Er waren ook een massa verschijningen en de periode was nog maar begonnen. Er waren geen eenmalige waarnemingen meer. Heel veel mensen hadden meerdere of "vervolg-verschijningen." Zoals gewoonlijk leek Maria de voorkeur te geven aan zij die nederig waren, maar ze verscheen ook aan Paus Honorius III, Koningin Helena van Frankrijk en Prinses Ermesinde van Luxemburg.
Het geval van de prinses had plaats in de buurt van een heldere bron of Clairefontaine, waar het gebied zijn naam aan ontleende. Clairfontaine was niet ver van Luxemburg en was zes decennia eerder gezegend door de H. Bernardus die in het gebied op reis was. Blijkbaar was het toen al gekend als een plaats van heilige wonderen, met het bruisende water dat langs weelderig gebladerte in een prachtige stroom liep.
Ruines abdij van Clairefontaine
Het was in deze charmante vallei dat Prinses Ermesinde, die herstellende was van de recente dood van haar echtgenoot, haar visioen had terwijl ze onder een eik zat te bidden. Het was een ervaring die zou leiden tot de oprichting van een klooster dat toegewijd was aan het Hart van Jezus. Sommigen zeggen dat de prinses ingedommeld was, anderen zeiden dat ze wakker was en neerzat. Of het nu een visioen of een verschijning was, ze zag de hemel "opengaan" en een vrouw van onvergelijkbare bevalligheid neerdalen op een wolachtige witte wolk. Het was Maria, en ze hield Jezus in de armen. Ze naderde de prinses en bleef staan bij de stroom. Ze was omringd door een kudde onaards witte lammeren. Terwijl die samen kwamen glimlachte ze naar de dieren en aaide ze. Op hun rug hadden ze ongewone en onvergetelijke zwarte kruisen, maar het meest opvallende was het Kind, Dat van zon schoonheid was dat Ermesinde dacht dat er in de wereld geen gelijke kon zijn.
Sarcofaag prinses Ermesinde in de nieuwe abdij van Clairefontaine
Als Ermesindes ogen gesloten waren tijdens dit gebeuren, was het technisch gezien een "visioen" ... en dan nog een vluchtig. Er waren echter nog veel andere gevallen op dit zelfde belangrijke historische ogenblik, die ervaren werden in een volledig wakkere toestand of die tastbaar bewijs achterlieten. Dat was het geval in Spanje met een jonge herder, Francisco Alvarez, die aan de rand van Alcatraz woonde. Zijn geval typeerden veel van Marias verschijningen tijdens deze bepaalde periode. Alvarez, die een zwaar kreupele arm had, was op een namiddag aan de voet van een oude steeneik aan het slapen toen hij wakker werd door het plotse geluid van zn kudde die probeerde weg te vluchten. De volgende dag gebeurde hetzelfde. Iets maakte hen bang. Toen Alvarez uiteindelijk zag wat het was, werd hij ademloos: Uit de steeneik kwam een vreemd en intens licht en het geluid van muziek was nog vreemder.
Sterk onder de indruk viel Alvarez bewusteloos neer. Toen hij terug bijkwam zag hij dat het licht weg was en vervangen was door een beeldje van Maria met het Kindje Jezus. Het beeldje, dat mogelijks tijdens de invasie van de Moslims in de boom verstopt was geweest, sprak tot Alvarez en verzocht dat de dorpsmensen een kapel bouwden. Toen de herder zn bezorgdheid uitdrukte dat niemand zn verhaal zou geloven, werd hem gezegd zijn onbruikbare arm uit te steken en hij werd onmiddellijk genezen.
Dit was een geval van een sprekend beeldje, veruit de meest voorkomende verschijnselen, maar de visioenen en verschijningen waren interessanter. Terwijl visioen symbolische verschijnselen konden zijn, of als een droom, waren verschijningen levende figuren die men met de ogen zag en heel vaak was Maria niet doorzichtig of vluchtig, maar stoffelijk, wat betekende dat ze tastbaar was. Ze leek lichamelijk aanwezig te zijn. Ze kon een ziener aanraken. Ze verscheen aan een man, die we kennen als de Heilige Reginald van Sint-Gillis, toen hij in Rome was en ze zalfde zn ogen, oren, handen en voeten waardoor hij genezen werd van een ernstige ziekte. In 1221 was ze ook verschenen aan Antonius van Padua en moedigde hem aan toen hij twijfels had over haar Onbevlekte Ontvangenis ["Mijn zoon, wees er van overtuigd dat ik geboren ben zonder zonde"] en in 1226 bezocht ze Paus Honorius die ze vertelde dat hij een groep kardinalen moest negeren die tegenstander waren van de vestiging van de Orde der Karmelieten. Op gelijkaardige manier verscheen ze minstens twee maal aan Albert de Grote, die in zn jeugdjaren een ongetalenteerde, zelfs "domme" student was geweest, maar die door de Rozenkrans, door Maria en Christus te smeken, de gave van intelligentie kreeg en een autoriteit werd op het vlak van fysica, astronomie, scheikunde en biologie; een wetenschapper van zon niveau dat men hem vergeleek met de grote Roger Bacon. Hij blonk ook uit in filosofie en toen hij naar Keulen ging, was Thomas van Aquino één van zn leerlingen.
Antonius van Padua
In 1225 was er een getuigenis dat Maria gezien werd bij een graf waar ze de ziel van een jonge overleden jongen vergezelde terwijl ze naar de hemel steeg. Ze verscheen ook aan een Vlaamse vrouw, Lutgardis, die stigmata kreeg in de vorm van bloedvlekken, alsof ze een doornenkroon op haar hoofd had.
De standaardverschijning gebeurde aan diegenen wiens namen verloren zijn gegaan doorheen de geschiedenis of die ergens in een voetnota vermeld werden. In Kiev was er een missionaris met de naam Hyacinth die in 1231 de Mis begon toen er het nieuws kwam van een aanval van een Mongolenstam. De Tartaren waren plots de stad binnen gevallen en hun missie was alles en iedereen te vernietigen. Er was geen andere keuze dan onmiddellijk te vluchten. Nog steeds gekleed in zijn liturgisch gewaad, greep Hyacinth het Heilig Sacrament van het tabernakel en stond op het punt te vertrekken toen hij een onverklaarbare stem hoorde die uit een albasten standbeeld leek te komen. "Hyacinth, mijn zoon," zei Maria, "Ga jij me achterlaten om vertrapt te worden door de Tartaren? Neem me met je mee."
"Hoe kan ik dat doen?" vroeg Hyacinth. "Het beeld is te zwaar!"
"Neem me toch maar mee," smeekte Maria. "Mijn Zoon zal de last verlichten."
Op één of andere manier greep Hyacinth het grote standbeeld met één arm terwijl hij in de andere het Heilig Sacrament droeg, en ontsnapte zo aan de verwoestende vlammen in Kiev.
We zien dat Maria op verscheidene manier sprak, soms terwijl ze zichtbaar was, soms door beeldspraak, soms op non-verbale manier, en soms door standbeelden. Haar aanwezigheid maakte duidelijk dat de mensheid in grote nood verkeerde en dat er opnieuw een kastijding wenkte. Vlammen. Vuur. Ziekte. Er waren al zoveel waarschuwingen. Ze duidden op grote moeilijkheden terwijl de Kerk verwereldlijkte en de maatschappij op materialisme afstevende. Dit alles werd benadrukt door Marias geweldige verschijning aan zeven rijke handelaars in Florence. Deze zeldzame, gelijktijdige verschijning aan een groep mensen gebeurde op 15 augustus 1233 terwijl de handelaars, toegewijd maar bezeten door geld, na de Communie Thanksgiving vierden. Op dat moment zag elk van hen de Koningin van de Hemel en haar engelen omringd door een helder licht. "Verlaat de wereld en trek u samen terug in eenzaamheid om tegen uzelf te vechten," zei de Heilige Maagd. "Leef volledig voor God. Alzo zullen jullie hemelse troost ervaren."
Na een andere verschijning in 1234 bouwden de zeven mannen een primitieve kluizenaarshut op de Mont Scenario. Op Goede Vrijdag 13 april 1240, toevallig ook het Feest van de Aankondiging, verscheen Maria een derde maal en ze had een zwarte habijt, een boek, een perkamentrol en psalmboeken bij zich. "Dierbare en uitverkoren dienaars, ik ben gekomen om jullie gebeden te verhoren. Hier is de habijt die ik wil dat jullie vanaf nu dragen. Hij is zwart zodat hij jullie altijd mag herinneren aan de vurige smarten die ik ondergaan heb door mijn Zoons Kruisiging en dood. Deze perkamentrol met de woorden "Dienaars van Maria duidt de naam aan onder dewelke jullie gekend moeten zijn. Dit boek bevat de Regel van Augustinus. Door die te volgen zullen jullie deze psalmboek in de hemel verkrijgen, als jullie me trouw dienen op aarde." Dat was het begin van de Orde der Servieten.
Er was ook de Orde van Genade, die eveneens geïnspireerd werd door een gelijktijdig visioen door drie mannen: Petrus Nolascus, Raymundus van Peñafort (in die tijd de meest competente autoriteit op het gebied van kerkelijk recht), en Koning Jakobus I van Aragon in Spanje, die allen tijdens dezelfde nacht Maria zagen maar op verschillende plaatsen. Volgens de literatuur droeg ze hen op om samen te werken om een orde te vormen met als doelstelling het vrijkopen of redden van Christenen die door de Moren waren gevangen genomen. De drie mannen willigden haar verzoek in, en op een avond toen Koning Jakobus een plaats zocht om de orde onder te brengen was hij verbaasd bij het zien van zeven ongewoon heldere sterren die over een heuveltje zweefden. Het deed denken aan de zeven sterren die de engelen voorstellen in Openbaring 1:16. Het hele platteland was er getuige van. Het plaatsje noemde Puig. Toen Jakobus werklieden naar de plaats stuurde vond men nog een verborgen beeldje van Maria, binnenin een klok!
Heilige Simon Stock
Dan was er de grote openbaring aan Simon Stock. Dit was een klassieke, lichamelijke verschijning. Simon was een heilige kluizenaar wiens vader Heer van Kent was geweest. Op zevenveertigjarige leeftijd vervoegde Simon de Orde der Karmelieten en werd naar de oorsprong van de orde gestuurd, de berg Karmel in Israël. Gelegen in het noordelijke deel van dat land tussen Megiddo en Tyre, stond de Karmel er als getuigenis aan veel generaties van de mensheid. Daar, langs de bruisende Middellandse Zee, waren zn grotten de woonplaats geweest van prehistorische voorouders die begonnen met de homo erectus, doorheen het tijdperk van de Neanderthalers en dan een tijdperk dat verbonden is aan de opkomst van de moderne homo sapiens.
De berg Karmel was een rijke bron voor archeologen, maar zn spirituele geschiedenis was van groter belang. Het was de plaats waar Elia het vuur en de dood van de profeten van Baäl had gevraagd. Hij ging naar de top van de berg en zei zn dienaar zeven maal om naar de zee te kijken. Toen die dat eindelijk deed zag de dienaar het ongewone tafereel van "een wolk zo klein als de hand van een man" die uit het water steeg [1 Koningen 18:44], op een manier die ons doet denken aan het soort wolken die met de Maagd geassocieerd worden. En de Karmelieten zouden later inderdaad beweren dat de wolk (die uiteraard vele eeuwen voor haar geboorte gezien werd) Marias voorbode of "aankondiging" was.
Karmel, Haifa
Of dat nu waar is of niet, het was een zeer heilige plaats die door oude kluizenaars aan Maria was toegewijd. Simon was zo onder de indruk van de heilige mannen, wiens bestaan onthuld werd door de kruisvaarders, dat hij zich bij de orde voegde en al snel hun leider werd.
Maar nog meer dan een bestuurder was Simon Stock een visionair. Zijn beroemdste verschijning en één van de belangrijkste in de geschiedenis gebeurde tijdens een nacht van gebed op 16 juli 1251, toen zijn cel ondergedompeld werd in een immens licht dat de Heilige Moeder droeg. Maria hield het Kindje vast en ook een mouwloos bruin bovenkleed dat moest gekend zijn als het scapulier. Een wijd kledingsstuk dat door een monnik gedragen werd, zo werd het de habijt voor de Karmelieten. Later werd het voor leken aangepast als een touw met stoffen vierkantjes. En dat kondigde ook speciale tijden aan. Het kondigde ook de nood aan bescherming aan. Het was de bescherming die Maria beloofde. Zoals Simon zelf vertelde, "Ze verscheen aan mij met een talrijk gezelschap, en met de habijt voor de orde in haar handen zei ze : Dit zal voor u en alle Karmelieten een groot voorrecht zijn. Hij die sterft als hij het draagt zal niet lijden in het eeuwige vuur."
Bron: Michael Brown
Vertaling: Mario Lossie
17-05-1977
Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 17. Het Voorteken
Hoofdstuk 17: Het Voorteken
Er daalde een zoete genade neer op een bergdorpje in Italië. De naam van de plaats was beroemd maar slechts weinigen realiseerden zich de omvang van de verschijnselen. Er waren meer wonderen dan eender waar sinds de tijd van Jeruzalem. Het was als een membraan tussen twee dimensies. Zon honderdzestig kilometer van Rome lag Assisië een versterkte stadsstaat. Na zn val had het Westerse Rijk te lijden onder invasies door barbaren, en raapte vervolgens de moed bijeen om tegen de Turken en andere vijanden te vechten, zoals Keizer Frederick II die tegen de steden in de regio opkwam en die zo gevreesd werd dat sommigen dachten dat hij de Antichrist was.
In die gespannen en chaotische tijd was er een bijzondere monnik, John Bernardone. Omdat zn vader, een rijke handelaar, veel tijd in Frankrijk doorbracht, kreeg hij de bijnaam Franciscus, hetgeen "Fransman" betekende. Franciscus, die gevangen genomen werd tijdens een strijd tussen de steden Perugia en Assisië, had zowel de gevangenschap en een daaropvolgende ziekte met geduld doorstaan. Het leek wel of ze een voorbereiding waren op zijn bekering, die plaatsvond toen Franciscus een spreekwijze te horen kreeg dat luidde: "dien de meester in plaats van de man". Vervuld met de H. Geest had Franciscus al zn aardse bezittingen weggeven en zijn wereldlijke activiteiten vervangen door het gebed. Franciscus was een vriend van Dominicus, die hij in Rome had ontmoet, en was ook de ontvanger van spreekwijzen die zoals aangename regen over Assisië werden uitgestort. Op een dag was hij aan het bidden in een bouwvallige kleine kapel, toen er vanuit een Byzantijns kruisbeeld een stem kwam die zei: "Ga na daarheen, Franciscus, en verbouw mijn huis, want het staat op instorten!"
Franciscus had de boodschap letterlijk geïnterpreteerd en begon de kleine kerk te verbouwen. Later hervormde hij ook de volledige Christelijke Kerk door een grote religieuze orde te stichten, die we kennen als de bruin geklede, sandalen dragende Franciscanen. Ze verspreidden het geloof waar er twijfel heerste en mirakels waar rationalisme heerste. Ze zweerden het "ik" af en vervingen het door dienstbaarheid aan God.
Dit was een enorm geheim dat de Maagd koesterde: Zelfverloochening en losmaking van het "ik," het "ik" aan de kant zetten en zich enkel richten op wat God wilde bracht blijvende voldoening. Er was geen andere weg naar blijvende innerlijke rust dan door het diepste niveau van nederigheid te bereiken. Men ontving veel troost voor zon losmaking van het "ik" en Franciscus zelf, een meester in onbaatzuchtigheid, was als een wandelende verschijningsplaats. Hij was de grootste mysticus sinds de eerste eeuw. Velen waren getuige van de wonderdadige kracht van zn nederig gebed, zijn onbaatzuchtig gebed, of zagen hem daadwerkelijk in gesprek met hemelse wezens.
Een jonge man die Franciscus in het geheim in het bos gevolgd was, hoorde plots ongewone stemmen en was verbaasd toen hij Franciscus omringd zag door een licht dat de gedaanten van Christus, Johannes de Doper en Maria bevatte. Andere monniken zagen deze zelfde gebeurtenissen ook, maar het beroemdst waren de stigmata van Franciscus, bloedende wonden in de voeten en handen zoals die van Christus. Hij kreeg de stigmata op de berg Alverna toen hij vastte ter ere van Maria en de Aartsengel Michaël. De wonden werden aangebracht door een serafijn met zes vleugels van vuur, en tijdens die historische gebeurtenissen beweerden getuigen dat het leek alsof de berg Alverna in brand stond.
Franciscus van Assisi
Voor hen die, zoals Franciscus, nadachten over Maria en haar kracht kenden, kwam het niet als een verrassing dat haar verschijningen en haar vuur toenamen naarmate de spirituele oorlog voortduurde en een onheilspellende wending maakte. Franciscus had de vijand gehoord. Hij had zelfs het gezicht van de duivel gezien. Tijdens de avonden van eenzaam gebed in de kapel of in een grot, leek het alsof iemand achter Franciscus verscholen zat of dat een angstaanjagend hoofd over zn schouders keek. Biograaf Jöhannes Jorgensen schrijft: "Dan hoorde hij stemmen in de stormen die door de bergbossen fluisterden, de duivels lachten met hem, terwijl de uil huilde. Maar het ergste van al was het bijna onhoorbaar gefluister dat in de doodse stilte van de nachtelijke uren in de oren van Franciscus klonk, alsof het gefluisterd werd door hatelijke en boosaardige lippen..."
Assisi-Basiliek
De wereld was een gevaarlijke plek, een plaats van beproeving. Elke eeuw had zijn eigen kwaad, maar er waren eeuwen en tijden dat het kwaad een piek leek te bereiken. Het was net zon tijd. De gebeurtenissen groeiden naar een soort hoogtepunt. Het kwaad hing in de lucht, evenals de kastijding. "Uit de zee stijgt het Beest op dat, met klauwen zoals de beer en de muil van de leeuw en de ledematen en gelijkenis van de luipaard, woedend zn muil opent om de Heilige Naam te belasteren en onophoudelijk zn speren naar Gods Tabernakel en de heiligen in de hemel werpt," schreef Paus Gregorius in een bijna razende encycliek, toen Frederick de pauselijke staat en de paus zelf uitdaagde.
Zon opschudding maakte de kalmte van Franciscus nog opmerkelijker en dat was zelf het bewijs dat de broeder in contact stond met een kracht die niet van deze wereld was. Maria was zn toevlucht, maar hij maakte geen heisa rond elke verschijning. Hij beschouwde zon verschijnselen als routine. Hij wou nooit opvallen. Hij was zoals zijn patrones, de Maagd. Er was een verborgenheid rond hem terwijl hij op aarde was. "Eer aan God, omdat Hij dingen verbergt." [Spreuken 25:2]. Franciscus onderwees dat "wanneer Gods dienaar troost van God ontvangt in het gebed, zou hij, voordat hij zijn gebed beëindigd, zijn ogen naar de hemel moeten opslaan en met gevouwen handen tot God zeggen: Heer, Gij hebt Uw troost en vriendelijkheid uit de hemel naar mij, een onwaardige zondaar gezonden. Ik geef ze terug aan U, opdat Gij ze voor mij moge bewaren." Hij was een mysticus zoals er maar één of twee in een millennium voorkomen en heiligheid, zelfverloochening, en strikte trouw aan religieuze stellingen openden de poort der mirakels. Franciscus onderwees dat niemand de kennis van de hemel kon verkrijgen zonder nederig te zijn. De hemel verlangde hoofdbuigingen, zoals men Maria zo vaak zag doen, want nederigheid en wijsheid verdreven verleiding. Wat ieder in de ogen van God is, dat is hij en niets meer, zei Franciscus die zelf een dienaar was, een prediker, een kleine broeder die zichzelf onwaardig vond voor het priesterschap en dus nooit werd ingewijd. "Ik ben de aankondiger van de grote Koning," zei hij op een dag toen een bende rovers hem vroegen wie hij was.
Een aankondiger, niets meer. Hij stond in nauw contact met de geest van de Maagd, die over heel Assisië hing en waar op een dag een belangrijke basiliek zou gebouwd worden, de Heilige Maria der Engelen. Men zag haar in de oude stad, niet enkel door Franciscus maar ook door zn volgelingen. Toen Petrus van Montecchio na de dood van Franciscus op een dag zat te mediteren over het Lijden van Christus, verscheen de Heilige Moeder samen met Johannes de Evangelist en Franciscus. "Wees niet bang, beste broeder, want we zijn gekomen om je te troosten en je twijfels weg te nemen," zei Johannes, "Weet daarom dat de Moeder van Christus en ikzelf meer dan eender welk wezen gerouwd hebben om het Lijden van Christus, maar na ons heeft de H. Franciscus meer leed gevoeld dan eender wie. En daarom zie je hem in zon heerlijkheid."
Toen broeder Petrus vroeg waarom het gewaad van Franciscus prachtiger leek dan dat van Johannes, antwoordde de apostel dat "hij eenvoudiger kledij droeg dan ik omwille van zn liefde voor Christus."
Deze mystiek werd ook ervaren door een non met de naam Clara. Toen Assisië door de soldaten van Frederick belegerd werd, ging Zuster Clara bij de deur van haar klooster staan en had een zilveren en ivoren ciborie met het Communiebrood uit de kerk bij zich. Uit de ciborie kwam de stem van een Kind die zei: "Ik zal altijd jouw beschermer zijn." De belegering stopte en de handlangers van Frederick vertrokken.
Heilige Clara
Toen Clara stief zag ze op haar sterfbed een verschijning van Maria. Naar verluid zag Clara een optocht van hemelse maagden in witte kledij en gouden linten rond hun lichtgevende haar. Eén maagd was groter en mooier dan de anderen, en verlichtte de kamer als de zon. Het was Maria, die zich over Klara boog en haar bedekte met een sluier van licht. Het was onder die sluier dat Clara de eeuwigheid inging.
Maria verscheen ook aan monniken zoals Conrad van Offida, die haar met haar Gezegende Zoon in zon oogverblindende pracht zag, dat ze helderder waren dan al het licht. Deze verschijningen maakten deel uit van de vele verschijningen die nooit formeel geregistreerd werden. Ze werden nooit als officiële verschijningen beschouwd. Maar ze werden steeds talrijker. Toen een Franciscanenpriester uit de provincie Marches tijdens de Mis bij het Maria Voorwoord kwam, kwam Gods genade in zon vloed en met zon zoete troost, dat hij het bijna niet meer kon uithouden toen hij bij het kwam. Toen hij bij de consecratie kwam was de priester in zon extase dat hij het eerste deel steeds weer bleef herhalen. Zijn aandacht was gericht op het visioen van een menigte van engelen. Velen die de Mis bijwoonden weenden van ontzag en vreugde. Nog steeds ondergedompeld in de zoete gelukzaligheid, sprak de priester tot slot het Corpus Meum [Dit is Mijn Lichaam] uit en het brood leek te verdwijnen en werd vervangen door een visioen van de Verheerlijkte Christus.
De priester ging er zo in op dat hij na Mis in een gelukzalige bewusteloosheid viel die urenlang duurde.
Er zijn gelijkaardige verklaringen uit Frankrijk en België. Communiehosties waren doorheen Europa het middelpunt van buitengewone verschijnselen. Dit waren geen sprookjes. Er waren tijden en datums gekend. Soms waren er resten die gecontroleerd konden worden. Deze wonderen werden vernoemd in pauselijke buls. In sommige gevallen kwam er licht uit het gezegende brood of scheidde de Hostie effectief bloed af, zoals in Santarem, Portugal, waar bloed drupte uit een hostie die een vrouw stiekem uit de kerk wou meenemen om aan een tovenares te geven.
Dergelijke wonderen vermenigvuldigden zich tijdens de twaalfde en dertiende eeuw, evenals de verschijningen van Maria die men op een dag "O.LV. van het Heilig Sacrament" zou noemen. Ze bezocht Canterbury waar Becket was gestorven en Rostov, Rusland, waar ze gezien werd door Prins Yurly Dolgoruky. In Barcelona was er een verschijning geweest aan de H. Petrus Nolascus en in het Franse Orléans aan een man met de naam Dean Reginald.
Petrus Nolascus
Er waren ook twee wonderen. In Portugal, ten noorden van Lissabon, niet ver van Santaram in een plaatsje met de naam Fatima (dat tijdens de moslimbezetting genoemd werd naar Mohammeds dochter) was er een meisje uit het dorpje Reguengo do Fetal dat de kudde van haar gezin aan het hoeden was toen ze Maria zag. Er heerste een strenge droogte. Op een dag was het hongerige en dorstige meisje aan het wenen terwijl ze met haar eveneens hongerige kudde in de verlaten heuvels van Fatima liep, toen er plots een mooie dame aan haar verscheen. "Mijn klein meisje, waarom ween je?" vroeg de verschijning.
"Omdat ik honger heb," antwoordde het wenende meisje. "Ga terug en vraag aan je moeder wat brood," zei de vrouw. "De brooddoos is leeg. Ze heeft er geen meer voor mij," protesteerde het kind. "Ga," zei de vrouw op aandringende toon, "ga naar huis en vraag aan je moeder wat brood. Zeg haar dat je een vrouw ontmoet hebt die je stuurde om te zeggen dat er brood in de doos zit."
Het meisje gehoorzaamde en haastte zich naar huis om het haar moeder te vertellen, die uiteraard sceptisch was. Maar ze was ook nieuwsgierig. Ze ging naar de brooddoos, opende ze en stond aan de grond genageld toen ze zag dat ze gevuld was met voortreffelijk brood. De moeder en dochter aten van het onverklaarbare eten tot ze vol zaten. Toen het meisje naar de kudde terug keerde en dorstig werd, verscheen Maria opnieuw en zei haar dat ze haar stok in de grond moest steken. Toen het meisje dit deed, stroomde er koel water uit.
Maria was de troost en leiding in deze tijd van droogte en hongersnood en oorlog, in de tempus muliebre. Toen het Vaticaan na de dood van Gregorius weigerde om Fredericks ballingschap op te heffen, ontaarde de keizer in een vlaag van razernij. Er kwam oorlog en zij die trouw waren aan de paus werden met hete ijzers blind gemaakt, door paarden over stenen grond gesleept, of in zakken met giftige slangen genaaid en in het water gegooid. Het conflict verspreidde zich doorheen Italië en vervolgens naar Duitsland en deed het Christendom schudden om het duidelijk te maken dat het de verkeerde richting uitging, of als verwittiging dat als het zich te veel met wereldlijke zaken bemoeide, het wereldlijke gevolgen zou te dragen krijgen.
Dit waren enkel waarschuwingen. Er was nog veel meer op komst. De mensheid in de Middeleeuwen moest gezuiverd worden. Frederick werd gevreesd als de zoon van de ondergang, maar er waren nog veel andere "antichristen": de Mongolen die China binnenvielen en de swastika als amulet gebruikten, of de Egyptenaren die Jeruzalem heroverden.
Al deze opschuddingen werd begeleid door natuurlijke invloeden, aardbevingen in China, in Japan, en in Klein-Azië, dat was overgenomen door de Turkse Moslims.
Er was ook de plaag van de melaatsheid. Die vreselijke ziekte werd meegebracht naar Europa door de onfortuinlijke kruisvaarders en het was één van de voortekenen.
Bron: Michael Brown
Vertaling: Mario Lossie
16-05-1977
Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 16: Geheimen van de Rozenkrans
Hoofdstuk 16: Geheimen van de Rozenkrans
De verschijningen die in het begin als regendruppels kwamen en bij het begin van de Donkere Eeuwen als een beekje, waren tegen het jaar 1200 een constante en sterker wordende stroom geworden. In 1200 waren er tenminste drie grote verschijningen en tenminste zesendertig tijdens de rest van de eeuw.
De mensheid bevond zich te midden van een bovennatuurlijke periode en die viel samen met nieuwe gevaren. In Azië begon de heidense krijger Chingis of Ghengis Khan grote delen van de gekende wereld te veroveren. Nadat hij een rivaal, Ongkhan genaamd, verslagen had werd Khan prins der Mongolen en tijdens de eerste twee decennia viel hij China binnen, nam hij Peking in, en veroverde hij Perzië alvorens zijn ogen op Rusland en het reeds bedreigde Oekraïne te richten.
Genghis Khan
Khan was moedig en trouw aan zn bondgenoten, maar meedogenloos voor zn vijanden. Hele garnizoenen werden afgeslacht doordat zijn mannen rijkunsten beheersten die hen zo onoverwinnelijk maakten als de oude Hunnen.
"Een mans grootste plezier,' zei Khan ooit, "is zn vijanden te verslaan, ze op de vlucht te drijven, hen af te nemen wat van hen was, hun dierbaren in tranen te zien, hun paarden te berijden, hun vrouwen en dochters in zn armen te houden."
Men kon de vele weerzinwekkende afslachtingen van Khan niet ontkennen, maar hij was niet de enige. Overal was er religieuze en politieke strijd die dikwijls gepaard ging met bloedvergieten. In Zuid Frankrijk gebeurden er twee vreselijke moordpartijen en tegen het einde van de eeuw doodde Edward I van Engeland meer dan zevenduizend mensen in het dorpje Berwick.
Ruines Berwick Castle
De Chinese leider Wan-yen Arin had in 1218 zon vijftienduizend mensen laten terechtstellen en in Europa gingen er dertigduizend jongeren op tocht naar Palestina (tijdens een "Kinderkruistocht") en men zag ze nooit meer terug.
"Het was een eeuw van uitzonderlijk geweld en bloedvergieten," vertelde historicus Henry Desmond Martin, "en Genghis en zn Aziatische en Europese tijdsgenoten gedroegen zich ernaar."
De aanvallen van Khan terroriseerden China, alsof het een terugslag was van al het bijgeloof en de toverspreuken van die natie. China had een lange geschiedenis van occultisme. De houten beeldjes die men in Chinese graftombes vond waren totemachtige figuren die herinnerden aan de indiaanse totems. Net zoals de plaatselijke bevolking die door Amerika zwierven, begroeven de Chinezen hun doden onder bermen van aarde en hun goden, zowel menselijk en dierlijk, waren gebaseerd op natuurverering.
Chinas bezorgdheid over draken deed denken aan de drakenschepen van de Vikingen en mythische monsters in meren, en net als in Afrika werden ook de voorouderen aanbeden.
Het is niet verbazingwekkend dat China gebukt ging onder angsten. Er waren aardgoden, windgoden en dondergoden. Er waren bloedoffers zoals bij de Druïden en de basis van de Chinese tovenarij was de communicatie met de geestenwereld d.m.v. sjamanen, die zich door geesten in bezit lieten nemen om via hen te spreken.
De aardgoden moeten boos geweest zijn, want op 27 september 1290 stierven er honderdduizend mensen tijdens een aardbeving in Chihili.
Dat waren de "tekenen des tijds" van China. Dat waren haar bijdragen aan tovenarij. Er waren er nog anderen doorheen Eurazië. In Zweden waren er de Vargamoren, "wijze vrouwen" die samen leefden met wolven. In andere Noordse gebieden waren er altaren met bloedsproeiers, en in Oost Duitsland waren er sjamanen die gekend waren omwille van hun bezetenheid tijdens trances.
Deze praktijken waren bedwongen geweest door het verspreiden van het Christendom, maar het heidendom had de levens van een zwarte kat, en in Essex, Engeland, vond men een afbeelding van Woden en zn raven met de swastikas van een andere "god". De Engelsen en Denen erkenden drie godinnen die gekend waren als de "griezelige zusters" (die geraadpleegd werden voor toekomstvoorspellingen en voorlopers leken van hekserij) en andere vormen van heidendom werden door zigeuners uit India verspreid.
Dat is waar de Katholieken in opstand tegen kwamen, dat is waar de Christenen mee af te rekenen hadden, maar ze hadden een geheim wapen. Ze hadden de Rozenkrans, die tijdens de dertiende eeuw stilaan aan het einde van zn ontwikkeling kwam. Het opzeggen van deze krachtige woorden maakte de kracht van heidenen ongedaan. Een reeks van 150 psalmboeken ter ere van Christus, gevolgd door 150 ter ere van de Maagd Maria volgden op de vorige psalmboeken die bestonden uit het Onze Vader en het Weesgegroet. M.a.w., er waren nu vier verschillende psalmboeken in een nieuwe vorm gegoten, met een meditatie op de levens van Jezus en Maria. Als een psalmboek van de Maagd vijftig psalmen bevatte, of in groepen van vijftig werd opgedeeld, werd dat een boeket of "rosarium" genoemd. En de kracht ervan was niet verwonderlijk. Het ging over de Bijbel. Het was het aanroepen van Jezus, dóór Maria.
Die krachtige combinatie, die briljante vorm van gebed werd nog meer verfijnd door een Spaanse priester, Dominicus Guzman, die voorbestemd was om één van de belangrijkste mensen in de geschiedenis van de Kerk te worden. Hij werd geboren in Castilië en in Osma tot priester gewijd. Dominicus trok Zuid Frankrijk binnen om de nieuwe en angstaanjagende ketterijen van het Albigenisme te bestrijden. Genoemd naar de Franse stad Albi en ook gekend als de Katharen, hadden de Albigenzen bepaalde rebelse gewoonten van de eerste Montanisten aangenomen en waren voorstander van het dualisme van het Manicheïsme. Albigenzen geloofden dat er twee goden waren: een goede, die de spirituele wereld gecreëerd had, en een slechte, die de fysische wereld gecreëerd had. Het was eigenlijk meer een nieuwe godsdienst dan een ketterij, maar net als de vorige ketterijen van het Gnosticisme en het Montanisme, had het Albigenisme tot doel verdeeldheid te zaaien binnen de Kerk en ze te ontwrichten. In dat opzicht hadden ze allemaal overeenkomsten. De Kerk had verklaard dat de mens de wereld zou moeten minachten, en de Bijbel zelf had Satan de prins van deze wereld genoemd [Johannes 12:31], maar tezelfdertijd had het Katholicisme duidelijk gemaakt dat de aarde oorspronkelijk goed was [Genesis 1:10] en elk moment van het leven kostbaar was. De aarde was niet de creatie van de duivel, maar van God. De wereld was verdorven geworden, maar was niet helemaal slecht. Zijn oorsprong was geen fout. Satan was een prins maar er waren prinsen en een Koning, de drie-enige God, die ver boven hem stonden.
Heilige Dominicus Guzman
Er was ook de koningin, Maria, en zij was het geheime wapen. Ze was iets dat noch ketters, noch heidenen konden voorkomen. Ze konden haar nooit begrijpen omdat ze niet begrepen wat nederigheid was. Ze was het geheim van Dominicus toen hij tegen het tij van het Albigenisme inging. We beginnen het verhaal in Frankrijk bij een kleine wegkruising, Prouille genaamd. Prouille lag niet ver van Toulouse, in de heuvels, groen van de wijngaarden in de zomer en bruin in de herfst, een landstreek met knoestige bomen die vaak omringd werden door wolken. Terwijl Dominicus in 1208 daar in een kapel aan het bidden was, kreeg hij een verschijning van Maria die impliciet of expliciet door dertien opeenvolgende pausen werd ondersteund. Hij klaagde over het geringe succes dat hij had in zijn strijd tegen het Albigenisme (hij was zo ontmoedigd als de H. Jakobus lang geleden in Saragossa was geweest) en kreeg plots een verschijning van de Heilige Moeder die deze woorden tot hem sprak: "Wees niet verbaasd over de bescheiden vruchten die je arbeid hebben afgeworpen. Je hebt gewerkt op onvruchtbare grond, die nog niet bewaterd is met de dauw van de goddelijke genade. Toen God de aarde wilde vernieuwen, stuurde hij eerst de bevruchtende regen van het Weesgegroet. Bid daarom mijn psalmboek van 150 Weesgegroeten en vijftien Onze Vaders en je zal een overvloedige oogst krijgen."
Zoals het op een dag in het Brevier voor de Zondag van de Rozenkrans zou staan, werd Dominicus "aangemaand om voor de mensen de Rozenkrans te bidden als enige remedie tegen ketterij en zonde."
De Kerk voelde een authentieke weerklank. Er gebeurde iets met Dominicus. Op een speciale manier was er iets met hem. Hij werd een wonderwerker bij de Albigenzen. Hij kon een avond bij een groep vurige ketters zitten en hen tegen de ochtend bekeren. Hij was op één of andere manier ondoordringbaar. Hij had geen angst. Liefde verbande angst en Maria bracht liefde. De ketters konden hem niet raken door hem met stenen te bekogelen. Hun vloeken konden hem niet tegenhouden. Hij werkte koortsachtig om het Christendom te redden van het scheepswrak van de ketterij, maar hij had het niet kunnen doen zonder het rosarium, dat geloof, barmhartigheid en nederigheid inboezemde.
Nederigheid was een geheim dat Maria schonk aan hen die bescheiden genoeg en zachtmoedig genoeg waren om haar bijstand te vragen. Zoals ik al benadrukte, en ik kan het niet genoeg herhalen, was nederigheid de doodsteek voor de duivel omdat het zijn territorium afnam. Als Prins der Hoogmoed had hij geen zeggenschap over de nederigen. Hij kon hun zielen niet opeisen. Hij kon zeker en vast hun trouw niet opeisen. Nederigheid, het tegenovergestelde van hoogmoed, ontwapende de duivel. Hij had meer last van de nederigen dan dat hij hen ooit tot last zou kunnen zijn. Het was Jezus die Zichzelf aan het Kruis had vernederd in de cruciale overwinning op de Vijand, zoals Dominicus aan zn volgelingen vertelde, en met nederigheid en vertrouwen in God zouden ze onder eender welke vervolging, eender welke kwelling onoverwinnelijk zijn. De dienstmaagd was nederig. Samen met het vertrouwen in de Schepper, was dat het geheim van de Rozenkrans.
Dat bracht de volgende belangrijke factor naar boven ... geloof. Men moest geloven. Geloven in Maria was almachtig, want het was geloven in Jezus. Het opende de hemelen. Het ging de macht van Satan te boven, want zoals Dominicus wist maakte het geloof de kracht van de Schepper los. Niets en niemand kon het verslaan. Het geloof was het schild van de hemel [Efeziërs 6:16]. Het geloof maakte het zeemonster zo groot als een goudvis. Het geloof maakte geluk toegankelijk. Geloof bewees de trouwheid van de mens. Door het geloof kon Maria geloven dat alles goed zou komen, zelfs al was ze zwanger en ongetrouwd. Het geloof had haar een voorsprong gegeven op Herodes en de andere heersers van die tijd en het geloof liet haar weten dat, ondanks de verschrikkelijke wonden, haar Zoon zou opstaan uit de doden.
Geloof verhief de persoon boven de stormwolken. Samen met nederigheid oversteeg het alle kwaad. Hoewel geen mens het echt kon begrijpen was het leven op aarde één grote test van geloof. Dominicus wist dat God Zichzelf niet hoefde te bewijzen. De mensen moesten zichzelf aan God bewijzen. Hij was niet van plan Zichzelf te laten zien door de eerste rudimentaire telescopen van het opkomende wetenschappelijk tijdperk, noch door de aftastende en pretentieuze systemen van het rationalisme. Hij wou dat mannen en vrouwen de allergrootste uitdaging doorstonden, en voor het grootste gedeelte door blind geloof. Het was geloof en niet logica, niet filosofie, dat tot vrede leidde. Logica had zn nut maar was ondergeschikt aan geloof. God was genadiger voor hen die te veel geloofden dan voor hen die te weinig geloofden. Zelfs de vreemde en twijfelachtige legendes zorgden voor genade omdat God het geloof eerde en de ogen van de mensheid op hem wilde gericht zien en niet op onbelangrijke details.
En dus droeg Dominicus zn geloof uit tot aan de heidense burchten van Scandinavië. Van dorp tot dorp verkondigde hij de mysteries van Christus. Hij onderscheidde de verschillende soorten van meditatie in de Rozenkrans zoals Maria hem tijdens de verschijning geleerd had en na elke korte instructie zei hij tien Weesgegroeten.
Het resultaat was indrukwekkend. Er waren bekeringen. Het Katholicisme werd beschermd. Er waren zelfs militaire overwinningen. In 1213 baden Christelijke troepen, onder leiding van Simon van Montfort, de Rozenkrans en versloegen de Albigenzen bij de Slag van Muret. Paus Leo XIII verklaarde : "Het geloof dat de Koningin van de Hemel een speciale kracht aan deze vorm van gebed heeft toegekend is gerechtvaardigd, want het werd door haar aansporing en onder haar bescherming voorgesteld aan de heilige Dominicus, en het werd verspreid in een tijd van vijandigheid t.o.v. alles wat Katholiek was, bijna zoals de onze, en als een effectief en krachtig middel om de vijanden van het geloof te bestrijden."
Het belangrijkste was de oorlog die de Rozenkrans innerlijk voerde. Hij verleende nederigheid omdat het een persoon in contact bracht met de nederige vrouw. Het leidde naar zuiverheid. Naar barmhartigheid.
De Rozenkrans was het laatste testament van Dominicus, die stierf in 1221 en heilig verklaard werd op 13 juli 1234. Hij stierf aan koorts in het bed van een andere monnik, want Dominicus had geen eigen bed. Sommigen denken dat hij net voor hij stierf nog een laatste visioen had van de Maagd en hoewel we dat nooit met zekerheid zullen weten, weten we wel dat hij stierf met een glimlach op zn gezicht.
Bron: Michael Brown
Vertaling: Mario Lossie
15-05-1977
Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 15: Vuurzuil
Hoofdstuk 15: Vuurzuil
Hoewel de Antichrist nog niet ten tonele was verschenen, was het feit dat er velen zijn aanwezigheid aanvoelden en melding maakten van demonen, een indicatie van een speciaal moment. Er was verandering op komst. Er waren spirituele conflicten. Dat was het geval bij veel historische omstandigheden. Hoe groter de verandering die op komst was, des te groter het conflict.
In de tastbare wereld vertaalde zich dat in onrust. Er waren zowel natuurlijke als maatschappelijke verstoringen. Tot zover waren er enkel kleine verstoringen geweest, maar ze werden steeds regelmatiger en frequenter. In Frankrijk waren er tussen 970 en 1100 niet minder dan zestig jaren van hongersnood geweest, waarvan de ergste tijdens het jaar 1086 na een geschil tussen de paus en Henry IV. Er was er nog één in 1125. Het ging over plaatselijke zaken maar kleine rechtszaken waren dikwijls de voorloper van grotere. Of van ketterijen, de regelmatig voorkomende pogingen van "hervormingsgezinden" om de Kerk te versplinteren. Nu waren er de Waldenzen, een groep die, zoals de Montanisten, beweerde dat het hun doel was om terug te keren naar het "primitieve" Christendom, maar die ongerechtvaardigde twijfels wierpen op het dogma van de Kerk. Maria kwam duidelijk als een waarschuwing voor de pretentie van de mens, en haar verschijningen, haar openbaringen waren evenredig met de spirituele en natuurlijke problemen.
Zoals in Pompeï waren er opnieuw aardbevingen. Op 11 februari 1169 was er een grote aardbeving in Italië, nabij de berg Etna. Er stierven vijftienduizend mensen en op spiritueel vlak waren er geruchten van een vermeende Messias en de Tweede Komst in Frankrijk en Perzië.
Noch de aardbeving, noch de valse profeet waren wereldschokkende gebeurtenissen maar ze leken zeker en vast deel uit te maken van een waarschuwing.
Dat was ook het geval met overstromingen langs de Noordzee, vooral in de provincie Friesland in Scandinavië. Daar verscheen Maria aan een vrome gehuwde dame en vertelde haar dat de overstroming ... die ganse dorpen had vernietigd ... het resultaat was van gebrek aan respect en godslastering tegenover de Eucharistie. In Ceasarius werd een afbeelding van Maria gevonden die zweette, als teken van hoeveel moeite ze moest doen om de hemelse rechtvaardigheid af te wenden. Er was ook het verhaal van een priester "aan wie uit de hemel veel geheimen werden onthuld" en die in extase naar het tribunaal van Jezus werd gebracht. Aan de rechterhand van Christus zag hij een engel met een trompet die zo luid klonk dat het de wereld deed beven "zoals de wind een blad doet beven." Toen de engel een tweede maal op zn trompet wou blazen [wat een wereldwijde ramp zou teweeg gebracht hebben] stond de Moeder van Genade op van haar troon en wierp zichzelf aan de voeten van haar Zoon. De priester zei dat Maria Jezus smeekte om zijn toorn af te wenden en de wereld te sparen.
Christus aarzelde eerst: "Moeder, de hele wereld is in zonde vervallen en kwelt mij met zn zonden zodat ik mijn toorn niet zou mogen afwenden of de mensheid niet zou mogen sparen," hoorde de priester Jezus antwoorden tijdens het visioen, "Niet alleen de leken, maar ook de geestelijken en monniken beledigen me dag na dag."
Maar toen Maria bleef smeken werd Jezus kalm.
Diegene die zich bewust waren van zulke bemiddelende krachten [en ze waren echt] plaatsten de Maagd boven wereldlijk gezag. In Viseu, Portugal bereidde een priester, Theotonius, zich voor om een Mis ter ere van Onze Lieve Vrouw voor te gaan toen hij een bericht kreeg van de Portugese koningin die in de kerk aanwezig was. De koningin was gehaast en verzocht Theotonius de Mis in te korten. De priester was geschokt. En hij liet dat ook weten aan Hare Koninklijke Hoogheid. Hij stuurde vlug een bericht terug waarin hij zei dat de Mis voor de Maagd was, een vrouw die boven eender welk koningschap stond, en als dat de koningin niet beviel was ze vrij om te vertrekken.
H. Theotonius van Coimbria
Marias eigen Koninginneschap kwam naar voor in het Salve Regina, dat tijdens de twaalfde eeuw in de liturgische diensten te Cluny werd ingevoerd. Ze was inderdaad een Koningin, maar gedroeg zich heel gewoon. Ze was inderdaad koninklijk, maar gekroond met armoede. Ze was koningin in de hemel, de koningin van het moederschap. Dit was duidelijk te zien in een ontroerend schilderij uit Oekraïne, gekend als Onze Lieve Vrouw van Vladimir, waarop Maria en het Kindje Jezus teder mekaars wang aanraken. Zulke afbeeldingen werden vergezeld van verschijnselen. Er gebeurden spectaculaire dingen in Oekraïne, vooral in Zarvanystya, zon honderdvijftig kilometer ten oosten van Liviv. Daar ontdekte een monnik een miraculeus icoon van Maria terwijl hij zich verborg voor de opkomende Mongoolse bendes, de Tartaren. Hij sliep in de buurt van een beek toen hij een droom had waarin de Moeder van God verscheen met een schare engelen. Toen de monnik de volgende ochtend wakker werd, zag hij een vreemd, helder licht bij de beek. Toen hij naderbij ging ontdekte hij een stralend icoon van Maria en het Kind Jezus. Zijn ervaring was zo krachtig dat hij op die plaats een kapel liet bouwen. Ondertussen werd in 1170 in het Engelse Willesden een kerk toegewijd, in een natie die uiteindelijk tenminste vijftig Mariale heiligdommen zou krijgen, terwijl in Zwitserland een verschijning aan een man met de naam Conrad van Seldenbüren de oprichting beval van een Benedictijnenklooster. In Norétable, Frankrijk, verscheen Maria aan een vluchtende moordenaar die vervolgens kluizenaar werd, en in Durham, Engeland, bezocht ze de monnik die men Heilige Godfried noemde, en leerde hem liedjes die eigenlijk het begin waren van de moderne charismatische aanroeping.
Onze Lieve Vrouw van Vladimir
In Spanje had een priester een verschijning van Maria vóór het hoge altaar van de kathedraal van Tortosa. Ze droeg een Koninklijke kroon en was vergezeld van in wit geklede engelen die een hof vormden en lofzangen zongen. "Omdat jij me op onvermoeibare wijze gediend hebt, heb jij het verdiend om mij in dit leven te zien, hier tussen dit engelenkoor," zei Maria tegen de priester, "en omdat deze kerk aan mij en mijn Zoon werd toegewijd, en omdat de mensen van Tortosa het een groot genoegen vinden om ons te vereren en te dienen, geef ik deze gordel met dewelke ik omgord ben, en die ik met mijn eigen handen gemaakt heb, en leg hem op dit altaar als teken van mijn liefde."
Kathedraal van Tortosa
Volgens Charles B. Broschart, een Amerikaan die onderzoek verrichtte naar de feiten in Tortosa en vele gelijkaardige visitaties, is het meest frappante aan zon legendes de manier waarop ze voorkomen in verhalen van mensen die op gebied van taal en afstand zo enorm ver van mekaar verwijderd zijn. Het was alsof Maria zich een tijdje openbaarde in bepaalde stijlen, bepaalde motieven, en dan veranderde naargelang de tijd of de cultuur. Er waren trends. Er waren patronen. Er waren vlagen van bijna identieke verschijningen. En hoewel het kon aanzien worden dat er na-apers in het spel waren, leek het, door de wijde verspreiding van zon gebeurtenissen - in een tijd dat er nog geen massamedia waren en dat het een volledige dag kon duren om 30 kilometer ver te reizen ... dat de samenhang tussen ver van mekaar afgelegen gebeurtenissen niet zo makkelijk verklaard kon worden. In meerdere gevallen knielden dieren nederig op plaatsen waar vervolgens Marias afbeeldingen ontdekt werden, of waar kleine waterbronnen veranderden in geneeskrachtige bronnen. In andere gevallen brachten wolven of gelijkaardige dieren, op bevel van Maria, verdwenen kinderen terug of maakte ze iemand onzichtbaar voor een achtervolgende vijand. Ze was de bron van redding en rust. In Basse-Wavre en Brussel kreeg ze een heiligdom als Maria van de Vrede.
In 1190 was in Buschhove, Duitsland een atleet met de naam Ritter Wilhelm Schillings, Heer van Bornheim, op jacht met zn honden toen die plotseling begonnen te blaffen naar een bloeiende rozenstruik langs het pad. Nieuwsgierig steeg Schillings van zn paard en toen hij bij de struik kwam ontdekte hij wat Broschart beschreef als "een mooie afbeelding van de Heilige Maagd en twee brandende kaarsen in een kleine klok." Schillings nam de afbeelding mee naar het kasteel en plaatste ze in een kapel maar de volgende morgen was ze op mysterieuze wijze verdwenen. De aristocraat sprong op zn paard en keerde terug naar de plaats van de rozenstruik en vond daar de afbeelding terug. Dit overtuigde hem ervan dat de Maagd wenste dat het op die plaats in een schrijn geplaatst werd. Schillings bouwde een kleine schuilplaats voor het beeldje en al gauw stroomden de mensen toe waardoor er een permanent toevluchtsoord tot stand kwam.
Abt Peter Monoculus van Clairvaux kreeg ook een verschijning van Maria terwijl hij een groep demonische honden verbande.
En in 1198 kreeg een man die als Sir Hugh gekend is, een verschijning in Warwickshire, Engeland.
Op 17 april van datzelfde jaar ging een Oekraïnse monnik bidden op de berg Pochaiv toen er plots een vuurzuil verscheen. Herders die in de buurt hun kuddes hoedden, zagen de brandende verschijning en vervoegden de monnik. Terwijl ze baden doofde het vuur uit en verscheen Maria, en op de plaats waar ze haar voet geplaatst had ontsprong een miraculeuze bron.
Dan was er het geval van de anonieme visser. Het gebeurde eveneens toen de eeuw op zn einde liep en vol was met speciale dramatische gebeurtenissen. We kennen zijn naam niet, maar we weten dat de visser in een vreselijke storm was verzeild geraakt. Het gebeurde in de buurt van Marseilles. Zijn boot was het roerblad verloren en had een groot lek. We kunnen het ons enkel proberen inbeelden : kolkende golven, schuimende zee. In zn wanhoop begon de visser een zeemanslied te zingen, het Ave Maris Stella (Gegroet Sterre der Zee), en hoewel zn stem nauwelijks opkon tegen het gebrul van de wind, was ze luid genoeg om de hemel te bereiken.
Want terwijl zn ogen de troost van de kustlijn zochten, was ze daar, op de top van een berg. Maria, een doorzichtige verschijning, met uitgestrekte arm.
Op dat moment voelde de visser een machtige en ongeziene kracht, en ondanks de natuurkrachten begon zn boot voorwaarts te varen.
Bron: Michael Brown
Vertaling: Mario Lossie
14-05-1977
Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 14: De Geheime Aanwezigheid
Hoofdstuk 14. De Geheime Aanwezigheid
Het probleem was dat logica niet alleswetend was. Het was God niet. Het was enkel een werktuig van menselijke intelligentie] geschikt voor wiskunde en het ontwerpen van gebouwen en nieuwe uitvindingen [maar het was niet de zetel van de geest. Het was niet de zetel van het onderscheidingsvermogen. Het was niet de hoogste waarneming. Het was een beperkt vermogen, gelimiteerd door de fysische, stoffelijke kant van het leven en het was niet hetzelfde als scherpzinnigheid. Het was geen definitie van wijsheid. Logica was het geheugen, de opeenstapeling van feiten, het resultaat van gevolgtrekking. Het was afhankelijk van de vijf zintuigen. Het was enkel en alleen gebaseerd op wat gezien, gehoord, gevoeld, gesmaakt of geroken kon worden. Het was minderwaardig aan de scherpzinnigheid, het evenwicht, en de wijsheid van een engel of hemels wezen zoals de Maagd, die het voorbeeld was van wereldlijke intelligentie en verheven wijsheid. Maria was verrukt door God maar ook praktisch en realistisch. Ze was logisch en spiritueel. Ze kende smart en pijn maar ze was vervuld met vreugde en aanmoediging. Ze droeg het perfecte evenwicht tussen verstand en spiritualiteit over, en in die symmetrie was de hemel verenigd met de aarde.
Dat was een waarheid die niet kon "afgeleid" worden. Ze kon niet "gerationaliseerd" worden. Men moest ze voelen door gebed. Men voelde ze door het Weesgegroet, door de Rozenkrans.
Weesgegroet Maria, vol van genade ... verstandiger dan een filosoof.
Verstandiger dan eender wie ter wereld.
De "echte" breinen, de "echte" intellectuelen, waren er zich van bewust. Ze erkenden het bovennatuurlijke. Ze gaven toe dat er veel onzichtbare en ontastbare krachten waren.
Veel hoog opgeleide monniken kenden de bovennatuurlijke realiteit door hun ervaringen. Op 8 maart 1150 stonden er in Engeland een tiental broeders, geleid door abt John Kingston, klaar om van een Byland klooster naar Joreval in Yorkshire te vertrekken waar ze een heiligdom wilden vestigen, toen Kingston een verschijning zag van een vrouw, "adellijk gekleed en van weergaloze schoonheid." Op haar linkerarm droeg ze een Kind, zo schoon dat Zijn gezicht scheen zoals het maanlicht. Het Jongetje trok een takje van een kleine boom op de binnenplaats van het klooster en dan verdween de verschijning.
Ruines Abdij van Jervaulx [Joreval]
Kort nadien waren de monniken de weg kwijt geraakt in een kreupelbos. Omringd door hoge rotsen, doornen en braamstruiken, stopten ze en besloten om het Evangelie te lezen en te bidden. Toen ze hun gebeden beëindigden verscheen dezelfde vrouw met het Jongetje opnieuw. "O schone vrouwe, wat doet gij in deze woestenij?," vroeg de abt, "en waar gaat gij heen?"
"Ik ben vaak op verlaten plaatsen," antwoordde de vrouw "en ik kom van Rievaulx en Byland, waar ik met de abten gesproken heb, en met bepaalde monniken die mij speciaal genegen zijn, en ik ga nu naar Newminster om mijn welbeminde abt daar te troosten, en sommige van mijn monniken." Toen Kingston vroeg waarom ze het gezelschap van anderen opzocht zei de Heilige Dame: "Waarlijk, ik heb Iemand die me voor zichzelf gekozen heeft en van wie ik nooit gescheiden ben, noch in aanwezigheid, noch in wil, maar het is goed om ook andere vrienden op te zoeken die, naast hem, mij trouw liefhebben. Toch verminderd onze eeuwig perfecte liefde nooit, maar vermeerderd ze."
Kingston vroeg dan aan de Maagd om hen te leiden. Ze wist waar ze heen gingen zonder dat men het haar gezegd had. Ze keek naar het Jongetje en zei: "Liefste Zoon, omwille van de liefde waarmee Gij mij lief hebt, wees een gids voor deze broeders die onze vrienden zijn, want ik word elders geroepen." Dan verdween ze en de monniken zetten hun reis verder, geleid door de jeugdige verschijning die met de tak zwaaide alsof hij hen wou aanmanen verder te gaan en van Wie de monniken veronderstelden dat het een voorstelling was van het Kindje Jezus, en een les in tussenkomst, en ook, een geheim, het geheim van Zijn Aanwezigheid.
In alle schilderijen, beeldjes en andere afbeeldingen die teruggaan tot de tijd van de apostel Lukas en het mirakel van Saragossa, werd Maria voorgesteld met de Baby of het Kindje in haar armen. Hij leek altijd op de achtergrond te staan, bijna deel uitmakend van het decor, in glans overtroffen door de volwassen figuur van Maria, die zo vaak werd afgebeeld met geweldige versieringen. De afbeeldingen leken altijd de aandacht naar Maria te trekken en de mirakels aan haar toe te schrijven, maar zoals het voorval in Joreval en zoals ik probeerde te benadrukken, stond Jezus achter haar. Maria zei zelf dat het Christus was "van Wie ze nooit gescheiden is." Hij zegende in het geheim. Hij was de kracht en Hij was aanwezig wanneer Maria aanwezig was. Hij gaf haar de Heilige Geest. Zonder Hem kon ze niet verschijnen. Zonder Hem had ze geen macht. Zoals het Weesgegroet zegt, was de Heer met Maria. Haar aanwezigheid was de geheime Aanwezigheid van Jezus. En de vrede die zij die haar ontmoetten voelden, de vrede die schilders en zieners en zij die baden voelden [de vrede die de rationalisten nooit zouden kennen] was de rust die uit de Prins der Vrede Zelf stroomde. "Dit zijn mijn meest genadige ogen die ik goedgunstig kan aanwenden voor al wie mij aanroept," zei Maria tegen de Heilige Gertrudis, waarbij ze naar de ogen van het Kindje wees in plaats van de hare.
Volgens de Bijbel zou Jezus in heerlijkheid op de wolken komen [Matteüs 24:30] maar tot die tijd, tot die dag, zou hij stil en onzichtbaar Zijn moeder vergezellen. Hij was subtiel. Hij bleef sober.
Hij verkoos dat Zijn moeder vóór Hem kwam. Hij wou Maria laten voorgaan. Ze was hem voorgegaan in Nazareth. Ze was Zijn komst voorgegaan toen ze in het bovenvertrek bad [Handelingen 1:14]. Haar zichtbaarheid was de voorbode van de Zijne. Zij was Zijn voorloper. Zij hield stand terwijl Hij aan de rechterhand van de Vader, Koning van de Hemelen zat, voorzichtig afwegend wanneer en hoe Hij Zichzelf zou laten zien. Hij bewaarde Zijn speciale Aanwezigheid voor speciale tussenkomsten, en hoewel Hij Zichzelf in sommige gevallen toonde, meestal aan heiligen, leek het, zoals bij het Meer van Tiberias [Johannes 21:1], dat Zijn grootste verschijning in de toekomst zou gebeuren.
Zijn moment was nog niet gekomen en dus vergezelde Hij de Heilige Maard als een stille baby. Ze was machtig tegenover de vijand omdat Jezus haar vergezelde met Zijn macht. Zelfs het kleinste vleugje van Zijn autoriteit, Zijn Aanwezigheid vernietigde de wetteloze [2 Thessalonicenzen 2:8]. Het was geen wedstrijd. Christus had het voor het zeggen in het universum. Wanneer Hij wou kon hij totale controle uitoefenen. Satan moest vluchten. Er was geen keuze. In Oostenrijk, in wat nu Maria-Eich genoemd wordt, tussen Ried en Aurolzmünster, werd een legende verteld van een Graaf Hunt die van de abt van Admont een prachtig portret van de Maagd had gekregen. In het bos tussen de twee steden werd Hunt tegengehouden door een in het zwarte geklede, gewapende ridder. De ridder beval hem de heilige afbeelding weg te gooien of met hem te vechten. Hunt hield de afbeelding in de hoogte, maakte het Kruisteken en de zwarte "ridder," die eigenlijk een demon was, verdween.
Oostenrijk: Maria-Eich
Hoewel de details over de tijd en plaats schaars zijn, waren er doorheen de Middeleeuwen gelijkaardige legenden, genoeg om meerdere boekdelen te vullen, waaronder een reeks boeken met de titel "Mirakels van de Heilige Maagd Maria." Er was, bijvoorbeeld, het geval van een vrouw die door de dwang van Satan haar verstand verloren had. Nadat ze een jaar naar bevrijding had gezocht werd de vrouw uiteindelijk bevrijd op het jaarlijkse feest ter herdenking van De Zuivering van de Maagd.
Er was ook de zaak van een monnik, wiens naam niet genoemd wordt, die toegewijd was geweest aan Maria maar die verdwaald was in dronkenschap. Na één van zn alcoholische bedwelmingen zag de broeder geen roze olifanten maar een grote stier die hem op de hoorns wou spiesen. Hij werd van die vrees bevangen toen hij in het klooster op weg was naar de kerk. De monnik was bijna verslagen toen "er een heel mooie maagd naar hem toekwam, met lang haar over haar schouders en in haar rechterhand een linnen zakdoekje, die de duivel beval uit het huis van God te vertrekken, en plots verdwenen beide visioenen," schreef men in de literatuur van deze periode. En toen de duivel terug verscheen als een gigantische leeuw, verscheen Maria terug en deed hem "in rook" opgaan.
Deze manifestaties bewezen wat Antonius van de Woestijn ooit zei: afhankelijk van hun missie konden duivels in menselijke of dierlijke vorm komen en hun droombeelden op onze gedachten afstemmen. In een ander klooster was er een broeder, Hiëronymus, die graag schilderde. Zijn specialiteit was het schilderen van mooie afbeeldingen van de Maagd. Deze afbeeldingen stonden in schril contrast met zijn vieze en mismaakte afbeeldingen van de Vijand, waar Hiëronymus op spuugde. Woedend door de belediging verscheen Satan aan Hiëronymus als een heel mooie vrouw die de kunstenaar in problemen bracht door hem te overtuigen om voor haar kostbare voorwerpen uit de kerk te stelen. Hiëronymus werd betrapt en gestraft tot Maria, die trouw was aan haar toegewijde maar misleidde kunstenaar, Hiëronymus losmaakte van de pilaar waaraan hij voor de misdaad vastgebonden was en de duivel in zijn plaats vast bond. "Zoek vertroosting in de Heer en blijf hierna standvastig en let op voor de slinkse streken van de duivel", zei ze hem.
In een ander geval had een gehuwde dame, de vrouw van een ridder, overspel gepleegd na aansporing door de duivel. Na een tijdje inspireerde God haar om berouw te hebben, te treuren om de zonde, en haar minnaar te verlaten. Het verhaal vertelt: Hij hield echter het huis in de gaten en toen de echtgenoot weg was ging hij binnen en verleidde haar om te zondigen zoals voorheen, en toen ze weigerde probeerde hij haar te dwingen. En toen zij zag dat ze hem niet kon weerstaan nam ze haar toevlucht tot de bewaakster van de kuisheid en zei: "Ik smeek u, Vrouwe, door het heilige Weesgegroet, mij te verlossen." Bij deze woorden verliet de geest de ridder en kwijnde weg, en de vrouw kon ongedeerd ontsnappen, en de soldaat durfde nooit nog een woord tegen haar zeggen om haar te verleiden, noch tegen iemand anders."
Satan had ook een kloosterzuster proberen te misleiden door in de gedaante van een engel te verschijnen. Bij gebrek aan onderscheidingsvermogen liet de non deze verschijningen gedurende een hele tijd doorgaan, tot haar biechtvader de misleiding in de gaten kreeg. "Wanneer de engel je terug bezoekt," zei hij haar, "zal je zeggen : Mijn beste heer, toon me Onze Lieve Vrouw, want als zij de bron is van dit visioen zal jij neerknielen en zeggen : Weesgegroet Maria, en als hij blijft is het geen bedrog."
Bij de volgende verschijning van de duivel deed de non wat haar opgedragen was. Ze riep om Maria. En toen kwam een verbluffende vrouw, een "maagd van wonderbare schoonheid," waardoor de kwade geest als een "wervelwind" verdween.
In het bisdom van Keulen was een andere non die, door een zonde die haar toevlucht in een klooster deed zoeken, was blootgesteld geweest aan een duivel. Hij nam de gedaante aan van een jonge man die bij een waterput staat. Ze zag hem vaak vanuit haar raam. De duivel speelde allerlei spelletjes met de non, wiens naam we enkel kennen als Adelheidis. Wijwater en het Kruisteken leken te helpen, maar de duivel bleef terugkomen.
Een andere zuster "van rijpere leeftijd en wijzer" zei tegen Adelheidis dat ze in aanwezigheid van de duivel de Begroeting van de Engel moest zeggen. De volgende keer dat hij kwam moest ze enkel de beginwoorden opzeggen van wat we nu kennen als het Weesgegroet. Toen ze dat deed werd de geest "geslagen."
Adelheidis van Keulen
In Chartres was er nog een geval waarbij Maria tussenkwam om een vrouw er van af te brengen een dienstmeid te vermoorden die een verhouding had met haar echtgenoot.
De gevallen bleven verdergaan. Ze waren eindeloos. Zoals voorheen verscheen Maria aan diakens en bisschoppen. Ze verscheen aan zondigende ridders om hen te bekeren. Er was een speciale vlaag van berichten uit de kloosters. Sinds Saragossa was de lijn van de statistiek stijgend geweest, maar nu begon de curve steiler te worden. Er waren meer en meer verschijningen. De vermenigvuldiging was grotendeels te danken aan de stijgende devotie en bevolking. Maar er was iets anders aan het werk. Er was een geheim. Er was altijd een reden voor de verschijningen van Maria en nu, in het midden van de Middeleeuwen, waren de verschijningen voorbodes, voortekens. Er was iets op komst. Er waren zowel kansen als gevaar. Het rook naar kastijding. Het was nog de stilte voor de storm, maar de donderslagen kwamen dichterbij. Er was een opleving van satanische activiteiten en hoewel er altijd demonen in de buurt waren, hoewel ze in elke tijdsperiode duidelijk aanwezig waren, was het nu duizend jaar sinds de opleving in Rome, en Satan was opnieuw uit de put verlost [Openbaring 20:2]. Zijn opmars was evenredig met de opmars en snel stijgende immoraliteit. De Heilige Elizabeth van Schönau zag vreselijke geiten in zwart vuur, en anderen beschreven onnatuurlijke wezens zoals de vampier en de weerwolf.
Als het geen wolven of stieren waren, dan waren het monsters. Het was het begin van wat de Duitse zienster Hildegard van Bingen zag als de tempus muliebre, een tijdperk van verval dat de slotfase, een apocalyptisch scenario in beweging zette en zou leiden tot de dag dat de Antichrist zou komen als "een monsterlijk en volledig zwart hoofd met vlammende ogen, oren zoals de oren van een ezel, neusgaten en mond zoals een leeuw, knarsetandend met een kolossale open muil en zijn vreselijke ijzeren tanden op een angstaanjagende manier scherpend."
Anderen dachten dat het niet de in toekomst was, maar op dat moment. Otto van Freising, een kerkvorst, was ervan overtuigd dat het einde nabij was en de monnik Joachim van Fiore geloofde dat de Antichrist al leefde en een tiener was.
Bron: Michael Brown
Vertaling: Mario Lossie
13-05-1977
Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 13. Een donderslag in de verte
Hoofdstuk 13. Een donderslag in de verte
Ook boven de rest van Europa hingen er wolken. Het waren figuurlijke wolken en ze waren eigenlijk nogal klein. Ze hadden geen belangrijk front gevormd, nog niet. Maar de stapelwolken waren talrijk en er was een vage maar groeiende duisternis.
Bundels van duisternis. Nog geen regen over het hele landschap maar kalmte voor de storm. Hoewel er traumas waren zoals de moord op Becket en, zoals altijd, spanningen tussen opkomende naties [Frankrijk en Engeland hadden een kleine oorlog uitgevochten], was er in het algemeen een soms akelige stilte, met enkel een donderslag in de verte.
Het werd bij gelegenheid in veraf gelegen landen gehoord. Het werd gehoord in de verre oorlogskreet van de Mongolen die een bedreiging werden, en werd in China gehoord, die net het buskruit hadden uitgevonden. Het werd gehoord in Klein-Azië waar de Turken zich tot een wereldmacht ontpopten. Het werd ook gehoord in de Kruistochten, die begonnen als een nobele missie en eindigden met oneervolle nederlaag. Het was een donkere en pittige tijd. De maatschappij had zichzelf nog niet georganiseerd om met de terugkeer van de verstedelijking om te gaan. Smalle straatjes waren meestal vuil en lagen vol met puin. Woningen waren miserabele houten constructies met aarden vloeren.
Maar de mensen in de Middeleeuwen streefden er moedig naar om voorbij het fysische te kijken. Er waren goeie dingen aan de Middeleeuwen. Er waren diepe spirituele aspecten. De middeleeuwse maatschappij was niet zo meedogenloos en oppervlakkig als de Romeinse tijden. De meeste mensen hadden een perspectief dat niet van deze wereld was. Er was grote bezorgdheid om de redding van zielen. De Kerk had een diepe en aangrijpende spiritualiteit ontwikkeld. Het bereikte een niveau dat geen andere godsdienst ooit bereikt had. Als haar leer in één woord kon samengevat worden, dan was dat het woord liefde. Er was nergens meer liefde dan tussen hen die oprecht Christen waren. De vroomheid had een nooit eerder gezien niveau bereikt. Er waren heilige kluizenaars en heiligen wiens feestdagen bijna allemaal door die van de heidense goden vervangen hadden, en zoals ik zei had Kerstmis het feest van de zon vervangen en Pasen was volledig ingesteld als vervanging voor het heidense feest van Ostara, de lentegodin. Het Christendom had het heidendom in de hoek gedreven en het had ook een aantal van de loszinnige zeden rechtgezet. In veel plaatsen werd sodomie beschouwd als een daad tussen individuen wiens wil door duivelse krachten tot slaaf was gemaakt en overspel was een zaak voor wereldlijke rechters en Kerktribunalen. De standaarden waren sinds de zevende eeuw streng geweest. Incest en sodomie behoorden tot dezelfde categorie als moord, brandstichting en vervalsing. Overtreders konden dertig jaar lang van de Communie worden uitgesloten. Zelfs binnen het huwelijk werden seksuele handelingen gereglementeerd en door een buitenechtelijke affaire kon een vrouw uit het echtelijk huis worden gezet, haar bruidsschat in beslag genomen worden en van haar kinderen gescheiden worden. Volgens één bepaalde regel uit de jaren 600, was de straf voor abortus zeven jaar vasten.
Deze strenge straffen waren geboren uit een Kerk die vastberaden was om haar leden te helpen de pijnen van de hel en het vagevuur te vermijden. De aarde werd beschouwd als een plaats van lijden [zoals het altijd was geweest] en een streng leven was het meest verdienstelijke. Alles had een spirituele zijde. Zelfs het verlenen van het ridderschap was een religieus ritueel. Op de avond voor zijn inwijding hield een ridder een nachtwake voor het altaar, biddend om de tussenkomst van Maria. De sacramenten werden hoog gewaardeerd, men ging vaak te biechten en de verandering van brood in het mystieke Bloed en Lichaam van Jezus werd als officiële leer opgelegd.
Maar zoals we bij de overgang van het millennium zagen, was morele laksheid aan een opmars bezig, vooral in de hoogste rangen, en veel aspecten van het middeleeuws leven waren ofwel tegenstrijdig met het Christendom of ronduit vijandig tegenover het Christendom. En zon aspecten groeiden al gauw weelderig. Prostitutie werd toegelaten of zelfs geïnstitutionaliseerd door vele regeringen, en de geestelijken zorgden voor schandalen. Er was ook de beruchte middeleeuwse neiging naar geweld. Zoals historicus Harry Elmer Barnes schreef: "De feodale edelman was niet alleen boven alles een soldaat, en de oorlog zowel zijn beroep als zijn functie in de maatschappij, maar hij hield eigenlijk van oorlog met al zijn hardheid en afslachtingen. Voor de feodale edelman waren het gekletter van de wapens, het afbranden en plunderen van een kasteel, en het vermoorden van een vijand niet alleen pleziertjes, maar een sociale noodzaak die de schraalheid van zn leven invulde."
Deze neiging naar geweld zoog de Kerk op tijdens de Kruistochten. Begonnen door Paus Urbanus II om het Midden Oosten te kerstenen, was de Eerste Kruistocht grotendeels succesvol. De Heilige Stad werd heroverd van de Moslims. Stoere infanteristen en gepantserde ridders hadden Klein-Azië doorkruist en dapper de aanvallen van Turkse ruiters afgeslagen op de weg naar een slag in Antiochië, twee jaar later gevolgd door een schoonmaak in Jeruzalem.
Maar de rooftochten (gesteund door koningen van naties zoals Engeland, Duitsland en Frankrijk) waren niet altijd onder toezicht van de Kerk en er waren vreselijke misbruiken. In Jeruzalem vermoordden kruisvaarders hun gevangenen, inclusief vrouwen en kinderen en tijdens de Vierde Kruistocht werd Constantinopel geplunderd door hebzuchtige, op schatten beluste soldaten die de oude stad beroofd van haar erfenis achterlieten. Hoewel de meeste kruisvaarders die onder het vaandel van het kruis vochten moedig en rechtvaardig waren geweest, heroverden de Mohammedanen Jeruzalem en bleef het Midden Oosten het territorium van de Moslims.
Kruistochten: intrede in Constantinopel
Overal hoorde men het geluid van schilden, het breken van speren, het gekletter van glanzende helmen en conflicten tussen leenheren. Mannen als Becket werden vermoord omdat ze het wereldlijke tegenwerkten en de Kerk werd veelvuldig geplunderd. Er was overal oorlog en als geweld nog niet genoeg was om de middeleeuwse spiritualiteit te bezoedelen, was er ook de traditionele voorkeur voor bijgeloof of het occulte. Er werd teveel aandacht besteed aan de voorspellingen van astrologen en uit de Kruistochten kwam er een groep van ridders voort, de Tempeliers, die bepaalde geheimzinnige rituelen uitvoerden en grootgrondbezitters werden. Hun pachthoeves behelsden gebieden in Frankrijk, Engeland, Schotland, Spanje en Portugal. Ze begonnen als ascetische ridders en onbevreesde kruisvaarders maar ontplooiden zich snel tot bouwmeesters, waarbij ze in West Europa veel kapitaal verhandelden en het moderne banksysteem stichtten. Tezelfdertijd gingen de geruchten dat ze rituelen bezaten die sinds de val van Rome door een groep architecten was doorgegeven.
Een donderslag in de verte. Zo was er veel gerommel. Als het niet de voortdurende bedreiging van het occulte was, dan was het de nieuwe bedreiging van het atheïsme. Het was de bedreiging van antigodsdienst en ongeestelijkheid. Het was de bedreiging van de duivel: als de mensen zijn vorm van het bovennatuurlijke niet wou aanvaarden, hetgeen uiteraard het occulte was, dan zou hij elke vorm van godsdienst verwerpen. Hij zou alle vormen van het bovennatuurlijke afwijzen door filosofische en wetenschappelijke ideeën die het spirituele uitsluiten te promoten.
De echte storm, de hevige donder, was zich op die manier op het spirituele slagveld aan het verzamelen. Het Christendom had haar onmiskenbare macht gevestigd door Koning Hendrik tot een vernederende, publieke straf te dwingen (voor de dood van Becket), maar er waren nieuwe problemen voor het Katholicisme, spirituele problemen. Ondanks haar bovennatuurlijke fundamenten werd de Kerk te wereldlijk. Ze was bijna een staat. Ze was een gouverneur, een gigantische grondbezitter. Ze hief belastingen, produceerde materialen, nam arbeiders in dienst. Ze was een koopman en leverancier, een hypotheekmakelaar, een bewaker van zeden, maar ook een bankier met invloed in Koninklijke en wereldlijke zaken.
Heilige Thomas Becket
Elke ijverige bisschop kon de weerhaan zien. Hij wees naar een opdoemende strijd tussen het fysische en het niet-fysische, tussen geest en vlees, tussen geest en "verstand." Voortkruipend materialisme. Voortkruipende wereldlijkheid. In Europa doken de universiteiten op en terwijl dat een grotendeels positieve ontwikkeling was, werd het van in het begin duidelijk dat veel van deze instellingen een eigen leven zouden gaan leiden. Ze gingen niet enkel een instrument van kennis worden, maar de definitie ervan, en ze gingen zich afscheiden van de kathedralen waaruit ze ontstaan waren. Zoals de gilden gingen leraren en universiteiten hun eigen godsdienst worden. Ze gingen spiritualiteit vervangen met de nieuwe afgod van rationalisme (de god van het verstand).
Als de middeleeuwse maatschappij nog steeds grotendeels in het bovennatuurlijke was ondergedompeld, waren er nu ook de snel ontkiemende zaden van het wereldlijke. De universiteiten werden doordrongen van de oude ideeën van Aristoteles, wiens werken in het Westen vertaald werden en zodoende herleefden en die enkel fysische verklaringen van deze wereld hadden voor alles wat op aarde gebeurde.
Op die manier was er een ontwikkelende klasse in de maatschappij die zouden gekend zijn als "intellectuelen." Voor hen zouden de gelukkige gebeurtenissen van het leven, de zegeningen, spoedig logisch verklaard worden als puur geluk, en het bovennatuurlijke zou bijgeloof worden.
Bron: Michael Brown
Vertaling: Mario Lossie
12-05-1977
Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 12. De Klokken Luiden
Hoofdstuk 12: De Klokken Luiden
Bovenop het verdrijven van het kwaad, was Maria als de nieuwe Eva gekomen om ons de weg te wijzen. Alsof ze ons een nieuw geheim toevertrouwde, fluisterde ze ons toe dat het leven op aarde één grote test is waarin God verlangt dat de mensen de fouten uit de Tuin goedmaken of tenminste vermijden ze opnieuw te maken.
Was het leven moeilijk? Natuurlijk was het moeilijk, zeker in de Middeleeuwen. Dat was de test. Als erfgenaam van Christus werd de mens opgedragen in Zijn voetsporen te treden en de gemakkelijke weg, de wellustige weg, de weg naar de hel af te wijzen.
Maria was er om ons te helpen. Zij moest haar kinderen helpen voorkomen het soort fouten te maken die het onheil brachten over Egypte, Israël en de vroege Romeinen. Ze had liever niet dat de opkomende Europese naties zon zuivering zouden moeten ondergaan. Zoals in het Oude Testament geschreven staat wist ze dat rampen dienden om het kwaad teniet te doen en ze kwamen proportioneel t.o.v. de zonden. Wanneer een gemeenschap zondigde of wanneer de Kerk gereinigd moest worden, gaf God aan die gemeenschap een blik op de hel. Dat deed Hij door hen bloot te stellen aan de duivel. Het was een waarheid als een koe : zonde bracht de duivel. Wanneer een persoon niet volgens de Geboden leefde was die persoon vooral blootgesteld aan aanvallen en misleiding ... de valse betovering, de eigendunk.
Satan was een oplichter. Hij kon de nacht op de dag laten lijken. Hij was de schitterende duisternis. Hij wou de mensheid in dezelfde val lokken die hij bij Eva gebruikt had, en wanneer dat gebeurde, wanneer de mensheid de verkeerde richting uitging, wanneer ze het gevaar liep vervloekt te worden had God, in Zijn genade, weinig keus dan bepaalde gebeurtenissen zoals oorlog en natuurrampen toe te laten om het kwade te verdrijven.
Hij was meer een God van genade en rechtvaardigheid dan een wraakzuchtige God. Soms is het beter om een misdadig kind in zijn of haar handelingen te laten rondwentelen. Soms vereist het de grootste crises en meest ziekelijke depressie, alsook de aanval van demonen om zondaars hun fouten te doen inzien. En dus, net zoals de Maagd verscheen, zo verschenen kwade geesten, half mens en half beest, mythische wezens met het bovenlijf van een mens en de hoeven van een paard, of met het lichaam van een wolf en het hoofd van een afzichtelijk persoon. Maar meestal vielen ze in onzichtbare vorm aan. Dat gebeurde op grotere schaal als hele naties gezondigd hadden. Wanneer God Zijn bescherming wegnam waren alle soorten van negatieve gebeurtenissen mogelijk. Dat is wat met Rome gebeurde aan het eind van de Klassieke Periode en nu, bijna een millennium later, in de Middeleeuwen, hergroepeerde het kwaad zich; het maakte opnieuw vaart. De mens was brutaal en egoïstisch. Er heerste materialisme en een enge kilte. Verbeteringen op het gebied van landbouw zorgden voor een betere oogst waardoor de bevolking toenam en de handel heropleefde en de oude manier van leven die door barbaarse invasies vernietigd was, kwam terug.
Oude steden werden heropgebouwd en er werden nieuwe gebouwd langsheen de handelsroutes langs waar wagens vol met hout, wijn, linnen en kruiden naar andere handelscentra werden vervoerd.
Naarmate de dingen veranderden en alles ingewikkelder werd, steeg ook het gevaar. Er was nood aan leiding. Er was nood aan waarheid. Er was nood aan Maria die wist dat als materialisme en wellust, kwaad en kilte een bepaald niveau zouden bereikt hebben, dat er verschrikkelijke gebeurtenissen te wachten stonden.
Ze werd gezonden om de mensen voor te bereiden en om de kastijding te verzachten en zo kwam het dat de Middeleeuwen, de harde en ineenstortende middeleeuwse tijden, een tijdperk waarin mensen niet menslievend waren en waar overal opstand ontstond, wemelden van het bovennatuurlijke. Niemand kon tellen hoeveel dromen en verschijningen er waren. Niemand kon zich het aantal visioenen voorstellen.
Tijdens het eerste decennium van de jaren 1100 verscheen de Madonna vooral in Italië, Frankrijk en Spanje. Op 24 maart 1101 liet een jong, doofstom meisje ganzen grazen op een weide in het Italiaanse Borbiago, toen ze in een licht dat zo helder was dat ze haar ogen moest dichtdoen , een prachtige vrouw zag. De vrouw kwam dichterbij en legde haar handen op één van de schouders van het meisje en vroeg haar, zoals enkel Maria dat kan, de plaatselijke priester te halen en hem daar te laten graven. Maria verklaarde dat hij, als hij dat zou doen, een marmeren beeldje zou vinden dat in een plechtige processie naar de kerk moest gebracht en in een schrijn moest geplaatst worden. Het meisje deed wat haar gevraagd werd en net zoals in Castellammare de Stabia werd het een zeer vruchtbare en miraculeuze opgraving. Vrijwilligers stootten al gauw op iets dat een metaalachtig geluid maakte. Toen ze dieper groeven vonden ze een bronzen klok. Binnenin zat het beloofde beeldje dat Maria in een staande houding met het Kindje op haar arm voorstelde. De kleine handen van het Kindje raakten haar rechterarm aan.
Madonna di Borbiago
Tijdens deze intense periode werden er honderden verloren of verborgen beeldjes gevonden, allen met hun eigen verhaal, allen met kostbare geheimen. In het Spaanse Tendilla waren twee ridders van de Orde van de Heilige Johannes van Jeruzalem op jacht in een gebied met de naam "Vallei van de Hel," toen ze verrast werden door een hevig onweer. Er was bliksem en de donderslagen weergalmden tegen de rotsen. Hoewel ze gewend waren aan gevaar, maakte dit onweer zelfs deze ridders bang, en ze gingen schuilen onder een overhangende rots en riepen de Maagd aan.
Bijna onmiddellijk kwam er een licht uit een wilg, en naarmate het sterker en helderder werd nam de storm in kracht af. Toen de ridders dichterbij gingen vonden ze tot hun verbazing een beeldje van Maria in de boom en vielen ze neer op hun knieën.
Op haar allereerste verschijningsplaats in Saragossa verscheen Maria op de bergtop Villamayor aan een nederige herder, Gerardo, die een houten beeldje vond dat toch hem sprak. Zoals in vele gevallen vroeg de stem van de Maagd hem om de mensen te vertellen over haar beeldje en ter ere van haar een altaar te bouwen op de berg, waardoor ze meer zou kunnen bemiddelen. Gerardo haastte zich terug naar het dorp en deed wat hem gevraagd was, maar niemand geloofde hem. Ontmoedigd keerde hij terug naar de verschijningsplaats en opnieuw sprak Maria tot hem, en zei hem dat hij het opnieuw moest proberen. Uiteindelijk vond Gerardo iemand die hem geloofde, de bisschop, die voor het mysterieuze beeldje een kapel bouwde.
Maria wenkte doorheen het oude Rijk. Ze wenkte van op boerderijen. Ze wenkte in bossen. Ze wenkte uit bomen. De devotie laaide op. Er waren vieringen van de Aankondiging, de Hemelvaart, en zelfs haar verjaardag. Op zaterdag werden er speciale gebeden gezegd en, naast de samenstelling van het Salve Regina (Wees Gegroet Koningin), begon de moderne Rozenkrans vorm te krijgen. Er werden nieuwe lofliederen tot Maria geschreven, er werden meer kapellen aan haar toegewijd en in Parijs werd de Notre Dame kathedraal gebouwd. "Ik ben er zeker van dat wat ik door de genade van de Zoon heb kunnen krijgen, ik ook door de verdiensten van de moeder kan verkrijgen," verklaarde de H. Anselmus, die bij het beschrijven van de verschillen tussen de macht van Christus en de invloed van Maria, Maria beschreef als de prachtige, bewonderenswaardige vrouw "door wie de elementen hernieuwd worden, de onderwereld genezen wordt, de demonen platgetreden worden, mensen gered worden en engelen vernieuwd worden". Anselmus had rond 1100 een visioen van Maria.
Parijs, Notre Dame
Bernard de Clairvaux ontmoette haar ook. Bernards verschijningen begonnen toen hij een jongen van zeven was. Hij had een visioen van Maria die bad in een stal en een licht uitstralende baby vasthield. "Kom, beste Bernard," zei ze. "De klokken luiden."
Toen hij oud genoeg was nam Bernard het harde leven van monnik op in Citeaux, waar Maria ooit gevraagd had de witte habijt te dragen en waar de huidige abt, de Engelsman Stephen Harding, eveneens de Maagd had gezien. Bernards leuze was "alles voor Jezus, door Maria." Hij schreef het Memorare en voegde de lijn "O goedertieren, o liefdevolle, o zoete maagd Maria" toe aan het Salve Regina. In 1125 verscheen de Heilige Moeder aan Bernard tijdens een ernstige ziekte, samen met de H. Laurentius en de H. Benedictus, die hun handen op Bernard legden (die leed aan een voortdurende stroom van slijmen) en hem genazen.
Ze verscheen aan vrome priesters en aan de stervenden en aan een dief in Turijn die één van haar beeldjes gestolen had, dat ze hem deed teruggeven. Als ze een voorkeur had dan was het voor de armen en de eenzamen. Ze voelde zich aangetrokken tot boerenlieden. Ze voelde zich aangetrokken tot de nederigen. De overgrote meerderheid van de verschijningen gebeurde aan gewone mensen die gewone problemen hadden, aan hen die handenarbeid verrichtten zoals zij en Jozef gedaan hadden. Maar ze verscheen ook aan koningen. Willem de Goede van Sicilië zag haar in 1114. Op een zomerse namiddag, vermoeid door de ochtendjacht, lag de koning te slapen in een bos. Toen verscheen O.L.V. en verzocht om een kerk, die Willem onmiddellijk liet bouwen.
Ze was een leermeester maar ze was toegewijd. Ze vergat nooit de haren. Zelfs voor geen minuut. Toen Italië door cholera werd getroffen kwam er geen enkel geval van besmetting voor op haar verschijningsplaats aan het dove meisje in Borbiago. En toen de plaag in het Franse Arras toesloeg verscheen Maria op een kerktoren, met een kaars in de hand. Dat was in 1105 en een tiental jaar laten verscheen ze in Monte Virgiliano waar er een tempel was ter ere van de godin Cybele. Ze werd ook gezien in Thetford, Engeland. Brittannië was zo godsvruchtig dat het bekend werd als Marias Bruidsschat, hoewel de meest frequente visioenen in Frankrijk plaats hadden, waar ze in Prémontré verscheen aan een man, Norbertus genaamd, wiens vader de graaf van Gennep was. Hij werd bekeerd toen hij in de buurt van het Westfaalse dorpje Wreden reed, waar hij bijna zoals de ridders in Tendilla, door een storm overmand werd.
Opgeschrikt door een bliksemschicht steigerde het paard van Norbertus waardoor hij op de grond gegooid werd. Toen hij terug bij bewustzijn was onderging Norbertus, een man gekend om het genieten van zijn wereldlijkheid, een gezegde: "Keer het kwade de rug toe en doe wat juist is: zoek vrede en streef ernaar."
Heilige Norbertus
Net zoals de apostel Paulus gaf Norbertus alles van zijn roemrijke leven op en begon een leven van gebed, meditatie en vasten. Hij werd priester en stichtte uiteindelijk zijn eigen gemeenschap in het bos van Couchy, een plaats die hem werd aangewezen tijdens een verschijning van O.L.V. tijdens eens nachtwake. Zoals in Citeaux verzocht ze om het dragen van witte habijten en liet ze hem tot s morgens in gebed verzonken. Norbertus werd vaak in verband gebracht met de profetieën van de Antichrist. Hij vertelde zn vriend en vertrouweling Bernard dat de zoon der ondergang tijdens deze tijdsperiode zou komen. Bernard interpreteerde Norbertus voorspelling meer als een indicatie van huidige problemen binnen de Kerk dan als het Laatste Oordeel. In die tijd waren er twee pausen, Innocentius II en Anacletus II, die beiden de troon van Petrus opeisten. Innocentius won de strijd in 1137 en hoewel geen van beiden de Antichrist was had Satan nog maar eens zijn strategie van verdeeldheid getoond. Dat was de geest van de ondergang; dat was de manier om Christenen te verslaan. En als het niet met interne verdeeldheid kon, dan kon het met externe vijandigheden. Betwistingen tussen Kerk en staat en de pogingen door de koning van Engeland om autoriteit over bisschoppen aan te wenden waren niet aflatende problemen en eisten het leven van Thomas Becket, de aartsbisschop van Canterbury die niet enkel een held binnen de Kerk was, maar ook een ziener. Op een keer tijdens zn jeugd had Maria hem bezocht en hem twee gouden sleutels gegeven. Een andere keer kwam ze met een mysterieuze kleine doos waar een mantel in zat. Ik ken de betekenis van de sleutels niet, maar als de mantel, die rood was, het martelaarschap voorstelde dan was het een schot in de roos want op 29 december 1170, tijdens een incident dat doet denken aan dezelfde verwondingen van latere moordpartijen zoals van Abraham Lincoln, werd Becket geconfronteerd met vier ridders die zn kathedraal binnenvielen. "Waar is de aartsbisschop? Waar is de verrader?"
"Hier ben ik," antwoordde Becket dapper, "geen verrader maar aartsbisschop en priester van God." Hij plaatste zichzelf tussen de altaren van Onze Lieve Vrouw en de H. Benedictus. De ridders bedreigden hem met bijl en zwaard. Het enige wat Becket zei was: "Ik ben klaar om te sterven, maar moge Gods vloek op jullie rustten als jullie mijn volk kwaad doen."
Ze sloegen hem neer, maar Becket weigerde toe te geven. Het was een rakelingse slag waardoor er bloed in Beckets ogen stroomde. Hij veegde het af en toen hij de rode vlek zag zei hij: "In Uw handen, Heer, beveel ik mijn geest." Hij werd op de grond gegooid en een zwaard hakte zijn scalp af, zn hersenen werden weg gekatapulteerd door nog een andere slag van het metaal. Terwijl de grote heilige stil en bloedend in de kathedraal lag, barstte er een onweer los.
Bron: Michael Brown
Vertaling: Mario Lossie
11-05-1977
Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 11: Lichten, geluiden, graven
Hoofdstuk 10: Lichten, geluiden, graven
"Weesgegroet Maria, vol van genade". Het waren krachtige woorden. "De Heer is met U". Zo begon de Rozenkrans. "Gezegend zijt gij onder alle vrouwen". Het waren de woorden van de engel, een aartsengel, bij de begroeting (Lukas 1:28) en elke keer ze herhaald werden vroegen ze om tussenkomst. Ze vroegen om de komst van Maria. Ze werden opgezegd zoals een hymne of lied herhaald wordt, geen ijdele herhaling maar een aanroeping, en hoewel het niet het volledige "Weesgegroet" was, maakte het haar grootser elke keer het opgezegd werd. Het bracht kracht met zich mee omdat het een uitnodiging was. De Heer was met hen die Maria aanriepen. Zij was diegene naar wie men zich moest wenden als men Zijn aandacht wilde en de beste manier om dat te doen was door eenvoudigweg de begroeting te citeren want elke keer men de Bijbel citeerde verjoeg het de duivel en bracht het de Heilige Geest.
Elke begroeting lichtte de sluier op net zoals Gabriël dat had gedaan. En hoe meer het samen met een overpeinzing van de mysteries van Christus werd opgezegd, des te meer werd die persoon door een hemelse sfeer omringt en des te groter was de roep tot Maria om naar de aarde te komen.
Het bereidde Haar de weg voor.
Het was geen ijdele herhaling! Het bracht Maria. Het bracht de engelen. Het overstemde de heidense toverformules. En het resultaat was een losbarsting. Hoe meer mensen haar erkenden, des te meer werd Maria toegestaan om tussen te komen. En dus ging het nieuwe millennium verder met verschijningen die niet alleen belangrijk genoeg waren om geschiedenis te schrijven, maar die ook enorm in aantal stegen tijdens de volgende eeuwen.
In Turijn, Italië werd een oude verwaarloosde kerk vervangen door een kapel nadat Maria verschenen was aan een edelman, Markies Arduino van Ivrea. Ze beloofde hem een goeie gezondheid als hij een kapel zou bouwen ter ere van Onze-Lieve-Vrouw van Troost. Op 23 november 1014 startte hij met de bouw ervan en werd genezen van zijn ernstige aandoening. Keizer Henry van Italië, die recentelijk een anti-paus uit Rome verdreven had, zag tijdens het bidden in de Basiliek van Maria de Meerdere in Rome "de Vorst en Eeuwige Priester Jezus Christus" binnenkomen om de Mis te vieren, samen met heiligen, engelen en de Heilige Maagd, die een engel naar Henry stuurde. De engel raakte Henry aan zn dij aan en zei : "Aanvaard dit teken van Gods liefde voor je kuisheid en rechtvaardigheid." Vanaf dat moment was de keizer kreupel, een aandoening die hij erkende als het geschenk van lijden.
Rome, Basiliek Heilige Maria de Meerdere, Heuvel Esquilijn
Net zoals de miraculeuze Mis te Einsiedeln en veel andere plaatsen, was de realiteit van iets te zien dat niet van deze aarde is, de ervaring van de eeuwigheid aan te raken, hoe kort dan ook, de aanleiding voor een totale verandering van de keizers zienswijze. Kort erna gebruikte hij zijn schatkist ... staatsgeld ... om kathedralen te bouwen. Dat was nog één van Marias beweegredenen: grote gebouwen neerzetten die als vlaggenschepen van Jezus dienden, in plaats van als verheerlijking van keizers, in plaats van als eerbetoon aan de mens en zn rijkdommen, in plaats van als verheerlijking van de wereld.
In Engeland werd Westminster Abbey gebouwd en in het Franse Chartres waar Maria het bolwerk van de Druïden had vervangen, zag men mannen die "in alle bescheidenheid karren en andere voertuigen voorttrokken" om te helpen bij de bouw van een augustijnenkathedraal die bij de top tien van de wereld zou gaan behoren. De nederigheid van de arbeiders werd beloond met mirakels en genezingen.
Westminster Abbey
Ook op de hoogten van Montserrat werden mirakels gemeld, waar het verborgen beeld uit Barcelona [dat Eterius gekregen had en uit de eerste eeuw zou dateren] ontdekt werd door twee herders uit Olesa die gezang hoorden en lichten zagen toen ze hun kudden hoedden langs de oevers van de rivier Llobregat.
Het was een zaterdagavond. Er was zoete, zachte muziek en een vreemd licht op het oostelijk deel van de berg. Het leek alsof duizend kaarsen naar beneden daalden. Er was een grot dichtbij. José Maria De Sagarra schreef: "De stomverbaasde jongens vertelden hun visioen aan de priester van Monistrol die hen niet geloofde en het licht met zn eigen ogen wou zien."
De volgende zaterdag verscheen het opnieuw. Toen de hele stad het wonder gezien had en de priester van Monistrol het aan de bisschop van Manresa had verteld, ging er een lange processie, met de bisschop op kop, naar de verlichtte grot. De lofzangen, de lichten en de welriekende geur die van deze mysterieuze plaats opstegen hadden zon invloed op de mensen dat de bisschop, die vervuld was met de diepste devotie, de opdracht gaf om de grot binnen te gaan. Daar vonden ze de afbeelding, die sindsdien een bron van mirakels en voorwerp van wereldwijde verering is geweest. De bisschop wou die prachtige schat meenemen naar zn kathedraal te Manresa, maar toen zij die de Maagd droegen op de plek kwamen waar heden de kloosters staan, konden ze geen stap voor- of achterwaarts meer doen. Dit nieuwe mirakel werd beschouwd als een teken van de Maagd om haar heiligdom op die exacte plek te vestigen, zoals ook gebeurde.
Het fenomeen gebeurde op vier opeenvolgende zaterdagen. Er waren menigten die bij de rivier lofliederen zongen en baden. De mirakels begonnen kort na zonsondergang op één van de avonden, toen een helder licht de duisternis doormidden spleet. Het verlichtte de scherpe rotsen, die ene plek, en dan werd de lucht gevuld met de prachtigste muziek en de menigte werd stil, sprakeloos van angst en verbazing. Het verschijnsel duurde ongeveer tien minuten en dan verdween het licht tussen de rotsspleten en doofde de muziek uit.
Kroniekschrijfster Isabel Allardyce schrijft: "De volgende dag werd een expeditie georganiseerd om de plaats te bezoeken waar deze vreemde dingen hadden plaatsgevonden en zij die hiervoor werden uitgekozen slaagden slechts met de grootste moeite in hun poging. Ze moesten mekaar vasthouden om niet van de nauwe richels te vallen en grote omwegen maken toen er onoverkomelijke obstakels waren, en vaak moesten ze gaten houwen om hun voeten te kunnen plaatsen in steile rotsen die hun doorgang belemmerden. Nabij de top van de berg zagen ze een grot waarvan de ingang gedeeltelijk met stenen versperd was, en toen ze deze verwijderden vonden ze binnenin een mooie, met grote vakkundigheid in hout gesneden afbeelding van de Maagd en het Kindje."
Kort nadien werd de afbeelding in een kleine kerk geplaatst, die op de torenhoge rots werd gebouwd. De kerk was voorbestemd om uit te groeien tot een enorm geheel van kapellen en kerken, en uiteindelijk het prachtige klooster, en om één van de grootste bedevaartsplaatsen ter wereld te worden. Ik heb deze plaats bezocht en heb de kracht van Montserrat op een opmerkelijke en bijna voelbare manier ervaren.
Keer op keer, van het Iberisch schiereiland tot Oostenrijk en rondom de Middellandse Zee zouden verscheidene mirakels mekaar opvolgen. Er zouden lichtstralen zijn die de locatie van een oud en verloren relikwie aanduidden of Maria zou op een begraafplaats verschijnen om wat voor de Moslims verborgen was geweest terug op te graven. Of een boerderijdier, een ezel of een os, soms schapen, zouden op een locatie blijven rondhangen en weigeren weg te gaan, wat tot de ontdekking van nog een verloren icoon zou leiden. Veel van die afbeeldingen werden in bomen teruggevonden, vermits Maria de vereringplaatsen van de Druïden overnam. In sommige gevallen vond men een afbeelding een verplaatste men het naar een betere locatie maar de volgende dag zou het zich terug op de oorspronkelijke plek bevinden. Men verplaatste het dan opnieuw tot het plaatselijke volk besefte dat Maria om mysterieuze redenen wou dat er op de oorspronkelijke plek een kapel moest gebouwd worden. Nog in andere gevallen zouden arbeiders die een kapel bouwden s morgens wakker worden en vaststellen dat hun materiaal op een andere plaats lag, of ze zouden vogels zien die houtsplinters naar boven brachten om de precieze plek aan te duiden waar de Maagd een plaats van gebed wou. Zo gaf ze vele keren de start tot de aanvang van de oprichting van vereringplaatsen doorheen het Christendom.
Dit waren de burchten. Dit was de rots. Ze hielden stand ten tijde van de ridders en leenheren en ze zouden nog jaren en decennia lang stand houden. Ze zouden stand houden tijdens de Kruistochten en de opkomst van de Turken en de woeste Mongolen die Europa uitdaagden. Ze zouden stand houden ondanks de splitsing tussen Rome en Constantinopel in 1054 en ze zouden stand houden tijdens de donkere dagen van hertogen zoals Robert de Duivel.
Ze zouden zelfs stand houden tegenover Keizer Hendrik IV, die Rome bestormde nadat hij verbannen werd en de paus gegijzeld hield omwille van allerlei praktische doeleinden.
Maar de edellieden met hun marionetten-pausen waren niet langer aan de macht. De paus had enorme wereldlijke macht verkregen. Er waren perioden van aanvallen en zwakheden, maar doorheen de Middeleeuwen werd het Katholicisme de machtigste instelling in de geschiedenis en werd het pausschap zn eigen unieke monarchie. Ze hadden controle over de veertig tot zeventig miljoen mensen die tot de Westerse Kerk behoorden, en naast het zeggenschap over de kroning van koningen en keizers hadden ze ook de controle over enorme landerijen. Hun boerderijen zorgden voor zoveel inkomsten dat de Kerk tegen een gevaarlijk niveau van wereldsheid aanleunde maar het geld werd gebruikt voor haar onvermoeibare evangelische doeleinden. Kerkhistoricus Thomas Bokenkotter schrijft: "De indrukwekkende pauselijke monarchen van de twaalfde eeuw gingen door in de Gregoriaanse geest en wijdden zichzelf met uitzonderlijke energie aan het toezicht over het welzijn van het Christendom. Wanneer ze in conflict kwamen met wereldlijke prinsen haalden ze meestal de overhand."
De Katholieke Kerk bewaarde de heilige geschriften en stelde er de Bijbel mee samen en zonder haar tradities zou het Christendom de eerste eeuwen niet overleefd hebben. Ze organiseerde ook militaire missies om de aanval van de Moslims de kop in te drukken. Hoewel er tijdens de Kruistochten misbruiken gebeurden, waren deze missies op poten gezet voor de edele zaak van het afnemen van de controle over Jeruzalem en andere steden van de Moslims, die zelfs zover waren gegaan dat ze de Kerk van het Heilig Graf hadden beschadigd. Als de Kerk streng kon overkomen door zondaars jarenlang de ontvangst van de Communie te ontzeggen en door het in het openbaar geselen van overspeligen, moest ze wel streng zijn om de mensheid te behoeden voor het verliezen van de morele controle. En ze streed dapper tegen geweld en abortus terwijl ze tezelfdertijd de moderne wereld stichtte door het in stand houden van de literatuur en generatie na generatie te onderrichten. Naarmate het Romeinse Keizerrijk ineenstortte namen de Ierse monniken het saaie, moeilijke karwei op zich van het kopiëren van alle Westerse literatuur. Ze dienden eveneens als kanaal doorheen welke de cultuur van Rome, Griekenland en Palestina aan de stammen van het middeleeuwse Europa werden aangeboden. "Zonder de Missie van de Ierse Monniken, die eigenhandig de Europese beschaving heroprichtten, zou de wereld na hen er volledig anders uitgezien hebben," schrijft Thomas Cahill die eveneens opmerkt dat latere, meestal Protestantse historici "een enorme bijdrage in het verre verleden die zowel Keltisch als Katholiek was, een bijdrage zonder dewelke de Europese beschaving niet mogelijk was geweest" over het hoofd zouden zien.
Geen enkele instelling had zon langetermijneffect en geen enkele koning of natie had zon weldadig effect. Het was ongelooflijk hoe die paar vervolgde Christenen, de trouwe volgelingen uit de eerste eeuw die samen met Maria gebeden hadden, de martelaren die zo dapper onder het vijandschap van de heidenen gestreden hadden, nu gegroeid waren zoals het grote mosterdzaadje in een Kerk die uit pure noodzaak zowel politieke als militaire invloed had; een Kerk die het hele continent domineerde; een Kerk die terugnam wat de Moslims gestolen hadden en voor haar trouwe volgelingen het allergrootste monument in tijdloze steen bouwde ter ere van de Almachtige.
Niets wereldlijks, niets door koningen gebouwd kon de kunst en architectuur, noch het spirituele cachet van de Kerk evenaren. Katholieken baden en vastten. Ze namen het Nieuwe Testament letterlijk. Net als Jezus kozen veel van hun leiders voor het transcendentaal leven van het celibaat en geloofden wat Jezus zei over Zijn aanwezigheid in de Eucharistie [Matteüs 26:26]. De Kerk bleef trouw aan de rituelen die onder Abraham ontstaan waren en ze toonde haar spiritualiteit tijdens de elfde eeuw met de bouw van de eerste sobere Cisterciënzerabdij. De oprichting van die abdij in Citeaux, Frankrijk, werd sterk beïnvloedt door de Maagd die aan één van de stichters verscheen, een abt met de naam Alberic, en hem voorstelde een witte habijt met zwarte kap te dragen. Aan een andere monnik voorspelde ze dat de Cisterciënzers tot het einde van de wereld zouden blijven bestaan, en men zegt dat wanneer Alberic stierf, zn gezicht licht uitstraalde terwijl hij de volgende woorden herhaalde: "Heilige Maria, bid voor ons!"
Frankrijk, Abdij van Citeaux
Bisschop Fulbert van Chartres merkte op dat "de Moeder van de Heer overal in grote heerlijkheid heerst" en "naar haar eigen goeddunken gemakkelijk de heilige engelen kan sturen om tot ons te prediken en de verdragen van de hel op te heffen" door de kop van de slang door haar eigen voortreffelijkheid te verpletteren. Haar kracht, haar verheven status overtuigden velen ervan dat ze inderdaad met lichaam en ziel in de hemel was opgenomen geweest; dat Christus haar op unieke wijze had doen herrijzen zoals Hijzelf, misschien in de Vallei van Josafat waar zich volgens de legende haar lege graf bevond. Andere geloven dat ze nooit gestorven is maar gewoon naar de hemel gebracht werd.
Meer dan duizend jaar lang had de Kerk een reden gegeven om Maria als veel meer dan een normale heilige te beschouwen en hoewel haar rol tijdens haar leven een geheim geweest was om haar te beschermen tegen de vervolgingen van de Joden en de Romeinen, deed dat geen afbreuk aan de unieke geest waarmee God haar vervuld had. De Kerk zag Maria als een speciale figuur waar Christus speciale verering voor wenste. Ze was de moeder van de georganiseerde geestelijkheid en de Kerk die ze haar Zoon hielp bouwen was "katholiek" omdat dat woord "alles inbegrepen" en "universeel" betekende. Ze zorgde voor eenheid en ze was een deur naar haar Zoon, hetgeen betekende dat ze een deur naar verlossing was. Ze was een medeverlosser. "God, Die alles geschapen heeft, heeft Zichzelf uit Maria geschapen en zodoende heeft Hij alles herschapen wat Hij geschapen had," zei Anselmus, een doctor uit de middeleeuwse Kerk.
Anselmus beweerde dat haar weergaloze grote macht, door de macht van Christus, haar het bevel gaf over engelen zoals diegene die in de tijd van Anselmus in België gezien werden. In 1050, in noord Europa in Basse-Wavre, zon 21 kilometer van Leuven, hoorde men boven de moerassige vlakten hemelse muziek en zag men een onverklaarbaar licht bij het vallen van de avond.
"Vermits deze verschijnselen zich voornamelijk op de feestdagen van Onze-Lieve-Vrouw manifesteerden, werden grote menigten aangetrokken die baden om haar speciale zegeningen," schreef historicus H.M. Gillett. "Tegen het einde van het jaar kwamen de verschijnselen dagelijks voor en dankzij de stijging van het aantal verbazingwekkende genezingen en gunsten, besloot men een O.L.V. Kapel te bouwen op een kleine heuvel, Balloit genaamd. Het was het dichtstbijzijnde stuk begaanbaar land in de omgeving van de moerassen. Iedereen hielp mee; sommigen brachten stenen, sommigen bouwden, andere gaven geld. Volgens de legende had O.L.V. echter andere plannen. Elke morgen waren de werkers verbaasd dat hun werk van de vorige dag afgebroken was geweest en dat alle materialen naar een andere plek verplaatst waren; steeds dezelfde plek in het midden van de moerassen."
Dat was de plek waar Maria wou dat de kapel gebouwd werd, en daar zagen een aantal priesters haar in een verschijning.
"In deze vallei zal ik wonen," zei ze, "omdat ik ze gekozen heb."
De kapel werd naar die plek verplaatst.
In Engeland was een weduwe, Richeldis de Faverches getuige van gelijkaardige verschijnselen. Haar werd gevraagd een replica van het Huis van de Aankondiging (Maria Boodschap) te bouwen in Walsingham. Terwijl ze probeerde uit te vissen waar het gebouw precies moest komen, werd het gebied bedekt met een vrieslaag, behalve twee plaatsen met exact dezelfde afmetingen van het geplande huis. Richeldis koos één van die plaatsen, maar toen de arbeiders het geraamte probeerden te bouwen hadden ze met zoveel problemen te kampen dat de weduwe een nacht lang bad over het probleem.
Onze Lieve Vrouw van Walsingham
De volgende morgen stelde ze vast dat alle materialen op miraculeuze wijze naar de tweede plek waren verplaatst, een paar meter verder. Daar werd de kapel gebouwd.
Op gelijkaardige manier bouwde een edelman in het Italiaanse Puglia een kapel, nadat hij in een droom naar een struikgewas nabij de rivier Cervaro was geleid. Plots zag de edelman, waarvan men denkt dat het Graaf Ariano kan geweest zijn, vlammen of een verblindende lichtstraal. Hij struikelde en viel aan de voet van een enorme eik op zn knieën. Het licht kwam uit de boom en de opgetogen edelman hoorde een stem die zei: "Wees niet bang, mijn zoon. Ik ben de Moeder van God. Het is mijn wens dat op deze plaats een kleine kapel wordt gebouwd waar ik de verering van de gelovigen moge ontvangen. Als wederdienst zal ik voor hen vele genaden afsmeken bij God." Het licht ging uit en het bos zag er weer normaal uit maar onder de boom ontdekte de edelman een beeldje van Maria. De kapel die hij bouwde werd bekend als "La Madonna Incoronata" of "De Gekroonde Madonna."
Er waren veel gelijkaardige verhalen. Het was niet altijd duidelijke waarom of hoe, maar Marias beeltenissen doken op in bossen terwijl andere begraven gevonden werden nabij plaatsen zoals het Italiaanse Casetllammare de Stabia, net ten zuiden van Napels, waar vissers tijdens een aantal nachten een vreemde vlam of licht zagen. Toen de bisschop zn mannen op die plaats deed graven vonden ze een bak met een oude, maar goed bewaarde afbeelding van de Maagd. Ondertussen werd het bekend dat Maria in Spanje aan Moslims was verschenen toen die op het punt stonden een Mozarabisch klooster te plunderen. Door de verschijning werd niet alleen de aanval afgelast, maar werd ook een leider, Prins Ali-Maymon bekeerd, die de Heilige Moeder boven een vijgenboom zag. Op 9 november 1085 werd in Madrid ook een relikwie gevonden toen een toren in de Muur van Almudin instortte, nadat Alfonso VI een noveen had beëindigd om dit relikwie te vinden. Er werden in Spanje zo veel bemiddelingen aan Maria toegewezen, dat men elke 24 juni met een afbeelding van haar door de provincie Alva stapte en ze op een troon plaatste.
Ze kwam om haar afbeelding te doen herleven. Ze kwam om mannen zoals Graaf Rogiero te helpen vechten tegen de Moslims in Sicilië. Als haar verschijningen hallucinaties waren, werden ze ervaren door de hoogste rangen van de maatschappij en in de meest eigenaardige en vaak hoogst belangrijke omstandigheden.
Zoals altijd was Maria echter zowel met de kleine man, met de kleine crises van het leven begaan als met de grote. Toen een berucht misdadiger met de naam Diogini op het punt stond een godsvruchtig man te vermoorden in Sicilië, voorkwam ze de moord door aan Diogini te verschijnen. In 1096, nabij Trevisto, toonde ze zichzelf ook aan Lucretia Della Torre, een verlamde vrouw, en genas haar.
In Rome waren er ook verschijningen, maar van andere aard. Ik heb het nu weer over de vreemde verschijnselen bij het graf van Nero. Tijdens de latere jaren van de elfde eeuw werden de klopgeesten en onaardse schreeuwen zo erg dat Paus Paschalis II drie dagen van vasten en gebed met speciale aanroepingen tot de Maagd in alle kerken van de stad gelastte. Dan vroeg hij de gelovigen zich te verzamelen met bijlen en houwelen, om een beruchte notenboom die op Neros graf gegroeid was en waar naar verluid boze geesten in woonden, om te hakken. De paus verzekerde zijn werkmannen ervan dat terwijl ze de boom vernietigden, ze onder de bescherming van Maria zouden staan.
Paschalis zelf hakte een tweetal keer in de boom en al gauw viel de boom neer, samen met elke boom en struik op dat onfortuinlijke heuveltje.
Tenslotte groeven ze Neros kist op en gooiden zijn beenderen in de Tiber.
Dat was het einde van de kwellingen. Het was op 13 maart 1099 en kort erna werd er ter ere van Maria een kapel gebouwd.
Bron: Michael Brown
Vertaling: Mario Lossie
10-05-1977
Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 10: Klokslag Twaalf
Hoofdstuk 10: Klokslag Twaalf
De verschijningen gingen door terwijl het millennium, de eerste duizend jaar sinds Christus, zn einde naderde. Het was nog steeds een periode van transformatie. Het was nog steeds een tijd van gevaar. Er waren nog altijd de Vikingen en de Arabieren die Kreta veroverd en Rome geplunderd hadden. Het donkerste moment kwam in 998 toen een groots Arabier, Al-Mansur genaamd, het heiligdom in Santiago de Compostela waar de apostel Jakobus begraven was, binnenviel.
Grenzen verschoven. Koningen en pausen kwamen en gingen. In de zeshonderd jaar sinds het einde van de Romeinse kastijding waren de mensen moreler geworden en het Christendom had grote sprongen gemaakt, maar er waren ook perioden van twijfel. In de jaren 900 stak het kwaad weer de kop op en bestookte de Kerk met elke mogelijke vorm van onrust : kloosters werden in brand gestoken, een paus werd lichamelijk aangevallen, en wereldlijke machten namen de benoeming van pausen over waarbij men vaak immorele mannen koos om de troon van Petrus te bestijgen. Mannen werden geselecteerd omwille van politieke in plaats van spirituele redenen. Italië werd gedomineerd door machtige adellijken die naargelang hun grillen pausen aanstelden en afzetten en de pauselijke vertrekken door vrienden en familieleden lieten gebruiken. Sommige pausen flirtten met vrouwelijke bezoekers of hadden een minnares. In het geval van Johannes XI (931-936) werd de zoon van de minnares later paus, evenals haar neef en haar kleinzoon.
Paus Johannes XII
Het pausschap bereikte een dieptepunt met Paus Johannes XII in 955, die op achttienjarige leeftijd de troon besteeg en het pauselijk paleis in een schandaal veranderde door met prostituees om te gaan. Hij werd ook beschuldigd van incest en het verkrachten van nonnen. Hij verkocht ook Kerkelijke ambten aan de hoogste bieder, liet een priester castreren die hem bekritiseerde en dronk naar verluidt wijn ter ere van de duivel, waarbij hij de beker hief om een toast uit te brengen, en Venus en Jupiter aanriep.
Paus Johannes werd uiteindelijk verdreven door de Saksische Koning Otto I, maar de machtsstrijd zorgde voor doden in het Vaticaan. Johannes heroverde het pausschap zelfs voor korte tijd tot hij vermoord werd door de echtgenoot van een minnares.
Koning Otto I
Vervolging werd toegevoegd aan de lijst van betreurenswaardige schandalen. Er was een heropleving van het iconoclasme en spanningen tussen de Oosterse en Westerse kerken tot in die mate dat Romeinse en Orthodoxe leiders elkaar excommuniceerden.
Het is niet verbazingwekkend dat met zon turbulente gebeurtenissen het gewone volk zich begon af te vragen of ze in het jaar 1000 de komst van de Antichrist zouden meemaken. Als historici het juist hebben begon het millennium eigenlijk niet in 1000 n.C. Dat was een misrekening. Men zegt nu dat Herodes de Grote rond 4 v.C. gestorven is, en dus kwam Jezus, Die onder Herodes geboren was, eigenlijk vóór 4 v.C. Maar het jaar 1000 leek toch heel mystiek en met al het aanwezige kwaad zal het zeker voor opwinding gezorgd hebben.
In Engeland zorgde een meteoriet voor grote angst, evenals het gerommel van de berg Vesuvius in Italië. In Frankrijk zagen nonnen vurige legers in de lucht vechten terwijl anderen de hemel zagen openbarsten of een draak zagen verschijnen. Een afbeelding van Christus weende vuurrode tranen en misschien was dat van droefheid omwille van de onrust binnen de Kerk en de steeds terugkerende hongersnoden die tot diefstal en zelfs kannibalisme geleid hadden. Er werd een man terechtgesteld omdat hij menselijk vlees verkocht en bij zijn arrestatie vond men nog een andere kannibaal met negenenveertig schedels in zn bezit.
Terwijl het kwaad van de Romeinse tijden nog niet op zn hoogtepunt was in de maatschappij, en hoewel het grootste deel van de Middeleeuwen uiterste strikte morele waarden kende, begon die moraliteit heel snel achteruit te gaan. "Een mengeling van frivoliteit en schande bederft ons leven," zo uitte een monnik met de naam Raoul Glaber zijn ongerustheid en "daardoor besteden we geen aandacht meer aan serieuze zaken en houden we ons bezig met schandelijke zaken. Vrouwen lopen rond in korte jurken en bewegen zich sensueel. Onder mannen steekt verwijfdheid de kop op. Fraude, geweld en elke denkbare ontucht wedijvert met mekaar om overheersing."
In Reims voegde Aartsbisschop Hervee daaraan toe: "zoals de eerste mensen op aarde, leven de mensen zonder wet en zonder angst om gestraft te worden en geven zichzelf over aan hun driften. Iedereen doet zoals hij wil en tart de goddelijke en menselijke wetten, evenals de bevelen van hun bisschoppen. De sterken verdrukken de zwakken. Er is overal geweld tegen de armen die zich niet kunnen verweren en tegen de kerken en kloosters die niet kunnen verdedigen wat hen toebehoort."
Hervee waarschuwde dat, als resultaat, de wereld dichterbij kwam bij "de dag, majestueus en vreselijk, wanneer wij, samen met onze kudde, in het aanschijn zullen staan van God, de Grote Herder van ons allen."
En het einde leek dus in zicht te zijn, en velen verwachtten dat het Laatste Oordeel zich spoedig in Jeruzalem zou voltrekken. Doorheen 999 ... wat natuurlijk 666 op zn kop was, het teken van de duivel ... kwamen pelgrims samen in het Heilige Land. Velen hadden al hun bezittingen verkocht om de reis te kunnen maken, en ze kwamen van over de hele gekende wereld. Dit doelloos rondzwerven werd op zich beschouwd als een teken van de Antichrist, wiens verschijning het einde van de wereld zou inluiden. "En dus baanden de pelgrims zich een weg over de erbarmelijke wegen," schrijft auteur Richard Erdoes. "Te voet, in karren, te paard, psalmen zingend, tuurden ze angstvallig naar de hemel waarvan ze dachten dat die elk moment kon opensplijten. Ieder natuurverschijnsel deed hen opschrikken."
Hoewel er geen grote paniek was waren er toch genoeg mensen bezorgd om op de laatste dag van 999 de oude Sint Pietersbasiliek te vullen. Velen van hen zochten Gods vergiffenis door wekenlang te vasten en andere boetedoeningen. Terwijl Paus Sylvester II de middernachtmis vierde lagen ze plat op hun buik op de grond, de armen uitgespreid, wachtend.
Uiteindelijk kwam het angstaanjagende twaalfde uur. Velen waren bang om te kijken, anderen waren in extase. Een aantal stierven zelfs van angst en men hoorde enkel de stem van Paus Sylvester die zong ite missa est toen de laatste klokslag geslagen had.
Middernacht kwam en ging voorbij en na een uur omhelsden de mensen mekaar van vreugde. Wenend. Lachend. De klokken van de basiliek, evenals die van de Lateraanse en Aventijnse ... elke kerk in Rome ... begonnen te klinken alsof ze de Heer bedankten.
Het was dan toch niet het einde van de wereld, maar eerder een periode van naweeën. Hoewel er in verscheidene regios nog zuiveringen aan de gang waren, was er nog geen nood aan een algemene kastijding. Het was een periode van hervorming. De Donkere Eeuwen vermengden zich met de Middeleeuwen en hoewel er veel kwaad was, waren er ook goeie tendensen. Tijdens de voorbij paar eeuwen, sinds het einde van de Klassieke Periode, was er zich doorheen het Europees continent een nieuw spiritueel rijk gekend als het Christendom beginnen vormen. Dit rijk was verbonden met wereldlijke machten maar kende geen echte grenzen. Het was een gemenebest van Christelijke mensen in verschillende staten maar verenigd in één gemeenschappelijk geloof. Landen als Rusland, Zweden en Denemarken werden bekeerd. In Spanje werden de Arabieren buiten gedreven en hoewel er nog problemen waren, had de Islamitische macht haar hoogtepunt bereikt en kende nu een terugval. Toen de Normandiërs, afstammelingen van de Vikingen, Chartres in Frankrijk bestormden, nam de bisschop een relikwie waarvan men geloofde dat het de sluier van de Maagd was geweest en trok ermee tot in het midden van de invallende troepen, waarna die in paniek op de vlucht sloegen.
Chartres, Kathedraal
Op die plaats werd een enorme en verheven kathedraal gebouwd, één van de meest indrukwekkende in de hele wereld en daarmee werd de voormalige bezetting van de Druïden de vergeetput in geduwd. Ook in Londen was er een grote toewijding aan de Heilige Moeder. Toen die stad op het Feest van O.L.V. Geboorte door Denemarken en Noorwegen werd aangevallen, haastten de vrome Londenaren zich naar de wallen en slaagden er op zon succesvolle en onverwachte manier in de invallers af te slaan, dat het net zoals in Covadonga werd toegeschreven aan de bijstand van de Maagd.
Er werd een heiligdom opgericht in Willesden, Engeland en in Italië werden altaren gebouwd nadat men in de bossen vreemde vlammen had gezien. In 1001 werd door een Italiaanse hertog in Incoronata een verschijning gemeld en het jaar daarna door Aartsbisschop Herbert in Cologne, Frankijk. In 1008 beschermde Maria de stad Valencia tegen een uitbraak van de pest en in 1050 verscheen ze aan de Moslimse Prins Hali, die bekeerd werd en haar portret schilderde. In 1066 werd ze gezien door de H. Albert in Espain, Frankijk (tijdens dat jaar verscheen de komeet van Halley opnieuw), en in Arras, Frankijk zag de hele stad een visioen van Maria in de wolken. Ze noemden haar de "Koningin van het Heelal." De Heilige Moeder verscheen ook in Denemarken aan een koninklijke roerganger tijdens een zware storm op de Noordzee en leidde hem naar Normandië en in België verscheen ze aan de stichter van een abdij wiens verzoek om op Hemelvaartsdag te sterven ingewilligd werd.
Van de Britse Eilanden tot de Middellandse Zee, en van oost naar west, had Maria zo veel zaadjes gezaaid, korrels die eerst tot kleine kapellen maar uiteindelijk tot torenhoge monumenten zouden uitgroeien. Uit die heiligdommen zouden missionarissen komen die tot ver voorbij de grenzen van Europa zouden gezonden worden, naar die vele delen in de wereld waar het evangelie van Christus nog onbekend was en waar de inboorlingen nog in slavernij van natuurgeesten leefden. Hoewel ze andere namen gekregen hadden, misleidden dezelfde geesten die de Druïden en de Vikingen misleid hadden ook de zon- en dierenaanbidders van Afrika en China tot Zuid Amerika. Deze geesten werden op totempalen of begraafplaatsen vereerd, of in piramiden die akelig goed op die van het oude Egypte leken, hoewel die volkeren geen contact hadden met mekaar.
Tegenover die afgoden stond de Maagd, die nog meer dan ooit zou verschijnen. Dat werd vergezeld door de indrukwekkende ontwikkeling van een gebed dat terugging tot de Ierse monniken die lange tijd de 150 psalmen van David hadden opgezegd.
Toen leken die niet konden lezen of de lange Psalmen niet konden onthouden hetzelfde wilden doen, ontwikkelden de monniken een nieuw systeem waarbij de mensen een zakje met 150 keitjes droegen. In plaats van een psalm zeiden de mensen voor elk keitje een Onze Vader.
De burgers ontwikkelden daarna een touw met 150 knopen, en vervolgens touwtjes met vijftig houten kralen.
Die techniek verspreidde zich snel naar andere delen in Europa, waar de gelovigen bij elke houten kraal het Weesgegroet zeiden en waar dit bekend werd als de Rozenkrans.
Bron: Michael Brown
Vertaling: Mario Lossie
09-05-1977
Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 9: Kleine Geheimen
Hoofdstuk 9: Kleine Geheimen
Maar het duurde eeuwen voordat Spanje zich volledig kon loswrikken van de onderdrukkende Moslims. Terwijl de Arabieren het binnenland nog onveilig maakten, lagen Marias beeltenissen in het noorden onder vuur door Vikingen die monniken afslachtten, heiligdommen vernietigden, en het vaandel van Woden de oorlogsgod hesen.
Net zoals Druïden gebruikten de Vikingen toverkracht, associeerden ze eikenbomen met macht en hadden een eigen god die ze symboliseerden met het hakenkruis. Ze hadden een afkeer voor het Katholicisme en vernielden de heilige plaatsen in Engeland en Wales. Ze vermoordden priesters en hadden hun eigen occulte altaren.
Het anti-Katholicisme van de Vikingen, en in het bijzonder hun iconoclasme [hun haat voor relikwieën] kreeg navolging in andere delen van de wereld door de Byzantijnse keizer Leo III, die op datzelfde moment zijn soldaten de opdracht gaf om beelden van Christus weg te halen en te vernietigen, net zoals de Vikingen en de Arabieren beelden vernietigden.
Er waren er af en toe die zich te veel zorgen maakten over de beelden, maar erger waren zij die een obsessieve afkeer van ze hadden, zij die de vernietiging van de beelden in gang zetten. Zoals gewoonlijk merkte Satan de extremen op en zette ze tegen mekaar op, met als gevolg verdeeldheid en een verdere splitsing van de Oosterse Rite, de Byzantijnse Katholieken in Constantinopel en de Westerse of "Romeinse" Rite. De waarheid was dat er niets verkeerd was met de heilige beelden. Christus Zelf had God een zichtbare gedaante gegeven. In Hem woonde de "volheid van de godheid" [Kolossenzen 2:9] en als Byzantiums eigen patriarch had Germanus in een brief aan Leo opgemerkt: "Afbeeldingen zijn de voorstelling van de geschiedenis en schenken aandacht aan de heerlijkheid van de hemelse Vader. Wanneer we eerbied betuigen aan de voorstellingen van Jezus Christus, aanbidden we niet de kleuren op het hout;we vereren de onzichtbare God in de boezem van de Vader."
De beelden brachten genade en spirituele aanwezigheid met zich mee. En veel mensen die hun doel ondersteunden werden martelaren. In Egypte werd Johannes Damascenus beschuldigd van verraad omdat hij de heilige iconen verdedigde, en zijn rechterhand werd afgehakt. Op de avond dat zijn hand afgehakt werd knielde hij voor een beeld van de Heilige Maagd en zei: "O Onbevlekte Moeder van God, ik verloor mijn hand omdat ik de heilige beelden verdedigde. Help mij, genees mij, opdat ik nog altijd lof over u moge schrijven, en over uw goddelijke Zoon!"
Toen hij in slaap viel hoorde hij een stem. "Uw hand is ongeschonden," zei een mysterieuze vrouw. "Dat het weze zoals gij gezegd heb, als de pen van iemand die snel schrijft."
Toen Johannes wakker werd had hij zijn hand naar verluidt terug. Enkel een dunne lijn toonde waar het afgesneden was geweest.
Johannes Damascenus
Zulke verhalen klonken als fabels en hoewel er in oude parabels vaak een mengeling van feiten en beeldspraak was, waren de meest bizarre gevallen vaak op echte gebeurtenissen gebaseerd. Er werd gefantaseerd en verfraaid, maar er gebeurden wel mirakels, net zoals de mirakels die in het Nieuwe Testament opgenomen waren. Wanneer ze gebeurden, wanneer ze in Constantinopel of Covadonga gebeurden, wanneer ze belangrijke mannen en naties beïnvloedden, of wanneer ze gebeurden bij een heilig man zoals Johannes Damascenus, veranderde dit vaak de geschiedenis.
Wanneer ze gebeurden bij mannen zoals Karel de Grote [de grootste leider tijdens de Donkere Eeuwen]veranderden ze het ganse Heilige Romeinse Keizerrijk en zodoende de hele toekomst van Europa.
Velen kennen Karel de Grote als de beroemde koning der Franken die tegen Vikingen en barbaren streed en een deel van noord Spanje veroverde om het uit de handen van de Moslims te houden, maar weinigen weten dat Karel de Grote toegewijd was aan de Maagd Maria en dat hij in feite in verband wordt gebracht met een verschijning. Tijdens een oorlog tussen de Franken en Saksen in 772 maakten soldaten melding van vluchtige visioenen van een "majestueuze" vrouw aan de rand van Karel de Grotes kamp in Ostro, Duitsland. Niemand heeft ooit beweerd dat Karel de Grote zelf de Maagd gezien heeft, maar er bestaat geen twijfel over zijn ongewone toewijding. In Aken, een andere Duitse stad, bouwde Karel de Grote een kathedraal met kapellen die relikwieën uit het Heilige Land en Rome bevatten, waaronder ook een schoudermantel die ooit aan de Maagd had toebehoord. Op weg naar de strijd tegen de Spaanse Moslims bezocht hij Onze Lieve Vrouw van Rocamadour, het oude Mariaheiligdom nabij Toulouse, waarvan men zei dat het door Zacheüs werd opgericht. En Karel de Grote beklom de 216 treden tellende trap van de stad naar de basiliek op zn knieën!
Rocamadour
Hij bracht ook een oud portret van de Madonna dat Lukas geschilderd zou hebben in veiligheid en gaf het aan een prins in Roethenië. Deze afbeelding die Maria met een lange en serieuze blik toont, zou op een dag geëerd worden in het Poolse heiligdom Czestochowa.
De Heilige Moeder stond achter veel grootse mannen, achter veel van zij die geschiedenis geschreven hebben. Het was een goddelijk plan, een geheim ontwerp. Ze gleed een gebied binnen en verving stilzwijgend het heidendom door het Christendom ... zonder fanfare, zonder speren. Grotendeels dankzij haar verkondiging van het evangelie werd het occulte gebruik van heilige eieren veranderd in een versiering voor Pasen, en heidense groene planten werden veranderd in decoraties voor Kerstmis. De grote heidense tempel in Rome, het Pantheon, werd opnieuw ingewijd en toegewijd aan Maria.
Jezus wist dat zijn volk een moeder nodig had en toen na de grote Romeinse kastijding de wereld opnieuw ingedeeld werd, was ze werkzaam achter de schermen. Ze vormde het Christendom, ze maakte van de wereld een veilige plaats voor het Katholicisme. Maar doordat ze het zo onopvallend deed werd ze door geschiedkundigen nauwelijks vernoemd. En zelfs toen haar werk bekend werd, zou het genegeerd, afgezwakt of bespot worden door geleerden die, zoals Paulus het zei: "altijd studeerden maar nooit de kennis van de waarheid bereikten." (2 Timotheüs 3:7).
De eenvoudige, nederige en niet verwarde mensen, het boerenvolk dat geen boeken had, had een duidelijker inzicht. Zij kenden Maria. Zij voelden haar belangrijkheid. Zij wisten dat wanneer ze aanwezig was, de Heilige Geest ook aanwezig was. Ze hadden een instinctieve kennis. Ze hoefden niet uit boeken te leren. Daarom zijn er zoveel beelden. Daarom zijn er zoveel afbeeldingen. Het maakte niet uit hoeveel Maria uit universiteiten en bibliotheken geweerd werd. De mensen voelden haar belangrijkheid aan en plaatsten haar afbeeldingen over heel Europa, waar er steeds meer mirakels kwamen. Nabij Itri, een stad ten zuiden van Rome, was er een godsvruchtige herder die gewend was zijn kudde op de berg Civita te hoeden. Hij merkte dat één van zijn ossen steeds verdwaald raakte en gedurende meerdere uren verdween. Toen dit een paar dagen na mekaar gebeurd was, ging hij kijken waar de os zich op de berg ging verbergen. Hij vond het dier nabij de top van de berg, voor een eikenboom, met gebogen poten zoals bij een verering.
Hij ging dichterbij en in de boom, tussen de takken in het midden, in een "schitterende lichtstraal," zag hij een afbeelding van Maria met het Kindje. Het was een mysterie hoe het daar gekomen was maar de bedoeling leek duidelijk. Een eik! Een eik zoals de eiken die de heidenen aanbeden hadden. Instinctief viel de herder neer op zn knieën en liep daarna terug om een kleine lamp te halen waarmee hij in de voormalige heidense bossen een altaar maakte.
Tijdens de jaren 800 werd in de donkere bossen ten zuidoosten van Zurich door de kluizenaar Meinrad een gelijkaardig altaar gemaakt. Het centrum van zijn kapel was een beeldje van zon meter hoog van Maria en Jezus. De plaats was zo heilig dat het nieuws snel de ronde deed en velen bezochten de kapel, ondanks dat het nogal afgelegen was. Toen hij de kluizenaarshut naderde zag een bezoekende monnik een schitterend licht dat uit de kapel kwam. Toen hij binnenkeek zag hij Meinrad geknield aan het altaar de avondgebeden opzeggen terwijl een mooi in wit gekleed en door schitterende stralen omringd "kind" het boek vasthield.
In Toulouse verscheen Maria aan Aartsbisschop Gondisalve en vroeg hem om de doctrine van haar onbevlekte of zondeloze ontvangenis te verdedigen. In Duitsland zond Keizer Ludwig I werkmannen naar de voormalige plaats van een lentegodin, Frigga, in de heuvels rond Hildesheim en bouwde een ronde kapel ter ere van de Heilige Moeder. De kapel werd toegewijd onder de naam van "Mystieke Roos" [het is nu gekend als Onze Vrouwe van de Eik] en was gebaseerd op een afbeelding die op onverklaarbare wijze in een boom belandde en er niet kon uit verwijderd worden.
In Europa was de Maagd gekend als de "Ster der Zee" en ook als de "Moeder van Genade" omwille van gebeurtenissen zoals in de legende van Theophilus, die een verbond had gesloten met de duivel maar bevrijd werd door de Heilige Moeder. "Tot nu was ik ongelukkig door een vrouw, door een vrouw ben ik nu gezegend," schreef een Byzantijnse bisschop in Argos.
In het Zwarte Woud, waar de missionaris Gallus ooit een beeld van Maria in een altaar had geplaatst, hoorden mensen de mysterieuze geluiden van muziek. Er waren nog andere mirakels, evenals andere kleine geheimen. In Coimbra, Portugal, werd een grote overwinning op invallende Moren aan de Maagd toegeschreven.
In 915 verscheen ze in Utrecht, Nederland aan een bisschop op zn sterfbed en op het schiereiland Athos in de Egeïsche Zee werd een heiligdom opgericht dat, net zoals Montserrat, talrijke mirakels zou tellen.
In Herford, Duitsland liet Maria via een bedelaar, wiens naam in de loop der jaren verloren is gegaan, aan nonnen weten dat ze in hun klooster een kruis wou opgericht zien. Toen ze dit deden leek het kruis vaak in een duif te veranderen.
In Sion Les Saintois, Zwitserland, werd Maria door een bisschop gezien.
In het jaar 980 verscheen ze in het oostelijke deel van een klooster in Canterbury, Engeland aan een bisschop, Dunstan genaamd, voorafgegaan door een licht dat de hele kapel vulde.
In Einsiedeln, nabij Zurich, waar Meinrad ooit zn kleine kapel had, werd in 948 een prachtige kerk voltooid en op 13 september arriveerde bisschop Conrad van Constance om ze in te zegenen. Toen de bisschop rond middernacht ter voorbereiding van de inwijding aan het bidden was, hoorden hij en andere geestelijken vreemde harmonieuze stemmen en een hemelse melodie. Toen hij opkeek zag Conrad tot zijn verbazing dat het gebouw verlicht werd door wat geschiedschrijvers een "wonderbaarlijke schittering" noemden. Het altaar was volledig verlicht en naar verluid zag de bisschop een processie uit de hemel: engelen en heiligen die met gouden wierookvaten zwierden en hemelse psalmen zongen. Ze zongen "Sanctus Deus in aula gloriosoe Virginis, miserere nobis, Heilige God, wees ons genadig in het huis van de glorierijke Maagd. Gezegend is de Zoon van Maria die naar deze plaats gekomen is en die eeuwig over de wereld zal heersen."
Meinrad-Einsiedeln
Bisschop Conrad getuigde later dat hij tussen de verschijningen Matteüs, Markus, Lukas, Gregorius, Augustinus, Ambrosius en Petrus, tesamen met de Aartsengel Michaël en de Heilige Maagd had gezien. Dan zag hij Christus, gekleed in pauselijke kledij en een paarse kazuifel. Terwijl Conrad toekeek bereidden de hemelse bezoekers zich voor op de door Christus geleidde viering van de Mis en de toewijding van het heilig altaar aan de Onbevlekte Moeder.
Voordat de Mis begon nam Maria haar plaats in boven het altaar, stralend met "oogverblindende heerlijkheid" en vergezeld door een reeks engelen.
Conrad zag het buitengewone visioen gedurende meer dan een uur. Toen Jezus en de engelen plots weggingen, doofde het licht op magische wijze uit.
We kennen zoveel details omdat er later door de hoogste burgerlijke en kerkelijke autoriteiten een volledig onderzoek werd ingesteld, en de officiële bevestiging van de gebeurtenis kwam in een bul dat in 964 uitgegeven werd door Paus Leo VIII. Meer documentatie werd gevonden in Conrads boek De Secretis Secretorium, waarin we zien dat Conrad nog uren na de verschijning geknield in extatische meditatie bleef zitten en twijfelde of hij nog zou doorgaan met de kerkelijke inzegening omdat de kapel reeds door God werd ingezegend.
Bron: Michael Brown
Vertaling: Mario Lossie
08-05-1977
Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 8: Van op de hoogste bergen
Hoofdstuk 8: Van op de hoogste bergen
Na Italië waren er in Frankrijk ook bovennatuurlijke gebeurtenissen die, zoals Guadaloupe, een rol zouden spelen in de toekomst van Europa. Sinds de tijd van Le Puy droegen de Fransen La Vièrge Marie een warm hart toe en die liefde, dat respect, en vooral de erkenning van haar kuisheid had tot nog meer mirakels geleid.
Tijdens het bewind van Koning Dagobert I voer naar verluidt een soort spookschip, een schip zonder zeilen, roeiriemen of bemanning de monding van de rivier Liane aan de noordkust binnen. Toen de nieuwsgierige dorpelingen aan boord gingen vonden ze een beeldje van de Maagd van een meter groot dat een rare uitstraling leek te bevatten.
De archieven geven niet veel details vrij maar tonen dat de mensen massaal bijeen kwamen aan de oever van de rivier en met het beeld in processie naar het hogere gedeelte van Boulogne stapten, waar het in een kapel geplaatst werd waar later mirakels gebeurden.
In Ierland, waar men tegen deze tijd het spirituele gezag van Rome aanvaard had, was er naar verluidt een engel die Maria vertegenwoordigde en die een boodschap gaf aan een groep van wetgevers. De boodschap bevatte de vraag om een wet gekend als Cain Adamnain aan te nemen, die de lasten van vrouwen wou verlichten en hen ontslaan van plichten die aan mannen toekwamen.
Ooit zou de dag komen dat spiritualiteit en politiek van mekaar zouden gescheiden worden, maar in het Europa van de zevende eeuw maakte religie niet alleen deel uit van de regering maar was het vaak ook haar meest vruchtbare taak. We hadden het al over de verschijning aan Bonitus van Clermont maar wat we nog niet vermeldden was dat hij de voormalige gouverneur van Marseille en kanselier van Koning Sigebert III was. Die verschijning had plaats gehad in de kerk terwijl de invloedrijke Bonitus op Kerstmis van 694 aan het bidden was.
Door de erkenning van Maria, doordat méér en méér Christenen haar kuisheid bespraken en het concept dat ze vrij was geweest van de erfzonde, doordat men van haar Hemelvaart sprak en haar krachten van haar tussenkomst aanvaardde, werd Maria gemachtigd om meer tekenen te geven zodat ze beter kon helpen.
In 714 verscheen ze in Constantinopel aan de moeder van de Heilige Stefanus de Jongere en voorspelde Zij de geboorte van die heilige martelaar. Ze toonde zichzelf een halve eeuw later ook aan de abdis van een klooster in Montreuil, Frankrijk. Het meest ontzagwekkend was haar plaats bovenop de Montserrat, de ongelooflijke berg ten noorden van Barcelona met zuilen die een hoogte bereikten van zon 120.000 meter. Er stond een kluizenaarshut en tijdens de Arabische invasies was het een belangrijk toevluchtsoord toen Moslims de Iberische Peninsula terroriseerden .. doorheen het oude gebied van Jakobus ... en alles wat Christelijk was vernietigden waardoor de bange Katholieken veel van hun kostbaarste relikwieën verstopten. Onder die relikwieën bevond zich ook het beeld dat Bisschop Eterius had ontvangen (dat op 22 april 718 naar Montserrat werd gebracht en net zoals het beeldje van Guadaloupe en vele andere in een hol of grot verborgen werd).
Montserrat
Daarboven, samen met de arenden, transformeerde het beeld de berg Montserrat in een enorm altaar dat over het hele continent leek uit te kijken. Beneden, doorheen Europa, werd het spirituele landschap in grote mate beïnvloed door de Heilige Moeder die haar zuiverheid bleef verspreiden in gebieden die lange tijd door de Druïden besmet waren geweest. Het was een heel ernstige vorm van afgoderij en de menselijke offers die door occultisten in lange gewaden in beboste gebieden uitgevoerd werden hadden zelfs de Romeinen ongerust gemaakt. De Druïden hadden iets spookachtigs (misschien doordat ze in het donker werkten of door de legenden dat ze merkwaardige magie konden oproepen waarbij echte mist werd gemaakt). Zoals andere heidenen aanbaden de Druïden de maan en de zon of natuurgeesten waarvan men dacht dat ze in eikenbomen of andere bomen van het bos woonden.
Basiliek van Montserrat
Zon occultisme was sinds het begin het doelwit geweest van de Christenen en was gevaarlijk omdat het de schepping vereerde in plaats van de Schepper. Het verspreidde het valse idee dat utopia - de hemel - op aarde kon bereikt worden. Paulus had al te kennen gegeven dat de aanbidding van natuurgeesten duivelsaanbidding was. En net zoals Maria zeven eeuwen eerder stil en in het geheim Jezus in de wereld der heidenen had binnengeleid, zo drong ze nu stil maar krachtig binnen in het West Europa van de Druïden: zo versloeg ze nu ook occultisten, niet met oorlog, niet met een inquisitie, maar met de eenvoudige zoete genade die de Heilige Geest in haar gevormd had.
Ze had sinds het begin een intieme relatie met de Kerk, en nu, zonder haar gelijk te stellen met Jezus (zie 1 Timotheüs 2:5), kende de Kerk in het Westen, Oosten, Rome en Byzantium haar als de meest uitzonderlijke bemiddelaarster, een ambassadrice, een exorciste. Haar gebeden werden op een speciale manier verhoord omwille van haar zuiverheid en gehoorzaamheid. Wanneer mensen haar vroegen om voor hen te bidden, wanneer ze haar zochten in de naam van Christus, dan antwoordde ze.
Op één of andere manier antwoordde ze.
Ze bekwam genade van Christus. Ze had het in voorraad. En ze deelde. Ze deelde met hen die haar hulp afsmeekten en plaatste hen onder haar mantel der bescherming. Hoewel de Antichrist tegen het jaar 500 niet gekomen was zoals velen voorspeld hadden, was er een overvloed van kwaad. Maria werd gezonden omdat niemand die kwaad deed, niemand die door een demon bezeten was, in haar buurt kon blijven. Ze moesten zich bekeren of vertrekken. Ze was sterker dan de zwarte engel. Als ze op zijn terrein kwam moest ze vechten, maar het stond reeds geschreven dat ze zou overwinnen, dat Christus zou triomferen, zelfs als de duivel, in al zijn hoogmoed het onvermijdelijke weigerde te aanvaarden. De overwinning te Calvarië had Satan doen panikeren en nu hij was vastberaden er alles aan te doen om die overwinning ongedaan te maken en tegen het einde der tijden de wereld op te eisen.
Ik noem het, het "eindspel." Hoe zou hij prins van de wereld kunnen zijn als de mensen zich tot Jezus wenden? Hij wou wanhopig de nietige, nederige Christenen die zijn afgoden verwierpen tegenhouden. Nu werd de afgrijselijke aanval op Christenen ontketent door Moslims die zuid-Frankrijk verwoestten en die gebieden van Azië tot Spanje in handen hadden. In 718 sloegen ze toe nabij de bergen in de buurt van de Golf van Biskaje, waar een bende Christen patriotten gelegerd waren. Het was bij een kleine grot gekend als Covadonga op de berg Auseva waar nog een beeldje verborgen was, één van de honderden die voor de indringers verborgen werden. Toen zestigduizend Moslims toesloegen zocht een man, Don Pelayo genaamd, hulp in de gezegende grot. Hij was de leider van de bende en kort ervoor terwijl hij in de grot een misdadiger achtervolgde, had hij een kluizenaar ontmoet die in naam van de voortvluchtige smeekte "Als u deze dader vergiffenis schenkt en hem tijd geeft om boete te doen voor zijn zonden, dan zal ook u op een dag kunnen schuilen in deze heilige grot. En door u zal hier een nieuw en krachtig keizerrijk geboren worden, dat uw naam bij uw volk tot eer zal maken."
Basiliek van Covadonga
Pelayo willigde het verzoek van de oude man in en in plaats van de misdadiger te vatten knielde hij neer en bewees hulde aan de Moeder van God bij het verborgen altaar. Hij bad om bevrijding uit de handen van de Moslims en niet lang erna toen de Moren arriveerden, bracht Pelayo zn mannen naar de grot. Van daaruit zagen ze de moslimleider, Alcamah, het gebied van de Covadonga binnendringen en een afgezante sturen die de overgave eiste van de patriotten.
Toen Pelayo weigerde werden de voorbereidingen gemaakt voor de aanval. De Moren gingen hen vernietigen. Ze waren overal. Ondanks de dreigende ravijnen drongen de Moren de vallei binnen en toen ze dicht genoeg waren lanceerden ze een angstaanjagende reeks van pijlen en stenen.
Maar ze konden Pelayo niet overwinnen. Slechts weinig van hun pijlen troffen doel en toen de Arabieren de vlakte aan de voet van de berg Auseva probeerden te bereiken stak er een hevige storm op met gordijnen van regen die de rivier Deva, die in de heilige grot ontsprong, uit haar oevers deed treden en de bange Moren overspoelde. Er was ook zon grote aardverschuiving dat het leek dat de berg zich verplaatste en die Alcamahs mannen op de vlucht joeg waardoor Pelayo, net zoals Constantijn, een onwaarschijnlijke overwinning behaalde die de geschiedenis veranderde.
Pelayo werd tot koning van Asturië gekroond en vormde een alliantie die op een dag een natie met de naam Spanje zou vormen.
Bron: Michael Brown
Vertaling: Mario Lossie
07-05-1977
Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 7: Door de Straten van de Stad
Hoofdstuk 7: Door de Straten van de Stad
Ze was een indrukwekkende vrouw, vast en zeker méér dan een gewone heilige. Bij haar dood werd ze verheven tot een aanzien dat een schok zou veroorzaakt hebben aan diegenen die haar op aarde nauwelijks opmerkten, diegenen die haar enkel als een boerinnenmoeder zagen, de vrouw bij de voederbak, terwijl ze in feite de meest gezegende van alle vrouwen en koningin van de engelen was en op de hoogste plaats onder Christus stond. In Genazzano in Italië overschaduwde ze Venus als Onze Moeder van Goede Raad, en in Armenië werd ze in een liturgisch gebed de mede-verlosser genoemd.
Ze kwam waar ze geroepen werd, waar ze welkom was. Ze kwam naar hen die bescheiden en nederig waren, naar hen die, zoals zijzelf, boerenlieden waren in de bergen of die, zoals Patrick, werkten voor haar Zoon en het Druïdengebied probeerden terug te nemen. Ierland werd "Marias Eiland" met de herinzegening van heidense bronnen tot Christelijke bronnen en monumenten zoals Stonehenge in het nabijgelegen Engeland werden heidense ruïnes. Niemand weet hoe vaak ze verscheen tijdens de Donkere Eeuwen. In Griekenland verscheen ze aan een lofzangschrijver, Romanus genaamd, en in Constantinopel aan een misbruikte Joodse jongen. Tijdens diezelfde zesde eeuw verscheen ze in Italië aan een zekere generaal Narses en vertelde hem het beste moment om de strijd aan te gaan met de machtige barbaar Totila, die zich inderdaad terugtrok bij de Slag bij Taginae.
Ze verscheen wanneer de maatschappij veranderde en als er onheil op komst was. Op 20 mei 526 werd Antiochië getroffen door een aardbeving die 250.000 mensen doodde. De naschokken gingen gepaard met uitbarstingen van de pest waarbij tenminste een vijfde van de Europeanen ten zuiden van de Alpen en 40 procent van Constantinopel gedood werd. De pest kwam regelmatig terug en toen ze tussen 588 en 591 Italië trof eiste ze zelfs het leven van Paus Pelagius II. De koorts en lymfklierzwellingen kwamen bovenop de problemen van een invasie van de Longobarden en een overstroming van de Tiber, net zoals de kastijdingen na Nero die met een gelijkaardige vloed begonnen waren. "Overal dood, overal rouw, over troosteloosheid!", jammerde Paus Gregorius de Grote die verbaasd stond van de verwoesting. "Steden zijn vernietigd, legerkampen omver geworpen, districten zijn verlaten, de aarde ligt er eenzaam bij. Er is niemand meer op het platteland, er is nauwelijks een inwoner in de steden; en toch wordt wat van de mensheid nog rest dagelijks en zonder ophouden afgeslacht. De geselingen van hemelse rechtvaardigheid gaan door omdat de mensen hun fouten niet rechtzetten."
Door de geselingen ging Gregorius zich afvragen of de Dag des Oordeels naderde. In een brief aan Koning Ethelbert van Kent schreef hij: "het oneindige koningrijk van de heiligen is nabij." Hij voorspelde dat er veel "ongewone" tekenen zouden zijn zoals "klimaatsveranderingen, verschrikkingen uit de hemel, seizoenschommelingen, oorlogen, hongersnood, de pest, aardbevingen. Al deze dingen zijn niet voor onze tijd, maar erna."
In januari 590 leidde de paus een drie dagen durende processie doorheen de straten van Rome als wanhoopspoging om hemelse tussenkomst af te smeken. De processiegangers droegen een beeld uit de Basiliek van Maria de Meerdere. Het onbesmette houten beeld was van Maria en het Kind Jezus en er werden speciale krachten aan toegeschreven. Men droeg het plechtig langs de overstroomde huizen, winkels en consulaten die door de pest gesloten waren, voorbij de oude heidense burchten en de door de barbaren veroorzaakte vernietigingen, voorbij de baden van Diocletius. Men droeg het langs neervallende en stervende mensen en het verdreef de duivel in een stad waar Christenen gedood waren omdat ze weigerden het vlees te eten dat aan een geitenkop geofferd werd, een stad waar eeuwenlang allerlei uitspattingen hadden plaatsgevonden, maar nu verjoeg Gods gerechtigheid het kwaad terwijl Paus Gregorius en de processiegangers baden en riepen: "Heb genade Heer! Kyrie eleison!."
En toen gebeurde het. Toen kwam de kastijding ten einde. Toen de processie een oude stenen boogbrug over de Tiber overstak en bij het begin van de Via Conciliazione nabij de Sint Pietersbasiliek aankwam, zagen de processiegangers een luchtspiegeling boven een oude ronde begraafplaats: de ongelooflijke aanblik van de engel Michaël die zijn zwaard wegstopte als teken van het einde van Gods gerechtigheid.
De verschijning had plaats boven wat men heden Castel SantAngelo noemt, en bijna onmiddellijk kwam er een einde aan de plagen, en al snel ook aan de kastijding. De langdurige beproeving was een spirituele straf geweest maar ze was niet er alleen door God gekomen maar ook door de mens die God afwees, die niets van Zijn bescherming wou weten, die het schild van de genade had weggeduwd en die daarom aan zijn lot werd overgelaten en blootgesteld werd aan de demonen uit de onderwereld die door de zonden werden losgelaten.
Rome, Castel Sant' Angelo [Engelenburcht]
Demonen konden gedaanten aannemen van verleidelijke vrouwen of angstaanjagende dieren, maar waren meer zoals insecten. Ze kwamen telkens er een gat was in het spirituele harnas en vermenigvuldigden zich zolang niemand hen opmerkte (zoals kakkerlakken in het donker). Ze bezoedelden het verstand met verdrukking, verwarring, hoogmoed, en angst. Hoogmoed was één van de beste tekenen van hun invloed. Indien men hen ongemoeid liet konden ze niet alleen mentale en maatschappelijke ziekten veroorzaken, niet enkel persoonlijkheidsstoornissen zoals arrogantie, maar ook lichamelijke ziekten zoals Jezus getoond had bij de talrijke zieken die Hij genas door eerst hun demonen uit te drijven.
Ze waren als insecten, maar ze konden ook verschijnen als een kraai, een centaur of een zeemonster [Jesaja 27:1]. Het waren vleermuizen. Het waren weerwolven. Iedereen die op hun pad kwam werd gedood, maar toch waren er weinig die aandacht schonken aan de waarschuwing van Christus dat zulke geesten in Zijn naam zouden moeten gebonden, geïsoleerd en verdreven of vernietigd worden [Matteüs 10:8].
Nog minder mensen bekommerden zich om de Apocalyps waar men zegt dat Marias verschijning het grote conflict met het kwade en de komst van Michaël aankondigde (Openbaring 12:7) net zoals hij nu gezien werd bij Castel SantAngelo na de aanroeping van haar beeld en net zoals hij samen met haar vereerd werd in een nieuw heiligdom in Glastonbury. Wanneer Maria aangeroepen werd, was Jezus er ook. Wanneer Maria aangeroepen werd kwamen de aartsengelen en de demonen gingen op de vlucht. Ze had de hele hemel bij zich en ze was een speciale geseling omdat Satan als prins van de hoogmoed haar nederigheid onmogelijk kon verdragen. Ze kon hem telkens opnieuw verslaan door zich eenvoudigweg aan God te onderwerpen. Dat was haar tweede geheim. Het was zoals water en vuur. Zijn brandende pijlen konden haar niet raken want ze was volledig gescheiden van haarzelf en vervuld van de Geest. Meer en meer mensen erkenden dit. Steeds meer mensen gingen de vrouw uit Openbaring 12 niet enkel als een symbool van de Kerk zien, maar als een symbool van de grootse Maagd tot wie zelfs engelen zongen. In 590, te Castel SantAngelo zei men zelfs dat men een hemels koor hoorde. Ze was een koningin en een moeder en ze beschermde de mensen tegen de duivel net zoals ze Jezus tegen Herodes had beschermd. Ze werd zelfs aangeroepen in barbaarse landen zoals het Zwarte Woud, waar haar beeld door de missionaris Gallus in een altaar werd geplaatst.
Er was iets aan haar ogen, iets aan haar houding, iets aan haar zachtheid dat boven de menselijke gevoeligheid uitsteeg en een stukje hemel en een gevoel van welzijn bracht aan hen in de spirituele oorlog. Er waren altijd mensen die haar probeerden af te breken, die haar zoals Satan vroeg, denigreerden in haar rol, maar er waren er zoveel méér die haar verdedigden, die haar op 13 mei, het feest van de martelaren aanriepen, of op 15 augustus, de dag waarop men tegen het jaar 600 haar Hemelvaart herdacht. Er waren mensen zoals Aartsbisschop Ildefonsus van Toledo die een lange verhandeling ter verdediging van haar maagdelijkheid schreef en die tengevolge daarvan een verschijning kreeg van Maria die op een troon zat. Dit gebeurde op 15 augustus 657 toen Ildefonsus en twee diakens een kerk opmerkten die door een schitterend licht werd verlicht. Ze gingen er binnen en zagen Maria, omring door een koor van maagden [Psalmen 45:14]. Ze gebaarde naar de bisschop om naderbij te komen en zei zacht: "Jij bent mijn kapelaan en notaris van geloof. Neem deze kazuifel die mijn Zoon je uit Zijn schatkamer zend."
De kazuifel, een priestergewaad, zou nog altijd in Oviedo bewaard worden en hoewel we de meeste relikwieën niet kunnen verifiëren zijn ze niet allemaal euforische hallucinaties. De meest gerespecteerde mannen ten tijde van Ildefonsus geloofden in Maria. Volgens de legende hielp ze de belegering van Constantinopel te beëindigen en verscheen ze aan Bisschop Bonitus in Clermont. Een andere bisschop, Egwin van Worcester, was in 708 getuige van een verschijning nadat een opgewonden veehoeder hem in het struikgewas riep in het zuidelijke deel van Engeland, nu gekend als Evesham. De bisschop zag Onze Heilige Moeder die vergezeld was van twee andere maagden die de prachtigste psalmen zongen. Ze was omringd door een onbeschrijflijke welriekendheid en was zo wit als een lelie. De Heilige Moeder schitterde nog meer dan de maagden. Ze zag eruit als de middagzon en in haar rechterhand hield ze een gouden kruis vast waarmee ze de bisschop zegende.
Haar rol werd nog belangrijker toen de Christenen met een nieuwe bedreiging geconfronteerd werden: de moslims. Hun stichter Mohammed had de ene ware God aanvaard en zijn volgelingen waren strijdlustig tegen het kwaad, maar ze bleven volhouden dat Christus maar een profeet was en niet de Zoon van God. Dit plaatste de twee religies, die beiden hun oorsprong vonden in Abraham, in een dodelijke strijd.
Mohammed had beelden van Maria en Jezus getolereerd, maar na zijn dood waren zijn volgelingen erop uit het Katholicisme te vernietigen en ze vielen Christelijke naties aan.
Alsof hij deze holocaust voorzien had zond Paus Gregorius het beeld van Maria de Meerdere naar Sevilla in Spanje, maar een eeuw later werd Sevilla door de Arabieren aangevallen en in 711 werd het beeldje in het geheim uit de stad verwijderd en in een grot verborgen.
Volgens archieven werd het houten beeld onder een kerkklok verstopt of in een verzegelde ijzeren koffer gestopt, met een beschrijving van wat het was. Dan werd het begraven nabij de bergen van Estremadura., zon honderd mijlen ten zuidwesten van Madrid, nabij een rivier of "verborgen kanaal", wat de vertaling is van "Guadaloupe".
Vertaling: Mario Lossie
Bron: Michael Brown
06-05-1977
Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 6: Gog en Magog?
Hoofdstuk 6: Gog en Magog?
Eén ding was zeker m.b.t. zulke mirakels: ongeacht hoeveel dissidenten en ketters het zouden proberen te vernietigen, ongeacht hoeveel men haar tradities zouden aanvallen, het Katholicisme was er om te blijven en haar sacramenten waren de wil van Jezus.
Tegen deze tijd werd de Eucharistie al bijna drie eeuwen gevierd, en zulke plechtigheden werden duidelijker afgebakend toen de sacramentele maaltijd een onafhankelijke rite werd met lezingen en gebeden op zondagmorgen, die Constantijn als speciale dag had uitgeroepen. Net als bij de rituelen van de oude Joden, gebruikten Katholieken altaren, wierrook, en priesterlijke gewaden zoals die beschreven worden in Exodus, en ze hadden ook bepaalde rituelen zoals kniebuigingen en kaarsen die men van heidenen afnam en die opnieuw gewijd werden.
Terwijl het heidendom de kop bleef opsteken en terwijl Rome haar zuivering verder zette, werden het Katholicisme en diens moeder Maria, een betekenisvolle en zelfs omvangrijke aanwezigheid.
De Maagd verscheen aan een bisschop in Tours, Frankrijk, en zond een boodschap naar koning Julianus tijdens een strijd met de Perzen. In Italië werd het door Placidius ontdekte altaar officieel opgedragen aan Maria en eveneens in Italië vestigde bisschop Eusebius een heiligdom dat bekend werd omwille van een miraculeus beeldje. Tegen 347 was er in België een heiligdom toegewijd aan de Maagd en op 5 augustus 352 was er in Rome een openbaring toen de Maagd in een droom aan een edelman en zn vrouw en aan Paus Liberius verscheen, waarbij ze hen alle drie de opdracht gaf een kerk te laten bouwen op de plaats die ze met sneeuw zou aanduiden, zoals ze in Le Puy had gedaan. [Hoewel het de maand augustus was werd er de volgende dag inderdaad sneeuw of vorst gemeld door diegenen die in verbazing rond berg Esquilijn waren samengekomen, waar later de Basiliek van Maria de Meerdere gebouwd werd, de grootste kerk aan haar opgedragen].
Basiliek van Maria de Meerdere op de heuvel Esquilijn te Rome [voorzijde]
Basiliek van Maria de Meerdere op de heuvel Esquilijn te Rome [achterzijde]
Maria bracht overal genade. Afbeeldingen die Lukas van haar schilderde en in bezit kwamen van avonturiers zoals Constantijns moeder Helena tijdens missies naar het Heilige Land, werden verspreid tot in Constantinopel, Libanon en Athene. Het waren schilderijen op planken van cipreshout en kostbare kleine beeldjes die verspreid werden tot in prachtige plaatsen zoals Montserrat -een berg in noord Spanje- en de berg Sumela in Turkije waar een Christen met de naam Basilius Soterichus een beroemd portret plaatste zoals het hem in een visioen werd opgedragen. Hoewel het geen dogma was werd Maria al omschreven als een "mede-verlosser", en haar goddelijk moederschap en eeuwige maagdelijkheid werden als doctrine ingevoerd. De macht van Maria groeide telkens ze geëerd en aangeroepen werd , tot grootste ergernis van Satan. Hij verachtte vooral haar afbeeldingen die krachtige middelen tot bekering waren. Het waren afbeeldingen ter verering, geen aanbidding, en ze deden denken aan heilige afbeeldingen uit het verleden zoals de gouden afbeeldingen van cherubijnen op de Ark des Verbonds (Exodus 25:18). Ze werden gebruikt om het gebed te versterken. Ze schiepen een heilige sfeer. Ze straalden geloof uit en waren een uitnodiging tot de hemel. Ze herinnerden eraan dat waar Maria ook was, daar was ook Christus, stil meeluisterend en hén zegenend die Zijn moeder hulde kwamen brengen.
Zijn Aanwezigheid werd gezien in een groots teken dat verscheen tijdens het eerste jaar van het episcopaat van de H. Cyrillus in Jeruzalem. Dit was de periode van de Arische ketterij, waarin de verwantschap van Christus met God de Vader in vraag werd gesteld. Cyrillus schreef in een brief aan Keizer Constantius:
"Op de zevende dag van mei, rond het derde uur, verscheen een groot lichtgevend kruis aan de hemel, net boven Golgotha, reikend tot aan de heilige Olijfberg, gezien door niet één of twee personen, maar door de ganse stad. Dit was geen, zoals men zou kunnen denken, ingebeelde en kortstondige verschijning, maar het duurde verscheidene uren, zichtbaar voor onze ogen en was helderder dan de zon. De hele stad was doordrongen met ontzag en vreugde door dit wonder en iedereen liep onmiddellijk naar de kerk en prees eenstemmig onze Heer Jezus Christus, de enige Zoon van God."
Zulke genaden waren cruciaal terwijl de Christenen tegen de ketters streden en het Romeinse Rijk bleef tolereren dat barbaren dorpen plat brandden, steden plunderden, en gevangenen aan bomen ophingen als offers voor een heidense oorlogsgod, Wodan genaamd. De barbaren waren wrede, ruigharige mannen uit het Germaanse noorden. Ze werden ooit Scythen genoemd [Kolossenzen 3:11], maar waren nu misschien beter gekend als de Gog. Kwamen ze voor in de H. Schrift? Tijdens de eerste eeuwen waren de profetieën van Jezus in Matteüs 24 en Lukas 21 grotendeels bevestigd geweest. Zijn voorspelling van vuur en duisternis was zowel in Rome als in Pompeï uitgekomen, men was getuige geweest van zijn voorspelling van woelige zeeën met de samengaande aardbevingen. Zijn opmerkelijke voorspelling van de vernietiging van de tempel was uitgekomen. Nu werden Zijn voorspellingen over oorlog realiteit tijdens een grote kastijding (oorlogen en geruchten van oorlogen) die niet leek te stoppen.
Gog! Het waren Gotische mannen gewapend met knuppels, bogen, strijdbijlen en zwaarden. Ze zouden later aan de basis liggen van West Europa maar op dit moment waren het brutale strijders met maar één doel: het omverwerpen van de evenzeer wrede, doch iets beschaafdere Romeinen.
Het waren angstaanjagende en apocalyptische tijden, zo kwaadaardig dat geleerde geestelijken de komst van de Antichrist voorspelden en verwachtten dat hij rond het jaar 500 zou opduiken. In Milaan was er een bisschop met de naam Ambrosius die dacht dat het einde van de wereld nabij was en als dat een terugkerende voorspelling was, iets dat sinds de Montanisten in de tweede eeuw voorspeld werd, dan leek het inderdaad op een oordeelsdag toen Goten versterking kregen van stammen gekend als de Vandalen die massaal de grenzen overstaken of slachtpartijen aanrichtten.
"Hij zal de dingen doen die Christus deed, behalve de doden doen opstaan", was de waarschuwing van een oud geschrift dat gekend is als de Apocalyps van Elia. "Hierdoor zullen jullie weten dat hij de Wetteloze is: Hij heeft geen macht om leven te geven!"
Hij had enkel de macht om het leven te nemen. Hij had enkel de macht des doods. Hij was als een zwerm sprinkhanen. En Rome had hem uitgenodigd. Ze hadden de rode loper uitgerold. Door hun overspel hadden de bewoners eeuwenlang demonen opgeroepen en nu waren er barbaren gekomen. Het was het einde van de Klassieke Periode en het begin van de Donkere Eeuwen, en in de namiddag van 9 augustus 378 werd tweederde van het Romeinse leger vernietigd tijdens de Slag bij Adrianopolis.
Het keizerrijk zou nog verscheidene eeuwen onder Noordelijke stammen te lijden hebben die Frankrijk en Athene, en in 410, Rome zelf plunderden (overal was oorlog, hongersnood en de pest, zoals de Schrift voorspeld had).
De Goten waren misschien wel de legendarische Gog en ze werden uit hun thuisland naar Rome verdreven door een tweede, nog barbaarsere bende gekend als de Hunnica of "Hunnen", een Aziatische volksstam die onheilspellend met Scythische weerwolven werd geïdentificeerd. De Hunnen waren waarschijnlijk afkomstig van voorbij de rivier Wolga in het land van Magog en werden beschouwd als de apocalyptische ruiters (Openbaring 6:4). Ze aten, sliepen en vochten op hun paarden. Ze waren klein en breedgeschouderd met kromme benen en "afschuwelijke" gezichten. Ze stamden af van Mongoolse nomaden en waren uiterst wreedaardig. Ze werden beschuldigd van het drinken van bloed, het eten van jongelingen en het vernietigen van zoveel dorpen dat niemand de tel kon bijhouden van de doden of de geplunderde kerken.
Men zei dat de Hunnen steeds met vuur en de geur van zwavel kwamen en krioelden van ongedierte en ziektes. Ze vielen niet alleen aan in grote aantallen maar ook met snelheid en oorverdovend gehuil. Hun komst in Constantinopel in 447 werd voorafgegaan door een grote aardbeving. Ze vielen ook binnen in Italië, Frankrijk en de Balkan. En zoals staat in Ezechiël 2:20-10: "Mensen worden door hen gekweld, elk gelaat verbleekt. Ze rennen als strijders, beklimmen muren als soldaten. Ze vallen de stad aan, lopen over de muur, klimmen in huizen ... De aarde beeft voor hen ..."
Terwijl de Hunnen verslagen werden namen andere barbaren een groot deel van het keizerrijk over en naarmate ze dit deden, naarmate Europa er anders begon uit te zien, kwam Maria als de Moeder van de Overgang. Eerst kwam ze als waarschuwing en als er toch ongelukkige gebeurtenissen uit voort vloeiden kwam ze als troosteres. Haar moederlijke macht werd in 431 officieel erkend toen ze de titel "Moeder van God" werd verleend tijdens het grote Concilie van Efeze en men was getuige van haar macht in een kapel in Santa Margherita die ondertussen werd opgedragen aan de "Madonna van de Roos" [alsook in Oropa in het Heiligdom dat gesticht werd door Eusebius, waar verbazingwekkende mirakels gemeld werden].
Maria kon zelfs door de blinden gezien worden zoals toen ze in 450 verscheen in een droom aan een blinde man, Simeon genaamd en hem vertelde dat hij naar Constantinopel moest gaan waar hij getuige zou zijn van de kroning van een nieuwe keizer.
Simeon deed wat hem gezegd werd, maar het was een lange, stoffige weg en op één of andere manier verloor hij zn hond, zij het door de leiband te laten vallen of omdat het dier neerviel van de hitte (er zijn verscheidene versies). De blinde man probeerde op zn eentje verder te gaan, maar kreeg al gauw dorst. Zich er van bewust zijnde dat er gevaarlijke afgronden in de buurt waren, liet hij zichzelf in mekaar zakken, hopeloos en schreeuwend: "Heilige Maagd! Ik heb altijd vertrouwen gehad in uw bescherming. Laat me hier niet omkomen!"
Kort daarna hoorde Simeon voetstappen en het geluid van metaal. Het was Leo, een Grieks soldaat. Hij bracht boodschappen van zijn veldcommandant naar het hoofdkwartier. Hij troostte de oude man en vroeg wat hij aan het doen was. Simeon vertelde hem van de droom, het visioen om naar Constantinopel te gaan en een nieuwe keizer de troon te zien bestijgen. Het visioen leek raar. Hoe zou een blinde man een kroning kunnen zien? En trouwens, dacht Leo, er wordt geen nieuwe keizer verwacht; de huidige was in goede gezondheid.
Leo hielp Simeon recht en ze kunnen wel een tijdje gestapt hebben, maar het was duidelijk dat de oude man niet verder kon zonder water. Hij kon zeker niet tot in Constantinopel geraken. De soldaat zocht een plekje in de schaduw, zette de man er neer en vroeg zich af waar hij een bron zou kunnen vinden. Er was niets te zien. Het was hopeloos.
Dan hoorde hij een stem: "Leo, waarom maakt u zich zorgen, als er net voor jou een vijver vol water ligt?" zei een zachte, vrouwelijke stem.
Leo keek naar een kleine berg en zag dat de top ervan bedekt was met bomen, hetgeen betekende dat er een waterbron moest zijn. Toen hij de berg beklom vond hij enkel opgedroogde putten. Hij wou de zoektocht opgeven en bad tot Maria en hoorde haar stem een tweede keer die zei dat hij verder door het struikgewas moest gaan, waar Leo inderdaad een klein vijvertje vond vol met koel, helder water. Ze zei hem dat hij niet enkel water moest meebrengen voor de blinde man, maar ook een handvol modder om op Simeons ogen te wrijven (Markus 8:23). Dan zou ze gezegd hebben: "Omdat je ziel meedogend is en je hart openstaat voor de smeekbede van hen in nood, en omdat je vertrouwen hebt in mijn tussenkomst en mij geëerd hebt met een volhardende vroomheid, heb ik voor jou de hoogste aardse waardigheid bekomen die een man kan zoeken. Jij zal tot keizer worden uitgeroepen en je zal op de troon zitten waarop mijn dienaar Constantijn zat." (Marcus 9:41).
Tot Leos verbazing leek de vijver van modderig geel naar een rijke gouden kleur te veranderen. Leo deed vlug wat hem opgedragen was en vulde zijn helm. Hij bracht het water naar Simeon die het gulzig opdronk. Dan smeerde hij de modder op Simeons ogen, en de blindheid verdween. De oude man kon zien! Hij kon de soldaat zien en de lucht en de droge weg. Hij kon de berg zien!
Zoals het verhaal gaat, was er een paar jaar later een politieke opschudding in Constantinopel en nog voor het einde ervan kwam er een man, een militair met de naam Leo. Het was dezelfde man die gestopt was om een blinde man op een stoffige weg te helpen, diezelfde man die blijkbaar een bepaald aanzien had, en hij stootte op miraculeuze wijze door naar hogere rangen en werd uiteindelijk in 457 uitgeroepen tot keizer van het Byzantijnse Rijk!
Dat was de legende van Leo I, ook gekend als Leo de Grote. Het zou een pure mythe lijken als er niet zo veel gelijkaardige verklaringen waren en als Leo op die berg geen kerk had gebouwd voor Maria, Onze-Lieve-Vrouw van de Gouden Fontein.
Dit waren belangrijke gebeurtenissen want met elke mirakel en elke kerk won Maria terrein terug van de duivel.
Dat was het plan. Dat was haar eerste geheim. Ze zou de afgoden van de slang verpletteren en de duivel zou het niet zien aankomen want in zn arrogantie had hij nooit kunnen vermoeden dat zn grote vijand een nederige vrouw zou zijn. Hij kon nooit begrijpen dat het juist haar nederigheid, haar zichzelf wegcijferen was wat Maria in verbinding bracht met de macht van God. Het was juist haar nederigheid die het meest mysterieuze plan dat rond Christus draaide in beweging zette maar haar als de vrouw in Genesis aanstelde. Ze moest bidden en ze moest God smeken maar in wat voor een prachtige positie bevond ze zich en wat voor een strijdster was ze! Haar kracht was haar liefde, en haar schoonheid was haar liefde, en haar boodschap was haar schoonheid, de manier waarop ze in het geheim, zacht open bloeide zoals een bloem in de dauw, stralend en welriekend. Madonna van de Roos! Christus wou dat ze verheerlijkt werd ... elke zoon wil lof voor zn moeder ... en Hij moet gelukkig geweest zijn toen na het Concilie van Efeze 260 bisschoppen zich tijdens een met kaarsen verlichtte plechtigheid verheugden over hun verklaring en riepen: "Weesgegroet Maria! Schat van de wereld! Weesgegroet Maria, Moeder van God! Het is door u dat de profeten hun stem verheffen, en dat de priesters van de Kerk de glorie van de Almachtige vieren, en met engelen zingen: Eer aan God in den hoge, en vrede op aarde aan de mensen van goede wil!"
Vertaling: Mario Lossie
Bron: Michael Brown
05-05-1977
Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 5: Boven de Zon
Hoofdstuk 5: Boven de Zon
Maar de barbaren bleven het Romeinse Rijk bestoken, net zoals hongersnood en plagen. De kastijding ging door. In één enkele dag stierven er vijfduizend mensen in Rome en in Alexandrië was het geweld zo groot dat de bewoners hun buurt niet durfden te verlaten.
Het keizerrijk werd beoordeeld, had wee na wee geleden gedurende meer dan twee eeuwen, had twintig keizers gehad die, tussen 211 en 284 n.C. alleen al, een gewelddadige dood gestorven waren, maar toch bleef het heidendom voortbestaan. De vervolgingen bleven doorgaan. Men probeerde nog altijd het Katholicisme te vernietigen met onder diens helden een ziener met de naam Nicolaas van Myra (die later bekend werd in de mythe van Sinterklaas) en Catharina van Alexandrië, een jong heidens meisje dat door een visioen van Maria bekeerd werd.
Er waren ook twee Egyptische martelaren, Julianus en Basilissa, die op de dag van hun executie in 312 Jezus en Maria zagen, omringd door engelen. "U is de zege, Julianus," zeiden ze, "U is de zege, Basilissa!"
Het was een tijd dat altaren toegewijd werden aan afgoden zoals Dionysius, en zij die weigerden de heidense goden te aanbidden, de goden van de aarde en de zon en liefde en oorlog, werden op de pijnbank uitgerekt of werden leven gevild of werden de ledematen afgehakt die rond hun kronkelende rompen uitgespreid werden. Deze martelaren leden op de vreselijkste manieren omdat ze een geheim kenden: ze wisten dat de godinnen die nu in Rome vereeuwigd werden dezelfde waren als de godinnen die aanbeden werden door de faraos en de Babyloniërs, door de oude Grieken en Spaanse volksstammen, door de heidenen van Efeze, en dat ze allemaal in feite vermomde duivels waren [1 Corinthiërs 10:20], dat ze allemaal in strijd waren met Jezus en op een dag door de Moeder van God overwonnen zouden worden.
In een typisch geval werd een Katholiek voor een keizer zoals Diocletianus of één van zijn handlangers geleid en bevolen om de "Nazarener" te verloochenen. Hij werd dan opgesloten en tot de verschrikkelijkste dood veroordeeld als hij weigerde een afgod te aanbidden of zelfs maar een beetje de keizers beledigde, die zich bij gelegenheden als Jupiter kleedden.
Volgens de legende was één van de martelaren een jonge vrouw, Philomena van Macedonië, die rond 312 opgesloten werd omdat ze opkwam tegen de keizer. Haar van ondier krioelende cel werd op een nacht verlicht met een licht waar de Heilige Maagd uit tevoorschijn kwam: "Wees niet bang, Ik ben Zij die nooit voor niets geroepen wordt. Ik ben Maria, je Moeder, en Ik ben gekomen om je blijde berichten te geven. Binnen drie dagen zal je gevangenschap voorbij zijn. Maar eerst moet je een grote beproeving doorstaan. Wees moedig, want Mijn Zoon zal je helpen. En Ik heb de grote engel Gabriël opgedragen om over je te waken en aan je zijde te blijven. Zijn macht zal grootse dingen voor je doen, Mijn geliefde dochter. Mijn Zoon heeft voor jou eeuwigdurend geluk voorbereid, dus wees vreugdevol. De engelen wachten je komst af."
Dan plaatste Maria het Kindje Jezus in Philomenas armen. Volgens de vermeende voorspelling ontsnapte Philomena verscheidene keren aan haar executie maar op de derde dag werd ze uiteindelijk onthoofd.
Hoewel het verhaal van Philomena een mythe bleef was er geen twijfel dat er grote wonderen geschiedden die de geschiedenis veranderden. Rond dezelfde periode gebeurde er iets uitzonderlijks met Constantijn De Grote die op weg was om te strijden tegen de macht van de rivaliserende keizer Maxentius. Half overtuigd dat Christenen het bij het recht einde hadden met hun idee over God, was Constantijn aan het bidden voor de overwinning en vroeg aan de Heer om Zichzelf te tonen toen hij en zn mannen op een late namiddag boven de ondergaande zon de schitterende vorm van een kruisachtig symbool zagen. Het was zoals de letter X met een loodrechte lijn erdoor met een kromming aan de bovenkant, het symbool dat ooit door heidense zonaanbidders gebruikt werd. Recentelijk was het door Christenen overgenomen geweest die het als het teken voor Christus gebruikten. Het was omgeven door de woorden In dit Teken, Verover.
Daar was het in het daglicht, boven de zon, gezien door een troepenmacht van minstens vijfentwintigduizend soldaten waarvan de meeste heiden waren. Het Teken van Christus. De soldaten beweerden ook dat engelen hen ter hulp kwamen toen ze zich voorbereidden om een troepenmacht aan te vallen die waarschijnlijk twee of meerdere keren groter in aantal was dan hen.
Zelfs geleerden van onze tijd zijn het eens dat er iets gebeurde met Constantijn, iets dat moeilijk te verklaren is, iets dat niet normaal is en dat door eerdere en meer gelovige historici beschreven werd als een gebeurtenis divino monitus instinctua [geadviseerd door het goddelijke instinct].
Constantijn zweerde dat het visioen echt was en zei dat het gevolgd werd door een droom waarin Christus hem zei om het symbool ter bescherming te gebruiken.
Constantijn volgde dat advies op en beval onmiddellijk het symbool op de schilden van de soldaten te zetten. Hij versloeg Maxentius op miraculeuze wijze in de Slag bij de Milvische Brug, waardoor hij de enige keizer werd. Hij begon dan het Katholicisme te legaliseren, gaf gronden aan de Kerk en bouwde een basiliek rond het graf van Petrus.
Zo snel kon God te werk gaan. Dat was de vrucht van een echte verschijning. Overal hielden Christus en Maria hun kudde in de gaten. Ze keken naar de worstelende Kerk en hoewel de Maagd niet veel van zich liet horen tijdens deze eerste paar eeuwen, hoewel ze voor het grootste deel van het eerste millennium en een deel van het volgende subtiel aanwezig zou zijn, hoewel haar voornaamste missie stil gebed zou zijn, deed ze elk bezoek tellen, ze bleef de heidense heiligdommen vervangen, en ze verscheen niet alleen aan mensen als Nicolaas van Myra (die haar zag tijdens het Concilie van Nicaea), maar ook aan devote vrouwen als de H. Monica van Thagaste.
Monicas echtgenoot was recentelijk gestorven en ze was niet alleen verontrust door haar weduwschap maar ook omdat haar zoon, een briljant geleerde, baadde in immoraliteit en zich bezig hield met ketterij, Manicheïsme genaamd.
Volgens de legende was Monica in gebed verzonken toen ze Maria zag met een koord of cingel rond haar middel. De koord gloeide. "Dochter van Mij, in de toekomst moet je je kleden zoals Ik gekleed ben", zei de Maagd. "Laat deze cingel een belofte zijn van Mijn liefde voor jou, deze cingel die de schoot omringd waarin het Woord vleesgeworden is. Laat ze vanaf nu de jouwe zijn, en dat je ze voortdurend moge dragen. Neem ze nooit af. Verspreid de toewijding eraan zo ver en zo wijd je kan. Zij die een cingel als deze dragen zal Ik beschouwen als Mijn speciale kinderen. Deze cingel zal in een komende tijd het wonder van het universum worden."
Monica deed wat haar gezegd werd en kort daarna werd haar zoon bekeerd.
Dit had grote gevolgen, want haar zoon zou spoedig een groot bisschop en Kerkvader worden wiens vele volgelingen de cingel eeuwenlang zouden dragen en wiens naam Augustinus was.
Augustinus van Hippo
Vertaling: Mario Lossie
Bron: Michael Brown
04-05-1977
Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 4: Moeder van de Heer
Hoofdstuk 4: Moeder van de Heer
Het was de bloedigste en meest angstaanjagende periode in de geschiedenis van Rome. Er waren al snel geruchten over geesten in de buurt van Neros begraafplaats, en in de naastgelegen gebieden zouden verschijningen in de vorm van kraaien waargenomen zijn.
Zon afgrijselijke gebeurtenissen werden enkel door de genade van Christus verjaagd, die Zijn moeder en Zijn eigen wonderen zond.
Zon veertig kilometer ten noordoosten van Rome op de berg Guadagnolo, was de Romeinse officier Placidus, die onder keizer Trajanus (97 tot 117 n.C.), diende op een dag aan het jagen toen hij en zijn metgezellen een ongewoon en prachtig hert zagen. De geschiedenis vertelt niet wat het dier zo uniek maakte maar het was zo groots dat Placidus besliste om het te vangen. Hij dreef het naar een plek op de berg waar er geen uitweg leek te zijn, maar net voor hij het dier kon grijpen maakte het dier een sprong, landde buiten zijn bereik op een rots en keek hem stoutmoedig aan.
Guadagnolo, Klooster
Tot zijn verbazing zag Placidus het lichaam van Christus op een lichtgevend kruis dat tussen de takken van het gewei van het hert verscheen.
Er was ook een stem te horen en iets dat op een goddelijk licht leek en Placidus ziel doorboorde. Hij voelde een onweerstaanbare drang om de God van de Christenen te aanbidden. Toen de officier terug in Rome was liet hij zichzelf en zijn gezin dopen en zijn naam wijzigde in Eustachius.
Als bekeerling was hij ook een martelaar. Het nieuws over zijn bekering bereikte de Romeinse autoriteiten en toen Eustachius zijn nieuwe geloof weigerde te verloochenen werden hij en zijn gezin in een kokende ketel gegooid.
Ontelbare anderen ondergingen hetzelfde lot omdat Satan de grote dreiging van het Katholicisme onmiddellijk de kop wou indrukken. Christenen werden gestenigd, vertrapt, levend gevild, onthoofd en zelfs in stukken gescheurd of de ingewanden uitgerukt terwijl ze bij bewustzijn waren. Ze werden uitgehongerd. Ze werden gekruisigd. Dit waren de mensen die het Katholicisme hadden gesticht en in plaats van het Christendom uit te roeien was hun dood het zaad dat het deed groeien.
Hoe meer de Kerk vervolgd werd, des te sterker groeiden haar wortels, net zoals een jonge boom die door de wind geteisterd wordt. De toewijding aan Maria begon de aanbidding van de heidense godinnen te overstijgen. Waar Maria ook was, waar ze zich toonde, daar was geloof, liefde en volharding, zelfs tot in het martelaarschap toe.
Geloof doofde de vlammende pijlen van Satan, en zoals Paulus in een brief aan de Efezen [6:12] schreef was het geen strijd tegen menselijke krachten 'maar tegen de vorstendommen en de machten, de heersers van deze wereld van duisternis, de kwade geesten in de hogere sferen'. Satan was prins van de wereld maar Christus zond Zijn moeder om de wereld terug te nemen. Dat denkbeeld werd ook duidelijk gemaakt door verschijningen aan belangrijke stichters van de Kerk zoals Bisschop Gregorius van Caesarea. Op een avond, net voor zijn inwijding tot bisschop in 240 n.C., zocht Gregorius goddelijke leiding bij de Drie-Eenheid toen hij een verschijning zag van een oudere man.
Het was Johannes, de Evangelist, vroom en nobel, in een heilig gewaad. Gregorius schrok, sprong uit zijn bed en vroeg aan Johannes waarom hij gekomen was. De verschijning zei op een vriendelijke en rustige manier : "Kalmeer jezelf, mn zoon. Ik ben gekomen om je te helpen". Johannes hield zn hand uit en wees in een bepaalde richting.
Toen Gregorius die richting uit keek zag hij toch zijn verbazing de gedaante van een vrouw, méér dan mens, met een helderheid die vergelijkbaar was met een fakkel. Ze was onvoorstelbaar mooi en gracieus en majesteitelijk en Johannes sprak haar aan met "Moeder van de Heer." Ze droeg de Evangelist op om aan Gregorius het mysterie van de vroomheid bekend te maken.
Johannes deed dat met krachtige en onvergetelijke woorden. "De Vader heeft nooit bestaan zonder de Zoon, noch heeft de Zoon ooit bestaan zonder de Geest", zei de verschijning, "en deze Drie-Eenheid is onveranderlijk."
Dat waren de fundamenten van de leer van de Drie-Eenheid. Dat was een formule voor de Kerk. Dat was ook het begin van ongelooflijke gebeurtenissen.
Vriend en vijand beschouwden Gregorius als een nieuwe Mozes want de verschijningen van Maria en Johannes leken hem machtig gemaakt te hebben. Ze leken hem de genaden van genezing en bekering verleend te hebben. Encyclopedieën bevatten legendes over zijn gave om de toekomst te zien. Hij kon ook fysische gebeurtenissen veroorzaken. Op een keer stak hij zijn staf in een rivier of stroom waardoor de richting ervan veranderde en hij had speciale krachten tegen boze geesten. Op een keer, toen hij een heidense tempel binnenging, begon hij zijn zuivering met het Kruisteken. De tempelwachter werd woedend toen hij de geesten niet meer kon oproepen maar zelfs hij bekeerde zich toen hij zag dat Gregorius gezag had over de demonen.
Bij wijze van test vroeg men aan Gregorius om een grote steen te bevelen zich te verplaatsen, en tegen alle logica in verplaatste de steen zich inderdaad naar een andere plaats.
Menigten stroomden toe. Mensen werden genezen. Bij anderen werd de duivel uitgedreven. En al gauw was de stad Neocaesarea, de thuisstad van amper zeventien Christenen, bekeerd. Marias kracht was duidelijk te zien in de vestiging van volledige bisdommen en in de verdediging van het Katholicisme tegen ontelbare ketters zoals de Gnostici en Montanisten, die zichzelf als de echte Christenen beschouwden en zichzelf boven de Kerkelijk traditie plaatsten.
Het was duidelijk dat de Heilige Geest, die sinds de Verrijzenis op een speciale manier naar beneden was gezonden, nu veel mirakels verrichte om de Kerk op te bouwen. De mirakels waren niet gestopt bij de Verrijzenis van Christus. Er waren er nu in overvloed. De Heilige Geest was op aarde en waar de officiële publieke openbaringen van de Heilige Schrift gestopt waren, liet de Kerk toe dat ze gevoed en in traditie hersteld werd door private openbaringen. De Kerk was het mystieke lichaam van Christus, niet zo maar een instelling. De mystiek werd vaak door Maria gebracht en de bouwstenen ervan werden gemengd met het bloed van martelaars. Nabij Napels werd een priester, Felix genaamd, gegeseld, geketend en in een foltercel gegooid maar hij kreeg al snel het bezoek van een verschijning die de cel met een helder licht vulde en de gesloten deuren openmaakte.
Christendom voor Keizer Constantijn
Er was ook bovennatuurlijke hulp tegen binnenvallende heidense stammen uit de Germaanse gebieden. Toen Christenen door Germaanse "barbaren" in het nauw gedreven waren in wat nu Oostenrijk is, werd de lucht opeens donker en de bliksem sloeg met zon hevigheid in dat de barbaren op de vlucht gingen en de Christenen de overwinning behaalden.
Vertaling: Mario Lossie
Bron: Michael Brown
03-05-1977
Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 3: Dagen van Duisternis
Hoofdstuk 3: Dagen van Duisternis
Ze had een sterke indruk gemaakt. Het was de eerste en een bescheiden indruk, maar het was een blijvende indruk. Ze toonde Jezus zoals ze Hem op aarde had getoond. Ze waakte over Zijn mystieke lichaam net zoals ze over Zijn fysiek lichaam gewaakt had. Jezus kon Zichzelf niet openlijk tonen opdat het niet verward zou worden met de Tweede Komst, maar Hij kon Zijn Moeder tonen als een zichtbaar teken en Hij kon Haar gebruiken om heiligdommen, kapellen en kerken te vestigen om de welig tierende heidense afgoden en de altaren voor goden en godinnen te vervangen die in steden zoals Pompeï op elke hoek van de straat te vinden waren.
Dat waren de misleidingen, dat waren de krachten der vernieling. Ze kwamen van de slang, en Maria werd als de nieuwe Eva gestuurd om tegen ze in te gaan. In 47 n.C., een paar jaar na Saragossa, verscheen Zij in de heidense burcht van Le Puy, Frankrijk aan een zieke vrouw die Villa heette, die tijdens het bidden om genezing plots een visioen kreeg waarbij Maria haar opdroeg een berg te beklimmen die bekend stond als Anicium (heden de berg Corneille). Daar rustte ze uit op een grote steen, viel in slaap en toen ze wakker werd was haar koorts verdwenen en was ze genezen.
Het nieuws over het mirakel bereikte George van Velay die door Petrus was uitgezonden om in Gallië het evangelie te verkondigen. Hij bezocht de berg, die berucht was omwille van occulte Druïden.
Toen hij daar aankwam was George stomverbaasd bij het zien van een schitterende sluier van sneeuw die de berg bedekte, niettegenstaande het 11 juli was, hoogzomer.
Basiliek Onze Lieve Vrouw van Le Puy
Terwijl de zendeling en zijn gezellen het fenomeen bewonderden sprong een hert uit het bos te voorschijn en liep rond in een cirkel. De sporen die het dier daarbij maakte werden gebruikt als afbakening van de plaats voor een toekomstig altaar.
Twee verschijningen, twee kerken. De tussenkomst was begonnen. De vervanging van het heidendom was begonnen. Godinnen waren arrogant, Maria was bescheiden. Godinnen waren flamboyant, Maria was nederig. Godinnen waren verleidelijk, Maria was een maagd. Maar het belangrijkste, godinnen waren opstandig, wat het zaad van occultisme is [1 Samuel 15:23]. Maria was gehoorzaam.
Ze was gezonden om de fout van Eva recht te zetten. Ze was gezonden om de slang en haar afgoden te verdrijven. Ze verving de Meikoningin van de Druïden. Ze verving de aardmoeder. Ze verving occulte feestdagen met heilige feestdagen, want zij was het grote teken. Zij was de "Vrouw bekleed met de zon" [Openbaring 12:1].
Ze was ook een waarschuwing. Op aarde was ze stil, vermeed Ze opgemerkt te worden en bleef op de achtergrond. Maar nu, in de hemel, in verheerlijkte vorm, was Ze nog altijd uiterst nederig maar Haar bloem bloeide open. Zoals Openbaring 12 zegt, had ze een missie tegen de draak. In Frankrijk, nabij Toulouse werd ter ere van Haar een heiligdom ingesteld (naar verluidt door de tollenaar Zaccheüs) en in de buurt van Madrid werd een kleine kapel gebouwd rond een beeldje waarvan men beweert dat het door de apostel Jakobus aan een zekere Calocerus werd gegeven. Er werd ook een kapel in Soulac, Frankijk aan Haar opgedragen en een kerk op het eiland Malta. In Ein Karim in Palestina was er een wonderdadige bron waarvan men zei dat ze door Maria gebruikt werd toen ze Elisabeth ging bezoeken. En in het verre noorden was er een eiland Yniswitrin genaamd (nu Glastonbury, Engeland) waar men in 64 n.C. een kerk bouwde voor de Maagd.
Heidenen bezoedelden mensen met hun donkerstemmige en duivelse afbeeldingen, met kruipende dingen die overspel pleegden, en de hemel ging in de tegenaanval met Jezus en Maria, beelden die de evangelies tot leven brachten en de warmte van familiefotos uitstraalden. Er werd algemeen beweerd dat de apostel Lukas afbeeldingen van Maria schilderde of beeldhouwde (misschien gaf hij er één aan Eterius, de eerste bisschop van Barcelona), en hoewel het niet eenvoudig was om feiten van legenden te onderscheiden, zouden die afbeeldingen een zalving bevat hebben. De afbeeldingen konden het kwaad vernietigen. Zon afbeeldingen waren er als tegenpool van de heidense symbolen zoals het zonneteken of hakenkruis en gingen in tegen de vrije seksuele omgang die getoond werd in de ontuchtige graffiti in de openbare plaatsen van Pompeï en Rome.
Het was de tijd van Caligula. Het was de tijd van Nero. En het was een tijd van waarschuwingen. Op 5 februari in 62 n.C. werd Pompeï getroffen door een aardbeving en twee jaar later sloeg het onheil weer toe toen Rome door een historische brand werd schoongemaakt, waarbij de bewoners schreeuwend in de straten liepen en de heidense tempels vernietigd werden.
Terwijl Rome brandde, zong Nero op de begeleiding van zijn lier.
Dan besloot hij de kleine kolonie Christenen in de stad te vervolgen. Katholieken werden voor de beesten gegooid, op scherpe stokken gespietst of met brandbare materialen ingesmeerd en dan als fakkels in brand gestoken. Ze werden beschuldigd van het aansteken van de brand omdat Nero een zondebok nodig had. De vervolging kostte het leven aan Petrus, de eerste paus, die in de keizerlijke tuinen ondersteboven gekruisigd werd [een marteling die later gesymboliseerd werd door de "heksenvoet" of het "Kruis van Nero", een omgekeerd kruis in een cirkel].
Zulke misdaden schreeuwden om hemelse gerechtigheid, net zoals Romes verdraagzaamheid t.o.v. ontucht, kindermoord, en abortus. Jezus had gewaarschuwd dat zonde zou vergezeld worden met oorlog, vuur, en duisternis [Lukas 21 en Matteüs 24], en alsof ze als voorteken moest dienen hing Halleys Komeet in 66 n.C. als een zwaard boven Palestina.
Het was het jaar dat Jeruzalem in opstand kwam tegen Rome, en dat de rebellie een verschrikkelijke oorlog uitlokte. Tienduizenden werden afgeslacht en andere stierven van honger toen Romeinse soldaten Israël binnenvielen. Zoals Christus het voorspeld had, werd Jeruzalem omsingeld en werd de tempel vernietigd. Op hetzelfde moment werd Rome zelf door een nooit geziene ramp getroffen. Zoals de historicus Tactitus het zei was de corrupte stad veranderd in "een theater van verschrikkingen." In de buurt van de executie van Petrus waren er overstromingen en hongersnood. Het hele keizerrijk was in chaos. Christus had gezegd dat er een tijd zou komen dat "de zon donker zal worden en de maan geen licht zal afwerpen" [Matteüs 24:29], en Zijn woorden werden bewaarheid op 24 augustus 79 met de uitbarsting van de berg Vesuvius. Drie verschrikkelijke dagen lang moest Pompeï en haar heidenen lijden onder bevingen, roet en totale duisternis. Grote vuurdekens liepen van de berg, terwijl hevige aardbevingen de gebouwen op hun fundamenten deed beven. Sommigen probeerden via de zee te ontsnappen, maar zoals Christus voorspelde [Lukas 21:25] waren de golven te hoog en de zee was ontstuimig.
Er was lava. Er was zwavel. Pompeï stond op het punt te verdwijnen en zoals de historicus Pliny getuigde was er een "verschrikkelijke zwarte wolk, uiteengereten door vlammen, kronkelend als een slang en met schichten die groter waren dan bliksem."
Het was het begin van de eerste grote kastijding van het Christelijke tijdperk. De hel maakte spleten in de aarde en wierp vlammen in de wind, vuur en zwavel, net zoals in Gomorra. Volgens een kroniekschrijver, Plinius de Jongere, overlegden de inwoners van Pompeï op een bepaald moment of ze binnen zouden blijven of buiten gaan, want de gebouwen schudden door hevige schokken en leken te wankelen alsof ze van hun funderingen gerukt werden. Buiten was er echter het gevaar van vallende puimstenen, ook al waren die licht en poreus... Als bescherming tegen vallende voorwerpen bonden ze kussens met doeken op hun hoofden. Elders was er daglicht, maar zij waren nog in duisternis gehuld, zwarter en dikker dan op een normale nacht, en ze probeerden fakkels en allerlei soorten lampen aan te steken om licht te maken. De vlammen en de geur van zwavel die voorboden waren van het naderende vuur dreven hen op de vlucht. Dagenlang waren er aardbevingen die hen echter niet alarmeerden vermits die veel voorkomen in Campanië. Maar die nacht waren ze zo hevig dat het niet alleen leek dat de wereld door mekaar werd geschud, maar ondersteboven werd gekeerd.
Vertaling: Mario Lossie
Bron: Michael Brown
02-05-1977
Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 2: Sterk en Zedig
Hoofdstuk 2: Sterk en Zedig
Het begon op de vlakten van noord Spanje, langs de brede, langzame Ebro rivier die door de rode aarde sneed waar Jakobus de Apostel wandelde, op missie uit Jeruzalem, zoekend naar zielen.
Het was 40 n.C., zeven jaar na de dood van Christus, en Jakobus had van Jeruzalem naar het Iberische schiereiland gereisd, terwijl Petrus en Johannes het evangelie in Samaria verkondigd hadden. Hij was in de buurt van een plaats die Ceasar-Augustus of Saragossa genoemd werd en die recentelijk veroverd was geweest door Rome. Het was een mysterieus gebied, het domein van wrede stammen waarvan men niet wist waar ze vandaan kwamen. Er hing iets raars in de lucht, een gevoel van occultisme. Sinds de tijd van de Neanderthalers werden schedels op rituele wijze verzameld en dat gebruik was geëvolueerd naar een recentere vorm van het occulte, het heidendom, met al zijn goden, godinnen en geesten die over de wallen zweefden.
Dit was het gebied waar Jakobus, zoon van Zebedeüs, van Jezus het evangelie moest verkondigen. Het was gevaarlijk, eenzaam werk en het gebed was vaak zijn enige troost. Het was zelfs tijdens het bidden dat Jakobus de eerste gekende verschijning van Maria zag. Volgens de overlevering was de apostel, vergezeld van acht van zijn eigen volgelingen, in diep gebed verzonken en was misschien in slaap gevallen toen, volgens Openbaringen 11:19, een lichtflits hem wakker schudde en hij het duidelijke, onvergetelijke geluid van hemelse muziek hoorde.
Basiliek Onze Lieve Vrouw van de Pilaar [Saragossa]
We hebben niet veel details over Saragossa (ook als Zaragoza geschreven)? maar we weten wel dat Jakobus de hemel "open" zag gaan om de verschijning van een vrouw te onthullen. Hij herkende haar meteen als de moeder van Christus, Maria van Nazareth. Zijn eigen broer Johannes had voor haar gezorgd, en sinds de dood van Christus had ze vaak samen met de apostelen in Jeruzalem of Efeze gebeden. Als de oude omschrijvingen van haar correct zijn had ze een kleine, rechte mond, een dunne, scherpe neus en een strak, soms bedroefd gezicht. Ze was van middelmatige grootte en had bruin haar met donkere frou-frou en wenkbrauwen. Haar gezicht was noch lang, noch rond, maar ovaal: ze had fijne, zachte en lange handen en vingers. Ze was een gewoon boerenmeisje en woonde in een klein, normaal huis op een heuvel en haar leven was er één van gebed en hard werken : water halen, koken en kleren herstellen. Ze leefde van fruit, vis en brood en was altijd sereen en zedig. Haar gelaatskleur was als die van tarwe. In de winter droeg ze wollen kledij en in de zomer kledij van linnen, ze droeg een sluier over haar hoofd als ze buitenshuis ging, liep op blote voeten of met sandalen van hout en leder en droeg twee kledingstukken: een kuis dameshemd en een kleed of jurk.
Jakobus had haar vaak op deze manier gezien, de zachte en vriendelijke moeder die brood kneedde en voor de apostels bad. Maar nu was ze anders. Nu was ze vol pracht en praal. Haar gezicht en haar vriendelijkheid waren hetzelfde maar Jakobus zag haar in een verschijning of bilocatie, gezeten op een troon van licht of een marmeren pilaar en vergezeld van engelen. Sommige van de engelen knielden neer op doorzichtige wolken en anderen maakten muziek.
Voor Jakobus waren ongewone verschijnselen niets nieuws. Hij was erbij op de berg toen Jezus verheerlijkt werd (Matteüs 17:2). Hij was getuige van de verschijning van Elia en Mozes. Hij was ook aanwezig bij de opwekking uit de doden van de dochter van Jairus (Markus 5:39). Hij had vele van Jezus wonderen gezien. Maar nu was hij getuige van iets anders. Nu zag hij een nieuw mirakel. Met een blik vol extase, waarschijnlijk zoals Stefanus naar een visioen van Christus gestaard had (Handelingen 7:56), zag Jakobus dat de engelen de pilaar of troon van Maria losmaakten en, volgens sommige legendes, hem een beeldje van Maria gaven.
Dan sprak de verschijning:
"Jakobus, dienaar van de Allerhoogste, gezegend zijt gij door God, en moge Hij u vervullen met Zijn goddelijke genade. Mijn zoon Jakobus, de Allerhoogste en Machtige God van de hemel heeft deze plaats gekozen opdat gij er een kerk zou bouwen en toewijden aan Mijn naam. Hij wenst aanbeden en gediend te worden en alle gelovigen die Mijn tussenkomst vragen zullen de genaden ontvangen die ze vragen, als ze waarlijk geloven en toegewijd zijn, en in de naam van Mijn Zoon beloof ik hen grote gunsten en zegeningen, want dit zal Mijn kapel en huis zijn, Mijn eigen erfenis en bezit, en als bewijs van mijn belofte zal deze pilaar hier blijven staan, met Mijn eigen afbeelding erop, die, op deze plaats waar gij Mijn kerk zult bouwen, zal blijven bestaan met het heilige geloof. Aanschouw deze pilaar waarop ik gezeten ben, die Mijn Zoon en uw Meester op de hoofden van engelen naar beneden heeft gezonden en rond dewelke gij het altaar van Mijn kapel zult bouwen. Op deze plaats zal de Allerhoogste door Mijn tussenkomst wonderen verrichten voor hen die Mijn bescherming afsmeken in hun noodwendigheden. En deze pilaar zal op deze plaats blijven staan tot aan het einde van de wereld."
De Maagd droeg Jakobus op om de kapel onmiddellijk te bouwen en dan naar Jeruzalem terug te keren, waar hij zoals voorspeld gemarteld zou worden. Volgens de legende bouwde de apostel een kleine kapel. Met een lengte van zon 5 meter en exact 2,50 meter breed was het de eerste kerk die aan Maria toegewijd was en die Haar recht tegenover de heersende heidense godinnen plaatste.
Basiliek Onze Lieve Vrouw van de Pilaar [Saragossa]
Daar langs de Ebro stond een kapel die op een dag zou uitgroeien tot een enorme koepelvormige basiliek van exact dezelfde afmetingen als de beroemde tempel van de godin in Efeze.
Er stond ook een beeldje van Maria die Jezus vasthoudt, de eerste van vele keren dat ze samen met Hem zou getoond worden.
Vertaling: Mario Lossie
Bron: Michael Brown
01-05-1977
Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 1: Een Enorm Mysterie
Hoofdstuk 1: Een Enorm Mysterie
Ze is een mysterie, een enorm mysterie, en elke eeuw, elk decennium ... en nu, elk jaar ... is haar mysterie groter geworden. Ze is de meest geliefde, meest vereerde en beroemdste vrouw in de geschiedenis, maar haar rol gaat veel verder dan die van eender welke mens. Ze is een geest. Ze is bovennatuurlijk. Ze is een bevrijdster en een heelster. Ze is een voorspreekster van genade, gemachtigd door Christus, en op allerlei manieren beginnen we haar rol in hemel en op aarde te zien. Ze is een moeder, de grootse moeder, en alle generaties hebben haar inderdaad "gezegend" genoemd [Lucas 1:48]. Maar ze is ook een groot strijdster tegen het kwaad, de vrouw die de kop van de slang verpletterd, diegene die Christus als boodschapster stuurt, en haar boodschap, haar wapen, is liefde.
In de Katholieke, maar ook in andere Christelijke strekkingen, wordt de Heilige Maagd Maria door velen in een nieuw licht geplaatst terwijl Gods plan, Zijn geheimen, onthuld worden. Zij is de vrouw van Genesis en Openbaringen, haar komst wordt voorspeld in Jesajah, maar meer nog, ze is een moederlijke geest die voor Gods kinderen zorgt alsof het de hare zijn.
Ze is de Koningin der Engelen, Ze is de Bruid van de Heilige Geest, Ze is de moeder van iedereen, en of je het nu weet en gelooft of niet, ze staat dichter bij jou dan eender wie in de wereld.
Ze is geen god. Ze is geen afgod. Jezus is de bemiddelaar tussen God en de mens [1 Timoteüs 2:5]. Maria is de grootse assistente of "mede-bemiddelaarster." Voor haar grote lijden, haar grote toewijding, en voor haar grote heiligheid heeft Christus haar een speciale rol gegeven, en dit is haar tijd. Niemand in de menselijke geschiedenis kende Jezus zoals Maria Jezus kende, en hoewel de rol van vrouwen haar aanwezigheid in de Schrift beperkte, was het Maria die gezorgd heeft voor wat later in het Nieuwe Testament geschreven werd; zij alleen, die samen met Jozef aanwezig was bij de geboorte van Christus, zij alleen die voor het Kind zorgde en wiens eigen lijden en lijden als een moeder verenigd werd met dat van Hem. Zoals het Tweede Vaticaans Concilie verklaarde: "In de grootste eenvoud werkte ze door haar gehoorzaamheid, geloof, hoop en brandende barmhartigheid mee aan het werk van de Heiland om het bovennatuurlijke leven van de zielen te herstellen."
Het was de Moeder-Maagd die ons hielp binnenleiden in het allereerste begin van de Kerk (Handelingen 1:14) en die als enige ingewijd werd in de grootste geheimen van Christus. Niemand kon zo dicht geweest zijn. Niemand was méér geliefd door Christus. Het zou uitzonderlijk geweest zijn als Maria geen speciale rol had toegewezen gekregen en haar verering heeft keer op keer bewezen de beste garantie te zijn voor zuiverheid van geloof in het vleesgeworden Woord. Zoals de grote Johannes Paulus II ooit zei, we verlangen nu dezelfde Kerk te zijn die geboren werd uit de Heilige Geest toen de apostelen zich samen met Maria in The Upper Room in gebed toewijdden. Zij is de nieuwe Eva. Ze is gekomen om de fouten uit de Tuin recht te zetten. Ze veranderde de geschiedenis door te gehoorzamen waar Eva niet had gehoorzaamd en door te herstellen wat Eva verloren had en als de Moeder van Christus is ze de Moeder van de Kerk zelf.
Hoewel zij die kwaad spreken over Haar niet willen dat je het weet, werd over Haar speciale rol al gesproken in het Protevangelium van Jakobus en door mannen als Ignatius van Antiochië, die rond 110 v. Chr. leefde. Sinds haar Hemelvaart kon ze zichzelf openbaren en tonen. Tegen de vierde eeuw ... meer dan duizend jaar vóór de Protestantse Hervorming Haar trachtte te minimaliseren ... werd Maria in de Syrische gebeden beschouwd als medeverlosser, en belangrijke pausen zoals Leo XIII en Pius X hebben erkend dat Maria, het nederige tienerboerenmeisje, de zedige vrouw uit het Nieuwe Testament, de lijdende moeder te Golgota, een cruciale en verlossende rol gespeeld heeft aan de zijde van haar Zoon.
Zoals een andere oude theoloog, Irenaeus het zegt, is Maria de zuivere schoot die de mens vernieuwt voor God. In de vierde eeuw werden Maria en Jezus beschouwd als een onscheidbaar team en het was de grote theoloog Origen die Maria als eerste "Theotokos" of "Moeder van God" noemde.
Haar speciale status werd bevestigd door ontelbare verschijningen. Ze verschijnt al 2.000 jaar en haar verschijningen worden frequenter. Dit boek gaat over de volledige geschiedenis van haar wonderen en plaatst deze in een historische context. Wat volgt is een verslag van de verschijningen van de Maagd Maria sinds de eerste eeuw en, in tegenstelling tot de huidige media, geef ik de wonderen het voordeel van de twijfel. Ik geloof dat het bovennatuurlijke niet zomaar een kracht in ons leven is maar de grootste kracht. En ik geloof dat Christus Zijn moeder gekozen heeft om ons die kracht te tonen. Ze is écht en handelt door de Heilige Geest. Dat is wat ik geloof. Ze is miraculeus. Ze is metafysisch. Ik heb haar fenomenen zelf gezien. Ik heb haar onverklaarbare genezingen gezien. Ik was samen met bisschoppen aanwezig tijdens haar verschijningen.
Volgens het Internationaal Mariaal Onderzoeksinstituut aan de universiteit van Dayton zijn er minstens 8.000 belangrijke verschijningen van de Maagd geweest. Maar geleerden wijzen erop dat niemand een echte schatting kan geven. Als men de verschijningen aan gewone mensen die er nooit over vertelden in beschouwing neemt, zou het aantal astronomisch zijn. Ze verscheen aan martelaren. Ze verscheen tijdens de eerste vervolgingen. Ze verscheen aan de belangrijkste heiligen. Ze verscheen toen de Kerk gevormd werd, tijdens het beroemde Concilie van Nicea, en ze verscheen telkens de mensheid moeilijke tijden doorstond. Plagen, hongersnood, oorlog. Ze verscheen vooral aan hen die, zoals zijzelf, arme, eenvoudige boerenlieden waren, maar ze verscheen ook aan koningen en pausen. Sinds het begin kwam ze om het heidendom uit te roeien. Ze is gekomen om occulte godheden te vervangen. Ze is gekomen om tempels te vervangen door kapellen en godinnen door Christelijk moederschap. Ze was bij Constantijn. Ze was bij Karel de Grote. Ze was bij Columbus op de Santa Maria (het eerste Christelijk gebed dat ooit in het Westerse halfrond werd opgezegd was het Salve Regina) en men vertelde over haar heilige dagen in het oudste Engelstalige gebedenboek van Amerika. De grootste rivier in de Verenigde Staten, nu gekend als de Mississippi, heette ooit "Rivier van de Onbevlekte Ontvangenis" en de op één na grootste stad, Los Angeles, was beter gekend als "Heilige Maria Koningin van de Engelen van de Portiuncola." Volgens de wil van Jezus, Die wenst dat Zijn moeder gewaardeerd wordt, zijn haar beeltenissen en kerken verspreid over het hele Christendom. Niemand heeft méér bedevaartplaatsen tot stand gebracht. Niemand anders, behalve Christus, speelde een grotere rol in het vormen van het Christendom. Terwijl er altijd mensen zijn die Maria afschilderen als iemand die de macht van Christus overneemt of die haar als afgod belasteren, is ze in feite het tegenovergestelde, een nederige dienstmaagd met als missie het vechten tegen de meest duivelse ketterijen - van gnosticisme tot Communisme - en het verheerlijken van God (Lukas 1:46). Wereldhistorici hebben getracht haar overweldigende invloed te verbergen maar naarmate de sluier wordt opgetild, naarmate we openbaringen krijgen over het nieuwe millennium, nemen haar historische verschijningen een totaal nieuw en fascinerend perspectief aan. Ze tonen ons dat we 2000 jaar lang betrokken zijn geweest in een apocalyptische strijd tussen goed en kwaad, een strijd die in onze tijd tot een hoogtepunt komt, en dat Christus haar in de frontlinies heeft opgesteld. Zij helpt Zijn belofte om de Heilige Geest te sturen na te komen (Handelingen 1:8). Ze is gemachtigd door de Geest en is verschenen in ontelbare plaatsen van Europa tot Australië.
Haar verhaal is er één van Bijbelse grootsheid en ze is meer en meer aanwezig om de grote duisternis te verdrijven. Ze komt om de slang te verpletteren die ons wil overheersen. Ze komt naar een wereld met financiële, wettelijke en onderwijssystemen die corrupt zijn. Ze komt ons waarschuwen voor moord, zelfmoord en abortus, wat pogingen zijn van de duivel om het kwaad te laten zegevieren en te doden bij elke gelegenheid. We zien perversies van ongekende hoogten, een vervaging van de geslachten, de terugkeer van het heidendom en egoïsme en de meest corrupte leden van onze maatschappij ... de immoreelste en vulgairste ... hebben geld en macht gekregen.
Zoals je zal zien drijft deze spirituele herrie twee millennia van spirituele oorlogsvoering op de spits. Sinds Christus is er een strijd geweest tussen zij die God omarmen en zij die verblind of verleid werden door de krachten van de wereld en die Satan als prins hebben (Johannes 12:31). Ons kwaad is niet nieuw omdat, zoals men in Prediker 1:9 zegt, er is niets nieuws onder de zon. Maar in een wereld van bijna 6 miljard mensen (ten tijde van Jezus waren er slechts 100 miljoen) neemt het kwaad monumentale proporties aan. En als resultaat staan we voor monumentale gevolgen. Ik ben niet aan het doemdenken. Ik heb het niet over fantastische profetieën of het einde van de wereld. Ik heb het over de realiteit. Ik heb het over hoe het geweld van onze tijd gelijkaardig is aan het geweld van gladiatoren en hoe de obsceniteit gelijkaardig is aan de obsceniteit van Caligula.
Wij zijn Sodom. Wij zijn Babylonië. Dat is de reden waarom Maria onder ons is. Dat is waarom haar standbeelden wenen. Dat is de reden waarom ze komt bidden voor onze redding. Het feit dat ze aanwezig is, is de grote waarschuwing en haar gebeden zijn die van een groot voorspreekster. Zij is de definitie van genade. Zij pleit voor ons in het aanschijn van haar Zoon. Ze deed dit in de tijd van de Romeinen en de Middeleeuwen en ze doet het ook in onze moderne tijden.
Zij is de bruid in het Hooglied der Hoogliederen, de eerste dochter in het Boek der Wijsheid, het toevluchtsoord in Psalmen. Ze is de vrouw van Zion, een licht ter verlichting van de heidenen, de glorie van Israël. Ze wordt vereert maar niet aanbeden, is geliefd maar niet verafgood. Ze is Gods antwoord op de heidense godinnen en meest van al is ze onze dierbare en gezegende moeder. Sinds Efraïm in de vierde eeuw is ze gekend als de Lier van de Heilige Geest, een vrouw wiens grootsheid gegroeid is sinds haar aardse dood, omdat Christus wil dat ze groeit. Ze is Zijn vervanger, voorafgaand aan de Tweede Komst, en zij maakt satan woedend omdat ze maar een mens was en omdat hij machteloos staat tegenover haar liefde, eenvoud en nederigheid. De prins der trots is verslagen door nederigheid, en diegenen die hij verleidt, worden door deze ongelooflijke moeder gewaarschuwd om van zijn duisternis weg te rennen. Ze herinnert ons aan de hemel. Ze geeft ons waarschuwingen. Ze herinnert ons aan Jezus. Ze is de verpersoonlijking van de hemelse heerlijkheid en vertelt ons over diens mooie beloftes terwijl ze ons afleidt van de onderwereld. In elk decennium van elke eeuw is ze er geweest om ons bij te staan in de strijd die men het leven noemt en vandaag, nu we in onrust vervallen, is ze er weer. Zij komt terug nu we in wanorde verkeren, niet alleen maatschappelijk maar ook in de natuur. God heeft altijd gesproken door stormen en bevingen en Hij blijft dit doen. Volgens het Federal Emergency Management Agency waren er in 1996 in de Verenigde Staten alleen al 75 grote catastrofes. Overstromingen. Tornados. En sindsdien zijn er nog andere aanwijzingen geweest. We horen Gods gefluister in de wind, Zijn echo in donderslagen. Hoe meer we zondigen ... hoe meer we van God afdwalen ... des te meer zullen we regionale catastrofes zien. Ze zullen zich verspreiden en groeien, de één na de ander, en als we volharden in de zonde zullen we God uitdagen om ons op een krachtigere en buitengewone manier wakker te schudden.
Dat is waar Maria ons altijd voor gewaarschuwd heeft. Dat is waar ze ons nu nog altijd voor waarschuwt. Dit zijn bijzondere tijden. Er zullen bijzondere beproevingen komen waarvan de aard verborgen zit in de geschiedenis, maar de sluier wordt opgetild en Maria begeleidt Gods waarschuwingen. Zij is Zijn profeet. Zij is Zijn boodschapster. Maar het belangrijkste, ze is onze Moeder. We kunnen naar haar toe gaan. We kunnen naar haar vluchten. Ze houdt ons in haar armen zoals ze het Kindje Jezus vasthield. Wij kennen Gods tijdschema niet en we moeten voorzichtig zijn om ons op door de mens vastgestelde datums te concentreren, maar we voelen een groot gevaar.
En dus wenden we ons tot de Madonna. We wenden ons tot Maria, Moeder van God. We wenden ons tot het mysterie gekend als de Maagd. Ze is er voor ons. Ze is er altijd voor ons geweest. Ze was er voor de Christenen in de eerste eeuw en ze was er tijdens de Zwarte Dood en ze komt te midden van het huidige kwaad, net zoals ze kwam om het kwaad te verdrijven ten tijde van de Moren en de Turken en de Hunnen.
Ze heeft zich kenbaar gemaakt in de afgelegen hoeken van elk bewoonbaar land. Ze heeft zichzelf zo dikwijls kenbaar gemaakt, ze heeft zo velen geleid dat we haar zonder moeite als de moeder van hele continenten kunnen beschouwen.
Zoals je nu zal zien heeft ze onze wereld gevormd op een manier die historici ons niet hebben willen tonen, en ze blijft de wereld vormen, hem beschermen, en hem begeleiden Door de woelige wateren die voor ons liggen en voor wat ons spoedig te wachten staat.
Vertaling: Mario Lossie
Bron: Michael Brown
05-04-1977
OLV van Belpasso: Deel 3. Verslagen Rosario Toscano
OLV van Belpasso: Deel 3. Verslagen Rosario Toscano
Eerste verslag: 11 mei 1991
Mijn beste pelgrims, geen andere dag is meer geschikt dan deze elfde mei, de vijfde verjaardag van de eerste verschijning van de Heilige Moeder aan deze rots, om u en uw broers, die niet aanwezig zijn op de moederlijke uitnodiging van de Koningin van de Vrede, deze boodschap over te maken.
In het licht van de woorden die de Heilige Maagd mij vertelde tijdens Haar laatste verschijning op 1 mei 1988 ["Mijn Onbevlekte Hart zal steeds bij U zijn"], ben ik er meer dan ooit van overtuigd om volledig op de wensen van de Heilige Maagd in te gaan. Daarom vraag ik u, als individueel, om diepgaande aandacht te willen schenken aan wat ik u moet vertellen.
Op 18 juni 1986 vertelde de Heilige Moeder mij: "Ik ben de Koningin van de Vrede en Ik wens dat u Mijn liefde aan de wereld bekend maakt. Mijn Hart is in diep lijden." Zo weet men hoe het Onbevlekte Hart van de Koningin van de Vrede kan gebruik maken van uw hulp.
Vandaag wens ik deze opdracht, die niet alleen voor mij is bedoeld, maar voor iedereen, duidelijk en volledig te omschrijven voor al diegenen die zichzelf wensen ten dienste te stellen van de Heilige Maagd. Iedereen heeft kennis van de toewijding tot het Onbevlekte Hart van Maria, maar niemand heeft ook diep nagedacht over de enorme betekenis van de opdracht die God heeft toevertrouwd aan deze verheven verering: vrede.
De Heilige Louis-Marie Grignion de Montfort zei: "als, zoals zeker is, de kennis en het Koninkrijk van Jezus Christus tot de wereld zal komen, zal er een noodzakelijk gevolg zijn voor de kennis van het Koninkrijk van de Meest Heilige Maagd Maria."
Mijn lieve pelgrims, het naderen van dit bewind is de periode van vrede, die Maria heeft beloofd en die nog moet komen. Om deze reden dringt de Koningin van de Vrede erop aan dat de verering van Haar Onbevlekte Hart meer en meer bekend wordt. Niet op een wijze van een eenvoudige kennis van deze verering, maar als een belofte die wij, als ware Christenen, moeten maken in verband hiermee.
Deze belofte bestaat uit het opbouwen van dit tijdperk van vrede, beloofd door Maria. In feite wachten we op het naderen van deze periode van vrede, zonder de sterke bedoeling om er met ijver aan te werken. Hier begaan wij een grote fout. En zo zal dit rijk nooit kunnen worden verwezenlijkt, als we beweren het te kunnen opbouwen met onze eenvoudige en beperkte krachten, zonder te vertrouwen op God, de schepper van al het goede, en de spiritualiteit er rond weg te nemen.
Deze vrede is een belofte, een plan dat God heeft toevertrouwd aan Maria. Daarom kan niemand vrede bekomen zonder Haar tussenkomst. Dit is de opdracht waartoe wij vandaag worden opgeroepen.
Het is onmogelijk om te vragen dat er vrede zou heersen zonder onze bekering. Wij mogen geen aandacht schenken aan de groten en de machtigen der aarde, die de Heer "waardeloos" acht, maar wij moeten met onze goede daden de genade van God aantrekken, met volle eerbied voor Zijn geboden. Laat ons daarom, als ware kinderen, de moederlijke raad die de Heilige Maagd ons heeft gegeven in Haar boodschappen, ontvangen.
Het is voor de vrede dat Zij ons nog steeds vraagt om de Biecht, de Communie en het bidden van de Heilige Rozenkrans, op elke eerste zaterdag van de maand, om te zetten in de praktijk. Er zijn machtige middelen nodig om het kwade dat in onze harten en dat van de anderen aanwezig is, te verslaan. En wanneer Onze Lieve Vrouw deze vrome praktijk vraagt, zegt Zij steeds op het einde van Haar boodschappen: "Gebed, boete en opoffering."
Dit houdt in dat wij de wensen van Maria niet ongeïnspireerd kunnen vervullen. Zijn nodigt ons uit om Haar onze harten te schenken, zodat Zij ze kan meenemen naar God. Wij moeten ons onderdompelen in een innig, vertrouwelijk en oprecht gebed. Wij moeten begrijpen dat, alvorens wij zondaars bekeren, wij onszelf moeten bekeren door boete, opoffering en versterving, die wij elke dag schenken tot eerherstel van de zonden die het Hart van onze Meest Heilige Moeder doorboren.
Laat ons niet de Christenen vergeten die aan liefdadigheidswerk doen, die onze naaste liefhebben, die hen troosten en alles, alles schenken aan de anderen. Laat ons de wrevel vergeten, de veroordelen en laat ons niet met onverschilligheid en minachting kijken naar andere zondaars en naar de ongelovigen. In de ogen van God zijn wij allen gelijk, zijn wij allen Zijn kinderen, zijn we allen broers en zussen. Laten wij ons niet opsluiten in ons eigen egoïsme: om dit te overwinnen moeten wij naar het Hart van onze meest liefhebbende Moeder kijken. Haar Zoon, die Zij zo diep liefhad, werd voor ons gekruisigd, en toch houdt zij nog steeds van ons op dezelfde wijze. Zij houdt van ons alsof ieder van ons Haar eigen kind is. En zo moet ieder van ons deze opdracht elke dag van zijn leven aanvatten, met de gedachte dat wij ons hebben voorgenomen om Christenen te zijn die werken door liefdadigheid. Maar we mogen ook niet denken dat dit alles ons is opgelegd als een verplichting. Het is een levenswijze in overeenstemming met onze God en Zijn schepselen.
Om deze reden heeft onze Heilige Maagd, in Haar moederlijke liefde, gevraagd voor de bouw van een kapel, omdat dit een ontmoeting met Jezus toegankelijker maakt. Zo wordt deze kapel een referentiepunt, een school waarin we leren leven in de navolging van Maria: een bron van genade, een plaats van bescherming tegen het kwade van de wereld, een plaats ten behoeve van Maria, waar we de weg begaan met Haar, een weg die tot Jezus reikt. En wat zijn dat de wonderbare tekenen van deze hemelse, moederlijke liefde? Zij zijn de dingen die zijn gezegd in de boodschappen en die beetje bij beetje worden verwezenlijkt.
Op 23 november 1986 zei de Heilige Maagd: "Ik zou graag hebben dat Rusland zich bekeert," en voegde eraan toe: "wat spoedig zal plaatsvinden!" En hier verschijnt de hoop aan de horizon, zoals drie jaar geleden beloofd. In de boodschap van 1 september 1987 zei ze: "U moet zichzelf vernederen om oorlogen in de wereld te vermijden." En hier komt, aan de horizon van onze geschiedenis, de dreigende Golfoorlog, waarvan we niet wisten hoe we deze konden vermijden, door niet naar de waarschuwing te luisteren van de Heilige Maagd. De wolken zijn nu voorbij en zelfs al valt de nagelaten en de te komen schade niet te negeren, vertelt onze Hemelse Moeder ons in de boodschap van 1 oktober 1987: "Als u naar Mijn moederlijke raad luistert, zal er een periode van vrede zijn en enkel gebeden zullen uw harten kunnen zuiveren."
Van wat Onze Lieve Vrouw heeft gezegd en van wat ik weet over de tien geheimen dat Zij mij heeft toevertrouwd, kan ik zeggen dat de vrede nabij is. De periode van vrede is heel dichtbij: maar het hangt ook van ons af. Laat ons Zijn Goddelijke Barmhartigheid op ons neerkomen en de aandacht van de Heer niet weghouden met onze onverschilligheid. Laat ons bidden, veel bidden, zodat het kwade dat door de mens is begaan en dat zich nu tegen de mensheid zelf keert, wordt verzacht met onze radicale bekering. We moeten voordeel halen uit de periode van vrede om het goede zoveel als mogelijk opnieuw te doen bloeien in de wereld. Maar onze Lieve Moeder kent de zwakheden van de mensen: Zij weet, en zo zei Ze het in de laatste verschijning, dat de mensheid, na de periode van barmhartigheid, God de rug zal toekeren en beschaamd zal zijn voor God. Dit zal onaangename gebeurtenissen veroorzaken, welke iedereen aangaan, niet op een algemene wijze, maar op een afzonderlijke wijze. Hier voegde de Heilige Maagd aan toe: "de Kerk zal veel te lijden hebben."
Velen hebben zichzelf de vraag gesteld of deze onaangename gebeurtenissen zo erbarmelijk moeten zijn. Weet dat ik weken na elkaar heb geweend en dat ik misschien geen vrede meer zou hebben gevonden als het Hart van Onze Moeder mij niet zou hebben getroost, en de genade van Onze Heer mij niet zou hebben ondersteund. Nu ben ik vervuld van hoop in de goedheid van de Heer. Eigenlijk wenst de Heer zijn kinderen helemaal geen angst aan te jagen, maar Hij wenst hen enkel wakker te houden. Denk enkel aan Onze Lieve Vrouw omgord met een witte sjerp: het is een symbool dat we klaar moeten zijn.
De Heer laat nooit Zijn schepselen in de steek en Zijn Liefde voor hen is onbeperkt. Wanneer de wereld zal worden geteisterd door onaangename gebeurtenissen tot nabij het hoogtepunt, dan zal er een vuurtoren schijnen in de nacht: het zevende geheim, waarover de Koningin van de Vrede heeft gezegd: "het zal worden vervangen door een andere gebeurtenis, dat het volk van God, verspreid over de hele aarde, zal behagen." In feite heeft Onze Lieve Vrouw verklaard dat Zij opnieuw zal verschijnen, en Zij zal niet alleen, via mij, maar om iedereen waarschuwen voor dit alles zal plaatsvinden, maar Zij zal eveneens komen om ons te beschermen en aan te moedigen wanneer de beproeving lastiger wordt, door mij het zevende geheim te laten onthullen, het geheim van de Barmhartigheid, van de Genade. Hoe dan ook, lijkt dit nog zo veraf, dat wij ons beter Jezus woorden uit het Evangelie herinneren: "Het is niet nodig om meer kommernissen te zoeken dan deze die elke dag ons brengt."
Ik heb u dit alles enkel verteld om u in te lichten, om er u bewust van te maken en om kennis te hebben van de zaken waar u het recht op hebt van ze te weten en om u eveneens uit te nodigen om er werk van te maken om dit nieuws te verspreiden, omdat het goed is dat deze dingen door meer en meer mensen zijn geweten. Wij hebben de eer en de plicht om kinderen van Maria te zijn. Eer Haar, omdat deze opdracht ons zal vervullen met een heilige fierheid, maar eveneens met plicht, omdat we een grote verantwoordelijkheid hebben. Laat ons daarvoor gaan voor de opdracht die Maria ons heeft gegeven: "Vandaag bent u geroepen voor een afzonderlijke taak die God u, in Zijn Genade, heeft willen toevertrouwen." Onmiddellijk voegde Zij hieraan toe: "Wees dankbaar, maar wordt niet hoogmoedig, omdat God niet de besten koos, maar de volgzamen van Zijn Geest."
Laat ons dus handelen in nederigheid, met liefde en zonder hoogmoed, en laat ons bidden: "Wij smeken u, verleen ons geen gerechtigheid, maar genade, o Onbevlekte Hart van Maria, Koningin van de Vrede. Ik groet U, mijn Koningin, heel de wereld knielt voor u. U hebt de hele wereld verlicht met de Vrucht die U hebt gebracht. Ik groet U, mijn koningin, ik groet u met het Weesgegroet."
Tweede verslag [Rots van Belpasso]: 13 mei 1999
De vrede die komt
"Iedereen wenst vrede, maar een klein aantal maakt hier een gewoonte van, en een nog kleiner aantal doet dit op de juiste wijze."
Mijn liefste broers en zussen,
Op het einde van deze eeuw en aan de vooravond van het nieuwe millennium had ik mij nooit kunnen voorstellen om op deze wijze tot u te spreken, u die naar hier bent gekomen op deze meest plechtige dag, waarop we het Onbevlekte Hart van Maria, de Koningin van de Vrede, vereren en aanbidden.
Na mijn rapporten van 11 mei 1991 en 1 oktober 1993 (het betreft hier een mondelinge aanmaning die Rosario nooit heeft neergeschreven en om deze reden nooit de versies die later circuleerden heeft ondertekend, noch bevestigd) dacht ik dat er geen nieuwe woorden meer nodig waren om de gebeurtenissen uit te leggen van de laatste jaren van deze eeuw. Maar vandaag wenst de Goede Heer dat ik anders sta tegenover mijn stilte en terughoudendheid. En, tenzij Hij het anders voorziet voor de toekomst, denk ik dat er na dit rapport geen andere zullen komen. Ja, ik denk dat, de volgende keer, de geheimen voor zichzelf zullen spreken, maar heel zeker in tijden die nog moeten komen en die op voorhand zijn ingesteld door de Goddelijke Voorzienigheid.
Deze laatste jaren zijn gekenmerkt door vele, vele meestal pijnlijke, fatale, hatelijke, gewelddadige en dodelijke gebeurtenissen. Maar tegelijkertijd stond de Goddelijke Goedheid ook niet stil om de kinderen te troosten en heeft Hij, met de werking van de Heilige Geest, de wonden die zijn aangericht door de "prins van deze wereld," genezen. De twintigste eeuw in het geheel bekeken, is vooral gekenmerkt door het gevecht tussen de Geest van God en de "prins van deze wereld." Het heeft geen zin om dit alles, dat nog levendig in het geheugen is gegrift, op te sommen: de geschiedenis is iedereen gekend. En het is ook beter dat we deze geschiedenis niet vergeten, want hij die zich het verleden herinnert, erkent zijn eigen fouten en weet hoe en waarom ze te vermijden. Nu zitten we met een andere gruwel opgezadeld, die de waardigheid en de verhevenheid van de mensen van goede wil treft: een andere oorlog en opnieuw haat, geweld, vernietiging en dood.
Wie zich mijn eerste verslag herinnert, waarin ik heb vermeld dat satan, die deze eeuw ter beschikking had om de mensheid met lijden te treffen, zelfs nog erger zou tekeer gaan nu dat de tijd die hem is gegund bijna is beëindigd, wie zich deze woorden herinnert zal vandaag begrijpen wat ik heb bedoeld. Maar nu zeg ik zelfs meer: ik herinner aan de boodschap van 1 september 1987, toen Onze Lieve Vrouw heeft gezegd dat we, om onszelf totaal over te geven aan Haar Hart, moeten "bidden, veel bidden, minstens drie uur dagelijks, en vele Rozenkransen opzeggen ... daden van opoffering te doen om oorlogen in de wereld te vermijden." Ik herinner u ook aan de boodschap van 1 oktober 1987, toen Zij zei: "Wees dus voorbereid, want de tijd is nabij. Als u naar Mijn moederlijke raad luistert, zal er een periode van vrede komen en enkel gebeden kunnen voorzien in de zuivering van uw harten."
Nu, als samenvatting van al deze boodschappen over dit wezenlijke onderwerp, dat tot de belangrijkste hoort, vestig ik uw aandacht op de boodschap van 1 april 1987: "Ik herinner u aan het gebed, Ik wens bekering, vrede is nodig ... over de hele wereld. Wat kan er u redden als er geen vrede heerst? Gods genade zal de gelegenheid zijn of vergiffenis te vragen, om te vragen om vrede te bekomen binnen onszelf en om het daarna uit te stralen naar de wereld toe, uw naaste. Ik wens dat u zich opnieuw toewijdt en u toevertrouwt aan Mijn Hart. Ik wil dat elke eer en glorie gaat naar het Heilig Hart van Mijn Zoon, omdat Hij u de Verrijzenis heeft geschonken. Wees van niets bevreesd, omdat God met u is en Zijn goedheid zal u van niets beroven. Zijn goedheid zal u beschermen van het kwade, maar u moet steeds nederige dienaars zijn. Lieve kinderen, u moet uzelf aan God geven, omdat de mensheid verschrikkelijke straffen staan te wachten." Ik vroeg Haar wat me moeten doen, en Zij antwoordde: "Verzaak aan de zonde. Gebed is nodig, de Heilige Communie, boete: verlang naar dit alles. Liefde, en de Heer zal zijn genade en barmhartigheid over u doen stromen, uw harten en uw zielen vullen met vrede." Ik antwoordde terug dat we allen vrede willen, maar Zij repliceerde: "Wensen allen is niet genoeg, het is ook nodig om dit in de praktijk om te zetten met uw naaste: liefde, vergevingsgezindheid, bidden ... en er zal vrede heersen." Hierin bevindt zich alles: alles wat men wenst te weten over de vrede, toevertrouwd aan het Onbevlekte Hart van Maria, kan in deze boodschap worden teruggevonden.
De vrede, beloofd en toevertrouwd aan Maria, is dezelfde vrede van de Verrezen Christus. Vrede is niet enkel de afwezigheid van oorlog, maar het is dat wat van binnen ons komt, als we open staan voor het vernieuwend gebaar van de Heilige Geest. Maar vrede kan in ons nooit geboren worden als onze harten niet gezuiverd zijn van de gehechtheid aan de zonde, de haat en het geweld: en de harten van de mensen moeten nog gezuiverd worden.
Ongelukkiglijk zijn al de dingen die Onze Lieve Vrouw heeft verteld uitgekomen, maar het is eveneens zo dat, op het einde, Haar Onbevlekte Hart het zal halen op de duisternis en zal overwinnen: dit waren ook Haar woorden. Tijdens deze dagen, vol met somberheden, vraag ik mezelf af waarom wij niet luisteren naar de profetische woorden van Onze Lieve Moeder. Niettemin komen er ook andere woorden van Haar voor mijn geest: "Wanneer Mijn Hart zal overwinnen, zal de Koningin van de Vrede worden vereerd," en dit zijn woorden van hoop.
Het is waar dat wij de oorlogen niet hebben vermeden door het gebed, opofferingen en boete, zoals de Heilige Maagd ons aanmaande. Het is waar dat wij naar haar moederlijke raad niet hebben geluisterd. Het is waar dat deze oorlog, op de manier waarop deze tot stand is gekomen, er in een zekere zin, maar enkel gedeeltelijk, een gedeeltelijke zuivering door het gebed kon hebben ingehouden, indien we naar de woorden van de Moeder van God hadden geluisterd. Al deze dingen zijn waar: desondanks zal de vrede komen.
Maar zeker is dat de periode die nog moet worden overbrugd, niet immuun is voor het kwade, en dat er de meest gevaarlijke aanvallen en verleidingen zullen worden gesmeed om de mensheid te overweldigen en te verdelen: en toch zijn de dagen van vrede niet veraf. De dag van de Overwinning van het Onbevlekte Hart is niet veraf, maar het hangt van ons af. De Heer wenst ons de vrede te schenken door de handen van Maria, maar zij die niet om de vrede geven, moeten door elkaar worden geschud en meewerken aan het opbouwen ervan.
Dit is wat Onze Lieve Vrouw bedoelt, als ze zegt dat: "vrede wensen niet genoeg is" en dat "iedereen vrede wil, maar slechts weinigen dit in de praktijk brengen en dat een nog kleiner aantal dit op de juiste wijze doet." Om dit te begrijpen, is het beter om na te denken over de boodschap van 23 november 1986. Daarin vertelt Onze Lieve Moeder ons dat er zo vele doornen in Haar Hart zijn gestoken en dat er zo vele anderen dit blijven doen, door middel van de dwalingen die over de hele wereld zijn verspreid. Daarop roept Onze Lieve Vrouw het uit: "alle landen moeten voorzichtig zijn, omdat Gods machtige handen hen kunnen treffen."
"De landen moeten voorzichtig zijn," zegt Onze Lieve Vrouw en de landen zijn sterk verdeeld vandaag, wat betekent dat God de middelen van geweld, oorlog en vernietiging, die elke mens, zonder uitzondering, gebruikt, scherp veroordeeld. Om deze reden vraagt de Heilige Maagd, in dezelfde boodschap, niet alleen om de bekering van Rusland, maar ook van Amerika en alle landen die, uit ideologie, afhangen van deze twee grote landen.
En als bewijs zou ik zeggen dat het niet genoeg is om te denken aan de boodschap van 1 oktober 1987, die zegt: "De Heer verwacht gerechtigheid en rechtvaardigheid en geen bloedvergieten en schreeuwen van de onderdrukten." Daarom kan men het volk van God erkennen door hun rechtvaardigheid en door hun eerlijkheid. Laat ons de liefde en de vergevingsgezindheid leren en in de praktijk omzetten, laat ons leren hoe we moeten bidden voor de vrede, dat deze zo spoedig mag komen en voor altijd mag blijven. Vergeet niet dat, als de oorlog stopt, we nog steeds moeten bidden en opofferingen doen, zodat de vrede nooit zou worden belet door de vijanden van God en zo de wereld zou overheersen, zelfs in de kleinste en meest afgelegen plaatsen op aarde die nu ook in gevaar zijn en verstikken. Laten wij onszelf onderwijzen voor Christus vrede, door onszelf open te stellen voor de werken van de Heilige Geest: en de meest succesvolle manier om dit te bereiken is de Toewijding tot het Onbevlekte Hart van Maria, waar de Heilige Geest verblijft, en wat een volmaakte school is om de vrede te ervaren, te kennen en te appreciëren.
De Heer wenst dat we de verering van het Onbevlekte Hart van Zijn Meest Heilige Moeder meer verspreiden, meer kennen en meer beleven, zodat deze verering wijdverspreid wordt over de hele wereld, daar er maar weinigen boete doen en bidden voor het eerherstel en de troost van de zoetste Hart. En weet ook dat deze belevenis hetzelfde betekent als het meewerken aan de vrede.
De Heer wens dat elke natie, elk bisdom, elke parochie en elke familie zich toewijdt aan het Heilig Hart van Maria, omdat dit vrede zal bespoedigen verstevigen. En welk ander gebed dan de Rozenkrans, welk ander machtigste wapen tegen de ondergang van het verhaal van de arme mensheid, moeten wij hebben om sterk verbonden te zijn met dit Meest Heilige Hart?
Er is geen enkel probleem in de wereld over spirituele, materiële, nationale of internationale aangelegenheden, die de Heilige Rozenkrans en onze opofferingen niet hebben opgelost. En dit raadselachtige slingerschot van David is de zegel waarmee de deuren der hel zullen worden gesloten, en de sleutel waarmee men het tijdperk van Rechtvaardigheid, Liefde en Vrede zal kunnen binnentreden.
Einde, Rosario Toscano
Vertaling: Chris De Bodt
04-04-1977
OLV van Belpasso: Deel 2. Dagboek van Rosario Toscano [3]
Onze Lieve Vrouw van Belpasso: Dagboek van Rosario Toscano [3]
Verschijning 23: 1 september 1987 [aan de rots van Belpasso]
Iets bijzonder gebeurde er tijdens deze verschijning. In Borrello, een gehucht van Belpasso, was er ongebruikelijk veel volk. Het weer was nog enigszins heet, met een lichte, frisse bries die de vermoeidheid van de aanwezigen verlichtte. Om stipt 1 uur in de namiddag knielde Rosario neer en begon hij zijn gesprek met de Heilige Maagd. Na enkele minuten zagen de aanwezigen de jongen eerst de grond kussen , daarna opstaan en zijn armen uitstrekken naar de rots. Hij bleef zo een tijd in deze houding, zich bijna aan de rots vastklampend, duidelijk verzonken in zijn visioen. Dezen, die dichtbij de rots stonden, begrijpen bijna onmiddellijk de betekenis van dit ontroerende gebaar. Het zou helemaal duidelijk worden als de jongen de boodschap zou lezen. Tijdens het gesprek had Rosario aan de Heilige Maagd gevraagd of hij Haar voeten mocht kussen, waarop Zij "Ja" had geantwoord, maar op voorwaarde dat hij eerst de grond zou kussen, als een teken van herstel voor alle zondaars.
Boodschap van Onze Lieve Vrouw
Mijn kinderen, kom tot Mij, Ik wens u tot Jezus te nemen. Dat is waar Ik uw harten hoofdzakelijk toe uitnodig. Wees voortdurend in gebed, zodat u mijn uitnodiging beter zou ontvangen. Schenk steeds meer aandacht aan het gebed. Breng meer tijd door met God. Lieve kinderen, met een onophoudelijke roep nodig Ik u uit tot het gebed en tot deelname aan de Heilige Eucharistieviering: biecht, ontvang de Heilige Communie en leg nooit de Rozenkrans opzij. De Heer maakt het u mogelijk om Zijn stem te horen. Luister naar Hem, want God spreekt diep in uw harten tot u. Probeer Zijn stem te begrijpen die in uw harten weerklinkt. Als u er werkelijk in slaagt om hem te horen, zult u zich uiteindelijk bewust worden van Gods liefde voor u en dat Zijn hart brandt van liefde voor u. Mijn kinderen, waarom opent u uw harten niet voor de grote liefde van God? De goddelijke kracht van de liefde is zo groot dat u zich werkelijk geabsorbeerd zult voelen van het licht van God. Elke beproeving zal voor u verdwijnen als u uzelf overlaat aan Mijn Onbevlekte Hart.
Rosario: Heilige Maagd, wat moet moeten wij doen om onszelf volledig over te laten aan Uw Hart? Maria: Bid, bid veel, minstens drie uur dagelijks, bid vele rozenkransen, maak opofferingen voor de bekering van de zondaars, doe verstervingen om zo oorlogen te vermijden in de wereld.
Rosario: Heilige Maagd, de mensen zeggen dat ze hiervoor de tijd niet hebben om zoveel te bidden. Maria: Maar u hebt wel tijd om uzelf eten te geven. Net als uw lichaam aandacht nodig heeft, heeft ook uw ziel aandacht nodig. Is dit misschien de eerbied die u hebt tegenover uw Vader? De Heer is dicht bij hen die Hem zoekt. Hij zou niet enkel in uw dagelijkse leven moeten aanwezig zijn, maar u zou Hem ook moeten opzoeken om ten allen tijde uitdragers van de vrede te zijn. Jezus schenkt u, in Zijn liefde, steeds de mogelijkheid om de eeuwige beloning te krijgen. Elke dag opnieuw verleent Hij u de mogelijkheid om te winnen wat Hij heeft beloofd. Help uw naaste in nood. Elke kleine of grote daad die u doet om de minste van uw naaste te helpen, doet u eveneens voor Jezus. Lees dikwijls de Heilige Schrift, het Woord van God en denk na over de inhoud: hou Zijn woorden steeds in uw gedachten en maak er uw woorden van, maar laat ze boven alles in uw harten geschreven staan.
Rosario: Heilige Maagd, wenst u nog iets anders van ons? Maria: Neen, niets anders. Zie dat de liefde tot God en uw gebeden geen marginale plaats in uw harten heeft. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest: de Vader in uw gedachten, de Zoon in uw harten en de Heilige Geest in uw zielen ... nu moet Ik gaan.
Rosario: Heilige Maagd, ik liet al deze dingen verwijderen om zo uw voeten te kunnen kussen. Staat U mij dit toe? Maria: Alvorens u dit doet moet u eerst de grond kussen als een teken van boete voor alle zondaars die God beledigen.
Rosario: [Na Marias voeten te hebben gekust] Heilige Maagd, zult u blijven komen? Maria: Ik zal blijven komen.
Rosario: En wanneer zult u opnieuw komen? Maria: Ik zal opnieuw komen op de eerste dag van de volgende maand.
Verschijning 24: 1 oktober 1987 [aan de rots van Belpasso]
Dit was de tiende verschijning sinds begin dit jaar. Er waren meer dan 50.000 aanwezigen. Het meest opmerkelijk was de komst van vele bussen en vele autos uit Palermo. Zoals bij eerdere verschijningen, ging Rosario, in het gezelschap van zijn vader en zijn moeder en Vader Dino Magnano naar de Rots tegen 9.30 uur, waar hij de ochtendgebeden bad, samen met de zieken. Dit deed Rosario opnieuw rond de middag. Vandaag vertelde de Heilige Maagd aan Rosario om naar een afgezonderde plaats te gaan, ergens nabij de rots, wanneer Zij wordt vereerd als Koningin van de Rozenkrans en Zij wenst dat God de genade verleent van het algemeen welzijn van het volk.
Boodschap van Onze Lieve Vrouw
Mijn kinderen, verlies niet de kracht van het hart als het kruis te zwaar wordt. De goddelijke Voorzienigheid, Gods liefde, uw gebeden en uw geloof zullen uw troost en vreugde zijn. Mijn Onbevlekte Hart zal uw toevluchtsoord zijn. Ik spoor u aan om de Rozenkrans te bidden, om te bidden met een vurig hart en om regelmatig de Sacramenten te ontvangen. Ik wil er u aan herinneren hoe de Heer zich heeft verwaardigd dat u naar hier kunt komen en hoe Zijn handen uw harten heeft geraakt.
Ik nodig u uit om Hem, voor zelfs de kleinste genaden die u ontvangt, te loven, zodat u Hem kunt bedankten voor de grote genaden die voortkomen uit Zijn Goddelijke Barmhartigheid. Hij draagt goed zorg voor Zijn wijngaard. Zijn volk is Gods wijngaard. Doe dus uw best om goede vruchten voort te brengen want zo niet zal Hij u naar de woestijn terugsturen. Hij verwacht rechtvaardigheid en oprechtheid van Zijn volk, en geen bloedvergieten en schreeuwen van de onderdrukten. Wees dus voorbereid, want de tijd is rijp. Als u naar Mijn moederlijke raadgevingen luistert, zal er een periode van vrede zijn en zullen enkel de gebeden uw harten voorzien van zuivering.
Rosario: Heilige Maagd, wij zijn arme zondaars en hebben uw advies, om drie uur per dag te bidden, niet gehoorzaamd. Maria: Ik had ook niet anders verwacht, maar de tijd is gekomen om geestelijk te groeien en uw harten zullen tot Mij horen en Ik zal ze meenemen naar Jezus. De eerste stappen waren moeilijk en de weg naar Jezus is niet gemakkelijk om volgen, maar Ik zal uw gids zijn en de engelen uw beschermers. Lieve kinderen, u moet uzelf voorbereiden om "ja" te zeggen aan Jezus oproep en uitnodiging, en "dank U" aan zijn verwelkoming. Eens u deelneemt aan Zijn maaltijd, kunt u aan dit prachtig geschenk niet verzaken, ook al bedreigen de dagelijkse verleidingen uw weg naar de heiligheid. Beloof om voor eeuwig te verblijven in het Huis van de Heer: het staat altijd open. Ik nodig u uit om de Bijbel ergens in uw zicht te plaatsen, zodat u er dagelijks kunt in lezen en erover nadenken, vooral over de gedeelten uit het Heilig Evangelie. Laat het Woord van God in uw gedachten heersen en laat het uw woord zijn, maar laat het bovenal in uw hart geschreven staan.
Rosario: Heilige Maagd, wenst u nog iets anders van ons? Maria: Ik wens dat u dagelijks vele Rozenkransen bidt, maar zeker minstens drie. Ik wens dat u zich steeds onderwerpt aan Gods wil, maar vooral dat u Hem liefheeft, omdat Hij uw kracht en uw steun is, en Zijn Heilig Hart brandt van liefde voor u. Ik wens dat u hier naar een afgelegen plaats komt op de dag van Mijn verering als de Koningin van de Heilige Rozenkrans. Onze Heer wenst u een genade te verlenen voor het algemene welzijn van Zijn volk. Ik zegen u in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. De Vader in uw gedachten, de Zoon in uw harten en de Heilige Geest in uw zielen ... nu moet Ik gaan.
Rosario: Heilige Maagd, zult u blijven komen? Maria: Ik zal blijven komen.
Rosario: En wanneer zult u opnieuw komen? Maria: Ik zal komen op de eerste dag van de volgende maand.
Verschijning 25: 1 november 1987 [aan de Rots van Belpasso]
Zoals er was verwacht, kwam er op deze eerste november, een feestdag, een ongelofelijk aantal mensen uit verschillende streken van Italië [Lazio, Umbrië, Toscane en Veneto] naar Belpasso. In het gebied rond Borrello, berekende men dat er zon 70.000 mensen aanwezig waren. De eerste groep bedevaarders verzamelde zich reeds rond de rots om drie uur in de ochtend. Daarna, tijdens de vroege uren van de ochtend, leek de plaats wel op een stromende rivier, door de onophoudelijk toevloed van het volk. Rond 11 uur ging Rosario naar de rots. Na het bidden van de gebruikelijke gebeden, vond de verschijning plaats op de middag. Tijdens een tien minuten durend gesprek met de Heilige Maagd, bad de ziener een tientje van de Rozenkrans. Toen verhief hij het kruis van zijn eigen Rozenkrans en vroeg hij de Heilige Maagd om het te zegenen. Ondertussen onderscheidde er zich uit de dikke wolken uit het oosten een aparte, grijsachtige wolk en loste deze zich langzaam op in de lucht, terwijl het volk riep: "Leve Maria."
Boodschap van Onze Lieve Vrouw
Mijn kinderen, vandaag bent u in groot aantal tot uw Moeder gekomen. Maar zoek de reden voor mijn onophoudelijke roep. Ik vraag voor een grotere verlatenheid op Mij, de uiterste nederigheid en gehoorzaamheid tegenover God. Wees volgzaam aan Zijn hernieuwende Geest en hunker naar Zijn Heilig makende Geest. Ik wens dat al mijn lieve kinderen heiligen worden: gezegend en zuiver van hart, omdat zij werkelijk God zullen zien. Nu, op zon belangrijke dag, lieve kinderen, hernieuw ik mijn verzoek: bid vele Rozenkransen, maak opofferingen voor de bekering der zondaars, vast voor de vrede in de wereld, maar boven alles, neem meer deel aan de Heilige Mis tijdens de week en doe het met geheel uw hart en met elke goede bedoeling van een beter leven te leiden en uw ziel te heiligen met een zuiver hart. Ontvang de Heilige Sacramenten van de Biecht en de Communie. Blijf bidden voor de heiliging van de religieuzen, mannen en vrouwen, en het volk van God. Ik zal uw gebeden en verzoeken, die met geheel het hart gemaakt zijn, voorleggen aan de Heer.
Rosario: Heilige Maagd, ik heb u bepaalde dingen te vragen over de bekering van de zondaars, de roepingen en vele andere gebeden. Maria: Vele zijn onze dagelijkse zorgen, maar hoe dikwijls stopt u om uw dorst te lessen nabij God? Zoals het hert naar het water gaat, zo zou u naar God moeten gaan. Sluit uw hart niet voor de Liefde, maar zeg: "Mijn ziel dorst naar U, Heer!" Dat is wat Hij van u wenst te horen, zodat Hij een einde kan maken aan uw bezorgdheden. Eerst en vooral is uw bekering, gebed en geloof nodig om gunsten en genaden te bekomen. Ik weet dat er weinig roepingen zijn: bid dus ook voor deze intentie. Onder u zijn er vele jonge mensen die onzeker zijn, maar die een groot verlangen hebben om zichzelf aan God te geven, maar de wereldse zaken verstrooien hen en leiden hen weg. Zo moedig Ik u aan om niet te twijfelen: voldoe aan deze heilige wens, zegt uw Moeder tot u. De Heer wenst niet dat u de verering tot Mijn Onbevlekte Hart vergeet. Aan hen die deze verering blijven volhouden beloof Ik de Redding en deze zielen zullen door God worden geliefd zoals de bloemen die Ik plaats om Zijn troon te sieren. Hier is de Heer die van u houdt en die ieder van u dichter tot Hem wenst te brengen. Maak uzelf los van menselijke kleinigheden, omdat Hij zijn plan voor ieder van u wenst te volbrengen: vooral vanaf vandaag zullen grote ontwerpen zich beginnen te vervullen. Hij wenst u allen naar het Koninkrijk van het Leven te leiden. Lieve kinderen, Onze Heer laat Zijn onverstoorbaarheid over u schijnen en redt u. Bereid uzelf dus voor. Wees u bewust van Zijn nakende komst. Wees niet doof voor het Woord van God, het Heilig Evangelie. Laat dit Woord steeds in uw gedachten zijn, laat het uw woord zijn, maar laat het boven alles geschreven staan in uw harten.
Rosario: Heilige Maagd, wenst u iets anders van ons? Maria: Neen, niets anders. Bid nu een tientje van de Rozenkrans en offer het voor de heiliging der zielen en voor vrede over de hele wereld. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. De vader in uw gedachten, de Zoon in uw harten en de Heilige Geest in uw zielen ... nu moet Ik gaan.
Rosario: Heilige Maagd, zult u blijven komen? Maria: Ik zal blijven komen.
Rosario: En wanneer zult u opnieuw komen? Maria: Ik zal komen op de eerste dag van de volgende maand.
Verschijning 26: 1 december 1987 [aan de rots van Belpasso]
Ondanks het feit dat de eerste december een werkdag is, zijn er ongeveer een zestigduizend mensen verzameld rond het gebied van Borrello. Het was een heldere dag. Na het gesprek met Onze Lieve Vrouw, las Rosario de boodschap voor. Bijna allemaal zij die van de plaats van de verschijning kwamen waren nog aanwezig om deze te aanhoren. De woorden van de Heilige Maagd waren vervuld van een hoopvolle verwachting van Kerstmis. "Op Kerstmis zal God de Vader bijzondere genaden verlenen aan alle harten die klaar zijn om Hem te ontvangen." Op het einde voegde de Heilige Maagd eraan toe dat ze op een ander tijdstip van de maand zou komen en niet enkel op de eerste januari. Niemand, zelfs Rosario niet, heeft weet van dit tijdstip. Rosario zegt enkel dat, als er boodschappen voor iedereen zijn, hij deze zal te kennen geven.
Boodschap van Onze Lieve Vrouw
Mijn lieve kinderen, Ik hou onmetelijk van u. Ik wens u Mijn vreugde over te brengen. Deel deze met Mij. Jezus zal opnieuw onder u worden geboren. Maar, Mijn kinderen, de Advent is een periode van voorbereiding op Kerstmis. En u, hoe bereidt u zich hierop voor? Maak uzelf los van de materiële dingen, want enkel door dit te doen kunt u de echte betekenis van Kerstmis begrijpen. Laat deze Kerstmis dus anders zijn dan deze van de voorgaande jaren. Ik nodig u uit om Kerstmis voor te bereiden met boete, bidden en daden van liefdadigheid. Deze Kerstmis zal voor u onvergetelijk zijn, maar u moet mij aanhoren en de boodschap die Ik u geef omzetten in de praktijk. U hebt allen nagedacht over de wonderen van Gods liefde. Nu moet u uw keuze praktiseren met het hart.
Rosario: Heilige Maagd, hoe kunnen we weten dat onze keuze Gods wil is? Maria: Om te weten of uw keuze Gods wil is, moet u veel bidden en veel boete doen en niet in afdwalen. Vertrouw en verlaat u volledig op Hem en op Mijn Onbevlekte Hart. Lieve kinderen, nu u weet dat het vreugdevolle moment nabij is, zou u moeten begrijpen dat u zonder de liefde niets kan bereiken. Heb elkaar dus lief, eerst binnen de familie en dan over de hele wereld, zodat er een werkelijk klimaat van liefde heerst. Tijdens de volgende weken moet u zichzelf wijden aan het gebed binnen uw familie en moet u elkaar leren liefhebben. Geef uzelf over aan God, zoals ik u heb aangeraden en u zult bijzondere gaven en liefdadigheid en bekering bekomen. U zegt dikwijls dat Mijn boodschappen dezelfde zijn en dat ik steeds in herhaling van. Dat is heel triest, Mijn kinderen, want dat betekent dat u niet weet hoe u moet nadenken. Zo kunt u zeggen dat ik steeds blijf vragen naar gebeden en naar het bidden van de Rozenkrans. Niettemin zou u moeten weten dat u zoveel mooier bent wanneer u bidt. Zoals de bloemen al hun schoonheid tonen tijdens de lente, zo bent ook u mooier als u bidt: uw harten openen zich voor de Heer en u wordt Hem meer dierbaar dan voorheen, zoveel dat u de Hemel waardig zult worden. Bereid uzelf ook voor op een goede biecht: maak een nauwgezet onderzoek van het geweten. Probeer werkelijk berouw en een ware spijt over uw zonden te hebben, wees niet hoogmoedig en wees niet beschaamd tegenover uw biechtvader en op het einde zult u sereniteit voelen en zult u vol zijn van vreugde, klaar om Kerstmis te beleven. Als u, zelfs maar één dag voor Kerstmis, geen vrede voelt in uzelf, haast u dan en ga te biechten, zodat de Heer in uw harten kan vinden wat Hij van u verlangt. Dat de priesters zich ertoe mogen verbinden om iedereen te ontvangen. Lieve kinderen, de Heilige Mis is een vreugdevolle ervaring van uw ontmoeting met Jezus. Verwelkom steeds het woord van God, het Evangelie, daar deze tijd ten volle moet worden beleefd. Laat het steeds in uw gedachten zijn, laat het uw woord zijn, maar laat het boven alles geschreven staan in uw harten.
Rosario: Heilige Maagd, wenst u nog iets van ons? Maria: Neen, niets anders. Ik vraag u enkel om van de dag van vreugde voor Mij niet de droevigste dag te maken, omwille van uw zonden. Op Kerstmis verleent de Vader bijzondere genaden aan allen die open zijn van hart. Ondertussen zal Mijn Onbevlekte Hart uw vooruitgang volgen. Ik zegen u in de naam van de Heiligie Drievuldigheid: de Vader in uw gedachten, de Zoon in uw harten en de Heilige Geest in uw zielen ... nu moet Ik gaan.
Rosario: Heilige Maagd, zult U blijven komen? Maria: Ik zal blijven komen.
Rosario: En wanneer zult U opnieuw komen? Maria: Ik zal niet enkel op de eerste dag van de volgende maand komen, maar als de Heer het Mij toelaat, kom ik ook nog op een ander tijdstip tijdens deze maand.
Verschijning 27: 8 december 1987 [in de kerk van de Heilige Filippus Neri, Acireale]
Op het einde van Haar boodschap van 1 december, zei de Heilige Maagd: "Ik zal niet enkel op de eerste dag van de volgende maand komen, maar als de Heer het Mij toelaat, kom Ik ook nog op een ander tijdstip tijdens deze maand." Niemand kende vooraf de dag van deze buitengewone afspraak, alhoewel velen het vermoeden hadden dat het op de dag van de Onbevlekte Ontvangenis zou zijn. Op de ochtend van 8 december ging de ziener naar Acireale naar de Kerk van de Heilige Filippus Neri en hier verscheen de Heilige Maria onverwacht, op het einde van de Heilige Mis die werd opgedragen door Vader Dino Magnano [voor de opening van de bidkapel]. Rosario zat op de eerste bank, in gebed verzonken, terwijl de broeders naar een loflied luisterden. Deze gebeurtenis was zo onverwacht dat de jongen en alle aanwezen niet enkel sterk verrast en bewogen waren, maar tegelijkertijd verheugd door de ervaring. Na de verschijning las Rosario ter plaatse de boodschap voor. Daarna ging hij naar de Rots van Belpasso om aan iedereen te vertellen wat er was gebeurd en om bekend te maken wat de Heilige Maagd hem had verteld.
Boodschap van Onze Lieve Vrouw
Liefste kinderen, Ik hou onmetelijk veel van u, een gevoel dat ik grotendeels heb voor u. Niettemin onthul Ik u ook Mijn verdriet: Mijn Onbevlekte Hart wordt te veel beledigd en er zijn maar weinigen die eerherstel opofferen. Herinner u wat Ik precies één jaar geleden heb gezegd. Zo beloof ik bijstand op het uur van de dood met alle nodige genaden voor de redding van zij die elke eerste zaterdag, gedurende vijf opeenvolgende maanden, te biechten en te Communie gaan en Mij vooral voor een kwartier tot een uur gezelschap houden met het bidden van de Rozenkrans en de vijftien mysteries, met als doel het op te offeren voor het herstel van Mijn Onbevlekte Hart. Ik beveel ook het vasten aan voor de vrede in wereld.
Rosario: Heilige Maagd, waarom enkel voor vijf maanden, en niet meer? Maria: Omdat er vijf vergrijpen zijn tegen Mijn Onbevlekte Hart: de lasteringen tegen Mijn Onbevlekte Hart, tegen Mijn Maagdelijkheid, de weigering om Mij te erkennen als de Moeder van God en alle mensen, zij die de harten bewerken met andere onverschilligheden en haat tegenover Mij en zij die met direct beledigen in Mijn Gezegende beeltenissen. Ik nodig ieder van u uit om de noodzaak om uw Moeder te troosten en te bemoedigen, te verkondigen. Ik zou het in het bijzonder waarderen als u uw families toewijdt aan Mijn Onbevlekte Hart. Beloof eerherstel voor de beledigingen en de onverschilligheden die Mijn Hart kwetsen. Ik vertrouw u van nu af aan de taak toe om Mijn Hart te verdedigen en eerherstel aan te bieden. Ik zegen iedereen, in het bijzonder uw families en Ik beloof dat, als u de taak die Ik u heb toevertrouwd, wil aanvaarden, u de genade van bekering zult bekomen. Gebed ... boete ... eerherstel.
Verschijning 28: 1 januari 1988 [aan de Rots van Belpasso]
Het jaar 1988 begon met geen al te beste vooruitzichten. Het weer was slecht en er werden door sommige kranten valse geruchten verspreid en dit terwijl de feestelijkheden rond het Nieuwe Jaar op hun hoogtepunt waren. Dit lag aan de basis van een sterk verminderd aantal opgekomen bedevaarders nabij de rots. Tijdens de maanden november en december waren er respectievelijk 70.000 en 60.000 pelgrims, terwijl er deze maand amper 20.000 waren. Het weinig aantal gelovige bedevaarders die de verschijning van de Heilige Maagd te Belpasso bijwoonden, waren door en door nat, ondanks de regenschermen. Er was nog een andere onaangename verrassing. De boodschap was geheim. Op het einde van de verschijning was Rosario bedroefd. Hij zei dat de Heilige Maagd meer bedroefd was dan gebruikelijk: "zoals ik nooit ervoor gezien heb." Voor het ogenblik moet de boodschap die hij heeft ontvangen geheim blijven. "Ik wens iedereen uit te nodigen om te bidden, zodat wat de boodschap inhoudt, nooit zou gebeuren," voegde hij eraan toe. Om de verwarring van de vele mensen rond deze geheime boodschap die over toekomstige droevige gebeurtenissen ging, een beetje te verminderen, gaf Rosario enkele dagen laten een verklaring om beter uit te leggen wat de Heilige Maagd van iedereen verlangde.
Een verslag over de verschijning van Onze Lieve Vrouw
Ik kan de boodschap die Onze Lieve Vrouw mij op 1 januari 1988 heeft toevertrouwd, niet onthullen en zo zal ik enkel naar sommige punten verwijzen. Onze Lieve Vrouw was diep bedroefd, zoals nooit voorheen en laat het zo zijn dat Haar boodschap mij heeft ontsteld want de inhoud was heel ernstig. Als de Heilige Maagd verschijnt, doet Zij dat niet zonder redenen: wat Haar de meeste zorgen baart, is de redding van Haar kinderen.
Misschien hebben velen dit niet begrepen en dit is één van de redenen van Haar verdriet. Wat ik nu ga zeggen is moeilijk voor mij. Men moet er zich bewust van zijn dat de mensheid naar de vrede toegaat, gestaag en zeker. Onze Lieve Vrouw zei dit reeds op 1 oktober, toen Zij sprak over een periode van vrede. De vraag rijst dan ook hoe het mogelijk is dat Onze Lieve Vrouw zo bedroefd was.
Op dit moment mogen we onze aandacht niet alleen schenken aan de problemen van de landen die in oorlog zijn. De Heilige Maagd is bezorgd voor de redding van iedere individuele persoon, verhinderd door en gehecht aan de materiële dingen, waarbij hij zich niet meer bezorgd maakt over zijn enige en ware welzijn: God. Ieder van ons moet de roep tot heiligheid in de eigen ziel ontdekken en het spirituele tekort erkennen. Het is goed om te herhalen wat Onze Lieve Vrouw steeds zegt: wij moeten de Heilige Sacramenten van de Biecht en de Communie regelmatig ontvangen, bidden voor de wereldvrede en heel wat Rozenkransen bidden en opofferingen doen voor de bekering van de zondaars.
Als de Heilige Maagd zegt dat de tijd rijp is, moeten wij daarover nadenken en handelen om onszelf te zuiveren en onze heiligheid te verbeteren. Ik wens de benadrukken dat de boodschap van 1 january geen toevoegsel is aan de tien geheimen die ik op 1 maart 1987 heb ontvangen, maar het werpt een dieper licht op deze geheimen en het maakt ze duidelijker. Enkel één ding geeft ons allen hoop: de hulp van Maria, de Koningin van de Vrede, die zeker is, en de overwinning van Haar Onbevlekte Hart. De Parabel van de tien maagden met hun olielamp komt hierbij bij ons op [Mattheus 25: 1-13]. Het is een aanmoediging voor de verwachting waar we allen naar uitkijken: de glorierijke terugkeer van de Jezus Christus.
Onze Lieve Vrouw zal opnieuw verschijnen op de eerste dag van de volgende maand.
Verschijning 29: 1 februari 1989 [aan de rots van Belpasso]
In tegenstelling tot wat algemeen was verwacht waren er opnieuw vele bedevaarders [Zon 50.000] teruggekeerd naar de rots van Belpasso om de verschijning van de Heilige Maagd bij te wonen. Iedereen wachtte enthousiast en was erg opgewonden. Iedereen hoopte dat de boodschap van de Heilige Maagd opnieuw de vrede tot de harten van diegenen zou brengen van zij die vurig hadden gebeden om de slechte voortekenen van de vorige maand af te wenden. De menigte werd niet teleurgesteld. De woorden van de Koningin van de Vrede verwezen naar wat er was gebeurd op de eerste januari.
"Hoe kan Ik gelukkig zijn als de hele wereld het slachtoffer is van haar eigen oppervlakkige materialisme, zelfs op de vooravond van het Nieuwe Jaar?" Zij moedigde iedereen aan om in oprecht geloof te leven: "Ieder van u moet eerst het eigen geloof versterken, zodat u daarna uw naaste kan bekeren."
Boodschap van Onze Lieve Vrouw
Mijn kinderen, u zult Mij enkel kunnen troosten wanneer u mijn verdriet hebt begrepen. Mijn komst van de laatste maand was werkelijk voor iedereen ontmoedigend ... en het was een dag van vrede. Maar hoe kan Ik gelukkig zijn als de hele wereld het slachtoffer is van haar eigen oppervlakkige materialisme, zelfs op de vooravond van het Nieuwe Jaar? Op deze wijze tekent de mensheid namelijk zelf de straffen voor zich uit. Velen hebben zichzelf bewust verkocht aan het aardse geluk. Enkel één ding maakt Mijn hart gelukkig: namelijk het zien van velen van u die zich betrokken voelen om Mij te troosten. Dit betekent dat niet enkel uw hart openstaat, maar dat u eveneens weet hoe u goedschiks en gewillig kunt zijn in overstemming met Gods ingevingen die Hij naar uw hart zendt. God zal u opnieuw gezond maken, omdat Hij de God van het leven is. Vandaag nodig ik u allen in het bijzonder uit om uw geloof in God te versterken. Vandaag wordt u geroepen tot een bijzondere taak, die Hij, in Zijn genade, u wenst toe te vertrouwen: om aan de wereld Zijn nakende komst te verkondigen. Wees dankbaar, wordt niet hovaardig, omdat God niet de besten, maar de nederigen kiest om naar Zijn Geest te luisteren. Ik deel u dit mede om u op voorhand te waarschuwen voor deze hoogmoed, omdat deze al te dikwijls binnendringt in de gedachten van uw harten.
Rosario: Heilige Maagd, hoe kunnen wij de noodzakelijkheid bekomen om deze taak te vervullen? Maria: Deze taak is gemakkelijk. Velen hebben vergeten dat werkelijk Christen zijn betekent dat u dit Goede Nieuws moet verkondigen. Jezus heeft niet enkel de Sacramenten ingesteld om Zijn broers te heiligen, maar eveneens om de zielen te verrijken. Velen zeggen maar al te vaak dat zij Christen zijn en zijn er zich niet van bewust dat zijzelf de oorzaak zijn van het verlies van hun geloof. Ieder van u dient eerst zijn eigen geloof te versterken en dan zijn naasten te bekeren. Velen weten niet dat geloof van een ware Christen niet een "misschien" is. Iedereen moet diep in zichzelf kijken en dan zeggen: "O Heer, Uw redding vervult mij met vreugde. Maak van mij een voorwerp van bekering."
Hij die weet dat hij zich op het rechte pad bevindt, weet eveneens dat, wanneer hij ziet wat het Heilig Evangelie verkondigt, hij niet bevreesd mag zijn. En als dit zou gebeuren, zal zijn vrees niet zo groot zijn om af te dwalen van de ondernomen weg . Dit is uw sterkte, dit is uw geloof. De wegen van God zijn waarheid en genade. Laat het Woord van God, het Heilige Evangelie, in uw gedachten zijn, laat het uw woord zijn, maar laat het bovenal in uw harten geschreven zijn. Ga en evangeliseer: wees niet bevreesd omdat Mijn hart steeds bij u zal zijn. U zult voor de Heer wandelen in het land van de levenden.
Rosario: Heilige Maagd, wenst u iets anders van ons? Maria: Neen, niets anders. Ga door met het ontvangen van de Heilige Sacramenten, wordt niet vermoeid van het bidden en het opzeggen van de Rozenkrans, lees de Heilige Schrift en denk erover na. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. De Vader in uw gedachten, de Zoon in uw harten en de Heilige Geest in uw zielen ... nu moet ik gaan.
Rosario: Heilige Maagd, zult u blijven komen? Maria: Ja, ik zal komen op de eerste dag van de volgende maand.
Verschijning 30: 1 maart 1988 [aan de rots van Belpasso]
Het seizoen van de lente naderde, maar de koude was nog sterk te voelen te Belpasso. Op de ochtend van de eerste maart blies er een sterke, koude noordenwind. Dit noodzaakte de gelovigen om zich stevig te bedekken, omwille van het lange wachten voor de verschijning. Alles verliep zoals gewoonlijk, ordentelijk en rustig. Het werk van de plaatselijke vrijwilligers werd bijzonder gewaardeerd en de "Misericordia," die steeds bereid zijn tot het helpen van de zieken en zij die flauwvallen, hadden de handen vol.
De verschijning van de Heilige Maagd begon precies op de middag, de gebruikelijke tijd tijdens de wintermaanden. Zoals gewoonlijk was er opnieuw een groot verlangen naar de boodschap. De boodschap van deze maand verwees ook naar het op handen zijnde Paasfeest, met de uitnodiging om dit samenhangend te beleven met deze periode van de lente. De Heilige Maagd zei ook iets dat elke aanwezige gelukkig maakte: dat het zevende geheim niet zal geschieden, maar vervangen zal worden door een andere gebeurtenis die prachtig zal zijn voor alle mensen van God over de hele wereld.
Boodschap van Onze Lieve Vrouw
Mijn kinderen, wij naderen Pasen. Bereid uzelf dus goed voor. Tijdens deze periode van de lente nodig ik uit tot een spirituele overpeinzing. Laat uzelf niet onvoorbereid verrassen. Probeer uw ziel zuiver en helder te houden zoals bronwater: u kunt niets alleen verwezenlijken, dan met Gods genade. Met Zijn en Mijn hulp kunt u vrede bekomen met uzelf en met uw broers en God. Maar als u dit wilt bekomen, ga dan langs Mijn Hart dat u tot Jezus zal brengen en u zult ware vrede vinden. De vrede waar Jezus is voor gestorven en verrezen uit de doden en die Hij u heeft achtergelaten. Verspil uw tijd niet door zon gave te verbergen, maar werk deze verder uit binnen uzelf en uw harten. Als ieder van u zo handelt, kan hij dat delen met zijn broers en kan hij er gebruik van maken om de Heer te prijzen. Als u zo handelt zal Jezus overvloedig de gaven die u Hem offert aanvaarden, maar waar Hij het meeste naar verlangt zijn uw harten. Breng uw harten tot Mij en Ik zal ze eervol zuiveren met het Hart van Mijn Zoon. U zult binnen u een stromende bron hebben die nooit zal uitdrogen op uw weg naar het eeuwige leven. Bereid uzelf voor in nederigheid en met een heilige overgave voor Pasen. Bereid u voor met gebeden en met liefdadigheid. Ik heb u een onvergetelijke Kerstmis beloofd en heb Mij aan Mijn belofte gehouden. Nu beloof ik u een onvergetelijke Pasen, maar, als u dit wil, kunt u veel meer doen dan vorig jaar. Om dit te bereiken moet u dikwijls ernstig nadenken over de Weg van Kruis, de Rozenkrans bidden en meer regelmatig te biechten gaan: dit is de tijd van de verzoening. De Heilige Mis is het begrip van de wonderen die God door de mensen heeft bewerkstelligt: het betekent deelnemen aan de grote opoffering van de Passie en de dood van Jezus. De grote mysteries van God zijn overpeinst en gevierd tijdens de Heilige Mis. Tracht allen naar de Verrijzenis en de Hemel.
Lieve kinderen, probeer het Kruis dat aan u is gegeven niet te ontlopen, want zo neemt u eveneens deel aan het grote offer van de Heilige Eucharistie. Ontvang de Heilige Eucharistie: God kan nooit genoeg worden bedankt voor dit onmetelijk en prachtig geschenk. Tijdens deze weken moet u meer naar de Heilige Mis gaan en nodig Ik u uit om elke dag de gekruisigde Jezus te vereren.
Neem een Kruis en kus het herhaaldelijk met heel veel liefde en vroomheid. U zult een mooi gebaar maken: in werkelijkheid is het met het Kruis dat Jezus de wereld heeft verlost. Lees steeds de waarheden die worden onderwezen in het Heilig Evangelie: de Heer heeft het woord van het eeuwige leven. Laat het in uw gedachten zijn, laat het uw woorden zijn, maar laat het boven alles in uw harten geschreven staan. Zing voor eeuwig de liefde van de Heer.
Rosario: Heilige Maagd, wenst u iets anders? Maria: Ja, de tijd is gekomen om aan uw biechtvader het geheim over [...] te onthullen, dat deelt uitmaakt van de tien geheimen. Zeg tegen iedereen dat het zevende geheim niet zal plaatsvinden, maar dat het zal worden vervangen door een andere gebeurtenis dat immens prachtig zal zijn voor het Volk van God, verspreid over de hele wereld. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. De Vader in uw gedachten, de Zoon in uw harten en de Heilige Geest in uw zielen ... nu moet Ik gaan.
Rosario: Heilige Maagd, zult u terugkomen? Maria: Ja, ik zal terugkomen op de eerste dag van de volgende maand.
Verschijning 31: 1 april 1988 [aan de rots van Belpasso]
De eerste april van 1988 was Goede Vrijdag. Vele mensen, waaronder een groot aantal priesters, die dikwijls aanwezig waren aan de rots, moesten ongewild deze maandelijkse afspraak te Belpasso laten voorbijgaan, omwille van hun plichten binnen hun parochie. Niettemin waren er zon 50.000 mensen verzameld op de plaats, toen Rosario aankwam met zijn vader en Vader Dino om deel te nemen aan de Kruisweg die werd geleid door Vader Philip Buccheri. Tijdens de verschijning, namen de aanwezigen, die zich het dichst bij de ziener betroffen, iets ongebruikelijk waar in vergelijking met de vorige maanden.
Tijdens de mysteries van de Rozenkrans die Rosario bad, keek hij herhaaldelijk op naar twee verschillende plaatsen boven de rots, alsof er iets zijn aandacht trok. Op het einde van het gesprek, toen Rosario op het balkon verscheen, werd alles duidelijk toen hij verklaarde dat Hij de Heilige Maagd, duidelijk verschillend dan de vorige keren, heeft zien knielen aan de voet van een prachtig Kruis.
De verschijning was anders dan gewoonlijk. Van zodra de wolk op de rots rustte en zich opende, zag Ik Onze Lieve Vrouw knielen aan de rechterzijde van een mooi levensgroot Kruis. Het kruis was naar mij gericht, maar Jezus bewoog niet. Ik had het gevoel alsof ik mij voor een prachtig gedetailleerd beeld bevond. Jezus was zo levensecht. Ik heb nooit zon mooi Kruis gezien en het was van zon pracht dat ik niet wist waar ik mij ogen moest op richten: op het Kruis of op Onze Lieve Vrouw. Onze Lieve Vrouw nodigde mij uit om alle mysteries van de Heilige Rozenkrans te bidden en ondertussen dacht ik na over Gods liefde voor de mensheid. Ik bemerkte iets heel mooi op toen ik bad: "...Heilige Maria, Moeder Gods, bid voor ons, arme zondaars ..." Onze Lieve Vrouw richtte Haar ogen liefdevol op. Zo kon ik, heel diep in mijn hart, nadenken over hoe de Heilige Maagd voor ons tussenkomst. Op het einde van de mysteries van de Heilige Rozenkrans, gaf Onze Lieve Vrouw de volgende boodschap voor iedereen.
Boodschap van Onze Lieve Vrouw
Mijn liefste kinderen, vandaag moet u in het bijzonder bidden voor uw broers. Uw geliefde Jezus, het lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld, blijft de opoffering van Zijn liefde voor de Kerk, dat Zijn mystiek Lichaam is, herhalen. Mijn hart, verenigd met dat van Mijn Zoon, heeft op een enige en bijzondere wijze geleden: daarom zeg Ik tot u dat ik de Moeder ben van zij die lijden en treuren. Ik ben Zij die hen troost. Tijdens het pijnlijke lijden van Jezus, zou Mijn hart zonder twijfel zijn gebroken, indien Ik niet werd ondersteund door het geloof waar allen onder u naar uitkijken.
Blijf met Mij onder het Kruis, bid en heb geloof. Op deze wijze kan de vrede, waarvan Ik de Koningin ben, binnentreden in uw harten: Als u Mij toestaat om ernaar te zoeken als een dierbaar ding dat groeit door de genade van God, is het een bloem die bloeit zonder te verwelken.
Blijf de Rozenkrans bidden en de Heilige Sacramenten ontvangen. De Heilige Mis is uw redding. De Verrijzenis van de Heer is een grote gebeurtenis, omdat dat de wijze is waarop Hij de dood heeft overwonnen. Tijdens deze Heilige Pasen van de Verrijzenis nodig Ik u uit om u niet vast te houden aan de materiële zaken, maar met liefdadigheid naar uw armere broers en zusters te kijken en Jezus uw liefde te tonen en Hem eveneens te tonen dat u niet doof blijft voor Zijn oproepen en dat u dicht bij Zijn Licht mag zijn. Laat het Heilig Evangelie, het Woord van God, in uw gedachten zijn, laat het uw woord zijn, maar laat het boven alles in uw harten geschreven zijn.
Rosario: Heilige Maagd, wenst u nog iets anders van ons? Maria: Neen, niets anders vandaag. De bedroefde Moeder van de Passie en de vreugdevolle Moeder van de Verrijzenis zegent u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest: de Vader in uw gedachten, de Zoon in uw harten en de Heilige Geest in uw zielen ... nu moet Ik gaan.
Rosario: Heilige Maagd, wanneer zult u opnieuw komen? Mario: Ik kom terug op de eerste dag van de volgende maand.
Verschijning 32: 1 mei 1988 (aan de rots van Belpasso]
Vandaag wordt het Feest van de Arbeid gevierd. Niemand moest gaan werken en zoals verwacht was het aantal aanwezigen gewoonweg niet te tellen. Rond de rots waren er zon 150.000 mensen verzameld, het grootste aantal sinds de aanvang van de verschijningen. De mensen kwamen uit alle streken van Sicilië en Italië. Het weer was reeds heet en velen hadden hun paraplu meegenomen voor wat schaduw te hebben. De verschijning [minstens één, zoals later werd geweten] begon precies om 13 uur [zomeruurtijd]. Op het einde van het gesprek verliet Rosario, begeleid door de politie, de plaats, terwijl het volk geduldig wachtte op de boodschap van de Heilige Moeder. Jammerlijk schreeuwde de jongen het na een half uur uit: "Wat, zult U niet meer komen?" Het was heel erg om de gebroken jongen te moeten aanhoren.
De mensen die aanwezig waren, begrepen onmiddellijk dat de Koningin van de Vrede niet meer naar de rots van Belpasso zou komen. Ze konden nauwelijks geloven wat ze hoorden. Zij verlieten wenend en met diepbedroefde harten, de plaats. Tegelijkertijd echter werden hun harten ook gevuld met hoop. In de boodschap bevond zich immers de aankondiging dat Zij in de toekomst zou terugkomen. Enkel God kent de datum van terugkeer.
Boodschap van Onze Lieve Vrouw
Mijn lieve kinderen, tijdens deze maanden heb Ik u heel wat boodschappen gegeven om u te bekeren. De Heer heeft vele harten bewogen en ze aangewakkerd met de liefde van Zijn Hart. Hij heeft vele wanhopige mensen getroost, heeft vrede in vele families en in vele harten gebracht. Hij heeft iedereen doen inzien hoe mooi en wonderbaar het gebed is en hoe effectief het bidden van de Rozenkrans is. Daarom heeft Hij Mij doen tussenkomen. Hoe verheugd is Hij met uw opofferingen en de boete voor het eerherstel van de zonden en voor de bekering van de zondaars, maar boven alles, liet Hij u begrijpen hoe onmisbaar de Sacramenten zijn voor het eeuwige leven. Hij heeft u de gave van de vreugde geschonken en zal dit blijven doen tijdens de Heilige Mis.
Lieve kinderen, hoe vele keren heb Ik u uitgenodigd om Mijn raad te volgen, zelfs tot op het punt van Mijn smeken om Gods geboden te aanvaarden. Mijn verschijningen hebben gediend om de geest van het geloof, het vertrouwen en de liefde in uw harten te doen heropleven. Geestelijke vruchten worden bekomen door de volharding en door de totale overlevering aan Gods genade. Ik zal u altijd beschermen, zelfs al wordt u, zoals bomen, heen en weer geschud door de wind, zult u veilig zijn: vertrouw op Mij.
Rosario: Heilige Maagd, Ik heb u vele dingen te vragen: of U de zieken wil genezen, of u geestelijke en materiële genaden wilt verlenen aan anderen. Maria: Sommigen zijn reeds genezen, anderen zullen later genezen, terwijl nog anderen niet zullen verhoord worden: zij moeten bidden en vergeving vragen voor hun zonden. De wereld heeft de Heer te diep beledigd en zo moet de wereld deze fouten herstellen. Nu moet ik iets heel belangrijk vertellen en u moet dit aan iedereen overmaken: na de periode van vrede, die ik aan de wereld zal verlenen door Mijn hart, zullen velen God de rug toekeren en zullen er velen beschaamd zijn om Hem. Wanneer deze periode van vrede tot een einde komt zullen er vele, onaangename gebeurtenissen gebeuren binnen elke familie: dit zal gebeuren omdat velen opnieuw hun waakzaamheid laten vallen, waarbij zij God en Zijn wetten zullen vergeten. De Kerk zal veel moeten lijden. Voor dit alles gebeurt zal ik u waarschuwen, zodat u het aan iedereen kunt vertellen. Dat zal het voelbare teken zijn van mijn verschijningen, en het is veel belangrijker omwille van de ernst ervan, dan de tekenen in de hemel. Maar laat u niet ontmoedigen: verlang steeds naar de Heilige Harten van Jezus en Maria. Laat het Heilig Evangelie in uw gedachten zijn, laat het uw woord zijn, maar laat het boven alles in uw hart geschreven zijn.
Rosario: Heilige Maagd, zult u opnieuw komen? Maria: Neen, ik zal niet meer komen.
Rosario: Wat?! U zult niet meer komen? Maria: Ik zal later terugkomen, maar dit betekent niet dat Ik u heb verlaten. Mijn Onbevlekte Hart zal steeds bij u zijn, omdat de vrede op aarde eraan toevertrouwd werd, en het zal overwinnen: de Koningin van de Vrede zal worden vereerd.
Na deze woorden steeg Onze Lieve Vrouw langzaam op naar de Hemel, waar zij vol verlangen naar ons uitkijkt, zoals een moeder naar haar kinderen.
Verschijning 33: 25 maart 1999 [laatste verschijning, Feest van de aankondiging van de Heer]
Verzoek tot de bijzondere toewijding van de families, de parochies en de bisdommen, aan het Onbevlekte Hart van de Koningin van de Vrede, en door dit, tot het Heilig Hart van Jezus.
In de nacht van 24 op 25 maart 1999 was ik ongelukkig omdat er in Europa een nieuwe oorlog was uitgebroken, te Kosovo. Ik was aan het bidden in mijn kamer om Onze Heer te smeken voor de vrede in de wereld, door de tussenkomst van onze Heilige Moeder. Na een aantal uren viel ik op mijn bed in slaap. Toen ik bij het eerste daglicht ontwaakte, opstond uit mijn bed en rondkeek, bevond ik mezelf op de top van een berg vanwaar ik de wereld kon waarnemen. Het was daar dat ik de Heilige Maagd van Belpasso met Haar Onbevlekte Hart waarnam, de Rozenkrans in de rechterhand en deze keer, een kleine olijftak [die was samengesteld uit twee soorten] in Haar linkerhand.
De Heilige Maagd zei: "Het ogenblik is aangebroken om aan de Heilige Vader te vragen om, met de hulp van alle Bisschoppen, een bijzonder toewijding van de families tot het Onbevlekte Hart, en door dit, tot het Heilig Hart van Jezus, te promoten aan alle parochies en bisdommen van de wereld, en dit volgens de wil van God. Vele zielen nemen een pad dat hen ver wegleidt van God, maar Hij, in Zijn oneindige barmhartigheid, wil hen redden door hen het geneesmiddel van Mijn Onbevlekte Hart toe te vertrouwen. In het begin zullen er hindernissen zijn om dit verzoek te kunnen inwilligen, maar daarna zal het worden erkend als een bolwerk van verdediging en zullen er vele zielen gered worden. En u moet veel bidden en boete doen voor dit."
Ik vroeg wat ik moest doen en de Heilige Maagd antwoordde: "Schrijf neer wat onze Heer u heeft verteld en licht uw Aartsbisschop en de bevolking erover in, maar zeg niet tot deze laatste groep dat u dit van de Heer hebt gehoord." Er volgde een moment van stilte, waarna de Heilige Maagd, bij het tonen van de olijftak, verder ging: "Hier is het teken van de verzoening en de eenheid: het is voor de hele mensheid dat, verzoend met de Vader door de verdiensten van Jezus Christus, opnieuw de banden met God zal vinden voor de vrede en de liefde." Daarna vervolgde Zij, bij het tonen van de Rozenkrans: "Hier is het teken van het gebed: het is voor alle mensen die, door het openen van hun harten voor God en na te denken over Zijn woorden over het eeuwige leven, aan liefdadigheidswerk zullen doen." Op het einde wees Zij naar Hart en zei: "Hier is het teken van hoe men zichzelf aan God geeft: het is voor alle mensen die, verenigd in het Eucharistisch Offer van Christus lijden, de Heilige Harten van Jezus en Maria troosten en eerherstel aanbieden ten gunste van de bekering van zij die door de zonde worden gekweld."
Het was bij deze worden dat ik het Heilig Hart van de gekruisigde Jezus zag en, zwevend ter hoogte van dit Hart, een kelk, omgeven door een hostie. Een immens licht met een ontelbaar aantal kleine vlammen straalde vanuit de top en vulde de ruimte eromheen. De figuur van Jezus werd geprojecteerd in de kelk, en de hostie scheidde druppels bloed en water af, die de kelk eerst vulden en daarna deden overstromen, waarbij de druppels op de wereld vielen terwijl er bovenuit een krachtig stem zei: "Redding en Heiligheid!" Hierop zei de Heilige Maagd: "Hou dit geheim. Na het Jubileum [waarbij Zij verwees naar het jubileumjaar 2000], zal het voor u en voor uw biechtvader, tot wie u zult spreken, duidelijk zijn. Dan zal u de weg worden getoond die u moet begaan."