Redactie
Medjugorje België en Nederland
Chris De Bodt
(1958 - 2012)

medjugorjebn@gmail.com

Patty De Vos
Kasteelstraat 81
9180 Temse
België
patty.de.vos@hotmail.com

Dr. Guy Claes
Platanendreef 40
8790 Waregem
België
gclaes@scarlet.be

Henk
Twan Vereecken
Geertrui Schonken
Veerle De Caluwé
Anne Van Der Sloten
p. Alfons J. Smet
Broeder Joseph
Zoeken in blog

Medjugorje 2015 Medjugorje 2014 Medjugorje 2013 Medjugorje 2012 Medjugorje 2011 Medjugorje 2010

 

Voorlopig worden enkel de boodschappen gepubliceerd.
27-06-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.En de maan werd rood...
"En de maan werd rood..." [Voor uw eigen oordeel]


Inleiding

"De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in bloed, voordat de grote en geduchte dag des Heren komt." [Joel 2.31]

Door de hele geschiedenis zijn zons- en maansverduisteringen aanzien als tekenen van God. Op 28 mei 585 v. Chr. vond er een door Thales van Milete voorspelde zonsverduistering plaats tijdens de slag bij de Halys tussen Alyattes II, koning van Lydië en Cyaxares, koning van de Meden. Beide koningen besloten om hun vijandelijkheden op te schorten en sloten vrede. De Halys werd sindsdien beschouwd als grens tussen de twee koninkrijken.

In de Chinese Oudheid werd er gedacht dat het een teken van de draak was die de zon had opgezwolgen. Ze geloofden dat de draak moest worden gedood om het einde van de wereld te voorkomen. En zo was er bij elke eclips de gedachte dat degene die in oog zou staan met de draak, zou overwinnen. De Chinese astronomen moesten voorspellen wanneer de draak een volgende keer zou komen om de zon op te zwelgen. Het was een tijd die overheerst werd met rituelen van getrommel en gezangen op de achtergrond. De keizer zond bij elke voorspelling zijn boogschutters om zo de draken te verjagen. In het oude Indië en Indonesië speelden de draken een gelijkaardige rol bij zonsverduisteringen.

Oude astronomen waren heel goed in het voorspellen van verduisteringen. Naast de Chinezen hielden ook de wijzen uit Mesopotamië alles in detail bij [geboorte van Jezus] en zowel de Grieken als de Romeinen hielden in hun heidense vereringen ook rekening met zons- en maansverduisteringen.

Nog geen maand geleden was er een totale maansverduistering, net vóór Kerstmis. Het was de eerste totale maansverduistering in bijna drie jaar. Het was de eerste totale maansverduistering die zou plaatsvinden tijdens de winterzonnewende [21 december] sinds 1638 en enkel de tweede sinds de tijd van Christus.

Daarenboven was de maan, tijdens deze de eclips van 21 december, ongewoon rood en dit door de eerdere uitbarsting van de vulkaan Merapi in Indonesië, eind oktober.

Nog geen twee weken later, op de vierde dag van het nieuwe jaar, verduisterde een gedeeltelijke zonne-eclips de hemelen boven Europa, het noordelijke gedeelte van Afrika en het westen van Azië.

In een normaal jaar zijn er zo’n twee zonsverduisteringen zichtbaar ergens op aarde, met een overeenkomende maansverduistering een aantal weken later, maar dit jaar zijn er vier zonsverduisteringen en twee maansverduisteringen: de zonsverduistering die we hebben gehad op 4 januari, en de volgende respectievelijk op 1 juni, 1 juli en 25 november en de maansverduisteringen achtereenvolgens op 15 juni en 10 december.

Mark Blitz van de Joodse gemeenschap El Shaddai [een van de Joodse benamingen voor God] in Bonner Lake, Washington, merkte dit ongewone patroon van zonne- en maanactiviteit op, met daarbovenop een buitengewone "tetrade" die zal plaatsvinden in 2014. Een "tetrade" is de benaming die de NASA gebruikt wanneer er vier opeenvolgende totale maansverduisteringen plaatsvinden, een zo ongewoon zeldzame gebeurtenis dat dit maar acht maal is gebeurd sedert de tijd van Christus. Alle maansverduisteringen die in 2014 en 2015 plaatsvinden zijn dus totale maansverduisteringen

De jaren 2014-2015 overlappen bovendien een Joods sabbatjaar. Volgens de wetten van Mozes moest het land elk zevende jaar onbebouwd blijven. Wat er vanzelf aan het land ontsprong in dat jaar was voor de armen, vreemden, en voor de dieren van het veld. "Zes jaren zult gij uw akker bezaaien, en zes jaren uw wijngaard besnijden en de inkomst daarvan inzamelen. Doch in het zevende jaar zal voor het land een sabbat der rust zijn, een sabbat van de Heer: uw akker zult gij niet bezaaien en uw wijngaard niet besnijden." [Leviticus 25:3-4].

Blitz merkte op dat deze vier opeenvolgende totale maansverduisteringen zullen plaatsvinden tijdens het Joodse Pescha [Pasen] en de Joodse Soekot [Loofhuttenfeest], eerst in 2014 en opnieuw in 2015. Maar ook de bijkomende zonsverduisteringen in 2015 vinden plaats op Joodse feestdagen: Nisan 1 [aanvang van het Joodse religieuze jaar] en Tishri 1 [Rosj Hasjna of het Joodse Nieuwjaar].

We krijgen dus de volgende tabel voor die periode:
  • 15 april 2014: totale maansverduistering [Pescha]
  • 8 oktober 2014: totale maansverduistering [Soekot]
  • 20 maart 2015: totale zonsverduistering [Nisan 1, begin van de Joodse religieuze kalender]
  • 4 april 2015: totale maansverduistering [Pescha]
  • 13 september 2015: gedeeltelijke zonsverduistering [Rosj Hasjna, het Joodse Nieuwjaar]
  • 28 september 2015: totale maansverduistering [Soekot]
Het volgende Joodse sabbatjaar begint op Rosj Hasjna 2014 en eindigt op Rosh Hasjna 2015. Op elk van deze zes Joodse feestdagen, zal de zon worden verduisterd en zal de maan geen licht afgeven.

Zal dit nogmaals gebeuren tijdens de éénentwintigste eeuw? Neen.

Gebeurde dit tijdens de twintigste eeuw?

Ja, in 1949/1950, het jaar volgend op de onafhankelijkheid van Israël van 14 mei 1948 en nogmaals in 1967/68, het jaar dat Jeruzalem werd bevrijd tijdens de zesdaagse oorlog!

De Israëlische Onafhankelijkheid

De "tetrade" vond toen plaats op de volgende data:
  • 13 april 1949: Pesach
  • 7 oktober 1949: Soekot 
  • 2 april 1950: Pesach 
  • 26 september 1950: Soekot 
Tussen 1936 en 1939 breekt de Arabisch-Palestijnse opstand uit. Arabieren organiseren een algemene staking tegen het Britse bestuur en de Joodse inwoners van Palestina. De staking slaat al snel om in een volksopstand en de gewelddadigheden worden hardhandig door de Britten neergeslagen. Ruim 5.000 Arabieren, 400 Joden en 200 Britten komen hierbij om. In reactie op de Arabische opstand leggen de Britten beperkingen op aan de Joodse instroom in Palestina. De leider van de Husseini-partij Amin al-Hoesseini vlucht en werkt tenslotte in Berlijn samen met het naziregime door antisemitische propaganda-uitzendingen te verzorgen. De leiders van gematigde partij van de Nashashibi's blijft in Palestina.

In 1937 adviseert de commissie-Peel, die door de Britten in het leven was geroepen om over de situatie in Palestina te oordelen, om Palestina op te delen in twee delen waarbij één derde een Joodse staat zou moeten worden. De Britse regering neemt dit plan vanwege Arabische tegenstand niet over. In 1939 neemt het Britse Lagerhuis het "MacDonald White Paper" aan waarbij de Joodse immigratie in Palestina wordt beperkt en de Palestijnen zelfbestuur in het vooruitzicht wordt gesteld. Kort hierop breekt de Tweede Wereldoorlog uit. De Duitse heerschappij over grote delen van Europa leidt tot de Holocaust [in Israël de Shoah genoemd]. Bij de systematische vervolging van en moord op de Europese Joden komen naar schatting tussen de vijf en de zes miljoen Joden op een brutale wijze om het leven.

Na de oorlog wordt de roep om een Joodse staat luider. Ook in Palestina komt er meer verzet, van beide zijden, tegen de Britten. Zo komen bij een Bomaanslag op het Koning Davidhotel, gepleegd door de Irgoen-militie van de latere Israëlische premier Menachem Begin, 91 mensen om het leven.

Op 29 november 1947 stemt de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in met het plan van de internationale UNSCOP-commissie [United Nations Special Comité on Palestine] voor de opdeling van het mandaatgebied Palestina in verschillende delen: een Israëlisch, Arabisch en internationaal bestuurd deel [Jeruzalem en Bethlehem].

De Joodse gemeenschap [die zich Yishuv noemde] zou krijgen:
  • Oost-Galilea met Safed en Tiberias,
  • De vruchtbare kustvlakte van in het noordelijke Haifa tot voorbij Tel Aviv in het zuiden
  • Het grootste deel van de Negevwoestijn.
De Arabische Palestijnen krijgen toegewezen:
  • West-Galilea met Acre en Nazareth
  • De Westoever van de Jordaan tot Beersheba in het zuiden
  • De Gazastrook met Isdud en Rafah en een aansluitende strook van de Negev langs de Egyptische grens tot dertig kilometer voorbij El Auja.
Internationaal toezicht door de VN op de raakpunten ["kissing points," bruggen en onderdoorgangen] van de samenstellende delen zou ervoor zorgen dat elke staat een aaneengesloten gebied vormde. Van de 1,6 miljoen inwoners is op dat moment 1 miljoen Arabier en 600.000 Jood. Het land is grotendeels publiek bezit van het Britse mandaatsgezag. 16,5% is in handen van Arabieren die elders in de Arabische wereld [onder andere Beiroet en Damascus] wonen. De Joden hebben 8,6% van het land in handen terwijl de lokale Arabische bevolking 3,3% bezit.

BBC Documentaire: The birth of Israël
















In het voor de Joodse staat bedoelde deel vormen Joden met 55% van de bevolking [niet meegerekend 90.000 nomadische bedoeïenen die er een deel van het jaar verbleven] een meerderheid. De Joodse leiding wilde aanvankelijk heel Palestina, maar accepteert de VN-deling, de Palestijnse leiding niet en vrijwel onmiddellijk breekt er een burgeroorlog uit tussen Joden en Arabieren.

De kritische Israëlische historicus Morris onderscheidt in zijn boek "1948" twee perioden tot 15 mei 1948:
  • November 1947 - maart 1948. Een guerrillaoorlog breekt uit, waarin Palestijnse milities de overhand hebben Zij worden gesteund door 6000 tot 8000 vrijwillige strijders van buiten Palestina, vooral uit Egypte, Syrië en Irak die het Arabische Bevrijdingsleger [onder leiding van Fawzi al-Qawuqji] kwamen versterken. De Joodse Haganah-militie stelt zich defensief op, door een gebrekkige organisatie en later om de vertrekkende Britse militairen niet te provoceren.
  • April - mei 1948. De Haganah gaat in het offensief om strategische posities te verwerven met het oog op de verwachte invasie van buitenlandse Arabische legers op 15 mei 1948. Onder meer worden de corridor Tel Aviv-Jeruzalem en de steden Haifa, Jaffa en Tiberias veroverd. Vooral na half mei 1948 kwamen meer dan 4000 buitenlandse joodse en niet-joodse vrijwilligers het Israëlische kamp versterken: onder meer piloten, zeelui en specialisten in communicatie en tanks.
Een groot deel van de Arabische bevolking vlucht voor het geweld of wordt verdreven. Tussen 4 april en 10 mei 1948 voert het Joodse leger het "Plan-Dalet" uit dat de gebieden die aan de Joodse staat waren toegekend moest verdedigen en ook hierbuiten plaatsen met Joodse bevolkingsconcentraties moest innemen. Het plan stelt het als volgt: "Het doel van het plan is om de macht te verkrijgen over gebieden van de Joodse staat en de grenzen te verdedigen. Tevens is het streven macht te verkrijgen over Joodse nederzettingen en bevolkingsconcentraties buiten dit gebied [dat aan de Joodse staat was toebedeeld] van reguliere, semi-reguliere en kleine troepenmachten van binnen en buiten de staat."

Sommige bronnen voeren aan dat Plan-Dalet het verdrijven van zoveel mogelijk inheemse Arabieren tot doel had. Andere bronnen halen oproepen van Arabische leiders aan [die de Arabische bevolking opriepen tijdelijk te vluchten in afwachting van de verwachte Arabische overwinning] als verklaring voor het massaal vluchten van de Arabische bevolking.

Op 9 april 1948 werd in het dorp Deir Yassin door de Joodse milities Irgoen, Lehi en Hagana een bloedbad aangericht waarbij naar schatting 135 tot 145 Arabische burgers werden vermoord. De bezetting van Deir Yassin maakte deel uit van de campagne om de verbinding van Tel Aviv naar West-Jeruzalem open te houden. Hierop nam het aantal Arabische vluchtelingen verder toe. Op 12 mei 1948 werden ongeveer honderd Joodse bewoners van het Kfar Etzion-blok van kibboetsen ten zuiden van Jeruzalem, na overgave, vermoord door Arabische milities.

Het Britse gezag werkte niet mee aan de voorbereiden van de deling van Israël: de VN "Implementation Comité" mag pas per 1 mei 1948 Palestina in, twee weken voor het eind van het Britse Mandaat en dus veel te laat.

Op 14 mei is er de Israëlische Onafhankelijkheidsverklaring. Op 15 mei 1948 loopt het Britse mandaat voor Palestina af. In anticipatie hierop roept het Joods Agentschap een dag eerder de staat Israël uit. De Amerikaanse president Truman erkent Israël binnen een half uur de facto, de formele erkenning zal tot 1949 op zich laten wachten. De Sovjet-Unie en vrijwel al haar satellietstaten alsook Zuid-Afrika en Ierland erkennen Israël vrijwel onmiddellijk volledig. De Sovjet-Unie draagt er zorg voor dat Israël grootscheeps de wapens in Tsjecho-Slowakije kan kopen, die de komende strijd tussen Joden en Arabieren in het voormalige Mandaatgebied Palestina mede zullen beslissen. Nog dezelfde dag volgt de Pan-Arabische invasie en begint de Arabisch-Israëlische oorlog van 1948, die ook wel de Israëlische Onafhankelijkheidsoorlog wordt genoemd. In december 1948 wint Israël uiteindelijk deze oorlog. De "tetrade" van 1949/1950 is een hemelse bevestiging dat de nieuwe staat Israël een feit is.

De zesdaagse oorlog

De "tetrade" vond toen plaats op
  • 24 april 1967: Pesach 
  • 18 oktober 1967: Soekot 
  • 13 april 1968: Pesach 
  • 6 okotber 1968: Soekot 
In 1967 zoekt en krijgt de Egyptische president Gamal Abdel Nasser steun in de Arabische wereld voor zijn plannen om het Suezkanaal en de Golf van Akaba [Golf van Eilat] voor Israëlische scheepvaart te blokkeren. De blokkade, een daad van oorlog volgens internationaal recht, wordt door Israël als bedreigend ervaren. Nasser dwingt tevens de VN vredestroepen, die sinds de Suezcrisis in de Sinaï aanwezig waren om de partijen uit elkaar te houden, te vertrekken. De VN moeten hier wel aan toegeven.

Op 5 juni 1967 gaat Israël over tot de aanval op Egypte en Syrië en is de Zesdaagse Oorlog een feit. Onder leiding van opperbevelhebber Yitzchak Rabin verovert het Israëlische leger in zes dagen de Sinaï en de Golanhoogten. De Egyptische luchtmacht wordt op de eerste dag van de oorlog vrijwel geheel uitgeschakeld. Israël deed een beroep aan Jordanië om zich niet in de strijd te mengen maar koning Hoessein valt toch aan. Israël neemt vervolgens de Westelijke Jordaanoever en delen van Jeruzalem, waaronder de oude stad, in. Na zes dagen van vijandelijkheden komt het tot een staakt-het-vuren. De Veiligheidsraad van de VN neemt in november resolutie 242 aan die oproept tot de Israëlische terugtrekking uit bezette gebieden in ruil voor Arabische erkenning van Israël achter veilige grenzen.

Documentaire: 1967 The six-days war












Door de bezetting van de Westelijke Jordaanoever kwamen ca. een miljoen Palestijnen onder Israëlische controle te wonen, hetgeen spanningen in de Israëlische samenleving veroorzaakte. In het publieke debat betoogden Moshe Dayan, Israël Galili en anderen dat de Palestijnen geïntegreerd moesten worden. Pinhas Sapir en anderen pleitten juist voor totale segregatie. Uiteindelijk won het kamp-Dayan de steun van de regering-Meir.

De Palestijnen werden in Israël ingezet als goedkope arbeidskrachten. Hun lonen stegen vergeleken met de eerdere situatie, maar bleven achter die bij van Israëlische arbeiders. De arbeid van Palestijnen in Israël stuitte op weerstand bij de radicalere zionisten, die Israël als een "exclusief Joods werk" zagen.

Drieënhalf jaar of zeven jaar van Grote Verdrukking?

Het idee van een zevenjarige Grote Verdrukking is ontstaan uit de volgende verzen:

Daniël 7:25 "Hij [een bepaalde koning in de eindtijd] zal in opstand komen tegen de hoogste God, en de heiligen van de hoogste onderdrukken. Hij zal proberen hun feesten en hun wet te veranderen, en zij zullen aan zijn heerschappij zijn overgeleverd voor één tijd, een dubbele tijd en een halve tijd." Daniël 9:27 "Hij [een toekomstige vorst] zal een sterk bondgenootschap sluiten met velen, één week lang. De helft van de week zal hij offers noch gaven laten brengen, en boven op het altaar zal een verwoesting brengende gruwel te zien zijn, totdat het aangekondigde einde van die verwoestende kracht komt." Daniël 12:7 "Daarop hoorde ik [Daniël] de in linnen geklede man die zich boven het water van de rivier bevond, spreken. Hij hief beide handen op naar de hemel en zwoer bij de eeuwig Levende: Eén tijd, een dubbele en een halve tijd: wanneer de macht van het heilige volk niet langer verbrijzeld zal worden, dan zullen al deze dingen zich hebben voltrokken." Daniël 12:11 "En vanaf het moment dat het dagelijks offer wordt afgeschaft en een verwoesting brengend afgodsbeeld is opgericht, zullen er twaalfhonderd negentig dagen verstrijken." Openbaringen 11:2 "De voorhof buiten de tempel moet je overslaan. Meet die niet op, want hij is bestemd voor de heidenen, die de heilige stad tweeënveertig maanden lang zullen vertrappelen." Openbaringen 11:3 "Ik zal mijn twee getuigen [Elijah en Enoch] opdracht geven om te profeteren. Gedurende twaalfhonderd zestig dagen zullen ze dat doen, gehuld in een boetekleed." Dit slaat op de twee getuigen Elijah en Enoch.

En ook nog volgens Daniël, hoofdstuk 9: "Zeventig weken zijn vastgesteld voor je volk en je heilige stad, voordat aan de overtredingen een einde komt en de zonden zijn afgesloten, voordat het wangedrag is vergolden en eeuwige gerechtigheid is gebracht, voordat het profetisch visioen bezegeld is en het allerheiligste gewijd. Je moet weten en begrijpen: Vanaf het ogenblik waarop het woord is uitgegaan dat Jeruzalem hersteld en weer opgebouwd zal worden tot het tijdstip waarop een gezalfde vorst verschijnt, zullen zeven weken verstrijken en het herstel en de wederopbouw van de stad, met pleinen en wallen en al, zal tweeënzestig weken duren, en het zal een tijd van verdrukking zijn. Na de tweeënzestig weken zal een gezalfde worden vermoord, zonder dat iemand het voor hem opneemt. Het volk van een toekomstige vorst zal verderf brengen over de stad en het heiligdom. Hij zal zijn einde vinden in een overstroming. Tot aan het einde van de strijd zullen er verwoestingen zijn, zoals is vastgesteld. Hij zal een sterk bondgenootschap sluiten met velen, één week lang. De helft van de week zal hij offers noch gaven laten brengen, en boven op het altaar zal een 'verwoesting brengende gruwel' te zien zijn, totdat het aangekondigde einde van die verwoestende kracht komt."

De "verwoesting brengende gruwel," of Daniëls zeventigste week, zou in het midden van deze periode vallen en eindigen met de terugkeer van Jezus Christus. Jezus noemde de tweede helft van deze periode "de Grote Verdrukking" en spreekt hierover in Mattheus 24: 15-22: "Wanneer jullie dus de 'verwoestende gruwel,' waarover gesproken is door de profeet Daniël, zien staan op de heilige plaats [lezer, begrijp dit goed], dan moet iedereen in Judea de bergen in vluchten. Wie op het dak van zijn huis is moet niet naar beneden gaan om nog spullen te halen, en wie op het land is moet niet terugkeren om zijn mantel te halen. Wat zal het rampzalig zijn voor de vrouwen die in die tijd zwanger zijn of een kind aan de borst hebben! Bid dat jullie niet in de winter zullen moeten vluchten en ook niet op een sabbat. Want het zal een tijd zijn van enorme verschrikkingen, zoals er sinds het ontstaan van de wereld tot nu nooit geweest zijn en er ook niet meer zullen komen. En als die tijd niet verkort zou worden, dan zou geen enkel mens worden gered, maar omwille van de uitverkorenen zal die tijd worden verkort, maar eerder, in Mat. 24: 8 blijkt hij naar de eerste helft te verwijzen, als 'dat alles is het begin van de weeën.'

Er worden in deze aanhalingen verschillende tijdsaanduidingen gebruikt, die allemaal op eenzelfde periode lijken te duiden. "Eén tijd, een dubbele tijd en een halve tijd" is drieënhalf. "De helft van de week" is drieënhalve dag. "Twaalfhonderd negentig dagen" is ongeveer drieënhalf jaar [1.277 dagen]. "Tweeënveertig maanden" is eveneens drieënhalf jaar. En ook "Twaalfhonderd zestig dagen" is ongeveer drieënhalf jaar. Als "drieënhalve dag" symbolisch geïnterpreteerd wordt, zou dit als een periode van drieënhalf jaar gezien kunnen worden.

Vandaag aanziet men deze periode van zeven jaar als de gehele periode van de "Grote Verdrukking," maar strikt gezien zegt de Bijbel dat deze periode slechts drieënhalf jaar aanhoudt [Daniel 7:25, 12:6-7 en 11 en Openbaringen 13: 5 en 7, vergelijk ook Daniel 9: 27 met Mat 24:15, 21 en zie Openbaringen 11:2-3 en 12: 6 en 14].

Ontknoping: Polen, Polen en nogmaals Polen

Tot hier toe hebben we voornamelijk gesproken over het Joodse gedeelte, maar Jezus zou Jezus niet zijn als hij de grootste eer niet zou voorbehouden aan Zijn volgelingen, de katholieken. Was de eerste paus niet Jezus' belangrijkste apostel: de heilige apostel Petrus, de rots waarop Jezus Zijn Kerk zou bouwen?

Er is een belangrijk gegeven dat ons leidt naar een mogelijke periode rond dewelke de "waarschuwing" zal vallen en dat is de uitspraak van Maxima Gonzalez, Conchita Gonzalez' tante en meter. Zij zegt dat Conchita haar ooit heeft verteld dat de waarschuwing zal gebeuren na een bisschoppensynode.

In feite was dit een voorspelling, want ten tijde van Garabandal waren er nog geen bisschoppensynodes. Deze zijn het gevolg van Vaticaan II. De eerste bisschoppensynode was een gewone bisschoppensynode en vond plaats van 29 september tot 29 oktober 1967. Normaliter is deze profetie verbonden aan een gewone bisschoppensynode en deze vangen steeds aan einde september om te eindigen op de laatste zondag van oktober.

Met dit gegeven in het achterhoofd, volgen we opnieuw de raad van de profeten en van de Evangelisten en gaan we kijken of er eventueel een bijzonder hemels teken valt waar te nemen in november. Op de site van de Nasa zien we dat er op 13 november 2012 een totale zonsverduistering zal plaatsvinden. Hier valt ons meteen op dat 13 november 2012 dezelfde dag van de maand is als deze van de laatste verschijning in Garabandal, nl. 13 november 1965.


Zonsverduistering van 13 november 2012

Dit wil echter niet zeggen dat de "Grote Waarschuwing" op deze datum zal vallen. Het kan een voorbode zijn. De waarschuwing valt op een gebeurtenis dit begint met de letter "A," en voorlopig kan er niet worden achterhaald waarvoor de "A" zou kunnen staan.

En de geheimen van Medjugorje dan? Het is niet geweten of "Het Mirakel," of het "eeuwigdurende teken," zoals voorspeld te Garabandal en Medjugorje op dezelfde dag zullen vallen. 

Wat de eerste twee geheimen van Medjugorje betreft, zijn deze naar alle waarschijnlijkheid niet verbonden aan de "Grote Waarschuwing." Reden hiervoor zijn:
  • De woorden van Vr. Pétar Ljubicic die uitdrukkelijk zegt dat de eerste twee geheimen uitsluitend verbonden zijn aan Medjugorje, dit terwijl de "Grote Waarschuwing" verbonden is aan Garabandal.
  • In zijn brief aan paus Johannes-Paulus II van 16 december 1983 rapporteerde Vader Tomislav Vlasic informatie die Mirjana aan hem gaf tijdens een gesprek op 5 november 1983: Vóór het 'zichtbare teken' wordt gegeven aan de mensheid [derde geheim], zullen er drie waarschuwingen worden gegeven aan de mensen, in de vorm van gebeurtenissen op aarde. Wat hierbij opvalt is dat het zichtbare teken wordt voorafgegaan door twee geheimen, maar drie waarschuwingen.
Wanneer de eerste twee geheimen van Medjugorje zullen vallen is dus ongekend.

Om af te sluiten, wordt er andermaal de nadruk opgelegd dat het hier om voorspellingen gaat over wanneer de geheimen zich waarschijnlijk zullen manifesteren. Het oordeel over de geloofwaardigheid ervan blijft dus bij de lezer. Gods wegen zijn immers ondoorgrondelijk.

Bron: Diversen, Mark Blitz, Chris De Bodt

Vertaling: Chris De Bodt [17/1/2011]


26-06-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Film: The Nativity Story
Film: The Nativity Story

Maria is een eenvoudig meisje. Omdat haar familie moeite heeft om rond te komen, wordt ze door haar vader beloofd aan de veel oudere timmerman Jozef. Diens vertrouwen in zijn verloofde wordt zwaar op de proef gesteld als Maria zwanger blijkt. Hij staat voor een zware keuze: de verloving verbreken of geloven dat Maria niet ontrouw is geweest en haar zwangerschap een mirakel is. Jozef beslist Maria toch te huwen. Dit betekent dat ze zich moeten laten registreren in Bethlehem, de verafgelegen geboorteplaats van Jozef. Hoogzwanger vatten ze de zware tocht aan... [zoals in vele films komen sommige gedeelten niet overeen met de werkelijkheid].

Dit drama uit 2006 staat onder regie van Catherine Hardwicke. Acteurs zijn onder meer Keisha Castle-Hughes, Shoreh Aghdashloo, Oscar Isaac, Alexander Siddig, Shaun Tobb, Ciarin Hinds en Eriq Ebouaney.




25-06-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gered door een Engel?
Gered door een Engel?

Het was iets na middernacht 24 december 1983. Het Amerikaans midwesten beefde en bibberde in de greep van een recordbrekende koude vergezeld van stormachtige winden en bijpassende ijskegels. In ons gezin uit de randen van Chicago heerste een knusse rustige sfeer. Toch hoorde ik er niet bij zolang onze 21 jarige zoon onze oprit niet kwam opgereden. Op dat ogenblik waren Tim en zijn twee kamergenoten op weg naar huis om kerstmis te vieren. Hun eerste reis terug naar huis sinds ze in mei oostwaarts gingen wonen. "Maak je geen zorgen mams," verzekerde Tim me nog vorige nacht aan telefoon, "We vertrekken morgen nog voor de dag aanbreekt en rijden aan een stuk door tot thuis. We redden het!"

Kinderen. Zij doen onverstandige dingen. In normale weersomstandigheden geloof ik duurt een reis van Connecticut-Illinois ongeveer 18 uur. Maar het weer werd zo gevaarlijk koud dat de radio het als een risicovolle onderneming berichtte om zich uit huis te begeven, zelfs als was dat maar voor een korte tijd. En op het thuisfront hadden we nog niks vernomen van onze reizigers. Angstig en verward zag ik ze in mijn verbeelding alleen op een afgelegen plaats... Stel je voor dat ze autopech hadden of ze van de juiste route waren afgeweken... En mochten ze nu vertraging opgelopen hebben, waarom had Tim dan nog niet eens naar huis gebeld? Rusteloos bad ik met ijver een schietgebedje zoals elke moeder zou doen: "God, zend iemand om hen te helpen!"

Later vernam ik dat het trio een korte stop had gemaakt in Fort Wayne, Indiana, om Don bij zijn familie af te zetten. Het gezonde verstand zou Tim en Jim doen besluiten om de rest van de nacht ter plaatse te blijven en hun reis de dag erna verder te zetten. Maar wanneer is het gezond verstand van tel bij onbedwingbare jongvolwassenen ? De twee jongens zetten hun reis terug verder.

Toen ze nog maar een paar mijl aan het rijden waren op een landelijke weg met toegang tot de Indiana tolweg, constateerden zij dat de motor van de wagen begon te sputteren. Tim keek schichtig opzij naar Jim. Toen hoorden ze de radiostem: "Waag u niet naar buiten... ik herhaal... waag u niet naar buiten deze nacht, beste luisteraars. Er staat een record ijzig koude wind van 80 graden onder 0, dit kan betekenen dat uw huid, eens aan de lucht blootgesteld, zal bevriezen in minder dan 1 minuut." Hun auto trok ineens op maar haperde opnieuw en begon te vertragen.

"Tim," sprak Jim in de duisternis, "We gaan hier toch niet blijven staan, neen toch?"
"Dat kan niet," antwoordde Tim bedrukt toen hij vergeefs het gaspedaal indrukte, "hier komen we gegarandeerd om..."

Maar in plaats dat de motor versnelde, begon hij te sputteren en opnieuw te vertragen. Een mijl verder kwam hun auto met moeite boven een kleine helling, en dan was er ... de ijzige stop. Gegrepen door een diepe angst keken Jim en Tim elkaar aan. Rondom hen waren er weidse velden, en voor zover ze rondom hen konden zien zagen zij geen enkel verkeer, geen plaats om te schuilen, en ook niet op afstand het licht van een boerderij ... En dan die weerzinwekkende onmenselijke koude! Nog nooit hadden zij zoiets intens gevoeld. Zelfs als moesten zij op korte afstand bescherming vinden tegen deze koude, zij zouden het niet overleven. De temperatuur zou hen binnen enkele minuten doen bevriezen...

"Wel God," bad Tim, met de echo van mijn eigen gebed op de achtergrond, "Jij bent de Enige die ons nu nog kan helpen."

En toen, alsof ze al door de koude in droomtoestand vergleden, zagen ze grote autolichten schijnen op de linkerkant van hun wagen. Maar dat was toch onmogelijk: zij hadden in de wijdste verte rondom hen geen koppel lichten kunnen bemerken, in de hoop dat iemand voorbij zou komen om hulp te bieden! Vanwaar kwam dit voertuig dan zo ineens vandaan? Misschien waren ze al gestorven?

Toch niet. Als bij wonder, klopte iemand op de venster aan bestuurderskant. "Moeten jullie soms gesleept worden?" hoorden ze een gedempte stem spreken, hun eigen oren niet gelovend. En toch was het echt. Hun redder had een sleepwagen bij zich. "Of hij hen naar Dons huis kon terug brengen?"


En dat was wat de redder deed, hij sprak geen woord en vroeg hen niet naar de weg. Hij bracht hen al manoeuvrerend in de doodlopende straat tot net voor het huis van Don... Tim en Jim snelden naar de dichtstbijzijnde deur naar binnen waar Don hen opwachtte.

"Don," zei Tim, "ik moet die man betalen. Kan ik wat van je lenen?"

"Een momentje." Don fronste zijn wenkbrauwen, keek over zijn vrienden heen door het venster: "Ik kan buiten geen enkele sleepwagen zien!!!"

Tim and Jim kwamen kijken. Buiten stond enkel de wagen van Tim. In de kristalheldere nacht was er ook geen enkel geluid te horen van sleepkettingen, geen geluid van dichtslaande autoportieren, geen enkel motorgeluid. Er was zelfs geen rekening voor Tim die moest betaald worden, geen ontvangstbewijs dat moest ondertekend worden, geen dankwoord, tot ziens of een Zalige Kerst...

Tim and Jim kwamen kijken. Buiten stond enkel de wagen van Tim. In de kristalheldere nacht was er ook geen enkel geluid te horen van sleepkettingen, geen geluid van dichtslaande autoportieren, geen enkel motorgeluid. Er was zelfs geen rekening voor Tim die moest betaald worden, geen ontvangstbewijs dat moest ondertekend worden, geen dankwoord, tot ziens of een Zalige Kerst...

Tim liep verbijsterd de oprit af maar er waren zelfs nergens achterlichten te bespeuren, geen enkele echo van een motorgeluid in de verlaten straten, niets dat op de aanwezigheid van een sleepwagen wees! Toen keek Tim naar de bijna opnieuw ingesneeuwde bandensporen. En toch was er slechts 1 paar bandensporen in het doodlopende straatje. Het waren die van de auto van Tim...

Engelen zijn niet te onderwerpen aan allerlei testen, rechtbankgetuigenissen, of microscooponderzoek. In deze wereld betekent dit dus op zijn echtheid: "niet wetenschappelijk bewezen."

Dit verhaal als waarheid benoemen vereist hier de wil om het te verbinden met de eenvoudige menselijke vraag van gered te worden van de dood. Die wens scheen namelijk te volstaan voor de goddelijke tussenkomst. Was het dus een engel? Onze familie kan het niet met zekerheid zeggen, want ze zagen hem nooit meer terug.

Maar één ding is zeker ... kerstavond 1983 ... hoorde ik niet het zachte ruisen van engelenvleugels toen een bestuurder van een sleepwagen blijkbaar onze hulproep aan het adres van de hemel moet gehoord hebben want ... onze zoon werd veilig en wel thuis afgeleverd.

Bron: Joan Wester Anderson: Where Angels walk

Vertaling: Riet Van De Sijpe

24-06-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Geboortekerk te Bethlehem [2]
De Geboortekerk te Bethlehem [2]

De Geboortekerk is de oudste kerk in het Heilig Land die momenteel nog wordt gebruikt en die herinnert aan de geboorteplaats van Jezus Christus. Terwijl de H. Helena wordt verondersteld om de Geboortekerk te hebben gebouwd, zijn er andere die geloven dat het keizer Constantinus was die het bevel gaf voor de bouw van de monumentale constructies ter ere van de drie belangrijkste gebeurtenissen van Jezus’ leven.

De bouw begon in 326 na C. en met de hulp van de lokale bevolking, die geloofde dat de grot waarin Jezus Christus geboren werd aan het einde van het dorp gelegen was, waren de architecten in staat om de vorm van de grot te bouwen overeenkomstig de architecturale en devotionele vereisten. De grot was bekist met een achthoekige structuur die het heiligdom van de basiliek vormde en die zich uitstrekte naar het westen in vijf doorgangen verdeeld in 4 rijen van monolistische pilaren.

De Kerk was rijk aan mozaïeken, fresco’s, marmer, en een zilveren voederbak die de originele voederbak van klei en leem verving.

De huidige Kerk werd gebouwd gedurende de regering van de Byzantijnse Keizer, Justianus. In 529 kwamen de Samaritanen in opstand, en de Geboortekerk werd erg beschadigd. De patriarch van Jeruzalem zond de H. Sabas om Justianus te helpen en de architect die door de keizer werd gezonden, brak de kerk af en bouwde de huidige terug op. Nieuwe teelaarde bedekte de mozaïeken vloer in 326 en een nieuw voetpad werd geconstrueerd op een hoger niveau. Als de kruisvaarders in de twaalfde eeuw kwamen, bouwden ze een kruisweg en een klooster rond de noordelijke zijde van de Kerk.


Geboortekerk

Nog een andere restauratie vond plaats tussen 1165 en 1169, in samenwerking tussen het Byzantijnse Rijk en het Frankische koninkrijk. De herstellingen vonden plaats over de volledige kerk, die verscheiden muren en vloeren met marmer, mozaïek en parelmoer bedekten. Het cederhouten dak was bedekt met lood; de muren van de grot waren bedekt met marmer en mozaïek, en de twee ingangen ontvingen de huidige vorm.

De voorzijde van de Geboortekerk is omcirkeld met de hoge muren van de drie kloosters: het Franciscaanse langs de noordoostzijde, het Grieks-Orthodoxe en het Armeens-Orthodoxe langs de zuidoostzijde. De voorzijde had drie deuren waarvan 2, iets hoger liggen. De huidige lage ingang die naar het voorportaal leidt, werd gemaakt in het begin van de zestiende eeuw, om te vermijden dat paarden in het gebouw zouden komen. Het voorportaal is verdeeld in drie compartimenten, en een enkele houten deur die toegang geeft tot de binnenkant.

De basiliek is een rechthoek van 53,9 m lengte, het kerkschip is 26,2 m breed, en de dwarsbeuk is 35,82 m. Als men de kerk binnentreedt, ziet men 4 rijen van pilaren, 44 in totaal, 6 m hoog, en gemaakt van inlandse rode steen met witte nerven. De witte marmeren hoofdplaats is in een vervormde Korintische stijl en draagt in het centrum van het raam een rozette van een beeldrijk Grieks kruis.


Model van de Geboortekerk

Men kan de restanten van het achthoekig gebouw dat de Grot van de Geboorte omvat nog zien in de Armeense kapel. Het Armeens altaar in het noordelijk deel staat bekend als het Altaar van de Koningen en dat is volgens de traditie de plaats waar Maria Magdalena omlaag klauterde.

In het oostelijk deel zijn er stukken muur en treden die deel uitmaken van de trap die van het center van de basiliek naar de Grot leidt.

Twee deuren leiden weg van de dwarsbeuk: één naar de St.-Catharinakerk, en de tweede naar het Griekse klooster. De kerk van St.-Georges, aan de linkerkant, wordt door de Anglikanen gebruikt voor de dienst van Kerstdagavond.

Twee trappen leiden van twee kanten naar beneden naar de Grot en ontmoeten elkaar aan het Geboortealtaar, de plaats waar Jezus wordt verondersteld van geboren te zijn. De vloer onderaan het Altaar bestaat uit witte marmer waar een 14-puntige zilveren ster vastgeankerd in de plaveien de juiste plaats aangeeft omgeven door de Latijnse inscriptie: HICDE VIRGINE MARIA JEZUS CHRISTUS NATUS EST , 1717 . [Hier werd Jezus Christus geboren uit de maagd Maria]. Van de 15 lampen die rond de kloof branden, behoren er 6 toe aan de Grieken, 5 aan de Armeniërs en 4 aan de Latijnen.


Jezus' geboorteplaats

De voederbak voor dieren staat aan de noordzijde van de Grot, en tegenover deze voederbak, is er een Altaar dat toegewijd is aan de Wijzen die van het oosten naar Bethlehem kwamen onder de gids van een ster en die geschenken voor Jezus meebrachten.

De Grot is rechthoekig van vorm: de lengte is 12,3 m, en de breedte is 3,15 m. Er wordt in licht voorzien door 53 lampen waarvan 19 behoren tot de Latijnen. De vloer en de muren zijn bedekt met 9 platen marmer, en de zijmuren zijn bedekt met vuurbestendige tegels die tot de Fransciscanen behoren.

De monding van een waterreservoir kan worden gezien aan het einde van de Geboortekerk, en een deur die leidt naar verschillende kapellen wiens sleutel toebehoort aan de Franciscanen. Het waren de Franciscanen, die in 1470 deze passage groeven om via de St-Catherinakerk toegang te hebben tot de Grot. Opgravingen tussen 1962 en 1964 door eerwaarde Farina, een Franciscaan, bewezen dat de grotten waren bezet tussen 700 en 787 vòòr Chr. en opnieuw bezet tot 333 na Chr. Eerwaarde Farina vond 35 graven en volgens de legende wilden Christenen begraven worden naast de heilige plaats waar Jezus werd geboren.

De eerste kapel is gewijd aan de H. Jozef, ter nagedachtenis van het visioen dat hij had als een engel tot hem kwam en hem vertelde om de Maagd Maria en het kindje Jezus naar Egypte mee te nemen om te ontsnappen aan de executies van Herodes. De tweede kapel is gewijd aan de Heilige Onschuldigen, de kinderen die werden gedood door Herodes bij zijn zoektocht naar Christus.

Als we links in de wandelgang gaan, treffen we het graf van de H. Eusebius van Cremona aan, de opvolger van de H. Hiëronymus, en de overste van het klooster. De grafkelder van de HH. Paula en Eustochium bevindt zich in een kamer aan de linkerkant, en tegenover deze graven is het graf van de H. Hiëronymus, wiens stoffelijke resten in Rome zijn. De laatste kapel behoort toe aan de H. Hiëronymus, waar hij heeft gewerkt en geleefd.


Zuilengang

Opklimmend van de grotten naar het trappenportaal komen we aan in de kerk van de H. Catherina, gebouwd in 1882 door de Franciscanen om een kleinere middeleeuwse kapel van de H. Augustinus te vervangen. De Heilige Catherina van Alexandrië is een heilige waarvan niets is geweten vóór de achtste eeuw. Er zijn geen historische overblijfselen gevonden en haar persoonlijkheid is een mysterie, en op 25 november is er ter hare ere een feest.

Bij het verlaten van de kerk is er een klooster dat gerestaureerd werd in 1948 en 1949, en is gebouwd op de resten van de muren van het klooster van H. Hiëronymus. Ten westen van het klooster is er een waterreservoir van H. Helena en de bezoeker kan de resten zien van de muren van Constantinus en Justianus. Op het einde ten zuiden van het klooster is er een deur die leidt naar de klokkentoren en de kapel gebouwd door de kruisvaarders. Bij het verlaten van de kapel komen we aan bij de Casa Nova, een Fransciscaanse eigendom.


Vertaling: Henk

23-06-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De wonderen rond de ontdekking van de sarcofaag van de Heilige Philomena
De wonderen rond de ontdekking van de sarcofaag van de Heilige Philomena [288-302]

Ik ben een vereerster van de Heilige Philomena. Ik heb haar beloofd dat als zij mijn zoon, die in de marine zit, veilig thuis zou brengen van de oorlog tegen het terrorisme in Irak, dat ik dan alles zou doen om haar bekender te maken. Hij kwam ongeschonden thuis, ook al heeft hij de hele tijd in het heetst van de strijd gestaan. Daarom ben ik hier, een dankbare moeder, die haar deel van de belofte nakomt, nadat de Heilige Philomena zo eerbiedig haar deel heeft volbracht.


Toen ik begon met het schrijven van dit artikel had ik een probleem. Ik moest aanvaarden dat Paus Paulus VI mijn heilige van de liturgische kalender heeft gehaald. Het bleek dat er te weinig historische documenten bestaan die haar leven beschrijven. Ik ben geen historica, en ook geen experte of het gebied van de liturgie, verre van dat. Ik weet wel dat de Heilige Filomena, ook zonder de toestemming van Paus Paulus VI, blijft werken in de Hemel zoals ze dat altijd deed, en ze blijft enorme genade geven aan allen die hun toevlucht tot haar nemen. Daarom nam ze dit ‘ontslag’ niet serieus. Ik deed dat ook niet.

Ben ik ongehoorzaam, omdat ik tot haar blijf bidden? Ik denk van niet. Een toewijding aan haar was goedgekeurd door vele andere pausen voordat ze van de lijst geschrapt werd. Paus Gregorius XVI, de eerste die wist van haar toewijding, noemde haar "de wonderwerkster van de negentiende eeuw" en verklaarde haar Heilig. Hij schreef: "Bid tot de Heilige Philomena. Wat u ook aan haar vraagt, ze zal het voor u bewerkstelligen."

Paus Leo XII gaf toestemming om altaren en kerken te bouwen ter ere van de Heilige Philomena. Paus Piux IX benoemde haar tot de patrones van de Kinderen van Maria. Paus Leo XIII maakt van het broederschap van de Heilige Philomena een aartsbroederschap en keurde het gebruik van het koord van de Heilige Philomena goed. De heilige Pius X, nadat hij deze aartsbroederschap tot een universele aartsbroederschap had verheven en de Heilige Pastoor van Ars tot patroon had benoemd, schreef deze woorden: "Het onteren van deze beslissingen en verklaringen rond de Heilige Philomena door ze als tijdelijk, onstabiel, ongeldig, onnodig of oneerzaam te verklaren komt door een element dat nietig is en leeg, en zonder toestemming of autoriteit."

Met al deze pauselijke steun voor mijn heilige heb ik geen twijfel dat ik tot haar bid, en ik nodig jullie allen uit hetzelfde te doen.

Het koord van de Heilige Filomena, het instrument van ontelbare gaven en genezingen, wordt gebruikt door de zieken en is een bescherming tegen ongelukken en kwaden van alle vormen. Het koord wordt in het bijzonder gedragen als een bescherming voor de goedheid en de kuisheid, in overeenstemming met iemands leven. Het wordt normaal rond het middel gedragen, onder de kleding, maar mag ook onder het kussen, boven de deur, of in een portemonnee of handtas gedragen worden. Paus Leo XIII gaf bijzondere voorrechten en genaden aan allen die het gebruikten.

Hoe toonde de Heilige Philomena zichzelf voor het eerst?

Denk eens aan deze scene. Het is 25 mei 1802, en een groep Katholieke archeologen werkt in de catacomben van de Heilige Priscilla in Rome. Ze maken er hun jaarlijks ronde in deze ‘goudmijn’, waar ze vele tombes en grafplaatsen vinden met resten van martelaren die gedood waren tijdens de Romeinse vervolgingen.

Op een bepaalde plek komen de specialisten deze puzzelachtige inscriptie tegen op verschillende tegels: LUMENA PAXTE CUM FI. Ze veplaatsen de tegels en plaatsen ze in een andere volgorden. De tekst werd nu: PAX TECUM FILOMENA ... Vrede zij met u Filomena. Na meer dan 1600 jaar is de tombe van de Heilige Filomena ontdekt.


Rome, Catacomben van de Heilige Priscilla

Opgeschreven op de grafsteen waren ook een aantal symbolen: een anker, een aantal pijlen, en een lelie. Ze begrepen het belang hier niet van ... de betekenis komt later. Nadat ze deze tegels voorzichtig hadden verplaatst, bekeken ze de resten in de tombe. Wetenschappelijke testen lieten zien dat het ging om een meisje van een jaar of 12 of 13. Het geheel [lichaam en tombe] komen uit een periode niet later dan 160 nà Christus.

Een droge bruine stof werd gevonden in een kleine glazen fles samen met de overblijfselen. De testen lieten zien dat het gedroogd bloed was. Nadat de druppels naar een nieuw schone glazen fles zijn gebracht veranderden ze in kostbare stenen, en daarna opnieuw in druppels. Laat me duidelijk zijn dat dit wonder niet maar één keer plaatsvond. Kardinaal Ruffo Scilla zag hetzelfde wonder in 1847 en verklaarde dit in een plechtige verklaring. Kardinaal Auguste de Champs was hiervan ook getuige. In 1909 bezocht broeder Paul Sillivan, een Portugese Dominicaan, de plek en zag hetzelfde fenomeen meerdere malen. Hij schreef dat hij ‘de kostbare schat 30 tot 40 keer’ had gezien en onderzocht, en elke keer zag hij het bloed veranderen op een wonderbaarlijke wijze.

Met dat eerste wonder, zo snel in haar komst, wisten de wetenschappers dat ze te maken hadden met de relieken van een heilige. Daarom plaatsten ze de relieken in een urne en brachten deze bij de algemene bewaker, de bewaker voor Relieken van het Vaticaan.

Een gouden ketting van wonderen

Drie jaar later reisde Don Franceso di Lucia, een parochiepriester van Mugnano, een klein dorpje nabij Napels, naar Rome om er een vriend te begeleiden die de nieuwe Bisschop van Potenzo zou worden en daar zou worden gewijd.

Don Francesco ging naar de generale bewaker op zoek naar de relieken van deze maagd en martelares om in zijn parochie te streven naar zuiverheid onder de jongeren, die al onder de verkeerde invloed waren van de slechte gebruiken van de Franse Revolutie. Toen hij de relieken van de Heilige Philomena naderde werd hij bevangen door een onverklaarbare geestelijke vreugde. Hij vroeg de directeur naar een reliek van haar, maar deze werd hem geweigerd. Jammer genoeg voor hem, waren haar relieken bestemd voor ‘bijzondere plaatsen’ en daar viel Mugnano niet onder. Hij bleef volhouden en vroeg zijn vriend, de pasgewijde bisschop, om hulp om zijn invloed te gebruiken om een reliek voor hem te bemachtigen. De bisschop was succesvol en dus begon de heilige Philomena haar reis naar Mugnano, via Napels.

In het voertuig van de bisschop en Don Francesco werd het reliek geplaatst onder de zetel waar de bisschop op zat tijdens de terugreis naar Rome. Toen het voertuig vertrok voelde hij een sterke klap tegen zijn benen, Het was het pakje dat van zijn plaats was verschoven. Het pakketje werd opnieuw goed gezet. Twee keer raakte het pakketje los en raakte het de benen van de bisschop, iedere keer harder.

Het was toen dat de Bisschop en Don Franceso doorhadden dat in het pakketje de relieken van de heilige Philomena zaten. Ze was niet blij dat de werd verplaatst op deze plaats. Deze reliek werd daarom naar een meer eerbiedwaardige plaats in het voertuig gebracht en toen kon de reis beginnen.

In Napels werd de reliek geplaatst in een armzalig papier-maché beeldje dat er niet uitzag en gekleed was om op een heilige te lijken. Dit beeldje was geplaatst in een glazen en ivoren nis die te klein was, waardoor het figuurtje in een rare houding stond. Hier was de Heilige Philomena niet blij mee. Later, in Mugnano, veranderde de heilige niet alleen op wonderlijke wijze het uiterlijk van het beeldje, maar paste ook haar grootte aan zodat ze beter in de schrijn paste.

Maar zelfs met dat lelijke beeldje begonnen wonderen te gebeuren door haar ingrijpen. Aan het begin van de processie van Napels naar Mugnano was er een vrouw, wiens hand zo besmet was dat deze hand geamputeerd zou moeten worden. Ze werd genezen nadat ze het beeld van de Heilige Philomena had aangeraakt. Zodra de heilige in Mugnano was aangekomen, begonnen de mensen daar haar gezegende aanwezigheid te ervaren en wonderen te ontvangen. Een lamme man kon weer lopen, en een blinde man kon weer zien. Ze begon ook met haar eigen transformatie binnen in de schrijn: haar handen veranderde van houding, haar uiterlijk werd mooier, haar gezicht kreeg een blos, haar lippen hadden een lieve glimlach. Vele mensen zagen hoe de Heilige Philomena haar ogen open en dicht deed. Ze zag er heel speels uit: een keertje draaide ze zich om en lachte naar een groep pelgrims, een andere keer veranderde ze haar houding voor de ogen van een hele processie.

De roem van de Heilige Philomena groeide. Haar verering was als een bosbrand. Schrijnen en kapllen en beelden verschenen overal in Italië, Frankrijk en Engeland. De wonderen bleven doorgaan: een kind dat was overleden kwam terug tot leven nadat de moeder een afbeelding van de heilige op haar kind had gelegd, een blinde non kon weer zien nadat ze met haar ogen een afbeelding van haar had aangeraakt, een jonge vrouw die alleen was werd bezocht door de Heilige Philomena die haar hielp. De vrouw van een rijke advocaat die nabij dood was ging naar de Heilige Filomena om een deal te sluiten. Als haar man genezen zou worden, of op zijn minst hem de genade ga te kunnen gaan biechten, dan zou zij zorgen voor een marmeren altaar voor haar kapel. De man was op het laatste moment volledig genezen.

Het meest ongewone wonder van de Heilige Philomena vond plaats bij Pauline Jaricot, de dochter van en Franse familie bekend voor hun vrijgevigheid. Pauline, de stichtster van de Heilige Rozenkrans, en de Gemeenschap voor het verspreiden van het Geloof, werd dodelijk zie en naderde snel de dood. Haar laatste wens was om Mugnano te bezoeken. Haar dokter liet haar gaan, want ze was al zo ziek dat het niet meer uitmaakte.


Pauline Jaricot

Zittend in een rolstoel, niet in staat om te lopen, en begeleid door haar kamermeisje en een paar dienaren, ging ze door de Alpen op weg naar Rome, waar ze vroeg om een zegen van de Heilige Vader. Haar gezondheid was nog verder achteruit gegaan omdat ze hartaanval had gekregen onderweg. In deze slechte toestand ontmoette ze Paus Gregorius XVI bij de Heilig Hart Kapel van Trinità dei Monti. Pauline vroeg de paus om een gunst: als ze genezen terug mocht komen van Mugnano, zou hij dan onderzoek willen doen naar de Heilige Philomena? De heilige Pontifex gaf toe en zei "Dat zij een eerste klasse wonder zijn."

Pauline kwam aan in Mugnano op 8 augustus 1835, zwak en uitgeput. Op de feestdag van de Heilige Philomena [11 augustus] was zij in de kerk aan het bidden. Op een bepaald moment werd ze volledig stil en kon ze zich niet meer bewegen. De mensen om haar heen dachten dat ze was gestorven.

Maar het tegenovergestelde was waar. Ze was in een soort extase van bovennatuurlijk geluk ... ze was volledig genezen. Het nieuws verspreidde zich en de kerkklokken werden geluid om dit wonder in te luiden. Doktoren onderzochten haar: ze was niet alleen weer in staat om te lopen, maar ze was weer in de gezondheid van haar jeugd.

Uit dankbaarheid wijdde Pauline zich toe aan de Heilig Philomena. Ze vroeg om een reliek die haar meteen werd gegeven. Op haar terugreis naar Rome werd ze gegroet door de mensen, die al wisten van haar wonderlijke genezing. De paus kon zijn ogen niet geloven. Op 30 januari 1837 stond Paus Gregories XVI toe dat de heilige Philomena vereerd mocht worden. Ze kreeg een eigen feestdag en een misformulier werd toegevoegd aan de missalen.

Toen ze terugkeerde naar Frankrijk stopte Pauline in Ars en gaf een deel van haar reliek aan de Pastoor van Ars, die één van de grootste vereerders werd van de Heilige Philomena. Tussen de pastoor van Ars en de Heilige Philomena ontstond een speciale band. Hij zag "zijn lieve heilige" als de bron van al zijn wonderen.

Hoe komt de Heilige Philomena aan zoveel genade voor haar volgelingen? In een visioen was te zien hoe ze haar martelarenkroon voor de troon van Onze Lieve Vrouwe legde en zei: "Koningin van de Hemel, Ik ben gekomen om uw genade te vragen." Toen vroeg ze op meer dan 30 genaden voor verschillende personen. Onze Lieve Vrouw gaf ten antwoord: "Aan Philomena zal niets geweigerd worden. Ik schenk haar al deze genaden."

De geschiedenis van haar martelaarschap

De Heilige Philomena gaf zelf het verhaal van haar leven en haar martelaarschap aan verschillende personen in private openbaringen. De zelfde feiten werden door de heilige aan een non, een priester en een artisanaal gegeven, op verschillende plaatsen en tijdstippen. Om het kort te houden zal ik alleen de verhalen van de non, Moeder Maria di Gesù hier vertellen. Zij was een italiaanse dominicaan die stierf in staat van genade. Hier is het verhaal.

De heilige Philomena was een griekse prinses, de enige dochter van een kleinere Griekse Koning, getrouwd met een nobele vrouw van koninklijk bloed. Het echtpaar had geen kinderen en bad naar hun goden voor een kind. Een dokter van hun hof, een christelijke romein met de naam Publius gaf hen als advies om zich te late dopen in de Religie van Jezus Christus, en te bidden tot de ene ware God voor een kind. Ze gaven daaraan toe en bekeerden zich, samen met nog een maar leden van hun hof.

Een jaar later werd de heilige geboren en ze heette Lumina [licht] omdat ze was geboren in het licht van het katholieke geloof. Ze werd liefkozend bijgenaamd Philomena, wat zoveel betekent als dochter van het licht, het licht van Christus dat in haar ziel was toen ze werd gedoopt. Ze ontving haar eerste communie toen ze vijf was, en toen ze elf jaar oud was werd ze aan God opgedragen.

Toen ze dertien jaar oud was begon de keizer Diocletian een oorlog tegen haar vader’s kleine koninkrijkje. Samen met zijn vrouw en dochter, van wie hij niet scheiden kon, ging hij naar Rome om met de keizer te ontmoeten en te smeken om deze oorlog te stoppen. Diocletian kon zijn ogen niet van Filomena afhouden. Nadat haar vader gesmeekt had, liet de keizer weten af te zien van de oorlog als de koning zijn dochter aan de keizer zou schenken als vrouw.

De ouders vonden dit goed, maar Filomena weigerde. Ze zei: God is mijn Vader en de Hemel is mijn Moeder. Toen het smeken van hun ouders haar niet kon overhalen, beval Diocletian dat ze in de kerker geworpen moest worden en geketend moest worden als straf voor haar weigering.

Elke dag bezocht hij de kerker om opnieuw zijn voorstel te geven aan zijn mooie prinses.

Op de 36ste dag verscheen Onze Lieve Vrouw aan haar met het Goddelijke Kind in haar armen en vertelde haar dat ze zal worden vrijgelaten na drie dagen. Toen zei Onze Lieve Vrouw dat ze zal worden blootgesteld aan een groot gevecht met martelingen voor haar Zoon. Ze beloofde haar te helpen, samen met de Aartsengel Gabriël, zodat ze zal overwinnen.

Drie dagen later werd Philomena vrijgelaten en de volgde dag beval Diocletian dat ze aan een pilaar gebonden moest worden, en gebrandmerkt moest worden. Daarna moest ze terug naar de gevangenis om te sterven. Twee engelen verschenen in haar cel en smeerde haar in met olie dat haar genas. De tiran, kwaad toen hij zag hoe mooi ze was gebleven, beval dat ze een anker om haar nek moest krijgen en dat ze in de Tiber geworpen moest worden. Onze Heer zond twee engelen die de ketenen los maakten voor de ogen van vele mensen, en het anker zonk naar de bodem, zonder Philomena. De vrome prinses speolde aan op de kust zonder dat ze door een druppel water was geraakt.


In de zandsteen staan tekeningen die aantonen dat de
Heilige Philomena werd bijgestaan door engelen tijdens haar lijden


Engelen schenken haar de palm
van het martelaarschap

De keizer beval dat ze beschoten moest worden met pijlen. Verwond werd ze teruggebracht naar de cel waar de engelen haar opnieuw genazen. Woest beval de keizer om het meisje met vlammende pijlen te beschieten tot ze zou sterven. Maar de pijlen die op haar afkwamen bogen af en kwamen terug op de boogschutters en er werden er zes gedood.

Uiteindelijk beval Diocletian dat ze onthoofd moest worden. En zo vluchtte haar ziel van de aarde, waar ze alle aardse welvaart en glorie kon krijgen als de vrouw van de keizer, en ontsnapte naar de Hemel om nog meer glorie te ontvangen met de glorievolle kroon van het martelaarschap en haar maagdelijkheid. Dit gebeurde op vrijdag, de tiende dag van Augustus om half vier in de namiddag. En hier zijn ook de verklaring voor de symbolen van het anker, de pijlen en de lelie die bij haar graf gevonden waren en waarmee ze vaak wordt afgebeeld.

Dit zijn de belangrijkste data van haar leven en de wonderen van deze ongelofelijke jonge Griekse prinses, die, ondanks haar leeftijd, de grootsheid en waardigheid van een koningin had.

Je zal merken dat als je tot haar bid ze een mooie relatie met je zal opbouwen en in een korte tijd zal je haar persoonlijkheid leren kennen. Een jong meisje, ze vind het leuk om te spelen, zoals ze dat deed met de bisschop en zijn benen raakte. Ze vind het leuk om te lachen ... ze veranderde zelfs het uiterlijk van het beelde in Mugnano zodat het meer vrolijk en speelser werd. Tegelijkertijd had ze een sterke wil en standvastigheid ... ze ontliep haar verbondschap met de Heer niet voor een aardse koning. Daarom zal ze jou ziel ook de serieusheid van de heiligen, en de vriendschap van een meisje brengen Deze onderdelen van haar persoonlijkheid maken haar zeer toegankelijk en vriendelijk.

Ze is de patrones van de zeilers ... daarom plaatste ik mijn zoon onder haar bescherming. Ze is ook de patrones van de jeugd, de kinderloze en zwangere vrouwen, en de beschermheilige van de huwelijken. Ze helpt bij hartaanvallen en wanhoop ... en wie heeft daar nu geen last van deze dagen? ... en ze geeft hoop. Een ander gebied waar ze bijzonder kracht geeft is bij financiële problemen. Zo kan ik nog wel even doorgaan.

Ik praat uit ervaring als ik zeg dat een vriendschap heb met de Heilige Philomena een plezier is dat het leven mooier en makkelijker maakt, en hoop en troost geeft aan wie haar aanroepen, ongeacht de situatie.


Beeld van de Heilige Philomena

Noveen Gebed 1

O trouwe Maagd en glorievolle Martelares, Heilige Filomena, die zo vele werken heeft verricht voor de armen en de lijdende, hem medelijden met mij. Gij kent de grootsheid and verscheidenheid van mijn noden. Aanschouw mij bij Uw voeten, vol zorgen, maar ook vol hoop.

Ik aanroep uw vrijgevigheid, O grote Heiligheid! Aanhoor mij in genade en ontvang van God een goedsprekend antwoord voor het verzoek dat ik nederig indien... [Noem hier uw nederige verzoek]

Ik ben sterk overtuigd dat door uw daden, uw lijden en uw dood die u hebt doorstaan, in vereniging met de passie en de Dood van Jezus, uw dierbare, ik alles zak verkrijgen wat ik van U vraag en in de vreugde van mijn hart zal ik God zegenen, die in Zijn heilige geprezen word. Amen

Noveen Gebed 2

Ongelofelijke Maagd en martelares, Heilige Filomena, zie nederig op mij neer aan de voet van uw troon, waar de Heilige Drievuldigheid uw in Zijn liefde heeft geplaatst.

Vol van vertrouwen in uw bescherming, roep ik U aan om voor mij tot God te spraken. Ah! Vanaf de hoogte van de hemelse troon, kijk nederig neer op uw nederige dienaar. Dierbare van Jezus Christus, troost mij in mijn problemen. Geef mij kracht in mijn bekoringen. Bescherm mij van gevaren dat mij van alle kanten omringd. Verkrijg voor mij.... [noem uw verzoek] en sta mij in het bijzonder nabij in het uur van mijn dood. Amen

Heilige Filomena, Maagd en Martelares, bid voor ons, zo dat door uw krachtige voorspraak we de puurheid van geest en hart moge verkrijgen dat leidt naar een perfect Liefde voor God. Amen.

Bron: Ellyn Miller


22-06-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mgr. Peter Savelberg
Mgr. Peter Savelberg


Heerlen

Peter Joseph Savelberg werd op 10 februari 1827 in Heerlen geboren als zoon van Alexander Savelberg en Anna Elisabeth Mertens. Vader Savelberg was eigenaar van een stadsherberg, waar de postiljon van paard verwisselde en de reizigers konden overnachten. Na de dood van zijn vrouw gaf hij de drukke herberg op en werd wijnhandelaar. Hij behoorde tot de notabelen van Heerlen. Hij was lid van de gemeenteraad en van het kerkbestuur. Van 1830 tot 1839 was hij ook lid van de jury bij de rechtbank in Tongeren.

We weten weinig over de kinderjaren van Peter Joseph. Er wordt verteld dat hij als klein kind meetrok met de grote bronk, de jaarlijkse processie met het Heilig Sacrament. Hij speelde eerst herder en later koorknaap. In beide rollen viel hij op door zijn kinderlijke ernst en eerbied. Het is bekend dat hij als kind de mensen voor zich innam.

Aanvankelijk wist hij niet wat hij wilde worden. Zijn vader stuurde hem daarom op vijftienjarige leeftijd naar Rolduc om lessen aan de handelsschool te volgen. Hij ging vervolgens naar Brussel waar hij werkte op het kantoor van Zijn halfbroer Balthasar, die directeur van een glasfabriek was.

De stille dorpsjongen Joseph kon echter niet wennen aan het werkmilieu en de gesprekken in de fabriek. Hij keerde spoedig terug naar het landelijke dorp Heerlen.

Peter gaat voor priester

Zijn toekomst stond nu vast: hij wilde priester worden. Voor zijn studies ging hij opnieuw naar Rolduc. Zijn godsdienstige aanleg kwam duidelijk tot uiting. Iedere avond na het eten bracht hij veel tijd in de kerk door om te bidden. Toen reeds bleek zijn bijzondere godsvrucht voor Christus in de Heilige Eucharistie. Iedere zondag ging hij ter communie en de biecht op zaterdagavond als voorbereiding op de zondag werd nooit overgeslagen.


Schilderij in de Sint Pancratiuskerk te Heerlen

Savelberg was een goed student met niet alleen aanleg voor talen, maar ook voor wiskunde en filosofie. Tevens had hij gevoel voor muziek. In de harmonie van Rolduc speelde hij klarinet.

In 1851 vertrok hij naar Roermond om zijn studie theologie voort te zetten aan het grootseminarie. Anderhalf jaar later, nog voordat hij zijn priesterstudie had voltooid, werd hij al benoemd tot leraar aan het bisschoppelijk college voor de vakken geschiedenis, wiskunde en Duits.

Hij eiste veel van zijn leerlingen, maar nog meer van zichzelf. Hij ging hartelijk met de leerlingen om, maar eiste plichtsvervulling. Vanwege de nauwkeurigheid waarmee zijn ogen alles opnamen, kreeg hij de bijnaam ‘de valk’.

Nonnenwerth en Schaesberg

Op 3 september 1854 werd hij door Mgr. Paredis, bisschop van Roermond, tot priester gewijd. Anderhalf jaar later, in april 1856, werd hij rector van het zustersklooster met meisjespensionaat Nonnenwerth op het Liebfraueneiland in de Rijn bij Bonn. De in zichzelf gekeerde asceet Savelberg, met zijn voorliefde voor stilte en gebed, bleek toch niet zo op zijn plaats te zijn in een functie als leraar.

In Nonnenwerth kwam hij in nauw contact met het vrouwelijke kloosterleven en tevens kon hij in de beslotenheid van het klooster zijn beschouwend leven verdiepen door veel gebed. De kroniekschrijfster van het klooster vermeldt dat hij onder hen leefde als een bescheiden en eenvoudig man, die zich nooit opdrong of op zijn recht stond, maar zijn plicht vervulde. Die zonder het te zoeken grote invloed uitoefende en zonder het te vermoeden voor allen een voorbeeld was.

De tijd in Nonnenwerth zou een blijvende invloed hebben op het verdere leven van Savelberg. Hij had een beter inzicht gekregen in de eisen, gewoonten en moeilijkheden van het kloosterleven. Tevens had hij kennis gemaakt met de geest van Franciscus, die hij later aan de zusters en broeders van zijn congregatie zou overdragen.

Op 6 december 1863 werd hij benoemd tot kapelaan in Schaesberg. Vier maanden na zijn aankomst in deze plaats stierf de pastoor. Kapelaan Savelberg moest een half jaar alleen de zielzorg verrichten. Hij trof in Schaesberg sociale wantoestanden aan.

Vele gezinnen leidden een armoedig bestaan, niet door gebrek aan voedsel, maar door een ondoelmatige huishouding van de moeders die niet op hun taak waren voorbereid. Bejaarden werden geestelijk en lichamelijk aan hun lot overgelaten. De weeskinderen werden uitbesteed bij vreemden of bij een oom of tante ondergebracht. Zij werden als goedkope arbeidskrachten uitgebuit. De opvoeding en het onderwijs aan deze kinderen bleven achterwege.

Daarom richtte de kapelaan in Schaesberg een Vincentiusvereniging op. Daarnaast kwam er een primitief huishoudschooltje waarover de Zusters Franciscanessen uit Heerlen de leiding kregen. Savelberg had ook plannen voor de stichting van een lagere school voor meisjes en een tehuis voor bejaarden en weeskinderen. De door de zusters gevraagde financiële garanties kon hij echter niet geven, waardoor de plannen niet konden worden uitgevoerd.

Congregaties

In november 1865 werd Savelberg benoemd tot kapelaan aan de St. Pancratiusparochie in Heerlen. Dezelfde wantoestanden die hij in Schaesberg had proberen op te lossen, trof hij ook in Heerlen aan. Het lukte hem ook nu weer niet voldoende geld voor een tehuis voor bejaarden en weeskinderen bijeen te brengen. Uiteindelijk was zijn overbuurman bereid zijn eigen huis als opvanghuisje ter beschikking te stellen.

Op de vierde oktober 1867 werd het godshuisje geopend. Nu was het zaak zusters voor de verzorging te krijgen. Binnen een jaar had hij zeven godsdienstig ingestelde vrouwen gevonden. In 1870 betrokken de Franciscanessen een ander pand en kon Savelberg het oude gebouw huren. De kapelaan ging ook zelf in het pand wonen. In het begin werd er bittere armoede geleden. De zusters moesten bij de boeren in de omgeving om voedsel gaan bedelen. Op 21 juni 1872 werden de eerste zes novicen ingekleed en was de congregatie van de Kleine Zusters van de Heilige Joseph geboren. De zusters leefden volgens de regel van de Derde Orde van Sint Franciscus.

De mannelijke tak van de congregatie, de Broeders van de Heilige Joseph, kwam in 1878 tot stand. Op 16 juni van dat jaar werden de eerste twee broeders ingekleed. De bedoeling was een religieuze orde van broeders en priesters te stichten. De Latijnse school, die in het begin van de jaren tachtig werd opgericht, werd geen succes. Het plan om eigen priesters op te leiden moest men toen laten varen. In de huizen van de congregatie werden veel zenuwpatiënten verpleegd. Toen de waterkuur van pastoor Kneipp uit Wörishofen in Beieren, Duistland, een goede geneesmethode voor deze zieken bleek, werd broeder Aloysius naar Beieren gestuurd om de Kneippmethode te leren. De Kneippinrichting van broeder Aloysius in Heerlen werd later een groot succes.

In 1879 vierde kapelaan Savelberg zijn 25-jarig Priesterfeest. In hetzelfde jaar werd hij op eigen verzoek ontslagen als kapelaan en kon hij zich geheel aan zijn congregaties gaan wijden. Er kwamen nu van alle kanten verzoeken voor nieuwe stichtingen binnen. In 1876 werd een filiaal in Schaesberg ingericht. De eerste grote stichting buiten Heerlen vond plaats in Heel bij Roermond. Deze inrichting werd een toevluchtsoord voor imbeciele en idiote kinderen, epileptici, gebrekkige en kindse bejaarden, voogdij- en weeskinderen en maatschappelijk ongeschikten. In 1889 werden er kloosters in Waubach en Buggenum geopend. In beide dorpen begonnen de zusters een naai- en bewaarschool en verzorgden zij de wijkverpleging. In 1890 namen de zusters de huishoudelijke zorg in colleges en seminaries op zich. Zij trokken ook de grens over naar België: Lanaken, Rothem, Gellik en Stokkem. In deze plaatsen verzorgden zij de bewaarschool, het lager onderwijs, de wijkverpleging en de verzorging van armen, wezen en ouden van dagen.

In het nieuwe St. Jozefziekenhuis van Heerlen, dat in 1904 zijn deuren opende, werden de zusters belast met de verpleging. De laatste stichting tijdens het leven van Savelberg was een doorgangshuis voor ongehuwde moeders en hun kinderen in Den Haag.

Laatste levensjaren

Bij het 25-jarig bestaan van de congregatie kregen alle broeders en zusters van Savelberg een exemplaar van de litanie van de nederigheid. Dit was een typisch cadeau van Savelberg. Eenvoud, bescheidenheid en nederigheid waren het kenmerk van zijn leven en hij wilde dat zijn zusters en broeders ook over deze eigenschappen zouden beschikken. Zelf was Savelberg een stille, wat schuchtere en bedeesde man. Hij was enigszins gesloten van aard en leefde graag in teruggetrokkenheid en stilte.

Op 3 september 1904 vierde hij zijn 50-jarig Priesterfeest. Heel Heerlen bracht hulde aan het "rectörke van het klösterke", Zoals hij in Limburg genoemd werd. Bij deze gelegenheid werd hij wegens zijn grote verdiensten door Paus Pius X tot erekamerheer verheven. Voortaan mocht hij de titel "monseigneur" voeren. De deken van Heerlen hing hem de bij deze onderscheiding horende paarse sjerp om. Nauwelijks was dit gebeurd, of de uiterst bescheiden man, verlegen met zoveel eer, vroeg om zijn overjas, trok hem aan en knoopte hem van boven tot onder helemaal dicht, zodat er geen snippertje paars meer te zien was. In 1905 werd Savelberg benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Begin 1907 werd hij ziek. Op 16 januari droeg hij zijn laatste Heilige Mis op. De bisschop had al rector Leonard Driessen als zijn opvolger aangewezen. Op 10 februari vierde hij zijn tachtigste verjaardag. Een dag later overleed hij, omringd door zijn opvolger en zijn broeders en zusters.

De begrafenis werd een triomftocht. Van alle kanten stroomden de mensen toe om deze man, die zoveel voor armen en hulpbehoevenden gedaan had, de laatste eer te bewijzen. Mgr. Savelberg werd in een grafkelder op het kerkhof bij het klooster van de broeders in Heerlen begraven. Op 8 september 1960 werd hij, in een speciaal voor hem gebouwde ronde kapel naast het moederhuis van de zusters, herbegraven. Het proces van zaligverklaring is in 1934 gestart. In 1988 kreeg hij de titel Eerbiedwaardig Dienaar Gods. Op 4 juli 1964 werd aan de Putgraaf een standbeeld van de monseigneur onthuld. Het is vervaardigd door de bekende beeldhouwer Mari Andriessen.


Graftombe kepel Peter Savelberghklooster

Gebeden tot Mgr. Savelberg

In de naam van de Vader, en de Zoon en de Heilige Geest. Amen.
Goede Monseigneur Savelberg. Wij zijn hier in deze kapel/kerk samen gekomen of zijn
elders om te bidden voor Uw zalig- en heiligverklaring en wij hopen dat Onze Lieve Heer
U de gunst verleend om één of meerdere van onze zieken in Zijn naam te genezen.
Wij danken God en u hiervoor met de meeste eerbied.
Wij bidden samen de Geloofsbelijdenis
Wij bidden het rozenhoedje van de Blijde Geheimen

Eerste geheim: De engel Gabriël brengt de blijde boodschap aan Maria.
Tweede geheim: Maria bezoekt haar nicht Elisabeth.
Derde geheim: Jezus wordt geboren in de stal van Bethlehem.
Vierde geheim: Jezus wordt in de tempel aan God opgedragen.
Vijfde geheim: Jezus wordt in de tempel teruggevonden.

Ofschoon Uw naam Monseigneur Savelberg anders doet vermoeden, was U een eenvoudige,
hardwerkende kapelaan, die zichzelf volledige wegcijferde en zich nooit opdrong of op Uw recht stond.
U heeft zich altijd ingezet voor onze allerarmste medemensen.
Nadat U de congregaties van de Kleine Zusters en Broeders van de Heilige Joseph had opgericht,
nam U op eigen verzoek ontslag als kapelaan,
omdat U het steeds drukker kreeg en U zich geheel aan beide congregaties wou gaan wijden.
Wegens Uw grote verdiensten werd U op 3 september 1904,
ter gelegenheid van uw vijftigjarig Priesterfeest, benoemd tot erekamerheer van Paus Pius X
en kreeg U de daarbij behorende titel van Monseigneur.
U wou dat de zusters en broeders zouden beschikken over de eigenschappen
van eenvoud, bescheidenheid en nederigheid.
Daarom vond U het belangrijk dat zij vaak de volgende litanie baden.

Litanie van de nederigheid

Jezus, zachtmoedig en nederig van hart, verhoor mij.
Van het verlangen om te worden geacht, verlos mij, Jezus
Van het verlangen om te worden bemind, verlos mij, Jezus
Van het verlangen om te worden geprezen, verlos mij, Jezus.
Van het verlangen om te worden geëerd, verlos mij, Jezus.
Van het verlangen om te worden voorgetrokken, verlos mij, Jezus.
Van het verlangen te worden geraadpleegd, verlos mij, Jezus.
Van het verlangen om voor degelijk aangezien te worden, verlos mij, Jezus.
Van de angst om te worden vernederd, verlos mij, Jezus.
Van de angst om te worden geminacht, verlos mij, Jezus.
Van de angst om te worden achtergesteld, verlos mij, Jezus.
Van de angst om te worden belasterd, verlos mij, Jezus.
Van de angst om te worden vergeten, verlos mij, Jezus.
Van de angst om te worden bespot, verlos mij, Jezus.
Van de angst om te worden beledigd, verlos mij, Jezus.
Van de angst om te worden verdacht, verlos mij, Jezus.
Dat mijn medemensen meer achting genieten dan ik, Jezus, geef mij de genade dit te wensen.
Dat zij tot hun recht mogen komen, maar dat ik terzijde word gesteld, Jezus ...
Dat zij in de waardering van de wereld mogen groeien en ik achtergesteld word, Jezus
Dat zij geprezen en ik verwaarloosd word, Jezus
Dat zij in elk opzicht boven mij worden voorgetrokken, Jezus ... Amen.
Wij hopen vurig dat er in Limburg, Nederland en de rest van de wereld weer veel jongemannen
gaan kiezen voor het ambt van priester, want de huidige pastoors en kapelaans kunnen hun
belangrijk werk bijna niet meer aan, daarom bidden wij de volgende litanie:

Litanie om Heilige Priesters

Heer, ontferm U over ons. Christus, ontferm U over ons.
Heer, ontferm U over ons. Christus, aanhoor ons.
Christus, verhoor ons.
God, hemelse Vader, ontferm U over ons.
God, heilige Geest, ontferm U over ons.
God Zoon, Verlosser van de wereld, ontferm U over ons.
Heilige Drievuldigheid, één God, ontferm U over ons.
Jezus, eeuwige Hogepriester, geef ons heilige priesters.
Jezus, die uw apostelen met de heilige Geest hebt geheiligd, geef ons heilige priesters
Jezus, die hen en alle priesters met Goddelijke macht hebt omkleedt, geef ons heilige priesters
Jezus, die aan uw priesters macht hebt gegeven het Offer der Heilige Mis op te dragen, geef ons heilige priesters
Jezus, die in de H. Mis de priesters met U en door U offeraar laat zijn, geef ons heilige priesters
Jezus, die U door priesterhanden laat uitdelen aan de zielen, geef ons heilige priesters
Jezus, die aan uw priesters de verkondiging van het woord Gods hebt opgedragen en toevertrouwd, geef ons heilige priesters
Jezus, die aan uw priesters de macht hebt gegeven om de zonden te vergeven, geef ons heilige priesters
Jezus, die hun macht gegeven hebt om te zegenen, geef ons heilige priesters
Jezus, die uw priesters hebt aangesteld tot uitdelers van uw genademiddelen, geef ons heilige priesters
Jezus, Goddelijke Middelaar, wij bidden U, verhoor ons.
Dat Gij aan de wereld vele en heilige priesters wilt schenken, wij bidden U,
Dat de priesterroeping in vele edelmoedige jongenszielen moge ontluiken, wij bidden U,
Dat zij die heilige roeping ongeschonden mogen bewaren, wij bidden U,
Dat uw gelovigen de roeping tot het priesterschap mogen eerbiedigen en bevorderen, wij bidden U,
Dat onze priesters waarlijk het zout der aarde mogen zijn, wij bidden U,
Dat zij door hun heilig leven het licht der wereld mogen zijn, wij bidden U,
Dat zij vurige zielenherders mogen zijn, wij bidden U,
Dat zij gaarne om U en de zielen arm, miskend en lijdend willen zijn, wij bidden U,
Dat al onze priesters vurige vereerders en apostelen van het H. Hart van Jezus mogen zijn, wij bidden U,
Dat zij een grote liefde mogen hebben tot de Allerheiligste Maagd Maria, wij bidden U,
Dat zij de sterkte der martelaars, het licht der belijders en de zuiverheid der maagden mogen bezitten, wij bidden U,
Dat zij het volk dat aan hen is toevertrouwd, op de weg van het eeuwig heil mogen voeren, wij bidden U,
Lam Gods, dat de zonden van deze wereld wegneemt, spaar ons Heer.
Lam Gods, dat de zonden van deze wereld wegneemt, verhoor ons Heer.
Lam Gods, dat de zonden van deze wereld wegneemt, ontferm U over ons.

Het gebed voor de zielen in het vagevuur van de Heilige Gertrudis de Grote van Helfta.

Eeuwige Vader, ik offer U het meest kostbare bloed van Uw Goddelijke Zoon, Jezus,
in eenheid met de H. Missen die vandaag over de gehele wereld worden opgedragen,
voor alle zielen in het vagevuur, voor zondaars overal ter wereld, voor zondaars in de universele Kerk, zondaars in mijn eigen huis en binnen mijn familie. Amen.

Wij bidden voor de volgende intenties:

Voor eenheid onder de christenen, wij bidden U verhoor ons
Voor wijsheid in geloof voor onze Heiligheid de paus, bisschoppen, priesters en diakens Wij bidden U verhoor ons
Tot herstel van het Christelijk gezin, wij bidden U verhoor ons
Voor vrede onder de volkeren en in de harten van de mensen, wij bidden U verhoor ons
Voor genezing van mensen die blind, of slechtziend zijn, wij bidden U verhoor ons
Voor genezing van mensen die doof of slechthorend zijn, wij bidden U verhoor ons
Voor genezing van mensen met epilepsie, wij bidden U verhoor ons
Voor genezing van verslaafden, vooral van alcohol-, of drugs-, of nicotine-, of gok- of seksverslaving, wij bidden U verhoor ons
Voor genezing van kankerpatiënten, wij bidden U verhoor ons
Voor genezing van mensen met hartkwalen, wij bidden U verhoor ons
Voor genezing van mensen met long-, maag- en darmkwalen, wij bidden U verhoor ons
Voor genezing van Parkingson-patiënten, wij bidden U verjoor ons
Voor genezing van ALS-patiënten, wij bidden U verhoor ons,
Voor genezing van MS-patiënten, wij bidden U verhoor ons,
Voor genezing van mensen die lijden aan depressiviteit, wij bidden U verhoor ons
Voor genezing van ziekten die hierboven niet zijn genoemd, wij bidden U verhoor ons.

Monseigneur Savelberg wees onze voorspreker bij de Heer om genezing te vragen van onze ziekten, handicaps en kwalen.
Wij danken U voor Uw voorspraak bij de Heer en hopen dat er spoedig een aantal van ons zal genezen en dat dit zal leiden tot Uw zalig- en heiligverklaring. In de naam van de Vader, en de Zoon en de Heilige Geest. Amen.

Jos De Bres

21-06-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Advent
Advent

Het woord 'advent' is afgeleid van het Latijn: adventus [=komst, er aan komen] en advenire [= naartoe komen]. Letterlijk betekent Advent: God komt naar ons toe. De Advent heeft in de liturgie een dubbel karakter:
  • Het is de voorbereidingstijd op het Kerstfeest, de geboorte van Jezus Christus in onze mensengeschiedenis ruim 2000 jaar geleden.
  • Eveneens is de Advent de periode van verwachting van Jezus'  wederkomst op aarde.
Advent begint op zondag vier weken voor Kerstmis, dus de zondag tussen 26 november en 4 december. De zondagen van deze tijd heten eerste, tweede, derde en vierde zondag van de Advent. Zo leven wij in de Advent naar het kerstfeest toe, opdat Jezus, Emmanuel God-met-ons, ook in ons eigen leven geboren mag worden. In deze periode worden wij uitgenodigd om verwachtingsvol uit te kijken naar Kerstmis.Wij maken ons hart klaar om Hem te ontvangen en opnieuw binnen te laten. De liturgie van de 4 adventszondagen wil dit ondersteunen en stapsgewijs gestalte geven.


In de Katholieke kerk komt een adventskrans te hangen. Daar staan vier kaarsen op. Iedere zondag van de Advent wordt er een kaars ontstoken. We zien uit naar de komst van Jezus, 'het Licht der wereld'. Hoe meer kaarsen van de adventskrans branden, hoe meer licht er is, dat wil zeggen hoe dichter Jezus, het Licht, nabij is. De adventskrans is gemaakt van dennengroen, groen uit de natuur dat tegen de winter kan. Het paarse lint dat doorheen het groen is geslingerd, spoort ons aan tot nadenken over onszelf.


De priester draagt in deze adventstijd een paarse kazuifel. Paars is de kleur van bezinning, boete en bekering. In de advent wordt het "Eer aan God" [Gloria] niet gebeden of gezongen. Dit vreugdelied zongen de engelen in Betlehem bij de geboorte van Jezus. We zingen het in de Advent niet, omdat de Advent een tijd van inkeer is: zo klinkt het met Kerstmis weer als een nieuw lied. Dat nieuwe lied mogen we met Kerstmis met de engelen meezingen, vol blijdschap om de geboorte van Jezus.

Geen twijfel: Medjugorje staat symbool voor de Tweede komst van Christus

Janice: Hebben alle gebeurtenissen een betekenis?
Vicka: Ja. Overweeg bijvoorbeeld mijn naam. Mijn echte naam is Vida wat "leven" betekent. De Gezegende Moeder heeft me de geschiedenis van haar leven verteld en vroeg me dat op te schrijven met haar hulp. Ze zei me de titel van het boek "Leven."

Janice: Een boek?
Vicka: Ja, ik heb drie boekdelen.

Janice: Wanneer zal het beschikbaar zijn?
Vicka: Als de Gezegende Moeder het zegt. Alles is klaar, alles is voorbereid. Ik wacht aleen maar.

Janice: Geeft onze naam ons aanwijzingen over iemand, die God weet wie we zijn?
Vicka: Ja. Mijn naam Vicka betekent "leven", Ivanka en Ivan betekenen "Johannes". De Gezegende Moeder verscheen voor het eerst in Medjugorje op de dag van het Feest van Johannes De Doper. Zijn boodschap was "Doe boete, het koninkrijk van de hemel is op handen." Hij bereidde de weg voor voor de komst van de Messias. Marija en Mirjana betekenen "Maria", de naam van de Gezegende Moeder, en Jakov betekent Jacobus. Dit is de Heilige Jacobus de Meerdere.

Tien dingen die u moet weten over het ontstaan en de evolutie van de Advent
  • De eerste optekeningen van een "voorbereiding voor Kerstmis" worden teruggevonden in de akten van de synode van Saragossa, Spanje, gehouden in het jaar 380. Deze synode kondigt af dat alle gedoopte Christenen in de Kerk aanwezig moeten zijn van 17 december tot 25 december, in het totaal acht dagen. Het zijn nog geen volle vier weken, maar het is reeds een begin.
  • Van de Heilige Caesareus van Arles [502-542] staan de eerste sermoenen over de Advent opgetekend.
  • De synode van Mâcon in Gallie [het huidige Frankrijk] uit 581 is de eerste echte optekening van wat we het "Seizoen van de Advent" mogen noemen. Deze verklaring houdt in dat de liturgische normen van de Vasten eveneens van toepassing zijn op de Advent, tussen 11 november en 24 december. Het verband dat hier wordt gemaakt tussen de Vasten en de Advent verklaart eveneens de paarse boetekleur van het priesterkleed tijdens zowel de Vasten als de Advent.
  • Er bestaat een afschrift van een sermoen van de Heilige Gregorius de Grote voor de Tweede zondag van de Advent. Hij was Paus van 590 tot 604.
  • In de zevende eeuw zijn er in Spanje vijf zondagen tijdens de Adventsperiode. Het Gelesiaanse Sacramentarium levert ook de liturgische misgedeelten voor de "vijf zondagen van de Advent." Een sacramentarium is een boek met gebeden die de priester voorlas tijdens de mis. Het was het boek voor de priester die de mis opdroeg en bevatte alle gebeden die hij moest zeggen, maar geen andere testen. In die tijd was het nog niet de gewoonte dat de priester bij het altaar de woorden herhaalde die het koor of de misdienaren zongen, zoals dat de regel werd voor de Tridentijnse Mis.
  • De Oosterse Kerken zien vanaf de achtste eeuw de Adventsperiode als een tijd van "stricte onthouding en vasten," een praktijk die thans nog van toepassing is in de Oosterse Orthodoxie. Zie ook hier het verband met de Vasten. In de Orthodoxe kerken is het rood echter de hoofdkleur tijdens de Advent.
  • De Heilige Paus Gregorius VI [1073-1085] brengt het aantal zondagen van de Advent van vijf op vier.
  • De derde zondag van de Advent wordt de "Gaudete" genoemd en die dag kan de kleur roze gebruikt worden, om het feestelijke karakter van deze zondag weer te geven. "Gaudete" betekent "verheugen", omdat de derde zondag aanduidt dat de helft van de Advent voorbij is. Ook dit gebruik is een verwijzing naar de vasten. Laetere is de vierde zondag is vastentijd, halfvasten dus en net zoals op zondag Gaudete tijdens de Advent, mag er op die dag roze als liturgische kleur gebruikt worden.
  • De Adventskrans, die we in vele Katholieke huisgezinnen terugvinden, is een eerder modernere uitvinding. Het brengt ons terug naar een negentiende eeuwse Duitse gewoonte en vond zijn oorsprong in de Lutheraanse Kerk. Deze praktijk werd al vlug overgenomen door de Beierse katholieken en raakte vervolgens verspreid over de hele wereld.
  • Het liturgische seizoen van de Advent is reeds een vooruitlopen op de Tweede Advent [Komst] van Christus, terwijl eveneens de Eerste Advent [Komst] van Christus wordt herdacht. De Advent viert dus Gods handelingen door Zijn Zoon Jezus Christus en duidt dus op de periode waarin de gehele Christelijke geschiedenis wordt vervat [zowel de voorafgaande als de nog komende periode].
Een vredevol Adventseizoen in gebed

Ook Onze Lieve Vrouw van de Rots van Belpasso heeft het over de Tweede Komst van Christus

[...]

De geheimen maken deel uit van Gods groot plan "met het oog om alles in de hemel en op aarde onder één hoofd bijeen te brengen, onder Christus." [Efeziërs 1:10] Het is een versnelling van de geschiedenis tot de Parousia, de Tweede Komst van Christus. Dat de Heer toont dat deze geheimen bestaan is een bijkomend teken van Zijn Barmhartige Liefde van Zijn Hart en Zijn bijzondere voorliefde voor Zijn volk.

Rosario Toscano [ziener]

[...]

Verschillende betekenissen van Kerstmis en de Advent

Wachten op licht, de winterzonnewende

Een algemeen menselijke ervaring

In deze periode van het jaar ervaren we sterk de afname van het licht en de warmte doordat de kracht van de zon op het noordelijk halfrond afneemt. Mensen reageren minder uitbundig. Kruipen in dikke en donkere klederen. Haasten zich vlugger door het verkeer, van buiten rap naar binnen. Hun hoofd tussen de schouders en handen in de zakken. Ze lopen dichter bij elkaar, arm in arm om warmer te hebben. Ze zoeken de warmte op bij de haard, de centrale verwarming, de kachels. Door de duisternis zien mensen minder goed wat zich rondom hen afspeelt. Ze voelen zich vaak onveiliger en angstiger en onzekerder in hun handelingen. Daardoor haasten ze zich naar plekken waar er meer licht is en willen snel naar huis.

De mensen komen minder naar buiten als het donker en koud is. Om het warm te maken steken ze de verwarming of de haard aan en kaarsen voor de gezelligheid. Het zijn tekenen van het afnemende levensgevoel in de donkere periode van de winter waarbij de koude en de duisternis het lijken te winnen van de warmte en het licht.

Germaanse wortels

Terwijl het zonlicht zwakker werd en de dagen korter, maakte de overvloed van de oogst geleidelijk aan plaats voor een soms genadeloze strijd om het naakte bestaan. Rond 22 december kwamen er de momenten dat de zon bleek stil te staan. Voor de Germanen was de tijd dat de zon een aantal dagen stilstond aan de hemel, 'winterzonnewende', het heiligste feest van het jaar.

Als de zon stilstond, zo dachten de Germanen, 'werkte' zij niet. Het zou goed zijn als de mensen uit eerbied voor de zon het werk ook zouden laten. Gedurende de tijd dat de zon aan de hemel stilstond, lieten de Germanen daarom alle arbeid rusten. Geen wagen- of spinnewiel mocht draaien. Symbolisch werd dit uitgedrukt door een met bosgroen versierd wagenrad aan het plafond van de woning te hangen.

Elk jaar opnieuw leek het er aanvankelijk alles van te hebben, dat het licht en daarmee het leven het onderspit zouden delven. Toch bleek de hoop op en de verwachting naar het licht onstuitbaar. Om die hoop uit te beelden en te ondersteunen brandden de Germanen grote vuren als ondersteuning van het licht en de zon. Dergelijke vuren waren bedoeld als grondige reiniging van zichzelf en van huis en haard, als afweermiddel tegen boze geesten van de duisternis, als onderstreping van het welkom zijn van het nieuwe jaar en de nieuwe zon.

Met dezelfde bedoelingen trok men ook rond met brandende fakkels en maakte men ook van takken en stro een rad, dat als symbool van de zon en van de eeuwige cirkelgang ervan ter ondersteuning, opwekking en versterking brandend van een helling werd gerold. Ze drukten daarbij de hoop en het verlangen naar meer licht en leven uit.

In realiteit beginnen vanaf 22 december stilaan de dagen te lengen, het verminderende licht komt op een keerpunt, het herwint aan kracht. De midwinterzonnewende wordt een feit. Het moment van het keren van de duisternis, de ombuiging naar het licht wordt gevierd. De levensverwachting, de hoop, de nieuwe vruchtbaarheid, het leven wordt gevierd, want telkens opnieuw blijkt het zonlicht het laatste woord en de langste adem te hebben.

Christelijke betekenis

De periode van de advent is een christelijk gebeuren van stil worden en verwachten, van voorbereiden en leven naar het kerstfeest toe. Kerstmis is voor christenen een herdenkings- en herinneringsmoment van de geboorte van Jezus. Zij kijken uit naar het moment dat Jezus, [Emmanuel' of 'God-met-ons'] ook in het eigen leven geboren mag worden. De langverwachte Messias komt als een schamel kind ter wereld, een teken van tegenspraak. In deze periode worden christenen uitgenodigd een grondhouding van verwachting en openheid aan te nemen. Zij maken hun hart klaar om Hem te ontvangen en opnieuw binnen te laten.

Het komende 'Licht'

De adventskrans is een christelijke, symbolische, beeldende uitdrukking van verwachting en hoop. Het woord advent, komt van het Latijnse 'adventus' wat 'de komende' betekent, 'God komt naar ons toe'.

In de geboorte van Jezus herkennen ze de menswording van God in de wereld. Hij is voor christenen een 'lichtend' voorbeeld om naar te leven. Jezus' daden werden door mensen als een 'licht' in de 'duisternis' van hun bestaan ervaren. In hem herkenden ze Gods 'licht' voor de mensen.

Christenen zeggen van Jezus: 'Hij is het licht van de wereld'. Eveneens is de Advent de periode van verwachting van Jezus' wederkomst op aarde. De lezingen uit de bijbel in de periode van de advent verwijzen naar duisternis en licht in het leven. 'De nacht loopt ten einde, de dag breekt aan' (Rom 13,12) en 'Het volk dat rond dwaalt in het donker ziet een helder licht. Over hen die wonen in een land vol duisternis gaat een stralend licht op' (Jes 9,1).

De Advent is ook de periode van verwachting van Jezus' wederkomst op het einde der tijden, wanneer God "alles in allen" zal zijn.

De Advent begint op de zondag die het dichtst ligt bij het feest van Sint-Andreas (30 november), soms dus al eind november, nog vóór Sinterklaas. De advent telt in ieder geval altijd vier zondagen, maar omdat Kerstmis niet per se op een zondag valt, kan het aantal weekdagen verschillen, de Advent duurt op zijn kortst drie weken en één dag. De Advent begint op de zondag vier weken voor Kerstmis, de zondag tussen 26 november en 4 december. In 2004 start de Advent derhalve op zondag 30 november.

De zondagen van de adventstijd heten 1e, 2e, 3e, 4e zondag van de Advent. De eerste zondag is traditioneel ook de eerste dag van het nieuwe kerkelijke jaar. In de liturgie vormen Advent, Kerstmis, Onschuldige Kinderen (28 december), het Feest van de Heilige Familie (zondag tussen kerst en nieuwjaar), Driekoningen (6 januari) en het Doopsel van Jezus (zondag na 6 januari) samen de 'Kerstkring'.

Vroeger begon de Advent met Sint-Maarten (11 november). Die periode van zes weken kende ook vastendagen, vergelijkbaar met de periode van de vasten voor Pasen.

Een krans van licht met vier kaarsen

De meest gekende adventskrans is de groene krans met de vier rode kaarsen en het rode lint, tekens van leven en liefde, hoop op licht. Elke zondag van de advent wordt er telkens één rode kaars meer aangestoken. Het symboliseert de toename van het licht, het overwinnen van de duisternis, het groeien van de hoop en de verwachting naar de komst van de Messias. Vlak voor Kerstmis branden dan vier kaarsen.

Op kerstdag zelf kan men de kerstkaars ontsteken. Dat is een witte (grote) kaars die men midden in de krans plaatst. Wit is het symbool voor de zuiverheid van Christus, de puurheid van een kind.

Rond de krans wordt een rood lint gewikkeld. De rode kleur is de kleur van het leven. Ze verwijst naar de kleur van het bloed, en ook van de liefde en de hartstocht. Ook rijpe vruchten en bessen zijn vaak rood. Daarom is rood ook een feestkleur, want feesten wijzen op de overvloed van leven(svruchten) en vreugde. Rood verwijst verder naar warmte, het vuur en de zon. De rode kleur van de eeuwige levensstroom wordt gesymboliseerd door het aanbrengen van een rood lint dat omheen de krans wordt gewikkeld.

Als men in de advent streng de kleuren van de liturgie volgt, hanteert men (zoals in traditionele Lutherse kloosters waar de traditie sterk ingang vond) op de groene adventskrans 3 paarse en 1 roze kaars en paarse linten. De advent is een periode van bezinning en inkeer. Vandaar de paarse kleur in deze tijd van het jaar. Op de 3de zondag van de advent wordt het "gaudete" (verheugt u) gezongen en dan brandt de roze kaars en draagt de priester roze gewaden in deze kloosters als teken van vreugde omdat de komst van de Heer aangekondigd werd en men al voorbij de helft van de advent is. Met Kerstmis worden de paarse linten vervangen door witte linten en de krans wordt omhoog gehangen in het gewelf van de kerk. In het midden kan een bloemstuk komen met witte linten of een maretak als symbool van de geboorte van het Kind dat geluk brengt.

Een adventskrans kan ook een "lichtkrans" zijn. Die adventskrans wordt opgebouwd van donker naar licht. Jezus is het Licht van Kerstmis. Op de eerste adventszondag wordt een donkere kaars aangestoken, bijvoorbeeld diepblauw. Dan volgen kaarsen met een lichtere kleur: vb. groen, dan oranje en geel, of variaties van donkerblauw naar lichtblauw. De mogelijkheid is ook van klein naar groot enz.

Een ronde zonnecirkel

Het midwinterfeest, bij de Germanen 'Jul' feest genoemd, werd gevierd in de "Julmond" (december), met "Julbrod", brood gebakken in de vorm van zonneraderen, van slangen of van hoorntjes. "Jul" in het Germaans betekent "wiel" of "rad". Het rad van de zon dat blijkt stil te staan. Het wiel, het rad dat niet draait wordt symbolisch opgehangen, de vuren worden (zoals de zon) gedoofd en later opnieuw aangestoken. Het brood werd en wordt nog steeds gebakken in de vorm van een cirkel, van een rad, waarop kaarsen aangebracht werden, ter verduidelijking van het zonnerad. Het rad van de zon symboliseerde ook de eeuwige wederkeer van de seizoenen, de steeds herlevende vruchtbaarheid van het groene gewas. De cirkel van geboren worden, groeien, bloeien, vrucht en zaad dragen en weer sterven om nadien weer op te rijzen. Vandaar dat vele adventskransen met vruchten en zaden worden bekleed: appels, sparappels, noten enz.

Ook bij de Romeinen werd het feest van de onoverwinnelijke zon gevierd. De volgelingen van Mithras, de lichtgod, identificeerden hun god met de zon. In een besloten kring van ingewijden werd op 25 december - de dag van de winterzonnewende - de geboortedag gevierd van Mithras oftewel van de onoverwinnelijke zon. Dat werd uitgebeeld door optochten met beelden van een pasgeboren kind. Ook vierde men de dood van het oude jaar en de geboorte van het nieuwe gedurende ongeveer een week feest ter ere van Saturnus, de zogeheten Saturnalia. Saturnus werd door de Romeinen vereerd als de god van de landbouw en meer specifiek van het zaaien en de zaaitijd. De huizen werden versierd met takken 'heilige' hulst en klimop voor Saturnus, als bescherming tegen het kwade. Overal werden grote feestmaaltijden aangericht en men ging bij vrienden en verwanten op bezoek. Men bedacht elkaar met kleine cadeautjes, waarbij vooral de kinderen wel vaarden. De geschenken die zo uitgewisseld werden, waren vooral speciaal voor de gelegenheid gebakken beeldjes van aardewerk en waskaarsen die zinnebeeld van het zonlicht waren en die de terugkeer van dat licht mee zeker moesten stellen.

De oudste vermelding van het christelijke kerstfeest vindt men in een geschrift van 354, waarvan de kalender teruggaat tot ongeveer 336. Het is rond de tijd dat keizer Constantijn de Grote (272-337) zich in 313 tot christen bekeerde, dat het oosterse kerstfeest in het westen wordt overgenomen. Paus Julius I verklaart in het jaar 330 de 25e december tot geboortedag van Christus, en geeft aan 25 december een andere betekenis: niet de zon, maar Christus is "de onoverwinnelijke zon" (Sol Invictus), "de zon der gerechtigheid" (Sol Justitiae), kortom "het licht der wereld". Zo krijgt het midwinterfeest een christelijke betekenis. Het is vrijwel zeker, dat Kerstmis is ontstaan als christelijke tegenhanger (of vervanger) van het Romeinse feest van de geboortedag van de zon. Later gebeurde in onze streken bij de kerstening het zelfde met het Germaanse Julfeest. Vanaf die tijd viert men het feest gedurende vier dagen te beginnen op 25 december. Later viert men het geboortefeest alleen op de 25e en wordt de 26e gewijd aan Sint Stefanus, de eerste christelijke martelaar; de 27e aan Sint Jan de evangelist en de 28e aan de Heilige Onnozele kinderen (een juistere benaming zou zijn 'onschuldige kinderen'), naar het verhaal van Matteüs.

Zo wordt de oorspronkelijke verwijzing van de ronde krans als symbool van de zon vervangen door Jezus Christus. Men plaatst vaak op kerstdag een grote witte kaars in het midden om dat christelijk geloof uit te drukken.

Een krans van groen

Omdat planten en bomen overweldigend in groen aanwezig zijn en onontbeerlijk voor het menselijk leven, symboliseert de groene kleur het leven op aarde. Door het afnemende licht en de toename van duisternis en koude is die kleur bijna 'letterlijk' weggevallen (bij het vallen van de bladeren). De hoop op nieuw leven, op het herstel van het groen wordt uitgedrukt in het ophangen en neerplanten van takken die toch nog groen blijven in de winter. Ze zijn blijkbaar van en bijzondere kracht voorzien. Ze symboliseerden voor onze Germaanse voorouders dan ook bij uitstek de verwachting naar nieuw leven, vruchtbaarheid en licht. Ook vandaag nog laten de groene takken van de den, de ceders en de spar, de hulst en de maretak (mistletoe) deze hoop op nieuw beginnend leven zien.

Christenen hebben deze gebruiken overgenomen. Ze hebben daar hun eigen verhalen en geloof aan verbonden. Christenen verwijzen met de groene kleur voor de hoop op nieuw leven vaak naar de duif in het verhaal van Noach die na de zondvloed op zoek gaat naar nieuw beginnend leven en terugkeert met een kleine groene olijftak. Tegelijkertijd is deze tak symbool van vrede en de duif wordt de vredesduif genoemd. 'Vrede op aarde' werden ook de mensen toegezegd door de engelen in het geboorteverhaal van Jezus. De groene twijgen worden ook verbonden met de verwachting van de profeet Jesaja: Een twijg ontspruit aan de stronk van Isaï, een telg ontbloeit aan zijn wortel... (Jes 11,1-9).

Gebruiken rond Kerst

Kerstster

De Kerstster is rechtstreeks terug te voeren op het Kerstverhaal, zoals dat in het evangelie van Matteüs wordt beschreven. De Ster van Bethlehem gaf de plaats aan waar de Koning der Joden geboren zou zijn. De drie wijzen volgden de ster om via koning Herodes het kindje Jezus te bezoeken om deze geboorteplaats vervolgens te openbaren aan Herodes zodat het kindje gedood kon worden. De wijzen kwamen niet terug naar Herodes, dus gaf deze de opdracht tot de Kindermoord van Bethlehem opdat de geprofeteerde Messias hierbij zou omkomen. De Verlosser van het joodse volk zou immers als aangekondigde koning heersen, en Herodes achtte dit een bedreiging van zijn invloed. Hiermee is de kwaadschikse herkomst van deze ster theologisch bepaald.


Het ontsteken van kaarsen en ander licht heeft overigens evenzeer met oude pre-christelijke midwintertradities te maken. Ook als plant is de Euphorbia pulcherrima bekend als kerstster vanwege de rode bloemen die lijken op een ster.

Kerststal

Een directe verbeelding van het kerstverhaal vormen de kerststallen die met name in katholieke landen worden vervaardigd. Deze zijn van uiteenlopende materialen en grootte. Ook kerststallen met levende personen en dieren komen voor. De aanwezigheid van de os en de ezel in de stal heeft geen bijbelse oorsprong. Ze werden erbij geplaatst omwille van de zin uit het Oude Testament waar de profeet Jesaja zegt: De os en de ezel kennen beter hun Meester dan Israël. Die van de herders met hun schapen is wel op het evangelie gebaseerd, evenals als die van de drie Wijzen uit het oosten. Het decor van het kerstverhaal is dikwijls aangepast aan de plaatselijke omstandigheden. In Nederland en België betekent dat een winterse, barre omgeving. Overigens kan het in het Heilige Land ook sneeuwen en vriezen, hoewel het eerder zeldaam is.


Stal of grot?

De kerststal is een idee van Franciscus van Assisi die in 1223 op het idee kwam een levende kerststal in het dorp Greccio [Italië] op te zetten. Het idee komt voort uit de vertalingen van het evangelie van Lucas, waarin staat dat Jezus in een kribbe gelegd werd, omdat er geen plaats was in de herberg. De plaats van een kribbe is de stal, wat een logische keuze lijkt als de herberg zelf vol is. Vooral katholieke gezinnen halen met Kerstmis het stalletje van zolder.

Een andere traditie laat de geboorte plaatsvinden in een grot. Dit gegeven gaat terug op Justinus de Martelaar [± 150 na Christus] die schreef: "Omdat er voor Jozef niets te vinden was om de nacht door te bren­gen, ging hij maar zolang een grot binnen dichtbij Bethlehem". Justinus baseert zich op Jesaja [33,16]: "Hij zal wonen in een hoge spelonk van een sterke rots". Deze zin betrekt Justinus op Jezus. Wie een grot maakt van rotspapier, volgt Justinus.

Hoewel de tradities duidelijk verschillen, zijn hun afkomsten niet noodzakelijk in tegenspraak. In het Nabije Oosten werden in die tijd en later grotten inderdaad als stal gebruikt: er bestonden zelfs hele woonhuizen en zelfs dorpen die in rotsen uitgehakt waren.

Voor de tijd van Franciscus waren de afbeeldingen van het kersttafereel vaak tweedimensionaal en was het gebruikelijker de omgeving als grot af te beelden.

Kerstboom

De kerstboom [een spar, en geen dennenboom] gaat terug op een vruchtbaarheidssymbool. Over de ouderdom van het gebruik als kerstboom lopen de bronnen zeer uiteen. Waarschijnlijk hadden reeds de Germanen voor de kerstening rond de tijd van winterzonnewende [het joelfeest of Yule] een altijd groene boom in huis of op het erf. Vanwege deze heidense wortels heeft de Rooms-Katholieke Kerk de boom lange tijd geweerd uit het Christendom.

Luther verklaarde begin zestiende eeuw de kerstboom tot symbool van de geboorte van Jezus. Eerst stond de boom alleen nog in de kerken. Eind negentiende eeuw haalde men hem, allereerst in protestantse landen, alsnog de huiskamer binnen.

De kerstboom herinnert de christen, volgens Luther, aan de boom in het paradijs. De kerstboomballen waren de vruchten waarvan Adam en Eva aten. De piek in de boom staat voor de ster die de Wijzen de weg wees naar de geboorte­plaats van Jezus. Soms wordt de piek daarom door een ster vervangen.

De katholieken gaven eerder aan de kerststal, eventueel met groene versieringen, de ereplaats in huis. Pas sinds 1982 staat er in het Vaticaan ook een kerstboom. Protestanten weerden echter in het algemeen de beelden van de kerststal, vanwege hun beeldenverbod, vandaar had de kerstboom bij hen meer succes. Overigens bestond er rond de voortdurend groene naaldboom in de warmere, zuidelijke katholieke landen ook geen voorgeschiedenis of heidense folklore zoals in de Germaanse noordelijke landen.


De kerstboom wordt versierd met kaarsen of kerstboomverlichting [kleine elektrische lampjes in plastic behuizing], slingers, engelenhaar en kerstballen. De kerstboom wordt thans ook wel theologisch geïnterpreteerd als voorafbeelding van het hout van het kruis van Christus' lijden en offerdood. Daarnaast wordt met het groene hout verwezen naar de kribbe en het eeuwig leven dat door Jezus bewerkstelligd en verdiend werd, volgens de christelijke opvatting.

De Kerstman en zijn geschenken

Het geven van geschenken rond Kerstmis gaat terug op oude tijden, maar in België en Nederland was lange tijd vooral het Sinterklaasfeest het geschenkenfeest. De Kerstman leek op het einde van de twintigste eeuw Sinterklaas te gaan verdrijven. Zover is het niet gekomen, maar velen geven elkaar ook met Kerstmis geschenken. Deze gewoonte heeft geleid tot kritiek dat het feest al te commercieel zou zijn geworden. In veel bedrijven is het kertpakket een traditioneel bedankje voor het werk verricht in het afgelopen jaar.

De Kerstman is een afstammeling van Sinterklaas en wordt ook in verband gebracht met kabouters (Nisse of Tomte), zoals Sinterklaas op Sint Nicolaas, bisschop van Myra, teruggaat. Het Sinterklaasgebruik is meegenomen door emigranten naar Amerika. In Amerika werd Sinterklaas Santa Claus. De Kerstman heeft ongeveer dezelfde gebruiken als Sinterklaas, zoals cadeautjes geven, een lange baard en een rood pak, maar hij is inmiddels ontdaan van alle religieuze symboliek.


De Kerstman ontstond in de ons bekende vorm in de Verenigde Staten, eind negentiende eeuw en raakte door de reclame van Coca-Cola wereldwijd verspreid. Zo kan het zijn dat in beeltenissen de Kerstman nog een groen pak droeg, terwijl de Amerikaanse Santa Claus tegenwoordig uitsluitend rode met witte kleding draagt [zoals het logo van Coca Cola]. Santa Claus heeft nog wel een [vliegende] arrenslee getrokken door rendieren en wordt geholpen door elfjes op de Noordpool.

In vele landen heeft de commerciële kerstman [Santa Claus] de oorspronkelijke Kerstman echter niet verdrongen, denk aan de Joulupukki in Scandinavië of Father Christmas in Engeland. Hier zijn voorchristelijke elementen nog duidelijk in het kerstgebruik aanwezig. Het is ook zeker niet zo, dat de kerstman over de hele wereld verspreid rood met witte kleding draagt. De Kerstman draagt in veel landen nog blauwe, gouden of groene of nog kledij in een andere kleur.

Kerstmuziek

Met kerst wordt er vaak speciale kerstmuziek uitgebracht. Soms worden daarbij geluiden gebruikt die het beeld van een arrenslee moet oproepen [rinkelende bellen, etc.] Vooral de Christelijke Kerstliederen worden in voornamelijk in koor gebracht:

Enkele voorbeelden van traditionele christelijke kerstliederen:

  • "Stille Nacht, Heilige Nacht"
  • "De herdertjes lagen bij nachte
  • "Ere zij God"
  • "Gloria in excelsis Deo"
  • "Er is een Kindeke geboren op aard"
  • "Hoe leit dit Kindeke"
  • "Nu zijt wellekome"
  • "Adeste fideles" [Wij komen tezamen met refrein Venite adoremus "Komt laat ons Hem aanbidden"]
  • "Vom Himmel hoch da komm' ich her" (Luthers]
  • "Joy to the world, the Lord has come" [VS]

Voorbeelden van niet christelijke kerstliederen:

  • "O dennenboom"
  • "Jingle Bells"
  • "White Christmas"
In Oostenrijk en Duitsland komt niet de Kerstman maar het Christlkind (Christuskind). Deze brengt de geschenken op 24 december. Het Christlkind is door Maarten Luther uitgevonden omdat hij niet aan de heilige verering mee wilde doen waar het Sinterklaasfeest naar verwijst. Opvallend is dat tegenwoordig juist alleen in het katholieke gedeelte Christkind wordt gevierd. Terwijl de oorspronkelijke gedachte was dat het Christuskind geschenken geeft zoals Hij dat ook met zijn leven heeft gedaan heeft de laatste 50 jaar de figuur van het Christkind een gedaante verwisseling meegemaakt. In plaats van het onzichtbare christus kind is het geworden tot een engelachtige figuur. De laatste jaren heeft Christlkind te lijden onder de aanhoudende amerikanisering van de Kerstman. Zodoende is er een vereniging pro Christlkind ontstaan die de Kerstman wil bestrijden.

Kerstmarkt

Een kerstmarkt [Duits: Weihnachtsmarkt] is een markt die vaak enkele weken voor Kerstmis wordt gehouden. Dit is vooral een gebruik op pleinen in [grote] steden in aanvankelijk Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland, maar de Kerstmarkt is de laatste jaren uitgebreid tot zelfs in de kleinste dorpen, ook in onze streken. Op een kerstmarkt, die dikwijls in de open lucht wordt gehouden, staan diverse kraampjes, soms in de vorm van een klein huisje, met kerstartikelen zoals kerstballen, kaarsen, maar ook eten en drinken, zoals glühwein. Mensen bezoeken een kerstmarkt om in een soort kerststemming te komen.


Kerstwensen

De typische katholieke kerstwens is het "Zalig Kerstfeest" of "Zalige Kerstmis". Protestanten, maar ook niet-gelovigen, brengen vaker met de minder gedragen woorden "Prettige kerstdagen" of "Fijn kerstfeest" hun kerst- en seizoenswensen over. Andere protestantse groepen gebruiken ook de meer gedragen tekst "Gezegend Kerstfeest". Deze spreuken kunnen ook worden aangetroffen op kerstkaarten.




Overige

Naast de kerstboom zijn er tal van kerstversieringen, die buiten en binnenhuis opgehangen kunnen worden zoals een kerststuk of een guirlande op een schouw bij de open haard, langs de voordeur of trap. Zij kunnen bestaan uit kaarsen of lampjes, kerstballen, hulsttakken, etc. Ook het plaatsen van een kerstdorp wordt steeds populairder, net als het verlichten van de huizen of het plaatsen van verlichte symbolen in de voortuin. Ook zet men vaak een glazen kaarsenhouder met een theelichtje neer om het gezellig te maken in de donkere dagen voor kerstmis.

Naast liedteksten zijn er ook veel gedichten te vinden over Kerstmis. Sommige met een hoog gehalte aan romantiek en sentimentaliteit, andere meer literair van aard.

Een kerstdiner is vaak een feestelijke en uitgebreide avondmaaltijd, die vaak samen met familie genuttigd wordt rond en tijdens kerstmis. Het vleesgerecht kan fazant of kalkoen zijn, maar ook konijn of ree. Vooral in de Verenigde Staten staat meestal kalkoen op het diner.

In Engeland, de Verenigde Staten en Frankrijk hangt men een maretak op in huis. Deze altijd-groene epifyt is het symbool van vriendschap en vruchtbaarheid. Een meisje dat per ongeluk onder de maretak staat, mag door een jongen worden gekust. En andersom natuurlijk.

In Rusland en andere Oosters-orthodoxe landen in Oost-Europa heeft men in plaats van de kerstman, Vadertje Winter, die in de tweede helft van de twintigste eeuw gelijk is gemaakt aan de "coca-colakerstman". Oorspronkelijk werd Vadertje Winter door de communistische overheden verspreid als atheïstisch folkloristisch alternatief voor de orthodoxe kerstviering. Ook wordt kerstmis daar 13 dagen later gevierd, omdat in Rusland tot 1917 in plaats van de Gregoriaanse de Juliaanse kalender werd gebruikt. De Juliaanse kalender bepaalt nog altijd het Russische kerkelijk jaar.


20-06-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kerstmis in de loopgraven: het ware verhaal
Kerstmis in de loopgraven: het ware verhaal

Ook al was Wereldoorlog I pas vier maanden aan de gang, toch was al zeker dat het één van de bloedigste oorlogen van de geschiedenis zou worden. Soldaten van beide kanten zaten vast in de loopgraven, blootgesteld aan het koude en natte winterweer, ze zaten onder de modder en moesten oppassen voor de vijandige schoten. De machinegeweren hadden bewezen te werken in de oorlog, en dat gaf een nieuwe betekenis aan het woord "afslachting"


Op een plek waar bloedvergieten gewoon was en de modder net zo hevig bestreden werd als de vijand, gebeurde iets verrassend aan het front met Kerstmis in 1914. De mannen die lagen te bibberen in de loopgraven namen de kerstgeest aan. In een ware daad van vrede tot de mensen van goede wil legden soldaten van beide kanten in het zuidelijke deel van de Ieperse hoek hun wapens een haat neer, ook al was het maar tijdelijk.
Ingraven

Na de moord van aartshertog Franz Ferdinand op 28 juni 1914 werd de wereld in een oorlog geworpen. Duitsland, dat doorhad dat ze waarschijnlijk een oorlog van beide kanten konden verwachten, besloot het Westen te verslaan voordat de Russen zich konden mobiliseren [wat ongeveer 6 weken zou duren], en hiervoor gebruikten ze het Schlieffen Plan.

Ook al waren de Duitsers a diep Frankrijk binnen gedrongen, waren Franse, Belgische en Britse troepen toch in staat om hen tegen te houden. Maar omdat ze de Duitse troepen weer uit Frankrijk wisten te verdrijven eindigden ze op een patstelling en maakten ze aan beiden zeiden een netwerk van loopgraven.

Toen de loopgraven eenmaal klaar waren, dreigde de winterregen deze te verwoesten. De regen overspoelde de loopgraven en het werden grote modderpoelen ... een verschrikkelijk vijand van binnen en buiten.


Het had geregend, en de modder lag diep in de loopgraven. Ze zaten onder van kop tot teen in de modder. En ik heb nog nooit zoiets gezien als hun geweren! Ze werkten niet, en ze lagen daar in de greppels koud en stijf te worden. Van iemand zaten beide voeten vast in de klei en toen hij op moest staan moest hij op handen en voeten staan en toen zaten zijn handen ook vast. Hij zat zo vast als een vlieg op vliegenpapier. Het enige wat hij kon doen was rondkijken en zijn kameraden toeroepen: "In Godsnaam, schiet me neer!" Ik had tranen van het lachen. Hoe harder je werkt in de greppels hoe droger en makkelijker het wordt.

De loopgraven aan beide kanten waren maar een paar honderd meter uit elkaar. Daartussen lag een platte vlakte bekend als "niemandsland." De patstelling had bijna alle aanvallen gestopt. Daarom waren de meeste soldaten aan beide kanten bezig met de modder, ze hielden hun hoofd laag om te voorkomen dat ze beschoten zouden worden, en ze bleven waakzaam voor een verassingaanval van de vijand.

Broederschap

Rusteloos in hun loopgraven, bedekt met modder, kregen ze hele dagen dezelfde rantsoenen te eten. Sommige soldaten begonnen zich af te vragen wie deze onzichtbare vijand was, die door de propaganda "als monsters" waren betiteld. We haatten hen. Als ze iemand van ons hadden neergeschoten, haatten we ze nog meer. Maar verder maakten we grapjes over hen en bedachten dat zij grapjes over ons. En wij dachten: och arme die, en die: ze zitten in dezelfde rotzooi als wij.

Omdat het oncomfortabel was in de loopgraven, en omdat de vijand, die in dezelfde situatie zat, zo dicht bij was, kregen ze een gevoel van "leven en laat leven". Andrew Todd, een telegrafist van de Royal Engineers, beschreef een voorbeeld in een brief: Het verbaast je misschien om te leren dat de soldaten van beide kanten erg vriendschappelijk met elkaar waren. De loopgraven waren maar 50 meter van elkaar vandaan en elke ochtend, zo rond het ontbijt, stak er een soldaat een plaat omhoog. Zodra het bord omhoog was stopten beide kanten met vuren, en de mannen van beide kanten verdeelden hun water en rantsoenen. Tijdens het hele ontbijt, zolang het bord omhoog was, was stilte de opperste heerser, maar zodra het bord weer neerging, was iedereen die het lef had om een hand omhoog te steken de gelukkige die een kogel door zijn hoofd kreeg.


Soms schreeuwden de twee vijanden tegen elkaar. Sommige Duitse soldaten hadden gewerkt in Groot-Brittannië voordat de oorlog begon, en ze vroegen naar een winkel of plein in Engeland die de Engelse soldaten ook kenden. Soms schreeuwden ze ook ruwe opmerkingen naar elkaar als een soort spelletje. Samen zingen was ook een vorm van communicatie.

Tijdens de winter was het niet ongewoon voor kleine groepen mannen om in de voorste loopgraaf te verzamelen en daar spontane concerten te houden, met sentimentele liederen. De duitsers deden hetzelfde, en op rustige avonden waaiden de liederen van het ene kamp naar het andere, waar ze op applaus werden ontvangen, en vaak ook werd er om meer gevraagd.

Nadat Generaal Sir Horace Smith-Dorrien, commandant van het British II Korps, hoorde van deze broederlijkheid beval hij: "De Korpscommandant beveelt de afdelingscommandanten om de soldaten op het hart te drukken dat het noodzakkelijk is dat er een aggreiseve en vijandelijke geest heerst, en dit moet ten koste van alles behouden blijven. Vriendelijk contact met de vijand, onofficiële wapenstilstanden [onder de vorm van: wij schieten niet als jullie niet schieten] en het delen van tabak en andere artikelen werden absoluut verboden, hoe verleidelijk en gezellig het ook mag zijn."

Kerstmis aan het front

Op 7 december 1914 stelde Paus benedictus XV een "stilstand" voor in de oorlog, voor de viering van kerstmis. Duitsland ging hier direct mee akkoord, maar de andere machten weigerden.

Ook al was er geen stilstand in de oorlog met kerst, toch wilde de vrienden en familie van de soldaten dat het een bijzondere Kerst werd voor hun dierbaren. Ze stuurden pakketjes met brieven, warme kleding, eten, sigaretten en medicijnen. Maar wat kerstmis aan de frontlinie bijzonder op kerstmis deed doen lijken waren de kerstbomen die ze opstuurden. Met kerstavond plaatsen de Duitse soldaten de kerstbomen, versierd met kaarsen, op de borstweringen van hun loopgraven. Honderden kerstbomen verlichtten de Duitse loopgraven. De Britse soldaten konden het licht zien maar het duurde even voordat ze door hadden waar het vandaan kwam. Britse uitkijkwachten vertelden het aan hun leiders. Zou dit een truc kunnen zijn? Britste soldaten mochten niet schieten maar ze moesten voorzichtig gaan kijken. In plaats van bedrog en trucs zagen de Britse soldaten hoe de Duitsers feest vierden.


Regelmatig hoorden ze op die dag, de avond voor kerstmis, de geluiden en het gezang en de vrolijkheid, en soms zelfs de keelklanken van Duitsers die uitriepen: ‘vrolijk kerstfeest, Engelsen!’. Ze waren dolblij dat ze de sentimenten konden beamen en beantwoorden met uitroepen en riepen uit: "Hetzelfde voor jullie, maar vul jullie buiken niet te vol met die worsten van julp."

Op andere plekken wisselden beide kanten Kerstliederen uit. Ze waren klaar met hun kerstlied en we vonden dat we wat terug moesten doen. Daarom zongen wij 'The first Noël', en toen we daar mee klaar waren begonnen ze te applaudisseren; daarna begonnen ze met een favoriet lied van hun kant: 'O Tannenbaum'. En zo ging het door. Eerst zongen de Duitsers een lied van hun kant. Daarna zongen wij een lied van ons. Toen kwamen we aan bij 'O Come All Ye Faithful' en de Duitsers begonnen gelijk mee te zingen met de Latijnse woorden van de hymne 'Adeste Fidéles'. En ik dacht, nu, dit is een heel bijzonder ding ... twee naties die in het midden van de oorlog met elkaar eenzelfde kerstlied aan het zingen zijn.

De Vrede met Kerstmis

Deze broederlijkheid op kerstavond en met kersmis was op geen enkel manier goedgekeurd of georganiseerd. Maar in vele aparte gevallen aan de frontlinie begonnen Duitsers te roepen naar hun vijand: "Tommy, kom eens naar onze kant kijken!" De Britten waren nog een beetje onzeker en wilde weer weggaan. "Nee, kom eens hier!"

In sommige delen van de linie kwamen er afgezanten van beide kanten om elkaar in niemandsland te ontmoeten. We schudden elkaars hand en wensten elkaar een Zalig Kerstmis, en al snel praatten we met elkaar alsof we elkaar al jaren kenden. We bevonden ons juist voor hun prikkeldraad en waren omringd door de Duitsers ... Fritz en ik waren in het midden aan het praten, en Fritz vertaalde af en toe wat ik vertelde aan zijn kameraden.

Al snel hoorden velen van ons gezelschap dat ik en sommige anderen weg waren en ze volgden ons. . . Wat een gezicht: kleine groepjes Duitsers en Britten die langs de hele frontlinie waren! Vanuit de duisternis hoorden we gelach en we zagen lucifers aangaan. Een Duitser stak de sigaret van een Schot aan en andersom: ze wisselden sigaretten en souvenirs uit. Waar ze elkaars taal niet spraken maakten ze zichzelf duidelijk met handgebaren en iedereen leek het goed af te gaan. Hier waren we aan het lachen en praten met mannen die we, slechts enkele uren geleden, graag hadden willen vermoorden!

Sommigen van hen, die de vijand in het midden van niemandsland ontmoetten, bespraken een wapenstilstand: wij zullen niet schieten als jullie niet schieten. Sommige groepen eindigden deze wapenstilstand middernacht met Kerstmis, anderen hielden de wapenstilstand aan tot nieuwsjaardag.


Een van de belangrijkste redenen voor de wapenstilstand met Kerstmis was om hun doden te begraven. Sommigen waren pas overleden, maar er waren ook lichamen in het niemandsland, die daar vele maanden hadden gelegen. Samen met de vreugde van Kerstmis hadden ze de sombere taak om hun gevallen broeders te begraven. Op de eerste kerstdag kwamen er Duitse en Britse soldaten naar het niemandsland en zochten tussen de lichamen. In een paar gevallen waren er gemeenschappelijke missen en diensten voor de Britse en Duitse soldaten.

Vele soldaten waren blij met de ontmoetingen met hun onzichtbare vijand en waren verbaasd over hoeveel ze gemeen hadden. Ze praatten, deelden foto’s, wisselden dingen uit. Een extreem voorbeeld van broederschap was een voetbalwedstrijd die gespeeld werd in niemandsland tussen het regiment van Bedforshire en de Duitsers. Een lid van het Engelse regiment zorgde voor een bal en een grote groep Duitsers speelden met de bal totdat deze lek raakte toen hij een stuk prikkeldraad raakte.

Deze vreemde en ongewone wapenstilstand duurde een aantal dagen, tot ergernis van vele leiders. Deze geweldige uiting van Kerstvreugde werd nooit meer herhaald, en naarmate WO I doorging werd het verhaal van de Kerst van 1914 bijna een legende. Deze evaring is het praktische voorbeeld van "Vrede op Aarde aan alle mensen van goede wil."



19-06-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Film: The Excorcism of Emily Rose
The Excorcism of Emily Rose

De volgende film vertelt het verhaal van Anneliese Michel, het Duitse meisje, waaraan reeds heel wat aandacht is besteed onder de rubriek "Exorcisme." Op haar zestiende begonnen de eerste tekenen van bezetenheid zich te manifesteren. De priesters Arnold Renz en Ernst Alt werden door de Bisschop van Wurzburg, Jozef Stangl, aangeduid om de uitdrijving uit de voeren [in de film worden deze vervangen door maar één priester]. Zij zouden er nooit in slagen om de duivel uit te drijven, omdat Onze Lieve Vrouw aan het meisje had gevraagd om een slachtofferziel te willen zijn. Dit is een aangelegenheid die nooit door wereldse mensen zal worden begrepen, daarom kwam het ook tot een proces, waarbij alle aangeklaagden werden veroordeeld tot een voorwaardelijke celstraf van zes maanden wegens nalatigheid en onvrijwillige doodslag. Het proces, dat begon op 30 maart 1978, kreeg een enorme belangstelling. De zaak staat nu algemeen bekend als de "Klingenbergzaak".

Dit drama uit 2005 staat onder regie van Scott Derrickson. Acteurs zijn onder meer Jennifer Carpenter [Emily Rose], Tom Wilkinson (Fr. Richard Moore], Laura Linney [advocate van de verdediging] en Campbell Scott [openbare aanklager].

























 


18-06-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rom Houben: 23 jaar gevangen in een verlamd lichaam
Rom Houben: 23 jaar gevangen in een verlamd lichaam

Het verhaal van Rom Houben uit Riemst houdt de hele wereldpers in zijn greep. De man raakte 23 jaar geleden verlamd na een auto-ongeval. Artsen dachten dat hij in een coma lag, maar dat was niet zo. Drie jaar geleden ontdekte een arts uit Luik dat de hersenen van Rom nog werkten. De persbelangstelling voor het verhaal van de man is enorm. Drieëntwintig jaar lang waren de artsen ervan overtuigd dat Rom Houben [46] uit Riemst weggezonken was in een diepe coma. Alleen zijn familie bleef kleine reacties zien. Ze hebben gelijk gekregen. Dankzij een computer en een aanraakscherm leeft Rom Houben weer.

Josephina Nicolaes, bijna 74 jaar, krijgt altijd tranen in de ogen als ze vertelt over de terugkeer van haar zoon. Hoewel ze het zelf zo niet wil noemen. "Voor mij is hij nooit weggeweest. Ik heb altijd geweten dat hij begreep wat ik hem vertelde. Ik voelde het, hij was zich bewust van zijn omgeving. Hij kon het gewoon niet tonen." Maar nu wel. Dankzij een touch screen, een computer en een logopediste die de hand van Rom Houben begeleidt, zodat hij de woorden kan vormen die hij wil uitspreken. En dat nadat hij 23 jaar lang door de dokters werd afgeschreven.


Rom Houben

Het was zijn zus die drie jaar geleden voor de doorbraak heeft gezorgd," zegt Josephina in haar appartement in Luik, waar de telefoon de hele dag door rinkelt. "De zus van Rom had op televisie een reportage uit Frankrijk gezien, over een jongen die er net zo aan toe was als Rom. Ze heeft contact opgenomen met de reportagemakers. Die hebben haar doorgestuurd naar een man in het Gentse die over speciale communicatiemiddelen beschikte. Toen we die voor het eerst op Rom wilden uitproberen, stonden we allemaal rond zijn bed om te supporteren. Komaan Rom, duwen, riepen we allemaal. En hij duwde, met zijn voet."

Rom lag helemaal niet in coma, zo bleek. Hij was locked-in, opgesloten in een lichaam dat reageren onmogelijk maakte. Zijn hersenen zijn grotendeels in orde, maar zijn lichaam is verlamd. Het druksysteem is ondertussen vervangen door het modernere aanraakscherm, waardoor Rom alle boodschappen kan schrijven die hij wil. Aan het Duitse blad Der Spiegel, dat het verhaal gisteren naar buiten bracht, vertelde Rom Houben hoe hij zich voelde toen zijn lichaam niet meer wilde gehoorzamen. "Ik heb geroepen, maar er was niets te horen," schreef hij. "Maar meestal schrijft hij boodschappen over het hier en nu, want hij is alleen geïnteresseerd in het heden," vertelt Josephine. "Elk gesprek begint met: Hoe voel je je? En de jongste dagen is het antwoord steevast: Ik ben een gelukkig mens. Als ik dat hoor, dan ben ik ook gelukkig."

Rom Houben was nog maar twintig jaar toen het noodlot toesloeg. Hij was een sportieve, sterke kerel. Een begenadigd judoka. Hij was die bewuste vrijdagavond na een judotraining nog naar Seraing getrokken met enkele vrienden, toen ze met hun auto aangereden werden. "Hij is gestorven in dat ongeval," zegt Josephine. "Maar toen de ambulance ter plekke kwam, voelde een van de hulpverleners dat zijn lichaam nog warm was en ze hebben hem gereanimeerd." Toen zijn ouders hem de volgende dag mochten opzoeken in het ziekenhuis van Luik, lag hij al in zijn coma. En zo is het jarenlang gebleven. Rom had de ogen open in een waakcoma. Een reactie kwam er niet. Behalve dan die kleine signalen die alleen zijn moeder zag of hoorde. "Zuchtjes als ik twee keer na elkaar hetzelfde vertelde, bijvoorbeeld. Maar volgens de dokters beeldde ik mij dat maar in. Een persistente neurovegetatieve toestand noemden zij het. Een plant, zeg maar."

De ouders van Rom gaven echter nooit op. Ze trokken van dokter naar dokter, van ziekenhuis naar ziekenhuis. Na enkele jaren kwam Rom ook gewoon weer bij hen thuis inwonen. "We namen hem overal mee naartoe. Als we op reis gingen, dan zochten we naar speciale plekken waar hij binnenkon met zijn rolstoel. We probeerden ons en zijn leven aan de gang te houden. Gedreven door de liefde die we voor hem voelen." Maar de man van Josephine werd ziek. Zijzelf werd ouder. En na twaalf jaar moesten ze hun zoon wel naar een verzorgingscentrum laten gaan, 't Weyerke in Zolder. "Ik bleef hem zo vaak als mogelijk opzoeken, en dan vertelde ik wat er allemaal gebeurd was in ons leven. Kleine dingen, grote dingen. Om hem op de hoogte te houden. Hij moest onze familiegeschiedenis toch kunnen volgen. Maar sinds hij drie jaar geleden zijn klavier kreeg, is het allemaal anders geworden. We kunnen weer praten. Hij is zelfs een boek aan het schrijven over wat hij allemaal doormaakt. Mijn woorden stromen uit mijn vingers, zal hij daarin schrijven. Zo ziet hij dat."

Op sommige dagen is Rom kwaad, op andere gelukkig. "Soms zit er ook humor in zijn boodschappen. Zoals die keer toen zijn vaste begeleider naar zijn zin een beetje te veel zat op te scheppen. We hadden die man toen net een fles wijn cadeau gedaan. Ze hadden er beter ook een fles water bij kunnen geven, schreef Rom toen, zodat je wat water bij die wijn kon doen." En ja, volgens Josephine vindt hij het leven nog altijd de moeite waard. "Voor mijn familie, die er altijd is geweest voor mij, antwoordt hij op die vraag. En soms lost hij dat soort moeilijke vragen met zijn typische humor op. Zoals die keer toen hij aan de artsen vroeg hoeveel zijn lichaam nog waard was. Hij wilde het wel wegschenken aan de wetenschap, maar hij wilde die mensen ook geen vergiftigd geschenk cadeau doen."

Eindelijk weer kunnen praten met haar zoon, eindelijk weer weten wat hij denkt. Voor Josephine is het enorm belangrijk. "Ik heb Rom enkele jaren geleden moeten vertellen dat zijn vader gestorven was. Nu weet ik zeker dat hij die boodschap toen begrepen heeft. Hij heeft erover verteld dat het hem speet dat hij mij toen niet heeft kunnen troosten." Maar nog belangrijker dan de gesprekken met haar zoon, is de verlossing van die drukkende verantwoordelijkheid, vertelt ze. "Ik moest altijd alles voor hem beslissen. Ik moest bepalen wat hij wilde en wat niet, wat goed was en wat slecht. Nu kan hij weer zijn eigen keuzes maken."


17-06-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Al uw antwoorden over Jezus. Zoektocht 15. Zijn wetenschap en Christendom verenigbaar?
Zoektocht 15. Zijn wetenschap en Christendom verenigbaar?

Atheïst Richard Dawkins uit Oxford en de geneticus Francis Collins gingen het debat aan over het onderwerp "God tegenover Wetenschap" in een artikel in Time Magazine. Onderwerp van het debat was of het geloof in de wetenschap en God verenigbaar zijn.

Dawkins, schrijver van "The God Delusion" pleit dat het geloof in God overbodig en zonder betekenis is geworden door nieuwe wetenschappelijke ontdekkingen. Collins, een Christen, die de leiding heeft over 2.400 wetenschappers in het maken van een blauwprint van de menselijke genetische afdrukken, ziet het anders en verklaart dat geloof in God en wetenschap samen volledig aanvaardbaar zijn.

Alhoewel de Bijbel duidelijk zegt dat God het universum heeft geschapen, zegt het niets over de manier waarop Hij dit heeft gedaan. Maar boodschap van de Bijbel dat God rationeel en persoonlijk is heeft wetenschappers zoals Copernicus diep beïnvloed. Hun geloof dat de wereld geschapen werd door verstandige God gaf hen vertrouwen in hun wetenschappelijke waarnemingen en proefnemingen.

Als Christenen geloofden deze wetenschappers in een Almachtige en Alwetende God die, ongehinderd door de wetten der natuur, verkoos om een ruimte de creëren buiten zijn dimensie. Deze geniale mannen en vrouwen werden gefascineerd door de wereld rondom hen en gingen op onderzoek naar de mysteries achter dit verhaal van wat zij Gods schepping noemden.

Jezus en de Schepping

Jezus’ ooggetuigen vertellen ons dat hij voortdurend zijn scheppende macht aanwendde boven de wetten der natuur. Het Nieuwe Testament vertelt ons dat, vooraleer Jezus als mens op de wereld kwam, het reeds eeuwig met Zijn Vader in de Hemel bestond. De schrijver van Hebreeën, zowel als de apostelen Paulus en Johannes schrijven over Jezus als Scheppers.

Paulus vertelt de Kolossenzen: "Christus is het beeld van de onzichtbare God, hij is als eerstgeborene verheven boven de hele schepping. Want God heeft door hem alles geschapen in de hemel en op de aarde, het zichtbare en het onzichtbare, zoals tronen en heerschappijen, overheden en machten. Alles is door hem en voor hem geschapen. Hij bestaat vóór alles en alles bestaat dankzij hem. [Kolossenzen 1:15-17]"

Als Paulus schrijft dat "het leven uit het niets door Hem [Jezus] begon," legde hij in zijn tijd een verklaring af, zonder enige wetenschappelijke achtergrond. Wetenschappers hebben steeds de mening gehad dat materie in een of andere vorm reeds altijd heeft bestaan.

Aanhangers van het materialisme zijn van oordeel dat materie altijd al heeft bestaan en dat er nooit een schepping is geweest. Atheïst Carl Sagan verklaarde op TV dat "de ruimte alles wat is, geweest is en altijd zal zijn."

Sagans materialistische opvatting en de Christelijke opvatting gaan dus in wezen niet samen. De vraag is: "werpt de wetenschap enig licht op onze oorsprong?" Wie zijn wij om te geloven? Dat was de vraag die de 17-jarige Jeff Smith bezighield.

Jeff was verward. Op kamp hoorde hij dat Jezus Christus vergiffenis van de zonden en het eeuwige leven schenkt. Daarenboven ontdekte hij dat Jezus ons heeft getekend om een leven met een betekenis, een doel en hoop te hebben. Voor de eerste maal in zijn leven begreep Jeff waarom hij op deze aarde was. Hij wou vergeving van de zonden en wou aan zijn leven een betekenis en doel geven. Maar Jeff was in een geestelijke strijd verwikkeld. Hij geloofde in het bestaan van Jezus, maar hij hield van de wetenschap. En zo vroeg hij zich af: "Is het mogelijk om zowel in de schepping als in de wetenschap te geloven?"

Voor Jeff en de anderen, die zowel in God als de wetenschap willen geloven, is er goed nieuws. Tijdens de laatste decennia hebben een groeiend aantal toonaangevende wetenschappers openlijk gesproken over verbazingwekkend nieuw bewijs dat de Bijbelse kijk op de schepping ondersteunt. En vele van de wetenschappers hebben geen geloof in God.

Wat is dit bewijs waardoor vele wetenschappers plotseling spreken over de Schepper? Om deze vragen te beantwoorden moeten wij naar de recente ontwikkelingen kijken in de astronomie en de moleculaire biologie en het bewijs voor zich zelf laten spreken.

Eén beginpunt

Doorheen de gehele menselijke geschiedenis hebben de mensen met ontzag naar de sterren gekeken en zich afgevraagd wat zij zijn en hoe zij daar kwamen. Alhoewel we op een heldere nacht amper 6.000 sterren kunnen zien, bevinden er over de gehele ruimte triljoenen sterren en biljoenen sterrenstelsels.

Voor de twintigste eeuw geloofden de meeste wetenschappers dat de ruimte enkel ons Melkwegstelsel bevatte en dat er slechts enkele miljoenen sterren waren. De wijdverspreide gedachte was dat onze materiële ruimte altijd al had bestaan.

Maar in het begin van de twintigste eeuw ontdekte de astronoom Edwin Hubble dat de ruimte een aanvangspunt kende. Een begin impliceert een "beginner" die de Bijbel resoluut onthult. Bezorgde materialisten zoals Sir Fred Hoyle lachte deze gedachte van "een aanvangspunt" weg en noemde deze ontploffing op een sarcastische wijze de "big bang." Maar het bewijs ven één aanvangspunt bleef zich opstapelen tot experimenten met de COBE satelliet in 1992 uiteindelijk bewezen dat het universum wel degelijk een aanvangspunt kende. Twijfelaars werden het zwijgen opgelegd door de verpletterende bewijzen. Bij gebrek aan een betere benaming, werd dit aanvangspunt genoemd naar Hoyle’s uitdrukking, de "big bang."

Vele wetenschappers werden er zich van bewust dat deze ontdekking overeenstemt met de bewering in Genesis over het begin. Nog meer, ze begonnen eveneens in te zien dat materie en energie er niet konden geweest zijn niet voor het ontstaan. En zo ontmoetten Bijbel en wetenschap elkaar door de stelling dat alles uit het niets kwam, na eeuwen van misvattingen.

Vele wetenschappers hadden een groot probleem met deze bevestiging van de Bijbel en zochten naar andere verklaringen, maar zelfs agnosticus en Nobelprijswinnaar George Smoot, die de leiding had over het COBE experiment geeft toe: "Er is geen twijfel dat er een overeenstemming bestaat tussen de big bang en een gebeurtenis zoals het Christelijke concept voor de schepping."

De COBE experimenten en de principes van Einstein bevestigen beide één aanvangspunt van het universum, een standpunt dat de Bijbel reeds 3.500 jaar lang volhoudt.

Mooi afgestemd op Leven

Het was al moeilijk genoeg voor de materialisten om het bewijs van één aanvangspunt van de schepping te aanvaarden, toen er nog meer opzienbarende ontdekkingen volgden over het heelal.

Wetenschappers berekenden dat de natuurwetten precies op elkaar dienden afgestemd te zijn om de mogelijkheid voor het Leven te scheppen. Met andere woorden, de zwaartekracht en de andere natuurwetten dienden binnen heel nauwe parameters op elkaar te zijn afgestemd, zo niet kon het heelal niet hebben bestaan. Indien de kracht, die tot de schepping leidde, zwakker geweest was dat zou alles materie teruggekrompen zijn tot een "big crunch." Was de kracht sterker geweest, dan hadden er zich geen sterren en sterrenstelsel kunnen vormen.

Evenzo zijn onze zonnestelsel en onze planeten op elkaar afgestemd om de juiste voorwaarden te scheppen voor het leven op aarde. Hebt u er al eens over nagedacht dat de planeet Jupiter er nodig is om de asteroïden af te wenden en dat, zonder deze planeet het leven op aarde onmogelijk zou zijn geweest? Zo heeft alles zijn nut binnen ons zonnestelsel. En zo zijn wij er ons allen van bewust dat we zonder atmosfeer of zuurstof niet zouden kunnen ademen. Zonder zuurstof zou ook het water niet kunnen bestaan en zonder water zou er geen regenval zijn voor onze gewassen. Andere elementen zoals waterstof, stikstof, natrium, koolstof en fosfor zijn essentieel voor het leven.

De afmeting en de aard van onze planeet, de zon en de maan moeten eveneens precies op elkaar zijn afgestemd. En zo zijn er miljoenen voorwaarden waaraan eerst uiterst precies moet worden voldaan, of anders waren we hier niet om over deze zaken te kunnen nadenken.

Deze wetenschappers die in God geloofden hadden zich verwacht aan zo’n mooie afstemming op elkaar, maar deze zonder geloof konden de merkwaardige "toevallen" nooit verklaren. De wereldberoemde Natuurkundige Stephen Hawking, een agnosticus, schrijft: "het opmerkzame feit dat de waarden van deze aantallen precies op elkaar zijn afgestemd om de ontwikkeling van het leven mogelijk te maken."

Wetenschappers overwogen de mogelijkheid of zo’n merkwaardige fijne afstemming op elkaar toevallig kan zijn geweest. Gokkers weten dat zelfs outsiders de race kunnen winnen. Tot hoever kan men dan gaan met te denken dat het leven er toevallig zou zijn gekomen? Volgens de meeste wetenschappers is de waarschijnlijkheid dat wij hier bij toeval zijn gelijk aan nihil.

Natuurfilosofen vergeleken de waarschijnlijkheid voor de kans op het ontstaan leven bij toeval met het afschieten van een pijl van de Aarde naar het kleinste doelwit op de planeet Pluto, waarbij dan nog de roos moet worden geraakt. Of nog kan met het vergelijken met het winnen van honderden verschillende lotto’s met telkens maar één ingevuld formulier. Onmogelijk, tenzij de uitkomst "getekend" is door iemand achter de schermen. En dat is wat de meeste wetenschappers besluiten: iemand achter de schermen heeft het universum getekend en geschapen.

Deze ongelofelijke onwaarschijnlijkheden gaan ver boven alles wat louter toeval en tijd kunnen bereiken. Dit nieuw concept van het universum heeft astronomen als George Greenstein ertoe geleid om zich het volgende af te vragen: "Is het mogelijk dat we plots, zonder enige bedoeling, struikelen over het wetenschappelijk bewijs van het bestaan van een Almachtig wezen?"

Enkele materialisten hebben gepoogd om deze "fine-tuning" van het heelal als toeval uit te leggen. Maar anderen staan meer open voor de werkelijkheid. Sir Fred Goyle, een toegewijd agnosticus, was verbijsterd over het bewijs van een Schepper en merkte op: "Een gemeenschappelijke gevoel tot interpretatie van de feiten suggereert dat een superintellect de aap heeft uitgehangen met de natuurwetten, alsook met de chemische als de biologische eigenschappen, zelfs in die mate dat de toevallige krachten niet eens bespreekbaar zijn."

Einstein kwam tot hetzelfde besluit en alhoewel hij niet godsdienstig was en niet geloofde in een wezenlijke God, dacht hij na over het genie achter het universum, door het "een intelligentie van zo’n superioriteit" te noemen waarbij "al het stelselmatig denken en handelen van het menselijk wezen in het niets verdwijnt."

Wetenschappers vervolgen hun zoektocht voor een uitleg naar wat er achter de schepping van het universum zit. Maar, hoe dieper ze graven, hoe meer ontzag ze krijgen voor de onverklaarbare oorsprong van ons universum en zijn merkwaardig harmonie.

DNA: de taal van het leven

Alhoewel de Bijbel ons verteld dat Jezus het leven heeft geschapen, zegt het boek niets over hoe hij dit heeft gedaan. Sommige van de raadsels der schepping komen nu naar boven.

Zo hebben wetenschappers de voorbije halve eeuw dat een kleine molecule, het DNA, het "brein" achter elke cel is van ons lichaam en alles wat leeft. En hoe meer men over het DNA te weten kwam, hoe verbaasder men stond over de briljantheid ervan.

Aanhangers van de evolutietheorie geloven dat DNA zich ontwikkelde door natuurlijke selectie, maar hebben geen antwoord op de vraag hoe zo een ingewikkelde en complexe molecule ooit bij toeval kan zijn ontstaan. Eén van de ontdekkers van de correcte structuur van deze drager van de erfelijke informatie, Francis Crick, is van oordeel dat de oorsprong ervan nooit afkomstig kan zijn van deze aarde. En nu gaan de aanhangers van de Darwin achterovervallen: Francis Crick was een evolutionist! Een evolutionist gelooft dus zelf dat het leven zo ingewikkeld is dat de oorsprong ervan elders moet worden gezocht dan op deze aarde. Hij schreef: "Een eerlijk man, gewapend met alle kennis die wij hebben, kan enkel vaststellen dat de oorsprong van het leven in zekere zin een mirakel moet zijn geweest, want de voorwaarden om alles netjes in elkaar te doen passen zijn ontelbaar groot."

DNA onthult zulke intelligentie dat het onze verbeelding overtreft. Een loutere speldenkop ervan bevat informatie gelijk aan het equivalent van boeken met een zachte kaft die de aarde 5.000 maal zouden omringen. En DNA werkt als een taal met zijn eigen uiterst complexe software code. De oprichter van Microsoft, Bill Gates, zegt dat de software van DNA "veruit meer complex is dat enige software die er ook is ontwikkeld."

Materialisten geloven dat al deze complexiteit gebeurde door natuurlijke selectie. Maar, zoals Crick opmerkte, kon natuurlijke selectie nooit de eerste molecule hebben voortgebracht. Daar geen enkel wetenschappelijk proces, de natuurlijke selectie inbegrepen, de oorsprong van DNA kan uitleggen, geloven vele wetenschappers dat het moet ontworpen zijn.

En zo is het begrijpelijk dat Christenen het DNA als een bewijs zien van een Schepper. Maar voor een vermaarde atheïst zou een verandering van zijn mening, na 50 jaar van debat en lezingen tegen God, zoiets zijn als een gebeurtenis met seismische gevolgen, vooral voor de materialisten.

En toch is het precies dat wat er gebeurde met de Professor in de Filosofie, Antony Flew. Na het atheïsme te hebben afgekondigd in universiteiten, boeken en lezingen gedurende vijftig jaar, kwam Flews atheïsme tot een abrupt einde toen hij de intelligentie achter het DNA begon in te zien.

Flew legt uit waarom hij niet langer een atheïst is: "Ik denk dat DNA materiaal ons heeft aangetoond dat er een intelligentie moet betrokken zijn geweest om deze buitengewone verscheiden elementen bij elkaar te brengen. De enorme ingewikkeldheid door welke de resultaten werden bereikt zijn voor mij het werk van een intelligentie geworden ... voor mij is het duidelijk dat na meer dan vijftig jaar DNA-onderzoek ons van het materiaal heeft voorzien voor een nieuw, explosief en krachtig argument van ontwerp."

Alhoewel Flew geen Christen is, geeft hij nu toe dat de "software" achter het DNA te ingewikkeld is om zonder een "ontwerper" te zijn ontworpen geweest. And Flew staat hierin zeker niet alleen. De ontdekking van de ongelofelijke intelligentie achter het DNA heeft vele voormalige agnostici en atheïsten ervan overtuigd dat het leven in ons heelal geen toeval is.

Vingerafdrukken van een ontwerper

Samengevat zijn er drie recente wetenschappelijke ontdekkingen die er vele wetenschappers van overtuigd heeft dat er een Intelligent Ontwerper zowel ons universum heeft gepland als geschapen:
  • Het begin van de ruimte en haar wetten
  • de ongelofelijke fijne afstemming op elkaar van de natuurwetten die het leven mogelijk maken
  • de enorme complexiteit van het DNA
Wat zeggen de leidende wetenschappers nu over deze buitengewone ontdekkingen? Stephen Hawking, die bekend staat als een van de toonaangevende wetenschappers ter wereld op het gebied van de theoretische natuurkunde, vraagt: "Wat is het dat het vuur beademt tot stelsels en er een universum van maakt? De gewoonlijke benadering van de wetenschap om een mathematisch model op te bouwen kan de vragen niet beantwoorden waarom er een ruimte moet zijn voor een te omschrijven model."

Na nog dieper te hebben nagedacht, zegt Hawking: "Er moeten godsdienstige implicaties zijn, maar ik denk dat de meeste wetenschappers de godsdienstige zijde van zich afschuiven." En zelfs al schuiven vele wetenschappers de godsdienstige gevolgtrekkingen van deze nieuwe ontdekkingen van zich weg, geven een steeds groter aantal ervan toe dat het bewijs van de "vingerafdrukken van een Ontwerper" steeds meer in zicht komen.

Het feit dat vele wetenschappers nu openlijk spreken over God betekent niet dat alle materialisten zoals Flew hun atheïstisch gedachtegoed zomaar overboord gooien. Neen, want velen zoals Richard Dawkins worden zelfs agressiever in hun geloof tegen God. Maar als men objectief aankijkt tegen het bewijs over de oorsprong van het heelal en de enorme ingewikkeldheid van het DNA, geven zelfs vele niet Christelijke wetenschappers toe dat het bewijs van een "vingerafdruk" van een Ontwerper in het zicht komt.

Dr. Robert Jastrow is een zo’n theoretisch natuurkundige die sinds de stichting in 1958 bij NASA werkt. Jastrow hielp de wetenschappelijke doelen te stellen voor de maan-exploratie tijdens de landingen van de Apollo. Hij stichtte en bestuurde NASA’s Goddard Instituut voor Ruimteonderzoeken, dat onderzoek doet in astronomie en planeetwetenschappen. Jastrow schreef deze gedachten neer, die de mening van vele wetenschappers opsomt : "Voor de wetenschapper die leefde volgens zijn geloof in de kracht van het verstand eindigt het verhaal als een slechte droom. Hij heeft de bergen van de onwetendheid beklommen ... hij staat op het punt de hoogste piek te overwinnen ... terwijl hij zichzelf over de laatste rots trekt wordt hij gegroet door een groep theologen die daar al eeuwen zitten."

Als een agnosticus, heeft Jastrow geen Christelijke agenda achter zijn besluittrekking. Hij zegt eenvoudigweg dat de Bijbelse kijk van een oorsprong van het heelal uit één punt eindelijk bevestigd is door de wetenschap. En dit "begin" was geen "toevallige" ontploffing, maar eerder een nauwkeurig ontworpen gebeurtenis dat het menselijke leven mogelijk maakte. Dit besluit valt perfect samen met het Bijbelse citaat: "in het begin schiep God Hemel en Aarde."

Als de Bijbel juist is en God bestaat, hoe kunnen wij dan weten hoe Hij er uit ziet? Heeft Hij tot ons persoonlijk gesproken? De ooggetuigen van Jezus Christus vertellen ons dat Jij beweerde dat Hij volledig de ene ware God vertegenwoordigde. En alhoewel vele anderen hebben beweerd voor God te spreken, vertellen de volgelingen van Jezus ons dat Hij deze bewering bevestigde.

Maar voorzag Jezus in bewijs dat Hij sprak voor God? Hij deed herhaaldelijk mirakelen die scheppende kracht vereisen. Maar het meest dramatische mirakel van alle mirakelen was Zijn wederopstanding uit de dood. Geen enkele persoon in de geschiedenis is ooit gestorven, drie dagen begraven, en dan tot het leven teruggekeerd. Jezus Christus heeft uitvoerig bewijs geleverd dat Zijn woorden waarlijk de woorden van God waren.

Vertaling: Chris De Bodt

Bron: Y-Jesus: The facts presented by scholars


16-06-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Documentaire: Garabandal
5. Documentaire: Garabandal

Novembermaand is Garabandalmaand. Tussen 1961 en 1965 verscheen de Heilige Maagd Maria ontelbare keren aan vier jonge meisjes in Garabandal, in de Spaanse provincie Cantabrië: Conchita, Mari-Cruz en Jacinta Gonzalez en Mari-Loli Mazon. De laatste verschijning vindt plaats aan Conchita Gonzalez, op 13 november 1965. De geheimen van Garabandal vertonen veel gelijkenis met deze van Medjugorje: een waarschuwing, een blijvend teken en een bestraffing.
















15-06-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ja, er bestaat een hel
Ja, er bestaat een hel [met een duisternis die de duisternis van onze ziel weerspiegelt]

Als we de Hemel willen zien, vangen we de glimpen op van de pracht van de natuur rondom ons. Als we de hel willen zien, kunnen we die ook waarnemen: het is een woestenij. Denk aan een drooggelegde laagvlakte ... denk dieper na ... denk, natuurlijk, aan een duisternis [maar eveneens aan een helse gloed]. De hel is het tegengestelde van liefde en als je sterft dan zal het leven na de dood het licht of de duisternis in jou weerspiegelen.

Bestaat er een onderwereld?

Het is geen aangenaam onderwerp, maar door het te ontkennen brengt men de zielen in gevaar. Van de heiligen tot degenen die, via bijna-doodervaringen, een beeld hebben opgevangen van de eeuwigheid kunnen we het volgende zeggen over de laagste niveaus: Het begint met een duisternis. Het eindigt niet met een tunnel. Het begint daar.

In sommige beschrijvingen is de hel iets als een kerker, een muffe bevuilde duivelachtige onderwereld waar de zielen gevangen zitten in "cellen" en achter gesloten tralies gepest worden door demonen.

De Heilige Theresia van Avila zag dit ooit tijdens het gebed:

"Ik was opeens, zonder te weten hoe, zo dacht ik, terechtgekomen in de hel. Ik realiseerde me dat het de Wil van de Heer was dat ik de plaats zou zien, die ik door mijn zonden verdiende en die de duivels voor mij hadden voorbereid. Dit gebeurde in een zeer korte tijdsspanne, en zelfs al moest ik nog verschillende jaren leven, dit zou ik onmogelijk kunnen vergeten.

De ingang, dacht ik, geleek op een zeer lange nauwe doorgang, zoals een vuurhaard, zeer laag, donker en erg beperkt: de grond was precies vol water dat geleek op smerig, slechtriekend modder waarin boosaardige reptielen waren. Op het einde was er een lege plaats uit de wand gehouwen, zoals een kast en het was daar dat ik mezelf terug vond in gevangenschap. Maar het zicht van dit alles was nog aangenaam in vergelijking met wat ik daar voelde. Mijn gevoelens, denk ik, konden onmogelijk worden overdreven, ook kan niemand ze verstaan.

Ik voelde vuur in mijn ziel. Ik ben totaal onbekwaam om de aard ervan te beschrijven. Mijn lichamelijk lijden was zo ondraaglijk dat ik, alhoewel ik gedurende mijn leven de strengste vormen van lijden heb doorstaan. Het ergste om te verdragen, zoals de dokters zeggen, is zoiets als het verschrompelen van de zenuwen gedurende mijn verlamming. Op die pestplaats, waar ik volledig machteloos hoopte op comfort of gemak, kon ik onmogelijk zitten of liggen omdat er geen plaats voor was. Ik werd naar deze plaats gedreven die leek op een gat in de muur, en die muren die er zo vreselijk uitzagen, kwamen neer op mij en verstikten me."

De hel is, juist zoals het ons is aangeleerd, een plaats van kwelling. Het is de uitwendige uitdrukking van de haat. Brandende haat. Soms is er vuur. Slechter dan om het even wat is de volledige afwezigheid van de Heilige Geest. Het is iets dat we vormen van onszelf als we een hatelijk egoïstisch leven leiden of als we God verwerpen.

Het is ongelooflijk dat zelfs op het allerlaatste moment, in de overgang naar het hiernamaals, in de tunnel [als de ziel zich uiteindelijk realiseert dat het de dood overwint, sommigen zo arrogant zijn en vijandelijk en hatelijk, en Hem nog altijd weigeren en dus is de hel hun keuze]. Diegenen die zich niet behaaglijk voelen met God lonken naar de drabbigheid van de omgeving die overeen stemt met de smerigheid van hun karakter. Zulke zielen zijn niet zo veroordeeld tot de hel zoals hier geschetst.

Sommigen zeggen dat slechts een heel klein percentage van degene die een bijna-dood ervaring beleefden, ervaringen hebben van de hel. Anderen beweren dat het aantal hoger is maar dat bij de terugkeer hun verstand of bewustzijn dat blokkeert. Chirurgen hebben patiënten beschreven die op de operatietafel bezweken en gilden wanneer ze terug tot leven werden gewekt ... in paniek door wat ze hadden ondervonden.

Er is geen voedsel ... er is geen warmte.

Het is een duisternis.

Er zijn schepsels.

Verschillende soorten van duivels achtervolgen de veroordeelden met gelaatstrekken zoals deze van misvormde wezens. Hun enige genoegen is hun opgehoopte haat tegenover anderen en de Heilige Theresia zei dat de fascinatie slechter was dan de afrekening van "duivels die het vlees scheuren met hun tangen."

We hoeven hier niet lang bij stil te staan. Angst is niet productief, en diegene die van God houden hebben geen reden om bang te zijn om naar het laagste van het traject te worden gestuurd, zoals Howard Storm beschrijft als "de zinkput van het universum."

Anderen beschrijven het vuur. Gedurende de fameuse verschijningen in Fatima zag de zieneres Lucia dos Santos ze als volgt: Demonen en zielen in menselijke vorm, zoals doorschijnende sintels, allemaal zwart gekleurd of bronsachtig van kleur, zwevend in een oppervlaktebrand, nu in de lucht gehouden door de vlammen die samen uitgestoten worden met grote rookwolken, nu terug vallen op beide kanten zoals vonken in een reusachtig vuur, zonder gewicht of harmonie, en tussen kreunen en krijsen van pijn en wanhoop. De demonen konden worden onderscheiden door hun angstaanjagende en afschuwelijke gelijkenis van vreeswekkende en onbekende dieren die allemaal zwart en doorschijnend waren.

"We konden de personen zien vooraleer ze in het vuur gingen, en dan konden we ze zien als ze uit het vuur kwamen," zeggen de zieners uit Medjugorje die hiet visioen over de hel hebben gezien. "Alvorens ze in het vuur gingen, geleken ze op normale mensen. Hoe meer ze tegen Gods wil zijn, hoe dieper ze in het vuur belanden, en hoe dieper zij gaan, hoe meer ze tekeer gaan tegen Hem. Als ze uit het vuur komen, hebben ze geen menselijke vorm meer. Ze zijn meer zoals groteske beesten, die hun gelijke op aarde niet kennen. Ook zagen ze een mooi meisje de vlammen binnengaan en als ze eruit kwam was ze "niet langer menselijk."

"Deze schepsels waren ooit mensen," zegt Dr. Howard Storm, de atheïst die op weg was via een wazige, nevelige doorgang vooraleer hij werd gered door Jezus.

"De beste weg om hen te beschrijven is de denken aan de slechtst mogelijke persoon die je je kunt inbeelden, ontdaan van elk stukje gevoel. Sommigen schijnen anderen te vertellen wat ze moeten doen, maar ik had geen inzicht op de organisatie van die troep. Ze schenen niet te worden gecontroleerd of te worden begeleid door iemand. Kortweg, daar was een massa wezens die volledig werden gedreven door een teugelloze wreedheid. Ze hadden zeer lange scherpe vingernagels, en hun tanden waren langer dan normaal. Ik was voorheen nog nooit gebeten door een wezen. Het niveau van lawaai was ongehoord. Ontelbare mensen lachten, schreeuwden en beschimpten. In het midden van de drukte was ik het voorwerp van hun verlangen. Mijn doodsangst en kwelling was hun opwinding.

Hoe meer ik vocht, hoe groter hun opwinding. Ze speelden met mij net zoals een kat speelt met een muis. Elke nieuwe aanval op mij veroorzaakte een gejoel van huiveringwekkend gelach. Ik heb niet alles beschreven wat er gebeurde. Er zijn dingen die ik niet erg vind dat ik ze me niet meer herinner. In feite, veel van wat er voorviel was eenvoudigweg te walgelijk en te storend om te onthouden. Ik heb er jaren over gedaan om te trachten zoveel als mogelijk te verdringen. Na die ervaring, wanneer ik me deze details ook herinnerde, werd ik getraumatiseerd."

Een atheïste die stierf tijdens haar werk vond zichzelf "omgeven van een geluid, zo luid en pijnlijk, dat het was alsof een reusachtige goederentrein rond haar hoofd draaide."

"Op een diep niveau wist ik dat dit mijn ‘eeuwige’ toestand zou worden. Ik was me acuut bewust van een plaats van zo’n duisternis dat ik onmogelijk mijn hand, die ik juist voor mijn open ogen had geplaatst, kon zien.

Daar was geen enkele vorm van licht.Er was niets in deze duistere, luidruchtige, chaotische plaats dan alleen mijn gedachten en mezelf. Ik was alleen en in doodsangst maar ik had, hoe zou ik het noemen, uitgebreide kennis. Het was alsof ik alle mysteries van het universum begreep en wat we als belangrijk hier in dit leven beschouwen heeft geen belang in het grote schema van dingen. Ik voelde niemand in deze plaats dan alleen mezelf en ik wist dat ik hier gans de eeuwigheid alleen zou doorbrengen zonder vrede.

De vraag die mij bezig hield was: "Wat heb je ooit in je leven gedaan dat volledig onegoïstisch was?"

"Als ik aan deze vraag dacht, realiseerde ik me dat ik altijd had gehandeld om mezelf te behagen," herinnerde ze zich. "Ik had nooit een vriendelijk woord gezegd of een vriendelijke daad verricht die niet gemotiveerd was dan door eigenbelang."

De meesten onder ons hoeven daar geen schrik van te hebben. Maar we moeten de onvolmaakte dingen opruimen [voor het vagevuur zoniet ....].

In een onderzoek hadden twaalf procent van de personen die een bijna-door ervaring hadden gekend, dingen gezien die op de hel geleken, sommigen met modder en vuur. Eén daarvan was een man, Don Brubaker, die een hartaanval had en eerst in een vochtige, mistige tunnel viel waar hij een reusachtig gloeiende rode bal, bijna zoals een licht van de voorlampen van een trein, zag.

"Op dat moment, als de rode bal op mij afkwam, ondervond ik angst zoals nooit tevoren," schreef hij. "Als het naderde, besefte ik dat het een echt breed, griezelig rood oog was. Het stopte als het dicht bij mij kwam, en begon dan rond mij te kronkelen door de tunnel. Ik kon er nauwelijks naar kijken, die starende blik was zo doordringend."

Dat is de hel en dan, bijna overlappend, zijn er de lagere niveaus van het vagevuur. Dit is ook een plaats van duisternis, die zo erg lijkt op de hel dat de bijna-dood getuigen ze verwarren met de verwerping.

Er is, hoe dan ook, een belangrijk verschil: Hoe vreselijk het laagste niveau van het vagevuur is, de ziel is daar gered en zal ooit naar de hemel opstijgen.

Bron: Michael Brown

Vertaling: Henk


14-06-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Al uw antwoorden over Jezus. Zoektocht 14. Was er een Da Vinci Samenzwering
Zoektocht 14. Was er een "Da Vinci" samenzwering?

De Da Vinci Code kan niet worden veronachtzaamd als een romansamenzwering. De vooropstelling ervan is heruitgevonden voor politieke doeleinden en valt de diepe basisbeginselen van het Christendom aan. De schrijver, Dan Brown, heeft op de nationale televisie verklaard dat hij, ondanks dat de samenzwering fictie is, gelooft dat zijn relaas over Jezus identiteit juist is. Wat is nu de waarheid? Laat ons de zaak eens nader bekijken.
  • Had Jezus een geheim huwelijk met Maria Magdalena?
  • Is Jezus goddelijkheid uitgevonden door keizer Constantijn en de kerk?
  • Zijn de originele optekeningen over Jezus vernietigd?
  • Vertellen recentelijk ontdekte manuscripten de waarheid over Jezus?
Heeft een enorme samenzwering geresulteerd in een heruitgevonden Jezus? Volgens het boek en film, de Da Vinci Code, is het dat wat er precies is gebeurd. Vele van de beweringen in het boek gaan over Jezus’ smaak voor samenzwering.

Zo kan men in het boek het volgende terugvinden: "Niemand zegt dat Christus bedrog was, en ontkent ook niet dat Hij op de aarde rondwandelde en vele miljoenen levens heeft bezield. Het enige wat we zeggen is dat keizer Constantijn voordeel haalde uit Christus’ aanmerkelijke invloed en belangrijkheid. En door dit te doen, heeft hij het gezicht van het Christendom bepaald, zoals wij het nu vandaag kennen."

Kan deze aanstootgevende bewering van Dan Browns boek voor waar worden aangenomen? Of is de veronderstelling die er achter schuilt enkel het materiaal voor een goede samenzwering voor een roman met een geloof dat buitenaardse zijn neergestort tijdens hun landing te Roswell, New Mexico, of dat er een tweede gewapende man achter een grasheuvel zat in Dallas toen John F. Kennedy werd vermoord?

In ieder geval is het verhaal opgeëist en zo verbaasd het ook niet dat Dan Browns boek een de bestseller werd van de afgelopen tien jaar werd.

De Da Vinci code begint met de moord op een beheerder van een Frans museum, Jacques Saunière genaamd. Een geleerde Harvard professor en een mooie Franse cryptologe zijn belast met het ontcijferen van een boodschap die door de curator voor zijn dood werd achtergelaten. De boodschap blijkt de meest diepzinnige samenzwering uit de geschiedenis van de mensheid te bevatten: een onthulling van de ware boodschap van Jezus Christus door een geheim genootschap van de Katholieke Kerk, met de naam Opus Dei.

Vóór zijn dood had de beheerder bewijsstukken dat de goddelijkheid van Jezus Christus konden weerleggen. Niettemin [volgens het complot] heeft de Kerk gedurende eeuwen geprobeerd om het bewijs hiervan achter te houden. Maar grote denkers en artiesten hebben overal bewijsstukken achtergelaten zoals in de Mona Lisa en het Laatste Avondmaal van Leonardo Da Vinci, de architectuur van de kathedralen en zelfs in Disney cartoons. De voornaamste beweringen uit het boek zijn:
  • De Romeinse keizer Constantijn heeft de goddelijkheid van Jezus Christus beraamd
  • Keizer Constantijn heeft persoonlijk de boeken geselecteerd van het Nieuwe Testament
  • De gnostische evangelies werden door mannen verbannen om de vrouwen te onderdrukken
  • Jezus en Maria Magdalena waren in het geheim gehuwd en hadden een kind
  • Duizenden geheime documenten weerleggen de sleutelpunten van het Christendom.
Brown onthult de samenzwering door de verzonnen expert, de Britse Koninklijke historicus Sir Leigh Teabing. Voorgesteld als een grote geleerde, onthult Teabing aan cryptologe Sophie Neveu dat tijdens het Eerste Concilie van Nicea uit het jaar 325 "vele aspecten van het Christendom werden besproken en dat er ook werd over gestemd," de goddelijkheid van Jezus Christus inbegrepen.

"Tot op dat ogenblik in de geschiedenis," zegt hij, "werd Jezus door zijn volgelingen aanzien als een sterfelijk profeet ... een groot en machtig man ..., maar ook niet meer dan een man."

Neveu is verward. "Niet de zoon van God?" vraagt zij.

Teabing legt uit: "Jezus’ instelling als Gods Zoon werd officieel voorgesteld tijdens het Concilie van Nicea."

"Wacht even. U zegt dat Jezus’ goddelijkheid het resultaat was van een stemming?"

"Een stemming van toepassing op dit onderwerp," vertelt Teabing aan de verbaasde cryptologe. En zo werd, volgens Teabing, Jezus niet als God aanzien tot aan het Concilie van Niceai in het jaar 325, waar de echte bewijsstukken naar verluidt zouden verdwenen en vernietigd zijn. Volgens deze theorie rust dus de volledige basis van het Christendom op een leugen.

De Da Vinci Code kreeg zijn verhaal goed verkocht, waarbij commentaren van lezers werden bijgevoegd in de aard van "Als het niet zo zou geweest zijn, kon dit niet worden uitgebracht!" Iemand anders zei dat hij "nooit nog een voet in de kerk zou zetten." Een recensent prees het boek aan als een "vlekkeloos onderzoek." Eigenaardig overtuigd voor een werk dat fictie is.

Maar laat ons nu voor een ogenblik veronderstellen dat Teabings plan juist zou zijn. Waarom zou, in voorkomend geval, het concilie van Nicea, beslissen om Jezus te promoveren tot Godheid?

"Het gaat allemaal over de macht," vervolgt Teabing, "Christus als de Messias was doorslaggevend voor de werking van de Kerk en Staat. Vele geleerden beweren dat de eerste Kerk letterlijk Jezus heeft gestolen van zijn oorspronkelijke volgelingen en zijn boodschap voor de mensen heeft ontvoerd en het heeft omhuld met een ondoordringbare laag van goddelijkheid om dit aldus te gebruiken om hun macht uit te breiden."

Op vele wijzen is de Da Vinci Code de ultieme samenzweringstheorie. Als Browns beweringen juist zijn, dan zijn we door de kerk, de geschiedenis en de Bijbel voorgelogen. Misschien zelfs door diegenen die we het meeste vertrouwen: onze ouders en leraars. En dit allemaal voor het doel van de macht.

Alhoewel de Da Vinci Code fictie is, baseert het veel van zijn veronderstellingen op werkelijke gebeurtenissen [het Concililie van Nicea], echte mensen [keizer Constantijn en Arius] en ware documenten [de gnostische evangelies]. Als we tot de bodem van de samenzwering willen komen, moet het onze bedoeling zijn om Browns beschuldigingen te weerleggen en de werkelijkheid van de fictie te onderscheiden.

Keizer Constantijn en het Christendom

Tijdens de eeuw voorafgaand aan het leiderschap van keizer Constantijn over het Romeinse Rijk, werden de Christenen streng vervolgd, maar dan, volledig in beslagen genomen door oorlogsvoeringen, brengt Constantijn verslag uit dat hij een helder beeld heeft gezien van een kruis in de lucht, met de woorden: "overwonnen door dit." Hij trok ten strijde onder het teken van het kruis en won.

Constantijns klaarblijkelijke bekering tot het Christendom was een keerpunt in de geschiedenis van de kerk. Rome was een Christelijk keizerrijk. Voor het eerst in bijna 300 jaar werd het veilig, zelfs smaakvol om Christen te zijn.

Niet langer werden de Christenen omwille van hun geloof vervolgd. Toen zocht Constantijn om de Oostelijke en Westelijke keizerlijke gebieden te verenigen, die door schisma’s, secten en cultussen, meestal rond de identiteit van de figuur Jezus, intussen danig verdeeld waren geraakt.

Er zitten sommige wezenlijke waarheden in de Da Vinci Code, en wezenlijke waarheden zijn een broeinest voor een succesvolle samenzweringstheorie. Maar het plot van het boek maakt van Constantijn een samenzweerder. Laat ons daarom dit eens nader onderzoeken: heeft keizer Constantijn de Christelijke leer van Jezus’ goddelijkheid uitgevonden?

Jezus' vergoddelijking

Om op Browns beschuldiging te antwoorden, moeten we bepalen wat de Christenen over het algemeen geloofden alvorens Constantijn ooit het Concilie van Nicea bijeen riep.

Christenen vereerden Jezus als God reeds sinds de eerste eeuw. Maar in de vierde eeuw, begon een kerkleider uit het Oosten, Arius, een campagne om Gods eenheid te verdedigen. Hij onderwees dat Jezus een bijzonder geschapen wezen was, hoger in rang dan de engelen. Athanasius en de meeste kerkleiders, aan de andere kant, waren ervan overtuigd dat Jezus de vleesgeworden God was.

Constantijn wou deze redetwist stoppen met de hoop om vrede te brengen binnen zijn keizerrijk, en zo de oostelijke en westelijke verdeeldheid te verenigen. En zo riep hij in het jaar 325 meer dan 300 bisschoppen vanuit de hele wereld in Nicea [nu Turkije] bij elkaar. De allesbeslissende vraag is, dacht de vroege kerk dat Jezus de Schepper was of eerder een schepping: Zoon van God of zoon van een timmerman?

Wat onderwijzen de apostelen over Jezus? Uit hun allereerste verklaringen aanzagen zij Hem als God. Zo’n dertig jaar na Jezus’ dood en verrijzenis, schreef Paulus aan de Filippenzen dat Jezus God was in menselijke gedaante [Fil 2:6-7] en Johannes een ooggetuige, bevestigt Jezus’ goddelijkheid in de volgende passage: "...In het begin bestond het Woord reeds. Hij was met God en Hij was God. Hij schiep alles wat er is. Niets bestaat dat Hij niet heeft geschapen. Het leven zelf bevindt zich in Hem ... Zo werd het Woord mens en leefde Hij hier op aarde onder ons..." [gedeelten Joh 1:1-4]

Deze passage uit Johannes 1 werden ontdekt in een oud manuscript, met koolstofdatering van 175-225 na Christus. Zo werd er reeds duidelijk over Jezus’ als God gesproken meer dan honderd jaar voor Constantijn het Concilie van Nicea bijeenriep. Wat blijkt nu? Dan Brown spreekt materiaal, dat forensisch is onderzocht, tegen om te beweren dat Jezus’ goddelijkheid een uitvinding was uit de vierde eeuw. Maar wat vertelt de geschiedenis ons over het Concilie van Nicea? Brown beweert in zijn boek, via Teabing, dat de meerderheid van de bisschoppen van Nicea, Arius geloof dat Jezus een "sterfelijke profeet" was, afwees en de leer aannam van Jezus’ goddelijkheid bij "een relatief nipte overwinning bij stemming." Waar of fout?

In werkelijkheid was de stemming overweldigend: slechts 2 van de 318 bisschoppen hadden een andere mening. Waar Arius geloofde dat allen de Vader God was en Jezus zijn hoogste schepping, besloot het Concilie dat Jezus en de Vader hetzelfde goddelijke wezen waren.

De Vader, de Zoon en de Heilige Geest werden geacht onderscheiden te zijn, naast elkaar te bestaan, voor eeuwig bij elkaar, maar één God te zijn. De leer van één God in drie Personen werd bekend als het "credo van Nicea" en is vandaag het kerngegeven van het Christelijke geloof. Nu was het was dat Arius een overredend persoon was met een aanmerkelijke invloed, maar het overweldigende resultaat van de stemming kwam er na een behoorlijk debat. Maar op het einde verklaarde het Concilie dat Arius een ketter was, daar hij dingen onderwees die tegengesteld waren aan wat de apostelen onderwezen over Jezus’ goddelijkheid.

Geschiedkundigen bevestigen ook dat Jezus openbaar de verering die hij van zijn ontving van zijn apostelen goedkeurde en, zoals we hebben gezien, onderwezen Paulus en de overige apostelen duidelijk dat Jezus God is een verering waardig was.

Vanaf de eerste dagen van de Christelijke Kerk werd Jezus aanzien als veel meer dan een gewoon mens en de meesten van zijn volgelingen vereerden Hem als God, de Schepper van het universum. Hoe kon keizer Constantijn de leer van Jezus’ goddelijkheid hebben uitgevonden wanneer dit reeds meer dan 200 jaar het geval was bij de kerk? Op deze vraag vindt u in het boek geen antwoord.

Aanval op de kerkelijke leerstelling

Ook zegt de Da Vinci code dat Constantijn alle documenten over Jezus, buiten deze die terug te vinden zijn in ons huidige Nieuw Testament [door de kerk erkend als oorspronkelijke ooggetuigenrapporten van de apostelen], afschafte. Verder beweert het boek dat de verklaringen van het Nieuwe Testament zijn gewijzigd door Constantijn en de bisschoppen om Jezus te heruitvinden. Een andere sleutelelement van de Da Vinci Code samenzwering is dat de vier Evangelies een samenraapsel zijn van "meer dan 80 evangelies," waarvan de meeste verondersteld zijn door Constantijn te zijn afgewezen.

Er zijn hier twee beweringen die beiden dienen te worden onderzocht. De eerste is of Constantijn de verzameling van de boeken van het Nieuwe Testament veranderde en de tweede is of hij boeken achterhield die normaal zouden moeten toegevoegd zijn geweest aan de Bijbel.

Over de eerste bewering kunnen we zeggen dat brieven en documenten door kerkleiders en ketters uit de tweede eeuw beiden reeds het wijdverspreide gebruik van het Nieuwe Testament bevestigen. Bijna 200 jaar nadat Constantijn het Concilie van Nicea bijeenriep, had de afvallige Marcian reeds 11 van de 27 boeken van het Nieuwe Testament aangewezen als originele teksten van de apostelen.

Rond dezelfde tijd heeft een andere afvallige, Valentinus, gewezen op een wijd assortiment van thema's en gedeelten uit het Nieuwe Testament. Daar deze twee afvalligen tegenstanders waren van het vroege kerkelijke leiderschap, schreven ze niet alleen wat de bisschoppen wensten. Toch verwezen ze naar de boeken van Nieuwe Testament, zoals we het vandaag kennen, zoals de vroege kerk.

En zo is er niets dat er op wijst dat de keizer gedeelten kon hebben uitgevonden, weggelaten of bewerkt, daar het Nieuwe Testament reeds wijdverspreid werd gebruikt, 200 jaar vooraleer Constantijn het Concilie van Nicea bijeenriep. Tegen de tijd dat kerk sterk was uitgebreid kende deze reeds honderdduizenden, zo niet miljoenen gelovigen die allemaal vertrouwd waren met de geschriften van het Nieuwe Testament.

In zijn boek "De valse voorstelling van de Da Vinci Code," geeft Fr. Erwin Lutzer een ontleding van de Da Vinci Code. Dr. Erwin Lutzer merkt op: "Constantijn heeft geen enkele beslissing gehad in welke boeken zouden worden opgenomen in de kerkelijke leer. Het punt van de kerkelijke leer kwam zelfs niet ter sprake op het Concilie van Nicea. Tegen die tijd las de vroege kerk reeds een aantal boeken waarvan reeds was vastgelegd dat ze tweehonderd jaar eerder het Woord van God waren. Alhoewel de lijst van authentieke werken nog verre van volledig was, werd het Nieuwe Testament reeds meer dan tweehonderd jaar voor het Concilie van Nicea, geacht authentiek te zijn."

Dit brengt ons naar het tweede onderwerp: waarom werden deze geheimzinnige gnostische evangelies vernietigd en uitgesloten uit het Nieuwe Testament? In het boek beweert de fictieve Teabing dat de gnostische geschriften werden verbannen uit 50 goedgekeurde Bijbels in opdracht van Constantijn tijdens het Concilie. Hij vertelt opgewonden aan Neveu: "Toen Constantijn de status van Jezus, bijna vier eeuwen na Zijn dood, heeft opgewaardeerd, bestonden er reeds duizenden documenten die Zijn leven omschreven als een sterfelijk mens. Om de geschiedenis te herschrijven wist Constantijn dat er een forse dreun nodig was. Hieruit ontsprong het meest sluipende moment uit de Christelijke geschiedenis ... Constantijn maakte en financierde een nieuwe Bijbel, die de evangelies wegliet die spraken van Christus menselijke trekjes en deze evangelies opsmukte die godgericht waren. De vroegste evangelies werden verbannen, verzameld en verbrand."

Zijn deze gnostische geschriften de werkelijke geschiedenis van Jezus Christus? Laat ons bekijken of we de waarheid kunnen scheiden van de fictie.

Geheime "Kenners"

De gnostische evangelies worden toegewezen aan een groep, gekend als de Gnostici [wat een verrassing]. Hun benaming komt van het Griekse woord "gnosis." Deze mensen dachten dat ze geheime en bijzondere kennis bezaten die verborgen was voor de gewone mensen.

Van de 52 geschriften zijn er thans slechts vijf erkend als evangelies. Zoals we zullen zien, zijn deze zogenaamde evangelies opvallend verschillend van de evangelies uit het Nieuwe Testament: Matheus, Marcus, Lucas en Johannes.

Terwijl het Christendom zich verspreidde, vermengden de gnostici bepaalde leertellingen en elementen uit het Christendom met hun geloof, wat het tot een soort vervalst Christendom maakte. Misschien deden ze dit om hun aantal volgelingen te doen toenemen en Jezus als poster voor te houden voor hun zaak. Maar om hun denksysteem in te passen in het Christendom, diende Jezus te orden heruitgevonden en te worden ontdaan van zijn menselijkheid en zijn absolute goddelijkheid.

In de Oxford geschiedenis van het Christendom, schreef John McManners over de gnostische mengeling van het Christelijke en mythische geloof: "Gnosticisme was [en is nog steeds] een theosofie met vele ingrediënten. Occulte en oosterse mystiek werd vermengd met magie en astrologie. ... Ze verzamelden gezegden van Jezus om in hun eigen interpretatie te doen passen aldus hun aanhangers een alternatief aan of een rivaliserende vorm van Christendom.

Vroege critici

In tegenstelling tot Brown beweringen, was het niet Constantijn die het gnostische geloof brandmerkte als afvallig: het waren de apostelen zelf. Een kleine strekking van deze filosofie was reeds in de eerste eeuw, een paar decennia na Jezus dood, aan het groeien. De apostelen veroordeelden sterk deze overtuigingen als tegengesteld aan de waarheid over Jezus, waarvan zij de ooggetuigen waren.

Kijk naar wat de apostel Johannes bijvoorbeeld schreef tegen het einde van de eerste eeuw: "Wie zijn de grote leugenaars? De mensen die beweren dat Jezus niet de Christus is. Deze mensen zijn antichristenen omdat ze de Vader en de Zoon ontkennen." [Johannes 2:22]

Volgens de leer van de apostelen, veroordeelde de vroege kerk unaniem de gnostici als een sekte. De kerkelijke vader Ireanaeus bevestigde 140 jaar voor het Concilie van Nicea dat de gnostici door de kerk werden veroordeeld als afvalligen. Hij verwierp ook hun "evangelies" en, verwijzend naar de vier evangelies uit het Nieuwe Testament, zei hij: "het is onmogelijk dat de evangelies zowel groter als kleiner in aantal kunnen zijn."

De Christelijke theoloog Origin schreef het volgende in het begin van de derde eeuw, meer dan honderd jaar voor Nicea: Ik ken een zeker evangelie dat genoemd word "Het evangelie volgens Thomas" en "Het evangelie volgens Matthias," en vele andere die we hebben gelezen, opdat we niet onwetend zouden zijn van hen die zich indenken dat ze bepaalde meerkennis bezitten. Niettemin, van al diegenen hebben wij enkel deze goedgekeurd en tot de kerkelijke leer gerekend, zijn enkel de vier evangelies aanvaard.

De gnostici werden reed als een niet-christelijke sekte aanzien voor het Concilie van Nicea. Maar er is meer bewijs dat in vraag gesteld wordt in de beweringen van de Da Vinci code.

Wie is Seksist?

Brown suggereert dat een van de motieven van keizer Constantijns veronderstelde banning van de gnostische geschriften ingegeven werd door de wens dat de vrouwen in de kerk zouden worden onderdrukt. Ironisch genoeg is het Thomas’ gnostische evangelie die de vrouwen vernedert. Het bevat [waarbij verondersteld wordt dat het van Petrus zou afkomstig zijn] deze in het oog springende verklaring: "Laat Maria zich van ons scheiden, omdat vrouwen het leven niet waardig zijn." Hierop wordt Jezus verondersteld te zeggen aan Petrus dat hij Maria zal omvormen tot mannelijk zodat zij het koninkrijk der hemelen zou kunnen binnentreden. U leest dus dat vrouwen minderwaardig zijn. Met zulke gevoelens is het moeilijk om de gnostische geschriften te aanvaarden als een strijdkreet voor de vrijheid van de vrouwen.

Tot sterke tegenstelling behandelde de Jezus uit de Bijbelse evangelies steeds de vrouwen met eerbied en respect. Revolutionaire verzen zoals deze uit het Nieuwe Testament zijn fundamenteel als poging om de status van de vrouw te verhogen: "Er zijn geen Joden of Grieken meer, slaven of vrijen, mannen of vrouwen ... u bent allen één in Christus Jezus" [Galaten 3:25].

Geheimzinnige schrijvers

Als het op de gnostische evangeliën aankomt, dan kan elk boek zich de naam evangelie waardig noemen: het evangelie van Filippus, Petrus, Maria Magdalena, Judas, en zo verder [Dit lijkt eerder op een naamafroeping in een Katholieke school]. Dit zijn de boeken waarop samenzweringstheorieën zoals de Da Vinci Code zijn gebaseerd. Maar zijn deze ooit geschreven door de vooronderstelde auteurs?

De gnostische geschriften dateren van 110 tot 300 jaar na Christus en geen enkele zichzelf respecterende geleerde gelooft dan één van deze kon zijn geschreven door wie hier wordt beweerd. Uit James M. Robinsons uitvoerige "Nag Hammadi Library" leren we dat de gnostische evangeliën geschreven zijn door "voornamelijk niet verwante en onbekende schrijvers." Dr. Darrell L. Bock, professor aan het Dallas Theologisch Seminarie, en gekend om zijn onderzoek van het Nieuwe Testament, schrijft: "De omvang van dit materiaal is een aantal generaties verwijderd van de basisregelen van het Christelijk geloof, een wezenlijk punt om weten om de inhoud ervan te kennen."

Bijbelgeleerde Norman Geisler zei over twee gnostische geschriften, het evangelie van Petrus en de Handelingen van Johannes [deze gnostische geschriften mogen niet worden verward met deze van dezelfde schrijvers uit het Nieuwe Testament]: "De gnostische geschriften zijn niet geschreven door de apostelen, maar door mensen uit de tweede eeuw [en later] die zich een apostolische autoriteit toekenden om hun eigen leer te bevorderen. Vandaag zouden wij dit fraude en bedrog noemen."

De gnostische evangeliën zijn geen historische details of Jezus’ leven maar in plaats hiervan wijdverspreide esoterie, omgeven door mysteries, waarbij geschiedkundige details als namen, plaatsen en gebeurtenissen bewust zijn weggelaten. Dit is in sterke tegenstelling tot de evangeliën uit het Nieuwe Testament, dat ontelbare historische feiten bevat over Jezus’ leven, onderricht en woorden.

Mevrouw Jezus

Het sappigste gedeelte van de Da Vinci samenzwering is de beschuldiging dat Jezus en Maria Magdalena een geheim huwelijk hadden waaruit een kind voortkwam, waarbij zijn bloedlijn onsterfelijk werd gemaakt. Verder wordt de schoot van Maria Magdalena, dat de vrucht van Jezus draagt, in het boek voorgesteld als de legendarische Heilige Graal, een geheim dat steeds werd beweerd binnen een Katholieke organisatie, de Priorij van Sion. Sir Isaac Newton, Botticelli, Victur Hugo en Leonardo Da Vinci, zouden hiervan alles hebben deel uitgemaakt.

Romantiek, schandalen en intriges. Alles groot materiaal voor een samenzweringstheorie. Maar is het waar? Laat ons zien wat de geleerden ons hierover hebben te vertellen.

Een artikel uit Newsweek Magazine, dat de meningen van de beste geleerden samenvatte, kwam tot het besluit dat er geen enkele historische basis bestaat om aan te nemen dat Jezus en Maria Magdalena getrouwd zouden zijn geweest. Het plan dat is opgezet in de Da Vinci Code is wezenlijk gebaseerd op een geïsoleerde vers uit het Evangelie van Filippus (gnostisch] dat zegt dat Jezus en Maria kompanen waren. In het boek, probeert de fictieve Teabing een zaak te bouwen rond de betekenis van het woord "kompanen [koinonos]" door er het de betekenis van partner van te maken. Maar Teabings uiteenzetting wordt niet aanvaard door geleerden.

Er is een enkele vers uit het Evangelie van Filippus dat zegt dat Jezus en Maria Magdalena elkaar hebben gekust. Het begroeten van mensen met een kus was algemeen tijdens de eerste eeuw en had geen seksuele bedoeling. Maar zelfs als de interpretatie van de Da Vinci Code juist zou zijn, is er geen enkel ander historisch document geschreven tussen 150 en 220 jaar Christus door een of andere onbekende auteur. Zo is deze bewering over Jezus geschiedkundig gezien onbetrouwbaar.

Misschien dat de gnostici voelden dat het Nieuwe Testament wat schuchter was over romances en aldus besloten om er een beetje sensatie rond te bouwen. Wat ook de reden mag zijn, deze geïsoleerde en duistere vers, geschreven twee eeuwen na Christus, betekent niet veel om er een samenzweringstheorie rond te op te zetten. Misschien interessant en sensationeel om lezen, maar geschiedkundig zeker niet juist.

Wat de Heilige Graal betreft van de Priorij van Sion, vervormt Dan Browns bewering opnieuw de geschiedenis. De legendarische Heilige Graal wordt verondersteld Jezus’ kelk te zijn geweest die werd gebruikt bij het Laatste Avondmaal en heeft niets van doen met Maria Magdalena. Ook kon Leonardo Da Vinci nooit hebben geweten van dit genootschap van Sion, dat het slechts werd opgericht in 1956, 437 jaar na zijn dood. Opnieuw fictie zou u zeggen, maar alles begint intussen wel te lijken op bedrog in plaats van fictie: een bewuste manipulatie om het christelijk geloof er onder uit te halen.

De "geheime" documenten

Maar wat met Teabings onthullingen dat "duizenden geheime documenten" bewijzen dat het Christendom een "bedrog" is. Kan dit waar zijn?

Indien er zo’n documenten zouden zijn, zouden geleerden die tegen het Christendom zijn hier een zeer vette kluif aan hebben. Bedrieglijke documenten die door de vroege kerk verworpen zijn geweest als een afvallige zienswijze, zijn geen geheim, ze zijn reeds eeuwen gekend. Hier is er dus geen enkele verrassing. Deze geschriften zijn nooit beschouwd geweest als onderdeel van de oorspronkelijke geschriften van de apostelen.

En als Brown [Teabing] verwijst naar de apocriefe geschriften, of het beginstadium van de Evangeliën, dat zit hij er ook al naast. Zij zijn geen geheimen, noch spreken zij het Christendom tegen. Nieuw Testament geleerde Raymond Brown heeft over de gnostische evangeliën beweerd: "we leren geen enkel nieuw feit dat is na te gaan over Jezus’ historiek, en enkel een paar gezegden die mogelijk dan nog van Hem zelf komen."

Anders dan de gnostische evangeliën, wiens auteurs ongekend zijn en die geen ooggetuigen waren, heeft het Nieuwe testament ontelbare testen van authenticiteit ondergaan. Het contrast is dan ook vernietigend om ook maar één van deze samenzweringstheorieën te ondersteunen.

De geschiedkundige van het Nieuwe Testament F.F. Bruce schreef: "Er bestaat geen enkel literatuur uit de Oudheid in de wereld die mij laat genieten van zo’n weelde aan goede woordelijke getuigenis als het Nieuwe Testament."

Een andere geleerde van het Nieuwe Testament, Bruce Metzger, onthulde waarom het evangelie van Thomas nooit aanvaard werd door de vroege kerk: "Het is niet juist om te beweren dat het evangelie van Thomas werd uitgesloten door goedkeuring van een gedeelte van het Concilie van Nicea. De waarheid is dat het evangelie van Thomas zichzelf heeft uitgesloten! Het kwam niet overeen met andere getuigenissen over Jezus die de vroege Christenen als waarheidsgetrouw beschouwden."

Het besluit van de geschiedkundigen

Wat moeten wij nu besluiten over de verschillende samenzweringstheorieën over Jezus Christus? Karen King, professor in de kerkelijke geschiedkunde bij Harvard, heeft verschillende boeken geschreven over de gnostische evangeliën, het evangelie van Maria Magdalena inbegrepen en wat is gnostiek? King, hoewel een sterke verdediger van de gnostische leer, besluit: "Deze indrukken over een samenzweringstheorie zijn allen marhinale ideeën die geen enkele historische basis hebben."

Ondanks het gebrek aan historisch bewijs, zullen samenzweringstheorieën miljoenen kopers blijven lokken en verkoopcijfers doen sneuvelen. Geleerden in verwante onderwerpen, sommige Christen en sommige atheïst, hebben allen gesproken over de beweringen van de Da Vinci Code. Maar, de gemakkelijk te beïnvloeden mensen zullen zich steeds blijven afvragen: kon er eigenlijk wel een iets van waar zijn?

Televisie journalist en award winnaar, Frank Sesno, vroeg een panel van geschiedkundige geleerden wat mensen hebben met facinerende samenzweringstheorieën. Professor Stanley Kutler van de Universiteit van Wisconsin antwoordde: "We houden allemaal van het mysterieuze, maar nog meer van samenzweringen en intriges."

Als u dus een grote samenzweringstheorie wenst te lezen over Jezus, dan kan de roman van Dan Brown voor u het juiste boek zijn. Maar als u het ware verhaal over Jezus wenst te lezen, brengen Matheus, Marcus Lucas en Johannes u terug tot ooggetuigenverslagen, wat zij zagen, hoorden en neerschreven. Wie bent u geneigd het meest te geloven?

Vertaling: Chris De Bodt

Bron: Y-Jesus: The facts presented by scholars

12-06-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.The Story of Father Damien
The Story of Father Damien

Hawaï, 1873. De vulkanische archipel in de Stille Oceaan is een onafhankelijk koninkrijk. Kalaupapa is een afgesloten en moeilijk te bereiken schiereiland in het noorden van Molokai, een van de eilanden van de archipel. Vanaf 1865 is er een melaatsenkolonie gevestigd. Niemand bekommert zich om hen en het wordt snel een oord van verderf, vol misdaad, corruptie, diefstal en prostitutie, tot Pater Damiaan zich om over hen ontfermt. De film staat onder regie van Paul Cox en dateert uit 1999. David Wenham speelt de rol van Pater Damiaan. Overige acteurs zijn ondermeer Kris Kristofferson, Derek Jacobi en SamNeill.














11-06-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Elena Desserich
Elena Desserich

Voor de Amerikaanse Elena Desserich (6) kon geen hulp meer baten. Door een tumor in haar hoofd zou het meisje nog slechts enkele maanden leven. Toen ze ook niet meer kon spreken, schreef ze tientallen liefdesbriefjes die ze overal in huis verstopte. Tot op vandaag, twee jaar na haar dood, blijven vader Keith en moeder Brooke Elena's briefjes vinden. Elena Desserich was bijna zes toen dokters in haar hoofdje een hersentumor vonden. 'De dokters vertelden er meteen bij dat ons meisje misschien nog 135 dagen zou leven. Mijn vrouw en ik besloten Elena het vreselijke nieuws niet te vertellen', zegt vader Keith. 'Onze dochter mocht alleen weten dat ze ziek was en dat ze niet meer naar school moest.'

'Elena vertelde tegen iedereen die langskwam honderduit over haar ziekte', vertelt moeder Brooke. 'Mijn dochter had een grote nood om te communiceren. Niets kon haar het zwijgen opleggen, tenzij de groeiende tumor. Maar zelfs toen Elena daardoor niet meer kon spreken, weigerde ze te zwijgen. Ze begon te communiceren via tekeningen en briefjes.'

Elena stierf uiteindelijk in maart 2007, 235 dagen na de diagnose. Maar zelfs de dood kon haar het zwijgen niet opleggen. 'Twee dagen na de begrafenis vond ik een briefje', zegt Keith. 'Het zat tussen twee boeken. Een kaartje met daarop: Mama en papa, ik hou van jullie.'


Elena Desserich

'Eerst keken we ernaar en dachten we: wat lief. Meer zochten we er niet achter. We dachten dat Elena het kaartje daar toevallig had achtergelaten. Gaandeweg vonden we steeds meer kattebelletjes. In onze aktetas, rugzak, boeken, in de lades van onze kleerkast, in de zakken waarin we onze kerstversiering opbergen, tussen fotoalbums, achter foto's in kaders... .'

Soms was het briefje volgetekend met hartjes, soms stond er tekst op. Sommige briefjes waren aan de ouders gericht, andere aan de grootouders. Eentje zelfs aan de hond van de groottante. Maar Elena schreef vooral voor haar kleine zus Grace: Love Grace. Go! Go! Grace was toen twee jaar oud. 'Ik herinner me mijn oudere zus vooral van de foto's die overal thuis staan', zegt Grace vandaag, twee jaar later. 'Wanneer ik groter ben, mag ik papa's dagboek lezen waarin hij alles opschreef over Elena.'

Intussen blijven de briefjes van Elena maar opduiken. Sommige zijn op een blaadje van een blocnote geschreven, andere op post-its of op papieren hartjes die de moeder op vraag van Elena had uitgeknipt. 'Toen we die eerste hartjes vonden, beseften we dat er meer achter stak en dat Elena niet zomaar lukraak kattebelletjes had achtergelaten. Dat ze die briefjes echt wel voor ons had verstopt. Dat was haar manier om ons te laten weten: alles komt wel weer goed', zegt haar moeder.

'Elena had dat belerende wel in haar. Ze was haar leeftijd ver vooruit. Ze had iets schoolmeesterachtigs. Soms kwam je haar kamer binnen en dan was ze bezig al haar boeken te rangschikken volgens kleur. De volgende dag ordende ze haar bibliotheek weer volgens grootte. Ze wilde altijd alles in orde hebben. Misschien waren die briefjes haar manier om het leven na de dood te organiseren.'

De ouders worstelen met die gedachte. Want het betekent dat Elena wist dat ze zou sterven. 'We blijven geloven dat Elena niet wist dat ze stervende was. Maar elk briefje dat we vinden, spreekt dat tegen. We moeten er rekening mee houden dat ons meisje haar dood voelde naderen.'

De ouders hebben intussen al drie dozen vol Elena-briefjes. 'Het is wonderlijk voor ons om die briefjes te blijven vinden. Hard ook. Toch hoop je dat het nooit stopt', zegt vader Keith.

De ouders vonden ook twee dichtgeplakte briefjes, aan hen persoonlijk geadresseerd. 'We hebben ons voorgenomen die nooit te openen', zegt Brooke Desserich. 'Die briefjes zijn onze levensverzekering. Zolang we ze niet openmaken, weten we dat er altijd nog iets is dat Elena ons moet vertellen. En dat is allicht iets heel speciaals. Anders zou Elena die twee briefjes nooit hebben dichtgeplakt.'


10-06-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De 15 gebeden aan de Heilige Birgitta van Zweden
De 15 gebeden aan de Heilige Birgitta van Zweden


Dit zijn de vijftien gebeden geopenbaard door Onze Heer Jezus Christus aan de Heilige Birgitta, Patrones van Europa, de Kerk van Sint-Paulus te Rome. Door het dagelijks verrichten van deze gebeden, draagt men in een jaar zoveel gebeden, Onze Vaders en Weesgegroetjes op, als de goddelijke Zaligmaker slagen heeft doorstaan in Zijn smartelijk leven.

De beloften

Toen Onze Heer aan de Heilige Birgitta verscheen deed Hij de volgende openbaring: "Ik heb op Mijn Lichaam 5480 slagen ontvangen. Indien gij deze in uw verering wilt gedenken, zult gij 15 Onze Vaders en 15 Weesgegroeten bidden en de volgende gebeden verrichten gedurende één vol jaar. Na dit tijdperk zult gij elke wonde van Mijn Lichaam vereerd hebben. Hij voegde hieraan toe dat al wie deze gebeden gedurende één jaar zou verrichten:
  • 15 zielen van zijn stamverwanten uit het Vagevuur zal redden
  • 15 rechtvaardigen van zijn familie de heiligmakende genade bewaren en er in zullen versterkt worden
  • 15 zondaren van zijn geslacht zich zullen bekeren
  • De persoon die deze zal bidden, de eerste treden van de volmaaktheid zal beklimmen
  • 15 dagen voor zijn dood zal ik hem Mijn Heilig Lichaam schenken, opdat hij van de eeuwigdurende honger zou bevrijd worden en ik zal Hem Mijn Kostbaar Bloed te drinken geven om hem in eeuwigheid te laven
  • 15 dagen voor zijn dood zal hij, zonder uitzondering, al zijn zonden kennen en een oprecht berouw erover voelen
  • Ik zal het teken van Mijn Zegevierend Kruis voor hem plaatsen ter bescherming en ter verdediging van de hinderlagen van zijn vijanden.
  • In zijn doodstrijd zal Ik aanwezig zijn met Mijn Dierbare en Welbeminde Moeder
  • Ik zal zijn ziel welwillend onthalen en ze in de eeuwige vreugde binnenleiden
  • Wanneer zij daar zal aangekomen zijn zal Ik haar op deze wondere wijze te drinken geven van de fontein van Mijn Goedheid, wat niet zal gebeuren met de zielen die deze gebeden niet hebben opgezegd
  • De zondaars die dertig jaar lang in doodzonde hebben geleefd en godvruchtig deze oefeningen doen, of het inzicht daartoe hebben, zullen van de Heer vergiffenis bekomen van al hun zonden.
  • Daarenboven zal de Heer hem tegen slechte bekoringen beschermen.
  • Hij zal zijn vijf zintuigen bewaren
  • Hij zal zijn ziel vrijwaren van eeuwige straffen
  • Hij zal alles bekomen wat hij zal vragen aan God en aan de Allerheiligste Maagd
  • Hij zal van een plotselinge dood worden behoed
  • Indien hij naar eigen wil heeft geleefd, zal zijn leven worden verlengd
  • Telkens men deze gebeden zal verrichten, verdient men 100 dagen aflaat
  • Hij zal gevoegd worden bij het opperste koor der Engelen
  • Wie ze aan iemand aanwijst, zal wegens zijn verdiensten eeuwigdurende blijdschap genieten
  • Op de plaats waar deze gebeden zich bevinden en waar ze worden opgezegd, is God aanwezig met zijn genade.
Elk gebed wordt voorafgegaan door 1 Onze Vader en 1 Weesgegroet

Eerste gebed: Onze Vader en Weesgegroet

O Jezus Christus, Oneindige Zoetheid voor allen die U beminnen, vreugde die elk genoegen en alle begeerten te boven gaat, hoop en heil voor de zondaars. Gij hebt bewezen geen groter verlangen te hebben dan onder de mensen te leven. Zelfs hebt Gij uit liefde voor hen, de menselijke natuur aangenomen. Wees indachtig al de smarten die Gij hebt doorstaan van het ogenblik van Uw menswording af, maar vooral tijdens Uw Heilig Lijden, zoals het voor alle eeuwen werd ontworpen en besloten door de Goddelijke Voorzieningheid.

Wees indachtig O Heer, dat Gij tijdens het Laatste Avondmaal de voeten van Uw leerlingen hebt gewassen, dat Gij hen Uw Heilig Lichaam en Uw Kostbaar Bloed hebt geschonken en dat Gij hun Uw aanstaande lijden hebt voorspeld.

Wees indachtig de droefheid en de bittere walging die Gij in Uw Ziel hebt ondergaan, zoals Gijzelf hebt getuigd bij het slaken van de bittere kreet: "Mijn ziel is bedroefd tot de dood toe!"

Wees indachtig alle angsten en smarten, die Gij in Uw teder lichaam hebt gevoeld, reeds voor de foltering van de kruisdood.

Onder het uibtreken van het Bloedig Zweet, hebt Gij tot driemaal toe een smeekbede tot Uw Vader gericht. Dan werd Gij door Judas, Uw leerling, verraden en door Uw uitverkoren volk gevangen genomen. Vervolgens werd Gij door valse getuigen beschuldigd, door drie rechters onrechtvaardig veroordeeld en dit alles in Uw jeugdige leeftijd en tijdens de heerlijke Paasdagen.

Wees indachtig dat Gij van uw kleren werd ontdaan en met de mantel der bespotting werd omhuld, dat men Uw Ogen en Uw Gelaat heeft bedekt, dat men U kaakslagen heeft toegediend, U met doornen gekroond en een rietstok in de handen heeft gestopt. Vervolgens hebben de beulen u aan een zuil vastgebonden, Uw Lichaam met slagen verscheurd en U met smaad overladen. In de herinnering aan alle smarten en aan de droefheid, die Gij voor uw Kruisoffer reeds hebt doorstaan, verleen mij O Heer, voor mijn dood een waar berouw, een volledige belijdenis van mijn zonden, een herstellende boete en de vergiffenis van al mijn zonden. Amen.

Tweede gebed: Onze Vader en Weesgegroet

O Jezus, innige vreugde der Engelen, onuitputtelijke bron van genot, wees indachtig de schrik en de pijnen die U hebben overweldigd toen de beulsknechten U als razende leeuwen omringden en U als om een strijd, allerlei beledigingen, kaakslagen, kwetsuren en onmenselijke folteringen toebrachten. Bij het overwegen van al deze kwellingen en dat ijzingwekkend leed, smeek ik U, O mijn Zaligmaker, mij van alle zichtbare en onzichtbare vijanden te bevrijden en mij door Uw bescherming toegang te verlenen tot de eeuwige vreugde. Amen.

Derde gebed: Onze Vader en Weesgegroet

O Jezus, Schepper van Hemel en Aarde, oneindige God, allesbeheersende Almacht, herinner U de bittere smarten die Gij hebt geleden, toen de Joden uw Heilige Handen en tedere voeten met zware nagels hebben doorboord. Teneinde Uw lichaam in de juiste houding te brengen, hebben zij U met een onuitsprekelijke wreedheid op het Kruis uitgestrekt en langs alle zijden Uw eerbiedwaardige Ledematen uiteengetrokken. Aldus breidden de wonden zich steeds verder uit en verwekten ze tekens nieuwe en grievende pijnen. Ik smeek U, O Jezus, door de gedachtenis aan dit grenzenloze leed aan het Kruis, mij Uw vrees en Uws liefde te schenken. Amen

Vierde gebed: Onze Vader en Weesgegroet

O Jezus, Hemelse Geneesheer, aa, het Kruis geslagen om onze wonden door de Uwe te genezen, wees indachtig de ontelbare kneuzingen, die Gij in al uw uiteeengeschokte Ledematen hebt doorstaan, zodat er geen smart kan vergeleken worden bij de Uwe. Van het hoofd tot de Voeten was er geen enkel lichaamsdeel onaangestast en toch hebt Gij, in deze oceaan van wee, voortdurend tot de Vader gebeden voor uw vijanden: "Vader, vergeef het hen, want zij weten niet wat zij doen." Moge de gedachte aan Uw grenzeloos Lijden, door deze oneindige barmhartigheid, bij ons een volmaakt berouw en de vergiffenis van al onze zonden verwerven. Amen.

Vijfde gebed: Onze Vader en Weesgegroet

O Jezus, beeld van eeuwige schoonheid, wees indachtig uw zwaarmoedigheid toen Gij in het licht van Uw Godheid de bestemming hebt voorzien der zielen, die door de verdiensten van Uw droevig Lijden zouden gered worden en tevens de menigte der verworpelingen die, tengeveolge van hun zonden, teloor zouden gaan. Om de ondergang van deze ellendige zondaars hebt Gij bittere klachten geslaakt. Met het oog op deze afgrond van medelijden en erbarmen en vooral Uw opbeurend Woord, herdenken wij Uw woorden tot de goede moordenaar: "Vandaag nog zult gij met Mij zijn in het Paradijs," smeek ik U, O zoete Jezus, mij in het uur van mijn dood genade te schenken. Amen.

Zesde gebed: Onze Vader en Weesgegroet

O Jezus, beminnelijke Vorst, voorwerp van al onze verlangens, overdenk de smarten die Gij hebt gevoeld, toen de beulen U als een booswicht, nakt op het kruis hebben genageld en verheven. Al Uw vrienden en volgelingen hadden U verlaten, behalve Uw welbeminde Moeder en Uw leerling Johannes, die U trouwvol bijstonden in Uw doodstrijd. Dan hebt Gij tot beiden Uw heilzaam Woord gesproken: "Vrouw, ziedaar uw Zoon. Zoon, ziedaar uw Moeder." Ik smeek U, o mijn Zaligmaker, door het lijdenszwaard dat het Hart van Uw Heilgie Moeder heeft doorboord, U over mij te ontfermen in mijn lichamelijke en geestelijke nood en mij in al mijn beproevingen bij te staan, doch vooral in mijn laatste levensuur. Amen.

Zevende gebed: Onze Vader en Weesgegroet

O Jezus, Bron van onuitputtelijk erbarmen, door een eindeloos gevoel van liefde gedreven, hebt Gij uw Hart uitgestort in de kreet: "Ik heb dorst!" Door die vraag naar verlossing, van het menselijk geslacht, bid ik U, mijn Zaligmaker, om in ons hart het verlangen op te wekken om in al onze daden de volmaaktheid na te streven en in ons wezen de lichamelijke begeerte en aardse neigingen uit te roeien. Amen.

Achtste gebed: Onze Vader en Weesgegroet

O Jezus, genoegen voor het hart en zoete vreugde voor de geest, door de bittere gal en de azijn die Gij op het Kruis hebt willen proeven uit liefde voor ons, vergun dat wij tijdens ons leven waardig Uw Kostbaar Bloed en Lichaam mogen ontvangen, tot troost en geneesmiddel voor onze zielen. Amen.

Negende gebed: Onze Vader en Weesgegroet

O Jezus, Koning vol deugden en behaagten voor de Geest, herdenk het zielenleed waardoor Gij, bij het naderen van de dood, overweldigd waart, toen de Joden u steeds hebben beledigd en bespot. Dan hebt Gij in uw doodstijd tot de vader uitgeroepen: "Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?" Door deze doodsangsten smeek ik U, O mijn Zaligmaker, om mij in de verschrikking van de dood niet te verlaten. Amen.

Tiende gebed: Onze Vader en Weesgegroet

O Jezus, begin en einde van alle bestaan, de weg, de waarheid en het leven, wees indachtig dat Gij voor ons in een afgrond van smarten waart gedompeld, toen de Joden u steeds hebben beledigd en bespot. Dan hebt Gij in uw doodstrijd tot Uw Vader geroepen: "Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?" Door deze doodsangsten smeek ik U, mijn Zalgmaker, om mij in de verschrikking van de dood niet te verlaten. Amen.

Elfde gebed: Onze Vader en Weesgegroet

O Jezus, onpeilbare diepte van barmhartigheid. Ik smeek U, in herinnering aan de wonden die U tot in het merg van de beenderen en tot in de ingewanden hebben gepijnigd: trek mij, ongelukkige, uit de vloed van mijn zonden. Verberg mij voor Uw aanschijn in de opening van Uw wonden, totdat uw rechtvaardige toorn verzoend zal zijn. Amen.

Twaalfde gebed: Onze Vader en Weesgegroet

O Jezus, Spiegel der Waarheid, band van eendracht en liefde, herdenk de menigvuldige wonden die geheel Ww lichaam hebben overdekt, U hebben verscheurd en rood gekleurd door het vergieten van Uw aanbiddelijk Bloed. O mateloze pijn, die Gij voor ons in Uw maagdelijk Lichaam hebt doorstaan: O goede Jezus, wat kunt Gij nog meer doen? Ik smeek U, O mijn Zaligmaker, om al Uw wonden diep in mlijn hart te prenten, zodat ik voortdurend Uw Smart en Uw Liefde kan voelen. Laat Uw Liefde elke dag in mij groeien en laat de vrucht van Uw Lijden mijn ziel louteren, opdat ik bij U, de bron van al het Goede en alle Vreugde, veilige zou mogen aankomen. Laat deze wens, O zoetste Jezus, in het eeuwig leven verwezenelijkt worden. Amen.

Dertiende gebed: Onze Vader en Weesgegroet

O Jezus, sterke, onoverwinnelijke, onsterfelijke Koning, herinner U het leed dat Gij hebt gevoeld toen al Uw krachten van Uw Lichaam en Ziel volledig waren uitgeput, zodat Gij al, prevelend, het hoofd hebt gebogen: "Alles is volbracht." Door deze totale uitputting, smeek ik U, Heer Jezus, medelijden te hebben met mij in het laatste levensuur, als mijn hart zal beklemd zijn en mijn geest beneveld. Amen.

Veertiende gebed: Onze Vader en Weesgegroet

O Jezus, onpeilbare diepte van barmhartigheid. Ik smeek U, in herinnering aan de wonden die U tot in het merg van de beenderen en tot in de ingewanden hebben gepijnigd: trek mij, ongelukkige, uit de vloed van mijn zonden. Verberg mij voor Uw aanschijn in de opening van Uw wonden, totdat uw rechtvaardige toorn verzoend zal zijn. Amen.

Vijftiende gebed: Onze Vader en Weesgegroet

O Jezus, ware en vruchtbare Wijnstok, herdenk het overvloedig verlies van Uw Heilig Bloed dat Gij zo edelmoedig hebt uitgestort, zoals de wijntros onder de wijnpers. Uit uw zijde, met een lans doorboord, vloeide er water en bloed, zodat er geen enkele druppel in uw lichaam is gebleven. Als welriekende myrrhe werd Uw aanbiddelijk Lichaam vernietigd. De levenssappen zijn eruit gevloeid en het merg van Uw beenderen is uitgedroogd. Breng mijn hart, door Uw bitter Lijden en door het uitstorten van Uw Kostbaar Bloed, o zoete Jezus, een liefdeswonde toe, zodat rouwmoedige tranen dag en nacht mijn wangen zouden bevochtigen. Keer mij volledig tot U en laat mijn gebed U aangenaam wezen en laat mijn hart voor U een voortdurende verblijfplaats worden. Laat mijn leven verdienstelijk zijn, zodat ik bij mijn dood, iw Uw Paradijs mag binnentreden, samen met de ontelbare koren der engelen en Heiligen. Amen.

09-06-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Onze Lieve Vrouw van Ocotlán, Tlaxcala, Mexico
Onze Lieve Vrouw van Ocotlán, Tlaxcala, Mexico

Deze korte publicatie is gemaakt ter ere van Onze Lieve Vrouw van Ocotlán. Moge de wonderen die plaats vinden aan de wonderlijke bron van de Heilige Maria en aan de voet van haar heilige afbeelding altijd iedereen naar God brengen, door Haar bedroefde en onbevlekte Hart.

Een ontmoeting in het bos met de Moeder van God

Het wat een rustig moment op de dag, in de late namiddag, zo rond de lente van 1541. De zon scheen over de Mexicaanse stat Tlaxala en nam afscheid van deze heuvelachtige stad. Ze scheen haar laatste kleurrijke stralen over een steeds donker wordende lucht. Tussen al dit natuur schoon beklom Juan Diego Bernardino, een arme indiaan, de westelijke kant van de heuvel San Lorenzo [De Heilige Laurentius] en hij ging een eikenbos binnen. In die dagen liepen de bomen langs een afgrond.


Kaart van Ocotlán en omgeving, 1534

Deze liefhebbende ziel had zojuist water gehaald uit de Zahuapanrivier voor zijn zieke familie. Zijn familieleden waren zoals vele geteisterd door een verschrikkelijke uitbraak van de pokken. Negen van de tien inwoners van Tlaxcalan overleed eraan. Vele van de dorpelingen geloofden dat water hun brandende koorts kon tegenhouden en hen zelfs kon genezen. Ze beschouwden het water van de Zahuapanrivier als zeer goed, en dachten dat het speciaal hielp tegen huidaandoeningen.

Voordat hij met deze liefdadigheidsmissie begon had Juan Diego, die werkte voor de franciscanen in het klooster van Tlaxcala, toestemming van de kloosterlingen om dit te doen. Hij nam een waterkruik en liep de heuvel, waarop het klooster stond, af. Hij vulde de kruik en begon zijn tocht naar Xiloxoxtla, waar zijn familie woonde.

Plotseling, zonder enige waarschuwing, verscheen er een ongelofelijke mooie vrouw uit het niets voor Juan Diego. Ze droeg een witte tuniek en een blauwe mantel. Haar uitdrukking was zo vol liefde, en vriendelijkheid. Toen ze verscheen groette ze Juan Diego met de woorden: "Moge God je beschermen, Mijn zoon. Waarheen ben je op weg?"

Juan Diego was zo verbaasd en verwonderd door het zien van zulke hemelse goedheid en schoonheid dat hij bijna niet kon spreken. Verstard en overdonderd antwoordde hij: "Ik draag water van de rivier naar mijn zieken, die zullen sterven zonder genezing."

Dit antwoord behaagde de hemelse Vrouw. Ze was blij met de zorgen en naastenliefde en gaf hem de volgende uitnodiging: "Kom en volg mij" zei ze, "Ik zal je ander water geven waarmee de besmetting wordt verholpen, en iedereen die ervan drinkt zal er baat bij hebben; want mijn hart, dat altijd vol liefde kijkt naar de lijdende, kan niet langer tegen dit lijden zonder te helpen."


Juan Diego Bernardino ontmoet Maria

Ook al had Juan Diego veel gereisd, hij had nog nooit gehoord over het "helende water" waarover de Vrouw sprak. Toch volgde hij gelovig zijn liefelijke weldoenster naar een ravijn onder aan de heuvel. Hier was een groepje bomen waar Onze Lieve Vrouw haar fontein van Heilig Water onthulde.

"Volledige genezing? Geweldig!" dacht Juan Diego die zijn kruik maar wat graag leeg goot en vulde met het wonderlijke water uit deze nieuwgevonden bron van genezing.

De mooie Vrouw had nog meer te tonen. Voordat Ze wegging van Juan Diego en hem in vreugde zou achterlaten, gaf Ze hem een boodschap om aan de franciscanen te geven, in het klooster waar hij werkte. Ze zei tegen hem: "Zeg tegen de gelovigen, namens Mij, dat ze op deze plaats een afbeelding van Mij zullen vinden die Mijn grootsheid zal weerspiegelen. Door deze afbeelding zal Ik velen genade en genezing schenken. Eenmaal gevonden wil Ik dat deze afbeelding wordt geplaatst in de Kapel van San Lorenzo."

De eerste van vele wonderen

Met de woorden van zijn weldoenster zingend in zijn hart snelde Juan Diego naar Xiloxoxtla, vol vertrouwen, vol vreugde, en niet vertraagd door de zware kruik met water op zijn schouders. Toen hij aankwam gaf hij zijn familie te drinken van het water uit de bron van de aardige Vrouw. Wat er toen gebeurde overdonderde hen, en trok al snel de aandacht van het hele dorp.

Precies zoals de mooie Vrouw had belooft, was niet alleen het lijden vermindert, maar ze waren volledig genezen. Onmiddellijk waren al hun pijnen weg. Zodra iemand dronk van het heilige water, ontving hij volledige genezing.

Volledig vervult van vreugde gingen Juan Diego en zijn familie naar buiten om hun geluk de delen met de buren. Het nieuws over de wonderlijke gebeurtenis verspreidde zich snel, door de oorspronkelijke wijnstok van Xiloxoxtla, samen met kennis dat de ontvanger van de "hemelse boodschap" onder hen was.

Voordat hij zich kon terugtrekken naar een rustige plaats, of kon terugkeren naar het Klooster van Tlaxcala, werd Juan Diego overdonderd door nieuwsgierige, gelovige en behoeftige buren. Ze wilden allemaal zelf het verhaal horen van Zoapiltzin [De damevrouw] in het eikenbos. Waar was haar wonderlijke bron? Hoe zag ze eruit? Wat heeft ze gezegd? Komt ze terug? etc.

Terwijl hij het verhaal van de verschijning en de wonderlijke bron vertelde en hervertelde deelde hij ook de kostbare vloeistof uit aan de dorpelingen. Iedereen die ziek was, of een ziek familielid had ontving een gedeelte en, onverklaarbaar, precies zoals als de Zoapiltzin had beloofd: iedereen die dronk van het water genas meteen.

De nacht kwam snel over het "Hemelse ziekenhuis" van Juan Diego, sneller dan hij doorhad. Het was te laat voor hem om nog terug te keren naar het Klooster. Enthousiast om zijn missie van boven te vervullen ging hij met tegenzin slapen in het huis van zijn familie, en ontwaakte bij de eerste stralen licht. Op deze morgen was er weinig nodig voor hem om wakker te worden en op weg te gaan.

Bij de eerste mogelijkheid voldeed Juan Diego het verzoek van de Vrouw en vertelde zijn verhaal aan de gemeenschap van broeders. Ze luisterden naar de boodschap van Maria en de rest van het verhaal, en ze zeiden het voorval te onderzoeken. Toen werd Juan Diego voorzichtig aan het werk gezet zonder dat ze een mening gaven.

Niet veel later ondervraagden ze hem voorzichtig opnieuw, in de hoop een tegenstrijdigheid in zijn verhaal te ontdekken. Ze vroegen de vragen op een manier dat ze elke onenigheid in het verhaal konden vinden. Ze ondervraagden hem een derde keer.

Deze ondervragingen overtuigden hen dat Juan Diego de waarheid sprak, want hij bevestigde iedere keer precies hetzelfde als de eerste keer. Zijn simpele en directe antwoorden op deze herhaaldelijke onderzoeksvragen liet hen geloven in de echtheid van deze gebeurtenis.

Ze besloten uiteindelijk om de plaats van de bron en de wonderlijke verschijning zelf te bezoeken. Ze waren het erover eens dat het beter was om te wachten tot de dorpeling sliepen, voordat ze Juan Diego naar de bron zouden volgen. Ze wilde geen aandacht trekken en hoopte deze gebeurtenis in stilte verder te kunnen onderzoeken.

Deze wens om ongezien te worden slaagde niet. Toen een paar mensen in het donker de broeders Juan Diego zagen volgen vertelde ze dit al snel aan de buren. Voordat de broeders veel verder waren gereisd was er een hele processie van nieuwsgierige dorpelingen bij hen. Omdat niemand ’s nachts reisde, behalve in een noodgeval, vonden de dorpelingen deze ‘uittocht’ toch wel vreemd. Als de broeders hen niet zouden verlaten dan wilde de indianen wel weten wat er aan de hand was.

Toen ze bij de eikenbomen aankwamen op de plaats van de verschijning stonden de bomen in brand! Wonderbaarlijk! Wat nog wonderlijke was, was dat het vuur kwam een grote boom ... anders dan alle anderen ... brandend over zijn hele lengte, dus van boven tot onder. Omdat dit de enige boom was die volledig in brand stond markeerden de broeders deze boom, en gingen terug omdat het al vrij laat was.

De volgende ochtend, na de Heilige Mis, ging de gemeenschap opnieuw naar de eikenbomen. Deze keer waren er nog meer dorpelingen bij, die nog nieuwsgierig waren naar de handelingen van de prior. Toen ze bij de bomen aankwamen was niet alleen het vuur gedoofd, maar was ook de schade alleen te zien op de kleine takjes van de bomen ... in tegenstelling wat je zou verwachten bij zo’n brand! Eens aangestoken is deze brand als een soort vlammenzee die in een droog seizoen (wat het toen ook was) alle bomen had moeten plat branden. Nog een mysterie! De grote boom, die ze gemerkt hadden was meer aangetast dan de kleine bomen. Iedereen was verbaasd over deze gebeurtenis.


Ze hadden een bijl bij hen en ze hakten de stam van de grote eikenboom op, waardoor een nieuw wonder hun ogen bereikte: in de stam van de omgehakte boom was duidelijk zichtbaar een afbeelding van de Heilige Moeder van God. Deze afbeelding beeldde het mysterie van de Onbevlekte Ontvangenis uit die gezien kan worden in de tempel die in liefde door haar kinderen is gebouwd. Op de manier was het verhaal van Juan Diego bewezen voor de ogen van vele getuigen. De verschijning van de Maagd Maria aan haar dienaar Juan Diego was een blijde gebeurtenis waardoor Zij hem het genezende water gaf en hem verzocht om de broeders haar afbeelding te laten vinden.

De geboorte van een dorp in Glorie

De wonderlijke afbeelding van Maria was door het vuur in de eikenboom gebrand en iedereen vroeg zich af, "Hoe is dit mogelijk?" Het grootste gedeelte van de stam, bladeren en takken was onaangetast. Het was ook zij bijzonder en ongebruikelijk dat geen van de kleinere bomen was aangetast, zoals men normaal zou verwachten!

Hun schat, de Onbevlekte Maria, zorgde voor een enorme enthousiasme en een onbeschrijfelijke verering bij allen. Met de bedoeling om hun enthousiasme aan banden te leggen lieten ze de indianen takken afsnijden van de eikenboom om daarmee, in één rij hun hymnen te kunnen zingen. Zo ontstond de eerste processie naar de Kapel van San Lorenzo.

Het hele dorp was in vreugde toen de franciscanen de wonderlijke beeltenis van Maria op hun schouders namen. Ze liepen daarmee tussen een vreugdevolle menigte. Zoals de Vrouw gewenst had werd haar beeltenis de heuvel opgedragen gevolgd door de menigte. Daar werd haar afbeelding, gebrand in de grote eikenboom door de Wil van God, geplaatst op een troon die eerder gebruikt werd door de grote en heilige martelaar Laurentius. Deze spontante gebeurtenis wordt ook wel genoemd: "De eerste Verheffing."

De koster tegen de engelen van Maria

Toen ze aankwamen bij de kapel werd de beeltenis van Maria in een nis geplaatst die was bedoeld voor hun schutspatroon, de Heilige Laurentius, waarvan ze het beeld hadden weggehaald.

Volgens legenden, had de indiaanse koster van de kapel, de "ongelovige Thomas" van Ocotlán, een grote devotie voor de Heilige Laurentius en was daarom erg ontsteld toen zijn patroon werd vervangen door de Maagd Maria. He werd droevig omdat de verering van de heilige martelaar afnam, terwijl de eerbied en devotie voor Maria toenam.

Op drie momenten besloot hij om deze "indringers" van "zijn heiligdom" tegen te houden. Bij het eerste moment wachtte hij tot het donker werd. Hij ging de kerk binnen en plaatste het beeld van Onze Lieve Vrouw uit de nis om het beeld van de Heilige Laurentius daar weer neer te zetten. Hij sloot toen de kerk weer af en ging naar huis om te slapen. Toen de volgende ochtend de kapel weer binnen ging was de Heilige Maagd opnieuw in de nis van de Heilige Laurentius, en stond zijn beeld aan de zijkant. Hij dacht dat iemand zich had verscholen in de kapel en de beelden weer had omgedraaid. Daarom ging de koster, nog meer gemotiveerd, een nieuw plan bedenken om zijn tegenstanders te slim af te zijn.

Die nacht wisselde hij opnieuw de beelden van de Heilige Laurentius en de Heilige Maagd Maria om, maar nam nu ook het beeld van Maria met zich mee naar huis. Nadat hij de volgende dag de kapel weer binnen ging zag hij de Heilige Maagd Maria boven het altaar en de Heilige Laurentius aan de zijkant. [Zou hij de rol van Maria als Koningin van de Heiligen begrepen hebben?]

Ook de volgende poging om de afbeelding van Maria te "onttronen" faalde dramatisch. Nadat hij de beelden opnieuw had omgewisseld plaatste hij Onze Lieve Vrouw in een versierde doos. Hij bedekte de kist met zijn serape [cape] en sliep bovenop de kist. Terwijl hij sliep waren de Heilige Engelen "druk bezig." Dankzij dit werk van de Heilige Engelen werd de Vrouw voorgoed geplaatst op haar ereplaats.

Toen hij wakker werd op een lege kist en opnieuw de afbeelding van de Heilige Maagd Maria boven het altaar zag, schrok hij zich bijna dood. Hij werd bang voor de wraak van de Hemel en ging zo snel hij kon naar de geestelijken van het klooster en legde uit wat hij had gedaan ... volledig onbezorgd over een eventuele straf die zij hem zouden opdragen. Toen hij eindelijk de hand van God hierin zag, openden zijn ogen en zocht hij alleen vergeving en genade. Deze weerstand van de dienaars van Maria tegenover de koppige koster liet duidelijk de Wil van God zien met Zijn Geliefde Dochter, Moeder en Bruid.

Met Haar Zoon en bij Haar kinderen

Wie kan ontkennen dat Onze Lieve Vrouw de wens had om haar eigen huis te hebben in het midden van de gezegende stad Tlaxcala? Sindsdien [de eerste dagen van de bekering van Mexico en de Nieuwe Wereld] is Maria, als de Vrouw van Ocotlán de bron geweest van het leven, de goedheid en de hoop van ontelbaren die bij haar deur aanklopten.

Vandaag de dag is de deur van de Basiliek van Onze Lieve Vrouw omgegeven door de zeven aartsengelen en de twaalf apostelen. Zij wordt zelf omhoog gehouden door de Heilige Franciscus (boven de Heilige Jozef) voor een stervormig raam.


Basiliek van Onze Lieve Vrouw van Ocotlán

Zoals de Hemel de eikenboom deed oplichten om zo de wonderlijke en mooie afbeelding van Maria te doen ontstaan, zo zijn er ook duizenden en duizenden zielen opgelicht door de "Genade en Genezing" uitgedeeld door Onze Lieve Vrouw door haar heilige afbeelding. Zoals voorspeld heeft Maria vele genade geschonken door haar heilige afbeelding. Zo blijft ze mensen helpen met genezing, door het heilige water van haar bron.

De verblindende schoonheid van Onze Lieve Vrouw van Ocatlán

Het houten beeld van Onze Lieve Vrouw van Ocotlán draagt een ongelofelijk mooie jurk, gekleurd in goud, blauw en rood. Het is bijna een meter en half hoog. De stijl van de kleding is gelijk aan de kleding die de Vrouwen droegen in deze streek, zo rond de tijd dat ze verscheen in Juan Diego.


Het wonderlijke beeld van Onze Lieve Vrouw van Ocotlán (Onze Lieve Vrouw van de brandende eik)
gevonden door Juan Diego Bernardino en de vroege franciscaanse missionarissen van Tlaxcala.
Vandaag de dag is het beeld in de Basiliek die gebouwd is voor Haar.

Onder haar voeten is een ongelofelijk mooie, zilveren verhoging. Ze leunt lichtjes naar voren en draagt haar mantel over haar linker onderarm ... zoals een dame die een trap betreed. Deze mantel is een mooi gemaakt en valt in een strakke vouw.

Haar handen zijn verbonden bij de vingertoppen die omhoog staan in gebed. Haar uitdrukking is simpel en duidelijk: dunne lippen en een rechte neus. Ze heeft een vrome uitstraling en heeft erg mooie ogen, een dunne nek en een ovalen hoofd, zoals een Vrouw van Koninklijke bloede. Haar zwarte haren vallen in krullen over haar schouders en langs haar rug.

Menselijk en wonderlijk is haar uitdrukking. Al deze unieke schoonheid is opgeslagen in goud, zilver en glas en een duidelijk aura. Pater Loayzaga omschrijft het als volgt: "Een breed voorhoofd zonder rimpels, dunne wenkbrauwen, rode wangen, lippen van karmijn, een kleine mond, blauwe en groene ogen, blauwe lange wimpers, haar glans is gericht op Tlaxcala."

Het is noemenswaardig om te melden dat, ook al kwam de Vrouw naar Mexico in de zestiende eeuw, wetenschappers meer dan 200 jaar later, in 1755, verklaarden dat "de afbeelding in het hout van een eik uit één stuk bestaat." In de loop der tijd heeft het beeld veel geleden, in de vorm van gelovigen die graag Maria wilde aanraken om haar genade te ontvangen. Het was verboden door de kerk, maar toch is het beroemde, oude en vereerde beeld vaak hersteld door "onkundige mensen."

De halve maan op de zilveren verhoging werd gezien als symbool van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria in Mexico. Tussen 1541 en 1640 zorgden de franciscanen voor Onze Lieve Vrouw in haar Heiligdom. De herdenking aan deze verering is nog steeds te zien aan de voorzijde van de voorzijde van de huidige Basiliek.

Uit de duisternis en in het licht

De naam Ocotlán heeft een zachte resonantie, deze is afkomstig van de woorden: ocotl-ocote (eikenboom) en tlatla-arder (branden). Samen vormen ze de naam Ocotlán, wat betekent: de eik die in brand stond.

De ontdekking van de Maagd van Ocotlán in de stam van de eikenboom is een originele, ongepubliceerde gebeurtenis en werd een symbool van grote kracht. Eiken en dennen [beide bomen zijn symbool van kuisheid] bezitten veel hars en vullen daarmee de lucht een met een puur aroma. Als licht een druppel van dit sap bestraalt wordt deze druppel als een glinsterende diamant.

Toen de eikenboom open "gehakt" was scheen er een licht dat kwam uit de baarmoeder van de houten maagd. Dit beeld stond voor [en staat nog steeds voor] de perfectheid van de genadevolle, de liefhebbende, en de altijd zoete Maagd Maria.

Een ander groot symbool, rijk aan belangrijkheid maar helaas niet echt begrepen is de "ocote del arde," de eikenboom die brandde. Als een grote toorts boven op de heuvel scheen dit licht van Maria over heel Tlaxcala en bracht de mensen vanuit de duisternis in het licht van God’s liefde.*

Dit thema van de brandende eikenboom was een groot teken dat vele schilders uit Ocotlán inspireerde: Juan de Villalobos, Manuel Caro, Dávila Tagle, en de grote muurschilder Disiderio H. Xochitiotzin. Allen hebben ze laten zien wat voor een grote theologe de Maagd MARIA is voor iedereen. Hoe bijzonder is die ervaring voor de leerlingen van de mooie Moeder van God!

* Na de verschijning maakten de vrome relieken van de bladeren, wortelen, takken en bast. Hiervan is niets overgebleven.

Het gelaat van Maria

Het gelaat van de Maagd van Ocotlán heeft de eigenschap om van kleur te veranderen. Van rozerood tot blank en weer terug. Ook is haar gezicht volledig in staat om uitdrukkingen te geven van volle vreugde en diepe droefheid.

Dit fenomeen gebeurt regelmatig op de maandag na de derde zondag van Mei, en vlak voor deze datum ... de verjaardag van de "Eerste Verheffing" van onze Vrouw van de Kapel van de Heilige Laurentius.

Pater Loayzaga, de grote Historcus van Ocotlán, zag dit zelf en bevestigd dat bovendien de Maagd kan zweten. Pater Escobar verklaart dat hij zweetdruppels zag op een linnen zakdoek en voegt daaraan toe dat soms het heilige beeld van Maria loodzwaar is en soms zo licht is als een veertje.

Pas nog in 1987 ... toen Zijn Excellentie Luis Muive y Escobar, de bisschop van Tlaxcala het festival ter ere van de Eerste Verheffing voorging ... veranderde het gezicht van de Maagd duidelijk van een blanke kleur naar een roze kleur, en iedereen was overdonderd.

Vele mensen hebben de beeltenis van Onze Lieve Vrouw van Ocotlán onderzocht van dichtbij en vonden een gelijkenis tussen haar uitdrukking en de bloemen van de omgeving.

Uiteindelijk, volgens het verhaal van broeder Martin,verscheen de Maagd van Ocotlán gekleed in een versierd kleed en mantel, zoals de Vrouwn van die omgeving droegen. Dit is te zien op de eerste indiaanse en Spaanse schilderijen van de Heilige Maagd. In een gesloten ruimte van de sacristie zijn de details zichtbaar in het kunstwerk van Manuel Caro, geschilderd in 1781.

Waarom zo gezegend?

Waarom was Tlaxcala zo bevoorrecht om persoonlijk bezocht te worden door God’s eigen Moeder? Waarom is deze streek zo speciaal en uniek in de ogen van de Hemel? Een verschijning van deze omvang en grootsheid leidt tot diepe overdenkingen. De vraag "Waarom zo gezegend?" is een veel gestelde vraag.

Van één kant is er zeer sterk bewijs te vinden dat, voordat Onze Lieve Vrouw daar verscheen, de mensen van Tlaxcala al zichzelf hadden "bewezen" tot de hemel te behoren omdat ze bij de eerste bekeerlingen van de Nieuwe Wereld hoorden. Hiernaast waren zij de eerste die hielpen om het ware Geloof te verspreiden met vele getuigenissen van God in leven een dood.

Een dapper en nobel volk

Toen Paus Johannes Paulus II een bezoek bracht aan Mexico [voor de tweede keer tijdens zijn pausschap] erkende hij de dappere heiligheid van de drie kindermartelaren van Tlxacala: Cristobalito, Juan en Antonio, door hen zalig te verklaren in de Basiliek van de Vrouw van Guadalupe in Mexico-stad.

Tussen 1527 en 1529 gaven ze alle drie hun leven voor het Geloof, omdat ze Christus niet wilde ontkennen voor hun gewelddadige en kwade vader ... een stamhoofd ... die hen heeft doodgeknuppeld.

Uit woede stak de vader ook Cristobalito in brand boven op een stapel hout. Ondanks dat hij nog een kind was deed Cristonbalito de Heilige Laurantius na door in zijn lijden te zingen ter grote ere van God. Deze heldendaad deed zeer zeker veel voor de "vereniging van de heidenen van Mexico" met de hemel. Zonder twijfel maakte de dappere Christus en het gedrag van de drie kleine broertjes veel indruk bij hun tijdgenoten, zoals het nu ook doet.

Is het nu te moeilijk om in te zien dat de Hemel blij was met hun zelfoffer voor het Geloof ... veertien tot zestien jaar ... in de verschijning van Maria in Ocotlán? De feiten spreken voor zich.

De geschiedenis vertelt dat de mensen van Tlaxcala de eerste "stam" waren die de Spaanse conquistadores bijstonden in hun hevige gevechten met de heidenen. Ze waren zelf een stijdersstam te vergelijken met Sparta, en net zo onverslaanbaar. Hernán Cortés kon hen alleen overhalen met een contract. Zij werden zijn "eerste vrienden."

Ook beschreven is hun hulp aan de missionarissen in de Nieuwe wereld. Het klooster van de Franciscanen in Tlaxcala is zelfs het oudste in het hele Nieuwe Spanje (De Nieuwe Wereld). Hier bevind zich de plaats waar voor het eerst het Evangelie werd verkondigd en het doopvond waar Cortés stond als peter voor vier senatoren van Tlaxcala. Dit klooster is ook het klooster waar Juan Diego en de broeders vandaan kwamen die Onze Lieve Vrouw hebben ontdekt.

Toen de Gezegende Vrouw verscheen aan Juan Diego Bernardino ... tien jaar nadat ze haar afbeelding had achtergelaten op de tilma van Juan Diego ... was het Katholieke geloof gevoed. Onze Lieve Vrouw van Guadalupe kwam in overwinning. Was dit niet gebeurd, dan was Maria in Ocotlán misschien niet herkend of niet in staat geweest haar kinderen te brengen naar het Kruis.

Passie: branden van liefde

Eeuwen lang heeft de Gezegende Maagd Maria keer op keer Haar passie voor God en Zijn en haar kinderen laten zien. Door Haar heilige beeltenis in een eikenboom [het hout van het kruis] te branden liet ze symbolisch zien hoe nodig het is dat onze harten ook branden van liefde ... zoals dat Maria ... voor God, metgezel op het Kruis.

In werkelijkheid zal, wanneer wij Maria’s onbevlekte, pure en verlangende Hart binnengaan, ons hart geheiligd worden. Haar Hart is het enige hart dat volledig in staat is om volledig de liefde te kennen en de Heilige Drie-eenheid te dienen. Dochter van de Eeuwige Vader, Moeder van de Zoon van God, en Bruid van de Heilige Geest ... Wie is dichter bij God dan Zijzelf? In de gemeenschap van de Heiligen zouden allen verloren zijn zonder de veiligheid en de bijstand van de liefhebbende Moeder van God, Koning van Hemel en Aarde.

Het Onbevlekte Hart van Maria

Onze Lieve Vrouw van Ocotlán is een belangrijk iets voor vandaag. Op het eerste gezicht is Ze misschien meer symbolisch, als we haar vergelijken met de persoonlijkheid van Onze Lieve Vrouw van Fátima, omdat in Mexico haar onbevlekt Hart is "opgesloten" in haar beeltenis, terwijl in Portugal haar Hart volledig is gegeven (en is geopenbaard) aan de drie herders van Aljustrel.

Het is misschien duidelijk dat in vroegere tijden (voor de afvalligheid), toen de onbekende Hemel nog werd gezien in mysterie en angst en ontzag, God beter in staat was om te communiceren met gelovigen op een mystieke manier. Nu heeft het moderne materialistische alles behalve de ogen van de ziel, en kan deze daardoor niet makkelijk zien wat niet direct duidelijk wordt gemaakt. Zou de huidige, materialistische ziel Onze Lieve Vrouw van Ocotlán herkennen als ze vandaag zou verschijnen? Niet waarschijnlijk. Vandaag de dag hebben deze blinden "grotere tekenen" nodig.

God, die weet heeft van onze zielige toestand, laat daarom toe dat er persoonlijke informatie komt door een engel, een visioen van de Hel, "sneeuwende" rozen, het geheim van het onbevlekt hart van Maria, en het zonnewonder van Fátima. Iets minder groots zou de ongelovige wereld niet meer raken.

Wat dan het grote verschil is tussen Onze Lieve Vrouw van Ocotlán en Onze Lieve Vrouw van Fátima is hun manier van communiceren. In Ocotlán kwam Maria naar de eenvoudige mensen. In Fátima kwam Maria naar stijve koppige mensen, die geloofden dat het tijdperk van de wonderen voorbij was, en zeiden: "laat me iets wonderlijk groots en spectaculairs zien, en misschien heel misschien zal ik het dan geloven."

Zijn de boodschappen van Onze Lieve Vrouw van Ocotlán (door haar beeltenis) en Onze Lieve Vrouw van Fátima (door haar vermanende woorden) niet dezelfde boodschappen voor de mensheid? Beide zijn verschenen met een brandend hart. In beide plaatsen sprak Zij als een liefhebbende Moeder die bezorgd was voor haar kinderen. Beide verschijningen hebben heidense gemeenschappen geraakt. Beiden hebben de vrome eerbiedwaardige laten zien die God toekomt.

Bovendien zijn beide verschijningen vergezeld gegaan door het Heilige Werk van de Engelen. Beide hebben geleid tot vele inwendige bekeringen voor het Hoogheilig Sacrament, waar hun afbeeldingen zijn gezeteld. Beide hebben een helpende hand geboden en een duidelijke weg [het licht van Maria’s brandende, Onbevlekte Hart] naar het Hemelse Vaderland. Beide zijn waar en voor een behoeftige generatie.

Juan Diego Bernardino

Maar weinig feiten zijn overgebleven over de genadige Juan Diego Bernardino. Hij beleefde en leerde het geloof samen met zijn dorpsgenoten in Xiloxoxtla [Maïsbloem], een dorp niet ver van Tlaxcala. Pater Florencia vertelt dat "hij een goede indiaan was, die de geestelijken diende en bezoeken bracht aan de zieken die onder hun plagen leden."

Pater Martin de Hojacastro is preciezer en zegt dat Juan Diego jong was en een dienaar van het klooster, aan wie hij vele jaren zijn diensten aanbood. Hij droeg een zware last (als de "hemelse helper") en bracht vaak bloemen bij het altaar van de Maagd. Hij bevestigt dat Juan Diego een nederige houding had, een grote liefde voor de Heilige Maagd Maria, een scherpe blik op geloofzaken, en hij had ook een inwendig licht dat anders was dan de overige indianen.

Volgens de traditie is zijn graf te vinden in de sacristie van de kerk van zijn dorp, de kerk van de Heilige Isabella van Xiloxoxtla. Dit is zeker toepasselijk. De onvoorwaardelijke liefde van het Onbevlekte Hart van Maria voor de armen en de hulpelozen komt door dit verhaal naar buiten.

Getuigenis

Uit loyaliteit aan de patroon van Tlaxcala, en op bevel van de Bisschop Pantleón Alvarez, werd het eerste juridische onderzoek ingesteld naar de waarheid achter de verschijning. Tien getuigen, gekend voor goede daden en goede eigenschappen, legden getuigenissen af voor de kerkelijke rechter Attorney Toribio de la Puente.

De antwoorden van de tien getuigen vielen volledig samen met de traditie. Een van hen, Antonio de Castro Torrija, verklaarde dat hij, toen de verschijning plaatsvond, hoorde dat Pater Francisco de Garfias, een franciscaan, een ijverig examen maakte voor de religieuzen van het klooster in Tlaxcala. Na afloop werden zijn documenten overgebracht naar het grote klooster van Tlaxcala. Helaas zijn deze verloren gegaan.

Bisschop Hojacastro’s getuigenis: de antropoloog Hugo G. Nutini bevestigde dat in 1963 hij een document had gevonden uit de zestiende eeuw (nu vermist ... "verdwenen") met als titel: "Het Verhaal van de Verschijning van de Maagd van Ocotlán door Broeder Martin Sarmiento de Hojacastro, de tweede bisschop van Tlaxcala. Het werk was getekend door "Hojacastro, beschermheer van de stad van Tlaxcala in de maand april van het jaar duizendvijfhonderdenzevenveertig."

Hojacastro vertelt dat toen hij de taak op zich nam van beschermheer over het Klooster van Tlaxcala, de oudere broeders hem vertelden wat er had plaatsgevonden in 1541 en ze stelden een nieuw onderzoek in naar de hoofdpersonen die bij deze gebeurtenis betrokken waren. Hij zei dat hij onophoudelijk werd geplaagd door de schreeuwen van mensen, die volledig waren toegewijd aan Maria.

De broeders hielden een grondig onderzoek naar de getuigen, die "op eed voor de beschermheer, beloofden de waarheid the spreken over Juan Diego en alle gesproken vragen beloofden te beantwoorden over de Gezegende Maagd Maria, uitgevoerd in twaalf dagen van de maand mei, en dat al het bovengenoemde had plaatsgevonden op een plek iets meer dan een kilometer van het betrokken klooster."

Juan Diego bleef verklaren dat de Gezegende Maagd praatte vanuit een brandende dennenboom, en dat ze een wit kleed droeg en een blauwe mantel, en hem opdroeg om een tempel te bouwen in haar eer. Tenslotte bevestigde Bisschop Hojacastro dat de verschijning bovennatuurlijk was en besloten de broeders te helpen met het onderrichten van de indianen.

Epiloog

In Tlaxcala is het fenomeen om het "bovennatuurlijke" te begrijpen door de natuur duidelijk te zien in de ogen van de kinderen als ze nog zuigen aan de borst van de moeder, in de nederige houdingen van de indianen die knielen als er een priester voorbijkomt, maar ook in de vrome houding van de koster en de pelgrims bij de Basiliek van Onze Vrouw van Ocotlán, en in het ontzag dat iedereen heeft die in oprechtheid reist naar het wonderlijke beeld van Maria.


Bron

Als de moeder van God een voet op deze aarde zet wordt ze voor altijd geheiligd. Onder haar voet in Ocotlán stroomt de "rivier van oneindige genade" voor lichaam en ziel. Moge de Heilige Engelen en de Heiligen iedereen begeleiden die dit korte verslag lezen over de Wonderen van Maria in Tlaxcala, veilig thuis.

Einde


08-06-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Alexandrina Maria Da Costa
Alexandrina Maria Da Costa


Alexandrina da Costa was een Salesiaanse medewerkster die enorm heeft geleden tijdens haar leven. Tijdens haar laatste twaalf levensjaren leefde ze enkel van de Heilige Communie. Wat volgt komt uit een homilie van Paus Johannes Paulus II:

Alexandrina Maria da Costa werd geboren op 30 maart 1904 in Balasar, Portugal. Zij kreeg een degelijke christelijke opvoeding van haar moeder en haar zus, Deolinda, en haar levendige, welgemanierde natuur maakte haar bij iedereen geliefd.

Door haar buitengewone lichamelijke kracht en uithoudingsvermogen kon ze lange uren zwaar werk aan in de veleden, en zo was ze dus een meer dan welgekomen hulp voor de familie, die niets te kort kwam.

Toen ze twaalf jaar oud was, werd Alexandra ziek. Ze kreeg een infectie waar ze bijna aan stierf. De gevolgen ervan zouden blijven, een eerste teken van wat God van haar vroeg: "te lijden als een slachtofferziel."

De gevolgen van de zonde

Toen Alexandrina 14 jaar oud was, gebeurde er iets dat haar heel haar leven lang zou blijven achtervolgen , zowel lichamelijk als geestelijk: het bracht haar oog in oog met de gruwel en de gevolgen van de zonde

Op Stillte Zaterdag van 1918, terwijl Alexandrina, Deolinda en een jonge leerlinge druk aan het naaien waren, drongen drie mannen op een gewelddadige manier het huis binnen en poogden de drie meisjes te verkrachten. Om haar zuiverheid te bewaren, sprong Alexandrina uit het raam en kwam vier meter lager op de grond terecht.

Zij liep hierbij vele verwondingen op en de dokters stelden dat haar lichamelijke toestand "onomkeerbaar" was, integendeel, haar verlamming zou alleen maar erger zou worden.

Tot op negentienjarige leeftijd kon Alexandrina nog op eigen moeite "voortkruipen" naar de kerk, waar ze, voorovergebogen, in gebed verzonk en dit tot grote verbazing van de medeparochianen. Maar haar verlamming en haar pijn werd alsmaar erger, tot ze vanaf 14 april 1925 tot aan haar dood [ongeveer dertig jaar lang] bedlegering zou blijven, volledig verlamd.

Alexandrina bleef de Heilige Moeder vragen om de genade van een miraculeuze genezing en deed de belofte om missiezuster te worden bij een eventuele genezing.


Beetje bij beetje hielp God haar echter inzien dat haar roeping het "lijden" was en dat ze speciaal geroepen was om een "slachtoffer" van God te worden. Hoe meer Alexandrina "begreep" dat dit haar opdracht was, hoe meer ze deze vrijwillig aanvaardde.

Ze zei: "Onze Lieve Vrouw heeft mij een grotere genade geschonken: eerst de verlatenheid en dan de volledige nakoming van Gods wil met het ultieme verlangen om te lijden."

Opdracht om te lijden met Christus

Hoe meer het verlangen om te lijden in haar bleef groeien, hoe meer haar opdracht duidelijk werd: ze begreep dat ze geroepen was om de ogen van de anderen te openen voor de gevolgen van de zonden, uit te nodigen tot bekering, om een levende getuige te zijn van het lijden van Christus, door bij te dragen aan verlossing van de mensheid.

En zo geschiedde dat Alexandrina vanaf 3 oktober1938 tot 24 maart 1942 de drie uur durende "passie" van Jezus elke vrijdag beleefde, waarbij ze de mystieke genade ontving om het lijden van Christus met lichaam en ziel te beleven. Tijdens deze drie uren kon ze haar verlamming "overwinnen" en de Staties van het Kruis herbeleven, waarbij haar bewegingen en gebaren gepaard gingen met een martelende lichamelijke en geestelijke pijn. Zij werd ook aangevallen door de duivel die haar poogde te verleiden tegen het geloof en verwondingen aanbracht op haar lichaam.

Het menselijke onbegrip en ongeloof waren eveneens een groot kruis voor haar, vooral wanneer zij op wie zij het meest moet rekenen om haar te "begeleiden," [de leden en de leiders van de Kerk] bijdroegen tot haar kruisiging

Een onderzoek geleid door de Curie van Braga resulteerde in een rondschrijven van de Aartsbisschop, met daarin een reeks verbodsbepalingen aangaande Alexandrina’s zaak: het resultaat van een negatieve uitspraak door een Commissie van Priesters.

Spiritueel kreeg zij troost van een Vader Umberto Pasquale, een Salesiaan, die haar ter hulp kwam in 1944, nadat haar eerdere geestelijke begeleider, een Jezuïet, die haar van 1934 tot 1941 hielp, hiermee was gestopt.

Enkel gevoed door de Hostie

Op 27 maart 1942 begon er een nieuwe fase in Alexandrina’s leven, die dertien jaar en 7 maanden lang zou blijven duren, tot aan haar dood. Zij kreeg geen enkele voeding buiten de Heilige Eucharistie. Op een bepaald ogenblik woog ze nog amper 33 kilogram.

De medische wereld was verbaasd door dit verschijnsel en begon verschillende testen te doen op Alexandrina, waarbij zij eerder koud, ruw en vijandig werd behandeld. Dit verhoogde haar lijden en haar vernederingen, maar zij herinnerde zich de woorden die Jezus zelf haar op een dag had toegefluisterd: "U zult slecht heel zelden troost ontvangen ... Ik wens dat er op uw lippen een glimlach staat te lezen, terwijl uw hart gevuld is met lijden."

En inderdaad, zij die haar kwamen bezoeken en in contact stonden met haar zagen in Alexandrina steeds de vrouw die, hoewel duidelijk lichamelijk leed, uiterlijk steeds vreugdevol was en glimlachte en zodoende een diepe vrede uitstraalde naar de anderen toe. Weinigen begrepen hoe diep ze leed en hoe erg haar innerlijke verlatenheid was.

Vader Pasquale, die dicht bij Alexandrina bleef tijdens deze jaren, gebood Alexandrina’s zus om een dagboek bij te houden van haar woorden en mystieke ervaringen.

In 1944 werd Alexandrina lid van de "Unie van Salesiaanse Medewerkers" en droeg zij haar lijden op voor de redding van de zielen en voor de heiliging van de jeugd. Zij behield een levendige interesse voor de armen en voor de geestelijke gezondheid, voor hen die haar om raad vroegen.

Beledig Jezus niet meer

Als "getuigenis" van de opdracht waarvoor God haar had geroepen, was het Alexandrina’s wens dat de volgende woorden op haar grafsteen zouden staan: "Zondaars, als het stof van mijn lichaam u kan helpen bij uw redding, kom dan naderbij en wandel er over. Schop het om u heen tot wanneer het verdwijnt. Maar zondig nooit meer: beledig Jezus nooit meer! Zondaars, hoeveel zou ik u willen vertellen ... loop niet het gevaar om Jezus voor de eeuwig te verliezen, omdat Hij zo goed is. Genoeg zonde. Heb Jezus lief, heb Jezus lief."


Alexandrina stierf op 13 oktober 1955. 13 oktober is eveneens haar feestdag. Op 25 april 2004 werd zij zalig verklaard door Paus Johannes Paulus II. Haar laatste woorden waren: "Ik ben gelukkig, omdat ik naar de Hemel ga."

Bron: Spirit Daily

Vertaling: Chris De Bodt

07-06-1980
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vaders liefdesbrief

Vaders liefdesbrief

Mijn kind,

Je kent mij misschien niet,
maar Ik weet alles over je
Psalm 139:1

Ik weet het wanneer je zit en
wanneer je weer opstaat
Psalm 139:2

Alles wat je doet is bij mij bekend
Psalm 139:3

Zelfs de haren op je hoofd zijn geteld
Mattheüs 10:29-31

Want je bent gemaakt naar Mijn evenbeeld
Genesis 1:27

In Mij leef je, beweeg je en is je bestaan
Handelingen 17:28

Je bent uit Mij voortgekomen
Handelingen 17:28

Voordat je verwekt werd,
kende Ik je al
Jeremia 1:5

Nog voordat Ik de wereld maakte,
koos Ik je al uit
Efeziërs 1:4

Je bent geen vergissing
Psalm 139:15

Elke dag van je leven stond al
opgeschreven in Mijn boek
Psalm 139:16

Ik bepaalde je geboorte en waar je zou leven
Handelingen 17:26

Je bent prachtig gemaakt
Psalm 139:14

Ik heb je gemaakt in de buik van je moeder
Psalm 139:13

Ik verwelkomde je op de dag
dat je geboren werd
Psalm 71:6

Mensen die Mij niet kenden hebben
geprobeerd Mij te vertegenwoordigen
Johannes 8:41-44

Ik ben niet ver weg en kwaad,
want Ik ben de volmaakte liefde
1 Johannes 4:16

Mijn verlangen is om je te
overladen met Mijn liefde
1 Johannes 3:1

Gewoon omdat Ik je Vader
ben en jij Mijn kind bent
1 Johannes 3:1

Ik geef je veel meer dan een
aardse vader zou kunnen
Mattheüs 7:11

Want Ik ben de perfecte vader
Mattheüs 5:48

Al het goede dat je ontvangt komt uit Mijn hand
Jacobus 1:17

Ik geef je wat je nodig hebt
Mattheüs 6:31-33

Mijn plan voor jouw toekomst is
altijd vol hoop geweest
Jeremia 29:11

Want Ik hou van je met een eeuwigdurende liefde
Jeremia 31:3

Ik denk ontelbaar veel aan je
Psalm 139:17-18

En Ik zing een lied van blijdschap over je
Zefanja 3:17

Ik zal niet stoppen met het goede voor je te doen
Jeremia 32:40

Want je bent Mijn kostbare bezit
Exodus 19:5

Met Mijn hele hart en ziel verlang
Ik er naar om je te bevestigen
Jeremia 32:41

En Ik wil je grote en verbazingwekkende
dingen laten zien
Jeremia 33:3

Als je Mij met je hele hart zoekt,
zal je Mij vinden
Deuteronomium 4:29

Verheug je in Mij en Ik zal je al de
verlangens van je hart geven
Psalm 37:4

Want Ik heb die verlangens in je gelegd
Filippenzen 2:13

Ik kan oneindig veel meer voor je doen
dan dat je ooit kunt beseffen
Efeziërs 3:20

Ik ben diegene die je het meest aanmoedigt
2 Thessalonicenzen 2:16-17

En Ik ben ook de Vader die je
troost in al je verdriet
2 Corinthiërs 1:3-4

Als je terneergeslagen bent,
ben Ik dicht bij je
Psalm 34:19

Zoals een herder een lam draagt,
zo heb Ik je dicht bij Mijn hart gedragen
Jesaja 40:11

Op een dag zal Ik elke traan van je ogen afwissen
Openbaring 21:3-4

En Ik zal alle pijn die je op deze
wereld hebt geleden, wegnemen
Openbaring 21:3-4

Ik ben je Vader en Ik hou net zoveel
van jou als van Mijn Zoon, Jezus
Johannes 17:23

Want in Jezus heb Ik Mijn liefde
voor jou laten zien
Johannes 17:26

Hij is het exacte evenbeeld van
MijHebreeën 1:3

Hij kwam om te laten zien dat Ik aan jouw kant,
en niet tegenover je, sta
Romeinen 8:31

En je te vertellen dat Ik niet
meer naar je zonden kijk
2 Corinthiërs 5:18-19

Jezus stierf zodat wij weer bij
elkaar kunnen komen
2 Corinthiërs 5:18-19

Zijn dood was de ultieme uiting
van Mijn liefde voor jou
1 Johannes 4:10

Ik gaf alles op waar Ik van hield,
zodat Ik misschien jouw liefde zou winnen
Romeinen 8:31-32

Als je Jezus verwelkomt,
ontvang je Mij ook
1 Johannes 2:23

En niets zal je ooit nog scheiden van Mijn liefde
Romeinen 8:38-39

Kom thuis en Ik geef het grootste
feest dat je ooit beleefd hebt
Lucas 15:7

Ik ben altijd Vader geweest
en Ik zal altijd Vader blijven
Efeziërs 3:14-15

Mijn vraag is Wil je Mijn kind zijn?
Johannes 1:12-13

Ik wacht op je
Lucas 15:11-32

je Vader
Almachtige God



Foto




Weetjes over Medjugorje

Geografie

Kroatië

Bosnië en Herzegovina

Godsdienst

Wetenschap

Portret van de zieners

Maria's uiterlijk

De 5 pijlers van het geloof

Vragen en antwoorden

Standpunt van het Vaticaan

Ratzinger bezocht ooit Medjugorje "incognito"

1e onderzoekscommissie

2e onderzoekscommissie

3e onderzoekscommissie

4e onderzoekscommissie

De kwestie Herzegovina 1

De kwestie Herzegovina 2

De kwestie Herzegovina 3

Profetieën nemen hun tijd

Mirjana meer en meer op de voorgrond

Bestemming van de ziel

De Podbrdo [Verschijningsberg]

De Krizevac [Kruisberg]

Het Votiefkruis

Parochiekerk Jacobus de Meerdere

Uitbreiding biechtgelegenheid

Kapel der Twee Harten

Oasi delle Pace

Verrezen Christus

Cumunità Cenacolo

Mother's Village

Vr. Slavko Barbaric

Vr. Jozo Zovko

Vr. Pétar Ljubicic

Ratko Perics toorn

Heeft Zanic Medjugorje verraden?

Vr. Amorthe betreurt apathie

Siroki Brijeg

Retraîtekasteel

Zr. Emmanuel Maillard

Ivans gebedsgroep

Nedjo Brecic

Christoph Schönborn

St. Stephansdom, Wenen 2012

Scalambra & Casale Monferetto

Madonna van Civitavecchia

Little Audrey Santo

Maria's verjaardag

Medjugorje en Moederdag

De IIPG [1]

De IIPG [2]

De IIPG [3]

De IIPG [4]

De IIPG [5]

De weide van Gumno

De priester die verdween

Nieuwe taksen op logies

Mirakel van de Maan

Documentaire 1983

BBC Documentaire 2010

Documentaire Mary TV

The Miracle of Medjugorje


Interviews Medjugorje

Mirjana Dragicevic [2008]

Mirjana Dragicevic [1998]

Mirjana Dragicevic [1983]

Mirjana Dragicevic [1989]

Mirjana Dragicevic [1]

Mirjana Dragicevic [2]

Mirjana Dragicevic [2009]

Vicka Ivankovic [2008]

Vicka Ivankovic [1983]

Vicka Ivankovic [2007]

Vicka Ivankovic [1988]

Vicka Ivankovic

Ivan Dragicevic [2003]

Ivan Dragicevic [2004]

Ivan Dragicevic

Ivanka Ivankovic [1983]

Ivanka Ivankovic [1989]

Ivanka Ivankovic

Pétar Ljubicic [2004]

Pétar Ljubicic [2006]

Pétar Ljubicic [2008]

Slavko Barbaric [1987]

Gabriele Amorth [2002]

Jakov Colo

Jakov Colo

Jakov Colo [2007]

Marija Pavlovic [2008]

Marija Pavlovic [1989]

Marinko en Dragico Ivankovic [1983]

Damir Coric [1983]

Marica Kvesic [1983]

John en Andja Setka [1983]

Jelena Vasilj [2002]

Jelena Vasilj en
Marijana Vasilj [1]

Jelena Vasilj en
Marijana Vasilj [1]

Zlatko Zudac [1999]

Bisschop Hnilica [2004]





Overige Weetjes

Bestemming van de Ziel

Theresia van Lisieux
over het Vagevuur

Maria Simma

De invloedrijkste vrouw

Engelen

Twaalf stappen voor een gelukkig heengaan

Twaalf fabels over het Katholieke geloof

Pater Pio en Karol Woijtyla

San Nicolàs de los Arroyos

La Madonna del Ghisallo

O.L.V. Van den Oudenberg

Fatima:
Reeds eeuwen Mirakels

Jacinto Marto uit Fatima
door Fr. Robert J. Fox

Profetieën nemen hun tijd

Jacinto Marto uit Fatima
door Zr. Lucia Dos Santos

Ingrid Betancourt

Dikwijls gewichtige feiten
nà verschijningen

satans opzet

De Graal van Valencia

Notre-Dâme du Laus

Kibeho, Rwanda

Esther en Mordechai

Monte Cassino

Gods adres

Jezus' geboortekerk [1]

Jezus' geboortekerk [2]

De Komeet Lulin

De Komeet Elenin

De Komeet Honda

Samuel Alexander Armas

De Geur van Regen

Jaar van de Priesters

Dr. Gloria Polo's terugkeer

Ian McCormack: Een blik
in de eeuwigheid

Middel tegen komende pandemie

Kim Phuc

Michael Anderson

Zeven kenmerken
van een goede vader

O.L.V. van Las Lajas

Vaders Liefdesbrief

O.L.V. van Ocatlàn

Elena Desserich

Rom Houben

Overlijden Mari-Loli Mazon

Advent

Gered door een engel?

Kerst in de loopgraven

Mgr. Peter Savelbergh

Ontdekking v/d sarcofaag v/d H. Philomena

De Heilige Mis

Petrus Lombardus

Oscar, de kat

Tieners, geef hen nooit op!

Ontdekking te Nazareth

Efeze: Maria's Huis

Wonderdadige Medaille

De rivier Kwai

De Exodus

Valentino Mora

Het vijfde Maria Dogma

Elizabeth Kindelmann

H. Louis de Montfort

H. Clelia Barbieri's
miraculeuze stem

Steven en Djaingo

Het wonder van San José

Aalst, België's 9/11

Het getal 11

Maria en het getal 101

Sterven op 33

Is dit St. Jozef's graf?

Het Kerstverhaal
en Koning Herodes

De Kardinale Climax

Winterzonnewende 2010

En de maan werd rood

Schoonheid van Wijwater

De dag die ontbrak

Het celibaat

De vierde ruiter van de Apocalyps

De maagdelijke geboorte

Jordanië claimt oudste christelijke vondst

Colton Burpo versus Stephen Hawking

H. Gelaat van Manoppello

Padre Pio: under investigation

Grace

Michael Browns retreat

7 niveau's van het liegen

De dood van Sint Jozef

De dood van Maria

Betekenis van Maria's naam

Het Aramees in opmars

De Bosnische pyramiden

Brugge, het Jeruzalem van het Noorden

Wonder te Skopje


Diverse Profetieën
Miscellanous Prophecies

Profetieën nemen hun tijd

Is dit de tijd waarover ze spraken?

Garabandal [1961-65]

Israël en Bijbelse Profetie

Pinksterprofetieën 1975

Quito [17de eeuw]

Kenmerken v/d antichrist

A.C. Emmerich [1]

A.C. Emmerich [2]

De Kremna Profetieën

Hildegard van Bingen

Belpasso [1986-88]

2 Noorse profetieën

La Salette [1846]

Anna Maria Taigi

Diversen

Heilige Mechtildis

Non van Tours

Heilige Nilus

Bernardine Von Busto

Non van Bellay

Kloosterling Hilarion

Don Giovanni Bosco

Elizabeth Canori Mora

Judah Ben Samuel

Jeanne Le Royer

Giacchino di Fiore

Bartholomeüs Holzhauser

Madeleine Porsat

De profeet Daniël

Kibeho, Rwanda

Ida Peerdeman

H. Ireneüs van Lyon

Methodius van Olympus

H. Hippolytus van Rome

Firmanus Lactantius

De Berkenboomprofetieën

Dr. Arnold Fruchtenbaum

H. Ephraïm de Syriër

H. Cesarius van Arles

Columba van Ierland

Elena Aiello

Beda, de eerbiedwaardige

Odilia van de Elzas

Johannes Damascenus

Adso, de Monnik

Anselmus van Canterbury

H. Vincent Ferrer

Joachim van Fiore

Johannes Friede

Thomas van Aquino

John of the Cleft Rock

Franciscus van Paola

H. Birgitta van Zweden

Robertus Ballarminus

Dionysus van Luxemburg




















Het Laatste Geheim

1. Een enorm mysterie

2. Sterk en zedig

3. Dagen van duisternis

4. Moeder van de Heer

5. Boven de zon

6. Gog en Magog?

7. Door de straten van de stad

8. Vanop de hoogste bergen

9. Kleine geheimen

10. Klokslag twaalf

11. Lichten, geluiden, graven

12. De klokken luiden

13. Donderslag in de verte

14. Geheime aanwezigheid

15. Vuurzuil

16. Geheimen van de Rozenkrans

17. Het voorteken

18. De zeven

19. Het voorgevoel

20. Signalen en vloeken

21. Afschuwelijke wonderen

22. De kastijding

23. Naschok

24. Waar duivels beefden

25. Geheime Martelaren

26. Geheim van de gehoorzaamheid

27. Geheim van het vertrouwen

28. Ik wacht op u

29. De geest van opstand

30. Genade en rechtvaardigheid

31. De Profetie

32. Voorbij de grenzen
van de kennis

33. Geheimen in
Amerika en Europa

34. Geboren in de hel

35. Cathérina's geheim

36. Geleende tijd

37. Ik zal uw Moeder zijn

38. Het grote Teken

39. Koningin van de Eeuwigheid











Thomas à Kempis
De navolging van Christus

Boek 1.1

Boek 1.2

Boek 2

Boek 3.1

Boek 3.2

Boek 3.3

Boek 4.1

Boek 4.2



Novenen

Maria Onbevlekte Ontvangenis

OLV van Lourdes

OLV Van Fatima

OLV Van Banneux

OLV van de Berg Carmel

OLV Hemelvaart

H. Maagd van de Wonderdadige Medaille

Maria Lichtmis

Don Bosco

Maria Boodschap

Sint Jozef

Heilige Familie

Goddelijke Barmhartigheid

Heilige Geest

Kindje Jezus

Engelbewaarder

Aartsengel Michaël

Aartsengel Gabriël

Franciscus van Assisi

Antonius van Padua

Pater Pio

Heilige Benedictus

Heilig Hart van Jezus

Heilige Rita

Sint Valentijn

OLV van Altijddurende Bijstand

Jean Marie Vianney

Theresia van Lisieux

Maria, die de knopen ontwart

OLV van de Bezoeking

Zielen in het Vagevuur

Kracht van het Kruis
tegen het kwade

H. Gelaat van Jezus

Hart van Jezus en Maria

Kindje Jezus van Praag

OLV van Genezing

Miraculeuze Maagd

Pater Damiaan

Heilige Anna

H. Maria Goretti

Heilige Peregrinus

Heilige Expeditus

Sint Joris

H. Margareta van Cordoba



Films

Padre Pio

The Miracle of Our Lady of Fatima

The 13th Day

Het Lied van Bernadette

One Night with the King

Faustina

Docu: Faustina Kowalska

Docu: Mariaverschijningen

Docu: OLV van Guadalupe

Vincentius a Paolo

Sint Paulus

Sint Petrus

Docu: Pater Damiaan

Passion de Jeanne d'Arc

Story of Father Damien

Docu: Garabandal

Exorcism of Emily Rose

The Nativity Story

Don Johannes Bosco

The Passion of The Christ

King David

Romero

Jean de Florette

Manon des Sources

Abraham

Mozes

Solomon

Jacob

Francesco

A man for all seasons

The Apocalypse

Docu: H. Maria Goretti

Docu: The birth of Israël

Docu: The six-day war

Docu: Ghosts of Rwanda

Becket

Gospel of Luke

Gospel of Matthew

Gospel of John

Acts

Unsolved mysteries

Joseph

Samson and Delilah

H. Rita van Cascia

Thérèse de Lisieux

Isaak, Jacob & Esau

Fray Martin de Porres

Lourdes [2000]

Clara & Francisco

Maria Goretti

Mother Theresa




Astronomische verschijnselen

28/11/2011



Blog tegen de wet? Klik hier.
Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs

 

Real Time Web Analytics

Page Content

Page Content