Dit zijn de vijftien gebeden geopenbaard door Onze Heer Jezus Christus aan de Heilige Birgitta, Patrones van Europa, de Kerk van Sint-Paulus te Rome. Door het dagelijks verrichten van deze gebeden, draagt men in een jaar zoveel gebeden, Onze Vaders en Weesgegroetjes op, als de goddelijke Zaligmaker slagen heeft doorstaan in Zijn smartelijk leven.
De beloften
Toen Onze Heer aan de Heilige Birgitta verscheen deed Hij de volgende openbaring: "Ik heb op Mijn Lichaam 5480 slagen ontvangen. Indien gij deze in uw verering wilt gedenken, zult gij 15 Onze Vaders en 15 Weesgegroeten bidden en de volgende gebeden verrichten gedurende één vol jaar. Na dit tijdperk zult gij elke wonde van Mijn Lichaam vereerd hebben. Hij voegde hieraan toe dat al wie deze gebeden gedurende één jaar zou verrichten:
15 zielen van zijn stamverwanten uit het Vagevuur zal redden
15 rechtvaardigen van zijn familie de heiligmakende genade bewaren en er in zullen versterkt worden
15 zondaren van zijn geslacht zich zullen bekeren
De persoon die deze zal bidden, de eerste treden van de volmaaktheid zal beklimmen
15 dagen voor zijn dood zal ik hem Mijn Heilig Lichaam schenken, opdat hij van de eeuwigdurende honger zou bevrijd worden en ik zal Hem Mijn Kostbaar Bloed te drinken geven om hem in eeuwigheid te laven
15 dagen voor zijn dood zal hij, zonder uitzondering, al zijn zonden kennen en een oprecht berouw erover voelen
Ik zal het teken van Mijn Zegevierend Kruis voor hem plaatsen ter bescherming en ter verdediging van de hinderlagen van zijn vijanden.
In zijn doodstrijd zal Ik aanwezig zijn met Mijn Dierbare en Welbeminde Moeder
Ik zal zijn ziel welwillend onthalen en ze in de eeuwige vreugde binnenleiden
Wanneer zij daar zal aangekomen zijn zal Ik haar op deze wondere wijze te drinken geven van de fontein van Mijn Goedheid, wat niet zal gebeuren met de zielen die deze gebeden niet hebben opgezegd
De zondaars die dertig jaar lang in doodzonde hebben geleefd en godvruchtig deze oefeningen doen, of het inzicht daartoe hebben, zullen van de Heer vergiffenis bekomen van al hun zonden.
Daarenboven zal de Heer hem tegen slechte bekoringen beschermen.
Hij zal zijn vijf zintuigen bewaren
Hij zal zijn ziel vrijwaren van eeuwige straffen
Hij zal alles bekomen wat hij zal vragen aan God en aan de Allerheiligste Maagd
Hij zal van een plotselinge dood worden behoed
Indien hij naar eigen wil heeft geleefd, zal zijn leven worden verlengd
Telkens men deze gebeden zal verrichten, verdient men 100 dagen aflaat
Hij zal gevoegd worden bij het opperste koor der Engelen
Wie ze aan iemand aanwijst, zal wegens zijn verdiensten eeuwigdurende blijdschap genieten
Op de plaats waar deze gebeden zich bevinden en waar ze worden opgezegd, is God aanwezig met zijn genade.
Elk gebed wordt voorafgegaan door 1 Onze Vader en 1 Weesgegroet
Eerste gebed: Onze Vader en Weesgegroet
O Jezus Christus, Oneindige Zoetheid voor allen die U beminnen, vreugde die elk genoegen en alle begeerten te boven gaat, hoop en heil voor de zondaars. Gij hebt bewezen geen groter verlangen te hebben dan onder de mensen te leven. Zelfs hebt Gij uit liefde voor hen, de menselijke natuur aangenomen. Wees indachtig al de smarten die Gij hebt doorstaan van het ogenblik van Uw menswording af, maar vooral tijdens Uw Heilig Lijden, zoals het voor alle eeuwen werd ontworpen en besloten door de Goddelijke Voorzieningheid.
Wees indachtig O Heer, dat Gij tijdens het Laatste Avondmaal de voeten van Uw leerlingen hebt gewassen, dat Gij hen Uw Heilig Lichaam en Uw Kostbaar Bloed hebt geschonken en dat Gij hun Uw aanstaande lijden hebt voorspeld.
Wees indachtig de droefheid en de bittere walging die Gij in Uw Ziel hebt ondergaan, zoals Gijzelf hebt getuigd bij het slaken van de bittere kreet: "Mijn ziel is bedroefd tot de dood toe!"
Wees indachtig alle angsten en smarten, die Gij in Uw teder lichaam hebt gevoeld, reeds voor de foltering van de kruisdood.
Onder het uibtreken van het Bloedig Zweet, hebt Gij tot driemaal toe een smeekbede tot Uw Vader gericht. Dan werd Gij door Judas, Uw leerling, verraden en door Uw uitverkoren volk gevangen genomen. Vervolgens werd Gij door valse getuigen beschuldigd, door drie rechters onrechtvaardig veroordeeld en dit alles in Uw jeugdige leeftijd en tijdens de heerlijke Paasdagen.
Wees indachtig dat Gij van uw kleren werd ontdaan en met de mantel der bespotting werd omhuld, dat men Uw Ogen en Uw Gelaat heeft bedekt, dat men U kaakslagen heeft toegediend, U met doornen gekroond en een rietstok in de handen heeft gestopt. Vervolgens hebben de beulen u aan een zuil vastgebonden, Uw Lichaam met slagen verscheurd en U met smaad overladen. In de herinnering aan alle smarten en aan de droefheid, die Gij voor uw Kruisoffer reeds hebt doorstaan, verleen mij O Heer, voor mijn dood een waar berouw, een volledige belijdenis van mijn zonden, een herstellende boete en de vergiffenis van al mijn zonden. Amen.
Tweede gebed: Onze Vader en Weesgegroet
O Jezus, innige vreugde der Engelen, onuitputtelijke bron van genot, wees indachtig de schrik en de pijnen die U hebben overweldigd toen de beulsknechten U als razende leeuwen omringden en U als om een strijd, allerlei beledigingen, kaakslagen, kwetsuren en onmenselijke folteringen toebrachten. Bij het overwegen van al deze kwellingen en dat ijzingwekkend leed, smeek ik U, O mijn Zaligmaker, mij van alle zichtbare en onzichtbare vijanden te bevrijden en mij door Uw bescherming toegang te verlenen tot de eeuwige vreugde. Amen.
Derde gebed: Onze Vader en Weesgegroet
O Jezus, Schepper van Hemel en Aarde, oneindige God, allesbeheersende Almacht, herinner U de bittere smarten die Gij hebt geleden, toen de Joden uw Heilige Handen en tedere voeten met zware nagels hebben doorboord. Teneinde Uw lichaam in de juiste houding te brengen, hebben zij U met een onuitsprekelijke wreedheid op het Kruis uitgestrekt en langs alle zijden Uw eerbiedwaardige Ledematen uiteengetrokken. Aldus breidden de wonden zich steeds verder uit en verwekten ze tekens nieuwe en grievende pijnen. Ik smeek U, O Jezus, door de gedachtenis aan dit grenzenloze leed aan het Kruis, mij Uw vrees en Uws liefde te schenken. Amen
Vierde gebed: Onze Vader en Weesgegroet
O Jezus, Hemelse Geneesheer, aa, het Kruis geslagen om onze wonden door de Uwe te genezen, wees indachtig de ontelbare kneuzingen, die Gij in al uw uiteeengeschokte Ledematen hebt doorstaan, zodat er geen smart kan vergeleken worden bij de Uwe. Van het hoofd tot de Voeten was er geen enkel lichaamsdeel onaangestast en toch hebt Gij, in deze oceaan van wee, voortdurend tot de Vader gebeden voor uw vijanden: "Vader, vergeef het hen, want zij weten niet wat zij doen." Moge de gedachte aan Uw grenzeloos Lijden, door deze oneindige barmhartigheid, bij ons een volmaakt berouw en de vergiffenis van al onze zonden verwerven. Amen.
Vijfde gebed: Onze Vader en Weesgegroet
O Jezus, beeld van eeuwige schoonheid, wees indachtig uw zwaarmoedigheid toen Gij in het licht van Uw Godheid de bestemming hebt voorzien der zielen, die door de verdiensten van Uw droevig Lijden zouden gered worden en tevens de menigte der verworpelingen die, tengeveolge van hun zonden, teloor zouden gaan. Om de ondergang van deze ellendige zondaars hebt Gij bittere klachten geslaakt. Met het oog op deze afgrond van medelijden en erbarmen en vooral Uw opbeurend Woord, herdenken wij Uw woorden tot de goede moordenaar: "Vandaag nog zult gij met Mij zijn in het Paradijs," smeek ik U, O zoete Jezus, mij in het uur van mijn dood genade te schenken. Amen.
Zesde gebed: Onze Vader en Weesgegroet
O Jezus, beminnelijke Vorst, voorwerp van al onze verlangens, overdenk de smarten die Gij hebt gevoeld, toen de beulen U als een booswicht, nakt op het kruis hebben genageld en verheven. Al Uw vrienden en volgelingen hadden U verlaten, behalve Uw welbeminde Moeder en Uw leerling Johannes, die U trouwvol bijstonden in Uw doodstrijd. Dan hebt Gij tot beiden Uw heilzaam Woord gesproken: "Vrouw, ziedaar uw Zoon. Zoon, ziedaar uw Moeder." Ik smeek U, o mijn Zaligmaker, door het lijdenszwaard dat het Hart van Uw Heilgie Moeder heeft doorboord, U over mij te ontfermen in mijn lichamelijke en geestelijke nood en mij in al mijn beproevingen bij te staan, doch vooral in mijn laatste levensuur. Amen.
Zevende gebed: Onze Vader en Weesgegroet
O Jezus, Bron van onuitputtelijk erbarmen, door een eindeloos gevoel van liefde gedreven, hebt Gij uw Hart uitgestort in de kreet: "Ik heb dorst!" Door die vraag naar verlossing, van het menselijk geslacht, bid ik U, mijn Zaligmaker, om in ons hart het verlangen op te wekken om in al onze daden de volmaaktheid na te streven en in ons wezen de lichamelijke begeerte en aardse neigingen uit te roeien. Amen.
Achtste gebed: Onze Vader en Weesgegroet
O Jezus, genoegen voor het hart en zoete vreugde voor de geest, door de bittere gal en de azijn die Gij op het Kruis hebt willen proeven uit liefde voor ons, vergun dat wij tijdens ons leven waardig Uw Kostbaar Bloed en Lichaam mogen ontvangen, tot troost en geneesmiddel voor onze zielen. Amen.
Negende gebed: Onze Vader en Weesgegroet
O Jezus, Koning vol deugden en behaagten voor de Geest, herdenk het zielenleed waardoor Gij, bij het naderen van de dood, overweldigd waart, toen de Joden u steeds hebben beledigd en bespot. Dan hebt Gij in uw doodstijd tot de vader uitgeroepen: "Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?" Door deze doodsangsten smeek ik U, O mijn Zaligmaker, om mij in de verschrikking van de dood niet te verlaten. Amen.
Tiende gebed: Onze Vader en Weesgegroet
O Jezus, begin en einde van alle bestaan, de weg, de waarheid en het leven, wees indachtig dat Gij voor ons in een afgrond van smarten waart gedompeld, toen de Joden u steeds hebben beledigd en bespot. Dan hebt Gij in uw doodstrijd tot Uw Vader geroepen: "Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?" Door deze doodsangsten smeek ik U, mijn Zalgmaker, om mij in de verschrikking van de dood niet te verlaten. Amen.
Elfde gebed: Onze Vader en Weesgegroet
O Jezus, onpeilbare diepte van barmhartigheid. Ik smeek U, in herinnering aan de wonden die U tot in het merg van de beenderen en tot in de ingewanden hebben gepijnigd: trek mij, ongelukkige, uit de vloed van mijn zonden. Verberg mij voor Uw aanschijn in de opening van Uw wonden, totdat uw rechtvaardige toorn verzoend zal zijn. Amen.
Twaalfde gebed: Onze Vader en Weesgegroet
O Jezus, Spiegel der Waarheid, band van eendracht en liefde, herdenk de menigvuldige wonden die geheel Ww lichaam hebben overdekt, U hebben verscheurd en rood gekleurd door het vergieten van Uw aanbiddelijk Bloed. O mateloze pijn, die Gij voor ons in Uw maagdelijk Lichaam hebt doorstaan: O goede Jezus, wat kunt Gij nog meer doen? Ik smeek U, O mijn Zaligmaker, om al Uw wonden diep in mlijn hart te prenten, zodat ik voortdurend Uw Smart en Uw Liefde kan voelen. Laat Uw Liefde elke dag in mij groeien en laat de vrucht van Uw Lijden mijn ziel louteren, opdat ik bij U, de bron van al het Goede en alle Vreugde, veilige zou mogen aankomen. Laat deze wens, O zoetste Jezus, in het eeuwig leven verwezenelijkt worden. Amen.
Dertiende gebed: Onze Vader en Weesgegroet
O Jezus, sterke, onoverwinnelijke, onsterfelijke Koning, herinner U het leed dat Gij hebt gevoeld toen al Uw krachten van Uw Lichaam en Ziel volledig waren uitgeput, zodat Gij al, prevelend, het hoofd hebt gebogen: "Alles is volbracht." Door deze totale uitputting, smeek ik U, Heer Jezus, medelijden te hebben met mij in het laatste levensuur, als mijn hart zal beklemd zijn en mijn geest beneveld. Amen.
Veertiende gebed: Onze Vader en Weesgegroet
O Jezus, onpeilbare diepte van barmhartigheid. Ik smeek U, in herinnering aan de wonden die U tot in het merg van de beenderen en tot in de ingewanden hebben gepijnigd: trek mij, ongelukkige, uit de vloed van mijn zonden. Verberg mij voor Uw aanschijn in de opening van Uw wonden, totdat uw rechtvaardige toorn verzoend zal zijn. Amen.
Vijftiende gebed: Onze Vader en Weesgegroet
O Jezus, ware en vruchtbare Wijnstok, herdenk het overvloedig verlies van Uw Heilig Bloed dat Gij zo edelmoedig hebt uitgestort, zoals de wijntros onder de wijnpers. Uit uw zijde, met een lans doorboord, vloeide er water en bloed, zodat er geen enkele druppel in uw lichaam is gebleven. Als welriekende myrrhe werd Uw aanbiddelijk Lichaam vernietigd. De levenssappen zijn eruit gevloeid en het merg van Uw beenderen is uitgedroogd. Breng mijn hart, door Uw bitter Lijden en door het uitstorten van Uw Kostbaar Bloed, o zoete Jezus, een liefdeswonde toe, zodat rouwmoedige tranen dag en nacht mijn wangen zouden bevochtigen. Keer mij volledig tot U en laat mijn gebed U aangenaam wezen en laat mijn hart voor U een voortdurende verblijfplaats worden. Laat mijn leven verdienstelijk zijn, zodat ik bij mijn dood, iw Uw Paradijs mag binnentreden, samen met de ontelbare koren der engelen en Heiligen. Amen.
09-06-1980
Onze Lieve Vrouw van Ocotlán, Tlaxcala, Mexico
Onze Lieve Vrouw van Ocotlán, Tlaxcala, Mexico
Deze korte publicatie is gemaakt ter ere van Onze Lieve Vrouw van Ocotlán. Moge de wonderen die plaats vinden aan de wonderlijke bron van de Heilige Maria en aan de voet van haar heilige afbeelding altijd iedereen naar God brengen, door Haar bedroefde en onbevlekte Hart.
Een ontmoeting in het bos met de Moeder van God
Het wat een rustig moment op de dag, in de late namiddag, zo rond de lente van 1541. De zon scheen over de Mexicaanse stat Tlaxala en nam afscheid van deze heuvelachtige stad. Ze scheen haar laatste kleurrijke stralen over een steeds donker wordende lucht. Tussen al dit natuur schoon beklom Juan Diego Bernardino, een arme indiaan, de westelijke kant van de heuvel San Lorenzo [De Heilige Laurentius] en hij ging een eikenbos binnen. In die dagen liepen de bomen langs een afgrond.
Kaart van Ocotlán en omgeving, 1534
Deze liefhebbende ziel had zojuist water gehaald uit de Zahuapanrivier voor zijn zieke familie. Zijn familieleden waren zoals vele geteisterd door een verschrikkelijke uitbraak van de pokken. Negen van de tien inwoners van Tlaxcalan overleed eraan. Vele van de dorpelingen geloofden dat water hun brandende koorts kon tegenhouden en hen zelfs kon genezen. Ze beschouwden het water van de Zahuapanrivier als zeer goed, en dachten dat het speciaal hielp tegen huidaandoeningen.
Voordat hij met deze liefdadigheidsmissie begon had Juan Diego, die werkte voor de franciscanen in het klooster van Tlaxcala, toestemming van de kloosterlingen om dit te doen. Hij nam een waterkruik en liep de heuvel, waarop het klooster stond, af. Hij vulde de kruik en begon zijn tocht naar Xiloxoxtla, waar zijn familie woonde.
Plotseling, zonder enige waarschuwing, verscheen er een ongelofelijke mooie vrouw uit het niets voor Juan Diego. Ze droeg een witte tuniek en een blauwe mantel. Haar uitdrukking was zo vol liefde, en vriendelijkheid. Toen ze verscheen groette ze Juan Diego met de woorden: "Moge God je beschermen, Mijn zoon. Waarheen ben je op weg?"
Juan Diego was zo verbaasd en verwonderd door het zien van zulke hemelse goedheid en schoonheid dat hij bijna niet kon spreken. Verstard en overdonderd antwoordde hij: "Ik draag water van de rivier naar mijn zieken, die zullen sterven zonder genezing."
Dit antwoord behaagde de hemelse Vrouw. Ze was blij met de zorgen en naastenliefde en gaf hem de volgende uitnodiging: "Kom en volg mij" zei ze, "Ik zal je ander water geven waarmee de besmetting wordt verholpen, en iedereen die ervan drinkt zal er baat bij hebben; want mijn hart, dat altijd vol liefde kijkt naar de lijdende, kan niet langer tegen dit lijden zonder te helpen."
Juan Diego Bernardino ontmoet Maria
Ook al had Juan Diego veel gereisd, hij had nog nooit gehoord over het "helende water" waarover de Vrouw sprak. Toch volgde hij gelovig zijn liefelijke weldoenster naar een ravijn onder aan de heuvel. Hier was een groepje bomen waar Onze Lieve Vrouw haar fontein van Heilig Water onthulde.
"Volledige genezing? Geweldig!" dacht Juan Diego die zijn kruik maar wat graag leeg goot en vulde met het wonderlijke water uit deze nieuwgevonden bron van genezing.
De mooie Vrouw had nog meer te tonen. Voordat Ze wegging van Juan Diego en hem in vreugde zou achterlaten, gaf Ze hem een boodschap om aan de franciscanen te geven, in het klooster waar hij werkte. Ze zei tegen hem: "Zeg tegen de gelovigen, namens Mij, dat ze op deze plaats een afbeelding van Mij zullen vinden die Mijn grootsheid zal weerspiegelen. Door deze afbeelding zal Ik velen genade en genezing schenken. Eenmaal gevonden wil Ik dat deze afbeelding wordt geplaatst in de Kapel van San Lorenzo."
De eerste van vele wonderen
Met de woorden van zijn weldoenster zingend in zijn hart snelde Juan Diego naar Xiloxoxtla, vol vertrouwen, vol vreugde, en niet vertraagd door de zware kruik met water op zijn schouders. Toen hij aankwam gaf hij zijn familie te drinken van het water uit de bron van de aardige Vrouw. Wat er toen gebeurde overdonderde hen, en trok al snel de aandacht van het hele dorp.
Precies zoals de mooie Vrouw had belooft, was niet alleen het lijden vermindert, maar ze waren volledig genezen. Onmiddellijk waren al hun pijnen weg. Zodra iemand dronk van het heilige water, ontving hij volledige genezing.
Volledig vervult van vreugde gingen Juan Diego en zijn familie naar buiten om hun geluk de delen met de buren. Het nieuws over de wonderlijke gebeurtenis verspreidde zich snel, door de oorspronkelijke wijnstok van Xiloxoxtla, samen met kennis dat de ontvanger van de "hemelse boodschap" onder hen was.
Voordat hij zich kon terugtrekken naar een rustige plaats, of kon terugkeren naar het Klooster van Tlaxcala, werd Juan Diego overdonderd door nieuwsgierige, gelovige en behoeftige buren. Ze wilden allemaal zelf het verhaal horen van Zoapiltzin [De damevrouw] in het eikenbos. Waar was haar wonderlijke bron? Hoe zag ze eruit? Wat heeft ze gezegd? Komt ze terug? etc.
Terwijl hij het verhaal van de verschijning en de wonderlijke bron vertelde en hervertelde deelde hij ook de kostbare vloeistof uit aan de dorpelingen. Iedereen die ziek was, of een ziek familielid had ontving een gedeelte en, onverklaarbaar, precies zoals als de Zoapiltzin had beloofd: iedereen die dronk van het water genas meteen.
De nacht kwam snel over het "Hemelse ziekenhuis" van Juan Diego, sneller dan hij doorhad. Het was te laat voor hem om nog terug te keren naar het Klooster. Enthousiast om zijn missie van boven te vervullen ging hij met tegenzin slapen in het huis van zijn familie, en ontwaakte bij de eerste stralen licht. Op deze morgen was er weinig nodig voor hem om wakker te worden en op weg te gaan.
Bij de eerste mogelijkheid voldeed Juan Diego het verzoek van de Vrouw en vertelde zijn verhaal aan de gemeenschap van broeders. Ze luisterden naar de boodschap van Maria en de rest van het verhaal, en ze zeiden het voorval te onderzoeken. Toen werd Juan Diego voorzichtig aan het werk gezet zonder dat ze een mening gaven.
Niet veel later ondervraagden ze hem voorzichtig opnieuw, in de hoop een tegenstrijdigheid in zijn verhaal te ontdekken. Ze vroegen de vragen op een manier dat ze elke onenigheid in het verhaal konden vinden. Ze ondervraagden hem een derde keer.
Deze ondervragingen overtuigden hen dat Juan Diego de waarheid sprak, want hij bevestigde iedere keer precies hetzelfde als de eerste keer. Zijn simpele en directe antwoorden op deze herhaaldelijke onderzoeksvragen liet hen geloven in de echtheid van deze gebeurtenis.
Ze besloten uiteindelijk om de plaats van de bron en de wonderlijke verschijning zelf te bezoeken. Ze waren het erover eens dat het beter was om te wachten tot de dorpeling sliepen, voordat ze Juan Diego naar de bron zouden volgen. Ze wilde geen aandacht trekken en hoopte deze gebeurtenis in stilte verder te kunnen onderzoeken.
Deze wens om ongezien te worden slaagde niet. Toen een paar mensen in het donker de broeders Juan Diego zagen volgen vertelde ze dit al snel aan de buren. Voordat de broeders veel verder waren gereisd was er een hele processie van nieuwsgierige dorpelingen bij hen. Omdat niemand s nachts reisde, behalve in een noodgeval, vonden de dorpelingen deze uittocht toch wel vreemd. Als de broeders hen niet zouden verlaten dan wilde de indianen wel weten wat er aan de hand was.
Toen ze bij de eikenbomen aankwamen op de plaats van de verschijning stonden de bomen in brand! Wonderbaarlijk! Wat nog wonderlijke was, was dat het vuur kwam een grote boom ... anders dan alle anderen ... brandend over zijn hele lengte, dus van boven tot onder. Omdat dit de enige boom was die volledig in brand stond markeerden de broeders deze boom, en gingen terug omdat het al vrij laat was.
De volgende ochtend, na de Heilige Mis, ging de gemeenschap opnieuw naar de eikenbomen. Deze keer waren er nog meer dorpelingen bij, die nog nieuwsgierig waren naar de handelingen van de prior. Toen ze bij de bomen aankwamen was niet alleen het vuur gedoofd, maar was ook de schade alleen te zien op de kleine takjes van de bomen ... in tegenstelling wat je zou verwachten bij zon brand! Eens aangestoken is deze brand als een soort vlammenzee die in een droog seizoen (wat het toen ook was) alle bomen had moeten plat branden. Nog een mysterie! De grote boom, die ze gemerkt hadden was meer aangetast dan de kleine bomen. Iedereen was verbaasd over deze gebeurtenis.
Ze hadden een bijl bij hen en ze hakten de stam van de grote eikenboom op, waardoor een nieuw wonder hun ogen bereikte: in de stam van de omgehakte boom was duidelijk zichtbaar een afbeelding van de Heilige Moeder van God. Deze afbeelding beeldde het mysterie van de Onbevlekte Ontvangenis uit die gezien kan worden in de tempel die in liefde door haar kinderen is gebouwd. Op de manier was het verhaal van Juan Diego bewezen voor de ogen van vele getuigen. De verschijning van de Maagd Maria aan haar dienaar Juan Diego was een blijde gebeurtenis waardoor Zij hem het genezende water gaf en hem verzocht om de broeders haar afbeelding te laten vinden.
De geboorte van een dorp in Glorie
De wonderlijke afbeelding van Maria was door het vuur in de eikenboom gebrand en iedereen vroeg zich af, "Hoe is dit mogelijk?" Het grootste gedeelte van de stam, bladeren en takken was onaangetast. Het was ook zij bijzonder en ongebruikelijk dat geen van de kleinere bomen was aangetast, zoals men normaal zou verwachten!
Hun schat, de Onbevlekte Maria, zorgde voor een enorme enthousiasme en een onbeschrijfelijke verering bij allen. Met de bedoeling om hun enthousiasme aan banden te leggen lieten ze de indianen takken afsnijden van de eikenboom om daarmee, in één rij hun hymnen te kunnen zingen. Zo ontstond de eerste processie naar de Kapel van San Lorenzo.
Het hele dorp was in vreugde toen de franciscanen de wonderlijke beeltenis van Maria op hun schouders namen. Ze liepen daarmee tussen een vreugdevolle menigte. Zoals de Vrouw gewenst had werd haar beeltenis de heuvel opgedragen gevolgd door de menigte. Daar werd haar afbeelding, gebrand in de grote eikenboom door de Wil van God, geplaatst op een troon die eerder gebruikt werd door de grote en heilige martelaar Laurentius. Deze spontante gebeurtenis wordt ook wel genoemd: "De eerste Verheffing."
De koster tegen de engelen van Maria
Toen ze aankwamen bij de kapel werd de beeltenis van Maria in een nis geplaatst die was bedoeld voor hun schutspatroon, de Heilige Laurentius, waarvan ze het beeld hadden weggehaald.
Volgens legenden, had de indiaanse koster van de kapel, de "ongelovige Thomas" van Ocotlán, een grote devotie voor de Heilige Laurentius en was daarom erg ontsteld toen zijn patroon werd vervangen door de Maagd Maria. He werd droevig omdat de verering van de heilige martelaar afnam, terwijl de eerbied en devotie voor Maria toenam.
Op drie momenten besloot hij om deze "indringers" van "zijn heiligdom" tegen te houden. Bij het eerste moment wachtte hij tot het donker werd. Hij ging de kerk binnen en plaatste het beeld van Onze Lieve Vrouw uit de nis om het beeld van de Heilige Laurentius daar weer neer te zetten. Hij sloot toen de kerk weer af en ging naar huis om te slapen. Toen de volgende ochtend de kapel weer binnen ging was de Heilige Maagd opnieuw in de nis van de Heilige Laurentius, en stond zijn beeld aan de zijkant. Hij dacht dat iemand zich had verscholen in de kapel en de beelden weer had omgedraaid. Daarom ging de koster, nog meer gemotiveerd, een nieuw plan bedenken om zijn tegenstanders te slim af te zijn.
Die nacht wisselde hij opnieuw de beelden van de Heilige Laurentius en de Heilige Maagd Maria om, maar nam nu ook het beeld van Maria met zich mee naar huis. Nadat hij de volgende dag de kapel weer binnen ging zag hij de Heilige Maagd Maria boven het altaar en de Heilige Laurentius aan de zijkant. [Zou hij de rol van Maria als Koningin van de Heiligen begrepen hebben?]
Ook de volgende poging om de afbeelding van Maria te "onttronen" faalde dramatisch. Nadat hij de beelden opnieuw had omgewisseld plaatste hij Onze Lieve Vrouw in een versierde doos. Hij bedekte de kist met zijn serape [cape] en sliep bovenop de kist. Terwijl hij sliep waren de Heilige Engelen "druk bezig." Dankzij dit werk van de Heilige Engelen werd de Vrouw voorgoed geplaatst op haar ereplaats.
Toen hij wakker werd op een lege kist en opnieuw de afbeelding van de Heilige Maagd Maria boven het altaar zag, schrok hij zich bijna dood. Hij werd bang voor de wraak van de Hemel en ging zo snel hij kon naar de geestelijken van het klooster en legde uit wat hij had gedaan ... volledig onbezorgd over een eventuele straf die zij hem zouden opdragen. Toen hij eindelijk de hand van God hierin zag, openden zijn ogen en zocht hij alleen vergeving en genade. Deze weerstand van de dienaars van Maria tegenover de koppige koster liet duidelijk de Wil van God zien met Zijn Geliefde Dochter, Moeder en Bruid.
Met Haar Zoon en bij Haar kinderen
Wie kan ontkennen dat Onze Lieve Vrouw de wens had om haar eigen huis te hebben in het midden van de gezegende stad Tlaxcala? Sindsdien [de eerste dagen van de bekering van Mexico en de Nieuwe Wereld] is Maria, als de Vrouw van Ocotlán de bron geweest van het leven, de goedheid en de hoop van ontelbaren die bij haar deur aanklopten.
Vandaag de dag is de deur van de Basiliek van Onze Lieve Vrouw omgegeven door de zeven aartsengelen en de twaalf apostelen. Zij wordt zelf omhoog gehouden door de Heilige Franciscus (boven de Heilige Jozef) voor een stervormig raam.
Basiliek van Onze Lieve Vrouw van Ocotlán
Zoals de Hemel de eikenboom deed oplichten om zo de wonderlijke en mooie afbeelding van Maria te doen ontstaan, zo zijn er ook duizenden en duizenden zielen opgelicht door de "Genade en Genezing" uitgedeeld door Onze Lieve Vrouw door haar heilige afbeelding. Zoals voorspeld heeft Maria vele genade geschonken door haar heilige afbeelding. Zo blijft ze mensen helpen met genezing, door het heilige water van haar bron.
De verblindende schoonheid van Onze Lieve Vrouw van Ocatlán
Het houten beeld van Onze Lieve Vrouw van Ocotlán draagt een ongelofelijk mooie jurk, gekleurd in goud, blauw en rood. Het is bijna een meter en half hoog. De stijl van de kleding is gelijk aan de kleding die de Vrouwen droegen in deze streek, zo rond de tijd dat ze verscheen in Juan Diego.
Het wonderlijke beeld van Onze Lieve Vrouw van Ocotlán (Onze Lieve Vrouw van de brandende eik) gevonden door Juan Diego Bernardino en de vroege franciscaanse missionarissen van Tlaxcala. Vandaag de dag is het beeld in de Basiliek die gebouwd is voor Haar.
Onder haar voeten is een ongelofelijk mooie, zilveren verhoging. Ze leunt lichtjes naar voren en draagt haar mantel over haar linker onderarm ... zoals een dame die een trap betreed. Deze mantel is een mooi gemaakt en valt in een strakke vouw.
Haar handen zijn verbonden bij de vingertoppen die omhoog staan in gebed. Haar uitdrukking is simpel en duidelijk: dunne lippen en een rechte neus. Ze heeft een vrome uitstraling en heeft erg mooie ogen, een dunne nek en een ovalen hoofd, zoals een Vrouw van Koninklijke bloede. Haar zwarte haren vallen in krullen over haar schouders en langs haar rug.
Menselijk en wonderlijk is haar uitdrukking. Al deze unieke schoonheid is opgeslagen in goud, zilver en glas en een duidelijk aura. Pater Loayzaga omschrijft het als volgt: "Een breed voorhoofd zonder rimpels, dunne wenkbrauwen, rode wangen, lippen van karmijn, een kleine mond, blauwe en groene ogen, blauwe lange wimpers, haar glans is gericht op Tlaxcala."
Het is noemenswaardig om te melden dat, ook al kwam de Vrouw naar Mexico in de zestiende eeuw, wetenschappers meer dan 200 jaar later, in 1755, verklaarden dat "de afbeelding in het hout van een eik uit één stuk bestaat." In de loop der tijd heeft het beeld veel geleden, in de vorm van gelovigen die graag Maria wilde aanraken om haar genade te ontvangen. Het was verboden door de kerk, maar toch is het beroemde, oude en vereerde beeld vaak hersteld door "onkundige mensen."
De halve maan op de zilveren verhoging werd gezien als symbool van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria in Mexico. Tussen 1541 en 1640 zorgden de franciscanen voor Onze Lieve Vrouw in haar Heiligdom. De herdenking aan deze verering is nog steeds te zien aan de voorzijde van de voorzijde van de huidige Basiliek.
Uit de duisternis en in het licht
De naam Ocotlán heeft een zachte resonantie, deze is afkomstig van de woorden: ocotl-ocote (eikenboom) en tlatla-arder (branden). Samen vormen ze de naam Ocotlán, wat betekent: de eik die in brand stond.
De ontdekking van de Maagd van Ocotlán in de stam van de eikenboom is een originele, ongepubliceerde gebeurtenis en werd een symbool van grote kracht. Eiken en dennen [beide bomen zijn symbool van kuisheid] bezitten veel hars en vullen daarmee de lucht een met een puur aroma. Als licht een druppel van dit sap bestraalt wordt deze druppel als een glinsterende diamant.
Toen de eikenboom open "gehakt" was scheen er een licht dat kwam uit de baarmoeder van de houten maagd. Dit beeld stond voor [en staat nog steeds voor] de perfectheid van de genadevolle, de liefhebbende, en de altijd zoete Maagd Maria.
Een ander groot symbool, rijk aan belangrijkheid maar helaas niet echt begrepen is de "ocote del arde," de eikenboom die brandde. Als een grote toorts boven op de heuvel scheen dit licht van Maria over heel Tlaxcala en bracht de mensen vanuit de duisternis in het licht van Gods liefde.*
Dit thema van de brandende eikenboom was een groot teken dat vele schilders uit Ocotlán inspireerde: Juan de Villalobos, Manuel Caro, Dávila Tagle, en de grote muurschilder Disiderio H. Xochitiotzin. Allen hebben ze laten zien wat voor een grote theologe de Maagd MARIA is voor iedereen. Hoe bijzonder is die ervaring voor de leerlingen van de mooie Moeder van God!
* Na de verschijning maakten de vrome relieken van de bladeren, wortelen, takken en bast. Hiervan is niets overgebleven.
Het gelaat van Maria
Het gelaat van de Maagd van Ocotlán heeft de eigenschap om van kleur te veranderen. Van rozerood tot blank en weer terug. Ook is haar gezicht volledig in staat om uitdrukkingen te geven van volle vreugde en diepe droefheid.
Dit fenomeen gebeurt regelmatig op de maandag na de derde zondag van Mei, en vlak voor deze datum ... de verjaardag van de "Eerste Verheffing" van onze Vrouw van de Kapel van de Heilige Laurentius.
Pater Loayzaga, de grote Historcus van Ocotlán, zag dit zelf en bevestigd dat bovendien de Maagd kan zweten. Pater Escobar verklaart dat hij zweetdruppels zag op een linnen zakdoek en voegt daaraan toe dat soms het heilige beeld van Maria loodzwaar is en soms zo licht is als een veertje.
Pas nog in 1987 ... toen Zijn Excellentie Luis Muive y Escobar, de bisschop van Tlaxcala het festival ter ere van de Eerste Verheffing voorging ... veranderde het gezicht van de Maagd duidelijk van een blanke kleur naar een roze kleur, en iedereen was overdonderd.
Vele mensen hebben de beeltenis van Onze Lieve Vrouw van Ocotlán onderzocht van dichtbij en vonden een gelijkenis tussen haar uitdrukking en de bloemen van de omgeving.
Uiteindelijk, volgens het verhaal van broeder Martin,verscheen de Maagd van Ocotlán gekleed in een versierd kleed en mantel, zoals de Vrouwn van die omgeving droegen. Dit is te zien op de eerste indiaanse en Spaanse schilderijen van de Heilige Maagd. In een gesloten ruimte van de sacristie zijn de details zichtbaar in het kunstwerk van Manuel Caro, geschilderd in 1781.
Waarom zo gezegend?
Waarom was Tlaxcala zo bevoorrecht om persoonlijk bezocht te worden door Gods eigen Moeder? Waarom is deze streek zo speciaal en uniek in de ogen van de Hemel? Een verschijning van deze omvang en grootsheid leidt tot diepe overdenkingen. De vraag "Waarom zo gezegend?" is een veel gestelde vraag.
Van één kant is er zeer sterk bewijs te vinden dat, voordat Onze Lieve Vrouw daar verscheen, de mensen van Tlaxcala al zichzelf hadden "bewezen" tot de hemel te behoren omdat ze bij de eerste bekeerlingen van de Nieuwe Wereld hoorden. Hiernaast waren zij de eerste die hielpen om het ware Geloof te verspreiden met vele getuigenissen van God in leven een dood.
Een dapper en nobel volk
Toen Paus Johannes Paulus II een bezoek bracht aan Mexico [voor de tweede keer tijdens zijn pausschap] erkende hij de dappere heiligheid van de drie kindermartelaren van Tlxacala: Cristobalito, Juan en Antonio, door hen zalig te verklaren in de Basiliek van de Vrouw van Guadalupe in Mexico-stad.
Tussen 1527 en 1529 gaven ze alle drie hun leven voor het Geloof, omdat ze Christus niet wilde ontkennen voor hun gewelddadige en kwade vader ... een stamhoofd ... die hen heeft doodgeknuppeld.
Uit woede stak de vader ook Cristobalito in brand boven op een stapel hout. Ondanks dat hij nog een kind was deed Cristonbalito de Heilige Laurantius na door in zijn lijden te zingen ter grote ere van God. Deze heldendaad deed zeer zeker veel voor de "vereniging van de heidenen van Mexico" met de hemel. Zonder twijfel maakte de dappere Christus en het gedrag van de drie kleine broertjes veel indruk bij hun tijdgenoten, zoals het nu ook doet.
Is het nu te moeilijk om in te zien dat de Hemel blij was met hun zelfoffer voor het Geloof ... veertien tot zestien jaar ... in de verschijning van Maria in Ocotlán? De feiten spreken voor zich. De geschiedenis vertelt dat de mensen van Tlaxcala de eerste "stam" waren die de Spaanse conquistadores bijstonden in hun hevige gevechten met de heidenen. Ze waren zelf een stijdersstam te vergelijken met Sparta, en net zo onverslaanbaar. Hernán Cortés kon hen alleen overhalen met een contract. Zij werden zijn "eerste vrienden."
Ook beschreven is hun hulp aan de missionarissen in de Nieuwe wereld. Het klooster van de Franciscanen in Tlaxcala is zelfs het oudste in het hele Nieuwe Spanje (De Nieuwe Wereld). Hier bevind zich de plaats waar voor het eerst het Evangelie werd verkondigd en het doopvond waar Cortés stond als peter voor vier senatoren van Tlaxcala. Dit klooster is ook het klooster waar Juan Diego en de broeders vandaan kwamen die Onze Lieve Vrouw hebben ontdekt.
Toen de Gezegende Vrouw verscheen aan Juan Diego Bernardino ... tien jaar nadat ze haar afbeelding had achtergelaten op de tilma van Juan Diego ... was het Katholieke geloof gevoed. Onze Lieve Vrouw van Guadalupe kwam in overwinning. Was dit niet gebeurd, dan was Maria in Ocotlán misschien niet herkend of niet in staat geweest haar kinderen te brengen naar het Kruis.
Passie: branden van liefde
Eeuwen lang heeft de Gezegende Maagd Maria keer op keer Haar passie voor God en Zijn en haar kinderen laten zien. Door Haar heilige beeltenis in een eikenboom [het hout van het kruis] te branden liet ze symbolisch zien hoe nodig het is dat onze harten ook branden van liefde ... zoals dat Maria ... voor God, metgezel op het Kruis.
In werkelijkheid zal, wanneer wij Marias onbevlekte, pure en verlangende Hart binnengaan, ons hart geheiligd worden. Haar Hart is het enige hart dat volledig in staat is om volledig de liefde te kennen en de Heilige Drie-eenheid te dienen. Dochter van de Eeuwige Vader, Moeder van de Zoon van God, en Bruid van de Heilige Geest ... Wie is dichter bij God dan Zijzelf? In de gemeenschap van de Heiligen zouden allen verloren zijn zonder de veiligheid en de bijstand van de liefhebbende Moeder van God, Koning van Hemel en Aarde.
Het Onbevlekte Hart van Maria
Onze Lieve Vrouw van Ocotlán is een belangrijk iets voor vandaag. Op het eerste gezicht is Ze misschien meer symbolisch, als we haar vergelijken met de persoonlijkheid van Onze Lieve Vrouw van Fátima, omdat in Mexico haar onbevlekt Hart is "opgesloten" in haar beeltenis, terwijl in Portugal haar Hart volledig is gegeven (en is geopenbaard) aan de drie herders van Aljustrel.
Het is misschien duidelijk dat in vroegere tijden (voor de afvalligheid), toen de onbekende Hemel nog werd gezien in mysterie en angst en ontzag, God beter in staat was om te communiceren met gelovigen op een mystieke manier. Nu heeft het moderne materialistische alles behalve de ogen van de ziel, en kan deze daardoor niet makkelijk zien wat niet direct duidelijk wordt gemaakt. Zou de huidige, materialistische ziel Onze Lieve Vrouw van Ocotlán herkennen als ze vandaag zou verschijnen? Niet waarschijnlijk. Vandaag de dag hebben deze blinden "grotere tekenen" nodig.
God, die weet heeft van onze zielige toestand, laat daarom toe dat er persoonlijke informatie komt door een engel, een visioen van de Hel, "sneeuwende" rozen, het geheim van het onbevlekt hart van Maria, en het zonnewonder van Fátima. Iets minder groots zou de ongelovige wereld niet meer raken.
Wat dan het grote verschil is tussen Onze Lieve Vrouw van Ocotlán en Onze Lieve Vrouw van Fátima is hun manier van communiceren. In Ocotlán kwam Maria naar de eenvoudige mensen. In Fátima kwam Maria naar stijve koppige mensen, die geloofden dat het tijdperk van de wonderen voorbij was, en zeiden: "laat me iets wonderlijk groots en spectaculairs zien, en misschien heel misschien zal ik het dan geloven."
Zijn de boodschappen van Onze Lieve Vrouw van Ocotlán (door haar beeltenis) en Onze Lieve Vrouw van Fátima (door haar vermanende woorden) niet dezelfde boodschappen voor de mensheid? Beide zijn verschenen met een brandend hart. In beide plaatsen sprak Zij als een liefhebbende Moeder die bezorgd was voor haar kinderen. Beide verschijningen hebben heidense gemeenschappen geraakt. Beiden hebben de vrome eerbiedwaardige laten zien die God toekomt.
Bovendien zijn beide verschijningen vergezeld gegaan door het Heilige Werk van de Engelen. Beide hebben geleid tot vele inwendige bekeringen voor het Hoogheilig Sacrament, waar hun afbeeldingen zijn gezeteld. Beide hebben een helpende hand geboden en een duidelijke weg [het licht van Marias brandende, Onbevlekte Hart] naar het Hemelse Vaderland. Beide zijn waar en voor een behoeftige generatie.
Juan Diego Bernardino
Maar weinig feiten zijn overgebleven over de genadige Juan Diego Bernardino. Hij beleefde en leerde het geloof samen met zijn dorpsgenoten in Xiloxoxtla [Maïsbloem], een dorp niet ver van Tlaxcala. Pater Florencia vertelt dat "hij een goede indiaan was, die de geestelijken diende en bezoeken bracht aan de zieken die onder hun plagen leden."
Pater Martin de Hojacastro is preciezer en zegt dat Juan Diego jong was en een dienaar van het klooster, aan wie hij vele jaren zijn diensten aanbood. Hij droeg een zware last (als de "hemelse helper") en bracht vaak bloemen bij het altaar van de Maagd. Hij bevestigt dat Juan Diego een nederige houding had, een grote liefde voor de Heilige Maagd Maria, een scherpe blik op geloofzaken, en hij had ook een inwendig licht dat anders was dan de overige indianen.
Volgens de traditie is zijn graf te vinden in de sacristie van de kerk van zijn dorp, de kerk van de Heilige Isabella van Xiloxoxtla. Dit is zeker toepasselijk. De onvoorwaardelijke liefde van het Onbevlekte Hart van Maria voor de armen en de hulpelozen komt door dit verhaal naar buiten.
Getuigenis
Uit loyaliteit aan de patroon van Tlaxcala, en op bevel van de Bisschop Pantleón Alvarez, werd het eerste juridische onderzoek ingesteld naar de waarheid achter de verschijning. Tien getuigen, gekend voor goede daden en goede eigenschappen, legden getuigenissen af voor de kerkelijke rechter Attorney Toribio de la Puente.
De antwoorden van de tien getuigen vielen volledig samen met de traditie. Een van hen, Antonio de Castro Torrija, verklaarde dat hij, toen de verschijning plaatsvond, hoorde dat Pater Francisco de Garfias, een franciscaan, een ijverig examen maakte voor de religieuzen van het klooster in Tlaxcala. Na afloop werden zijn documenten overgebracht naar het grote klooster van Tlaxcala. Helaas zijn deze verloren gegaan.
Bisschop Hojacastros getuigenis: de antropoloog Hugo G. Nutini bevestigde dat in 1963 hij een document had gevonden uit de zestiende eeuw (nu vermist ... "verdwenen") met als titel: "Het Verhaal van de Verschijning van de Maagd van Ocotlán door Broeder Martin Sarmiento de Hojacastro, de tweede bisschop van Tlaxcala. Het werk was getekend door "Hojacastro, beschermheer van de stad van Tlaxcala in de maand april van het jaar duizendvijfhonderdenzevenveertig."
Hojacastro vertelt dat toen hij de taak op zich nam van beschermheer over het Klooster van Tlaxcala, de oudere broeders hem vertelden wat er had plaatsgevonden in 1541 en ze stelden een nieuw onderzoek in naar de hoofdpersonen die bij deze gebeurtenis betrokken waren. Hij zei dat hij onophoudelijk werd geplaagd door de schreeuwen van mensen, die volledig waren toegewijd aan Maria.
De broeders hielden een grondig onderzoek naar de getuigen, die "op eed voor de beschermheer, beloofden de waarheid the spreken over Juan Diego en alle gesproken vragen beloofden te beantwoorden over de Gezegende Maagd Maria, uitgevoerd in twaalf dagen van de maand mei, en dat al het bovengenoemde had plaatsgevonden op een plek iets meer dan een kilometer van het betrokken klooster."
Juan Diego bleef verklaren dat de Gezegende Maagd praatte vanuit een brandende dennenboom, en dat ze een wit kleed droeg en een blauwe mantel, en hem opdroeg om een tempel te bouwen in haar eer. Tenslotte bevestigde Bisschop Hojacastro dat de verschijning bovennatuurlijk was en besloten de broeders te helpen met het onderrichten van de indianen.
Epiloog
In Tlaxcala is het fenomeen om het "bovennatuurlijke" te begrijpen door de natuur duidelijk te zien in de ogen van de kinderen als ze nog zuigen aan de borst van de moeder, in de nederige houdingen van de indianen die knielen als er een priester voorbijkomt, maar ook in de vrome houding van de koster en de pelgrims bij de Basiliek van Onze Vrouw van Ocotlán, en in het ontzag dat iedereen heeft die in oprechtheid reist naar het wonderlijke beeld van Maria.
Bron
Als de moeder van God een voet op deze aarde zet wordt ze voor altijd geheiligd. Onder haar voet in Ocotlán stroomt de "rivier van oneindige genade" voor lichaam en ziel. Moge de Heilige Engelen en de Heiligen iedereen begeleiden die dit korte verslag lezen over de Wonderen van Maria in Tlaxcala, veilig thuis.
Einde
08-06-1980
Alexandrina Maria Da Costa
Alexandrina Maria Da Costa
Alexandrina da Costa was een Salesiaanse medewerkster die enorm heeft geleden tijdens haar leven. Tijdens haar laatste twaalf levensjaren leefde ze enkel van de Heilige Communie. Wat volgt komt uit een homilie van Paus Johannes Paulus II:
Alexandrina Maria da Costa werd geboren op 30 maart 1904 in Balasar, Portugal. Zij kreeg een degelijke christelijke opvoeding van haar moeder en haar zus, Deolinda, en haar levendige, welgemanierde natuur maakte haar bij iedereen geliefd.
Door haar buitengewone lichamelijke kracht en uithoudingsvermogen kon ze lange uren zwaar werk aan in de veleden, en zo was ze dus een meer dan welgekomen hulp voor de familie, die niets te kort kwam.
Toen ze twaalf jaar oud was, werd Alexandra ziek. Ze kreeg een infectie waar ze bijna aan stierf. De gevolgen ervan zouden blijven, een eerste teken van wat God van haar vroeg: "te lijden als een slachtofferziel."
De gevolgen van de zonde
Toen Alexandrina 14 jaar oud was, gebeurde er iets dat haar heel haar leven lang zou blijven achtervolgen , zowel lichamelijk als geestelijk: het bracht haar oog in oog met de gruwel en de gevolgen van de zonde
Op Stillte Zaterdag van 1918, terwijl Alexandrina, Deolinda en een jonge leerlinge druk aan het naaien waren, drongen drie mannen op een gewelddadige manier het huis binnen en poogden de drie meisjes te verkrachten. Om haar zuiverheid te bewaren, sprong Alexandrina uit het raam en kwam vier meter lager op de grond terecht.
Zij liep hierbij vele verwondingen op en de dokters stelden dat haar lichamelijke toestand "onomkeerbaar" was, integendeel, haar verlamming zou alleen maar erger zou worden.
Tot op negentienjarige leeftijd kon Alexandrina nog op eigen moeite "voortkruipen" naar de kerk, waar ze, voorovergebogen, in gebed verzonk en dit tot grote verbazing van de medeparochianen. Maar haar verlamming en haar pijn werd alsmaar erger, tot ze vanaf 14 april 1925 tot aan haar dood [ongeveer dertig jaar lang] bedlegering zou blijven, volledig verlamd.
Alexandrina bleef de Heilige Moeder vragen om de genade van een miraculeuze genezing en deed de belofte om missiezuster te worden bij een eventuele genezing.
Beetje bij beetje hielp God haar echter inzien dat haar roeping het "lijden" was en dat ze speciaal geroepen was om een "slachtoffer" van God te worden. Hoe meer Alexandrina "begreep" dat dit haar opdracht was, hoe meer ze deze vrijwillig aanvaardde.
Ze zei: "Onze Lieve Vrouw heeft mij een grotere genade geschonken: eerst de verlatenheid en dan de volledige nakoming van Gods wil met het ultieme verlangen om te lijden."
Opdracht om te lijden met Christus
Hoe meer het verlangen om te lijden in haar bleef groeien, hoe meer haar opdracht duidelijk werd: ze begreep dat ze geroepen was om de ogen van de anderen te openen voor de gevolgen van de zonden, uit te nodigen tot bekering, om een levende getuige te zijn van het lijden van Christus, door bij te dragen aan verlossing van de mensheid.
En zo geschiedde dat Alexandrina vanaf 3 oktober1938 tot 24 maart 1942 de drie uur durende "passie" van Jezus elke vrijdag beleefde, waarbij ze de mystieke genade ontving om het lijden van Christus met lichaam en ziel te beleven. Tijdens deze drie uren kon ze haar verlamming "overwinnen" en de Staties van het Kruis herbeleven, waarbij haar bewegingen en gebaren gepaard gingen met een martelende lichamelijke en geestelijke pijn. Zij werd ook aangevallen door de duivel die haar poogde te verleiden tegen het geloof en verwondingen aanbracht op haar lichaam.
Het menselijke onbegrip en ongeloof waren eveneens een groot kruis voor haar, vooral wanneer zij op wie zij het meest moet rekenen om haar te "begeleiden," [de leden en de leiders van de Kerk] bijdroegen tot haar kruisiging
Een onderzoek geleid door de Curie van Braga resulteerde in een rondschrijven van de Aartsbisschop, met daarin een reeks verbodsbepalingen aangaande Alexandrinas zaak: het resultaat van een negatieve uitspraak door een Commissie van Priesters.
Spiritueel kreeg zij troost van een Vader Umberto Pasquale, een Salesiaan, die haar ter hulp kwam in 1944, nadat haar eerdere geestelijke begeleider, een Jezuïet, die haar van 1934 tot 1941 hielp, hiermee was gestopt.
Enkel gevoed door de Hostie
Op 27 maart 1942 begon er een nieuwe fase in Alexandrinas leven, die dertien jaar en 7 maanden lang zou blijven duren, tot aan haar dood. Zij kreeg geen enkele voeding buiten de Heilige Eucharistie. Op een bepaald ogenblik woog ze nog amper 33 kilogram.
De medische wereld was verbaasd door dit verschijnsel en begon verschillende testen te doen op Alexandrina, waarbij zij eerder koud, ruw en vijandig werd behandeld. Dit verhoogde haar lijden en haar vernederingen, maar zij herinnerde zich de woorden die Jezus zelf haar op een dag had toegefluisterd: "U zult slecht heel zelden troost ontvangen ... Ik wens dat er op uw lippen een glimlach staat te lezen, terwijl uw hart gevuld is met lijden."
En inderdaad, zij die haar kwamen bezoeken en in contact stonden met haar zagen in Alexandrina steeds de vrouw die, hoewel duidelijk lichamelijk leed, uiterlijk steeds vreugdevol was en glimlachte en zodoende een diepe vrede uitstraalde naar de anderen toe. Weinigen begrepen hoe diep ze leed en hoe erg haar innerlijke verlatenheid was.
Vader Pasquale, die dicht bij Alexandrina bleef tijdens deze jaren, gebood Alexandrinas zus om een dagboek bij te houden van haar woorden en mystieke ervaringen.
In 1944 werd Alexandrina lid van de "Unie van Salesiaanse Medewerkers" en droeg zij haar lijden op voor de redding van de zielen en voor de heiliging van de jeugd. Zij behield een levendige interesse voor de armen en voor de geestelijke gezondheid, voor hen die haar om raad vroegen.
Beledig Jezus niet meer
Als "getuigenis" van de opdracht waarvoor God haar had geroepen, was het Alexandrinas wens dat de volgende woorden op haar grafsteen zouden staan: "Zondaars, als het stof van mijn lichaam u kan helpen bij uw redding, kom dan naderbij en wandel er over. Schop het om u heen tot wanneer het verdwijnt. Maar zondig nooit meer: beledig Jezus nooit meer! Zondaars, hoeveel zou ik u willen vertellen ... loop niet het gevaar om Jezus voor de eeuwig te verliezen, omdat Hij zo goed is. Genoeg zonde. Heb Jezus lief, heb Jezus lief."
Alexandrina stierf op 13 oktober 1955. 13 oktober is eveneens haar feestdag. Op 25 april 2004 werd zij zalig verklaard door Paus Johannes Paulus II. Haar laatste woorden waren: "Ik ben gelukkig, omdat ik naar de Hemel ga."
Bron: Spirit Daily
Vertaling: Chris De Bodt
07-06-1980
Vaders liefdesbrief
Vaders liefdesbrief
Mijn kind,
Je kent mij misschien niet, maar Ik weet alles over je Psalm 139:1
Ik weet het wanneer je zit en wanneer je weer opstaat Psalm 139:2
Alles wat je doet is bij mij bekend Psalm 139:3
Zelfs de haren op je hoofd zijn geteld Mattheüs 10:29-31
Want je bent gemaakt naar Mijn evenbeeld Genesis 1:27
In Mij leef je, beweeg je en is je bestaan Handelingen 17:28
Je bent uit Mij voortgekomen Handelingen 17:28
Voordat je verwekt werd, kende Ik je al Jeremia 1:5
Nog voordat Ik de wereld maakte, koos Ik je al uit Efeziërs 1:4
Je bent geen vergissing Psalm 139:15
Elke dag van je leven stond al opgeschreven in Mijn boek Psalm 139:16
Ik bepaalde je geboorte en waar je zou leven Handelingen 17:26
Je bent prachtig gemaakt Psalm 139:14
Ik heb je gemaakt in de buik van je moeder Psalm 139:13
Ik verwelkomde je op de dag dat je geboren werd Psalm 71:6
Mensen die Mij niet kenden hebben geprobeerd Mij te vertegenwoordigen Johannes 8:41-44
Ik ben niet ver weg en kwaad, want Ik ben de volmaakte liefde 1 Johannes 4:16
Mijn verlangen is om je te overladen met Mijn liefde 1 Johannes 3:1
Gewoon omdat Ik je Vader ben en jij Mijn kind bent 1 Johannes 3:1
Ik geef je veel meer dan een aardse vader zou kunnen Mattheüs 7:11
Want Ik ben de perfecte vader Mattheüs 5:48
Al het goede dat je ontvangt komt uit Mijn hand Jacobus 1:17
Ik geef je wat je nodig hebt Mattheüs 6:31-33
Mijn plan voor jouw toekomst is altijd vol hoop geweest Jeremia 29:11
Want Ik hou van je met een eeuwigdurende liefde Jeremia 31:3
Ik denk ontelbaar veel aan je Psalm 139:17-18
En Ik zing een lied van blijdschap over je Zefanja 3:17
Ik zal niet stoppen met het goede voor je te doen Jeremia 32:40
Want je bent Mijn kostbare bezit Exodus 19:5
Met Mijn hele hart en ziel verlang Ik er naar om je te bevestigen Jeremia 32:41
En Ik wil je grote en verbazingwekkende dingen laten zien Jeremia 33:3
Als je Mij met je hele hart zoekt, zal je Mij vinden Deuteronomium 4:29
Verheug je in Mij en Ik zal je al de verlangens van je hart geven Psalm 37:4
Want Ik heb die verlangens in je gelegd Filippenzen 2:13
Ik kan oneindig veel meer voor je doen dan dat je ooit kunt beseffen Efeziërs 3:20
Ik ben diegene die je het meest aanmoedigt 2 Thessalonicenzen 2:16-17
En Ik ben ook de Vader die je troost in al je verdriet 2 Corinthiërs 1:3-4
Als je terneergeslagen bent, ben Ik dicht bij je Psalm 34:19
Zoals een herder een lam draagt, zo heb Ik je dicht bij Mijn hart gedragen Jesaja 40:11
Op een dag zal Ik elke traan van je ogen afwissen Openbaring 21:3-4
En Ik zal alle pijn die je op deze wereld hebt geleden, wegnemen Openbaring 21:3-4
Ik ben je Vader en Ik hou net zoveel van jou als van Mijn Zoon, Jezus Johannes 17:23
Want in Jezus heb Ik Mijn liefde voor jou laten zien Johannes 17:26
Hij is het exacte evenbeeld van MijHebreeën 1:3
Hij kwam om te laten zien dat Ik aan jouw kant, en niet tegenover je, sta Romeinen 8:31
En je te vertellen dat Ik niet meer naar je zonden kijk 2 Corinthiërs 5:18-19
Jezus stierf zodat wij weer bij elkaar kunnen komen 2 Corinthiërs 5:18-19
Zijn dood was de ultieme uiting van Mijn liefde voor jou 1 Johannes 4:10
Ik gaf alles op waar Ik van hield, zodat Ik misschien jouw liefde zou winnen Romeinen 8:31-32
Als je Jezus verwelkomt, ontvang je Mij ook 1 Johannes 2:23
En niets zal je ooit nog scheiden van Mijn liefde Romeinen 8:38-39
Kom thuis en Ik geef het grootste feest dat je ooit beleefd hebt Lucas 15:7
Ik ben altijd Vader geweest en Ik zal altijd Vader blijven Efeziërs 3:14-15
Mijn vraag is Wil je Mijn kind zijn? Johannes 1:12-13
Ik wacht op je Lucas 15:11-32
je Vader Almachtige God
06-06-1980
La Passion de Jeanne d'Arc
Film: La Passion de Jeanne d'Arc
Deze [stomme] film uit het jaar 1928 wordt door velen nog steeds aanzien als het beste drama over de Heilige Jeanne d'Arc, patrones van Frankrijk. Tot in het detail wordt in de processtukken weergegeven wat Jeanne d'Arc heeft moeten doorstaan. Een meisje van 19, afkomstig van het platteland, dat dagenlang ondervraagd werd met zwaarbeladen theologische vragen, in de hoop vast te kunnen stellen of ze een heks of een heilige was. Uiteindelijk belandde ze op de brandstapel. De film staat onder regie van Carl Theodor Dreyer. Jeanne d'Arc wordt gespeeld door Maria Falconetti. Overige acteurs zijn onder meer Eugène Sylvain, André Berley, Jean d'Yd en Jean Ayme.
05-06-1980
Al uw antwoorden over Jezus. Zoektocht 13. Het familiegraf van Jezus?
Zoektocht 13. Het "familiegraf" van Jezus?
Jezus graf ontdekt?
Is de graftombe van Jezus Christus ontdekt in de Talpiot buitenwijk van Jeruzalem? In een documentaire van Discovery Channel TV, poogden regisseur James Cameron [film, The Titanic] en de Joodse regisseur Jacobovici te bewijzen dat de begrafenistombe en de beenderen van Jezus waren ontdekt nabij Jeruzalem. Opnieuw haalden beiden nog meerdere "bewijsstukken" naar boven dat Jezus een zoon had met Maria Magdalena.
Indien het graf van Jezus Christus werkelijk ontdekt zou zijn geweest, dat is de gehele Christelijke theorie gebaseerd op valse beweringen, met name dat Jezus lichamelijk uit de doden is herrezen, levend gezien werd door meer dan 500 volgelingen tegelijkertijd, 40 dagen met zijn volgelingen heeft onderwezen en daarna ten Hemel is opgestegen. Maar laat ons, vooraleer ons te laten beetnemen in een andere soort Da Vinci samenzwering, de feiten bekijken waarop Cameron zich baseert.
De beweringen
In 1980 werden 10 kalken ossuariums ontdekt uit de eerste eeuw in een blootgelegde graftombe in de Talpiot buitenwijk van Jeruzalem.
Hierop bevonden zich namen gelijkaardig aan de familie van Jezus en zijn volgelingen: Jesua [zoon van Jozef] ; Maria ; Mariamene e Mara ; Matheus : Jofa ; Judah [zoon van Jezus]
Cameron probeert te bewijzen dat Mariamene e Mara, Maria Magdalena is en dat zij en Jezus een zoon hadden die Juda ze Juda hadden genoemd.
Een DNA-analyse zegt echter dat de stoffen uit de kalken kisten niet verwant zijn met elkaar, waardoor deze "bewijskracht" reeds veel aan waarde verliest.
Nagaan van het bewijs
Wat is dan de gok dat dit het familiegraf zou zijn van Jezus? Volgens Jacobovici en Cameron, is de statistische onwaarschijnlijkheid dat deze namen aan een andere familie zouden toebehoren dat deze van Jezus Christus zeshonderd tegen één. Maar de geleerden dagen velen van deze vermoedens uit in hun ontleding van de feiten. Laat ons zien:
Het is waar dat deze beenderen zijn gevonden in een oude graftombe. Maar duizenden gelijkaardige graftomben zijn in Jeruzalem ontdekt. En kisten werden dikwijls gebruikt voor de beenderen van meer dan één persoon. Dr. Craig Evans, PhD en auteur van Jezus en het ossuarium, zegt dat de graftombe in werkelijkheid de beenderen bevatten van ongeveer 35 verschillende personen. De helft ervan bevond zich in kisten. Noteer eveneens dat er een aanzienlijke beschadiging was van de graftombe.
Zijn de beweringen van Cameron en Jacobovici over de namen juist? Volgens vele deskundigen niet. Sommige namen zijn in het Aramees geschreven, anderen in het Hebreeuws en nog een in het Grieks. Dit betekent dat zij niet in dezelfde periode zijn begraven. Het is zelfs niet duidelijk dat de naam "Jezus" zich op één van deze kisten bevindt. Dr. Evans persoonlijk onderzoek van het ossuarium was onbeslissend. Stephen Pfann, een Bijbelse geleerde aan de Universiteit van het Heilig Land te Jeruzalem, is eveneens onzeker dat de naam "Jezus" correct werd gelezen op één der kisten. Hij beweert dat de naam "Hanon" is en zegt dat het oude Semitische geschriften moeilijk zijn om te ontcijferen. Hierbij moet nog worden genoteerd dat de namen Jezus, Maria en Jozef uitzonderlijk algemeen waren in de eerste eeuw. Eén vierde van de vrouwen kreeg de naam Maria mee en Jozef was eveneens een veelgebruikte naam. Ongeveer één persoon op de tien droeg de naam "Jesua". Dr. Evans wijst aan dat er ongeveer honderd graftomben in Jeruzalem zijn ontdekt met de naam "Jesua" en tweehonderd met de naam "Jozef". De naam "Maria" kwam ongeveer overal voor. Elke naam, met uitzondering van "Mariamene" bleken gebruikelijk tijdens deze periode en het was pas in 1996 dat deze BCC documentaire suggereerde dat het, gelet op de combinatie van de namen, om deze familie zou gaan. Ook is de idee errond in waarde verminderd, omdat de Nieuw Testament geleerde, Richard Bauckham verklaart dat "deze namen met een Bijbelse weerklank, zo gewoon waren in die tijd, dat de mogelijkheid dat het om Jezus familie heel klein is."
De statistische ondersteuning voor de theorie rond Jezus graftombe staat of valt over de naam Maria Magdalena. Betekende Mariamene e Mara, Maria Magdalena, zoals Cameron en Jacobovici proberen te bewijzen? Volgens de meeste deskundigen niet, omdat hun bewering op geen enkel bewijs is gesteund. Bauckham schrijft: "de allereerste aanwijzing dat Mariamene voor Magdalena werd gebruikt komt van een geleerde die geboren is in het jaar 185, die dan nog suggereert dat Magdalena zo niet zou genoemd zijn bij haar dood." Ook al is de ondersteuning van Cameron en Jacobovici ondersteund door de statisticus Andrey Feuerverger, is zijn berekening gebaseerd op vermoedens die worden tegengesproken door een meerderheid van geleerden. Feuerverger geeft zelfs toe dat deze vermoedens hem zijn "overhandigd" door Jacobovici en dat de enige grote factor in zijn "600 op één" veronderstelling de idenditeit Maria Magdelena is die hij zelf geeft aan Mariamene e Maria. Feuerverger verdedigt zijn rol in een interview met Scientific American: "Ik heb het aantal 600 in één toegelaten in de documentaire en ik ben ook bereid om deze veronderstelling te ondersteunen, maar alleen in het geval dat dit getal werd berekend op basis van de vermoedens van Jacobovici."
En dan is er nog de statistische analyse van Dr. Randy Ingermanson, welke zegt dat de kans dat het om het graf van Jezus van Nazareth zou gaan, minder dan één op tienduizend is. En wat over de DNA-analyses? Bewijst dat dan niet dat het om Jezus gaat in deze graftombe? Laat ons het resultaat ervan eens nader bekijken. Omdat er helemaal geen beenderen waren te onderzoeken, werd er alleen een residu genomen uit de kist dat Jacobovici in verband brengt met "toebehorend tot zowel Jesua als Mariamene." Er was enkel een mitochrondiale DNA test [een klein ringvormig DNA dat zich niet in de celkern bevindt, maar in de mitochondrieën] om te zien of er een verband was. De resultaten van het onderzoek waren negatief, wat aantoont dat er geen matrilineair verband is. En zo veronderstelt Jacobovici dat ze gehuwd waren. Bauckham echter, was allerminst onder de indruk en schrijft: "als er geen matrilineair verband is tussen Jesua en Mariamena, waarom dan onmiddellijk hieruit concluderen dat ze man en vrouw waren, eerder dan dat er een verband was langs de vaderlijke kant?" Het zijn echter voornamelijk de namen die ontdekt zijn in dezelfde graftombe die de vermoedens hebben doen toenemen dat het om Jezus graf zou gaan. Maar vele geleerden geloven dat Cameron en Jacobovici in hun bewering zijn afgeweken van de bewijzen om er een zaak rond te bouwen die er eigenlijk geen is. Bovendien zijn er zoveel tegenstrijdigheden die eerst dienen te worden beantwoord vooraleer men tot een besluit kan komen dat eeuwen geschiedenis zo maar aan de kant zet.
Indien het werkelijk Jezus graf zou zijn
Waarom hebben Cameron en Jacobovici geen geleerden opgesomd of toegelaten in hun documentaire die het oneens zijn met hun gevolgtrekkingen? Toen bijvoorbeeld, in 1996, een Britse televisiezender een korte documentaire uitzond over hetzelfde onderwerp, waren de archeologen het niet eens met hun beweringen. In werkelijkheid staan de meeste archeologen niet achter hun beweringen.
Aangezien het de gewoonte was om de doden te begraven in hun woonplaats, waarom zouden Marias en Jozefs graf zich dan in Jeruzalem bevinden en niet in Nazareth? Middenoosten kenner en de Bijbelse antropoloog Joe Zias verklaart: "Dit gaat in geen geval over Jezus. Hij was gekend als Jezus van Nazareth en niet Jezus van Jeruzalem en de als de familie rijk genoeg zou geweest zijn om zich een familiegraf te kunnen veroorloven, wat hoogstwaarschijnlijk niet het geval was, dan zou dit familiegraf zich in Nazareth bevinden en niet in Jeruzalem." Zias verwerpt Camerons bewering als "oneerlijk."
Waarom hebben Jezus vijanden, de Joodse leiders, het graf dan nooit gevonden of aan de bevolking laten tonen? Ze zijn jarenlang vergeefs in Jeruzalem op zoek gegaan naar zijn enig bewijs over zijn lichaam, omdat zij beweerden dat zijn volgelingen het hadden gestolen. Hun haat voor hem was zo groot, dat ze schreeuwden om zijn dood. Het vinden van Jezus graf zou voor hen een triomf hebben betekend.
Waarom hebben de Romeinen de inscripties niet vrijgegeven als toebehorend aan Jezus? Romeinse soldaten hebben de hele stad doorzocht en ze wisten dat Jezus lichaam ontbrak in de graftombe die ze hadden bewaakt.
Waarom hebben de Romeinse en Joodse geschiedkundigen uit die tijd nooit over het graf geschreven? Geen enkele onder hen heeft ooit over dit graf geschreven!
Waarom hebben Cameron en Jacobovici Jacobus ossuarium, waarvan geweten is dat het om een vervalsing gaat, aangehaald als reden voor de authenticiteit van de graftombe? De nieuwscorrespondent van de BBC, Mark Philips, geeft hierover het volgende verslag: "De gevestigde archeologen hebben de beweringen afgedaan als bedrog. Dit is de tweede keer dat Discovery Channel betrokken is in een betwistbare bewering over een oude graftombe. De man die bij het vorige geval betrokken was wordt nu vervolgd wegens bedrog." Ben Witherington, een deskundige rond het vroege Christendom die de opzet rond Jacobus ossuarium' nauwgezet heeft opgevolgd, zegt dat er "forensische redenen van onjuistheid zijn" voor de Talpiot samenzwering.
Waarom hebben Jacobovici en Cameron gewacht tot de periode juist vóór Pasen om het boek en de documentaire uit te geven? Amos Kloner, de eerste archeoloog die de plaats onderzocht, zegt: "dat ze hun theorie gewoon in elkaar gezet hebben voor de uitzending op televisie en de verkoop van hun documentaire: hun enige bedoeling was om er geld uit te slaan."
Waarom zouden Jezus volgelingen de marteldood hebben verkozen indien ze wisten dat hun verhaal bedrog zou zijn. Nieuw Testamentgeleerde, Darrell Bock, stelt zich de volgende vraag: "welk nut hadden Jezus familie of zijn volgelingen erbij om een samenzwering hier rond in elkaar te zetten en hierna te verkondigen dat hij lichamelijk uit de doden was opgestaan?"
Antwoord van de deskundigen
Stephen Pfann, die een interview weggaf in de documentaire, zei daarna dat de veronderstellingen in de film weinig steek houden. "Ik denk niet dat Christenen dit gaan kopen," zei Pfann, "maar sceptici, in het algemeen zullen er alles aan doen om het verhaal, dat velen zo dierbaar is, te ondermijnen. Op een schaal van 1 op 10, schat ik in dat er misschien 1 tot anderhalve kans is dat er iets van het verhaal zou kloppen."
Osnat Goaz, die spreekt namens de Israëlische regering en die verantwoordelijk is voor alle archeologische vondsten, zei dat de regering akkoord ging om twee ossuariums naar New York te sturen, maar deze bevatten geen menselijke resten. "We kwamen overeen om ossuariums te sturen, maar dit betekent niet dat we het eens zijn met de makers van de documentaire," zei ze.
William Dever, een deskundige in de archeologie en de antropologie van het Middenoosten en die gedurende vijf decennia samenwerkte met Israëlische archeologen, zegt dat specialisten reeds jaren afwisten van de ossuariums. "Het feit dat het zolang niet naar boven is gekomen, zegt op zich al veel," zegt Dever, professor emeritus aan de Universiteit van Arizona. "Het zou een mooie documentaire geweest zijn, als de mensen niet zouden misleid worden."
In werkelijkheid zijn Cameron en Jacobovici niet de enigen die beweren dat ze de graftombe van Jezus hebben ontdekt en zijn er diverse anderen die hetzelfde beweren.
Besluit van de geleerden
Is de Jezus graftombe werkelijk ontdekt? Laat ons de hiervoor de beste deskundigen aan het woord.
Jodi Magness, een archeologe aan de Universiteit van North Carolina te Chapel Hill, is geprikkeld omdat de beweringen zijn bekend gemaakt op een nieuwsconferentie en niet zijn ondersteund door een oordeelkundige bespreking. Door onmiddellijk naar de media te gaan heeft men de indruk gewekt dat de filmmakers dit alles hebben opgezet, met steun van de deskundigen, terwijl de meerderheid van de archeologen die gespecialiseerd zijn in deze periode van de geschiedenis en het Middenoosten, dit verwerpen.
Magness merkte op dat in Jezus tijd, de rijkere families hun doden begroeven in graftombes die waren uitgekapt met de hand uit vaste rots, waarbij de beenderen in de nissen van de muren werden gelegd en later naar ossuariums werden overgeplaatst.
Zij zegt dat Jezus uit een arme familie kwam, die, zoals de meeste Joden uit die tijd, hun doden in normale graven begroeven. "Indien de familie van Jezus rijk genoeg was om zon uitgekapte graftombe te kopen, dan zou dit in Nazareth zijn geweest en niet in Jeruzalem."
Vertaling: Chris De Bodt
Bron: Y-Jesus: The facts presented by scholars
04-06-1980
Documentaire Pater Damiaan (58 minuten)
Documentaire Pater Damiaan (58 minuten)
03-06-1980
Al uw antwoorden over Jezus. Zoektocht 12. Dode Zeerol op Steen?
Zoektocht 12. "Dode Zeerol" op Steen?
Voorspelt een Oude Steen de Verrezen Messias?
Een oude Hebreeuwse steen die dateert uit enkele decennia voor Jezus geboorte is plotseling het onderwerp van discussie geworden onder de archeologen. Op de één meter lange steen bevinden zich 87 regels in Hebreeuwse woorden, waarvan er sommigen kunnen verwijzen naar de Messias die zou sterven en drie dagen later opnieuw verrijzen. De steen wordt "Gabriels Openbaring" genoemd en is door een deskundige een "Dode Zeerol op steen" genoemd.
Geleerden zijn met het eentonig proces begonnen van het nagaan van de datering en de authenticiteit van de steen. In het verleden zijn er sommige geleerden en theoretici in een samenzwering betrokken geweest om het "Jacobus ossuarium" en het "Familiegraf van Jezus" als authentiek af te doen, om daarna tot de vaststelling te moeten komen dat anderen hun vervalsingen konden ontmaskeren.
Tot dusver is er geen enkele geleerde dat zegt dat de steen als bedrog afdoet. Yuval Goren, een professor in de archeologie in Tel Aviv, die zijn scheikundige ondervindingen heeft voorgelegd aan een vakkrant, vermoedt dat de steen echt is. Indien deze inderdaad authentiek zou worden bevonden, kan de steen een licht werpen op de geschiedkundige beweringen van Jezus verrijzenis.
Voorspelt een Oude Steen de Verrezen Messias?
Heerste er tijdens Jezus tijd onder de Joden het geloof dat de Messias zou sterven en drie dagen later zou opstaan uit de dood? En zo ja, hoe zou dit profetisch onderdeel verschillen van de honderden andere Hebreeuwse profetieën over de Messias? Christenen verwijzen naar de vervulling van de oude profetieën als bewijs voor de vervulling van Jezus bestaan als Messias.
Maar sceptici beweren dat de Joodse verwachtingen naar een Messias die zou sterven en weer uit de dood opstaan in een motief voorzagen voor Jezus en zijn leerlingen om het verhaal van zijn dood en opstanding te verzinnen. In feite hopen sommige ongelovige geleerden dat de steen de verrijzenis van Jezus als bedrog kan afdoen.
Israel Knohl, een Bijbelgeleerde en professor aan de Hebreeuwse Universiteit in Jeruzalem, heeft de leiding in het onderzoek om aan te tonen of Jezus al dan niet een frauduleuze Messias was. Knohl verklaart dat lijn 80 van tekst profetisch is en handel over een "lijdende Messias die zou opstaan uit de dood." Volgens Knohl is het denkbeeld van een verrezen Messias niet enig verbonden aan het Christelijk denken.
Daniel Boyarin, een professor in de Talmoedische cultuur aan de Universiteit van Berkeley in California, zegt dat de steen deel uitmaakt van een groeiend bewijs dat suggereert dat Jezus het beste kan worden begrepen door het aandachtig bestuderen van de Joodse geschiedenis uit Jezus tijd. Hij zegt: "Sommige Christenen zullen het misschien schokkend vinden, een uitdaging van de uitzonderlijk van hun geloof, terwijl anderen eerder gerust worden gesteld bij de gedachte dat het een hoort tot het traditionele gedeelte van het Judaïsme."
Maar laat ons eerst een de feiten bekijken over de historische vondst, vooraleer verder te gaan met het evalueren of de steen enig licht werpt op de Christelijke aanspraak dat Jezus is opgestaan uit de dood.
Het nagaan van de feiten
De steen werd een tien jaar geleden ontdekt in Jordanië
Een Zwitsers-Israëlisch verzamelaar die het bij hem thuis in zijn bezit had, kocht het van een Jordaanse antiekhandelaar
De steen bevat twee keurige kolommen Hebreeuws schrift, geschreven in inkt, over 87 lijnen.
Deskundigen dateren de steen uit de eerste eeuw voor Christus, een aantal decennnia voor Zijn geboorte
Twee Israëlische geleerden hebben een jaar geleden een analyse gepubliceerd over de steen
De steen is gebroken en een gedeelte van de inkt is verbleekt, wat het moeilijker maakt om lezen
De boodschap wordt "Gabriels openbaring" genoemd en behandelt de geschriften van de Hebreeuwse profeten Daniel, Zacharia en Haggai uit het Oude Testament
Regel 80 begint met "binnen drie dagen," maar het volgende doorslaggevende woord valt bijna niet te lezen
Een "steenhard" probleem
Alhoewel Knohl beweert dat de boodschap een veelzeggende geschiedkundige waarde heeft, is de boodschap eerder twijfelachtig. Knohl houdt vol dat de boodschap op regel 80 moet gelezen worden als "Binnen de drie dagen zult u leven, beveel Ik, Gabriël u." Hij gelooft dat de boodschap verwijst naar een zekere opstandeling, genaamd "Simon," die werd gedood door de soldaten van Herodes.
Maar de Hebreeuwse taalgeleerde, Mashe Bar-Asher, zegt: "Er is één probleem: op de doorslaggevende plaatsen van de tekst ontbreken er gedeelten. Ik begrijp Knohls neiging om er de sleutels in te vinden van de voorchristelijke periode, maar in twee of drie doorslaggevende regels van de tekst zijn er heel wat ontbrekende woorden."
Met andere worden, de verklaring van de Hebreeuwse woorden is uiterst moeilijk en enigszins subjectief. En subjectiviteit is voer voor samenzweringen onder theoretici. Historicus Paul Johnson schrijft: "Ongelukkiglijk zijn geschiedkundigen zelden objectief zoals het zou moeten zijn. De Bijbelse geschiedkunde, dat voor Christenen, Joden en atheïsten vooroordelen met zich meebrengt die gaan die de wortels van ons bestaan, is een gebied waar objectiviteit bijzonder moeilijk is, zelfs bijna onmogelijk is."
Niettemin, indien de steen authentiek zou blijken en de verklaring van de boodschap door Knohl juist zou zijn, dan zou het een historisch betekenis hebben. Maar zou de boodschap op de steen zijn vermoeden bevestigen dat het verhaal van Jezus verrijzenis in elkaar zou zijn gestoken?
Dat zou zeker een sterk verhaal zijn. In feite zijn er enkele hoofdproblemen aan deze veronderstelling:
De bijzonderheden over Jezus afkomst, leven, dood, begraving en verrijzenis zijn vervat in honderden profetieën uit het Oude testament. Hoe kon er hier een samenzwering in het spel zitten?
Hoe kan Jezus zijn eigen dood en verrijzenis hebben beraamd tussen al zijn Joodse en Romeinse vijanden? Wat het bewijs tegen Jezus verrijzenis betreft zijn de geleerden opvallend stil.
Waarom hebben Jezus vijanden deze boodschap van een Messias, die zou sterven en opnieuw verrijzen, niet vernoemd als bewijs tegen zijn verrijzenis?
Tijdens de eerste eeuw verwachtten de Joden een Messias die zou sterven en opnieuw uit de doden opstaan. Waarom hebben Joodse geschiedkundigen zoals Josephus dit belangrijk historisch feit niet opgenomen in hun geschriften?
Waarom zouden de leerlingen van Jezus vrijwillig hun leven geven om een bedrog onsterfelijk te maken, indien Jezus niet uit de doden zou zijn opgestaan? Wat hadden zij bij hun dood te winnen?
Deze en andere vragen zullen het onderwerp zijn van talrijke debatten als de boodschap op de steen eenmaal volledig is geanalyseerd en ontcijferd door deskundigen. Het kan echter jaren duren vooraleer de belangrijkheid van het bewijs van de historische waarde van "Gabriels openbaring" werkelijk is gekend.
In elke gebeurtenis blijft de zaak van de verrijzenis van Jezus Christus een moeilijk vatbaar begrip voor hen die de authenticiteit ervan proberen te weerleggen.
Vertaling: Chris De Bodt
Bron: Y-Jesus: The facts presented by scholars
02-06-1980
Film: Saint Paul
Film: Saint Paul
Paulus [Tarsus, ca. 3 - Rome 64 of 67] was een van de vroege leiders van de christelijke kerk en speelt een centrale rol in de vroege ontwikkeling en verspreiding van het in de landen rond de, in het bijzonder in wat nu Turkije en Griekenland is. Velen menen dat Paulus voor zijn bekering tot het christendom Saulus of Saul heette. Het is ook mogelijk dat hij in Griekstalige kringen de Romeinse naam Paulus droeg en in joodse kringen de joodse naam Saulus of Saul. Paulus had vermoedelijk een joodse moeder en een Romeinse vader en werd geboren omstreeks 3 na Chr. in Tarsus (Cilicië) en overleed in Rome, in het jaar 64 of 67. Paulus was een 'zoon van een Farizeeër' en had zijn opleiding genoten bij Gamaliël. Hij bezat vermoedelijk het Romeinse staatsburgerschap. Daarnaast was hij een actieve vervolger van de eerste eeuwse christenen, door hen te laten opsluiten en in sommige gevallen te laten doden. Een voorbeeld hiervan wordt beschreven in de Bijbel, wanneer hij zijn goedkeuring geeft aan de dood van joodse christen uit de eerste eeuw, Stefanus. Zijn levensloop wordt beschreven in het bijbelboek Handelingen van de Apostelen. Volgens die bron was Paulus aanvankelijk actief als vervolger van de ontluikende geloofsgemeenschap die na de kruisiging van Jezus was ontstaan. Zelf maakt hij daar in een van zijn brieven ook melding van [Galaten 1:13]. Hij bekeerde zich toen hij, op weg naar Damascus om Jezus' volgelingen te bestrijden, een visioen kreeg waarin Jezus hem opriep om zich te bekeren. Paulus verdween uit beeld toen hij naar Rome ging om daar berecht te worden door keizer Nero. Volgens de rooms-katholieke traditie traditie is hij daar onthoofd en begraven. Op de plaats van zijn graf staat de Basiliek "Sint-Paulus buiten de Muren". Volgens de overlevering vonden op de plaats van zijn onthoofding vele wonderen plaats. De onderstaande film, onder regie van Roger en Robert Young, dateert uit het jaar 2000. Acteurs zijn ondermeer Johannes Brandrup en Thomas Lockyer.
01-06-1980
Al uw antwoorden over Jezus. Zoektocht 11. Jezus en Maria Magdalena: hadden ze een geheim huwelijk?
Zoektocht 11. Jezus en Maria Magdalena: hadden ze een geheim huwelijk?
Mevrouw Jezus
Zijn de geschiedkundigen gedurende 2000 jaar verkeerd geweest en was er een mevrouw Jezus Christus? In "The Jesus Family Tomb" [documentaire Discovery Channel] beweert de maker Simcha Jacobovici dat er "bewijs" bestaat dat Jezus en Maria Magdalena inderdaad gehuwd waren en een zoon hadden met de naam "Judah."
Jacobovici is niet de eerste met de hypothese dat er een mogelijke romance was tussen Jezus en Maria. De film "The Last Temptation of Christ" en boeken zoals "Holy Blood," "Holy Grail" en de "Da Vinci Code" maakten deze geheime verhouding tussen Jezus en Maria tot hun centrale thema.
De "Da Vinci Code" begint met een bladzijde aan feiten die de fictieroman moeten doen voorstellen als "waar" in al zijn verklaringen. Het boek heeft alle records verbeterd op de bestsellerslijst en werd gevolgd door een "blockbuster" film. De auteur Dan Browns handige verweving van feiten met fictie heeft vele lezers ervan overtuigd dat Jezus en Maria Magdalena inderdaad waren gehuwd en een kind hadden. Maar is deze romantische verklaring enkel een list om boeken en filmen te kunnen verkopen, of wordt het ondersteund door geschiedkundig bewijs?
Geheimzinnige Maria
Vooraleer we het bewijs onderzoeken voor enige mogelijke verhouding tussen Jezus en Maria Magdalena, laten we eerst de persoon Maria uit "Jezus van Nazareth" uit het kleine dorpje uit Galilea, Magdala, eens nader bekijken.
Het Nieuwe Testament zijn de oudst geschreven optekeningen over Maria Magdalena. In de evangeliën wordt Maria omschreven als een vrouw die door Jezus is genezen van een bezetenheid door de duivel. De evangeliën [Matheus, Marcus, Lucas en Johannes] stellen Maria voor als een volgelinge van Jezus die luisterde naar zijn leer, voorzag in zijn financiële noden, getuige was van zijn kruisiging en drie dagen later de eerste getuige was om Hem levend te zien.
Sommige hebben gezegd dat Maria een prostitué was, maar noch de apostelen, noch de vroege kerk spreken over haar als maar dan iemand die volgelinge was Jezus. Het idee "prostitué" vindt zijn oorsprong in de zesde eeuw, toen Paus Gregorius I haar identificeerde als dezelfde vrouw waarover gesproken wordt in Lucas 7:37 en de vrouw die met haar haren de voeten van Jezus waste.
Alhoewel de visie van de paus vermoedelijk werd beïnvloed door het feit dat Jezus zeven duivels uit haar had weggedreven, is er geen enkele Bijbelgeleerde erin geslaagd een verband te maken tussen Maria Magdalena met de vrouw uit de regel van Lucas. Aanvullend maken de evangeliën uit het Nieuwe Testament geen enkele zinspeling van een enige romantiek tussen Jezus en Maria.
Waar halen de samenzweerders dus hun idee voor theorie? Waarom al deze beschouwingen. Hiervoor keren we terug naar documenten die 100 à 200 jaar geschreven zijn na de evangeliën door een niet christelijke cultus, die de "gnostici" werden genoemd. Deze geschriften maken geen deel uit van het Nieuwe Testament en werden door de vroege christenen verworpen als dwaalleer. Zij die schreven van een romantische verhouding tussen Jezus en Maria noemen een aantal regels op uit twee van de geschriften "het evangelie van Maria Magdalena" en het "Evangelie van Filippus." Bekijken wij even deze regels.
Het Evangelie van Maria Magdalena
De gedachte dat Maria Magdalena bijzonder was voor Jezus is voornamelijk afkomstig uit het evangelie van Maria Magdalena. Dit Gnostisch evangelie maakt geen deel uit van het Nieuwe Testament en is door een onbekende auteur geschreven in het laatste gedeelte van de tweede eeuw, of zon 150 jaar na de dood van Jezus Christus. Geen enkele ooggetuige, Maria Magdalena inbegrepen, zou nog in leven geweest zijn tegen de tijd dat het werd geschreven. Dit late tijdstip duidt erop dat dit evangelie van Maria Magdalena niet geschreven kon zijn door iemand die Jezus als ooggetuige heeft gekend, en niemand weet wie het geschreven heeft.
Een vers in het evangelie van Maria Magdalena verwijst naar Maria Magdalena als Jezus favoriete volgelinge, door te stellen dat hij "meer van Maria hield dan ons [waarbij de apostelen worden bedoeld]". In een andere vers wordt Petrus verondersteld aan Maria te hebben gezegd: "Zus, wij weten dat de Redder meer van u hield dan enige andere vrouw." Maar niets in het evangelie van Maria Magdalena spreekt over een eventuele romance of seksuele relatie tussen Maria Magdalena en Jezus.
Het Evangelie van Filippus
De "Da Vinci Code" baseert zijn bewering dat Jezus en Maria Magdalena waren gehuwd en een kind hadden voornamelijk op een afgezonderde vers uit het eveneens gnostische evangelie van Filippus dat zegt dat Jezus en Maria "gezellen" waren. Deze vers is de volgende:
"Drie vrouwen waren steeds bij de meester: Maria, zijn moeder, [...onleesbaar] zuster, en Maria Magdalena, die de gezellin wordt genoemd [koinonos]. Want Maria is de naam van zijn zuster, zijn moeder en zijn gezellin [koinonos]."
In de "Da Vinci Code" reikt de "fictieve expert", Sir Leigh Teabing, aan dat het woord voor gezellin [koinonos], echtgenote kan betekenen. Maar volgens de geleerden is dit een onwaarschijnlijke interpretatie. Om te beginnen is het algemene woord dat voor "echtgenote," in het Grieks van het Nieuwe Testament, wordt aangewend "gune" en niet "koinonos." Ben Witherington III, die schrijft in Biblical Archeaological Review, behandelt dit punt: "Er was een ander Grieks woord, gune, dat dit zou duidelijk gemaakt hebben. Het is waarschijnlijker dat koinonos hier zus wil zeggen, in de spirituele betekenis omdat het elders ook zo wordt aangewend in dit soort literatuur. In ieder geval zegt de tekst niet duidelijk of suggereert deze zelfs niet dat Jezus gehuwd was, laat staan met Maria Magdalena."
Er is ook een enkele vers in het evangelie van Filippus dat vermeldt dat Jezus Maria heeft gekust: "De gezellin van de [... onleesbaar] is Maria Magdalena. De [... onleesbaar] haar meer dan [... onleesbaar] de volgelingen, [... onleesbaar] kuste haar vaak op haar [... onleesbaar]. De andere [... onleesbaar] zei tot hem: waarom houdt u meer van haar dan van ons?"
Vrienden begroeten met een kus was een algemeen gebruik in de eerste eeuw en had geen seksuele bijbetekenis. Professor Karen King zegt in haar boek, "Het evangelie van Maria Magdalena," dat de kus in Filippus meer dan waarschijnlijk een ingetogen kus van vriendschap was.
Maar misschien meer belangrijk is het gegeven dat het evangelie van Filippus geschreven is door een onbekende auteur, zon 200 jaar na de ooggetuigenverslagen van het Nieuwe Testament.
Naast deze enkele in vraag te stellen verzen, is het is ook belangrijk om weten te er geen enkel ander geschiedkundig document bestaat dat ook maar insinueert dat Jezus en Maria een romantische relatie zouden hebben gehad. Daar beide gnostische evangeliën, zowel dit van Maria Magdalena, als dat van Filippus geschreven zijn tussen 100 à 220 jaar na Christus, door ongekende schrijvers, dienen hun verklaringen over Jezus en Maria te worden geëvalueerd in de context van geschiedenis uit die tijd en de veel vroegere documenten uit het Nieuwe Testament.
Verdict van de geleerden
Kon de vroegere Kerk het bewijs hebben vernietigd in het poging om het geschiedenis van Jezus te herschrijven? Uiteraard is het dat wat Jacobovici, Dan Brown en een reeks van andere op sensatie beluste schrijvers beweren. Maar zijn de geleerden het hier mee eens?
Een artikel uit Newsweek magazine somt de opinie op van een aantal toonaangevende geleerden en zegt ronduit dat de theorie dat Jezus en Maria Magdalena waren gehuwd geen enkele geschiedkundige basis heeft. Misschien dat de gnostici voelden dat de schrijvers van het Nieuwe Testament wat te verlegen waren op dat gebied en daarom besloten om het verhaal wat romantischer te maken. Wat echter ook de reden moge zijn, deze geïsoleerde en duistere versies die zon 100 à 200 jaar na Christus zijn geschreven zijn van geen enkele waarde om er een samenzweringtheorie rond te bouwen. Voor de mensen is het zoiets als als een interessant verhaal, maar het is geschiedkundig onjuist.
Toch blijven sommigen niet overtuigd. Misschien hebben ze tot doel de geschiedenis wat sensationeler te maken. Frank Sesno, een televisie journalist een winnaar van een award, vroeg aan een panel van geschiedkundige geleerden wat mensen hebben met samenzweringstheorieën. Hierop antwoordde professor Stanley Kutler van de Universiteit van Wisconsin: "Wij houden allemaal van geheimzinnigheden, maar nog meer van samenzweringen."
Misschien dat al die opgeklopte verhalen rond Jezus en Maria meer met de antagonisten van het Christendom van doen heeft die de man die de Christenen vanaf het begin "God" hebben genoemd, proberen er onder uit te halen en van hem een gewone mens willen maken. Zo schreef de apostel Paulus over Jezus Christus: "Hij had de gestalte van God, maar heeft zich niet willen vastklampen aan zijn gelijkheid met God. Hij heeft zijn grootheid opgegeven door de gestalte van een slaaf te aanvaarden en aan mensen gelijk te worden. Hij leefde als een mens en hij vernederde zich door gehoorzaam te worden tot in de dood, de dood aan een kruis." [Filippenzen 2:6-8]
Johannes, een ooggetuige en één van Jezus leerlingen, schreef over hem: "In het begin was het Woord. Het Woord was bij God en het Woord was God. Het was in het begin bij God. Door het Woord is alles ontstaan en zonder het Woord is er niets ontstaan. In het Woord was leven, en dat leven was het licht voor de mensen. Het Woord is mens geworden en is onder ons komen wonen. Wij hebben zijn glorie gezien, vol van goedheid en waarheid, de glorie die hij ontving als enig kind van de Vader." [Johannes 1: 1-4, 14]
Vertaling: Chris De Bodt
Bron: Y-Jesus: The facts presented by scholars
31-05-1980
Al uw antwoorden over Jezus. Zoektocht 10. Zijn de gnostische evangeliën de ware verhalen over Jezus?
Zoektocht 10. Zijn de gnostische evangeliën de ware verhalen over Jezus?
Zijn er geheime geschriften over Jezus?
In 1945 werd er in Boven Egypte, nabij de stad Nag Hammadi, een ontdekking van 52 kopijen gedaan van oude geschriften, de gnostische evangeliën, in 13 papyrussen, van leder omzien. Ze waren in het Koptisch geschreven en behoorden tot de bibliotheek van een klooster.
Een aantal gnostische geleerden gingen zelfs zo ver door te verklaren dat deze recente ontdekte geschriften de authentieke geschriften over Jezus waren, in plaats van het Nieuwe Testament. Maar komt hun geloof in deze documenten overeen met de geschiedkundige bewijzen? Laat ons dit een nader bekijken om te zien of we de waarheid van de verzinsels kunnen onderscheiden.
Geheime "kenners"
De gnostische Evangeliën worden toegewezen aan een groep die staat gekend als de Gnostici. Hun benaming komt van het Griekse woord "gnosis", wat "kennis" betekent. Deze mensen dachten dat ze een geheime, bijzondere kennis hadden, die verborgen was voor de gewone mensen.
Naarmate het Christendom zich verspreidde mengden de Gnostici bepaalde leerstellingen en elementen uit het Christendom in hun geloof, waardoor het gnosticisme een vervalste leer van het Christendom werd. Misschien deden ze dit om hun aantal leden op peil te houden door Jezus als aanplakbiljet te gebruiken voor hun zaak. Hoe dan ook diende Jezus te worden heruitgevonden om hun denkwijze te doen passen met het Christendom, waarbij hij zowel van zijn menselijkheid als van zijn absolute goddelijkheid werd beroofd.
In de "Geschiedenis van het Christendom", uitgegeven door Oxford, schreef John McManners over de gnostische mix van Christelijk en mythisch geloof.
Het gnosticisme was en is nog steeds een theosofie met vele ingrediënten. Occultisme en oosterse mystiek werden gefuseerd met astrologie en magie. Deze verzamelde teksten van Jezus werden binnen hun eigen interpretatie gepast [zoals in het evangelie van Thomas] en bood hun aanhangers een alternatief of concurrent voor het Christendom.
Vroege critici
Er ontstond reeds een milde stroming van gnostische filosofen tijdens de eerste eeuw, een paar tientallen jaren na de dood van Jezus. De apostelen veroordelen in hun onderricht en geschriften sterk deze denkwijze als tegengesteld aan de waarheid over Jezus, van wie zij de ooggetuigen waren.
Kijk bijvoorbeeld eens naar wat de apostel Johannes schreef tegen het einde van de eerste eeuw: "Wie is de grote leugenaar? Zij die zeggen dat Jezus niet de Christus is. Deze mensen zijn antichristen, want ze ontkennen de Vader en de Zoon."
Volgens het onderricht van de apostelen veroordeelden de vroege Kerkleiders unaniem de gnostici als een cultus. De Kerkvader Irenaeus, die zon 140 jaar voor het Concilie van Nicea schreef, bevestigde dat het gnosticisme door de Kerk werden veroordeeld als dwaalleer. Hij verwierp ook hun "evangeliën"." Verwijzend naar de vier Evangeliën uit het Nieuwe Testament, zei hij "het is onmogelijk dat de Evangeliën meer of minder in aantal kunnen zijn dan dat ze zijn."
De Christelijke theoloog Origen schreef dit in de vroege derde eeuw, meer dan honderd jaar voor Nicea: "Ik ken een zeker evangelie dat genoemd wordt, het evangelie volgens Thomas en het evangelie volgens Matthias, en vele anderen die we hebben gelezen. We moeten diegenen ontkennen die denken dat ze meer kennis bezitten door deze evangeliën te volgen en te verkondigen. Van alle geschriften zijn slechts de vier evangeliën uit het Nieuwe Testament als authentiek erkend."
Raadselachtige schrijvers
Als we het over de gnostische evangeliën hebben, draagt zowat elk boek de eigenschap van het Nieuwe Testament: het evangelie volgens Philippus, het evangelie volgens Petrus, het evangelie volgens Maria, enz .. Maar zijn ze wel echt geschreven door hun veronderstelde schrijvers? Bekijken wij dit nader.
De gnostische evangeliën dateren van zon 110 tot 300 jaar na Christus en geen enkele zichzelf respecterende geleerde gelooft dat één ervan zou zijn geschreven door diegenen wiens naam ze dragen. In de uitgebreide "Nag Hammadi Library" van James M. Robinson, leren we dat de gnostische evangeliën zijn geschreven door "een brede waaier van anonieme schrijvers die op geen enkele wijze met elkaar in verband stonden."
Norman Geisler, een geleerde die zich heeft gespecialiseerd in het Nieuwe Testament, schrijft: "De gnostische geschriften zijn niet geschreven door de apostelen, maar door mensen uit de tweede eeuw, die (later) beweerden de toestemming te hebben gekregen van de apostelen om hun eigen leerstellingen te onderwijzen. Vandaag zouden we dit fraude en vervalsing noemen."
Mythe tegenover de geschiedenis
De gnostische evangeliën zijn geen geschiedkundige verslagen over het leven van Jezus, maar zijn wijdverspreide esoterie gedachten, omhuld door mysterie, waarbij historische gegevens zoals namen, plaatsen en gebeurtenissen, bewust werden verwijderd. Dit tot grote tegenstelling van de Evangeliën uit het Nieuwe Testament, die ontelbare geschiedkundige gebeurtenissen over Jezus leven, zijn onderricht en woorden, bevatten.
En wie bent u geneigd om het meest te geloven? Iemand die zegt: "hé, ik heb hier sommige geheime feiten die op een raadselachtige manier aan mij werden onthuld," of iemand die zegt: "Ik heb al de bewijsstukken en de geschiedenis bestudeerd. Hier is het. Nu is het aan u om uit te maken of deze waar zijn of niet." Hou deze vraag in gedachte en overweeg de volgende verklaringen: de eerste uit het gnostische evangelie van Thomas [110-150 nà Christus] en het tweede uit het Evangelie van Lucas uit het Nieuwe Testament [55-70 nà Christus]:
Dit zijn de verborgen feiten waarover de levende Jezus sprak en die Judas Thomas, de tweeling noteerde.
Velen hebben zich er al toe gezet het verhaal te doen van wat zich bij ons heeft voltrokken, aan de hand van de overlevering van de oorspronkelijke ooggetuigen die dienaar van het woord zijn geworden. Nu heb ook ik besloten alles van voren af aan nauwkeurig na te gaan en voor u, geachte Teofilus, ordelijk op schrift te stellen, zodat u zich kunt overtuigen van de betrouwbaarheid van de berichten die u hebt ontvangen [Lucas 1: 1-4]
Vindt u de bovenstaande open benadering van Lucas aanlokkelijk? En denkt u ook dat het de oorspronkelijke gebeurtenissen meer geloofwaardig benaderde? Zo ja, dat is dan ook wat de vroege kerk hierover dacht.
En de meeste geleerden sluiten zich aan met de mening van de vroege kerk dat het Nieuwe Testament de ware geschiedenis van Jezus is. Nieuw Testament geleerde, Raymond Brown, heeft over de gnostische evangeliën gezegd: "we leren niet één na te gaan nieuw feit over de geschiedkundige leer van Jezus en slechts een paar nieuwe zinnen die mogelijk van hem afkomstig zouden zijn."
Al hebben de gnostische geschriften dus indruk gemaakt op bepaalde geleerden, hun late datering en hun onbekende schrijvers, kunnen niet worden vergeleken met het Nieuwe Testament. Zon tegenstelling tussen het Nieuwe Testament en de gnostische geschriften is vernietigend voor zij die houden van samenzwerende theorieën. Nieuw Testament geschiedkundige, F.F. Bruce schreef: "Er is niemand uit alle oude literatuur van de wereld die niet kan genieten van de weelde van de goede tekstuele bekrachtiging van het Nieuwe Testament."
Vertaling: Chris De Bodt
Bron: Y-Jesus: The facts presented by scholars
30-05-1980
Onze Lieve Vrouw van het Welslagen: Historiek van het beeld
Onze Lieve Vrouw van het Welslagen: Historiek van het beeld
Madrid
Onze Lieve Vrouw van het Welslagen [Nuestra Señora del Buen Suceso] is een van de titels van de Heilige Maagd Maria. Deze benaming wordt gedeeld met talrijke beeltenissen over de hele wereld: een aantal beeltenissen in Spanje, een in Ecuador, en een in Parañaque City, een stad op het eiland Luzon in de Filipijnen (Ina ng Mabututing Pangyayari). Alle beeltenissen hebben een verschillende oorsprong en kennen hun mirakels, maar enkel te Quito was er een verschijning, aan Moeder Mariana de Jésus Torres.
Twee Spaanse broeders, Vader Gabriel de Fontaned en Guillermo de Rigosa reisden naar Rome om er de Paus te ontmoeten voor de goedkeuring van hun Orde der Miniemen of ook nog de Orde van Franciscus van Paola genoemd. Toen ze door de stad Traguera reisden, een stad in de Spaanse provincie Castellón in de regio Valencia, brak er een hevige storm los. De broeders baden voor Gods begeleiding en hulp. Spoedig merkten ze een raadselachtig licht op vanuit een grot in een steile rots. Ze gingen de grot binnen en ontdekten een mooi beeld van de Heilige Maagd met het Kindje Jezus in Haar armen. De sfeer was er heel vreemd: flikkerende lichten en bloemen met een buitengewone geur van aroma. De twee besloten om het beeld mee te nemen op hun weg, omdat niemand er het bezit van opeiste. Zij hoopten dat het beeld van de Heilige Moeder hen ging helpen in de goedkeuring van hun Orde.
Onze Lieve Vrouw van het Welslagen, Madrid
In Rome werden zij heel zenuwachtig omdat ze vreesden geen goedkeuring te verkrijgen. Toen Paus Paulus V het verhaal van hun reis hoorde, knielde hij voor het beeld en plaatste zijn borstkruis rond de hals van het beeld. Toen hij het beeld kuste en omhelsde, riep hij luidkeels: 'Kijk broeders! Zij glimlacht! Waarom glimlacht Zij zo? Welk welslagen beleefden jullie op deze reis! Er bestaat geen twijfel dat Onze Lieve Vrouw zich waardig heeft geacht om jullie te steunen in uw werk. Daarom kan het niet aan mij besteed zijn om tegen Haar te zijn. Dat al uw wensen een welslagen mogen kennen!"
Daarop zegende hij het beeld en noemde Haar Onze Lieve Vrouw van het Welslagen. Het beeld werd geplaatst in het Koninklijk hospitaal van Madrid. Hier werd het beroemd "wegens de talrijke genaden die door de Hemel door Haar werden verleend." In 1641 gaf Filips III het bevel tot de bouw van het Heiligdom van Puerta del Sol, waar het beeld werd geplaatst. Spoedig werd Onze Lieve Vrouw van het Welslagen heel geliefd en begon de verering zich te verspreiden. Daarop werd er een kopij gemaakt van het beeld en op verschillende plaatsen in Spanje getoond: Orduña, La Puebla de Gordon, Tudela en nog andere plaatsen.
Ecuador
Vijf religieuze zusters uit Spanje reisden van Spanje naar Quito te Ecuador om er een eerste klooster op te richten. Mariana de Hésus Torres, één van de jonge zusters, kreeg zelf verschijningen van de Heilige Moeder. Het was zij die vrijwillig haar leven opofferde voor de zonden van de twintigste eeuw. Zij kreeg ook de keuze om naar de Hemel te gaan of op de aarde te blijven. Het verlangen voor haar opoffering was te groot en zij besloot op de aarde te blijven.
Op 2 februari 1594, toen Maria aan het bidden was voor de Heilige Moeder, verscheen Zij terug aan haar en zei:
"Ik ben Maria van het Welslagen, die u met zon tedere liefde hebt aanroepen. Uw gebed heeft Mij heel veel bevallen. Uw geloof bracht Mij naar hier. Uw liefde heeft Mij uitgenodigd om u te bezoeken..."
Maria vertelde aan Mariana bepaalde voorspellingen voor de twintigste eeuw, in het bijzonder over het verval, de verdrukking en het niet voorhanden zijn van de sacramenten en ook over de crisis binnen de clerus.
Op 16 januari 1599 vroeg Onze Lieve Vrouw van het Welslagen om een beeld te maken naar haar gelijkenis en zei:
"...nu vraag ik u een beeld te maken voor de vertroosting en het behoud van mijn klooster en voor de gelovige zielen want er zal een grote verering komen voor mij, want ik ben de Koningin van de Hemel voor vele onder hen met een roeping ... Door dit beeld zal ik niet enkel dit klooster genegen zijn, maar eveneens de mensen van Quito en alle mensen over de hele wereld."
Onze Lieve Vrouw van het Welslagen vertelde nog aan Moeder Mariana dat dit beeld diende te worden gemaakt omwille van de volgende redenen:
"Ten eerste ... opdat de mensen er zich in de toekomst zouden van bewust zijn hoe machtig Ik ben om verzoening te verkrijgen voor de goddelijke gerechtigheid en genade en vergeving te bekomen voor elke zondaar die tot Mij komt met een berouwvol hart. Ik ben de Moeder van Genade en in Mij is er enkel goedheid en liefde. Ten tweede ... wanneer geestelijke verwarring of lichamelijk lijden iemand beklemt en bedreigt in een bodemloze zee te verdrinken, laat deze dan naar Mijn Heilige Beeld staren en Ik zal steeds bereid zijn om te luisteren naar hun smeekbeden en om hun lijden te verzachten. Zeg hen dat zij steeds moeten naar hun Moeder gaan met vertrouwen en liefde..."
Tien lange jaren heeft het geduurd eer Moeder Mariana tevreden was met het uiteindelijke beeld. Ook ondervond ze vele moeilijkheden om het te laten maken. Eén ervan was de angst voor afgoderij door de indianen en een ander was de persoonlijke angst van Moeder Mariana om niet te worden geloofd en het lot van het klooster op het spel te zetten. Er was reeds een oproer geweest door ontrouwe en opstandige zusters die andere zusters tegen haar en de andere trouwe zusters opzetten. Deze zuster stond gekend als "La Capitina [de kapitein]" en was, omwille van haar slechte daden, zeker bestemd voor de hel. Moeder Mariana werd door Maria ingelicht over het gruwelijke eeuwige lot van de zuster. Toch besloot zij om deze ziel voor de eeuwige verdoemenis te redden en de enige oplossing die aan Moeder Mariana werd gegeven was dat zijzelf het lijden en de straffen van de hel, die deze zuster te wachten stond, op haar moest nemen. Dit lijden moest zij gedurende vijf jaar ondergaan. Moeder Mariana had ingestemd met de straf. Zij was het voorbeeld van deugdzaamheid gedurende deze tijd en niemand, buiten haar biechtvader, was op de hoogte van de kwellingen die zij ondertussen moest doorstaan. Maar het uiteindelijke resultaat werd bereikt, want "La Capitana" was ondertussen tot inkeer gekomen en leefde de rest van haar jaren in berouw voor de zonden die ze had begaan.
In het jaar 1610 vroeg zij de toelating aan de Bisschop om het beeld te mogen laten maken. Deze stemde hiermee onmiddellijk in. Het beeld van Onze Lieve Vrouw van het Welslagen werd gemaakt door Francisco del Castillo. Hij werd gekozen omdat hij zo goed was in zijn vak en omdat hij een diepe verering had voor de Heilige Moeder. Hij werkte lang en hard aan het beeld. Toen hij aan de laatste verflaag bezig was, ging hij op zoek naar de kleur die het best bij het gelaat van de Maagd Maria en het Kindje Jezus zou passen.
Ondertussen gingen Moeder Mariana en de overige zusters naar het koor om er de belofte van Onze Lieve Vrouw af te smeken. Later werd Moeder Mariana alleen achtergelaten toen plots Onze Lieve Vrouw van het Welslagen, samen met de Aarstengels Michael, Gabriël en Rafaël en de Heilige Franciscus van Assisi, aan haar verschenen. De Aartsengels maakten een diepe buiging voor Maria en zongen een gebed:
"Gezegend zijt Gij, Maria, meest heilige dochter van God de Vader." (Sint Michaël) "Gezegend zijt Gij, Maria, meest Heilige Moeder van God de Zoon." (Sint Gabriël) "Gezegend zijt Gij, Maria, meest zuivere echtgenote van de Heilige Geest." (Sint Rafaël) "Gezegend zijt Gij, Maria, meest heilige tempel en heiligdom van de Meest Heilige Drievuldigheid." (de drie Aartsengelen).
Onze Lieve Vrouw van het Welslagen, Quito
Hierop was het beeld voltooid. Het was alsof Maria in het beeld zelf wandelde. Onze Lieve Vrouw van het Welslagen begon het "Magnificat" te zingen. Dit gebeurde om drie uur tijdens de nacht van 16 januari 1611. Op die dag plaatste zij het beeld boven haar zitbank en dit op het eigen verzoek van Maria, als een teken voor allen dat zij regeerde en waakte over het klooster. Toen de overige zusters zich opnieuw bij haar voegden zagen zij het veranderd beeld, omgeven door een hemels licht.
Het beeld van Onze Lieve Vrouw van het Welslagen werd gezegend op 2 februari 1611. Op die dag werd het, op Marias eigen verzoek, geplaatst boven de abdiszetel en dit als een teken dat Zij het was die het klooster leidde en er over waakte. Haar officiële titel is dan ook "Onze Lieve Vrouw van het Welslagen der Zuivering."
Ecuador (vervolg)
"Geliefde dochter van Mijn Hart. Op mijn linkerarm draag ik mijn allerheiligste zoon, terwijl ik de scepter in de rechterhand houd. Ik ben gekomen om u goed nieuws te brengen: over tien maanden en tien dagen zult Gij uw ogen sluiten voor het aardse licht en deze wereld om ze te openen in de helderheid van het altijddurende licht. Ik ga u vijf redenen opsommen waarom het licht uitdooft:
De eerste reden waarom de lamp uitging was, omdat er op het einde van de negentiende en tijdens de twintigste eeuw, dwaalleren zich overal zullen voordoen: Wanneer de dwaalleren zich zullen verspreiden en overheersen, zal het dierbare Licht van het Geloof worden gedoofd in de zielen door het algemene verval van gewoonten en zeden.
De tweede reden is dat de geloofsgemeenschappen bijna zullen verlaten zijn en zelfs worden beïnvloed door slechte gewoonten en valse vereringen. Als een direct gevolg ervan zullen vele roepingen verloren gaan en zullen de gelovige zielen voortdurend een langzaam martelaarschap ondergaan en in het geheim wenen voor het inkorten van deze tijden.
De derde reden waarom de lamp uitdooft is omdat er tijdens deze eeuw een wereldwijde opstand tegen de waarden van de kuisheid en reinheid de vernietiging van de jeugd tot gevolg zal hebben. Onze Lieve Vrouw van het Welslagen bevestigde dat er bijna geen maagdelijke zielen meer zullen zijn op deze wereld.
De vierde reden is om aan te tonen hoe de vrijzinnige en andere sekten zon grote invloed zullen hebben op de gemeenschap en de kerk. Tijdens deze ongelukkige tijdens zal het kwade de kinderlijke onschuld bevangen en zo zullen de roepingen tot het priesterschap verloren gaan, wat een ware ramp tot gevolg zal hebben. Toch zouden er nog goede en gelovige zielen overblijven die bereid zijn tot lijden voor de redding van de zielen en de ondersteuning van de Katholieke Kerk. Tijdens deze tijd zullen de gelovigen veel laten vallen om begeerd te worden omdat de priesters onvoorzichtig zullen worden in hun heilige plichten. Door een gebrek van hun goddelijke begrip zullen ze van de weg, die God voor het priesterschap heeft getekend, afdwalen en zullen zij gehecht worden aan weelde en rijkdom, die zij uitermate zullen willen bekomen. Hoe zal de Kerk leiden tijdens deze donkere nacht! Door het gebrek aan een kerkvorst en Vader die hen leidt met een ouderlijke liefde, beminnelijkheid, sterkte, wijsheid en voorzichtigheid, zullen vele priesters hun vitaliteit verliezen, waardoor ze vele zielen in gevaar zullen brengen. De arme priesterlijke zielen die zullen weerstaan zullen een groot lijden doorstaan want tegen hen zullen de goddelozen een vreselijke oorlog voeren en ze zullen hen overweldigen met beschimpingen, belasteringen en pesterijen opdat ze hun goddelijke opdracht zouden laten varen. Maar zoals vuurzuilen zullen ze onwankelbaar blijven en iedereen laten kennismaken met de geest van nederigheid en opoffering die hen zal worden toegekend door de onbegrensde verdiensten van Jezus die hen zal liefhebben tot in de binnenste vezels van Zijn Meest Heilige en Tedere Hart. De gelovige mensen zullen de Heer smeken om deze verdorven tijden te beëindigen.
De vijfde reden waarom de lamp doofde is omwille van zij die in deze tijden wel de geldelijke middelen zullen bezitten, maar niets zullen doen om de Kerk te willen steunen. Omwille van hun onverschilligheid tegenover God en Zijn Kerk, zullen ze toelaten dat het kwade schijnbaar overwint.
Na het aanzien van deze visioenen stortte Moeder Mariana volledig in en bleef gedurende twee dagen totaal onbewust. De dokter had haar bijna dood verklaard, maar ze herstelde en herwon haar gezondheid. Moeder Mariana de Jesus Torres was een zuster van de congregatie van de Conceptionisten. Zij leefde van 1563 tot 1635 in de hoofdstad Quito van Ecuador in Zuid-Amerika. Zij kreeg talrijke hemelse mededelingen en zij leed veel als een slachtofferziel. Zij aanvaardde vol liefde ongewone offers en kastijdingen die haar, met haar toestemming, door Jezus werden opgelegd.
Moeder Mariana maakte in opdracht van haar oversten een geschreven verslag van haar belevenissen, dat door de plaatselijke bisschop, die haar goed kende, werd goedgekeurd.
Quito
Quito is de hoofdstad van het Zuid-Amerikaanse land Ecuador. De stad ligt 2850 meter boven zeeniveau, in een bekken aan de voet van de vulkaan Pichincha (4787 meter). Bij de bevolking is het indiaanse (Inca) element sterk vertegenwoordigd. De stad heeft in het oude centrum haar oude karakter goed bewaard: steil oplopende, nauwe straten.
Behalve universiteitsstad is Quito ook de zetel van een aartsbisschop. In het verleden was de stad het middelpunt van de staat Kara, die tot de verovering door de Spanjaarden in 1532 tot het Incarijk behoorde.
Vlak voor het Tweede Vaticaans Concilie, in 1961, telde Quito (zetel van het aartsbisdom) 710.000 inwoners waarvan er 705.000 katholiek waren, 80 parochies en 364 priesters.
De missionering begon in 1534 door de Franciscanen, daarna kwamen de Dominicanen en later waren ook de Jezuïeten van de partij. Het Concordaat van 1862 onder president Garcia Moreno, gaf de Kerk grote invloed. Na de moord op Moreno in 1875 namen liberalen de macht over. Ruim vijfentwintig jaar later kwam het tot een scheiding van Kerk en staat. De liberalen wilden de invloed van de R.K. Kerk sterk terug dringen en slaagden daar zeer goed in. Na het laatste concilie worden door protestanten veel 'bekeerlingen' gemaakt.
Met name de aanhang van de Christian and Missionary Alliance (oorspronkelijk uit de U.S.A. afkomstig) en de zevendedagsadventisten groeit de laatste decennia sterk. Van belang is ook de World Radio Missionary Fellowship die bij Quito een eigen zendstation heeft, 'De stem van de Andes'.
Filippijnen
Parañaque City, Filippijnen
De geschiedenis van Onze Lieve Vrouw van het Welslagen van Parañaque City is gebaseerd op de geschriften van Vader Nicolas de San Pedro, de plaatsvervanger van de Sint Andreas Parochie.
Augustijnen gaven het beeld van Spanje als een geschenk naar van de Koning aan de bekeerde Filippijnen. De Augustijnen verbleven in Palanyag (Parañaque City) en bouwden de Heilige Andreas Parochie in 1580, hetzelfde jaar dat het beeld werd geschonken. Toen een arme inwoner, Catig, zag dat het beeld, ondanks alles wat het al doorstaan had, nog onaangeroerd en met stof bedekt was, meldde hij dit aan de kerkmeester. Daarop nam hij het mee naar zijn kleine huis, om Maria te vereren.
Onze Lieve Vrouw van het Welslagen, Parañaque City
Toen Catig stervend was, riepen zijn buren om Vader Juan de Guevarra voor de laatste sacramenten. Tijdens het toedienen van deze laatste sacramenten zag Vader Guevarra het mooie beeld naast het bed en vroeg om het te mogen kopen. Aanvankelijk weigerde Catig, maar veranderde van mening omdat hij wist dat Zij door het volk zou worden vereerd. Vader Guevarra nam het beeld en plaatste het in zijn cel na de dood van Catig.
Daar gebeurde er een groot mirakel waarbij een raadselachtig licht uitging van het beeld en Vader Guevarra ook hemelse hymnen hoorde. Hij kwam tot het besluit dat het beeld miraculeus was.
Verheerlijking op het altaar
Vader Guevarra bracht de overste van de Augustijnen, Vader Alonzo de Mentrida, van het mirakel op de hoogte. Toen hij de woorden van de broeder hoorde, gaf hij het bevel om het beeld op het altaar van de Heilige Andreas Parochie te plaatsen. Op 10 augustus 1625 werd er een grote processie gehouden en werd Onze Lieve Vrouw van het Welslagen opnieuw op het altaar geplaatst.
De mensen van Palanyag kwamen bijeen en stemden voor Haar titel. Ieder schreef een favoriete benaming op een stuk papier, waarop deze in een doos werden verzameld door een achtjarige jongen. De benaming "Buen Suceso" werd zes maal vernoemd en behaalde het.
De eerste feestdag werd gehouden op 26 november 1626 door kardinaal Miguel Garcia Serrano en enkele officiële genodigden uit Manilla. Er wordt gezegd dat Kardinaal Serrano als eerste een noveen opstelde en het altaar liet herbouwen. Daarop werd een andere feest gehouden op 22 februari 1627 met een enorme massa aanwezigen uit alle streken van het land.
Bekroning
De bekroning als "Patrones van Parañaque City" gebeurde op 8 september 2000, dezelfde dag van in de Kerk de geboorte van Maria wordt gevierd. Velen waren aanwezig: parochianen, afgevaardigen van de regering en Gloria Macapagal-Arroyo, die later president van de Filippijnen werd. Nadat Onze Lieve Vrouw was gekroond, riepen de mensen "Viva La Virgen" Na de mis werd er een processie gehouden waarin het beeld werd gedragen. Thans is ze ook de patrones van het nieuwe bisdom van Parañaque City.
Feestdag
In Ecuador en Spanje wordt de feestdag van Onze Lieve Vrouw van het Welslagen gevierd op 2 februari, de dag dat Zij aan Moeder Mariana verscheen, samen met de aartsengelen en Franciscus van Assisi. In Parañaque City viel de feestdag oorspronkelijk op 29 november, maar Mgr. Manuel Gabriel verplaatste de feestdag naar 10 Augustus, toen het beeld op het altaar werd geplaatst.
Vertaling: Chris De Bodt
29-05-1980
Al uw antwoorden over de evolutie. Zoektocht 9: Onthult de Schepping een Ontwerper?
Zoektocht 9: Onthult de Schepping een Ontwerper?
Het universum duidt niet alleen op het bestaan van een ontwerper, maar geeft ook aanduidingen over hoe die er uit ziet. In de film Contact speelt Jodi Foster de rol van Ellie Arroway, een mooie jonge wetenschapster die een obsessie heeft voor het zoeken van intelligent leven op andere planeten. Als Ellie op een dag de radiotransmissies uit de ruimte beluistert, krijgt ze een gecodeerde boodschap op haar computerscherm. De verbaasde Ellie beseft dat intelligente wezens uit een ander melkwegstelsel met onze Aarde hebben gecommuniceerd.
Na het ontcijferen van de instructies ontdekken Ellie en haar collegas de versleutelde blauwdruk voor een geavanceerd ruimtetuig dat hen naar een ver melkwegstelsel zal voeren, miljoenen lichtjaren weg van de Aarde. Eens het ruimtetuig gebouwd is, wordt Ellie gekozen als de enige passagier.
Hoewel Ellies vriend protesteert, wordt haar liefde voor hem overstegen door haar passie om betekenis te geven aan haar leven. Ellie verklaart hem de reden waarom ze hem verlaat: "Ik heb naar iets gezocht, een reden waarom we hier zijn. Wat doen we hier? Wie zijn we?"
Ellie spreekt in naam van velen onder ons die zich vragen stellen over het leven. Wie zijn we, een waarom zijn we hier?
Heeft de wetenschap met haar nieuwe ontdekkingen in het verre heelal en binnen de moleculaire wereld een punt bereikt waarop ze een licht kan werpen op zon diepgaande vragen? Er is nog nooit zon opwindende periode geweest in de geschiedenis van de wetenschap. Wat betekenen de fijnafstelling van de kosmos en de gecompliceerdheid van DNA voor ons?
Het voorkomen van ontwerp toegeven
Ingevolge recente ontdekkingen werden veel vooraanstaande wetenschappers uitgedaagd op gebied van hun materialistische vooronderstellingen. Eén van hen, Sir Fred Hoyle, was een wereldvermaarde astronoom en stichter van het Institute of Astronomy in Cambridge.
Hoewel Hoyle agnosticus bleef, merkte de briljante astronoom op: "Wanneer men de feiten met gezond verstand interpreteert kan men beweren dat een superintelligent wezen met natuurkunde, scheikunde en biologie heeft gespeeld."
Hoyle is niet de enige. Andere grote wetenschappers hebben het over het onmogelijk te negeren bewijs voor ontwerp in het universummaar weigeren de vraag te stellen wie dit alles gepland heeft, of de reden van bestaan van het universum te onderzoeken. Stephen Hawking geeft de terughoudendheid van wetenschappers om vragen over onze oorsprong te onderzoeken toe: "Er zijn waarschijnlijk religieuze aspecten. Maar ik denk dat de meeste wetenschappers verkiezen om de religieuze kant ervan te ontwijken."
Er zijn echter wetenschappers die niets ontwijken en diepzinnige vragen stellen : Waarom is het leven zo fijn afgesteld voor het leven? Heeft een ontwerper zijn vingerafdrukken achtergelaten? Waarom zijn we hier?
Diepzinnigere vragen stellen
Hoewel Hawking een religieuze discussie probeert te vermijden, vraagt hij zich af: "Wat is het dat voor hete hangijzers zorgt bij dit probleem en een universum ontwerpt dat zij moeten beschrijven?" De gebruikelijke wetenschappelijke benadering door middel van een wiskundig model kan de vragen niet beantwoorden waarom er een universum moet zijn dat het model kan beschrijven.
Tot nu toe zijn de meeste wetenschappers te druk bezig geweest met de ontwikkeling van nieuwe theorieën om te beschrijven wat het universum is, in plaats van zich af te vragen waarom. Anderzijds konden de filosofen, wiens taak het is om te vragen waarom, de vooruitgang van de wetenschappelijke theorieën niet bijbenen.
Hier opent Hawking een nieuw territorium voor wetenschappers. Sinds Copernicus, en vooral na Darwin, had het materialisme de plak gezwaaid in de wetenschap. Elke verwijzing naar God werd weggelachen en had geen plaats in ons materialistisch universum. Maar nu zijn het wetenschappers zelf die de discussie over een intelligent ontwerper op gang brengen.
Theoretisch astrofysicus George Greenstein stelt zich in zijn boek Symbiotic Universe (Symbiotisch Universum) de vraag: "Is het mogelijk dat we plots, zonder het te willen, op wetenschappelijk bewijs gestoten zijn voor het bestaan van een Opperwezen? Was het God die de kosmos voor ons heeft gemaakt?"
Greenstein is een verlichte geest in zijn vak; hij is professor in de sterrenkunde aan het Amherst College en winnaar van de Phi Beta Kappa Onderscheiding voor Wetenschap. Dit is niet de eerste de beste die met de handen in het haar zit omwille van de complexiteit van alles of alles wat hij niet kan begrijpen aan God toewijst.
Wat voor een ontwerper?
Als vooraanstaande wetenschappers zoals Greenstein het bij het rechte eind hebben met hun conclusies dat er een ontwerper bestaat, zijn er dan zaken m.b.t. zijn aard die kunnen afgeleid worden uit de observaties van het universum? Waarom schiep hij ons? Heeft hij aanwijzingen achtergelaten over ons doel hier op Aarde? Hoewel deze vragen verder reiken dan de wetenschap, tot in het rijk van de theologie, werden ze gesteld in het kader van nieuwe wetenschappelijke ontdekkingen.
Dus als een ontwerper aanwijzingen naar zichzelf heeft achtergelaten, waar moeten we ze gaan zoeken? Om onze zoektocht te beginnen moeten we ons universum onderzoeken om te zien of hij zijn vingerafdrukken heeft achtergelaten. Net zoals de schilderijen van Het Laatste Avondmaal en de Mona Lisa ons iets over hun kunstenaar, Leonardo Da Vinci, vertellen en zoals Beethovens Vijfde Symphonie aanduidingen geeft over de componist, zouden we aanwijzingen over een ontwerper moeten kunnen waarnemen door het universum te observeren.
Hoewel wetenschappelijk bewijs ons slechts een gedeeltelijk beeld geeft over hoe een ontwerper zou kunnen zijn, onthult het universum toch een aantal inzichtelijke aanwijzigen over zijn aard.
De volgende karakteristieken lijken tevoorschijn te komen:
de doelgerichte ontwerper
de machtige ontwerper
de superintelligente ontwerper
de persoonlijke ontwerper
Toen wetenschappers de opvallend fijne afstelling van het universum ontdekten, beweerden velen dat er een achterliggende doelstelling moest zijn. Paul Davies, één van de vooraanstaande theoretisch natuurkundigen in de wereld, schrijft: "Als het universum door God geschapen werd, dan moet het een reden hebben".
Wiskundige Roger Penrose die samen met Hawking bewijs vond voor het begin der tijden deelt zijn inzichten met ons: "Ik zou durven zeggen dat het universum, in een zekere zin, een doel heeft. Het kwam er niet bij toeval. Sommige mensen denken dat het universum er gewoon is, alsof het gewoon allemaal steek houdt, en dat wij hier heel toevallig zijn. Ik denk niet dat dit een bruikbare manier is om naar het universum te kijken. Ik denk dat het iets diepers inhoudt waarvan we op dit moment nog niet het flauwste vermoeden hebben."
Penrose leidt af dat het fijn afstellen van fysische constanten voor het bestaan van de mens zo onwaarschijnlijk is dat het met opzet gepland moet geweest zijn. En daaruit volgt dat eender wie het universum opzettelijk gecreëerd heeft een doel had, waar wij deel van uitmaken. In zijn boek Superforce schrijft Davies: "De wetten waardoor het universum in staat was om spontaan te ontstaan lijken zelf het product van een uiterst ingenieus ontwerp. Als natuurkunde het product van ontwerp is, moet het universum een doel hebben en het bewijs van de moderne natuurkunde toont mij duidelijk dat wij deel uitmaken van dat doel."
Als de fijne afstelling van het universum duidelijk op een doel wijst, blijkt de kracht ervan heel duidelijk uit nieuwe ontdekkingen die door Hubble en andere krachtige telescopen mogelijk gemaakt werden:
Zwarte gaten hebben zon krachtige zwaartekracht dat zelfs het licht er niet kan ontsnappen. Grote zwarte gaten slokken sterren die op onze zon lijken op alsof het lekkere hapjes zijn.
Supernova-uitbarstingen zijn zo krachtig dat ze de felheid evenaren van een volledig sterrenstelsel met 100 miljard zonnen. De resulterende neutronenster heeft zon dichte massa dat één koffielepel ervan hier op aarde een miljard ton zou wegen!
Quasars genereren zoveel energie als 100 sterrenstelsels, schijnen met een intensiteit van een triljoen zonnen, en bereiken temperaturen van een paar miljoenen graden.
Explosies van gammastralen hebben de kracht van 10 miljard miljard zonnen. Eén enkele explosie kan het leven op Aarde in een paar milliseconden vernietigen.
De kracht van grote aardbevingen en thermonucleaire explosies zijn zo goed als verwaarloosbaar in vergelijking met de kracht van zwarte gaten, gammastralen, of quasars. En de kracht van deze laatste zijn miniscuul in vergelijking met de kracht die nodig was bij het begin van het universum. Wetenschappers zijn niet alleen verbaasd over de kracht in de kosmos, ze zijn nog meer verbaasd over de kracht die nodig was om alles te creëren en te regelen.
Wetenschappers hebben ook veel ontzag voor het ongelooflijke genie achter het universum. Het misschien grootste genie in de geschiedenis van de wetenschap, Albert Einstein, erkent dat het genie achter het universum een superintelligentie van zon superioriteit is dat in vergelijking alle denken en doen van menselijke wezens slechts een volkomen onbetekende weerspiegeling is.
Misschien zal het onderzoek naar DNA leiden tot de ontdekking van manieren om de menselijke intelligentie te vergroten of supercomputers te ontwikkelen die veel geavanceerder zijn dan Deep Blue, de IBM computer die schaakgrootmeester Gary Kasparov versloeg in een schaakpartij. Maar zoals Einstein al opmerkte kunnen we het menselijke genie niet vergelijken met de intelligentie van diegene die het ontwerpen heeft, tesamen met het universum en de natuurwetten, quantum-mechanica en de complexiteit van DNA.
Astronoom Hugh Ross verklaart dat het onmogelijk is een grens op te leggen aan noch de kracht, noch de intelligentie van een allesoverheersende Schepper. Dat komt omdat de Schepper niet begrensd werd door de beperking van onze vierdimensionale wereld, waaronder de tijd.
Denk even aan een wezen dat buiten de tijd en de beperkingen van zwaartekracht en andere natuurkrachten bestaat. Onze natuurwetten zouden er geen kracht over hebben omdat het er volledige controle zou over hebben. En, buiten de tijd staande, zou het alles weten over het verleden, heden en toekomst.
Maar is de Schepper van het universum slechts een energiebron zoals een microgolf, of is hij een persoon zoals wij? Verkeert hij in hogere sferen en heeft hij geen verwanten zoals De Kracht in Star Wars? Als dat zo is, hoe kon een onpersoonlijke kracht in staat zijn om persoonlijke en verwante wezen te maken? Deze vraag is een raadsel voor zowel wetenschappers als filosofen.
In de film Contact ontdekt Ellie Arroway zogezegd het doel waar ze naar op zoek was, maar niet door een persoonlijke schepper. Na haar ontmoeting met een geavanceerde beschaving vertelt Ellie haar christelijke vriend Palmer: "Het verhaal dat ik je ga vertellen gaat niet echt over Bestraffing en Beloning. Er wordt niets gezegd over Jezus. Een deel van de boodschap die ik kreeg is dat we niet het hoofddoel waren van de kosmos."
Ellie gaat verder: "Het universum werd geschapen met een bedoeling. In welk sterrenstelsel je ook zit, neem de omtrek van een cirkel, deel hem door de diameter, neem een zo exact mogelijke precisie, en je ontdekt een andere cirkel, kilometers verwijderd van de decimale komma. Daar zouden belangrijkere boodschappen zitten. Het maakt niet uit hoe je er uit ziet, of waarvan je gemaakt bent, of waar je vandaan komt. Als je maar in dit universum leeft en een bescheiden talent voor wiskunde hebt, vroeger of later zal je het vinden." Sagan beëindigt zijn boek met de boodschap: "Ze had gevonden wat ze zocht."
Is het mogelijk dat een niet-persoonlijke, wiskundige kracht zoals die van de cirkels van Ellie achter alles in de kosmos zit? In zijn boek The Kalam Cosmological Argument beweert Dr. William Lane Craig van niet. Hij stelt dat een begin van het universum het bewijs is dat de Schepper een persoon is. Craig somt de mogelijkheden op:
Het universum had ofwel (a) een begin of (b) geen begin
Als het een begin had, was het begin ofwel (a) veroorzaakt of (b) niet veroorzaakt
Als het veroorzaakt werd, was de oorzaak ofwel (a) persoonlijk of (b) niet persoonlijk
Dus, vermits het bewijs duidelijk wijst naar een universum dat een oorzaak had, is het logische gevolg dat de oorzaak persoonlijk was. Volgens Craig waren intelligentie, intentie en kracht nodig in de daad van de schepping. Als we aan een schilderij zoals de Mona Lisa denken, zien we dezelfde kenmerken. Leonardo Da Vinci had intelligentie, intentie, en kracht nodig om het beeld te schilderen dat hij wou tonen. Deze eigenschappen duiden erop dat Da Vinci een persoon was, en niet één of andere kracht.
Filosoof Francis Schaeffer bevestigt dit door te beweren: "Niemand heeft ooit aangetoond hoe een niet-persoonlijk wezen de vereiste complexiteit van het universum aan de dag kan leggen, om nog maar te zwijgen over de persoonlijkheid van de mens."
Heeft de ontwerper gesproken?
Ondanks deze argumenten voor een persoonlijke schepper, blijven materialisten onovertuigd. Ze hebben het over een koud, ongevoelig universum dat ontstaan is door niet gestuurde krachten die gedurende ontelbare tijd willekeurig actief waren. Ze geloven in een universum zonder doel. Maar nieuw en opzienbarend bewijs lijkt hun scepticisme uit te dagen.
In The Privileged Planet [De Bevoorrechtte Planeet] onthullen theoloog Jay Richards en astronoom Guillermo Gonzalez een verbluffend feit: De Aarde bevind zich op een optimale locatie voor wetenschappelijke observatie van ons universum.
Met andere woorden, als de Aarde zich in een andere positie in ons zonnestelsel of sterrenstelsel had bevonden, of zelfs in een ander sterrenstelsel, zouden we s nachts misschien een sterrenloze hemel te zien krijgen. Of de hemel zou zo verlicht kunnen zijn dat we de ene ster niet van de andere zouden kunnen onderscheiden. Als we niet deze optimale positie hadden, zouden veel van de ontdekkingen over ons universum onmogelijk geweest zijn.
Stelt u zichzelf voor in een grote kamer met veel stoelen en één piepklein venstertje dat uitkijkt op de ruimte. Vanop de voorste rij stoelen kan men naar buiten kijken, maar wie op de andere stoelen zit kan dat niet. De positie van de Aarde in het universum is zoals de voorste rij stoelen. We zitten niet op de voorste rij in het universum omdat alles fijn afgesteld is, maar het lijkt alsof die plaats ons met opzet gegeven werd. Richards en Gonzalez besluiten dat er een ontwerper is die wil dat we zijn universum kennen en begrijpen.
Velen kunnen zich nu de vraag stellen: "En dan? Hoe heeft dit een impact op mijn leven?" De voor de hand liggende volgende vraag is, heeft een persoonlijk ontwerper ons een manier gegeven om de dingen beter te begrijpen? En zo ja, waar moeten we zoeken om meer te ontdekken over zijn aard, en wat hij over ons doel gezegd heeft?
Agnosticus George Smoot heeft opgemerkt dat er een duidelijke overeenkomst bestaat tussen de oerknal en het christelijke onderricht dat alles uit het niets geschapen werd. Maar Smoot gaat niet verder in zijn verwijzing naar de Christelijke God, maar laat het over aan de theologen.
Theologie maakt, zoals filosofie of wetenschap, logische gevolgtrekkingen. In dit geval, logische gevolgtrekkingen over de aard van God. Dus wat kunnen we logisch afleiden uit wat de wetenschap ons over God gezegd heeft? Vermits we wetenschappelijk en logisch bewijs gezien hebben dat de Schepper van het universum doelgericht, krachtig, superintelligent en persoonlijk is, zou hij zeker ons verlangen begrijpen om meer te weten te komen over hem en zijn doel van onze schepping.
Een schepper die ons met opzet gemaakt heeft met ons bewustzijn, persoonlijkheid, en de mogelijkheid om te communiceren, zou met ons kunnen communiceren als hij dat zou willen. Net zoals SETI de diepe ruimte afzoekt naar boodschappen van intelligente wezens in andere sterrenstelsels, zo zouden wij kunnen veronderstellen dat een persoonlijke schepper ons een boodschap gegeven heeft die we kunnen begrijpen. Van alle schepsels op Aarde zijn de mensen de enige die in staat zijn om gegronde ideeën te kunnen overbrengen, en dat doen we door geschreven en gesproken taal.
Hoewel onze korte poging om het universum te begrijpen onmogelijk elke godsdienst en diens God kan beschouwen, verdient Smoots bewering van een overeenkomst tussen het wetenschappelijk bewijs voor een begin en het Christelijke onderricht van de schepping een diepgaander onderzoek.
The Joods-Christelijke Bijbel stelt een God voor die doelgericht, krachtig, superintelligent en persoonlijk is. Hij spreekt over zijn God als een oneindige, eeuwige Schepper, die op zn eentje alles wat bestaat uit het niets creëerde. Hoewel Hij voorgesteld wordt als een te vrezen God van wet en orde, wordt Hij ook getoond als God van liefde die ons schiep voor een relatie met Zichzelf.
Misschien moeten we het hier bij laten. Maar we kunnen niet weerstaan om onze logica een stapje verder te drijven. Als God hier werkelijk was, en Hij zichzelf door de wetenschap en zelfs door het geschreven woord aan ons onthulde, zou dat volstaan? Zou dat de hoogste rangorde van medeleven en communicatie aantonen? Wij zijn overtuigd van niet.
Als je echt van iemand houdt volstaat het niet om die persoon eens per maand een e-mail te sturen. Als je er echt om geeft zou je vroeger of later geneigd zijn om eens een bezoekje te brengen, jezelf laten zien en een deel uitmaken van zijn of haar leven.
We eindigen door te beweren dat God dat daadwerkelijk gedaan heeft: zichzelf laten zien. Hier laten we natuurkunde, scheikunde en biologie voor wat ze zijn, en kijken naar de geschiedenis, een domein van menselijk onderzoek dat ook kennis over de echte wereld kan opleveren.
Als we de geschiedenis van de mensheid onderzoeken, is er dan enig bewijs dat een ontwerper ons een bezoekje gebracht heeft? Is het mogelijk dat God, in menselijke vorm, de Aarde bezocht heeft? Velen lachen met dit idee en halen ontelbare oeroude mythes en legenden aan die verhalen vertellen over bovenmenselijke goden die de Aarde bezoeken. Maar, als de Schepper ons een bezoekje gebracht heeft zouden we niet op zoek zijn naar een mythe, maar een echt persoon die de geschiedenis veranderd heeft.
De geschiedenis vertelt over de daden van veel grootse mensen, maar slechts één persoon heeft daadwerkelijk de geschiedenis veranderd. Yale-historicus Jaroslav Pelikaan onthult ons zijn naam: "Jezus van Nazareth is al twintig eeuwen de overheersende figuur in de geschiedenis van de westerse cultuur." Toen de grootse wereldhistoricus H.G. Wells gevraagd werd welke persoon de grootste invloed op de wereldgeschiedenis had, antwoordde hij : "Op de eerste plaats, Jezus."
Maar historische invloed is slechts één eigenschap van het unieke karakter van Jezus. Er zijn nog andere redenen die de moeite lonen om deze man van naderbij te bekijken. Zijn leven, zijn wonderen, en zijn beweringen overtuigden zijn volgelingen ervan dat hij meer was dan zomaar een man. Ze lieten een schriftelijke getuigenis achter dat het Jezus was die de sterren in de ruimte plaatste, de wetten van het universum instelde, en u en mij schiep.
Maar werden ze misleid? Of zou het volledige verhaal over Jezus een samenzwering geweest zijn zoals de film The Da Vinci Code beweert? Was Jezus Christus slechts een groots man die later door de Romeinse keizer Constantijn en de vierde-eeuwse kerk verafgood werd? Of zijn de geschreven verhalen in Het Nieuwe Testament juist? Viel de Schepper daadwerkelijk even binnen om ons een bezoekje te brengen?
Deze belangrijke vragen over deze fascinerende persoon zijn het onderwerp van een ander onderzoek: Y-Jesus. Hier onderzoeken we bewijzen buiten de Bijbel en traditie om het mysterie van de echte identiteit van Jezus trachten op te lossen. En als hij echt is wie hij beweerde te zijn, willen we weten wat hij zei over u en mij en ons doel in het universum.
Als we onze plaats op deze afgelegen planeet in een universum van tien miljard triljoen sterren beschouwen, komen we terug bij de vraag : zijn wij te wijten aan toeval of zijn we speciaal?
Volgens materialist Stephen Jay Gould mogen we van geluk spreken dat we leven: "het prachtige ongeval als resultaat van 60 triljoen toevallige gebeurtenissen." Maar in het onderzoek naar het universum door vooraanstaande wetenschappers begint er zich een ander beeld te vormen. Veel van deze wetenschappers zijn ervan overtuigd dat we een goddelijk ontwerp zijn, het doelgerichte werk van een krachtig, superintelligent, doelgericht ontwerper. Als dat zo is, dan zijn we speciaal.
Vertaling: Mario Lossie
Bron: Y-Origins: The facts presented by scholars
28-05-1980
Medjugorje: Vragen en Antwoorden
Medjugorje: Vragen en Antwoorden
1. Vraag: Op welk tijdstip vinden de verschijningen plaats?
Antwoord:
Dagelijkse verschijningen [Vicka Ivankovic, Ivan Dragicevic, Marija Pavloci-Lunetti]
Onze Lieve Vrouw verschijnt gebruikelijk om 17.40 uur bij Haar dagelijkse verschijningen. In bepaalde gevallen, of bij reizen kan Onze Lieve Vrouw op een ander tijdstip verschijnen.
Mirjana Dragicevic-Soldo
De verschijning aan Mirjana Dragicevic, op de tweede dag van elke maand, vindt plaats rond 9 uur. De jaarlijkse verschijning aan Mirjana op haar verjaardag, 18 maart, vindt plaats rond 14 uur.
Ivan Dragicevic en zijn gebedsgroep
Bij Ivan Dragicevic met zijn gebedsgroep, op maandag en vrijdag, gebeuren de verschijningen rond 22 uur.
Jakov Colo
De jaarlijkse verschijning aan Jakov Colo, op 25 december, vindt gebruikelijk plaats tussen 15 en 16 uur.
Ivanka Ivankovic-Elez
Bij de jaarlijkse verschijning aan Ivanka Ivankovic-Elez, op 25 juni, de verjaardag van de Verschijningen te Medjugorje, heeft Ivanka nog nooit het tijdstip vermeld.
2. Vraag: Verschijnt Onze Lieve Vrouw meer dan eens per dag?
Antwoord:
Er zijn dagen dat Onze Lieve Vrouw meer dan eens verschijnt. Dit is onder meer het geval bij Ivan Dragicevic, wanneer hij zijn aparte verschijning krijgt en daarenboven op maandag en vrijdag nog een verschijning krijgt, wanneer hij met zijn gebedsgroep is. Maar er zijn meerdere dagen waarop Onze Lieve Vrouw meer dan eens aan de zieners is verschenen, vooral tijdens de beginperiode.
3. Vraag: Waar vinden de verschijningen plaats?
Antwoord:
In de beginperiode vonden de verschijningen plaats op de Verschijningsberg, de Podbrdo, de kerk, de pastorij, maar Zij verschijnt eender waar de zieners zich bevinden. Ook hoeven de zieners niet tezamen te zijn voor de verschijningen. Als de overblijvende, drie dagelijkse zieners, zich op drie verschillende plaatsen bevinden, zal Onze Lieve Vrouw op deze drie verschillende plaatsen verschijnen op hetzelfde tijdstip [bilocatie]. Tot 2 januari 2009 vonden de maandelijkse verschijningen aan Mirjana Dragicevic plaats in het jongenscenacolo te Medjugore. Bisschop Peric van Mostar verbood daarna deze locatie als verschijningsplaats en van dan af vinden de maandelijkse verschijningen aan Mirjana plaats bij haar thuis of aan het Blauwe Kruis op de Podbrdo. De jaarlijkse verschijningen aan Jakov Colo en Ivanka Ivankovic-Elez geschieden bij hen thuis. De jaarlijkse verschijning aan Mirjana Dragicevic-Soldo, bij haar thuis of, zoals dit jaar, op de Podbrdo.
4. Vraag: Hoe belangrijk zijn de verschijningen te Medjugorje?
Antwoord: Noch enige andere verschijning of innerlijke boodschap uit het verleden is gelijkwaardig of verdient dezelfde aandacht als deze te Medjugorje. Medjugorje is de meest belangrijke gebeurtenis uit 2.000 jaar geschiedenis, sinds de geboorte, het leven, de dood en de opstanding van Jezus en de dood der apostelen. Dit om drie redenen:
Sedert meer dan 28 jaar verschijnt Onze Lieve Vrouw er elke dag. In totaal zijn er nu reeds meer dan 13.000 verschijningen geweest. De verschijningen kunnen geschieden terwijl de zieners tezamen zijn [vooral tijdens de beginjaren], zich ergens apart bevinden en ook is Onze Lieve Vrouw diverse malen meerdere keren per dag verschenen.
Op 4 april 1985 heeft Onze Lieve Vrouw gezegd: "Ik wens de boodschappen verder te blijven geven, zoals nooit eerder in de geschiedenis is gebeurd, sedert het begin van de wereld."
Op 2 mei 1982 zei Onze Lieve Vrouw: "Ik ben gekomen om de wereld een laatste maal op te roepen tot bekering. Daarna zal ik niet meer op deze aarde verschijnen [op deze wijze]."
5. Vraag: Waarom heeft Onze Lieve Vrouw gekozen voor Medjugorje?
Antwoord:
Op 26 juni 1981 zei Maria: "Ik ben naar hier gekomen omdat er zich hier nog vele gelovigen bevinden. Ik ben blij om met u te zijn om de gehele wereld te bekeren en te verzoenen."
Op 21 maart 1985 zei Maria: "Lieve kinderen, Ik hou van u en ik heb in het bijzonder deze parochie gekozen, omdat ze Mij dierbaarder is dan de andere, waar Ik graag verbleef toen de Almachtige Mij zond. Daarom roep Ik u op: aanvaard Mij, lieve kinderen, opdat het goed zou gaan met u."
6. Vraag: Marija Pavlovic geeft de boodschappen van Onze Lieve Vrouw nu sedert lange tijd door. Vanaf 3 januari 1984 tot 25 januari 1987 gebeurde dit elke donderdag en waren de boodschappen bestemd voor de parochie. Sedert 25 januari 1987 is er nog één keer per maand een boodschap [elke vijfentwintigste van de maand] en is deze bestemd voor de hele wereld. Marija heeft meerdere malen gezegd dat ze er zeker van is dat ze nooit een fout heeft gemaakt bij het doorgeven van de boodschappen. Hoe kan ze zich die woorden allemaal herinneren en hoe weet ze zo zeker dat ze nauwkeurig zijn?
Antwoord:
Door Marija geeft de Madonna de openbare boodschappen door. Eerst was dit op donderdag en vanaf 1987 was dit elke vijfenentwintigste van de maand. Onze Lieve Vrouw geeft deze boodschappen door voor elkeen die wil groeien op het pad van de heiligheid. Elk van ons wordt geroepen om dit pad te volgen, maar door middel van heel eenvoudige boodschappen, roept Zij ons op tot een specifiek leven, het pad van God en de Kerk. In werkelijkheid wenst de Madonna ons wakker te schudden, ons te vertellen hoe belangrijk wij zijn voor Haar en hoe belangrijk de hemel is voor ons, want hier is alles slechts tijdelijk en hierna gaat het om het eeuwige.
Alvorens Marija Pavlovic de boodschappen neerschrijft zegt zij: "Laat ons bidden." Dat is haar zekerheid. Als ze niet bidt, mist ze zelfvertrouwen. Als ze bidt is ze ervan verzekerd dat ze de juiste woorden doorgeeft. Het kan gebeuren, aan het einde van de boodschap, wanneer alles op papier staat, dat de woorden, volgens haar, niet juist klinken. Op een een dag weende ze en zei ze aan Vader Slavko: "Ik zal tegen de Madonna zeggen om mij de boodschappen niet meer door te geven." Maar hij antwoordde: "Wat scheelt er? Is de boodschap niet goed?" "Jawel, de boodschap is goed, maar van zodra ik deze heb neergeschreven, is het alsof het niet is wat de Madonna heeft gezegd. Eerst scheen de boodschap zo rijk, sterk en volledig ... en dan, eens ik ze heb neergeschreven lijkt ze mij zonder inhoud, leeg ... ik heb er geen woorden voor. Het lijken enkel maar woorden en dit brengt me in de war en dan barst ik los: nu is het genoeg. Ik kan de boodschappen niet meer doorgeven." Maar door de jaren heen heeft Marija begrepen dat het de manier is, waarop zij de boodschap ontvangt, die telt. Indien de Madonna tot ieder van ons zou spreken, zou het voor iedereen verschillend klinken, volgens onze ontvankelijkheid.
7. Vraag: Hoeveel verschijningen zijn er tot nog toe bij benadering geweest in Medjugorje?
Antwoord: Tegen 25 juni 2010 [de officiële herdenkingsdag van 29 jaren verschijningen te Medjugorje] zullen er ongeveer 40.000 verschijningen van Maria aan de kinderen hebben plaatsgevonden.
Vicka: Van 25 juni 1981 tot 25 juni 2009: 10.585 verschijningen
Marija: Van 25 juni 1981 tot 25 juni 2009: 10.585 verschijningen
Ivan: Van 25 juni 1981 tot 25 juni 2009: 10.585 verschijningen
Jakov: Van 25 juni 1981 tot 12 september 1998: 6.284 verschijningen
Ivanka: Van 25 juni 1981 tot 7 mei 1985: 1.411 verschijningen
Mirjana: Van 25 juni 1981 tot 25 december 1985: 548 verschijningen
Totaal: 39.998 verschijningen
Zijn hierin niet inbegrepen:
De jaarlijkse verschijningen aan Jakov, Ivanka en Mirjana De eerste dag van de verschijningen [24 juni 1981] De maandelijkse verschijningen aan Mirjana De schrikkeljaren De locuties aan Jelena en Marijana Vasilj Ongetwijfeld zijn er dagen waarop er meerdere verschijningen hebben plaatsgevonden.
8. Vraag: Is het een toeval dat de zieners zo heten bij hun voornamen?
Antwoord: Neen. Onder meer Mirjana en Vicka hebben in een interview duidelijk gezegd dat hun voornaam geen "toeval" is. Het antwoord hierop moeten we zoeken in de werking van de Goddelijke Voorzieningheid en de Heilige Geest, maar uiteraard: "Gods wegen zijn ondoorgrondbaar." De namen van de zieners en hun betekenis zijn:
Mirjana: "Mir" + "Jana" of "Vrede" + "afgeleide van Johannes [Jahweh is genadig], maar in de slavische landen heeft de naam een bijkomende, bijzondere betekenis: "God is verzoenend." Ook nog afgeleid van Myriam, wat hetzelfde is als "Maria."
Marija: Maria
Vicka: afgeleid van Vida, wat "leven" betekent. Dat is de reden waarom de drie boekdelen van Vicka over Maria's leven, waarvan de informatie, door de Heilige Moeder zelf, aan Vicka is doorgegeven, de titel "Leven" meekrijgt. Op dit ogenblik is het nog niet geweten wanneer Onze Lieve Vrouw het licht op groen zal zetten om ze vrij te geven. Vicka zegt dat alles klaar is hiervoor.
Ivanka: Over het algemeen is het afgeleid van "Johannes" [Jahweh is genadig], maar in de slavische landen heeft de naam een bijkomende, bijzondere betekenis: "God is verzoenend."
Ivan: Over het algemeen is het afgeleid van "Johannes" [Jahweh is genadig], maar in de slavische landen heeft de naam een bijkomende, bijzondere betekenis: "God is verzoenend."
Jakov: Afgeleid van Jacobus [de Meerdere], de patroonheilige van de parochie Medjugorje
Mirjana gaat in haar antwoord hierop zelfs nog een stap verder en zegt dat ook onze voornaam geen toeval is en dat het nuttig is om de Bijbelse betekenis er van na te gaan. Een verdere verduidelijking over het hoe en waarom hiervan, heeft Mirjana niet gegeven. En Vicka gaat nog een stapje verder: "uw naam wordt u niet door uw ouders gegeven, maar door God. Reeds vóór de Schepping kende God u reeds bij naam."
9. Vraag: Waarom overleed Paus Johannes II aan de vooravond van het Feest van de Goddelijke Barmhartigheid en niet op het Feest van de Goddelijke Barmhartigheid zelf? En waarom verscheen hij nog dezelfde avond, aan de zijde van Onze Lieve Vrouw, aan Ivan Dragicevic?
Antwoord: Hier zit een diepgaande reden achter waar de lezers van Medjugorje België en Nederland zichzelf heel goed zullen kunnen in vinden. Onze geliefde Heilige Vader droeg het bruine scapulier en één der beloften van Onze Lieve Vrouw, doorgegeven aan de H. Simon Stock, over diegenen die het bruine scapulier met waardigheid dragen is: "zij die het bruine scapulier op een waardige wijze dragen en die dagelijks de rozenkrans bidden, zullen bevrijd worden uit het vagevuur op de eerste zaterdag na de dood."
De vooravond van het Feest van de Goddelijke Barmhartigheid is een zaterdagavond. Dat betekent dus dat Johannes Paulus ziel, door Marias belofte, zonder enige omweg rechtstreeks naar de hemel is opgestegen. Meteen wordt ook duidelijk waarom Ivan Dragicevic nog dezelfde avond van zijn overlijden, hem heeft mogen aanschouwen aan de zijde van Maria. Een verband met Garabandal? Onze Lieve Vrouw van Garabandal noemde zichzelf Onze Lieve Vrouw van Karmel en droeg bij elke verschijning het bruine scapulier. Met het overlijden heeft de Hemelse Vader niet alleen de aandacht willen vestigen op het Feest van de Goddelijke Barmhartigheid, maar eveneens op het belang van het dragen van het bruine scapulier.
Chris De Bodt
27-05-1980
Medjugorje: Getuigenis jeugdfestival 2009
Medjugorje: getuigenis [Jeugdfestival Medjugorje 2009: Doe wat Hij u zeggen zal]
Het waren mijn grootouders die mij voor het eerst over het jeugdfestival in Medjugorje hebben verteld en mij en mijn zus uitnodigden om er eens naar toe te gaan. In de loop van het jaar groeide in mijn hart het verlangen om erheen te gaan, en zo bevond ik mij op 30 juli op de bus richting "de hemel op aarde." We hadden allemaal een persoonlijke uitnodiging van Maria ontvangen, kreeg ik te horen. Of ik dat in het begin van de bedevaart ook echt geloofde, weet ik niet. In ieder geval geloofde ik het wel op het einde van onze tocht.
Voor het vertrek naar Medjugorje, had ik aan Maria gevraagd dat ik na de bedevaart met een vernieuwd geloof naar België zou mogen terugkeren en ik vroeg om te mogen geraakt worden tot in het diepst van mijn hart.
Reeds de avond van aankomst werd ik erg getroffen door de diepzinnigheid van het hele gebeuren. Wat me vrijwel direct opviel, was de kracht die uitging van de adoratie. Het bezorgde me veel vreugde om met zoveel andere bedevaarders (zon 50 000 of zelfs meer), vooral jongeren, neer te knielen en in stilte het Heilig Sacrament te aanbidden. Ik besefte dat we in Medjugorje het geloof niet oppervlakkig zouden beleven, maar juist heel intens.
Ik werd ook diep geraakt door de naastenliefde die ik reeds bij het begin van de bedevaart mocht ervaren. De zitbanken waren tijdens de Heilige Mis altijd volzet, waardoor ik steeds tussen de bankenrijen ging zitten. Het was ontroerend dat er altijd wel iemand was die mij een stoeltje aanbood. Zelf hield ik mij er niet mee bezig om te kijken of iedereen wel goed gezeten was, maar hoe mooi was het niet, dat de anderen wel bezorgd waren om mij!
De eerste avond mochten we aanwezig zijn bij de verschijning van "de Gospa" aan Ivan op de Podbrdo. Hoewel de verschijning begon en eindigde zonder dat ik het eigenlijk besefte (wat eigenlijk wel wat verwarrend was), was ik heel gelukkig om achteraf te horen dat Maria veel had gebeden voor de jongeren die aanwezig waren bij de verschijning én voor diegenen die nog naar het festival zouden komen.
Op 2 augustus beklommen we s ochtends de Podbrdo om aanwezig te zijn bij de verschijning van Maria aan Mirjana, een verschijning waarbij wordt gebeden voor hen die Gods liefde niet kennen. Ik stond heel ver van de verschijningsplaats vandaan, maar dit keer wist ik wel min of meer wanneer de verschijning begon. Ik hoorde immers op een bepaald moment de Italianen rondom mij roepen: Guarda il sole (kijk naar de zon)! Ik keek naar de zon en zag zelf niets vreemds, maar ik zag dat veel mensen rondom mij in de zon bleven kijken en ik begreep dat zij getuige waren van een zonnewonder. Sommigen barstten in tranen uit, anderen dankten en loofden God... Dit deed mij beseffen dat Maria dicht bij ons was. Later vernam ik dat Mirjana de zon steeds sterker zag schijnen, telkens wanneer Maria een woord uitsprak dat naar Jezus verwees. Mirjana verklaarde dat zich in de zon de liefde van Christus bevond.
De volgende dag begaven we ons naar Siroki Brijeg, waar 30 Franciscaanse martelaren het leven hebben gelaten. Daar was ik voor het eerst getuige van iets wonderlijks. In de kerk ging ik knielen voor een kruisbeeld, waarnaast de fotos hingen van de 30 martelaren en ik ervoer dat het daar heel lekker rook. Ik bekeek de fotos van de martelaren eerst aandachtig, vooraleer mijn blik te richten op het kruisbeeld dat ernaast hing. Toen ik naar het kruisbeeld keek, schrok ik hevig, omdat het beeld er zo levensecht uit zag. Bovendien zag ik dat het gezicht van Jezus helemaal nat was, tot op zijn hals. Ik bedacht toen dat het de tranen en het zweet van Jezus moesten zijn. Ik was erg bang en wilde weglopen, maar toen ik de serene gezichten zag van de mensen die rondom mij waren neergeknield (zagen zij dan niet dat het gezicht van Jezus nat was?), besloot ik om toch te blijven zitten. Ik sprak er later over met een priester en die zei me dat hij niets vreemds had gezien aan het kruisbeeld. Ik besloot om het gebeuren te laten bezinken en het was 5 augustus, de verjaardag van Maria, die mij duidelijkheid bracht en die voor mij de mooiste dag van het festival was.
We begonnen deze heuglijke dag reeds om 5u met de beklimming van de Krizevac, de verschijningsberg. Eerst gingen we nog langs bij het graf van Pater Slavko. Ik vroeg hem om mij de kracht te geven om te gaan biechten. Ik had al de hele reis door gehoord dat de biecht echt een "must" was en ik geloofde ook in het belang van dit Sacrament, maar ik had het nog nooit in mijn leven gedaan en was er heel erg bang voor.
Aan het begin van de Kruisweg op de Krizevac, wierpen de woorden van de priester wat licht op wat ik in Siroki Brijeg had meegemaakt. De priester vertelde immers dat we niet mochten weglopen van het kruis van Jezus, maar dat we het moesten aanschouwen. Op dat moment was ik blij dat ik dan toch niet was weggevlucht van het kruisbeeld dat ik in Siroki Brijeg had gezien. Toen we vervolgens aan de statie kwamen waarbij Veronica met een doek het gezicht van Jezus afveegt, begreep ik dat ook ik het zweet en de tranen van Jezus moest afvegen. Ik wist dat ik het niet zou moeten doen met een doek, maar met mijn eigen leven.
Het deed me terugdenken aan een brief die ik op 19 april aan God had geschreven en die ik had beëindigd met de volgende woorden: "U hebt mij het leven geschonken, als een onbeschreven blad papier. Ik geef dit blad aan U terug, mijn God, opdat U het zelf met mijn levensloop beschrijft. Beschrijf het zo, lieve God, opdat ik in mijn leven Uw tranen zal kunnen drogen."
s Avonds tijdens de Heilige mis was het niet ik die aan Maria een verjaardagsgeschenk gaf, maar zij gaf er één aan mij! Net aan het begin van de preek, hoorde ik de Italianen rondom mij roepen: "Guarda il sole!". Ik keek naar de zon en vond dat die er heel normaal uitzag (ik kon er immers niet in kijken), maar toen ik een tweede maal keek, zag ik hoe de zonnestralen verdwenen, hoe het plots heel erg verduisterde, en hoe een hostie tevoorschijn kwam. Aan de rand zag ik een blauwe en roze kleur (van de zon). Het was heel erg mooi om te zien! Maar meer nog dan dat dit wonder een vreugde was voor mijn ogen, was het een zegen voor mijn ziel.
Ik barstte in tranen uit en mijn hart was vervuld met zoveel liefde en dankbaarheid! Op dat moment was ik in staat om iedereen om me heen met hart en ziel te beminnen! In ongeveer een kwartier ging de zon, die eerst nog tamelijk hoog zat, helemaal onder en kreeg een oranje kleur toen hij achter de bomen verdween. Ik mocht letterlijk getuige zijn van de figuurlijke zin uit het evangelie: "Ik ben het brood dat uit de hemel is neergedaald."
Onmiddellijk na het wonder, voelde ik een hevig verlangen om te gaan biechten, en ik had er nu wel de kracht voor. Na de aanbidding en het afscheidsgezang, ging ik met een priester mee, die mij dan voor het eerst in mijn leven de biecht heeft afgenomen.
Tijdens de bedevaart had ik een mooie vergelijking gehoord, namelijk dat Jezus de zon is en dat Maria de maan is, die het licht van de zon (Jezus) weerkaatst. En toen ik die avond naar de maan keek, was ik diep onder de indruk. Nog nooit had ik zon mooie volle maan gezien! Ze scheen zo helder! Ze was zo fel, zo mooi!
Ik vond het een hele eer dat ik een zonnewonder zag tijdens de Heilige Mis, want ik had in Medjugorje geleerd dat de Heilige Mis (de ontmoeting met Jezus) nog belangrijker was dan een verschijning van de Heilige Maagd.
Tijdens de bedevaart heb ik mogen genieten van prachtige getuigenissen, van ontroerende liederen, van mooie dansen en van de aanwezigheid van heel boeiende personen! Ik dank God voor zoveel genade en vreugde! Moge Maria mij en zoveel andere bedevaarders verder helpen om de ontvangen zichtbare genaden om te zetten in geloof en liefde. En laten we allen beantwoorden aan Marias oproep: "Doe wat Hij u zeggen zal!"
P.S.: Naam gekend bij de redactie
26-05-1980
Film: Heilige Vincentius a Paolo
Film: H. Vincentius a Paolo
De heilige Vincentius a Paolo werd geboren in 1581 in Poux, bij Dax, dat sinds 1828 Vincent-de-Paul heet. In 1600 werd hij priester gewijd. Vanaf 1605 verbleef hij in Rome waar hij in de handen viel van Turkse zeerovers die hem in Tunis als slaaf verkochten. In 1607 wist Vincent te ontvluchten van de slavenhandelaars. In 1612 werd hij pastoor in Clichy en een jaar later huiskapelaan en leraar van de gegoede familie Gondi. In 1617 stichtte hij een vrouwenvereniging die zich bezighield met de zorg voor armen en zieken. In 1619 kreeg hij de moeilijke taak op zich om als hoofdaalmoezenier te gaan zorgen voor de galeislaven. Hij voelde zich met deze mensen, die onmenselijk hard moesten werken op de galeien, zeer verbonden en hij deed er alles aan om hun lot enigszins te verbeteren. Ook trok hij van parochie naar parochie en preekte hij er gedurende drie dagen om de gelovigen de kans te geven orde op hun geloofszaken te stellen, de zogenaamde "volksmissies". Tevens verbeterde hij de organisatie en opleiding van de priesters. In 1625 stichtte hij de missie congregatie van de Lazaristen, die in verre landen het evangelie prediken en in 1633 stichtte hij een de kloostergemeenscap "De Dochters van Liefde", die nog altijd een erg grote congregatie is, ook in Nederland, waar ze gewoonlijk de "Zusters van Schijndel" worden genoemd. Van 1643 tot 1652 was hij lid van een raad die onder andere medezeggenschap had bij het benoemen van bisschoppen. Maar hij werd door kardinaal Mazarin uit die raad gezet omdat hij het niet eens was met diens politieke invloed, die er onder andere voor zorgde dat Mazarin aan de macht kwam. Hij stond koning Lodewijk XIII van Frankrijk bij aan diens sterfbed. Hij stierf in Parijs op 27 september 1660. Hij zei tegen zijn volgelingen: "Ik geef je als klooster de straat, als cel de ziekenkamers, als kapel de parochiekerk, als slot de gehoorzaamheid en als sluier de ingetogenheid." En ook: "Je verliest er niets bij zusters, wanneer je het gebed of de Eucharistie moet verlaten om naar de armen te gaan, want je gaat naar God als je de armen gaat dienen." Op 16 juni 1737 werd hij door Paus Clementius XII heilig verklaard. In 1947 verfilmde Maurice Cloche zijn leven in de film "Monsieur Vincent", naar een scenario van Jean Anouilh, met Pierre Fresney in de rol van Vincentius a Paolo.
De geschiedenis vermeldt dat de eerste heilige wiens lichaam het fenomeen van onbedorvenheid onderging, dat van de heilige Cecilia is, de patrones van de muzikanten. Haar geboortejaar is onbekend, maar men denkt dat ze rond het jaar 177 van onze jaartelling moet gestorven zijn. Cecilia kwam uit een rijke en vooraanstaande Romeinse familie, die haar uithuwelijkte aan een jonge edelman, Valeriaan genaamd, ondanks haar wens om een maagd te blijven. Tijdens haar huwelijksnacht overtuigde zij haar echtgenoot met succes om haar wens om maagd te blijven te respecteren. Later bekeerde hij zich tot het christendom, nadat hij een visioen van de engelbewaarder van Cecilia had mogen aanschouwen. Valeriaan en zijn broer Tiberius, die ook bekeerd werd door Cecilia, werden er later door de vroege christenvervolgers op aangesproken om hun geloof af te zweren. Toen beiden heldhaftig weigerden, werden ze onthoofd en begraven langs de Via Appia [de weg die Rome en Brindisi verbindt, nvdr]. Cecilia werd gearresteerd omdat ze hun lichamen had begraven, en voor die misdaad werd ze voor de keuze gesteld : de heidense goden aanbidden of sterven. Ze bevestigde standvastig haar geloof en koos liever voor de dood dan haar geloof af te zweren.
Omwille van haar nobelheid en jeugd beslisten haar overmeesteraars om haar in het geheim te executeren, om zo de te verwachten kritiek van de mensen te vermijden. Ze werd daarna veroordeeld tot het stoombad van haar huis om de verstikkingsdood te sterven. Ze bleef een hele dag en nacht in die verstikkende omgeving, maar bleef ongedeerd. Een ervaren beul werd dan gevraagd om haar te onthoofden, maar omdat hij de moed niet had om zon jonge en mooie vrouw te doden, slaagde hij er niet in om haar hoofd af te hakken met de drie klappen die door de wet werden toegestaan. Hij vluchtte uiteindelijk weg, de heilige op de vloer van het bad achterlatend, levend en volledig bij bewustzijn, met haar hoofd voor de helft afgehakt. Ze lag op haar rechterzij, haar handen voor zich gevouwen in gebed. Ze draaide haar gezicht naar de vloer en bleef in die houding bidden gedurende drie dagen en nachten. De positie van haar vingers, drie uitgestrekt aan haar rechterhand en één aan haar linkerhand, was haar laatste teken van geloof in de Heilige Drievuldigheid.
Beeld Heilige Cecilia
De vroege christenen hulden het lichaam van de martelares in rijke gewaden van zijde en goud en legden het in een kist van cypressenhout in de houding waarin zij gestorven was. Aan haar voeten werden de linnen doeken en sluiers gelegd die werden gebruikt om haar bloed te verzamelen. Ze werd te rusten gelegd in de Catacombe van Sint Callistus door de latere Paus Urbanus, die haar echtgenoot en schoonbroer had gedoopt.
In het jaar 822, gedurende de tijd van het herstel van de kerk die aan haar werd toegewijd, wenste Paus Pascal I het stoffelijk overschot van de heilige te laten overplaatsen naar een ereplaats in haar kathedraal, maar kon haar niet localiseren. De heilige verscheen aan hem in een ongewoon visioen terwijl hij aan het bidden was en vertelde hem de plaats waar haar lichaam zich bevond. De relikwie werd exact op die plaats terug gevonden. De Paus liet het lichaam van de heilige, samen met de beenderen van haar echtgenoot, haar schoonbroer en de martelaar Maximum onder het altaar van de kerk plaatsen. Zevenhonderd zevenentwintig jaar later, in 1599, vond een van de meest gedocumenteerde opgravingen van een heilige plaats, wanneer kardinaal Sfondrato de herstelling van enkele delen van de basiliek beval. Op 20 oktober van dat jaar werden, gedurende de werken die gedaan werden onder en vlakbij het hoogaltaar, twee witte marmeren sarcofagen ontdekt. Deze kwamen overeen met de beschrijving van de kisten die de relikwieën van de heilige martelaren bevatten, die werd nagelaten door Paus Pascal I. De kardinaal liet de sarcofagen openen in aanwezigheid van getuigen met een onberispelijke integriteit. Nadat het marmeren deksel verwijderd was, werd de originele cypressen kist in goede staat terug gevonden.
De kardinaal, die hierdoor natuurlijk aangedaan was, opende het deksel, zodat de schat die aan het graf was toevertrouwd door de Pausen Urbanus en Pascal, te zien was. Het stoffelijk overschot werd gevonden in dezelfde houding als die waarin de heilige 1500 jaar eerder gestorven was. Doorheen een zijden doek, dat het lichaam bescheiden bedekte, kon men het met goud geborduurde kleed van de heilige zien, alsook de dodelijke wonde in de nek en de bebloede kleren. Paus Clemens VIII werd onmiddellijk over de ontdekking ingelicht, maar het was voor hem niet mogelijk om het graf meteen te bezoeken door een ernstige hartaanval. Hij zond kardinaal Baronius in zijn plaats, samen met Antonio Bosio, de onderzoeker van onderaards Rome, die ons waardevolle documenten heeft nagelaten die gerelateerd zijn aan de gebeurtenissen van deze opgraving.
Turend door het oude doek dat het lichaam bedekte, merkten zij dat de heilige Cecilia klein van gestalte was en dat haar hoofd naar beneden gekeerd was, maar als gevolg van een heilige eerbied werd er geen verder onderzoek verricht. Bosio noteerde dat de heilige gevonden werd in dezelfde houding als deze waarin ze gestorven was.
Kardinaal Sfondrato wenste een klein stukje van het bebloede doek te behouden, als aandenken aan deze aandoenlijke gebeurtenis. Hij deelde kleine stukjes ervan uit aan vele kardinalen in Rome. Maar toen hij het laatste stukje, dat hij voor zichzelf wilde houden, inspecteerde, ontdekte hij dat er een stukje van het gebeente van de heilige aan vast hing. Dat was losgemaakt door het zwaard en een vroege christen had het, zonder het te weten, opgepakt samen met het doek, terwijl hij de wonde van de heilige martelares had gebet. Sfondrato bewaarde deze relikwie als een kostbare en dierbare schat en plaatste het in de schedels van de heilige Valeriaan, Tiberius en Maximum, in aparte relikwieën, om uit gestald te worden.
De kardinaal wenste ook een klein stukje van het kleed van de heilige te bewaren, en terwijl hij bezig was om deze veilig te stellen, voelde hij onder de kleren van de maagd de koorden en knopen van een hoofddoek.
De kist van de heilige werd in een hal geplaatst, in het uiteinde van het schip van de basiliek, waar het gezien kon worden door een geruit glas. Het platform en de kist waren bedekt met zijden stof, geborduurd met gouddraad. De kamer was wondermooi versierd met kandelaars, mooie lampen en gouden en zilveren bloemen. Het heiligdom was verder begenadigd met een mysterieuze en heerlijke bloemengeur die uit de kist kwam.
Op orders van Paus Clemens VIII werd de relikwie daar verder ten toon gesteld tot aan het feest van de heilige Cecilia op 22 november, dus was er een grote menigte Romeinse gelovigen die naar de basiliek kwam om het lichaam te zien. Het werd bewaakt door de Pauselijke Zwitserse Garde, die was opgeroepen om de orde te handhaven.
Op het einde van de tentoonstellingsperiode van één maand werd de relikwie, die zich nog steeds in de cypressen kist bevond, in een zilveren kist geplaatst, die in opdracht van de Paus was gemaakt, als symbool voor zijn verering van de heilige martelaar. In het bijzijn van 42 kardinalen en diplomaten uit verschillende landen ging de Paus voor in een heilige eucharistie, tijdens dewelke het lichaam van de heilige terug begraven werd onder het hoofdaltaar.
Een begaafd beeldhouwer, Stefano Maderno (1576-1636), die tijdens de restauratie van de basiliek daar aan het werk was, maakte een beeld van de heilige. Het heeft de reputatie van mooiste en meest aanbeden Italiaans kunstwerk, en men neemt aan dat het de heilige afbeeldt in de exacte positie van het lichaam. Dit beeld staat voor het hoogaltaar in een nis van zwarte marmer, die ontworpen werd door Maderno om het op een open sarcofaag te doen lijken. Door dit zo te doen, heeft Maderno een nieuw altaar ontworpen dat regelmatig werd nagemaakt.
Crypte Heilige Cecilia in de Sint Callixtus Catacomben, Rome
De basiliek van Sint Cecilia is, naar men zegt, gebouwd op de grond van Sint Cecilias familiehuis. De tweede kapel, in de rechtervleugel, is het caldarium genoemd en is de plaats waar Sint Cecilia ter dood werd veroordeeld. Hier zijn de resten van een Romeinse badkamer teruggevonden. De leidingen waardoor vroeger het water liep, dat verwarmd werd in de lager gelegen ruimte, werden hier teruggevonden. De marmeren plaat op het altaar is deze waarop, naar men aanneemt, Cecilia haar eerste marteldood door verstikking overleefde, en het is heel goed mogelijk dat deze plaat de plaats aanduidde waar zij is gestorven.
Vertaling: Angelina Van De Moortele
24-05-1980
Medjugorje: Ivanka's getuigenis
Medjugorje: Ivanka's getuigenis
Deze korte toespraak door de zienster Ivanka is gegeven in Medjugorje op 1 augustus, 2009 en nu vertaald in zes talen vanuit het Kroatisch. Ivanka geeft zeer zelden toespraken aan pelgrims, en leeft een discreet, bijna afgesloten leven, dichtbij het dorp Medjugorje. Zij was de eerste van de zes zieners, die Onze Lieve Vrouw heeft gezien toen de verschijning in 1981 begonnen. Ze is nu 22 jaar getrouwd en heeft vier kinderen.
Ivanka Ivankovic
Ik wil jullie groeten met de mooiste groet: Verheerlijkt zij Jezus en Maria. Ik ben zo blij dat ik hier bij jullie mag zijn vandaag en ben nog gelukkiger dat jullie bereid zijn naar de boodschap van Onze Lieve Vrouw te luisteren.
Al 28 jaar lang vraag ik God dezelfde vraag: Waarom koos U juist mij uit? Ik weet dat ik een grote Genade ontvangen heb, maar weet ook dat ik tegelijkertijd een grote verantwoordelijkheid heb gekregen.
Ik beschouw dit als geschenk, maar blijf tegelijkertijd God bidden om de kracht om alle opdrachten die Hij voor me heeft te vervullen.
Ik woonde toen bij mijn familie in Mostar en zo als altijd ging ik na school naar Medjugorje. Dit deed ik ook op 24 juni, 1981 toen ik Onze Lieve Vrouw voor het eerst mocht aanschouwen.
Op die dag, zoals elke dag, was ik buiten het dorp met Mirjana en we waren aan het wachten op onze vrienden. Ik weet niet meer hoe lang we aan het wachten waren, maar we werden moe van het wachten en liepen toen richting de huizen.
Terwijl we naar het dorp liepen werd ik letterlijk door iets gedwongen om naar de berg te kijken en toen zag ik Onze Lieve Vrouw. Ik zei tegen Mirjana: "Mirjana, Ik zie Onze Lieve Vrouw op de berg," maar Mirjana zei: "Zeg niet van de rare dingen."
Ik liep achter Mirjana aan, die naar het dorp liep, en toen kwamen we Milka tegen, de zus van zienster Mirjana. Milka zag dat er iets met me was en vroeg wat er was gebeurd. Ik vroeg toen aan de meisjes om met me terug te gaan en vertelde hen dat ik Onze Lieve Vrouw had gezien. We gingen terug en zagen toen alle drie Onze Lieve Vrouw. Vicka kwam ook naar ons toe en toen nog eens twee jongens, de twee Ivans. De verschijning bleef ons roepen, maar niemand van ons durfde de berg te beklimmen.
Onze Lieve Vrouw was vier- of vijfhonderd meter bij ons vandaan. Ze bleef ons roepen en we voelden allemaal enorm sterke emoties in ons hart. We voelden allerlei gevoelens in ons hart en niemand van ons durfde naar Haar te komen.
Wie we ook s avonds vertelden dat we Onze Lieve Vrouw hadden gezien, niemand geloofde ons. Ze zeiden dat we niet zulke dingen moesten zeggen. Die nacht was de langste nacht van mijn leven. Ik was toen pas 15 jaar oud en ik vroeg me de hele nacht af of wat ik gezien nu echt was of niet.
De volgende dag, op hetzelfde tijdstip, gingen we terug naar de Verschijningsberg. Voordat we Onze Lieve Vrouw zagen, zagen we drie keer een licht, en toen kwamen we uiteindelijk bij Haar. Ik kan het moment van de ontmoeting met Onze Lieve Vrouw niet beschrijven omdat we allen zo veel liefde voelen, het voelde zo veilig en vertrouwd, we voelden zo veel vreugde in onze harten.
Toen we bij Haar kwamen zagen we een ongelofelijke mooie vrouw, ze was 19 of misschien 20 jaar oud. Ze had een kroon van sterren, ze droeg een witte sluier, haar kleed was grijzig, en ze stond op een wolk. Ze had de mooiste blauwe ogen en Haar lange haar was zwart.
Ik wist toen dat het de Gezegende Moeder was. Kijk, toen twee maanden geleden, was mijn moeder overleden. Omdat ik in mijn hart voelde dat het de Gezegende Maagd Maria was vroeg ik Haar: "Moeder, waar is mijn moeder?" Toen gaf Zij als antwoord: "Wees niet bezorgd, Mijn kind, jouw moeder is bij Mij."
Onze Lieve Vrouw zei: "Wees niet bang. Ik zal altijd met jullie bidden. Ik zal morgen bij jullie terug komen."
Het verhaal rond de verschijning verspreidde zich snel zodat de derde dag mensen met ons mee gingen. Ze zagen wat er met ons gebeurde en ze gaven ons wijwater om de verschijning te zegenen. Op de derde dag, toen Onze Lieve Vrouw verscheen, zegende Vicka Haar en zei: "Als U van God komt, blijf dan. Maar als U niet van God komt, laat ons dan alleen". Toen gaf Onze Lieve Vrouw een glimlach en zei: "Ik ben de Gezegende Maagd Maria, de Koning van de Vrede."
Op die dag gaf Onze Lieve Vrouw de eerste publieke boodschap, dit was de boodschap van de Vrede. Naarmate de dagen verstreken vroeg Onze Lieve Vrouw ons om ons te bekeren, om te vasten, om boete te doen, om te bidden, om te biechten en om naar de heilige Mis te gaan. Dit zijn de belangrijkste boodschappen van Onze Lieve Vrouw van Medjugorje.
Van 1981 tot 1985 kreeg ik dagelijks verschijningen. Gedurende die tijd dicteerde Onze Lieve Vrouw haar biografie. Ik heb alles opgeschreven. Ze vertelde mij ook de toekomst van de wereld en de toekomst van onze kerk. Zodra Onze Lieve Vrouw mij Haar toestemming geeft zullen ze gepubliceerd worden.
Op 7 mei 1985 ontving ik de laatste dagelijkse verschijning. Dit was ook gelijk de langste verschijning die ik ontvangen mocht. Onze Lieve Vrouw bleef toen voor een uur bij me.
Op die dag gaf Onze Lieve Vrouw me de laatste van de tien geheimen en vertelde ze mij dat ik niet meer dagelijks Haar verschijning zou ontvangen. Onze Lieve Vrouw beloofde me dat Ze elke jaar op 25 juni aan me zou blijven verschijnen.
Vanaf 1985 tot vandaag mag ik elke jaar op 25 juni een verschijning ontvangen. Maar op de laatste van de dagelijkse verschijningen kreeg ik het allermooiste geschenk. Dit was niet een geschenk voor mezelf, maar voor de hele wereld. Iedereen vraagt mij of een leven is na dit leven op Aarde. Ik sta nu hier voor jullie, ik sta nu hier voor de hele wereld en kan deze vraag beantwoorden. Ja, er is een leven na dit leven. Ik heb de grote Genade ontvangen van God en Onze Lieve Vrouw om mijn overleden moeder te zien, tijdens die laatste verschijning, en mijn moeder vertelde me: "Mijn lieve kind, ik ben trost op je."
28 jaar lang laat Onze Lieve Vrouw ons de weg zien die we moeten nemen in ons leven. Ze laat ons de Weg zien, maar wij moeten zelf kiezen welke weg we nemen in ons leven.
Onze Lieve Vrouw heeft elke ziener een andere opdracht gegeven. Mijn opdracht is om te bidden voor de families en gezinnen. Dus ik bid ook elke dag voor de families en de gezinnen.
De laatste verschijning die ik had was dit jaar op 25 juni en deze verschijning duurde 10 minuten. Onze Lieve Vrouw sprak met mij over het tiende geheim en ze vroeg aan ons allen om een apostel van de Vrede te worden en te bidden voor de Vrede. Onze Lieve Vrouw eindigde haar boodschap met: "Vrede, Vrede, Vrede."
Laten we in gebed verenigd blijven. Laten we voor elkaar bidden. Onze Lieve Vrouw wil dat we in de Vrede leven, zonder bang te zijn. Ze wil dat we weten dat Zij er altijd voor ieder van ons zal zijn.
Tenslotte, als we Medjugorje verlaten zou ik graag zien dat jullie de Vrede en de Liefde van Medjugorje mee nemen naar jullie huizen, terug naar jullie landen. Dank jullie allen voor alles.
23-05-1980
Medjugorje: Majcino Selo [Mother's Village]
Medjugorje: Majcino Selo [Mother's Village]
Majicno Selo of Mother's Village (letterlijk vertaald Moeders Dorp) is een instelling voor kleuters en voor de opvoeding en sociale zorg van kinderen en jeugd. Het behoort tot de Gemeenschap van de Franciscaanse Provincie van Herzegovina [Hemelvaart van de Heilige Maagd Maria] in Mostar. De instelling werd opgericht in 1993 tijdens de oorlog in Bosnië-Herzegovina. De bouw en de inwerkingtreding gebeurde op initiatief van wijlen Vader Slavko Barbaric en het project kreeg bijstand van de Franciscaanse Schoolzusters van de "Heilige Familie" uit de Provincie van Herzegovina. Mother's Village ontstond uit de nood voor de bescherming en de zorg van de kinderen de getroffen werden door het verlies van hun ouders en huizen tijdens en na de oorlog. Officieel startte de instelling op 8 september 1996. Bedevaarders uit de hele wereld hielpen mee aan de bouw en sponsorden het project.
Vader Slavko Barbaric werd als zoon van Marko Barbaric en Luca Stojic geboren op 11 maart 1946. Op 24 november 2000 overleed hij, na zijn gebruikelijke kruisweg op de Krizevac voor de parochianen en de pelgrims. Op een gegeven ogenblik voelde hij pijn in zijn borst en moest hij gaan neerzitten op een rots. Al spoedig moest hij gaan neerliggen, verloor het bewustzijn en schonk hij zijn ziel aan de Heer. Hij stierf om 15.30 uur.
Vr. Slavko Barbaric
Treurig omwille van het lijden dat de oorlog in Bosnië met zich meebracht, kon hij niet langer blijven toekijken en stichtte en leidde hij persoonlijk Mother's Village. Zijn vorming als psychotherapeut liet hem eveneens toe om te werken met de drugsverslaafden in de cenacologemeenschap van Zuster Elvira. De hulp die binnenkwam van over de hele wereld besteedde hij aan twee stichtingen: "Stichting voor de Kinderen van de Overleden Verdedigers", die sneuvelden tijdens de oorlog en de "Stichting van de Vrienden van de Getalenteerden", om studenten te helpen.
Tegenwoordig fungeert het enerzijds als kindertuin [kleuterschool] en anderzijds als opvang voor kinderen en jongeren uit Bosnië-Herzegovina, wanneer de ouders niet meer voor hen kunnen zorgen. Er wordt gezorgd voor gezinsvervangende opvang, in verschillende huizen, waarin telkens maximum acht kinderen wonen, begeleid door twee opvoedkundigen. Momenteel verblijven er zo'n vijfitg kinderen in zeven huizen.
Mother's Village werk binnen het veld van de Katholieke Kerk en is een familiegerichte gemeenschap naar de idealen van het Evangelie. Met liefde en vertrouwen brengt de gemeenschap het Goede Nieuws van de vrede aan deze die gewond en gebroken zijn. Het streeft naar de getuigenis van de liefde van Onze Lieve Vrouw en roept alle goede mensen op om zich actief te betrekken in het streven naar een betere en een meer rechtvaardige wereld. Naar de geest van de Heilige Franciscus wordt een een gezonde en eenvoudige levenswijze nagestreefd in éénheid met God, de mens en de natuur.
Mother's Village heeft de volgende basisactiviteiten:
Het Kinderdorp voor de kinderen en de jeugd
De Kleuterschool "Sv. Mala Terezija, djecji vrtic" [Heilige Theresia, de kleine bloem]
Het Atelier "Kraljica Katarina" [Koningin Catharina]
Het Park "Vrt. Sv. Franje" [Tuin van Sint Franciscus]
Het kinderdorp voor de kinderen en de jeugd
Vandaag zijn de hoofdactiviteiten van de instelling de sociale zorg en het verlenen van logies:
Voor de kinderen zijn ouderlijkse zorg (weeskinderen zonder beide ouders, wanneer de ouders onbekend zijn, wanneer het ouderlijk recht is ontzegd of wanneer de ouders [bv. door ziekte] hun plichten niet kunnen nakomen.
Voor kinderen wiens verdere ontwikkeling wordt verhinderd door familiale omstandigheden [ouders die niet kunnen in geen normale omstandigheden kunnen doen opgroeien, zowel op lichamelijk als geestelijk gebied.]
Het kinderdorp werkt in een goede verstandhouding met de officale instellingen voor sociale zorg en werkt onder toezicht van het Ministerie voor Gezondheid, Werk en Sociale Voorzorg in het gebied van Herzegovina-Neretva.
De instelling voorziet in de zorg, het verblijf, het grootbrengen, de studies en de gezondheidszorg en het bereidt de kinderen voor op een onafhankelijk leven met werk: ofwel met terugkeer naar de eigen familie, of hen te betrekken en te begeleiden in een verder leven buiten de instelling of andere geschikte alternatieven.
De kinderen krijgen het geschikte onderwijs voor het beroep dat ze zelf kiezen in een bekwame, opvoedkundige instelling. Ze krijgen individuele begeleiding bij hun studies en worden ook ondersteunt in de ontwikkeling van hun belangstelling. Ze worden aangespoord tot een evenwichting werk met een vaste regeling, culturele en hygiënische gewoonten en om hun kennis te ontplooien.
Kleutertjes worden opgevangen in de kleuterschool. Reeds vanop die leeftijd worden ze voorbereid op hun integratie in de maatschappij. De kinderen verblijven in de instelling tot wanneer ze de leeftijd hebben bereikt om de school te verlaten. Onder bijzondere omstandigheden kunnen de kinderen blijven tot na hun achttiende verjaardag, bv. als het nodig blijkt om het middelbare school, die ze reeds begonnen zijn, volledig af te werken.
Mother's Village: Dagverblijven
Het verblijf gebeurt in huizen, wat de kinderen een nauwer gevoel geeft met het familieleven. Er zijn zeven zulke huizen en zo'n vijftig kinderen krijgen er logies. Het maximum aantal kinderen in een huis bedraagt acht en er zijn twee opvoeders in elk huis, die voor alles instaan.
De Kleuterschool "Sv. Mala Terezija, djecji vrtic" [Heilige Theresia, de kleine bloem]
De kleuterschool wordt gevolgd door de jongste kinderen uit Mother's Village, de parochie van Medjugorje en de omliggende gemeenten. Het dagelijkse programma en de zorg voor de kleintjes duurt negen uur [van zeven uur 's ochtends tot 4 uur 's namiddags]. Het hele jaar door wordt de school gevolgd door zo'n 160 kleuters.
Mother's Village: Kleuterschool
Het Atelier "Kraljica Katarina" [Koningin Catharina]
In de werkplaats "Koningin Katharina" maken kinderen en vrijwilligers decoraties en beeldjes onder deskundige begeleiding van professioneel opgeleid personeel. Deze zelfgemaakte voorwerpen worden te koop aangeboden in de kunstgalerij. Dit artistiek werk geeft de kinderen de kans om de wereld mooier te maken met hun eigen creaties en tegelijk een beter zelfbeeld op te bouwen.
Mother's Village: Atelier Koningin Catharina
Het Park "Vrt. Sv. Franje" [Tuin van Sint Franciscus]
De Tuin van Sint Franciscus is een bosrijk parkje naast het weeshuis. Wat eens een vuilnisbelt was, werd op initiatief van Vader Slavko omgevormd tot een mooi natuurgebied, waar de pelgrim, naar de geest van Sint-Franciscus, de natuur kan herontdekken. Het is een plaats van uitzonderlijke stilte en rust die uitnodigt tot inkeer. Er is een klein dierenparkje waar kinderen uit het weeshuis kunnen paardrijden en de ezels verzorgen. Er is ook een speeltuin voor de kleintjes. Voor dit werk werd Vader Slavko vooral geïnspireerd door de boodschappen van Onze Lieve Vrouw [in het bijzonder deze van 25 april 1993 en 25 oktober 1995], waarin Zij zegt: "Ga in de natuur omdat u daar God de Schepper zult ontmoeten."
Tuin en Kindertuin
22-05-1980
Onze Lieve Vrouw van Las Lajas
Onze Lieve Vrouw van Las Lajas
Het verhaal van O.L.V. van Las Lajas is echt wonderbaarlijk! Soms doet het denken aan O.L.V. van Guadalupe, maar Las Lajas is een minder bekend wonder. Het Feest van O.L.V. van Las Lajas is op 16 September.
Historicus en wetenschappers kunnen geen verklaring geven voor de prachtige afbeelding op een muur van een rots in Colombia. Het zal voor altijd een raadsel blijven.
Heiligdom van Las Lajas
Terug in de 18e eeuw, waar Maria Mueses de Quinones, een vrouw uit het dorp Potosi [Columbia], vaak een wandeling maakt tussen haar dorp en het aangrenzende dorpje Ipiales. Op een dag in 1754 toen ze haar wandeling maakte, kwam ze voorbij een rots genaamd: 'Las Lajas', waar de weg door een diep bergdal van de rivier Guaitara liep. Maria hield niet van dit stuk weg, want de geruchten gingen dat het zou spoken in een grot van Las Lajas. Ook onder de bekeerde Christen-Indianen was het bijgeloof aanwezig.
Maria droeg haar dochtertje Rosa op haar rug. Rosa was doofstom. Tegen de tijd dat ze de Lajas had beklommen zocht ze rust op een rots...het kind klom van haar rug om te gaan spelen. Even later hoorde ze Rosa schreeuwen: "Mammie..er is hier een vrouw met een jongen in haar armen!" Maria werd erg bang..dit is de eerste keer dat ze haar dochter hoorde spreken! Ze zag de persoon waar het meisje over sprak niet, en dat wou ze ook niet. Ze pakte het kind en rende door naar Ipiales.
Toen ze vertelde wat er gebeurd was nam niemand haar in het begin serieus. Maar toch ... toen het nieuws zich verspreidde vroegen sommigen zich af of het misschien tóch waar zou kunnen zijn. Tenslotte kon het kind weer praten! Een paar dagen later verdween het kindje Rosa van huis. Na overal gezocht te hebben vermoede de angstige moeder waar haar dochter naar toe moet zijn gegaan de grot! Ze heeft immers vaak gezegd dat de Vrouw haar riep! Maria rende naar Las Lajas en vond haar dochter knielend voor een práchtige Vrouw en liefdevol spelend met een Kind, dat uit de armen van zijn moeder was geklommen om het meisje te overspoelen met Zijn goddelijke tederheid. Maria viel op haar knieën voor dit práchtige schouwspel ... ze zag de Gezegende Maagd Maria!
Bang voor represailles hield Maria zich stil over deze gebeurtenis, maar regelmatig gingen zij en Rosa naar de grot om er wilde bloemen en kaarsen neer te zetten in de opening van de rotsen. De maanden gingen voorbij en Maria en Rosa bewaarden hun geheim ... totdat op een dag het meisje ernstig ziek werd en stierf. Een radeloze Maria besloot om het lichaam van haar dochtertje mee te nemen naar Lagas om Onze Lieve Vrouw te vragen Rosa weer tot leven te brengen.
Ontroerd door het verdriet en haar herhaaldelijke smeekbeden heeft de Heilige Maagd Rosa's opstanding door haar Goddelijke Zoon verkregen. Overstromend van geluk ging Maria naar huis en het duurde niet lang voordat er zich een menigte verzamelde. De volgende morgen vroeg ging iedereen naar Las Lajas om zelf te gaan kijken.
Dat was toen de práchtige afbeelding van Onze Lieve Vrouw op de muur van de grot was ontdekt. Maria Muese de Quinones was het nog niet eerder opgevallen. Het kind Jezus in de armen van Onze Lieve Vrouw. Aan de éne kant van Onze Lieve Vrouw bevindt zich Sint Fransiscus ... aan de andere kant de Heilige Dominicus. Haar fijne gelaatstrekken zijn die van een Latijns-Amerikaanse of misschien Indiaanse. Haar volle zwarte haar bedekt haar als een mantel ... [de tweedimensionale kroon is van metaal en was later toegevoegd door volgelingen]. Haar ogen glinsteren van puur geluk. Ze ziet er ongeveer als 14 jaar uit. De Indianen hadden geen twijfel: dit was hun Koningin!
Naarmate de afbeelding steeds meer werd aanbeden, werd ook het oude pad vervangen door een nieuwe weg. In de vroege twintigste eeuw werd een smaakvolle gotische kerk over de grot gebouwd. Maar wie heeft deze mooie afbeelding daar gemaakt? De maker is nooit geïdentificeerd. Sceptisie zeggen dat de dominicanen een goede kunstenaar naar binnen hebben gesmokkeld en dat de goedgelovige indianen het nog steeds geloven.
Maar de onderzoeken die gedaan waren toen de kerk werd gebouwd, wezen uit hoe wonderbaarlijk de afbeelding eigenlijk is. Geologen uit Duitsland boorden monsters uit de kern van diverse plaatsen in de afbeelding. Er is geen verf, geen kleurstof, of ander pigment op de oppervlakte van de rots. De kleuren in de afbeelding zijn de kleuren van de rots zelf. Wat nóg wonderbaarlijker is, is dat de rots perfekt is gekleurd tot een diepte van een aantal meters!
Afbeelding in de Rots [de tinten zijn meters diep!!!]
Dus het Mysterie blijft onopgelost. Is het gedaan door Engelen? Of heeft God dit zelf gecreëerd bij de schepping van de aarde, toen Hij nadacht over Zijn meest volmaakte schepsel? Degene die Hij koningin zou maken van hemel en aarde en de toekomstige generaties van Colombia in de handen zou plaatsen van haar moederlijke zorg.