Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 7: Door de Straten van de Stad
Hoofdstuk 7: Door de Straten van de Stad
Ze was een indrukwekkende vrouw, vast en zeker méér dan een gewone heilige. Bij haar dood werd ze verheven tot een aanzien dat een schok zou veroorzaakt hebben aan diegenen die haar op aarde nauwelijks opmerkten, diegenen die haar enkel als een boerinnenmoeder zagen, de vrouw bij de voederbak, terwijl ze in feite de meest gezegende van alle vrouwen en koningin van de engelen was en op de hoogste plaats onder Christus stond. In Genazzano in Italië overschaduwde ze Venus als Onze Moeder van Goede Raad, en in Armenië werd ze in een liturgisch gebed de mede-verlosser genoemd.
Ze kwam waar ze geroepen werd, waar ze welkom was. Ze kwam naar hen die bescheiden en nederig waren, naar hen die, zoals zijzelf, boerenlieden waren in de bergen of die, zoals Patrick, werkten voor haar Zoon en het Druïdengebied probeerden terug te nemen. Ierland werd "Marias Eiland" met de herinzegening van heidense bronnen tot Christelijke bronnen en monumenten zoals Stonehenge in het nabijgelegen Engeland werden heidense ruïnes. Niemand weet hoe vaak ze verscheen tijdens de Donkere Eeuwen. In Griekenland verscheen ze aan een lofzangschrijver, Romanus genaamd, en in Constantinopel aan een misbruikte Joodse jongen. Tijdens diezelfde zesde eeuw verscheen ze in Italië aan een zekere generaal Narses en vertelde hem het beste moment om de strijd aan te gaan met de machtige barbaar Totila, die zich inderdaad terugtrok bij de Slag bij Taginae.
Ze verscheen wanneer de maatschappij veranderde en als er onheil op komst was. Op 20 mei 526 werd Antiochië getroffen door een aardbeving die 250.000 mensen doodde. De naschokken gingen gepaard met uitbarstingen van de pest waarbij tenminste een vijfde van de Europeanen ten zuiden van de Alpen en 40 procent van Constantinopel gedood werd. De pest kwam regelmatig terug en toen ze tussen 588 en 591 Italië trof eiste ze zelfs het leven van Paus Pelagius II. De koorts en lymfklierzwellingen kwamen bovenop de problemen van een invasie van de Longobarden en een overstroming van de Tiber, net zoals de kastijdingen na Nero die met een gelijkaardige vloed begonnen waren. "Overal dood, overal rouw, over troosteloosheid!", jammerde Paus Gregorius de Grote die verbaasd stond van de verwoesting. "Steden zijn vernietigd, legerkampen omver geworpen, districten zijn verlaten, de aarde ligt er eenzaam bij. Er is niemand meer op het platteland, er is nauwelijks een inwoner in de steden; en toch wordt wat van de mensheid nog rest dagelijks en zonder ophouden afgeslacht. De geselingen van hemelse rechtvaardigheid gaan door omdat de mensen hun fouten niet rechtzetten."
Door de geselingen ging Gregorius zich afvragen of de Dag des Oordeels naderde. In een brief aan Koning Ethelbert van Kent schreef hij: "het oneindige koningrijk van de heiligen is nabij." Hij voorspelde dat er veel "ongewone" tekenen zouden zijn zoals "klimaatsveranderingen, verschrikkingen uit de hemel, seizoenschommelingen, oorlogen, hongersnood, de pest, aardbevingen. Al deze dingen zijn niet voor onze tijd, maar erna."
In januari 590 leidde de paus een drie dagen durende processie doorheen de straten van Rome als wanhoopspoging om hemelse tussenkomst af te smeken. De processiegangers droegen een beeld uit de Basiliek van Maria de Meerdere. Het onbesmette houten beeld was van Maria en het Kind Jezus en er werden speciale krachten aan toegeschreven. Men droeg het plechtig langs de overstroomde huizen, winkels en consulaten die door de pest gesloten waren, voorbij de oude heidense burchten en de door de barbaren veroorzaakte vernietigingen, voorbij de baden van Diocletius. Men droeg het langs neervallende en stervende mensen en het verdreef de duivel in een stad waar Christenen gedood waren omdat ze weigerden het vlees te eten dat aan een geitenkop geofferd werd, een stad waar eeuwenlang allerlei uitspattingen hadden plaatsgevonden, maar nu verjoeg Gods gerechtigheid het kwaad terwijl Paus Gregorius en de processiegangers baden en riepen: "Heb genade Heer! Kyrie eleison!."
En toen gebeurde het. Toen kwam de kastijding ten einde. Toen de processie een oude stenen boogbrug over de Tiber overstak en bij het begin van de Via Conciliazione nabij de Sint Pietersbasiliek aankwam, zagen de processiegangers een luchtspiegeling boven een oude ronde begraafplaats: de ongelooflijke aanblik van de engel Michaël die zijn zwaard wegstopte als teken van het einde van Gods gerechtigheid.
De verschijning had plaats boven wat men heden Castel SantAngelo noemt, en bijna onmiddellijk kwam er een einde aan de plagen, en al snel ook aan de kastijding. De langdurige beproeving was een spirituele straf geweest maar ze was niet er alleen door God gekomen maar ook door de mens die God afwees, die niets van Zijn bescherming wou weten, die het schild van de genade had weggeduwd en die daarom aan zijn lot werd overgelaten en blootgesteld werd aan de demonen uit de onderwereld die door de zonden werden losgelaten.
Rome, Castel Sant' Angelo [Engelenburcht]
Demonen konden gedaanten aannemen van verleidelijke vrouwen of angstaanjagende dieren, maar waren meer zoals insecten. Ze kwamen telkens er een gat was in het spirituele harnas en vermenigvuldigden zich zolang niemand hen opmerkte (zoals kakkerlakken in het donker). Ze bezoedelden het verstand met verdrukking, verwarring, hoogmoed, en angst. Hoogmoed was één van de beste tekenen van hun invloed. Indien men hen ongemoeid liet konden ze niet alleen mentale en maatschappelijke ziekten veroorzaken, niet enkel persoonlijkheidsstoornissen zoals arrogantie, maar ook lichamelijke ziekten zoals Jezus getoond had bij de talrijke zieken die Hij genas door eerst hun demonen uit te drijven.
Ze waren als insecten, maar ze konden ook verschijnen als een kraai, een centaur of een zeemonster [Jesaja 27:1]. Het waren vleermuizen. Het waren weerwolven. Iedereen die op hun pad kwam werd gedood, maar toch waren er weinig die aandacht schonken aan de waarschuwing van Christus dat zulke geesten in Zijn naam zouden moeten gebonden, geïsoleerd en verdreven of vernietigd worden [Matteüs 10:8].
Nog minder mensen bekommerden zich om de Apocalyps waar men zegt dat Marias verschijning het grote conflict met het kwade en de komst van Michaël aankondigde (Openbaring 12:7) net zoals hij nu gezien werd bij Castel SantAngelo na de aanroeping van haar beeld en net zoals hij samen met haar vereerd werd in een nieuw heiligdom in Glastonbury. Wanneer Maria aangeroepen werd, was Jezus er ook. Wanneer Maria aangeroepen werd kwamen de aartsengelen en de demonen gingen op de vlucht. Ze had de hele hemel bij zich en ze was een speciale geseling omdat Satan als prins van de hoogmoed haar nederigheid onmogelijk kon verdragen. Ze kon hem telkens opnieuw verslaan door zich eenvoudigweg aan God te onderwerpen. Dat was haar tweede geheim. Het was zoals water en vuur. Zijn brandende pijlen konden haar niet raken want ze was volledig gescheiden van haarzelf en vervuld van de Geest. Meer en meer mensen erkenden dit. Steeds meer mensen gingen de vrouw uit Openbaring 12 niet enkel als een symbool van de Kerk zien, maar als een symbool van de grootse Maagd tot wie zelfs engelen zongen. In 590, te Castel SantAngelo zei men zelfs dat men een hemels koor hoorde. Ze was een koningin en een moeder en ze beschermde de mensen tegen de duivel net zoals ze Jezus tegen Herodes had beschermd. Ze werd zelfs aangeroepen in barbaarse landen zoals het Zwarte Woud, waar haar beeld door de missionaris Gallus in een altaar werd geplaatst.
Er was iets aan haar ogen, iets aan haar houding, iets aan haar zachtheid dat boven de menselijke gevoeligheid uitsteeg en een stukje hemel en een gevoel van welzijn bracht aan hen in de spirituele oorlog. Er waren altijd mensen die haar probeerden af te breken, die haar zoals Satan vroeg, denigreerden in haar rol, maar er waren er zoveel méér die haar verdedigden, die haar op 13 mei, het feest van de martelaren aanriepen, of op 15 augustus, de dag waarop men tegen het jaar 600 haar Hemelvaart herdacht. Er waren mensen zoals Aartsbisschop Ildefonsus van Toledo die een lange verhandeling ter verdediging van haar maagdelijkheid schreef en die tengevolge daarvan een verschijning kreeg van Maria die op een troon zat. Dit gebeurde op 15 augustus 657 toen Ildefonsus en twee diakens een kerk opmerkten die door een schitterend licht werd verlicht. Ze gingen er binnen en zagen Maria, omring door een koor van maagden [Psalmen 45:14]. Ze gebaarde naar de bisschop om naderbij te komen en zei zacht: "Jij bent mijn kapelaan en notaris van geloof. Neem deze kazuifel die mijn Zoon je uit Zijn schatkamer zend."
De kazuifel, een priestergewaad, zou nog altijd in Oviedo bewaard worden en hoewel we de meeste relikwieën niet kunnen verifiëren zijn ze niet allemaal euforische hallucinaties. De meest gerespecteerde mannen ten tijde van Ildefonsus geloofden in Maria. Volgens de legende hielp ze de belegering van Constantinopel te beëindigen en verscheen ze aan Bisschop Bonitus in Clermont. Een andere bisschop, Egwin van Worcester, was in 708 getuige van een verschijning nadat een opgewonden veehoeder hem in het struikgewas riep in het zuidelijke deel van Engeland, nu gekend als Evesham. De bisschop zag Onze Heilige Moeder die vergezeld was van twee andere maagden die de prachtigste psalmen zongen. Ze was omringd door een onbeschrijflijke welriekendheid en was zo wit als een lelie. De Heilige Moeder schitterde nog meer dan de maagden. Ze zag eruit als de middagzon en in haar rechterhand hield ze een gouden kruis vast waarmee ze de bisschop zegende.
Haar rol werd nog belangrijker toen de Christenen met een nieuwe bedreiging geconfronteerd werden: de moslims. Hun stichter Mohammed had de ene ware God aanvaard en zijn volgelingen waren strijdlustig tegen het kwaad, maar ze bleven volhouden dat Christus maar een profeet was en niet de Zoon van God. Dit plaatste de twee religies, die beiden hun oorsprong vonden in Abraham, in een dodelijke strijd.
Mohammed had beelden van Maria en Jezus getolereerd, maar na zijn dood waren zijn volgelingen erop uit het Katholicisme te vernietigen en ze vielen Christelijke naties aan.
Alsof hij deze holocaust voorzien had zond Paus Gregorius het beeld van Maria de Meerdere naar Sevilla in Spanje, maar een eeuw later werd Sevilla door de Arabieren aangevallen en in 711 werd het beeldje in het geheim uit de stad verwijderd en in een grot verborgen.
Volgens archieven werd het houten beeld onder een kerkklok verstopt of in een verzegelde ijzeren koffer gestopt, met een beschrijving van wat het was. Dan werd het begraven nabij de bergen van Estremadura., zon honderd mijlen ten zuidwesten van Madrid, nabij een rivier of "verborgen kanaal", wat de vertaling is van "Guadaloupe".
Vertaling: Mario Lossie
Bron: Michael Brown
06-05-1977
Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 6: Gog en Magog?
Hoofdstuk 6: Gog en Magog?
Eén ding was zeker m.b.t. zulke mirakels: ongeacht hoeveel dissidenten en ketters het zouden proberen te vernietigen, ongeacht hoeveel men haar tradities zouden aanvallen, het Katholicisme was er om te blijven en haar sacramenten waren de wil van Jezus.
Tegen deze tijd werd de Eucharistie al bijna drie eeuwen gevierd, en zulke plechtigheden werden duidelijker afgebakend toen de sacramentele maaltijd een onafhankelijke rite werd met lezingen en gebeden op zondagmorgen, die Constantijn als speciale dag had uitgeroepen. Net als bij de rituelen van de oude Joden, gebruikten Katholieken altaren, wierrook, en priesterlijke gewaden zoals die beschreven worden in Exodus, en ze hadden ook bepaalde rituelen zoals kniebuigingen en kaarsen die men van heidenen afnam en die opnieuw gewijd werden.
Terwijl het heidendom de kop bleef opsteken en terwijl Rome haar zuivering verder zette, werden het Katholicisme en diens moeder Maria, een betekenisvolle en zelfs omvangrijke aanwezigheid.
De Maagd verscheen aan een bisschop in Tours, Frankrijk, en zond een boodschap naar koning Julianus tijdens een strijd met de Perzen. In Italië werd het door Placidius ontdekte altaar officieel opgedragen aan Maria en eveneens in Italië vestigde bisschop Eusebius een heiligdom dat bekend werd omwille van een miraculeus beeldje. Tegen 347 was er in België een heiligdom toegewijd aan de Maagd en op 5 augustus 352 was er in Rome een openbaring toen de Maagd in een droom aan een edelman en zn vrouw en aan Paus Liberius verscheen, waarbij ze hen alle drie de opdracht gaf een kerk te laten bouwen op de plaats die ze met sneeuw zou aanduiden, zoals ze in Le Puy had gedaan. [Hoewel het de maand augustus was werd er de volgende dag inderdaad sneeuw of vorst gemeld door diegenen die in verbazing rond berg Esquilijn waren samengekomen, waar later de Basiliek van Maria de Meerdere gebouwd werd, de grootste kerk aan haar opgedragen].
Basiliek van Maria de Meerdere op de heuvel Esquilijn te Rome [voorzijde]
Basiliek van Maria de Meerdere op de heuvel Esquilijn te Rome [achterzijde]
Maria bracht overal genade. Afbeeldingen die Lukas van haar schilderde en in bezit kwamen van avonturiers zoals Constantijns moeder Helena tijdens missies naar het Heilige Land, werden verspreid tot in Constantinopel, Libanon en Athene. Het waren schilderijen op planken van cipreshout en kostbare kleine beeldjes die verspreid werden tot in prachtige plaatsen zoals Montserrat -een berg in noord Spanje- en de berg Sumela in Turkije waar een Christen met de naam Basilius Soterichus een beroemd portret plaatste zoals het hem in een visioen werd opgedragen. Hoewel het geen dogma was werd Maria al omschreven als een "mede-verlosser", en haar goddelijk moederschap en eeuwige maagdelijkheid werden als doctrine ingevoerd. De macht van Maria groeide telkens ze geëerd en aangeroepen werd , tot grootste ergernis van Satan. Hij verachtte vooral haar afbeeldingen die krachtige middelen tot bekering waren. Het waren afbeeldingen ter verering, geen aanbidding, en ze deden denken aan heilige afbeeldingen uit het verleden zoals de gouden afbeeldingen van cherubijnen op de Ark des Verbonds (Exodus 25:18). Ze werden gebruikt om het gebed te versterken. Ze schiepen een heilige sfeer. Ze straalden geloof uit en waren een uitnodiging tot de hemel. Ze herinnerden eraan dat waar Maria ook was, daar was ook Christus, stil meeluisterend en hén zegenend die Zijn moeder hulde kwamen brengen.
Zijn Aanwezigheid werd gezien in een groots teken dat verscheen tijdens het eerste jaar van het episcopaat van de H. Cyrillus in Jeruzalem. Dit was de periode van de Arische ketterij, waarin de verwantschap van Christus met God de Vader in vraag werd gesteld. Cyrillus schreef in een brief aan Keizer Constantius:
"Op de zevende dag van mei, rond het derde uur, verscheen een groot lichtgevend kruis aan de hemel, net boven Golgotha, reikend tot aan de heilige Olijfberg, gezien door niet één of twee personen, maar door de ganse stad. Dit was geen, zoals men zou kunnen denken, ingebeelde en kortstondige verschijning, maar het duurde verscheidene uren, zichtbaar voor onze ogen en was helderder dan de zon. De hele stad was doordrongen met ontzag en vreugde door dit wonder en iedereen liep onmiddellijk naar de kerk en prees eenstemmig onze Heer Jezus Christus, de enige Zoon van God."
Zulke genaden waren cruciaal terwijl de Christenen tegen de ketters streden en het Romeinse Rijk bleef tolereren dat barbaren dorpen plat brandden, steden plunderden, en gevangenen aan bomen ophingen als offers voor een heidense oorlogsgod, Wodan genaamd. De barbaren waren wrede, ruigharige mannen uit het Germaanse noorden. Ze werden ooit Scythen genoemd [Kolossenzen 3:11], maar waren nu misschien beter gekend als de Gog. Kwamen ze voor in de H. Schrift? Tijdens de eerste eeuwen waren de profetieën van Jezus in Matteüs 24 en Lukas 21 grotendeels bevestigd geweest. Zijn voorspelling van vuur en duisternis was zowel in Rome als in Pompeï uitgekomen, men was getuige geweest van zijn voorspelling van woelige zeeën met de samengaande aardbevingen. Zijn opmerkelijke voorspelling van de vernietiging van de tempel was uitgekomen. Nu werden Zijn voorspellingen over oorlog realiteit tijdens een grote kastijding (oorlogen en geruchten van oorlogen) die niet leek te stoppen.
Gog! Het waren Gotische mannen gewapend met knuppels, bogen, strijdbijlen en zwaarden. Ze zouden later aan de basis liggen van West Europa maar op dit moment waren het brutale strijders met maar één doel: het omverwerpen van de evenzeer wrede, doch iets beschaafdere Romeinen.
Het waren angstaanjagende en apocalyptische tijden, zo kwaadaardig dat geleerde geestelijken de komst van de Antichrist voorspelden en verwachtten dat hij rond het jaar 500 zou opduiken. In Milaan was er een bisschop met de naam Ambrosius die dacht dat het einde van de wereld nabij was en als dat een terugkerende voorspelling was, iets dat sinds de Montanisten in de tweede eeuw voorspeld werd, dan leek het inderdaad op een oordeelsdag toen Goten versterking kregen van stammen gekend als de Vandalen die massaal de grenzen overstaken of slachtpartijen aanrichtten.
"Hij zal de dingen doen die Christus deed, behalve de doden doen opstaan", was de waarschuwing van een oud geschrift dat gekend is als de Apocalyps van Elia. "Hierdoor zullen jullie weten dat hij de Wetteloze is: Hij heeft geen macht om leven te geven!"
Hij had enkel de macht om het leven te nemen. Hij had enkel de macht des doods. Hij was als een zwerm sprinkhanen. En Rome had hem uitgenodigd. Ze hadden de rode loper uitgerold. Door hun overspel hadden de bewoners eeuwenlang demonen opgeroepen en nu waren er barbaren gekomen. Het was het einde van de Klassieke Periode en het begin van de Donkere Eeuwen, en in de namiddag van 9 augustus 378 werd tweederde van het Romeinse leger vernietigd tijdens de Slag bij Adrianopolis.
Het keizerrijk zou nog verscheidene eeuwen onder Noordelijke stammen te lijden hebben die Frankrijk en Athene, en in 410, Rome zelf plunderden (overal was oorlog, hongersnood en de pest, zoals de Schrift voorspeld had).
De Goten waren misschien wel de legendarische Gog en ze werden uit hun thuisland naar Rome verdreven door een tweede, nog barbaarsere bende gekend als de Hunnica of "Hunnen", een Aziatische volksstam die onheilspellend met Scythische weerwolven werd geïdentificeerd. De Hunnen waren waarschijnlijk afkomstig van voorbij de rivier Wolga in het land van Magog en werden beschouwd als de apocalyptische ruiters (Openbaring 6:4). Ze aten, sliepen en vochten op hun paarden. Ze waren klein en breedgeschouderd met kromme benen en "afschuwelijke" gezichten. Ze stamden af van Mongoolse nomaden en waren uiterst wreedaardig. Ze werden beschuldigd van het drinken van bloed, het eten van jongelingen en het vernietigen van zoveel dorpen dat niemand de tel kon bijhouden van de doden of de geplunderde kerken.
Men zei dat de Hunnen steeds met vuur en de geur van zwavel kwamen en krioelden van ongedierte en ziektes. Ze vielen niet alleen aan in grote aantallen maar ook met snelheid en oorverdovend gehuil. Hun komst in Constantinopel in 447 werd voorafgegaan door een grote aardbeving. Ze vielen ook binnen in Italië, Frankrijk en de Balkan. En zoals staat in Ezechiël 2:20-10: "Mensen worden door hen gekweld, elk gelaat verbleekt. Ze rennen als strijders, beklimmen muren als soldaten. Ze vallen de stad aan, lopen over de muur, klimmen in huizen ... De aarde beeft voor hen ..."
Terwijl de Hunnen verslagen werden namen andere barbaren een groot deel van het keizerrijk over en naarmate ze dit deden, naarmate Europa er anders begon uit te zien, kwam Maria als de Moeder van de Overgang. Eerst kwam ze als waarschuwing en als er toch ongelukkige gebeurtenissen uit voort vloeiden kwam ze als troosteres. Haar moederlijke macht werd in 431 officieel erkend toen ze de titel "Moeder van God" werd verleend tijdens het grote Concilie van Efeze en men was getuige van haar macht in een kapel in Santa Margherita die ondertussen werd opgedragen aan de "Madonna van de Roos" [alsook in Oropa in het Heiligdom dat gesticht werd door Eusebius, waar verbazingwekkende mirakels gemeld werden].
Maria kon zelfs door de blinden gezien worden zoals toen ze in 450 verscheen in een droom aan een blinde man, Simeon genaamd en hem vertelde dat hij naar Constantinopel moest gaan waar hij getuige zou zijn van de kroning van een nieuwe keizer.
Simeon deed wat hem gezegd werd, maar het was een lange, stoffige weg en op één of andere manier verloor hij zn hond, zij het door de leiband te laten vallen of omdat het dier neerviel van de hitte (er zijn verscheidene versies). De blinde man probeerde op zn eentje verder te gaan, maar kreeg al gauw dorst. Zich er van bewust zijnde dat er gevaarlijke afgronden in de buurt waren, liet hij zichzelf in mekaar zakken, hopeloos en schreeuwend: "Heilige Maagd! Ik heb altijd vertrouwen gehad in uw bescherming. Laat me hier niet omkomen!"
Kort daarna hoorde Simeon voetstappen en het geluid van metaal. Het was Leo, een Grieks soldaat. Hij bracht boodschappen van zijn veldcommandant naar het hoofdkwartier. Hij troostte de oude man en vroeg wat hij aan het doen was. Simeon vertelde hem van de droom, het visioen om naar Constantinopel te gaan en een nieuwe keizer de troon te zien bestijgen. Het visioen leek raar. Hoe zou een blinde man een kroning kunnen zien? En trouwens, dacht Leo, er wordt geen nieuwe keizer verwacht; de huidige was in goede gezondheid.
Leo hielp Simeon recht en ze kunnen wel een tijdje gestapt hebben, maar het was duidelijk dat de oude man niet verder kon zonder water. Hij kon zeker niet tot in Constantinopel geraken. De soldaat zocht een plekje in de schaduw, zette de man er neer en vroeg zich af waar hij een bron zou kunnen vinden. Er was niets te zien. Het was hopeloos.
Dan hoorde hij een stem: "Leo, waarom maakt u zich zorgen, als er net voor jou een vijver vol water ligt?" zei een zachte, vrouwelijke stem.
Leo keek naar een kleine berg en zag dat de top ervan bedekt was met bomen, hetgeen betekende dat er een waterbron moest zijn. Toen hij de berg beklom vond hij enkel opgedroogde putten. Hij wou de zoektocht opgeven en bad tot Maria en hoorde haar stem een tweede keer die zei dat hij verder door het struikgewas moest gaan, waar Leo inderdaad een klein vijvertje vond vol met koel, helder water. Ze zei hem dat hij niet enkel water moest meebrengen voor de blinde man, maar ook een handvol modder om op Simeons ogen te wrijven (Markus 8:23). Dan zou ze gezegd hebben: "Omdat je ziel meedogend is en je hart openstaat voor de smeekbede van hen in nood, en omdat je vertrouwen hebt in mijn tussenkomst en mij geëerd hebt met een volhardende vroomheid, heb ik voor jou de hoogste aardse waardigheid bekomen die een man kan zoeken. Jij zal tot keizer worden uitgeroepen en je zal op de troon zitten waarop mijn dienaar Constantijn zat." (Marcus 9:41).
Tot Leos verbazing leek de vijver van modderig geel naar een rijke gouden kleur te veranderen. Leo deed vlug wat hem opgedragen was en vulde zijn helm. Hij bracht het water naar Simeon die het gulzig opdronk. Dan smeerde hij de modder op Simeons ogen, en de blindheid verdween. De oude man kon zien! Hij kon de soldaat zien en de lucht en de droge weg. Hij kon de berg zien!
Zoals het verhaal gaat, was er een paar jaar later een politieke opschudding in Constantinopel en nog voor het einde ervan kwam er een man, een militair met de naam Leo. Het was dezelfde man die gestopt was om een blinde man op een stoffige weg te helpen, diezelfde man die blijkbaar een bepaald aanzien had, en hij stootte op miraculeuze wijze door naar hogere rangen en werd uiteindelijk in 457 uitgeroepen tot keizer van het Byzantijnse Rijk!
Dat was de legende van Leo I, ook gekend als Leo de Grote. Het zou een pure mythe lijken als er niet zo veel gelijkaardige verklaringen waren en als Leo op die berg geen kerk had gebouwd voor Maria, Onze-Lieve-Vrouw van de Gouden Fontein.
Dit waren belangrijke gebeurtenissen want met elke mirakel en elke kerk won Maria terrein terug van de duivel.
Dat was het plan. Dat was haar eerste geheim. Ze zou de afgoden van de slang verpletteren en de duivel zou het niet zien aankomen want in zn arrogantie had hij nooit kunnen vermoeden dat zn grote vijand een nederige vrouw zou zijn. Hij kon nooit begrijpen dat het juist haar nederigheid, haar zichzelf wegcijferen was wat Maria in verbinding bracht met de macht van God. Het was juist haar nederigheid die het meest mysterieuze plan dat rond Christus draaide in beweging zette maar haar als de vrouw in Genesis aanstelde. Ze moest bidden en ze moest God smeken maar in wat voor een prachtige positie bevond ze zich en wat voor een strijdster was ze! Haar kracht was haar liefde, en haar schoonheid was haar liefde, en haar boodschap was haar schoonheid, de manier waarop ze in het geheim, zacht open bloeide zoals een bloem in de dauw, stralend en welriekend. Madonna van de Roos! Christus wou dat ze verheerlijkt werd ... elke zoon wil lof voor zn moeder ... en Hij moet gelukkig geweest zijn toen na het Concilie van Efeze 260 bisschoppen zich tijdens een met kaarsen verlichtte plechtigheid verheugden over hun verklaring en riepen: "Weesgegroet Maria! Schat van de wereld! Weesgegroet Maria, Moeder van God! Het is door u dat de profeten hun stem verheffen, en dat de priesters van de Kerk de glorie van de Almachtige vieren, en met engelen zingen: Eer aan God in den hoge, en vrede op aarde aan de mensen van goede wil!"
Vertaling: Mario Lossie
Bron: Michael Brown
05-05-1977
Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 5: Boven de Zon
Hoofdstuk 5: Boven de Zon
Maar de barbaren bleven het Romeinse Rijk bestoken, net zoals hongersnood en plagen. De kastijding ging door. In één enkele dag stierven er vijfduizend mensen in Rome en in Alexandrië was het geweld zo groot dat de bewoners hun buurt niet durfden te verlaten.
Het keizerrijk werd beoordeeld, had wee na wee geleden gedurende meer dan twee eeuwen, had twintig keizers gehad die, tussen 211 en 284 n.C. alleen al, een gewelddadige dood gestorven waren, maar toch bleef het heidendom voortbestaan. De vervolgingen bleven doorgaan. Men probeerde nog altijd het Katholicisme te vernietigen met onder diens helden een ziener met de naam Nicolaas van Myra (die later bekend werd in de mythe van Sinterklaas) en Catharina van Alexandrië, een jong heidens meisje dat door een visioen van Maria bekeerd werd.
Er waren ook twee Egyptische martelaren, Julianus en Basilissa, die op de dag van hun executie in 312 Jezus en Maria zagen, omringd door engelen. "U is de zege, Julianus," zeiden ze, "U is de zege, Basilissa!"
Het was een tijd dat altaren toegewijd werden aan afgoden zoals Dionysius, en zij die weigerden de heidense goden te aanbidden, de goden van de aarde en de zon en liefde en oorlog, werden op de pijnbank uitgerekt of werden leven gevild of werden de ledematen afgehakt die rond hun kronkelende rompen uitgespreid werden. Deze martelaren leden op de vreselijkste manieren omdat ze een geheim kenden: ze wisten dat de godinnen die nu in Rome vereeuwigd werden dezelfde waren als de godinnen die aanbeden werden door de faraos en de Babyloniërs, door de oude Grieken en Spaanse volksstammen, door de heidenen van Efeze, en dat ze allemaal in feite vermomde duivels waren [1 Corinthiërs 10:20], dat ze allemaal in strijd waren met Jezus en op een dag door de Moeder van God overwonnen zouden worden.
In een typisch geval werd een Katholiek voor een keizer zoals Diocletianus of één van zijn handlangers geleid en bevolen om de "Nazarener" te verloochenen. Hij werd dan opgesloten en tot de verschrikkelijkste dood veroordeeld als hij weigerde een afgod te aanbidden of zelfs maar een beetje de keizers beledigde, die zich bij gelegenheden als Jupiter kleedden.
Volgens de legende was één van de martelaren een jonge vrouw, Philomena van Macedonië, die rond 312 opgesloten werd omdat ze opkwam tegen de keizer. Haar van ondier krioelende cel werd op een nacht verlicht met een licht waar de Heilige Maagd uit tevoorschijn kwam: "Wees niet bang, Ik ben Zij die nooit voor niets geroepen wordt. Ik ben Maria, je Moeder, en Ik ben gekomen om je blijde berichten te geven. Binnen drie dagen zal je gevangenschap voorbij zijn. Maar eerst moet je een grote beproeving doorstaan. Wees moedig, want Mijn Zoon zal je helpen. En Ik heb de grote engel Gabriël opgedragen om over je te waken en aan je zijde te blijven. Zijn macht zal grootse dingen voor je doen, Mijn geliefde dochter. Mijn Zoon heeft voor jou eeuwigdurend geluk voorbereid, dus wees vreugdevol. De engelen wachten je komst af."
Dan plaatste Maria het Kindje Jezus in Philomenas armen. Volgens de vermeende voorspelling ontsnapte Philomena verscheidene keren aan haar executie maar op de derde dag werd ze uiteindelijk onthoofd.
Hoewel het verhaal van Philomena een mythe bleef was er geen twijfel dat er grote wonderen geschiedden die de geschiedenis veranderden. Rond dezelfde periode gebeurde er iets uitzonderlijks met Constantijn De Grote die op weg was om te strijden tegen de macht van de rivaliserende keizer Maxentius. Half overtuigd dat Christenen het bij het recht einde hadden met hun idee over God, was Constantijn aan het bidden voor de overwinning en vroeg aan de Heer om Zichzelf te tonen toen hij en zn mannen op een late namiddag boven de ondergaande zon de schitterende vorm van een kruisachtig symbool zagen. Het was zoals de letter X met een loodrechte lijn erdoor met een kromming aan de bovenkant, het symbool dat ooit door heidense zonaanbidders gebruikt werd. Recentelijk was het door Christenen overgenomen geweest die het als het teken voor Christus gebruikten. Het was omgeven door de woorden In dit Teken, Verover.
Daar was het in het daglicht, boven de zon, gezien door een troepenmacht van minstens vijfentwintigduizend soldaten waarvan de meeste heiden waren. Het Teken van Christus. De soldaten beweerden ook dat engelen hen ter hulp kwamen toen ze zich voorbereidden om een troepenmacht aan te vallen die waarschijnlijk twee of meerdere keren groter in aantal was dan hen.
Zelfs geleerden van onze tijd zijn het eens dat er iets gebeurde met Constantijn, iets dat moeilijk te verklaren is, iets dat niet normaal is en dat door eerdere en meer gelovige historici beschreven werd als een gebeurtenis divino monitus instinctua [geadviseerd door het goddelijke instinct].
Constantijn zweerde dat het visioen echt was en zei dat het gevolgd werd door een droom waarin Christus hem zei om het symbool ter bescherming te gebruiken.
Constantijn volgde dat advies op en beval onmiddellijk het symbool op de schilden van de soldaten te zetten. Hij versloeg Maxentius op miraculeuze wijze in de Slag bij de Milvische Brug, waardoor hij de enige keizer werd. Hij begon dan het Katholicisme te legaliseren, gaf gronden aan de Kerk en bouwde een basiliek rond het graf van Petrus.
Zo snel kon God te werk gaan. Dat was de vrucht van een echte verschijning. Overal hielden Christus en Maria hun kudde in de gaten. Ze keken naar de worstelende Kerk en hoewel de Maagd niet veel van zich liet horen tijdens deze eerste paar eeuwen, hoewel ze voor het grootste deel van het eerste millennium en een deel van het volgende subtiel aanwezig zou zijn, hoewel haar voornaamste missie stil gebed zou zijn, deed ze elk bezoek tellen, ze bleef de heidense heiligdommen vervangen, en ze verscheen niet alleen aan mensen als Nicolaas van Myra (die haar zag tijdens het Concilie van Nicaea), maar ook aan devote vrouwen als de H. Monica van Thagaste.
Monicas echtgenoot was recentelijk gestorven en ze was niet alleen verontrust door haar weduwschap maar ook omdat haar zoon, een briljant geleerde, baadde in immoraliteit en zich bezig hield met ketterij, Manicheïsme genaamd.
Volgens de legende was Monica in gebed verzonken toen ze Maria zag met een koord of cingel rond haar middel. De koord gloeide. "Dochter van Mij, in de toekomst moet je je kleden zoals Ik gekleed ben", zei de Maagd. "Laat deze cingel een belofte zijn van Mijn liefde voor jou, deze cingel die de schoot omringd waarin het Woord vleesgeworden is. Laat ze vanaf nu de jouwe zijn, en dat je ze voortdurend moge dragen. Neem ze nooit af. Verspreid de toewijding eraan zo ver en zo wijd je kan. Zij die een cingel als deze dragen zal Ik beschouwen als Mijn speciale kinderen. Deze cingel zal in een komende tijd het wonder van het universum worden."
Monica deed wat haar gezegd werd en kort daarna werd haar zoon bekeerd.
Dit had grote gevolgen, want haar zoon zou spoedig een groot bisschop en Kerkvader worden wiens vele volgelingen de cingel eeuwenlang zouden dragen en wiens naam Augustinus was.
Augustinus van Hippo
Vertaling: Mario Lossie
Bron: Michael Brown
04-05-1977
Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 4: Moeder van de Heer
Hoofdstuk 4: Moeder van de Heer
Het was de bloedigste en meest angstaanjagende periode in de geschiedenis van Rome. Er waren al snel geruchten over geesten in de buurt van Neros begraafplaats, en in de naastgelegen gebieden zouden verschijningen in de vorm van kraaien waargenomen zijn.
Zon afgrijselijke gebeurtenissen werden enkel door de genade van Christus verjaagd, die Zijn moeder en Zijn eigen wonderen zond.
Zon veertig kilometer ten noordoosten van Rome op de berg Guadagnolo, was de Romeinse officier Placidus, die onder keizer Trajanus (97 tot 117 n.C.), diende op een dag aan het jagen toen hij en zijn metgezellen een ongewoon en prachtig hert zagen. De geschiedenis vertelt niet wat het dier zo uniek maakte maar het was zo groots dat Placidus besliste om het te vangen. Hij dreef het naar een plek op de berg waar er geen uitweg leek te zijn, maar net voor hij het dier kon grijpen maakte het dier een sprong, landde buiten zijn bereik op een rots en keek hem stoutmoedig aan.
Guadagnolo, Klooster
Tot zijn verbazing zag Placidus het lichaam van Christus op een lichtgevend kruis dat tussen de takken van het gewei van het hert verscheen.
Er was ook een stem te horen en iets dat op een goddelijk licht leek en Placidus ziel doorboorde. Hij voelde een onweerstaanbare drang om de God van de Christenen te aanbidden. Toen de officier terug in Rome was liet hij zichzelf en zijn gezin dopen en zijn naam wijzigde in Eustachius.
Als bekeerling was hij ook een martelaar. Het nieuws over zijn bekering bereikte de Romeinse autoriteiten en toen Eustachius zijn nieuwe geloof weigerde te verloochenen werden hij en zijn gezin in een kokende ketel gegooid.
Ontelbare anderen ondergingen hetzelfde lot omdat Satan de grote dreiging van het Katholicisme onmiddellijk de kop wou indrukken. Christenen werden gestenigd, vertrapt, levend gevild, onthoofd en zelfs in stukken gescheurd of de ingewanden uitgerukt terwijl ze bij bewustzijn waren. Ze werden uitgehongerd. Ze werden gekruisigd. Dit waren de mensen die het Katholicisme hadden gesticht en in plaats van het Christendom uit te roeien was hun dood het zaad dat het deed groeien.
Hoe meer de Kerk vervolgd werd, des te sterker groeiden haar wortels, net zoals een jonge boom die door de wind geteisterd wordt. De toewijding aan Maria begon de aanbidding van de heidense godinnen te overstijgen. Waar Maria ook was, waar ze zich toonde, daar was geloof, liefde en volharding, zelfs tot in het martelaarschap toe.
Geloof doofde de vlammende pijlen van Satan, en zoals Paulus in een brief aan de Efezen [6:12] schreef was het geen strijd tegen menselijke krachten 'maar tegen de vorstendommen en de machten, de heersers van deze wereld van duisternis, de kwade geesten in de hogere sferen'. Satan was prins van de wereld maar Christus zond Zijn moeder om de wereld terug te nemen. Dat denkbeeld werd ook duidelijk gemaakt door verschijningen aan belangrijke stichters van de Kerk zoals Bisschop Gregorius van Caesarea. Op een avond, net voor zijn inwijding tot bisschop in 240 n.C., zocht Gregorius goddelijke leiding bij de Drie-Eenheid toen hij een verschijning zag van een oudere man.
Het was Johannes, de Evangelist, vroom en nobel, in een heilig gewaad. Gregorius schrok, sprong uit zijn bed en vroeg aan Johannes waarom hij gekomen was. De verschijning zei op een vriendelijke en rustige manier : "Kalmeer jezelf, mn zoon. Ik ben gekomen om je te helpen". Johannes hield zn hand uit en wees in een bepaalde richting.
Toen Gregorius die richting uit keek zag hij toch zijn verbazing de gedaante van een vrouw, méér dan mens, met een helderheid die vergelijkbaar was met een fakkel. Ze was onvoorstelbaar mooi en gracieus en majesteitelijk en Johannes sprak haar aan met "Moeder van de Heer." Ze droeg de Evangelist op om aan Gregorius het mysterie van de vroomheid bekend te maken.
Johannes deed dat met krachtige en onvergetelijke woorden. "De Vader heeft nooit bestaan zonder de Zoon, noch heeft de Zoon ooit bestaan zonder de Geest", zei de verschijning, "en deze Drie-Eenheid is onveranderlijk."
Dat waren de fundamenten van de leer van de Drie-Eenheid. Dat was een formule voor de Kerk. Dat was ook het begin van ongelooflijke gebeurtenissen.
Vriend en vijand beschouwden Gregorius als een nieuwe Mozes want de verschijningen van Maria en Johannes leken hem machtig gemaakt te hebben. Ze leken hem de genaden van genezing en bekering verleend te hebben. Encyclopedieën bevatten legendes over zijn gave om de toekomst te zien. Hij kon ook fysische gebeurtenissen veroorzaken. Op een keer stak hij zijn staf in een rivier of stroom waardoor de richting ervan veranderde en hij had speciale krachten tegen boze geesten. Op een keer, toen hij een heidense tempel binnenging, begon hij zijn zuivering met het Kruisteken. De tempelwachter werd woedend toen hij de geesten niet meer kon oproepen maar zelfs hij bekeerde zich toen hij zag dat Gregorius gezag had over de demonen.
Bij wijze van test vroeg men aan Gregorius om een grote steen te bevelen zich te verplaatsen, en tegen alle logica in verplaatste de steen zich inderdaad naar een andere plaats.
Menigten stroomden toe. Mensen werden genezen. Bij anderen werd de duivel uitgedreven. En al gauw was de stad Neocaesarea, de thuisstad van amper zeventien Christenen, bekeerd. Marias kracht was duidelijk te zien in de vestiging van volledige bisdommen en in de verdediging van het Katholicisme tegen ontelbare ketters zoals de Gnostici en Montanisten, die zichzelf als de echte Christenen beschouwden en zichzelf boven de Kerkelijk traditie plaatsten.
Het was duidelijk dat de Heilige Geest, die sinds de Verrijzenis op een speciale manier naar beneden was gezonden, nu veel mirakels verrichte om de Kerk op te bouwen. De mirakels waren niet gestopt bij de Verrijzenis van Christus. Er waren er nu in overvloed. De Heilige Geest was op aarde en waar de officiële publieke openbaringen van de Heilige Schrift gestopt waren, liet de Kerk toe dat ze gevoed en in traditie hersteld werd door private openbaringen. De Kerk was het mystieke lichaam van Christus, niet zo maar een instelling. De mystiek werd vaak door Maria gebracht en de bouwstenen ervan werden gemengd met het bloed van martelaars. Nabij Napels werd een priester, Felix genaamd, gegeseld, geketend en in een foltercel gegooid maar hij kreeg al snel het bezoek van een verschijning die de cel met een helder licht vulde en de gesloten deuren openmaakte.
Christendom voor Keizer Constantijn
Er was ook bovennatuurlijke hulp tegen binnenvallende heidense stammen uit de Germaanse gebieden. Toen Christenen door Germaanse "barbaren" in het nauw gedreven waren in wat nu Oostenrijk is, werd de lucht opeens donker en de bliksem sloeg met zon hevigheid in dat de barbaren op de vlucht gingen en de Christenen de overwinning behaalden.
Vertaling: Mario Lossie
Bron: Michael Brown
03-05-1977
Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 3: Dagen van Duisternis
Hoofdstuk 3: Dagen van Duisternis
Ze had een sterke indruk gemaakt. Het was de eerste en een bescheiden indruk, maar het was een blijvende indruk. Ze toonde Jezus zoals ze Hem op aarde had getoond. Ze waakte over Zijn mystieke lichaam net zoals ze over Zijn fysiek lichaam gewaakt had. Jezus kon Zichzelf niet openlijk tonen opdat het niet verward zou worden met de Tweede Komst, maar Hij kon Zijn Moeder tonen als een zichtbaar teken en Hij kon Haar gebruiken om heiligdommen, kapellen en kerken te vestigen om de welig tierende heidense afgoden en de altaren voor goden en godinnen te vervangen die in steden zoals Pompeï op elke hoek van de straat te vinden waren.
Dat waren de misleidingen, dat waren de krachten der vernieling. Ze kwamen van de slang, en Maria werd als de nieuwe Eva gestuurd om tegen ze in te gaan. In 47 n.C., een paar jaar na Saragossa, verscheen Zij in de heidense burcht van Le Puy, Frankrijk aan een zieke vrouw die Villa heette, die tijdens het bidden om genezing plots een visioen kreeg waarbij Maria haar opdroeg een berg te beklimmen die bekend stond als Anicium (heden de berg Corneille). Daar rustte ze uit op een grote steen, viel in slaap en toen ze wakker werd was haar koorts verdwenen en was ze genezen.
Het nieuws over het mirakel bereikte George van Velay die door Petrus was uitgezonden om in Gallië het evangelie te verkondigen. Hij bezocht de berg, die berucht was omwille van occulte Druïden.
Toen hij daar aankwam was George stomverbaasd bij het zien van een schitterende sluier van sneeuw die de berg bedekte, niettegenstaande het 11 juli was, hoogzomer.
Basiliek Onze Lieve Vrouw van Le Puy
Terwijl de zendeling en zijn gezellen het fenomeen bewonderden sprong een hert uit het bos te voorschijn en liep rond in een cirkel. De sporen die het dier daarbij maakte werden gebruikt als afbakening van de plaats voor een toekomstig altaar.
Twee verschijningen, twee kerken. De tussenkomst was begonnen. De vervanging van het heidendom was begonnen. Godinnen waren arrogant, Maria was bescheiden. Godinnen waren flamboyant, Maria was nederig. Godinnen waren verleidelijk, Maria was een maagd. Maar het belangrijkste, godinnen waren opstandig, wat het zaad van occultisme is [1 Samuel 15:23]. Maria was gehoorzaam.
Ze was gezonden om de fout van Eva recht te zetten. Ze was gezonden om de slang en haar afgoden te verdrijven. Ze verving de Meikoningin van de Druïden. Ze verving de aardmoeder. Ze verving occulte feestdagen met heilige feestdagen, want zij was het grote teken. Zij was de "Vrouw bekleed met de zon" [Openbaring 12:1].
Ze was ook een waarschuwing. Op aarde was ze stil, vermeed Ze opgemerkt te worden en bleef op de achtergrond. Maar nu, in de hemel, in verheerlijkte vorm, was Ze nog altijd uiterst nederig maar Haar bloem bloeide open. Zoals Openbaring 12 zegt, had ze een missie tegen de draak. In Frankrijk, nabij Toulouse werd ter ere van Haar een heiligdom ingesteld (naar verluidt door de tollenaar Zaccheüs) en in de buurt van Madrid werd een kleine kapel gebouwd rond een beeldje waarvan men beweert dat het door de apostel Jakobus aan een zekere Calocerus werd gegeven. Er werd ook een kapel in Soulac, Frankijk aan Haar opgedragen en een kerk op het eiland Malta. In Ein Karim in Palestina was er een wonderdadige bron waarvan men zei dat ze door Maria gebruikt werd toen ze Elisabeth ging bezoeken. En in het verre noorden was er een eiland Yniswitrin genaamd (nu Glastonbury, Engeland) waar men in 64 n.C. een kerk bouwde voor de Maagd.
Heidenen bezoedelden mensen met hun donkerstemmige en duivelse afbeeldingen, met kruipende dingen die overspel pleegden, en de hemel ging in de tegenaanval met Jezus en Maria, beelden die de evangelies tot leven brachten en de warmte van familiefotos uitstraalden. Er werd algemeen beweerd dat de apostel Lukas afbeeldingen van Maria schilderde of beeldhouwde (misschien gaf hij er één aan Eterius, de eerste bisschop van Barcelona), en hoewel het niet eenvoudig was om feiten van legenden te onderscheiden, zouden die afbeeldingen een zalving bevat hebben. De afbeeldingen konden het kwaad vernietigen. Zon afbeeldingen waren er als tegenpool van de heidense symbolen zoals het zonneteken of hakenkruis en gingen in tegen de vrije seksuele omgang die getoond werd in de ontuchtige graffiti in de openbare plaatsen van Pompeï en Rome.
Het was de tijd van Caligula. Het was de tijd van Nero. En het was een tijd van waarschuwingen. Op 5 februari in 62 n.C. werd Pompeï getroffen door een aardbeving en twee jaar later sloeg het onheil weer toe toen Rome door een historische brand werd schoongemaakt, waarbij de bewoners schreeuwend in de straten liepen en de heidense tempels vernietigd werden.
Terwijl Rome brandde, zong Nero op de begeleiding van zijn lier.
Dan besloot hij de kleine kolonie Christenen in de stad te vervolgen. Katholieken werden voor de beesten gegooid, op scherpe stokken gespietst of met brandbare materialen ingesmeerd en dan als fakkels in brand gestoken. Ze werden beschuldigd van het aansteken van de brand omdat Nero een zondebok nodig had. De vervolging kostte het leven aan Petrus, de eerste paus, die in de keizerlijke tuinen ondersteboven gekruisigd werd [een marteling die later gesymboliseerd werd door de "heksenvoet" of het "Kruis van Nero", een omgekeerd kruis in een cirkel].
Zulke misdaden schreeuwden om hemelse gerechtigheid, net zoals Romes verdraagzaamheid t.o.v. ontucht, kindermoord, en abortus. Jezus had gewaarschuwd dat zonde zou vergezeld worden met oorlog, vuur, en duisternis [Lukas 21 en Matteüs 24], en alsof ze als voorteken moest dienen hing Halleys Komeet in 66 n.C. als een zwaard boven Palestina.
Het was het jaar dat Jeruzalem in opstand kwam tegen Rome, en dat de rebellie een verschrikkelijke oorlog uitlokte. Tienduizenden werden afgeslacht en andere stierven van honger toen Romeinse soldaten Israël binnenvielen. Zoals Christus het voorspeld had, werd Jeruzalem omsingeld en werd de tempel vernietigd. Op hetzelfde moment werd Rome zelf door een nooit geziene ramp getroffen. Zoals de historicus Tactitus het zei was de corrupte stad veranderd in "een theater van verschrikkingen." In de buurt van de executie van Petrus waren er overstromingen en hongersnood. Het hele keizerrijk was in chaos. Christus had gezegd dat er een tijd zou komen dat "de zon donker zal worden en de maan geen licht zal afwerpen" [Matteüs 24:29], en Zijn woorden werden bewaarheid op 24 augustus 79 met de uitbarsting van de berg Vesuvius. Drie verschrikkelijke dagen lang moest Pompeï en haar heidenen lijden onder bevingen, roet en totale duisternis. Grote vuurdekens liepen van de berg, terwijl hevige aardbevingen de gebouwen op hun fundamenten deed beven. Sommigen probeerden via de zee te ontsnappen, maar zoals Christus voorspelde [Lukas 21:25] waren de golven te hoog en de zee was ontstuimig.
Er was lava. Er was zwavel. Pompeï stond op het punt te verdwijnen en zoals de historicus Pliny getuigde was er een "verschrikkelijke zwarte wolk, uiteengereten door vlammen, kronkelend als een slang en met schichten die groter waren dan bliksem."
Het was het begin van de eerste grote kastijding van het Christelijke tijdperk. De hel maakte spleten in de aarde en wierp vlammen in de wind, vuur en zwavel, net zoals in Gomorra. Volgens een kroniekschrijver, Plinius de Jongere, overlegden de inwoners van Pompeï op een bepaald moment of ze binnen zouden blijven of buiten gaan, want de gebouwen schudden door hevige schokken en leken te wankelen alsof ze van hun funderingen gerukt werden. Buiten was er echter het gevaar van vallende puimstenen, ook al waren die licht en poreus... Als bescherming tegen vallende voorwerpen bonden ze kussens met doeken op hun hoofden. Elders was er daglicht, maar zij waren nog in duisternis gehuld, zwarter en dikker dan op een normale nacht, en ze probeerden fakkels en allerlei soorten lampen aan te steken om licht te maken. De vlammen en de geur van zwavel die voorboden waren van het naderende vuur dreven hen op de vlucht. Dagenlang waren er aardbevingen die hen echter niet alarmeerden vermits die veel voorkomen in Campanië. Maar die nacht waren ze zo hevig dat het niet alleen leek dat de wereld door mekaar werd geschud, maar ondersteboven werd gekeerd.
Vertaling: Mario Lossie
Bron: Michael Brown
02-05-1977
Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 2: Sterk en Zedig
Hoofdstuk 2: Sterk en Zedig
Het begon op de vlakten van noord Spanje, langs de brede, langzame Ebro rivier die door de rode aarde sneed waar Jakobus de Apostel wandelde, op missie uit Jeruzalem, zoekend naar zielen.
Het was 40 n.C., zeven jaar na de dood van Christus, en Jakobus had van Jeruzalem naar het Iberische schiereiland gereisd, terwijl Petrus en Johannes het evangelie in Samaria verkondigd hadden. Hij was in de buurt van een plaats die Ceasar-Augustus of Saragossa genoemd werd en die recentelijk veroverd was geweest door Rome. Het was een mysterieus gebied, het domein van wrede stammen waarvan men niet wist waar ze vandaan kwamen. Er hing iets raars in de lucht, een gevoel van occultisme. Sinds de tijd van de Neanderthalers werden schedels op rituele wijze verzameld en dat gebruik was geëvolueerd naar een recentere vorm van het occulte, het heidendom, met al zijn goden, godinnen en geesten die over de wallen zweefden.
Dit was het gebied waar Jakobus, zoon van Zebedeüs, van Jezus het evangelie moest verkondigen. Het was gevaarlijk, eenzaam werk en het gebed was vaak zijn enige troost. Het was zelfs tijdens het bidden dat Jakobus de eerste gekende verschijning van Maria zag. Volgens de overlevering was de apostel, vergezeld van acht van zijn eigen volgelingen, in diep gebed verzonken en was misschien in slaap gevallen toen, volgens Openbaringen 11:19, een lichtflits hem wakker schudde en hij het duidelijke, onvergetelijke geluid van hemelse muziek hoorde.
Basiliek Onze Lieve Vrouw van de Pilaar [Saragossa]
We hebben niet veel details over Saragossa (ook als Zaragoza geschreven)? maar we weten wel dat Jakobus de hemel "open" zag gaan om de verschijning van een vrouw te onthullen. Hij herkende haar meteen als de moeder van Christus, Maria van Nazareth. Zijn eigen broer Johannes had voor haar gezorgd, en sinds de dood van Christus had ze vaak samen met de apostelen in Jeruzalem of Efeze gebeden. Als de oude omschrijvingen van haar correct zijn had ze een kleine, rechte mond, een dunne, scherpe neus en een strak, soms bedroefd gezicht. Ze was van middelmatige grootte en had bruin haar met donkere frou-frou en wenkbrauwen. Haar gezicht was noch lang, noch rond, maar ovaal: ze had fijne, zachte en lange handen en vingers. Ze was een gewoon boerenmeisje en woonde in een klein, normaal huis op een heuvel en haar leven was er één van gebed en hard werken : water halen, koken en kleren herstellen. Ze leefde van fruit, vis en brood en was altijd sereen en zedig. Haar gelaatskleur was als die van tarwe. In de winter droeg ze wollen kledij en in de zomer kledij van linnen, ze droeg een sluier over haar hoofd als ze buitenshuis ging, liep op blote voeten of met sandalen van hout en leder en droeg twee kledingstukken: een kuis dameshemd en een kleed of jurk.
Jakobus had haar vaak op deze manier gezien, de zachte en vriendelijke moeder die brood kneedde en voor de apostels bad. Maar nu was ze anders. Nu was ze vol pracht en praal. Haar gezicht en haar vriendelijkheid waren hetzelfde maar Jakobus zag haar in een verschijning of bilocatie, gezeten op een troon van licht of een marmeren pilaar en vergezeld van engelen. Sommige van de engelen knielden neer op doorzichtige wolken en anderen maakten muziek.
Voor Jakobus waren ongewone verschijnselen niets nieuws. Hij was erbij op de berg toen Jezus verheerlijkt werd (Matteüs 17:2). Hij was getuige van de verschijning van Elia en Mozes. Hij was ook aanwezig bij de opwekking uit de doden van de dochter van Jairus (Markus 5:39). Hij had vele van Jezus wonderen gezien. Maar nu was hij getuige van iets anders. Nu zag hij een nieuw mirakel. Met een blik vol extase, waarschijnlijk zoals Stefanus naar een visioen van Christus gestaard had (Handelingen 7:56), zag Jakobus dat de engelen de pilaar of troon van Maria losmaakten en, volgens sommige legendes, hem een beeldje van Maria gaven.
Dan sprak de verschijning:
"Jakobus, dienaar van de Allerhoogste, gezegend zijt gij door God, en moge Hij u vervullen met Zijn goddelijke genade. Mijn zoon Jakobus, de Allerhoogste en Machtige God van de hemel heeft deze plaats gekozen opdat gij er een kerk zou bouwen en toewijden aan Mijn naam. Hij wenst aanbeden en gediend te worden en alle gelovigen die Mijn tussenkomst vragen zullen de genaden ontvangen die ze vragen, als ze waarlijk geloven en toegewijd zijn, en in de naam van Mijn Zoon beloof ik hen grote gunsten en zegeningen, want dit zal Mijn kapel en huis zijn, Mijn eigen erfenis en bezit, en als bewijs van mijn belofte zal deze pilaar hier blijven staan, met Mijn eigen afbeelding erop, die, op deze plaats waar gij Mijn kerk zult bouwen, zal blijven bestaan met het heilige geloof. Aanschouw deze pilaar waarop ik gezeten ben, die Mijn Zoon en uw Meester op de hoofden van engelen naar beneden heeft gezonden en rond dewelke gij het altaar van Mijn kapel zult bouwen. Op deze plaats zal de Allerhoogste door Mijn tussenkomst wonderen verrichten voor hen die Mijn bescherming afsmeken in hun noodwendigheden. En deze pilaar zal op deze plaats blijven staan tot aan het einde van de wereld."
De Maagd droeg Jakobus op om de kapel onmiddellijk te bouwen en dan naar Jeruzalem terug te keren, waar hij zoals voorspeld gemarteld zou worden. Volgens de legende bouwde de apostel een kleine kapel. Met een lengte van zon 5 meter en exact 2,50 meter breed was het de eerste kerk die aan Maria toegewijd was en die Haar recht tegenover de heersende heidense godinnen plaatste.
Basiliek Onze Lieve Vrouw van de Pilaar [Saragossa]
Daar langs de Ebro stond een kapel die op een dag zou uitgroeien tot een enorme koepelvormige basiliek van exact dezelfde afmetingen als de beroemde tempel van de godin in Efeze.
Er stond ook een beeldje van Maria die Jezus vasthoudt, de eerste van vele keren dat ze samen met Hem zou getoond worden.
Vertaling: Mario Lossie
Bron: Michael Brown
01-05-1977
Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 1: Een Enorm Mysterie
Hoofdstuk 1: Een Enorm Mysterie
Ze is een mysterie, een enorm mysterie, en elke eeuw, elk decennium ... en nu, elk jaar ... is haar mysterie groter geworden. Ze is de meest geliefde, meest vereerde en beroemdste vrouw in de geschiedenis, maar haar rol gaat veel verder dan die van eender welke mens. Ze is een geest. Ze is bovennatuurlijk. Ze is een bevrijdster en een heelster. Ze is een voorspreekster van genade, gemachtigd door Christus, en op allerlei manieren beginnen we haar rol in hemel en op aarde te zien. Ze is een moeder, de grootse moeder, en alle generaties hebben haar inderdaad "gezegend" genoemd [Lucas 1:48]. Maar ze is ook een groot strijdster tegen het kwaad, de vrouw die de kop van de slang verpletterd, diegene die Christus als boodschapster stuurt, en haar boodschap, haar wapen, is liefde.
In de Katholieke, maar ook in andere Christelijke strekkingen, wordt de Heilige Maagd Maria door velen in een nieuw licht geplaatst terwijl Gods plan, Zijn geheimen, onthuld worden. Zij is de vrouw van Genesis en Openbaringen, haar komst wordt voorspeld in Jesajah, maar meer nog, ze is een moederlijke geest die voor Gods kinderen zorgt alsof het de hare zijn.
Ze is de Koningin der Engelen, Ze is de Bruid van de Heilige Geest, Ze is de moeder van iedereen, en of je het nu weet en gelooft of niet, ze staat dichter bij jou dan eender wie in de wereld.
Ze is geen god. Ze is geen afgod. Jezus is de bemiddelaar tussen God en de mens [1 Timoteüs 2:5]. Maria is de grootse assistente of "mede-bemiddelaarster." Voor haar grote lijden, haar grote toewijding, en voor haar grote heiligheid heeft Christus haar een speciale rol gegeven, en dit is haar tijd. Niemand in de menselijke geschiedenis kende Jezus zoals Maria Jezus kende, en hoewel de rol van vrouwen haar aanwezigheid in de Schrift beperkte, was het Maria die gezorgd heeft voor wat later in het Nieuwe Testament geschreven werd; zij alleen, die samen met Jozef aanwezig was bij de geboorte van Christus, zij alleen die voor het Kind zorgde en wiens eigen lijden en lijden als een moeder verenigd werd met dat van Hem. Zoals het Tweede Vaticaans Concilie verklaarde: "In de grootste eenvoud werkte ze door haar gehoorzaamheid, geloof, hoop en brandende barmhartigheid mee aan het werk van de Heiland om het bovennatuurlijke leven van de zielen te herstellen."
Het was de Moeder-Maagd die ons hielp binnenleiden in het allereerste begin van de Kerk (Handelingen 1:14) en die als enige ingewijd werd in de grootste geheimen van Christus. Niemand kon zo dicht geweest zijn. Niemand was méér geliefd door Christus. Het zou uitzonderlijk geweest zijn als Maria geen speciale rol had toegewezen gekregen en haar verering heeft keer op keer bewezen de beste garantie te zijn voor zuiverheid van geloof in het vleesgeworden Woord. Zoals de grote Johannes Paulus II ooit zei, we verlangen nu dezelfde Kerk te zijn die geboren werd uit de Heilige Geest toen de apostelen zich samen met Maria in The Upper Room in gebed toewijdden. Zij is de nieuwe Eva. Ze is gekomen om de fouten uit de Tuin recht te zetten. Ze veranderde de geschiedenis door te gehoorzamen waar Eva niet had gehoorzaamd en door te herstellen wat Eva verloren had en als de Moeder van Christus is ze de Moeder van de Kerk zelf.
Hoewel zij die kwaad spreken over Haar niet willen dat je het weet, werd over Haar speciale rol al gesproken in het Protevangelium van Jakobus en door mannen als Ignatius van Antiochië, die rond 110 v. Chr. leefde. Sinds haar Hemelvaart kon ze zichzelf openbaren en tonen. Tegen de vierde eeuw ... meer dan duizend jaar vóór de Protestantse Hervorming Haar trachtte te minimaliseren ... werd Maria in de Syrische gebeden beschouwd als medeverlosser, en belangrijke pausen zoals Leo XIII en Pius X hebben erkend dat Maria, het nederige tienerboerenmeisje, de zedige vrouw uit het Nieuwe Testament, de lijdende moeder te Golgota, een cruciale en verlossende rol gespeeld heeft aan de zijde van haar Zoon.
Zoals een andere oude theoloog, Irenaeus het zegt, is Maria de zuivere schoot die de mens vernieuwt voor God. In de vierde eeuw werden Maria en Jezus beschouwd als een onscheidbaar team en het was de grote theoloog Origen die Maria als eerste "Theotokos" of "Moeder van God" noemde.
Haar speciale status werd bevestigd door ontelbare verschijningen. Ze verschijnt al 2.000 jaar en haar verschijningen worden frequenter. Dit boek gaat over de volledige geschiedenis van haar wonderen en plaatst deze in een historische context. Wat volgt is een verslag van de verschijningen van de Maagd Maria sinds de eerste eeuw en, in tegenstelling tot de huidige media, geef ik de wonderen het voordeel van de twijfel. Ik geloof dat het bovennatuurlijke niet zomaar een kracht in ons leven is maar de grootste kracht. En ik geloof dat Christus Zijn moeder gekozen heeft om ons die kracht te tonen. Ze is écht en handelt door de Heilige Geest. Dat is wat ik geloof. Ze is miraculeus. Ze is metafysisch. Ik heb haar fenomenen zelf gezien. Ik heb haar onverklaarbare genezingen gezien. Ik was samen met bisschoppen aanwezig tijdens haar verschijningen.
Volgens het Internationaal Mariaal Onderzoeksinstituut aan de universiteit van Dayton zijn er minstens 8.000 belangrijke verschijningen van de Maagd geweest. Maar geleerden wijzen erop dat niemand een echte schatting kan geven. Als men de verschijningen aan gewone mensen die er nooit over vertelden in beschouwing neemt, zou het aantal astronomisch zijn. Ze verscheen aan martelaren. Ze verscheen tijdens de eerste vervolgingen. Ze verscheen aan de belangrijkste heiligen. Ze verscheen toen de Kerk gevormd werd, tijdens het beroemde Concilie van Nicea, en ze verscheen telkens de mensheid moeilijke tijden doorstond. Plagen, hongersnood, oorlog. Ze verscheen vooral aan hen die, zoals zijzelf, arme, eenvoudige boerenlieden waren, maar ze verscheen ook aan koningen en pausen. Sinds het begin kwam ze om het heidendom uit te roeien. Ze is gekomen om occulte godheden te vervangen. Ze is gekomen om tempels te vervangen door kapellen en godinnen door Christelijk moederschap. Ze was bij Constantijn. Ze was bij Karel de Grote. Ze was bij Columbus op de Santa Maria (het eerste Christelijk gebed dat ooit in het Westerse halfrond werd opgezegd was het Salve Regina) en men vertelde over haar heilige dagen in het oudste Engelstalige gebedenboek van Amerika. De grootste rivier in de Verenigde Staten, nu gekend als de Mississippi, heette ooit "Rivier van de Onbevlekte Ontvangenis" en de op één na grootste stad, Los Angeles, was beter gekend als "Heilige Maria Koningin van de Engelen van de Portiuncola." Volgens de wil van Jezus, Die wenst dat Zijn moeder gewaardeerd wordt, zijn haar beeltenissen en kerken verspreid over het hele Christendom. Niemand heeft méér bedevaartplaatsen tot stand gebracht. Niemand anders, behalve Christus, speelde een grotere rol in het vormen van het Christendom. Terwijl er altijd mensen zijn die Maria afschilderen als iemand die de macht van Christus overneemt of die haar als afgod belasteren, is ze in feite het tegenovergestelde, een nederige dienstmaagd met als missie het vechten tegen de meest duivelse ketterijen - van gnosticisme tot Communisme - en het verheerlijken van God (Lukas 1:46). Wereldhistorici hebben getracht haar overweldigende invloed te verbergen maar naarmate de sluier wordt opgetild, naarmate we openbaringen krijgen over het nieuwe millennium, nemen haar historische verschijningen een totaal nieuw en fascinerend perspectief aan. Ze tonen ons dat we 2000 jaar lang betrokken zijn geweest in een apocalyptische strijd tussen goed en kwaad, een strijd die in onze tijd tot een hoogtepunt komt, en dat Christus haar in de frontlinies heeft opgesteld. Zij helpt Zijn belofte om de Heilige Geest te sturen na te komen (Handelingen 1:8). Ze is gemachtigd door de Geest en is verschenen in ontelbare plaatsen van Europa tot Australië.
Haar verhaal is er één van Bijbelse grootsheid en ze is meer en meer aanwezig om de grote duisternis te verdrijven. Ze komt om de slang te verpletteren die ons wil overheersen. Ze komt naar een wereld met financiële, wettelijke en onderwijssystemen die corrupt zijn. Ze komt ons waarschuwen voor moord, zelfmoord en abortus, wat pogingen zijn van de duivel om het kwaad te laten zegevieren en te doden bij elke gelegenheid. We zien perversies van ongekende hoogten, een vervaging van de geslachten, de terugkeer van het heidendom en egoïsme en de meest corrupte leden van onze maatschappij ... de immoreelste en vulgairste ... hebben geld en macht gekregen.
Zoals je zal zien drijft deze spirituele herrie twee millennia van spirituele oorlogsvoering op de spits. Sinds Christus is er een strijd geweest tussen zij die God omarmen en zij die verblind of verleid werden door de krachten van de wereld en die Satan als prins hebben (Johannes 12:31). Ons kwaad is niet nieuw omdat, zoals men in Prediker 1:9 zegt, er is niets nieuws onder de zon. Maar in een wereld van bijna 6 miljard mensen (ten tijde van Jezus waren er slechts 100 miljoen) neemt het kwaad monumentale proporties aan. En als resultaat staan we voor monumentale gevolgen. Ik ben niet aan het doemdenken. Ik heb het niet over fantastische profetieën of het einde van de wereld. Ik heb het over de realiteit. Ik heb het over hoe het geweld van onze tijd gelijkaardig is aan het geweld van gladiatoren en hoe de obsceniteit gelijkaardig is aan de obsceniteit van Caligula.
Wij zijn Sodom. Wij zijn Babylonië. Dat is de reden waarom Maria onder ons is. Dat is waarom haar standbeelden wenen. Dat is de reden waarom ze komt bidden voor onze redding. Het feit dat ze aanwezig is, is de grote waarschuwing en haar gebeden zijn die van een groot voorspreekster. Zij is de definitie van genade. Zij pleit voor ons in het aanschijn van haar Zoon. Ze deed dit in de tijd van de Romeinen en de Middeleeuwen en ze doet het ook in onze moderne tijden.
Zij is de bruid in het Hooglied der Hoogliederen, de eerste dochter in het Boek der Wijsheid, het toevluchtsoord in Psalmen. Ze is de vrouw van Zion, een licht ter verlichting van de heidenen, de glorie van Israël. Ze wordt vereert maar niet aanbeden, is geliefd maar niet verafgood. Ze is Gods antwoord op de heidense godinnen en meest van al is ze onze dierbare en gezegende moeder. Sinds Efraïm in de vierde eeuw is ze gekend als de Lier van de Heilige Geest, een vrouw wiens grootsheid gegroeid is sinds haar aardse dood, omdat Christus wil dat ze groeit. Ze is Zijn vervanger, voorafgaand aan de Tweede Komst, en zij maakt satan woedend omdat ze maar een mens was en omdat hij machteloos staat tegenover haar liefde, eenvoud en nederigheid. De prins der trots is verslagen door nederigheid, en diegenen die hij verleidt, worden door deze ongelooflijke moeder gewaarschuwd om van zijn duisternis weg te rennen. Ze herinnert ons aan de hemel. Ze geeft ons waarschuwingen. Ze herinnert ons aan Jezus. Ze is de verpersoonlijking van de hemelse heerlijkheid en vertelt ons over diens mooie beloftes terwijl ze ons afleidt van de onderwereld. In elk decennium van elke eeuw is ze er geweest om ons bij te staan in de strijd die men het leven noemt en vandaag, nu we in onrust vervallen, is ze er weer. Zij komt terug nu we in wanorde verkeren, niet alleen maatschappelijk maar ook in de natuur. God heeft altijd gesproken door stormen en bevingen en Hij blijft dit doen. Volgens het Federal Emergency Management Agency waren er in 1996 in de Verenigde Staten alleen al 75 grote catastrofes. Overstromingen. Tornados. En sindsdien zijn er nog andere aanwijzingen geweest. We horen Gods gefluister in de wind, Zijn echo in donderslagen. Hoe meer we zondigen ... hoe meer we van God afdwalen ... des te meer zullen we regionale catastrofes zien. Ze zullen zich verspreiden en groeien, de één na de ander, en als we volharden in de zonde zullen we God uitdagen om ons op een krachtigere en buitengewone manier wakker te schudden.
Dat is waar Maria ons altijd voor gewaarschuwd heeft. Dat is waar ze ons nu nog altijd voor waarschuwt. Dit zijn bijzondere tijden. Er zullen bijzondere beproevingen komen waarvan de aard verborgen zit in de geschiedenis, maar de sluier wordt opgetild en Maria begeleidt Gods waarschuwingen. Zij is Zijn profeet. Zij is Zijn boodschapster. Maar het belangrijkste, ze is onze Moeder. We kunnen naar haar toe gaan. We kunnen naar haar vluchten. Ze houdt ons in haar armen zoals ze het Kindje Jezus vasthield. Wij kennen Gods tijdschema niet en we moeten voorzichtig zijn om ons op door de mens vastgestelde datums te concentreren, maar we voelen een groot gevaar.
En dus wenden we ons tot de Madonna. We wenden ons tot Maria, Moeder van God. We wenden ons tot het mysterie gekend als de Maagd. Ze is er voor ons. Ze is er altijd voor ons geweest. Ze was er voor de Christenen in de eerste eeuw en ze was er tijdens de Zwarte Dood en ze komt te midden van het huidige kwaad, net zoals ze kwam om het kwaad te verdrijven ten tijde van de Moren en de Turken en de Hunnen.
Ze heeft zich kenbaar gemaakt in de afgelegen hoeken van elk bewoonbaar land. Ze heeft zichzelf zo dikwijls kenbaar gemaakt, ze heeft zo velen geleid dat we haar zonder moeite als de moeder van hele continenten kunnen beschouwen.
Zoals je nu zal zien heeft ze onze wereld gevormd op een manier die historici ons niet hebben willen tonen, en ze blijft de wereld vormen, hem beschermen, en hem begeleiden Door de woelige wateren die voor ons liggen en voor wat ons spoedig te wachten staat.
Vertaling: Mario Lossie
Bron: Michael Brown
05-04-1977
OLV van Belpasso: Deel 3. Verslagen Rosario Toscano
OLV van Belpasso: Deel 3. Verslagen Rosario Toscano
Eerste verslag: 11 mei 1991
Mijn beste pelgrims, geen andere dag is meer geschikt dan deze elfde mei, de vijfde verjaardag van de eerste verschijning van de Heilige Moeder aan deze rots, om u en uw broers, die niet aanwezig zijn op de moederlijke uitnodiging van de Koningin van de Vrede, deze boodschap over te maken.
In het licht van de woorden die de Heilige Maagd mij vertelde tijdens Haar laatste verschijning op 1 mei 1988 ["Mijn Onbevlekte Hart zal steeds bij U zijn"], ben ik er meer dan ooit van overtuigd om volledig op de wensen van de Heilige Maagd in te gaan. Daarom vraag ik u, als individueel, om diepgaande aandacht te willen schenken aan wat ik u moet vertellen.
Op 18 juni 1986 vertelde de Heilige Moeder mij: "Ik ben de Koningin van de Vrede en Ik wens dat u Mijn liefde aan de wereld bekend maakt. Mijn Hart is in diep lijden." Zo weet men hoe het Onbevlekte Hart van de Koningin van de Vrede kan gebruik maken van uw hulp.
Vandaag wens ik deze opdracht, die niet alleen voor mij is bedoeld, maar voor iedereen, duidelijk en volledig te omschrijven voor al diegenen die zichzelf wensen ten dienste te stellen van de Heilige Maagd. Iedereen heeft kennis van de toewijding tot het Onbevlekte Hart van Maria, maar niemand heeft ook diep nagedacht over de enorme betekenis van de opdracht die God heeft toevertrouwd aan deze verheven verering: vrede.
De Heilige Louis-Marie Grignion de Montfort zei: "als, zoals zeker is, de kennis en het Koninkrijk van Jezus Christus tot de wereld zal komen, zal er een noodzakelijk gevolg zijn voor de kennis van het Koninkrijk van de Meest Heilige Maagd Maria."
Mijn lieve pelgrims, het naderen van dit bewind is de periode van vrede, die Maria heeft beloofd en die nog moet komen. Om deze reden dringt de Koningin van de Vrede erop aan dat de verering van Haar Onbevlekte Hart meer en meer bekend wordt. Niet op een wijze van een eenvoudige kennis van deze verering, maar als een belofte die wij, als ware Christenen, moeten maken in verband hiermee.
Deze belofte bestaat uit het opbouwen van dit tijdperk van vrede, beloofd door Maria. In feite wachten we op het naderen van deze periode van vrede, zonder de sterke bedoeling om er met ijver aan te werken. Hier begaan wij een grote fout. En zo zal dit rijk nooit kunnen worden verwezenlijkt, als we beweren het te kunnen opbouwen met onze eenvoudige en beperkte krachten, zonder te vertrouwen op God, de schepper van al het goede, en de spiritualiteit er rond weg te nemen.
Deze vrede is een belofte, een plan dat God heeft toevertrouwd aan Maria. Daarom kan niemand vrede bekomen zonder Haar tussenkomst. Dit is de opdracht waartoe wij vandaag worden opgeroepen.
Het is onmogelijk om te vragen dat er vrede zou heersen zonder onze bekering. Wij mogen geen aandacht schenken aan de groten en de machtigen der aarde, die de Heer "waardeloos" acht, maar wij moeten met onze goede daden de genade van God aantrekken, met volle eerbied voor Zijn geboden. Laat ons daarom, als ware kinderen, de moederlijke raad die de Heilige Maagd ons heeft gegeven in Haar boodschappen, ontvangen.
Het is voor de vrede dat Zij ons nog steeds vraagt om de Biecht, de Communie en het bidden van de Heilige Rozenkrans, op elke eerste zaterdag van de maand, om te zetten in de praktijk. Er zijn machtige middelen nodig om het kwade dat in onze harten en dat van de anderen aanwezig is, te verslaan. En wanneer Onze Lieve Vrouw deze vrome praktijk vraagt, zegt Zij steeds op het einde van Haar boodschappen: "Gebed, boete en opoffering."
Dit houdt in dat wij de wensen van Maria niet ongeïnspireerd kunnen vervullen. Zijn nodigt ons uit om Haar onze harten te schenken, zodat Zij ze kan meenemen naar God. Wij moeten ons onderdompelen in een innig, vertrouwelijk en oprecht gebed. Wij moeten begrijpen dat, alvorens wij zondaars bekeren, wij onszelf moeten bekeren door boete, opoffering en versterving, die wij elke dag schenken tot eerherstel van de zonden die het Hart van onze Meest Heilige Moeder doorboren.
Laat ons niet de Christenen vergeten die aan liefdadigheidswerk doen, die onze naaste liefhebben, die hen troosten en alles, alles schenken aan de anderen. Laat ons de wrevel vergeten, de veroordelen en laat ons niet met onverschilligheid en minachting kijken naar andere zondaars en naar de ongelovigen. In de ogen van God zijn wij allen gelijk, zijn wij allen Zijn kinderen, zijn we allen broers en zussen. Laten wij ons niet opsluiten in ons eigen egoïsme: om dit te overwinnen moeten wij naar het Hart van onze meest liefhebbende Moeder kijken. Haar Zoon, die Zij zo diep liefhad, werd voor ons gekruisigd, en toch houdt zij nog steeds van ons op dezelfde wijze. Zij houdt van ons alsof ieder van ons Haar eigen kind is. En zo moet ieder van ons deze opdracht elke dag van zijn leven aanvatten, met de gedachte dat wij ons hebben voorgenomen om Christenen te zijn die werken door liefdadigheid. Maar we mogen ook niet denken dat dit alles ons is opgelegd als een verplichting. Het is een levenswijze in overeenstemming met onze God en Zijn schepselen.
Om deze reden heeft onze Heilige Maagd, in Haar moederlijke liefde, gevraagd voor de bouw van een kapel, omdat dit een ontmoeting met Jezus toegankelijker maakt. Zo wordt deze kapel een referentiepunt, een school waarin we leren leven in de navolging van Maria: een bron van genade, een plaats van bescherming tegen het kwade van de wereld, een plaats ten behoeve van Maria, waar we de weg begaan met Haar, een weg die tot Jezus reikt. En wat zijn dat de wonderbare tekenen van deze hemelse, moederlijke liefde? Zij zijn de dingen die zijn gezegd in de boodschappen en die beetje bij beetje worden verwezenlijkt.
Op 23 november 1986 zei de Heilige Maagd: "Ik zou graag hebben dat Rusland zich bekeert," en voegde eraan toe: "wat spoedig zal plaatsvinden!" En hier verschijnt de hoop aan de horizon, zoals drie jaar geleden beloofd. In de boodschap van 1 september 1987 zei ze: "U moet zichzelf vernederen om oorlogen in de wereld te vermijden." En hier komt, aan de horizon van onze geschiedenis, de dreigende Golfoorlog, waarvan we niet wisten hoe we deze konden vermijden, door niet naar de waarschuwing te luisteren van de Heilige Maagd. De wolken zijn nu voorbij en zelfs al valt de nagelaten en de te komen schade niet te negeren, vertelt onze Hemelse Moeder ons in de boodschap van 1 oktober 1987: "Als u naar Mijn moederlijke raad luistert, zal er een periode van vrede zijn en enkel gebeden zullen uw harten kunnen zuiveren."
Van wat Onze Lieve Vrouw heeft gezegd en van wat ik weet over de tien geheimen dat Zij mij heeft toevertrouwd, kan ik zeggen dat de vrede nabij is. De periode van vrede is heel dichtbij: maar het hangt ook van ons af. Laat ons Zijn Goddelijke Barmhartigheid op ons neerkomen en de aandacht van de Heer niet weghouden met onze onverschilligheid. Laat ons bidden, veel bidden, zodat het kwade dat door de mens is begaan en dat zich nu tegen de mensheid zelf keert, wordt verzacht met onze radicale bekering. We moeten voordeel halen uit de periode van vrede om het goede zoveel als mogelijk opnieuw te doen bloeien in de wereld. Maar onze Lieve Moeder kent de zwakheden van de mensen: Zij weet, en zo zei Ze het in de laatste verschijning, dat de mensheid, na de periode van barmhartigheid, God de rug zal toekeren en beschaamd zal zijn voor God. Dit zal onaangename gebeurtenissen veroorzaken, welke iedereen aangaan, niet op een algemene wijze, maar op een afzonderlijke wijze. Hier voegde de Heilige Maagd aan toe: "de Kerk zal veel te lijden hebben."
Velen hebben zichzelf de vraag gesteld of deze onaangename gebeurtenissen zo erbarmelijk moeten zijn. Weet dat ik weken na elkaar heb geweend en dat ik misschien geen vrede meer zou hebben gevonden als het Hart van Onze Moeder mij niet zou hebben getroost, en de genade van Onze Heer mij niet zou hebben ondersteund. Nu ben ik vervuld van hoop in de goedheid van de Heer. Eigenlijk wenst de Heer zijn kinderen helemaal geen angst aan te jagen, maar Hij wenst hen enkel wakker te houden. Denk enkel aan Onze Lieve Vrouw omgord met een witte sjerp: het is een symbool dat we klaar moeten zijn.
De Heer laat nooit Zijn schepselen in de steek en Zijn Liefde voor hen is onbeperkt. Wanneer de wereld zal worden geteisterd door onaangename gebeurtenissen tot nabij het hoogtepunt, dan zal er een vuurtoren schijnen in de nacht: het zevende geheim, waarover de Koningin van de Vrede heeft gezegd: "het zal worden vervangen door een andere gebeurtenis, dat het volk van God, verspreid over de hele aarde, zal behagen." In feite heeft Onze Lieve Vrouw verklaard dat Zij opnieuw zal verschijnen, en Zij zal niet alleen, via mij, maar om iedereen waarschuwen voor dit alles zal plaatsvinden, maar Zij zal eveneens komen om ons te beschermen en aan te moedigen wanneer de beproeving lastiger wordt, door mij het zevende geheim te laten onthullen, het geheim van de Barmhartigheid, van de Genade. Hoe dan ook, lijkt dit nog zo veraf, dat wij ons beter Jezus woorden uit het Evangelie herinneren: "Het is niet nodig om meer kommernissen te zoeken dan deze die elke dag ons brengt."
Ik heb u dit alles enkel verteld om u in te lichten, om er u bewust van te maken en om kennis te hebben van de zaken waar u het recht op hebt van ze te weten en om u eveneens uit te nodigen om er werk van te maken om dit nieuws te verspreiden, omdat het goed is dat deze dingen door meer en meer mensen zijn geweten. Wij hebben de eer en de plicht om kinderen van Maria te zijn. Eer Haar, omdat deze opdracht ons zal vervullen met een heilige fierheid, maar eveneens met plicht, omdat we een grote verantwoordelijkheid hebben. Laat ons daarvoor gaan voor de opdracht die Maria ons heeft gegeven: "Vandaag bent u geroepen voor een afzonderlijke taak die God u, in Zijn Genade, heeft willen toevertrouwen." Onmiddellijk voegde Zij hieraan toe: "Wees dankbaar, maar wordt niet hoogmoedig, omdat God niet de besten koos, maar de volgzamen van Zijn Geest."
Laat ons dus handelen in nederigheid, met liefde en zonder hoogmoed, en laat ons bidden: "Wij smeken u, verleen ons geen gerechtigheid, maar genade, o Onbevlekte Hart van Maria, Koningin van de Vrede. Ik groet U, mijn Koningin, heel de wereld knielt voor u. U hebt de hele wereld verlicht met de Vrucht die U hebt gebracht. Ik groet U, mijn koningin, ik groet u met het Weesgegroet."
Tweede verslag [Rots van Belpasso]: 13 mei 1999
De vrede die komt
"Iedereen wenst vrede, maar een klein aantal maakt hier een gewoonte van, en een nog kleiner aantal doet dit op de juiste wijze."
Mijn liefste broers en zussen,
Op het einde van deze eeuw en aan de vooravond van het nieuwe millennium had ik mij nooit kunnen voorstellen om op deze wijze tot u te spreken, u die naar hier bent gekomen op deze meest plechtige dag, waarop we het Onbevlekte Hart van Maria, de Koningin van de Vrede, vereren en aanbidden.
Na mijn rapporten van 11 mei 1991 en 1 oktober 1993 (het betreft hier een mondelinge aanmaning die Rosario nooit heeft neergeschreven en om deze reden nooit de versies die later circuleerden heeft ondertekend, noch bevestigd) dacht ik dat er geen nieuwe woorden meer nodig waren om de gebeurtenissen uit te leggen van de laatste jaren van deze eeuw. Maar vandaag wenst de Goede Heer dat ik anders sta tegenover mijn stilte en terughoudendheid. En, tenzij Hij het anders voorziet voor de toekomst, denk ik dat er na dit rapport geen andere zullen komen. Ja, ik denk dat, de volgende keer, de geheimen voor zichzelf zullen spreken, maar heel zeker in tijden die nog moeten komen en die op voorhand zijn ingesteld door de Goddelijke Voorzienigheid.
Deze laatste jaren zijn gekenmerkt door vele, vele meestal pijnlijke, fatale, hatelijke, gewelddadige en dodelijke gebeurtenissen. Maar tegelijkertijd stond de Goddelijke Goedheid ook niet stil om de kinderen te troosten en heeft Hij, met de werking van de Heilige Geest, de wonden die zijn aangericht door de "prins van deze wereld," genezen. De twintigste eeuw in het geheel bekeken, is vooral gekenmerkt door het gevecht tussen de Geest van God en de "prins van deze wereld." Het heeft geen zin om dit alles, dat nog levendig in het geheugen is gegrift, op te sommen: de geschiedenis is iedereen gekend. En het is ook beter dat we deze geschiedenis niet vergeten, want hij die zich het verleden herinnert, erkent zijn eigen fouten en weet hoe en waarom ze te vermijden. Nu zitten we met een andere gruwel opgezadeld, die de waardigheid en de verhevenheid van de mensen van goede wil treft: een andere oorlog en opnieuw haat, geweld, vernietiging en dood.
Wie zich mijn eerste verslag herinnert, waarin ik heb vermeld dat satan, die deze eeuw ter beschikking had om de mensheid met lijden te treffen, zelfs nog erger zou tekeer gaan nu dat de tijd die hem is gegund bijna is beëindigd, wie zich deze woorden herinnert zal vandaag begrijpen wat ik heb bedoeld. Maar nu zeg ik zelfs meer: ik herinner aan de boodschap van 1 september 1987, toen Onze Lieve Vrouw heeft gezegd dat we, om onszelf totaal over te geven aan Haar Hart, moeten "bidden, veel bidden, minstens drie uur dagelijks, en vele Rozenkransen opzeggen ... daden van opoffering te doen om oorlogen in de wereld te vermijden." Ik herinner u ook aan de boodschap van 1 oktober 1987, toen Zij zei: "Wees dus voorbereid, want de tijd is nabij. Als u naar Mijn moederlijke raad luistert, zal er een periode van vrede komen en enkel gebeden kunnen voorzien in de zuivering van uw harten."
Nu, als samenvatting van al deze boodschappen over dit wezenlijke onderwerp, dat tot de belangrijkste hoort, vestig ik uw aandacht op de boodschap van 1 april 1987: "Ik herinner u aan het gebed, Ik wens bekering, vrede is nodig ... over de hele wereld. Wat kan er u redden als er geen vrede heerst? Gods genade zal de gelegenheid zijn of vergiffenis te vragen, om te vragen om vrede te bekomen binnen onszelf en om het daarna uit te stralen naar de wereld toe, uw naaste. Ik wens dat u zich opnieuw toewijdt en u toevertrouwt aan Mijn Hart. Ik wil dat elke eer en glorie gaat naar het Heilig Hart van Mijn Zoon, omdat Hij u de Verrijzenis heeft geschonken. Wees van niets bevreesd, omdat God met u is en Zijn goedheid zal u van niets beroven. Zijn goedheid zal u beschermen van het kwade, maar u moet steeds nederige dienaars zijn. Lieve kinderen, u moet uzelf aan God geven, omdat de mensheid verschrikkelijke straffen staan te wachten." Ik vroeg Haar wat me moeten doen, en Zij antwoordde: "Verzaak aan de zonde. Gebed is nodig, de Heilige Communie, boete: verlang naar dit alles. Liefde, en de Heer zal zijn genade en barmhartigheid over u doen stromen, uw harten en uw zielen vullen met vrede." Ik antwoordde terug dat we allen vrede willen, maar Zij repliceerde: "Wensen allen is niet genoeg, het is ook nodig om dit in de praktijk om te zetten met uw naaste: liefde, vergevingsgezindheid, bidden ... en er zal vrede heersen." Hierin bevindt zich alles: alles wat men wenst te weten over de vrede, toevertrouwd aan het Onbevlekte Hart van Maria, kan in deze boodschap worden teruggevonden.
De vrede, beloofd en toevertrouwd aan Maria, is dezelfde vrede van de Verrezen Christus. Vrede is niet enkel de afwezigheid van oorlog, maar het is dat wat van binnen ons komt, als we open staan voor het vernieuwend gebaar van de Heilige Geest. Maar vrede kan in ons nooit geboren worden als onze harten niet gezuiverd zijn van de gehechtheid aan de zonde, de haat en het geweld: en de harten van de mensen moeten nog gezuiverd worden.
Ongelukkiglijk zijn al de dingen die Onze Lieve Vrouw heeft verteld uitgekomen, maar het is eveneens zo dat, op het einde, Haar Onbevlekte Hart het zal halen op de duisternis en zal overwinnen: dit waren ook Haar woorden. Tijdens deze dagen, vol met somberheden, vraag ik mezelf af waarom wij niet luisteren naar de profetische woorden van Onze Lieve Moeder. Niettemin komen er ook andere woorden van Haar voor mijn geest: "Wanneer Mijn Hart zal overwinnen, zal de Koningin van de Vrede worden vereerd," en dit zijn woorden van hoop.
Het is waar dat wij de oorlogen niet hebben vermeden door het gebed, opofferingen en boete, zoals de Heilige Maagd ons aanmaande. Het is waar dat wij naar haar moederlijke raad niet hebben geluisterd. Het is waar dat deze oorlog, op de manier waarop deze tot stand is gekomen, er in een zekere zin, maar enkel gedeeltelijk, een gedeeltelijke zuivering door het gebed kon hebben ingehouden, indien we naar de woorden van de Moeder van God hadden geluisterd. Al deze dingen zijn waar: desondanks zal de vrede komen.
Maar zeker is dat de periode die nog moet worden overbrugd, niet immuun is voor het kwade, en dat er de meest gevaarlijke aanvallen en verleidingen zullen worden gesmeed om de mensheid te overweldigen en te verdelen: en toch zijn de dagen van vrede niet veraf. De dag van de Overwinning van het Onbevlekte Hart is niet veraf, maar het hangt van ons af. De Heer wenst ons de vrede te schenken door de handen van Maria, maar zij die niet om de vrede geven, moeten door elkaar worden geschud en meewerken aan het opbouwen ervan.
Dit is wat Onze Lieve Vrouw bedoelt, als ze zegt dat: "vrede wensen niet genoeg is" en dat "iedereen vrede wil, maar slechts weinigen dit in de praktijk brengen en dat een nog kleiner aantal dit op de juiste wijze doet." Om dit te begrijpen, is het beter om na te denken over de boodschap van 23 november 1986. Daarin vertelt Onze Lieve Moeder ons dat er zo vele doornen in Haar Hart zijn gestoken en dat er zo vele anderen dit blijven doen, door middel van de dwalingen die over de hele wereld zijn verspreid. Daarop roept Onze Lieve Vrouw het uit: "alle landen moeten voorzichtig zijn, omdat Gods machtige handen hen kunnen treffen."
"De landen moeten voorzichtig zijn," zegt Onze Lieve Vrouw en de landen zijn sterk verdeeld vandaag, wat betekent dat God de middelen van geweld, oorlog en vernietiging, die elke mens, zonder uitzondering, gebruikt, scherp veroordeeld. Om deze reden vraagt de Heilige Maagd, in dezelfde boodschap, niet alleen om de bekering van Rusland, maar ook van Amerika en alle landen die, uit ideologie, afhangen van deze twee grote landen.
En als bewijs zou ik zeggen dat het niet genoeg is om te denken aan de boodschap van 1 oktober 1987, die zegt: "De Heer verwacht gerechtigheid en rechtvaardigheid en geen bloedvergieten en schreeuwen van de onderdrukten." Daarom kan men het volk van God erkennen door hun rechtvaardigheid en door hun eerlijkheid. Laat ons de liefde en de vergevingsgezindheid leren en in de praktijk omzetten, laat ons leren hoe we moeten bidden voor de vrede, dat deze zo spoedig mag komen en voor altijd mag blijven. Vergeet niet dat, als de oorlog stopt, we nog steeds moeten bidden en opofferingen doen, zodat de vrede nooit zou worden belet door de vijanden van God en zo de wereld zou overheersen, zelfs in de kleinste en meest afgelegen plaatsen op aarde die nu ook in gevaar zijn en verstikken. Laten wij onszelf onderwijzen voor Christus vrede, door onszelf open te stellen voor de werken van de Heilige Geest: en de meest succesvolle manier om dit te bereiken is de Toewijding tot het Onbevlekte Hart van Maria, waar de Heilige Geest verblijft, en wat een volmaakte school is om de vrede te ervaren, te kennen en te appreciëren.
De Heer wenst dat we de verering van het Onbevlekte Hart van Zijn Meest Heilige Moeder meer verspreiden, meer kennen en meer beleven, zodat deze verering wijdverspreid wordt over de hele wereld, daar er maar weinigen boete doen en bidden voor het eerherstel en de troost van de zoetste Hart. En weet ook dat deze belevenis hetzelfde betekent als het meewerken aan de vrede.
De Heer wens dat elke natie, elk bisdom, elke parochie en elke familie zich toewijdt aan het Heilig Hart van Maria, omdat dit vrede zal bespoedigen verstevigen. En welk ander gebed dan de Rozenkrans, welk ander machtigste wapen tegen de ondergang van het verhaal van de arme mensheid, moeten wij hebben om sterk verbonden te zijn met dit Meest Heilige Hart?
Er is geen enkel probleem in de wereld over spirituele, materiële, nationale of internationale aangelegenheden, die de Heilige Rozenkrans en onze opofferingen niet hebben opgelost. En dit raadselachtige slingerschot van David is de zegel waarmee de deuren der hel zullen worden gesloten, en de sleutel waarmee men het tijdperk van Rechtvaardigheid, Liefde en Vrede zal kunnen binnentreden.
Einde, Rosario Toscano
Vertaling: Chris De Bodt
04-04-1977
OLV van Belpasso: Deel 2. Dagboek van Rosario Toscano [3]
Onze Lieve Vrouw van Belpasso: Dagboek van Rosario Toscano [3]
Verschijning 23: 1 september 1987 [aan de rots van Belpasso]
Iets bijzonder gebeurde er tijdens deze verschijning. In Borrello, een gehucht van Belpasso, was er ongebruikelijk veel volk. Het weer was nog enigszins heet, met een lichte, frisse bries die de vermoeidheid van de aanwezigen verlichtte. Om stipt 1 uur in de namiddag knielde Rosario neer en begon hij zijn gesprek met de Heilige Maagd. Na enkele minuten zagen de aanwezigen de jongen eerst de grond kussen , daarna opstaan en zijn armen uitstrekken naar de rots. Hij bleef zo een tijd in deze houding, zich bijna aan de rots vastklampend, duidelijk verzonken in zijn visioen. Dezen, die dichtbij de rots stonden, begrijpen bijna onmiddellijk de betekenis van dit ontroerende gebaar. Het zou helemaal duidelijk worden als de jongen de boodschap zou lezen. Tijdens het gesprek had Rosario aan de Heilige Maagd gevraagd of hij Haar voeten mocht kussen, waarop Zij "Ja" had geantwoord, maar op voorwaarde dat hij eerst de grond zou kussen, als een teken van herstel voor alle zondaars.
Boodschap van Onze Lieve Vrouw
Mijn kinderen, kom tot Mij, Ik wens u tot Jezus te nemen. Dat is waar Ik uw harten hoofdzakelijk toe uitnodig. Wees voortdurend in gebed, zodat u mijn uitnodiging beter zou ontvangen. Schenk steeds meer aandacht aan het gebed. Breng meer tijd door met God. Lieve kinderen, met een onophoudelijke roep nodig Ik u uit tot het gebed en tot deelname aan de Heilige Eucharistieviering: biecht, ontvang de Heilige Communie en leg nooit de Rozenkrans opzij. De Heer maakt het u mogelijk om Zijn stem te horen. Luister naar Hem, want God spreekt diep in uw harten tot u. Probeer Zijn stem te begrijpen die in uw harten weerklinkt. Als u er werkelijk in slaagt om hem te horen, zult u zich uiteindelijk bewust worden van Gods liefde voor u en dat Zijn hart brandt van liefde voor u. Mijn kinderen, waarom opent u uw harten niet voor de grote liefde van God? De goddelijke kracht van de liefde is zo groot dat u zich werkelijk geabsorbeerd zult voelen van het licht van God. Elke beproeving zal voor u verdwijnen als u uzelf overlaat aan Mijn Onbevlekte Hart.
Rosario: Heilige Maagd, wat moet moeten wij doen om onszelf volledig over te laten aan Uw Hart? Maria: Bid, bid veel, minstens drie uur dagelijks, bid vele rozenkransen, maak opofferingen voor de bekering van de zondaars, doe verstervingen om zo oorlogen te vermijden in de wereld.
Rosario: Heilige Maagd, de mensen zeggen dat ze hiervoor de tijd niet hebben om zoveel te bidden. Maria: Maar u hebt wel tijd om uzelf eten te geven. Net als uw lichaam aandacht nodig heeft, heeft ook uw ziel aandacht nodig. Is dit misschien de eerbied die u hebt tegenover uw Vader? De Heer is dicht bij hen die Hem zoekt. Hij zou niet enkel in uw dagelijkse leven moeten aanwezig zijn, maar u zou Hem ook moeten opzoeken om ten allen tijde uitdragers van de vrede te zijn. Jezus schenkt u, in Zijn liefde, steeds de mogelijkheid om de eeuwige beloning te krijgen. Elke dag opnieuw verleent Hij u de mogelijkheid om te winnen wat Hij heeft beloofd. Help uw naaste in nood. Elke kleine of grote daad die u doet om de minste van uw naaste te helpen, doet u eveneens voor Jezus. Lees dikwijls de Heilige Schrift, het Woord van God en denk na over de inhoud: hou Zijn woorden steeds in uw gedachten en maak er uw woorden van, maar laat ze boven alles in uw harten geschreven staan.
Rosario: Heilige Maagd, wenst u nog iets anders van ons? Maria: Neen, niets anders. Zie dat de liefde tot God en uw gebeden geen marginale plaats in uw harten heeft. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest: de Vader in uw gedachten, de Zoon in uw harten en de Heilige Geest in uw zielen ... nu moet Ik gaan.
Rosario: Heilige Maagd, ik liet al deze dingen verwijderen om zo uw voeten te kunnen kussen. Staat U mij dit toe? Maria: Alvorens u dit doet moet u eerst de grond kussen als een teken van boete voor alle zondaars die God beledigen.
Rosario: [Na Marias voeten te hebben gekust] Heilige Maagd, zult u blijven komen? Maria: Ik zal blijven komen.
Rosario: En wanneer zult u opnieuw komen? Maria: Ik zal opnieuw komen op de eerste dag van de volgende maand.
Verschijning 24: 1 oktober 1987 [aan de rots van Belpasso]
Dit was de tiende verschijning sinds begin dit jaar. Er waren meer dan 50.000 aanwezigen. Het meest opmerkelijk was de komst van vele bussen en vele autos uit Palermo. Zoals bij eerdere verschijningen, ging Rosario, in het gezelschap van zijn vader en zijn moeder en Vader Dino Magnano naar de Rots tegen 9.30 uur, waar hij de ochtendgebeden bad, samen met de zieken. Dit deed Rosario opnieuw rond de middag. Vandaag vertelde de Heilige Maagd aan Rosario om naar een afgezonderde plaats te gaan, ergens nabij de rots, wanneer Zij wordt vereerd als Koningin van de Rozenkrans en Zij wenst dat God de genade verleent van het algemeen welzijn van het volk.
Boodschap van Onze Lieve Vrouw
Mijn kinderen, verlies niet de kracht van het hart als het kruis te zwaar wordt. De goddelijke Voorzienigheid, Gods liefde, uw gebeden en uw geloof zullen uw troost en vreugde zijn. Mijn Onbevlekte Hart zal uw toevluchtsoord zijn. Ik spoor u aan om de Rozenkrans te bidden, om te bidden met een vurig hart en om regelmatig de Sacramenten te ontvangen. Ik wil er u aan herinneren hoe de Heer zich heeft verwaardigd dat u naar hier kunt komen en hoe Zijn handen uw harten heeft geraakt.
Ik nodig u uit om Hem, voor zelfs de kleinste genaden die u ontvangt, te loven, zodat u Hem kunt bedankten voor de grote genaden die voortkomen uit Zijn Goddelijke Barmhartigheid. Hij draagt goed zorg voor Zijn wijngaard. Zijn volk is Gods wijngaard. Doe dus uw best om goede vruchten voort te brengen want zo niet zal Hij u naar de woestijn terugsturen. Hij verwacht rechtvaardigheid en oprechtheid van Zijn volk, en geen bloedvergieten en schreeuwen van de onderdrukten. Wees dus voorbereid, want de tijd is rijp. Als u naar Mijn moederlijke raadgevingen luistert, zal er een periode van vrede zijn en zullen enkel de gebeden uw harten voorzien van zuivering.
Rosario: Heilige Maagd, wij zijn arme zondaars en hebben uw advies, om drie uur per dag te bidden, niet gehoorzaamd. Maria: Ik had ook niet anders verwacht, maar de tijd is gekomen om geestelijk te groeien en uw harten zullen tot Mij horen en Ik zal ze meenemen naar Jezus. De eerste stappen waren moeilijk en de weg naar Jezus is niet gemakkelijk om volgen, maar Ik zal uw gids zijn en de engelen uw beschermers. Lieve kinderen, u moet uzelf voorbereiden om "ja" te zeggen aan Jezus oproep en uitnodiging, en "dank U" aan zijn verwelkoming. Eens u deelneemt aan Zijn maaltijd, kunt u aan dit prachtig geschenk niet verzaken, ook al bedreigen de dagelijkse verleidingen uw weg naar de heiligheid. Beloof om voor eeuwig te verblijven in het Huis van de Heer: het staat altijd open. Ik nodig u uit om de Bijbel ergens in uw zicht te plaatsen, zodat u er dagelijks kunt in lezen en erover nadenken, vooral over de gedeelten uit het Heilig Evangelie. Laat het Woord van God in uw gedachten heersen en laat het uw woord zijn, maar laat het bovenal in uw hart geschreven staan.
Rosario: Heilige Maagd, wenst u nog iets anders van ons? Maria: Ik wens dat u dagelijks vele Rozenkransen bidt, maar zeker minstens drie. Ik wens dat u zich steeds onderwerpt aan Gods wil, maar vooral dat u Hem liefheeft, omdat Hij uw kracht en uw steun is, en Zijn Heilig Hart brandt van liefde voor u. Ik wens dat u hier naar een afgelegen plaats komt op de dag van Mijn verering als de Koningin van de Heilige Rozenkrans. Onze Heer wenst u een genade te verlenen voor het algemene welzijn van Zijn volk. Ik zegen u in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. De Vader in uw gedachten, de Zoon in uw harten en de Heilige Geest in uw zielen ... nu moet Ik gaan.
Rosario: Heilige Maagd, zult u blijven komen? Maria: Ik zal blijven komen.
Rosario: En wanneer zult u opnieuw komen? Maria: Ik zal komen op de eerste dag van de volgende maand.
Verschijning 25: 1 november 1987 [aan de Rots van Belpasso]
Zoals er was verwacht, kwam er op deze eerste november, een feestdag, een ongelofelijk aantal mensen uit verschillende streken van Italië [Lazio, Umbrië, Toscane en Veneto] naar Belpasso. In het gebied rond Borrello, berekende men dat er zon 70.000 mensen aanwezig waren. De eerste groep bedevaarders verzamelde zich reeds rond de rots om drie uur in de ochtend. Daarna, tijdens de vroege uren van de ochtend, leek de plaats wel op een stromende rivier, door de onophoudelijk toevloed van het volk. Rond 11 uur ging Rosario naar de rots. Na het bidden van de gebruikelijke gebeden, vond de verschijning plaats op de middag. Tijdens een tien minuten durend gesprek met de Heilige Maagd, bad de ziener een tientje van de Rozenkrans. Toen verhief hij het kruis van zijn eigen Rozenkrans en vroeg hij de Heilige Maagd om het te zegenen. Ondertussen onderscheidde er zich uit de dikke wolken uit het oosten een aparte, grijsachtige wolk en loste deze zich langzaam op in de lucht, terwijl het volk riep: "Leve Maria."
Boodschap van Onze Lieve Vrouw
Mijn kinderen, vandaag bent u in groot aantal tot uw Moeder gekomen. Maar zoek de reden voor mijn onophoudelijke roep. Ik vraag voor een grotere verlatenheid op Mij, de uiterste nederigheid en gehoorzaamheid tegenover God. Wees volgzaam aan Zijn hernieuwende Geest en hunker naar Zijn Heilig makende Geest. Ik wens dat al mijn lieve kinderen heiligen worden: gezegend en zuiver van hart, omdat zij werkelijk God zullen zien. Nu, op zon belangrijke dag, lieve kinderen, hernieuw ik mijn verzoek: bid vele Rozenkransen, maak opofferingen voor de bekering der zondaars, vast voor de vrede in de wereld, maar boven alles, neem meer deel aan de Heilige Mis tijdens de week en doe het met geheel uw hart en met elke goede bedoeling van een beter leven te leiden en uw ziel te heiligen met een zuiver hart. Ontvang de Heilige Sacramenten van de Biecht en de Communie. Blijf bidden voor de heiliging van de religieuzen, mannen en vrouwen, en het volk van God. Ik zal uw gebeden en verzoeken, die met geheel het hart gemaakt zijn, voorleggen aan de Heer.
Rosario: Heilige Maagd, ik heb u bepaalde dingen te vragen over de bekering van de zondaars, de roepingen en vele andere gebeden. Maria: Vele zijn onze dagelijkse zorgen, maar hoe dikwijls stopt u om uw dorst te lessen nabij God? Zoals het hert naar het water gaat, zo zou u naar God moeten gaan. Sluit uw hart niet voor de Liefde, maar zeg: "Mijn ziel dorst naar U, Heer!" Dat is wat Hij van u wenst te horen, zodat Hij een einde kan maken aan uw bezorgdheden. Eerst en vooral is uw bekering, gebed en geloof nodig om gunsten en genaden te bekomen. Ik weet dat er weinig roepingen zijn: bid dus ook voor deze intentie. Onder u zijn er vele jonge mensen die onzeker zijn, maar die een groot verlangen hebben om zichzelf aan God te geven, maar de wereldse zaken verstrooien hen en leiden hen weg. Zo moedig Ik u aan om niet te twijfelen: voldoe aan deze heilige wens, zegt uw Moeder tot u. De Heer wenst niet dat u de verering tot Mijn Onbevlekte Hart vergeet. Aan hen die deze verering blijven volhouden beloof Ik de Redding en deze zielen zullen door God worden geliefd zoals de bloemen die Ik plaats om Zijn troon te sieren. Hier is de Heer die van u houdt en die ieder van u dichter tot Hem wenst te brengen. Maak uzelf los van menselijke kleinigheden, omdat Hij zijn plan voor ieder van u wenst te volbrengen: vooral vanaf vandaag zullen grote ontwerpen zich beginnen te vervullen. Hij wenst u allen naar het Koninkrijk van het Leven te leiden. Lieve kinderen, Onze Heer laat Zijn onverstoorbaarheid over u schijnen en redt u. Bereid uzelf dus voor. Wees u bewust van Zijn nakende komst. Wees niet doof voor het Woord van God, het Heilig Evangelie. Laat dit Woord steeds in uw gedachten zijn, laat het uw woord zijn, maar laat het boven alles geschreven staan in uw harten.
Rosario: Heilige Maagd, wenst u iets anders van ons? Maria: Neen, niets anders. Bid nu een tientje van de Rozenkrans en offer het voor de heiliging der zielen en voor vrede over de hele wereld. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. De vader in uw gedachten, de Zoon in uw harten en de Heilige Geest in uw zielen ... nu moet Ik gaan.
Rosario: Heilige Maagd, zult u blijven komen? Maria: Ik zal blijven komen.
Rosario: En wanneer zult u opnieuw komen? Maria: Ik zal komen op de eerste dag van de volgende maand.
Verschijning 26: 1 december 1987 [aan de rots van Belpasso]
Ondanks het feit dat de eerste december een werkdag is, zijn er ongeveer een zestigduizend mensen verzameld rond het gebied van Borrello. Het was een heldere dag. Na het gesprek met Onze Lieve Vrouw, las Rosario de boodschap voor. Bijna allemaal zij die van de plaats van de verschijning kwamen waren nog aanwezig om deze te aanhoren. De woorden van de Heilige Maagd waren vervuld van een hoopvolle verwachting van Kerstmis. "Op Kerstmis zal God de Vader bijzondere genaden verlenen aan alle harten die klaar zijn om Hem te ontvangen." Op het einde voegde de Heilige Maagd eraan toe dat ze op een ander tijdstip van de maand zou komen en niet enkel op de eerste januari. Niemand, zelfs Rosario niet, heeft weet van dit tijdstip. Rosario zegt enkel dat, als er boodschappen voor iedereen zijn, hij deze zal te kennen geven.
Boodschap van Onze Lieve Vrouw
Mijn lieve kinderen, Ik hou onmetelijk van u. Ik wens u Mijn vreugde over te brengen. Deel deze met Mij. Jezus zal opnieuw onder u worden geboren. Maar, Mijn kinderen, de Advent is een periode van voorbereiding op Kerstmis. En u, hoe bereidt u zich hierop voor? Maak uzelf los van de materiële dingen, want enkel door dit te doen kunt u de echte betekenis van Kerstmis begrijpen. Laat deze Kerstmis dus anders zijn dan deze van de voorgaande jaren. Ik nodig u uit om Kerstmis voor te bereiden met boete, bidden en daden van liefdadigheid. Deze Kerstmis zal voor u onvergetelijk zijn, maar u moet mij aanhoren en de boodschap die Ik u geef omzetten in de praktijk. U hebt allen nagedacht over de wonderen van Gods liefde. Nu moet u uw keuze praktiseren met het hart.
Rosario: Heilige Maagd, hoe kunnen we weten dat onze keuze Gods wil is? Maria: Om te weten of uw keuze Gods wil is, moet u veel bidden en veel boete doen en niet in afdwalen. Vertrouw en verlaat u volledig op Hem en op Mijn Onbevlekte Hart. Lieve kinderen, nu u weet dat het vreugdevolle moment nabij is, zou u moeten begrijpen dat u zonder de liefde niets kan bereiken. Heb elkaar dus lief, eerst binnen de familie en dan over de hele wereld, zodat er een werkelijk klimaat van liefde heerst. Tijdens de volgende weken moet u zichzelf wijden aan het gebed binnen uw familie en moet u elkaar leren liefhebben. Geef uzelf over aan God, zoals ik u heb aangeraden en u zult bijzondere gaven en liefdadigheid en bekering bekomen. U zegt dikwijls dat Mijn boodschappen dezelfde zijn en dat ik steeds in herhaling van. Dat is heel triest, Mijn kinderen, want dat betekent dat u niet weet hoe u moet nadenken. Zo kunt u zeggen dat ik steeds blijf vragen naar gebeden en naar het bidden van de Rozenkrans. Niettemin zou u moeten weten dat u zoveel mooier bent wanneer u bidt. Zoals de bloemen al hun schoonheid tonen tijdens de lente, zo bent ook u mooier als u bidt: uw harten openen zich voor de Heer en u wordt Hem meer dierbaar dan voorheen, zoveel dat u de Hemel waardig zult worden. Bereid uzelf ook voor op een goede biecht: maak een nauwgezet onderzoek van het geweten. Probeer werkelijk berouw en een ware spijt over uw zonden te hebben, wees niet hoogmoedig en wees niet beschaamd tegenover uw biechtvader en op het einde zult u sereniteit voelen en zult u vol zijn van vreugde, klaar om Kerstmis te beleven. Als u, zelfs maar één dag voor Kerstmis, geen vrede voelt in uzelf, haast u dan en ga te biechten, zodat de Heer in uw harten kan vinden wat Hij van u verlangt. Dat de priesters zich ertoe mogen verbinden om iedereen te ontvangen. Lieve kinderen, de Heilige Mis is een vreugdevolle ervaring van uw ontmoeting met Jezus. Verwelkom steeds het woord van God, het Evangelie, daar deze tijd ten volle moet worden beleefd. Laat het steeds in uw gedachten zijn, laat het uw woord zijn, maar laat het boven alles geschreven staan in uw harten.
Rosario: Heilige Maagd, wenst u nog iets van ons? Maria: Neen, niets anders. Ik vraag u enkel om van de dag van vreugde voor Mij niet de droevigste dag te maken, omwille van uw zonden. Op Kerstmis verleent de Vader bijzondere genaden aan allen die open zijn van hart. Ondertussen zal Mijn Onbevlekte Hart uw vooruitgang volgen. Ik zegen u in de naam van de Heiligie Drievuldigheid: de Vader in uw gedachten, de Zoon in uw harten en de Heilige Geest in uw zielen ... nu moet Ik gaan.
Rosario: Heilige Maagd, zult U blijven komen? Maria: Ik zal blijven komen.
Rosario: En wanneer zult U opnieuw komen? Maria: Ik zal niet enkel op de eerste dag van de volgende maand komen, maar als de Heer het Mij toelaat, kom ik ook nog op een ander tijdstip tijdens deze maand.
Verschijning 27: 8 december 1987 [in de kerk van de Heilige Filippus Neri, Acireale]
Op het einde van Haar boodschap van 1 december, zei de Heilige Maagd: "Ik zal niet enkel op de eerste dag van de volgende maand komen, maar als de Heer het Mij toelaat, kom Ik ook nog op een ander tijdstip tijdens deze maand." Niemand kende vooraf de dag van deze buitengewone afspraak, alhoewel velen het vermoeden hadden dat het op de dag van de Onbevlekte Ontvangenis zou zijn. Op de ochtend van 8 december ging de ziener naar Acireale naar de Kerk van de Heilige Filippus Neri en hier verscheen de Heilige Maria onverwacht, op het einde van de Heilige Mis die werd opgedragen door Vader Dino Magnano [voor de opening van de bidkapel]. Rosario zat op de eerste bank, in gebed verzonken, terwijl de broeders naar een loflied luisterden. Deze gebeurtenis was zo onverwacht dat de jongen en alle aanwezen niet enkel sterk verrast en bewogen waren, maar tegelijkertijd verheugd door de ervaring. Na de verschijning las Rosario ter plaatse de boodschap voor. Daarna ging hij naar de Rots van Belpasso om aan iedereen te vertellen wat er was gebeurd en om bekend te maken wat de Heilige Maagd hem had verteld.
Boodschap van Onze Lieve Vrouw
Liefste kinderen, Ik hou onmetelijk veel van u, een gevoel dat ik grotendeels heb voor u. Niettemin onthul Ik u ook Mijn verdriet: Mijn Onbevlekte Hart wordt te veel beledigd en er zijn maar weinigen die eerherstel opofferen. Herinner u wat Ik precies één jaar geleden heb gezegd. Zo beloof ik bijstand op het uur van de dood met alle nodige genaden voor de redding van zij die elke eerste zaterdag, gedurende vijf opeenvolgende maanden, te biechten en te Communie gaan en Mij vooral voor een kwartier tot een uur gezelschap houden met het bidden van de Rozenkrans en de vijftien mysteries, met als doel het op te offeren voor het herstel van Mijn Onbevlekte Hart. Ik beveel ook het vasten aan voor de vrede in wereld.
Rosario: Heilige Maagd, waarom enkel voor vijf maanden, en niet meer? Maria: Omdat er vijf vergrijpen zijn tegen Mijn Onbevlekte Hart: de lasteringen tegen Mijn Onbevlekte Hart, tegen Mijn Maagdelijkheid, de weigering om Mij te erkennen als de Moeder van God en alle mensen, zij die de harten bewerken met andere onverschilligheden en haat tegenover Mij en zij die met direct beledigen in Mijn Gezegende beeltenissen. Ik nodig ieder van u uit om de noodzaak om uw Moeder te troosten en te bemoedigen, te verkondigen. Ik zou het in het bijzonder waarderen als u uw families toewijdt aan Mijn Onbevlekte Hart. Beloof eerherstel voor de beledigingen en de onverschilligheden die Mijn Hart kwetsen. Ik vertrouw u van nu af aan de taak toe om Mijn Hart te verdedigen en eerherstel aan te bieden. Ik zegen iedereen, in het bijzonder uw families en Ik beloof dat, als u de taak die Ik u heb toevertrouwd, wil aanvaarden, u de genade van bekering zult bekomen. Gebed ... boete ... eerherstel.
Verschijning 28: 1 januari 1988 [aan de Rots van Belpasso]
Het jaar 1988 begon met geen al te beste vooruitzichten. Het weer was slecht en er werden door sommige kranten valse geruchten verspreid en dit terwijl de feestelijkheden rond het Nieuwe Jaar op hun hoogtepunt waren. Dit lag aan de basis van een sterk verminderd aantal opgekomen bedevaarders nabij de rots. Tijdens de maanden november en december waren er respectievelijk 70.000 en 60.000 pelgrims, terwijl er deze maand amper 20.000 waren. Het weinig aantal gelovige bedevaarders die de verschijning van de Heilige Maagd te Belpasso bijwoonden, waren door en door nat, ondanks de regenschermen. Er was nog een andere onaangename verrassing. De boodschap was geheim. Op het einde van de verschijning was Rosario bedroefd. Hij zei dat de Heilige Maagd meer bedroefd was dan gebruikelijk: "zoals ik nooit ervoor gezien heb." Voor het ogenblik moet de boodschap die hij heeft ontvangen geheim blijven. "Ik wens iedereen uit te nodigen om te bidden, zodat wat de boodschap inhoudt, nooit zou gebeuren," voegde hij eraan toe. Om de verwarring van de vele mensen rond deze geheime boodschap die over toekomstige droevige gebeurtenissen ging, een beetje te verminderen, gaf Rosario enkele dagen laten een verklaring om beter uit te leggen wat de Heilige Maagd van iedereen verlangde.
Een verslag over de verschijning van Onze Lieve Vrouw
Ik kan de boodschap die Onze Lieve Vrouw mij op 1 januari 1988 heeft toevertrouwd, niet onthullen en zo zal ik enkel naar sommige punten verwijzen. Onze Lieve Vrouw was diep bedroefd, zoals nooit voorheen en laat het zo zijn dat Haar boodschap mij heeft ontsteld want de inhoud was heel ernstig. Als de Heilige Maagd verschijnt, doet Zij dat niet zonder redenen: wat Haar de meeste zorgen baart, is de redding van Haar kinderen.
Misschien hebben velen dit niet begrepen en dit is één van de redenen van Haar verdriet. Wat ik nu ga zeggen is moeilijk voor mij. Men moet er zich bewust van zijn dat de mensheid naar de vrede toegaat, gestaag en zeker. Onze Lieve Vrouw zei dit reeds op 1 oktober, toen Zij sprak over een periode van vrede. De vraag rijst dan ook hoe het mogelijk is dat Onze Lieve Vrouw zo bedroefd was.
Op dit moment mogen we onze aandacht niet alleen schenken aan de problemen van de landen die in oorlog zijn. De Heilige Maagd is bezorgd voor de redding van iedere individuele persoon, verhinderd door en gehecht aan de materiële dingen, waarbij hij zich niet meer bezorgd maakt over zijn enige en ware welzijn: God. Ieder van ons moet de roep tot heiligheid in de eigen ziel ontdekken en het spirituele tekort erkennen. Het is goed om te herhalen wat Onze Lieve Vrouw steeds zegt: wij moeten de Heilige Sacramenten van de Biecht en de Communie regelmatig ontvangen, bidden voor de wereldvrede en heel wat Rozenkransen bidden en opofferingen doen voor de bekering van de zondaars.
Als de Heilige Maagd zegt dat de tijd rijp is, moeten wij daarover nadenken en handelen om onszelf te zuiveren en onze heiligheid te verbeteren. Ik wens de benadrukken dat de boodschap van 1 january geen toevoegsel is aan de tien geheimen die ik op 1 maart 1987 heb ontvangen, maar het werpt een dieper licht op deze geheimen en het maakt ze duidelijker. Enkel één ding geeft ons allen hoop: de hulp van Maria, de Koningin van de Vrede, die zeker is, en de overwinning van Haar Onbevlekte Hart. De Parabel van de tien maagden met hun olielamp komt hierbij bij ons op [Mattheus 25: 1-13]. Het is een aanmoediging voor de verwachting waar we allen naar uitkijken: de glorierijke terugkeer van de Jezus Christus.
Onze Lieve Vrouw zal opnieuw verschijnen op de eerste dag van de volgende maand.
Verschijning 29: 1 februari 1989 [aan de rots van Belpasso]
In tegenstelling tot wat algemeen was verwacht waren er opnieuw vele bedevaarders [Zon 50.000] teruggekeerd naar de rots van Belpasso om de verschijning van de Heilige Maagd bij te wonen. Iedereen wachtte enthousiast en was erg opgewonden. Iedereen hoopte dat de boodschap van de Heilige Maagd opnieuw de vrede tot de harten van diegenen zou brengen van zij die vurig hadden gebeden om de slechte voortekenen van de vorige maand af te wenden. De menigte werd niet teleurgesteld. De woorden van de Koningin van de Vrede verwezen naar wat er was gebeurd op de eerste januari.
"Hoe kan Ik gelukkig zijn als de hele wereld het slachtoffer is van haar eigen oppervlakkige materialisme, zelfs op de vooravond van het Nieuwe Jaar?" Zij moedigde iedereen aan om in oprecht geloof te leven: "Ieder van u moet eerst het eigen geloof versterken, zodat u daarna uw naaste kan bekeren."
Boodschap van Onze Lieve Vrouw
Mijn kinderen, u zult Mij enkel kunnen troosten wanneer u mijn verdriet hebt begrepen. Mijn komst van de laatste maand was werkelijk voor iedereen ontmoedigend ... en het was een dag van vrede. Maar hoe kan Ik gelukkig zijn als de hele wereld het slachtoffer is van haar eigen oppervlakkige materialisme, zelfs op de vooravond van het Nieuwe Jaar? Op deze wijze tekent de mensheid namelijk zelf de straffen voor zich uit. Velen hebben zichzelf bewust verkocht aan het aardse geluk. Enkel één ding maakt Mijn hart gelukkig: namelijk het zien van velen van u die zich betrokken voelen om Mij te troosten. Dit betekent dat niet enkel uw hart openstaat, maar dat u eveneens weet hoe u goedschiks en gewillig kunt zijn in overstemming met Gods ingevingen die Hij naar uw hart zendt. God zal u opnieuw gezond maken, omdat Hij de God van het leven is. Vandaag nodig ik u allen in het bijzonder uit om uw geloof in God te versterken. Vandaag wordt u geroepen tot een bijzondere taak, die Hij, in Zijn genade, u wenst toe te vertrouwen: om aan de wereld Zijn nakende komst te verkondigen. Wees dankbaar, wordt niet hovaardig, omdat God niet de besten, maar de nederigen kiest om naar Zijn Geest te luisteren. Ik deel u dit mede om u op voorhand te waarschuwen voor deze hoogmoed, omdat deze al te dikwijls binnendringt in de gedachten van uw harten.
Rosario: Heilige Maagd, hoe kunnen wij de noodzakelijkheid bekomen om deze taak te vervullen? Maria: Deze taak is gemakkelijk. Velen hebben vergeten dat werkelijk Christen zijn betekent dat u dit Goede Nieuws moet verkondigen. Jezus heeft niet enkel de Sacramenten ingesteld om Zijn broers te heiligen, maar eveneens om de zielen te verrijken. Velen zeggen maar al te vaak dat zij Christen zijn en zijn er zich niet van bewust dat zijzelf de oorzaak zijn van het verlies van hun geloof. Ieder van u dient eerst zijn eigen geloof te versterken en dan zijn naasten te bekeren. Velen weten niet dat geloof van een ware Christen niet een "misschien" is. Iedereen moet diep in zichzelf kijken en dan zeggen: "O Heer, Uw redding vervult mij met vreugde. Maak van mij een voorwerp van bekering."
Hij die weet dat hij zich op het rechte pad bevindt, weet eveneens dat, wanneer hij ziet wat het Heilig Evangelie verkondigt, hij niet bevreesd mag zijn. En als dit zou gebeuren, zal zijn vrees niet zo groot zijn om af te dwalen van de ondernomen weg . Dit is uw sterkte, dit is uw geloof. De wegen van God zijn waarheid en genade. Laat het Woord van God, het Heilige Evangelie, in uw gedachten zijn, laat het uw woord zijn, maar laat het bovenal in uw harten geschreven zijn. Ga en evangeliseer: wees niet bevreesd omdat Mijn hart steeds bij u zal zijn. U zult voor de Heer wandelen in het land van de levenden.
Rosario: Heilige Maagd, wenst u iets anders van ons? Maria: Neen, niets anders. Ga door met het ontvangen van de Heilige Sacramenten, wordt niet vermoeid van het bidden en het opzeggen van de Rozenkrans, lees de Heilige Schrift en denk erover na. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. De Vader in uw gedachten, de Zoon in uw harten en de Heilige Geest in uw zielen ... nu moet ik gaan.
Rosario: Heilige Maagd, zult u blijven komen? Maria: Ja, ik zal komen op de eerste dag van de volgende maand.
Verschijning 30: 1 maart 1988 [aan de rots van Belpasso]
Het seizoen van de lente naderde, maar de koude was nog sterk te voelen te Belpasso. Op de ochtend van de eerste maart blies er een sterke, koude noordenwind. Dit noodzaakte de gelovigen om zich stevig te bedekken, omwille van het lange wachten voor de verschijning. Alles verliep zoals gewoonlijk, ordentelijk en rustig. Het werk van de plaatselijke vrijwilligers werd bijzonder gewaardeerd en de "Misericordia," die steeds bereid zijn tot het helpen van de zieken en zij die flauwvallen, hadden de handen vol.
De verschijning van de Heilige Maagd begon precies op de middag, de gebruikelijke tijd tijdens de wintermaanden. Zoals gewoonlijk was er opnieuw een groot verlangen naar de boodschap. De boodschap van deze maand verwees ook naar het op handen zijnde Paasfeest, met de uitnodiging om dit samenhangend te beleven met deze periode van de lente. De Heilige Maagd zei ook iets dat elke aanwezige gelukkig maakte: dat het zevende geheim niet zal geschieden, maar vervangen zal worden door een andere gebeurtenis die prachtig zal zijn voor alle mensen van God over de hele wereld.
Boodschap van Onze Lieve Vrouw
Mijn kinderen, wij naderen Pasen. Bereid uzelf dus goed voor. Tijdens deze periode van de lente nodig ik uit tot een spirituele overpeinzing. Laat uzelf niet onvoorbereid verrassen. Probeer uw ziel zuiver en helder te houden zoals bronwater: u kunt niets alleen verwezenlijken, dan met Gods genade. Met Zijn en Mijn hulp kunt u vrede bekomen met uzelf en met uw broers en God. Maar als u dit wilt bekomen, ga dan langs Mijn Hart dat u tot Jezus zal brengen en u zult ware vrede vinden. De vrede waar Jezus is voor gestorven en verrezen uit de doden en die Hij u heeft achtergelaten. Verspil uw tijd niet door zon gave te verbergen, maar werk deze verder uit binnen uzelf en uw harten. Als ieder van u zo handelt, kan hij dat delen met zijn broers en kan hij er gebruik van maken om de Heer te prijzen. Als u zo handelt zal Jezus overvloedig de gaven die u Hem offert aanvaarden, maar waar Hij het meeste naar verlangt zijn uw harten. Breng uw harten tot Mij en Ik zal ze eervol zuiveren met het Hart van Mijn Zoon. U zult binnen u een stromende bron hebben die nooit zal uitdrogen op uw weg naar het eeuwige leven. Bereid uzelf voor in nederigheid en met een heilige overgave voor Pasen. Bereid u voor met gebeden en met liefdadigheid. Ik heb u een onvergetelijke Kerstmis beloofd en heb Mij aan Mijn belofte gehouden. Nu beloof ik u een onvergetelijke Pasen, maar, als u dit wil, kunt u veel meer doen dan vorig jaar. Om dit te bereiken moet u dikwijls ernstig nadenken over de Weg van Kruis, de Rozenkrans bidden en meer regelmatig te biechten gaan: dit is de tijd van de verzoening. De Heilige Mis is het begrip van de wonderen die God door de mensen heeft bewerkstelligt: het betekent deelnemen aan de grote opoffering van de Passie en de dood van Jezus. De grote mysteries van God zijn overpeinst en gevierd tijdens de Heilige Mis. Tracht allen naar de Verrijzenis en de Hemel.
Lieve kinderen, probeer het Kruis dat aan u is gegeven niet te ontlopen, want zo neemt u eveneens deel aan het grote offer van de Heilige Eucharistie. Ontvang de Heilige Eucharistie: God kan nooit genoeg worden bedankt voor dit onmetelijk en prachtig geschenk. Tijdens deze weken moet u meer naar de Heilige Mis gaan en nodig Ik u uit om elke dag de gekruisigde Jezus te vereren.
Neem een Kruis en kus het herhaaldelijk met heel veel liefde en vroomheid. U zult een mooi gebaar maken: in werkelijkheid is het met het Kruis dat Jezus de wereld heeft verlost. Lees steeds de waarheden die worden onderwezen in het Heilig Evangelie: de Heer heeft het woord van het eeuwige leven. Laat het in uw gedachten zijn, laat het uw woorden zijn, maar laat het boven alles in uw harten geschreven staan. Zing voor eeuwig de liefde van de Heer.
Rosario: Heilige Maagd, wenst u iets anders? Maria: Ja, de tijd is gekomen om aan uw biechtvader het geheim over [...] te onthullen, dat deelt uitmaakt van de tien geheimen. Zeg tegen iedereen dat het zevende geheim niet zal plaatsvinden, maar dat het zal worden vervangen door een andere gebeurtenis dat immens prachtig zal zijn voor het Volk van God, verspreid over de hele wereld. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. De Vader in uw gedachten, de Zoon in uw harten en de Heilige Geest in uw zielen ... nu moet Ik gaan.
Rosario: Heilige Maagd, zult u terugkomen? Maria: Ja, ik zal terugkomen op de eerste dag van de volgende maand.
Verschijning 31: 1 april 1988 [aan de rots van Belpasso]
De eerste april van 1988 was Goede Vrijdag. Vele mensen, waaronder een groot aantal priesters, die dikwijls aanwezig waren aan de rots, moesten ongewild deze maandelijkse afspraak te Belpasso laten voorbijgaan, omwille van hun plichten binnen hun parochie. Niettemin waren er zon 50.000 mensen verzameld op de plaats, toen Rosario aankwam met zijn vader en Vader Dino om deel te nemen aan de Kruisweg die werd geleid door Vader Philip Buccheri. Tijdens de verschijning, namen de aanwezigen, die zich het dichst bij de ziener betroffen, iets ongebruikelijk waar in vergelijking met de vorige maanden.
Tijdens de mysteries van de Rozenkrans die Rosario bad, keek hij herhaaldelijk op naar twee verschillende plaatsen boven de rots, alsof er iets zijn aandacht trok. Op het einde van het gesprek, toen Rosario op het balkon verscheen, werd alles duidelijk toen hij verklaarde dat Hij de Heilige Maagd, duidelijk verschillend dan de vorige keren, heeft zien knielen aan de voet van een prachtig Kruis.
De verschijning was anders dan gewoonlijk. Van zodra de wolk op de rots rustte en zich opende, zag Ik Onze Lieve Vrouw knielen aan de rechterzijde van een mooi levensgroot Kruis. Het kruis was naar mij gericht, maar Jezus bewoog niet. Ik had het gevoel alsof ik mij voor een prachtig gedetailleerd beeld bevond. Jezus was zo levensecht. Ik heb nooit zon mooi Kruis gezien en het was van zon pracht dat ik niet wist waar ik mij ogen moest op richten: op het Kruis of op Onze Lieve Vrouw. Onze Lieve Vrouw nodigde mij uit om alle mysteries van de Heilige Rozenkrans te bidden en ondertussen dacht ik na over Gods liefde voor de mensheid. Ik bemerkte iets heel mooi op toen ik bad: "...Heilige Maria, Moeder Gods, bid voor ons, arme zondaars ..." Onze Lieve Vrouw richtte Haar ogen liefdevol op. Zo kon ik, heel diep in mijn hart, nadenken over hoe de Heilige Maagd voor ons tussenkomst. Op het einde van de mysteries van de Heilige Rozenkrans, gaf Onze Lieve Vrouw de volgende boodschap voor iedereen.
Boodschap van Onze Lieve Vrouw
Mijn liefste kinderen, vandaag moet u in het bijzonder bidden voor uw broers. Uw geliefde Jezus, het lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld, blijft de opoffering van Zijn liefde voor de Kerk, dat Zijn mystiek Lichaam is, herhalen. Mijn hart, verenigd met dat van Mijn Zoon, heeft op een enige en bijzondere wijze geleden: daarom zeg Ik tot u dat ik de Moeder ben van zij die lijden en treuren. Ik ben Zij die hen troost. Tijdens het pijnlijke lijden van Jezus, zou Mijn hart zonder twijfel zijn gebroken, indien Ik niet werd ondersteund door het geloof waar allen onder u naar uitkijken.
Blijf met Mij onder het Kruis, bid en heb geloof. Op deze wijze kan de vrede, waarvan Ik de Koningin ben, binnentreden in uw harten: Als u Mij toestaat om ernaar te zoeken als een dierbaar ding dat groeit door de genade van God, is het een bloem die bloeit zonder te verwelken.
Blijf de Rozenkrans bidden en de Heilige Sacramenten ontvangen. De Heilige Mis is uw redding. De Verrijzenis van de Heer is een grote gebeurtenis, omdat dat de wijze is waarop Hij de dood heeft overwonnen. Tijdens deze Heilige Pasen van de Verrijzenis nodig Ik u uit om u niet vast te houden aan de materiële zaken, maar met liefdadigheid naar uw armere broers en zusters te kijken en Jezus uw liefde te tonen en Hem eveneens te tonen dat u niet doof blijft voor Zijn oproepen en dat u dicht bij Zijn Licht mag zijn. Laat het Heilig Evangelie, het Woord van God, in uw gedachten zijn, laat het uw woord zijn, maar laat het boven alles in uw harten geschreven zijn.
Rosario: Heilige Maagd, wenst u nog iets anders van ons? Maria: Neen, niets anders vandaag. De bedroefde Moeder van de Passie en de vreugdevolle Moeder van de Verrijzenis zegent u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest: de Vader in uw gedachten, de Zoon in uw harten en de Heilige Geest in uw zielen ... nu moet Ik gaan.
Rosario: Heilige Maagd, wanneer zult u opnieuw komen? Mario: Ik kom terug op de eerste dag van de volgende maand.
Verschijning 32: 1 mei 1988 (aan de rots van Belpasso]
Vandaag wordt het Feest van de Arbeid gevierd. Niemand moest gaan werken en zoals verwacht was het aantal aanwezigen gewoonweg niet te tellen. Rond de rots waren er zon 150.000 mensen verzameld, het grootste aantal sinds de aanvang van de verschijningen. De mensen kwamen uit alle streken van Sicilië en Italië. Het weer was reeds heet en velen hadden hun paraplu meegenomen voor wat schaduw te hebben. De verschijning [minstens één, zoals later werd geweten] begon precies om 13 uur [zomeruurtijd]. Op het einde van het gesprek verliet Rosario, begeleid door de politie, de plaats, terwijl het volk geduldig wachtte op de boodschap van de Heilige Moeder. Jammerlijk schreeuwde de jongen het na een half uur uit: "Wat, zult U niet meer komen?" Het was heel erg om de gebroken jongen te moeten aanhoren.
De mensen die aanwezig waren, begrepen onmiddellijk dat de Koningin van de Vrede niet meer naar de rots van Belpasso zou komen. Ze konden nauwelijks geloven wat ze hoorden. Zij verlieten wenend en met diepbedroefde harten, de plaats. Tegelijkertijd echter werden hun harten ook gevuld met hoop. In de boodschap bevond zich immers de aankondiging dat Zij in de toekomst zou terugkomen. Enkel God kent de datum van terugkeer.
Boodschap van Onze Lieve Vrouw
Mijn lieve kinderen, tijdens deze maanden heb Ik u heel wat boodschappen gegeven om u te bekeren. De Heer heeft vele harten bewogen en ze aangewakkerd met de liefde van Zijn Hart. Hij heeft vele wanhopige mensen getroost, heeft vrede in vele families en in vele harten gebracht. Hij heeft iedereen doen inzien hoe mooi en wonderbaar het gebed is en hoe effectief het bidden van de Rozenkrans is. Daarom heeft Hij Mij doen tussenkomen. Hoe verheugd is Hij met uw opofferingen en de boete voor het eerherstel van de zonden en voor de bekering van de zondaars, maar boven alles, liet Hij u begrijpen hoe onmisbaar de Sacramenten zijn voor het eeuwige leven. Hij heeft u de gave van de vreugde geschonken en zal dit blijven doen tijdens de Heilige Mis.
Lieve kinderen, hoe vele keren heb Ik u uitgenodigd om Mijn raad te volgen, zelfs tot op het punt van Mijn smeken om Gods geboden te aanvaarden. Mijn verschijningen hebben gediend om de geest van het geloof, het vertrouwen en de liefde in uw harten te doen heropleven. Geestelijke vruchten worden bekomen door de volharding en door de totale overlevering aan Gods genade. Ik zal u altijd beschermen, zelfs al wordt u, zoals bomen, heen en weer geschud door de wind, zult u veilig zijn: vertrouw op Mij.
Rosario: Heilige Maagd, Ik heb u vele dingen te vragen: of U de zieken wil genezen, of u geestelijke en materiële genaden wilt verlenen aan anderen. Maria: Sommigen zijn reeds genezen, anderen zullen later genezen, terwijl nog anderen niet zullen verhoord worden: zij moeten bidden en vergeving vragen voor hun zonden. De wereld heeft de Heer te diep beledigd en zo moet de wereld deze fouten herstellen. Nu moet ik iets heel belangrijk vertellen en u moet dit aan iedereen overmaken: na de periode van vrede, die ik aan de wereld zal verlenen door Mijn hart, zullen velen God de rug toekeren en zullen er velen beschaamd zijn om Hem. Wanneer deze periode van vrede tot een einde komt zullen er vele, onaangename gebeurtenissen gebeuren binnen elke familie: dit zal gebeuren omdat velen opnieuw hun waakzaamheid laten vallen, waarbij zij God en Zijn wetten zullen vergeten. De Kerk zal veel moeten lijden. Voor dit alles gebeurt zal ik u waarschuwen, zodat u het aan iedereen kunt vertellen. Dat zal het voelbare teken zijn van mijn verschijningen, en het is veel belangrijker omwille van de ernst ervan, dan de tekenen in de hemel. Maar laat u niet ontmoedigen: verlang steeds naar de Heilige Harten van Jezus en Maria. Laat het Heilig Evangelie in uw gedachten zijn, laat het uw woord zijn, maar laat het boven alles in uw hart geschreven zijn.
Rosario: Heilige Maagd, zult u opnieuw komen? Maria: Neen, ik zal niet meer komen.
Rosario: Wat?! U zult niet meer komen? Maria: Ik zal later terugkomen, maar dit betekent niet dat Ik u heb verlaten. Mijn Onbevlekte Hart zal steeds bij u zijn, omdat de vrede op aarde eraan toevertrouwd werd, en het zal overwinnen: de Koningin van de Vrede zal worden vereerd.
Na deze woorden steeg Onze Lieve Vrouw langzaam op naar de Hemel, waar zij vol verlangen naar ons uitkijkt, zoals een moeder naar haar kinderen.
Verschijning 33: 25 maart 1999 [laatste verschijning, Feest van de aankondiging van de Heer]
Verzoek tot de bijzondere toewijding van de families, de parochies en de bisdommen, aan het Onbevlekte Hart van de Koningin van de Vrede, en door dit, tot het Heilig Hart van Jezus.
In de nacht van 24 op 25 maart 1999 was ik ongelukkig omdat er in Europa een nieuwe oorlog was uitgebroken, te Kosovo. Ik was aan het bidden in mijn kamer om Onze Heer te smeken voor de vrede in de wereld, door de tussenkomst van onze Heilige Moeder. Na een aantal uren viel ik op mijn bed in slaap. Toen ik bij het eerste daglicht ontwaakte, opstond uit mijn bed en rondkeek, bevond ik mezelf op de top van een berg vanwaar ik de wereld kon waarnemen. Het was daar dat ik de Heilige Maagd van Belpasso met Haar Onbevlekte Hart waarnam, de Rozenkrans in de rechterhand en deze keer, een kleine olijftak [die was samengesteld uit twee soorten] in Haar linkerhand.
De Heilige Maagd zei: "Het ogenblik is aangebroken om aan de Heilige Vader te vragen om, met de hulp van alle Bisschoppen, een bijzonder toewijding van de families tot het Onbevlekte Hart, en door dit, tot het Heilig Hart van Jezus, te promoten aan alle parochies en bisdommen van de wereld, en dit volgens de wil van God. Vele zielen nemen een pad dat hen ver wegleidt van God, maar Hij, in Zijn oneindige barmhartigheid, wil hen redden door hen het geneesmiddel van Mijn Onbevlekte Hart toe te vertrouwen. In het begin zullen er hindernissen zijn om dit verzoek te kunnen inwilligen, maar daarna zal het worden erkend als een bolwerk van verdediging en zullen er vele zielen gered worden. En u moet veel bidden en boete doen voor dit."
Ik vroeg wat ik moest doen en de Heilige Maagd antwoordde: "Schrijf neer wat onze Heer u heeft verteld en licht uw Aartsbisschop en de bevolking erover in, maar zeg niet tot deze laatste groep dat u dit van de Heer hebt gehoord." Er volgde een moment van stilte, waarna de Heilige Maagd, bij het tonen van de olijftak, verder ging: "Hier is het teken van de verzoening en de eenheid: het is voor de hele mensheid dat, verzoend met de Vader door de verdiensten van Jezus Christus, opnieuw de banden met God zal vinden voor de vrede en de liefde." Daarna vervolgde Zij, bij het tonen van de Rozenkrans: "Hier is het teken van het gebed: het is voor alle mensen die, door het openen van hun harten voor God en na te denken over Zijn woorden over het eeuwige leven, aan liefdadigheidswerk zullen doen." Op het einde wees Zij naar Hart en zei: "Hier is het teken van hoe men zichzelf aan God geeft: het is voor alle mensen die, verenigd in het Eucharistisch Offer van Christus lijden, de Heilige Harten van Jezus en Maria troosten en eerherstel aanbieden ten gunste van de bekering van zij die door de zonde worden gekweld."
Het was bij deze worden dat ik het Heilig Hart van de gekruisigde Jezus zag en, zwevend ter hoogte van dit Hart, een kelk, omgeven door een hostie. Een immens licht met een ontelbaar aantal kleine vlammen straalde vanuit de top en vulde de ruimte eromheen. De figuur van Jezus werd geprojecteerd in de kelk, en de hostie scheidde druppels bloed en water af, die de kelk eerst vulden en daarna deden overstromen, waarbij de druppels op de wereld vielen terwijl er bovenuit een krachtig stem zei: "Redding en Heiligheid!" Hierop zei de Heilige Maagd: "Hou dit geheim. Na het Jubileum [waarbij Zij verwees naar het jubileumjaar 2000], zal het voor u en voor uw biechtvader, tot wie u zult spreken, duidelijk zijn. Dan zal u de weg worden getoond die u moet begaan."
Vertaling: Chris De Bodt
03-04-1977
OLV van Belpasso: Deel 2. Dagboek van Rosario Toscano [2]
Onze Lieve Vrouw van Belpasso: Dagboek van Rosario Toscano [2]
Verschijning 17: 1 maart 1987 [aan de rots van Belpasso]
Op de eerste dag van deze maand, was er voor de eerste keer een massa volk aanwezig. Er waren zon dertigduizend mensen verzameld rond de rots. Iedereen verwachtte een teken te zien van de aanwezigheid van Onze Lieve Vrouw. Het was zwaar bewolkt met verspreide regenvlagen. Maar juist voor de middag stopte de regen en kwam de zon dikwijls kijken van achter de dikke wolken. Vele aanwezige mensen zegden dat de zon hadden zien ronddraaien, en zilveren stralen zagen schijnen in de lucht.
Boodschap van Onze Lieve Vrouw
Mijn kinderen, Ik ben gekomen om u te waarschuwen. Mijn kinderen, Mijn waarschuwing gaat over uw redding. Mijn kinderen, open uw harten. Ik wens u weg te rukken van het kwade. U valt dikwijls in de verleiding die de kwade u elke dag voorstelt. Mijn kinderen, Mijn Zoon roept u, maar u bent doof voor Zijn roep. Mij Zoon is altijd bij u, maar u bent blind. Waarom denk u dat Ik voor u naar hier kom? U weet dat u vooral in deze tijden moet bidden. Open uw harten, wees vreugdevol voor de liefde die Jezus u toestaat, en weet waar u afstand van doet. Begrijp dit alles en bid.
Rosario: Heilige Maagd, Ik smeek u, doe een mirakel voor de mensen die Uw hulp nodig hebben. Maria: Voor al deze die genaden wensen zeg ik: geloof sterk in uw genezing, zoek onmiddellijk uw toevlucht tot de Heilige Communie en tot het gebed. Ik nodig u eens te meer uit om na te denken en rondom u te zien. Kijk naar wat er in de wereld gebeurt: zijn gebeden en bekering niet nodig? Bid, bid altijd. Vrede ... vrede ... vrede! Ik vertrouw u belangrijke geheimen toe: onthul hen aan niemand [Onze Lieve Vrouw onthulde mij twaalf geheimen, waaronder twee die op mijn persoon betrekking hebben, terwijl tien ervan betrekking hebben op de toekomst van de wereld].
Rosario: Heilige Maagd, zult u blijven komen? Maria: Ik zal blijven komen.
Rosario: En wanneer zult u terugkomen? Maria: Ik zal komen op de eerste dag van de volgende maand .... nu moet ik gaan."
Rosario: Heilige Maagd, Ik smeek u, geef een laatste boodschap voor de hele mensheid. Maria: Wees bekeerd ... spoedig, er blijft niet veel tijd over. Bid voor vrede in de wereld, maar dat het boven alles geschreven mag zijn in uw harten. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest: de Vader in uw gedachten, de Zoon in uw harten en de Heilige Geest in uw zielen.
Verschijning 18: 1 april 1987 [aan de rots van Belpasso]
Vanaf s morgens vroeg begon de gewoonlijke massa volk zich rond de rots te verzamelen. De plaatselijke vrijwilligers deden hun uiterste best om de bedevaarders te verwelkomen en alles in goede banen te leiden, vooral de zieken die in grote aantalen uit diverse gedeelten van Sicilië kwamen. Tijdens de ochtend, voor de verschijning, kondigde Rosario aa,n wie hij als spirituele begeleider had gekozen. Het was Vader Dino Magnano van het Heilige Filippus Neri Oratorium te Acireale. Iedereen had verwacht dat dit Rosarios keuze zou zijn, om ze beiden de zelfde spirituele diepte deelden, hoewel ze elkaar amper voor een korte tijd kenden. Volgens vele getuigen waren er niet als de vorige keer, vele zonnewonderen.
Boodschap van Onze Lieve Vrouw
Mijn kinderen, Ik kom hier onder u omdat Ik van u hou en u wens te redden. De verloren zoon moet terugkeren naar de Vader om zo in Zijn genade te kunnen komen. De herdenking van de Verrijzenis van Jezus Christus komt dichterbij en daarom herinner Ik u aan het vasten, aan de onthouding en aan de Heilige Mis: biecht en ontvang de Heilige Communie. De Heer is oneindige goedheid en genade en zo nodig Ik u uit om Hem te prijzen omdat het de dag van de Heer is. Mijn kinderen, Ik beveel nogmaals het vasten aan zodat het Heilig Paasfeest geen dag zou blijven die u overladen tafels koud en onverschillig laten tegenover uw naasten die in de armoede leven. Vul, in plaats hiervan, uw harten met liefde en vreugde en loof de Heer.
Ook herinner Ik u aan het gebed. Ik wens bekering. Vrede is nodig ... overal ter wereld. Wat kan er u redden als er geen vrede heerst? Gods genade zal voor u de gelegenheid zijn om vergiffenis te vragen, om te vragen dat de vrede zou behouden blijven in uzelf en deze vrede te doen uitstralen naar de wereld toe, op uw naasten. Ik wens dat elke eer en lof toekomt aan het Heilig Hart van Mijn Zoon, omdat Hij u de Verrijzenis heeft geschonken. Wees nergens van bevreesd omdat God met u is en Zijn goedheid zal u van niets laten beroven. Zijn goedheid zal u beschermen tegen het kwade, maar u moet altijd Zijn nederige dienaars zijn. Lieve kinderen, u zou uzelf aan God moeten geven, want er wachten de mensheid ernstige straffen.
Rosario: Heilige Maagd, wat moeten wij doen? Maria: Verzaak aan de zonde. Gebed is nodig en verlang eveneens naar de Heilige Communie en boete. Heb lief en de Heer zal Zijn genade en barmhartigheid over u doen neerdalen en tevens uw harten en zielen vullen met vrede.
Rosario: Heilige Maagd, maar we wensen vrede te hebben. Maria: Het verlangen is niet genoeg want u moet het ook in de praktijk brengen tegenover uw naaste: heb lief, vergeef, bid en er zal vrede heersen. Loof de Heer voor wat Hij u schenkt. Denk na over de wonderen van Zijn grote en ongebonden liefde. Zoek niet naar iets anders, maar maak eerder de liefde van Jezus bekend door het Heilig Evangelie, het Woord van God, te verkondigen en na te leven: laat dit in uw harten zijn, laat het uw woord zijn, maar schrijf het boven alles in uw harten. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. De Vader in uw gedachten, de Zoon in uw harten en de Heilige Geest in uw zielen ... nu moet Ik gaan.
Rosario: Heilige Maagd, zult u blijven komen? Maria: Ik zal blijven komen als God Mij dit toelaat.
Rosario: En wanneer zult U terugkomen? Maria: Ik zal komen op de eerste dag van de volgende maand. Niettemin ... bid, bid.
Verschijning 19: 1 mei 1987 [aan de rots van Belpasso]
De massa volk was buitensporig. Er waren meer dan 50.000 mensen aanwezig. De plaatselijke vrijwilligers, de "Misericordia," en de politiemachten slaagden er niettemin om het volk in goede banen te leiden. Toen Rosario Toscano, spoedig nadat hij de boodschap had ontvangen, een gedeelte ervan voorlas, begon de twist. Nabij de rots las hij voor dat het Marias wens was dat er ter ere van Haar een kapel zou worden gebouwd. Velen van de aanwezigen begon van alles te veronderstellen. De pers bevestigde deze hypothesen met een sterke journalistieke aandacht. Hoe dank ook, werd alles later duidelijk dat dit ongegrond was en tijdens de volgende dagen bleef het volk zich rond de rots verzamelen om even vroom als tevoren te bidden. Wat de getuigenissen van die dag betreft, bevestigden vele mensen dat ze een gouden wolk zagen rusten op de rots, terwijl er een witte duif verdween richting zon, na meerdere malen rond te rots te hebben gevlogen.
Boodschap van Onze Lieve Vrouw
Mijn kinderen, laat ons God bedanken omdat Hij Mij nog steeds toelaat om onder u aanwezig te zijn om u toe te spreken en om uw harten tot vrede te brengen die de mensheid zozeer nodig heeft. God doet veel voor u en zal u vervullen met Zijn Genade als u volhardt in het gebed, in de boete, in het vasten en door met uw volledige hart aanwezig te zijn in de Eucharistieviering: biecht en ontvang de Heilige Communie. Ik wou dat u de nood zou voelen om uw zielen te heiligen. Er zijn teveel zonden waardoor Jezus wordt beledigd. Wees meer open met uw harten en bemin God. Laat uw ziel de Heer verheerlijken en laat uw geest jubelen in God, uw Redder. Zijn genade wordt verspreid over hen die Hem vrezen en eenvoudig zijn van hart. Hij verdeelt zij die vol van hoogmoed zijn en brengt de machtigen ten val. Mijn kinderen, wees eenvoudig van hart en heb steeds een heilige angst voor God. De genade van God is oneindig, maar ook Zijn gerechtigheid is oneindig. God is met u, onder u. De Heer is uw herder en als u tot Zijn kudde behoort zal niets u ontbreken. De weg van God is liefde en vrede. Bent u steeds bereid om Hem te volgen? God heeft de Kerk en de Kerk is uw gids, de Heer is uw herder en zijn priesters Zijn werktuigen.
Rosario: Heilige Maagd, vele mensen volgen God niet meer omdat ze zeggen dat Hij ons heeft verlaten tijdens deze periode. Maria: Heb vertrouwen in de Heer en Hij zal Zich tot u richten. Heel dikwijls wordt men ontmoedigd door de tegenspoed waarmee men te kampen krijgt, maar, als u te lijden hebt, hoop dan dat de Heer u de sterkte schenkt om het te dragen en schenk het Hem voor de bekering van de zondaars. God heeft u vele malen geholpen, maar u bent alle hoop verloren.
Rosario: Heilige Maagd, wat moeten we doen? Maria: Wees steeds de bereid om de opdrachten en het lijden dat God u toevertrouwd te dragen en vervul dit alles volgens Gods wil. Zoek niet vergeefs in het begrijpen van Zijn wil, want Gods werken zijn groot. Het Heilig Evangelie, het Woord van God, is uw gids: laat het in uw geesten werken, uw woord zijn, maar laat het boven alles in uw harten zijn.
Rosario: Heilige Maagd, wenst u nog iets anders? Maria: Ik wens dat u doorgaat met het bidden van de Rozenkrans en vraag aan de priesters, om naar Gods wil, een kapel ter ere van Mij te bouwen en maak de verering van het Onbevlekte Hart van Maria, de Koningin van de Vrede, bekend. Ik zegen u in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. De Vader in uw gedachten, de Zoon in uw harten en de Heilige Geest in uw zielen .... nu moet Ik gaan.
Rosario: Heilige Maagd, zult u blijven komen? Maria: Ik zal blijven komen.
Rosario: En wanneer zult u terugkomen? Maria: Ik zal de eerste dag van de volgende maand terugkomen.
Verschijning 20: 1 juni 1987 [aan de rots van Belpasso]
Ondanks de zomerhitte, waren er opnieuw zon 50.000 mensen verzameld rond de rots. De afspraak tussen de Heilige Moeder en Rosario was precies om één uur in de namiddag, omwille van de zomer. Ook nu was er grote belangstelling onder de aanwezigen voor de boodschap die Rosario zou ontvangen. De Heilige Maagd nodigde de priester uit om een processie in te richten naar de rots. In een afgescheiden boodschap, drukte Zij Haar verlangen uit dat er op de vooravond van het Feest van het Heilig Hart van Jezus [25 juni] ter plaatse een processie zou worden gehouden en dat er vurig zou worden gebeden.
Boodschap van Onze Lieve Vrouw
Mijn kinderen, Ik kom hier nogmaals om u te herinneren aan de overwinning van Mijn Zoon op de dood. Gods wil is wat tot stand is gebracht in u en rondom u. Gods wil is dat Ik tot u kom en dat u tot Mij komt. Mijn opdracht is om vrede te brengen. Ik wens dat u verder de Rozenkrans bidt en vast, neem verder deel aan de Heilige Eucharistie, biecht, ontvang de Heilige Communie en boet. De aarde is vol van Gods Geest: aanbid de Heer, bemin de Heer zodat Hij gelukkig zou zijn met Zijn kinderen. Bedankt Hem voor Zijn liefde en Zijn genade en dat heel de wereld Hem mag loven. Wees vol van Gods Geest, Hij zal u vullen met genade door Zijn Heilige gaven. Open uw harten voor uw God, Mijn kinderen, aanroep de Heilige Geest, omdat u enkel zo de zielen kunt heiligen.
Rosario: Heilige Maagd, hoe moeten we op de juiste wijze de Heilige Geest aanroepen? Maria: Verlaat uzelf volledig op Mij, op Mijn Hart. Ik ben de woonplaats van de Heilige Geest. Wees niet bevreesd, omdat hij die werkelijk gelooft alle antwoorden kan verkrijgen van de Vader, in de naam van Jezus. Ik kom gewoon om u te helpen in uw geloof in God. Door dit te doen help ik de Kerk op haar weg. Zing steeds de lofzang en de glorie tot uw Heer door de eeuwen heen. De mens is Mijn Zoon en Zijn opoffering vergeten. Ga niet door met Hem nog verder te beledigen met uw onverschilligheid. Jezus nodigt u uit tot de Heilige Eucharistie en tot Zijn altaar. Wijs zijn Heilige Sacramenten van de biecht van de Heilige Communie niet langer af, want zo weigert u om uzelf te redden. De Heer is glorie, u bent zijn volk en u moet van Hem houden en Hem gehoorzamen als uw enige Vader: vertrouw uzelf toe aan Zijn Heilige Wil.
Rosario: Heilige Maagd, spreek tot de mensheid over de liefde van God voor Zijn kinderen. Maria: De Heer is goed en groot in de liefde, maar God kan door de mensen niet worden begrepen en voor ieder van u is Zijn plan en Geheim verschillend. Vertrouw op mij, zodat ik u kan doen groeien in alles wat God behaagt en u zo helpen in uw opdracht. Laat het Heilig Evangelie, het Woord van God, toe in uw geesten, laat het uw woord zijn, maar laat het bovenal geschreven zijn in uw harten.
Rosario: Heilige Maagd, wenst u iets anders van ons? Maria: Ik wens dat u de priesters vraagt om naar hier te komen in processie en te bidden. Ik wens dat u op de dag van het Feest van het Heilig Hart van Jezus naar hier komt om de Koningin van de Vrede met vurige gebeden te vereren. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. De Vader in uw gedachten, de Zoon in uw harten en de Heilige Geest in uw zielen ... nu moet ik gaan.
Rosario: Heilige Maagd, gaat u blijven komen? Maria: Ik zal blijven komen.
Rosario: En wanneer zult u opnieuw komen? Maria: Ik zal komen op de eerste dag van de volgende maand.
Verschijning 21: 1 juli 1987 [aan de rots van Belpasso]
Er waren zon 45.000 mensen aanwezig. Iedereen verwachtte dat het heet zou zijn, zoals dit gebruikelijk is in juli, maar onverwachts was de dag eerder fris en bewolkt. Dit was een verlichting voor de ernstige zieken toen ze op de plaats aankwamen. Tegen de middag stonden Rosario, samen met zijn ouders en zijn geestelijke begeleider, Vader Dino Magnano, dicht bij de Rots, die bedekt was met bloemen. Na precies tien minuten, van zodra de jongen het begroetingsgebed had beëindigd, stond hij op en begon het hevig te regenen. Het volk ging op zoek naar een schuilplaats. Velen waren doorweekt van het hoofd tot aan de voeten. Niettemin bleven de bedevaarders verder luisteren naar de Boodschap die Rosario vanaf het balkon van zijn huis, dichtbij, aflas. Een wijl voor het begon te regenen had de Heilige Maagd in Haar afscheid gezegd: "Ik zegen u met het Gewijde Water." Toen gaf niemand meer om de regen en allen waren door en door nat. Zover is geweten waren er geen enkele gevolgen voor de chronische zieken, integendeel er waren enkele genezingen.
Boodschap van Onze Lieve Vrouw
Mijn kinderen, ik wens u gelukkig te maken met mijn komst en verleen u werkelijk de vrede van wie Ik ben, de Koningin. Ik wens dat u de Rozenkrans verder blijft bidden en meer de Heilige Sacramenten van de Biecht en de Communie bijwoont, vooral tijdens deze maand, die vol is van verleidingen. Ik nodig u uit om mijn boodschappen met meer warmte te ontvangen en om naar mijn raad te luisteren: vast dikwijls, minstens ééns per maand. Doe boete en eerherstel aan het Heilig Hart van Jezus en Mijn Onbevlekte Hart. Ik nodig u eveneens uit om u bij Mij te voegen in de zegen van God, de nederige Koning der Glorie. Een glorie waarin u zichzelf moet verenigen als u zichzelf toelaat om u te redden door uw Koning te volgen. Een glorie wiens enige waarde in de hemel ligt, samen met de engelen en met alle geredden. Wordt steeds waardiger in uw vreugde om op een dag de Heer te ontmoeten. Dat de Heer dat aarde mag komen bezoeken om de zaden, die Hij heeft geschapen, te zegenen. Wees nooit ondankbaar, want Hij die beledigd is door uw onverschilligheid is genadig, maar hij is eveneens een rechter over uw daden.
Rosario: Heilige Maagd, vergeef ons onze zonden! Maria: De Heer is goed, en Hij is diegene die u vergeeft. Tijdens deze periode zult u meer worden aangezet tot zonde: begin met boete te doen en niet eenmaal, maar meerdere malen: tijdens de week, de Heilige Mis en tijdens deze maand. Ga elke zondag te biechten. Aanhoor mij, Mijn kinderen, want zo wandelt ge op Gods weg. Wees er zeker van dat al uw zonden zullen worden vergeven, want, op deze wijze, zult u niet verhinderd worden om uw zielen te heiligen. Wees meer gehoorzaam aan Gods wetten en het zal tot uw vreugde leiden. Het is de enige wet voor uw leven, onfeilbaar en uw gids. Dat de Kerk Gods volk mag blijven lijden en dat de gelovigen en priesters zouden verenigd zijn in geest in hun strijd tegen het kwade. Lieve kinderen, schep geen verdeeldheid onder elkaar, maar wees verenigd, want u bent het gekozen volk. Laat het Heilig Evangelie, het Woord van de Heer, in uw geesten zijn, laat het uw woord zijn, maar laat het boven alles in uw harten geschreven zijn.
Rosario: Heilige Maagd, wenst u iets anders van ons? Maria: Neen, niets anders voor het volk hier aanwezig, maar ik wens iets van u. Het zou redelijk zijn indien iedereen de andere boodschappen van mijn vorige verschillende verschijningen zou kennen. U zult hen beetje bij beetje lezen op elke zaterdag en er u van vergewissen dat iedereen er naar luistert. Ik zegen u met het Gewijde Water, in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. De Vader in uw gedachten, de Zoon in uw harten en de Heilige Geest in uw zielen ... nu moet Ik gaan.
Rosario: Heilige Maagd, zult u blijven komen? Maria: Ik zal blijven komen.
Rosario: En wanneer zult u terugkomen? Maria: Ik zal komen op de eerste dag van de volgende maand.
Verschijning 22: 1 augustus 1987 [aan de rots te Belpasso]
Niets bijzonder valt er op te merken aan deze ontmoeting die gebed en diepe verering kenmerkt, behalve de steeds grote aanwezigheid van mensen uit overige gebieden, niet enkel uit het zuiden, maar ook uit andere streken zoals Toscane, Umbrië en Lazio. Zij komen naar Belpasso met de bus of trein om de gebeurtenissen bij te wonen. Vele zieken komen naar hier in de hoop op genezing. In de boodschap van deze maand herinnert Onze Lieve Vrouw haar kinderen opnieuw aan het gebed, de boete en om voorzichtig te zijn om niet in de val te lopen van de gevaren van de verleidingen die de zomer met zich mee brengt.
Boodschap van Onze Lieve Vrouw
Mijn kinderen, Ik kom in de eerste plaats omdat Ik u, door mijn boodschappen, op het juiste pad wil brengen. U moet goed weten dat u zult worden gered als u in de praktijk brengt wat ik u aanraad. Ik herhaal Mijn verzoek en mijn wens voor het gebed nu reeds een lange tijd. Het ogenblik is gekomen dat u uw leven moet veranderen door het in het licht van de Heer Jezus te plaatsen. U kunt niet koud van hart blijven tegenover zon lieve oproep van God. Denk na, Mijn kinderen: is Jezus voor u niet gestorven? Is Jezus voor u ook niet verrezen? Is Jezus niet de weg, de waarheid en het leven? Jezus is uw redding. U kunt niet zeggen dat God niet van u houdt enkel en alleen omdat Hij niet altijd rekening houdt met uw verzoeken, die zo dikwijls rond materiële zaken draaien. De Heer opent Zijn Handen en voldoet elke levende mens. Het banket van de Heer is geen rijke tafel met materiële verrukkingen en voldoeningen die niets bijdragen tot het hart. De tafel van de Heer bevat voedsel voor het eeuwige leven. Enkel op deze wijze kan uw hart gevuld worden met de liefde van Jezus. Bedank Hem met dit gebed en offer Hem uw Heilige Communie op elke donderdag, voor de verzachting van de versteende harten van de arme zondaars.
O, Jezus, het is zo zalig om U in mijn hart te hebben, Ik verlang in hartstocht naar Uw liefde. O, ik smeek, vereer, bid en bemin Uw Heilig en Barmhartig Hart en vraag, door Uw Heilige Verdiensten, om de bekering van deze harten, die thans zo versteend zijn, om de zuivering en het enthousiasme om hen dichter tot het Heilig Sacrament de brengen, waaraan U, Jezus, ons laat deelnemen.
Dat de Heer zijn vreugdevolle aanwezigheid mag verlenen. Ik wens dat u allen Gods aanwezigheid onder u en in u voelt, zodat u in vrede zou zijn met uzelf en met de anderen. Prijs allen de Heer, maar laat deze lofprijzing niet leeg van hart zijn.
Rosario: Heilige Maagd, bent U gelukkig met onze gebeden? Maria: Niet erg veel. Sommige mensen hebben mijn raadgevingen omgezet in de praktijk, anderen hebben dit niet volgehouden, maar het grootste gedeelte is onverschillig gebleven. Ik vraag u andermaal wat Ik de laatste maand heb gevraagd: biecht elke zondag en neem regelmatig deel aan de Heilige Eucharistieviering tijdens de week. Blijf de Heilige Rozenkrans bidden. Door Zijn goedheid zal de Heer u nooit verlaten, omdat u Zijn volk bent, maar keer Hem nooit de rug toe en laat Hem steeds aanwezig zijn in uw leven. Laat uw ziel naar de Heer verlangen zodat Hij tot u zou komen en steeds uw harten zou vullen met liefde, vrede en goedheid. Dat het Heilig Evangelie, het Woord van de Heer, in uw gedachten mag zijn, uw woord mag zijn, maar boven alles in uw harten mag geschreven zijn.
Rosario: Heilige Maagd, wenst u iets anders van ons? Maria: Ik wens dat u elke vrijdag een uur in gebed opdraagt aan Jezus tot vergoeding van de gewelddaden, de heiligschennis en de onverschilligheid, waardoor Hij zozeer wordt gekwetst. Boet en vast, boven alles, tijdens deze maand van verleiding. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Laat de Vader in uw gedachten zijn, de Zoon in uw harten en de Heilige Geest in uw zielen ... nu moet Ik gaan.
Rosario: Heilige Maagd, zult u blijven komen? Maria: Ik zal blijven komen.
Rosario: En wanneer zult u opnieuw komen? Maria: Ik zal de eerste dag van de volgende maand komen.
Vertaling: Chris De Bodt
02-04-1977
OLV van Belpasso: Deel 2. Dagboek van Rosario Toscano [1]
Onze Lieve Vrouw van Belpasso: Dagboek van Rosario Toscano [1]
Onze Lieve Vrouw van Belpasso
Zondag 4 mei 1986
Ik was alleen thuis en wachtte op de terugkeer van mijn ouders. Ze waren naar mijn school gegaan om met mijn leraars over het virus te spreken dat ik had opgelopen en waardoor is zo dikwijls de lessen moest missen.
Ik lag in mijn bed en kreeg plots een vreemd gevoel. Het was alsof ik ging stikken. Ik was bang. Iets duwde mij uit het bed. Toen ik in mijn slaapkamer rechtstond, voelde ik mij plotseling beter. Toen sprak een vreemde stem tot mij: "U hebt genoeg geleden."
Ik voelde een sterke rilling langs mijn ruggengraat gaan. Ik dacht dat het een geneesmiddel was die mijn ouders mij hadden gegeven om mijn lichaamstemperatuur naar beneden te doen gaan. Toen straalde er een groot licht vanuit een gegeven punt in mijn kamer en toen hoorde ik dezelfde vrouwenstem zeggen dat ik moest bidden voor de zondaars, dat ik niet moest wanhopen vanwege mijn koorts en dat ik tegen niemand iets over deze ontmoeting mocht zeggen.
Nieuwsgierig en bang vroeg ik: "Wie bent u?"
Het Witte Licht antwoordde mij: "Ik zal u ten gepaste tijde zeggen wie ik ben."
Na deze woorden verdween het licht. Ik wou wegrennen maar dit lukte mij niet. Waarom, weet ik niet.
Maandag 5 mei 1986
Het licht verscheen opnieuw en vertelde mij dat het bij andere gelegenheden zou terugkeren, maar dat ik voorlopig met niemand mocht over praten.
Ik vroeg opnieuw: "Wie bent u?"
Het Witte Licht antwoordde mij opnieuw: "Ik zal u ten gepaste tijde zeggen wie ik ben."
Toen vertelde Zij mij om hard te bidden. Nadat Zij dit had gezegd, verdween Zij zoals de dag voorheen.
Woensdag 7 mei 1986
Het Witte Licht verscheen opnieuw en vertelde mij opnieuw om te bidden.
Ik drong aan: "Wie bent u? Kunt u mij dit alstublieft vertellen?"
Het Witte Licht antwoordde mij: "Vandaag is het de geschikte dag voor mij om u te zeggen wie ik ben. Ik ben Maria, de Moeder van God, de Onbevlekte Ontvangenis. Binnen een aantal dagen mag u spreken over Mijn komst, maar enkel tegen een bepaald aantal mensen. Als u Mij wenst te zien, moet u de Rozenkrans bidden."
Daarop legde Zij mij uit waar ik moest heengaan op zondag 11 mei, het feest van Onze Lieve Heer Hemelvaart. Nadat dit was gezegd, verdween Zij zoals bij de eerdere gelegenheden.
Donderdag 8 mei 1986 (Bij Rosario thuis)
Tijdens het middageten vertrouwde ik alles aan mijn ouders toe, die het niet echt geloofden, vooral mijn vader. Mijn moeder had minder twijfel.
Een aantal dagen later vertelden wij het aan mijn nonkels en enkele nauwe aanverwanten. Sommigen geloofden het minder dan de anderen, maar allen beloofden ze om aanwezig te zijn bij de gebeurtenis van 11 mei. Wij nodigden ook enkele neven uit: allen beloofden er met niemand over te spreken, omdat Onze Lieve Vrouw had gezegd: "God werkt in stilte."
Verschijning 1: 11 mei 1986: Onze Lieve Heer Hemelvaart [aan de rots van Belpasso]
Het was 12.30 uur en mijn drie neven en Ik gingen naar de plaats waar Onze Lieve Vrouw had beloofd waar ik Haar zou zien. Eenmaal buiten de poort van onze villa, gingen wij naar het aanpalende woud. Het pad dat we volgden draaide lichtjes naar links en zo kwamen we terug op de plaats waar we vertrokken waren. Ik keek rond, omdat het nutteloos was om dit pad nogmaals te volgen. Toen zag ik ver weg een mooie rots, die er verschillend in vorm en kleur uitzag dan de andere rotsen, zelfs haar ligging was bijzonder. Nu was ik er zeker van dat dit de plaats van de verschijning zou zijn. Ik begon de helling af te lopen die op de hoofdstraat uitkwam. Mijn neven volgden mij. Wij staken de straat heel voorzichtig over (mijn neefjes waren nog er jong) en aan de andere kant van de straat zat we een groot rotsachtig gebied. We wandelden verder door, deze keer door de struiken. Iets dat we niet hadden verwacht was dat het pad recht door het gebied ging en ons leidde naar een open plaats, waar we in het midden een mooie kubusvormige rots zagen. Toen we ginds aankwamen, zetten we ons neer en begonnen we te wachten.
Ondertussen waren mijn ouders en nonkels thuis gebleven en keken ze van op het balkon toe waar we heen gingen. Ze begrepen dat we de plaats hadden gevonden die Onze Lieve Vrouw had uitgekozen. En zo besloten ze om er ook heen te gaan. Allen begonnen we samen te bidden. Het was nu middag en de hemel was prachtig blauw. Ik zag hoe een witte wolk ons traag naderde, neerdaalde en halt hield heel dichtbij de rots. Toen begon de wolk zich te ontvouwen. Ze plooide open als een bloem en straalde de reeds het sterke licht uit dat ik thuis reeds had waargenomen. Toen zag ik een mooie dame, gekleed in het wit. Op Haar hoofd droeg ze een witte mantel met een gouden boord, met daaronder een witte sluier die ook was afgezet met een gouden boord. Zij droeg de kraaltjes van de Rozenkrans in Haar gevouwen handen (later, op 18 juni zag ik Haar met open, uitgestrekte armen en kon ik Haar Onbevlekte Hart zien).
De witte Dame zei:
"Ik zegen u, mijn kinderen. Versterk uw geloof door altijd, maar boven alles met een oprecht hart, deel te nemen aan de Heilige Mis. Het geloof is een vrucht die nooit vergaat. De Kerk en het Geloof moeten uw geschenk zijn voor de toekomstige Kerk. Hoe minder u gelooft, hoe meer u zult lijden. Bid steeds meer en met geheel uw hart. Lees dikwijls de Heilige Bijbel en u zult vele dingen begrijpen over het Heilige Leven en de Heilige Vrees voor God. Goede daden zijn inderdaad nodig, maar uw kennis ontwikkelen evenzeer. Wees nederig in uw gedachten: God zegent nederigheid. Heb steeds de Heer in uw gedachten, op elk moment. Zijn aanwezigheid zal u de sterkte verlenen en het u mogelijk maken om uw weg te vervolgen en de nodige gezondheid te bekomen voor uw ziel en uw lichaam. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Ik zal terugkeren binnen 7 dagen."
Na een poos begon de wolk zich te sluiten en naar de Hemel te stijgen.
Onze Lieve Vrouw verdween.
Verschijning 2: 18 mei 1986 [aan de rots van Belpasso]
"Ik ben met u, Mijn kinderen. Ik bevind Mij onder u. Sta Mij toe om u opnieuw het volgende te zeggen: u bidt zo weinig tot de engelen. U vraagt hen zo weinig om hun hulp en nochtans doen ze veel voor u. Zij strijden tegen het kwade. Bid tot het legioen van engelen en tot de Heer Jezus om te vechten tegen het kwade. Vertel iedereen om op dit gebed te bidden:
Legioenen van perfecte wezens van God: Engelen, Aartsengelen, Cherubijnen, Serafijnen, Prinsen en Engelse krachten, in al uw licht en luister met Onze Heer aan het hoofd, bestrijd het kwade dat ons zo dikwijls bedreigt. Meest volmaakte wezens, wezens van goedheid, bescherm de mensheid van de kwade.
Vele zielen bevinden zich niet in staat van genade voor God. De zieken weigeren de laatste sacramenten bij de dood. Ik schenk u een troostgevend gebed voor hen, om hen te helpen om in Gods genade te komen:
Dag en nacht geloof ik in U Dag en nacht aanbid ik U Dag en nacht hoop ik op U Dag en nacht hou ik van U Dag en nacht bid ik tot U O Jezus, red mij, neem mij, in al Uw liefde, tot U.
Het ontvangen van de Heilige Communie voor dit gebed is noodzakelijk. Ik weet dat het in uw bedoeling ligt om hier op een dag een kapel op te richten. Ik zou het waarderen om dit in eenheid met de gelovigen doen. Ik zegen u in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest."
Rosario: "Heilige Maagd, komt u terug?" Maria: "Ik zal op de eerste dag van de volgende maand terugkomen."
Rosario: "Heilige Maagd, mijn moeder heeft gevraagd of U mij wilt genezen." Maria: "Binnen de maand zult u genezen zijn. Ik zal u vertellen wie ik ben en ik zal u iets onthullen."
Verschijning 3: 1 juni 1986 [aan de rots van Belpasso]
"Mijn liefde is met u en in u, Mijn kinderen. De Heilige Geest, het geschenk van de Heer zal u door uw gebed over u verspreiden en u vergezellen, u helpen, leiden en u in alles wat nodig is onderrichten. Hij zal uw leiden licht zijn, uw vuurtoren voor uw ogen, de onthuller van de waarheid en de liefde, de spiegel van de onbegrensde rechtvaardigheid, de weg naar de redding, de ark van liefde, de brug naar het eeuwige leven. Bedank de Heilige Geest, nu en altijd, om u, eenvoudig door Hem te aanroepen, toe te laten om de rechte weg te kiezen en in de andere, uw buren, Jezus, uw Heer en Meester te zien. Hij die de redding, de waarheid en de liefde verspreid."
Rosario: "Heilige Maagd, wanneer zult u terugkomen?" Maria: "Ik zal de volgende zondag komen. Ga door met bidden, bid veel, vertrouw op mij. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Onthoud dat ik altijd bij u ben."
Verschijning 4: 8 juni 1986 [aan de rots van Belpasso]
"Mijn kinderen, Ik ben gelukkig met uw gebeden en dit is ook zo voor Mijn Zoon Jezus, die u zal redden als u doorgaat met lief te hebben wat goed is. Onthoud dat er ook andere mensen zijn. Het zou goed zijn om voor hen te bidden, maar dat is niet genoeg: moedig hen aan om te bidden, omdat God in het gebed is. Praat ook tot de Heilige Drievuldigheid: het zijn drie gescheiden personen, maar in één eenheid.
Hij leeft in de liefde: God is de drager, de redder en de gever.
Hij draagt: Hij brengt Zijn boodschap van liefde tot u, door u Zijn liefde te schenken.
Hij redt: Hij redt u door middel van Zijn Zoon Jezus.
Hij geeft: Hij schenkt u, door middel van de Heilige Geest, Zijn zeven Heilige Gaven. Denk na over de wonderen van Jezus, de volmaaktheid van het universum: en in al deze grootsheid zal u God vinden ... de God van liefde.
Heel dikwijls vergeet u dat wat zich rondom u begeeft door God is geschonken. Wij zijn allemaal zijn schepselen. Ik dank Hem voor uw welzijn, want u vergeet om dit te doen en dit gebeurt te vaak. Wees niet bevreesd, omdat Hij, in Zijn onmetelijke goedheid, u vergeeft, omdat Hij weet dat uw liefde onvolmaakt is."
Rosario: "Heilige Maagd, zult u komen op de achttiende van deze maand?" Maria: "Ik zal komen en u een aantal zaken onthullen. Mijn lieve kinderen, doe uw opperste best in het gebed tijdens deze maand. Bid en neem deel aan de Heilige Mis. De Heilige Communie is belangrijk en staat u toe om het voedsel van het eeuwige leven te ontvangen. Ik zegen u in de naam van de Vader en de zoon en de Heilige Geest. Amen."
Dinsdag 17 juni 1986: thuis.
Tijdens deze laatste dagen steeg mijn lichaamstemperatuur meer dan gewoonlijk, tot 38 graden. Ik moest in bed blijven en mijn ouders verloren bijna het geloof in de woorden van Onze Lieve Vrouw over mijn gezondheid.
Ik was wakker van tien uur tot middernacht en mijn temperatuur bleef constant op 38 graden. Ik voelde een enorme hitte en zweette enorm. Daarna ging mijn temperatuur naar beneden. Tegen vijf uur s ochtends [s anderendaags, 18 juni dus], namen mijn steeds verdeelde ouders opnieuw mijn temperatuur.
Ik beschuldigde hen ervan dat hun geloof te klein was. Mijn temperatuur was gezakt tot 36,4 graden. Dit was een teken voor iedereen en toen ik, na geslapen te hebben, opstond, was mijn gezondheid heel goed. Ik was klaar om naar Onze Lieve Vrouw te gaan. Deze keer vooral om Haar te bedanken.
Verschijning 5: 18 juni 1986 [aan de rots van Belpasso]
"Mijn lieve kinderen, Ik ben gelukkig vanwege uw gebeden. Zij zijn zo nuttig voor uw zielen. Ga door met het bidden voor de bekering van de wereld. Dit is wat ik tot de wereld zeg: bekeer u in de naam van Jezus. Het is reeds te laat nu. Er is geen tijd meer om zorg te dragen voor het lichaam. Denk aan de zuivering van uw zielen en bezoek Jezus in de Heilige Eucharistie: Hij is uw redding. Vele mensen beledigen de Heer omwille van hun oppervlakkigheid en drang naar hoogmoed. Wie is zoals God? Niemand is zoals God! De mensen met een klein geloof en de ongelovigen moeten opletten: het echte paradijselijke leven is in de Hemel. Denk niet dat God niet bestaat! God is er altijd geweest en zal er altijd zijn, voor eeuwig, en Hij heeft u geschapen uit liefde, genade en goedheid. Vereer Hem dus, prijs Hem en loof Hem, bid tot Hem om u de genade te schenken van het genot van de eeuwig beloning, en beloof Hem geloof, nederigheid en gebed. Doe dit in Zijn naam en voor zijn grotere Eer.
Rosario: "Heilige Maagd, Ik dank u om mij te hebben genezen." Maria: "Lijden is zoals doornen, maar als u het schenk aan Jezus worden het rozen. Het is niet nodig om te mopperen, omdat Jezus meer heeft geleden dan iemand anders, en Hij klaagde zo weinig. Jezus schenkt u Zijn liefde wanneer u hem uw vernederingen opdraagt. Jezus schenk u Zijn liefde wanneer u hem uw beledigingen opdraagt. Offer al het slechte dat u ontmoet op aan Jezus en vertel Hem dat het voor het belang van Zijn liefde is die u ontvangt en dat u het opoffert aan Hem voor de bekering van de zondaars, en dat u in Hem troost vindt."
Rosario: "Heilige Maagd, u heeft beloofd dat u mij sommige zaken zou onthullen. Onder welke titel stelt U Uzelf voor?" Maria: "Ik ben de Koningin van de Vrede en Ik wens om Mijn liefde aan de wereld te onthullen. Waarlijk kan ik u geen tapijt van rozen beloven in deze wereld."
Toen deze woorden waren gezegd, ontvouwde Onze Lieve Vrouw Haar handen en strekt Haar rechterarm voorwaarts, met de Rozenkrans in de hand, alsof Zij ons uitnodigde tot het gebed, terwijl Zij de linkerhand lichtjes draaide als een teken van bescherming. Vanuit het midden van de borst van Onze Lieve Vrouw kwam er een grote straal, en toen zag ik Haar Hart, omgeven door vele doornen, in elkaar gestrengeld zoals bij een struik. Ik werd geabsorbeerd in dat licht en in kon mij bezinnen over de liefde van de Maagd.
"Volgende week is het Mijn Feest. Vertrouw op Mijn Onbevlekte Hart dat u nooit zal verlaten. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest."
Rosario: 'Heilige Maagd, wanneer komt u terug?" Maria: "Ik kom terug op de eerste dag van de volgende maand ... nu moet ik gaan."
Verschijning 6: 1 juli 1986 [aan de rots van Belpasso]
Boodschap van Onze Lieve Vrouw
Ik ben dicht bij u, Mijn kinderen. Laat uw ziel de Heer verheerlijken. Loof zijn prachtige schepping. Ik breng u de vrede van de Heer. Vrede zij met u, en laat door u de vrede naar de wereld uitstralen. Laat deze uitstralen naar de harten van alle menselijke wezens. Bid zodat aan de wereld de gave van de liefde zou worden geschonken en dat de liefde altijd zou regeren volgens de wens van de Heilige Drievuldigheid. Laat de Heilige Engelen komen, regeren en het slechte overwinnen. Zo zal het slechte verdwijnen. Maar het gebed blijft nodig. Ga door met het bidden van de Rozenkrans. Offer steeds uw lijden op aan God. Uw lijden opofferen betekent genade en het waardig zijn voor de redding. Het betekent dichter tot God komen en u met Hem verzoenen. Ik zegen u nu en voor altijd in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Laat Gods Liefde en Vrede steeds met u zijn.
Rosario: Heilige Maagd, wanneer komt U terug? Maria: Over een week kom Ik terug.
Verschijning 7: 8 juli 1986 [aan de rots van Belpasso]
Vandaag merk ik op dat Onze Lieve Vrouw bedroefd is en tranen in Haar ogen heeft.
Rosario: Waarom weent U? Maria: Ik ween omdat Mijn Zoon weent. Ik ween omdat Mijn kinderen de vijand van mijn Zoon volgen. De mensen hebben geen aandacht voor het bloed van Mijn Zoon aan het Kruis. Wie ook in zonde leeft en wenst genade en vergiffenis te verkrijgen van Zijn Redder, moet berouw hebben en om de vergeving vragen van zijn zonden bij de dienaars van de Heer (priesters). Aanhoor mijn boodschappen van liefde, die net enkel in het Evangelie worden gelezen, maar ook van het Kruis. Vertel Hem dat u niet doof blijft aan Zijn oproep. Ik wens dat u vele en vele Onze Vaders bidt. Ik wens u naar de redding te leiden. Vertrouw op mij en ren in Mij armen, omdat Ik u onmiddellijk tot God breng. Maak van uzelf dienaren van de Heer en vertel Hem te doen wat Hij ook wenst. Hij is gelukkig met de liefde van Zijn volk. Wees zijn apostelen.
Ik wens u dit gebed te geven voor de priesters, die heel grote apostelen zijn. Ik ben de Moeder van de Kerk en de Koningin van de biechtvaders van het Geloof. Daarom is het ook gepast dat ik hen als Moeder help.
Hier is uw dienaar, hier is mijn liefde. Hier is uw uitdrager, diegenen die U naar de anderen brengt. Hier is de vrede dat ik u wens de brengen. Hier is het licht, het licht van de liefde. Hier is de liefde die ik U wil schenken. Hier is uw apostel, de dienaar van elk moment, van God de Almachtige Vader. Kijk, ik draag Jezus in mijn hart. Ik wens vele anderen naar Jezus toe te brengen. Hier is de uitdrager van de Goddelijke Liefde, Jezus, schenk mij Uw licht langs mijn lange weg.
Ik zegen u, nu en altijd, in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. De liefde en de vrede van de Heer, Onze God zal steeds bij u zijn, en laat deze voor altijd bij u zijn, door Christus, onze Heer. Dat de Heilige Geest alle priesters mag verlichten."
Rosario: Heilige Maagd, zult U blijven komen,. En zult U opnieuw komen? Maria: Ik zal binnen de tien dagen terugkeren. Bid en vertrouw steeds op Mij, in Mijn Hart en in Jezus Zijn meest Heilige Hart.
Verschijning 8: 18 juli 1986 [aan de rots van Belpasso]
Ook deze keer is Onze Lieve Vrouw bedroefd en heeft Zij tranen in de ogen.
Boodschap van Onze Lieve Vrouw
Ik ween samen met Mijn Zoon. Hoe kan ik Hem opbeuren in Zijn verdriet? Jezus lijdt nog steeds omwille van Zijn liefde voor u, maar wat doet u tot voor Zijn wil, als u hem liefheeft? Ik ben bedroefd en ween voor de arme mensheid, voor Mijn lieve Zoon Jezus die nog steeds wordt beledigd. Wat vragen wij? Niets, behalve broederlijke liefde. Er vallen geen prijzen te winnen, maar de beloning van een vrede- en vreugdvol leven is de redding van de ziel. De Verlosser weent en zal blijven wenen omwille van uw zonden, omdat u zo weinig geeft om het goede, maar zo veel om het kwade. Geef niet zoveel om uw lichamelijk welzijn, maar probeer in de plaats hiervan vooruitgang te maken in uw geestelijk leven.
Rosario: Heilige Maagd, ween niet, spreek tot de mensheid over Uw liefde. Maria: Mijn liefde is een liefde die in u leeft. Ik hou zoveel van u en wens dat u elke kleine of grote daad van liefde zo opdragen aan Jezus omwille van Zijn eer. Wij vragen zo weining, zolang het maar liefde is en totale verlatenheid op Ons. U bent vrij om te kiezen, Ik nodig u enkel uit naar het rechte en nauwe pad. God houdt zoveel van u, maar u begrijpt Hem niet. God is almachtig, God is vriendelijkheid, God is barmhartigheid, maar Hij komt niet altijd tussen op aarde, zo niet zou u niet vrij zijn, maar zou u onder voorwaarden moeten leven en gedwongen zijn om Hem te gehoorzamen. Hij wenst zielen voor zich te winnen doe in volle vrijheid voor Hem hebben gekozen. Ik ben enkel gekomen om u te helpen: Ik ben uw Moeder. Wees steeds voorzichtig om de verleiding te vermijden en vecht tegen het slechte in de naam van God, zodat Hij verheerlijkt wordt en als winnaar over het slechte kan worden uitgeroepen. Ik wens zo graag dat u uw gebeden verdubbeld tijdens deze dagen, voor de vrede in de wereld en voor de zending van de dienaars van God [priesters], opdat zij zouden worden verlicht door de Heilige Geest. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.
Rosario: "Heilige Maagd, wanneer zult u terugkomen?" Maria: "Ik zal niet de eerste dag van de volgende maand komen, maar van de daaropvolgende maand. Ga en leef volgens mijn liefde."
Verschijning 9: 1 september 1986 [aan de rots van Belpasso]
Boodschap van Onze Lieve Vrouw
Mijn kinderen, dat God met u mag zijn en laat God steeds bij hen zijn die Hem nog niet in zich dragen. Hij die God niet in zich draagt, heeft een er een grote nood aan om Hem te bezitten. Zonder God is er niets om naar uit te kijken in deze wereld en naar Onze Wereld te brengen: omdat er zich zonder de liefde van de Heilige Geest niets bevindt in de mensen. Hij die uitkijkt naar de wereldse waarden zou moeten weten dat hij op het einde niets met zich kan meenemen: enkel zijn ziel zal tellen en enkel zijn ziel zal worden beoordeeld. Vergeet niet dat alles wat u doet, het goede en het slechte, zal worden afgewogen.
Rosario: "Heilige Maagd, is er iets dat u van ons verlangt?" Maria: Ik verlang dat u zou vragen naar de gaven van de Heilige Geest. Ik zal u het belang van deze gaven uitleggen, zodat u er beter gebruik kunt van maken. Er zijn zeven gaven van de Heilige Geest, maar deze onthullen andere gaven die evenzeer belangrijk zijn:
Wijsheid
Inzicht
Raadgeving
Vastberadenheid
Kennis
Vroomheid
Heilige Angst voor God
De eerste drie gaven zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden:
Wijsheid vindt haar oorsprong in de Heilige Bijbel: het is de fontein van de waarheid, een geschenk van God. Alles wat u wenst te weten over Gods wens voor Zijn kinderen, zult u verkrijgen door de Heilige Geest.
Inzicht: velen denken dat zij het bezitten; maar in de waarheid kan enkel de Heilige Geest deze gave opwekken en maak er Zijn wil van, een wil van liefde.
Raadgeving is een gevolg van de eerste twee gaven, alles wat u in u hebt door middel van de Heilige Geest zal de raadgeving zijn die u door God wordt ingegeven.
Herinner u er zich altijd aan om de Heilige Geest te aanroepen. Bezin u over mijn woorden en uw ogen zullen worden geopend. Ik zal u leiden naar de weg van de liefde. Ik zal u lieden met een schitterend licht, en ik zal u brengen naar het prachtige huis: dat van de Heer. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest ... Nu moet Ik gaan."
Rosario: "Heilige Maagd? Gaat u blijven komen? En wanneer zult u terugkomen? Maria: "Ik zal binnen de vijf dagen komen. Probeer u harten te openen voor Mij lieve Zoon Jezus en ontvang Hem in de Heilige Communie. Zuiver u en maakt steeds deel uit van Zijn kudde. Zijn Meest Heilige Hart brandt voor u. Wees zijn waardige soldaten in de strijd tegen het kwade."
Verschijning 10: 6 september 1986 [aan de rots van Belpasso]
Boodschap van Onze Lieve Vrouw
"Mijn kinderen, vrede zij met u. De mensheid moet de wrok en de haat uit de harten halen. Mijn liefde zal vrede brengen tot uw harten. Vrede is de weg voor een vlugger smelten van deze harten die nu verhard zijn door wrok en haat. Ik wens nog enig licht te werpen op de resterende gaven van de Heilige Geest. Vastberadenheid en Kennis volgen elkaar op.
Vastberadenheid: morele sterkte is de gave die u toelaat om het lijden te dragen met onderbouwde vroomheid.
Kennis is de samenvoeging van al deze gaven, het licht voor de twijfelaars.
Vroomheid draagt geloof en vriendelijkheid over en is boven alles de zendelingen nabij: het verspreidt gebeden.
Als de Heilige Gaven van de Heilige Geest niet worden uitgestraald door de Heilige Vrees voor God, hebben zij geen waarde.
De Heilige Vrees voor God is de eerbied voor de Meest Heilige Drievuldigheid, omdat het de Vader is die U liefheeft en dit bij wijze van Zijn Zoon die u redt en bij wijze van de Heilige Geest die u zegent.
Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Nu moet Ik gaan."
Rosario: "Heilige Maagd, zult u terugkomen?" Maria: "Ik zal binnen twaalf dagen terugkomen."
Vertaling: Chris De Bodt
Verschijning 11: 18 september 1986 [aan de rots van Belpasso]
"Mijn kinderen, vandaag wens ik u aan het lijden te herinneren: schenk het tot bekering van de arme zondaars. Ik nodig u uit om uw naaste niet te oordelen, want er bestaat maar één oordeel. God is oneindige gerechtigheid. Ik wens dat niemand zou zeggen dat hij nooit gezondigd heeft, want door dit te zeggen maakt hij vergissingen en zondigt hij daardoor. Denk aan de parabel met de Farizeeërs en de tollenaar, in verband hiermee."
Rosario: "Heilige Maagd, mag ik een vraag stellen? Wat is de Hemel?" Maria: "Het is onmogelijk om iets te omschrijven dat niet tot deze wereld behoort. De liefde in de Hemel is onmetelijk. Oneindig is de liefde van God.
Jezus zoekt de zondaars en nodigt hen uit en aanvaardt hen zolang ze maar berouw hebben, zodat Hij Zijn vergiffenis kan schenken. Zijn Hart staat voor iedereen open, zodat iedereen Zijn liefde kan kennen. Ik wens de mensheid de weg naar de hemel aan te wijzen, in de volmaakte liefde van de Heer.
De vrede komt voort uit de liefde. Leer elkaar lief te hebben, maar, boven alles, vergeef elkaar en heb kinderharten zodat u waardig bent voor God: geef liefde, liefde, liefde altijd liefde aan God.
Rosario: Heilige Maagd, wenst U nog iets ander van ons? Maria: Ik wens dat u doorgaat met het bidden van de Rozenkrans en dat het Heilige Evangelie, het Woord van God, dikwijls zou worden gelezen. Ik wens dat het in uw geesten staat ingedrukt, dat het uw woord zou worden, boven alles, dat het geschreven staat in uw harten ... nu moet Ik gaan."
Rosario: Heilige Maagd, zult U blijven komen? Maria: Ik zal blijven komen.
Rosario: En wanneer zult U opnieuw komen? Maria: Ik zal de volgende maand niet komen, maar de maand daarop, voor het Feest van Christus Koning. U moet niet zoveel mensen meebrengen als de andere keren en ook niet dat wat u gewoonlijk meebrengt [een kleine bandopnemer]. U mag iemand vertellen over mijn verschijningen, zolang hij gelooft. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Laat de Vader in uw geesten heersen, de Zoon in uw harten en de Heilige Geest in uw zielen.
Verschijning 12: 23 november 1986: Feest van Christus Koning [aan de rots van Belpasso]
Na wat de Heilige Maagd de vorige maand aan Rosario had gevraagd, was dit de eerste maal dan er, buiten de aanverwanten van de jongen, weinig mensen de verschijning bijwoonden. Op het einde van de verschijning bewoog Rosario zich bedroefd heen en weer. De Heilige Maagd had hem een visioen laten zien dat hij voor enige tijd moest geheim houden, tezamen met de boodschap. Het was om deze reden dat de Heilige Maagd aan Rosario had bevolen niet alles mee te brengen dat hij gewoonlijk bij zich had [een kleine bandopnemer, waarop Rosario de boodschappen, die hij hoorde, opnam].
Boodschap van Onze Lieve Vrouw
"Mijn kinderen, vandaag nodig Ik u uit om Jezus Christus en Zijn woorden in uw harten toe te laten, omdat er vrede regeert waar de Heer regeert. Uw families moet een kleine oase van vrede zijn, een klein teken van de komende toekomst van het Rijk van de Jezus Christus. Maar Jezus komst zal er komen door Mij. Mijn hart zal zegevieren en dan zal er een grote en uiteindelijke overwinning zijn van het Hart van Jezus. Treed daarom, u die werkelijk Mijn kinderen bent, binnen in het veilige onderkomen van Mijn Hart.
De wereld stroomt over van onrechtvaardigheid, met onderdrukking en zonde. De landen van de wereld hangen af van twee supermachten, maar ze zijn allen verkeerd. In Amerika en in de landen die er van afhangen heerst er te veel liberalisme die de zonde toelaat. De onverschilligheid tegenover de noodlijdenden die sterven van de honger en de tegenspoed is een noodzakelijk iets geworden. In Rusland en de staten die ervan afhangen, is er te veel tegenwerking, honger en vervolging tegen de Kerk, en dit alles heeft de mens bijna verlaagd tot het niveau van een onbetekenend dier. Hoeveel doornen zijn er toegebracht aan Mijn hart, en hoe vele andere kwellen Mij nog steeds door hun foute leer die ze over de hele wereld hebben verspreid.
Alle landen moeten voorzichtig zijn, omdat de machtige hand van God op hen kan vallen. Daarom wens ik dat niet alleen Rusland zich bekeerd en wordt toegewijd aan Mijn Onbevlekte Hart [dit zal spoedig gebeuren], maar ook dat Amerika zich bekeerd. Dat de heerschappij van de Heer Jezus Christus spoedig mag komen en een periode van gerechtigheid, vrede en naastenliefde brengt."
De handen van de Heilige Maagd, in gebed verzonken, zonden een straal uit van een soort intens licht, door dewelke aan Rosario een bepaald visioen over de wreedheid van de zonden van de hoogmoed en de arrogantie toonde: "Hier ligt de oorsprong van alle andere zonden, en deze die de Heilige Harten van Jezus en Maria het meeste bedroeven. Herhaal niet alles wat u hebt gezien en gehoord. Doe dit enkel wanneer er u gevraagd wordt om dit te onthullen. Herinner u Mijn woorden. Dat de Heilige Schrift, het Woord van God in uw geesten mag zijn en boven alles in uw geesten staat geschreven."
Rosario: Heilige Maagd, wenst U iets anders van ons? Maria: Neen, niets anders voor vandaag. Ga en leef volgens het Evangelie door goed te doen. Mijn zegen is met u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. De Vader in uw geesten, de Zoon in uw harten en de Heilige Geest in uw zielen ... nu moet ik gaan."
Rosario: Heilige Maagd, zult U blijven komen? En wanneer zult u terugkomen? Maria: Ik zal komen op de eerste dag van de volgende maand. Kom enkel met uw moeder en breng niemand anders mee. U zult samen met Mij de Rozenkrans bidden.
Verschijning 13: 1 december 1986 [aan de rots van Belpasso]
Onze Lieve Vrouw nodigde mij uit om samen met Haar de Rozenkrans te bidden. Ik ging akkoord. Onze Lieve Vrouw begon met het kruisteken. Zij hield het kruis van de Rozenkrans met Haar rechterhand op Haar Onbevlekte Hart, terwijl Zij de kraaltjes telde met Haar linkerhand.
Rosario: O God, kom en red mij, spoed U om mij te helpen. Maria: Glorie zij de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, zoals het was in het begin en altijd en in alle eeuwen der eeuwen. Amen. Het eerste glorierijke mysterie: De Engel Gabriel kondigde Mij aan dat ik een Zoon zou ontvangen door de kracht van de Heilige Geest. Onze Lieve Vrouw bidt het eerste gedeelte van het Onze Vader, Rosario het tweede gedeelte.
Rosario: Tien Weesgegroetjes Maria: Glorie zij de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, zoals het was in het begin en altijd en in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
Rosario: O mijn Jezus, vergeef ons onze zonden. Maria: Het tweede glorierijke mysterie: Ik bezocht de Heilige Elizabeth. Onze Lieve Vrouw bidt het eerste gedeelte van het Onze Vader, Rosario het tweede gedeelte.
Rosario: Tien Weesgegroetjes Maria: Glorie zij de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, zoals het was in het begin en altijd en in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
Rosario: O mijn Jezus, vergeef ons onze zonden. Maria: Het derde glorierijke mysterie: Jezus werd geboren, en het Woord werd vlees en verbleef in ons midden. Onze Lieve Vrouw bidt het eerste gedeelte van het Onze Vader, Rosario het tweede gedeelte.
Rosario: Tien Weesgegroetjes Maria: Glorie zij de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, zoals het was in het begin en altijd en in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
Rosario: O mijn Jezus, vergeef ons onze zonden. Maria: Het vierde glorierijke mysterie: Ik ging met Jezus naar de tempel. Een profeet kondigde mij aan dat een zwaard mij hart zou doorboren. Onze Lieve Vrouw bidt het eerste gedeelte van het Onze Vader, Rosario het tweede gedeelte.
Rosario: Tien Weesgegroetjes Maria: Glorie zij de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, zoals het was in het begin en altijd en in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
Rosario: O mijn Jezus, vergeef ons onze zonden. Maria: Het vijfde glorierijke mysterie: Na drie dagen zoeken vond ik Jezus tussen de wetsdienaars. Onze Lieve Vrouw bidt het eerste gedeelte van het Onze Vader, Rosario het tweede gedeelte.
Rosario: Tien Weesgegroetjes Maria: Glorie zij de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, zoals het was in het begin en altijd en in alle eeuwen der eeuwen. Amen.
Rosario: O mijn Jezus, vergeef ons onze zonden. 1 x Onze Vader, 1 x Weesgegroet en 1 x Glorie zij de vader. Heil, Heilige Koningin. Opzeggen van de Litanie van Loreto. Heilige Maria, Ik dank u voor dit prachtige bidden van de Rozenkrans. Maria: Dit zal het laatste van onze regelmatige bezoeken zijn.
Rosario: Heilige Maagd, zult u blijven komen? Maria: Ik zal blijven komen.
Rosario: En wanneer zult u terugkomen? Maria: Ik zal binnen een week komen. Op die dag zult u niet alleen zijn. Ik zal minder regelmatig komen en ik zal aan het volk van God de weg van de liefde verkondigen.
Verschijning 14: 8 december 1986: Feest van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria [aan de rots van Belpasso]
Onze Lieve Vrouw gaf hem opnieuw de toelating dat andere mensen aanwezig mochten zijn, maar de ziener schreef de boodschap pas lange tijd daarna neer, om stilt e houden wat de Moeder van de Heer hem persoonlijk had gevraagd en wat hem was onthuld in een visioen. Beide zaken gaan over het medeaandeel in het verlossende lijden van Jezus voor de redding van de zondaars, ten voordele van de Kerk en voor het goede en de missie van de Kerk zelf.
"Mijn kinderen, ik heb u tezamen gebracht op deze plaats om u eraan te herinneren om niet uzelf te verliezen in de zonde, niet toe te geven aan de verleiding dat u gebonden houdt aan uw menselijke onbeduidendheid. Vergeet niet dat Jezus Zelf het Kruis droeg voor de aflossing van de zonden van de wereld en om u te redden. Vraag uzelf in het binnenste van uw hart af hoe u Jezus voor zon grote opoffering kunt bedanken. De Heer is trouw aan zijn gelofte, terwijl u wordt afgeleid en dit vergeet. U herinnert zich dit enkel bij ogenblikken van grote nood of bij uw laatste minuut. Heel dikwijls wordt Jezus alleen overgelaten en bijna vergeten in sommige tabernakels van het altaar.
Maar Hij, in Zijn oneindige genade, belooft bijstand op het ogenblik van de dood, door middel van de Heilige Sacramenten, tot eenieder die, gedurende negen opeenvolgende maanden, te biechten gaat en de Heilige Communie ontvangt. Ik wens dat al Mijn kinderen met Mij naar de Hemel gaan en zo beloof ik ook om hen bijstand te verlenen die, gedurende vijf opeenvolgende maanden, op de eerste zaterdag van de maand te biechten gaan en de Heilige Communie ontvangen, de Rozenkrans bidt en Mij gedurende een kwartier tot een uur gezelschap houdt door na te denken over de vijftien mysteries van de Rozenkrans, met als doen om Mij herstel te offeren. Vast voor de bekering van de zondaars en als een teken van boete. Dat de Heilig Evangelie, het Woord van God, in uw geesten mag zijn, maar boven alles in uw harten zijn geschreven."
Rosario: Heilige Moeder, wenst U iets anders van ons? Maria: Bent u bereid om uzelf op te offeren aan God, met geloof alles te aanvaarden wat Hij toelaat dat u overkomt tot Zijn eer en voor de redding van de zondaars?
Rosario: Ja
Hierop onthult de Witte Dame, met de handen gevouwen tot gebed, in een hel sterk licht een bepaald visioen tot de jongeman. Hierop zegt Maria: "Vertrouw uw leven toe aan het Heilig Hart van Jezus en Mijn Onbevlekte Hart. Vertrouw uw families toe aab Onze Harten, want Zij brengen vrede aan de zielen. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. De Vader in uw gedachten, de Zoon in uw harten en de Heilige Geest in uw zielen ... nu moet ik gaan."
Rosario: Heilige Maagd, zult u blijven komen? Maria: Ik zal blijven komen.
Rosario: En wanneer zult u terugkomen? Maria: Ik zal komen op de eerste dag van de volgende maand.
Verschijning 15: 1 januari 1987 [aan de rots van Belpasso]
De mensen hebben zich reeds verzameld rond Rosario. Ongeveer een duizendtal mensen zijn gekomen om te aanschouwen wat er gebeurt en waren aanwezig bij de verschijning. Na het ontvangen van de boodschap, schreven de jongeren de boodschap neer op papier en werd deze, door middel van fotokopijen, verspreid. De Heilige Maagd stelde zichzelf voor als de "Koningin van de Vrede," en vroeg om bekering en liefde tot God.
Boodschap van Onze Lieve Vrouw
Ik ben de "Regina della Pace", Regina Pacis, Kralice Mira, Reine de la Paix, Queen of Peace, Königin des Friedens: Ik ben Maria, de Moeder van God. Ik wens dat u Mijn hart binnentreedt met grote nederigheid en heel veel liefde. Ik wens dat u elke dag de Rozenkrans bidt, Ik wens dat u de Heilige Communie ontvangt en te biechten gaat, om zo meer waardig de liefde van Christus te kunnen ontvangen. Groot is het verdriet van Mijn Zoon, omdat dit nieuwe jaar net zo zal beginnen als de andere. Er zullen meer zonden zijn en meer vergrijpen tegen de Kerk. Laat de Heilige Vader niet nog meer zou worden beledigd, want Hij wordt reeds verschrikkelijk beledigd, maar, boven alles, wordt Jezus gemarteld door de zonden van de wereld. Offer een herstel met uw gebeden, maar offer deze met uw hele hart en met hoop in God, met de hoop op Zijn komst.
Zegen de Heilige Drievuldigheid nu en voor altijd, de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, voor het verspreiden van de liefde en de vrede in uw harten. Ik vraag steeds om uw trouw tot Mijn Hart en voor de bekering van de wereld en dat, boven alles, de wereld zou worden toegewijd aan het Meest Heilige Hart van Mijn Zoon en aan Mijn Hart: enkel onze liefde zal u vrede brengen.
Offer dikwijls een gebed voor de Heilige wonden van Jezus, omdat Hij u, met Zijn opoffering op het Kruis, een ander leven heeft geschonken. Hij heeft u het leven geschonken, het enige eeuwige leven. Jezus vraagt om uw liefde en komt met genade. Hij die zijn genade niet wenst, zal Hem ontmoeten als een rechter. Draag steeds liefde in uw harten en wees steeds waardiger voor het Heilig Hart van Jezus. Neem het woord van het Evangelie mee naar de straten, binnen uw families en over de hele wereld, omdat het enige licht, het enige leven en de enige weg Mijn Zoon is, de Verlosser, de Redder. Hij overwint de krachten van de hel voor eeuwig en altijd. Daarnaast wil Ik u herinneren om de Heilige Geest te aanroepen, omdat het goed is dat iedere mens een gelovige gezel zou hebben, een spirituele gezel die u het leven van het geest in de liefde van Christus kan geven. Luister naar mij, want Ik ben uw Moeder en ik weet dat u Hem zo weinig aanroept. Ik zal enkel vrede verlenen aan de mensheid wanneer de overwinning van Mijn Hart en dat van Mijn Zoon er komt. Dat het Woord van het Heilig Evangelie, van de Vader, van de Zoon en van de Heilige Geest, steeds in uw gedachten en in uw woorden mag zijn, maar dat het boven alles in uw harten staat geschreven.
Rosario: Heilige Maagd, zult u blijven komen? Maria: Ik zal blijven komen en Ik doe dit voor u allen, om zo Mijn liefste kinderen te kunnen redden.
Rosario: En wanneer zult u terugkomen? Maria: Ik zal komen op de eerste dag van de volgende maand.
Rosario stelt enkele persoonlijke vragen aan Onze Lieve Vrouw en vraagt Haar om een teken te geven. Maria: Ik zal een teken geven als bewijs van mijn verschijningen. Dat u altijd mag gezegend zijn in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Dat de Vader steeds in uw gedachten mag zijn, de Zoon in uw harten en de Heilige Geest in uw zielen. Onthoud dat Mijn Hart zal overwinnen.
Nadat Onze Lieve Vrouw was opgestegen naar de Hemel, begon de zon te veranderen in diverse kleuren [rood, groen en blauw], maakte wendingen en weerkaatste de verschillende kleuren op de mensen en de dingen.
Verschijning 16: 1 februari 1987 [aan de rots van Belpasso]
Het nieuws van de verschijning was steeds maar amper gekend. In Belpasso zelf wisten maar weinig mensen van de gebeurtenissen. Tijdens de verschijning, precies op de middag, bevonden er zich tweeduizend mensen rond de "rots." De meerderheid kwam uit Catania en vanuit andere steden dichtbij. Velen onder hen bevestigden dat er, tijdens de ogenblikken van Rosarios dialoog met de Heilige Maagd, een golf van zilveren draden uit de zon kwam en dan de aarde rond de verschijningsplaats bedekte.
Boodschap van Onze Lieve Vrouw
Ik ben de Koningin van de Vrede: Vrede aan alle mensen van goede wil. De God van Vrede is onder u, de Zoon, de Verlosser is onder u. Glorie zij de Vader in de Hoogste Hemel: In de naam van Christus , kom Ik en breng Ik u vrede. Ik wens dat u elke dag de Rozenkrans bidt, dat u de Heilige Communie zou ontvangen, dat u zou te biechten gaan. Maak herstel tot het Heilig Hart van Mijn Zoon, die zo erg wordt beledigd. Ik kom tot u in de naam van Christus. Laat het licht van Mijn Hart weerspiegelen uit uw harten, omdat de zielen van mijn kinderen zon erge nood aan vrede hebben.
Mijn kinderen, Ik kom tot u om u de ware liefde van Christus te onderwijzen. Draag uzelf volledig op aan de heilige onderrichtingen waarmee Ik u, naar de wil van Jezus Christus, wens te bezielen. U zult uw eeuwig leven vanuit deze plaats beginnen op te bouwen. Bouw uw liefde op door in deze plaats naar Jezus, mijn lieve Zoon, te luisteren. Bouw uw eeuwige leven op omdat het in dit leven zo leeg van de liefde voor Christus. Probeer de leegheid op te vullen met uw gebeden. Luister naar Mij, Mijn kinderen. Vertrouw uzelf volledig op Mij en wees meer open voor het gebed. Wees er u van bewust dat, waar u bidt, u met God praat. U moet met het hele hart ondergedompeld zijn in het gebed: enkel op deze wijze zal God naar u luisteren.
Hel
Na een tijdje opende Onze Lieve Vrouw Haar handen, de ene naast de andere. Uit Haar handpalmen kwam er een intens licht dat voor mij neerviel op de aarde, waar ik knielde. Ik keek en zag dat de aarde openbarstte. In een soort diepe sloot zag ik een zee van vuur waarin mensen waren ondergedompeld, brandend en kermend. Hun kleur varieerde van houtskool naar brons. Er waren ook dieren, ongekende soorten, die op aarde niet bestaan. Verschrikt richtte ik mijn ogen op naar Onze Lieve Vrouw en vertelde Haar: "Heilige Maagd, redt hen!" Maar de Heilige Maagd antwoordde: "Dit zijn de zielen die zich in de hel bevinden, zij zijn diegenen die niet alleen God hebben vergeten, maar Hem hebben beledigd, onverschillig aan Jezus en Zijn Wetten."
Vagevuur
Onder de voeten van Onze Lieve Vrouw bevond er zich een wolk die zich opende. Binnenin zag ik vele zielen, gekleed in vele bruine schakeringen, van heel donkerbruin tot heel lichtbruin. Er waren grote vooruitzichten en vele gebeden, vooral smeekbeden. Heel ver weg was er een heel mooi licht. Alle zielen wilden er dichtbij komen, vooral deze die in het lichtbruin waren gekleed. Daarna sloot de wolk zich. Onze Lieve Vrouw zei: "Dit zijn de zielen in het Vagevuur, waar de meerderheid van de Christenen heengaan. Zij hebben uw gebeden nodig alvorens ze kunnen genieten van het aanschouwen van de Heer."
Hemel
Hoog boven in de licht, boven het hoofd van Onze Lieve Vrouw, zag ik vele zielen, allen gekleed in helder en vlekkeloos wit: hun gelaat straalde licht uit en ze waren vol van vreugde. Zij zongen en prezen allen Gods eer. Op die gelukkige zielen scheen er een onmetelijk licht dat van boven kwam en op hen weerspiegelde. Dat was het licht van God. Daarop verdween alles. Onze Lieve Vrouw zei: "Dit zijn de zielen in de hemel, zij zijn diegenen die werkelijk het zien van de Heer verdienen. Helaas, gaan er maar weinig zielen onmiddellijk naar de Hemel. Iedereen zal worden geoordeeld door God, oneindige gerechtigheid; maar dit is een tijd van genade: alle zielen kunnen gered worden door de Liefde van God die elke persoon heiligt."
Als u de Rozenkrans bidt, voeg dan, na elk tientje en het Glorie zij de Vader, de volgende woorden voor lofprijzing toe: O Heer, mijn God, die door de Heilige Geest uw Heilige Liefde over de Kerk spreidt, verkort onze pijn in het Vagevuur en verleen ons meer de waardigheid van het zicht van de Hemel. O mijn Jezus, vergeef ons onze zonden, redt ons van het vuur van de hel, in het bijzonder diegenen die het meeste uw genade nodig hebben.
Velen vragen om genaden, maar tenzij u zichzelf volledig voor Mij, Mijn Hart en voor God, leer te openen, kan Ik u deze niet verlenen. Als u zichzelf wil verheffen, als u met uw ziel wil rijzen tot God met geheel uw hart, tot op het punt dat u uw lichamelijke noden vergeet, dan zal u genade worden verleend. Probeer mijn onderrichtingen met meer aandacht te volgen, denk na over het Woord van het Heilige Evangelie en neem het mee over de hele wereld. Laat dit het Woord worden van alle mensen. Mijn Hart en dat van Mijn Zoon zijn tot op vandaag doorstoken door de zonde. Offer boete. Uw Moeder vraagt u dit, verlangend naar vrede in de wereld. Dat u steeds gezegend mag zijn in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. De Vader in uw gedachten, de Zoon in uw harten en de Heilige Geest in uw zielen ... nu moet ik gaan."
Rosario: Heilige Maagd, zult u blijven komen? Maria: Ik zal blijven komen.
Rosario: En wanneer zult u terugkomen? Maria: Ik zal de eerste dag van de volgende maand komen. Op een dag zullen velen zich bewust worden van de macht van Mijn Zoon en al dit zal gebeuren wanneer Mijn Hart zal overwinnen.
01-04-1977
OLV van Belpasso: Deel 1. Belpasso Samengevat
Onze Lieve Vrouw van Belpasso
De verschijningen van Onze Lieve Vrouw van Belpasso doen veel denken aan deze te Medjugorje: beiden hebben tien geheimen. In tegenstelling tot Medjugorje echter, staat de plaatselijke Bisschop volledig achter de verschijningen. Dit verhaal van Onze Lieve Vrouw van Belpasso bestaat uit een drieluik:
Belpasso samengevat
Rosario's dagboek
Rosario's verslagen
Deel 1: Belpasso samengevat
Rosario Toscano werd geboren op 22 juni 1971 te Catania en was bij het begin van de verschijningen 15 jaar oud. Als enige kind leefde hij in een welstellende familie, dankzij de goedlopende zaken van zijn vader. Tijdens zijn kinderjaren waren er geen voortekenen of aanwijzingen dat er verschijningen zouden plaatsvinden. Zijn jonge leven speelde zich volledig af te Catania, waar zijn ouders woonden en waar zijn vader, die nog niet zo lang geleden stierf, werkte. Hij liep achtereenvolgens lagere en middelbare school bij het "Instituto delle Sacramentine," de "Leonardo da Vinci school," de "Fratelli delle Scuole Cristiane," en de "Liceo Principe Umberto." Na zijn middelbare studies ging hij naar de Universiteit te Catania, aan de Faculteit der Letteren.
Maar tijdens dit eerder gewone verhaal begon er plots een merkwaardig voorval. Rosario werd plotseling ziek, door een raadselachtig virus, dat een hoge koorts en een totale afmatting van het lichaam tot gevolg had. Op het ogenblik dat men alle hoop op genezing had opgegeven begonnen de bovennatuurlijke ervaringen, op 4 mei van 1986.
De Verschijningen
Strikt gezien begonnen de verschijningen op zondag 11 mei 1986 en eindigden ze op 1 mei 1988. Tezamen waren er 32 verschijningen en tijdens de laatste verschijning vertelde Maria dat ze een drieëndertigste maal zou verschijnen, zonder echter een datum op te geven. Rosario legt hier met de volgende woorden uit wat er gebeurde tijdens de verschijningen:
Elke keer richtte ik mijn ogen op boven de rots [na te knielen en een tijd, met gebogen hoofd in gebed verzonken, te wachten]. Ik kon de Heilige Maagd niet onmiddellijk zien. Ik zag een kleine wolk komen van uit de richting van de zee. Deze wolk naderde vlug de rotsDe wolk, die de grootte had van een persoon, schitterde daarna op de rots en begon zich daarna te openen zoals een bloem die zich opent. Toen de wolk zich opende, zag ik Onze Lieve Vrouw te voorschijn komen, zo krachtig dat de helderheid van de zon leek te verzwakken, zelfs tot op het punt dat de zon eruit zag als de maan tijdens het daglicht. Op hetzelfde ogenblik begonnen de mensen ook te zwijgen en werd alles rondom mij stil. Bij het openen van de wolk kreeg deze ook een andere vorm en vormde ze een soort kussen tussen de rots en de voeten van Onze Lieve Vrouw. De wolk opende zich langzaam, op deze wijze dat eerst het hoofd van Maria te voorschijn kwam en toen bad ik: "Gegroet, Mijn Koningin." Vervolgens kreeg ik Haar hele lichaam te zien tot aan de voeten.
Rondom mij kon ik niets waarnemen en ik had het gevoel dat ik alleen was en dat ik enkel de Heilige Maagd en de rots zag. Het licht dat Maria uitstraalde was onmetelijk, maar het verstoorde mijn zicht niet, integendeel, mijn ogen waren als een magneet op Haar gericht, wat mijn blik constant op Haar gericht hield.
Voor Zij zich tot mij richtte, keek de Heilige Maagd eerst naar de mensen, waarbij Zij glimlachte. Het deed Haar duidelijk genoegen om naar Haar kinderen te kunnen kijken, bij het bezoeken van de plaats.
Hierna richtte Maria Haar ogen op mij en begon Zij te praten.
Onze Lieve Vrouw was steeds in het wit gekleed, maar dit wit straalde zon grote helderheid uit, zoals de weerkaatsing op rustig, kristalhelder water. Zon intense lichtsterkte had ook tot gevolg dat de lucht, de achtergrond, een andere kleur kreeg en van hemelsblauw veranderde naar het opkomende daglicht.
De Moeder van God droeg steeds een witte mantel vanaf het hoofd tot aan de voeten. Haar kleed bestond uit één geheel en om Haar middel droeg zij een soort gouden koord , die met één enkele knoop was vastgemaakt, en de koord hing tot beneden Haar knieën. Het rechtse gedeelte van de koord was iets langer dan het linkse gedeelte. De mouwen van Haar kleed kwamen tot aan Haar vuisten en ze waren niet strak gespannen. Haar kleed viel zachtjes op Haar voeten, in heel mooie plooien, maar zonder de voeten te verstoppen.
De Heilige Maagd was blootsvoets en men kon de voeten zien tot voorbij Haar tenen. Haar voeten bevonden zich op de wolk, die ondoordringbaar leek: men had niet de indruk dat Maria stond op een soort leegte, of in het midden van de lucht. Ze stond werkelijk op de wolk. De huidskleur was de Heilige Maagd was wit, met een roze blos op de wangen. Het haar van Maria was kastanjebruin, maar met een lichtrode schijn, zoals bij kastanjes, en licht golvend, maar ik weet niet of het lang of kort was, omdat Haar hoofd steeds bedekt was. Haar ogen waren intens azuurblauw, de kleur van saffier. Soms heeft het water van de zee zon kleur, wanneer de zon er op schijnt, maar dan nog lijkt dit bijlange niet op de ogen van de Heilige Maagd.
Haar hart was donkerrood, in vele doornen verstrikt. Haar hart leek verankerd in een soort heester, met vlammen erover. Uit Haar volledige hart kwam er zon intense en allesbevattende lichtstraal. Elke keer als de Heilige Maagd mij Haar hart toonde, voelde ik mijzelf doordrongen van dit licht, zoals een spons doordrongen is van het water. Ik voelde dit licht in en buiten mij. Dit zoete Hart verscheen mij nooit aan de buitenkant van Haar kleed, zoals velen verkeerd denken, maar het was zo lichtgevend, dat het door Haar kleed scheen, dat op dat ogenblik zo doorschijnend was als een sluier.
De Moeder Gods droeg steeds een rozenkrans in Haar rechterhand. De kraaltjes waren wit, zoals parels, maar de ketting en het Kruis leken als goud. Marias handen waren niet groot, maar eerder in verhouding tot Haar gestalte. Zij was zon 1,55 meter groot. Zij leek niet meer dan 18 jaar oud.
Tijdens de eerste verschijning van 11 mei 1986 hield de Heilige Maagd de handen gevouwen met een Rozenkrans tussen de handen.
In de verschijning van 8 juni 1986, juist na de openbaring van Haar naam opende Maria Haar handen en strekte Haar rechterarm uit, met de Rozenkrans in de hand, als een uitnodiging tot gebed. Zij boog Haar linkerarm lichtjes als een gebaar van bescherming. Tijdens deze verschijning toonde Maria Haar hart.
Toen Onze Lieve Vrouw op 1 december 1986 de volledige Rozenkrans bad met Rosario, begon Zij met het Kruisteken. Toen nam Zij een nieuwe houding aan, anders dan de overige verschijningen, waarbij Zij een betekenisvol gebaar maakte. Met Haar rechterhand plaatste Zij het Kruis van de Rozenkrans tegen Haar Onbevlekte Hart, terwijl Zij met Haar linkerhand, door Haar vingers, de kraaltjes afging tijdens het gebed.
Op 1 februari 1987 maakte Maria, op een bepaald ogenblik tijdens de verschijning, een gebaar zoals te Fatima. Zij bracht Haar open handen naast elkaar en vanuit Haar handpalmen scheen er een intens licht op de grond, voor de plaats waar Rosario zich op de knieën bevond. Rosario zag dat de grond zich opende en kreeg daarna een visioen van de hel te zien.
Vele malen verscheen de Heilige Maagd in tranen, als Onze Lieve Vrouw der Smarten [zie de verschijningen van 8 juli 1986 en 18 juni 1986]. Tijdens de verschijning van 1 april 1988 kwam Zij daadwerkelijk als Onze Lieve Vrouw der Smarten en bevond Zij zich op Haar knieën onder het Kruis, waarbij Zij Rosario uitnodigde om drie mysteries van de Rozenkrans te bidden. Dit is het ogenblik dat de ziener zich ervan bewust werd, uit Haar gebaren, dat Zij tussenkwam voor ons. Er was nog iets prachtig: elke keer dat Rosario zei: "Heilige Maria, bid voor ons, arme zondaars," keken Haar ogen liefdevol richting Hemel.
Elke keer dat ik poogde te beschrijven hoe Maria aan mij verscheen, vroegen vele mensen zich af of Zij Zich in al Haar 32 verschijningen op dezelfde wijze toonde, met de rechterhand naar voor gestrekt en de linkerhand een beetje naar achter gebogen, zodat haar Onbevlekte Hart zichtbaar werd. Op deze vraag antwoordde Rosario "Neen," want de Heilige Maagd nam verschillende houdingen aan tijdens Haar verschijningen. Niettemin heeft Rosario deze bijzondere houding uitgekozen omdat het zon diepe indruk maakte op hem, en omdat het op een volmaakte wijze de boodschap van het Onbevlekte Hart van de Koningin van de Vrede weergaf. Inderdaad, zelfs de gebaren van Maria hebben een betekenis en zijn een taal op zichzelf, een boodschap.
Een beschrijving geven van zelfs de kleinste gebaren van de Heilige Maagd is bijna onmogelijk, maar het is niet moeilijk om de meest terugkerende en bijzondere gebaren voor de ogen te halen.
Als Maria spreekt over de Rozenkrans, en het aanbeveelt als een heel doeltreffend gebed, houdt Zij deze voorwaarts en heft ze deze lichtjes omhoog. De betekenis hiervan is dat ze de Rozenkrans lijkt voor te dragen als een anker van de redding, of als de krachtige betekenis van de verlichting der zielen van de alledaagse problemen, of door de Rozenkrans te verheven tot een bovennatuurlijke werkelijkheid, of als een ketting van liefde die de mensen van God bindt.
Als Zij spreekt over Haar Onbevlekte Hart, wijst Zij met de wijsvinger van Haar rechterhand, dezelfde hand waarmee Zij de Rozenkrans vasthoudt, naar Haar hart. Met dit gebaar lijkt Zij ons een veiliger weg te tonen op onze reis naar God, waarbij Haar Onbevlekte Hart de deur lijkt te openen naar een veilig onderkomen, de verblijfplaats van Gods liefde in Haar, een plaats waar men een meer directie kennis verwerft van volmaakte liefdadigheid, een plaats waar de ziel zichzelf volledig kan verlaten, wordt hervormd en tot volmaaktheid wordt gebracht. Het is belangrijk dat de Heilige Maagd Haar hart aanwijst met dezelfde hand waarmee Zij de Rozenkrans vasthoudt, omdat Zij hiermee aantoont dat men door het gebed Haar Onbevlekte Hart kan bereiken.
Toen Maria, op 1 november 1987, zei: "Mijn lieve kinderen, ik wens dat u allen heiligen wordt," maakte Zij een beweging met beide handen, alsof ze alle mensen tot Haar wou nemen die zich op het grasplein bevonden, door Haar handen tot Haar borst te brengen, de ene hand boven de andere en beide handen op het hart gedrukt, alsof Haar hart een krachtige betekenis heeft voor de heiligheid.
Toen Rosario op 1 juni 1987 aan Maria vroeg wat we moeten doen om de Heilige Geest te aanroepen, antwoordde Zij: "Heeft uzelf volledig aan Mij en Mijn Hart: Ik ben de woonplaats van de Heilige Geest." Deze woorden gingen gepaard met een gebaar, waarbij Zij Haar beide naar Haar Hart richtte en ze daarna uitstrekte, zoals een moeder die haar kinderen aanspoort om tot haar te komen en haar te omhelzen.
Bij het spreken over de zonden van Haar kinderen, neemt Onze Lieve Vrouw een ernstige gelaatsuitdrukking aan. Haar gelaatsuitdrukking is strenger, of eerder bedroefd, wanneer er wordt gesproken over onze beledigingen aan Jezus omwille van onze zonden. Maar, toen Zij de hel toonde in de verschijning van 1 februari 1987, werd haar gelaatsuitdrukking zeer ernstig en verontrust, met geen enkele verandering aan haar gelaat, alsof Zij wou vertellen dat er niets meer kon worden gedaan voor de zielen die in het vuur werden gestort, en dat hun toestand er gekomen is door hun gedrag.
Wanneer Maria de zegen gaf, deed ze dit soms met uitgestrekte handen [vooral bij het zegenen van religieuze voorwerpen] met de handpalmen naar voor en naar beneden gericht en soms maakte Zij bijna het Kruisteken, discreet en zonder bruuske beweging, alsof Zij zichzelf niet boven de rol van de priesters wou plaatsen. Rosario heeft dit meer dan eens waargenomen.
Wanneer Zij op 8 december 1987 verscheen in de Kerk van de Heilige Filippus Nero, de stichter van de Orde der Oratorianen, te Acireale, hield Zij de handen gesloten. Enkel op het einde van Haar boodschap, bij het uitspreken van de woorden "Gebed, herstel, boete," scheidde Zij Haar handen. Bij het uitspreken van deze drie woorden lichtte Zij haar handen langzaam omhoog, waarbij ondertussen Haar Onbevlekte Hart verscheen.
De locuties
Onder de mystieke fenomenen die Rosario heeft ervaringen waren er ook locuties of de "gesprekken zonder verschijningen." Deze bijzonderheid is veel minder bekenddat de verschijningen, misschien omdat deze gebeurtenissen een meer persoonlijk karakter hadden [de Heilige Maagd head hem uitgenodigd "in een afgezonderde plaats," 1 oktober 1987]. Rosario bleef meer zwijgzaam dan ooit over deze locuties. We weten dan de locuties begonnen op 7 oktober 1987, het feest van Onze Lieve Vrouw van de Rozenkrans.
Maria had hem op voorhand ingelicht [tijdens de verschijning van 1 oktober 1987] dat hij op 7 oktober een gave van Onze Heer zou ontvangen. En Zij informeerde hem met deze woorden: "De Heer wenst u een bijzondere genade te geven, dat goed zal zijn voor al Zijn mensen." Hieronder kan men de gave van het "charisma" [gave van de Heilige Geest] verstaan, een buitengewone gave, die niet wordt gegeven voor het persoonlijk belang van de gelovigen, maar voor het "algemeen welzijn" van het volk van God. De locutie, in het bijzonder de innerlijke, valt binnen de sfeer van die gaven die God ons schenkt zowel voor het algemeen welzijn als voor de persoonlijke geestelijke groei van ieder individu.
Rosario heeft vele locuties gehad, tot zelfs na de verschijningen. Wat deze betreft, vernoemt hij dat het geen innerlijke locuties zijn: zij behoren tot een ander fenomeen, wat de deskundigen de "auditieve" locuties noemen.
Rosario zegt dat de stem duidelijk en ondubbelzinnig hoorbaar was. De Bijbel geeft bekende voorbeelden van deze gave: God spreekt tot Adam en Eva [Genesis 3:9], tot Hagar [Genesis 21: 14-19] en tot Samuel [1 Samuel 3: 3-14].
Klaarblijkelijk heeft Rosario dit soort locutie reeds eerder ervaren, namelijk op 4 mei 1986, toen de bovennatuurlijke verschijnselen begonnen. Hoe dan ook begon, volgens Rosario, dit fenomeen op 7 oktober 1987. Op die dag werd hem officieel de gave geschonken, als een onderdeel van zijn geestelijke begaafdheid.
Zelfs Vader Dino, de eerste geestelijke leider van de ziener, beweert tijdens een beslissend moment met betrekking tot zijn geloof [misschien zelfs tijdens andere nachten] dit soort locuties te hebben ervaren.
Wat zijn eigen auditieve locuties betreft, zegt Rosario dat de stem die hij hoorde enkel gebeden doorgaf. Later, vanaf 1 mei 1988, lijken de auditieve locuties zich verder te ontwikkelen. Rosario denkt dat dit het gevolg is van de belofte de Maria hem deed die dag, om hem zo voor te bereiden op het einde van de verschijningen: "Ik zal later in de toekomst terugkeren," zei Onze Lieve Vrouw, "maar dit betekent niet dat ik u in de steek laat. Mijn Onbevlekte Hart zal steeds met U zijn." [1 mei 1988].
Gedurende deze periode lijkt deze gave volmaakt te zijn geworden en vermengde het zich met een ander fenomeen dat begon op de avond van 1 mei 1988. Op een dag gaf Rosario over dit tweede fenomeen een vertrouwelijke mededeling aan zijn geestelijke begeleider, toen hem de vraag gesteld werd hoe hij zich voelde na 1 mei 1988, de dag van de laatste verschijning.
Dit was zijn antwoord: Een paar minuten na de laatste verschijning, was mijn gemoedstoestand dezelfde als na de overige verschijningen, alhoewel de Heilige Maagd had gezegd dat ik Haar niet meer zou zien. Toen dit echter daarna bewust tot mij begon door te dringen, kwam er bij het neerschrijven, het nalezen en het overdenken van Haar laatste boodschap, een treurnis over mij.
Diezelfde nacht nog voelde ik een sterke pijn in mijn schouder, als een vuur dat mijn hart wou verteren. Ik werd naar een vriendin van de familie gebracht, die dokter is. Zij schreef mij geneesmiddelen voor, maar vergeefs, het brandend gevoel wou niet weggaan. Daarna begon ik te beseffen dat deze toestand geen echte pijn was, integendeel, ik kreeg het gevoel van een onschrijfbaar genoegen en bemoediging. Dit genoegen herinnerde mij aan een eerdere verschijning, of liever, ik had hetzelfde gevoel dan tijdens de verschijning van 18 juni 1986. Toen toonde de Heilige Maagd mij Haar Onbevlekte Hart en voelde ik een licht binnen en buiten mij: ik was doordrongen van dat licht zoals een spons doordrongen is van het water. Ik begreep ten volle deze nieuwe toestand toen ik dacht aan haar woorden: "Ik zal niet meer komen." In feite had ze, als een belofte, gezegd: "maar dit betekent niet dat ik u verlaten heb. Mijn Onbevlekte Hart zal steeds bij u zijn."
Van toen af, tot vandaag, voel ik dit "geestelijke vuur" binnen in mij, dat mij bewust maakt van de nabijheid van Maria tijdens mijn dagelijkse leven, in het bijzonder bij omstandigheden die te maken hebben met de gebeurtenissen rond de rots van Belpasso.
De ontwikkeling van de gave van locutie past blijkbaar als een gedeelte van dit fenomeen. De stem lijkt zelfs meer en meer van binnenin te komen. In korte tijd is deze bovennatuurlijke gave veranderd van een auditieve locutie naar een innerlijke locutie. In deze dialoog blijkt Rosara raadgevingen, ophelderingen en voorstellen te ontvangen, zowel voor persoonlijke, tijdelijke en geestelijke situaties. Rosario heeft de neiging deze boodschappen bekend te maken wanneer hij denkt dat de juiste tijd gekomen is, en dit zal waarschijnlijk gebeuren wanneer de gebeurtenissen rond de verschijningen in werkelijkelijkheid zullen plaatsvinden.
De geheimen
In de boodschappen van Belpasso verwijzen de woorden "barmhartigheid" en "gerechtigheid" naar werkelijke tijdsperioden. De tijd van barmhartigheid, waar we nu moeten gebruik van maken, vooraleer het te laat is [daar "er niet veel tijd zal zijn"], is de huidige tijd. En wat met de tijd van gerechtigheid? Wat houdt deze in voor ons? Wat zal er gebeuren wanneer de tijd van barmhartigheid over is? Misschien is het ons niet verboden om eerbiedig nieuwsgierig te zijn en een blik op de geheimen te werpen, want Rosario zelf, die ze tot de vijfde verjaardag van de verschijningen moest geheim houden [11 mei 1991], heeft zelf hints gegeven over de opbouw en de inhoud ervan. Hij zei: "Ik heb u deze dingen verteld enkel om u in te lichten, opdat u zich zou bewust worden van de vele dingen, waarvan u het recht hebt om ze te kennen."
Wat de geheimen betreft, weten we iets uit de boodschappen, iets uit het officiële rapport en iets uit Rosarios antwoorden op bepaalde vragen. De geheimen zijn aan Rosario doorgegeven op 1 maart 1987. Er zijn er 12, waarvan 2 voor Rosario zelf en 10 voor de mensheid. Dat de geheimen ernstig zijn en gewichtig, kunnen we afleiden uit diverse dingen:
De bezorgde, opgewonden toon van de volledige boodschap van Onze Lieve Vrouw van 1 maart 1987.
De onthulling, de daaropvolgende maand, dat "er zeer ernstige straffen komen voor de mensheid."
De boodschappen als een geheel, met name hun gelijkenis met de boodschappen van andere verschijningen over de hele wereld.
De toon van de laatste boodschap en de uitleg die werd gegeven; de woorden die werden gebruikt.
De houding en de gelaatsuitdrukking van de ziener na de verschijning van 1 maart 1987 en in de verdere uiteenzetting die door hem werd gegeven.
De woorden die door Onze Lieve Vrouw zijn gebruikt laten geen ruimte voor twijfel. Het zijn bijzonder "onaangename" gebeurtenissen [1 mei 1988], "heel ernstige straffen" [1 april 1987], "zuivering" [1 oktober 1987].
Op 11 mei 1987 verklaarde Rosario: "Velen hebben zichzelf afgevraagd of deze onaangename gebeurtenissen heel erbarmelijk zijn. Weet dat ik gedurende weken heb geweend en dat ik geen vrede meer zou gevonden hebben, was het niet dat het Hart van onze Moeder mij had getroost en dat Gods genade mij niet had begeleid.
De boodschappen laten ons in hun geheel begrijpen dat God een beslissing heeft gemaakt en de tijdslijn heeft bepaald: daarom zullen de geheimen in alle geval plaatsvinden en kunnen ze enkel worden verzacht. Men kan dit ook afleiden uit de droefheid waarmee Onze Lieve Vrouw aankondigde en voorspelde dat de mensen zullen falen in het volgen van Haar boodschappen en waarschuwingen: "Velen zullen opnieuw hervallen in hun zonden en zullen God en Zijn wetten vergeten." [1 mei 1988]
Uit de ingewikkeldheid van de boodschappen kan men afleiden dat de straffen uit de geheimen twee redenen tot doel hebben:
Het zijn straffen voor de zonden.
Ze zijn een zuivering om de Tweede Komst van Christus voor te bereiden.
God heeft de mens de mogelijkheid gegeven om zichzelf te zuiveren door een leven van boete, opoffering, vasten en vooral het gebed en een toevlucht tot de sacramenten. De zonden die leiden tot de straffen zijn "oppervlakkigheid en onverschilligheid" [1 februari 1988], "geestelijke gemakzucht" [1 mei 1988], "het zichzelf bewust verkopen aan de wereldse voldoeningen" [1 februari 1988], "het vergeten en ontkennen van God en Zijn wetten" [1 mei 1988] en "de onverschilligheid voor Jezus en zijn opofferingen' [1 juni 1987]. Al deze zonden vinden hun oorsprong in onze "harten van steen" [1 augustus 1987]. In het bijzonder heeft Gods volk een beslissende rol te spelen, door de woorden van Maria in de praktijk om te zetten en mee te werken aan "het verzachten van de harten, die nu zijn versteend," "de zuivering van de anderen door geestelijke ijver in hen op te wekken," [1 augustus 1987] en door hen allen "tot de eenheid van Christus en tot vrede te brengen."
De geheimen maken deel uit van Gods groot plan "met het oog om alles in de hemel en op aarde onder één hoofd bijeen te brengen, onder Christus." [Efeziërs 1:10] Het is een versnelling van de geschiedenis tot de Parousia, de Tweede Komst van Christus. Dat de Heer toont dat deze geheimen bestaan is een bijkomend teken van Zijn Barmhartige Liefde van Zijn Hart en Zijn bijzondere voorliefde voor Zijn volk.
We mogen geen verkeerde houding aanneming tegenover de geheimen. We mogen hen niet benaderen met een lege nieuwsgierigheid, noch met ijdelheid, in gedachten houdende dat de Heer deze dingen voor wijzen en verstandigen verborgen houdt, maar ze aan eenvoudige mensen onthult" [Mattheus 11:25]. Integendeel, wij moeten de geheimen met eerbied benaderen, dezelfde eerbied die we hebben tegenover de wil van God, bron van alles. De overwinning van het Onbevlekte Hart van Maria en de periode van vrede zijn een teken, onder de verscheidene andere tekens, die aan de wereld niet alleen de glorie van Maria zal tonen, maar ook deze van de Kerk, wat onder het zevende geheim kan worden begrepen.
Wat de tijdsspanne betreft gaat het over deze generatie. Niet alleen de boodschappen bevestigen dit stilzwijgend, maar er is ook het gegeven dat Rosario is aangeduid om de geheimen zelf aan te kondigen. Niettemin mogen wij onszelf niet wijsmaken dat de geheimen nakend zijn [tussen vandaag en morgen]. Als we naar de geheimen van Fatima kijken, zien we dat er 67 jaren zijn overgegaan. Rosario zelf zegt bijvoorbeeld over het zevende geheim dat dit zeker nog niet voor morgen is. Integendeel, men is geneigd om te denken dat minstens drie geheimen nabij zijn, aangezien de overwinning van het Onbevlekte Hart van Maria en de periode van vrede dichtbij is. In zijn verklaring van 11 juni 1991 zegt Rosario dat "de tijd van de vrede dichtbij is."
Eerder heeft hij een waardevolle uitleg erover gegeven; "In de wereld zal er een periode van vrede zijn. Deze is nog niet aangebroken omdat er eerst een meer zichtbaar teken van de bekering van Rusland moet geschieden: dan zal er, zonder uitzondering, een periode van vrede komen over de wereld [november-december 1990].
Voor wie de geheimen bestemd zijn en wat de onaangename gebeurtenissen betreft die ze inhouden, weten we dat ze op alle mensen slaan [1 maart 1987], maar niet op dezelfde manier. In het bijzonder moet iedereen door deze zuivering gaan, daar niemand kan zonder bruidskledij voor de Jezus verschijnen, die zal terugkeren [1 mei 1988 en Rosarios verslag van 11 mei 1991].
De Heilige Maagd heeft gezegd dat Zij een teken zou geven als bewijs van Haar verschijningen [1 januari 1987] en heeft dit later nader omschreven: "Alvorens alles begint, wat betekent, alvorens de geheimen zullen plaatsvinden, zal Ik u inlichtingen, zodat u het aan iedereen kunt zeggen. Dit zal het concrete teken zijn van Mijn verschijningen, het hoogst belangrijke teken van in de Hemel voor de ernst ervan." [1 mei 1988]
Rosario zal opnieuw als tussenpersoon handelen, maar deze keer om de toekomstige gebeurtenissen. In de laatste van de grote verschijningen kan men deze verandering waarnemen: te Lourdes gaf Maria drie persoonlijke geheimen aan Bernadette, te Fatima drie geheimen [of beter gezegd, één geheim bestaande uit drie gedeelten], waarbij het de kerkelijke hiërarchie wordt toegestaan om ze al dan niet bekend te maken. Te Belpasso, Medjugorje en in andere verschijningen van vandaag zullen de geheime boodschappen met een absolute zekerheid worden bekend gemaakt.
De Belpasso-geheimen zijn zeer nauw verbonden met elkaar. Zij zijn, zoals de geheimen van Fatima, "één enkel geheim dat bestaat uit verschillende gedeelten die zullen worden voltrokken in de toekomst. Enkel God beslist wanneer de geheimen zullen worden bekendgemaakt, en Zijn beslissing zelf is een concreet teken, het Hoogst belangrijke teken in de Hemel voor de ernst ervan." [1 mei 1988]
Waarom spreekt Maria over "ernst?" Omdat het voor velen te laat zal zijn wanneer de toekomstige gebeurtenissen zullen worden openbaar gemaakt. Het aangeven en de openbaring van de geheimen voor de mensheid [en eveneens het aantal 10] herinnert ons op een heel bijzondere wijze aan de tien plagen van Egypte.
Rosario zegt: "Met betrekking tot wat er in de toekomst staat te gebeuren, moet u weten dat Onze Lieve Vrouw ons op voorhand zal informeren en beschermen, als wij Haar aanbevelingen hierover zullen volgen."
Het zal vooral het zevende geheim zijn dat ons zal doen herinneren aan de Bijbelse schema. De geheimen houden gebeurtenissen in die geleidelijk aan zullen toenamen in intensiteit. Rosario zegt dat het zevende geheim zich zal voordoen wanneer de onaangename, "akelige gebeurtenissen" op hun hoogtepunt zullen zijn [verslag van 11 mei 1991]. Van het zevende geheim is het geweten dat het gewijzigd is [In Medjugorje zegt men dat het verzacht is]: "Zeg aan iedereen dat het zevende geheim zich niet meer zal voordoen, maar dat het zal vervangen worden door een andere gebeurtenis die alle mensen van God, verspreid over de hele wereld, zal verheugen" [1 maart 1988]. De Heilige Maagd zegt niet dat het zevende geheim niet meer bestaat, maar Zij zegt dat het "vervangen" is door iets anders. Bovendien zegt Zij dat de vervangende gebeurtenis "verheugend" zal zijn, maar enkel voor "Gods mensen verspreid over de hele wereld." Rosario heeft hierover verdere uitleg gegeven op 11 mei 1991. Hij weet dat hij uitleg moet geven, maar hij is bang dat het paniek en angst zal veroorzaken en zo neemt hij elke voorzorg om niet alleen de nadruk te leggen op de somberheid ervan, maar eveneens hoop te geven. Maar laat ons luisteren naar wat Hij zegt: "Nu ben ik vol hoop over de goedheid van de Heer. In feite wenst de Heer Zijn kinderen geen angst aan te jagen, maar ons enkel wakker te houden. Denk enkel aan Onze Lieve Vrouw en Haar witte gordel: het is een symbool dat betekent dat we steeds moeten klaar staan. De Heer verlaat nooit Zijn schepselen, Zijn liefde voor hen kent geen grenzen. Wanneer de wereld wordt getroffen door onaangenaame gebeurtenissen zal er, wanneer deze op hun hoogtepunt zijn, steeds een vuurtoren schijnen in de nacht: het zevende geheim." Over dit geheim heeft de Koningin der Vrede gezegd: "Het zal worden vervangen door een andere gebeurtenis, dat het volk van God, verspreid over de hele wereld, zal behagen." In feite heeft Onze Lieve Vrouw gezegd dat ze opnieuw zal verschijnen, en niet enkel zal Zij iedereen, door mij, waarschuwen, voordat alles zal plaatsvinden, maar Zij zal ook komen om ons te beschermen en te bemoedigen wanneer de beproevingen lastiger worden, om mij het zevende geheim te laten onthullen, het geheimen van de Barmhartigheid. Hoe dan ook, is dit nog zo ver af, dat we beter aan de woorden van Jezus uit het Evangelie denken: "Het is niet nodig dingen toe te voegen aan de alledaagse problemen."
De vemelding van Maria "omsloten met een gordel" of "de uitnodiging om klaar te zijn" herinnert onmiddellijk aan de parabels van Jezus over het waakzaam blijven, maar ook aan de nacht van de bevrijding uit Egypte, toen het bloed van het Lam, het Joodse volk vrijwaarde van de engel des doods [Exodes 12:11].
Als we zorvuldig lezen wat Rosario zegt, begrijpen wij waarom het schema van het zevende geheim, dit is dat meer lijkt op het patroon van de tien platen van Egypte. Het zevende geheim zal een "vuurtoren in de nacht" zijn. Dit, meer wat er gewoonlijk wordt gezegd, zou ons de ernst van het geheimen moeten doen begrijpen.
Zoals al de andere geheimen, zal ook dit op voorhand worden afgekondigd, maar, zegt Rosario, "niet alleen zal Onze Lieve Vrouw iedereen, door mij, waarschuwen, maar zij zal komen om ons te beschermen en te bemoedingen wanneer de beproevigen lastiger worden, om mij het zevende geheim, het "Geheim van Barmhartigheid" de laten bekend maken. Dit betekent dat de openbaring van het zevende geheim aanwijzingen zal inhouden over wie zal beschermd en ondersteund worden door de gehele duur van de gebeurtenis, en dat is de reden waarom de gebeurtenis niet voor iedereen een aangenaam effect zal hebben.
Naar het einde toe van 1991, toen de Goldoorlog juist was begonnen, verklaarde Rosario in het Oratorium van de Heilige Filippus Nero, voor een beperkt publiek, dat "deze oorlog niet lang zou duren." Rond dezelfde tijd, verzekerde Hij opnieuw dat wij ons geen zorgen hoeven te maken de geheimen van Onze Lieve Vrouw van Belpasso, daar wij "onder Haar bescherming zullen staan."
Hetzelfde overkwam de Israëlieten tijdens de periode van de tien plagen. Wij verwijzen hier in het bijzonder naar de plaag van de duisternis en de plaag van dood der eerstegeboren. De negende plaag was een drie dagen durende duisternis die door de Heer was gezonden, maar "de Israëlieten hadden licht waar ze leefden." [Exodus 10:23]
In de tiende plaag kwam de Engel des Doods [het eerste Pascha] en doodde de eerstgeborenen van Egypte, maar de Engel des Doods liet de huizen van de Israëlieten onberoerd, daar Mozes, bij het aankondingen van de plaag, de Israëlieten had verteld hoe ze deze konden ontlopen: ze moesten het bloed van een lam nemen en de deur vooraan ermee merktekenen [Exodus 12: 1-13].
Het zevende geheim zal een gebeurtenis zijn dat de glorie van de Kerk aan de hele wereld zal doen uitstralen. We hebben meer juistere uitleg over dit geheim door Rosario zelf die zei, om futiele schattingen en gissen te vermijden, dat iets "dat vergeten was" opnieuw in ere zou hersteld worden. Wat het volk van God betreft, dat van de voordelen van het zevende geheim zou genieten, zei Rosario: "Wie terug zal keren naar de Kerk en een leven van geloof zal leiden dat het licht van het Evangelie uitstraalt, kan zichzelf beschouwen als een lid van het volk van God."
Vervolgens bevestigde hij wat men reeds kon vermoeden uit de boodschap van Onze Lieve Vrouw van 1 maart 1988: "Het zevende geheim is een meer aangenaam feit, niet voor de hele mensheid, maar voor het volk van God, dat potentieel kan groeien tot in het oneindige, zoals de barmhartigheid van God, die eveneens oneindig is."
Over de woorden "iets dat vergeten is," gaf Rosario de volgende aanwijzing: "Denk niet aan de ongehoorzaamheid tegen Gods geboden, men moet eerder denken aan iets dan ooit een gebruik was in de gschiedenis van de Katholieke Kerk, maar daarna werd veronachtzaamd, en dat terug in gebruik zal komen, en dat afhangen hoe de omstandigheden zich zullen ontwikkelen." En hij maakte de volgende vergelijking; "De schipper die met zijn schip op weg is naar een haven, verandert zijn bestemming niet als de zee stormachtig is: in de plaats hiervan zal hij het licht van de vuurtoren volgen en wil hij het riscio niet lopen om uit koers te raken, en zal zij dus zo laten begeleiden om zo gemakkelijker te haven te kunnen bereiken." De schipper is het volk van God. De haven is het toevluchtosoord vor de eeuwige redding. De vuurtoren is het zevende geheim, dat ons helpt om gemakkelijker de haven te bereiken, en in duidelijke taal, "het toevluchtsoord."
In maart 1988 werd aan Rosario de vraag gesteld of er aan de geheimen een blijvend teken is verbonden dat de Heilige Maagd zou achterlaten te Belpasso [Zij heeft het volgende beloofd op 1 januari 1987 met deze woorden: "Ik zal een teken laten als een bewijs van Mijn verschijningen."] Hierop kon Rosario geen antwoord geven. Maar in Haar laatse boodschap heeft Onze Lieve Vrouw verklaard dat het teken dat ze heeft beloofd eenvoudig de aankondiging van de toekomstige gebeurtenissen zal zijn die de geheimen inhouden. Bij het stellen van deze vraag werd er de vergelijking gemaalt met het blijvende teken dat Maria heeft beloofd dat Zij zal achterlaten in Medjugorje en dat in de geheimen van Medjugorje is inbegrepen. Uit Rosarios antwoord en uit wat de Heilige Maagd heeft gezegd te Belpassa, kan men vermoeden dan, vanuit dit standpunt bekeken, de geheimen van Medjugorje niet volledig dezelfde zijn als deze van Belpasso.
Ook werd aan Rosario de vraagd gesteld of er één van de geheimen over Belpasso zelf ging en Rosario zei dat dit het geval was. Rosario nam hierover alle twijfel weg toen hij zei: "Onder de geheimen is er één over Belpasso zelf, meer precies een geheim dat een aanwijzing geeft over dingen die Belpasso zelf aangaan, maar we kunnen het niet omschrijven als een teken." Maar de Heilige Maagd zal van deze profetie gebruik maken om ons een teken te geven [1 mei 1988] en, daar de geheimen van Belpasso over toekomstige gebeurtenissen gaan, kunnen we het enkel vanuit dit standpunt omschrijven als een teken.
Men kan ook zeggen dat de geheimen van Belpasso iets zijn als een samenspel tussen Fatima en Medjugorje. De inhoud van de geheimen zullen schriftelijk worden afgegeven aan de plaatselijke Bisschop [niet allen in één keer] en elk document zal een erg nauwgezette omschrijving bevatten van de gebeurtenissen die moeten komen. De waarschuwing door Rosario zelf een algemene waarschuwing zijn, en zal een zekere periode aan de gebeurtenissen voorafgaan. Rosario zal min of meer zeggen: "Wees voorbereid, klaar, want de verwezenlijking dan dit en dat geheim is op handen." Het bewijs ligt in het document dat in het bezit van de Bisschop zal zijn.
Hierna schreef Rosario nog twee verslagen, een op 1 oktober 1993, wat eigenlijk gewoon de tekst is van een mondelinge aanmaning, die door anderen is neergeschreven en daarom door hem nooit werd bevestigd of ondertekend en een ander laatste verslag van 11 mei 1999. Lees voorzichtig het laatste verslag en schenk vooral aandacht aan de onderlijnde zaken, omdat ze, volgende Rosario, de wil van God weergeven, en bovendien, duidelijk aantonen dat we moeten doen om niet onverwacht te worden overvallen door de toekomstige gebeurtenissen.
Standpunt van de Kerk
Over de verschijningen aan de Rots van Belpasso heeft de kerk steeds een voorzichtige houdig aangenomen, wat ook de taak is van de Kerk bij het voordoen van dergelijke verschijnselen. De Kerk heeft echter steeds de neiging gehad om de verschijningen als echt te beschouwen. Ter bevestiging hiervan heeft de Aartsbisschop van Catania, Mgr. Bonmarito, altijd nauw contact onderhouden met Rosaro, en heeft hem in vele interviews "de zuivere jongen van Belpasso genoemd." De Aartsbisschop zelf komt dikwijls naar de rots, zowel officieel als individueel. Het volgende zijn de woorden van de bisschop uit het "Jezus" tijdschrift nr. 5 van mei 1989: "Ik heb reeds over Rosario Toscano gesproken toen ik nog bisschop van Agregento. De beweerde verklaringen gebeurden steeds rond de Middag, elke eerste dag van de maand. En deze rare combinatie, alsmede het feit dat de mensen bij duizenden naar de rots trokken, deed mij versteld staan en maakten een hevige indruk op mij. Om alleen maar een voorbeeld te geven, enkel vanuit Burgio alleen, een klein dorpje uit mijn vorige bisdom, vertrokken op zondag zes bussen vol gelovigen naar Borrello, een gehucht van Belpasso. Allen gingen naar de verschijningsplaats, de parochiepriester inbegrepen.
Van zodra ik verantwoordelijk werd voor deze plaats zag ik Rosario komen. Ik heb hem driemaal ontmoet en daarna spaken we andere ontmoetingen af en ik moet zeggen dat deze jongen waarachtig zuiver is. Dit is een zuiver gegeven waarover ik meer en meer zekerheid kreeg bij elke volgende ontmoeting. Rosario is gezond, evenwichtig, sereen en hij zoekt geen aandacht.
Op een keer vertelde hij mij letterlijk de vokgende woorden: "Hoe gelukkig voel ik mij, nu dat de mensen mij niet langer voor mij komen en ik nu zelf naar de Rots kan gaan om er te in stilte te bidden tot de Heilige Maagd." Hij zei dit zonder er zich van bewust te zijn hoe belangrijk het was ... hij zei me steeds: "Als u wenst dat in naar de Rots ga om er te bidden, zal ik dat doen, maar indien u dit niet wenst, zal ik dat ook niet doen. Ik wil dat u de dag bepaald wanneer ik moet gaan, voor mij is dat goed." In het kort: hij is volledig gehoorzaam.
Op 1 mei 2000 heeft de Aartsbisschop het beeld van "Onze Lieve Vrouw van de Rots van Belpasso" en de kapel als het Heiligdom ingezegend.
Tot vandaag wordt de Rots van Belpasso, elke eerste zaterdag van de maand, bezocht door pelgrims [gemiddeld zon drieduizendtal], die van alle streken uit Sicilië en Zuid-Italië komen. De dienst begint er op 10 uur s morgens met het bidden van de Heilige Rozenkrans, gezangen en het nadenken over de boodschappen, terwijl er overal op het gazon priesters ter beschikking zijn voor de biecht.
Op 12 uur begint de Misviering waarin alle aanwezige priesters, die op dat ogenblik vrij zijn voor de biecht, concelebreren. Dan stoppen de bedevaarders met het bidden. Rosario neemt niet altijd deel aan de Misvieringen, om aldus te vermijden dat te veel aandacht naar hem zou gaan, zoals hij steeds heeft vermeld.
De aankomst en het verblijf van de bedevaarders verloopt volgens de grootste orde en met volledige oplettendheid, dankzij het onvermoeibare werk van de leden van het Comité van de Koningin van de Vrede [Comitato Regina Pacis]. Hun voorzitter is Dr. Alfio Tomasello, een advocaat. Hij wordt door velen geholpe, waaronder Mevrouw Maria Calvagno, een journaliste, die de uiteindelijke versie van "Het dagboek van Rosario Toscano en de boodschappen [Il diario di Rosario Toscano e i messaggi]" heeft voorbereid, een boek van onschatbare waarde voor elkeen die meer wenst te weten over de verschijningen en de boodschappen van Onze Lieve Vrouw van Belpasso.
Vertaling: Chris De Bodt
Wordt vervolgd
Bijgewerkt tot en met 4 december 2009
05-03-1977
Eucharistisch mirakel, Buenos Aires, Argentinië 1996
Eucharistisch mirakel, Buenos Aires, Argentinië 1996
04-03-1977
Eucharistische Mirakelen. Het twee wonderen van Stich, Duitsland [1970]
De twee wonderen van Stich, Duitsland [1970]
Stich is de kleinste van drie gehuchten die samen een parochie vormden in de Beierse regio van West-Duitsland in de buurt van de Zwitserse grens. In 1970 werden alle drie de gehuchten bediend door een priester van het Heiligdom van Maria Rhein, die nog stamde uit de Romeinse tijd. Omdat de parochiepriester ziek was kwam er een Zwitserse priester die zijn taken waar zou nemen en bereidde zich voor om de Tridentijnse mis op te dragen in de kapel van Stich om acht uur in de avond van dinsdag 9 juni 1970.
De mis verliep op de traditionele manier tot na de consecratie, toen de priester op de corporale naast de kelk een kleine roodkleurig vlek zag die uitgroeide tot de grote van een munt. Toen hij de kelk verhief voor het volk zag hij nog een rode vlek op de plek waar de kelk had gestaan. Hij dacht dat de kelk lekte en voelde met zijn hand langs de onderkant van de kelk, maar die was helemaal droog.
Na de mis onderzocht de priester de drie kleden die over het altaar lagen: de corporale; een kleine smalle doek daaronder die diende als tweede corporale, en de lange altaardwaal die over het hele altaar hing. Omdat alles helemaal schoon was kon hij de vreemde vlekken niet verklaren. Hij borg de gevlekte doeken op op een veilige plaats en de priester ging naar de pastorie om het incident aan de zieke priester te vertellen.
Op donderdag 11 juni werden de doeken grondig onderzocht door de pastoor en de Zwitserse priester. Beide waren ze niet in staat om de vlekken op natuurlijke wijze te verklaren. De doeken werden gefotografeerd en daarna naar een chemisch laboratorium gebracht voor een analyse. De resultaten van dit onderzoek werden verteld aan de priester door Zuster Marta Brunner van het poliklinisch instituut van de Universiteit van Zurich. In haar brief aan hen, die ook door de onderzoekers was ondertekend, verklaarde ze dat doeken door vier verschillende mensen was onderzocht, zonder dat iemand van hen iets afwist van de gebeurtenis op het altaar. Ze schreef: "Ik heb uw strikte verzoek opgevolgd, en enkel gevraagd of de vlekken op de doeken afkomstig waren van wijn, bloed of iets anders. De resultaten van de vier onderzoeken concludeerden dat het ging om menselijk bloed." Ook verklaarde de directeur van het klinisch lab dat in zijn mening "dat het hier zeer waarschijnlijk zou gaan om een man in zijn dodelijk lijden."
De personen die betrokken waren bij het onderzoek waren de directeur van het Chemisch Lab, Het hoofd van het Bloedcontrole Lab, een student die medicijnen studeerde en het hoofd van het laboratorium voor de analyse van bloedingen.
Bij de brief van Zuster Marta zaten de stempel van het klinisch Instituut van voor stralingstherapie en nucleaire medicijnen, en de stempel van het Poliklinisch instituut van de universiteit van Zurich.
Op 14 juli 1970, om 8 uur in de avond, droeg de Zwitserse priester opnieuw een Tridentijnse mis op in de kapel van Stich. Deze datum was toevallig ook de vierhonderdste verjaardag van de uitgave van de Pauselijke brief: "Quo Primum" van de Heilige Paus Pius V in 1570.
In dit document beval de paus dat de mis over de hele wereld gevierd moest worden volgens het Romeinse Missal; dus de bisschoppen mochten niet langer hun eigen missalen uitgeven. De Missaal van Paus Pius V is bekend geworden als het Tridentijnse Missaal, omdat de uitgifte ervan een onderdeel was van de hervormingen van het Concilie van Trente.
Voordat hij met de mis begon zorgde hij ervoor dat hij er zeker van was dat de kelk, de corporale en de altaarkleden volledig schoon waren en in goede staat. Toch, vlak na de consecratie, verschenen er opnieuw rode vlekken op de corporale. De priester gaf een teken aan de koster die aanwezig was om het altaar te betreden. De koster bekeek de vlekken op het altaar terwijl de priester de communie uitdeelde. Omdat ze de blik van de koster zagen vermoedde de mensen van de congregatie dat er iets bijzonders aan de hand was en waren duidelijke rusteloos tijdens de rest van de mis. De priester liet de mensen niet langer in spanning en liet de mensen na de mis het altaar betreden om de vlekken te bekijken.
Deze tweede gebeurtenis werd op dezelfde manier direct aan de pastoor gemeld. De doeken van 9 juni waren toevertrouwd aan het poliklinisch instituut van de universiteit van Zurich, besloot de priester om deze doeken, van 14 juni, te geven aan het buurtziekenhuis van Cercee. Dezelfde voorzorgsmaatregelen werden genomen en er werd niets vertelt over de oorsprong van de vlekken. De wetenschappers werden gewoon gevraagd om te bepalen welke vloeistof deze vlekken had veroorzaakt.
De resultaten van het onderzoek naar de vlekken van 14 juni werden op 3 augustus 1970 bekend gemaakt. Het verslag, waarvan een kopie naar de bisschop was gestuurd, verklaarde kortweg dat de vlekken waren ontstaan door menselijk bloed.
Na het ontvangen van deze conclusies werden er verschillende mensen die het wonder hadden gezien gevraagd voor een getuigenis. Op 8 november 1970 verklaarde de koster van de kapel van Stich, Joseph Talscher, het volgende: "Op de avond van 14 juli, droeg de priester de heilige mis op in de kapel van Stich. Met in het achterhoofd de gebeurtenis van 9 juni, zorgde hij ervoor dat de kleden van het altaar vlekkeloos waren. Na het ontvangen van de communie gaf de priester mij een teken en wijste naar het altaar. Toen zag ik de vlekken. Na de mis konden we allemaal de vlekken beter bekijken, in het bijzonder de vlek die de grote had van een priesterlijke Hostie. We zagen er duidelijk een kruis in. We keken elkaar aan in verbazing. Er was weinig verschil tussen deze vlekken en die van 9 juni toen dezelfde preister de mis opdroeg. Ik ben bereid dit allemaal te herhalen onder ede."
Mr. Johannes Talscher, de koster van het heiligdom van Maria Rhein, en de broer van de koster van de kapel van Stich, verklaarde dat hij bij de Heilige Mis van 14 juli in de kapel van Stich aanwezig was. Hij voegde daaraan toe: "Ik wist van het bloederige wonder van 9 juni toen dezelfde priester de Mis opdroeg, en hoopte dat het wonder nog eens zou plaats vinden. Aan het einde van de Mis vroeg de eerwaarde pater aan het volk om drie keer het Onze Vader te bidden ter ere van het Heilig Bloed van Onze Heer. Toen, zichtbaar bewogen, vertelde hij dat het wonder van 9 juni nogmaals had plaatsgevonden. We mochten allemaal naar het altaar komen. Ik zag vier vlekken. Eentje had de grootte van een priesterlijke Hostie met een daarin een kruis duidelijk zichtbaar. Een andere vlek had de omvang van een kleine hostie en de andere twee waren nog kleiner. De vlekken waar bruinrood. Het is mijn vastbesloten mening dat de vlekken geen natuurlijke verklaring hebben."
Een verpleegster van het gemeentelijke ziekenhuis van Rosenheim in West-Duitsland, ook een religieus zuster, was ook aanwezig op de mis van 4 juli en gaf meer details in het verklaring van 10 november 1970: "We mochten allemaal naar het altaar. Eerst zagen we drie vlekken, waarvan er eentje de grootte had van een grote Hostie zoals de priester die heeft. De andere twee vlekken hadden de vorm van de Hosties die een gelovige ontvangt. Toen gaf mijn zus een kreet van verbazing en wees naar een vierde vlek aan de evangeliekant van het altaar. We riepen gelijk uit: "Kijk er is een kruis te zien in elke vlek!" De grenzen van de vlekken waren duidelijk zichtbaar. De vlekken werden niet langzaam valer langs de randen, zoals dat normaal is. De vlekken ging door de kleden een en waren "plakkerig." Alle aanwezigen waren verbaasd en bewogen, als of ze in een schoktoestand waren.
In nog een andere getuigenis, die door andere aanwezigen ook was ondertekend, werd verklaard dat de vlekken verschillende vorm hadden en nog steeds vochtig waren: "De zelfde vlekken waren ook zichtbaar op het smalle kleed onder de corporale. Veel van de vlekken hadden een kruis in hun midden. Ook de twee altaardwalen waren met dezelfde vlekken doordrenkt."
De bisschop van Augsburg, Joseph Stimpfe, werd tijdig bericht van beide gevallen. Hij stelde een groep mensen in om het te onderzoeken en op 9 oktober 1970 werd de Zwitserse Priester gevraagd om alle gegevens van beide wonderen te geven. Na de resultaten van de wetenschappelijke onderzoeken te hebben bekeken en de getuigen te hebben gehoord werd de zaak voorgelegd aan de Congregatie van de Geloofsleer in Rome.
De mensen van Stich voelen zich bevoorrecht om twee Eucharistische wonder te hebben mogen aanschouwen in hun nederige kapel. Daarom hebben ze een diepere liefde en verering voor de Heilige Eucharistie.
03-03-1977
Eucharistische Mirakelen. Het wonder van Dubna, Rusland [1867]
Het wonder van Dubna, Rusland [1867]
Dubna, aan de Wolga, nabij Moskou [luchtfoto]
Om het wonder van Dubna beter te begrijpen moet men eerst iets weten van de politieke en kerkelijke verhoudingen in Polen in 1863, vier jaar voor het wonder.
De buurtstaat Rusland oefende druk uit op Polen, met de bedoeling om de Poolse taal en nationaliteit te laten ophouden. De officiële taal van Polen werd Russisch en het Pools was strikt verboden op publieke plaatsen en in klaslokalen. De Poolse mensen mochten niet meer werken en alle verenigingen werden verboden. Poolse namen werden veranderd in Russische namen en Poolse landgoederen werden ingenomen.
Voor de Kerk in Polen was dit zowel onredelijk als moeilijk. Omdat het katholieke geloof de grootste religie was, werd [met succes] moeite gedaan om alle banden met de Paus te verbreken en daarmee de macht van de Paus over de Kerk te verkleinen. Kloosters werden onderdrukt, kerkeigendommen werden ingenomen, en publiekelijke aanbiddingen, processies werden verboden als ook de bouw of reparatie van schrijnen langs de wegen. Schismatische liturgische boeken en vereringen werden bij de Katholieke kerken opgedrongen.
In 1865 eindige alle diplomatieke contact tussen Rusland en de Paus Piux IX, die sympathiek was voor de Poolse mensen. In plaats van dat de Paus de Kerk mocht leiden, was er een college van kanunniken in St. Petersburg dat het zeggenschap over de Kerk kreeg. De bisschoppen, de dekens, en de kapittels waren hier allemaal tegen, met als gevolg dat heel veel hooggeplaatste geestelijken van de Kerk gedeporteerd werden naar Rusland. De geestelijken volgden dit voorbeeld op en hielden dus ook heldhaftig stand door de autoriteit van dit college van kanunniken niet te erkennen. Dit werd zeer gewaardeerd door de bevolking.
Vele bange katholieken, echter, gaven toe aan afvalligheid toen de scheiding binnen de Kerk een feit was.
In deze moeilijke tijd keek De Verlosser neer op de strijdende Polen. Het was alsof Hij de hoop van de mensen wilde vernieuwen en een teken wilde geven van Zijn Vaderlijke Bescherming. Hij verscheen daarom in een kleine katholieke kerk in Dubna, een klein dorpje in Polen. Vandaag de dag zijn de grenzen veranderd en ligt Dubna in Rusland, zon 40 kilometer ten westen van Tula.
De mensen uit de parochie [ze waren zeer devoot] hielden in het geheim de Veertiguursaanbidding op 5 februari 1867. De monstrans stond op het altaar toen de gelovig, die het er het dichtst bij stonden, zachte stralen licht zagen komen van de Hostie. Toen verscheen ineens het duidelijke beeld van Onze Heer in het midden van de Hostie!
De parochiepriester die de ceremonie leidde onderzocht het wonder gronding. Een aantal mannen van de congregatie kwamen ook naar het altaar om de verschijning voor zichzelf te zien, maar, of uit angst of uit respect, was geen van hen in staat om het altaar te betreden. De verschijning duurde tot aan het eind van de aanbidding. Alle aanwezigen mochten het wonder aanschouwen, zowel de katholieken die daar voor de aanbidding aanwezig waren, als de schismatieke mensen die uit nieuwsgierigheid waren gekomen.
Het nieuws van de gebeurtenis verspreidde zich snel door de buurt ook door het dorp. Omdat het wonder ook was aanschouwd door schismatieke mensen was dit wonder al gauw bekend bij de autoriteiten. De priester werd daarom voor het hoofd van de politie gebracht om een verklaring af te leggen. De gegevens werden toen naar de Gouverneur van Zjytomyr gebracht. Hij dreigde iedereen die over het wonder sprak gevangen te nemen. De priester gaf toch een gedetailleerde omschrijving aan zijn bisschop, die, bang dat de overheid de kerk zou sluiten, verzocht om stil te blijven over dit onderwerp.
Ondanks dat het nieuws over dit wonder in het geheim en in stilte werd verspreid was het al snel bekend in het hele land Polen ... tot grote hoop en vreugde van de gelovigen die in afwachting waren van het herstel van hun natie en de terugkeer van de vrijheid om hun katholieke geloof weer te mogen uitoefenen.
02-03-1977
Eucharistische Mirakelen. Het wonder van Faverney, Frankrijk [1608]
Het wonder van Faverney, Frankrijk [1608]
Het Eucharistische wonder dat plaatsvond in Faverney, in Frankrijk, ging niet over een Hostie die veranderde in vlees, ook niet over een Hostie die begon te bloeden, maar over een Hostie die de gave had om aan de zwaartekracht te weerstaan.
De abdij, in wiens kerk het wonder plaatsvond werd opgericht door de Heilige Gude in de achtste eeuw. Het werd opgericht onder de richtlijnen van de Heilige Benedictus, en droeg de naam: Notre Dame de la Blanche, [Onze Lieve Vrouw van het Wit], ter ere van een klein beeldje dat staat in de kapel aan de rechterkant van het priesterkoor. Oorspronkelijk werd de abdij gerund door nonnen, maar kloosterlingen namen de abdij over in 1132.
Het religieuze leven in de abdij in het begin van de 17e eeuw was niet zo vurig als men zou verwachten. De gemeenschap telde maar zes kloosterlingen en twee ingewijden. Om het geloof van de mensen op peil te houden, dat toen door de protestante invloeden werd verzwakt, hielden de kloosterlingen verschillende jaarlijks feesten, waaronder de aanbidding van het Hoogheilige Sacrament ter viering van Pinksteren en Pinkstermaandag. Ter voorbereiding van deze vieringen was er een rustaltaar voor een traliewerk in de buurt van het priesterkoor.
Abdij en basiliek waar het wonder zich afspeelde
In 1608 kwamen er vele mensen bijeen op eerste Pinksterdag. Met de avondval toen de deuren van de kerk werden gesloten en de kloosterlingen zich klaarmaakten om naar bed te gaan, lieten ze twee olielampen branden naast het Hoogheilig Sacrament, welke op het altaar verbleef in een simpele monstrans.
De volgende dag, maandag 26 mei, toen de koster, Don Garnier, de deuren opende zag hij de hele kerk gevuld met rook en vlammen die langs de zijden van het altaar omhoog kropen. Hij rende naar het klooster om de kloosterlingen te wekken. Onmiddellijk probeerden ze de kerk te redden. Terwijl de vlammen werden geblust merkte een jonge ingewijde, hij was pas 15 jaar, dat de monstrans zweefde in de lucht, lichtelijk hangend in de richting van het traliewerk aan de achterkant van het altaar.
Nieuws over dit wonder verspreidde zich snel, en de dorpelingen en priesters uit de omgeving vulden al snel de hele kerk. De Capucijnenbroeders van Vesoul snelde ook naar de kerk om de gebeurtenis te aanschouwen. Velen knielden in ontzag voor de hangende monstrans, maar ook waren er velen die sceptisch bleven en het wonder voor zichzelf wilde onderzoeken. De rest van de dag en de daaropvolgende nacht waren er geen regels gesteld en mochten allen belangstellenden vrij de plaats het wonder betreden.
In de vroege ochtend van dinsdag, 27 mei, droegen de priesters uit de hele omgeving om beurten de mis op, zodat er constant een mis was terwijl het wonder plaatsvond. Rond tien uur in de ochtend, tijdens de consecratie van de Mis die Pater Nicolas Aubry, de zielenpriester van Menoux, opdroeg, zag de gemeenschap de monstrans verschuiven naar een verticale positie en de monstrans daalde langzaam af naar het altaar, dat vervangen was omdat het oorspronkelijke was vernietigd door de vlammen. De zweving van de monstrans duurde 33 uur.
Al op 31 mei werd door de aartsbisschop, Ferdinand de Rye, een onderzoek ingesteld. Er waren vierenvijftig getuigenissen van kloosterlingen, priesters, boeren en dorpelingen. Twee maanden later, op 30 juli 1608, na de getuigenissen te hebben bestudeerd besloot de aartsbisschop in de echtheid voor het wonder.
We zullen het wonder iets meer in detail bespreken: verbrand waren het altaar [dat behalve zijn onderstel volledig tot as was vergaan] de altaardwalen, en bepaalde versieringen. Een van de twee kandelaren die de zijkanten van het altaar versierden bleek door de hitte gesmolten .... maar ondanks deze hitte was de monstrans onbeschadigd. De twee Hosties in deze monstrans waren ook intact, en hadden alleen last van lichte schroeiplekken. Vier voorwerpen, bewaard achter kristal dat aan de monstrans was bevestigd, bleven ook gespaard. Hieronder viel de reliek van de Heilige Agatha, een klein stukje van beschermde zijde, een pauselijke verklaring voor een aflaat, en een bisschoppelijk brief, waarvan de was gesmolten was en over het perkament was gelopen zonder de brief aan de tasten.
Wat betreft de zweving van de monstrans: 54 getuigen, waaronder vele priesters, getuigden dat de monstrans lichtelijk hing in de richting van het traliewerk, maar dat deze het traliewerk niet raakte: het bleef er zelfs een flink afstand vandaan. De getuigen verklaarden ook dat de monstrans voor 33 uur bleef zweven.
Deze getuigen, die onder ede zworen, hebben ook een document ondertekend dat nog steeds in de kerk wordt bewaard. Ze zweerden ook dat de zweving van de monstrans niet werd beïnvloed door de vibraties van de mensen die er kwamen, ook niet door het in en uit gaan van de kerk, of door mensen die stonden en fluisterden naast het verbrande altaar, alsook niet door de mensen die het traliewerk aanraakte. Ook de handelingen van de kloosterlingen die de rommel opruimden en een nieuw altaar plaatsten had geen invloed op de monstrans.
Een marmeren plaat werd er geplaatst onder de plaats waar de monstrans zweefde. Op deze marmeren plaat stond geschreven: Lieu Du Miracle [Plaats van het wonder].
In december van het jaar van het wonder, 1608, werd één van de twee Hosties, die in de monstrans bewaard was tijdens het wonder, plechtig overgeplaatst naar Dole, dat toen de hoofdstad van het gebied was.
Tijden de Franse Revolutie is de monstrans van het wonder jammer genoeg vernietigd, maar de Hostie was gered door de gemeenteraad van Faverney, die de Hostie verborg tot het gevaar geweken was. Later is de monstrans nagemaakt aan de hand van schilderijen uit de tijd van voor de revolutie. In deze nieuwe monstrans wordt de Hostie bewaard, die 33 uur zweefde, nadat deze een vuur had overleefd waardoor zelfs een kandelaar gesmolten is.
Nieuwe Monstrans
Raamwerk met de afbeelding van het mirakel
01-03-1977
Eucharistische Mirakelen. Het wonder van Bordeaux, Frankrijk [1822]
Het wonder van Bordeaux, Frankrijk [1822]
Toen de rust weer was hersteld na de franse revoluite (1793-1798) ontstond er in de Kerk een grote bereidheid om de schade te herstellen die was gedaan in deze verschrikkelijke jaren van ommekeer, verwardheid en verwoesting. Zo begon een mooie periode voor de Kerk in Frankrijk, met de stichting van vele religieuze organisaties die zich bezig hielden met verschillende goede bezigheden.
De stad Bordeaux werd gezegend met drie nieuw religieuze gemeenschappen. Pater Guillaume-Joseph Chaminade stichtte de gemeenschap van de Marianisten, Moeder de Laourous stichtte een congregatie voor de zorg van berooide vrouwen, en pater Pierre-Bienvenu de Noailles organiseerde een gemeenschap van vrouwen die de naam kreeg: De Heilige Familie van Bordeaux, waarvan de leden de kerk op verschillende manieren steunde. Deze laatste gemeenschap, waarvan de leden vaak ook wel de Vrouwen van Loreto worden genoemd, werd opgericht in 1820, twee jaar voor het wonder. De stichter, Pater de Noailles was toen de parochiepriester van de kerk van de Heilige Eulalie. De congregatie van de Heilige Familie van Bordeaux groeide zeer snel, met vele huizen die werden gebouwd in en rond Bordeaux. Het was in de kapel van een van deze huizen dat het wonder van Bordeaux plaats vond ... om precies te zijn op De Rue Mazarin nummer 22-24.
Pierre-Bienvenue de Noailles
Bordeux, Eglise Sainte Eulalie
We zullen de aanwezige priester de feiten rond het wonder laten vertellen, aangezien hij ze keurig en nauwkeurig heeft vastgelegd. Het volgende stukje is een vertaling van een deel van het document dat hij geschreven heeft: "Ik wil verklaren dat ik een priester ben die wonende is in de beurt van de parochie van St. Eulalie bij Bordeaux. Ik heb geen andere bedoelingen, behalve publiekelijk te bevestigen de gegevens rond de gebeurtenis die plaatsvond bij de Vrouwen van Loreto. Ik was zelf getuige van dit wonder. Ik wil verklaren voor de ogen van mijn Schepper, mijn God, dat de volgende gegevens waar zijn en betrouwbaar zijn."
De priester de Noailles, hoofd van het Instituut van Loreto, was niet in staat om zelf het lof te vieren voor de gemeenschap van Loreto en smeekte mij daarom om hem voor deze viering te vervangen. Ik ging toen naar het huis van deze zusters, op de derde van deze maand, de eerste zondag van de Paaskring, vier uur in de namiddag. Toen ik daar aankwam was ik meteen bereid om met het lof te beginnen. Uiteraard stelde ik het heilige Sacrament uit met wierook, en toen keek ik naar de monstrans. Ik had de Heilige Hostie daar neergezet, maar in plaats van de Heilige Hostie zag ik daar Onze Verlosser, hoofd, schouders en armen, in het midden van cirkel dat om Hem heen hing als een lijst, zoals bij een schilderij. Maar dit was geen schilderij, want Hij leek levend te zijn.
Klooster "La Solitude" te Martillac
Mère Rita Bonnet, algemeen overste, samen met twee weeskinderen
Zijn uitstraling was erg wit en Hij had het postuur van een jonge man van een jaar of dertig. Hij was enorm mooi. Hij droeg een donkerrode sjaal over Zijn schouder en borstkas. Zijn hoofd hing af en toe naar links, en dan weer naar rechts. Verward door dit wonder dacht ik dat dit een illusie was, omdat ik mijn ogen niet kon geloven, maar het wonder bleef duren. Ik kon niet langer in onzekerheid blijven en dus vroeg ik de misdienaar, die het wierookvat droeg, om dichterbij te komen. Ik vroeg hem of hij iets buitengewoons zag. Hij antwoordde dat hij het wonder al had gezien, en nu nog steeds kon zien. Ik vroeg hem om de overste te halen. Daar in de sacristie was ze zelf verstomd over het wonder en volledig overmand door sentimenten. Ik zelf, ik stond gebogen tegen de vloer. Ik hefte alleen mijn ogen op en was nederig in de aanwezigheid van mijn Verlosser. Tranen van vreugde overvielen mij door deze genade. Het wonder duurde tijdens alle hymnen van het Gezegende Sacrament, het Canticum en de Lezingen. Toen het Canticum voorbij was naderde ik het altaar, ik weet niet helemaal hoe ik dat deed, want ik had de moed niet om dichterbij te komen. Ik pakte de monstrans op en gaf daarmee de zegen. De hele tijd dacht ik na over De Goddelijke Verlosser die in mijn handen zichtbaar was. Ik gaf de Vrouwen van Loreto de wonderlijke zegen welke, zonder twijfel, erg vruchtbaar was voor deze nieuw orde. Ik plaatste de monstrans weer op het altaar, maar toen ik de monstrans opende zag ik de Hostie niet meer; De Hostie waarin Onze Verlosser was gekomen om zijn zegen te geven. Trillend en met tranen in mijn ogen verliet ik de kapel.
Drie mooie foto's van het interieur van de kapel "La Solitude" en de Monstrans met de Hostie
Zodra ik de kapel uit kwam kwamen er allemaal mensen op mij af, zowel uit het huis als leken van de parochie, die mij vroegen of ik het wonder had mogen aanschouwen en ze vroegen mij vele vragen over dit onderwerp. Ik kon alleen dit zeggen: "Jullie hebben Onze Verlosser gezien, waarmee Hij duidelijk heeft willen laten blijken dat Hij altijd bij ons is en waarmee Hij wil vragen om Hem altijd lief te hebben. Nog meer dan eerst moeten we Hem lief hebben en de goede dingen doen, want Hij heeft ons deze genade gegeven. Toen ging ik naar huis, maar tijdens de nacht bleef ik denken over het wonder dat ik had gezien. De volgende dag, maandag, ging ik naar de parochie va St Eulalie en kwam ik priester Noailles tegen. Ik vertelde hem wat er was gebeurd, en er kwamen ook andere mensen op ons af en vertelden over het wonder. Ook al had ik graag gewild er lang over te praten, had de misdienaar en enkele andere hem alles al verteld."
Wat er ook gebeurde. Ik verklaar wat ik heb gezien en bijna heb aangeraakt. Ik weet niet wat de gevolgen zullen zijn van mijn getuigenis, maar ik zou een zeer ondankbare man zijn en schuldig zijn als ik weigerde om de waarheid te verkondigen."
Dit document was getekend: "Delort, priester" en was geschreven op 5 februari 1822.
Naar deze getuigenis gaf de Moeder-overste, die knielden in de sacristie, een bevestiging. In het begin van haar verslag erkend ze dat, hoewel het gebruikelijk was om de ogen af te wenden voor de Sacramentele Jezus, ze toch de neiging had om naar de Hostie te blijven kijken. Ze ging verder: "Ik zag dat de Hostie was vervangen door Onze Verlosser, Jezus Christus, volledig lichtgevend. Ik kon Zijn hoofd zien, en zijn borstkas. Hij was omlijst met de cirkel van de monstrans, maar Hij bewoog Zijn Hoofd van links naar recht en het leek wel als Hij uit de cirkel wilde komen, naar de plaats waar ik was. Ik zag licht flitsen aan alle kanten . Dit was zo snel dat het wel leek om lange stammen licht die uitbarstte in mooie bloemen, voordat ze verdwenen. Hiermee was ik bezig tijdens de Hymne van het Heilig Sacrament, het Canticum en de lezingen. Ik had de kracht niet om te zingen omdat in mij een grote vurigheid heerste. Ik zei tegen mezelf dat ik heel blij zou zijn als het werkelijk mijn God was die Zichzelf aan mij wilde laten zien, en ik zou blij zijn om Hem te zien, omdat ik vaak voor deze genade had gewenst. Ik ervoer het eerst als een illusie, maar ik bleef Onze Verlosser zien op dezelfde manier. Ik was zo bezig met deze aanwezigheid dat ik niet door had welk effect het had op de priesters en de anderen. Ik ging naar huis zonder met iemand te spreken, maar er kwamen mensen naar me toe om mij te vertellen wat ze hadden gezien. Ik zag toen dat ik geen fout begaan had en ik zegende Onze Verlosser voor de genaden die Hij ons nederige huis had geschonken. Ik bevestig al deze dingen in de aanwezigheid van Jezus, Marie en Jozef" Ook al zien we Hem niet altijd met de ogen van ons lichaam, Hij gaf mij toch de genade om Hem te mogen zien ... Dit document was getekend "Moeder-Overste van het huis van Loretto op 6 februari 1882."
Andere getuigenissen werden gegeven en getekend door de misdienaar en enkele andere getuigen, van wie allen verklaarden dat ze het hoofd en de borstkas van Onze Verlosser hebben gezien, terwijl Hij met zijn armen bewoog een lief glimlachte naar de gemeenschap. Ze verklaarden dat de hele tijd Zijn linkerhand rustte op de rode sjaal die Hij over Zijn schouders droeg, terwijl Hij Zijn rechterhand omhoog hield, zoals bij de zegen. Dit beeld duurde tijdens het hele Lof, wat zeker 20 minuten duurde.
De aartsbisschop van Bordeaux erkende het wonder van deze kerk. Paus Leo XII bevestigde ook deze gebeurtenis en schreef een brief waarin hij het feest van het Heilig Huisgezin instelde ter herdenking aan deze gebeurtenis en ter erkenning van de orde, in wiens kapel dit wonder had plaats gevonden. Ook heeft de Paus het heeft van de eerste Zondag van de Paaskring gekoppeld aan het feest van het Heilig Huisgezin ... en ongebruikelijke dubbele viering door ook alleen in Bordeaux wordt gevierd. In 1921 heeft Paus Benedictus XV dit feest verspreid naar de hele kerk. Het feest van het Heilig Huisgezin wordt nu gevierd in de kersttijd.
Elke jaar zijn er vieringen in de congregatie van het Heilig Huisgezin ter herdenking van het wonder, maar alleen onder de zusters, want er zijn weinig katholieken die van de gebeurtenis afweten. De simpele monstrans die tijdens het wonder werd gebruikt wordt nog steeds bewaard in het huis van de orde van Bordeaux.
Pater Peter de Noailles, de stichter van de congregatie van het Heilig Huisgezin en de parochiepriester tijdens het wonder, staat op de lijst voor de heiligverklaringen.
28-02-1977
Eucharistische Mirakelen. Het wonder van Patierno, Italië [1772]
Het wonder van Patierno, Italië [1772]
Het was 18 januari 1772 toen de mensen van de Petruskerk er voor het eerst achterkwamen dat het tabernakel van de kerk was onteerd en dat de twee cibories, met daarin geconseacreerde Hosties, werden vermist. Verward, maar ook kwaad, zochten de mensen de stad af voor de Hosties, en voor de vandaal die ze had meegenomen. Hun motivatie nam na een paar weken echter af omdat ze noch de Hosties, noch de vandaal konden vinden.
Enige tijd later, in een landhuis van de Hertog van Grottolelle niet zo ver buiten de stad, waren de buren verbaasd toen ze s nachts op het landgoed licht zagen komen van de grond dat geleek op schijnende sterren. Elke nacht straalde die plek, en uiteindelijk dacht men dat het ging om een bovennatuurlijke kracht die de plaats aanwees waar de gestolen Hosties gevonden konden worden. Daarom gingen een paar vrome mannen naar het landgoed om het gebied te onderzoeken en te zoeken naar de Hosties, maar zonder resultaat.
Toen, op 24 februari, zagen de mensen een grote vlam huppelend rond een baal stro dat op het veld lag. Toen ze van dit nieuwe fenomeen hoorde, kwam er nog een grotere groep mensen om dit te zien met eigen ogen. Maar na grondig onderzoek gaven de meeste mensen, teleurgesteld, de hoop toch weer op. Ze gingen terug naar de stad toen ze weer door een paar mannen, die waren achtergebleven, werden terug geroepen. Vier mannen uit de groep keerden terug: Tommaso Piccido. Giuseppe en Giovanni Orefice, en Carlo Marotta.
Ze waren net terug bij de plek aangekomen toen ze alle vier werden gegrepen door een onzichtbare en onweerstaanbare kracht die ze op de grond drukten. Met grote moeite stonden ze op en toen werden ze gegroet door een grote lichtbal die uit een nabijgelegen dennenboom kwam. In het midden van deze bol was een oogverblindende witte duif. Hij steeg een paar meter boven de grond en vloog toen terug naar de boom en verdween in een vloed van licht.
% De relieken, ooit bezocht door Paus Johannes Paulus II
Meerdere mensen begonnen gelijk te graven aan de voet van de boom; en uiteindelijk ontdekte één van de gravers de Heilige Hosties, welke maar een paar centimeter onder de grond waren begraven. Een priester van de kerk verzamelde de Hosties in een schone linnen doek en, tussen grote vreugde en opluchting, werden de Hosties terug gebracht naar het tabernakel.
Patierno, Kerk van Sint-Petrus
Maar het eindigde hier niet. De volgende avond verscheen er opnieuw een licht op het veld. Daarom dachten de meeste mensen dat er nog meer Hosties waren die gevonden moesten worden. Een nieuwe zoektocht werd begonnen, maar zonder resultaat. De nacht daarna verschenen er een aantal vlammetjes in de buurt van een baal stro. Een lichtgevende gloed leek wel van de aarde te komen en daarna weer in de grond te verdwijnen. Opnieuw begonnen de mensen met een zoektocht en toen ze een stuk weg gegraven hadden vonden ze een groot aantal Heilige Hosties onder de grond.
In gemeenschap met vele parochianen bracht de priester deze tweede verzameling Hosties ook naar de kerk, maar deze keer met nog meer vreugde en plechtigheid. Toen ze bij de kerk aankwamen brachten ze alle hartelijke eer en dank voor de Hemelse tekenen die het bewijs waren van de Werkelijke Aanwezigheid van de Heer in dit Hoogheilig Sacrament.
De verschijning van de mysterieuze lichten in het veld moet men niet beschouwen als iets triviaals, of als een soort bijkomstigheid. Een soortgelijke gebeurtenis gebeurde namelijk ook bij de mensen van Annaya, in de bergen van Libanon, in 1899. Deze lichten verschenen voor 45 nachten na de begrafenis van de Heilige Sjarbel Makhlouf, een Libanees kloosterling en een kluizenaar. Voor onderzoek naar deze lichten werd het lichaam van hem opgegraven, en zagen ze dat zijn lichaam nog niet vergaan was. Niet alleen was zijn lichaam onaangetast, maar voor jarenlang ontstond er uit zijn lichaam een mysterieuze vloeistof die geen wetenschapper kon verklaren. De Heilige Sjarbel werd heilig verklaard op 9 oktober 1977.
De aartsbisschop van Napels is in het bezit van papieren die geschreven zijn Kardinale Sersale, die aartsbisschop was toen het wonder van Paterno plaatsvond. Deze documenten geven een gedetailleerde verklaring van betrouwbare mensen die de ongewone gebeurtenissen rond de ontdekking van de Wonderlijke Hosties hadden mogen aanschouwen, en ze verklaarden de echtheid.
27-02-1977
Eucharistische Mirakelen. Het wonder van Alcalà de Henares, Spanje [1597]
Het wonder van Alcalà de Henares, Spanje [1597]
In het begin van 1597 kwam er eens een onbekende man in de Jezuïetenkerk van Alcalá de Henares. Deze man biechtte op dat hij hoorde tot een Morengroep die schuldig was van een aantal diefstallen in de katholieke kerk. Op zijn geweten te zussen vertelde de man aan de Jezuïetenpriester, Juan Juarez, hoe hij en zijn partners verschillend Heilig Vaatwerk hadden gestolen en verkocht hadden. De man vertelde ook de verschrikkelijke Heilschennis die hij en de andere hadden begaan met de Hosties die ze tijdens hun diefstallen hadden gevonden. Hij biechtte op dat hij een aantal Hosties nu bij zich had die gestolen waren uit drie verschillende kerken. Pater Juarez kreeg toen van de man 24 Hosties, allemaal glanzend wit en verpakt in dik papier.
Pater Juarez vertelde toen de details hiervan weer aan Pater Gabriel Vazquez, die de Hosties in eerste instantie bij de volgende mis wilde gebruiken. Omdat ik sommige plaatsen, zoals Murcia en Segocia, sommige priesters vergiftigd waren besloten om het zekere voor het onzekere te nemen en de Hosties in een zilveren doos te bewaren. Ze hadden namelijk geen manier om zeker te zijn dat het verhaal van de onbekende man waar was. De priester wisten zelfs niet eens of de Hosties geconsacreerd waren. Daarom werden ze niet in de tabernakel bewaard, maar in de voorraadkast van de kerk. Op de zilveren doos plakten ze een briefje waarop geschreven stond: "Lees deze brief en volg de opdrachten op." De opdrachten op dit briefjes waren dat als de Hosties smerig zouden worden deze met water of vuur vernietigd moesten worden, dit was het gebruik van de kerk om zich te ontdoen van Hosties die geconsacreerd waren, maar niet meer geschikt waren voor consumptie, om wat voor reden dan ook.
Elf kaar later in 1608, onderzocht het hoofd van de provincie Toledo, Dr Luis de la Palmo, samne met Pater Juarez, de Hosties en zagen dat de Hosties nog steeds glanzend wit waren en helemaal fris. Toen besloot het hoofd van de provincie dat de Hosties naar de ondergrondse kluis geplaatst moesten worden om te kijken of de vochtigheid van de kelder de Hosties kon aantasten. De doos met de Hosties werd voorzien van een label en naar een stapel dozen met ongeconsacreerde Hosties geplaatst, die ook gelabeld waren. De ongeconsacreerde Hosties waren binnen een paar maanden helemaal aangetast door de vochtigheid, maar deze Hosties waren nog steeds puur en wit. Omdat ze niet aangetast waren wisten ze met absolute zekerheid dat er een hoger macht hier aan het werk was, wat de Hosties beschermde. Een paar maanden later stelde Pater Bartolome Perez voor om de Hosties in het tabernakel te bewaren, waar ze thuis hoorden.
Toen ze hoorden dat de beroemde en geleerde doktoren geen wetenschappelijke verklaring konden geven voor het niet vergaan van de Hosties, liet Don Pedro Garcia Carrero, een arts en professor aan de universiteit, een publieke onderzoek plaatsvinden. Tijdens dit onderzoek werden vijf Hosties gebroken. Hun behoud en frisheid overtuigde de professor dat het echt om een wonder ging, omdat de Hosties zich niet hielden aan de natuurwetten.
Toen de prominente theologen, religieuzen en professoren allemaal tot de conclusie kwamen het behoud van de Hosties een wonder was, schreef de rector, Don Francisco Robledillo, een brief aan de vicaris-generaal van Alcalá, op 16 juli 1619, waarin hij toestemming vroeg om het wonder bekend te maken en de Hosties publiekelijk uit te stellen, want hij wist dat de mensen enthousiast waren om dit religieuze wonder te aanbidden en te vereren.
De plaats waar de Hostie uit werd gesteld was een kapel in de Jezuïetenkerk. Hier werden de Hosties, in een grote processie door de straten van de stad, naar toe gebracht. De straten van de stad waren voor deze gelegenheid versierd met honderden kleden, vlaggen en bannieren.
Een noemenswaardig bezoek werd gebracht aan de Wonderlijke Hosties, in 1620, door de monarch, Filips III, die samen met zijn Koninklijke familie en zijn hele huishouden langskwam. Hij schonk aan de Hosties een kostbare doos gemaakt van parelmoer en zilver. De binnenkant van deze kist was bekleed met kostbaar brokaat. De Hosties werden in deze doos bewaard totdat er een monstrans geschonken werd door Kardinaal Spinola, de aartsbisschop van Seville en Santiago.
De Monstrans was iets meer dan 86 centimeter hoog en had de vorm van een vierzijdige lantaarn. Rond een centraal punt waren acht delen gemaakt, ieder deel huisde drie vertikaal geplaatste Hosties. Deze delen vormden een achthoek rond dit centrale punt, en het geheel was aan vier kanten omsloten door glas. Een klein koepeltje aan de bovenkant was versierd met een klein elegant kruis aan de bovenkant. Er wordt gezegd dat er ooit een gouden ring aan dit kruis hing, dat geschonken was aan de Wonderlijke Hosties op 18 september 1810, tijdens een bezoek aan Jozef Bonaparte, die koning van Spanje was gekroond door zijn broer Napoleon.
De Hosties verbleven in de kapel van de Jezuïetenkerk tot 1777, toen koning Karel III een koninklijk beval gaf aan kanunnik Ramon de los Herreros, om de Heilige Hosties te verplaatsen naar De Heilige Magistraalkerk. Toen werden de Hosties in grote plechtigheid naar de nieuwe kerk overgebracht. Ook werden de beelden, juwelen, versieringen, vazen, lampen en alles wat herinnerde aan de Hostie, of gegeven was aan de Hosties, mee verplaatst.
In de Heilige Magistraalkerk werden de Hosties bijzonder vereerd op het Hoogfeest van Hemelvaart, een feestdag toegewijd aan het wonder. Elk jaar op die dag kleedden de mensen van Alcalá de Henares zich in de mooiste kleden en namen deel aan de vieringen die zou uitgebreid waren dat het onmogelijk is om ze omschrijven.
In 1904 werd de Heilige Magistraalkerk een nationaal monument, maar in 1931, toen de politieke condities zich ontwikkelde in wat later de Spaanse burgeroorlog zou worden, verbood de regering alle religieuze activiteiten die buiten plaatsvonden. Hierdoor werden de vieringen tot binnen de kerk beperkt. Deze werden ook steeds meer beperkt en uiteindelijk verboden in 1936 toen de Spaanse burgeroorlog begon.
Dankzij de toenemende oppositie van revolutionairen troepen en het grote uithoudingsvermogen van de Spaanse mensen die niet beïnvloed waren door de katholieke haat van de revolutionairen, werden alle Heilige objecten verstopt op verschillende plaatsen op ze veilige te houden. De monstrans met de 24 wonderlijk bewaarde Hosties werd door een priester verstopt in de kerk op een geheime plek, die maar bekend was bij een paar priester van de gemeenschap.
Uiteindelijk werd de kerk ingenomen en omgebouwd tot militaire bunker. Een kanon werd er geplaatst in één van de torens, en machinegeweren werden er geplaatst voor de ramen. Later werden de stad en de Heilige Magistraalkerk gebombardeerd. Om de verwoesting af te maken werd een vlambare vloeistof over de kerk uitgegoten en aangestoken.
Verwoesting van de Kerk
Vlak voor of tijdens de vernietiging van de kerk ging een priester, die wist van de geheime plek, de kerk binnen en redde de Heilige Hosties, maar hij was gezien en vervolgens vermoord, net zoals vele andere priesters en nonnen tijdens de Spaanse burgeroorlog. Hoewel bekend is dat de Hosties gered waren van hun geheime schuilplaats in de kerk, is onbekend hoe of waar de Hosties zich vandaag de dag bevinden.
De mensen bidden tegenwoordig voor een nieuw wonder waardoor de 24 Hosties teruggevonden worden, die ze graag willen plaatsen in het hoofdaltaar van de gerestaureerde Basiliek.
De monstrans met 24 Hosties, welke zijn teruggegeven na te zijn gestolen door de Moren van drie verschillende kerken in Spanje in 1597. Deze Hosties bleven wonderbaarlijk vers en onaangetast en werden voor eeuwen vereerd, maar werden verborgen op een geheime plek toen de Spaanse burgeroorlog in volle antikatholieke haat uitbrak. Hoewel bekend is dat de Hosties zijn weggehaald uit de kerk voordat deze was verwoest door de revolutionairen, is het onbekend hoe en waar de Hosties zich vandaag de dag bevinden. De mensen bidden tegenwoordig voor een nieuw wonder waardoor de 24 Hosties teruggevonden worden, zodat ze deze opnieuw kunnen aanbidden.
26-02-1977
Eucharistische Mirakelen. Het wonder van Morrovalle, Italië [1560]
Het wonder van Morrovalle, Italië [1560]
Het was twee uur s ochtends op de derde zondag na Pasen, op 16 april 1560, toen Pater Bonaventure, een minderbroeder, wakker werd van het aanhoudend gerinkel van het brandalarm in de stad. Met een zeker schrik kleedde hij zich heel snel aan en rende naar de binnentuin van het klooster. Daar vandaan kon hij de Franciscuskerk zien. Het licht dat hij zag flikkeren in de ramen van de kerk kon maar één ding betekenen: een vuur bedreigde de kerk en bracht het Heilig Sacrament in gevaar.
Morrovalle, Klooster en Kerk van de Heilige Franciscus
Het rinkelen van de bel bleef aanhouden en als snel kwamen andere priesters en mensen uit het dorp aangesneld om te helpen. Een bijzondere moedige daad werd gepoogd door twee mannen, Antonio Lazzarini en Claudio Paganelli, maar de hevigheid van het vuur was zo groot, en ze besefte al snel dat alle hoop verloren was. De vlammen duurden zeven uur. Toen de brand voorbij was, was de kerk veranderd in een berg van onherkenbare rommel en smeulende as.
Ancona, de provincieoverste, vroeg Pater Girolamo om de schade op te nemen. Hij vroeg daarbij voor de hulp van Pater Battista en Broeder Illuminato om het stuk rond het verwoeste hoofdaltaar, dat op de grond lag, te inspecteren.
Terwijl ze stukken verbrand hout en een gebroken stuk marmer verplaatsten vonden ze vol verbazing, in een opening tussen as en kleine stenen, een Hostie, puur en wit en in perfecte staat. Toen ze dichterbij kwamen zagen ze de Hostie op een verbrandde corporale lag, die op zijn buurt weer lag op een stuk linnen dat ook zwaar beschadigd was.
Bij het zien van de perfect bewaarde Hostie tussen zo veel vuil en vernietiging vielen de priesters op hun knieën in aanbidding en baden om genade. Allen die de Hostie zagen beschouwden dit als een Wonder, met name ook omdat de tabernakel, waarin de Hostie bewaard was, volledig door het vuur was verwoest. Ook het Heilige Vaatwerk in de tabernakel was vernietigd door het vuur. Toen ze de grond nader bekeken vonden zo ook de pyxis waarin de Hostie was bewaard, voordat de vlammen kwamen. Het deksel van dit doosje was bewaard gebleven.
Reliek van de Hostie
Omdat enthousiaste groepen mensen uit verre gebieden kwamen om de omgeving te aanschouwen, beval een afgevaardigde van de Curie van het aartsbisdom Fermo dat de plaats van het wonder ordelijk en eerbiedig moest blijven.
De Wonderlijke Hostie en de deksel van de pyxis werden bewaard in een kristallen vaas, welke vervolgens werd afgesloten. Deze vaas werd bewaard in een ivoren doos, en afgesloten met drie sloten. Twee sleutels waren in handen van de prior, de derde sleutel was in handen van de bewaker van het klooster.
Nieuws rond het wonder deed Paus Pius IV een grondig onderzoek instellen. Om dit te overzien koos hij Ludovico, Bisschop van Bertinoro, bijgestaand door Cristoforo Bartoli, kanselier van de Kerk in Loreto. De details over de gebeurtenis werden bericht aan de Pontifex, die deze gegevens besprak met verschillende hooggeplaatste geestelijken.
Vijf maanden na het wonder gaf Paus Pius IV een pauselijke brief uit, op 17 september 1560. In dit document stond een korte beschrijving van het wonder, waarna de Paus de integriteit en voorzichtigheid van Bisschop Ludovico erkende, maar ook de enorme ijver dan de bisschop in zijn onderzoek naar dit wonder werd genoemd. Daarna verklaard hij dat hij met eerwaarde geestelijke heeft overlegd, die allemaal beaamden dat er geen fraude of bedrog was in de conclusie dat er voor de gebeurtenis geen natuurlijke uitleg bestond. Het was hun mening en uitsluitsel dat de gebeurtenis Indubitato miracolo was [onmiskenbaar wonderlijk].
In zijn brief schonk de Pontifex ook een aflaat voor iedere gelovige die in staat van berouw het Sacrament van de Verzoening zou ontvangen en vervolgens de Franciscuskerk zou bezoeken tijdens de herdenking van het wonder. De Heilige Vader gaf ook toestemming tot een Heilig Gebed ter ere van het Lichaam van Christus, tijdens de vieringen op de herdenking van het wonder.
Dankzij de vrijgevigheid van de mensen, die allemaal goede christenen waren, werd de Franciscuskerk herbouwd, en werd nog mooier dan hij was voor de vlammen de kerk verwoestten. De giften van drie families [Lazzarini, Marchetti en Collarerali] maakten het mogelijk de altaren te vervangen. Een plakkaat waarop hun vrijgevigheid wordt genoemd is nog steeds aanwezig.
In de volgende 300 jaar onderging de kerk verschillende transformaties, en werd elke jaar bezocht door enorme groepen mensen die graag de aflaat wilde ontvangen die Paus Pius IV aan de kerk had verbonden.
Halverwege de 19e eeuw, toen Italië was gesplitst in koninkrijkjes, hertogdommen en andere naties, ontstond er een grote politieke onrust. Er waren oorlogen tussen verschillende delen van Italië en er was grote vijandigheid tussen hen en het Vaticaan. Gedurende deze pijnlijke tijd, in het jaar 1860, stormden antireligieuze troepen en vandalen de Franciscuskerk binnen en jaagden de broeders weg, om vervolgens verschillende schatten en kunstwerken mee te nemen. Velen menen dat de wonderlijke Hostie in deze inval was gestolen. Vanwege de moed van Pater Luigi en zijn broer, de apotheker Bartolomeo Baldassarini, was het schilderij "Onze Lieve Vrouwe van de Genade" gered. Het schilderij was zeer oud en kostbaar en was voor de mensen zeer dierbaar. Dit schilderij bevind zich nu in de Augustinuskerk.
Heilige Augustinuskerk
Na de heiligschennis door de vandalen viel de Franciscuskerk in zon slechte toestand dat het niet meer mogelijk was om de Mis of andere religieuze vieringen daar te houden. Hierom liet het Vaticaan de aflaat, eens verbonden aan deze kerk, overgaan op de Bartholomeuskerk, waar deze aflaat nog steeds ontvangen kan worden. De Franciscuskerk is sindsdien gerestaureerd en is de plaats van toewijding van de pelgrims en toeristen geworden.
Heilige Bartholomeüskerk
Ook al is de wonderlijke Hostie verdwenen, de deksel van de pyxis waarin de Hostie bewaard was gebleven voor dat het vuur de kerk verwoestte, is nog steeds bewaard. Deze wordt bewaard in een kristallen cilinder en geplaatst in een monstrans op een verhoging, met een kruis aan de bovenkant.