Redactie
Medjugorje België en Nederland
Chris De Bodt
(1958 - 2012)

medjugorjebn@gmail.com

Patty De Vos
Kasteelstraat 81
9180 Temse
België
patty.de.vos@hotmail.com

Dr. Guy Claes
Platanendreef 40
8790 Waregem
België
gclaes@scarlet.be

Henk
Twan Vereecken
Geertrui Schonken
Veerle De Caluwé
Anne Van Der Sloten
p. Alfons J. Smet
Broeder Joseph
Zoeken in blog

Medjugorje 2015 Medjugorje 2014 Medjugorje 2013 Medjugorje 2012 Medjugorje 2011 Medjugorje 2010

 

Voorlopig worden enkel de boodschappen gepubliceerd.
02-03-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.2 maart 2010
2 maart 2010

Maandelijkse boodschap van Mirjana Dragicevic voor hen die Gods liefde nog niet kennen:

"Lieve Kinderen, in deze bijzondere tijd van uw inspanning om allen dichter bij Mijn Zoon te zijn, tot Zijn lijden, maar ook tot de liefde waarmee Hij dit droeg, wens Ik u te zeggen dat Ik met u ben. Ik zal u helpen om fouten en verleidingen met Mijn genade te overwinnen. Ik zal u onderwijzen met liefde, die liefde die alle zonden wegwist en u volkomen maakt, die liefde die u de vrede van Mijn Zoon geeft, nu en voor altijd. Vrede zij met u en in u, omdat Ik de Koningin van de Vrede ben. Dank u."


Chris De Bodt (www.bloggen.be/medjugorje)


01-03-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.1 maart 2010
1 maart 2010

1. Tekens: Epicentrum lag bij de Chileense grootstad Concepcion [verwijzing naar Maria en Jezus]

De zware aardbeving die Chili trof rond 3.30 uur plaatselijke tijd, had haar epicentrum het dichtst bij de stad Concepción [115 kilometer]. Na de tsunami die het land nog trof, is er weinig tot niets uit de stad vernomen. De elektriciteit ligt plat, het internet en telefoonlijnen doen het niet meer, en de stad zou herschapen zijn 'tot oorlogsgebied'. Wie familie en vrienden daar probeert te bereiken, stuit op een dood spoor. Er braken verschillende, hevige branden uit, ook in steden als hoofddstad Santiago, honderden kilometers van Concepción, maar er zijn niet voldoende brandweermannen om te helpen blussen.

De naam van de stad, op 5 oktober 1550 gesticht door de Spaanse veroveraar, Pedro de Valdivia, telt zo'n 200.000 inwoners, de grootstad telt zo'n 900.000 inwoners. Het gebied ligt in de gelijknamige provincie. Haar naam verwijst naar de geboorte van Jezus Christus uit Maria, onbevlekt ontvangen. Het is voor deze mensen dat het ergste wordt gevreesd.

De enorme aardbeving met de kracht van 8,8 op de schaal van Richter heeft zaterdag Chili getroffen, dat is 700 tot 800 keer krachtiger dan de verwoestende aardbeving in Haïti. Het dodental staat voorlopig op meer dan 400, maar dat is niet echt ernstig te nemen. Een goede dag na de aardschok is er nog steeds amper of geen contact met de steden die dicht bij het epicentrum liggen. Ondertussen werden al meer dan 60 naschokken geregistreerd, waaronder eentje van 6,2 en eentje van 6,9. Ook in Argentinië was er een aardbeving, waarbij al minstens twee doden werden gemeld.












De verwoesting in Chili is enorm. Snelwegen en bruggen stortten in, huizen zakten als kaartenhuisjes in elkaar en de straten zijn gevuld met hopen puin. Ook de hoofdstad Santiago werd getroffen. De stroom viel uit, gebouwen zijn ingestort en mensen in pyjama vluchtten in paniek de straat op. De internationale luchthaven werd gesloten.

Op het Chileense eiland Robinson Crusoe in de Grote Oceaan worden meerdere mensen vermist na een tsunami, die was veroorzaakt door een van de zwaarste aardbevingen ooit gemeten. Volgens een piloot die over het getroffen gebied vloog, zijn gebouwen verwoest, waaronder woningen en een school. Een ooggetuige op het eiland meldde dat het niet om één vloedgolf ging, maar om een reeks golven die steeds hoger en krachtiger werden. Daardoor konden de meeste mensen op tijd naar hoger gelegen gebieden vluchten. Meldingen over golven van vier meter hoogte kwamen van het eiland Hiva Oa, deel van de Frans-Polynesische Marquesaseilanden. Er zouden geen slachtoffers zijn gevallen. Op de eilandengroep Juan Fernandez, tussen Paaseiland en het Chileense vasteland, heeft de tsunami volgens lokale media ernstige schade aangericht. Een schip met hulpgoederen is vertrokken naar het eiland Robinson Crusoe, het hoofdeiland van de archipel. De Galapagoseilanden en de Gambier-archipel [Frans-Polynesië] kregen een meter water over zich.


Aardbeving, zowel als de ramp te Madeira, waren voorspeld door Onze Lieve Vrouw van Anguera, Brazilië, Koningin van de Vrede

Boodschap 3233 van 27/10/2009

Lieve zonen en dochters, Ik ben uw Moeder en Ik lijd omdat Mijn arme kinderen ver weg zijn van God. De dag zal komen dat vele mensen spijt zullen hebben dat ze een leven zonder God hebben geleid, maar voor velen zal het te laat zijn. Laat u niet misleiden door de duivel. Behoor aan de Heer en verander uw leven. Nu is de tijd van Genade. De mensheid gaat het pad van de zelfvernietiging op, dat ze zelf hebben aangelegd. Een groot ellende zal over de inwoners van Italië komen. Iets gelijkaardigs zal de mensen, die in Chili wonen, treffen. De grond zal dooreen worden geschud en de mensen zullen een tijd van grote ellende meemaken. Bid. Enkel door het gebed zult u het gewicht van het kruis kunnen dragen. Zoek uw sterkte in de Heer. Hij houdt van u en wacht op u. Dit is de boodschap die Ik u vandaag doorgeef in de naam van de meest Heilige Drievuldigheid. Dank u dat u mij hebt toegelaten om u hier opnieuw weer bij elkaar te roepen. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen. Wees in vrede.

Boodschap 3267 van 16/01/2010

Lieve zonen en dochters, open uw harten voor de God van de redding en vrede. Behoor enkel tot de Heer en laat Hem toe u te veranderen. Leef niet naast het pad dat Ik u heb aangewezen tijdens deze jaren. Kniel neer in gebed. Ik wil u niet dwingen, maar wat Ik zeg moet ernstig worden genomen. Ik ben uw Moeder en Ik lijd omdat u lijdt. Aanschouw de moeilijke tijden voor de mensheid. Een grote ellende zal over de inwoners van Chili komen. Iets gelijkaardigs zal hen treffen die in Lissabon verblijven. Bid, bid, bid. Dit is de boodschap die Ik u vandaag doorgeef in de naam van de meest Heilige Drievuldigheid. Dank u dat u mij hebt toegelaten om u hier opnieuw weer bij elkaar te roepen. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen. Wees in vrede.

Boodschap 3269 van 21/01/2010

Lieve zonen en dochters, het eiland Madeira zal worden verwoest en de inwoners van een grote stad aan de oever van de Tejo rivier zullen een zwaar kruis moeten ondergaan. Kniel neer in gebed. God zend mij om u op te roepen tot heiligheid. Leef naar het paradijs toe, de enige plaats waar u voor bent geschapen. De mensheid zal een hevig kruis moeten dragen omdat de mensen God hebben verlaten. Keer terug. God wacht met open armen op u. Ik ben uw bedroefde Moeder en Ik lijd omwille van wat er u te wachten staat. Zoek sterkte in de Eucharistie en getuig van Mijn smeekbeden. Dit is de boodschap die Ik u vandaag doorgeef in de naam van de meest Heilige Drievuldigheid. Dank u dat u mij hebt toegelaten om u hier opnieuw weer bij elkaar te roepen. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen. Wees in vrede.

Welke andere boodschappen kreeg Pedro Régis door?
  • 17 februari: Brazilië zal "moeilijke tijd" meemaken [Olympische Spelen aan de voet van Jezus de Verlosser in Rio de Janeiro in 2016 zijn geen toeval, nvdr].
  • 16 februari: Deze arend [de VS] zal niet rustig vliegen. Zijn nest zal trillen en er zal een grote angst heersen.
  • 13 februari: Er zal een "verandering van de wereld" komen en de "kalvarie" van de mensheid zal op een vrijdag beginnen.
  • 11 februari: De mensheid gaat naar de ondergang en de vernietiging. De veranderingen zal niet kunnen worden verklaard.
  • 9 februari: Weet dat het grote Mirakel van God zal gebeuren ten gunste van zij die aan Mij zijn toegewijd. In de grote rampspoed zullen Mijn verkozenen geen lijden ondervinden. Zij zullen door God worden gekozen en een nieuwe wereld erven.
  • 5 februari: Iets zal geschieden in Japan, wat zich zal herhalen in Paraiba, Brazilië. Kreten van wanhoop zullen van overal komen.
  • 2 februari: De dood zal door Azië gaan en mijn arme kinderen zullen wenen en jammeren. Het water zal rijzen en de mensen zullen momenten van pijn beleven. California staat een zwaar kruis te wachten. De grond zal rijzen en de bergen zullen instorten.
  • 31 januari: Iets droevigs zal geschieden in het Huis van de Heer en de mensen zullen wenen en jammeren. De vijanden zullen de deuren openen en de mannen met baarden [moslims] zullen handelen in grote toorn.
  • 28 januari: Een grote atoomholocaust zal het Midden Oosten treffen.
Wat Anguera betreft [zie links] wachten we, net als Medjugorje en Garabandal op een officieel standpunt. Tot dan moeten we het doen met de woorden van een voormalige bisschop, Don Silverio Albuquerque, die ooit als hoofd van het Aartsbisdom van Feira de Santana heeft verklaard: "Over de verschijningen die nu reeds een aantal jaren geschieden te Anguera, moet ik zeggen dat mijn houding, tot op heden, er een is van voorzichtigheid. Ik blijf wachten op de dingen die moeten komen en blijf ze van op afstand volgen. Ikzelf was nog niet aanwezig bij een verschijning, maar ik ken de familie heel goed, en ik heb reeds gepraat met een aantal leden van de familie, Pedro Régis, inbegrepen."

De verschijningen te Anguera begonnen op 29 september 1987 en duren, net als deze te Medjugorje, onvoorstelbaar lang. Nochtans is er een predecent in de geschiedenis: de verschijningen te Laus. Deze verschijningen hielden 54 jaar aan. Ze begonnen toen Benoite Rencurel 16 jaar oud was en bleven duren tot haar dood. Benoite Rencurel leefde van 1647 tot 1718. Critici, die zeggen dat de verschijningen te Medjugorje te lang duren om waar te kunnen zijn, weten nochtans maar al te goed dat Maria 54 jaar lang te Laus is verschenen en dat Laus de hoogste graad van erkenning geniet door Rome.

2. Zaligverklaring van Johannes Paulus II bijna rond, onthult zijn persoonlijke secretaris

Bogota, Colombia, 23 februari 2010.

De aartsbisschop van Krakau, kardinaal Stanislaw Dziwisz, die gedurende veertig jaar de persoonlijke secretaris was van Johannes Paulus II vertelde de aanwezigen op een Colombiaanse persconferentie dat het zaligverklaringproces van de overleden Paus bijna rond is.

In Colombia, waar Dziwisz deelnam aan een conferentie over de erfenis [hiermee wordt zijn politieke en religieuze erfenis bedoeld] die Johannes Paulus II naliet, merkte de kardinaal op dat het zaligverklaringproces van de pelgrimpaus "praktisch beëindigd" is: "Opdat de zaligverklaring zou plaatsvinden, is het belangrijk dat de Kerk een mirakel erkend, waarvoor hij is tussengekomen. Er wordt thans zo’n zaak onderzocht: de miraculeuze genezing van een Franse non die leed aan de ziekte van Parkinson."


Over de datum van de zaligverklaring, zei de kardinaal: "Dit is niet geweten, maar zijn graf word door duizenden bezocht die hem bedanken voor zijn gunsten."

"Niet alleen de Christenen willen hem heilig zien, maar ook Joden en Moslims."

Toen hij later sprak over de genegenheid en de hartstocht tegenover Johannes Paulus II, zei kardinaal Dziwisz: Hij veranderde de wereld zowel vanuit politiek als vanuit religieus oogpunt. Hij onderwees dat de oplossing voor de problemen in de solidariteit en de liefde liggen. Hij oversteeg alle drempels. Zijn onderricht zou vandaag moeten worden toegepast om de huidige wereld in crisis te helpen.

Voor hen die kritiek hadden op de korte duur van dit zaligverklaringproces, gaf de Poolse kardinaal toe dat alles inderdaad heel vlug gebeurde, "maar men kan niet zeggen dat het niet onderzoek erbarmelijk is gebeurd. Het was een voldoende tijdsperiode om dieper te graven in de erfenis die hij naliet. Zij die hem bekritiseerden, omdat ze het niet eens waren met zijn morele standpunten, zijn dezelfden die hem nu bekritiseren."

Over het bericht dat Johannes Paulus II zichzelf geselde en op de vloer sloep, zei de Aartsbisschop van Krakau: "Ik kan het niet bevestigen, noch ontkennen. Hij was een man met een grote spiritualiteit en zijn voornaamste karakteristieke eigenschap was de geest van gebed en overdenken. Vandaag bestaat in vele kloosters de praktijk van zelfgeseling, net zoals andere grote heiligen dat deden, zoals de Heilige Johannes van het Kruis en de Heilige Theresa."

Tegen het Colombiaanse publiek zei kardinaal Dziwisz dat Paus Johannes Paulus II "altijd zei dat Latijns-Amerika het land van de hoop is. Hij hield van Colombia en had er vele vrienden, kardinalen en priesters, daar de aanwezigheid van Colombia in Rome altijd van betekenis is geweest."

Ook nog tijdens zijn Colombiaans bezoek, in een interview met de Colombiaanse krant, El Tiempo, zei de kardinaal dat hij, samen met de Paus, zijn verzoeken en handelingen deelde, juist voor hij stierf.

Na te hebben gezegd dat de overleden paus "overleed als een heilige man," voegde de kardinaal hieraan toe dat Johannes Paulus II vaarwel zei tot zijn collega’s, tot kardinaal Ratzinger [thans Benedictus XVI], tot zelfs aan het personeel. Hij vroeg om hem het volledige Evangelie van de apostel Johannes voor te lezen om zich voor te bereiden om heen te gaan. Er heerste een ongelofelijke vrede ...

3. A.C. Emmerich: Het bitter lijden van Onze Heer Jezus Christus. [Aflevering 109]

Hoofdstuk 3. Annas en Caïphas

Maria in Caiphas’ rechthuis

Zij naderden Caïphas’ huis aan de achterzijde, waar alleen een muur het gebouw omgeeft. Hier kwam nu over de Moeder van Jezus en haar begeleidsters een nieuwe, bittere smart. Zij moesten namelijk voorbij een open, ietwat hogerop liggend terrein gaan, waarop men bezig was, bij het schijnsel van toortsen, onder een licht tentendak, te timmeren aan het kruis van Christus. Reeds toen Judas heenging om zijn Meester te verraden, hadden de vijanden van de Heer bevolen om het kruis, zo gauw als Jezus gevangen zou zijn, klaar te maken, zodat Pilatus de zaak niet zou kunnen uitstellen, want zij waren van plan hem de Heer, in de vroege vroegte, ter veroordeling over te leveren en verwachtten niet dat het nog zo lang zou duren met het vonnis. De kruisen voor de twee booswichten hadden de Romeinen intussen al klaargemaakt. Het gevloek van de arbeiders, hun smaadredenen tegen Jezus, door wie zij tot zulke nachtkarwei verplicht waren, doorboorden het hart van de diep getroffen, ongelukkige moeder, en toch bad zij nog voor die vreselijk verblinde mensen, die vloekend en tierend het teken van onze verlossing als werktuig voor Jezus’ marteldood ineentimmerden.

Ze stapten om het huis heen en Maria, de heilige vrouwen en Johannes bereikten zo de eerste ingangspoort. Zij schreden verder en gingen post vatten in een hoek onder de poort van de ommuurde hof. Maria, wiens smartelijk bewogen ziel bij Jezus was, verlangde wel zeer dat deze poort zou opengaan en dat zij, door Johannes geholpen, de hof zou kunnen binnentreden. Zij voelde dat alleen deze poort haar scheidde van haar zoon, die men uit het rechthuis naar de onderaardse kerker had gebracht, toen de haan voor de tweede keer kraaide. De poort schoof nu ook werkelijk open, en samen met een hoop lieden die weggingen, helemaal vooraan, verscheen daar Petrus. Hij had zijn hoofd bedekt, hield de handen aan het gezicht en weende bitter.

In het licht van de maan en het schijnsel van de toortsen herkende hij dadelijk Johannes en de Heilige Maagd. Het leek alsof zijn geweten hem nu ook tegemoet trad in de gestalte van Jezus’ Moeder, nadat de Zoon het met één blik had opgewekt. Ach, hoe sneed het de arme Petrus door de ziel, toen Maria zich tot Hem richtte en vroeg: "O, Simon! Wat nieuws over Jezus, mijn kind?" Hij kon haar oogopslag niet verdragen, wendde zijn hoofd opzij en vermocht geen woord te zeggen.

Doch Maria kwam naderbij en aller smartelijkst klonk het uit haar mond: "O Simon, zoon van Cephas, waarom antwoordt ge niet?" Toen riep Petrus, vol van diepe droefheid: "O Moeder, spreek niet tot mij, uw Zoon lijdt onmenselijke pijnen. Spreek niet tot mij. Zij hebben Hem ter dood verwezen en ik, ik heb Hem schandelijk driemaal verloochend." Nu ook Johannes naderbij kwam om met hem te spreken, holde Petrus, als buiten zichzelf van droefheid, de straat op, de stad in. Hij vluchtte naar de grot op de Olijfberg, waarin de handen van de biddende Jezus afgedrukt staan in de steen. Ik geloof dat in deze zelfde grot onze vader Adam boete heeft gedaan, toen hij daar aankwam op de, wegens zijn zonde, vervloekte aarde.

De Heilige Maagd, ten zeerste begaan met deze nieuwe smarten van Jezus, Hem toegevoegd door de apostel die, vóór al de anderen, in Hem de Zoon van de levende God had erkend, zonk na de woorden van Petrus neer waar zij stond, op de steen naast een van de stijlen van de poort. Sporen van haar hand, of van haar voet, bleven in de steen geprent, die nog ergens bestaat, ik weet echter niet meer waar. Ik heb de steen wel gezien.

4. Biografie Heilige Jean-Marie Vianney [Aflevering 109]

Preken

Bij voorspoed zal de lauwe christen God niet vergeten, maar hij vergeet evenmin zichzelf. Hij weet precies te vertellen welke middelen hij heeft aangewend om in het leven te slagen. Hij meent dat veel anderen er naast zouden gegrepen hebben. Graag herhaalt hij dat alles en hij hoort het graag herhalen. Telkens als hij het hoort is het een nieuw genot voor hem. Ten opzichte van diegenen die hem vleien, neemt hij een vriendelijke houding aan. Maar tegenover diegenen die hem niet alle hoogachting toedragen die hij meent te vedrienen, of die hem niet erkentelijk zijn geweest voor zijn weldaden, gedraagt hij zich koel, onverschillig en hij schijnt hen te willen zeggen: jullie zijn ondankbaar, jullie hebben het goede dat ik jullie gedaan heb, niet waard getoond ...

Als ik u broeders, nauwkeuring wou schilderen hoe het gesteld is met een ziel die in lauwheid leeft, zou ik haar moeten vergelijken met een schildpad of een slak. Traag sleept hij zich voort over de grond en zij komt ternauwernood van haar plaats. De liefde die de lauwe christen in zijn hart voor God voelt, is als een vonkje, verborgen onder een ashoop. Hij staat op het punt te vervallen in een volslagen onverschilligheid ten opzichte van zijn geestelijke ondergang. Zijn liefde is een liefde zonder tederheid, zonder werkdadigheid en zonder kracht, die hem nog net kan bewegen tot datgene wat voor zijn redding absoluut noodzakelijk is. Voor de rest betekent zij weinig of niets. Deze arme ziel, broeders, ligt in haar lauwheid teneer als iemand die ’s morgens wakker schiet. Zij zou daden willen stellen, maar haar wil is zo zwak, dat zij noch de moed, noch de kracht bezit om haar voornemen uit te voeren.

Vertaling: Chris De Bodt

5. Nicky Eltz en Maria Simma: Get us out of here!! [Aflevering 109]

Hoofdstuk 13. Kerken

Nicky: Kunt u mij vertellen hoe de Mis wordt opgedragen in uw eigen parochiekerk te Sonntag en of de Zielen gelukkig zijn met de dingen die hier worden gedaan?
Maria: Ja, de dingen zoals ze hier gebeuren, brengen hen voldoening. De Communiebank werd nooit verwijderd en de Heilige Communie wordt enkel op de tong uitgedeeld. Er bevinden zich nooit vrouwen rond het altaar en daar zijn ook de lezingen inbegrepen en er zijn enkel jongens als misdienaar. Jezus in het tabernakel bevindt zich in het midden en Onze Lieve Vrouw en enkele Heiligen zijn duidelijk aanwezig in enkele schilderijen en door enkele beelden. Elke week wordt de biecht gehoord en de mensen halen hier regelmatig voordeel uit. De aanbidding van de Heilig Sacrament en de Rozenkrans worden ook regelmatig bijgewoond.

Alle kinderen bevinden zich vooraan tijdens de volledige Mis, waar ik hen houd tot de volwassenen de kerk hebben verlaten. Dit dient enkel om de stilte te behouden en om hen te weerhouden van te rennen of tussen de benen van de volwassen te kruipen.

Bron: Nicky Eltz

Vertaling: Chris De Bodt

6. Film: Don Bosco [12/21]

Don Giovanni Bosco [Castelnuovo Don Bosco, 16 augustus 1815 - Turijn, 31 januari 1888] was een Italiaanse priester. Hij werd geboren als zoon van een arme boer die met hard werken zijn kost verdiende. In 1817 stierf zijn vader. Op tienjarige leeftijd had hij in een droom "de jeugd" als werkterrein gezien. Die droom is verschillende keren teruggekeerd. De jeugdjaren van Don Bosco waren niet gemakkelijk. Toch kon hij in 1841 na zijn studie priester worden. Tijdens zijn priesterschap leerde Don Bosco de trieste levensomstandigheden van de jongens kennen in de voorsteden van Turijn. Jonge mensen doolden door de straten, werkloos, verloren, tot het ergste bereid. Don Bosco wou een eind te maken aan die sociale wantoestanden. Het begon met een ontmoeting met een ontmoedigde jongen. De jongen bracht na een goed gesprek vrienden mee. Zo groeide een centrum waar de jongens terecht konden. Don Bosco probeerde goede arbeidsovereenkomsten af te sluiten tussen werkgevers, de jongens en hemzelf. Hij bouwde huizen, waar arme jongens konden uitgroeien tot geschoolde werkkrachten, eerlijke mensen en goede christenen. Don Bosco liet zich niet meeslepen in de politieke en sociale twistpunten van die dagen. Hij streefde naar het onmiddellijk haalbare. Daarvoor had hij de steun en de medewerking van iedereen nodig. Dankzij de hulpmiddelen van velen heeft hij de armen goed gedaan. Op aanraden van minister Rattazzi en Paus Pius IX stichtte hij de Salesianen van Don Bosco en de Zusters van Don Bosco. Zo groeide het werk van Don Bosco voor jongeren wereldwijd.

In Vlaanderen kan men onderwijs volgen bij een twintigtal Don Bosco-instellingen waarvan er enkele aan de studenten slaapgelegenheid bieden. Men verblijft er op het internaat. In Volendam (Nederland) staat het Don Bosco College, een scholengemeenschap die naar Giovanni Bosco is vernoemd. In Amsterdam is de Don Bosco-buurt, een gedeelte van de wijk Watergraafsmeer. Dat gedeelte is genoemd naar een speeltuin die van de oprichters en buurtbewoners de naam Don Bosco kreeg. In 1934 werd Giovanni Bosco heilig verklaard. Zijn sterfdag, 31 januari, is tevens zijn feestdag.

Dit drama uit 2004 staat onder regie van Lodovico Gasparini. Acteurs zijn onder meer Flavio Insina, Lina Sastri, Charles Dance, Daniel Tschirey, Fabrizio Brucci, Lewis Crutch en Brock Everitt-Elwick.


7. Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 26: Het Geheim van Gehoorzaamheid [Aflevering 160]

Maar het concilie loste het probleem op door de drie pausen af te stoten en er één enkele te verkiezen. De andere pausen vertrokken niet zonder slag of stoot, en bepaalde misbruiken bleven, maar het Christendom was opnieuw één geheel. De verschrikkelijke scheur die de Kerk meer dan zeven jaar lang had verdeeld, was tot een schrijnend einde gekomen.

Dat gold ook voor de grote Middeleeuwse kastijding, die zoals andere kastijdingen evenwijdig liep met problemen binnen de Kerk, en verminderden naarmate de mensheid terug vroom werd. Terwijl de builenpest tijdens de volgende paar eeuwen delen van Europa zou bedreigen, net zoals tijdens de Klassieke kastijding aanvallen van barbaren Rome lange tijd hadden bedreigd, lag de weg nu open voor goddelijke genade. De weg lag open voor Maria om ervoor te zorgen dat de ziekte niet terug opdook. Dorp na dorp, stad na stad, kwam ze smeken om te bidden zodat de ziekte slechts een herinnering zou blijven. Gemeenschappen die gevolg gaven aan haar oproep werden gespaard.

De kwellingen hadden een afschuwelijke tol geëist, maar hun vernietigingen hadden apocalyptisch kunnen zijn. Ze hadden heel Azië, Afrika en Europa kunnen uitroeien. Zelfs zonder ziekte was de Kerk bijna uitgeroeid geweest. Dit was altijd de zorg van de profeten geweest ... dat de duivel de Kerk zou vernietigen, dat de paus en kardinalen door schisma of verbanning uit Rome zouden verdreven worden, dat priesters zouden vervolgd worden en ontdaan worden van hun bezittingen, dat op een dag eigendommen van de Kerk zouden in beslag genomen worden, dat geestelijken zouden ontaarden, dat er een tijd zou komen dat de rebellie zich zou weerspiegelen in theologische opschudding, en dat woede en oorlogsvoering de weg zouden vrijmaken voor de Antichrist.

Bron: Michael Brown

Vertaling: Mario Lossie

8. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 57]

Hoofdstuk 4: Terug naar Taizé

Inleiding tot het liturgisch leven

Het tweede boek in de Collection Communauté de Cluny (CCC) kwam van Max Thurian onder de titel Joie du ciel sur la terre en was een aangepaste versie van zijn eindschrift licentiaat theologie. De ondertitel ‘Inleiding tot het liturgisch leven’ was tegenhanger van het eerder door Roger Schutz uitgegeven: ‘Inleiding tot het gemeenschapsleven’. Trouwens droeg Max Thurian hem dat eerste boek warm op: ‘Aan jou, mijn geliefde broeder in het ministerie, en aan de gemeenschap die je lief is met de tederheid van Jezus Christus, opdat ze iedere dag opnieuw de volle hemelse vreugde zou heroveren, God lovend, en dat je door de Geest gehecht wordt aan dit lapje grond waar God je neerzette.’

Thurian was zeer ambitieus: de protestantse liturgie, meer bepaald de hervormde, weer doen opleven. Hij kreeg de steun in een lange inleiding van Franz J. Leenhardt, zijn docent theologie aan de faculteit van Genève en ook de eerste die de jonge Gemeenschap verdedigde. "De protestantse godsvrucht," schreef Leenhardt, heeft nood aan een meer verscheiden voedsel dan tot nu toe. "Op het gebied van liturgie, dacht hij ook, lieten de erfgenamen van de Hervorming in de XVIe eeuw zich verarmen door nalatigheid en kortzichtigheid. Ze keurden een liturgische bloei af als ‘papistisch’, hoewel langdurig gerijpt door de christelijke godsvrucht waarin ze haar gepaste uitdrukking vond. Het volstond om uit te zuiveren, aan te passen of te snoeien."

Max Thurian wou de ‘verschillende liturgische tradities in de universele Kerk onderling vergelijken’. Hij aarzelde ook niet om ‘enkele nieuwe beweringen voor te stellen’. Zo tegen de calvinistische traditie in die denkt dat slechts twee sacramenten bevestigd zijn in het Nieuwe Testament (Doopsel en Eucharistie). Thurian voegt er drie aan toe die ook de handoplegging, in de Schrift bevestigd, inhouden (Vormsel, wijding van ministers en ziekenzalving). De katholieken konden slechts vol interesse deze demonstratie bekijken.

Zoals de hele protestantse overlevering weigerde Thurian de leer over de wezensverandering, die volgens hem te veel door de middeleeuwse filosofie (werkelijkheid en materie) was beïnvloed. Hij zocht een nieuwe beschrijving van het ‘dogma over de werkelijke aanwezigheid’ en stelde een nieuw filosofisch begrip voor: de ‘transrelatie’.

Vertaling: Broeder Joseph

9. Jezus' tijdgenoten [aflevering 32]

Woordenboek: Letter A

Augustus

Opkomst

De postume, testamentaire adoptie ontbeerde elke juridische grond. Gaius Octavius aanvaardde, zodra hij in Rome terug was, desalniettemin het testament alsook alle daarmee verbonden verplichtingen en noemde zich voortaan naar zijn voorgewende adoptievader Gaius Iulius Caesar. Hij speelde in het begin geen rol in het conflict tussen diens aanhangers [die zich rond Marcus Antonius schaarden] en de republikeinsgezinde Caesarmoordenaars rond Gaius Cassius Longinus, alsook Marcus en Decimus Iunius Brutus.

Marcus Antonius eiste als onderbevelhebber van Caesar en diens collega in het consulaat voor het jaar 44 v. Chr. de leiding over de fractie van Caesar voor zich op. Zo weigerde hij het vermogen van de dictator aan Octavianus weg te geven. Deze betaalde desondanks de in Caesars testament voorziene legaten aan diens veterani en de bevolking van Rome uit. Daarvoor gebruikte hij de in Apollonia in beslag genomen, voor de Parthenoorlog voorziene krijgskas. Hij veilde echter ook zijn eigen bezit om het te kunnen financieren. Zijn optreden bracht hem al snel een groot aantal aanhangers en gaf hem bovendien ook politiek gewicht. De invloedrijke senator en oud-consul Marcus Tullius Cicero, die niet tot de samenzweerders had behoord, maar wel met de republikeinse zaak sympathiseerde, ondersteunde de schijnbaar onervaren jongeman, in de hoop hem als politiek tegengewicht voor Marcus Antonius te kunnen gebruiken. Octavianus ging hierop in, maar gebruikte Cicero's steun voor zijn eigen plannen. Hij steunde daarbij op zijn eigen, ervaren raadgevers zoals de welgestelde Gaius Cilnius Maecenas.

Bondgenootschap met de moordenaars van Caesar

Terwijl Antonius in het jaar 43 v. Chr. in Gallië tegen Decimus Brutus streed, bouwde Octavianus in Italië een leger op, bestaande uit veterani van Caesar. Zo maakte hij zich op een manier die veel weg had van een staatsgreep, meester van de stad Rome. Onder militaire druk en op aandrang van Marcus Tullius Cicero bevestigde de senaat Octavianus' toegeëigende militaire bevelhebberschap, verleende hem de voorrechten van een senator en consul en stond hem toe om alle ambten 10 jaar voor de wettelijk vastgelegde minimumleeftijd te aanvaarden. Octavianus ging nu zelfs een bondgenootschap met de republikeinen aan. Nog in datzelfde jaar belegerde hij Antonius in de Mutinensische oorlog samen met een senatoriaal leger onder de consuls Aulus Hirtius en Gaius Vibius Pansa.

Beide staatshoofden van de republiek kwamen om in de strijd en Octavianus verlangde er nu naar om voor zichzelf een van de vrijgekomen plaatsen van consul in te nemen. Nadat de senaat echter had geweigerd hem te laten verkiezen tot consul, dwong Octavianus op 19 augustus 43 v. Chr. met hulp van zijn troepen zijn verkiezing tot consul en de achting van de Caesarmoordenaars af. Intussen had Antonius 19 legioenen onder zijn bevel gebracht na zijn laatste nederlaag. Daarom, terwijl Octavianus op het politiek toneel van Rome nu als "wreker" van zijn adoptievader optrad, wisselde hij van zijde en ging met de leiders van de factie van Caesar een bondgenootschap aan. Naar het voorbeeld van Caesar, Pompeius en Crassus uit 60 v. Chr., richtten Octavianus, Marcus Antonius en de magister equitum Marcus Aemilius Lepidus in oktober 43 v. Chr. een tweede triumviraat op. Ter bekrachtiging van deze overeenkomst huwde Octavianus Antonius' stiefdochter Clodia [echtgenote van Octavianus].

Tweede triumviraat

De "driemannen voor de herinrichting van de republiek met consulaire macht" [Triumviri Rei Publicae Constituendae Consulari Potestate], zoals de alliantie officieel werd genoemd, berustte zuiver op de militaire macht van Triumviri, op hun zeggenschap over veruit de meeste Romeinse legioenen. Ze lieten zich op 27 november 43 v. Chr. door de senaat voor vijf jaar dictatoriale bevoegdheden toekennen. Zoals in de tijd van Lucius Cornelius Sulla werden nu ook proscriptielijsten uitgevaardigd, die alle daarop vermelde personen vogelvrij verklaarden. Volgens Suetonius zou Octavianus zich in het begin tegen de proscripties hebben afgezet, maar ze vervolgens vastbeslotener hebben doorgevoerd dan zijn beide collega's. Op aandringen van Antonius werd tijdens de moorden onder de politieke tegenstanders van de triumviri ook Cicero tot slachtoffer gemaakt.

De opbrengst van de proscripties voldeed helemaal niet aan de financiële verwachtingen van de triumviri, maar ze decimeerden zo wel de republikeinse heersende klasse in de senaat van Rome, op wiens plaatsen de machthebbers loyale aanhangers plaatsten. Op eenzelfde wijze deden ze dit ook met de magistraten in andere steden. Deze en andere maatregelen deden het interne evenwicht van de Romeinse heersende klasse kantelen ten nadele van de republikeins gezinde krachten. Het waren deze omwentelingen die de Augustus-kritische oud-historicus Ronald Syme "Roman revolution" doopte.

In het jaar 42 v. Chr. trokken Antonius en Octavianus naar Griekenland, waar de Caesarmoordenaars Marcus Iunius Brutus en Gaius Cassius Longinus hun strijdkrachten hadden verzameld. De nederlagen van de Caesarmoordernaars in de dubbelslag bij Philippi in Macedonië in de herfst van dat jaar betekende de definitieve ondergang van de Romeinse republiek. Daar de overwinning wezenlijk aan Antonius was te danken, nam diens gewicht binnen het triumviraat verder toe.

Toen de triumviri na Philippi hun invloedssferen vastlegden, kreeg Antonius bovenop Gallia Comata de provincia Narbonensis en liet hiervoor Gallia Cisalpina varen, dat voortaan samen met Italia werd bestuurd. Daarnaast zou hij de verhoudingen in de rijke oostelijke provinciae herinrichten. Lepidus werd, nadat hij oorspronkelijk volledig uitgesloten was geweest, de beide Africae toegewezen kregen [de toenmalige graanschuur van Rome]. Octavianus kreeg Hispania Citerior en Ulterior en de moeilijke opgave de veterani in Italia te vestigen, dat door de triumviri gezamenlijk werd bestuurd. Deze zorg voor het zogenaamde "legercliënteel" werd sinds Marius' legerhervormingen van elke veldheer verwacht, die zich zo van de politieke steun van zijn veterani verzekerde en het vertrouwen van ervaren legionairs kon verwerven.

Bij de landverdelingen kwam het tot brutale onteigeningen en verdrijvingen, niet slechts van enkele grondbezitters, maar zelfs van hele stadsbevolkingen. Octavianus maakte zich destijds dan ook bij iedereen gehaat. Bovendien kwam het wegens de landverdeling tot zware meningsverschillen met Marcus Antonius' broer Lucius, die Octavianus echter te Perusia belegerde. Antonius landde daarop met zijn troepen in Italia. De legioenen van beide triumviri weigerden echter te strijden en dwongen hun leider tot een vernieuwd bondgenootschap. De vrede van Brundisium werd in de herfst van 40 v. Chr. beklonken met het huwelijk van Antonius met Octavianus' zus Octavia Thurina minor.

In hetzelfde jaar, nadat hij van zijn eerste vrouw Clodia was gescheiden, huwde Octavianus met Scribonia, een verwante van Pompeius' zoon Sextus. Ze schonk hem een dochter, Iulia, die zijn enige natuurlijke kind zou zijn. Maar nog dezelfde dag van Iulia's geboorte verstootte hij haar moeder, om in 38 v. Chr. Livia Drusilla te huwen. Het schandaal werd nog vergroot doordat hij Livia in zijn huis opnam, nog voordat ze zich van haar toenmalige echtgenoot, de overtuigde republikein Tiberius Claudius Nero, had kunnen laten scheiden. Deze vrouw, die zijn meest vertrouwde raadgeefster werd, bracht uiteindelijk haar beide zonen Tiberius en Drusus in Octavianus' huis. Tiberius werd uiteindelijk de opvolger van Octavianus.

Vertaling: Broeder Joseph

10. Eucharistische Mirakelen [Aflevering 39]

Het wonder van Bolsena-Orvieto, Italië [1263]

Er wordt gezegd dat Paus Urbanus IV door dit wonder de Heilige Thomas van Aquino inriep om een Proprium voor de Heilige Mis op te stellen en een Getijde gebed te componeren ter ere van de Heilige Eucharistie als het Lichaam van Christus. Eén jaar na het Wonder, in Augustus 1264, introduceerde Paus Urbanus IV de composities van de Heilige en installeerde door middel van een pauselijke brief het Feest van het Lichaam van Christus.

Na het bezoek aan de kathedraal van Orvieto gaan vele pelgrims naar de Kerk van de Heilige Christina in Bolsena om voor zichzelf de plaats van het Wonder te zien. Door de gang aan de noordkant bereikt men de Kapel van het Wonder, waar de vlekken op de vloer zichtbaar zijn, die gemaakt zijn door heet bloed van de Wonderlijke Hostie. Het altaar van het wonder, welke nu vervangen is door een negende-eeuwse troonhemel, bevindt zich nu in de grot van de Heilige Christina. Een beeld van de Heilige is daar in de buurt.

11. A.C. Emmerich: Nog dertig profetieën

De zalige A.C. Emmerich was een Augustijner kloosterzuster. Ze werd in Duitsland geboren in 1774 en had een leven vol lijden. Zij droeg de stigmata van de Heer en overleed in het jaar 1824.

Profetie 19

De Kerk is volledig geïsoleerd en als het ware volledig verlaten. Het is alsof iedereen wegrent. Overal zag ik ellende, haat, verraad, wrok, verwarring en voslagen blindheid. O Stad! O Stad! Wat bedreigt er u? De storm komt: wees waakzaam.

Vertaling: Chris De Bodt

12. Recente heiligenlevens

Carla Ronci. Italië, kleermaakster [1936-1970] [5/8]

Voor haar activiteiten bij de Katholieke Actie, verplaatste ze zich naar en van haar verschillende opdrachten eerst per fiets, dan een motorfiets en vervolgens een Fiat 500. Foto’s van haar op deze motorfietsen tonen haar trots lachend, met haar "moderne" en geriefelijke vervoersmiddelen. Naast haar andere activiteiten, bereidde ze ook kinderen voor op hun Eerste Communie, en onderwees ze de catechismus aan zowel kleine als grote klassen van kinderen. Ze leidde ook sportevenementen voor hen, van balspelletjes tot roeien. En, als demonstratie van haar blije kijk op het leven, speelde ze ook in een komediefilm. Door haar toewijding en harde werk, kreeg ze ook verantwoordelijkheidsposities. Ze werd verkozen tot districtsleidster voor verscheidene parochies. Ze was jeugdleidster, leidster bij de jonge mensen en kinderen, en sectieleidster. Bovenop haar werk voor de Katholieke Actie, het onderwijzen van de catechismus, en het plannen van parochiefeesten, was ze ook heel erg begaan met religieuze roepingen, en ze bad hier vurig voor.

Bron: Joan Carroll Cruz

Vertaling: Mario Lossie

13. Onze Lieve Vrouw van Lourdes: de verschijningen [Aflevering 1]

Inleiding

Halfweg de negentiende eeuw is Lourdes de hoofdplaats van een kanton met ongeveer 4.000 inwoners, aan de voet van de Pyreneeën, in de Bigorre-streek. Een klein rustig dorp, ver weg van het modegewoel in de nabije watersteden, op de rechteroever van de Gave en beschermd door zijn oud kasteel. Zoals alle steden van dergelijk belang heeft het dorp ook zijn raadshuis, zijn politiecommissariaat, zijn rechtbank en zijn kerk. Men telt onder zijn inwoners notarissen, advocaten, artsen, officieren, schoolmeesters, maar ook handarbeiders, zoals ambachtslui, steenkappers en heel wat molenaars. In een periode dat brood het basisvoedsel is en waar de schrik voor het gebrek aan bloem altijd aanwezig is, zijn de molens talrijk aanwezig, als de parels van een paternoster langs eens van de beekjes die in de Gave uitmonden: de Lapaca.

In een van die molens, de Boly-molen, naar de naam van een vroegere eigenaar, wordt Bernadette op 7 januari 1844 geboren. Haar ouders zijn juist één jaar getrouwd.


26-02-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.26 februari 2010
26 februari 2010

1. Spanje keurt nieuwe abourtuswet goed

Ondanks massaal protest van de katholieke kerk heeft Spanje sinds vandaag een nieuwe abortuswetgeving. Ze treedt binnen vier maanden in werking. De Senaat keurde [met 132 stemmen voor en 126 tegen] het controversiële ontwerp van de regering-Zapatero goed. Eerder was het voorstel al in het 'lagerhuis' gestemd. De stemmen voor kwamen van de socialistische regeringspartij en meerdere linkse plus regionale partijen. De tegenstemmen waren afkomstig van de conservatieve Volkspartij en enkele kleinere partijen.

Vrouwen kunnen nu tot de veertiende week van het zwangerschap vrij tot een abortus overgaan, in uitzonderlijke gevallen tot de 22ste week. In het laatste geval komt wel de gezondheid van de vrouw in gevaar en riskeert de foetus "ernstige anomalieën". De socialisten hebben uit het ontwerp nog de zeer gecontesteerde intentie geschrapt dat minderjarigen tussen 16 en 18 jaar zonder toestemming of medeweten van de ouders een foetus mogen laten verwijderen. In Spanje zijn er jaarlijks meer dan 100.000 vruchtafdrijvingen.


Conchita Gonzalez

Garabandal, Spanje: toelichting bij de tweede boodschap

Uit het boek "Der Zeigefinger Gottes" geschreven door Albrecht Weber

Conchita Gonzalez: "Kunt u zich inbeelden dat iemand kinderen in de schoot van de moeder kan doden, zonder daarbij de moeder te doden?"
Albrecht Weber: "Neen. Hoe komt u op dit idee, Conchita?"
Conchita Gonzaler: "Wel, onze Heilige Moeder sprak mij hierover en vertelde mij dat dit de reden was waarom de beker nu overloopt."

2. A.C. Emmerich: Het bitter lijden van Onze Heer Jezus Christus. [Aflevering 108]

Hoofdstuk 3. Annas en Caïphas

Maria in Caiphas’ rechthuis

De Heilige Maagd, die voortdurend innerlijk met Jezus meeleed, wist en voelde alles wat Hij doorstond. Zij leed het zelf, in geestelijke aanschouwing, en zoals Jezus hield zij niet op te bidden voor diegenen die Hem martelden. Doch haar moederhart schreeuwde ook telkens weer tot God, dat Hij deze zonden niet zou laten geschieden, deze pijnen zou afwenden van haar allerheiligste zoon, en zij hunkerde onweerstaanbaar naar de nabijheid van haar arme, mishandelde kind.

Toen nu Johannes, na het verschrikkelijk geroep: "Hij is schuldig aan de dood!" bij Maria was gekomen, in het huis dat Lazarus niet ver van de Hoekpoort te Jeruzalem bezat, en hij door zijn schildering de wrede smarten, die voortdurend haar ziel verscheurden, had bevestigd waarover zij samen bittere tranen hadden gestort, verlangde de Moeder van Onze Heer, en met haar de van droefheid haas zinnenloze Magdalena en enkele andere heilige vrouwen, naar de lijdende Jezus te worden gebracht. Johannes, die zijn goddelijke Meester alleen verlaten had om haar te troosten, die hem na Jezus het nauwst aan het hart lag, gaf de Heilige Maagd en de heilige vrouwen het geleide. Met de handen wringend, strompelde Magdalena naast de anderen door de maanheldere straten, waar veel beweging was van diegenen die huiswaarts keerden. Zij ging gesluierd, maar hun gesloten groepje, waaruit nu en dan weeklachten omhoog stegen, trok de aandacht van meer dan één voorbijtrekkende, vijandige schare, en vele bittere smaadwoorden tegen de Heer, slechts uitgesproken omdat zij ze zouden horen, vernieuwden hun smart.

Jezus’ Moeder, die de marteling van Onze Heer steeds voor de geest had en, lijdend men Hem, zwijgend zoals Hij, alles stil bewaarde in haar hart, viel meer dan eens in onmacht in de armen van haar gezellinnen. Toen zij onder een poort [of een boog], op hun weg door het midden van de stad, opnieuw in de armen der vrouwen lag, kwamen daar enkele goedgezinde mensen langs, die uit Caïphas’ rechthuis terugkeerden en weeklaagden. Zij traden op de heilige vrouwen toe en herkende de moeder van Jezus. Zij bleven een tijdje bij haar staan en betuigden hun innig medelijden, met woorden als: "O gij aller ongelukkigste moeder! Gij, van smart vervulde moeder van de Heiligste uit Israël!" Hierop herstelde Maria zich, dankte hen in haar hart, en diep bedroef zetten de vrouwen met rassé schreden hun weg voort.

3. Biografie Heilige Jean-Marie Vianney [Aflevering 108]

Preken

"Waarvoor heb ik dat verdiend?" vraagt hij zich dan af, "anderen die meer op hun geweten hebben dan ik, krijgen lang niet zoveel te lijden!"

Bij voorspoed zal de lauwe christen God niet vergeten, maar hij vergeet evenmin zichzelf. Hij weet precies te vertellen welke middelen hij heeft aangewend om in het leven te slagen. Hij meent dat veel anderen er naast zouden gegrepen hebben. Graag herhaalt hij dat alles en hij hoort het graag herhalen. Telkens als hij het hoort is het een nieuw genot voor hem. Ten opzichte van diegenen die hem vleien, neemt hij een vriendelijke houding aan. Maar tegenover diegenen die hem niet alle hoogachting toedragen die hij meent te verdienen, of die hem niet erkentelijk zijn geweest voor zijn weldaden, gedraagt hij zich koel, onverschillig en hij schijnt hen te willen zeggen: jullie zijn ondankbaar, jullie hebben het goede dat ik jullie gedaan heb, niet waard getoond ...

Als ik u broeders, nauwkeurig wou schilderen hoe het gesteld is met een ziel die in lauwheid leeft, zou ik haar moeten vergelijken met een schildpad of een slak. Traag sleept zij zich voort over de grond en zij komt ternauwernood van haar plaats. De liefde die de lauwe christen in zijn hart voor God voelt, is als een vonkje, verborgen onder een ashoop. Hij staat op het punt te vervallen in een volslagen onverschilligheid ten opzichte van zijn geestelijke ondergang. Zijn liefde is een liefde zonder tederheid, zonder werkdadigheid en zonder kracht, die hem nog net kan bewegen tot datgene wat voor zijn redding absoluut noodzakelijk is. Voor de rest betekent zij weinig of niets. Deze arme ziel, broeders, ligt in haar lauwheid teneer als iemand die ’s morgens wakker schiet. Zij zou daden willen stellen, maar haar wil is zo zwak, dat zij noch de moed, noch de kracht bezit om haar voornemen uit te voeren.

Vertaling: Chris De Bodt

4. Nicky Eltz en Maria Simma: Get us out of here!! [Aflevering 108]

Hoofdstuk 13. Kerken

Nicky: De Arme Zielen zijn dus eenvoudigweg niet gelukkig met de nieuwe kerken, is het dat?
Maria: Neen, ik ben naar diverse moderne kerken geweest, waar alles in orde was. Deze te Linz, Tirol is heel modern, maar wel correct en ze nodigt uit tot het bidden. Lelijk, onvroom, en onvolledig is daarom niet gelijk aan modern, maar modern is, in de meeste gevallen, lelijk, niet uitnodigend tot gebed en onvolledig.

Nicky: Wat met de heilige functies die de moderne kerken zijn vergeten?
Maria: Ja, ook dat missen ze ... de Arme Zielen missen processies die men kan vergelijken met kleine bedevaarten. Processies voor Onze Lieve Vrouw of processies voor de Heiligen die zo integraal deel uitmaakten van het geestelijke leven vroeger. We hebben optochten voor sportclubs en politiekers. Waarom dan niet langer processies voor Jezus, Zijn Moeder en Hun Heiligen? Dingen zoals dit brengen Jezus en de Heiligen naar buiten zoals het zou moeten, en niet andersom door de wereld naar de huizen van Jezus te brengen, zoals zo dikwijls gebeurt vandaag.

Ook gaan in vele gedeelten van de wereld de priesters niet langer naar buiten om elk huis minstens één maal per jaar te zegenen. Ook dit verzwakt het geloof en de eerbied die moet behouden blijven tussen de priesters en de leken. Het maakt het ook voor satan en zijn duivels gemakkelijker om de huizen binnen te dringen.

Het verlies van al deze heilige dingen maken satan volmaakt gelukkig. Ja, en ook de Eerste Zaterdagvereringen zijn in vele parochies op aarde vergeten. Deze moeten terug worden ingevoerd! Voor zaken zoals deze zijn er ons Priesters gegeven. We hebben hen nodig en zij hebben ons nodig om hen aan hun verantwoordelijkheden te herinneren.

Bron: Nicky Eltz

Vertaling: Chris De Bodt

5. Film: Don Bosco [11/21]

Don Giovanni Bosco [Castelnuovo Don Bosco, 16 augustus 1815 - Turijn, 31 januari 1888] was een Italiaanse priester. Hij werd geboren als zoon van een arme boer die met hard werken zijn kost verdiende. In 1817 stierf zijn vader. Op tienjarige leeftijd had hij in een droom "de jeugd" als werkterrein gezien. Die droom is verschillende keren teruggekeerd. De jeugdjaren van Don Bosco waren niet gemakkelijk. Toch kon hij in 1841 na zijn studie priester worden. Tijdens zijn priesterschap leerde Don Bosco de trieste levensomstandigheden van de jongens kennen in de voorsteden van Turijn. Jonge mensen doolden door de straten, werkloos, verloren, tot het ergste bereid. Don Bosco wou een eind te maken aan die sociale wantoestanden. Het begon met een ontmoeting met een ontmoedigde jongen. De jongen bracht na een goed gesprek vrienden mee. Zo groeide een centrum waar de jongens terecht konden. Don Bosco probeerde goede arbeidsovereenkomsten af te sluiten tussen werkgevers, de jongens en hemzelf. Hij bouwde huizen, waar arme jongens konden uitgroeien tot geschoolde werkkrachten, eerlijke mensen en goede christenen. Don Bosco liet zich niet meeslepen in de politieke en sociale twistpunten van die dagen. Hij streefde naar het onmiddellijk haalbare. Daarvoor had hij de steun en de medewerking van iedereen nodig. Dankzij de hulpmiddelen van velen heeft hij de armen goed gedaan. Op aanraden van minister Rattazzi en Paus Pius IX stichtte hij de Salesianen van Don Bosco en de Zusters van Don Bosco. Zo groeide het werk van Don Bosco voor jongeren wereldwijd.

In Vlaanderen kan men onderwijs volgen bij een twintigtal Don Bosco-instellingen waarvan er enkele aan de studenten slaapgelegenheid bieden. Men verblijft er op het internaat. In Volendam (Nederland) staat het Don Bosco College, een scholengemeenschap die naar Giovanni Bosco is vernoemd. In Amsterdam is de Don Bosco-buurt, een gedeelte van de wijk Watergraafsmeer. Dat gedeelte is genoemd naar een speeltuin die van de oprichters en buurtbewoners de naam Don Bosco kreeg. In 1934 werd Giovanni Bosco heilig verklaard. Zijn sterfdag, 31 januari, is tevens zijn feestdag.

Dit drama uit 2004 staat onder regie van Lodovico Gasparini. Acteurs zijn onder meer Flavio Insina, Lina Sastri, Charles Dance, Daniel Tschirey, Fabrizio Brucci, Lewis Crutch en Brock Everitt-Elwick.


6. Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 25: Geheime Martelaren [Aflevering 159]

De vrouw verklaarde dat de andere verschijningen engelen en martelaren waren zoals beschreven in [Openbaring 6:11]. De vrouw vertelde dat in de tijd dat Spanje door de ongelovigen vernietigd werd, er een stadje was geweest met de naam Monañana la Yerme en op deze plek een kerk stond die aan haar toegewijd was. Ze vertelde de jongen dat de mensen naar de kerk vluchtten tijdens een afslachting en onthoofd werden toen ze weigerden zich tot de Islam te bekeren. Het hele gebied werd overspoeld door hun bloed. Ze zei dat Christus wou dat de plaats heilig gehouden werd door de bouw van een Benedictijnenkerk en -klooster "om de herinnering aan dit geheim te doen herleven."

Zij die als pelgrims kwamen of aalmoezen stuurden zouden vergiffenis krijgen voor hun zonden en zouden hulp en bescherming krijgen als ze zichzelf in grote toewijding aan haar gaven.

Ieder die een afbeelding van de verschijning droeg zou bevrijd worden van de macht van de duivel. Het zou "de pest en alle andere ziekten afhouden."

Ze zei dat de drie fakkels stonden voor de Vader, Zoon en Heilige Geest.

"Net zoals God de Vader tot Mozes kwam in de braamstruik, die niet door vuur verteerd werd, voor het heil van z’n volk, zo werd ik in de meidoorn gezonden voor het heil van de zielen en lichamen van de gelovigen van het menselijke ras," zei Ze. "De stem die je tot de metten hoorde oproepen was die van de Aartsengel Michael."

Het was interessant dat de twee herders Pedro en Juan noemden [Petrus en Johannes] in herinnering aan het drama van de Heilige Week. Het was ook interessant dat Maria zei dat Juan de wapens moest opnemen van de H. Catharina van Alexandrië, de oude heilige die rond 306 bekeerd was geweest door een visioen van de Heilige Moeder en wiens relikwieën zich nu in een klooster bevonden dat gebouwd werd op de plaats van de brandende struik.

Was dat een teken om Exodus opnieuw te bestuderen? Was het een teken dat het martelaarschap opnieuw nabij was? Of was het als antwoord op de erge kwaal van de Kerk?

Maria dreef de verschijningen steeds op tijdens problemen binnen de Kerk, en problemen waren er zeker. Er waren nog steeds twee pausen, Benedictus XIII in Avignon en Gregorius XII in Rome. Hoewel de pausen overeenkwamen om samen te komen om de mogelijkheid te bespreken om beiden ontslag te nemen en één enkele paus te laten overnemen, had zo’n ontknoping nooit plaats. Op 25 maart 1409 verklaarde een bijeenkomst van kerklieden in Pisa beide pausen als ketters. Hun afbeeldingen werden verbrand en een nieuwe paus ... een derde paus ... werd verkozen, maar hij overleed in Bologne op 3 mei 1410. Zijn opvolger was Paus Johannes, een ongewone man met de reputatie van een kerkelijk veroveraar, die het slachtoffer was van laster en ander voortdurende pauselijk ongeluk.

Het zag er zeker niet naar uit dat hij de man was die de Kerk zou herenigen. De voortekens waren allesbehalve goed. Toen Johannes een concilie over de scheuring in de kerk bijeenriep en tijdens de openingsaanroep om de afdaling van de Heilige Geest vroeg, kwam er een kerkuil op z’n hoofd zitten.

Bron: Michael Brown

Vertaling: Mario Lossie

7. Onze Lieve Vrouw van Belpasso (Deel 3, Aflevering 68/68)

Verslagen van Rosario Toscano

Tweede verslag [Rots van Belpasso]
: 11 mei 1999

De vrede die komt

Dit is wat Onze Lieve Vrouw bedoelt, als ze zegt dat: "vrede wensen niet genoeg is" en dat "iedereen vrede wil, maar slechts weinigen dit in de praktijk brengen en dat een nog kleiner aantal dit op de juiste wijze doet." Om dit te begrijpen, is het beter om na te denken over de boodschap van 23 november 1986. Daarin vertelt Onze Lieve Moeder ons dat er zo vele doornen in Haar Hart zijn gestoken en dat er zo vele anderen dit blijven doen, door middel van de dwalingen die over de hele wereld zijn verspreid. Daarop roept Onze Lieve Vrouw het uit: "alle landen moeten voorzichtig zijn, omdat Gods machtige handen hen kunnen treffen."

"De landen moeten voorzichtig zijn," zegt Onze Lieve Vrouw en de landen zijn sterk verdeeld vandaag, wat betekent dat God de middelen van geweld, oorlog en vernietiging, die elke mens, zonder uitzondering, gebruikt, scherp veroordeeld. Om deze reden vraagt de Heilige Maagd, in dezelfde boodschap, niet alleen om de bekering van Rusland, maar ook van Amerika en alle landen die, uit ideologie, afhangen van deze twee grote landen.

En als bewijs zou ik zeggen dat het niet genoeg is om te denken aan de boodschap van 1 oktober 1987, die zegt: "De Heer verwacht gerechtigheid en rechtvaardigheid en geen bloedvergieten en schreeuwen van de onderdrukten." Daarom kan men het volk van God erkennen door hun rechtvaardigheid en door hun eerlijkheid. Laat ons de liefde en de vergevingsgezindheid leren en in de praktijk omzetten, laat ons leren hoe we moeten bidden voor de vrede, dat deze zo spoedig mag komen en voor altijd mag blijven. Vergeet niet dat, als de oorlog stopt, we nog steeds moeten bidden en opofferingen doen, zodat de vrede nooit zou worden belet door de vijanden van God en zo de wereld zou overheersen, zelfs in de kleinste en meest afgelegen plaatsen op aarde die nu ook in gevaar zijn en verstikken. Laten wij onszelf onderwijzen voor Christus’ vrede, door onszelf open te stellen voor de werken van de Heilige Geest: en de meest succesvolle manier om dit te bereiken is de Toewijding tot het Onbevlekte Hart van Maria, waar de Heilige Geest verblijft, en wat een volmaakte school is om de vrede te ervaren, te kennen en te appreciëren.

De Heer wenst dat we de verering van het Onbevlekte Hart van Zijn Meest Heilige Moeder meer verspreiden, meer kennen en meer beleven, zodat deze verering wijdverspreid wordt over de hele wereld, daar er maar weinigen boete doen en bidden voor het eerherstel en de troost van de zoetste Hart. En weet ook dat deze belevenis hetzelfde betekent als het meewerken aan de vrede.

De Heer wens dat elke natie, elk bisdom, elke parochie en elke familie zich toewijdt aan het Heilig Hart van Maria, omdat dit vrede zal bespoedigen verstevigen. En welk ander gebed dan de Rozenkrans, welk ander machtigste wapen tegen de ondergang van het verhaal van de arme mensheid, moeten wij hebben om sterk verbonden te zijn met dit Meest Heilige Hart?

Er is geen enkel probleem in de wereld over spirituele, materiële, nationale of internationale aangelegenheden, die de Heilige Rozenkrans en onze opofferingen niet hebben opgelost. En dit raadselachtige slingerschot van David is de zegel waarmee de deuren der hel zullen worden gesloten, en de sleutel waarmee men het tijdperk van Rechtvaardigheid, Liefde en Vrede zal kunnen binnentreden.

Einde, Rosario Toscano

Vertaling: Chris De Bodt

8. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 56]

Hoofdstuk 4: Terug naar Taizé

Openheid en weigering

De terughoudendheid van Mgr. Roncalli in 1945 kan verbazen als gekeken wordt naar de oecumenische openhartigheid die hij aanbracht als paus vijftien jaar later. Zijn weigering stond haaks op de welwillendheid die hij als paus vertoonde voor de Gemeenschap en de lof die hij erover uitsprak. Maar in 1945 sprak hij in naam van de paus, als zijn onderdaan en deze van de Congregatie van het Heilig Officie gelast met het behoud van het ware geloof. Zolang hij nuntius in Frankrijk was, gedroeg hij zich diep traditioneel in zijn godsvrucht en zijn leer.

De geplande ontmoeting ging dus niet door. Couturier maande de jonge dominee aan om deze weigering te aanvaarden, niet als een mislukking, maar als een beproeving die God toeliet: "De mens wikt en God beschikt' Onze ontmoeting lag niet in Gods plan. Voor u en voor ons is er maar goede houding: Glorie aan God! Zijn wil geschiede! Een tegenslag? Wat een genade! Wat een bewijs! Er is een onderliggende goddelijke waarheid die aan ons ontsnapt en die we moeten aanvaarden in liefde. Onze opmars naar Eenheid heeft een flinke stap vooruit gezet! God liet een mislukking toe!!! Hij bereidt grote dingen voor. Wij moeten ons laten uitzuiveren van onze wensen en meningen en aan onze eigen wil verzaken."

Op 20 januari 1946 kreeg dominee Charles Schutz een longontsteking die hem op twee weken tijd naar het graf leidde. Roger kon nog juist naar Genève gaan om zijn vader een laatste maal levend te ontmoeten. Deze was weer bezorgd over de toekomst van de Gemeenschap."Hoe kan ik vergeten,' schreef Roger Schutz, 'dat hij daags voor zijn dood, lijdend aan longontsteking, vroeg om op te staan en me zittend te woord te staan? Een laatste maal drong hij aan: Afhangen van andermans giften was zijn vrijheid prijsgeven. Ik herinner me dat ik hem antwoordde: vanaf de eerste dag, alleen in Taizé, leefde ik van mijn werk en heb ik onder andere geleerd hoe koeien te melken."

Om 3 februari stierf Charles Schutz in zijn woning. Er was geen openbare begrafenis, maar twee dagen na zijn overlijden droeg Roger in het ouderlijk huis ‘een dienst op voor de familie in beperkte kring’. Amélie Marsauche-Schutz, toen ouder dan vijfenzestig, leefde nog vele jaren. "Ze is zo sterk als het oude Bourgondische ras," zei zijn zoon Roger. Later verliet ze Genève om bij hem te komen wonen in een huis op het dorp, en daarna bij haar dochter Geneviève op de Manoir. Vijftien jaar lang was ze een beschermende figuur in Taizé.

Vertaling: Broeder Joseph

9. Jezus' tijdgenoten [aflevering 31]

Woordenboek: Letter A

Augustus [1/5]

Imperator Caesar Augustus, vroeger Caius Julius Caesar Octavianus [Rome, 23 september 63 v. J.C.- Nola, 19 augustus 14] was de eerste princeps of keizer van Rome. Hij regeerde van 31 v. J.C. tot 14 na J.C. Door steeds meer verschillende bevoegdheden van republikeinse magistraten naar zich toe te trekken kreeg hij de feitelijke macht over Rome in handen. Hij was de achterneef en voornaamste erfegenaam van Gaius Julius Caesar en won de machtsstrijd die volgde op de moord van Julius Caesar in 44 v. Chr. en was in 31 v. Chr. die levend uit deze strijd kwam. De volledige macht kreeg hij in handen in 27 v. Chr. Vanaf dan zou hij als princeps de teugels van het Imperium Romanum in handen houden.

Hij maakte een einde aan een eeuw van burgeroorlogen en stichtte in de daaropvolgende periode de Julisch-Claudische dynastie. Onder het mom van het herstel van de republiek voerde hij in werkelijkheid een duurzame omvorming tot monarchie [principaat] door. Ook op sociaal-economisch en ander gebied voerde Augustus tijdens zijn regering hervormingen door. Zijn heerschappij zorgde voor een langdurige tijd van interne vrede, die als Pax Augustus werd aangeduid.

Verhouding tot de Joden

Als vorst volgde Augustus globaal de politiek van Julius Caesar, voordelig voor de Joden. Hij schonk hen de godsdienstvrijheid, het zelfbestuur en het recht om financieel bij te dragen tot de Tempel van Jeruzalem. Als dank voor Augustus respect van het Jodendom droegen de Joden dagelijks offers op in de tempel van Jeruzalem ter ere van de keizer. Dit gebruik ging zo door tot het begin van de eerste opstand tegen Rome in 66 na J.C.

Volgens Josephus droeg het Joodse volk de volle kostprijs van het offer, maar Philo beweert dat Augustus dagelijks bijdroeg bij de aankoop van een os en twee lammeren. Na zijn overwinning op Marcus Antonius in 31 v. Chr. mengde Augustus zich rechtstreeks in de Joodse aangelegenheden. Hij zag in Herodes een trouwe leenheer, ondanks vroegere sympathie voor Antonius, en gaf hem nieuwe gebieden: de noordelijke districten van Batanea, Trachonitis en Auranitis. De dankbare Herodes gaf nieuwe namen van steden ter ere van de keizer: Panaias in het noorden, waar Petrus Jezus als Messias zou herkennen, werd Caesarea Filippi. Dit is het hudige Banias, aan de voet van de Hermonberg op de Golanhoogte [onder het bewind droeg de stad tijdelijk de naam Neronias].  Ook in de moderne tijd heeft Banias strategische waarde. Dit bleek tijdens de Zesdaagse oorlog, in 1967, toen Syrië de waterloop van de stroom uit de bron van Banias omlegde om zo Israël onder druk te zetten.

De Toren van Strato aan de Middellandse Zee werd Caesarea Maritima genoemd. De plaats ligt ongeveer tussen het huidige Haifa en Tel Aviv. De oude stad Samaria door Herodes heropgebouwd werd Sebastia [Augustus in het Grieks] genoemd. Herodes bezocht vaak de keizer die hem als een goede vriend ontving. Augustus hield zich actief bezig met de huwelijksknopen van de koning van Judea te ontwarren. Hij regelde ook de kwestie van Herodes erfenis. Voor hij stierf had Herodes meerdere testamenten opgemaakt die mekaar tegenspraken. De verwarring was compleet toen aan delegatie uit Judea Augustus kwam smeken dat Herodes zonen niet over hen zouden regeren.

De keizer weigerde het koningschap aan de drie overlevende zonen van Herodes. In de plaats besliste hij de administratieve en politieke kaart van het oude koninkrijk van Herodes te herschikken. Zo werd tijdens de eerste jaren van Jezus leven Archelaüs, die door Herodes was aangeduid als zijn opvolger, geen koning en slechts etnarch van Judea, Samaria en Idumea. Hij stond bekend als een meedogenloos heerser, maar miste de tact en de politieke invloed van zijn vader. Reeds na tien jaar werd hij door Augustus in 6 na Chr. uit zijn ambt ontheven Judea werd een provincie van Rome, bestuurd door praefecti. Als tetrarch regeerden Antipas over Galilea en Perea [in Transjordanië], en Filippus over Batanea, Gaulanitis, Auranitis, Trachonitis en Iturea, ten noordoosten van het meer Galilea. Zijn gebied werd bij zijn dood, in 33 na Chr. ingelijfd bij de Romeinse provincie Syria.

Augustus kwam weer tussen in het beleid van Judea door Archelaüs of te zetten en te verbannen, en dan Publius Sulpicus Quirinus, proconsul van Syria te bevelen de fiscale volkstelling in te richten voor de inwoners van Judea, Samara en Idumea in 6 na Chr., als gevolg van het inpalmen van de oude grondgebieden van Archelaüs in de nieuwe provincie Judea onder rechtstreeks beheer door Rome.

Afkomst en jeugd

Augustus was de zoon van Gaius Octavius en Atia Balba Caesonia, een nicht van Gaius Iulius Caesar. De familie van zijn vader behoorde tot de stand van de equites, de Romeinse ruiterstand, en dus tot de nederige, plebejische landadel en stamde uit Velletri. Een voorvader van Augustus zou door de Romeinse koning Tarquinius Priscus in de Romeinse Senaat zijn benoemd. In de eerste eeuw voor Christus was de familie welgesteld, maar weinig beduidend. Gaius Octavius, die geldschieter zou zijn geweest, werd echter opgenomen in de Senaat en wist zich op te werken tot praetor. Na de dood van zijn vader in 58 v. Chr. werd de jonge Gaius op het landgoed van zijn grootmoeder Iulia, de zus van Caesar, in Velitrae verder opgevoed. Later zou hij verhuizen naar het huis van zijn stiefvader Lucius Marcius Philuppus in Rome. Volgens Suetonius hield hij in 51 v. Chr. de lijkrede voor zijn grootmoeder en nam hij in 49 v. Chr. de "toga virilis" aan.

Daar Caesar geen wettige zoon had, nam hij zijn achterneef onder zijn vleugels. Zo werd Gaius Octavius dankzij Caesars voorspraak in 48 v.Chr. in het "college van Pontifices" opgenomen. In 47 v. Chr. was Octavius "praefectus urbi," die de consuls verving die zich tijdens de ludi Latini niet in Rome ophielden. In 46 v. Chr. liet Caesar hem aan zijn triomftocht na zijn zege in de burgeroorlog deelnemen. In het jaar daarop begeleidde de jonge Gaius Octavius zijn grootoom op diens veldtocht tegen de zonen van Pompeius naar Hispania, waar hij op Caesar duidelijk indruk maakte door zijn dapperheid. Hij zou ook als "magistar equitem" [leider van de ruiterij] aan de geplande veldtocht tegen de Parthen hebben deelgenomen. Samen met zijn vrienden Marcus Vispanius Agrippa en Salvidienus Rufus was hij reeds naar Apollonia in Illyria [het huidige Albanië] vooruitgestuurd. Daar bereikte hem in het voorjaar van 44 v. Chr. het bericht van de moord op Caesar. Tijdens zijn terugreis naar Rome vernam hij dat de dictator hem bij testament had geadopteerd en tot voornaamste erfgenaam van zijn privévermogen had aangeduid.

10. Eucharistische Mirakelen [Aflevering 38]

Het wonder van Bolsena-Orvieto, Italië [1263]

In 1263 stopte een Duitse priester, Peter van Praag, in Bolsena op zijn weg bedevaart naar Rome. Deze priester werd omgeschreven als zeer gelovig en religieus, maar ook als iemand die het moeilijk vond om te aanvaarden dat Jezus echt aanwezig is in de geconsecreerde Hostie. Tijdens het vieren van de Heilige Mis boven de tombe van de Heilige Christina [dat zich bevindt in de kerk genoemd naar deze martelares] sprak hij de woorden van de consecratie uit. Hij had de woorden nog niet uitgesproken of er druppelde bloed van de geconsacreerde Hostie over zijn hand naar het altaar en over de corporale.

De priester was verward. In eerste instantie wilde hij het bloed verbergen, maar hij onderbrak de Mis en vroeg om naar de buurtstad Orvieto gebracht te worden, dit is de stad waar Paus Urbanus IV zich op dat moment bevond.

De Paus luisterde naar het verhaal van de priester en gaf hem de absolutie. Hij zond toen gezanten voor een onmiddellijk onderzoek. Toen alle feiten waren verzameld, beval hij de Bisschop van het bisdom om de Hostie en de linnendoek met de bloedvlekken naar Orvieto te brengen. Samen met Aartsbisschoppen, Kardinalen en andere Kerkelijke afgevaardigden bracht de Paus de relieken naar de kathedraal. De linnen corporale met de bloedvlekken is nog steeds aanwezig en te bezichtigen in de Kathedraal van Orvieto.

11. A.C. Emmerich: Nog dertig profetieën

De zalige A.C. Emmerich was een Augustijner kloosterzuster. Ze werd in Duitsland geboren in 1774 en had een leven vol lijden. Zij droeg de stigmata van de Heer en overleed in het jaar 1824.

Profetie 18

Toen ik door Rome ging met de Heilige Françoise, vergezeld van nog een heilige, zag we een groot Paleis, van beneden tot boven met vlammen omgeven. Ik was enorm bevreesd dat diegenen, die nog binnen zouden zijn, zouden omkomen in de vlammen, omdat er niemand ter hulp kwam om de vlammen te blussen. Toen we naderbij kwamen werd het vuur echter minder hevig en zagen we het gebouw, zwart van de vlammen. We gingen door een aantal prachtige kamers, die door het vuur niet waren aangetast, tot we uiteindelijk de Paus bereikten. Hij zat in het donker en zat in een zetel met lange armleuningen. Hij was heel erg ziek en zwak en kon niet langer stappen. De geestelijken in de middencirkel leken onoprecht en hadden een gebrek aan ijver. Ik had een afkeer van hen. Ik vertelde de Paus over de Bisschoppen die spoedig moesten worden aangesteld en ik vertelde hem ook dat hij Rome niet mocht verlaten, zo niet zou er chaos heersen. Hij dacht dat het kwade onvermijdelijk was en dat hij moest weggaan om zo nog vele zaken en zichzelf te kunnen redden. Hij was heel erg geneigd om Rome te verlaten en drong hier voortdurend op aan. De Paus is nog op vele wijzen gebonden aan de dingen van de wereld.

Vertaling: Chris De Bodt

12. Recente heiligenlevens

Carla Ronci. Italië, kleermaakster [1936-1970] [4/8]

Ze hervatte onmiddellijk haar oude taken bij de Katholieke Actie, en opende een kleine naaischool. Carla voelde zich nog steeds geneigd om een religieuze organisatie te vervoegen, dus zocht ze naar een orde die haar als derderangs wilde aanvaarden, als reservelid. Haar gebeden werden verhoord door het Instituut van de Dienstmaagden van de Moeder van Genade, waar ze op 6 januari 1961 een verzoek tot intrede deed. Haar verzoek werd aanvaard, en terwijl ze in opleiding was, volgde ze verscheidene cursussen en werd op 6 januari 1963 tot de religieuze stand toegelaten. Hierdoor kon ze terug naar huis keren als een ingewijde leek. In die tijd schreef ze: "Ik ben nu de bruid van Jezus."

Maar het was niet allemaal rozengeur en maneschijn. Carla kreeg al snel moeilijkheden toen ze, wat men noemde, de ‘Nacht van de Geest’ meemaakte. Ze werd bestookt met kwade gebeurtenissen, verleidingen, ontmoediging, lichte depressies, angsten, en obstakels. Maar door haar levenswijze van "niet toe te geven," en "verder te gaan," ging de beproeving na verloop van tijd voorbij, en vond ze de rust en de blijdschap terug die iedereen bewonderde.

Haar spirituele begeleider liet haar toe om een gelofte van kuisheid af te leggen, en het daaropvolgende jaar mocht ze een gelofte van armoede afleggen, waarbij ze zichzelf toewijdde aan het bidden voor priesterroepingen en missionarissen. In haar dagboek schreef ze: "Voor u, Jezus, zal ik leven, zal ik liefhebben, zal ik lijden..."

Bron: Joan Carroll Cruz

Vertaling: Mario Lossie

13. Ongeschonden Lichamen: Jean-Marie Vianney [9/9]

Meer dan eens probeerde de pastoor zijn dorp te ontvluchten, gekweld door de gedachte dat hij zijn ambt niet waardig was. Hij zat vol angsten, vreesde niet in de hemel te komen, werd gekweld door de duivel (hij wordt wel afgebeeld met de duivel achter zijn rug). Hij at en sliep weinig en maakte zelf een geselriem, die hij geregeld gebruikte. Hij zei: "Ik leg maar een kleine penitentie op aan degenen die hun zonden oprecht belijden; de rest voldoe ik in hun plaats."

Op 4 augustus 1859 stierf Jean-Marie Vianney, volledig uitgeput. Hij was 73 jaar geworden en was 41 jaar pastoor geweest. Na zijn uitvaart bleef zijn lichaam nog tien dagen in de kerk tentoongesteld.

Nu ligt het boven het hoogaltaar in de basiliek van Ars (gebouwd in 1862) en is nog steeds intact. Zijn hart is opgeborgen in een apart schrijn.

In 1874 verklaarde paus Pius IX hem eerbiedwaardig; in 1905 verklaarde paus Pius X hem zalig en stelde hem ten voorbeeld aan de parochiegeestelijkheid. Op 31 mei 1925 werd Jean-Marie Vianney heilig verklaard door paus Pius XI, die hem in 1929 uitriep tot patroon van alle parochiegeestelijken en biechtvaders.In 1959 wijdde paus Johannes XXIII een encycliek aan hem (Sacerdotii Nostri Primordia), en in 1986 bezocht paus Johannes Paulus II zijn heiligdom in Ars en gaf er de aanzet tot een internationaal seminarie.


Ongeschonden lichaam J.M. Vianney

Ars-sur-Formans is een van de negen heilige plaatsen in Frankrijk. Tegenwoordig trekt het dorpje 450.000 pelgrims per jaar. In 2010 wordt Jean-Marie Vianney door de Paus uitgeroepen tot patroonheilige van alle geestelijken.


25-02-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.25 februari 2010
25 februari 2010

Maandelijkse boodschap van Onze Lieve Vrouw aan Marija Pavlovic voor de hele wereld:

"Lieve kinderen! In deze tijd van genade, wanneer de natuur zich eveneens voorbereidt om de mooiste kleuren van het jaar te geven, vraag Ik u, kleine kinderen, om uw harten te openen voor God de Schepper, zodat Hij u kan veranderen en vorm geven naar Zijn beeld, zodat al het goede, dat in uw harten was ingeslapen, mag ontwaken voor een nieuw leven en een verlangen naar de eeuwigheid. Dank om aan Mijn oproep gehoor te hebben gegeven."

Chris De Bodt (www.bloggen.be/medjugorje)

24-02-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.24 februari 2010
24 februari 2010

1. Vrije wil

De menselijke vrije wil is een groot geschenk van de Schepper, God, onze Vader. Letterlijk betekent het: vrij beschikken over uw wil. Aan deze kant van de eeuwigheid wordt "vrije wil" door velen onderwezen als het menselijk vermogen om te kunnen kiezen tussen het goede en het kwade. Dit is echter niet juist. Wezenlijk betekent de vrije wil het vermogen om het goede te kiezen, want het vermogen om te kiezen voor het slechte is onvolmaakt. Het is een vertekening en in werkelijkheid is het een vernietiging van de menselijke vrijheid. De vrijheid of vrije wil, waarover God beschikt, zowel als de engelen en de heiligen, is volmaakt. Noch God, noch de engelen en heiligen hebben de macht om te kiezen voor het slechte en toch zijn ze vrij: ze beschikken over een vrije wil.

Om te kiezen voor het kwade, moeten wij het slechte verhullen met leugens en verdraaiingen en het slechte als goed laten uitschijnen. Wanneer het slechte er dan als goed uitziet, dan kan dit enkel gebeuren door de menselijke wil, die er zelf voor kiest.

In de hemel wordt de vrije wil niet vernietigd of vervangen, maar bereikt deze de volmaaktheid. In de hemel is het voor de vrije wil onmogelijk om te kiezen voor het slechte. Het enige doel van de menselijke wil zou het goede mogen zijn, en zelfs op aarde bereikt deze wil enkel haar rust als het beschikt over het hoogste goed: God.

In de hemel heeft de menselijke wil enkel de keuze om te kiezen tussen de vele goede dingen: de vrije wil is er gedreven naar het hoogste goed, God, en enkel in God kan deze haar hoogste vervulling en rust vinden. Enkel zij met een vrije wil kunnen liefhebben en zij die in de hemel zijn hebben enkel het hoogste goed lief: God.

Bron: diversen

2. A.C. Emmerich: Het bitter lijden van Onze Heer Jezus Christus. [Aflevering 107]

Hoofdstuk 3. Annas en Caïphas

De verloochening van Petrus

Daar hij nog altijd vreesde voor zichzelf en enkele kerels rondom hem hoorde zeggen: "Wat is dat voor iemand?" ging hij opnieuw naar het hof. Ontredderd door angst, treurnis en medelijden, schreed hij aarzelend voort. Toen hij bemerkte dat men hem nakeek, stapte hij weer het atrium binnen en ging een tijdje bij het vuur neerzitten, tot er zich enkelen mengden in het gezelschap, die hem buiten hadden gezien. Zijn verwarring was hen niet ontgaan en zij begonnen met hem te praten, uitbundig afgevend op Jezus’ handel en wandel. Een uit de troep zei: "Voorwaar, jij behoort ook tot zijn aanhangers, jij bent een Galileër, je taal veraadt je." Petrus wou er zich uitpraten en weggaan, maar een broeder van Malchus trad hem in de weg en zei: "Wat! Heb ik je niet gezien naast Hem in de Hof van Olijven, en heb jij mijn broer niet gekwetst aan het oor?"

In zijn benardheid werd Petrus nu bijna zinneloos, en terwijl hij zich van hen vrij maakte, ging hij heftig, zoals het zijn aard was, aan het vloeken en het zweren dat hij die Mens niet kende, liep uit het atrium en de hof in. Op dat ogenblik kraaide de haan voor de tweede keer en voerde de bende, door de hof heen, Jezus naar de kerker onder de ronde zaal. Onze Heer wendde zich om en keek naar Petrus, bedroef en tevens vol erbarmen en het woord dat Hij gesproken had: "Eer de haan tweemaal kraait, zult gij mij driemaal verloochend hebben," viel de apostel met vreselijk geweld op het hart. Afgemat, vol van angst en kommer, had Petrus zijn overmoedige belofte om liever te sterven met zijn Meester, dan Hem te verloochenen, alsmede Jezus’ gestrenge antwoord heel en al uit de gedachte verloren, maar thàns, terwijl Jezus hem aankeek, verpletterde hem ineens het bewustzijn van zijn schuld. Hij had gezondigd: gezondigd tegen zijn mishandelen, zijn onschuldige veroordeling, tegen de allerwreedste lijdende Heiland, die hem zo trouw had gewaarschuwd. Als buiten zichzelf van spijt, snelde hij naar buiten, het hoofd bedekt en weende hij bitter. Hij was niet langer bevreesd om te worden aangesproken: hij zou nu iedereen hebben verteld wie hij was en welke zware schuld er op hem drukte.


Wie verstout zich te zeggen dat hij, in eender gevaar, in eendere benardheid, angst en verwarring, in eenzelfde strijd tussen liefde en vrees verwikkeld, even uitgeput van waken en even afgejaagd, half gebroken van smart over al het ellendige van deze jammerlijke nacht, bij zulk een kinderlijk en tegelijk vurig temperament als Petrus bezat, sterker zou zijn geweest dan de apostel? De Heer liet Petrus aan zijn eigen kracht over en toen werd hij zo onmachtig als allen zijn die het woord vergeten: "Waak en bid, opdat gij niet in bekoring zou vallen."

3. Biografie Heilige Jean-Marie Vianney [Aflevering 107]

Preken

Niets kan de lauwe christen ontroeren: zeker, hij luistert naar Gods woord, maar al gauw verveelt hij zich. Hij luistert met moeite, uit gewoonte, zoals iemand die denkt dat hij er genoeg van weet of dat hij genoeg gedaan heeft. Gebeden die iets langer duren dan gewoonlijk, boezemen hem afkeer in. Zijn geest is zo ver van de aardse dingen die hij heeft gedaan of die hij van plan is te doen, zijn verveling is zo groot, dat zijn ziel als het ware in een doodstrijd verkeert. Zij leeft nog, maar zij is niet meer bij machte om iets uit te richten voor de hemel ...

Twintig jaar geleden heeft de lauwe christen talloze goede voornemens gemaakt zonder ook maar de minste verandering te brengen in zijn gewoonten. Hij is als iemand die de overwinnaar op zijn wagen benijdt, maar zelf geen hand uitsteekt om ook zover te komen. Hij zou de hemelse goederen weliswaar niet willen ruilen voor de aardse, maar hij heeft ook geen zin om deze wereld te verlaten en de weg naar de hemel te kiezen. Als hij zijn dagen ongestoord kon slijten, zonder ellende en zonder verdriet, zou de gedachte aan het hiernamaals geen ogenblik in hem opkomen.

Pas wanneer het hem niet naar zijn wens gaat, hoor je hem klagen dat het leven lang en zwaar is. Zodra de goede God hem, om zijn ziel als het ware met geweld los te scheuren, rampen en tegenspoed zendt, maakt hij zich ongerust, ergert hij zich, klaagt en moppert hij en geeft hij zich niet zelden over aan een soort wanhoop. Dan schijnt hij niet meer in te willen zien dat de goede God hem zelf die beproevingen zendt voor zijn eigen welzijn, om hem te onthechten aan het leven en hem tot Zich te trekken.

Vertaling: Chris De Bodt

4. Nicky Eltz en Maria Simma: Get us out of here!! [Aflevering 107]

Hoofdstuk 13. Kerken

Nicky: Toen de zielen u hebben gewaarschuwd over de huidige toestand van de Kerk, hebben ze dan ook iets gezegd over de kerkgebouwen vandaag?
Maria: Ja, daarover ook. Vele dingen die we in verband kunnen brengen met de moderne kerken baren hen ernstige zorgen. Kerken dienen enkel om te bidden en om Jezus en Maria te ontmoeten. De Arme Zielen zeggen dat ze geen gesofisticeerde apparatuur nodig hebben, geen vloertapijten of iets anders dat doet denken aan een weelderige leefruimte. De kerken zijn er opdat u en Jezus daar alleen zouden zijn. Versieringen die tot geen enkel ander doel dienen moeten weg, omdat ze afleiden. En de Arme Zielen hebben ook vernoemd dat vele van de zogenaamde moderne kunst hen met afschuw vervult. Veel ervan is verschrikkelijk lelijk, om historisch onjuist nog niet te vernoemen. En voor Maria zou een voorname plaats moeten worden voorbehouden.

Het meest belangrijke van al is dat alle tabernakels zich moeten, ik herhaal, zich moeten in het midden bevinden. In het midden van de kerk, niet aan de zijkant of een aparte kamer. Enkel in het midden. Als Jezus niet langer in het midden staat, dan zal ook Hij spoedig volledig verdwenen. Dan blijft er enkel maar een stadshal meer over. Geloof me, elke keer dat iemand met liefde naar het tabernakel kijkt, verhoogt Jezus zijn of haar plaats in de Hemel.

De priesters zouden opnieuw de preekstoelen moeten gebruiken. De priesters tot het niveau brengen van de parochianen was een van de overige kneepjes van satan. Bovenop de preekstoel wordt er meer eerbied verkregen.

Ook moeten er geen sociale werking worden besproken in de kerken, enkel de heilige werken. Breng ook de Heiligen terug, minstens de Heilige Jozef, de Heilige Aartsengel Michaël en de Heilige naar wie de Kerk is genoemd. En ook heb ik reeds de Communiebank vernoemd. Al deze dingen die worden gemist en het gemak dat is toegevoegd de laatste decennia, scheiden ons van Jezus, en dat maakt satan erg gelukkig. Ik heb weet van koffie die wordt opgediend, dieren op de schoot en televisies die in de Kerk worden geplaatst. Ik ben naar Kerken geweest zonder gewijd water aan de deuren en zonder bidbanken. Niets van dit is goed, en niets van dit is naar de wens van Jezus.

Bron: Nicky Eltz

Vertaling: Chris De Bodt

5. Film: Don Bosco [10/21]

Don Giovanni Bosco [Castelnuovo Don Bosco, 16 augustus 1815 - Turijn, 31 januari 1888] was een Italiaanse priester. Hij werd geboren als zoon van een arme boer die met hard werken zijn kost verdiende. In 1817 stierf zijn vader. Op tienjarige leeftijd had hij in een droom "de jeugd" als werkterrein gezien. Die droom is verschillende keren teruggekeerd. De jeugdjaren van Don Bosco waren niet gemakkelijk. Toch kon hij in 1841 na zijn studie priester worden. Tijdens zijn priesterschap leerde Don Bosco de trieste levensomstandigheden van de jongens kennen in de voorsteden van Turijn. Jonge mensen doolden door de straten, werkloos, verloren, tot het ergste bereid. Don Bosco wou een eind te maken aan die sociale wantoestanden. Het begon met een ontmoeting met een ontmoedigde jongen. De jongen bracht na een goed gesprek vrienden mee. Zo groeide een centrum waar de jongens terecht konden. Don Bosco probeerde goede arbeidsovereenkomsten af te sluiten tussen werkgevers, de jongens en hemzelf. Hij bouwde huizen, waar arme jongens konden uitgroeien tot geschoolde werkkrachten, eerlijke mensen en goede christenen. Don Bosco liet zich niet meeslepen in de politieke en sociale twistpunten van die dagen. Hij streefde naar het onmiddellijk haalbare. Daarvoor had hij de steun en de medewerking van iedereen nodig. Dankzij de hulpmiddelen van velen heeft hij de armen goed gedaan. Op aanraden van minister Rattazzi en Paus Pius IX stichtte hij de Salesianen van Don Bosco en de Zusters van Don Bosco. Zo groeide het werk van Don Bosco voor jongeren wereldwijd.

In Vlaanderen kan men onderwijs volgen bij een twintigtal Don Bosco-instellingen waarvan er enkele aan de studenten slaapgelegenheid bieden. Men verblijft er op het internaat. In Volendam (Nederland) staat het Don Bosco College, een scholengemeenschap die naar Giovanni Bosco is vernoemd. In Amsterdam is de Don Bosco-buurt, een gedeelte van de wijk Watergraafsmeer. Dat gedeelte is genoemd naar een speeltuin die van de oprichters en buurtbewoners de naam Don Bosco kreeg. In 1934 werd Giovanni Bosco heilig verklaard. Zijn sterfdag, 31 januari, is tevens zijn feestdag.

Dit drama uit 2004 staat onder regie van Lodovico Gasparini. Acteurs zijn onder meer Flavio Insina, Lina Sastri, Charles Dance, Daniel Tschirey, Fabrizio Brucci, Lewis Crutch en Brock Everitt-Elwick.


6. Het Laatste Geheim.

Hoofdstuk 25: Geheime martelaren [Aflevering 158]

Ze gaf een paar van dergelijke persoonlijke lessen. Ze onderwees wat de Kerk niet onderwees. Ze verscheen aan een adellijke dame in Rimini, Italië, die pas haar rijke echtgenoot verloren was en herinnerde haar eraan dat materiële zaken uiteindelijk waardeloos werden. "Van welk nut waren de eer, het fortuin en de jeugd van je eerste echtgenoot, die je zo liefhad," vroeg ze, "vermits de dood hem van die dingen en van jou heeft weggenomen?"

Dat soort persoonlijke lessen waren van meer belang dan eender welke verhandeling. Ze hielp de verlamden, de blinden, de stommen. Er waren berichten dat ze een hand genas die verschrompeld was na verlamming. Op de vooravond van Hemelvaart in 1395 zeg een jonge herder nabij Garaballa, Spanje hoe een taxusboom door een helder licht verlicht werd. Toen hij naderbij kwam vond hij tussen de takken een beeld van Maria. Dit was gelijkaardig aan latere berichten in Santa Gadea del Cid in de provincie Burgos, waar twee herders, Pedro, zoon van Yñigo Garcia de Arbe, en Juan, zoon van Juan de Enzinas op 25 maart 1399 een eikenboom met een bijenkorf aantroffen. De volgende avond, Woensdag van de Heilige Week, gingen ze terug om was en honing te halen. Op dat moment zagen ze iets overweldigends, zelfs volgens Mariale standaarden. Volgens getuigenissen op perkament en getekend door een notaris in Santa Gadea, zagen de jongens een groep geestachtige mensen rond een enorme meidoorn. Bovenop de meidoorn stond, net zoals de brandende struik in [Exodus 3:2], een dame, schitterender dan de zon, zo schitterend dat ze haar niet konden aankijken zonder verblind te worden.

"En dan hoorden ze een stem van de mensen daar die zei: ‘Kom naar de metten’, en bij die uitroep verschenen er uit de richting van Santa Maria de Guinicio een groot aantal mensen in witte gewaden die in processie liepen," berichtte de notariële verklaring. "En de meesten onder hen droegen rode gewaden met witte strepen bovenaan, en veel andere kleuren. In hun handen hielden ze palmtakken en twee fakkels die de hele processie verlichtten alsof het overdag was. De processie kwam de mensen die rond de dame stonden vervoegen; en de felheid reikte tot in de lucht; en rond haar stonden er drie fakkels als grote kaarsen, zo krachtig dat ze heel het landschap verlichtten; en het leek alsof ze tot in de lucht reikten. En ze hoorden gezang, zoals priesters die gebeden zingen, en verschrikt door de stem stopten ze met honing te verzamelen en vluchtten naar de stad. Toen ze op het vlakke stuk kwamen dat halverwege ligt, keken ze terug en zagen alle lichten zich tot één licht samenvoegen, en het gezang ging tot in de hemel, zo hoog dat ze niet durfden terug te keren."

De volgende donderdag was Pedro nabij dezelfde plaats z’n vaders schapen aan het hoeden en plots verscheen er een glansrijke dame. Hij kon opnieuw niet recht naar haar kijken. Ze vertelde Pedro dat hij de lokale priesters over z’n visioen moest vertellen zodat iedereen zou weten dat "zij die hij op de meidoorn had gezien, de Maagd Maria in verheerlijkt persoon was; en de mensen die hij rond haar had gezien waren engelen uit de hemel. En dat ze zouden weten dat haar komst de wil was van haar dierbare Zoon, de Verlosser van de mensheid."

Bron: Michael Brown

Vertaling: Mario Lossie

7. Onze Lieve Vrouw van Belpasso (Deel 3, Aflevering 67/68)

Verslagen van Rosario Toscano

Tweede verslag [Rots van Belpasso]
: 11 mei 1999

De vrede die komt

De vrede, beloofd en toevertrouwd aan Maria, is dezelfde vrede van de Verrezen Christus. Vrede is niet enkel de afwezigheid van oorlog, maar het is dat wat van binnen ons komt, als we open staan voor het vernieuwend gebaar van de Heilige Geest. Maar vrede kan in ons nooit geboren worden als onze harten niet gezuiverd zijn van de gehechtheid aan de zonde, de haat en het geweld: en de harten van de mensen moeten nog gezuiverd worden.

Ongelukkiglijk zijn al de dingen die Onze Lieve Vrouw heeft verteld uitgekomen, maar het is eveneens zo dat, op het einde, Haar Onbevlekte Hart het zal halen op de duisternis en zal overwinnen: dit waren ook Haar woorden. Tijdens deze dagen, vol met somberheden, vraag ik mezelf af waarom wij niet luisteren naar de profetische woorden van Onze Lieve Moeder. Niettemin komen er ook andere woorden van Haar voor mijn geest: "Wanneer Mijn Hart zal overwinnen, zal de Koningin van de Vrede worden vereerd," en dit zijn woorden van hoop.

Het is waar dat wij de oorlogen niet hebben vermeden door het gebed, opofferingen en boete, zoals de Heilige Maagd ons aanmaande. Het is waar dat wij naar haar moederlijke raad niet hebben geluisterd. Het is waar dat deze oorlog, op de manier waarop deze tot stand is gekomen, er in een zekere zin, maar enkel gedeeltelijk, een gedeeltelijke zuivering door het gebed kon hebben ingehouden, indien we naar de woorden van de Moeder van God hadden geluisterd. Al deze dingen zijn waar: desondanks zal de vrede komen.

Maar zeker is dat de periode die nog moet worden overbrugd, niet immuun is voor het kwade, en dat er de meest gevaarlijke aanvallen en verleidingen zullen worden gesmeed om de mensheid te overweldigen en te verdelen: en toch zijn de dagen van vrede niet veraf. De dag van de Overwinning van het Onbevlekte Hart is niet veraf, maar het hangt van ons af. De Heer wenst ons de vrede te schenken door de handen van Maria, maar zij die niet om de vrede geven, moeten door elkaar worden geschud en meewerken aan het opbouwen ervan.

Vertaling: Chris De Bodt

8. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 59]

Hoofdstuk 3: Terug naar Taizé

Openheid en weigering

Op een dag in 1945 bracht pater Villain pater Jérôme Darmancier naar Taizé. Deze laatste was toen ondermeester in het noviciaat van Mâcon. Dit klooster was toen de enige religieuze mannelijke gemeenschap in het bisdom. Pater Jérôme en pater Villain werden met open armen ontvangen voor het avondmaal en het overnachten. Broeder Roger sprak hen toe met de volgende worden: "We houden zoveel van de heilige Franciscus." Het was geen beleefde uiting, maar wel een teken van een bijzondere gehechtheid aan het franciscaanse ideaal. Pater Jérôme was ‘onder de indruk van de stilte tijdens de maaltijd, de Schriftlezing en de gewone maar intense uitspraak van Roger.’ Een tijd later ging Broeder Roger en een medebroeder naar het franciscaanse klooster in Mâcon waar ze onthaald werden voor de maaltijd en discrete gesprekken. Dit was bijna ondenkbaar in die tijd, want de protestanten mochten het slot van kloosters en abdijen niet betreden. De banden werden sterker. Vanaf december 1945 bracht een ‘maandelijks theologisch colloquium’ dominee Schutz en andere ‘clunisiens’ samen met de franciscanen in het klooster van Mâcon. Een franciscaan werd enkele jaren later de eerste katholieke biechtvader van Broeder Roger.

Toen Broeder Roger wou openstaan voor andere religieuze katholieke gemeenschappen ging Couturier ‘op zoek naar sprekers en stelde een lijst met zeven namen op, waaronder een karmeliet, een benedictijn, een franciscaan, een dominicaan, een jezuïet, een marist en een sulpiciaan. Allen waren bereid en de data werden vastgelegd.’ Op 9 april 1945 schreef Couturier naar Mgr. Lebrun om de nodige toelating te vragen.

Uit voorzichtigheid durfde de bisschop van Autun niet beslissen zonder kardinaal Gerlier, aartsbisschop van Lyon, te raadplegen. Ook niet zonder de toelating van de pauselijke nuntius in Parijs, Mgr. Roncalli, te vragen. Gerlier antwoordde was terughoudend: "We willen de redelijke en voorzichtige inspanningen voor eenheid niet belemmeren, noch het betwistbare verstoppen." De nuntius reageerde niet. Mgr. Lebrun moest hem opnieuw aanschrijven. Mgr. Roncalli, toekomstige Johannes XXIII, antwoordde negatief: "Mijn laat antwoord aangaande contacten met niet-katholieken toont u dat ik me moeilijk kan uitspreken. [...] Eerlijk gezegd voel ik me niet bevoegd om principieel de vergaderingen waarover Uwe Excellentie me onderhoudt aan te moedigen. Lief zijn tegen iedereen moet kunnen; we kunnen lief zijn met onze afgescheurde broeders. Maar ik denk dat individuele verhoudingen een meer waardevolle poging zijn dan een grote vergadering. [...] Excellentie, gelieve mijn onzekerheid te vergeven. Voorzichtigheid is de eerste hoofddeugd, en meestal doet ze aanvoelen wat niet hoeft."

Vertaling: Broeder Joseph

9. Jezus' tijdgenoten [aflevering 30]

Woordenboek: Letter A

Atticus

Tiberius Claudius Atticus Herodes [±66-137] was een Romeins senator en de vader van de gelijknamige beroemde filosoof Herodes Atticus. Het cognomen [onderdeel van een Romeinse naam] Atticus, verwijst naar Attica, het gebied van Athene, waar Atticus' familie vandaan kwam.

Atticus was een zoon van Tiberius Claudius Hipparchos, die tijdens zijn leven bekend stond als de rijkste man van Rome, maar wiens bezittingen door keizer Domitianus waren geconfisqueerd. Hipparchos zelf werd daarbij geëxecuteerd. Zijn bezit werd op 100.000.000 sestertiën geschat. Atticus verviel hierdoor in grote armoede.

Toen Domitianus door Marcus Cocceius Nerva werd opgevolgd, "vond" Atticus een forse som geld in een van de huizen die hij uit de nalatenschap van zijn vader verkregen had. Pas nadat hij van de nieuwe keizer tot tweemaal toe toestemming had gevraagd en gekregen te behouden wat hij vond, maakte hij de vondst bekend. Met het gevonden geld verkreeg hij in 98 een zetel in de senaat. Ook liet hij in Athene een monument voor zijn vader bouwen. Het door archeologen teruggevonden opschrift bij het monument luidde "Hipparchos, vader van Atticus." Aan het begin van de tweede eeuw, vermoedelijk van 99/100 tot 102/103 was hij legatus Augusti pro praetore van Judea.

Hij heeft zijn beroemdheid in de geschiedenis van het primitieve christendom te danken aan een verklaring van Eusebius, namelijk dat onder zijn administratie onder het bewind van Trajanus, een neef van Jezus van Nazareth, Simeon, zoon van Cleophas en tweede bisschop van Jeruzalem, als martelaar zou gestorven. Volgens Hegesippus, de bron van Eusebius, was Cleophas de broer van Jozef en dus de oom van Jezus. Hij werd ter dood gebracht in 104, toen Atticus consul suffectus was.

In het Dionysys-theater van Athene is Atticus' naam aangetroffen op een van de ereplaatsen. Ook talrijke andere momenten met zijn naam zijn teruggevonden.

Vertaling: Broeder Joseph

10. Eucharistische Mirakelen [Aflevering 37]

Het wonder van Regensburg, Duitsland [1257]

De geschiedenis van Regenburg’s tweede Kapel van de Heilige Verlosser begint in 1476 met een 13-jarige jongen die uit de kerk van de Heilige Emmarem een zilveren ciborie stal, waarin nog een groot aantal geconsecreerde Hosties aanwezig was. Terwijl hij door de straten renden gooide hij de Hosties tegen een huis. Toen de Hosties gevonden waren werden ze verzamelend met waardigheid en in ceremonie werden ze teruggedragen naar de Kathedraal in de aanwezigheid van Bisschop Hendrik IV van Regensburg.

De eigenaar van het huis waar de jongen de Hosties tegenaan had gegooid walgde van het zondige ongeval. Met de hulp van zijn buren werd er dat jaar nog een kapel door hem gebouwd. Deze kapel van de Heilige Verlosser bevond zich in Weissen-Hahnen-Gasse, De steeg van de Witte Haan.

In 1542, vier jaar voor de dood van Martin Luther, werd de kapel ingenomen door de Lutheranen. Voor vele eeuwen heeft de kapel dienst gedaan als een herberg.

Er zijn in Regensburg vele traditionele missen en processies ter ere van de Hoogheilige Eucharistie.

11. Elizabeth Canori Mora [1774-1825]: Profetieën

Profetie 27 [laatste profetie]

Dit is de glorieuze triomf voorbehouden voor de katholieke Kerk: ze zal worden geprezen, geëerd en gewaardeerd door alle mensen. Alle mensen worden katholieken en zullen de paus als plaatsvervanger van Jezus Christus erkennen

Vertaling: Henk

12. A.C. Emmerich: Nog dertig profetieën

De zalige A.C. Emmerich was een Augustijner kloosterzuster. Ze werd in Duitsland geboren in 1774 en had een leven vol lijden. Zij droeg de stigmata van de Heer en overleed in het jaar 1824.

Profetie 17

4 oktober 1820. Toen ik de Kerk van Sint Pieter zo in verval zag en ook de wijze waarop zo velen van de clerus met zichzelf bezig waren aan dit werk van vernietiging [niemand van hen deed dit openlijk voor de anderen], was ik zo verward dat ik het met volle kracht uitschreeuwde tot Jezus, waarbij ik zijn genade afsmeekte. Toen zag ik Hem voor mij, de Hemelse echtgenoot en hij sprak gedurende een lange tijd tot mij. Hij zei, samen met anderen dingen, dat deze overbrenging van de Kerk van de ene plaats naar de andere, betekent alsof het lijkt dat deze in volledige aftakeling is. Maar ze zou opnieuw opstaan, ook al zou er slechts één katholiek overblijven. De Kerk zou opnieuw overwinnen, omdat ze niet is gebouwd op menselijk advies en intelligentie. Er werd mij eveneens getoond dat er bijna geen Christen meer over was, in de ware betekenis van het woord.

Vertaling: Chris De Bodt

13. Recente heiligenlevens

Carla Ronci. Italië, kleermaakster [1936-1970] [3/6]

Carla studeerde voor kleermaakster. Ze werd heel bedreven en voerde dit beroep een aantal jaren uit. Ze maakte ook kledij voor zichzelf en leden van haar gezin.  Door haar vaardigheden kleedde ze zich elegant in bescheiden ontwerpen, gemaakt van eenvoudige materialen. Haar vrije tijd bracht ze door in de winkel van haar ouders, of ze hielp bij de activiteiten van de Katholieke Actie.

Tijdens het Heilige Jaar begon Carla een dagboek bij te houden, dat ons de vooruitgang van haar spiritualiteit toont, en de graad van perfectie die ze bereikte. Het toont ons ook dat ze in 1956 geconsecreerd werd aan de Heilige Moeder, volgens de manier van de H. Louis Grignon de Montfort.

Op 3 februari 1958, toen ze tweeëntwintig jaar was, werd ze aanvaard als aspirante bij de Ursulinenorde. Jammer genoeg bleef ze slechts vier maanden bij de nonnen, en keerde dan omwille van haar gezondheid terug naar huis. De nonnen hadden eveneens de beslissing genomen dat ze geen roeping had binnen hun orde. De terugkeer naar huis was, zonder twijfel, een hele teleurstelling voor Carla, die het als de wil van God aanvaardde.

Bron: Joan Carroll Cruz

Vertaling: Mario Lossie

14. Ongeschonden Lichamen: Jean-Marie Vianney [8/9]

Door de talrijke verhalen over zijn helderziendheid en wonderbaarlijke gebedsverhoringen werd pastoor Vianney de populairste biechtvader die Frankrijk ooit gekend heeft. Natuurlijk wekte die populariteit ook afgunst bij zijn collega's, die hun biechtelingen aan hem kwijt raakten. Al snel werd het kleine dorpje een nationaal bedevaartsoord; in 1855 kwamen er al 20.000 mensen naar Ars om een glimp van de vergeestelijkte priester op te vangen.

Bij leven werd de pastoor van Ars al als een heilige vereerd. Gedurende de laatste tien jaar van zijn leven hoorde hij 16 tot 18 uur per dag biecht. De bisschop verbood hem zelfs deel te nemen aan de jaarlijkse priesterretraite omdat er zoveel mensen op hem rekenden. Hij kreeg te horen: "Andere missionarissen zoeken de zondaars op in verre landen; maar hier lopen de zondaars achter u aan".

Zijn benoeming tot lid van het Legion d' Honneur beantwoordde hij met: "Gaat het om geld voor de armen? Als de armen er niets mee verdienen, zeg dan maar tegen de keizer [Napoleon III] dat ik er geen prijs op stel." Hij weigerde ook te betalen om het hem per post gezonden ereteken in ontvangst te nemen.

15. Tekens: Latijns Amerika gaat voor nieuwe unie zonder VS en Canada. Macht VS brokkelt verder af.

De landen van Latijns Amerika en de Caraïben hebben op hun tweedaagse top van staats- en regeringsleiders in het Mexicaanse Cancun beslist om een nieuwe statenorganisatie voor de regio op te richten. In die nieuwe organisatie is geen plaats voor de VS en Canada.


Felipe Calderon, president van Mexico

33 landen zullen deel uitmaken van de nieuwe organisatie, die een alternatief moet bieden voor de door Washington gedomineerde OAS [Organisatie van Amerikaanse Staten] Het nieuwe kind heeft, zo zei president van Mexico Felipe Calderon, vooralsnog geen naam. Bij de volgende topontmoetingen, volgend jaar in Venezuela en in 2012 in Chili, zal het overleg over naam en vooral inhoud worden voortgezet.

23-02-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.23 februari 2010
23 februari 2010

1. Medjugorje: Statistieken januari 2010

Aantal uitgedeelde communies: 41.000
Aantal concelebrerende priesters: 866 [27/dag]

2. A.C. Emmerich: Het bitter lijden van Onze Heer Jezus Christus. [Aflevering 106]

Hoofdstuk 3. Annas en Caïphas

De verloochening van Petrus

Toen Petrus het atrium verlaten had, werd hij opgemerkt door een dienstmaagd, die tot enkelen in de buurt zei: "Deze hier was eveneens bij Jezus van Nazareth." En zij keerden zich om en vroegen Petrus: "Ben jij niet één van zijn discipelen geweest?" Toen werd Petrus nog meer verward en bevreesd en hij verklaarde met zoveel klem als hij kon aanzetten: "Waarachtig, dat ben ik niet geweest. Ik ken die mens niet!"

Hij haastte zich thans naar het plein tot vóór het hof. Hij had daar bekenden van hem over de muur zien kijken en wou hen waarschuwen. Hij weende en was vol angst en droefheid om Jezus, dat hij nauwelijks dacht aan zijn verloochening van de meester. Op het plein bevonden zich vele mensen, onder wie verschillende vrienden van Jezus. Zij mochten niet binnen in de ommuurde hof, maar Petrus mocht er wel uit. De mensen die buiten moesten blijven, beklommen de muur, ten einde toch iets te zien en te horen, en Petrus vond hier een aantal discipelen, die de ongerustheid uit de grotten van de Hinnomberg hierheen had gedreven.

Zij kwamen zelf dadelijk naar hem en vroegen onder tranen om nieuw, maar hij was zo hevig bedroefd, en was zo bang om zich te verraden, dat hij hen slechts met weinig woorden de raad gaf om deze plaats, waar het gevaar hen bedreigde, te verlaten. Hij wendde zich aldus van zijn vrienden af en liep treurig in het rond en de discipelen verlieten ijlings weer de stad. Zij waren zo met zijn zestienen, allemaal van de vroegste leerlingen van Jezus. Tot de groep behoorden Bartholomeüs, Nathanaël, Saturninus, Judas Barsabas, Simeon, die later bisschop van Jeruzalem werd, Zacheus en Manachem, de profetische, blindgeboren jongeling die door Jezus was genezen.

Petrus had rust, noch duur. De liefde tot Jezus dreef hem terug naar het hof die het huis omgaf en men liet hem binnen, terwijl Nicodemus en Jozef van Arimathea hem in het begin toegang hadden verschaft. In het atrium trad hij echter nu nog niet binnen. Hij ging rechts, langs het huis, naar de deur van de grote zaal, waarin de bende juist Onze Heer aan het rondslepen was. Petrus naderde schuw, en hoewel hij voelde dat hij als verdacht in het oog werd gehouden, drong hij toch door het gepeupel heen, dat de ingang vulde, want zijn angst om Jezus liet hem niet los. En de Heer, die met de vuile strokrans op het hoofd, voorbij de grinnikende raadsleden werd gesleurd, zag Petrus staan en wierp hem een ernstige, waarschuwende blik toe en Petrus voelde zich gebroken van smart.

3. Biografie Heilige Jean-Marie Vianney [Aflevering 106]

Preken

"Vader," zeggen ze tot hun priester; "ik kom bij u te biechten omdat onze pastoor te zwaar te hand is. Hij wil ons beloften laten doen die we niet kunnen volbrengen. Hij wil van ons heiligen maken, maar dat gaat niet zo gemakkelijk in deze wereld. Als het aan hem lag, mochten we geen voet meer in een danszaal of een herberg zetten. Heb je een of andere minder goede gewoonte, dan geeft hij je eenvoudingweg geen absolutie, voor je er volledig afstand hebt van gedaan. Wanneer dat allemaal eerst moet gebeuren, kunnen wij nooit onze Pasen houden! Mijn ouders zijn erg godsdienstig en ze sporen me steeds meer aan om mijn plichten te vervullen. Ik wil alles doen wat ik kan. Maar je kunt toch niet beloven dat je nooit meer in amuzementsaangelegenheden zult komen. Je weet immer van tevoren niet im wat voor omstandigheden je verzeild raakt."

"Tja," zegt de biechtvader tenslotte, om de tuin geleid door die mooie woorden, "ik hoor dat jullie pastoor een beetje aan de strenge kant is. Bid maar een akte van berouw, dan zal ik je de absolutie geven en probeer voortaan verstandig te leven."

Dat wil zeggen: buig het hoofd, ge gaat het aanbiddellijk bloed van Jezus Christus vergieten. Ge gaat God verkopen zoals Judas Hem verkocht heeft aan zijn beulen en morgen zult ge communiceren of beter, zult ge hem aan het kruis slaan. Is het niet ontstellen? Ma ga, eerloze Judas, ga naar de heilige tafel en brenh uw God en uw Redder ter dood! Laat uw geweten schreeuwen, probeer alleen uw wroeging zoveel ge kunt te onderdrukken ... Maar broders, ik ga te ver, kom, we laten die arme blinden achter in hun duisternis.

Ik denk, broeders, dat gij nu zult weten in welke staat en lauwe ziel verkeert. Wel, kijk eens hier: een lauwe ziel is nog niet volkomen dood in de ogen van God, omdat het geloof, de hoop en de liefde, waaruit haar geestelijk leven bestaat, nog niet geheel en al afgestorven zijn. Maar het is een geloof zonder ijver, een hoop zonder standvastigheid, een liefde zonder gloed ...

Vertaling: Chris De Bodt

4. Nicky Eltz en Maria Simma: Get us out of here!! [Aflevering 104]

Hoofdstuk 12. Priesters en zusters

Nicky: U legt een grote nadruk op het vertrouwen op de Maagd Maria om mensen naar Jezus te leiden. Merkt u enig verschil tussen Mariale priesters en deze die, zoals u zegt, modern zijn geworden en die onverschillig staan tegenover Maria?
Maria: O ja! Ik kan al vlug een Mariale priester herkennen. Ze zijn buitengewoon veel vriendelijker, nederig, boetvaardig, liefdevol en beschermend als de anderen. Zij worden sterk in hun nederigheid, en in hun sterkte worden hun vruchten veel duidelijker dan de priesters die hun werk doen zonder Haar. Zij hebben ook veel minder problemen met het celibaat en komen, met Onze Lieve Vrouw aan hun zijde, tot de ervaring dat enorme genaden samengaan met het celibaat. Het is Zij die met onze hulp op satans hoofd trapt. Dit is niet alleen maar louter symboliek, maar het is zo. De duivel vlucht voor Haar en voor Haar priesters. Mariale priesters en het Mariale leger van gewone mensen rond hen zullen uiteindelijk de mensheid redden en niets minder dan dat! En dit zal gebeuren met de overwinning van het Onbevlekte Hart van Maria.

Nicky: Zo heeft de wereld een openlijke Mariale Paus en een Mariaal leger van priesters en leken die dit leger zullen leiden naar de Triomf van het Onbevlekte Hart van Maria. Als de mensen zich bij de Heilige Vader en Zijn Mariaal leger wensen te voegen, wat is dan de beste manier voor hen om dit te doen? Wat kunnen de mensen het beste doen voor de overwinning van het Onbevlekte Hart?
Maria: Door te beginnen met bidden, door te beginnen met naar de boodschappen van Medjugorje te leven en door zichzelf en hun families op te offeren aan het Onbevlekte Hart van Maria.

Bron: Nicky Eltz

Vertaling: Chris De Bodt

5. Film: Don Bosco [9/21]

Don Giovanni Bosco [Castelnuovo Don Bosco, 16 augustus 1815 - Turijn, 31 januari 1888] was een Italiaanse priester. Hij werd geboren als zoon van een arme boer die met hard werken zijn kost verdiende. In 1817 stierf zijn vader. Op tienjarige leeftijd had hij in een droom "de jeugd" als werkterrein gezien. Die droom is verschillende keren teruggekeerd. De jeugdjaren van Don Bosco waren niet gemakkelijk. Toch kon hij in 1841 na zijn studie priester worden. Tijdens zijn priesterschap leerde Don Bosco de trieste levensomstandigheden van de jongens kennen in de voorsteden van Turijn. Jonge mensen doolden door de straten, werkloos, verloren, tot het ergste bereid. Don Bosco wou een eind te maken aan die sociale wantoestanden. Het begon met een ontmoeting met een ontmoedigde jongen. De jongen bracht na een goed gesprek vrienden mee. Zo groeide een centrum waar de jongens terecht konden. Don Bosco probeerde goede arbeidsovereenkomsten af te sluiten tussen werkgevers, de jongens en hemzelf. Hij bouwde huizen, waar arme jongens konden uitgroeien tot geschoolde werkkrachten, eerlijke mensen en goede christenen. Don Bosco liet zich niet meeslepen in de politieke en sociale twistpunten van die dagen. Hij streefde naar het onmiddellijk haalbare. Daarvoor had hij de steun en de medewerking van iedereen nodig. Dankzij de hulpmiddelen van velen heeft hij de armen goed gedaan. Op aanraden van minister Rattazzi en Paus Pius IX stichtte hij de Salesianen van Don Bosco en de Zusters van Don Bosco. Zo groeide het werk van Don Bosco voor jongeren wereldwijd.

In Vlaanderen kan men onderwijs volgen bij een twintigtal Don Bosco-instellingen waarvan er enkele aan de studenten slaapgelegenheid bieden. Men verblijft er op het internaat. In Volendam (Nederland) staat het Don Bosco College, een scholengemeenschap die naar Giovanni Bosco is vernoemd. In Amsterdam is de Don Bosco-buurt, een gedeelte van de wijk Watergraafsmeer. Dat gedeelte is genoemd naar een speeltuin die van de oprichters en buurtbewoners de naam Don Bosco kreeg. In 1934 werd Giovanni Bosco heilig verklaard. Zijn sterfdag, 31 januari, is tevens zijn feestdag.

Dit drama uit 2004 staat onder regie van Lodovico Gasparini. Acteurs zijn onder meer Flavio Insina, Lina Sastri, Charles Dance, Daniel Tschirey, Fabrizio Brucci, Lewis Crutch en Brock Everitt-Elwick.


6. Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 25: Geheime martelaren [Aflevering 157]

Je kon de verschijnselen volgen van Pisa tot Segovia. De oorlog was inderdaad begonnen en werd erger. De Heilige Moeder was een vriendelijke, maar ook een meedogenloze strijdster. Ze nam nog steeds zwarte heidense bomen terug en steunde haar Kerk met haar verschijningen. Naarmate het pausschap door onrust overspoeld werd, inspireerde haar muziek grote componisten en werd in vele delen van het wankelende Europa het Angelus samen met het luiden van de klokken opgezegd. De pogingen van hen die de leer van haar Onbevlekte Ontvangenis verwierpen - omdat ze toegelaten hadden dat het hyperrationalisme een wat als een spiritueel instituut beschouwd werd besmette, en omdat ze de Kerk in een intellectuele richting wilden sturen, wat nooit de bedoeling was geweest van Christus, een mysticus, werden verijdeld door Maria’s mirakels en door een diep, onuitroeibaar instinct van de gelovigen. Wat de nieuwe academici dan ook mochten beweren, en hoe ze het dan ook mochten uitdrukken, er was iets buitengewoon en alles overtreffend aan de naam Maria zelf. Wanneer de gelovigen om haar hulp baden, antwoordde ze.

De mensen wisten dat het mysticisme, en niet de theologie, de basis was van het Christendom. Maria was er om te onderwijzen. Ze was er om de gewone mens, die gebrek had aan leiding van een verdeelde en geïntellectualiseerde Kerk, te helpen. Ze bracht de nagedachtenis aan haar Zoon als een constante herinnering, samen met de Heilige Geest, Die jammer genoeg ontbrak in de sensualiteit van Avignon en Rome, waar zoals Butler’s Leven der Heiligen zei: "openlijke diefstal, geweld en onzedelijkheid heersten, de kerken verwaarloosd werden, en de mensen genegeerd werden behalve om hen uit te buiten."

Maria verscheen ook in Toledo, Spanje, en bij Cell Mor in Tir Bruin, Ierland, "sprak" er een beeldje van haar.

In Nederland verscheen Maria in een droom aan een vrouw die een beeldje van haar had bespot en vroeg: "Waarom noemt gij mij lelijk, ik die mooi ben en in de eeuwige hemel woon? Neem je toevlucht tot mij zodat je je lijden moge overwinnen en eveneens de hemel verdienen."

Bron: Michael Brown

Vertaling: Mario Lossie

7. Onze Lieve Vrouw van Belpasso (Deel 3, Aflevering 66/68)

Verslagen van Rosario Toscano

Tweede verslag [Rots van Belpasso]: 11 mei 1999

De vrede die komt

Wie zich mijn eerste verslag herinnert, waarin ik heb vermeld dat satan, die deze eeuw ter beschikking had om de mensheid met lijden te treffen, zelfs nog erger zou tekeer gaan nu dat de tijd die hem is gegund bijna is beëindigd, wie zich deze woorden herinnert zal vandaag begrijpen wat ik heb bedoeld. Maar nu zeg ik zelfs meer: ik herinner aan de boodschap van 1 september 1987, toen Onze Lieve Vrouw heeft gezegd dat we, om onszelf totaal over te geven aan Haar Hart, moeten "bidden, veel bidden, minstens drie uur dagelijks, en vele Rozenkransen opzeggen ... daden van opoffering te doen om oorlogen in de wereld te vermijden." Ik herinner u ook aan de boodschap van 1 oktober 1987, toen Zij zei: "Wees dus voorbereid, want de tijd is nabij. Als u naar Mijn moederlijke raad luistert, zal er een periode van vrede komen en enkel gebeden kunnen voorzien in de zuivering van uw harten."

Nu, als samenvatting van al deze boodschappen over dit wezenlijke onderwerp, dat tot de belangrijkste hoort, vestig ik uw aandacht op de boodschap van 1 april 1987: "Ik herinner u aan het gebed, Ik wens bekering, vrede is nodig ... over de hele wereld. Wat kan er u redden als er geen vrede heerst? Gods genade zal de gelegenheid zijn of vergiffenis te vragen, om te vragen om vrede te bekomen binnen onszelf en om het daarna uit te stralen naar de wereld toe, uw naaste. Ik wens dat u zich opnieuw toewijdt en u toevertrouwt aan Mijn Hart. Ik wil dat elke eer en glorie gaat naar het Heilig Hart van Mijn Zoon, omdat Hij u de Verrijzenis heeft geschonken. Wees van niets bevreesd, omdat God met u is en Zijn goedheid zal u van niets beroven. Zijn goedheid zal u beschermen van het kwade, maar u moet steeds nederige dienaars zijn. Lieve kinderen, u moet uzelf aan God geven, omdat de mensheid verschrikkelijke straffen staan te wachten." Ik vroeg Haar wat me moeten doen, en Zij antwoordde: "Verzaak aan de zonde. Gebed is nodig, de Heilige Communie, boete: verlang naar dit alles. Liefde, en de Heer zal zijn genade en barmhartigheid over u doen stromen, uw harten en uw zielen vullen met vrede." Ik antwoordde terug dat we allen vrede willen, maar Zij repliceerde: "Wensen allen is niet genoeg, het is ook nodig om dit in de praktijk om te zetten met uw naaste: liefde, vergevingsgezindheid, bidden ... en er zal vrede heersen." Hierin bevindt zich alles: alles wat men wenst te weten over de vrede, toevertrouwd aan het Onbevlekte Hart van Maria, kan in deze boodschap worden teruggevonden.

Vertaling: Chris De Bodt

8. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 58]

Hoofdstuk 4: Terug naar Taizé

Openheid en weigering

In het begin was het project van dominee Schutz door en door gemeenschappelijk en religieus. Maar vanaf eind 1944 kreeg de oecumene de bovenhand. Dat blijkt uit een brief van Max Thurian aan Couturier: "We hebben nagedacht en zeggen nu, na lang behoedzaam te zijn geweest, dat het past open en voluit te kiezen voor unionisme. Onze Kerk zal in ons vertrouwen."

Met ‘onze Kerk’ wordt uiteraard de hervormde Kerk bedoeld. Maar welk zin heeft unionisme? Doorgaans dacht men toen aan het katholieke project om de afgescheurde gemeenschappen weer te verenigen met de katholieke Kerk. Maar Roger Schutz en Max Thurian dachten daar niet aan. Een speciaal nummer van het tijdschrift Catholicité dat sprak over de christelijke eenheid, schreven de twee stichters een belangrijke bijdrage over hun opvatting aangaande eenheid. Indien ‘eens voorgoed moet verzaakt aan bekeersijver, dienen ook de organieke bekeringen te worden aanvaard, indien ze het voorbereide en nodige eindpunt vormen van een trage maar diepe spirituele evolutie.’ Maar het einddoel is de ‘tegenstellingen overschrijden’: alle geloofsbelijdenissen moeten ‘een bekering, een zuivering, een terugkeer naar Christus’ aanvaarden, om zo ‘de ware katholieke Kerk (universeel en oecumenisch), die van het Credo, in al haar waarheid en oerzuiverheid terug te vinden.’ In die opvatting is de Rooms-katholieke Kerk slechts een onderdeel van de ‘ware universele katholieke Kerk’ die nog komen moet. De betrekkingen van de jonge protestantse gemeenschap met de katholieke clerus werden daardoor moeilijker: openheid en weigering losten elkaar lang af, niet zonder wederzijdse illusies.

Kanunnik Dutroncy, aartspriester van de kerk van Taizé, was de gemeenschap, waarvan hij de leider onder de oorlog had leren kennen, genegen. Toen Broeder Roger hem vroeg om de oude romaanse kerk van Taizé te mogen gebruiken voor de diensten stond hij dat meteen toe. Maar enkele inwoners van het dorp en omgeving ergerden zich daaraan en in april 1945 waarschuwde de vicaris generaal van het bisdom Autun in Lyon: "De overste is een protestantse dominee en we zijn verplicht om hem het gebruik voor gemeenschappelijke oefeningen van een parochiekerk te weigeren." Deze eerste weigering ontmoedigde de Broeders niet, die toenadering zochten bij katholieke religieuze gemeenschappen. Begrijpelijk dat jonge ‘protestantse monniken’ in Taizé [zo worden ze weldra genoemd door de pers] veel te leren hadden bij congregaties met eeuwen ervaring religieus leven. De eerwaarde heren Couturier en Villain waren kostbare tussenpersonen.

Vertaling: Broeder Joseph

9. Jezus' tijdgenoten [aflevering 29]

Woordenboek: Letter A

Athrongaeus

Athrongaeus was een nederige herder, groot van gestalte en met een indrukwekkende fysische kracht. Met zijn vier broers, even gespierd als hij, wakkerden onder de politieke chaos die de dood van Herodes in 4 na J.C. teweegbracht een opstand aan. Hij riep zich uit tot koning, zette zich de koningskroon op en bestormde de legers van Herodes en Rome.

Hoewel herders in het Nieuwe Testament steeds als zeer nederige en goede mensen worden omschreven, waren ze een pest voor de gezagsdragers destijds, want ze kwamen dikwijls in opstand en waren regelmatig betrokken bij conflicten en gewelddadige acties. Josephus Flavius schreef dat er een zekere Athrongaeus streefde naar de troon: "Nu ook had een gewone herder de onbezonnenheid om belust te zijn op de troon. Hij werd Athrongaeus genoemd en waarover hij hiervoor beschikte om dergelijke hoop te koesteren waren zijn vier broers, allen met een grote lichamelijke kracht en zonder vrees voor de dood.

Hij vertrouwde aan elk van hen een groep toe en gebruikte hen als generalen en satrapen voor zijn aanvallen, terwijl hijzelf, die zich tot koning had gekroond, zich met het 'echte' werk bezighield. Hun voornaamste doel was het doden van de Romeinen en de koningsgezinden, maar ook Joden waarbij er wat te rapen viel, ontsnapten niet aan hun aanvallen, als ze in hun handen vielen ...

Na zichzelf door deze voortdurende opstanden te hebben vereeuwigd, konden er uiteindelijk drie van hen worden opgepakt. De oudste door Archelaüs, de twee volgende door Gratus en Ptolemeus. Nadat de vierde met Archaelaüs voorwaarden had afgedwongen gaf ook hij zich over. Hiermee kwam er een einde aan hun opstanden die met een beetje kan vergelijken met huide guerillabewegingen.

Vertaling: Broeder Joseph

10. Eucharistische Mirakelen [Aflevering 36]

Het wonder van Regensburg, Duitsland [1257]

Tijdens het Hoogheilig Offer dacht de priester (wiens naam verloren is gegaan) na over de aanwezigheid van Jezus in de Eucharistie. Plotseling leek het alsof het lichaam aan het kruis van het hoofdaltaar tot leven kwam. Een hand van Onze Heer maakte zich los van het kruis, reikte naar voren en greep de kelk uit de handen van de priester! Geschokt en bang stapte de priester achteruit. Hij keek naar dit wonder en vroeg nederig vergeving voor zijn twijfel. Nadat de priester vergeving had gevraagd werd de kelk pas weer teruggegeven.

Na dit wonder kwamen groten groepen, vaak van grote afstanden, naar deze kerk. Met de vele giften werd de houten kapel vervangen door een stenen gebouw in 1260. Een tijdje nadat de stenen kapel af was werd de naam veranderd van Kapel van de Heilige Verlosser naar Kreuzkapel, ofwel Kruiskapel ter ere van de wonderlijke crucifix die daar word vereerd.

In 1267 werd er naast de stenen kapel een klooster gebouwd. Het werd toevertrouwd aan de Augustijnen, die het onderhielden tot het jaar 1803. In 1855 was kapel zo ver vervallen dat hij gesloopt moest worden. Omdat de mensen zo erg treurden om het verlies werd in de buurt een nieuwe kapel gebouwd. Er wordt beweerd dat tijdens de eerste wereldoorlog, echter, deze kapel is ontwijd.

11. Elizabeth Canori Mora [1774-1825]: Profetieën

Profetie 26

Vervolgens koos de heilige Petrus de nieuwe paus. De kerk werd opnieuw georganiseerd; religieuze orden werden hersteld, de prive-gezinnen van de gewone christenen werden door hun grote ijver voor de heerlijkheid van God de meest voorbeeldige gemeenschappen

Vertaling: Henk

12. A.C. Emmerich: Nog dertig profetieën

De zalige A.C. Emmerich was een Augustijner kloosterzuster. Ze werd in Duitsland geboren in 1774 en had een leven vol lijden. Zij droeg de stigmata van de Heer en overleed in het jaar 1824.

Profetie 16

De Kerk is in groot gevaar. We moeten bidden opdat de Paus Rome niet zou verlaten, want ontelbaar kwaad zou het gevolg zijn. Nu vragen ze iets van hem. De protestantse leer en deze van de afgescheurde Grieken zijn nu overal verspreid. Ik zie niet dat in Rome de Katholieke Kerk zo sluw wordt ondergraven dat er amper een paar honderd priesters overblijven die niet zijn misleid. Zij werken allemaal aan de vernietiging, zelfs de clerus. Een grote vernieling is nu op handen.

Vertaling: Chris De Bodt

13. Recente heiligenlevens

Carla Ronci. Italië, kleermaakster [1936-1970] [2/6]

Carla herinnerde zich, dat op veertienjarige leeftijd: "Ik hunkerde naar alles waarvan ik dacht dat het de leegte en de angst in mezelf zou opvullen; ik wilde mijn zintuigen verdoven met het ene pleziertje na het andere, maar tevergeefs." Haar biechtvader, Vader Napoleone, zei dat ondanks Carlas negatieve zienswijze op haar vroege leven, hij er van overtuigd is dat ze "haar morele onschuld ongeschonden hield."

Dan kwam het Heilige Jaar 1950, en haar "spirituele heropleving." Tijdens dat jaar ontmoette Carla een groep Ursulinennonnen, die zich toewijdden aan het helpen van verlaten kinderen en de armen. Deze ontmoeting had zo’n indruk op Carla, dat ze vond dat ze hetzelfde apostolaat moest opnemen, vooral nadat ze een missie in haar parochiekerk bijwoonde die haar leven veranderde. Haar moeder schreef: "Die avond zag ik dat mijn Carla volledig veranderd was; ik nam in haar onmiddellijk een zeldzame vreugde waar, gemengd met een rustige droefheid. Tot voor dat moment had ze genoten van plezier, reizen, tijdschriften lezen, dansen en films. Daarna verdwenen er heel wat andere zaken uit haar dagelijkse leven. Ze begon vaker naar de Mis te gaan, ze begon de sacramenten serieuzer te nemen, en behandelde mij, haar papa en haar kleine zus veel beter. Ze vroeg minder en minder om geld om naar de bioscoop te gaan, en ze werd meer en meer open naar anderen toe."

Bron: Joan Carroll Cruz

Vertaling: Mario Lossie

14. Ongeschonden Lichamen: Jean-Marie Vianney [7/9]

Zo is er het verhaal van het korenwonder: als er weer eens niets te eten is in het door hem gestichte weeshuis, gaat de pastoor naar de graanzolder, verzamelt daar de laatste korrels, legt er een relikwie in en begint met de kinderen te bidden. Als daarna een van de kinderen naar de zolder gaat, heeft de Voorzienigheid ervoor gezorgd dat het graan als een beek te voorschijn stroomt. De molenaar verklaart nog nooit zulke goede tarwe gezien te hebben.

Dergelijke vermenigvuldigingsverhalen zijn er ook met betrekking tot meel en wijn.

Ook in het hiernamaals kon de pastoor van Ars een blik werpen. Op een dag komt een dame in het zwart op doorreis in Ars. Haar man heeft zich onlangs het leven benomen. Als de pastoor haar ziet, roept hij: "Hij is gered! Hij is in het Vagevuur en u moet voor hem bidden. Tussen de brugleuning en het water heeft hij nog tijd gehad voor een akte van berouw".


22-02-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.22 februari 2010
22 februari 2010

1. Opnieuw gissingen rond uitstel zaligverklaring van Johannes Paulus II?

Vaticaanstad, 16 februari 2010.

Voormalige prefect van de Congregatie voor de Heilig- en Zaligverklaringsprocessen licht onenigheden toe

Diverse discussies worden aangewakkerd door onthullingen in een onlangs gepubliceerd boek door de postulator van het zaligverklaringsproces van Johannes Paulus II, waarbij een aantal kenmerken van de voormalige Paus in vraag worden gesteld.


Om deze onduidelijkheden op te helderen, heeft ZENIT gesproken met de José Saraiva Martins, de voormalige prefect van de Congregatie voor de Heilig- en Zaligverklarinsprocessen, die aanwezig was bij de voorstelling van het Italiaanse boek: "Waarom hij heilig is: De ware Johannes Paulus II, toegelicht door de Postulator van het Zaligverklaringsproces." [Uitgeverij Rizzoli]

In het boek verzamelt de Poolse postulator Mgr. Slawomir Ider, samen met journalist Saverio Gaeta, directeur van het tijdschrift "Famiglia Cristiana," diverse getuigenissen die details onthullen over Karol Wojtyla's leven.

Het boek bestaat uit drie delen:
  • "De Man," dat zijn meest menselijke eigenschappen behandelt
  • "De Paus," dat de nadruk legt op de belangrijkste momenten tijdens zijn pontificaat
  • "De Mysticus," dat zijn geestelijk gevoelsleven en zijn liefde voor de Eucharistie en de Maagd Maria beschrijft
De commentaren die door de diverse media worden geschreven gaan voor het merendeel over deze drie onderwerpen. Het eerste is de aangevoerde zelfkastijding van Wojtyla. Het tweede is een brief, geschreven in 1994, waarin de Paus verklaart afstand te zullen doen van zijn Pausschap, indien eer zich een ernstige belemmering zou opwerpen door zijn ongeneeslijke ziekte. De eindbeslissing liet hij echter over aan de kardinalen. Tot de brief van Joannes Paulus II was het vrijwel ondenkbaar dat een paus bij leven zou terugtreden. Het derde discussiepunt draait rond een open brief aan Ali Agca, de man de de Heilige Vader in 1981 poogde te vermoorden.

Zelfkastijding

Op een van de laatste bladzijden van het boek staat er een paragraaf dat, volgens sommige getuigen geraadpleegd door de postulator, aanwijst dat Paus Johannes Paulus II "zichzelf tuchtigde." Dit blijft hoe dan ook hypothetisch, gezien er tot op vandaag eigenlijk niemand werkelijk heeft gezien dat dit plaatsvond.

Het boek schrijft dat hij "in zijn kleerkast, tussen zijn soutanes, een bepaalde broeksriem hangen had, die hij aanwendde als zweep en die hij keer op keer ook meenam naar Castel Gandolfo."

De schrijver geeft geen verdere details: dit is enige beschrijving van dit controversiële onderwerp in het boek dat 192 bladzijden telt.

Een aantal journalisten denkt nu dat deze beweerde zelftuchtiging van Johannes Paulus II "het zaligverklaringsproces kan tegenhouden." Anderen verklaren dat deze strenge kastijding, die de Paus zich oplegde, het gevolg kan zijn van een "geestelijke onstabielheid."

Kardinaal Saraiva Martins legt echter aan ZENIT uit dat zelftuchtiging "niet meer dan een mooie uitdrukking van de Christelijke geest is, van het geloof van een persoon die wenst te zijn zoals Christus, die gegeseld werd."

ZENIT vroeg of dit soort praktijken nodig zijn om heiligheid te kunnen bekomen. De kardinaal antwoorde dat een heilige "zichzelf geestelijk moet kastijden," wat betekent dat hij steeds geestelijk in staat van boete en opoffering en in de mogelijkheid van lichamelijke en spirituele pijn moet kunnen zijn.

Hij voegde hier nog aan toe: "heiligheid houdt een duidelijk een grote heldhaftigheid in tijdens het leven, het betekent veel zelfontzegging en buitengewone wilskracht om Christus te kunnen imiteren. Het houdt een grote moed in. Het is een roep tot geestelijke voorbereiding en het opgeven van vele dingen, om te leven volgens de regels van het Evangelie.

In het geval van heiligen die zichzelf vrijwillig onderwierpen aan hevige pijnigingen, heeft dit gebruik niets vandoen met geestelijke onstabiliteit. De heiligen zijn in de eerste plaats heel normale personen, zoniet zouden zij geen heiligen zijn. Er zijn vele heiligen die aan kastijding deden en zij zagen dit als een wijze om hun lichaam onder beheersing te houden. Dit heeft niets te maken met psychologie."

Afstand nemen van het Pausschap

In een van de ondertitels uit het gedeelte dat handelt over "zijn pausschap," zegt Mgr. Oder, "Er is geen plaats in de Kerk voor een pauselijk emitariaat." In dit gedeelte van het boek verhaalt hij uitvoerig dat Johannes Paulus II zei dat "als hij het zou afstand doen van het pausschap, het enkel door de wil van God zou zijn. Ik zal niet diegene zijn die deze beslissing zelf zal nemen. De Heer heeft mij tot hier gebracht en het zal Hemzelf zijn die zal oordelen of beslissen wanneer deze dienst moet eindigen."

Het gedeelte bevat een eerder onuitgegeven brief, in 1994 geschreven door Johannes Paulus II, kort voor zijn 75ste verjaardag, de leeftijd waarop het Bisschoppen en Kardinalen is toegestaan om hun ontslag in te dienen. In deze brief haalt de Heilige Vader de mogelijkheid van ontslag uit zijn dienst aan in het geval van extreme lichamelijke en geestelijke belemmeringen, maar steeds in overeenstemming met Gods wil."

Over dit onderwerp zegt Kardinaal Saraiva Martins dat het boek "niets nieuws" hieromtrent heeft te vertellen. "Het is enkel een kwestie van het volgens van de regels van Paus Paulus VI, die zei dat hij zijn ambt niet kon opgeven tenzij hij leed aan een "ongeneeslijke ziekte," die hem geestelijk en lichamelijk onbekwaam zou maken om zijn verantwoordelijk nog verder op zich te nemen. Als dat het geval zou zijn geweest dat zou de Paus zich teruggetrokken hebben tot deken van het College der Kardinalen.

Eerbiedwaardig

Kardinaal Saraiva Martins vertelde ZENIT dat het recentelijk uitgeven van het boek geen reden is om het proces van zijn zaligverlaring tegen te houden of te versnellen, gegeven dat de Heilige Stoel op 19 december het decreet over zijn heldhaftige verdiensten publiceerde. Vanaf dat ogenblik werd aan de Paus Johannes Paulus II de titel eerbiedwaardig toegeschreven.

"Het eerste werk van de Congregatie voor de Heilig- en Zaligverklaringsprocessen, na het ontvangen van de documenten rond de kandidaat, is het bestuderen van de wijze waarop hij de Christelijke waarden in zijn leven verwezenlijkte, niet op een gewone wijze, noch een gewone vroomheid, maar een helfdhaftige vroomheid. Heldhaftigheid is wat Heiligen onderscheidt van andere Christenen."

De prelaat zei dat het enige wat ontbreekt voor Johannes Paulus II zijn titel als heilige het bewijs van een mirakel door zijn tussenkomst is dat tevens onverklaarbaar is door de wetenschap.

Getuigenissen

"In elk proces van zaligverklaring," bevestigde de kardinaal, zou het werk van de postulator enkel dienen te bestaan uit het verzamelen van informatie en getuigenissen die vroomheid van de kandidaat onderlijnen. Zijn mening telt niet tijdens dit verloop. De gegevens wordt uitsluitend bestudeerd door de Congregatie voor de Geloofsleer.

Met dit gegeven dat de postulator een neutrale persoon moet blijven, vroeg ZENIT of het niet onvoorzichtig is om een boek uit te geven, onder de titel "Waarom hij heilig is," terwijl deze persoon nog niet eens is zalig verklaard?

De voormalige prefect antwoordde hierop dat de postulator, op persoonlijk gebied, "kan zeggen wat hij wil en dat het niets te doen heeft met het verloop zelf, dit wil zeggen dat dit het verloop noch zal tegenhouden, noch zal bespoedigen."

Kardinaal Saraiva Martins zegt dat de titel van het boek eerder een antwoord is op de  roep van het volk dat, vanaf het ogenblik van de dood van Johannes Paulus II, met doeken en posters de straten rondliep met daarop de tekst: "santo subito, santo pronto."

Er wordt meer en meer naar 16 oktober 2010 uitgekeken als datum voor zijn zaligverklaring. Dit is de dag waarop hij in 1978 tot Paus werd aangesteld. Het is echter Paus Benedictus XVI die hierover het laatste woord heeft.

Artikel: Carmen Elena Villa

Vertaling: Chris De Bodt

2. Priester uit Polen die streed tegen het communistische regime, wordt zalig verklaard.

Jerzy Popieluszko, de Poolse priester die door commuistische agenten in 1984 werd vermoord, zal tijdens een plechtigheid in Warschau, op 6 juni door Aartbisschop Kazimierz Nycz worden zalig verklaard. Het proces voor de zaligverklaring werd in 1997 gestart door de Rooms-Katholieke Kerk. De zaligverklaring is de laatste stap vooraleer iemand heilig wordt verklaard.

Na zijn priesterwijding wordt Popieliszko aalmoezenier onder de staalarbeiders op de Noord-Poolse scheepswerf van Gdansk. Als in 1980 stakers onder leiding van elektriciën Lech Walesa weigeren om de werf te verlaten kijkt de wereld apathisch toe. De arbeiders eisen dat een priester op 15 augustus de heilige Mis komt opdragen. Hun keuze valt op Jerzy Popieluszko. Hij hoort die dag non-stop biecht.

Generaal Jaruzielski kondigt onder druk van de Sowjet-Unie de staat van beleg af. De verworven vrijheid wordt aan banden gelegd, kruisbeelden worden uit scholen verbannen. Jerzy Popieluszko’s maandelijkse ‘Mis voor het vaderland’ trekt vijftienduizend gelovigen. "Bestrijd kwaad met goed," roept hij.

In 1983 wordt Jerzy Popieluszko gearresteerd. In zijn huis worden zogenaamd "grondstoffen voor een bom" gevonden. Na ingrijpen van de aartsbisschop wordt hij vrijgelaten. Paus Johannes Paulus II zendt hem zijn rozenkrans.

Op 19 oktober 1984 wordt de auto met Jerzy Popieluszko wordt tot stilstand gedwongen. Hij probeert te ontsnappen, maar wordt mishandeld en geboeid. Dezelfde avond wordt zijn nog levende lichaam in de rivier de Wisia geworpen. Nadat zijn zwaar verminkte lichaam op 30 oktober 1984 wordt gevonden, overwinnen een half miljoen Polen hun angst en wonen ze de begrafenis bij.

3. A.C. Emmerich: Het bitter lijden van Onze Heer Jezus Christus. [Aflevering 105]

Hoofdstuk 3. Annas en Caïphas

De verloochening van Petrus

Toen Jezus plechtig had verklaard: "Ik ben het," Caïphas zijn mantel aan stukken reet en het geroep, "Hij is schuldig aan de dood," zich vermengde met het schimpen en tieren van het gepeupel, toen boven Jezus de Hemel der Gerechtigheid geopend was, de hel haar woede en de graven de gevangen geesten loslieten, toen alles vol angst en ontzetting was, vermochten Petrus en Johannes, die veel geleden hadden omdat zij stilzwijgend en zonder te kunnen ingrijpen, in uiterste spanning, de mishandeling van Jezus aanschouwden, niet langer te blijven staan waar zij stonden. Johannes ging weg, tegelijk met enkele getuigen en andere lieden, en snelde naar de Moeder van Jezus, die zich met de heilige vrouwen in Martha’s huis bevond, niet ver van de Hoekpoort, waar Lazarus te Jeruzalem een groot gebouw bezat.

Petrus kon er niet toe besluiten om hem te volgen. Hij was te zeer aan Jezus gehecht. Hij kon zich nauwelijks beheersen, weende bitter en probeerde nog om zijn tranen te verbergen. Op de plaats, die hij en Johannes hadden uitgekozen, wou hij niet blijven want door zijn doen zou hij zich verraden hebben, maar het was hem ook onmogelijk om zich anders heen te wenden zonder in het oog te vallen.

Hij ging in het atrium naast het vuur zitten, tussen de soldaten en de mannen van de straat, die af en toe gingen kijken naar de bespotting van Jezus en daarover allerlei slechte dingen ten beste gaven. Petrus hield zich stil, doch alleen reeds zijn toeluisteren en de uitdrukking van diepe droefheid op zijn gelaat, moesten hem bij Jezus’ vijanden verdacht maken. Nu kwam daar ook een poortwachtster naast het vuur staan, en stout, zoals snibbige vrouwen, mengde zij zich in het geklets en het geschimp over Jezus en Zijn leerlingen.

Zij keek Petrus aan en zei: "Ook jij bent een van de nalopers van de Galileër." Petrus, verward en bang, en in de vrees dat het ruwe volk hem zou mishandelen, antwoordde: "Vrouw, ik kem Hem niet, ik weet, noch begrijp wat gij bedoelt." Meteen stond hij op, want hij wou zich losmaken uit de kring en trad buiten het atrium en het was rond die tijd dat de haan kraaide vóór de stad. Ik herinner mij niet dit te hebben gehoord, maar ik voelde dat het kraaien thans aanving.

4. Biografie Heilige Jean-Marie Vianney [Aflevering 105]

Preken

En een ander zegt: "Ik geef je de verzekering dat ik helemaal geen Pasen hield, als mijn ouders er niet acher zaten. In de catechismus staat immers dat je de zonde en de gelegenheid tot zonde moet vermijden, wil je een goede biecht spreken. En daar voel ik niets voor. Eerlijk gezegd loop ik iedere keer in verlegenheid als het tegen Pasen loopt. Stond ik maar op eigen benen! Later zal ik zo dikwijls niet meer gaan. Dan zal ik een biecht spreken over mijn hele leven om alle biechten, die ik nu spreek, goed te maken. Anders zou ik niet gelukkig sterven."

"Wel," geeft zijn vriend hem te antwoord, "als ik jou was, ging ik weer naar dezelfde bij wie je tot nu toe hebt gebiecht. Die kent je het beste."

"Ik denk er niet aan! Ik ga naar de priester die me de vorige keer de waarheid gezegd heeft, omdat hij mij niet in het verderf wou storten."

Wat een flinke vent ben jij! Maar het maakt toch niets uit bij wie je gaat, want ze hebben allemaal dezelfde macht. Ja, zolang je gezond bent, heb je goed praten, maar als je ziek wordt, begin je er anders over te denken. Ik ben laatst bij iemand op bezoek geweest die zwaar ziek was. Hij vertelde mij dat hij nooit meer te biechten ging bij toegeeflijke priesters, die je schijnbaar willen redden, maar je in werkelijkheid de hel insturen.

Zo, mijn broeders, gedragen zich velen van deze arme blinden.

Vertaling: Chris De Bodt

5. Nicky Eltz en Maria Simma: Get us out of here!! [Aflevering 105]

Hoofdstuk 12. Priesters en zusters

Nicky: Kunt u mij een geval vertellen waarbij een priester begeleiding kreeg van hen?
Maria: Ja, dat kan ik. Een priester nabij Boedapest in Hongarije wou onlangs zijn kerk hernieuwen en er een klein klooster bij bouwen. Dus ging hij eerst naar de Bisschop vragen om hulp. De Bisschop vertelde hem dat hij mocht doen wat hij wou, maar dat hijzelf financieel niet zou bijdragen hiertoe. Daarop begon de goede priester te bidden en vroeg aan Onze Lieve Vrouw om hem te helpen via de Arme Zielen. Zo kwam hij naar hier en ik was vlug akkoord om met hem naar zijn parochie te gaan, zowel als de naar de overige parochies in het gebied. Binnen de twee weken na mijn terugkeer had hij 100.000 euro ontvangen voor zijn kerk en zijn klooster. De Arme Zielen hadden hem vlug beantwoord.

God helpt heel vlug dezen die vertrouwen op Onze Lieve Vrouw en in de hulp van de Arme Zielen.

Nicky: Ik ben er zeker van dat u veel beter weet dan ik dat vele seminaries leeg staan vandaag. Wat is hiervan de oorzaak en wat is de oplossing hiervoor?
Maria: De oplossing hiervoor is de terugkeer naar de nadruk op de geest van het gebed, opoffering en boete. Dan zouden de mensen in golven terugkeren. De zielen die zichzelf geroepen voelen om God te dienen op deze manier, weten heel duidelijk dat het gebed hun pad is en wanneer dat niet gevoed wordt, voor wat dienen dan uiteindelijk de seminaries? Indien ze dit zouden doen zou er een golf van inschrijvers ontstaan die verder zou reiken dan de weg en het zou niet langer nodig zijn om ongewijde handen toe te laten om de Heilige Communie uit te delen. Dit alleen al zou binnen de seminaries ieders geloof versterken en satan op een veel grotere afstand houden.

Bron: Nicky Eltz

Vertaling: Chris De Bodt

6. Film: Don Bosco [8/21]

Don Giovanni Bosco [Castelnuovo Don Bosco, 16 augustus 1815 - Turijn, 31 januari 1888] was een Italiaanse priester. Hij werd geboren als zoon van een arme boer die met hard werken zijn kost verdiende. In 1817 stierf zijn vader. Op tienjarige leeftijd had hij in een droom "de jeugd" als werkterrein gezien. Die droom is verschillende keren teruggekeerd. De jeugdjaren van Don Bosco waren niet gemakkelijk. Toch kon hij in 1841 na zijn studie priester worden. Tijdens zijn priesterschap leerde Don Bosco de trieste levensomstandigheden van de jongens kennen in de voorsteden van Turijn. Jonge mensen doolden door de straten, werkloos, verloren, tot het ergste bereid. Don Bosco wou een eind te maken aan die sociale wantoestanden. Het begon met een ontmoeting met een ontmoedigde jongen. De jongen bracht na een goed gesprek vrienden mee. Zo groeide een centrum waar de jongens terecht konden. Don Bosco probeerde goede arbeidsovereenkomsten af te sluiten tussen werkgevers, de jongens en hemzelf. Hij bouwde huizen, waar arme jongens konden uitgroeien tot geschoolde werkkrachten, eerlijke mensen en goede christenen. Don Bosco liet zich niet meeslepen in de politieke en sociale twistpunten van die dagen. Hij streefde naar het onmiddellijk haalbare. Daarvoor had hij de steun en de medewerking van iedereen nodig. Dankzij de hulpmiddelen van velen heeft hij de armen goed gedaan. Op aanraden van minister Rattazzi en Paus Pius IX stichtte hij de Salesianen van Don Bosco en de Zusters van Don Bosco. Zo groeide het werk van Don Bosco voor jongeren wereldwijd.

In Vlaanderen kan men onderwijs volgen bij een twintigtal Don Bosco-instellingen waarvan er enkele aan de studenten slaapgelegenheid bieden. Men verblijft er op het internaat. In Volendam (Nederland) staat het Don Bosco College, een scholengemeenschap die naar Giovanni Bosco is vernoemd. In Amsterdam is de Don Bosco-buurt, een gedeelte van de wijk Watergraafsmeer. Dat gedeelte is genoemd naar een speeltuin die van de oprichters en buurtbewoners de naam Don Bosco kreeg. In 1934 werd Giovanni Bosco heilig verklaard. Zijn sterfdag, 31 januari, is tevens zijn feestdag.

Dit drama uit 2004 staat onder regie van Lodovico Gasparini. Acteurs zijn onder meer Flavio Insina, Lina Sastri, Charles Dance, Daniel Tschirey, Fabrizio Brucci, Lewis Crutch en Brock Everitt-Elwick.


7. Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 25: Geheime martelaren [Aflevering 156]

Als Birgitta het bij het rechte eind had, was het de bevestiging dat het eindspel nu begonnen was. Het was het begin van de lange, grote en laatste strijd. Zou hij duizend of vijfduizend jaar duren? Er waren geen tijdsaanduidingen. Die zouden pas later komen. Maria zei niets over deze zaken. Ze sprak er in het geheim over. Ze verkoos tekens boven toespraken, actie boven woorden. Ze begon aan een speciale tussenkomst terwijl de Turken [een mengeling van de wilde Aziatische stammen] Delhi aanvielen en 100.000 mensen afslachtten.

Tegen 1390 hadden de Turken hun verovering van Klein Azië beëindigd en van daaruit trokken ze naar Damascus, Bagdad en Oost Europa.

Het was nu de beurt aan de Turken om de wereld uit te dagen, net zoals de Hunnen, Moslims en de Goten hem ooit hadden uitgedaagd. Ik kan de hele geschiedenis niet vertellen, want het overvalt ons met wreedheid. Evenals het mysticisme. Het Byzantijnse schilderij waarvan men dacht dat het door Lukas werd geschilderd en uit Jeruzalem naar Constantinopel en vervolgens Roethenië werd gebracht, was nu in Polen. Het was in gevaar voor plunderende Tartaren die herhaaldelijk het kasteel van Prins Ladislaus belegerden, waar het schilderij in een speciale kamer bewaard werd. Hoewel het getroffen werd door een pijl, nam Ladislaus het schilderij en bracht het naar de veilige stad Opala om het te vrijwaren voor meer schade. Onderweg stopte hij om een nacht te rusten in het ridderdorp Czestochowa en plaatste het schilderij tot ’s morgens in een kleine houten kerk. Toen Ladislaus op de morgen van 26 augustus 1382 z’n reis wilde verder zetten, weigerden z’n paarden te bewegen. Ze wilden de wagen niet voorttrekken. Ladislaus beschouwde dat als een hemels teken en besloot het beeldje in de kapel te laten, waar het wereldbekend zou worden als Onze-Lieve-Vrouw van Czestochowa.

Vier jaar later waren er ook verschijnselen in de buurt van het stille gehucht Dorschausen, Duitsland, waar een man rare muziek hoorde dat uit een opening in een dennenboom kwam. In de opening zat een verborgen afbeelding van Maria.

Bron: Michael Brown

Vertaling: Mario Lossie

8. Onze Lieve Vrouw van Belpasso (Deel 3, Aflevering 65/68)

Verslagen van Rosario Toscano

Tweede verslag [Rots van Belpasso]: 13 mei 1999

De vrede die komt

"Iedereen wenst vrede, maar een klein aantal maakt hier een gewoonte van, en een nog kleiner aantal doet dit op de juiste wijze."

Mijn liefste broers en zussen,

Op het einde van deze eeuw en aan de vooravond van het nieuwe millennium had ik mij nooit kunnen voorstellen om op deze wijze tot u te spreken, u die naar hier bent gekomen op deze meest plechtige dag, waarop we het Onbevlekte Hart van Maria, de Koningin van de Vrede, vereren en aanbidden.

Na mijn rapporten van 11 mei 1991 en 1 oktober 1993 (het betreft hier een mondelinge aanmaning die Rosario nooit heeft neergeschreven en om deze reden nooit de versies die later circuleerden heeft ondertekend, noch bevestigd) dacht ik dat er geen nieuwe woorden meer nodig waren om de gebeurtenissen uit te leggen van de laatste jaren van deze eeuw. Maar vandaag wenst de Goede Heer dat ik anders sta tegenover mijn stilte en terughoudendheid. En, tenzij Hij het anders voorziet voor de toekomst, denk ik dat er na dit rapport geen andere zullen komen. Ja, ik denk dat, de volgende keer, de geheimen voor zichzelf zullen spreken, maar heel zeker in tijden die nog moeten komen en die op voorhand zijn ingesteld door de Goddelijke Voorzienigheid.

Deze laatste jaren zijn gekenmerkt door vele, vele meestal pijnlijke, fatale, hatelijke, gewelddadige en dodelijke gebeurtenissen. Maar tegelijkertijd stond de Goddelijke Goedheid ook niet stil om de kinderen te troosten en heeft Hij, met de werking van de Heilige Geest, de wonden die zijn aangericht door de "prins van deze wereld," genezen. De twintigste eeuw in het geheel bekeken, is vooral gekenmerkt door het gevecht tussen de Geest van God en de "prins van deze wereld." Het heeft geen zin om dit alles, dat nog levendig in het geheugen is gegrift, op te sommen: de geschiedenis is iedereen gekend. En het is ook beter dat we deze geschiedenis niet vergeten, want hij die zich het verleden herinnert, erkent zijn eigen fouten en weet hoe en waarom ze te vermijden. Nu zitten we met een andere gruwel opgezadeld, die de waardigheid en de verhevenheid van de mensen van goede wil treft: een andere oorlog en opnieuw haat, geweld, vernietiging en dood.

Vertaling: Chris De Bodt

9. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 57]

Hoofdstuk 4: Terug naar Taizé

Haat baart haat

In 1945 stak er een ander probleem de kop op: de Duitse krijgsgevangenen, zowat 750 000, verspreid over tientallen kampen. De laatste komen eerst in december 1948 vrij. Velen werden opgevorderd om stranden te ontmijnen, bruggen en wegen weer op te bouwen, alsook voor andere openbare werken.

Twee kampen lagen in buurt van de gemeenschap. Een in Cormantin in de vroegere barrakken van een Jeugdwerkkamp drie à vier kilometer ten noorden van Taizé. Een ander in een oude fabriek nabij Cluny een tiental kilometer zuidwaarts van Taizé. Een vertegenwoordiger van het Rode Kruis had de eenheid Cluny enkele maanden na de opening bezocht en stelde vast dat de bevoorrading van de gevangenen ‘heel onregelmatig’ gebeurde: het ‘aantal calorieën [is] onvoldoende voor zwaar werkende elementen.’ Hij wees ook op ‘achterhouden van voedsel bij onvoldoende werken’ en klachten over de kampwachter, ‘een zekere Tette die de gevangenen slaat.’ Meer nog, ‘sinds november bij de opening van de eenheid was er voor de protestanten geen dienst meer gevierd.’

Dit rapport van 1946 stemt overeen met de herinneringen van Broeder Roger. Gezien de situatie kreeg hij de toelating de gevangenen naar Taizé te laten komen op zondag voor ‘een kort gebed en met hen een beetje voedsel te delen, dat bijna onvindbaar was’. Wanneer mogelijk vetrokken de gevangenen met nog wat voedsel op zak. Een onrechtvaardig en afschuwelijk voorval maakte diepe indruk op de stichter van Taizé: "zondag na zondag ontwaarde ik al gauw onder die Duitse gevangenen een jong katholiek priester vol rust en uitstraling. haat baarde haart in die tijd, meer dan ooit. Op een dag gaven enkele echtgenotes van Franse verbannen soldaten die in Duitse concentratiekampen gedood werden uit wanhoop de schuld aan Duitse gevangenen. Ze troffen juist deze jonge gevangen priester. Zeer verzwakt bezweek hij. In zijn laatste uren had hij niets dan woorden van vrede, liefde en verzoening op de lippen."

Vertaling: Broeder Joseph

10. Jezus' tijdgenoten [aflevering 28]

Woordenboek: Letter A

Aristobulus III

Aristobulus III [53 v. Chr. - 35 v. Chr.] was de laatste Hasmonische hogepriester. Hij had zijn benoeming te danken aan een complot door zijn moeder Alexandra opgezet met behulp van Cleopatra, koningin van Egypte, tegen Ananel die door Herodes de Grote tot hogepriester was aangesteld. Marcus Antonius, echtgenoot van Cleopatra en overste van Herodes zette deze laatste onder druk tot hij toegaf. Zo kwam het dat in 35 v. J.C. Aristobulus, amper zeventien, de priesterlijke kleding van de hogepriester aantrok. De populariteit van de jonge Joodse prins maakte Herodes jaloers en deze organiseerde een ‘zwemongeluk’ in 35/34 v. J.C. dat Aristobul fataal werd.

Via zijn vader Alexander was hij een kleinzoon van Aristobulus II, via zijn moeder Alexandra van Hyrcanus II, de laatste heersers over de Joodse Hasmoneese staat. Hij is dan ook een zuivere afstammeling van de Joodse koningsdynastie. Sinds 63 v. Chr. was er echter een einde gekomen aan de Hasmoneese staat. Judea [waartoe ook Idumea en Samaria gerekend werden] was een vazalstaatje onder Romeins gezag geworden.

Aristobulus verschijnt voor het eerst op het politieke toneel kort nadat de Idumeeër Herodes de Grote een staatsgreep van Antigonus [Aristobulus' oom] heeft neergeslagen en als dank daarvoor van de Romeinse Senaat de koningstitel krijgt [37 v. Chr.] Herodes had namelijk als hogepriester een zekere Ananel benoemd, uit een familie die voorheen geen rol had gespeeld in de Jeruzalemse elite. Vóór de staatsgreep van Antigonus had Aristobulus' grootvader Hyrcanus II dit ambt echter bekleed. Aristobulus' moeder Alexandra, die door Herodes' huwelijk met Aristobulus' zus Mariamne tevens de schoonmoeder van Herodes geworden was, was het echter niet met die benoeming eens. Door zowel via Mariamne als via Cleopatra en Marcus Antonius druk uit te oefenen op Herodes wist zij gedaan te krijgen dat de benoeming van Ananel ongedaan gemaakt werd, en dat Aristobulus het ambt van hogepriester kreeg [35 v. Chr.].

Aristobulus was erg populair onder de Joden, niet in de laatste plaats vanwege zijn afstamming. Volgens Flavius Josephus was hij bovendien een lange, knappe en charmante man. Aristobulus' populariteit maakte Herodes achterdochtig, zodat hij een uitgebreid spionagenetwerk liet opzetten rondom hem en zijn moeder. Hij verdacht hen ervan op termijn een staatsgreep te willen plegen. De druk op Aristobulus en zijn moeder werd al snel zo groot, dat zij van plan waren uit te wijken naar het Egyptische hof van Cleopatra VII. Toen Herodes dit geheime plan echter ontdekte, voedde dit zijn achterdocht alleen nog maar meer. Voor Aristobulus de wijk had kunnen nemen, liet Herodes hem verdrinken in een van de zwembaden van het Hasmoneese winterpaleis bij Jericho, waar zijn schoonmoeder op dat moment een feest gaf.

Vertaling: Broeder Joseph

11. Eucharistische Mirakelen [Aflevering 34]

Het wonder van Regensburg, Duitsland [1257]

Vele jaren lang waren er in Regenburg (officieel Ratisbon geheten) twee kapellen met dezelfde naam, De Heilige Verlosser, en beide kapellen hebben een interessante geschiedenis in verband met het Gezegend Sacrament.

De oudste kapel werd opgericht in het jaar 1255. Op 25 maart van dat jaar, dit was op Witte Donderdag, bracht een priester met de naam Dompfarrer Ulrich von Dornberg de Eucharistie bij de zieken van de parochie. Hij kwam bij een kleine stroompje, Bachgasse, en stapte voorzichtig op de plank die als brug over het water diende. Hij gleed uit en liet de ciborie, die hij droeg, vallen. De Hosties vielen uit de ciborie en lagen over de banken van de stroom. Met enige moeite verzamelde hij de Hosties.

De parochianen, toen ze hoorden van dit ongeluk, besloten om een kapel te bouwen op de plek waar de Hosties waren gevallen, om de schade gedaan aan het Heilige Sacrament [ook al was het een ongeluk] te herstellen. Meteen werd begonnen met de bouw van een houten kapel die drie dagen later af was op 28 maart. Bisschop Albert van Regensburg noemde de houten kapel de kapel van de Heilige Verlosser en wijdde de kapel op 8 september 1255. Het wonder van Regenburg gebeurde in deze kapel twee jaar later.

12. Elizabeth Canori Mora [1774-1825]: Profetieën

Profetie 25

Deze goede en fanatieke christenen betuigden hem het diepste respect, prezen God en bedankten de Apostelen voor hun bevrijding uit de gemeenschappelijke vernietiging en voor de bescherming van de Kerk van Jezus Christus door het niet toe te laten deze te besmetten met de valse stelregels van de wereld

Vertaling: Henk

13. A.C. Emmerich: Nog dertig profetieën

De zalige A.C. Emmerich was een Augustijner kloosterzuster. Ze werd in Duitsland geboren in 1774 en had een leven vol lijden. Zij droeg de stigmata van de Heer en overleed in het jaar 1824.

Profetie 15

27 september 1820. Ik zag betreurenswaardige dingen: ze gokten, dronken en praatten in de kerk. Er waren ook hofdames. Allerlei gruwel werd hier bedreven. De priesters lieten alles toe en vierden de Mis in grote oneerbiedigheid. Ik zag dat slechts weinigen onder hen nog godvruchtig waren en een klare kijk hadden op de zaken. Ik zag ook Joden onder het kerkportaal. Al deze dingen brachten mij in grote verwarring.

Vertaling: Chris De Bodt

14. Recente heiligenlevens

Carla Ronci. Italië, kleermaakster [1936-1970] [1/7]

Carla Ronci was een mooi meisje die van het leven en de mensen hield. De talrijke foto’s die we van haar hebben, tonen haar met een brede glimlach die een vreugdevolle en innemende persoonlijkheid onthuld. Ze was al zo tijdens haar kinderjaren in Torre Pedrena, als dochter van Mario en Iolanda Ronci, die een groenten- en fruitwinkel hadden. Ze werd geboren op 11 april, en ten gepaste tijde deed ze haar Eerste Communie en ontving ze het H. Vormsel.


Haar tijdsgenoten herinneren haar als levendig en ondeugend, vriendelijk en hartelijk, wilskrachtig, beleefd en soms irriterend. Haar leraar uit het derde leerjaar herinnerde haar als een voorbeeldige leerlinge, vriendelijk, hartelijk, goedhartig, en ijverig. Maar Carla herinnerde zich haar kinderjaren anders. Ze schreef:

"Ik ga in gedachten terug naar mijn verleden ... maar ik kan het voor u niet verbergen dat het me pijn doet, wanneer ik me herinner wat er in die dagen gebeurd is, vooral tot mijn veertien jaar. De zonden die ik begaan heb, en de slechte daden die ik verricht heb. Reeds op vroege leeftijd begon ik naar dansavonden en de bioscoop te gaan. Ik las ondeugende tijdschriften en vertoefde in slecht gezelschap. Je kan je wel voorstellen hoe mijn ziel er uit zag onder de leiding van zulke ‘leraars’, en wat er zou gebeurd zijn als de Heer, in Zijn goddelijke genade, me niet uit de klauwen van het kwaad had gerukt, want dat was waar ik in verzeild geraakt was... Tot de leeftijd van tien jaar, heb ik een vage herinnering dat ik een klein meisje was die noch heel braaf, noch heel stout was. De vier daaropvolgende jaren echter, zondigde ik en ik besefte dat ik verantwoordelijk was voor wat ik deed, want de Heer liet Zijn aanwezigheid voelen door voortdurend mijn geweten te prikkelen."

Bron: Joan Carroll Cruz

Vertaling: Mario Lossie

15. Ongeschonden Lichamen: Jean-Marie Vianney [6/9]

Langzamerhand begonnen er van overal bedevaartgangers naar hem toe te komen voor geestelijke bijstand en het sacrament van de biecht. (Op den duur werden er in Lyon voor de reis naar Ars zelfs kaartjes verkocht die een week geldig waren.) De pastoor doorzag zijn biechtelingen en voelde de problemen van de mensen aan, ook als hij ze maar een ogenblik geobserveerd had.

Na enkele jaren was het hele dorp veranderd in een geestelijk welvarende parochiegemeenschap. Binnen tien jaar waren alle dorpskroegen gesloten en het vloeken, een geliefde bezigheid in Ars, was ook verdwenen. Het dorp voer er ook materieel wel bij.

Biografen vertellen verschillende wonderen: Jean ontving geregeld onverwacht geldelijke steun en voedsel voor zijn weeskinderen; hij bezat de gave van profetie en kon zieken genezen, vooral kinderen.


19-02-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.19 februari 2010
19 februari 2010


18-02-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.18 februari 2010
18 februari 2010

1. Medjugorje: Retraitekasteel Onze Lieve Vrouw van het Heilig Hart
[9/10]

Beelden uit een Iers Klooster

Waarom gaven ze het bouwwerk deze naam? Jarenlang vroegen Patrick en Nancy Latta aan Maria om hen de titel te willen onthullen die Ze verkoos om te worden vereerd voor het Retraitehuis. Uiteindelijk kregen zij een antwoord toen het Klooster van de Zuster van Onze Lieve Vrouw van het Heilig Hart de deuren sloot de Blackrock, Dublin. De beelden van Onze Lieve Vrouw van het Heilig Hart en het Heilig Hart van Jezus werden aan de deur geleverd. "Wij kozen haar niet, ze koos ons." Zuster Anne Marie van het klooster van Dublin had tranen van geluk in de ogen omdat hetzelfde beeld van Onze Lieve Vrouw, dat ze in haar eigen klooster veertig jaar lang met bloemen had versierd, niet "opgeborgen" werd, maar vereerd werd te Medjugorje. Zij legde ons uit dat Onze Lieve van het Heilig Hart "de hoop is van de hopelozen" en dat een Missionaris van het Heilig Hart, Vader Jules Chevalier, Onze Lieve Vrouw in 1854 voor het eerst vereerde met deze titel. Door Paus Pius X werd dit bevestigd als een "meest eerbare titel voor de Gezegende Maagd omdat het haar nauwkeurig omschrijft en de leer deze titel reeds zo oud als de Kerk acht," voegt Nancy hier aan toe.





Een bijzondere plaats voor verering werd voor Haar voorbehouden en de eerste bidkapel in het Retraitehuis werd aan Haar opgedragen. Meerdere malen verscheen de Koningin van de Vrede hier in de bidkapel aan Marija Pavlovic. De eerste keer was dit ter gelegenheid van het Feest van Maria Koningin in 2003, nog een keer tijdens het Jeugdfestival en ook had Marija nog een verschijning in de tuin, bij het beeld van het Heilig Hart van Jezus, op 19 april, de verjaardag van Patrick ...

Patrick heeft steeds gezegd dat hij naar Medjugorje wou verhuizen om buur te worden van de Moeder van God. De Heilige Maagd aanhoorde zijn gebeden en heeft hem antwoord gegeven.

Vertaling: Chris De Bodt

1. A.C. Emmerich: Het bitter lijden van Onze Heer Jezus Christus. [Aflevering 103]

Hoofdstuk 3. Annas en Caïphas

De bespotting van Jezus bij Caïphas

Terwijl Caïphas, na Jezus aan de krijgers te hebben overgeleverd, met zijn Raad de rechtszaal verliet, viel heel de bende boze dienaars, zoals een opgeschrokken zwerm wespen, Onze Heer op het lijf. Twee van de vier beulsknechten die waren meegegaan om de Heiland gevangen te nemen, hielden Hem nog steeds aan de touwen vast. Twee van de vier hadden zich verwijderd en werden door anderen afgelost. Reeds onder het verhoor hadden de krijgers en andere schurken hele klissen uit Jezus’ hoofdhaar en baard getrokken. Enkele goede lieden raapten heimelijk dat haar op van de grond en slopen er mee weg. Zij zijn het later echter kwijtgeraakt. Ook werd Jezus reeds onder het verhoor door de kwade bende bespuwd, talloze malen met de vuist geslagen, gestoken met stokken die van prikkel waren voorzien, en met naalden gestoken. Pas nu toch zouden de schandelijkste gemeenheden over de arme Jezus neerkomen.

De krijgers en de trawanten zetten Hem, spottenderwijze, verschillende kransen op het hoofd, die gevlochten waren uit bast of stro en rukten hem die kransen weer af, wat telkens opnieuw met nieuwe venijnige smaadredenen gepaard ging. Zij zeiden: "Ziehier de zoon van David, die zijn vaders krans heeft overgenomen." Een volgende keer klonk het: "Dit is meer dan Salomons tooisel," ofwel, "ziehier de koning, gesierd voor de bruiloft van zijn zoon," en zo hoonden zij niet enkel Onze Heer, maar tevens de Eeuwige Waarheid, die Hij tot het heil van de mensheid in gelijkenissen en anders had verkondigd.

Zij sloegen Hem met hun vuisten en stokken, duwden Hem van links naar rechts en bespuwden Hem op de afschuwelijkste manieren. Tenslotte maakten zij nog een krans van dik tarwestro, zoals het ginder gewonnen wordt, zetten Hem een hoge muts op, bijna zo hoog als een hedendaagse bisschopsmijter en hingen de strokrans over die muts, nadat zij Hem Zijn rok hadden uitgetrokken. Daar stond nu de arme Jezus, met niets dan een lendendoek en het scapulier aan het lichaam, maar ook dat scapulier rukten zij Hem af, en heeft het niet meer teruggekregen. Vervolgens deden zij Hem een oude, vodderige mantel aan, die van voor zo kort was, dat hij de knieën niet bedekte, en om Jezus’ hals legden zij een lange, ijzeren ketting die, zoals een stool, van Zijn schouders over de borst neerhing en tot de knieën reikte. Deze keten eindige in twee grote en zware, stekelige ringen, die Onze Heer bij het gaan en vallen smartelijk kwetsten.

2. Biografie Heilige Jean-Marie Vianney [Aflevering 103]

Preken

De schrikwekkende staat van een lauwe ziel

Als ik u vandaag spreek, broeders, over de schrikwekkende staat van een lauwe ziel, is het niet mijn bedoeling om u te laten zien hoe gruwzaam en hopeloos er een ziel aan toe moet zijn, die in doodzonde leeft, zonder zelfs nog het verlangen om er mee op te houden. Zo’n ongelukkige is niets anders dan een slachtoffer van Gods woede in het hiernamaals. Zulke zondaars luisteren er helaas op dit ogenblik naar mij en zij weten goed waarover ik het heb ... Maar laten we er niet verder op ingaan want alles wat ik zou zeggen, zou er alleen maar toe bijdragen om hen nog verstokter te maken. Als ik u spreek, broeders, over de lauwe ziel, wil ik u niet langer te denken geven over hen, die hun Pasen niet houden en niet meer te biechten gaan. Zij weten heel goed dat ze ondanks al hun gebeden en hun goede werken voor het andere leven verloren zijn. Laten wij hen in hun verblinding, ze willen het immers zelf ...

Maar ook diegene die aan de wereld toebehoren zonder zich daardoor te verwijderen van God, beschouw ik nog niet als een lauwe ziel. Vandaag zie je hem knielen voor God, zijn Redder en zijn Meester, maar morgen zie je hem knielen voor de wereld, zijn afgod. Arme blinde, die de éne hand uitstrekt naar God en de andere naar de wereld! Beiden roept hij ter hulp, beiden belooft hij zijn hart. Hij houdt van de goede God, hij zou tenminste van Hem willen houden, maar hij wil ook de wereld behagen. Tenslotte wordt hij de tweestrijd moe en geeft hij zich over aan de wereld. Een uitzonderlijk leven leidt deze ziel, het biedt zo’n vreemdsoortig schouwspel, dat je niet kunt onderscheiden welk lot één en dezelfde persoon beschoren is. Ik zal het u bewijzen ook, en wel op zo’n ondubbelzinnig manier, dat verschillenden onder u er zich misschien door beledigd zullen voelen. Maar dat doet er niet toe, ik zal u altijd zeggen wat ik moet zeggen en u kunt er van denken wat u wilt.

Ik zeg u nogmaal broeders, diegene die zowel de wereld als de goede God wil behagen, leidt een allerongelukkigst leven. Ge zult het zien. Neem bijvoorbeeld een man die het genot najaagt of die een slechte gewoonte heeft aangenomen. Hoe diep is hij niet bevreesd, wanneer hij al zijn godsdienstplichten vervult, dat wil zeggen: wanneer hij bidt tot de goede God, wanneer hij zijn biecht spreekt of te communie wil gaan! Voor geen prijs zou hij dan willen gezien worden door personen met wie hij heeft gedanst, met wie hij zijn nachten heeft doorgebracht in de kroeg en zich heeft overgegeven aan allerlei losbandigheden. Hij meent het juist te hebben door zijn biechtvader te bedriegen en het kwaad dat hij heeft gedaan voor hem te verbergen. Maar ik vraag u: heeft hij op die manier verlof om te communiceren of beter, om heiligschennis te plegen? Het liefst zou hij te communie gaan voor of na de Heilige Mis, op een ogenblik dat er niemand in de kerk is.

Vertaling: Chris De Bodt

3. Nicky Eltz en Maria Simma: Get us out of here!! [Aflevering 103]

Hoofdstuk 12. Priesters en zusters

Nicky: Wat over de priesters die naar de hel gaan?
Maria: Een korte tijd geleden had ik hier een priester bij mij die heel erg ziek was. Gedurende decennia was hij bijna niet uit het hospitaal en drie keer was hij heel dichtbij de dood. Tijdens zijn laatste opwelling kwam hij heel dicht bij de dood en toen had hij in zijn doodsangst een visioen over priesters die in de hel vielen als sneeuwvlokken. Dit trof hem zo erg dat hij wekenlang moest wenen. Het nam heel veel tijd in beslag om alleen dit visioen te boven te komen.

Nicky: Mag ik u vragen waarom hij u kwam bezoeken?
Maria: O, ik kende hem ruwweg van een aantal jaren geleden en na deze ervaring kwam hij naar mij terug om mij te bedanken voor wat ik hem had verteld omdat het hem zo had geholpen. Het was eerder een beleefdheidsbetuiging waar hij nu zoveel belang aan hechtte.

Nicky: Zijn er bezorgde aanverwanten of vrienden van overleden priesters tot u gekomen om uit te zoeken of ze al dan niet gered waren, omwille van hun, hoe zou ik het zeggen, verschillend en zorgwekkend gedrag?
Maria: Ja, dit gebeurde een tijdje geleden. Een koppel uit de Franse Elzas kwam tot mij voor een priester die ze hadden leren kennen. Hij was gedurende een tijd verschrikkelijk verstoord en op een zekere dag had hij een beeld van het Heilig Hart van Jezus stukgegooid buiten zijn kerk. Spoedig daarop had hij zelfmoord gepleegd en deze begrijpelijk bezorgde mensen kwamen tot mij om uit te vinden waar hij was terecht gekomen. Het kwam er op neer dat hij wel gered was, maar zich in het diepste gedeelte van het Vagevuur bevond, van waaruit hij nog niet kon worden bevrijd.

Bron: Nicky Eltz

Vertaling: Chris De Bodt

4. Film: Don Bosco [6/21]

Don Giovanni Bosco [Castelnuovo Don Bosco, 16 augustus 1815 - Turijn, 31 januari 1888] was een Italiaanse priester. Hij werd geboren als zoon van een arme boer die met hard werken zijn kost verdiende. In 1817 stierf zijn vader. Op tienjarige leeftijd had hij in een droom "de jeugd" als werkterrein gezien. Die droom is verschillende keren teruggekeerd. De jeugdjaren van Don Bosco waren niet gemakkelijk. Toch kon hij in 1841 na zijn studie priester worden. Tijdens zijn priesterschap leerde Don Bosco de trieste levensomstandigheden van de jongens kennen in de voorsteden van Turijn. Jonge mensen doolden door de straten, werkloos, verloren, tot het ergste bereid. Don Bosco wou een eind te maken aan die sociale wantoestanden. Het begon met een ontmoeting met een ontmoedigde jongen. De jongen bracht na een goed gesprek vrienden mee. Zo groeide een centrum waar de jongens terecht konden. Don Bosco probeerde goede arbeidsovereenkomsten af te sluiten tussen werkgevers, de jongens en hemzelf. Hij bouwde huizen, waar arme jongens konden uitgroeien tot geschoolde werkkrachten, eerlijke mensen en goede christenen. Don Bosco liet zich niet meeslepen in de politieke en sociale twistpunten van die dagen. Hij streefde naar het onmiddellijk haalbare. Daarvoor had hij de steun en de medewerking van iedereen nodig. Dankzij de hulpmiddelen van velen heeft hij de armen goed gedaan. Op aanraden van minister Rattazzi en Paus Pius IX stichtte hij de Salesianen van Don Bosco en de Zusters van Don Bosco. Zo groeide het werk van Don Bosco voor jongeren wereldwijd.

In Vlaanderen kan men onderwijs volgen bij een twintigtal Don Bosco-instellingen waarvan er enkele aan de studenten slaapgelegenheid bieden. Men verblijft er op het internaat. In Volendam (Nederland) staat het Don Bosco College, een scholengemeenschap die naar Giovanni Bosco is vernoemd. In Amsterdam is de Don Bosco-buurt, een gedeelte van de wijk Watergraafsmeer. Dat gedeelte is genoemd naar een speeltuin die van de oprichters en buurtbewoners de naam Don Bosco kreeg. In 1934 werd Giovanni Bosco heilig verklaard. Zijn sterfdag, 31 januari, is tevens zijn feestdag.

Dit drama uit 2004 staat onder regie van Lodovico Gasparini. Acteurs zijn onder meer Flavio Insina, Lina Sastri, Charles Dance, Daniel Tschirey, Fabrizio Brucci, Lewis Crutch en Brock Everitt-Elwick.


5. Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 24: Waar duivels beefden [Aflevering 154]

De Maagd kwam ook Catharina van Siena ter hulp. Op een keer toen Satan verscheen als een knappe, jonge man die Catharina een zijden kleed met schitterende juwelen aanbood, had Catharina zich voor het kruisbeeld geworpen om hulp te vragen. Toen verscheen Maria en gaf aan Catharina een hemels gewaad.

Het was Catharina die, zoals Birgitta vóór haar, probeerde om de paus terug naar Rome te krijgen. Ze smeekte Gregorius XI persoonlijk en porde hem via het gebed aan, en uiteindelijk slaagde ze erin hem te overtuigen om terug te keren naar Rome. Maar een jaar later stierf Gregorius en dan begonnen de echte problemen. De angst dat het overwegend Franse College van Kardinalen het pausschap terug naar Avignon zou verhuizen veroorzaakte een razernij tussen de Romeinen. Een bende viel een aantal kardinalen aan om hen te waarschuwen een Italiaan te verkiezen, en in het heetst van de strijd drong de protesterende menigte zelfs het Vaticaan binnen en namen de pauselijke wijnkelders in beslag. Een Italiaan met de naam Aartsbisschop Bartholomeo Prignano werd effectief verkozen als Urbanus VI, maar na z’n verkiezing leek hij een radicale persoonlijkheidswijziging te ondergaan. Zijn harde aanpak leidde ertoe dat dertien kardinalen zijn verkiezing ongeldig verklaarden en hem bestempelden als een tiran, afvallige en antichrist.

Op 20 september verkozen de afgescheiden kardinalen hun eigen paus, Robert van Genève, die de naam Clementius VII aannam en zijn intrek nam in het paleis te Avignon.

Zodoende waren er twee pausen: één in Rome en één in Frankrijk. Zo begon [zoals voorspeld] het Grote Schisma.

De Kerk werd verdeeld. Het "mini-oordeel" ging nu ook over een Kerk in verwarring.

Sommige landen steunden Urbanus en andere Clementius. De twee zouden spoedig in oorlog liggen met elkaar. Urbanus riep op tot een kruistocht tegen Koningin Johanna van Napels, die Clementius steunde, en de Engelsen vielen Frankrijk binnen om diens trouw aan het pausschap te Avignon te verbreken.

Bron: Michael Brown

Vertaling: Mario Lossie

6. Onze Lieve Vrouw van Belpasso (Deel 3, Aflevering 64)

Verslagen van Rosario Toscono

Eerste verslag: 11 mei 1991

Om deze reden heeft onze Heilige Maagd, in Haar moederlijke liefde, gevraagd voor de bouw van een kapel, omdat dit een ontmoeting met Jezus toegankelijker maakt. Zo wordt deze kapel een referentiepunt, een school waarin we leren leven in de navolging van Maria: een bron van genade, een plaats van bescherming tegen het kwade van de wereld, een plaats ten behoeve van Maria, waar we de weg begaan met Haar, een weg die tot Jezus reikt. En wat zijn dat de wonderbare tekenen van deze hemelse, moederlijke liefde? Zij zijn de dingen die zijn gezegd in de boodschappen en die beetje bij beetje worden verwezenlijkt.


Op 23 november 1986 zei de Heilige Maagd: "Ik zou graag hebben dat Rusland zich bekeert," en voegde eraan toe: "wat spoedig zal plaatsvinden!" En hier verschijnt de hoop aan de horizon, zoals drie jaar geleden beloofd. In de boodschap van 1 september 1987 zei ze: "U moet zichzelf vernederen om oorlogen in de wereld te vermijden." En hier komt, aan de horizon van onze geschiedenis, de dreigende Golfoorlog, waarvan we niet wisten hoe we deze konden vermijden, door niet naar de waarschuwing te luisteren van de Heilige Maagd. De wolken zijn nu voorbij en zelfs al valt de nagelaten en de te komen schade niet te negeren, vertelt onze Hemelse Moeder ons in de boodschap van 1 oktober 1987: "Als u naar Mijn moederlijke raad luistert, zal er een periode van vrede zijn en enkel gebeden zullen uw harten kunnen zuiveren."

Van wat Onze Lieve Vrouw heeft gezegd en van wat ik weet over de tien geheimen dat Zij mij heeft toevertrouwd, kan ik zeggen dat de vrede nabij is. De periode van vrede is heel dichtbij: maar het hangt ook van ons af. Laat ons Zijn Goddelijke Barmhartigheid op ons neerkomen en de aandacht van de Heer niet weghouden met onze onverschilligheid. Laat ons bidden, veel bidden, zodat het kwade dat door de mens is begaan en dat zich nu tegen de mensheid zelf keert, wordt verzacht met onze radicale bekering. We moeten voordeel halen uit de periode van vrede om het goede zoveel als mogelijk opnieuw te doen bloeien in de wereld. Maar onze Lieve Moeder kent de zwakheden van de mensen: Zij weet, en zo zei Ze het in de laatste verschijning, dat de mensheid, na de periode van barmhartigheid, God de rug zal toekeren en beschaamd zal zijn voor God. Dit zal onaangename gebeurtenissen veroorzaken, welke iedereen aangaan, niet op een algemene wijze, maar op een afzonderlijke wijze. Hier voegde de Heilige Maagd aan toe: "de Kerk zal veel te lijden hebben."

Vertaling: Chris De Bodt

7. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 56]

Hoofdstuk 3: Terug naar Taizé

De ‘Kinderstad’

De streek was pas bevrijd en de gevechten lieten puinhopen achter. Wezen en verlaten kinderen waren talrijk. Al vroeg nam de Gemeenschap een jongen op: een klein, mager ondervoed lichaam, te zwak en te verlaten om te lopen. In de eerste nacht wiegde Broeder Roger hem in slaap met sprookjes. Maar de volgende dagen moesten zijn drie medebroeders en hij elkaar aflossen om de jongen te dragen. Na twee weken was hij eindelijk wat opgeknapt en verdween het trauma van verlatenheid, zodat hij weer kon lopen.

Andere kinderen werden opgevangen of door de overheid toevertrouwd. Deze was overspoeld met ontelbare problemen om zich enkel tot erkende instellingen te wenden. Het boek van Roger maakt gewag van de door hem genoemde ‘Kinderstad’, gevestigd ‘dichtbij, op tweehonderd meter van het gemeenschapshuis’ en die hij beschrijft als een model van opvoeding: "Geen eentonigheid, schrijft Roger Schutz, geen grote eetzaal overbevolkt met kinderen, maar groepen met een eigen woonkamer, een eigen leider door hen verkozen en die hen bijbrengt door een voorbeeld te zijn."

De Gemeenschap ving ook een twintigtal jongens van alle leeftijd op, in een naburig huis bij het ‘Château’ dat ‘Manoir’ werd genoemd. Meerdere zussen van Roger Schutz en leden van de Grote Gemeenschap vestigden zich in Taizé om met de jongens bezig te zijn. Eerst kwamen Lily Schutz en haar man Roger Duckert en bewoonden een huis in het dorp in de herfst van 1944. Roger Duckert was doctor in de wetenschappen en werd later dominee. Daarna vroeg Roger Schutz aan zijn zus Geneviève om hem terug te vervoegen. "Dag na dag," zei hij, "ontdekte ze dat ze die kinderen niet meer kon verlaten en haar leven aan hen moest wijden." De kinderen noemden haar ‘Mama’ Vanaf 1948 kwam Denise Perrot, tante Denise genoemd, haar helpen bij de opvang.

Vertaling: Broeder Joseph

8. Jezus' tijdgenoten [aflevering 28]

Woordenboek: Letter A

Archelaüs

De oudste zoon van Herodes de Grote met zijn Samaritaanse vrouw Malthace, was Herodes Archelaüs, de voornaamste opvolger van zijn vader. Hij regeerde over Judea, Idumea en Samaria van 4 v. J.C. tot 6 na J.C. In zijn laatste testament stelde Herodes hem aan als zijn erfgenaam met de titel van koning. Archelaüs trok meteen naar Rome om de instemming van keizer Augustus te krijgen. Van zijn kant deed zijn broer Antipas hetzelfde om de late ommekeer van Herodes tegen te spreken: in een voorgaand testament was hij de voornaamste begunstigde. Andere familieleden van Herodes kantten zich tegen Archelaüs en mengden zich met andere Joodse prominenten in de zaak. Alle Herodianen werden over dezelfde kam gescheerd en men eiste de rechtstreekse heerschappij van Rome.

De keizerlijke beslissing had vertraging vanwege verschillende opstanden in Judea en Galilea die het uitzenden van Varus, Romeins gouverneur van Syrië, eiste om onderdrukt te worden. Tenslotte bekwam het pleidooi van de eerste minister van Herodes, de beroemde Nicolaas van Damascus, een gedeeltelijke overwinning in het voordeel van Archelaüs. De keizer gaf hem Judea, Samaria en Idumea met de titel van etnarch waarmee hij tevreden moest zijn want de koninklijke waardigheid was hem geweigerd. De wilsbeschikkingen van Herodes ten voordele van zijn twee andere zonen Herodes Antipas en Herodes Filippus werden goedgekeurd. Antipas werd tetrarch van Galilea en Perea. Filippus werd tetrarch van Batanea, Trachonitis en Auranitis, Gaulanitis en Iturea. Hun tante Salomé, die het meest amok had veroorzaakt tijdens Herodes' leven, erfde een mooi fortuin in geld [500.000 zilverlingen], alsook de steden Jamnia, Azotus, Phasaëlis [bij Jericho] en het koninklijk paleis van Ashkelon [ook Askelon]. Haar erfgebied komt grotendeels overeen met de huidige Gaza.

Zoals zijn vader, gedroeg Herodes Archelaüs zich met machtwellust en wreedheid. Zijn huwelijk met Glaphyra, de weduwe van zijn halfbroer Alexander [van wie ze zonen had] en tegenstrijdig met de wet van Mozes [haar tweede man en Archelaüs eigen vrouw waren nog in leven] ergerde zijn orthodoxe onderdanen. Hij probeerde de architecturale prestaties van zijn vader na te doen dor het koninklijk paleis van Jericho te restaureren en door een nieuwe stad in dezelfde streek te bouwen die hij Archelaüs noemde ter ere van zijn eigen persoon. Archelaüs behaagde noch de Joden, noch de Samaritanen, in zoverre dat beide groepen zich tot Augustus wendden om het willekeurige beleid van hun etnarch aan te klagen. De keizer ontbood Archelaüs in Rome, luisterde aandachtig naar de klachten van zijn aanklagers om hem daarna het woord te geven. Archelaüs pleidooi overtuigde Augustus niet die hem afzette, naar Vienna [een stad in Frankrijk] in Gallië verbande en al zijn bezittingen aansloeg.

">Er staat een zinspeling op Archelaüs in het evangelie van Mattheus [2,22]. Zijn macht in Judea wordt voorgesteld als de reden waarom Jozef, Maria en Jezus naar Galilea trekken in plaats van naar Bethlehem. Per vergissing geeft de evangelist de titel van koning aan Archelaüs die maar etnarch was.


Vertaling: Broeder Joseph

9. Eucharistische Mirakelen [Aflevering 32]

Het wonder van Olmouc, Tsjechoslawakije [1242]

Op het feest van de Heilige Johannes de Doper, ging Jaroslas nederig biechten en ontving hij de Heilige Eucharistie. Naar zijn voorbeeld volgden de andere soldaten ook in het ontvangen van deze Heilige Sacramenten, ter voorbereiding op het gevecht wat ze hadden gepland voor die avond.

Sommige soldaten bleven achter om de stad Olomouc te beschermen, de anderen verzamelden zich, vlak na middernacht, buiten de poorten van de stad, om het gevecht te kunnen beginnen. Opnieuw deden de soldaten weer precies wat hun leider ook deed: hij stapte van zijn paard af en knielde in de stof naast zijn paard. Toen alle soldaten waren geknield bad Jaroslas een gebed tot de Moeder van God en beloofde Haar om een kerk te bouwen ter ere van Haar als hun gevecht goed zou aflopen. Luidkeels riepen ze het Ave Maria, en de soldaten bestegen hun rijdieren weer en bestormden de vijand.

Niet alleen reden ze onder de bescherming van de Moeder van God, maar ze werden ook gesterkt door de werkelijke aanwezigheid van Jezus in de Eucharistie. Na de communie van de soldaten die dag daarvoor waren er nog vijf hosties over. Jaroslas heeft deze hosties in een ciborie laten plaatsen en deze werd door een priester ter paard meegedragen naar het gevecht. Jaroslas zag dit gevecht als dit van het Oude Testament toen, op bevel van God, de Ark van het Verbond werd gedragen door de Israëlieten [Josua 6].

10. Elizabeth Canori Mora [1774-1825]: Profetieën

Profetie 23

Ik zag ook de Heilige Paulus op aarde neerdalen. Op Gods bevel doorkruist hij de aarde en ketent hij de duivels vast om ze voor de heilige Petrus te brengen. Hij beval hen terug te keren naar de hel, vanwaar ze gekomen waren.

Vertaling: Henk

11. A.C. Emmerich: Nog dertig profetieën

De zalige A.C. Emmerich was een Augustijner kloosterzuster. Ze werd in Duitsland geboren in 1774 en had een leven vol lijden. Zij droeg de stigmata van de Heer en overleed in het jaar 1824.

Profetie 13

De Heilige Moeder vertelde me nog vele andere dingen. Het doet mij pijn om ze te berichten. Ze zei dat, indien er ook maar één priester was die waardig het onbloedige offer kon brengen, met dezelfde instelling als de apostelen, dat hij alle komende rampen zou kunnen vermijden. Volgens mij zagen de mensen in de kerk de verschijning niet, maar waren ze in beroering door iets bovennatuurlijks, want van zodra de Heilige Maagd had gezegd dat ze tot God moesten bidden met uitgestrekte armen, gingen al hun armen omhoog. Dit waren allemaal goede en vrome mensen en ze wisten niet waar ze hulp en begeleiding moesten zoeken. Er bevonden zich geen verraders, noch vijanden onder hen en toch hadden ze schrik van elkaar. Hierdoor kan men zich inbeelden hoe ernstig de situatie was.

Vertaling: Chris De Bodt

12. Heiligen uit recentere tijden [aflevering 9]

Elisabeth Leseur, Frankrijk. Dienares van God [1866-1914]

Nadat hij alles wat zijn echtgenote geschreven had gelezen had, begreep Felix "de hemelse schoonheid van haar ziel, en dat ze al haar lijden had aanvaard en het opofferde [en zelfs zichzelf opofferde] voornamelijk voor mijn bekering." Geleidelijk aan maakte Felix’ voormalige vijandigheid tegenover de religie plaats voor een verlangen naar het Katholicisme. Nadat hij een paar boeken uit Elisabeths bibliotheek had gelezen, zag hij de schraalheid van zijn vroeger standpunt, en realiseerde hij zich dat hij zich moest verzoenen met de Kerk, hetgeen gebeurde in 1915. "Elisabeth had me naar de waarheid geleid, en in mijn diepste binnenste blijf ik haar leiding voelen naar een volmaaktere verbintenis met God."

Hij schreef: "Ik had al snel het idee om het Dagboek, dat me met goddelijke genade zo krachtig geleid had, te publiceren. Het werd mijn dagelijkse lectuur; ik haalde er zo veel steun, liefde, en zekerheid uit, dat ik vond dat het evengoed ten goede kon komen aan andere zielen zoals aan mezelf..." Het Dagboek werd uiteindelijk in het Frans gepubliceerd in 1917, en werd al vlug een fenomenaal succes toen het vertaald werd in alle belangrijke Europese talen. De geschriften van Elisabeth zijn nu beschikbaar bij Sophia Institute Press onder de titel "My Spirit Rejoices, The Diary of a Christian Soul in an Age of Unbelief."

Bron: Joan Carroll Cruz

Vertaling: Mario Lossie

13. Ongeschonden Lichamen: Jean-Marie Vianney [4/9]

Jaarlijks wordt deze ontmoeting herdacht op de tweede zondag van februari en ter herinnering aan dit voorval is ten zuiden van het dorp een "Monument de la Rencontre" opgericht.

Ars was een vervallen dorp van zo'n 200 inwoners, met een dorpskerk, vier cafés en een herenhuis. In dat 'kasteel' woonde de gravin van Ars, een vrome dame die dagelijks uit haar brevier bad. Zij zou Jeans steun en toeverlaat worden. Zij bleek voor nieuw meubilair in de pastorie gezorgd te hebben, maar dat ontdekte de pastoor pas toen hij na lang bidden uit de verwaarloosde dorpskerk terugkeerde. De volgende dag ging hij meteen naar het kasteel om zich voor te stellen en de inboedel terug te bezorgen. De gravin oordeelde: "De bisschop heeft ons een goede en ijverige priester gestuurd: hij wil niets voor zichzelf, maar alles voor zijn kerk en de Heiland".

14. Tieners: geef hen nooit op, zelfs als uw tiener u haat [4/4]

Wat jouw situatie ook is, je moet weten dat God er voor je is. Hij heeft je niet opgegeven. Als er verwarring en duisternis is, dan is God daar nog. Hij belooft om jouw "as in schoonheid," "verdriet in vreugde," en "rouw in dans" te veranderen. Er bestaan geen loze beloften. Er zijn waarheden over God die Zijn kracht weerspiegelen en zij onthullen Zijn bekwaamheid om degene te helpen die het moeilijk hebben. Ze zijn er voor ouders van tieners die moeilijkheden doorspartelen waarvan ze niet dachten dat zij dat konden.

De relatie met jouw tiener gedurende verschillende jaren totnogtoe en voor de rest van hun leven zal wellicht beïnvloed worden door jouw manier van hoe je de moeilijkheden nu aanpakt ... dus geef het niet op, en blaas je relatie of liefde niet op voor hen, hoe ze ook reageren. Vraag Gods hulp, blijf in Zijn aanwezigheid, en opnieuw, geef het nooit maar dan ook nooit op. En als je er toch toe verleid wordt om het op te geven, zal ik je er door heen helpen.

Vertaling: Henk

17-02-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.17 februari 2010: Aswoensdag
17 februari 2010: Aswoensdag

1. Medjugorje: Retraitekasteel Onze Lieve Vrouw van het Heilig Hart
[8/10]

Het gebouw is nog niet voltooid

Het bouwen van het kasteel is nog niet volledig voltooid. Het startte 15 jaar geleden en Patrick en Nancy Latta weten eigenlijk niet wanneer het af zal zijn. "Indien we hadden geweten dat het project zo enorm en duur zou worden, zouden we er nooit mee zijn begonnen. Het zou veel gemakkelijker geweest zijn om de boodschappen van Onze Lieve Vrouw na te leven op een catamaran van 20 meter in Hawaii, maar dat lag blijkbaar niet in Haar plannen. Het project is bekostigd door de verkoop van Patricks activa in Canada. Om alles af te werken, als dat Gods wens is, nog tijdens ons leven, plaatsen we al ons vertrouwen in de Goddelijke Voorzienigheid van het Meest Heilig Hart van Jezus," zegt Nancy.

"Maar wat nu belangrijker is, na 17 jaar wonen in Medjugorje en zoveel jaar bouwwerken, is dat er stromen bedevaarders van over de hele wereld naar het Retraitekasteel komen van Onze Lieve Vrouw om Haar te vereren." In de omgeving, achter de muren van het kasteel liggen de gebouwen van een andere gemeenschap in Medjugorje, Oase van Vrede, [thans gesloten] waar priesters komen om zich te herbronnen. "Zoveel jaren van vurig gebed, voorbereiding, nauwgezette bouwwerken, tranen, smart en onzekerheid ... het was het allemaal waard. Zij, voor wie het kasteel van het Heilig Hart van Onze Lieve Vrouw uiteindelijk was bedoeld, was hier. Het was geen misverstand. Vader Slavko Barbaric had gelijk," zegt Nancy, terwijl zij in tranen uitbarst van geluk.

Vertaling: Chris De Bodt

2. A.C. Emmerich: Het bitter lijden van Onze Heer Jezus Christus. [Aflevering 102]

Hoofdstuk 3. Annas en Caïphas

Het rechthuis van Caïphas

En Caïphas, als een door de hel vervoerde, greep zijn prachtmantel vast aan de zoom, zette er het mes in en reet hem in stukken: dof ruiste de stof bij het scheuren, terwijl de hogepriester luid gilde: "Hij heeft God gelasterd! Wat hebben wij nog getuigen nodig? Gij hoort zelf de godslastering, wat denkt u thans? Toen stonden allen op die daar waren gebleven en schreeuwden met vervaarlijke stem: "Hij is schuldig tot de doodstraf! Hij is tot de dood schuldig!"

Onder dit geschreeuw bereikte de woede der hel, die zo vreselijk in dit huis tekeer ging, haar hoogtepunt. Jezus’ vijanden waren als in dronken duivelse bezetenheid, en evenzo hun vleiers en hondse knechten. Het was alsof de duisternis haar triomf uitriep over het licht. Allen in wie nog iets goeds woonde, overviel het met zulke gruwel, dat velen zich het hoofd bedekten en naar buiten slopen. Ook de voornamen onder de getuigen verlieten nu met een slecht geweten het rechthuis, waar men hen niet langer nodig had. De geringen liepen of stonden om het vuur heen, in het atrium. Zij kregen hun loon uitbetaald, aten en zopen.

De hogepriester richtte zich nu tot de beulsknechten en sprak: "Ik lever deze koning aan u over. Bewijs de godlasteraar de eer die hem toekomt," en hij verdween met zijn raadslieden in de ronde zaal achter de tribune, waar men van hieruit niet kon binnenkijken.

Johannes, in zijn grote smart, dacht nu aan de Moeder van Jezus. Hij vreesde dat het verschrikkelijke nieuws haar zou gemeld worden door een of andere vijand, wat haar nog dieper zou verwonden. Hij wierp de heiligste der heiligen een blik toe, in stilte zeggend: "Meester, gij weet waarom ik ga" en snelde dan, alsof Jezus hem gezonden had, van het rechthuis naar de Heilige Maagd. Petrus echter, geheel ontsteld door angst en treurnis en daarbij nog eens uiterst vermoeid, zodat hij scherper de koelte voelde van de naderende ochtend, verborg zijn bitter leed zo goed als hij kon en naderde schuchter de vuurkuil in het atrium, waaromheen allerlei schelmen en deugnieten zich aan het warmen waren. Hij wist niet wat hij deed, maar kon niet weg van zijn Meester.

3. Biografie Heilige Jean-Marie Vianney [Aflevering 102]

Preken: Inleiding

De oorspronkelijke manuscripten van de heilige worden bewaard in het generalaat van de Kanunniken van de Onbevlekte Ontvangenis te Rome [Via Frederico Torre 21, Monteverde]. Daar bevinden zich dus alle cahiers die van de vernietiging gespaard zijn gebleven, op vier na: één werd er in 1905 aangeboden aan paus Pius X in een reliekschrijn van kristal en verguld brons, één aan kardinaal Couillié, aartsbisschop van Lyon, eveneens in een reliekschrijn, maar minder kostbaar dan het eerste, één wordt er bewaard in de schatkamer van Ars, in een lijst van verguld brons met dubbel kristal en één tenslotte ligt er in de archieven van het moederhuis der Kanunniken van de Onbevlekte Ontvangenis.

De meeste cahiers van de Pastoor van Ars bestaan uit drie of viel vellen goed papier. Deze zijn in tweeën gevouwen en aaneengenaaid. Ieder cahier bevat dus zes of acht bladzijden van 20 bij 25 of 26 centimeter. De tekst van de preken, in een opeengedrongen handschrijft, beslaat zowel de voor- als de achterkant van elk blad. Aan de linkerzijde is een zeer smalle marge opengelaten.

Het papier verkeert over het geheel genomen nog in goede staat, ofschoon het hier en daar roodachtige vlekken vertoont. Vaak echter is de inkt door het papier heengetrokken, zodat verschillende passages moeilijk leesbaar zijn. Sommige preken, die de pastoor waarschijnlijk tijdens de winter heeft geschreven met halfbevroren inkt en trillende vingers, zijn bijna niet te ontcijferen. Toch is er uiteindelijk, zoals we gezien hebben, geen enkel fragment niet ontcijferd gebleven.

Alle cahiers [behalve de vier bovengenoemde] zijn bijeengebracht in een schrijn van verguld brons met een kristallen vitrine.

De verschijning van "Les Sermons du vénérable serviteur de Dieu Jean-Baptiste-Marie Vianney, Curé d’Ars," wekte onder het katholieke publiek en vooral onder de priesters een zekere verrassing. Men wist niet dat de arme Pastoor van Ars zo’n aanzienlijk oratorisch oeuvre had nagelaten. Nog meer verwonderde men zich erover dat zijn manuscripten, die een halve eeuw vergeten onder het stof hadden gelegen, waardig gekeurd werden om in de boekhandel te verschijnen. Dat Jean-Marie Vianney, door de Kerk reeds eerbiedwaardig verklaard, een groot heilige moest zijn, daar twijfelde niemand aan, maar dat hij tevens als een goed auteur en een predikant van opmerkelijke welsprekendheid beschouwd diende te worden, was een andere kwestie! Nogmaals bleek de dienaar Gods het slachtoffer van de onwetendheid, ja, de domheid die sommigen hem tijdens zijn leven hadden willen aanwrijven.

Vertaling: Chris De Bodt

4. Nicky Eltz en Maria Simma: Get us out of here!! [Aflevering 102]

Hoofdstuk 12. Priesters en zusters

Nicky: Maria, u bent overtuigend!
Maria: En Moeder Theresa verkoos ook dat de mensen de communie knielend en op de tong ontvingen, en daarom is deze wijze de enige die is toegelaten binnen haar Gemeenschappen. Ziet u? Communie in de hand wordt, vanuit het standpunt van de Kerk, enkel getolereerd, maar het is niet dat wat de Kerk werkelijk wenst.

Nicky: Wanneer priesters uit het Vagevuur tot u zijn gekomen, wie doet dan de gebeden of wat er anders ook nodig is om hen te bevrijden?
Maria: Priesters moeten dan zorg dragen voor de gebeden die ze nodig hebben, maar als er iets anders is, dan neem ik dat voor mijn rekening.

Nicky: Hoe dikwijls moet een priester de Heilige Mis opdragen?
Maria: Niet minder dan één keer dagelijks en het grootste aantal Missen dat door de Kerk wordt toegelaten is twee, als de tweede een begrafenis of een huwelijksmis is. Maar God begrijpt zeker uitzonderlijke omstandigheden die priesters ertoe dwingen om meerdere Missen te vieren, bijvoorbeeld, wanneer een andere priester niet ter beschikking is. Dit is zo omdat het vieren van de Mis de kern van hun werk is. Het is hun grootste plicht en zou hun grootste liefde moeten worden tegenover God voor wie zij hun gelofte hebben afgelegd.

Nicky: Mogen wij aannemen dat er ook Zusters naar het Vagevuur gaan?
Maria: En voor hen is dit meestal zo uit gebrek aan nederigheid, zedigheid en gehoorzaamheid.

Bron: Nicky Eltz

Vertaling: Chris De Bodt

5. Film: Don Bosco [5/21]

Don Giovanni Bosco [Castelnuovo Don Bosco, 16 augustus 1815 - Turijn, 31 januari 1888] was een Italiaanse priester. Hij werd geboren als zoon van een arme boer die met hard werken zijn kost verdiende. In 1817 stierf zijn vader. Op tienjarige leeftijd had hij in een droom "de jeugd" als werkterrein gezien. Die droom is verschillende keren teruggekeerd. De jeugdjaren van Don Bosco waren niet gemakkelijk. Toch kon hij in 1841 na zijn studie priester worden. Tijdens zijn priesterschap leerde Don Bosco de trieste levensomstandigheden van de jongens kennen in de voorsteden van Turijn. Jonge mensen doolden door de straten, werkloos, verloren, tot het ergste bereid. Don Bosco wou een eind te maken aan die sociale wantoestanden. Het begon met een ontmoeting met een ontmoedigde jongen. De jongen bracht na een goed gesprek vrienden mee. Zo groeide een centrum waar de jongens terecht konden. Don Bosco probeerde goede arbeidsovereenkomsten af te sluiten tussen werkgevers, de jongens en hemzelf. Hij bouwde huizen, waar arme jongens konden uitgroeien tot geschoolde werkkrachten, eerlijke mensen en goede christenen. Don Bosco liet zich niet meeslepen in de politieke en sociale twistpunten van die dagen. Hij streefde naar het onmiddellijk haalbare. Daarvoor had hij de steun en de medewerking van iedereen nodig. Dankzij de hulpmiddelen van velen heeft hij de armen goed gedaan. Op aanraden van minister Rattazzi en Paus Pius IX stichtte hij de Salesianen van Don Bosco en de Zusters van Don Bosco. Zo groeide het werk van Don Bosco voor jongeren wereldwijd.

In Vlaanderen kan men onderwijs volgen bij een twintigtal Don Bosco-instellingen waarvan er enkele aan de studenten slaapgelegenheid bieden. Men verblijft er op het internaat. In Volendam (Nederland) staat het Don Bosco College, een scholengemeenschap die naar Giovanni Bosco is vernoemd. In Amsterdam is de Don Bosco-buurt, een gedeelte van de wijk Watergraafsmeer. Dat gedeelte is genoemd naar een speeltuin die van de oprichters en buurtbewoners de naam Don Bosco kreeg. In 1934 werd Giovanni Bosco heilig verklaard. Zijn sterfdag, 31 januari, is tevens zijn feestdag.

Dit drama uit 2004 staat onder regie van Lodovico Gasparini. Acteurs zijn onder meer Flavio Insina, Lina Sastri, Charles Dance, Daniel Tschirey, Fabrizio Brucci, Lewis Crutch en Brock Everitt-Elwick.


5. Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 24: Waar duivels beefden [Aflevering 153]

De vrouw gaf haar de sleutel en toen ze dan aan Catharina vroeg om haar te volgen ging Catharina met haar naar de top van de berg. De vrouw vroeg haar om een put te graven en bijna onmiddellijk vond Catharina een bron met kristalhelder water. "Ga nu en vertel de mensen in je dorp dat ze hier een remedie voor al hun zwakheden zullen vinden," zei de vrouw, die eigenlijk Maria was.

Catharina deed zoals haar gevraagd werd en hoewel de bisschop, D. Pedro de Castillo geneigd was om het verhaal te negeren, veranderde hij van mening toen een blinde man z’n ogen in de bron waste en terug kon zien.

In dezelfde buurt en rond dezelfde tijd werd er een derde wonder vastgesteld terwijl een ridder met de naam Nuno op weg was naar het gehucht Aljubarrota. In wat vandaag het graafschap Ourem is, zag hij een kleine kerk, toegewijd aan de H. Moeder. Nuno ging de kerk binnen en knielde voor het altaar neer en bad nog een laatste keer tot Maria alvorens hij verder ging om te vechten in de strijd tussen Portugal en het Castilliaanse leger, dat groter was dan zijn troepen. Toen hij z’n gebeden had beëindigd trok de ridder ten strijde. Hij passeerde door het dorpje Fatima toen hij en z’n mannen een hemelse aanwezigheid voelden en hun paarden leken neer te knielen. Er was inderdaad een hemelse aanwezigheid. De ridders zweren dat ze in de lucht engelen zagen, waaronder de Aartsengel Michaël, net zoals men Michaël in Rome had gezien aan het einde van de grote plaag. De ridders baden tot hem en voltooiden hun missie en behaalden de overwinning op 15 augustus, het feest van Maria’s Hemelvaart.

Dit waren cruciale tekenen. Dit waren belangrijke definities van wie Maria was en hoe ze werkte. Haar band met Michaël beklemtoonde haar rol als duiveljager. Zij die vreesden dat ze zelf een "duivel" was, waren zoals zij die dachten dat Christus duivels uitdreef in de naam van Beëlzebub [Matteüs 12:24]. Haar beeltenis deed duivels beven, vluchten en sidderen, schreeuwen van pijn. Er zou spoedig een geval zijn nabij Riardo, Italië, waar een mooi schilderij, gekend als de Madonna van de Ster, gevonden werd in een vergeten ondergrondse kapel. Het schilderij, samen met een schilderij van Michaël, werd gebruikt om een vrouw uit Versano te genezen die leed aan periodieke aanvallen van bezetenheid. Naarmate de vrouw een schrijn langs de kant van de weg naderde, jammerde ze met vreemde angst: "Nee, nee, nee! Ik wil niet naar de Madonna van de Ster gaan!" Maar op dat moment verliet de demon haar en de vrouw was genezen.

Bron: Michael Brown

Vertaling: Mario Lossie

6. Onze Lieve Vrouw van Belpasso (Deel 3, Aflevering 63)

Verslagen van Rosario Toscono

Eerste verslag: 11 mei 1991

Het is voor de vrede dat Zij ons nog steeds vraagt om de Biecht, de Communie en het bidden van de Heilige Rozenkrans, op elke eerste zaterdag van de maand, om te zetten in de praktijk. Er zijn machtige middelen nodig om het kwade dat in onze harten en dat van de anderen aanwezig is, te verslaan. En wanneer Onze Lieve Vrouw deze vrome praktijk vraagt, zegt Zij steeds op het einde van Haar boodschappen: "Gebed, boete en opoffering."

Dit houdt in dat wij de wensen van Maria niet ongeïnspireerd kunnen vervullen. Zijn nodigt ons uit om Haar onze harten te schenken, zodat Zij ze kan meenemen naar God. Wij moeten ons onderdompelen in een innig, vertrouwelijk en oprecht gebed. Wij moeten begrijpen dat, alvorens wij zondaars bekeren, wij onszelf moeten bekeren door boete, opoffering en versterving, die wij elke dag schenken tot eerherstel van de zonden die het Hart van onze Meest Heilige Moeder doorboren.

Laat ons niet de Christenen vergeten die aan liefdadigheidswerk doen, die onze naaste liefhebben, die hen troosten en alles, alles schenken aan de anderen. Laat ons de wrevel vergeten, de veroordelen en laat ons niet met onverschilligheid en minachting kijken naar andere zondaars en naar de ongelovigen. In de ogen van God zijn wij allen gelijk, zijn wij allen Zijn kinderen, zijn we allen broers en zussen. Laten wij ons niet opsluiten in ons eigen egoïsme: om dit te overwinnen moeten wij naar het Hart van onze meest liefhebbende Moeder kijken. Haar Zoon, die Zij zo diep liefhad, werd voor ons gekruisigd, en toch houdt zij nog steeds van ons op dezelfde wijze. Zij houdt van ons alsof ieder van ons Haar eigen kind is. En zo moet ieder van ons deze opdracht elke dag van zijn leven aanvatten, met de gedachte dat wij ons hebben voorgenomen om Christenen te zijn die werken door liefdadigheid. Maar we mogen ook niet denken dat dit alles ons is opgelegd als een verplichting. Het is een levenswijze in overeenstemming met onze God en Zijn schepselen.

Vertaling: Chris De Bodt

7. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 55]

Hoofdstuk 3: Terug naar Taizé

De inleiding tot het gemeenschapsleven

De leider van de Gemeenschap is geen ‘rector’ meer, zoals in 1942, maar een ‘directeur’. Deze verandering tornde niet aan zijn invloed die, volgens Roger Schutz, van charismatische aard is: "Op grond van welk voorrecht komt iemand tussen in een Gemeenschap? Door het gezag van het Woord van God. [...] Als hij directeur is komt dat omdat God door hem bestuurt, omdat de Heer van de Kerk hem met een bijzonder gezag bekleedt vanwege zijn eigen charisma. Hij is directeur in naam van God."

Roger Schutz had graag dat ‘enkele vrienden’ een voorwoord schreven voor zijn eerste boek. Buiten de al aangehaalde teksten van de ‘metaalbewerkers’ en vakbondsman Lucien Tronchet, was er ook een pagina van de getrouwe dominee Jean de Saussure die, met ‘opluchting’, ‘vreugde’ en ‘hoop’, ‘het ontstaan van een eerste gemeenschap van intellectuelen in de hervormde wereld begroette’.

De uitdrukking ‘gemeenschap van intellectuelen’ die Roger Schutz zelf gebruikt in zijn geschriften van 1941 en 1942 was voorbijgestreefd. In zijn boek gaf Roger Schutz er een andere beschrijving van: "Er zijn twee vooraanstaande doelstellingen van de Gemeenschap, inwonende of niet: Missionaris zijn, een innerlijk leven in de Kerk koesteren." In feite kwam er een dimensie bij: openstaan voor de maatschappelijke noden.

Roger Schutz had die thema’s vastgelegd voor ‘de activiteiten en het onderzoek’ van de Grote Gemeenschap toen hij nog in Genève verbleef. Een daarvan ging over de toen genaamde ‘Kinderstad’, een ambitieus project dat Daniel de Montmollin moest voorbereiden. De ‘Kleine Scholen’ van Port-Royal waren een van inspiratiebronnen. In Taizé werd het uitgebouwd onder de vorm van een weeshuis.

Vertaling: Broeder Joseph

8. Jezus' tijdgenoten [aflevering 28]

Woordenboek: Letter A

Antipater

Antipater, de vader van Herodes de Grote, was een Palestijns staatsman die belangrijk werd onder het bewind van de Hasmonische hogepriesters Aristobulus II en Hyrcanus II. Volgens Josephus was hij van Idumese oorsprong [edomiet], maar de Griekse historicus Nicolaas van Damascus, de kroniekschrijver van het bewind van Herodes, stelt voorop dat Herodes afstamt van Joden die uit Babylon terugkeerden tegen het einde van de VIe eeuw v. J.C.

Julius Africanus [rond 200 na J.C.] brengt een sterk verschillende versie: volgens hem diende de vader van Herodes de Grote [ook wel Antipas genoemd] in de tempel van Apollo in Ascalon en de Idumeërs zouden zijn zoon gekidnapt hebben voor adoptie. Maar voor Flavius Josephus maakte de vader van Antipater, die dezelfde naam droeg, deel uit van de Idumese adel. Alexander Jannee zou hem legergouverneur van het land benoemd hebben en de zoon zou daarna de functie geërfd hebben.

In 67 v. J.C. bij het uitbreken van de burgeroorlog tussen Aristobulus II en Hyrcanus II schaarde de lepe Antipater, die betere perspectieven tot promotie rook onder de zwakke Hyrcanus, aan zijn kant en overtuigde koning Aretas III van de Nabateeërs ervan om op te staan tegen Aristobulus. Hun krachten bundelend verdreven Hyrcanus, Antipater en Aretas Aristobulus die moest schuilen in Jeruzalem.

Toen Pompeius in 63 v. J.C. Judea veroverde bood Antipater hem zijn diensten aan en later, na zijn dood in 48 v. J.C., schaarden Hyrcanus en hijzelf zich achter Julius Caesar. Deze kende het Romeinse burgerschap toe aan Antipater en benoemde hem tot procurator van Judea. Ook gaf hem het recht om de wallen van Jeruzalem weer op te trekken.

Onder Romeins toezicht breidde de macht van Antipater zonder ophouden uit, zodat hij zijn twee zonen, Phasaël en Herodes, kon aanstellen als legergouverneurs van Jeruzalem en Galilea. Na de moord op Caesar in 44 v. J.C. trachtten Antipater en Herodes om Cassius te benaderen, één van de moordenaars van Caesar die Syrië veroverd had. In 42 v. J.C., daar Brutus en Cassius verslagen werden in Philippes door Marcus Antonius en Octavius, de latere Augustus, zochten de zonen van Antipater de gunst van Antonius op.

Na veel gesjoemel en de toekomst van zijn zoon Herodes te hebben verzekerd eindigde Antipater als slachtoffer van de politieke intrige. Vergiftigd door de hofmeester tijdens een banket in het paleis van hogepriester Hyrcanus II, stierf hij in 43 v. J.C. Nadat hij door de Romeinen tot koning was benoemd gaf Herodes een gebaar van vroomheid en erkenning voor zijn vader: hij stichtte een nieuwe stad ten noordoosten van Jaffa en die hij Antipatris noemde. Sint Paulus hield er halt een nacht toen hij als gevangene onder Romeinse begeleiding van Jeruzalem naar Caesarea ging om te verschijnen voor Antonius Felix, gouverneur van Judea.


Vertaling: Broeder Joseph

9. Eucharistische Mirakelen [Aflevering 31]

Het wonder van Olmouc, Tsjechoslawakije [1242]

In de dertiende eeuw toen de Tataren in vele landen macht hadden en hun kwaadaardigheid en vernieling brachten, was Jaroslas van Sternberg belast met de bescherming voor het koninkrijk Moravië, dat werd bedreigd met aanvallen. Hij verzamelde achtduizend man uit Bohemen en vierduizend inwoners van Moravië en bracht naar de vestingstad Olomouc.

De vijandige troepen kwamen al snel het land binnen en begonnen direct met het verbranden van dorpen en het uitmoorden van allen die hen dwars lagen. Ook het klooster van Gradie bleef niet gespaard. Na het onthoofden van de kloosterlingen brandden de Tartaren alle gebouwen van het klooster tot de grond toe af. Toen bonden ze de losse hoofden van de kloosterlingen aan hun paarden en gingen zo op weg naar de stad, waar ze verbleven voor de poorten van Olomouc.

Walgend van wat ze zagen wilden de mannen van Jaroslas meteen overgaan tot de aanval, maar hun leider hield hen tegen omdat hij vond dat het beter was om af te wachten. De Tartaren dachten dat hun tegenstanders laf waren en lieten daardoor hun waakzaamheid zakken.

10. Elizabeth Canori Mora [1774-1825]: Profetieën

Profetie 22

Na deze vreselijke straf zag ik de hemel open gaan en de heilige Petrus kwam weer naar beneden op de aarde, hij was gekleed in zijn pauselijke gewaden en omringd door een groot aantal engelen die ter ere van hem hymnen zongen, en ze hem aanriepen als de vorst van de aarde.

Vertaling: Henk

11. A.C. Emmerich: Nog dertig profetieën

De zalige A.C. Emmerich was een Augustijner kloosterzuster. Ze werd in Duitsland geboren in 1774 en had een leven vol lijden. Zij droeg de stigmata van de Heer en overleed in het jaar 1824.

Profetie 12

Toen zag ik een verschijning van de Moeder Gods en Zij zei dat de beproevingen heel groot zouden zijn. Zij voegde er aan toe dat deze mensen vurig moesten bidden, met uitgestrekte handen, lang genoeg om drie Onze Vaders te bidden. Dit was de wijze waarop Haar Zoon voor ons bad aan het Kruis. Om 12 uur middernacht moesten ze opstaan en op deze wijze bidden. Ze moeten ook naar de kerk blijven komen. Ze moeten boven alles bidden opdat de kerk der duisternis Rome zou verlaten.

Vertaling: Chris De Bodt

16. Heiligen uit recentere tijden [aflevering 8]

Elisabeth Leseur, Frankrijk. Dienares van God
[1866-1914]

Men moet opmerken dat Elisabeths Dagboek geen dagboek is in de echte betekenis van het woord, vermits ze op onregelmatige tijdstippen schreef, soms met lange tussenpozen tussen twee notities. Er staat weinig geschreven over haar leven, maar zoals Felix schreef: "het is de geschiedenis van een ziel, met de hoofdfases van haar evolutie, een soort gewetensonderzoek dat op bepaalde momenten werd neergeschreven. Ze schreef haar gedachten neer zoals ze bij haar opkwamen, zo snel als ze kon schrijven, vloeiend, en voegde achteraf niets toe of schrapte nauwelijks een woord, zonder teken van inspanning, maar enkel gedreven door de geest."

Felix wist niet van het bestaan van het Dagboek af, tot na Elisabeths dood toen haar zus erover sprak. Ze vertelde Felix dat Elisabeth, in al haar bescheidenheid, het wilde vernietigen maar dat zij haar telkens tegenhield. Elisabeth ging er uiteindelijk mee akkoord het te bewaren en zei: "Je hebt gelijk. Wanneer ik dood ben zal mijn lieftallige echtgenoot het lezen, en het zal hem veel zaken verklaren."

Het Dagboek, "Book of Resolutions and The Daily Thoughts," onthult haar zelfverloochening, objectiviteit, vrijwillige armoede, afkeer van de wereld, opofferingen, aanvaarding van lijden, overgave aan Gods wil, en haar liefde voor God en de medemens.

Bron: Joan Carroll Cruz

Vertaling: Mario Lossie

15. Ongeschonden Lichamen: Jean-Marie Vianney [3/10]

In 1812 deed hij toelatingsexamen voor het grootseminarie. Hij was zo slecht in Latijn, dat hij (na eerst afgewezen te zijn) dank zij tussenkomst van pastoor Balley de lessen filosofie in het Frans mocht volgen. In augustus 1815 werd hij in Grenoble tot priester gewijd. Hij werd kapelaan bij zijn mentor en voorbeeld in Écully, tot deze in 1817 overleed.

Toen werd hij benoemd tot pastoor in Ars-sur-Formans, bij Villefranche-sur-Saône, ten noorden van Lyon. Op 9 februari 1818 ging hij op weg naar zijn nieuwe standplaats, met een bescheiden inboedel en de bibliotheek van pastoor Balley, zijn grote voorbeeld, die zijn leven geriskeerd had in de uitoefening van zijn priesterambt. Hij raakte in de nevel en modder de weg kwijt, tot hij een paar kinderen hoorde die op de hoogvlakte schapen hoedden. Een van hen (Antoine Givre) wees hem de weg naar Ars, waarop Jean hem toevoegde: "Jij hebt mij de weg naar Ars gewezen; ik zal jou de weg naar de hemel wijzen."

16. Tieners: geef hen nooit op, zelfs als uw tiener u haat [3/4]

Misschien beleef je momenteel moeilijke momenten met jouw kind en tracht je de betekenis te vinden van "wat er juist gebeurd is?" Of vraag je je af of je er ooit wel uit zult geraken. Of misschien zie je iets opkomen en wil je je daarop voorbereiden. In alles wat er gebeurt zeg ik: "geef niet op!"
  • Geef het niet op ... als jouw inspanningen om in te grijpen in de vreselijke keuzes van je tiener falen.
  • Geef het niet op ... als familietijd verdwijnt, en jouw tiener jou de rug toekeert.
  • Geef het niet op ... als jouw tiener wegblijft zonder jouw toelating en je geen enkel idee hebt waar hij is of wat hij zal doen
  • Geef het niet op ... wanneer je de grens trekt en zegt: 'lieveling, zo kunnen we niet verder leven."
  • Geef het niet op ... als je de gevolgen van ongepast gedrag oplegt en jouw tiener daardoor razend is.
  • Geef het niet op ... als jouw tiener zegt dat hij je haat en ermee dreigt weg te lopen.
Wat bedoel ik met "geef het niet op?" Ik bedoel dat je je ouderlijke rol niet mag opgeven. Tracht niet me jouw tiener bevriend te geraken i.p.v. jouw ouderlijke taak uit te voeren en ga niet in op hun onrespectvolle of zelfvernietigende gedragingen. Het is moeilijk om de ouderlijke rol te vertolken maar dat is juist datgene wat je moet doen, want in de afwezigheid van leidersschap bestaat er anarchie.

In het midden van jouw duisternis zal God in het licht van de tijd komen met een belofte van Zijn aanwezigheid en gezelschap.

Vertaling: Henk

16-02-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.16 februari 2010
16 februari 2010

1. Medjugorje: Retraitekasteel Onze Lieve Vrouw van het Heilig Hart
[7/10]

Mirjam van Abbelin

Mirjam van Abellin of Mirjam of Mariam Baouardy, leefde van 1846 tot 1878 in het huidige Israel. Haar ouders stierven toen ze nog maar twee jaar oud werd en ze werd vanaf haar achtste opgevoed in Egypte. Op haar dertiende weigerde ze een gearrangeerd huwelijk en wenste een religieus leven te leiden. Een moslimbediende wilde haar van haar geloof afbrengen en sneed haar keel door haar toen ze weigerde. Voor dood achtergelaten in een steeg, genas haar wond door een verschijning van Maria en ze verliet het huis van haar oom.

In 1860 trad Mirjam in bij de Zusters van St. Jozef en al spoedig gebeurden er wonderen om haar heen. In 1867 verhuisde ze naar de Karmelietenzusters, waar ze haar kloosternaam Maria van de Gekruisigde Jezus aannam. Ze ontving de stigmata na gevechten met demonen, kon in de toekomst zien. Ze was medestichteres van de Missionaire Karmel in Mangalore, India en bouwde een karmelietenklooster in 1875 in Bethlehem. Daar stierf ze in 1878. In 1983 is Mirjam zalig verklaard.

Ze wordt wel de Kleine Arabier genoemd en is door paus Johannes Paulus II uitgeroepen tot patroon van de vrede voor het Midden-Oosten. Haar gedachtenis valt op 26 augustus.

Vertaling: Chris De Bodt

2. A.C. Emmerich: Het bitter lijden van Onze Heer Jezus Christus. [Aflevering 101]

Hoofdstuk 3. Annas en Caïphas

Het rechthuis van Caïphas

Onder Caïphas echter zag ik de hel geopend: een trieste, vurige poel vol gruwelgedaanten. En ik zag de hogepriester, als werd hij slechts door een dun floers gescheiden van deze poel. Ik zag hem geheel doordrongen van de haat der hel. Gans het huis, van beneden tot boven, kwam mij thans voor als een woelige hellepoel. Toen de Heer plechtig had uitgesproken dat Hij de Christus, de Zoon Gods was, leek het alsof de hel voor Hel opschrok, en dan ineens al haar haat tegen Hem in dit huis losliet.

Terwijl alles mij getoond wordt in vormen en beelden [in een "taal" die mij, omwille van haar echtheid, kortheid en duidelijkheid, veel dierbaarder is dan elk ander middel tot verklaring van iets, omdat de mens toch ook een tastbare figuur is, en niet zomaar een manier van spreken] kreeg ik de angst en de woede van de hel te zien in talloze gruwelijke gestalten die, als het ware uit de grond naar boven drongen. Ik herinner mij onder meer hele scharen kleine, donkere wezens met korte poten, maar lange klauwen. Zij bewogen zich voort zoals honden die op hun achterpoten lopen, doch wat voor soort boosheid zij moest uitbeelden, kan ik thans niet dadelijk bepalen. Ik heb het toen geweten en weet nu alleen nog hoe zij er uitzagen. Dergelijke "schimmen" zag ik in de meest aanwezige varen, zag ik zitten op het hoofd en de schouders van velen binnen dit huis. Het was er vol van, en de woede steeg hoog bij alle bozen. Ook zag ik in dat ogenblik afschuwelijke spoken uit graven kruipen aan de overkant van Sion. Dat waren, naar ik meen, kwade geesten. Nabij de tempel ontwaarde ik andere spookachtige gedaanten. Zij kwamen uit de grond en verschenen mij, voor een groot deel als gevangenen die hun ketens meesleepten. Ik weet nier meer of het eveneens allemaal kwade geesten waren, dan wel zielen die zolang op aardse plaatsen verbannen hadden gezeten en nu misschien heentrokken naar het voorgeborchte, dat de Heer hen door Zijn doodvonnis ontsloot.

Men kan zulke dingen niet volkomen verwoorden en wil trouwens diegenen die er onkundig van zijn, geen ergernis geven. Zelf toch ervaart men, wanneer men deze dingen ziet, hun werkelijkheid zo fel, dat de haren omhoog rijzen. Het was iets afgrijselijks op dat ogenblik. Ik geloof dat ook Johannes het gezien heeft, want nadien heb ik hem daarover horen spreken. Al wie nog niet geheel verloren was, voelde het ontzettende van dat moment met een diep gruwen aan. De bozen, integendeel, voelden hoe het de haat die zij koesterden, wild deed opflakkeren.

3. Biografie Heilige Jean-Marie Vianney [Aflevering 101]

Preken: Inleiding

Omstreeks 1880 werden de preken naar Rome gezonden. In maart 1866 benoemde paus Pius IX kardinaal Patrizzi tot promotor des geloofs in de zaak Ars en machtigde hem "censors aan te wijzen om de geschriften van de vrome pastoor te onderzoeken." Maar men schrok voor deze taak terug, omdat zij vreesden om bij de ontcijfering van dit haastige en zenuwachtige schrift fouten te zullen begaan. De arme cahiers werden teruggestuurd naar de bisschop van Belley, die ze moest laten overschrijven.

Mgr. Soubiranne vertrouwde ze toe aan enkele geestelijken in Lyon, speciaal aan kanunnik Etienne Delaroche, evenals zijn broer Augustin, een vriend van abbé Colomb. Etienne Delaroche, een doctor in de theologie, was aartspriester van de oud kerk van Ainat te Lyon. Zijn broer Augustin had zich intussen aangesloten bij dom Gréa, die in 1866 te Saint-Claude (Jura) het Instituut van de reguliere Kanunniken van de Onbevlekte Ontvangenis had gesticht. Dank zij hun ijver bezat Rome al spoedig de authentieke en volledige tekst van Jean-Marie Vianney’s preken.

Maar ook in Frankrijk wilde men ze leren kennen. Reeds in november 1882 gaven Etienne en Augustin Delaroche bij Vitte et Perrussel te Lyon vier delen in duodecimo uit, getuiteld "Les Sermons du vénérable serviteur de Dieu Jean-Baptiste-Marie Vianney, Curé d’Ars," welke door Libraire Beauchesne herdrukt werden, doch sinds lang onvindbaar zijn.

Vertaling: Chris De Bodt

4. Nicky Eltz en Maria Simma: Get us out of here!! [Aflevering 101]

Hoofdstuk 12. Priesters en zusters

Nicky: Ja, wat kan dat zijn. En alstublieft Maria, laat me hierover al het mogelijke weten, want er zijn zo vele goede mensen die zoeken naar het juiste antwoord hierover.
Maria: In verschijningsplaatsen zoals te Medjugorje, Schio, Garabandal en de anderen waar Onze Lieve Vrouw verkoos om te verschijnen, deed ze dit dikwijls buiten. Neem Medjugorje louter als voorbeeld. Daar verscheen Zij en verschijnt Zij nog op één van de twee bergen. Op deze plaatsen vindt u wel altijd iemand, tot een handvol mensen in het diepste van de winter, tot zelfs vijfduizend mensen op grote feestdagen tijdens de warmere seizoenen. Zonder de minste aarzeling, en ongeacht het weer, wringen de mensen zich naar omhoog om, samengepropt en tussen de doornstruiken te knielen, terwijl Zij bij de zieners is. Dit gebeurt heel natuurlijk en dit moet ook zo zijn, maar twee of drie uur daarvoor in de Kerk, terwijl Jezus zelf tijdens de Communie wordt ontvangen, staat iedereen daar bijna zo fier als een soldaat! Is het dat wat Onze Lieve Vrouw van ons verlangt? Om voor haar te knielen en niet voor haar Goddelijke Zoon? Neen, het is niet dat!

Alstublieft, de goede mensen moeten eveneens naar hun eigen geweten luisteren en niet enkel dingen doen omdat anderen dit ook doen.

Ja, hier is een andere bevestiging voor u over deze aangelegenheid. En het kan schokkend zijn, net als het vorige verhaal over de handen die zwart werden, maar het is eveneens overtuigend en het doet geen kwaad als we het gewoon als een prettige ervaring beschouwen.

Ik persoonlijk ken een heel goede vrouw die veel bidt en die hierover ook problemen had. Zij bad hier eenvoudig weg voor en vroeg dan aan Jezus zelf om haar spoedig een teken te zenden om de zaken eindelijk duidelijk te maken voor haar. Hij deed dit! De eerstvolgende keer dat ze de Communie ontving, legde de priester, zoals hij tot dan toe deed, de hostie in haar handpalm. Van zodra hij deze daar haar gelegd, steeg deze op vanuit haar handpalm en verdween deze in de ijle lucht. Van dit kleine mirakel waren diverse mensen getuige.

Bron: Nicky Eltz

Vertaling: Chris De Bodt

5. Film: Don Bosco [4/21]

Don Giovanni Bosco [Castelnuovo Don Bosco, 16 augustus 1815 - Turijn, 31 januari 1888] was een Italiaanse priester. Hij werd geboren als zoon van een arme boer die met hard werken zijn kost verdiende. In 1817 stierf zijn vader. Op tienjarige leeftijd had hij in een droom "de jeugd" als werkterrein gezien. Die droom is verschillende keren teruggekeerd. De jeugdjaren van Don Bosco waren niet gemakkelijk. Toch kon hij in 1841 na zijn studie priester worden. Tijdens zijn priesterschap leerde Don Bosco de trieste levensomstandigheden van de jongens kennen in de voorsteden van Turijn. Jonge mensen doolden door de straten, werkloos, verloren, tot het ergste bereid. Don Bosco wou een eind te maken aan die sociale wantoestanden. Het begon met een ontmoeting met een ontmoedigde jongen. De jongen bracht na een goed gesprek vrienden mee. Zo groeide een centrum waar de jongens terecht konden. Don Bosco probeerde goede arbeidsovereenkomsten af te sluiten tussen werkgevers, de jongens en hemzelf. Hij bouwde huizen, waar arme jongens konden uitgroeien tot geschoolde werkkrachten, eerlijke mensen en goede christenen. Don Bosco liet zich niet meeslepen in de politieke en sociale twistpunten van die dagen. Hij streefde naar het onmiddellijk haalbare. Daarvoor had hij de steun en de medewerking van iedereen nodig. Dankzij de hulpmiddelen van velen heeft hij de armen goed gedaan. Op aanraden van minister Rattazzi en Paus Pius IX stichtte hij de Salesianen van Don Bosco en de Zusters van Don Bosco. Zo groeide het werk van Don Bosco voor jongeren wereldwijd.

In Vlaanderen kan men onderwijs volgen bij een twintigtal Don Bosco-instellingen waarvan er enkele aan de studenten slaapgelegenheid bieden. Men verblijft er op het internaat. In Volendam (Nederland) staat het Don Bosco College, een scholengemeenschap die naar Giovanni Bosco is vernoemd. In Amsterdam is de Don Bosco-buurt, een gedeelte van de wijk Watergraafsmeer. Dat gedeelte is genoemd naar een speeltuin die van de oprichters en buurtbewoners de naam Don Bosco kreeg. In 1934 werd Giovanni Bosco heilig verklaard. Zijn sterfdag, 31 januari, is tevens zijn feestdag.

Dit drama uit 2004 staat onder regie van Lodovico Gasparini. Acteurs zijn onder meer Flavio Insina, Lina Sastri, Charles Dance, Daniel Tschirey, Fabrizio Brucci, Lewis Crutch en Brock Everitt-Elwick.


5. Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 24: Waar duivels beefden [Aflevering 152]

Nieuwsgierig om wat er in de kist zou zitten, ging een aantal van de zeelui de kist achterna. De kist dreef naar de Golf van Cagliari, maar ze konden ze uiteindelijk inhalen toen ze aan land spoelde nabij een kerk van Mercedariërs aan de voet van een heuvel met de naam Bonaria.

De zeelui gingen de kist oppikken maar ze was zo zwaar dat ze er geen beweging in kregen. Een menigte toeschouwers zagen hoe de zeelui met de kist worstelden. Toen ging een jongen de priesters halen, die geen probleem hadden om de kist naar hun kerk te dragen (waar Maria blijkbaar wou dat de inhoud van de kist in een schrijn gezet werd). Bij het openen zagen ze een prachtig beeld van Maria in blauwe mantel, karmozijnrood kleed, en lang onderkleed.

Nog meer wonderen werden gemeld nabij Fatima, in het gezalfde gebied waar het brood en de miraculeuze bron werden onthuld aan het hongerige meisje uit Reguengo do Fetal en waar rond 1380 nog een bron in de buurt van Aljubarrota in verband werd gebracht met een arme vrouw, Catharina Anes. Volgens Charles Broschart ging Catharina op een dag naar het bos op een berg die de Vale de Deus heette om brandhout te zoeken. Terwijl ze stukjes hout verzamelde verscheen er een dame die zei: "Catharina, wil je dat ik je help met je werk?"

Catharina wees het aanbod af omdat ze de vrouw niet kende, maar toen ze klaar was om te vertrekken deed de dame haar een ander aanbod om Catharina door het bos te leiden.

Catharina wees het aanbod opnieuw af. Ze kende de weg. Maar de vrouw bleef verschijnen, en op een dag was de H. Martha bij haar, wiens kluizenaarshut dichtbij was geweest en waarvoor Catharina speciale toewijding had. "Catharina, volg me!" zei de vrouw. Catharina luisterde niet. "Kom hier, Catharina, want ik wil je een sleutel geven die je verloren bent."

Dat trok Catharina’s aandacht. Ze had inderdaad een sleutel verloren. "Hoe kan jij me die nu geven?" vroeg ze.

Bron: Michael Brown

Vertaling: Mario Lossie

6. Onze Lieve Vrouw van Belpasso (Deel 3, Aflevering 62)

Verslagen van Rosario Toscono

Eerste verslag: 11 mei 1991

Mijn lieve pelgrims, het naderen van dit bewind is de periode van vrede, die Maria heeft beloofd en die nog moet komen. Om deze reden dringt de Koningin van de Vrede erop aan dat de verering van Haar Onbevlekte Hart meer en meer bekend wordt. Niet op een wijze van een eenvoudige kennis van deze verering, maar als een belofte die wij, als ware Christenen, moeten maken in verband hiermee.

Deze belofte bestaat uit het opbouwen van dit tijdperk van vrede, beloofd door Maria. In feite wachten we op het naderen van deze periode van vrede, zonder de sterke bedoeling om er met ijver aan te werken. Hier begaan wij een grote fout. En zo zal dit rijk nooit kunnen worden verwezenlijkt, als we beweren het te kunnen opbouwen met onze eenvoudige en beperkte krachten, zonder te vertrouwen op God, de schepper van al het goede, en de spiritualiteit er rond weg te nemen.

Deze vrede is een belofte, een plan dat God heeft toevertrouwd aan Maria. Daarom kan niemand vrede bekomen zonder Haar tussenkomst. Dit is de opdracht waartoe wij vandaag worden opgeroepen.

Het is onmogelijk om te vragen dat er vrede zou heersen zonder onze bekering. Wij mogen geen aandacht schenken aan de groten en de machtigen der aarde, die de Heer "waardeloos" acht, maar wij moeten met onze goede daden de genade van God aantrekken, met volle eerbied voor Zijn geboden. Laat ons daarom, als ware kinderen, de moederlijke raad die de Heilige Maagd ons heeft gegeven in Haar boodschappen, ontvangen.

Vertaling: Chris De Bodt

7. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 54]

Hoofdstuk 3: Terug naar Taizé

De inleiding tot het gemeenschapsleven

"Geen statuut. Geen reglement," maar de basisformulering van de Gemeenschap zoals vastgelegd sinds 1941: de spreuk Ora et labora ut regnet, de drie ‘wetten van de spirituele begeleiding’ en de ‘geloofsbelijdenis’ die bij de verbintenis werd uitgesproken, dit alles uitvoerig beschreven in de vijf laatste hoofdstukken.

Deze Introduction hield meerdere vernieuwingen in. Eerst een lang citaat uit De votis monasticis door Luther in 1521 gepubliceerd maar in die tijd nog niet vertaald.

In de aangehaalde passage vroeg Luther om de ‘colleges en abdijen’ te handhaven, waar mannen zich wijden aan God en studie en de jeugd opleiden door ‘geestelijke oefeningen’ en een ‘liturgische pedagogie’. Maar hij duidde: "Ze moeten niet belast of weerhouden worden met geloften, met gevaar voor hun geweten."

Toen volgde de stichter van Taizé Luthers aanbeveling op. Hij benadrukt de ‘vreugdevolle armoede’ en de ‘gemeenschap van goederen’ (drie hoofdstukken zijn daaraan gewijd). Een hoofdstuk gaat over het celibaat van het inwonende gemeenschapslid: celibaat en huwelijk zijn ‘twee gelijkwaardige en even heilige roepingen’. Het celibaat is niet onherroepelijk: "Indien de eenzaamheid doorweegt vanwege de prikkelingen van het vlees zouden ze trouwen. [...] Ze willen niet de engel uithangen uit vrees dat het beest zich ontketent. Elk jaar moeten ze hun bestaan opnieuw onderzoeken; Ze weigeren eeuwige geloften af te leggen."

Een monnik in de abdij van Clervaux (Luxemburg) schreef in een lange welwillende boekbespreking dat de ‘clunisiens’ nog steeds ‘bang zijn van de regel’. Hij zal ook verbaasd zijn dat de jonge gemeenschap ‘zelfs niet dacht om het vasten en de onthoudingen van het primitieve monachisme over te nemen.’

8. Jezus' tijdgenoten [aflevering 28]

Woordenboek: Letter A

Antipas

Antipas of Herodes Antipas was de tweede zoon van Herodes de Grote met Malthace, zijn Samaritaanse echtgenote. Als tetrarch regeerde hij over Galilea en Perea in Transjordanië [Oostelijke Jordaanoever] van 4 v. J.C. tot 39 na J.C. Op zijn muntstukken staat gewoon ’Herodes’. Geen enkele andere Herodiaanse leider is zo nauw betrokken met de belangrijke personaliteiten uit het Nieuwe Testament. Zijn naam komt ongeveer vijfentwintig maal voor in de Synoptische Evangelieën [Deze van Mattheüs, Marcus en Lucas] en de Handelingen der Apostelen.

De huwelijksperikelen van Antipas drukten zwaar op zijn loopbaan. Zijn eerste huwelijk ging hij aan met de dochter van Aretas IV, de koning van de Nabateeërs (9 v. J.C.-40 na J.C.). Op politiek vlak beschermde deze unie Perea, het Transjordaans grondgebied van Antipas, tegen de stroperij van de Arabische zwervers. Enkele jaren later keerde het tij toen Antipas besloot om van haar te scheiden: hij werd smoorverliefd in Rome. Deze femme fatale was zijn eigen nicht Herodias, dochter van Aristobulus IV, de zoon van de geliefde vrouw van Herodes de Grote, Mariamne I. Herodias had een dochter van haar eerste man, Salomé genaamd en die later de vrouw van Herodes Filippus werd, halfbroer van Antipas. Herodes Filippus was dus de schoonbroer van Herodias en niet haar echtgenoot in tegenstelling met wat het Evangelie doet veronderstellen. Het Herodiaanse hof, tuk op roddels, schiep het gerucht over de trouwplannen van Antipas die zijn vrouw te horen kreeg. De sluwe prinses bekwam van haar naïeve echtegenoot de toestemming om Galilea te verlaten en het fort van Machareus te bezoeken in zuidelijk Transjordanië, en vandaar gemakkelijk de grens over te steken om terug te keren naar Petra, de hoofdstad van de Nabateeërs. Nu zijn verworpen en vernederde dochter weer veilig in zijn paleis verbleef kon Aretas naar hartenlust zijn wraakoorlog tegen Antipas voorbereiden.

Machareus was ook de plek waar Antipas Johannes de Doper had opgesloten. Flavius Josephus beschrijft Johannes als een ‘brave man’ die de Joden aanmoedigde tot ‘rechtvaardigheid’ en ‘vroomheid’ en zich te verzoenen door het ‘doopsel’. De populariteit en de welsprekendheid van Johannes wekten argwaan op bij Antipas wat zijn val veroorzaakte. Het verhaal van Flavius Josephus verschilt met de versie van de Evangeliën.

Volgens de historicus bracht de vrees voor politieke strubbelingen, door de prediking van Johannes veroorzaakt, de tetrarch van Galilea ertoe haastige voorzorgmaatregelen te nemen: hij liet Johannes de Doper aanhouden en terechtstellen. De nederlaag van Antipas leger tegen de Nabateeërs in 36 na J.C. werd aanzien door de Joden als een goddelijke straf voor Antipas vanwege de moord op Johannes. De jaloersheid van zijn dominante vrouw Herodias veroorzaakte de ondergang van Antipas. Toen de nieuwe keizer Gaius Caligula in 37 na J.C. de overdracht beval van de grondgebieden beheerd door de overleden tetrarch Filippus [Batanea, Gaulanitis, Auranitis, Trachonitis en Iturea] aan Agrippa I, broer van Herodias en hem tegelijk de titel van koning toekende, oefende de eerzuchtige Herodias druk uit op haar man opdat hij bij de Keizer een gelijkaardige promotie zou afdwingen. Grove vergissing! Om Antipas te schaden beschuldigde een gezant van Agrippa hem van hoogverraad. Caligula, overtuigd, zond de ongelukkige tetrarch weg als banneling naar Lyon (Lugdunum) in Gallië. Daar Herodias de zus was van Agrippa, de lieveling van de keizer, werd ze niet verbannen, maar ze wees fier het voorrecht van Caligula van de hand: "De trouw aan mijn man verbiedt me uw liefdevol geschenk te aanvaarden," antwoordde ze bij haar vertrek naar Gallië. Antipas stierf in ballingschap, waarschijnlijk gedood op bevel van de keizer die de gewoonte had zich van de groten der aarde te ontdoen nadat hij ze verbannen had.

Zoals zijn vader Herodes de Grote hield Antipas van grootse bouwprojecten. Het was hem niet genoeg de stad Sepphoris te restaureren die Publius Quinctilius Varus, Romeins gouverneur van Syrië met de grond had gelijk maakt tijdens zijn campagne tegen de Joodse rebellen na de dood van Herodes de Grote in 4 v. J.C., hij bouwde op de oevers van het meer van Galilea een prachtige hoofdstad die hij Tiberias noemde ter ere van Tiberius. Daar er oude graven geschonden werden door de werklui van de nieuwe stad, weigerden de Joden om er te gaan wonen. Tiberias werd dus opgetrokken en beheerd volgens het model van de Griekse steden. Beheerd door een raad van zeshonderd prominenten beschikte de stad over een stadion, een koninklijk paleis versierd met dierenvoorstellingen, alsook een grote synagoog. Om de Joden niet ongunstig te stemmen vermeed Antipas muntstukken te slaan met menselijke beeltenis, van de keizer of de zijne. Volgens Lucas (23,7) zou hij op bedevaart naar Jeruzalem zijn geweest voor het paasfeest.

In het Nieuwe Testament zijn de referenties naar Herodes Antipas, meestal Herodes de tetrarch genoemd, verbonden met Johannes de Doper en Jezus van Nazareth. Het begin van het openbaar leven van Johannes dateert uit de tijd dat Herodes tetrarch van Galilea was, juister nog tijdens het vijftiende jaar van Tiberius bewind, in 29 na J.C. (Lk 3,1). De evangelische versie over de dood van Johannes verschilt met deze van Josephus. Volgens Marcus en Mattheus werd hij terechtgesteld omdat hij het huwelijk van Antipas met Herodias afkeurde. Ondanks het verschil met Josephus is de uitleg van het evangelie geloofwaardig. Het is waarschijnlijk dat Johannes het hertrouwen van Antipas heeft veroordeeld, vooral omdat de Thora een huwelijk tussen een man en zijn schoonzuster verbiedt zolang de broer nog leeft.

Het commentaar van Johannes moest Herodias zeker niet hebben aangestaan en ze heeft zich willen wreken. Daardoor kwam het dat ze tijdens het verjaardagsfeest van haar man haar dochter Salomé de raad gaf, nadat haar dans Antipas verleid had, het hoofd van Johannes te eisen. Daar hij plechtig in het openbaar beloofd had het meisje te geven wat ze zou vragen moest de zwakke Antipas met tegenzin zijn belofte houden en, ondanks de vrees voor de heilige man, gaf hij de beul bevel zijn snode daad te volbrengen in de naburige gevangenis. De evangeliën halen de juiste plek van het gebeuren niet aan. Machereus, dat Josephus vermeldt, komt er niet in voor.

Het Marcus evangelie spreekt van ‘prominenten uit Galilea’ die op het verjaardagsfeest waren, wat kan betekenen dat het in die provincie doorging. De versie van Josephus is niet onverenigbaar met deze van de Evangeliën. Inderdaad is het begrijpelijk dat Antipas Johannes wou doen verdwijnen vanwege het gevaar van zijn welsprekendheid bij opstanden. De kuiperijen van Herodias tijdens het verjaardagsfeest konden een signaal zijn om in actie te treden. Nochtans moesten de kuiperijen van Herodias openbaar bekend zijn geweest, want aan het Herodiaanse hof bleef een geheim slecht bewaard. Steeds goed ingelicht zou Flavius Josephus op de hoogte zijn geweest. Hij was tuk op dergelijke anekdoten die hij wat graag doorvertelde. Tenslotte en alles wel beschouwd is de politieke motivatie de meest aanvaardbare uitleg voor Johannes terechtstelling.
BR>Wat Jezus betreft stemmen de vier evangeliën overeen om aan Antipas de bijgelovige terreur toe te schrijven dat Jezus de reïncarnatie van Johannes zou zijn. Lukas getuigt op dat vlak van twee tegenstrijdige houdingen: Volgens hem wou Antipas kennis maken met Jezus (Lk 9,9), maar hij wou hem ook doden. Daarover op de hoogte gebracht reageerde Jezus fel door Herodes als ‘vos’ te bestempelen (Lk 13, 31)32).

Lukas vertelt nog een andere episode. Tijdens Jezus proces, toen Pilatus hoorde dat hij een Galileër was, stuurde hij hem naar Antipas daar hij meende dat de Joodse leider van Galilea, die in Jeruzalem was voor het paasfeest, meer bevoegd was om een van zijn onderdanen te beoordelen. Verheugd hem te zien vroeg Antipas hem een wonder te doen. Jezus weigerde. Boos en nadat hij zijn soldatenbenden toeliet met de veroordeelde te spotten, stuurde Antipas hem terug naar Pilatus en naar de Romeinse foltering van de kruisdood.

Vertaling: Broeder Joseph

9. Eucharistische Mirakelen [Aflevering 30]

Het wonder van Daroca, Spanje [1239]

Omdat de Mis gevierd was in het veld, buiten Valencia, waren er drie steden ... Teruel, Catalayud en Daroca ... die beweerden dat het Wonder binnen hun grenzen had plaatsgevonden. Alle drie wilden ze de Heilige Corporalen zelf krijgen en bewaren. Dit probleem werd uitvoerig besproken en uiteindelijk werd besloten om het lot te laten beslissen. De Corporalen werden geplaatst op de rug van een muilezel, die vrij mocht lopen naar welke stad hij wilde. De muilezel liep naar de poort van Daroca.

Een kerk werd toen gebouwd in Daroca om de bebloede Heilige Corporalen in te bewaren. Deze kerk is vergroot in de vijftiende en zestiende eeuw en draagt nu de naam: De Gemeenschappelijk Kerk van de Heilige Maria (de Colegiata). Langs de muren van de Kapel van de Heilige Relieken zijn afbeeldingen van het wonder zichtbaar naast albasten beelden in middeleeuwse houding. De schrijn bevat nog steeds de Corporalen waarin de bloedvlekken duidelijk zichtbaar zijn.

Het wonder was zeer bekend in die dagen en het wonder word genoemd in vele officiële documenten, met name in documenten uit 1340. Het wonder was het onderwerp voor vele documenten in de vijftiende eeuw en het verhaal van het wonder is geschreven door verschillende beroemde mensen.

Voor meer dan zeven eeuwen zijn de Sagrados Corporales het kostbaarste en dierbaarste bezit van Daroca.

10. Elizabeth Canori Mora [1774-1825]: Profetieën

Profetie 21

Die boze geesten zullen elke plaats waar God wordt veracht en gelasterd, plunderen. De gebouwen die ze hebben ontheiligd zullen worden afgebroken en vernietigd en niets anders dan ruïnes zullen van er van overblijven.

Vertaling: Henk

11. A.C. Emmerich: Nog dertig profetieën

De zalige A.C. Emmerich was een Augustijner kloosterzuster. Ze werd in Duitsland geboren in 1774 en had een leven vol lijden. Zij droeg de stigmata van de Heer en overleed in het jaar 1824.

Profetie 11

Ik weet niet op welke manier ik de voorbije nacht naar Rome ben gebracht, maar ik bevond mezelf nabij de basiliek Santa Maria Maggiore te Rome, en ik zag vele mensen in ellende en verwarring, omdat de Paus nergens te vinden was, alsmede door de verslagen uit de rusteloze stad. Deze mensen leken niet te verwachten dat de kerkpoorten zich zouden openen, ze wensten enkel buiten te bidden. Een innerlijke drang had hen elk individueel naar hier geleid. Maar ik was in de kerk en ik opende de deuren. Ze kwamen verrast en verschrikt binnen omdat de deuren zich hadden geopend. Het leek me alsof ik mij achter de deur bevond en dat ze mij niet konden zien. Er werd geen dienst gehouden in de kerk, maar de lampen naast het hoogaltaar brandden. De mensen baden in tamelijke rust.

Vertaling: Chris De Bodt

16. Recente Heiligenlevens [aflevering 7]

Elisabeth Leseur, Frankrijk. Dienares van God [1866-1914]

Haar rouwende echtgenoot schreef na haar dood: "ik aanschouwde de onsterfelijke schoonheid die ze toonde op haar sterfbed, die in mij de diepste emoties teweegbracht. Haar gezicht dat nu vredig was na haar laatste lijden, toonde de rust van een andere wereld. Men kon er zaligheid in onderscheiden, en ik voelde ... vaag, omdat ik nog altijd ongelovig was ... maar op één of andere manier met zekerheid, de waarheid van de tekst in het Voorwoord van de Mis der Doden: ‘Het leven word veranderd, niet weggenomen’."

Voorafgaand aan haar dood, was er een ononderbroken processie van mensen die haar aan haar bed kwamen bezoeken, en die oprecht en aandoenlijk rouwden. Hoewel haar rouwende echtgenoot dit niet wist, waren het niet alleen haar vrienden, maar ook zij die baat hadden gehad van haar liefdadigheden en goedheden. De begrafenis werd door een massa mensen bijgewoond, in die mate zelfs, dat de geestelijken verbaasd waren. Bovendien werd Felix er van op de hoogte gesteld dat velen gevraagd hadden: "Wie was deze vrouw? We hebben nog nooit zo’n begrafenis gezien."

Veel van de mensen naar wie Elisabeth brieven had geschreven, onthulden achteraf de inhoud ervan aan Felix. Het was dan dat hij ten volle de schoonheid van de ziel van z’n vrouw apprecieerde. Felix schreef dat er honderden brieven waren, en "bewonderenswaardig waren, zowel naar vorm als inhoud." Het bleek dat, ondanks haar veelvuldige ziektes, ze op één of andere manier in staat was om naar mensen met alle soorten levenswijzen te schrijven, met raadgevingen en spiritueel advies. Ze was, in feite, een leider van zielen geworden, wat bevestigd werd door haar briefwisseling. Felix kwam uiteindelijk ook te weten dat er genaden waren verleend door haar tussenkomst.

Men kan Elisabeths spirituele erfenis terugvinden in haar Dagboek, dat ze begon op 11 september 1899 tijdens de eerste ziekte wanneer men, twee maanden na haar huwelijk, vaststelde dat ze een darminfectie had. Het Dagboek eindigde tijdelijk in 1906, maar ze schreef verder in een boekje met de titel "A Book of Resolutions," dat de leegte opvulde waar het Dagboek eindigde, tot ze het hervatte in 1911. Het ging door tot 1914, toen ze stierf aan haar laatste ziekte. Een deel van haar geschriften staan ook in "The Daily Thoughts": dit zijn losstaande fragmenten die ze schreef tengevolge van haar bezinning of gebed.

Bron: Joan Carroll Cruz

Vertaling: Mario Lossie

15. Ongeschonden Lichamen: Jean-Marie Vianney [2/10]

Vanaf 1795 werd de onderdrukking wat minder, maar de kerken bleven gesloten. Jean deed zijn eerste communie in 1799 thuis, in het geheim daarop voorbereid door twee nonnen.

Nadat in 1802 de Kerk weer wat meer vrijheid gekregen had, opende pastoor Balley van Écully een seminarie. Hij wilde Jean graag onderwijs geven om hem voor te bereiden op het priesterschap. In die tijd voegde Jean "Baptiste" aan zijn naam toe, uit bewondering voor Johannes de Doper die hij als patroonheilige gekozen had bij het vormsel. De inmiddels 19-jarige jongeman, die tot dan toe boerenknecht en herder geweest was, mocht in het naburige plaatsje gaan studeren. Tussen zijn klasgenootjes, die een jaar of twaalf waren, had hij het moeilijk, vooral met Latijn. Dank zij zijn onmiskenbare roeping en het geduld van de dorpspastoor hield hij de studie vol.

Maar in 1808 werd hij onder de wapens geroepen vanwege de oorlog in Spanje: gebrek aan rekruten bracht Napoleon ertoe de vrijstelling van dienstplicht voor seminaristen op te heffen. Tevergeefs zocht zijn vader een vervanger voor hem. Op de dag van vertrek ging Jean naar de kerk om te bidden en vervolgens bleek zijn regiment al afgemarcheerd te zijn. Hij werd erachteraan gestuurd, maar een gids leidde hem naar een kamp van deserteurs in de Alpen. Daar woonde hij ruim een jaar in een koestal, gedoogd door de burgemeester, en onder de naam Jerôme Vincent leidde hij een dorpsschool. Pas in 1810 kon hij na een keizerlijk pardon voor deserteurs terugkeren naar Écully.

16. Tieners: geef hen nooit op, zelfs als uw tiener u haat [2/4]

De meeste kinderen die bij ons komen leven of hier bij "Heartlight" raadgevingen ontvangen, waren afkomstig van grote christelijke huizen, met liefhebbende en bekommerde ouders. Sommigen zijn van families van bekende christelijke leiders. Ze waren net zoals jij geschokt omdat hun kinderen zich verwijderden van jou, van God en van al wat hun dierbaar was.

Dus is het een vergissing te geloven dat christelijke families veilig zijn. Christelijke kinderen zijn even vatbaar als om het even wie. Maar ik kan je garanderen dat God jouw familie even graag ziet als jij dat doet, en zelfs nog liever ... en er is hoop. Er is een weg doorheen de moeilijke tienerjaren, en er zijn werkmiddelen die we ontwikkeld hebben om met moeilijke tieners om te gaan. Nochtans kan het hard werk zijn, maar het is de moeite waard.

Vertaling: Henk

15-02-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.15 februari 2010
15 februari 2010

1. Medjugorje: Retraitekasteel Onze Lieve Vrouw van het Heilig Hart [6/10]

Waarom een kasteel volgens de Bijbel?

De architecturale structuur van her retraitehuis was een ingeving van de Heilig Theresa van Avila, een grote hervormster van de Karmelietenorde die kloosters vestigde voor de blootvoetse Karmelietenzusters uit de zestiende eeuw. Het centrale onderdeel van de brug is een bezieling van de Heilige Catherina van Siena’s Dialoog. De bedoeling ervan is om na te denken, als over een icon, over het "Nieuwe Jeruzalem, de stad van God." Elk onderdeel van het ontwerp is gebaseerd op de Bijbel. Zo vertegenwoordigen de vier torens, de vier Evangeliën. De centrale toren geeft vorm aan de "ark," met als bedoeling Maria te vertegenwoordigen, die de "Ark van het Nieuwe Verbond" is. "Vanaf het prille begin werden de bouwdetails toevertrouwd aan de voorzichtige zorg van de Heilige Jozef, de geliefde echtgenoot van Onze Lieve Vrouw," legt Nancy uit.


Bidkapel in het retraitekasteel

Toen ze het verhaal hoorden van de zalige Mirjam van Abbelin, [zie haar levensverhaal morgen] die leefde tijdens de negentiende eeuw en eveneens patrones is voor de architectuur, baden ze voor haar tussenkomt. "Kort daarop, vernamen we van de ingenieurs dat het centrale bouwwerk van het kasteel zo’n drie meter hoger moest zijn dan gepland, omdat het over een aardbevingszone gaat. Ook moest elke verdiepingsvloer gebouwd worden in gewapend beton. Patrick zei bij zichzelf: "Onze Lieve Vrouw is klein en nederig. Dit kan niet zijn."

Uiteindelijk werd het bouwwerk groter dan we ons hadden kunnen voorstellen en we vonden geen troost toen het dakwerk uiteindelijk voltooid was, tot we van Florian, de verantwoordelijke, te horen kregen dat het bouwwerk precies achttien meter hoog was. En dit was precies dezelfde hoogte van het klooster van de Karmelietessen, dat rond 1875 is gesticht door de Zalige Mariam Baouardy. Het was Jezus zelf die haar de plannen had doorgegeven voor het klooster van de Berg Carmel. Toch was dit slechts een halve troost, ook toen we ons verdriet uitdrukten aan Vader Jozo over de grootte van het bouwwerk en hij ons trachten op te beuren door te zeggen dat op een dag het bouwwerk te klein zou worden.

Vertaling: Chris De Bodt

2. A.C. Emmerich: Het bitter lijden van Onze Heer Jezus Christus. [Aflevering 100]

Hoofdstuk 3. Annas en Caïphas

Het rechthuis van Caïphas

Caïphas, geheel buiten zichzelf gebracht door de beschamende tegenstrijdigheden in de uitlatingen van de laatste twee getuigen, verhief zich van zijn zetel en daalde een paar treden af en riep tot Jezus: "Antwoordt gij niets op deze aanklacht?" Het ergerde hem vreselijk dat Jezus niet eens omhoog keek. Toen vatten de beulsknechten Onze Heer bij de haren, rukten Zijn hoofd achteruit en sloegen met hun vuisten onder Zijn kin. Jezus echter hield de blik naar beneden gericht. Caïphas stak nu met een heftig gebaar zijn armen in de hoogte, en toornig klonk zijn stem, terwijl hij riep: "Ik bezweer u, in de naam van de levende God, dat Gij ons zeggen zoudt, of gij de Christus zijt, de Messias, de Zoon van de Allerhoogste."

Het rumoer hield op. In de grote stilte die daarna kwam, sprak Jezus, door God gesterkt, met een onvergelijkbare, waardige en diep schokkende stem, met de stem van Eeuwige Woord: "Ik ben het, gij hebt het gezegd en ik zeg tot u, lieden, dat ge weldra de Mensenzoon zult zien zitten aan de rechterhand van de Majesteit en Hem zien verschijnen op de wolken uit de hemel!"

Terwijl Jezus die woorden sprak, zag ik Hem als doorstraald van licht, en boven Hem de hemel geopend. En in de hemel zag ik een onuitsprekelijke, wezenheid: God Almachtig, ik zag de engelen en het gebed der rechtvaardigen, als baden zij schreiend voor Jezus. Maar was het, of ik zag de godheid van Jezus uit de Vader die uit Zichzelf het volgende sprak: "Indien ik lijden kon, zou ik willen lijden. In mijn barmhartigheid ben Ik vlees geworden in de Zoon, opdat de Mensenzoon lijden zou, want ik ben gerechtigheid en zie, Hij draagt de zonden van de hele wereld."

3. Biografie Heilige Jean-Marie Vianney [Aflevering 100]

Preken: Inleiding

Jaren verliepen. De preken van de Pastoor van Ars werden vergeten. Men herinnerde zich alleen zijn befaamde catechismuslessen. Tenslotte wist men zelfs niet meer dat er van de dienaar Gods nog manuscripten bestonden.

Zij zouden misschien nooit ontdekt zijn, als hun bezitter zich niet bij toeval verraden had. Abbé Colomb maakte namelijk eens een wandeling met abbé Valansio, een priester van het bisdom Belley, die bij de zaligverklaring van de Pastoor van Ars als "advocaat van de duivel" optrad. In de loop van het gesprek merkte abbé Valansio op dat men van Jean-Marie Vianney jammer genoeg maar enkele door hemzelf geschreven stukken bezat.

"En zijn preken dan?" vroeg de ander.
"Zijn preken ...? Die zou ik wel eens in willen kijken."
"Dat kan. Ik heb ze."

Enkele dagen later werd abbé Colomb officieel verzocht om zijn manuscripten te overhandigen aan de bisschop van Belley. Toen de abbé daartoe niet bereid bleek te zijn, kwam kardinaal Caverot, de aartsbisschop van Lyon, persoonlijk tussenbeide. Maar zelfs de kardinaal meest eerst met interdict en andere kerkelijke straffen dreigen, voor abbé Colomb zijn cahiers wou afstaan.

Vertaling: Chris De Bodt

4. Nicky Eltz en Maria Simma: Get us out of here!! [Aflevering 100]

Hoofdstuk 12. Priesters en zusters

Nicky: Was het een arme ziel?
Maria: Hoogstwaarschijnlijk wel en sommigen onder ons begonnen voor haar te bidden.

Nicky: Sommige mensen zeggen dat dit geen kwaad kan omdat Jezus het brood verspreidde in de handen van Zijn leerlingen bij het Laatste Avondmaal. Ze zeggen dat de priesters enkel maar hetzelfde doen. Wat zegt u hierop?
Maria: Niet waar! Zowel aan Catharina Emmerich als Therese Neumann, mogelijks de twee grootste Duitse mystica ooit, werd het toegelaten om het Laatste Avondmaal te mogen zien en in beide gevallen legde Christus het brood op de tong van Zijn Apostelen.

En begrijp en vertrouw op dit alstublieft. Ik ben verre van de enige die dit zegt. Uitgerekend dit onderwerp, samen met andere hieraan verbonden onderwerpen, worden vandaag op het hoogste niveau binnen de Kerk bespreken en ik weet dat Jezus ook hier zal overwinnen ondanks hoe chaotisch de dingen thans zijn geworden.

Nicky: Sta me toe, wanneer u zegt dat aan Catharina Emmerich in een visioen is onthuld dat ...
Maria: Ja, het is zo, en elke keer in de geschiedenis is het door private onthullingen dat God de dingen op orde heeft gesteld. En wat iedereen onder ons kan bevestigen is dat onderzoek naar de goedgekende feiten uit de geschiedenis, de vruchten ervan enorm waren, met een groot aantal bekeringen. Kijk maar alleen naar Rue de Bac, Lourdes en Fatima, of Therese Neumann, om de miljoen bekeringen niet te vernoemen die de laatste vijftien jaar zijn geschied rond de gebeurtenissen in dat onbetekenende dorpje in met midden van het meest explosieve gedeelte van Europa. Hier bedoel ik uiteraard Medjugorje.

Nu dat ik opnieuw aan Medjugorje denk, hier is een andere kijk betreffende Communie in de hand...

Bron: Nicky Eltz

Vertaling: Chris De Bodt

5. Film: Don Bosco [3/21]

Don Giovanni Bosco [Castelnuovo Don Bosco, 16 augustus 1815 - Turijn, 31 januari 1888] was een Italiaanse priester. Hij werd geboren als zoon van een arme boer die met hard werken zijn kost verdiende. In 1817 stierf zijn vader. Op tienjarige leeftijd had hij in een droom "de jeugd" als werkterrein gezien. Die droom is verschillende keren teruggekeerd. De jeugdjaren van Don Bosco waren niet gemakkelijk. Toch kon hij in 1841 na zijn studie priester worden. Tijdens zijn priesterschap leerde Don Bosco de trieste levensomstandigheden van de jongens kennen in de voorsteden van Turijn. Jonge mensen doolden door de straten, werkloos, verloren, tot het ergste bereid. Don Bosco wou een eind te maken aan die sociale wantoestanden. Het begon met een ontmoeting met een ontmoedigde jongen. De jongen bracht na een goed gesprek vrienden mee. Zo groeide een centrum waar de jongens terecht konden. Don Bosco probeerde goede arbeidsovereenkomsten af te sluiten tussen werkgevers, de jongens en hemzelf. Hij bouwde huizen, waar arme jongens konden uitgroeien tot geschoolde werkkrachten, eerlijke mensen en goede christenen. Don Bosco liet zich niet meeslepen in de politieke en sociale twistpunten van die dagen. Hij streefde naar het onmiddellijk haalbare. Daarvoor had hij de steun en de medewerking van iedereen nodig. Dankzij de hulpmiddelen van velen heeft hij de armen goed gedaan. Op aanraden van minister Rattazzi en Paus Pius IX stichtte hij de Salesianen van Don Bosco en de Zusters van Don Bosco. Zo groeide het werk van Don Bosco voor jongeren wereldwijd.

In Vlaanderen kan men onderwijs volgen bij een twintigtal Don Bosco-instellingen waarvan er enkele aan de studenten slaapgelegenheid bieden. Men verblijft er op het internaat. In Volendam (Nederland) staat het Don Bosco College, een scholengemeenschap die naar Giovanni Bosco is vernoemd. In Amsterdam is de Don Bosco-buurt, een gedeelte van de wijk Watergraafsmeer. Dat gedeelte is genoemd naar een speeltuin die van de oprichters en buurtbewoners de naam Don Bosco kreeg. In 1934 werd Giovanni Bosco heilig verklaard. Zijn sterfdag, 31 januari, is tevens zijn feestdag.

Dit drama uit 2004 staat onder regie van Lodovico Gasparini. Acteurs zijn onder meer Flavio Insina, Lina Sastri, Charles Dance, Daniel Tschirey, Fabrizio Brucci, Lewis Crutch en Brock Everitt-Elwick.


6. Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 24: Waar duivels beefden [Aflevering 151]

Dat waren de verschrikkingen. Dat was de verbijstering. Het leek alsof het licht van de hemel was uitgedoofd, dat verwarring heerste, maar nu stond Maria klaar om terug op de voorgrond te treden en nog grotere rampspoed te voorkomen. Ze was gezegd geweest om uit het zicht te verdwijnen maar ze stond op het punt om terug te keren en haar kinderen te redden. Ze kwam wanneer haar volk haar vroeg om te komen, en dat is wat de eenzame nonnen en monniken, de eenzame en trouwe godsvruchtigen, de eenzame priesters die niet waren bezweken voor schandalen, deden. Ze baden vurig nieuwe gebeden. Te midden van verdorvenheid, waren zij eilanden van heiligheid. De paus had op 13 oktober 1318 een voorloper van het Angelus officieel goedgekeurd en in de jaren 1360 groepeerde een Kartuizer met de naam Henry van Kalkar de 150 in tientjes en zette voor elk tientje een Onze Vader, waardoor hij dichter bij de uiteindelijke versie van de Rozenkrans kwam.

Als, in overeenstemming met de goddelijke Wil, haar bescherming beperkingen had, dan was haar genade er in ieder geval niet minder op geworden. Haar aanwezigheid groeide zelfs. Het eindspel was bezig. Ze wist dat de laatste Antichrist nog niet leefde, maar ze wist ook wat Johannes had gezegd i.v.m. de geest van de Antichrist [1 Johannes 2:18]. Ze wilde dat hij herkend werd als het uitschot dat hij was. Daar tegenover stond, in sterk contrast, haar Onbevlekte Ontvangenis die sinds de zevende eeuw onofficieel werd gevierd en net voor de omwenteling in het laatste gedeelte van de jaren 1200 volledig verklaard was geweest door een Franciscanentheoloog, Duns Scotus.

Maria was terug, en dat was zichtbaar in de stijging van de miraculeuze berichten. In Italië verscheen ze op dezelfde nacht aan drie mensen op verschillende plaatsen en vroeg om een kerk te bouwen in Pozzuoli, en ze was de H. Vincent Ferrer ter hulp gekomen toen Satan hem toefluisterde en hem probeerde te verleiden om uit het kloosterleven te stappen. In het Franse Chartres kwam Maria tussen op maandag 13 april 1360, toen Koning Edward III van Engeland de vrome stad wou aanvallen en het gebied wou overnemen. Het koninklijk leger had net buiten de stad de tenten opgeslagen en was bezig Chartres te bestormen toen het plots getroffen werd door een hagelstorm die zo hevig was dat men het beschreef als een cycloon. De storm velde zowel de mannen als de paarden. Edward besefte dat het een voorteken was en viel op z’n knieën en met z’n armen uitgestrekt in de richting van de augustijnenkerk beloofde hij Maria dat hij de aanval zou stoppen en vrede sluiten als ze hem wilde sparen. Zelfs lekenberichten rapporteren dat de storm onmiddellijk ging liggen. Binnen de maand was er in Brétigny een verdrag dat de eerste fase beëindigde van een oorlog die al twee decennia duurde. Edward had opgegeven in het aanschijn van Maria.

Tien jaar later, op 25 maart 1370 was er een andere storm en een ander mirakel. Een schip dat van Spanje naar Italië voer werd voor de kust van Sardinië geteisterd door een orkaan. Het schip liep gevaar te zinken en de zeelui begonnen vracht overboord te gooien. Het laatste stuk was een kist. Zodra het in de zee werd geworpen werden de golven kalmer en ging de storm liggen.

Bron: Michael Brown

Vertaling: Mario Lossie

7. Onze Lieve Vrouw van Belpasso (Deel 3, Aflevering 60)

Verslagen van Rosario Toscano

Eerste verslag: 11 mei 1991

Mijn beste pelgrims, geen andere dag is meer geschikt dan deze elfde mei, de vijfde verjaardag van de eerste verschijning van de Heilige Moeder aan deze rots, om u en uw broers, die niet aanwezig zijn op de moederlijke uitnodiging van de Koningin van de Vrede, deze boodschap over te maken.

In het licht van de woorden die de Heilige Maagd mij vertelde tijdens Haar laatste verschijning op 1 mei 1988 ["Mijn Onbevlekte Hart zal steeds bij U zijn"], ben ik er meer dan ooit van overtuigd om volledig op de wensen van de Heilige Maagd in te gaan. Daarom vraag ik u, als individueel, om diepgaande aandacht te willen schenken aan wat ik u moet vertellen.

Op 18 juni 1986 vertelde de Heilige Moeder mij: "Ik ben de Koningin van de Vrede en Ik wens dat u Mijn liefde aan de wereld bekend maakt. Mijn Hart is in diep lijden." Zo weet men hoe het Onbevlekte Hart van de Koningin van de Vrede kan gebruik maken van uw hulp.

Vandaag wens ik deze opdracht, die niet alleen voor mij is bedoeld, maar voor iedereen, duidelijk en volledig te omschrijven voor al diegenen die zichzelf wensen ten dienste te stellen van de Heilige Maagd. Iedereen heeft kennis van de toewijding tot het Onbevlekte Hart van Maria, maar niemand heeft ook diep nagedacht over de enorme betekenis van de opdracht die God heeft toevertrouwd aan deze verheven verering: vrede.

De Heilige Louis-Marie Grignion de Montfort zei: "als, zoals zeker is, de kennis en het Koninkrijk van Jezus Christus tot de wereld zal komen, zal er een noodzakelijk gevolg zijn voor de kennis van het Koninkrijk van de Meest Heilige Maagd Maria."

Vertaling: Chris De Bodt

8. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 53]

Hoofdstuk 3: Terug naar Taizé

De inleiding tot het gemeenschapsleven

Enkele weken na zijn vaste intrek in Taizé in oktober 1944 publiceerde Roger Schutz zijn eerste echte boek, Je sers, dat hij uitgaf samen met de meest befaamde protestantse uitgever van Genève, Labor et Fides, en een uitgeverij in Parijs, gesticht voor de oorlog door Denis de Rougemont. Beide uitgevers waren vooral actief in litteraire uitgaven maar wel duidelijk protestants getint. Dit boek was het begin van ‘Collection Communauté de Cluny’ (CCC). Ondanks de kritiek bleef Roger Schutz achter de benaming van Cluny staan, met volgende uitleg: "Cluny. Deze naam komt van de streek, de Clusinois, waar het eerste huis werd geopend en doelt niet, zoals sommigen beweren, op een omzetting van het benedictijns leven naar de hervormde kerken."

Dominee Schutz schreef een groot gedeelte van het werk toen hij nog in Zwitserland was, maar sommige passages [o.a. over de ‘ Kinderstad’, waarover later meer] tonen aan dat het herlezen en aangevuld werd in Taizé.

Dit boek ontwikkelt de kleine Notes explicatives van 1941 en brengt bewerkte delen uit zijn eindschrift van 1943. Het gedachtegoed van de stichter van Taizé is aangevuld met het gemeenschapsleven dat hij al enkele jaren beleeft. In zeventien korte hoofdstukken omschrijft het boek duidelijk wat de Gemeenschap van Cluny nastreeft.

In het ‘hoofddeel Cluny’, naar de uitdrukking van Roger Schutz, zijn steeds twee ‘soorten ministeries’ te onderscheiden. Deze van elke Gemeenschap en deze van de inwonende Gemeenschap, verenigd in eenzelfde roeping: ‘Levenslang mensen verenigen die samen Christus volgen, mensen die in hun belijdenis niet gespleten worden maar zich geheel aan hun roeping wijden.'

Vertaling: Broeder Joseph

9. Jezus' tijdgenoten [aflevering 28]

Woordenboek: Letter A

Antigonus

Antigonus, de zoon van Aristobulus II, was de laatste hogepriester uit het Joodse koningsgeslacht van de Hasmonische dynastie [40-37 v. J.C.]. Zijn Hebreeuwse naam was Mattatias, maar hij is onder zijn Griekse naam de geschiedenis ingegaan. Toch werden zijn muntstukken geslagen met de Hebreeuwse naam ‘Hogepriester Mattathias’ en de Griekse naam ‘Koning Antigonus’.

Sinds 63 vóór Christus was Judea een vazalstaat van de Romeinen geworden en was het koningschap van Aristobulus II [de laatste Hasmoneese koning] een einde gekomen. Antigonus erfde van zijn vader echter het verlangen naar een herstel van de onafhankelijke Hasmoneese staat. In 56 vóór Christus vergezelde hij zijn vader in een poging een staatsgreep te plegen, maar de poging mislukte. Beide werden gevangen genomen en naar Rome gezonden.

De periode van gevangenschap duurde tot 49 vóór Chr., toen Julius Caesar, in een poging om Pompeius dwars te zitten,vAristobulus en Antigonus vrij liet en hen vroeg Judea op Pompeius te veroveren. Ook deze poging tot herstel van de Hasmoneese staat mislukte echter. Pompeius had lucht gekregen van de plannen en liet Aristobulus vergiftigen nog voor hij Rome verlaten had. Antigonus bleef echter op vrije voeten en zinde op mogelijkheden de droom van zijn vader alsnog te verwezenlijken.

Een paar jaar later zag hij zijn kans schoon. In 43 v. Chr. werd Antipater, de procurator van Judea, vermoord toen hij probeerde belastingen te innen voor de Romeinen. Antigonus probeerde te profiteren van het anti-Romeinse sentiment en probeerde de macht te grijpen. Hij werd echter verslagen door Antipaters zoon Herodes. Hij liet zich echter niet uit het veld slaan en zocht steun bij de Parthen.
Met hulp van de Parthische troepen, onder aanvoering van Pacorus I, nam Antigonus in 40 v. Chr. Jeruzalem in. Pacorus en Antigonus namen de oom van deze laatste, Hyrcanus II gevangen, die op dat moment hogepriester en ethnarch was en de hoogste gezagsdrager in de Romeinse vazalstaat was.  Aldus maakte hij zich onrechtmatig meester van de politieke en godsdienstige functies van zijn oom Hyrcanus II. Nadat hem de oren werden afgesneden, waardoor hij voorgoed ongeschikt werd voor het hogepriesterschap, werd hij naar Babymonië in Parthië gezonden om daar in ballingschap te verblijven. Pacorus en Antigonus namen ook Herodes' broer Phasaël gevangen. Deze wachtte de loop der gebeurtenissen echter niet af en pleegde zelfmoord. Herodes zelf wist Judea op tijd te verlaten en reisde naar Rome.

In Jeruzalem liet Antigonus zich naar het voorbeeld van de eerdere Hasmoneese heersers uitroepen tot koning en hogepriester. Hij liet daarbij ook zijn eigen munten slaan, wat in de Oudheid als politiek statement gezien werd. Antigonus bracht een groot deel van zijn driejarig bewind door met Herodes te bekampen.

Lang duurde Antigonus' koningschap niet. Met hulp van Romeinse troepen maakte Herodes in 37 v. Chr. een einde aan Antigonus' heerschappij. De Parthen konden Antigonus niet te hulp komen, omdat zij zelf inmiddels door Publius Ventibus Bassus, een veldheer van Marcus Antonius, teruggedreven waren over de Eufraat. Gesteund door de legioenen van Gaius Sosius, gouverneur van Syrië, veroverde Herodes leger Jeruzalem. Antigonus gaf zich over aan Sosius die hem bespotte door de vrouwelijke vorm van zijn naam te gebruiken. Overgebracht naar Antiochië werd Antigonus onthoofd op bevel van Marcus Antonius. Om deze laatste aan te zetten zich van zijn rivaal te ontdoen had Herodes hem smeergeld aangeboden. Zo eindigde in mineur een eeuw heerschappij van de Hasmoneese priesters met de eerste terechtstelling van een regerende koning. Herodes zelf kreeg als dank voor zijn ingrijpen van de Romeinse Senaat het koningschap over het Joodse land.

Vertaling: Broeder Joseph

10. Eucharistische Mirakelen [Aflevering 29]

Het wonder van Daroca, Spanje [1239]

Direct na het uitdelen van de Heilige Communie vielen de Saracenen aan in een onverwachte aanval. De priester was geschokt en bevreesd door de plotselinge en heftige strijd. In plaats van het nuttigen van de overgebleven zes Hosties, plaatste hij deze Hosties veilig in twee corporalen. Om de veiligheid nog verder te garanderen verborg hij ze onder stenen niet ver bij het altaar vandaan.

Na het gevecht, dat de Saracenen in schande verloren hadden, keerden de Katholieke soldaten terug en knielden voor het altaar om God te bedanken die hen deze overwinning had geschonken. De priester was in de tussentijd op zoek naar de Hosties die hij verborgen had. Hij had grote moeite deze plaats te vinden totdat hij door goddelijke ingeving de plaats wist te vinden. Na het terugvinden van de corporalen was hij verbaasd dat de zes Hosties waren verdwenen en ze zes bloedvlekken hadden achtergelaten. De priester vroeg zich af waarom God dit wonderlijke gebeuren liet plaatsvinden. Hij zag het als een teken van God’s bescherming en liefde voor de katholieke soldaten. De priester bracht toen de bebloede corporalen bij de soldaten voor hun inspectie en erkenning.

11. Elizabeth Canori Mora [1774-1825]: Profetieën

Profetie 20

Gelukkig zullen de echte en goede katholieken worden! Zij zullen de krachtige bescherming van de heilige Apostelen Petrus en Paulus ervaren, die erover zullen waken dat zij niet zullen worden gekwetst in hun persoon noch in hun eigendom.

Vertaling: Henk

12. A.C. Emmerich: Nog dertig profetieën

De zalige A.C. Emmerich was een Augustijner kloosterzuster. Ze werd in Duitsland geboren in 1774 en had een leven vol lijden. Zij droeg de stigmata van de Heer en overleed in het jaar 1824.

Profetie 11

Ik weet niet op welke manier ik de voorbije nacht naar Rome ben gebracht, maar ik bevond mezelf nabij de basiliek Santa Maria Maggiore te Rome, en ik zag vele mensen in ellende en verwarring, omdat de Paus nergens te vinden was, alsmede door de verslagen uit de rusteloze stad. Deze mensen leken niet te verwachten dat de kerkpoorten zich zouden openen, ze wensten enkel buiten te bidden. Een innerlijke drang had hen elk individueel naar hier geleid. Maar ik was ik de kerk en ik opende de deuren. Ze kwamen verrast en verschrikt binnen omdat de deuren zich hadden geopend. Het leek me alsof ik mij achter de deur bevond en dat ze mij niet konden zien. Er werd geen dienst gehouden in de kerk, maar de lampen naast het hoogaltaar brandden. De mensen baden in tamelijke rust.

Vertaling: Chris De Bodt

13. 365 dagen met mijn engelbewaarder

15 februari

Bid voor de mensen vóór ge ze ontmoet. Zend mij naar hun engelbewaarder. Elke ontmoeting dient voor de andere een lichtsignaal te zijn; hij voele zich beter en gelukkiger. Zo moet het zijn met de ontmoeting van een volgeling van Christus.

16 februari

Heb voor uw lamp steeds een voorraad olie. Dan kunt ge ze ontsteken als de bruidegom verschijnt. Gelijk op de wijze maagden van de parabel van Jezus (Mt 25,1-13). Ge kent dag noch uur van zijn komst in het eeuwige Rijk van de Hemelse Vader.

17 februari

Wees een levend deeltje van de gist die de Heer in de mensendeeg mengt om de bloem te doen rijzen. Indien Hij genoeg werkzame leerlingen had, dan zou de deeg vlug rijzen en zo de wederkomst van de Meester van de oogst verhaasten. Als die deeg zo langzaam rijst, soms zelfs invalt, is het omdat het aantal ware volgelingen niet voldoende is, dramatisch ontoereikend.

18 februari

Over de Tempel en zijn luister heeft Jezus aan zijn leerlingen voorspeld dat er geen steen op de andere gelaten zal worden (Mt 24,1-2). Twintig eeuwen later is zijn verwoesting nog altijd even volledig; er is niet de minste hoop hem terug op te bouwen. God heeft hem door levende tempels vervangen. Gij zijt er één van. Bekleed hem met luister. Versier hem met edelstenen. Elke vervoering, elke daad van echte liefde is een parel die uw levende tempel siert. Wat verheug ik er mij om, hem op die levende manier mooier te zien worden.

19 februari

"De Vredevorst" (Jes 9,5) heeft een tuchtvol leger nodig waarvan de leden begonnen zijn met de verovering van zichzelf. Hij kan niets doen met ikzuchtige strijders met een verdord hart. Wat zijn er veel christenen met zo ’n hart! Werk de littekens weg van hoogmoed die uw ziel misvormt. Indien ge de zielen kon zien, wat zoudt ge verbaasd zijn! Verleidelijke gezichten verbergen soms afzichtelijke inwendige lelijkheid. Tracht uw ziel steeds mooier te maken, meer aantrekkelijk voor de goddelijke Gast die er verblijft. Is uw ziel geen koninklijk paleis? Schrijf in uw hart in gouden letters de woorden van Jezus:"Als iemand Mij liefheeft, zal hij mijn woorden onderhouden; mijn Vader zal hem liefhebben en Wij zullen tot hem komen en verblijf bij hem nemen" (Joh 14,23). Geeft ge u rekenschap van dit goddelijk voorrecht? Alleen mensen genieten daarvan.

20 februari

Ge voelt u soms opzij gezet of miskend door anderen. Dat is een teken dat ge niet van deze wereld zijt. Zij die u verwerpen spreken de taal van de wereld, ze worden gedreven door zijn principes, ze regelen hun leven in overeenstemming met zijn doel. Dat gebeure nooit met u. Beklaag hen die zo handelen, bid voor hen.

21 februari

Innerlijke groei is een wet van het Rijk der Hemelen. Een voortdurende en onbeperkte groei. Hoe lang uw leven ook duurt, het is helemaal niet te lang. Let er op die groei nooit tegen te houden.

Bron: René Lejeune

Henk

14. Recente heiligenlevens

Elisabeth Leseur, Frankrijk. Dienares van God [1866-1914] [6/10]

In 1911 ontwikkelde er zich een ernstige toestand, toen men bij haar een kankerachtig gezwel in de borst vaststelde en waarvoor ze een chirurgische ingreep moest ondergaan. In 1912, toen ze hersteld was, reisde ze met haar echtgenoot naar Lourdes waar ze de Heilige Maagd dankte voor de succesvolle medische ingreep, en voor de genezing van haar zus en jong neefje.

Felix schreef dat een eerder bezoek dat hij aan Lourdes had gebracht, hem een "verfoeilijke indruk" had gegeven. Maar de reis samen met Elisabeth maakte echter een andere indruk op hem. "Ik keerde terug uit Lourdes, gekweld door wat ik gezien en gevoeld had in het land van mirakels." Jammer genoeg ontwikkelden er zich, als gevolg van de medische ingreep, pijnlijke complicaties waardoor Elisabeth tegen 1913 regelmatig uitgeput was. Met uitzondering van bezoekjes van vrienden, en nu en dan een ritje met de wagen, bleef ze in bed. Felix merkte op dat Elisabeth nooit klaagde, maar zelfs tijdens de hevigste kwellingen bleef lachen, en zelfs de mensen rond haar troostte. Men zegt dat ze haar kracht ontleende aan de Heilige Eucharistie, het gebed, en zelfopoffering. Men hoorde haar vaak zeggen: "Lijden dat men aanvaard" en opoffert, is het beste gebed."

Bovenop haar fysieke lijden, kreeg ze ook te kampen met grote psychische ellende door de dood van haar jongere zus, vervolgens haar vader, en Roger, de zevenjarige zoon van haar broer, een kind waar ze heel erg van hield. Vervolgens stierf haar tweede zus, die amper tweeëndertig jaar oud was en tevens haar vertrouwelinge. Elisabeth kreeg nog meer te lijden door de dood van een aantal goede vrienden, de ernstige ziekte van haar laatste zus, en de steeds ernstig wordende gezondheidsproblemen van haar moeder.

In het begin van juli 1913 kreeg ze haar laatste ziekte, toen men wijdverspreide kanker vaststelde. Tien maanden lang doorstond ze gruwelijke pijnen, met slechts korte verzachtingen. Dat was haar Calvarieberg, tot ze op achtenveertige jarige leeftijd stierf, op 3 mei 1914.

Bron: Joan Carroll Cruz

Vertaling: Mario Lossie

15. Ongeschonden Lichamen: Jean-Marie Vianney [1/9]

"Onze Heer is ons voorbeeld, laten wij ons kruis opnemen en Hem volgen. Laten wij doen als de soldaten van Napoleon. Zij moesten een brug over onder een regen van kanonskogels; niemand durfde. Napoleon pakte het vaandel, ging voorop en allen volgden. Laten wij hetzelfde doen: onze Heer volgen, die ons is voorgegaan."

Jean (Baptiste) Marie Vianney werd op 8 mei 1786 geboren in Dardilly, thans een westelijke voorstad van Lyon (aan de N6), als derde van zes kinderen. Een oudere zus, met wie hij samen schapen hoedde, leerde hem lezen en schrijven. Zijn ouders waren vrome boeren, die altijd klaar stonden voor de armen; ze gaven bijvoorbeeld onderdak aan Benedict Labre op zijn pelgrimstocht naar Rome.

Maar de officiële Kerk in Frankrijk had zich zozeer vereenzelvigd met de monarchie en de wereldlijke macht, dat ze na de Franse Revolutie (1789) vervolgd werd: kerken werden gesloten, godsdienstoefeningen verboden en priesters opgepakt. Met levensgevaar moesten zij hun werk voortzetten: heimelijk 's nachts in huizen en schuren de mis opdragen en sacramenten toedienen. De vrome Jean beschouwde priesters als helden. Zelf wilde hij ook priester worden.

16. Tieners: geef hen nooit op, zelfs als uw tiener u haat [1/4]

Ik heb verschillende ouders gezien die zich af vroegen wat er allemaal in hun famlies gebeurt. Klaarblijkelijk stonden zij ’s morgens op met een tiener die volledig veranderd was tijdens de nacht. Hun lieftalling, braaf en begripvol kind is nu een persoon die ze niet langer meer herkennen. Het is gemakkelijk voor hen om te zeggen dat ze op zo iets niet voorbereid zijn maar ... wie is dat wel?


Hoe goed je ook als ouder bent, in onze cultuur zijn er altijd krachten aan het werk die jouw kind in een richting trachten te duwen die je je nooit kon voorstellen. De tienercultuur wordt soms verbogen waardoor het de waarden ondermijnt die je ten alle prijze met jouw kind wou meegeven.

Zou je je erover verwonderen dat de moeilijkheden van jouw tiener iets te maken hebben met datgene wat je al dan niet deed als ouder, herinner deze waarheid: Er bestaan geen garanties of perfecte formules in de opvoedkunde van een kind. Elke ouder worstelt met een adolescent. En als dat nog niet gebeurd is, dan waarschijnlijk wel in de toekomst.

Vertaling: Henk

12-02-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.12 februari 2010
12 februari 2010

1. Medjugorje: Retraitekasteel Onze Lieve Vrouw van het Heilig Hart [5/10]

De verbouwing van een oud huis was slechts een eerste stap

Aanvankelijk hadden ze er geen enkel idee van waar ze gingen intrekken. "Toen we het eerste huis begonnen te herbouwen, verwondde Patrick zijn rug en gedurende negen maanden werd hij gekweld door ondraaglijke pijnen: hij kon niet blijven zitten, staan of slapen. Het duurde meer dan een jaar om het eerste huis te verbouwen," vervolgt Nancy, wiens voorouders afkomstig zijn uit Kroatië. Samen met haar ouders vertrok zij op tweejarige leeftijd naar Canada. Thans spreekt ze niet alleen vloeiend Engels, maar eveneens Frans en Kroatisch.

In die tijd hadden ze er nog geen benul van dat zij zouden volharden en dat hun opzet zou uitgroeien tot een groot stenen kasteel. "De nacht dat we uiteindelijk toegaven aan Patricks gemeenschapsgevoel met steenblokken en cement, had Patrick een droom. Daarin werd het hem duidelijk dat Maria steenblokken wenste, ondanks de grote kost en alle hindernissen. In grote nederigheid zei Patrick: Moet ik niet naar de wensen van Onze Lieve Vrouw luisteren zoals Sint Jozef luisterde naar een engel? En tot onze verrassing, werden er ons korte tijd daarop, vijf tientonners, vol geladen met stenen van het oorspronkelijke verblijf van de Bisschop uit Mostar [O, ironie!], afgeleverd. Deze zouden dienen voor het nieuwe bouwwerk."

Vertaling: Chris De Bodt

2. A.C. Emmerich: Het bitter lijden van Onze Heer Jezus Christus. [Aflevering 99]

Hoofdstuk 3. Annas en Caïphas

Het rechthuis van Caïphas

Van de vele schandelijke leugenaars en woordverdraaiers, traden er tenslotte nog twee getuigen op, die vertelden dat Jezus had gezegd: "Ik wil de tempel afbreken, die de mensenhanden hebben gebouwd, en in drie dagen een nieuwe bouwen, waar geen mensenhanden aan te pas komen." Doch ook deze getuigen begonnen onder elkaar te wedijveren. De eerste zei dat Jezus wel degelijk de oude tempel wou afbreken, ten einde een nieuwe tempel te vestigen, en sprak in verband daarmee over het gebouw waarin Onze Heer het Paasmaal op een ongewone wijze gehouden had. De tweede weerlegde die verklaring en zei dat het cenakelgebouw nooit de nieuwe tempel kon zijn die Jezus had bedoeld, vermits het eveneens door mensenhanden was gebouwd.

Caïphas was nu mateloos kwaad en bitter, want de mishandeling van Jezus, de tegenspraak in de getuigenissen en het onbegrijpelijke geduld van de zwijgende beschuldigde, maakten op verschillende aanwezigen een verkeerde indruk. Enkele malen werden de getuigen zelfs uitgelachen. Het zwijgen van Onze Heer bezorgde menigeen een bang geweten en een stuk of tien krijgsknechten werden er zo diep door gegrepen, dat zij ongesteldheid voorwenden en de zaal verlieten.

Toen zij Petrus en Johannes voorbijgingen, zeiden zij tot hen: "Dit zwijgen van Jezus de Galileër, onder zo’n schandelijke behandeling, is hartverscheurend. Men krijgt het gevoel alsof men in de grond gaat zinken. Maar zegt ons, waarheen wij ons moeten wenden." De apostelen echter die de soldaten niet wensten te vertrouwen en vreesden om door hen als discipelen van Jezus te worden verraden, of als zodanig door de omstanders te worden herkend, keken treurig voor zich heen en gaven slechts dit vage antwoord: "Indien de Waarheid u roept, volgt Haar dan. De rest vindt gij vanzelf." Daarop begaven deze mannen zich buiten het atrium en schreden de stad in, waar zij andere volgelingen van Jezus ontmoetten, die hen aanraadden om de weg te nemen naar de grotten, ten zuiden van Jeruzalem, aan de andere zijde van de berg Sion. Hier vonden zij verscheidene apostelen, die eerst schrokken toen zij hen zagen, en dan, na te hebben vernomen hoe het met Jezus stond, en dat er ook gevaar was voor Zijn leerlingen, op stap gingen naar nieuwe schuiloorden.

3. Biografie Heilige Jean-Marie Vianney [Aflevering 99]

Preken: Inleiding

Maar hoe zijn Marie Ricotier en de Broeders van de Heilige Familie er toe gekomen hun kostbare cahiers af te staan aan een vreemde priester uit het bisdom Belley, een zekere abbé Colomb? Het kan wel niet anders of dit is op verzoek van Jean-Marie Vianney zelf gebeurd. Abbé Colomb, stichter van de Zusterorder der Vijf Wonden (Rue de l’Enfance, Lyon), kende de Pastoor van Ars. Hij had hem tot biechtvader gekozen en volgde zijn richtlijnen. Op een zekere dag trachtte hij er de heilige van te overtuigen dat diens preken, die vroeger al zoveel vruchten hadden afgeworpen, nog vruchtbaarder zouden worden, als ze gedrukt waren. Jean-Marie Vianney schijnt niet veel tegenstand te hebben geboden aan de voorstellen van de priester, die hij hoogschatte en liefhad.

Abbé Claude Rougemont, een geestelijke van het bisdom Belley, die in 1871 tot kapelaan van Ars benoemd werd, getuigde tijdens het proces van de zaligverklaring (zitting van 5 maart 1886) "van Catharina Lassagne en broeder Athanasius, directeur van de school, gehoord te hebben dat de dienaar Gods abbé Colomb verboden had om zijn manuscripten te drukken, voor ze door de Kerk waren goedgekeurd."

Wij weten niet wat abbé Colomb met de preken van zijn confrater gedaan heeft. In ieder geval dacht hij er blijkbaar niet aan om ze uit te geven, maar hij bewaarde ze zorgvuldig en beschouwde ze als zijn eigendom. Overigens sprak hij zo goed als nooit over dit bezit, zelfs niet met zijn beste vriend, abbé Augustin Delaroche, zijn toegewijde medewerker bij de leiding van de Zusters der Vijf Wonden.

Vertaling: Chris De Bodt

4. Nicky Eltz en Maria Simma: Get us out of here!! [Aflevering 99]

Hoofdstuk 12. Priesters en zusters

Nicky: Bevinden er zich priesters in het Vagevuur en wat brengt hen daar over het algemeen?
Maria: Ja, vele priesters bevinden zich daar. Natuurlijk kan ik u het juiste percentage niet vertellen of de graad van voorkomen van bepaalde zonden, maar wat het vlugst in mijn geest opkomt is de ongehoorzaamheid aan de Heilige Vader, het gebrek aan liefde voor de Heilige Mis, het gebrek aan liefde voor het vasten en het gebed, het niet lezen van hun gebedenboek en opnieuw, de Communie in de hand.

Nicky: U weet waarschijnlijk beter dan ik dat het onderwerp van de Communie in de hand bijzonder controversieel is. Waarom?
Maria: Men heeft de mensen hier rond niet het volledige verhaal verteld en ze moeten zichzelf hierover informeren. De Regel van de Kerk is dat er een gedeelte van de Communiebank moet blijven staan voor hen die de Communie knielend en op de tong wensen te ontvangen. Dit waren de woorden van Paus Paulus VI. Elke kerk die dit niet doet is dus ongehoorzaam. De Arme Zielen hebben mij verteld dat niet één paus tot op vandaag voorstander van de Communie in de hand is geweest, maar dat de regel er politiek is doorgekregen door een groep bisschoppen en kardinalen. De oudere priesters en bisschoppen weten dit en hebben grotendeels de mensen hierover niet geïnformeerd en daarom zijn zij het die hiervoor de grootste verantwoordelijkheid dragen. Alle Pausen daarentegen, weten heel goed dat de Communie in de hand tegen de eerbiedwaardigheid was van het Heiligste van het Heiligste en de huidige Paus deelt geen Communie uit in de hand.

Uiteraard, onder deze omstandigheden, is het voor deze die ter Communie gaat geen zonde om de hostie in de hand te ontvangen, maar ik smeek de mensen om te luisteren naar onze Pausen. Ook heeft dit meer ontheiligingen tot gevolg gehad. Wees er u alstublieft van bewust dat heksen heel wat geld betalen om Jezus direct te kwetsen met de gewijde Hosties die dikwijls uit de Kerken worden gehaald. We moeten ophouden met hen zo gemakkelijk toegang te verlenen tot het Heiligste van het Heiligste. Dit is een heel ernstige aangelegenheid. Indien alle priesters zouden bidden tot de Heilige Geest en de Rozenkrans zouden bidden, dan zou niemand onder hen verdwaald raken over deze zaak, zoals ze zo dikwijls doen vandaag.

Als de ouders bisschoppen en priesters al hun parochieleden tijdens die jaren hadden gevraagd of ze verkozen om de Heilige Communie knielend te ontvangen, dan zouden dit, uit liefde en respect voor hun broeders en zusters, moeten toegegeven hebben dat de grote meerderheid dit zou hebben verkozen.

Niemand kan zeggen dat er twee generaties geleden minder werd gebeden dan nu, want het tegenovergestelde is waar. En door terug te keren naar meer nederigheid en gebed, zullen de jonge mensen vlug de waarde van de nederige, boetvaardige houding voor het Heiligste van het Heiligste begrijpen. Ik zelf heb reeds gezien dat knielende mensen werden overgeslagen bij de Communie, gewoonweg omdat ze knielden. Ook heb ik gezien dat de kinderen die hun Eerste Communie moesten doen, verteld werden de Heilige Communie staande te ontvangen, ook al leden de ouders en grootouders hieronder. Dit is allemaal satans werk en het maakt me diep bedroefd. En als de mensen zeggen dat ze deel willen uitmaken van de massa uit broederlijke liefde, dan zeg ik neen, omdat wanneer de broederlijke liefde tegengesteld is aan onze nederige eerbied tegenover het Heiligste van het Heilige en de Goddelijke Liefde van God, dan komt deze zwakke toegeeflijkheid niet van God.

Ik herinner me ook nog hoe de Duitse bisschoppen meewerkten om dit erdoor te krijgen. Het waren de Amerikanen die in het begin zegden dat ze niet akkoord zouden gaan omdat het tegen de wensen van de Paus was. Maar kijk wat er nu is gebeurd? En hoeveel priesters hadden we niet lief omdat hun geweten dit niet kon dragen? Veel.

Over dit onderwerp van de Communie in de hand, gebeurde er iets eigenaardigs toen ik een tijdje terug in München werd uitgenodigd om te praten. Toen ik bij dit onderwerp kwam, noteerde ik plots dat hier een aantal mensen hierdoor geprikkeld waren. Drie mensen probeerden mij praktisch tegelijkertijd tegen te spreken. Ik vroeg God in stilte om hulp. Toen het begon luidruchtig te worden in de zaal, kwam er een mooi uitziende vrouw van rond de veertig jaar naar de zijkant van de zaal. Zij droeg een lang zwart kleed en had een grote vriendelijkheid over zich, maar tegelijkertijd ook een zeker gezag. Zij maande de mensen in de zaal aan en binnen de twee minuten werd iedereen opnieuw kalm. Ik was onder de indruk van haar kennis en ook over de manier hoe ze dit in de grootste vriendelijkheid overbracht.

Toen de toespraak gedaan was, ging ik naar de inrichters om hen te vragen of ik de dame in kwestie kon spreken om haar te bedanken. Ik dacht dat ze deel uitmaakte van de groep die mij had uitgenodigd om over het Vagevuur te komen spreken. Maar de inrichters dachten dat het een kennis van mij was die ik had meegebracht. We waren beiden mis. Ze kon niet weergevonden worden en we gingen zelfs tot achteraan de deur om het aan de mensen, die daar de hele tijd rechtstonden te vragen, omdat de praatavond enkel op uitnodiging was. Zij vertelden mij dat ze dergelijk iemand niet hadden zien binnenkomen of buitengaan en de zaal had geen andere ingang. Ze was weg.

Bron: Nicky Eltz

Vertaling: Chris De Bodt

5. Film: Don Bosco [2/21]

Don Giovanni Bosco [Castelnuovo Don Bosco, 16 augustus 1815 - Turijn, 31 januari 1888] was een Italiaanse priester. Hij werd geboren als zoon van een arme boer die met hard werken zijn kost verdiende. In 1817 stierf zijn vader. Op tienjarige leeftijd had hij in een droom "de jeugd" als werkterrein gezien. Die droom is verschillende keren teruggekeerd. De jeugdjaren van Don Bosco waren niet gemakkelijk. Toch kon hij in 1841 na zijn studie priester worden. Tijdens zijn priesterschap leerde Don Bosco de trieste levensomstandigheden van de jongens kennen in de voorsteden van Turijn. Jonge mensen doolden door de straten, werkloos, verloren, tot het ergste bereid. Don Bosco wou een eind te maken aan die sociale wantoestanden. Het begon met een ontmoeting met een ontmoedigde jongen. De jongen bracht na een goed gesprek vrienden mee. Zo groeide een centrum waar de jongens terecht konden. Don Bosco probeerde goede arbeidsovereenkomsten af te sluiten tussen werkgevers, de jongens en hemzelf. Hij bouwde huizen, waar arme jongens konden uitgroeien tot geschoolde werkkrachten, eerlijke mensen en goede christenen. Don Bosco liet zich niet meeslepen in de politieke en sociale twistpunten van die dagen. Hij streefde naar het onmiddellijk haalbare. Daarvoor had hij de steun en de medewerking van iedereen nodig. Dankzij de hulpmiddelen van velen heeft hij de armen goed gedaan. Op aanraden van minister Rattazzi en Paus Pius IX stichtte hij de Salesianen van Don Bosco en de Zusters van Don Bosco. Zo groeide het werk van Don Bosco voor jongeren wereldwijd.

In Vlaanderen kan men onderwijs volgen bij een twintigtal Don Bosco-instellingen waarvan er enkele aan de studenten slaapgelegenheid bieden. Men verblijft er op het internaat. In Volendam (Nederland) staat het Don Bosco College, een scholengemeenschap die naar Giovanni Bosco is vernoemd. In Amsterdam is de Don Bosco-buurt, een gedeelte van de wijk Watergraafsmeer. Dat gedeelte is genoemd naar een speeltuin die van de oprichters en buurtbewoners de naam Don Bosco kreeg. In 1934 werd Giovanni Bosco heilig verklaard. Zijn sterfdag, 31 januari, is tevens zijn feestdag.

Dit drama uit 2004 staat onder regie van Lodovico Gasparini. Acteurs zijn onder meer Flavio Insina, Lina Sastri, Charles Dance, Daniel Tschirey, Fabrizio Brucci, Lewis Crutch en Brock Everitt-Elwick.


6. Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 23: Naschok [Aflevering 150]

We hadden hetzelfde gezien in voorgaande eeuwen, maar nu was de vurigheid overweldigend. Dit waren geen profetieën van de Heilige Moeder, maar eerder van onafhankelijke ontcijferingen van de Bijbel. Zoals bij de oude Montanisten waren er duizendjarige verwachtingen. Vele geloofden dat er een periode van vrede zou zijn voordat de Antichrist kwam, een rustperiode om te bekomen van de verschrikkingen. Anderen verspreidden een scenario dat rampen zoals de Zwarte Dood zagen uitmonden in de heerschappij van de Antichrist en dan de overwinning van Jezus, die gevolgd zou worden door een millennium of duizendjarige periode van aardse perfectie. Tijdens deze periode zouden zwaarden omgesmeed worden tot ploegscharen, en een nooit geziene rechtvaardigheid, vrede en spiritualiteit zouden heersen tot aan een laatste uitbarsting van het kwaad en het einde van de wereld in 2370.

Ondertussen zou er nog meer onrust en dood zijn. De duivel zou vlees worden. Dergelijke voorspellingen deden de ronde op pamfletten van Ierland tot Neder-Oostenrijk.

Tegenspoed. Kastijding. Onder de onheilspellers bevonden zich groepen fanatieke Christenen die gekend waren als "flagellanten" [of "geselbroeders"], die in formaties van twee rijen van stad tot stad zwierven en over boetedoening en het millennium predikten. Ze deden boete voor de zonden van de wereld door zichzelf te geselen.

Als flagellanten de stad binnenkwamen om de Christenen te "redden" werden de klokken geluid.

Hoewel de boodschap van gebed en boetedoening goed was en de flagellanten voor veel bekeringen zorgden, leidden hun hevigheid en extremen ertoe dat Paus Clementius VI, die er eerst gunstig tegenover stond, een veroordeling uitsprak.

Er waren gevallen waar flagellanten zichzelf boven de plaatselijke geestelijken plaatsten en hun altaren en preekstoelen overnamen. Ze gebruikten zwepen met ijzeren punten om te tuchtigen en sommigen staken nagels in hun lichaam. Zorgwekkender was het feit dat een aantal flagellanten, die ervan overtuigd waren dat Joden Christelijke kinderen ontvoerden en ook verantwoordelijk waren voor de pest, deelnamen aan de afslachtingen.

Bron: Michael Brown

Vertaling: Mario Lossie

7. Onze Lieve Vrouw van Belpasso (Deel 2, Aflevering 59)

Dagboek van Rosario Toscano

Verschijning 33

25 maart 1999 [Feest van de aankondiging van de Heer]

Verzoek tot de bijzondere toewijding van de families, de parochies en de bisdommen, aan het Onbevlekte Hart van de Koningin van de Vrede, en door dit, tot het Heilig Hart van Jezus.

In de nacht van 24 op 25 maart 1999 was ik ongelukkig omdat er in Europa een nieuwe oorlog was uitgebroken, te Kosovo. Ik was aan het bidden in mijn kamer om Onze Heer te smeken voor de vrede in de wereld, door de tussenkomst van onze Heilige Moeder. Na een aantal uren viel ik op mijn bed in slaap. Toen ik bij het eerste daglicht ontwaakte, opstond uit mijn bed en rondkeek, bevond ik mezelf op de top van een berg vanwaar ik de wereld kon waarnemen. Het was daar dat ik de Heilige Maagd van Belpasso met Haar Onbevlekte Hart waarnam, de Rozenkrans in de rechterhand en deze keer, een kleine olijftak [die was samengesteld uit twee soorten] in Haar linkerhand.

De Heilige Maagd zei: "Het ogenblik is aangebroken om aan de Heilige Vader te vragen om, met de hulp van alle Bisschoppen, een bijzonder toewijding van de families tot het Onbevlekte Hart, en door dit, tot het Heilig Hart van Jezus, te promoten aan alle parochies en bisdommen van de wereld, en dit volgens de wil van God. Vele zielen nemen een pad dat hen ver wegleidt van God, maar Hij, in Zijn oneindige barmhartigheid, wil hen redden door hen het geneesmiddel van Mijn Onbevlekte Hart toe te vertrouwen. In het begin zullen er hindernissen zijn om dit verzoek te kunnen inwilligen, maar daarna zal het worden erkend als een bolwerk van verdediging en zullen er vele zielen gered worden. En u moet veel bidden en boete doen voor dit."

Ik vroeg wat ik moest doen en de Heilige Maagd antwoordde: "Schrijf neer wat onze Heer u heeft verteld en licht uw Aartsbisschop en de bevolking erover in, maar zeg niet tot deze laatste groep dat u dit van de Heer hebt gehoord." Er volgde een moment van stilte, waarna de Heilige Maagd, bij het tonen van de olijftak, verder ging: "Hier is het teken van de verzoening en de eenheid: het is voor de hele mensheid dat, verzoend met de Vader door de verdiensten van Jezus Christus, opnieuw de banden met God zal vinden voor de vrede en de liefde." Daarna vervolgde Zij, bij het tonen van de Rozenkrans: "Hier is het teken van het gebed: het is voor alle mensen die, door het openen van hun harten voor God en na te denken over Zijn woorden over het eeuwige leven, aan liefdadigheidswerk zullen doen." Op het einde wees Zij naar Hart en zei: "Hier is het teken van hoe men zichzelf aan God geeft: het is voor alle mensen die, verenigd in het Eucharistisch Offer van Christus’ lijden, de Heilige Harten van Jezus en Maria troosten en eerherstel aanbieden ten gunste van de bekering van zij die door de zonde worden gekweld."

Het was bij deze worden dat ik het Heilig Hart van de gekruisigde Jezus zag en, zwevend ter hoogte van dit Hart, een kelk, omgeven door een hostie. Een immens licht met een ontelbaar aantal kleine vlammen straalde vanuit de top en vulde de ruimte eromheen. De figuur van Jezus werd geprojecteerd in de kelk, en de hostie scheidde druppels bloed en water af, die de kelk eerst vulden en daarna deden overstromen, waarbij de druppels op de wereld vielen terwijl er bovenuit een krachtig stem zei: "Redding en Heiligheid!" Hierop zei de Heilige Maagd: "Hou dit geheim. Na het Jubileum [waarbij Zij verwees naar het jubileumjaar 2000], zal het voor u en voor uw biechtvader, tot wie u zult spreken, duidelijk zijn. Dan zal u de weg worden getoond die u moet begaan."

Vertaling: Chris De Bodt

8. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 51]

Hoofdstuk 2: Ontstaan van een gemeenschap

Dialoog met vakbondsmensen

Het gemeenschapsleven ging nog enkele maanden door in Genève. De vier - Roger, Max, Pierre en Daniel -, wanneer ieders activiteiten het toelieten, gingen iedere morgen naar de kathedraal voor het gebed, aten samen en ontvingen ’s avonds studenten, jonge werklui of vakbondsmensen. De gesprekken aan tafel duurden lang.

De aanwezigheid van vakbondsmensen bij het begin van deze religieuze gemeenschap is eigen aan Taizé: veel belangstelling voor maatschappelijke problematiek en de wil om in contact te komen met het werkvolk. Al vlug herkenden sommige werklui die in het appartement in Geneve door de ‘clunisiens’ ontvangen werden: "Onze weerstand en ook onze onverschilligheid tegenover een ingeburgerde Kerk deden ons het contact met christenen vrezen. Onze eerste ontmoetingen met de Gemeenschap van Cluny waren vol van nieuwsgierigheid en twijfel. Maar tijdens de maaltijden en de gesprekken die we regelmatig meemaakten konden we uitmaken dat er christenen bestonden die alles wilden delen. Daardoor vielen onze twijfels weg. We kwamen ook dichter naar elkaar toe door samen te ontdekken dat grondige sociale en economische hervormingen zich opdrongen. Slechts veel later vroeger we om ingewijd te worden in de waarheden van het geloof en begrepen dat die ook voor golden." Roger en zijn metgezellen stelden voor hen een vereenvoudigde catechismus op.

In 1944 was het onderwerp voor de jaarlijkse bijeenkomst van de ‘Grote Gemeenschap’: ‘Gemeenschappelijk realisme en christelijk communisme’, een gedurfd thema.

Roger Schutz stond ook in contact met een beroemde vakbondsafgevaardigde: Lucien Tronchet, voorzitter van de FOBB (Fédération Ouvrière du Bois et du Bâtiment), een verbond dat bij de vrijzinnigen aanleunde. Lucien Tronchet had meerder malen gevangen gezeten voor zijn activisme in de vakbond en omdat hij in 1940 zijn inlijving in het Zwitserse leger geweigerd had. Hij schreef mede het voorwoord van het boek dat Roger Schutz einde 1944 uitgaf. In zijn tekst eist Lucien Tronchet daden en ‘feiten’: "Zo lang christenen in hun Kerken niet dagelijks streven, in hun verhoudingen tussen werkgevers en loontrekkende, naar een eerlijke verdeling van de door gezamenlijk werk voortgebrachte rijkdom, is het overbodig een lans te breken voor de herkerstening van de werkende klasse." Zonder de Gemeenschap van Cluny te vernoemen die hij had leren kennen op het appartement van Puits-Saint-Pierre wettigde hij: "Het samenwerken of de actie van kleine gemeenschappen is de juiste weg om de moderne instanties te beïnvloeden en leiden." Maar hij waarschuwde ook: "Maar deze kleine gemeenschappen moeten durven nadenken om te beweren waarheden voor te houden aan hun tijdgenoten en te tonen dat ze genoeg geloven om ze toe te passen."

"Onder deze waarheden is er één van groot belang voor het heil van de wereld: het afschaffen van allerlei eigenaarsvoorrechten die toelaten dat sommigen de medemens uitbuiten." De stichter van Taizé was nooit zo radicaal, maar zijn sociale inzet zal nooit wijken.

Vertaling: Broeder Joseph

9. Jezus' tijdgenoten [aflevering 28]

Woordenboek: Letter A

Annas, zoon van Seth

Annas, of Hannas (in het Hebreeuws Hanan of Hanin), zoon van Seth (of Sethi), was de meest invloedrijke hogepriester van de Ie eeuw van ons tijdperk alsook de patriarch van een pontificale dynastie. Van 16 tot 66 na J.C. vervulden vijf van zijn zonen, zijn schoonbroer Jozef Caïphas, en één van zijn kleinzoons om beurt de functie van hogepriester. In 6 na J.C. werd de eerste Annas hogepriester benoemd door Quirinus, Romeins gouverneur van Syrië die pas Joazar, zoon van Boethos had afgezet omdat hij zich liet beïnvloeden door het gepeupel. Hij bekleedde het ambt negen jaar tot aan de komst van Valerius Gratus, Romeins prefect van Judea (15-26 na J.C.). Eens teruggetrokken bleef Annas een actief en invloedrijk leider van de Joodse natie. Volgens Lukas (3, 2) deelden Annas en Caïphas het hogepriesterschap bij het begin van het openbaar leven van Johannes de Doper. Nochtans herkende de Joodse wetgeving het gezag van maar één hogepriester. Waarschijnlijk is de verkeerde versie van Lukas te wijten aan het feit dat onder Caïphas zijn schoonvader Annas of Ananus, de voormalige hogepriester, de touwtjes in handen had. Volgens het Johannes evangelie waarin geen sprake is van een proces, zou Jezus eerst voor Annas gedaagd zijn voor ondervraging (Jn 18, 13-24). Na een voorafgaand onderzoek zou Annas Jezus naar Caïphas gestuurd hebben. Weer verschijnt Annas naast Caïphas en alle leden van de priesterlijke familie tijdens het onderzoek rond de apostelen Petrus en Paulus ontwikkeld door het Sanhedrin van Jeruzalem (Ac 4,6). De voorgaande hogepriesters speelden vaak een belangrijke rol in het Joodse leven van de Ie eeuw uit ons tijdperk. Daarom is de tussenkomst van Annas in de geschiedenis van Jezus en leiders van de primitieve Kerk niet uitzonderlijk. In de opvolging van Annas benoemde Valerius Gratus in snel tempo drie hogepriesters. Josephus zegt er niets over. Een treurzang uit de rabbijnse literatuur heeft kritiek op het huis van de eerste, Ismaël, zoon van Phiabi (15-16 na J.C.), vanwege het geweld van haar leden (tenminste als het niet Ismaël zoon van Phiabi II betrof die hogepriester was van 59 tot 61 na J.C.). Eleazar, zoon van Annas (16-17 na J.C.), staat ook niet voluit in het licht, ofwel is hij het doelwit van de beschuldiging voor lastertaal tegen het huis van Hanin in dezelfde rabbijnse tekst. Aangaande de derde, Simon, zoon van Kamithos (17-18 na J.C.), hebben de Talmoed en de Midrach iets te vertellen over zijn diskrediet om de liturgische dienst van de Grote Verzoening voor te gaan ingevolge een levitische onzuiverheid opgelopen bij contact met het spuugsel van een Arabier. Valerius Gratus maakt een einde aan die labiele pontificale situatie door Jozef Caïphas te benoemen die een record vestigt door achttien jaar als hogepriester aan te blijven, van 18 tot 36 na J.C.

Vertaling: Broeder Joseph

10. Eucharistische Mirakelen [Aflevering 28]

Het wonder van Daroca, Spanje [1239]

In de stad Daroca, in het noordoosten van Spanje, zijn ze erg trots op de historische geschiedenis en op het belang van hun stad in de tijd van de Romeinen, toen het de negende post was op de Romeinse Militaire route van Laminium, wat tegenwoordig Fuenllana heet, (in een district dat toen Carpetania werd genoemd) naar Caesaraugusta, wat tegenwoordig Zaragoza heet. Buiten de stad werden de Romeinse consul Quintus Cecilius Metelus en zijn legioenen verdreven in het jaar 143 voor Christus. Voorbij de stad is de rivier de Jiloca, langs wiens banken de dappere ridder, El Cid, in victorie liep met zijn troepen na een campagne tegen de Moren.

De geschiedenis van de stad lijkt nog steeds in leven in haar Romeinse, Moorse en middeleeuwse muren, kastelen, torens, pleinen en straten. In de kerken en musea kunnen kostbare kunstwerken gevonden worden met Romeinse en Gotische invloeden, of invloeden van de Renaissance.

Van alle oude gebouwen en kostbare schatten ligt de grootste trots van Daroco in de reliek van de Sagrados Corporales, de Heilige Corporalen, wat teruggaat naar het jaar 1239, het jaar van het Wonder.

In dat jaar, toen Valencia onder de heerschappij viel van de katholieke koning Don Jaime, besloot de Saraceense koning Zaen Moro om de stad opnieuw in te nemen met nieuwe manschappen die hij vergaart had in de noordelijke staten van Afrika. De Katholieke koning kwam hier achter en liet, wetende dat hij veel minder troepen had, buiten een Mis opdragen zodat alle soldaten en hun leiders de Eucharistie konden ontvangen. Koning Jaime bevestigde de soldaten dat als ze op deze manier gesterkt de strijd zouden aangaan, ze konden vechten zonder vrees en met puurheid op hun lippen.

11. Elizabeth Canori Mora [1774-1825]: Profetieën

Profetie 18

God zal de duivels toelaten om de goddelozen met de dood te treffen omdat ze zichzelf overgaven aan helse krachten en een pact hadden gevormd tegen de katholieke kerk.

Vertaling: Henk

12. A.C. Emmerich: Nog dertig profetieën

De zalige A.C. Emmerich was een Augustijner kloosterzuster. Ze werd in Duitsland geboren in 1774 en had een leven vol lijden. Zij droeg de stigmata van de Heer en overleed in het jaar 1824.

Profetie 9

10 augustus 1820. Ik zie de Heilige Vader in groot lijden. Hij leeft in een ander paleis dan voorheen en laat enkel een beperkt aantal vrienden toe bij hem. Ik vrees dat de Heilige Vader nog vele beproevingen zal moeten ondergaan vooraleer hij sterft. Ik zie dat de valse kerk der duisternis groeit en ik zie de vreselijke invloed die ze heeft op het volk. De Heilige Vader en zijn Kerk zijn waarlijk in zo een grote verwarring, dat men waarlijk dag en nacht God moet aanroepen.

Vertaling: Chris De Bodt

13. Heiligen uit recentere tijden [aflevering 5]

Elisabeth Leseur, Frankrijk. Dienares van God [1866-1914]

Het was vanuit deze stoel dat ze haar grootste invloed uitoefende op diegenen die haar kwamen bezoeken. In haar kamer gaf de ze vaak morele en spirituele begeleiding aan de gezonde bezoekers.

Tussen haar diverse ziektes door, deed Elisabeth liefdadigheidswerken. Ze spendeerde in overvloed geld, tijd en energie aan de mensen rond haar, en voerde goede werken uit, zoals het oprichten van een plaats waar alleenstaande, werkende meisjes in de beste en goedkoopste omstandigheden konden leven. Ze maakte ook deel uit van de Katholieke Actie, die zich ontfermde over arme gezinnen. Toen Elisabeth te ziek werd om de behoeftigen te bezoeken, nam ze de taken op van secretaresse, die ze heel nauwkeurig uitvoerde tot eind 1913, wanneer ze getroffen werd door haar laatste ziekte. Er waren ook nog andere daden van liefdadigheid, waaronder de materiële en morele hulp aan de hulpbehoevenden.

Men beweerde dat Elisabeth een heel fijngevoelig begrip had voor zielen, dat ze het grootste respect toonde voor hun zienswijzen, en dat ze zichzelf of anderen nooit toeliet hen te bekritiseren. Ze verafschuwde grove oordelen, huiverde van vijandige kritieken, laster, verklikkers, en salonroddels, en verdedigde hen die in haar aanwezigheid belasterd werden.

Bron: Joan Carroll Cruz

Vertaling: Mario Lossie

14. Schatrijke zakenman geeft alles weg: "geld maakt niet gelukkig"

De schatrijke Oostenrijkse zakenman Karl Rabeder (47) schenkt drie miljoen euro aan de armen en wil het voortaan zelf rooien met amper 888 euro per maand. "Mijn fortuin heeft me nooit gelukkig gemaakt", geeft hij als verklaring voor zijn plotse gulheid. "Ik wil finaal niks meer overhouden, helemaal niks", zei hij aan de Daily Telegraph. "Geld werkt contraproductief, het houdt geluk tegen."

Rabeder verkoopt zijn villa van 1,6 miljoen euro. Het optrekje is gelegen aan een meer, heeft een sauna en een spectaculair uitzicht op de Alpen. Ook zijn boerderij in de Provence in Frankrijk doet hij van de hand.

Zijn collectie van zes zweefvliegtuigjes, zijn luxewagen, zijn dure meubels én zijn zaak -  samen goed voor een fortuin drie miljoen euro - werden al verkocht. Het geld gaat naar weeshuizen en andere liefdadigheidsprojecten in Zuid-Amerika.

"Ik kwam op dat idee een paar jaar terug, op vakantie in Hawaii. Ik kan niet wachten tot ik echt van al mijn bezittingen af ben. Ik heb er tot nu over gedaan om te beseffen dat ik geen geld nodig heb. Sinds ik mijn bedrijf verkocht in 2004, heb ik al heel wat projecten met weeskindjes gesteund in Centraal- en Zuid-Amerika.

Rabeder woont intussen in een kleine flat met twee kamers in Innsbruck. Hij is gescheiden en leeft van 888 euro per maand. "Het ergste dat mij zou kunnen overkomen, is dat ik er ergens een kleine job moet bijpakken om rond te komen."

11-02-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.11 februari 2010
11 februari 2010

1. Medjugorje: Retraitekasteel Onze Lieve Vrouw van het Heilig Hart [4/10]

Leven op een boerderij

Zij kwamen in 1993 in Bosnië en Herzegovina aan, toen de oorlog in alle hevigheid woedde. Hun spirituele begeleider en biechtvader werd Vader Slavko Barbaric, die hevige verdiensten had in het verder uitbouwen van Medjugorje als een bedevaartsoord, waar sedert 1981 verschijningen van Maria plaatsvinden.

Hun wens was de Maagd Maria, die hun leven had veranderd en die ze nu heel erg liefhadden, te helpen en te bedanken. "Het is niet genoeg om God lief te hebben, maar eveneens verliefd te zijn op God. En hij die God liefheeft, heeft eveneens de Moeder van Zijn Zoon lief," benadrukt Nancy Latta.

Ze vonden een nieuwe woonplaats op een boerderij. Na raad te hebben ingewonnen bij Slavko Barbaric, begonnen ze aan de bouw van het retraitehuis van Onze Lieve Vrouw van het Heilig Hart, voor priesters, broeders en zusters uit arme families.


In het begin ging dit helemaal niet gemakkelijk. Ze kochten een familieboerderij: een 70 vierkante meter groot vervallen en verlaten stenen huis en twee bijkomende, kleinere stenen huizen van zo’n 40 vierkante meter. Het waren drie huizen uit Bijakovici, een gehucht van Medjugorje. Ze dateerden uit het midden van de negentiende eeuw en waren eigendom van Sima Sego, die er met haar ouders verbleef om er voor hen te zorgen tot hun dood. De traditie wil dat, wie het huwelijk en een familie opoffert om hun ouders tot hun dood te verzorgen, de familieboerderij erft. "Wij herinneren ons teder de vonken in haar ogen en hoe ze altijd de Rozenkrans vasthield in haar voorname, verweerde handen en we koesteren haar laatste woorden: Dat God hen mag zegenen en hen helpen met het afwerken wat ze begonnen zijn."

Vertaling: Chris De Bodt

2. Haiti: dodental overtreft dat van de Tsunami en wordt daarmee de grootste natuurramp van de afgelopen decennia

De autoriteiten in Haïti hebben het dodental na de aardbeving van 12 januari opnieuw naar boven bijgesteld. Op dit moment gaat de regering van het Caribische land uit van zeker 230.000 overlijdensgevallen, zo meldden Amerikaanse media dinsdag.

Het aantal doden loopt waarschijnlijk in de komende tijd nog verder op. In de nieuwste schatting ontbreekt een groot aantal overledenen die door familieleden zijn begraven, zonder dat de autoriteiten op de hoogte zijn gesteld.

Het dodental ligt nu ongeveer even hoog als na de verwoestende tsunami in Zuidoost-Azië in december 2004. Die ramp trof echter meerdere landen, in tegenstelling tot de zware aardbeving van begin januari, die een kracht had van 7,0 op de schaal van Richter.


Nu officieel: Haïti is de grootste ramp van de afgelopen decennia

Een maand na de ramp is de situatie in Haïti, en dan met name in de hoofdstad Port-au-Prince, nog altijd nijpend. Veel mensen zijn nog dakloos en hebben een gebrek aan voedsel en schoon drinkwater. Daarnaast is het op veel plekken gevaarlijk.

Dat bleek dinsdag, toen een supermarkt instortte in Port-au-Prince. Er waren mogelijk acht mensen aanwezig in het pand, dat zwaar beschadigd was geraakt tijdens de aardbeving. Volgens de lokale autoriteiten waren de mensen bezig met het plunderen van de winkel toen het gebouw instortte. Tientallen reddingswerkers zijn inmiddels ter plaatse gegaan.

3. A.C. Emmerich: Het bitter lijden van Onze Heer Jezus Christus. [Aflevering 98]

Hoofdstuk 3. Annas en Caïphas

Het rechthuis van Caïphas

Men wierp Jezus en Zijn discipelen nog voor de voeten dat zij niet offerden in tempel. Ik heb ook nooit gezien dat Jezus, of de apostelen, sinds deze Hem vergezelden, offerdieren naar de tempel brachten, buiten de Paaslammeren. Jozef en Anna offerden tijdens hun leven toch meer dan eens voor Jezus. Die beschuldiging was nu waardeloos, want ook de Essenen verrichten geen slachtofferanden en dit werd hun niet als strafbaar aangerekend. Het verwijt van toverij kwam dikwijls ter sprake en Caïphas beweerde herhaaldelijk dat de verwarring die heerste onder de getuigen, het gevolg was van toverkunsten.

Enkelen zeiden thans dat onze Heer het Pascha niet volgens de regels, maar gisteren reeds, in plaats van op de huidige Sabbat, genuttigd had en vorig jaar eveneens tegen de regel was te werk gegaan. Hierop werd wederom hard getierd en geschimpt. De getuigen hadden zich inmiddels zozeer versproken en in hun eigen woorden verstrikt, dat Caïphas en al de raadsleden ten hoogste beschaamd en vertoornd waren , te meer omdat zij van hun kant hieraan niets steekhoudend wisten aan toe te voegen. Jozef van Arimathea, in wiens cenakel op de berg Sion, de Heer het Pascha gegeten had, alsmede Nicodemus, werden opgeroepen om een verklaring te geven. Zij traden voor de hogepriester en bewezen uit de schriftrollen, dat de Galileërs, krachtens een oude overeenkomst, het paaslam een avond vroeger mochten nuttigen. Met dat Paaslam was alles in orde. Dat konden de lieden van de tempel bevestigen. Wat beide vrienden hier zeiden, bracht de getuigen in diepe verlegenheid. Jezus’ vijanden ergerden zich vooral toen Nicodemus de schriftrollen liet halen, en er het recht van de Galileërs uit bewees. Eén van de gronden waarop dat recht steunde en die ik bijna allen vergeten ben, was, dat men anders, bij een drukke volkstoeloop, niet tegen het vastgestelde uur kon gereed zijn en het gedrang op de weg naar huis zou dan te groot worden.

Werd dit recht van de Galileërs niets altijd toegepast, het bestaan ervan had Nicodemus aan de hand van schriftrollen, volkomen duidelijk gemaakt. De woede van de Farizeeërs steeg ten top, toen hij, bij het besluit van zijn uiteenzetting, er op wees hoe de hele Raad, in een met zoveel zelfzekerheid als vooroordeel, zo overhaastig ’s nachts vóór het feest ondernomen rechtszaak, zich in het openbaar zo bespot moest voelen door de flagrante tegenstrijdigheden in al wat de getuigen hier hadden verteld. Vol haat keken zij nu naar Nicodemus en zetten met nog meer haast en spoed, onbeschaamder en snoder dan ooit, het verhoor voort.

4. Biografie Heilige Jean-Marie Vianney [Aflevering 98]

Preken: Inleiding

Kapelaan Raymond hield ze. Ofschoon hij van Jean-Marie Vianneys deugdzaamheid volkomen overtuigd was, zag hij in zijn pastoor slechts een tamelijk bescheiden predikant. Het was dus geenszins zijn bedoeling om zich van andermans preken te bedienen. Ook de pastoor zelf had zijn oude manuscripten niet meer nodig: uit tijdgebrek improviseerde hij zijn toespraken voortaan. Kapelaan Raymond borg de cahiers op in een lade. Toen hij in 1853 benoemd werd tot pastoor van Jayat, liet hij ze tussen een stapel onbelangrijke papieren achter. Als getuige bij het proces van de zaligverklaring op 24 februari 1863 bekende hij: "Ik heb twintig preken van de dienaar Gods in mijn bezit gehad, maar ik ben ze kwijt geraakt."

De geschreven preken van Jean-Marie Vianney die behouden gebleven zijn, vijfentachtig in getal, berusten niet meer in Ars.

De Pastoor heeft er enkele afgestaan aan de Broeders van de Heilige Familie te Belley, die als onderwijzers dienst deden in de school van Ars en dikwijls ook behulpzaam waren in de kerk. Ongetwijfeld hebben zij hem deze preken zelf als aandenken gevraagd. De overige heeft hij verkocht aan Marie Ricotier. Deze dame, geboren te Gleize (Rhône), had zich in 1832 te Ars teruggetrokken, waar zij van een kleine rente leefde. Wanneer de pastoor geld tekort kwam voor zijn liefdadige werken, hielp zij hem vaak door bijvoorbeeld meubels, gebruikte kledingstukken en allerlei andere dingen van hem te kopen. Schuchter bekende zij later dat niet alleen uit naastenliefde te hebben gedaan, maar ook om zich, nog tijdens het leven van de heilige, mooie relikwieën te verschaffen. Waarschijnlijk heeft zij er Jean-Marie Vianney op gewezen dat hij op zijn kamer nog nutteloze manuscripten had liggen en dat zij die graag tegen klinkende munt zou ruilen. De heilige had voor zijn armen nooit genoeg. Wat er ook van zij, een groot aantal preken vielen zo ... als relikwieën in handen van deze vooruitziende dame.

Vertaling: Chris De Bodt

5. Nicky Eltz en Maria Simma: Get us out of here!! [Aflevering 98]

Hoofdstuk 12. Priesters en zusters

Nicky: Dikwijls vragen de mensen waarom we ons tot Maria of de Heiligen moeten richten, wanneer we ons in de eerste plaats onmiddellijk tot Jezus kunnen richten. Hieronder bevinden zich ook priesters en zusters. Wat is uw antwoord voor hen?
Maria: God heeft ons hier geplaatst om elkaar hier te helpen in dit leven, en als anderen ons, door hun goede voorbeeld, kunnen leren over de ontelbare wegen om met Jezus in de Hemel te geraken, waarom zouden we dan hun begeleiding niet aanvaarden? Door Maria en de Heiligen opzij te laten zal men geen terrein winnen, maar eerder de grootste bemiddelaars voor ons, wanneer wij voor Gods Troon moeten komen, verliezen. Niemand die naar zijn naaste luistert en deze niet helpt, is het leven waardig. Persoonlijk zie ik het zich direct wenden tot Jezus eerder als een daad van misplaatste trots. Net zoals een kind in het leven opgroeit tussen zijn zussen, neven, nonkels en tantes, zo groeit ook een Christen wanneer deze het leven van de Heiligen bestuderen en hun begeleiding, alsook deze van de heilige mensen die zich rondom ons bevinden, toelaten.

Voor diegenen die durven te zeggen dat zij geen behoefte hebben aan de Heilige Maagd Maria, heb ik de volgende vraag: Was het niet Jezus zelf die enkele momenten voor Zijn dood aan het Kruis aan Zijn Moeder en de Heilige apostel Johannes zei: "Moeder, zie daar Uw zoon, zoon, zie daar uw Moeder?"

Zou Jezus ons "eerste klas," zonder tussenpersoon, naar Hem laten toekomen, als we zijn Moeder niet willen kennen die Hem op de wereld bracht? Ik daag hen uit die kunnen zeggen dat ze Hem echt kennen als ze niet luisteren naar die woorden die Hijzelf heeft uitgesproken op het ogenblik dat Hij aan het sterven was voor ieder van hen! Als ik hen bezig hoor tegen Maria, dan kwetst mij dit verschrikkelijk. U kunt zich dus nogal voorstellen hoe het Jezus dan verschrikkelijk kwetst. Maar tijdens deze jaren maakt Zij een heel machtige terugkeer over de hele wereld. Zij leidt een ontelbaar aantal mensen terug naar Haar Zoon door Haar verschijningen die in elke hoek van de wereld lijken te gebeuren in deze ontspoorde wereld.

Nicky: Hebben de Arme Zielen iets gezegd over moderne priesters en hun rol en gedrag in het openbaar?
Maria: Ja, dat hebben ze. Wat ze het minst graag zien is het niet meer dragen van hun priesterkledij om zich onder de mensen te vermengen. Hetzelfde geldt voor de religieuze zusters. Dit haalt de nodige eerbied naar beneden die de mensen tegenover hen zouden moeten hebben. Zij hebben de gelofte afgelegd om Jezus te dienen en geen gelofte om te zijn zoals iedereen.

Bron: Nicky Eltz

Vertaling: Chris De Bodt

6. Film: Don Bosco [2/21]

Don Giovanni Bosco [Castelnuovo Don Bosco, 16 augustus 1815 - Turijn, 31 januari 1888] was een Italiaanse priester. Hij werd geboren als zoon van een arme boer die met hard werken zijn kost verdiende. In 1817 stierf zijn vader. Op tienjarige leeftijd had hij in een droom "de jeugd" als werkterrein gezien. Die droom is verschillende keren teruggekeerd. De jeugdjaren van Don Bosco waren niet gemakkelijk. Toch kon hij in 1841 na zijn studie priester worden. Tijdens zijn priesterschap leerde Don Bosco de trieste levensomstandigheden van de jongens kennen in de voorsteden van Turijn. Jonge mensen doolden door de straten, werkloos, verloren, tot het ergste bereid. Don Bosco wou een eind te maken aan die sociale wantoestanden. Het begon met een ontmoeting met een ontmoedigde jongen. De jongen bracht na een goed gesprek vrienden mee. Zo groeide een centrum waar de jongens terecht konden. Don Bosco probeerde goede arbeidsovereenkomsten af te sluiten tussen werkgevers, de jongens en hemzelf. Hij bouwde huizen, waar arme jongens konden uitgroeien tot geschoolde werkkrachten, eerlijke mensen en goede christenen. Don Bosco liet zich niet meeslepen in de politieke en sociale twistpunten van die dagen. Hij streefde naar het onmiddellijk haalbare. Daarvoor had hij de steun en de medewerking van iedereen nodig. Dankzij de hulpmiddelen van velen heeft hij de armen goed gedaan. Op aanraden van minister Rattazzi en Paus Pius IX stichtte hij de Salesianen van Don Bosco en de Zusters van Don Bosco. Zo groeide het werk van Don Bosco voor jongeren wereldwijd.

In Vlaanderen kan men onderwijs volgen bij een twintigtal Don Bosco-instellingen waarvan er enkele aan de studenten slaapgelegenheid bieden. Men verblijft er op het internaat. In Volendam (Nederland) staat het Don Bosco College, een scholengemeenschap die naar Giovanni Bosco is vernoemd. In Amsterdam is de Don Bosco-buurt, een gedeelte van de wijk Watergraafsmeer. Dat gedeelte is genoemd naar een speeltuin die van de oprichters en buurtbewoners de naam Don Bosco kreeg. In 1934 werd Giovanni Bosco helige verklaard. Zijn sterfdag, 31 januari, is tevens zijn feestdag.

Dit drama uit 2004 staat onder regie van Lodovico Gasparini. Acteurs zijn onder meer Flavio Insina, Lina Sastri, Charles Dance, Daniel Tschirey, Fabrizio Brucci, Lewis Crutch en Brock Everitt-Elwick.


7. Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 23: Naschok [Aflevering 149]

Godslastering en heiligschennis waren alledaags en er was geen beleefdheid meer.

Het fatsoen was verdwenen. Het aanzien was verdwenen. Er was een kilte in geest en hart. Er was een steile terugval in goede manieren. De taal werd ontuchtig.

Er waren ook golven van antisemitisme. Joden werden beschuldigd van het vragen van buitensporige intresten, laster tegen Christelijke rituelen, en het ontheiligen van de Eucharistie. Hoewel sommigen van die beschuldigingen terecht waren, werden de Joden ook beschuldigd van het verspreiden van de pest door het vergiftigen van waterputten. Het was een absurde bewering maar het kwam veel voor in Duitse en Franse gebieden. Het resultaat waren afslachtingen in Freiburg, Augsburg, Nürnberg en Munchen. Zestig Joodse gemeenschappen werden uitgeroeid in 350 afzonderlijke afslachtingen. In Straatsburg alleen werden er tweeduizend gedood. Paus Clementius bedreigde officieel iedereen die de Joden vervolgde met excommunicatie, en bood de Joden een schuilplaats in Avignon, maar de schade was aangericht en zaadjes waren gezaaid voor verdere rampspoed.

En dan waren er de profetieën. Tussen 1360 en 1370 verwachtte men de Antichrist. Zieners hadden hem zo goed beschreven dat sommige zeiden dat zelfs een kind hem kon herkennen.

Bron: Michael Brown

Vertaling: Mario Lossie

8. Onze Lieve Vrouw van Belpasso (Deel 2, Aflevering 58)

Dagboek van Rosario Toscano

Verschijning 32

1 mei 1988

Vandaag wordt het Feest van de Arbeid gevierd. Niemand moest gaan werken en zoals verwacht was het aantal aanwezigen gewoonweg niet te tellen. Rond de rots waren er zo’n 150.000 mensen verzameld, het grootste aantal sinds de aanvang van de verschijningen. De mensen kwamen uit alle streken van Sicilië en Italië. Het weer was reeds heet en velen hadden hun paraplu meegenomen voor wat schaduw te hebben. De verschijning [minstens één, zoals later werd geweten] begon precies om 13 uur [zomeruurtijd]. Op het einde van het gesprek verliet Rosario, begeleid door de politie, de plaats, terwijl het volk geduldig wachtte op de boodschap van de Heilige Moeder. Jammerlijk schreeuwde de jongen het na een half uur uit: "Wat, zult U niet meer komen?" Het was heel erg om de gebroken jongen te moeten aanhoren.

De mensen die aanwezig waren, begrepen onmiddellijk dat de Koningin van de Vrede niet meer naar de rots van Belpasso zou komen. Ze konden nauwelijks geloven wat ze hoorden. Zij verlieten wenend en met diepbedroefde harten, de plaats. Tegelijkertijd echter werden hun harten ook gevuld met hoop. In de boodschap bevond zich immers de aankondiging dat Zij in de toekomst zou terugkomen. Enkel God kent de datum van terugkeer.

Boodschap van Onze Lieve Vrouw

Mijn lieve kinderen, tijdens deze maanden heb Ik u heel wat boodschappen gegeven om u te bekeren. De Heer heeft vele harten bewogen en ze aangewakkerd met de liefde van Zijn Hart. Hij heeft vele wanhopige mensen getroost, heeft vrede in vele families en in vele harten gebracht. Hij heeft iedereen doen inzien hoe mooi en wonderbaar het gebed is en hoe effectief het bidden van de Rozenkrans is. Daarom heeft Hij Mij doen tussenkomen. Hoe verheugd is Hij met uw opofferingen en de boete voor het eerherstel van de zonden en voor de bekering van de zondaars, maar boven alles, liet Hij u begrijpen hoe onmisbaar de Sacramenten zijn voor het eeuwige leven. Hij heeft u de gave van de vreugde geschonken en zal dit blijven doen tijdens de Heilige Mis.

Lieve kinderen, hoe vele keren heb Ik u uitgenodigd om Mijn raad te volgen, zelfs tot op het punt van Mijn smeken om Gods geboden te aanvaarden. Mijn verschijningen hebben gediend om de geest van het geloof, het vertrouwen en de liefde in uw harten te doen heropleven. Geestelijke vruchten worden bekomen door de volharding en door de totale overlevering aan Gods genade. Ik zal u altijd beschermen, zelfs al wordt u, zoals bomen, heen en weer geschud door de wind, zult u veilig zijn: vertrouw op Mij.

Rosario: Heilige Maagd, Ik heb u vele dingen te vragen: of U de zieken wil genezen, of u geestelijke en materiële genaden wilt verlenen aan anderen.
Maria: Sommigen zijn reeds genezen, anderen zullen later genezen, terwijl nog anderen niet zullen verhoord worden: zij moeten bidden en vergeving vragen voor hun zonden. De wereld heeft de Heer te diep beledigd en zo moet de wereld deze fouten herstellen. Nu moet ik iets heel belangrijk vertellen en u moet dit aan iedereen overmaken: na de periode van vrede, die ik aan de wereld zal verlenen door Mijn hart, zullen velen God de rug toekeren en zullen er velen beschaamd zijn om Hem. Wanneer deze periode van vrede tot een einde komt zullen er vele, onaangename gebeurtenissen gebeuren binnen elke familie: dit zal gebeuren omdat velen opnieuw hun waakzaamheid laten vallen, waarbij zij God en Zijn wetten zullen vergeten. De Kerk zal veel moeten lijden. Voor dit alles gebeurt zal ik u waarschuwen, zodat u het aan iedereen kunt vertellen. Dat zal het voelbare teken zijn van mijn verschijningen, en het is veel belangrijker omwille van de ernst ervan, dan de tekenen in de hemel. Maar laat u niet ontmoedigen: verlang steeds naar de Heilige Harten van Jezus en Maria. Laat het Heilig Evangelie in uw gedachten zijn, laat het uw woord zijn, maar laat het boven alles in uw hart geschreven zijn.

Rosario: Heilige Maagd, zult u opnieuw komen?
Maria: Neen, ik zal niet meer komen.

Rosario: Wat?! U zult niet meer komen?
Maria: Ik zal later terugkomen, maar dit betekent niet dat Ik u heb verlaten. Mijn Onbevlekte Hart zal steeds bij u zijn, omdat de vrede op aarde eraan toevertrouwd werd, en het zal overwinnen: de Koningin van de Vrede zal worden vereerd.

Na deze woorden steeg Onze Lieve Vrouw langzaam op naar de Hemel, waar zij vol verlangen naar ons uitkijkt, zoals een moeder naar haar kinderen.

Vertaling: Chris De Bodt

9. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 55]

Hoofdstuk 2: Ontstaan van een gemeenschap

De pastorale inwijding

Uiteindelijk werd zijn kandidatuur aanvaard en voorgesteld aan de synode EREN die op 7 juni Roger Schutz samen met twee andere kandidaten toeliet tot ‘de inwijding voor het heilig ministerie’ met 139 stemmen voor en 12 tegen.

De plechtigheid ging door op 16 juli 1944 in de collegiale kerk van Neufchâtel met Marc Du Pasquier als voorganger. Het was een gebeurtenis. Een artikel in La Vie protestante herkent de activiteit van de nieuwe dominee als ‘duidelijk afgetekend tegenover het traditionele pastoraal’ en stelt hem voor als ‘origineel en krachtig hervormer van een oude gewoonte’. De journalist vergist zich door te schrijven dat de ‘jonge vereniging’ door de nieuwe dominee gesticht ‘tien jaar bestaat’, maar hij onderstreept wel de vurigheid van de plechtige dienst waaraan, naast de familie van de wijdeling, vele vrienden en leden van de Gemeenschap van Cluny deelnamen.

Ook grootvader Marsauche was, na zijn overgang van het katholicisme, in deze kerk tot dominee gewijd in 1882.

Vertaling: Broeder Joseph

8. Jezus' tijdgenoten [aflevering 27]

Woordenboek: Letter A

Annas, zoon van Annas

Annas [ook wel Ananus] was de vijfde zoon van Annas, zoon van Seth [6-15 na J.C.], die hogepriester werd, een unicum zonder voorgaande in de geschiedenis van het Joodse pontificaat. Hij werd door koning Agrippa II benoemd in 62 na J.C. tijdens de tussenregering van de dood van Romeins procurator Festus en de komst van zijn opvolger Lucceuis Albinus. Als Sadduceeër bezette Annas de functie slechts drie maanden. Van driftige aard, volgens Josephus, zou hij gebruik hebben gemaakt van de afwezigheid van een Romeins procurator om degenen die er kritiek op hadden te doen verdwijnen, waaronder ‘Jacobus broer van Jezus die Christus genoemd wordt’.

Na eerst voor Annas te zijn gebracht, diende Jezus voor Caïphas [Kajafas] te verschijnen. Deze laatste was gehuwd met een dochter van Annas. Daarom was Annas' invloed op Kajafas bijzonder groot. Hoewel Annas slechts drie maanden hogepriester is geweest, mocht hij heel zijn leven alsdusdanig worden aangesproken.


Jezus voor Caïphas [Kajafas]

Voor het Sanhedrin gedaagd werden ze ter dood veroordeeld door steniging. Josephus noteert dat de vrome en rechtvaardige Joden uit Jeruzalem gingen klagen bij koning Agrippa en de nieuwe procurator Albinus, vanwege de brutaliteit van Annas. Albinus werd geweldig boos en Agrippa nam Annas het pontificaat af. Toen de eerste opstand tegen Rome losbarste werden Annas en Jozef, zonen van Gorion, gelast met de verdediging van Jeruzalem. Getuige van de hevige ruzie onder de Joodse wachten nam Annas de leiding van de vredelievenden en trachtte hij de rust te doen weerkeren.

Op het politieke vlak beschouwt Flavius Josephus Annas als ‘iemand met een stevige dosis gezond verstand’. Hij weerstond inderdaad aan de rebellen. Met zijn collega’s verplichtte hij Simon, zoon van Giora, een van de leiders van de opstand, zich een tijdje terug te trekken in het fort van Massada. Maar de huurmoordenaars en hun Idumese aanhangers namen Annas gevangen en stelden hem terecht, en lieten zijn naakt en onbegraven lijk over aan de honden en andere aasgieren [Flavius Josephus].

Er bestaat een fel contrast tussen het negatieve portret van Annas in de Joodse Oudheiden en de voordelige beschrijving in het voorgaande boek, De Oorlog der Joden. De wreedheid van het personage uit de Oudheden stemt niet overeen met de trekken van een deugdelijk man. In de necrologie over Annas beschrijft Flavius Josephus hem met vleiende woorden als een onkreukbaar mens, vol medelijden voor de nederige, voorstander van vrijheid en vrede, een leider die steeds het algemeen belang boven het eigenbelang plaatst. Ofwel is de voordelige beoordeling van de auteur van De Oorlog der Joden te wijten aan zijn afkeer voor de zeloten die ook aartsvijanden waren van de hogepriester, ofwel had zijn afzetting een heilzame schok verwekt op Annas temperament en de wreedheid van zijn karakter afgezwakt. Het is moeilijk uit te maken. Laten we niet vergeten dat de auteur van Joodse Oudheden meestal veel kritischer is tegenover de Joden dan deze van De Oorlog der Joden.

Vertaling: Broeder Joseph

10. Eucharistische Mirakelen [Aflevering 27]

De twee wonderen van Florence, Italië [1230 en 1595]

Het tweede wonder vond plaats op 24 maart 1595 toen de altaardoek van het hoofdaltaar vlam vatte en daarmee het altaar en het tabernakel beschadigde. Een pyxis met geconsecreerde Hosties viel op de grond en viel open. De Hosties die op het kleed voor het altaar vielen kromden en verschrompelden en voegden samen door de hitte van het vuur. Ondanks alles is deze verzameling van Hosties in perfecte staat bewaard gebleven, nu al voor 400 jaar.

Vandaag de dag worden de twee Wonderen bewaard in dezelfde monstrans. Aan de bovenkant van de Monstrans is een bakje, beetgehouden door een gouden engel, waarin een pas geconsacreerde Hostie geplaatst kan worden. Hieronder, tussen twee grotere engelen, is een kristal waardoor men een kristallen glas kan zien waarin het gestolde Bloed zich bevind van het Wonder van 1230. Hier weer onder, achter een kristallen glas, is de Hostie van 1595 te zien. Deze relikwieënschrijn wordt bewaard in een kapel, in een wonderschoon tabernakel gemaakt door Mino van Fiesolie in 1481.

Elk jaar wordt de Monstrans met de twee Eucharistische Wonderen uitgesteld in de Kerk van de Heilige Ambrosius. Volgens de pastoor van de parochie zijn deze wonderen een sterke herinnering aan de werkelijke aanwezigheid van Jezus in de Eucharistie.

11. Elizabeth Canori Mora [1774-1825]: Profetieën

Profetie 17

Ontelbare legioenen van duivels zullen de aarde overstelpen, en ze zullen de opdrachten van de Goddelijke Gerechtigheid uitvoeren door het veroorzaken van verschrikkelijke calamiteiten en rampen. Zij zullen alles aanvallen. Zij zullen individuele personen en hele gezinnen kwetsen, zij zullen eigendommen, oogsten van voedsel, steden en dorpen vernietigen. Niets op aarde zal worden gespaard.

Vertaling: Henk

12. A.C. Emmerich: Nog dertig profetieën

De zalige A.C. Emmerich was een Augustijner kloosterzuster. Ze werd in Duitsland geboren in 1774 en had een leven vol lijden. Zij droeg de stigmata van de Heer en overleed in het jaar 1824.

Profetie 8

Wanneer de Kerk dan voor het grootste gedeelde [door de sekte] zal zijn vernield, en wanneer enkel nog het altaar en het tabernakel zullen rechtstaan zag ik de vernielers van de vreemde sekte de Kerk binnengaan met het beest. Daar ontmoetten ze een Vrouw, met een edel gedrag, die een kind bleek te dragen, want ze wandelde langzaam. Bij dit zicht kregen de vijanden schrik, en het beest kon geen enkele stap meer voorwaarts maken. Het beest richtte de nek naar de Vrouw, alsof het Haar wou verzwelgen, maar dan keerde de Vrouw zich en boog neer naar het altaar toe, zodanig dat Haar hoofd de grond raakte. Daarop zag ik het beest opnieuw de vlucht nemen naar de zee en vluchtten de vijanden in de grootste verwarring. In de verte zag ik grote legioenen naderen, met voorop een man op een wit paard. Gevangenen werden vrijgelaten en vervoegden hen. Alle vijanden werden vervolgd. Dan zag ik plots dat de Kerk werd herbouwd, meer schitterend dan ooit.

Opmerking: De beschrijving van het beest en de zee en de Vrouw en het Kind, lijkt treffend op de geschriften van de Openbaringen. Toch heeft zuster Emmerich, vertrouwelijk [en aan haar waarheid kan niet worden getwijfeld] gezegd, dat ze de Openbaringen nooit heeft gelezen. In deze betekenis is de Vrouw de Kerk, die op het punt staat de geboorte te geven [van een Paus], die zal heersen met een "roede van ijzer" [Openbaringen 12:5] en Haar barensnood zal samenvallen met de laatste vervolging, alvorens de vrede zal worden hersteld. De legers zijn deze van Hendrik, de grote Katholieke Prins. Vele profetieën zeggen dat hij op een wit paard zal rijden, en dit mag nogal letterlijk worden genomen, want tegen die tijd zal Europa herschapen zijn tot een ruïne en zal er niets anders zijn om te reizen.

Vertaling: Chris De Bodt

13. Heiligen uit recentere tijden [aflevering 4/10]

Elisabeth Leseur, Frankrijk. Dienares van God [1866-1914]

Elisabeth werd niet alleen omringd door een ongelovige echtgenoot, maar ook door zijn vrienden, die allen vooraanstaande en geleerde mannen waren, maar die ook vijandig stonden tegenover religie. Nadat Elisabeth terug haar geloof begon te beoefenen, en Felix zag dat hij haar sterke gehechtheid aan haar geloof niet kon doorbreken, verdubbelde hij zijn "kritiek, polemiek en gescherts" die haar zo veel pijn deden, en dit is nu de grootste spijt in haar bestaan.

Dit ging door tot in 1903, toen Elisabeth gevraagd werd om de peetmoeder te zijn van een vriend die zich tot het Katholicisme had bekeerd. Het was tijdens deze plechtigheid dat Elisabeth de Dominicaanse priester ontmoette die haar leider en spirituele gids zou worden. Na haar dood zei deze tegen Felix: "Ze was echt een heilige."

Elisabeths hele leven was gevuld met lijden. Tijdens haar kinderjaren leed ze aan een leverprobleem, dat een aanslepende en steeds pijnlijkere ziekte werd. Tijdens haar puberteit werd haar leven bedreigd door een aanval van tyfeuze koorts. En in haar volwassenheid kreeg ze twee maanden na haar huwelijk de darminfectie, die tot het einde van haar leven zou aanslepen. Door deze ziekte was ze acht maanden bedlegerig, en nadien was ze, met tussenpozen, in staat om een enigszins normaal leven te leiden. Later liep ze een ernstig letsel op in een ongeval met een koets, waardoor ze in levensgevaar verkeerde en twee maanden bedlegerig was. Tijdens de jaren 1907 en 1908, werden haar leveraanvallen hevig en verontrustend, waardoor ze gedwongen werd haar levenswijze aan te passen en te reorganiseren, vermits ze veel moest rusten in een rolstoel.

Bron: Joan Carroll Cruz

Vertaling: Mario Lossie

10-02-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.10 februari 2010
10 februari 2010

1. Medjugorje: Retraitekasteel Onze Lieve Vrouw van het Heilig Hart [3/10]

Kasteel te Medjugorje

Maar de boodschappen veranderen alles. Het was in het jaar 1991 toen Nancy twee boodschappen van de Heilige Maagd van Maria ontving van haar broer. "Het was een soort fax van God. Ik las het niet en gaf het meteen door aan Patrick, om het verder af te handelen. Ik dacht dat hij er niets zou om geven en dat het in de prullenmand zou belanden. Ik waste mijn handen zoals Pontius Pilatus! Maar Patrick las de boodschappen. De eerste boodschap luidde: Lieve kinderen! Ik ben naar hier gekomen om u te vertellen dat God bestaat. Patrick begon te wenen. De volgende boodschap luidde: Lieve kinderen, ik ben naar hier te komen om u op te roepen tot bekering.

Toen Patrick met de tranen in zijn ogen bij mij kwam, vroeg hij me: "Hebt u ze gelezen?" Ik loog tegen hem en antwoordde van ja. "Als u ze gelezen had, zou u evenzeer hebben geweend," antwoordde hij. Toen ging hij terug naar zijn bureel om er voor een lange tijd te wenen. Het was een historische dag voor ons, een breekpunt. We realiseerden ons dat we aan ons leven een nieuwe wending dienden te geven. We begonnen met onze geestelijke oefeningen. Tijdens eens van deze oefeningen wenste Patrick te bidden om Onze Lieve Vrouw te bedanken voor de grote genade van bekering. Hij wist niet wat te zeggen. Hij bleef maar wenen en wenen. Later zei hij: "we moeten ouders zijn zoals nooit voorheen!" En zo droegen we ons leven en onze familie op aan de Heilige Maagd Maria. We verkochten alles, en lieten alles wat we hadden opgebouwd, achter in Canada. We besloten om naar Medjugorje te gaan om dank te geven aan Maria, door wie we herboren waren.

Ondertussen wachtten we gedurende zeventien jaren op de vernietiging van het eerste huwelijk van Patrick zodat we uiteindelijk voor de Kerk konden huwen, na achttien jaar samenleven. De reden voor de kerkelijke echtscheiding was dat Patrick en zijn eerste vrouw niet volwassen waren bij hun huwelijk en dat ze ertoe gedwongen werden. Verder werd er niets gezegd over deze periode van Patricks leven.

Vertaling: Chris De Bodt

2. A.C. Emmerich: Het bitter lijden van Onze Heer Jezus Christus. [Aflevering 97]

Hoofdstuk 3. Annas en Caïphas

Het rechthuis van Caïphas

Al Zijn woorden, parabels en leerstellingen werden verdraaid, verwrongen en, onder wreedheden en spotternijen, als beschuldigingen tegen Hem ingebracht. De een sprak echter de ander tegen en allen raakten in hun getuigenissen verward. Deze zei: "Hij geeft zich uit voor een koning," de andere: "Hij laat zich enkel aldus betitelen, en toen men hem tot koning wou uitroepen, liep Hij weg." Een derde riep: "Maar Hij zegt dat Hij Gods Zoon is," waarop een vierde antwoordde: "Neen, dat niet;, hij noemt zich Zoon, terwijl Hij de wil van de Vader doet." Enkelen getuigden dat Hij hen genezen had, maar zij waren nadien opnieuw ziek geworden en noemden Zijn manier om te genezen louter "toverij." Toverij was trouwens het laatste woord van vele getuigenissen en aanklachten. De genezing van de man in de vijver Bethesda werd opgerakeld, wat aanleiding gaf tot leugens, tegenspraak en valse verklaringen. De Farizeeërs van Sephoris, met wie Jezus eens een twistgesprek over de echtscheiding had gevoerd, beschuldigden Hem van dwaalleer, en de jongeling uit Nazareth, die Hij niet had willen opnemen onder Zijn discipelen, was zo gemeen om hier eveneens tegen Hem op te treden en te getuigen. Het niet veroordelen van de overspelige vrouw, die in de tempel vóór Onze Heer werd geleid en het afstraffen van de Farizeeërs behoorden mede tot de talrijke beschuldigingen.

Een werkelijk gegronde aanklacht vermocht niemand naar voor te brengen. De vele getuigen wisselden elkaar af en deden toch haast niets anders dan Hem schimpwoorden toewerpen. Zij kwamen steeds heviger met elkaar in strijd, terwijl het schelden van Caïphas en van enkele raadsleden altijd zijn gang ging. Tussen de getuigenissen in, riepen de laatsten: "Wat zijt gij voor een koning! Toon ons uw macht nu! Roep de legioenen engelen, waarover gij het had in de Hof van Olijven! Wat hebt ge gedaan met het geld van de weduwen en de dwazen? Hele fortuinen hebt gij verspild. Zeg ons waar al dat goed gebleven is. Antwoord, spreek! Nu gij voor de rechter moet spreken, houdt gij uw mond, gij die zoveel te vertellen had tot het gepeupel en de vrouwenkliek, toen het beter geweest was om te zwijgen."

De gerechtsdienaars en hun trawanten hielden niet op met het mishandelen van Jezus. Met slagen en stoten wilden ze er Hem telkens weer toe dwingen om antwoord te geven. Alleen dank zij Gods bijstand kon Hij dat alles overleven, om verder de zonden der wereld te dragen. Enkele laaghartige getuigen kwamen zeggen dat Onze Heer een buitenechtelijk kind was. Zij werden echter door anderen tegengesproken, die riepen: "Gelogen is het! Zijn moeder was een vrome maagd en wij waren aanwezig bij haar huwelijk met een zeer godvrezend man." Daarover ontspon zich nu een nieuwe ruzie.

3. Biografie Heilige Jean-Marie Vianney [Aflevering 97]

Preken: Inleiding

De pastoor van Ars kende geen enkele ijdelheid, zelfs niet de ijdelheid van een auteur. Bij zijn leven heeft hij slechts vier of vijf gebeden, gedicteerd aan Catharina Lassagne, directrice van de Voorzienigheid, in druk gegeven. Zij verschenen bovendien onder de sluier van de anonimiteit en wel in een boekje van een priester uit Lyon.

Als Jean-Marie Vianney iets had willen publiceren, zou hij ongetwijfeld de voorkeur hebben gegeven aan zijn preken, waarmee hij gemakkelijk zes delen in duodecimo had kunnen vullen. Maar zelfs de gedachte daaraan is nooit in hem opgekomen. Hij bewaarde zijn manuscripten gedurende een zeker aantal jaren, misschien zolang hij ze nog hoopte te kunnen gebruiken. Omstreeks 1832 echter brak er in zijn leven een periode aan, waarin hij, overbelast door zijn werk in de biechtstoel, niet eens meer de tijd had om zijn cahiers te herlezen. Van toen af liet hij ze rusten.

Hij bezat er ruim honderd. Zij lagen nog opgestapeld op een plank van zijn boekenkast, toen rond 1845 kanunnik Perrodin, overste van het Groot-Seminarie te Brou in het Bisdom Belley, die een werk over het geestelijke leven voorbereidde, de Pastoor van Ars enkele van zijn preken over het leven van Jezus en over het Heilige Sacrament des Altaars te leen vroeg. Deze serie is jammer genoeg door ongelukkige omstandigheden verloren gegaan.

Op het ogenblik dat kanunnik Perrodin de twintig preken die hij meegenomen had wou terug geven, bevond de Heilige zich in de biechtstoel, waarschijnlijk nog voor vele uren. Daarom vertrouwde hij de manuscripten toe aan kapelaan Raymond, die de Pastoor van Ars tussen 1845 en 1853 als helper terzijde stond.

Vertaling: Chris De Bodt

4. Nicky Eltz en Maria Simma: Get us out of here!! [Aflevering 97]

Hoofdstuk 12. Priesters en zusters

Nicky: Met uw ervaringen van een halve eeuw, hoeveel priesters denkt u die er in uw getuigenis geloven?
Maria: O, ik twijfel dat het meer dan één vierde van alle priesters is. Er zijn diegenen die er diep in geloven en uiteraard, de moderne priesters, die er geen woord van geloven.

Nicky: Waarom denkt u dat het percentage zo laag is?
Maria: De Arme Zielen hebben mij verteld dat de Kerk nooit ervoor in de geschiedenis de Kerk er zo slecht is voorgekomen als vandaag. De zonde van het apostolaat is overal en het zijn de priesters die hiervoor het meest verantwoordelijk worden gesteld. In plaats van te bidden en het Evangelie te onderwijzen, lopen ze allemaal hoog op met het studeren over theologie, in het openbaar spreken, uiteenzetten over alles en nog wat en met te leren hoe men dichter bij het volk moet staan. Zij zijn het die de mensen zouden moeten tonen hoe ze dichter tot God en Maria moeten komen door gebeden en niet door zichzelf wijs te maken hoe ze dichter tot de ongelovige maatschappij moeten komen. Ze zijn zeker vergeten dat indien zij en de mensen bidden, dat Jezus ervoor zorgt dat alles op zijn plaats terechtkomt. Noem mij eens een parochie op waar er veel wordt gebeden en waar de dingen niet goed uitdraaien? Dat kunt u niet.

Nicky: Wanneer priesters zeggen dat uw ervaringen en deze van anderen niet waar kunnen zijn omdat ze niet voorkomen in de Bijbel, hoe antwoordt u daar dan op?
Maria: God is heel goed in staat om dingen toe te laten die niet precies omschreven zijn in de Bijbel. Het is niet omdat uw naam of die specifieke berg niet wordt vernoemd in de Bijbel, dat dit niet zou betekenen dat Hij u niet onmetelijk liefheeft en uw ziel niet meer belangrijker zou vinden dat het gehele universum. Dit betekent niet dat die berg niet in Zijn plannen staat. Ook vele andere dingen in de Kerk, zoals het bidden van de Rozenkrans, het Heilig Hart en het Scapulier zijn er gekomen door persoonlijke openbaringen en staan niet in de Bijbel vermeld.

Jezus zelf heeft verteld over het Vagevuur en de Bijbel zelf staat vol met verwijzingen naar de nood voor het gebed voor de overledenen. Alles wat tegen de liefde onder de mensen onderwijst, de liefde inbegrepen voor zij die overleden zijn, komt niet van God.

Bron: Nicky Eltz

Vertaling: Chris De Bodt

5. Film: Don Bosco [1/21]

Don Giovanni Bosco [Castelnuovo Don Bosco, 16 augustus 1815 - Turijn, 31 januari 1888] was een Italiaanse priester. Hij werd geboren als zoon van een arme boer die met hard werken zijn kost verdiende. In 1817 stierf zijn vader. Op tienjarige leeftijd had hij in een droom "de jeugd" als werkterrein gezien. Die droom is verschillende keren teruggekeerd. De jeugdjaren van Don Bosco waren niet gemakkelijk. Toch kon hij in 1841 na zijn studie priester worden. Tijdens zijn priesterschap leerde Don Bosco de trieste levensomstandigheden van de jongens kennen in de voorsteden van Turijn. Jonge mensen doolden door de straten, werkloos, verloren, tot het ergste bereid. Don Bosco wou een eind te maken aan die sociale wantoestanden. Het begon met een ontmoeting met een ontmoedigde jongen. De jongen bracht na een goed gesprek vrienden mee. Zo groeide een centrum waar de jongens terecht konden. Don Bosco probeerde goede arbeidsovereenkomsten af te sluiten tussen werkgevers, de jongens en hemzelf. Hij bouwde huizen, waar arme jongens konden uitgroeien tot geschoolde werkkrachten, eerlijke mensen en goede christenen. Don Bosco liet zich niet meeslepen in de politieke en sociale twistpunten van die dagen. Hij streefde naar het onmiddellijk haalbare. Daarvoor had hij de steun en de medewerking van iedereen nodig. Dankzij de hulpmiddelen van velen heeft hij de armen goed gedaan. Op aanraden van minister Rattazzi en Paus Pius IX stichtte hij de Salesianen van Don Bosco en de Zusters van Don Bosco. Zo groeide het werk van Don Bosco voor jongeren wereldwijd.

In Vlaanderen kan men onderwijs volgen bij een twintigtal Don Bosco-instellingen waarvan er enkele aan de studenten slaapgelegenheid bieden. Men verblijft er op het internaat. In Volendam (Nederland) staat het Don Bosco College, een scholengemeenschap die naar Giovanni Bosco is vernoemd. In Amsterdam is de Don Bosco-buurt, een gedeelte van de wijk Watergraafsmeer. Dat gedeelte is genoemd naar een speeltuin die van de oprichters en buurtbewoners de naam Don Bosco kreeg. In 1934 werd Giovanni Bosco heilig verklaard. Zijn sterfdag, 31 januari, is tevens zijn feestdag.

Dit drama uit 2004 staat onder regie van Lodovico Gasparini. Acteurs zijn onder meer Flavio Insina, Lina Sastri, Charles Dance, Daniel Tschirey, Fabrizio Brucci, Lewis Crutch en Brock Everitt-Elwick.


6. Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 22: De Naschok [Aflevering 148]

En er was een heropleving van de duivelse ziekte. Engeland werd in 1360, 1369 en 1375 getroffen door nieuwe golven van de pest, waarbij tussen 13 en 25 procent van de bevolking in de opnieuw getroffen gebieden stierf.

Hetzelfde gebeurde in Frankrijk en Italië. Golf na golf, kleinere maar dodende afstraffingen.

Er was ook het vuur van de profetieën dat voor opstanden zorgde. Er waren koortsachtige verwachtingen van verscheuringen binnen de Kerk en een valse paus of antichristus misticus, gevolgd door nog meer rampspoed en het laatste beest of antichristus magnus.

De verscheuringen bleken een ware profetie te zijn, maar velen hadden voorspeld dat de Antichrist momenteel tien jaar oud was en een verborgen leven leidde.

Zoals in Nero’s tijd was dat een illusie, maar de geest van de antichrist [1 Johannes 4:3], de geest van het kwaad, was inderdaad op de wereld, samen met alle misleidingen van de duivel. Het gebied rond het Issykmeer [waar de pest was ontstaan] werd een plaats van vreemde luchtverschijnselen of "UFO’s."

Er was een ontketening van het kwaad. Er was duivels bedrog. Er was sensualiteit in de vorm van onfatsoenlijke nieuwe gewoontes. Vrouwen verschenen in het openbaar met kunsthaar en diep uitgesneden blouses, met borsten die zo strak werden aangespannen dat men er een kaars kon op zetten. Er was een overvloed aan juwelen en de nouveaux riche hadden een voorkeur voor felle kleuren.

Bron: Michael Brown

Vertaling: Mario Lossie

7. Onze Lieve Vrouw van Belpasso (Deel 2, Aflevering 57)

Dagboek van Rosario Toscano

Verschijning 31

1 april 1988 [aan de rots van Belpasso]

De eerste april van 1988 was Goede Vrijdag. Vele mensen, waaronder een groot aantal priesters, die dikwijls aanwezig waren aan de rots, moesten ongewild deze maandelijkse afspraak te Belpasso laten voorbijgaan, omwille van hun plichten binnen hun parochie. Niettemin waren er zo’n 50.000 mensen verzameld op de plaats, toen Rosario aankwam met zijn vader en Vader Dino om deel te nemen aan de Kruisweg die werd geleid door Vader Philip Buccheri. Tijdens de verschijning, namen de aanwezigen, die zich het dichst bij de ziener betroffen, iets ongebruikelijk waar in vergelijking met de vorige maanden.

Tijdens de mysteries van de Rozenkrans die Rosario bad, keek hij herhaaldelijk op naar twee verschillende plaatsen boven de rots, alsof er iets zijn aandacht trok. Op het einde van het gesprek, toen Rosario op het balkon verscheen, werd alles duidelijk toen hij verklaarde dat Hij de Heilige Maagd, duidelijk verschillend dan de vorige keren, heeft zien knielen aan de voet van een prachtig Kruis.

De verschijning was anders dan gewoonlijk. Van zodra de wolk op de rots rustte en zich opende, zag Ik Onze Lieve Vrouw knielen aan de rechterzijde van een mooi levensgroot Kruis. Het kruis was naar mij gericht, maar Jezus bewoog niet. Ik had het gevoel alsof ik mij voor een prachtig gedetailleerd beeld bevond. Jezus was zo levensecht. Ik heb nooit zo’n mooi Kruis gezien en het was van zo’n pracht dat ik niet wist waar ik mij ogen moest op richten: op het Kruis of op Onze Lieve Vrouw. Onze Lieve Vrouw nodigde mij uit om alle mysteries van de Heilige Rozenkrans te bidden en ondertussen dacht ik na over Gods liefde voor de mensheid. Ik bemerkte iets heel mooi op toen ik bad: "...Heilige Maria, Moeder Gods, bid voor ons, arme zondaars ..." Onze Lieve Vrouw richtte Haar ogen liefdevol op. Zo kon ik, heel diep in mijn hart, nadenken over hoe de Heilige Maagd voor ons tussenkomst. Op het einde van de mysteries van de Heilige Rozenkrans, gaf Onze Lieve Vrouw de volgende boodschap voor iedereen.

Boodschap van Onze Lieve Vrouw

Mijn liefste kinderen, vandaag moet u in het bijzonder bidden voor uw broers. Uw geliefde Jezus, het lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld, blijft de opoffering van Zijn liefde voor de Kerk, dat Zijn mystiek Lichaam is, herhalen. Mijn hart, verenigd met dat van Mijn Zoon, heeft op een enige en bijzondere wijze geleden: daarom zeg Ik tot u dat ik de Moeder ben van zij die lijden en treuren. Ik ben Zij die hen troost. Tijdens het pijnlijke lijden van Jezus, zou Mijn hart zonder twijfel zijn gebroken, indien Ik niet werd ondersteund door het geloof waar allen onder u naar uitkijken.

Blijf met Mij onder het Kruis, bid en heb geloof. Op deze wijze kan de vrede, waarvan Ik de Koningin ben, binnentreden in uw harten: Als u Mij toestaat om ernaar te zoeken als een dierbaar ding dat groeit door de genade van God, is het een bloem die bloeit zonder te verwelken.

Blijf de Rozenkrans bidden en de Heilige Sacramenten ontvangen. De Heilige Mis is uw redding. De Verrijzenis van de Heer is een grote gebeurtenis, omdat dat de wijze is waarop Hij de dood heeft overwonnen. Tijdens deze Heilige Pasen van de Verrijzenis nodig Ik u uit om u niet vast te houden aan de materiële zaken, maar met liefdadigheid naar uw armere broers en zusters te kijken en Jezus uw liefde te tonen en Hem eveneens te tonen dat u niet doof blijft voor Zijn oproepen en dat u dicht bij Zijn Licht mag zijn. Laat het Heilig Evangelie, het Woord van God, in uw gedachten zijn, laat het uw woord zijn, maar laat het boven alles in uw harten geschreven zijn.

Rosario: Heilige Maagd, wenst u nog iets anders van ons?
Maria: Neen, niets anders vandaag. De bedroefde Moeder van de Passie en de vreugdevolle Moeder van de Verrijzenis zegent u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest: de Vader in uw gedachten, de Zoon in uw harten en de Heilige Geest in uw zielen ... nu moet Ik gaan.

Rosario: Heilige Maagd, wanneer zult u opnieuw komen?
Mario: Ik kom terug op de eerste dag van de volgende maand.

Vertaling: Chris De Bodt

8. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 54]

Hoofdstuk 2: Ontstaan van een gemeenschap

De pastorale inwijding

Roger Schutz werd openbaar dominee iets meer dan een jaar later, een tijdspanne die voorvloeide uit de administratieve en kerkelijke stappen en ook door zijn persoonlijke situatie. Als zoon van dominee in de nationale Kerk had hij gestudeerd aan de faculteit theologie van de vrije Kerk. De gemeenschap die hij stichtte had tegenspraak en terughoudendheid teweeggebracht, ondanks dat ze nog in de kinderschoenen stond. Meer zelfs, gepromoveerd in Lausanne, woonde hij tijdelijk in Genève en wou hij zijn zending uitoefenen in Frankrijk zodra de omstandigheden dat toelieten.

Hij werd pastoraal ingewijd in de kerk van Neufchâtel, de kerk van zijn vaders geboorteplaats, en die zojuist werd herenigd onder de naam van evangelische hervormde Kerk van het kanton Neufchâtel (EREN), nadat ze in de XIXe eeuw de verdeling tussen nationale Kerk en vrije Kerk had meegemaakt. Ze werd geleid door een verkozen Synoderaad voorgezeten door dominee Marc Du Pasquier. Deze kende goed de gemeenschap van Grandchamp waardoor hij Roger Schutz had leren kennen. Hij aanvaardde om de jonge theoloog ‘aan te bevelen’ bij de Commissie voor inwijding die alleen bevoegd was om een kandidaat dominee ‘voor te dragen’.

Verschillende documenten, in Neufchâtel bewaard, laten toe de door Roger Schutz afgelopen weg naar de inwijding van juli 1944 te volgen. Dat ging niet zonder aarzelen. Op 22 september 1943 verzond hij zijn schriftelijke aanvraag. Op 8 oktober ‘steunt dominee Marc Du Pasquier deze kandidaat’. De Commissie verlangde meer inlichtingen en wendde zich tot de dominees Meyhoffer en Jean de Saussure. Beiden ‘bevelen warm’ de kandidaat aan. Begin 1944 herkende de faculteit theologie van Neufchâtel het licentiaat theologie door Lausanne uitgereikt. Roger Schutz werd dan ontboden voor een ‘uitgebreid gesprek’. Daar kreeg hij onder andere te horen ‘dat de eventuele inwijding, door onze Kerk toegekend, helemaal niet inhoudt dat hij een taak krijgt in ons kanton indien hij dat wenste.’ Hij wordt op 9 februari opnieuw ontboden, ditmaal door de voltallige Commissie voor inwijding. In deze indrukwekkende zitting moest Roger Schutz zijn preekkunst vertonen door een preek te houden en daarna vragen van de Commissie te beantwoorden. Voor de kandidaat ‘de gelegenheid om zijn religieuze vorming, zijn roeping en zijn theologische en kerkelijke principes voor te leggen’.

Vertaling: Broeder Joseph

9. Jezus' tijdgenoten [aflevering 26]

Woordenboek: Letter A

Anani, zoon van Nebedeüs

Zie Jozef, zoon van Kami

Andreas

Andreas verschijnt in de groep van twaalf apostelen aan wie Jezus in Galilea de zending toevertrouwt om het Rijk van God te verkondigen en duivels uit te drijven. Geboren in Betsaïda aan het meer van Genesareth en visser van beroep was Andreas de broer van Simon Petrus. In de Bijbel wordt hij eerst genoemd als discipel van Johannes De Doper, en daarna als discipel van Jezus van Nazereth.

Tijdens het openbaar leven van Jezus verbleef hij in Capharnaüm waar hij een huis betrok met Petrus. Volgens het vierde evangelie vond de ontmoeting van de twee broers met Jezus plaats toen ze volgelingen waren van Johannes de Doper. Behalve de lijst van de apostelen en een of andere onbeduidende anekdote zeggen de evangeliën niets over Andreas.

De Kerkhistoricus Eusebius van Caesarea (IVe eeuw na J.C.) kent aan Andreas de evangelisatie van Scythia toe. De Scythen waren een Indo-Europees nomadisch volk van Iraanse afkomst dat leefde op de steppen van Centraal-Azië en die zich van daaruit richtte op de gebieden aan de Zwarte Zee. Later werden ze door de Sarmaten verdreven. Hun gebied reikte tot Zuid-Palestina en Klein-Azië. De Scythen spraken een Oost-Iraanse taal, waarin drie dialecten te onderscheiden zijn. Deze Scythische talen werden gesproken tussen de 8e eeuw v.Chr.en de 5e eeuw na Chr.

Aan het eind van zijn leven is Andreas de marteldood zijn gestorven in Achaia, aan een diagonaal kruis, het Andreaskruis, hij zou namelijk niet aan hetzelfde soort kruis hebben willen sterven als Jezus. Andreas zou begraven zijn in de Griekse stad Patras, waar hij nog steeds een bijzondere verering geniet.

De patriarch van Constantinopel wordt beschouwd als de opvolger van Andreas, zoals de bisschop van Rome, de opvolger is van Petrus. De patriarch van Constantinopel geldt als de belangrijkste bisschop in de wereldwijde gemeenschap van Orthodoxe Kerken. Vandaar dat hij de Oecumenische Patriarch genoemd wordt; ‘oecumene’ komt van het Griekse woord voor ‘de bewoonde wereld’. Zijn naamdag valt op 30 november.

De Orden van Sint-Andreas in Rusland en in Barbados en de Schotse Orde van de Distel gebruiken zijn naam, het Andreaskruis of zijn afbeelding. De Russische Federatie heeft als hoogste onderscheiding de "Orde van Sint-Andreas Protocletos", Protocletos betekent de eerstgenoemde, ingesteld.

Vertaling: Broeder Joseph

10. Eucharistische Mirakelen [Aflevering 26]

De twee wonderen van Florence, Italië [1230 en 1595]

De Kerk van de Heilige Ambrosius, dat zich bevindt in het centrum van Florence, is bevoorrecht met niet een, maar zelfs twee Eucharistische wonderen.

Het eerste wonder vond laats op 29 december 1230. Hierbij was een priester betrokken, met de naam Uguccione. Op dat moment was hij parochievicaris voor het klooster van de zusters dat verbonden was met de Kerk van de Heilige Ambrosius.

Op een morgen, na de Heilige Mis, was de priester in een afwezige bui en vergat toen de kelk droog te vegen, waardoor er een klein beetje geconsecreerde wijn achterbleef in de gouden kelk. De volgende ochtend bereidde hij zich voor, voor een nieuwe Heilige Mis, en was verbaasd toen hij op de bodem van de kelk een laagje aantrof van gestold Bloed!

Na 750 jaar is dit bloed nog steeds perfect bewaard. In de Kerk van de Heilige Ambrosius, waar het Wonder wordt bewaard, zijn de muren versierd door Cosimo Rosselli met schilderijen van de processie met het Wonderlijke Eucharistische Wonder door de straten van Florence in 1340 toen de stad geplaagd werd met een epidemie.

11. Elizabeth Canori Mora [1774-1825]: Profetieën

Profetie 16

Deze aanmatigende mensen in hun slechte goddeloosheid geloven dat ze God van Zijn troon kunnen stoten, maar de Heer zal deze schepselen verachten en door het effect van Zijn almachtige Hand zal Hij deze goddeloze godslasteraars straffen door de helse geesten toe te laten uit de hel te komen.

Vertaling: Henk

12. A.C. Emmerich: Nog dertig profetieën

De zalige A.C. Emmerich was een Augustijner kloosterzuster. Ze werd in Duitsland geboren in 1774 en had een leven vol lijden. Zij droeg de stigmata van de Heer en overleed in het jaar 1824.

Profetie 7

Van augustus tot oktober 1820. Ik zie meer martelaren, niet nu, maar in de toekomst ... ik zag de geheime sekte niet-aflatend de grote Kerk ondermijnen. Naast hen zag ik een verschrikkelijk beest opkomen uit de zee. Over de hele wereld werden de goede en vrome mensen, en voornamelijk de geestelijken, geteisterd, onderdrukt en in de gevangenis geworpen. Ik heb het gevoel dat ze op een zekere dag martelaren zullen worden.

Vertaling: Chris De Bodt

13. Heiligen uit recentere tijden [aflevering 3]

Elisabeth Leseur, Frankrijk. Dienares van God
[1866-1914]

Deze beschrijving van Elisabeths persoonlijke en sociale bevalligheden lijkt opmerkelijk, vermits ze doorheen bijna hun hele huwelijk ziek was en slechts twee maanden na haar huwelijk al een eerste gezondheidscrisis doormaakte, toen ze een pijnlijke darminfectie kreeg die nooit volledig genas.

Felix vertelde dat hij was opgevoed in een deftig katholiek gezin, door ouders die met vroomheid hun religie beleefden en dat hij les had gekregen van vooraanstaande priesters. Tijdens zijn universiteitsjaren verloor hij zijn Christelijk geloof, en werd hij aangetrokken tot het heidendom en het atheïsme. Hij zocht zelfs manieren om het Christendom te bestrijden, en bestudeerde de werken van tegenstanders van de Kerk, zelfs tot in die mate dat hij een uitgebreide bibliotheek aanlegde van Protestantse en rationalistische geschriften.

Toen hij huwde besloot hij het Katholieke geloof van zijn vrouw te respecteren en haar altijd toe te staan om het vrijuit te beoefenen. Maar toch viel hij geregeld haar geloof aan, met als ultieme doel haar naar het liberale Protestantisme te leiden, en uiteindelijk naar het radicale agnosticisme. Door zijn volharding onderging Elisabeth een geloofscrisis, en keerde ze bijna twee jaar lang het geloof de rug toe. Felix slaagde bijna in zijn opzet, maar, "Elisabeth, met haar ongewone intelligentie, bezat de zeldzame gave van een verstandig en vast oordeel en ongewoon gezond verstand," wat haar terugbracht naar de liefde voor de Kerk. Hierna wijdde ze zich aan een diepe studie van het Katholieke geloof. Vermits Felix een uitgebreide bibliotheek van antikatholieke en antichristelijke boeken had, compenseerde ze dit met een eigen bibliotheek, met de werken van de grootmeesters van het Katholieke denken: de Vaders van de Kerk en de verheven geschriften van de heiligen, met de geschriften van de H. Theresa van Avila als één van haar favorieten. Ze bestudeerde deze werken en de Bijbel met zo’n ijver, dat ze in staat was om haar geloof tegen elke aanval te verdedigen.

Bron: Joan Carroll Cruz

Vertaling: Mario Lossie

09-02-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.9 februari 2010
9 februari 2010

1. Medjugorje: Retraitekasteel Onze Lieve Vrouw van het Heilig Hart [2/10]

Kasteel te Medjugorje

Het kasteel van Medjugorje is het Retraitehuis van Onze Lieve Vrouw van het Heilig Hart. Patrick en Nancy Latta hebben er 15 jaar aan gebouwd. Ze voelden zich als herboren. De vier torens van het kasteel vertegenwoordigen de vier Evangeliën. De centrale toren geeft vorm aan de "ark," met als bedoeling Maria te vertegenwoordigen, die de "Ark van het Nieuwe Verbond" is.


Kasteel Onze Lieve Vrouw van het Heilig Hart

Het is een verhaal als vele andere, wanneer overtuigde atheïsten een grote genade van bekering ontvangen en gelovige, godsdienstige mensen worden, Christenen. Ik kreeg de gelegenheid om naar zo’n verhaal te luisteren in Medjugorje, een bedevaartsoord en een verschijningsplaats van Onze Lieve Vrouw, in Bosnïe-Herzogovina. Het verhaal is een sterke en aangrijpende boodschap van wat volharding, geduld en het diepe geloof van een moeder kan doen en welke vruchten het kan voortbrengen, ongeacht het lijden. Wat volgt is het verhaal over een moeder en haar zoon, Patrick Latta, een succesvole zakenman en autohandelaar uit Canada, wiens moeder gedurende het ongelofelijke aantal van 48 jaren had gebeden voor zijn bekering.

Zij groeide op als een weeskind bij kloosterzusters. Ze heeft ook haar zoon laten dopen en zoals elk ander kind heeft hij zijn eerste en plechtige communie gedaan. Alhoewel hij een godsdienstige opvoeding heeft gehad en een normaal leven leidde, hield zijn geloof in God en Maria op te bestaan. Hij leefde zijn gewone leven, verdiende een fortuin, maar was onbezorgd over zijn verdere spirituele leven en dat van zijn kinderen.

"Hij geloofde in niets en in niemand, was driemaal gehuwd en had vier kinderen uit twee huwelijken. Hij scheidde van zijn eerste vrouw na 17 jaar huwelijk en het duurde nog eens 17 jaren eer de Kerk zijn huwelijk vernietigde. Ondertussen huwde hij zelfs met een tweede vrouw, maar dit huwelijk hield niet lang stand en dit was ook geen kerkelijk huwelijk. En dan ontmoette hij mij en ook ik geloofde niet in God, noch in Jezus Christus en de Maagd Maria. We leefden in haat en zonde en beseften niet eens dat we in zonde leefden," aldus Nandy Latta, de echtgenote van Patrick, ooit een succesvolle zelfstandige advocate in Canada. Sedert 1993 leven ze in Medjugorje.

Vertaling: Chris De Bodt

2. A.C. Emmerich: Het bitter lijden van Onze Heer Jezus Christus. [Aflevering 96]

Hoofdstuk 3. Annas en Caïphas

Jezus voor Caïphas

Onder razend hoongeschreeuw, gestoten, heen en weer gerukt en met vuil beworpen, begaf Jezus zich op weg naar Caïphas rechthuis. In het atrium hier ontving Hem een dof gemor en gefluitster, helemaal het tegengestelde van het woeste lawaai van de menigte op straat. De stoet wendde zich rechts van de ingang naar de tribune, en terwijl de lieve Heiland de apostelen Petrus en Johannes voorbijschreed, keek Hij hen aan, zonder echter Zijn hoofd te draaien, daar Hij de beiden niet verraden wou. Nauwelijks was Jezus, tussen de zuilen door, tot vóór de Raad getreden, of Caïphas snauwde Hem toe: "Zijt gij daar eindelijk, heiligschender, die deze nacht maakt tot een nacht van stoornis?" De kalebas met Anna’s aanklacht werd van de scepter genomen en, nadat de verschillende beschuldigingen waren voorgelezen, brak Caïphas los in een stroom van schimpwoorden en verwijten tegen Jezus. De beulsknechten, alsmede de soldaten die het dichtst bij Onze Heer stonden, trokken en duwden Hem van hier naar daar. Zij hadden nu kleine ijzeren staven in de hand, die voorzien waren van peervormige, stekelige knoppen en waarmee zij Jezus stoot op stoot gaven, terwijl ze riepen: "Antwoord! Doe uw mond open! Kunt ge niet spreken?" Dit alles gebeurde terwijl Caïphas, toorniger nog dan Annas, in stormende haast, een reeks vragen richtte tot Jezus, die stil en smartelijk voor Zich neerkeek. De beulsknechten wilden Hem dwingen om te spreken. Zij stootten Hem in de nek en in de zijden, sloegen op Zijn handen en staken Hem met priemen. Ja, een afschuwelijke kerel drukte met zijn duim Jezus’ onderlip tegen de tanden aan en zei: "Pak vast en bijt!"

Men ging thans over tot het verhoor der getuigen. Het werd een wild getier van de kant van de omgekochte schelmen en tussenin vernam men de aantijgingen van bepaalde partijen, van de grimmigste Farizeese en Sadducese vijanden van Onze Heer uit heel het land, die men in de stad zelf, waar zij ter gelegenheid van het Paasfeest verbleven, was gaan optrommelen. Al dat waarop Jezus reeds honderdmaal geantwoord had, werd opnieuw voor de dag gehaald. Zo kreeg men te horen: "Hij verjaagt de duivel door de macht van de duivel, schendt de Sabbat, ruit het volk op, scheldt de Farizeeërs voor slangengebroed en echtbrekers uit, profeteert de ondergang van Jeruzalem, gaat om met de heidenen, tollenaren, zondaars en slechte vrouwen. Hij loopt het land af en trek grote scharen achter zich, Hij laat zich Profeet nemen, Koning, ja, Zoon van God, en spreekt voortdurend over Zijn Rijk. Hij verklaart dat echtscheiding niet is toegelaten. Hij heeft Jeruzalem beweend en beklaagd. Hij zegt van zichzelf: "Ik ben het brood des levens." Ongelofelijke dingen verkondigt Hij, zoals: "Wie Mijn vlees niet eet en Mijn bloed niet drinkt, zal niet zalig worden."

2. Biografie Heilige Jean-Marie Vianney [Aflevering 96]

Hoofdstuk 21. Zalig- en heiligverklaring

Paus Leo XIII had graag deze pastoor, "de geestelijke glorie van Frankrijk," zelf nog zalig verklaard, maar God liet dit niet toe en het was de heilige Paus Pius X die deze eer te beurt viel. Deze Paus, werd verkozen op 4 augustus 1803, dag op dag 44 jaar na de dood van de Heilige. Van de 17 miraculeuze feiten die weerhouden werden door de Congregatie voor de Geloofsleer, volstonden er twee voor de zaligverklaring, namelijk de genezing van twee kinderen, bekomen door de tussenkomst van de heilige na zijn dood: Adélaïde Joly en Léon Roussat.

Op zondag 8 januari 1905 werd Jean-Marie zaligverklaard onder het episcopaat van Monseigneur Luçon, Bisschop van Belley. Op 12 april 1905, stelde Paus Pius X hem aan tot patroonheilige van alle priesters, belast met de Franse zielen en dit zowel in Frankrijk als de Franse overzeese gebieden. Het zal uiteindelijk Paus Pius XI zijn, die hem op 31 mei 1925, met Pinksteren, heilig zal verklaren. Van toen af werd hij officieel de Heilige Pastoor van Ars, na de goedkeuring van twee nieuwe mirakelen die aan hem werd toegeschreven, twee genezingen, deze van zuster Eugène en deze van Mathilde Rougeol, die haar verloren stem herwon aan de tombe van de heilige.

Twee weken eerder had Paus Pius XI Theresia van Lisieux van het Kindje Jezus, heilig verklaard en vijf jaar eerder viel deze eer reeds te beurt aan Jeanne d’Arc die ook tot "heilige van Frankrijk" werd uitgeroepen.

Door een pauselijke brief werd hij op 23 april verheven tot patroonheilige van alle katholieke parochiepriesters ter wereld. Naar aanleiding van het jaar van de priester, dat begon op 19 juni 2009, werd dit uitgebreid tot alle katholieke geestelijken, door Paus Benedictus XVI.

Vertaling: Chris De Bodt

3. Nicky Eltz en Maria Simma: Get us out of here!! [Aflevering 96]

Hoofdstuk 11. Bisschoppen en de Paus

Nicky: Bent u ooit bezocht door Kardinalen, Bisschoppen of enig andere gerespecteerde uit Rome?
Maria: Ja, twee, een Bisschop en een Aartsbisschop, zijn mij hier de laatste jaren komen bezoeken. Maar heb Maria en de Kerk lief want zij zijn hevige supporters van Medjugorje en beiden staan heel dicht bij de Heilige Vader. Maar om hen voor onnodige aanvallen te behoeden, verkies ik hun namen niet te noemen.

Kijk, het is reeds 14.30 uur. Wat over een pauze? Verse lentelucht zou goed doen, denkt u niet?

Nicky: Terwijl we opstaan drukt Maria haar wens uit om maar haar kleine groentetuin te laten zien, zo’n zeventig meter dieper gelegen. Wanneer we de voordeur verlaten, zegt zij: "Een buur heeft hier problemen veroorzaakt, ziet u, de afspanning rond mijn tuin is beschadigd, en ik heb hem gevraagd om dit te herstellen." We wandelen beneden de heel steile oprit, laten de kerk aan onze linkerhand en zien het restaurant langs onze rechterzijde. Ze voegt hier aan toe: "Hij heeft mij gezegd dat de schade is veroorzaakt door de sneeuw van de laatste winter en dat hij er niets mee te maken heeft."


Sonntag, woonplaats van Maria Simma

We naderen een smalle en tamelijk vlakke aardeweg die is omgeven door een oude, wankele houten omheining. Een andere buurvrouw, een vrouw, ruimt al de dode bladeren op van de voorbije zomer. Na mij te hebben voorgesteld en een beetje te hebben gepraat, zegt Maria: "Kom, kijk hier, Nicky. Ziet dit er volgens u uit dat de sneeuw dit zou hebben veroorzaakt?" Zij wijst naar een stuk omheining, waaruit blijkbaar diverse planken getrokken zijn, en de kleur van het hout wijst duidelijk aan dat het pas recentelijk kan gebeurd zijn. Aan de nagels die hierdoor kwamen bloot te liggen kom men dit ook zien. Neen, ik moest toegeven dat dit nauwelijks door de sneeuw kon zijn veroorzaakt. Na nog wat langer praten met de heel vriendelijke buurvrouw, gingen we terug opwaarts naar haar huis toe. Zij is traag en het lijkt dat ze wat pijn heeft omwille van recente heupproblemen. Aan het begin van haar oprit, schudt Maria een beetje het hoofd en zegt eerder fluisterend: "Ah, het heeft niet, die ongelukkige knorpot! Ziet u, wat hij niet weet is dat een Arme Ziel mij heeft verteld dat het geen sneeuwschade was."

We zwerven nog wat rond en gaan dan terug haar warme verblijf binnen.

Bron: Nicky Eltz

Vertaling: Chris De Bodt

4. Film: Saint Peter [21/21]

Simon bar Jona ('Simon, zoon van Jona'), zoals Petrus oorspronkelijk genoemd werd, was een joodse visser aan het Meer van Genezareth. Hij leefde samen met zijn broer Andreas van de visvangst. Simon had samen met Andreas een gewoon leven. Toen Jezus van Nazareth op zoek ging naar leerlingen, vond Hij al gauw Andreas. Jezus sprak tot beiden, op het meer: "Kom achter Mij aan, en Ik zal jullie tot vissers van mensen maken." Petrus antwoordde: "Ga weg van mij, Heer, ik ben een zondig mens!" Jezus wist Simon al gauw te overtuigen, en deze vertrouwde Jezus en liet zijn vissersboot achter. Jezus besloot Simon vanaf dan Kefas te noemen, wat Rots betekent [in het Grieks Petros]. Alhoewel Simon zich nietig voelde bij zijn roeping, zou hij later de Eerste der Apostelen worden genoemd en de eerste plaatsbekleder van Christus worden.

Dit drama uit 2005 staat onder regie van Giulio Base. Acteurs zijn onder meer Omar Shariff, Claudio Knoll, Daniele Pecci, Johannes Brandrup en Milena Miconi.


5. Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 23: Naschok
[Aflevering 147]

Op burgerlijk vlak steeg de misdaad met wijdverspreide corruptie in de regering. Er was geen moreel leiderschap. Instellingen verloren hun mankracht en waren nog slechts schimmen van wat ze vroeger waren. Er was niemand om te werken. Zij die overleefd hadden waren emotioneel gestoord. Het was ieder voor zich. Politie en gerechtshoven werden lam gelegd en om de regering operationeel te houden moesten er onervaren en oneerlijke mannen aangesteld worden.

Er heerste onbekwaamheid en grove nalatigheid, en ambten en invloedrijke posities waren opnieuw te koop binnen de Kerk. De verkoop van gunsten stelde de Kerk bloot aan de woede van een "hervormer" in Oxford, John Wycliffe, die afstraffingen tot het extreme dreef en z’n afkeuring uitsprak over de sacramenten en het priesterschap.

Maria was er nog steeds als de Madonna della Misericordia [Maagd der Genade]. Ze keek nog steeds toe. Maar het leek alsof men haar gezegd had om uit het zicht te verdwijnen en de zuivering z’n gang te laten gaan.

In het verwoestte Avignon zette het pausschap het schandaal van de scheiding van Rome verder in waar velen naar verwezen als de "Babylonische gevangenschap." Het was een ander aspect van de kastijding. De paus was nog steeds in het zuiden van Frankrijk in plaats van op de "rots" of het graf van Petrus. Klachten tegen de Kerk leidden in het burgerlijk leven tot onvrede van werkende boeren die spoedig in opstand zouden komen en verschrikkelijk afslachtingen zouden leiden. Er waren aanvallen op boerderijen en algemene opschudding.

Bron: Michael Brown

Vertaling: Mario Lossie

6. Onze Lieve Vrouw van Belpasso (Deel 2, Aflevering 56)

Dagboek van Rosario Toscano

Verschijning 30

1 maart 1988 [aan de rots van Belpasso]

Het seizoen van de lente naderde, maar de koude was nog sterk te voelen te Belpasso. Op de ochtend van de eerste maart blies er een sterke, koude noordenwind. Dit noodzaakte de gelovigen om zich stevig te bedekken, omwille van het lange wachten voor de verschijning. Alles verliep zoals gewoonlijk, ordentelijk en rustig. Het werk van de plaatselijke vrijwilligers werd bijzonder gewaardeerd en de "Misericordia," die steeds bereid zijn tot het helpen van de zieken en zij die flauwvallen, hadden de handen vol.

De verschijning van de Heilige Maagd begon precies op de middag, de gebruikelijke tijd tijdens de wintermaanden. Zoals gewoonlijk was er opnieuw een groot verlangen naar de boodschap. De boodschap van deze maand verwees ook naar het op handen zijnde Paasfeest, met de uitnodiging om dit samenhangend te beleven met deze periode van de lente. De Heilige Maagd zei ook iets dat elke aanwezige gelukkig maakte: dat het zevende geheim niet zal geschieden, maar vervangen zal worden door een andere gebeurtenis die prachtig zal zijn voor alle mensen van God over de hele wereld.

Boodschap van Onze Lieve Vrouw

Mijn kinderen, wij naderen Pasen. Bereid uzelf dus goed voor. Tijdens deze periode van de lente nodig ik uit tot een spirituele overpeinzing. Laat uzelf niet onvoorbereid verrassen. Probeer uw ziel zuiver en helder te houden zoals bronwater: u kunt niets alleen verwezenlijken, dan met Gods genade. Met Zijn en Mijn hulp kunt u vrede bekomen met uzelf en met uw broers en God. Maar als u dit wilt bekomen, ga dan langs Mijn Hart dat u tot Jezus zal brengen en u zult ware vrede vinden. De vrede waar Jezus is voor gestorven en verrezen uit de doden en die Hij u heeft achtergelaten. Verspil uw tijd niet door zo’n gave te verbergen, maar werk deze verder uit binnen uzelf en uw harten. Als ieder van u zo handelt, kan hij dat delen met zijn broers en kan hij er gebruik van maken om de Heer te prijzen. Als u zo handelt zal Jezus overvloedig de gaven die u Hem offert aanvaarden, maar waar Hij het meeste naar verlangt zijn uw harten. Breng uw harten tot Mij en Ik zal ze eervol zuiveren met het Hart van Mijn Zoon. U zult binnen u een stromende bron hebben die nooit zal uitdrogen op uw weg naar het eeuwige leven. Bereid uzelf voor in nederigheid en met een heilige overgave voor Pasen. Bereid u voor met gebeden en met liefdadigheid. Ik heb u een onvergetelijke Kerstmis beloofd en heb Mij aan Mijn belofte gehouden. Nu beloof ik u een onvergetelijke Pasen, maar, als u dit wil, kunt u veel meer doen dan vorig jaar. Om dit te bereiken moet u dikwijls ernstig nadenken over de Weg van Kruis, de Rozenkrans bidden en meer regelmatig te biechten gaan: dit is de tijd van de verzoening. De Heilige Mis is het begrip van de wonderen die God door de mensen heeft bewerkstelligt: het betekent deelnemen aan de grote opoffering van de Passie en de dood van Jezus. De grote mysteries van God zijn overpeinst en gevierd tijdens de Heilige Mis. Tracht allen naar de Verrijzenis en de Hemel.

Lieve kinderen, probeer het Kruis dat aan u is gegeven niet te ontlopen, want zo neemt u eveneens deel aan het grote offer van de Heilige Eucharistie. Ontvang de Heilige Eucharistie: God kan nooit genoeg worden bedankt voor dit onmetelijk en prachtig geschenk. Tijdens deze weken moet u meer naar de Heilige Mis gaan en nodig Ik u uit om elke dag de gekruisigde Jezus te vereren.

Neem een Kruis en kus het herhaaldelijk met heel veel liefde en vroomheid. U zult een mooi gebaar maken: in werkelijkheid is het met het Kruis dat Jezus de wereld heeft verlost. Lees steeds de waarheden die worden onderwezen in het Heilig Evangelie: de Heer heeft het woord van het eeuwige leven. Laat het in uw gedachten zijn, laat het uw woorden zijn, maar laat het boven alles in uw harten geschreven staan. Zing voor eeuwig de liefde van de Heer.

Rosario: Heilige Maagd, wenst u iets anders?
Maria: Ja, de tijd is gekomen om aan uw biechtvader het geheim over [...] te onthullen, dat deelt uitmaakt van de tien geheimen. Zeg tegen iedereen dat het zevende geheim niet zal plaatsvinden, maar dat het zal worden vervangen door een andere gebeurtenis dat immens prachtig zal zijn voor het Volk van God, verspreid over de hele wereld. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. De Vader in uw gedachten, de Zoon in uw harten en de Heilige Geest in uw zielen ... nu moet Ik gaan.

Rosario: Heilige Maagd, zult u terugkomen?
Maria: Ja, ik zal terugkomen op de eerste dag van de volgende maand.

Vertaling: Chris De Bodt

7. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 52]

Hoofdstuk 2: Ontstaan van een gemeenschap

Een eindschrift als uitdaging

Tal van toekomstige kenmerken van Taizé (een bestendige gemeenschap van gebed, het belang gehecht aan zang, het’ reizend ministerie’ door fraterniteiten over de hele wereld gevestigd) zaten als kiemen in dat schrift. Integendeel was het belangrijke punt van de geweigerde eeuwige geloften afwezig. Daarover veranderde de stichter van Taizé later radicaal van mening.

Roger Schutz gaf een ereplaats aan de ‘reguliere gemeenschapsbekleder’: "Zij die zich aan de rand van de Kerk ophouden hebben beelden nodig. Ze willen weten onder welke concrete vorm de christenen streven naar evangelische volmaaktheid; ze hebben tekenen en zichtbare beloften nodig die voorproefjes zijn van het Rijk."

Vastberadenheid en durf gaven aan de laatste zin van zijn werk een uitdagende klank: "Het zal er op aan komen te weten ofwel dat de gevoelige reactie op al wat herinnert aan het katholicisme zal primeren ten allen prijs, ofwel dat de geuite kritiek zal steunen op trouw aan het Evangelie."

"Het zal er op aan komen te zien of de Kerk de voorkeur geeft om te verstarren in oude gewoonten en alle nieuwe inbreng uit onverschilligheid of vijandigheid zal verwerpen, of ze zal openstaan voor elke inspanning die wil groeien in haar midden en stralende haarden van vroomheid en christelijke vurigheid ontsteken."

De twee juryleden Meyhoffer en Daulte waren vroegere docenten van Roger Schutz gedurende vier jaar en kenden zijn initiatieven. Ze noteerden hem voordelig met 8/10 en de vermelding ‘goed’, want ze hadden begrepen dat de durf van de jonge theoloog niet tegen de hervormde Kerk was gericht en hij een innerlijke vernieuwing betrachtte die het evangelie trouw bleef.

De beroemde theoloog Karl Barth rechtvaardigde in die tijd zelf het bestaan van ‘bijzondere gemeenschappen in de Kerk’. In een conferentie, onder boekvorm uitgegeven, schetste hij ‘een zeker ministerie van geloof en liefde die een heel gemeenschapsleven opeist' en hij gaf toe dat ‘geen enkel dergelijk huis helemaal kan vermijden om op een katholiek klooster te trekken'. Hij vernoemde Taizé niet uitgesproken maar zinspeelde erop: "[...] in Engeland onlangs en ook in het Franse protestantisme [...]." Deze zinspeling kon de jonge bannelingen van Genève alleen maar aanmoedigen.

Vertaling: Broeder Joseph

8. Jezus' tijdgenoten [aflevering 25]

Woordenboek: Letter A

Ananel

Ananel, of misschien Hananel was de eerste Joodse hogepriester door Herodes de Grote benoemd om de Hasmonieër Hyrcanus II te vervangen [37/36 v.Chr.]. Deze werd onbekwaam voor de functie nadat zijn eigen neef Antigonus hem verminkt had. Hij lonkte naar zijn plaats en rukte hem een oor af [of de twee] en rukte hem ook de tanden uit. De oorsprong van Ananel wordt tegengesproken. In eerste instantie beschrijft Flavius Josephus hem als een duister priester afkomstig uit Joodse familie van Babylon, met opzet verkozen door Herodes omwille van zijn teruggetrokken personaliteit die zeker geen leider van de oppositie zou worden. Verder spreekt Josephus zichzelf tegen door dezelfde Ananel voor te stellen als lid van een familie van een hogepriester en goede vriend van de koning. Sommige denken dat deze Ananel overeenstemt met hogepriester Hananel in de Michnah vernoemd. Maar Hanamel kwam uit Egypte, niet uit Babylon. In de twee daaropvolgende jaren onder druk van zijn Romeinse overste Marcus Antonius moest Herodes Ananel ontslaan ten voordele van de kleinzoon van Hyrcanus II, Aristobulus III. Zijn moeder Alexandra had Cleopatra kunnen overhalen tussen te komen bij Marcus Antonius ten voordele van de jonge Hasmoneese prins. Daar Aristobulus III een politiek gevaar betekende zorgde de koning ervoor dat hij verdronk in 35 v.Chr. om zo Ananel in zijn ambt van hogepriester te kunnen herstellen [34-? v. Chr.]. Volgens Josephus was het afzetten van Ananel nietig verklaard daar de hogepriester voor het leven was benoemd. Nochtans, onder de Herodiaanse koningen en tetrarchen alsook onder de Romeinse gouverneurs van Judea zou veranderen van hogepriester een gangbare praktijk worden. Er dient opgemerkt dat onder het rechtstreekse beleid van de Romeinse administratie de hogepriester over meer macht beschikte dan onder het bewind van Herodes en zijn opvolgers. Zo oefende de hogepriester tegelijk de religieuze en seculiere macht van de natie uit, bij gebrek aan een gewone leek als Joodse vorst. Het is niet geheel duidelijk hoe lang deze tweede periode waarin Ananel hogepriester was precies heeft geduurd. In elk geval moet er vóór 23 v.Chr.een einde aan zijn gekomen, omdat in dat jaar aan het hogepriesterschap van Ananels opvolger Jezus ben Phiabi een einde kwam.

Vertaling: Broeder Joseph

9. Eucharistische Mirakelen [Aflevering 25]

Het wonder van Santarem, Portugal [begin dertiende eeuw]

De Hostie werd in een processie gebracht naar de Kerk van de Heilige Stephanus, waar de Hostie in was werd gesloten en geplaatst werd in het tabernakel. Enige tijd later toen het tabernakel werd geopend, ontdekte men een nieuw wonder. De was, waarin de Hostie was gesloten, was in stukken gebroken en de Hostie lag in een kristallen pyxis. Deze pyxis werd geplaatst in een zilveren en gouden peervormige Monstrans, de versierd was met 33 stralen licht. De pyxis wordt nog steeds in deze monstrans bewaard.

Na de erkenning van de kerkelijke autoriteiten, die geen reden zagen om het wonder te veroordelen of te verzwijgen werd de Kerk van de Heilige Stephanus omgedoopt tot "De Kerk van het Heilig Wonder." Het is in deze kerk dat de Hostie nog steeds word bewaard en uitgesteld voor de aanbidding en verering door de pelgrims. In het schip van de kerk, hoog aan beide kanten, zijn schilderijen die het Wonder afbeelden.

De Hostie is iets onregelmatig van vorm, met kleine adertjes die van boven lopen naar beneden waar een hoeveelheid bloed wordt bewaard in het kristal. Dr Arthur Hoagland, een arts uit New Jersey, die de Wonderlijke Hostie al vele malen heeft aanschouwd in de afgelopen jaren, bemerkte dat het bloed op de bodem van het kristal de ene keer de kleur had van vers bloed, en de andere keer de kleur van gedroogd bloed.

Het wonder, dat plaatst vond in het begin van de 13e eeuw, bestaat nu al voor 700 jaar.

10. Elizabeth Canori Mora [1774-1825]: Profetieën

Profetie 15

God zal gebruik maken van de krachten van de hel voor de uitroeiing van de goddelozen en de ketters die de Kerk wensen te vernietigen tot in het diepste van haar fundament.

Vertaling: Henk

11. 15 tips om aandachtig te zijn tijdens de Eucharistie

Ik heb nooit de diagnose gekregen dat ik leed aan ADD [Attention Deficient Disorder] en ik denk echt niet dat ik dat heb. Ik geloof dat mijn kenmerk om twee of drie dingen tegelijkertijd te doen een aangeleerd gedrag is. Ik denk dat in de huidige wereld waar verschillende taken vaak voorkomen we onszelf getraind hebben om daar op verschillende niveaus mee om te gaan en onze geest wordt verveeld en zwerft gemakkelijk rond.Daarom is het dat ik een gesprek met u kan hebben terwijl ik een tekt schrijf naar iemand anders terwijl ik terzelfdertijd denk aan wat ik morgen ga doen. Dus neem eens iemand met die mentaliteit naar de katholieke kerk met standbeelden en schilderijen en bevuilde glazen vensters omgeven met mensen en verwacht jij dan dat die zich zal concentreren op de mis? Het is zelfs slechter als de mis in een hedendaagse kerk vol van doodgewone muren en nieuwe kunst en het is zelfs nog moeilijker om zich te concentreren want gedurende een uur vraagt deze arme mens zich af, Wat in ’s hemelsnaam dachten zij?? Waar is het tabernakel?? Waar zijn de knielbankjes??

Met dat in het achterhoofd, heb ik beslist om 15 manieren te geven om de aandacht tijdens de eucharistieviering te verhogen.


Tip 15

Hier is nu waarschijnlijk het gekste voorstel. Blijf na de mis en bid voort!! Waarom zo gehaast?? Op de parking is het druk!! Je zult de parking de eerste 10 minuten toch niet kunnen verlaten.

Vertaling: Henk

16. A.C. Emmerich: Nog dertig profetieën

De zalige A.C. Emmerich was een Augustijner kloosterzuster. Ze werd in Duitsland geboren in 1774 en had een leven vol lijden. Zij droeg de stigmata van de Heer en overleed in het jaar 1824.

Profetie 6

12 juli 1820. Ik had een visioen over de Heilige Keizer Hendrik. Ik zag hem ’s nachts knielen aan de voet van het hoofdaltaar in een grote en mooie kerk ... en ik zag de Heilige Maagd Maria helemaal alleen nederdalen. Zij legde op het altaar een rode doek, bedekt met een wit linnen. Ze plaatste een boekinleg met edelstenen. Zij stak de kaarsen en de eeuwige lamp aan. Toen kwam de Redder zelf, gekleed in priesterlijk gewaad. Hij droeg de kerk en het doek. Twee engelen dienden hem en twee engelen volgden. Zijn kazuifel was een volle en zware mantel met doorzichtig rood en wit en glinsterend in juwelen. Er was geen altaarbel, maar wel ampullen voor water en wijn. De wijn was rood als bloed en er was ook een weinig water. De Mis was kort. Het Evangelie van de Apostel Johannes werd op het einde niet gelezen. Toen de Mis ten einde was, kwam Maria naar Hendrik [de keizer] toe, en Zij reikte Haar handen naar hem toe, waarmee ze de erkenning van zijn reinheid bedoelde. Dan voerde Zij hem met klem aan om niet te wankelen. Daarop zag ik een engel die de zenuw van zijn heup aanraakte [zoals bij Jacob]. Hij [Hendrik] leed hevig pijn. Vanaf die dag liep hij mank.

Vertaling: Chris De Bodt

16. Heiligen uit recentere tijden [aflevering 2]

Elisabeth Leseur, Frankrijk. Dienares van God
[1866-1914]

Felix schreef dat "ze van het huis een middelpunt van warmte en fatsoen maakte, waar ze vaak vrienden ontving." Hij voegde eraan toe dat, hoewel ze nooit zelf kinderen had gekregen, ze een zwak had voor kinderen en een moederlijke liefde toonde voor haar nicht en neefjes.

Hij beschreef Elisabeth ook als een ontwikkelde vrouw die Latijns, Engels en Russisch had geleerd, en ook het Italiaans begon te beheersen toen haar studies onderbroken werden door ziekte. Felix was begrijpelijk uitbundig met de beschrijvingen van zijn vrouw. Hij schreef dat ze heel aantrekkelijk was, met zeer vooraanstaande en vriendelijke manieren die haar steeds deden glimlachen en beminnelijk maakten. Haar geest "stond voor alles open met een opmerkelijke snelheid en diepgang," schreef hij. "Ze verheugde zich in alles wat van nature mooi was of in de aanleg van de mens." Ze wist hoe ze kunst moest begrijpen en appreciëren, in al haar vormen [schilderen, beeldhouwen, muziek en literatuur] en haar reizen [na haar huwelijk] naar Spanje, Italië, Noord Afrika, Griekenland, het Oosten, Rusland, en Duitsland, hadden haar een heel fijne en zuivere smaak gegeven."

Hij voegde eraan toe: "Haar conversatie was levendig, interessant, aantrekkelijk en vurig, maar toch altijd eenvoudig en bescheiden, zonder ooit haar superieure intellect te tonen. Ze was heel vrolijk en lette er op om dat altijd te zijn, ze vond vrolijkheid zelfs een deugd. Men hoorde haar lieftallig gelach, met haar frisse, oprechte klank, bij elke gelegenheid."

Bron: Joan Carroll Cruz

Vertaling: Mario Lossie

08-02-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.8 februari 2010
8 februari 2010

1. Medjugorje: Retraitekasteel Onze Lieve Vrouw van het Heilig Hart [1/10]

Inleiding

In 1991 ontvingen Patrick Latta, een succesvolle zakenman en autohandelaar in Canada, en zijn vrouw, een zelfstandige advocate, een grote genade van bekering door de boodschappen van Onze Lieve Vrouw van Medjugorje. Zij lieten al het materiële achter dat ze hadden opgebouwd en vertrokken in 1993, tijdens het hoogtepunt van de Joegoslavische Oorlog, naar Medjugorje.

Samen met Vader Slavko Barbaric, hun geestelijke begeleider en biechtvader tot aan zijn dood in november 2000, richten ze het retraitehuis "Onze Lieve Vrouw van het Heilig Hart" op, met een bijzonder verlangen om roepingen tot het priesterschap en het religieuze leven te ondersteunen, hernieuwen en aan te moedigen.


Patrick en Nancy Latta

Ondertussen, 17 jaar na hun verhuis en na 14 jaar bouwwerken, komen stromen bedevaarders van over heel de wereld naar het retraitekasteel van Onze Lieve Vrouw om Haar te eren als de Koningin van de Vrede. Met God is alles mogelijk. Geloofd zij Jezus en Maria.

Vertaling: Chris De Bodt

2. Jesus is coming soon


3. A.C. Emmerich: Het bitter lijden van Onze Heer Jezus Christus. [Aflevering 95]

Hoofdstuk 3. Annas en Caïphas

Het rechthuis van Caïphas

De meeste gedagvaarden omringden reeds de hogepriester Caïphas op de tribune. Nu en dan trad er nog een de gerechtszaal binnen. De aanklagers en de valse getuigen vulden bijna geheel het atrium. Vele andere lieden wilden er ook binnen, maar zij werden met geweld teruggedreven.

Kort voordat de stoet met Jezus aankwam, waren Petrus en Johannes, als boden bemanteld, door de eerste poort van Caïphas’ paleis gestapt. Dankzij de hulp van een van zijn welbekende dienaars, slaagde Johannes er nog in, door de tweede poort en zo in de ommuurde voorhof te komen. Wegens de grote volkstoeloop sloot men de poort achter zijn rug en Petrus, die in het gedrang een beetje opgehouden werd, kwam te laat. De poortwachtster wou niet meer opendoen, ook als sprak Johannes van uit de hof voor zijn vriend ten beste. Petrus zou geen toegang hebben gekregen, indien Jozef van Arimathea en Nicodemus niet verschenen waren, die hem naar binnen loodsten. Eenmaal in het rechthuis, gaven de apostelen de mantels terug aan de dienaars en gingen stilletjes post vatten onder de menigte, aan de rechterkant van het atrium, vanwaar zij de tribune goed konden zien.

Caïphas had ginder zijn zetel reeds ingenomen en ook aanwezig, waren een zeventigtal leden van de Hoge Raad. Aan beide zijden van de tribune stonden of zaten verschillende stadsafgevaardigden, ouderlingen en schriftgeleerden, naast vele getuigen en schurken. Krijgsknechten waren opgesteld aan de voet het halfcirkelvormig getimmerte tussen de zuilen en, omlaag in het atrium, tot tegen de ingang voor de stoet die men nu elk ogenblik kon verwachten. Die ingang bevond zich niet rechtover de tribune maar, van hieruit gezien, aan de linkerkant van het atrium.

Caïphas was een gezet man, hoogrood en grimmig van aangezicht. Hij droeg een lange, donkerrode, met gouden bloemen, en kwasten versierde bezette mantel. Op de borst en schouders, vooral aan de voorzijde was deze protserig versierd, met allerlei soorten blinkende platen. Zijn muts leek wel op een lage bisschopsmijter. Uit de openingen links en rechts, tussen de naar elkaar gebogen punten, puilde er een beetje van het stof uit, en slippen hingen aan weerskanten van de hoofdbedekking neer, die tot op de schouder reikten. Geruime tijd al duurde het samenzijn van Caïphas met de leden en aanhangers van de Raad. Velen hadden hem niet meet verlaten sinds Judas en de bende erop uittrokken. De hogepriester werd zo ongeduldig, vol van gramschap, dat hij in vol ornaat de treden van de tribune afrende, het voorhof inliep, schold en vroeg, of de beklaagde nu spoedig komen zou of niet. Inmiddels naderde de stoet en Caïphas keerde terug naar zijn zetel.

4. Biografie Heilige Jean-Marie Vianney [Aflevering 95]

Hoofdstuk 21. Zalig- en heiligverklaring

Het proces tot zaligverklaring werd in gang gezet tijdens het pontificaat van Paus Pius IX. Over het algemeen wachten de bevoegde geestelijke overheden hiermee zo’n tiental jaren tot na de dood van de betrokken persoon. Er vonden zo’n tweehonderd audiënties plaats tijdens dewelke men 66 getuigen heeft ondervraagd. Het dossier dat bestond uit 1.674 bladzijden, werd afgesloten op 6 maart 1865 en naar Rome gebracht door Mgr. De Langalorie zelf, die het aan de Congregatie voor de Geloofsleer toevertrouwde. Hierop begon het "apostolische proces." Ook daar wordt gewoonlijk een wachttijd van tien jaar gerespecteerd, maar door een decreet van 6 februari 1866, werd deze regeling door de grote Paus Pius IX overgeslagen.

Ongelukkiglijk vertraagden de Europese gebeurtenissen de afloop van de procedure: het Eerste Vaticaanse Concilie, de Frans-Duitse Oorlog die door de Fransen werd verloren, de val van het Tweede Keizerrijk met als direct gevolg de invasie van Rome door de troepen van Koning Victor-Emmanuel II en de annexatie van de pauselijke staten door het Koninkrijk Italië.

Desondanks werd de pastoor op 3 oktober 1872 "eerbiedwaardig" verklaard door Paus Pius IX. De apostolische procedure zou twaalf jaar duren, van 3 augustus 1874 tot 12 oktober 1886. Tijdens deze procedure getuigden 147 personen tijdens 311 zittingen. Het dossier telde 2.886 bladzijden.

Vertaling: Chris De Bodt

5. Nicky Eltz en Maria Simma: Get us out of here!! [Aflevering 95]

Hoofdstuk 11. Bisschoppen en de Paus

Nicky: Wat hebben de Arme Zielen u verteld over de huidige Paus [JP II]?
Maria: Ze hebben mij verteld dat de mensen heel veel moet bidden voor hem, omdat hij voortdurend in gevaar is. Maar hier moet ik ook aan toevoegen dat vele Arme Zielen hem beschermen.

Ook heeft hij reeds maatregelen getroffen om de opvolging van het pausschap te beschermen.

Nicky: Maria, heeft de huidige Paus kennis van u, uw ervaringen en uw apostolaat?
Maria: Ja.

Nicky: Wetende welk belang u hecht aan de nederigheid en de gehoorzaamheid en, in het bijzonder aan uw geestelijke begeleiders en Bisschoppen, mag ik veronderstellen dat, terwijl u doorgaat met uw apostolaat voor de Zielen in het Vagevuur, dat u altijd gehoorzaamt aan de huidige Heilige Vader, Paus Johannes Paulus II?
Maria: Ja, zo niet zou ik heel hypocriet zijn. Uiteraard gehoorzaam ik hem!

Ik zie een grote mogelijkheid voor zijn heiligschap, want Onze Lieve Vrouw voedde hem op en pikte hem er uit. En deze enorme genaden dat Zij hem gaf, beantwoordde hij zo openlijk door zijn motto te kiezen om "TOTUS TUUS" te zijn. Ik heb een diepe liefde en eerbied voor hem en ik bid dikwijls voor hem. Zelfs als ik anders zou staan tegenover hem en tegengestelde dingen over hem zou weten, zou ik steeds gehoorzaam zijn, want het is dat wat God van ons verlangt: hij is de enige en ware opvolger van de Heilige Petrus, de Rots waarop Jezus zijn Kerk heeft gebouwd.

Nicky: Zo heeft u, en hebben uw ervaringen en apostolaat de zegen van onze huidige Heilige Vader, paus Johannes Paulus II?
Maria: Ja, ik heb de zegen om mijn opdracht verder te zetten.

Bron: Nicky Eltz

Vertaling: Chris De Bodt

6. Film: Saint Peter [20/21]

Simon bar Jona ('Simon, zoon van Jona'), zoals Petrus oorspronkelijk genoemd werd, was een joodse visser aan het Meer van Genezareth. Hij leefde samen met zijn broer Andreas van de visvangst. Simon had samen met Andreas een gewoon leven. Toen Jezus van Nazareth op zoek ging naar leerlingen, vond Hij al gauw Andreas. Jezus sprak tot beiden, op het meer: "Kom achter Mij aan, en Ik zal jullie tot vissers van mensen maken." Petrus antwoordde: "Ga weg van mij, Heer, ik ben een zondig mens!" Jezus wist Simon al gauw te overtuigen, en deze vertrouwde Jezus en liet zijn vissersboot achter. Jezus besloot Simon vanaf dan Kefas te noemen, wat Rots betekent [in het Grieks Petros]. Alhoewel Simon zich nietig voelde bij zijn roeping, zou hij later de Eerste der Apostelen worden genoemd en de eerste plaatsbekleder van Christus worden.

Dit drama uit 2005 staat onder regie van Giulio Base. Acteurs zijn onder meer Omar Shariff, Claudio Knoll, Daniele Pecci, Johannes Brandrup en Milena Miconi.


7. Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 23: Naschok [Aflevering 146]

Tussen één vierde en één derde van Europa was omgekomen. Op andere continenten stierven tenminste twintig miljoen mensen. Het kwam recht uit de Bijbelse profetieën. Enkel in aantal was het al een grotere ramp dan eender welke ramp in de geschreven geschiedenis. Het eigenlijke dodental lag bijna zeker hoger dan in de dagen van Noë, en hoewel we de twee gebeurtenissen niet willen gelijkstellen vervulde de middeleeuwse catastrofe Openbaring 6:18 [hongersnood en plagen], net zoals Pompeï en Jeruzalem de voorspellingen in Matteüs 24 hadden vervuld. Wat de aantallen ook waren, het had alle kenmerken van een oordeel: niet het Laatste Oordeel, niet de grootse en vurige ontknoping die velen verwacht hadden, niet de langverwachte finale, maar desalniettemin toch een ontknoping. Het was een kleiner oordeel of een "mini-oordeel."

Een tijdperk kwam ten einde, net zoals een tijdperk ten einde was gekomen met de rampspoed die volgde op Nero. En net zoals toen was gebeurd, bleven de rampen aanhouden. De Zwarte Dood was geen alleenstaande gebeurtenis. Z’n uitbarstingen sloegen uit tot in de volgende eeuw en werden vergezeld door andere kastijdingen. De hele menselijke structuur werd aan stukken gesneden. Plagen waren de meest opvallende aspecten, maar slechts één van vele kwaadaardigheden. Er gebeurden andere afstraffingen op spirituele niveaus. Het was de tempus muliebre. De opstoot van het kwaad was zowel sociologisch als medisch. In de nasleep van de dood door de builenpest werden mensen koud en egoïstisch. Ze graaiden en werden hebzuchtig. Ze waren vijandig en hardvochtig. Er was een indrukwekkende stijging in processen, conflicten en vechtpartijen. Liefdadigheid was bekoeld en zoals een kroniekschrijver zei: "groter kwaad dan ooit woekerde voort in de wereld." De fysische plaag was slechts een uiterlijk teken van een spirituele kwaal. Het maakte allemaal deel uit van hetzelfde oordeel, de vrucht van de secularisatie. Er heerste oppervlakkigheid, extravagantie, en een wilde golf van uitspattingen. De pest had een fatalistische houding teweeg gebracht: eet, drink en wees vrolijk, want morgen zal je sterven. Dat leidde tot gulzigheid, dronkenschap en ziekelijke seksualiteit.

Het leidde ook tot occultisme. Naarmate de kastijding verder ging schoten tovenaars en gedachtenlezers, drugsverkopers en medicijnmannen, als paddenstoelen uit de grond. Mannen en vrouwen sloten pacten met de duivel. In 1366 waren er zo veel tovenaars dat het Concilie van Chartres beval dat ze elke zondag vanuit de preekstoel moesten veroordeeld worden. In Oost Europa stroomden groepen Indiaanse zigeuners toe, wiens occultisme zo oud was als Babylon.

Bron: Michael Brown

Vertaling: Mario Lossie

8. Onze Lieve Vrouw van Belpasso (Deel 2, Aflevering 55)

Dagboek van Rosario Toscano

Verschijning 29

1 februari 1989 [aan de rots van Belpasso]

In tegenstelling tot wat algemeen was verwacht waren er opnieuw vele bedevaarders [Zo’n 50.000] teruggekeerd naar de rots van Belpasso om de verschijning van de Heilige Maagd bij te wonen. Iedereen wachtte enthousiast en was erg opgewonden. Iedereen hoopte dat de boodschap van de Heilige Maagd opnieuw de vrede tot de harten van diegenen zou brengen van zij die vurig hadden gebeden om de slechte voortekenen van de vorige maand af te wenden. De menigte werd niet teleurgesteld. De woorden van de Koningin van de Vrede verwezen naar wat er was gebeurd op de eerste januari.

"Hoe kan Ik gelukkig zijn als de hele wereld het slachtoffer is van haar eigen oppervlakkige materialisme, zelfs op de vooravond van het Nieuwe Jaar?" Zij moedigde iedereen aan om in oprecht geloof te leven: "Ieder van u moet eerst het eigen geloof versterken, zodat u daarna uw naaste kan bekeren."

Boodschap van Onze Lieve Vrouw

Mijn kinderen, u zult Mij enkel kunnen troosten wanneer u mijn verdriet hebt begrepen. Mijn komst van de laatste maand was werkelijk voor iedereen ontmoedigend ... en het was een dag van vrede. Maar hoe kan Ik gelukkig zijn als de hele wereld het slachtoffer is van haar eigen oppervlakkige materialisme, zelfs op de vooravond van het Nieuwe Jaar? Op deze wijze tekent de mensheid namelijk zelf de straffen voor zich uit. Velen hebben zichzelf bewust verkocht aan het aardse geluk. Enkel één ding maakt Mijn hart gelukkig: namelijk het zien van velen van u die zich betrokken voelen om Mij te troosten. Dit betekent dat niet enkel uw hart openstaat, maar dat u eveneens weet hoe u goedschiks en gewillig kunt zijn in overstemming met Gods ingevingen die Hij naar uw hart zendt. God zal u opnieuw gezond maken, omdat Hij de God van het leven is. Vandaag nodig ik u allen in het bijzonder uit om uw geloof in God te versterken. Vandaag wordt u geroepen tot een bijzondere taak, die Hij, in Zijn genade, u wenst toe te vertrouwen: om aan de wereld Zijn nakende komst te verkondigen. Wees dankbaar, wordt niet hovaardig, omdat God niet de besten, maar de nederigen kiest om naar Zijn Geest te luisteren. Ik deel u dit mede om u op voorhand te waarschuwen voor deze hoogmoed, omdat deze al te dikwijls binnendringt in de gedachten van uw harten.

Rosario: Heilige Maagd, hoe kunnen wij de noodzakelijkheid bekomen om deze taak te vervullen?
Maria: Deze taak is gemakkelijk. Velen hebben vergeten dat werkelijk Christen zijn betekent dat u dit Goede Nieuws moet verkondigen. Jezus heeft niet enkel de Sacramenten ingesteld om Zijn broers te heiligen, maar eveneens om de zielen te verrijken. Velen zeggen maar al te vaak dat zij Christen zijn en zijn er zich niet van bewust dat zijzelf de oorzaak zijn van het verlies van hun geloof. Ieder van u dient eerst zijn eigen geloof te versterken en dan zijn naasten te bekeren. Velen weten niet dat geloof van een ware Christen niet een "misschien" is. Iedereen moet diep in zichzelf kijken en dan zeggen: "O Heer, Uw redding vervult mij met vreugde. Maak van mij een voorwerp van bekering."

Hij die weet dat hij zich op het rechte pad bevindt, weet eveneens dat, wanneer hij ziet wat het Heilig Evangelie verkondigt, hij niet bevreesd mag zijn. En als dit zou gebeuren, zal zijn vrees niet zo groot zijn om af te dwalen van de ondernomen weg . Dit is uw sterkte, dit is uw geloof. De wegen van God zijn waarheid en genade. Laat het Woord van God, het Heilige Evangelie, in uw gedachten zijn, laat het uw woord zijn, maar laat het bovenal in uw harten geschreven zijn. Ga en evangeliseer: wees niet bevreesd omdat Mijn hart steeds bij u zal zijn. U zult voor de Heer wandelen in het land van de levenden.

Rosario: Heilige Maagd, wenst u iets anders van ons?
Maria: Neen, niets anders. Ga door met het ontvangen van de Heilige Sacramenten, wordt niet vermoeid van het bidden en het opzeggen van de Rozenkrans, lees de Heilige Schrift en denk erover na. Ik zegen u in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. De Vader in uw gedachten, de Zoon in uw harten en de Heilige Geest in uw zielen ... nu moet ik gaan.

Rosario: Heilige Maagd, zult u blijven komen?
Maria: Ja, ik zal komen op de eerste dag van de volgende maand.

Vertaling: Chris De Bodt

9. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 52]

Hoofdstuk 2: Ontstaan van een gemeenschap

Een eindschrift als uitdaging

Verder bleef Roger Schutz kritisch ingesteld tegenover praktijken en beweringen van het aloude monachisme. Ten eerste de eeuwige kloostergeloften: 'De Kerk matigt zich ten onrechte Gods rechten aan, beweert dat een roeping en de verplichting eraan verbonden voor het leven zijn, daar waar de duur van een roeping slechts door Hem die roept wordt bepaald.' Daarnaast haalde hij de ‘theologische tekortkomingen’ van sommige passages in de Regel van de heilige Benediktus waarin "het vertrouwen in de menselijke krachten overdreven is en aard van het heil slecht bepaald." Hij onderscheidde het ‘ascetisme’, gekenmerkt door ‘het begrip verdienste door de daden’ en ‘een tweeledige tegenstelling tussen stof en geest’, van de echte ascese, die ‘een innerlijk en uiterlijke gedraging van de christene is die zich opdringt in het geloof’. ‘De reguliere evangelische gemeenschap stelde hij tegenover de reguliere kloostergemeenschap’. De eerste zou de beste principes van de aloude monnikengemeenschappen moeten bewaren maar ze ook uitzuiveren ‘van dogmatische dwalingen, van de verdienste door de daden, van de kloostergeloften en de afzondering’. Concreet is de ‘eerste doelstelling’ van een reguliere evangelische gemeenschap ‘gemeenschappelijke woningen’ te onderhouden waarin de gelovigen een retraite kunnen doen, ‘een innerlijke discipline nastreven, een nieuwe kracht opdoen en een verloren vurigheid in gebed herstellen." Deze ‘gemeenschappelijke woningen’ zouden bezield worden door ‘reguliere gemeenschapsbekleders’ gelast met het aanhouden van een spirituele band met de vroegere retraitanten die een ‘derde-orde met de gemeenschap als middelpunt’ vormen. Eventueel geroepen om ‘een reizend ministerie met de gemeenschap als pleisterplaats’ te vervullen, zouden ze een dagelijkse zending waarnemen van ‘bidden, zich bezinnen op vaste uren’, onder andere door gezang (dat het ‘kenmerk is van de vreugde om het heil’), door ‘innerlijke stilte’ en getrouw aan ‘regels van geestelijke begeleiding’.

Vertaling: Broeder Joseph

10. Jezus' tijdgenoten [aflevering 24]

Woordenboek: Letter A

Alexander

Tiberius Alexander (Tiberius Julius Alexander) regeerde over Judea als Romeins procurator van 46 tot 48 na J.C. Hij behoorde tot de rijke Joodse adel van Alexandrië. Zijn vader, Alexander broer van de filosoof Philo van Alexandrië, leidde de douanen (alabarque). Tiberius Alexander zwoer het Jodendom af. Schijnbaar voerde hij graag godsdienstige gesprekken met zijn jongere neef, maar zonder erin te slagen trouw aan godsdienst zijn te blijven. Door Rome beïnvloed trad Alexander in het keizerlijk openbaar ambt en werd de enige Romeinse gouverneur van Judea van Joodse afkomst. Zijn beleid werd gekenmerkt door politieke onstandvastigheid ingevolge opruiende activiteiten van Simon en Jacob, zonen van Judas de Galileër, de stichter van een opstandige partij ter gelegenheid van de volkstelling door Quirinus in 6 na J.C. Eens gevangen genomen gaf Alexander het bevel ze te kruisigen. Alexander was procurator tijdens de grote hongersnood gemeld in verband met het bewind van Claudius. De Akten der Apostelen melden die ook (11, 28-30). De Kerken gesticht door Paulus en Barnabas stuurden levensmiddelen naar de christelijke gemeenschappen in Judea. Koningin Helena van Adiabene, een Joodse bekeerde die vanuit het noordelijke Mesopotamië naar Rome was gekomen, kocht voedsel in Egypte om de arme Joden in Judea bij te staan. De procuratie van Judea was maar een onderdeel van de briljante loopbaan van Tiberius Alexander. Nero benoemde hem prefect van Egypte en koning Agrippa II rende naar Alexandrië om hem te feliciteren. Toen Vespasianus tot keizer werd uitgeroepen door het leger verzekerde Tiberius Alexander hem van de onvoorwaardelijke steun van volk en legioenen in Egypte. Later was hij assistent, raadgever en rechterarm van Titus die er zijn hoofdkwartier vestigde tijdens het beleg van Jeruzalem in 70 na J.C. Alexander bouwde een briljante loopbaan op. Na hem bezetten zijn nakomelingen belangrijke functies, incluis het consulaat, in Romeinse administratie en leger.

Vertaling: Broeder Joseph

11. Eucharistische Mirakelen [Aflevering 24]

Het wonder van Santerem, Portugal [begin dertiende eeuw]

In het dorpje Santarem, ongeveer 56 kilometer ten zuiden van Fatima, leefde er een vrouw die een ongelukkig leven leidde dankzij de handelingen van haar ontrouwe echtgenoot. In haar extreme verdriet zocht ze hulp bij een tovenares, die haar beloofde haar te ontdoen van al haar lasten in ruil voor een geconsacreerde hostie. Na lang te hebben getwijfeld gaf de vrouw uiteindelijk toe en bezocht de Kerk van de Heilige Stephanus. Na het ontvangen van de Heilige Communie, verwijderde ze de Hostie van haar tong en verborg de Hostie in haar sluier, met de bedoeling de Hostie aan de tovenares te geven.

Maar binnen enkele ogenblikken begon er bloed te vloeien van de Hostie. De hoeveelheid bloed nam snel toe zodat het bloed ook droop van haar sluier, en hiermee de aandacht trok van omstanders. Omdat ze bloed zagen op de hand en arm van de vrouw dachten velen dat ze gewond was en kwamen haar te hulp. De vrouw ontweek hen en rende naar huis, terwijl ze een spoort van bloed achter zich liet.

In de hoop de bloederige sluier en haar inhoud te verbergen stopte ze de sluier in een kist; maar tijdens de nacht moest ze het wel aan haar man laten zien, want er scheen een mysterieus licht vanuit de kist, die door het hout heen scheen en zo het hele huis verlichtte. Beide knielden in aanbidding neer totdat de zon opkwam, toen hebben ze de parochiepriester geroepen.

Het nieuws van deze mysterieuze gebeurtenis verspreidde zich snel en trok de aandacht van vele mensen, die het wonder voor zichzelf wilde overwegen. Vanwege de rage die er om ontstond werd direct een bisschoppelijk onderzoek ingesteld.

12. Elizabeth Canori Mora [1774-1825]: Profetieën

Profetie 14

Alle mensen zullen opstaan, de een tegen de ander, en zij zullen elkaar zonder medelijden doden. Tijdens dit bloedig conflict zal de wrekende arm van God de goddelozen treffen, en in Zijn almachtige kracht zal Hij hun trots bestraffen.

Vertaling: Henk

13. 15 tips om aandachtig te zijn tijdens de Eucharistie

Ik heb nooit de diagnose gekregen dat ik leed aan ADD [Attention Deficient Disorder] en ik denk echt niet dat ik dat heb. Ik geloof dat mijn kenmerk om twee of drie dingen tegelijkertijd te doen een aangeleerd gedrag is. Ik denk dat in de huidige wereld waar verschillende taken vaak voorkomen we onszelf getraind hebben om daar op verschillende niveaus mee om te gaan en onze geest wordt verveeld en zwerft gemakkelijk rond.Daarom is het dat ik een gesprek met u kan hebben terwijl ik een tekt schrijf naar iemand anders terwijl ik terzelfdertijd denk aan wat ik morgen ga doen. Dus neem eens iemand met die mentaliteit naar de katholieke kerk met standbeelden en schilderijen en bevuilde glazen vensters omgeven met mensen en verwacht jij dan dat die zich zal concentreren op de mis? Het is zelfs slechter als de mis in een hedendaagse kerk vol van doodgewone muren en nieuwe kunst en het is zelfs nog moeilijker om zich te concentreren want gedurende een uur vraagt deze arme mens zich af, Wat in ’s hemelsnaam dachten zij?? Waar is het tabernakel?? Waar zijn de knielbankjes??

Met dat in het achterhoofd, heb ik beslist om 15 manieren te geven om de aandacht tijdens de eucharistieviering te verhogen.


Tip 14

Blijf! De mis is niet voorbij na de communie! Er bestaat nog een slotgebed!! Wees niet zoals Judas die het laatste avondmaal verliet alvorens het gedaan was!! Zing dat laatste lied

Vertaling: Henk

14. A.C. Emmerich: Nog dertig profetieën

De zalige A.C. Emmerich was een Augustijner kloosterzuster. Ze werd in Duitsland geboren in 1774 en had een leven vol lijden. Zij droeg de stigmata van de Heer en overleed in het jaar 1824.

Profetie 5

Ik zag allerlei soorten mensen, dingen, leerstellingen en meningen. Er was iets trots, arrogant en gewelddadig aan, en ze leken heel succesrijk. Ik geen enkele engel, noch enige heilige die eraan meehielp. Maar ver weg, op de achtergrond, zag ik de zetel van een gemeen volk, gewapend met speren en ik hoorde een lachende figuur zeggen: "Ook al bouwt u het zo stevig mogelijk, toch zullen we het met de grond gelijk maken."

Vertaling: Chris De Bodt

15. 365 dagen met mijn engelbewaarder

8 februari

Jezus heeft aan Petrus en de apostelen de macht gegeven "te binden en te ontbinden...". Alléén aan Petrus gaf hij "de sleutels van het Rijk der Hemelen." Om te binden en te ontbinden dienen de apostelen de eenheid te behouden met Petrus; de bisschoppen, de opvolgers van de apostelen, met de paus, opvolger van Petrus. In geval van twijfel, richt uw blik naar de paus; hij alléén heeft de sleutelmacht in handen.

9 februari

Houd geen rekening met voorspellingen omtrent het einde van de wereld. Luister naar wat Jezus zegt: "Van die dag en dat uur weet niemand iets af, ook niet de engelen in de hemel, zelfs niet de Zoon, maar de Vader alleen [Mt 24,36]. De Heer vraagt trouwens aan zijn leerlingen op elk moment bereid te zijn. Verlies uw tijd niet door naar deze zinloze voorspellingen uit te zien.

10 februari

Wanneer ge Jezus volgt, zijt ge noodzakelijk "mensenvisser" [Mc 1,17]. Verlies die hoge zending niet uit het oog. Help Jezus nieuwe zielen winnen, door het gebed, het getuigenis van uw christelijk leven in een heidense wereld en bij gelegenheid, door het woord. De om niets ontvangen gave van het geloof legt u de taak op onsterfelijke zielen te winnen. Door dat te doen, bevredigt ge Jezus helemaal. Herinner u zijn klacht op het Kruis: "Ik heb dorst" [Joh 19,28]. Dorst naar water en dorst naar zielen. Ge kunt zijn dorst helpen lessen. Wat benijd ik het u de Heer zo te kunnen helpen.

11 februari

Jezus waakt over ons. Wees niet bang: vrees, buiten de vreze Gods, kent de ware leerling niet. Twijfel nooit aan zijn liefde en zijn macht. Volhard. Soms komt de overwinning naar uw zin te traag. Volharding leidt altijd naar overwinning. Zoek onophoudelijk de Heer. Offer Hem voortdurend uw liefde. Moge zijn vrede in u wonen. Laat u naar Hem leiden door zijn moeder.

12 februari

Ge zoekt de volmaaktheid en ontdekt uw zwakheden. De Heer ziet vooral uw geloof en trouw. Wees niet bedroefd om uw zwakheden; offer ze aan de Heer. Zeg met de apostel: "als ik zwak ben, dan ben ik sterk" [2 Kor 12,10]. Uw sterkte verblijft niet in uzelf. Het is Jezus Christus die ze u verleent, zelfs als ge zwak zijt. Voor de Heer volstaat uw geloof. Verlies nooit uit het oog dat de waarden van het Rijk Gods niet die van de wereld zijn. Verdiep onophoudelijk uw geloof; het openbaart u de waarden van het Rijk.

13 februari

Moge stilte en vrede uw leven beheersen. Uw blijvend gebed zal er door vergemakkelijken. Zijn stilte en vreugde geen vorm van gebed? Deze opperste uitdrukkingen van het leven monden natuurlijkerwijze uit in aanbidding, in spontane verheffingen, aan het hart ontsprongen. Bezaai uw dagen met die gouden strohalmpjes van stilte en vreugde.

14 februari

Uw hart weze voor Jezus een gastvrij Bethanië. Hij heeft het zo nodig terwijl men Hem overal in de wereld kastijdt met beledigingen en laster. We kunnen Hem dan samen in het tabernakel van uw Bethanië aanbidden.

Bron: René Lejeune

Henk

16. Heiligen uit recentere tijden (aflevering 1]

Elisabeth Leseur, Frankrijk. Dienares van God [1866-1914]

Men kan niet zeggen dat Elisabeth Leseur haar passie voor religie van thuis uit mee kreeg. Haar vader, een vooraanstaande advocaat aan de Parijse balie, hield zich niet veel bezig met religieuze zaken. Haar moeder, een rolmodel voor moederliefde en zorgzaamheid, vervulde haar religieuze plichten zonder bijzondere devotie. De broer van Elisabeth stond eveneens koel tegenover religieuze zaken, maar haar zusters baden veel en waren godsvruchtig. Elisabeths liefde voor het geloof werd gevoed op school, waar ze haar religieuze opvoeding kreeg en haar Eerste Heilige Communie deed in de parochiekerk.


Elisabeth Leseur

Alles wat we over Elisabeth weten vinden we terug in haar biografie, die geschreven werd door haar echtgenoot, die een overtuigd atheïst was. Felix Leseur hield zich bezig met buitenlandse en koloniale politiek, en leverde bijdragen aan belangrijke linkse, antigeestelijke kranten. Tijdens de hele duur van hun huwelijk, probeerde hij constant haar religieuze overtuigingen te vernietigen, iets waar ze enorm onder leed.

In de biografie van zijn vrouw, die hij schreef na haar dood, vinden we niets terug over Elisabeths kinder- en jeugdjaren. De biografie richt zich enkel op de gebeurtenissen na hun ontmoeting in mei 1887, ten huize van gemeenschappelijke vrienden. Twee jaar later waren ze verloofd, en begonnen een nieuwe thuis in te richten. Twee maanden later waren ze gehuwd.

Bron: Joan Carroll Cruz

Vertaling: Mario Lossie

05-02-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.5 februari 2010
5 februari 2010

1. Medjugorje: Vragen en antwoorden

Vraag: Hoe belangrijk zijn de verschijningen te Medjugorje?

Antwoord: Noch enige andere verschijning of innerlijke boodschap uit het verleden is gelijkwaardig of verdient dezelfde aandacht als deze te Medjugorje. Medjugorje is de meest belangrijke gebeurtenis uit 2.000 jaar geschiedenis, sinds de geboorte, het leven, de dood en de opstanding van Jezus en de dood der apostelen. Dit om drie redenen:

Sedert meer dan 28 jaar verschijnt Onze Lieve Vrouw er elke dag. In totaal zijn er nu reeds meer dan 13.000 verschijningen geweest. De verschijningen kunnen geschieden terwijl de zieners tezamen zijn [vooral tijdens de beginjaren], zich ergens apart bevinden en ook is Onze Lieve Vrouw diverse malen meerdere keren per dag verschenen.

Op 4 april 1985 heeft Onze Lieve Vrouw gezegd: "Ik wens de boodschappen verder te blijven geven, zoals nooit eerder in de geschiedenis is gebeurd, sedert het begin van de wereld."

Op 2 mei 1982 zei Onze Lieve Vrouw: "Ik ben gekomen om de wereld een laatste maal op te roepen tot bekering. Daarna zal ik niet meer op deze aarde verschijnen [op deze wijze]."

2. Mirakel zowel gelinkt aan Johannes Paulus II als aan Pius XII

Het vaticaan onderzoekt momenteel een mirakel dat vermoedelijk kan worden toegeschreven aan Paus Pius XII zaliger. Naar verluidt heeft heft mirakel te maken met een zwangere vrouw die een tumor had. Dit gebeurde in 2005 in de streek rond Napels, Italië.

Haar man zegt dat hij begon te bidden tot Paus Johannes Paulus II en dat hij daarop 's nachts een droom had, waarin Johannes Paulus II hem vroeg om zich te richten tot een andere Paus. Hierbij toonde hij de foto van Paus Pius XII. De echtgenoot deed daarop wat van hem werd gevraagd en zijn vrouw genas. Dokters hebben geen enkele wetenschappelijke verklaring voor deze genezing. Daarom heeft het Vaticaan aan de plaatselijke aartsbisschop gevraagd om de zaak nader te onderzoeken.


3. A.C. Emmerich: Het bitter lijden van Onze Heer Jezus Christus. [Aflevering 94]

Hoofdstuk 3. Annas en Caïphas

Het rechthuis van Caïphas

Wie in Caïphas’ rechthuis wil komen, gaat eerst door de poort en over een groot plein, waarna hij door een tweede poort de ommuurde hof bereikt, met in het centrum het huis. Het voorste gedeelte van dit meer dan dubbel zo lange, als brede huis, bestaat uit een geplaveide, naar boven toe open voorhof of atrium genaamd, met aan drie kanten overdekte zuilengangen. Van de drie ingangen die het atrium heeft, bevindt de voornaamste zich langszij het huis, en wanneer men langs hier naar binnen treedt, ziet men links, onder de blote hemel, een gemetselde kuil, waarin vuur wordt gemaakt, en rechts, een paar treden hoger, achter enkele zuilen die hoger zijn dan de zuilen van de galerijen, aan drie kanten van het voorhof: een overdekte ruimte, ongeveer zo groot als de helft van het atrium en waarin de zetels van de raadslieden op een halfronde tribune staan, die verschillende treden telt.

De zetel van de hogepriester staat in het midden. Beneden, rechtover die zetel, is de plaats van de beklaagde met zijn bewakers. Aan beide zijden, alsmede achter hen, tot ginds omlaag in het atrium, komen de aanklagers en getuigen zich opstellen. In de muur, achter de tribune, bemerkt men drie deuren. Zij leiden naar een ronde zaal die groter is dan de rechtszaal en voorzien van zitplaatsen langs de wand. Rechts en links van deze voor besloten vergaderingen voorbehouden zaal, is er een deur die uitkomt op een trap om af te dalen in de ommuurde hof, die hier een ronde vorm heeft, in overeenstemming met het gebouw. Daalt men de trap af rechts, en wendt men zich dan naar links, naar het gebouw toe, dan komt men aan de deur van een donkere, overwelfde kerker. Onder de ronde zaal, die evenals de rechtszaal, hoger ligt dan het atrium, zijn er ook nog andere kerkers. In één daarvan zag ik, na het Pinksterfeest, de apostelen Johannes en Paulus een nacht lang gevangen zitten. Het was toen Petrus de lamme genezen had bij de tempelpoort, de "Schone" geheten.

In het rechthuis en in de omtrek brandden vele lampen en toortsen en het leek wel klaarlichte dag te zijn. Buitendien sloeg in het atrium de gloed uit de vuurkuil ten hemel. Deze "vuurkuil" is als een open oven die men in de grond heeft laten neerzinken. De brandstof, aardkolen naar ik meen, wordt van boven aangebracht. Iets méér dan manshoog rijzen aan de zijkanten horenachtige buizen op, die de rook wegtrekken, terwijl het vuur in het midden altijd zichtbaar blijft. Soldaten en dienaars, allerlei gepeupel en gemene, omgekochte getuigen, verdrongen elkaar bij het vuur. Er waren ook vrouwen in het gezelschap. Meiden gingen rond met een rode drank en bakten, tegen betaling, koeken voor de soldaten. Het ging er daar nogal druk aan toe, alsof men Vastenavond vierde.

4. Biografie Heilige Jean-Marie Vianney [Aflevering 94]

Hoofdstuk 20. Dood van een Heilige

"Waar wenst u te worden begraven?" vroeg de notaris.

"Te Ars!" mompelde de zieltogende pastoor.

Toen stelde de notaris een "notarieel testament" op [zo noemt men een testament met getuigen] waarin de heilige pastoor verklaarde:

"Ik wens dat mijn stoffelijke resten voor eeuwig op de begraafplaats van de parochie Ars rusten. Dat is mijn laatste wilsbeschikking die ik persoonlijk wens te laten voltrekken, waarbij ik alle vorige beschikkingen herroep!"

De getuigen waren graaf de Garets, Pierre Oriol [rentenier], Francois Pertinand [koetsier], Hippolyte Pagès [rentenier], die samen met de notaris tekenden, maar de erflater [die had verklaard dat hij het testament niet mede kon ondertekenen, omwille van zijn zwakheid door ziekte], ondertekende niet.

Daarop kreeg de pastoor van Ars de laatste sacramenten toegediend door M. Louis Beau, pastoor van Jassans, Ain.

Op 4 augustus 1859, rond zeven uur ’s avonds, spoedde de nieuwe bisschop van Belley, Mgr. De Langalorie, zich naar het sterfbed van de zieke, die hem herkende. Hij verliet deze wereld om tien uur ’s avonds.

Tijdens de avond brak er een hevig onweer los boven Ars, zoals men sedert veertig jaren niet meer had gekend, terwijl de bedevaarders, op de hoogte gebracht per telegraaf en door de kranten, van alle kanten te voet of per auto kwamen toegestroomd.

De stroom bedevaarders is nooit opgehouden langs het graf van de heilige, gebalsemd en rustend in schrijn, in de kapel van de Heilige Philomena, de kleine heilige in wiens schaduw de pastoor van Ars gepoogd had om zijn eigen glorie te verbergen.

Vertaling: Chris De Bodt

5. Nicky Eltz en Maria Simma: Get us out of here!! [Aflevering 94]

Hoofdstuk 11. Bisschoppen en de Paus

Nicky: Wat zou u zeggen tot alle biddende en welbedoelende vrouwen die vandaag zeggen dat ze het recht zouden moeten hebben om priester te worden?
Maria: Eerst en vooral zou ik hen willen vragen om heel veel te bidden tot de Heilige Geest om hen over deze aangelegenheid te verlichten, en dan zou ik hen willen vragen om te beantwoorden aan de goedbedoelende mensen die zeggen dat ze het recht moeten hebben om een van Gods grootste geschenken te ontvangen, te dragen, er geboorte aan te geven, het op te voeden: onze kinderen. Beide van deze wensen worden verward en zijn niet in Gods plan.

Heeft Jezus verlangd dat ook vrouwen priester zouden worden? Maria, de heiligste van alle vrouwen, zou dan zeker moeten aanwezig geweest zijn bij het Laatste Avondmaal, maar dat was niet het geval!

Jezus zette de dingen niet op een andere wijze op, en opnieuw: God weet veel beter dan wij wat het beste is voor ons. Alles wat tegengesteld is aan Zijn plannen, brengt verwarring en verwarring is een van satans meest doorzichtige resultaten.

Nicky: Zijn sommige van de Kardinalen en Bisschoppen, die rond de Paus om hebben gezegd, om de Communie in de hand te er door te drukken, naar de hel gegaan?
Maria: Ja, sommigen, maar ik zal niet zeggen dat het louter door dat was. Ik weet dat er ook andere dingen rond betrokken waren en het is de combinatie van dit alles dat dit heeft veroorzaakt. Maar ik kan niet zeggen dat het alleen deze daad was dat de oorzaak was voor het verlies van vele zielen.

Nicky: Hiervoor hebt u de vrijmetselaars vermeld binnen het Vaticaan. Hoeveel van de Kardinalen rond de Paus zijn vrijmetselaars?
Maria: Ik weet niet het juiste aantal, maar velen waren Kardinaal toen hij Paus werd. Ondertussen heeft Johannes Paulus II zoveel nieuwe Kardinalen benoemd, die zeker geen vrijmetselaars zijn en zo is hun aantal vandaag de dag minder, maar steeds zijn er nog sommigen daar en zelfs heel dicht rond de Paus.

Bron: Nicky Eltz

Vertaling: Chris De Bodt

6. Film: Saint Peter [19/21]

Simon bar Jona ('Simon, zoon van Jona'), zoals Petrus oorspronkelijk genoemd werd, was een joodse visser aan het Meer van Genezareth. Hij leefde samen met zijn broer Andreas van de visvangst. Simon had samen met Andreas een gewoon leven. Toen Jezus van Nazareth op zoek ging naar leerlingen, vond Hij al gauw Andreas. Jezus sprak tot beiden, op het meer: "Kom achter Mij aan, en Ik zal jullie tot vissers van mensen maken." Petrus antwoordde: "Ga weg van mij, Heer, ik ben een zondig mens!" Jezus wist Simon al gauw te overtuigen, en deze vertrouwde Jezus en liet zijn vissersboot achter. Jezus besloot Simon vanaf dan Kefas te noemen, wat Rots betekent [in het Grieks Petros]. Alhoewel Simon zich nietig voelde bij zijn roeping, zou hij later de Eerste der Apostelen worden genoemd en de eerste plaatsbekleder van Christus worden.

Dit drama uit 2005 staat onder regie van Giulio Base. Acteurs zijn onder meer Omar Shariff, Claudio Knoll, Daniele Pecci, Johannes Brandrup en Milena Miconi.


7. Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 22: De kastijding [Aflevering 145]

Duitsland werd niet zo hard getroffen als zuid Europa, maar de verwoesting reikte tot plaatsen zo ver als Groenland. Ontsnappen was onmogelijk, evenmin als uitstel. Terwijl de pest bleef toeslaan reisde de Heilige Birgitta in 1349 naar Rome en raadde iedereen aan om "aardse ijdelheid in de vorm van extravagante kledij af te zweren, aalmoezen aan de behoeftigen te geven en alle parochiepriesters eens per maand de Mis te doen vieren ter ere van de Heilige Drievuldigheid."

Ondanks de weinigen in Rome die aandacht schonken aan deze woorden, kon niemand de indrukwekkende aanwezigheid van Birgitta ontkennen. Evenmin konden ze haar mirakels negeren. Een vrouw die bij haar stervende zoon zat zei, "Als de Vrouwe Birgitta hier maar was!" Op dat moment wandelde de heilige binnen en legde haar handen op het voorhoofd van de man. Een paar uren later was de man genezen.

In andere gevallen zocht men verlichting in heiligdommen als Willesden. Daar werd een beeld van de Heilige Moeder in processie gedragen en werden er genezingen gemeld. De koning van Zweden riep op tot vasten op brood en 1350 werd tot heilig jaar uitgeroepen. Het was belachelijk om de Kerk te beschuldigen voor al dit leed, vooral omdat de plaag in een heidens land was ontstaan, maar er heerste een schuldgevoel bij de hiërarchie die in het pauselijk paleis te Avignon stapels geld had geteld en van de Kerk een bureaucratie had gemaakt.

Daar zat kwaad in. Er zat kwaad in het overdreven in acht nemen van de wet en in pretentie. Het kwaad drong door tot het lokale niveau. De paus, getraumatiseerd door het onheil, bekritiseerde veel van z’n geestelijken als "de meest fiere van de wereld, arrogant en overgeleverd aan pracht en praal, graai- en hebzucht. Hun geld verkwistend aan pooiers en oplichters."

De tirade van de paus werd ongetwijfeld gevoed door de spanningen en er was meer dan genoeg reden voor.

Zijn vertegenwoordigers berekenden dat de pest [de grote kastijding die God toeliet] in Christelijk Europa 23.840.000 doden had geëist.

Bron: Michael Brown

Vertaling: Mario Lossie

8. Onze Lieve Vrouw van Belpasso (Deel 2, Aflevering 54)

Dagboek van Rosario Toscano

Verschijning 28

1 januari 1988

Het jaar 1988 begon met geen al te beste vooruitzichten. Het weer was slecht en er werden door sommige kranten valse geruchten verspreid en dit terwijl de feestelijkheden rond het Nieuwe Jaar op hun hoogtepunt waren. Dit lag aan de basis van een sterk verminderd aantal opgekomen bedevaarders nabij de rots. Tijdens de maanden november en december waren er respectievelijk 70.000 en 60.000 pelgrims, terwijl er deze maand amper 20.000 waren. Het weinig aantal gelovige bedevaarders die de verschijning van de Heilige Maagd te Belpasso bijwoonden, waren door en door nat, ondanks de regenschermen. Er was nog een andere onaangename verrassing. De boodschap was geheim. Op het einde van de verschijning was Rosario bedroefd. Hij zei dat de Heilige Maagd meer bedroefd was dan gebruikelijk: "zoals ik nooit ervoor gezien heb." Voor het ogenblik moet de boodschap die hij heeft ontvangen geheim blijven. "Ik wens iedereen uit te nodigen om te bidden, zodat wat de boodschap inhoudt, nooit zou gebeuren," voegde hij eraan toe. Om de verwarring van de vele mensen rond deze geheime boodschap die over toekomstige droevige gebeurtenissen ging, een beetje te verminderen, gaf Rosario enkele dagen laten een verklaring om beter uit te leggen wat de Heilige Maagd van iedereen verlangde.

Een verslag over de verschijning van Onze Lieve Vrouw

Ik kan de boodschap die Onze Lieve Vrouw mij op 1 januari 1988 heeft toevertrouwd, niet onthullen en zo zal ik enkel naar sommige punten verwijzen. Onze Lieve Vrouw was diep bedroefd, zoals nooit voorheen en laat het zo zijn dat Haar boodschap mij heeft ontsteld want de inhoud was heel ernstig. Als de Heilige Maagd verschijnt, doet Zij dat niet zonder redenen: wat Haar de meeste zorgen baart, is de redding van Haar kinderen.

Misschien hebben velen dit niet begrepen en dit is één van de redenen van Haar verdriet. Wat ik nu ga zeggen is moeilijk voor mij. Men moet er zich bewust van zijn dat de mensheid naar de vrede toegaat, gestaag en zeker. Onze Lieve Vrouw zei dit reeds op 1 oktober, toen Zij sprak over een periode van vrede. De vraag rijst dan ook hoe het mogelijk is dat Onze Lieve Vrouw zo bedroefd was.

Op dit moment mogen we onze aandacht niet alleen schenken aan de problemen van de landen die in oorlog zijn. De Heilige Maagd is bezorgd voor de redding van iedere individuele persoon, verhinderd door en gehecht aan de materiële dingen, waarbij hij zich niet meer bezorgd maakt over zijn enige en ware welzijn: God. Ieder van ons moet de roep tot heiligheid in de eigen ziel ontdekken en het spirituele tekort erkennen. Het is goed om te herhalen wat Onze Lieve Vrouw steeds zegt: wij moeten de Heilige Sacramenten van de Biecht en de Communie regelmatig ontvangen, bidden voor de wereldvrede en heel wat Rozenkransen bidden en opofferingen doen voor de bekering van de zondaars.

Als de Heilige Maagd zegt dat de tijd rijp is, moeten wij daarover nadenken en handelen om onszelf te zuiveren en onze heiligheid te verbeteren. Ik wens de benadrukken dat de boodschap van 1 january geen toevoegsel is aan de tien geheimen die ik op 1 maart 1987 heb ontvangen, maar het werpt een dieper licht op deze geheimen en het maakt ze duidelijker. Enkel één ding geeft ons allen hoop: de hulp van Maria, de Koningin van de Vrede, die zeker is, en de overwinning van Haar Onbevlekte Hart. De Parabel van de tien maagden met hun olielamp komt hierbij bij ons op [Mattheus 25: 1-13]. Het is een aanmoediging voor de verwachting waar we allen naar uitkijken: de glorierijke terugkeer van de Jezus Christus.

Onze Lieve Vrouw zal opnieuw verschijnen op de eerste dag van de volgende maand.

Vertaling: Chris De Bodt

9. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 51]

Hoofdstuk 2: Ontstaan van een gemeenschap

Een eindschrift als uitdaging

Het eindschrift bestaat uit drie gelijke delen: ‘Het kloosterideaal in het vroege monachisme (tot in de VIe eeuw)’, ‘Het kloosterideaal, de toepassing en het Evangelie, Is een reguliere evangelische gemeenschap mogelijk?’. Het historische eerste deel brengt niets nieuws. Echter toont de schrijver in het tweede deel een briljante dogmatische overtuiging, terwijl hij in het derde gedeelte pleit voor een ‘protestants monachisme’ zonder het zo te noemen. Hij herhaalt elementen uit de Notes explicatives van 1941 en uit geschriften van 1942.

Hij vraagt zich af ‘hoe en waarom mannen en vrouwen samengekomen zijn in gemeenschap’ doorheen de christelijke geschiedenis, om een ‘ideaal’ te bereiken. En of dit ideaal, in zijn principe en zijn toepassing, overeenstemt met de evangelische normen.’

De protestantse Hervormers hebben de ‘kloosterinstelling’ afgeschaft omdat ‘in de kloosters alle misbruiken die de hervormers bestreden hoogtij vierden: verdienste voor zijn daden, aanvullende werken’. Maar ‘na vier eeuwen Hervorming’ formuleert Roger Schutz opnieuw de vraag: "Is het niet mogelijk in het gemeenschapsleven een christelijke pedagogie te zoeken die tot Christus leidt en deze of gene in zijn ministerie ondersteunt? Is het vandaag niet mogelijk een evangelische hervorming toe te passen op het katholieke gemeenschapsleven en zo in onze Kerken een vorm van christelijk leven opnieuw in te voeren die overeenstemt met de wettige en diepe nood bij vele gelovigen?" De betuiging was des te sterker door de ondersteuning van een bestaand experiment van gemeenschapsleven, hoewel niet uitdrukkelijk aangebracht. De auteur streefde naar ‘herkenning van de waarde van sommige methodes wanneer deze het innerlijk leven van de christene, zo vaak zwak en onregelmatig, versterken. Deze methodes bestaan uit ‘een bestendige tijd wijden aan meditatie over de Schrift en aan gebed, de innerlijke stilte, het gezang en het beleven van sommige regels’.

Vertaling: Broeder Joseph

10. Jezus' tijdgenoten [aflevering 23]

Woordenboek: Letter A

Alexandra

De Hasmoneese prinses Alexandra, dochter van de etnarch en hogepriester Hyrkanus II, huwde haar neef Alexander, zoon van Aristobulus II, de broer van Hyrkanus II. Hun dochter Mariamne I werd de tweede vrouw van Herodes de Grote. De hovaardige Alexandra beschouwde Herodes als niet-adellijk en onwaardig haar schoonzoon te zijn. Er groeide zo een diepe rivaliteit die maar verergerde tussen Alexandra en Mariamne enerzijds, en tussen Cypros en Salomé I, de moeder en de zus van Herodes anderzijds.

Deze vijandigheid openbaarde zich al de dag dat Herodes aan Aristobulus III, zoon van Alexandra de plaats van hogepriester weigerde. Alexandra had als vriendin Cleopatra, koningin van Egypte en vrouw van Marcus Antonius, de Romeinse overste van Herodes. Samen overtuigden de twee vrouwen Antonius om Herodes te verplichten zijn beschermeling Ananel weg te sturen en Aristobulus, zopas zeventien, in zijn plaats te benoemen. Het welslagen van die list duurde niet lang: door het toedoen van Herodes veroorzaakte een ongeval in het zwemdok de dood van de jongeman. In haar wanhoop deed Alexandra weer beroep op Cleopatra. Antonius ontbood Herodes voor uitleg. Een flinke som smeergeld redde de sluwe Idumeër. Alexandra bood moedig weerstand aan Herodes, maar moest het onderspit delven toen het leven van haar dochter Mariamne in het gedrang kwam, daar ze beschuldigd werd van overspel met een vriend van Herodes.

Bezorgd om afstand te nemen, verloochende Alexandra openbaar haar dochter op een onwaardige manier door ze uit te schelden en het haar uit te trekken. Mariamne werd terechtgesteld, maar haar dood ging maar kort deze van haar moeder Alexandra vooraf. Alexandra maakte gebruik van Herodes inzinking door het overlijden van zijn lievelingsvrouw om een complot op te zetten om de troon te bemachtigen. Ze werd echter verklikt en Herodes beval haar terechtstelling in 28 v. J.C. In vergelijking met haar vader, de vriendelijke en edele Hyrkanus II, en met haar dochter Mariamne die zeer waardig was, toonde Alexandra dat het haar aan koninklijke deugden ontbrak.

Volgens Flavius Josephus koesterde Herodes echter voor geen van zijn andere vrouwen zo'n grote liefde als voor Mariamne. De liefde was echter niet wederzijds. Herodes had namelijk Mariamnes vader en haar broer vermoord [uit angst voor een staatsgreep] en Mariamne vergaf hem dat niet.

Vanwege Herodes' impopulariteit onder zijn onderdanen, was hij constant op zijn hoede voor complotten. Bovendien was er binnen Herodes' familie een grote rivaliteit tussen de Idumeese tak [waarvan Herodes' moeder en zijn zuster Salomé de belangrijkste vertegenwoordigers waren] en de Joods-Hasmoneese tak. Toen Mariamne op zekere dag weigerde met Herodes te slapen en Herodes zich hierover zeer beledigd voelde, wist Salomé listig op de situatie in te spelen en beschuldigde zij Mariamne ervan een complot tegen Herodes te beramen [een andere versie van het verhaal dan het hierboven vernoemde overspel met de vriend van Herodes].

In een schijnproces, waarin naast Salomé's beschuldigingen geen bewijzen voor het complot naar voren konden worden gebracht, werd Mariamne op last van Herodes ter dood gebracht (29 v.Chr.). Zij was toen vermoedelijk ongeveer 25 jaar oud. Al meteen na de dood van Mariamne had Herodes er spijt van dat hij zo overhaast te werk was gegaan. Volgens Josephus heeft hij de rest van zijn leven om Mariamne gerouwd. Enkele jaren na de dood van Mariamne bouwde Herodes in Jeruzalem een toren die hij haar naam gaf, als een postuum eerbewijs. Deze toren maakte deel uit van de verdedigingswerken van de stad en was gelegen naast de toren Phasaël

Vertaling: Broeder Joseph

11. Eucharistische Mirakelen [Aflevering 23]

Het wonder van Alatri, Italie [1228]

Het grootste deel van de wonderlijke Hostie, dat in een eigen kapel in de kathedraal van Alatri wordt bewaard, wordt twee maal per jaar tentoongesteld: op de eerste zondag na Pasen [op het feest van de Goddelijke Barmhartigheid] en de eerste zondag na Pinksteren [op het feest van de Heilige Drievuldigheid]. Vanwege zijn nederige oorsprong wordt dit ook het "Het wonder van de armen" genoemd.

In 1960, tijdens de viering van het vijfentwintigste bisschoppelijk jubileum, verklaarde bisschop Edoardo Facchini van Altari dat hij bekend was met het diepe geloof van de mensen in de werkelijke aanwezigheid van Jezus in de Eucharistie, welke door het wonder van de geïncarneerde Hostie, die wordt vereerd en bewaard in onze basiliekkathedraal, werd bevestigd. De bisschop leek het goed om tijdens deze viering door te gaan met de canonieke erkenning van dere heilige reliek, die werd uitgevoerd in de aanwezigheid van een andere bisschop en andere geestelijken.

De monstrans werd uit de kapel genomen en naar een gedeelte in de kathedraal gebracht, waarvan de zegels zorgvuldig werden onderzocht en intact bleken te zijn. Het glas waar de Hostie in bewaard werd, werd verwijderd van de monstrans; en het lint van rode zijde en de zegel van Monseigneur Pietro Saulini, bisschop van Alatri, werden herkend. Deze waren dezelfde als die omschreven in de notulen van de vorige canonieke erkenning op 1 december 1886.

Na het verbreken van de zegel nam bisschop Facchini de wonderlijke Hostie. Hij verklaarde dat deze er nog steeds hetzelfde uitzag als in de vorige erkenningen ... dat wil zeggen: een stuk vlees dat bruin van kleur was, dat een cilindrische vorm had aangenomen door het glas waarin het heeft vastgezeten, en dat glansde op de plaatste waar het met het glas in aanraking was geweest.

Na het overleg met de getuigen en hun erkenning en tevredenheid met het onderzoek werd de wonderlijke Hostie teruggeplaatst achter het glas en gesloten met een dubbele zegel. Toen werd deze in zijn zilveren en gouden monstrans geplaatst, die eruitziet als een stralend kruis van goud.

Voor de zevenhonderdvijftigste verjaardag van het wonder in 1978 werden speciale vieringen gehouden en lezingen gegeven. Deze lezingen zijn bewaard in boekje die ook de details van het wonder bevatte. Tijdens de vieringen voor deze verjaardag verklaarde Mgr. Cesario D’Amato dat het wonder blijft bestaan. Het is zichtbaar, onverwoestbaar, echt.

12. Elizabeth Canori Mora [1774-1825]: Profetieën

Profetie 13

Gezegende Elizabeth en onze dagen

Hoewel Elizabeth Canori Mora stierf op 5 februari 1825, lijken haar openbaringen meer gericht op onze dagen dan haar eigen periode. Negentiende-eeuwse mensen zouden er moeite mee hebben om te geloven dat de mensheid zo laag zou kunnen zinken als dat nu het geval is, en zij zullen dus wellicht niet de ernst van haar voorspellingen begrepen hebben. Bovendien vormen de openbaringen van de Heilige Elisabeth een interessante aanvulling op de boodschap van Fatima, aangezien beide spreken van afvalligheid en zondigheid die aanleiding geven tot de toorn van God, die kastijdingen en universele verwoesting zal brengen. Beiden beloven dezelfde bekering en herstel van de kerk te brengen.

Samen dienen deze twee profetische openbaringen, hoewel gescheiden door bijna een eeuw, om ons te helpen met volharding te vertrouwen doorheen de chaotische en verderfelijke tijden waarin wij leven.

Vertaling: Henk

13. Boodschappen aan Valentina Papagna

Valentina Papagna verhuisde in 1955 van Slovenië naar Australië, na eerder moeilijke tijden tijdens haar kinderjaren. Na de plotse dood van haar man, in 1988, startten haar visoenen en boodschappen van Onze Heer Jezus en Onze Hemelse Moeder. Vanaf die tijd evolueerde ze tot een zeer vrome, Rooms-Katholieke vrouw. Zij krijgt de volledige steun van haar geestelijke begeleider en parochiepriester, Vader Valerian Jenko. Zij wenst haar ervaringen en boodschappen te delen, dit enkel om de mensen te helpen dichter bij God te komen en te groeien in heiligheid naar Jezus' en Maria's wens. Als grootmoeder leidt ze nu een eenvoudig en rustig familieleven. Zij vermijdt elke publiciteit, maar is wel genoodzaakt om de boodschappen die haar worden doorgegeven, openbaar te maken, omdat ze niet enkel voor haarzelf zijn. Voortaan zullen haar boodschappen in dit blog worden vermeld.

Kerstmis, ‘s ochtends 2009

Ik stond op om vijf uur en maakte het Kruisteken om mijn ochtendgebeden en voorstellen aan te bieden. Ik prees de Heer, Maria en Jozef op deze bijzondere dag van de geboorte van onze Heer Jezus.

Plots verscheen onze Gezegende Moeder, vergezeld van Engelen. Zij was gelukkig, vreugdevol en glimlachte.

Ze Zei: "Ik weet dat u laatst heel wat te lijden had. Mijn Zoon liet dit toe zodat u vele zielen zou kunnen redden, maar vandaag kom Ik om u met Mij mee te nemen naar ons huis in Nazareth. Niet dat hier op aarde, maar dat in de Hemel."

Ze omhelsde mij en op een heel korte tijd bevond ik mij in een mooie plaats, gevuld met lichtstralen, vrede en geluk.

De Heilige Moeder hield mij bij de hand om mij te leiden. Ze zei: "Kom in Ons huis, Mijn dochter." De plaats was eenvoudig, groot en helder met hoge ramen die veel licht binnenlieten in de eenvoudige kamer. Er bevond zich een ronde tafel en ik zag de Heilige Jozef, zittend op een stoel. Hij lachte naar mij terwijl Maria een gang inging. Toen verscheen Zij met de Kleine Jezus in Haar armen en kwam Zij tot mij.

Maria droeg een mooi kleed van wit satijn en de mouwen reikten tot de vuist. Jezus was gekleed in een hetzelfde wit. Hij gleed naar beneden uit Zijn Moeders armen en liep naar een raam, versierd met doorschijnende gordijnen die naar de kant waren getrokken. Hij verborg zich achter deze gordijnen een piepte eerst aan de ene, dan aan de andere zijde en zei: "Ik kan u zien." Hij lachte en speelde met mij. Hij liep van de ene kant naar de andere.

De Heilige Moeder verwijderde Haar doek en legde deze op de tafel. Vervolgens zei Zij tot mij: "Dit is vreemd dat Mijn Zoon dit doet. Gewoonlijk kan hij niet weerstaan als Hij u ziet en kan Hij amper wachten om in uw armen te lopen, maar vandaag wil Hij met u spelen om u gelukkig te maken."

Het verstoppertje spelen duurde een hele tijd en daarna liep Hij vermoeid tot mij. Ik tilde Hem op en koesterde Hem door heen en weer te wandelen.

De Heilige Jozef sprak dan: "Valentina, Ik ben Zijn echte vader niet, enkel zijn voedstervader."

Ik antwoordde: "Ik weet dat, ik heb dat geleerd uit de Heilige Schrift."

De Heilige Jozef ging door: "Ik hou meer van Hem dan een vader. Wij zijn zo verenigd."

Ook Jozef was in het wit gekleed en zag er erg jong uit, altijd heel rustig en respectvol. De Heilige Jozef nam de Kleine Jezus over en daarna brachten de Heilige Maria en de Engelen mij opnieuw naar huis.

Ik werd toen heel emotioneel en herbeleefde alles bij mij thuis wat ik had meegemaakt en dacht: "sla geen acht op uw kleine huis, uw armoede. Ik ben opgevoed in geestelijke rijkdom en opgetogenheid dat vele keren meer waard is dan de wereld kan bieden. Beste mensen, geef nooit op, heb geloof en moed. Onze Heer Jezus heeft ons allen heel erg lief."

Vertaling: Chris De Bodt

14. 15 tips om aandachtig te zijn tijdens de Eucharistie

Ik heb nooit de diagnose gekregen dat ik leed aan ADD [Attention Deficient Disorder] en ik denk echt niet dat ik dat heb. Ik geloof dat mijn kenmerk om twee of drie dingen tegelijkertijd te doen een aangeleerd gedrag is. Ik denk dat in de huidige wereld waar verschillende taken vaak voorkomen we onszelf getraind hebben om daar op verschillende niveaus mee om te gaan en onze geest wordt verveeld en zwerft gemakkelijk rond.Daarom is het dat ik een gesprek met u kan hebben terwijl ik een tekt schrijf naar iemand anders terwijl ik terzelfdertijd denk aan wat ik morgen ga doen. Dus neem eens iemand met die mentaliteit naar de katholieke kerk met standbeelden en schilderijen en bevuilde glazen vensters omgeven met mensen en verwacht jij dan dat die zich zal concentreren op de mis? Het is zelfs slechter als de mis in een hedendaagse kerk vol van doodgewone muren en nieuwe kunst en het is zelfs nog moeilijker om zich te concentreren want gedurende een uur vraagt deze arme mens zich af, Wat in ’s hemelsnaam dachten zij?? Waar is het tabernakel?? Waar zijn de knielbankjes??

Met dat in het achterhoofd, heb ik beslist om 15 manieren te geven om de aandacht tijdens de eucharistieviering te verhogen.


Tip 13

Bid! De tijd nadat je het geheiligd sacrament ontvangen hebt is één van de beste momenten om te bidden. Denk daaraan. Jezus is je nooit dichterbij dan op dat moment. Jezus bevindt zich letterlijk in jou. Bedank hem. Loof hem. Bied hem jouw verzoeken aan.

Vertaling: Henk

15. A.C. Emmerich: Nog dertig profetieën

De zalige A.C. Emmerich was een Augustijner kloosterzuster. Ze werd in Duitsland geboren in 1774 en had een leven vol lijden. Zij droeg de stigmata van de Heer en overleed in het jaar 1824.

Profetie 4

 

Ik zag opnieuw die vreemde, grote kerk die ginds werd gebouwd [in Rome]. Er was niets heiligs aan. Ik aanschouwde dit visioen precies op het ogenblik dat ik een beweging zag, geleid door geestelijken en waar engelen, heiligen en andere Christenen aan deelnamen. Maar ginds [in die vreemde, grote kerk] was alle werk ongeïnspireerd [volgens regels en formules], maar niets geschiedde naar het menselijke denken.


Vertaling: Chris De Bodt


04-02-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.4 februari 2010
4 februari 2010

1. Medjugorje: verschijning van Maria aan Mirjana van 2 februari 2010

De video van deze verschijning is beschikbaar en te bekijken in het tekstvak van 2 februari 2010.

2. A.C. Emmerich: Het bitter lijden van Onze Heer Jezus Christus. [Aflevering 93]

Hoofdstuk 3. Annas en Caïphas

Van Annas naar Caïphas

Toen Jezus naar Annas werd geleid, was Hij het huis van Caïphas reeds voorbijgegaan. Het lang een eind terzijde, zodat men thans, terugkerend van Annas, een hoek moest maken. De beide rechthuizen waren zowat driehonderd schreden van elkaar verwijderd. Op de weg, die een stuk langs muren en kleine gebouwen liep, welke tot Caïphas’ rechthuis behoorden, en die verlicht was met vuurpotten op stangen, krioelde het van razende en tierende Joden. De soldaten konden hen amper in bedwang houden. De Joden die bij Annas geschimpt en gescholden hadden, herhaalden hun smaadredenen vóór het hier aanwezige volk, en Jezus werd de hele weg lang gehoond en mishandeld. Ik zag hoe allerlei gerechtsdienaars de kleine groepjes die medelijden hadden met onze Heer, naar huis joegen, terwijl zij de schelmen, die zich door smaad en laster onderscheidden, geld toestopten en ze met hun aanhang binnenlieten in het paleis van Caïphas.

3. Biografie Heilige Jean-Marie Vianney [Aflevering 93]

Hoofdstuk 20. Dood van een Heilige

Doordat het weer verstikkend was, werden er door de vrome buren stoutmoedig lakens en lange doeken vastgemaakt aan het dak van de pastorij en lieten ze deze hangen tot op de grond. Deze werden om het uur besproeid om zo de warmte wat draaglijker te maken voor de arme, stervende pastoor.

De biechtelingen liepen verloren zonder herder en liepen zuchtend het hele dorp rond, van hier naar daar. Sommigen vielen in de tuin van de pastorij op de knieën en baden luidop de Rozenkrans. De meer stoutmoedigen drongen zich de trappen op naar de kamer, waar de heilige te rusten lag: het was alsof hij weggezonken was in een soort beschouwende extase. Maar vicaris Toccanier en de broeders Athanase en Hérôme waren waakzaam en drongen de menigte terug: het was al zo warm in zijn kamer. De biechtelingen binnenlaten zou het haast onmogelijk maken om nog te kunnen ademen. De smeekbeden bleven echter duren en daarop werden enkele bevoorrechten toegelaten: ze knielden en huilden luidruchtig en de heilige keerde zich naar hen toe maakte bevend de gebaren van de zegening in hun richting.

Nu ontdekte de entourage van de heilige dat hij op 2 december 1841 een eigenhandig geschreven testament had opgesteld, waarbij hij zijn lichaam overdroeg aan zijn geboortedorp Dardilly. Zou Ars, dat zijn wereldberoemdheid te danken had aan de heilige pastoor, volledig gestroopt worden van al zijn aandenken? Ging met een klokkentorenoorlog tussen twee dorpen beginnen zoals tijdens de middeleeuwen, voor de stoffelijke resten van de heilige? Neen. Nog voor hem de laatste sacramenten werden toegediend, ontbood de burggraaf-burgemeester met spoed meester Hippolyte Raffin, notaris te Trévoux, die zich aanbood op 3 augustus om 13 uur ’s middags.

Vertaling: Chris De Bodt

4. Nicky Eltz en Maria Simma: Get us out of here!! [Aflevering 93]

Hoofdstuk 11. Bisschoppen en de Paus

Nicky: Maria, zijn er ooit Bisschoppen aan u verschenen?
Maria: O ja, meerdere. Een Italiaan en een Amerikaan, wiens namen ik niet kon achterhalen, zijn aan mij verschenen. Toen gaf een ziel mij inlichtingen over een Duitse Kardinaal die nogal dichtbij woonde. De Duitser en de Italiaan moeten in het Vagevuur blijven tot de dag dat de Communie in de hand wordt verboden in hun bisdommen en de Amerikaan tot het wordt verboden in de gehele Verenigde Staten en de Communie op de tong in ere wordt hersteld. Later probeerde ik opnieuw om te achterhalen wat de namen waren van de eerste twee, maar opnieuw werden er geen namen gegeven.

Wat de Duitse Kardinaal betreft, kon ik van Mr. Matt vernemen dat hij van op zijn sterfbed had gezegd dat hij een grote fout had gemaakt door de Communie in de hand er mee helpen door te duwen. Zoals het dikwijls het geval is, worden feiten zoals deze nooit bekendgemaakt, en zo was de schade verricht.

Voor hen allen kunnen we de pijn van het Vagevuur verzachten, maar er hen nog niet uit bevrijden.

Nicky: Hebben de Arme Zielen nog andere dingen gezegd over de Bisschoppen?
Maria: Vooral in deze tijden, waardoor er zo velen onder hen zogenaamd "modern" zijn geworden, moet ik adviseren, door wat de Arme Zielen mij hebben gezegd, om hun wegen te veranderen, want ze zijn op weg naar het Vagevuur, en hun tijd daar zal ongemeen lang, en diep pijnlijk zijn. De beweging rond hen om vrouwen als priester toe te laten, zoals er in Engeland is gebeurd, is een van de meest zorgwekkende dingen vandaag, alsook de beweging die probeert de taal in liturgie te neutraliseren om de feministen binnen de Kerk voldoening te geven. Ik moet hen werkelijk smeken om dit te stoppen en om te luisteren naar hun Heilige Vader, zo niet zullen ze hier later verschrikkelijk spijt over hebben. En mogelijks herinnert u zich nog dat Paus Johannes II zich herhaaldelijk sterk hiertegen heeft uitgesproken.

Ook de vele andere bewegingen van dezelfde aard, zoals de priesters die voelen dat ze ook moeten kunnen huwen, zijn enkel een bewijs voor mij dat ze veel te weinig tijd besteden aan het bidden en aan het luisteren naar God.

Bron: Nicky Eltz

Vertaling: Chris De Bodt

5. Film: Saint Peter [18/21]

Simon bar Jona ('Simon, zoon van Jona'), zoals Petrus oorspronkelijk genoemd werd, was een joodse visser aan het Meer van Genezareth. Hij leefde samen met zijn broer Andreas van de visvangst. Simon had samen met Andreas een gewoon leven. Toen Jezus van Nazareth op zoek ging naar leerlingen, vond Hij al gauw Andreas. Jezus sprak tot beiden, op het meer: "Kom achter Mij aan, en Ik zal jullie tot vissers van mensen maken." Petrus antwoordde: "Ga weg van mij, Heer, ik ben een zondig mens!" Jezus wist Simon al gauw te overtuigen, en deze vertrouwde Jezus en liet zijn vissersboot achter. Jezus besloot Simon vanaf dan Kefas te noemen, wat Rots betekent [in het Grieks Petros]. Alhoewel Simon zich nietig voelde bij zijn roeping, zou hij later de Eerste der Apostelen worden genoemd en de eerste plaatsbekleder van Christus worden.

Dit drama uit 2005 staat onder regie van Giulio Base. Acteurs zijn onder meer Omar Shariff, Claudio Knoll, Daniele Pecci, Johannes Brandrup en Milena Miconi.


6. Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 22: De kastijding [Aflevering 144]

Het feit dat de Biecht door leken mocht afgenomen worden duidde op een ongeziene noodtoestand. Clementius besloot dat het noodzakelijk was om absolutie te verlenen aan allen die bezweken waren omdat er velen geen geestelijke hadden. Voorafgaand aan de pest waren er 17.500 monniken, nonnen en broeders in Engelse kloosters, maar binnen een tijdspanne van twee jaar was dat aantal gehalveerd. Velen geloofden dat dit het einde van de mensheid was. Een broeder met de naam John Clyn in het Ierse Kilkenny "de hele wereld, als het ware, in de greep van de Kwaadaardige was geplaatst."

Die gevaarlijke positie was het resultaat van wellust en hebzucht, van oneerbiedigheid tussen ridders, van gebrek aan respect voor het leven en God, van de astrologie en het kristallen bol-kijken wat in Europa zo ontstellend populair was geworden. De mensen hadden gebruik gemaakt van donkere krachten en oogstten nu, zoals in Pompeï, het resultaat. Koning Magnus II van Zweden jammerde: "Voor de zonden van de mens heeft God de wereld geslagen met deze grote straf van plotse dood. Hierdoor zijn de meeste mensen in het land ten westen van het onze dood. Ze verwoest nu Noorwegen en Nederland en nadert ons koninkrijk Zweden."

Bron: Michael Brown

Vertaling: Mario Lossie

7. Onze Lieve Vrouw van Belpasso (Deel 2, Aflevering 53)

Dagboek van Rosario Toscano

Verschijning 27

8 december 1987 [in de kerk van de Heilige Filippus Neri, Acireale]

Op het einde van Haar boodschap van 1 december, zei de Heilige Maagd: "Ik zal niet enkel op de eerste dag van de volgende maand komen, maar als de Heer het Mij toelaat, kom Ik ook nog op een ander tijdstip tijdens deze maand." Niemand kende vooraf de dag van deze buitengewone afspraak, alhoewel velen het vermoeden hadden dat het op de dag van de Onbevlekte Ontvangenis zou zijn. Op de ochtend van 8 december ging de ziener naar Acireale naar de Kerk van de Heilige Filippus Neri en hier verscheen de Heilige Maria onverwacht, op het einde van de Heilige Mis die werd opgedragen door Vader Dino Magnano [voor de opening van de bidkapel]. Rosario zat op de eerste bank, in gebed verzonken, terwijl de broeders naar een loflied luisterden. Deze gebeurtenis was zo onverwacht dat de jongen en alle aanwezen niet enkel sterk verrast en bewogen waren, maar tegelijkertijd verheugd door de ervaring. Na de verschijning las Rosario ter plaatse de boodschap voor. Daarna ging hij naar de Rots van Belpasso om aan iedereen te vertellen wat er was gebeurd en om bekend te maken wat de Heilige Maagd hem had verteld.

Boodschap van Onze Lieve Vrouw

Liefste kinderen, Ik hou onmetelijk veel van u, een gevoel dat ik grotendeels heb voor u. Niettemin onthul Ik u ook Mijn verdriet: Mijn Onbevlekte Hart wordt te veel beledigd en er zijn maar weinigen die eerherstel opofferen. Herinner u wat Ik precies één jaar geleden heb gezegd. Zo beloof ik bijstand op het uur van de dood met alle nodige genaden voor de redding van zij die elke eerste zaterdag, gedurende vijf opeenvolgende maanden, te biechten en te Communie gaan en Mij vooral voor een kwartier tot een uur gezelschap houden met het bidden van de Rozenkrans en de vijftien mysteries, met als doel het op te offeren voor het herstel van Mijn Onbevlekte Hart. Ik beveel ook het vasten aan voor de vrede in wereld.

Rosario: Heilige Maagd, waarom enkel voor vijf maanden, en niet meer?
Maria: Omdat er vijf vergrijpen zijn tegen Mijn Onbevlekte Hart: de lasteringen tegen Mijn Onbevlekte Hart, tegen Mijn Maagdelijkheid, de weigering om Mij te erkennen als de Moeder van God en alle mensen, zij die de harten bewerken met andere onverschilligheden en haat tegenover Mij en zij die met direct beledigen in Mijn Gezegende beeltenissen. Ik nodig ieder van u uit om de noodzaak om uw Moeder te troosten en te bemoedigen, te verkondigen. Ik zou het in het bijzonder waarderen als u uw families toewijdt aan Mijn Onbevlekte Hart. Beloof eerherstel voor de beledigingen en de onverschilligheden die Mijn Hart kwetsen. Ik vertrouw u van nu af aan de taak toe om Mijn Hart te verdedigen en eerherstel aan te bieden. Ik zegen iedereen, in het bijzonder uw families en Ik beloof dat, als u de taak die Ik u heb toevertrouwd, wil aanvaarden, u de genade van bekering zult bekomen. Gebed ... boete ... eerherstel.

Vertaling: Chris De Bodt

8. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 50]

Hoofdstuk 2: Ontstaan van een gemeenschap

Een eindschrift als uitdaging

Op zijn vijfentwintigste was voor Roger Schutz het einde van zijn studies theologie in zicht. In januari 1943 legde hij succesvol de drie ‘examens predikkunde’ af. Daar de prediking een centraal punt van de cultus was moesten de toekomstige dominees de verschillende aspecten van de predikkunde goed beheersen. Op 27 januari hield Roger Schutz een preek over een vers uit de eerste brief aan de Korintiërs. Daarin bepaalt Paulus de zending van de bedienaar Gods: "We zijn Gods medewerkers, jullie zijn de akker en het gebouw van God [I Kor. 3:9]." Op 28 januari gaf hij catechese over het Laatste Avondmaal. Op 30 januari tenslotte gaf hij een ‘Bijbelse uitleg’ over het fragment uit het boek Genesis waar Jacob tot ’s morgens vecht met God, overwint en God verplicht hem te zegenen (Gen. 32,24-32).

Van nature bedeesd vreesde Roger Schutz heel zijn leven een grote massa of prominenten toe te spreken. Voor de drie examens kreeg hij slechts een minimale notering: 6/10. We kunnen ons ook goed voorstellen dat de jury hem niet bepaald genegen was. Wat in de pers was verschenen en de daarop volgende controverse [zelfs zonder dat zijn naam vernoemd werd] had de aandacht op hem gevestigd als de ‘stichter’ van de beruchte gemeenschap. Toch was hij nog geen dominee. Sommige dominees en docenten hebben zich daaraan misschien geërgerd.

Eindelijk op 30 april 1943 ’s namiddags verdedigde de jongeman zijn eindschrift licentiaat theologie dat de titel droeg: L’idéal monacal jusqu’à saint Benoît (VI° siècle) et sa conformité avec l’Evangile. In 230 pagina’s steunde het werk vooral op Franse en katholieke bronnen. Roger Schutz heeft klassieke benedictijner auteurs gelezen en geciteerd (Dom Guéranger, Dom Marmion, Dom Delatte, Dom Hébrard). Onder de protestantse auteurs citeert hij het essay over monachisme van de liberale von Harnack en diverse werken van Alexandre Vinet, een van de stichters van de vrije Kerk van het kanton Vaud.

Vertaling: Broeder Joseph

9. Jezus' tijdgenoten [aflevering 22]

Woordenboek: Letter A

Albinus

Lucceius Albinus [? - 69 na Chr.] was procurator over Judea van 62 tot 64 en van Mauretania Caesariensis van 64 tot 69. Albinus' bestuur begon met een incident. Albinus' voorganger, Porcius Festus, was in 62 onverwachts overleden. Daardoor moest Judea het in deze periode enkele maanden zonder procurator stellen. Daarom leek het Herodes Agrippa II, die namens de Romeinen toezicht hield op de godsdienstige gang van zaken, verstandig een sterke hogepriester te benoemen en hij stelde Ananus ben Ananus aan. Deze maakte echter misbruik van het machtsvacuüm door Jacobus de Mindere ter dood te laten brengen. Toen Albinus [die nog onderweg was naar Judea] hiervan hoorde, was hij er zeer over ontstemd. Hij dreigde met maatregelen tegen Ananus, maar voor het zover kwam, had Agrippa hem reeds uit zijn ambt ontheven en vervangen door Jezus ben Damneüs.

Meer dan zijn voorgangers, Antonius Felix en Porcius Festus slaagde Albinus erin af te rekenen met de Sicariërs, de meest militante tak van de Zeloten. Toch wist ook hij het geweld niet geheel en al de kop in te drukken. Op een gegeven moment ontvoerden Sicariërs de secretaris van Eleazar [de zoon van een eerdere hogepriester Ananias ben Nebedeüs, die bevriend was met Albinus]. Zij eisten de vrijlating van tien gevangengenomen Sicariërs. Albinus zag zich op aandringen van Ananias gedwongen aan deze eis toe te geven.

Toen Albinus in 64 begreep dat hij spoedig opgevolgd zou worden door Gessius Florus, besloot hij veel gevangenen die voor minder zware vergrijpen gevangen genomen waren tegen hoge betaling vrij te laten. Josephus claimt dat alleen de armen in gevangenschap achterbleven, al overdrijft hij de zaak wellicht enigszins. De Sicariërs wisten Albinus zelfs zover te krijgen dat hij tegen betaling een aantal van hun gewelddadige acties oogluikend toeliet. Dit roofzuchtig individu, tuk op smeergeld afkomstig van de oude hogepriester Ananias of van huurmoordenaars, kaapte openbare fondsen en legde zonder schaamte beslag of private goederen. Er heerste chaos in het land, temeer doordat hij de machteloze en wanhopige bevolking overleverde aan de schoften die hij vrijgelaten had. Albinus verliet Judea als een rijk man, maar liet tegelijkertijd de indruk achter van een corrupte Romeinse overheid die naar willekeur handelde.

Nadat aan Albinus' ambtsperiode in Judea een einde was gekomen, benoemde Keizer Nero hem tot procurator over Mauretania Caesariensis. Na Nero's dood voegde Galba het aangrenzende Mauretania Tingitana toe aan zijn gebied, wellicht om daarmee zijn steun te verkrijgen in de strijd om het keizerschap. In ieder geval is duidelijk dat na Galba's dood Albinus openlijk zijn steun aan Otho gaf.

Toen Alus Vitellius in 69 Otho verslagen had en keizer geworden was nam Albinus de naam Juba aan. Dit was de naam van de laatste koningen die Mauretania gekend had voordat het een Romeinse provincie werd. De naamsverandering werd door Vitellius dan ook opgevat als een poging een onafhankelijk Mauretania uit te roepen, met Albinus als koning. Bovendien trok Albinus zijn troepen samen bij de kust, vermoedelijk met het doel de smalle zeestraat naar Spanje over te steken en dit aan het gebied van het verenigde Mauretanië toe te voegen. Vitellius stuurde zijn legioenen dan ook op Albinus af, sloeg de opstand neer en liet Albinus met zijn vrouw en enkele vrienden ter dood brengen.

Vertaling: Broeder Joseph

10. Eucharistische Mirakelen [Aflevering 22]

Het wonder van Alatri, Italië [1228]

Tijdens Pasen van datzelfde jaar, 1228, kon de bisschop van Alatri het antwoord van de Paus in vreugde tonen. Het antwoord droeg de datum van 13 maart. Het document met de handtekening van de Paus wordt zorgvuldig bewaard in de archieven van de Kathedraal van Alatri. Na het herhalen van de feiten in deze zaak stelde de Pontifex:

    ...we moesten onze diepste dank betuigen aan Hem, die, altijd werkend op de meest wonderlijke manieren in al Zijn daden, op sommige aangelegenheden werkt met wonderen en nieuwe wonderen laat zien om de zondaars tot boetedoening te roepen, heidenen tot bekering te brengen en daarmee slechte daden van heiligschennis rechttrekt tot het geloof in de Katholieke Kerk, haar hoop verstevigt en haar goedheid aanwakkert.

    Daarom, dierbare broeder, via deze apostolische brief, hebben we besloten om een lichtere straf op te leggen aan het meisje die, naar onze mening, deze serieuze zonde beging, meer uit zwakheid dan kwaadaardigheid, zeker in achtnemend dat ze oprecht spijt had toen ze haar zonde opbiechtte. Tegen de aanstichtster, echter, die met haar perversiteit het meisje overhaalde tot het begaan van deze heiligschennis, mag je die disciplinaire maatregel nemen die jouw het meest toepasselijk is. Laat haar ook de bisschoppen bezoeken in de omgeving, om haar zonde voor hen te bekennen en hun vergeving te vragen, met oprechte onderdanigheid.
De wonderlijke Hostie bleef in perfecte conditie door de eeuwen heen tot het jaar 1700, toen bisschop Monseigneur Guerra een klein gedeelte ervan weggaf aan Kardinaal Cybo. Dit gedeelte was omschreven als een stukje ter grote van een kikkererwt. Dit kleine stukje werd geplaatst in een relikwieënschrijn gemaakt door de kardinaal, die de opdracht gegeven had aan de Kerk van de Sancta Maria degli Angeli alle Terme in Rome, waar hij graag begraven had willen worden. Echter, toen de kloosterlingen die deze kerk onderhielden, later werden overgeplaatst, verplaatsten zij de Hostie naar een andere plaats, misschien omdat ze het verzoek van de kardinaal, dat de Hostie daar moest blijven, vergeten waren. Sindsdien is meerdere malen geprobeerd om dit kleine stukje van de Heilige Hostie terug te vinden, maar zonder enig succes.

11. Elizabeth Canori Mora [1774-1825]: Profetieën

Profetie 12

In 1821 zei Onze Heer tegen haar: "Ik zal mijn volk en mijn Kerk hervormen. Ik zal ijverige priesters zenden om mijn geloof te prediken. Ik zal een nieuw apostolaat vormen en de Heilige Geest zenden om de wereld te vernieuwen. Ik zal de religieuze orden hervormen door middel van nieuwe heilige en geleerde hervormers. Zij hebben allemaal de geest van mijn eerbiedwaardige zoon Ignatius van Loyola. Ik zal mijn kerk een nieuwe pastoor bezorgen, die geleerd is, heilig en vervuld van Mijn Geest. Met heilige ijver zal hij Mijn kudde hervormen."

Hij vertelde me vele andere dingen over deze vernieuwing. Veel vorsten zullen de katholieke kerk en de echte katholieken steunen en zij zullen hun scepters en kronen aan de voeten van de Heilige Vader en Plaatsvervanger van Jezus Christus plaatsen. Veel koninkrijken zullen afzien van hun fouten en terugkeren naar de boezem van het katholieke geloof. Hele volkeren zullen zich bekeren en het geloof van Jezus Christus als de ware godsdienst herkennen.

Vertaling: Henk

12. Boodschappen aan Valentina Papagna

Valentina Papagna verhuisde in 1955 van Slovenië naar Australië, na eerder moeilijke tijden tijdens haar kinderjaren. Na de plotse dood van haar man, in 1988, startten haar visoenen en boodschappen van Onze Heer Jezus en Onze Hemelse Moeder. Vanaf die tijd evolueerde ze tot een zeer vrome, Rooms-Katholieke vrouw. Zij krijgt de volledige steun van haar geestelijke begeleider en parochiepriester, Vader Valerian Jenko. Zij wenst haar ervaringen en boodschappen te delen, dit enkel om de mensen te helpen dichter bij God te komen en te groeien in heiligheid naar Jezus' en Maria's wens. Als grootmoeder leidt ze nu een eenvoudig en rustig familieleven. Zij vermijdt elke publiciteit, maar is wel genoodzaakt om de boodschappen die haar worden doorgegeven, openbaar te maken, omdat ze niet enkel voor haarzelf zijn. Voortaan zullen haar boodschappen in dit blog worden vermeld.

Kerstavond 2009

Tijdens de advent heeft de Heer mij dikwijls lichamelijk lijden gegeven. Hij zei heel vriendelijk: "Valentina, Mijn kind, iedereen wenst in de Hemel te zijn voor Kerstmis [De zielen in het Vagevuur werden ongerust en vroegen zich af wie zou worden toegelaten tot de Hemel]." Het lijden werd mij gegeven om de zielen te begeleiden die zouden worden toegelaten.

Vóór Kerstmis had ik grote koorts. Eerst had ik het warm, daarna koud en dan kwam het beven, gepaard met braken en diarree. Onze Heer verscheen aan mij op Kerstavond en zei: "Deze laatste drie en een half uur, met het intense lijden dat ik u gaf, bevrijdt u de zielen uit de diepste, donkerste plaatsen naar een hogere plaats in het Vagevuur."

Ik voelde dat het de zielen waren van hen die gestorven waren in de WTC ramp in New York. Ik was reeds een tijd voor hen aan het bidden.

Onze Heer zei hierop tot mij: "De Hemel is opengegaan, en vele zielen werden onthaald, maar er verblijven er nog veel in het Vagevuur."

"Velen mensen sterven tijdens deze tijden."

Vertaling: Chris De Bodt

13. 15 tips om aandachtig te zijn tijdens de Eucharistie

Ik heb nooit de diagnose gekregen dat ik leed aan ADD [Attention Deficient Disorder] en ik denk echt niet dat ik dat heb. Ik geloof dat mijn kenmerk om twee of drie dingen tegelijkertijd te doen een aangeleerd gedrag is. Ik denk dat in de huidige wereld waar verschillende taken vaak voorkomen we onszelf getraind hebben om daar op verschillende niveaus mee om te gaan en onze geest wordt verveeld en zwerft gemakkelijk rond.Daarom is het dat ik een gesprek met u kan hebben terwijl ik een tekt schrijf naar iemand anders terwijl ik terzelfdertijd denk aan wat ik morgen ga doen. Dus neem eens iemand met die mentaliteit naar de katholieke kerk met standbeelden en schilderijen en bevuilde glazen vensters omgeven met mensen en verwacht jij dan dat die zich zal concentreren op de mis? Het is zelfs slechter als de mis in een hedendaagse kerk vol van doodgewone muren en nieuwe kunst en het is zelfs nog moeilijker om zich te concentreren want gedurende een uur vraagt deze arme mens zich af, Wat in ’s hemelsnaam dachten zij?? Waar is het tabernakel?? Waar zijn de knielbankjes??

Met dat in het achterhoofd, heb ik beslist om 15 manieren te geven om de aandacht tijdens de eucharistieviering te verhogen.


Tip 12

Realiseer je wat er gebeurt als je te communie gaat. Je staat op het punt Jezus Christus in je handen te houden. De schepper van het universum wordt in jouw handen gegeven en jij, het schepsel neemt de schepper tot jezelf.

Vertaling: Henk

14. A.C. Emmerich: Nog dertig profetieën

De zalige A.C. Emmerich was een Augustijner kloosterzuster. Ze werd in Duitsland geboren in 1774 en had een leven vol lijden. Zij droeg de stigmata van de Heer en overleed in het jaar 1824.

Profetie 3

 

12 september 1820. Ik zag een vreemde kerk die tegen elke regels werd gebouwd … er waren geen engelen die toezicht hielden op de bouwwerken. In die kerk kwam er niets van hierboven. Er heerste enkel verdeeldheid en chaos. Het is waarschijnlijk een kerk, bedacht door de mensen, die de laatste geloofsgrillen aanhangen, alsook een nieuwe ketterse kerk in Rome, van dezelfde aard.


Vertaling: Chris De Bodt


03-02-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.3 februari 2010
3 februari 2010

1. 13 mei 2010 of Mattheüs 24:36?

13 mei 2010, Hemelvaartdag. Het is een datum waar reeds enige jaren naar uitgekeken wordt. Het is een hoogdag, een donderdag, het is een datum met een bijzondere betekenis [de aanvang van de verschijningen te Fatima] en deze datum heeft mee dat hij in geen enkele tegenstelling staat tot wat de zienertjes van Garabandal ons hebben medegedeeld over de mogelijke datering van de waarschuwing en het geheim.

Laat ons duidelijk zijn. Dit dient niet om schade toe te brengen aan de verschijning, zoals met wat gebeurd is op 11 april 2002, toen professor Frans Rutten, samen met tweehonderd gelovigen naar Garabandal was getrokken, in de persoonlijke overtuiging dat op die dag het Grote Wonder zou geschieden en er vele genezingen zouden plaatsvinden. Uiteraard kwam dit niet uit. Als professor was het bovendien niet erg slim om te volharden in die overtuiging. Er was geen waarschuwing aan voorafgegaan en ook Conchita Gonzalez had de voorafgaande acht dagen nergens vermeld dat het mirakel zou plaatsvinden. Niettegenstaande dit, mag er wel over geschreven en nagedacht worden. Waarom niet? Maria heeft deze aanwijzingen zelf doorgegeven. En over Maria's woorden mag worden nagedacht.


Garabandal: pijnbomen

Ook in Medjugorje is er een aanwijzing, namelijk de boodschap van de Heilige Moeder 25 augustus 1991: "Lieve kinderen! Vandaag nodig Ik u uit om te bidden, nu zoals nooit hiervoor, nu Mijn plan zich begint te verwezenlijken. satan is sterk en wenst Mijn plannen van vrede en vreugde weg te wissen door u te laten denken dat Mijn Zoon niet standvastig is in Zijn beslissingen. Daarom roep Ik u op, lieve kinderen, om nog beter te bidden en te vasten. Ik roep u op tot negen dagen van zelfverzaking, zodat met uw hulp, alles wat Ik wens te verwezenlijken door de geheimen, die Ik begonnen ben in Fatima, volbracht kan worden. Ik vraag u om nu, lieve kinderen, het belang van Mijn komst en de ernst van de situatie te willen begrijpen. Ik wens alle zielen te redden en ze aan God voor te stellen. Laat ons daarom bidden opdat alles wat Ik begonnen ben zich volledig zou volbrengen. Dank om aan Mijn oproep gehoor te hebben gegeven." 13 mei en Fatima gaan onafscheidelijk hand in hand.

Het is thans bijna 49 jaar geleden dat de verschijningen te Garabandal begonnen. Niemand zou gedacht hebben dat alles zo lang zou uitbijven, maar het is hier al eerder vermeld: profetieën nemen hun tijd en de voorwaarden, opdat de profetieën in vervulling zouden gaan, zijn nog steeds aanwezig.

Deze voorwaarden zijn de volgende
  • Acht dagen voor het Grote Wonder, zal Conchita Gonzalez de datum aankondigen vanop de plaats waar ze zich bevindt. Conchita Keena-Gonzalez is ondertussen verhuisd naar Fatima.
  • Het grote wonder zal plaatsvinden op een donderdagavond om 20.30 uur.
  • Het zal plaatsvinden in de maanden maart, april of mei.
  • Het zal gebeuren tussen de zevende en de zeventiende van één van deze maanden.
  • Het zal geschieden aan de pijnbomen.
  • Het zal samenvallen met een heuglijke en belangrijke gebeurtenis in de kerk, een niet zo uitzonderlijke gebeurtenis, maar tot in 1999, toen Conchita Gonzalez haar laatste openbare interview weggaf, heeft zij steeds beweerd, dat een dergelijke gebeurtenis in de Kerk nog niet was geschied tijdens haar levensjaren. Vanaf toen heeft Conchita Gonzalez geen interviews meer vrijgegeven.
  • Het zal niet geschieden op een feestdag van de Heilige Maagd.
  • Het zal gebeuren op een feestdag van een jonge martelaar van de Heilige Eucharistie.
  • De aanwezige zieken zullen worden genezen.
  • De zondaars zullen zich bekeren en de ooggetuigen zullen geen enkele twijfel hebben dat het teken van God komt, mede doordat het is voorspeld.
  • Het Grote Wonder zal een kwartier aanhouden, waarna er een eeuwigblijvend teken zal achterblijven aan de pijnbomen.
  • Het zal vanaf de omliggende flanken heel duidelijk kunnen worden waargenomen en de omliggende flanken kunnen miljoenen mensen herbergen.
  • Het zal duidelijk waarneembaar zijn aan de hemel.
  • Het zal kunnen worden waargenomen, gefotografeerd, op film vastgelegd, maar men zal het niet kunnen aanraken.
  • Men zal het niet kunnen vernietigen.
  • Elkeen, zonder uitzondering, zal deze Grote Waarschuwing ondergaan.
  • Deze Grote Waarschuwing is een innerlijke belevenis, waarin wij de staat van onze ziel tegenover God de Vader, zullen kunnen waarnemen.
  • De Grote Waarschuwing zal gebeuren op hetzelfde tijdstip over de hele wereld.
  • De Grote Waarschuwing zal geschieden op de datum van een gebeurtenis die begint met de letter "A."
  • De datum van het Grote Wonder is medegedeeld aan Conchita Gonzalez. Zij is strikte geheimhouding opgelegd tot acht dagen voor de datum.
  • De Grote waarschuwing geschiedt binnen het jaar voorafgaand aan het Grote Wonder, maar dit hoeft niet hoofdzakelijk hetzelfde jaar te zijn.
  • Na het Grote Wonder zal het lichaam van Vader Luis Andreu ongeschonden worden teruggevonden.
  • De Paus zal het Grote Wonder kunnen aanschouwen, waar hij zich ook zal bevinden.
  • Er is de driepausen-profetie die aan Conchita Gonzalez is doorgegeven. [zie uitleg verder]
  • Joey Lomangino, de blinde man, zal de eerste zijn die het Mirakel zal aanschouwen. Op die dag zal hij "nieuwe ogen" krijgen.
Ook in Medjugorje is een sprake van een gelijkaardig blijvend Groot Wonder, waarbij eveneens vele genezingen zullen plaatsvinden. Dit Wonder zal geschieden op de Podbrdo, de heuvel der verschijningen, de plaats waar de eerste verschijnijng plaatsvond. Dit zal een moment van grote vreugde zijn voor zij die deze verschijningen als een gift uit de Hemel hebben aanvaard en voor zij die Maria erkennen als Koningin van de Vrede. Het derde geheim zal als vuur zijn, maar geen echt vuur. Het zal zichtbaar zijn voor iedere aanwezige, vanop de heuvels rond Medjugorje. het zal kunnen worden gefotografeerd en vastgelegd op camera, maar men zal het niet kunnen aanraken. Volgens de zieners zal het derde geheim waarneembaar zijn op de grond. In Medjugorje is bijkomend gezegd: Voor hen die nog in leven zullen zijn, zal het een tijd van vreugde en grote genade zijn. Voor hen met een lauw geloof zal het moeilijk zijn om zich nog te bekeren na het eeuwige teken. Vicka geeft in een interview aan Vader Livio van Radio Maria Italia medegedeeld dat Onze Lieve Vrouw, na het blijvende teken, aan één der zieners [wie is nog niet gekend] zal blijven verschijnen. Een echte genade van de Heer, want velen zullen zich enkel nog op Hem kunnen verlaten.

Zal het effectief 13 mei 2010 zijn? Hier is niemand zeker van, zoals er ook niemand zeker van is dat het eeuwige teken van Medjugorje en dat van Garabandal op dezelfde dag zullen geschieden. Het is geweten dat de Paus Benedictus XVI op 13 mei 2010 zal aanwezig zijn in Fatima en dat hij op die datum de hele wereldbevolking zal toespreken, maar ook hier duidt niets op een zekerheid van verband met het Eeuwige Wonder.

Een aantal vragen kan men zich stellen, indien het om 13 mei 2010 zou gaan:

Het Grote Wonder valt samen met een belangrijke en heugelijke gebeurtenis binnnen de Kerk, dat [tot 1999, toen Conchita Gonzalez haar laatste interview heeft weggegeven] nog niet was voorgevallen tijdens haar levensjaren, alhoewel het geen uitzonderlijke gebeurtenis is. Is er een dergelijke gebeurtenis dat er op die datum kan plaatsvinden, want veel tijd blijft er niet meer over? Het antwoord hierop is ja: Er is de zaligverklaring van Paus Johannes Paulus II, waarvan de datum nog niet vastligt. Hoewel er meer en meer stemmen opgaan in de richting van 16 oktober 2010, als datum voor zijn zaligverklaring [de dag van zijn aanstelling als Paus], dient het eveneens te worden gezegd dat Gods wegen ondoorgrondelijk zijn en dat 13 mei alsnog de datum van zijn zaligverklaring zou kunnen zijn, voornamelijk vanwege zijn devotie voor Onze Lieve Vrouw van Fatima en vergeet ook niet dat op 13 mei 1981 de moordaanslag plaatsvond op de Paus, die steeds heeft beweerd dat hij zijn leven te danken had aan Onze Lieve Vrouw van Fatima. 13 mei is een datum verbonden aan Paus Johannes Paulus II.


13 mei 1981, aanslag op de Paus

Indien dit echter zo zijn rest de vraag: Waar zal de zaligverklaring plaatsvinden, vermits de Paus op die dag te Fatima is. Hier zegt Conchita Gonzalez dat de Paus het Grote Wonder zal zien, waar hij zich ook zal bevinden [indien zo, in Fatima dus]. En de zaligverklaring dan? Ook hier is alles mogelijk, maar het meest waarschijnlijke is dat deze dan binnen het Vaticaan zou geschieden, maar niet door de Paus, maar door vooraanstaande kardinalen, samen met een een aantal hoogwaardigheidsbekleders binnen de Kerk van Polen. Let wel. Dit zijn veronderstellingen, maar in principe, zijn ze mogelijk.

Er is de reeds vernoemde profetie over de drie Pausen. Maria heeft aan Conchita Gonzalez medegedeeld, dat er na de dood van Paus Johannes XXIII nog drie Pausen zouden resten. Kan deze mededeling waarheid inhouden, want na Johannes XXIII zijn er reeds drie pausen geweest, Paulus VI, Johannes Paulus I en Johannes Paulus II? Het antwoord hierop is dat deze mededeling waarheid inhoudt, wanneer men ze spreekwoordelijk ontleedt en ze leest als volgt: "na deze drie Pausen zullen de feiten beginnen, dus onder het pontificaat van deze Paus, Benedictus XVI."

Wie is die jonge martelaar van de Eucharistie, want het grote wonder valt samen met de feestdag van een jonge martelaar van de Eucharistie? Hierbij moeten we dan in de eerste plaats denken aan de zalige Imelda Lambertini, die op Hemelvaartsdag 1333, op twaalfjarige leeftijd, op een schier wonderbaarlijke wijze overleed, nadat ze voor de eerste maal de Heilige Communie had ontvangen. Zij is de patrones van de Eerste Communicantjes. Haar lichaam is tot op vandaag ongeschonden waar te nemen in de basiliek van Bologna, Italië. In haar leven speelt Hemelvaartsdag eveneens een belangrijke rol.




Ongeschonden lichaam van de zalige Imelda Lambertini

Zijn er nog dagen vóór 13 mei die beginnen met de letter "A"? Logisch gezien moet men bij Mariaverschijningen hier denken aan een kerkelijke gebeurtenis die begint met een letter A, maar ook dit staat niet vast. Het kan zelfs zijn dat men later aan deze gebeurtenis een naam geeft die begint met een letter A. In principe is hier alles mogelijk. Kerkelijke gebeurtenissen die er nog resten zijn:
  • De vasten: in het Spaans Ayano. De vasten begint dit jaar op 17 februari. Dit houdt in dat de hele periode vanaf Aswoensdag tot Pasen in feite in aanmerking komt.
  • Er is het feest van de Aankondiging van de Heer, ook nog Maria Boodschap genoemd, dat in het Spaans begint met "Annuncio." Dit feest valt op 25 maart.
  • Misschien zijn er nog andere Kerkelijke gebeurtenissen die beginnen met de letter A.
Kan het om de zaligverklaring van Paus Johannes Paulus II gaan? Ja, dit kan. Conchita Gonzalez heeft in haar interviews steeds gezegd dat het om een kerkelijke heugelijke gebeurtenis gaat die niet echt zeldzaam is, maar nog niet in haar leven is voorgevallen. Maar dit is zo tot 1999. U gaat geen enkel interview meer vinden van haar na die datum, waarin zij dit nog herhaalt. Bij mijn weten bestaat er zelfs geen interview meer van Conchita van na 1999. Op 3 september 2001 werden de Pausen Johannes XXIII en Pius X zalig verklaard. Een eventuele zaligverklaring van Johannes Paulus II, zou een enorm heuglijk feit betekenen voor de Kerk, gelet op zijn geliefdheid bij de mensen. Ik denk dat op die dag heel Polen er zal willen bij zijn. Polen, eveneens het land van de Heilige Faustina Kowalska.

Zijn er nog andere tekenen dat alles dichtbij is? Hierop is het antwoord duidelijk ja. Deze zijn hieronder vermeld:
  • de leeftijd van Benedictus XVI [geboren op 16 april 1927].
  • de leeftijd van Joey Lomangino [geboren op 27 juni 1931].
  • De wegen naar Garabandal zijn recentelijk verbreed: de huidige Bisschop van Santander Vincente Zamora is de verschijningen zeer genegen en zegt dat "Onze Lieve Vrouw de wegen voorbereidt voor het Grote Wonder." Ook Aartsbisschop Carlos Sierra van Oviedo, Asturië, is de verschijningen zeer genegen.
  • Het overlijden van Mari-Loli Mazon, de enige persoon aan wie de datum van de Waarschuwing is medegedeeld, op 21 april van vorig jaar, kan een teken zijn die de Heer aanwendt om de mensen voor te bereiden.
  • In Medjugorje heeft Onze Lieve Vrouw aan Vicka reeds over de periode na de geheimen gesproken.
  • Er is het onderstaande fragment, waarin Vader Péter Ljubicic zegt dat hij het gevoel heeft dat "de geheimen niet lang meer kunnen uitblijven."

Wat indien het 13 mei zou zijn
?

Dan wordt het zeker en vast de komende maanden chaos, met een aantal geheimen die binnen een heel korte tijdspanne zullen plaatsvinden, met als hoogtepunt het Grote Wonder op 13 mei 2010.


Joey Lomangino

Kan het 13 mei 2010 niet zijn?

Uiteraard, niemand van ons is God en Gods wegen zijn ondoorgrondbaar. En er is ook nog Mattheüs 24:36: "Niemand weet wanneer die dag en dat moment zullen aanbreken, ook de hemelse engelen en de Zoon niet, alleen de Vader weet het."

We ronden af met de profetie van Judah Ben Samuel, overleden in het jaar 1217

Sommigen dingen kunnen gewoonweg niet worden begrepen door het menselijk verstandelijk vermogen. In 2008 vierde Israël de zestigste verjaardag van de onafhankelijkheid en dit is een hedendaags mirakel. Een volk dat bijna tweeduizend jaar verspreid leefde over de hele wereld, keerde terug naar haar oorspronkelijke thuisland. Op 14 mei 1948 [de vijfde van de Hebreeuwse maand Iyar, 5708], kondigde de Israëlische eerste minister, David Ben-Gurion de onafhankelijkheid af van het land. Dit jaar valt deze dag, volgens de Joodse kalender, op 8 mei. Omdat 8 mei sabbatsdag is, valt de viering twee dagen eerder.

Het feit dat hij een pragmatist was [filosofische leer die het kenmerk van de waarheid ziet in haar praktische toepasselijkheid], weerhield Ben-Gurion er niet van om te geloven in mirakelen. Honend zei hij: "Hij die in geen mirakelen gelooft is geen realist." Voor hem vormde zowel dit geloof in mirakels als het behouden van de zin voor de realiteit geen tegenstelling. Israëls Bijbelse en voor-Bijbelse geschiedenis bevestigen wat Ben-Gurion hier zei, want Israël is inderdaad een land van mirakels.

Zo’n 800 jaar geleden leefde er in Duitsland Rabbi Judah Ben Samuel, een vooraanstaand Talmoedisch geleerde die een voorkeur had voor het mystieke. Alvorens hij in het jaar 1217 stierf, voorspelde hij dat de Ottomaanse Turken Jeruzalem zouden veroveren en over de Heilige Stad zouden heersen voor "acht jubileumjaren." Een Bijbels jubileumjaar bestaat uit vijftig jaren. Vijftig vermenigvuldigd met acht, betekent vierhonderd jaren.

Nadien zouden, volgen Ben Samuel, de Turken uit Jeruzalem worden verdreven en het zou een soort "niemandsland" blijven voor één jubileumjaar, of vijftig jaar. In het tiende jubileumjaar zou Jeruzalem worden teruggeschonken aan de Joden en dan zouden de Messiaanse eindtijden beginnen.

Dit gebeurde driehonderd jaar na de dood van Ben Samuel en hij kon zijn voorspelling niet hebben gebaseerd op gebeurtenissen die konden worden voorzien, maar enkel op basis van zijn studie van de Bijbel.

Volgens Leviticus 25, wordt het volk verenigd met het land, in het jaar van het jubileum. Daarom speelt het jubileumjaar een belangrijke rol in de geschiedenis van Israël. In dit geval vangt het Jubileumjaar aan met het verslaan van de Mamelukken in Jeruzalem door het Ottomaanse Koninkrijk in 1517. Vervolgens regeerden de Turken over Jeruzalem tot de Britse generaal Edmund Allenby hen, precies acht jubileumjaren later, versloeg in 1917.

Hiermee ging de voorspelling van Ben Samuel in vervulling, want tussen 1517 tot 1917 zijn er precies vierhonderd jaren. Daarna was Jeruzalem gedurende vijftig jaren een niemandsland tijdens de dagen van het Britse mandaatgebied [1917 en1947] en de oorlog van 1967, een volgend jubileumjaar.

Tijdens deze zesdaagse oorlog veroverde Israël Jeruzalem van Jordanië en werd de stad opnieuw Israëlisch gebied, na bijna tweeduizend jaar van ballingschap. Vanaf dan begint het aftellen van het Messiaanse tijdperk.

Het waren niet alleen mystici die deze gebeurtenissen hebben voorspeld, maar ook vrijzinnige joden, zoals de journalist en dromer van de Joodse staat, Theodor Herzl. Hij voorspelde op het eerste Zionistische Congres van 1897 in Zwitserland, dat er binnen de vijftig jaar een Joodse staat zou bestaan. Dit gebeurde vijftig jaar na Herlzs voorspelling. In 1947 liep het Britse mandaat ten einde en stemden de Verenigde Naties voor de oprichting van een Joodse staat in Israël.

Volgens deze tijdslijn is het mogelijk dat 2017 of 2018 een beslissend jaar zal zijn voor Israël, omdat het dan zeventig jaar zal zijn sedert de onafhankelijkheid en vijftig jaar sedert de inbezitneming van Jeruzalem.

Al deze getallen hebben een Bijbelse betekenis: het getal vijftig is het getal van eenmaking [bijvoorbeeld tussen Pasen en Pinksteren] en het getal zeventig is, volgens Daniël 9, het getal van de voltooiing. En zo vertegenwoordigen de getallen vijftig en zeventig het begin en het einde. Daartussen bevindt zich het getal zestig, wat ondersteuning betekent. God herinnert er ons aan dat Hij de pijler is die het begin en het einde ondersteunt, zodat alles volgens zijn plan zou verlopen. Dit is Gods tijdstabel voor Israël.

Chris De Bodt

2. A.C. Emmerich: Het bitter lijden van Onze Heer Jezus Christus. [Aflevering 92]

Hoofdstuk 3. Annas en Caïphas

Jezus voor Annas

De beschuldigers haspelden alles door elkaar. Zij traden voor de Heer en slingerden Hem hun dwaze verwijten, met smaadredenen vermengd, in het aangezicht, terwijl de krijgers Hem van hier naar daar duwden en riepen: "Spreek! Antwoord!"

Annas en zijn raadslieden wierpen hoonlachend ophitsende woorden tussen de beschuldigingen, zoals: "Zo, thans krijgen wij de fijne leer te horen, wat antwoordt gij? Dat is het dus, wat in het openbaar onderwezen werd. Het land is er vol van. Kunt gij niets tot uw verdediging inbrengen? Waarom beveelt gij niet, koning? Godsgezant, treed voor de dag met uw opdracht!" Ieder van die gezegden der hooggeplaatsten lokte een stoten, een rukken en schimpen uit van de kant der beulsknechten en omstanders, die het allemaal graag de brutale gerechtsdienaar zouden hebben nagedaan.

Jezus wankelde heen en weer, en vol koude hoon sprak Annas tot Hem: "Wie zijt gij, wat voor een koning en gezant zijt gij? Ik dacht dat gij de zoon waart van een onbekende timmerman, of zijt ge misschien Elias, die in een vurige wagen ten hemel voer? Men zegt dat hij nog leeft, en ook dat Gij uzelf onzichtbaar kunt maken en meer dan eens aldus ontsnapt. Of zijt ge misschien Malachias? Gij liep altijd te pronken met deze profeet, en graag verklaart Gij zijn woorden alsof dat deze betrekking hebben op uw persoon. Er gaat ook zo’n gerucht over hem, dat hij geen vader heeft gehad, dat hij een van Gods engelen was en niet gestorven is ... een schone gelegenheid voor een bedrieger om zich voor hem te laten doorgaan. Spreek en vertel mij, wat soort koning zijt Gij? Dat Gij méér zijt dan Salomon, is nog een van uw praatjes! Welaan, ik wil U niet langer Uw rijkstitels onthouden."

En Annas liet zich thans een reep schrijfpapier brengen, ongeveer driekwart van een el lang en drie vingers breed. Hij legde die reep op een plank die men hem voorhield, en met een rieten pen schreef hij een reeks grote letters, die ieder een beschuldiging tegen de Heer bevatten. Hij rolde het bijeen en stak het in een kleine, uitgeholde kalebas, sloot de kalebas dicht met een tap en hing ze aan een riet. Terwijl hij deze spotscepter liet overreiken, sprak hij vol koude hoon tot Jezus: "Hier hebt ge de Scepter van uw Rijk: hij houdt al uw titels, rechten en waardigheden in. Draag hem naar de hogepriester Caïphas, opdat hij uw Rijk en uw taak zou leren kennen en u zou behandelen volgens uw hoge rang." Tot de beulsknechten klonk het bevel: "Bind zijn handen en brengt Zijne Majesteit vóór de hogepriester!" En zij bonden Jezus de handen kruisgewijze voor de borst, en gebruikten hierbij meteen de boeien om de spotscepter, die Annas’ aanklacht bevatte, derwijze vast te hechten, dat Hij hem niet kon ontvallen. Zo voerden zij dan Onze Heer, onder gelach, gejouw en nieuwe mishandelingen, buiten de hal en naar Caïphas.

3. Biografie Heilige Jean-Marie Vianney [Aflevering 92]

Hoofdstuk 20. Dood van een Heilige

In 1859 was de hitte tijdens de zomer verzengend over geheel Frankrijk en Europa. Het was een oorlogsjaar. Napoleon III had aan keizer Frans Jozef van Oostenrijk de oorlog verklaard. De Franse en de Oostenrijkse legers stonden tegenover elkaar op de vlakten van Lombardije. Magenta en Solférino waren twee grote, maar zeer moorddadige, Franse overwinningen, wat de Zwitser Henri Dunand, die van alles getuige was, ertoe inspireerde om het Rode Kruis op te richten. Het Frankrijk van het Tweede Keizerrijk vocht voor de eenheid van Italië. Politieke tegenstanders als Thiers verklaarden dat het een dwaasheid was van Napoleon III, de dromer. Eenmaal verenigd, wachtte het nieuwe koninkrijk niet om een triple-alliantie te vormen met Oostenrijk-Hongarije en Duitsland. Deze alliantie was gericht tegen Frankrijk en stond onder de leiding van Bismarck om zo een weerwraak van Frankrijk tegen te houden, na hun nederlaag in de Frans-Duitse oorlog van 1870-71. Ondanks alle tegenslagen konden de Fransen opnieuw de gebieden Nice en La Savoie terugwinnen, die ze tijdens het eerste keizerlijke bewind hadden verloren.

In het dorpje Ars was de warmte drukkend en loodzwaar. Men had vastgesteld dat gedurende veertig jaar, hetzij vanaf de komst van de heilige in de parochie, de streek gespaard was gebleven van hagelbuien en andere slechte weersomstandigheden. Ging er zich deze keer een onweer voordoen? Op een morgen viel Jean-Marie van zijn trap toen hij zich naar zijn biechtstoel wou begeven: hij was ten einde krachten. De broeders die hem hielpen, hielden hem een poosje stil en legden hem dan op zijn strozak. Zij maakten het hem wat gerieflijker door er een matras op te leggen, die ontleend was van de burggraaf, zonder dat de heilige protesteerde. Een slecht voorteken!

"Dit is mijn arme einde," zuchtte hij, "ah, wat doet het goed om te sterven als men geleefd heeft op het kruis."

Vertaling: Chris De Bodt

4. Nicky Eltz en Maria Simma: Get us out of here!! [Aflevering 92]

Hoofdstuk 10. Kerkelijke Leer en de Bijbel

Nicky: Het was zeker het langstdurende Concilie, maar om voor een ogenblik terug te komen op de Charismatische Vernieuwing, hebt u enige raad voor zij die betrokken zijn in deze Vernieuwing?
Maria: Ja, ze zouden minder moeten praten en meer moeten bidden en nederig zijn. Sensatie en geloof gaan niet tezamen.

Nicky: Hebben de zielen ooit geantwoord op een vraag die u of iemand anders hen ooit hebben gesteld, waarop er een antwoord kwam dat ver buiten de aanvaarde theologie bleek te liggen?
Maria: Wel, misschien, en hier kijk ik uit naar het antwoord van gereputeerde theologen, als ze er bekommerd voor zijn. Het gebeurde dat iemand mij de vraag stelde of geaborteerde of doodgeboren kinderen, wegens gebrek aan gebeden eerste naar het Voorgeborchte en het Vagevuur, of ogenblikkelijk naar de Hemel gaan? En dit is wat de ziel antwoordde: "Tussen de heel jonge kinderen zijn er ook sommige volwassenen." Hier moet ik toegeven dat ik niet weet wat de omstandigheden zijn die dit zouden toelaten.

Nicky: Betekent dit dat wij en de priesters bij gelegenheid een Mis zouden moeten opdragen en andere gebeden zouden moeten bidden voor de zielen in het Voorgeborchte?
Maria: Ja, het blijkt dat we moeten doen, en opnieuw neemt het erg weinig moeite van onzentwege om hen door Jezus naar de Hemel te laten opstijgen. Eén Mis zou al duidelijk volstaan om een groot aantal van hen tot de beste van alle plaatsen toe te laten.

Bron: Nicky Eltz

Vertaling: Chris De Bodt

5. Film: Saint Peter [17/21]

Simon bar Jona ('Simon, zoon van Jona'), zoals Petrus oorspronkelijk genoemd werd, was een joodse visser aan het Meer van Genezareth. Hij leefde samen met zijn broer Andreas van de visvangst. Simon had samen met Andreas een gewoon leven. Toen Jezus van Nazareth op zoek ging naar leerlingen, vond Hij al gauw Andreas. Jezus sprak tot beiden, op het meer: "Kom achter Mij aan, en Ik zal jullie tot vissers van mensen maken." Petrus antwoordde: "Ga weg van mij, Heer, ik ben een zondig mens!" Jezus wist Simon al gauw te overtuigen, en deze vertrouwde Jezus en liet zijn vissersboot achter. Jezus besloot Simon vanaf dan Kefas te noemen, wat Rots betekent [in het Grieks Petros]. Alhoewel Simon zich nietig voelde bij zijn roeping, zou hij later de Eerste der Apostelen worden genoemd en de eerste plaatsbekleder van Christus worden.

Dit drama uit 2005 staat onder regie van Giulio Base. Acteurs zijn onder meer Omar Shariff, Claudio Knoll, Daniele Pecci, Johannes Brandrup en Milena Miconi.


6. Het Laatste Geheim. Hoofdstuk 22: De kastijding [Aflevering 143]

Over heel het continent waren steden speciale doelen. De zieken werden meedogenloos achtergelaten en werden al gauw lijken die gewoon voor de huizen bleven liggen of opeengestapeld werden. Uiteindelijk werden de lichamen in enorme gemeenschappelijke putten gedumpt, terwijl verwaarloosde gewassen vergingen en het vee ronddoolde. Als uit afschuw vermeden de wolven de doden en in een ziekenhuis in Montpellier stierf bijna elke dokter. In Marseille stierven de 150 Fransciscaners. Op sommige plaatsen stortte de plaag neer als een vuurbal. De historicus Ziegler schreef: "Eén zo’n bal werd gelukkig opgemerkt terwijl hij boven Wenen zweefde en werd uitgedreven door een voorbijgaande bisschop. Hij viel onschadelijk op de grond en er werd een stenen beeld van de Madonna geplaatst om deze unieke overwinning te gedenken..."

Maar zulke overwinningen waren tijdelijk. Er waren veel meer nederlagen. Wenen had al evenveel te lijden als Avignon en heel Europa was het toneel van leegheid: vee zonder herders, weduwen zonder kinderen. In Engeland baande de pest zich langs de kust een weg naar Bristol, en doodde met dezelfde wraakzucht als op het vasteland. Vooral de arme geestelijkheden die zich dapper om de stervenden bekommerden werden getroffen. In 1348 werd het Graafschap Dorset getroffen en op landgoeden in Suffolk en Worcestershire stierf 44 tot 50 procent van de bevolking. Bath en Wells leken tussen november 1348 en 13 mei 1349 hun meest verwoestende periode te ondergaan. Het tekort aan priesters was zo erg dat bisschop Ralph van Shrewsbury een brief uitvaardigde waarin stond dat een stervend persoon zijn of haar laatste Biecht bij een andere leek mocht doen als er geen geestelijke beschikbaar was. Hetzelfde gold voor de Eucharistie, die nu ook kon geleid worden door een diaken als er geen priester in de buurt was.

Bron: Michael Brown

Vertaling: Mario Lossie

7. Onze Lieve Vrouw van Belpasso (Deel 2, Aflevering 52)

Dagboek van Rosario Toscano

Verschijning 26

1 december 1987 [aan de rots van Belpasso]

Ondanks het feit dat de eerste december een werkdag is, zijn er ongeveer een zestigduizend mensen verzameld rond het gebied van Borrello. Het was een heldere dag. Na het gesprek met Onze Lieve Vrouw, las Rosario de boodschap voor. Bijna allemaal zij die van de plaats van de verschijning kwamen waren nog aanwezig om deze te aanhoren. De woorden van de Heilige Maagd waren vervuld van een hoopvolle verwachting van Kerstmis. "Op Kerstmis zal God de Vader bijzondere genaden verlenen aan alle harten die klaar zijn om Hem te ontvangen." Op het einde voegde de Heilige Maagd eraan toe dat ze op een ander tijdstip van de maand zou komen en niet enkel op de eerste januari. Niemand, zelfs Rosario niet, heeft weet van dit tijdstip. Rosario zegt enkel dat, als er boodschappen voor iedereen zijn, hij deze zal te kennen geven.

Boodschap van Onze Lieve Vrouw

Mijn lieve kinderen, Ik hou onmetelijk van u. Ik wens u Mijn vreugde over te brengen. Deel deze met Mij. Jezus zal opnieuw onder u worden geboren. Maar, Mijn kinderen, de Advent is een periode van voorbereiding op Kerstmis. En u, hoe bereidt u zich hierop voor? Maak uzelf los van de materiële dingen, want enkel door dit te doen kunt u de echte betekenis van Kerstmis begrijpen. Laat deze Kerstmis dus anders zijn dan deze van de voorgaande jaren. Ik nodig u uit om Kerstmis voor te bereiden met boete, bidden en daden van liefdadigheid. Deze Kerstmis zal voor u onvergetelijk zijn, maar u moet mij aanhoren en de boodschap die Ik u geef omzetten in de praktijk. U hebt allen nagedacht over de wonderen van Gods liefde. Nu moet u uw keuze praktiseren met het hart.

Rosario: Heilige Maagd, hoe kunnen we weten dat onze keuze Gods wil is?
Maria: Om te weten of uw keuze Gods wil is, moet u veel bidden en veel boete doen en niet in afdwalen. Vertrouw en verlaat u volledig op Hem en op Mijn Onbevlekte Hart. Lieve kinderen, nu u weet dat het vreugdevolle moment nabij is, zou u moeten begrijpen dat u zonder de liefde niets kan bereiken. Heb elkaar dus lief, eerst binnen de familie en dan over de hele wereld, zodat er een werkelijk klimaat van liefde heerst. Tijdens de volgende weken moet u zichzelf wijden aan het gebed binnen uw familie en moet u elkaar leren liefhebben. Geef uzelf over aan God, zoals ik u heb aangeraden en u zult bijzondere gaven en liefdadigheid en bekering bekomen. U zegt dikwijls dat Mijn boodschappen dezelfde zijn en dat ik steeds in herhaling van. Dat is heel triest, Mijn kinderen, want dat betekent dat u niet weet hoe u moet nadenken. Zo kunt u zeggen dat ik steeds blijf vragen naar gebeden en naar het bidden van de Rozenkrans. Niettemin zou u moeten weten dat u zoveel mooier bent wanneer u bidt. Zoals de bloemen al hun schoonheid tonen tijdens de lente, zo bent ook u mooier als u bidt: uw harten openen zich voor de Heer en u wordt Hem meer dierbaar dan voorheen, zoveel dat u de Hemel waardig zult worden. Bereid uzelf ook voor op een goede biecht: maak een nauwgezet onderzoek van het geweten. Probeer werkelijk berouw en een ware spijt over uw zonden te hebben, wees niet hoogmoedig en wees niet beschaamd tegenover uw biechtvader en op het einde zult u sereniteit voelen en zult u vol zijn van vreugde, klaar om Kerstmis te beleven. Als u, zelfs maar één dag voor Kerstmis, geen vrede voelt in uzelf, haast u dan en ga te biechten, zodat de Heer in uw harten kan vinden wat Hij van u verlangt. Dat de priesters zich ertoe mogen verbinden om iedereen te ontvangen. Lieve kinderen, de Heilige Mis is een vreugdevolle ervaring van uw ontmoeting met Jezus. Verwelkom steeds het woord van God, het Evangelie, daar deze tijd ten volle moet worden beleefd. Laat het steeds in uw gedachten zijn, laat het uw woord zijn, maar laat het boven alles geschreven staan in uw harten.

Rosario: Heilige Maagd, wenst u nog iets van ons?
Maria: Neen, niets anders. Ik vraag u enkel om van de dag van vreugde voor Mij niet de droevigste dag te maken, omwille van uw zonden. Op Kerstmis verleent de Vader bijzondere genaden aan allen die open zijn van hart. Ondertussen zal Mijn Onbevlekte Hart uw vooruitgang volgen. Ik zegen u in de naam van de Heiligie Drievuldigheid: de Vader in uw gedachten, de Zoon in uw harten en de Heilige Geest in uw zielen ... nu moet Ik gaan.

Rosario: Heilige Maagd, zult U blijven komen?
Maria: Ik zal blijven komen.

Rosario: En wanneer zult U opnieuw komen?
Maria: Ik zal niet enkel op de eerste dag van de volgende maand komen, maar als de Heer het Mij toelaat, kom ik ook nog op een ander tijdstip tijdens deze maand.

Vertaling: Chris De Bodt

8. Taizé: Frère Roger Schutz, biografie [Aflevering 49]

Hoofdstuk 2: Ontstaan van een gemeenschap

In ballingschap

Tot in oktober 1944 moest Roger Schutz in Genève blijven, twee jaar die hij als een ‘ballingschap’ aanvoelde. De pasgeboren ‘Gemeenschap van Cluny’ scheen gebroken. Nochtans zullen die jaren in Genève niet nutteloos blijken. Roger Schutz beëindigde zijn eindschrift licentiaat theologie en de Grote Gemeenschap beleefde meer regelmatige activiteiten. Naast de samenkomsten voor gebed en discussie op vaste tijdstippen was er een jaarlijks symposium rond een vooraf bepaald thema en openbaar toegankelijk.

Roger wou ook dat de reguliere Gemeenschap, nauwelijks opgestart in Taizé, bleef bestaan. In de winter van 1942 kwam er een student theologie als vierde lid bij: Daniel de Montmollin. Wanneer het mogelijk was begonnen de vier een eerste vorm van gemeenschapsleven te leiden in een deel van het grote appartement in de rue du Puits-Saint-Pierre. In een zelfde mantel gehuld [een schoudermantel met kap], gingen ze om 7 uur naar de kathedraal voor het morgengebed, waarvoor ze het anglicaans Prayer Book gebruikten. Geneviève speelde orgel. Dikwijls vervoegden jongelui hen voor ze naar hun werk vertrokken. Ze hielden zich niet in de middenbeuk, die koud en streng leek, maar in een kleine zijkapel rechts van de ingang. Deze kapel, aan de Maccabeeën gewijd en in de XVe eeuw opgetrokken in flamboyante gotiek, was voorzien van een orgel, rijke glasramen en prachtige houten lambriseringen. Met het appartement van Puits-Saint-Pierre was het een van de pleisterplekken van de groeiende gemeenschap.

De Zusters van Grandchamp sloten hun huis voor de twee wintermaanden, verbleven in Genève en liepen cursus aan de faculteit theologie. Een onder hen heeft verteld hoe dicht ze op spiritueel vlak bij de clunisiens stonden: "Als we in Genève wonen, gaan we om 7 uur naar de Sint-Pieterskathedraal voor het gebed van de Broeders. De portier houdt zich lichtjes op de vlakte: Die jongemannen in lange mantel met kap en die neerknielen om te bidden vindt hij maar niets! [...] Soms komen ze ’s avonds met ons bidden in onze kleine bidruimte, we zingen dikwijls samen de psalm ‘O, wat is het mooi de Heer te loven’ of een ander kerklied uit het romaans psalmboek. Soms eten we samen of worden we bij hen uitgenodigd. Het is de vreugdevolle eenvoud van het gezamenlijk gebed."

De priesterraad van de kathedraal was bezorgd om die losse groep waaronder niemand dominee was. In december 1942 vroeg de Raad aan de uitvoerende Commissie van de nationale Kerk in Genève of de ‘Gemeenschap van Cluny’ moest beschouwd worden als ‘een groep hervormde protestanten of als een sekte’. De Vereniging van dominees antwoordde dat er nog geen definitieve uitspraak was over de aard van de groep met de aanbeveling de jongeren verder te laten bidden in de kathedraal gedurende één jaar. De Vereniging van dominees wenste dat de jonge gemeenschap de naam Cluny wegliet, maar vond het niet gepast ‘jongeren te ontmoedigen die zich beroepen op onze traditie en duidelijk verlangen naar vooruitgang en bevestiging’.

De ‘clunisiens’ hadden een engelbewaarder in Saint-Pierre met Jean de Saussure die hun ‘geestelijke raadsman’ was en een van de weinige dominees in Genève die hen gunstig gezind was. Later was hij ook aalmoezenier van de Gemeenschap van Grandchamp. In 1949 werd zijn zoon Eric Broeder in Taizé.

Vertaling: Broeder Joseph

9. Jezus' tijdgenoten [aflevering 21]

Woordenboek: Letter A

Agrippa II [vervolg]

Bij het begin van de opstand tegen Rome in 66 na J.C. staat Agrippa aan de zijde van de Joden die verlangden naar vrede. Daar de oorlogshonden wonnen gedroeg Agrippa zich later als vriend van Rome. Na enkele eerste mislukkingen bezetten de Romeinen Galilea in 67. Agrippa ontving Vespasianus, hun opperbevelhebber, met open armen in Caesarea Filippi. In 68, na de zelfmoord van Nero, ging Agrippa naar Rome in gezelschap van Titus, zoon van Vespasianus. Toen de Oosterse Romeinse legioenen Vespasianus als keizer uitriepen in de zomer van 69 riep Berenice Agrippa terug naar Palestina.

Tijdens het laatste oorlogsjaar en het beleg van Jeruzalem was Agrippa de trouwe metgezel van Titus. Zijn onvoorwaardelijke steun aan het belang van Rome werd bekroond met het toewijzen van nieuwe gebieden in het noorden van Libanon. Tijdens een verblijf met zijn zus in Rome in 75 na J.C. werd Agrippa verheven tot pretor. Berenice bleef de maîtresse van Titus tot op de dag dat de keizer, onder druk, haar moest wegzenden. Agrippa stierf ofwel in het derde jaar van het bewind van Trajanus (in 100 na J.C.) of, meer waarschijnlijk rond 92/93 na J.C.

Agrippa II stond in contact met Flavius Josephus, naar wie hij tweeënzestig brieven zond. Twee daarvan, waarin hij hem feliciteert voor zijn verhaal over de Jodenoorlog, worden door de historicus aangehaald: "Het lijkt me dat je met veel meer zorg en juistheid hebt geschreven dan alle anderen die dit onderwerp behandelden. Zend me de overblijvende boeken." Het is niet geweten of Agrippa de boeken kreeg die hem ontbraken. In feite, bij het lezen van Tegen Apion (I, 51) leert men dat Flavius Josephus een exemplaar van zijn werk verkocht heeft aan de meest te bewonderen koning Agrippa.

Een tafereel uit de Akten der Apostelen brengt Agrippa en Berenice in contact met Sint Paulus in Caesarea. Inderdaad had de nieuwe procurator Festus aan Agrippa gevraagd hem in te lichten over de inhoud van het conflict tussen Paulus en de Romeinse autoriteiten. Agrippa aanvaarde om Paulus te verhoren die zijn zaak voor hen bepleitte. Op het einde zei Festus grappig aan Paulus dat hij de kluts kwijt was. Paulus daagde Agrippa uit door hem te vragen of hij in de profeten geloofde. De koning ging daar niet op in en beperkte zich tot een ironische opmerking: "Binnenkort ga je me nog overtuigen christen te worden!" Agrippa kennende was die niet tot bekeren bereid. In hun ironische beleefdheid gehuld tonen deze woorden aan dat Agrippa een einde wilde maken aan de oneindige retoriek van Paulus.

Vertaling: Broeder Joseph

10. Eucharistische Mirakelen [Aflevering 21]

Het wonder van Alatri, Duitsland [1228]

Er wordt beweerd dat onder de mensen die de priester begeleidde er eentje was die ze miste, de vrouw die de suggestie aan de jonge vrouw had gegeven. Deze vrouw bevestigde later dat toen ze het hoorde over het wonder ze zich had opgesloten in haar huis en haar verdediging voorbereidde. Ze besloot om te verklaren, naast andere dingen dat ze een goed en eerlijk persoon was die gebeden opzei, dat de jonge vrouw een leugenaarster was die haar vals beschuldigde. Toen ze tevreden was met haar verdediging voelde ze zich beter en toen de boodschapper kwam met een uitnodiging van de bisschop ging ze ook met hem mee. Toen ze zag dat de menigte haar niet vijandig was, voelde ze nieuwe sentimenten, en besloot ze zich voor de voeten van de bisschop neer te werpen en om vergeving te vragen.

Ondertussen was in de kathedraal de Hostie geplaatst op het altaar tussen kaarsen en bloemen. De rij mensen die dichterbij kwamen om het Wonder te zien leek eindeloos. De volgende dag toonden de mensen uit nabij gelegen gebieden ook interesse. Tijdens dit alles was bisschop Giovanni van Altari bijna constant in gesprek met kerkelijke of burgerlijke mensen die hem over dit wonder wilde onderhouden.

Terwijl iedereen het er mee eens was dat een grote Heiligschennis had plaats gevonden wisten ze niet welke zware en toonaangevende straf ten deel moest vallen aan de twee vrouwen. Een brief werd toen opgesteld door bisschop Giovanni en geadresseerd aan de Hoogste Pontifex, Gregorius IX, waarin kort de heiligschennis werd omschreven, alsmede het wonder dat daaruit volgde. De Heilige Vader werd gevraagd welke straf de vrouwen moesten ondergaan, die schuld hadden bekend en in berouw waren. Na zorgvuldig de zegels en handtekeningen van de Bisschop en zijn verwanten te hebben aangebracht werd de brief verstuurd naar Rome door een koerier.

12. Elizabeth Canori Mora [1774-1825]: Profetieën

Profetie 11

Het Groot Herstel begint.

Toch zullen allen niet eindigen in deze dood en vernietiging. Na deze zuiverende straffen, zag ze de H. Petrus op een majestueuze pauselijke troon terug keren, samen met de H. Paulus, die in de wereld de duivels vastketende en ze bracht voor de H. Petrus, die ze terug naar de donkere spelonken bracht vanwaar ze gekomen waren. Dan kwam er een mooie gloed over de aarde, om de verzoening van God met de mensheid aan te kondigen.

De kleine kudde gelovige katholieken die toevlucht hadden genomen onder de bomen zullen worden voorgeleid bij H. Petrus, die zal kiezen voor een nieuwe paus. De volledige kerk zal worden herschikt volgens de ware regels van het heilig Evangelie. De religieuze orden zullen worden hersteld en de huizen van christenen zullen huizen worden die doordrenkt zijn van religie.

Zo groot zal de vurigheid en ijver voor de glorie van God zijn dat alles de liefde van God en de naaste zal bevorderen. De triomf, glorie en eer van de katholieke kerk zullen worden vastgesteld in een handomdraai. Ze zal geprezen, vereerd en gewaardeerd worden door iedereen. Alles zal zich verplaatsen om Haar te volgen, en iedereen zal de paus als Plaatsvervanger van Christus herkennen.

Vertaling: Henk

13. Boodschappen aan Valentina Papagna

Valentina Papagna verhuisde in 1955 van Slovenië naar Australië, na eerder moeilijke tijden tijdens haar kinderjaren. Na de plotse dood van haar man, in 1988, startten haar visoenen en boodschappen van Onze Heer Jezus en Onze Hemelse Moeder. Vanaf die tijd evolueerde ze tot een zeer vrome, Rooms-Katholieke vrouw. Zij krijgt de volledige steun van haar geestelijke begeleider en parochiepriester, Vader Valerian Jenko. Zij wenst haar ervaringen en boodschappen te delen, dit enkel om de mensen te helpen dichter bij God te komen en te groeien in heiligheid naar Jezus' en Maria's wens. Als grootmoeder leidt ze nu een eenvoudig en rustig familieleven. Zij vermijdt elke publiciteit, maar is wel genoodzaakt om de boodschappen die haar worden doorgegeven, openbaar te maken, omdat ze niet enkel voor haarzelf zijn. Voortaan zullen haar boodschappen in dit blog worden vermeld.

2 december 2009

Nadat ik de Heilige Communie had ontvangen, sprak Jezus tot mij: "Mijn kinderen, terwijl u zich voorbereidt en dichter bij Kerstmis komt, wanneer uw Redder tot u komt, smeek Ik u om heel eenvoudig en nederig te zijn. Laat u niet door het materiële en de wereldse goederen, die u worden aangeboden, in beslag nemen. Wees eenvoudig zoals Ik was. Ik kwam neer uit de Hemel om u en alle arme mensen te redden. Elk jaar komt ik bij u zodat u uw geloof kunt vernieuwen en opnieuw hoop hebt in uw leven."

Vertaling: Chris De Bodt

14. 15 tips om aandachtig te zijn tijdens de Eucharistie

Ik heb nooit de diagnose gekregen dat ik leed aan ADD [Attention Deficient Disorder] en ik denk echt niet dat ik dat heb. Ik geloof dat mijn kenmerk om twee of drie dingen tegelijkertijd te doen een aangeleerd gedrag is. Ik denk dat in de huidige wereld waar verschillende taken vaak voorkomen we onszelf getraind hebben om daar op verschillende niveaus mee om te gaan en onze geest wordt verveeld en zwerft gemakkelijk rond.Daarom is het dat ik een gesprek met u kan hebben terwijl ik een tekt schrijf naar iemand anders terwijl ik terzelfdertijd denk aan wat ik morgen ga doen. Dus neem eens iemand met die mentaliteit naar de katholieke kerk met standbeelden en schilderijen en bevuilde glazen vensters omgeven met mensen en verwacht jij dan dat die zich zal concentreren op de mis? Het is zelfs slechter als de mis in een hedendaagse kerk vol van doodgewone muren en nieuwe kunst en het is zelfs nog moeilijker om zich te concentreren want gedurende een uur vraagt deze arme mens zich af, Wat in ’s hemelsnaam dachten zij?? Waar is het tabernakel?? Waar zijn de knielbankjes??

Met dat in het achterhoofd, heb ik beslist om 15 manieren te geven om de aandacht tijdens de eucharistieviering te verhogen.


Tip 11

Apprecieer wat er gebeurt met je spiritualiteit. Ok, ok, je bevindt je in de kerk en je bent wellicht omgeven door vrienden en familieleden maar op spiritueel gebied is er meer aan de hand. De mis is een éénwording van de Hemel met de aarde. Je bent in de Hemel terwijl je in de mis aanwezig bent. Het betekent meer dan dat je daar bent met de kinderen en je vrouw. Er is daar een grote menigte van heiligen aanwezig met jou. Jouw dierbaren die gestorven zijn, zijn daar met jou. Zelfs meer dan dat jij bent werkelijk één met de universele kerk en je bent daar met de kerk van het dorp als met de kerk van de andere kant van de wereld.

Vertaling: Henk

15. A.C. Emmerich: Nog dertig profetieën

De zalige A.C. Emmerich was een Augustijner kloosterzuster. Ze werd in Duitsland geboren in 1774 en had een leven vol lijden. Zij droeg de stigmata van de Heer en overleed in het jaar 1824.

Profetie 2

Opnieuw zag ik de Kerk van Petrus aan het wankelen gebracht door een plan dat was bedacht door een geheime sekte, terwijl hevige stormen schade toebrachten. Maar ik zag ook dat er hulp kwam wanneer de ellende op haar hoogtepunt was. Ik zag de Heilige Maagd opstijgen uit de Kerk en er Haar mantel over spreiden. Ik zag een Paus die plots heel vriendelijk en standvastig werd ... Ik zag een grote hernieuwing en de Kerk reikte hoog tot de hemel.

Vertaling: Chris De Bodt

16. Kat voorspelde reeds de dood van vijftig bejaarden

Een kat heeft in een Amerikaans rusthuis al vijftig overlijdens van bewoners voorspeld. In hun laatste uren ging 'Oscar' zich naast de bejaarden nestelen. Dokter David Dosa schreef een boek over het bizarre fenomeen.

De vijfjarige kat werd geadopteerd door een instelling in Rhode Island die gespecialiseerd is in patiënten met dementie. In 2007 schreef Dosa voor het eerst over de gave van Oscar. Sindsdien bleef de kat de overlijdens correct voorspellen.


Oscar, de bijzondere kat

Normaal doolt de kat door te gangen van het rusthuis, zonder veel contact te zoeken met de bewoners. Behalve als er iemand op sterven ligt, dan krabt het dier zelfs aan de deur om binnen te mogen.

Het gebeurde al dat verplegers Oscar in bed plaatsten bij een patiënt waarvan ze dachten dat hij stervende was, maar de kat op een ander bed ging liggen. Uiteindelijk bleek het oordeel van de kat correct. Die avond was het de tweede patiënt die stierf, de eerste bleef nog twee dagen leven.

Inmiddels is iedereen zo overtuigd van de gave van Oscar, dat de familie wordt verwittigd als de poes opnieuw op een bed springt en zich uitstrekt naast de bejaarde.





Foto




Weetjes over Medjugorje

Geografie

Kroatië

Bosnië en Herzegovina

Godsdienst

Wetenschap

Portret van de zieners

Maria's uiterlijk

De 5 pijlers van het geloof

Vragen en antwoorden

Standpunt van het Vaticaan

Ratzinger bezocht ooit Medjugorje "incognito"

1e onderzoekscommissie

2e onderzoekscommissie

3e onderzoekscommissie

4e onderzoekscommissie

De kwestie Herzegovina 1

De kwestie Herzegovina 2

De kwestie Herzegovina 3

Profetieën nemen hun tijd

Mirjana meer en meer op de voorgrond

Bestemming van de ziel

De Podbrdo [Verschijningsberg]

De Krizevac [Kruisberg]

Het Votiefkruis

Parochiekerk Jacobus de Meerdere

Uitbreiding biechtgelegenheid

Kapel der Twee Harten

Oasi delle Pace

Verrezen Christus

Cumunità Cenacolo

Mother's Village

Vr. Slavko Barbaric

Vr. Jozo Zovko

Vr. Pétar Ljubicic

Ratko Perics toorn

Heeft Zanic Medjugorje verraden?

Vr. Amorthe betreurt apathie

Siroki Brijeg

Retraîtekasteel

Zr. Emmanuel Maillard

Ivans gebedsgroep

Nedjo Brecic

Christoph Schönborn

St. Stephansdom, Wenen 2012

Scalambra & Casale Monferetto

Madonna van Civitavecchia

Little Audrey Santo

Maria's verjaardag

Medjugorje en Moederdag

De IIPG [1]

De IIPG [2]

De IIPG [3]

De IIPG [4]

De IIPG [5]

De weide van Gumno

De priester die verdween

Nieuwe taksen op logies

Mirakel van de Maan

Documentaire 1983

BBC Documentaire 2010

Documentaire Mary TV

The Miracle of Medjugorje


Interviews Medjugorje

Mirjana Dragicevic [2008]

Mirjana Dragicevic [1998]

Mirjana Dragicevic [1983]

Mirjana Dragicevic [1989]

Mirjana Dragicevic [1]

Mirjana Dragicevic [2]

Mirjana Dragicevic [2009]

Vicka Ivankovic [2008]

Vicka Ivankovic [1983]

Vicka Ivankovic [2007]

Vicka Ivankovic [1988]

Vicka Ivankovic

Ivan Dragicevic [2003]

Ivan Dragicevic [2004]

Ivan Dragicevic

Ivanka Ivankovic [1983]

Ivanka Ivankovic [1989]

Ivanka Ivankovic

Pétar Ljubicic [2004]

Pétar Ljubicic [2006]

Pétar Ljubicic [2008]

Slavko Barbaric [1987]

Gabriele Amorth [2002]

Jakov Colo

Jakov Colo

Jakov Colo [2007]

Marija Pavlovic [2008]

Marija Pavlovic [1989]

Marinko en Dragico Ivankovic [1983]

Damir Coric [1983]

Marica Kvesic [1983]

John en Andja Setka [1983]

Jelena Vasilj [2002]

Jelena Vasilj en
Marijana Vasilj [1]

Jelena Vasilj en
Marijana Vasilj [1]

Zlatko Zudac [1999]

Bisschop Hnilica [2004]





Overige Weetjes

Bestemming van de Ziel

Theresia van Lisieux
over het Vagevuur

Maria Simma

De invloedrijkste vrouw

Engelen

Twaalf stappen voor een gelukkig heengaan

Twaalf fabels over het Katholieke geloof

Pater Pio en Karol Woijtyla

San Nicolàs de los Arroyos

La Madonna del Ghisallo

O.L.V. Van den Oudenberg

Fatima:
Reeds eeuwen Mirakels

Jacinto Marto uit Fatima
door Fr. Robert J. Fox

Profetieën nemen hun tijd

Jacinto Marto uit Fatima
door Zr. Lucia Dos Santos

Ingrid Betancourt

Dikwijls gewichtige feiten
nà verschijningen

satans opzet

De Graal van Valencia

Notre-Dâme du Laus

Kibeho, Rwanda

Esther en Mordechai

Monte Cassino

Gods adres

Jezus' geboortekerk [1]

Jezus' geboortekerk [2]

De Komeet Lulin

De Komeet Elenin

De Komeet Honda

Samuel Alexander Armas

De Geur van Regen

Jaar van de Priesters

Dr. Gloria Polo's terugkeer

Ian McCormack: Een blik
in de eeuwigheid

Middel tegen komende pandemie

Kim Phuc

Michael Anderson

Zeven kenmerken
van een goede vader

O.L.V. van Las Lajas

Vaders Liefdesbrief

O.L.V. van Ocatlàn

Elena Desserich

Rom Houben

Overlijden Mari-Loli Mazon

Advent

Gered door een engel?

Kerst in de loopgraven

Mgr. Peter Savelbergh

Ontdekking v/d sarcofaag v/d H. Philomena

De Heilige Mis

Petrus Lombardus

Oscar, de kat

Tieners, geef hen nooit op!

Ontdekking te Nazareth

Efeze: Maria's Huis

Wonderdadige Medaille

De rivier Kwai

De Exodus

Valentino Mora

Het vijfde Maria Dogma

Elizabeth Kindelmann

H. Louis de Montfort

H. Clelia Barbieri's
miraculeuze stem

Steven en Djaingo

Het wonder van San José

Aalst, België's 9/11

Het getal 11

Maria en het getal 101

Sterven op 33

Is dit St. Jozef's graf?

Het Kerstverhaal
en Koning Herodes

De Kardinale Climax

Winterzonnewende 2010

En de maan werd rood

Schoonheid van Wijwater

De dag die ontbrak

Het celibaat

De vierde ruiter van de Apocalyps

De maagdelijke geboorte

Jordanië claimt oudste christelijke vondst

Colton Burpo versus Stephen Hawking

H. Gelaat van Manoppello

Padre Pio: under investigation

Grace

Michael Browns retreat

7 niveau's van het liegen

De dood van Sint Jozef

De dood van Maria

Betekenis van Maria's naam

Het Aramees in opmars

De Bosnische pyramiden

Brugge, het Jeruzalem van het Noorden

Wonder te Skopje


Diverse Profetieën
Miscellanous Prophecies

Profetieën nemen hun tijd

Is dit de tijd waarover ze spraken?

Garabandal [1961-65]

Israël en Bijbelse Profetie

Pinksterprofetieën 1975

Quito [17de eeuw]

Kenmerken v/d antichrist

A.C. Emmerich [1]

A.C. Emmerich [2]

De Kremna Profetieën

Hildegard van Bingen

Belpasso [1986-88]

2 Noorse profetieën

La Salette [1846]

Anna Maria Taigi

Diversen

Heilige Mechtildis

Non van Tours

Heilige Nilus

Bernardine Von Busto

Non van Bellay

Kloosterling Hilarion

Don Giovanni Bosco

Elizabeth Canori Mora

Judah Ben Samuel

Jeanne Le Royer

Giacchino di Fiore

Bartholomeüs Holzhauser

Madeleine Porsat

De profeet Daniël

Kibeho, Rwanda

Ida Peerdeman

H. Ireneüs van Lyon

Methodius van Olympus

H. Hippolytus van Rome

Firmanus Lactantius

De Berkenboomprofetieën

Dr. Arnold Fruchtenbaum

H. Ephraïm de Syriër

H. Cesarius van Arles

Columba van Ierland

Elena Aiello

Beda, de eerbiedwaardige

Odilia van de Elzas

Johannes Damascenus

Adso, de Monnik

Anselmus van Canterbury

H. Vincent Ferrer

Joachim van Fiore

Johannes Friede

Thomas van Aquino

John of the Cleft Rock

Franciscus van Paola

H. Birgitta van Zweden

Robertus Ballarminus

Dionysus van Luxemburg




















Het Laatste Geheim

1. Een enorm mysterie

2. Sterk en zedig

3. Dagen van duisternis

4. Moeder van de Heer

5. Boven de zon

6. Gog en Magog?

7. Door de straten van de stad

8. Vanop de hoogste bergen

9. Kleine geheimen

10. Klokslag twaalf

11. Lichten, geluiden, graven

12. De klokken luiden

13. Donderslag in de verte

14. Geheime aanwezigheid

15. Vuurzuil

16. Geheimen van de Rozenkrans

17. Het voorteken

18. De zeven

19. Het voorgevoel

20. Signalen en vloeken

21. Afschuwelijke wonderen

22. De kastijding

23. Naschok

24. Waar duivels beefden

25. Geheime Martelaren

26. Geheim van de gehoorzaamheid

27. Geheim van het vertrouwen

28. Ik wacht op u

29. De geest van opstand

30. Genade en rechtvaardigheid

31. De Profetie

32. Voorbij de grenzen
van de kennis

33. Geheimen in
Amerika en Europa

34. Geboren in de hel

35. Cathérina's geheim

36. Geleende tijd

37. Ik zal uw Moeder zijn

38. Het grote Teken

39. Koningin van de Eeuwigheid











Thomas à Kempis
De navolging van Christus

Boek 1.1

Boek 1.2

Boek 2

Boek 3.1

Boek 3.2

Boek 3.3

Boek 4.1

Boek 4.2



Novenen

Maria Onbevlekte Ontvangenis

OLV van Lourdes

OLV Van Fatima

OLV Van Banneux

OLV van de Berg Carmel

OLV Hemelvaart

H. Maagd van de Wonderdadige Medaille

Maria Lichtmis

Don Bosco

Maria Boodschap

Sint Jozef

Heilige Familie

Goddelijke Barmhartigheid

Heilige Geest

Kindje Jezus

Engelbewaarder

Aartsengel Michaël

Aartsengel Gabriël

Franciscus van Assisi

Antonius van Padua

Pater Pio

Heilige Benedictus

Heilig Hart van Jezus

Heilige Rita

Sint Valentijn

OLV van Altijddurende Bijstand

Jean Marie Vianney

Theresia van Lisieux

Maria, die de knopen ontwart

OLV van de Bezoeking

Zielen in het Vagevuur

Kracht van het Kruis
tegen het kwade

H. Gelaat van Jezus

Hart van Jezus en Maria

Kindje Jezus van Praag

OLV van Genezing

Miraculeuze Maagd

Pater Damiaan

Heilige Anna

H. Maria Goretti

Heilige Peregrinus

Heilige Expeditus

Sint Joris

H. Margareta van Cordoba



Films

Padre Pio

The Miracle of Our Lady of Fatima

The 13th Day

Het Lied van Bernadette

One Night with the King

Faustina

Docu: Faustina Kowalska

Docu: Mariaverschijningen

Docu: OLV van Guadalupe

Vincentius a Paolo

Sint Paulus

Sint Petrus

Docu: Pater Damiaan

Passion de Jeanne d'Arc

Story of Father Damien

Docu: Garabandal

Exorcism of Emily Rose

The Nativity Story

Don Johannes Bosco

The Passion of The Christ

King David

Romero

Jean de Florette

Manon des Sources

Abraham

Mozes

Solomon

Jacob

Francesco

A man for all seasons

The Apocalypse

Docu: H. Maria Goretti

Docu: The birth of Israël

Docu: The six-day war

Docu: Ghosts of Rwanda

Becket

Gospel of Luke

Gospel of Matthew

Gospel of John

Acts

Unsolved mysteries

Joseph

Samson and Delilah

H. Rita van Cascia

Thérèse de Lisieux

Isaak, Jacob & Esau

Fray Martin de Porres

Lourdes [2000]

Clara & Francisco

Maria Goretti

Mother Theresa




Astronomische verschijnselen

28/11/2011



Blog tegen de wet? Klik hier.
Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs

 

Real Time Web Analytics

Page Content

Page Content