Redactie
Medjugorje België en Nederland
Chris De Bodt
(1958 - 2012)

medjugorjebn@gmail.com

Patty De Vos
Kasteelstraat 81
9180 Temse
België
patty.de.vos@hotmail.com

Dr. Guy Claes
Platanendreef 40
8790 Waregem
België
gclaes@scarlet.be

Henk
Twan Vereecken
Geertrui Schonken
Veerle De Caluwé
Anne Van Der Sloten
p. Alfons J. Smet
Broeder Joseph
Zoeken in blog

Medjugorje 2015 Medjugorje 2014 Medjugorje 2013 Medjugorje 2012 Medjugorje 2011 Medjugorje 2010

 

Voorlopig worden enkel de boodschappen gepubliceerd.
03-05-1978
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Abbé Arminjon: Fin du Monde présent et mystères de la vie future [1881]: Lezing 3
Abbé Arminjon: Fin du Monde présent et mystères de la vie future [1881]

Derde Lezing: Over de verrijzenis van het vlees en het universeel oordeel

Ik deel je een mysterie mee: In een oogwenk, bij het schallen van de laatste trompet [want de trompet zal schallen], zullen de doden duurzaam verrijzen. [I Cor 15].

Deel 1

De wereld moet een einde hebben en dat einde zal niet komen vooraleer de antichrist verschenen is.

Het protestantisme en het ongeloof verwerpen de persoonlijkheid van de qntichrist, ze aanzien hem maar als een legende, een allegorisch en ingebeeld wezen. Of nog, ze zien die zondige mens, door Sint Paulus aangekondigd, maar als de leider van de antichristelijke strijd, de coryfee en de messias van de vrijmetselarij en de sekten en geroepen om de beschaving ten top te voeren door ze voorgoed te bevrijden van de duisternis van het bijgeloof, namelijk door op de hele aarde elke positieve godsdienst en geopenbaard geloof af te schaffen.

Maar, onder de waarheden die betrekking hebben op het einde van ons lot in de tijd, is er een die de menselijke passies bijzonder mishaagt, die het rationalisme en de vrijdenkerij steeds hard bestrijden en het mikpunt uitmaakt van hun meest listige drogredenen en hun meest gewaagde ontkenningen. Deze zo roemrijke en troostende leer voor ons mens-zijn is deze van de latere verrijzenis van ons lichaam. Eens onderzoekt de ongelovige wetenschap hoe deze leer te verstikken onder spot en sarcasme, zoals Sint Paulus onderging in Athene, dan verbleekt ze en wordt door angst overvallen zoals het gerecht van geldschieter Felix meemaakte: Disputante autem illo... de judicio futuro, tremefactus Felix respondit... Vade: tempore autem opportuno accersam te.

Uit die passage en uit vele andere in de epistels van Sint Paulus vloeit voort dat het dogma van de verrijzenis van het vlees het uitgelezen en populair onderwerp was van de toespraken van de Apostel. Hij besprak ze met overtuiging in rechtszalen, synagogen en gezagscolleges van wijzen en filosofen in Griekenland. Voor Sint Paulus is die leer over de latere Verrijzenis de basis van onze hoop, de oplossing van het levensgeheim, het principe, de knoop en het einde van heel het christelijk stelsel. Zonder verrijzenis hebben de goddelijke en menselijke wetten geen sanctie en is de spiritualistische leer maar een ijdelheid. De enige wijsheid bestaat erin te leven als een beest: als de mens niet herleeft na de dood is de rechtvaardige die zijn eigen hart bestrijdt en zijn passies beteugelt gek. De martelaars die voor Christus eer geleden hebben en door de leeuwen in de amfitheaters verscheurd werden zijn dan slechts stuiptrekkers en dwalers [Cor 15,32]. Van zodra aanvaard wordt dat het menselijk lot beperkt is tot het huidige leven, dan schuilt het aardse geluk slechts in hoogst schaamteloos en verachtelijk materialisme. Het enig ware evangelie, de enige gezonde en redelijke filosofie is die van Epicurus die beknopt luidt: Manducemus et bibamus, cras enim moriemur.

Om de zielen van deze grove verleidingen af te leiden en ze te verheven tot betrachtingen, hun hemelse afkomst waardig, houdt de Apostel niet op deze grote waarheid te verkondigen en tegelijk trekt hij er de gevolgen met betrekking op het leven en het externe en interne beheer van de menselijke daden uit.

"Zie," zegt hij, "ik deel een mysterie mee. Waarlijk, we zullen allen verrijzen maar niet allen veranderd worden. Momenteel in een oogwenk, bij het trompetgeschal, want de trompet zal schallen, zullen de doden duurzaam verrijzen en zullen we veranderd worden. Want het vergankelijke lichaam moet duurzaamheid verwerven en het sterfelijk vlees moet onsterfelijk worden. En eens zover zal het geschreven woord waarheid worden: De dood is in haar overwinning opgeslorpt."

‘Ô dood, waar is je overwinning? Ô dood, waar is je prikkel?’ [I Cor 15,51-55].

In voorgaande zinnen legt de Apostel wonderlijk de theologische reden en de diepe zin van dit mysterie uit waarvan God hem als vertaler en heraut heeft aangesteld.

"Het lichaam van de mens," zegt hij, "aan de aarde in het graf toevertrouwd, is als de graankorrel in verderf gezaaid en zal duurzaam verrijzen, gezaaid in zwakheid zal hij met kracht verrijzen, hij is als dierlijk vlees gezaaid en zal verrijzen als spiritueel vlees. De eerste mens Adam was een levende ziel, de tweede Adam werd als een geest die leven geeft geschapen. De eerste, uit aarde gevormd, was geheel aards. De tweede uit de hemel gekomen is geheel hemels."

Zoals we de afbeelding van de aardse mens gedragen hebben, laat ons ook de afbeelding van de hemelse mens dragen.

"Ik zeg jullie dat, mijn broeders, omdat het verderf de onsterfelijkheid niet zal aantasten." [I Cor 15,42-45,47,50]

Dit is een meesterlijke, duidelijke en nauwkeurige uiteenzetting, en elke vertaling die een menselijk woord erin zou vermengen kan er de kracht en duidelijkheid maar van aantasten.

Zo is ook het waarlijk katholieke geloof, het geloof dat de Kerk in het Symbool dat we belijden geschreven heeft en dat gezongen wordt op feestdagen in haar tempels.

‘Ik geloof in de verrijzenis van het lichaam, ik verwacht de verrijzenis uit de doden’.

Sint Athanasius in zijn symbool en het vierde concilie van Latran spreken die waarheid uit in even nauwkeurige en nog duidelijkere bewoording: ‘Alle mensen, zeggen ze, moeten verrijzen met hetzelfde lichaam dat het hunne was in het huidig leven’.

Inderdaad, als na de ontbinding en de terugkeer naar het stof waaruit ze voortkomen, onze lichamen moesten opstaan met onaangetaste ledematen en met alle stoffelijke en samenstellende elementen, als ze weer moesten verschijnen met deze gezichten en trekken zodat we op de dag van het oordeel elkaar meteen zouden herkennen, dan is ons herboren geen verrijzenis maar een nieuwe schepping.

Het staat dus zeker vast dat we op het oordeel dezelfde zullen zijn, dat de voeten die ons nu dragen ook deze zullen zijn die ons gedragen hebben tijdens de verbanning en op de dagen van onze bedevaart in de tijd, dat de taal die ons zal doen spreken deze zal zijn die ons vroeger toeliet God te loven of te vervloeken, dat de ogen waarmee we zullen zien ook deze zijn die opengingen voor de zonnestralen die ons verlichtten, dat dit hart bonzend in onze borst ook het hart zal zijn dat door de goddelijke liefde vervuld werd of dat zich door de onzuivere vlammen van de wellust liet verteren.

Zo was het vast geloof van Job. Op zijn mesthoop en door verrotting geknaagd, maar met gerust geweten en stralende blik sprong zijn gedachte meteen over de eeuwen heen. Onder een gewijde verrukking aanschouwt hij in vol profetisch licht de dag waarop hij het stof van zijn kist zal schudden en hij roept uit: ‘Ik weet dat mijn Verlosser leeft, dat ik uit mijn stof zal verrijzen, dat ik weer mijn lichaam zal bekleden en dat ik mijn Verlosser met eigen ogen en niet door die van anderen zal zien. [Job 14,24-25].

Deze leer over de verrijzenis is de hoeksteen van heel de christelijke bouw, de as en het centrum van ons geloof. Zonder geloof is er geen verlossing meer, zijn ons geloof en onze preken waardeloos, elke godsdienst valt in duigen: Inanis est ergo praedicato nostra, inanis est fides nostra [Co 15,14].

De rationalistische schrijvers hebben beweerd dat dit geloof in de verrijzenis niet in het Oude Testament staat en slechts dateert van het Evangelie. Niets is minder waar. In de lange traditie sinds Mozes, de Patriarchen en de Profeten zien we iedereen zinderen van vreugde en hoop bij de gedachte van de beloofde Onsterfelijkheid en dit nieuwe leven begroeten dat ze over het graf heen zullen krijgen en dat zonder einde zal zijn. Er staat in het boek Exodus: ‘Ik ben de God van Abraham, Isaac en Jacob’. En Jezus Christus in Mattheus gebruikt deze passage om de Joodse Sadduceeërs de waarheid over de verrijzenis te bewijzen [Matth 22, 31]: ‘Aangaande de verrijzenis uit de doden hebben jullie niet Gods woorden gelezen: Ik ben de God van Abraham, van Isaac en Jacob. Maar God is niet de God van de doden, maar de God van de levenden’.

Verstarde de moeder van de Macchabeeën, rechtop midden het bloed en de verminkte ledematen van haar zonen, van angst niet de goddeloze Antiochus door hem te zeggen: ‘Weet, ô perverse schurk, dat je ons maar het huidige leven ontneemt, maar dat de Meester der aarde ons zal ontvangen die gestorven zijn voor zijn wetten en dat hij ons zal doen opstaan op de dag van de verrijzenis’ [II Macc 7].

Dit geloof in de verrijzenis was niet alleen voor de heiligen uit het Oude Testament een symbool en een theoretische leer, ze was hun fundamenteel geloof uitgedrukt in de wonderen en de daden van hun leven. De instellingen die ze ons nalieten zijn er de voorstelling en de afbeelding van. "De allereerste," zegt de heilige Hieronymus, "is Abel wiens bloed tot de Heer roept en van zijn hoop in de verrijzenis van het lichaam getuigt. Dan komt Henoch, ontvoerd opdat hij de dood niet zou beleven: hij is het kenmerk en de afbeelding van de verrijzenis. Ten derde Sara, waarvan de onvruchtbare en de door ouderdom uitgeputte boezem bevrucht wordt en een zoon baart, die ons hoop op de verrijzenis geeft. Ten vierde Jacob en Jozef die, door aan te bevelen dat hun beenderen verzameld en eervol begraven worden, hun geloof in de verrijzenis belijden. Ten vijfde de uitgedroogde stok van Aaron die botten en vruchten voortbracht en de stok van Mozes die op Gods bevel bewoog en een slang werd, schenken ons de schaduw en de schets van de verrijzenis. Tenslotte Mozes, die Ruben zegende en hem zei te leven en niet te sterven wanneer Ruben al lang overleden was, getuigt hij niet dat hij hem de verrijzenis en het eeuwig Leven toewenste? En indien deze diverse interpretaties zouden doorgaan voor allegorisch en mystiek, kunnen we de woorden van Daniel aanhalen, die geen twijfel lijden, over het universele en bestendige geloof in de toekomstige verrijzenis in het Oude Testament [Dan 12]: "Zie, de menigte van degenen die slapen in het stof van de aarde zullen opstaan, de enen voor het eeuwig Leven, de anderen voor de schande."

Deze waarheid door de Heilige Schrift verklaard is niet minder luid verkondigd door de rede en de christelijke filosofie.

De filosofie bevat in haar brede waaier alles wat betrekking heeft op de natuur van God, de lilosofie de mens en van de wereld. Maar het dogma van de verrijzenis behoort tot de begrippen die de filosofie ons geeft voor die drie onderwerpen waarvoor ze bevoegd is en onderzoek voert. Ten eerrste, het dogma van de verrijzenis behoort tot de begrippen die de filosofie ons geeft over de natuur van God.

De christelijke filosofie leert ons dat God de doeltreffende, voorbeeldige en uiteindelijke oorzaak van alle wezens op aarde is. Door ze vrij en volledig onafhankelijk en gezagvol geschapen te hebben, heeft Hij ze allen min of meer getekend met gelijkenis op zijn oneindige volmaaktheid. Maar het menselijk lichaam, door Hem eigenachtig samengesteld en door Zijn adem bewogen, is de korte inhoud van Zijn wonderen, het meesterwerk van Zijn wijsheid en Zijn goddelijke goedheid. Door de schoonheid en de gratie van zijn structuur, door zijn edele houding en de pracht die hem verlicht haalt het menselijk lichaam het op alle stoffelijke wezens die God schiep.

Het is inderdaad door het lichaam dat de geest zijn macht en zijn heerschappij uitstraalt. Het lichaam, zegt Tertullianus, is het orgaan van het goddelijk leven en de sacramenten. Het is het lichaam dat door het doopwater gewassen wordt opdat de ziel haar helderheid en zuiverheid zou krijgen. Het is het lichaam dat door de olie en de wijding van de Heilige Geest gezalfd wordt opdat de ziel gewijd zou zijn. Het is het lichaam dat de handoplegging krijgt opdat de ziel verlicht zou zijn en haar zegening zou verspreiden. Het is het lichaam dat de Eucharistie ontvangt en zich laaft aan het goddelijk bloed opdat de mens, één geworden met Christus en hetzelfde leven met Hem delend, eeuwig zou overleven.

Het is nog het lichaam dat de handen vouwt voor het gebed en buigt voor de aanbidding. Het is het lichaam dat zich uitput met vasten en verstervingen, dat zich als brandoffer overgeeft op het altaar en de brandstapel, dat zich als martelaar laat verteren en God dit getuigenis van liefde aanbiedt dat maar onherroepelijk en totaal is wanneer het met de dood en bloedig verzegeld wordt.

En het menselijk lichaam, instrument van de meest heldhaftige werkzaamheden, van alle zegeningen en genaden, soldaat van het getuigenis, priester en altaar van het Offer, maagdelijke bruid van Christus, zal op het veldgras lijken en slechts een glansrijk en levend moment meemaken om vlug te veranderen in een handvol as, de prooi voor wormen en de eeuwige gast van de dood worden. Het zou een vloek tegen de Voorzienigheid en een smaad voor zijn oneindige goedheid.

Het dogma van de verrijzenis van de lichamen behoort tot de begrippen die de christelijke filosofie ons geeft over God, maar ook tot de begrippen die ze ons geeft over de natuur van de mens.

De mens is inderdaad samengesteld uit twee elementen: de geest en het lichaam. En deze twee principes zijn zo nauw verbonden door intieme en diepgaande banden, er bestaat tussen hen een wederkerigheid en een zo nauwe samenhang dat zonder tussenkomst van het lichaam de geest uit zichzelf onmogelijk een van die handelingen kan uitvoeren.

De geest is als een adem die, bij gebrek aan orgaan, niet kan weerklinken, gelijkt op een lier waarvan de slappe en gebroken snaren de lucht niet meer bewegen en geen geluid of echo teweegbrengen.

Zo kan de ziel zonder het lichaam niet in contact komen met de gevoelige buitenwereld, ze kan geen gebruik maken van het zicht of het gehoor, ze kan haar actie en haar heerschappij op het stoffelijke niet uitvoeren noch de elementen beheersen of de vruchten proeven en de geuren ruiken.

En de mond zelf, die misschien gouden accenten liet horen en zo dikwijls geopend werd voor onderricht en lofzang, is slechts nog een verdroogd en dor lid waarvan de ziel geen gebruik meer kan maken om de harten te beroeren en de geesten te verlichten. Zoals Sint Thomas verklaart zal God na de dood aan de losse zielen een manier van bestaan toekennen die hen toelaat zich te herkennen, te onderhouden en te communiceren onder elkaar zonder behulp van lichamelijke organen waarvan ze ontdaan werden. Maar dat zal een wonderbare en buitengewone manier, zijn zonder verband met de omstandigheden en de normale wetten van het menselijk wezen.

Wat vaststaat, is dat ze op zichzelf, en behalve deze deugd die God met zijn macht er bovenop toe zal kennen na onze dood aan onze intieme vorm, de ziel zonder lichaam een verminkte stof is, eenzaam en verbannen voor elk contact met de wereld der levenden.

Maar, op de vraag waarom het de Schepper behaagde om twee zo uiteenlopende en tegengestelde beginselen aangaande hun natuur en eigenschappen die ziel en lichaam zijn wilde samenvoegen in een wezen, waarom hij niet heeft gewild dat de mens, zoals de engel, een zuivere geest zou zijn, zal ik antwoorden dat God zo handelde opdat de mens waarlijk de koning en de samenvatting van al Zijn werken zou zijn. Opdat hij in navolging van Christus in zijn personaliteit de totaliteit van de elementen en de geschapen wezens zou bundelen. Opdat hij het centrum van alles zou zijn, dat hij geest en lichaam, het zichtbare en het onzichtbare samenvattend, hij beide zou vertalen en tegelijk offeren aan de Allerhoogste in zijn eerbetuiging en aanbidding.

Vandaar, als de mens voorgoed van zijn lichaam moest ontdaan worden, zou de stoffelijke en zichtbare schepping geen bemiddelaar, geen hogepriester meer hebben, geen stem om tot God zijn danklied en liefdezang te richten, en de band die de levenloze wezens met God verbindt zou voorgoed verbroken zijn.

Dus, als God niet besloten heeft zijn Schepping voorgoed in het niets te storten, als deze aarde gewijd door Christus stappen bestemd is om eeuwig stralend en vernieuwd te overleven, dan moet de mens herleven in een later leven om er de scepter en de heerschappij te heroveren. Vandaar ook dat de dood geen vernieling is, maar een herstellen. Als God besloten heeft dat ons aards bestaan eens zal verkwijnen, dan is dat niet om het ons te ontnemen, maar om het subtiel, onsterfelijk, ongevoelig te maken, zegt Sint Jan Chrysostomus, het te doen lijken op een architect die eerst de inwoner uit zijn huis haalt om hem daarna weer binnen te laten in huis dat mooier en stralender herbouwd is.

Het fatsoen en de noodzaak van de verrijzenis hebben betrekking op de natuur van de mens en ten slotte ook op de wetten en de natuur van de wereld.

De wet van de wereld, zegt Tertullianus, dat alles vernieuwt en niets vergaat. Zo volgen de seizoenen mekaar op, geven de bomen hun vruchten in de herfst af, vergelen en verdrogen hun bladeren als een verdorde tooi. Maar de lente volgt de herfst op, de bomen worden weer groen hun scheuten botten weer en hun bladeren tooien zich weer met bloesems en vruchten. Zo verkwijnen graan en zaad in de grond en schijnen ze op te lossen in de vochtigheid en de actie van de lucht, maar naar de oogst toe doorboren ze de grondoppervlakte en herleven met meer glans als jonge en vernieuwde aar. Zo gaat de zon bij valavond in de schaduw van de duisternis onder en schijnt ze te verdrinken in het diepste van de Oceaan, maar ’s morgens verschijnt ze weer op het bepaalde uur om de aarde te verlichten en de lucht met vuur en licht te ontsteken.

De dood is slechts een slaap en een latente status. Ze is een rust en een stilte waarin de schijnbaar onbeweeglijke en begraven wezens zich opnieuw hervormen en nieuwe vitaliteit en energie vinden: in het graf waar ze slapen maken ze een broedtijd en een omsmelting door waarna ze vrijer en meer veranderd zich zullen verheffen zoals de gedoofde fakkel die door de menselijke adem weer met kracht opleeft, of zoals dat insect dat over de grond kruipt en dat, na in zijn graf opgesloten te zijn, er weer uitkomt met een nieuwe kracht, zijn blinkende vleugels weer uitslaat en nog maar enkel op bloemen rust.

Hier stellen zich vragen die verduidelijking vergen. Er wordt gezegd dat de doden onder trompetgeschal zullen verrijzen. Er wordt gezegd dat de mensen zullen verrijzen maar niet allen veranderd. Tenslotte wordt er gevraagd of de mensen zullen verrijzen onder dezelfde gedaante en leeftijd van hun afsterven.

In het hoofdstuk over de angst van het oordeel waarin sint Hieronymus sint Paulus citeert: ‘Onder trompetgeschal, want de trompet zal schallen, zal heel de aarde door afschuw bevangen worden’. En verder: ‘Moest je lezen, moest je slapen, moest je schrijven, moest je waken, dat deze trompet steeds in je oren klinkt’.

Zal die trompet, waarvan het schallen de duistere grotten van de afgrond zal binnendringen en de vaderen van het mensdom wekken uit hun langdurige slaap, een werkelijk geluid voortbrengen?... Het is aanvaardbaar. De engelen die op die dag gevederde lichamen zullen vertonen om voor alle mensen zichtbaar te zijn, kunnen ook met de elementen en de diverse stoffen van de lucht lichamelijke instrumenten vormen die in staat zijn echte geluiden voort te brengen. Maar, als die uitleg mishaagt, volstaat de interpretatie van sint Thomas: hij zegt ons dat sint Paulus het woord trompet maar hanteert als een allegorie, een afbeelding... Zoals bij de Joden de tromp)et diende om het volk voor grote plechtigheden te verzamelen, de soldaten aan te wakkeren voor de strijd, het signaal te geven om het kamp op te breken, zo wordt de stem van de engel bij vergelijking trompet genoemd vanwege haar kracht, haar schallen en haar doeltreffendheid om alle mensen op staande voet op eenzelfde plek te verzamelen.

Ten tweede wordt er gezegd dat alle mensen zullen verrijzen maar niet allen veranderd. Het staat vast dat de verdoemde zullen verrijzen met al hun fysische en intellectuele mogelijkheden, hun ongerepte ledematen en een gezond lichaam. Maar, eens ontdaan van hun bruiloftskleed van naastenliefde zullen ze niet bekleed zijn met de eigenschappen van de verheerlijkte lichamen. Ze zullen niet herleven als verheerlijkte, verlichte of verfijnde mens, maar zoals ze op aarde waren: lijdbaar, ondoordringbaar, geketend aan het materiële en de zwaartekracht. Ze zullen niet minder en de heftigheid en het geweld van het vuur ondervinden. En dat vuur zal hen des te meer doen lijden dat ze, in vol bezit van hun fysisch en intellectueel vermogen, des te gevoeliger aan de kracht en de energie van het vuur zullen zijn. Het vuur van de verdoemde is een vuur aangestoken door de rechtvaardige adem van God slechts geschapen om te straffen. Vandaar dat zijn hevigheid nooit evenredig zal zijn met de zachtheid of de verscheidene omstandigheden van de karakters. Maar ze worden afgemeten volgens aantal en grootte van de te straffen misdaden volgens het gezegde: ignis eorum non extinguetur. Dat vuur zal verbranden zonder vernietigen. Het kleeft aan de slachtoffers als aan een prooi zonder dat hun ledematen getroffen worden, zonder dat hun lichaam er ooit maar een scheurwond of letsel van voelt.

Ten slotte, zullen de mensen verrijzen met dezelfde leeftijd dan die van het uur van overlijden?

De meest waarschijnlijke en overeenstemmende met de Schrift is dat ze zullen verrijzen ‘in staat van volmaakt mens, met de leeftijd van de volheid van Jezus Christus, in virum perfectum, in mensuram aetatis plenitudinis Christi’ (Ef 5,13). Met andere woorden, alle herstelde mensen volgens beeld en gelijkenis van Jezus Christus zullen, tenminste in de mate van hun verdiensten, herleven als rijpe mens, voluit ontwikkeld in hun zijn en hun fysische gesteldheid, zoals Christus op de dag van zijn Verrijzenis en Tenhemelopneming wanneer hij, door in zijn zaligheid te treden, bezit nam van zijn eeuwige heerschappij.

Zal de verrijzenis uiteindelijk Jezus Christus alleen als auteur hebben of zal ze gebeuren door de engelen? We beweren dat ze zich rechtstreeks zal volbrengen door Jezus Christus maar dat de engelen, als ministers, zullen geroepen worden om eraan deel te nemen en ertoe bij te dragen .. Want in Sint Jan wordt gezegd in hoofdstuk 5: ‘Het uur is gekomen waarop al degenen die in de monumenten verblijven de stem van Gods zoon zullen horen’ en in Sint Mattheus wordt gezegd [hoofdstuk 24]: ‘En hij zal zijn engelen zenden met de trompet en luide stem en ze zullen zijn uitverkorenen uit alle windstreken verzamelen’.

Zo zal Jezus Christus als koning en leider het signaal geven, zijn bevel laten horen en aan zijn engelen overlaten om de verspreide elementen van onze lichamen en die ze zullen herstellen op te vangen.

Tegenover deze waarheden gebaseerd op de Schrift staat de twijfelende en honende wetenschap met haar bezwaren uit de wetten die de huidige orde onderwerpen en die ze als afdoend en onweerlegbaar beschouwt.

Hoe zullen de engelen, zeggen ze, of andere hogere wezens met een hoge graad van helderziendheid, erin slagen de brokstukken en onderdelen van het menselijk lichaam te verzamelen en ontwarren wanneer die over alle werelddelen en onder alle hemelen verspreid liggen, verzonken in de zeeën, de enen opgelost, de anderen in damp omgezet of in plantensap en waarvan er meerderen om beurt dienden om een menigte levende en geplande wezens te vormen! Daar dezelfde stukjes materie in diverse tijdperken toebehoord hebben aan een oneindige diversiteit van lichamen, zal de engel bij machte zijn om ze toe te kennen aan een bepaald wezen?

Het antwoord is niet moeilijk: wanneer de engelen het bevel zullen krijgen om de as van de doden te verzamelen, hetzij met behulp van hun natuurlijke wetenschap, hetzij met behulp van een hogere openbaring, zullen ze meteen de elementen en stoffelijke onderdelen die elk menselijk lichaam samenstellen kennen. Ze zullen weten op welke plek op aarde of in zee deze stoffelijke onderdelen liggen en onder welke vorm ze voortbestaan. Het is een vrome overtuiging dat elke engel zich bijzonder zal bezighouden met de mens die God hem vroeger toevertrouwd had. Kan verondersteld worden dat deze goede engelen de overblijfselen achterlaten van deze wezens waarover ze met aandacht en tedere zorg hebben gewaakt, dat ze hen niet opvolgen in hun veranderingen en op het gepaste moment niet in staat zijn hun as terug te vinden? ... Daarboven, zijn de engelen niet Gods afgevaardigden? En hoe begrijpen dat God die alles ziet en in een atoom of in een grashalm, in elke zandkorrel aan de zeeoever aanwezig is, hen niet de verschillende onderdelen van onze lichamen, die hij onder zijn blik bewaart en waarin hij werkelijk woont in zijn onmetelijkheid, doet onderscheiden.

Wel moeten we vaststellen dat het ministerie van de engelen zich zal herleiden tot het verzamelen op de gewenste plek van de brokstukken en onderdelen van onze lichamen, en dat de organisatie van die diverse elementen en de levensgeest die teruggeschonken wordt aan onze heropgebouwde lichamen een scheppend werk is, volgens Sint Thomas, dat de macht van de engelennatuur zelf overschrijdt en die zal in werking treden door rechtstreekse tussenkomst van God.

Daarom zal de verrijzenis ogenblikkelijk gebeuren: ze zal in een oogwenk volbracht zijn, zegt Sint Paulus, als in een bliksem. De overledenen die al eeuwen inslapen, zullen de stem van de Schepper horen en even snel gehoorzamen als de elementen hem zullen gehoorzamen ten tijde van de zes dagen: Dixit et facta sunt.

Ze zullen de windels van hun eeuwige nacht afschudden en zich losmaken uit de greep van de dood met meer lenigheid dan een man uit zijn slaap opschrikt. Zoals Jezus Christus zich vroeger heeft opgeheven uit het graf met de snelheid van de bliksem, in een oogwenk zijn lijkwaad aflegde en door een engel de steen van zijn graf afwentelde en de angstvolle wachters op de grond wierp, zo, zegt Isaias, zal de dood op dezelfde korte tijd instorten: Praecipitabit mortem in septiternum [Is 25,8]. Oceaan en aarde zullen hun schoot diep openen om hun slachtoffers te verwerpen zoals de walvis die Jonas had ingeslikt hem weer op de kust van Tharsis wierp. Dan zullen de mensen, zoals Lazarus bevrijd van hun doodsbanden, verheerlijkt opstaan voor het nieuwe leven en de wrede vijand beschimpen die ze geketend hield in een oneindige ballingschap. Ze zullen haar zeggen: "Dood, waar is je prikkel? Dood, waar is je overwinning? Dood, je hebt de weerwraak ondergaan en jezelf begraven in een kortstondige overwinning: Absorpta es, mors, in victoria tua."

Maar er is een grof en waanzinnig bezwaar dat dient vermeld, dat van de hedendaagse materialisten.

Het menselijk lichaam, zeggen ze, is gevormd en hervormd zich zonder ophouden door leeftijd, ziekte, aantasting van de elementen, vooral voeding. Het ondergaat constant en permanent verlies en vernieuwing. De ledematen verminderen en verdikken, de haren vallen uit en groeien weer. Er wordt vastgesteld dat de bejaarde in zijn vlees geen enkel deeltje, geen atoom bloed en vocht meer bezit die deel uitmaakten van zijn lichamelijke structuur als kind.

Al dat stof, al die verscheidene en ontelbare overblijfsels, die als elementen van het organieke leven hebben gediend, zullen die hem worden weergegeven bij zijn opstaan uit de as? Als hij ervan beroofd blijft, hoe beweren dat hij met zijn eigen lichaam waarmee hij verbonden was in dit leven weer zal verrijzen? Integendeel, als hij verrijst met alle elementen die zijn samenstelling vormden zal het lichaam van de uitverkorenen, dat vol harmonie en volmaaktheid zou zijn, in werkelijkheid slechts een bijeenrapen van vormloze en gebrekkige onderdelen zijn.

Sinds lange tijd heeft de wetenschap de onsamenhangendheid en de ijdelheid van dergelijke theorie rechtgezet. Vandaag heeft een beroemde uitgever en vooraanstaande theoloog, begaafd in de kennis van de natuurwetenschappen en ingewijd in alle schatten van de gewijde wetenschappen, met een onweerlegbaar betoog, deze even gewaagde en onzinnige als verwerpelijke leer ontmaskerd.

‘In het menselijk lichaam," zegt hij, "is er iets essentieels en iets bijkomstig. Het essentiële is dat hij niets gemeen heeft met niemand, het is wat hij alleen bezit en voor altijd zal bezitten, het is wat van hem bestond op het ogenblik van zijn bezieling en opwekking. Deze elementen zal hij altijd bewaren en zullen hem steeds toebehoren. Het overige dat de voeding, de spijsvertering en de verwerking aanbrengen is niet van hem. Hij kan het verliezen en verliest het zonder op te houden zichzelf te zijn. Het is met die fundamentele en persoonlijke elementen dat God de spirituele en verheerlijkte lichamen zal verrijzen, alsook het onsterfelijke verderf van de verworpenen. Daar de ziel dezelfde blijft, het eigen zaad of het basiselement hetzelfde blijft heeft de rest weinig belang en zal de identiteit eeuwig overleven.

Het is daarbij strikt bewezen:

  • dat in een groot geheel zoals de aarde er genoeg leemtes en poriën zijn om het denkbaar te maken dat het tot het volume van een zandkorrel wordt herleid.
  • Wederkerig, dat er in een zandkorrel er genoeg deeltjes en atomen zijn, of afscheidbare moleculen om er een bol zo groot als de aarde van te maken. In aanwezigheid van beide verpletterende natuurmysteries, zouden we de mogelijkheid of de onmogelijkheid van het herstel van het menselijk lichaam met zijn essentiële basiselementen durven betwisten?"

Tot besluit van deze lezing over het dogma van de Verrijzenis kunnen we er de pracht en de verhevenheid ervan beschrijven. De Verrijzenis zal een indrukwekkend en groots tafereel zijn dat alle op aarde gekende taferelen zal overstijgen en die zelfs de praal van de eerste schepping zal overtreffen. De mooiste afbeelding die we ervan bezitten is deze van de profeet Ezechiël in hoofdstuk 37, 1-13.

"Op een dag," zegt hij, "kwam Gods hand over mij, ik was geestelijk verrukt en verplaatst op een vlakte met bergen menselijke beenderen die er als akelige piramiden lagen. Deze bergen waren ontelbaar, vaal, uitgedroogd en klaar om in stof te vergaan: Siccaque vehementer." "Mensenzoon, denk je dat die beenderen kunnen herleven?" Ik antwoordde: "Heer God, jij weet het. Profetiseer over deze dorre beenderen en zeg hen: Dorre beenderen, aanhoort de stem van de Heer: Ossa arida, audite verbum Domini. Ik zal jullie zenuwen opleggen, vlees op jullie doen groeien, jullie de ziel zenden en jullie zullen leven." En zie, ik profetiseerde volgens het gebod dat ik gekregen had.

Meteen ontstaat een grote verwarring en hemel en aarde worden met geraas dooreen geschud: Factus est autem sonitus et ecce commotio. Deze sinds eeuwen roerloze beenderen zoeken, benaderen en verenigen zich met mekaar. Het vlees, als bij wonder ontstaan, legt zich op de geraamten en bekleedt deze met de frisheid van het leven: Extensa est in eis cultis desuper. Maar ze waren niet bezield, Et spiritum non habebant. "Mensenzoon, profitiseer de geest terug te keren: Vaticinare ad spiritum. Zeg hem: Zie wat de Heer zegt: Kom, o geest, uit de vier windstreken, snel toe en wek met je adem deze vroegere leefgezellen: Insuffla super interfectos istos et reviviscant."

Meteen bezet de gewillige geest zijn vroegere woonsten, de kille lijken doen levenswarmte op. Zoals de golven van de oceaan of op de korenoogst door de stormwind gestreeld, is er een ontelbaar leger van mensenwezens te zien die op de stille vlakte onrustig zijn: Steteruntque super pedes suos, exercitus grandis nimis valde.

Mensenzoon, deze dorre beenderen stellen dit ontelbaar huis van Israël voor. Omdat mijn beloften niet meteen in vervulling gaan verliest deze weerspannige generatie haar vertrouwen en zegt: Onze beenderen zijn voorgoed verdord, onze hoop is stuk, de troost van ons geloof is leugenachtig en er rest ons nog enkel van het leven te genieten en ons verdriet in slaap te wiegen, want we zijn, voorgoed uit de levenden geschrapt. Daarom beveel ik je hen te zeggen: "Kinderen van Israël, hoofd omhoog, het uur van de verlossing nadert, ik zal jullie graf openen en de hinderpaal van het graf verbrijzelen die jullie eeuwig leek, en ik zal jullie binnen leiden in het zalig land dat jullie met zoveel offers en zoveel inspanningen hebt nagestreefd: Et inducam vos in terram Israël."

Deel 2

Eens de Verrijzenis volbracht is het oordeel er het onmiddellijke gevolg van en zal dit zonder uitstel gebeuren. Het is inderdaad niet denkbaar dat de ontelbare menselijke familie, bestaande uit de lange keten generaties en samengepakt op een enge oppervlakte van deze aarde, zou zoeken naar de sporen van de vroeger bewoonde plekken en opnieuw gedoemd zou worden om ze met hun zweet te begieten en voor flarden ervan te vechten.

Het is duidelijk dat de verrezen mensheid in andere bestaansorde zal treden en dat de goddelijke Goedheid verplicht is voor haar nieuwe woningen en verblijfplaatsen te openen. Deze woningen zullen verschillend zijn naargelang de verdiensten of de gebreken van ieder. De rechtvaardigen zullen het paradijs binnengaan, de verdoemden zullen de duistere afgronden van de haat en de vervloeking vullen.

Het is overbodig deze goddelozen te weerleggen die deze opperste openbaring van rechtvaardigheid en plechtige ontknoping van het menselijk lot tegenspreken. De algemene rechtvaardigheid is een zeker feit door alle Profeten voorspeld, het is een waarheid waarop Jezus Christus steeds de nadruk legt, een waarheid door de rede bevestigd, in overeenstemming met de wet van het geweten en elk begrip van billijkheid.

In de heilige Schrift, telkens er sprake is van het oordeel zonder andere aanduiding en deze dag met deze woorden beschreven wordt: Dies Domini, dies irae, of in gelijkaardige termen, dienen deze uitdrukkingen begrepen als het algemene oordeel dat op het einde der tijden zal plaatsvinden. Zo staat er geschreven: ‘Voorwaar, ik zeg U, er zal voor Tyr en Sidon op de dag van het oordeel minder streng dan voor U opgetreden worden’ [Mt 11]. "Op de dag van het oordeel zal de streek van Sodoma meer vergevingsgezind behandeld worden" [Mt 11]. "De dag van het oordeel zal komen als een dief in de nacht" [I Th 5]. "Laat u niet beïnvloeden," zegt Sint Paulus, "alsof de dag van de Heer nabij was" [II Thess 2]. De profeten hebben tal van dergelijke uitspraken: "De dag van de Heer is nabij, dag van bitterheid en woede, van tegenspoed en angst, van ramp en armoede, van verduistering en duisternis, dag waarop kreten zullen weerklinken en trompetten schalmen."

Jezus Christus spreekt duidelijker in Mattheus hoofdstuk 13: "De Heer wordt er gezegd, zal zich tonen als een huisvader die zijn gebied komt reinigen. Hij zal de wan ter hand nemen, het graan zal op zolder geborgen worden en het onkruid verbrand worden."

Verder in hetzelfde Evangelie hoofdstuk 13,47: "Het Rijk Gods is gelijk aan een visnet in zee geworpen en dat allerlei vissen vangt. Wanneer het vol is trekken de vissers het op en, op het strand gezeten, sorteren ze de goede om in potten bewaard te worden en werpen de slechte weg. Zo zal het verlopen bij het einde der tijden. De engelen zullen opdagen en de slechten van de rechtvaardigen scheiden. Ze zullen ze in de vlammen van de oven werpen. Daar heerst geween en tandengeknars." Naar zijn leerlingen kijkend zegt hij hen: "Hebben jullie dit alles begrepen?" De leerlingen antwoorden: "we hebben het begrepen."

Aan die teksten uit de Schrift kan het getuigenis worden toegevoegd van Sint Thomas die ons drie theologische redenen geeft over de geschiktheid en de gepastheid van een algemeen oordeel.

De eerste van deze redenen bestaat in het feit dat de goede of slechte daden van de mens niet altijd afzonderlijke en voorbijgaande daden zijn. Meestal, als het de leiders der naties of degenen die een openbaar gezag uitoefenen betreft blijven ze bestaan eens volbracht, hetzij in het geheugen van de andere mensen, hetzij in de openbare faam, vanwege de weerklank die ze bezaten of door het berokkend schandaal. Zo schijnt deze, op het eerste zicht geheime misdaad een persoonlijke private daad te zijn, maar wordt het maatschappelijk vanwege het effect. Het is misschien geloofwaardig dat er een bijzonder oordeel bestaat en dat elke mens, bij zijn laatste zucht, voor Gods gerecht verschijnt om er zijn eeuwig vonnis te aanhoren. Maar dat oordeel kan niet volstaan, het moet noodzakelijk door een ander openbaar oordeel gevolgd worden waardoor God de daden niet afzonderlijk beschouwt, maar volgens hun effect tegenover de andere mensen, volgens de goede en kwade dingen die er uit voortvloeiden voor de families en de volkeren, kortom in de gevolgen die ze opbrachten en die de dader moest voorzien.

De tweede reden van dit openbaar betoog van de Engelachtige Dokter is dat van de valse oordelen en verkeerde inschattingen van de menselijke opinie. De meeste mensen, zelfs de meest verlichte en wijze, laten zich gemakkelijk bedriegen en misleiden. Ze onderscheiden het intiemste van de zielen niet en kunnen er het geheime en innerlijke niet in lezen: daardoor wordt hun oordeel meestal op schijn gebaseerd, op het zichtbare en het externe. Daaruit vloeit ook voort dat de mensen die goed doet dikwijls met onrechtvaardige strengheid behandeld, miskend en benadeeld worden in hun faam. Anderzijds blijft de boosheid van een groot aantal mensen genegeerd, ze genieten de waardering en het openbaar vertrouwen en de wereld kent hen aanzien en lof toe die slechts aan de rechtvaardigen toekomt. Er is dus nood aan een oordeel dat elke vermomming blootlegt, dat het masker van elke huichelarij aflegt en de verborgen listen en valse deugden meldt. Dit oordeel, zegt Sint Jan, zal niet plaatsvinden ‘volgens het vlees of volgens wat de ogen zien en oren ontwaren’, maar onder het stralende licht van God, met het doorzicht van alle bedoelingen en verwachtingen, met het volle voorgevoel voor het meest geheime en mysterieuze van de harten: corda omnium intuendo [Joh 8 ; Is 2 ; Kon 16].

Tenslotte is een derde reden door Sint Thomas aangehaald dat God de mensen bestuurt met middelen aangepast aan zijn natuur, en dat Hij ze zal beoordelen volgens de gedane beloften en de hoop die Hij in hen heeft opgewekt door te belonen of te straffen. Hij is het zijn wijsheid verplicht de wetten en verhoudingen van de verdelende rechtvaardigheid die Hij hier bepaalde te handhaven. Maar Sint Paulus noemt zelf het huidige leven een stadion, een wedstrijd, een arena [I Cor 9,26 en Tim 2], hij stelt ons de mens voor als reiziger op aarde, als soldaat of atleet die afrent op zijn kroon, hij stelt ons het eeuwig Leven voor door ze ‘palm, trofee, rechtvaardige kroon, kroon van leven en glorie’ te noemen. Opdat de beloning werkelijk evenredig zou zijn met de belofte is het nodig dat ze openbaar wordt toegekend, plechtig en met luister die past bij degene die ze uitreikt en in het bijzijn van allen die aan de strijd deelnamen, van alle vijanden die de heiligen overwonnen zoals het antieke Rome en Griekenland gewoon waren te handelen tegenover hun winnende krijgers en helden.

Op welke plek zal het laatste oordeel doorgaan? Niemand weet het met zekerheid, maar algemeen denken de Kerkvaders en Sint Thomas dat het in de vallei van Josaphat zal gebeuren.

De heilige Schrift noemen zo de streek waar de rivier Cedron loopt die in haar kronkels de stad Jeruzalem, de Calvarieberg en tot aan de Olijfberg omhelst. Past het inderdaad niet dat Jezus Christus zich in zijn glorie openbaart op de plek waar hij zijn doodstrijd onderging, waar hij verscheen in zijn lijden en vernedering? Dat is waar de engelen op zinspeelden bij de leerlingen toen ze zeiden: Hic Jesus qui assumptus est a Vobis sic veniet. Past het ook niet dat het deel van de aarde waarop de eerste mens werd geschapen, waarop Gods Zoon de Verlossing en het heil van de mensen heeft volbracht ook deze is waarop de heiligen de voltallige vruchten van zijn Lijden en zijn Dood zullen ontvangen, waar ze zullen deelnemen aan zijn glorierijke Tenhemelopneming en waarop Jezus Christus een rechtvaardige wraak zal vinden op zijn vervolgers en op al degenen die geweigerd zullen hebben hun ziel te wassen in de onmetelijke deugd van Zijn bloed?

Daarom roept de profeet Joel in hoofdstuk 3 uit: "De Heer zal brullen vanuit Sion en zijn stem zal vanuit Jeruzalem weerklinken." En in hetzelfde hoofdstuk zegt hij nog: "Ik zal alle naties verzamelen, Ik zal naar de vallei van Josaphat leiden waar ik met hen het groot gesprek zal voeren" [Joel 3]. Het is dus een onbetwistbare waarheid dat het oordeel zal doorgaan in de vallei van Josaphat.

Tevergeefs zal opgeworpen worden dat ons bewering geen steek houdt en het voldoende is deze ene overweging te uiten dat de vallei van Josaphat een engere en smallere ruimte biedt dan de meeste valleien uit de Alpen en dat ze onmogelijk miljarden en miljarden menselijke wezens kan bevatten die de aarde hebben gevuld en nog zullen bezetten.

Sint Paulus in zijn brief aan de Thessalonicenzen lost deze moeilijkheid op en verlicht ze: hij herinnert ons dat, op de dag van het oordeel, de verrezen uitverkorenen niet op aarde zullen samenkomen "maar dat ze zullen opstijgen in de lucht Jezus Christus tegemoet." Onze Heer Jezus Christus zal in de lucht neerdalen in de streek boven de vallei van Josaphat en daar, door zijn engelen omringd, op de troon van zijn Majesteit plaatsnemen. Inderdaad, past het niet dat de rechter vanwege zijn waardigheid, boven allen verheven wordt op een hoge plek vanwaar hij door iedereen gezien en gehoord kan worden? Is het niet billijk dat, gezien hun verdienste en volmaaktheid, een eervolle en naaste plek bij de Opperste Rechter wordt voorbehouden aan de uitverkorenen die de zwaartekracht ontgroeid zijn en met hun verheerlijkte en fijn lichaam niet meer op de aarde moeten steunen? Alleen de verdoemden zullen op aarde weerhouden worden, maar, zoals Suarez opmerkt, zou het fout zijn ze te aanzien als omgrensd en opgesloten in de enge afmetingen van de vallei van Josaphat. Hun menigte zal zich verspreiden, in de mate van het nodige, in de omgeving op de Olijfberg, op de berg Sion, op de plek waar Jeruzalem gevestigd was en misschien nog veel verder weg. En als gezegd wordt dat het oordeel in de vallei van Josaphat zal doorgaan, dan is dat omdat Jezus Christus zijn troon boven haar zal vestigen en dat die vallei de plek zal zijn waar de mensen zich zullen beginnen te verzamelen.

Door wie zal het oordeel geveld worden? Door Christus Jezus, niet bepaald door Jezus Christus, in zoverre hij God is, dat Hij dezelfde substantie en hetzelfde leven met zijn Vader deelt, maar door Christus Jezus in zoverre dat hij vlees geworden is in de tijd en de Mensenzoon genoemd wordt. Er staat in Sint Jan hoofdstuk 5: "De Vader oordeelt niemand, maar heeft alle oordeel aan zijn Zoon overgemaakt opdat iedereen de Zoon zou eren zoals de Vader. En Hij heeft Hem de macht gegeven te oordelen omdat hij de Mensenzoon is."

Als God is Jezus Christus inderdaad de gelijke van zijn Vader, de uitdrukking en de beeltenis van zijn opperste macht en bezit hij, als gelijke natuur met de twee andere goddelijke personen, het recht van oordelen dat deze bezitten. Vanuit dat standpunt hoeft Jezus Christus geen tweede bevestiging te krijgen en het is slechts door Hem als mens te beschouwen dat Sint Jan kon zeggen dat Hij door iedereen geëerd zou worden vanwege de oordelende kracht die zijn Vader Hem schonk.

In het volgende vers leert Sint Jan ons dat Jezus Christus de macht heeft gekregen om de doden te doen herleven. "Het uur komt waar allen die begraven liggen de stem van Gods zoon zullen horen" [Joh 5,25].

Uit die passage kan afgeleid worden dat de macht aan de Mensenzoon gegeven om te verrijzen een gevolg is van zijn functie als rechter: het is inderdaad onontbeerlijk voor het uitoefenen van het rechterschap dat, degene die ermee gelast is, ook in staat is schuldigen voor het gerecht te dagen. Het oordeel, merkt Sint Thomas op, betreft mensen en moet zich schikken naar hun mogelijkheden en aangepassen op de eisen en de neigingen van hun natuur. Maar de mens bestaat uit ziel en lichaam, hij voelt de spirituele en onzichtbare dingen maar door middel van voelbare dingen: dus, is het niet noodzakelijk dat een mens door een mens beoordeeld wordt, door een lichamelijk zichtbaar wezen waarvan het gezicht te zien is en de stem te horen? En Sint Jan zegt ons met reden: Omne judicium dedit filio, qua filius hominis est.

Daarenboven, als we de zaken bekijken op onze manier van ze aan te voelen, moet de rechter dan niet gezien worden door alle mensen die aan de balie verschijnen? Maar, met zijn menselijke gedaante zal Jezus Christus tegelijk zichtbaar zijn voor goede en kwade mensen, en met zijn goddelijk wezen kan hij slechts door de uitverkorenen ontwaard worden. ... Tenslotte heeft God de Vader het oordeel aan Jezus Christus toevertrouwd in zijn mens-zijn en in een beweging van goedheid om de glans van zijn gevreesde openbaring te temperen en er de strengheid van te verzachten, want de Kerk zegt ons in haar liturgie:

Quantus tremor est futurus
Quando judex est venturus
Cuncta stricte discussurus.

Als Jezus Christus zou verschijnen onder een hogere en hemelse gedaante, welk menselijk wezen zou aan de zwaarte van zijne majesteit en het vuur van zijn blik weerstaan? Maar Hij zal zich tonen met het gelaat en de trekken van zijn sterfelijk leven, hij zal voorafgegaan worden door zijn kruis en de andere tekenen van zijn vernedering, Hij zal de littekens van zijn kwetsuren op handen en voeten laten zien: Videbunt in quem transfixerunt. Dan zullen de verdoemden zijn gerechtigheid niet meer in twijfel durven trekken en ook de rechtvaardigen zullen zich op hun beurt door hem met groter vertrouwen aangetrokken voelen. Sint Paulus hart liep over van vreugde en hoop: aangezien Christus zijn rechter moest zijn voelde hij al zijn angsten en wantrouwen wegkwijnen: "Wie zal deze uitverkorenen beschuldigen, zei hij? God die ze rechtvaardigt. Wie zal hen veroordelen? Christus Jezus hijzelf die niet alleen gestorven is maar ook verrezen, en aan de rechterhand van de Vader zit en die voor ons ten beste spreekt" [Rom 8,33-34].

Wat de manier van de tweede komst betreft, die zal gelijken op de eerste: Sic veniet quemadmodum vidistis eum euntem in caelis. Het zal dezelfde Christus en dezelfde mens zijn, met dezelfde trekken en gelijkenis van zijn sterfelijk leven. Voor degenen die met hem leefden en spraken is het voldoende hun blik op zijn persoon te richten om Hem te herkennen. Maar deze tweede openbaring zal niet meer gebeuren in gebrekkigheid en vernedering, maar met majesteit en glorie. ‘Voorwaar’, staat er in Mattheus ‘ik zeg u dat u de Mensenzoon aan de rechterkant van Gods macht zult zien zitten en op wolken komen’ [Matth 26,64]. Met andere woorden, Jezus Christus zal verschijnen midden het apparaat en de luister van een goddelijke vorst. De verheerlijkte uitverkorenen en de ontelbare engelen zullen rond zijn troon een zo stralend hof vormen dat niemand zich dat kan inbeelden. Degenen die het duurzaamst gestreden zullen hebben, die Hem in de arena van zijn lijden van nabij zullen gevolgd hebben, zullen ook het dichtst bij zijn persoon staan: het boek Wijsheid zegt: ‘Ze zullen verschijnen met rustig en opgeheven voorhoofd, vastberaden tegenover degenen die hen tijdens hun leven op tirannieke wijze verdrukt hebben’.

De spijt en de wanhoop van de verdoemden, die de ingegeven auteur beschrijft, is gemakkelijk te begrijpen. Door spijt beroerd en met door angst gebroken hart zullen ze uitroepen: ‘Dat waren dus degenen waarmee we spotten en die waardig achtten voor alle smaad, waarvan we zeiden dat ze leefden in gekheid en stierven in oneer. En zie, nu zijn ze verheven tot kinderen Gods en ze delen het leven van de heiligen. We hebben dus gedwaald op de weg van de waarheid. Het licht van de gerechtigheid heeft niet voor ons geschenen en de zon van het verstand is niet voor ons opgegaan.’

De apostelen, de martelaren, de dokters, de duizenden rechtvaardigen die voor Gods eer en het belang van het geloof gestreden hebben zullen zich achter hun leider scharen om de waarheid van zijn vonnissen en de gerechtigheid van zijn oordelen te verkondigen.

Dat oordeel wordt terecht algemeen genoemd omdat het zich uitoefent over alle leden van de mensheid, omdat het alle misdaden en delicten behandelt en onherroepelijk en afdoend zal zijn.

Ten eerste zal het laatste oordeel zich over alle leden van de mensheid uitoefenen.

De mensen van alle naties, stammen en talen zullen ervoor verschijnen. Er zal geen verschil van rijkdom, afstamming of rang meer bestaan. De genaamde Alexander, Caesar of Diocletianus zullen dooreen verward worden met de herders die momenteel de schapen hoeden op onbekende en verlaten stranden waarop het as van deze meesters der aarde verspreid liggen. De mensen zullen dan met andere belangen bezig zijn dan deze van nieuwsgierigheid en loze bewonderring. Veel ernstigere taferelen zullen hun aandacht en hun blik aantrekken. Het gezicht van de wereld zal vervaagd zijn en de overwinningen van de grote kapiteins, de werken door de genie uitgedacht, de ondernemingen en grote ontdekkingen zullen maar geschat worden als nabootsing en kinderspel.

Zoals in het theater, zegt Sint Jan Chrysostomus, wanneer een acteur van het toneel stapt, wordt hij niet bewonderd om de rol die hij vertolkte, of het nu gaat om het personage van een koning of van een knecht of bedelaar, maar hij wordt geëerd vanwege zijn handigheid en de perfectie waarmee hij zijn rol speelde. Zo zal niemand op het laatste oordeel geëerd worden omdat hij koning, redenaar, minister of staatsman was. Al deze eretitels en onderscheidingen, die de wereld zo hoog schat, zullen waardeloos en zonder verdienste zijn. De mensen zullen maar geëerd worden vanwege hun deugden en goede werken: Opera enim illorum sequuntur illos [Apoc 14,13].

Ten tweede wordt dat oordeel algemeen genoemd omdat het alle misdaden en delicten betreft.

Het is slechts dan dat de menselijke geschiedenis begint. In de helderheid van Gods licht zullen duidelijk en gedetailleerd alle openbare en geheime misdaden die overal en in alle tijden voorvielen zichtbaar worden. Het leven van elk menselijk wezen zal geheel open geplooid worden. Geen enkele omstandigheid zal overgeslagen worden, geen enkele daad, geen enkel woord, geen enkel verlangen dat niet zal bekend gemaakt worden. We zullen herinnerd worden aan de verschillende tijdperken die we doorgemaakt hebben. Aan de zedelozen zullen wanorde en vrijdenkerij toegeschreven worden, aan die eerzuchtige zijn kronkelende en duivelse wegen.

Het oordeel zal alle zo handig gevlochten draden en omwegen van die kuiperij ontwarren, elke ommezwaai of laffe samenspanning die de mensen met openbare macht proberen te rechtvaardigen, hetzij voor staatsredenen hetzij met het masker van vroomheid of belangeloosheid, zal in het ware daglicht geplaatst worden. De Heer, zegt Sint Bernardus, zal al zijn vrijheden tonen die we voor onszelf verstopten, al deze onbekende wanorde of geplande misdaden waarvan alleen nog de uitvoering ontbreekt, deze listen die als deugden werden beschouwd, en deze vergeten, geheime zonden door het geheugen achtergelaten zullen plots verschijnen als vijanden die uit een valstrik springen: Prodient ex improviso et quasi ex insidiis.

Er zijn waarschijnlijk mensen verstrakt in hun kwaad en die niet door die vreselijke verkondiging getroffen zijn. Met de misdaad vertrouwd is deze voor hen een onderwerp van vermaak en glorie. Waarschijnlijk maken ze zich sterk om het oordeel schaamteloos te behandelen en Gods majesteit en het menselijk geweten uit te dagen door een cynische en uitdagende houding. Loze hoop! De zonde zal niet meer afgewogen worden volgens de waardering van de lijfelijke mensen die gemakkelijk het grofste gedrag goedkeuren van zodra de naaste niet in zijn bezittingen of zijn leven getroffen wordt. De gemeenheid en de wanorde van de zonde zullen duidelijk worden in Gods onuitsprekelijk licht. De zonde, zegt Sint Thomas, zal beoordeeld zoals God zelf ze oordeelt: Tunc confusio respiciet oestimationem Dei quae secundum veritatem est de peccato.

Drie voorname groepen van mensen zullen de aandacht trekken.

De eerste van die groepen zal deze van de zonen van rechtvaardigheid en licht zijn, waarvan de verdienste en de goede werken in het volle licht zullen geplaatst worden en goedkeuring en openbaar lof genieten vanwege de onfeilbare en scherpzinnige Rechter waarvan het getuigenis zonder vergissing noch tegenspraak is.

De tweede van die groepen mensen zal deze van de zonen van Voltaire zijn, coryfeeën van de vrijdenkerij en de Revolutie die nu duistere en heiligschennende complotten tegen Jezus Christus en zijn Kerk opzetten. Ze zullen beven van angst en rillen van nameloze huivering bij het aanschouwen in al zijn glorie en zijn almacht van Hem die ze hadden willen verpletteren, die ze aangeklaagd hadden als de vijand, de onredelijke, de schandelijke. Die zullen een laatste kreet van woede en vervloeking uitstoten, zoals Juliaan de Afvallige: Je hebt overwonnen, Galileër!

Tenslotte, de derde groep mensen die een bijzondere aandacht op het oordeel zal genieten is deze van de zonen van Pilatus, de aanbidders van het gouden kalf en de kameleons van rijkdom en macht. Wolken zonder water, zoals Sint Juda hen noemt, die stuurloos dwalen tussen opinie en doctrine zonder ander godsdienstige of politiek kompas dan hun eigen ambitie, steeds bereid om hun geweten en principes onder de voet te lopen en Christus overleveren als de Romeinse lener om de eer en de toegevendheid van de heer van de dag af te kopen.

Dit lelijke en walgelijk wezen plant zich altijd voort met hetzelfde karakter en gelijke trekken in elk tijdperk van crisis en sociale opschudding. Sint Jan in zijn Evangelie heeft dit model van leugen en lafheid verspreid onder de vorm van een voorgoed populaire en levendig figuur waarin iedere wetgevende en heersende Pilatus van bij ons zich kan herkennen en die de Rechtvaardige verkopen om de gunst en de voordelige waardigheden te veroveren. Die zullen op het oordeel leren dat het niet past twee heren te dienen. Ze zullen de avontuurlijke Caesars vervloeken aan wie ze gaven wat God toekwam en uitroepen: ‘Ergo erravimus: Dus, we hebben ons vergist’.

Tenslotte wordt het laatste oordeel algemeen genoemd omdat het definitief en onherroepelijk is.

Dit oordeel is onherroepelijk omdat er geen graad van hogere rechtspraak is dan Gods rechtspraak en dat vanuit het absolute recht er geen beroep kan gedaan worden op een relatief en beperkt recht. Er zal noch eerherstel, noch gedeeltelijke of totale amnestie komen. Het goddelijk vonnis is onherroepelijk en Hij, die alles ziet en die de knoop en het einde van het menselijk lot in de eeuwige decreten van de voorbeschikking heeft voorzien, is geen wezen dat van mening verandert. Wat Hij gezegd heeft zal Hij uitvoeren, wat Hij gedaan heeft zal Hij bevestigen. Wat Hij eens gewild heeft zal eeuwig blijven, want hemel en aarde zullen vergaan maar Gods woord zal vergissing noch verandering ondergaan: Caelum et terra transibunt, verba autem mea non proeteribunt [Mt 24,35].

Deze grote waarheden maken weinig indruk op ons omdat de dag van hun vervulling veraf ligt en dat we tot dan denken de strengheid ervan af te buigen. In feite is het debat over die Assisen nog uitgesteld, maar het onderzoek is begonnen en loopt door. Er staat geschreven: "Gods gezicht is gericht op dat van de boosdoener. De Heer bespiedt zorgvuldig de rechtvaardige en de goddeloze... en hij die het kwaad liefheeft is de moordenaar van zijn ziel" [Ps 33,16 - Ps 10,6].

Zoals vandaag de telegraaf een wonderbaar communicatiemiddel tussen mensen is geworden dat bliksemsnel onze bevelen en uitspraken doorseint, zo ook is er een goddelijke telegraaf: elk van onze gedachten eens ontworpen, elk van onze uitspraken eens verwoord, is onmiddellijk in onuitwisbare letters omgezet en met een afschrikkende waarheid neergeschreven in het grote boek waarvan sprake in de gewijde liturgie: Tunc liber scriptus proferetur, in quo totum continetur, unde mundud judicetur [Brevier voor de overledenen].

Zodoende moeten we ons niet van ons stuk laten brengen door de arrogantie en de duistere bedreigingen va de goddeloze, wij die momenteel overgeleverd zijn aan geweld en onderdrukking, onze rechten miskend en vertrappeld worden, en onderhevig aan de listen van de ongelovigen teveel despotisme en macht ondergaan. Als God momenteel zwijgt en schijnt te slapen zal hij onvermijdelijk op zijn tijd ontwaken. Nogmaals, het onderzoek is ten einde, het dossier van de goddeloze is volledig, de getuigen zijn ontboden en de vordering is geschied. Het is maar voor korte duur dat de plechtigste hoorzitting uitgesteld is.

Er wordt verteld dat een fiere en edelmoedige Bretoense prins overwonnen en gevangen genomen werd door een woeste rivaal die hem naar een donker cachot verwees met weinig lucht, brood en zon en waar het leven al vlug uitstierf vanwege de wreedheid van een langdurige en doordachte foltering. Vooraleer te sterven zond het slachtoffer volgend citaat naar zijn moordenaar: "Ik ga in beroep bij de opperste Beschermer van de verdrukten voor je wreedheden en grofheid, en binnen één jaar en één dag daag ik je met mij voor zijn goddelijk gerecht." Inderdaad, op de gestelde dag stierf de moordenaar.

We zijn geen profeet en we zouden niet durven alle perverse mensen op zo korte tijd opnoemen, de prulschrijvers van de vrijdenkerij, de opstellers van een onbillijke wetgeving, degenen die tekort doen aan de eer en de vrijheid van de families, aan de rechten en de deugd van de kinderen. Maar dat deze mensen die God uitdagen en bespotten met zijn dreiging eens strenge en zorgvuldige rekenschap verschuldigd zullen zijn aan zijn gerechtigheid [dat is een vaststaande waarheid] die rekenschap komt er vroeg of laat. Op deze dag van plechtig herstel zullen de goddelozen, die de rechtvaardigen onbesuisd noemden, die zich verzadigden met hun folteringen en tranen zoals brood voor een uitgehongerde, voor eigen rekening leren dat God niet kan verdragen dat er met Hem gespot wordt en dat er noch straffeloosheid noch verjaring bestaat voor misdaad en onrecht.

Alle schade zal glansrijk hersteld worden. Het bloed van Abel dat de aarde laafde, zal over Kaïn komen en hem beschuldigen. Sint Pieter zal rekenschap vragen aan Nero voor de foltering die hij onderging. Maria Stuart zal de goddelijke wraak op het hoofd van haar moordenares Elisabeth van Engeland oproepen. Alle heiligen zullen God inroepen en eenstemmig vragen: Usquequo, Domine, non judicas et non vindicas sanguinem nostrum de iis qui habitant in terra [Apoc 6,10].

Het zal een groot hof van verbreking zijn waarvoor een menigte beroemde rechtszaken zullen verschijnen, waar ontelbare oordelen door vrees, ambitie en eigenbelang ingegeven voorgoed zullen opgeheven worden, waar kortom de Voorzienigheid die de zinlozen op aarde verketteren en beschuldigen van ongevoeligheid, onrecht, en blinde partijdigheid haar keuzes ten volle zal rechtvaardigen volgens dit gezegde: Ut vincas cum judicaris [Ps 50,6].

Er wordt verteld dat er in Duitsland een eenzaam man was waarvan de heiligheid en de werken uitstraalden. Hij genas de zieken, deed de blinden zien en trok de volkeren van de omtrek aan rond zijn woning. Keizer Otto wilde hem bezoeken. Verrukt door de wijze woorden van de heilige man kon hij zijn bewondering niet bedwingen: "Vader, zei hij hem, vraag me wat je wilt, al was het de helft van mijn koninkrijk, je krijgt het."

De heilige nam een plechtige houding aan, hief statig het hoofd dat gekroond leek met een diadeem van edelheid en deugd, legde zijn hand op de borst van de keizer en zei op plechtige toon: ‘Prins, ik kan met je kroon en je schatten niets aanvangen, maar ik vraag een gunst, dat ik midden de praal en de betovering van uw almacht en uw grootheid, elke dag enkele ogenblikken in de geheime eenzaamheid van uw hart terugtrekt en inziet dat er een dag komt van rekenschap aan God. Want, volgens de woorden van paus Sint Clemens: "Quis peccare poterit, si semper ante oculos suos Dei judicium ponat, quod in fine mundi certum est agitandum."

Laat ons hetzelfde doen en met de profeet zeggen: "Cogitavi dies antiquos et annos aeternos in Mente habui" [Ps 86,6]. Mogen we onszelf beoordelen en niet veroordeeld te worden. Mogen we alle dagen van ons leven bij Jezus Christus wonen en dan zullen we van alle angst verlost zijn, want er is geen veroordeling voor degenen die bij de Heer Jezus verblijven: Nihil ergo nunc damnationis iis qui sunt in Christo [Rom 8,1].

Bron: Abbé Arminjon

Vertaling: [Broeder Joseph]


02-05-1978
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Abbé Arminjon: Fin du Monde présent et mystères de la vie future [1881]: Lezing 2
Abbé Arminjon: Fin du Monde présent et mystères de la vie future [1881]

Tweede Lezing: Over de vervolging van de antichrist en de bekering der Joden

In die tijd zal de zondige mens zich openbaren en die de Heer Jezus zal doden met de adem van zijn mond,
en zal verdrijven in het licht van zijn Komst. [II Th 2,3].

Deel 1

De wereld zal een einde kennen. Deze waarheid hebben we vastgesteld en wordt door geloof en rede bevestigd.

Het einde van de wereld en de komst van Gods Zoon die erop zal volgen zullen onverwachts aankomen met de snelheid van de bliksem die de wolken doorscheurt en van oost naar west flitst.

Maar de juiste datum van die dag is een geheim verborgen in de diepte van de goddelijke raadgeving. We kennen noch de dag nog het uur en Jezus Christus, ambassadeur van de Godheid op aarde, verklaart ons dat hij het formele bevel kreeg het niet te onthullen.

Zo zijn alle meningen die bekwame en vrome personages konden uitspreken over die kwestie slechts persoonlijke en private gevoelens, beweringen die rusten op zuiver speculatieve gegevens waarvan de gebeurtenissen meer dans eens de vergissing en de ijdelheid aantoonden.

Sint Cyprianus en Tertullianus meldden deze rampen en vreselijkheden als voorspelling van de nabijheid van het laatste oordeel, gezien de dolheid van de vervolgers en het geweld van de uitroeingsoorlog tegen de christenen.

‘Het einde van de wereld is niet veraf’ zei Sint Jan Chrisostomus, 'de aardbevingen, het afkoelen van de naastenliefde zijn als voorboden en voortekenen van dit verschrikkelijk moment.'

Niemand is onwetend over het tijdperk van de val van het Romeinse keizerrijk en de sociale ontbinding die deze ramp vergezelde, en later, tijdens het begin het jaar duizend van het christelijk tijdperk, dachten de volkeren de voorspelde tijden bereikt te hebben en, in de openbare rampen en de instorting van de instellingen, dachten ze de uiteindelijke vernieling te ontwaren.

Ten tijde al van Sint Paulus was dergelijke ontzetting opgekomen. Dwepers en valse fanatiekers vertaalden in een grove en letterlijke zin de woorden uit het Mattheus-evangelie. Overtuigd dat de vernieling van de wereld de ruïne van Jeruzalem kort zou opvolgen, deden ze verwarrende en overdreven voorspellingen die de verbeeldingen met ontsteltenis vervulden. Ze leidden de mensen af van het volbrengen van hun religieuze en burgerlijke taak, nodigden hen uit niet te trouwen, niet te bouwen,tot verbluffende verlamming over te gaan in afwachting van de catastrofe die hen zou treffen.

Sint Paulus dacht deze verleide en verdwaalde zielen te moeten ontnuchteren en zei hen: ‘Ik smeek jullie, mijn broeders, dat niemand onder jullie op geen enkele manier verrast wordt alsof de dag van de heer nabij was. Want Gods Zoon zal geen tweede maal neerdalen vooraleer de zondige mens, de zoon van verderf zal verschijnen, degene die zich als tegenstander moet voordoen, boven alles wat God heet uitstijgen, of die aanbeden wordt en durft in Gods tempel plaats te nemen en zich aanstellen alsof hij God was...’ [II Th 2: 3-6].

Ziedaar, een concreet feit door de Heilige Geest aangehaald en door Sint Paulus duidelijk aangekondigd om de vrees die sommige geesten bezighoudt tegen te gaan en om de trouwe christenen te helpen op hun hoede te zijn tegen valse stelsels en onzekere en gewaagde voorspellingen.

Maar wat vooral in de aangehaalde passage naar voor treedt, zeker en ontegensprekelijk, is dat voor het einde van de wereld er op aarde een diep pervers man zal verschijnen die een bijna bovenmenselijke macht bezit en zich, tot Jezus Christus wendend, tegen Hem een goddeloze en waanzinnige oorlog zal voeren. Door de angst die deze man zal uitstralen, vooral door zijn listen en zijn verleidingsaard, zal hij bijna het totale heelal veroveren, hij zal eigen altaars oprichten en alle volkeren tot aanbidding verplichten.

Zal deze vreemde man, uitzonderlijk vanwege zijn list, van ons ras zijn, zal hij menselijke trekken op zijn gezicht dragen? Zal hetzelfde bloed als het onze in de aderen vloeien van die corrupte leider? ... Ofwel, zoals sommige wensen, zal hij Satan voostellen of een duivel uit de hel en verkleed in mensengedaante? ... Ofwel nog, zoals sommige dokters opwierpen, is dit goddeloos wezen slechts een schim, een legendarisch personage waardoor de heilige Schrift en de Kerkvaders met een globale visie de universaliteit van de tirannen en vervolgers wilden voorstellen, een collectieve afbeelding van alle goddelozen en alle ketters die God en zijn Kerk vanaf het begin bestreden hebben naar voor brengen?

Deze verscheidene interpretaties kunnen niet overeenstemmen met de positieve en nauwkeurige tekst uit de heilige Schrift. 

Bijna alle Dokters en Kerkvaders, Sint Augustinus, Sint Hieronymus, Sint Thomas verklaren duidelijk dat die boosdoener van afschrikwekkend formaat, deze reus van ongelovigheid en verderf een menselijk persoon zal zijn. De geleerde Bellarminus bewijst dat het onmogelijk is een andere betekenis aan Sint Paulus woorden en aan deze van Daniel te geven in hoofdstuk 11, 5, 36 en 37: Sint Paulus duidt deze grote tegenstander zelfstandig aan door hem een mens te noemen: "de zondige mens, de zoon van verderf’. Daniel leert ons dat hij al wat eerbiedwaardig en gewijd is zal aanvallen, dat hij zichzelf gedurfd zal aanprijzen tegen de God der goden en de God van zijn voorvaderen als onbestaande te beschouwen: Is Deum patrum suorum non reputabit." De Apostel voegt eraan toe dat Jezus Christus hem zal doden... Al deze trekken en verscheidene karakters kunnen natuurlijk niet van toepassing zijn op een ideaal en abstract wezen, ze kunnen slechts passen bij een wezen van vlees en bloed, een reëel en bepaald personage.

De Kerkvaders en Dokters hebben zich toegelegd op het zoeken naar de oorsprong van de Antichrist, op het ontdekken van welke ouders en uit welk ras hij stamt. Unaniem uiten ze het gevoel dat hij uit Joodse ouders van Jacobs stam zal komen, en meerderen stellen dat hij tot de stam van Dan zal behoren. Ze geven die interpretatie aan Genesis hoofdstuk 49: ‘Dat dan een veldslang op de weg wordt, een schorpioen op het pad’ en aan Jeremias hoofdstuk 8: ‘Van dan hoorden we het geruis van de strijdrossen.’ Ze verontstellen dat Johannes in het boek Openbaring vergat de stam van Dan te vernoemen als haat van de Antichrist, maar dit zijn allemaal onzekere gegevens.

Wat wel positief lijkt is dat de Antichrist uit het joodse volk van Israël zal komen. Sint Ambrosius in zijn commentaar op het Epistel aan de Thessalonicenzen zegt dat hij besneden zal zijn... Sulpicius Severus in het tweede boekdeel van zijn Dialogues zegt dat hij al zijn onderdanen zal verplichten besneden te worden.

Voor het overige gaat iedereen akkoord dat hij bij de start van zijn bewind erin zal slagen door zijn bedrog en zijn invloed de Joden te doen geloven dat hij de messias is die ze steeds verwachten en deze verblinden zullen haasten hem te ontvangen en hem als dusdanig te eren. Dit is de interpretatie die Suarez en alle commentatoren geven aan het woord van Onze Heer Jezus Christus in Sint Jan vers 43: ‘Ik ben in naam van Mijn Vader gekomen en jullie onthalen Me niet en als iemand in eigen naam komt onthalen jullie hem.’ Dezelfde betekenis dient gegeven aan dit ander woord van Sint Paulus aan de Thessalonicenzen: ‘Omdat ze de waarheid niet hebben willen onthalen zal God hen een verkeerde bewerking toesturen zodat ze in de leugen zullen geloven’ [II Thess 2,10]. Maar is het te geloven dat Joden als Messias een man zullen toejuichen die niet van hun ras en niet besneden is?

De antichrist zal dus een Jood zijn. Zal hij uit een onwettelijk huwelijk geboren worden? De theoloog Suarez zegt ons dat dit onwaarschijnlijk is. Nochtans kan verondersteld dat dergelijk pervers iemand, zo tegen Christus gekant in zijn doen en laten, van beschamende oorsprong zal zijn. En zoals Jezus Christus de onbevlekte Maagd als moeder heeft, zo kan door analogie en afleiding besloten worden dat zijn openlijke tegenstander zal ontstaan uit een onzuiver huwelijk als de vrucht van een onkuise vrouw [Damasc. 1, 27]. ‘Hij zal een hoerenkind zijn, zegt Sint Jan Damascenus, en zijn geboorte zal vervuld zijn met de adem en de geest van satan.’

Wat met zekerheid kan gezegd worden over die onrechtvaardige man is dat hij, vanaf zijn prilste jeugd, totaal bezeten zal zijn van een duivelse geest en genie. De Leeuw van de afgrond die God, in het laatste tijdperk van de mensheid en in het geheim van zijn rechtvaardigheid, zal ontketend hebben om de ontrouw van de mensen af te straffen, zal zich met God vereenzelvigen en de mensen de volheid van zijn kwaad ingeven.

Waarschijnlijk zal hij zich niet ergeren noch aan de bijstand van zijn goede engel, noch aan de bijstand van de nodige genade die God aan ieder mens toekent zonder uitzondering [Suarez]. Maar zijn haat tot God zal zo hevig zijn, zijn afkeer voor elke goede daad zo krachtig, zijn betrekking en zijn handelen met de geest van duisternis zo eng en bestendig, dat hij van de wieg tot de laatste snik onveranderd opstandig zal blijven tegenover elke goddelijke uitnodiging, dat de genade van hierboven nooit zijn hart zal bereiken.

Sint Thomas zegt ons dat er in zijn persoon en zijn werk iets als de tegenpool van Gods Zoon zal doorschemeren en dat hij een karikatuur van Zijn wonderen en acties zal betekenen.

Sinds zijn ontstaan heeft de boze geest slechts een doel voor ogen gehad, de plaats van de Almachtige innemen, zich hier een koninkrijk aanmeten dat hem vrijstelt van het Rijk der Hemelen, waaruit hij verbannen werd, en om dit doel met zekerheid te bereiken heeft hij de gewoonte, zegt Tertullus, God na te apen en al zijn acties na te bootsen.

De tegenstrever van de laatste tijd zal zich niet alleen aanstellen als de uitgesproken en persoonlijke vijand van Jezus Christus. Maar hij zal trachten om hem openlijk te onttronen, hem te verdringen in de hulde en de verering van de mensen door zich de aanbidding en de glorie toe te eigenen hoewel die alleen de Schepper toekomen. Hij zal verklaren, zegt Sint Thomas, dat hij het opperste en eeuwige wezen is en daardoor eerbetuiging en latriecultus afdwingen. Daardoor zal hij priesters hebben, zich offers te doen opdragen, zal hij eisen dat zijn naam wordt ingeroepen in de eden en in de verdragen: Ita ut ostendens tampquam sit Deus. Om deze overtuiging te verankeren zal hij de goddelijke openbaringen tegenspreken met valse openbaringen, in de vieringen met goddeloze ritussen, voor de eeuwige Kerk op Jezus Christus gebouwd een afschuwelijke maatschappij waarvan hij de baas en de opperpriester zal zijn. En evenals, voegt Sint Thomas eraan toe: "zoals de volheid van het Goddelijke lichamelijk in het vleesgeworden Woord is gevestigd, zo zal de volheid van alle kwaad in die afschrikkende mens wonen waarvan zending en actie slechts een averechtse kopie en een afgrijselijke namaak van Jezus Christus zending en actie zijn."

Door hem zal satan zijn goddeloosheid verzegelen. In zekere mate zal hij in dit levend wezen alle duistere plannen bundelen die hij tegen de mensen heeft uitgevonden, en die zijn meedogenloze en ijverige haat die hem tegen God bezielt... En in zijn verborgen raadgeving zal de hemelse Heer toelaten dat deze helse poker nog een tijd de overhand heeft.

Sint Thomas bestempelt die afgevaardigde van satan door hem caput omnium malorum te noemen: prins en drijfveer van alle verleidingen van het vlees en alle dolingen van de geest, in zoverre dat de genieën van de leugen en de bewerkers van de misdaad die elkaar door de eeuwen heen opvolgden, slechts pygmeeën tegenover een reus lijken bij die mens. Zo zal hij Nero’s schande herhalen, Diocletianus haat en geweld overdoen, de list en dubbelzinnigheid van Juliaan de Apostaat bezitten, hij zal beroep doen op de afschrikking en de aarde doen buigen onder zijn scepter zoals Mohamed, Hij zal geletterd, filosoof, handig spreker, vooraanstaand zijn in kunst en wetenschap, zal spotternij en lach hanteren zoals Voltaire. Ten slotte zal hij wonderen verrichten en zal hij in de lucht opstijgen zoals Simon de tovenaar.

Als er gevraagd wordt waarom de goddelijke Voorzienigheid hem zal toelaten dergelijke macht en verleiding uit te oefenen geeft apostel Paulus het antwoord: "Omdat de mensen niet de liefde van de waarheid kregen om verlost te worden. Als straf zal God hen een geest sturen die de fout efficiënt zal maken zodat ze in de fout geloven, zodat allen die niet in de waarheid geloofd hebben maar zich vergenoegden in onrechtvaardigheid veroordeeld worden." Suarez zegt dat God de komst van de antichrist zal toestaan, vooral om het Joodse ongeloof in het oude verbond af te straffen. Aan degenen die de ware Messias verzuimden te aanbidden en weigerden door zijn leer en zijn wonderen overtuigd te worden zal God toestaan dat ze als straf vasthouden en een valse messias, aan wiens leer en goddeloosheden ze geloof hechten en dat ze zijn losbandig leven zullen nabootsen [II Thess 2,10-12].

Dan zal het gevaar voor de zielen groot zijn en het schandaal van de besmetting wereldwijd. Nochtans, opdat degenen die zich laten verrassen hun ongeluk alleen aan zichzelf zouden verwijten, heeft de Heilige Geest de voornaamste fasen van deze verschrikkelijke en beslissende beproeving willen aftekenen als slot van alle beproevingen die de mensheid doorstond.

Vooreerst, om ons het geweld en de woestheid van de zondige mens te openbaren, de handigheid waarmee hij de ondernomen oorlog zal voeren tegen de heiligen, beschrijft de apostel Sint Jan hem voor ons in het boek "Openbaring in hoofdstuk 13" onder de vorm van een monsterachtig beest met op het voorhoofd tien koppen of tien kronen en op elke kroon een godslasterende naam. Volgens de vertalers noemen deze tien koppen en tien kronen tien stamkoningen uitbeelden die zijn luitenanten zullen zijn en de uitvoerders van zijn listen en zijn wreedheden.

Meer nog, Sint Jan zegt ons dat hij als opperste vorst aangesteld worden, dat zijn macht over alle stammen en volkeren zal reiken, over de mensen van alle naties en talen [Apoc. 13: 5, 8].

Terwijl hij de heiligen zal overwinnen door hen overdreven te vervolgen zal hij alles toelaten en alle vrijheid aan het kwaad geven.

Tenslotte zal hij gedreven zijn in de occulte wetenschappen en in de toverkunst en zal hij met behulp van de duivels wonderbare werken uitvoeren die de verleide mensen als mirakels zullen aanzien [Apoc 13].

Het eerste onder die wonderen door Sint Jan vernoemd zal een schijnbare verrijzenis zijn. Tijdens een van die oorlogen waarbij de Antichrist zal verschijnen op een wagen van licht en vuur zal hij dodelijk gekwetst worden aan het hoofd. Een tijd lang wordt hij levenloos en voor dood aanzien. Maar opeens richt hij zich op en zijn wonde is op slag genezen. Bij dit schouwspel zullen de verleide mensen, de ongelovigen en straffe koppen uit die tijd en die evenzo als deze van vandaag geen geloof hechten aan het bovennatuurlijke, alsmede aan de geopenbaarde waarheden het wonder minachtend verwerpen als onaanvaardbaar voor wetenschap en rede. Deze mensen dus zullen in het bedrog geloven, enthousiast en verwonderd uitroepen: ‘Wie is gelijk aan het beest? Wie zal ooit het beest bestrijden en overwinnen?’

Ten tweede zal de zondige mens het hemels vuur doen neerdalen om te doen geloven dat hij meester is van de natuur, degene die de seizoenen regelt en die hemel en sterren beheerst.

Ten derde zal hij een beeld doen praten, de duivels zullen een boom of een dor hout als instrument gebruiken om hun bedrog en hun valse orakelen uit te dragen. Ook de meubels zullen bewegen en uit zichzelf rondlopen, de bergen zullen zich onmiddellijk verplaatsen, een menigte duivels, in engelen van licht veranderd, zullen in de lucht verschijnen.

En dan, door een onbegrijpelijk oordeel van God, zullen de vrijdenkers en de grote twijfelaars uit de laatste eeuwen geloven in zijn gegoochel en zijn illusies. Als slachtoffer van hun eigen verdenking en lichtgelovigheid zullen ze zich hals over kop in de gekste magie en waarzeggerij storten om zo de voorspelling van de heilige Schrift te vervullen: ‘Degene die de waarheid negeren hechten zich aan de leugen en aan de duivelse leer: attendes spritibus erroris et doctrinis daemoniarum’ [Tim. 50,1].

Als slot staat er ook nog geschreven dat de hovaardigheid van de zondige mens geen grenzen zal kennen. Hij zal zijn mond openen voor Godslasteringen, om zijn Naam, zijn Tabernakel en zijn heiligen in te hemel te onteren. "Hij denkt het recht te hebben," zegt Daniel, "om tijd en wet af te schaffen," et putabit quod possit mutare tempora et leges [Dan 7,25]. Dit betekent dat hij feesten en zondagrust zal afschaffen, de volgorde der maanden, duur en verdeling der weken veranderen, de christelijke namen op de kalender schrappen om ze te vervangen door het symbool van de meest vunzige dieren. Kortom, deze namaak-Christus zal goddeloos zijn zoals nooit tevoren. Hij zal het kruis en elk religieus teken doen verdwijnen en, zoals Daniel nog verklaart zal hij in alle tempels het christelijke offer door een afschuwelijke ritus vervangen. De gewijde preekstoelen zullen zwijgen, leken goddeloze opvoeding en leer zullen verplicht zijn. Jezus zal in de kinderwieg, aan het altaar waar gehuwden trouwen en aan het sterfbed verboden zijn Over de hele aarde zal niet geduld worden dat een andere god dan de christus van satan aanbeden wordt.

God, in zijn ondoordringbaar opzet, zal toelaten dat de mensen deze opperste en verschrikkelijke beproeving ondergaan om hen te leren hoe groot de macht van de duivel is, alsook hun zwakheid. Hij heeft het ons willen aankondigen opdat we ons van nu af zouden voorbereiden op die beproeving door ons gebed tot Hem en door gebruik te maken van de spirituele middelen van naastenliefde en geloof. Bovendien is de antichrist bestemd om de trouw en de standvastigheid van degenen waarvan de naam in het Boek des Levens staat en die niet verward worden door al dat geweld en al die listen, naar voor te brengen en met klank te verkondigen.

Maar anderzijds is het zeker dat die geweldige volharding tot de vernieling van de diepe bezinning zal leiden: Ut revelentur ex multis cordibus cogitationes [Lk 2,35].

De afzweringen zullen talrijk zijn en de moed zal zeldzaam worden. Er staat geschreven dat de hemelse deugden zullen wankelen en de sterren uit de hemel zullen vallen. Anders gezegd, de volksleiders zullen knielen voor het regerende idool en, nog droeviger, de verspreiders van de wetenschap, de sterren van de theologie, de gouden monden van de gewijde redekunst, ze zullen talrijk de waarheid negeren en zich laten verleiden door verdorvenheid.

Sint Jan [Apoc 13,17-18] spreekt ook nog over een vreemd en mysterieus kenmerk dat allen ‘groot en klein, rijk en arm, vrij en slaaf’ in hun handen en op hun voorhoofd moeten dragen. Dit kenmerk zal een teken van afzwering zijn en zal getuigen dat allen die het bezitten om, ofwel de meester te behagen ofwel om zijn boosheid te ontlopen, de ware Christus verloochend hebben en voorgoed achter het vaandel van de vijand staan.

Degenen die dat smadend teken zullen dragen zullen overdadig genieten van het voordeel van de rijkdom, ze zullen de hoge salarissen verdienen, de openbare banen bekleden, de overdaad aan wellust en alle begeerlijke bezittingen kennen. Maar degenen die deze afgrijselijke stempel zullen weigeren zullen vogelvrij verklaard worden. Er staat geschreven dat ‘niemand zal kunnen kopen of verkopen zonder het kenmerk van het beest of zijn naamgetal’. Het zal aan allen die dit kenmerk niet bezitten verboden zijn aan openbare bronnen te putten, ze zullen zelfs onwaardig zijn naar het licht te kijken en de zuivere hemelse lucht in te ademen.

De verslagenheid zal zo groot zijn dat ‘het nooit eerder tussen nu en het begin van de wereld voorkwam en nooit meer zo erg zal zijn’ [Mt 24,21]. De rechtvaardigen zullen veracht en gelaakt worden, als dwazen en openbare rustverstoorders aanzien worden, ze zullen beschuldigd worden de eer en de vaderlandsliefde met voeten te treden omdat ze weigeren de grootste man op aarde toe te juichen, de ongenaakbare genie die de menselijke beschaving volmaakt en ontwikkeld ten top leidde. Indien de rechtvaardigen niet bijzonder door God ondersteund waren zou er geen enkele weerstaan aan het geweld van dergelijke bekoring: Ita ut in errorem inducantur [si fieri potest] etiam electi [Mt 24,24].

Tijdens de rampzalige dagen van de Franse revolutie waren er nog toevluchtsoorden, veilige plekken die open stonden voor veroordeelden en ballingen. Het platteland was veilig, er waren dichte bossen, geheime banen en omwegen. Maar in het beschreven tijdperk zullen wetenschap en menselijke ontdekkingen het toppunt bereikt hebben, de wereldbol zal verstrikt zitten in telefoonlijnen en spoorwegen. Alle bergen zullen doorboord zijn. Er zullen geen rotsen, geen grotten, geen eilanden of woestijnen meer zijn die beschutting kunnen bieden. Zelfs de huiselijke haard zal geen veilige plek zijn, want er wordt gezegd ‘dat de broer zijn broer zal verraden en de vriend zijn vriend zal verklikken’ [Mk 13,12].

Als de heilige Schrift ons de toekomst ontsluiert is het niet de gewoonte nauwkeurige details te geven. De profeten spreken bondig en raadselachtig. Meestal beperken ze zich tot de grote lijnen van de toekomstige gebeurtenissen. Maar aangaande de laatste strijd met de heiligen hebben de geïnspireerde apostelen het spreekwoord waar gemaakt: mala praevisa minus feriunt, en ze hebben niets overgeslagen dat de rechtvaardigen in die dagen van beproeving en ramp kon ondersteunen.

Zo leren ze ons dat in die tijd het Oosten opnieuw het centrum van de politiek en de menselijke zaken zal worden, dat de huichelaar bezeten door de waan en de blinde woede om de meest gewijde plekken te onteren die de Godmens zagen werken en lijden, zijn koninkrijk in Jeruzalem zal vastleggen. Maar om ons te troosten wordt ons gezegd dat God de tijd van hun macht zal inkorten en beperken tot tweeënveertig maanden, drieënhalf jaar, menses quadraginta duos.

Waarschijnlijk zal het aangehaalde getal in de heilige Schrift niet de juiste tijdsduur weergeven die de zondige man zal gebruiken om de aarde te veroveren en de top van zijn almacht te bereiken. Er kan niet redelijk verondersteld worden dat hij, ondanks de duivelse en bovenmenselijke krachten waarover hij beschikt, eens meester over de wereld zal worden.

Er mag gedacht worden dat hij maar geleidelijk volledig zal heersen, dat het een langere tijd zal vergen om de volkeren te onderwerpen en het heelal te verstrikken in het duister web van zijn listen en verleidingen.

Al wat Johannes en Daniel ons leren is dat zijn gezag over mensen ‘van alle ras, stam en taal zal voortduren’ usque ad tempus, et tempora et dimidium temporis, wat betekent een jaar, twee andere jaren en de helft van een jaar.

In hoofdstuk 12 zegt Daniel ons: vanaf de tijd dat het voortdurend offer zal ophouden en er in de plaats de gruwel van de verslagenheid zal heersen in de gewijde ruimte zullen er duizend twee honderd zestig dagen voorbijgaan.

Daaruit vloeit voort dat de moment waarop Jezus Christus ophoudt aanwezig te zijn op ons altaar en als slachtoffer aan zijn Vader wordt geofferd om tegengewicht te vormen van de menselijke moorden, moet geteld worden vanaf de dag dat de antichrist het heelal overheerste: alleen dan zal het niet bloedig offer op het altaar ophouden, maar tot die dag en terwijl de antichrist bezig is zijn koninkrijk te veroveren zal het misoffer doorgaan.

Sint Jan duidt ook de naam van de antichrist aan, maar hij achtte het nuttig het in cijfers uit te drukken. Het is geweten dat in verscheidene talen cijfers kunnen omgezet worden in letters en omgekeerd. Sint Jan zegt ons dus dat in een niet vernoemde taal, de naam van het beest uitgedrukt wordt met het getal 666.

De Kerkvaders en dokters hebben zich toegelegd om de naam verscholen achter dit mysterieus getal te ontdekken, maar zijn er niet in geslaagd. Er kunnen tal van diverse namen dienen waarvan de letters, naargelang hun volgorde, het door Sint Jan aangeduide getal uitdrukken. Er dient bij het gevoel van Sint Ireneus gebleven die ons verzekert dat de Heilige Geest de naam van de antichrist aanreikte onder de vorm van dit raadselachtig getal, omdat hij wenste dat de ware zin verborgen bleef tot aan de komst van zijn profetie, wanneer het nuttig zal zijn dat de antichrist hen gemeld wordt.

‘Dan,’ zegt Sint Jan, ‘zullen degenen die het verstand kregen niet meer aan vergissing zullen toe zijn en om het beest te herkennen slechts het getal van zijn naam hebben te tellen. Qui hyabet intellectum computat numerum Bestia’ [Apoc 13: 16].

Maar God, zegt Sint Paulus, is trouw en heeft een pakt met de bekoring afgesloten en laat niet toe dat de mens boven zijn krachten bekoord wordt. Hier zal de bekoring de omstandigheden en de normale wetten van de mensheid overschrijden. Het betaamt Gods barmhartigheid dat het geneesmiddel evenredig is met de kwaal. Maar de aangekondigde hulp is de meest bovenmenselijke, de meest buitensporige, de verst verwijderde van de regels van de geschiedenis en de gewone gang van de Voorzienigheid, onder allen die de Hemel aan de mensen zond sinds de Menswording.

Op het ogenblik dat de storm heviger zal zijn, wanneer de Kerk geen leider zal hebben en het niet bloedige offer overal zal opgehouden hebben en alles menselijk wanhopig blijken zullen we twee getuigen zien opdagen, zegt Sint Jan.

Deze twee getuigen zullen twee vreemde mannen zijn die plots midden de wereld opdagen zonder dat iemand hun geboorte, hun oorsprong, hun herkomst en hun familie kent.

Zo spreekt Sint Jan er over in het elfde hoofdstuk van het boek Openbaring: ‘En ik zal Mijn geest en Mijn kracht afstaan aan Mijn twee getuigen en ze zullen duizend tweehonderd zestig dagen voorspellen. Het zijn twee olijfbomen en twee rechtstaande kandelaars in aanwezigheid van de Heer der aarde’.

Niemand kan de verstomming uitdrukken die de mensen zal overvallen bij het zien van die twee mannen die vreemd zijn aan onze passies en zaken, gezien ze leefden de ene zes duizend jaar, de andere dertig eeuwen, in ik weet niet welke verheven streek onder een hemel en in een sfeer die onbereikbaar zijn voor onze zinnen en verstand. Geen van beide getuigen is nochtans vreemd aan het mensdom. Een van deze fakkels en van de twee olijfbomen is Henoch, de betovergrootvader van Noah, de rechtstreekse voorvader van de mensheid. De andere is de profeet Elias die, volgens de Verlosser, voorbestemd is om alles te herstellen. Hij komt een tweede keer de golf van goddeloosheid terugdringen die onstuimiger was dan ten tijde van Achab. Het is ook het uur van de Verlossing van Israël. De grote profeet zal Abrahams nageslacht overtuigen van de komst van de Messias, de blinddoek van onwetendheid en duisternis die sinds negentien eeuwen op zijn ogen drukt, aftrekken.

Wat zal het uitzicht en de houding van die spoken uit andere tijden zijn? Welke ouderwetse majesteit zal van hun persoon uitgaan? Welke ingegeven accenten zullen over hun lippen komen? Dat is wat de heilige Schrift ons niet vertelt. Ze leert ons dat ze duizend tweehonderd zestig dagen zullen profetiseren, met een zak gekleed en op hun gelaat en hun kleren die het beeld vertonen van nederigheid en boete.

Volgens Daniel zal de vervolging van de antichrist duizend tweehonderd negentig dagen duren. Dus zal de voorspelling van Henoch en Elias dertig dagen korter zijn. Daarom zullen ze verschijnen op het vreselijkste moment van de vervolging. Hoe zullen ze binnen de beperkte tijdspanne van hun zending erin slagen hun getuigenis overal te verspreiden op de bewoonde wereld? Het antwoord is dat het niet nodig is om alle steden te bezoeken, alleen de voornaamste volstaan, de boodschap in de hoofdsteden en de bevolkte centra brengen waar de antichrist aanwezig was en zijn gevreesde verleiding uitoefende. Daarbij komt dat Henoch en Elias waarschijnlijk niet altijd samen waren maar afzonderlijk preekten totdat ze op Gods bevel of door een goddelijke ingeving samen kwamen voor de uiteindelijke strijd.

Waarschijnlijk zullen de ongelovige mensen voor het principe weigeren om hun identiteit te herkennen. Ze zullen trachten hen te grijpen en te straffen als goochelaars en valse zieners, de opinie zal hen belasten met haar ironische trekken en minachting, de openbare bladen zullen hardnekkig elke vermelding over hen mijden en doen alsof ze hen niet kennen. De vervolger, wit van boosheid, zal proberen hen te doden, maar zolang hun zending reikt zullen ze door een hogere macht beschermd blijven, want dit zegt Sint Jan [9,5]: ‘En wanneer iemand hen wil schaden zal er vuur uit hun mond komen dat de vijanden zal verslinden, en als iemand hen zal beledigen zal de dood hen treffen. Deze mensen zullen gezonden worden om de hemel te sluiten, opdat het de tijd van hun profetie niet meer zou regenen, en ze zullen heersen over de wateren die in bloed zullen veranderen, en ook over de aarde die door allerlei plagen zal geteisterd worden zolang ze dat wensen.’

Het Evangelie is niet zo nauwkeurig over het welslagen en de doeltreffendheid van de zending van deze twee grote getuigen, maar het staat vast dat een menigte verleide mensen in hun misleiding zullen blijven, maar ze zullen het merendeel, dat uit vrees of ambitie de cultus tot de ware God had verlaten, terugbrengen. En hun preek moet wel de kracht van geen enkel ander evangelisch woord vertonen, want de Joodse koppigheid zal worden doorbroken en de Joden, die begaven onder de glans van de wonderen en de duidelijke bewijzen, zullen terugkeren naar de Herder der herders om met de christenen een kudde en een schaapstal te vormen [Eccl 48,9-10].

Maar Gods geeft zijn genade met mondjesmaat. Eens het licht geschapen en de mensen uitgebreid de tijd gekregen hebben om de waarheid van de fout te onderscheiden zal God in zijn wijsheid het wonder opheffen... Dat is een bestendige wet van de Voorzienigheid. Vroeger was ze van kracht voor Samson, eens de Filistijnen vernederd en verslagen nam God zijn geest en zijn wonderbare kracht die hij hem gaf terug. De Hemel ging nog zo tewerk met Jeanne d’Arc: eens haar zending volbracht door de Engelsen te verjagen en de kroon weer op het hoofd van Charles VII schenen haar genie en haar militaire handigheid te verwateren, ze werd gevangen genomen en keerde terug tot de gewone omstandigheden van het menselijk bestaan. Zo moet het ook gaan met Henoch en Elias. Overigens, het doorlopende wonder zou alleen maar de koppige, die geweigerd hadden gehoorzaam naar hun woord te luisteren, in hun hardnekkigheid bevestigen.

Tenslotte zijn de twee nu bejaarde getuigen [de ene zes duizend en de andere drie duizend jaar] niet dood en het is belangrijk dat hun getuigenis met hun bloed bezegeld wordt en dat ze de wet van het menselijk bestaan ondergaan waarvan Jezus Christus zelf niet gevrijwaard bleef.

Maar, zie wat er zal gebeuren, zegt sint Jan in het al aangehaalde hoofdstuk: ‘En eens hun getuigenis volbracht, zal het beest dat uit de afgrond komt, hen bestrijden en doden, hun lichamen zullen op de marktpleinen van de grootstad liggen die spiritueel Sodoma genoemd wordt en waar hun Heer gekruisigd werd. En mensen, stammen en volkeren zullen hen drieënhalf dagen zien en niet toelaten dat ze begraven worden. En de aardbewoners zullen zich over hun lot verheugen en feestvieren en mekaar geschenken zenden, omdat deze twee voorspellingen de bewoners der aarde ergerden. Maar na drie dagen en een halve dag zal de geest hen door God weer betreden, ze zullen opstaan en degenen die hen zien zullen bevreesd worden. On op datzelfde uur zal er een zware aardbeving plaatsvinden en een tiende van de stad zal instorten, zeven duizend man zal omkomen in de aardbeving en de anderen zullen vol angst de ware God vereren’.

Sint Jan zegt ons niet wat de Antichrist zal overkomen, maar Sint Paulus zegt ons dat "de heer Jezus hem zal doden door de adem van Zijn mond en hem zal vernietigen door de glans van zijn komst."

Meerdere hebben, volgens deze passage, besloten dat Jezus Christus zelf zal neerdalen om zijn grote vijand te slaan, en dat op de dag dat hij in volle glorie en majesteit zal verschijnen. Deze interpretatie is echter fout. Sint Thomas en Sint Jan Chrysostomus leggen deze woorden uit, quem Dominus Jesus destruet illustratione adventus sui, in de zin dat Jezus Christus de antichrist zal slaan door hem met de pracht te verblinden die als een voorteken van zijn tweede komst zal zijn. Sint Paulus zegt ons helemaal niet dat Jezus Christus hem met eigen handen zal doden, maar door zijn adem, spiritu oris sui, en dus, volgens de uitleg van sint Thomas, door zijn kracht, door de werking van zijn bevel, ofwel volgens sommigen dat hij gebruik maakt van de hulp van aarstengel sint Michaël, ofwel dat hij eender welke andere zichtbare of onzichtbare, spirituele of roerloze agent doet tussenkomen. Wel staat vast dat plots satan zal teruggedreven worden naar de duistere afgrond, dat het rijk van de boosaardige met de grond gelijk gemaakt zal worden en dat zijn kracht die droomde tot aan de sterren te reiken als een rookpluim zal verdwijnen.

Zullen de verrijzenis der lichamen en het laatste oordeel dit gebeuren nabij zijn? De Heilige Schrift zwijgt daarover en de Kerk heeft wat dat betreft niets willen bepalen. Onder de exegeten van de Schrift zijn er die het bevestigen, andere niet. Suarez uit de gedachte dat, na de dood van de antichrist, de aarde slechts vijfenveertig dagen zal overleven. Hij baseert zich op de profetie van Daniel die, na verklaard te hebben dat de vervolging van de zondige mens duizend tweehonderd negentig dagen zou duren, eraan toevoegt: Beatus qui expectat et pervenit usque ad dies 1335. Gelukkig hij die hoopvol zal zijn en de duizend driehonderd vijfendertigste dag zal bereiken’.

Maar deze overtuiging schijnt niet zo zeker. De meest voorkomende opinie, die ook overeenstemt met de heilige Schrift, denkt dat na de val van de antichrist, de katholieke Kerk weer een tijd van voorspoed en triomf zal kennen. Inderdaad, de verlichte apostel Sint Paulus die onder de zonen van Israël het duidelijkst de toekomst en het lot van zijn volk heeft ingezien, schijnt deze leer duidelijk te ondersteunen wanneer hij herinnert aan de genadige en gezegende gevolgen van de bekering van de Joodse zonen van Israël [die, volgens de profeet Maleachi, slechts tot de waarheid zullen weerkeren door verlicht te worden met de leer van Henoch en Elias], in een heilige bevlieging uitroept: "Als de val der Joden die de bekering van de heidenen teweegbracht de kracht van de Kerk en de rijkdom der aarde betekende, hoeveel te beter zal hun verrijzenis de wereld verrijken, en als hun verlies het menselijk heil wordt zal hun wederkeren een verrijzenis beteken voor de wereld" [Rom: 11:12].

:Deze woorden zijn uitdrukkelijk en dulden geen twijfel. Ze stemmen overeen met deze van Sint Jan: ‘En ik zag degenen die het beest en zijn afbeelding overwonnen hebben, ze zongen het lied van Mozes en van het Lam’ [Apoc 15:2]. Anders gezegd, de christenen en de overgebleven Joden zijn een van geest en geloof, ze loven en zegenen tegelijk Gods Zoon met deze woorden: ‘Uw werken zijn groot en wonderbaar ô almachtige Heer! Ô Koning der eeuwen, uw wegen zijn rechtvaardig en waarachtig!’ [Apoc 15:3].

Inderdaad, is het mogelijk dat op de dag dat alle volkeren één zullen zijn in die lang verwachte overeenkomst de hemel met geweld zal instorten, dat het tijdstip waarop de strijdende Kerk volgroeid zal zijn overeen zal komen met de uiteindelijke ramp? Zou Jezus Christus de Kerk maar hebben doen herleven in al haar luister en uitstralende schoonheid om meteen de bron van haar jeugd en haar onuitputtelijke vruchtbaarheid droog te leggen?

Maar als mag aanvaard worden dat na de antichrist het einde van de wereld nog meerdere eeuwen uitgesteld wordt, kan niet hetzelfde beweerd worden over de uiteindelijke crisis die de grote eenheid moet vervullen. Want, voor zover de huidige tekenen van de tijd, de dreigende symptomen van onze politieke toestand en onze revoluties, de opmars van de goddeloosheid die gepaard gaat met de vooruitgang van de beschaving en de stoffelijke ontdekkingen bekeken worden, kan de nabijheid van de komst van de zondige mens en de dagen van verwoesting die Jezus Christus ons voorspeld heeft maar moeilijk tegengesproken worden.

Deel 2

De heilige Schrift toont ons drie voorname trekken die de heerschappij van de antichrist zullen melden. Ten eerste zal hij keizer en oppermeester van het heelal zijn en meester zijn over de wereld. Ten tweede zal Jeruzalem zijn hoofdstad zijn. Ten derde zal hij handig en geweldadig zijn, en de oorlog die hij tegen de heiligen zal voeren zal vooral listig en verleidelijk zijn.

Het is duidelijk dat op dit moment alle gebeurtenissen die zich ontknopen de voorbereiding zullen teweeg brengen op een sociaal midden waarin de zondige mens zal overheersen.

Enerzijds hebben de spoorwegen de grenzen verlegd en de afstanden geschrapt. De telegraaf geeft een despoot de mogelijkheid zijn bevelen op staande voet door te geven van het een naar elk ander punt van het heelal. Anderzijds smelten de volkeren van verscheidene rassen samen. De Rus en de Amerikaan, de Japanner en de Chinees ontmoeten elkaar op dezelfde schepen, ze gaan om en kruisen elkaar in onze grootsteden en op de openbare markten van Europa, Californië en equatoriaal Afrika.

De verre volkeren uit India nemen onze uitvindingen over, gieten gegroefde kanonnen en bouwen gepantserde schepenen arsenalen. China, het uitgestrekte keizerrijk met de wriemelende bevolking waar zeeën en stromen dagelijks een enorm overschot aan menselijke wezens opslorpen die de zo rijke en vruchtbare grond niet meer kan voeden, China heeft zijn mechaniekers en ingenieurs, is in onze strategie en industriële vooruitgang ingewijd. Maar hebben onze laatste oorlogen niet bewezen dat nu het lot van de gevechten vooral afhangt van de massa’s en dat er in de legers zoals in de politieke arena’s het aantal, de mechanische en brutale wet de overwinning bepaalt?

Het aankomende uur is te voorspellen waarop miljoenen barbaren die oost en noord Azië bevolken meer soldaten, meer munitie, meer krijgshelden zullen aanvoeren dan alle andere volkeren. Ook de dag waarop ze, overtuigd van hun overmacht en aantal, in ontelbare horden het afgezwakte en door God verlaten Europa zullen overrompelen. Dan gebeuren er ergere invasies dan ten tijde van de Vandalen en de Hunnen... De provincies zullen vernield worden, de rechten overtreden, de kleine nationaliteiten vernietigd en verpletterd als as. Dan zal een uitgebreide agglomeratie ontstaan van alle inwoners der aarde, onder de scepter van een enkele leider die of de antichrist of een van zijn nabije voorgangers zijn. Op die dag is het gedaan met de menselijke vrijheid.

De eenheid van alle volkeren zal voor het laatst ontstaan op het puin van alle afgeschafte nationaliteiten. En dan zal het rijk van het kwaad een feit zijn. De goddelijke Voorzienigheid zal de wereld geselen door haar totaal aan een heerser te onderwerpen, de opperste coryfee van de vrijmetselaars waarvan het hart vervuld is met mensenhaat en Godmisprijzen.

Zo kan al wie oplet tijdens de huidige gebeurtenissen zich niet ontdoen van de overtuiging dat alles leidt naar een maatschappelijke toestand waarin de zondige mens, die op zich alle zondigheden en valse doctrines van zijn tijd verzamelt, spontaan en zonder moeite actief is als een lintworm die natuurlijk uit bedorven vlees en organen ontstaat.

Maar wat onbegrijpelijk lijkt en wat op het eerste gezicht geen enkel voorteken doet voorspellen is dat de hoofdstad Jeruzalem wordt.

Wel, het is gemakkelijk te zien. Als de materialistische en goddeloze beschaving, waarvan de vrijdenkerij en de ongodsdienstige pers zonder ophouden ons de nabije komst voorspellen, ooit werkelijkheid wordt in de wereld zal het centrum van haar actie en de haard van haar openbare macht Jeruzalem zijn.

Inderdaad, nadat het christelijk geloof in de harten gedoofd zal zijn, wanneer het genot en het welzijn de dagelijkse goden en de absolute bezorgdheid van de zielen zullen vormen, dan zal de menselijke activiteit nog maar één doelstelling hebben, de macht van de Staat één veer en één prikkel, de openbare opinie maar één adem en één drijfkracht: het goud. Het goud zal godsdienst en moraal voorafgaan en de basis worden van de politiek en de sluitsteen van alle instellingen, de geldmagnaten zullen de hogepriesters en de koningen zijn. En het volk met het meeste goud zal ons binnenkort in haar macht hebben.

Maar zie, na vijftig eeuwen bestaan en negentien van ongeluk bevindt een volk zich overal, onder alle hemelen verspreid en in de verste streken te zien, het is met de hele mensenfamilie vermengd, steeds rechtop en op zoek naar zijn messias, dromend van de heropbouw van zijn tempel en, ongeacht alle veranderingen en schokken, standvastig in een homogeniteit en het vervolgen van zijn doelstelling.

Dit volk, dat moet bekend, is actief, sober en werkzaam. Er wordt op abstracte wijze over gesproken, uitsluitend op het vlak van zijn lot et zijn historische en providentiële rol. We zouden het spijtig vinden dat onze woorden zouden gelden als belediging van dit volk met roemrijke voorvaderen en dat Christus, de Apostelen en de Onbevlekte Maagd aan de wereld schonk.

Als christenen en kinderen van Israël zijn we nauwer verband dan we denken. Zoals een beroemd spreker heeft gezegd: het christendom is een bekroond Jodendom, het Jodendom is een christendom waaraan de bekroning ontbreekt.

In feite is het Jodendom een doctrine en een confessioneel geloof geënt op een nationaliteit en een ras. Alle andere volkeren, Fransen, Italianen, Duitsers, Spanjaarden, een tijd onderhevig aan dezelfde regering en regime, met dezelfde wetten en instellingen, smelten al vlug samen, voegen hun belangen samen en bezitten dezelfde verlangens en vaderlandsgeest. Maar de Jood kan niet fuseren. "Hij staat midden de andere volkeren in staat van huur," zoals een beroemd schrijver zegt, of eerder aanziet hij zich onder de andere naties als een banneling en een gevangene. In plaats van een echt vaderland heeft hij een ideaal vaderland, Palestina. Jeruzalem is de enige duurzame stad waarnaar hij verlangt. In zijn toespraken en zijn geschriften, op elke pagina van zijn dagbladen en magazines laat hij de hoop doorschemeren die hem steeds voedde, die van een nieuw Joods koninkrijk op te richten, ofwel in Jeruzalem, ofwel in de omgeving. Het zijn dus niet de nationaliteit en het bloed die de Joden beletten te fuseren en openlijk vijandig te staan tegenover de andere volkeren, maar de godsdienst. Niet de godsdienst van Mozes die zij verloochend hebben en waarvan alleen de naam hem nog bekend is.

Maar hun rabbijnse godsdienst uit de Talmud, een mengelmoes van dwaasheden en losse fabels die niet op de evangelische basis van de naastenliefde steunen, maar op de verplichting om al wat niet van hun bloed is grondig te haten. Zo zegt een spreuk, aangenomen door Israël en verheven tot een leer en een geopenbaard symbool, dat telkens de Jood het nuttig acht het zijn plicht is een geveinsde bekering te simuleren en uiterlijk deel te nemen aan de verplichtingen en oefeningen van een godsdienst die de zijne niet is. Zo is er nu vastgesteld dat er in Duitsland Joden zijn die zich laten dopen en bekeren tot het christendom om grond te kunnen aanschaffen, adellijke titels te verwerven, makkelijker een openbaar ambt bekleden, en die deze voordelen benutten om te synagoge te verrijken en de bevolking rondom hen te verarmen.

Het moderne liberalisme met zijn overbodig sentimentalisme en zijn valse gelijkheidsprincipes heeft, meer dan elke andere vergissing, er toe bijgedragen om een overwicht en een buitensporige Joodse invloed te verwekken waarvan de Europese volkeren met rede schrikken. In de Middeleeuwen hadden de naties en de christelijke prinsen, door de Kerk verlicht, een groot sociaal gevaar voorzien. Enerzijds begrepen ze dat ze de plicht hadden de Joden uit te staan en dat het hen onmogelijk was ze te doen verdwijnen, vermits de profetieën voorspellen dat ze tot het einde der tijden zullen overleven en pas dan tot het ware geloof zullen terugkeren. Maar anderzijds begrepen ze dat ze niet rustig en veilig konden leven door een grenzeloze vrijheid toe te kennen aan een zo heftig en overrompelend ras. Inderdaad, uit ervaring is geweten dat overal waar de Jood zich vestigt en heerst hij een alleenheerser en een vernielend tiran wordt. Daarom stond de canonieke wet hem verdraagzaamheid toe, door hem politieke en burgerrechten te weigeren die hij zou misbruikt hebben overal waar hij door rijkdom de baas werd. Deze wet waakte over hem zodat hij rustig kon leven, kalm zijn nijverheid en handelszaken kon voeren zonder de christenen te storen waarmee hij leefde, en door deze wijze maatregelen die ten goed kwamen aan hun belangen en hun personen waren de Joden zonen van Israël eeuwenlang niet enkel beschermd maar ook verdedigd tegen de universele haat, de opschudding en de verontwaardiging van de verblinde volkeren.

Zo is de Joodse kwestie, die vandaag oproer zaait in Pruisen, Oostenrijk, Polen en waarvan de oplossing geladen schijnt met de somberste vooruitzichten. Maar als we Israël in haar universaliteit beschouwen en de mensen van die natie die in rationalisme en ongeloof vervallen zijn terzijde laten, heeft de kern van het Joodse ras van het Volk van het oude verbond steeds dezelfde illusies gekoesterd die we al aanhaalden: hij ziet nog steeds in de messias die verwacht wordt een machtige veroveraar die de aarde zal onderwerpen. Vroeger aarzelde een van de meest bekwame commentatoren van de Talmoed niet om te verklaren: ‘Een nieuw messianisme moet ontstaan, een Jeruzalem van de nieuwe orde in heiligheid gezeten tussen Oost en West moet de tweeledige stad van de Caesars en de Pausen vervangen’ [Israëlitisch Archief, 25]. Het is overigens bestendig dat het merendeel der orthodoxen en gelovigen als formulering en consigne het woord van een beroemde rabbijn: ‘Jeruzalem is steeds de spil van onze hoop en ons geloof’.

Maar is het onmogelijk dat in onze sociale omstandigheden, waarbij de vreselijkste en meest onverwachte gebeurtenissen opeens zo snel als de damp en de bliksem verschijnen, er een man opkomt die gebruik maakt van de chaos, door onze revoluties veroorzaakt, en de menigte kan fascineren en zich meester maken van harten en geesten, het vaandel zwaait van het kosmopolitisch herstel en een verzamelkreet uit om zo een universele macht te veroveren, een wonderbare overheersing van verstand en wezen die enthousiast aanvaard wordt door alle verdwaalde en verleide volkeren?

Ten slotte, is het niet toegelaten te geloven dat die machtige en perverse man, die de wereld zal wurgen in een despotisme zonder naam en maat en die het mensdom zal verenigen door de onderdrukking van het geweten en de vernedering van de moed, het personage is dat Sint Jan beschrijft en voorspelt als de antichrist en ook de man zal zijn die de goddelijke Voorzienigheid wilde gebruiken om Israël te ontnuchteren nadat ze hem eerst begroet hadden als hun Messias en koning?

Welke zullen ten slotte de kenmerken van de vervolging van de antichrist zijn?

Cornelius a Lapide en Suarez, volgens de heilige Schrift en de Kerkvaders, melden de voornaamste trekken.

Eerst is het zeker en bijna stof tot geloof dat, onder alle vervolgingen die de Kerk onderging, deze van de antichrist de vreselijkste en de gewelddadigste zal zijn.

Ten eerste, omdat deze vervolging algemeen en wereldwijd zal zijn. Er staat geschreven: ‘Ze verspreidden zich wereldwijd en omsingelden het kamp van de heiligen en de geliefde stad’ [Apoc 20,8]. Sint Augustinus, in boekdeel 20 van De Stad van God, legt deze tekst van Sint Jan uit door te beweren dat de ongelovigen, de ketters, de fanatieke en bedorven mensen over de aarde verspreid een verbond zullen aangaan met de antichrist om de heiligen te bestrijden en de Godgetrouwe mensen te vervolgen.

Ten tweede zal deze vervolging de hardste en gewelddadigste van allemaal zijn omdat ze niet ingegeven is door bijgeloof of fanatisme, noch door blinde gehechtheid aan de afgoden zoals de vervolgingen van de heidense keizers. Ze zal niet nastreven de hovaardigheid te strelen, noch de drang naar overmacht te bevredigen, zoals de vervolging van Mohamed. Ze zal ook niet ontketend worden door vleselijke verlangens en de drang naar plundering zoals deze die de Duitse prinsen de Kerk aandeden onder het protestantisme en ten tijde van Luther. Maar het zal een vervolging zijn die uitsluitend ingegeven is door de haat voor God en waarbij God en Zijn Christus op de korrel worden genomen, waarvan de enige doelstelling de uitroeiing van Gods rijk zal zijn en de totale verdelging van het christianisme en van elke positieve godsdienst. Zo herkenden Tiberius, Nero en de meest afgrijselijke tirannen van het heidendom in de afgoden, die ze de christenen verplichtten te aanbidden, een begrip en een verre weerspiegeling van de godheid. Maar in de tijden waarover sprake zal het niet meer toegelaten worden aan elke godheid een cultus te wijden, zelfs vervalst en bedorven. Zonder onderscheid zullen alle mensen gedwongen zijn satan zelf, in antichrist verkleed, te eren en aanbidden en dus de meest goddeloze en afgrijselijke man.

Ten derde zal die vervolging die de laatste tijden zal melden een onweerstaanbare verleiding uitoefenen: ut in errorem inducantur, si fieri potest, etiam electi. Cornelius a Lapide zegt: Omnes politicorum artes, dolos et praxes callebit. In principe zal de antichrist de Joodse kinderen van Israël overtuigen dat hij de messias is. Om beter te bedriegen zal hij het masker dragen van matiging en huichelende heiligheid. Sint Paulus, door ons te leren dat hij zich zal doen aanbidden in de tempel van God [Thess 2], lijkt ons aan te duiden dat hij de door Titus totaal vernielde tempel van Jeruzalem zal heropbouwen en vervolgens zal hij de besnijdenis opleggen en voor een tijd de bloedige offers en andere rites van de Joodse godsdienst weer invoeren.

Aangaande de mensen die de Joodse godsdienst vreemd zijn, zal hij ze eerst tot zich aantrekken door overtuiging en welsprekendheid. Hij zal afgericht zijn op listen door de duivel zelf in alle nuttige omstandigheden voor de doeleinden die de boze geest nastreeft. Sint Anselmus zegt ons dat hij in alle natuurwetenschappen thuis is en alle teksten uit de Schrift van buiten zal kennen. Ten tweede zal hij de mensen winnen door rijkelijk goud en rijkdom rond te zaaien. Hij zal het rijkste wezen op aarde zijn. satan zal hem alle verborgen schatten uitleveren in de schoot van de zee en in de geheime diepten van de aarde.

Ten vierde zal hij alle mensen met bewondering vervullen door zijn genie en door de opmerkelijke snelheid waarmee hij de top van fortuin en oppermacht zal bereiken. Door zijn wonderen zal hij onwetenden en menigte fascineren: cujus est adventus secundum operationem Satanae, in omni virtute et prodigiis mendacibus [Thess 2,11]. Zoals Christus mirakelen deed, volgens Sint Thomas, om zijn leer te bevestigen, zo zal de zondige mens valse wonderen verrichten om zijn dwalingen te bevestigen. Maar ook zoals de ware Christus wonderen verrichtte met Gods hulp, zo zal zijn tegenstander handelen met behulp van satan, de vader van bedrog en leugen. De zondige mens zal dus geen wonderen verrichten zoals Jezus Christus maar valse en schijnbare. Alle deze wonderbare acties zullen in werkelijkheid slechts illusies zijn, in zodanig, volgens Sint Anselmus, dat wanneer hij een dode schijnt te doen verrijzen, ofwel is de man niet echt dood, ofwel als hij dood is zal hij niet echt verrijzen. Tenslotte zegt dezelfde heilige zullen de handelingen van de antichrist die schijnen de natuurlijke krachten te overstijgen als dusdanig geen mirakelen zijn maar gevolgen en verschijnselen van fysische orde bewerkstelligd door bemiddeling van sommige geheime en verborgen oorzaken. Om de mensen beter te boeien zal de antichrist ontucht en vleselijke bandeloosheid toelaten en beroep doen op de meest bedwelmende wellusten, tolus erit in libidinibus et concupiscentiis feminarum [Dan 2,37].

Ten vijfde zal de vervolging van de antichrist de meest onmenselijke en bloedige zijn van allen die het christianisme hehben tegengegaan. Jezus Christus verzekert dat door te zeggen: ‘Dan zal beproeving groot zijn zoals ze nooit voordien was sinds het begin van de wereld en er nooit een zal komen’ [Matth. 24, 21]. Het kan gegist worden in verband met twee oorzaken. De eerste is de kolossale macht en de opmerkelijke middelen van kracht en vernieling waarover de antichrist beschikt en tegelijk de goddeloosheid en de woede van de mensen gelast met het uitvoeren van zijn bevelen. De tweede zal de afschrikkende spot van de duivel zijn, want, volgens Sint Jan, zal God hem in die dagen uit de greep van de vlammen die hem vasthouden laten ontsnappen en hem volledige vrijheid toekennen om te verleiden en zijn haat tegen het mensdom te bevredigen [Apoc 20]. Vandaar, zegt Sint Cyril, zal er een menigte martelaars opkomen, roemrijker en bewonderenswaardiger dat deze die vroeger de leeuwen bestreden in de amfitheaters van Rome en Gallië. Deze moesten slechts gewone ministers van de duivel bekampen, maar de geloofsbelijders uit de laatste tijd zullen moeten vechten tegen hem die van bij aanvang moordenaar is. De antieke vijand zal monsters van foltering en ongehoorde verfijningen aanwenden om hen te kwellen, nooit gezien voordien en voor een menselijk verstand onmogelijk in te beelden.

Tenslotte, als laatste kenmerk van de vervolging van de Antichrist, zal deze zo gewelddadig zijn dat bijna alle christenen aan hun geloof zullen verzaken. ‘En er werd hem gegeven de heiligen te bestrijden en te overwinnen [Apoc 13]. En de horens die ik zag bestreden de heiligen en verkregen de bovenhand’ [Dan 7]. Sint Paulus leert ons ook nog dat Jezus Christus geen tweede maal zal afdalen voor het algemeen verzaken [II Thes 2]. Sint Augustinus in De Stad van God, over dit woord van de Apostel, zegt ons, als te allen tijde gelovigen aan Christus verzaakten vanwege de listen van de ketters en de schrik van vervolgers en tirannen, zal het verzaken onder de antichrist apostasie genoemd worden omdat het in aantal en verspreiding alle voorgaande zal overtreft.

Maar er kan uit die getuigenissen niet afgeleid worden dat er geen uitverkorenen meer op aarde zullen overblijven en dat Gods zoon zijn belofte aan de Kerk zal nalaten wanneer hij haar zegt: Propter electos dies breviabutur, door de uitverkorenen zullen de dagen inkorten, en Sint Jan voegt eraan toe in zijn boek Openbaring: "Het beest zal aanbeden worden door alle inwoners op aarde waarvan de naam niet in het Boek van Leven staat [Apoc 13]." Sint Augustinus verklaart ons dat er onder het rijk van de antichrist massa’s martelaars zullen zijn met heldhaftige bestendigheid, er zullen ook min of meer talrijke geloofsbelijders zijn die zich zullen verschuilen in de grotten en de steile bergen en God zal er voor zorgen dat die aftochten ontsnappen aan de waakzaamheid en de opsporing van de vervolgers en hij zal niet toelaten dat de duivel ingelicht wordt.

Daniël leert ons dat onder de dagen van deze verschrikkelijke vervolging de gruwel van de verslagenheid in de gewijde plaatsen zal heersen. "De koning," zegt hij, "zal naar goeddunken handelen: hij zal opstaan en hovaardig over elke God spreken, hij zal onbeschaamd tegen de God der goden spreken. Hij zal geen eerbied vertonen voor de God van zijn vaderen en zal zich om geen enkele God bekommeren."

Met andere woorden, eens dat de zondige mens het mensdom zal onderworpen hebben door bedreigingen en gestrikt in zijn leugens en listen, zal hij geen maat meer kennen, zich ontmaskeren en met open vizier te werk gaan. Het zal niet meer lijken dat er een andere God dan hijzelf wordt aanbeden of ingeroepen en hij zal zich als enig meester over hemel en aarde uitroepen. Overal waar hij niet persoonlijk aanwezig zal zijn zullen de mensen gedwongen worden zijn afbeelding of zijn standbeeld te eren: Et elevabitur, magnificabitur adversus omnem Deum. Hij zal noch de godsdienst van Mozes, noch de natuurlijke godsdienst zelfs verdragen. Hij zal even hardnekkig Joden, ketters, schismatieke, deïstische en alle sekten, die het bestaan van een Opperwezen en van een onsterfelijk nabestaan herkennen, vervolgen.

Maar in zijn wijsheid zal God het goede uit het kwade halen. Het verschrikkelijke onweer dat Zijn rechtvaardigheid over de aarde laat razen, zal de valse cultussen opruimen. Met het Jodendom zullen mohametisme, afgoden, bijgeloof en alle voor de Kerk vijandige godsdiensten afgeschaft worden. De duistere sekten zullen de genadeslag krijgen. Vrijmetselarij, carbonarisme, illuminisme en alle gezagsondermijnende verenigingen zullen in de kolk van goddeloosheid, die ze sinds eeuwen teweegbrengen, verdwijnen. Ongewenst zullen ze meegewerkt hebben om het rijk van eenheid te stichten dat de profeten voorspelden, erit unum ovile et unus pastor.

De triomf van de ongelovige is van korte duur geweest.

Maar de troost die er op volgt zal universeel, overvloedig en in verhouding zijn met het door de Kerk ondergaan tegenspoed.

Een zoon van Israël, voordien bekeerd en nu priester en Schriftgeleerde, zei bij het aanschouwen van het grootse tafereel dat Gods Kerk zal vertonen in die voorspoedige tijd waar Joden en heidenen aan hetzelfde banket gezeten, eenzelfde familie zullen vormen onder een herder, en met vreugde zullen uitroepen: ‘In het leven van Jezus Christus op aarde waren er twee triomfdagen waarop hij herkend werd als Messias en Koning: het feest van Driekoningen dat in zekere zin het feest is van de dageraad dat de naties door de aankomende Wijzen aan Jezus wijdden, en Palmzondag als avondfeest dat Jeruzalem voor Jezus Christus vierde en waarop Israël juichte. Maar zie, na negentien eeuwen van trouw is het grote feest van Driekoningen door naties en hun leiders, die Jezus Christus en Zijn Kerk verworpen, vergeten ... Op de avond van het leven van de Kerk, laat men dus de grote Palmdag en de plots ontploffende toejuichingen van het aloude volk van Jacob begroeten. Laat me ook de dag groeten en bezingen waarop de deuren van de synagoge in een roes zullen opengaan voor een triomfantelijke intrede van de Messias waarop zolang gewacht werd en die zolang genegeerd werd. Laat me de dag bezingen waarop de rest van Israël de klederen op de weg van Christus en zijn Kerk zal spreiden en de lucht zal geuren van dat bloed dat nu in een regen van liefde op Israël en kinderen zal neerdalen. Ô Palmdag, sta op in de Kerk!... Jeruzalem, Jeruzalem, hoe dikwijls heb ik je kinderen trachten te verzamelen als een hen die haar kuikens onder de vleugels neemt, maar ditmaal heb je het gewild, ô Jeruzalem, en zal je onder de vleugels gestort worden. Hosanna en eeuwige glorie aan Jezus Christus in de hoge hemel en aan de Kerk waar Israël na een langdurige afwezigheid haar Messias en Koning heeft weergevonden.

En toch zal het nog niet de uiteindelijke voltooiing zijn, want er staat geschreven: ‘De zevende engel zal nu op de trompet blazen en de hemel zal weergalmen van grote stemmen’ [Apoc. 11]: engelenstemmen, maagdstemmen, stemmen van geloofsbelijders en heilige martelaars zullen Christus begroeten met hun lofgezang en hun toejuiching. Ze zullen danken voor zijn overwinning op de antichrist en de uitroeiing van de ongelovigen. Alle mensen zullen, eens aanbidders van eenzelfde God met eenzelfde geloof en één in eenzelfde aanbidding en rond dezelfde tafel, samen uitroepen: "Het rijk Gods is het rijk van Onze Heer en van zijn Christus geworden ... We eren de Heer God almachtig die is, was en moet komen omdat hij zijn grote macht gekregen heeft en regeert" [Apoc 11: 17].

Bron: Abbé Arminjon [Chambéry, 15 april 1824 - Chambéry, 17 juni 1885]

Vertaling: [Broeder Joseph]



01-05-1978
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Abbé Arminjon: Fin du Monde présent et mystères de la vie future [1881]: Lezing 1
Abbé Arminjon: Fin du Monde présent et mystères de la vie future [1881]

Eerste Lezing: Over het einde van de wereld

Over de tekenen die eraan zullen vooraf gaan en de omstandigheden die ermee gepaard gaan

De dag van de Heer komt als een dief, en de hemel zal met groot lawaai voorbijtrekken [II Petr, 3,10]

Sint Paulus leert ons dat de huidige wereld een uitgebreid laboratorium is waarin de hele natuur gist en werkt tot op de dag dat ze, bevrijd van alle slavernij en bederf, open bloeit tot een vernieuwde en stralende orde [Rom, 8,21-22].

De mens zelf in zijn aardse loopbaan is slechts een reiziger, zwalpend op de beweeglijke en stormachtige zee en de aarde die hem draagt is maar een schuitje bestemd om hem naar een onsterfelijk en eeuwig leven te leiden.

De naties, net zoals de mensen, zijn eens gedoemd te verdwijnen.

De geschiedenis van de mensheid zou slechts een onuitlegbaar drama zijn, een opvolging van alleenstaande en doelloze feiten zonder samenhang, als ze niet vroeg of laat haar voltooiing en ontknoping kende. In de natuurlijke gang van zaken is alles wat begint ooit zal eindigen. Een ketting zou onafgebroken zijn als ze geen twee uiterste schakels had.

De huidige wereld, daar ze geschapen werd, reikt verplicht naar haar slot en einde.

Hoe zal die grote verandering gebeuren? Welke zullen de omstandigheden en de nieuwe vorm van onze aarde zijn wanneer ze, totaal vernield en veranderd door het vuur, niet meer door mensenzweet zal begoten worden en ophouden de woelige en bloedige arena te vormen van onze strijd en passies? Daar komen we meteen op terug.

Onze doelstelling in deze eerste toespraak is herinneren aan de getuigenissen in de Heilige Schrift en meer bepaald het Evangelie van vandaag die ons verklaren dat na verloop van een min of meer lange rij eeuwen, de orde der zichtbare dingen plaats zal maken voor een nieuwe bestendige orde en dat de veranderlijke tijden opgevolgd zullen worden door standvastige en rustige tijden.

Door dit gevoelige en lastig onderwerp aan te snijden, een van de belangrijkste die in de christelijke sfeer kunnen behandeld worden omdat het raakt aan het zijn en het geworden van ons vaderland en bestemming, lijkt het ons nuttig te waarschuwen dat we elke gewaagde opinie zullen mijden, dat we ons niet zullen baseren op twijfelachtige openbaringen noch apocriefe profetieën, en dat we geen enkele mening zullen uiten die niet ondersteund is door de heilige Schriften of bevestigd door het ware onderricht van de Kerkvaders en de overlevering.

In de vier eerste lezingen zullen we achtereenvolgens oproepen: eerst welke de aanwijzingen en voortekens van het einde der tijden moeten zijn, ten tweede welke de trekken en karakters van de vervolging van de zondige mens die de apostel aankondigt moeten zijn, ten derde welke de omstandigheden van de verrijzenis en het oordeel zullen zijn en ten slotte welke de plek van de onsterfelijkheid zal zijn en de staat van de wereld na de verrijzenis.

Vandaag zullen we, met commentaar over de heilige Schrift en vooral over hoofdstuk 24 uit Mattheus, proberen deze drie fundamentele vragen te beantwoorden:
  • Ten eerste: Is de leer over het einde der tijden een onbetwistbare leer die op de rede steunt en overeenstemt met de huidige wetenschap?
  • Ten tweede: Kan er uit Jezus Christus woorden besloten worden dat het einde der tijden dichtbij of veraf is?
  • Ten derde: Op welke manier zal deze laatste ramp, deze grote en uiterste verandering zich afspelen?
Bij deze beruchte vraagstukken die het menselijk verstand uitdagen kunnen we maar aarzelend en stamelend antwoorden. Graag, Monseigneur [Mgr. Pichenot, aartsbisschop van Chambéry] uw zegen als steun. Moge Gods Geest ons verstand verlichten en op onze lippen woorden van waarheid, kracht, wijsheid en bescheidenheid leggen.

Deel 1

De materialistische en goddeloze wetenschap van onze eeuw, die door de tijdschriften verspreid wordt, op de meeste openbare leerstoelen verkondigd wordt en ondersteund door de grote strekkingen van de huidige antichristelijke gedachte, blijft hardnekkig geloven dat de orde en de volmaaktheid van het heelal toeval is. Ze verkondigt de bestendigheid van het stoffelijke... Ze loochent de schepping en kan dus maar moeilijk aanvaarden dat de wereld een einde heeft.

Volgens deze onjuiste wetenschap zal het huidige heelal altijd overleven of, als het voortschrijdt en verbetert, is dat uitsluitend te danken aan het menselijk talent onder de stijgende impuls die kunst en nijverheidsoverwinningen genieten, de combinatie en samenspel van vloeistoffen en elementen die zich verbinden en ontbinden om nieuwe vormen te baren, kortom, door de toepassing en de opwekking van ontelbare en nog onbekende krachten die de natuur in haar schoot ophoudt, krachten die uit zichzelf geschikt zijn om vooruitgang, onbegrensde en oneindige ontwikkeling te bevorderen. En zoals de worm viervoeter werd door vervolmaking, van viervoeter naar tweevoeter, van tweevoeter naar mens, zo zal de mens dankzij de wetenschap eens de top van de heerschappij bereiken. Hij zal tijd en ruimte overwinnen, zich vleugels aanmeten om naar de sterren te reiken en de wonderen van de sterrenbeelden te onderzoeken.
  • Voor de goddeloze wetenschap zijn paradijs en eeuwig leven die de christenen zich voorstellen een allegorie en een mythe.
  • De vooruitgang is het uiteindelijke doel, de wet en het fundament van het menselijk bestaan, het einde en het doel waarop alle gedachten en verlangens zich moeten focussen.
  • Moge de mens moedig de banden en de duisternis van het bijgeloof en de tirannieke en ouderwetse praktijken verwerpen om uitsluitend in zichzelf te geloven, zodat hij vroeg of laat zal heersen over een schepping en bestanddelen van een onmetelijk en onbegrensd koninkrijk.
Dan zal de volledig aan zijn macht onderworpen natuur zich ontplooien als een hoorn des overvloeds om over een nieuwe mensheid de volheid van haar begeerlijke bezittingen uit te spreiden. Als de huidige generaties dit ideale geluk niet bereiken kunnen ze zich troosten met het vooruitzicht dat het een verder nageslacht zal toekomen, een zoveel glorierijker vooruitzicht dat het alleen verworven werd zonder hulp en onafhankelijk van God, dat het alleen te wijten is aan zijn persoonlijk doorzettingsvermogen, zijn inspanningen en zijn handigheid.

Moet ik er bij zeggen dat deze onwezenlijke dromen, deze grove en onredelijke theorieën, door de rede en het universele geweten der volkeren tegengesproken worden?

Ze worden door de christelijke rede tegengesproken.

Inderdaad, indien het leven van de tijd zijn oorsprong vindt in God, zoals ons christelijk geloof en overtuiging is, moet het ook zijn vervolmaking en doelstelling in God vinden.

De mens werd geschapen om God te kennen, te beminnen en te dienen en als hij er niet toe kwam hem eens te bezitten en met Hem onherroepelijk verbonden te zijn, zou het Plan van de Schepper, zonder enige redelijke doelstelling, een monsterachtigheid en een verdwazing zijn. De mensheid, beroofd van haar liefde, strekkingen en streven, zou een nieuwe Sisyphus worden, een toevalstuig dat in het ledige woelt, veroordeeld om oneindig rond te dwalen op een blinde en noodlottige noodzaak. Waar blijven dan rechtvaardigheid, moraal, zekerheid van familie en openbaar ambt, binnen een systeem waar alles onsamenhangendheid en tegenspraak is, waar het ideaal nooit werkelijkheid wordt, waar goed en kwaad nooit gescheiden zijn en die geen enkele maatregel biedt om het belang van de moraal en de ware bestraffing van het menselijk handelen te bepalen?

"De geschiedenis," schreef een sceptisch hedendaagse auteur, "is de rechter der volkeren en zijn oordeel doorloopt in de tijd en maakt elk laatste oordeel overbodig en onnuttig." Maar het oordeel van de geschiedenis is geen openbaar oordeel, zullen we antwoorden, terwijl het kwaad openbaar is en zich opstelt met een lef dat schandalig is voor de mensen en een onophoudende smaad voor God.

Het oordeel van de geschiedenis is ook nog onvolledig, want elke goede of slechte daad is de grondslag van goed en kwaad, een zaad van leven of dood, waarvan de dader de vruchten en gevolgen niet kon schatten noch voorzien. Daarom, indien het universeel oordeel ons niet was voorspeld zouden we het moeten vragen, verkondigen als een noodzakelijk gevolg, als de laatste stap van Gods voorzienigheid die de beweging van de geschiedenis doorheen de eeuwen leidt, als een laatste maatregel om zijn taak te voltooien en er zijn stempel op te drukken.

Dit universele oordeel is maar het laatste tafereel van het universele drama: het is de algemene uitroeiing van alle gedeeltelijke oordelen uit Gods rechtvaardigheid. Dit is de enige voorwaarde opdat de geschiedenis duidelijk verstaanbaar zal worden, dat we ze zullen zien, niet zoals de geest en de verstoorde blik van de mens zich inbeelden, maar zoals ze werkelijk is en als een open boek voor iedereen. [Hettinger, Apologie van het christendom]

Een grote hedendaagse redenaar zegt: ‘De geschiedenis is niet af, ze zal beginnen in de vallei van Josaphat.’

De christelijke rede en het universeel geweten der volkeren bevestigen dus dat de wereld eindig is en dat er een nieuwe orde zal komen. Deze waarheid stemt eveneens overeen met de wetenschap en het onderzoek van de feiten.

Het is een vastgesteld principe en een algemene wet van de natuur dat al wat onderhevig is aan beweging, ontbinding, meegesleept door de tijd, beperkt door de maat, gedoemd is om te verslijten, te verouderen om ten slotte te verdwijnen en vergaan. De wetenschap leert ons dat geen enkele vitale kracht, geen enkele geschapen factor de macht bezit om zijn energie te ontplooien over een beperkte duur en dat zijn bedrijvigheidruimte, vanwege de wet der schepping, beperkt is tot een gegeven omvang waarvan de grens niet overschreden mag worden. De meest volmaakte en sterkst gebouwde organismen kunnen niet oneindig werken.

Niet alleen de levende wezens zoals dieren en planten, maar de mineralen zelf zijn belast door tegenstrijdige krachten van aantrekking en afwering en hebben steeds de neiging uiteen te spatten om nieuwe aggregaten te vormen. Zo de rotsen en het hardste graniet die een invretende actie ondergaan die ze vroeg of laat ten val brengt. Aan het firmament verdwijnen doven sterren uit en verdwijnen. Elke beweging, ook aan de hemel, heeft de neiging te vertragen. Eminente astronomen hebben in zon en sterren warmte- en lichtverlies ontwaard, werkelijk onzichtbaar maar die na eeuwen ons klimaat en onze seizoenen rampzalig zullen beïnvloeden. Wat dan ook, het is duidelijk dat onze aarde niet meer dezelfde vruchtbaarheid nog vegetatieve kracht vertoont dan bij het begin van de mensheid. Zoals de wereld haar jeugd heeft gekend komt eens haar avondzon om naar nacht en neergang te snellen.

Dit zijn waarheden vanuit waarneming en gezond verstand die de rede zonder moeite aanvaardt, maar waarvan alleen het christendom de zekerheid en de diepe zin heeft bewezen: ‘Het is daardoor, heeft een protestants denker beweerd, dat de christelijke leer zich onderscheidt van vele filosofische strekkingen. Ze verklaart dan een nieuw bestaan de mens wacht na dit leven. Opdat dit bestaan zich zou verwezenlijken is het absoluut noodzakelijk dat de natuur die zich verduisterd heeft voor de mens en voor hem ondoordringbaar is geworden, zich verklaart en verlicht in een toekomstige staat, die harmonie zal scheppen tussen zichtbaar en onzichtbaar, voorlopig en bestendig, stof en geest. Slechts in die toekomst, in dergelijk einde van de mens dat het menselijk geweten rust kan vinden. Deze hoop zijn we Christus verschuldigd, want zijn belofte laat ons toe, na de uiterste crisis, uit te kijken naar een nieuwe aarde en een nieuwe hemel’ [Schelling, Filosofie van de openbaring].

De wereld heeft dus een einde, maar is dit einde veraf of nabij? Dit is en ernstige, spannende vraag, niet minderwaardig voor bezinning van christelijke zielen.

De heilige Schrift laat ons niet totaal in onwetendheid. Zo heeft Jezus Christus ons gezegd aangaande de juiste datum: ‘Deze dag is door niemand gekend, en zelfs de engelen in de hemel kennen hem niet’. Maar anderzijds heeft hij ons aanwijzingen en nauwkeurige tekenen gegeven om aan te tonen dat de vervulling van de profetieën nabij is en de wereld aan zijn einde reikt.

Jezus Christus is tegenover het mensdom te werk gegaan op dezelfde wijze als tegenover de personen: zo staat onze dood vast maar het uur is onbekend. Niemand onder ons kan zeggen dat hij nog zal leven binnen een week of een dag en ik die U toespreek weet niet of ik deze lezing zal afmaken. Maar, als we op elk ogenblik verrast kunnen worden, zijn er nochtans tekenen die getuigen dat ons laatste uur geslagen is en dat we grote illusies zouden koesteren door onszelf een lange aardse loopbaan toe te schrijven.

Leer hierover, zegt de Heer, van de vijgenboom: wanneer zijn botten zacht worden en er bladeren groeien, weet je dat de zomer nabij is... Zo ook bij het zien van die dingen, i.e. de oorlogen, hongersnoden, aardbevingen, weet dan dat de Mensenzoon aan je deur staat’. [Mt 24, 32-33].

Waarachtig, deze openbare rampen, deze verwarringen en de storingen van de elementen en het regelmatig verloop der seizoenen die de laatste komst van Gods Zoon zullen voorafgaan, zijn vage en onbepaalde tekenen... Ze hebben zich min of meer intens getoond in alle kwade tijden van de mensheid, in alle periodes van crisis en godsdienstige beroering.

Ten tijde van de Maccabeeën waren er al tekenen aan de hemel. Veertig dagen lang zag de stad Jeruzalem in de lucht mannen te paard met gouden mantel en met lansen gewapend als een ruiterij. In eskadrons geschaard liepen de paarden tegen elkaar. De mensen schenen met angels en blote zwaarden gewapend, ze hadden gouden wapens en blinkende helmen en harnassen. Vol angst bad het volk vurig tot God opdat die voorspellingen verlossend zouden werken in plaats van hen in het verderf te storten [Macc, 2, 2, 3, 4].

Tijdens het beleg van Jeruzalem onder Titus waren het Heilige der Heiligen en de Tempel door mysterieuze bevingen geschokt. Er waren vreemde geluiden en onzichtbare wezens riepen: ‘Buiten hier, buiten hier’. Een groot rabbijn, verstomd door die bovennatuurlijke en schrikwekkende vertoningen, riep: ‘Ô tempel, waarom die verwarring en waarom jezelf schrik aandoen?’ Zo zegt Jezus ons, om alle misverstand of verkeerde interpretatie te vermijden, dat de plagen en wonderen slechts een voorspel en het begin van grotere pijnen zijn: Haec autem omnia initiasunt dolorem [Mt 24,8].

Zo kunnen we uit de huidige rampen en revoluties, morele wanorde, grote religieuze of sociale crisissen die zich in Europa en de wereld afspelen geen enkele conclusie trekken aangaande het einde der tijden. De hedendaagse tekenen zijn dezelfde die zich in de oudheid voordeden en de ervaring stelt vast dat ze onvoldoende zijn om de nabijheid van het oordeel te bewijzen.

Het is nochtans van belang in te zien dat Jezus Christus in zijn voorspelling [Mt, 24] in eenzelfde tafereel de tekenen over het einde van de wereld en deze over de vernieling van Jeruzalem vermengt.

Ten eerste doet hij dat vanwege de overeenstemming van beide gebeurtenissen...

Ten tweede omdat er voor God noch verscheidenheid, noch opvolging van tijd is. De nabije en verafgelegen feiten zijn duidelijk aanwezig in zijn geest en hij ziet ze alsof ze op hetzelfde tijdstip plaatshebben...

Daarbij wist Onze Heer Jezus Christus dat zijn apostelen, vooraleer de Heilige Geest hen verlichtte, vol Joodse illusies en vooroordelen staken, voor hen was Jeruzalem het heelal en haar vernieling de val van de wereld. Vanwege dit eng en overdreven patriottisme dat hen overheerste hielden de apostelen tot aan de vernieling van Jeruzalem vast aan een bestendige en waakzame verwachting. Deze schikkingen waren de doelstelling die Jezus Christus zich voornam te bereiken, trachtend hen eerder te onderrichten en af te zonderen van de grove aardse hoop dan hun nieuwsgierigheid te prikkelen door hen in te wijden in de geheimen van de toekomst.

Zo toont hij hen in zijn profetie als twee vooruitzichten en twee horizonten met gelijkaardige trekken en op elkaar gelijken door hun omlijning, tekening en kleur. In Mattheus en Marcus schijnen de twee gebeurtenissen, de vernieling van Jeruzalem en het einde van de wereld, zich eerder te vermengen. In Lucas is de scheiding van de twee feiten zeer duidelijk: er zijn trekken die alleen het einde der tijden aangaan, bijvoorbeeld: "En er zullen tekenen zijn in de zon, in de maan en de sterren. En op aarde zullen de naties terneergedrukt en ontsteld zijn omdat de zee schrikwekkend lawaai maakt met haar woelige golven ... En de mensen vergaan van angst in afwachting van wat er in het heelal gaat gebeuren, want de deugden des hemels zullen wankelen ... En dan zullen ze de Mensenzoon zien, komend op een wolk met grote macht en majesteit [Lk, 21].

Zal de wereld nog honderd jaar bestaan? Zal ze eindigen met het huidige millennium? Zal de mensheid, onder de wet van de genade van het christendom, een gelijkaardig aantal jaren doorlopen als onder de wet van de natuur of de wet van Mozes? Dit zijn vragen waarop geen enkele hypothese of gissing mag geuit worden. Alle berekeningen en onderzoeken van de geleerde vertolkers zijn overbodige opsporingen die slechts nuttig zijn om een ijdele nieuwsgierigheid te bevredigen. De Voorzienigheid heeft beslist dat die onbekend is en dat niemand die zal ontdekken voor hij in vervulling gaat: De die illa nemo scit [Mt, 13].

En dat niemand opwerpt dat, indien de dag onbekend is, het tijdstip of het jaartal kan bepaald worden ... Neen, want Sint Augustinus stelt dat het woord dag in de heilige Schrift moet vertaald worden in de zin van een onbepaalde duur. Het getuigenis van de heilige Schriftleraar stemt overeen met dat van de profeet Maleachi, die ons zegt: ‘Ecce venit, dicit Dominus exercitum: Et quis poterit cogitare diem adventus ejus. Zacharias is nog duidelijker: Et erit in die illa: non erit lux, sed frigus et gelu, et erit dies una, quae nota est Domino, non dies neque nox: et in tempore vesperi erit lux [Mal, 3].

De reden ervan is dat het einde van de wereld uit een natuurlijke oorzaak ontstaat, maar afhangt van Gods wil die ons niet geopenbaard werd [Zach,14].

We geloven dat het menselijk lot bezegeld is wanneer de maat van de heiligen vol en het aantal uitverkorenen bereikt is. Maar, niemand kan, niet alleen om vaststaande redenen maar zelfs op basis van waarschijnlijke gissingen, het aantal voorbestemden kennen en nog minder na welke tijdspanne het aantal volledig zal zijn. Bijvoorbeeld, wie zou durven beweren dat er min of meer mensen verlost zullen worden in de komende eeuwen dan er in de voorbije eeuwen waren? En ofwel waren de toekomstige heiligen talrijker, ofwel waren ze met minder dan de heiligen uit het verleden, maar hoe voorzien na welk tijdspanne hun aantal bereikt is? Is het geen gegeven dat in het leven van de Kerk er tijden van onvruchtbaarheid zijn waarin de heiligen zeldzaam voorkomen en tijden van overvloed met veel heiligen? Daarom is het dat, gezien de hoofdoorzaak van de wereld die niets anders is dan het verborgen mysterie van de uitverkiezing, niemand kan besluiten of het einde van de wereld veraf of nabij is.

Maar als Jezus Christus ons leert dat het einde van die grote dag een geheim aan God voorbehouden is, tempora et momenta quae Pater posuit in sua potestate, en dat ontsnapt aan al onze voorzieningen tot op het uur van de vervulling echter, om ons te vrijwaren van zorgeloosheid en loze veiligheid, houdt hij niet op om de mensen te herinneren, ten eerste dat het einde van de wereld zeker is, ten tweede dat het relatief nakend is, ten derde dat het niet zal plaatsvinden voor er bijzondere en eigen tekenen getoond worden die hij ons duidelijk heeft aangetoond, en dus geen gewone en algemene tekenen als deze die in alle tijden voorkomen. Deze tekenen zijn niet alleen rampen en revoluties in de sterren, maar openbare gebeurtenissen met betrekking tegelijk op het religieuze en sociale vlak en waarover voor de mensheid geen twijfel kan bestaan.

Deel 2

De eerste onder de gebeurtenissen die het einde der tijden aankondigen is deze die de Verlosser aanduidt in Mattheus 24 waar hij zegt: ‘En dit Evangelie van het rijk Gods zal over het heelal verkondigd worden, getuigenis zijn voor alle naties en pas dan zal het einde komen.’ ... Het tweede van die feiten zal het verschijnen zijn van de zondemens, de antichrist [Thes, 2, 2-3-4]. ... Het derde, de bekering van het Joodse volk, dat de Heer Jezus zal aanbidden en hem herkennen als de beloofde Messias [Rom, 11, 14-17]. ‘Tot daar, zegt Sint Paulus, dat niemand zich vergist alsof we aan de vooravond van de dag van Heer zijn’ [Thes, 10,2].

Het is duidelijk dat de twee laatste gebeurtenissen, door Sint Paulus aangeduid als de aantocht van de uiterste verslagenheid, niet vervuld zijn ... De antichrist is nog niet verschenen, zoals we zullen stellen in de volgende lezing ... De Joden als natie hebben de dikke blinddoek die hen belet God te herkennen in degene die ze gekruisigd hebben ... Blijft te bestuderen of heden het Evangelie over de hele wereld verkondigd werd en als getuigenis geboden aan de universaliteit der naties.

Daarover zijn de Kerkvaders en de Dokters verdeeld. De enen zeggen dat Jezus Christus woorden moreel dienen begrepen, in de zin van een gedeeltelijke en beknopte predicatie, dat het volstaat om het na te zien dat missionarissen een aantal geesten verspreid over de bewoonbare aarde hebben verlicht, en dat in elke woestijn of verafgelegen kust het kruis minstens eenmaal gehesen werd. Anderen, talrijker, zoals de heilige Hieronymus, Beda, willen dat de woorden van de Zoon Gods gehoord worden in hun meest letterlijke en nauwgezette zin.

Cornelius a Lapide, de meest bekwame Schriftgeleerde, uit de gedachte dat het einde der tijden niet zal komen vooraleer het christendom niet alleen bekendgemaakt en uitgedragen, maar ook gevestigd, georganiseerd werd en is blijven bestaan als openbare stichting onder de mensen van alle ras en nationaliteit: in die mate dat voor het einde der eeuwen er geen enkel barbaars strand, geen enkel in de oceaan verloren eiland, geen enkele nu onbekende plek in de twee halfronden waar het Evangelie niet geschitterd heeft, waar de Kerk zich niet heeft geopenbaard met haar wetgeving, haar plechtigheden, haar overheid van bisschoppen en tweederangs herders en, ten slotte de grote profetie volkomen werd bevestigd: ‘Er zal maar een kudde en een herder overblijven’.

We beamen dit laatste gevoel. Het stemt beter overeen met de heilige Schriften, met Gods wijsheid en barmhartigheid die geen verschil maakt tussen beschaafden en barbaren, Grieken en Joden, maar het heil van alle mensen nastreeft en niemand uitsluit van het licht en de weldaad van de Verlossing. Uiteindelijk verzoent het zich beter met het gedrag van de Voorziening die dezelfde zorg draagt voor alle volkeren en ze achtereenvolgens oproept tot de kennis van zijn wet binnen de tijdspanne door zijn onveranderlijke beslissingen vastgelegd.

Maar het volstaat een landkaart te bekijken om te herkennen dat de evangelische wet verre van aan alle volkeren verkondigd is en dat er vandaag ontelbare menigtes zijn die in de duisternis blijven en niets weten over de openbaring.

Zo heeft het centrum van Azië, de bergen in Tibet, alle betrachtingen van onze onversaagde missionarissen getrotseerd. De Nijl verstopt ons nog zijn bronnen zoals ten tijde van de Romeinen. Niemand heeft ons tot nu toe op een juiste manier kunnen inlichten over de gebruiken, de sociale en godsdienstige toestand van de volkeren uit equatoriaal Afrika, ondanks de recent gevonden grote meren en hoogvlaktes waar vroeger zandvlaktes en woestijnen vermoed werden. Engeland en andere naties hebben kolonies gesticht op de kusten van Oceanië, maar het binnenland van die oneindige werelddelen is onbekend. Het is duidelijk dat het Evangelie nog niet aan alle naties werd aangeboden!

Kan op dit ogenblik gezegd worden dat het met genoeg luister verkondigd werd, zodat degenen die weigerden ernaar te luisteren over een groot gedeelte van de aarde, in alle provincies van India, China en in de meeste schiereilanden geen excuus hebben?

Wat betekenen twintig of honderd, zelfs duizend priesters om een land als Frankrijk te evangeliseren, er de kennis van de goddelijke mysteries in te planten en er het vuur van te liefde te onderhouden? Maar China alleen door immense bevolking is ver verwijderd van deze vergelijking. Onder de driehonderd veertig miljoen inwoners van dit keizerrijk heeft het grootste aantal, ofwel nooit van onze godsdienst gehoord, ofwel hebben ze er maar een vaag en onvolledig idee van: ze leven en sterven zonder ooit een priester te hebben ontmoet. Behalve de noordelijke provincies telt Afrika maar vijf of zes verblijfplaatsen van missionarissen op de meer dan tweeduizend mijl lange kusten. Op elke pagina van de annalen van de Voortplanting van het Geloof staan die pijnlijke uitingen van het hart der apostelen: ‘Bid de heer van de oogst dat hij werklui zendt om de immense oogst binnen te halen’ [Lk, 10,2].

Maar er staat geschreven dat het Evangelie als getuigenis aan alle naties zal gegeven zijn op het einde der tijden.

"Alle volkeren," roept David uit, "alle volkeren tot op het einde der aarde zullen zich de Heer herinneren en naar hem terugkeren, want het rijk behoort de Heer toe en hij zal de naties beheren" [Ps 21].

Verder zegt David nog: ‘Zijn heerschappij zal zich van zee tot zee strekken en van de stroom tot aan het uiteinde der aarde. De inwoners van Ethiopië zullen voor hem buigen, de koningen van Arabië en Saba zullen hun gaven aanbrengen’ [Ps 71].

Dan wendt de Heer zich via Isaias tot de Kerk: ‘Breid je omheining uit, ontplooi het zeil van je tenten, bespaar niets, verleng je koorden en verstevig je palen. Want je zult links en rechts binnentreden, je nageslacht zal de naties erven en je zult de steden van de aarde vullen’ [Is 64,2,3,4].

Deze teksten zijn uitdrukkelijk, duidelijk en uit hun getuigenis vloeit klaar dat er een tijd zal komen waarin alle ketterijen, alle schisma’s vernietigd zullen orden en de ware godsdienst eenstemmig gekend en beleden zal zijn op alle plekken onder de zon.

Natuurlijk zal die eenheid zich niet zonder moeite verwezenlijken, de mensheid zal niet tot die gouden tijd komen langs vlakke wegen: alle funderingen van de Kerk zijn gemetst met het bloed van de martelaars vermengd met het zweet van de apostelen.

Er staan dus harde strijd en felle weerstand te wachten. Er zal bloed vloeien, de geest der duisternis zal zijn listen en verleidingen weer opstapelen, er staan de Kerk de tot nu toe verschrikkelijkste vervolgingen te wachten, maar anderzijds moet geleerd worden Gods gedachten te peilen en te lezen in de wet van zijn macht. Alle bewonderenswaardige uitvindingen van de moderne tijd hebben hun onverwachte doel. Zou God vandaag de geheimen en verborgen schatten van de schepping voor de mens ontsluieren, zou hij in zijn handen alle wonderbare instrumenten zoals de damp, het magnetisme, de elektriciteit gelegd hebben met als enige doelstelling zijn hovaardigheid aan te wakkeren en er de slaven van zijn egoïsme en hebzucht te maken? Dat was niet wat hij door de profeet uitdrukte toen die zei: ‘Ik zal mijn woord vleugels geven, het vuur voor mijn wagen spannen, mijn apostelen als in een wervelwind opnemen en hen in een oogwenk verplaatsen tussen de barbaarse naties’.

Zo is de tijd nabij waarop Jezus Christus een volledige overwinning zal boeken en in waarheid zichzelf de God der aarde noemen: "Deus omnis terrae vocabitur" [Is 34,5].

Nu voorspellen vele wenken een grote overwinning aan het Christendom. Hebben onze vijanden dat voorgevoel niet? Waarschuwt een geheim instinct hen niet dat de dagen van hun kracht geteld zijn en dat de tijd van hun heerschappij niet lang meer kan duren? ... Daarom werven ze voor de strijd tegen de Kerk alle hatelijke omkopingen, alle ongeduldige huichelarijen om hun masker af te nemen, alle vijandige wetenschappen, alle schichtige en goddeloze beleidsvormen. De revolutie hijst moedig haar vaandel tegen de godsdienst, het eigendomsrecht, de familie, ze ondergraaft alle funderingen van de maatschappij en laat gelijktijdig haar aanvallen op alle vlakken op ons los. De pers, vrij van elke beperking, inoculeert via haar duizend bladen de meest opruiende leer en het dodelijkste vergif.

De eeuwenoude troon van de Heilige Stoel, met duivels lef aangevallen, bestempeld als inrichting van onwetendheid en obscurantisme, een vlek voor onze beschaving, heeft begeven onder de talrijke gecombineerde inspanningen, hij is totaal vernield zonder dat het menselijk mogelijk schijnt de hoop te koesteren dat hij weer vlug zal herstellen.

Het is begrijpelijk dat in dergelijke toestand de wijzen aarzelen met hun raad, dat hun moed en hun zekerheid schijnen te wankelen, dat ze door die wolken en tegen die verwarde horizon sombere vooruitzichten ontwaren en ons een toename van moorden, oorlogen en ontzettende omwentelingen voorspellen. Maar wat ons hoop geeft op een nieuw glorierijk tijdperk voor de Kerk is juist de ongelooflijke durf en de steeds hernieuwde razernij van onze vijanden. Heden wordt het Christendom overal aangevallen: in de kunst en de wetenschap, in de Kerk en de Staat, in Europa en in Azië, in de oude en de nieuwe wereld. Het is een zeker teken dat het overal en altijd zal overwinnen.

Wanneer? God weet het, maar het feit is zeker. Het bloed van de martelaars wordt het zaad van christenen, de Kerk bezit onafwendbare beloften. Bij het uitkomen van de Rode Zee trekt ze het Beloofde Land binnen. Na de duisternis komt het licht en de triomf. Na de smaad op de Golgotha hoort ze rond haar de zegeningen en hosanna’s van de bevrijding.

Dus moeten we de moed niet verliezen. Laat ons de toekomst begroeten. En als vandaag ons vaderland onderhevig is aan stuiptrekken en door onenigheid verdeeld, als rijkdom en politieke invloed de inzet zijn geworden die door onverzadigde ambitie en platte middelmatigheid betwist wordt, zal het zijn zoals de verloren zoon uit het Evangelie: zich al vlug de vrede en de eer herinneren van zijn jeugd, de ketens en blinddoek van zijn schande verwerpen en nieuwe prachtige pagina’s schrijven in het boek getiteld "Gesta Dei per Francos."

Maar moest het einde der tijden nog lange eeuwen uitgesteld worden, wat betekenen de eeuwen tegenover de eeuwige jaren? Een seconde, een ogenblik vluchtiger dan de bliksem. ... Toen Gods Zoon ten hemel was gestegen en op een wolk gezeten konden de Apostelen hun blik niet afwenden van de plek in de Hemel waar hij verdween. Plots verschenen hen twee engelen in wit gewaad en zeiden hen: ‘Mannen uit Galilea, waarom hier naar de hemel blijven staren? Deze Jezus die van jullie naar de hemel vertrok zal er op dezelfde manier uit terugkeren’ [Akt, 1, 10-11]. Elders zegt Jezus Christus: ‘Nog een korte tijd en jullie zullen me niet meer zien, want ik ga naar mijn Vader’ [Joh, 16:16].

Maar indien Jezus Christus ons de juiste tijd van het einde der wereld niet wilde te kennen geven, oordeelde hij het nuttig om ons in detail over de manier en de omstandigheden ervan in te lichten.

Aangaande de wereld, zei hij, zal de aarde plots en onverwachts vallen: ‘Veniet dies Domini sicut fur’ [2 Pet, 3,10]. ... Het zal op een tijdstip gebeuren waarin het diep in zorgeloosheid gedompeld mensdom geen moment denkt aan straf en rechtvaardigheid. De goddelijke barmhartigheid zal al haar hulpmiddelen en actiemogelijkheden uitgeput hebben. De antichrist zal verschenen zijn. De mensen, verspreid over alle plaatsen, zullen opgeroepen zijn om de waarheid te kennen. Een laatste keer zal de katholieke Kerk zich ontplooid hebben in de volheid van haar leven en haar vruchtbaarheid. Maar al deze aangegeven en overvloedige voordelen, al deze wonderen zullen uit het menselijk hart en geheugen verdwijnen. De mensheid, vanwege een moordende overdaad aan genade, zal terug bij haar braaksel staan. Door haar gehechtheid en haar betrachting te richten op de bezittingen en grove geneugten van deze aarde zal ze zich, zoals de heilige Schrift zegt, van God afwenden en de Hemel niet meer zien en zich de rechtvaardige oordelen niet meer herinneren [Dan 13:9]. Alle geloof is in de harten gedoofd. Alle vlees heeft zijn wegen bedorven. De goddelijke Voorzienigheid zal oordelen dat er geen genezing meer mogelijk is.

Het zal zijn zoals ten tijde van Noah, zegt Jezus Christus [Mt, 24, 77, 38]. Toen leefden de mensen onbezorgd, ze legden plantages aan, ze bouwden weelderige huizen, ze spotten aangenaam met Noah die zich overgaf aan het timmermansberoep door dag en nacht aan zijn ark te werken. Ze zeiden: "Wat een zot, wat een dromer!" Dat duurde tot op de dag van de zondvloed die heel de aarde overspoelde: "Venit diluvium et perdidit omnes."

Zo zal de slotcatastrofe zich aanmelden wanneer de aarde het veiligst is, de beschaving zal haar hoogtepunt bereikt hebben, het geld overvloedig op de markt zijn, nooit zullen de openbare fondsen zo verhogen. Er zullen nationale feesten zijn, grote tentoonstellingen, de mensheid - door stoffelijke welvaart bedwelmd -zal geen hoop meer stellen op de Hemel, gemeen gehecht aan de laagste verleidingen van het leven zal ze zeggen met de gierigaard uit het Evangelie: "Mijn ziel, je bezit goederen voor lange jaren, drinkt, eet, vermaak je..." Maar opeens midden in de nacht, in media nocte, want het zal in de duisternis gebeuren en op het fatale middernachtelijk uur waar de Heer voor het eerst verscheen in zijn vernedering, zal hij nu verschijnen in zijn heerlijkheid en de mensen, plots gewekt, zullen groot lawaai en luid getier horen en een stem zal weerklinken: ‘God is daar, ga hem tegemoet: Ecce sponsor venit, exile obviam ei’ [Mt, 25,6].

We bewaren in onze archief in Savoie de herdenking en nagedachtenis van een verschrikkelijke catastrofe die ons een beeld en een aftekening bezorgt van wat er zich zal afspelen wanneer God de mensheid zal achterlaten en zijn goddelijk geduld op zal zijn.

Het gebeurde zevenhonderd jaar geleden in 1248, op 24 november daags voor het kerkelijk feest van de heilige Katharina. Die avond was het zacht en rustig weer, de sterren blonken aan het firmament. Heel de vallei, waar nu de stad Chambéry ligt, rustte zacht en veilig.

Dan heerste een goddeloos en verdorven personage als een tiran over een voorgoed verdwenen stad die toen nabij de aangehaalde stad lag. [Het gaat over de stad Saint-André, zeer bloeiend in de achtste eeuw en op 7 km van Chambéry]

Dit personage had talrijke blijde tafelgenoten verzameld. Hij vierde met feestmalen en losbandigheden het heiligschendend beroven van een klooster dat hij omgezet had in een profane plek, nadat hij er zonder pardon de monniken en gewijde gasten die de wettelijke eigenaars waren uitgedreven had. Zoals ten tijde van Balthasar was het maal overvloedig en vloeiden wijn en likeur even overvloedig als de godslastering en het grijnzend gelach ... Opeens in een oogwenk, midden in de nacht, beeft de aarde hevig, vreselijke wervelwinden, stemmen en stormgehuil die wel schenen uit de Hel op te stijgen schudden hemel en aarde door elkaar, en nog voor de aanzittenden kunnen opstaan of een noodkreet slaken werden ze door de instorting van een reusachtige berg bedolven: een stad, vijf gehuchten, een streek met zesduizend inwoners worden weggespoeld naar de afgrond waarvan de sporen onuitwisbaar in onze grond gegrift staan en waarvan de legendarische nagedachtenis voor altijd levendig in de geest en het geheugen van onze bevolking geprent staan.

Deze afbeelding uit een van de meest gedenkwaardige en lugubere gebeurtenissen uit onze geschiedenis is in zekere zin levendiger en meer prangend dan de geschiedenis van Noah en zijn ark.

Want tenslotte, ten tijde van Noah en de zondvloed, kregen de mensen juist de tijd voor ze stierven om zich te herkennen en de genade van berouw te bekomen, daar de ramp maar geleidelijk losbrak, en als niet iedereen gered werd voor dit leven, verklaart sint Petrus ons uitdrukkelijk dat het grootste aantal zich tot God keerde en gered werd voor het komende leven. In zijn eerste epistel, 3, 19-20 zegt hij ons dat wanneer Jezus Christus' heilige ziel van zijn lichaam gescheiden werd ‘naar het voorgeborchte ging preken en de ongelovigen verlossen die ten tijde van Noah Gods geduld hadden opgewacht.'

Maar, op de dag van het oordeel, zal het gaan als bij de afgrond van Myans en aan de voet van de heuvel van Saint-André, alles zal prompt en onstuimig verlopen: Caeli magno impetu transient.

Jezus Christus zegt het ons: ‘Dat degene die boven in huis is de moeite niet doe om beneden te komen om iets uit huis mee te nemen. En dat degene die op het veld is niet terugkeert om zijn kleren mee te nemen. O wee de vrouwen die zwanger zullen zijn en die voeden in die dagen ... Als iemand dan zegt: "Christus is hier of is daar, geloof hem niet, want met dezelfde snelheid als de bliksem van oost naar west stormt zal de komst van de Mensenzoon verlopen" [Mt 24: 17, 18, 27].

Deel III

Maar hoe zal die grote vernieling verlopen, welke is er de toevallige of doeltreffende oorzaak van, de hoofdfactor, de rechtstreekse en onmiddellijke bewerker? De heilige Schrift heeft geen enkele omstandigheid van dit gebeuren willen overslaan, het meest beslissende en meest plechtige sinds de schepping. De Schrift leert ons dus dat de wereld niet zal vergaan door een overstroming als bij de zondvloed, dat ze niet zal instorten door een aardbeving en niet zal bedolven worden onder as en lava zoals onder het rijk van Titus in Herculanum en Pompei. Ze zal aangestoken worden en uitgeroeid door het vuur: Terra autem et quae in ipsa sunt opera exurentur. Het was al de mening in de Oudheid bij de Egyptenaren en de Perzische filosofen. Cicero heeft gezegd dat de wereld door het vuur zou vergaan.

Maar, het opmerkelijke is dat de huidige wetenschap overeenstemt met de heilige Schrift om te getuigen dat het vuur de grote uitvoerder van Gods rechtvaardigheid en de daaropvolgende vernieuwing zal zijn.

Zo heeft de wetenschap, zoals de Bijbel, vastgesteld dat het uur de eerste geschapen kracht is die haar energie en haar activiteit openbaard heeft. Het is door het vuur dat de natuur bevrucht werd en de elementen in werking traden. Het is door het vuur dat de grote revoluties in de primitieve wereld in werking kwamen, dat de bergen opgeheven werden, dat de sterren zich ontwikkelden en dat ten slotte al die orde, al die variëteit in het heelal zich aan onze blik en onze bewondering toont.

‘In het begin,' zegt Genesis in hoofdstuk 1 vers 2, 'was de aarde leeg en zonder vastheid en de duisternis heerste over heel het aanzien van de afgrond’. Met andere woorden, zoals de geleerden en de commentatoren ons uitleggen, was de stof vervlogen tot damp. Vooraleer de Schepper hem zijn eigenschappen en diverse vormen had toegekend door hem te vestigen in het werk van de zes dagen waren al deze samenstellende elementen onduidelijk, onenig, als chaos.

De aarde, de zon, de sterren vertoonden het beeld van een uitgebreide, onvloeibare en gasaardige zee in het heelal. ... Maar die zee was niet onbeweeglijk en inert. Aan haar oppervlakte en in haar intiemste diepte kolkte ze en werd ze bewogen door de levensgevende adem van een eeuwige en almachtige agent die de Heilige Geest was: Et spiritus Dei ferebatur super aquas [Gen 1,2]. De heilige Geest deed het stoffelijke een soort incubatie ondergaan. Onder impuls en ijver van deze oneindige en soevereine warmte werden de elementen onderworpen aan een smelten en hersmelten, ze verbeterden, ze verkregen hun macht en energie, ze ontdeden zich van hun slakkenhuis zoals het goud loutert en zich ontdoet van zijn roestlaag in de smeltkroes. En wanneer ze, zo omgevormd door de bries van de goddelijke Geest, bekwaam werden gemaakt om Gods stem te horen, riep de Schepper hen achtereenvolgens en zei: ‘Dat het licht weze, en het licht werd’. En, nadat hij de dag en de nacht geschapen had en de Hemel had uitgespreid, scheidde hij de vaste stof van de omvattende wazige massa en zei: ‘Je zult aarde heten’ en de aarde werd bevestigd. Hij sprak ook tot de wateren en op de aardbol alleen het nodige vocht achterlatend dat voor het begieten van de aarde en het vullen van de zeeën vereist was. Hij zond de rest onder de vorm van damp of ether om de uitgebreide ruimtes boven alle firmamenten te vullen: Divisitque aquas quae erant sub firmamento, ab his quae erant super firmamentum [Gen 1: 17].

Dit was een groots en verheven tafereel dat uitgebreide en wonderbare ontwikkelingen zou teweegbrengen. Wie zou zijn geest niet voelen ontplooien en beginnen popelen bij het zien van die schepping, van dit meesterwerk van macht en goddelijke wijsheid dat stromen van licht en schoonheid uit die vormloze duistere oceaan deed ontspringen, en alle roerloze wezens in beweging en in actie bracht en waarvan de goddelijke Geest zich meester gemaakt had met zijn deugd, ijver en uitstraling? Et spiritus oris ejus omnis virtus eorum [Ps 33,6]. Maar nu kunnen we slechts toevallig over deze wonderbare acties praten in de mate dat ze met het aangesneden onderwerp betrokken zijn.

Maar deze zelfde Geest Gods, die zeer gul schatten aan evenwichtigheid en volmaaktheid over het heelal heeft verspreid, zal gelijkaardig te werk gaan om nieuwe hemelen te ordenen en het paleis op te richten dat eeuwig zal dienen als woonplaats voor de verheerlijkte mens.

Hier fantaseren we niet, onze uitspraak is niet de onze, maar deze van alle profeten die zeiden, van alle evangelisten die schreven: ‘Het vuur, werd beweerd, zal het gezicht van de Heer voorafgaan, zal zijn vijanden in de omgeving uiteendrijven, zal de bergen doen smelten en de heuvelen zullen als was instorten [Ps 94,3-4]. ... Bij zijn uitstraling zal de zon verduisteren en zal de maan geen licht meer geven, de sterren zullen neerstorten, een tweede maal ontbonden zullen ze zich in de lucht oplossen als fijne druppels.

Dit vuur zal de bozen verscheuren als stro, hun beenderen tot op het merg binnendringen en voor eeuwig opbranden.

Het zal de laatste beproeving uitmaken van de rechtvaardigen die in de laatste dagen zullen leven. Het zal voor hen het Vagevuur vervangen waarvan, op het ogenblik van de verrijzenis, de helende vlammen zullen doven om niet meer aangestoken te worden. Het zal de smeltkroes zijn waarin de overschot van hun aardse roest zullen neerleggen opdat geen smet hun blanke kleren zou vervuilen wanneer ze voor Gods troon zullen verschijnen.

Al deze gebeurtenissen zullen zonder twijfel in vervulling gaan, ze zijn zeker vanuit een absolute zekerheid zoals God dat zelf is, zoals zijn Geest van waarheid dat is, die noch vergissing noch enige verandering duldt.

Waarachtig, er mag verklaard worden dat we met ons allen hier aanwezig deze aarde zullen verlaten hebben alvorens getuige te zijn van dit grote tafereel van verlatenheid en vernieling. Jezus Christus heeft nochtans geoordeeld dat we nuttig ingelicht zouden zijn, want deze grote waarheden zijn niet speculatief maar bedoeld om op onze levensloop een praktische en onmiddellijke invloed uit te oefenen.

Inderdaad, als de aarde met al wat ze inhoudt eens in het vuur moet verdwijnen, zijn de bezittingen van deze wereld niet kostbaarder dan het hout en het stro. En dan, waarom er zoveel aandacht aan wijden? Waarom trachten te bouwen en sporen van onze genie en macht achter te laten daar waar we geen permanent verblijf bezitten en waar het gezicht van deze wereld zal meegesleurd worden als een tent die gen reizigers beschut?

Kunnen we beweren dat die verschrikkelijk ramp zich maar in de eeuwen der eeuwen zal gebeuren? Maar Jezus Christus zegt ons dat die eeuwen der eeuwen maar een ogenblik betekenen voor de Eeuwigheid, en als het ogenblik aangebroken zal zijn en wanneer we vanuit de omgeving van het toekomstig leven getuige en agent van dit hoogste drama zullen zijn, zal de tijd van de mensheid zo kort zal lijken, dat we amper zullen oordelen dat het één dag duurde [Ps 81,4].

Sint Paulus, de grote profeet, die tijd noch ruimte aanmeet, zag zich daar al naar vervoert. ... De heilige Hieronymus in zijn grot van Bethlehem hoorde de trompet van het oordeel de doden opwekken en zijn haar stond recht van angst, zijn vlees en beenderen huiverden van een onuitsprekelijke rilling. ... Ten slotte zegt Jezus Christus over deze grote waarheden te bezinnen, want we zullen vast verrast worden en het uur zal vroeger slagen dan gedacht.

Op het einde van de veertiende eeuw verscheen er een buitengewoon personage diep in Spanje. Hij heette Vinvent Ferrier. Profeet en wonderdoener vanaf zijn jeugd, groeide hij op te midden de algemene bewondering. Gods Geest kwam over hem, veroverde zijn hart en ontstak in hem een ijverig vuur, ongezien sinds sint Paulus. Hij nam bezit van zijn lichaam dat hij ondersteunde ondanks zijn uiterste zwakheid midden diepe vermoeidheid en harde strengheid. In zijn handen legde hij de macht van de mirakels en op zijn lippen de meest wonderbare kracht van het woord dat de mensheid hoorde sinds Paulus.

Bovenmenselijk wezen, alhoewel mens, weigerde hij steeds de waardigheid die de Paus hem opdrong. Zijn leven was een gebed, en vasten, een doorlopende preek. ... Twintig jaar lang doorkruiste hij Europa en twintig jaar lang rilde Europa, bonste het in de warmte en de vlam van zijn geïnspireerde accenten [Mgr. Gaume, Où allons-nous?]

Het laatste oordeel was het bevoorrechte onderwerp van zijn toespraken. Hijzelf verkondigde de wereld dat hij speciaal gezonden was door de opperste Rechter om de laatste dagen aan te kondigen.

Maar, het was op een dag in Salamanca, de stad bij uitstek van theologen en geleerden. Een ontelbare menigte verdrong zich om de Hemelbode te horen. Opeens verheft hij de stem: ‘Ik ben de engel van Openbaring die Sint Jan midden door de hemel deed vliegen en die luid riep: Volkeren, vreest de Heer en breng hem ere want de dag van het oordeel nadert.’

Bij deze vreemde woorden ontstond een onbeschrijfelijk gemurmel onder de bijeenkomst. Er wordt gehekeld om gekheid, opschepperij en goddeloosheid.

De bode van God houdt even stil, de ogen ten hemel, in een soort vervoering en extase, wordt weer bewust en met luide stem roept hij opnieuw: "Ik ben de engel van de Openbaring, de engel van het oordeel." De verwarring en het gemurmel stijgen ten top. "Wees gerust," zegt de heilige, "erger je niet aan mijn woorden, je zult met eigen ogen kunnen zien dat ik ben wat ik zeg. Gaat naar het uiteinde van de stad bij de Sint-Pauluspoort en u zult er een dode vrouw vinden, breng ze naar hier en ik zal ze weer tot leven roepen als bewijs van wat Johannes over me verteld heeft."

Nieuwe kreten en een nog grotere tegenspraak volgen op dit voorstel. Nochtans besluiten enkele mannen nar de poort te trekken. Ze vinden er inderdaad een dode vrouw, ze nemen ze op en dragen ze midden de bijeenkomst.

De apostel die geen moment de hoge plek vanwaar hij preekt verlaten heeft zegt tot de overledene: "Vrouw, in naam van God beveel ik je op te staan." ... Meteen staat de dode in haar lijkwaad gehuld op, laat de zweetdoek van haar gezicht vallen en toont zich springlevend aan de menigte. ... Vincent voegt er dan aan toe: "voor Gods eer en het heil van het volk zeg, nu je kunt spreken, of ik waarachtig de engel van de openbaring ben gelast aan de wereld het nakende laatste oordeel te verkondigen." "Je bent deze engel," antwoordt de vrouw, "je bent het waarachtig."

Om dit wonderbaar getuigenis tussen twee wonderen te plaatsen zegt de heilige nog: "Blijf je liever in leven of wil je opnieuw sterven?" "Graag zou ik leven," zegt de vrouw." ‘Leef dan," herneemt de heilige. Ze leefde inderdaad nog lange jaren, als een levendige getuige, zegt een historicus, van een verrassend wonder en van de hoogste zending die een mens ooit kreeg.

We betwisten de waarachtigheid van dit verhaal niet. Het veroorzaakte twijfel bij enkele hagiografen en de omstandigheden die ermee gepaard gingen veroorzaakten kritiek en discussie. Maar om onze overtuiging te staven moeten we slechts vaststellen dat de Kerk het nooit apocrief verklaarde, want in de bul van heiligverklaring wordt gezegd: ‘Hij had de woorden van het eeuwige evangelie om, zoals de engel midden in de Hemel vloog, Gods rijk te verkondigen in elke taal, aan elke stam en natie en het nakende laatste oordeel te bewijzen’.

Nochtans is het bijna vijfhonderd jaar geleden dat die gebeurtenis voorviel en het door de wonderdoener van de veertiende eeuw aangekondigd oordeel heeft niet plaats gehad. Kunnen we daaruit besluiten dat de heilige zich vergist heeft en dat het wonder van die verrijzenis bevestigd door ernstige en betrouwbare getuigen, beschreven en overgeleverd door beeldhouw- en schilderkunst onder de legenden dient geplaatst als een allegorie of een uitvindsel?

Sint Vincent Ferrier heeft gesproken zoals heilige dokters hem voordeden en zoals de meeste grote apostolische mannen hem nadeden.

Zo hekelt de heilige Hieronymus waarachtig een zekere Juda, beroemd auteur van een Histoire Ecclésiastique omdat hij verklaard had dat het geweld van de vervolgingen een voorteken van het einde der tijden was en dat deze weldra zou gebeuren. Maar dezelfde Hieronymus verklaart, in een van zijn brieven [tweede brief aan Agéruchie de Monogam] waarin hij elegant de rampen en calamiteiten beschrijft waarvan hij getuige was, ongeveer dezelfde opinie.

Sint Cyprianus [Ep 58] schrijft dit: "Je moet zeker en overtuigd zijn dat de dag van de uiterste verslagenheid boven ons hoofd ontplooid is en dat de tijd van de Antichrist nabij is." Sint Ambrosius roept uit in de lijkrede van zijn broer Satyre: "Hij is uit het leven onttrokken opdat hij niet getuige zou zijn van het einde der wereld en de totale vernieling van het heelal." Sint Gregorius de Grote en Sint Bernardus hebben dezelfde gevoelens uitgedrukt in hun boeken en toespraken. Deze illustere dokters en grote heiligen hebben zo gesproken, ofwel omdat ze het geloof zagen uitdoven en de rampen van hun tijd elke dag zagen uitbreiden in de meest schrikwekkende afmetingen, ofwel waren ze door angst gegrepen vanwege de gedachte aan die grote dag en ze die heilzame angst wilden doorgeven aan de verdwaalde mensen om hen terug te brengen naar de kennis van God en het goede. Nochtans kan niet gezegd dat ze van de waarheid afweken. Ze spraken volgens de Schrift die deze fundamentele waarheid benadrukt en niet ophoudt te tonen dat de komst van de goddelijke Rechter nabij is: Prope est jam Dominus.

Daarin hebben de Apostelen en de verlichte schrijvers ons niet bedrogen, omdat de tijd niets betekent voor degenen die de grenzen van het aardse leven overschreden. "De eeuwen," zegt de Heilige Geest, "betekenen niets meer dan de voorbijgaande dag: tanquam dies hesterna quae praeterit." Evenals er aan het firmament sterren zijn die myriaden mijl van mekaar liggen maar toch, vanwege de afstand, bijeen liggen op een punt vanop de aarde bekeken, zo ook in Gods hoogstaande leven waarin we eens zullen gedompeld worden, zal de tijd onbestaande zijn. Een jaar, honderdduizend jaren, miljoenen jaren vanuit de eeuwigheid aanschouwd zullen maar stippen lijken. We zullen ze zo microscopisch inschatten dat ze in zekere zin geen onderling verschil uitmaken dat ons verstand kan ontwaren.

Zodoende is het waarachtig toegelaten op de algemene verrijzenis, als op de gedeeltelijke verrijzenissen die Jezus Christus veroorzaakte, dit woord van de evangelist Sint Jan toe te passen: ‘Ze komt op het uur dat degenen in de graven en mausolea de stem van Gods Zoon horen: ‘Venit hora, et nunc est quando mortui audient vocem Filii Dei, et qui audierint vivent [Jo 5: 27].

Overigens zal bij de dood ons doel voor eeuwig bezegeld zijn en het bijzonder oordeel dat erop moet volgen zal weldra vastleggen in welke omstandigheden we voor de zitting van het gerecht zullen verschijnen en de rang die ons zal toebedeeld worden.

Bij de onvermijdelijke conclusie van het menselijk lot is de drukte van onze politiek slechts overbodig lawaai. De revoluties die volkeren doen verdwijnen en republieken en keizerrijken vernielen betekenen minder dan een nieuwe scene of een ander decor in het theater. Al deze kolossale ondernemingen en wonderbare werkzaamheden waarmee de mensen bezig zijn en die volmaakt uitgevoerd worden dankzij de grootste offers en de meest riskante inspanningen lijken maar rook en zijn kwetsbaarder dan een spinnenweb dat zelden langer dan één dag duurt.

Dan zal er geen ander onderscheid tussen de mensen bestaan dan die van de verdienste en de deugd. Alle overbodige en eerzuchtige gedachten zullen weg zijn. De politiek is gedaan. Zelfs de wetenschap zal vernield zijn, scientia destretur [Rom 3,8].

Gelukkig degenen die het goddelijk woord gehoord en trouw in hun hart bewaard hebben. Gelukkig degenen die, uit hun slaap ontwakend, rechtschapen en in volle licht zullen doorgaan volgens de aanbeveling van de Apostel. Gelukkig degenen die, zoals de wijze maagden, de olie van hun lamp gekoesterd hebben en hun schoof samengesteld hebben voor de dag van de plechtige en schitterende oogst!

Deze zullen voorbestemd genoemd worden omdat, volgens Johannes, hun namen in het levensboek van het Lam geschreven staan, het Lam dat gedood werd sinds het begin van de wereld. Moge dit lot het onze zijn. Amen!

Bron: Abbé Arminjon [Chambéry, 15 april 1824 - Chambéry, 17 juni 1885]

Vertaling: [Broeder Joseph]

05-03-1978
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Is dit de tijd waarover ze spraken?
Is dit de tijd waarover ze spraken?

Europa en de terugkeer van de Koning

Terwijl het economische knoeiwerk zich ontvouwt in Europa zoals een slow motion video van een achterwaartse duiksprong tijdens de Olympische Spelen, denk ik soms na over een nogal vreemde vraag:

"Is dit de tijd waar zij over spraken?"

“Is dit de tijd…"

Welke tijd? De tijd dat Europa de wereld de wereld in de brand stort. Een tijd van crisis zoals we nog nooit eerder hebben gezien. Jongens, na al wat we reeds hebben gezien, zal het een tijd zijn die ons zal doen huiveren.

"… waar ze over spraken?”

Wie dan? De katholieke profeten. Ja, er zijn er die er wel of niet in geloven, maar niemand praat er graag over, tenzij hen die hun auto graag volplakken met stickers dat het einde nabij is, of “bij de opname zal deze auto onbemand zijn.” U vindt hen vooral in de Verenigde Staten.

Neen, wij behoren niet tot die groep, maar we hebben wel profeten, ja, profeten die hebben gesproken over de toekomst. En terwijl er geen tekort bestaat aan “katholieke” kwakzalvers en charlatans, bestaan er honderden en honderden optekeningen van goedgekeurde katholieke oorsprong, heiligen, wijzen, geestelijken en dokters van de kerk, die elk op hun eigen manier, ons lieten weten wat de mensheid kan overkomen voor het einde van de wereld.

En terwijl geen enkele katholiek hierin moet geloven en elke katholiek vrij is om dit alles te verwerpen, betekent dit niet dat er niet mag over gesproken worden.

Wat hebben deze heiligen, geleerden, geestelijken en dokters ons te zeggen? Het basisscenario gaat ongeveer zoals dit:

In de toekomst, wanneer het einde van de wereld nabij zal zijn, maar voor de opkomst van de antichrist, zullen de wereld en de kerk zich in een verschrikkelijke staat bevinden. Het geloof zal grotendeels zijn verdwenen of, zoals de Heilige Nilus het vertelt:

Er zal geen respect meer zijn voor de ouders en de ouderen. De liefde zal verdwijnen, en christelijke priesters en bisschoppen zullen nutteloze mensen worden en niet meer in staat zijn om hun rechterhand van hun linkerheid te onderscheiden. Als die tijd komt zullen de moraal en de tradities van de Christenen en van de Kerk veranderen. Mensen zullen hun bescheidenheid verwerpen, en schaamteloosheid zal regeren. Valsheid en hebzucht zullen grote vormen aannemen, en slechtheid zal komen over zij die schatten verzamelen. Lust, overspel, homoseksualiteit. Geheime daden en moord zullen de gemeenschap regeren.”

Straffen, er zullen straffen volgen, met een grote letter S. Er bestaan verschillende soorten straffen. En de grootste straf die een rechtvaardige God over de wereld kan laten komen, is de wereld zijn eigen gang te laten gaan, Zijn hand terug te trekken, zodat de bomen, door onze eigen tegengestelde wil, enkel slechte vruchten zullen voortbrengen.

Vele profetieën hebben gemeen dat de grote Straf zal beginnen met sociale onrust en anarchie in Europa [meest waarschijnlijk economische anarchie] die zal uitgroeien tot burgerlijke onrust en tenslotte een algemene oorlog. De profetieën leggen zich vooral toe op Europa, maar de onrust zal verder reiken. Op een bepaalde moment zullen kerk en gelovigen een doelwit worden van met haat gevulde harten. Op hen zullen de ergste beproevingen worden losgelaten.

Te midden van deze chaos en de oorlog, zal de paus met tegenzin moeten vluchten uit Rome om zich elders schuil te houden. Uiteindelijk wordt hij door zijn vijanden gevonden en gedood en zijn vijanden hebben maar één ding tot doelstelling: het vernietigen van de kerk. Maar tot ieders verrassing zal er te midden van deze chaos een nieuwe en grote paus op een haast miraculeuze wijze worden verkozen. Deze paus zal een koning kronen, ja een koning, een Franse koning om aan de chaos een einde te helpen maken.

Deze koning zal de vijanden van de Kerk een nederlaag toebrengen, het Heilige Roomse Rijk herstellen en als de Grote Monarch, of Keizer van een hersteld Heilig Roomse Rijk de facto leider van de wereld worden. In deze hoedanigheid zal hij de orde herstellen, vrede en gerechtigheid in de wereld brengen en zal het Evangelie opnieuw worden verspreid over de hele wereld. Na een onbepaalde tijd van vrede en welvaart, zal de wereld terug hervallen in haar oude manieren en zo de weg voorbereiden voor de opkomst van de antichrist.

Dit brengt ons terug naar onze hoofdvraag. Indien deze profetieën enige gegrondheid inhouden, is de huidige crisis in Europa dan deze die de voorloper zal zijn van alle andere crisissen?

Toen ik, midden de jaren tachtig, deze profetieën voor het eerst bekeek, was het alsof ik dacht dat de Russen de grote bedreiging vormden. Maar toen eindigde de koude oorlog en lijkt het alsof alles verafgelegen is.

Maar dan kwam er een stelletjes postchristelijke leiders aan de macht, die na eeuwen van handelen als de Hatfields en de McCoys, besloten dat een blijvende vrede alleen kon worden bereikt door alle voorzichtigheid binnen een turbulente economische wereld overboord te gooien en te streven naar soort wereldbank met onbeperkt krediet. Nu begint langzaam aan te blijken dat dit misschien niet zo’n goed idee was. Er kwam luxe en nog grotere luxe en de mensen wilden steeds maar meer krediet. Eén huis of villa was niet meer genoeg. Vooral in vakantieoorden begon men te bouwen en te bouwen, maar als de huurders en kopers wegblijven, dan ontstaat er een zeepbel die ontploft.

Nu Europa, met een zeer twistrijke geschiedenis, aan de rand staat van een economische ramp, houden katholiek vertrouwden hun ogen gericht op deze profetieën. Keer op keer kwam Europa alle strijd te boven, maar als deze heiligen, geleerden, geestelijken en dokters het bij het juiste eind hebben, dan is de tijd nabij.

En zo rijst de vraag: “Is dit de tijd waarover zij spraken?”

Bron: National Catholic Register, Pat Archbold

Vertaling: Chris De Bodt


03-03-1978
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.H. Dionysus van Luxemburg [1682]
H. Dionysus van Luxemburg [1682]

Profetie 1

De conceptie van de Antichrist zal zijn als deze van Christus, behalve dat hij zal gestuurd worden door de duivel, in plaats van de Heilige Geest. Hij zal macht van de duivel bezitten, zoals Christus de macht van God bezat.

Profetie 2

De conceptie van de Antichrist zal zijn zoals deze van Christus, behalve dat hij zal gestuurd worden door de duivel, in plaats van de Heilige Geest. Hij zal macht van de duivel bezitten, zoals Christus de macht van God bezat.

Profetie 3

Van bij het begin zal de antichrist de krachten hebben van de duivel. Hij zal zo slecht van karakter zijn dat het zal lijken alsof de duivel zelf zijn vader is. Hij zal zijn kwade neigingen erven van zijn moeder, die hem ook zal opleiden in het kwade.

Vertaling: Chris De Bodt


02-03-1978
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.H. Robertus Ballarminus [1621]
H. Robertus Ballarminus [1621]

Profetie 1

Alle katholieken aanzien de antichrist als één bepaalde persoon, maar er bestaat voorafgaand eigenzinnige ketterij dat hij aan het hoofd zal staan van de Katholieke Kerk en van hieruit zal heersen op een tirannieke wijze met één koninkrijk.

Profetie 2

En het moet geweten zijn dat in de goddelijke brieven de Heilige Geest zes onbetwistbare tekenen heeft gegeven over de komst van de antichrist: twee dingen die zullen voorafgaan, met name het onderwijzen van het Evangelie over de hele wereld en de vernietiging van het Roomse Rijk.

Profetie 3

De mannen uit dezelfde tijdsperiode [de 2 getuigen] die geprofeteerd zijn als Enoch en Elias en de grootste en laatste vervolging en ook het openbare offer van de Heilige Mis zullen volledig worden stopgezet. Deze tekenen houden de dood in van de antichrist na drie en een half jaar [nadat hij aan de macht kwam] en het einde van de wereld. Geen van deze tekenen hebben we tot op vandaag waargenomen.

Profetie 4

De derde vertoning is de komst van Enoch en Elias, die nu zelfs leven en zullen leven als tegenstanders van de antichrist tot behoud van het geloof in Christus van de verkozenen en op het einde de Joden zullen bekeren en het is zeker dat dit op op heden nog niet in vervulling is gegaan.

Profetie 5

En het zal gemakelijk worden erkend dat het waar is en niet tot de kinderlijke fantasie behoort, maar het meest ware feit is dat Enoch en Elias persoonlijk zullen terugkeren, net zoals het zal worden gezien dat het tegengestelde feit [dat ze niet persoonlijk zullen terugkeren] ofwel absoluut ketters is, ofwel een ernstige dwaling die dicht aanleunt tegen het ketterse.

Profetie 6

De zesde vertoning zal voortkomen uit het laatste teken, dat volgt op de antichrist, wat de voltooiing van de wereld zal zijn. Na de antichrist zal plots het Laatste Oordeel volgen…de toekomstige heerschappij van de antichrist zal 1290 dagen duren. Het evangelie van het Koninkrijk zal over de hele wereld worden gepredikt en daarna zal de voltooiing der wereld komen.


Vertaling: Chris De Bodt


01-03-1978
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sint Franciscus van Paola [1416-1507]
Sint Franciscus van Paola [1416-1507]


Profetie 1

Een nieuwe orde zal dan worden gesticht door de Cruciferi [de dragers van het kruis], omdat hun leden een kruis zullen hebben op hun banier. Deze orde zal samengesteld zijn uit drie groepen: de eerste zal bestaan uit gewapende ruiters, de tweede groep zal bestaan uit priesters en de derde groep uit verpleegsters. Deze ridders van het kruis [kruisvaarders] zullen de moslims, ketters en afvallige Christenen tot Christus bekeren.

Profetie 2

De grote leider van de heilige militie zal de wereld veroveren en zal de aarde zo volledig beheersen dan geen koning of heer zal kunnen bestaan, tenzij hij tot de geheiligde hostie en de Heilige Geest behoort. Deze vrome mannen zullen op hun borst, maar nog meer in hun hart, het teken van de levende God hebben, met name het Kruis.

Profetie 3

De eerste leden van deze heilige orde zullen afkomstig zijn uit de stad waar ongerechtigheid, ondeugd en zonde zal heersen. Maar, ze zullen van het slechte naar het goede worden bekeerd, van opstandelingen tegen God zullen ze de meest vurigen en gelovigen worden in Zijn goddelijke dienst. De stad zal door God, de Grote Koning, de uitverkorenen en de geliefden van de Almachige Heer, bemind worden.

Profetie 4

Voor de weldaad van deze stad zullen alle heilige zielen die er geboet hebben bidden in het zicht van God voor die stad en haar inwoners.

Profetie 5

Wanneer de tijd zal komen van de grote en aller juiste gerechtigheid van de Heilige Geest, zal Zijne Goddelijke Majesteit willen dat een stad zich tot God zal bekeren en dat velen van haar inwoners de grote prins van het heilige leger zouden volgen en zal de eerste persoon die openlijk het teken van de levende God zal dragen tot die stad behoren, omdat hij door een brief van een heilige kluizenaar zal worden bevolen, om het in zijn hart de laten opnemen en het uiterlijk op zijn borst te dragen.

Profetie 6

Die man zal beginnen nadenken over de geheimen van God, over het lange bezoek dat de Heilige Geest zal brengen en de heerschappij die hij zal uitoefenen over de wereld door het heilige leger. O, gelukkige man, die van de Allerhoogste de grootste voorrechten zal ontvangen! Hij zal de verborgen geheimen van de Heilige Geest doorgronden en zal dikwijls de bewondering wekken van de mensen door de onthulde kennis van de innerlijke geheimen van hun hart. Verheug u, Mijn Heer, omdat deze prins u de grootste verering zal voorbehouden en dit boven koningen en andere koningen en boven de andere prinsen, en na te zijn gekroond met de drie meest bewonderenswaardige kronen, zal hij die stad vergeven en vrij verklaren. De zetel van het Rijk zal het worden en het zal één der eerste steden der wereld worden.

Profetie 7

Hij zal de eerstgeboren zoon zijn en tijdens zijn kinderjaren zal hij als een heilige zijn, maar tijdens zijn jeugdjaren een grote zondaar. Dan zal hij zich totaal bekeren tot God en grote boete doen. Zijn zonden zullen hem worden vergeven.

Profetie 8

Hij zal een grote aanvoerder en prins worden van heilige mensen, die de "H. Kruisdragers van Jezus Christus" zullen worden genoemd. Met hen zal hij het leger van de mohammedaanse secte en de rest van de ontrouwen verslaan. Hij zal alle ketterij en tirannie van de wereld verbannen. Hij zal Gods kerk hervormen door de hulp van zijn volgelingen, die de besten op de aarde zullen zijn in heiligheid, wapens, wetenschap en in elke deugdzaamheid, omdat dit de wil zal zijn van de Allerhoogste. Zij zullen de heerschappij over de hele wereld bekomen, zowel stoffelijk als geestelijk en zij zullen de Kerk van God bijstaan tot het einde der tijden.

Profetie 9

De Almachtige God zal een heel arme man van het bloed van Keizer Constantijn verheven, zoon van de Heilige Helena en van het zaad van Pepijn, die op zijn borst het rode Kruis zal dragen. Door de macht van de Allerheiligste zal hij de tirannen, ketters en ongelovigen in de war brengen. Hij zal een groot leger verzamelen en de engelen zullen met hem vechten. Zij zullen al de vijanden van God verslaan.

Profetie 10

Vanaf het begin van de wereld, na de schepping van de mens en tot het einde van de menselijke generaties, zijn er en zullen er mooi gebeurtenissen zijn op aarde. Vierhonderd jaren zullen niet voorbijgaan wanneer zijne goddelijke Majesteit de wereld zal bezoeken met een nieuwe, hoognodige religieuze orde, die meer goed zal brengen onder de mensen dan alle godsdiensten instituten samen. Deze religieuze orde zal de laatste en de beste zijn in de Kerk: ze zal bewogen worden door strijdvaardigheid, gebed en gastvrijheid.

Profetie 11

Wee de tirannen, de ketters en de ontrouwen, voor wie geen genade zal gelden omdat dit de wil is van de Allerhoogste! Een oneindig aantal van verdorven mensen zal het leven laten door de handen van de Kruisdragers, de ware dienaars van Jezus Christus. Zij zullen handelen als goede echtgenoten als ze het schadelijke onkruid en doornachtige distels in het tarweveld zullen vernietigen. Deze heilige dienaars van God zullen de aarde zuiveren met de dood van een onmeetbaar aantal verdorvenen.

Profetie 12

Wee de tirannen, de ketters en de ontrouwen, voor wie geen genade zal gelden omdat dit de wil is van de Allerhoogste! Een oneindig aantal van verdorven mensen zal het leven laten door de handen van de Kruisdragers, de ware dienaars van Jezus Christus. Zij zullen handelen als goede echtgenoten als ze het schadelijke onkruid en doornachtige distels in het tarweveld zullen vernietigen. Deze heilige dienaars van God zullen de aarde zuiveren met de dood van een onmeetbaar aantal verdorvenen.

Profetie 13

Vele steden en dorpen zullen tot ruïnes worden herleid, met de dood van een oneindig aantal van goede en slechte mensen. De ontrouwen zullen eveneens vechten tegen de Christenen en de ketters, die het grootste gedeelte der Christenen zullen doden. Uiteindelijk zal het leger naar de “stijl van het kruis,” niet alleen tekeer tegen de Christenen en het Christendom, maar tegen de ongelovigen in de heidense landen en zij zullen al deze koninkrijken veroveren met de dood van een zeer groot aantal ongelovigen.

Profetie 14

Daarna zullen ze triomfantelijke legers tegen de slechte Christenen richten en alle opstandelingen tegen Jezus Christus vernietigen. Deze dragers van het Heilig Kruis zullen in heiligheid heersen over de wereld en dit tot het einde der tijden…Maar wanneer zal dit plaats vinden? Wanneer kruisen met stigma’s zullen worden gezien en het kruisbeeld zal gedragen worden als vaandel…Dit vaandel zal vereerd worden door alle goede Katholieken, maar bij de aanvang zal het bespot worden door slechte Christenen en ontrouwen. Hun hoon zal echter worden veranderd in rouw als ze de prachtige overwinningen zullen zien die er zullen worden door bereikt tegen tirannen, ongelovigen en ketters…

Profetie 15

Die man, de leider van de Kruisdragers, zal een grote zondaar zijn tijdens zijn jeugdjaren, maar zoals de Heilige Paulus zal hij geraakt worden en zich bekeren tot God. Hij zal de stichter zijn van een nieuwe religieuze orde, verschillend van alle andere. Hij zal deze opdelen in drie klassen: Militaire ridders, alleenstaande priesters en zeer vrome hospitaalridders. Dit zal de laatste religieuze orde worden van de Kerk en zal méér goed doen voor onze heilige godsdienst dan alle andere godsdienstige instellingen. Met dit leger zal hij de hele wereld veroveren. Deze mannen zullen op hun borst en in hun harten het teken van de levende God, het kruis, dragen. Ze zullen de beminde naam dragen van de "Kruisdragers.”

Profetie 16

Door middel van wapens zal hij bezit nemen van een groot Koninkrijk. Hij zal de sekte van Mohammed vernietigen, evenals alle tirannen en ketters. Hij zal de wereld naar een meer heilige levensstijl brengen. Er zal één Kerk en één Herder zijn en zal regeren tot het einde der tijden. Over de hele aarde zullen er amper twaalf koningen, één keizer en één paus heersen. De weinige, rijke edelen zullen allen heiligen zijn.

Vertaling: Chris De Bodt


28-02-1978
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Broeder Johannes van de Gekloofde Rots [veertiende eeuw]

Broeder Johannes van de Gekloofde Rots [veertiende eeuw]

Profetie 1

Deze prins der Leugens zal bij de Bijbel zweren en zich stellen als de arm van de Almachtige, en een corrupte tijd bestraffen. In het begin zal hij werken door listen en misdaad. Zijn spionnen zullen de hele wereld teisteren en hij zal een meester worden in de geheimen van de machtigen. Hij zal theologen betalen om aan the tonen dat zijn opdracht van God komt. Een oorlog zal hem de gelegenheid geven om zijn ware rol op te nemen. Deze oorlog zal niet deze zijn die hij zal aangaan tegen een Franse soeverein, maar binnen de twee weken de hele wereld er zal bij betrekken en makkelijk zal herkend worden aan het merkteken van zijn volgelingen.

Profetie 2

Tegen het einde van zijn regeren, zal de Grote Monarch een oorlog moeten voeren tegen de antichrist. Hij zal deze oorlog winnen, maar kort daarna sterven. Op dit moment van zijn opkomende macht zal de antichrist aldus nog niet gekend zijn. De Engelen zullen de mensen verlichten en tijdens de derde week zullen ze zich beginnen afvragen of hij werkelijk de antichrist is, en er zich bewust van worden dat ze hem of moeten omverwerpen of zijn slaven zullen worden.

Profetie 3

De antichrist zal herkend worden door vele tekenen: in het bijzonder zal hij de priesters, de monniken, de vrouwen, de kinderen en de ouderen afslachten. Hij zal geen genade tonen, maar met de toorts in de hand voorbijkomen, zoals de barbaren, en nog steeds Christus aanroepen, maar zijn daden zullen zijn zoals deze van Nero en de Romeinse vervolgers. Hij zal een arend dragen in zijn wapenschild, evenals zijn luitenant, de andere bedorven heerser. Deze laatste zal een Christen zijn die zal sterven, na door de Paus, die zal worden verkozen aan het begin van de regering van de antichrist, vervloekt te zijn.

Profetie 4

Priesters en monniken zullen niet langer de biecht kunnen horen en de strijders vergeven: gedeeltelijk omdat ze samen met andere Christenen zullen vechten en gedeeltelijk omdat de Paus, die de antichrist heeft vervloekt, zal afkondigen dat allen die tegen hem zullen vechten, als hij sterft, als martelaar naar de hemel zal gaan. De Pauselijke Bul, die deze dingen zal afkondigen zal de moed van de zwakken van geloof opnieuw doen opleven en de dood van de koning veroorzaken die aan de zijde van de antichrist vocht. Alvorens de antichrist zal worden omvergeworpen, zullen er binnen de muren van Rome, meer mensen worden gedood dan ooit.

Profetie 6

Naar het einde van de wereld toe, zullen tirannen en vijandige bendes de Kerk beroven! Hij zal de clerus doen lijden en al hun bezittingen laten afnemen en hen martelen. Zij die dergelijke misbruiken tegen hen zullen opstapelen, zullen het meest geëerd worden.

Profetie 7

Tegen die tijd zal de Paus met zijn kardinalen in tragische omstandigheden moeten vluchten uit Rome, naar een plaats waar ze niet zullen gekend zijn. De Paus zal een vreselijke dood sterven in ballingschap en het leiden van de Kerk zal veel groter zijn dan ooit tevoren in haar geschiedenis. Maar God zal een Heilige Paus doen opstaan en de engelen zullen zich verheugen.

Profetie 7

Door God verlicht, zal deze Paus bijna de hele wereld heropbouwen, door Zijn heiligheid. Hij zal iedereen leiden naar het ware geloof. Overal zullen de vrees voor God, de deugdelijkheid en de goede moraal zegevieren. Hij zal elk dwalend schaap terug naar de schapestal brengen en daar zal er één geloof zijn, één wet, één levensregel, en één doopsel op aarde. Alle mensen zullen elkaar liefheben en goed doen en alle oorlogen en ruzies zullen stoppen.

Vertaling: Chris De Bodt



27-02-1978
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.H. Thomas van Aquino [1225-1274]

H. Thomas van Aquino [1225-1274]

 

Profetie 1

 

Zoals in Christus zich de volheid van de Vader bevond, zo zal zich in de antichrist de volheid van het kwade bevinden. Uiteraard niet in de betekenis dat zijn mensheid zal worden overgenomen door de duivel als eenheid van persoon …, maar de duivel zal door ingevingen zijn verdorvenheid bezielen, nog overvloediger dan bij de antichrist als bij alle anderen. In de zin zijn alle verdorvenen die reeds heen zijn gegaan tekenen van de antichrist.

 

Profetie 2

 

Er zal over zijn mirakelen worden gezegd dat ze echt zijn, net zoals de magiërs onder de Farao’s echte kikkers maakten, maar het zullen geen echte mirakelen zijn omdat zij zullen geschieden door de kracht van de natuur.

 

Profetie 3

 

Alhoewel de mensen angst zullen hebben door de tekenen die zullen verschijnen over de dag des oordeels, zullen de slechten denken dat ze veilige in vrede zijn en veilig, na de dood van de antichrist en voor de komst van Christus, als ze zien dat de wereld niet in zijn geheel is vernietigd, zoals ze tot dusver dachten.

 

Profetie 4

 

Elias werd in de atmosfeer opgenomen, maar niet in de keizerlijke hemel … en op dezelfde werd Enoch verplaatst naar het aardse paradijs waar hij verondersteld wordt met Elias te wonen tot de komst van de antichrist.

 

Profetie 5

 

De zonde van de duivel is tweevoudig: hij is tegen God en hij zal zich boven Christus wanen. Door God tegen te werken zal hij zichzelf boven de ware God plaatsen, in de plaats van alle valse goden en zelfs de deelname van de mensheid eraan ontkennen. De trots van de antichrist zal dat van al zijn voorgangers overtreffen en zoals Caesar en de koning van Tyrus, zal hij zeggen dat hij God en mens is en in die hoedanigheid zal hij in de tempel zetelen.

Profetie 6

 

De antichrist zal vernietigd worden door de geest uit de mond van Christus, dat is door de Heilige Geest of op Christus bevel aan Michaël, die hem zal vermoorden op de Olijfberg, waar Christus ten hemel opsteeg, net zoals Juliaan de Afvallige door de goddelijke hand werd vernietigd.

 

Profetie 7

 

De antichrist zal genieten van het gebruik van de vrije wil, waar de duivel gebruik zal van maken, zoals gezegd werd over Judas: “satan is in hem binnengedrongen,” d.i. door hem op stoken. Hij zal de mensen misleiden zowel door de wereldse macht als door de verwezenlijking van mirakels. Wat de wereldse macht betreft zal hij de schatten van het goud en het zilver beheersen en alle vroegere dingen uit Egypte. De macht van zijn mirakels zal nagebootst zijn. Hij zal verwonderlijke tekenen verrichten en zelfs vuur over de aarde laten komen en zo zal hij velen in verschrikking brengen, waar mogelijk zelfs de uitverkorenen.”

 

Profetie 8

 

Maar de mirakels zullen bedrog zijn. Niemand kan een echt mirakel verrichten tegen het geloof, omdat God geen getuige wil zijn van valsheid. Vandaar dat niemand die een valse doctrine predikt, mirakelen kan verrichten, zoals zij de een slecht leven leiden kunnen.

 

Profetie 9

 

Hij zal in zijn dagen sommigen doen ontaarden door uiterlijke overtuiging. De duivel zal de vrije wil van de antichrist niet vernietigen, maar hem door ingevingen van zijn eigen verdorvenheid bezielen, meer nog dan in enige ander menselijk schepsel: “zoals in Christus de volheid van Zijn Godheid verblijft, zo zal in de antichrist de godheid van zijn verdorvenheid verblijven, niet zoals de mensheid door de duivel zich meester zal maken in de eenheid van de persoon, zoals de mensen door Christus, de Zoon van God, maar door ingevingen zal de duivel zijn verdorvenheid rijkelijker zal laten heersen in hem dan in enig andere persoon.

 

Profetie 10

 

Uiteindelijk zal de aartsengel Michaël hem doden op de Olijfberg, waar Christus opsteeg ten hemel.

Vertaling: Chris De Bodt


26-02-1978
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Monnik Johannes Friede [1204-1257]
Monnik Johannes Friede [1204-1257]

Profetie 1

Wanneer de grote tijd zal aanbreken, waarin de mensheid zijn laatste, harde beproeving zal ondergaan, zal dit worden voorafgegaan door opvallende veranderingen in de natuur. De wijzigingen tussen de koude en de hitte zal meer intensief worden, stormen zullen meer rampzalige gevolgen hebben, aardbevingen zullen grotere streken vernietigen en de zeeën zullen vele, lager gelegen landen overstromen.

Profetie 2

Dit alles zal niet het gevolg zijn van natuurlijke oorzaken, maar de mens zal binnendringen in het diepste der aarde en zal ook tot in de wolken reiken en aldus gokken met zijn eigen bestaan. Alvorens de machten van vernietiging in hun eigen ontwerp zullen slagen, zal de wereld in wanorde gebracht worden en zal het ijzeren tijdperk in het niets verdwijnen.

Profetie 3

Wanneer de nachten zullen gevuld zijn met hevige koude en de dagen met hitte, zal er een nieuw leven aanvangen in de natuur. De hitte betekent uitstraling van de aarde en de koude betekent het verzwakken van het licht van de zon. Nog een aantal jaren en u zult er zich van bewust worden dat het zonlicht waarneembaar zwakker zal geworden zijn. Wanneer zelfs uw kunstmatig licht niet meer zal werken, zal de grote gebeurtenis van het firmament nabij zijn.

Profetie 4

De nevel van de Grotere Beer zal in de nabijheid van de aarde komen … en aan de horizon een ruimte innemen van vijhonderd zonnen. Dit zal meer en meer het licht van de zon bedekken tot de dagen zullen zijn als nachten bij volle maan. De verlichting zal niet van de maan komen, maar van Orion, wiens zonnestelsel haar stralen, door het licht van Jupiter, zal zenden naar de Grotere Beer en diens nevel uit elkaar zal drijven door de kracht van het licht.

Profetie 5

Tegen deze tijd zal de mensheid getroffen worden door angst. Vogels zullen als reptielen zijn en zullen hun vleugels niet gebruiken. De dieren op de grond, in angst en zorgen, zullen zo’n lawaai maken dat het de mensenharten zal doen beven. De mensen zullen met hun bezittingen vluchten om deze vreemde gebeurtenis niet te moeten zien. Uiteindelijk zal er een volledige duisternis komen die drie dagen en nachten zal aanhouden.

Profetie 6

Tijdens deze tijd zal de mens, beroofd van de kracht die licht geeft, in een soort sluimerachtige slaap vallen waaruit velen niet meer zullen ontwaken, in het bijzonder hen die geen idee hebben van wat het spirituele leven betekent. Als de zon zal opkomen en verschijnen, zal de aarde bedekt zijn met een deken van as, zoals sneeuw in de winter, behalve dat het as de kleur van solfer zal hebben. Dampig vocht zal uit de grond opstijgen, verlicht door vulkanische gassen.

Profetie 7

Er zullen meer doden onder de mensen zijn dan er ooit in alle oorlogen zijn gevallen. In het onderkomen van de kinderen van het licht, zal het Boek der Openbaringen worden gelezen en in de kerken zullen ze wachten op de komst van de grote komeet.

Profetie 8

Op de zevende dag, na de terugkeer van het licht, zal de aarde de as geabsorbeerd hebben en vruchtbaar worden zoals nooit voorheen. Maar Orion zal haar stralen op de aarde laten schijnen en het pad tonen naar de laatste rustplaats van de grootste en meest vooraanstaande mens die ooit op aarde heeft geleefd.

Profetie 9

De overlevenden zullen Zijn oude leer verkondigen en zullen het duizendjarig rijk, dat door de Messias is verkondigd, instellen en dit in het aanschijn van de ware broederlijke en zusterlijke liefde, ter ere van de Schepper en voor de zaligheid van gehele mensheid.

Vertaling: Chris De Bodt


25-02-1978
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.H. Vincent Ferrer [1250-1419]
H. Vincent Ferrer [1250-1419]

Profetie 1

In de dagen van vrede die zullen komen na de verwoestingen en de revoluties en oorlogen, voor het einde van de wereld, zullen de Christenen zo nalatig worden in hun godsdienst dat ze zullen weigeren om het Sacrament van het Vormsel te ontvangen door de zeggen: “Het is een onnodig Sacrament." En als de valse profeet en de antichrist zullen komen zullen dezen allen afvallig worden, terwijl zij dit het Sacrament wel hebben ontvangen onbuigzaam zullen worden in hun geloof. Slechts weinigen onder hen zullen Christus verwerpen.

Profetie 2

Legers uit het oosten, westen en het noorden zullen Italië bestrijden. De Arend [de grote koning] zal de valse koning gevangennemen. De hele wereld zal gehoorzaam worden aan hem en een hervorming zal worden beloofd over de hele wereld. Wee aan hen wiens kronen geschoren zijn en aan hen die de orders niet zullen nakomen.

Profetie 3

Nu zal hij een waarachtige man zijn, maar zo trots dat hij niet enkel zal verlangen naar de wereldheerschappij, maar zelfs zal vragen om “God” te worden genoemd en een goddelijke verering eisen. De eerste ramp die de wereld zal overkomen in een korte tijdspannen is de komst van de antichrist, een duivelse man die duisternis zal brengen over de hele wereld.

Profetie 4

Opnieuw zal de antichrist zijn aanvallen richten op de eenvoudige mensen omdat dezer harten zullen gericht zijn tot Hem in rechtschapenheid en bedoeling, wat God zozeer zal behagen. Hij zal gebruik maken van magie en leven voortbrengen als verschijningen, die slechts eenvoudig bedrog zullen zijn.

Profetie 5

Hij zal vuur uit de hemel laten neerdalen en beelden doen spreken omdat de duivel hun lippen kan bewegen. In ieders aanschijn zal hij de dode geest van uw vader in herinnering brengen, de spookkinderen zullen lijken te spreken.

Profetie 6

U moet weten dat de antichrist nog andere wonderen zal bewerkstellingen door de kracht van de duivels en deze zullen in de natuur der dingen ware mirakelen lijken, maar vals aan de definitie van een mirakel, in die zin dat ze niet van God zullen komen. Want hij zal beelden en kinderen van een amper een maand oud doen spreken.

Profetie 7

De volgelingen van de antichrist zullen deze beelden en kinderen ondervragen en zij zullen hun antwoorden over deze heer en bevestigen dat hij hun redder is. De duivel zal hun lippen bewegen en hun woorden die ze zullen uitspreken vormen wanneer ze zullen verklaren dat de antichrist de ware redder van de wereld is en op deze wijze zal hij vele zielen in de vernietiging storten.

Profetie 8

Zij van de derde orde die hij zal trachten te verleiden, zijn geleerde mensen zoals meesters en doctors in burgerlijke en kerkelijke rechten die over de bewijzen van dingen kunnen redetwisten en ze begrijpen. Er zullen woorden van betovering worden uitgesproken, met de meest subtiele argumenten, de meeste verleidende redeneringen, om deze geleerden de mond te snoeren en hun onbekwaam maken om hen te doen spreken.

Profetie 9

Het is niet moeilijk om te begrijpen hoe die wordt verwezenlijkt, daar de duivel hun zielen vasthoudt in de ketens der zonde, want hoe groter hun kennis zal zijn, hoe meer hun geweten vervloekt zal zijn, als ze dit niet opgeven. Als hij hun zielen kan ketenen, is het voor hem gemakkelijk om een stuk vlees, zoals een tong, vast te binden, zodat ze niet kunnen spreken, behalve dan wat de duivel zelf wil en kiest.

Profetie 10

De remedie voor deze staat van gebondenheid is het geloof dat de gewone gehoorzaamheid volgt en geen argumenten en beredeneringen behoeft. Argumenteren kan misschien goed zijn voor de intelligentie te verhogen, maar is niet de ware fundering van het geloof. Zij wiens geloof berust op beredeneringen zullen het verliezen wanneer ze de misleidingen van de antichrist horen. Zij die daarentegen vertrouwen op een onbuigzaam geloof, gebaseerd op gehoorzaamheid zullen antwoorden: “weg met uw argumenten! Dergelijke beredeneringen vormen niet de basis van mijn geloof.” De tijdelijke heersers en geestelijke prelaten zullen, uit vrees om hun macht en hun positie te verliezen, aan zijn zijde staan, daar er noch koningen, noch prelaten meer zullen zijn, tenzij hij het wil.

Vertaling: Chris De Bodt


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zalige Joachim van Fiore [1135-1202]

Zalige Joachim van Fiore [1135-1202]

 

Profetie 1

 

Naar het einde van de wereld toe, zal de antichrist de Paus ten val brengen en zich zijn zetel toeëigenen. De stad Babylon zal dan aan het hoofd staan, van waaruit de wereld zal worden geleid.

 

Profetie 2

 

Na veel en langdurig lijden, doorstaan door Christenen en na veel vergieten van onschuldig bloed, zal de Heer vrede en gelukzaligheid schenken aan de ontvolkte en verwoeste staten. Een merkwaardige Paus zal dan zetelen op de Pauselijke troon, onder de bijzondere bescherming van de engelen. Heilig en vol van zachtheid, zal hij een einde maken aan al het slechte en de Kerkelijke Staten terugwinnen, alsook de verbannen wereldse leiders verenigen.

 

Profetie 3

 

Hij zal door alle volkeren worden gerespecteerd en het koninkrijk van Jeruzalem herstellen. Als de enige leider zal hij de Oosterse met de Westerse Kerk herenigen en aldus zal er één enkel geloof bloeien. De heiligheid van deze liefdadige paus zal zo groot zijn dat de grootste machtshebbers zullen buigen voor zijn aanwezigheid. Deze heilige man zal de arrogantie en de dwaalleren doen vallen. Alle mensen zullen terugkeren tot de oorspronkelijke Kerk en er zal slechts één leider, één wet en één meester zijn: nederig, bescheiden en Godvrezend…omdat enkel God de wonden van de mensheid kan en zal genezen met de oliebalsem van de beminnelijkheid.

 

Profetie 4

 

De hemelen zullen de glorie van God loven en de gelovigen zullen in vreugde en geluk leven, omdat de Heer zich verwaardigd heeft om genadig te zijn voor hen. Hij zal de verkozenen uitnodigen op het banket van het Lam, ware zoetklinkende lofzangen en welluidende muziek zal worden gehoord.

 

Profetie 5

 

De macht van deze heilige Paus zal zo groot zijn dat ertoe in staat zal zijn om de woede van de onstuimige en dreigende golven af te wenden. Bergen zullen voor hem invallen en de zee zal opdrogen, de doden zullen verrijzen en de kerken zullen worden heropend en altaren opgericht.

 

Profetie 6

 

Het zal geweten zijn dat er twee leiders zijn, één in het Oosten en de andere in het Westen. Deze Paus zal de wapens doen neerleggen en de vechtende partijen uiteendrijven. Hij zal de vreugde zijn van Gods verkozenen. Deze engelachtige Paus zal het evangelie onderwijzen in elk land. Door zijn enthousiasme en nauwgezetheid zal de Griekse Kerk zich voor altijd herenigen met de Katholieke Kerk.

 

Profetie 7

 

Hiervóór echter, stevig en vast gevestigd in de Heilige Stoel, zullen er ontelbare oorlogen en gewelddadige conflicten zijn tijdens dewelke de heilige troon door elkaar zal worden geschud. Maar door de genade van de Goddelijke vergevingsgezindheid en bewogen door de gebeden van de gelovigen, zal alles zo welslagen dat ze hymnen van danbetuiging zullen zingen tot eer en glorie van de Heer.

 

Profetie 8


Deze heilige Paus zal zowel herder als hervormer zijn. Door hem zullen het Oosten en het Westen eeuwigdurend herenigd worden. De stad Babylon zal dan aan het hoofd staan en de wereld leiden. Rome, verzwakt in tijdelijke macht, zal haar spirituele dominantie behouden en grote vrede kennen. Tijdens deze gelukkige dagen zal de engelachtige Paus de Hemel gebeden voor van zoetheid kunnen schenken. Het verspreide volk [de Joden] zullen eveneens een grote rust kennen. Na zes en een half jaar zal deze Paus zijn ziel terugschenken aan God. Het einde van zijn dagen zal plaatsvinden in een dorre provincie, gelegen tussen een rivier en een meer nabij de bergen.

 

Profetie 9

Om deze mooie resultaten te bekomen zal deze Heilige Paus aanvankelijk nood hebben aan een tijdelijke begeleiding en zal daarom de samenwerking vragen van de edelmoedige koning van Frankrijk [de Grote Koning]. Tegen die tijd zal er een elegante koning, een telg van Koning Pepijn, als een pelgrim komen om getuige te zijn van de pracht van deze roemrijke paus, wiens naam zal beginnen met een R… De Paus zal deze op een voorlopige vacante troon plaatsen en hem vragen om assistentie.

Profetie 10

Wanneer er een monster uit de hemel aan u zal verschijnen, zal u een aangeduide uitweg vinden naar het oosten en na negen jaar zal u uw ziel teruggeven aan God.

Vertaling: Chris De Bodt


24-02-1978
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Heilige Anselmus van Canterbury [1033-1109]

Heilige Anselmus van Canterbury [1033-1109]

 

Profetie 1

 

Een Frankische koning zal het volledige Romeinse Rijk bezitten. Hij zal de laatste and volmaakte keizer zijn van het Romeinse en Christelijke Rijk. Van zodra hij zijn scepter en kroon zal neerleggen [volgers de dokters der Kerk] zal de antichrist komen.

 

Profetie 2

 

Het Laatste Oordeel zal worden voorafgegaan door de misleidende antichrist, die de mensen zal proberen te misleiden op vier manieren:

 

a)      Door een valse uitleg van de Heilige Schrift, waarin hij zal proberen te bewijzen dat Hij de Messias is die door de Wet is beloofd.

b)      Door het verrichten van valse mirakelen.

c)      Door het schenken van giften.

d)     Door straffen op te leggen.

 

Profetie 3

 

U zult worden verwoest, stad der zeven heuvelen [Rome], wanneer de letter K binnen uw muren zal geprezen worden. Dan zal uw val nabij zijn […] en u, man met de grote baard, u zult Rome verliezen en u zult uw waarde in de hele wereld verliezen, om de dood van de Paus met de naam John Obi te hebben voorgezeten … De antichrist zal regereren over de wereld vanuit Jeruzalem dat hij zal veranderen in een prachtige stad.

 

Profetie 4

 

Tegen het einde van de wereld zal de antichrist de harten van de Joden voor hem winnen door zijn grote vrijgevigheid en sympatieke houding en dit op zo’n grootse wijze dat ze hem zullen prijzen als een half-God. De Joden zullen tot elkaar zeggen: “Er is geen grotere rechtschapen, rechtvaardige en wijze man dan hij die kan worden gevonden in onze volledige generatie. Van alle mensen zal hij de enige zijn die bekwaam is om ons te redden uit ons lijden.

 

Profetie 5

 

De antichrist zal de tempel van Salomon opnieuw herstellen, hij zal zich laten besnijden en zal de leugen verspreiden dat hij de zoon is van de Almachtige God.

Vertaling: Chris De Bodt


23-02-1978
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Adso, de monnik [10de eeuw]

Adso, de monnik [10de eeuw]

 

Profetie 1

 

Sommigen onder onze leraren zeggen zeggen dat een Koning der Franken het volledige Romeinse Rijk zal bezitten. Deze Koning zal de grootste en de laatse zijn van alle monarchen. Na zijn koninkrijk met voorspoed te hebben geleid, zal hij op het einde naar Jeruzalem komen, waar hij zijn kroon en scepter zal neerleggen op de Olijfberg. Dit zal het einde en het verdwijnen van het Romeinse Rijk zijn, waarop onmiddellijk daarna de antichrist zal komen.

 

Profetie 2

 

De antichrist zal geboren worden uit Joodse ouders, uit de stam van Dan, maar zijn moeder zal geen maagd zijn, zoals velen zullen geloven. Zoals de Heilige Geest in het hart van Maria kwam, zo zal de duivel binnendringen in de moeder van de antichrist. Zijn duivelse macht zal hem altijd ondersteunen. Zijn geboorteplaats zal Babylon zijn, maar hij zal grootgebracht worden in Bethsaida en Corozain.

 

Profetie 3

 

Na zijn onderwijs door kwaadaardige geesten, zal hij naar Jeruzalem geen en zijn zetel plaatsen in de tempel, die hij zal herstellen. Hij zal zich overgeven aan de ritus der besnijdenis en beweren dat hij de zoon is van de Almachtige God.

 

Profetie 4

 

Zijn eerste volgelingen zullen koningen en prinsen zijn en zijn invloed zal zich verder uitbreiden van zee tot zee en dit merendeels door geweld en een overtuigende welsprekenheid. Hij zal vele tekenen en mirakelen verrichten. Zij die in hem geloven zullen een gemarkeerd worden met een kenteken op het voorhoofd.

 

Profetie 5

 

Gedurende drie en een half jaar zal hij de overmacht hebben en aan het einde van deze periode zal hij Enoch en Elias doden, die hem eerder tot tegenstanders waren door het ware geloof te verkondigen. Kort daarna zal Christus verschijnen en de antichrist zal gedood worden door de aartsengel Michael.

 

Profetie 6

 

Tegen de gelovigen zal hij opkomen op drie manieren: door terreur, door giften en door wonderen. Aan zijn volgelingen zal hij goud en zilver in overvloed schenken, maar zij die hem niet gewillig zullen zijn zal hij overwinnen met angst, en zij die hij niet zal kunnen overwinnen door de angst, zal hij willen verleiden door tekenen en wonderen.

 

Profetie 7

 

Hij zal ook de vernietigde tempel, die Solomon bouwde voor God, restaureren in haar vroegere staat. Hij zal zichzelf besnijden en liegen dat hij de Zoon van de Almachtige God is. Daarna zal hij zijn boodschappers en verkondigers zenden over de hele wereld.

 

Profetie 8

 

Daarna zullen alle Joden zijn kudde worden, maar in de plaats van hun messias zullen ze de duivel ontvangen…Bij zijn komst naar Jeruzalem zal hij zich laten besnijden en tot Joden zeggen dat hij hun beloofde messias is, die voor hun voorspoed is gekomen om hen te verzamelen en te verdedigen die overal verspreid zijn.

 

Profetie 9

 

Dan zullen de twee grote profeten, Enoch en Elia, naar de wereld gezonden worden, die de geloven van goddelijke wapens tegen de opdracht van de antichrist, zullen voorzien. Zij zullen worden aangemoedigd en klaar staan om tegen hem ten strijde te trekken. Maar nadat hij onderricht zal volbracht zijn, zal de antichrist heropstaan en hen afslachten en na drie dagen zullen ze worden opgenomen tot de Heer.

 

Profetie 10

 

De dokters, zoals Paus Gregorius de Grote heeft gezegd, zullen ook onderwijzen dat de Aartsengel Michael hem zal vernietigen op de Olijfberg, waar hij in zijn paviljoen zal zetelen, op dezelfde plaats waar de Heer ten Hemel is opgestegen.

Vertaling: Chris De Bodt


22-02-1978
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Heilige Johannes Damascenus [676-749]

Heilige Johannes Damascenus [676-749] 

 

Profetie 1

 

En toen Hij naar de Hemel steeg, rees Jezus op naar het Oosten en op die wijze verheerlijkten zijn apostelen Hem. Op dezelfde wijze zoals ze Hem naar de Hemel hebben zien stijgen, zal hij opnieuw komen, of zoals de Heer gezegd heeft: “Als een oplichtende komeet die komt uit het oosten en zelf tot in het westen scheen, zo zal de komst van de Mensenzoon zijn.” En zo verheerlijken we Hem, wachtend op Hem, naar het Oosten toe. Bovendien is dit een ongeschreven traditie der apostelen, omdat zij ons veel ongeschreven dingen overleverden.

 

 

 

 

Profetie 2

 

Men zou moeten weten weten wanneer de antichrist zal komen, want de vleesgeworden Zoon van God van volmaakt God en tegelijkertijd volmaakt mens omdat hij ook God was en zo zal hij, die op een ongewone en bijzondere wijze op de wereld zal komen, de antichrist zijn, en dit zal geschieden bij de voltooiing van de wereld.

 

Profetie 3

 

En zo is het eerst nodig dat het Evangelie wordt verkondigd aan alle ongelovigen, zoals de Heer zei. Dan zal hij komen ter overtuiging van de goddeloze Joden, want de Heer zei tot hen: “Ik ben gekomen in de naam van de Vader en u hebt mij niet aanvaard, maar als er een andere zal komen in zijn eigen naam, zult u hèm wel aanvaarden.” En de apostelen: “omdat ze de liefde der waarheid niet aanvaarden, zal de God hen een dwaling zenden, zodat ze de leugen zouden geloven om zo te worden gered, en dat allen zullen veroordeeld worden die de waarheid niet wilden aanvaarden en toegegeven aan de ongerechtigheid en zonde.

 

Profetie 4

 

Derhalve zullen de Joden die de Heer Jezus Christus niet als God hebben aanvaard, ook als was Hij de Zoon van God, de misleider die zal zeggen dat Hij God is, zullen aanvaarden. Daarom zal hij zichzelf God noemen, zoals de engel die Daniël onderrichtte zei: “hij zal niet verhalen van de goden van zijn voorvaders.” En de Apostel: “laat niemand u misleiden door eender welk middel, want eerst moet de opstand komen en de zoon der verdoemenis, die zal worden vereerd en boven alles zal worden verheven, terwijl hij tegengesteld is aan God, en zo zal hij zetelen in de tempel van God.”

 

Profetie 5

 

Hij zal niet voor ons komen voor ons, maar initieel voor de Joden, niet voor Christus’ belang en daarom zal hij de antichrist worden genoemd.

 

Profetie 6

 

Eerst moet het Evangelie in alle landen verjondigd zijn, en dan zal de boosaardige worden geopenbaard: zijn komst zal in overeenstemming zijn met de werkwijze van satain, in alle macht en misleidende wonderen, in alle bekoringen voor hen die zullen vergaan: die de Heer zal doden met de woorden van Zijn mond en de komst van Zijn schittering.”

 

Profetie 7

 

Aldus zal de duivel geen mens worden zoals de belichaming van de Heer. God heeft dit verboden. Maar een man zal geboren worden uit hoererij en alle werken van satan in hem ontvangen, want God zal de duivel toelaten om in hem t everblijven, want Hij [God] voorziet het toekomstige verderf van zijn wil.

 

 

 

 

 

Profetie 8

 

En zo zal hij, zoals gezegd, uit “hoererij” geboren worden en ongemerkt worden grootgebracht, maar dan zal hij plots opkomen, revolteren en heersen. Tijdens het eerste gedeelte van zijn heerschappij, of eerder van zijn tirannie, zal hij voor het merendeel de heilige uithangen, maar eens hij volledig zeggenschap zal hebben, zal hij de Kerk van God vervolgen en al zijn verdorvenheid onthullen. “Hij zal komen in tekens en bedriegelijke wonderen,” of in veinzerij die onecht is.

 

Profetie 9

 

En hij zal al diegenen, wiens bedoelingen rusten op een rottende en onstabiele fundering, verleiden en hen afstand doen nemen van de levende God, “zelfs in die mate dat hij, waar mogelijk, uitverkoren zal binnennemen.”

 

Profetie 10

 

En Enoch en Elia de Thesbiet zullen worden gezonden en ze zullen het hart van de vaders veranderen in harten van kinderen, of de synagoge veranderen naar onze Heer Jezus Christus en het onderricht van de apostelen. En ze zullen door hem worden vernietigd.

 

Profetie 11

 

Dan zal de Heer uit de Hemel komen op dezelfde wijze als de heilige apostelen Hem naar de Hemel zagen opstijgen, de volmaakte God en de volmaakte mens, in alle glorie en macht, en hij zal de onrechtvaardige, de zoon der verdoemenis, met de geest van Zijn mond vernietigen. Dat niemand dus verwacht dat de Heer vanop de aarde zal komen, maar vanuit de Hemel, zoals Hijzelf ons verzekerd heeft.

 

Profetie 12

 

En zo zullen onze zielen, verenigd met onze lichamen, die onvergankelijk en onverdorven zullen worden, opnieuw opstaan en voor de vreselijke, rechterlijke zetel van Christus staan. En de duivel en zijn volgelingen, en de antichrist en de respectloze zondaars zullen overgelaten worden aan het eeuwige vuur, neen, geen materialistisch vuur zaals wij kennen, maar door het vuur dat enkel God kent.

Vertaling: Chris De Bodt


21-02-1978
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Heilige Odilia van de Elzas [660-720]

Heilige Odilia van de Elzas [660-720]

 

Profetie 1

 

Aanhoor, o aanhoor, mijn zusters en broeders: Ik zag wouden en bergen trillen. Er zal een tijd komen, dat er een oorlog zal uitbreken, verschrikkelijker dan alle andere oorlogen tesamen; die ooit de mensheid hebben bezocht. Een vreselijke strijdman zal de aanstichter ervan zijn en zijn tegenstanders zullen hem de antichrit noemen.

 

Profetie 2

 

Alle natiën op aarde zullen elkaar bevechten in deze oorlog. De vechters zullen opstijgen tot in de hemel om de sterren te nemen en ze op de steden te werpen, om de gebouwen in lichterlaaie te zetten en enorme vernietigingen te veroorzaken.

 

Profetie 3

 

Tussen de grote strijders liggen er oceanen en de monsters der zee, beangstigd door alles wat er op en onder de zee gebeurt, zullen naar de diepte vluchten.

 

Profetie 4

 

Gevechten uit het verleden zijn enkel schermutselingen vergeleken met de gevechten die zullen plaats vinden, omdat de aarde rood zal zijn, zelf de lucht, het water en de lucht, daar er bloed zal vloeien in alle richtingen.

 

Profetie 5

 

De aarde zal trillen van de gewelddadige gevechten. Hongersnood en pest zullen zich verenigen met deze oorlogen. De landen zullen schreeuwen: “vrede, vrede,” maar er zal geen vrede komen.

 

Profetie 6

 

Driemaal zal de zon rijzen over de hoofden van de strijders, zonder dat ze deze zullen waarnemen. Maar daarna zal er vrede heersen en allen die de vrede gebroken hebben zullen hun levens verliezen.

 

Profetie 7

 

Op één dag zullen er meer mensen worden gedood dan de catacomben van Rome ooit hebben geherbergd. Pyres zal opstaan…groter dan de grootste stad en de mensen zullen de hoogste bergen beklimmen om God te loven en niemand zal nog oorlog willen voeren.

 

Profetie 8

 

Vreemde tekenen zullen er aan de hemelen verschijnen: beide hoornen van de maan zullen zich bij het kruis verenigen…. “Gelukkig zullen diegenen zijn die deze oorlog zullen overleefd hebben, daar de geneugten van het leven opnieuw zullen beginnen en de zon opnieuw zal schitteren.”

 

Profetie 9

 

Wee hen die, tijdens deze dagen, de antichrist niet zullen vrezen, omdat hij de vader is van hen die geen weerstand bieden aan misdaden. Hij zal nog meer moorden en vele mensen zullen tranen laten over zijn slechte gewoonten.

 

Profetie 10

 

Mensen zullen in opstand komen tegen elkaar en op het einde zullen ze opnieuw orde willen invoeren. Sommigen zullen dit proberen, maar ze zullen hier niet in slagen, wat alles nog slechter zal maken dan tevoren.

 

Profetie 11

 

Maar als de dingen op hun hoogtepunt zijn en als de handen van de mensen niets meer kunnen doen, zal het in Zijn handen worden gegeven, die een straf doet neerdalen, zo hevig als nooit tevoren gezien. God heeft reeds de vloed gezonden en Hij heeft geworden deze nooit meer over de wereld te zenden. Wat hij zal doen zal iets onverwacht en verschrikkelijk zijn.

Vertaling: Chris De Bodt


20-02-1978
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Heilige Beda, de eerbiedwaardige [672-735]

Heilige Beda, de eerbiedwaardige [672-735]

 

Profetie 1

 

En dan zal er een koning komen met naam en een standvastige mening. Dezelfde zal de standvastige koning van de Romeinen en Grieken zijn en de Koning zelf zal voor ogen hebben wat de Heilige Schrift zegt.

 

Profetie 2

 

De koning der Romeinen zal voor zichzelf aanspraak maken op het hele koninkrijk van de landen en zal hiervoor alle eilanden en steden verwoesten en alle tempels der valse goden vernietigen. Alle heidenen zal hij oproepen om zich te laten dopen en het Kruis van Christus zal boven alle tempels rijzen.

 

Profetie 3

 

Want hij (de antichrist) zal werken met verbazingwekkende wonderen en vuur laten dalen vanuit de hemel. En de doden zullen opstaan … Hij zal de doden doen opstaan, niet waarlijk, want de duivel zal binnentreden in het lichaam van sommige doden en door hen spreken, alsof hij in leven lijkt.

 

Profetie 4

 

Dan zullen de meest glorierijke personen voorgaan, Enoch en Elias, om de komst van de Heer te verkonden, en hen zal de antichrist slachten, en na drie dagen zullen ze weer opstaan.

 

Profetie 5

 

Het teken van het noodlot: op aarde zal het klam van het zweet zijn, vanuit de hemel zal de koning komen om voor altijd te regeren. Om middernacht, tijdens het uur dat de engel Egypte zal verwoesten, en als de Heer de hel zal beroven, op datzelfde uur zal hij Zijn verkozenen voor deze wereld bevrijden.

 

Profetie 6

 

Vuur zal uit de aarde, de zee en de licht komen en de bronnen zullen droog liggen zodat de blijvende vlam zal verteren. Deze zal van de bergen neerkomen en vanuit de diepten opstijgen in de valleien. Uit de hemel zal zowel vuur als zwavel stromen.

 

Profetie 7

 

Zolang het Colloseum zal standhouden, zal ook Rome standhouden en als Rome valt, zal de wereld vallen.


19-02-1978
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Heilige Columba van Ierland [521-597]

Heilige Columba van Ierland [521-597]

 

Profetie 1

 

Luister gij, tot ik dingen vertel die zullen gebeuren in de laatste jaren van de wereld. Een grote slachting zal geschieden, het recht zal met de voeten getreden worden, er zal slecht geschieden op alle vlakken en groot lijden zal de overhand krijgen. De tijd zal komen dat er geen barmhartige werken meer zullen geschieden en vele onrechtvaardige wetten zullen worden uitgevaardigd. De waarheid zal niet meer in hen verblijven.

 

Profetie 2

 

De eigendommen van de Kerk zullen geplunderd worden en er zullen voortdurend spottende opmerkingen over elkaar gemaakt worden in het lezen en schrijven. Zij zullen de daden van nederigheid beschimpen.

 

Profetie 3

 

Er zullen tijden komen van duistere kwellingen, van schaarste en koningen zullen verslaafd worden aan de leugen. Nog gerechtigheid, noch afspraken zullen door de afstammelingen van Adam worden nagekomen. De harten zullen van steen worden en aan grote armoede lijden en ontdaan zijn van elk medelijden. De mensen van de clerus zullen pleegvaders worden, als gevolg van de verachtelijke tijden. De kerk zal aan banden gelegd worden door alle machtigen van die tijd.

 

Profetie 4

 

Rechters zullen zich schuldig maken aan onrechtvaardigheden, onder de maatregelen van de machtige, gewelddadige koningen. Het gewone volk zal valse leerstellingen aannemen. Oh, hoe jammerlijk zal zijn hun toestand zijn! De wetenschappers zullen aan de basis liggen van gemopper en schraal van geest worden. De ouderen zullen rouwen in diep verdriet voor rekening van kommervolle tijd die zal heersen.

 

Profetie 5

 

De kerkhoven zullen rood worden gekleurd door de toorn die bezit zal krijgen over de zondaars! Oorlogen en woordenstrijd zal er onder elke familie heersen. Voorbeeldige mensen zullen in de armoede ondergedompeld worden en het volk zal ongastvrij worden voor hun gasten. De stem van de parasieten zal hen meer bekoren dan de melodie van de harp, aangeraakt door de vingers der wijsheid.

 

Profetie 6

 

Ten gevolge van het wijd verspreid zijn van zondevolle praktijken, zal de nederigheid geen vruchten voortbrengen. De wetenschappers zullen niet worden beloond, beminnelijkheid zal er niet meer zijn onder de bevolking. Welslagen en gastvrijheid zullen niet bestaan, maar krenterigheid en armoede zullen hun plaats innemen. De verandering van de rede zal slechts de helft van het gebladerte voortbrengen en de gebruikelijke festiviteiten van de Kerk niet langer bijgewoond. Alle mensenklassen zullen vervuld zijn van haat en vijandigheid tegenover elkaar. De mensen zullen niet meer met genegenheid met elkaar omgaan tijdens de grote seizoenfeesten. Zij zullen verstoken leven van gerechtigheid en oprechtheid, van kleinsaf tot jong tot jong tot oud.

 

Profetie 7

 

De clerus zal op een verdwaald spoor raken door de verkeerde uitleg van hun voordrachten, de relieken van de heiligen zullen als waardeloos worden beschouwd, waarbij zij geen hulp meer kunnen bieden.

 

Profetie 8

 

Elk ras van de mensheid zal goddeloos en verdorven zijn. Jonge vrouwen zullen schaamteloos worden en de oudere mensen lichtgeraakt. Het gezin zal amper nog bestaan en amper nog vruchten voortbrengen. Echtgenoten zullen moordenaars worden en de jongeren zullen nog amper krachtdadigheid krijgen: ze zullen de grijzen van haar verachten en er zullen geen waarden meer zijn waardoor het moraal kan in banen geleid worden. Huwelijken zullen voltrokken worden zonder getuigen.

 

Profetie 9

 

De laatste jaren van de wereld zullen woelig worden en de gebruiken van de meerderheid van de mensen zullen verdwijnen vanaf ze van hun hartelijke gewoonten zullen afstappen en dit alleen om zichzelf eer te kunnen toeëigenen. Zij zullen elkaar als belachelijke wezens beschouwen. De bezitters van overvloed en weelde zullen vallen door de vermenigvuldiging van hun leugens. Hebzucht zal bezit nemen van elke gulzigaard en wanneer ze voldaan zijn, zal hun arrogantie geen banden kennen.

 

Profetie 10

 

Tussen moeder en dochter zal er toorn en bitter sarcasme zijn. Buren zullen verraderlijk worden, koud en vals van hart tegenover elkaar. De adel zal onwillig zijn en waardeloze schenkingen hoog houden. Bloedverwanten zullen koud worden tegenover elkaar. Kerkelijke bezittingen zullen eigendom worden van leken. Zo is de beschrijving van hoe de mensen zullen leven in de tijden die moeten komen: onbillijkheid en onrechtvaardigheid zal veel succes kennen onder het mensenras.

 

Profetie 11

 

De bomen zullen het gebruikelijke aantal vruchten niet langer dragen, de visindustrie zal niet langer productief zijn en de aarde zal niet langer de overvloed afgeven. Schraal en guur weer en hongersnood komen er aan en de vissen zullen de rivieren verlaten. De mensen zullen worden onderdrukt door de schaarste aan voedsel, wat tot velen hun dood zal leiden. Vreselijke stormen en orkanen zullen hen treffen. Ontelbare ziekten zullen er dan heersen. Versterkingen zullen beperkt gebouwd worden tijdens deze tijden van ontzettend gevaar.

 

Profetie 12

 

Dan zal er een grote gebeurtenis. Ik laat niet na het te vermelden: oprechtheid zal er het motief van zijn en als u waarlijk niet echt heilig bent, bestaat er een geen droevigere gebeurtenis.

 

Profetie 13

 

Ik kan na de dood van Conn niet enig ding waarnemen dan een eenzelvigheid onder zijn verwante kringen, tot de zoon van Ruadt uit de nauwe vallei verschijnt. De duur van zijn Koninklijke heerschappij zal maar kort zijn. Na de onberispelijke en onschuldige zoon van Ruadh zal Cathbarr van Cruachin de macht naar zich toetrekken en, hoewel er vele bedrieglijke handelingen zullen geschieden tijdens zijn heerschappij, zal hij de vriend van de hele kerk zijn.

 

Profetie 14

 

Na de regeling van een lange en bloedige heerschappij over Ierland door Engeland, zal het gewaad van de dood afdalen en zullen de roeiende wielen komen. Er zullen honderden afdelingen in de vloot zijn en elk ervan zal honderd man bevatten. Het geschut zal zijn krachten verspreiden over de zee en het land en zal aardhopen met verminkte botten opwerpen. Zij zullen aan de vijand een harde, vleesverscheurende oorlogsverloop toebrengen, tot zo’n graad dan nauwelijks iemand hen zal kunnen ontsnappen. De vloot van roeiende voertuigen zal voor twee en een half jaar blijven.

 

Profetie 15

 

Deze vloot die over de zee vaart zal uit tien grote schepen bestaan, duizend kleinere schepen, duizend boten, duizend aanvoerende boten en duizend kleinere boten. De thuishaven van de vreemde vloot zal behoren tot een land dat naar het westen kijkt. Zo’n grote verzameling van mensen hebben elkaar nooit eerder ontmoet in het oosten en het westen en nooit meer zal er monsterbijeenkomst zijn zolang Ierland een door de zee omgeven eiland is.

 

Profetie 16

 

De adel zal tot een nederig leven gebracht worden vóór de grote oorlog die tegen hen zal worden afgekondigd van over de zeeën, waardoor het uitzinnig trotse ras zal worden onderworpen. De vijanden van de Engelsen zullen hun activiteiten verhogen, zij die in het oostelijke en westelijke deel van de wereld verblijven, zodat ze zich zullen inlaten in een gevecht op de omschreven zee, waardoor de Engelsen zullen worden verslagen.

 

Profetie 17

 

Een vloot uit een vreemd land zal komen, bemand door de afstammelingen van Golimh van de met goud geborduurde gewaden. Zij zullen de Galliërs van de schepen verslaan en de vastgehouden mensen bevrijden. Deze vloot, die vanuit het oosten zal komen, zal niet worden verhinderd door de machtige oceaan. Door de onstuimigheid van de harde winden , zal de vreemde verschijning ervan worden gekenmerkt door ontvlamde monden. Zij zullen zich in een hevig gevecht werpen en het mag een wonder genoemd worden mocht er geen wederzijde afslachting zijn bij de strijd van zij die van ginds gekomen zijn om de knoop te ontwarren.

 

Profetie 18

 

Nadat de Engelsen in deze zeeslag zijn verslagen, zullen ze geteisterd worden uit alle windstreken en, zoals een drachtig hert, omsingeld door een hoop vraatzuchtige honden, zal de toestand van de Engelsen onder hun vijanden zijn. Nadien zullen de Engelsen gekrompen zijn tot een slecht volk en elke hindernis zal opgeworpen worden voor hun toekomstige welslagen, omdat ze niet, of eerder, totdat ze niet de rechtschapenheid en gerechtigheid naleven, zal hun macht immer worden afgenomen. Er zal hen drie waarschuwingen worden gegeven alvorens hun uiteindelijke val: het afbranden van de Toren van hun grote koningen, de vuurzee rond de haven van de Engelsen en het afbranden van de schatkamer waar hun goud zich bevindt.

 

Profetie 19

 

De Heilige Columba van Ierland [de eveneens de hongersnood en de mislukking van de oogst van aardappelen, tijdens de jaren 1845-50 voorspelde, besloot haar profetieën met een belofte van voorspoed en de vernietiging van Ierland:

 

Dit nieuwe Ierland zal een voorspoedig Ierland zijn en groot zal haar vermaardheid en macht zijn en er zal op de hele en wijde oppervlakte van de aarde geen land zijn zoals dit mooie volk … Zeven jaren voor de laatste dag zal de zee Ierland overspoelen door een overstroming … alsook het klooster in Iona van mijn hart, Iona van mijn liefde. In plaats van de stemmen van monniken, zal het geloei van de koeien weerklinken, maar als de wereld het einde nadert, zal Iona opnieuw zijn wat het was.


18-02-1978
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Heilige Ceasarius van Arles [470-542]
Heilige Ceasarius van Arles [470-542]

Profetie 1

Spoedig zal de stad door een verschrikkelijke straf bereikt worden. Hierbij zal een paus betrokken zijn. Maar een andere paus zal, door zijn grote waardigheid, nog een meedogenlozer vijand stoppen en deze overtuigen om de schade, die aan de Heilige Stad is veroorzaakt, te herstellen. O gemene troepen van verschillende naties! Door oorlog, hongersnood, pest en een plotse vloed zal de stad er verlaten bijliggen, zoals een hut van een tuinman. De schandelijke oorlog beroert de stad en Gallië. Vlucht, vijand. Een krachtige leider zal alle delen treffen met zijn voortreffelijke hamer en zal aan een bekende keizer de eer van de overwinning van de Arabieren laten. Door een steekwonde zal de vrome vader van het volk sterven. Ik zie het.
 
Profetie 2

Als de gehele wereld, maar op een bijzondere wijze Frankrijk en vooral de provincies van het Noorden en het Oosten en boven alles deze van Lotharingen en Champagne [de regio van de belangrijkste slagen van Wereldoorlog II], ten prooi zullen vallen van de grootste ellenden en beproevingen, dan zullen de provincies bijstand krijgen van een prins die verbannen was in zijn jeugd en die de kroon van lelies zal heroveren. De lelie is eeuwenlang het heldensymbool geweest van de Franse koningen.

Profetie 3

De koning van Blois zal opstaan tegen de pauselijke tiara. Deze prins zal zijn gebied uitbreiden over de hele wereld.

Profetie 4

O zoetste vrede! Uw vruchten zullen zich vermenigvuldigen tot het Einde der Tijden.

Profetie 5

Deze prins zal zijn domein uitbreiden over de gehele wereld. Tegelijkertijd zal er een grote Paus zijn, die voortreffelijk zal zijn in de vroomheid en volmaakt zal zijn op alle gebied. Deze Paus zal de Grote Monarch, een grote rechtschapen man, aan zijn zijde hebben, die een telg zal zijn van het heilige ras van de Franse koningen. Deze Grote Monarch zal de Paus bijstaan in de hervorming van de hele wereld. Vele prinsen en naties die in dwaling en goddeloosheid leven, zullen bekeerd worden en een voortreffelijke vrede zal er heersen tussen de mensen voor vele jaren omdat de toorn van God zal worden afgewend door berouw, boete en goede werken. Er zal één wet zijn en één geloof, één doopsel en één godsdienst. Alle naties zullen de Heilige Stoel van Rome erkennen en eer brengen aan de Paus. Maar na een aanzienlijke tijd zal de vurigheid bekoelen en zonde komen. Het moreel verval zal groter zijn dan ooit en deze zal over de mensheid de laatste en wreedste vervolging van de antichrist en het einde van de wereld brengen.

Profetie 6

Er zal een grote verandering komen en een groot bloedvergieten zoals in de tijden der heidenen: De universele Kerk en de hele wereld zullen het verval bewenen en van de meest gevierde stad, de hoofdstad, de meesteres van Frankrijk gevangen nemen. De altaren en de tempels zullen worden vernietigd en de heilige maagden zullen, na vele misdaden te hebben ondervonden, naar hun kloosters vluchten. De priesters van de Kerk zullen hun preekstoelen achterlaten en de Kerken zelf zullen worden beroofd van hun wereldse bezittingen.

Vertaling
: Chris De Bodt

17-02-1978
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Heilige Ephraïm, de Syriër [±306-373]
Heilige Ephraïm, de Syriër [±306-373]

Profetie 1

En het koninkrijk der Romeinen zal boven de volkeren worden verheven en haar dominantie vestigen op aarde en dit tot het einde en er zal niemand zijn die er zal aan weerstaan. Nadat het kwade zich vervolgens zal vermenigvuldigd hebben en alle schepselen onteerd zullen zijn, zal de goddelijke gerechtigheid verschijnen en het volk volledig vernietigen en voortkomend uit het verderf zal de man van de zonde worden onthuld op aarde, de verleider der mensen en de verstoorder van de hele wereld. Daarna zal de Heer vanuit de glorierijke hemel zijn vrede vestigen.

Profetie 2

Laat ons leren, mijn vrienden, in welke vorm de schaamteloze slang op aarde zal komen. Daar de Verlosser, in zijn wens om de hele mensheid te redden, geboren was uit een Maagd en in menselijke gedaante de vijand vernietigde met de heilige macht van zijn goddelijkheid, zal de vijand, die weet dat de Heer opnieuw in de glorie van Zijn goddelijkheid opnieuw zal uit de hemel neerdalen, hierover nadenken en de gehele mensheid verleiden alsof het zijn komst is.

Profetie 3

In oprechte waarheid zal hij geboren worden uit een onteerde vrouw en zo zal hij, als een geslepen dief, allen misleiden. Eerst zal hij nederig en vriendelijk zijn en de woorden van de onrechtvaardigen haten. Hij zal alle afgoden omverwerpen en de vroomheid eren. Hij zal het opnemen voor de armen, uitmuntend zijn in eerlijkheid en om alles goed te ordenen. Hij zal allen genoegdoen.

Profetie 4

In het verzoenen zal hij sluw zijn, zodat hij spoedig zal geliefd worden door alle volkeren. Hij zal noch geschenken aanvaarden, noch in toorn spreken. Hij zal niet nors zijn, maar zelfs opgewekt. En in dit volledig welgeplande schema zal hij de wereld verleiden voor zo lang hij zal regeren. En vele volkeren en landen zullen zijn grote waarden, eerlijke daden en macht aanschouwen en hem met grote vreugde kronen, waarbij ze tegen elkaar zullen zeggen: "nooit is er zo’n goede en rechtvaardige gekomen."

Profetie 5

En de schaamteloze zal zo de macht grijpen en zijn duivels naar alle hoeken van de wereld zenden om aan iedereen te verkondigen dat er een grote koning in glorie is verschenen. De volkeren zullen zich verzamelen en zullen komen om hun god te aanschouwen en de massa zal zich aan hem vastklampen en hun eigen God verloochenen. Zij zullen hun vrienden om de zoon des verderf te eren en de een na de andere zal vallen omdat zij zullen elkaar vernietigen met het zwaard.

Profetie 6

Hij zal zijn mirakelen verheerlijken en zijn voortekenen uitvoeren, de misleider. Hierbij zal hij allerminst in waarheid deze dingen volbrengen, op zulke wijze dat hij [de tiran] bergen zal verwijderen, maar dit alles valselijk en niet in waarheid, terwijl de meerderheid zal toekijken en vele landen en volkeren hem zullen bewonderen om zijn illusies.

Profetie 7

Opnieuw zal dezelfde draak zijn handen uitstrekken en de meerderheid der reptielen en vogels verzamelen. Op eenzelfde wijze zal hij zich begeven over de oppervlakte der diepten, die als droge gronden zullen verworden. Maar hij zal deze dingen veinzen... De bliksems zullen zijn medewerkers zijn en zijn komst aankondigen en de demonen zullen zijn macht instellen en de prins der demonen zal tot zijn volgelingen behoren. Naar verafgelegen landen zal hij de leiders van zijn bende sturen die zijn waarden en genezingen zullen overbrengen.

Profetie 8

Broeders, in die tijden zal er een groot conflict heersen onder de mensen, maar vooral onder de gelovigen, wanneer er tekenen en wonderen zullen gschieden die in grote overvloed door de Draak zijn vervaardigd, waanneer hij zichzelf opnieuw zal openbaren tot dod in angstwekkende fantasieën die door de lucht vliegen en daarbij alle demonen zal tonen, onder de vorm van engelen. Zij zullen in terreur voorbij de tiran vliegen, want hij heeft luid geschreeuwd en ook zijn systeem vervanderd om opophoudelijk de mensen in angst te brengen.

Profetie 9

Dan zal er geen regen meer stromen uit de hemelen en de aarde zal niet langer vruchten dragen, de bronnen en rivieren zullen uitdrogen en gewassen zullen niet langer uitkomen, het gras zal niet langer groeien. De vissen en de monsters van de zee zullen sterven en een vreselijke stank teweegbrengen met een angstaanjagend gebrul. En in vrees zal er gejammer en gekerm zijn van alle levenden die de meedogenloze verwarring zullen zien die hen bij dag en nacht zullen doen lijden ... en niemand zal nog voedsel vinden om zich te voeden, want er zullen onbuigzame leiders van het volk in elke plaats worden aangesteld en zij die het zegel van de tiran zullen dragen, zullen een beetje voedsel kunnen kopen.

Profetie 10

Maar voor deze dingen zullen geschieden zal de Heer Elias en Enoch zenden die bewondering en eerbied zullen afkondigen voor het menselijke ras en openlijk aan allen de kennis van God zullen afkondigen om hen te hoeden om de valsaard te gehoorzamen en te geloven door angst en geschreeuw. En ze zullen zeggen: "Oh, een misleider der mensen is hij, laat niemand in hem geloven." Maar zij die aan de twee profeten zullen gehoorzamen en in hun woorden zullen geloven, zullen niet talrijk zijn.

Profetie 11

De nog resterende heiligen zullen worden gevonden en, van zodra ze van de komst van de man der verdrukking zullen horen, zullen ze in haast en spoed naar de woestijnen, bergen en grotten vluchten om er zich in angst te verbergen. Ze zullen as en aarde over hun doden strooien en behoeftig zijn en met grote nederigheid dag en nacht wenen. En God, de allerheiligste, zal hen aanhoren en Zijn genade zal hen naar de aangeduide plaatsen brengen.

Profetie 12

En zij die in het oosten van de aarde zullen verblijven, zullen met grote angst vluchten naar het westen en zijn die onder de ondergang van de zon zullen verblijven zullen in vrees vluchten naar waar de zon zal opkomen.

Profetie 13

Op het einde zal God, onze Heer en de onvergankelijke Bruidegem, in oplichtende bliksems uit de hemel komen met een niet in te beelden glorie. En in de aanschouw van Zijn Glorie zullen de geesten der engelen en aartsengelen, omgeven door adembenemend licht, meekomen.

Profetie 14

Mijn geliefde broeders, hoe zullen we dan dit alles moeten doorstaan, wanneer de brandende rivier, ontketend als een verwoestende oceaan, de heuvels en bergen zal opslorpen en met hen de hele wereld met al zijn hebben? Dan, mijn geliefden, zullen met dat vuur de rivieren en de zeeën opdrogen en de lucht zal verontrust worden, de sterren zullen uit de hemel vallen, de zon zal worden opgeslokt, de maan zal niet langer zijn en de hemel zal worden opgerold zoals een perkamenten rol.

Profetie 15

En wanneer de zoon des verderfs voor eigen roem de wereld naar zijn hand zal hebben gezet, zullen Enoch en Elias gezonden worden om de slechte het zwijgen op te leggen.

Profetie 16

De man van het kwade zal zich voorbereiden en Jeruzalem binnentreden. Hij zal Sion opbouwen en vestigen en zichzelf tot God uitroepen. Dan zal hij de tempel binnentreden en er zetelen alsof hij god is, zoals de apostel heeft geschreven.

Vertaling: Chris De Bodt


Foto




Weetjes over Medjugorje

Geografie

Kroatië

Bosnië en Herzegovina

Godsdienst

Wetenschap

Portret van de zieners

Maria's uiterlijk

De 5 pijlers van het geloof

Vragen en antwoorden

Standpunt van het Vaticaan

Ratzinger bezocht ooit Medjugorje "incognito"

1e onderzoekscommissie

2e onderzoekscommissie

3e onderzoekscommissie

4e onderzoekscommissie

De kwestie Herzegovina 1

De kwestie Herzegovina 2

De kwestie Herzegovina 3

Profetieën nemen hun tijd

Mirjana meer en meer op de voorgrond

Bestemming van de ziel

De Podbrdo [Verschijningsberg]

De Krizevac [Kruisberg]

Het Votiefkruis

Parochiekerk Jacobus de Meerdere

Uitbreiding biechtgelegenheid

Kapel der Twee Harten

Oasi delle Pace

Verrezen Christus

Cumunità Cenacolo

Mother's Village

Vr. Slavko Barbaric

Vr. Jozo Zovko

Vr. Pétar Ljubicic

Ratko Perics toorn

Heeft Zanic Medjugorje verraden?

Vr. Amorthe betreurt apathie

Siroki Brijeg

Retraîtekasteel

Zr. Emmanuel Maillard

Ivans gebedsgroep

Nedjo Brecic

Christoph Schönborn

St. Stephansdom, Wenen 2012

Scalambra & Casale Monferetto

Madonna van Civitavecchia

Little Audrey Santo

Maria's verjaardag

Medjugorje en Moederdag

De IIPG [1]

De IIPG [2]

De IIPG [3]

De IIPG [4]

De IIPG [5]

De weide van Gumno

De priester die verdween

Nieuwe taksen op logies

Mirakel van de Maan

Documentaire 1983

BBC Documentaire 2010

Documentaire Mary TV

The Miracle of Medjugorje


Interviews Medjugorje

Mirjana Dragicevic [2008]

Mirjana Dragicevic [1998]

Mirjana Dragicevic [1983]

Mirjana Dragicevic [1989]

Mirjana Dragicevic [1]

Mirjana Dragicevic [2]

Mirjana Dragicevic [2009]

Vicka Ivankovic [2008]

Vicka Ivankovic [1983]

Vicka Ivankovic [2007]

Vicka Ivankovic [1988]

Vicka Ivankovic

Ivan Dragicevic [2003]

Ivan Dragicevic [2004]

Ivan Dragicevic

Ivanka Ivankovic [1983]

Ivanka Ivankovic [1989]

Ivanka Ivankovic

Pétar Ljubicic [2004]

Pétar Ljubicic [2006]

Pétar Ljubicic [2008]

Slavko Barbaric [1987]

Gabriele Amorth [2002]

Jakov Colo

Jakov Colo

Jakov Colo [2007]

Marija Pavlovic [2008]

Marija Pavlovic [1989]

Marinko en Dragico Ivankovic [1983]

Damir Coric [1983]

Marica Kvesic [1983]

John en Andja Setka [1983]

Jelena Vasilj [2002]

Jelena Vasilj en
Marijana Vasilj [1]

Jelena Vasilj en
Marijana Vasilj [1]

Zlatko Zudac [1999]

Bisschop Hnilica [2004]





Overige Weetjes

Bestemming van de Ziel

Theresia van Lisieux
over het Vagevuur

Maria Simma

De invloedrijkste vrouw

Engelen

Twaalf stappen voor een gelukkig heengaan

Twaalf fabels over het Katholieke geloof

Pater Pio en Karol Woijtyla

San Nicolàs de los Arroyos

La Madonna del Ghisallo

O.L.V. Van den Oudenberg

Fatima:
Reeds eeuwen Mirakels

Jacinto Marto uit Fatima
door Fr. Robert J. Fox

Profetieën nemen hun tijd

Jacinto Marto uit Fatima
door Zr. Lucia Dos Santos

Ingrid Betancourt

Dikwijls gewichtige feiten
nà verschijningen

satans opzet

De Graal van Valencia

Notre-Dâme du Laus

Kibeho, Rwanda

Esther en Mordechai

Monte Cassino

Gods adres

Jezus' geboortekerk [1]

Jezus' geboortekerk [2]

De Komeet Lulin

De Komeet Elenin

De Komeet Honda

Samuel Alexander Armas

De Geur van Regen

Jaar van de Priesters

Dr. Gloria Polo's terugkeer

Ian McCormack: Een blik
in de eeuwigheid

Middel tegen komende pandemie

Kim Phuc

Michael Anderson

Zeven kenmerken
van een goede vader

O.L.V. van Las Lajas

Vaders Liefdesbrief

O.L.V. van Ocatlàn

Elena Desserich

Rom Houben

Overlijden Mari-Loli Mazon

Advent

Gered door een engel?

Kerst in de loopgraven

Mgr. Peter Savelbergh

Ontdekking v/d sarcofaag v/d H. Philomena

De Heilige Mis

Petrus Lombardus

Oscar, de kat

Tieners, geef hen nooit op!

Ontdekking te Nazareth

Efeze: Maria's Huis

Wonderdadige Medaille

De rivier Kwai

De Exodus

Valentino Mora

Het vijfde Maria Dogma

Elizabeth Kindelmann

H. Louis de Montfort

H. Clelia Barbieri's
miraculeuze stem

Steven en Djaingo

Het wonder van San José

Aalst, België's 9/11

Het getal 11

Maria en het getal 101

Sterven op 33

Is dit St. Jozef's graf?

Het Kerstverhaal
en Koning Herodes

De Kardinale Climax

Winterzonnewende 2010

En de maan werd rood

Schoonheid van Wijwater

De dag die ontbrak

Het celibaat

De vierde ruiter van de Apocalyps

De maagdelijke geboorte

Jordanië claimt oudste christelijke vondst

Colton Burpo versus Stephen Hawking

H. Gelaat van Manoppello

Padre Pio: under investigation

Grace

Michael Browns retreat

7 niveau's van het liegen

De dood van Sint Jozef

De dood van Maria

Betekenis van Maria's naam

Het Aramees in opmars

De Bosnische pyramiden

Brugge, het Jeruzalem van het Noorden

Wonder te Skopje


Diverse Profetieën
Miscellanous Prophecies

Profetieën nemen hun tijd

Is dit de tijd waarover ze spraken?

Garabandal [1961-65]

Israël en Bijbelse Profetie

Pinksterprofetieën 1975

Quito [17de eeuw]

Kenmerken v/d antichrist

A.C. Emmerich [1]

A.C. Emmerich [2]

De Kremna Profetieën

Hildegard van Bingen

Belpasso [1986-88]

2 Noorse profetieën

La Salette [1846]

Anna Maria Taigi

Diversen

Heilige Mechtildis

Non van Tours

Heilige Nilus

Bernardine Von Busto

Non van Bellay

Kloosterling Hilarion

Don Giovanni Bosco

Elizabeth Canori Mora

Judah Ben Samuel

Jeanne Le Royer

Giacchino di Fiore

Bartholomeüs Holzhauser

Madeleine Porsat

De profeet Daniël

Kibeho, Rwanda

Ida Peerdeman

H. Ireneüs van Lyon

Methodius van Olympus

H. Hippolytus van Rome

Firmanus Lactantius

De Berkenboomprofetieën

Dr. Arnold Fruchtenbaum

H. Ephraïm de Syriër

H. Cesarius van Arles

Columba van Ierland

Elena Aiello

Beda, de eerbiedwaardige

Odilia van de Elzas

Johannes Damascenus

Adso, de Monnik

Anselmus van Canterbury

H. Vincent Ferrer

Joachim van Fiore

Johannes Friede

Thomas van Aquino

John of the Cleft Rock

Franciscus van Paola

H. Birgitta van Zweden

Robertus Ballarminus

Dionysus van Luxemburg




















Het Laatste Geheim

1. Een enorm mysterie

2. Sterk en zedig

3. Dagen van duisternis

4. Moeder van de Heer

5. Boven de zon

6. Gog en Magog?

7. Door de straten van de stad

8. Vanop de hoogste bergen

9. Kleine geheimen

10. Klokslag twaalf

11. Lichten, geluiden, graven

12. De klokken luiden

13. Donderslag in de verte

14. Geheime aanwezigheid

15. Vuurzuil

16. Geheimen van de Rozenkrans

17. Het voorteken

18. De zeven

19. Het voorgevoel

20. Signalen en vloeken

21. Afschuwelijke wonderen

22. De kastijding

23. Naschok

24. Waar duivels beefden

25. Geheime Martelaren

26. Geheim van de gehoorzaamheid

27. Geheim van het vertrouwen

28. Ik wacht op u

29. De geest van opstand

30. Genade en rechtvaardigheid

31. De Profetie

32. Voorbij de grenzen
van de kennis

33. Geheimen in
Amerika en Europa

34. Geboren in de hel

35. Cathérina's geheim

36. Geleende tijd

37. Ik zal uw Moeder zijn

38. Het grote Teken

39. Koningin van de Eeuwigheid











Thomas à Kempis
De navolging van Christus

Boek 1.1

Boek 1.2

Boek 2

Boek 3.1

Boek 3.2

Boek 3.3

Boek 4.1

Boek 4.2



Novenen

Maria Onbevlekte Ontvangenis

OLV van Lourdes

OLV Van Fatima

OLV Van Banneux

OLV van de Berg Carmel

OLV Hemelvaart

H. Maagd van de Wonderdadige Medaille

Maria Lichtmis

Don Bosco

Maria Boodschap

Sint Jozef

Heilige Familie

Goddelijke Barmhartigheid

Heilige Geest

Kindje Jezus

Engelbewaarder

Aartsengel Michaël

Aartsengel Gabriël

Franciscus van Assisi

Antonius van Padua

Pater Pio

Heilige Benedictus

Heilig Hart van Jezus

Heilige Rita

Sint Valentijn

OLV van Altijddurende Bijstand

Jean Marie Vianney

Theresia van Lisieux

Maria, die de knopen ontwart

OLV van de Bezoeking

Zielen in het Vagevuur

Kracht van het Kruis
tegen het kwade

H. Gelaat van Jezus

Hart van Jezus en Maria

Kindje Jezus van Praag

OLV van Genezing

Miraculeuze Maagd

Pater Damiaan

Heilige Anna

H. Maria Goretti

Heilige Peregrinus

Heilige Expeditus

Sint Joris

H. Margareta van Cordoba



Films

Padre Pio

The Miracle of Our Lady of Fatima

The 13th Day

Het Lied van Bernadette

One Night with the King

Faustina

Docu: Faustina Kowalska

Docu: Mariaverschijningen

Docu: OLV van Guadalupe

Vincentius a Paolo

Sint Paulus

Sint Petrus

Docu: Pater Damiaan

Passion de Jeanne d'Arc

Story of Father Damien

Docu: Garabandal

Exorcism of Emily Rose

The Nativity Story

Don Johannes Bosco

The Passion of The Christ

King David

Romero

Jean de Florette

Manon des Sources

Abraham

Mozes

Solomon

Jacob

Francesco

A man for all seasons

The Apocalypse

Docu: H. Maria Goretti

Docu: The birth of Israël

Docu: The six-day war

Docu: Ghosts of Rwanda

Becket

Gospel of Luke

Gospel of Matthew

Gospel of John

Acts

Unsolved mysteries

Joseph

Samson and Delilah

H. Rita van Cascia

Thérèse de Lisieux

Isaak, Jacob & Esau

Fray Martin de Porres

Lourdes [2000]

Clara & Francisco

Maria Goretti

Mother Theresa




Astronomische verschijnselen

28/11/2011



Blog tegen de wet? Klik hier.
Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs

 

Real Time Web Analytics

Page Content

Page Content