Redactie
Medjugorje België en Nederland
Chris De Bodt
(1958 - 2012)

medjugorjebn@gmail.com

Patty De Vos
Kasteelstraat 81
9180 Temse
België
patty.de.vos@hotmail.com

Dr. Guy Claes
Platanendreef 40
8790 Waregem
België
gclaes@scarlet.be

Henk
Twan Vereecken
Geertrui Schonken
Veerle De Caluwé
Anne Van Der Sloten
p. Alfons J. Smet
Broeder Joseph
Zoeken in blog

Medjugorje 2015 Medjugorje 2014 Medjugorje 2013 Medjugorje 2012 Medjugorje 2011 Medjugorje 2010

 

Voorlopig worden enkel de boodschappen gepubliceerd.
02-04-1977
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.OLV van Belpasso: Deel 2. Dagboek van Rosario Toscano [1]
Onze Lieve Vrouw van Belpasso: Dagboek van Rosario Toscano [1]



Onze Lieve Vrouw van Belpasso

Zondag 4 mei 1986

Ik was alleen thuis en wachtte op de terugkeer van mijn ouders. Ze waren naar mijn school gegaan om met mijn leraars over het virus te spreken dat ik had opgelopen en waardoor is zo dikwijls de lessen moest missen.

Ik lag in mijn bed en kreeg plots een vreemd gevoel. Het was alsof ik ging stikken. Ik was bang. Iets duwde mij uit het bed. Toen ik in mijn slaapkamer rechtstond, voelde ik mij plotseling beter. Toen sprak een vreemde stem tot mij: "U hebt genoeg geleden."

Ik voelde een sterke rilling langs mijn ruggengraat gaan. Ik dacht dat het een geneesmiddel was die mijn ouders mij hadden gegeven om mijn lichaamstemperatuur naar beneden te doen gaan. Toen straalde er een groot licht vanuit een gegeven punt in mijn kamer en toen hoorde ik dezelfde vrouwenstem zeggen dat ik moest bidden voor de zondaars, dat ik niet moest wanhopen vanwege mijn koorts en dat ik tegen niemand iets over deze ontmoeting mocht zeggen.

Nieuwsgierig en bang vroeg ik: "Wie bent u?"

Het Witte Licht antwoordde mij: "Ik zal u ten gepaste tijde zeggen wie ik ben."

Na deze woorden verdween het licht. Ik wou wegrennen maar dit lukte mij niet. Waarom, weet ik niet.

Maandag 5 mei 1986

Het licht verscheen opnieuw en vertelde mij dat het bij andere gelegenheden zou terugkeren, maar dat ik voorlopig met niemand mocht over praten.

Ik vroeg opnieuw: "Wie bent u?"

Het Witte Licht antwoordde mij opnieuw: "Ik zal u ten gepaste tijde zeggen wie ik ben."

Toen vertelde Zij mij om hard te bidden. Nadat Zij dit had gezegd, verdween Zij zoals de dag voorheen.

Woensdag 7 mei 1986

Het Witte Licht verscheen opnieuw en vertelde mij opnieuw om te bidden.

Ik drong aan: "Wie bent u? Kunt u mij dit alstublieft vertellen?"

Het Witte Licht antwoordde mij: "Vandaag is het de geschikte dag voor mij om u te zeggen wie ik ben. Ik ben Maria, de Moeder van God, de Onbevlekte Ontvangenis. Binnen een aantal dagen mag u spreken over Mijn komst, maar enkel tegen een bepaald aantal mensen. Als u Mij wenst te zien, moet u de Rozenkrans bidden."

Daarop legde Zij mij uit waar ik moest heengaan op zondag 11 mei, het feest van Onze Lieve Heer Hemelvaart. Nadat dit was gezegd, verdween Zij zoals bij de eerdere gelegenheden.

Donderdag 8 mei 1986 (Bij Rosario thuis)

Tijdens het middageten vertrouwde ik alles aan mijn ouders toe, die het niet echt geloofden, vooral mijn vader. Mijn moeder had minder twijfel.

Een aantal dagen later vertelden wij het aan mijn nonkels en enkele nauwe aanverwanten. Sommigen geloofden het minder dan de anderen, maar allen beloofden ze om aanwezig te zijn bij de gebeurtenis van 11 mei. Wij nodigden ook enkele neven uit: allen beloofden er met niemand over te spreken, omdat Onze Lieve Vrouw had gezegd: "God werkt in stilte."

Verschijning 1: 11 mei 1986: Onze Lieve Heer Hemelvaart [aan de rots van Belpasso]

Het was 12.30 uur en mijn drie neven en Ik gingen naar de plaats waar Onze Lieve Vrouw had beloofd waar ik Haar zou zien. Eenmaal buiten de poort van onze villa, gingen wij naar het aanpalende woud. Het pad dat we volgden draaide lichtjes naar links en zo kwamen we terug op de plaats waar we vertrokken waren. Ik keek rond, omdat het nutteloos was om dit pad nogmaals te volgen. Toen zag ik ver weg een mooie rots, die er verschillend in vorm en kleur uitzag dan de andere rotsen, zelfs haar ligging was bijzonder. Nu was ik er zeker van dat dit de plaats van de verschijning zou zijn. Ik begon de helling af te lopen die op de hoofdstraat uitkwam. Mijn neven volgden mij. Wij staken de straat heel voorzichtig over (mijn neefjes waren nog er jong) en aan de andere kant van de straat zat we een groot rotsachtig gebied. We wandelden verder door, deze keer door de struiken. Iets dat we niet hadden verwacht was dat het pad recht door het gebied ging en ons leidde naar een open plaats, waar we in het midden een mooie kubusvormige rots zagen. Toen we ginds aankwamen, zetten we ons neer en begonnen we te wachten.

Ondertussen waren mijn ouders en nonkels thuis gebleven en keken ze van op het balkon toe waar we heen gingen. Ze begrepen dat we de plaats hadden gevonden die Onze Lieve Vrouw had uitgekozen. En zo besloten ze om er ook heen te gaan. Allen begonnen we samen te bidden. Het was nu middag en de hemel was prachtig blauw. Ik zag hoe een witte wolk ons traag naderde, neerdaalde en halt hield heel dichtbij de rots. Toen begon de wolk zich te ontvouwen. Ze plooide open als een bloem en straalde de reeds het sterke licht uit dat ik thuis reeds had waargenomen. Toen zag ik een mooie dame, gekleed in het wit. Op Haar hoofd droeg ze een witte mantel met een gouden boord, met daaronder een witte sluier die ook was afgezet met een gouden boord. Zij droeg de kraaltjes van de Rozenkrans in Haar gevouwen handen (later, op 18 juni zag ik Haar met open, uitgestrekte armen en kon ik Haar Onbevlekte Hart zien).

De witte Dame zei:

"Ik zegen u, mijn kinderen. Versterk uw geloof door altijd, maar boven alles met een oprecht hart, deel te nemen aan de Heilige Mis. Het geloof is een vrucht die nooit vergaat. De Kerk en het Geloof moeten uw geschenk zijn voor de toekomstige Kerk. Hoe minder u gelooft, hoe meer u zult lijden. Bid steeds meer en met geheel uw hart. Lees dikwijls de Heilige Bijbel en u zult vele dingen begrijpen over het Heilige Leven en de Heilige Vrees voor God. Goede daden zijn inderdaad nodig, maar uw kennis ontwikkelen evenzeer. Wees nederig in uw gedachten: God zegent nederigheid. Heb steeds de Heer in uw gedachten, op elk moment. Zijn aanwezigheid zal u de sterkte verlenen en het u mogelijk maken om uw weg te vervolgen en de nodige gezondheid te bekomen voor uw ziel en uw lichaam. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Ik zal terugkeren binnen 7 dagen."

Na een poos begon de wolk zich te sluiten en naar de Hemel te stijgen.

Onze Lieve Vrouw verdween.

Verschijning 2: 18 mei 1986 [aan de rots van Belpasso]

"Ik ben met u, Mijn kinderen. Ik bevind Mij onder u. Sta Mij toe om u opnieuw het volgende te zeggen: u bidt zo weinig tot de engelen. U vraagt hen zo weinig om hun hulp en nochtans doen ze veel voor u. Zij strijden tegen het kwade. Bid tot het legioen van engelen en tot de Heer Jezus om te vechten tegen het kwade. Vertel iedereen om op dit gebed te bidden:

Legioenen van perfecte wezens van God: Engelen, Aartsengelen, Cherubijnen, Serafijnen, Prinsen en Engelse krachten, in al uw licht en luister met Onze Heer aan het hoofd, bestrijd het kwade dat ons zo dikwijls bedreigt. Meest volmaakte wezens, wezens van goedheid, bescherm de mensheid van de kwade.

Vele zielen bevinden zich niet in staat van genade voor God. De zieken weigeren de laatste sacramenten bij de dood. Ik schenk u een troostgevend gebed voor hen, om hen te helpen om in Gods genade te komen:

Dag en nacht geloof ik in U
Dag en nacht aanbid ik U
Dag en nacht hoop ik op U
Dag en nacht hou ik van U
Dag en nacht bid ik tot U
O Jezus, red mij, neem mij, in al Uw liefde, tot U.

Het ontvangen van de Heilige Communie voor dit gebed is noodzakelijk. Ik weet dat het in uw bedoeling ligt om hier op een dag een kapel op te richten. Ik zou het waarderen om dit in eenheid met de gelovigen doen. Ik zegen u in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest."

Rosario: "Heilige Maagd, komt u terug?"
Maria: "Ik zal op de eerste dag van de volgende maand terugkomen."

Rosario: "Heilige Maagd, mijn moeder heeft gevraagd of U mij wilt genezen."
Maria: "Binnen de maand zult u genezen zijn. Ik zal u vertellen wie ik ben en ik zal u iets onthullen."

Verschijning 3: 1 juni 1986 [aan de rots van Belpasso]

"Mijn liefde is met u en in u, Mijn kinderen. De Heilige Geest, het geschenk van de Heer zal u door uw gebed over u verspreiden en u vergezellen, u helpen, leiden en u in alles wat nodig is onderrichten. Hij zal uw leiden licht zijn, uw vuurtoren voor uw ogen, de onthuller van de waarheid en de liefde, de spiegel van de onbegrensde rechtvaardigheid, de weg naar de redding, de ark van liefde, de brug naar het eeuwige leven. Bedank de Heilige Geest, nu en altijd, om u, eenvoudig door Hem te aanroepen, toe te laten om de rechte weg te kiezen en in de andere, uw buren, Jezus, uw Heer en Meester te zien. Hij die de redding, de waarheid en de liefde verspreid."

Rosario: "Heilige Maagd, wanneer zult u terugkomen?"
Maria: "Ik zal de volgende zondag komen. Ga door met bidden, bid veel, vertrouw op mij. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Onthoud dat ik altijd bij u ben."

Verschijning 4: 8 juni 1986 [aan de rots van Belpasso]

"Mijn kinderen, Ik ben gelukkig met uw gebeden en dit is ook zo voor Mijn Zoon Jezus, die u zal redden als u doorgaat met lief te hebben wat goed is. Onthoud dat er ook andere mensen zijn. Het zou goed zijn om voor hen te bidden, maar dat is niet genoeg: moedig hen aan om te bidden, omdat God in het gebed is. Praat ook tot de Heilige Drievuldigheid: het zijn drie gescheiden personen, maar in één eenheid.

Hij leeft in de liefde: God is de drager, de redder en de gever.

Hij draagt: Hij brengt Zijn boodschap van liefde tot u, door u Zijn liefde te schenken.

Hij redt: Hij redt u door middel van Zijn Zoon Jezus.

Hij geeft: Hij schenkt u, door middel van de Heilige Geest, Zijn zeven Heilige Gaven. Denk na over de wonderen van Jezus, de volmaaktheid van het universum: en in al deze grootsheid zal u God vinden ... de God van liefde.

Heel dikwijls vergeet u dat wat zich rondom u begeeft door God is geschonken. Wij zijn allemaal zijn schepselen. Ik dank Hem voor uw welzijn, want u vergeet om dit te doen en dit gebeurt te vaak. Wees niet bevreesd, omdat Hij, in Zijn onmetelijke goedheid, u vergeeft, omdat Hij weet dat uw liefde onvolmaakt is."

Rosario: "Heilige Maagd, zult u komen op de achttiende van deze maand?"
Maria: "Ik zal komen en u een aantal zaken onthullen. Mijn lieve kinderen, doe uw opperste best in het gebed tijdens deze maand. Bid en neem deel aan de Heilige Mis. De Heilige Communie is belangrijk en staat u toe om het voedsel van het eeuwige leven te ontvangen. Ik zegen u in de naam van de Vader en de zoon en de Heilige Geest. Amen."

Dinsdag 17 juni 1986: thuis.

Tijdens deze laatste dagen steeg mijn lichaamstemperatuur meer dan gewoonlijk, tot 38 graden. Ik moest in bed blijven en mijn ouders verloren bijna het geloof in de woorden van Onze Lieve Vrouw over mijn gezondheid.

Ik was wakker van tien uur tot middernacht en mijn temperatuur bleef constant op 38 graden. Ik voelde een enorme hitte en zweette enorm. Daarna ging mijn temperatuur naar beneden. Tegen vijf uur ’s ochtends [’s anderendaags, 18 juni dus], namen mijn steeds verdeelde ouders opnieuw mijn temperatuur.

Ik beschuldigde hen ervan dat hun geloof te klein was. Mijn temperatuur was gezakt tot 36,4 graden. Dit was een teken voor iedereen en toen ik, na geslapen te hebben, opstond, was mijn gezondheid heel goed. Ik was klaar om naar Onze Lieve Vrouw te gaan. Deze keer vooral om Haar te bedanken.

Verschijning 5: 18 juni 1986 [aan de rots van Belpasso]

"Mijn lieve kinderen, Ik ben gelukkig vanwege uw gebeden. Zij zijn zo nuttig voor uw zielen. Ga door met het bidden voor de bekering van de wereld. Dit is wat ik tot de wereld zeg: bekeer u in de naam van Jezus. Het is reeds te laat nu. Er is geen tijd meer om zorg te dragen voor het lichaam. Denk aan de zuivering van uw zielen en bezoek Jezus in de Heilige Eucharistie: Hij is uw redding. Vele mensen beledigen de Heer omwille van hun oppervlakkigheid en drang naar hoogmoed. Wie is zoals God? Niemand is zoals God! De mensen met een klein geloof en de ongelovigen moeten opletten: het echte paradijselijke leven is in de Hemel. Denk niet dat God niet bestaat! God is er altijd geweest en zal er altijd zijn, voor eeuwig, en Hij heeft u geschapen uit liefde, genade en goedheid. Vereer Hem dus, prijs Hem en loof Hem, bid tot Hem om u de genade te schenken van het genot van de eeuwig beloning, en beloof Hem geloof, nederigheid en gebed. Doe dit in Zijn naam en voor zijn grotere Eer.

Rosario: "Heilige Maagd, Ik dank u om mij te hebben genezen."
Maria: "Lijden is zoals doornen, maar als u het schenk aan Jezus worden het rozen. Het is niet nodig om te mopperen, omdat Jezus meer heeft geleden dan iemand anders, en Hij klaagde zo weinig. Jezus schenkt u Zijn liefde wanneer u hem uw vernederingen opdraagt. Jezus schenk u Zijn liefde wanneer u hem uw beledigingen opdraagt. Offer al het slechte dat u ontmoet op aan Jezus en vertel Hem dat het voor het belang van Zijn liefde is die u ontvangt en dat u het opoffert aan Hem voor de bekering van de zondaars, en dat u in Hem troost vindt."

Rosario: "Heilige Maagd, u heeft beloofd dat u mij sommige zaken zou onthullen. Onder welke titel stelt U Uzelf voor?"
Maria: "Ik ben de Koningin van de Vrede en Ik wens om Mijn liefde aan de wereld te onthullen. Waarlijk kan ik u geen tapijt van rozen beloven in deze wereld."

Toen deze woorden waren gezegd, ontvouwde Onze Lieve Vrouw Haar handen en strekt Haar rechterarm voorwaarts, met de Rozenkrans in de hand, alsof Zij ons uitnodigde tot het gebed, terwijl Zij de linkerhand lichtjes draaide als een teken van bescherming. Vanuit het midden van de borst van Onze Lieve Vrouw kwam er een grote straal, en toen zag ik Haar Hart, omgeven door vele doornen, in elkaar gestrengeld zoals bij een struik. Ik werd geabsorbeerd in dat licht en in kon mij bezinnen over de liefde van de Maagd.

"Volgende week is het Mijn Feest. Vertrouw op Mijn Onbevlekte Hart dat u nooit zal verlaten. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest."

Rosario: 'Heilige Maagd, wanneer komt u terug?"
Maria: "Ik kom terug op de eerste dag van de volgende maand ... nu moet ik gaan."

Verschijning 6: 1 juli 1986 [aan de rots van Belpasso]

Boodschap van Onze Lieve Vrouw

Ik ben dicht bij u, Mijn kinderen. Laat uw ziel de Heer verheerlijken. Loof zijn prachtige schepping. Ik breng u de vrede van de Heer. Vrede zij met u, en laat door u de vrede naar de wereld uitstralen. Laat deze uitstralen naar de harten van alle menselijke wezens. Bid zodat aan de wereld de gave van de liefde zou worden geschonken en dat de liefde altijd zou regeren volgens de wens van de Heilige Drievuldigheid. Laat de Heilige Engelen komen, regeren en het slechte overwinnen. Zo zal het slechte verdwijnen. Maar het gebed blijft nodig. Ga door met het bidden van de Rozenkrans. Offer steeds uw lijden op aan God. Uw lijden opofferen betekent genade en het waardig zijn voor de redding. Het betekent dichter tot God komen en u met Hem verzoenen. Ik zegen u nu en voor altijd in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Laat Gods Liefde en Vrede steeds met u zijn.

Rosario: Heilige Maagd, wanneer komt U terug?
Maria: Over een week kom Ik terug.

Verschijning 7: 8 juli 1986 [aan de rots van Belpasso]

Vandaag merk ik op dat Onze Lieve Vrouw bedroefd is en tranen in Haar ogen heeft.

Rosario: Waarom weent U?
Maria: Ik ween omdat Mijn Zoon weent. Ik ween omdat Mijn kinderen de vijand van mijn Zoon volgen. De mensen hebben geen aandacht voor het bloed van Mijn Zoon aan het Kruis. Wie ook in zonde leeft en wenst genade en vergiffenis te verkrijgen van Zijn Redder, moet berouw hebben en om de vergeving vragen van zijn zonden bij de dienaars van de Heer (priesters). Aanhoor mijn boodschappen van liefde, die net enkel in het Evangelie worden gelezen, maar ook van het Kruis. Vertel Hem dat u niet doof blijft aan Zijn oproep. Ik wens dat u vele en vele Onze Vaders bidt. Ik wens u naar de redding te leiden. Vertrouw op mij en ren in Mij armen, omdat Ik u onmiddellijk tot God breng. Maak van uzelf dienaren van de Heer en vertel Hem te doen wat Hij ook wenst. Hij is gelukkig met de liefde van Zijn volk. Wees zijn apostelen.

Ik wens u dit gebed te geven voor de priesters, die heel grote apostelen zijn. Ik ben de Moeder van de Kerk en de Koningin van de biechtvaders van het Geloof. Daarom is het ook gepast dat ik hen als Moeder help.

Hier is uw dienaar, hier is mijn liefde.
Hier is uw uitdrager, diegenen die U naar de anderen brengt.
Hier is de vrede dat ik u wens de brengen.
Hier is het licht, het licht van de liefde.
Hier is de liefde die ik U wil schenken.
Hier is uw apostel, de dienaar van elk moment, van God de Almachtige Vader.
Kijk, ik draag Jezus in mijn hart. Ik wens vele anderen naar Jezus toe te brengen.
Hier is de uitdrager van de Goddelijke Liefde, Jezus, schenk mij Uw licht langs mijn lange weg.

Ik zegen u, nu en altijd, in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. De liefde en de vrede van de Heer, Onze God zal steeds bij u zijn, en laat deze voor altijd bij u zijn, door Christus, onze Heer. Dat de Heilige Geest alle priesters mag verlichten."

Rosario: Heilige Maagd, zult U blijven komen,. En zult U opnieuw komen?
Maria: Ik zal binnen de tien dagen terugkeren. Bid en vertrouw steeds op Mij, in Mijn Hart en in Jezus Zijn meest Heilige Hart.

Verschijning 8: 18 juli 1986 [aan de rots van Belpasso]

Ook deze keer is Onze Lieve Vrouw bedroefd en heeft Zij tranen in de ogen.

Boodschap van Onze Lieve Vrouw

Ik ween samen met Mijn Zoon. Hoe kan ik Hem opbeuren in Zijn verdriet? Jezus lijdt nog steeds omwille van Zijn liefde voor u, maar wat doet u tot voor Zijn wil, als u hem liefheeft? Ik ben bedroefd en ween voor de arme mensheid, voor Mijn lieve Zoon Jezus die nog steeds wordt beledigd. Wat vragen wij? Niets, behalve broederlijke liefde. Er vallen geen prijzen te winnen, maar de beloning van een vrede- en vreugdvol leven is de redding van de ziel. De Verlosser weent en zal blijven wenen omwille van uw zonden, omdat u zo weinig geeft om het goede, maar zo veel om het kwade. Geef niet zoveel om uw lichamelijk welzijn, maar probeer in de plaats hiervan vooruitgang te maken in uw geestelijk leven.

Rosario: Heilige Maagd, ween niet, spreek tot de mensheid over Uw liefde.
Maria: Mijn liefde is een liefde die in u leeft. Ik hou zoveel van u en wens dat u elke kleine of grote daad van liefde zo opdragen aan Jezus omwille van Zijn eer. Wij vragen zo weining, zolang het maar liefde is en totale verlatenheid op Ons. U bent vrij om te kiezen, Ik nodig u enkel uit naar het rechte en nauwe pad. God houdt zoveel van u, maar u begrijpt Hem niet. God is almachtig, God is vriendelijkheid, God is barmhartigheid, maar Hij komt niet altijd tussen op aarde, zo niet zou u niet vrij zijn, maar zou u onder voorwaarden moeten leven en gedwongen zijn om Hem te gehoorzamen. Hij wenst zielen voor zich te winnen doe in volle vrijheid voor Hem hebben gekozen. Ik ben enkel gekomen om u te helpen: Ik ben uw Moeder. Wees steeds voorzichtig om de verleiding te vermijden en vecht tegen het slechte in de naam van God, zodat Hij verheerlijkt wordt en als winnaar over het slechte kan worden uitgeroepen. Ik wens zo graag dat u uw gebeden verdubbeld tijdens deze dagen, voor de vrede in de wereld en voor de zending van de dienaars van God [priesters], opdat zij zouden worden verlicht door de Heilige Geest. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.

Rosario: "Heilige Maagd, wanneer zult u terugkomen?"
Maria: "Ik zal niet de eerste dag van de volgende maand komen, maar van de daaropvolgende maand. Ga en leef volgens mijn liefde."

Verschijning 9: 1 september 1986 [aan de rots van Belpasso]

Boodschap van Onze Lieve Vrouw

Mijn kinderen, dat God met u mag zijn en laat God steeds bij hen zijn die Hem nog niet in zich dragen. Hij die God niet in zich draagt, heeft een er een grote nood aan om Hem te bezitten. Zonder God is er niets om naar uit te kijken in deze wereld en naar Onze Wereld te brengen: omdat er zich zonder de liefde van de Heilige Geest niets bevindt in de mensen. Hij die uitkijkt naar de wereldse waarden zou moeten weten dat hij op het einde niets met zich kan meenemen: enkel zijn ziel zal tellen en enkel zijn ziel zal worden beoordeeld. Vergeet niet dat alles wat u doet, het goede en het slechte, zal worden afgewogen.

Rosario: "Heilige Maagd, is er iets dat u van ons verlangt?"
Maria: Ik verlang dat u zou vragen naar de gaven van de Heilige Geest. Ik zal u het belang van deze gaven uitleggen, zodat u er beter gebruik kunt van maken. Er zijn zeven gaven van de Heilige Geest, maar deze onthullen andere gaven die evenzeer belangrijk zijn:
  • Wijsheid
  • Inzicht
  • Raadgeving
  • Vastberadenheid
  • Kennis
  • Vroomheid
  • Heilige Angst voor God
De eerste drie gaven zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden:
  • Wijsheid vindt haar oorsprong in de Heilige Bijbel: het is de fontein van de waarheid, een geschenk van God. Alles wat u wenst te weten over Gods wens voor Zijn kinderen, zult u verkrijgen door de Heilige Geest.
  • Inzicht: velen denken dat zij het bezitten; maar in de waarheid kan enkel de Heilige Geest deze gave opwekken en maak er Zijn wil van, een wil van liefde.
  • Raadgeving is een gevolg van de eerste twee gaven, alles wat u in u hebt door middel van de Heilige Geest zal de raadgeving zijn die u door God wordt ingegeven.
Herinner u er zich altijd aan om de Heilige Geest te aanroepen. Bezin u over mijn woorden en uw ogen zullen worden geopend. Ik zal u leiden naar de weg van de liefde. Ik zal u lieden met een schitterend licht, en ik zal u brengen naar het prachtige huis: dat van de Heer. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest ... Nu moet Ik gaan."

Rosario: "Heilige Maagd? Gaat u blijven komen? En wanneer zult u terugkomen?
Maria: "Ik zal binnen de vijf dagen komen. Probeer u harten te openen voor Mij lieve Zoon Jezus en ontvang Hem in de Heilige Communie. Zuiver u en maakt steeds deel uit van Zijn kudde. Zijn Meest Heilige Hart brandt voor u. Wees zijn waardige soldaten in de strijd tegen het kwade."

Verschijning 10: 6 september 1986 [aan de rots van Belpasso]

Boodschap van Onze Lieve Vrouw

"Mijn kinderen, vrede zij met u. De mensheid moet de wrok en de haat uit de harten halen. Mijn liefde zal vrede brengen tot uw harten. Vrede is de weg voor een vlugger smelten van deze harten die nu verhard zijn door wrok en haat. Ik wens nog enig licht te werpen op de resterende gaven van de Heilige Geest. Vastberadenheid en Kennis volgen elkaar op.
  • Vastberadenheid: morele sterkte is de gave die u toelaat om het lijden te dragen met onderbouwde vroomheid.
  • Kennis is de samenvoeging van al deze gaven, het licht voor de twijfelaars.
  • Vroomheid draagt geloof en vriendelijkheid over en is boven alles de zendelingen nabij: het verspreidt gebeden.
Als de Heilige Gaven van de Heilige Geest niet worden uitgestraald door de Heilige Vrees voor God, hebben zij geen waarde.
  • De Heilige Vrees voor God is de eerbied voor de Meest Heilige Drievuldigheid, omdat het de Vader is die U liefheeft en dit bij wijze van Zijn Zoon die u redt en bij wijze van de Heilige Geest die u zegent.
Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Nu moet Ik gaan."

Rosario: "Heilige Maagd, zult u terugkomen?"
Maria: "Ik zal binnen twaalf dagen terugkomen."

Vertaling: Chris De Bodt

Verschijning 11: 18 september 1986 [aan de rots van Belpasso]

"Mijn kinderen, vandaag wens ik u aan het lijden te herinneren: schenk het tot bekering van de arme zondaars. Ik nodig u uit om uw naaste niet te oordelen, want er bestaat maar één oordeel. God is oneindige gerechtigheid. Ik wens dat niemand zou zeggen dat hij nooit gezondigd heeft, want door dit te zeggen maakt hij vergissingen en zondigt hij daardoor. Denk aan de parabel met de Farizeeërs en de tollenaar, in verband hiermee."

Rosario: "Heilige Maagd, mag ik een vraag stellen? Wat is de Hemel?"
Maria: "Het is onmogelijk om iets te omschrijven dat niet tot deze wereld behoort. De liefde in de Hemel is onmetelijk. Oneindig is de liefde van God.

Jezus zoekt de zondaars en nodigt hen uit en aanvaardt hen zolang ze maar berouw hebben, zodat Hij Zijn vergiffenis kan schenken. Zijn Hart staat voor iedereen open, zodat iedereen Zijn liefde kan kennen. Ik wens de mensheid de weg naar de hemel aan te wijzen, in de volmaakte liefde van de Heer.

De vrede komt voort uit de liefde. Leer elkaar lief te hebben, maar, boven alles, vergeef elkaar en heb kinderharten zodat u waardig bent voor God: geef liefde, liefde, liefde altijd liefde aan God.

Rosario: Heilige Maagd, wenst U nog iets ander van ons?
Maria: Ik wens dat u doorgaat met het bidden van de Rozenkrans en dat het Heilige Evangelie, het Woord van God, dikwijls zou worden gelezen. Ik wens dat het in uw geesten staat ingedrukt, dat het uw woord zou worden, boven alles, dat het geschreven staat in uw harten ... nu moet Ik gaan."

Rosario: Heilige Maagd, zult U blijven komen?
Maria: Ik zal blijven komen.

Rosario: En wanneer zult U opnieuw komen?
Maria: Ik zal de volgende maand niet komen, maar de maand daarop, voor het Feest van Christus Koning. U moet niet zoveel mensen meebrengen als de andere keren en ook niet dat wat u gewoonlijk meebrengt [een kleine bandopnemer]. U mag iemand vertellen over mijn verschijningen, zolang hij gelooft. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Laat de Vader in uw geesten heersen, de Zoon in uw harten en de Heilige Geest in uw zielen.

Verschijning 12: 23 november 1986: Feest van Christus Koning [aan de rots van Belpasso]

Na wat de Heilige Maagd de vorige maand aan Rosario had gevraagd, was dit de eerste maal dan er, buiten de aanverwanten van de jongen, weinig mensen de verschijning bijwoonden. Op het einde van de verschijning bewoog Rosario zich bedroefd heen en weer. De Heilige Maagd had hem een visioen laten zien dat hij voor enige tijd moest geheim houden, tezamen met de boodschap. Het was om deze reden dat de Heilige Maagd aan Rosario had bevolen niet alles mee te brengen dat hij gewoonlijk bij zich had [een kleine bandopnemer, waarop Rosario de boodschappen, die hij hoorde, opnam].

Boodschap van Onze Lieve Vrouw

"Mijn kinderen, vandaag nodig Ik u uit om Jezus Christus en Zijn woorden in uw harten toe te laten, omdat er vrede regeert waar de Heer regeert. Uw families moet een kleine oase van vrede zijn, een klein teken van de komende toekomst van het Rijk van de Jezus Christus. Maar Jezus’ komst zal er komen door Mij. Mijn hart zal zegevieren en dan zal er een grote en uiteindelijke overwinning zijn van het Hart van Jezus. Treed daarom, u die werkelijk Mijn kinderen bent, binnen in het veilige onderkomen van Mijn Hart.

De wereld stroomt over van onrechtvaardigheid, met onderdrukking en zonde. De landen van de wereld hangen af van twee supermachten, maar ze zijn allen verkeerd. In Amerika en in de landen die er van afhangen heerst er te veel liberalisme die de zonde toelaat. De onverschilligheid tegenover de noodlijdenden die sterven van de honger en de tegenspoed is een noodzakelijk iets geworden. In Rusland en de staten die ervan afhangen, is er te veel tegenwerking, honger en vervolging tegen de Kerk, en dit alles heeft de mens bijna verlaagd tot het niveau van een onbetekenend dier. Hoeveel doornen zijn er toegebracht aan Mijn hart, en hoe vele andere kwellen Mij nog steeds door hun foute leer die ze over de hele wereld hebben verspreid.

Alle landen moeten voorzichtig zijn, omdat de machtige hand van God op hen kan vallen. Daarom wens ik dat niet alleen Rusland zich bekeerd en wordt toegewijd aan Mijn Onbevlekte Hart [dit zal spoedig gebeuren], maar ook dat Amerika zich bekeerd. Dat de heerschappij van de Heer Jezus Christus spoedig mag komen en een periode van gerechtigheid, vrede en naastenliefde brengt."

De handen van de Heilige Maagd, in gebed verzonken, zonden een straal uit van een soort intens licht, door dewelke aan Rosario een bepaald visioen over de wreedheid van de zonden van de hoogmoed en de arrogantie toonde: "Hier ligt de oorsprong van alle andere zonden, en deze die de Heilige Harten van Jezus en Maria het meeste bedroeven. Herhaal niet alles wat u hebt gezien en gehoord. Doe dit enkel wanneer er u gevraagd wordt om dit te onthullen. Herinner u Mijn woorden. Dat de Heilige Schrift, het Woord van God in uw geesten mag zijn en boven alles in uw geesten staat geschreven."

Rosario: Heilige Maagd, wenst U iets anders van ons?
Maria: Neen, niets anders voor vandaag. Ga en leef volgens het Evangelie door goed te doen. Mijn zegen is met u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. De Vader in uw geesten, de Zoon in uw harten en de Heilige Geest in uw zielen ... nu moet ik gaan."

Rosario: Heilige Maagd, zult U blijven komen? En wanneer zult u terugkomen?
Maria: Ik zal komen op de eerste dag van de volgende maand. Kom enkel met uw moeder en breng niemand anders mee. U zult samen met Mij de Rozenkrans bidden.

Verschijning 13: 1 december 1986 [aan de rots van Belpasso]

Onze Lieve Vrouw nodigde mij uit om samen met Haar de Rozenkrans te bidden. Ik ging akkoord. Onze Lieve Vrouw begon met het kruisteken. Zij hield het kruis van de Rozenkrans met Haar rechterhand op Haar Onbevlekte Hart, terwijl Zij de kraaltjes telde met Haar linkerhand.

Rosario: O God, kom en red mij, spoed U om mij te helpen.
Maria: Glorie zij de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, zoals het was in het begin en altijd en in alle eeuwen der eeuwen. Amen. Het eerste glorierijke mysterie: De Engel Gabriel kondigde Mij aan dat ik een Zoon zou ontvangen door de kracht van de Heilige Geest. Onze Lieve Vrouw bidt het eerste gedeelte van het Onze Vader, Rosario het tweede gedeelte.

Rosario: Tien Weesgegroetjes
Maria: Glorie zij de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, zoals het was in het begin en altijd en in alle eeuwen der eeuwen. Amen.

Rosario: O mijn Jezus, vergeef ons onze zonden.
Maria: Het tweede glorierijke mysterie: Ik bezocht de Heilige Elizabeth. Onze Lieve Vrouw bidt het eerste gedeelte van het Onze Vader, Rosario het tweede gedeelte.

Rosario: Tien Weesgegroetjes
Maria: Glorie zij de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, zoals het was in het begin en altijd en in alle eeuwen der eeuwen. Amen.

Rosario: O mijn Jezus, vergeef ons onze zonden.
Maria: Het derde glorierijke mysterie: Jezus werd geboren, en het Woord werd vlees en verbleef in ons midden. Onze Lieve Vrouw bidt het eerste gedeelte van het Onze Vader, Rosario het tweede gedeelte.

Rosario: Tien Weesgegroetjes
Maria: Glorie zij de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, zoals het was in het begin en altijd en in alle eeuwen der eeuwen. Amen.

Rosario: O mijn Jezus, vergeef ons onze zonden.
Maria: Het vierde glorierijke mysterie: Ik ging met Jezus naar de tempel. Een profeet kondigde mij aan dat een zwaard mij hart zou doorboren. Onze Lieve Vrouw bidt het eerste gedeelte van het Onze Vader, Rosario het tweede gedeelte.

Rosario: Tien Weesgegroetjes
Maria: Glorie zij de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, zoals het was in het begin en altijd en in alle eeuwen der eeuwen. Amen.

Rosario: O mijn Jezus, vergeef ons onze zonden.
Maria: Het vijfde glorierijke mysterie: Na drie dagen zoeken vond ik Jezus tussen de wetsdienaars. Onze Lieve Vrouw bidt het eerste gedeelte van het Onze Vader, Rosario het tweede gedeelte.

Rosario: Tien Weesgegroetjes
Maria: Glorie zij de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, zoals het was in het begin en altijd en in alle eeuwen der eeuwen. Amen.

Rosario: O mijn Jezus, vergeef ons onze zonden. 1 x Onze Vader, 1 x Weesgegroet en 1 x Glorie zij de vader. Heil, Heilige Koningin. Opzeggen van de Litanie van Loreto. Heilige Maria, Ik dank u voor dit prachtige bidden van de Rozenkrans.
Maria: Dit zal het laatste van onze regelmatige bezoeken zijn.

Rosario: Heilige Maagd, zult u blijven komen?
Maria: Ik zal blijven komen.

Rosario: En wanneer zult u terugkomen?
Maria: Ik zal binnen een week komen. Op die dag zult u niet alleen zijn. Ik zal minder regelmatig komen en ik zal aan het volk van God de weg van de liefde verkondigen.

Verschijning 14: 8 december 1986: Feest van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria [aan de rots van Belpasso]

Onze Lieve Vrouw gaf hem opnieuw de toelating dat andere mensen aanwezig mochten zijn, maar de ziener schreef de boodschap pas lange tijd daarna neer, om stilt e houden wat de Moeder van de Heer hem persoonlijk had gevraagd en wat hem was onthuld in een visioen. Beide zaken gaan over het medeaandeel in het verlossende lijden van Jezus voor de redding van de zondaars, ten voordele van de Kerk en voor het goede en de missie van de Kerk zelf.

"Mijn kinderen, ik heb u tezamen gebracht op deze plaats om u eraan te herinneren om niet uzelf te verliezen in de zonde, niet toe te geven aan de verleiding dat u gebonden houdt aan uw menselijke onbeduidendheid. Vergeet niet dat Jezus Zelf het Kruis droeg voor de aflossing van de zonden van de wereld en om u te redden. Vraag uzelf in het binnenste van uw hart af hoe u Jezus voor zo’n grote opoffering kunt bedanken. De Heer is trouw aan zijn gelofte, terwijl u wordt afgeleid en dit vergeet. U herinnert zich dit enkel bij ogenblikken van grote nood of bij uw laatste minuut. Heel dikwijls wordt Jezus alleen overgelaten en bijna vergeten in sommige tabernakels van het altaar.

Maar Hij, in Zijn oneindige genade, belooft bijstand op het ogenblik van de dood, door middel van de Heilige Sacramenten, tot eenieder die, gedurende negen opeenvolgende maanden, te biechten gaat en de Heilige Communie ontvangt. Ik wens dat al Mijn kinderen met Mij naar de Hemel gaan en zo beloof ik ook om hen bijstand te verlenen die, gedurende vijf opeenvolgende maanden, op de eerste zaterdag van de maand te biechten gaan en de Heilige Communie ontvangen, de Rozenkrans bidt en Mij gedurende een kwartier tot een uur gezelschap houdt door na te denken over de vijftien mysteries van de Rozenkrans, met als doen om Mij herstel te offeren. Vast voor de bekering van de zondaars en als een teken van boete. Dat de Heilig Evangelie, het Woord van God, in uw geesten mag zijn, maar boven alles in uw harten zijn geschreven."

Rosario: Heilige Moeder, wenst U iets anders van ons?
Maria: Bent u bereid om uzelf op te offeren aan God, met geloof alles te aanvaarden wat Hij toelaat dat u overkomt tot Zijn eer en voor de redding van de zondaars?

Rosario: Ja

Hierop onthult de Witte Dame, met de handen gevouwen tot gebed, in een hel sterk licht een bepaald visioen tot de jongeman. Hierop zegt Maria: "Vertrouw uw leven toe aan het Heilig Hart van Jezus en Mijn Onbevlekte Hart. Vertrouw uw families toe aab Onze Harten, want Zij brengen vrede aan de zielen. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. De Vader in uw gedachten, de Zoon in uw harten en de Heilige Geest in uw zielen ... nu moet ik gaan."

Rosario: Heilige Maagd, zult u blijven komen?
Maria: Ik zal blijven komen.

Rosario: En wanneer zult u terugkomen?
Maria: Ik zal komen op de eerste dag van de volgende maand.

Verschijning 15: 1 januari 1987 [aan de rots van Belpasso]

De mensen hebben zich reeds verzameld rond Rosario. Ongeveer een duizendtal mensen zijn gekomen om te aanschouwen wat er gebeurt en waren aanwezig bij de verschijning. Na het ontvangen van de boodschap, schreven de jongeren de boodschap neer op papier en werd deze, door middel van fotokopijen, verspreid. De Heilige Maagd stelde zichzelf voor als de "Koningin van de Vrede," en vroeg om bekering en liefde tot God.

Boodschap van Onze Lieve Vrouw

Ik ben de "Regina della Pace", Regina Pacis, Kralice Mira, Reine de la Paix, Queen of Peace, Königin des Friedens: Ik ben Maria, de Moeder van God. Ik wens dat u Mijn hart binnentreedt met grote nederigheid en heel veel liefde. Ik wens dat u elke dag de Rozenkrans bidt, Ik wens dat u de Heilige Communie ontvangt en te biechten gaat, om zo meer waardig de liefde van Christus te kunnen ontvangen. Groot is het verdriet van Mijn Zoon, omdat dit nieuwe jaar net zo zal beginnen als de andere. Er zullen meer zonden zijn en meer vergrijpen tegen de Kerk. Laat de Heilige Vader niet nog meer zou worden beledigd, want Hij wordt reeds verschrikkelijk beledigd, maar, boven alles, wordt Jezus gemarteld door de zonden van de wereld. Offer een herstel met uw gebeden, maar offer deze met uw hele hart en met hoop in God, met de hoop op Zijn komst.

Zegen de Heilige Drievuldigheid nu en voor altijd, de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, voor het verspreiden van de liefde en de vrede in uw harten. Ik vraag steeds om uw trouw tot Mijn Hart en voor de bekering van de wereld en dat, boven alles, de wereld zou worden toegewijd aan het Meest Heilige Hart van Mijn Zoon en aan Mijn Hart: enkel onze liefde zal u vrede brengen.

Offer dikwijls een gebed voor de Heilige wonden van Jezus, omdat Hij u, met Zijn opoffering op het Kruis, een ander leven heeft geschonken. Hij heeft u het leven geschonken, het enige eeuwige leven. Jezus vraagt om uw liefde en komt met genade. Hij die zijn genade niet wenst, zal Hem ontmoeten als een rechter. Draag steeds liefde in uw harten en wees steeds waardiger voor het Heilig Hart van Jezus. Neem het woord van het Evangelie mee naar de straten, binnen uw families en over de hele wereld, omdat het enige licht, het enige leven en de enige weg Mijn Zoon is, de Verlosser, de Redder. Hij overwint de krachten van de hel voor eeuwig en altijd. Daarnaast wil Ik u herinneren om de Heilige Geest te aanroepen, omdat het goed is dat iedere mens een gelovige gezel zou hebben, een spirituele gezel die u het leven van het geest in de liefde van Christus kan geven. Luister naar mij, want Ik ben uw Moeder en ik weet dat u Hem zo weinig aanroept. Ik zal enkel vrede verlenen aan de mensheid wanneer de overwinning van Mijn Hart en dat van Mijn Zoon er komt. Dat het Woord van het Heilig Evangelie, van de Vader, van de Zoon en van de Heilige Geest, steeds in uw gedachten en in uw woorden mag zijn, maar dat het boven alles in uw harten staat geschreven.

Rosario: Heilige Maagd, zult u blijven komen?
Maria: Ik zal blijven komen en Ik doe dit voor u allen, om zo Mijn liefste kinderen te kunnen redden.

Rosario: En wanneer zult u terugkomen?
Maria: Ik zal komen op de eerste dag van de volgende maand.

Rosario stelt enkele persoonlijke vragen aan Onze Lieve Vrouw en vraagt Haar om een teken te geven.

Maria
: Ik zal een teken geven als bewijs van mijn verschijningen. Dat u altijd mag gezegend zijn in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Dat de Vader steeds in uw gedachten mag zijn, de Zoon in uw harten en de Heilige Geest in uw zielen. Onthoud dat Mijn Hart zal overwinnen.

Nadat Onze Lieve Vrouw was opgestegen naar de Hemel, begon de zon te veranderen in diverse kleuren [rood, groen en blauw], maakte wendingen en weerkaatste de verschillende kleuren op de mensen en de dingen.

Verschijning 16: 1 februari 1987 [aan de rots van Belpasso]

Het nieuws van de verschijning was steeds maar amper gekend. In Belpasso zelf wisten maar weinig mensen van de gebeurtenissen. Tijdens de verschijning, precies op de middag, bevonden er zich tweeduizend mensen rond de "rots." De meerderheid kwam uit Catania en vanuit andere steden dichtbij. Velen onder hen bevestigden dat er, tijdens de ogenblikken van Rosario’s dialoog met de Heilige Maagd, een golf van zilveren draden uit de zon kwam en dan de aarde rond de verschijningsplaats bedekte.

Boodschap van Onze Lieve Vrouw

Ik ben de Koningin van de Vrede: Vrede aan alle mensen van goede wil. De God van Vrede is onder u, de Zoon, de Verlosser is onder u. Glorie zij de Vader in de Hoogste Hemel: In de naam van Christus , kom Ik en breng Ik u vrede. Ik wens dat u elke dag de Rozenkrans bidt, dat u de Heilige Communie zou ontvangen, dat u zou te biechten gaan. Maak herstel tot het Heilig Hart van Mijn Zoon, die zo erg wordt beledigd. Ik kom tot u in de naam van Christus. Laat het licht van Mijn Hart weerspiegelen uit uw harten, omdat de zielen van mijn kinderen zo’n erge nood aan vrede hebben.

Mijn kinderen, Ik kom tot u om u de ware liefde van Christus te onderwijzen. Draag uzelf volledig op aan de heilige onderrichtingen waarmee Ik u, naar de wil van Jezus Christus, wens te bezielen. U zult uw eeuwig leven vanuit deze plaats beginnen op te bouwen. Bouw uw liefde op door in deze plaats naar Jezus, mijn lieve Zoon, te luisteren. Bouw uw eeuwige leven op omdat het in dit leven zo leeg van de liefde voor Christus. Probeer de leegheid op te vullen met uw gebeden. Luister naar Mij, Mijn kinderen. Vertrouw uzelf volledig op Mij en wees meer open voor het gebed. Wees er u van bewust dat, waar u bidt, u met God praat. U moet met het hele hart ondergedompeld zijn in het gebed: enkel op deze wijze zal God naar u luisteren.

Hel

Na een tijdje opende Onze Lieve Vrouw Haar handen, de ene naast de andere. Uit Haar handpalmen kwam er een intens licht dat voor mij neerviel op de aarde, waar ik knielde. Ik keek en zag dat de aarde openbarstte. In een soort diepe sloot zag ik een zee van vuur waarin mensen waren ondergedompeld, brandend en kermend. Hun kleur varieerde van houtskool naar brons. Er waren ook dieren, ongekende soorten, die op aarde niet bestaan. Verschrikt richtte ik mijn ogen op naar Onze Lieve Vrouw en vertelde Haar: "Heilige Maagd, redt hen!" Maar de Heilige Maagd antwoordde: "Dit zijn de zielen die zich in de hel bevinden, zij zijn diegenen die niet alleen God hebben vergeten, maar Hem hebben beledigd, onverschillig aan Jezus en Zijn Wetten."

Vagevuur

Onder de voeten van Onze Lieve Vrouw bevond er zich een wolk die zich opende. Binnenin zag ik vele zielen, gekleed in vele bruine schakeringen, van heel donkerbruin tot heel lichtbruin. Er waren grote vooruitzichten en vele gebeden, vooral smeekbeden. Heel ver weg was er een heel mooi licht. Alle zielen wilden er dichtbij komen, vooral deze die in het lichtbruin waren gekleed. Daarna sloot de wolk zich. Onze Lieve Vrouw zei: "Dit zijn de zielen in het Vagevuur, waar de meerderheid van de Christenen heengaan. Zij hebben uw gebeden nodig alvorens ze kunnen genieten van het aanschouwen van de Heer."

Hemel

Hoog boven in de licht, boven het hoofd van Onze Lieve Vrouw, zag ik vele zielen, allen gekleed in helder en vlekkeloos wit: hun gelaat straalde licht uit en ze waren vol van vreugde. Zij zongen en prezen allen Gods eer. Op die gelukkige zielen scheen er een onmetelijk licht dat van boven kwam en op hen weerspiegelde. Dat was het licht van God. Daarop verdween alles. Onze Lieve Vrouw zei: "Dit zijn de zielen in de hemel, zij zijn diegenen die werkelijk het zien van de Heer verdienen. Helaas, gaan er maar weinig zielen onmiddellijk naar de Hemel. Iedereen zal worden geoordeeld door God, oneindige gerechtigheid; maar dit is een tijd van genade: alle zielen kunnen gered worden door de Liefde van God die elke persoon heiligt."

Als u de Rozenkrans bidt, voeg dan, na elk tientje en het Glorie zij de Vader, de volgende woorden voor lofprijzing toe: O Heer, mijn God, die door de Heilige Geest uw Heilige Liefde over de Kerk spreidt, verkort onze pijn in het Vagevuur en verleen ons meer de waardigheid van het zicht van de Hemel. O mijn Jezus, vergeef ons onze zonden, redt ons van het vuur van de hel, in het bijzonder diegenen die het meeste uw genade nodig hebben.

Velen vragen om genaden, maar tenzij u zichzelf volledig voor Mij, Mijn Hart en voor God, leer te openen, kan Ik u deze niet verlenen. Als u zichzelf wil verheffen, als u met uw ziel wil rijzen tot God met geheel uw hart, tot op het punt dat u uw lichamelijke noden vergeet, dan zal u genade worden verleend. Probeer mijn onderrichtingen met meer aandacht te volgen, denk na over het Woord van het Heilige Evangelie en neem het mee over de hele wereld. Laat dit het Woord worden van alle mensen. Mijn Hart en dat van Mijn Zoon zijn tot op vandaag doorstoken door de zonde. Offer boete. Uw Moeder vraagt u dit, verlangend naar vrede in de wereld. Dat u steeds gezegend mag zijn in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. De Vader in uw gedachten, de Zoon in uw harten en de Heilige Geest in uw zielen ... nu moet ik gaan."

Rosario: Heilige Maagd, zult u blijven komen?
Maria: Ik zal blijven komen.

Rosario: En wanneer zult u terugkomen?
Maria: Ik zal de eerste dag van de volgende maand komen. Op een dag zullen velen zich bewust worden van de macht van Mijn Zoon en al dit zal gebeuren wanneer Mijn Hart zal overwinnen.

01-04-1977
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.OLV van Belpasso: Deel 1. Belpasso Samengevat
Onze Lieve Vrouw van Belpasso

De verschijningen van Onze Lieve Vrouw van Belpasso doen veel denken aan deze te Medjugorje: beiden hebben tien geheimen. In tegenstelling tot Medjugorje echter, staat de plaatselijke Bisschop volledig achter de verschijningen. Dit verhaal van Onze Lieve Vrouw van Belpasso bestaat uit een drieluik:
  • Belpasso samengevat
  • Rosario's dagboek
  • Rosario's verslagen
Deel 1: Belpasso samengevat

Rosario Toscano werd geboren op 22 juni 1971 te Catania en was bij het begin van de verschijningen 15 jaar oud. Als enige kind leefde hij in een welstellende familie, dankzij de goedlopende zaken van zijn vader. Tijdens zijn kinderjaren waren er geen voortekenen of aanwijzingen dat er verschijningen zouden plaatsvinden. Zijn jonge leven speelde zich volledig af te Catania, waar zijn ouders woonden en waar zijn vader, die nog niet zo lang geleden stierf, werkte. Hij liep achtereenvolgens lagere en middelbare school bij het "Instituto delle Sacramentine," de "Leonardo da Vinci school," de "Fratelli delle Scuole Cristiane," en de "Liceo Principe Umberto." Na zijn middelbare studies ging hij naar de Universiteit te Catania, aan de Faculteit der Letteren.

Maar tijdens dit eerder gewone verhaal begon er plots een merkwaardig voorval. Rosario werd plotseling ziek, door een raadselachtig virus, dat een hoge koorts en een totale afmatting van het lichaam tot gevolg had. Op het ogenblik dat men alle hoop op genezing had opgegeven begonnen de bovennatuurlijke ervaringen, op 4 mei van 1986.

De Verschijningen

Strikt gezien begonnen de verschijningen op zondag 11 mei 1986 en eindigden ze op 1 mei 1988. Tezamen waren er 32 verschijningen en tijdens de laatste verschijning vertelde Maria dat ze een drieëndertigste maal zou verschijnen, zonder echter een datum op te geven. Rosario legt hier met de volgende woorden uit wat er gebeurde tijdens de verschijningen:
  • Elke keer richtte ik mijn ogen op boven de rots [na te knielen en een tijd, met gebogen hoofd in gebed verzonken, te wachten]. Ik kon de Heilige Maagd niet onmiddellijk zien. Ik zag een kleine wolk komen van uit de richting van de zee. Deze wolk naderde vlug de rotsDe wolk, die de grootte had van een persoon, schitterde daarna op de rots en begon zich daarna te openen zoals een bloem die zich opent. Toen de wolk zich opende, zag ik Onze Lieve Vrouw te voorschijn komen, zo krachtig dat de helderheid van de zon leek te verzwakken, zelfs tot op het punt dat de zon eruit zag als de maan tijdens het daglicht. Op hetzelfde ogenblik begonnen de mensen ook te zwijgen en werd alles rondom mij stil. Bij het openen van de wolk kreeg deze ook een andere vorm en vormde ze een soort kussen tussen de rots en de voeten van Onze Lieve Vrouw. De wolk opende zich langzaam, op deze wijze dat eerst het hoofd van Maria te voorschijn kwam en toen bad ik: "Gegroet, Mijn Koningin." Vervolgens kreeg ik Haar hele lichaam te zien tot aan de voeten.
  • Rondom mij kon ik niets waarnemen en ik had het gevoel dat ik alleen was en dat ik enkel de Heilige Maagd en de rots zag. Het licht dat Maria uitstraalde was onmetelijk, maar het verstoorde mijn zicht niet, integendeel, mijn ogen waren als een magneet op Haar gericht, wat mijn blik constant op Haar gericht hield.
  • Voor Zij zich tot mij richtte, keek de Heilige Maagd eerst naar de mensen, waarbij Zij glimlachte. Het deed Haar duidelijk genoegen om naar Haar kinderen te kunnen kijken, bij het bezoeken van de plaats.
  • Hierna richtte Maria Haar ogen op mij en begon Zij te praten.
Onze Lieve Vrouw was steeds in het wit gekleed, maar dit wit straalde zo’n grote helderheid uit, zoals de weerkaatsing op rustig, kristalhelder water. Zo’n intense lichtsterkte had ook tot gevolg dat de lucht, de achtergrond, een andere kleur kreeg en van hemelsblauw veranderde naar het opkomende daglicht.

De Moeder van God droeg steeds een witte mantel vanaf het hoofd tot aan de voeten. Haar kleed bestond uit één geheel en om Haar middel droeg zij een soort gouden koord , die met één enkele knoop was vastgemaakt, en de koord hing tot beneden Haar knieën. Het rechtse gedeelte van de koord was iets langer dan het linkse gedeelte. De mouwen van Haar kleed kwamen tot aan Haar vuisten en ze waren niet strak gespannen. Haar kleed viel zachtjes op Haar voeten, in heel mooie plooien, maar zonder de voeten te verstoppen.

De Heilige Maagd was blootsvoets en men kon de voeten zien tot voorbij Haar tenen. Haar voeten bevonden zich op de wolk, die ondoordringbaar leek: men had niet de indruk dat Maria stond op een soort leegte, of in het midden van de lucht. Ze stond werkelijk op de wolk. De huidskleur was de Heilige Maagd was wit, met een roze blos op de wangen. Het haar van Maria was kastanjebruin, maar met een lichtrode schijn, zoals bij kastanjes, en licht golvend, maar ik weet niet of het lang of kort was, omdat Haar hoofd steeds bedekt was. Haar ogen waren intens azuurblauw, de kleur van saffier. Soms heeft het water van de zee zo’n kleur, wanneer de zon er op schijnt, maar dan nog lijkt dit bijlange niet op de ogen van de Heilige Maagd.

Haar hart was donkerrood, in vele doornen verstrikt. Haar hart leek verankerd in een soort heester, met vlammen erover. Uit Haar volledige hart kwam er zo’n intense en allesbevattende lichtstraal. Elke keer als de Heilige Maagd mij Haar hart toonde, voelde ik mijzelf doordrongen van dit licht, zoals een spons doordrongen is van het water. Ik voelde dit licht in en buiten mij. Dit zoete Hart verscheen mij nooit aan de buitenkant van Haar kleed, zoals velen verkeerd denken, maar het was zo lichtgevend, dat het door Haar kleed scheen, dat op dat ogenblik zo doorschijnend was als een sluier.

De Moeder Gods droeg steeds een rozenkrans in Haar rechterhand. De kraaltjes waren wit, zoals parels, maar de ketting en het Kruis leken als goud. Maria’s handen waren niet groot, maar eerder in verhouding tot Haar gestalte. Zij was zo’n 1,55 meter groot. Zij leek niet meer dan 18 jaar oud.

Tijdens de eerste verschijning van 11 mei 1986 hield de Heilige Maagd de handen gevouwen met een Rozenkrans tussen de handen.

In de verschijning van 8 juni 1986, juist na de openbaring van Haar naam opende Maria Haar handen en strekte Haar rechterarm uit, met de Rozenkrans in de hand, als een uitnodiging tot gebed. Zij boog Haar linkerarm lichtjes als een gebaar van bescherming. Tijdens deze verschijning toonde Maria Haar hart.

Toen Onze Lieve Vrouw op 1 december 1986 de volledige Rozenkrans bad met Rosario, begon Zij met het Kruisteken. Toen nam Zij een nieuwe houding aan, anders dan de overige verschijningen, waarbij Zij een betekenisvol gebaar maakte. Met Haar rechterhand plaatste Zij het Kruis van de Rozenkrans tegen Haar Onbevlekte Hart, terwijl Zij met Haar linkerhand, door Haar vingers, de kraaltjes afging tijdens het gebed.

Op 1 februari 1987 maakte Maria, op een bepaald ogenblik tijdens de verschijning, een gebaar zoals te Fatima. Zij bracht Haar open handen naast elkaar en vanuit Haar handpalmen scheen er een intens licht op de grond, voor de plaats waar Rosario zich op de knieën bevond. Rosario zag dat de grond zich opende en kreeg daarna een visioen van de hel te zien.

Vele malen verscheen de Heilige Maagd in tranen, als Onze Lieve Vrouw der Smarten [zie de verschijningen van 8 juli 1986 en 18 juni 1986]. Tijdens de verschijning van 1 april 1988 kwam Zij daadwerkelijk als Onze Lieve Vrouw der Smarten en bevond Zij zich op Haar knieën onder het Kruis, waarbij Zij Rosario uitnodigde om drie mysteries van de Rozenkrans te bidden. Dit is het ogenblik dat de ziener zich ervan bewust werd, uit Haar gebaren, dat Zij tussenkwam voor ons. Er was nog iets prachtig: elke keer dat Rosario zei: "Heilige Maria, bid voor ons, arme zondaars," keken Haar ogen liefdevol richting Hemel.

Elke keer dat ik poogde te beschrijven hoe Maria aan mij verscheen, vroegen vele mensen zich af of Zij Zich in al Haar 32 verschijningen op dezelfde wijze toonde, met de rechterhand naar voor gestrekt en de linkerhand een beetje naar achter gebogen, zodat haar Onbevlekte Hart zichtbaar werd. Op deze vraag antwoordde Rosario "Neen," want de Heilige Maagd nam verschillende houdingen aan tijdens Haar verschijningen. Niettemin heeft Rosario deze bijzondere houding uitgekozen omdat het zo’n diepe indruk maakte op hem, en omdat het op een volmaakte wijze de boodschap van het Onbevlekte Hart van de Koningin van de Vrede weergaf. Inderdaad, zelfs de gebaren van Maria hebben een betekenis en zijn een taal op zichzelf, een boodschap.

Een beschrijving geven van zelfs de kleinste gebaren van de Heilige Maagd is bijna onmogelijk, maar het is niet moeilijk om de meest terugkerende en bijzondere gebaren voor de ogen te halen.

Als Maria spreekt over de Rozenkrans, en het aanbeveelt als een heel doeltreffend gebed, houdt Zij deze voorwaarts en heft ze deze lichtjes omhoog. De betekenis hiervan is dat ze de Rozenkrans lijkt voor te dragen als een anker van de redding, of als de krachtige betekenis van de verlichting der zielen van de alledaagse problemen, of door de Rozenkrans te verheven tot een bovennatuurlijke werkelijkheid, of als een ketting van liefde die de mensen van God bindt.

Als Zij spreekt over Haar Onbevlekte Hart, wijst Zij met de wijsvinger van Haar rechterhand, dezelfde hand waarmee Zij de Rozenkrans vasthoudt, naar Haar hart. Met dit gebaar lijkt Zij ons een veiliger weg te tonen op onze reis naar God, waarbij Haar Onbevlekte Hart de deur lijkt te openen naar een veilig onderkomen, de verblijfplaats van Gods liefde in Haar, een plaats waar men een meer directie kennis verwerft van volmaakte liefdadigheid, een plaats waar de ziel zichzelf volledig kan verlaten, wordt hervormd en tot volmaaktheid wordt gebracht. Het is belangrijk dat de Heilige Maagd Haar hart aanwijst met dezelfde hand waarmee Zij de Rozenkrans vasthoudt, omdat Zij hiermee aantoont dat men door het gebed Haar Onbevlekte Hart kan bereiken.

Toen Maria, op 1 november 1987, zei: "Mijn lieve kinderen, ik wens dat u allen heiligen wordt," maakte Zij een beweging met beide handen, alsof ze alle mensen tot Haar wou nemen die zich op het grasplein bevonden, door Haar handen tot Haar borst te brengen, de ene hand boven de andere en beide handen op het hart gedrukt, alsof Haar hart een krachtige betekenis heeft voor de heiligheid.

Toen Rosario op 1 juni 1987 aan Maria vroeg wat we moeten doen om de Heilige Geest te aanroepen, antwoordde Zij: "Heeft uzelf volledig aan Mij en Mijn Hart: Ik ben de woonplaats van de Heilige Geest." Deze woorden gingen gepaard met een gebaar, waarbij Zij Haar beide naar Haar Hart richtte en ze daarna uitstrekte, zoals een moeder die haar kinderen aanspoort om tot haar te komen en haar te omhelzen.

Bij het spreken over de zonden van Haar kinderen, neemt Onze Lieve Vrouw een ernstige gelaatsuitdrukking aan. Haar gelaatsuitdrukking is strenger, of eerder bedroefd, wanneer er wordt gesproken over onze beledigingen aan Jezus omwille van onze zonden. Maar, toen Zij de hel toonde in de verschijning van 1 februari 1987, werd haar gelaatsuitdrukking zeer ernstig en verontrust, met geen enkele verandering aan haar gelaat, alsof Zij wou vertellen dat er niets meer kon worden gedaan voor de zielen die in het vuur werden gestort, en dat hun toestand er gekomen is door hun gedrag.

Wanneer Maria de zegen gaf, deed ze dit soms met uitgestrekte handen [vooral bij het zegenen van religieuze voorwerpen] met de handpalmen naar voor en naar beneden gericht en soms maakte Zij bijna het Kruisteken, discreet en zonder bruuske beweging, alsof Zij zichzelf niet boven de rol van de priesters wou plaatsen. Rosario heeft dit meer dan eens waargenomen.

Wanneer Zij op 8 december 1987 verscheen in de Kerk van de Heilige Filippus Nero, de stichter van de Orde der Oratorianen, te Acireale, hield Zij de handen gesloten. Enkel op het einde van Haar boodschap, bij het uitspreken van de woorden "Gebed, herstel, boete," scheidde Zij Haar handen. Bij het uitspreken van deze drie woorden lichtte Zij haar handen langzaam omhoog, waarbij ondertussen Haar Onbevlekte Hart verscheen.

De locuties

Onder de mystieke fenomenen die Rosario heeft ervaringen waren er ook locuties of de "gesprekken zonder verschijningen." Deze bijzonderheid is veel minder bekend  dat de verschijningen, misschien omdat deze gebeurtenissen een meer persoonlijk karakter hadden [de Heilige Maagd head hem uitgenodigd "in een afgezonderde plaats," 1 oktober 1987]. Rosario bleef meer zwijgzaam dan ooit over deze locuties. We weten dan de locuties begonnen op 7 oktober 1987, het feest van Onze Lieve Vrouw van de Rozenkrans.

Maria had hem op voorhand ingelicht [tijdens de verschijning van 1 oktober 1987] dat hij op 7 oktober een gave van Onze Heer zou ontvangen. En Zij informeerde hem met deze woorden: "De Heer wenst u een bijzondere genade te geven, dat goed zal zijn voor al Zijn mensen." Hieronder kan men de gave van het "charisma" [gave van de Heilige Geest] verstaan, een buitengewone gave, die niet wordt gegeven voor het persoonlijk belang van de gelovigen, maar voor het "algemeen welzijn" van het volk van God. De locutie, in het bijzonder de innerlijke, valt binnen de sfeer van die gaven die God ons schenkt zowel voor het algemeen welzijn als voor de persoonlijke geestelijke groei van ieder individu.

Rosario heeft vele locuties gehad, tot zelfs na de verschijningen. Wat deze betreft, vernoemt hij dat het geen innerlijke locuties zijn: zij behoren tot een ander fenomeen, wat de deskundigen de "auditieve" locuties noemen.

Rosario zegt dat de stem duidelijk en ondubbelzinnig hoorbaar was. De Bijbel geeft bekende voorbeelden van deze gave: God spreekt tot Adam en Eva [Genesis 3:9], tot Hagar [Genesis 21: 14-19] en tot Samuel [1 Samuel 3: 3-14].

Klaarblijkelijk heeft Rosario dit soort locutie reeds eerder ervaren, namelijk op 4 mei 1986, toen de bovennatuurlijke verschijnselen begonnen. Hoe dan ook begon, volgens Rosario, dit fenomeen op 7 oktober 1987. Op die dag werd hem officieel de gave geschonken, als een onderdeel van zijn geestelijke begaafdheid.

Zelfs Vader Dino, de eerste geestelijke leider van de ziener, beweert tijdens een beslissend moment met betrekking tot zijn geloof [misschien zelfs tijdens andere nachten] dit soort locuties te hebben ervaren.

Wat zijn eigen auditieve locuties betreft, zegt Rosario dat de stem die hij hoorde enkel gebeden doorgaf. Later, vanaf 1 mei 1988, lijken de auditieve locuties zich verder te ontwikkelen. Rosario denkt dat dit het gevolg is van de belofte de Maria hem deed die dag, om hem zo voor te bereiden op het einde van de verschijningen: "Ik zal later in de toekomst terugkeren," zei Onze Lieve Vrouw, "maar dit betekent niet dat ik u in de steek laat. Mijn Onbevlekte Hart zal steeds met U zijn." [1 mei 1988].

Gedurende deze periode lijkt deze gave volmaakt te zijn geworden en vermengde het zich met een ander fenomeen dat begon op de avond van 1 mei 1988. Op een dag gaf Rosario over dit tweede fenomeen een vertrouwelijke mededeling aan zijn geestelijke begeleider, toen hem de vraag gesteld werd hoe hij zich voelde na 1 mei 1988, de dag van de laatste verschijning.

Dit was zijn antwoord: Een paar minuten na de laatste verschijning, was mijn gemoedstoestand dezelfde als na de overige verschijningen, alhoewel de Heilige Maagd had gezegd dat ik Haar niet meer zou zien. Toen dit echter daarna bewust tot mij begon door te dringen, kwam er bij het neerschrijven, het nalezen en het overdenken van Haar laatste boodschap, een treurnis over mij.

Diezelfde nacht nog voelde ik een sterke pijn in mijn schouder, als een vuur dat mijn hart wou verteren. Ik werd naar een vriendin van de familie gebracht, die dokter is. Zij schreef mij geneesmiddelen voor, maar vergeefs, het brandend gevoel wou niet weggaan. Daarna begon ik te beseffen dat deze toestand geen echte pijn was, integendeel, ik kreeg het gevoel van een onschrijfbaar genoegen en bemoediging. Dit genoegen herinnerde mij aan een eerdere verschijning, of liever, ik had hetzelfde gevoel dan tijdens de verschijning van 18 juni 1986. Toen toonde de Heilige Maagd mij Haar Onbevlekte Hart en voelde ik een licht binnen en buiten mij: ik was doordrongen van dat licht zoals een spons doordrongen is van het water. Ik begreep ten volle deze nieuwe toestand toen ik dacht aan haar woorden: "Ik zal niet meer komen." In feite had ze, als een belofte, gezegd: "maar dit betekent niet dat ik u verlaten heb. Mijn Onbevlekte Hart zal steeds bij u zijn."

Van toen af, tot vandaag, voel ik dit "geestelijke vuur" binnen in mij, dat mij bewust maakt van de nabijheid van Maria tijdens mijn dagelijkse leven, in het bijzonder bij omstandigheden die te maken hebben met de gebeurtenissen rond de rots van Belpasso.

De ontwikkeling van de gave van locutie past blijkbaar als een gedeelte van dit fenomeen. De stem lijkt zelfs meer en meer van binnenin te komen. In korte tijd is deze bovennatuurlijke gave veranderd van een auditieve locutie naar een innerlijke locutie. In deze dialoog blijkt Rosara raadgevingen, ophelderingen en voorstellen te ontvangen, zowel voor persoonlijke, tijdelijke en geestelijke situaties. Rosario heeft de neiging deze boodschappen bekend te maken wanneer hij denkt dat de juiste tijd gekomen is, en dit zal waarschijnlijk gebeuren wanneer de gebeurtenissen rond de verschijningen in werkelijkelijkheid zullen plaatsvinden.

De geheimen

In de boodschappen van Belpasso verwijzen de woorden "barmhartigheid" en "gerechtigheid" naar werkelijke tijdsperioden. De tijd van barmhartigheid, waar we nu moeten gebruik van maken, vooraleer het te laat is [daar "er niet veel tijd zal zijn"], is de huidige tijd. En wat met de tijd van gerechtigheid? Wat houdt deze in voor ons? Wat zal er gebeuren wanneer de tijd van barmhartigheid over is? Misschien is het ons niet verboden om eerbiedig nieuwsgierig te zijn en een blik op de geheimen te werpen, want Rosario zelf, die ze tot de vijfde verjaardag van de verschijningen moest geheim houden [11 mei 1991], heeft zelf hints gegeven over de opbouw en de inhoud ervan. Hij zei: "Ik heb u deze dingen verteld enkel om u in te lichten, opdat u zich zou bewust worden van de vele dingen, waarvan u het recht hebt om ze te kennen."

Wat de geheimen betreft, weten we iets uit de boodschappen, iets uit het officiële rapport en iets uit Rosario’s antwoorden op bepaalde vragen. De geheimen zijn aan Rosario doorgegeven op 1 maart 1987. Er zijn er 12, waarvan 2 voor Rosario zelf en 10 voor de mensheid. Dat de geheimen ernstig zijn en gewichtig, kunnen we afleiden uit diverse dingen:
  • De bezorgde, opgewonden toon van de volledige boodschap van Onze Lieve Vrouw van 1 maart 1987.
  • De onthulling, de daaropvolgende maand, dat "er zeer ernstige straffen komen voor de mensheid."
  • De boodschappen als een geheel, met name hun gelijkenis met de boodschappen van andere verschijningen over de hele wereld.
  • De toon van de laatste boodschap en de uitleg die werd gegeven; de woorden die werden gebruikt.
  • De houding en de gelaatsuitdrukking van de ziener na de verschijning van 1 maart 1987 en in de verdere uiteenzetting die door hem werd gegeven.
De woorden die door Onze Lieve Vrouw zijn gebruikt laten geen ruimte voor twijfel. Het zijn bijzonder "onaangename" gebeurtenissen [1 mei 1988], "heel ernstige straffen" [1 april 1987], "zuivering" [1 oktober 1987].

Op 11 mei 1987 verklaarde Rosario: "Velen hebben zichzelf afgevraagd of deze onaangename gebeurtenissen heel erbarmelijk zijn. Weet dat ik gedurende weken heb geweend en dat ik geen vrede meer zou gevonden hebben, was het niet dat het Hart van onze Moeder mij had getroost en dat Gods genade mij niet had begeleid.

De boodschappen laten ons in hun geheel begrijpen dat God een beslissing heeft gemaakt en de tijdslijn heeft bepaald: daarom zullen de geheimen in alle geval plaatsvinden en kunnen ze enkel worden verzacht. Men kan dit ook afleiden uit de droefheid waarmee Onze Lieve Vrouw aankondigde en voorspelde dat de mensen zullen falen in het volgen van Haar boodschappen en waarschuwingen: "Velen zullen opnieuw hervallen in hun zonden en zullen God en Zijn wetten vergeten." [1 mei 1988]

Uit de ingewikkeldheid van de boodschappen kan men afleiden dat de straffen uit de geheimen twee redenen tot doel hebben:
  • Het zijn straffen voor de zonden.
  • Ze zijn een zuivering om de Tweede Komst van Christus voor te bereiden.
God heeft de mens de mogelijkheid gegeven om zichzelf te zuiveren door een leven van boete, opoffering, vasten en vooral het gebed en een toevlucht tot de sacramenten. De zonden die leiden tot de straffen zijn "oppervlakkigheid en onverschilligheid" [1 februari 1988], "geestelijke gemakzucht" [1 mei 1988], "het zichzelf bewust verkopen aan de wereldse voldoeningen" [1 februari 1988], "het vergeten en ontkennen van God en Zijn wetten" [1 mei 1988] en "de onverschilligheid voor Jezus en zijn opofferingen' [1 juni 1987]. Al deze zonden vinden hun oorsprong in onze "harten van steen" [1 augustus 1987]. In het bijzonder heeft Gods volk een beslissende rol te spelen, door de woorden van Maria in de praktijk om te zetten en mee te werken aan "het verzachten van de harten, die nu zijn versteend," "de zuivering van de anderen door geestelijke ijver in hen op te wekken," [1 augustus 1987] en door hen allen "tot de eenheid van Christus en tot vrede te brengen."

De geheimen maken deel uit van Gods groot plan "met het oog om alles in de hemel en op aarde onder één hoofd bijeen te brengen, onder Christus." [Efeziërs 1:10] Het is een versnelling van de geschiedenis tot de Parousia, de Tweede Komst van Christus. Dat de Heer toont dat deze geheimen bestaan is een bijkomend teken van Zijn Barmhartige Liefde van Zijn Hart en Zijn bijzondere voorliefde voor Zijn volk.

We mogen geen verkeerde houding aanneming tegenover de geheimen. We mogen hen niet benaderen met een lege nieuwsgierigheid, noch met ijdelheid, in gedachten houdende dat de Heer deze dingen voor wijzen en verstandigen verborgen houdt, maar ze aan eenvoudige mensen onthult" [Mattheus 11:25]. Integendeel, wij moeten de geheimen met eerbied benaderen, dezelfde eerbied die we hebben tegenover de wil van God, bron van alles. De overwinning van het Onbevlekte Hart van Maria en de periode van vrede zijn een teken, onder de verscheidene andere tekens, die aan de wereld niet alleen de glorie van Maria zal tonen, maar ook deze van de Kerk, wat onder het zevende geheim kan worden begrepen.

Wat de tijdsspanne betreft gaat het over deze generatie. Niet alleen de boodschappen bevestigen dit stilzwijgend, maar er is ook het gegeven dat Rosario is aangeduid om de geheimen zelf aan te kondigen. Niettemin mogen wij onszelf niet wijsmaken dat de geheimen nakend zijn [tussen vandaag en morgen]. Als we naar de geheimen van Fatima kijken, zien we dat er 67 jaren zijn overgegaan. Rosario zelf zegt bijvoorbeeld over het zevende geheim dat dit zeker nog niet voor morgen is. Integendeel, men is geneigd om te denken dat minstens drie geheimen nabij zijn, aangezien de overwinning van het Onbevlekte Hart van Maria en de periode van vrede dichtbij is. In zijn verklaring van 11 juni 1991 zegt Rosario dat "de tijd van de vrede dichtbij is."

Eerder heeft hij een waardevolle uitleg erover gegeven; "In de wereld zal er een periode van vrede zijn. Deze is nog niet aangebroken omdat er eerst een meer zichtbaar teken van de bekering van Rusland moet geschieden: dan zal er, zonder uitzondering, een periode van vrede komen over de wereld [november-december 1990].

Voor wie de geheimen bestemd zijn en wat de onaangename gebeurtenissen betreft die ze inhouden, weten we dat ze op alle mensen slaan [1 maart 1987], maar niet op dezelfde manier. In het bijzonder moet iedereen door deze zuivering gaan, daar niemand kan zonder bruidskledij voor de Jezus verschijnen, die zal terugkeren [1 mei 1988 en Rosario’s verslag van 11 mei 1991].

De Heilige Maagd heeft gezegd dat Zij een teken zou geven als bewijs van Haar verschijningen [1 januari 1987] en heeft dit later nader omschreven: "Alvorens alles begint, wat betekent, alvorens de geheimen zullen plaatsvinden, zal Ik u inlichtingen, zodat u het aan iedereen kunt zeggen. Dit zal het concrete teken zijn van Mijn verschijningen, het hoogst belangrijke teken van in de Hemel voor de ernst ervan." [1 mei 1988]

Rosario zal opnieuw als tussenpersoon handelen, maar deze keer om de toekomstige gebeurtenissen. In de laatste van de grote verschijningen kan men deze verandering waarnemen: te Lourdes gaf Maria drie persoonlijke geheimen aan Bernadette, te Fatima drie geheimen [of beter gezegd, één geheim bestaande uit drie gedeelten], waarbij het de kerkelijke hiërarchie wordt toegestaan om ze al dan niet bekend te maken. Te Belpasso, Medjugorje en in andere verschijningen van vandaag zullen de geheime boodschappen met een absolute zekerheid worden bekend gemaakt.

De Belpasso-geheimen zijn zeer nauw verbonden met elkaar. Zij zijn, zoals de geheimen van Fatima, "één enkel geheim dat bestaat uit verschillende gedeelten die zullen worden voltrokken in de toekomst. Enkel God beslist wanneer de geheimen zullen worden bekendgemaakt, en Zijn beslissing zelf is een concreet teken, het Hoogst belangrijke teken in de Hemel voor de ernst ervan." [1 mei 1988]

Waarom spreekt Maria over "ernst?" Omdat het voor velen te laat zal zijn wanneer de toekomstige gebeurtenissen zullen worden openbaar gemaakt. Het aangeven en de openbaring van de geheimen voor de mensheid [en eveneens het aantal 10] herinnert ons op een heel bijzondere wijze aan de tien plagen van Egypte.

Rosario zegt: "Met betrekking tot wat er in de toekomst staat te gebeuren, moet u weten dat Onze Lieve Vrouw ons op voorhand zal informeren en beschermen, als wij Haar aanbevelingen hierover zullen volgen."

Het zal vooral het zevende geheim zijn dat ons zal doen herinneren aan de Bijbelse schema. De geheimen houden gebeurtenissen in die geleidelijk aan zullen toenamen in intensiteit. Rosario zegt dat het zevende geheim zich zal voordoen wanneer de onaangename, "akelige gebeurtenissen" op hun hoogtepunt zullen zijn [verslag van 11 mei 1991]. Van het zevende geheim is het geweten dat het gewijzigd is [In Medjugorje zegt men dat het verzacht is]: "Zeg aan iedereen dat het zevende geheim zich niet meer zal voordoen, maar dat het zal vervangen worden door een andere gebeurtenis die alle mensen van God, verspreid over de hele wereld, zal verheugen" [1 maart 1988]. De Heilige Maagd zegt niet dat het zevende geheim niet meer bestaat, maar Zij zegt dat het "vervangen" is door iets anders. Bovendien zegt Zij dat de vervangende gebeurtenis "verheugend" zal zijn, maar enkel voor "Gods mensen verspreid over de hele wereld." Rosario heeft hierover verdere uitleg gegeven op 11 mei 1991. Hij weet dat hij uitleg moet geven, maar hij is bang dat het paniek en angst zal veroorzaken en zo neemt hij elke voorzorg om niet alleen de nadruk te leggen op de somberheid ervan, maar eveneens hoop te geven. Maar laat ons luisteren naar wat Hij zegt: "Nu ben ik vol hoop over de goedheid van de Heer. In feite wenst de Heer Zijn kinderen geen angst aan te jagen, maar ons enkel wakker te houden. Denk enkel aan Onze Lieve Vrouw en Haar witte gordel: het is een symbool dat betekent dat we steeds moeten klaar staan. De Heer verlaat nooit Zijn schepselen, Zijn liefde voor hen kent geen grenzen. Wanneer de wereld wordt getroffen door onaangenaame gebeurtenissen zal er, wanneer deze op hun hoogtepunt zijn, steeds een vuurtoren schijnen in de nacht: het zevende geheim." Over dit geheim heeft de Koningin der Vrede gezegd: "Het zal worden vervangen door een andere gebeurtenis, dat het volk van God, verspreid over de hele wereld, zal behagen." In feite heeft Onze Lieve Vrouw gezegd dat ze opnieuw zal verschijnen, en niet enkel zal Zij iedereen, door mij, waarschuwen, voordat alles zal plaatsvinden, maar Zij zal ook komen om ons te beschermen en te bemoedigen wanneer de beproevingen lastiger worden, om mij het zevende geheim te laten onthullen, het geheimen van de Barmhartigheid. Hoe dan ook, is dit nog zo ver af, dat we beter aan de woorden van Jezus uit het Evangelie denken: "Het is niet nodig dingen toe te voegen aan de alledaagse problemen."

De vemelding van Maria "omsloten met een gordel" of "de uitnodiging om klaar te zijn" herinnert onmiddellijk aan de parabels van Jezus over het waakzaam blijven, maar ook aan de nacht van de bevrijding uit Egypte, toen het bloed van het Lam, het Joodse volk vrijwaarde van de engel des doods [Exodes 12:11].

Als we zorvuldig lezen wat Rosario zegt, begrijpen wij waarom het schema van het zevende geheim, dit is dat meer lijkt op het patroon van de tien platen van Egypte. Het zevende geheim zal een "vuurtoren in de nacht" zijn. Dit, meer wat er gewoonlijk wordt gezegd, zou ons de ernst van het geheimen moeten doen begrijpen.

Zoals al de andere geheimen, zal ook dit op voorhand worden afgekondigd, maar, zegt Rosario, "niet alleen zal Onze Lieve Vrouw iedereen, door mij, waarschuwen, maar zij zal komen om ons te beschermen en te bemoedingen wanneer de beproevigen lastiger worden, om mij het zevende geheim, het "Geheim van Barmhartigheid" de laten bekend maken. Dit betekent dat de openbaring van het zevende geheim aanwijzingen zal inhouden over wie zal beschermd en ondersteund worden door de gehele duur van de gebeurtenis, en dat is de reden waarom de gebeurtenis niet voor iedereen een aangenaam effect zal hebben.

Naar het einde toe van 1991, toen de Goldoorlog juist was begonnen, verklaarde Rosario in het Oratorium van de Heilige Filippus Nero, voor een beperkt publiek, dat "deze oorlog niet lang zou duren." Rond dezelfde tijd, verzekerde Hij opnieuw dat wij ons geen zorgen hoeven te maken de geheimen van Onze Lieve Vrouw van Belpasso, daar wij "onder Haar bescherming zullen staan."

Hetzelfde overkwam de Israëlieten tijdens de periode van de tien plagen. Wij verwijzen hier in het bijzonder naar de plaag van de duisternis en de plaag van dood der eerstegeboren. De negende plaag was een drie dagen durende duisternis die door de Heer was gezonden, maar "de Israëlieten hadden licht waar ze leefden." [Exodus 10:23]

In de tiende plaag kwam de Engel des Doods [het eerste Pascha] en doodde de eerstgeborenen van Egypte, maar de Engel des Doods liet de huizen van de Israëlieten onberoerd, daar Mozes, bij het aankondingen van de plaag, de Israëlieten had verteld hoe ze deze konden ontlopen: ze moesten het bloed van een lam nemen en de deur vooraan ermee merktekenen [Exodus 12: 1-13].

Het zevende geheim zal een gebeurtenis zijn dat de glorie van de Kerk aan de hele wereld zal doen uitstralen. We hebben meer juistere uitleg over dit geheim door Rosario zelf die zei, om futiele schattingen en gissen te vermijden, dat iets "dat vergeten was" opnieuw in ere zou hersteld worden. Wat het volk van God betreft, dat van de voordelen van het zevende geheim zou genieten, zei Rosario: "Wie terug zal keren naar de Kerk en een leven van geloof zal leiden dat het licht van het Evangelie uitstraalt, kan zichzelf beschouwen als een lid van het volk van God."

Vervolgens bevestigde hij wat men reeds kon vermoeden uit de boodschap van Onze Lieve Vrouw van 1 maart 1988: "Het zevende geheim is een meer aangenaam feit, niet voor de hele mensheid, maar voor het volk van God, dat potentieel kan groeien tot in het oneindige, zoals de barmhartigheid van God, die eveneens oneindig is."

Over de woorden "iets dat vergeten is," gaf Rosario de volgende aanwijzing: "Denk niet aan de ongehoorzaamheid tegen Gods geboden, men moet eerder denken aan iets dan ooit een gebruik was in de gschiedenis van de Katholieke Kerk, maar daarna werd veronachtzaamd, en dat terug in gebruik zal komen, en dat afhangen hoe de omstandigheden zich zullen ontwikkelen." En hij maakte de volgende vergelijking; "De schipper die met zijn schip op weg is naar een haven, verandert zijn bestemming niet als de zee stormachtig is: in de plaats hiervan zal hij het licht van de vuurtoren volgen en wil hij het riscio niet lopen om uit koers te raken, en zal zij dus zo laten begeleiden om zo gemakkelijker te haven te kunnen bereiken." De schipper is het volk van God. De haven is het toevluchtosoord vor de eeuwige redding. De vuurtoren is het zevende geheim, dat ons helpt om gemakkelijker de haven te bereiken, en in duidelijke taal, "het toevluchtsoord."

In maart 1988 werd aan Rosario de vraag gesteld of er aan de geheimen een blijvend teken is verbonden dat de Heilige Maagd zou achterlaten te Belpasso [Zij heeft het volgende beloofd op 1 januari 1987 met deze woorden: "Ik zal een teken laten als een bewijs van Mijn verschijningen."] Hierop kon Rosario geen antwoord geven. Maar in Haar laatse boodschap heeft Onze Lieve Vrouw verklaard dat het teken dat ze heeft beloofd eenvoudig de aankondiging van de toekomstige gebeurtenissen zal zijn die de geheimen inhouden. Bij het stellen van deze vraag werd er de vergelijking gemaalt met het blijvende teken dat Maria heeft beloofd dat Zij zal achterlaten in Medjugorje en dat in de geheimen van Medjugorje is inbegrepen. Uit Rosario’s antwoord en uit wat de Heilige Maagd heeft gezegd te Belpassa, kan men vermoeden dan, vanuit dit standpunt bekeken, de geheimen van Medjugorje niet volledig dezelfde zijn als deze van Belpasso.

Ook werd aan Rosario de vraagd gesteld of er één van de geheimen over Belpasso zelf ging en Rosario zei dat dit het geval was. Rosario nam hierover alle twijfel weg toen hij zei: "Onder de geheimen is er één over Belpasso zelf, meer precies een geheim dat een aanwijzing geeft over dingen die Belpasso zelf aangaan, maar we kunnen het niet omschrijven als een teken." Maar de Heilige Maagd zal van deze profetie gebruik maken om ons een teken te geven [1 mei 1988] en, daar de geheimen van Belpasso over toekomstige gebeurtenissen gaan, kunnen we het enkel vanuit dit standpunt omschrijven als een teken.

Men kan ook zeggen dat de geheimen van Belpasso iets zijn als een samenspel tussen Fatima en Medjugorje. De inhoud van de geheimen zullen schriftelijk worden afgegeven aan de plaatselijke Bisschop [niet allen in één keer] en elk document zal een erg nauwgezette omschrijving bevatten van de gebeurtenissen die moeten komen. De waarschuwing door Rosario zelf een algemene waarschuwing zijn, en zal een zekere periode aan de gebeurtenissen voorafgaan. Rosario zal min of meer zeggen: "Wees voorbereid, klaar, want de verwezenlijking dan dit en dat geheim is op handen." Het bewijs ligt in het document dat in het bezit van de Bisschop zal zijn.

Hierna schreef Rosario nog twee verslagen, een op 1 oktober 1993, wat eigenlijk gewoon de tekst is van een mondelinge aanmaning, die door anderen is neergeschreven en daarom door hem nooit werd bevestigd of ondertekend en een ander laatste verslag van 11 mei 1999. Lees voorzichtig het laatste verslag en schenk vooral aandacht aan de onderlijnde zaken, omdat ze, volgende Rosario, de wil van God weergeven, en bovendien, duidelijk aantonen dat we moeten doen om niet onverwacht te worden overvallen door de toekomstige gebeurtenissen.

Standpunt van de Kerk

Over de verschijningen aan de Rots van Belpasso heeft de kerk steeds een voorzichtige houdig aangenomen, wat ook de taak is van de Kerk bij het voordoen van dergelijke verschijnselen. De Kerk heeft echter steeds de neiging gehad om de verschijningen als echt te beschouwen. Ter bevestiging hiervan heeft de Aartsbisschop van Catania, Mgr. Bonmarito, altijd nauw contact onderhouden met Rosaro, en heeft hem in vele interviews "de zuivere jongen van Belpasso genoemd." De Aartsbisschop zelf komt dikwijls naar de rots, zowel officieel als individueel. Het volgende zijn de woorden van de bisschop uit het "Jezus" tijdschrift nr. 5 van mei 1989: "Ik heb reeds over Rosario Toscano gesproken toen ik nog bisschop van Agregento. De beweerde verklaringen gebeurden steeds rond de Middag, elke eerste dag van de maand. En deze rare combinatie, alsmede het feit dat de mensen bij duizenden naar de rots trokken, deed mij versteld staan en maakten een hevige indruk op mij. Om alleen maar een voorbeeld te geven, enkel vanuit Burgio alleen, een klein dorpje uit mijn vorige bisdom, vertrokken op zondag zes bussen vol gelovigen naar Borrello, een gehucht van Belpasso. Allen gingen naar de verschijningsplaats, de parochiepriester inbegrepen.

Van zodra ik verantwoordelijk werd voor deze plaats zag ik Rosario komen. Ik heb hem driemaal ontmoet en daarna spaken we andere ontmoetingen af en ik moet zeggen dat deze jongen waarachtig zuiver is. Dit is een zuiver gegeven waarover ik meer en meer zekerheid kreeg bij elke volgende ontmoeting. Rosario is gezond, evenwichtig, sereen en hij zoekt geen aandacht.

Op een keer vertelde hij mij letterlijk de vokgende woorden: "Hoe gelukkig voel ik mij, nu dat de mensen mij niet langer voor mij komen en ik nu zelf naar de Rots kan gaan om er te in stilte te bidden tot de Heilige Maagd." Hij zei dit zonder er zich van bewust te zijn hoe belangrijk het was ... hij zei me steeds: "Als u wenst dat in naar de Rots ga om er te bidden, zal ik dat doen, maar indien u dit niet wenst, zal ik dat ook niet doen. Ik wil dat u de dag bepaald wanneer ik moet gaan, voor mij is dat goed." In het kort: hij is volledig gehoorzaam.

Op 1 mei 2000 heeft de Aartsbisschop het beeld van "Onze Lieve Vrouw van de Rots van Belpasso" en de kapel als het Heiligdom ingezegend.

Tot vandaag wordt de Rots van Belpasso, elke eerste zaterdag van de maand, bezocht door pelgrims [gemiddeld zo’n drieduizendtal], die van alle streken uit Sicilië en Zuid-Italië komen. De dienst begint er op 10 uur ’s morgens met het bidden van de Heilige Rozenkrans, gezangen en het nadenken over de boodschappen, terwijl er overal op het gazon priesters ter beschikking zijn voor de biecht.

Op 12 uur begint de Misviering waarin alle aanwezige priesters, die op dat ogenblik vrij zijn voor de biecht, concelebreren. Dan stoppen de bedevaarders met het bidden. Rosario neemt niet altijd deel aan de Misvieringen, om aldus te vermijden dat te veel aandacht naar hem zou gaan, zoals hij steeds heeft vermeld.

De aankomst en het verblijf van de bedevaarders verloopt volgens de grootste orde en met volledige oplettendheid, dankzij het onvermoeibare werk van de leden van het Comité van de Koningin van de Vrede [Comitato Regina Pacis]. Hun voorzitter is Dr. Alfio Tomasello, een advocaat. Hij wordt door velen geholpe, waaronder Mevrouw Maria Calvagno, een journaliste, die de uiteindelijke versie van "Het dagboek van Rosario Toscano en de boodschappen [Il diario di Rosario Toscano e i messaggi]" heeft voorbereid, een boek van onschatbare waarde voor elkeen die meer wenst te weten over de verschijningen en de boodschappen van Onze Lieve Vrouw van Belpasso.



Vertaling: Chris De Bodt

Wordt vervolgd

Bijgewerkt tot en met 4 december 2009

05-03-1977
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eucharistisch mirakel, Buenos Aires, Argentinië 1996
Eucharistisch mirakel, Buenos Aires, Argentinië 1996





04-03-1977
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eucharistische Mirakelen. Het twee wonderen van Stich, Duitsland [1970]
De twee wonderen van Stich, Duitsland [1970]

Stich is de kleinste van drie gehuchten die samen een parochie vormden in de Beierse regio van West-Duitsland in de buurt van de Zwitserse grens. In 1970 werden alle drie de gehuchten bediend door een priester van het Heiligdom van Maria Rhein, die nog stamde uit de Romeinse tijd. Omdat de parochiepriester ziek was kwam er een Zwitserse priester die zijn taken waar zou nemen en bereidde zich voor om de Tridentijnse mis op te dragen in de kapel van Stich om acht uur in de avond van dinsdag 9 juni 1970.

De mis verliep op de traditionele manier tot na de consecratie, toen de priester op de corporale naast de kelk een kleine roodkleurig vlek zag die uitgroeide tot de grote van een munt. Toen hij de kelk verhief voor het volk zag hij nog een rode vlek op de plek waar de kelk had gestaan. Hij dacht dat de kelk lekte en voelde met zijn hand langs de onderkant van de kelk, maar die was helemaal droog.

Na de mis onderzocht de priester de drie kleden die over het altaar lagen: de corporale; een kleine smalle doek daaronder die diende als tweede corporale, en de lange altaardwaal die over het hele altaar hing. Omdat alles helemaal schoon was kon hij de vreemde vlekken niet verklaren. Hij borg de gevlekte doeken op op een veilige plaats en de priester ging naar de pastorie om het incident aan de zieke priester te vertellen.

Op donderdag 11 juni werden de doeken grondig onderzocht door de pastoor en de Zwitserse priester. Beide waren ze niet in staat om de vlekken op natuurlijke wijze te verklaren. De doeken werden gefotografeerd en daarna naar een chemisch laboratorium gebracht voor een analyse. De resultaten van dit onderzoek werden verteld aan de priester door Zuster Marta Brunner van het poliklinisch instituut van de Universiteit van Zurich. In haar brief aan hen, die ook door de onderzoekers was ondertekend, verklaarde ze dat doeken door vier verschillende mensen was onderzocht, zonder dat iemand van hen iets afwist van de gebeurtenis op het altaar. Ze schreef: "Ik heb uw strikte verzoek opgevolgd, en enkel gevraagd of de vlekken op de doeken afkomstig waren van wijn, bloed of iets anders. De resultaten van de vier onderzoeken concludeerden dat het ging om menselijk bloed." Ook verklaarde de directeur van het klinisch lab dat in zijn mening "dat het hier zeer waarschijnlijk zou gaan om een man in zijn dodelijk lijden."

De personen die betrokken waren bij het onderzoek waren de directeur van het Chemisch Lab, Het hoofd van het Bloedcontrole Lab, een student die medicijnen studeerde en het hoofd van het laboratorium voor de analyse van bloedingen.

Bij de brief van Zuster Marta zaten de stempel van het klinisch Instituut van voor stralingstherapie en nucleaire medicijnen, en de stempel van het Poliklinisch instituut van de universiteit van Zurich.

Op 14 juli 1970, om 8 uur in de avond, droeg de Zwitserse priester opnieuw een Tridentijnse mis op in de kapel van Stich. Deze datum was toevallig ook de vierhonderdste verjaardag van de uitgave van de Pauselijke brief: "Quo Primum" van de Heilige Paus Pius V in 1570.

In dit document beval de paus dat de mis over de hele wereld gevierd moest worden volgens het Romeinse Missal; dus de bisschoppen mochten niet langer hun eigen missalen uitgeven. De Missaal van Paus Pius V is bekend geworden als het Tridentijnse Missaal, omdat de uitgifte ervan een onderdeel was van de hervormingen van het Concilie van Trente.

Voordat hij met de mis begon zorgde hij ervoor dat hij er zeker van was dat de kelk, de corporale en de altaarkleden volledig schoon waren en in goede staat. Toch, vlak na de consecratie, verschenen er opnieuw rode vlekken op de corporale. De priester gaf een teken aan de koster die aanwezig was om het altaar te betreden. De koster bekeek de vlekken op het altaar terwijl de priester de communie uitdeelde. Omdat ze de blik van de koster zagen vermoedde de mensen van de congregatie dat er iets bijzonders aan de hand was en waren duidelijke rusteloos tijdens de rest van de mis. De priester liet de mensen niet langer in spanning en liet de mensen na de mis het altaar betreden om de vlekken te bekijken.

Deze tweede gebeurtenis werd op dezelfde manier direct aan de pastoor gemeld. De doeken van 9 juni waren toevertrouwd aan het poliklinisch instituut van de universiteit van Zurich, besloot de priester om deze doeken, van 14 juni, te geven aan het buurtziekenhuis van Cercee. Dezelfde voorzorgsmaatregelen werden genomen en er werd niets vertelt over de oorsprong van de vlekken. De wetenschappers werden gewoon gevraagd om te bepalen welke vloeistof deze vlekken had veroorzaakt.

De resultaten van het onderzoek naar de vlekken van 14 juni werden op 3 augustus 1970 bekend gemaakt. Het verslag, waarvan een kopie naar de bisschop was gestuurd, verklaarde kortweg dat de vlekken waren ontstaan door menselijk bloed.

Na het ontvangen van deze conclusies werden er verschillende mensen die het wonder hadden gezien gevraagd voor een getuigenis. Op 8 november 1970 verklaarde de koster van de kapel van Stich, Joseph Talscher, het volgende: "Op de avond van 14 juli, droeg de priester de heilige mis op in de kapel van Stich. Met in het achterhoofd de gebeurtenis van 9 juni, zorgde hij ervoor dat de kleden van het altaar vlekkeloos waren. Na het ontvangen van de communie gaf de priester mij een teken en wijste naar het altaar. Toen zag ik de vlekken. Na de mis konden we allemaal de vlekken beter bekijken, in het bijzonder de vlek die de grote had van een priesterlijke Hostie. We zagen er duidelijk een kruis in. We keken elkaar aan in verbazing. Er was weinig verschil tussen deze vlekken en die van 9 juni toen dezelfde preister de mis opdroeg. Ik ben bereid dit allemaal te herhalen onder ede."

Mr. Johannes Talscher, de koster van het heiligdom van Maria Rhein, en de broer van de koster van de kapel van Stich, verklaarde dat hij bij de Heilige Mis van 14 juli in de kapel van Stich aanwezig was. Hij voegde daaraan toe: "Ik wist van het bloederige wonder van 9 juni toen dezelfde priester de Mis opdroeg, en hoopte dat het wonder nog eens zou plaats vinden. Aan het einde van de Mis vroeg de eerwaarde pater aan het volk om drie keer het Onze Vader te bidden ter ere van het Heilig Bloed van Onze Heer. Toen, zichtbaar bewogen, vertelde hij dat het wonder van 9 juni nogmaals had plaatsgevonden. We mochten allemaal naar het altaar komen. Ik zag vier vlekken. Eentje had de grootte van een priesterlijke Hostie met een daarin een kruis duidelijk zichtbaar. Een andere vlek had de omvang van een kleine hostie en de andere twee waren nog kleiner. De vlekken waar bruinrood. Het is mijn vastbesloten mening dat de vlekken geen natuurlijke verklaring hebben."

Een verpleegster van het gemeentelijke ziekenhuis van Rosenheim in West-Duitsland, ook een religieus zuster, was ook aanwezig op de mis van 4 juli en gaf meer details in het verklaring van 10 november 1970: "We mochten allemaal naar het altaar. Eerst zagen we drie vlekken, waarvan er eentje de grootte had van een grote Hostie zoals de priester die heeft. De andere twee vlekken hadden de vorm van de Hosties die een gelovige ontvangt. Toen gaf mijn zus een kreet van verbazing en wees naar een vierde vlek aan de evangeliekant van het altaar. We riepen gelijk uit: "Kijk er is een kruis te zien in elke vlek!" De grenzen van de vlekken waren duidelijk zichtbaar. De vlekken werden niet langzaam valer langs de randen, zoals dat normaal is. De vlekken ging door de kleden een en waren "plakkerig." Alle aanwezigen waren verbaasd en bewogen, als of ze in een schoktoestand waren.

In nog een andere getuigenis, die door andere aanwezigen ook was ondertekend, werd verklaard dat de vlekken verschillende vorm hadden en nog steeds vochtig waren: "De zelfde vlekken waren ook zichtbaar op het smalle kleed onder de corporale. Veel van de vlekken hadden een kruis in hun midden. Ook de twee altaardwalen waren met dezelfde vlekken doordrenkt."

De bisschop van Augsburg, Joseph Stimpfe, werd tijdig bericht van beide gevallen. Hij stelde een groep mensen in om het te onderzoeken en op 9 oktober 1970 werd de Zwitserse Priester gevraagd om alle gegevens van beide wonderen te geven. Na de resultaten van de wetenschappelijke onderzoeken te hebben bekeken en de getuigen te hebben gehoord werd de zaak voorgelegd aan de Congregatie van de Geloofsleer in Rome.

De mensen van Stich voelen zich bevoorrecht om twee Eucharistische wonder te hebben mogen aanschouwen in hun nederige kapel. Daarom hebben ze een diepere liefde en verering voor de Heilige Eucharistie.


03-03-1977
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eucharistische Mirakelen. Het wonder van Dubna, Rusland [1867]
Het wonder van Dubna, Rusland [1867]


Dubna, aan de Wolga, nabij Moskou [luchtfoto]

Om het wonder van Dubna beter te begrijpen moet men eerst iets weten van de politieke en kerkelijke verhoudingen in Polen in 1863, vier jaar voor het wonder.

De buurtstaat Rusland oefende druk uit op Polen, met de bedoeling om de Poolse taal en nationaliteit te laten ophouden. De officiële taal van Polen werd Russisch en het Pools was strikt verboden op publieke plaatsen en in klaslokalen. De Poolse mensen mochten niet meer werken en alle verenigingen werden verboden. Poolse namen werden veranderd in Russische namen en Poolse landgoederen werden ingenomen.

Voor de Kerk in Polen was dit zowel onredelijk als moeilijk. Omdat het katholieke geloof de grootste religie was, werd [met succes] moeite gedaan om alle banden met de Paus te verbreken en daarmee de macht van de Paus over de Kerk te verkleinen. Kloosters werden onderdrukt, kerkeigendommen werden ingenomen, en publiekelijke aanbiddingen, processies werden verboden als ook de bouw of reparatie van schrijnen langs de wegen. Schismatische liturgische boeken en vereringen werden bij de Katholieke kerken opgedrongen.

In 1865 eindige alle diplomatieke contact tussen Rusland en de Paus Piux IX, die sympathiek was voor de Poolse mensen. In plaats van dat de Paus de Kerk mocht leiden, was er een college van kanunniken in St. Petersburg dat het zeggenschap over de Kerk kreeg. De bisschoppen, de dekens, en de kapittels waren hier allemaal tegen, met als gevolg dat heel veel hooggeplaatste geestelijken van de Kerk gedeporteerd werden naar Rusland. De geestelijken volgden dit voorbeeld op en hielden dus ook heldhaftig stand door de autoriteit van dit college van kanunniken niet te erkennen. Dit werd zeer gewaardeerd door de bevolking.

Vele bange katholieken, echter, gaven toe aan afvalligheid toen de scheiding binnen de Kerk een feit was.

In deze moeilijke tijd keek De Verlosser neer op de strijdende Polen. Het was alsof Hij de hoop van de mensen wilde vernieuwen en een teken wilde geven van Zijn Vaderlijke Bescherming. Hij verscheen daarom in een kleine katholieke kerk in Dubna, een klein dorpje in Polen. Vandaag de dag zijn de grenzen veranderd en ligt Dubna in Rusland, zo’n 40 kilometer ten westen van Tula.

De mensen uit de parochie [ze waren zeer devoot] hielden in het geheim de Veertiguursaanbidding op 5 februari 1867. De monstrans stond op het altaar toen de gelovig, die het er het dichtst bij stonden, zachte stralen licht zagen komen van de Hostie. Toen verscheen ineens het duidelijke beeld van Onze Heer in het midden van de Hostie!

De parochiepriester die de ceremonie leidde onderzocht het wonder gronding. Een aantal mannen van de congregatie kwamen ook naar het altaar om de verschijning voor zichzelf te zien, maar, of uit angst of uit respect, was geen van hen in staat om het altaar te betreden. De verschijning duurde tot aan het eind van de aanbidding. Alle aanwezigen mochten het wonder aanschouwen, zowel de katholieken die daar voor de aanbidding aanwezig waren, als de schismatieke mensen die uit nieuwsgierigheid waren gekomen.

Het nieuws van de gebeurtenis verspreidde zich snel door de buurt ook door het dorp. Omdat het wonder ook was aanschouwd door schismatieke mensen was dit wonder al gauw bekend bij de autoriteiten. De priester werd daarom voor het hoofd van de politie gebracht om een verklaring af te leggen. De gegevens werden toen naar de Gouverneur van Zjytomyr gebracht. Hij dreigde iedereen die over het wonder sprak gevangen te nemen. De priester gaf toch een gedetailleerde omschrijving aan zijn bisschop, die, bang dat de overheid de kerk zou sluiten, verzocht om stil te blijven over dit onderwerp.

Ondanks dat het nieuws over dit wonder in het geheim en in stilte werd verspreid was het al snel bekend in het hele land Polen ... tot grote hoop en vreugde van de gelovigen die in afwachting waren van het herstel van hun natie en de terugkeer van de vrijheid om hun katholieke geloof weer te mogen uitoefenen.

02-03-1977
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eucharistische Mirakelen. Het wonder van Faverney, Frankrijk [1608]
Het wonder van Faverney, Frankrijk [1608]



Het Eucharistische wonder dat plaatsvond in Faverney, in Frankrijk, ging niet over een Hostie die veranderde in vlees, ook niet over een Hostie die begon te bloeden, maar over een Hostie die de gave had om aan de zwaartekracht te weerstaan.

De abdij, in wiens kerk het wonder plaatsvond werd opgericht door de Heilige Gude in de achtste eeuw. Het werd opgericht onder de richtlijnen van de Heilige Benedictus, en droeg de naam: Notre Dame de la Blanche, [Onze Lieve Vrouw van het Wit], ter ere van een klein beeldje dat staat in de kapel aan de rechterkant van het priesterkoor. Oorspronkelijk werd de abdij gerund door nonnen, maar kloosterlingen namen de abdij over in 1132.

Het religieuze leven in de abdij in het begin van de 17e eeuw was niet zo vurig als men zou verwachten. De gemeenschap telde maar zes kloosterlingen en twee ingewijden. Om het geloof van de mensen op peil te houden, dat toen door de protestante invloeden werd verzwakt, hielden de kloosterlingen verschillende jaarlijks feesten, waaronder de aanbidding van het Hoogheilige Sacrament ter viering van Pinksteren en Pinkstermaandag. Ter voorbereiding van deze vieringen was er een rustaltaar voor een traliewerk in de buurt van het priesterkoor.




Abdij en basiliek waar het wonder zich afspeelde

In 1608 kwamen er vele mensen bijeen op eerste Pinksterdag. Met de avondval toen de deuren van de kerk werden gesloten en de kloosterlingen zich klaarmaakten om naar bed te gaan, lieten ze twee olielampen branden naast het Hoogheilig Sacrament, welke op het altaar verbleef in een simpele monstrans.

De volgende dag, maandag 26 mei, toen de koster, Don Garnier, de deuren opende zag hij de hele kerk gevuld met rook en vlammen die langs de zijden van het altaar omhoog kropen. Hij rende naar het klooster om de kloosterlingen te wekken. Onmiddellijk probeerden ze de kerk te redden. Terwijl de vlammen werden geblust merkte een jonge ingewijde, hij was pas 15 jaar, dat de monstrans zweefde in de lucht, lichtelijk hangend in de richting van het traliewerk aan de achterkant van het altaar.

Nieuws over dit wonder verspreidde zich snel, en de dorpelingen en priesters uit de omgeving vulden al snel de hele kerk. De Capucijnenbroeders van Vesoul snelde ook naar de kerk om de gebeurtenis te aanschouwen. Velen knielden in ontzag voor de hangende monstrans, maar ook waren er velen die sceptisch bleven en het wonder voor zichzelf wilde onderzoeken. De rest van de dag en de daaropvolgende nacht waren er geen regels gesteld en mochten allen belangstellenden vrij de plaats het wonder betreden.

In de vroege ochtend van dinsdag, 27 mei, droegen de priesters uit de hele omgeving om beurten de mis op, zodat er constant een mis was terwijl het wonder plaatsvond. Rond tien uur in de ochtend, tijdens de consecratie van de Mis die Pater Nicolas Aubry, de zielenpriester van Menoux, opdroeg, zag de gemeenschap de monstrans verschuiven naar een verticale positie en de monstrans daalde langzaam af naar het altaar, dat vervangen was omdat het oorspronkelijke was vernietigd door de vlammen. De zweving van de monstrans duurde 33 uur.

Al op 31 mei werd door de aartsbisschop, Ferdinand de Rye, een onderzoek ingesteld. Er waren vierenvijftig getuigenissen van kloosterlingen, priesters, boeren en dorpelingen. Twee maanden later, op 30 juli 1608, na de getuigenissen te hebben bestudeerd besloot de aartsbisschop in de echtheid voor het wonder.

We zullen het wonder iets meer in detail bespreken: verbrand waren het altaar [dat behalve zijn onderstel volledig tot as was vergaan] de altaardwalen, en bepaalde versieringen. Een van de twee kandelaren die de zijkanten van het altaar versierden bleek door de hitte gesmolten .... maar ondanks deze hitte was de monstrans onbeschadigd. De twee Hosties in deze monstrans waren ook intact, en hadden alleen last van lichte schroeiplekken. Vier voorwerpen, bewaard achter kristal dat aan de monstrans was bevestigd, bleven ook gespaard. Hieronder viel de reliek van de Heilige Agatha, een klein stukje van beschermde zijde, een pauselijke verklaring voor een aflaat, en een bisschoppelijk brief, waarvan de was gesmolten was en over het perkament was gelopen zonder de brief aan de tasten.

Wat betreft de zweving van de monstrans: 54 getuigen, waaronder vele priesters, getuigden dat de monstrans lichtelijk hing in de richting van het traliewerk, maar dat deze het traliewerk niet raakte: het bleef er zelfs een flink afstand vandaan. De getuigen verklaarden ook dat de monstrans voor 33 uur bleef zweven.


Deze getuigen, die onder ede zworen, hebben ook een document ondertekend dat nog steeds in de kerk wordt bewaard. Ze zweerden ook dat de zweving van de monstrans niet werd beïnvloed door de vibraties van de mensen die er kwamen, ook niet door het in en uit gaan van de kerk, of door mensen die stonden en fluisterden naast het verbrande altaar, alsook niet door de mensen die het traliewerk aanraakte. Ook de handelingen van de kloosterlingen die de rommel opruimden en een nieuw altaar plaatsten had geen invloed op de monstrans.

Een marmeren plaat werd er geplaatst onder de plaats waar de monstrans zweefde. Op deze marmeren plaat stond geschreven: Lieu Du Miracle [Plaats van het wonder].

In december van het jaar van het wonder, 1608, werd één van de twee Hosties, die in de monstrans bewaard was tijdens het wonder, plechtig overgeplaatst naar Dole, dat toen de hoofdstad van het gebied was.

Tijden de Franse Revolutie is de monstrans van het wonder jammer genoeg vernietigd, maar de Hostie was gered door de gemeenteraad van Faverney, die de Hostie verborg tot het gevaar geweken was. Later is de monstrans nagemaakt aan de hand van schilderijen uit de tijd van voor de revolutie. In deze nieuwe monstrans wordt de Hostie bewaard, die 33 uur zweefde, nadat deze een vuur had overleefd waardoor zelfs een kandelaar gesmolten is.


Nieuwe Monstrans


Raamwerk met de afbeelding van het mirakel


01-03-1977
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eucharistische Mirakelen. Het wonder van Bordeaux, Frankrijk [1822]
Het wonder van Bordeaux, Frankrijk [1822]

Toen de rust weer was hersteld na de franse revoluite (1793-1798) ontstond er in de Kerk een grote bereidheid om de schade te herstellen die was gedaan in deze verschrikkelijke jaren van ommekeer, verwardheid en verwoesting. Zo begon een mooie periode voor de Kerk in Frankrijk, met de stichting van vele religieuze organisaties die zich bezig hielden met verschillende goede bezigheden.

De stad Bordeaux werd gezegend met drie nieuw religieuze gemeenschappen. Pater Guillaume-Joseph Chaminade stichtte de gemeenschap van de Marianisten, Moeder de Laourous stichtte een congregatie voor de zorg van berooide vrouwen, en pater Pierre-Bienvenu de Noailles organiseerde een gemeenschap van vrouwen die de naam kreeg: De Heilige Familie van Bordeaux, waarvan de leden de kerk op verschillende manieren steunde. Deze laatste gemeenschap, waarvan de leden vaak ook wel de Vrouwen van Loreto worden genoemd, werd opgericht in 1820, twee jaar voor het wonder. De stichter, Pater de Noailles was toen de parochiepriester van de kerk van de Heilige Eulalie. De congregatie van de Heilige Familie van Bordeaux groeide zeer snel, met vele huizen die werden gebouwd in en rond Bordeaux. Het was in de kapel van een van deze huizen dat het wonder van Bordeaux plaats vond ... om precies te zijn op De Rue Mazarin nummer 22-24.


Pierre-Bienvenue de Noailles


Bordeux, Eglise Sainte Eulalie

We zullen de aanwezige priester de feiten rond het wonder laten vertellen, aangezien hij ze keurig en nauwkeurig heeft vastgelegd. Het volgende stukje is een vertaling van een deel van het document dat hij geschreven heeft: "Ik wil verklaren dat ik een priester ben die wonende is in de beurt van de parochie van St. Eulalie bij Bordeaux. Ik heb geen andere bedoelingen, behalve publiekelijk te bevestigen de gegevens rond de gebeurtenis die plaatsvond bij de Vrouwen van Loreto. Ik was zelf getuige van dit wonder. Ik wil verklaren voor de ogen van mijn Schepper, mijn God, dat de volgende gegevens waar zijn en betrouwbaar zijn."

De priester de Noailles, hoofd van het Instituut van Loreto, was niet in staat om zelf het lof te vieren voor de gemeenschap van Loreto en smeekte mij daarom om hem voor deze viering te vervangen. Ik ging toen naar het huis van deze zusters, op de derde van deze maand, de eerste zondag van de Paaskring, vier uur in de namiddag. Toen ik daar aankwam was ik meteen bereid om met het lof te beginnen. Uiteraard stelde ik het heilige Sacrament uit met wierook, en toen keek ik naar de monstrans. Ik had de Heilige Hostie daar neergezet, maar in plaats van de Heilige Hostie zag ik daar Onze Verlosser, hoofd, schouders en armen, in het midden van cirkel dat om Hem heen hing als een lijst, zoals bij een schilderij. Maar dit was geen schilderij, want Hij leek levend te zijn.


Klooster "La Solitude" te Martillac


Mère Rita Bonnet, algemeen overste, samen met twee weeskinderen

Zijn uitstraling was erg wit en Hij had het postuur van een jonge man van een jaar of dertig. Hij was enorm mooi. Hij droeg een donkerrode sjaal over Zijn schouder en borstkas. Zijn hoofd hing af en toe naar links, en dan weer naar rechts. Verward door dit wonder dacht ik dat dit een illusie was, omdat ik mijn ogen niet kon geloven, maar het wonder bleef duren. Ik kon niet langer in onzekerheid blijven en dus vroeg ik de misdienaar, die het wierookvat droeg, om dichterbij te komen. Ik vroeg hem of hij iets buitengewoons zag. Hij antwoordde dat hij het wonder al had gezien, en nu nog steeds kon zien. Ik vroeg hem om de overste te halen. Daar in de sacristie was ze zelf verstomd over het wonder en volledig overmand door sentimenten. Ik zelf, ik stond gebogen tegen de vloer. Ik hefte alleen mijn ogen op en was nederig in de aanwezigheid van mijn Verlosser. Tranen van vreugde overvielen mij door deze genade. Het wonder duurde tijdens alle hymnen van het Gezegende Sacrament, het Canticum en de Lezingen. Toen het Canticum voorbij was naderde ik het altaar, ik weet niet helemaal hoe ik dat deed, want ik had de moed niet om dichterbij te komen. Ik pakte de monstrans op en gaf daarmee de zegen. De hele tijd dacht ik na over De Goddelijke Verlosser die in mijn handen zichtbaar was. Ik gaf de Vrouwen van Loreto de wonderlijke zegen welke, zonder twijfel, erg vruchtbaar was voor deze nieuw orde. Ik plaatste de monstrans weer op het altaar, maar toen ik de monstrans opende zag ik de Hostie niet meer; De Hostie waarin Onze Verlosser was gekomen om zijn zegen te geven. Trillend en met tranen in mijn ogen verliet ik de kapel.






Drie mooie foto's van het interieur van de kapel "La Solitude" en de Monstrans met de Hostie

Zodra ik de kapel uit kwam kwamen er allemaal mensen op mij af, zowel uit het huis als leken van de parochie, die mij vroegen of ik het wonder had mogen aanschouwen en ze vroegen mij vele vragen over dit onderwerp. Ik kon alleen dit zeggen: "Jullie hebben Onze Verlosser gezien, waarmee Hij duidelijk heeft willen laten blijken dat Hij altijd bij ons is en waarmee Hij wil vragen om Hem altijd lief te hebben. Nog meer dan eerst moeten we Hem lief hebben en de goede dingen doen, want Hij heeft ons deze genade gegeven. Toen ging ik naar huis, maar tijdens de nacht bleef ik denken over het wonder dat ik had gezien. De volgende dag, maandag, ging ik naar de parochie va St Eulalie en kwam ik priester Noailles tegen. Ik vertelde hem wat er was gebeurd, en er kwamen ook andere mensen op ons af en vertelden over het wonder. Ook al had ik graag gewild er lang over te praten, had de misdienaar en enkele andere hem alles al verteld."

Wat er ook gebeurde. Ik verklaar wat ik heb gezien en bijna heb aangeraakt. Ik weet niet wat de gevolgen zullen zijn van mijn getuigenis, maar ik zou een zeer ondankbare man zijn en schuldig zijn als ik weigerde om de waarheid te verkondigen."

Dit document was getekend: "Delort, priester" en was geschreven op 5 februari 1822.

Naar deze getuigenis gaf de Moeder-overste, die knielden in de sacristie, een bevestiging. In het begin van haar verslag erkend ze dat, hoewel het gebruikelijk was om de ogen af te wenden voor de Sacramentele Jezus, ze toch de neiging had om naar de Hostie te blijven kijken. Ze ging verder: "Ik zag dat de Hostie was vervangen door Onze Verlosser, Jezus Christus, volledig lichtgevend. Ik kon Zijn hoofd zien, en zijn borstkas. Hij was omlijst met de cirkel van de monstrans, maar Hij bewoog Zijn Hoofd van links naar recht en het leek wel als Hij uit de cirkel wilde komen, naar de plaats waar ik was. Ik zag licht flitsen aan alle kanten . Dit was zo snel dat het wel leek om lange stammen licht die uitbarstte in mooie bloemen, voordat ze verdwenen. Hiermee was ik bezig tijdens de Hymne van het Heilig Sacrament, het Canticum en de lezingen. Ik had de kracht niet om te zingen omdat in mij een grote vurigheid heerste. Ik zei tegen mezelf dat ik heel blij zou zijn als het werkelijk mijn God was die Zichzelf aan mij wilde laten zien, en ik zou blij zijn om Hem te zien, omdat ik vaak voor deze genade had gewenst. Ik ervoer het eerst als een illusie, maar ik bleef Onze Verlosser zien op dezelfde manier. Ik was zo bezig met deze aanwezigheid dat ik niet door had welk effect het had op de priesters en de anderen. Ik ging naar huis zonder met iemand te spreken, maar er kwamen mensen naar me toe om mij te vertellen wat ze hadden gezien. Ik zag toen dat ik geen fout begaan had en ik zegende Onze Verlosser voor de genaden die Hij ons nederige huis had geschonken. Ik bevestig al deze dingen in de aanwezigheid van Jezus, Marie en Jozef" Ook al zien we Hem niet altijd met de ogen van ons lichaam, Hij gaf mij toch de genade om Hem te mogen zien ... Dit document was getekend "Moeder-Overste van het huis van Loretto op 6 februari 1882."

Andere getuigenissen werden gegeven en getekend door de misdienaar en enkele andere getuigen, van wie allen verklaarden dat ze het hoofd en de borstkas van Onze Verlosser hebben gezien, terwijl Hij met zijn armen bewoog een lief glimlachte naar de gemeenschap. Ze verklaarden dat de hele tijd Zijn linkerhand rustte op de rode sjaal die Hij over Zijn schouders droeg, terwijl Hij Zijn rechterhand omhoog hield, zoals bij de zegen. Dit beeld duurde tijdens het hele Lof, wat zeker 20 minuten duurde.

De aartsbisschop van Bordeaux erkende het wonder van deze kerk. Paus Leo XII bevestigde ook deze gebeurtenis en schreef een brief waarin hij het feest van het Heilig Huisgezin instelde ter herdenking aan deze gebeurtenis en ter erkenning van de orde, in wiens kapel dit wonder had plaats gevonden. Ook heeft de Paus het heeft van de eerste Zondag van de Paaskring gekoppeld aan het feest van het Heilig Huisgezin ... en ongebruikelijke dubbele viering door ook alleen in Bordeaux wordt gevierd. In 1921 heeft Paus Benedictus XV dit feest verspreid naar de hele kerk. Het feest van het Heilig Huisgezin wordt nu gevierd in de kersttijd.

Elke jaar zijn er vieringen in de congregatie van het Heilig Huisgezin ter herdenking van het wonder, maar alleen onder de zusters, want er zijn weinig katholieken die van de gebeurtenis afweten. De simpele monstrans die tijdens het wonder werd gebruikt wordt nog steeds bewaard in het huis van de orde van Bordeaux.

Pater Peter de Noailles, de stichter van de congregatie van het Heilig Huisgezin en de parochiepriester tijdens het wonder, staat op de lijst voor de heiligverklaringen.

28-02-1977
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eucharistische Mirakelen. Het wonder van Patierno, Italië [1772]
Het wonder van Patierno, Italië [1772]

Het was 18 januari 1772 toen de mensen van de Petruskerk er voor het eerst achterkwamen dat het tabernakel van de kerk was onteerd en dat de twee cibories, met daarin geconseacreerde Hosties, werden vermist. Verward, maar ook kwaad, zochten de mensen de stad af voor de Hosties, en voor de vandaal die ze had meegenomen. Hun motivatie nam na een paar weken echter af omdat ze noch de Hosties, noch de vandaal konden vinden.

Enige tijd later, in een landhuis van de Hertog van Grottolelle niet zo ver buiten de stad, waren de buren verbaasd toen ze ’s nachts op het landgoed licht zagen komen van de grond dat geleek op schijnende sterren. Elke nacht straalde die plek, en uiteindelijk dacht men dat het ging om een bovennatuurlijke kracht die de plaats aanwees waar de gestolen Hosties gevonden konden worden. Daarom gingen een paar vrome mannen naar het landgoed om het gebied te onderzoeken en te zoeken naar de Hosties, maar zonder resultaat.


Toen, op 24 februari, zagen de mensen een grote vlam huppelend rond een baal stro dat op het veld lag. Toen ze van dit nieuwe fenomeen hoorde, kwam er nog een grotere groep mensen om dit te zien met eigen ogen. Maar na grondig onderzoek gaven de meeste mensen, teleurgesteld, de hoop toch weer op. Ze gingen terug naar de stad toen ze weer door een paar mannen, die waren achtergebleven, werden terug geroepen. Vier mannen uit de groep keerden terug: Tommaso Piccido. Giuseppe en Giovanni Orefice, en Carlo Marotta.

Ze waren net terug bij de plek aangekomen toen ze alle vier werden gegrepen door een onzichtbare en onweerstaanbare kracht die ze op de grond drukten. Met grote moeite stonden ze op en toen werden ze gegroet door een grote lichtbal die uit een nabijgelegen dennenboom kwam. In het midden van deze bol was een oogverblindende witte duif. Hij steeg een paar meter boven de grond en vloog toen terug naar de boom en verdween in een vloed van licht.

%
De relieken, ooit bezocht door Paus Johannes Paulus II

Meerdere mensen begonnen gelijk te graven aan de voet van de boom; en uiteindelijk ontdekte één van de gravers de Heilige Hosties, welke maar een paar centimeter onder de grond waren begraven. Een priester van de kerk verzamelde de Hosties in een schone linnen doek en, tussen grote vreugde en opluchting, werden de Hosties terug gebracht naar het tabernakel.




Patierno, Kerk van Sint-Petrus

Maar het eindigde hier niet. De volgende avond verscheen er opnieuw een licht op het veld. Daarom dachten de meeste mensen dat er nog meer Hosties waren die gevonden moesten worden. Een nieuwe zoektocht werd begonnen, maar zonder resultaat. De nacht daarna verschenen er een aantal vlammetjes in de buurt van een baal stro. Een lichtgevende gloed leek wel van de aarde te komen en daarna weer in de grond te verdwijnen. Opnieuw begonnen de mensen met een zoektocht en toen ze een stuk weg gegraven hadden vonden ze een groot aantal Heilige Hosties onder de grond.

In gemeenschap met vele parochianen bracht de priester deze tweede verzameling Hosties ook naar de kerk, maar deze keer met nog meer vreugde en plechtigheid. Toen ze bij de kerk aankwamen brachten ze alle hartelijke eer en dank voor de Hemelse tekenen die het bewijs waren van de Werkelijke Aanwezigheid van de Heer in dit Hoogheilig Sacrament.

De verschijning van de mysterieuze lichten in het veld moet men niet beschouwen als iets triviaals, of als een soort bijkomstigheid. Een soortgelijke gebeurtenis gebeurde namelijk ook bij de mensen van Annaya, in de bergen van Libanon, in 1899. Deze lichten verschenen voor 45 nachten na de begrafenis van de Heilige Sjarbel Makhlouf, een Libanees kloosterling en een kluizenaar. Voor onderzoek naar deze lichten werd het lichaam van hem opgegraven, en zagen ze dat zijn lichaam nog niet vergaan was. Niet alleen was zijn lichaam onaangetast, maar voor jarenlang ontstond er uit zijn lichaam een mysterieuze vloeistof die geen wetenschapper kon verklaren. De Heilige Sjarbel werd heilig verklaard op 9 oktober 1977.

De aartsbisschop van Napels is in het bezit van papieren die geschreven zijn Kardinale Sersale, die aartsbisschop was toen het wonder van Paterno plaatsvond. Deze documenten geven een gedetailleerde verklaring van betrouwbare mensen die de ongewone gebeurtenissen rond de ontdekking van de Wonderlijke Hosties hadden mogen aanschouwen, en ze verklaarden de echtheid.

27-02-1977
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eucharistische Mirakelen. Het wonder van Alcalà de Henares, Spanje [1597]
Het wonder van Alcalà de Henares, Spanje [1597]

In het begin van 1597 kwam er eens een onbekende man in de Jezuïetenkerk van Alcalá de Henares. Deze man biechtte op dat hij hoorde tot een Morengroep die schuldig was van een aantal diefstallen in de katholieke kerk. Op zijn geweten te zussen vertelde de man aan de Jezuïetenpriester, Juan Juarez, hoe hij en zijn partners verschillend Heilig Vaatwerk hadden gestolen en verkocht hadden. De man vertelde ook de verschrikkelijke Heilschennis die hij en de andere hadden begaan met de Hosties die ze tijdens hun diefstallen hadden gevonden. Hij biechtte op dat hij een aantal Hosties nu bij zich had die gestolen waren uit drie verschillende kerken. Pater Juarez kreeg toen van de man 24 Hosties, allemaal glanzend wit en verpakt in dik papier.

Pater Juarez vertelde toen de details hiervan weer aan Pater Gabriel Vazquez, die de Hosties in eerste instantie bij de volgende mis wilde gebruiken. Omdat ik sommige plaatsen, zoals Murcia en Segocia, sommige priesters vergiftigd waren besloten om het zekere voor het onzekere te nemen en de Hosties in een zilveren doos te bewaren. Ze hadden namelijk geen manier om zeker te zijn dat het verhaal van de onbekende man waar was. De priester wisten zelfs niet eens of de Hosties geconsacreerd waren. Daarom werden ze niet in de tabernakel bewaard, maar in de voorraadkast van de kerk. Op de zilveren doos plakten ze een briefje waarop geschreven stond: "Lees deze brief en volg de opdrachten op." De opdrachten op dit briefjes waren dat als de Hosties smerig zouden worden deze met water of vuur vernietigd moesten worden, dit was het gebruik van de kerk om zich te ontdoen van Hosties die geconsacreerd waren, maar niet meer geschikt waren voor consumptie, om wat voor reden dan ook.

Elf kaar later in 1608, onderzocht het hoofd van de provincie Toledo, Dr Luis de la Palmo, samne met Pater Juarez, de Hosties en zagen dat de Hosties nog steeds glanzend wit waren en helemaal fris. Toen besloot het hoofd van de provincie dat de Hosties naar de ondergrondse kluis geplaatst moesten worden om te kijken of de vochtigheid van de kelder de Hosties kon aantasten. De doos met de Hosties werd voorzien van een label en naar een stapel dozen met ongeconsacreerde Hosties geplaatst, die ook gelabeld waren. De ongeconsacreerde Hosties waren binnen een paar maanden helemaal aangetast door de vochtigheid, maar deze Hosties waren nog steeds puur en wit. Omdat ze niet aangetast waren wisten ze met absolute zekerheid dat er een hoger macht hier aan het werk was, wat de Hosties beschermde. Een paar maanden later stelde Pater Bartolome Perez voor om de Hosties in het tabernakel te bewaren, waar ze thuis hoorden.

Toen ze hoorden dat de beroemde en geleerde doktoren geen wetenschappelijke verklaring konden geven voor het niet vergaan van de Hosties, liet Don Pedro Garcia Carrero, een arts en professor aan de universiteit, een publieke onderzoek plaatsvinden. Tijdens dit onderzoek werden vijf Hosties gebroken. Hun behoud en frisheid overtuigde de professor dat het echt om een wonder ging, omdat de Hosties zich niet hielden aan de natuurwetten.

Toen de prominente theologen, religieuzen en professoren allemaal tot de conclusie kwamen het behoud van de Hosties een wonder was, schreef de rector, Don Francisco Robledillo, een brief aan de vicaris-generaal van Alcalá, op 16 juli 1619, waarin hij toestemming vroeg om het wonder bekend te maken en de Hosties publiekelijk uit te stellen, want hij wist dat de mensen enthousiast waren om dit religieuze wonder te aanbidden en te vereren.

De plaats waar de Hostie uit werd gesteld was een kapel in de Jezuïetenkerk. Hier werden de Hosties, in een grote processie door de straten van de stad, naar toe gebracht. De straten van de stad waren voor deze gelegenheid versierd met honderden kleden, vlaggen en bannieren.

Een noemenswaardig bezoek werd gebracht aan de Wonderlijke Hosties, in 1620, door de monarch, Filips III, die samen met zijn Koninklijke familie en zijn hele huishouden langskwam. Hij schonk aan de Hosties een kostbare doos gemaakt van parelmoer en zilver. De binnenkant van deze kist was bekleed met kostbaar brokaat. De Hosties werden in deze doos bewaard totdat er een monstrans geschonken werd door Kardinaal Spinola, de aartsbisschop van Seville en Santiago.

De Monstrans was iets meer dan 86 centimeter hoog en had de vorm van een vierzijdige lantaarn. Rond een centraal punt waren acht delen gemaakt, ieder deel huisde drie vertikaal geplaatste Hosties. Deze delen vormden een achthoek rond dit centrale punt, en het geheel was aan vier kanten omsloten door glas. Een klein koepeltje aan de bovenkant was versierd met een klein elegant kruis aan de bovenkant. Er wordt gezegd dat er ooit een gouden ring aan dit kruis hing, dat geschonken was aan de Wonderlijke Hosties op 18 september 1810, tijdens een bezoek aan Jozef Bonaparte, die koning van Spanje was gekroond door zijn broer Napoleon.

De Hosties verbleven in de kapel van de Jezuïetenkerk tot 1777, toen koning Karel III een koninklijk beval gaf aan kanunnik Ramon de los Herreros, om de Heilige Hosties te verplaatsen naar De Heilige Magistraalkerk. Toen werden de Hosties in grote plechtigheid naar de nieuwe kerk overgebracht. Ook werden de beelden, juwelen, versieringen, vazen, lampen en alles wat herinnerde aan de Hostie, of gegeven was aan de Hosties, mee verplaatst.

In de Heilige Magistraalkerk werden de Hosties bijzonder vereerd op het Hoogfeest van Hemelvaart, een feestdag toegewijd aan het wonder. Elk jaar op die dag kleedden de mensen van Alcalá de Henares zich in de mooiste kleden en namen deel aan de vieringen die zou uitgebreid waren dat het onmogelijk is om ze omschrijven.

In 1904 werd de Heilige Magistraalkerk een nationaal monument, maar in 1931, toen de politieke condities zich ontwikkelde in wat later de Spaanse burgeroorlog zou worden, verbood de regering alle religieuze activiteiten die buiten plaatsvonden. Hierdoor werden de vieringen tot binnen de kerk beperkt. Deze werden ook steeds meer beperkt en uiteindelijk verboden in 1936 toen de Spaanse burgeroorlog begon.

Dankzij de toenemende oppositie van revolutionairen troepen en het grote uithoudingsvermogen van de Spaanse mensen die niet beïnvloed waren door de katholieke haat van de revolutionairen, werden alle Heilige objecten verstopt op verschillende plaatsen op ze veilige te houden. De monstrans met de 24 wonderlijk bewaarde Hosties werd door een priester verstopt in de kerk op een geheime plek, die maar bekend was bij een paar priester van de gemeenschap.

Uiteindelijk werd de kerk ingenomen en omgebouwd tot militaire bunker. Een kanon werd er geplaatst in één van de torens, en machinegeweren werden er geplaatst voor de ramen. Later werden de stad en de Heilige Magistraalkerk gebombardeerd. Om de verwoesting af te maken werd een vlambare vloeistof over de kerk uitgegoten en aangestoken.


Verwoesting van de Kerk

Vlak voor of tijdens de vernietiging van de kerk ging een priester, die wist van de geheime plek, de kerk binnen en redde de Heilige Hosties, maar hij was gezien en vervolgens vermoord, net zoals vele andere priesters en nonnen tijdens de Spaanse burgeroorlog. Hoewel bekend is dat de Hosties gered waren van hun geheime schuilplaats in de kerk, is onbekend hoe of waar de Hosties zich vandaag de dag bevinden.

De mensen bidden tegenwoordig voor een nieuw wonder waardoor de 24 Hosties teruggevonden worden, die ze graag willen plaatsen in het hoofdaltaar van de gerestaureerde Basiliek.


De monstrans met 24 Hosties, welke zijn teruggegeven na te zijn gestolen door de Moren van drie verschillende kerken in Spanje in 1597. Deze Hosties bleven wonderbaarlijk vers en onaangetast en werden voor eeuwen vereerd, maar werden verborgen op een geheime plek toen de Spaanse burgeroorlog in volle antikatholieke haat uitbrak. Hoewel bekend is dat de Hosties zijn weggehaald uit de kerk voordat deze was verwoest door de revolutionairen, is het onbekend hoe en waar de Hosties zich vandaag de dag bevinden. De mensen bidden tegenwoordig voor een nieuw wonder waardoor de 24 Hosties teruggevonden worden, zodat ze deze opnieuw kunnen aanbidden.


26-02-1977
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eucharistische Mirakelen. Het wonder van Morrovalle, Italië [1560]
Het wonder van Morrovalle, Italië [1560]

Het was twee uur ’s ochtends op de derde zondag na Pasen, op 16 april 1560, toen Pater Bonaventure, een minderbroeder, wakker werd van het aanhoudend gerinkel van het brandalarm in de stad. Met een zeker schrik kleedde hij zich heel snel aan en rende naar de binnentuin van het klooster. Daar vandaan kon hij de Franciscuskerk zien. Het licht dat hij zag flikkeren in de ramen van de kerk kon maar één ding betekenen: een vuur bedreigde de kerk en bracht het Heilig Sacrament in gevaar.


Morrovalle, Klooster en Kerk van de Heilige Franciscus

Het rinkelen van de bel bleef aanhouden en als snel kwamen andere priesters en mensen uit het dorp aangesneld om te helpen. Een bijzondere moedige daad werd gepoogd door twee mannen, Antonio Lazzarini en Claudio Paganelli, maar de hevigheid van het vuur was zo groot, en ze besefte al snel dat alle hoop verloren was. De vlammen duurden zeven uur. Toen de brand voorbij was, was de kerk veranderd in een berg van onherkenbare rommel en smeulende as.

Ancona, de provincieoverste, vroeg Pater Girolamo om de schade op te nemen. Hij vroeg daarbij voor de hulp van Pater Battista en Broeder Illuminato om het stuk rond het verwoeste hoofdaltaar, dat op de grond lag, te inspecteren.

Terwijl ze stukken verbrand hout en een gebroken stuk marmer verplaatsten vonden ze vol verbazing, in een opening tussen as en kleine stenen, een Hostie, puur en wit en in perfecte staat. Toen ze dichterbij kwamen zagen ze de Hostie op een verbrandde corporale lag, die op zijn buurt weer lag op een stuk linnen dat ook zwaar beschadigd was.

Bij het zien van de perfect bewaarde Hostie tussen zo veel vuil en vernietiging vielen de priesters op hun knieën in aanbidding en baden om genade. Allen die de Hostie zagen beschouwden dit als een Wonder, met name ook omdat de tabernakel, waarin de Hostie bewaard was, volledig door het vuur was verwoest. Ook het Heilige Vaatwerk in de tabernakel was vernietigd door het vuur. Toen ze de grond nader bekeken vonden zo ook de pyxis waarin de Hostie was bewaard, voordat de vlammen kwamen. Het deksel van dit doosje was bewaard gebleven.


Reliek van de Hostie

Omdat enthousiaste groepen mensen uit verre gebieden kwamen om de omgeving te aanschouwen, beval een afgevaardigde van de Curie van het aartsbisdom Fermo dat de plaats van het wonder ordelijk en eerbiedig moest blijven.

De Wonderlijke Hostie en de deksel van de pyxis werden bewaard in een kristallen vaas, welke vervolgens werd afgesloten. Deze vaas werd bewaard in een ivoren doos, en afgesloten met drie sloten. Twee sleutels waren in handen van de prior, de derde sleutel was in handen van de bewaker van het klooster.

Nieuws rond het wonder deed Paus Pius IV een grondig onderzoek instellen. Om dit te overzien koos hij Ludovico, Bisschop van Bertinoro, bijgestaand door Cristoforo Bartoli, kanselier van de Kerk in Loreto. De details over de gebeurtenis werden bericht aan de Pontifex, die deze gegevens besprak met verschillende hooggeplaatste geestelijken.

Vijf maanden na het wonder gaf Paus Pius IV een pauselijke brief uit, op 17 september 1560. In dit document stond een korte beschrijving van het wonder, waarna de Paus de integriteit en voorzichtigheid van Bisschop Ludovico erkende, maar ook de enorme ijver dan de bisschop in zijn onderzoek naar dit wonder werd genoemd. Daarna verklaard hij dat hij met eerwaarde geestelijke heeft overlegd, die allemaal beaamden dat er geen fraude of bedrog was in de conclusie dat er voor de gebeurtenis geen natuurlijke uitleg bestond. Het was hun mening en uitsluitsel dat de gebeurtenis ‘Indubitato miracolo’ was [onmiskenbaar wonderlijk].

In zijn brief schonk de Pontifex ook een aflaat voor iedere gelovige die in staat van berouw het Sacrament van de Verzoening zou ontvangen en vervolgens de Franciscuskerk zou bezoeken tijdens de herdenking van het wonder. De Heilige Vader gaf ook toestemming tot een Heilig Gebed ter ere van het Lichaam van Christus, tijdens de vieringen op de herdenking van het wonder.

Dankzij de vrijgevigheid van de mensen, die allemaal goede christenen waren, werd de Franciscuskerk herbouwd, en werd nog mooier dan hij was voor de vlammen de kerk verwoestten. De giften van drie families [Lazzarini, Marchetti en Collarerali] maakten het mogelijk de altaren te vervangen. Een plakkaat waarop hun vrijgevigheid wordt genoemd is nog steeds aanwezig.

In de volgende 300 jaar onderging de kerk verschillende transformaties, en werd elke jaar bezocht door enorme groepen mensen die graag de aflaat wilde ontvangen die Paus Pius IV aan de kerk had verbonden.

Halverwege de 19e eeuw, toen Italië was gesplitst in koninkrijkjes, hertogdommen en andere naties, ontstond er een grote politieke onrust. Er waren oorlogen tussen verschillende delen van Italië en er was grote vijandigheid tussen hen en het Vaticaan. Gedurende deze pijnlijke tijd, in het jaar 1860, stormden antireligieuze troepen en vandalen de Franciscuskerk binnen en jaagden de broeders weg, om vervolgens verschillende schatten en kunstwerken mee te nemen. Velen menen dat de wonderlijke Hostie in deze inval was gestolen. Vanwege de moed van Pater Luigi en zijn broer, de apotheker Bartolomeo Baldassarini, was het schilderij "Onze Lieve Vrouwe van de Genade" gered. Het schilderij was zeer oud en kostbaar en was voor de mensen zeer dierbaar. Dit schilderij bevind zich nu in de Augustinuskerk.


Heilige Augustinuskerk

Na de heiligschennis door de vandalen viel de Franciscuskerk in zo’n slechte toestand dat het niet meer mogelijk was om de Mis of andere religieuze vieringen daar te houden. Hierom liet het Vaticaan de aflaat, eens verbonden aan deze kerk, overgaan op de Bartholomeuskerk, waar deze aflaat nog steeds ontvangen kan worden. De Franciscuskerk is sindsdien gerestaureerd en is de plaats van toewijding van de pelgrims en toeristen geworden.


Heilige Bartholomeüskerk

Ook al is de wonderlijke Hostie verdwenen, de deksel van de pyxis waarin de Hostie bewaard was gebleven voor dat het vuur de kerk verwoestte, is nog steeds bewaard. Deze wordt bewaard in een kristallen cilinder en geplaatst in een monstrans op een verhoging, met een kruis aan de bovenkant.


25-02-1977
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eucharistische Mirakelen. Het wonder van Turijn, Italië [1453]
Het wonder van Turijn, Italië [1453]

Ten tijde van het wonder van Turijn was het geloof van de mensen zwak geworden, en men denkt dat God ze daarom een teken wilde geven om hun op te wekken uit hun passiviteit. Het wonder, dat het gewenste gevolg had, vond plaats op 6 juni 1453.

Twee soldaten, die omschreven werden als mannen uit de onderste laag van de samenleving en absoluut geen eerbied hadden voor heilige dingen, waren pas ontslagen uit de militaire dienst. Ze reisden samen door Exilles, toen één van hen besloot een kerk te bestelen. De andere stemde er mee in. Eenmaal in de kerk pakten ze kostbare gewaden, kandelaren, en andere objecten die ze maar konden vinden. Ze naderden het altaar en opende de Tabernakel. Ze namen de monstrans, die nog gevuld was met een grote geconsacreerde Hostie. Ze verzamelden alles wat ze hadden gestolen en legden alles op een ezel en gingen terug naar Turijn, waar ze alles wilde gaan verkopen.


Exilles, Kerk van Sint Petrus

Ze liepen door de stadspoort van Turijn in de vroege avond en de ezel struikelde en viel op de grond. Alles waar ze de ezel mee hadden opgezadeld viel en lag verspreid over de grond ... waaronder de monstrans met de geconsacreerde Hostie erin. Maar de Hostie viel niet op de grond. In plaats daarvan steeg de Hostie op, en bleef hangen in de lucht omring met stralen licht zoals een hemelse zon. Dit gebeurde op de marktplaats Piazza van Graan, vlak voor de ingang van de Silvesterkerk, nu bekend als de Sacramentbasiliek.


Voorstelling van het Mirakel

Mensen die in de buurt woonden renden erop af om het wonder te zien. Tussen al deze mensen waren tien leken: Pietrino van Gorzano [die behoorde tot een nobele familie van Turijn], Pietrino Da Aieris, Gasparino Buri Miolerio, Martino Bellenda, de edelman Girogie Gastaudo, de respectabele Michele Murri, Giovanni Franconino [een smid], Bonifacio van Cassino, Antonio Manerio van Milan en Bartolomeo Canarino.

Na het wonder te hebben onderzocht lichtte de priester, Bartolomeo Coccono snel de bisschop van Turijn in, Ludovico van Romagnano. Na zich te kleden in de geschikte regalia ging de bisschop samen met vele nobelen en andere geestelijken naar de plaats van het wonder en viel op zijn knieën van verwondering van de zwevende Hostie. Na het Heilige Sacrament te hebben vereerd vroeg hij om een kelk. Toen hij deze kelk kreeg stond hij op en hield hem omhoog. Terwijl iedereen toekeek daalde de Hostie langzaam af tot dat deze rustig in de kelk lag.

Ter herinnering aan het wonder werden er veranderingen aangebracht in de antwoorden die volgden op hymnen, gezongen tijdens vieringen in het aartsbisdom Turijn.

In plaats van het gebruikelijke: "Panem de caelo preastisti eis [Brood van de Hemel gaf hij hen]," zegt de priester nu: "Hic est panis vivus [Dit is het levende Brood]," waarop het volk antwoord: "Qui de cealo descendit [Dat uit de Hemel neerdaalde]."

Na de Heilige Mis, als de hymne "O Sacrum Convivium" werd gezongen worden deze twee zinnen herhaald. Dit gebruik werd ingesteld door Ludovico, bisschop van Romagnano, die ook de kelk vasthield toen de Hostie er in afdaalde. Dit gebruik werd toen verspreid naar de Basiliek van het Lichaam van de Heer [Corpus Domini] door Monseigneur Rorengo di Rora, en heeft ter gedachtenis in de parochiekerk van Exilles plaatsgevonden.


Turijn, Basiliek Corpus Domini

De kelk, waarin de Hostie was opgevangen wordt bewaard in de grote kerk. Qua vorm is het precies dezelfde als ten tijde van het wonder. Ook is het wapenschil van het huis van Rovero te vinden aan de voet van de kelk, waarmee aangeduid wordt dat de kelk ooit toebehoorde aan Kanunnik Antoinetto Delle Roveri, die de Kanunnik was van de kathedraal van Turijn van 1449 tot 1460.

De kerk van Exilles, waar de Hostie oorspronkelijk uit gestolen werd, leed nogmaals een verlies, maar dit keer dichter bij onze huidige tijd. Er kwamen dieven in de kerk op 1 april 1975. Aangetrokken door de waarde van het antieke gouden tabernakel, maakte ze deze los van het altaar en namen hem mee. Dit tabernakel, waarvan vele men dat het dezelfde is waar de Monstrans en de Hostie uit gestolen waren in 1453, was statig van aard en design. De dieven waren waarschijnlijk erg teleurgesteld toen ze erachter kwamen dat het tabernakel niet van goud was, maar van verguld hout.

En wat betreft de Hostie van het wonder? Op bevel van de Heilige Stoel, geuit in Turijn tijdens het bisschoppelijk bezoek van Monseigneur Peruzzi in 1584, was de Hostie opgegeten, nadat deze perfect bewaard was gebleven voor 131 jaar. De reden hiervoor was... Om God niet te verplichten het wonder voor altijd in pure en goede conditie te houden.

Vanwege de grote hoeveelheid documenten die opgesteld waren vlak na de gebeurtenissen van 1453, geschriften waarvan er vele bewaard zijn gebleven, is het wonder van Turijn niet te ontkennen. Documenten uit 1454, 1455 en 1456, de Observations geschreven door Enea Silvio Piccolomine tussen 1460 en 1464, en de details geschreven door priester Giovanni Galesio, een paar jaar na de gebeurtenis, samen met de getuigenissen van de tien leken die er bij waren, bevestigden allen de gebeurtenis. Voor de details zoals die hier opgeschreven staan hebben we ons gericht op de geschriften van Pater Galesio, een inwoner van Turijn, wiens geschriften, zo zegt men, poëtisch klonken.

Naast de vele manuscripten en documenten uit de tijd van het wonder, maar ook van later, zijn er verschillende Pausen geweest die het wonder hebben erkend. Pausen Pius II, Gregorius XVI, Clementes XIII, Benedictus XIV, Heilie Pius X en Pius XI gaven allemaal een aflaat en schonken voorrechten. Ter ere van het vierde eeuwfeest van het wonder stond Paus Pius IX een speciaal gebed en een bijzonder Mis toe, voor het aartsbisdom Turijn.


Herinneringsplaat in de Basiliek "Corpus Domini"

In 1953, voor het vijfde eeuwfeest van het wonder, werden er bijzonder missen gehouden in Exilles maar ook in Susa, een van de dropjes waar de dief de Hosties doorheen droeg. Een grootste processie in Turijn liep langs de zelfde route die de dieven namen op weg naar Turijn. Aan deze processie namen Kardinalen deel, maar ook bisschoppen en talloze priesters en religieuzen als ook duizenden gelovigen.

Het is noemenswaardig dat bij de Kathedraal van Johannes de doper, waar de Wonderlijke Hostie tijdenlang is bewaard, een geweldige kapel is, waar nog een andere kostbare schat te vinden is: Het Heilige Gewaad van Turijn.


24-02-1977
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eucharistische Mirakelen: Het wonder van Avignon, Frankrijk [1433]
Het wonder van Avignon, Frankrijk [1433]

Nadat Lodewijk VIII, koning van Frankrijk, geslaagd was in het uitroeien van de Katharen, die naast anderen dingen, de Werkelijke aanwezigheid van Christus in de Eucharistie ontkenden, zwoor hij een publieke demonstratie te geven ter eerherstel van de heiligschennissen die deze ketters hadden begaan.

De stad, uitgekozen voor deze reparatie, was Avignon, en de gekozen datum was 14 september 1226, op het Hoogfeest van Kruisverheffing, de dag waarop hij afstand deed van de troon. Een processie met de Heilige Eucharistie werd gepland die samen zou komen in de kapel die ter ere van het Heilige Kruis was gebouwd.


Kapel der Grijze Boetelingen


Kanaal naast de Kapel

Aan de processie nam ook de koning deel, gekleed in een boetekleed met een touw rond zijn middel en met spies in zijn hand. Bij hem was de Kardinaal Legaat en het hele gerechtshof, samen met een grote menigte gelovigen. De processie werd geleid door Bisschop Corbie, die het Hoogheilig Sacrament door de stad droeg. De verering van de koning voor de Heilige Eucharistie was zo groot, en de menigte gelovige was zo bewogen door de eer, dat het Hoogheilig Sacrament dag en nacht uitgesteld werd voor vele dagen, totdat de bisschop besloot dat het hoogheilig Sacrament voortdurend tentoongesteld moest worden, een gebruik dat werd doorgezet door zijn opvolgers, met toestemming van de Heilige Vader.


Fresco

De ijver van de mensen leidde uiteindelijk tot een vrome broederschap, bekend als de Grijze Boetelingen. In de Heilige Kruiskapel hadden de leden het voorrecht van de voortdurende aanbidding voor meer dan 200 jaar. Aan het einde van deze tijd gebeurde er een spectaculair wonder.

Om dit wonder beter te waarderen, bekijken we eerst de stad zelf. Avignon bevind zich langs de Rhône, en het district buiten de stad wordt voorzien van water door de Durance en een zijrivier van de Vancluse. Meerdere malen werd de stad geteisterd door verwoestende overstromingen.

In het jaar 1433 stegen de rivieren buiten hun oevers door hevige regenval en overstroomde de hele stad. Op 29 november bedreigde de wateren de kapel van de Grijze Boetelingen. De regenval was zo ernstig dat de hoofden van de het broederschap bang waren dat het Heilig Sacrament aangetast zou worden door het stijgende water. Om deze schennis te voorkomen besloten zo om het Sacrament in veiligheid te brengen.

Na een boot te hebben geregeld, vaarden sommige leden over de overstroomde straten naar de kapel. Toen ze deur opende zagen ze, tot hun verbazing, dat het water dat zich in de kapel bevond zich had gesplitst, op een zelfde manier als het water van de Rode Zee ooit zichzelf spleet in de tijd van Mozes. Voor hun stond het water aan de rechter en linker kant langs de muren, tot een hoogte van ruim een meter. Er was een droge doorgang naar het altaar. Twee getuigen vielen op hun knieën uit eerbied voor het wonder, de rest haastte zich om het nieuws bekend te maken.


Wonder van het Water

Een uitreksel van de documenten van het kapel over dit wonder gaat als volgt: "Groot was het wonder in de kapel toen het water binnenliep in 1433. Op maandag 29 november begon het water heel erg te stijgen. Het water stroomde in de kapel zo hoog als het hoofdaltaar. Onder het altaar bevonden zich alle papieren documenten en perkamenten, en ook de gewaden, doeken en relieken waren daar. Niets van dat alles is ook maar lichtelijk vochtig geworden. Ook de volgende dag, dinsdag bleef het water stijgen, woensdag begon het water pas te bedaren..."

Op 1 december, de dag dat het water terugtrok, verzamelde grote menigte mensen zich rond de kapel om voor zichzelf te zien dat alle gewaden, boeken en objecten, die onder het altaar waren geplaatst, droog waren.


Hoofdaltaar

Het wonder leidde tot een enorme toename in de devotie voor het Heilig Sacrament. Er werd besproken hoe ze deze gebeurtenis het beste de eer aan konden doen die het verdiende. Uiteindelijk werd besloten dat er op 30 november, de dag dat het wonder voor het eerst werd aanschouwd, een speciale feest gehouden moest worden.

Voor vele jaren ontdeden de Grijze Boetelingen zich, op deze viering, van hun schoenen en kropen op hun knieën naar het altaar.


Processie der Grijze Boetelingen


Uitrusting der Grijze Boetelingen

Jammer genoeg werd de Heilige Kruiskapel in 1793, het hoogtepunt van de Franse Revolutie, verwoest. Na deze verschrikkelijke periode, echter, werd de kapel weer herbouwd door de gulle giften van een nobele familie. Toen de kapel was herbouwd verbond de aartsbisschop van Avignon opnieuw de privileges aan deze kapel, die ook eerder aan de kapel verbonden waren, namelijk dat het een kapel mocht zijn van Voortdurende Aanbidding. Dit privilege is vandaag de dag nog steeds geldig.


23-02-1977
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eucharistische Mirakelen: Het wonder van Dijon, Frankrijk [voor 1433]
Het wonder van Dijon, Frankrijk [voor 1433]

Het precieze jaar waarin dit wonder plaats vond is onbekend, maar het verhaal gaat dat er een grote hoeveelheid bloed stroomde van een Hostie, nadat deze door een niet-christen werd misbruikt. De Hostie is een tijd bewaard gebleven in Rome, waar het alle respect en eerbied kreeg, en beschouwd werd als een grote schat.

%%%FOTO1%%
Glasraam in de de Heilige Kapel van de Kathedraal van Dijon.
Het bovenste gedeelte stelt de priester voor met deHostie die zal worden bewaard tot aan de Franse Revolutie

De Hostie werd weggehaald uit Rome met de toestemming van Paus Eugenius IV, die de Hostie schonk aan Hertog Filips de Goede van Bourgondië, uit dankbaarheid voor de verdediging van de Paus tijdens het concilie van Bazel. Kanunnik Robert Anclou, een vertegenwoordiger van de Paus, bracht de Hostie naar de hertog in 1433, toen Filips in Rijsel was. Als toepasselijke plaats voor de bewaring van de Hosties koos Filips voor de schone Heiligenkapel [La Sainte Chapelle] in Dijon, de hoofdstad van Bourgondië. De vrouw van de hertog, hertogin Isabella van Portugal, schonk een magnifieke monstrans van goud en zilver. Deze monstrans was ingelegd met kostbare edelstenen, en droeg een wapen in email van Portugal en Bourgondië. In deze monstrans werd de Wonderlijke Hostie tentoongesteld tijdens speciale vieringen, welke werden gevierd voor 300 jaar.


Hostie door Paus Eugenius IV geschonken aan Filips de Goede, de Hertog van Bourgondië

Koning Lodewijk schonk, nadat hij door de Heilige Hostie van een ernstige ziekte was genezen, zijn koningskroon aan de kerk als symbool van zijn dankbaarheid.

Aan het begin van de Franse revolutie werd de Heiligenkapel opgeëist door de revolutionairen, die de kerk ontdeden van haar versieringen en het gebouw gebruikte als gevangenis en werkplaats. Het kerkorgel en de Wonderlijke Hostie werden gered en in veiligheid gebracht naar de parochiekerk van de Heilige Michel. Omdat de Heilige Hostie hier werd bewaard werd er voorgesteld om deze kerk tot Kathedraal te maken.

Dit heiligdom bleek enorm onveilig te zijn. Op 10 februari 1794 werd de Heilige Hostie, in bijzijn van de afgevaardigde van de revolutie, tot as verbrand.

De kerk van de Heilige Michel werd omgebouwd tot een Temple de la Raison, een tempel van de reden, waar de wettelijke bepalingen werden opgehangen.


Basilique Saint Michel

De Heiligenkapel werd verwoest op 23 augustus 1802 nadat het dienst gedaan had als werkplaats en gevangenis. Er staat geen steen meer op de andere van deze kapel.




22-02-1977
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eucharistische Mirakelen. Het wonder van Middelburg [Leuven], België [1374]
Het wonder van Middelburg [Leuven], België/Nederland [1374]

In 1308 wordt voor het eerst een Augustijnenklooster vermeld in Middelburg. Het klooster lag vrijwel tegen de rand van de stad, tussen de Seispoort en de Langevillepoort. Na de reformatie is het klooster overgegaan aan de St. Sebastiaans- of Handboogdoelen. De kloostergebouwen waren tot 1587 aan het einde van de Vlasmarkt gelegen ter plekke van het huidige Schuttershof.


Kloosterabdij te Middelburg

In 1374 leefde er in Middelburg een vrome edelvrouw, die erop stond dat al haar huisgenoten waardig zouden communiceren op de eerste zondag van de vasten. Na zo veel tijd is de naam van de nobele dame, die genoemd wordt in de geschiedenis van dit wonder, niet meer bekend, maar we weten wel dat ze een rijke inwoonster was van Middelburg [een plaats is het zuidwesten van Nederland]. Ze was aardig voor haar personeel en begaan met geestelijk welzijn dat ze het hen zelf bijbracht, door hen te inspireren met haar toegewijde deelname aan de traditionele vieringen van de kerk.

Op de eerste zondag van de Vastentijd van 1374 spoorde, zoals ze gebruikelijk was, haar personeel aan om zich voor deze periode van boetedoening voor te bereiden door het Sacrament van de Biecht te ontvangen en daarna te Communie te gaan. Haar aansporing, echter, werd door het personeel alleen beschouwd als een taak die ze moesten volbrengen. Een van haar dienaren, bekend als Jan van Keulen, voelde zich verplicht om samen met de anderen deel te nemen uit angst voor afwijzing, maar hij naderde de Heilige Communie zonder eerst zijn zonden op te biechten in het Sacrament van de Biecht.

Hij knielde samen met de anderen bij de communiebank en wachtte de komst van de priester af. Zodra de Hostie op Jans tong werd gelegd veranderde de Hostie in vlees, en hij kon het niet doorslikken! Hij was bang geworden door deze onverwachte gebeurtenis en probeerde zijn moeilijkheid te verbergen, maar hij maakt de fout om te bijten in het vlees. Toen hij er in beet sprongen er drie druppels bloed uit zijn mond op de communiedoek, dat over de communiebank lag. Ook werd hij, nauwelijks nadat hij de Heilige Hostie ontvanggen had, door blindheid getroffen. Bovendien veranderde de hostie in zijn mond in een stuk vlees. Geschrokken van het bloedige vlees in Jans mond en het bloed dat van zijn lippen droop, liep de priester naar hem toe en bracht de Hostie plechtig naar het altaar. Daar plaatste hij in de Hostie in een gouden bus.

Er wordt gezegd dat Jan gestraft werd voor zijn onwaardige communie door terstond met blindheid geslagen te zijn. Hij werd overdonderd door berouw voor deze zonde en knielde voor de voeten van de priester neer. Voor de ogen van de hele congregatie biechtte hij zijn zonde op. Zijn oprecht berouw zorgde ervoor dat hij weer kon zien. Jean leed daarna een voorbeeldig leven en bleef tot zijn dood een grote vereerder van het Hoogheilig Altaarsacrament. Jan smeekte publiekelijk om Gods genade, waarna hij door een nieuw wonder van zijn blindheid werd genezen. Voortaan leidde hij een voorbeeldig leven. De in vlees veranderde hostie en het communiedoek werden vervolgens als relieken bewaard. Dit wonder kan worden getypeerd als een 'bloed- of bestraffingswonder': door het onwaardig optreden van een communicant of een celebrant gaat het sacrament bloeden [soms verandert de miswijn in bloed, soms gaat de hostie bloeden of verandert zelfs geheel in bloedend vlees zoals in Middelburg] waardoor de overtreders gewezen worden op hun onwaardigheid en zowel zijzelf als de andere aanwezigen overtuigd raken van de werkelijke tegenwoordigheid van Christus in het sacrament.

Details over het wonder verspreidden zich snel over het land en werden ook bericht aan Frederik III, de aartsbisschop van Keulen, de voormalige graaf van Sarrewerden. Omdat Nederland toen onderdeel was Rooms-Duitse Rijk viel Middelburg onder de bisschoppelijke jurisdictie van aartsbisschop Frederik, liet hij nog in 1374 het Sacrament van Mirakel overbrengen naar de Dom van Keulen en de Hostie in een schrijn deed plaatsen. Korte tijd later werd de reliek overgebracht naar de Augustijnenkerk van Keulen.

De verplaatsing van de Hostie van Middelburg naar Keulen wekte grote interesse tijdens de reis van meer dan 1.100 kilometer. Nadat de Hostie veilig was aangekomen, werd er een uitbundige monstrans gemaakt voor de uitstelling van de Hostie. De monstrans had de vorm van een kruis en de dwarsbalk was versierd met gouden cirkels omringd met gouden zijden. Beelden van de Gezegende Moeder en de Heilige Jozef stonden aan beide kanten onder het kruis. Ook waren er kleinere beelden van de Heiligen Petrus en Paulus. In het midden van het kruis bevond zich een ovalen glas waardoor de Wonderlijke Hostie te zien was. De plaatsing van de Hostie was apart omdat de Hostie geplaatst was boven een kleine gouden kelk, welke van een deksel was voorzien, want de Hostie rustte op de rand van de kelk.

Prior Jan Bayrens, een Augustijnenbroeder uit Keulen, had grote invloed bij de aartsbisschop, want hij wist hem over te halen om de Hostie mee te nemen naar de kerk van het klooster, alwaar het werd uitgesteld ter aanbidding door de gelovigen. Toen de Augustijnenbroeders de Hostie in bezit had werd deze opnieuw geëerd met bijzondere ceremonies.

In 1380 verzochten de Augustijnen uit Leuven om een deel van de reliek. Na drie dagen van intensief en collectief gebed ontdekte men dat de mirakelhostie zich in twee delen had gesplitst: zo kon een deel in Keulen blijven [waar het later in de St. Albanskerk terecht kwam], het andere deel werd naar Leuven overgebracht.

In Leuven onstond een rijke cultus, waaraan onder meer, vanaf 1426, een broederschap en ettelijke aflaten werden verbonden. Op 15 juni 1435 werd door de bisschop van Luik, Jan van Heinsberg, goegekeurd dat jaarlijks op de eerste zondag na Pinksteren in Leuven een processie werd gehouden ter ere van het Sacrament van Mirakel. Nadat de augustijnen, tijdens de Franse overheersing die volgde op de Franse Revolutie, Leuven hadden verlaten, werd de cultus overgebracht naar de St. Jacobskerk.


Versierde hoofdaltaar in de Sint Jacobsberk te Leuven [1935]


Schilderij J.B. Verhulst in het koor van de Sint Jacobskerk te Leuven [1935]


Op 30 juni 1935, de feestdag van het Eucharistisch Hart van Jezus, werd in Leuven op grootse wijze het vijfde eeuwfeest van de processie herdacht als 'de 500e verjaring van het heilig Sacrament van Mirakel te Leuven'.

In Middelburg zelf bleef de herinnering aan het mirakel nog lang bewaard. Waarschijnlijk was er in het in het Augustijnenklooster aldaar [dat misschien in het bezit was gebleven van een deel van de communiedoek] een beperkte cultus blijven bestaan. Toen de Augustijnen-Heremieten in 1574, na de overgang van Middelburg naar de Nederlandse Opstand, hun klooster en de stad moesten verlaten, was het in ieder geval met deze cultus gedaan.

Het deel van de Wonderlijke Hostie, welke bewaard wordt in Leuven, is lichtelijk bruin en kleiner dan de Hostie oorspronkelijk was, maar nog wel steeds duidelijk herkenbaar als vlees. De Hostie en de kleine kelk, waar de Hostie op rust, worden in een reliekenschrijn bewaard en bevinden zich achter een kristal in het midden van een gouden kruis. Als deze reliekschrijn wordt uitgesteld op het hoofdaltaar, of meegedragen wordt in een processie, dan wordt er een nieuwe geconsacreerde Hostie geplaatst achter de kelk waarop de Wonderlijke Hostie rust.




Bouwvallige Sint-Jacobskerk te Leuven

Alle belangrijke papieren over de geschiedenis, de reizen en de onderzoeken naar de wonderlijke relieken worden bewaard in de kerk van de Heilige Jakobus. De Hostie en bebloede doek worden in deze kerk nog steeds bewaard, maar de kerk zelf is ontoegankelijk voor het publiek omdat de grond waarop de kerk staat aan het verzakken is, en het gebouw daardoor onveilig is. De reliekhouder met het [voorheen Middelburgse, thans Leuvense] 'Sacrament van Mirakel' is tijdelijk in bruikleen bij Museum Van der Kelen-Mertens, eveneens in Leuven.


21-02-1977
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eucharistische Mirakelen: Het wonder van Seefeld, Oostenrijk [1384]
Het wonder van Seefeld, Oostenrijk [1384]

In het bisdom van Innsbruck, tussen de beboste bergen van de provincie Tirol, in het westen van Oostenrijk, ligt het dorpje Seefeld en de parochiekerk van de Heilige Oswald, een kerk die haar populariteit te denken heeft aan het Wonder dat daar plaatsvond op Witte Donderdag van het jaar 1384.

Toentertijd was ridder Oswald Milser de beschermer van het Kasteel Schlossberg, in het noorden van Seefeld. Het kasteel lag op een strategische plaats om bescherming te bieden aan een belangrijke pas, en diende tevens als grensfort. De ridder, zo blijkt, was trots op zijn positie en autoriteit. Wat er gebeurde vanwege zijn trots is opgeslagen in de "Golden Chronicle of Hohenschwangau" [De Gouden Kronieken van Hohenschwangau]:


Sint Oswaldkerk te Seefeld


Altaar van het Wonder

Oswald Milser kwam samen met zijn aanhang naar de parochiekerk van Seefeld. Hij eiste [en hem iets weigeren kon de dood betekenen] de grote Hostie: de kleine Hosties vond hij te min voor hem. Hij omringde de bange priesters en de congregatie met zijn bewapende mannen. Aan het einde van de Mis kwam Milser, met een zwaard in zijn hand en met een bedekt gezicht, naar de linkerkant van het hoofdaltaar, waar hij bleef staan. De verstarde priester gaf hem de Hostie, waarop de grond onder de heiligschenner plotseling het begaf. Hij zakte weg tot zijn knieën. Angstig wit greep hij het Altaar vast met beide handen. Hij liet een afdruk na die nu nog steeds zichtbaar is.

Een andere geschiedenis gaat hier verder en vertelt hoe de ridder, vol van angst, de priester gebaarde de Hostie van zijn tong te nemen. Toen de priester dit deed werd de grond onder zijn voeten weer stevig. Onmiddellijk stapte Oswald achteruit, verliet de kerk en snelde naar het klooster van Stams, waar hij zijn hoogmoed opbiechtte. Hij deed boete en overleed een heilige dood twee jaar later. In overeenstemming met zijn wensen, werd hij begraven in de buurt van de kapel van het Heilig Sacrament. Van de fluwelen mantel die hij gedragen had op die Witte Donderdag is een kazuifel gemaakt die geschonken werd aan het klooster van Stams.


Cistenciërklooster te Stams

Kerkarchieven laten zien dat de Hostie die uit de mond van de ridder was genomen rood gekleurd was, alsof de Hostie verzadigd was met bloed. Vlak na dit wonder schonk ridder Parseval von Weineck van Zirl een zilveren monstrans gemaakt in de gotische stijl, zodat de Wonderlijke Hostie, welke nog steeds bewaard is gebleven, uitgesteld kon worden.

Vanwege de grote menigte pelgrims werd er een tehuis gebouwd voor onderdak, vlak na het wonder. Het aantal pelgrims nam zo snel toe dat de kerk al snel te klein bleek. In 1423 zorgde Hertog Friedrich voor de bouw een grotere kerk op dezelfde plaats. Het gebouw was klaar in 1472. Bijna een eeuw later was Keizer Maximiliaan I zo onder de indruk van de bedevaarten van Seefeld dat hij smeekte om een klooster te laten bouwen. Dit klooster, begonnen in 1516, werd beheerd door de Augustijnenbroeders tot 1807. Sindsdien doet het klooster dienst als een hotel, wat de pelgrims goed uitkomt.

Aartshertog Ferdinand II van Tirol toonde ook een bijzonder interesse in dit wonder. In 1574 bouwde hij in de kerk de Kapel van het Heilig Bloed, waar de Wonderlijke Hostie bewaard was voor een tijd.


Binnenzicht kapel van het Heilig Bloed te Stams

Wat betreft de plaats van het wonder; Het gat waar de ridder tot in zijn knieën in viel is nog steeds zichtbaar en word getoond aan bezoekers. Vanwege de veiligheid is dit gat bedekt met een rooster dat opgetild kan worden zodat het gat onderzocht kan worden. Het gat bevind zich aan de zuidkant van het altaar van het wonder.

In deze kerk op zijn originele plaats is het stenen altaar van het wonder. Deze ligt een goede afstand van het versierde hoofdaltaar dat later werd toegevoegd toen de kerk werd vergroot. Direct boven het stenen altaar is een nieuwe altaarsteen gesteund door pilaren. Het geheel is zo gebouwd dat er een ruimte tussen beide altaarstenen overblijft van enkele centimeters. Hierdoor is het altaar van het wonder nog steeds zichtbaar. Aan de zijkant van het stenen altaar zijn de afdrukken van de handen van Oswald nog steeds zichtbaar. Deze afdrukken worden ook aan de bezoekers getoond.

Naast het gat in de vloer en het altaar van het wonder is een derde herinnering aan het wonder: de monstrans met de Wonderlijke Hostie. Deze word bewaard in een tabernakel in de zuidmuur, dichtbij het hoofdaltaar.

De kerk is versierd met vele verwijzingen naar het wonder. Een geschilderd paneel uit 1502 versierd de zuidmuur, en glas-in-loodramen versieren de rest. Er is een reliëf in het Timpaan boven de ingang, waarop het wonder wordt afgebeeld. Een geweldig mooi fresco op de kapel van het Heilig Bloed laat de priester zien, samen met de ridder, tijdens de communie, terwijl zwevende engelen de monstrans vasthouden. De kerk is ook een toonbeeld voor kostbare voorbeelden van Gotische architectuur en houtsnijwerk.


Reliëf boven het Timpaan

Het is onbekend wanneer de Kerk van de Heilige Oswald is gebouwd, maar de kerk wordt genoemd in een kroniek van 1320. De huidige kerk, afgerond in 1472, heeft de eer om de enig overgebleven kerk te zijn die gebouwd is door de Innsbruck Bouwergilde. De kerk wordt gezien als het mooiste voorbeeld van Gotische Architectuur uit Noord-Tirol.


Doopvont van de Heilige Oswald

In 1984 vierde de kerk van de Heilige Oswald de 600ste verjaardag van het wonder dat plaatsvond in haar bevoorrechte ruimte.


20-02-1977
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eucharistische Mirakelen. Het wonder van Brussel, België [1370]
Het wonder van Brussel, België [1370]

Het Eucharistische Wonder van Brussel in België vond plaats in een tijd toen de christenen en de joden verwikkeld waren in diepe oppositie. Het bleek dat er in 1369 een jood, Jonathan, woonde in een Edingen, een dorpje 25 kilometer buiten Brussel. Jonathan had een vriend, Johannes van Leuven [toen wonende in Brussel], die al enige tijd zich bekeerd had tot het Christendom.

Jonathan had meerdermalen gevraagd aan zijn vriend om een het geconsacreerde brood mee te nemen dat tijdens de Heilige Mis word uitgedeeld. Jean wilde dat eerst niet doen, maar toen bood Jonathan hem daar 60 gouden munten voor aan. Hebzucht nam het over en Jean ging onmiddellijk de kerken van Brussel af om te kijken of hij ergens stiekem naar binnen kon. Hij besloot uiteindelijk binnen te gaan in de kerk van de Heilige Catherina, waar weinig toezicht was omdat de kerk alleen gebruikt werd voor de communie van de zieken.

In de nacht van 4 oktober 1396 plaatste Jean een ladder tegen de kerkmuur en sloeg een raam in om naar binnen te gaan. Hij opende het tabernakel en vond daar een gouden ciborie met 15 kleine Hosties en één grote Hostie, welke gebruikt werd voor de zegening. Nadat hij de kerk had verlaten ging hij naar Edingen en gaf de Hosties aan Jonathan, die hem beloonde met een grote zak met munten.

Het lot van de dief is niet zeker, maar Jonathan werd vermoord in zijn eigen tuin, nog geen twee weken na de diefstal, tot grote schrik van zijn zoon die de aanslag had gezien. Een tijdje later nam de weduwe van Jonathan de ciborie met de Hosties met zich mee naar de Hoofdstad Brussel.

Op 4 april 1370, Goede Vrijdag, kwamen de joden bijeen in de synagoge van Brussel. De Hosties werden toen op een tafel uitgespreid waarna ze er fysiek en verbaal geweld op uitoefenden. Op een bepaald punt in deze heiligschennis kwamen er messen aan te pas waarmee de Hosties werden gestoken.


Uitbeelding van het tafereel

Onmiddellijk, tot grote verbazing van de joden, stroomde er bloed uit de gestoken wonden. De wapens van de aanvallers vielen van hun handen, en zij werden zelf op de grond gedrukt.

Om van de bloedende Hosties af te komen haalden ze een bekeerde Christen, Catherina, over om de Hosties naar de joden in Keulen te brengen. Maar, vol van berouw, besloot ze alles te vertellen aan de zielenpriester, Pierre Van den Eede, van de Kerk van Notre Dame de la Chapelle. De curator van de Bisschop van het Kamerijk Brussel, Jean d’Yssche, werd ook ingelicht over de diefstal en nam samen met een commissie van geestelijken de Hosties terug van Catherina.

De Hosties werden teruggebracht naar de Notre Dame de La Chapelle. Een paar Hosties bleven daar achter, de rest werd in een grootse plechtige herstelprocessie in mei 1370 gebracht naar de Sint Michielskathedraal. Ze werden begeleid door de geestelijken van de stad, leden van verschillende ordes, de graaf en gravin van Brabant en een groot aantal edelen en nobelen en burgers. Onder begeleiding van kaarsen, wierook en heilige hymnen werden de Hosties over de versierde straten gedragen. In vreugde en blijdschap werden de Hosties geplaatst in een koorkapel, waar ze zouden blijven tot een mooier en waardiger altaar gebouwd kon worden. Zes Hosties zijn uiteindelijk door de wandaad vernietigd. Drie Hosties werden geplaatst in een kristal in het midden van een gouden Kruis.


Onze Lieve Vrouw ter Kapellekerk

De onderzoeken leidden tot twee verschillende verslagen over de mannen die deze heiligschennis hadden uitgevoerd. Het eerste verslag verteld dat Koning Wenceslaus, die toen regeerde in Brussel, de mannen had laten arresteren en liet veroordelen nadat ze schuld hadden bekend. Ze werden verbrand. Het andere verslag vertelt dat de joodse gemeenschap de daders heeft verbannen uit de provincie.

Tijdens de moeilijke jaren van 1579 tot 1585 toen de Calvinisten de kerken onteerden en relieken en beelden vernietigden, zijn de Hosties die achtergebleven waren in de Notre Dame de la Chapelle verdwenen. De drie Hosties in het gouden kruis in de Sint Michielskathedraal werden in eerste instantie verborgen in het Twaalfapostelen-ziekenhuis, maar werden later in een inkeping van een balk in de kerk verborgen. Toen de Calvinisten de kerk binnenstormden stopten ze onder de balk waarin de Hosties verborgen waren, onwetende wat er boven hun hoofd hing.

Een andere ernstige tijd voor de Kerk van Brussel was in 1794 tijdens de franse revolutie, toen opnieuw schilderijen tapijten, monstransen en andere kostbaarheden werden vernietigd of gesloten. Er werden ook schilderijen gestolen van Venius, Rubens en Van Dyck. Een serie schilderijen die de geschiedenis van het wonder weergaven zijn bewaard gebleven, en zijn nu nog steeds zichtbaar in de Sint Michielskathedraal.

Het is om dit wonder te begrijpen en te waarderen belangrijk om de geschiedenis te bekijken zoals deze is afgebeeld in de verschillende ramen, schilderijen en beelden, die al vele pelgrims heeft aangetrokken. Eerst volgt hier enige informatie over de kathedraal zelf.

Van af het allereerste begin was deze kerk toegewijd aan de Heilige Aartsengel Michaël. In de twaalfde eeuw, toen de Heilige Goedele vrij populair was, werd de naam van de kerk aangepast om ook haar in deze naam op te nemen. Ook werden de relieken van deze Heilige in deze kerk bewaard sinds 1047. In februari 1962 werd de naam van de kerk opnieuw veranderd naar de Sint Michielskathedraal, in overeenstemming met de oorspronkelijke toewijding. Maar toch zijn er boeken over geschiedenis en architectuur, en reisgidsen die de kerk incorrect aanduiden met "De Kathedraal van de Heilige Goedele."




Brussel, Sint Michiels en Sint Goedele Kathedraal

Hier in de Sint Michielskathedraal liggen de overblijfselen van vele beroemde personen in titel en kroon. Het is ook een mooi voorbeeld van de Gotische Architectuur van de dertiende tot de zeventiende eeuw, omdat de eerder kerk gesloopt, herbouwd en meerdere keren uitgebouwd is geweest. Sommige delen van de oorspronkelijke muren staan nog steeds overeind. Het doopvont stamt uit de negende eeuw en de vestibule uit de twaalfde eeuw. De kathedraal is beroemd, natuurlijk, vanwege zijn band met de Wonderlijke Hosties van 1370, waarvoor een grote kapel is gebouwd van 1534 tot 1539.

Er is een glas-in-loodraam in de kathedraal die het moment afbeeld waarop de weduwe van Jonathan de Hosties aan de joden geeft. Een ander raam beeld de processie af waarin de Hosties gedragen werden naar de Notre Dame de la Chapelle en de Sint Michielskathedraal. Een ander raam laat zien hoe de Hosties werden toevertrouwd aan John Hauchin, de aartsbisschop van Mechelen, die toen de deken was van de Sint Michielskathedraal.

Drie andere ramen laten andere gebeurtenissen in de geschiedenis van het wonder zien.


Een der glasramen

Keizer Karel V liet nieuwe schitterende glas-in-loodramen maken. Op één van deze ramen staat hijzelf samen met zijn vrouw, Isabella van Portugal, tijdens hun aanbidding van God, de Vader, die hen het kruis met de drie Hosties laat zien. De triomfboog in de kerk was ook een gift van de keizer ter ere van het wonder, samen met nog vier andere glas-in-loodramen. Deze ramen beeldden beroemde heiligen uit, maar in het bovenste gedeelte staan nog verwijzingen naar het wonderen. Een ander raam, geplaatst in 1542, maar later verwoest, beeldde de keizer en zijn vrouw af samen met drie heiligen. In plaats van dit raam is er een ander raam, gemaakt in 1848, die de triomf van het wonder laat zien. Een glas-in-loodraam hier links van toont de keizer met zijn vrouw en kinderen, Phillip, Maria en Joan, samen met hun patroonheiligen, in aanbidding voor het wonder.

Boven een van de altaren zijn afbeeldingen te vinden van de Heilige Aartsengel Michaël en de Heilige Goedele en andere heiligen die in de kerk worden vereerd. Onder het altaar zijn drie afbeeldingen in reliëf die gebeurtenissen van het wonder laten zien. Achter het altaar tegen de muur is de balk, met zijn inkeping, waarin de Hosties goed verborgen zijn gebleven tijdens de tumult van de zestiende eeuw.

Delen van de geschiedenis van het wonder worden afgebeeld in vier wandkleden die elk jaar tussen de pilaren opgehangen worden tijdens de maanden juli en augustus. Deze uitstelling in juli is hoogstwaarschijnlijk een gebruik uit de tijd van het wonder, toen het wonder werd gevierd met een grootste processie op de eerste zondag na 15 juli. Deze viering vond eeuwenlang jaarlijks plaats. Een wandtapijt dat daar vast hangt laat een wonderlijke genezing zijn, op voorspraak van het wonder, in 1770.

Al deze kunstwerken worden toegelicht in een gids van de kathedraal van 1975. In dit boek staat ook de volgende opmerkelijke opmerking:

Op 30 december 1968 verklaarde de bisschop van het aartsbisdom, Mechelen-Brussel, dat de aanklachten tegen de diefstal en de heiligschennis van het Heilige Sacrament van 1369-1370, die geuit waren tegenover de joodse gemeenschap ongegrond waren.

De bezoekers en de gelovigen moeten de iconen in de kathedraal in zijn correcte historische context zien en niet de eerbied voor het Heilig Sacrament verkeerd begrijpen.

De reden voor deze uitspraak wordt niet gegeven, maar blijkbaar is een verklaring nodig voor de aanbidding die sinds 1370 heeft plaatsgevonden voor eeuwenlang. Er valt niet te ontkennen dat dit Wonder is vereerd door geestelijken, maar ook door personen met titels en macht, vanaf het eerste begin. De geschiedenis van die wondere is door vele auteurs vast gelegd waaronder, R.P. Lucq, O.P. Navez, Estienne Ydens, Cafmeyer en Griffet.

Ondanks deze uitspraak wordt dit Wonder nog steeds vereerd door toeristen en gelovigen van Brussel. De kapel, waarvan de bouw was begonnen in 1534 is vrij groot en draagt het opschrift: "Heilige Sacrament van Wonderen." In de kapel, maar ook in de kathedraal zelf, staan negenennegentig stukken meubel, beeld en kunst die door toeristen en gelovigen word bewonderd.

Een andere noemenswaardige kerk in Brussel is de Chapelle de L’Expiation, welke gebouwd is in 1436 op de plaats waar de synagoge stond waar het wonder plaatsvond.

19-02-1977
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eucharistische Mirakelen. Het wonder van Macerata, Italië [1356]
Het wonder van Macerata, Italië [1356]

De katholieken van Macerata beweren dat hun stad "De stad van het Hoogheilig Sacrament" genoemd kan worden. Hiervoor geven ze twee redenen: Vanwege het Eucharistische wonder dat hier plaatsvond, maar ook omdat deze stad een van de eerste steden in de wereld was die lekenbroederschap stichtte ter ere van de Hoogheilige Eucharistie.

Het wonder vond plaats in Macerata op de ochtend van 25 april, 1356. Een priester vierde de heilige Mis in de kerk van de Benedictijnenzusters. Tijdens de Consecratie had hij een zeer kort moment van twijfel over de werkelijke aanwezigheid van Jezus Christus in de Eucharistie, toen er plotseling, bij het breken van de geconsacreerde Hostie, bloed druppelde van de gebroken Hostie! Hierdoor was de priester zo overdonderd door geloof en vertrouwen dat zijn handen begonnen te trillen en hij bloed morste naast de kelk, op de corporaal waar de kelk op stond.


Voorstelling van het Mirakel

Na afloop van de mis ging de priester naar de Bisschop, Nicoló van San Martino, die de natte corporaal naar de kathedraal liet brengen voor canoniek onderzoek. Het wonder leek heel erg op het wonder dat plaats vond in Bolsena, nog geen honderd jaar eerder, waardoor het Hoogfeest van Sacramentsdag werd geïntroduceerd. Nadat de canonieke commissie het wonder authentiek verklaard had, werd de bebloede corporaal plechtig uitgesteld voor verering.

Er zijn geen officiële documenten meer in de archieven van Macerata uit die tijd, maar de bekende historicus Ignazio Compagnoni vertelt de details over de echtheid van het wonder in zijn vierde manuscript. De verslagen uit de tijd van het wonder en de daaropvolgende uitspraken van vele bisschoppen en aartsbisschoppen [in het bijzonder die van de Kardinaal-bisschop Centini in 1622] hebben bijgedragen tot de erkenning van de echtheid van deze reliek. Iedereen bevestigt dat de bloedvlekken, die nog steeds duidelijk zichtbaar zijn op de corporaal, afkomstig zijn van het Kostbare Bloed van Onze Verlosser.


Kathedraal van Macerata

Documenten uit 1647 vertellen dat een man, Orazio Longhi, een kostbare monstrans van zilver en kristal heeft geschonken aan de kathedraal voor de uitstelling van het reliek. In 1649 organiseerde Bisschop Monseigneur Silvester een processie en een grote viering ter ere van de heilige koporaal, vieringen waaraan de meeste gelovigen deelnamen.

De reliek werd voortdurend uitgesteld tot 1807, toen Napoleon Italië en de kerk bedreigde. Toen Napoleon lekenbroederschappen verbood en traditionele processies niet meer toeliet, werd de corporaal verborgen in een kast achter het altaar in de kathedraal. Daar bleef de koporaal veilig, maar ook tijdens een ander periode van politieke onrust in Italië halverwege de negentiende eeuw, was de koporaal daar veilig. De doek werd ook in die jaren niet vergeten. De corporaal werd authentiek verklaard op 10 oktober 1861 door Monseigneur Zangari, en later op 15 september 1885 door Monseigneur Galeati.

Het kostbare doek werd uiteindelijk uit zijn schuilplaats gehaald in 1932. Nadat deze opnieuw werd onderzocht en authentiek werd verklaard, werd de doek in een kristallen frame geplaatst en voortdurend tentoongesteld in de Kapel van het Sacrament.


Kapel van het Sacrament

De afmetingen van de koporaal blijken interessant te zijn voor tegenwoordige toeschouwers. De koporaal was ruim 128 cm lang en 40 cm breed, en daarmee veel groter dan de tegenwoordige corporalen, die de omvang hebben van een grote zakdoek. Men vermoed dat de korporaal tijdens de Mis van het wonder dubbel gevouwen is geweest omdat de bloedvlekken symmetrisch overeenkomen.

Er zijn nog een aantal andere vouwen duidelijk zichtbaar in het linnen. Er zijn vijf horizontale vouwen en zeven verticale vouwen. Naast de bloedvlekken zijn er ook sporen van schimmel en druppels was zichtbaar.

Men kan geen chemische analyse maken van deze reliek omdat de stoffen, die niet van textiel zijn, door de eeuwen heen volledig zijn samengegaan. Daarom is er een alleen een topografische observatie mogelijk.

De echtheid van het linnen is op drie manieren vastgesteld. Ten eerste hebben wetenschappers verklaard dat het doek [dat omschreven wordt als in goede staat maar geel door de ouderdom] uit de veertiende eeuw afkomstig is. Ten tweede bevatte het perkament dat zich bij de koporaal bevond een Gotische kalligrafie. Deze kalligrafie is volgens mensen, die daar verstand van hebben, afkomstig uit de tijd van het wonder. Ten derde zijn er, ondanks dat er geen officiële documenten bewaard gebleven zijn, een groot aantal manuscripten van erkende auteurs uit die tijd, die verwijzen naar de geschiedenis en de echtheid ervan erkennen.


Heilig Korporaal

De heilige koporaal kan men bezichtigen in een nieuwe kapel in de Kathedraal van Macerata, waar hij, met name op Sacramentsdag en de octaaf daarvoor, vereerd en aanbeden wordt.


18-02-1977
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eucharistische Mirakelen. Het wonder van Amsterdam, Nederland [1345]
Het wonder van Amsterdam, Nederland [1345]

Het Eucharistische Wonder van Amsterdam vond plaats op 15 maart 1345, in een huis aan de Kalverstraat. Daar woonde een man, Ysbrant Dommer, die de teerspijze ontving van de parochiepriester omdat hij ernstig ziek was en op sterven lag. Vlak nadat de priester het huis had verlaten werd de patiënt nog zieker en kotste hij de inhoud van zijn maag uit. Zijn huisvrouw verzamelde zijn braaksel in een bak en gooide het in het grote open vuur van de haard.

Als de vrouw de volgende ochtend naar de haard gaat om het vuur weer een beetje op te stoken is ze verbaasd om de Hostie, in goede staat, te zien tussen de smeulende kolen en de as van de haard. Ze pakte de Hostie op en wikkelde deze voorzichtig in een linnen doek waarna ze hem in een kist legde ter bewaring.




Voorstelling van het Wonder


Gedachtenis Nis Ter Heilige Stede

De priester werd geroepen en hij plaatste de Hostie in een pyxis, en waste de doek waarin hij gewikkeld was. Hij bracht de Hostie terug naar de Nicolaaskerk, de parochiekerk [Deze kerk is nu in handen van niet-katholieken].

De volgende ochtend trof de priester een lege pyxis aan, maar de Hostie werd teruggevonden door dezelfde vrouw toen ze de kist weer opende om een doek te pakken. Opnieuw werd de priester geroepen om de Hostie terug te brengen naar de kerk. Na opnieuw een verdwijning en terugvinding riep de priester de hulp in van andere geestelijken om te vragen wat ze nu moesten doen. Zij waren er allen van overtuigd dat deze gebeurtenissen een direct bewijs waren van God’s macht. Ook zagen ze dit als teken dat dit wonder openlijk aanbeden moest worden. De wonderlijke Hostie werd toen in een plechtige processie naar de kerk gebracht.

Een officieel onderzoek werd ingesteld door de burgemeester en de wethouders. Ze waren allen tevreden over de waarheid van de getuigenissen. Zij beschouwden de gebeurtenissen als waar gebeurd en namen het wonder op in de officiële documenten. De bisschoppen van Nederland, geleid door de bisschop van Utrecht, hielden en uitgebreider onderzoek voordat ze de geestelijken toestemming gaven om over dit wonder te spreken.

De Heilige Hostie werd dus in een processie naar de Oude Kerk gebracht, maar werd wonderlijk genoeg meteen weer teruggevonden in het huis van de zieke. Twee jaar later werd op de plaats van het sacramentswonder, de Heilige Stede, een kapel ingericht waar de miraculeuze hostie werd getoond in een kristallen monstrans. Ongeveer 100 jaar later, in 1452, vernietigde een groot vuur het grootste deel van Amsterdam en het vuur zou ook de kapel verwoesten. In een poging om de Wonderlijke Hostie te redden werden er slotenmakers geroepen om het tabernakel te openen. Hun moeite was zinloos want hun gereedschap brak en uiteindelijk moesten ze wijken voor het vuur. Toen de vlammen uiteindelijk allemaal waren geblust, was er een nieuw wonder zichtbaar: tussen de smeulende resten, onaangetast door de het vuur, zagen ze de Hostie samen met Zijn zijden omhulsel. Sindsdien zouden er meer wonderen hebben plaatsgevonden rond het sacrament en werd de Heilige Stede een populaire bedevaartsbestemming, die veel pelgrims trok.

Kort na de brand van 1452 verrees een nieuwe kapel die op de Oude Kerk geïnspireerd was. Het gotische gebouw was een driebeukige hallenkerk die naar het oosten gericht lag. De ingang van de kapel lag aan de Kalverstraat, het halfronde koor lag tegen het Rokin aan. Aan de noordwestzijde van de hallenkerk was een zijkapel gesitueerd, op de plek waar het mirakelhuis had gestaan. Het huis waar het wonder had plaatsgevonden werd omgebouwd tot een kapel met de naam Nieuwezijds [ook wel Heilige Stede geheten], niet alleen omdat het wonder daar plaats had gevonden, maar ook omdat de Hostie van het wonder op het altaar werd bewaard. De vuurhaard waar het wonder in gebeurde bleef bestaan.


Kalverstraat, Heilige Stede

De bouw van de Kapel Ter Heilige Stede heeft een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van Amsterdam. De stad groeide vanaf 1450 uit tot een belangrijke Europese bedevaartsplaats. Pelgrims kwamen naar Amsterdam om er de wonderlijke hostie te vereren. Er werd zelfs een speciale toegangsroute, de Heiligeweg, aangelegd om de mirakelplaats vanuit het westen goed bereikbaar te maken. Jaarlijks werd het wonder herdacht met een processie van de kapel naar de Oude Kerk. Ook tegenwoordig wordt de ‘Stille Omgang’ weer gehouden: jaarlijks vindt deze processie in maart plaats. De lange lijst van verkregen genade als gevolg van de aanbidding van dit Wonder werd nog langer toen de kapel eenmaal herbouwd was. Enorme groepen mensen kwamen daar samen en namen deel aan de jaarlijkse processie, de "stille Omgang," ter ere van het Wonder.

Op dit moment in de geschiedenis van dit wonder richtten we ons op de Begijnenzusters, die een klein dorp in de buurt van Amsterdam verlieten om een gemeenschap te stichten in de buurt van het Wonder. Deze gemeenschap, later bekend als de Begijnen, bestond uit lekenvrouwen die tijdelijke geloften aflegden van gehoorzaamheid en kuisheid. Ze legden niet de gelofte van armoede af, wat wel gebruikelijk is in gemeenschappen, omdat ze hun eigen bezit mochten hebben om mee te doen wat ze wilden. Ze verzamelden zich voor de Missen en de gebeden, maar waren verder vrij om te gaan en komen, omdat velen verbonden waren met educatieve en vrijgevige activiteiten. Hun situatie was een beetje anders omdat ze leefden in smalle huizen die met elkaar waren verbonden. Ze waren gerangschikt in een vierkant met een pleintje in het midden. In één van de huizen was een kapel gemaakt, die later werd vergroot en uitgebouwd. Het hele complex werd bekend als het "Begijnhof."


Nieuwezijdskapel 1765

Toen de huiskapel van het wonder werd ingenomen door de wethouders, tijdens de reformatie, werd de Wonderlijke Hostie toevertrouwd aan de Begijnenzusters. De aanbiddingen en de andere gelovige activiteiten waren inmiddels traditie geworden en werden aangehouden. In 1607 werd echter deze plaats gesloten maar werden er in een klein bijgebouw van de kapel privéaanbiddingen gehouden. Langzaam aan was het weer mogelijk om dit gebouw van de Begijnhof te vergroten, maar het was pas in 1845, vijf eeuwen na het wonder, dat er weer een grote publieke uitstelling was. Dit werd een jaarlijks gebruik ter ere van het Wonder.

Naast deze jaarlijkse vieringen waren er individuele processies in de loop der tijd die zelfs tijdens de reformatie plaatsvonden. Ze werden de stille omgang genoemd, omdat de mensen langs de weg liepen in stille aanbidding. Deze processies vinden nog steeds plaats, maar nu nemen er veel meer mensen aan deel, vooral tijdens de nacht en in de vroege uren van de viering.


Stille Omgang

Bij de Alteratie dreigde te kapel te worden gesloopt, maar zij werd eerst enige tijd gebruikt als paardenstal, stadsturfhuis en ‘zoutkasse’. Uiteindelijk namen aan het begin van de 17de eeuw de Duits sprekende gereformeerden er hun intrek.

Aan het einde van de 19de eeuw verkeerde de Nieuwezijds Kapel in bouwvallige staat. De Nederduitsch Hervormde Gemeente had het plan opgevat om de kapel af te breken en een moderne vervanger te bouwen. Ondanks vele protesten en kritiek zette de kerkenraad zijn plannen door en werd de huidige kapel gebouwd. De onverzettelijkheid van de Hervormde Gemeente kan begrepen worden in het licht van die tijd. Na het herstel van de Bisschoppelijke Hiërarchie (in 1853) verrezen in de binnenstad verschillende katholieke kerken, werd de ‘Stille Omgang’ weer gelopen en toonden de katholieken duidelijk interesse in de vervallen kapel. Deze kapel is echter niet vergeten want een afbeelding daarvan is vastgelegd in een glas-in-loodraam in de kapel van het "Begijnhof." Ook is er achter het hoofdaltaar een schitterend glas-in-loodraam die het wonder afbeeld. Langs de muren hangen schilderijen die de middeleeuwse processies afbeelden.

De sloop van een voormalige katholieke kerk en hernieuwd bedevaartsoord, ten gunste van een nieuw te bouwen hervormde kapel midden in het stadshart kan gezien worden als een signaal van de ‘levende aanwezigheid’ van de Hervormde kerk in Amsterdam. C.B. Posthumus Meyjes kreeg als opzichter-architect van de Nederlands Hervormde Diaconie de opdracht het ontwerp voor de nieuwe kapel te maken. Het ontwerp dateert uit 1908, de kapel werd voltooid in 1912. De Nieuwezijds Kapel maakt onderdeel uit van een complex dat omgeven wordt door het Rokin, de Kalverstraat, de Enge Kapelsteeg en de Wijde Kapelsteeg. Het complex is als geheel door Posthumus Meyjes ontworpen, met uitzondering van de huizen aan Rokin 74-76. Het hart van het complex wordt gevormd door de kapel met zijn nevenruimten en kosterswoning. Om de kapel heen ontwierp Posthumus Meyjes een aantal winkels met bovenwoningen. Opvallend is dat Posthumus Meyjes in zijn ontwerp de ingang verplaatste van de Kalverstraat naar het Rokin. De ingangspartij aan het Rokin wordt gevormd door een portiek met stoep en is voorzien van het oorspronkelijke siersmeedijzeren hek.
 
De ingangen in de stegen vallen op door hun laagte: ze tellen één bouwlaag en een kap. Posthumus Meyjes liet zich hiervoor duidelijk inspireren door de architectuur van de 17de eeuw. In deze lagere bouwdelen zijn het catechisatielokaal, de presidentskamer en de diaconiekamer opgenomen.


Ingang Wijde Kapelsteeg

De centrale kapelruimte is vanaf de Kalverstraat niet te zien, vanaf het Rokin is de kapel alleen zichtbaar als men aan de oostzijde van het Rokin gaat staan. In de beide stegen is de kapel echter wel goed zichtbaar, doordat de lage ingangspartijen daar het zicht niet wegnemen.

De kapel bestaat uit een rechthoekig gebouw van 24 x 16 meter dat dwars op de oude plattegrond staat. De kapel beslaat slechts en klein deel van de oorspronkelijke plattegrond en is dus veel kleiner dan zijn 15de-eeuwse voorganger. Bijzonder is dat binnen het rechthoekige gebouw een achthoekige kern is te vinden. Hoog opgaande bundelpijlers vormen de scheiding tussen de centrale ruimte en de zijbeuken aan beide korte kanten. De achthoekige plattegrond die hierdoor ontstaat is uitermate geschikt voor de protestantse eredienst, waarin het woord centraal staat.

De centrale ruimte van de kapel is een opvallend lichte binnenruimte, waar veel daglicht binnenvalt door de vensters in de koepel. Aan dit heldere karakter draagt ook het gebruikte materiaal bij: lichtkleurige en geglazuurde baksteen. Het metselwerk is op een decoratieve manier toegepast. Daarnaast vallen het gestucte en gedecoreerde koepelgewelf en de glas-in-loodvensters op.




Interieur

Tegen de westwand was de preekstoel geplaatst. Het houten klankbord daarboven is nog aanwezig. Aan de oostwand hangt boven de deuren naar het portiek aan het Rokin het orgel.

In het midden van de jaren zestig van de 20ste eeuw verliet de Hervormde Gemeente het complex. Daarna was de kerkruimte onder andere in gebruik als moskee en als congres- of feestruimte. Momenteel is de kapel in gebruik bij een amusementsketen. In 1988 werd op het trottoir ter hoogte van de hoek met de Wijde Kapelsteeg de zogenoemde Mirakelkolom gebouwd, ter herinnering aan de gesloopte laatgotische kapel. Voor de bouw van de kolom is materiaal gebruikt dat afkomstig is uit de oude kapel. In 2001 is de kolom tijdelijk verwijderd; hij wordt herplaatst na voltooiing van de werkzaamheden aan de Noord/Zuidlijn.

In 2005 werd in de Nieuwezijds Kapel een archeologisch onderzoek uitgevoerd naar aanleiding van een aanstaande verbouwing. Ter herinnering aan het Wonder wordt het Heilig Sacrament dagelijks uitgesteld voor aanbidding in deze kapel. Op deze manier is Amsterdam een bedevaartsplaats geworden voor heel Nederland.


17-02-1977
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eucharistische Mirakelen. Het wonder van Blanot, Frankrijk [1331]
Het wonder van Blanot, Frankrijk [1331]

Het dorp Blanot ligt in een lange smalle vallei, omgeven met schilderachtige bergen. Vanwege zijn omgeving is het niet heel opvallend, maar viel het toch op in de ogen van God, die het dorp eerde met een Eucharistisch wonder. Het fysieke bewijs van deze gebeurtenis wordt nog steeds bewaard in de kerk waar het wonder plaatsvond.


Interieur van de kerk

Voordat we het over het wonder gaan hebben, is het misschien handig om te vertellen op welke manier de mensen ginds [en tegenwoordig nog steeds op vele plaatsen] te communie gaan. Tijdens de Heilige Mis, als het tijd is om de communie uit te reiken, komen de gelovigen naar het altaar toe en vormden een lijn op de grens van priesterkoor en kerk. Langs deze communiebank knielen de mensen naast elkaar. Twee acolieten nemen hun plaats langs deze lijn, één aan elke kant. Zij pakken dan een lange linnen doek vast, welke achter de communiebank hangt. Deze doek wordt over de communiebank uitgehangen. De gelovigen plaatsen dan hun handen onder deze doek. De priester, met de ciborie met geconsacreerde Hosties in zijn hand, begint dan aan één kant van de communiebank en deelt dan de communie uit langs de communiebank tot hij aan de andere kant is aangekomen. Op het moment van het wonder was dit de manier waarop de Heilige Communie werd ontvangen in Blanot.

Het wonder vond plaats op Paaszondag, 31 maart 1331, tijdens de eerste Mis van die dag, opgedragen door Hugues de la Baume, de vicaris van Blanot. Vanwege de vreugdevolle gelegenheid waren er naast de twee acolieten ook twee mensen van de parochie: Thomas Caillot en Guyot Besson. Deze twee plaatsen de linnen doek over de communiebank toen het tijd werd voor de uitreiking van de communie. De parochianen namen hun plaats in langs de communiebank, met hun handen onder het doek, wachtend op de priester die langs kwam.


Gedenkplaat met de beschrijving van het wonder

De laatste die de communie ontving was een vrouw met de naam Jacquettte. Zij was de weduwe van Regnaut d’Effour. De priester plaatste de Hostie op haar tong en keerde zich om, om terug te keren naar het altaar. Toen zagen de twee mannen die de doek hadden opgehangen en een paar andere parochianen, dat de Hostie uit haar mond was gevallen op het doek dat haar handen bedekte. De priester plaatse op dat moment de ciborie in het tabernakel, daarom liep Thomas Caillot naar hem toe en vertelde hem van het incident. De priester verliet meteen het altaar en liep naar de communiebank. Maar in plaats van de Hostie te vinden, zag hij een bloedvlek in de vorm van de Hostie, welke blijkbaar was veranderd in bloed.

Na afloop van de Mis nam de priester het doek mee naar de sacristie en plaatste het doek in een bak met helder water. Na de vlek te hebben gewassen en met zijn vingers meerdere keren te hebben geschrobd, zag hij dat de vlek niet lichter en kleiner werd, maar juist groter en donkerder. Toen hij het doek uit het water haalde zag hij dat het water er bloederig uit zag. De priester en zijn assistenten waren niet alleen verbaasd, maar ook bang en riepen uit: "Dit is het Kostbaar Bloed van Onze Heer Jezus Christus!" De priester nam toen een mes en, na het te hebben gewassen, sneed hij daarmee het stuk van het doek af waar de bloederige vlek zich bevond. Dit vierkante stuk doek werd voorzichtig geplaatst in het tabernakel.

Vijftien dagen later kwam er een afgevaardigde van het aartsbisdom Autun, Jean Jarossier, naar Blanot om een onderzoek te starten. Met hem kwam ook de zielenpriester van Lucenay, een Monseigneur van Autun en een apostolische notaris. De ondervraging van de getuigen vond plaats in de aanwezigheid van Pierre Osnonout, de zielenpriester van Blanot. De conclusie van dit onderzoek werd door aartsbisschop Pierre Bertrand verstuurd naar paus Johannes XXII, die een goedkeuring gaf en een aflaat verbond aan iedereen die deelnam aan de Mis in de parochiekerk van Blanot. Kopieën van deze documenten worden nog steeds bewaard in het stadhuis van Blanot. Ze zijn antiek en daardoor moeilijk te lezen.

De Hosties die overbleven in de ciborie nadat de Communie was uitgereikt op de Paaszondag, werden niet meer gebruikt, maar bewaard in het tabernakel. De reden hiervoor is niet bekend, alhoewel men kan vermoeden dat de priester een herhaling van dit wonder wilde voorkomen. In 1706 werden de Hosties, die toen nog steeds in goede conditie waren na 375 jaar, gedragen in een vijf uur durende processie door de parochie van Blanot ter ere van de herdenking van het wonder. Aan deze ceremonie namen veel prelaten en een groot aantal mensen uit de parochie en omliggende gebieden deel. Na afloop van de processie werd de zilveren ciborie met de Hosties teruggeplaatst in de gouden kist waarin deze werd bewaard. Deze werd weer voorzichtig geplaatst in het tabernakel van de kerk.

Er waren vele jaren lang herdenkingsprocessies en speciale vieringen, maar hier werd mee gestopt toen de Franse Revolutie begon en gewelddadige fanatiekelingen kerken ontheiligden en plunderden voor hun kostbare schatten.

Op 27 december 1793 kwam er een groep revolutionairen de kerk binnen gestormd en opende stoutmoedig het tabernakel. De doek met de bloedvlek, bewaard in een kristallen glas, werd door een van hen beetgepakt maar werd toen, gelukkig, met rust gelaten omdat het geen waarde voor hen had. Na deze schending van de kerk werd het reliek toevertrouwd aan een vrome parochiaan, Dominique Cortet. In die tijd werd het reliek in zijn huis vereerd en aanbeden. Ondanks de goede zorg raakte het kristallen klas toch beschadigd aan de boven- en onderkant. Een van deze beschadigingen kwam door M. Lucotte, de zielenpriester van Blanot, die regelmatig het reliek kuste en tentoon stelde aan de gelovigen. De andere beschadiging was een ongeluk toen het glas verborgen werd in een la van een kast.


Priester toont trots het reliek


Reliek


Reliekhouder

Na de revolutie, toen de vrede langzaam zich hersteld, werden velen mensen gevraagd of de doek in het glas wel de originele doek was. Allen bevestigden ze dat het ging om de doek die al die tijd in de kerk was bewaard. Nadat de kerkelijke autoriteiten tevreden waren met de echtheid van het reliek werd het plechtig teruggebracht naar de kerk en geplaatst in een doos bekleed met fluweel, welke in het tabernakel werd geplaatst.

Enige tijd later werd een nieuw kristallen glas voor het reliek gemaakt. Aan beide kanten zijn er nu ringen van goud en koper aangebracht, en een kruis is geplaatst aan de bovenkant. Het glas, met daarin het doek duidelijk zichtbaar, is afgesloten en wordt bewaard in een bijzondere monstrans. Deze is versierd aan de onderkant met vier panelen die delen van de geschiedenis van het reliek beschrijven.

Elk jaar op Paasmaandag, als gevolg van een oud gebruik, wordt het reliek plechtig tentoongesteld in de kerk van Blanot.


16-02-1977
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eucharistische Mirakelen. De twee wonderen van Siena, Italië [1330 en 1730]
De twee wonderen van Siena, Italië [1330 en 1730]

Eerste Wonder

Siena, bekend om de Heilige Catherina en de Heilige Bernardus, was uitverkoren voor niet één maar zelfs twee Eucharistische wonderen. Het eerste vond plaats in 1330 en het tweede vond precies 400 jaar later plaats, in 1730. Er zijn vele documenten die beschreven zijn met de details van beide wonderen. Het eerste wonder was bloederig, het twee wonder niet. Beide wonderen worden nog steeds bewaard, en beide objecten blijven de eer en de interesse van de mensen wekken.

Het wonder van 1330 betrok een priester uit Siena, die verantwoordelijk was voor het geestelijk welzijn van een klein dorpje aan de rand van de stad. Een boer uit dit dorpje werd ernstig ziek en er werd gevraagd voor een priester. In zijn haast verwijderde de priester een geconsacreerde Hostie uit het tabernakel, maar in plaats van deze mee te nemen in een pyxis, stopte hij hem tussen de bladzijden van zijn brevier. Met het boek onder zijn arm ging hij snel op weg naar het sterfbed van de boer.

Na de gebeden te hebben opgezegd opende de priester zijn brevier om de Hostie aan de boer te kunnen geven, maar tot zijn verbazing was de Hostie bloederig en bijna volledig gesmolten. Hij zei hier niks over, maar sloot het boek en keerde terug naar Siena. Er wordt gezegd dat op dat moment noch de boer, noch iemand anders in het huis afwisten van dit wonder dat bij hun was geschied.

In staat van diepe berouw ging de priester naar het Klooster van de Heilige Augustinus. Daar vertelde hij de details rond het wonder aan Pater Simone Fidati, een man met een diep geloof, die ook een geëerd preker was [Na zijn dood is Pater Simone zalig verklaard door Paus Gregorius XVI, die in zijn eer een Gebed en Mis heeft goedgekeurd].

De priester liet Pater Simon de twee bebloede pagina’s zien, en hij vertrouwde de brevier toe aan hem. Na de absolutie te hebben gekregen voor zijn zondig omgaan met de geconsecreerde Hostie ging de priester weg, en verdwijnt daarmee uit de geschiedenis van het wonder, dat verder gaat met Pater Simone.

Na een tijdje haalde Pater Simone één van de bebloede pagina’s uit het boek en maakte daar een gift van voor zijn medebroeders, de Augustijnenpriesters in Perugia. Dit geschenk is jammer genoeg verloren gegaan in 1866, in de tijd dat de religieuze orden werd onderdrukt.


Reliek met het Eucharistisch Mirakel uit 1330

De andere bladzijde was gesloten in een zilveren houder en werd, na een nieuwe periode van onrust, gebracht naar Cascia, de stad van Pater Simone vandaan kwam. Daar ontving het onmiddellijk de verering door de priesters, de gelovigen, en de autoriteiten van de stad. Het stadsregister van 1387, dat bewaard wordt in het stadhuis van Cascia, geeft de details voor een jaarlijks feest: Corpus Domini [Het Lichaam van de Heer]. Tijdens deze viering kwamen de burgemeester en de gemeenteraad, samen met alle inwoners van de stad samen in de kerk om dit kostbaar reliek te eren met een processie en Hoogmis. Voor deze viering moest de stad zelf zorgen voor een kaars van 5 kilo.

Het wonder werd ook geëerd door Paus Bonifatius IX, die de verering van de reliek goedkeurde in een pauselijke brief gedateerd op 10 januari 1401. Zijne Heiligheid de Paus gaf ook een aflaat aan iedereen die de Kerk van de Heilige Augustinus bezocht op het feest van het Lichaam van de Heer.

Op 7 juni 1408 keurde Paus Gregorius XII de continue aanbidding van het reliek goed en voegde een nieuwe aflaat toe voor iedereen die de kerk bezocht waarin de reliek werd bewaard. Het reliek werd geëerd door verschillende Pausen: Sixtus IV, Innocentius XII, Clemens XII en Pius VII.

In 1962 was er een grondig onderzoek naar het reliek. De afmetingen van het papier waarop de bloedvlekken zich bevonden waren 52 bij 44 millimeter. De diameter van de bloedvlek was 40 mm. De kleur van de vlek was te omschrijven als lichtbruin, maar door een vergrootglas leek de vlek roder. Door een vergrootglas waren ook deeltjes van gestold bloed duidelijk zichtbaar. De conditie van het reliek is nog steeds goed.

Er is ook nog een andere fenomeen. De bloedvlek, als je er door een zwakkere lens naar kijkt, laat dit het portret zien van een man die zichtbaar verdrietig is. Dit is ook te zien op foto’s van de bloedvlek.

In 1930 was er in Cascia een Eucharistisch congres dat samenviel met de viering van het zeshonderdjarig bestaan van het wonder. Hiervoor werd een nieuwe monstrans gezegend voor het reliek.

Op deze manier heeft de basiliek van de heilige Rita in Cascia drie heilige relieken in bezit: Het ongeschonden lichaam van de Heilige Rita. Het geraamte van de Zalige Pater Simone Fidati en de reliek van het Eucharistische Wonder uit 1330 welke nu voor 650 jaar bewaard is gebleven.


Basiliek van de Heilige Rita te Cascia

Tweede Wonder

Het tweede Eucharistische wonder van Siena heeft zijn begin in de dertiende eeuw, toen er speciale missen en vieringen werden geïntroduceerd ter ere van het Hoogfeest van Maria Ten Hemelopneming. Deze missen werden later een traditie en werden nog steeds gevierd ten tijde van het wonder. Zo was het ook op 14 augustus 1730. Tijdens de vieringen voor dit feest was het grootste gedeelte van de bevolking en de geestelijken aanwezig bij de mis waardoor de kerk van de Heilige Franciscus dus verlaten was. Er waren toen dieven die de verlaten kerk binnen gingen. Ze maakte misbruik van de afwezigheid van de broeders en gingen naar de kapel waar ze het slot van het tabernakel forceerden en de ciborie met geconsacreerde Hosties meenamen.

De diefstal werd de volgende ochtend pas opgemerkt, toen de priester het tabernakel opende om de communie te kunnen uitdelen. Toen een parochiaan later het deksel van de ciborie vond, wisten ze zeker dat het om heiligschennis ging. De angst van de parochianen leidde uiteindelijk tot de annulering van de traditionele feesten ter ere van het Hoogfeest van Maria Ten Hemelopneming. De aartsbisschop riep op tot gezamenlijk gebed voor herstel, terwijl de autoriteiten een zoektocht begonnen naar de Heilige Hosties en de dieven de ze gestolen hadden.

Twee dagen later, op 17 augustus, was er een priester in gebed in de kerk van de Heilige Maria van Provenzano. Zijn aandacht werd gericht op iets wits dat kwam van de offerkist die zich in zijn Prie-Dieu [klein gebedsaltaar] bevond. Hij zag dat het een Hostie was en ging naar de andere priesters van de kerk, die op hun beurt de aartsbisschop en de broeders van de Kerk van de Heilige Franciscus inlichtten.

Toen de offerkist werd geopend in de aanwezigheid van de priester en de afgevaardigde van de aartsbisschop, vonden ze een groot aantal Hosties, sommige bedekt met spinrag. De Hosties werden vergeleken met ongeconsecreerde Hosties die in de kerk van de Heilige Franciscus gebruikt werden, De Hosties bleken het zelfde formaat te hebben en ze hadden het zelfde symbool, wat bekende dat ze door de zelfde bakkerij gebakken waren. Het aantal Hosties was precies gelijk aan het geschatte aantal Hosties die gestolen waren ... 348 hele Hosties en zes halve Hosties.


Siena, Basiliek van de H. Franciscus
Hier wordt de reliek bewaard

Omdat de offerkist maar eens per jaar werd geopend waren de Hosties bedekt met een laag stof wat zich daar had verzameld. Nadat ze voorzichtig door de priesters waren, werden de Hosties geplaatst in een ciborie in het tabernakel van het hoofdaltaar van de Kerk van de Heilige Maria. De volgende dag bracht, in aanwezigheid van een grote menigte dorpelingen, de aartsbisschop Alessandro Zondadari de Heilige Hosties in een plechtige processie terug naar de kerk van de Heilige Franciscus.

In de twee eeuwen die volgden vroeg men zich wel eens af waarom de Hosties niet werden geconsumeerd door de priesters tijdens de mis, wat de gebruikelijk gang van zaken was. Er is geen antwoord hierop, maar er zijn wel twee theorieën. Eén verklaring is dat de hordes mensen van Siena en nabijgelegen dorpen, die zich verzamelden in de kerk om te bidden voor herstel van de zonden voor deze Heilige Hosties, de priesters aanbevolen hadden de Hosties gedurende een tijd te bewaren. Een andere reden dat de priester de Hosties niet hadden genuttigd kan de smerige conditie geweest zijn waarin ze Hosties aantroffen. Ondanks dat de Hosties waren schoongemaakt en aan de buitenkant waren ontdaan van stof en vuil waren de Hosties nog steeds niet gezuiverd van alle vuil en zand. In zo’n geval is het niet noodzakelijk om de Hosties te nuttigen, maar is het toegestaan om de Hosties op natuurlijke wijze te laten vergaan, waarna Christus niet meer aanwezig is in het brood.

De geestelijken waren verbijsterd dat de Hosties niet vergingen, maar volledig vers bleven en zelf een heerlijke geur hadden. In de loop der tijd waren de traditionele Franciscanen er van overtuigd dat ze getuigen waren van een doorlopend wonder waarin de Hosties bewaard bleven.

Vijftig jaar na het vinden van de gestolen Hosties kwam er een officieel onderzoek naar de echtheid van dit wonder. Het hoofd van de Franciscanenorde, Pater Carlo Vipera, onderzocht de Hosties op 14 april 1780. Hij proefde van een Hosties en vond hem vers en onaangetast. Er waren een aantal Hosties verspreid in de loop der jaren en Pater Carlo liet de overige 230 Hosties in een nieuwe ciborie plaatsen en verbood verder verdeling van de Hosties.

Een grondiger onderzoek vond plaats in 1789 door Aartsbisschop Tiberio Borghese van Siena, samen met een aantal theologen en ander hoogwaardigheidsbekleders. De Hosties werden onderzocht onder een microscoop en de commissie verklaarde dat de Hosties volledig intact waren en geen teken van afbraak vertoonden. De drie Franciscanen die aanwezig waren bij het vorige onderzoek, die in 1780, werden onder ede ondervraagd door de aartsbisschop. Toen werd opnieuw bevestigd dat de Hosties die onderzocht waren de zelfde waren als de Hosties die gestolen waren in 1730.

Als een test, om de echtheid van het wonder nog verder te bevestigen, liet de aartsbisschop, tijden het onderzoek van 1789, verschillende ongeconsacreerde Hosties plaatsen in een gesloten doos die op slot bleef. Tien jaar later werden deze Hosties onderzocht en bleek dat ze misvormd waren en waren vergaan. In 1850, 61 jaar nadat de Hosties in de doos ware geplaatst, was er niets over van de Hosties behalve een donker gele korrelige laat, maar de geconsacreerde Hosties waren nog steeds in perfecte staat.

Er werden door de jaren heen nog andere onderzoeken uitgevoerde. De meest interessante was die van 1914, toen de Heilige Paus Pius X een onderzoek liet instellen. Voor dit onderzoek koos de aartsbisschop een groep van onderzoekers, waaronder wetenschappers en professoren van Siena en Pisa, maar ook theologen en afgevaardigden van de kerk.

Zuur- en zetmeeltesten uitgevoerd op één van de Hosties liet een normaal zetmeel gehalte zien. De conclusie die volgde op het microscopisch onderzoek was dat de Hostie gemaakt was van grof gezeefde bloem.


Reliek met de Hosties

De commissie wist dat ongedesemd brood, als het onder steriele toestand word bereid en luchtdicht en steriel word bewaard , lang houdbaar is. Ongedesemd brood bereid onder normale omstandigheden en blootgesteld aan lucht en micro-organismen zou maar een paar jaar houdbaar zijn. Men concludeerde da de gestolen Hosties waren bereid zonder wetenschappelijk voorzorgsmaatregelen en dat ze bewaard waren onder normale omstandigheden, waardoor ze meer dan een eeuw geleden al vergaan geweest hadden moeten zijn. De conclusie is dus dat het gebrek aan vergaan bovennatuurlijk was: "e la scienza stess che proclama qui lo straordinario."

Professor Siro Grimaldi, professor in de scheikunde aan de universiteit van Siena en directeur van het gemeentelijk chemisch laboratorium, ook in het bezit van hoge en belangrijke posities op het gebied van de scheikunde, was de man die de Hosties chemisch onderzocht in 1914. Na afloop gave hij in omslachtige woorden de wonderlijke natuur van de Hosties. Hij schreef een boek over dit wonder met als titel: "Uno Scienziato Adora" (Een wetenschappelijke aanbidder). In 1914 verklaard hij: "De heilige deeltjes van ongedesemd brood zijn een voorbeeld van perfects instandhouding." een uniek fenomeen dat de natuurwetten tart wat betreft het vergaan van organisch materiaal. Dit is een unieke gebeurtenis in de wetenschap.



Foto




Weetjes over Medjugorje

Geografie

Kroatië

Bosnië en Herzegovina

Godsdienst

Wetenschap

Portret van de zieners

Maria's uiterlijk

De 5 pijlers van het geloof

Vragen en antwoorden

Standpunt van het Vaticaan

Ratzinger bezocht ooit Medjugorje "incognito"

1e onderzoekscommissie

2e onderzoekscommissie

3e onderzoekscommissie

4e onderzoekscommissie

De kwestie Herzegovina 1

De kwestie Herzegovina 2

De kwestie Herzegovina 3

Profetieën nemen hun tijd

Mirjana meer en meer op de voorgrond

Bestemming van de ziel

De Podbrdo [Verschijningsberg]

De Krizevac [Kruisberg]

Het Votiefkruis

Parochiekerk Jacobus de Meerdere

Uitbreiding biechtgelegenheid

Kapel der Twee Harten

Oasi delle Pace

Verrezen Christus

Cumunità Cenacolo

Mother's Village

Vr. Slavko Barbaric

Vr. Jozo Zovko

Vr. Pétar Ljubicic

Ratko Perics toorn

Heeft Zanic Medjugorje verraden?

Vr. Amorthe betreurt apathie

Siroki Brijeg

Retraîtekasteel

Zr. Emmanuel Maillard

Ivans gebedsgroep

Nedjo Brecic

Christoph Schönborn

St. Stephansdom, Wenen 2012

Scalambra & Casale Monferetto

Madonna van Civitavecchia

Little Audrey Santo

Maria's verjaardag

Medjugorje en Moederdag

De IIPG [1]

De IIPG [2]

De IIPG [3]

De IIPG [4]

De IIPG [5]

De weide van Gumno

De priester die verdween

Nieuwe taksen op logies

Mirakel van de Maan

Documentaire 1983

BBC Documentaire 2010

Documentaire Mary TV

The Miracle of Medjugorje


Interviews Medjugorje

Mirjana Dragicevic [2008]

Mirjana Dragicevic [1998]

Mirjana Dragicevic [1983]

Mirjana Dragicevic [1989]

Mirjana Dragicevic [1]

Mirjana Dragicevic [2]

Mirjana Dragicevic [2009]

Vicka Ivankovic [2008]

Vicka Ivankovic [1983]

Vicka Ivankovic [2007]

Vicka Ivankovic [1988]

Vicka Ivankovic

Ivan Dragicevic [2003]

Ivan Dragicevic [2004]

Ivan Dragicevic

Ivanka Ivankovic [1983]

Ivanka Ivankovic [1989]

Ivanka Ivankovic

Pétar Ljubicic [2004]

Pétar Ljubicic [2006]

Pétar Ljubicic [2008]

Slavko Barbaric [1987]

Gabriele Amorth [2002]

Jakov Colo

Jakov Colo

Jakov Colo [2007]

Marija Pavlovic [2008]

Marija Pavlovic [1989]

Marinko en Dragico Ivankovic [1983]

Damir Coric [1983]

Marica Kvesic [1983]

John en Andja Setka [1983]

Jelena Vasilj [2002]

Jelena Vasilj en
Marijana Vasilj [1]

Jelena Vasilj en
Marijana Vasilj [1]

Zlatko Zudac [1999]

Bisschop Hnilica [2004]





Overige Weetjes

Bestemming van de Ziel

Theresia van Lisieux
over het Vagevuur

Maria Simma

De invloedrijkste vrouw

Engelen

Twaalf stappen voor een gelukkig heengaan

Twaalf fabels over het Katholieke geloof

Pater Pio en Karol Woijtyla

San Nicolàs de los Arroyos

La Madonna del Ghisallo

O.L.V. Van den Oudenberg

Fatima:
Reeds eeuwen Mirakels

Jacinto Marto uit Fatima
door Fr. Robert J. Fox

Profetieën nemen hun tijd

Jacinto Marto uit Fatima
door Zr. Lucia Dos Santos

Ingrid Betancourt

Dikwijls gewichtige feiten
nà verschijningen

satans opzet

De Graal van Valencia

Notre-Dâme du Laus

Kibeho, Rwanda

Esther en Mordechai

Monte Cassino

Gods adres

Jezus' geboortekerk [1]

Jezus' geboortekerk [2]

De Komeet Lulin

De Komeet Elenin

De Komeet Honda

Samuel Alexander Armas

De Geur van Regen

Jaar van de Priesters

Dr. Gloria Polo's terugkeer

Ian McCormack: Een blik
in de eeuwigheid

Middel tegen komende pandemie

Kim Phuc

Michael Anderson

Zeven kenmerken
van een goede vader

O.L.V. van Las Lajas

Vaders Liefdesbrief

O.L.V. van Ocatlàn

Elena Desserich

Rom Houben

Overlijden Mari-Loli Mazon

Advent

Gered door een engel?

Kerst in de loopgraven

Mgr. Peter Savelbergh

Ontdekking v/d sarcofaag v/d H. Philomena

De Heilige Mis

Petrus Lombardus

Oscar, de kat

Tieners, geef hen nooit op!

Ontdekking te Nazareth

Efeze: Maria's Huis

Wonderdadige Medaille

De rivier Kwai

De Exodus

Valentino Mora

Het vijfde Maria Dogma

Elizabeth Kindelmann

H. Louis de Montfort

H. Clelia Barbieri's
miraculeuze stem

Steven en Djaingo

Het wonder van San José

Aalst, België's 9/11

Het getal 11

Maria en het getal 101

Sterven op 33

Is dit St. Jozef's graf?

Het Kerstverhaal
en Koning Herodes

De Kardinale Climax

Winterzonnewende 2010

En de maan werd rood

Schoonheid van Wijwater

De dag die ontbrak

Het celibaat

De vierde ruiter van de Apocalyps

De maagdelijke geboorte

Jordanië claimt oudste christelijke vondst

Colton Burpo versus Stephen Hawking

H. Gelaat van Manoppello

Padre Pio: under investigation

Grace

Michael Browns retreat

7 niveau's van het liegen

De dood van Sint Jozef

De dood van Maria

Betekenis van Maria's naam

Het Aramees in opmars

De Bosnische pyramiden

Brugge, het Jeruzalem van het Noorden

Wonder te Skopje


Diverse Profetieën
Miscellanous Prophecies

Profetieën nemen hun tijd

Is dit de tijd waarover ze spraken?

Garabandal [1961-65]

Israël en Bijbelse Profetie

Pinksterprofetieën 1975

Quito [17de eeuw]

Kenmerken v/d antichrist

A.C. Emmerich [1]

A.C. Emmerich [2]

De Kremna Profetieën

Hildegard van Bingen

Belpasso [1986-88]

2 Noorse profetieën

La Salette [1846]

Anna Maria Taigi

Diversen

Heilige Mechtildis

Non van Tours

Heilige Nilus

Bernardine Von Busto

Non van Bellay

Kloosterling Hilarion

Don Giovanni Bosco

Elizabeth Canori Mora

Judah Ben Samuel

Jeanne Le Royer

Giacchino di Fiore

Bartholomeüs Holzhauser

Madeleine Porsat

De profeet Daniël

Kibeho, Rwanda

Ida Peerdeman

H. Ireneüs van Lyon

Methodius van Olympus

H. Hippolytus van Rome

Firmanus Lactantius

De Berkenboomprofetieën

Dr. Arnold Fruchtenbaum

H. Ephraïm de Syriër

H. Cesarius van Arles

Columba van Ierland

Elena Aiello

Beda, de eerbiedwaardige

Odilia van de Elzas

Johannes Damascenus

Adso, de Monnik

Anselmus van Canterbury

H. Vincent Ferrer

Joachim van Fiore

Johannes Friede

Thomas van Aquino

John of the Cleft Rock

Franciscus van Paola

H. Birgitta van Zweden

Robertus Ballarminus

Dionysus van Luxemburg




















Het Laatste Geheim

1. Een enorm mysterie

2. Sterk en zedig

3. Dagen van duisternis

4. Moeder van de Heer

5. Boven de zon

6. Gog en Magog?

7. Door de straten van de stad

8. Vanop de hoogste bergen

9. Kleine geheimen

10. Klokslag twaalf

11. Lichten, geluiden, graven

12. De klokken luiden

13. Donderslag in de verte

14. Geheime aanwezigheid

15. Vuurzuil

16. Geheimen van de Rozenkrans

17. Het voorteken

18. De zeven

19. Het voorgevoel

20. Signalen en vloeken

21. Afschuwelijke wonderen

22. De kastijding

23. Naschok

24. Waar duivels beefden

25. Geheime Martelaren

26. Geheim van de gehoorzaamheid

27. Geheim van het vertrouwen

28. Ik wacht op u

29. De geest van opstand

30. Genade en rechtvaardigheid

31. De Profetie

32. Voorbij de grenzen
van de kennis

33. Geheimen in
Amerika en Europa

34. Geboren in de hel

35. Cathérina's geheim

36. Geleende tijd

37. Ik zal uw Moeder zijn

38. Het grote Teken

39. Koningin van de Eeuwigheid











Thomas à Kempis
De navolging van Christus

Boek 1.1

Boek 1.2

Boek 2

Boek 3.1

Boek 3.2

Boek 3.3

Boek 4.1

Boek 4.2



Novenen

Maria Onbevlekte Ontvangenis

OLV van Lourdes

OLV Van Fatima

OLV Van Banneux

OLV van de Berg Carmel

OLV Hemelvaart

H. Maagd van de Wonderdadige Medaille

Maria Lichtmis

Don Bosco

Maria Boodschap

Sint Jozef

Heilige Familie

Goddelijke Barmhartigheid

Heilige Geest

Kindje Jezus

Engelbewaarder

Aartsengel Michaël

Aartsengel Gabriël

Franciscus van Assisi

Antonius van Padua

Pater Pio

Heilige Benedictus

Heilig Hart van Jezus

Heilige Rita

Sint Valentijn

OLV van Altijddurende Bijstand

Jean Marie Vianney

Theresia van Lisieux

Maria, die de knopen ontwart

OLV van de Bezoeking

Zielen in het Vagevuur

Kracht van het Kruis
tegen het kwade

H. Gelaat van Jezus

Hart van Jezus en Maria

Kindje Jezus van Praag

OLV van Genezing

Miraculeuze Maagd

Pater Damiaan

Heilige Anna

H. Maria Goretti

Heilige Peregrinus

Heilige Expeditus

Sint Joris

H. Margareta van Cordoba



Films

Padre Pio

The Miracle of Our Lady of Fatima

The 13th Day

Het Lied van Bernadette

One Night with the King

Faustina

Docu: Faustina Kowalska

Docu: Mariaverschijningen

Docu: OLV van Guadalupe

Vincentius a Paolo

Sint Paulus

Sint Petrus

Docu: Pater Damiaan

Passion de Jeanne d'Arc

Story of Father Damien

Docu: Garabandal

Exorcism of Emily Rose

The Nativity Story

Don Johannes Bosco

The Passion of The Christ

King David

Romero

Jean de Florette

Manon des Sources

Abraham

Mozes

Solomon

Jacob

Francesco

A man for all seasons

The Apocalypse

Docu: H. Maria Goretti

Docu: The birth of Israël

Docu: The six-day war

Docu: Ghosts of Rwanda

Becket

Gospel of Luke

Gospel of Matthew

Gospel of John

Acts

Unsolved mysteries

Joseph

Samson and Delilah

H. Rita van Cascia

Thérèse de Lisieux

Isaak, Jacob & Esau

Fray Martin de Porres

Lourdes [2000]

Clara & Francisco

Maria Goretti

Mother Theresa




Astronomische verschijnselen

28/11/2011



Blog tegen de wet? Klik hier.
Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs

 

Real Time Web Analytics

Page Content

Page Content