Redactie
Medjugorje België en Nederland
Chris De Bodt
(1958 - 2012)

medjugorjebn@gmail.com

Patty De Vos
Kasteelstraat 81
9180 Temse
België
patty.de.vos@hotmail.com

Dr. Guy Claes
Platanendreef 40
8790 Waregem
België
gclaes@scarlet.be

Henk
Twan Vereecken
Geertrui Schonken
Veerle De Caluwé
Anne Van Der Sloten
p. Alfons J. Smet
Broeder Joseph
Zoeken in blog

Medjugorje 2015 Medjugorje 2014 Medjugorje 2013 Medjugorje 2012 Medjugorje 2011 Medjugorje 2010

 

Voorlopig worden enkel de boodschappen gepubliceerd.
03-09-1975
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Fatima in Lucia's eigen woorden: Lucia's kinderjaren [deel 2]
Fatima in Lucia's eigen woorden: Lucia's kinderjaren [deel 2]

Lucia’s moeder heeft twijfels

Dankzij Onze Goede Heer deed deze verschijning de wolken van voor mijn ziel wegdrijven en werd mijn innerlijke vrede hersteld. Mijn arme moeder werd meer en meer bezorgd toen ze het volk van alle kanten zag komen. "Deze arme mensen," zei ze, "zijn allen naar hier gekomen door uw bedrog, daar kunt u zeker van zijn en ik weet werkelijk wat ik moet doen om hen dit bedrog te doen inzien." Een arme man die opschepte en ons belachelijk maakte, ons beledigde en zelfs zo ver ging door ons te slaan, vroeg op een dag aan mijn moeder:

"Wel moeder, wat hebt u te zeggen over de visioenen van uw dochter?"
"Ik weet het niet," antwoordde ze
"Voor mij lijkt het erop dat ze doet alsof en de halve wereld op een dwaalspoor zet."
"Zeg dat niet te hardop, want dit zou anderen op de gedachte kunnen brengen om haar te doden. Ik denk dat er hier mensen genoeg zijn die dit maar al te graag zouden doen."
"O, daar geef ik allemaal niet om, zolang als ze haar maar kunnen dwingen om de waarheid op te biechten. Ikzelf zal altijd de waarheid vertellen, of dat nu tegen mijn kinderen is of tegen anderen, of zelfs tegen mijzelf."

En dit was waarlijk ook zo. Mijn moeder vertelde altijd de waarheid, zelfs tegen haarzelf. Wij, haar kinderen, kunnen getuigen van haar goede voorbeeld. Op een dag besloot ze om een nieuwe poging te doen om mij alles wat ik had gezegd, te doen herroepen. Ze had het besluit genomen om met mij de volgende dag opnieuw naar de pastorij te gaan. Daar moest ik opbiechten dat ik loog en vergiffenis moest vragen en elke daad van boete te doen die de Eerwaarde pastoor goed achtte of verlangde om mij op te leggen. Deze keer was haar aanval zo erg dat ik niet meer wist wat ik moest doen. Op onze weg, toen wij langs het huis van mijn oom gingen, rende ik naar binnen om aan Jacinta, die zich nog steeds in haar bed bevond, te vertellen wat er gaande was. Daarop spoedde ik mij naar buiten en volgde ik mijn moeder.

In mijn relaas over Jacinta, heb ik Zijne Excellentie reeds verteld over haar rol en dat die van haar broer tijdens deze beproeving die de Heer ons had gezonden, en hoe zij baden terwijl ze op mij aan de bron wachtten, en zo verder. Op onze weg, spelde mijn moeder mij goed de les. Op een bepaald punt zei ik bevend tot haar: "Maar moeder, hoe kan ik zeggen dat ik dit alles niet heb gezien, als ik het wel heb gezien?" Mijn moeder werd stil. Toen we nabij de pastorij kwamen, zei mijn moeder: "Luister enkel naar mij! Wat ik wil is dat u de waarheid vertelt. Als u het zag, moet u het ook zo zeggen! Maar als u het niet zag, moet u toegeven dat u loog."

Zonder enig ander woord, bestegen we de trappen en ontving de goede priester ons in zijn studeerkamer, met, moet ik toegeven, de grootste genegenheid. Hij ondervroeg mij ernstig, maar heel hoffelijk en zocht zijn toevlucht tot diverse strategieën om mijzelf te doen tegenspreken of mij onsamenhangend te doen zijn in mijn verklaringen. Uiteindelijk liet hij ons gaan en trok hij zijn schouders op: "Ik weet niet wat ik hier allemaal moet uit opmaken."

De bedreigingen van de overheid

Niet vele dagen later waren onze ouders op de hoogte gebracht wat wij alle drie, samen met onze vaders, op een aangeduid uur en een aangeduide dag moesten verschijnen voor de overheid van Vils Nova Ourem. Dit betekende dat we zo’n vijftien kilometer moesten stappen, een aanzienlijke afstand voor drie kleine kinderen. De enige middelen van transport waren ofwel te voet gaan, ofwel met de ezel naar ginds gaan. Mijn oom zei onmiddellijk dat hijzelf zou verschijnen, maar de kinderen niet zou meenemen.

"Zo’n afstand houden ze nooit uit te voet," zei hij, "en omdat ze niet gewoon zijn om met een ezel te rijden, heeft dat ook al geen zin. En tenslotte heeft het toch geen enkele zin om zo’n twee kleine kinderen voor een rechter te roepen." Mijn ouders dachten het tegengestelde: "Mijn dochter gaat! Ikzelf begrijp niets van deze dingen. Als zij liegt is het een goede zaak dat ze ervoor gestraft wordt."

Heel vroeg de volgende morgen, plaatsen ze mij op een ezel en vertrokken we, in het gezelschap van mijn vader en mijn oom. Onderweg viel ik drie maal van de ezel. Ik denk dat ik Zijne Excellentie reeds heb verteld hoeveel Jacinta en Francisco die dag hebben geleden omdat ze dachten dat ze mij gingen doden. Wat mijzelf het ergste trof was de onverschilligheid van mijn ouders. Dit werd nog meer duidelijk, daar ik zag hoe gevoelsmatig zij hun kinderen benaderen. Ik herinner mij hoe ik onderweg tegen mezelf zei: "Hoe verschillend zijn mijn ouders van mijn oom en tante. Zij nemen alle risico om hun kinderen te verdedigen, terwijl mijn ouders tegenover mij de grootste onverschilligheid aan de dag leggen en hen laten doen wat ze maar willen met mij! Maar ik moet geduldig zijn..." In herinner mezelf uit het binnenste van mijn hart: "Dit betekent dat ik het geluk heb om hiervoor meer te mogen lijden voor U, O mijn Heer en voor de bekering van de zondaars."

In het kantoor werden wij ondervraagd in het bijzijn van mijn vader, mijn oom en diverse andere mannen die mij vreemd waren. Het hoofd was vastbesloten om mij te dwingen het geheim te onthullen en hem te beloven om nooit meer terug te keren naar de Cova de Iria. Om dit doel te bereiken, spaarde hij noch beloften, noch bedreigingen. Toen hij bemerkte dat hij niets bereikte, mocht ik beschikken, evenwel onder het protest dat hij zijn doel wel zou bereiken, zelf als zou dit betekenen dat hij mij het leven moest ontnemen. Daarna gaf hij een sterke uitbrander aan mij oom, omdat hij zijn bevelen niet had uitgevoerd. Uiteindelijk mochten we terug naar huis.

Onrust in Lucia’s familie

Binnen onze eigen familie was er opnieuw onrust en de schuld hiervoor werd op mij gestoken. Cova de Iria was een stuk grond dat toebehoorde aan mijn ouders. In die uitholling was het meer vruchtbaar en we kweekten er erwten en maïs en andere groenten. Op de hellingen groeiden er olijfbomen, eiken en steeneiken. Nu dat de mensen naar ginds gingen, konden we absoluut niets meer kweken. Omdat de meerderheid te voet ging, aten hun dieren alles op wat ze konden vinden en vernietigden ze het hele land. Mijn moeder betreurde dit verlies. "Weet u," zei ze tegen mij, "als u iets wenst te zeggen, vraag het dan aan Onze Lieve Vrouw!" Mijn zussen waren het hier allen mee eens: "Ja, u mag hebben van wat er nog groeit op de Cova de Iria!"

Deze opmerkingen sneden mij zozeer in het hart dat ik nog amper een stuk brood durfde mee te eten. Om mij te dwingen de waarheid te vertellen, kreeg ik meer dan gewoonlijk slaag van de bezemstok en een stuk hout van naast de haard. Maar ondanks dit, probeerde mijn moeder daarna, zoals ze was, om mijn kracht weer wat op te beuren. Ze was vol bezorgdheid toen ze mij zo dunnetjes en bleekjes zag en ze was bevreesd dat ik ziek zou worden. Arme moeder! Nu begrijp ik volkomen de toestand waarin zij zich bevond. Hoe spijt me dit voor haar! Waarlijk, zij had gelijk dat ik zo’n genade onwaardig was en daarom dacht dat ik loog.

Door een bijzondere genade van God heb ik nooit de minste gedachte of het minste gevoel van ontstemdheid gehad over haar manier van handelen met mij. Daar de Engel had aangekondigd dat God mij lijden zou zenden, zag ik de Hand van God in alles. De liefde en de eerbied die ik haar schuldig was, groeide er alleen maar door, precies zoals ik heel lief werd behandeld. En nu ben ik haar meer dankbaar om mij zo te hebben behandeld, dan dat ze zou doorgegaan zijn met mij te knuffelen en te liefkozen.

Vrienden in medeleven en opofferingen

Deze door de hemel gezonden "liefdevolle behandelingen" vielen nooit te beurt aan Jacinta en Francisco, want hun ouders zouden nooit aan iemand toestaan dat ze hen iets zouden misdoen. Maar zij leden toen zij mij zagen lijden en dikwijls liep er een traan langs hun wangen wanneer ze me zo vernederd en verward zagen. Op een dag zei Jacinta tot mij: "Waren mijn ouders maar zoals de uwe, zodat de mensen mij ook zouden een pak rammel geven, dan zou ik nog meer opofferingen kunnen doen voor Onze Heer." Niettemin wist ze hoe ze van bijna elke gelegenheid een versterving kon maken. Bij gelegenheid hadden we de gewoonte om aan God de versterving van negen dagen of een maand zonder drank aan te bieden. Ooit maakten we deze belofte eens tijdens de maand augustus, als het snikkend heet is.

Toen we op een dag terugkeerden van de Cova da Iria, waar we de Rozenkrans hadden gebeden, kwamen we aan een vijver naast de straat en zei Jacinta tot mij: "O, ik heb zo’n dorst en mijn hoofd doet zo’n pijn! Ik ga een beetje van dit water drinken." "Niet dat water," antwoordde ik, "Onze moeder wil niet dat wij het drinken omdat het niet goed is voor ons. We gaan nu verder en zullen wat water vragen aan Maria dos Anjos [zij was een buurvrouw van ons, die onlangs was gehuwd en nu naast ons leefde, in een klein huis]. "Neen, ik wil geen goed water. Ik drink liever dit water, want in de plaats van onze dorst op te offeren aan de Heer, kan ik hem het offer schenken van het drinken van dit vuile water." En het water was vuil. De mensen wasten er hun kleren in en de dieren kwamen er uit drinken en er in waden. Dat was de reden waarom mijn moeder waarschuwde om niet van dit water te drinken.

Andere keren zei Jacinta: "Onze Heer moet behaagd zijn met onze opofferingen, omdat ik zo dorstig ben, ja, zo dorstig! Maar ik wens niets te drinken. Ik wens te lijden uit liefde voor Hem.' Op een dag zaten we aan de ingang van het huis van mijn oom, toen wij meerdere mensen zagen naderen. Omdat we de tijd niet hadden om iets anders te doen, gingen Francisco en ik ons verbergen onder de bedden, hij in de ene kamer, ik in de andere. Jacinta zei: "Ik ga mij niet verstoppen. Ik ga dit opofferen aan Onze Heer." Deze mensen kwamen dus en praatten met haar en wachtten een hele poos tot ik zou gevonden worden. Uiteindelijk gingen ze verder. Ik kwam uit mijn schuilplaats gekropen en vroeg aan Jacinta: "Wat heb u geantwoord toen ze u vroegen of u wist waar we waren." Ze zei: "Absoluut niets. Ik hield het hoofd naar beneden, hield mijn ogen op de grond gericht en zei niets. Ik doe dat altijd als ik de waarheid niet vertel, want ik hou ook niet van het liegen, omdat liegen een zonde is."

Ze had inderdaad de gewoonte om dit te doen en het was nutteloos om haar dan vragen te stellen, want zij die zulke vragen stelden, kregen toch nooit antwoord. Als ontsnappen bijna onmogelijk was, voelden wij ons geneigd om dit als een soort offer aan te bieden. Op een andere dag zaten we in de schaduw van twee vijgenbomen die over de weg naar het huis van mijn oom hingen. In die tijd was het mode om hoeden met randen te dragen, zo wijd als een zeef. We waren dan ook zeker dat, met zo’n hoofdwerktuig, de mensen nooit aan ons zicht zouden ontsnappen. Van zodra de dames kwamen, snelden we zo vlug mogelijk naar beneden, namen de hielen en verboren ons in het graanveld.

Deze gewoonte die we hadden aangenomen om steeds aan alles te ontsnappen, was een andere oorzaak van klagen voor de parochiepriester. Hij kloeg bitter over de manier waarop wij hem in het bijzonder probeerden te vermijden. Zijne Eerwaarde had het zeker bij het rechte eind. Het waren vooral de priesters die ons de meeste kruisverhoren oplegden. Daarna keerden ze terug om alles opnieuw over te doen. Wanneer we ook in de aanwezigheid waren van een priester, bereidden wij ons voor om aan God een der grootste opofferingen aan te bieden.

Tegenstand van de overheid

Ondertussen toonde de overheid haar afkeuring over het verloop van de zaken. Op de plaats van de Verschijningen hadden sommige mensen masten opgericht die een boog vormden, waaraan ze lantaarns hingen en er voorzichtig voor zorgden dat deze steeds brandend bleven. Op een dag werd aan sommige mensen het bevel gegeven om deze masten neer te halen en ook de steeneik, waarop de Verschijningen hadden plaatsgevonden, neer te halen en alles met een kar weg te slepen. Tegen de ochtend had het nieuws zich verspreid als een wild vuur. Ik rende naar de plaats om te zien of het waar was. Maar hoe groot was mijn opluchting toen ik zag dat de arme mannen zich hadden vergist en in plaats van de steeneik, hadden ze de andere eiken in de nabijheid, weggenomen. Ik vroeg dan aan Onze Lieve Vrouw om deze armen mensen te vergeven en ik bad voor hun bekering.

Enige tijd later, op een dertiende mei, ik weet niet van het jaar 1918 of 1919, deed het nieuws de ronde dat een cavalerie naar Fatima was gekomen om de mensen te verhinderen om naar de Cova da Iria te gaan. Iedereen was gealarmeerd en kwam mij het nieuws berichten en mij verzekeren dat dit zonder twijfel de laatste dag van mijn leven zou zijn. Zonder dit nieuws al te ernstig te nemen, ging ik naar de Kerk. Toen ik Fatima bereikte, ging ik langs de paarden die zich overal op de kerkelijke gronden bevonden. Ik woonde de mis bij, die werd opgedragen door een priester die mij onbekend was, ontving de Heilige Communie, maakte een dankgebed en ging naar buiten zonder dat iemand ook maar een woord toe mij zei. Misschien dachten sommigen dat ik de belangstelling niet waard was. Het nieuws bleef binnenstromen dat de toepen tevergeefs poogden om de mensen weg te houden van de Cova da Iria. Desondanks ging ik erheen om de Rozenkrans te bidden. Op mijn weg werd ik al spoedig vergezeld door een groep vrouwen die van ver waren gekomen. Terwijl we de plaats naderden, gaven twee cavaleriemensen hun paarden een zweepslag en renden in volle vaart naar de groep. Ze duwden ons naast hen en vroegen ons waarheen wij gingen. De vrouwen antwoordden stoutmoedig dat dit hen niets aanging. Opnieuw sloegen ze met de zweep op de paarden alsof ze de bedoeling hadden om te chargeren en ons te vertrappelen. De vrouwen renden in alle richtingen en een ogenblik later bleef ik alleen achter voor de cavalerie. Zij vroegen mijn naam, die ik zonder twijfel gaf. De volgende vraag was of ik een zieneres was; en ik antwoordde bevestigend. Daarop gaven ze mij het bevel om mij richting Fatima te begeven, tussen twee paarden in.

Toen wij de vijver bereikten waarover ik eerder reeds sprak, zag een arme vrouw die daar woonde en waarover ik reeds heb gesproken, me van ver aankomen, geleid tussen de paarden. Zij rende naar mij in het midden van de straat, zoals een nieuwe Veronica. De soldaten lieten geen tijd voorbijgaan om haar opzij te duwen en de arme vrouw barstte in een tranenvloed uit, luid wenend om mijn tegenspoed. Een paar passen verder stopten ze en vroegen ze mij of de vrouw mijn moeder was. Ik zei van neen. Ze geloofden mij niet en vroegen of dat huis mijn thuis was. Opnieuw zei ik: "neen"!" Blijkbaar schenen zij mij nog niet te geloven en gaven ze mij het bevel om lichtjes voorop te lopen tot wij bij het huis van mijn ouders zouden komen.

Tegenstand van de overheid

Toen we een stuk grond bereikten aan de rand van Aljustrel, waar er een kleine bron was en een aantal gleuven waren gegraven om wijnranken te platen, stopten ze en zegden ze tegen elkaar, waarschijnlijk om mij angst aan te jagen: "Hier zijn open sleuven. Laat ons haar hoofd afhakken met onze zwaarden en haar hier voor dood en begraven achterlaten. Dan zijn we voor eens en voor altijd af van deze zaak." Toen ik deze woorden hoorde, dacht ik werkelijk dat mijn laatste uur was geslagen, maar ik was zozeer in vrede dat ik absoluut niet bezorgd was. Na zo’n twee minuten, terwijl ze deden alsof ze erover nadachten, antwoordde de andere: "Neen. We hebben geen opdracht gekregen om zoiets te doen." Ze gaven me het bevel om verder te gaan en zo ging ik recht af om ons klein dorpje, tot we aan het huis van mijn ouders kwamen. Alle buren stonden aan de ramen of deuren kijken om te zien wat er gaande was. Sommigen lachten en spotten met mij, terwijl anderen treurden om mijn benarde toestand. Thuis gaven ze mij het bevel om mijn ouders te roepen, maar ze waren blijkbaar niet in huis. Een van hen stapte af om te zien of mijn ouders zich niet verstopten. Hij doorzocht het huis maar vond niemand, waarop hij mij het bevel gaf om voor de rest van de dag binnen te blijven. Daarop besteeg hij opnieuw zijn paard en reden ze beiden weg.

Laat in de namiddag ging het nieuws rond dat de troepen waren weggegaan, verslagen door de mensen. Tegen zonsondergang was ik mijn Rozenkrans aan het bidden bij de Cova da Iria, vergezeld door honderden mensen. Toen ik onder arrest was, waren sommigen mijn moeder gaan vertelden wat er gebeurde en zij antwoordde: "Als het waar is dat zij Onze Lieve Vrouw zag, dan zal Onze Lieve Vrouw haar verdedigen en als ze liegt is het maar juist dat ze hiervoor gestraft wordt." En ze bleef vredevol, zoals ervoor. Nu zullen er sommigen zich afvragen: "En waar bleven Jacinta en Francisco die hele tijd?" Ik weet het niet. Ik kan met helemaal niets meer herinneren van hun handel en wandel die dag. Misschien dat ze in het licht van het nieuws dat zich had verspreid, van hun ouders het huis niet uitmochten die dag.

Lucia’s moeder wordt ernstig ziek

Mijn lijden moet de Heer wel hebben behaagd, want hij was voor mij de meest bittere kelk aan het voorbereiden die ik spoedig zou moeten drinken. Mijn moeder werd zo ernstig ziek, dat we op een gegeven moment dachten dat ze ging sterven. Al haar kinderen waren rond haar bed verzameld bij het ontvangen van de laatste sacramenten en om de hand te kussen van hun stervende moeder. Ik was de jongste, dus mijn beurt was de laatste. Toen mijn moeder mijn gelaat een beetje zag stralen, hield zij haar armen rond mijn nek en zei ze met een diepe zucht: "Mijn arme dochter, wat zal er van u geworden zonder uw moeder! Ik sterf met een doorboord hart, omwille van u." Toen barstte ze in tranen uit en weende bitter en greep ze mij nog dieper en dieper in haar armen. Mijn oudste zus nam me toen weg van mijn moeder, nam mij naar de keuken en legde mij het verbod op om nog in de ziekenkamer te komen, met de woorden: "Moeder gaat sterven van verdriet omwille van alle kommer die u haar hebt doen doorstaan." Ik knielde neer met mijn hoofd op de bank en meer dan ik ooit in verwarring ben geweest, offerde ik mijn boete op aan Onze Lieve Heer. Een aantal minuten later kwamen mijn twee oudste zusters, die dachten dat de zaak hopeloos was, bij mij en zeiden; "Lucia! Als het waar is dat u Onze Lieve Vrouw zag, ga dan nu meteen naar de Cova da Iria en vraag Haar om onze moeder te genezen. Beloof Haar wat u maar wilt, we zullen alles doen en dan zullen wij u geloven."

Zonder een ogenblik te verliezen rende ik, zoals nooit tevoren, naar buiten en liep tussen de velden, langs kleinere paden en bad de hele tijd de Rozenkrans. Toen ik daar was, gaf ik ons verzoek door aan Onze Lieve Vrouw en bevrijdde ik mij mezelf van alle verdriet, door overvloedig te wenen. Daarop spoedde ik mij naar huis, getroost met de hoop dat mijn geliefde moeder zich reeds een beetje beter zou voelen. Drie dagen lagen kon ze opnieuw het werk in en buiten het huis hervatten. Ik had Onze Lieve Vrouw beloofd dat, wanneer ons verzoek zou worden ingewilligd, ik voor negen opeenvolgende dagen naar de Cova da Iria zou gaan, samen met mijn zussen, om er de Rozenkrans te bidden en ondertussen op onze knieën van de weg naar de steeneik te gaan en dat we op de negende dag, negen arme kinderen met ons zouden meenemen en hen daarna een maaltijd zouden geven. We kwamen onze belofte na en ons moeder ging mee. "Hoe vreemd!" zei ze: "Onze Lieve Vrouw heeft me genezen en op de een of andere manier kan ik het nog niet geloven! Ik weet niet hoe dit kan."

Lucia’s vader sterft

Onze goede Heer schonk mij deze troost, maar andermaal kwam Hij aan de deur kloppen om een nieuwe opoffering te vragen, en ook geen kleintje. Mijn vader was robuust en een gezonde man: hijzelf zei dat hij niet wist van hoofdpijn wist. Maar in minder dan 24 uren bracht een aanval van een dubbele longonsteking hem naar de eeuwigheid. Mijn verdriet was zo groot dat ik dacht dat ik ook ging sterven.

Hij was de enige die zich altijd haar voorgedaan als mijn vriend en de enige die mij verdedigde wanneer er twisten waren in huis omwille van mij. "Mijn God! Mijn God!" schreeuwde ik het uit in mijn eigen kamer: "Ik heb nooit gedacht dat u zo’n lijden voor mij in huis ging halen! Maar ik lijd uit liefde voor U, voor het hertel van de zonden die zijn begaan tegen het Onbevlekte Hart van Maria, voor de Heilige Vader en voor de bekering van de zondaars."

Lucia’s neefje en nichtje worden ernstig ziek

Rond die tijd warden de zorgen rond Jacinta en Francisco ook erger. Jacinta vertelde soms: "Mijn borst doet zo’n pijn, maar ik zeg niets tegen mijn moeder! Ik wens te lijden voor Onze Heer, voor het herstel van de zonden die zijn begaan tegen het Onbevlekte Hart van Maria, voor de Heilige Vader en voor de bekering van de zondaars." Op een morgen, toen ik haar ging opzoeken, vroeg ze mij: "Hoeveel verstervingen hebt u aan onze Heer opgeofferd de vorige nacht?" "Drie. Ik ben driemaal opgestaan om de Engelengebeden te bidden." "Wel, ik heb Hem heel, heel veel verstervingen opgeofferd. Ik weet niet meer hoeveel het er waren, maar ik had enorme pijn en heb geen ogenblik geklaagd."

Francisco sprak heel weinig. Hij deed gebruikelijk na wat hij ons zag doen en stelde uitzonderlijk zelf iets voor. Zijn ziekte leed hij met een heldengeduld, zonder enig gekerm of geklaag dat over zijn lippen kwam. Op een dag, kort voor zijn dood, vroeg ik hem: "Lijdt u veel, Francisco?" "Ja, ik lijd veel, maar ik offer alles op uit liefde voor Onze Lieve Vrouw en Onze Lieve Heer." Op een dag gaf hij mij het touw waar ik reeds heb over gesproken en zei hij: "Neem het weg, voor mijn moeder het ziet. Ik kan het niet langer meer dragen rond mijn middel." Hij nam alles aan wat zijn moeder hem gaf, en ze kon niets ontdekken dat hem niet beviel. Zo ging het door tot de dag voor hem kwam om naar de Hemel te gaan. De dag voor zijn dood, zij hij tot Jacinta en mijzelf: "Ik ga naar de Hemel, maar als ik daar ben, zal ik veel bidden tot Onze Heer en Onze Lieve vrouw en hen vragen om u zo spoedig mogelijk naar ginds te brengen."

Ik denk dat ik reeds in mijn verslag over Jacinta heb geschreven, hoe dit scheiden ons leed veroorzaakte. Om deze reden, herhaal ik het hier niet. Jacinta was reeds ziek en de ziekte werd steeds erger. Het is niet nodig om dit nu te beschrijven, daar ik dit reeds heb gedaan. Ik zal eenvoudig verwijzen naar een of twee daden van deugdzaamheid, die ik haar heb zien doen, en die ik nog niet heb beschreven. Haar moeder wist hoe moeilijk het voor haar was om melk te drinken. En zo bracht ze op een dag een prachtige tros druiven mee met haar glas melk en zei: "Jacinta, neem dit. Als u de melk niet naar binnen krijgt, laat deze dan staan en eet de druiven." "Neen moeder, ik wil de druiven niet. Neem ze weg en geef me de melk in de plaats. Ik zal dat doen." En zonder het minste teken van verzet te tonen, nam ze de melk naar binnen. Mijn tante ging gelukkig naar buiten, met de gedachte dat de smaak van haar kleine meid aan het terugkeren was. Maar ze was nog maar weg of Jacinta draaide haar hoofd naar mij en zei ze: "Ik had zo’n verlangen naar die druiven en het was moeilijk om de melk te drinken! Maar ik wou deze versterving opofferen aan Onze Heer."

Op een morgen zag zij er vreselijk uit en ik vroeg haar of zij zich slechter voelde. "Vorige nacht," antwoordde zei, "had ik zoveel pijn en ik wou aan Onze Heer de versterving opofferen van niet uit mijn bed te vallen en daarom heb ik helemaal niet geslapen." Een andere keer, vertelde ze mij: "Als ik alleen ben, ga ik het bed uit om het gebed van de engel te bidden. Maar nu kan ik de grond niet meer raken met mijn hoofd, omdat ik omver zou vallen en zo kan ik enkel op mijn knieën bidden."

Op een dag had ik de gelegenheid om de Vicaris te mogen spreken. Zijne Eerwaarde vroeg mij over Jacinta en hoe zij zich voelde. Ik vertelde hem wat ik over haar toestand dacht en zei daarna nog dat ze de grond niet meer kon raken bij het bidden. Zijne Eerwaarde zond mij om haar te vertellen dat ze niet meer uit het bed hoefde om te bidden, maar dat ze gerust, liggend in het bed mocht bidden en dan nog enkel zo lang ze kon zonder moe te worden. Ik bracht deze boodschap over bij de eerstvolgende gelegenheid. "En zal onze Heer hiermeer verheugd zijn?" vroeg ze. "Hij is verheugd," antwoordde ik, "Onze Heer is gelukkig met alles wat de Eerwaarde Vicaris zegt om te doen." "Dan is het goed, ik zal niet meer opstaan."

Wanneer ik ook maar kon, hield ik ervan om naar de Cabeco te gaan, naar onze lievelingsgrot. Jacinta was dol op bloemen en toen ik de heuvel afkwam, naar huis toe, plukte ik heel wat irissen en pioenrozen, als die te vinden waren, en dan nam ik ze mee naar haar en zei: "Kijk! Deze zijn van de Cabeco!" Ze nam ze enthousiast aan en soms rolden de tranen van haar wangen, zei ze: "Ik moet er aan denken dat ik daar nooit meer zal heen gaan! Geen Valinhos, noch Cova da Iria! Ik zal dat alles zo erg missen!" Maar wat geeft het, als u naar de Hemel zult gaan om Onze Lieve Vrouw en Onze Lieve Heer te zien?" "Dat is waar"," zei ze. Toen lag ze daar tevreden, en plukte de blaadjes van de bloemen en telde ze één voor één.

Een aantal dagen nadat ze ziek werd, gaf ze met het snoer dat ze droeg en zei: "Hou het voor mij. Ik heb schrik dat mijn moeder het zal zien. Als het beter gaat, zal ik er opnieuw om vragen!" Dit snoer had knopen, met wat gestold bloed erop. Ik hield het verborgen tot op de dag dat ik mijn moeders huis verliet. Daarna, niet wetende wat ik ermee moest doen, heb ik het verbrand, samen met het snoer van Francisco.

Lucia in slechte gezondheid

Een aantal mensen die van ver kwamen om ons te zien, merkten op dat ik er maar bleekjes en lusteloos uitzag en vroegen mijn moeder om mij te laten gaan om een aantal dagen bij hen te verblijven. De verandering van lucht zou mij misschien goed doen. Met dit in haar gedachte, verleende mijn moeder haar toestemming en namen ze mij met hen mee, nu eens naar de ene plaats, dan naar de andere. Maar, weg van zo’n goede thuis als bij mij, kreeg ik niet altijd dezelfde eerbied of genegenheid. Terwijl er waren die van mij hielden en naar mij opkeken als een heilige, waren er ook anderen die zegden dat ik misbruik maakte en mij schijnheilig, fantast of een tovenares noemden. Dit was de wijze van de Goede Heer om zout in het water te gooien om af te wenden dat alles zou slecht aflopen. Dankzij Zijn goddelijke Voorzienigheid, ging ik door het vuur zonder verbrand te worden of zonder vertrouwd te raken met de ijdelheid dat overal zijn weg vindt. Bij zulke gelegenheden dacht ik bij mezelf: "Ze hebben het allemaal verkeerd voor. Ik ben geen heilige, zoals sommige beweren, en ik ben ook geen leugenaar, zoals dan weer anderen zeggen. Enkel God weet wie ik ben." Toen ik weer thuis was, rende ik naar Jacinta, die zei: "Luister! Ga niet meer opnieuw weg. Ik ben zo eenzaam geweest. Sinds u weg was, heb ik met niemand meer gesproken. Ik weet niet hoe ik met andere mensen moet praten."

Spijtig genoeg kwam uiteindelijk de tijd eraan voor Jacinta om naar Lissabon te gaan. Ik heb ons afscheid reeds beschreven en daarom ga ik het hier niet herhalen, maar hoe erg was het om nu alleen te moeten zijn! Op zo’n korte tijd had Onze Lieve Heer mijn geliefde Vader naar de Hemel genomen, en dan Francisco en nu kwam Hij Jacinta halen, die ik nooit meer zou zien in deze wereld. Van zodra ik kon, glipte ik er tussen uit naar de Cabeco, om mij te verbergen in onze grot tussen de rotsen. Daar, alléén met God, stortte ik mijn verdriet uit en weende ik tranen in overvloed. Toen ik de helling afkwam, herinnerde alles mij aan mijn lieve maatjes: de stenen waarop we zo dikwijls zaten, de bloemen die ik niet langer plukte, nu ik niet langer iemand meer had aan wie ik ze moest geven. Valinhos, waar we alledrie de verrukking van het paradijs beleefden! Het was alsof ik alle zin voor de werkelijkheid verloren had en nog steeds half verstrooid, ging ik op een dag naar het huis van mijn tante, roepend op Jacinta voor het raam van haar kamer. Haar zus Teresa maakte mij er attent op dan Jacinta niet langer daar was!

Kort daarna bereikte mij het nieuws dat zij opgenomen was naar de Hemel. Daarop werd haar lichaam teruggebracht naar Vila Nova de Ourem. Mijn tante nam mij er op een dag heen, om er te bidden naast de stoffelijke resten van haar kleine dochter, in de hoop van mij wat af te leiden. Maar tot lange tijd daarna, bleef mijn verdriet alleen maar groeien. Wanneer het kerkhof ook maar open was ging ik op Francisco’s graf zitten, of naast dat van mijn vader en kon ik daar vele uren doorbrengen. Mijn moeder, besloot Godzijdank, enige tijd hierna om naar Lissabon te gaan en mij met haar mee te nemen. Met de vriendelijkheid van Dr. Formigao en een goede vrouw die ons bij haar thuis ontving, en aanbood om mijn opvoeding te betalen in een kostschool, nam ik het besluit om te blijven. Mijn moeder achtte het, na het raadplegen van een aantal artsen, nodig om te worden geopereerd aan de nieren en de wervelkolom, maar de artsen konden haar leven niet garanderen, daar zij ook aan haar hartzwakte leed. Daarom ging zij naar huis en liet zij mij over aan de zorgen van de vriendelijke dame. Toen alles klaar was en de dag overeengekomen was voor mijn intrede in de kostschool, werd er mij medegedeeld dat de overheid op de hoogte was van mijn verblijf te Lissabon en mijn verblijfplaats zocht. Daarom nam die lieve dame me mee naar het huis van Dr. Formigao en bleef ik voor een aantal dagen verborgen, zonder dat het mij werd toegestaan om de Heilige Mis bij te wonen.

Uiteindelijk kwam de zus van Zijne Excellentie om mij bij mijn moeder te nemen met de belofte om de toelating te regelen voor mij om kostschool te volgen bij de Zusters van de Heilige Dorethea in Spanje. Ze zou mij later komen halen. Al dit gebeuren verstrooide mij enigszins en zo begon de benauwende droefheid stilaan te verdwijnen.

Lucia’s eerste ontmoeting met de Bisschop

Het was rond deze tijd dat Zijne Excellentie werd aangesteld tot Bisschop van Leiria, en uw Lieve Heer de zorg van de arme kudde die het zo vele jaren zonder herder had moeten stellen, aan u toevertrouwde. Er waren onwillige mensen die me probeerden schrik aan te jagen over de komst van Zijne Excellentie, net zoals ze dit eerder hadden gedaan met een andere heilige priester. Zij vertelden mij dat Zijne Excellentie alles wist, dat u de harten kon lezen en diep binnendringen in het geweten en dat u nu al mijn misleidingen zou ontdekken. Verre van mij schrik aan te jagen, wakkerde het bij mij eerder de wens aan om u te spreken en ik dacht bij mezelf: "Als het juist is dat hij alles weet, dan zal hij weten dat ik de waarheid spreek." Daarom aanvaardde ik met graagte het voorstel van een vriendelijke dame uit Leiria om mij tot bij u te nemen. Daar bevond ik mij, vol hoop, in het vooruitzicht van dit gelukkige ogenblik.

Uiteindelijk kwam de dag en de Dame en ik gingen naar het Paleis. We werden uitgenodigd om binnen te gaan en in een kamer geleid waar we een tijdje diende te wachten. Een paar ogenblikken later, kwam de secretaris van Zijne Excellentie binnen en sprak vriendelijk met Dona Gila, die mij had begeleid. Af en toe stelde hij mij vragen. Daar ik reeds twemaal was te biechten geweest bij de secretaris, kende ik hem reeds, en het was daarom heel aangenaam om met hem te spreken.. Een beetje later kwam Eerwaarde Dr. Marques dos Santos binnen. Hij droeg schoenen, een gesp en was dik ingeduffeld in een warme jas. Daar het de eerste keer was dat ik een priester op een dergelijke wijze gekleed zag, trok dit mijn aandacht. Toen liet hij een hele reeks vragen op mij los. Er leek wel geen einde aan te komen. Van tijd tot tijd glimlachte hij, als beleefde hij plezier aan mijn vragen, en het leek dat het moment dat ik tegen Zijn Excellentie zou kunnen spreken, er nooit zou komen. Uiteindelijk wendde Uw secretaries zich opnieuw tot de dame die mij vergezelde. Hij vertelde haar dat, wanneer Zijne Excellentie zou komen, zij mocht beschikken om de tijd elders door te brengen, aangezien Zijn Excellentie een privaat gesprek met mij wou hebben. Ik was verheugd toen ik dit hoorde en ik dacht bij mezelf: daar Zijne Excellentie reeds het hele verhaal kent, zal Hij mij niet te veel vragen stellen en zal hij alleen zijn met mij. Wat een zegen!

Toen Zijne Excellentie binnentrad, kwijtte de goede dame haar heel goed van haar taak en zo had ik het geluk om met u alleen te spreken. Ik ga nu niet beschrijven wat er tijdens dit interview gebeurde, omdat Zijne Excellentie dit alles zich heel zeker veel beter herinnert dan ik. Om de waarheid te vertellen, toen ik Zijne Excellentie mij met zo’n vriendelijkheid zag ontvangen, zonder de minste poging om mij onnodige of nieuwsgierige vragen te stellen, enkel bezorgd voor het goede van dit kleine, arme lam die de Her aan u had toevertrouwd, dan was ik inderdaad overtuigd dat Zijne Excellentie inderdaad alles wist en twijfelde ik geen ogenblik om mijzelf volledig in uw handen te geven. Daarenboven, stelde Zijne Excellentie enkele voorwaarden die ik, omwille mijn aard, heel gemakkelijk vond zodat ik alles wat Zijne Excellentie tot mij zei volledig geheim zou houden. Ik hield mijn geheim voor mezelf tot op de dag dat Zijne Excellentie de toetemming vroeg van mijn moeder.

Vaarwel tot Fatima

Uiteindelijk was de dag van mijn vertrek vastgesteld. De avond ervoor ging ik nog eens langs bij alle mij bekende plaatsen om afscheid te nemen. Mijn hart was doorstoken van eenzaamheid en verlangen, want ik was er zeker van dat ik nooit meer een voet zou zetten op de Cabeco, de Rots, Valinhos, of in de parochiekerk, waar Onze Lieve Heer Zijn werk van Genade was begonnen, en de begraafplaats, waar de stoffelijke resten lagen van mijn geliefde vader en van Francisco, die ik nooit kon vergeten. Ik nam afscheid van onze bron, die reeds was verlicht door de bleke stralen van de maan, en van de oude schuur, waar ik zo dikwijls lange uren doorbracht om de schoonheid van de sterrenhemel, het wonder van de zonsondergang en zonsopgang en de schoonheden van het paradijs te aanschouwen.

Zonder afscheid te nemen van iemand, vertrok ik de volgende dag om twee uur in de ochtend, vergezeld van mijn moeder en een arme arbeider, Manuel Carreia, die naar Leiria ging. Ik hield mijn geheim ongeschonden voor mij. We gingen lang de Cova da Iria, en zo kon ik daar ook afscheid nemen. Voor de laatste keer bad ik er de Rozenkrans en zolang deze plaats nog in zicht bleef, keerde ik mij regelmatig om, om een allerlaatste afscheid te nemen. We kwamen aan te Leiria om negen uur ’s morgens. Daar ontmoette ik Dona Filomena Miranda, die door Zijne Excellentie was belast om mij te vergezellen. Deze dame zou later mijn peetmoeder worden bij het afleggen van mijn geloften. De trein vertrok om twee uur in de namiddag en daar stond ik dan in het station, gaf aan mij moeder een laatste omhelzing, liet haar achter, bedolven onder het verdriet en in overvloedige tranen. De trein vertrok en hiermeer werd mijn hart ondergedompeld in een oceaan van eenzaamheid en gevuld met herinneringen die ik nooit zou vergeten.

Epiloog

Ik denk, Zijn Excellentie, dat ik juist de meest mooie bloem heb geplukt en het meest verrukkelijke fruit uit mijn kleine tuin, die ik nu plaats in de genadevolle handen van de Goede Heer, die u vertegenwoordigt. Bid opdat hij de herft mooie vruchten van zielen voor het eeuwige leven zou laten voortbrengen. En daar Onze Lieve Heer behangen vindt in de nederige gehoorzaamheid van de minste van Zijn schepselen., eindig ik met de woorden van Haar, die God, in zijn oneindige genade, mij als Moeder, Beschermer en Voorbeeld geeft geschonken, en eveneens dezelfde woorden waarmee ik begon: "Zie de dienstmaagd des Heren! Dat Hij verder gebruik zou maken van Haar, zoals Hij het beste denkt."

Verdere herinneringen aan Jacinta

Ik vergat te zeggen dat Jacinta, toen ze naar het ziekenhuis ging in Vila Nova de Ourem en daarop in Lissabon, wist ze ze niet meer zou genezen, maar het enkel was om te lijden. Lang voordat er haar iemand had gesproken over de mogelijkheid van een opname in het ziekenhuis van Vila Nova de Ourem, zei ze op een dag: "Onze Lieve Vrouw wil dat ik naar twee ziekenhuizen ga, niet om te genezen, maar om meer te lijden voor de liefde van Onze Heer en voor de zondaars."Ik ken de preciese woorden niet van Onze Lieve Vrouw in deze verschijning aan Jacinta alleen, want ik vroeg haar hier nooit om. Ik hield er me aan om louter te éren wat ze me bij gelegenheid toevertrouwde en in dit verslag probeer ik niet te herhalen wat ik reeds in het eerste gedeelte over Jacinta heb vermeld, om alles niet hoeven te rekken.


Lucia’s aantrekkingskracht

Het kan uit dit verslag blijken dat er, in mijn dorp, mij niemand geen liefde of genegenheid meer toonde, maar dit is niet zo. Er was een gekozen gedeelte van Gods kudde die een bijzondere genegenheid voor mij toonden. Dit waren de kleine kinderen. Ze renden naar me toe om me te overweldigen met vreugde en als ze wisten dat ik de schapen ging hoeden in de buurt van ons klein dorpje, kwamen hele groepen met mij mee om samen met mij de dag door te brengen. Mijn moeder zei: "Ik weet niet welke aantrekkingskracht u hebt op kinderen! Ze rennen u achterna alsof ze naar een feest gaan!" Ikzelf voelde me niet rustig temidden van zo’n vrolijkheid en om deze reden probeerde ik uit hun buurt te blijven.

Hetzelfde gebeurde met mijn gezellen te Vilar en ik durf bijna te beweren dat nu hetzelfde gebeurt met mijn medezusters. Een aantal jaren geleden, vertelde Moeder Overste me, die nu Provinciaal Overste is: "U hebt zo’n invloed op de Zusters dat, indien u dat wil, heel wat goeds kunt doen." En nog onlangs zei de Moeder Overste in Pontevedra mij: "Tot op een zekere graad bent u verantwoordelijk tot Onze Heer voor de staat van hartstocht of het veronachtzamen van de regels, door onze Zusters, omdat hun hartstocht toeneemt of afneemt tijdens de ontspanningsmomenten. Wat de anderen u ook maar zien doen, doen ze u na. Bepaalde onderwerpen die u naar voor bracht tijdens de ontspanning, hielpen de andere Zusters om de regels beter te begrijpen en deden ze beter naleven."

Waarom? Ik weet het niet.

Misschien is het een talent dat de Heer mij heeft geschonken en waar Hij een grote waarde aan hecht. Indien ik wist hoe ik er moest mee omgaan, ik zou het Hem duizendmaal terugschenken.

Lucia’s uitstekend geheugen

Misschien zal er iemand zich afvragen: Hoe kunt u zich dit alles herinneren? Hoe? Ik weet het niet. Onze Lieve Heer, die de talenten uitdeelt zoals Hij deze het beste acht, heeft mij dit goed geheugen toebedeeld. Hij alleen weet waarom. En daarnaast, voor zover ik weet, is er dit verschil tussen gewone en buitengewone dingen: Als we spreken over een louter schepsel, zelfs wanneer we spreken, hebben we de neiging om te vergeten wat er is gezegd, terwijl bovennatuurlijke dingen dieper in de ziel zijn geschreven, zeker als we ze zien of horen, zodat het niet gemakkelijk is om te vergeten.

Vertaling: Chris De Bodt

02-09-1975
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Fatima in Lucia's eigen woorden: Lucia's kinderjaren [deel 1]
Fatima in Lucia's eigen woorden: Lucia's kinderjaren [deel 1]

Voorwoord

"O Gods wil, U bent mijn Paradijs."

Zijne Excellentie, hier ben ik, met de pen in de hand, klaar om Gods wil vervullen. Daar ik geen ander doel heb, begin ik met de spreuk van de Heilige Stichtster van Onze Orde [de Heilige Paula Frassinetti, stichtster van de Congregatie van de Zusters van de Heilige Dorothea] en die ik, naar haar voorbeeld, dikwijls zal herhalen tijdens dit relaas: "O Gods Wil, U bent mijn Paradijs."

Sta mij toe, Zijne Excellentie, om de diepzinnigheid van deze spreuk te laten klinken. Elke keer dat de afkeer of de liefde van mijn geheim mij bepaalde dingen wil doen verborgen houden, dan is deze spreuk mijn gids en mijn richtsnoer. Ik heb mij afgevraagd wat het nut kan zijn om mijn relaas als dit neer te schrijven, omdat zelfs mijn handschrift amper leesbaar is. Maar ik vraag niets.

Ik weet dat het toonbeeld van de gehoorzaamheid geen reden vereist. De woorden van Uwe Excellentie volstaan, daar zij mij verzekeren dat dit voor de glorie is van Onze Heilige Moeder in de Hemel. Met deze zekerheid, smeek ik om de zegen en de bescherming van Haar Onbevlekte Hart, en nederig knielend aan Haar voeten, gebruik ik Haar eigen Heilige woorden om tot God te spreken: "Ik, de minste van uw dienstmaagden, O mijn God, kom nu in volle overgave aan Uw Heilige Wil, om de sluier van mijn geheim op te lichten en het verhaal van Fatima te onthullen, precies zoals het is. Niet langer zal ik de vreugde smaken om de geheimen van Uw Liefde alleen met U te delen, maar voortaan zullen ook de anderen, samen met mij, de grootsheid van Uw barmhartigheid bezingen!"

Lucia’s kinderjaren

Zijne Excellentie, de Heer heeft mij beschouwd als Zijn nederige dienstmaagd en dat is waarom alle mensen de grootsheid van Zijn genade zullen zingen. Het lijkt mij, Zijne Excellentie, alsof de Heer zich heeft verwaardigd om mij te begunstigen met de gave van de rede van in mijn vroegste kinderjaren. Ik herinner mij dat ik mij bewust was van mijn handelingen, zelfs toen mijn moeder mij nog omsloot in haar armen. Ik weet nog dat ik heen en weer werd gewiegd en in slaap viel op het geluid van wiegeliedjes. Onze Heer heeft mijn ouders gezegend met vijf meisjes en een jongen, van wie ik de jongste was en ik weet nog hoe ze tegen elkaar kibbelden omdat ze me allen in hun armen wilden houden en met mij te spelen. Niemand van hen is hier ooit in geslaagd, want mijn moeder nam mij onmiddellijk weg uit hun armen.

Wanneer ze het te druk had om mij vast te houden, gaf zij mij door aan mijn vader en ook streelde ze en liefkoosde ze mij volop. Het eerste wat ik leerde was het Weesgegroet. Terwijl zij mij in haar armen hield, leerde mijn moeder het gebed aan Carolina, de tweede jongste en vijf jaar ouder dan ik. Mijn twee oudste zussen waren reeds volgroeid. Mijn moeder, die wist dat ik alles herhaalde als een papegaai, wou mij met hen, overal waar zij naartoe ging, meenemen. Zij waren, zoals wij zeggen, in onze buurt, de lichtjes onder de jeugdige mensen. Er was geen festiviteit of dansgelegenheid dat ze niet bijwoonden. Bij Carnaval, de feestdag van de Heilige Johannes of met Kerstmis, kon men er zeker van zijn dat ze aan het dansen waren. Daarnaast was er de wijnoogst en het plukken van de olijven, waarbij er bijna elke dag werd gedanst.

Toen de grote parochiefeesten eraan kwamen, zoals het Feest van het Heilig Hart van Jezus, Onze Lieve Vrouw van de Rozenkrans, de Sint Antonius, en zo verder, verloten we steeds gebakken en daarna kwam er ongetwijfeld de dans. Wij werden op bijna alle huwelijken van kilometers uit de buurt uitgenodigd, en als mijn moeder niet werd uitgenodigd als bruidsdame, dan hadden ze haar zeker nodig bij het koken. Bij deze huwelijken begon het dansen na het eten en duurde dit tot diep in de morgen.

Daar mijn zusters mij steeds bij hen wilden, maakten ze er meer werk van om mij aan te kleden dan henzelf. Daar één onder hen een kleermaakster was ik altijd uitgedost in het sierrijkste klederdracht van de streek, meer dan enig meisje in de buurt. Ik droeg een geplooide rok, een schitterende gordel, een kasjmieren schouderdoek en een hoed die versierd was met gouden parels en diep gekleurde veren. Soms zou je gedacht hebben dat ze eerder een pop aan kleden waren dan een klein kind. Bij volksfeesten moest ik van boven op de kast of enig ander groot stuk meubilair, opdat ik niet zou worden onder de voeten gelopen. Eens moest ik van op mijn hoge plaats een aantal liedjes zingen op de muziek van het orkest. Mijn zusters hadden mij al leren zingen en een aantal walsjes aangeleerd voor als er een partner ontbrak. Ik deed dit met een uitzonderlijke bekwaamheid en tok hierbij de aandacht en het applaus van iedereen.

Van sommigen kreeg ik zelfs geschenkjes in de hoop om in de gunst van mijn zussen te komen. Tijdens de zomer kwamen zij op zondagnamiddag allen bijeen in onze tuin, in de schaduw van de drie grote vijgenbomen en tijdens de winter onder een open veranda die we hadden en waar nu het huis staat van mijn zus Maria. Daar brachten ze spelend en pratend met mijn zussen de namiddag door. Het was daar dat met Pasen de gesuikerde amandelen verloot werden en de meeste van hen belandden in mijn zak, omdat de winnaars hoopten op onze bevalligheid.

Mijn moeder bracht deze namiddagen zitten door bij de keukendeur die uitgaf op de keuken. Soms hield zij een boek in haar handen en las zij een tijdje of sloeg zij een babbel met onze tantes of buren die naast haar zaten. Zij was altijd heel ernstig en iedereen wist dat haar woorden als de Bijbel waren en moesten worden gehoorzaamd. Ik heb nooit iemand een oneerbaar woord horen zeggen in haar bijzijn of enig gebrek aan hoffelijkheid zien tonen. Het was hun algemene mening dat mijn moeder hen meer waard was dat al haar dochters tezamen. Ik hoorde mijn moeder dikwijls zeggen: "Ik begrijp niet hoe deze mensen ervan houden om van huis naar huis lopen te kletsen! Voor mij is nergens beter dan thuis voor een mooi en rustig boek. Ze staan vol met wondermooie dingen en het leven van de Heiligen is ronduit boeiend."

Het komt me voor dat ik Zijne Excellentie reeds heb verteld hoe ik tijdens de week de dag doorbracht, omgeven met kinderen uit de buurt. De moeders gingen uit werken in het veld en zo vroegen ze aan mijn moeder of hun kinderen bij mij konden blijven. Toen ik Zijne Excellentie over mijn neefje schreef, denk ik dat ik ook onze spelletjes en vertier beschreef, ik zal hier dus niet blijven bij stilstaan. In de warmte van zo’n liefhebbende tederheid bracht ik mijn eerste zes levensjaren door. Om de waarheid te zeggen, begon de wereld mij toe te lachen en bovenal zat de passie voor het dansen reeds diep in mijn hart. Ik moet toegeven dat de duivel die zou hebben aangewend om mij ten onder te brengen, indien de goede Heer Zijn speciale genade voor mij niet had getoond.

Als ik het niet verkeerd voorheb, heb ik Zijne Excellentie in hetzelfde relaas ook verteld hoe mijn moeder gewend was om de catechismus, tijdens de siësta’s in de zomer, bij te brengen aan haar kinderen. Tijdens de winter kregen we onze les ’s avonds, na het avondeten, toen we allen rond de haard zaten, kastanjes en alle soorten eikels aan het eten en het roosteren.

Lucia’s Eerste Communie

De dag die de parochiepriesters hadden vastgelegd voor de plechtige Eerste Communie van de kinderen van de parochie, kwam dichterbij. Met de kennis in het achterhoofd dat ik de Catechismus reeds kende en ook reeds zes jaar oud was, dacht mijn moeder dat ik nu reeds mijn Eerste Communie kon doen. Daarom zond zij mij mee met mijn zus Carolina naar de Catecheselessen die de parochiepriester aan de kinderen gaf, als voorbereiding voor deze grote dag. Ik ging steeds stralend van geluk in de hoop om spoedig mijn God voor de eerste maal te mogen ontvangen. De priester gaf zijn les en zat vooraan neer op een verhoog. Hij riep mij bij hem en als het een of ander kind niet kon antwoorden op zijn vraag, vroeg hij aan mij om het antwoord in de plaats te geven, om hen zo in verlegenheid te brengen.

De laatste dag voor de Eerste Communie, de grote dag, was gekomen en de priesters had verteld dat alle kinderen naar de kerk moesten komen in de voormiddag om zo zijn uiteindelijke beslissing te kunnen maken wie zijn Eerste Communie mocht doen. U kunt zich voorstellen hoe teleurgesteld ik was toen hij me naast hem riep, me streelde en zei dat ik moest wachten tot ik zeven jaar was! Ik begon onmiddellijk te wenen, en net zoals ik bij mijn eigen moeder zou hebben gedaan, lag ik mijn hoofd op zijn knieën en snikte. Net op dat moment kwam er een andere priester, die geroepen was om te helpen met de biecht, de kerk binnen. Toen hij mij zo zag liggen vroeg hij om de reden van mijn tranen. Toen hij alles had vernomen, nam hij me mee naar de sacristie en het mysterie van de Eucharistie. Daarna nam hij mij bij de hand en bracht mij bij de parochiepriester en zei: "Vader Pena, u mag dit kind haar Communie laten doen. Zij begrijpt beter dan de anderen wat zij doet." "Maar zij is maar pas zes jaar oud," wierp de goede priester tegen. "Dat geeft niet! Ik neem de verantwoordelijkheid daarvoor op mij." "Dan is het goed," zei de goede priester tot mij: "Ga nu maar gauw uw moeder vertellen dat u morgen uw Eerste Communie mag doen."

Ik kan nooit de vreugde uitdrukken die ik toen voelde. Met de handen klappend, rende ik naar huis om het goede nieuws aan mijn moeder te vertellen. Onmiddellijk bereidde zij mij voor op de Biecht van die namiddag. Mijn moeder nam mij naar de kerk en toen we aankwamen vertelde ik haar dat ik bij de andere priester wou te biechten gaan. Zo gingen we naar de sacristie, waar hij op een stoel de biecht hoorde. Mijn moeder knielde voor het hoogaltaar, naast de sacristie, neer, samen met de andere moeders die met hun kinderen aan het wachten waren voor de biecht. Het was daar, voor het Heilig Sacrament, dat mijn moeder mij de laatste aanbevelingen gaf. Onze Lieve Vrouw van de Rozenkrans lachte naar Lucia, toen het mijn beurt was. Ik ging en knielde neer aan de voeten van Onze Lieve Heer, die daar vertegenwoordigd was door zijn dienaar en de vergeving voor mijn zonden afsmeekte. Toen ik had gebiecht, zag ik dat iedereen lachte.

Mijn moeder riep mij naar haar toe en zei: "Mijn kind, weet u dan niet dat de biecht iets geheim is en fluisterend wordt gedaan? Iedereen heeft u gehoord! Er was maar één ding dat niemand kon horen en dat is wat u op het einde zei." Op de weg naar huis ondernam mijn moeder enkele pogingen om, wat zij "het geheim van de biecht" noemde, te ontdekken. Maar het enige antwoord dat ze kreeg was een volledige stilte. Nu ga ik hoe dan ook het geheim van mijn eerste Biecht verklappen. Na mij te hebben gehoord, zei de priester de volgende woorden tot mij: "Mijn kind, uw ziel is de tempel van de Heilige Geest. Hou ze steeds rein zodat Hij Zijn Goddelijke handelingen erin kan plaatsen."

Toen ik deze woorden hoorde, voelde ik een volle eerbied in mijn binnenste en vroeg ik mijn vriendelijke biechtvader wat ik verondersteld werd te doen: "Kniel niet voor Onze Lieve Vrouw en vraag Haar, met groot vertrouwen, om zorg te dragen voor uw hart, om het voor te bereiden om morgen op een waardige manier Haar geliefde Zoon te mogen ontvangen, en uw hart alleen aan hem voor te behouden!" In de Kerk bevond er zich meer dan een beeld van Onze Lieve Vrouw, maar daar mijn zussen steeds zorgden voor het altaar van Onze Lieve Vrouw van de Rozenkrans, ging ik gewoonlijk daar bidden. Daarom ging ik ook nu daarheen om haar, met de volle vurigheid van mijn ziel, te vragen om mijn arme ziel allen voor te behouden voor God. Toen ik dit nederig gebed, met mijn ogen op het beeld gericht, bleef herhalen, leek het alsof Ze glimlachte en mij met een liefdevolle blik en een vriendelijk gebaar verzekerde dat Zij dat zou doen. Mijn hart stroomde over van geluk en ik kon nauwelijks nog een woord uitbrengen.

Vurig afwachten

Die nacht maakten mijn zussen voor mij een wit kleed en een haarkrans. Wat mij aangaat, ik was zo gelukkig dat ik niet kon slapen en het leek alsof de uren nooit zouden voorbijgaan! Ik ging hen dan ook altijd vragen of de dag al gekomen was, of ze wilden dat ik mijn kleed paste of mijn haarkrans, en zo verder.

De gelukkige dag was eindelijk aangebroken, maar hoe lang duurde het eer het negen uur was! Ik deed mijn witte kleed aan en dan nam mij zus Maria me naar de keuken om de genade van mijn ouders te vragen, om hun handen te kussen en hun zegen te vragen. Na deze kleine ceremoniële gebeurtenis, gaf mijn moeder mij haar laatste aanbevelingen. Zij vertelde mij wat ik aan Onze Heer moest vragen wanneer ik Hem in mijn hart had ontvangen: "Vraag Hem boven alles om van u een heilige te maken." Daarna wenste ze mij geluk. Haar woorden maakten zo’n onuitwisbare indruk op mijn hart dat ze ook de eerste woorden waren die ik tot de Heer richtte, toen ik Hem ontving. Zelfs vandaag lijk ik nog de echo te horen van mijn moeders stem die deze worden herhaalt. Toen ging ik met mijn zussen en mijn broer naar de kerk en ik werd de hele tijd in hun armen gedragen zodat niet het minste beetje stof van de weg mijn kleed zou vuil maken.

Van zodra we in de kerk waren, ging ik lopen om te knielen voor het altaar van Onze Lieve Vrouw om mijn verzoek te hernieuwen. Dan bleef ik nadenken over de glimlach van gisteren van Onze Lieve Vrouw, tot mijn zussen mij kwamen zoeken en me meenamen naar de aangeduide plaats. Er was een groot aantal kinderen, netjes opgesteld in vier rijen, twee voor de meisjes en twee voor de jongens, van achteraan in de kerk tot aan het altaar. Als kleinste bevond ik mij het dichtste bij de Engelen bij de leuningen aan het altaar.

De grote Dag

Eens men begonnen was met de Missa Cantata en het grote moment nabij kwam, begon mijn hart harder om harder te kloppen, in afwachting van het bezoek van de Grote God die zou neerdalen uit de Hemel om Zich met mij te verenigen. De parochiepriester kwam naar beneden en ging door de rijen van de kinderen en verdeelde het Brood der Engelen.

Ik had het geluk dit als eerste te mogen ontvangen. Terwijl de priester van de altaartreden kwam, was het of mijn hart uit mijn borst zou springen. Maar van zodra hij de Goddelijke Hostie op mijn tong had gelegd voelde ik een onveranderlijke sereniteit en vrede. Ik voelde mezelf in een bad van zo’n bovennatuurlijke atmosfeer dat de tegenwoordigheid van Onze Lieve Hier mij zo ontvankelijk en klaar als mogelijk was, alsof ik Hemzelf gehoord en gezien had met alle mijn lichamelijke zinnen. Toen richtte ik mijn gebed tot Hem: "O Heer, maak van mij een heilige. Houdt mijn hart steeds rein, voor U alleen." Toen leek het of de Heer de volgende woorden in de diepten van mijn hart plaatste: "De genade die aan u op deze dag wordt verleend zal levend in uw ziel verblijven en de vruchten voortbrengen van het eeuwige leven." Het voelde aan alsof ik getransformeerd was tot God.

Het was bijna 13 uur wanneer de plechtigheid beëindigd was, vanwege een aantal priesters die laattijdig waren, omdat ze van ver moesten komen, de preek en de hernieuwing van de doopbeloften. Mijn moeder kwam mij nogal verstrooid halen, omdat ze vreesde dat ik van zwakte ging flauwvallen. Maar overvloeid door het Brood der Engelen kon ik geen enkel voedsel meer tot mij nemen. Hierna verloor ik de smaak en de aantrekking voor de dingen van de wereld en voelde mij nog enkel thuis in een afgezonderde plaats, waar ik, helemaal alleen, het genoegen van mijn Eerste Heilige Communie weer kon oproepen.

Lucia’s familie

Deze momenten van afzondering waren inderdaad uitzonderlijk. Zoals Zijne Excellentie reeds weet, moest ik op de kinderen letten die ons door de buren warden toevertrouwd; en daarenboven werd mijn moeder, als verpleegster, in de omgeving zo dikwijls gevraagd. Bij minder erge ziekten kwamen de mensen bij ons thuis om advies te vragen, maar wanneer een zieke persoon een huis niet kon verlaten werd aan mijn moeder gevraagd om bij hen thuis te gaan. Vaak bracht ze daar hele dagen en zelfs nachten door. Bij een langdurige ziekte, of als de toestand van de persoon het vereiste, stuurde ze nu en dan mijn zussen om naast het bed van de zieke te blijven tijdens de nacht om zo de familie wat laten tot rust te komen.

Als de zieke persoon de moeder van een jonge familie was, of iemand die het geluid van kinderen niet kon verdragen, dan bracht mijn moeder de kleintjes mee naar huis en werd ik ingeschakeld om op de kinderen te letten. Ik hield mij bezig met hen. Zo leerde ik hen hoe ze de draad moest worden klaargemaakt bij het weven.

En zo hadden we steeds van alles te doen. Meestal werkten er meerdere meisjes in ons huis, die dan kwamen om te leren weven of om kledij te maken. Meestal toonden deze meisjes veel genegenheid voor onze familie en later zeiden ze dat de beste tijd uit hun leven, de tijd was die ze bij ons thuis hadden doorgebracht. Tijdens bepaalde perioden van het jaar moesten mijn zussen in het veld gaan werken tijdens de dag en moesten ze hun weef- en naaiwerk ’s nachts doen. Het avondmaal werd gevolgd door gebeden, die werden geleid door mijn vader en dan begon het werk.

Iedereen had wel iets te doen. Mijn zus Maria ging naar het weefgetouw, mijn vader vulde de spoelen met draad. Teresa en Gloria deden het naaiwerk en mijn moeder deed het spinnen. Carolina en ik gingen, na het opkuisen van de keuken, helpen bij het naaiwerk, droegen de rijgsteken buiten, naaiden knoppen aan, en zo verder. Om de slaperigheid tegen te gaan speelde mijn broer op het accordeon, en we zongen allerlei liedjes mee. Dikwijls vielen de buren in huis om gezelschap te houden, en alhoewel dit hun slaap belette, vertelden ze dat het geluid van onze opgewektheid al hun zorgen deed verdwijnen en hen vervulde van geluk. Ik hoorde meerdere vrouwen soms tot mijn moeder zeggen: "Hoe gelukkig bent u! Wat een lieve kinderen heeft God u geschonken." Toen de tijd kwam om graan te oogsten, scheidden we ’s nachts het kaf.

Soms zat ik boven de berg maïs en elke keer er een donkergekleurde maïskolf verscheen, moest ik iedereen tegen mij aandrukken. Als ik terugkijk weet ik niet meer of de hierboven vermelde feiten die ik met mijn Eerste Communie in verband breng werkelijkheid of enkel de inbeelding van een kind waren. Wat ik wel weet is dat ze altijd tot op vandaag een grote invloed hadden in mijn vereniging tot God. Maar ik weet niet, Zijne Excellentie waarom ik u al deze zaken over ons familieleven vertel. Maar het is God die mij ingeeft om het zo te doen, en hij kent de reden waarvoor. Misschien is het om u te laten zien hoe ik, na zoveel liefde rondom mij te hebben gehad, meer en meer het lijden zou voelen dat de Heer van mij zou vragen. Zoals Zijne Excellentie mij heeft gevraagd om een relaas te geven van al het lijden dat de Heer mij heeft gezonden en van alle genaden die de Heer mij heeft geschonken, denk ik het beter is alles te vertellen zoals het gebeurd is. Bovendien voel ik mij er vredig en rustig bij, omdat ik weet dat Zijne Excellentie alles zal vernietigen wat niet tot Gods of Maria’s meest Heilige eer strekt.

De Verschijningen: Lucia, de herderin

Dit is hoe de dingen geschieden tot ik zeven jaar oud was. Toen besloot mijn moeder dat ik de schapen zou hoeden. Mijn vader, noch mijn zussen, waren het ermee eens. Zij hadden mij zo lief en zo wilden ze in mijn geval een uitzondering. Mijn moeder gaf echter niet toe: "Zij is zoals de anderen," zei ze, "Caroline is reeds twaalf jaar en kan reeds beginnen werken in de velden, of anders leren voor weefster of naaister, wat ze verkiest." De hoede over onze kudde werd dus mijn taak. Het nieuws dat ik voortaan een herderinnetje zou zijn verspreidde zich vlug onder de andere herdertjes: bijna iedereen kwam langs en bood aan om mijn gezel te zijn. Ik zei "ja" aan iedereen en kwam met allen overeen om elkaar te ontmoeten aan de helling van de Serra. De volgende dag was de Serra één massa schapen met hun herders, alsof er een wolk op was neergedaald.

Maar ik voelde mij ziek tussen al deze herrie. Daarom koos ik drie meisjes uit de herdertjes om mij voortaan te vergezellen en zonder tegen iemand een woord te zeggen hadden we afgesproken om onze schapen op het grasland op de hellingen aan de overkant te laten grazen. Het waren Teresa Matias, haar zus Maria Rosa en Maria Justino. En zo vertrokken we de volgende dag naar de heuvel die gekend stond als de Cabeco. We gingen langs de noordelijke helling. Valinhos is een plaats die Zijn Excellentie reeds kent bij naam en ligt aan de zuidelijke kant van dezelfde heuvel. Aan de oostelijke kant is de grot waar ik reeds over gesproken heb in mijn uiteenzetting over Jacinta. Samen met onze kudden, klommen we tot bijna bovenaan de heuvel. Vanaf daar strekten er zich tot aan de vallei beneden een grote oppervlakte olijfbomen, eiken, pijnbomen, steeneiken, en zo verder, uit.

Een raadselachtig voorteken in 1915

Rond de middag gebruikten we ons middagmaal. Hierna nodigde ik de meisjes uit om samen de Rozenkrans te bidden, waarmee ze enthousiast instemden. We waren amper begonnen of we zagen daar, vóór onze ogen, een figuur zweven in het licht boven de bomen. Het leek op een beeld uit sneeuw, bijna doorzichtig door de stralen van de zon.

"Wat is dat?" vroeg ik hen, enigszins bevreesd.

"Ik weet het niet!"

We vervolgden met bidden, met onze ogen gericht op de figuur voor ons, en toen ons gebed was beëindigd, verdween ook de figuur. Zoals gebruikelijk zei ik niets, maar mijn vriendinnetjes hadden thuis verteld wat er was gebeurd van zodra ze waren teruggekeerd. Het nieuws had zich vlug verspreid en op een dag, toen ik thuis aankwam, werd ik door mijn moeder ondervraagd: "Kijk eens! Er wordt gezegd dat jullie iets of wat dan ook hebben gezien daarboven. Wat was het dat u hebt gezien?"

"Ik weet het niet," zei ik, "het leek op een persoon, gewikkeld in een laken!" Omdat ik geen gelaatstrekken kon waarnemen, voegde ik hieraan toe: "Er waren geen ogen, noch handen uit af te leiden."

Mijn moeder maakt een einde aan de hele zaak met een gebaar van "kinderlijke onzin!"

Na enige tijd keerden we met onze kudde naar dezelfde plaats terug en precies hetzelfde deed zich opnieuw voor. Opnieuw vertelden de meisjes het hele verhaald. Na een korte tijd gebeurde het opnieuw. Het was de derde keer dat mijn moeder van deze feiten had gehoord, zonder dat ik er zelf thuis een woord over had gezegd. Ze riep mij daarom, nogal onwelgevallig, bij haar, en vroeg: "Zeg nu meer eens wat jullie meisjes daarboven hebt gezien?"

"Ik weet het niet moeder. Ik weet niet wat het is."

Sommigen begonnen de spot met ons te drijven. Mijn zussen, die zich herinnerden zich dat ik mij, na mijn Eerste Communie, nogal vreemd gedroeg, vroegen minachtend: "Ziet u iets dat in een laken is gewikkeld?"

Ik voelde deze minachtende woorden en gebaren nogal scherp aan, want anders werd ik steeds geliefkoosd. Maar dit was zo onwerkelijk. U ziet, ik wist niet wat de Goede Heer voor mij had voorbehouden in de toekomst.

Verschijningen van de Engel in 1916

Rond deze tijd, zoals ik Zijne Excellentie reeds heb medegedeeld, zochten en bekwamen Francisco en Jacinto van hun ouders de toestemming om zorg te dragen over hun eigen kudde. Zo verliet ik mijn goede gezellinnetjes om mij de in plaats hiervan bij mijn neefje, Francisco en bij mijn nichtje, Jacinta, te vervoegen. Wij vermeden de Serra om niet alle overige herdertjes achter ons aan te krijgen en we spraken af om onze kudde uit te laten op de eigendommen van mijn oom en tante en van mijn ouders.

Op een dag lieten wij onze schapen los op een land dat aan mijn ouders toebehoorde en dat aan voet van de oostelijke zijde van de helling lag, wat ik reeds vermeld heb. Deze eigendom noemde Chousa Velha. Van zodra we in de voormiddag aankwamen, begon er een lichte motregen te vallen, zo licht dat het als mist leek. We gingen de heuvel op, volgden onze kuddes en zochten naar een overhangend stuk rots om te schuilen. Dit was dus de eerste maal dat wij deze gezegende holte tussen de rotsen binnentraden. Het was midden een olijfbosje, dat aan mijn peter Anastacio toebehoorde. Van daaruit kon men het kleine dorpje zien waar ik was geboren en ook de gehuchten Casa Velha en Eira da Pedra. Het bosje strekte zich verder uit, over het grondgebied van verschillende eigenaars, tot de grenzen van de gehuchtjes.

We brachten ginds de dag door, tussen de rotsen, ondanks dat het niet meer regende en de zon klaar en helder scheen. We aten ons middageten op en baden de Rozenkrans. Ik ben er niet zeker meer van of we die dag de Rozenkrans baden op de wijze die ik aan Zijne Excellentie reeds heb verteld, door enkel de woorden "Weesgegroet Maria" en "Onze Vader" te zeggen op elk kraaltje, zo groot was onze verlangen naar het spelen. Onze gebed was beëindigd en we begonnen met de steentjes te spelen. We genoten maar een kleine poos van het spel, want een sterke wind schudde de bomen plots heen en weer. We keken geschrokken op om te zien wat er gebeurde, want de dag was anders ongewoon kalm. Toen zagen we boven de olijfbomen, de figuur waar ik reeds heb over gesproken, naar ons toekomen. Jacinta en Francisco hadden deze figuur nog niet gezien, noch had ik er hen ooit over gesproken. Terwijl de figuur naderde, konden wij de gelaatstrekken waarnemen. Het was een jonge man van een grootse schoonheid, zo’n veertien tot vijftien jaar oud, witter dan sneeuw, en, bij zonneschijn, zo doorzichtig als kristal. Toen hij ons bereikte, zei hij: "Wees niet bevreesd! Ik ben de Engel van de Vrede. Bid met mij."

We knielden neer op de grond en hij boog zich voorwaarts neer tot zijn voorhoofd de grond raakte, en hij deed ons de volgende woorden drie maal herhalen: "Mijn God, Ik geloof en stel mijn hoop in U, Ik aanbid U en ik hou van U! Ik vraag vergiffenis voor zij die niet in U geloven en hun hoop stellen, U niet aanbidden en niet van U houden." Toen hij zich oprichtte, zei hij: "Bid nu. De Harten van Jezus en Maria zijn aandachtig voor de woorden van uw verzoeken." Zijn woorden griften zich zo diep in onze geesten dat we ze nooit meer konden vergeten. Van dan af, brachten we lange perioden door in de houding van de Engel, en herhaalden zijn woorden, tot we soms uitgeput waren. Ik waarschuwde Francisco en Jacinta meteen dat dit moest geheim worden gehouden. Godzijdank stemden zij hiermee in.

Enkele weken gingen voorbij en de zomer kwam, toen we naar huis moesten voor de siësta. Op een dag speelden we op de paveien van de bron, aan het diepste punt van de tuin van mijn ouders, die we de Arneiro noemden [ik heb deze bron reeds vermeld aan Zijne Excellentie in mijn relaas over Jacinta]. Plots zagen we naast ons dezelfde figuur, of liever, de Engel, zoals het mij leek.

"Wat bent u aan het doen?" vroeg hij. "Bid, bid heel veel! De meest Heilige Harten van Jezus en Maria hebben plannen van genade met u. Bied voortdurend de Meest Heilige gebeden en opofferingen aan."

"Hoe moeten we opofferingen maken?" vroeg ik.

"Maak van alles wat u kan een opoffering en schenk het aan God als een daad van herstel voor de zonden door dewelke hij wordt beledigd en met de bekering van de zondaars als verzoek. Zo zult u vrede doen neerdalen over uw land, waarvan ik de Beschermengel ben, de Engel van Portugal. Boven alles, aanvaard en draag met nederigheid het lijden dat de Heer u zal zenden."

Een aanzienlijke tijd ging voorbij, tot we op een dag onze schapen uitlieten op een eigendom van mijn ouders, op de helling van de heuvel die ik reeds heb vermeld, een beetje hogerop dan de Valinhos. Het is een olijfbos, Preguiera, genaamd. Na ons middageten besloten we om te gaan bidden in de holte tussen de rotsen aan de andere kant van de heuvel. Om tot daar te komen, gingen we rond de helling en moesten bij over een aantal rotsen boven Pregueira klimmen. De schapen konden maar met de grootste moeite over de rotsen klauteren.

Van zodra we daar waren, knielden we neer, met onze voorhoofden tot aan de grond, en begonnen het gebed van de Engel te herhalen: "Mijn God, Ik geloof en stel mijn hoop in U, Ik aanbid U en ik hou van U! Ik vraag vergiffenis voor zij die niet in U geloven en hun hoop stellen, U niet aanbidden en niet van U houden." Ik weet niet hoe dikwijls we dit gebed hadden herhaald, toen er plots een buitengewoon licht op ons scheen. We sprongen op om te zien wat er gebeurde en aanschouwden de Engel. In zijn linkerhand droeg hij een Kelk, met de zwevende Hostie erboven, uit dewelke enkele druppels Bloed in de Kelk dropen. De Engel liet de Kelk zwevend in de lucht hangen en knielde naast ons neer en deed ons drie maal herhalen: "Meest Heilige Drievuldigheid, Vader, Zoon en Heilige Geest, Ik aanbid u diep en ik offer U het meest dierbare Lichaam, Bloed, Ziel en de Goddelijkheid van Jezus Christus aan, aanwezig in alle tabernakels ter wereld, tot herstel van de gewelddaden, de onteringen en de onverschilligheid waarmee Hijzelf werd beledigd. En door de onmetelijke verdiensten van Zijn meest Heilige Hart en het Onbevlekte Hart van Maria, smeek ik U om de bekering van de arme zondaars." Daarna, bij het oprichten, nam hij de Kelk en de Hostie in zijn handen. Hij overhandigde mij de Heilige Hostie en verdeelde het Bloed van de Kelk tussen Jacinta en Francisco, met de volgende woorden: "Neem en drink het Lichaam en Bloed van Jezus Christus, afschuwelijk beledigd door ondankbare mensen! Herstel hun misdaden en troost uw God." Opnieuw wierp hij zich op de grond en herhaalde nogmaals drie maal met ons, hetzelfde gebed: "Meest Heilige Drievuldigheid, Vader, Zoon en Heilige Geest, Ik aanbid u diep en ik offer U het meest dierbare Lichaam, Bloed, Ziel en de Goddelijkheid van Jezus Christus aan, aanwezig in alle tabernakels ter wereld, tot herstel van de gewelddaden, de onteringen en de onverschilligheid waarmee Hijzelf werd beledigd. En door de onmetelijke verdiensten van Zijn meest Heilige Hart en het Onbevlekte Hart van Maria, smeek ik U om de bekering van de arme zondaars." Hierop verdween hij. We bleven nog een lange tijd in deze houding en herhaalden deze woorden opnieuw en opnieuw. Toen we ten laatste opstonden, bemerkten we dat het reeds donker was en dus ook tijd om terug te keren naar huis.

Problemen thuis

Hier ben ik dan, Zijne Excellentie, aan het einde gekomen van mijn drie jaren als herderin, van wanneer ik zeven tot wanneer ik tien jaar oud was. Tijdens deze drie jaren onderging ons huis, zowel als onze parochie, een totale verandering. Eerwaarde Vader Pena was niet langer parochiepriester en was vervangen door Eerwaarde Vader Boicinha. Toen deze zeer ijverige priester zag dat zo een heidense gewoonte als het eindeloze dansen te gebruikelijk was in de parochie, begon hij er zich onmiddellijk van op zijn preekstoel tegen te verzetten. Ook op straat en in de huizen, liet hij geen gelegenheid voorbijgaan om in te gaan tegen deze slechte gewoonte. Van zodra mijn moeder vernam dat deze goede priester op de wijze optrad, verbood ze mijn zus om nog langer deze amuzementen bij te wonen. En zoals altijd, leidde het voorbeeld van mijn zussen tot de opvolging door anderen en geleidelijk aan stierf de gewoonte dus uit. Hetzelfde gebeurde onder de jonge kinderen, die naar kleine aparte dansgelegenheden gingen, zoals ik reeds aan Zijne Excellentie heb uitgelegd, in mijn schrijven over de nichtje Jacinta.

In verband hiermee, merkte iemand aan mijn moeder op: "Tot nu was het geen zonde om te dansen, maar enkel omdat we een nieuwe parochiepriester hebben, is het een zonde geworden. Hoe kan dat nu?" "Ik weet het niet," antwoordde mijn moeder: "Alles wat ik weet is dat de priester niet wil dan ze dansen en zo gaan mijn dochters niet meer naar zulke gelegenheden. Ik laat hen dan een beetje binnen de familie dansen, omdat de priester zegt dat dit geen kwaad kan." Tijdens deze periode, verlieten mijn twee zussen het huis, na het sacrament van het huwelijk. Mijn vader was in slecht gezelschap terechtgekomen en door zijn zwakheid verloren we een deel van onze eigendom. Toen mijn moeder er zich van bewust werd dat onze middelen en levensonderhoud verminderden, loste ze dit op door mijn twee zussen, Gloria en Carolina, als diensters te laten werken. Thuis bleef er enkel mijn broer over om te passen op onze overblijvende velden, om zorg te dragen voor mijn moeder, het huis en mijzelf en om onze schapen naar de weide te brengen. Mijn arme moeder leek in het midden van tegenspoed terechtgekomen te zijn. Toen we op een avond rond het haardvuur zaten te wachten op mijn vader voor het avondmaal, keek mijn moeder naar de lege plaatsen van mijn zussen en zei met diepe droefheid: "Mijn God, waar is al die vreugde van ons huis heengegaan?" Daarna barste ze in tranen uit en legde haar hoofd te rusten op de kleine tafel naast haar. Mijn broer en ik weenden mee.

Het was een van de droevigste taferelen die ik ooit meemaakte: verlangend uitkijkend naar mijn zussen en mijn moeder zo ellendig te zien. Dit deed mijn hart breken. Ook al was ik nog maar een kind, ik begreep precies de situatie waar we waren in beland. Toen herinnerde in mij de woorden van Engel: "Boven alles, aanvaard nederig de opofferingen die de Heer u zal zenden." Op zulke momenten trok ik mij gewoonlijk terug naar een andere plaats en liet ik haar alleen om mijn moeders lijden niet te vergroten. Deze plaats was dan gewoonlijk onze bron. Daar leunde ik op mijn knieën over de rand van de stenen en ik kon geen woord uitbrengen. Mijn tranen vermengden zich met het water beneden en ik offerde mijn lijden op aan God. Soms vonden Jacinta en Francisco mij in deze staat, in bitter verdriet. Ik kon geen woord uitbrengen want mijn stem was afgesneden door mijn wenen en zij deelden mijn lijden tot zo’n hoogte dat ze ook overvloedig begonnen wenen. Toen zei Jacinta luidop: "Mijn God, onze offers zijn een daad van herstel en voor de bekering van de zondaars. Aanvaard al leed en onze opofferingen." De formule van de opoffering was niet altijd precies dezelfde, maar de betekenis was wel dezelfde.

Zoveel lijden begon de gezondheid van mijn moeder te ondermijnen. Zij kon niet langer werken en zij vroeg mijn zus Gloria om voor haar en het huis te zorgen. Alle artsen en dokters uit de omgeving waren reeds bezocht. We hadden toevlucht voor elke ziekte, maar er was geen enkele verbetering te merken. De goede parochiepriester bood mijn moeder aan om haar mee te nemen met zijn ezelskar, om in Leiria de dokter te raadplegen. Vergezeld door mijn zuster trok zij naar Leiria. Maar ze keerde halfdood van haar reis terug, uitgeput van zo vele raadplegingen, zonder enig resultaat of wat ook. Uiteindelijk werd er een dokter S. Mamede geraadpleegd. Hij verklaarde dat mijn moeder een verzwakking had aan het hart, een verschoven ruggenwervel en falende nieren. Hij schreef haar een rare behandeling voor met roodhete naalden en van alles en nog wat en dit bracht wel enige verbetering aan haar toestand.

Dit waren de dingen thuis bij ons toen de dertiende mei van 1917 aankwam. Het was ook rond deze tijd dat mijn broer de leeftijd had bereikt om zich in te laten schrijven voor het leger. En daar zijn gezondheid goed was, hadden we elke reden om aan te nemen dat hij zou aanvaard worden. Daarnaast, was er oorlog en zou het moeilijk zijn om voor hem een uitzondering te verkrijgen. Mijn moeder die bang was om er thuis alleen voor te staan en niemand had om om het land te latten, vroeg eveneens aan mijn zus Carolina om naar huis te komen. Ondertussen beloofde de peter van mijn broer om zijn uitzondering voor hem te bekomen. Hij sprak enkele woorden met de dokter die verantwoordelijk was voor zijn medisch onderzoek en aldus verleende de Heer mijn moeder deze verlichting.

Verschijningen van Onze Lieve Vrouw

Ik ga niet langer de beschrijving van de verschijning van 13 mei uitstellen. Het is u wel bekend, Zijne Excellentie, en het zou verloren tijd zijn om er heel diep op in te gaan. U weet ook hoe mijn moeder zich bewust werd van wat er gebeurde, en ze zou niets sparen om me te doen toegeven dat ik loog. We kwamen overeen om de woorden die Onze Lieve Vrouw tot ons gesproken had, die dag, te zeggen. Na ons te hebben beloofd om ons naar de Hemel te nemen, vroeg Zij: "Bent u bereid zichzelf op te offeren om al het lijden te dragen dat God u zal zenden, als een daad van herstel voor de zonden door dewelke Hij zo erg beledigd wordt en te bidden voor de bekering van de zondaars?" "Ja, dat willen wij," was ons antwoord. "Dan zult u veel te lijden hebben, maar Gods genade zal uw troost zijn."

Op 13 juni, het feest van de Heilige Antonius, waren er steeds grote festiviteiten in onze parochie. Op die dag lieten we gewoonlijk onze kudde heel vroeg in de morgen buiten, om hen om negen uur ’s ochtend reeds op te sluiten. Toen gingen we naar de "festa." Mijn moeder en mijn zussen, die wisten hoezeer ik van een festa hield bleven maar zeggen: "We moeten nog zien dat u de festa verlaat om naar de Cova de Ira te gaan om tegen die Dame te praten!" Op die dag zal niemand een woord tot mij. Insofa en ik waren bezorgd. Zij deden alsof ze wensten te zeggen: "Laat haar alleen, en we zullen spoedig zien wat ze doet."

Ik liet de kudde bij dageraad uit met de bedoeling om tegen negen uur terug te zijn en naar de mis te gaan van tien uur, en daarop naar de Cova da Ira. Maar de zon was nog maar op of mijn broer kwam mij roepen. Hij vertelde mij om terug naar huis te gaan omdat er verschillende mensen waren gekomen om mij te spreken. Hij bleef bij de kudde en ik ging kijken wat ze wilden. Ik zag een aantal mannen en vrouwen, die kwamen uit plaatsen als Minde, Tomar, Carrascas, Boleiros, en zo verder. Ze wensten me te vergezellen naar de Cova de Ira. Ik vertelde hen dat het nog vroeg was en nodigde hen uit tot de mis van acht uur. Daarop keerde ik naar huis terug. Deze goede mensen wachtten ondertussen in de tuin, in de schaduw van onze vijgenbomen. Mijn moeder en mijn zussen hielden hun minachtende houding aan, en dit brak mijn hart, want het was inderdaad even pijnlijk als de beledigingen. Rond elf uur verliet ik het huis en naar het huis van mijn oom, waar Jacinta en Francisco reeds op mij aan het wachten waren. Toen ging het rechtstreeks richting Cova de Ira, voor het langverwachte ogenblik. Al deze mensen volgden ons en vroegen duizenden vragen. Die dag was ik bedolven van bitterheid. Ik kon zien dat mijn moeder diep verward was en ze zou alles doen wat binnen haar mogelijkheden lag om mij te doen toegeven dat ik loog. Ik wou allemaal zo graag doen wat ze wou, maar de enige manier om dit te doen was door een leugen te vertellen. En vanuit de wieg, heeft ze steeds haar kinderen de grote gruwel van de leugen voorgehouden en iedereen die onwaarheden durfde te zeggen zou streng worden gestraft.

"Ik heb altijd geweten," zei ze dikwijls, "dat mijn kinderen steeds de waarheid spraken en moet ik nu mijn jongste dochter met zoiets zien laten aandraven? Als het maar een kleine, kleine leugen was ...! Maar een leugen van deze afmetingen, die zoveel mensen misleidt en hen allemaal hierheen leidt!" Na deze bittere klachten, draaide ze zich tot mij en zei: "Maak uw besluit over wat u wenst! Ofwel ontdoet u zich van al dit bedrog door de mensen te vertellen dat u hebt gelogen, ofwel sluit ik u op in een donkere kamer waar u zelfs het licht van de zon niet kunt zien. Na al deze moeilijkheden die ik heb meegemaakt, moet mij nu zoiets overkomen!" Mijn zussen zaten allen naast mijn moeder en rondom mij was de sfeer er een van geringschatting en misprijzen.

Toen herinnerde ik mij de oude dagen en zei bij mezelf: "Waar is al de genegenheid nu heen die mijn familie tot voor kort voor mij toonde?" Mijn enige troost was te wenen voor de Heer en Hem deze opoffering te schenken. Het was op deze dag dat, bijkomend op wat ik reeds heb verteld, Onze Lieve Vrouw, alsof ze kon raden wat er gaande was, tot mij zei: "Lijdt u veel? Verlies de moed niet. Ik laat u nooit in de steek. Mijn Onbevlekte Hart zal uw toevluchtsoord zijn en de weg die u tot God zal leiden."

Toen Jacinta mij in tranen zag, wou zij me troosten: "Ween niet. Zeker zijn dit de beproevingen waarover de Engel het had die God tot ons zou zenden. Daarvoor dient uw lijden, voor uw herstel tot Hem en voor de bekering van de zondaars."

Lucia’s twijfels en verzoeken

Rond deze tijd kwam onze parochiepriester te weten wat er allemaal gebeurde en vroeg mijn moeder om mij mee te nemen naar zijn pastorie. Het was alsof mijn moeder opnieuw kon ademen, nu ze dacht dat de priester de verantwoordelijkheid voor de gebeurtenissen op zich zou nemen. Daarom zei ze tot mij: "Morgen is het eerste was we gaan doen, naar de Mis gaan en dan gaat u naar de pastorij van de Eerwaarde Vader. Laat hem maar doen om de waarheid te achterhalen, op welke manier ook. Laat hem u straffen. Laat hem doen wat hij maar wenst te doen met u, zolang hij er maar in slaagt u te doen toegeven dat u gelogen hebt. Pas dan zal ik tevreden zijn."

Mijn zussen namen het op voor mijn moeder en vonden eindeloze bedreigingen uit om mij schrik aan te jagen voor mijn gesprek met de parochiepriester. Ik vertelde Jacinta en Francisco er alles over. "Wij gaan ook," antwoordden zij, "De Eerwaarde Vader vertelde aan onze moeder om ons eveneens daarheen te nemen, maar zij heeft zo geen dingen tot ons gezegd. Oh, het geeft niet! Als ze ons verslaan, zullen we lijden uit liefde voor Onze Heer en voor de zondaars."

De volgende dag stapte ik naast mijn moeder zonder de hele weg een woord tot elkaar te spreken. Ik moet toegeven dat ik beefde van de gedachte van wat er stond te gebeuren. Tijdens de Mis offerde ik mijn lijden op aan God. Daarna volgde ik mijn moeder vanuit de kerk naar de pastorij. We begonnen aan de trappen die leidden tot de veranda. We hadden maar een paar treden beklommen toen mijn moeder zich omdraaide en het uitriep: "En verveel mij niet langer meer! Vertel de Eerwaarde Vader dat u gelogen hebt, zodat hij op zondag in de kerk kan zeggen dat het allemaal een leugen was en dat daarmee een einde is gekomen aan de hele zaak. Wat een mooie verhaal is dit! Al het volk loopt naar de Cova de Ira, gewoon om te bidden voor een steeneik."

Vervolgens klopte ze aan de deur. De priestermeid opende en nodigde ons uit om neer te zitten op een zitbank en er te wachten. Tenslotte verscheen de parochiepriester. Hij nam ons in zijn studeerkamer en wenkte mijn moeder om te gaan zitten. Hij bekeek mij vanachter zijn bureel. Toen ik bemerkte dat Zijne Eerwaarde mij heel vriendelijk en rustig ondervroeg, stond ik verbaasd. Ik was nog steeds bevreesd, maar enkel van wat nog moest komen. De ondervraging was heel gedetailleerd en, ik zou durven zeggen, vermoeiend. Zijne Eerwaarde besloot met de korte opmerking: "Het lijkt me niet dat dit een onthulling uit de Hemel is. Het is in dergelijke gevallen gebruikelijk dat Onze Heer de zielen vertelt voor wie deze onthullingen bestemd zijn zodat zij hun biechtvader of parochiepriester rekenschap kunnen geven van het gebeurde. Maar dit kind daarentegen, houdt zoveel mogelijk alles voor zichzelf. Dit kan ook een misleiding van de duivel zijn. We zullen zien. De toekomst zal ons tonen wat we hier allen moeten over denken."

Aanmoedigingen van Jacinta en Francisco

Hoezeer deze insinuatie mij deed lijden, weet enkel God, want enkel Hij kan in het binnenste van het hart kijken. Ik begon te twijfelen dat deze verkondigingen eventueel van de duivel zouden komen, die misschien op deze wijze mijn ziel wou doen verloren gaan. Toen ik de mensen hoorde zeggen dat de duivel altijd onenigheid en verwarring zaait, begon ik waarachtig te twijfelen, daar dat de sfeer in ons huis niet meer dezelfde was, want de vreugde en de vrede was verdwenen, sinds deze dingen begonnen. Welke smart voelde ik! Ik maakte mijn twijfels bekend aan mijn neefje en nichtje. "Neen, het is de duivel niet!" antwoordde Jacinta, "helemaal niet! Er wordt gezegd dat de duivel heel lelijk is en dat hij zich onder de grond bevindt, in de hel. Maar die dame is zo mooi, en we zagen haar opstijgen naar de Hemel!"

Onze Heer maakte hiervan gebruik om mijn twijfels die ik had wat te verminderen. Maar tijdens de loop van de maand verloor ik al mijn enthousiasme om opofferingen en daden van versterving te doen, zodanig zelfs dat ik mijzelf begon af te vragen of het niet beter was om te zeggen dat ik gelogen had, zodat aan alles een einde zou komen. "Doe dat niet!" schreeuwden Jacinta en Francisco het uit. "Ziet u dan niet dat u nu juist een leugen gaat vertellen, en is liegen dan geen zonde?" In deze gemoedstelling kreeg ik bovenop een droom die enkel de duisternis in mijn geest nog deed toenemen. Ik zag de duivel lachen omdat hij mij voor de gek gehouden had, terwijl hij probeerde om mij in de hel te trekken. Terwijl ik mijzelf in zijn klauwen zag, begon ik zo hardop te schreeuwen en op Onze Lieve Vrouw te roepen om hulp, dat ik mijn moeder had wakker gemaakt. Zij was ontdaan en vroeg mij wat er gaande was. Ik kan mij niet meer herinneren wat ik haar antwoordde, maar ik herinner mij wel nog dat ik verlamd was door de angst en dat ik die nacht niet meer kon slapen. Deze droom had mijn ziel bedekt met wolken van angst en lijden. Mijn enige troost was mij terug te trekken en mijn hart te laten uitwenen. Zelfs het gezelschap van mijn neefje en nichtje werd mij een last en daarom begon ik mij ook voor hen te verbergen. De arme kinderen! Ze zochten mij, schreeuwden mijn naam uit en kregen geen antwoord, terwijl ik de hele tijd daar was, dicht in hun baijheid verborgen in een hoek, waar ze nooit zouden gaan zoeken.

De dertiende juli kwam dichterbij en ik had nog steeds twijfels of ik zou gaan. Ik dacht bij mijzelf: "Als het de duivel is, waarop zou ik dan gaan om hem te zien? Als ze me vragen waarom ik niet ga, zal ik zeggen dat ik bevreesd ben voor de verschijning en dat ik daarom niet meer terug ga naar de Cova de Ira." Mijn beslissing was genomen en ik was vastbesloten om er naar te handelen.

Op de avond van de twaalfde begonnen de mensen zich reeds te verzamelen, in afwachting van de gebeurtenissen van de daaropvolgende dag. Daarom riep ik Jacinta en Francisco en vertelde hen over mijn besluit. "Wij gaan," antwoorden zij, "De Dame heeft gezegd dat wij moeten gaan." Jacinta zou uit eigen beweging tot de Dame spreken en zij was zo ontsteld over mijn beslissing, dat zij begon te wenen. "Omdat u niet wil gaan!"

"Neen, ik wil niet gaan! Luister! Als de Dame naar mij vraagt, vertel haar dan dat ik niet ga omdat ik bevreesd ben dat het de duivel is." En zo liet ik hen achter en verborg mij om zo te vermijden om op alle vragen te moeten antwoorden van de mensen die ondertussen waren afgezakt. Mijn moeder dacht dat ik met de kinderen uit het dorp speelde, terwijl ik mij de hele tijd verborgen hield in de braamstuiken van onze buurman, dat aan de Arneiro grensde, een beetje oostwaarts van de bron die ik reeds zo dikwijls heb vermeld. Toen ik die avond thuiskwam, schold zij mij uit: "Wat een mooie schijnheilige bent u, wees daar maar zeker van. Al de tijd die er was voor de schapen te hoeden hebt u verspild om enkel maar te gaan spelen en wie weet wat meer u nog had te doen, want niemand kon u vinden!"

De volgende, wanneer het bijna tijd was om te vertrekken, voelde ik plots, gedreven door een vreemde kracht waar ik amper kon aan weerstaan, dat ik moest gaan. Ik stapte op, belde aan bij mijn nonkel om te zien om Jacinta nog steeds daar was. Ik vond haar in haar kamer, samen met haar broer Francisco, knielend en wenend naast het bed: "Gaat u dan niet?" vroeg ik. "Niet zonder u! Wij durven niet. Ga mee!" Ik antwoordde: "Ja, ik ga mee." Hun gezichten klaarden op van vreugde en samen gingen we op stap. Een massa volk bevond zich lang de weg, wachtend op ons, en enkel met veel hinder konden we uiteindelijk de plaats bereiken. Dit was de dag waarop Onze Lieve Vrouw ons het geheim zou onthullen. Hierna, zei Zij ons, om onze hangende hartstocht opnieuw op te flakkeren: "Offer uzelf op voor de zonden en zeg dikwijls tegen Jezus, vooral wanneer u een opoffering maakt: O Jezus, dit is uit liefde voor U, voor de bekering van de zondaars en tot eerherstel van de zonden tegen het Onbevlekte Hart van Maria."

Vertaling: Chris De Bodt

01-09-1975
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Fatima in Lucia's eigen woorden: Jacinta Marto
Fatima in Lucia's eigen woorden: Jacinta Marto

Jacinta's karakter, haar natuurlijke karaktertrekken

Voor de gebeurtenissen van 1917, vóór de verschijningen die ons intens verenigden, had ik niet meer bijzondere interesse in Jacinta en Francisco, dan in andere kameraadjes. In tegendeel, soms vond ik Jacinta's aanwezigheid nogal onaangenaam vanwege haar humeurigheid. De minste onenigheid tussen de kinderen, was al genoeg voor haar om alleen in haar hoekje te kruipen. "De ezel vastbinden", zoals we zeiden. We probeerden haar te overhalen, te strelen, haar op te beuren, maar dit was niet genoeg om haar terug tot het spel te brengen. Zij diende het spel te kiezen, evenals als haar vriendjes. Haar hart bevond zich echter op de juiste plaats, want God had haar tegelijkterijd ook gezegend met een zacht en vriendelijk karakter, dat haar ook aantrekkelijk en geliefd maakte.

Ik weet niet waarom, maar Jacinta en Francisco hadden een bepaalde voorkeur voor mij en zochten mij steeds eerst op als ze wilden spelen. Zij hielden niet van het gezelschap van andere kinderen en ze vroegen me dikwijls om met hen mee te gaan naar de bron, beneden in de tuin die tot hun ouders behoorde. Eens we daar waren, was het Jacinta die het spel koos, voornamelijk een spel met steentjes en knopen, dat we op de geplaveide stenen speelden, die de bron bedekten, in de schaduw van een olijfboom en twee pruimenbomen. Met de knopen spelen, verwarde me steeds, want telkens we werden binnengeroepen om te eten stond ik op min. Jacinta won altijd. Mijn moeder was hiervoor dikwijls kwaad op mij. Ik diende ze vlug opnieuw aan te naaien, maar hoe kon ik Jacinta overhalen om ze mij terug te geven, want naast het opzetten van pruillippen, had ze nog een ander gebrek, ze was nameijk hebberig. Ze wou alle knopen houden tot het volgende spel, om zo geen eigen knopen te moeten afstaan. Enkel door haar te bedreigen om nooit meer met haar te spelen, kon ik haar overhalen.

Een van mijn oudere zussen kon weven en de andere kon naaien en beiden waren de hele dag thuis. De buren vroegen daarom of hun kinderen bij ons thuis mochten blijven spelen, terwijl zij gingen werken in de velden. De kinderen bleven bij ons spelen, terwijl mijn zussen een oogje in het zeil hielden. Mijn moeder wou dit, hoewel dit meestal verloren tijd was voor mijn zussen. Ik diende op te letten dat de spelende kinderen niet in de vijver vielen in de tuin. Drie grote vijgenbomen beschermden ons voor de brandende zon. Op een dag als deze vroeg Jacinta mij on samen met haar broer naar "haar schuilhoekje" te gaan. Ik vertelde haar dat mijn moeder mij had bevolen om te blijven. Terleurgesteld en berustend zei ze: "natuurlijk, ik zou in uw plaats niet beschaamd willen zijn wanneer de priester u rond Pasen ondervaagt over de katechismus. Alle kinderen waren bij de katechismusles aanwezig, ook Jacinta.

Jacina's gevoeligheden

Op een dag beschuldigde één van de kinderen, het andere van onfatsoenlijk taalgebruik. Mijn moeder berispte hem streng, en zei dat men zulke schunnigheden niet zegt, omdat het een zonde is en men er het kindje Jezus verdriet mee doet, en dat diegenen die zulke zonden begaan en dit niet biechten, naar de hel gaan. De volgende keer dat de kinderen kwamen, zei Jacinta:

Jacinta: Mag u meegaan van uw moeder vandaag?
Lucia: Nee
Jacinta: Dan ga ik met Francisco naar onze tuin.
Lucia: En waarom blijf je niet hier?
Jacinta: Mijn moeder wil niet dat ik bij die andere kinderen blijf. Zij vertelde u mee te vragen om in onze tuin te komen spelen. Ze wil niet dat ik die schunnige praat hoor, dat zonde is en dat het kindje Jezus niet graag hoort.
Jacinta fluisterde hierop Lucia in de oren: "Als uw moeder u laat gaan, kom u dan bij ons spelen?
Lucia: Ja
Jacinta: Ga het haar dan vragen.

Jacinta nam toen haar broer bij de hand en ging naar huis.

Eén van Jacinta's lievelingspelletjes was er eentje waarbij de verliezer moest doen wat de winnaar vroeg. Jacinta hield er van om de verliezer achter de vlinders te doen jagen, er eentje te vangen en tot bij haar te brengen. Een andere keer vroeg ze naar een bepaalde bloem. Op een dag speelden we thuis dit spel en ik won en ik zei haar mijn opdracht. Mijn broer was aan de tafel aan het schrijven. Ik zei haar om hem een knuffel en een kus te geven, maar ze stribbelde tegen: "Neen, niet dat, vraag me wat anders. Waarom vraagt u mij niet om het beeld van Onze Heer ginds te kussen?" Er hing daar een kruisbeeld aan de muur.
"Akkoord", zei ik, "sta op een stoel, breng het kruisbeeld naar hier, kniel en geef Jezus drie dikke knuffels en drie kusjes, ééntje voor Francisco, ééntje voor mij en ééntje voor uzelf."
"Aan Jezus geef ik zo veel kusjes als ik wil", en ze liep naar het kruisbeeld. Zij kuste en knuffelde Hem met zo een toewijding, dat ik dit nooit zal vergeten. Toen keek ze heel aandachtig naar Jezus en vroeg zij:
"Waarom is Onze Heer aan het kruis genageld?"
Ik antwoordde: "Omdat Hij voor ons stierf"
"Vertel me hoe dit gebeurde", vroeg zei, en ik begon te vertellen.

Jacina's liefde voor de Gekruisigde Jezus

Tijdens de avonden vertelde mijn moeder steeds verhaaltjes en mijn vader en mijn oudere zussen vertelden graag sprookjes. Maar mijn moeder verhaalde ook over de Passie, Johannes De Doper, enz...en zo kwam ik verhaal te weten over Jezus' Passie. Eén keer dit verhaal over Jezus' lijden horen was voor mij voldoende om het tot in de details te blijven onthouden. Zo begon ik het "verhaal van de Heer", zoals ik het noemde, woord voor woord aan Jacinta te vertellen. Toen kwam plots een van mijn zussen langs en ze merkte op dat we het kruisbeeld in onze handen hadden. Toen kregen we een standje van haar en ze zei ons dat we zulke heilige dingen niet in onze handen mochten houden.

Toen stond Jacinta op en zei: "Maria, hou op met uw zus uit te schelden! Ik heb het gedaan en ik zal het niet meer doen." Mijn zus streelde mij en vroeg ons om buiten te gaan spelen omdat we nooit iets op zijn plaats konden laten liggen in huis.

Toen ging ik verder met het vertellen van de "verhaal van de Heer". We vonden een plaatsje, verscholen achter wat kastanjebomen, struiken en stenen. Dit werd later "ons plaatsje" voor onze vertrouwelijke gesprekken, onze gebeden, en ook voor onze tranen, soms heel bittere tranen. Om onze rode ogen te verbergen wasten we onze tranen weg met hetzelfde water als uit de bron waaruit we dronken. Stelt deze bron niet precies Onze-Lieve-Vrouw voor, in wiens hart we onze tranen konden drogen en van waaruit we de zuiverste troost konden drinken?

Maar nu terug naar het verhaal. Toen de kleine Jacinta me hoorde vertellen over het lijden van Onze Heer, begon ze te wenen. Van toen af vroeg ze mij dikwijls om het hele verhaal telkens opnieuw te vertellen. Toen zei ze met haar ogen vol met tranen en met een hart vol van verdriet: "Onze arme Lieve Heer. Ik zal nooit meer zondigen. Ik wil niet meer dat Onze Heer nog lijdt."

Jacina kon niet tegen de hitte

Jacinta hield er van om bij het vallen van de avond naar de dorsvloer te gaan, dat zich dichtbij het huis bevond. Vandaar keek ze naar de mooie zonsondergangen en de sterrenhemel. Vooral het zachte maanlicht bracht haar in vervoering. Wij daagden elkaar uit wie het meeste sterren kon tellen. De sterren noemden we engelenlampen, de maan was Maria's lamp en de zon was Jezus' lamp. Hierbij maakte Jacinta soms de opmerking: "Ik hou liever van Maria's lamp, die geeft zoveel hitte niet af en verblindt ons niet". De zon kan er heel sterk schijnen tijdens de zomerdagen en Jacinta, het broze kind, kon de hitte niet verdragen.

Jacinta kijkt en leert

Op een dag was Jacinta gefascineerd toen ze tijdens een kerkelijk feest zag hoe "engeltjes" bloemblaadjes uitstrooiden. Van toen af verliet ze soms de groep om haar schort te vullen met bloembladen. Dan kwam ze terug en strooide deze over mij uit, één voor één.

"Jacinta, waarom doe je dit?"
"Ik doe wat de engeltjes doen: ik bestrooi u met bloembladen."

Elk jaar, ik denk op sacramentsdag, maakte mijn zus de kledij klaar voor de kinderen die de engelen moesten voorstellen in de processie. Dan liepen de engeltjes naast de hemel waaronder de priester liep met Heilig Sacrament. Ik was er altijd bij en op een dag moest ik mijn kleed passen van mijn zus. Ik vertelde Jacinta over het aankomende feest en dat ik bloembaaldjes zou strooien over de kleine Jezus. Daarop drong Jacinta aan of ze mocht meegaan in de processie. Dus gingen we dit samen vragen aan mijn zus. Mijn zus ging akkoord en paste Jacinta's kledij.

Tijdens de repetitie toonde mijn zus hoe de bloemblaadjes over de kleine Jezus werden gestrooid.
"Zullen wij Hem zien?" vroeg Jacinta
"Ja", zei mijn zus, "de parochiepriester zal Hem dragen."

Hierop sprong Jacinta van vreugde een gat in de lucht en bleef maar vragen hoelang het nog duurde voor het feest eraan kwam en toen de langverwachte dag er dan uiteindelijk aan kwam was het kind buiten zichzelf van opwinding. Beiden namen we zo dicht mogelijk bij het altaar plaats. Later, tijdens de processie, liepen we naast de priesterhemel, elk van ons met een mandje vol met bloemblaadjes. Ik strooide mijn blaadjes uit vóór de kleine Jezus, zoals mijn zus mij had verteld, maar hoeveel mijn zus ook bleef gebaren naar Jacinta, het kind strooide haar bloemblaadjes niet uit. Haar blik was volledig op de pastoor geconcentreerd, en daar bleef het bij. Toen de processie voorbij was nam mijn zus Jacinta bij de hand en vroeg haar:

"Jacinta, waarom heb je uw bloemblaadjes niet uitgetrooid voor de kleine Jezus?"
"Omdat ik Hem niet heb gezien! Hebt u Hem soms kunnen zien?"
"Natuurlijk niet. Weet je dan niet dat het kindje Jezus in de hostie niet kan worden gezien? Hij is daarin verborgen en wij ontvangen hem tijdens de Communie."
"En spreek je dan met Hem als je te Communie gaat?"
"Jawel."
"Wel, daarom zie je Hem dan niet?"
"Omdat Hij verborgen is."
"Ik ga aan mijn moeder vragen of ik ook mag de Communie ontvangen."
"De pastoor zal u zeggen dat u moet wachten tot u tien jaar bent."
"Maar u was wel geen tien jaar!"
"Ja, maar ik kende ook de hele catechismus, en jij niet."

En zo moest ik Jacinta èn Francesco de catechismus leren en al spoedig zei Jacinta: "Leer mij meer, dat weet ik al." Ik moet toegeven dat ik enkel dingen over de catechismus kon herinneren als er mij vragen over gesteld werden en toen zei ik: "vraag aan je moeder om u naar de kerk te laten gaan om de catechismus te leren." De twee kinderen, die zo graag de "verborgen Jezus", zoals zij zelf zegden, ontvingen, vroegen dit daarop aan hun moeder en mijn tante ging akkoord, maar meestal liet ze hen niet gaan omdat de kerk een eindje weg was en de kinderen nog heel klein waren. "In ieder geval zal de priester u toch geen Communie geven voor jullie tien jaar oud zijn."

Jacinta hield niet op met vragen stellen over de verborgen Jezus en ik herinner mij hoe ze op een dag vroeg: "Hoe kunnen zoveel mensen tegelijk de verborgen Jezus ontvangen? Is er een klein stukje voor ieder persoon?
"Nee, aboluut niet. Zie je niet dat er vele hosties zijn? Wel, in elke hostie is er een verborgen Jezus."

Ik denk dat ik dat kind heel wat heb wijsgemaakt in die dagen.

Jacinta, de kleine herderin

Ik was nu oud genoeg om op de schapen te letten, juist zoals mijn moeder haar andere kinderen op die leeftijd had uitgestuurd. Mijn zus Carolina was toen dertien jaar en voor haar werd het tijd om te gaan werken. Daarom zond mijn moeder mij uit om op de kudde te passen. Ik vertelde dit nieuws aan Jacinta en Francesco en zei hen ook dat ik voortaan met hen niet meer zou kunnen spelen. Dit konden ze echter niet aanvaarden. Ze gingen meteen aan hun moeder vragen of ze mee mochten gaan, maar het antwoord was "nee". En zo konden we niet anders dan deze scheiding te aanvaarden.

Daarop kwamen ze mij bijna elke avond, bij het vallen van de duisternis, tegemoet. Dan gingen we vlug naar de dorsvloer om de lampen te zien branden van Onze-Lieve-Vrouw en de engelen (de maan en de sterren). Tijdens een maanloze nacht zeiden we dat er geen olie was voor de lamp van Onze Moeder.

Jacinta en Francisco konden er maar niet aan wennen dat ze mij nu elke dag moesten missen en ze bleven daarom bij hun moeder maar aandringen om hen met mij te laten meegaan. Uiteindelijk gaf mijn tante toe, maar dit was meer om van hun gezaag af te zijn, om ook op hun kudde te passen. Opgewonden van vreugde renden ze mij toe om mij te komen vertellen dat we onze kudden bij elkaar konden plaatsen elke dag. Van die dag begon Jacinta's nieuwe leven als kleine herderin.

Hoewel we in de buurt van de schapen bleven, speelden we de hele dag. Jacinta hoorde graag de echo van haar stem in de valleien en één van onze meest favoriete bezigheden was dan ook op de top van de heuvels te klimmen; op de grootste rots te gaan zitten die we kon vinden en zoveel mogelijk namen beginnen roepen, maar de naam die het mooiste weerklonk was "Maria". Soms riep Jacinta dan ook het hele Wees Gegroet uit, waarbij ze telkens wachte tot de echo was verdwenen, om verder te gaan.

Ook zongen we en dansten we graag en elk instrument dat we door de andere herders hoorden bespelen was voor ons een gelegenheid om te dansen en ik moet zeggen dat Jacinta, door haar kleine gestalte, hiervoor uiterst geschikt was.

We moesten van onze ouders de rozenkrans bidden na het eten, maar de dag scheen ons veel te kort voor ons spel en zo vonden we als spoedig een alternatief om vlugger onze rozenkrans te bidden. Bij elke kraal zeiden we enkel "Weesgegroet Maria, Weesgegroet Maria..." en bij het einde van elk mysterie, stopten we even en zeiden we vlug "Onze Vader", en zo hadden we in de kortste tijd onze rozenkrans beëindigd.

Jacinta hield er ook van om de kleine witte lammetjes op haar schoot te nemen, ze zachtjes in haar armen te houden, ze te aaien en te kussen en op haar schouders naar huis te dragen. Op een dag wandelde Jacinta op haar terugtocht in het midden van de kudde: "wat doe je daar in het midden van de kudde?", vroeg ik aan Jacinta. "Ik wil hetzelfde doen als Jezus op de heilig prentje dat ik gekregen heb. Daarop bevindt Hij zich temidden van de schapen en houdt Hij er eentje in zijn armen."

De eerste verschijning

Nu weten jullie ongeveer hoe Jacinta tot die bewuste 13de mei 1917 haar eerste 7 levensjaren doorbracht. Die dag begon klaar en helder zoals de meeste dagen daarvoor. Die dag, het zal wel de Goddelijke Voorzienigheid geweest zijn zeker, besloten we om onze kudde te laten grazen op een weiland van mijn ouders, Cova de Iria genoemd. We kozen ons gebruikelijk weiland aan de Barreira (vijver). Wij moesten eerst door een dor, onvruchtbaar gebied om daar te geraken, wat de dag dubbel zolang maakte. We dienden langzaam te gaan om de schapen de kans te kunnen geven om te grazen en zo was het bijna middag toen we aankwamen.

Ik moet toegeven dat er bepaalde dingen waren van de verschijningen waarover we hadden afgesproken om deze niet openbaar te maken. Nu echter besluit ik hierover te spreken om te kunnen uitleggen waarom Jacinta zo'n uitzonderlijke liefde had voor Jezus, voor het lijden, voor de zondaars, voor wiens redding ze haarzelf zo rijkelijk opofferde. Het was Jacinta zelf, die door de enorme indruk die de verschijning op haar naliet, uiteindelijk die dingen niet kon zwijgen die we besloten hadden om voor ons zelf te houden. Diezelfde namiddag brak Jacinta de stilte door enthousiast uit te roepen:
"O, wat een mooie dame!"
"Ik zie het al aankomen", zei ik, "dit kan je nooit kunnen verzwijgen voor anderen."
"O, nee, zit hier absoluut niet over in."
De volgende dag rende Francesco op mij af om mij te vertellen hoe ze hem alles de nacht ervoor thuis had verteld. Jacinta verroerde geen vin.
"Zie je wat ik dacht dat er ging gebeuren?"
"Er was iets binnen in mij dat mij niet kon tegenhouden", zei ze met tranen in de ogen.
"Wel, ween nu niet meer en vertel aan niemand anders want Onze-Lieve-Vrouw ons heeft gezegd."
"Maar ik heb het hen reeds gezegd."
"En wat heb je gezegd?"
"Ik zei dat de Dame ons beloofd had om ons naar de Hemel te brengen."
"Heb je hen dat verteld?"
"Vergeef mij. Ik zal hierover nooit meer iets zeggen."

Nadenken over de hel

Toen ik die dag het grasland bereikte, zat Jacinta diep na te denken op een stuk rots.
"Jacinta, kom mee en speel."
"Ik wens niet te spelen."
"Waarom niet?"
"Omdat ik nadenk. De Dame vertelde ons om de Rozenkrans te bidden en opofferingen te doen voor de bekering van de zondaars. Daarom moeten we vanaf nu, als we de Rozenkrans bidden het volledige Weesgegroet en het volledige Onze Vader bidden! En de opofferingen? Hoe gaan we die maken?
Onmiddellijk dacht Francesco aan een mooie opoffering: "Laten we ons eten aan de schapen geven. Wij zullen eens overslaan."
In geen tijd lag het hele pakket eten uitgestrooid voor de schapen. En zo vasten we op die dag nog strenger als de meest ascetische kartuizer!
Nog steeds diep in gedachten verzonken bleef Jacinta op het rotsblok zitten en vroeg zij: "De Dame zei ook dat er vele zielen naar de hel gaan! Wat is de hel dan?"
"Dat is zoals een breed diep gat vol met wilde beesten, midden in een groot vuur. Dat is wat mijn moeder mij hierover vertelde en daar gaan de mensen heen die zonden bedrijven en deze niet opbiechten. Zij blijven en branden daar voor eeuwig."
"En komen ze daar nooit meer uit?"
"Neen!"
"Zelfs niet na vele, vele jaren?"
"Neen, de hel is voor eeuwig!"
"En is de Hemel ook voor eeuwig?"
"Ze zijn eeuwig! Begrijp je dit dan niet?"
En zo dachten we voor het eerst na over de hel en de eeuwigheid. Zelfs in het midden van het spel zou Jacinta ons hebben onderbroken om te vragen: "Luister nu eens! Houdt de hel dan niet op na vele, vele jaren?", of anders: "Die mensen die branden in de hel, sterven die dan nooit? En worden ze geen as? Arme zondaars! We moeten bidden en boete doen voor hen!" Daarna ging ze verder: "Hoe goed moet die Dame toch zijn! Zij heeft ons reeds beloofd om ons naar de hemel te nemen."

Bekering van de zondaars

Jacinta nam zich de aangelegenheid van haar opofferingen voor de bekering van de zondaars zo ter harte, dat ze niet de minste gelegenheid liet voorbij gaan. Er waren twee families in Moita waarvan de kinderen deur aan deur gingen om te gaan bedelen. Op een dag, toen we op weg waren met de schapen, kwamen we ze tegen. Onmiddellijk als zij hen zag, zei Jacinta tot ons:
"Laat ons eten afgeven aan deze kinderen. Voor de bekering van de zondaars."
Ze liep naar hen toe en gaf het hen.
Die namiddag vertelde ze me dat ze honger had. Er waren enkele eiken en steeneiken dichtbij. De eikels waren nog tamelijk groen, maar ik vertelde hen dat ze reeds eetbaar waren en zo klom Francesco in de steeneik en vulde zijn zakken. Toen zei Jacinta dat er zich ook eikels aan de gewone eikenbomen bevonden. Die waren bitterder en zou de boete nog groter maken. En zo genoten we die namiddag van onze heerlijke maaltijd. Jacinta maakte hiervan haar gewoonte en nam dikwijls eikels of olijven van de bomen. Op een dag zei ik tot haar:
"Jacinta, eet dat niet! Dat smaakt te bitter!"
"Maar het is omdat ze bitter zijn dat ik ze opeet! Voor de bekering van de zondaars."
Dit waren niet de enige momenten van vasten. Zo hadden we afgesproken dat wanneer we ook arme kinderen zagen, we ons middageten zouden afgeven. Natuurlijk waren die kinderen hiermee heel blij en spoedig stonden ze ons langs de kant van de weg op te wachten. Van zodra Jacinta ze zag, spoedde ze er zich heen om het eten af te geven, gelukkig omdat ze zo kon boete doen. Op dergelijke dagen bestond ons eten uit niets anders dan eetbare denappels en kleine bessen die groeiden op de klokjesbloemen, of zwarte bessen en paddestoelen en enkele andere zaken die we vonden bij de pijnbomen, ik weet niet hoe men dit noemde.
Als er fruit was aan de bomen op het land van mijn ouders, aten we dat fruit op, maar aan Jacinta's drang om opofferingen te doen leek geen einde te komen.
Op een dag bood een buur ons een goed grasland aan voor onze schapen en hoewel het tamelijk veraf gelegen was en het hoogzomer was aanvaardde mijn moeder dit vrijgevig gebaar en zond mij daarheen. Ze vertelde me om 's middags de schaduw van de bomen op te zoeken en er was ook een vijver vlakbij waar de dieren konden gaan drinken.
Op onze weg ontmoetten we onze gebruikelijke arme vriendjes en onmiddellijk bood Jacinta hen ons eten als aalmoes aan. Het was een prachtige dag en de zon gaf een felle gloed. In deze dorre en onvruchtbare woestenij, leek het alsof alles zou worden opgebrand. Wij stikten bijna van dorst en er was geen druppel water in de omtrek te bespeuren om te drinken. In het begon schonken we dit offer graag voor de bekering van de zondaars, maar na de middag konden wij het niet langer volhouden. We zagen een huis tamelijk nabij en ik stelde Jacinta en Francesco voor om er een beetje water te gaan vragen. Ze stemden toe en zo ging ik aan de deur kloppen. Een kleine, oude vrouw gaf mij niet enkel een kruik water, maar ook wat brood dat ik graag aanvaardde. En zo liep ik naar Jacinta en Francesco toe en dan bood ik de kruik aan Francesco aan om te drinken.
"Ik wil niet", antwoordde hij.
"Waarom?"
"Ik wens te lijden voor de bekering van de zondaars."
"En u, Jacinta?"
"Ook ik wens dit offer te brengen voor de bekering van de zondaars."
Ik goot de kruik dan maar uit in de holte van de rotsen zodat de schapen er konden van drinken en ging ze daarna terug dragen aan de eigenaar. De hitte werd echter stilaan ondragelijk. Het scherpe geluid van de krekels en sprinkhanen en het kwaken van de kikkers in de nabijgelegen vijver maakten een tumult dat bijna niet houdbaar was. Jacinta, die al mager is en u nog meer was verzwakt door het gebrek aan eten en drinken, zei tot mij in een eenvoud die haar eigen was:
"Zeg tegen de krekels en de kikkers dat ze moeten stil zijn! Ik heb zo'n hevige hoofdpijn."
Toen zei Francesco tot haar: "Wenst u niet te lijden voor de bekering van de zondaars?"
Hierop antwoordde het arme kind, met het hoofd tussen de handen: "Jawel, laat ze maar verder zingen."

Tegenwerking binnen de familie

Ondertussen had het nieuws over wat er zich afspeelde verspreid. Mijn moeder werd hierdoor erg bezorgd en wou absoluut dat ik alles zou ontkennen. Op een dag, vooraleer ik met de kudde op stap ging, was ze vastbesloten om mij te doen opbiechten dat ik leugens vertelde. Hiervoor waren alle middelen goed: eerst begon ze mij te strelen, daarna te dreigen en uiteindelijk werd de bezemsteel bovengehaald. Het enige antwoord dat ze kreeg was een volledige stilte, of de bevestiging van alles wat ik reeds had gzegd. Hierop mocht ik op stap met de kudde, maar ze maande me streng aan om mij onderweg te bezinnen over het feit dat ze nooit zou toestaan dat haar kinderen leugens zouden verspreiden, en zeker geen leugens van deze aard. Ze waarschuwde mij dat ze nog zou overwegen om mij nog dezelfde avond te dwingen om aan de mensen die ik had "misleid" alles op te biechten, toe te geven dat ik gelogen had en hen mijn verontschuldigingen aan te bieden.
Ik vertrok nu op pad met de schapen en Jacinta en Francesco stonden mij die dag reeds op te wachten. Toen ze mij zagen wenen waren ze bezorgd en vroegen ze mij wat er was gebeurd. Ik vertelde hen alles en voegde hieraan toe: "Vertel me wat ik moet doen? Mijn moeder is vastbesloten om mij ten koste van alles mijn "leugens" te doen opbiechten. Maar hoe kan ik zoiets doen?"
Toen zei Francisco tot Jacinta: "Zie je, het is allemaal uw fout. Waarom hebt u alles aan iedereen liggen uitbazuinen?"
Hierop knielde het arme kind in bittere tranen neer, vouwde haar handen en vroeg ons om haar te vergeven: "Ik heb verkeerd gedaan", zei ze met tranen in haar ogen, "maar ik zal nooit meer iets aan iemand vertellen."
Men kan zu nu afvragen waarom Jacinta zo'n daad van nederigheid beging? Ik weet het niet, maar ongetwijfeld had ze verdriet omdat wij aan onze ouders vergiffenis moesten vragen, of anders, dacht ik, was het Jacinta die grotere genaden had bekomen van Onze-Lieve-Vrouw of een betere kennis had van Gods deugden.
Toen we enige tijd later bij de parochiepriester moesten gaan om ons te laten ondervragen, hield Jacinta de hele tijd het hoofd naar beneden gebogen en enkele met de grootste omzichtigheid kreeg hij één of twee woorden uit haar mond. Eenmaal buiten vroeg ik haar: "Waarom hebt u de pastoor niet geantwoord?"
"Omdat ik jullie beloofd heb om er nooit meer met iemand over te praten!"
Op een dag vroeg zij: "Waarom kunnen wij niet zeggen dat Onze-Lieve-Vrouw ons heeft gevraagd om opofferingen te doen voor de zondaars?"
Mij moeder ergerde zich meer en meer over hoe de zaken zich ontwikkelden, wat leidde tot een nieuwe poging van haar om mij te doen opbiechten dat ik had gelogen. Op een ochtend zei ze mij om naar de pastoor te gaan:: "Als u daar bent, val dan op uw knieën en vertel hem dat u hebt gelogen, en vraag hem om vergiffenis."
Toen wij het huis van mijn tante voorbijkwamen, ging mijn moeder enkele minuten binnen. Dit gaf mij de mogelijkheid om aan Jacinta te vertellen wat er was gebeurd. Toen ze mijn ontreddering zag, barstte ze in tranen uit en zei ze: "Ik ga Francesco roepen! We gaan voor u bidden bij de bron. Wanneer u terugkomt, komt dan naar ginds. Wij zullen op u wachten."
Eenmaal terug, rende ik naar de bron en zag ik hen beiden geknield bidden. Van het moment dat Jacinta me zag, liep ze naar mij toe om mij te knuffelen. Hierop zei ze: "Zie je, wij mogen nooit bevreesd zijn van iets! De Dame zal ons altijd helpen! Zij ziet ons zo graag."
Vanaf het ogenblik dat Onze-Lieve-Vrouw ons bijbracht om onze opofferingen aan Jezus op te dragen, vonden we altijd wel een soort boete uit of spraken we af om een opoffering te doen en vroeg Jacinta: "Hebt u Jezus reeds verteld dat wij dit doen voor Zijn liefde?"
Toen ik zei van neen, antwoordde ze: "Vertel het Hem dan!" en met haar handen gevouwd richtte ze haar ogen naar de hemel en zei ze: "O Jezus, dit is voor Uw Liefde en voor de bekering van de zondaars."

Jacinta's liefde voor de Heilige Vader

Twee priesters die ons ondervroegen, gaven ons de raad om te bidden voor de Heilige Vader. Jacinta vroeg wie de Heilige Vader was. De brave priesters legden uit wie Hij was en hoezeer Hij onze gebeden nodig had. Dit bracht Jacinta zo'n liefde bij voor de Heilige Vader dat, elke keer wanneer ze boete deed voor Jezus, er aan toevoegde: "en ook voor de Heilige Vader". Op het einde van de Rozenkrans zei ze altijd drie Weesgegroetjes voor de Heilige Vader en soms gaf ze de opmerking: "Hoe graag zou ik de Heilige Vader zien! Zo vele mensen komen naar hier, maar nooit de Heilige Vader!" In haar kinderlijke eenvoud, veronderstelde zij dat onze Heilige Vader, net zo goed als de anderen, deze reis kon maken.
Op een dag werden mijn vader en mijn nonkel opgeroepen om, samen met ons drieën, voor de rechter te verschijnen. "Ik neem mijn kinderen niet mee", zei mijn nonkel, "en ik zal nooit toelaten dat zij voor de rechtbank moeten verschijnen want ze zijn veel te jong om verantwoordelijk te zijn voor hun daden, en daarbij is de reis naar Vila Nova de Ourem veel te ver te voet. Ik ga alleen om te zien wat ze willen." Mijn vader dacht hier enigszins anders over: "Wat onze Lucia betreft, ik nem haar mee. Laat haar maar antwoorden, ik begrijp er toch niets van." Uiteraard was deze aangelegenheid goed om ons allen bang te maken.
De volgende dag, toen we voorbij het huis van mijn nonkel kwamen, moesten wij een een aantal minuten wachten op hem. Ik rende ondertussen naar Jaicnta die nog in bed was. In twijfel of we elkaar ooit nog zouden zien, omarmden we elkaar, en in tranen snikte het kind: "Als ze u doden, zeg dan dat Francesco en ik u volgen, en dat ze ons dan ook maar moeten doden. Ik ga nu onmiddellijk naar de bron met Francesco om hard voor u te bidden."
Toen ik 's avonds terugkeerde, liep ik naar de bron en beiden bevonden zich op hun knieën, leunend over de kant van de bron, bitter wenend met het hoofd in de handen. Van het moment dat ze mij zagen, riepen ze verbaasd uit: "Bent u dan toch gekomen? Uw zus is hier zojuist geweest om water te nemen en zij heeft ons verteld dat jullie zijn gedood! Wij baden en weenden zo hard om u."

In de gevangenis van Ourem

Enige tijd later moesten we naar de gevangenis. Jacinta leed het ergste onder het zich verlaten voelen door haar ouders. Haar tranen stroomden langs haar wangen en ze zei: "Noch mijn, noch uw ouders hebben ons reeds komen bezoeken. Zij geven niet meer om ons."
"Ween niet!", zei Francesco, "we kunnen dit opofferen aan Jezus voor de zondaars." Hierop richtte hij zijn ogen naar de hemel en droeg hij dit offer op: "O Jezus, dit is voor Uw Liefde en voor de bekering van de zondaars."
Jacinta voegde hier aan toe: "en ook voor de Heilige Vader en tot herstel van de zonden tegen het Onbevlekte Hart van Maria."
Na een tijd gescheiden te zijn geweest, bevonden we ons opnieuw tezamen in een van de andere kamers van de gevangenis. Toen ze ons kwamen vertellen dat ze ons spoedig zouden komen halen om ons levend te braden, ging Jacinta bij het raam staan om naar de veemarkt te kijken. Ik dacht dat ze eerst haar gedachten hiermee wou afleiden, maar spoedig zag ik dat ze weende. Ik ging bij haar en nam haar in mijn armen en vroeg haar waarom ze weende.
"Omdat we gaan sterven," antwoordde ze, "zonder eerst nog onze ouders te zien, zelfs niet onze moeders". Zij weende bittere tranen en haar ogen en wangen zagen rood: "Ik zou tenminste graag mijn moeder nog een keer zien."
"Wil je dan dit offer niet opdragen voor de bekering van de zondaars?"
"Ja, dat wil ik wel" en met haar ogen vol met tranen richtte ze met gevouwen handen haar gelaat naar de hemel en droeg zij dit offer op: "O Lieve Jezus, dit is uit liefde voor U, voor de bekering van de zondaars, voor de Heilige Vader en tot herstel van de zonden tegen het Onbevlekte Hart van Maria."
De gevangenen die dit zagen probeerden oms ons te troosten: "Maar alles wat u hoeft te doen is het geheim te vertellen. Wat maakt het uit wat de Dame wel of niet wil."
"Nooit!" antwoordde Jacinta vitaal terug, "dan sterf ik liever."

De Rozenkrans in de gevangenis

Hierop besloten wij om de Rozenkrans te bidden. Jacinta nam de medaille van rond haar nek en vroeg aan een medegevangene om deze op te hangen aan een nagel aan de muur. Knielend voor deze medaille, begonnen wij te bidden. De gevangenen baden met ons, voor zover ze konden bidden natuurlijk, maar ze zaten dan toch tenminste geknield voor de medaille. Toen de Rozenkrans was beëindigd, ging Jacinta bij het raam staan en begon opnieuw te wenen.
"Jacinta," vroeg ik, "wenst u dit dan niet op te offeren aan Onze Heer?"
"Jawel, maar ik kan mijn moeder niet uit mijn hoofd zetten en ik kan het niet verhelpen dat ik moet wenen."
Zoals de Heilige Maagd ons had gevraagd om onze gebeden en opofferingen te schenken voor het herstel van de zonden begaan tegen het Onbevlekte Hart van Maria, gooiden wij het op een akkoord dat ieder van ons een intentie zou kiezen: voor de zondaars, voor Onze Heer, of het herstel van de zonden begaan tegen het Onbevlekte Hart van Maria.
Toen ik aan Jacinta vroeg welke keuze zij had gemaakt, antwoordde zij: "voor alle drie, want ik hou van hen allen."

Dansen in de gevangenis

Tussen de gevangenen was er iemand die de harmonica kon bespelen. Om onze aandacht wat af te leiden, begon hij te spelen en iedereen begon te zingen. Zij vroegen ons of we konden dansen. We antwoordden dat we de "fandango' en de 'vira' kenden. De danspartner van Jacinta was een arme dief die haar, tenger als ze was, opnam in zijn armen en zo begon te dansen met haar. Wij kunnen enkel maar hopen dat Onze-Lieve-Vrouw zich genadig toonde over zijn ziel en hem bekeerde.
Ik hoor jullie nu al zeggen: "Dat is nu eens martelaarschap!" Inderdaad, we waren maar kinderen en wij dachten niet verder en eerlijk gezegd, Jacinta hield veel van dansen, ze had er zelfs een speciale aanleg voor. Ik herinner mij nog hoe ze op een dag weende toen ze hoorde dat haar broer was gedood tijdens de oorlog en om haar wat af te leiden, had ik met twee van haar andere broers afgesproken om met haar wat te dansen. En toen danste het arme, lieve kind, terwijl de tranen die van haar wangen liepen, langzaam begonnen te drogen. Haar voorliefde voor het dansen was zelfs zo groot, dat het geluid van een herder die een instrument bespeelde, voldoende was om haar helemaal alleen aan het dansen te zetten.
Desondanks, toen de festivals van de Sint-Johannesfeesten eraan kwamen zei ze: "Ik ga niet meer dansen!"
"Waarom niet?"
"Ik wil deze opoffering doen voor de Heer."

Gebeden en opofferingen te Cabeco

Jacinta's moeder vertrouwde nu de verzorging van de kudde toe aan haar andere zoon. Deze beslissing was nogal pijnlijk voor Jacinta en dit om twee redenen: ten eerste diende ze alles te vertellen aan iedereen die naar haar kwam vragen en ten tweede kon ze niet langer de hele dag bij mij blijven. Om aan de ongewenste bezoekers te ontsnappen, gingen ze zich verbergen in een holte van een rots op de heuvel van ons dorp. Boven op de heuvel stond er een windmolen. Het was een ideale plaats om te schuilen voor de regen en de brandende zon, want de holte in de rots bevondt zich aan de oosterkant van de heuvel. Ook waren er vele eiken en olijfbomen waaronder ze konden schuilen. Hoe groot was het aantal gebeden en opofferingen van Jacinta op die plaats voor de Heer!
Over de ganse heuvel groeiden er een enorm aantal verschillende soorten bloemen, waaronder vele irissen. Het verschafte haar een groot genot om er de blaadjes van te plukken en ze over mij uit te strooien, en als er geen irissen waren nam ze de blaadjes van andere bloemen.
Mijn moeder zorgde er voor dat ze goed wist op welk stuk weiland ik mij bevond met de schapen en als het dichtbij was, vertelde ik dit aan Jacinta en Francisco en in geen tijd waren ze dan bij mij. Jacinta was elke dag aan het lopen om mij niet uit het zicht te verliezen. Dan zat ze uitgeput op mij te roepen, tot ik haar antwoordde en naar haar toeliep.

Vervelende vragen

Mijn moeder werd het zowat beu omdat mijn zus haar tijd moest verspelen om mij telkens te komen vervangen bij het oppassen, dat ze besloot om de kudde schapen te verkopen. Ze praatte hierover met mij tante en ze kwamen overeen om ons naar school te sturen. Onder de speeltijd hield Jacinta er van om een bezoek te brengen aan het Heilig Sacrament.
"Het is alsof ze het kunnen raden," klaagde zij, "wij zijn nog maar pas in de kerk of er komt een pak volk af om ons vragen te stellen! Ik wil graag een lange tijd alleen zijn met de Verborgen Jezus, om met Hem te praten, maar ik krijg hiertoe geen kans." In een uiterste eenvoud vertelden ze ons allemaal over hun noden en zorgen. Jacinta had een groot medelijden en vooral wanneer het over zondaars ging, zei ze: "Wij moeten boete doen en bidden tot Onze Heer, opdat hij zich zou bekeren en niet naar de hel gaan, deze arme man!"
In verband hiermee is het goed om naar het volgende incident te verwijzen dat aantoont hoe Jacinta alles in het werk stelde om aan de stroom bezoekers te ontsnappen.
Op een dag waren we onderweg naar Fatima en toen wij de hoofdstraat naderden, merkten we een groep heren en dames op die uit hun wagen stapten. Zonder de minste twijfel wisten wij dat zij voor ons kwamen en ons wegsteken was onmogelijk, vermits ze ons hadden gezien. We vervolgden onze weg, in de hoop dat ze ons niet zouden herkennen. De dames vroegen aan ons of we de kleine herdertjes kenden aan wie Onze-Lieve-Vrouw was verschenen. We knikten met onze hoofden. "Weet u waar ze wonen?" en we toonden hen de weg om ons daarna te verstoppen tussen de bramen. Jacinta was zo opgetogen over deze kleine list dat ze zei: "We zouden dit altijd moeten doen als zij ons niet herkennen."

De heilige Vader Cruz

Op een dag kwam Vader Cruz uit Lissabon om ons te ondervragen. Toen hij hiermee klaar was vroeg hij ons om hem de plaats te tonen waar Onze Lieve Vrouw aan ons was verschenen. Op onze weg wandelden we langs beide zijden van de Vader, die op zo'n kleine ezel zat dat zijn voeten bijna de grond raakten. Onderweg leerde hij ons een resem schietgebedjes. Twee ervan vergat Jacinta nooit meer en ze had deze ook enigszins aangepast. Ze deed niet anders dan ze herhalen: "O mijn Jezus, Ik hou van U! Lief hart van Maria, wees mijn redding."
Tijdens haar ziekte vertelde ze mij op een dag: "Ik zou zo graag aan Jezus willen vertellen dat ik Hem liefheb. Vele keren wanneer ik Hem dit zeg voel ik een vuur in mijn hart, maar het verbrandt mij niet." Een andere keer zei ze: "Ik hou zoveel van Onze Heer en Onze Lieve Vrouw dat ik nooit moe word van hen te zeggen en te blijven zeggen dat ik van Hen hou."

Genaden door Jacinta

Er was een buurvrouw die ons, elke keer als ze ons zag, beledigde. Op een dag ontmoetten we haar toen ze uit dronken uit café kwam. Gewone beschuldigingen voldeden deze keer niet en ze ging steeds verder. Toen ze eindelijk ophield zei Jacinta tegen mij: "Wij moet haar zaak bij Maria bepleiten en boete doen voor de bekering van deze vrouw. Zij zegt zoveel zondige dingen dat, wanneer ze niet te biechten gaat, naar de hel zal gaan." Een aantal dagen later gingen voorbij de huisdeur van deze vrouw toen Jacinta plots stopte, zich omdraaide en zei: "Is het morgen dat we Onze Lieve Vrouw gaan zien?"
"Ja."
"Laat ons dan niet meer spelen. We kunnen dit offer brengen voor de bekering van de zondaars." Zonder dat ze er zich van bewust was dat er iemand naar haar keek, richtte ze haar handen en ogen naar de hemel en deed haar opoffering. De vrouw had door een luik echter alles gevolgd. Later zei ze tegen mijn moeder dat Jacinta op haar zo'n diepe indruk had nagelaten, dat ze geen ander bewijs meer nodig had om in de verschijningen te geloven. Voortaan beledigde ze ons niet meer, maar vroeg ze ons om tot Maria te bidden voor haar, tot vergeving van haar zonden.

Op een dag ontmoetten we een arme vrouw met een heel erge ziekte. Wenend knielde ze voor Jacinta neer en smeekte haar om aan Onze Lieve Vrouw te vragen om haar te genezen. Jacinta was enigszins verward om een vrouw te zien knielen voor haar en trachtte de vrouw met bevende handen op te lichten. Toen dit niet lukte, ging ze eveneens geknield naast de vrouw zitten en baden ze samen drie Weesgegroetjes. Hierop vroeg Jacinta haar om op te staan en ze verzekerde haar dat Onze Lieve Vrouw haar zou genezen. Hierop bad ze dagelijks voor deze vrouw tot Maria tot ze op een dag Maria bedankte voor haar genezing.

Op een andere keer was er een soldaat die weende als een kind. Hij had het bevel gekregen om naar het front te vertrekken, ondanks het feit dat zijn vrouw zwaar ziek in bed lag en hij drie kleine kinderen had. Hij smeekte om genezing van zijn vrouw of zoniet om de intrekking van het bevel om naar het front te vertrekken. Jacinta nodigde hem uit om samen de Rozenkrans te bidden en zei hierop tot hem: "Ween niet. Onze Lieve Vrouw is zo goed! Zij zal u zeker de genade verlenen die u vraagt." Van toen af, vergat ze nooit meer haar soldaat en op het einde van de Rozenkrans zei ze steeds een Weesgegroetje voor hem.

Enkele maanden kwam hij Jacinta en Onze Lieve Vrouw bedanken voor de twee genaden die hij had ontvangen. Toen hij zich wou aangeven, had hij plots hevige koorts gekregen en werd hij van zijn plicht ontslagen en wat zijn vrouw betreft, zei hij, dat ze op een miraculeuze wijze genezen was, dankzij Maria.

Meer en meer opofferingen

Op een dag werd er ons verteld dat er een heel heilige priester zou langskomen die in de harten van de mensen kon kijken on zo te weten kon komen of we al dan niet de waarheid spraken. Buiten zichzelf van vreugde, riep Jacinta het uit: "Wanneer zal deze Vader komen? Als ik het hem kan vertellen zal hij wel weten dat we de waarheid spreken."

Op een dag waren we aan het spelen aan de reeds eerder vermelde bron en dichtbij was er een wijnstok die aan Jacinta's moeder toebehoorde. Ze nam er een een aantal trossen af om ze aan ons te geven, maar Jacinta was iemand die nooit de zondaars vergat en hierop zei ze: "we gaan dit niet opeten en deze opoffering doen voor de zondaars." Ze liep met de druiven weg op zoek naar andere kinderen en heel tevreden kwam ze terug want ze had juist de arme kinderen op straat gezien om hen de druiven te geven.

Op een andere keek riep onze tante ons om wat vijgen te komen eten, en deze zagen er inderdaad heel lekker uit. Vrolijk nam Jacinta plaats naast het mandje en nam de eerste vijg. Ze bracht de vijg naar de mond toen ze zich plots herinnerde: "Vandaag hebben we nog geen enkele opoffering gedaan voor de zondaars! We zullen deze opoffering doen." en ze legde de vijg terug in de mand en ook wij legden we ze terug voor de bekering van de zondaars. En zo hield Jacinta niet op met haar kleine opofferingen, maar ik ga het hierbij laten, want anders geraak ik nooit uitverteld.

Jacinta's ziekte

Tot hiertoe heb ik verteld hoe Jacinta haar dagen doorbracht, tot de Heer de griep over haar en haar broer Francisco zond, en ze zo vastgekluisterd werden aan hun bed. De avond voor ze ziek werd, zei ze: "Ik heb een vreselijke hoofdpijn en ik heb zo'n dorst, maar ik drink niet omdat ik wens te leiden voor de zondaars." Buiten de school en enkele kleine werkjes die ik moest doen, bracht ik elk vrij moment door met hen. Op een dag, toen ik me klaarmaakte voor school zei Jacinta tegen mij: "Luister! Vertel de verborgen Jezus dat ik Hem heel graag zie, dat ik Hem werkelijk zo liefheb." Een andere keer zei ze: "Vertel Jezus dat ik Hem mijn liefde zend en dat ik ook naar Hem verlang." Elke keer wanneer ik eerst haar kamer bezocht, zei ze: "Ga Francisco maar eerst bezoeken. Ik blijf alleen als opoffering." Bij een andere gelegenheid bracht haar moeder haar een glas melk. "Ik wil het niet, moeder", antwoordde ze, en ze duwde de tas met haar kleine hand weg. Mijn tante drong wat aan, en verliet dan de kamer en zei: "Ik weet niet wat ik moet doen om haar iets te doen binnenkrijgen. Zij heeft geen eetlust."
Van zodra we allen waren, vroeg ik haar: "Hoe kunt u uw moeder zo ongehoorzaam zijn?" Toen ze dit hoorde begon ze te wenen en ik had het geluk haar tranen te mogen drogen. Ze riep haar moeder terug en vroeg om vergiffenis en zei dat ze voortaan alles zou eten. Haar moeder bracht het glas melk terug en deze keer dronk Jacinta het uit, zogezegd zonder tegenzin. Later zei ze: "Indien u zou beseffen hoe moeilijk het is om dit naar binnen te krijgen." Op een andere keer: "Het wordt steeds moeilijker om melk en soep te drinken, maar ik zeg niets. Ik drink het, uit liefde voor God en het Onbevlekte Hart van Maria en onze Lieve Hemelse Moeder."
Opnieuw vroeg ik: "Voelt u zich reeds beter?"
"U weet dat ik niet beter word," gaf ze als antwoord, "Ik heb zo'n pijn in mijn borst! Maar ik zeg niets. Ik lijd voor de bekering van de zondaars." Op een dag toen ik aankwam, vroeg ze: "Hebt u vandaag veel opofferingen gedaan? Ik wel. Mijn moeder ging weg en ik wou Francisco dikwijls gaan bezoeken, maar ik ben niet geweest."

Bezoek van de Heilige Maagd

Het ging even beter met Jacinta. Ze kon zelfs uit haar bed en zo bracht ze enige tijd door op haar broer Francisco's bedje. Op een dag vroeg ze om onmiddellijk bij haar te komen. "Onze Lieve Vrouw is ons komen bezoeken", zei Jacinta, "Ze zei dat ze Francisco heel spoedig naar de Hemel zou nemen en ze vroeg me of ik nog steeds boete wou doen voor de bekering van de zondaars. Ik zei van ja. Ze vertelde me dat ik naar het hospitaal zou moeten gaan waar ik veel zal lijden en dat ik dit lijden moet opdragen voor de bekering van de zondaars en tot herstel van de zonden begaan tegen het Onbevlekte Hart van Maria en uit liefde voor Jezus. Ik vroeg of u met mij zou meegaan. Ze antwoordde van niet en dat vond ik het moeilijkste. Ze antwoordde dat mijn moeder mij zou meenemen en dat ik dan alleen zou moeten achterblijven."
Hierop dacht ze even diep na, en voegde er dan aan toe: "Kon u maar bij mij zijn! Het moeilijkste is om zonder u te moeten gaan. Misschien is het hospitaal een groot, donker huis, waar men niet kan zien en zal ik daar alleen moeten lijden. Maar dat geeft niet. Ik draag mijn lijden op voor Gods liefde en tot herstel van het Onbevlekte Hart van Maria."
Toen voor haar broertje het ogenblik was aangebroken om naar de Hemel te gaan, vertrouwde ze hem de volgende boodschappen door: "Geef al mijn liefde aan de Heer en aan Onze Lieve Vrouw en vertel Hen dat ik zoveel zal lijden als Ze wensen, voor de bekering van de zondaars en tot herstel van het Onbevlekte Hart van Maria." Jacinta heeft veel geleden toen Francisco stierf. Ze bleef een lange tijd in gedachten verzonken en aan iedereen die haar vroeg waaraan ze dacht, antwoordde ze: "Aan Francisco. Ik zou alles doen om hem opnieuw te zien!" en de tranen stroomden overvloedig uit haar ogen.
Op een dag zei ik, wenend tot haar: "Het zal niet zo lang meer duren eer je naar de hemel zult gaan. Maar wat zal er met mij gebeuren?"
"Arm kind! Ween niet zo! Ik zal heel wat bidden voor u als ik in de Hemel ben. Het is de wens van Onze Lieve Vrouw dat u blijft. Als Zij dit aan mij zou vragen zou ik graag blijven en nog meer lijden voor de bekering van de zondaars."

In het hospitaal van Ourem

Toen kwam de dag dat Jacinta naar het hospitaal moest en het kind leed daar inderdaad enorm veel. Toen haar moeder haar ging bezoeken vroeg zij of ze iets wou hebben. Ze vertelde haar dat ze mij wou zien. Dit was niet zo'n gemakkelijke opdracht voor mijn tante, maar ze nam mij mee bij de eerstvolgende gelegenheid. Van zodra Jacinta me zag, gooide ze vreugdevol haar armen rondom mij en toen vroeg ze haar moeder of ze een tijdje met mij alleen kon zijn terwijl zij ging boodschappen doen. Toen vroeg ik haar of ze veel leed.
"Ja, ik lijd veel, maar ik draag dit op aan de zondaars en voor het herstel van het Onbevlekte Hart van Maria." Toen sprak ze vol enthousiasme over de Heer en Onze Lieve Vrouw: "O, hoezeer hou ik ervan om uit liefde voor Hen te lijden, on Hen te behagen. Zij houden zo veel van hen die lijden voor de bekering van de zondaars."
De toegewezen bezoektijd ging snel voorbij en mijn tante kwam binnen om mij naar huis te nemen. Zij vroeg Jacinta of ze nog iets wou en het lieve kind smeekte haar moeder opnieuw om mij de volgende keer terug mee te brengen. En zo nam mijn lieve tante, die haar kleine dochter zo graag wou gelukkig maken, mij de volgende keer opnieuw mee. Opnieuw was Jacinta vervuld van vreugde, en zoals altijd, gelukkig om te lijden voor de liefde van Onze Goede God en het Onbevlekte Hart van Maria, voor de Zondaars en voor de Heilige Vader. Zij betekenden alles voor haar. Zij kon over niets anders praten.

Terug naar Aljustrel (door Zuster Lucia)

Jacinta mocht voor een poosje terug naar huis bij haar ouders. Zij had een diepe, open wonde in haar borst die elke dag moest worden verzorgd, maar zij doorstond dit zonder klagen en zonder het minste teken van irritatie. Wat haar het meeste verdriet bezorgde waren de veelvuldige bezoeken en vragen van de mensen die haar wilden zien, en die zij niet langer kon vermijden door haar te verstoppen.
"Ik offer dit ook op voor de bekering van de zondaars," zei ze gelaten, "Ik zou alles doen om op de Cabeco gaan en daar een Rozenkrans te bidden op ons lievelingsplaatsje, maar ik ben hiertoe niet meer in staat. Als u naar de Covia di Iria gaat, bid dan voor mij. Denk eraan dat ik daar nooit meer zal kunnen zijn." De tranen stroomden van haar gelaat.
Op een dag deed mijn tante het volgende verzoek: "Vraag aan Jacinta waaraan ze denkt als ze met haar handen haar gelaat bedekt en zo lang bewegingloos blijft. Ik heb haar dat reeds gevraagd, maar zij geeft geen antwoord." Zo stelde ik deze vraag aan Jacinta: "Ik denk aan Onze Heer", zei ze, "aan Onze Lieve Vrouw, aan de zondaars, en aan (en ze vernoemt een deel van het geheim). Ik hou ervan om te denken." Mijn tante vroeg mij wat ze had geantwoord. Ik glimlachte enkel.
Hierop vertelde mijn tante aan mijn moeder wat er was gebeurd. "Het leven van deze kinderen is een raadsel voor mij," schreeuwde zij het uit, "ik kan het niet begrijpen." Mijn moeder voegde hier nog aan toe: "Ja, en als ze alleen zijn, ratelen ze er maar op los. Hoe hard men ook zijn best doet om een woord op te vangen, het lukt niet! Ik kan gans dat mysterie niet begrijpen."

Opnieuw bezoeken van de Heilige Maagd

Opnieuw was de Heilige Maagd zo goed om Jacinta te bezoeken, om haar te vertellen over haar nieuwe kruisweg en opofferingen die haar te wachten stonden. Ze gaf me dit nieuws en zei het volgende: "Maria vertelde me dat ik naar een hospitaal zal gaan in Lissabon en dat ik u, noch mijn ouders nog zal terugzien en dat ik na een groot lijden alleen zal sterven. Maar Zij vertelde mij ook dat ik geen vrees moest hebben, omdat Zij mij zelf zal komen halen."
Zij knuffelde mij en weende: "Ik zal u nooit meer terugzien! U zal me niet meer komen bezoeken. Alstublief, bid voor mij, omdat ik alleen ga sterven." Ik heb Jacinta vreselijk zien lijden tot de dag van haar vertrek naar Lissabon. Zij bleef snikken en zich aan mij vastklampen: "Ik zal u nooit meer zien, noch mijn moeder, noch mijn vader, noch broers. Ik zal nooit meer één van hen zien. Ik zal alleen sterven."
"Denk er niet te veel over na," gaf ik haar de raad op een dag.
"Laat mij erover denken," antwoordde ze, "want hoe meer ik er aan denk, hoe meer ik lijd, en ik wil lijden uit liefde voor Onze Heer en voor de zondaars. Trouwens, ik geef er niet om! Onze Lieve Vrouw zal mij daar komen halen om mij naar de hemel te nemen."
Op momenten kuste en omarmde ze een kruisbeeld en zei ze hardop: "O mijn Jezus! Ik hou van U en ik wil veel lijden uit liefde voor U." Hoe dikwijls zei ze: "O Jezus, nu kan U vele zondaars bekeren, omdat dit werkelijk een grote opoffering is!" Soms vroeg ze mij: "Ga ik moeten sterven zonder de Verborgen Jezus te ontvangen? Wou Onze Lieve Vrouw Hem maar tot mij brengen, wanneer Zij mij komt halen."
Op een dag vroeg ik haar: "Wat ga je in de Hemel doen?"
"Ik ga Jezus heel erg liefhebben, en het Onbevlekte Hart van Maria ook. Ik zal veel bidden voor u, voor de zondaars, de Heilige Vader, mijn ouders, broers en zussen en voor alle mensen die mij hebben gevraagd om voor hen te bidden..."
Toen haar moeder er zo treurig uitzag omdat haar kind zo ziek was, zei Jacinta steeds: "Wees niet bezorgd, moeder, ik ga naar de Hemel, en daar zal ik veel voor u bidden." Of nog: "Ween niet. Alles gaat goed." Als men haar vroeg of ze iets nodig had, antwoordde ze: "Neen, dank u," en toen ze de kamer verlieten, zei ze: "Ik heh zo'n dorst, maar ik wil niet drinken. Dit is voor Jezus, omwille van de zondaars."
Op een dag, toen mij tante mij veel vragen stelde, riep Jacinta mij bij haar en zei ze: "Ik wil niemand vertellen dat ik lijd, ook mijn moeder niet. Ik wens haar niet treurig te maken." Op een dag hield ze een beeld van Onze Lieve Vrouw stevig aan haar hart en zei ze: "O mijn liefste, Hemelse Moeder, moet ik helemaal alleen sterven?" Het arme kind had zo'n vrees bij de gedachte om alleen te moeten sterven." Ik probeerde haar te troosten: "Wat doet het er toe het dat u alleen moet sterven als Onze Lieve Vrouw u zal komen halen?"
"Ja, dat is waar, het geeft inderdaad niet. Ik weet niet waarom, maar soms vergeet ik dat Onze Lieve Vrouw mij zal komen halen en denk ik er alleen aan dat ik zal moeten sterven zonder dat u naast mij bent."

Naar Lissabon

Toen kwam de dag er aan dat ze naar Lissabon moest gaan. Het waren hartverscheurende taferelen. Ze klampte zich lange tijd aan mij vast met haar handen rond mijn nek en snikte: "We zullen elkaar nooit meer zien. Bid veel voor mij, tot ik naar de hemel ga. Dan zal ik veel voor u bidden. Vertel nooit het geheim aan iemand, zefls als ze je doden. Heb Jezus en het Onbevlekte Hart van Maria heel erg lief en maak opofferingen voor de zondaars."
Vanuit Lissabon liet zij mij weten dat Onze Lieve Vrouw haar daar heeft bezocht. Zij heeft haar de dag en het uur van haar dood gezegd. Tenslotte herinnerde Jacinta me eraan om goed te zijn.

Einde


05-08-1975
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Interview van Janice T. Connell met Vicka Ivankovic
Interview van Janice T. Connell met Vicka Ivankovic

Momenteel kent Vicka negen geheimen. Zij en haar echtgenoot, Mario Mijatovic, hebben twee kinderen: Marija Sofija, geboren op 13 januari 2003 en Ante geboren op 18 januari 2004.
De Heer verleent grote gunsten aan de onwaardigen, om Zijn goedheid te laten zien

Vicka Ivankovic Mijatovic werd geboren op 3 juli 1964. Ze is middelgroot en draagt gekruld zwart haar. Ze heeft brede, fonkelende, bruine ogen en een vreugdevolle glimlach. Ze straalt vreugde uit. Eerlijk en ernstig zegt Vicka altijd wat ze denkt. Ze is onvervaard. Degenen die Vicka in de begindagen van de verschijningen kenden, waren soms verrast door haar opvliegendheid en haar kortheid. Heden ten dage zijn zachtmoedigheid, medelijden en geduld de kenmerken van een rijp geworden Vicka, niet alleen voor degene die haar goed kennen maar ook voor de mensen die haar aanspreken over de Gezegende Moeder, die "zoveel van ons houdt dat we van vreugde zouden kunnen sterven."

De zomers zijn typisch zeer warm in Medjugorje. Op een normale dag zou je Vicka aantreffen met een lila-wit gestreepte bloes met een witte jeans die aan haar aangeboden werd door een genereuze pelgrim. Telkens zal ze leunen op de ijzeren balustrade van haar veranda met haar doordringende glimlach waarmee ze degenen verwelkomt die op haar stoep samen troepen. Ze is mager nu. Ze is niet langer het Kroatisch boerenmeisje, alhoewel ze nog steeds op de velden werkt. Haar geest is onstuimig. Haar lach is vreugdevol en werkt vrij aanstekelijk. Haar blote voeten zijn aangekoekt met modder, en een stuk van de broek hangt over haar linkerhiel alsof ze zich gesneden heeft terwijl ze de rotsachtige en gekartelde bergen van Medjugorje beklom. Vicka schijnt dit niet op te merken. Haar haar is lang en achterover gekamd. Haar lichaam begint een breekbaar uiterlijk te vertonen. De boetedoening doet dat.

De Gezegende Moeder heeft aan Vicka de details van haar aardse leven gegeven. Zij heeft deze feiten in drie boekjes genoteerd. "Wanneer kunnen ook wij ze lezen?" vragen de mensen. Vicka lacht genadig en ze mijmert: "Ik weet dat niet. Ik doe enkel wat de Gezegende Moeder mij vertelt."

"Zal het gauw gebeuren?" probeert iemand.
"Ze heeft dat niet gezegd," antwoordt Vicka.

Iemand anders stelt voor, "Waarom zou de Gezegende Moeder haar levensgeschiedenis aan Vicka dicteren als de wereld zou eindigen? Vicka, weet u of de laatste verschijning van de Gezegende Moeder op aarde het einde van de wereld betekent?" Vicka lacht nu. "Ze zei niets over het einde van de wereld, nietwaar?" Vicka antwoordt niet.

Zij weet veel over de onzichtbare wereld. Ze is in de hemel geweest. Ze beschrijft de hemel als een plaats die niet verder is dan de horizon. Ze zegt dat het niet morgen is. Vicka zegt dat de hemel volledig rondom ons is, en inderdaad binnen ons, zelfs op aarde, voor degene die volledig in het centrum van Gods wil leven ... degene die Gods aanwezigheid bewust ervaren, die in feite ervaren dat de aanwezigheid van Gods liefde overal rondom hen is. Alhoewel Vicka zegt dat de ervaring niet constant op de aarde is zoals in de hemel, beweert ze dat het mogelijk is voor degene die God echt kennen, de hemel te ervaren terwijl men nog op aarde is. Dit alles is de vrucht van Gods liefde, Zijn genade, Zijn barmhartigheid, zegt ze.

Vicka beschrijft de hemel als een uitgestrekte plaats, conceptueel, zegt ze. Het is "onbeperkt" en, rekening gehouden met de opleidings- en taalbarrière, wou ze proberen te verklaren dat de hemel op een zekere manier oneindig is, omdat God oneindig is en de hemel een vereniging is met God in alles wat bestaat. Ze beschrijft mensen, heel gelukkige mensen. Ze waren gekleed, zegt ze dagelijks aan degene die het vragen, in roze, grijze en gele klederen.

"Zij zijn zo gelukkig. U kunt het zien op hun gezichten."
""Welk soort geluk?" vraagt iemand.
"Ze zijn voldaan," antwoordt ze.
"Wat betekent dat?"
"Wel," zegt Vicka, "de Gezegende Moeder zegt: Zie hoe blij ze zijn. En ze weten dat ze het verdienen."

Vicka beschrijft een groot licht dat in de hemel is. "Is het een fysisch licht, zoals het licht van de zon? Of is het een licht dat het verstand overstelpt om al die mysteries door de eeuwen heen te verlichten?"

Het is zelfs meer dan dat, zegt ze. "Er zijn geen echte woorden om de hemel te beschrijven. U moet het ervaren." De hemel is een beloning voor degene die God tot op het einde trouw blijven, zegt ze. Vicka kondigt nu aan dat wanneer ons lichaam sterft er voor ons niets verandert tenzij dat we niet langer een lichaam hebben. We zijn juist dezelfde persoon, zegt ze, behalve dat het fysieke lichaam verdwenen is. Ook hebben we niet langer een vrije wil. We moeten nu, in Gods licht, het hoofd bieden aan de resultaten van onze vrije keuzes, die we maakten terwijl we een lichaam hadden. We kunnen nu de resultaten zien, zegt ze, van onze keuzes tot het einde der tijden. We kunnen daar niets meer aan veranderen. We zijn volledig afhankelijk van Gods barmhartigheid en de liefde en de goedhartigheid van al degene die nog op aarde zijn voor herstel en om de schade te herstellen die we aan personen of dingen van de aarde hebben aangericht.

Vicka is ook naar het vagevuur geweest. Na haar trip naar het vagevuur was ze zo ontzet door de situatie van de verlaten zielen dat ze de Gezegende Moeder, die haar daar naartoe had gebracht, smeekte om haar toe te laten hen te helpen. De Gezegende Moeder had haar immers verteld dat ze zichzelf niet kunnen helpen. Ze zijn volledig afhankelijk van het gebed en de boete van de mensen op de aarde om van het vagevuur bevrijd te worden en naar de hemel te gaan. De Gezegende Moeder waarschuwde Vicka voor de ernst van haar verzoek. Ze raadde Vicka aan om dit offer ten voordele van de arme zielen in het vagevuur te bespreken met haar biechtvader, de Franciscaanse priester Janko Bubalo. En dat deed ze. Eerwaarde Bubalo vroeg Vicka om gedurende drie dagen te bidden en te vasten zodat ze de kracht zou bekomen om te volharden in haar verlangen om de arme zielen te helpen. Op de derde dag ontving ze de toelating van haar spirituele begeleider om dit offer te ondernemen om de zielen in het vagevuur te helpen. Dus begon Vicka’s spirituele Odyssee voor hun rekening opdat ze bevrijd zouden worden uit het vagevuur en naar de hemel zouden gaan.

Als ik vroeg: "Kent u de arme zielen goed?" antwoordde ze, "Ja, ik kan ze voelen. Ze lijden zo veel! Ze zijn zo berooid. Ze zijn zo verlaten door hun geliefden op aarde. Het is een vreugde, een voorrecht om hen te helpen."

Vicka werd ziek, zo snel en geheimzinnig als haar offer door de Gezegende Moeder werd aanvaard. Sommigen dachten dat haar ziekte een mystieke ziekte was. In feite had ze op basis van een medische diagnose een hersentumor die zwol en resulteerde in hoge koorts en coma’s. Gedurende haar ziekte was Vicka’s vreugde duidelijk aan iedereen die haar zag. "Ik ken de waarde van het ljden," zei ze, "Elk lijden is voor iemand. Het is een voorrecht om te mogen lijden met Jezus."

Van zodra Vicka’s offer was gedaan, was ze onmiddellijk genezen, exact op het moment dat de Gezegende Moeder maanden daarvoor had beloofd. Zowel de medische gemeenschap, waartoe Vicka behoorde, als de Franciskaner parochie van St Jacob die op de hoogte waren van de mysterieuze omstandigheden van Vicka’s ziekte, hadden een medische verifieerbaar bewijs van Vicka’s verbintenis met de arme zielen in het vagevuur.

Vicka heeft de hel bezocht en ook de hemel en het vagevuur. De Gezegende Moeder toonde haar de hel zodat ze de gevolgen kan begrijpen van degene die zich van God afkeren. satan bestaat echt, waarschuwt ze. Hij kijkt toe dag en nacht. Hij haat God en hij haat ons écht. Hij wil ons wegrukken van God en ons in zijn macht houden voor de ganse eeuwigheid. satan kan ons niets maken tenzij we het toelaten. Het lijden in de hel is verschrikkelijk. De mensen daar zijn niet vrij, ze zijn beknot. Zij moeten satan aanbidden gedurende de eeuwigheid.

Niets is voor haar teveel, zegt Vicka, als ik ook maar kan voorkomen dat één persoon zichzelf tot de verdoemenis van de hel veroordeelt. Zovelen vallen in de hinderlagen van satan door onwetendheid, klaagt ze. hij is de vader van de leugen. hij belooft de mensen altijd alles zodat ze Gods geboden "een beetje breken en niet volgen." Dan is satan aan de macht.

Gods geboden zijn Gods muren van veiligheid voor de zielen op aarde. Als we vrijwillig tegen deze muren van de veiligheid trappen, die God ons heeft gegeven, dan laten we satan toe dat hij ons bestormt en ons leven overneemt.

Hoe bouwen we Gods muren van veiligheid rond ons terug op? Berouw, heilige biecht, zegt Vicka. De Eucharistie is het pantser tegen satan. Ook, zegt ze ons, dat de Gezegende Moeder haar vertelde hoe waardevol het is om gezegende voorwerpen zoals medailles en kruisjes te dragen als bescherming tegen satan. Elke dag zegt Vicka tegen de pelgrims: "Draag altijd medailles, of een kruisje en een scapulier. Deze gezegende voorwerpen zijn een bescherming tegen satan. Oh, en heilig water, ook!" vervolledigt ze. "Houd wijwater in uw huis." Dan toont ze de rozenkrans. De Gezegende Moeder zegde: "Mijn liefste kinderen, heb altijd een rozenkrans in de hand als een teken voor satan dat u mij toebehoort!"

Vicka heeft een speciale houding ontwikkeld tegenover alcohol- en drugsverslaafden. "Hun wonden zijn diep," zegt ze. Verschillenden komen naar Medjugorje, en Vicka bidt over, voor en met hen. Miraculeuze genezingen hebben plaatsgehad beweren vroegere verslaafden van over de hele wereld die naar Medjugorje waren gekomen en bevrijd werden van hun verslaving.

Vicka is één van de zieners die gedurende de vreselijke burgeroorlog in Medjugorje is gebleven. Ze ontving uitnodigingen van de VS, Europa en Zuid-Amerika, vooral als de burgeroorlog in haar thuisland heviger werd. Doch verkoos Vicka bij haar familie te blijven. Ze was, zoals gewoonlijk, vervuld van vreugde en ze had haar verschijningen van de Gezegende Moeder zelfs als de gevechten escaleerden.

Vicka, die persoonlijk een gave van genezing schijnt te hebben, zegt dat miraculeuze genezingen zullen optreden over de ganse wereld als het permanente teken verschijnt. Ondertussen hebben degene die op de boodschappen van de Moeder van God te Medjugorje ingegaan zijn, al gemeld dat miraculeuze genezingen m.b.t. verslaving, scheiding, gebroken relaties en ook op fysisch vlak hebben plaats gehad. De berichten dat de blinden zien, de lammen lopen, dat kanker en hartziekten genezen en dat aangeboren ziekten verdwijnen, duren voort.

Vicka en haar echtgenoot, Mario Mijatovic, hebben twee kinderen. Marija Sofija, geboren op 13 januari 2003 en Ante, geboren op 18 oktober 2004. Foto’s van Vicka’s huwelijk en de geboorte van Marija Sofija zijn te vinden op www.childrenofmedjugorje.com. Ondanks haar werk thuis, doet ze naarstig voort met het verspreiden van de boodschappen van de Gezegende Moeder. Vicka reist de wereld rond om haar spirituele gaven met iedereen te delen. Als ze thuis is, staat ze in de zon of in de regen of in de koude om de boodschappen van de Moeder van God door te geven aan iedereen die wil luisteren. En elke dag heeft ze een private openbaring met de Moeder van God. Van de zes oorspronkelijke zieners, is zij één van de drie die nog altijd dagelijkse verschijningen ontvangt.

Wie is deze vrouw "bekleed met de zon," die zulke geschenken brengt? Laat ons tot Vicka naderen, die negen geheimen i.v.m. de toekomst van de wereld kent. Ze vertelt ons over haar ervaringen met de moeder van Jezus Christus, wiens hart "vervuld is van zo'n liefde, zo'n medelijden, zo'n tederheid, zo'n vreugde!"

Een compilatie van verschillende uitgegeven interviews met Vicka volgt.

Janice: U bent in de hemel geweest, Vicka. Waarop gelijkt hij? U hebt bloemen beschreven, bomen, mensen in gele, roze en grijze klederen.
Vicka: De Gezegende Moeder nam Jacov en mij mee naar de hemel. Het is een koninkrijk van liefde, vreugde en vrede. God maakte elk van Zijn kinderen om in dat koninkrijk te leven. Het is enkel de zonde die ons daarbuiten houdt.

Janice: U hebt ons verteld dat sommige mensen bekwaam zijn om de hemel op aarde te ervaren door gehoorzaamheid aan Gods wil. U zei dat zij, die Gods wil doen liefde, vrede en vreugde zullen hebben zelfs in de momenten van hevig lijden.
Vicka: Inderdaad. Het is de zonde die de liefde onderbreekt. Het is de zonde die de vrede vernietigt. Het is de zonde die de vreugde doodt.

Janice: Weet u of Maria en Jezus in liefde en vreugde en vrede leefden terwijl ze op aarde leefden?
Vicka: Als ze samen waren, ja. Jezus zou van eenzaamheid gestorven zijn zonder de heiligheid en de volmaaktheid van Maria.

Janice: Vicka, God de Vader heeft beloofd om "de vrouw" te zenden wiens zaad het zaad van satan zou vernietigen. Kunt u ons daar iets over vertellen?
Vicka: Zij is de moeder van Jezus. Zij bestond in Gods geest vooraleer Hij de wereld schiep. Zij is Gods plan, Zijn weg voor Jezus om ons naar de hemel te leiden.

Janice: Vicka, u vermeldde dat de Gezegende Moeder u haar leven dicteerde. Heeft Ze dat project met u al volledig afgewerkt?
Vicka: Ze toont mij altijd dingen.

Janice: Waarom is de Gezegende Moeder Zijn plan?
Vicka: God houdt van ons. Hij wil één worden met ons. Hij deed dit door Maria.

Janice: Ik veronderstel dat we Maria’s waardigheid niet kunnen begrijpen. God alleen kent haar. Maar dat geldt voor ieder van ons, nietwaar?
Vicka: De Gezegende Moeder zegt dat het voor ons onmogelijk is, zolang als we ons in een lichaam bevinden, om onze waardigheid en edelmoedigheid en waarde als kinderen van God te begrijpen. Het is daarom dat Jezus ons heeft vrijgekocht. Jezus is God. Maria, Zijn moeder, is Gods meest geliefde dochter. Maria is de weg waarlangs de Zoon van God verkoos mens te worden. Jezus, met de hulp van Zijn moeder Maria, werd geboren, heeft geleefd en is gestorven op het kruis om de prijs van onze overgang naar de hof van het paradijs te betalen. Jezus opende de deur van de hemel voor alle mensen of ze het weten of niet. De Gezegende Moeder is de enige van Gods kinderen die altijd en feilloos aan Gods wil heeft gehoorzaamd.

Janice: Wat wil dat zeggen?
Vicka: Het is de zonde die ons blind maakt voor Gods wil. De Gezegende Moeder is zonder zonde.

Janice: Weet u wat Gods wil is, Vicka?
Vicka: Ik probeer Gods wil te doen.

Janice: Hoe?
Vicka: We hebben de Geboden. We hebben de Bijbel. We hebben het gebed. Ik ben er nooit zeker van dat ik Gods wil doe, maar ik probeer het.

Janice: Helpt de Gezegende Moeder u ?
Vicka: Ze leert me om meer en meer van God te houden. Het is enkel door de liefde dat we Gods wil kunnen navolgen.

Janice: Waarom?
Vicka: Gods liefde is sterker dan al het kwade in de wereld, dan al de verleidingen in de wereld. Onze liefde is zwak. Als Gods liefde ons leidt, kunnen we in vrede en vreugde leven, zelfs in het midden van het grootste lijden en de grootste verleiding.

Janice: Vicka, ik heb gehoord dat gehoorzaamheid het merg is van ons geloof. Betekent dit dat de mensen aan Gods wetten en aan de woorden van Jezus moeten gehoorzamen in plaats van hun eigen perceptie te volgen van wat goed en kwaad is.
Vicka: Onze eigen percepties van goed en kwaad komen dikwijls van ons zelf en niet van God. Het is daarom dat Hij ons Jezus heeft gezonden, die de waarheid is. Het is daarom dat de Gezegende Moeder ons altijd vertelt de Bijbel te lezen. Zij kent God, zij ziet God, ze is in staat om God perfect te gehoorzamen. Het is daarom is dat ze een perfecte moeder is, een perfecte zuster, dienares van God. Het is daarom dat ze bekwaam is om ons over God te onderrichten. Het is daarom dat zij het volmaakste voorbeeld is voor ons.
Janice: Maar alle genaden, geschenken en gaven van Maria komen van God?
Vicka: Alles komt van God. Hij zendt haar naar ons met boodschappen voor de ganse wereld. Zij die aan deze boodschappen beantwoorden zullen in de hemel komen.

Janice: Kunt u enige boodschappen van Onze Lieve Vrouw met ons delen?
Vicka: Ja. De Gezegende Moeder wil dat wij, al de mensen op aarde, een vast vertrouwen hebben. Ze wil echt dat we bidden, niet alleen met onze lippen maar met ons hart.

Janice: Komt alle leven van God?
Vicka: Ja, maar in het bijzonder de mensen. Wij zijn Zijn kinderen. Hij heeft ons een vrije wil gegeven. Daarom is het dat we verschillen van bomen of bloemen of vissen of vogels. We kunnen elke minuut kiezen of we God, onze Vader, gehoorzamen of niet. Geen enkel ander schepsel van God heeft die mogelijkheid.

Janice: Weet u waarom God, onze Vader, ons een vrije wil heeft geschonken.
Vicka: Hij houdt van ons. Hij wil dat we ook van Hem houden, in ruil. Hij dient ons dag en nacht.

Janice: God is de dienaar van Zijn schepsels, de mensen?
Vicka: Oh, ja! God is zo nederig. Hij dient ons met de zon die ons gezicht verwarmt en met de regen die onze dorst lest en met het kleinste zaad dat in de aarde wordt geplant en voor ons groeit van graan naar brood.

Hij is almachtig. Hij is de schepper van hemel en aarde, en Hij dient elk van ons, Zijn goede kinderen en Zijn slechte kinderen, dag en nacht. Hij geeft ons alles, de zon die ons gezicht verwarmt en de regen die onze dorst lest en het graan dat ons voedt. Hij geeft ons sterren, en de vissen en de vogels. Hij geeft ons liefde en vreugde en het lachen en we kunnen het allemaal gebruiken, en kiezen om Hem nooit te zien of te horen of Hem nooit te bedanken. Desalniettemin doet Hij voort met ons te zegenen terwijl we ons op de aarde bevinden. We kunnen Zijn aarde vervuilen en Zijn wouden verbranden en Zijn wateren vergiftigen en Zijn kinderen doden en toch blijft Hij ons dag en nacht roepen. Hij houdt van ons en zorgt en verlangt naar ons met een hart vervuld van geduld. Hij roept ons in de wind en de zoetheid van een bloem en in de woorden van Jezus en nu, voor de laatste keer, in de tedere stem van de Gezegende Moeder van Jezus.

Janice: De meesten van ons denken nooit aan God als onze dienaar, Vicka.
Vicka: En de Gezegende Moeder is zo goed. Er is nauwelijks iemand die beseft dat God Zijn kinderen ten alle tijde dient. Velen onder ons bedanken God bijna nooit. En de Gezegende Moeder is verdrietig omdat Gods kinderen dikwijls mekaar nooit willen dienen zoals Hij ons dient.

Janice: Hoe vindt deze verwezenlijking uitdrukking in het gebed met het hart?
Vicka: Bidden is spreken met God zodat je Hem kunt leren kennen en naar Hem luisteren als Hij met jou spreekt. Momenteel zien en ervaren veel mensen God niet in de wereld. Ze horen zelfs God niet.

Janice: Hoe ziet u God in de wereld?
Vicka: Als je een vogel ziet, is het God, onze Vader die ons deze vogel geeft. Als je fruit eet, dan is het God, onze Vader die ons deze boom heeft geschonken om het fruit te eten. Omdat Hij de boom ondersteunt, draagt hij vruchten. Dat fruit wordt ons opgediend door God. Het enige dat we moeten doen, is het eten. Zeggen we: "Dank u, God, uw druiven zijn heerlijk?" Als we de vogel horen zingen, weten we dat de vogel aan God toe behoort. Hij is hier voor ons genot. Als hij zingt, verheerlijkt hij God. De vogel heef geen keuze! Hij werd door God gemaakt om Hem te gehoorzamen. Net zoals wij. Maar wij hebben een keuze! We kunnen van God houden en Hem bedanken en van Zijn hele aarde genieten, die Hij ons geschonken heeft. Dat is het gebed met het hart.

Janice: Dus om Gods genaden en geschenken te zien en ze te herkennen, moeten we bidden met het hart?
Vicka: Gods geschenken ervaren is God ervaren. God ondersteunt ons. Hij kijkt naar ieder van ons dag en nacht. Hij kent ons; Hij schiep ons voor Hemzelf. Hij verlangt ernaar om met ons te communiceren.

Janice: Wat kunnen we doen om deze communicatie te ervaren?
Vicka: Naar Hem luisteren. Naar Hem kijken. Hem gehoorzamen. Terugkeren naar Zijn liefde.

Janice: Is het dat wat de Gezegende Moeder aan ieder van ons vraagt?
Vicka: Zij nodigt iedereen op aarde uit tot een totale bekering. Ze zegt: "Al mijn kinderen denken dat Jezus en Ik ver van hen verwijderd zijn, maar liefste kinderen, we zijn altijd heel dichtbij en naast u. Wij verlaten u nooit, zelfs niet voor één moment. Als u uw harten opent, zult u in staat zijn om ons te herkennen met uw hart en u zult weten hoeveel wij van u houden."

Janice: Heeft u dit ervaren, Vicka?
Vicka: Ja. Door gebed. Door alleen maar aan de Gezegende Moeder te gehoorzamen heb ik ervaren en geleerd dat iedereen van ons hier op aarde zijn eigen leven leeft voor de ogen van God, onze Vader, omringd door alle engelen en heiligen. Ik heb ondervonden dat, door gebed, alles wat elke dag op mijn pad komt, afkomstig is van God. Hij laat dat toe. Dikwijls wil Hij dat. Mijn enige keuze is te aanvaarden wat op mijn pad komt, met liefde en vertrouwen in God als mijn Vader of ik kan kiezen om daartegen te rebelleren.

Janice: Heeft de Gezegende Moeder u dat verteld?
Vicka: Inderdaad. Ze heeft mij op verschillende manieren geholpen, en ze wil dat ik, al wat ik weet, deel met de andere mensen.

Janice: Kunt u ons iets meer vertellen?
Vicka: De Gezegende Moeder zegt me altijd, "Ik geef u mijn vrede en mijn liefde zodat u in staat zult zijn die vrede en liefde te delen met al degene die hier komen. Ik verlang dat zij mijn vrede en liefde van hier meenemen naar huis, naar hun familieleden en vrienden. Ik zegen allen die naar hier komen met mijn eigen moederlijke zegen."

Janice: Wat houdt die zegen van de Moeder van God in?
Vicka: Haar persoonlijke tussenkomst voor ons bij God.

Janice: Doet zij dat alleen maar voor de pelgrims die naar hier komen?
Vicka: Zij doet dat speciaal voor degenen die naar hier komen om God te eren. Mensen zien dat. De pelgrims van Medjugorje zijn verschillend. Zij dragen de zegen van de Moeder van God en zij weten dat.

Janice: En wat met degenen die niet naar Medjugorje kunnen komen?
Vicka: Medjugorje is een staat van het hart.

Janice: Op welke manier?
Vicka: Elke mens op aarde wordt geroepen voor de boodschappen van Medjugorje. Daarom is de Gezegende Moeder gekomen.

Janice: Wat is deze zegen van de Moeder van God die u zonet vermeldde?
Vicka: De gave van de heiligheid.

Janice: En wat met degene die niet aan de boodschappen van Medjugorje beantwoord hebben?
Vicka: We zijn volledig vrij. Medjugorje is een bron van heiligheid. Niet iedereen wil ervan drinken.

Janice: Bestaat er een speciaal gebed dat de Gezegende Moeder ons vraagt om te bidden?
Vicka: Ja. In feite pleit de Gezegende Moeder voor een hernieuwing van de familie-rozenkrans. Als de ouders bidden voor de kinderen en de kinderen bidden voor de ouders, als ze in liefde verzameld zijn met de rozenkrans in de hand, dan zegt de Gezegende Moeder dat we kunnen zien waarom de rozenkrans een ketting is die de generaties bindt voor het eeuwig leven.

Janice: Wat met de families waar sommigen niet willen bidden?
Vicka: Ze hebben de gebeden, van degene die wel willen bidden, broodnodig.

Janice: Wat met de kinderen die ver van huis zijn of te bezig en de druk en te onverschillig zijn om de rozenkrans met hun ouders te bidden?
Vicka: De Gezegende Moeder beveelt ons op een bijzondere manier aan dat we "allemaal" voor de jeugd van de wereld zouden bidden. Zij moeten het hoofd bieden aan zware problemen, niet alleen hier maar over de gehele wereld. De wereld zoals we hem kennen gaat aan hen voorbij. Wij "allemaal" kunnen de jeugd helpen met onze liefde en onze gebeden.

Janice: Vicka, u kent verscheidene geheimen die gaan over toekomstige gebeurtenissen. Heeft de jeugd van over de hele wereld problemen die betrekking hebben op deze nog niet onthulde geheimen.
Vicka: De jeugd heeft het moeilijk en zal het moeilijk blijven hebben m.b.t. allerhande problemen. Dat is waarom de Gezegende Moeder ons vraagt om zeer hard voor hen te bidden. satan probeert actief deze planeet, het leefmilieu en zelfs de natuur te vernietigen. Deze daden van satan veroorzaken groot lijden en ontbering. Alleen door het gebed en het vasten kan hij gestopt worden.

Janice: Waarom Vicka?
Vicka: Omdat gebed en vasten de ogen van de jeugd opent. Lijden opent ook de ogen van de jeugd maar het is dikwijls zo dat tegen het ogenblik dat het lijden nadert, het te laat is om de oorzaak ervan uit te schakelen.

Janice: We hebben daar zeker een voorbeeld van gezien bij de brand van de olievelden in het Midden-Oosten, de vervuiling van water en rivieren, de vervaardiging en ontploffing van nucleaire wapens.
Vicka: Mensen die een ernstig gebedsleven leiden, veranderen. Vrede en liefde zijn mogelijk. De enige weg naar vrede en liefde is het gebed en het vasten.

Janice: Waarom?
Vicka: Het gebed is de weg naar God. Alleen met God kan een mens de andere persoon echt liefhebben omdat God liefde is. Zonder God houden we slechts van onszelf. Als we alleen van onszelf houden, doen we wat we denken dat we willen, en denken we wat we willen doen, en erg snel holt de hele wereld mekaar achterna en trapt iedereen op elkaar. Niemand is gelukkig. Niemand heeft genoeg.

Janice: Wat zegt de Gezegende Moeder specifiek aan de jeugd m.b.t. de geheimen die u kent?
Vicka: Ze zegt: "Beste jeugd, al wat de wereld u momenteel aanbiedt, is vergankelijk. Door de dingen die de wereld u aanbiedt, moet u zich realiseren dat satan deze opportuniteiten gebruikt om u te winnen voor hem. satan wil in het bijzonder de families en het familiaal leven vernietigen. Hij wenst vrede en de liefde in de families te vernietigen en hij werkt via u, liefste jeugd, door u te verleiden door de wereldse bekoringen. Liefste kinderen, dit is een tijd van grote genaden. Ik wil dat u met een schone lei begint met mijn boodschappen. Beleef alstublieft mijn boodschappen met jullie harten. Wees dragers van mijn vrede en liefde. Bid voor de vrede in de wereld. Vooreerst, lieve kinderen, bid voor de vrede in jullie harten, dan voor de vrede in jullie families. satan wil de huwelijken vernietigen. Kinderen, bid voor de veiligheid van het huwelijk van jullie ouders. Ouders, bid met mekaar voor de veiligheid van jullie huwelijk. Bid vervolgens met andere kinderen voor de vrede in de wereld."

Janice: Vicka, op verzoek van de Gezegende Moeder werden de laatste jaren gewijd aan het gebed voor de jeugd en de families. Spreekt zij u daar nog over?
Vicka: Ja. De Gezegende Moeder vraagt om ons gebed voor de jeugd en de families te versterken. Het is enkel door het gebed en het vasten dat de families de aanvallen van satan in deze dagen kunnen weerstaan. Ze zegt dat het sterkste wapen tegen satan de rozenkrans in onze handen en in onze harten is.

Janice: Bestaat er een specifieke manier waarop de Gezegende Moeder ons vraagt om te bidden?
Vicka: Inderdaad. Ze beveelt aan dat de Heilige Mis het centrum van ons leven wordt.

Janice: Wat met de niet-Katholieken?
Vicka: Zij ook zijn welkom. Ze wil dat de Heilige Mis een bijzonder deel uitmaakt van ons dagelijks leven. Ze zegt dat we er geen idee van hebben van de kracht van de Heilige Mis om menselijke problemen op te lossen.

De gezegende Moeder en Haar geheimen

Janice: Wat zijn de oorspronkelijke boodschappen van Onze Lieve Vrouw?
Vicka: De eerste boodschappen van Onze Lieve Vrouw zijn gebed, bekering, vasten, boetedoening, en vrede. Ze zet ons aan om elke dag de vier mysteries van de Rozenkrans te bidden: de blijde, de droevige, de glorierijke mysteries en de mysteries van het Licht. Te vasten op water en brood elke vrijdag en, als het mogelijk is, op woensdag ook. De Gezegende Moeder wil dat we ons ontdoen van die dreiging waarvan we het meest houden. Ze zou persoonlijk zeer gelukkig zijn als ieder van ons zou stoppen met het begaan van zonden.

Janice: Ze zegt voortdurend deze dingen al gedurende 25 jaar, nietwaar?
Vicka: Ja. De Gezegende Moeder beveelt aan dat de eucharistieviering de eerste plaats in ons leven inneemt. Dat is absoluut het heiligste moment.

Janice: Kunt u verklaren waarom, Vicka?
Vicka: Op dat moment komt Jezus op een fysische manier tot ons. Hij is levend. Dit is waarom we ons moeten voorbereiden zodat we Jezus met liefde en op een eerbiedvolle manier kunnen ontvangen. Ook raadt de Gezegende Moeder aan iedereen aan om maandelijks een heilige biecht te doen. Wederom hangt dat van ons af. Ze zegt dat we niet moeten biechten om van onze zonden af te geraken en dan ons zondig leven verder zetten. We moeten onszelf veranderen. We zouden nieuwe mensen in Jezus moeten worden. De Gezegende Moeder beveelt tevens aan iedereen op aarde aan om met een speciale intensiteit te bidden voor de jeugd. Ze bevindt zich in een zeer ernstige en zeer moeilijke situatie. We kunnen onze jeugd slechts helpen met onze liefde en met gebeden die uit ons hart komen.

Janice: Hebben de verschijningen nog altijd dagelijks plaats?
Vicka: Ja. Om twintig voor zes ’s avonds in de winter en om twintig voor zeven in de zomer.

Janice: Zult u iets zeggen over de geheimen?
Vicka: De Gezegende Moeder heeft beloofd een permanent teken achter te laten op de Verschijningsberg. Dit is het derde geheim.

Janice: Weet u wanneer dat zal gebeuren?
Vicka: Ja. De Gezegende Moeder heeft mij dat verteld. Ik mag er niets over zeggen.

Janice: Kan u iets zeggen over de andere geheimen?
Vicka: Het zevende geheim werd getemperd/tenietgedaan door onze gebeden. Daarom smeekt de Gezegende Moeder om onze gebeden, vasten, en boete zodat andere tuchtigingen zouden worden verminderd.

Janice: Kunt u ons vertellen over de tuchtigingen?
Vicka: Met gebed en boete kunnen ze substantieel worden verminderd.

Janice: Wat betreft de mensen die ongeneeslijk ziek zijn, is er een boodschap van de Gezegende Moeder voor hen?
Vicka: Ja. Als God ons een groot lijden geeft, zouden we het met liefde moeten aanvaarden. De Gezegende Moeder zegt dat God de reden kent waarom hij een bepaald lijden geeft aan een persoon. Hij weet aan wie hij dit schenkt. Hij weet wanneer hij het lijden zal wegnemen. Het enige wat Hij van ons vraagt is geduld. Daarom zouden we nooit mogen vragen,"Waarom ik?" We zouden het lijden moeten aanvaarden als een geschenk, en uit liefde aan God vragen of er iets meer is dat we voor Hem kunnen doen.

Janice: Hoelang zal de Gezegende Moeder blijven verschijnen in Medjugordje?
Vicka: Ik weet het niet. Ze heeft gezegd dat dit haar laatste verschijningen op aarde zijn. Ze heeft niet verteld wanneer de verschijningen zullen stoppen.

Janice: Denkt u dat uw verschijningen van Onze Lieve Vrouw de laatste zijn voor deze regio, eerder dan voor de ganse wereld?
Vicka: De Gezegende Moeder zei dat deze verschijningen haar laatste zijn.

Janice: Zijn er boodschappen voor de priesters?
Vicka: De Gezegende Moeder heeft verteld dat de priesters moeten waken over het geloof van de mensen en het beschermen. Ze zouden de rozenkrans met de mensen moeten bidden. Onlangs vroeg de Gezegende Moeder ons om te bidden voor roepingen voor het priesterschap omdat er een tekort aan priesters is.

Janice: Heeft de Gezegende Moeder iets gezegd over de situatie in Oost-Europa?
Vicka: De Gezegende Moeder heeft gezegd dat vrede er enkel kan komen door gebed en boete. Dankzij het gebed en het vasten kan zelfs een oorlog worden gestopt. Zo sterk kunnen het gebed en het vasten zijn. Ze zegt dat we boete uit liefde moeten doen, niet uit angst of uit dwang. De Gezegende Moeder waarschuwt ons dat als we te extreem in onze boete zijn, we niet in staat zullen zijn om daarin te volharden en daardoor vlug zullen stoppen. Ze zegt dat het beter is om onze boete traag te beginnen en trouw te blijven aan onze praktijk van boete. De Gezegende Moeder pleit er bij alle mensen op aarde voor om haar boodschappen trouw na te leven.

Een vreemde ervaring

Janice: Vicka, vandaag gebeurde er iets vreemds in de H. Mis.
Vicka: Welke H. Mis?

Janice: De Duitse mis was om 9 u ’s morgens. Als we de kerk [St. Jacob] binnen stapten, was het volledig heiligdom gevuld met een waas. We konden enkel het topje van de hoofden van de priesters zien die de H. Mis concelebreerden. Het was helemaal ongewoon. In feite was er een mystieke realiteit rond de H. Mis. Het was alsof er een wolk was op de vloer van het heiligdom en al degenen die in het heiligdom stonden, stonden in de wolk. Weet u daar iets over?
Vicka: Zag u dat met uw ogen?

Janice: Ja.
Vicka: U had de “sluier” van over uw ogen opgeheven gedurende de H. Mis. De “wolk” die u zag was echt de pracht van al de engelen die altijd rond het altaar staan als de H. Mis wordt opgedragen.

Janice: Vicka, hoe weet u dat ?
Vicka: Iedereen weet dat! De engelen maken heel veel deel uit van onze dagdagelijkse wereld. Ze begrijpen de heiligheid van de eucharistieviering beter dan wij. De engelen weten wie aanwezig is. We kunnen dat slechts weten door het geloof.

De gave van het geloof

Janice: Het geloof is een grote gave, nietwaar Vicka?
Vicka: Ja. Maar net zoals bij alle geschenken, kan het worden weggegooid.

Janice: Vicka, wie zou deze gave van het geloof weggooien?
Vicka: Veel mensen doen dat en hebben dat gedaan. Het geloof is een kostbaar geschenk. Het vergt werk om de gaven van het geloof te beschermen.

Janice: Welk soort werk ?
Vicka: Het vereist gebed om Gods hulp te bekomen. En het heeft oefening nodig. Degenen met de gave van het geloof moeten leven naar de waarheden die zij kennen om het even wat het hen kost.

Janice: Hoe zo?
Vicka: Ik, ik weet veel dingen omdat de Gezegende Moeder mij dat getoond en geleerd heeft. Mijn hele leven is een getuige van het geloof dat ik in haar goddelijke Zoon en Zijn weg heb. De Gezegende Moeder roept iedereen op aarde op om te leven volgens het woord van God, Jezus. Ze zegt dat we allen dat leven van geloof kunnen leiden door gehoorzaamheid aan Gods woord, Jezus.

Janice: Veel mensen op aarde kennen Jezus niet. Weet u daar iets meer over?
Vicka: Daarom is de Gezegende Moeder hier. Veel “christenen” leiden geen christelijk leven. Zovelen zijn God vergeten. Zovelen geloven niet meer. Ze roept op tot een sterk geloof.

Janice: Hoe bekomt men een sterk geloof, Vicka?
Vicka: Door gebed en vasten.

Janice: Wat met de mensen die in het geheel geen geloof hebben? Degene die niets weten over bidden en vasten.
Vicka: De gebeden, het vasten, boetedoeningen en het aangeboden lijden van de gelovigen kunnen als een mantel zijn die de ongelovigen bedekt. Dat is wat de Gezegende Moeder wil van ons: een totale overgave aan Gods wil. De Gezegende Moeder pleit bij ons om te bidden en te vasten en boete te doen voor onszelf en voor diegene die het niet kunnen of niet willen.

Janice: Helpen onze gebeden en vasten echt?
Vicka: De Gezegende Moeder zegt van wel.

Janice: Velen hebben familieleden die niet geloven, zelfs niet in de aanwezigheid van God noch in het feit van God.
Vicka: Ik weet daar alles van. De Gezegende Moeder zegt dat als één familielid gelovig is, allen zullen gezegend worden.

Janice: Soms is het eenzaam om in een familie te leven waar slechts enkelen of niemand gelooft.
Vicka: Voor zij die God kennen is de enige eenzaamheid gescheiden te zijn van Hem.

Janice: Bedoelt u dat het geloof haar eigen beloning is?
Vicka: De Gezegende Moeder zegt dat praktiserend geloof leidt tot hoop: levendige hoop leidt tot liefde. God is liefde. Diegenen die in liefde leven, leven in God en God leeft in hen.

Janice: Zijn dit de woorden van Jezus?
Vicka: Inderdaad. Ziet u nu hoe alles van God komt en alles naar God leidt?

Janice: Ik weet het niet.
Vicka: Jezus is het pad dat leidt naar de hemel. Zij die God volgen hebben een hemel op aarde.

Janice: Waarom?
Vicka: Omdat Jezus’ pad dat Hij ons toonde Gods volmaakte wil is voor ons. Zij die recht in het midden van Gods wil leven, zullen de hemel bezitten.

Maria, Moeder van onze Redder

Janice: Op een keer zat ik met Jacov en gedurende een ogenblik was er een soort van ervaring, of een glimp van waarover u sprak. Ik keek in zijn ogen en ik werd er mij van bewust dat zijn menselijke ogen de Moeder van God [zij stierf bijna twee duizend jaar geleden] elk dag zagen. U ook hebt dat voorrecht.
Vicka: Ja. Zij is de Moeder van Jezus, onze Heer en Redder.

Janice: Waarop gelijkt onze Gezegende Moeder echt, Vicka?
Vicka: Ze is zo nederig.

Janice: Waarom?
Vicka: Omdat ze God kent. Ze zegt dat degene die God goed kennen, nederig zijn omdat God nederig is.

Janice: Weet u waarom dit de laatste keer is dat de Gezegende Moeder naar hier op aarde komt als een verschijning?
Vicka: Ze zegt dat het niet meer zal nodig zijn om te komen nadat de geheimen zijn verwezenlijkt.

Janice: Mirjana heeft gezegd dat de kracht van satan zal gebroken zijn nadat het eerste geheim heeft plaats gehad.
Vicka: Dat is inderdaad zo.

Janice: Wat betekent dat ?
Vicka: De Gezegende Moeder roept iedereen op aarde op om zich onmiddellijk te bekeren.

Janice: Vicka, weet u wat bekering betekent?
Vicka: Bekering is zich ervan bewust zijn dat we dag en nacht leven voor het gezicht van God en dat we verantwoordelijk zijn voor alles wat we zijn en hebben.

Janice: U spreekt met zo ’n grote spoed.
Vicka: De Gezegende Moeder weent voor al haar kinderen die God niet kennen, die zich van Hem afkeren, die Zijn Geboden veronachtzamen.

Janice: Waarom zijn de Geboden zo belangrijk?
Vicka: Als we uit vrije wil niet gehoorzamen aan de Geboden door onwetendheid of zwakte dan geven we satan macht over ons leven. We hebben dan Gods genade nodig om ons te redden. Maar we moeten meewerken.

Janice: Is het daarom dat Mirjana ons zegt dat de Gezegende Moeder ons smeekt om minstens één keer per maand te biechten.
Vicka: Ja. De sacramentele biecht is een grote genade van Gods medelijden voor onze zwakke menselijke kwetsbaarheid.

Janice: En wat met de geloofstradities die geen heilige biecht kennen?
Vicka: De christelijke Kerk staat open voor iedereen.

Janice: Roept de Gezegende Moeder iedereen op aarde op om Christen te worden?
Vicka: Neen. De Gezegende Moeder zegt dat als elke christen zou leven volgens zijn geloof, de hele wereld christelijk zou zijn. Maar alle religies zijn dierbaar voor haar en haar Zoon. Ze zegt dat wij het zijn die op aarde een onderscheid gemaakt hebben. Ze zegt dat we allemaal kinderen van God, onze Vader zijn. Jezus heeft iedereen vrijgekocht. Niet iedereen aanvaardt die vrijkoop. We moeten God kiezen om de hemel te kiezen.

Janice: Vicka, kiest niet iedereen voor de hemel?
Vicka: De Gezegende Moeder zegt dat veel mensen vandaag voor de hel kiezen.

Janice: Wie zou er voor de hel kiezen?
Vicka: Degene die van zichzelf en van hun aardse lusten God gemaakt hebben.

Janice: Dat is nauwelijks te geloven.
Vicka: Dat is niet zo moeilijk te geloven. Bekijk eens al het lijden op aarde. Vader keert zich tegen zijn zoon, zoon keert zich tegen zijn vader, dochter tegen moeder. Broers en zusters hebben grieven tegen elkaar. Ouders verwaarlozen en misbruiken hun kinderen, het aantal scheidingen is overal hoog, ongeboren kinderen worden gedood, oudere mensen worden niet gerespecteerd, kinderen gehoorzamen hun ouders niet. Deze voorbeelden tonen aan dat veel mensen over de gehele wereld al in een hel op aarde leven. Het koninkrijk van de hemel is een koninkrijk van de liefde. Zij die zonder liefde zijn, die zonder God leven, zijn reeds in de hel.

Lijden

Janice: Hoe past het lijden in de wereld en Gods plan voor Zijn volk?
Vicka: Het lijden is er altijd voor iets. Mensen lijden ofwel voor het koninkrijk van liefde [hemel] of voor het koninkrijk van haat [hel]. Er is altijd lijden op aarde geweest. Maar als we ons lijden voor de liefde offeren dan is het niet echt lijden. Het is een vreugde omdat de vrucht van het lijden de hemel is. Ik heb de hel gezien. Daar heeft het lijden geen waarde. Het leidt niet tot liefde, vrede en vreugde. Het bestendigt zichzelf. Zij die God kennen zijn vervuld van een immense vreugde als ze iemand naar God brengen door iets kleins voor hen te doen.

Janice: Waarom?
Vicka: Eens de mensen de goedheid van God beginnen te kennen,willen ze niets anders meer.

Janice: Is God niet zo groot dat Hij vanuit de hemel naar beneden kan neigen en de kleinste kan optillen naar de hemel bij Hem?
Vicka: Hij heeft dat in en door en met Jezus gedaan.

Janice: Weet u waarom de Gezegende Moeder hier is?
Vicka: Ja, ik weet waarom ze hier is. Ze wil dat iedereen op aarde in de hemel komt. De mensen begrijpen niet echt hoeveel de Gezegende Moeder van ieder van ons houdt, en hoeveel ze wil dat ieder van ons haar kent als een moeder. Ze vraagt aan ons om samen met haar voor iedereen te bidden. Ze komt altijd voor ieder van ons bij God tussen beide. Ze wil dat we voor iedereen bidden als kinderen. Er bestaat een grote kracht in het groepsgebed. Als de mensen toch eens zouden beseffen hoe het God behaagt als Hij al Zijn kinderen ziet, geknield voor Hem met de hemelse moeder die Hij aan ons heeft geschonken door Zijn Zoon Jezus.

Janice: Wat raadt u ons aan om de toekomst te verbeteren?
Vicka: Er is een gebed dat als volgt gaat: Bloei waar je wordt geplant. Als iedereen bloeit waar God hen plant, dan zal de wereld een mooie heilige plaats zijn om te leven. Maar niet iedereen doet dit. Soms stoppen mensen met bloeien. Zij verwerpen Gods plan. Degene die Gods wil aanvaarden, leven in grote vrede en vreugde en liefde omdat ze Gods liefde kennen. Dat is wat de Gezegende Moeder voor elk van haar kinderen wil.

Slot

Bron: Janice T. Connell

Vertaling: Henk


04-08-1975
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Medjugorje: Interview van Janice T. Connell met Jacov Colo
Medjugorje: Interview van Janice T. Connell met Jacov Colo

Jacov kent vandaag tien geheimen. Hij en zijn vrouw hebben drie kinderen: Arianna Marija, geboren op 6 januari 1995, Emmanuel David, geboren op 5 september 1996 en Maria Kiara, geboren op 5 juli 1998.

Het menselijk hart op zich is onbetrouwbaar

Inleiding

Woorden zijn de zwakke leveranciers van de waarheid." Zo is het ook met de ziener Jacov Colo. Als de eerste verschijning van de Gezegende Moeder op 24 juni 1981 te Medjugorje plaats vond, was het drie weken nadat hij tien jaar was geworden. De foto’s van die vroege extases onthullen een vreugdevol klein gezicht dat naar de hemel is gericht, een jongen vervuld met liefde en vreugde en verlangen. Meer dan 25 jaar later is Jacov rustig, bescheiden en verborgen. Hij is ook hoog begaafd en heeft veel vermogen tot inzicht. Hij vermijdt publiciteit en streeft ernaar om zijn roeping getrouw te volgen als een boodschapper van Gods woorden, die door de Gezegende Maagd Maria aan de wereld worden aangereikt, en gegeven door hem en vijf andere oudere kinderen.

Jacov is een weesjongen. Hij was het enige kind van een vader die de familie in de steek liet toen Jacov 8 jaar was. Zijn moeder, die aan alcohol verslaafd was, stierf toen hij 12 was. De Gezegende Moeder heeft hem verteld dat zijn moeder bij Haar in de hemel is.

Is Javoc gevoelig? Stel u eventjes de verhouding voor van een ongeziene wereld waarvan we slechts gehoord of gelezen hebben maar die Jacov dagelijks ervaart. Hij is binnenin de plaats geweest die bekend staat als de hemel. Die herinnering is krachtig voor hem. Hij zei dat als hij te veel aan de hemel dacht hij zou sterven van eenzaamheid. Hij heeft ook de hel bezocht. Zijn woorden waren spookachting: "De hel is pure verkwisting want niemand hoeft daar te zijn." En wat betreft het vagevuur waar hij ook geweest is, vraagt Javoc altijd aan de mensen die hem aanspreken, om dikwijls te bidden voor de arme zielen die daar gestrand zijn, speciaal hun eigen familieleden. "Moest je eens weten hoeveel de gebeden hen helpen, je zou voortdurend voor hen bidden," bepleit hij.

Mirjana leeft naast Jacovs huis. Hij zei me dat in de eerste dagen van de verschijningen de Gezegende Moeder bijzonder genadig was voor de angst van de zes zieners en gevoelig voor het persoonlijk lijden dat iedereen onderging. Zij vertelde de kinderen: "Weten jullie dat mijn echte geboortedag 5 augustus is?" De kinderen antwoorden dat ze dat niet wisten. De Gezegende Moeder zei verder: "Zouden jullie, kinderen, mij enkele geschenken willen geven?"

Jacov flapte er bedroefd uit: "Lieve Gezegende Moeder, ik heb geen geld!"

De Gezegende Moeder glimlachte vreugdevol en zei: "Oh, Jacov, mij lief kleintje, je hebt geen geld nodig voor mijn verjaardagsgeschenken! Vanavond als je naar huis gaat, om het even wat je gevoelens je vertellen, om het even hoe je wordt aangevuurd, ren je naar buiten en kijk naar de hemel en roep uit: Het is allemaal uit liefde voor U, liefste Jezus."

De volgende avond bij de verschijning zei Mirjana dat de Gezegende Moeder Jacov bedankte voor zijn "geschenken" van de vorige avond. Tegen de tijd dat de verjaardag van de Gezegende Moeder naderde had Jacov "miljarden geschenken voor de Gezegende Moeder!" Hypernerveus kon Jacov zich nauwelijks bedwingen tijdens de lange Rozenkransgebeden die de verschijning vooraf gingen. Uiteindelijk was het moment daar. Grote lichtflitsen kondigden de aankomst van de Koningin van Hemel en Aarde aan, de zachtaardige Moeder van alle mensen, speciaal van de kleinen met gebroken harten. Als Jacov haar zag, rekte hij zich letterlijk omhoog en greep naar de Moeder van God en schreeuwde uit: "Gelukkige verjaardag, liefste Gezegende Moeder!" Toen hij zich realiseerde wat hij had gedaan viel Jacov van schaamte en angst op de vloer neer. Mirjana zei dat zij zag dat de Gezegende Moeder zich teder neerboog en hem oppakte door zijn hand, waarvan de vingernagels waren afgebeten, in haar hand te nemen en te kussen.

Als ik aan Jacov vroeg hoe het voelde om door de Gezegende Moeder gekust te worden, werd hij donkerrood. Bedeesd zei hij: "Er bestaan geen woorden voor om dat te beschrijven. Het maakt deel uit van de hemelse dingen."

Dat Jacovs getrouw zijn dagelijkse plichten volgt, schijnt evident te zijn voor pelgrims. Hij werkt dagelijks in de franciscaanse boekenwinkel. Hij is vlug met de rekenmachine en kan de omzetting van verschillende munteenheden in een verbazingwekkende snelheid doen. In de namiddagen doet hij computerwerk in de pastorie. Opgeleid als een slotenmaker vertelt Jacov niets over zijn toekomst. Hij is de enige van de zieners die weigerde te onthullen of hij al dan niet in leven zal zijn als het permanente teken komt. De vijf andere hebben verteld dat zij dan nog zullen leven. Jacov zegt dat het een geheim is. In het begin van 1992 was Jacov niet in Joegoeslavië. Hij leefde toen in ballingschap in Italië. Later keerde hij terug naar Medjugorje waar hij nu met zijn vrouw, Annalisa, en drie kinderen woont. Annalisa is afkomstig uit Italië en heeft daar familie.

Jacov is gesloten, genadig en ernstig. Het lijden is hem niet vreemd, maar hij brengt vreugde waar hij ook is. Is dat de uiteindelijke paradox van de verschijningen van Medjugorje?

Een compilatie van bewerkte interviews volgt nu:

Janice: Jacov, u ziet dagelijks de Gezegende Moeder sinds u 10 jaar oud bent?
Jacov: Ja. Ze komt elke avond om 18.40 uur

Janice: Waar ziet u haar?
Jacov: Ofwel in de kerk tijdens de Rozenkrans voor de eucharistieviering begint ofwel thuis waar ik een speciale ruimte heb voorbereid.

Janice: Waarom hebt u deze speciale plaats?
Jacov: De Gezegende Moeder heeft iedereen op aarde gevraagd om een speciale "gebedshoek" in hun huis in te richten om elke dag apart te zitten en een specifieke tijd aan God te wijden. Ik heb dat gedaan.

Janice: Wat hebt u in uw "gebedshoek"?
Jacov: Een beeld van onze Gezegende Moeder, een kruisbeeld, enkele speciale foto’s en mijn rozenkransen.

Janice: Jacov, hebt u ooit weerstand tegenover de verschijningen van de Gezegende Moeder gevoeld? Bent u ooit met iets te veel bezig geweest waardoor u niet aanwezig was op de verschijningen?
Jacov: In het geheel niet. Dit is het lichtpunt van de dag voor mij. De gezegende Moeder vult mijn hart met hemelse dingen. Ik tel dikwijls de minuten af tot Haar komst.

Janice: Jacov, voor verschillende kinderen is de favoriete plaats om te bezoeken Disneyland. Als het hen werd toegestaan om elke dag gedurende 10 jaar naar Disneyland te gaan, zouden ze na enkele jaren hevig tegenspartelen.
Jacov: Er is niets op aarde dat het menselijk hart kan tevreden stellen. Ook ik ben naar Disneyland in Californië geweest [in de winter 1991]. Alhoewel dit een plezante uitstap was, is het eerder een plaats van deze wereld. De Gezegende Moeder komt van de hemel. Ze brengt hemelse dingen met zich mee.

De dingen van de hemel

Janice: Vertel ons over de hemelse dingen, Jacov.
Jacov: Er bestsaan daar echt geen woorden voor.

Janice: Jacov, de filosofen en theologen hebben al veel geschreven over de hemel. Weet u iets over de filosofen en theologen?
Jacov: Ik ben een eenvoudig man. Ik heb enkele boeken gezien die handelen over de hemelse dingen.

Janice: Wat denkt u van deze boeken?
Jacov: Ze bevatten veel woorden.

Janice: Zijn de woorden correct?
Jacov: Het is saai om zich door de woorden te begeven. Als dat mij leidt naar de weg van de hemel zou ik er niets van begrijpen [lacht].

Janice: Vertel ons over uw begrip van de hemel.
Jacov: Ik ben daar geweest. Het is voor mij moeilijk om daar over te praten.

Janice: Waarom toonde ze u de hemel, de hel en het vagevuur?
Jacov: Omdat ik dan meer een échte getuige kan zijn van het leven op zich, omdat ik de realiteit van die 3 plaatsen heb gezien.

Janice: Weet u of u al dan niet naar de hemel gaat als u sterft?
Jacov: Voor mij is het pad heel moeilijk.

Janice: Hoe bedoelt u?
Jacov: Ik ben gekozen om een boodschapper van deze verschijning te zijn. Ik wil God niet ongehoorzaam zijn. Mijn pad is moeilijk.

Janice: Jacov, zegt u dat degenen die grote spirituele zegeningen ontvangen ook zware kruizen ontvangen?
Jacov: Ik heb mijn deel van het lijden. Er zal nog komen. Daar wens ik niet over te praten.

Janice: U hebt gezegd dat de Gezegende Moeder wil dat de eucharistieviering het middelpunt van uw leven is. Is dat gebeurd?
Jacov: Ze wil dat wij Jezus zeer intiem kennen, als onze broer, onze Redder, onze Heer. De middelen voor deze kennis is diep inwendig gebed. Het grootste gebed is de eucharistieviering.

Janice: Heeft u een verstandhouding met de Eeuwige Vader?
Jacov: Ja. Elk schepsel heeft een verstandhouding met de Eeuwige Vader. Hoe intiemer de verstandhouding met Jezus is, des te intiemer de relatie met de Eeuwige Vader is.

Janice: Weet u waarom, Jacov?
Jacov: Ja. Jezus zei: "De Vader en ik zijn één. Hij die mij ziet, ziet de Vader."

Janice: Jacov, u zei dat de Gezegende Moeder wil dat u van uw hart een tabernakel maakt waar de Heilige Drie-eenheid verlangt gevestigd te zijn. Kunt u ons daar iets over vertellen?
Jacov: Ik ben niet zeker, het is een proces. Het menselijk hart is vervuld van een verlangen, dat eerst, mensen en dingen aangaat. Het doel van mensen en dingen is om ons onze zorg door God voor elk van ons te tonen. We laten onze harten toe om gehecht te geraken aan mensen en dingen op zich, niet als geschenken van God. Als dat gebeurt, verliezen we onze harten aan mensen en dingen.

Janice: Bedoelt u dat we in feite onze vrijheid verliezen?
Jacov: Op een manier, ja, want ons hart is niet langer het onze en dingen of anderen beheersen ons. Dikwijls realiseren we ons niet dat dit is gebeurd.

Janice: Over welke vrijheid hebben we het dan?
Jacov: De vrijheid om voor God te kiezen. Om God de eerste plaats in onze levens te geven.

Janice: U spreekt van een inwendige vrijheid, nietwaar?
Jacov: Als mijn hart geheel van mij is kan ik kiezen om van iemand te houden met een liefde die onbesmet is van valse gehechtheden.

Janice: Waarom zijn de gehechtheden vals?
Jacov: Omdat ze enkel illusies zijn. God is de bron van liefde. Alle liefde komt van God. Alles wat gemaakt wordt, komt van God. Als ik mijn hart open zodat Gods liefde kan binnenkomen, dan drijft het alle illusies en valse gehechtheden weg. Mijn hart wordt een geleider waardoor Gods liefde vloeit. Als het door mij vloeit om naar u of anderen, dan voel ik mezelf voldaan.

Janice: Is dat hetgene de Gezegende Moeder u leert?
Jacov: Zijzelf is een perfecte geleider waardoor Gods liefde vloeit. Niets van Gods liefde wordt afgeleid naar Haar voor Haarzelf. Ze is een openhartigheid en doorzichtigheid waardoor Gods liefde naar de wereld vloeit. Ziet u waarom ik nooit te veel met iets bezig kan zijn om haar te ontvangen?

Janice: Jacov, zijn uw gedachten tekenen van de diepten van het mysterie van de Hemel?
Jacov: Ik zelf ben niets. Mijn gedachten zijn niets. God in Zijn almacht heeft mij gekozen om leven te geven. En Hij heeft gekozen om dat leven te raken met Zijn aanwezigheid.

Janice: Is het dat wat uw hart maakt tot een "tabernakel waar de Heilige Drievuldigheid verblijft?"
Jacov: Ik weet dat niet.

Janice: Ervaart u constant de goddelijke aanwezigheid?
Jacov: Ik heb goede en slechte dagen.

Janice: Wat is een goede dag, Jacov?
Jacov: Een dag waar ik mij constant en de ganse dag bewust ben van de aanwezigheid van God.

Janice: Wat is een slechte dag?
Jacov: Het tegenovergestelde.

Janice: Hoe overleeft u een slechte dag?
Jacov: Dat is pijnlijk.

Janice: Wat doet u dan?
Jacov: Ik heb al veel dingen geprobeerd.

Janice: Weet u de oplossing?
Jacov: Er bestaat geen oplossing. We zijn volledig afhankelijk van Gods genade.

Gods genade

Janice: Moeten wij vragen om Gods genade?
Jacov: We kunnen ze weigeren.

Janice: Wie zou Gods genade weigeren?
Jacov: Dikwijls is het menselijk hart, op zich, heel onbetrouwbaar. Het is daarom dat de Gezegende Moeder zegt dat het dringend nodig is dat alle mensen op aarde bidden en vasten. Niemand is vrijgesteld. Zonder gebed en vasten is het menselijk hart hulpeloos om God te horen of te zien ... te kiezen voor God.

Janice: Jacov, aan ons werd verteld dat alle kinderen van God Zijn stem horen in de stilte van hun hart. De antwoorden van Zijn kinderen op Zijn oproepen zijn alleen voor Hem bekend. Hij is God. Hij alleen oordeelt.
Jacov: De mensen hebben de wet van God, die het pad is naar de hemel, geschreven in hun harten. Maar de Gezegende Moeder is dikwijls verdrietig. Ze weent dikwijls omdat zovelen God verwerpen. Zij kiezen voor tijdelijk plezier en werpen God en Gods wegen opzij. Ik zelf doe dat ook.

Janice: Echt?
Jacov: Ze bekritiseert mij nooit. Ze veroordeelt mij nooit. De zonde kwetst haar zeer erg.

Janice: Waarom?
Jacov: Omdat dat ons zo erg kwetst.

Janice: Wat doet u dan?
Jacov: Ik tracht altijd beter te doen.

Janice: Slaagt u daarin?
Jacov: Soms wel, soms niet.

Janice: Jacov, als u, die de Gezegende Moeder elke dag ziet, het zo moeilijk heeft, hoe zit het dan met de rest van ons?
Jacov: De Gezegende Moeder zegt dat we moeten bidden. Soms ben ik niet zo getrouw aan het gebed als het zou moeten. De Gezegende Moeder zegt dat we moeten vasten. Soms, als ik vast, heb ik geen liefde in mijn hart. Dan stelt mijn vasten niet veel voor. De Gezegende Moeder zegt dat we moeten vergiffenis schenken, speciaal aan onze vijanden. Soms slaag ik daar niet in. De Gezegende Moeder zegt dat we ons moeten bekeren. Soms draait mijn hart zich naar de wereld en zijn slechte kant. Dus, u ziet dat het menselijk hart erg zwak is. Het is het gebed, het vasten, de vergeving en de verzoening die het menselijk hart bevrijden. Elke dag probeer ik beter te doen.

Janice: Waarom moet u met liefde vasten, Jacov?
Jacov: Omdat vasten zonder liefde voor God onze harten verhardt. De Gezegende Moeder zegt dat elk motief van ons handelen er moet zijn uit liefde voor God.

Janice: Wat dan met de andere mensen die niet begrijpen dat elk motief van ons handelen uit liefde voor God moet gebeuren? Sommigen vasten uit angst. Anderen vasten uit gehoorzaamheid. Sommigen uit ijdelheid. Anderen bij gebrek aan middelen.
Jacov: Wanneer het vasten gebeurt uit liefde voor zichzelf i.p.v.voor God is het zoals een boomerang. Het heeft geen blijvende waarde en in verschillende gevallen is het pijnlijk zowel voor de persoon zelf als voor anderen. De Gezegende Moeder zegt dat onze motieven het belangrijkst zijn. We moeten bidden voor onze motieven opdat ze puur en zuiver zouden worden.

Janice: Waarom moeten we onze vijanden vergeven?
Jacov: De Gezegende Moeder zegt dat als we hen niet vergeven het ons meer kwetst dan dat het hen kwetst.

Janice: Waarom?
Jacov: Omdat de wrok en het niet vergiffenis schenken ons hart verziekt. Het vult dat met vergif.

Janice: Heeft u vrede in uw hart, Jacov?
Jacov: Als ik bid en vast en waarachtig vergeef dan heb ik veel vrede. En dat geldt voor iedereen. Dit is wat de Gezegende Moeder wil voor de ganse wereld.

Jacovs raad

Janice: Heeft u voor ons enig advies van de Gezegende Moeder?
Jacov: Als uw familie veel bezit, beperk het gebruik van deze luxe. Geef weg wat u niet nodig heeft en deel wat u overhoudt. Als uw familie weinig heeft, geniet van wat je hebt en deel het met elkaar. Voor degenen die op Gods voorzienigheid vertrouwen, die bidden en vasten en vergeven, die de talenten en de goederen die de Heer heeft geschonken delen: hun harten zijn een centrum van vrede. Voor degene die niet op God vertrouwen, die niet bidden noch vasten noch vergiffenis schenken, en die weigeren lief te hebben en te delen, hun harten zijn een kern van angst. De Gezegende Moeder zegt dat zij die God kennen, God liefhebben. Degene die van God houden zijn een teken van Zijn liefde, Zijn vrede, Zijn vrijgevigheid.

Janice: Jacov, is dat de toekomst? Zullen alleen degenen die God kennen, van God houden en Zijn wegen volgen de dagen overleven die voorspeld zijn tijdens de Mariale verschijningen over de ganse wereld?
Jacov: Alleen degenen die Gods wil doen, zullen voortleven. Alle andere dingen zijn een illusie. Alle andere dingen zijn dood. De Gezegende Moeder heeft gezegd: "Mijn kinderen, jullie zijn vergeten. Bidden en vasten zullen de oorlog stoppen. Zij zullen de wetten van de natuur veranderen."

Janice: Jacov, zal er oorlog komen?
Jacov: Momenteel is er veel oorlog: in harten, families, steden en landen.

Janice: Jacov, weet u iets meer over deze tirannie van gevoelens die u vermeldde?
Jacov: Ik begrijp het niet.

Janice: Mirjana zei dat we heel voorzichtig moeten zijn met onze gevoelens. Liegen gevoelens?
Jacov: Ik denk het.

Janice: Spreekt de Gezegende Moeder over onze gevoelens?
Jacov: Ze wil dat we God vragen om onze gevoelens, onze emoties te zuiveren zodat we echte liefde in onze harten kunnen hebben.

Janice: Jacov, u zei dat de Gezegende Moeder ons hier in Medjugorje eraan herinnerd had dat God Zijn wet van Liefde in de harten van al Zijn kinderen heeft geschreven. Als dat waar is, en ik heb geen reden om daaraan te twijfelen, zou het dan toch kunnen zijn dat er ongelovigen zijn?

Jacov: Veel mensen zeggen dat ze niet geloven, maar hoe leven ze? Enkel God kent onze harten. Er bestaat niet één schepsel waarvan God niet houdt.

Janice: Weet u wanneer het permanente teken komt, Jacov?
Jacov: Ja. Als het permanente teken komt, zullen mensen van over de hele wereld naar hier komen, zelfs in grotere getallen. Veel meer mensen zullen geloven.

Janice: Zullen alle mensen geloven omwille van het permanente teken, Jacov?
Jacov: De Gezegende Moeder zei dat er nog mensen zullen zijn die niet geloven zelfs nadat het permanente teken gekomen is.

Janice: Weet u wat het permanente teken is, Jacov?
Jacov: Ja.

Janice: Kunt u ons daar iets over vertellen?
Jacov: Het zal iets zijn dat nog nooit op aarde heeft plaats gehad.

Janice: Jacov, waarom zullen sommigen nog niet geloven?
Jacov: Zij zullen zichzelf niet in een situatie plaatsen om bekeerd te worden.

Janice: Is bekering iets dat we niet uit onszelf kunnen doen?
Jacov: Ik weet het niet. Het is een werking van genade, en genade komt van God. Een persoon kan "ja" zeggen tegen de mogelijkheid van bekering. Het is daarom dat de Gezegende Moeder ons vraagt om te bidden en te vasten. Het is het gebed en het vasten dat onze harten toestaat om zich te openen voor God. Bekering betekent echt zich bewust worden dat God overal rondom ons is. God is altijd al rondom ons geweest, alleen de meesten beseffen het niet.

Janice: Wat beveelt u aan?
Jacov: Alle mensen op aarde die de boodschappen van de Gezegende Moeder horen en er met een genereus hart vol van liefde aan beantwoorden, zullen bekering ervaren.

Janice: dat klinkt niet optimistisch.
Jacov: Ze is de moeder van God. Als de Gezegende Moeder zegt dat er iets zal gebeuren, zal dat gebeuren. We kunnen op Haar vertrouwen.

Janice: Wat weet u over het lijden?
Jacov: Sommigen zijn bekwamer om te lijden dan anderen. God kent ons. God geeft ons enkel wat we kunnen verdragen. De Gezegende Moeder weet alles over het lijden. Ze heeft zelf zoveel geleden. Ze helpt altijd degenen die lijden.

Janice: Jacov, het piepklein viooltje is voor God even schoon als de reusachtige zonnebloem. Is dat hetzelfde met het lijden?
Jacov: Zij die weinig lijden zijn even dierbaar voor God als zij die veel lijden. Het is onze houding tegenover het lijden dat belangrijk is, niet de graad ervan. We mogen nooit vergelijken. Om het even welke vergelijking is ons eigen oordeel. Alleen God kan het menselijk hart zien.

Bron: Janice T. Connell

Vertaling: Henk

03-08-1975
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Medjugorje: Interview van Janice T. Connell met Ivanko Ivankovic
Medjugorje: Interview van Janice T. Connell met Ivanko Ivankovic

Ivanka kent tot op vandaag tien geheimen. Zij en haar echtgenoot, Rajko, hebben drie kinderen, Kristina geboren op 10 november 1987, Jozef geboren op 6 juni 1990 en Ivan, geboren op 10 februari 1994.

Sta God toe om Onze Vader te zijn

Inleiding

Ivanka Ivankovic Elez zegt dat ze tien geheimen kent die betrekking hebben op de laatste hoofdstukken in de geschiedenis van de planeet aarde. Zoals met Mirjana en Jacov, die ook de tien geheimen hebben ontvangen werden de tien geheimen door de Gezegende Moeder gegeven. Het is Ivanka die ons verteld heeft dat God de wereld niet zal vernietigen. Ze zegt dat het het zondig hart van het mensdom is, dat tot dergelijke vernietiging in staat is. Door haar trouw aan het gewone leven als vrouw en moeder herinnert ze dagelijks de mensen eraan dat God onze Vader is, dat de Gezegende Moeder als Koningin van de Vrede gekomen is en dat alles mogelijk is voor zij, die van God houden.

Aan Ivanka werd de vraag gesteld over de drie dagen van duisternis geprofeteerd door Pater Pio. Ze werd gevraagd of ze iets wist van de vuurregen uit de hemel, volgens het derde geheim van Fatima. Ivanka werd ook geraadpleegd over de boodschap van Akita, een door de kerk goedgekeurde verschijning van de Gezegende Moeder in 1973 in Japan waarin de Gezegende Moeder zei: "De Hemelse Vader is klaar om een grote tuchtiging [toe te laten] voor het hele mensdom. Als de mensen niet tot inkeer komen of berouw hebben en hun leven niet verbeteren dan zal de Hemelse Vader een opperste kastijding doen [toelaten] ... erger dan de zondvloed. Vuur zal neerkomen vanuit de lucht ... een groot deel van de mensheid zal worden vernietigd. De goeden zullen sterven met de slechten. Zij die overleven zullen in dergelijke mate lijden dat zij de doden zullen benijden."

Ivanka is sereen en rustig. Haar leven is een krachtige boodschap dat God liefde is.

Een gevoelige vrouw met grote eenvoud en bescheidenheid. Ivanka’s gebed is gebaseerd op haar diepe liefde tot God. Ze heeft de stilte onder de knie gekregen. Ze leert om Gods wil te verkiezen. Zij is Zijn keuze voor een groot project dat betrekking heeft op de laatste hoofdstukken in de geschiedenis van de planeet aarde. Ze staat gekend voor haar getrouwheid om Gods wil te volgen. Ze is genadevol. Ze verstaat Gods genade: Zijn genade is geschikt voor de zwakheid van al Zijn kinderen. Zijn genade is stil als Hem er niet wordt om gevraagd. Zijn genade is afwezig wanneer Hij niet wordt uitgenodigd. Zijn genade wordt gebruikt als Zijn kinderen Zijn genade zoeken. Hij onthoudt verdiensten aan diegenen die zijn genade misbruiken.

Ivanka, groot en sterk, is gehuwd met Rajko Elez, één van zes zonen die een lokaal restaurant bezit. Ze heeft een stille rustige houding en een vreugdevolle lach. Haar eerste kind, Kristina, is twee en half jaar ouder dan Jozef, die in juni 1990 werd geboren. Ivan werd geboren in 1994. Op een namiddag terwijl Ivanka haar pasgeboren baby Jozef vasthield, had ze en oneindige blik in haar ogen. Deze jonge vrouw heeft de hemel, de hel en het vagevuur gezien. Ze heeft ook vier bezoeken gehad van haar overleden moeder. "Haar favoriete ontmoeting," zegt ze, "was enig en uniek."

"De derde keer was zo gelukkig. Ik had een moeilijke opdracht voor de Gezegende Moeder voltooid. Als een beloning bracht ze mijn moeder naar mij. Ik had haar al twee keer gezien maar de derde maal kwam ze naar me toe. Ze omarmde me en zei: "Liefste Ivanka, ik ben zo fier op jou!" Als Ivanka dit verhaal vertelt, heeft ze tranen van geluk en verlangen in haar ogen.

"De Gezegende Moeder komt altijd met engelen, kleine engelen. Zij gelijken op baby’s," herinnert Ivanka zich. Ze zegt dat de Gezegende Moeder haar zelfs uitgenodigd heeft om met de engelen te spelen, wat ze ook deed. Zij noemt de engelen haar speelkameraden en vertrouwelingen. Engelen schijnen de taak te hebben om, als een instrument van goddelijke kracht, in de wereld tussen te komen. Zij worden verondersteld om over de verschillende domeinen van het universum te heersen ... de sterren, de meteoren, de planeten en zelfs de dieren. Alle dingen van de aarde worden beheerd door de engelen, en aan elk kind van God, aan elk schepsel met een vrije wil wordt een bijzondere en persoonlijke engelbewaarder toegewezen.

Ivanka haar kinderen bidden elke dag tot de engelen. Haar familie bidt dagelijks samen de rozenkrans en Ivanka heeft een jaarlijkse verschijning van de Gezegende Moeder op de verjaardag van haar eerste verschijning nl. 25 juni. Ivanka zal van dit voorrecht voor de rest van haar leven genieten.

Ivanka zegt dat zij, die het licht van Medjugorje ervaren, er gewoonljk bewust van zijn dat God alle plaatsen en alle ideeën ziet, dichtbij en veraf, dat God alleen de volheid van het leven is en dat alleen God alles invult. Ze zegt dat de Gezegende Moeder haar heeft verteld dat alleen God de vreugde en vrede en de blijdschap brengt die alle mensen zoeken.

Ivanka schijnt deze woorden te beleven want haar leven in Medjugorje is een leven van eenvoud, vrede, en geluk, niettegenstaande het feit dat ze alle 10 de geheimen i.v.m. met de einddagen van de planeet aarde met zich draagt.

Interview

Wat zijn die geheimen? Als we bidden en luisteren zullen ook wij ze kennen? Nu volgt er een compilatie van verschillende interviews met Ivanka:

Janice: Ivanka, weet u waarom de Gezegende Moeder naar Medjugorje is gekomen?
Ivanka: Ja. Ze is naar Medjugorje gekomen om voor de laatste keer alle mensen op aarde naar Haar Zoon Jezus te leiden, naar Zijn weg.

Janice: Waarom?
Ivanka: Jezus is de weg naar God die naar al Zijn kinderen van de wereld verlangt.

Over liefde en engelen

Janice: Ivanka, u zei dat de Gezegende Moeder dikwijls aan u verschijnt ,omringd met engelen.
Ivanka: Ja. Ze zijn klein, zoals baby’s.

Janice: Hoe dikwijls heeft u momenteel verschijningen?
Ivanka: Jaarlijks één verschijning op 25 juni, de verjaardag der verschijningen.

Janice: Spreken de engelen ooit met u?
Ivanka: De Gezegende Moeder heeft mij geholpen om de engelen te kennen.

Janice: Op welke manier?
Ivanka: De Gezegende Moeder brengt dikwijls inwendige verlichting van de dingen van de hemel en van de aarde.

Janice: U zei dat u elke dag tot de engelen bidt.
Ivanka: Ja. Ik hou heel veel van de engelen. Ze zijn vervuld van Gods liefde.

Janice: Hoe ervaart u dat?
Ivanka: De Gezegende Moeder toonde me verscheidene dingen in verband met de engelen. Ze is de Koningin van de Engelen.


Janice: Wat zegt u tegen de engelen?
Ivanka: Ik vraag hen altijd om mij, mijn familie en al degenen die naar hier komen om van God te houden, zoals hij verdient om bemind te worden, te helpen.

Janice: Zijn de engelen daartoe in staat?
Ivanka: Ja.

Janice: Moeten we hen toestaan om ons te helpen?
Ivanka: We kunnen ons afkeren van de hulp van de engelen. We kunnen ze weigeren. Deze engelen bekommeren zich speciaal om baby’s en de hoogbejaarden, de zieken en de zwakken, en zij die moeilijkheden hebben. Ze zijn het meest bekommerd om degene die tot hen bidden.

Janice: Weet u hoe de engelen de mensen helpen?
Ivanka: Op verschillende manieren. Elke persoon op aarde heeft een bijzondere engel die aan hem of haar door God is toegewezen.

Janice: Heeft de Gezegende Moeder u dat verteld?
Ivanka: Ja. De Gezegende Moeder zei dat vooraleer God de wereld schiep Hij ieder van ons kende. Hijzelf gaf ons een naam en Hij wees ons een beschermengel aan.

Janice: Hij wees ons een beschermengel aan vóór Hij de wereld schiep? Dus onze persoonlijke engel wachtte gedurende al die eeuwen op onze geboorte?
Ivanka: Waar God is, daar is de eeuwigheid nu. Daar is geen tijd. De engelen zijn bij God.

Janice: Hebben de engelen namen?
Ivanka: Ja. God gaf ze elk een naam. Als je bidt, dan kan je ook de naam van de engel kennen.

Janice: Zullen onze beschermengelen hun naam meedelen aan iedereen die erom vraagt?
Ivanka: Natuurlijk en nog veel meer ook.

Janice:Welke soort zaken zullen de beschermengelen ons willen meedelen?
Ivanka: Zij zien altijd God. Ze zien wellicht ook het plan dat God met ieder van ons heeft.

Janice: Welk plan is dat, weet u dat?
Ivanka: Het is het pad dat iedereen moet bewandelen om thuis in de hemel te komen.

Janice: Zal onze beschermengel ons het pad tonen dat ons naar de hemel leidt?
Ivanka: Ja, als we antwoorden op de hulp die onze engel geeft.

Janice: Hoe keren we ons af van onze beschermengel?
Ivanka: Door de zonde.

Janice: Wat gebeurt er dan?
Ivanka: De engelen sporen ons aan om terug te keren naar het pad dat leidt naar de hemel.

Janice: Wat willen ze dan?
Ivanka: Berouw, wroeging en boetvaardigheid voor onze zonden.

Berouw en genade

Janice: Ivanka, wat betekent berouw over de zonde?
Ivanka: Berouw is een grote genade. Maar we moeten de genade aanvaarden. Als ons hart hard is, willen we Gods genade niet. We blokkeren ze.

Janice: Hoe stoppen we de blokkage van de genade?
Ivanka: Door gebed. We vragen dat elke dag als we het Onze Vader bidden.

Janice: Het Onze Vader?
Ivanka: Het Onze Vader, dat Jezus ons geleerd heeft, kan werkelijk onze harten openen, als we het met liefde bidden.

Janice: Hoe mooi deze hoop is, Ivanka. U hebt uw moeder gezien tijdens vier bezoeken aan u vanuit de hemel. U vermeldde dat ze naar u gekomen was tijdens uw bezoeken van de Gezegende Moeder.
Ivanka: Ja. De Gezegende Moeder heeft me veel geschenken gegeven. Ze biedt veel geschenken aan aan al haar kinderen op aarde. De meeste mensen kennen zelfs hun Hemelse Moeder niet, maar ze waakt altijd over haar kinderen. Ze geeft ons altijd goede dingen. Het behaagt God erg dat we onze Gezegende Moeder, die Hij ons gegeven heeft, kennen en graag zien.

Janice: In welke zin, Ivanka?
Ivanka: God heeft een plan voor ieder van ons waarover Hij spreekt in de bijbel. Dat plan wordt verwezenlijkt door Maria, de moeder van Jezus, die ook onze moeder is. Er zou van Jezus geen sprake zijn geweest, had Maria niet bestaan. Dat is Gods plan.

De terugkeer van Ivanka's overleden moeder

Janice: Hoe was het om uw moeder terug te zien, Ivanka, speciaal als u wist dat ze in de hemel is?
Ivanka: Het was een grote vreugde. Ze was hier vorig jaar met onze Gezegende Moeder. Ze zag Kristina en de pasgeboren Jozef. De Gezegende Moeder bedankte Raico en mij voor het gekozen leven en om Jozef en Kristina te hebben.

Janice: Zei ze iets tegen u of gaf ze u een knuffel?
Ivanka: Neen, niet deze keer. Ze lachte gewoon en keek naar ons met grote vreugde.

Janice: Waarom bracht de Gezegende Moeder uw moeder?
Ivanka: Ze weet altijd wat er in mijn hart omgaat. Ze weet wat er in alle harten omgaat. God schiep haar als de moeder van alle mensen op aarde als Hij haar schiep om de moeder van Jezus te zijn. Dit is de waarheid of men nu Haar kent of niet. Aan Haar werden immense machten en krachten gegeven in de hemel en op aarde om zich te bekommeren en te waken over haar kinderen.

Janice: Waar kreeg zij deze machten?
Ivanka: Van God. Dit is Zijn plan. Al degenen die zich keren naar de Gezegende Moeder ervaren haar liefde, haar kracht, haar tederheid. Niemand werd ooit geweigerd. Daar ben ik zeker van.

Janice: En wat met degenen die zich niet naar haar toekeren?
Ivanka: Ze is onze moeder. Ze draagt zorg voor elk van haar kinderen of ze haar kennen of niet. Zij bemint met Gods liefde.

Janice: Ivanka, wat is die "kracht" van de Gezegende Moeder waarvan u spreekt?
Ivanka: Jezus’ liefde voor haar.

Janice: Ivanka, weet u waarom ieder van ons een beschermengel heeft?
Ivanka: De job van onze beschermengel is te waken over onze ziel. Hij beschermt ons tenzij we zijn inspanningen blokkeren.

Janice: Hoe doen we dat?
Ivanka: Door zonde, veronachtzaming of onwetendheid. Veel manieren.

Janice: Hoe laten we toe dat onze beschermengel ons helpt?
Ivanka: Terwijl we op aarde leven hebben we elk een vrijheid van keuze. We kunnen God negeren, onze engelbewaarder negeren. We kunnen doen alsof deze engelen niet bestaan, alhoewel God ons alles geeft wat we hebben ... en onze beschermengel maakt zich steeds aan ons bekend. De echte taak van deze engel is om ons op het pad naar de hemel te houden. Daarom is het dat de Gezegende Moeder wil dat de eucharistieviering het centrum van ons leven vormt.

Janice: Maar Ivanka, veel mensen op aarde zijn niet katholiek.
Ivanka: De Gezegende Moeder zegt dat de H. Mis ook aan hen wordt aangeboden zelfs al kennen ze die niet. De eucharistieviering is voor iedereen op aarde. De H. Mis is de kracht van Jezus’ offer op het Kruis dat ons de sterkte schenkt om het pad van de aarde naar Gods wachtende handen te bewandelen. Dat is Gods wil voor ons. Het is daarom dat onze engelbewaarder ons altijd helpt om op het pad naar de hemel te blijven, als we het toelaten.

Janice: Ivanka, is het waar dat de engelen voor ons bedoeld zijn als speelkameraden en vertrouwelingen?
Ivanka: De engelen zijn onze enige echte vrienden. Ze zijn de wonderbaarlijkste speelkameraden en de beste vertrouwelingen.

Janice: Beledigen we ze als we vergeten ons naar hen toe te keren?
Ivanka: We beledigen God. De engelen wachten dag en nacht op ons. Ze stoppen nooit met ons te helpen als we in ons lichaam op aarde verblijven. We maken de engelen erg gelukkig als we knielen in de aanwezigheid van de Gezegende Moeder of haar goddelijke Zoon.

Janice: Waarom?
Ivanka: Ze houden ervan ons te zien als we de Heer Jezus en hun Koningin, Zijn Moeder, eren. Als we niet langer ons lichaam hebben, zullen we een grote vreugde ervaren dat we geknield hebben in hun aanwezigheid als we ervoor konden kiezen zo te doen.

Janice: Is de Gezegende Moeder altijd aanwezig als we de rozenkrans bidden?
Ivanka: Ja. Ze is altijd aanwezig.

Het leven dat God wil dat we leiden

Janice: Vicka zei dat de Gezegende Moeder altijd naar ons kijkt; dat ze nooit de aanwezigheid van iemand van haar kinderen nalaat; dat ze altijd bij haar kinderen aanwezig is. Elke daad van ons leven wordt gepleegd door een daad van onze wil in haar aanwezigheid en de aanwezigheid van God. Al haar kinderen van de wereld zullen zich vlug bewust worden van deze waarheid, nietwaar?
Ivanka: Vlugger dan de meesten zullen geloven.

Janice: Hoe vlug? [Ivanka kijkt naar omhoog en haalt de schouders op] Ivanka, deze bedevaarten naar Medjugorje betekenen voor heel wat mensen in de wereld een echte zegening. De bezoeken schijnen ons te bevrijden van zoveel dingen waaraan we gehecht en verknocht zijn.
Ivanka: God verschaft veel licht aan Zijn kinderen die naar Medjugorje komen.

Janice: Ivanka, sommige uitstekende theologen zeggen dat Medjugorje een middel is om de echte rol van de Gezegende Moeder in de heilsgeshiedenis te onthullen. Gods kinderen op aarde behoren toe aan de Gezegende Moeder op een manier die nu wordt geopenbaard. Weet u hierover iets?
Ivanka: Ik weet enkele dingen. Sommige mensen weten al veel over de Gezegende Moeder.

Janice: Alle dingen van de wereld zijn aan Haar onderworpen voor de redding en het geluk van haar kinderen, nietwaar?
Ivanka: Ja. Maar ze respecteert ten volle onze vrijheid van keuze.

Janice: Zal ooit de dag komend dat iedereen op aarde zal begrijpen dat de Gezegende Moeder alle dingen van de wereld heeft om ze aan de mensen te geven?
Ivanka: Die dag is hier voor vele mensen. Janice: Weet u op welke manier? wil God we ons leven leiden? Hij wenst voor niemand van de Zijn kinderen het ongemak.

Janice: Wat met de luxe?
Ivanka: Als een persoon zich te comfortabel voelt, kan het spirituele leven verzwakken. Het is daarom dat de Gezegende Moeder ons vraagt om te vasten. Ze zegt dat een persoon die niet vast, God niet kent.

Janice: Vasten op vrijwillige basis is een een teken van verwantschap met God, nietwaar?
Ivanka: Ja. Vrijwillig vasten behaagt God erg veel.

Janice: En wat met het onvrijwillige vasten?
Ivanka: God houdt van Zijn mensen. Voor degenen die niet kunnen of willen vasten, geeft Hij hen het onvrijwillige vasten.

Janice: Waarom?
Ivanka: Het vasten geneest ons van de ziekte van de zonde.

Janice: De Gezegende Moeder heeft ons gevraagd om ons te onthouden van zondige plaatsen, zondige situaties, en zondige sensuele ervaringen, nietwaar?
Ivanka: Ze zegt dat haar kinderen moeten vasten met hun ogen, hun tong, hun handen, hun voeten, hun oren.

Janice: Buigt de wil van een persoon door het vasten naar de adem van God?
Ivanka: Inderdaad! Zonder vasten kunnen we God niet ervaren.

Janice: Hoe kunnen we vasten i.v.m. mensen?
Ivanka: Dikwijls kiezen we onze kameraden, gezellen, partners. Het is daar dat we onze liefde voor God door onze keuzes kunnen tonen.

Janice: Dikwijls, Ivanka, hebben mensen moeilijke familierelaties of moeilijkheden op het werk die ze onmogelijk kunnen veranderen. Wat moet iemand doen in dergelijke omstandigheden?
Ivanka: Bid. Wijd die persoon en de situatie toe aan het Onbevlekte Hart van Maria en vertrouw op Jezus.

Janice: Bij degenen die van God houden zullen alle dingen en omstandigheden wel in orde komen, nietwaar?
Ivanka: Ja, maar onze Gezegende Moeder waarschuwt ons andere mensen niet te beoordelen. Ze zegt ons altijd om de andere mensen lief te hebben en ervoor te zorgen. Dikwijls is het probleem dat we als groot aanzien bij anderen en dat het in feite óns probleem is dat we moeten oplossen. Als we bidden en vasten kunnen we de hulp van God bekomen om zeer moeilijke verstandhoudingen en toestanden op te lossen.

Janice: Hoe vasten we i.v.m. plaatsen?
Ivanka: De Gezegende Moeder wil dat we de plaatsen vermijden die bronnen zijn van verleiding voor ons, of die onze aandacht of ons hart van God en Zijn wegen afleiden.

Janice: Hoe vasten we i.v.m. plaatsen?
Ivanka: De Gezegende Moeder wil dat we de plaatsen vermijden die bronnen zijn van verleiding voor ons, of die onze aandacht of ons hart van God en Zijn wegen afleiden.

Janice: En wat met materiële dingen? Materiële zaken leiden ons niet naar de hemel maar ze kunnen er voor zorgen dat we niet in de hemel komen, nietwaar?
Ivanka: Ja. Door die dingen als het belangrijkste in ons leven te beschouwen!

Janice: Zegt u dat de Gezegende Moeder wil dat we ons vewijderen van mensen, plaatsen, en dingen die ons weghouden van het pad naar het koninkrijk van de hemel?
Ivanka: Als we van God houden, zullen we dat doen.

Janice: Is het daarom dat we door ziekte, lijden, ouderdom en dood moeten gaan?
Ivanka: Deze ervaringen bevrijden ons van gehechtheden die vergankelijk zijn. De Gezegende Moeder vraagt ons te vasten met liefde omdat de verdienste groot is.

Janice: Hoe vasten we i.v.m. plaatsen?
Ivanka: De Gezegende Moeder wil dat we de plaatsen vermijden die bronnen zijn van verleiding voor ons, of die onze aandacht of ons hart van God en Zijn wegen afleiden.

Janice: En wat met materiële dingen? Materiële zaken leiden ons niet naar de hemel maar ze kunnen er voor zorgen dat we niet in de hemel komen, nietwaar?
Ivanka: Ja. Door die dingen als het belangrijkste in ons leven te beschouwen!

Janice: Zegt u dat de Gezegende Moeder wil dat we ons verwijderen van mensen, plaatsen, en dingen die ons weghouden van het pad naar het koninkrijk van de hemel?
Ivanka: Als we van God houden, zullen we dat doen.

Janice: Is het daarom dat we door ziekte, lijden, en van ouderdom dood moeten gaan?
Ivanka: Deze ervaringen bevrijden ons van gehechtheden die vergankelijk zijn. De Gezegende Moeder vraagt ons te vasten met liefde omdat de verdienste groot is.

Moeder van de bruiden

Janice: Ivanka, vertel eens iets over uw bruiloft. Het moet moeilijk voor u geweest zijn sinds uw moeder in de hemel is, maar de Gezegende Moeder is de echte moeder van alle bruiden.
Ivanka: Ze hielp me erg veel.

Janice: Op welke manier?
Ivanka: Ze vroeg me om de bruiloft voor te bereiden door veel te bidden zodat we een grote vreugde en vrede op de bruiloft zouden ervaren.

Janice: Deed u dat?
Ivanka: Ja. Ze hielp me veel met alles.

Janice: Ivanka, u schijnt een nederig persoon te zijn.
Ivanka: De Gezegende Moeder is waarachtig nederig. Ik weet niet of ik nederig ben. We kunnen nooit onszelf beoordelen.

Janice: Ze zei ooit: "Ivanka, Ik ben nederig omdat Ik God ken. Hoe meer u God kent, hoe meer uw ziel nederig wordt. Nederigheid is geen uitwendige karaktertrek. Nederigheid is een teken van onze relatie tot God. Nederigheid kan niet worden vastgesteld met zintuigen. Nederigheid is een gesteldheid van de ziel."
Ivanka: Het is daarom dat ze ons altijd zegt dat een persoon nooit een andere mag veroordelen.

Ivanka tijdens haar dagelijkse leven en de engelen

Janice: Ivanka, u hebt een mooi huis, drie toffe kinderen, een hardwerkende echt- en geloofsgenoot. Schijnbaar leidt u een leven van veel vrede en eenvoud.
Ivanka: Dit zijn de vruchten van gebed en vasten. Ze zijn geschenken van God.

Janice: Denkt u soms aan mode?
Ivanka: Vooraleer de Gezegende Moeder aan mij verscheen, dacht ik veel na over de mode. Naarmate mijn gebedsleven groeide, werd het volgen van de mode saai.

Janice: Mode is vergankelijk, zoals alles op aarde, nietwaar?
Ivanka: Ja. Nu tracht ik geen dingen te kopen die ik niet nodig heb.

Janice: Ivanka, jonge moeders hebben dikwijls een job die hen weghoudt van hun baby’s en jonge kinderen, en dat gedurende vele uren. Dikwijls voelen deze moeders zich schuldig.
Ivanka: Ze moeten zich nooit schuldig voelen. Als moeders bidden, zullen ze in hun hart ervaren wat het antwoord voor hen is. Als ze werken en ze voelen vrede in hun hart, dan weten ze dat ze handelen volgens Gods wil. Als ze geen vrede ervaren, dan moeten ze bidden om Gods wil voor henzelf en hun kinderen te vinden.

Janice: Ivanka, ziet u nog steeds engelen?
Ivanka: Soms.

Janice: Hoe zien ze eruit?
Ivanka: Ze zijn beeldschoon.

Janice: Ziet u altijd engelen?
Ivanka: Ik zie ze altijd als de Gezegende Moeder komt.

Janice: Ziet u ze op andere momenten?
Ivanka: Ik ben van ze bewust als ik bid. Alle mensen die veelvuldig bidden begrijpen dit. De engelen betekenen een grote hulp voor ons als we ons naar hen keren.

Janice: Ze ondervinden een immense vreugde als ze Gods kinderen op aarde dienen, nietwaar?
Ivanka: Ja, als we hen projecten geven of hen taken toebedelen, zien en ervaren we hun aanwezigheid in ons leven.


Ivanka tijdens haar dagelijkse leven en de engelen

Janice: Weet u wat nederigheid is, Ivanka?.
Ivanka: Het maakt deel uit van de hemel.

Janice: U hebt de hemel gezien, nietwaar?
Ivanka: Ja.

Janice: Kunt u de hemel verklaren?
Ivanka: Woorden kunnen de hemel nooit beschrijven. Degenen die van God houden, kennen de hemel. Zij die nog niet van God houden, moeten bidden. Op die manier kan iedereen de hemel begrijpen en ernaar verlangen.

Janice: Wat doen de engelen nog?
Ivanka: Ze communiceren met ons als we God beledigen. Het stoort hen en dat laten ze ons weten.

Janice: Op welke manier?
Ivanka: De engelen geven ons geen vrede tot zolang de daad die God beledigt niet stopt. Zij, die een gebedsleven leiden, begrijpen dat.

Janice: Wat weet u nog meer over de engelen, Ivanka?
Ivanka: Ze zijn de geesten van vrede en zachtmoedigheid. Ze zijn erg krachtig. Zij hebben respect voor ons, als kinderen van God.

Janice: Wanneer er geen vrede noch zachtmoedigheid aanwezig is, komen we dan te weten dat we de engelen de rug hebben toegekeerd?
Ivanka: Als dat gebeurt, moeten we onmiddellijk bidden.

Janice: Als we de engelen de rug hebben toegekeerd, komen we dan in contact met satan?
Ivanka: Je herkent de aanwezigheid van satan als er haat, woede, geweld en wanorde aanwezig is. Als daden brutaal en opgehitst zijn, dan is zijn aanwezigheid overduidelijk. De Gezegende Moeder vertelde ons te bidden en dan zal hij geen macht over ons hebben.

Janice: Hoe ontwikkelen we een harmonieuze relatie met de heilige engelen?
Ivanka: Zij wijken nooit van onze zijde. We moeten er enkel tegen spreken. Zij horen zelfs het zwakste geroep. Zij houden ervan om ons te troosten gedurende onze momenten van lijden, ontgoocheling en pijn. Ze houden eveneens ervan te delen in onze vreugde.

Janice: Ivanka, de Gezegende Moeder heeft u geïntroduceerd in een compleet ongeziene wereld die ons omringt, nietwaar?
Ivanka: Die wereld kan door iedereen gezien worden met de ogen van het geloof. Die heeft altijd al deel uitgemaakt van de Kerk.

Janice: Kent u de engelen van uw drie kinderen?
Ivanka: Ja. De meeste moeders kennen de engelen van hun kinderen. We leefden als een familie samen vooraleer mijn kinderen werden geboren. Zo is het met alle moeders en hun ongeboren baby’s en de engelen van de ongeboren baby’s.

Janice: U ziet er gelukkig en vredevol uit, Ivanka, en uw kinderen zijn gelukkig en vredevol.
Ivanka: Onze engelen zijn zachtmoedig en vredevol. Zij wekken veel vreugde en verwachtingen op.

Janice: Op welke manier?
Ivanka: Elke dag verwachten we wonderen van God die zich voor onze ogen ontrollen. Dit gebeurt in alle families die bidden en vasten en vertrouwen hebben in God.

Janice: Bidden u en uw echtgenoot samen?
Ivanka: Ja. We bidden dagelijks de rozenkrans. En we bidden met onze kinderen. Als we bidden, weten we dat de Gezegende Moeder en alle engelen en heiligen met ons bidden. Als we bidden, zijn we allen één familie voor God.

Janice: Ivanka, de Gezegende Moeder heeft, hier in Medjugorje, dikwijls gezegd dat als we bidden, Zij met ons samen bidt. Nu vernemen we dat haar engelen en al de heiligen zich bij haar voegen als ze met ons bidt. Weet u iets over de gevallen engelen die satan volgen?
Ivanka: Zij bestaan echt. Hun taak is om Gods kinderen te vernietigen.

Janice: Maakt u zich ooit zorgen over de gevallen engelen ... de duivels?
Ivanka: Nooit. Als we mensen van gebed zijn, moeten we niets vrezen, tenzij we God beledigen.

Gebed

Janice: Hoe dikwijls bidt u?
Ivanka: Ik tracht altijd te bidden.

Janice: Hoe doet u dat?
Ivanka: De Gezegende Moeder heeft me geleerd om de hemelse dingen op de eerste plaats te doen.

Janice: Wat betekent dat?
Ivanka: Ik bid van zodra ik wakker ben. Dan tracht ik alles wat op een dag gebeurt vredevol te aanvaarden: de goede dingen en de dingen die op dat moment niet goed lijken.

Janice: Hoe behandelt u stressvolle situaties, Ivanka? Er is een blokkage op de weg naar uw huis. De lokale mensen zijn gewapend om een aanslag op uw leven te beramen of de toegang tot uw eigendom te verhinderen. Het land staat op de rand van een burgeroorlog. Velen zijn reeds gesneuveld [in 1991]. Er is een economische onzekerheid. De lokale bisschop heeft de authenticiteit van deze verschijning niet aanvaard en toch blijft u er schijnbaar rustig bij.
Ivanka: De Gezegende Moeder heeft me geleerd om te bidden en te vertrouwen op God.

Janice: Brengt de Gezegende Moeder u geschenken of genaden?
Ivanka: Oh, ja! Ze is onze moeder. Ze weet altijd wat we nodig hebben voordat we het vragen.

Janice: Ivanka, is het waar dat satan zijn volgelingen aanzet om ons in bekoring te brengen en ons te kwellen?
Ivanka: Ja, inderdaad. Daarom is het dat de Gezegende Moeder ons geleerd heeft om te bidden en te vasten. Degenen die vasten en bidden hebben geen zorgen.

Janice: Ivanka, u die zowel de tien geheimen als de data waarop ze zullen plaats hebben, kent: wat raadt u aan?
Ivanka: Laat God toe dat Hij onze Vader is. Hou van God, onze Vader. Aanvaard het liefdesplan dat Hij voor ieder van ons heeft.

Janice: Ivanka, is het waar dat het kleinste gebed een verlangen opwekt naar God?
Ivanka: Inderdaad. Hij belooft leven in de harten van al Zijn kinderen.

Bron: Janice T. Connell

Vertaling: Henk

02-08-1975
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Medjugorje: Miraculeuze foto's [9]

Medjugorje: Miraculeuze foto's [9]
Medjugorje: Miraculous pictures [9]




















01-08-1975
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Medjugorje: Miraculeuze foto's [8]

Medjugorje: Miraculeuze foto's [8]
Medjugorje: Miraculous pictures [8]




31-07-1975
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Medjugorje: Miraculeuze foto's [7]

Medjugorje: Miraculeuze foto's [7]
Medjugorje: Miraculous pictures [7]



















30-07-1975
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Medjugorje: Miraculeuze foto's [6]

Medjugorje: Miraculeuze foto's [6]
Medjugorje: Miraculous pictures [6]




















29-07-1975
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Medjugorje: Miraculeuze foto's [5]

Medjugorje: Miraculeuze foto's [5]
Medjugorje: Miraculous pictures [5]





















28-07-1975
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Medjugorje: Miraculeuze foto's [4]

Medjugorje: Miraculeuze foto's [4]
Medjugorje: Miraculous pictures [4]



















27-07-1975
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Medjugorje: Miraculeuze foto's [3]

Medjugorje: Miraculeuze foto's [3]
Medjugorje: Miraculous pictures [3]




















26-07-1975
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Medjugorje: Miraculeuze foto's [2]

Medjugorje: Miraculeuze foto's [2]
Medjugorje: Miraculous pictures [2]





















25-07-1975
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Medjugorje: Miraculeuze foto's [1]

Medjugorje: Miraculeuze foto's [1]
Medjujorje: Miraculous pictures [1]




















24-07-1975
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Medjugorje: Interview van Janice O'Connell met Mirjana Dragicevic [2]
Medjugorje: Interview van Janice O'Connell met Mirjana Dragicevic [2]

Elke keer als ik een ongelovige zie, weet ik wat hem te wachten staat

De geheimen

Janice: Het is nu tien jaar geleden dat deze monumentale verschijning begon. Als we terug blikken, schijnt het alsof de Gezegende Moeder u alle tien geheimen over de toekomst van de wereld zeer snel gaf.
Mirjana: Ik had genoeg tijd. Het mag snel lijken voor u maar ik bracht meer tijd door met de Gezegende Moeder dan de andere zieners die hier in Medjugorje waren. Ze waren constant omringd door mensen. Ze stelden de Gezegende Moeder vragen over priesters en over al degenen die naar hier kwamen. Mijn tijd met de Gezegende Moeder was privaat en erg geconcentreerd.

Janice: Kunt u nog eens herhalen wat u mag vertellen over de tien geheimen?
Mirjana: De eerste twee geheimen zullen waarschuwingen zijn voor de wereld ... gebeurtenissen die zullen plaatsvinden vóór er een zichtbaar teken wordt gegeven aan de mensheid. Zij zullen gebeuren gedurende mijn leven. Tien dagen vóór het eerste en het tweede geheim zal ik pater Petar Ljubicic inlichten. Hij zal bidden en vasten gedurende zeven dagen en zal dan de aankondigingen doen aan de wereld.

Janice: Mirjana, verschillende evangelisten spreken heden ten dage veel over het einde van de wereld. Zal de wereld de geheimen die u kent overleven?
Mirjana: Gods wereld blijft onveranderd. Alles zal eindigen en voorbij gaan behalve Gods wil. Zij die bidden, begrijpen dat.

Janice: Mirjana, beschouwt u uzelf als helderder dan de andere zieners opdat u deze verbazingwekkende feiten vlugger kunt opnemen en verwerken?
Mirjana: Neen.

Janice: Hoe herinnert u zich de geheimen?
Mirjana: Ik heb ze op geschreven.

Janice: In uw eigen handschrift?
Mirjana: Neen.

Janice: In het handschrift van de Gezegende Moeder?
Mirjana: Ik ontving van de Gezegende Moeder een perkament waarin de tien geheimen opgeschreven staan.

Janice: Is het waar dat alleen u het geschrift van het perkament kunt zien?
Mirjana: Ja.

Janice: Waar bewaart u dit perkament?
Mirjana: In de slaapkamer van mijn thuis te Serajevo!

Janice: U bewaart dit perkament in Serajevo? Wat gebeurt er als u het hier nodig hebt?
Mirjana: Ik bewaar het in Serajevo.

Janice: Als ik naar het perkament zou kijken, wat zou ik zien?
Mirjana: Iedereen die het gezien heeft, ziet iets verschillend.

Janice: Maar alleen u kunt lezen wat er geschreven staat?
Mirjana: Ja.

Janice: Zijn de tien geheimen op dit perkament geschreven?
Mirjana: Ja.

Janice: Dat betekent dat u die geheimen niet hoeft te onthouden. U kunt het perkament halen en ze lezen?
Mirjana: Ik herinner mij alles. Ik heb het perkament niet nodig om mij alles te herinneren.

Janice: Is het waar dat u de dag en de datum van alles weet?
Mirjana: Ja.

Janice: Mirjana, bent u er zeker van dat u niets zult vergeten? Kent u de dag, de minuut en het uur?
Mirjana: Ik weet de dag en de datum.

Janice: Maakt dat u bang, Mirjana, speciaal als de dagen voor de vervulling van elk geheim dichterbij komen? [Mirjana haalt de schouders op en kijkt weg] Kunt u ons meedelen of de geheimen goed of slecht nieuws brengen?
Mirjana: Wel, het eerste geheim zal de macht van satan breken en daarom is hij momenteel zo aggressief.

Janice: Mirjana, wat betreft het eerste geheim hebben sommige mensen gezegd dat u zei dat een volledig deel van de planeet zou verlaten/doods zijn ... zou volledig verwoest zijn. Geen enkel leven zou nog groeien op die plaats. Is dat waar?
Mirjana: Ik kan me niet herinneren dat ik daarover met iemand sprak. Vraag de mensen alstublieft om niet over de geheimen te spreken. Vraag aub aan hen die op de hoogte zijn van de verschijning van de Gezegende Moeder om zich te focussen op Gods wil. Onze Gezegende Moeder zegt dat we meer zouden moeten bidden en God als onze Vader moeten liefhebben. We zouden de boodschappen, die God aan de wereld zendt door de Gezegende Moeder van Jezus, i.v.m. het gebed, het vasten, de bekering en de verzoening moeten aanvaarden. Als we dat doen, zullen we nergens schrik van moeten hebben wat ook de toekomst moge inhouden.

Janice: Mirjana, de mensen spreken over drie dagen van duisternis, over vloedgolven, aardbevingen, catastrofes. Weet u iets over deze soort van gebeurtenissen in de toekomst?
Mirjana: Ik zeg niets over dit soort zaken. Nooit heb ik over deze dingen gesproken. God is vrede. God is liefde. De boodschappen van de Gezegende Moeder hier zijn boodschappen van vrede zodat al haar kinderen op aarde Gods liefde zouden ervaren.

Mirjana's laatse opdracht

Janice: Mirjana, er zijn hier zes zieners in Medjugorje. Wat is uw specifieke opdracht?
Mirjana: Momenteel bid ik voor de bekering van de ongelovigen.

Janice: Mirjana, ooit vertelde u mij dat we iedereen moeten beschouwen als een kind in Gods armen. Dat we ons moeten overgeven zodat we ons in Gods armen even behaaglijk voelen als Zijn eigen kind. Dat vereist een grote daad van overgave van onze eigen eigenzinnigheid. Bent u erin geslaagd dit te doen?
Mirjana: Ik tracht dit elke dag te doen met de hulp van de Gezegende Moeder.

Janice: Mirjana, zult u later een andere opdracht krijgen?
Mirjana: Ja.

Janice: Welke is dat?
Mirjana: Ik heb nu niet de vrijheid om dat te zeggen.

Janice: Mirjana, hoe bidt u nu voor de bekering van de zondaars?
Mirjana: Met een grote liefde voor degenen die niets weten over de katholieke kerk.

Janice: Helpen onze gebeden?
Mirjana: Ja, heel veel. De Gezegende Moeder heeft mij verteld dat we de waarde van onze gebeden in dit leven nooit volledig zullen begrijpen.

Janice: Waarom niet?
Mirjana: Onze gebeden zijn een deel van de dingen van het geloof.

Janice: Mirjana, één Onze Vader lijkt niet veel.
Mirjana: Het betekent veel als je het met liefde bidt.

Janice: Genieten u en Marco ervan om in Medjugorje te zijn?
Mirjana: We verhuisden naar hier omdat niemand van ons een job kon vinden in Serajevo.

Janice: Velen dachten dat uw verhuis naar hier te maken had met de dreiging van de geheimen die u kent, aangezien u en Eerwaarde Pétar hier in Medjugorje verbleven. Sommigen dachten dat de geheimen zich vlug zouden ontvouwen. Kunt u daar commentaar op geven?
Mirjana: De geheimen zullen plaats hebben gedurende mijn leven. Ik kan niets meer zeggen. Vraag aub de mensen zich niet te focussen op de toekomst. Ons leven is van dag tot dag. Morgen is geen dreiging voor degene die op God vertrouwen.

Globale ineenstorting van de economie

Janice: Andere zieners, naar men zegt, in verschillende delen van de wereld, hebben gesuggereerd dat een deel van de voorspelde kastijdingen niet alleen gaan over natuurrampen maar ook betrekking hebben op een globale economische instorting.
Mirjana: Daar weet ik niets van.

Janice: Sommige internationale economisten beginnen die mogelijkheid nu te overwegen, Mirjana. U bent economist van opleiding, nietwaar? Ging uw studie-opleiding aan de universiteit over economie?
Mirjana: Ja.

Janice: Heeft u een mening over de globale economie?
Mirjana: Neen.

Janice: Is de ineenstorting van de globale economie één van de geheimen?
Mirjana: Ik wens nu geen commentaar te geven over de geheimen.

Janice: Stoort het uw echtgenoot, Marco, om hier zonder werk te zijn?
Mirjana: Neen. Marco bidt dikwijls. Hij tracht gehoorzaam te zijn aan Gods wil. Hij heeft veel werk door dagelijks zorg te dragen voor onze eigendom en zich te bekommeren voor degenen die naar hier komen als onze gasten.

Janice: Is het Gods wil dat hij hier nu is?
Mirjana: De omstandigheden hebben ons naar hier gebracht. We hebben veel vrede.

Janice: Mirjana, er zijn militaire tanks op achttien mijlen van hier. Ons werd verteld dat deze morgen [begin van mei 1991] de wegen van en naar Medjugorje zijn geblokkkeerd door konvooien van landbouwmachines, alle soorten machines en hoge rotsen. Stoort u dat?
Mirjana: Neen.

Janice: Waarom niet?
Mirjana: We zullen hier in Medjugorje veilig zijn.

Janice: Hoe weet u dat, Mirjana?
Mirjana: Ik weet dat.

Janice: Heeft de Gezegende Moeder u gesproken over dit incident?
Mirjana: De Gezegende Moeder zegt om altijd te bidden. Zij die bidden, hebben vrede.

Oorlog in Medjugorje

Janice: Mirjana, verschillende mensen hier in Medjugorje lijken vandaag bezorgd, speciaal sommige pelgrims. Het dorp is rustig. Er is een dreigende, bijna griezelige stilte rond de kerk. De boetieken, de winkels, de cafés zijn gesloten. Taxibestuurders zijn onbestaande behalve voor enkele vreemdelingen, die nabij de kerk geparkeerd zijn, en zelfs zij doen geen zaken. Het is moeilijk om een man in dit dorp te vinden. Ons werd gezegd dat elke man gewapend is en de wegen naar Medjugorje bewaakt. Ik bemerk dat Marco niet gewapend is en niet de wegen bewaakt. Hij is hier bij u.
Mirjana: Zij die Gods wil doen, hoeven zich nergens zorgen over te maken. De mensen hier bidden veel. Zij die bidden ervaren God als hun liefhebbende zorgdragende Vader. Zij kunnen naar Zijn huis gaan, de kerk [synagoge, moskee, of andere plaatsen van aanbidding], en Hem vertellen over hun noden, behoeften, hun harten, hun verlangens, wetende dat Hij alles hoort en alles weet en van ieder van Zijn kinderen met een onpeilbare liefde houdt. De Gezegende Moeder zegt dat Zijn liefde voor elk van ons zo groot is dat we nooit in staat zullen zijn de wijdte ervan of het unieke ervan of de persoonijke dimensie ervan in dit leven te begrijpen.

Janice: Wat maakt u allemaal van deze burgerlijke onrust ... de eigengereidheid, de wapens, mensen die vechten, mensen die worden gedood, hun lijken die worden geschonden. Ons werd gisteren verteld dat twaalf katholieken brutaal in een bloedbad werden vermoord en ontveld, dat zelfs hun ogen ... u leeft met dit op uw dorpel.
Mirjana: Mensen zijn er zich van bewust. Mensen zijn gewoon om te leven met het idee van de oorlog. Zij hebben enige schrik met deze situatie en zullen vechten. Mensen denken niet meer aan werk, ze zijn bezig met hun leven, hun huis en eigendom te beschermen tegen de huidige bedreiging.

Janice: We hebben gehoord dat mannen uit het dorp hebben vergaderd om te beslissen of ze wapens nodig hebben om hun eigendom en huis te beschermen.
Mirjana: Het belangrijkse probleem is dat er een verandering van regering is op de vijftiende van deze maand [mei 1991]. Sommigen die het daarmee niet eens zijn, proberen dat te stoppen. Ze gebruiken het leger om een internationaal incident te scheppen. Zij willen voorkomen dat de nieuwverkozene afgevaardigden hun regeringsposten zouden aannemen.

Janice: Zij geloven dat deze burgerlijke onrust een manier is om de overgang van de regering te manipuleren.
Mirjana: Hoe erg sommige dingen mogen lijken, gelovige mensen hier hebben geduld. Zij proberen een bezetting [door militaire kracht met legertanks] te voorkomen.

Janice: Weet u wat de uitkomst zal zijn?
Mirjana: Ik ken de Gezegende Moeder. Zij is de Koningin van de Vrede. Ze zegt dat gebed, speciaal de eucharistieviering, de rozenkrans, en het vasten, speciaal enkel op water en brood, de oorlog kunnen stoppen, de natuurwetten kunnen veranderen, in het bijzonder als ze worden gedaan met veel vertrouwen, een groot geloof en grote liefde.

Janice: Mirjana, wat wil de Gezegende Moeder in het bijzonder hier in Medjugorje? Kennen de mensen hier Gods wil voor hen?
Mirjana: Zij die met hun hart bidden weten dat.

Mirjana's dagelijkse leven

Janice: Mirjana, bent u gelukkig hier in Medjugorje met uw echtgenoot, uw dochters, uw moeder die naast u woont, uw kleine schattige hond, dit mooie huis, de kerk, de Kruisberg die u kunt zien vanuit uw voordeur en de Verschijningsberg aan uw achterdeur?
Mirjana: Ja, zeer gelukkig.

Janice: Maar mist u Sarajevo niet?
Mirjana: Mijn vader werkt daar in het hospitaal.

Janice: Wat doet hij daar?
Mirjana: Hij is radioloog. Mijn broer gaat in Sarajevo naar school. We gaan dikwijls naar onze familie in Sarajevo en ik heb dus niet echt een reden om Sarajevo te missen.

Janice: Mirjana, bent u aan de universiteit afgestudeerd?
Mirjana: Nog niet. Ik heb nog twee examens af te leggen.

Janice: En Marco?
Mirjana: Hetzelfde. Hij moet ook nog twee examens afleggen.

Janice: Is het echt moeilijk om een job als economist te vinden?
Mirjana: Ja.

Janice: Heeft uw godsdienst er iets mee te maken dat u moeilijk een job vindt?
Mirjana: Momenteel niet. Godsdienst heeft niets met deze jobs te maken. Verschillende mensen van Joegoeslavië verliezen momenteel hun werk.

Janice: De spanningen hier in Bosnië-Herzegovina zijn zeker een test voor de formule van de vrede van de Gezegende Moeder. Heeft u enig advies of boodschappen te versturen?
Mirjana: Ja. Vraag aan iedereen op aarde te bidden en meer te vasten. Het gebed en het vasten zullen vrede brengen.

Janice: Beveelt u in het bijzonder een gebed aan?
Mirjana: Ja. De rozenkrans zal iedereen, die met het hart bidt, beschermen. Voor degene die het kunnen zijn de mis en de eucharistieviering een pantser.

Mirjana's raad

Janice: Vele mensen geloven niet dat er een God bestaat. Zij geloven niet in het hiernamaals. Zij geloven niet in gebed en vasten als een manier om oorlogen te stoppen. Heeft u raad of boodschappen voor deze ongelovigen?
Mirjana: Ik zal een boodschap zenden naar degenen die zeggen dat ze geloven. Vertel aan hen dat ze anderen niet mogen forceren om te geloven of zeggen hoe ze moeten leven. Zij moeten een voorbeeld vormen voor deze mensen. Hun leven zou een voorbeeld moeten zijn van Gods aanwezigheid en Gods liefde. Hun leven zou een voorbeeld moeten zijn voor elke ongelovige.

Janice: Wat zouden gelovigen moeten doen, Mirjana?
Mirjana: Eerst en vooral zegt de Gezegende Moeder dat ze hen speciaal verzoekt om hevig, intensief en frequent te bidden voor degene die niet geloven. Ze smeekt haar trouwe kinderen die God kennen, die haar aanwezigheid hier in Medjugorje weten, te bidden. En ze zal met ons bidden voor alle ongelovigen op de planeet, speciaal voor onze geliefden.

Janice: Hoe ervaren we de gebeden van de Gezegende Moeder?
Mirjana: Onze Gezegende Moeder is erg nederig. Ze zal nooit in ons leven tussenkomen. Ze is Gods gelovigste en trouwste schepsel. Ze zal nooit om het even welk schepsel van God dat haar aanroept, in de steek laten. Ze zal iedereen die op haar een beroep doet zegenen, beschermen en verdedigen. Zij zelf zal bidden met en voor elk kind van God dat haar uitnodigt.

Janice: Wie is dat "kind van God" dat de persoonlijke zegen en bescherming van de moeder van Jezus op verzoek kan bekomen?
Mirjana: Iedereen op aarde.

Janice: Hoe weet u dat?
Mirjana: De Gezegende Moeder vertelde me dat Jezus, haar Zoon, iedereen op aarde vrijkocht met Zijn passie en dood op het Kruis. Jezus gaf iedereen op aarde aan Zijn Moeder alvorens Hij stierf op de Kalvarieberg.

Janice: Hoe zit het met de mensen die Jezus niet kennen of hem wel kennen maar niet in Hem geloven of geen respect voor Hem hebben?
Mirjana: Omdat Jezus deze mensen schonk aan de Gezegende Moeder, aanvaardt zij iedereen op aarde met liefde en respect. Zij vraagt ons hetzelfde te doen uit liefde tot God. Jezus gaf Maria aan iedereen op aarde als de Moeder van hun eeuwig leven, als ze voor haar kiezen. Zij, zoals Jezus, is te nederig, om haar aan iemand op te dringen. Zij nodigt uit. Wij kiezen.

Kiezen voor Jezus en Maria

Janice: Hoe kiezen we voor Jezus of Zijn moeder Maria, Mirjana? Weet u dat?
Mirjana: Wel, de Gezegende Moeder zegt dat als je voor Jezus kiest, je op Hem moet gelijken.

Janice: Zoniet zullen we niet in staat zijn om Hem te vinden en voor Hem te kiezen, nietwaar?
Mirjana: Vele mensen noemen zichzelf gelovigen. Zij spreken de juiste woorden, doen de juiste dingen maar zij leiden een heidens leven. Een echte christen is doordrongen van het gechristianiseerd leven.

Janice: Wat betekent dat?
Mirjana: Een echte christen is zoals Jezus.

Janice: Weet u hoe Jezus is?
Mirjana: Jezus is de weg, de waarheid en het licht van ons leven.

Janice: Heeft de Gezegende Moeder u dat geleerd?
Mirjana: Ja. Zij zegt dat de weg is uitgestippeld in de Schriften. De waarheid is in de Heilige Schrift en in de kerk. Het licht komt van God voor degene die trouw en gelovig zijn. Ze vraagt de gelovigen altijd de Heilige Schrift te lezen zodat we over God leren.

Janice: Mirjana, hoe zit het met de mensen die nooit van Jezus of Maria gehoord hebben? Spreekt de Gezegende Moeder over deze mensen?
Mirjana: Ja. Iedereen komt in de wereld met het verbond van Gods liefde in zijn hart. Elke persoon hoort God in de stilte van zijn hart. Sommigen horen beter dan anderen omdat ze beter luisteren.

Janice: Mirjana, Marija vertelde me dat de Gezegende Moeder had gezegd dat als de katholieken volgens hun geloof zouden leven, de ganse wereld katholiek zou zijn.
Mirjana: Ze heeft dat gezegd. Heden ten dage zijn vele mensen dat vergeten. Vele mensen kiezen dingen die van voorbijgaande aard zijn. Velen zijn zich niet bewust van de waarheid, ze zijn verknocht aan de plezante dingen van de wereld en verblind door het intellect en verlamd door egoïsme.

Janice: Hoe zit het met deze mensen?
Mirjana: De Gezegende Moeder zegt: "God maakt alles goed voor zij die op Hem vertrouwen." Het is daarom dat de Gezegende Moeder aan de gelovigen vraagt om te leven zoals Jezus leefde op aarde. Jezus toont ons het pad naar het paradijs. Zijn leven is het patroon dat de gelovigen moeten volgen. Als de gelovigen dat patroon volgen, dan zullen ze trouwe volgelingen worden van het evangelie. Hun leven zal een voorbeeld zijn dat er een God bestaat die van ons houdt en ons voedt en ons ondersteunt in allerlei soorten dingen. De Gezegende Moeder zegt dat het gebed en ons gewijzigd leven, ons vrij maakt. Ze vermeldt dikwijls dat het gebed, het vasten, de keuze om een leven te leiden zoals Jezus, zo krachtig is dat het niet alleen oorlogen kan stoppen maar ook natuurwetten kan veranderen.

Janice: Met een milieu dat in zo ’n staat van verval is, is dat belangrijk om weten.
Mirjana: De boodschappen van Medjugorje zijn een pad naar de eeuwige vrede en volkomenheid.

Janice: Mirjana, wat wil de Gezegende Moeder?
Mirjana: Ze is hier om de hele wereld op te roepen om terug te keren naar God.

Janice: Wat vraagt onze Gezegende Moeder?
Mirjana: Ze zegt: "Eerst en vooral vraag ik ieder van jullie hulp. Bid voor uzelf en de anderen. Vast voor uzelf en de anderen. Ik vraag niets anders. Enkel bidden en vasten."

Janice: Ze vraagt niets anders?
Mirjana: Voor gelovigen is bidden een manier van leven. Zij die bidden zouden een levend voorbeeld moeten zijn van Gods liefde, Gods genade, Gods goedheid voor alle ongelovigen. Het is de vreugde, vrede en volkomenheid van de gelovige dat het bewijs is van Gods bestaan. Gelovigen moeten voorbeelden zijn. De Gezegende Moeder heeft verschillende keren vermeld dat alles mogelijk is door gebed, zelfs het vermijden van oorlog.

Janice: Vele mensen bidden maar nog altijd gebeuren er slechte dingen. Weet u waarom dat is?
Mirjana: Gods wil is het enige criterium dat waarde heeft. Niet mijn mening. Wanneer we ook bidden, we zouden altijd moeten zeggen: "Uw wil geschiede, niet de mijne, lieve God." De Gezegende Moeder heeft ons haar Zoon, Jezus, getoond gedurende Zijn passie. Hij leed veel. Slechte dingen gebeurden met Hem. Hij gehoorzaamde de wil van onze Vader.

Janice: Weet u wat de wil van onze Vader voor Jezus was, Mirjana?
Mirjana: Dezelfde wil als Hij voor ons heeft ... houden van Hem [God] met gans ons hart, ziel en verstand en onze naaste liefhebben als onszelf.

Janice: Hoe was de kruisiging Gods wil? Weet u dat, Mirjana?
Mirjana: Zij die Jezus kruisigden waren kinderen van onze Vader. Zij wisten niet wat ze deden. Jezus verklaarde dat vanop het kruis aan ons. Zij waren blind voor Gods aanwezigheid in hun leven. Jezus eerde onze Vader, God de Schepper en was een steun voor alle mensen, plaatsen en dingen, door van zijn Vaders kinderen te houden, zelfs als ze Hem kruisigden. Hij leed en stierf in stilte en gehoorzaamheid en liefde voor al de kinderen van de Vader.

Janice: Waarom aanvaardde Hij zo ’n belediging?
Mirjana: Hij nam alle zonden op Zich.

Janice: Is het de wil van God om beledigingen van broers en zusters te aanvaarden?
Mirjana: Het is niet Gods wil dat iemand van Zijn kinderen iemand anders beledigt. Dat is zonde. Wanneer er een belediging plaatsgrijpt, is satan daarbij betrokken.

Janice: Gods liefde is sterker dan alle pijn en zelfs de dood, nietwaar, Mirjana?
Mirjana: Gods liefde is eeuwig. Hij nodigt ons tot diezelfde liefde uit.

Janice: Dus, Mirjana, God roept iedereen van ons op om Zijn geliefden te zijn?
Mirjana: God is de grote geliefde. Wij zijn het voorwerp van Gods liefde. De Gezegende Moeder zegt: "God is liefde." En we kunnen Zijn liefde blokkeren. We kunnen ze weigeren.

Janice: U hebt ook gezegd dat gebed en vasten de macht van satan zullen breken. Dat het de wereld, zoals we die kennen, zal veranderen. U hebt gezegd dat gebed en vasten de ongelovigen zullen bekeren, inbegrepen diegene die beweren dat ze geloven en deze die beweren dat ze niet geloven. Zal dit gebeuren tijdens uw leven?
Mirjana: Ja, omdat we tot God voor een lang leven zullen bidden.

Janice: Lucia, de zienster van Fatima, heeft zeer zeker een lang leven gehad. Weet u dat veel mensen in deze tijd denken dat er geen duivel bestaat, dat er geen Gezegende Moeder is, dat er geen God is?
Mirjana: Ja. Ik ken veel zulke mensen persoonlijk van waar ik ben opgegroeid. Sarajevo is een stad waar het atheïsme wordt aangeleerd van de lagere school tot aan de universiteit.

Janice: Weet u of mensen met dat geloof zich zullen bekeren?
Mirjana: Veel mensen met dat geloof bekeren zich. En nog veel meer zullen zich bekeren.

Janice: Mirjana, die mensen die zich niet bekeren, zullen zij eindigen in de hel of kunnen zij ook naar de hemel gaan?
Mirjana: U kunt dat de Gezegende Moeder vragen. Ik weet dat niet zeker.

Janice: Mirjana, weet u wat er gebeurt met mensen die niet geloven in God?
Mirjana: Ik weet dat niet. De Gezegende Moeder zegt dat niemand de andere mag oordelen. Zijzelf oordeelt ook niemand. Zij heeft lief, zij onderwijst, ze begeleidt. God alleen oordeelt.

Hemel, vagevuur en hel

Janice: Mirjana, heeft u de hel gezien?
Mirjana: Neen, ik wou die niet zien.

Janice: Heeft de Gezegende Moeder u aangeboden om de hel te tonen?
Mirjana: Ja. De Gezegende Moeder gaf me de keuze. Ik opteerde ervoor om de ervaring van de hel niet te hebben.

Janice: Weet u zeker dat u niet naar de hel gaat als u sterft?
Mirjana: Niemand kan zeker zijn. Ik bid elke dag om met Gods kracht vervuld te worden. Van mezelf kan ik niets. Ik hang voor alles af van Gods liefde en Zijn genade.

Janice: Weet u wanneer u zal sterven?
Mirjana: Neen.

Janice: Heeft u de hemel gezien?
Mirjana: Ja.

Janice: Heeft u de hemel ervaren met uw hart of zag u de hemel echt met uw eigen ogen?
Mirjana: Ik zag de hemel met mijn eigen ogen.

Janice: Wat zag u?
Mirjana: De hemel was als een video die zich voor mijn ogen openvouwde. Ik zag gelukkige gezonde mensen, zowel mannen als vrouwen. Het gras was van een schoonheid die ik niet kan beschrijven. De bloemen waren zo mooi dat ik ze niet kan beschrijven.

Janice: Waarom wou de Gezegende Moeder dat u de hemel zag?
Mirjana: Ze vertelde me dat veel mensen op aarde niet geloven dat de hemel bestaat. Ze zegde dat God ons, zes zieners, had uitgekozen als instrument van Zijn liefde en genade. Ik, persoonlijk, heb de hemel gezien. Hij bestaat! Ik heb hem gezien! Zij die tot op het einde trouw blijven aan God zullen de hemel hebben als een beloning voor hun getrouwheid.

Janice: Waarom lijden sommige mensen, die schijnbaar Gods wil doen, zo veel? De Gezegende Moeder leed vreselijk toen ze aan de voet van het kruis stond.
Mirjana: Ze was vervuld van Gods liefde, Gods vrede en Gods kracht. Er bestaat liefde en vrede als men Gods wil doet zelfs in het midden van wat men aanvoelt als wat het ergste lijden is.

Janice: Hoe weet u dat?
Mirjana: De Gezegende Moeder heeft dat met mij gedeeld. Elke dag bid ik voor het licht om Gods wil te zien en voor de kracht om Gods wil te gehoorzamen.

Janice: Maar kent u die altijd en gehoorzaamt u Gods wil?
Mirjana: Neen. Ik ben een zondaar. Als ik val, weet ik dat ik niet genoeg heb gebeden en weet ik dat ik niet heb gehoorzaamd.

Janice: Wat gebeurt er als u zondigt?
Mirjana: Ik ga te biechten en ik ontvang de kracht van het sacrament om me te helpen de zonde te vermijden. De Gezegende Moeder zegt om altijd om Gods genade te bidden. Zijzelf beschermt ons met haar engelen.

Janice: Ivanka spreekt dikwijls van de Gezegende Moeder als Koningin van de Engelen.
Mirjana: Zij komt altijd in het gezelschap van engelen maar we moeten voor haar hulp kiezen om haar hulp te ervaren.

Janice: Waarom is dat?
Mirjana: De Gezegende Moeder is te nederig om zich aan ons op te dringen. Ze komt alleen wanneer ze wordt uitgenodigd.

Janice: Heeft u echt het vagevuur gezien?
Mirjana: Ja.

Janice: Is dat een plaats?
Mirjana: Ja.

Janice: Maakt het geografisch deel uit van de planeet aarde of is het ergens anders?
Mirjana: Ik zag een plaats. Veel mensen waren daar. Zij leden enorm.

Janice: Welk soort lijden?
Mirjana: Het was een fysiek lijden.

Janice: Waar is deze plaats?
Mirjana: Dat weet ik niet.

Janice: Welke soort mensen waren daar? Oude, jonge, dikke, smalle?
Mirjana: Zij waren normaal, alle soorten mensen waren daar. Er was veel fysiek lijden.

Janice: Kunt u het lijden dat u zag, beschrijven? Was het zoals lepra of iets in die aard?
Mirjana: Ik kon de mensen zien bibberen en kronkelen van pijn.

Janice: Waren de mensen koud? Was de plaats koud?
Mirjana: Ik zag deze plaats slechts voor een korte tijd. Ik ervaarde de temperatuur niet persoonlijk. De Gezegende Moeder was met mij. Ze verklaarde mij dat ze wou dat ik het vagevuur zou zien. Ze zei dat zoveel mensen op aarde niets weten van het vagevuur.

Janice: Zijn veel mensen vandaag de gerechtigheid van God vergeten?
Mirjana: Aangezien niets in het zicht van God kan leven dan echte liefde, zuivert Gods gerechtigheid. Dat is waarom het vagevuur bestaat.

Janice: Mirjana, bedoelt u dat het vagevuur een instrument is van Gods gerechtigheid. Ons werd geleerd dat Gods gerechtigheid niet is zoals de menselijke gerechtigheid want God kent geen wreedheid. Wreedheid is een eigenschap van trots.
Mirjana: De Gezegende Moeder zegt dat God pure liefde is.

Janice: Gilden de mensen in het vagevuur?
Mirjana: Ik kon hen niet horen. Ik zag hen alleen maar.

Janice: Waarom wou de Gezegende Moeder dat u het vagevuur zag?
Mirjana: Ze zei dat zoveel mensen die sterven door hun geliefde volledig in de steek worden gelaten. Ze kunnen zichzelf niet helpen in het vagevuur. Ze zijn volledig afhankelijk van de de gebeden en de offers van vrijgevige mensen op aarde die hen herinneren. Onze Gezegende Moeder hoopt dat haar eigen kinderen de zielen in het vagevuur zullen helpen door gebed, vasten en verschillende boetedoeningen om zo voor de arme zielen iets terug te doen.

Janice: Mirjana, waarom moeten de mensen op aarde teruggave doen voor de mensen die gestorven zijn?
Mirjana: Omdat de gestorvenen geen vrije wil meer hebben zoals ze die op aarde hadden. Ze hebben niet langer een lichaam. Het is voor hen niet langer mogelijk om de dingen, die ze gedaan hebben en waarmee ze anderen en zichzelf pijn deden of beschadigden, goed te maken. Op 24 juli 1982 zegde de Gezegende Moeder: "we gaan naar de hemel in volle bewustzijn: datgene wat we nu hebben. Op het moment van de dood zijn we bewust van de scheiding van lichaam en ziel. Het is vals om de mensen aan te leren dat we verschillende keren worden wedergeboren en dat we verschillende lichamen aannemen. Men wordt slechts éénmaal geboren. Het lichaam, uit de aarde, wordt na de dood ontbonden. Het komt nooit meer terug om opnieuw te leven. Men ontvangt een van gedaante veranderd lichaam. Wie veel kwaad heeft aangericht tijdens zijn leven kan rechtstreeks naar de hemel gaan als hij biecht, echt spijt heeft van wat hij heeft gedaan en de communie ontvangt op het einde van zijn leven."

Janice: De goede moordenaar die naast Jezus aan het kruis stierf was de eerste gecanoniseerde heilige, nietwaar, Mirjana?
Mirjana: Jezus zelf beloofde hem het paradijs op dié dag!

Janice: Mirjana, hoe helpen de gebeden en de boetedoeningen van degene die nog in leven zijn de overledenen?
Mirjana: De Gezegende Moeder verklaarde dat de gebeden en de boetedoeningen van de mensen op aarde de harten van steen verzachten, ze doen de harten van steen smelten. Wanneer de harten van steen van de kinderen van God zijn gesmolten, is grote liefde mogelijk, zelfs op deze aarde.

Janice: Mirjana, is het waar of weet u of de arme zielen van het vagevuur ons op aarde kunnen zien?
Mirjana: Zij kunnen hun geliefden zien gedurende de momenten dat we voor hen, bij naam, bidden.

Janice: Ivan vertelde me dat de Gezegende Moeder zei dat ze zeer eenzaam zijn en zij gaat er dikwijls heen om hen te troosten.
Mirjana: Ook wij kunnen hen troosten met onze gebeden en offers.

Janice: Mirjana, bidt u voor de zielen in het vagevuur?
Mirjana: Ja. Ik heb mijn leven aan de Gezegende Moeder gegeven voor het heil van de ongelovigen.

Janice: Waarom, Mirjana?
Mirjana: Omdat ik weet wat hen te wachen staat. De Gezegende Moeder vraagt aan al haar trouwe kinderen hun leven te wijden aan haar, om te bidden en te vasten en boete te doen opdat iedereen het koninkrijk van de hemel zou verwerven.

Janice: Is deze verschijning alleen voor de gelovigen?
Mirjana: Neen. Deze verschijning is voor iedereen op aarde. Elke persoon op aarde zal een rol te vervullen hebben als de geheimen worden ontvouwd. Velen, zoals ik, kennen reeds hun rol in deze verschijningen. Er zal lijden zijn. Zij die de boodschappen van de Gezegende Moeder volgen, zullen vervolgd worden maar op het einde zal alles goed komen. De verdiensten zijn groot. Zij zijn elke vorm van lijden en vervolging waard.

Janice: Zal de bisschop tot geloof in de verschijningen komen?
Mirjana: De Gezegende Moeder wil dat wij bidden voor de bisschop en hem liefhebben en gehoorzamen. Gods wil wordt altijd verwezenlijkt. Soms moet er vreselijk lijden plaats hebben want de vrije wil van het mensdom is een heilig vertrouwen dat van God komt.

Janice: De vrije wil van het mensdom is een heilig vertrouwen?
Mirjana: Velen misbruiken dit heilig vertrouwen.

Janice: Waarom? Ik vermoed dat het moet zijn omwille van de onwetendheid. Niemand zou vrijwillig het heilig vertrouwen van God willen schaden.
Mirjana: Jezus zei ooit op het kruis: "Vader, vergeef ze want ze weten niet wat ze doen." Het vergt veel gebeden om al deze mysteries in het juiste perspectief te zien.

Janice: Mirjana, weet u of het lijden deel uitmaakt van Gods plan?
Mirjana: Ongehoorzaamheid aan Gods plan veroorzaakt lijden.

Janice: God wil het paradijs voor ieder van Zijn kinderen, nietwaar?
Mirjana: Dat is Zijn wil. Voor degene die van God houden, leiden alle dingen samen naar het goede, zelfs het lijden.

Janice: Mirjana, dat vereist een groot geloof en vertrouwen. Hoe dieper het lijden, hoe meer geloof en vertrouwen het vereist.
Mirjana: Het is daarom dat de Gezegende Moeder ons zegt om te bidden voor een stevig geloof. Ons geloof en vertrouwen moeten strenger zijn dan de dood. Voor degene die Gods liefde kennen en die in Gods liefde geloven en erop vertrouwen, is er enkel vrede.

Janice: Wat is er nodig om de vrede te ervaren? Weet u dat, Mirjana?
Mirjana: Geloven in Gods liefde, vertrouwen op Gods goedheid, en liefde voor Zijn wil zijn sterk genoeg om aan zijn wil te gehoorzamen om het even wat er in het leven van iemand gebeurt.

Janice: Mirjana, hoe kennen we Gods wil?
Mirjana: De Gezegende Moeder zegt dat we Gods wil kunnen kennen door geloof, vertrouwen, de heilige Schrift, vurig gebed, oprechte gehoorzaamheid aan de Geboden, de Kerk en het wettelijk gezag.

Einde

Bron: Janice T. Connell

Vertaling: Henk

23-07-1975
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Medjugorje: Interview van Janice O'Connell met Mirjana Dragicevic [1]
Medjugorje: Interview van Janice O'Connell met Mirjana Dragicevic [1]

Elke keer als ik een ongelovige zie, weet ik wat hem te wachten staat

Inleiding

Mirjana Dragicevic-Soldo, de tweede zienster die de Gezegende Maagd zag op 24 juni 1981, was de eerste zienster die alle 10 geheimen ontving. Ze was de eerste zienster bij wie de dagelijkse verschijningen van de Gezegende Moeder stopten. Als jonge vrouw is ze gemoedelijk. Ze heeft aanleg voor mode en dat weerspiegelde haar leven in Sarajevo, de stad die ooit een kosmopolitische stad was. Kort samengevat is Mirjana intelligent en bezit zij het intelligentiepeil van iemand die aan de universiteit van Sarajevo gestudeerd heeft. Ze is getrouwd met een medestudent Marco Soldo, de neef van de inmiddels overleden Franciscaanse psycho-theoloog Vader Slavko Barbaric, die ook de spirituele begeleider is van de zieners. Zowel Marco als Mirjana praten gemakkelijk Engels en hebben veel gereisd. Zoals bij de ziener Ivan, is de favoriete sport van Marco basketbal. Hij is groot, atletisch, vrij spiritueel en zorgt op een beschermende manier voor Mirjana. Hij en Mirjana zijn de ouders van Marija, op 9 december 1990 geboren en Veronika, die het levenslicht zag op 19 april 1994.

Mirjana is geboren op 18 maart 1965. Zij is de dochter van Jozo Dragicevic, een röntgenoloog in het hospitaal. Haar moeder werkte als verkoopster in een boetiek. Mirjana heeft een broer die 15 jaar jonger is dan zij. Haar familie leefde in Sarajevo vóór de burgeroorlog van 1991. Haar grootmoeder leeft in Medjugorje, bij wie zij haar zomervakanties doorbracht. Mirjana, Marco en hun dochters hebben een eigen huis in Medjugorje. Gedurende de burgeroorlog in 1992 leefde de familie in ballingschap. Mirjana kent momenteel 10 geheimen.

Mirjana stipt aan dat ze een zware last draagt omdat de Gezegende Moeder haar de tien geheimen heeft toevertrouwd die naar men zegt de tuchtiging voor de zonden van de wereld betreffen. Soms, als men Mirjana iets vraagt over de geheimen, geeft ze de indruk dat de voorspelde rampen zo erg voor de wereld zijn dat ze dikwijls het lijden, dat met deze kennis gepaard gaat, niet kan dragen. In feite, zegt Mirjana, dat als de Gezegende Maagd haar niet hielp, ze het niet zou volhouden. Terwijl ze spreekt over de geheimen, werd haar gevraagd: "Zijn de geheimen zo erg?" Ze antwoordde, "Ja, elke keer ik een ongelovige zie, weet ik wat hem te wachten staat. Het is dikwijls meer dan dat ik kan dragen."

Mirjana heeft de toekomst van de wereld staan op een mysterieus stuk perkament, dat zij alleen kan lezen. De Gezegende Moeder overhandigde haar dit perkament. Daarop staan de dagen en de data van de tien geheimen en de kastijdingen voor de zonden van de wereld, geschreven.

Mirjana heeft enkele vreselijke ontmoetingen met satan gehad. Ze kent satan en zijn trucs door eigen ervaring. Ze vroeg mij om alle mensen op aarde te waarschuwen dat satan echt bestaat en hij wil Gods kinderen beroven van hun erfenis, het hemelse koninkrijk, behaald door de overwinning van Jezus op het kruis. Ze zei dat de Gezegende Moeder haar vertelde dat Zij haar in feite toestond om de kracht en de verleiding van satan te ervaren.

Mirjana zegt dat wanneer het eerste geheim, dat haar werd toevertrouwd, wordt verwezenlijkt de kracht van satan zal gebroken worden. Ze zegt dat de Gezegende Moeder haar verteld heeft dat hij daarom momenteel zo agressief is. satan heeft immense kracht gedurende de twintigste eeuw gekregen; een kracht die hij nooit tevoren heeft gehad en nooit meer zal hebben. Mirjana beweert dat de Gezegende Moeder haar dat gezegd heeft. Volgens de zienster is er momenteel een grote kosmische strijd aan de gang voor onze zielen. De strijd gebeurt tussen het "zaad" [kinderen] van Maria en het "zaad" van de slang [kinderen] van satan. De Eeuwige Vader gaf satan een laatste uitdaging voor Zijn Kerk, in de twintigste eeuw, en zelfs een tijd daarvoor en een stuk in het derde millenium. Volgens Mirjana zijn er drie dingen die satan niet wist:
  • De Eeuwige Vader zou "Maria" zenden, de "vrouw" van Zijn Verbond met Zijn volk om de zielen die in de tijd van de grote duisternis strijden te waarschuwen, aan te moedigen en de zielen te helpen die strijden in deze tijd van grote duisternis.
  • De Eeuwige Vader zou grote hoeveelheden aan genade in de wereld toelaten zoals nooit tevoren in de geschiedenis van het mensdom is gebeurd.
  • De Eeuwige Vader zou gekozen zielen zenden die een standvastig geloof en vertrouwen hebben niettegenstaande elke aanval van satan.
Medelijden voor de ongelovige en voor het verspilde leven weegt werkelijk zwaar op Mirjana. Ze zegt: "Ze verkiezen dingen van voorbijgaande aard. Zij verspillen hun leven met dingen die zij niet bij zich kunnen houden."

Ze weet wat er komen zal. "Bid," smeekt ze. "Bid voor de ongelovigen. Ze weten niet wat er hen te wachten staat! satan is de grote leugenaar. Hij belooft alles. Hij wil de vrede, de vreugde, het geluk allemaal vernietigen. Een synoniem voor satan is pijn." Op een zekere dag, verklaarde Mirjana, "Ik heb de hemel gezien! Niets, absoluut niets op aarde is een onvriendelijk woord waard." Mirjana, de woordvoerster van de ultieme verschijning van de Gezegende Maagd Maria, die zichzelf de Koningin van de Vrede noemt, zegt "De Gezegende Moeder komt in liefde en genade en brengt de zekerheid mee dat het leven na de dood zo prachtig is en dat we momenteel slechts glimpen van liefde en vreugde kunnen opvangen. De hemel is het allerbelangrijkste wat er bestaat."

Mirjana’s naam bestaat uit 2 delen: "mir," wat in het Kroatisch "vrede" betekent, en "jana" wat Johannes betekent. De Gezegende Moeder verscheen voor het eerst op het feest van Johannes de Doper nl. 24 juni 1981. Zijn boodschap was: "Bekeer u, het Rijk Gods is op handen."

De zieners, vooral Vicka, verklaarden dat God elke persoon, elk schepsel op aarde een naam gaf met een vrije wil. Gevraagd naar de bron van deze informatie, zegde Vicka, "De Gezegende Moeder zei dat, alvorens God de wereld schiep, Hij ieder van ons kende. Hijzelf noemde en kende ons vooraleer Hij de wereld schiep. Hij ademde ons uit uit de liefde van Zijn hart in de schoot van onze moeder. Als je wilt weten wie je werkelijk bent, zoek dan de bijbelse betekenis op van jouw naam."

Als één van de zes zieners moet ook Mirjana trouw zijn aan de boodschappen van de Gezegende Moeder. Ook zij moet bidden en vasten. Haar leven staat open voor onderzoek en toezicht van de wereld. Zij verdraagt het binnendringen in haar privéleven voor de liefde van God en de Gezegende Moeder.

Interview

Een compilatie gedurende verscheidene jaren van verschillende uitgegeven interviews met Mirjana volgt:

Janice: Mirjana, ik stelde vast dat momenteel in 1991 pelgrims tot op jouw drempel van je deur hier in Medjugorje komen. Geeft u elke dag, zoals de andere zieners, algemene interviews?
Mirjana: Ik zie slechts af en toe pelgrims.

Janice: Heeft u een boodschap voor de pelgrims?
Mirjana: Mijn boodschap is voor alle mensen. Bid voor de ongelovigen. Dit is een speciale periode van genade. Onze gebeden brengen echt veel bij. De Gezegende Moeder vraagt aan al haar mooie kinderen van de wereld om te bidden voor de ongelovigen zodat ook zij kunnen komen in het koninkrijk van de hemel.

Janice: Mirjana, geeft u veel private interviews?
Mirjana: Neen. Ik geef weinig interviews.

Janice: Waarom?
Mirjana: Dat is omdat de Gezegende Moeder het zo wil.

Visioenen van Mirjana

Janice: Mirjana, kunt u beschrijven hoe Zij er uit ziet?
Mirjana: De Gezegende Moeder verschijnt mij momenteel op dezelfde manier als de tijd waarin ik dagelijkse verschijningen had. Ze is gekleed op dezelfde wijze: het grijs kleed, de witte sluier, dat mooie gezicht, die ongelooflijk mooie ogen van liefde. Haar volledige houding is vervuld van Gods liefde.

Janice: Hoe dikwijls ziet u de Gezegende Moeder momenteel?
Mirjana: Mijn "dagelijkse" verschijningen van de Gezegende Moeder stopten in december 1982. Dat was de moeilijkste periode uit mijn leven.

Janice: Herrinert u zich nog de grote pijn die gepaard ging met het einde van de verschijningen, Mirjana?
Mirjana: Ja. Ik herinner me nog hoe vreselijk het was voor mij, hoe erg depressief ik was als de Moeder van God niet langer meer elke dag naar mij toekwam.

Janice: Als u terugblikt op die moeilijke dagen, hoe bent u erdoor geraakt?
Mirjana: De Gezegende Moeder beloofde me iets heel speciaals. Ze beloofde me dat ze bij mij één keer per jaar op mijn verjaardag zou komen en dat voor de rest van mijn leven. En ze beloofde me ook dat ze bij mij zou komen elke keer als ik het moeilijk in mijn leven heb.

Janice: Mirjana, u deelde uw verschijning van 24 december 1982 in uw huis te Sarajevo. Op dat moment ontving u dagelijkse verschijningen. Er waren die nacht mensen aanwezig in uw huis. Wenst u iets te zeggen over die verschijning?
Mirjana: Het maakt me verdrietig.

Janice: Waarom?
Mirjana: De Gezegende Moeder vertelde me dat dit mijn voorlaatste verschijning was. Ze zei me dat ze de volgende dag met Kerstmis zou komen als een geschenk van vreugde. Ik kende al het tiende geheim dat bijzonder erg is. Ze beloofde me dat ze elk jaar, zo lang ik leef, op mijn verjaardag, 18 maart, zou komen.

Janice: Mirjana, herinnert u zich nog de boodschap die u op Kerstdag ontving en die u zo van streek maakte?
Mirjana: Tijdens mijn laatste ontmoeting met de Gezegende Moeder, nadat ik alle tien de geheimen vernomen had, zei Ze me dat ze van me hield. Ze bereidde me gedurende een maand voor op dit moment. Ze legde me alles uit. Ze was erg moederlijk. Ze zei me dat ze de taak waarvoor ze me uitgekozen had, volbracht had. Ze zei me dat ik voldoende was geïnfomeerd en dat ik me moest realiseren dat ook ik een normaal leven heb en dat ik moest terugkeren naar het dagelijks leven zoals de andere meisjes van mijn leeftijd. De Gezegende Moeder zei dat ik moest voortleven zonder haar moederlijke raad en zonder de dagelijkse gesprekken met haar die zo noodzakelijk waren voor mijn ziel. Maar Ze beloofde me om mij altijd bij te staan en me te helpen in de moeilijkste perioden van mijn leven, zo lang als ik met God leef.

Janice: Wat betekent dit?
Mirjana: Zo lang als ik dicht bij God blijf, beloofde Ze me te helpen. De ontmoeting met de Gezegende Moeder was zo moeilijk voor me dat ik me nog steeds de pijn herinner. Ik voelde het in mijn ziel. Het was zo'n grote leegte. U kunt dat vergelijken met het gevoel dat u hebt als u zich realiseert dat de allermooiste zaak die u in uw leven hebt, verdwenen is. Onze Gezegende Moeder was zich goed bewust van mijn marteling en mijn pijn. Ze bad met mij om mij op te monteren. Ze bad dat ik gelukkig zou zijn. Ze leerde me om, als ik verdrietig ben te zingen en God te eren en te loven, zodat ik niet meer verdrietig zou zijn.

Janice: Waarom niet?
Mirjana: Omdat een deel van Gods vreugde ook dan op mij valt. Ik bad het gebed dat ik altijd bid als ik alleen ben met haar: nl. Wees Gegroet Heilige Koningin [Salve Regina].

Janice: Mirjana, is dit nog altijd uw lievelingsgebed?
Mirjana: Ik hou van dat gebed maar nu heb ik alle gebeden graag. Ik zal altijd de woorden van de Gezegende Moeder op die dag blijven herinneren. Ze vertelde me: "Mirjana, ik koos jou uit en vertelde jou al het nodige. Ik bracht jou verschrikkelijke dingen over die je waardig moet dragen. Denk aan mij en aan de hoeveelheid tranen die ik heb vergoten omwille van die verschrikkelijke dingen. Je mag nooit de moed verliezen. Je begreep mijn boodschappen vlug en nu moet je begrijpen dat ik niet meer dagelijks aan jou hoef te verschijnen. Wees moedig."

Janice: Zei ze nog iets anders?
Mirjana: De rest was voor mij, persoonlijk.

Janice: U ziet er momenteel gelukkig uit. Wat een mooie Kerstmis moet het voor u geweest zijn met uw nieuwe baby.
Mirjana: Ik ben altijd gelukkig als de Gezegende Moeder in mijn nabijheid is.

Janice: Mirjana, u hebt andere verschijningen gehad sinds 1982, als de dagelijkse verschijningen stopten. Zijn ze bedoeld om u op de procedure i.v.m. de onthullingen van de geheimen voor te bereiden?
Mirjana: Ja.

Janice: Zijn de geheimen en hun ontvouwing dreigend?
Mirjana: Iedereen zou nu moeten voorbereid zijn. Mensen zouden altijd moeten voorbereid zijn. Moesten de mensen meer bidden en minder denken aan de geheimen en de kastijdingen/tuchtigingen, dan zouden ze veel meer vrede hebben.

Janice: Mirjana, ik herinner me de verschijning op uw verjaardag, 18 maart 1989, de zevende beloofde verschijning op jouw verjaardag. U was toen 24 jaar.
Mirjana: Ja. Dat was een lange verschijning en een hele vreugdevolle, maar het was ook een erge. In deze tijden, op de tweede van elke maand, luister ik naar de stem van de Gezegende Moeder in mijn hart. Op dat moment bidden we normaliter voor de ongelovigen. Op 2 maart van dat jaar vertelde de Gezegende Moeder me dat ik mijn verschijning op mijn verjaardag zou hebben om half acht ’s avonds. De verschijning duurde ongeveer twintig minuten. Gedurende die tijd baden we het Onze Vader en het Gloria voor al onze broers en zusters die God, onze Vader, niet kennen en die Zijn aanwezigheid niet ervaren.

De Gezegende Moeder was verdrietig, erg verdrietig. Ooit smeekte ze ons allen te bidden om haar te helpen met onze gebeden voor de ongelovigen, die, zegt ze, de genade niet hebben om God in hun harten te ervaren door een levend geloof. Ze zegt dat ze ons niet opnieuw wil waarschuwen. Als een moeder wil ze ons allen oproepen en ons smeken voor degene die in het geheel niets over de geheimen weten. Zijzelf lijdt veel, zegt ze, omdat ze de moeder is van iedereen op aarde. De rest van de tijd van deze verschijning was gewijd aan gesprekken over de geheimen.

Janice: Als we even terug gaan naar uw verschijning in 1989, dan identificeerde de Gezegende Moeder zich als de moeder van elke mens op aarde, nietwaar?
Mirjana: Ja.

Janice: Mirjana, u zag er zo bedroefd uit na uw verschijning in Portland, Oregon op 2 februari 1990.
Mirjana: Ja, ik zal nooit die verschijning vergeten. De Gezegende Moeder gaf een boodschap voor de wereld die zeer ernstig was.

Janice: Als ik u tijdens die verschijning observeerde, was het alsof er drie keer een grote wind op u blies en uw lichaam terug zwaaide alsof u werd weggeblazen door die wind. Wat gebeurde er toen op die momenten?
Mirjana: De Gezegende Moeder sprak tot mij over zeer ernstige zaken. Ik herinner me niet dat mijn lichaam bewoog.

Janice: Mirjana, wat was de boodschap van de Gezegende Moeder op 2 februari 1990?
Mirjana: Ze zei: "Ik ben gedurende negen jaar bij u geweest. Al negen jaar wil Ik u zeggen dat God, uw Vader, de enige weg, de enige waarheid en het enige leven is. Ik wens u de weg naar het eeuwige leven te wijzen. Ik wil uw band, uw verbinding naar een dieper geloof zijn. Luister naar Mij. Neem uw Rozenkrans en bid deze met uw kinderen thuis. Dit is de weg om het heil te bereiken. Geef het goede voorbeeld aan uw kinderen, geef het goede voorbeeld aan zij die niet geloven. U zult geen geluk hebben op deze aarde en u zult de hemel niet bereiken als u geen nederig en zuiver hart hebt en als u de wet van God niet in acht neemt. Ik vraag uw steun: Sluit u aan bij Mijn gebed voor hen die niet geloven. U helpt Mij heel weinig. U betoont uw naaste weinig liefdadigheid en weinig liefde. Toch geeft God u de liefde en laat Hij u zien hoe u moet vergeven en elkaar beminnen. Verzoen u daarom en zuiver uw ziel. Neem uw Rozenkrans en bid. Neem al uw leed geduldig aan. U moet zich herinneren dat Jezus voor u geduldig heeft geleden. Laat Mij uw Moeder zijn en uw band met God voor het eeuwige leven. Dring uw geloof niet op aan de ongelovigen. Laat hen uw voorbeeld zien en bid voor hen, mijn kinderen. Alstublieft, bid voor hen."

Janice: U zei dat de boodschap erg en betekenisvol is. Zovelen, die weten van de verschijningen van de Gezegende Moeder, voelen dat de Gezegende Moeder tot ieder van ons heeft gesproken, maar dat zij meer kunnen doen.
Mirjana: Ikzelf voelde hetzelfde. Ik weet dat ik elke dag méér kan doen voor de Gezegende Moeder en ik probeer en ik probeer. Maar dikwijls faal ik zo erg dat ik het nauwelijks kan verdragen.

Janice: Als u faalt, wat doet u dan ?
Mirjana: Als ik tekort schiet, bid ik. En als ik bid, heb ik vrede.

Janice: Mirjana, ziet u de Gezegende Moeder nog steeds op de tweede dag van elke maand?
Mirjana: Soms zie ik haar of hoor ik haar, maar op andere momenten hoor ik enkel de stem van de Gezegende Moeder.

Janice: Hoort u ook de Gezegende Moeder op andere tijdstippen dan op de tweede van elke maand ?
Mirjana: Neen.

Maria's boodschappen

Janice: Mirjana, u schijnt een ernstig leven te leiden. Leeft u in een diepe verwondering van de boodschappen die u draagt?
Mirjana: Ik tracht trouw te leven naar de doelstellingen die de Gezegende Moeder mij heeft gegeven. Ik tracht te leven in gehoorzaamheid aan haar instructies.

Janice: Hoe verschijnt de Gezegende Moeder u momenteel, Mirjana?
Mirjana: Ik zie haar in drie dimensies, net zoals ik een normale persoon zie die bij mij is. Ze is zo vertrouwelijk en intiem, intiemer zelfs dan dat mijn eigen moeder ooit met mij kon zijn.

Janice: In welke zin, Mirjana?
Mirjana: De Gezegende Moeder kent mij en houdt van mij net zoals ik ben. Ze wil altijd het beste voor mij. Ze vertrouwt me. Ze houdt van mij.

Janice: Mirjana, zij is de Middelares van Alle Genaden, nietwaar ?
Mirjana: Ze is vervuld van genade.

Janice: Kunt u beschrijven hoe het is om omringd te worden door een heilige vol van genade?
Mirjana: Je kunt haar aanwezigheid beschrijven hier, in deze kamer, nu, met ons door het geloof. De hele wereld kan haar liefde ervaren en haar aanwezigheid door het geloof. Iedere mens op aarde heeft dat voorrecht.

Janice: Mirjana, verschijnt de Gezegende Moeder alleen op speciale plaatsen?
Mirjana: Neen. Zij is altijd aanwezig. Het is door diep gebed dat we haar aanwezigheid kunnen ervaren. Ze verschijnt aan mij en spreekt met mij. Dus ze spreekt tot mij waar ik ook ben. Ben ik thuis, dan gebeurt de verschijning in mijn slaapkamer.

Janice: Gebeurt de verschijning altijd gedurende het gebed en op een bepaald moment?
Mirjana: Ja. Ik weet op voorhand wanneer de Gezegende Moeder zal verschijnen en dan bereid ik me voor. Mijn hart is zo vol verlangen dat alleen het wachten op Haar mijn leven is.

Janice: Is God uw leven niet?
Mirjana: Wachten op de Gezegende Moeder is wachten op God.

Janice: Waarom is dat zo, Mirjana?
Mirjana: Omdat de Gezegende Moeder mij altijd naar haar Zoon brengt. De Gezegende Moeder leidt mij altijd tot God. God is de bron van alles. De Gezegende Moeder is enkel een schepsel. Ik ben een schepsel, jij bent een schepsel. We zijn allemaal schepsels van God.

Janice: Waarom verschijnt de Gezegende Moeder nog steeds aan u op de tweede dag van de maand?
Mirjana: Wel, zoals je weet, beloofde ze me dat ze naar mij zou komen op elk moment dat ik lijd of angstig ben omwille van de geheimen.

Janice: Mirjana, veroorzaken de geheimen u momenteel veel stress?
Mirjana: Ik lijd op verschillende manieren.

Janice: Mirjana, u schijnt grote verantwoordelijkheden te hebben. U bent diegene die gekozen is om de dag en de datum aan te kondigen voor het ontvouwen van de tien geheimen die de Gezegende Moeder voor de hele wereld heeft gegeven. Draagt u de verantwoordelijkheid voor de aankondiging van de laatste dagen van de planeet?
Mirjana: Ik zal elk geheim aankondigen aan Vader Petar. Hij zal dan publiekelijk openbaar maken wat er komt. [Vader Petar Ljubicic, O.F.M. is de Franciscaanse priester die in de Parochie van H. Jacobus te Medjugorje verblijft. Mirjana koos hem om de geheimen aan de wereld één voor één te onthullen. Hij is nu ongeveer 55 jaar oud [ten tijde van het interview] Er is wat discussie geweest of hij de geheimen wel moet openbaren of dat dergelijke aankondiging binnen zijn bevoegdheid ligt. Mirjana zal de geheimen enkel onthullen aan Vader Petar].

Janice: Dat is een overweldigende verantwoordelijkheid. Hoe gaat u daarmee om?
Mirjana: Alles is mogelijk met God. Van mezelf kan ik niets. Van mezelf ben ik niet in staat om om het even wat te doen. Dat is waarom de Gezegende Moeder mij helpt door op de tweede van elke maand naar mij te komen.

Janice: Mirjana, spreekt u momenteel met de Gezegende Moeder over de geheimen gedurende haar verschijning?
Mirjana: Als ik nu de Gezegende Moeder ontmoet, vraagt ze mij om aan alle mensen op aarde te vragen om te bidden voor hulp voor de bekering van de ongelovigen.

Janice: Mirjana, weet u wat de Gezegende Moeder doet met al de gebeden?
Mirjana: Ja. De Gezegende Moeder neemt alle gebeden en al de boetedoeningen van haar kinderen op aarde mee en ze brengt ze tot bij haar Goddelijke Zoon, Jezus. Ik ben een instrument. De Gezegende Moeder komt tot bij iedere mens op aarde. Zij komt opdat we haar Goddelijke Zoon, Jezus, beter zouden kennen en door Jezus beter te kennen, kunnen we ertoe komen om God, onze Vader, te kennen.

Janice: Mirjana, u zei dat de Gezegende Moeder iedereen vraagt om te bidden en boete te doen?
Mirjana: Ja. De Gezegende Moeder heeft de genereuze gebeden van al haar kinderen nodig voor de bekering van de ongelovigen.

Janice: Zijn al onze gebeden bestemd voor de ongelovigen?
Mirjana: Ja. De Gezegende Moeder heeft me al verschillende keren gesproken over haar kinderen. We zijn allemaal kinderen van de Gezegende Moeder ... zowel gelovigen als ongelovigen.

Janice: Verschilt de boodschap die de Gezegende Moeder u nu geeft van deze die ze u gaf in Oregon? Daar zei ze dat haar gelovige kinderen niet genoeg aan gebed en boete deden. Ze zei dat degene die op de hoogte zijn van de verschijningen te Medjugorje haar niet helpen alhoewel velen onder ons haar verzoeken kennen.
Mirjana: Haar boodschap is dezelfde. Wij, haar trouwe kinderen, doen niet voldoende. Ze vraagt ons allemaal om elke dag te bidden voor de ongelovigen. Verscheidene mensen doen dat niet.

De Gezegende Moeder en gebeden

Janice: Mirjana, wie zijn de ongelovigen ?
Mirjana: De Gezegende Moeder zegt dat zelfs haar trouwste kinderen van tijd tot tijd ongelovig zijn. We hebben allemaal onze momenten gedurende de dag, gedurende elke dag van ons leven, waar zelfs de trouwsten onder ons niet geloven. Bid tot de Gezegende Moeder ook voor ieder van ons. Velen onder ons, die denken dat ze gelovig zijn, hebben verschillende delen van zichzelf die niet echt geloven. De Gezegende Moeder herhaalt dikwijls dit pleidooi voor haar getrouwen: "Bid alstublieft elke dag voor de ongelovigen. Zij beseffen niet wat hun te wachten staat." Zij onderkent droevig dat veel van haar kinderen van de wereld naar de kerk of plaatsen van aanbidding gaan omdat het een traditie is, maar ze zijn ongelovig omdat ze God niet echt kennen en van Hem houden. Zij gaan enkel naar de plaatsen van aanbidding en verering als een sociale gewoonte. De Gezegende Moeder zegt dat ze veel gebeden nodig hebben zodat ook zij kunnen geloven.

Janice: Mirjana, praat de Gezegende Moeder nog altijd over satan tegen u?
Mirjana: Ja. Ze sprak over satan tegen mij dit jaar bij de jaarlijkse verschijning op mijn verjaardag.

Janice: Wat was de boodschap van 18 maart 1991?
Mirjana: De Gezegende Moeder zei: "Liefste kinderen! Ik ben blij dat jullie hier met zovelen verzameld bent. Ik verlang dat jullie je dikwijls verzamelen in gebed tot mijn Zoon. Ik verlang dat jullie vooral jullie gebeden opdragen voor mijn kinderen die mijn liefde en de liefde van mijn Zoon niet kennen. Help hen die te kennen. Help me als een moeder van ieder van jullie. Mijn kinderen, hoeveel keer heb ik jullie al uitgenodigd om hier in Medjugorje te bidden? Ik zal daarmee voortdoen omdat ik verlang dat jullie je hart voor mijn Zoon openen, zodat Hij kan binnenkomen en jullie vervullen met vrede en vreugde. Laat Hem toe! Laat Hem binnentreden! Help Hem door jullie gebeden zodat jullie bekwaam mogen worden om de vrede en de vreugde naar anderen uit te dragen, omdat deze acties, nu in deze tijd van de strijd tegen satan, noodzakelijk zijn voor jullie.

Ik heb dikwijls gezegd, bid, bid, bid, omdat jullie alleen door middel van het gebed, satan en al het kwaad dat met hem gepaard gaat, kunnen verdrijven. Ik beloof jullie, mijn kinderen, dat ik voor jullie zal bidden maar ik verwacht van jullie krachtigere gebeden, en ik wens dat jullie vrede en vreugde verspreiden, wat ik van jullie hier in Medjugorje al meer dan tien jaar vraag. Help me en ik zal voor jullie bij mijn Zoon bidden."

Tijdens de maandelijkse verschijningen en bij mijn jaarlijkse verschijning bidt de Gezegende Moeder met mij en troost ze mij voor al de ongelovigen in de wereld.

Janice: Mirjana, u zei dat u van tijd tot tijd een ongelovige bent?
Mirjana: Bewust ben ik nooit ongelovig.

Janice: Dat is zeer interessant, Mirjana. Dus van tijd tot tijd is ieder van ons onbewust ongelovig?
Mirjana: Van tijd tot tijd heeft ieder van ons een gebrek aan geloof in God ... in Gods liefde ... en we hebben een gebrek aan vertrouwen in Gods liefde voor ons. Elke dag moeten we bidden voor geloof, vertrouwen, hoop voor liefde zodat we een gelovige kunnen zijn ... een totale gelovige.

Janice: U zei dat u getroost wordt door de Gezegende Moeder. Waarom moet u door de Gezegende Moeder getroost worden?
Mirjana: Omwille van de geheimen. Ik weet wat de ongelovigen te wachten staat. Dit is een grote tijd van genade. Zij die niet in God geloven, die God niet kennen, verspillen hun leven aan dingen die ze niet kunnen houden, vergankelijke dingen.

Janice: Mirjana, kunt u uitleggen wat u daarmee bedoelt?
Mirjana: Ja. De Gezegende Moeder heeft me geleerd dat in een menselijk leven niets belangrijkers is dan de getrouwheid aan Gods wil. God maakte ons voor Hemzelf. Heden ten dage verkwisten zoveel mensen hun aardse leven aan dingen die snel verdwijnen. Momenteel kennen veel mensen God niet. Momenteel hebben veel mensen God gemaakt uit dingen, doelstellingen en andere mensen. Voor hen bestaat enkel geween en angst omdat ons leven op aarde zo kort is, zo heel kort.

Janice: Mirjana, in één van de maandelijkse verschijningen van de Gezegende Moeder vergeleek ze ons leven op aarde met het leven van een bloem.
Mirjana: Ja. Het leven van een bloem is zeer mooi zolang het duurt, maar het is zo kort, net zoals het menselijke leven op aarde.

Janice: Kunt u mij iets meer zeggen over de jaarlijkse verschijning van 18 maart 1991 in Medjugorje?
Mirjana: Ja. De verschijning duurde ongeveer zeven minuten. Verschillende mensen waren aanwezig. De Gezegende Moeder zegende iedereen die aanwezig was, net zoals vorig jaar toen we allemaal samen waren in Oregon en ze een speciale boodschap voor alle mensen gaf. Toen baden we een Onze Vader en een "Eer aan de Vader," voor de ongelovigen. Het tweede Onze Vader en "Eer aan de Vader," was voor de zieken van over gans de wereld en het derde Onze Vader en "Eer aan de Vader," was voor de mensen die een bijzondere behoefte hadden aan Gods hulp.

Janice: Heeft de Gezegende Moeder die mensen bepaald die een speciale behoefte hebben aan Gods hulp?
Mirjana: Ze vernoemde deze die in een speciale behoefte hebben aan Gods hulp maar ze noemde niet wie ze zijn.

Janice: Mirjana, vernoemde de Gezegende Moeder uw baby?
Mirjana: Neen, de Gezegende Moeder vernoemde nooit mijn baby.

Janice: Heeft uw baby de Gezegende Moeder gezien?
Mirjana: Oh, ze is te klein.

Janice: Lag uw baby in uw armen tijdens de verschijning?
Mirjana: Neen, ik hield haar niet vast.

De speciale betekenis van de verschijning

Janice: U zei dat de verschijning van de Gezegende Maagd Maria hier in Medjugorje de belangrijkste gebeurtenis van de wereld is.
Mirjana: Ja, dat klopt.

Janice: U zei dat deze verschijning de laatste verschijning van de Gezegende Moeder op aarde is. Is dat waar?
Mirjana: Ja. Dat zijn haar eigen woorden.

Janice: Weet u waarom deze verschijning de laatste verschijning van de Gezegende Moeder voor de wereld is?
Mirjana: Ik weet veel dingen maar ik weet niet waarom deze verschijning de laatste verschijning van de Gezegende Moeder op aarde is. Ze zei dat, nadat de geheimen verwezenlijkt zijn, het niet meer nodig zal zijn dat ze nog komt.

Janice: Herinnert u zich de context van haar bewering, die een zekere indicatie geeft van een diepere betekenis ?
Mirjana: Neen, ik weet niet wat de Gezegende Moeder meende als ze zei dat dit haar laatste verschijning op aarde was. Sommige theologen vroegen mij of de Gezegende Moeder meende dat dit haar laatste verschijning op deze manier was. Ikzelf weet niet wat de onderliggende betekenis was van hetgeen de Gezegende Moeder zei. Haar woorden waren zeer eenvoudig. Ze zei dat dit haar laatste verschijning op aarde was. Ze zei dat nadat de geheimen gerealiseerd zijn ze niet meer zou hoeven te komen.

Janice: Mirjana, in het licht van de geheimen die u kent, kunt u mij de betekenis vertellen van de bewering van de Gezegende Moeder dat dit haar laatste verschijning op aarde is?
Mirjana: De Gezegende Moeder vertelde me en de anderen gewoon dat dit haar laatste verschijning is. Ze gaf geen uitleg. Ik heb geen uitleg.

Janice: Mirjana, weet u iets meer over de andere verschijningen van de Gezegende Moeder die op andere plaatsen in de wereld gebeuren?
Mirjana: Neen. Als ze op andere plaatsen ook verschijnt, kan niemand ooit zeggen dat ze niet verwittigd waren.

Janice: Mirjana, er is een zekere grote controverse over deze verschijning.
Mirjana: Ja, dat weet ik.

Janice: Maakt u dat verdrietig?
Mirjana: Het bedroeft me, maar ik denk dat het de Gezegende Moeder droeviger maakt.

Janice: Waarom, Mirjana ?
Mirjana: Wel, ze heeft het niet met zoveel woorden gezegd maar ik vermoed dat het is omdat ze dezelfde respons krijgt als haar Zoon Jezus toen Hij op de aarde kwam. "Hij kwam tot de Zijnen en de Zijnen ontvingen Hem niet. Maar degenen die Hem ontvingen, gaf Hij de macht om kinderen van God te worden." Het is vandaag hetzelfde als met de Gezegende Moeder. Tot degenen die haar ontvangen, haar verwelkomen, naar haar luisteren, brengt ze de kracht om kinderen van God te zijn. Ze brengt Jezus tot ons.

Het lijden

Janice: Mirjana, is alles wat je voor de Gezegende Moeder doet een bron van grote vreugde voor u?
Mirjana: De Gezegende Moeder heeft ons gewaarschuwd dat we veel zouden lijden, en dat doen we.

Janice: Stoort u dat Mirjana?
Mirjana: [Zacht gelach] Niemand houdt van lijden, en ik zeker niet. De Gezegende Moeder helpt mij. Ze zegt dat als ik bid, ik vrede zal hebben. Ze zegt dat we de sterkte zullen hebben om te verdragen wat er ook gebeurt.

Janice: Zal het lijden toenemen?
Mirjana: Ja. De gelovigen zullen overal veel moeten verdragen.

Janice: Wat met de ongelovigen?
Mirjana: Wat hen te wachten staat, is een vreselijk lijden door hun eigen keuze.

De begindagen

Janice: Herinnert u zich uw leven nog vóór de Gezegende Moeder aan u verscheen?
Mirjana: Ja. Ik herinner me dat.

Janice: Mirjana, u schijnt zo ernstig deze tijd. Had u een groot geloof in die dagen vooraleer de Gezegende Moeder aan u verscheen?
Mirjana: Geloof is een traditie in alle families hier. We hebben een groot geloof.

Janice: Bad u de rozenkrans elke dag vóór de Gezegende Moeder aan u verscheen?
Mirjana: Ja. Mijn gezinsleven hield in dat we elke dag de rozenkrans baden. Voor zover ik kan terugblikken en ik me kan herinneren, baden we de rozenkrans elke dag.

Janice: Bad u alleen?
Mirjana: Neen. We baden als een familie.

Janice: Leefde u in Medjugorje voor de verschijningen begonnen?
Mirjana: Neen, ik leefde in Sarajevo. Mijn familie kwam tijdens de zomer naar Medjugorje en op andere tijdstippen bezochten we mijn grootmoeder en onze andere familieleden.

Janice: Mirjana, herinnert u zich de eerste dag van de verschijning?
Mirjana: Ja. Als Ivanka beweerde dat ze de Gezegende Maagd Maria gezien had, geloofde ik haar niet.

Janice: Hoe oud was u?
Mirjana: Ik was zestien jaar oud. Ik dacht dat de Gezegende Moeder in de hemel was. Ik dacht nooit dat ze naar hier zou willen komen. Ik dacht dat ik het niet waardig was om dichtbij de Gezegende Moeder te zijn. Als Ivanka me vertelde om naar de berg te kijken, keek ik naar Ivanka. Ik dacht dat er iets mis was met haar. Ik vroeg me af wat er met haar gebeurde. Maar ik keek en ik zag Haar.

Janice: Mirjana, enkele van de verschillende boeken geven een verschillende uitleg. Bijvoorbeeld betwisten sommigen dat u er eerste dag zeker van was dat het de Gezegende Moeder was.
Mirjana: Oh, ik was zeker. Ik wist honderd procent zeker wie zij was.

Janice: Hoe wist u dat?
Mirjana: Mijn hele zijn wist zonder enige twijfel dat deze vrouw van onuitsprekelijke schoonheid de Moeder van God was. Het is daarom dat ik zo veel schrik had.

Janice: Hebt u nog steeds schrik als u haar ziet?
Mirjana: Oh, neen.

Janice: Wat voelt u nu?
Mirjana: Totale liefde in haar aanwezigheid.

Janice: Het staat geschreven dat de Gezegende Moeder de banden zal scheiden die Gods kinderen in gevangenschap houden.
Mirjana: De Gezegende Moeder zegt dat gebed en vasten Gods kinderen van het kwaad zullen bevrijden.

Janice: U hebt het al eens uitgelegd, Mirjana, dat de Gezegende Moeder u getoond heeft dat Gods liefde sterker is dan al het kwade van de wereld. Dat Zijn liefde bevrijdt, dat Zijn liefde alles aflost/vrijkoopt, dat Zijn liefde verheerlijkt.

Janice: Is het waar dat het Koninkrijk van God in de wereld komt?
Mirjana: Ja. Gods Koninkrijk is een koninkrijk van vrede en vreugde en liefde.

Janice: Mirjana, weet u iets over de Tweede Komst van de Heer?
Mirjana: De bijbel heeft ons beloofd dat de heerschappij van God op komst is. De Heer zal tussen Zijn volk wandelen. Zijn verbond is eeuwigdurend.

Janice: Mirjana, de Gezegende Moeder zei: "Laat hen die oren hebben, luisteren en laat hen die ogen hebben, zien." Ze zei dat Gods koninkrijk momenteel in de harten leeft van degene die God liefhebben. Ze zegt ook dat het vuur van de liefde in de harten van haar trouwe, gelovige kinderen de wereld, zoals we die kennen, zal slopen. Is het daarom dat ze ons vraagt om in totale vrede te zijn?
Mirjana: Ja. De Gezegende Moeder zegt ons om volledig in Gods liefde te blijven, om ons volledig te vertrouwen op Gods kracht, om te genieten van Zijn voorzienigheid, om nooit voor iets schrik te hebben. De Gezegende Moeder heeft ons geleerd om volledig in Jezus te leven. Ze heeft ons geleerd dat Hij onze broeder is.

Janice: Mirjana, u vertelde me dat door Jezus alle dingen goed komen. U zei dat door Hem en met Hem en in Hem alles voor eeuwig tot God behoort. Is dit wat de Gezegende Moeder u leert? Dat God het Koninkrijk op aarde brengt?
Mirjana: Dat is de vervulling van Gods belofte aan Zijn mensen.

Janice: Toen u op de eerste dag de Gezegende Moeder op de berg zag, ervaarde u dan een zeker inzicht of schranderheid?
Mirjana: Ik was zo bang, ik rende naar huis, naar mijn familie.

Janice: Waarom liep u ?
Mirjana: Op dat ogenblik wist ik niet zoveel over God, ik kende mezelf zelfs niet en ik was bevangen van angst.

Janice: Wat gebeurde er toen u thuis kwam?
Mirjana: Mijn grootmoeder vroeg me waarom ik niet bad in de aanwezigheid van de Moeder Gods. Ik vertelde haar dat ik te bang was.

Janice: Geloofde uw familie u?
Mirjana: Natuurlijk. Ze weten dat ik niet lieg.

Janice: Wie anders zag haar op de eerste dag?
Mirjana: Ivanka, Ivan, Vicka, en al de anderen die passeerden. Zij zagen haar ook. De volgende dag zagen Marija en Jacov haar ook.

Janice: Wie anders zag haar op de eerste dag?
Mirjana: Ivanka, Ivan, Vicka, en al de anderen die passeerden. Zij zagen haar ook. De volgende dag zagen Marija en Jacov haar ook.

Janice: Weet u daar meer over?
Mirjana: Wel, ik weet dat toen Jacov van mij hoorde dat ik de Gezegende Moeder gezien had, hij zei dat hij ook haar zou willen zien en dat dat voor hem belangrijker was dan om het even wat op de aarde. Daarom was het dat hij op de tweede dag met mij meekwam.

Janice: Jacov was bij u?
Mirjana: Ja.

Janice: Marija vertelde me dat wanneer haar zus, Milka, haar gezegd had dat ze de Gezegende Moeder had gezien, ze absoluut in de aanwezigheid van de Gezegende Moeder wilde zijn. Het kon haar zelfs niet schelen of ze haar zou zien. Ze zei dat ze gelukkig zou zijn om alleen maar naast de Gezegene Moeder te zijn.
Mirjana: De eerste dag zagen Ivanka en ik haar. Daarna Vicka, Ivan, Milka en de anderen kwamen ook. We vertelden het aan hen en ze kwamen ook kijken. Nadat iedereen alles zag, kregen we schrik en renden vlug naar huis.

Janice: Vicka vertelde me dat het die dag was dat ze zo hard rende dat ze haar schoenen verloor en ze achter liet op het pad. [gelach]
Mirjana: We renden allemaal zo hard we konden. Waarschijnlijk lieten we allemaal onze sandalen achter. Vicka kwam ons zoeken en dan zag ze Maria en rende ze weg. Ivan was op de terugweg naar huis. Ook hij zag Haar en rende naar huis. Toen ik ze allemaal zag lopen realiseerde ik me dat als zij wegrennen wij dat ook moesten doen.

Janice: Herinnert u zich nog de tweede dag, Mirjana?
Mirjana: Ja, natuurlijk.

Janice: Waarom ging u terug?
Mirjana: Ik voelde in mijn hart dat ik moest terug gaan. Het boeiende is dat iedereen hetzelfde gevoel had.

Janice: Oh, u had er met de anderen niet over gesproken en niets gepland?
Mirjana: Nee, we hadden niets gepland. Wij voelden allemaal op hetzelfde moment een immens verlangen om terug naar die plaats te gaan.

Janice: Waarop geleek dat verlangen?
Mirjana: Het was alsof ik geroepen werd om naar die plaats op de berg te gaan. Veel mensen in de wereld kennen nu datzelfde gevoel. Ook, zij hebben de roep van de Moeder van God gehoord om hier naar de berg in Medjugorje te komen en zij komen, om het even hoeveel dat kost.

Janice: Ongeveer vijftien tot twintig miljoen zijn totnogtoe gekomen.
Mirjana: Er zullen er nog meer komen. Veel meer. Medjugorje is een oproep voor gans de wereld. Iedereen zal de roep horen. Velen zullen erop ingaan.

Janice: Wat vond u toen u die nacht terug ging naar de berg?
Mirjana: We zagen de Gezegende Moeder alleen. Op dat moment had ze het Kindje Jezus niet in haar armen.

Janice: De eerste keer dat u de Gezegende Moeder zag, hield ze het kindje Jezus in haar armen en bedekte ze Hem soms en soms niet, nietwaar?
Mirjana: Ja. Ze toonde Hem aan ons.

Janice: Mirjana, kon u echt de Gezegende Moeder met uw eigen ogen zien?
Mirjana: Ja. Zeker.

Janice: Mirjana, de afstand tussen de plaats waar u voor het eerst de Gezegende Moeder zag en de plaats waar u zei dat de Gezegende Moeder stond is ten minste 300 meter. Dat is de afmeting van drie voetbalvelden. U kon geen details van het gezicht van de Gezegende Moeder zien, u kon het kindje Jezus niet hebben gezien van die afstand. Zij konden enkel maar een stipje op de berg geweest zijn.
Mirjana: Neen. Ik zag haar zeer klaar en duidelijk, alsof ze recht voor mij stond.

Janice: Mirjana, denkt u niet dat dat eerder ongewoon is? Kunt u andere mensen zo duidelijk zien van zo ’n verre afstand?
Mirjana: [een verlegen lach] Ik heb daar nooit bij stil gestaan. Waarschijnlijk niet. Ik zag de Gezegende Moeder heel duidelijk. Daar bestaat geen twijfel over.

Janice: Op de berg, zo ver weg?
Mirjana: Ja. Ik zag haar heel erg duidelijk.

Janice: Was daar veel licht rond haar ?
Mirjana: Dat herinner ik mij niet. Het was overdag. Ze was heel helder en duidelijk.

Janice: Mirjana, nog eens. Hoe wist u dat het de Gezegende Moeder was?
Mirjana: Ik wist het, ik kon haar zien.

Janice: Mirjana, kwam ze op de tweede dag omgeven door veel licht?
Mirjana: Toen ik de Gezegende Moeder zag was ze allesomvattend. Misschien was er licht rondom haar. Dat weet ik niet. Ik focus me niet op het licht. Haar aanwezigheid is zo persoonlijk voor mij dat ik mij van niets bewust ben tenzij haar immense liefde, haar immense schoonheid, haar immense aanwezigheid.

Janice: Mirjana, zei u iets tegen de Gezegende Moeder op de eerste dag?
Mirjana: Het was Ivanka die als eerste iets tegen haar zei.

Janice: Herinnert u zich nog toen u de eerste keer iets zei tegen de Gezegende Moeder?
Mirjana: Ik had grote angst. Ik viel verschillende keren flauw.

Janice: Waarom?
Mirjana: Ik was volledig overweldigd om in de aanwezigheid te zijn van de Moeder van God.

Janice: Was het zo angstaanagend?
Mirjana: Het was meer verbazing. Ik was vol van verwondering, vroomheid en onwetendheid. Het was veel meer dan dat ik onder woorden kan brengen.

Janice: Bleef u in Medjugorje en bleef u de Gezegende Moeder zien?
Mirjana: Ja. Voor een tijdje. Mijn tante telefoneerde onmiddellijk naar mijn moeder en legde haar alles ut. Mijn moeder vroeg mijn tante of ik normaal was. Mijn tante zei dat ik normaal leek. Mijn moeder zei/ "Mirjana liegt niet." Mijn familie weet dat.

Janice: Bleef de Gezegende Moeder aan u verschijnen als u naar huis in Sarajevo teruggekeerd was?
Mirjana: Ja. Ze verscheen elke dag aan mij tot december 1982.

Janice: Mirjana, kreeg u onmiddellijk informatie over de tien geheimen?
Mirjana: In het begin, enkel van tijd tot tijd. Dikwijls hadden we gesprekken die alleen voor haar en mij bestemd waren. Op andere tijdstippen waren er boodschappen voor de ganse wereld. De Gezegende Moeder koos zelf de onderwerpen.

Janice: Leidde de Gezegende Moeder u vanaf het begin tot een dieper gebedsleven?
Mirjana: Ja.

Janice: Vicka en Marija, in feite alle zes de zieners, hebben verklaard dat de Gezegende Moeder op een speciale wijze aanwezig is als we bidden. U, allen, hebt telkens weer verklaard dat de Gezegende Moeder ons vraagt om vuriger te bidden. Dat vraagt ze van ons om haar aanwezigheid tijdens het gebed te ervaren. Dat vraagt ze van ons om de aanwezigheid van de hemelse rechter, al de engelen en de heiligen, te ervaren als we bidden tot God, onze Vader. Ze zegt ons: "Bid mijn kinderen, en Ik zal bidden met u." Hoelang duurde het om aan dergelijke soort van les te beantwoorden, Mirjana?
Mirjana: Onmiddellijk als de Gezegende Moeder met mij bad, kon ik een kracht in mijn gebedsleven waarnemen die ik niet alleen had.

Janice: Hoe is uw gebedsleven nu, Mirjana?
Mirjana: Om het even wanneer ik nu bid, hoor ik de Gezegende Moeder met mij in mijn hart bidden. Ik voel haar aanwezigheid. Feitelijk voel ik altijd haar aanwezigheid rond mij.

Mirjana's gebedsleven

Janice: Leidde de Gezegende Moeder u van bij het begin naar het vasten?
Mirjana: Ja. Ze vroeg mij en de anderen om ’s vrijdags te vasten. Later vroeg ze de hele wereld om ’s vrijdags te vasten. Nu vraagt ze ons ook om op woensdag te vasten. Ze zegt ons dat als we speciale dingen echt nodig hebben, die weldadig zijn voor onze zielen, we drie dagen per week moeten vasten.

Janice: Waarom is vasten zo weldadig? Ivanka vertelde dat vasten ons van dingen bevrijdt ... van dingen die ons bezig houden, ons beklemmen.
Mirjana: Vasten is een soort van zuivering. Het is ook een soort van discipline. Het laat ons toe om de waarde van onze vrije wil en de conditie van ons lichaam te ervaren. Als we in staat zijn te vasten, weten we echt wie de leiding heeft van ons lichaam.

Janice: Mirjana, Eerwaarde Slavko [Barbaric, de spirituele leider van de zieners] heeft gezegd dat de vasten een geschenk is van de genade. Ervaart u dat?
Mirjana: Natuurlijk. Ik bid en vraag om de genade om te kunnen vasten.

Janice: Als u niet bidt, wat gebeurt er dan, Mirjana?
Mirjana: Als ik niet bid ben ik niet in staat om te vasten.

Janice: Zelfs nu, Mirjana?
Mirjana: Oh, ik moet nu meer bidden dan vroeger.

Janice: Bleef de Gezegende Moeder verschijnen om het even waar u was?
Mirjana: Ja.

De reactie van de anderen

Janice: Hoe behandelden de priesters u?
Mirjana: In het begin hielden ze zich op afstand. Later kwamen zij om de verschijningen te aanvaarden.

Janice: Hoe reageerde uw familie op dit alles? Ze moet daarvan geschokt geweest zijn.
Mirjana: Ze leden veel. Mijn vaders haar werd er grijs van.

Janice: Waren zij aanwezg tijdens de verschijningen?
Mirjana: Vele keren.

Janice: Waren er boodschappen voor hen?
Mirjana: U moet begrijpen dat mijn familie en ik niet belangrijk zijn voor de Gezegende Moeder. Zij had geen specifieke boodschappen voor ons. We zijn niet belangrijker dan elke andere familie van de Gezegende Moeder.

Janice: En u?
Mirjana: Ik ben niet belangrijk. Ik ben niet belangrijker dan om het even welk ander kind voor onze Gezegende Moeder. We zijn allemaal even belangrijk voor onze Gezegende Moeder. Ze heeft geen voorkeurliefde. We zijn allemaal haar kinderen. Ze houdt van ons zoals we zijn omdat ieder van ons haar kind is.

Janice: Mirjana, in de begindagen van de verschijningen, wist u toen iets af van overige verschijningen? Had u ooit al gehoord van Lourdes of Fatima?
Mirjana: Ik wist niets van voorafgaande verschijningen op aarde van de Gezegende Moeder. Ik ben van Sarajevo. Het was een marxistische, atheïstische stad. In de kerk werd er nooit iets vermeld over verschijningen aan mensen door de Gezegende Moeder. Ik dacht dat ze in de hemel was. Ik kreeg een boek over Fatima en Lourdes maar dat was nadat de verschijningen begonnen waren.

Janice: Was u in een atheïstische school op het moment dat de verschijningen begonnen?
Mirjana: Hier zijn alle scholen beheerd door de regering. Er zijn geen private of katholieke scholen.

Janice: Dus ging u naar een atheïstische school?
Mirjana: Ja.

Janice: Wisten de studenten wat er elke dag met u gebeurde ... dat de Moeder van Jezus Christus u elke dag thuis verscheen?
Mirjana: Ze zouden me van school hebben gestuurd moesten ze het geweten hebben.

Janice: Uw medestudenten wisten er echt niets van?
Mirjana: Geleidelijk aan lekte het uit. De directie vertelde me dat ik de school moest verlaten. Mijn vader schreef me in een andere school in, waar niemand op de hoogte was van de verschijningen.

Janice: U vertelde het aan niemand?
Mirjana: Ik had niemand om tegen te praten. De meeste van de andere studenten waren moslims of orthodoxen. Zij kenden mij niet en waren niet in mij geïnteresseerd en zij lieten me met rust.

Janice: Dus, Mirjana, u moest naar een andere school gaan?
Mirjana: Ja.

Janice: Dat was een soort van vervolging en opoffering.
Mirjana: Ik had meer opofferingen gedaan en vervolging gekend. En er zullen er nog komen.

Janice: Vertelde u iemand op school over de verschijningen?
Mirjana: Ik mocht er niets over zeggen.

Janice: Wie verbood u dat?
Mirjana: De schooldirectie. Zij lieten geen discussie toe over heilige zaken.

De begindagen

Janice: U moet zich wel alleen gevoeld hebben op school?
Mirjana: Ik heb eenzaamheid gekend.

Janice: Droeg u ooit een kruis?
Mirjana: Altijd. De Gezegende Moeder heeft aan iedereen op aarde gevraagd om op ons lichaam een kruisje te dragen, of een medaille, een scapulier of enig ander gezegend voorwerp als een teken voor satan dat we tot God behoren.

Janice: Wanneer werd u op school achtervolgd?
Mirjana: Nadat ze van de verschijningen hoorden. De leraars begonnen toen met mij te spotten. Ze beschimpten me. Ze maakten me in de klas belachelijk.

Janice: Gedroeg elke leraar zich zo?
Mirjana: Er was één lerares die zich anders gedroeg. Ze hielp me. Als de eindexamens eraan kwamen [en in ons land moet iedereen het eindexamen doen] contacteerde de politie de school en vertelde de directie dat ik de eindexamens niet mocht doen om de middelbare school af te maken. Ze bevalen de school om mij te verhinderen de middelbare school te beëindigen. Mijn lerares riep mijn vader en zegde hem dat als ik niet slaagde in de eindexamens, het niet mijn fout zou zijn. Ze vertelde mijn vader dat ze zou trachten om me te verbergen als ik de examens naar de directie zou brengen zodat de directie niet kon tussenkomen. Op die manier kon ik slagen in mijn examens. Die lerares hielp me echt.

De reactie van de anderen

Janice: Heeft de Gezegende Moeder ooit iets gezegd over die lerares of over de school?
Mirjana: De Gezegende Moeder heeft nooit aangegeven dat ik op enigerlei wijze speciaal was. Als een moeder moedigde ze me aan om mijn uiterste best te doen met elke gebeurtenis die God elke dag op mijn pad plaatste. Dat betrof de school. Er was een probleem i.v.m. de school omwille van de regering.

Janice: Als de dagelijkse verschijningen voor u in december 1982 stopten, hoe oud was u toen?
Mirjana: Zeventien.

Janice: Dat is een eche uitdaging, Mirjana, om op die leeftijd dergelijke dingen te ervaren. Hoe herinnert u zich elk detail van zo ’n belangrijke verschijning?
Mirjana: Zonder de hulp van de Gezegende Moeder, zou ik mij niets herinneren.

Bron: Janice T. Connell

Vertaling: Henk

22-07-1975
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Medjugorje: interview van Mirjana Dragicevic oktober 2009
Medjugorje: interview van Mirjana Dragicevic oktober 2009

Een vraag- en antwoordsessie, gegeven door Mirjana in de Oase van de Vrede op 3 oktober 2009. Daar beantwoordt zij vragen van pelgrims. O.-L.-Vrouw zegt dat we onszelf niet kunnen beschouwen als gelovigen als we Jezus Christus niet zien in elke persoon die we ontmoeten. Intussen is Oase van Vrede gesloten.

Mirjana: Laten we deze bijeenkomst beginnen met het Wees Gegroet. Koningin van Vrede, bid voor ons. We zijn samengekomen, zodat u de kans hebt om alles te vragen waarin u geïnteresseerd bent. Alles wat u kan helpen om Medjugorje te begrijpen. Als ik het antwoord weet, zal ik u dat graag geven, want ik verlang met mijn hele hart dat u begrijpt wat Onze Lieve Vrouw van ons verlangt. Het eerste wat gezegd moet worden is: Zij nodigde u uit. Zij heeft apostelen nodig. Dat is waarom u zich vrij mag voelen om alles te vragen wat u kan helpen.

Vraag: De boodschap van gisteren was heel ernstig en erg triest. Kan u hierover wat uitweiden?
Mirjana: De boodschap was triest, en u had geluk, want u had de kans niet om de uitdrukking op het gezicht van O.-L.-Vrouw te zien. Uw hart zou breken. Omdat Ze Moeder is, zoals Ze in één van Haar boodschappen zei, wenst Ze ons allemaal als het mooiste boeket bloemen aan Haar Zoon te geven. Eens Ze zich realiseert dat we het niet zien en niet begrijpen, is Ze zoals Ze gisteren was. Sprekend over Haar boodschap, heb ik niet het recht om commentaar te geven hierover, want ik kreeg de boodschap op dezelfde manier als u. Net als u moet ik nadenken over de boodschap om te begrijpen wat Zij mij vertelt.

Maar ik zou u graag één ding vragen. Gisteren, toen ik met enkele mensen over de boodschap sprak, zeiden de meesten onder hen: "Wanneer zal deze wereld veranderen? Wanneer zal de wereld het begrijpen?" Maar niemand zei: "Wanneer zal ik het begrijpen? Wanneer zal ik mijzelf veranderen?" Ik vraag alleen van elk van u om zelf te zien waar we fouten maken en waar we kunnen veranderen. Eens we veranderen, zal het gemakkelijker zijn om anderen te veranderen, en niet altijd de schuld bij anderen te leggen. We moeten beginnen bij onszelf.

Vraag: Ze zei dat Haar Hart aangegrepen was.
Mirjana: Ik zeg ook altijd dat mijn hart aangegrepen is als ik Haar zo verdrietig zie. O.-L.-Vrouw had een heel verdrietige uitdrukking op Haar gezicht, vol pijn omdat Ze naar ons keek, en we weten dat Zij in ons hart kan kijken.

Vraag: Ziet u Haar altijd, of hoort u soms alleen Haar stem?
Mirjana: Op de tweede van elke maand heb ik een gewone verschijning. Ik kan Haar horen en zien.

Vraag: Er zijn groepen die zeggen dat we door andere religies naar de hemel kunnen gaan. Hoe ziet Jezus dat? Hoe ziet Maria dat?
Mirjana: Toen O.-L.-Vrouw me vroeg om te bidden voor de ongelovigen, dan was mijn vraag: "Wie zijn de ongelovigen?' en Ze zei: "Al diegenen die de Kerk niet zien als hun Huis en God als hun Vader." Als je dieper ingaat op de boodschappen, dan staat de Heilige Eucharistie op de eerste plaats, dan de biecht, de communie, enz. Dit maakt deel uit van de Katholieke Kerk. Maar het is niet aan mij om te beslissen. Ik kan alleen herhalen wat O.-L.-Vrouw zegt. Heel vaak zegt Zij dat we alles in deze wereld kunnen bezitten, maar als we geen vrede hebben, dan hebben we niets. En de enige ware vrede is deze die Haar Zoon geeft.

Vraag: Hoe kan ik een ware apostel zijn voor anderen?
Mirjana: Als u leeft naar de boodschappen van O.-L.-Vrouw en als u Haar volgt, dan betekent dit dat u naar Jezus toe wandelt. En dan zal uw leven een verhaal zijn. Anderen zullen in u zien waar ze naar op zoek zijn, want O.-L.-Vrouw wil niet dat we preken. Ik spreek niet over de priesters hier (ze wijst daarbij naar een rij priesters en lacht), maar Ze wil van ons dat we met ons eigen leven spreken. Zodat elke ongelovige dat "iets" kan zien binnen in ons. Wat bedoel ik hiermee? Laat me u een voorbeeld geven van iets heel kleins.

Ik was hier in de avondmis in Medjugorje. Ik kon nergens zitten, en ik heb rugproblemen. Ik bemerkte een kleine plaats op één van de banken en ik ging zitten. Maar overal rondom me waren er Italianen (lacht) en iedereen begon tegen me te schreeuwen: "Sta op, dat is ònze bank, wij waren hier het eerst, enz." Ik stond op en zei niets. Later kwam een dame langs en ze herkende me. Nadien wilden ze me de hele bank geven om op te zitten.

Maar waarom zeg ik dat? Stel je voor dat ik een ongelovige was, en ik voor de eerste keer in een katholieke kerk binnen ging om te zien waar het allemaal over gaat. En de katholieken, die zeggen dat ze de liefde van God kennen, verwelkomen me op die manier. Zou ik daar ooit opnieuw binnen gaan? En wiens verantwoordelijkheid zou dat dan zijn?

Dat is wat O.-L.-Vrouw zegt: dat we een grote verantwoordelijkheid hebben. Alleen liefde is het antwoord op alles. O.-L.-Vrouw zegt dat we onszelf niet kunnen beschouwen als echte gelovigen als we Jezus Christus niet zien in elke persoon die we ontmoeten. Dat is het moeilijkste, maar we moeten dat punt bereiken.

Vraag: Hebt u een boodschap ontvangen over legermachten die oorlogen uitvochten?
Mirjana: Dit is een vraag die u aan een priester moet stellen, want ik ben enkel een ziener, en ik kan alleen maar zeggen wat O.-L.-Vrouw tegen me zegt. Ik weet niets anders. Ik als ziener vraag ook de hulp van een priester, want ik ben net als u.

Vraag: Is de vraag gesteld geweest?
Mirjana: Neen.

Vraag: Is het niet egoïstisch om alleen te vragen dat we onszelf zouden veranderen?
Mirjana: Ik bid niet voor mezelf. Ik bid voor mijn familie, maar ik zeg, als ik bid, alleen: "Mijn familie is in Uw handen, want U, God, weet wat het beste voor ons is." Ik bid het meest voor ongelovigen, want dat is wat we allemaal zijn.

Vraag: Als we proberen onszelf te veranderen volgens de boodschappen van O.-L.-Vrouw, wat doen we dan met de zeurende twijfel die we hebben over onszelf?
Mirjana: Mijn persoonlijke mening is dat we het altijd beter kunnen doen. We kunnen altijd betere mensen zijn, we kunnen altijd beter bidden en we groeien daarin. Ik raad iedereen altijd aan om geen tijd te verliezen aan het beoordelen van zichzelf in je eigen gebed. Bid, en God zal je helpen. Soms voel je het aan alsof je heel goed gebeden hebt, en soms ook niet. Maar O.-L.-Vrouw geeft ons altijd de hand als Moeder, en Ze zal je altijd optillen. Vergeet niet dat God liefde is en dat Hij van je houdt. Hij kent je en het is belangrijk dat je verlangt om dichter bij Hem te komen en Hij zal je helpen.

Vraag: Ik heb het moeilijk om de rozenkrans te bidden. Kan u ons helpen? Ben je verondersteld om de woorden te overwegen wanneer je de rozenkrans bidt? Ik ben afgeleid wanneer ik dat doe.
Antwoord: O.-L.-Vrouw vraagt van ons om te bidden met het hart. Ik begrijp dit als volgt: elk woord dat uit onze mond komt, moet eerst door het hart gaan. Dus als ik het Wees Gegroet zeg, dan groet ik Maria echt met mijn hele hart. Vol van genade, dat ik binnen in me mag voelen hoeveel genade O.-L.-Vrouw me geeft, en aan iedereen geeft. Het is nooit een herhaling voor mij, omdat ik altijd enkele andere, nieuwe dingen voel wanneer ik het Wees Gegroet bid. Wanneer ik bijvoorbeeld nadenk over O.-L.-Vrouw die opgenomen is in de hemel, dan denk ik aan Haar. Ik praat met Haar. Ik vraag Haar hoe Ze zich voelde, alles wat Ze dacht. Ik zie of hoor Haar niet, maar alleen met het hart voel ik Haar. Probeer dat. Als je gedachten nog steeds afdwalen, leg dan de rozenkrans opzij en praat met O.-L.-Vrouw. Vraag Haar waarom dat zo is. Wat is de last, waardoor je niet stil kan zijn en kan bidden. Om het even wat er in je hart omgaat, geef het aan Haar.

Vraag: Jezus zei: "Velen zijn geroepen, maar weinigen uitgekozen." Ik ben er niet helemaal zeker van wat Hij daarmee bedoelde.
Mirjana glimlachte en zei: We zouden deze hele namiddag kunnen praten over wat Hij bedoelde. Ik hou ervan om veel te praten, maar als we over dit onderwerp beginnen, zal ik niet kunnen stoppen. Je zei het al: Velen zijn geroepen en weinigen uitverkoren. Wat denk jij over waarom dat zo is? Want Jezus zei dat tegen mij en tegen jou, dus iedereen heeft zijn eigen mening hierover. Zelfs hier is iedereen uitgenodigd, maar hoevelen zullen het begrijpen? En hoevelen van hen zullen apostelen worden? Ik weet het niet.

Vraag: Wat bedoelde O.-L.-Vrouw wanneer Ze zei dat dit een tijd van genade is?
Mirjana: Is dit geen grote genade? Deze immense liefde van God om ons Zijn Moeder te sturen gedurende zo vele jaren, om te begrijpen en om het juiste pad op te gaan. Toont dat niet hoeveel God van ons houdt?

Vraag: Hebt u of één van de andere zieners de Heilige Vader gezien?
Mirjana: Dat was ik. De anderen waren jaloers. (gelach) Ik was in de Sint Pietersbasiliek in het Vaticaan met vele andere pelgrims. Ik was er samen met een Italiaanse priester. De paus wandelde langs de mensen en hij zegende iedereen. Hij zegende mij en ging gewoon verder. De priester die bij me was, zei: "Heilige Vader, dit is Mirjana uit Medjugorje." De paus kwam terug en zegende me opnieuw. Toen ging hij weg. En ik zei tegen de priester: "Wellicht dacht hij dat ik een dubbele zegening nodig had." (gelach)

In de namiddag kregen we een briefje, waarop een uitnodiging stond om de volgende dag naar Castelgondolfo te gaan, dicht bij Rome. De paus en ik waren er alleen en hij zei o.a.: "Ik weet alles. Ik heb het allemaal gevolgd. Vraag de pelgrims om te bidden voor mijn intenties. Houd Medjugorje, want Medjugorje is de hoop voor de hele wereld."

Een priester vertelde me dat de paus vanaf het begin erg hield van Medjugorje, want twee maanden voor de verschijningen er begonnen, bad de paus tot O.-L.-Vrouw om opnieuw naar deze wereld te komen. Hij zei: "Ik kan het niet allemaal alleen doen, want Joegoslavië, Tsjechoslovakije, Polen, enz. zijn allemaal communisitisch. Ik kan het niet in mijn eentje doen. Ik heb U nodig." Later hoorde hij dat in Joegoslavië, een communistisch land, in een klein dorp, O.-L.-Vrouw was verschenen en hij zei: "Dat is het antwoord op mijn gebeden."

Vraag
: Hoe mooi is O.-L.-Vrouw?
Mirjana: Het is niet enkel oppervlakkige schoonheid die je aan de buitenkant ziet. Het is iets wat Zij uitstraalt. Als kind stelden we O.-L.-Vrouw een kinderlijke vraag: "Hoe komt het dat U zo mooi bent?" En Zij zei: "Mijn kinderen, als je zo mooi wil zijn, dan moet je liefhebben." Op het moment dat die verschijning plaats vond, was Jakov pas 9 ½ jaar oud. Dus toen O.-L.-Vrouw wegging, zei hij: "Ik denk dat ze niet de waarheid sprak." Wij zeiden allemaal: "Hoe durf je zoiets te zeggen!" Hij zei: "Ja, maar kijk naar ons, de zieners. Sommigen van ons kunnen liefhebben tot het einde van onze liefde, maar we zullen nooit zo mooi worden als O.-L.-Vrouw zei." Maar hij begreep niet over welke schoonheid O.-L.-Vrouw sprak. Maar zelfs vandaag begrijpt hij veel dingen niet. (gelach)

Vraag: Vooraleer O.-L.-Vrouw komt, hebt u dan een droom of andere gevoelens?
Mirjana: Ik droom nooit over O.-L.-Vrouw. Gewoonlijk is het iets waar je enthousiast over bent tijdens de dag. Dat is wat je droomt, maar ik heb nooit over O.-L.-Vrouw gedroomd. Ik bereid me de dag voordien altijd voor door te vasten en gebed, en ik bid de hele nacht daarvoor. Dus dan kan ik niet dromen. Ik denk aan niets anders, want het is onmogelijk om aan iets anders te denken. Ik wens alleen te bidden, want alleen zo vind ik vrede. Alleen op die manier kan ik wachten tot de morgen komt. Ik denk dat het allemaal Gods hulp is, want zonder Gods hulp zou ik geen normaal leven kunnen leiden.

Laat mij u een voorbeeld geven. Ik ben een moeder en heb twee dochters. Zoals elke normale moeder zou ik mijn leven voor hen geven, maar als ik bij O.-L.-Vrouw ben, dan bestaan mijn dochters niet. Dan is er enkel die grote wens dat Zij mij met Haar zou meenemen. Je kan je alleen maar inbeelden wat een pijn het doet wanneer O.-L.-Vrouw vertrekt. Ik heb zelfs niet de kracht om ook maar een potlood of pen in mijn hand te nemen. God zij dank dat ik Miki heb die alles opschrijft. Ik ga meteen naar mijn kamer om te bidden. Dan bid ik gedurende een uur, soms twee of drie, dat hangt er van af, en door dit gebed geeft God me de kracht om te begrijpen en door te gaan.

Vraag: Als u zegt dat u bidt, is dat dan altijd de rozenkrans, of praat u gewoon?
Mirjana: Het is de rozenkrans, zeven onze vaders, praten, maar ik bid altijd de rozenkrans van de Heilige Antonius omdat hij de enige heilige is mat wie je zaken kan doen (gelach): "Jij doet iets voor mij en ik doe iets voor jou."

Vraag: Hoe komt het dat u geen non geworden bent?
Mirjana: In het begin, toen we kinderen waren, vroegen we O.-L.-Vrouw wat Zij van ons verlangde, van ons leven. Ze zei: "Wat het ook moge zijn dat je in je hart voelt. Als je een priester of non wil worden, dan wens ik dat het duidelijk is dat Ik bij je was. Als je beslist om een gezin te hebben, dan wens Ik dat je je best doet om een voorbeeld te zijn voor andere gezinnen." Dat is alles wat Zij gezegd heeft over mijn persoonlijk leven. Iedereen stelt me die vraag. Toen las ik over Bernadette om te zien wat er met haar gebeurd was. Zij wilde helemaal geen non worden, maar ze werd ertoe gedwongen. Maar we leven nu in een andere tijd, en dus worden we er niet toe gedwongen.

Vraag: Wat zegt O.-L.-Vrouw over onenigheid binnen het gezin? [de vraag is niet volledig hoorbaar]Mirjana: Ik denk dat O.-L.-Vrouw er niet moet over praten, als je je bede maar tot God richt. Wanneer we hier trouwen voor de kerk, dan leggen we onze rechterhand op het kruisbeeld, zodat God ons kan helpen, opdat er geen echtscheiding komt. Als alles goed gaat, dan is dat dank zij God. Zoniet, neem dan je kruis op, want je kan niet slechts gedeeltelijk katholiek zijn. Je bent het of je bent het niet. Het verdrietigste is dat wij katholieken dingen proberen te rechtvaardigen die niet gerechtvaardigd kunnen worden. We zijn katholieken of we zijn het niet. We volgen Jezus, of we volgen Hem niet.

Vraag: Hoe is dat voor jou om bij een andere verschijning aanwezig te zijn, bijvoorbeeld bij Jacov met Kerstmis?
Mirjana: Ik doe dat nooit. Het zou te pijnlijk zijn om te weten naar wie hij kijkt, en ik kan het niet zien. Terwijl hij zijn verschijning heeft, zal ik bidden in mijn kamer, en eigenlijk ... hij zou me plagen achteraf. [gelach]

Vraag: Dus echtscheiding is onaanvaardbaar?
Mirjana: Natuurlijk. De man kan zijn vrouw verlaten, of de vrouw kan haar man verlaten, maar zij is zijn vrouw en hij is haar man. Als mijn man me dus verlaat, dan zou ik niet in staat zijn een andere man te zoeken, want voor God is hij mijn man. Wat God eens verbindt, kan Hij alleen scheiden. Ik kan mijn man niet dwingen om bij mij te blijven, maar zelfs als hij weggaat, blijft hij nog altijd mijn man.

Vraag: En de nietigverklaring van het huwelijk?
Mirjana: [Mirjana wijst naar een rij priesters en zegt: Hier zijn de priesters (gelach)]. Ik ben niet van plan om te scheiden, daarom ben ik ook niet geïnteresseerd in de nietigverklaring. Ik weet dat indien je niets vertelde over een bepaalde ziekte, of als je geen kinderen wil, dat dit een excuus kan zijn voor de nietigverklaring. In een dergelijk geval geeft de kerk je de nietigverklaring. Maar ik heb me er nooit veel vragen over gesteld.

Na een pauze, en met een brede grijns, voegt ze eraan toe: Maar als ik geïnteresseerd raak, zal ik ernaar vragen. [gelach]

Vraag: Weten je kinderen wat er gebeurt en hoe reageren ze op dit alles?
Mirjana: Ze zijn 18 en 15 jaar oud en ze weten heel goed wat er gebeurt. Marko en ik probeerden hen altijd dichter bij God te brengen, al vanaf hun geboorte. Wij dachten dat, als ze zich bewust zijn van Gods liefde, dat ze dan de verschijningen beter zouden begrijpen. Toen hebben we hen uitgelegd dat O.-L.-Vrouw zo af en toe mensen uitkiest, niet omdat ze de besten zijn, maar omdat Zij op dat moment dergelijke mensen nodig heeft. En ze zien me als een normaal persoon.

Toen ik sprak over de verantwoordelijkheid van ouders, kijken de kinderen naar ons eigen leven. Ik geef je een voorbeeld van onze oudste dochter, Maria. Toen zij ongeveer twee jaar oud was, sprak ik haar niet over de verschijningen, omdat ik dacht dat ze te jong was om het te begrijpen. Maar op een dag, toen ze met een vriendinnetje in de kamer speelde, keek ik naar haar. Toen hoorde ik dat andere meisje zeggen: "Weet je dat mijn moeder met de wagen rijdt?" Mijn dochter Maria bleef een tijdje stil en zei toen: "Reusachtig! Mijn moeder spreekt elke dag met O.-L.-Vrouw." Dus al zeiden we er niets over, toch begreep ze het.

Vraag: Emotioneel gesproken, als je één woord zou moeten gebruiken om te beschrijven hoe je je voelt in aanwezigheid van O.-L.-Vrouw, welk woord zou je dan gebruiken?
Mirjana: Dat is de hemel. Men vraagt me soms of ik de hemel heb gezien. Ik zeg van niet, maar om bij O.-L.-Vrouw te zijn, dat is in de hemel zijn. Men vraagt me of ik Haar heb aangeraakt en of Zij mij heeft aangeraakt. Ik heb zelfs nooit de behoefte gehad om dat te doen, want wanneer Zij naar je kijkt, dan omhelst Ze jou en kust Ze jou. Je voelt gewoon dat je niet wil dat het ooit stopt. De grootste liefde op aarde, naast liefde voor God, is liefde voor je kinderen. Stel je voor dat je niet denkt aan je kinderen, dat je vergeet dat ze bestaan. Alleen O.-L.-Vrouw kan dat wanneer Ze naar je kijkt. Ik denk dat dat is zoals in de hemel zijn.

Vraag: Welke les moeten we leren uit het vasten?
Mirjana: Opnieuw kan ik je alleen mijn persoonlijke mening geven. Wanneer ik vast, dan bewijs ik voor mezelf dat ik de baas blijf over mijn lichaam, dat ik alles voor God kan doen wat ik wil en dat niets me kan stoppen. Met dit vasten toon ik aan God met zo weinig, dat ik klaar ben om zelfs nog meer te doen indien Hij dat wil. Door het vasten wordt mijn gebed sterker. Ik voel me dichter bij Hem. Maar dit zijn mijn persoonlijke gevoelens.

Vraag: Heeft O.-L.-Vrouw iets gezegd over Garabandal?
Mirjana: Alleen over Fatima. Ze zei: "Wat Ik gestart ben in Fatima, zal Ik afmaken in Medjugorje. Mijn hart zal triomferen." Ik kan geen details geven. Dat is de enige verschijning die Ze vernoemde naast Medjugorje.

Vraag: Sommige zieners hebben publieke verschijningen en sommigen privaat. Geeft O.-L.-Vrouw jullie dat als een keuze?
Mirjana: Er zijn geen private verschijningen, omdat O.-L.-Vrouw niet alleen komt voor mij of Jacov of Marija. Ze komt voor de hele wereld.

Laten we Ivan als voorbeeld nemen. Hij heeft zijn verschijningen in de Kapel en dan kan niet iedereen erin, dus dan is er een dag waarop priesters aanwezig kunnen zijn, een dag voor families, een dag voor zieken, zodat op die manier iedereen binnen kan in de Kapel. Ik had nooit private verschijningen. Ik weet zelfs niet wat dat betekent.

Vraag: Is er een conflict met de bisschop hier? Waarover gaat dat?
Mirjana: De hoogste autoriteit is de Paus. En zoals de Paus het zegt, daaraan zou iedereen moeten gehoorzamen. De laatste commissie die we hier in Medjugorje hadden, was voor de oorlog. Het was toen de oorlog begon, dat de bisschoppenconferentie van ex-Joegoslavië zei dat het pelgrims toegestaan is om aar Medjugorje te komen, dat priesters hen zullen aanvaarden en dat ze zullen voorzien in missen, biechtgelegenheid, enz. Maar een beslissing over het feit of Medjugorje authentiek is of niet, dat zal tijd nodig hebben. Het laatste wat gebeurde is dat Medjugorje buiten het frame van ons bisdom ging en dat het in handen van het Vaticaan gegeven is.

Vraag: Is het als lijden voor Maria om naar de aarde te komen en ons ‘niet bekeerd’ te zien?
Mirjana: Het is niet pijnlijk. Ze is een moeder. Jij bent jong. Wellicht ben je niet getrouwd. [De persoon die deze vraag stelde, antwoordt: "Neen."] Eens je je eigen kinderen zal hebben, ongeacht wat ze doen, je zal hen achterna lopen en proberen om hen te helpen, want dat is moeder-zijn. Dat is net hetzelfde als met O.-L.-Vrouw.

Vraag: Op je laatste dagelijkse verschijning las ik dat je een lang gesprek had met O.-L.-Vrouw over de hemel.
Mirjana: We spraken over de geheimen. Dat was mijn laatste dagelijkse verschijning. Toen gaf O.-L.-Vrouw me het laatste geheim en Ze legde me uit dat het niet meer nodig was dat ik dagelijkse verschijningen had. Ze legde me ook de manier uit waarop ik ze van toen af zou hebben. Tijdens die verschijning, op Kerstmis 1982, hebben we niet over de hemel gepraat. Bij één verschijning vroeg ik O.-L.-Vrouw hoe het komt dat God liefde is en Hij ons zo graag ziet, en waarom Hij sommige mensen voor eeuwig in de hel plaatste. Ze zei: "Het is niet God die dat beslist. Het zijn de mensen die beslisten om daar naartoe te gaan. Ik denk niet dat ik het over iets anders gehad heb met O.-L.-Vrouw. Misschien heb je over Marija of Vicka gelezen."

Vraag: De volgende vraag betrof een huwelijkspartner die een ongelovige is. De vraag, die net hoorbaar was, werd gesteld door iemand wiens Engels niet helemaal duidelijk was.
Mirjana: Ik denk dat u vergeet dat ik alleen maar een ziener ben. Het is zo dat de man een ongelovige is. Dat is waarom God haar man op haar weg plaatste, dus hij is haar verantwoordelijkheid. Zij moet hem helpen om God te leren kennen, en Gods liefde, niet door kritiek te geven, maar gewoon door haar liefde, haar voorbeeld en haar gebed. Dat is de enige manier.

Vraag: Heeft O.-L.-Vrouw u ooit meegedeeld wat de meest verschrikkelijke zonde is?
Mirjana: Ze sprak niet met mij over wat een grotere of kleinere zonde is, alleen over wat we moeten doen om de zonde te vermijden. En Ze zei me niet welke zonde groter of kleiner is.

Wat me nu te binnen schiet: voor mij persoonlijk is de grootste zonde dat je je naaste niet liefhebt. Want wanneer je je naaste niet liefhebt, zal je niet doden, niet stelen, je zal niet teleurstellen. Je zal niets slechts doen omdat je liefde in je hebt. Dat is wat ik persoonlijk denk.

Vraag: De volgende vraag heeft Mirjana wellicht verkeerd begrepen. Dat blijkt uit het antwoord dat ze geeft. Het teken dat in Medjugorje zal verschijnen, ik las daarover dat wanneer het verschijnt en je bent niet bekeerd, dat het dan te laat zal zijn.
Mirjana: Dat is niet waar. O.-L.-Vrouw zei het zo: "Dit is de laatste keer dat Ik naar de aarde kom op deze manier." Dit is mijn persoonlijke mening, maar ik denk dat ze daarmee bedoelde: deze vele jaren en vele zieners. Maar ik dacht nooit dat Ze voor het laatst op aarde was. Dat is een verkeerde interpretatie. Net zoals O.-L.-Vrouw in één van Haar boodschappen zei: "Ik geef je Mijn Moederlijke zegen. Maar vanaf vandaag ben jij die zegen." Maar veel mensen begrepen dat verkeerd en nu gaan ze rond en zegenen mensen. Dat is niet wat O.-L.-Vrouw bedoelde te zeggen. Ze bedoelde dat ons leven een zegen moest worden voor andere mensen, want alleen priesters zijn er om te zegenen. Ze zei dat hun priesterhanden gezegend zijn door Haar Zoon. En wij, zieners, wij kunnen niet zegenen. Ik denk altijd: "Pelgrims, vraag me niet om dat te doen. Ik kan niemand zegenen behalve mijn kinderen, en dat is een moederlijke zegen, want ik heb ook de zegen van een priester nodig."

Vraag: Hoe heb je je familie overtuigd om je te volgen?
Mirjana: Ik woonde met mijn ouders in Sarajevo en ik kwam hier om mijn vakantie door te brengen. Ik maak altijd een beetje gekheid met de zieners wanneer ik zeg dat O.-L.-Vrouw op mij wachtte om te komen (gelach). Dus toen de verschijningen begonnen, belde mijn tante mijn moeder op. Ze wist niet hoe ze het haar moest vertellen. Mijn moeder dacht dat ik in het ziekenhuis was en dat ik stervende was.

Maar mijn tante zei: "Neen, dat is het niet. Ze zegt alleen dat ze O.-L.-Vrouw ziet."
Mijn moeder zei: "Lijkt ze normaal?" [gelach]
Mijn tante zei: "Ze ziet er uit als anders."
Toen zei mijn moeder: "Er moet iets aan het gebeuren zijn met haar."

Mijn ouders kwamen recht vanuit Sarajevo naar ons toe. Wie kent je het beste? Je ouders. Dus waren ze vanaf het begin bij mij en ze hielpen me. Zoals ik u al vertelde, ik was niet van hier. Ik werd gedwongen om meteen terug te keren naar Sarajevo, en toen had ik de moeilijkste tijd. Want hier hebben we overal katholieken en Kroaten. In Sarajevo zijn er heel weinig katholieken. De meesten zijn moslims of orthodox. Het was niet mijn keuze om terug te keren naar Sarajevo. Terwijl we daar leefden was de politie elke dag bij ons thuis. Gedurende jaren was het een verschrikkelijke tijd. Je gaat gewoon door, vertelt de waarheid, je bent niet bang, God zal ons helpen. En dat is hoe het werkelijk was. God hielp ons, maar het was niet gemakkelijk. Er was alleen ik, mijn vader en moeder mijn broer. Alle anderen waren van ons gescheiden omdat men in het communisme vond dat het niet goed was om bij ons te zijn. Ik was nog maar 15 jaar oud en ik was staatsvijand. En dan wil niemand bij je zijn, uit schrik.

Vraag: Waarom denk je dat Maria jou koos als ziener?
Mirjana: Zie je dat dan niet? (gelach) Ik heb een uur verteld en je stelt me die vraag! [gelach]

Daarop zei ze in het Engels: "I’m joking! I’m joking." [Ik maak maar een grapje]

Toen ging ze verder: Als je een voorbeeld wil zijn voor ongelovigen, als je wenst te tonen dat je gelooft, dat we liefde hebben, dan moet je glimlachen. Je moet grapjes maken, je moet tonen dat je God hebt. Als je altijd bezorgd bent, zenuwachtig, serieus, dan zal een ongelovige zeggen: "Ze is niet anders dan ik. Waarom zou ik dan veranderen?" Dat is de reden waarom ik liever grapjes maak.

Waarom koos O.-L.-Vrouw mij uit? Op een bepaald moment vroegen wij, de zes zieners, dat aan O.-L.-Vrouw, omdat we hetzelfde waren als alle andere kinderen hier. Het enige wat Ze zei was: "Omdat Ik jullie zes nodig heb zoals jullie zijn." En alle zes zijn we verschillende individuen. Alleen O.-L.-Vrouw kan ons samen brengen.

Ik herinner me de woorden van Vader Slavko, een priester die stierf op de Kruisberg. Hij was de oom van mijn man. Hij kwam heel vaak bij ons thuis. Op een dag kwam hij erg verdrietig en geschokt bij ons aan. Ik vroeg: "Wat is er gebeurd? Wat maakt je zo boos?"

Hij zei: "Hoe kan je me zoiets vragen? Want als ik O.-L.-Vrouw was geweest, dan had ik nooit jullie zes gekozen. Maar het grootste teken dat O.-L.-Vrouw hier echt werkelijk aanwezig is, is het feit dat Ze juist jullie zes heeft geklozen." Want de arme Vader Slavko had al zes maand geprobeerd om zes mensen samen te krijgen. Hij is er niet in geslaagd.

Vraag: Wat heeft O.-L.-Vrouw gezegd over het vagevuur?
Mirjana: O.-L.-Vrouw vraagt ons om de zielen in het vagevuur te gedenken in ons gebed en om missen voor hen te laten doen. We moeten niet naar de pastorie gaan en betalen voor missen, maar we moeten aanwezig zijn in de mis en bidden gedurende de Heilige Mis.

Vraag: Praat O.-L.-Vrouw over de oorlog?
Mirjana: Neen.

Vraag: Waarom mogen we de inhoud van de geheimen niet kennen en moeten we tot een bepaald moment wachten?
Mirjana: Dat is Gods wil. Ik denk nooit aan de geheimen. Ik denk er niet aan omdat het de goede God is die de geheimen bewaart, en het is Zijn wil die moet gedaan worden.

Deze morgen bijvoorbeeld sprak ik met Italianen. Misschien zagen jullie dat het er duizenden waren (gelach). En elke vraag die ze stelden begon met: "Waarom? Waarom dit en waarom dat?"

En ik zei tegen hen: "Weet je waarom O.-L.-Vrouw niet in Italië is verschenen, maar in Kroatië?"

En weer vroegen ze: "Waarom?" [gelach]

En ik zei: "Als Ze in Italië was verschenen, dan zou Ze de derde dag al weggelopen zijn [gelach], want het zou altijd geweest zijn van: "Waarom? Waarom?"

Wat Ze ook zei, wij aanvaardden het zoals het was. Ik vraag nooit waarom, want wat O.-L.-Vrouw ook zegt, het is voor ons welzijn en het is niet aan mij om te vragen waarom.

Vraag: O.-L.-Vrouw gaf u Haar autobiografie.
Mirjana: Ze gaf het aan Vicka.

Vraag: Wanneer zal dat met ons gedeeld worden?
Mirjana: Mirjana glimlachte alleen en zei: "Vraag het aan Vicka."

Vraag: Wat kan je doen voor mensen die op een verschillende manier leven, zodat ze veranderen?
Mirjana: Ik zou voor hen bidden. Ik leg hen in Gods handen en ik bid voor hen, omdat ik medelijden heb met hen, omdat ze tegen de natuur ingaan. De natuur werd door God geschapen, dus het betekent dat je tegen God ingaat.

Hierop zei ze in het Engels: "Alles wat je doet met je hart zal helpen. Het is belangrijk dat je alles met je hart doet."

Het is mooi dat je zo ongerust bent over hen. Dat betekent dat je je naaste bemint en ik ben blij dat er geen oordeel in je woorden zit, alleen liefde. En dat is wat O.-L.-Vrouw van ons wenst: niet te oordelen, maar hen te beminnen en voor hen te bidden.

Vraag: Heeft je man ooit aan je woorden getwijfeld?
Mirjana: Hij zou het niet overleven mocht hij twijfelen. (gelach) Mijn man komt uit een katholieke familie. Hij is Vader Slavko’s neef. We groeiden samen op. We kennen elkaar sinds onze geboorte. Toen de verschijningen begonnen, zei hij dat hij onmiddellijk alles geloofde van zodra hij hoorde dat ik erbij betrokken was. Omdat we elkaar sinds onze geboorte kennen. Ik was een voorbeeldig meisje [gelach].

Laat me u een voorbeeld geven. In Sarajevo gingen wij, katholieke kinderen, in het geheim naar de catecheseles. Altijd nam een moeder vier of vijf kinderen mee. Ik was ongeveer zes jaar oud. Mijn moeder zei tegen me: "Als iemand je onderweg tegenhoudt en vraagt waar je naartoe gaat, zeg hen dan dat je een ijsje of iets anders gaat eten." En op een dag kwam ik mijn leerkracht, die communistisch is, tegen en ze vroeg me: "Waar ben je geweest?"

Ik werd verondersteld te liegen tegen haar. Ik keek haar aan en zei: "Ik heb er echt geen idee van waar ik geweest ben." [gelach] Ik kon niet zeggen dat ik uit winkelen was of een ijsje ging eten, dus het beste leek me om te zeggen dat ik het niet wist.

We zullen nu eindigen. We zullen dat doen door een Wees Gegroet te bidden en we hebben vele priesters onder ons. Ze hielpen me niet zo veel met de vragen [gelach], maar ze kunnen ons nog steeds de zegen geven.

Vertaling: Angelina Van De Moortele


21-07-1975
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Medjugorje: interview van Janice Connell met Vr. Slavko Barbaric [1987]
Medjugorje: interview van Janice Connell met Vr. Slavko Barbaric [1987]

Vader Slavko Barbaric werd geboren op 11 maart 1946. Hij trad binnen in de Franciscaanse orde op 14 juli 1965 en werd tot priester gewijd op 19 december 1971. Hij ging naar Medjugorje in 19836 en was de spirituele begeleider van de zieners en auteur van diverse boeken, waaronder "Bidden met het Hart."

Vader Slavko Barbaric stierf op 24 november 2000. Na de kruisweg op de Krizevac, een gewoonte die hij elke vrijdag in eer hield met de pelgrims en de parochianen, voelde hij pijn in de borststreek. Eerst moest hij zich neerzetten op een rots, maar spoedig moest hij gaan neerliggen en verloor daarop het bewustzijn en gaf zijn ziel aan de Heer.

Het volgende interview dateert uit 1987.

Janice
: Maken de apocalyptische gebeurtenissen deel uit van de boodschappen van de Heilige Moeder van Medjugorje?
Vr. Slavko: Eerst en vooral spreken we niet over de apocalyptische gebeurtenissen rond Medjugorje. Dat is werkelijk niet onze eerste ingesteldheid. Medjugorje is een plaats van hoop geworden. De Heilige Moeder heeft gezegd: "Ik kom u leiden tot de vrede en u brengen tot de vrede." Zij nodigt ons steeds uit om te bidden en te vasten om zo deze zo nodige vrede te kunnen bereiken. Vrede betekent niet enkel de bedreiging van oorlog wegnemen. Het betekent niet dat het oorlog kan tegenhouden. Vrede heeft een andere dimensie: het is de werkelijke toestand van de ziel en het hart. Deze toestand van de ziel en het hart helpt ons om de anderen lief te hebben en hen oprecht te helpen.

De Heilige Moeder zegt eveneens: "Bid, zodat u kunt liefhebben en zodoende vermoeienis, verveling en allerlei andere soorten hindernissen kunt overwinnen." De vermoeidheid, vooral de morele vermoeidheid en het gebrek aan inspanningen, kunnen we overwinnen. Eigenlijk is elk geschil, elke echtscheiding, elke oorlog een openbaring van deze vermoeidheid. Maria nodigt ons uit om de spirituele vermoeidheid te genezen. Vele mensen hebben dat begrepen en dit beantwoord.

We wandelen werkelijk op een nieuwe weg van vrede en verzoening. Dat is de ware inhoud en betekenis van Medjugorje.

Wat uw vraag over de apocalyptische dimensie betreft, begrijpen we zeker de mogelijkheid van rampen die te gebeuren staan. Maar de Heilige Moeder komt niet in de eerste plaats om hierover te spreken. Zij is naar hier gekomen om ons de weg naar de vrede te tonen. Zij die Medjugorje in de eerste plaats vanuit apocalyptisch standpunt bekijken hebben echt niet begrepen waarheen Zij ons tracht te leiden.

Janice: Over de verschijningen te Fatima, waarschuwde Maria ons ginds dat er een wereldoorlog zou komen als de mensen zich niet zouden terugkeren tot God. Wereldoorlog II vond plaats, zoals Zij heeft gewaarschuwd. U spreekt over een spirituele vermoeidheid. Als de mensen zich niet tot God terugkeren, zullen er dan ijzingwekkende gevolgen zijn?
Vr. Slavko: De Heilige Moeder heeft deze gevolgen aan de zieners toevertrouwd in tien geheimen. Het gaat zowel over mooie als erge dingen. Het belangrijkste is echter de weg naar de vrede, dat is de eerste boodschap voor ons. Het moet ons de energie geven en de prikkel om vooruit te gaan. Als we Haar wegen volgen, dan kunnen alle gevolgen, wat ze ook mogen zijn, worden vermeden of verzacht.

Janice: Om wat te vermijden? De mogelijkheid om rampspoed te vermijden?
Vr. Slavko: Ja, om ze te vermijden.

Janice: Is de weg naar vrede, boete, vasten, bekering, gebed en verzoening, die de Heilige Moeder ons aanbeveelt, onze weg om deze rampen te vermijden?
Vr. Slavko: Daar ben ik van overtuigd. Alles hangt van ons af. Rampen komen niet enkel uit de Hemel, maar ze zijn onze eigen schepping: wij hebben ze voorbereid. De Heilige Moeder verteld ons om de stoppen met rampen voor te bereiden.

Janice: Met andere woorden, de rampen komen uit het hart van de mensen?
Vr. Slavko: Ja, de rampen komen uit de onbekeerde harten. De grootste ramp is het ontbreken van liefde. Eenmaal de liefde en de vergevingsgezindheid er niet meer zijn, wordt alles mogelijk. Omwille hiervan is ons eerste verantwoordelijkheid om lief te hebben, te bidden, te vergeven en voorwaarts te gaan. Eenmaal de mensen de nadruk op rampspoed beginnen te leggen, gaan deze werkelijk ook een vaste vorm aannemen. Daarom moeten we ons op het positieve toeleggen, de vrede. De hele wereld zou kunnen in vrede zijn, maar als u een zogenaamde "vijand" hebt, dan bent u in zekere zin in een oorlog verwikkeld met deze persoon. En zo heeft ieder van ons zijn aandeel in wat er gebeurt in de wereld. De Heilige Moeder heeft gezegd: "Ik wens dat u liefheeft met vrede en vreugde en dan kan er niets gebeuren met de wereld." Dat betekent dat eerst vrede voor God en dan voor de medemens.

Janice: Wat over drugs en alcohol?
Vr. Slavko: Dat is een belangrijke vraag en ook hier is de vrede bij betrokken. Uit ervaring kunnen wij het volgende zeggen: wie er ook met drugs en alcohol in aanraking komt zoekt in werkelijkheid geen hoofddoel. Deze persoon zoekt enkel naar een oplossing voor zijn probleem en zij worden verleid door de valse wegen van de vrede, omdat iemand hen verteld heeft dat dit de wijze is waarop men vrede kan vinden.

Ook de mensen die geloven dat oorlog de weg naar vrede is, vertellen nog zo’n grote leugen. Dat is de vernietiging van de geest. Zo kan ik enkel het bidden en de hoop aanbevelen voor zij die strijden met drugs. En laat ons geen oordeel maken over hun toestand, omdat zulke oordelen woordenwisselingen veroorzaken. Drug zijn een soort vervangmiddel voor iets wat hen niet is gegeven. We zijn er niet in geslaagd om alles goed te doen aflopen voor die persoon, en God kan hier het verschil maken. Dit is hoop. Dit is niet de wereldse kijk, maar de spirituele kijk. En als we geen oplossing meer zien voor alle problemen in de wereld, weren we dat er een toekomstige wereld van oplossingen zal komen.

Janice: Vallen deze oplossingen buiten de menselijke bezinning?
Vr. Slavko: Ja.

Janice: We hebben gehoord dat de zieners de hel, het Vagevuur en de Hemel hebben gezien. Kunt u dit nader uitleggen?
Vr. Slavko: Ik denk dat het hen toegelaten werd om het Vagevuur te zien zodat ze er voor ons kunnen over getuigen. Zij kregen geen details te zien en zo weten ze eigenlijk niet wat het Vagevuur is. Ze hebben het gebruikelijke over de hel [zoals het vuur], het Vagevuur [een soort duisternis] en de hemel [een gemeenschap van liefde] gezien. In feite zijn het dus gewone getuigenissen: "we weten dat ze bestaan, we zagen het."

Janice: Mirjana, de oudste van de zieners, en Marija beweren dat de hel een plaats is waar de persoon zelf voor kiest. Een persoon kiest voor de hel door God te verwerpen. Is dat zo?
Vr. Slavko: Ja. We weten dat reeds uit onze theologie. God heeft ons voor Hem zelf geschapen en heeft dit aangetoond door Zijn Zoon te zenden. Maar hij heeft ons met een vrijheid geschapen en op deze raadselachtige wijze van het uitoefenen van onze vrijheden, is de men steeds bekwaam om te kiezen voor God, of om Hem te verwerpen.

Janice: Heeft de Heilige Moeder ooit problemen met de Verenigde Staten vernoemd?
Vr. Slavko: In Haar algemene boodschappen heeft de Heilige Moeder nooit in het bijzonder over een land gesproken. Wat Zij heeft gezegd is van toepassing op iedereen in elk land van de wereld. Ik wil dit benadrukken: de weg naar vrede is mogelijk voor iedereen, overal, omdat Gods woord nooit zinloos is. Als de Heilige Moeder ons, in de naam van God, uitnodigt tot vrede, impliceert dit dat dit voor iedereen die dit wenst te horen, ook mogelijk is. En daarvoor is dezelfde bekering mogelijk voor zowel de ouderen, de jongeren, als deze van middelbare leeftijd.

Janice: Het probleem van abortus is wereldwijd. Heeft Zij daarover gesproken?
Vr. Slavko: De Heilige Moeder heeft gesproken als de Koningin van de Vrede. Zij kon evengoed hebben gespreken als de Moeder van het Leven, want overal waar er vrede heerst is er ook leven. En overal waar het ware leven is, volgt de vrede. Oorlog is altijd de vernietiging van het leven en waar men ook het leven vernietigt, heerst er oorlog. En zo is de vrede de oplossing voor abortus op een indirecte wijze. Wij aanvaarden ons leven van God en dan beginnen we het voor Hem te leven en zo verkrijgen we vrede en eensgezindheid. Zo beginnen we dan het leven in anderen de waarderen. We kunnen de hele tijd over abortus praten, maar zolang we niet beginnen met van het leven te houden, in het bijzonder ons eigen leven met God, zullen we steeds bereid zijn om het leven te vernietigen.

Overweeg dit: De Koningin van de Vrede is eveneens de Koningin van het Leven. Hierin wordt het probleem van de vrede en abortus opgelost, want abortus is oorlog. Elke jaar worden vijftig tot zestig miljoen levens vernietigd. Dat is een totale oorlog.

Wanneer wij nu verder gaan met de gedachte dat de Heilige Moeder de Koningin van de Vrede is, dan wil Zij ons onderrichten in het leven. Daarom, als we ons leven in eenheid met God leven, leven wij kennelijk de bron van het leven dat het huwelijk is. Het leven is de ware basis voor het huwelijk. Elke echtscheiding is een teken dat wij het leven niet aanvaarden, net zoals abortus. Als we ons waarlijk bekeren en ons leven richten naar God, dan worden de problemen daarna ook opgelost. Vele families hebben verzoening gevonden onder elkaar, na een bezoek aan Medjugorje.


Vr. Slavko Barbaric

Janice: Hoe noemen de zieners de Heilige Moeder?
Vr. Slavko: Iemand vroeg aan Vicka welke naam zij verkoos voor de Heilige Moeder: vriendin, zus of Moeder. "Allemaal," was haar antwoord, "maar als ik zou moeten kiezen, zou ik Moeder verkiezen." Waarom? Omdat, wanneer u Haar ziet, u de indruk hebt dat Zij iedereen in de wereld wenst te omhelzen. Ook wenst Zij iedereen in de wereld te redden. En zo is Zij het voorbeeld bij uitstek voor alle Moeders. De Heilige Moeder is een voorbeeld voor de moeders en voor alle vrouwen. Op deze wijze, vanuit het oogpunt van een moeder, kunt u de oorlog verklaren. Elke geschil, elke agressie, komt uiteindelijk uit het geschil voort van een gebrek aan liefde. De toestand van de wereld betekent dan ook totaal een gebrek aan moederlijke liefde.

Wanneer moeders liefhebben binnen de familie, dat leggen zij meteen de basis voor de vrede, omdat ze het gebrek aan liefde wegnemen. De Heilige Moeder opent deze weg, die we mogelijk kunnen volgen, en voor dit hebben we echt een diepe bekering nodig. Als we denken over abortus, dan denken we aan de hand van de moeder die erbij betrokken is: in plaats van het liefhebben van het leven in haar, maalt zij er een oorlog van. Zelfs als alle leiders in de wereld in vrede zouden zijn, maakt de moeder nog oorlog. Als we dit laten varen en beginnen lief te hebben, dan beginnen we te wandelen op de weg van de Heilige Moeder.

Janice: Er wordt gezegd dat satan een eeuw is gegeven om een oorlog te ontketenen tegen de Kerk van Christus, en de Heilige Moeder heeft ons gezegd dat een van de manieren waarop wij de duivel zijn invloed zien door het aantal echtscheidingen is. Is het mogelijk dat satan hiervan de oorzaak is?
Vr. Slavko: Over de vraag van een eeuw die tot satan behoort, spreken wij er niet op die wijze over, want satan is vanaf het begin onze vijand geweest. Hij is diegene die liegt en die doodt. Tijdens elke eeuw heeft de mens de mogelijkheid gehad om aan hem te weerstaan of om met hem samen te werken. Wanneer we kiezen voor hem, geven we hem meer macht. Als wij dit niet doen, dat zou hij zelfs tijdens deze eeuw geen macht hebben.

Janice: Beïnvloedt onze ongelovige maatschappij zijn mogelijkheid tot liegen en misleiden?
Vr. Slavko: Wie is diegene die zo’n maatschappij mogelijk maakt? Wij! Wij zijn het. De technologie, de bommen, de cultuur ... Ik herhaal dat als wij zouden terugkeren naar de bron van het leven, wat ons leven met God is, dat we vele problemen zouden oplossen. Dit is de boodschap van onze Heilige Moeder als Zij zegt dat als we elkaar lief zouden hebben, we vele problemen zouden kunnen oplossen. Met liefde kunnen we elke omstandigheid, die onmogelijk lijkt, aan.

Janice: Wat als er een lid van de familie de boodschap heeft begrepen en zich bekeert, maar de anderen hieraan weerstaan en openlijk vijandig blijven?
Vr. Slavko: Ik ken families die elke dag samen de Rozenkrans bidden. Dit is een eenvoudige getuigenis dat het mogelijk is om samen de Rozenkrans te bidden. Als de moeder en de vader na vele jaren beginnen bidden, en de kinderen niet hebben gebeden, dan ben ik er zeker van dat, zelfs wanneer ze hiermee te laat zijn begonnen, met gebed en geduld, zelfs dat kan worden opgelost. Dit zou een troost moeten zijn voor de ouders, zelfs voor de priesters, die de omstandigheden kennen waarbij er in de eigen familie niet wordt gebeden. Uiteindelijk zal God niet van u vragen waarom de anderen niet bidden. En zo moeten we doen wat we kunnen en hopen dat de anderen zullen volgen. God is geduldig en geeft ons de tijd. Onthoud dit, want als we ongeduldig worden met iemand, zullen wij hier niet in slagen.


Janice Connell

Janice: Kunt u ons een voorbeeld geven?
Vr. Slavko: Jawel, Jelena Vasilj, een jong meisje die "innerlijke gesprekken" ontving, heeft de stem van de Heilige Moeder, van onze Heer Jezus en zelfs van satan, ervaren. Ik vroeg haar: "Hoe weet u wie er spreekt?" Zij antwoordde: "Heel gemakkelijk. Als de Heilige Moeder spreekt is er een behaaglijkheid rond, geen tijdsdruk. Men voelt zich letterlijk vrij en als satan spreekt, word ik onmiddellijk gejaagd, gespannen, voel ik druk en dringendheid en heb ik ook het gevoel alsof er tijd te weinig is."

Uit haar ervaringen kunnen wij afleiden dat, wanneer onze liefde sterk wordt, we met onze eigen gebeden, diegenen kunnen ondersteunen die niet bidden. We moeten hen, noch iemand anders veroordelen. Wij zijn niet hier om te oordelen of om iemand schuldig te verklaren. Jezus zei dat het oordeel aan de Vader is. U moet liefhebben en een licht voor de wereld zijn. In geen enkele boodschap heeft de Heilige Moeder ooit gezegd: "Ga en verklaar de wereld schuldig." Breng enkel liefde, vreugde, geloof en licht.

Janice: Wat als men zich geroepen voelt om te vasten, maar de overige familieleden niet?
Vr. Slavko: De Heer vraagt u niets over de anderen. Hij wenst enkel dat u vast. Gemeenschappelijk vasten moedigt anderen aan en maakt het gemakkelijker voor iedereen. De geest van zelfopoffering is aanstekelijk. Dikwijls volgt de hele familie als iemand van de familie de leiding op zich neemt.

Janice: Hoe zou u omschrijven wat er gebeurt met de zieners, wanneer de Heilige Moeder hen helpt?
Vr. Slavko: De zieners zijn vrij. Zelfs als hebben ze direct onderricht vanuit de Hemel, blijven zij vrij, ook in hun geestelijke groei. Ik ben hier getuige van dit raadsel van de menselijke vrijheid. Dit is goed voor ons. Laat ons vanaf nul starten: deze zieners hebben een grote genade, maar wij hebben dezelfde.

Janice: Hoezo?
Vr. Slavko: Omdat, als we aan de boodschappen van Medjugorje beantwoorden, we net als de zieners kunnen groeien. Ik ken hier jonge mensen uit de parochie die, denk ik, dieper zijn in het gebed dan de zieners. De Heilige Moeder waardeert het ritme van elk karakter, ieder individueel mens, en elk plekje van psychologische ontwikkeling.

Deze zieners kunnen worden vergeleken met een telefoondraad: de draad blijft dezelfde. Als de zieners niet bidden, blijven zij stil, zoals een draad zonder boodschap. Hierin heb ik het raadsel van de vrijheid ontmoet.

Zij moeten ook hun eigen beslissingen maken over het gebed en het vasten en het is ook niet altijd gemakkelijk voor hen, omdat ze vrij zijn. Maar ik denk dat deze vrijheid hen in feite heeft behoed van enig soort van fanatisme. Zij zijn niet zenuwachtig, noch bezorgd over de vraag of de mensen zich nu bekeren of naar de boodschappen luisteren. Zij zijn vrij en gaan gewoon door in hun eigen ritme en trekken zich niet zoveel aan van de rest van de wereld. Indien zij niet zouden vrij zijn, zouden zij ons niet bijbrengen of ons doen begrijpen wat onze persoonlijke vrijheid betekent. Dit is de graad van hun volwassenheid en groei. De Heilige Moeder leidt hen en Zij is erg geduldig met hen. Zij ervaren dit liefdevolle geduld elke avond. Ik weet dat ze daarom ook groeien in hun geduld en hun beschikbaarheid voor de mensen. Maar ik herhaal het: het is niet omdat ze de Heilige Moeder zien, maar omdat zij zijn beginnen doen wat Zij van hen verlangde. Misschien zult u het beter begrijpen als ik zeg dat we allen min of meer van hetzelfde voorrecht genieten.

Janice: Moeten we allen trachten naar de boodschappen te leven, zoals deze jonge mensen hier?
Vr. Slavko: Ja. De boodschappen zijn er voor iedereen. Niemand mag de vrede verwerpen of eraan verzaken.

Janice: Wat met niet-katholieken, zij die niet geloven in de Heilige Moeder?
Vr. Slavko: Geloven in de Heilige Moeder is niet de uitweg, want zij geloven niet in Haar. Maar als we waarlijk liefde en vrede uitdragen in de wereld, zullen de mensen in de zieners en in Maria geloven, want zij zijn getuigen. Als we waarlijk naar de boodschappen van de Heilige Moeder beginnen te leven, dan zullen anderen ons aanvaarden als hun leider.

Janice: Vertel ons wat over het gebed, Vader.
Vr. Slavko: De Heilige Mis is het grootste gebed. Ik denk dat de kracht van het gebed en de waarde ervan niet afhangen van de plaats waar u zich bevindt. U kunt ook in de kerk verstrooid zijn, maar aan de andere kant kunt u zich concentreren in uw auto. Maar blijkbaar bidt de ene gemakkelijker in een kerk. De Heilige Moeder heeft ons gevraagd om ons geestelijk voor te bereiden op de Heilige Mis en bedank eveneens de Schepper na de Heilige Mis. Jelena zegt dat als een persoon niet de tijd heeft om zich voor te bereiden op de Mis, of om er een tijdje eerder aanwezig te zijn, men zich thuis reeds kan voorbereiden. Van zodra u de beslissing neemt om naar de Mis te gaan, moet u zichzelf afvragen: "Wie ga ik ginds ontmoeten?" En enkel door het stellen van deze vraag begint u zich reeds voor te bereiden tot het gebed en de Mis. Ik denk dat u hetzelfde kunt toepassen na de Mis. Als een persoon niet in de kerk kan blijven, kan hij steeds weggaan met de gedachte: "Met wie ben ik ginds geweest, en wat is er met mij gebeurd?" Dit is het begin van het voortdurende gebed waartoe de Heilige Moeder ons uitnodigt. Zij vraagt niet enkel naar de beweging van onze lippen. Wat we onophoudelijk gebed noemen, hangt niet af van de beweging van onze lippen. De Heilige Moeder nodigt ons uit tot voortdurend contact met de Heer, in alle omstandigheden.

Janice: De Heilige Moeder moedigt ons aan tot het vasten op brood en water. Kan deze geest van versterving ook op iets anders slaan of gaat het enkel over een ontzegging van het voedsel?
Vr. Slavko: Eerst en vooral heeft het vasten een eigen positieve waarde. Denk niet onmiddellijk aan versterving of het ontzeggen van voedsel. Vasten is zoals het gebed, zoals de twee benen van het spirituele leven. Met vasten en gebed kunnen we wandelen op de weg naar de Heiligheid. Alle heiligen, de apostelen, de Heilige Moeder, hebben gevast en gebeden. Maar ook een arme persoon moet vasten, net zoals iemand die rijk is. In het vasten zie je de dingen anders, zo niet gaan ze u verstoren.

Als een arme mens denkt men niet aan het geven van geld aan andere mensen. Maar door te vasten wordt hij vrij van elke agressie in hem. Van een rijke persoon kan worden verwacht dat hij geld schenkt aan de arme. Op deze wijze kunnen we spreken van een soort verzoening tussen beiden. Maar geestelijk gezien, denk ik dat we niet bekwaam zijn om ons in alles te verzoenen. We zijn enkel bekwaam iets beter te vinden wanneer we het kunnen vinden. Als we de liefde tot anderen ontdekken, kunnen we heel gemakkelijk televisie of geld ontzeggen, omdat we hebben ontdekt dat de liefde een hogere waarde heeft. Neem een hond met zijn lievelingsbot: u zult dit niet uit zijn muil kunnen trekken. Maar als u hem een lekkere biefstuk toewerpt, zal hij onmiddellijk het bot laten vallen.

Wij moeten deze positieve weg ontdekken. Wij zijn Christenen en we moeten niet enkel de zonde bestrijden, want elke mens moet dit doen. Onze eerste verplichting is om in deze wereld te leven als Christenen, het goede tentoon te spreiden en het slechte uit ons weg te laten vloeien. Wanneer we deze hogere waarden hebben ontdekt, wordt de strijd tegen de zonde veel gemakkelijker.

Janice: Wat de geest van het vasten betreft, kunt u een beetje meer uitwijden over wat de Heilige Moeder wenst?
Vr. Slavko: Vasten maakt ons vrij, zowel geestelijk als lichamelijk. Als we door het vasten een groter verlangen tot God kunnen bereiken, dan worden we meer bevrijd van de materiële dingen en daar begint de vrede. Oorlog beginnen omdat we gehecht zijn aan bepaalde materiële zaken waar wij ons willen aan houden, of als we iets willen dat een andere persoon heeft. Door het vasten begint er een soort van bevrijding van de materiële verlangens. Wanneer wij deze innerlijke vrijheid van materieel bezit beginnen te leven, dan hoeven we niet te spreken van de geest van opoffering.

Het is een kwestie van geestelijke groei. Als er ons iets stoort in onze geestelijke groei, dan kunt u dit opzij zetten, er van afzien. Bijvoorbeeld wordt er van de Heiligen gezegd dat ze dikwijls hun familie, hun voedsel, ontzegden, met andere woorden: ze leefden in een soort woestijn. Ik zeg neen: zij ontzegden zich in werkelijkheid niet zoveel. Ze volgden het pad naar God. Het werd een soort gewoonte, een soort vanzelfsprekendheid voor hen dat ze bepaalde dingen lieten, omdat ze een houvast hadden aan Hem. Eenmaal u God omhelst, laat u ook de andere dingen varen, omdat er geen ruimte meer voor is. En zo is de uitweg niet het opgeven van weelde of luxe, want u hebt iets beter gevonden, wanneer u God hebt gevonden. God laat geen ruimte in uw leven voor andere zaken.

Janice: Wanneer mensen welvarend zijn, zijn ze dan geestelijk veilig met hun bezittingen?
Vr. Slavko: Uiteraard zijn er steeds welvarende mensen geweest en het is moeilijk voor hen wanneer zij God ontdekken. Maar ze worden minder afhankelijk van wat ze eens als weelde aanschouwden. Wanneer ze God vinden, voldoen de wereldse dingen hen niet langer meer en zullen ze minder kostbare tijd verkwisten aan aardse voldoening.

Janice: Wat is het onmiddellijke doel van gebedsgroepen?
Vr. Slavko: Elke gebedsgroep moet groeien in een soort bedevaartsbewustzijn ... een wandeling naar God. Voor ons, Christenen, is de doelstelling niet de hoeveelheid gebeden of vas en, zoals de farizeeërs, maar het is de vrede in ons hart en de liefde voor de anderen. Dit betekent ware liefde voor God, niet enkel een ongelovig humanisme.

Janice: Hoe groeien wij in ons gebedsleven?
Vr. Slavko: We weten dat we nood hebben aan zuivering, verzoening en vergevingsgezindheid. En de mensen die dit soort leven hebben ontdekt zullen te biechten gaan en als gevolg hiervan bijna uit zichzelf gaan bidden.

Janice: Wat de biecht betreft, hoe dikwijls moeten wij te biechten gaan?
Vr. Slavko: Hier is de algemene regel: biecht elke maand. Opnieuw wordt dit niet opgelegd, maar is het een uitnodiging. Als we intens beginnen leven met God, dan voelen we dat, van zodra we iets verkeerd hebben gedaan, we onze handen moeten gaan wassen. Als onze handen zijn bevuild, moeten we ook geen maand wachten met het wassen van onze handen. Dit is een normale uitnodiging. Als een mens ziek is, gaat hij meer naar de dokter dan anders. Maar gezonde mensen moeten zich ook regelmatig laten onderzoeken.

Janice: Hoe bereiden wij ons voor op de biecht?
Vr. Slavko: Wanneer wij ons voorbereiden op de biecht, vragen wij niet wat we verkeerd hebben gedaan. Vraag in plaats hiervan: houden wij werkelijk van God boven alles, in alle omstandigheden en houden we van onze naaste zoals van onszelf? Wat dat betreft zei de Heilige Jacobus: "Zelfs de rechtvaardigen falen zeven maal per dag" omdat we steeds meer kunnen liefhebben. We kunnen zuiver liefhebben.

We moeten steeds groeien in onze bekering. Als we bevredigd zijn met enkele "Onze Vaders" en een jaarlijkse biecht, als we handelen zoals iemand die zegt: hoe minder belastingen we betalen, hoe beter we leven, dan bent u het dynamisme verloren van het geloof, het geloof in God en het geloof in de medemens.

Janice: Hoe moeten we de boodschappen thuis naleven?
Vr. Slavko: In nederigheid. U kunt anderen uitnodigen om mee te doen, maar niet in de zin van: "Dit is het! Kom en voeg u bij ons!" Wees eerder een licht voor de anderen door uw eigen bekering, en nodig vriendelijk de anderen rondom u uit om u te vergezellen op het pad van het zoeken naar God, als bedevaarders.

Janice: Is het waar dat de Heilige Moeder heeft gevraagd om drie uur per dag te bidden?
Vr. Slavko: De Heilige Moeder heeft gevraagd om 24 uur per dag te bidden, onophoudelijk te bidden, het Bijbelse voorschrift, wat betekent: het leven in een staat van gebed. Jezus heeft ons ook hiertoe opgeroepen. Maar in haar onderricht van het gebed start Zij heel vriendelijk met ons. Als u naar iemands huis zou gaan en zeggen dat u drie uur per dag zou moeten bidden ginds, zou dit een vreselijke fout zijn. Doe zoals de Heilige Moeder vraagt en begin met zeven "Onze Vaders," "Weesgegroetjes" en "Glorie zij de Vaders". Niemand kan zeggen dat zoiets te veel is.

Als u dan doorgaat, zult u de tijd vinden voor de Rozenkrans, de Bijbel, de Mis. Herinner dat Zij enkel na drie maanden verschijningen vroeg voor het bidden van de volledige Rozenkrans. Enkel na vijf jaar en negen maanden, vroeg Onze Lieve Vrouw aan Marija’s gebedsgroep om drie uur per dag te bidden voor het Heilige Sacrament. Maar wees nooit bevreesd om te beginnen met de zeven "Onze Vaders." Begin langzaam, maar houd vol en groei.

Janice: Wat is de werkwijze voor de boodschappen?
Vr. Slavko: Tot januari van dit jaar kregen we wekelijkse boodschappen op donderdag. Nu zijn de boodschappen voor de wereld enkel op de vijfentwintigste van de maand. Deze worden onmiddellijk verspreid. Ik wil benadrukken dat de Heilige Moeder Zelf deze boodschappen doorgeeft. Zij geeft niet dagelijks een boodschap: Zij komt bidden met de kinderen. Er zijn geen dagelijkse publicaties rond wat er met hen gebeurt. De echte boodschap is: Zij is met ons! Het feit dat de verschijningen plaatsvinden voor de Heilige Mis, is een boodschap op zichzelf, een voorbereiding.

Janice: Wat is het belangrijkste waar we ons moeten op focussen, bij deze verschijningen te Medjugorje?
Vr. Slavko: Dit: Jezus heeft ons de Heilige Maagd geschonken, door Johannes aan de voet van het Kruis. En Hij schonk ons aan Haar. Zij heeft steeds "Ja" gezegd tegen Jezus, zelf aan de voet van het Kruis, waar Zij onze Moeder werd. En nu, in deze kritische tijden, heeft God Haar naar de wereld gezonden. Zij is hier elke dag bij ons in Medjugorje. Haar boodschap, haar oproep tot geloof, vrede, gebed, boete, verzoening, vasten en bekering is bedoeld om al Haar kinderen in de wereld terug naar Haar Zoon, Jezus te brengen.

Vertaling: Chris De Bodt

20-07-1975
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Medjugorje: interview van Janice Connell met Mirjana Dragicevic [1989]
Medjugorje: interview van Janice Connell met Mirjana Dragicevic [1989]

Van de zes zieners was Mirjana Dragicevic de eerste van wie de dagelijkse verschijningen van de Gezegende Moeder stopten. Op Kerstmis 1982 kreeg zij het tiende geheim toevertrouwd en nu verschijnt de Gezegende Moeder enkel nog op haar verjaardagen en naar aanleiding van speciale gelegenheden. Vanaf 1987 begon ze boodschappen op de tweede dag van elke maand te ontvangen om Mirjana te helpen met de zware draaglast van de geheimen en om haar voor te bereiden op de nakende vervulling van de geheimen. Het is Mirjana die op instructie van de de Gezegende Moeder de geheimen zal onthullen, één geheim per keer door E.H. Petar Ljubicic te Medjugorje. Hij, op zijn beurt, zal ze delen met de wereld, drie dagen voorafgaand aan de gebeurtenissen die zij profeteren.

Recent kwam de Gezegende Moeder tot haar met een boodschap zo vol van tegenspoed dat Mirjana zichtbaar ontdaan was als ze deze herhaalde: "Liefste Kinderen, ik ben met jullie al gedurende enkele jaren ... om jullie te vertellen dat God, jullie Vader, de enige weg, waarheid en leven is ... om jullie de weg te tonen om het eeuwig leven te bereiken ... Wees een goed voorbeeld voor jullie kinderen en voor degene die niet geloven. Jullie zullen op de aarde geen geluk hebben, noch zullen jullie naar de hemel gaan, als jullie geen bescheiden of zuiver hart hebben en als jullie de wetten van God niet vervullen."

Tranen kwamen in Mirjana’s ogen, als ze het volgende vertelde: "Ik vraag julie hulp om samen met mij bidden voor degene die niet geloven. Jullie helpen me weinig. Jullie hebben weinig liefdadigheid of liefde voor jullie buren, en God gaf jullie de liefde en toonde hoe jullie anderen zouden moeten vergeven en liefhebben: om deze reden, verzoen jullie en reinig jullie zielen door te biechten. Neem jullie rozenkrans en bid. Draag jullie lijden met geduld. Herinner hoe geduldig Jezus voor jullie heeft geleden.

De Gezegende Moeder eindigde met een dringende bemerking: "Leg jullie geloof niet op aan ongelovigen; toon het hen door jullie voorbeeld en bid voor hen, mijn kinderen, bid!"

Mirjana is een contradictie. Ze is de enige van de zieners die Medjugorje verliet om een hogere opleiding te zoeken, die ze bereikte met de bemoediging van de Gezegende Moeder. Maar het was een moeilijke tijd voor haar. Ze voelde zich alleen in de cosmopolitische stad van Sarajevo en leefde daar tussen de jongen mensen voor wie God niet bestond. Ze droeg een kruis en men keek daarvoor op haar neer. Het stelde haar geloof op de proef en zorgde ervoor dat ze zich volledig toewijdde aan God. Vandaag helpt ze de Medjugorje bedevaarders en voelt ze een zeker spanningsveld voor de jonge mensen die geen doel hebben en alleen maar oog hebben voor wereldse, tijdelijke dingen.

Mirjana is een zeer dierbaar, toegenegen persoon ... ze is ook barmhartig en bezit een hoeveelheid intellectueel evenwicht. Terzelfdertijd is ze zeer diep gevoelig voor de gevaarlijke toestand van de wereld. Haar schichtigheid is evident voor iedereen die met haar enkele tijd doorbrengt. Zo ook heeft ze mededogen voor degene die God niet kennen. Haar grootste affectie gaat naar haar kinderen. Als ze met haar kinderen is, verdwijnt haar normale gereserveerdheid en straalt ze.

[nota nvdr: Het volgende materiaal opgetekend via private interviews werd georganiseerd volgens de gebruikelijke manier. Zoals met alle Zieners werden de interviews opgenomen en vertaald. Door de taalbarrière, werden de interviewers begeleid door een tolk. Om de vertekening te minimaliseren en er zeker van te zijn dat ze zo dicht mogelijk de intentie van de Zieners benaderden, keerde de auteur terug naar Medjugorje met het manuscript van de interviews in het Engels. Mirjana, die aan de universiteit in het Engels gestudeerd had, las het manuscript zelf. De andere zieners luisterden naar een tolk die hun interviews lazen in het Kroatisch voor hun goedkeuring. Vader Tomislav Pervan, pastoor van Heilige Jacobusparochie, Medjugorje op het moment dat de interviews begonnen, bekeek vervolgens het manuscript en keurde het goed.]


Janice: Heeft u verscheidene private interviews gegeven sinds uw dagelijkse verschijningen op Kerstdag 1982 stopten ?
Mirjana: Neen, ik geef weinig private interviews.

Janice: Hoe dikwijls ziet u nu de Gezegende Moeder?
Mirjana: Ik zie de Gezegende Moeder elk jaar op mijn verjaardag, 18 maart en zij communiceert met mij door locutie op de tweede van elke maand.

Janice: Kunt u beschrijven wat u meent door locutie?
Mirjana: Ik "hoor" de Gezegende Moeder, juist zoals ik u hoor spreken tegen mij.

Janice: U hoort haar met uw oren?
Mirjana: Ja.

Janice: Zult u deze communicatie met de Gezegende Moeder voor de rest van uw leven hebben ?
Mirjana: De Gezegende Moeder beloofde mij iets heel speciaal: ze zal mij verschijnen elk jaar van mijn leven op mijn verjaardag en op de momenten dat ik ernstige moeilijkheden heb.

Janice: Betekent dat, volgens u, dat de Gezegende Moeder op aarde zal verschijnen tenminste één keer per jaar gedurende je leven?
Mirjana: Ja.

Janice: Weet u hoe lang u zal leven?
Mirjana: Neen.

Janice: Is dit de laatste verschijning van de Gezegende Moeder op aarde?
Mirjana: De Gezegende Moeder heeft dat gezegd.

Janice: Wat denkt u dat dat betekent?
Mirjana: De Gezegende Moeder is hier gedurende een lange tijd. U zult dat begrijpen als de geheimen zijn vervuld.

Janice: Kunt u ons een tip geven?
Mirjana: Als u bidt, zult u het weten.

Janice: Zal de Gezegende Moeder boodschappen voor de wereld hebben elk jaar op uw verjaardag?
Mirjana: Ja. Haar boodschappen op mijn verjaardag zijn voor al haar kinderen van de wereld. Ik ben enkel een instrument. Op momenten van speciale moeilijkheden in mijn leven beantwoorden Maria’s verschijningen deze moeilijkheden.

Janice: Als u deze verschijningen met de Gezegende Moeder heeft, bent u dan bewust van uw fysische aanwezigheid tijdens tijdens de verschijning?
Mirjana: Ja. Ik ben op de aarde, met mijn lichaam dat de grond raakt.

Janice: Bent u er volledig bewust van waar u bent?
Mirjana: Ik ben mij van niets bewust tenzij van de aanwezigheid van de Gezegende Moeder.

Janice: Kunt u beschrijven wat u voelde als de verschijningen begonnen?
Mirjana: De eerste dag, als Ivanka met vertelde dat ze de Gezegende Moeder had gezien, geloofde ik haar niet. Ik was vijftien. Ik dacht dat de Gezegende Moeder in de hemel was. Ik dacht niet dat ze zich om iemand zoals ons zou bekommeren. Ik had nog nooit gehoord van Fatima of Lourdes. Ik wist niets van verschijningen. Als Ivanka me vertelde om naar de berg te kijken, gaf ik er niet om om ernaar te kijken. Ik vroeg me af wat er met haar gebeurde. We keerden terug naar huis, en later op de avond, vroeg Milka Pavlovic Ivanka en mij om haar te helpen met het verzamelen van de schapen. Ik wilde terug naar de berg gaan en we gingen dus met haar mee. Daar was de Gezegende Maagd Maria op de berg waar ze vroeger was verschenen.

Janice: Wat was uw reactie ?
Mirjana: Ik had schrik! Maar de volgende dag op hetzelfde tijdstip voelden we het verlangen om naar dezelfde plaats te gaan, en dan hoorden we de Gezegende Moeder ons roepen om de heuvel te bestijgen.

Janice: U hoorde haar?
Mirjana: Ja, en ze wuifde naar ons. We waren aan de voet van de heuvel. Zij riep ons om tot bij haar te komen.

Janice: U was niet meer bang?
Mirjana: We hadden schrik! Als we de tweede dag kwamen, vielen we bijna flauw!

Janice: Jullie vielen flauw? Waarom?
Mirjana: Omdat ik er niets van begreep, en ik zag haar, de Moeder van God!

Janice: Waarop geleek de verschijning op dat moment?
Mirjana: Er was een ongelooflijk licht. De Gezegende Moeder hield de baby Jezus in haar armen; ze bedekte Hem en ontblootte Hem terwijl ze ons riep. Het was overweldigend. We kwamen uit een klein dorp, niet zoals de jonge mensen uit Amerika of Europa. De meisjes waren nog nooit van huis weggeweest. Thuis, school, familie ... dat was ons leven.

Janice: Wie sprak het eerst?
Mirjana: Ivanka.

Janice: Wat zei ze?
Mirjana: Ze vroeg de Gezegende Maagd Maria naar haar moeder die een maand eerder was gestorven. De Gezegende moeder vertelde haar dat haar moeder in de hemel was, dat haar moeder bij haar was en dat ze het goed maakte.

Janice: Hoorde u dat de Gezegende Moeder zeggen?
Mirjana: Ja.

Janice: Wat gebeurde er dan?
Mirjna: We gingen de eerste dagen terug naar dezelfde plaats en we hadden nog steeds schrik. De eerste week zei de Gezegende Moeder niet veel. Ze was bewust van ons onbehaaglijk gevoel en was zeer liefdevol. Ze was zeer, zeer zachtaardig voor mij. Dan begon ze ons te vertellen waarom ze kwam.

Janice: Was het dan dat de Gezegende Moeder begon te spreken over de geheimen?
Mirjana: Ja. Maar als we deelden wat de Gezegende Moeder ons vertelde, hadden we veel vervolging; niemand geloofde ons! Mensen zegden dat ik drugs van Sarajevo meegebracht had. Ik was vijftien jaar; ik wist nauwelijks iets af van drugs toen! Mensen dachten dat we gek waren.

Janice: Wat zei de Gezegende Moeder over al die dingen?
Mirjana: De eerste keer toen ik hoorde wat de mensen over me zegden, kon ik de volledige nacht geen oog dicht doen. Maar de volgende dag zei de Gezegende Moeder me dat ik me daar helemaal niet moest om bekommeren. Ik zou me nooit iets mogen aantrekken van wat andere mensen ooit over mij zouden zeggen. Ze zei me dat alles in orde zou komen.

Janice: En was u dan vrij van zorgen?
Mirjana: Ja! Ik trok me het allemaal niet meer aan. Als mensen zegden dat ik drugs nam, lachte ik erom!

Janice: Hoe genade-vervullend het effect van de Gezegende Moeder op uw ziel was!
Mirjana: Ja. De Gezegende Moeder is de Koningin van de Vrede. Ze brengt altijd vrede.

Janice: Maar dingen waren ver van vredevol in het begin. De pastoor, de burgemeester, de politie, veel van de dorpelingen dachten dat u gek gewoden was... Hoe ontwikkelde uw relatie met de Gezegende Moeder onder zulke moeilijke omstandigheden?
Mirjana: De Gezegende Moeder was Zich zeer bewust van onze angst. We spraken, baden en we zongen. Langzaam deed ze ons begrijpen dat ze onze echte Moeder is. Later als de tijd voorbij ging en we ons goed voelden bij haar, waren we bekwaam om met haar, als onze echte Moeder, over onze problemen en verlangens te praten.

Janice: Waarom is de Gezegende Moeder onze "echte" moeder?
Mirjana: Omdat ze de Moeder is van het Eeuwig Leven. Ze wil dat ieder van ons, die het kindje Jezus aan Haar gaf vanaf het Kruis, in de hemel bij Hem zou zijn en met God voor de eeuwigheid.

Janice: En wat over onze moeders op aarde?
Mirjana: Ze geven het kind een fysisch leven als ze dat kind dragen. Ze leiden dat kind naar het eeuwig leven als ze het kind leren en opvoeden in geloof en vertrouwen.

Janice: Wat zouden aardse moeders moeten doen?
Mirjana: Zij, samen met de vader van het kind, zouden al hun kinderen moeten toewijden aan God en hun kinderen aanleren een heilig leven te leiden.

Janice: Heeft de Gezegende Moeder u ooit fysiek aangeraakt?
Mirjana: Neen.

Janice: Heeft u haar ooit aangeraakt?
Mirjana: Ik niet. Ooit zag ik Jacov haar aanraken. Hij was de jongste, slechts 10 jaar. We knielden allen neer, en de Gezegende Moeder verscheen aan ons. Het was de vijfde augustus, dat is Haar verjaardag zoals de Gezegende Moeder ons verteld had. Jacov was erg opgewonden. Van zodra ze verscheen, strekte hij zich om Haar aan te raken en riep het uit: "Gelukkige verjaardag, Heilige Moeder!". We waren verrast op dat moment. We waren gegeneerd en vroegen de Gezegende Moeder aan niemand te vertellen wat hij had gedaan.

Janice: Wat deed de Gezegende Moeder?
Mirjana: Ze nam zijn hand en hield het teder in haar handen.

Janice: Mirjana, hoeveel langer zult u nog studente blijven [Op het moment van het eerste interview van de auteur met Mirjana, was ze nog altijd een student aan de universiteit van Sarajevo, waar ze landbouwkunde studeerde]?
Mirjana: Ik heb nog vier examens en dan zal ik gedaan hebben.

Janice: Is het werk hard?
Mirjana: Elke dag denk ik aan het einde van mijn studies.

Janice: Bidt u voor uw studiewerk?
Mirjana: Ja. Speciaal met de examentijd.

Janice: Helpen uw gebeden om goede punten te halen?
Mirjana: Soms als mijn punten niet erg goed zijn, vraag ik Jezus waarom Hij mij niet meer helpt.

Janice: Antwoordt Hij je dan?
Mirjana: Neen. Ik weet dat ik onvoldoende succes heb omdat ik niet genoeg gestudeerd heb.

Janice: Gedurende de tijd dat u de dagelijkse verschijningen van de Gezegende Moeder had, liet Zij dan weten dat ze geïnteresseerd was in uw studies?
Mirjana: Ja. Als de verschijningen begonnen, dacht iedereen dat we gek waren. De Gezegende Moeder vertelde me dat Ze gelukkig zou zijn als ik uit Medjugorje zou verhuizen en iets zou gaan studeren. Ze zei me dat ik er bekwaam voor was en dat ze graag wou dat ik naar school ging.

Janice: De Gezegende Moeder vertelde u om van hier te verhuizen en naar school te gaan?
Mirjana: Ze zei niet dat ik moest; ze zei dat ze gelukkig zou zijn als ik dat deed. Ze wenste dat ik naar school zou gaan.

Janice: Gaf de Gezegende Moeder u andere raadgevingen i.v.m. uw leven?
Mirjana: Ja, ze gaf me een heel wat raadgevingen hoe te leven.

Janice: Kunt u ons daarover wat zeggen?
Mirjana: Bijvoorbeeld, als we Haar vroegen wat Zij wou dat wij deden met ons leven, dan zei Ze ons dat als we kozen om zuster of priester te worden, dan moesten we echte zusters of priesters zijn. Als we besloten om te huwen en een familie te stichten, zouden we een voorbeeld voor de wereld moeten zijn van een katholieke familie.

Janice: Voor de wereld?
Mirjana: Ja. Heden ten dage is het belangrijk voor ons om voor anderen voorbeelden te zijn van hoe een familie zou moeten zijn.

Janice: Heeft u reeds besloten om te huwen, in het klooster te treden of om alleen te blijven?
Mirjana: Nog niet. Ik wil eerst mijn school afmaken. [Na haar graduaat huwde Mirjana een medestudent Marco Soldo, een neef van de Franciscaner Broeder Slavko Barbaric].

Janice: Gedurende uw jaarlijkse verschijning en de bijzondere gesprekke die u nu heeft met de Gezegende Moeder, adviseert Zij u over uw leven?
Mirjana: In het begin deed Zij dat. Maar nu brengen we het meeste van onze tijd door met samen te bidden voor de ongelovigen, en praten we over de boodschappen.

Janice: Vertelt ze u over dingen om deze met de wereld te delen?
Mirjana: Wij, de zes zieners, zijn niet belangrijk. We zijn juist zoals een telefoonlijn voor alle dingen die God zou willen zeggen aan de wereld. We zijn zoals een telefoonlijn via dewelke God communiceert met Zijn kinderen.

Janice: Ontvangt u dezelfde boodschappen?
Mirjana: De boodschappen zijn dezelfde voor ons, met uitzondering van de geheimen.

Janice: Mirjana, waarom is de Gezegende Moeder gekomen?
Mirjana: Ze is onze echte Moeder en ze wil dat wij allemaal naar de boodschappen, die ze ons geeft, luisteren en gehoorzamen. Ze wenst dat zo omdat later, als de geheimen worden ontsluierd er geen ongelovigen meer zijn.

Janice: Weet u of iedereen zal geloven als de geheimen zich beginnen te ontwikkelen?
Mirjana: Er zullen nog altijd ongelovigen zijn als de tijd komt van de geheimen.

Janice: Verschillende mensen vragen of de verschijningen van de Gezegende Moeder hier in Medjugorje betekenen dat we aan het einden van de tijden gekomen zijn. Heeft de Gezegende Moeder iets gezegd over de apocalyps of de tweede komst van Christus?
Mirjana: Dat is een gedeelte van de geheimen. Ik wil daar niets over zeggen.

Janice: Moeten we schrik hebben?
Mirjana: Neen, in het geheel niet. Ik heb de hemel gezien. Niets op de aarde is één moment waard om zich zorgen te maken. We zijn Gods kinderen! Mochten de mensen zich eens realiseren hoeveel Hij van ons houdt, en wat Hij voor ons heeft voorbereid, dan zouden zij vervuld zijn van zo'n vrede!

Janice: Mirjana, u wordt dikwijls geciteerd dat als de mensen die zich niet bekeren, ze erg zullen lijden ... is dat waar?
Mirjana: Ja. Dat is niets nieuw voor Christenen. God schiep ons voor Hemzelf, maar Hij gaf ons onze vrije wil. Degene die de vrijheid gebruiken om dingen niet te doen volgens Gods wil ondergaan het lijden van de kinderen van satan. God geeft Zijn kinderen de hemel, maar satan knecht zijn kinderen in de hel.

Janice: Heeft de Gezegende Moeder daarover gesproken ?
Mirjana: Natuurlijk. Dat is waarom ze gekomen is.

Janice: Mirjana, u werd geciteerd dat u niet alleen de tien geheimen kent maar ook de verschillende data waarop deze geheimen zullen plaats vinden. Is dat waar ?
Mirjana: Ja.

Janice: Veroorzaakt dit lijden?
Mirjana: Vooreerst veroorzaakt het een immense pijn bij mij. Maar de Gezegende Moeder heeft mij geholpen.

Janice: Kunt u ons iets vertellen?
Mirjana: Er zullen gebeurtenissen op aarde plaatshebben die waarschuwingen voor de wereld zijn, vóór het zichtbare teken aan de mensheid wordt gegeven.

Janice: Zal dit gebeuren terwijl u leeft?
Mirjana: Ja, ik zal daarvan een getuige zijn.

Janice: In welke zin?
Mirjana: Drie dagen vóór elke gebeurtenis zal ik Vader Pétar Ljubicic verwittigen.

Janice: Welke rol zult u spelen als vooraanstaande getuige van deze geheimen?
Mirjana: Mijn getuigenis zal een bevestiging voor de wereld zijn dat de verschijningen te Medjugorje authentiek zijn en een stimulans zijn voor de bekering van de wereld.

Janice: Zullen veel mensen sterven tussen het moment van de eerste waarschuwing en het permanente teken beloofd in Medjugorje?
Mirjana: Na het zichtbare teken zullen degene die nog in leven zijn een tijdje krijgen om zich te bekeren.

Janice: Mirjana, dat komt over alsof God zo wreed is.
Mirjana: Oh neen! God is niet wreed! God is liefde, enkel liefde. Wreedheid en kwaad komen van satan. Maar met onze vrije wil zullen we elk moment voor God of satan kiezen. Degene die uit vrije wil voor satan kiezen, zij die Gods geboden/aanbevelingen niet volgen of er niet aan gehoorzamen, zullen boeten, in het verderf gestort worden en ten onder gaan.

Janice: U zei ooit dat de Gezegende Moeder u verklaarde dat mensen in de hel niet bidden. Dat zij God van alles beschuldigen. Dat zij de hel naar zichzelf brengen en, als resultaat, worden ze één daarmee. Dat zij gewoon raken aan conflict, wanorde en een totaal gebrek aan vrede. Dat zij tieren tegen God in een constante staat van woede. Zij lijden, maar ze zijn vrij om terug te keren naar God voor hulp en ondersteuning. Waarom willen zij niet tot God bidden voor hulp?
Mirjana: Zij haten God.

Janice: Spreekt de Gezegende Moeder over de ongelovigen op deze aarde die God haten en Hem beschuldigen van elk slecht ding?
Mirjana: Ja. Dat is waarom Zij hier is. Zij smeekt alle mensen op aarde om terug te keren tot God en zich te bekeren. Zij is de Moeder van alle mensen op aarde en ze wil niet dat zelfs één van haar kinderen naar de hel gaat.

Janice: Wat gebeurt er met mensen die zicht weigeren te bekeren, of terug te keren tot God of zich te verzoenen met anderen?
Mirjana: Zij zullen lijden ondergaan, vreselijke boete door hun keuze.

Janice: Spreekt de Gezegende Moeder daar soms met U over ?
Mirjana: Ja. Dat is waarom ze weent. Ze smeekt ons te bidden voor de ongelovigen zodat ze de liefde kunnen realiseren die God heeft voor al Zijn kinderen. Hij houdt van wat Hij schept.

Janice: Wat beveelt u ons aan om te doen?
Mirjana: Aanvaard de diepe vrede en geluk die komt als we ons overgeven aan God en ons verzoend hebben met broeders en zusters. De Gezegende Moeder verlangt hevig dat niemand op aarde wordt uitgesloten van deze vrede en geluk.

Janice: Hoe moeten we eraan beginnen?
Mirjana: Bid, speciaal tijdens de eucharistieviering en praat met ongelovigen. Moedig hen aan om te leven naar de boodschappen van de Gezegende Moeder. En het belangrijkste is, vraag de gelovigen om door hun voorbeeld te tonen wat geloof is.

Janice: Dan zouden we tegen andere mensen moeten spreken over de boodschappen van de Gezegende Moeder?
Mirjana: Ja, maar voorzichtig. Ga niet van huis tot huis. Als je enkele vrienden hebt om wie je geeft en waarvan je weet dat ze ongelovigen zijn, dan praat je uit liefde met hen. Maar traag. Je kunt hen niet forceren, omdat ze slechts in staat zullen zijn om een beetje per keer te begrijpen. Bid voor hen en toon hen door je eigen voorbeeld wat het antwoord op deze boodschappen is.

Janice: Hebt u enige praktische raad die u met ons kunt delen en die u zelf hebt geleerd van de Gezegende Moeder?
Mirjana: Ja. In elk mooi ding dat je op de aarde ziet, herken je God. Wees dankbaar tegenover God. Denk aan Hem elke dag. Praat met Hem elke dag. Tracht bewust te worden van Zijn onmetelijke liefde.

Janice: In een visioen zag paus Leo XIII dat aan satan een eeuw werd gegeven om de Kerk te testen. Is dat deze eeuw?
Mirjana: Ja. Veel mensen weten dit al gedurende een lange tijd. Satan zal heersen tot het eerste geheim is ontvouwd.

Janice: Zal de vervulling van de geheimen in Medjugorje de kracht van satan breken?
Mirjana: Ja.

Janice: Hoe?
Mirjana: Dat maakt deel uit van de geheimen.

Janice: Wat deze eeuw betreft, is het waar dat de Gezegende Moeder een gesprek tussen God en de duivel aan u heeft beschreven? Daarin beweerde de duivel dat mensen enkel in God geloofden als het gedurende het leven goed met ze ging. Het moment dat het slechter ging, dan stopten ze in God te geloven. Dan beschuldigden de mensen Hem of deden alsof er geen God was. En dus stond God de duivel een eeuw toe om uitgebreide kracht uit te oefenen en de duivel koos deze erge tijden.
Mirjana: Ja, vandaag kan je satans macht overal zien; iedereen is ontevreden, mensen kunnen met mekaar niet meer omgaan. Scheiding, gebroken huwelijken, verwaarloosde kinderen, geboren en ongeboren, haat, rancunes en bitterheid in de families, tussen broers en zusters, ouders en kinderen, man en vrouw ... dit is allemaal, zei de Gezegende Moeder, het handwerk van de duivel.

Janice: Al deze dingen komen van satan?
Mirjana: Zeker. Ze komen van de zonde. Tenminste één persoon moet een zonde begaan opdat deze daden plaats hebben. Hij tracht altijd de mensen tot zonde aan te zetten. Waar er bij iemand een gebrek is aan liefde, beïnvloedt satan deze persoon.

Janice: In de moderne wereld geloven niet veel mensen dat satan bestaat.
Mirjana: Oh, ja, hij bestaat! Ik heb persoonlijke ervaringen met hem. satan is de kwaadste kracht als schepsel. Ontmoetingen met hem zijn angstaanjagend.

Janice: In E.H. Svets boek beschrijft u het wachten op de Gezegende Moeder in uw kamer: "Ik knielde neer en had het kruisteken nog niet gemaakt, als er opeens een heldere lichtflits en de duivel verscheen ... schrikwekkend, bedreigend, en ik wist niet wat hij wou. Ik realiseerde me dat ik verzwakte en dat ik flauw viel. Als ik bijkwam stond hij daar nog steeds, lachend. Het scheen dat hij me een vreemde soort sterkte gaf zodat ik hem bijna aanvaardde. Hij vertelde me dat ik erg mooi en zeer gelukkig zou zijn enz... Hoe dan ook, ik zou de Gezegende Moeder niet nodig hebben; zei hij en ook geen behoefte aan geloof. "Ze heeft jou niets anders gebracht dan lijden en moeilijkheden," zei hij. Maar hij zou me alles en veel mooiers geven, om het even wat ik wil. Dan zei iets in mij ... ik weet niet wat, of het iets bewust was of iets in mijn ziel: "Neen! Neen! Neen." Dan begon ik te schudden en voelde me vreselijk slecht. Dan verdween hij, en de Gezegende Moeder verscheen. Als ze verscheen, kwam mijn sterkte terug ... alsof ze dat in mij herstelde. Ik voelde mij terug normaal. De Gezegende Moeder zei me: "dat was een verleiding, maar het zal je niet meer gebeuren."
Mirjana: Die ervaring was schrikwekkend. Ik wil er liever niet meer aan denken.

Janice: Hoe kunnen we de aanwezigheid van satan herkennen?
Mirjana: Hij bekoort ons altijd door de mooie dingen van de wereld te beloven. Hij tracht altijd om een echte gelovige te bekeren weg van het pad naar de hemel. satan is het kwaad op zichzelf, maar hij komt altijd vermomd. Gewoonlijk kan je zijn aanwezigheid voelen als er verwarring is of wanorde of een conflict. Hij geniet er speciaal van om familierelaties te vernietigen. Hij is zeer krachtig. Hij kan herinneringen vertekenen, hij kan zelfs hetgeen, wat wij denken dat de realiteit is, verdraaien. Hij wil altijd dat we zonden begaan. Dat is waarom de Gezegende Moeder ons altijd oproept om in vrede te leven, God te vertrouwen en ons met alles aan God over te geven. De Gezegende Moeder zegt dat om deze vrede te hebben, we ons in elke situatie met mekaar moeten verzoenen. Als we de andere vergeven en mekaar echt liefhebben dan verliest satan zijn macht. Hij heeft geen plaats waar liefde en vergevingsgezindheid bestaat.

Janice: Kunt u ons een voorbeeld geven van zijn manipulatie?
Mirjana: Ja. Soms als je nadenkt over het bidden of over naar de mis te gaan of over geld te geven voor liefdadigheid, dan zal er iets zijn dat u stoort of onderbreekt of verstrooit. De telefoon zal rinkelen als je klaar staat om naar de kerk te gaan, of je zult aan iets anders denken waarvoor je je geld kunt gebruiken, om jezelf te behagen. Dat is satan.

Janice: Hoe kunnen we zijn invloed herkennen?
Mirjana: Door uw eigen gedrag. Als u van zichzelf vindt dat u iets slecht doet of iemand kwetst, dan weet u dat hij verwikkeld is met u.

Janice: Wat zouden we dan moeten doen?
Mirjana: Ons keren naar God en vragen voor Zijn hulp.

Janice: Vertelt de Gezegende Moeder ons dat?
Mirjana: Ja. Ze zegt ons om naar Jezus te luisteren en te zijn zoals Hij.

Janice: Is het slecht om kwaad te worden?
Mirjana: Ja. Boosheid is een groot kwaad en een favoriet werktuig van satan.

Janice: Kunt u uitleggen wat u meent?
Mirjana: Wel, bijvoorbeeld, ik heb een broer die 15 jaar jonger is dan mij. Hij is de jongste van de familie, en dikwijls voelt hij zich als een baby.  Soms vraagt hij me om zijn vlees op zijn bord te snijden.Hij is volledig bekwaam om zijn eigen vlees te snijden, en ik ervaar gevoelens van woede. Maar de Gezegende Moeder vertelde me dat het satan is als ik kwaadheid voel. Als ik naar mijn kleine broer roep, dan roept mijn moeder naar mij, en mijn vader roept dan naar mijn moeder en op een mum van tijd zal de hele familie naar mekaar roepen. De Gezegende Moeder heeft me verteld om in haar naam te bidden op de momenten wanneer de gevoelens van woede opkomen. Ik zeg, "Maria, help me!" Dan kan ik zijn varkensvlees snijden en zeggen: "Wil je dat ik je vlees nog meer snijd?" Er zijn zoveel dingen die we doen die door satan worden beïnvloed en we zijn er ons niet van bewust. Hij bespeelt speciaal onze gevoelens. Het is nodig dat we bidden voor onze gevoelens.

Janice: Spreken over gevoelens, u vermeldde eens dat de Gezegende Moeder in tranen kwam.
Mirjana: Ja. De Gezegende Moeder weent dikwijls over de zondige weg waartoe we gevallen zijn. Ze zegt dat Gods hart vol is van medelijden. Zij vraagt ieder van ons terug te keren naar God, Hem te vertrouwen. Zij verheft nooit haar stem. Ze zegt nooit iets kwetsend. En mensen hebben haar zoveel pijn gedaan, speciaal met deze verschijning. Zij ontkennen haar aanwezigheid, zondigen i.v.m. ons, en zoveel andere dingen. Ze is onze echte Moeder. Ze weent over het gevaar waarin we leven door ons te verwijderen van God, en ze bidt altijd voor ons.

Janice: Bidden ?
Mirjana: Ja. Het is door het gebed dat we Gods liefde voor ons ervaren. En we zouden moeten leren uit de waarschuwing die ze ons geeft over satan: als iemand roept ... in de familie, op het werk of op school .... dan zal de andere persoon terug roepen en de derde persoon zal roepen, en satan heeft heeft op dat moment iedereen geraakt.

Janice: Staat satan achter de eerste roep?
Mirjana: Ik geloof van wel, omdat satan ons altijd verleidt tot zonde.

Janice: Waarom ?
Mirjana: Dat vraag ik me ook al lange tijd af.

Janice: Als u zich kwaad voelt, helpt bidden dan altijd?
Mirjana: De Gezegende Moeder heeft me geleerd om aan haar Zoon te denken: ongeacht wat de beulen Hem aandeden gedurende Zijn passie, zij konden Jezus niet verleiden tot de zonde van de woede. De Gezegende Moeder zei dat we satan kunnen overwinnen door gebed en vasten. We zijn Gods kinderen als we bidden en satan heeft geen macht over Gods kinderen. Het is enkel mogelijk om vergiffenis te schenken en iemand echt graag te zien als we bidden en vasten. Anders zijn onze harten te hard om te vergeven. Ook moeten we heilig water gebruiken en gezegende voorwerpen dragen. Het belangrijkste dat we kunnen doen is echt waakzaam te zijn bij het bidden.

Janice: Hoeveel bidt u?
Mirjana: Drie rozenkransen per dag.

Janice: Hoe lang duurt dat?
Mirjana: Verschillende uren.

Janice: Heeft u een speciale plaats waar u bidt?
Mirjana: Ja, in mijn kamer.

Janice: Gaat u dagelijks naar de mis?
Mirjana: Neen. Ik volg elke college aan de universiteit en daar is geen mis. Maar zelfs als er één was, zou ik niet naar de kerk gaan omdat ik moest. Ik ga wel verscheidene keren per week naar de mis, omdat ik voel dat God, mijn Vader, mij roept. Hij kent mijn levensomstandigheden. Ik vind altijd een weg om naar de mis te gaan als Hij me roept.

Janice: Heeft u een lievelingsgebed?
Mirjana: Ja, Weesgegroet Heilige Koningin.

Janice: Kent u de toekomst van uw leven?
Mirjana: Neen, en ik vraag het niet.

Janice: Heeft u de hemel, de hel en het vagevuur gezien?
Mirjana: Ik heb het vagevuur gezien en de hemel maar niet de hel omdat ik die niet wilde zien.

Janice: Kunt u de hemel beschrijven ?
Mirjana: Ik zag de hemel alsof het een film was. Het eerste ding wat ik bemerkte waren de gezichten van de mensen daar; ze straalden een soort van innerlijk licht uit dat toonde hoe immens gelukkig ze waren.

Janice: Is de hemel een reële plaats?
Mirjana: Ja. De bomen, de weiden, de lucht zijn totaal verschillend van alles wat we op aarde kennen. En het licht is stralender. De hemel is zo mooi en overtreft elke vergelijking met om het even wat ik ken op aarde.

Janice: Hadden de mensen lichamen?
Mirjana: Ja.

Janice: Welke leeftijd hadden ze?
Mirjana: Ze waren verschillend van hoe wij er nu uitzien. Misschien waren ze ongeveer 30 jaar.

Janice: Wat deden ze ?
Mirjana: Zij wandelden in een mooi park. Zij hadden alles. Ze hadden niets nodig. Zij waren volledig voldaan.

Janice: Welke kleding droegen zij?
Mirjana: Ze waren gekleed in een soort van kleding die Jezus droeg.

Janice: Hadden de mannen baarden?
Mirjana: Ik weet het niet. Ik was zo verbaasd dat ik me dat niet meer herinner.

Janice: Zagen deze mensen u?
Mirjana: Ik zag hén. Het was een visioen. Het duurde niet lang.

Janice: Mirjana, heeft u het vagevuur gezien?
Mirjana: Ja. Er zijn verschillende niveaus in het vagevuur. Hoe meer je op aarde bidt, des te hoger jouw niveau in het vagevuur zal zijn.

Janice: Hoeveel niveaus zijn er ?
Mirjana: Het laagste niveau is het dichtste bij de hel, waar het lijden het meest is. Het hoogste niveau is het dichtste bij de hemel, en daar is het lijden het minst. Op welk niveau je bent, hangt af van de graad van reinheid van je ziel. Hoe lager de mensen in het vagevuur zijn en hoe minder zij in staat zijn te bidden, des te meer zij lijden. Hoe hoger iemand in het vagevuur is en hoe gemakkelijker hij bidt, des te meer hij geniet van het gebed en hoe minder hij lijdt.

Janice: Hoe lang verblijven de mensen in het vagevuur?
Mirjana: Ik weet het niet. Ik weet wel dat de Gezegende Moeder ons heeft gevraagd om voor de zielen in het vagevuur te bidden. Ze zijn hulpeloos en machteloos om voor zichzelf te bidden. Door het gebed kunnen wij, mensen op aarde, veel doen om hen te helpen. De Gezegende Moeder vertelde me dat als zielen het vagevuur verlaten en naar de hemel gaan, zij dit meestal doen op Kerstmis.

Janice: Mirjana, wat, hoe weinig ook, is u toegelaten om aan ons iets te vertellen over de 10 geheimen?
Mirjana: De twee eerste geheimen komen als een voorafgaandelijke waarschuwing voor de gehele wereld en als een bewijs dat de Gezegende Moeder hier in Medjugorje is.

Janice: En het derde geheim?
Mirjana: Het derde geheim zal een zichtbaar teken in Medjugorje zijn ... permanent, onvernietigbaar en mooi.

Janice: Zijn de tien geheimen regionaal of globaal?
Mirjana: Ik mag die vraag niet beantwoorden.

Janice: Zijn ze pijnlijk voor Medjugorje of voor de ganse wereld?
Mirjana: Voor de ganse wereld.

Janice: U heeft gezegd dat het achtste geheim slechter is dan de zeven vorige, en dat het negende zelfs nog slechter is en het tiende volledig slecht en niet kan worden tegengehouden of verminderd, hoe dan ook ... is dat waar ?
Mirjana: Ik kan daar niets over zeggen omdat zelfs een woord het geheim kan onthullen vóór haar tijd.

Janice: Wat zouden we moeten doen?
Mirjana: De boodschappen van onze Gezegende Moeder bereidt ons voor op wat er komen gaat. Zij roept ons nu op tot bekering, wat betekent volledige overgave aan God. Als we dat doen, moeten we niet bang zijn, zelfs niet voor de dood.

Janice: U zei dat de macht van satan door de voltooiing van de geheimen zou worden doorbroken. Hoe?
Mirjana: Ik wens verder geen commentaar te geven op de geheimen.

Janice: Het moet erg pijnlijk voor u geweest zijn als de dagelijkse verschijningen van de Gezegende Moeder aan u stopten?
Mirjana: Ik was zo ontdaan dat ik wenste te sterven. Ik bad en bad, maar de Gezegende Moeder verscheen niet. Uiteindelijk verscheen ze na zes dagen om me te verklaren dat ze niet langer op regelmatige basis zou komen maar alleen op mijn verjaardag, 18 maart, en op momenten waarop ik het moeilijk heb. Ik geloofde dit niet echt; ik dacht dat de verschijningen zouden verder gaan. Ik hunkerde zo daarnaar dat ik bad en bad. Maar de Gezegende Moeder zegde dat ik in de wereld moest leven zoals de andere mensen, zonder haar dagelijkse aanwezigheid. Ik was in het begin zo verdrietig dat ik wilde sterven en om in de hemel te worden opgenomen, enkel om bij de Gezegende Moeder te zijn.

Janice: Bleef u de Gezegende Moeder horen met uw oren?
Mirjana: Neen, maar wanneer ik ook bad, ik kon haar dicht bij me voelen. En langzamerhand, met haar hulp, kwam ik ertoe om de dingen te aanvaarden zoals ze zijn.

Janice: Maar nu komt ze naar u op de tweede van de maand. Kunt u ons vertellen waarom?
Mirjana: De Gezegende Moeder komt nu naar mij toe als ik haar nodig heb. En het gaat altijd over de geheimen. Soms kan ik de druk van het kennen van de geheimen moeilijk aan. Gedurende die momenten stelt de Gezegende Moeder me op mijn gemak en moedigt mij aan.

Janice: Zijn ze vreselijk?
Mirjana: Ja, het is hard voor mij. Maar hoe slecht ze ook zijn, terzelfdertijd vertelde ze me dat we geen schrik hoefden te hebben. God is onze Vader, Maria is onze Moeder.

Janice: Dus waarom bent u dan nu kwaad, omdat de Gezegende Moeder moet komen om u te troosten, op te monteren en aan te moedigen?
Mirjana: Omdat er zo veel mensen zijn die niet geloven, die God niet aanvaarden als hun Vader, Maria als hun Moeder. Ik maak me zoveel zorgen om hen dat ik het nauwelijks kan dragen! Mijn lijden is zo groot voor hen dat ik echt de hulp van de Gezegende Moeder nodig heb om te overleven.

Janice: Uw "lijden" is echt een barmhartigheid voor de ongelovigen?
Mirjana: Ja. Ze beseffen echt niet wat hen te wachten staat.

Janice: Hoe beurt de Gezegende Moeder u op?
Mirjana: Zij en ik bidden samen voor degene die niet geloven.

Janice: Wie zijn deze ongelovigen?
Mirjana: Ongelovigen zijn diegene die geen verlangen hebben naar God en niet bekwaam zijn om God te aanbidden. Ze brengen hun leven door met voorbijgaande dingen. Ontevredenheid, gebrek aan vrede, en moeilijkheden zijn de echte vruchten van de arbeid van een ongelovige. De Gezegende Moeder is onze Moeder. Ze voelt heel erg mee met de moeilijkheden en bekommert zich erg om het lijden van haar kinderen als ze hun leven verkwisten met dingen van voorbijgaande aard, dingen die niet blijven duren. Dit is een tijd van grote genade maar ongelovigen kiezen ervoor om het pad dat naar nergens leidt, te bewandelen.

Janice: Maken de gebeden die u samen met de Gezegende Moeder doet een verschil voor de ongelovigen?
Mirjana: Wel, ik vroeg dat en inderdaad, ze maken een verschil. En we bidden tot God, dat Hij de harten van de ongelovigen zal veranderen zodat ook zij in hun hart het verlangen naar Hem krijgen.

Janice: Is het daarom dat De Gezegende Moeder aan haar trouwe kinderen van de wereld vraagt om nu te bidden en te vasten en boete te doen?
Mirjana: Ja. Ze beveelt ons allemaal aan om te bidden ... en als we bidden, zal ze bidden met ons.

Janice: U bent nu met de Gezegende Moeder al voor verschillende jaren!
Mirjana: Ja, ik heb een zeer intieme moeder-dochter relatie met haar, gebaseerd op haar immense liefde voor mij. Zij, de Moeder van Jezus, zou graag dezelfde relatie hebben met iedere persoon op aarde.

Janice: Als u niet bidt, waarover spreken jullie dan?
Mirjana: We praten altijd over de rest van Maria’s kinderen, de behoeften en de noden van al haar kinderen. De Gezegende Moeder is het meest bezorgd over de ongelovigen. Ze zullen worden uitgesloten.

Janice: Wat kunnen we doen?
Mirjana: De Gezegende Moeder zou willen dat alle families de rozenkrans samen bidden. Ze pleit voor een terugkeer van het familiegebed en verlangt ernaar dat alle kinderen van God naar de hemel gaan. Niets in de wereld is belangrijker dan het gebed!

Janice: Is er een speciaal gebed?
Mirjana: Bid speciaal de rozenkrans. De Gezegende Moeder zegt dat we geen idee hebben hoe machtig een rozenkransgebed is. Als we dat met ons hart bidden en elk mysterie overwegen (blijde, droevige, glorievolle en de mysteries van het licht) dan wandelen we naast Maria door Zijn hele leven. Jezus is de weg naar de hemel, of mensen Hem bij naam kennen of niet. Degene die met Maria op het pad van Jezus’leven wandelen, hebben het leven met God.

Janice: Mirjana, alvorens we onze conversatie beëindigen, heeft u nog een speciaal advies?
Mirjana: Ja. Waarschuw de mensen voor satans macht. Hij wil de hemel stelen van ons. Vertel hen om te bidden en te vasten. Vertel hen over Gods onmetelijke liefde voor ons. Vertel hen dat niets op aarde waarde heeft tenzij het tot God leidt. Vertel hen dat onze echte thuis de hemel is. Geen lijden op aarde is te veel als de echte beloning de hemel is. Ik heb de hemel gezien! Het is zo ’n geschenk van Gods liefde! We zijn Gods kinderen; niets van deze aarde is waard om er ons zorgen over te maken.

Janice: Wat moeten we doen om de hemel te verdienen?
Mirjana: Wees een baby in Gods armen.

Vertaling: Henk


Foto




Weetjes over Medjugorje

Geografie

Kroatië

Bosnië en Herzegovina

Godsdienst

Wetenschap

Portret van de zieners

Maria's uiterlijk

De 5 pijlers van het geloof

Vragen en antwoorden

Standpunt van het Vaticaan

Ratzinger bezocht ooit Medjugorje "incognito"

1e onderzoekscommissie

2e onderzoekscommissie

3e onderzoekscommissie

4e onderzoekscommissie

De kwestie Herzegovina 1

De kwestie Herzegovina 2

De kwestie Herzegovina 3

Profetieën nemen hun tijd

Mirjana meer en meer op de voorgrond

Bestemming van de ziel

De Podbrdo [Verschijningsberg]

De Krizevac [Kruisberg]

Het Votiefkruis

Parochiekerk Jacobus de Meerdere

Uitbreiding biechtgelegenheid

Kapel der Twee Harten

Oasi delle Pace

Verrezen Christus

Cumunità Cenacolo

Mother's Village

Vr. Slavko Barbaric

Vr. Jozo Zovko

Vr. Pétar Ljubicic

Ratko Perics toorn

Heeft Zanic Medjugorje verraden?

Vr. Amorthe betreurt apathie

Siroki Brijeg

Retraîtekasteel

Zr. Emmanuel Maillard

Ivans gebedsgroep

Nedjo Brecic

Christoph Schönborn

St. Stephansdom, Wenen 2012

Scalambra & Casale Monferetto

Madonna van Civitavecchia

Little Audrey Santo

Maria's verjaardag

Medjugorje en Moederdag

De IIPG [1]

De IIPG [2]

De IIPG [3]

De IIPG [4]

De IIPG [5]

De weide van Gumno

De priester die verdween

Nieuwe taksen op logies

Mirakel van de Maan

Documentaire 1983

BBC Documentaire 2010

Documentaire Mary TV

The Miracle of Medjugorje


Interviews Medjugorje

Mirjana Dragicevic [2008]

Mirjana Dragicevic [1998]

Mirjana Dragicevic [1983]

Mirjana Dragicevic [1989]

Mirjana Dragicevic [1]

Mirjana Dragicevic [2]

Mirjana Dragicevic [2009]

Vicka Ivankovic [2008]

Vicka Ivankovic [1983]

Vicka Ivankovic [2007]

Vicka Ivankovic [1988]

Vicka Ivankovic

Ivan Dragicevic [2003]

Ivan Dragicevic [2004]

Ivan Dragicevic

Ivanka Ivankovic [1983]

Ivanka Ivankovic [1989]

Ivanka Ivankovic

Pétar Ljubicic [2004]

Pétar Ljubicic [2006]

Pétar Ljubicic [2008]

Slavko Barbaric [1987]

Gabriele Amorth [2002]

Jakov Colo

Jakov Colo

Jakov Colo [2007]

Marija Pavlovic [2008]

Marija Pavlovic [1989]

Marinko en Dragico Ivankovic [1983]

Damir Coric [1983]

Marica Kvesic [1983]

John en Andja Setka [1983]

Jelena Vasilj [2002]

Jelena Vasilj en
Marijana Vasilj [1]

Jelena Vasilj en
Marijana Vasilj [1]

Zlatko Zudac [1999]

Bisschop Hnilica [2004]





Overige Weetjes

Bestemming van de Ziel

Theresia van Lisieux
over het Vagevuur

Maria Simma

De invloedrijkste vrouw

Engelen

Twaalf stappen voor een gelukkig heengaan

Twaalf fabels over het Katholieke geloof

Pater Pio en Karol Woijtyla

San Nicolàs de los Arroyos

La Madonna del Ghisallo

O.L.V. Van den Oudenberg

Fatima:
Reeds eeuwen Mirakels

Jacinto Marto uit Fatima
door Fr. Robert J. Fox

Profetieën nemen hun tijd

Jacinto Marto uit Fatima
door Zr. Lucia Dos Santos

Ingrid Betancourt

Dikwijls gewichtige feiten
nà verschijningen

satans opzet

De Graal van Valencia

Notre-Dâme du Laus

Kibeho, Rwanda

Esther en Mordechai

Monte Cassino

Gods adres

Jezus' geboortekerk [1]

Jezus' geboortekerk [2]

De Komeet Lulin

De Komeet Elenin

De Komeet Honda

Samuel Alexander Armas

De Geur van Regen

Jaar van de Priesters

Dr. Gloria Polo's terugkeer

Ian McCormack: Een blik
in de eeuwigheid

Middel tegen komende pandemie

Kim Phuc

Michael Anderson

Zeven kenmerken
van een goede vader

O.L.V. van Las Lajas

Vaders Liefdesbrief

O.L.V. van Ocatlàn

Elena Desserich

Rom Houben

Overlijden Mari-Loli Mazon

Advent

Gered door een engel?

Kerst in de loopgraven

Mgr. Peter Savelbergh

Ontdekking v/d sarcofaag v/d H. Philomena

De Heilige Mis

Petrus Lombardus

Oscar, de kat

Tieners, geef hen nooit op!

Ontdekking te Nazareth

Efeze: Maria's Huis

Wonderdadige Medaille

De rivier Kwai

De Exodus

Valentino Mora

Het vijfde Maria Dogma

Elizabeth Kindelmann

H. Louis de Montfort

H. Clelia Barbieri's
miraculeuze stem

Steven en Djaingo

Het wonder van San José

Aalst, België's 9/11

Het getal 11

Maria en het getal 101

Sterven op 33

Is dit St. Jozef's graf?

Het Kerstverhaal
en Koning Herodes

De Kardinale Climax

Winterzonnewende 2010

En de maan werd rood

Schoonheid van Wijwater

De dag die ontbrak

Het celibaat

De vierde ruiter van de Apocalyps

De maagdelijke geboorte

Jordanië claimt oudste christelijke vondst

Colton Burpo versus Stephen Hawking

H. Gelaat van Manoppello

Padre Pio: under investigation

Grace

Michael Browns retreat

7 niveau's van het liegen

De dood van Sint Jozef

De dood van Maria

Betekenis van Maria's naam

Het Aramees in opmars

De Bosnische pyramiden

Brugge, het Jeruzalem van het Noorden

Wonder te Skopje


Diverse Profetieën
Miscellanous Prophecies

Profetieën nemen hun tijd

Is dit de tijd waarover ze spraken?

Garabandal [1961-65]

Israël en Bijbelse Profetie

Pinksterprofetieën 1975

Quito [17de eeuw]

Kenmerken v/d antichrist

A.C. Emmerich [1]

A.C. Emmerich [2]

De Kremna Profetieën

Hildegard van Bingen

Belpasso [1986-88]

2 Noorse profetieën

La Salette [1846]

Anna Maria Taigi

Diversen

Heilige Mechtildis

Non van Tours

Heilige Nilus

Bernardine Von Busto

Non van Bellay

Kloosterling Hilarion

Don Giovanni Bosco

Elizabeth Canori Mora

Judah Ben Samuel

Jeanne Le Royer

Giacchino di Fiore

Bartholomeüs Holzhauser

Madeleine Porsat

De profeet Daniël

Kibeho, Rwanda

Ida Peerdeman

H. Ireneüs van Lyon

Methodius van Olympus

H. Hippolytus van Rome

Firmanus Lactantius

De Berkenboomprofetieën

Dr. Arnold Fruchtenbaum

H. Ephraïm de Syriër

H. Cesarius van Arles

Columba van Ierland

Elena Aiello

Beda, de eerbiedwaardige

Odilia van de Elzas

Johannes Damascenus

Adso, de Monnik

Anselmus van Canterbury

H. Vincent Ferrer

Joachim van Fiore

Johannes Friede

Thomas van Aquino

John of the Cleft Rock

Franciscus van Paola

H. Birgitta van Zweden

Robertus Ballarminus

Dionysus van Luxemburg




















Het Laatste Geheim

1. Een enorm mysterie

2. Sterk en zedig

3. Dagen van duisternis

4. Moeder van de Heer

5. Boven de zon

6. Gog en Magog?

7. Door de straten van de stad

8. Vanop de hoogste bergen

9. Kleine geheimen

10. Klokslag twaalf

11. Lichten, geluiden, graven

12. De klokken luiden

13. Donderslag in de verte

14. Geheime aanwezigheid

15. Vuurzuil

16. Geheimen van de Rozenkrans

17. Het voorteken

18. De zeven

19. Het voorgevoel

20. Signalen en vloeken

21. Afschuwelijke wonderen

22. De kastijding

23. Naschok

24. Waar duivels beefden

25. Geheime Martelaren

26. Geheim van de gehoorzaamheid

27. Geheim van het vertrouwen

28. Ik wacht op u

29. De geest van opstand

30. Genade en rechtvaardigheid

31. De Profetie

32. Voorbij de grenzen
van de kennis

33. Geheimen in
Amerika en Europa

34. Geboren in de hel

35. Cathérina's geheim

36. Geleende tijd

37. Ik zal uw Moeder zijn

38. Het grote Teken

39. Koningin van de Eeuwigheid











Thomas à Kempis
De navolging van Christus

Boek 1.1

Boek 1.2

Boek 2

Boek 3.1

Boek 3.2

Boek 3.3

Boek 4.1

Boek 4.2



Novenen

Maria Onbevlekte Ontvangenis

OLV van Lourdes

OLV Van Fatima

OLV Van Banneux

OLV van de Berg Carmel

OLV Hemelvaart

H. Maagd van de Wonderdadige Medaille

Maria Lichtmis

Don Bosco

Maria Boodschap

Sint Jozef

Heilige Familie

Goddelijke Barmhartigheid

Heilige Geest

Kindje Jezus

Engelbewaarder

Aartsengel Michaël

Aartsengel Gabriël

Franciscus van Assisi

Antonius van Padua

Pater Pio

Heilige Benedictus

Heilig Hart van Jezus

Heilige Rita

Sint Valentijn

OLV van Altijddurende Bijstand

Jean Marie Vianney

Theresia van Lisieux

Maria, die de knopen ontwart

OLV van de Bezoeking

Zielen in het Vagevuur

Kracht van het Kruis
tegen het kwade

H. Gelaat van Jezus

Hart van Jezus en Maria

Kindje Jezus van Praag

OLV van Genezing

Miraculeuze Maagd

Pater Damiaan

Heilige Anna

H. Maria Goretti

Heilige Peregrinus

Heilige Expeditus

Sint Joris

H. Margareta van Cordoba



Films

Padre Pio

The Miracle of Our Lady of Fatima

The 13th Day

Het Lied van Bernadette

One Night with the King

Faustina

Docu: Faustina Kowalska

Docu: Mariaverschijningen

Docu: OLV van Guadalupe

Vincentius a Paolo

Sint Paulus

Sint Petrus

Docu: Pater Damiaan

Passion de Jeanne d'Arc

Story of Father Damien

Docu: Garabandal

Exorcism of Emily Rose

The Nativity Story

Don Johannes Bosco

The Passion of The Christ

King David

Romero

Jean de Florette

Manon des Sources

Abraham

Mozes

Solomon

Jacob

Francesco

A man for all seasons

The Apocalypse

Docu: H. Maria Goretti

Docu: The birth of Israël

Docu: The six-day war

Docu: Ghosts of Rwanda

Becket

Gospel of Luke

Gospel of Matthew

Gospel of John

Acts

Unsolved mysteries

Joseph

Samson and Delilah

H. Rita van Cascia

Thérèse de Lisieux

Isaak, Jacob & Esau

Fray Martin de Porres

Lourdes [2000]

Clara & Francisco

Maria Goretti

Mother Theresa




Astronomische verschijnselen

28/11/2011



Blog tegen de wet? Klik hier.
Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs

 

Real Time Web Analytics

Page Content

Page Content