bittere pil die moeilijk te slikken is, maar eerder een kippenbotje dat vastzit in de keel. Intuïtief gaat men zich inbeelden hoe zo’n structuur geleidelijk aan kon ontwikkelen en waartoe een half-ontwikkeld oog had kunnen dienen.

    Als men Darwin’s verklaring in Organs of Extreme Perfection and Complication (Organen van Hoogste Perfectie en Complexiteit) aandachtig leest, ziet men dat hij nooit een antwoord geeft voor het probleem. M.b.t. hoe het oog ontstond verklaarde Darwin zelfs: "Hoe een zenuw gevoelig wordt voor het licht is meer van belang dan hoe het leven zelf ontstond".

    Geloofde Darwin echt dat het oog beetje bij beetje evolueerde door de tijd heen? Hoewel zijn theorie probeert te verklaren hoe het zou kunnen gebeurd zijn, zijn er velen die geloven dat Darwin zelf niet overtuigd was. Jaren nadat hij zijn theorie die de wereld veranderde geschreven had bekende Darwin aan een vriend : "Tot op heden krijg ik nog altijd koude rillingen van het oog." Hmmm ...

    Vertaling: Mario Lossie

    Bron: Y-Origins: The facts presented by scholars



    Foto




    Weetjes over Medjugorje

    Geografie

    Kroatië

    Bosnië en Herzegovina

    Godsdienst

    Wetenschap

    Portret van de zieners

    Maria's uiterlijk

    De 5 pijlers van het geloof

    Vragen en antwoorden

    Standpunt van het Vaticaan

    Ratzinger bezocht ooit Medjugorje "incognito"

    1e onderzoekscommissie

    2e onderzoekscommissie

    3e onderzoekscommissie

    4e onderzoekscommissie

    De kwestie Herzegovina 1

    De kwestie Herzegovina 2

    De kwestie Herzegovina 3

    Profetieën nemen hun tijd

    Mirjana meer en meer op de voorgrond

    Bestemming van de ziel

    De Podbrdo [Verschijningsberg]

    De Krizevac [Kruisberg]

    Het Votiefkruis

    Parochiekerk Jacobus de Meerdere

    Uitbreiding biechtgelegenheid

    Kapel der Twee Harten

    Oasi delle Pace

    Verrezen Christus

    Cumunità Cenacolo

    Mother's Village

    Vr. Slavko Barbaric

    Vr. Jozo Zovko

    Vr. Pétar Ljubicic

    Ratko Perics toorn

    Heeft Zanic Medjugorje verraden?

    Vr. Amorthe betreurt apathie

    Siroki Brijeg

    Retraîtekasteel

    Zr. Emmanuel Maillard

    Ivans gebedsgroep

    Nedjo Brecic

    Christoph Schönborn

    St. Stephansdom, Wenen 2012

    Scalambra & Casale Monferetto

    Madonna van Civitavecchia

    Little Audrey Santo

    Maria's verjaardag

    Medjugorje en Moederdag

    De IIPG [1]

    De IIPG [2]

    De IIPG [3]

    De IIPG [4]

    De IIPG [5]

    De weide van Gumno

    De priester die verdween

    Nieuwe taksen op logies

    Mirakel van de Maan

    Documentaire 1983

    BBC Documentaire 2010

    Documentaire Mary TV

    The Miracle of Medjugorje


    Interviews Medjugorje

    Mirjana Dragicevic [2008]

    Mirjana Dragicevic [1998]

    Mirjana Dragicevic [1983]

    Mirjana Dragicevic [1989]

    Mirjana Dragicevic [1]

    Mirjana Dragicevic [2]

    Mirjana Dragicevic [2009]

    Vicka Ivankovic [2008]

    Vicka Ivankovic [1983]

    Vicka Ivankovic [2007]

    Vicka Ivankovic [1988]

    Vicka Ivankovic

    Ivan Dragicevic [2003]

    Ivan Dragicevic [2004]

    Ivan Dragicevic

    Ivanka Ivankovic [1983]

    Ivanka Ivankovic [1989]

    Ivanka Ivankovic

    Pétar Ljubicic [2004]

    Pétar Ljubicic [2006]

    Pétar Ljubicic [2008]

    Slavko Barbaric [1987]

    Gabriele Amorth [2002]

    Jakov Colo

    Jakov Colo

    Jakov Colo [2007]

    Marija Pavlovic [2008]

    Marija Pavlovic [1989]

    Marinko en Dragico Ivankovic [1983]

    Damir Coric [1983]

    Marica Kvesic [1983]

    John en Andja Setka [1983]

    Jelena Vasilj [2002]

    Jelena Vasilj en
    Marijana Vasilj [1]

    Jelena Vasilj en
    Marijana Vasilj [1]

    Zlatko Zudac [1999]

    Bisschop Hnilica [2004]





    Overige Weetjes

    Bestemming van de Ziel

    Theresia van Lisieux
    over het Vagevuur

    Maria Simma

    De invloedrijkste vrouw

    Engelen

    Twaalf stappen voor een gelukkig heengaan

    Twaalf fabels over het Katholieke geloof

    Pater Pio en Karol Woijtyla

    San Nicolàs de los Arroyos

    La Madonna del Ghisallo

    O.L.V. Van den Oudenberg

    Fatima:
    Reeds eeuwen Mirakels

    Jacinto Marto uit Fatima
    door Fr. Robert J. Fox

    Profetieën nemen hun tijd

    Jacinto Marto uit Fatima
    door Zr. Lucia Dos Santos

    Ingrid Betancourt

    Dikwijls gewichtige feiten
    nà verschijningen

    satans opzet

    De Graal van Valencia

    Notre-Dâme du Laus

    Kibeho, Rwanda

    Esther en Mordechai

    Monte Cassino

    Gods adres

    Jezus' geboortekerk [1]

    Jezus' geboortekerk [2]

    De Komeet Lulin

    De Komeet Elenin

    De Komeet Honda

    Samuel Alexander Armas

    De Geur van Regen

    Jaar van de Priesters

    Dr. Gloria Polo's terugkeer

    Ian McCormack: Een blik
    in de eeuwigheid

    Middel tegen komende pandemie

    Kim Phuc

    Michael Anderson

    Zeven kenmerken
    van een goede vader

    O.L.V. van Las Lajas

    Vaders Liefdesbrief

    O.L.V. van Ocatlàn

    Elena Desserich

    Rom Houben

    Overlijden Mari-Loli Mazon

    Advent

    Gered door een engel?

    Kerst in de loopgraven

    Mgr. Peter Savelbergh

    Ontdekking v/d sarcofaag v/d H. Philomena

    De Heilige Mis

    Petrus Lombardus

    Oscar, de kat

    Tieners, geef hen nooit op!

    Ontdekking te Nazareth

    Efeze: Maria's Huis

    Wonderdadige Medaille

    De rivier Kwai

    De Exodus

    Valentino Mora

    Het vijfde Maria Dogma

    Elizabeth Kindelmann

    H. Louis de Montfort

    H. Clelia Barbieri's
    miraculeuze stem

    Steven en Djaingo

    Het wonder van San José

    Aalst, België's 9/11

    Het getal 11

    Maria en het getal 101

    Sterven op 33

    Is dit St. Jozef's graf?

    Het Kerstverhaal
    en Koning Herodes

    De Kardinale Climax

    Winterzonnewende 2010

    En de maan werd rood

    Schoonheid van Wijwater

    De dag die ontbrak

    Het celibaat

    De vierde ruiter van de Apocalyps

    De maagdelijke geboorte

    Jordanië claimt oudste christelijke vondst

    Colton Burpo versus Stephen Hawking

    H. Gelaat van Manoppello

    Padre Pio: under investigation

    Grace

    Michael Browns retreat

    7 niveau's van het liegen

    De dood van Sint Jozef

    De dood van Maria

    Betekenis van Maria's naam

    Het Aramees in opmars

    De Bosnische pyramiden

    Brugge, het Jeruzalem van het Noorden

    Wonder te Skopje


    Diverse Profetieën
    Miscellanous Prophecies

    Profetieën nemen hun tijd

    Is dit de tijd waarover ze spraken?

    Garabandal [1961-65]

    Israël en Bijbelse Profetie

    Pinksterprofetieën 1975

    Quito [17de eeuw]

    Kenmerken v/d antichrist

    A.C. Emmerich [1]

    A.C. Emmerich [2]

    De Kremna Profetieën

    Hildegard van Bingen

    Belpasso [1986-88]

    2 Noorse profetieën

    La Salette [1846]

    Anna Maria Taigi

    Diversen

    Heilige Mechtildis

    Non van Tours

    Heilige Nilus

    Bernardine Von Busto

    Non van Bellay

    Kloosterling Hilarion

    Don Giovanni Bosco

    Elizabeth Canori Mora

    Judah Ben Samuel

    Jeanne Le Royer

    Giacchino di Fiore

    Bartholomeüs Holzhauser

    Madeleine Porsat

    De profeet Daniël

    Kibeho, Rwanda

    Ida Peerdeman

    H. Ireneüs van Lyon

    Methodius van Olympus

    H. Hippolytus van Rome

    Firmanus Lactantius

    De Berkenboomprofetieën

    Dr. Arnold Fruchtenbaum

    H. Ephraïm de Syriër

    H. Cesarius van Arles

    Columba van Ierland

    Elena Aiello

    Beda, de eerbiedwaardige

    Odilia van de Elzas

    Johannes Damascenus

    Adso, de Monnik

    Anselmus van Canterbury

    H. Vincent Ferrer

    Joachim van Fiore

    Johannes Friede

    Thomas van Aquino

    John of the Cleft Rock

    Franciscus van Paola

    H. Birgitta van Zweden

    Robertus Ballarminus

    Dionysus van Luxemburg




















    Het Laatste Geheim

    1. Een enorm mysterie

    2. Sterk en zedig

    3. Dagen van duisternis

    4. Moeder van de Heer

    5. Boven de zon

    6. Gog en Magog?

    7. Door de straten van de stad

    8. Vanop de hoogste bergen

    9. Kleine geheimen

    10. Klokslag twaalf

    11. Lichten, geluiden, graven

    12. De klokken luiden

    13. Donderslag in de verte

    14. Geheime aanwezigheid

    15. Vuurzuil

    16. Geheimen van de Rozenkrans

    17. Het voorteken

    18. De zeven

    19. Het voorgevoel

    20. Signalen en vloeken

    21. Afschuwelijke wonderen

    22. De kastijding

    23. Naschok

    24. Waar duivels beefden

    25. Geheime Martelaren

    26. Geheim van de gehoorzaamheid

    27. Geheim van het vertrouwen

    28. Ik wacht op u

    29. De geest van opstand

    30. Genade en rechtvaardigheid

    31. De Profetie

    32. Voorbij de grenzen
    van de kennis

    33. Geheimen in
    Amerika en Europa

    34. Geboren in de hel

    35. Cathérina's geheim

    36. Geleende tijd

    37. Ik zal uw Moeder zijn

    38. Het grote Teken

    39. Koningin van de Eeuwigheid











    Thomas à Kempis
    De navolging van Christus

    Boek 1.1

    Boek 1.2

    Boek 2

    Boek 3.1

    Boek 3.2

    Boek 3.3

    Boek 4.1

    Boek 4.2



    Novenen

    Maria Onbevlekte Ontvangenis

    OLV van Lourdes

    OLV Van Fatima

    OLV Van Banneux

    OLV van de Berg Carmel

    OLV Hemelvaart

    H. Maagd van de Wonderdadige Medaille

    Maria Lichtmis

    Don Bosco

    Maria Boodschap

    Sint Jozef

    Heilige Familie

    Goddelijke Barmhartigheid

    Heilige Geest

    Kindje Jezus

    Engelbewaarder

    Aartsengel Michaël

    Aartsengel Gabriël

    Franciscus van Assisi

    Antonius van Padua

    Pater Pio

    Heilige Benedictus

    Heilig Hart van Jezus

    Heilige Rita

    Sint Valentijn

    OLV van Altijddurende Bijstand

    Jean Marie Vianney

    Theresia van Lisieux

    Maria, die de knopen ontwart

    OLV van de Bezoeking

    Zielen in het Vagevuur

    Kracht van het Kruis
    tegen het kwade

    H. Gelaat van Jezus

    Hart van Jezus en Maria

    Kindje Jezus van Praag

    OLV van Genezing

    Miraculeuze Maagd

    Pater Damiaan

    Heilige Anna

    H. Maria Goretti

    Heilige Peregrinus

    Heilige Expeditus

    Sint Joris

    H. Margareta van Cordoba



    Films

    Padre Pio

    The Miracle of Our Lady of Fatima

    The 13th Day

    Het Lied van Bernadette

    One Night with the King

    Faustina

    Docu: Faustina Kowalska

    Docu: Mariaverschijningen

    Docu: OLV van Guadalupe

    Vincentius a Paolo

    Sint Paulus

    Sint Petrus

    Docu: Pater Damiaan

    Passion de Jeanne d'Arc

    Story of Father Damien

    Docu: Garabandal

    Exorcism of Emily Rose

    The Nativity Story

    Don Johannes Bosco

    The Passion of The Christ

    King David

    Romero

    Jean de Florette

    Manon des Sources

    Abraham

    Mozes

    Solomon

    Jacob

    Francesco

    A man for all seasons

    The Apocalypse

    Docu: H. Maria Goretti

    Docu: The birth of Israël

    Docu: The six-day war

    Docu: Ghosts of Rwanda

    Becket

    Gospel of Luke

    Gospel of Matthew

    Gospel of John

    Acts

    Unsolved mysteries

    Joseph

    Samson and Delilah

    H. Rita van Cascia

    Thérèse de Lisieux

    Isaak, Jacob & Esau

    Fray Martin de Porres

    Lourdes [2000]

    Clara & Francisco

    Maria Goretti

    Mother Theresa




    Astronomische verschijnselen

    28/11/2011



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs

     

    Real Time Web Analytics

    Page Content

    Page Content