Interview met de ouders van Danijel Setka door Vader Svetozar Kraljevic [3 april 1983]
Danijel Setka werd gezond en wel geboren in het hospitaal te Mostar op 21 september 1978. Het was het derde kind van John en Andja Setka. Toen hij vier dagen oud was, werd Danijel ernstig ziek en spoedden ze zich naar het kinderhospitaal van Mostar. Op Pasen 1983 [3 april] bezocht ik de ouders thuis in Mrkodol, nabij Mostar en praatte met hen over Danijels ziekte en het ogenblik waarop zijn gesteldheid plots beter begon te worden, nadat zij op bedevaart naar Medjugorje waren gegaan en via de kinderen de Heilige Maagd vroegen om help.
Vr. Svetozar: John, vertel me over de Danjiels gezondheidstoestand bij zijn geboorte en de daaropvolgende dagen. John: Zijn geboorte was volledig normaal, maar vier dagen later merkten de verpleegsters op dat het kind stijf en blauw werd en stuiptrekkingen kreeg. Niemand kon zeggen wat er gebeurde. Hij werd naar het Kinderhospitaal gestuurd en de dokter weigerde bijna om hem toe te laten. In feite weigerde hij eerst. Hij zei: "Wat kunnen wij doen voor een dood kind?"
Vr. Svetozar: Werd zijn gezondheid dan beter of slechter? John: Hij verbleef een maand in het hospitaal van Mostar en daarna brachten we hem naar huis om te worden gedoopt. Daarop gingen we van de ene kliniek naar de andere en van de ene dokterspraktijk naar de andere, om de oorzaak van zijn ziekte te vinden. Niemand van de vele dokters die we hebben geraadpleegd kon hem helpen. Dan namen we hem mee naar West Duitsland, waar ik werk, en daar verbleef hij gedurende een maand. Tijdens deze maand kreeg hij medische behandeling, maar geen oefeningen.
Vr. Svetozar: Wat zeiden de dokters over zijn toestand? John: Een soort verlamming, kinderverlamming. Ik weet niet precies wat.
Vr. Svetozar: Wat deed u daarna? John: Er was niets wat ik niet zou gedaan hebben voor mijn zoon. Zelfs Amerika was niet te ver om er heen te gaan, als ik dacht dat hij daar zou kunnen geholpen worden. We gingen reeds voor zijn geboorte op bedevaart naar de vereringsplaatsen van de Heilige Johannes en de Heilige Rotko. Toen ik hoorde van de verschijningen van de Madonna in Medjugorje, gingen we allen, John inbegrepen, daarheen. Onmiddellijk!
Vr. Svetozar: Andja, Wat gebeurde er toen u naar Medjugorje ging? Andja: Toen we de eerste keer gingen, op een zondag, vroeg John aan de zes kinderen om aan de Madonna te vragen om onze zoon te helpen. Ze beloofden mij dat ze het Haar zouden vragen en de volgende dag vroegen ze ons om 's anderendaags terug te keren omdat er reeds teveel verzoeken waren voor die dag. En zo beklommen we de volgende dag opnieuw de berg. Dan, volgens wat Jakov vertelt, zei de Madonna dat wij, de ouders, vurig moesten geloven, en indien zo, zou Danijel genezen.
Vr. Svetozar: Ik begrijp, John, dat u onderweg naar Medjugorje, stopte aan een restaurant. Wat gebeurde er in dat restaurant? John: Danijel kon niet praten, noch stappen, maar op de een of andere manier werd hij krachtiger nadat wij de plaats hadden bezocht waar Maria was verschenen. Opeens, toen we in het restaurant aan tafel zaten, hield Danijel zijn hand omhoog, sloeg op de tafel en zei: "Geef mij te drinken." Mijn moeder en mijn vrouw waren daar en zagen het en ook de andere mensen in het restaurant. Onmiddellijk schreeuwde ik het uit: "Dit is een genezing!"
Vr. Svetozar: Andja, u was de hele tijd bij Danijel, elk moment van uw leven. Wat was zijn toestand toen u hem voor de eerste keer naar Medjugorje bracht en hoe veranderde zijn toestand daarna? Andja: De eerste keer dat wij hem naar de heuvel brachten, kon Danijel één of twee stappen doen. Dat was alles, verder zou hij vallen en zou zijn hoofd over zijn rechtschouder vallen. Ook kon hij niet praten. Zo droegen John en ik hem op de berg. Toen begonnen wij op te merken dat hij kon staan en wandelen waar de grond vlak was. Toen zei hij een paar woorden, eerder stamelen, en dan begon hij te praten! Toen stapte hij normaal tussen de rotsen en op de paden. Hij riep op mij: "Mama, kijk, ik ben aan het stappen!" Ik kan u verzekeren, het was het gelukkigste ogenblik uit mijn leven, om mijn zoon zo te zien stappen. [Andja weende toen ze mij dit vertelde.]
Vr. Svetozar: Kan Danijel nu normaal de trappen opgaan? Andja: Niet alleen hij normaal de trappen opgaan, maar hij raast ze naar beneden! Zijn rechterhand is nog niet zo goed als zijn linkerhand en zijn spraak is nog niet zoals het moet zijn. Hij kan alles zeggen maar hij kan alle woorden nog niet correct uitspreken.
Vr. Svetozar: John, sedert u Danijel meenam naar de heuvel in Medjugorje, leefde u meestal in Duitsland, maar u keerde regelmatig terug om uw familie te bezoeken. Welke veranderingen merkte u op bij Danijel? John: Elke keer dat ik uit Duitsland terugkeerde, was hij beter.
Vr. Svetozar: Gelooft u John, dat het de Madonna was die hem genas? John: Niemand anders. Dit is alles wat ik kan zeggen. Het is de Madonna die hem heeft geholpen en alhoewel ik ook de Heilige Johannes ging bezoeken, was de genezing het werk van God.
Vr. Svetozar: Hebben de dokters hem op de een of andere manier geholpen? John: Neen, dat denk ik niet. Indien ze dit zouden hebben gekund, dat zouden ze hem geneesmiddelen hebben gegeven, een behandeling. Alles wat ze deden waren testen. Ze gaven mij het de raad om oefeningen met hem te doen, maar dat zag ik niet zitten. Wat ze moesten doen was oefeningen voorschrijven die hem zouden helpen te spreken.
Vr. Svetozar: U gelooft hetzelfde als uw echtgenote, Andja? Andja: Ik geloof dat de Madonna mijn zoon gedeeltelijk heeft genezen en dat Zij hem volledig zal genezen, zodat zijn rechterhand evengoed wordt als zijn linkerhand.
Vr. Svetozar: Ik dank u John en Andja, voor dit gesprek en uw getuigenis. John: Er is niets om ons te bedanken, Vader. Ik ben steeds blij dat ik elke vraag aan elkeen hierover kan beantwoorden. Ook schrik ik er niet voor terug om zo'n vragen te beantwoorden. Of ik nu hier ben of in Duitsland, ik vertel aan iedereen: "Ik heb thuis het bewijs!" Er moet mij niemand komen vertellen of er een God is of niet, dat het waar is of niet, dat God helpt of niet, dat de Madonna verschijnt of niet. Ik geloof in God en voor mij is dat voldoende.
Vr. Svetozar: Toen ik het huis verliet, zag ik de kleine Danijel op een voetbal trappen in de voortuin.
Vertaling: Chris De Bodt
26-04-1980
Ongeschonden Lichamen: Heilige Agatha van Sicilië
Heilige Agatha van Sicilië [°Catania 225 - Catania, 5 februari 251]
De Heilige Agatha, een martelares wiens naam vermeld wordt in een Canon van de mis, wordt vereerd sinds de oudheid. Andere heel betrouwbare feiten, andere dan deze die hier worden vermeld, zijn zeldzaam. De steden Catania en Palermo betwisten de eer van haar geboorte. Het is van haar geweten dat ze mooi en rijk was, en dat ze haar leven sinds haar jeugd wijdde aan God. De Heilige Agatha van Sicilië is één van de bekendste heiligen in Europa. Haar naam staat samen met onder andere de Heilige Agnes, de Heilige Cecilia en de Heilige Lucia in de ouste Rooms-Katholieke lijst van Heiligen.
Agatha werd geboren in Catania op het eiland als dochter van welvarende christelijke ouders. Ze werd gedoopt en als vroom Christen opgevoed. In het jaar 251 had de Romeinse keizer Decius aan de landvoogd Tiberius Claudius Quintianus het bevel gegeven de Christenen te vervolgen. Deze Quintianus, die een nogal losbandig leven leidde, was verliefd op de mooie Agatha, maar zij wees hem af. Hij liet haar gevangennemen, en omdat zij niet wilde offeren voor de heidense afgodsbeelden, maar trouw bleef aan haar doopbeloften en haar geloof in Christus, plaatste Quintianus haar in het bordeel van Aphrodisia. Hij wist dat ze veel waarde hechtte aan een zuivere levenswandel. Deze Aphrodisia had negen dochters, allemaal nog erger dan zijzelf al was. In hun handen leverde hij Agatha over met de woorden: "Zorg dat zij zich aan mij onderwerpt, en ik zal je rijkelijk belonen." Daarop nam Aphrodisia Agatha bij zich in huis, en hield haar 33 dagen lang bij zich. Ze probeerde haar te paaien met prachtige beloften; ze vleide haar; kroop zowat in haar. Toen ze merkte dat ze hiermee niet verder kwam, zaten ze dag en nacht achter haar aan. Maar met een onwankelbaar hart hield Agatha vast aan haar geloof in Jezus Christus. Alle loze vleierijen en alle dreigementen waren voor haar als lucht.
Catania, Sicilië [zicht op de Etna]
Na 33 dagen ging een boodschapper terug naar Quintianus en zwoer hem: "Dat zwaard dat je daar opzij hebt zal eerder veranderen in vloeibaar metaal en de rotsen zullen eerder als sneeuwwater wegsmelten, dan dat het hart van dit mormel zich zal onderwerpen aan uw wil!" Door haar rotsvaste geloof bekeerde ze zelfs Aphrodisia en haar dochters tot het christendom.
Toen ze voor de rechter moest verschijnen vroeg deze haar hoe het kwam dat zij, die van adel was, slavin van Christus wilde zijn. Ze antwoordde: "Voor mij is ten dienste van Christus staan de hoogste adeldom. Mijn heil, mijn geluk is Christus." Daarop werd ze op een houten paard vastgebonden terwijl een beul haar vlees opentrok met ijzeren haken. Hoewel ze verschrikkelijk leed, verhaalt de geschiedenis dat ze in staat was haar beul aan te spreken met de volgende woorden: "Jij wrede man, ben je je moeder vergeten en de borsten die je voedden, dat je mij op een dergelijke manier durft te verminken?" Toen de derde poging mislukte om haar moraal te verzwakken, liet de magistraat haar over hete kolen rollen. Een hevige en plotse aardbeving deed toen een nabijgelegen heuvel ineenstorten, zodat de folteraars angstig wegvluchtten. Daarop werd ze gemarteld: haar beide borsten werden afgesneden en over heel haar lichaam verminkt werd ze in de gevangenis geworpen. Volgens de legende verscheen daar een oude man [in wie men de apostel Petrus meende te herkennen] die haar wonden verzorgde en genas. Een paar dagen later werd ze weer voor de rechter gebracht. Die vroeg haar: "Wie heeft u genezen?" Zij antwoordde: "Het was Christus, de Zoon van God." En weer werd ze gefolterd. Ze werd over een bed van glasscherven en hete kolen gerold.
Volgens het verhaal is het dan alsof God zelf ingrijpt via de natuur. Een aardbeving deed alle gebouwen op hun grondvesten schudden en een eruptie van de vulkaan de Etna dreigde Catania te verzwelgen. Toen sprak ze een kort gebed: "Heer, mijn schepper, sinds de wieg heeft U mij beschermd; U heeft mij genomen van de liefde van deze wereld, en gaf me het geduld om te lijden: Ontvang nu mijn ziel!"
Na dit gebed stierf de maagd Agatha aan de gevolgen van de marteling. Ze werd in Catania begraven en door de gelovigen ter hulp geroepen telkens als de Etna begon te rommelen. Sindsdien wordt ook tot haar gebeden bij brandgevaar, tegen brandwonden en lichaamskwalen als borstkanker. Ze stierf op 5 februari 251, op welke dag ze ook herdacht wordt door de katholieken én de orthodoxen.
Catania, Sïcilië [binnen in de Sint Agatha Kathedraal]
Agatha werd, als een van de eerste heiligen, niet volgens de huidige procedure heilig verklaard. In plaats van eerst een zaligverklaring te ontvangen werd ze onmiddellijk (een jaar na haar dood) heilig verklaard. De reden tot heiligverklaring was dat de inwoners van Catania de lava van de Etna konden weren door in een processie rond de stad te trekken. Hierdoor werd ze door Paus Cornelius tot heilige verklaard. Ze is een van de allereerste heiligen van de Rooms-katholieke Kerk.
Toen het Christendom in het Romeinse Rijk de Staatsgodsdient werd in het jaar 372, gingen de eerste heiligen een rol vervullen die verwant was aan de bestaande goden en godinnen. Agatha werd toen gelijkgesteld aan Iuno Lucina, de godin van de vrouwen en de geboorte. De gelijkenissen tussen Agatha en Iuno Lucina zijn vrij groot aangezien ze beide hetzelfde beschermen, namelijk de vrouwen en kinderen. Iuno Lucina betekende breng(st)er van het licht. Agatha bracht ook in zekere mate een verlichting, telkens als ze verscheen werd ze omgeven door vlammen. Dit om het feit dat ze de patroonheilige van het vuur was. In de 4e eeuw nam een Italiaanse Bisschop dit nogal letterlijk en zei dat ze vermoedelijk een vorm van pyrokines bezat. Dit was het begin van de populariteit van de heilige Agatha in de middeleeuwen. Vele Italiaanse ridders die deze geruchten opvingen gingen naar de kathedraal van Catania om een stukje van de beenderen te bemachtigen. Dit stuk been werd in het gevest van een zwaard geplaatst of in het harnas verwerkt, zoals dat in die tijd gebruikelijk was. De ridders dachten dat dit vurige relikwie hen zou bijstaan in de strijd. De kathedraal van Catania, waar haar tombe gelegen is, verkocht voor grote sommen geld kleine stukken bot van haar handen. Aan het einde van de 4e eeuw verklaarde het Vaticaan dat dit maar een gerucht is dat nooit bewezen is. In de zestiende en zeventiende eeuw kende de heiligenverering van Agatha een heropleving, vooral in West-Europa, waarbij enkele gemeenten zichzelf naar de heilige vernoemden. Bijvoorbeeld Sainte-Agathe en Sankt Agatha.
De heilige martelares, die gemarteld en gestorven is in Catania, werd door de christenen van die stad begraven. Haar lichaam bleef daar tot de elfde eeuw. Gedurende de bezetting door de Arabieren werd het door de Byzantijnen naar Constantinopel overgebracht en een eeuw later, door historische omstandigheden waarover weinig bekend is, werd het naar Catania teruggebracht. Tegen die tijd was het ongeschonden lichaam verdeeld door de mensen die het hadden gestolen.
De heilige Agatha werd als een van de patronessen voor verpleegsters aangeduid en wordt aanroepen voor kwalen aan de borsten, en branden.
Agatha is een van de zeven "primaire heiligen". Deze heiligen worden en werden op vele plaatsen in Europa vereerd, met name in het Middellandse Zeegebied. Wat ook opvalt is het feit dat de meesten uit Italië zelf komen, met uitzondering van enkelen. Allemaal stierven ze de marteldood onder de christenvervolgingen, behalve Maria Magdalena over wie weinig bekend is. Sommigen van de heiligen verschenen aan de anderen. Zo verscheen Agatha aan Lucia, die zelf later ook heilig verklaard werd.
Agatha wordt ook in het bijzonder door The Military Order of the Collar of Saint Agatha of Paternò (M.O.C.) herdacht. Ze werd patrones van deze christelijke organisatie omwille van haar rotsvaste geloof in Christus en haar volharding.
Tot nu toe zijn er vier verschijningen bekend van de heilige Agatha, waarvan twee in Nederland. Ze zou meestal verschijnen in de nabijheid van vrome (en kuise?) vrouwen. Agatha zou verschenen zijn rond 300 aan Lucia van Syracuse (later heilig verklaard) om te zeggen dat ze haar leven in dienst van God moest stellen.
Lucia had haar vader al op zeer jonge leeftijd verloren. Haar moeder wilde haar uithuwelijken aan een heiden, maar dit wilde ze als christen niet. Daardoor bad ze tot God die haar gebeden verhoorde en haar moeder ongeneeslijk ziek maakte. Maar Lucia wilde niet dat haar moeder zou sterven en dus gingen Lucia en haar moeder samen naar de tombe van de H. Agatha om te bidden voor genezing. Hierop verscheen Agatha en zei: "Wilt gij, Lucia, uw gehele leven in dienst van de Heer stellen?". Hierop antwoordde ze ja en haar moeder werd genezen. Ze wilde echter niet dat iemand wist dat ze de belofte van kuisheid had afgelegd. De stadhouder echter wilde een relatie met haar (niet wetend dat ze haar leven in dienst van God had gesteld). Dit wilde ze niet en hij martelde haar vreselijk maar niets kon haar schaden omdat ze was beschermd door de heilige Agatha. Lucia werd in 304 tijdens de christenvervolgingen onder keizer Diocletianus door het zwaard gedood.
Agatha zou verschenen zijn in de negende eeuw na Christus op de plek waar later Beverwijk gesticht zou worden. Een maagd uit Velsen zou vurig tot haar gebeden hebben omdat ze achterna werd gezeten door op seks beluste Noormannen, waaronder Rorik de hertog van Kennemerland. Agatha zou deze toen verjaagd hebben door de aarde te laten beven. Later werd op die plek een kerk gebouwd en aan haar gewijd. Rond die kerk is Beverwijk ontstaan. Sindsdien is ze de patroonheilige van Beverwijk. Al van in de Middeleeuwen gingen er pelgrims naar Beverwijk, meer bepaald Sint Aagtenkerke, om te bidden tot de heilige Agatha. De heilige Agatha kom je overal tegen in Beverwijk: de Heilige Agathakerk, een wijk (Het Sint Aagtendorp), een dijk (De Sint Aagtendijk) en een sporthal (De Aagtenhal). Ook het brandwondencentrum is hier op de goede plaats: St. Agatha is onder andere de patroonheilige van brandwonden.
Agatha zou op het eiland Malta verschenen zijn in 1551. Volgens het verhaal heeft ze Malta gered van een Turkse invasie. Sindsdien wordt ze als de patroonheilige van Malta beschouwd. Veertien jaar later 1565 belegerde de Ottomanen (Turken) Malta nog eens en weer zonder succes. Na deze aanval besloten de ridders van de Maltezer Orde de verdedigingswerken van het eiland te versterken. In de haven werd een nieuwe versterkte stad gebouwd, Valetta, vernoemd naar de grootmeester van de orde Jean de la Valette.
Rond de zestiende eeuw zou Agatha verschenen zijn op een berg, eigenlijk een heuvel, dichtbij het dorp Leidschendam in Zuid-Holland. Ze zou zich enkele ogenblikken getoond hebben aan toevallige voorbijgangers. Later werd hier een kapel gebouwd en van de 17e eeuw tot circa 1810 was dit een populair bedevaartsoord, genaamd de Berg van de heilige Agatha. Meestal werd er 's nachts gebeden omwille van de vele protestanten in de omgeving. In 1795 werd deze bedevaartsplaats een begraafplaats omwille van het feit dat de doden niet meer in de steden mochten begraven worden. In 1810 verviel zijn status als bedevaartsoord omdat het katholicisme toen meer en meer aanvaard werd en de pelgrims in het openbaar mochten geloven.
Van de heilige Agatha bestaan diverse relikwieën. Zij zijn over bijna heel Zuid-Europa verspreid, maar de meeste rusten in Italië, haar land van herkomst. Paus Gregorius I plaatste relieken van haar in een katholieke kerk die aan de Arianen had toebehoord. Deze kerk werd ter ere van Agatha in 460 herbouwd door Ricimer, de generaal van het West-Romeinse Rijk. Ricimer liet ook een mozaïek aanbrengen in de kerk, die hij aan de Arianen had geschonken. Gregorius I liet relikwieën van Agatha plaatsen in de kerk van het klooster van Sint Stefanus, op het eiland Capreae, nu Capri. Het voornaamste deel van haar relieken bleef in Catania. Ze werden rond het jaar 1040 door een Byzantijnse generaal, die de Saracenen uit Sicilië verdreef, meegenomen naar Constantinopel. In 1127 brachten twee Franse soldaten, Gilbert en Goselin, de relieken terug naar Sicilië. Zij gaven ze aan bisschop Mauricius die de relikwieën terug naar Catania stuurde. Op 17 augustus 1127 werden de relikwieën teruggeplaatst in de Dom van Catania.
Het lichaam wordt nu bewaard in verschillende relikwieën. De armen, benen en borsten zijn bewaard in een glazen kist in een onbedorven conditie, hoewel ze vrij uitgedroogd en donker zijn na meer dan zeventienhonderd jaar. De schedel en belangrijkste relikwieën zijn in Catania, verwerkt in een beeld dat rust op een kostbare kroon bezet met edelstenen. De relikwie bestaat uit een figuur van de heilige van het hoofd tot het middel. Het staat rechtop. De figuur is volledig bedekt met edelstenen, ringen, armbanden, spelden, kettingen en bloemen en kruisen met edelstenen, die geschonken werden door haar dankbare aanbidders, wiens leven door haar tussenkomst gered werd van geregelde uitbarstingen van de Etna, Europas grootste een meest actieve vulkaan.
De relikwie met edelstenen is tentoon gesteld voor publieke aanbidding op drie momenten tijdens het jaar: gedurende de driedaagse plechtige herdenking van haar feestdag op 5 februari, op 12 februari, de octaaf na haar feestdag en op 17 augustus, het feest van de overplaatsing van de relikwie.
De sluier van Agatha wordt eveneens in de Dom van Catania bewaard. Wanneer de Etna dreigde uit te barsten, gingen de Cataniërs in een processie met de sluier om de stadswallen om zo de stad te beschermen. Deze processie vindt elk jaar één keer plaats, maar wordt soms vaker gehouden wanneer de Etna dreigt uit te barsten. Men gelooft dat door dit ritueel de stad Catania op wonderbaarlijke wijze werd gered van de uitbarstingen van 252 en 1674.
In het klooster Kamp (Kamp-Lintfort, Duitsland) wordt een stuk schedelbeen van Agatha bewaard. Dit stuk schedelbeen werd op 31 januari 1123 door monniken meegebracht naar het klooster en in een reliekschrijn geplaatst. In de Dom van Graz in Oostenrijk staat een schrijn met als opschrift:
Het gebeente van de Heilige martelares Maxentia werd samen met een arm van de heilige Agatha, afkomstig uit de catacomben van Priscilla aan de Via Salaria (te Rome), door Paus Paulus V overgedragen aan groothertog Ferdinand en op de schouders van de bisschoppen in deze kerk plechtig binnengedragen in het jaar 1617 op de 7de mei.
De belangrijkste vereringsplaats van de heilige Agatha en tevens haar hoofdschrijn is de kathedraal van Catania. Hier rust haar gebeente en vele van haar relikwieën. Dit is ook het begin- en eindpunt van de Agathaprocessie op 5 februari rond Catania. In Rome bouwde Paus Symmachus een kerk gewijd aan Agatha aan de Via Aurelia rond het jaar 500. De kerk verviel en werd uiteindelijk geheel gesloopt. Tweehonderd jaar later stichtte Paus Gregorius II in 726 een andere aan haar gewijde kerk in Rome, die later door Paus Clemens VIII werd geschonken aan de Congregatie voor de Geloofsleer. Een beroemde Spaanse kerk gewijd aan de heilige Agatha is de Santa Gadea, een kerk van historisch belang in Burgos. In Nederland staat de Basiliek van de Heilige Agatha en Barbara, een Rooms-katholieke kerk te Oudenbosch. De kerk werd gebouwd tussen 1867 en 1880 en werd in 1912 tot basiliek verheven. De kerk is een verkleinde kopie van de Sint-Pieterskerk en de Sint-Jan van Lateranen te Rome. De architecten waren de heren Cuypers en Van Swaay. In België is Agatha de beschermheilige van de rond 1900 gebouwde parochiekerk van Laag-Wilsele (Wilsele-Putkapel). Deze heeft haar naam overgenomen van de oude kapel die eeuwenlang de zondagse parochiekerk was voor de bewoners. De kapel stond aan de Aarschotsesteenweg bij het riviertje de Vunt en droeg de naam Sancta Agatha ad Fontem, vrij vertaald; De Heilige Agatha aan de Vunt. In Delft, Nederland, was er vroeger een klooster met als beschermheilige de heilige Agatha. Het Agathaklooster is tegenwoordig bekend als het Prinsenhof. Ten slotte zijn in bijna alle plaatsen waarvan Agatha de beschermheilige is kerken aan haar gewijd.
24-04-1980
Medjugorje: Interview met Marica Kvesic door Vader Svetozar Kraljevic [17 februari 1983]
Interview met Marica Kvesic door Vader Svetozar Kraljevic [17 februari 1983]
Marica Kvesic, geboren op 11 november 1963, was een gezond jong meisje tot mei van 1980, toen zij volledig verlamd raakte aan haar armen en benen. Ik bezocht haar familie op 16 februari 1983 en praatte met haar moeder, Andja en haar grootvader, Jurisa over haar ziekte en verlamming en hun ervaringen sedert dan. Marica bevond zich in Mostar, waar zij tijdens de week woonde en school volgde. De daaropvolgende dag sprak in met Marica te Mostar. Haar grootvader Jurisa is bekend vanwege de doopvonten in de vorm van een oesterschelp en de wijwatervaten die hij bouwde voor verschillende kerken over geheel Herzegovina. In het dorp staat hij gekend als een goede christen en een vakkundige metselaar.
Vr. Svetozar: Anja, vertel me over de eerste tekenen van Marica's ziekte, wat u zag en dacht, en zo verder. Andja: Ze kloeg niet over pijn, maar ze kon de dingen niet doen die ze gewoonlijk deed. Ze had al haar krachten verloren. Ze ging naar het hospitaal te Mostar en toen ze terugkeerde, was ze volledig verlamd.
Vr. Svetozar: Denkt u dat haar bezoek aan Medjugorje het begin van haar genezing was? Andja: Ik geloof dat God en de Madonna haar hebben genezen. Het kan mij niet schelen wat anderen hierover zeggen of denken! Zij gelooft het ook! Ik ben niet bevreesd om het te vertellen, ongeacht wie het vraagt. Ik geloof niet dat de dokters in het hospitaal haar hadden kunnen helpen. Toen ze naar Medjugorje ging, begon zij zich beter te voelen.
Vr. Svetozar: Jurisa, hoe genas Marica? Door een mirakel van God? Jurisa: Daar ben ik stellig van overtuigd. Nadat ze begon naar Medjugorje te gaan, voelde zij zich elke dag beter, vanaf het feest van de Heilige Johannes [24 juni] tot september, toen ze de Krizevac met haar eigen voeten beklom. Niemand kon zich inbeelden dat ze ooit hiertoe nog in staat zou zijn. En daarnaast deed zij het blootvoets. Nooit hadden wij durven dromen dat dit op een dag zou mogelijk zijn. Ooit stapte ze zelfs te voet van hier naar Medjugorje: 50 kilometer! Met elke wandelaar sloeg zij aan het praten? Nu is er niets te moeilijk voor haar om haar te vragen.
Vr. Svetozar: Vertel mij over uw eigen ervaringen te Medjugorje. Jurisa: Ik geloof vast dat de Madonna daar is! Toen ik in Medjugorje was heb ik de Madonna niet gezien, maar ik zag de kracht. Toen we over de verschijningen hoorden, beklommen de mensen de berg en ik klom samen met hen mee. Oude en zieke mensen waren aan het klimmen. Anders zou je die mensen voor geen geld op die berg kunnen krijgen. Ik geloof dat het een groot mirakel is. Toen ik daar was, voelde ik een grote kracht op de berg. Als God bestaat ... heb ik er geen woorden voor om het te omschrijven.
Vr. Svetozar: [in Mostar] Marica, hoe voelde u zich bij de aanvang van uw ziekte? Wat denkt u wat er met u is gebeurd? Marica: Eerst voelden mijn handen zwak aan en verkleumden mijn vingers, later werden mijn benen zwakker. Toen begonnen mijn vingers op te zwellen. Toen ik naar het hospitaal ging, werd ik alsmaar zwakker om zwakker. Op 18 juni 1980 namen ze mij naar Zagreb en van zodra ik daar was waren mijn handen volledig verlamd en een paar dagen later was dit het geval met mijn benen.
Vr. Svetozar: Hebt u een rolstoel gebruikt tijdens uw ziekte? Marica: Ik heb een jaar in een rolstoel doorgebracht en die hele tijd was ik aangewezen op iemand anders. Ik kon zelf niet in of uit de rolstoel, anderen moesten mij er in zetten en er uit halen, terwijl nog iemand anders mij er in duwde.
Vr. Svetzozar: Hoe kwam u op het idee op naar Medjugorje te gaan? Marica: Dat was meer dan achttien maanden geleden. Mij zus Braka belde mij op en vroeg mij of ik had gehoord dat de Madonna was verschenen. Ik zei van ja en zij antwoorde: "Ik kom u vrijdag halen en wij gaan er samen heen." Het was buiten heet, niet echt een weer om te reizen, maar Branka deed wat ze had gezegd. We kwamen aan te Medjugorje voor de Mis begon. Een vriend van mij op school kwam uit Bijakovici en is tevens een neef een buur van Vicka. Zo verbleef ik bij hem thuis terwijl Branka en mijn moeder de berg beklommen. Ze vertelden Vicka en de andere kinderen over mij, en de Madonna zei dat ik elke dag de Rozenkrans moest bidden, of zeven Onze Vaders, elke keer ik er tijd voor had. Zij zei ook dat ik de Geloofsbelijdenis moest bidden en op vrijdag moest vasten. Mijn familie en ik begonnen alle gebeden te bidden en toen ze van de berg kwamen, gingen we allen tezamen naar de Kerk. Ik kon toen nog niet stappen. De mensen moesten mij in en uit de auto doen. Er was een massa volk aanwezig in de kerk toen we er aankwamen. Dit was spoedig na de eerste verschijning.
Vr. Svetozar: Wat gebeurde er in de kerk? Marica: Vader Jozo was daar. Toen was hij nog niet gearresteerd en hij had mijn vader [nu overleden] gekend te Posusje. Hij duwde mijn rolstoel door de kerk tot in de sacristie en hielp mij op een stoel zitten. Er waren vele mensen en ik zat naast een aantal kloosterzusters. Hij vroeg hen om mij te helpen als ik iets zou nodig hebben. Tijdens de Mis was ik mij er niet van bewust dat ik op een stoel zat: ik knielde als het tijd was om te knielen en stond op als het tijd was om te staan. Tijdens de gebeden voor de zieken, stond ik recht en tijdens de Rozenkrans knielde ik. Branka vroeg mij: "Moet ik u niet rechthelpen? Bent u niet moe? Ik zei haar dat ik geen hulp nodig had en alles zelf kon doen. Ik maakte een bijzondere biecht en ik voelde een ongewone kracht.
Vr. Svetozar: Wat bedoelt u met "een ongewone kracht"? Marica: Ziet u, ik kon doen wat ik daarvoor niet kon. Dit was heel ongewoon. Ik kon knielen en opstaan op de gepaste ogenblikken. Ik voelde werkelijk een bijzondere en ongewone kracht. Op zaterdag keerde ik terug naar huis en zondagavond vertrok in naar Sarajevo. Elke dag voelde ik nieuwe verbetering.
Vr. Svetozar: Nieuw? Marica: Ik telefoneerde elke dag naar huis en vertelde hen "nu kan ik dit", en "nu kan ik dat." Ik werd steeds sterker om sterker. Ik kon opstaan, naar het wasvertrek gaan, mijn aangezicht wassen, mijn tanden borstelen en mijn haar kammen en dan terug wandelen op opnieuw te gaan neerzitten, helemaal op eigen krachten. Ik herinner mij dat ik op een bepaalde dag, dat ik maar op een stoel zat te zitten, niet kon bewegen, en mijn kamergenote vroeg mij: "Wat scheelt er, Marica? Waar wacht u op?" Ik vertelde haar dat ik op een verpleegster wachtte om mij helpen op te staan en mijn kamergenote schreeuwde bijna naar mij: "U hebt zojuist, een aantal minuten geleden, helemaal alleen uit uzelf gewandeld!" Ik was het ondertussen weer vergeten. Nog de nacht ervoor had ik hulp nodig om mijn knieën te strekken.
Vr. Svetozar: U vertelt me dus dat u beetje bij beetje opknapte? Marica: De grootste verbetering was in de kerk van Medjugorje, toen ik opstond en begon te stappen.
Vr. Svetozar: Waar? Marica: Te Medjugorje, in de kerk.
Vr. Svetozar: Ter herinnering, gelooft u dat u bent genezen door de tussenkomst van Maria, door een mirakel van God? Marica: Dat geloof ik zeker. Zonder enige twijfel. Ik zweer hierop voor de hele wereld. Ik zal nooit een woord terug nemen van wat ik heb gezegd.
Vr. Svetozar: Hoe voelt u zich nu? En wat is uw geestelijke toestand? Marica: Ik voel mij beter dan ooit tevoren en in mijn ziel voel ik mij gewoon prachtig.
Vr. Svetozar: Bent u ooit te voet naar Medjugorje gegaan? Marica: Ja, één keer.
Vr. Svetozar: Kon u samen met de andere stappen. Hoe lang deed u erover? Marica: Geen enkel probleem. Het duurde elf uur.
Vr. Svetozar: Praat u ooit met mensen over wat God voor u gedaan heeft? Marica: Vele mensen stellen mij hierover vragen en elke keer vertel ik er hen dan over. Ik voel dat ik de plicht heb om tot hen te praten. Ik heb met vele mensen in de school gepraat over mijn ziekte.
Vr. Svetozar: Denkt u dat de mensen u geloven als u hen uw verhaal doet? Moedigt dit hen aan om zich te bekeren? Marica: Nog gisteren vroeg een klasgenote mij: "Marica wilt u mij volgende maandag meenemen naar Medjugorje? Ik ben er nog nooit geweest en ik zou alles zo graag eens zien." Ik vertelde haar dat mij dit een groot genoegen zou doen, en niet één keer, maar zoveel keer als ze wenste.
Vr. Svetozar: Bidt u bijzondere gebeden? Iets speciaals? Marica: Niets bijzonders. Ik vast, maar niet altijd en consistent. Tot enige tijd geleden vaste ik heel strikt, maar dit begon af te nemen, maar ik heb het voornemen om opnieuw strikt te gaan vasten. 's Avonds bid ik zeven Onze Vader, de Geloofsbelijdenis en een bijzonder gebed tot het Heilig Hart van Jezus, en ik heb een lievelingsgebed voor Maria en mijn engelbewaarder.
Vr. Svetozar: Na uw ervaringen en alles wat er met u is gebeurd, is er iets wat u aan de mensen wenst te vertellen over God en het leven in het algemeen? Marica: Ik zou hen willen zeggen om naar de kerk te gaan en regelmatig te bidden en ook om naar Medjugorje te gaan, als zij er nog nooit geweest zijn. Elke keer als ik er ga en te biechten ga, voel ik mij zo veel beter en gelukkiger. Ik hou ervan om naar Medjugorje te gaan, om dat bijzondere gevoel van vreugde te hebben.
Vr. Svetozar: Wat zegden de dokters over uw genezing? Marica: Een dokter vertelde me dat ik nooit meer zou kunnen stappen en worden zoals voorheen. Toen ik een andere dokter vroeg wat er met mij zou gebeuren, antwoordde zij: "Ik ben God niet. Ik kan u de toekomst niet voorspellen." Maar ze moesten wel van gedachten veranderen als ze me terug zagen stappen. Zij dachten dat ik dat nooit meer zou kunnen en ze konden het niet begrijpen. Dr. Marko, een professor van het Instituut voor Rehabilitatie te Ilidza zei tegen mij: "Marica, wie moeten wij bedanken omdat u opnieuw kunt stappen?" Ik antwoordde: "God, en niemand anders."
Vr. Svetozar: Dank u, Marica voor uw gesprek en uw getuigenis.
Vertaling: Chris De Bodt
23-04-1980
Medjugorje: Interview met Damir en Mara Coric door Vader Svetozar Kraljevic [17/2/1983]
Medjugorje: Interview met Damir en Mara Coric door Vader Svetozar Kraljevic [17/2/1983]
Damir Coric zegt miracaleus te zijn genezen nadat hij en zijn familie naar Medjugorje waren geweest om hulp te vragen aan de Koningin van de Vrede. De zaak werd onderzocht door Vader Svetozar Kraljevic.
Medisch rapport:
Naam: Damir Coric Geboortedatum: 23 juli 1960 Geboorteplaats: Buna, Mostar Naam Vader: Vlado Naam Moeder: Mara Diagnose: Hydrocephalus Internus: vochtophoping in de hersenventrikels [waterhoofd] Kliniek: Neurochirurgische Kliniek, Universiteit van Zagreb Dokters: Dr. Pavle Surdonja, Prof. Dr. Milan Vidovic, Dr. Andjele Ruzicka
Ziektesymptoon: Aangeboren of later ontstane vergroting of uitzetting van de hersenkamers door een vermeerdering van hersenvocht. De aandoening ontstaat door stuwing van het hersenvocht. De stoornis kan leiden tot verlies van hersenweefsel en uitzetting van het hoofd. Bij hydrocephalus internus is er sprake van verwijding van het systeem van de hersenkamers (ventrikelsysteem) door een teveel aan hersenvocht.
Vr. Svetozar: Damir, er wordt van uw genezing gezegd dat het het grootste mirakel is dat door de tussenkomst van Maria is geschied in Medjugorje. Wanneer werd u er zich van bewust dat u ziek werd? Damir: In 1979, in het derde middelbaar. Ik voelde het eerst in mijn benen. Ik kon hen niet meer oplichten en moest deze als het ware meeslepen achter mijn lichaam om te kunnen stappen. Ik voelde nog geen pijn, maar het stappen was heel moeilijk en elke dag werd het erger om erger. Mijn ouders moesten steeds harder en harder op mij inpraten om er iets aan te doen en uiteindelijk was het mijn moeder die mij kon overtuigen om naar een dokter te gaan.
Vr. Svetozar: Waar en wanneer zag u voor het eerst een dokter? Damir: Tijdens de wintervakantie van 1979. Ik ging naar een dokter in Mostar.
Vr. Svetozar: Wat hebben zij u ginds verteld? Damir: Zij riepen mijn moeder binnen en vertelden haar dat de resultaten aantoonden dat er iets mis was in mijn hoofd. Daarop werd ik onmiddellijk naar Zagreb gezonden.
Vr. Svetozar: Ging u onmidellijk naar Zagreb? Damir: Ja, en ik verbleef ginds voor drie weken. Die hele tijd waren er vele verschillende onderzoeken. Dan ging ik naar huis, maar ik keerde in Augustus naar Zagreb terug voor mijn eerste operatie.
Vr. Svetozar: Weer u nog wie de dokter was die de operatie heeft uitgevoerd? Damir: Pavle Surdonja.
Vr. Svetozar: Hoeveel operaties hebt u in het totaal moeten ondergaan? Damir: Vijf.
Vr. Svetozar: Wat gebeurde er na de vijfde operatie? Damir: Er werd aan mijn ouders gezegd om mij naar huis te nemen.
Vr. Svetozar: Hoe voelde u zich destijds? Damir: Allesbehalve goed.
Vr. Svetozar: Wanneer ging u terug naar huis? Damir: In maart van 1981, rond 15 maart.
Vr. Svetozar: Kon u stappen? Damir: Neen, mijn ouders dienden mij op te tillen. Mara (Damirs moeder): Hij was als een dode in het huis. Deze die hem kwamen bezoeken zeiden: "Ik herken Damir niet meer. Hij is volledig veranderd." Maar als zijn moeder gaf ik nooit de hoop op dat God hem zou helpen. Ik droeg zorg voor Damir en moedigde hem steeds aan. Ik probeerde om hem op te wekken.
Vr. Svetozar: Kon hij iets uit eigen beweging doen? Mara: Absoluut niets. Hij zou u hetzelfde vertellen. Hij kon zelfs geen water meer opzuigen met een rietje.
Vr. Svetozar: U moest alles voor hem doen? Mara: Alles. Hij kon zelfs niet rechtop zitten. Ik moest hem met een kussen ondersteunen om voedsel in zijn mond te krijgen.
Vr. Svetozar: Hoe lang bleef hij zo? Mara: Meer dan drie maanden. Vanaf hij terugkeerde uit Zagreb tot Medjugorje
Vr. Svetozar: Wat zei de dokter toen Damir uit de kliniek in Zagreb werd ontslagen? Mara: "We kunnen niets meer doen voor hem. Hij heeft nog maar een korte tijd te leven, het kan zelfs reeds morgen gebeurd zijn." Mijn man kwam terug uit Duitsland en bracht Damir naar huis. Ik kon niet meer slapen en werd bijna krankzinning. Ik had steeds schrik dat hij ... ik dacht een tijdlang dat God hem bij Hem zou nemen. Op een keer dat ik dat hij was overleden. Maar ik dank God ...
Vr. Svetozar: Wie stelde u eerst voor om naar Medjugorje te gaan? Mara: Ik had er van een aantal jonge mensen van gehoord die daarginds gingen. Ik vroeg hen; "alstublieft, breng me wat bloemen mee, of wat aarde van ginds ... eender wat." Ze deden dat. Ik kon niet meegaan met hen, noch uit mezelf gaan.
Vr. Svetozar: Omdat u bij Damir moest blijven om voor hem te zorgen? Mara: Ja, wij moesten bij hem blijven, mijn moeder en ik. Vlado was opnieuw naar Duitsland getrokken.
Vr. Svetozar: Wat gebeurde er toen? Mara: De meisjes brachten mij wat aarde mee uit Medjugorje. Ik maakte een bad klaar en mixte de aarde met het water en plaatste Damir in het bad, twee tot drie maal. Elke keer gebruikte ik wat aarde omdat ik het zo lang mogelijk wou proberen. Vele keren waste ik er enkel Damirs haar mee. Toen ging ik zelf naar Medjugorje. Ik vroeg het aan enkele buren en zij namen mij mee. Ik plukte wilde bloemen op de berg te Medjugorje en thuis deed ik de bloemen in water, waarmee ik Damir waste. Ik deed alles met geheel mijn hart en ziel. Ik voelde dat ik een zegen had meegebracht uit Medjugorje. Dat God en de Heilige Maria hem zouden helpen. Voor Vlado terug kwam uit Duitsland, ging ik voor een tweede maal naar Medjugorje. Daarna gingen Vlado en allen van ons tezamen. Mijn moeder en Damir bleven in de auto, maar de rest van ons klom op de berg en daarna gingen we naar de kerk. Ik ben vier maal de berg opgeklommen.
Vr. Svetozar: Probeer te omschrijven wat er gebeurde. Mara: Er was heel veel volk op de berg en alles gebeurde zoals het in de boeken staat beschreven. Ik heb er niet de woorden voor om zoiets te beschrijven. Maar het gebeurde werkelijk zo. Niemand kan met me anders wijsmaken. Ik voel het over heel mijn lichaam, in mijn ziel, en zo voelt iedereen het binnen de familie. We waren daar, en we zagen en weten wat er in onze levens en in het leven van onze zoon gebeurde.
Vr. Svetozar: Was u in Medjugorje toen Damir begon te verbeteren? Mara: De eerste keer dat we ginds waren, zei hij niets. Toen we weggingen, voelde hij zich niet slecht, maar er was ook geen merkbare verbetering. Toen we voor de tweede keer gingen, was een van zijn meters bij ons in de kerk en Damir wou niets zeggen in haar bijzijn. Op onze weg naar huis, zetten we zijn meter onderweg af aan het tankstation en toen ze uit de auto was, zei hij: "Moeder, ik wou niets zeggen in het bijzijn van mijn meter, maar toen Vicka tot God bad voor mij, voelde ik iets. Een verlichting, alsof er een genezingsproces in gang werd gezet. Het was alsof er een zwaarte van mijn lichaam viel.
Vr. Svetozar: Damir, vertel me wat er gebeurd is. Wat voelde u? Damir: Toen mijn moeder haar vader ging bezoeken in Tepcici, hoorde ze de mensen zeggen dat de Madonna in Medjugorje was verschenen. Sommigen geloofden het, anderen niet. Maar mijn moeder was vastbesloten: "We gaan naar Medjugorje en we zullen alles aanvaarden zoals God het voor ons ziet." De eerste keer dat we gingen, en zij me meenam naar de zieners, voelde ik absoluut niets. Niets was veranderd. Toen ze mij voor de tweede maal meenam en terug tot bij dezelfde kinderen bracht, bad één van de kinderen, ik leerde later dat het Vicka was, tot God voor mij. Opeens gebeurde er iets ... dat gevoel van zwaarte ging uit mij en ik voelde mij onmiddellijk beter.
Vr. Svetozar: Wanneer was dat? Damir: Spoedig nadat de verschijningen begonnen waren.
Vr. Svetozar: Vicka bad tot God voor u. Kunt u deze gebeurtenis beschrijven, wat gebeurde er? Damir: Ik kan het niet beschrijven, het is iets zoals herboren worden.
Vr. Svetozar: Voelde u dit in uw ziel of in uw lichaam? Damir: Beide, zowel in mijn ziel als in mijn lichaam.
Vr. Svetozar: Voelt u nu nog naverschijnselen, sporen van ziekte? Damir: Helemaal niet. Soms heb ik een verkoudheid.
Vr. Svetozar: Hoe voelt u zich, Mara? Mara: Ik dank God dat hij beter en beter wordt. En de dokters hebben mij verteld: "Verwacht of vraag nooit iets van hem!" Nu, dankzij God kan hij grind opgraven, twee meter diep, zowel als zijn vader en zijn broer.
Vr. Svetozar: Damir, u hebt een betekenisvolle verandering ondergaan in uw lichaam. Hebt u ook een verandering in uw ziel opgemerkt? Damir: Ja, dat heb ik. Ik ging wel naar de kerk voor mijn ziekte, maar het maakte geen belangrijk deel van mijn leven uit. Maar sinds ik naar Medjugorje ben gegaan en er genezen ben, door Gods macht, ga ik elke keer als ik kan naar de kerk.
Vr. Svetozar: Hebt u enige boodschap voor de mensen die dit ooit zullen lezen? Damir: Ja, dat het geloof iedere persoon kan redden.
Vr. Svetozar: Dank u voor uw getuigenis. Damir: Dank vooral de Moeder van God.
Vertaling: Chris De Bodt
22-04-1980
Al uw antwoorden over Jezus. Zoektocht 7. Zijn de Evangeliën waar?
Zoektocht 7. Zijn de Evangeliën waar?
Zijn de evangeliën uit het Nieuwe Testament een werkelijk ooggetuigenverslag van Jezus Christus, of kon het verhaal met de jaren veranderd zijn? Moeten we de verslagen over Jezus van het Nieuwe Testament enkel met ons geloof aanvaarden, of is er een bewijs voor hun betrouwbaarheid?
Peter Jennings, die het late ABC-nieuws presenteert, was in Israël voor een televisie special rond Jezus Christus. Zijn programma, "De zoektocht naar Jezus", onderzocht of de Jezus uit het Nieuwe Testament historisch correct was.
Jennings vertoonde meningen over de evangelieverslagen van DePaul, Professor John Dominic Crosson, drie van de Crossancollegas uit het Jezus seminarie en twee andere Bijbelgeleerden [Het Jezus Seminarie is een groep van geleerden die de woorden en daden van Christus overwegen en hierop rode, roze, grijze of zwarte kraaltjes gebruiken om hun stem uit te brengen die aanduidt hoe waarheidsgetrouw ze geloven dat de verklaringen uit het Evangelie zijn.
Sommige resultaten waren verbazend. Dr. Crossan twijfelt niet enkel over meer dan 80% van Jezus woorden, maar ook Jezus beweringen over Zijn goddelijkheid, Zijn mirakels,.en Zijn verrijzenis. Jennings was duidelijk geboeid door het beeld van Jezus zoals dit werd geschetst door Crossan.
Een zoektocht naar de waarheid van de geschiedenis van de Bijbel is altijd nieuws, de reden waarom Tim en Newsweek elke keer een hoofdverhaal spinnen rond Maria, Jezus, Mozes of Abraham. Of, wie weet, zal het misschien een verhaal zijn over een zekere vermiste dertiende apostel.
Dit is amusement en zo zal het onderzoek nooit eindigen en zullen de antwoorden nooit vruchten voortbrengen, want dat zou hun eigen doodsteek zijn voor toekomstige programmas. In plaats daarvan, worden deze met verschillende radicale meningen bij elkaar gebracht, zoals een aflevering van "Survivor", waarbij er zoveel mogelijk wendingen aan het verhaal wordt gegeven, eerder dan klaarheid te willen brengen.
Maar Jennings verslag behandelde een vraagstuk waarvan er geacht werd dat het ernstig zou doen nadenken. Crossan suggereerde dat de originele geschriften over Jezus opgesmukt werden door mondelinge overdracht en niet werden neergeschreven vóór de dood van de apostelen. En zo zouden ze hoogste onbetrouwbaar zijn en er niet in slagen om ons een duidelijk beeld te geven van de ware Jezus. Wij zijn wij om te weten of dit werkelijk zo is?
Verloren bij de vertaling?
Wat toont "dit bewijs" aan? Laat ons beginnen met twee eenvoudige vragen: Wanneer zijn de originele documenten over het Nieuwe Testament geschreven? En wie schreef deze?
De belangrijkheid van deze vragen zijn kennelijk. Als de verslagen van Jezus geschreven zouden zijn nadat de ooggetuigen dood waren, dan kan niemand hun preciesheid nagaan. Maar, integendeel, als de verslagen uit het Nieuwe Testament geschreven geweest zijn toen de apostelen nog leefden, dan kan hun echtheid worden bevestigd. Alle apostelen zouden kunnen antwoorden op vragen over hun verslagen over Jezus.
De schrijvers van het Nieuwe Testament beweren de ooggetuigenverslagen weer te geven over Jezus. De apostel Petrus schrijft op deze wijze in een brief: "Toen wij u de glorierijke komst van onze Heer Jezus Christus verkondigden, baseerden wij ons niet op vernuftige verzinsels ... integendeel, wij hebben met eigen ogen zijn grootheid gezien." [2 Petrus 1:16]
Een groot gedeelte van het Nieuwe Testament maken de 13 brieven uit van de apostel Paulus aan de jonge kerken en individuele personen. Paulus zijn brieven dateren van de jaren 45 tot de jaren 65 [12 tot 13 jaar na Christus] en vormen zo de vroegste getuigenissen van Jezus leven en onderricht. Will Durant schreef over de historische belangrijkheid van de Paulus brieven. "Het Christelijke bewijs van Christus begint bij de brieven die geschreven zijn door de Heilige apostel Paulus. ... Niemand heef ooit het bestaan van Paulus in vraag gesteld, noch zijn herhaalde ontmoetingen met Petrus, Jacobus en Johannes, en Paulus geeft een beetje jaloers toe dat deze mensen Christus werkelijk hadden gekend.
Maar is het waar?
In boeken, tijdschriften en TV documentaire stelt het Jezus Seminarie dat de evangeliën geschreven zijn uiterlijk tegen 130 tot 150 na Christus door onbekenden. Indien deze late data juist zijn, dan is er een gat van ongeveer 100 jaren vanaf Christus dood [geleerden beweren dat Christus is gestorven tussen het jaar 30 en 33]. En daar alle ooggetuigen toen reeds gestorven waren, kunnen de Evangeliën ook zijn geschreven door onbekende, bedrieglijke schrijvers.
Welk bewijs hebben we dat de Evangelieverslagen over Jezus werkelijk zijn geschreven? De geleerden zijn het er over het algemeen over eens dat de evangeliën van de apostelen geschreven zijn tijdens de eerste eeuw. Zij sommen verscheidene punten hiervoor op waarop we later zullen terugkomen. Noteer nu echter dat er drie basisvormen van bewijs bestaan om een betrouwbare aangelegenheid te maken voor deze besluiten:
vroege documenten van afvalligen zoals Marcion en de school van Valentinus sommen themas, passages, en boeken op van het Nieuwe Testament.
Er bestaan ontelbare geschriften uit vroegchristelijke bronnen, zoals Clementius van Rome, Ignatius en Polucarpus.
Ontdekte kopijen van de evangeliën hebben na onderzoek uitgewezen dat ze dateren van minstens 117 na Christus.
De Bijbelse archeoloog William Albrigt besloot op basis van zijn onderzoek dat alle boeken uit het Nieuwe Testament geschreven zijn toen de meeste van de apostelen nog in leven waren. Hij schreef: "We kunnen reeds nadrukkelijk beweren dat er niet langer een stevige basis is om enig boek na 80 na Christus te dateren, twee volle generaties voor de data van 130 en 150 na Christus, die worden vooropgesteld door de huidige critici van het Nieuwe Testament." Elders legt Albright de data, voor de vermoedelijke volledige geschriften uit het Nieuwe Testament, ergens tussen 50 tot 75 na Christus.
De bekende sceptische geleerde John A. T. Robinson dateert het Nieuwe Testament nog vroeger dan zelfs de meest conservatieve geleerden. In Redating The New Testament, beweert hij dat het Nieuwe Testament geschreven is tussen 40 en 65 na Christus. Dit is reeds 7 jaar na Christus leven op aarde. Als dat waar is, dan zou enig historisch bedrog onmiddellijk door ooggetuigen en vijanden van het Christendom, erkend zijn.
Laat ons dus het spoor van sleutels nader bekijken dat ons van de originele documenten naar de kopijen leidt.
Wie heeft nog meer bewijs nodig?
De originele geschriften van de apostelen worden gerespecteerd. Kerken hebben ze bestudeerd, voorzichtig bewaard en ze opgeslagen zoals een begraven schat.
Maar, helaas, inbeslagneming door de Romeinen, 2000 jaar tijd en de tweede wet van de thermodynamica hebben hun tol geëist. Wat blijft er dus vandaag over van de originele geschriften? Niets! De originele manuscripten zijn allemaal verdwenen, alhoewel Bijbelgeleerden en archeologen er elke dag op hopen dat er een of ander document naar boven komt.
Toch deelt het Nieuwe Testament niet alleen dit lot, geen andere vergelijkbare documenten uit de oudheid zijn ook overgebleven. Maar historici zijn niet verward door dit gebrek aan originele manuscripten, wanneer ze geloofwaardige kopijen hebben om te onderzoeken. Maar zijn er oude kopijen van het Nieuwe Testament beschikbaar, en indien zo, zijn zo geloofwaardig tegenover de orignelen?
Toen het aantal kerken zich vermenigvuldigde, werden er honderden kopijen gemaakt, in de grootste voorzichtigheid, en onder toezicht van de kerkleiders. Elke letter werd overdreven precies neergepend in inkt op papyrus of perkament. En zo kunnen vandaag de geleerden de overlevende kopijen (en de kopijen van de kopijen van de kopijen, u snapt het...) gebruiken om de authenticiteit vast te stellen en tot een heel dichte benaderende waarde te komen wan de originele documenten.
In werkelijkheid hebben geleerden die oude geschriften bestuderen, documenten zoals De Odyssey, vergeleken met andere oude documenten om hun betrouwbaarheid te achterhalen. Meer recentelijk heeft Charles Saunders, een militaire historicus een drieledige test bedacht die niet enkel de geloofwaardigheid van de kopijen onderzoekt, maar ook deze van de schrijvers. Zijn test bestaat hieruit:
de bibliografische test
de interne bewijstest
de uiterlijke bewijstest
Bibliografische test
Deze test vergelijkt een document met de overige uit dezelfde tijdsperiode en vraagt:
Hoeveel kopijen van het oorspronkelijke document bestaan er?
Hoe groot is de tijdsinterval tussen de oorspronkelijke geschriften en de vroegste kopijen?
Hoe goed doorstaat een document de vergelijking met de overige vroege geschiedenis?
Veronderstel dat we enkel twee of drie kopijen hadden van het originele Nieuwe Testament. Dan zouden de monsters zo klein in aantal zijn dat we mogelijk de geloofwaardigheid niet zouden kunnen achterhalen. Aan de andere kant, als we honderden of zelfs duizenden kopijen hebben, kunnen we gemakkelijk de fouten van de slecht overgeschreven documenten er uithalen.
Hoe goed doorstaat het Nieuwe Testament de vergelijking met andere oude geschriften met inachtneming van zowel het aantal kopijen als de tijdsinterval tussen de originelen. Vandaag bestaan er meer dan 5.000 manuscripten van het Nieuwe Testament in de oorspronkelijke Griekse taal. Wanneer we ook de andere talen hierbij tellen komen we aan zon 24.000 documenten, allen gedateerd tussen de tweede en de vierde eeuw.
Vergelijk dit met de tweede beste bewaarde aantal kopijen van oude historische manuscripten, Homerus Ilias, met zijn 643 kopijen en denk er aan dat de meeste overige historische documenten veel minder bestaande kopijen hebben dat deze [meestal nog geen 10]. Hierop bemerkte de Nieuw Testament geleerde Bruce Metzger: "In tegenstelling met andere oude manuscripten, beschikt het kritische onderzoek van de teksten over een weelde aan materiaal."
Tijdsinterval
Niet alleen is het aantal manuscripten van betekenis, maar eveneens de tijdsinterval tussen de originele geschriften en de datum van de kopij. Over een tijdspanne van 1.000 jaar van "overschrijven", hoeft men u niet te vertellen welke resultaten hieruit kunnen voortkomen, maar over een tijdspanne van 100 jaar maakt dit een groot verschil uit.
De Duitse criticus Ferdinand Christian Baur [1792-1860] stelde dat het Evangelie van Johannes niet geschreven kon zijn voor het 160 jaar na Christus. Daarom kon het Johannes evangelie niet geschreven zijn door Johannes zelf. Indien dit zo zou zijn, zou dit niet enkel Johannes geschriften, maar eveneens de geloofwaardigheid van het hele Nieuwe Testament ondermijnen. Maar toen werd er op een verborgen plaats in Egypte, een aantal papyrusfragmenten gevonden van het Nieuwe Testament, waaronder een gedeelte van het Evangelie van Johannes [meer bepaald Johannes 18:31-33], die werden gedateerd rond 25 jaar nadat Johannes het origineel had geschreven.
Metzger legt uit: "Juist zoals Robinson Crusoe, die een voetspoor zag in het strand, besloot dat er een andere menselijke persoon, met twee voeten, samen met hem op het eiland aanwezig was, zo bewijst P52 [het label van het fragment van Johannes] het gebruik van het vierde Evangelie tijdens de eerste helft van de tweede eeuw in een provinciaal stadje rond de Nijl, ver verwijderd van de plaats waar het oorspronkelijke document werd opgetekend [Efeze in Klein-Azië]." Vondst na vondst hebben archeologen kopijen en grote gedeelten van het Nieuwe Testament blootgelegd, allen gedateerd als geschreven binnen de 150 jaar na de oorspronkelijke geschriften.
De meeste andere documenten hebben tijdsintervallen gaande van 400 tot 1.400 jaar. Zo zijn de gedichten van Aristoteles geschreven rond 343 voor Christus, maar de vroegste kopij dateert van het jaar 1.100, en er bestaan slechts vijf kopijen van. En niemand gaat verder op onderzoek naar de geschiedenis van Plato waarvan eerst werd beweerd dat hij een brandweerman was in plaats van een filosoof.
In werkelijkheid is er bijna een volledige kopij van de Bijbel, genoemd "Codex Vaticanus", die werd geschreven tussen de 250 en 300 jaar na de oorspronkelijke geschriften van de apostelen. De oudst gekende volledige kopij van het Nieuwe Testament in het oude unciaalschrift is de "Codex Sinaiticus", die zich nu in het British Museum bevindt.
Net zoals de Codex Vaticanus dateert deze uit de vierde eeuw. Vaticanus en Sinaiticus die teruggaan tot vroeg in de christelijke geschiedenis, verschillen, zoals andere Bijbelse manuscripten, miniem van elkaar en geven ons een heel goed beeld van wat de eerste documenten moeten hebben bevat.
Zelfs de kritische geleerde John A.T. Robinson heeft toegegeven: "De weelde aan manuscripten, en boven alles de kleine interval tussen de geschriften en de eerste nog overgebleven kopijen, maken het veruit de best getuigenis van alle oude geschriften ter wereld." De rechtsgeleerde, John Warwick Montgomery, bevestigde: "Sceptisch zijn over de boeken van het Nieuwe Testament is toelaten om alle oude geschriften in vraag te stellen, want er zijn geen documenten over de vroege periode met zon goede bibliografische getuigenis als het Nieuwe Testament."
Het punt van dit alles is: als de kopijen van het Nieuwe Testament zo vroeg na de actuele gebeurtenissen zijn opgetekend en rondverdeeld, is hun omschrijving van Jezus meer dan waarschijnlijk nauwkeurig. Maar extern bewijs is niet de enige manier om de vraag van betrouwbaarheid te beantwoorden, geleerden gebruikten ook intern bewijs om de vraag te beantwoorden.
De ontdekking van de Codex Sinaiticus
In 1844 was de Duitse geleerde Constantine Tischendorf op zoek naar manuscripten over het Nieuwe Testament. Per ongeluk stootte hij, in de bibliotheek van het klooster van de Heilige Catharina op de Sinai berg, op een korf die gevuld was met oude papieren. De Duitse geleerde was zowel opgetogen als aangeslagen. Hij had nog nooit zon oude Griekse manuscripten gezien. Tischendorf ondervroeg de bibliothecaris er over en was ontzet dat ze zouden worden weggedaan om als brandstof te dienen voor de open haard. Twee grote korven van zulke papieren waren reeds verbrand.
Het enthousiasme van Tischendorf bracht de monniken op hun hoede en hij mocht de manuscripten niet meer zien. Ze lieten wel toe dat Tischendorf de 43 bladzijden mocht meenemen die hij had ontdekt.
Vijftien jaar later keerde Tischendorf terug naar het Sinai klooster, deze keer met de hulp van de Russische Tsaar Alexander II. Toen hij aankwam nam een monnik Tischendorf mee naar zijn kamer en haalde een in doeken gewikkeld manuschript van de planken. Het lag tussen tassen en borden. Tischendorg erkende onmiddellijk de kostbare resterende gedeelten van de manuscripten die hij eerder had gezien.
Het klooster ging er mee akkoord om het manuscript aan de Tsaar voor te stellen als beschermer van de Griekse Kerk. In 1933 verkocht de Sovjetunie het manuscript aan het British Museum voor 100.000 pond
De Codex Sinaiticus is een van de oudste volledige manuscripten van het Nieuwe Testament dat er is. Sommigen denken dat het één van de 50 Bijbels is waartoe keizer Constantijn aan Eusebius de opdracht had gegeven om ze te schrijven in het begin van de vierde eeuw. De Codex Sinaiticus is van enorme hulp geweest voor de geleerden om de betrouwbaarheid van het Nieuwe Testament na te gaan.
De interne bewijstest
Zoals goede speurders gaan de geschiedkundigen de betrouwbaarheid na door te zoeken naar interne sleutels. Deze sleutels onthullen de beweegredenen van de auteurs en hun gewilligheid om details en overige aspecten bekend te maken die kunnen worden nagegaan.. De voornaamste interne sleutelaanwijzingen dat de geleerden gebruiken om de betrouwbaarheid na te gaan, zijn de volgende:
De samenhang met de ooggetuigenrapporten
Details van de namen, plaatsen en gebeurtenissen
Brieven aan personen en kleine groepen
Dingen die de auteur van zijn stuk brengen
De aanwezigheid van niet ter zake doende of tegengesteld materiaal
Het gebrek aan betekenisvol materiaal.
Laat ons als voorbeeld de film "Friday Night Lights" nemen, waarvan er wordt beweerd dat deze is gebaseerd op historische feiten, maar zoals zo vele filmen die maar magertjes gebaseerd zijn op feiten, blijft ook hier voortdurend de vraag: Zijn de dingen werkelijk op die manier gebeurd? Hoe kan men dus de geschiedkundige betrouwbaarheid vaststellen?
Een sleutel kan de aanwezigheid zijn van onbetekenend materiaal. In het midden van de film krijgt de coach, voor geen klaarblijkelijke reden, een telefoonoproep om hem te informeren dat zijn moeder aan een hersentumor lijdt. Deze gebeurtenis heeft niets van doen met de ontknoping en wordt verder ook nergens meer vermeld. De enige uitleg die kan worden gegeven voor de aanwezigheid van zon onbetekenend materiaal kan zijn dat het inderdaad is gebeurd en dat de regisseur de wens had om de dingen historisch juist weer te geven.
Een ander voorbeeld uit dezelfde film. Bij het volgen van het drama willen we dat de Permian Panthers het nationaal kampioenschap winnen. Maar dit is niet zo. Dit voelt tegengesteld aan en we weten onmiddellijk dat het in de film is opgenomen omdat in werkelijkheid Permian het spel verloren heeft. De aanwezigheid van tegengesteld materiaal is ook een sleutel voor de historische juistheid.
En uiteindelijk leidt het gebruik van gekende steden en bekende oriëntatiepunten zoals de Houston Astrodome ons ook naar de waarheid omdat ze gemakkelijk zijn te staven of te vervalsen.
Dit zijn maar enkele voorbeelden van hoe intern bewijs ons naar de geschiedkundige betrouwbaarheid van een document kan leiden of ons ertoe van wegdrijven.
De samenhang
Diverse aspecten van het Nieuwe Testament, gebaseerd op de eigen inhoud en kenmerken, helpen ons om de betrouwbaarheid ervan vast te stellen
Bedrieglijke documenten hebben de neiging om ooggetuigenverslagen weg te laten of zijn onsamenhangend. Duidelijke tegenstelling tussen de Evangeliën zouden bewijzen dat ze fouten bevatten. Maar tegelijkertijd, als elk evangelie precies hetzelfde zegt, zou het ook de verdachtmaking op een samenzwering verhogen. Het zou zijn als mensen die onder één hoedje spelen en proberen overeen te komen over elk detail van hun schema. Te veel samenhang is even twijfelachtig als te weinig.
Ooggetuigen van een misdaad of een ongeval geven over het algemeen de grote lijnen weer, maar vanuit een verschillend standpunt. Evenzo moeten de vier Evangeliën de gebeurtenissen uit Jezus leven vanuit een verschillend perspectief bekijken. Ongeacht deze verschillende standpunten zijn de Bijbelgeleerden verbaasd over de samenhang van hun beschrijvingen en het duidelijke beeld van Jezus en zijn leer, met de aanvullende rapporten.
Details
Geschiedkundigen houden van details in een document omdat dit het gemakkelijker maakt om de betrouwbaarheid ervan vast te stellen. Zo zijn de brieven van Paulus vol van details. Dit is ook het geval met de Evangeliën. Zo zijn bijvoorbeeld Lucas Evangelie en zijn handelingen geschreven aan een edelman met de naam Theophilus, die ongetwijfeld een gekend persoon was in die tijd.
Indien de geschriften louter uitvindingen van de apostelen waren geweest, dan zouden valse namen, plaatsen en gebeurtenissen vlug opgespoord zijn geweest door hun vijanden, de Joodse en Romeinse leiders. Dit zou het Watergate schandaal van de eerste eeuw geworden zijn. Maar vele van de details uit het Nieuwe Testament zijn als waar aangetoond door onafhankelijke onderzoekers. De klassieke geschiedkundige Colin Hemer identificeert bijvoorbeeld 84 feiten in de laatste 16 hoofdstukken die door archeologich onderzoek zijn bevestigd.
In de voorgaande eeuwen vochten sceptische Bijbelgeleerden zowel Lucas auteurschap als zijn datering aan, bewerend dat het geschreven was in de tweede eeuw door een ongekende schrijver. De archeoloog Sir William Ramsey was ervan overtuigd dat ze gelijk hadden en hij startte een onderzoek. Na een diepgaand wetenschappelijk onderzoek, wijzigde de archeoloog zijn beslissing. Ramsey gaf toe dat "Lucas een historicus van de eerste rij was en ... dat deze auteur tussen de grootste geschiedkundigen zou moeten worden gerekend ... de geschiedenis van Lucas is onovertrefbaar met betrekking tot de betrouwbaarheid."
Dan zijn er de reizen van Paulus, waarbij de plaatsen, de mensen die hij bezocht, de boodschappen die hij afleverde en zijn vervolging worden opgesomd. Kunnen al deze details vervalst zijn? De Romeinse historicus A.N. Sherwin-White schreef: "de bevestigingen van de historiciteit zijn overweldigend ... Elke poging om de historiciteit te verwerpen zou absurd zijn. Romeinse historici hebben dit reeds lange tijd als waar aangenomen."
Van de Evangelieverslagen tot de brieven van Paulus, beschrijven de auteurs van het Nieuwe Testament openlijk de details, waarbij het opsommen van steden, namen van mensen die in die tijd leefden, heel gewoon is. Geschiedkundigen hebben minstens dertig van deze namen onderzocht.
Brieven aan kleine groepen
De meest vervalste documenten zijn algemeen en openlijk van aard, zoals dit artikel, waarvan er ongetwijfeld al vervalsingen op de zwarte markt rond circuleren. De historische expert Louis Gottschalck merkt op dat persoonlijke brieven aan kleine groepen een grote waarschijnlijkheid hebben van betrouwbaarheid. Onder welke categorie vallen de documenten van het Nieuwe Testament?
Sommigen waren duidelijk bedoeld om wijd verspreid te worden. Grote gedeelten van het Nieuwe Testament bestaan uit persoonlijke brieven tot kleine groepen of enkelingen. Deze documenten staan absoluut niet op de prioriteitslijst van vervalsingen.
Belemmerend materiaal
De meeste schrijvers houden er niet van om zichzelf in de verlegenheid te brengen. Geschiedkundigen hebben opgemerkt dat die documenten die ingewikkelde onthullingen doen over het algemeen te vertrouwen zijn. Wat hebben de auteurs van het Nieuwe Testament over zichzelf vermeld?
Verrassend stellen de schrijvers van het Nieuwe Testament zichzelf dikwijls voor als "onbenullig, laf en ongelovig." Overweeg bijvoorbeeld de drievoudige ontkenning van Jezus door Petrus of de onenigheden onder de leerling wie van hen de grootste was. Beide verhalen bevinden zich in de Evangeliën. Terwijl het respect voor de apostelen zeer belangrijk was in de vroege kerk, zou de invoeging van dit soort materiaal geen enkele zin hebben, tenzij de apostelen waarheidsgetrouw rapporteerden.
In The Story of Civilization schrijft Will Durant over de apostelen: "Deze mannen waren nauwelijks het soort mensen die men zou hebben gekozen om de wereld om te vormen. De Evangeliën geven realistisch de verscheidenheid van hun karakter weer en geven eerlijk hun fouten weer."
Tegenwerkend of ontoepasselijke materiaal
De Evangeliën vertellen ons dat de lege graftombe van Jezus door een vrouw werd ontdekt, ook al werden in het Israël van die tijd vrouwen beschouwd als virtueel waardeloos en niet eens toelaatbaar tot het gerecht. De Moeder van Jezus en Zijn familie hebben tijdens de laatste uren van Jezus' leven aan het kruis dikwijls gezegd dat Hij Zijn zinnen kwijt was. Sommige van Jezus laatste woorden zijn onder meer: "Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten." En zo is er een hele lijst van incidenten die tegenwerkend zijn. Dit maakt de bedoelingen van de auteurs, om het leven en de leer van Jezus Christus correct weer te geven, heel geloofwaardig.
Tekort aan betekenisvol materiaal
Het is ironisch [of misschien logisch] dat weinig van de belangrijkste uitvaardigingen van de kerk van de eerste eeuw, de Christelijke opdracht, de spirituele gaven, het doopsel, het leiderschap, direct uit de mond van Jezus kwamen. Indien zijn opvolgers eenvoudigweg het materiaal voortbrachten om de groeiende kerk aan te moedigen, dat is het niet onuitlegbaar waarom ze geen instructies hebben gekregen door Jezus Christus over deze aangelegenheden. In één geval zegt de apostel Paulus over een zeker onderwerp: "Hierover hebben wij geen leer gekregen van de Heer."
Externe bewijstest
Het derde en laatste meetpunt over de betrouwbaarheid van een document is de externe bewijstest, die vraagt: Bevestigen historische feiten en geschriften buiten het Nieuwe Testament de betrouwbaarheid ervan? Wat zegden niet-christelijke geschiedkundigen over Jezus Christus?
Minstens zeventien niet-christelijke geschriften geven meer dan vijftig details aan over het leven, de leer, de dood en de verrijzenis van Jezus, alsmede details over de vroege kerk. Dit is verbazend, gezien het gebrek aan andere historieken dat wij in ons bezit hebben uit de tijdsperiode. Jezus wordt door meer bronnen vermeld dan de veroveringen van Caesar tijdens dezelfde periode. Het is zelfs nog meer verbazingwekkend daar deze bevestigingen van de details uit het Nieuwe Testament dateren van 20 tot 150 jaar na Christus, eerlijk gezegd "vroeg" gelet op de standaarden van de oude historiografie.
De betrouwbaarheid van het Nieuwe Testament wordt verder verstevigd door meer dan 36.000 bijkomende Bijbelse Christelijke documenten: geschriften van kerkleiders uit de eerste drie eeuwen] die gedateerd worden op minstens tien jaren na de laatste geschriften van het Nieuwe Testament. Indien alle kopijen van het Nieuwe Testament zouden verloren gegaan zijn, kon men het hersamenstellen uit deze overige brieven en documenten, met uitzondering van een aantal verzen.
Profesoor emeritus Howard Clark Kee van de Boston Universiteit besluit: "Het resultaat van de onderzoek van de bronnen buiten het Nieuwe Testament die bijdragen tot onze kennis over Jezus bevestigt enkel maar zijn historisch bestaan., zijn ongewone krachten, de aanbidding van zijn volgelingen, de blijvende bestaan van de beweging na zijn dood ... en het doordringen van het Christendom tot ... in Rome zelf, later tijdens de eerste eeuw."
De externe bewijstest is dus gebouwd op het bewijs dat is voorzien door andere testen. Ondanks de bewering van een klein aantal radicale sceptici dat het portret van Jezus uit het Nieuwe Testament een virtueel kladwerk is, zijn er een aantal uit het Jezus Seminarie, de consensus van experten, ongeacht hun geloof, die bevestigen dat het Nieuwe Testament dat we vandaag lezen zowel de woorden als de gebeurtenissen uit Jezus leven geloofwaardig weergeven.
Professor Clark Pinnock van het McMaster Divinity College, zei het heel goed toen hij zei: "Er bestaat geen geschrift uit de oude wereld waarvan door zon reeks van geschreven en historische feiten getuigt wordt. Een eerlijk persoon kan geen bron van deze soort uit zijn gedachten zetten. De kijk van sceptici over de historische geloofwaardigheid van het Christendom is gebaseerd op een absurd principe."
EINDE Vertaling: Chris De Bodt
Bron: Y-Jesus: The facts presented by scholars
21-04-1980
Documentaire: Het Leven van de Heilige Zuster Faustina Kowalska
Documentaire: Het Leven van de Heilige Zuster Faustina Kowalska
20-04-1980
Medjugorje: Interview met Marinko en Dragico Ivankovic door Vader Svetozar Kraljevic [27 februari 1983]
Interview met Marinko en Dragico Ivankovic door Vader Svetozar Kraljevic [27 februari 1983]
Marinko Ivankovic werd geboren te Bijakovici, een gehucht van Medjugorje, in 1943. Daar leeft hij met zijn familie [echtgenote en drie kinderen] en zijn ouders. Van beroep is hij mechanieker en hij werkt in Citluk. Dragica is de voornaam van zijn echtgenote.
Marija Pavlovic vertelde hem als eerste over de verschijningen van de Heilige Maagd Maria, tijdens de ochtend van 25 juni , toen hij haar en Vicka Ivankovic naar de zomerschool bracht in Citluk. Nog diezelfde namiddag zocht hij Ivan Dragicevic op, die eveneens de verschijning had waargenomen, om uit te zoeken wat er gebeurd was. Hij stemde er mee in om de plaats van de verschijning te bezoeken, maar hij kwam te laat aan. Hij had het uur van de verschijning verkeerd begrepen [18.15 uur in plaats van 19.15 uur]. Op de derde dag werd hij de coördinator en ondersteuner van de groep zieners en sindsdien is hij steeds met de zieners in verband gebracht. Op elk belangrijk moment was hij steeds bij hen, in vreugde, gebed en onthullingen en eveneens op de ogenblikken van twijfel, onbegrip en vervolging. Wat volgt is een relaas van ons gesprek.
Marinko Ivankovic [2000]
Vr. Svetozar: Marinko, wat bracht u in zo'n nauw contact met de zieners? Waarom hebt u zichzelf zo diep met hen verenigd? Marinko: Ik zal het u vertellen. Ik woon steeds de "huwelijksweekends" bij en ben een actieve gelovige. Ook hadden de kinderen het soms moeilijk, in het bijzonder Ivanka. Zij was de eerste van de groep die het licht en de Madonna waarnam. Haar moeder was net overleden en haar vader werkte in Duitsland. Ook Jakov heeft in werkelijkheid niet echt een vader: hij leeft in Bosnië en komt zelden naar hier op bezoek. Dan is er Mirjana die in Sarajevo woont. Op de een of andere manier genoten de kinderen geen ouderlijk advies of ouderlijke bescherming. Zo leerde ik hen kennen met één enkele gedachte in het hoofd: om hen sterkte te geven, in de plaats van hun ouders. "Ruggensteun" kunt u zeggen, ik wou hen moreel beschermen en hen hierin ook bijstaan.
Vr. Svetozar: U dacht dus dat ze bijstand nodig hadden? Marinko: Juist. Iemand moest hen helpen. Zij moesten weten dat er iemand aan hun zijde stond, dat ze niet alleen waren. Pas later besefte ik dat mijn hulp echt van pas kwam, omdat ze in mij meer vertrouwen stelden dan in iemand anders.
Vr. Svetozar: Meer dan in de priesters? Marinko: Absoluut meer dan in de priesters. Zij gingen er niet heen. Absoluut.
Vr. Svetozar: Was u de eerste persoon die het vertelde aan de priesters? Marinko: Ja, tijdens de tweede dag. Ik was te laat en ik kwam de kinderen tegen toen zij reeds terugkwamen van de heuvel waar zij de verschijning hadden waargenomen. Ivanka's grootmoeder stond haar op de weg op te wachten. Ivanka weende. Toen omhelsde Ivanka haar grootmoeder en zei: "Meter, ik heb aan de Madonna naar mijn moeder gevraagd en Zij antwoordde dat mijn moeder het goed stelt in de Hemel." Ik probeerde haar tot rust te brengen, maar dit lukte niet. Zij bleef maar wenen. Toen besloot ik om naar de priesters te trekken, om hen te vertellen wat er was gebeurd, èn omdat het over iets ging dat niet van deze wereld was. Ik dacht dat iemand zou helpen, iemand die meer van dergelijke zaken op de hoogte was dan ik, vooral een priester, omdat zij in verband gebracht worden gebracht met het geloof. Zo moesten de priesters op de hoogte worden gebracht, en ook omdat de mogelijkheid nooit kon worden uitgesloten dat het verhaal verzonnen was, dienden zij de zaak te onderzoeken en de mensen hiervan op de hoogte te brengen.
En zo ging ik naar de pastorij. Twee kloosterzusters stonden te wachten op de trappen van de voordeur van de pastorij en ik vroeg hen of er een priester aanwezig was. "Vader Zrinko," zei één van hen, en ik dacht bij mezelf: "Ik verkies Vader Jozo. Het zou gemakkelijker zijn om met hem hierover te praten." In ieder geval was het Vader Zrinko die aan de deur kwam en zei: "Hoe gaat het, Marinko? Wat nieuws komt u brengen?" We groetten elkaar en ik vertelde hem: "Vader, ik ben gekomen om u te vertellen dat gisteren en vandaag een aantal kinderen hebben gezegd dat ze de Heilige Maagd Maria hebben gezien, de Madonna. Nu wenen ze voortdurend en zijn ze verward. Ik denk dat het beter is om naar hen toe te gaan en hen trachten te troosten, om met hen te praten en proberen uit te vissen of ze de waarheid vertellen." Hierop antwoordde Vader Zrinko: "Marinko, laat hen die het is toegestaan om het te zien, het zien en deze die het niet is toegestaan, het niet zien. Daarop ging ik naar huis. Maar iedereen in het dorp sprak intussen over de visioenen van de kinderen.
Vr. Svetozar: Wat dacht u over wat hij zei? Marinko: Ik dacht niet dat hij gelijk had, maar wie was ik om hem tegen te spreken? Ik voelde me teneergeslagen en ontmoedigd. Ik wou dat hij met mij meeging om de kinderen te zien en met hen te praten, zodat hij alles zelf kon waarnemen. Misschien konden we iets belangrijks te weten komen. Ik kon niet begrijpen waarom hij met mij niet wou meegaan. Hij handelde alsof het hem allemaal niet kon schelen, zelfs indien hij wist dat de Madonna werkelijk was verschenen. Ik kon het niet begrijpen. Het leek mij onmogelijk.
Vr. Svetozar: Dragica [echtgenote van Marinko], ik begrijp dat u de eerste was die Vader Jozo, de pastoor, op de hoogte bracht van de verschijningen. Wat gebeurde er? Dragica: Ik was 's zaterdags [27 juni] gaan werken en een zwaar stuk metaal viel op mijn handen en ik brak ook mijn been bij het incident. Ik werd naar het hospitaal van Mostar gebracht en toen wij aan het hospitaal kwamen zag ik dat Vader Jozo daar was. Hij zag mij ook en vroeg wat er was gebeurd. "Niets ernstig," antwoordde ik, "maar waar bent u geweest? U had in Medjugorje moeten zijn! De Madonna is verschenen!" Hij vroeg mij wie dit had verteld en ik zei: "De kinderen, vijf of zes van hen, die de Madonna de laatste twee vooravonden hebben gezien! Zrinko blijkt het niet te geloven. U zou er zelf moeten heengaan en het zien."
Vr. Svetozar: Dit brengt een interessant punt naar boven. De voorzienigheid van God had u beiden geroepen om de priesters, de Kerk, in te lichten. U, Marinko, ging naar de pastorij en u Dragica, raakte gekwetst zodat u naar het hospitaal moest worden gebracht, waar u Vader Jozo zag, die zijn zieke moeder bezocht. Bovendien had u, Marinko, meerdere ongewone ervaringen. Vertel me hierover. Marinko: Ja, ik heb er meerdere gehad. Op een bepaalde avond, zowat twintig dagen na de eerste verschijning, had de Madonna aan de kinderen verteld om naar de heuvel, waar Zij was verschenen, te gaan later die avond, rond 11 uur. Toen nodigden de kinderen mij uit om met hen mee te gaan, ik en een aantal andere gelovigen uit het dorp, een dertig- à veertigtal in totaal. Van zodra we ginds waren, begonnen wij te bidden. Toen keek ik omhoog en het leek alsof de hemel zich had geopend van waaruit er een heel helder licht kwam, zo'n vijftal meter aan de andere kant en het was iets dat naar ons toekwam. Iedereen zag het en zei tegelijkertijd: "Kijk! Zie het heldere licht!"
Wij stonden in een cirkel rond een gat dat de mensen hadden uitgegraven om grond mee te nemen, toen de Madonna verscheen. Er bevond zich een houten kruis in het gat en het leek alsof er een grote lichtbol vanuit het kruis in duizenden heldere sterren uiteen spatte. Het licht was te sterk om er naar te kijken terwijl dit alles geschiedde, zo kan ik u niet precies vertellen wat er plaatsgreep. Later, toen we hierover onder elkaar praten, kon niemand zeggen wat er precies had plaatsgevonden.
Sommige van de kinderen waren bevreesd en begon te schreeuwen. Ik wou hen wat tot rust brengen. Van zodra ik dit wou doen, zei Marija: "Blijf kalm. De Madonna is bij ons!" Toen knielden we en baden we samen tijdens de daaropvolgende veertig minuten. Ook weenden wij. Ik zal die ervaring nooit vergeten! Het was een andere manier van bidden, en u weet dat God, Jezus en Maria bij u zijn. Na veertig minuten stond iedereen op en vertelden de kinderen ons: "De Madonna kijkt naar u allen en zegt dat u Haar mag aanraken." Zo spoedden wij ons allemaal naar de plaats waar wij dachten dat Zij zich bevond. Terwijl de kinderen ons naar de juiste plaats leidden, trapte er iemand op haar sluier en op dat moment zeiden de kinderen: "Zij is weg."
Enkelen onder hen die Haar hadden aangeraakt zeiden dat hun handen verkleumd aanvoelden. Ondertussen hadden de mensen uit het nabije Cilici een cirkel van licht waargenomen op de plaats waar Maria was verschenen en sommigen onder hen waren de heuvel aan het beklimmen op hetzelfde ogenblik dat wij de Madonna probeerden aan te raken. Nadat Maria was verdwenen, keerden we allen samen terug naar huis.
Vr. Svetozar: Hebt u ooit iets gelijkaardigs ervaren, daarvoor of daarna? Marinko: Ja. Jakov en Vicka hadden mij uitgenodigd om met hen mee te gaan, naar Vicka's huis in haar slaapkamer, waar er werd verondersteld dat zij hun visoen zouden hebben. Ik was congnac aan het maken, zoals ik altijd doe rond die periode van het jaar, en sommige kinderen waren religieuze liederen aan het zingen. Jakov vroeg me om met hem mee te gaan, wat ik ook deed, samen met mijn zoon Davor en een ander kind, Matan Sego. Toen we de trappen opgingen zei Jakov: "Marinko, Onze Lieve Vrouw is hier!"
Dit was precies twee dagen voor het proces van Vader Jozo. Ik rende de trappen op en knielde aan de deur. Mijn zoon en Matan bevonden zich geknield achter mij. Ik strekte mijn handen uit en zei: "Lieve Madonna! Bewijs aan de ongelovigen dat Vader Jozo onschuldig is." Ik sloeg geen acht op wat Vicka en Jakov aan het doen waren, die aan het spreken waren met Maria, tot ze tot mij zeiden: "Marinko, Maria glimlacht naar u en begeeft zich naar u. Ze kust u, omhelst u en zegent u," vertelden ze me. Aanvankelijk voelde ik niets, helemaal niets, maar plots was het alsof mijn hart uit mijn borst wou breken. Het was een groot, opwindend gevoel.
"Maria vertelt u ," zeiden ze tot mij, "om vast te houden aan uw geloof en er geen afstand van te nemen." Daarop zei ik: "Ik heb geen vrees om mijn leven aan Jezus te geven, als Hij mij wenst te tonen wat ik moet doen."
Daarop herhaalden Jakov en Vicka de woorden van Maria: "Die prachtige kinderen loven Mij!" Ze moet de twee kinderen hebben bedoeld die bij mij waren en die religieuze liederen hadden gezongen. Andere kinderen hadden ons gevolgd en waren lofzangen aan het zingen in de straat en Jakov en Vicka zeiden dat Maria wenste dat ze allemaal tot haar zouden worden gebracht om hen te zegenen. De kinderen gingen de trappen op en mijn moeder en schoonzus waren er ook, nabij de deur. Toen draaiden Jakov en Marija zich om en zeiden: "De Madonna bevindt zich boven u en zegent iedereen." Dat was het einde van de verschijning die avond.
Vr. Svetozar: Vertel mij over het visioen in het veld, Marinko. Marinko: Het gebeurde hier in een veld op een avond, nadat de kinderen terugkeerden van de Mis in de Kerk en na de gebeden voor de zieken. De mensen uit de buurt hadden zoals gewoonlijk verzamelen geblazen op het veld tussen Medjugorje and Cilici. Later, toen dit meer geweten was, kwamen er meer en meer mensen. Sommigen enkel uit nieuwsgierigheid en er waren er ook tussen van de geheime politie. Maar hiervan van ik niet zeker, maar wie geeft hier uiteindelijk om?
We baden en zongen daar, en op een avond, op het feest van de Heilige Maria van de Engelen, kwamen de zieners eveneens bij ons op het veld en kregen er een verschijning van Maria. Allen samen baden we de zeven Onze Vaders, Weesgegroetjes, het Glorie zij de Vader en de geloofsbelijdenijs. Daarop vertelden de kinderen ons: "De Madonna staat aan allen die het het wensen toe om Haar aan te raken." Terwijl zij de mensen één voor één tot Haar brachten, zeiden ze: "Nu raakt u haar handen aan, haar sluier, haar gelaat, haar kleed." Dit ging zo een tien tot vijftien minuten door, tot Maria heenging. Op dat ogenblik schreeuwde Marija het plots uit en ik rende naar haar toe.
"Wat scheelt er, Marija?" vroeg ik. "O Marinko," antwoordde ze, "wij zijn overal zwart." "Waarom zijn we overal zwart?" vroeg ik. "Er waren hier zondaars die Haar aanraakten," zei Marija; "en terwijl zij Haar aanraakten, werd Haar kleed zwarter om zwarter, tot het helemaal zwart was." Daarop zei Marija dat iedereen zo spoedig mogelijk moest te biechten gaan, maar ik bleef wat langer om met haar te praten.
Zij vertelde mij dat nog zij diezelfde avond, wanneer zij alleen was in haar kamer, nadat ze van de Kerk was teruggekeerd en vlug thuis haar kledij ging wisselen om naar het veld te gaan, een verschijning van Maria had gehad. "Deze avond," zei ze, "vertelde de Maagd mij alles!" Dit waren Haar woorden: "De duivel wenst hier op alle mogelijke manieren en tegen elke prijs binnen te dringen. Hij zal alles proberen, maar Mijn Zoon wenst alle zielen voor Hem te winnen. Desondanks streeft de duivel er naar om elke ziel te veroveren. satan is hiervoor werkelijk tot alles in staat, wat de prijs ook mag zijn."
Vertaling: Chris De Bodt
19-04-1980
Medjugorje: Wetenschap
Medjugorje: Wetenschap
Een wetenschappelijk onderzoeker denkt als Sherlock Holmes. Indien Sherlock in Medjugorje orde op zaken zou moeten stellen, zou hij beginnen met het vaststellen van het aantal logische mogelijkheden. Het zijn er drie:
De "zieners" zijn bedriegers en aarstleugenaars
De verschijningen zijn hallicunaties
Het verschijnsel is authentiek
In dit geval is het voldoende om de eerste twee mogelijkheden te elimineren. Wat overblijft is, hoe ongeloofwaardig ook, de waarheid. Ik zal u niet vermoeien met het overweldigende bewijsmateriaal dat de eerste mogelijkheid [bedrog] elimineert.
De hallucinatiehypothese kan, zonder dat er een testapparaat aan te pas komt, al op grond van ondervragingen worden verworpen, omdat "gedeelde hallicunaties" niet voorkomen, net zoals "gedeelde dromen" niet bestaan.
Uit de eliminatie van de eerste twee "hypotheses" volgt dat de derde mogelijkheid de juiste moet zijn: het fenomeen is "authentiek". Voor diegene die zich nog iets van de stof uit de schoolbanken kan herinneren: dit is zo'n beetje analoog aan het "bewijs uit het ongerijmde" in de wiskunde.
Maar Sherlock zou Holmes niet zijn zonder dat de loep eraan te pas komt. Dit is dan ook de reden dat talrijke teams van sceptische wetenschappers uit de gehele wereld de "zieners" in de loop van vele jaren tijdens hun toestand van extase getest en onderzocht hebben. Ofschoon dit, zoals betoogd, voor de realiteit van het Mariafenomeen in feite overbodig is, vormen de resultaten van deze studies, mede door hun vaak "onverklaarbare karakter", een extra bevestiging van het feit dat hier sprake is van een wonder dat we slechts met de term "Godswonder" kunnen aanduiden.
Ik zal hier slechts enkele uitkomsten van de overstelpende hoeveelheid onderzoeksmateriaal presenteren.
De KNO-specialist Dr. Françoise Rouquerol kon aantonen dat tijdens de extasetoestand van iedere ziener het gehoor volledig was uitgeschakeld of, in medische termen, dat er sprake was van een "disconnection of the auditory pathways". Dit bleek uit het feit dat geen enkele van de zieners ook maar enige reactie vertoonde tijdens blootstelling aan lawaai van negentig decibel via een koptelefoon.
Maar er bleek meer aan de hand. Niet slechts het gehoor was uitgeschakeld, ook de stembanden stonden op non-actief, terwijl de lippen, tong en gelaatsspieren wel actief bleken, zoals tijdens de normale spraak, terwijl de zieners een gesprek voerden met de Madonna.
Uit de video-opnamen waren ervaren liplezers in staat de "geluidloze" conversatie te reconstrueren.
Toen de kinderen voor het eerst hoorden dat niemand van de aanwezigen hun stem kon horen, terwijl ze in extasetoestand hun eigen stem en die van Maria glashelder hoorden als ze met Maria in gesprek waren, waren ze zeer verbaasd.
De oogspecialist en onderzoeker Dr. J. Philippot stelde vast dat de blik van alle kinderen exact op dezelfde plek was gericht tijdens de verschijning. Dit was ook het geval wanneer hun zicht door een ondoorzichtig scherm werd onderbroken. Dit werd door andere teams onder meer met behulp van lasertechnieken bevestigd.
Een toevallige bevinding, die de mogelijkheid van iedere vorm en collusie uitsluit, was dat zowel aan het begin als aan het einde van de extase de "gelijktijdigheid" van de oogbolbewegingen van de zieners onderling minder dan eenvijfde seconde bedroeg. Dit is een volstrekt onbekend fenomeen en is op geen enkele wijze bewust op te roepen.
Op grond van uitgebreide fysiologische testen stelde de neuroloog J. Cadhilac vast "dat de bevindingen formeel alle klinische symptonen, vergelijkbaar met die welke optreden tijdens hallicunaties, hysterie, neuroses of pathologische extase, uitsluiten."
Uit de uitslagen van het elektrisch hersenonderzoek [EEG-testen] bleek dat tijdens de verschijningen de zieners niet slechts alert waren, maar in een toestand van hyperalertheid verkeerden, zoals die alleen bij bepaalde yogi's en Tibetaanse monniken wordt aangetroffen. De leiders van één van de Franse teams, Dr. Joyeux, stemde in met een interview met Paris Match. Hij zei onder meer het volgende: "Het fenomeen van de verschijningen in Medjugorje kan niet wetenschappelijk worden verklaard. Deze jonge mensen zijn geestelijk en emotioneel gezond en er zijn geen tekenen van epilepsie, noch van een slaap- of droomtoestand. Het is geen kwestie van pathologische hallicunatie of van hallicunatie van gehoor- of gezichtsvermogens. Het kan geen toestand van katalepsie zijn, want tijdens de vervoering functioneren de gezichtspieren op de normale manier."
Dr. M. Sabatini van de Columbia Universiteit in New York kon met een algometer [pijnmeter] vaststellen dat de zieners tijdens de toestand van vervoering volkomen ongevoelig waren voor pijnprikkels of, in medisch jargon, in een staat van "volledige analgesie" verkeerden.
Hoewel de wetenschappers ex officio niet verder konden gaan dan te verklaren dat "de staat van bewustzijn die bij de kinderen werd waargenomen gedurende de verschijningen onder geen enkele wetenschappelijke categorie was in te delen," sprak de Marialoog René Laurentin op basis van de bevindingen van het team van dr. Joyeux het verlossende woord: "de beste uitleg is dat de zieners in een normaal, levend en persoonlijk contact zijn met personen uit de buitenwereld."
Wellicht ten overvloede volgt hier een verslag, ontleend aan het boek van Dr. I. Kordic, The Apparitions of Medjugorje:
Laten wij ons afvragen wat de resultaten zijn van een onderzoek dat bij de zieners is verricht. Het is niet overdreven wanneer we zeggen dat de zieners tijdens de periode 1981-1993 door duizenden verschillende deskundigen zijn onderzocht.
Het volgende is gebaseerd op een rapport van een Frans-Italiaans team uit januari 1998. De wetenschappers en doctoren waren het op tien punten met elkaar eens:
1. De zieners vormen een heterogene groep met betrekking tot zowel hun intellectuele niveaus als hun voornaamste kenmerken 2. In hun tegenwoordige levens toont geen van deze jongen mensen de geestelijke kenmerken die aanwezig zijn bij een hysterische persoon. Evenmin is er sprake van een verhoogde suggestibiliteit. 3. Hun geestelijke niveau's zijn heel gemiddeld en hun verbeelding is altijd evenwichting met betrekking tot de werkelijkheid. 4. Deze jonge mensen, "niet beter of slechter dan anderen" voorafgaand aan de verschijningen, tonen een strenge moraal, een realistisch idealisme, een buitengewoon geestelijk aanpassingsvermogen aan uiterst moeilijke omstandigheden (talloze onderzoeken, de nieuwgierigheid van pelgrims en zo). 5. Tijdens de toestand van vervoering toonden verscheidene elektro-encefalografische opnamen aan dat het alfaritme aanwezig bleef en dat dit gelijktijdig het geval was in alle delen van de hersenen, ondanks vele onregelmatigheden. 6. Tijdens de toestand van vervoering is er geen gedeeltelijk gebrek aan verbinding tussen de motorische en sensorische banen:
oogbewegingen houden op, de reflex om bij bedreiging te knipperen is afwezig. Spontaan knipperen met de oogleden wordt minder of bestaat in het geheel niet [zoals bij Vicka].
Gedurende de toestand van vervoering nemen de zieners het scherm niet waar dat voor hun ogen staat en het heeft geen invloed op hun verschijningen. Er is een verschil tussen "visually evoked potential" voor en gedurende de vervoering. De vervoering verandert de registraties [vorm, amplitude, lantentheid] niet.
Wanneer zij met de persoon spreken die zij zeggen te zien, bewegen hun lippen op verschillende wijze [bij Vicka met zeer veel articulatie], maar is er geen geluid. Er zijn gelaatsuitdrukkingen alsof er geluiden zouden zijn. De opnames van spierbewegingen van het middenrif tonen dezelfde beelden als bij iemand die spreekt.
De zieners horen geen geluiden uit de wereld om hen heen, maar de gehoorzenuwbanen onder de cortex functioneren normaal [test van evoked potentials].
Op 2 juni 1984 bracht een van de deskundigen van de commissie Vicka een diepe steekwonde toe [die begon te bloeden], maar Vicka's aangezicht toonde geen enkel teken van pijn [opgenomen op videoband].
Andere wetenschappelijke testen tonen eveneens een ongevoeligheid voor pijn gedurende de vervoering.
7. Chronometrisch onderzoek, vastgelegd op videoband, toont duidelijk de volgende synchroniciteiten tussen de zieners onderling:
In het begin van de vervoering vallen zij gezamenlijk op hun knieën, ongeveer tussen 0,1 en 0,5 seconde, meestal op 0,2 tot 0,3 seconde. Deze vertraging is toe te schrijven aan het tijdsverschil in hun reacties. Ivanka's reflexen zijn de snelste.
Hun stemmen vervagen bij het begin van de vervoering.
Zij komen weer terug bij de woorden "die in de hemel zijt" [nadat degene die aan hen verschijnt de eerste twee woorden "Onze Vader" spreekt, waarop zij dan antwoorden met een synchroniciteit tussen 0,1 tot 0,5 seconde].
Aan het einde van de vervoering richten de zieners hun blikken omhoog met een synchroniciteit van ongeveer 0,1 seconde. Zij verklaren dit met de woorden: "De Maagd gaat nu verdwijnen."
Dan [met de ogen omhoog gericht] uiten één of meer van de zieners het woord: "Weg!" met een verschil van 0,1 seconde. Dit wordt niet altijd door dezelfde persoon gezegd. Het wordt vaker gedaan door Vicka of Jakov, maar elk van de zieners kan de eerste of de enige zijn die zegt: "Weg!"
8. Het was onmogelijk een zichtbare factor te ontdekken die deze synchroniciteiten zou kunnen verklaren. Naast deze synchroniciteiten zijn er nog twee andere verschijnselen die niet kunnen worden waargenomen wanneer men de videobanden bekijkt, maar die dankzij de elektro-oculografische testen waarneembaar zijn.
Aan het begin van de vervoering [als de zieners knielen en hun stemmen vervagen] stoppen de oogbewegingen na 1/5 van een seconde.
Aan het einde van de vervoering verschijnen ze gelijktijdig weer in 1/5 van een seconde. Op deze synchroniciteit heeft de wil van de zieners geen invloed.
9. Tijdens de vervoering slapen, noch dromen de zieners en tonen zijn geen enkel verschijnsel van epilepsie [eletro-encefalogram], katalepsie, individuele of collectieve hysterie.
10. Verscheidene psychologische en psychiatrische onderzoeken maken het mogelijk pathologische hallicunaties uit te sluiten volgens de internationale classificatie van de Diagnostisc and Statistical manual of Mental Disorders [derde druk, 1983]. Kortom, er zijn geen tekenen van neuro-psychiatrische pathologie.
Besluit
De Medjugorjeverschijningen van de Heilige Maagd verwijzen naar een objectieve, bovennatuurlijke realiteit die een goddelijk karakter heeft. Deze conclusie is gebaseerd op de eliminatie van de andere mogelijke verklaringen en wordt krachtig ondersteund door de uitkomsten van de biomedische testen. De gebeurtenissen te Medjugorje moeten derhalve beschouwd worden als evidentie van het bestaan van een buitennatuurlijke werkelijkheid die in overstemming is met de kernboodschap van de evangeliën en de Levende Christus.
Of dit voldoende is als bewijsmateriaal? Hoewel alles in de goede richting wijst, kan er voor een onderzoeker nooit genoeg bewijsmateriaal bestaan en gaat het onderzoek door.
Toch blijft het vreemd dat alleen de kinderen en niemand van de omstaanders Maria zien, hoewel sommigen van hen een gloed waarnemen. Daarom is het wel aardig te vermelden dat het bedrijf SeeReal uit Dresden, dat in 2002 door wetenschappers werd opgericht, een eye-tracking computerscherm heeft ontwikkeld dat een driedimensionale holografiche video genereert die alleen u kunt zien. Een andere naast u ziet slechts een zwak schijnsel op het scherm. Dit systeeem kan worden uitgebreid tot "meerdere kijkers." De onderzoeker zal dan net als bij de kinderen een synchroniciteit van de ooggewegingen van 0,1 seconde vaststellen, terwijl hij en de andere niets waarnemen.
Deze revolutionaire holografische technologie, geschikt voor eigen pc-gebruik, werd voor het eerst in mei 2007 op de conferentie van CID (Society for Information Display) in Long Beach, Californië, gepresenteerd.
Bron: Dr. James G. Defares: Sporen van God
18-04-1980
Al uw antwoorden over de evolutie. Zoektocht 5: Had Darwin gelijk over het oog?
Zoektocht 5: Had Darwin gelijk over het oog?
Tijdens mijn vliegreis van Rome naar Seattle, op 32.000 voet boven Groenland, hoorde ik plots een geluid in het vliegtuig dat mijn bloeddruk peilsnel de hoogte in stuurde. Ik begon me af te vragen wat er zou gebeuren als een piepklein stukje van de enorme Boeing 747 het liet afweten. Motoren, hydraulica, luchtdruk..het zijn allemaal complexe systemen die enkel werken als een aantal onderling afhankelijke delen correct werken.
Ik zocht vertroosting in mijn krakelingen, maar dat kan men nooit vinden in vetarme voeding. Ik bleef maar denken aan die duizenden toegewijde werknemers (excuseer: leden van de Boeing familie) die men in reclamespots ziet en die blijkbaar van niets méér houden in het leven dan een goed geoliede 747 en voortdurend begaan zijn met mijn veiligheid. Maar de gedachte bleef in mijn hoofd ronddwalen : "Slechts één defect of ontbrekend onderdeel en ik zou deel uitmaken van de eerste bom die ooit op Groenland zou gedropt worden."
In zekere zin zijn biologische systemen net als mijn Boeing 747 : één ontbrekend of defect onderdeel en ze werken niet. Hier ligt één van de grootste onbeantwoorde problemen uit de biologie. Hoe konden uiterst complexe, onderling afhankelijke biologische systemen zoals het oog geleidelijk aan ontwikkelen gedurende een ontelbare tijd? Ze zouden nooit gewerkt hebben tot ze volledig ontwikkeld waren.
Laat ons een stapje terugdoen en hier eens over nadenken.
Vliegtuigen, autos, gsms, computers en andere complexe machines hadden allemaal een ontwerper. Maar materialisten (zij die geloven dat er niets buiten de materiële wereld bestaat) geloven dat biologische systemen gecreëerd werden door één of ander natuurlijk proces.
Waar het hier eigenlijk om gaat is of er al dan niet een ontwerper schuilgaat achter zon complexiteit. Er zijn vier mogelijkheden:
Een ontwerper creëerde de biologische complexiteit op bovennatuurlijke wijze
Een ontwerper creëerde de biologische complexiteit d.m.v. natuurlijke processen
Een ontwerper combineerde natuurlijke processen en bovennatuurlijke middelen om biologische complexiteit te creëren.
Er is geen ontwerper. De complexiteit ontstond op natuurlijke wijze.
Materialisten geloven in het laatste. Wetenschappers die voorstander zijn van intelligent ontwerp zijn het over het algemeen eens dat achter alles een superintelligentie schuilgaat, maar uitspraken over de aard van de ontwerper laten ze over aan theologen.
We moeten hier naar het bewijs kijken om te zien welke mogelijkheden het meest zinvol zijn. Om de beste mogelijkheid vast te stellen moeten we complexe biologische systemen van naderbij bekijken om uit te maken of ze kunnen verklaard worden door natuurlijke oorzaken alleen.
Een kijk op het oog
Het menselijke oog is misschien het best gekende voorbeeld van een complex systeem dat niet zomaar kon tevoorschijn komen.
Met het oog hebben we niet alleen met complexiteit te maken, maar met honderden verschillende delen die met ongelooflijke precisie moeten samenwerken.
Zij die de innerlijke werking van het oog bestuderen zeggen dat het zoals een televisiecamera werkt, maar dan veel geavanceerder. Het is eigenlijk veel geavanceerder dan eender welke denkbare machine.
Darwins grote idee
Sinds het begin van de geschiedenis hebben het oog en andere complexe biologische systemen materialisten verbijsterd. Hoe konden ze bestaan zonder een ontwerper? Maar dat veranderde toen bioloog Charles Darwin in 1859 zijn revolutionaire On The Origins Of Species publiceerde. Het grote idee in Darwins boek was dat het leven in al zijn complexiteit ontstond door een proces dat hij "natuurlijke selectie" noemde. M.a.w., volgens Darwin is er geen ontwerper nodig. De materialisten waren opgetogen.
Darwin beweerde dat natuurlijke selectie volledig verantwoordelijk was voor de complexiteit van organen zoals het oog en wijdde een speciaal hoofdstuk aan het onderwerp met de naam Organs of Extreme Perfection and Complication [Organen van Hoogste Perfectie en Complexiteit]. Zijn verklaring voor de geleidelijke ontwikkeling van zulke complexe systemen kreeg uiteraard kritiek, maar over het algemeen werden zijn ideeën toegejuicht omdat ze hielpen een verklaring te geven voor veel waarneembare fenomenen in onze wereld.
Naargelang de evolutionaire beweging groeide leek een groot deel van de bewijzen Darwins theorie te bevestigen; bewijzen zoals jij ze leerde in je leerboeken van het secundair onderwijs. Aanpassingsvermogen, overleving van de sterkste, en andere Darwiniaanse grondstellingen zijn binnen een soort duidelijk aan te tonen.
Als atheïst lijkt Richard Dawkins Darwin toe te juichen als de held achter een doelloze wereld van toeval. Hij schrijft : "Darwins evolutietheorie door natuurlijke selectie geeft voldoening omdat het ons een manier toont waarop simpliciteit kan veranderen in complexiteit, hoe ongeordende atomen zichzelf kunnen groeperen in steeds complexere patronen tot ze mensen konden voortbrengen. Darwin biedt een oplossing, de enige mogelijke tot dusver, voor het probleem van ons bestaan."
Vermits Darwins theorie ontstond in het midden van de negentiende eeuw, voorafgaand aan de ontdekking van DNA en de complexiteit van hoe het leven op moleculair niveau in mekaar zit, was er geen wetenschappelijk bewijs om zijn beweringen te staven. Tegen het midden van de twintigste eeuw werd het Darwinisme wereldwijd aanvaard, maar het steeds omvangrijker wordend bewijsmateriaal overtuigde sommige wetenschappers ervan dat zijn theorie niet in staat was om de complexiteit van het leven te verklaren.
Dit leidde tot een aantal bijeenkomsten waar wetenschappers van verschillende disciplines een samenhangende en gemeenschappelijke evolutietheorie probeerden uit te werken. Het resultaat werd de "evolutionaire synthese" genoemd, ook gekend als het Neo-Darwinisme.
Maar Dr. Michael Behe, professor in de biochemie aan de Lehigh Universiteit merkt in zijn boek Darwins Black Box op : "Eén discipline uit de wetenschap was niet op de bijeenkomsten besproken, en wel om een goeie reden : Ze bestond nog niet.". Behe verwijst hier naar zijn eigen onderzoeksgebied, de biochemie.
Biochemie ontstond pas later die eeuw, na de komst van de elektronenmicroscoop. En biochemie is misschien de meest kritieke van alle disciplines voor dit onderzoek, omdat het leven op cellulair niveau analyseert en de moleculaire fundamenten van levende organismen observeert.
Als Darwins algemene evolutietheorie een geldige verklaring is van hoe leven kan ontwikkelen zonder tussenkomst van intelligentie, dan moet het aangetoond worden dat het op moleculair niveau gebeurt. Maar doorstaat Darwins theorie zon diepgaand onderzoek?
Een betere muizenval
Darwin verklaarde ooit : "Als het zou kunnen aangetoond worden dat een complex orgaan zou bestaan dat onmogelijk had kunnen gevormd worden door talrijke, opeenvolgende lichte aanpassingen, zou mijn theorie zeker niet stand houden." Behes book zegt in feite : "Ok Charles, kijk hier eens naar!". En gaat dan verder met het citeren van een aantal voorbeelden van wat hij onherleidbare complexiteit noemt.
Met onherleidbare complexiteit bedoelt Behe één enkel systeem van onderling afhankelijke onderdelen, waarbij de afwezigheid of faling van eender welk onderdeel tot gevolg heeft dat het volledige systeem niet functioneert of faalt. In het voorbeeld van het vliegtuig zou dat een ontbrekende vleugel, roer of een defect onderdeel van het hydraulische systeem kunnen zijn. In het oog zou het een defect of afwezig hoornvlies, netvlies, pupil, optische zenuw, enz..kunnen zijn. Ze moeten allemaal samenwerken opdat het oog kan zien.
Dus hoe evolueerden elk van deze afzonderlijke onderdelen samen gedurende een ontelbare tijd? Kon het oog voor iets gediend hebben als het niet compleet was? We spreken niet alleen over een half ontwikkeld oog, maar het oog in al zijn verschillende ontwikkelingsstadia doorheen honderden of miljoenen jaren [volgens Darwin]. Darwin zelf verklaarde dat zijn theorie [dat het leven een product is van natuurlijke processen alleen] staat of valt met het vermogen om te verklaren hoe een onvolledig orgaan zoals het oog een aanwinst kan zijn voor een soort.
Behe gebruikt een muizenval als niet-levend voorbeeld van onherleidbare complexiteit. Er zijn vijf basisonderdelen van de val die moeten samenwerken om een muis te vangen:
1. Een vlak houten platform 2. Een springveer 3. Een gevoelige val die toeklapt onder druk 4. Een metalen staaf die vastgemaakt is aan de val en de hamer vasthoudt 5. De hamer die dient om onze ongevaarlijke muis te doden
Een muizenval heeft al deze onderdelen nodig om een muis te vangen. Alle onderdelen werken onderling samen en dus is een onafgewerkte muizenval niet nuttig en dus waardeloos.
Behes boek behandelt slechts een handvol voorbeelden, maar hij beweert dat elk biologieboek er tientallen bevat. Eén van de voorbeelden die hij aanhaalt is de microscopische kleine bacteriële flagel (zweepstaartje) die een bacterie gebruikt als een draaimotor om zich voor te bewegen. De flagel is een zwemmiddel dat zoals een propeller werkt. Behe beschrijft het als volgt:
"Beeld je een buitenmotor van een boot in en je krijgt een goed idee van hoe de flagel werkt, alleen is de flagel indrukwekkender. De propeller van de flagel is lang en zweepachtig, en is gemaakt van een proteïne die men flagellum noemt. Hij is vastgemaakt aan een aandrijfas met een haak van proteïne die als scharnier dient en de propeller en aandrijfas toelaat om vrij rond te draaien. Verschillende types proteïne dienen als ringmateriaal die de drijfas toelaten de bacteriële muur (zoals de zijkant van een boot) door te dringen en zich vast te hechten aan een draaimotor. De propeller kan binnen een kwartdraai stoppen met draaien en onmiddellijk de andere kant beginnen draaien aan 10.000 toeren per minuut. Om te functioneren heeft de moleculaire motor van de flagel 20 proteïnes nodig, die allen synchroon werken. Zoals de gedeeltelijke muizenval, zou de flagel waardeloos zijn en afsterven tenzij alle 20 proteïnen volledig ontwikkeld zijn."
Dr. Robert Macnab van de Yale Universiteit beschreef de motor van de E. colie flagel gedetailleerd in een 50 paginas lang verslag en trok de conclusie dat de ontwikkeling ervan niet door de Darwiniaanse evolutie verklaard kan worden. Macnab bestempelt Darwins verklaring als een "oversimplificatie' en stelt in vraag hoe een niet-werkende pre-flagel onderdeel per onderdeel kon evolueren terwijl elk onderdeel onmisbaar is voor zijn volledige werking.
Een ander voorbeeld dat Behe aanhaalt is, wat hij noemt, "het intercellulair transportsysteem" dat men in cellen vindt. In Darwins dagen leek de cel onder een vergrootglas op een doorzichtige kwal-pannekoek met een donsachtige donkere vlek in het midden, de kern genaamd. Het leek allemaal zo eenvoudig. Pas recentelijk, dankzij krachtige uitvergrotingen, begonnen de mysteries van de cel ontsluiert te worden.
Moleculair bioloog Michael Denton gebruikt een gelijkaardige metafoor om de complexiteit van de cel te beschrijven: "Om de realiteit van het leven te begrijpen zoals ze door de moleculaire biologie onthuld werd, moeten we een cel duizend miljoen keer vergroten, tot ze twintig kilometer in diameter is en op een zeppelin lijkt die groot genoeg is om een stad zo groot als Londen of New York te bedekken. Dan zouden we een object zien van ongeëvenaarde complexiteit en adaptief ontwerp. Aan de oppervlakte van de cel zouden we miljoenen openingen zien, zoals de deuren van een immens ruimteschip, die opengaan en sluiten om een continue stroom van in- en uitgaande materialen toe te laten. Als we één van deze openingen zouden binnengaan zouden we ons in een wereld van de meest geavanceerde technologie en verbijsterende complexiteit bevinden."
Maar, het is niet zomaar complexiteit; het is onherleidbare complexiteit. Terugkijkend op het voorbeeld van Behes muizenval moet alles aanwezig zijn opdat het systeem kan functioneren. Als er slechts één onderdeel ontbreekt, is het hele systeem waardeloos. Behe merkt op: "Wat onherleidbare complexiteit wil zeggen is ...dat de muizenval die we nu kennen al haar onderdelen nodig heeft om te functioneren. De uitdaging van de Darwiniaanse evolutie is om de muizenval te verkrijgen door talrijke, opeenvolgende lichte aanpassingen. Dat is onmogelijk. Trouwens, als je dat probeert gebruik je je intelligentie. En vergeet niet, de stoutmoedige bewering van de Darwiniaanse evolutie is dat ze complexe systemen kan bouwen zonder gebruik van enige intelligentie."
Vingerafdrukken van een ontwerper?
Verschillende materialisten hebben de strijd aangebonden met Behes zaak voor onherleidbare complexiteit, maar geen van hen is erin geslaagd om op bevredigende manier een proces te beschrijven waarbij zon complexe organen en systemen enkel door toeval zijn geëvolueerd.
Verrast door de plotse maalstroom die zijn boek veroorzaakte, verdedigt Behe zijn standpunt in The Boston Review: "De ronddraaiende aard van de flagel wordt al 25 jaar erkend. Tijdens die periode werd er in de biochemische literatuur geen enkel document gepubliceerd dat zelfs maar probeert aan te tonen dat zon machine door natuurlijke selectie had kunnen ontwikkeld worden."
The Flagellum Unspun bekritiseert Ken Miller, de onherleidbare complexiteit en bestempelt Behe en andere voorstanders van intelligent ontwerp als "fantasieloos."
Dr. William Dembski weerlegt Millers kritiek door te verklaren : "Het probleem is niet dat wij in de intelligent ontwerp-gemeenschap ons niet kunnen inbeelden hoe zon systemen ontstaan zijn. Darwins theorie, zonder dewelke niets in de biologie verondersteld is om steek te houden, biedt in feite geen inzicht in hoe de flagel tot stand kwam."
James Shapiro, biochemicus aan de Universiteit van Chicago is het ermee eens : "Er zijn geen gedetailleerde Darwiniaanse verklaringen voor de evolutie van eender welk fundamenteel biochemisch of cellulair systeem, enkel een waaier aan naar de hand gezette speculaties."
Darwins Black Box is wetenschappelijk, niet theologisch, maar Behe kreeg het gezelschap van een groeiende groep wetenschappers die beweren de vingerafdrukken van intelligent ontwerp te zien in onherleidbare complexe biologische systemen. Eén van hen, kosmoloog Alan Sandage merkte op: "De onderdelen en onderlinge verbindingen van de wereld zijn te ingewikkeld om ze enkel aan het toeval toe te schrijven. Hoe meer iemand zich in biochemie verdiept, des te ongelooflijker wordt het, tenzij er een soort van organisatie achter zit, een architect voor zij die geloven."
Extreme perfectie en complexiteit, inderdaad
We begonnen dit artikel met de bedenking over het menselijk oog zoals die door Darwin werd gelanceerd en besproken. Voor de meeste mensen die proberen vat te krijgen op de implicaties van materialistische evolutie zijn complexe structuren zoals het menselijk oog niet enkel een bittere pil die moeilijk te slikken is, maar eerder een kippenbotje dat vastzit in de keel. Intuïtief gaat men zich inbeelden hoe zon structuur geleidelijk aan kon ontwikkelen en waartoe een half-ontwikkeld oog had kunnen dienen.
Als men Darwins verklaring in Organs of Extreme Perfection and Complication (Organen van Hoogste Perfectie en Complexiteit) aandachtig leest, ziet men dat hij nooit een antwoord geeft voor het probleem. M.b.t. hoe het oog ontstond verklaarde Darwin zelfs: "Hoe een zenuw gevoelig wordt voor het licht is meer van belang dan hoe het leven zelf ontstond".
Geloofde Darwin echt dat het oog beetje bij beetje evolueerde door de tijd heen? Hoewel zijn theorie probeert te verklaren hoe het zou kunnen gebeurd zijn, zijn er velen die geloven dat Darwin zelf niet overtuigd was. Jaren nadat hij zijn theorie die de wereld veranderde geschreven had bekende Darwin aan een vriend : "Tot op heden krijg ik nog altijd koude rillingen van het oog." Hmmm ...
Vertaling: Mario Lossie
Bron: Y-Origins: The facts presented by scholars
10-04-1980
Al uw antwoorden over de evolutie. Zoektocht 4: Is het Universum een product van toeval of ontwerp?
Al uw antwoorden over de evolutie. Zoektocht 4: Is het Universum een product van toeval of ontwerp?
De keuzes om ons universum te verklaren komen neer op deze drie mogelijkheden : Toeval, Meerdere Universums of Ontwerp.
Wetenschappers bekijken de extreme uitzonderlijkheid van leven in ons universum en stellen zich de vraag; "Waarom hebben wij zoveel geluk?". Op een bepaald moment moet je even wat afstand nemen van de feiten en jezelf de vraag stellen: "Wat is nu het resultaat van deze fijn afgestelde zaken".
Bijvoorbeeld:
Een universiteitsstudent die enkel maar een diploma wil kan zich tevreden stellen met het uit hoofd blokken van de informatie die hij moet leren. Maar een student die van plan is om die informatie in zijn latere carrière te gebruiken, of voor persoonlijke verrijking, moet meer tijd investeren om over de echte betekenis van de informatie na te denken.
Het is net hetzelfde met de vraag hoe quasars, Pluto en jij hier belandt zijn.
De bewijzen voor de fijnafstelling van het universum om leven toe te laten te bestaan op één middelgrote planeet, de derde van links, worden groter in aantal. Veel wetenschappers spreken in theologische termen over wat zij als duidelijk bewijs voor een ontwerp zien.
Als je de werken van vooraanstaande wetenschappers als Hawking, Penrose, Davies en Greene zou onderzoeken, zou je zien dat er drie mogelijkheden geboden worden voor onze oorsprong:
De fijnafstelling van ons universum is niet meer dan een toeval.
Er zijn andere universums die de kansen op leven verhogen.
Het universum werd ontworpen.
Bofkont
Sommige wetenschappers denken dat het toeval is dat het universum fijn afgesteld is. In Alfa & Omega vat Charles Seife samen hoe sommigen de fijnafstelling zien: "Het lijkt op een gigantisch toeval dat het universum geschikt is voor (het) leven."
Kosmologen Bernard Carr en Sir Martin Rees verklaren in het tijdschrift Nature: "De natuur toont opmerkelijke toevallen en rechtvaardigen een verklaring." In een later artikel zegt Carr : "Men moet concluderen dat de eigenschappen van het universum die het Antropisch Principe moeten ondersteunen enkel toevalligheden zijn, of dat het universum daadwerkelijk op maat gemaakt is voor leven. Ik laat het aan de theologen over om de identiteit van de kleermaker te bepalen," of "als wetenschapper doe ik niet aan religie, dus ik neem aan dat we nogal geluk gehad hebben".
Wetenschappers die een materialistische wereldvisie aanhangen kunnen niet aanvaarden dat het universum de schepping was van een intelligent ontwerper. Geconfronteerd met al het bewijs voor een fijnafstelling nemen ze dus het standpunt in dat het allemaal toeval was.
Zij die het standpunt innemen dat het leven en de fijnafstelling van het universum alleen maar verbazingwekkende toevalligheden zijn beweren: Wat voor vorm het universum ook zou aangenomen hebben, als men naar de opeenvolgende gebeurtenissen had gekeken had men kunnen zeggen dat het net zo onwaarschijnlijk was dat het universum op die manier zou ontwikkelen.
Met andere woorden, vanuit een bepaald standpunt heeft elke toestand astronomisch grote kansen dat hij op juist die manier tot stand gekomen is. Dus waarom zou het ons eigenlijk verbazen dat we de kosmische loterij van het leven gewonnen hebben? Er moest sowieso iemand winnen.
Laat ons bij wijze van voorbeeld bij deze manier van denken eens kijken naar hoe ik vandaag mijn dag doorgebracht heb :
Wat zijn de kansen dat ik naar het postkantoor zou gegaan zijn in plaats van naar de kruidenierszaak en 18 postzegels van 20 of 30 kocht? Wat zijn de kansen dat ik van mijn vriend Jeff een telefoontje zou gekregen hebben, i.p.v. een e-mail? Wat zijn de kansen dat ik, uitgerekend vandaag, hot dogs zou gegeten hebben, als ik zoveel andere dingen had kunnen eten dat geen rundvlees bevat?
Tegen dat je bij het eind van de dag komt zouden de kansen dat ik mijn dag op precies deze manier doorbracht, in tegenstelling tot andere dagen, nogal groot zijn. Ik zou de dag kunnen doorbrengen en aan het einde verbaasd zijn over de aaneenschakeling van gebeurtenissen die mij tot mijn huidige uitgestrekte positie in mijn zetel brachten "Hemeltjelief, wat zijn de kansen?
Dit is een leuke goocheltruc met kansen, en de uitvinder ervan zal een schitterende carrière hebben als onderzoeker van politieke opinies. De kansen berekenen voor een bepaalde opeenvolging van gewone gebeurtenissen zoals mijn dag nadat ze gebeurd zijn is niet anders dan de winnaar van een wedstrijd voorspellen nadat de wedstrijd gespeeld is. aar terugkijken naar een fijn afgesteld universum en waarschijnlijkheden toewijzen dat het bij toeval tot stand kwam is een totaal andere zaak. De twee scenarios zijn zo verschillend als appelen en sinaasappelen.
Om de kansen van onze aanwezigheid te berekenen, moeten meer dan honderd parameters haarscherp afgewogen worden. Als nog maar één ervan een klein beetje had afgeweken, zouden we dit nu niet aan het lezen zijn.
Rand-Universums
De meeste wetenschappers geloven niet dat zon kansen toeval zijn. Dus hoe verklaren materialisten kansen die miraculeus lijken? Als ze een met opzet ontworpen universum niet willen erkennen moeten ze een ander scenario bedenken dat alles zou verklaren, of anders is hun materialistische visie ten dode opgeschreven. Dus als je de betrokkenheid van een schepper probeert te vermijden, zou je een theorie willen bedenken om de kansen die het universum als miraculeus bestempelen te doen verminderen.
Een manier om die kansen te doen verminderen is een paar miljard jaar toe te voegen. Men zou zich kunnen voorstellen dat het universum eender wat zou kunnen tot stand brengen in zon grote tijdspanne, maar zelfs de door kosmologen geschatte 13,7 miljardjarige leeftijd van het universum is veel te kort om leven op natuurlijke wijze te doen ontstaan.
Daarom hebben een aantal wetenschappers zoals Stephen Hawking en zijn Cambridge-collega Sir Martin Rees voor een andere benadering gekozen. Ze speculeerden dat ons universum slechts één van vele universums zou kunnen zijn, wat de kansen op leven in ons universum dramatisch doet stijgen. Dit is wat Rees zelf zegt over zijn motieven achter de multi-universum theorie: "Voor diegenen die niet geloven in een ontwerp door de Voorzienigheid, maar toch van mening zijn dat de fijnafstelling een verklaring vereist, is er een ander, hoogst theoretisch perspectief. Het geniet ook mijn voorkeur, hoewel met onze huidige kennis zon voorkeur niet meer dan een vermoeden kan zijn." Er kunnen meerdere universums zijn waarvan het onze er slechts één is."
Rees en Hawkin hebben velen in de wetenschappelijke gemeenschap er van overtuigd dat andere universums mogelijk zijn, ook al gaat het om een zuiver theoretische veronderstelling. Volgens Hawking zou de multi-universum theorie (ook de multiversum theorie genoemd) de noodzaak voor een ontwerper uitsluiten.
Maar wordt de zoektocht naar andere universums gedreven door wetenschap, speculatie of een materialistisch vooroordeel? Seife, wiskundige en journalist voor Science magazine, verklaart wat hij ziet als de motivatie achter de multi-universum theorie : "Wetenschappers voelen zich van nature niet op hun gemak bij toevalligheden, en de interpretatie van meerdere werelden biedt hen een alternatief."
Rees, een materialist, is voorstander van de multi-universum theorie omdat deze een alternatief biedt voor een ontwerp door een Voorzienigheid. De multi-universum theorie werd gestimuleerd door de onbetwistbare realiteit van de fijnafstelling omdat deze de materialisten hoop geeft dat leven zonder een ontwerper zou kunnen bestaan. Maar veel wetenschappers fronsen hun voorhoofd bij de speculatieve aard van de multi-universum theorie en beschouwen de vooropstellingen ervan als zwak.
Denkbeeldige tijd, denkbeeldige universums?
Hawking baseert zijn theorie op een wiskundig begrip, denkbeeldige tijd genaamd, wat enkel een wiskundig concept is en geen voorstelling van de realiteit. Door denkbeeldige tijd te gebruiken slaagt Hawking erin het te laten lijken alsof het universum nooit een begin had. Zoals gewoonlijk zoeken wetenschappers die zich niet comfortabel voelen bij het idee van een begin, een manier om dat idee te ontwijken. Hawking verklaart de reden van hun ontwijkend gedrag: "Zolang het universum een begin had, konden we veronderstellen dat het een schepper had."
Albert Einstein gebruikte een ander wiskundig concept om het idee van een begin te ontkrachten. Later gaf hij toe dat dat zijn "grootste blunder" was. Volgens theoretisch natuurkundige Julian Barbour zou het gebruik van denkbeeldige tijd door Hawking ook een blunder kunnen zijn. Het werd "alom bekritiseerd" en heeft "technische problemen."
Wetenschappers ondersteunen niet graag het concept van meerdere universums omdat het niet op bewijs gebaseerd is en het enkel in denkbeeldige tijd kan uitgelegd worden. Zelfs de grootste voorstanders ervan, Hawking en Rees, geven toe dat het bestaan van meerdere universums nooit met bewijzen kan gestaafd worden. In The Elegant Universe bestempelt Brian Green de multi-universum theorie als "een enorme als."
Natuurkundige Paul Davies verklaart waarom materialisten zo gedreven zijn in hun pogingen om de multi-universum theorie geldig te laten verklaren : "Of het nu God of de mens is, hij is afhankelijk van het feit of er werkelijk meerdere universums bestaan of niet. Als, daarentegen, de andere universums levenloos zijn, moeten we ons bestaan beschouwen als een mirakel van zon onwaarschijnlijkheid dat het nauwelijks geloofwaardig is."
Met betrekking tot de multi-universum theorie merkt Davies op: "Zon overtuiging is gebaseerd op geloof en niet op waarnemingen."
Vermits de multi-universum theorie op geloof gebaseerd is beschouwen de meeste wetenschappers hem slechts als een veronderstelling i.p.v. als een ware wetenschappelijke theorie. Toch wordt hij nog steeds als een geldige theorie beschouwd door Hawking, Rees en anderen die een materialistische verklaring zoeken voor onze oorsprong. Gregg Easterbrook, een onderzoeksjournalist bij de Atlantic Monthly, besluit zijn onderzoek naar de multi-universum theorie door te verklaren : "Het multiversum idee is gebaseerd op veronderstellingen die als onzin zouden bestempeld worden als ze uit een religieuze tekst zouden komen."
Hawking en Rees mogen niet als schuldig worden beschouwd omdat ze naar een bruikbare verklaring zoeken; dat doen wetenschappers nu eenmaal. Maar dit onderwerp vestigt de aandacht, niet op Hawking en Rees, maar (misschien) op een fundamentele gebrekkigheid van de wetenschappelijke methode. Als het waar zou zijn dat God werkelijk de oorzaak was van iets, zou de wetenschap dan ooit deze waarheid kunnen ontdekken? Zou de wetenschap geen materialistische verklaring moeten geven, hoe onwaarschijnlijk ook, omdat het alternatief voor hen geen geldige optie is? Dit is inderdaad een probleem, waar wetenschappers die wel een intelligent ontwerp in de kosmos zien, mee worstelen.
Een handgemaakt universum
In Bringing Down the House vertelt auteur Ben Mezrich het verhaal van zes MIT studenten die hun vaardigheden in logica en wiskunde toepassen om kaarten te tellen en naar Las Vegas reizen waar ze miljoenen winnen. Ze waren in staat om de kansen in hun voordeel te doen keren. Nadat ze een aantal keer gewonnen hadden werden ze benaderd door huisdetectives die hen vroegen om te vertrekken en niet meer terug te keren.
Hoe werden ze ontmaskerd? Wel, eigenlijk werden ze niet ontmaskerd. Niemand heeft hen daadwerkelijk op vals spelen betrapt, maar de MIT studenten deden wel iets wat hen verraadde: ze wonnen. Ze wonnen herhaaldelijk en wanneer de delers en huisdetectives in Las Vegas iemand opmerken die keer op keer wint vermoeden ze een intelligente opzet : iemand speelt niet volgens de wetten van willekeurig toeval maar volgens een uitgekiend systeem zoals kaarten tellen.
De fijnafstelling in het universum is verbazingwekkend en onvoorstelbaar onwaarschijnlijk. Het zou allemaal toeval of geluk kunnen zijn, of misschien zijn er meerdere universums waardoor de kansen en waarschijnlijkheden op leven stijgen, maar een goeie detective zou er goed aan doen om de mogelijkheid van een intelligent ontwerp achter de waarneembare fenomenen te overwegen.
Hume
Het is in de eerste plaats door de argumenten van de 18de eeuwse Engelse filosoof David Hume dat de wetenschap elk argument voor ontwerp in het universum afwees.
Als materialist beweerde Hume dat het universum het resultaat was van toevalligheden, in plaats van een opzettelijk ontwerp. Hij geloofde dat mirakels onmogelijk waren omdat ze niet konden onderworpen worden aan wetenschappelijke verificatie.
Humes argumenten om een intelligent ontwerp te weerleggen zijn heel efficiënt gebleken om wetenschappers er van te overtuigen dat alle gebeurtenissen in de wereld puur toeval zijn. De basislogica van Hume ziet er als volgt uit:
1. De wereld is gestructureerd
2. Dit is te danken aan hetzij toeval, hetzij ontwerp
3. Het is heel goed mogelijk dat de wereld toevallig ontstond
Hume had nog andere argumenten tegen een ontwerp, maar volgens wiskundige William Dembsi maakte hij gebruik van gebrekkige logica: "Hume analyseerde ten onrechte de logica van het ontwerpargument, want het ontwerpargument is eigenlijk noch een argument op grond van analogie, noch een argument op grond van inductie, maar een gevolgtrekking uit de beste verklaring
Hume had een sterke invloed op de wetenschap, hoewel hij leefde in een tijd dat astronomie in zijn kinderschoenen stond en de heersende theorie voorstander was van een eeuwig universum. Hij wist niets af van de oerknaltheorie die naar een schepper wijst, of de gevolgen van de fijnafstelling.
De recentelijk ontdekte fijnafstelling van de kosmos heeft zelfs de vurigste materialisten ertoe gebracht om de mogelijkheid van een intelligent ontwerp te overwegen. Wat is de beste verklaring voor de fijnafstelling? Toen Hawking voor het eerst besefte dat het universum niet zomaar een toeval kon zijn, vertelde hij aan een journalist: "De kansen tegen een universum zoals het onze dat zijn oorsprong vind in zoiets zoals een oerknal, zijn enorm. Het is duidelijk dat er religieuze implicaties zijn als je de oorsprong van het universum begint te bespreken.".
Davies is het daar mee eens : "Het lijkt of iemand de getallen van de natuur fijn afgesteld heeft om het universum te maken ... Het idee van een ontwerp is overweldigend."
Sommige wetenschappers, zoals Hawking, voelen zich niet goed bij de voor de hand liggende religieuze implicaties. Maar kosmologist Edward Harrison spreekt in de naam van hen die reageren op het bewijs voor de fijnafstelling door het voor de hand liggende te verklaren: "Hier is het kosmologisch bewijs van het bestaan van God. De fijnafstelling van het universum levert voorlopig bewijs van goddelijk ontwerp."
Maak uw keuze: "toeval", dat een massa universums vereist, of "ontwerp", dat slechts 1 universum vereist.
Veel wetenschappers geven toe dat ze geneigd zijn om voorstander te zijn van het ontwerpargument.
Weinig wetenschappers geloven dat de fijnafstelling slechts toeval is. Terwijl sommigen de multi-universum theorie aanhangen geloven de meeste wetenschappers dat zon speculatieve theorie buiten de grenzen van de wetenschap ligt. Veel geloofwaardige wetenschappers werden door het bewijs overtuigd dat ons universum hier niet bij toeval is, maar dat het een plan is van een superintelligent wezen.
Dr. Robert Jastrow is een theoretisch natuurkundige die sinds de stichting in 1958 bij NASA werkt. Jastrow hielp de wetenschappelijke doelen te stellen voor de maan-exploratie tijdens de landingen van de Apollo. Hij stichtte en bestuurde NASAs Goddard Instituut voor Ruimteonderzoeken, dat onderzoek doet in astronomie en planeetwetenschappen. Jastrow schreef deze gedachten neer, die de mening van vele wetenschappers opsomt: "Voor de wetenschapper die leefde volgens zijn geloof in de kracht van het verstand eindigt het verhaal als een slechte droom. Hij heeft de bergen van de onwetendheid beklommen; hij staat op het punt de hoogste piek te overwinnen; terwijl hij zichzelf over de laatste rots trekt wordt hij gegroet door een groep theologen die daar al eeuwen zitten."
Het Antropisch Principe
Astrofysicus Stephen Hawking gebruikt de term "antropisch principe" wanneer hij probeert uit te leggen waarom het universum zo perfect fijn afgesteld is voor (het) leven. Hawking schrijft: "Het lijkt duidelijk dat er relatief weinig mogelijke waarden zijn voor het getal dat de ontwikkeling van enige vorm van intelligent leven zou toelaten. Ofwel beschouwt men dit als bewijs van een goddelijke bedoeling in de Schepping en de keuze van de wetenschappelijke wetten, ofwel als ondersteuning voor het sterke antropisch principe." Hawking is voorstander van de sterke oplossing van het antropisch prinicipe van meerdere universums om de conclusie ten voordele van een ontwerper te ontwijken.
Het antropisch principe is een mooie benaming om het evidente m.b.t. de fijnafstelling van het universum te verklaren, d.w.z., als alle voorwaarden in het universum niet perfect zouden zijn om menselijk leven mogelijk te maken, zouden we hier niet zijn om de vraag te stellen waarom alles zo fijn is afgesteld voor het leven. Wat lijkt op een cirkelredenering heeft geleid tot een heropleving van het ontwerpargument, dat na Darwin bij vele wetenschappers de intellectuele eerbiedwaardigheid had verloren.
Eén aspect van het antropisch principe is dat het beweert dat onze plaats in het universum speciaal is. Dit spreekt de algemene tendens van wetenschap sinds Copernicus tegen dat de Aarde helemaal niet speciaal is (het Copernicaans Principe). Vele materialisten die niet van de implicaties van het antropisch principe houden, wringen zich in allerlei bochten wanneer het antropisch principe ter sprake wordt gebracht, en het blijft een controversieel onderwerp. Maar tot op heden is nog geen enkele wetenschapper er in geslaagd om het bewijs van de fijnafstelling, die door het antropisch principe ondersteunt wordt, te weerleggen en velen geloven dat het eenvoudigweg een van gezond verstand getuigende manier van zeggen is dat het leven op Aarde speciaal is
Vertaling: Mario Lossie
Bron: Y-Origins: The facts presented by scholars
09-04-1980
Dagelijks gebed tot Maria om bescherming
Dagelijks gebed tot Maria om bescherming
Verheven Koningin des Hemels, hoogste Heerseres der Engelen, Gij hebt van den beginne van God de macht en de zending ontvangen om de kop van de helse slang te verpletteren. Wij smeken U nederig, zend Uw hemelse legioenen, zodat zij, onder Uw bevel en door Uw macht, de boze geesten zullen vervolgen, en ze overal zullen bestrijden, hun duistere gangen zullen beschamen, en hen in de afgrond zullen terugwerpen.
Hoogverheven Moeder Gods, breng Uw onoverwinnelijke strijdmacht in de weer tegen de afgezanten van de hel, die zich onder de mensen bevinden. Verstoor de plannen der goddelozen en beschaam allen, die het kwade willen. Verkrijg voor hen de genade van het goede inzicht en de bekering, zodat zij de Drieëne God en U de verschuldigde eer zullen brengen, en bewerk, dat overal de waarheid en het recht mogen zegevieren.
Machtige Beschermvrouwe, behoed met Uw vlammende geesten Uw heiligdommen en genadeplaatsen over de gehele wereld. Bewaak, O Lieve Vrouwe, Onze Toevlucht, door deze geesten de godshuizen en alle geheiligde plaatsen over de ganse wereld. Verhinder elke ontwijding en verguizing van het Heilig Sacrament des Altaars, zo bidden wij vol vertrouwen, en Gij zult ons zeker verhoren. De Engelen, die in Uw dienst staan, zijn immers bereid U op elk moment op Uw wenken te gehoorzamen. Zij branden van verlangen Uw bevel op te volgen, en Uw wensen te vervullen.
Hemelse Moeder, bescherm ook ons eigendom, onze woning, tegen alle aanvallen van zichtbare en onzichtbare vijanden. Laat Uw Heilige Engelen er in verblijven, en laat Uw vrede en Uw vreugde er wonen in onderwerping aan u.
Wie is als God ? Wie is als Gij, o Maria ! Gij, Koningin der Engelen, en overwinnares van Satan. O goede en zoete Moeder Maria. Gij vlekkeloze Bruid van de Koning, in wier aanschouwing de reine geesten zich verheugen, Gij zijt voor altijd onze hulp, onze liefde, en onze hoop, en Gij zult voor immer onze roem en bijstand blijven.
Heilige Aartsengel Michaël, alle Heilige Engelen en Aartsengelen, verdedig en bescherm ons ! Amen.
Kortere versie
Verheven Koningin der hemelen en heerseres over de Engelen, Gij, die van God de macht en de zending hebt ontvangen de kop van Satan te verpletteren, wij smeken U nederig hemelse legioenen te zenden om, onder uw bevelen, de duivelen te vervolgen, hen overal te bestrijden, hun driestheid in te tomen, en ze naar de afgrond terug te drijven.
Wie is aan God gelijk ?
O goede en tedere Moeder, Gij zijt immer en eeuwig onze liefde en onze hoop. O Moeder van God, zend de Heilige Engelen om ons te verdedigen en de wrede vijand verre van ons te verdrijven.
Heilige Engelen en Aartsengelen, verdedig ons, en bescherm ons. Amen.
08-04-1980
Middel tegen een komende pandemie, door Jezus doorgegeven aan Maria Esperanza
Middel tegen een komende pandemie, door Jezus doorgegeven aan Maria Esperanza
Maria Esperanza van Betania was een van de grootste mystica uit deze tijden en ontving, volgens Wendy Benedick, die met Maria gedurende 14 jaren samenwerkte, een geneeswijze van Jezus zelf, vóór haar dood. Over welke ziekte en pandemie het zal gaan is niet geweten.
Esperanza, die de aanslagen en de vernietiging van "twee toren in New York", reeds lang vóór de gebeurtenissen van 2001, had voorzien [en op de dag van de aanslagen ook te New York aanwezig was], ontving vele genaden van God. De Venzolaanse vertoonde een aantal onverklaarbare waarnemingen, voorbij de natuurlijke uitleg. Ze vertoonde de doordringende tekenen van stigmata [de bloedende wonden van Christus], had honderden visioenen van Jezus en de Maagd Maria en vertoonde de gaven van levitatie, genezing en het voorzien van toekomstige gebeurtenissen, waarvan er nog vele moeten geschieden.
Vóór haar dood op 7 augustus 2004, op 75-jarige leeftijd, zei Benedick dat Jezus aan de mystica een geneeswijze tegen een pandemie had gegeven die nog moet komen. Hieronder is deze remedie beschreven zoals ze, aldus Benedick, is doorgegeven aan haar door Esperanza:
"Ik ga u een remedie geven voor een kinderziekte [en ook bij hele kleine klinderen]. U moet de bladeren van een meidoorn nemen en tot tee weken gedurende acht minuten. Dien de tee vervolgens via de mond aan het kind toe, 1/4 kop tee per keer en dit dag en nacht tot de ziekte luwt. De ziekteverschijnselen zullen lijken op griep, met een hoge koorts, paars gekleurde lippen, met verstoringen zoals bij stuiptrekkingen.
Volgens Benedick werd de remedie aan Maria doorgegeven voor de tijden waarin we nu leven. Esperanza vertelde dat deze pandemie vele babys en kinderen weg zou nemen en dat er geen werkend geneesmiddel zou voor bestaan.
Deze informatie is voor uw eigen beoordeling. Zieners hebben in de jaren vele voorspellingen over de toekomst gemaakt, en zelfs zij die later zalig verklaard en eventueel daarop zijn heilig verklaard, hadden het over sommige gebeurtenissen verkeerd voor, ook in de tijdsduiding.
Sommigen geloven dat de hierboven beschreven remedie enkel zal werken, tezamen met gebeden.
Het is goed om weten dat tijdens de menselijke geschiedenis de meidoorn steeds als heilig werd aanzien, omdat er wordt aangenomen dat de doornenkroon, die op Jezus' gelaat werd geplaatst tijdens zijn lijden, van de meidoorn kwam.
Zou God een voorwerp, dat zo'n belangrijke rol heeft gespeeld in het lijden van Zijn Zoon, als bron voor een genezing voor ons vandaag uitkiezen? Het idee lijkt alleszins niet vergezocht, als men de Paasperiode, toen de gelovigen het bloed van een lam (Jezus is het lam) op hun deur aanbrachten om hun eerstgeboren zonen te redden, overschouwt.
07-04-1980
Al uw antwoorden over Jezus. Zoektocht 6. Heeft Jezus beweerd God te zijn?
Zoektocht 6. Heeft Jezus beweerd God te zijn?
Velen zijn bereidwillig om Jezus te aanvaarden als een goede man, of een grote profeet, maar argumenteren dat Jezus nooit heeft beweerd dat Hij God is. Zij die Jezus goddelijkheid ontkennen proberen uit te leggen dat de Geschriften hun geloof ondersteunen dat Jezus nooit de bedoeling heeft gehad om als God te worden vereerd.
Het bewijs echter, duidt hoe dan ook aan dat, reeds van de tijd van de apostelen, Jezus werd vereerd als God. Nadat de apostelen waren gestorven, schreven diverse kerkleiders uit de eerste en tweede eeuw over Jezus goddelijkheid. Uiteindelijk drukte, in 325 na Christus, het leiderschap van de Kerk hun geloof uit, dat Jezus volledig goddelijk is.
Sommigen beweren dat de Kerk Jezus goddelijkheid heeft "uitgevonden" door de Evangelie verhalen te herschrijven. Zo maakte de Da Vinci Code, het best verkochte fictieboek te wereld met meer dan 40 miljoen verkochte exemplaren, deze bewering. Alhoewel het boek de schrijver [Dan Brown] rijk maakte, werd zijn fictieverhaal door geleerden afgedaan als slechte historiek. In feite is het Nieuwe Testament beoordeeld als "de meest betrouwbare brond van alle historische documenten."
In dit artikel zullen we onderzoeken wat Jezus over zichzelf zei. Wat bedoelde Jezus met de termen "Mensenzoon" en "Zoon van God?" Indien Jezus God niet was, waarom beschuldigden zijn vijanden Hem dan van godslastering? Nog belangrijker, indien Jezus God niet was, waarom aanvaardde Hij dan verering?
Laat ons eerst kort bekijken wat Christenen geloven over Jezus Christus.
Van Schepper tot timmerman?
Tot de kern van het Christendom behoort het geloof dat God naar de aarde kwam in de persoon van Zijn Zoon, Jezus Christus. De Bijbel onderwijst dat Jezus geen geschapen wezen is als de engelen, maar de eigenste Schepper van het universum. Zoals de theoloog J.I. Packer schrijft: "De evangeliën vertellen ons dat onze Schepper onze Verlosser is geworden."
Het Nieuwe Testament onthult dat, in overeenstemming met de wil van de Vader, Jezus tijdelijk zijn macht en eer heeft opzij gezet om een kleine, hulpeloze baby te worden. Terwijl Hij opgroeide, werkte Jezus als timmerman, heeft hij honger en moeheid ervaren en heeft hij tenslotte, nadat op 30-jarige leeftijd zijn openbaar leven begon, de pijn en de dood ervaren.
Eén God
De Bijbel onthult God als Schepper van het Universum. Hij is oneindig, eeuwig, almachtig, alwetend, rechtvaardig, liefdevol en heilig. Hij schepte ons naar Zijn beeld en voor Zijn en dit tot Zijn voldoening. Volgens de Bijbel heeft God ons gemaakt om een eeuwige verhouding met Hem te hebben.
Toen God aan het brandende braambos tot Mozes sprak, ongeveer 1.500 jaar vóór Christus, bevestigde Hij opnieuw dat Hij de enige God is. Gold vertelde aan Mozes zijn naam Jahweh [Ik ben].
Het is in deze wereld van monotheïstisch geloof dat Jezus tot de wereld kwam, er in werkte en beweerde wat iedereen die Hem hoorde verbaasde. End volgens Ray Stedman is Jezus het centrale thema van de Hebreeuwse Geschriften.
"Hier, onder de vorm van een levend, ademend menselijk wezen, is hij het die aan alle symbolen en profetieën van Genesis, via Malachius voldoet. Terwijl we van het Oude naar het Nieuwe Testament overgaan, wordt Jezus het middelpunt van beide Testament.
Maar als Jezus de vervulling van het Oude Testament is, dan zouden zijn beweringen moeten bevestigen dat "God één Heer is", beginnend met wat Hij zichzelf noemden. Laat ons dit bekijken.
Gods gezegende naam
Toen Jezus zijn openbaar leven begon, trokken zijn mirakelen en zijn verregaand onderricht onmiddellijk grote menigten aan, wat een staat van opwinding veroorzaakte. Terwijl zijn populariteit steeg, begonnen de Joodse leiders [farizeeën, Sadduceeën en de schriftgeleerden] Jezus als een bedreiging te zien en begonnen ze naar manieren te kijken om hem in de val te lokken.
Op een dag was Jezus aan het praten met enkele farizeeërs aan de Tempel, toen Hij hen plotseling vertelde dat "Hij het licht van de wereld" is. Dit tafereel moet bijzonder raar geweest zijn, want een reizende timmerman uit de laaglanden van Galilea vertelde deze "wijzen van de godsdienst" dat hij het "licht van de wereld was." In hun geloof dat Jahweh het licht van wereld is, dienen ze hem verontwaardigd van antwoord:
"U maakt valse beweringen over uzelf" [Joh 8:13]
Toen vertelde Jezus hen dat Abraham Hem 2.000 jaar geleden had voorspeld. Hun antwoord was sceptisch: "U bent nog geen vijftig jaar oud? Hoe kunt u beweren dat u Abraham hebt gezien?" [Joh 8:57]
Toen verraste Jezus hen zelfs nog meer: "De waarheid is dat er voor Abraham, IK BEN was." [Johannes 8:58]
Vanuit het niets, sprak deze eigenzinnige timmerman, met geen enkele graad in de godsdienst, over het eeuwige bestaan. Verder gebruikte hij de bewoording "Ik Ben [ego eimi]", de gezegende naam van God zelf! Deze religieuze geleerden die zich verdiepten in het Oude Testament verklaarden dat enkel Jahweh God is. Zij kenden de Geschriften via Jesaja: "Volk van Israël, jij bent mijn getuige, wees daarvan verzekerd. Jij bent mijn dienaar, ikzelf heb je gekozen. Weet dan, geloof dan, besef toch: ik ben de enige God. Vóór mij was er geen andere god, na mij zal er ook geen zijn. Ik en ik alleen ben de Heer, Ik ben de enige die kan redden." [Jesaja 43:10-11]
Daar de straf voor godslastering de dood door steniging was, raapten de Joodse leiders kwaad stenen op om Jezus te doden. Zij dachten dat Jezus zichzelf "God" noemde. Op dat ogenblik kon Jezus hebben gezegd: "Wacht even! U hebt mij verkeerd begrepen ...Ik ben Jahweh niet", maar Jezus nam zijn verklaring niet terug, zelf met het risico om te worden gedood.
Lewis legt hun woede uit:
"Hij zegt ... Ik ben verwekt uit de Ene God, voor Abraham was, ben Ik", en herinner wat de worden "Ik ben" betekenen in het Hebreeuws. Deze woorden zijn de benaming van God, die niet door een mens mogen worden uitgesproken."
Sommigen kunnen zeggen dat dit een alleenstaand geval was, maar Jezus gebruikte ook "Ik ben" voor zichzelf bij diverse andere gelegenheden. Laat ze ons bekijken en de reacties bij het horen van deze radicale woorden trachten in te beelden:
"Ik ben het licht van de wereld" [Johannes 8:12]
"Ik ben de weg, de waarheid en het leven" [Johannes 14:6]
"Ik ben de enige weg naar de Vader" [Johannes 14:6]
"Ik ben de verrijzenis en het leven" [Johannes 11:25]
"Ik ben de Goede Herder" [Johannes 10:11]
"Ik ben de deur" [Johannes 10:9]
"Ik ben het levende brood" [Johannes 6:51]
"Ik ben de ware wijnstok" [Johannes 15:1]
"Ik ben de Alfa en de Omega" [Openbaringen 1:7-8]
Lewis merkt op dat, indien deze bewering niet van God zelf komen, Jezus zou aanzien zijn als een gek. Wat echter Jezus geloofwaardig maakte waren zijn ongelofelijke mirakelen die hij verrichte, en zijn wijs, gezaghebbend onderricht.
Mensenzoon
Sommigen zeggen dat Jezus niet de bedoeling had te beweren dat Hij God was, met de naam "Ik ben". Zij beweren dat Jezus verwijzing naar zichzelf als de "Mensenzoon" bewijst dij hij zichzelf geen goddelijkheid toemat. Wat is dan de samenhang van de titel "Mensenzoon", en wat betekent het?
Packer schrijft dat de naam "Mensenzoon" verwijst naar Jezus rol als Koning-Redder, en hiermee de profetie vervult van Jesaja 53. Jesaja 53 is het meest begrijpelijke profetische uittreksel over de komende Messias en stelt Hem duidelijk voor als de leidende Redder. Jesaja heeft ook verwezen naar de Messias als de "Goddelijke Held", "Eeuwige Vader", "Vredevorst" [Jesaja 9:5].
Bijkomend zeggen vele geleerden dat Jezus eveneens verwees naar Zichzelf als de vervulling van Daniëls profetie over de "Mensenzoon." Daniëls profetieën dat de "Mensenzoon" het gezag zal worden gegeven over de mensheid en vereerd zal worden:
"Daarna zag ik in het nachtelijke visioen iemand verschijnen die omringd was door wolken en het uiterlijk van een mens had. Hij werd bij de oude man gebracht. Toen kreeg hij koninklijke macht en aanzien. Alle mensen, tot welk volk zij ook behoorden en welke taal zij ook spraken, dienden hem. Aan zijn macht zal geen einde komen, zijn rijk zal nooit vernietigd worden." [Daniël 7:13-14]
Wie is dus deze "Mensenzoon" en waarom wordt hij aanbeden, terwijl enkel God dient te worden aanbeden? Jezus vertelde aan Zijn leerlingen dat over Zijn terugkeren het volgende: "Maar dan zullen ze op een wolk de Mensenzoon zien komen, bekleed met macht en grote luister." [Lucas 21:27]. Zegt Jezus hier dat hij de vervulling is van de profetie van Daniël?
Zoon van God
Jezus beweerde ook de "Zoon van God" te zijn en deze titel betekent niet dat Jezus Gods biologische Zoon is. Ook betekent de term "Zoon" niet de onderdanigheid zoals dat bij de mens het geval is. Geleerden zeggen dat de term "Zoon van God" in feite verijst naar gelijkenis of "van dezelfde aard." Jezus bedoelde hiermee dat hij een goddelijke wezen was, of in 21ste-eeuwse termen, het "DNA van God." Professor Peter Kreeft legt uit:
Wat bedoelde Jezus toen Hij zichzelf de "Zoon van God" noemde? De zoon van een man is een man [zowel zoon als man]. De zoon van een aap is een aap, van een hond een hond, van een haai een haai, en zo is de Zoon van God, God. "Zoon van God" is een goddelijke titel.
In Johannes 17 spreekt Jezus over de glorie die Hij en Zijn Vader deelde voor de wereld begon. Maar beweert Jezus gelijk te zijn aan God door zichzelf de "Zoon van God te noemen?" Packer antwoordt: "Als de Bijbels Jezus aanduidt als de Zoon van God, dan is deze verklaring bedoelt als een bevestiging van Zijn afzonderlijke persoonlijke goddelijkheid."
Zo verwijst de naam Jezus die hij zichzelf aanmat naar het feit dat hij beweert gelijkwaardig te zijn aan God. Maar sprak en handelde Jezus met de autoriteit van God?
Zonden vergeven
In de Joodse godsdienst was het vergeven van de zonden voorbehouden aan God alleen. Vergeving is steeds persoonlijk: iemand anders kan niet vergeven in de plaats van de persoon die ontstemt is, vooral als de ontstemde God zelf is. Maar bij diverse gelegenheden handelde Jezus alsof Hij God was door de zondaren hun zonden te vergeven. Het geduld van de religieuze leiders was op toen Jezus, voor hun aangezicht, de zonden vergaf van een verlamde man.
"De schriftgeleerden die dit hoorden noemden dit godlastering! Wie anders dan God kan de zonden vergeven." [Marcus 2:7]
Lewis kan zich de verbaasde reacties voorstellen van allen die Jezus aanhoorden:
"Dan komen de emoties los", schrijft Lewis, "Tussen deze Joden staat er plotseling een man op die gaat praten alsof Hij God is. Hij beweert Zonden te vergeven. Hij zegt dat Hij altijd heeft bestaan. Hij zegt dat Hij is gekomen om de mensen te oordelen bij het einde der tijden. Laat ons hier duidelijk zijn. Onder pantheïsten, zoals de Indiërs, zou men nog kunnen aanvaarden dat hij deel uitmaakt van God, omdat God zich hier in alles bevindt ... maar deze man, die een Jood is, kon zoiets niet hebben bedoeld. God betekent in hun taal immers: het buiten de wereld zijn, die Hij gemaakt heeft en dit is onbegrensd verschillend van alles anders. Als u dit eenmaal bevat, zult u zien dat wat deze man zei wat Hij was, eenvoudigweg, het meest het meest verbazingwekkende is wat ooit door iemand is uitgesproken."
"Hoe lang gaat U ons in spanning houden? Indien u werkelijk de Messias bent, vertel ons dan alles!"
Jezus antwoordde: "Het bewijs is wat Ik doe in de naam van Mijn Vader." Hij vergeleek zijn volgelingen met zijn schapen door te zeggen: "Ik schenk hen het eeuwige leven, en zij zullen nooit vergaan." Toen onthulde Hij hen dat "de Vader groter is dan allen, en dat Zijn daden waren volgens Zijn Vaders wil." Jezus nederigheid moet ontwapenend geweest zijn. Maar het volgende sloeg in als een granaat: "de Vader en Ik zijn één." [Johannes 10:25-30]
Indien Jezus had bedoeld dat hij enkel een overeenkomst had met God, dan zou er geen hevige reactie geweest zijn. Maar de Joden wilden hem stenigen. Hierop vroeg Jezus hen: "In naam van Mijn Vader heb Ik vele dingen gedaan om de mensen te helpen. Voor welk van deze goede daden wilt u Mij doden?"
Hierop antwoordden zij: "Niet voor enig goed werk, maar voor godslastering, omdat u een eenvoudig man, Uzelf tot God hebt verheven." [Johannes 10:33]
Terwijl bereidde Jezus zijn leerlingen voor op Zijn naderende dood op het Kruis en zijn vertrek.
Toen zei Thomas: "Wij weten niet eens waar u naartoe gaat, Heer, hoe zouden we dan de weg daarheen kunnen weten?"
Jezus zei: "Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand kan bij de Vader komen dan door mij. Als jullie mij kennen zullen jullie ook mijn Vader kennen, en vanaf nu kennen jullie Hem, want jullie hebben Hem zelf gezien." [Johannes 14:5-7]
Zij waren verward. Daarop zei Filippus: "Laat ons de Vader zien, Heer, meer verlangen we niet."
Jezus zei: "Ik ben nu al zo lang bij jullie, en nog ken je me niet, Filippus? Wie mij gezien heeft, heeft de Vader gezien. Waarom vraag je dan om de Vader te mogen zien?" [Johannes 14:8-9]
In feite zei Jezus: "Filippus, als u de Vader wilt zien, kijk dan naar Mij!" In Johannes 17 onthult Jezus dat deze eenheid met Zijn Vader altijd reeds heeft bestaan, door te zeggen dat er nooit een tijd is geweest dat hij Gods glorie en wezen niet deelde.
Gods macht
De Joden bekeken God steeds als de ultieme autoriteit. Macht was een welbegrepen woord in het door de Romeinen bezette Israël. Op dat ogenblik konden op enig bevel van de keizer legioenen ten oorlog worden gestuurd, misdadigers veroordeeld en vrijgesproken en wetten en regels worden ingesteld. In feite was de macht van de keizer zo groot dat hij zichzelf goddelijk achtte.
Vooraleer de aarde te verlaten, verklaarde Jezus de reikwijdte van zijn macht: "Mij is alle macht gegeven in de hemel en op de aarde." [Matheus 28:18]
Met deze opmerkelijke woorden, weert Jezus de opperste macht te zijn, niet allen op deze aarde, maar eveneens in de hemel.
John Piper zegt: Dit is waarom Jezus vrienden en vijanden steeds oopnieuw van hun stuk werden gebracht door wat Hij zei en deed. Het is als iemand die een weg bewandelt, net zoals een andere persoon, maar zich plots omdraait en iets zegt als: "Voor Abraham was, Ik ben." Of, "Wie mij gezien heeft, heeft de Vader gezien." Of door, na te zijn beschuldigd van godslastering, heel kalm te zeggen: "De Mensenzoon heeft de macht op aarde om de zonden te vergeven." Tot de doden zou hij eenvoudig kunnen zeggen: "Kom, sta op" en ze zouden gehoorzamen. De stormen op zee zou Hij doen gaan liggen. Tot het stuk brood zou Hij zeggen: "vermenigvuldig u duizendmaal." En dit alles zou onmiddellijk worden volbracht.
Het aanvaarden van verering
Niets is meer fundamenteel aan de Hebreeuwse Geschriften dan dat alleen God kan worden vereerd. Zo is het eerste van de Tien Geboden: "Vereer geen andere Goden buiten Mij." [Exodus 20:3]
En zo was de ergste zonde die een Jood kon begaan het aanbidden van iemand anders als God, of het aanvaarden van aanbidding. Als Jezus God niet was, zou het godslastering zijn om verering te aanvaarden.
Na Jezus verrijzenis, vertelden de leerlingen aan Thomas dat zij hem levend hadden gezien. Thomas beschimpte hen en zei dat hij hen enkel zou geloven als hij zijn vingers in de nagelwonden van Jezus handen kon leggen en in de wonde aan zijn Zijde. Acht dagen later waren alle leerlingen bij elkaar in een opgesloten ruimte toen Jezus plotseling aan hen verscheen. Jezus keek Thomas aan en vroeg hem: "Leg uw vinger hier en zie Mijn handen. Leg uw handen in de wonde aan Mijn Zijde."
Thomas had geen bewijzen meer nodig. Hij geloofde onmiddellijk, door het tegen Jezus uit te schreeuwen: "Mijn Heer en mijn God!"
Thomas vereerde Jezus als God! Als Jezus God niet zou zijn geweest, zou Hij zeker Thomas op de vingers hebben getikt. Maar in plaats hiervan, gaf Jezus aan Thomas de volgende verklaring door: "U gelooft omdat u Mij hebt gezien. Zalig zijn Zij die geloven zonder te hebben gezien."
Jezus aanvaardde aanbidding bij negen andere aangelegenheden. In de context van het Joodse geloof spreekt Jezus aanvaarding van verering boekdelen over Zijn bewering van Zijn goddelijkheid. Voor Jezus de aarde verliet vertelde Hij aan Zijn apostelen om de nieuwe volgelingen te dopen in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest [Matheus 28:19], waarbij Hij zowel de Heilige Geest als Zichzelf op dezelfde hoogte plaatste als de Vader.
De Alfa en de Omega
Toen Johannes in ballingschap was op het eiland Patmos, onthulde Jezus aan hem in een visioen de gebeurtenissen die er zouden plaatsvinden in de laatste dagen. Johannes beschrijft de volgende ongelofelijke scène van zijn visioen:
"Zie, hij komt met de wolken! Iedereen zal hem zien, ook zij die hem doorstoken hebben, en alle volken der aarde zullen om hem treuren ... Ik ben de Alfa en de Omega, het begin en het einde ... Ik ben diegene die is, die was en die komt, de Almachtige."
Wie is deze Persoon die "de Alfa en de Omega" en "de Almachtige" wordt genoemd? Er is ons verteld dat Hij is "doorstoken." Dat maakt ons duidelijk dat het over Jezus gaat. Hij was het die met een lans werd doorboord op het Kruis.
Johannes, die Jezus meer genegen was dan enig andere volgeling, ziet het beeld van de Persoon die tot hem spreekt. Hij schrijft: "En toen ik me omdraaide, zag ik zeven gouden kandelaars en te midden van de kandelaars iemand die de gestalte had van een mens. Hij had een gewaad aan dat tot op zijn voeten hing en om zijn borst droeg hij een gouden band. Zijn hoofdhaar was wit als wol, blank als sneeuw, zijn ogen vlamden als vuur, zijn voeten gloeiden als brons in een smeltoven en zijn stem klonk als een machtige waterval. In zijn rechterhand hield hij zeven sterren; een scherp tweesnijdend zwaard kwam uit zijn mond en zijn gezicht straalde als de middagzon." [Openbaringen 1:13-16]
Het is onmogelijk om Johannes' gevoelens te vatten wanneer Hij deze Persoon zag stralen als de middagzon, met ogen die vlamden als vuur. Hij voelde zich onmiddellijk als een dode man toen hij dit aanschouwde. Indien dit Jezus was, waarom herkende Johannes Hem niet? Misschien dacht hij dat het een engel was? Laat ons luisteren naar Johannes woorden:
"Toen ik hem zag, viel ik als dood aan zijn voeten. Maar hij legde zijn rechterhand op mij en zei: Wees niet bang! Ik ben de eerste en de laatste ... Ik ben de levende! Ik was dood, maar nu leef ik voor altijd, voor eeuwig. Ik heb de sleutels van de dood en het dodenrijk." [Openbaringen 1:17-18]
Diegenen die tot Johannes spreekt openbaart Zichzelf als "de eerste en de laatste", een duidelijke verwijzing naar Zijn eeuwigheid. En daar God eeuwig is, moet dit God zijn geweest. Maar in datzelfde zijn vertelt Hij aan Johannes dat hij "de levende is die dood was," en zo weten we dat het de Vader niet kon geweest zijn, omdat de Vader nooit de dood heeft ondergaan als mens.
"Toen zag ik een grote witte troon en Hem die erop gezeten was ... Ik ben de alfa en de omega, het begin en het einde." [Openbaringen 20:11 en 21:6]
Het is de Heer Jezus Christus die heerst van op de grote witte troon. Jezus had zijn volgelingen reeds verteld dat hij de uiteindelijke rechter van de mensen zou zijn. Hij beloofde dat deze die hun vertrouwen in Hen zouden stelden, zouden worden gespaard van het oordeel van de zonde, maar dat zij die Hem zouden verwerpen, geoordeeld zouden worden.
Besluit
Heeft Jezus dus beweerd dat Hij God was of berust dit enkel op een misverstand? Laat ons de andere beweringen van Jezus eens bekijken en ons de vraag stellen: zou Jezus zon radicale beweringen hebben gedaan indien Hij God niet is?
Jezus gebruikte Gods naam voor Zichzelf
Jezus noemde Zichzelf de "Mensenzoon"
Jezus noemde Zichzelf de "Zoon van God"
Jezus beweerde zonden te vergeven
Jezus beweerde Zijn eenheid met God
Jezus beweerde Zijn Almacht
Jezus aanvaardde verering
Jezus noemde Zichzelf de "Alfa en de Omega"
Sommigen kunnen zeggen: "Hoe kunnen wij Jezus beweren als waar te aanzien? Welk bewijs liet Hij achter?"
Drie dagen na zijn kruisiging, verklaarden zijn volgelingen Hem levend te hebben gezien. Indien hun verhaal een bedrog was geweest, zou dit zijn uitgestorven want de Romeinen zouden hen de ergste marteldood hebben laten ondergaan. Maar hun overtuiging en oprechtheid overweldigde Rome en veranderde onze wereld. Lewis legt de reden voor hun overtuiging uit:
"Wat er zich voorbij de tijd en de ruimte bevindt, wat ongeschapen is, eeuwig, kwam op de wereld, daalde af in Zijn eigen universum, en verrees opnieuw."
Deze uitmuntende geleerde, die oorspronkelijk dacht dat alles rond Jezus was verzonnen, zoals een door mensen gemaakte Romeinse of Griekse God, begon uit te kijken naar het bewijs van het bestaan van Jezus Christus en hij realiseerde zich dat de verhalen uit het Nieuwe Testament over Jezus Christus gebaseerd zijn op stevige, historische feiten. Deze voormalige scepticus besluit zijn onderzoek van het bewijs van bestaan van Jezus Christus met de volgende woorden:
"U moet uw keuze maken. Ofwel was of is deze man de Zoon van God, of anders een dwaas of nog erger. Maar laat ons geen gebruikelijke dwaasheden aanbrengen over Zijn wezen als een groot menselijke leraar. Deze vraag heeft hij niet open gelaten."
Lewis ontdekte dat een persoonlijke verhouding met Jezus betekenis gaf aan zijn leven, een doel, en vreugde die alle dromen overtrof. Hij heeft zijn keuze nooit betreurd en werd een leidende woordspreker van Jezus Christus. Wat met u? Hebt u uw keuze gemaakt?
Vertaling: Chris De Bodt
Bron: Y-Jesus: The facts presented by scholars
06-04-1980
Verdwijn Satan! Een sensationele uitdrijving van de duivel die plaatsvond in Iowa in 1928 (deel 2)
Verdwijn Satan! Een sensationele uitdrijving van de duivel die plaatsvond in Iowa in 1928 (deel 2)
Nachtelijke sluipers
Gedurende het proces van exorcisme deden de duivels voortdurend uitspraken, zodanig dat ze de priester vermoeiden en uitputten. Eens, midden in de nacht, werd hij plots wakker gemaakt door lawaai in de kamer. Waren er ergens ratten aan het knagen? Het geluid leek te komen van bij de muren vlakbij zijn bed. Was er dan zo veel plaats in de kamer dat ratten er vrijelijk rond konden lopen? Gedurende de veertien jaar in hetzelfde huis had hij nooit eerder iets dergelijks meegemaakt. Moest hij dan uiteindelijk gestoord worden door zulke akelige pestkoppen? Hij klopte met zijn vuist op de muur om de knagers bang te maken, maar het had geen effect. Eerst gebruikte hij zijn stok en dan zijn schoen om op de muur te kloppen. In plaats van te stoppen werd het lawaai erger. Misschien zouden de nachtelijke sluipers uit eigen beweging verdwijnen. Hij wachtte en wachtte. Ze gingen heen en weer tussen de muren en dreigden hem kapot te maken.
Pastoor Steiger had goede nachtrust nodig na alle beproevingen gedurende de dag. Een al te gek idee kwam in hem op. Zou er een verband kunnen zijn tussen deze nachtelijke sluipers en de duivels van het exorcisme? Hadden de duivels hem niet bedreigd met uitputting? Misschien was dit wel wat ze bedoelden. Indien dit zo was, dan was er maar één ding dat kon gedaan worden, en dat is de geestelijke wapens gebruiken tegen deze indringers. Hij versterkte zich met zijn stola en probeerde opnieuw te slapen. Eindelijk ging het lawaai weg, maar niet helemaal. "Wacht maar, jullie vervloekte helleratten! Ik zal jullie kwijt raken!" Hij stond opnieuw op, stak twee kaarsen aan voor het kruisbeeld en zegde de kleine formule tot exorcisme. Aha! Dat was de taal die deze helleratten begrijpen. Ze vluchtten weg en alles werd stil. Ze leken weggetoverd te zijn, hoewel alle kloppen op de muur eerder geen effect had gehad.
Enkele nachten later had de priester weer een rusteloze nacht. Waren de deuren aan het klapperen? Was het huis aan het schudden? O, het was alleen maar een zware sneltrein die door het dorp reed, en het was alleen de nagalm van de dreunende aarde. Het treinspoor lag niet ver van het huis van de priester vandaan. Hij wachtte op het vertrek van de trein uit het station, maar hij hoorde niets. Misschien was het het ratelen van de machines in de elektriciteitswinkel vlakbij.
Uiteindelijk hield het lawaai op. Maar plots hoorde hij het opnieuw, dit keer recht boven de deur. Misschien stond de deur op een kier, zodat de tocht het heen en weer deed klapperen. Er was geen deurstop om de deur tegen te houden, en dus moest hij weer opstaan. Maar de deur bleek goed dicht te zijn. Hij greep de deurknop goed vast en trok hard; de deur bewoog niet. Wat? Was de duivel er alweer op uit om hem uit te putten en hem van zijn nachtrust te beroven? De priester nam wijwater, besprenkelde de deuren, ramen en de kamer en bad de korte formule tot exorcisme. Opnieuw was alles stil. Er was geen enkele beweging meer nadien. "O jij ellendige satan, nu ken ik je heimelijke listen. Wacht maar af, ik zal je gauw manieren leren!"
Later werd bekend dat andere priesters die een duiveluitdrijving bijwoonden dezelfde onaangename dingen meemaakten. Er waren hen zelfs ergere dingen overkomen. Ze wilden niet eerder rusten vooraleer ze wijwater en hun stola bij zich hadden. De geluiden waren soms zo hardnekkig dat een of andere priester genoodzaakt was om op te staan en de oorzaak en plaats van de opschudding te gaan opzoeken, en enkel na gebed kon hij opnieuw rust vinden. Nachtelijke sluipers zoals deze zijn ook in andere gevallen van exorcisme opgedoken, soms zelfs lang nadat de duivel uitgedreven was bij de bezeten persoon.
Hoe het de bezeten vrouw verging
Elke dag verloor de vrouw het bewustzijn en werd ze volledig hulpeloos kort nadat het uitspreken van de formule tot exorcisme was begonnen. Toen de gebeden stopten, ontwaakte ze en was ze weer zichzelf. Ze vertelde dat ze zich niet bewust was van wat er gedurende het exorcisme gebeurde met haar. Ze moest van en naar de plaats van het exorcisme gedragen worden omdat ze zo uitgeput raakte. Gedurende al die tijd kon ze geen vast voedsel verdragen. Vloeibaar voedsel werd in haar lichaam geïnjecteerd. Het was verrassend om te zien hoe een zwak persoon dergelijke hoeveelheden kon overgeven zoals eerder al werd beschreven. Het was voor haar niet ongewoon om twintig tot dertig keer per dag over te geven.
Het feit dat ze, hoewel erg verzwakt, de dagelijkse spanning van het exorcisme drie weken lang kon doorstaan lijkt ongelooflijk, zeker wanneer het verschrikkelijke misbruik van haar lichaam door de duivel in rekening wordt gebracht. Ze leed op een bepaald moment zo enorm veel dat ze een lijkbleke kleur had en het erop leek dat ze elk moment kon sterven. "Goede God, ze is stervende. Ik haast me om de Heilige Olie te halen," zei de pastoor, die zich de verschrikkelijke gevolgen voor alle betrokkenen realiseerde mocht de vrouw in deze omstandigheden sterven. De beschuldiging dat de priester haar dood had veroorzaakt door de inspanningen van het exorcisme zou zeker tegen hen geuit worden. Pastoor Theofilus antwoordde rustig, op basis van zijn lange ervaring: "Blijf gewoon hier, mijn vriend, de vrouw zal niet sterven. Absoluut niet. Deze openbaring is alleen maar een van satans valse listen. Het zal hem niet toegestaan worden om haar te vermoorden. Absoluut niet."
Het exorcisme duurde drieëntwintig dagen
De periode van exorcisme spreidde zich uit over een lange periode. Voor zover bekend had het nooit eerder zo lang geduurd. Het duurde precies drieëntwintig dagen, hoewel het in drie verschillende stadia verliep. En vergeet niet, het exorcisme ging door van s morgens vroeg tot s avonds laat. De duivel deed zijn uiterste best om de priesters en zusters te verzwakken en hen te ontmoedigen in hun onvermoeibare inspanningen. De pastoor kon niet altijd aanwezig zijn. Zijn zorg voor de zielen van de parochianen hield hem er soms weg. Hij was er ook fysiek niet toe in staat om zo vele nachtelijke uren op te offeren voor dit doel. Dus gebeurde het dat er vele interessante en ook vreselijke dingen tijdens zijn afwezigheid gebeurden, waarvan de anderen geloofwaardige getuigen waren.
De gezegende formule werd al gedurende twee weken lang uitgesproken vooraleer er enige tekenen waren dat de duivel gedwongen kon worden om weg te gaan van de arme, hulpeloze bezeten vrouw. Zelfs nu pastoor Theofilus erin slaagde om haar te bevrijden van een groot aantal duivels door de enorme macht van de gebeden en het exorcisme, konden de vier meest volhardende en gemeenste niet uitgedreven worden gedurende lange tijd. satan leek alle krachten van de hel te hebben verzameld om een uiteindelijke overwinning te behalen in deze zaak.
Hooggeplaatste bevelhebber
Het was heel duidelijk dat de krachten van de hel onder de leiding stonden van een hooggeplaatste bevelhebber die, zoals een generaal of veldmaarschalk, nieuwe recruten voor de strijd naar voor stuurde wanneer de veteranen, wanneer die uitgeput waren, verplicht werden om zich terug te trekken. Wat een meelijwekkende verzuchtingen en pleidooien ze toch verspreidden. Men kon stemmen als deze horen: "O, wat we hier moeten doorstaan. Het is gewoon verschrikkelijk, zoveel hebben we geleden." Er waren andere stemmen die bleven aandringen bij hun mede-duivels om het niet op te geven: "En hoe zullen wij opnieuw moeten lijden en ons moeten vernederen voor hem, hoe zal hij ons weer martelen als we moeten terugkeren zonder onze taak te hebben vervuld." Ze verwezen duidelijk naar Lucifer als de beul.
Om satan en zijn horden geen rust te geven, besliste pastoor Theofilus uiteindelijk om met het exorcisme ook s nachts door te gaan, omdat hij verwachtte dat hij juist daardoor de overwinning zou behalen. Hij was begenadigd met een gespierd lichaam en met stalen zenuwen. Hij had die al getest door een streng leven van vasten en zelfopoffering, en dit had hem een groot uithoudingsvermogen gegeven. En het was inderdaad iets bijna onmenselijks dat van hem werd gevraagd. Gedurende drie dagen en drie nachten ging hij zonder ophouden door. Zelfs de zusters die elkaar aflosten stonden op de rand van instorten. Maar het beoogde effect kwam niet. Het was slechts door het aanspreken van zijn laatste krachten dat de exorcist het aandurfde om door te gaan. En aan het einde van de drieëntwintigste dag was hij volledig uitgeblust. Hij leek op een wandelend lijk en had het uiterlijk van iemand die op elk moment kon instorten. Zijn geduld had hem gedurende die drie weken twintig jaar ouder gemaakt.
antichrist
De lezer kan nu geneigd zijn zich af te vragen of de duivel dingen heeft onthuld die van algemeen belang zijn. Bijvoorbeeld de vraag over de antichrist. Wat had satan over hem te vertellen?
Men moet goed in gedachten houden dat de vragen die aan de duivel gesteld werden en zijn antwoorden daarop op geen enkele manier een gemoedelijk gesprek waren tussen de duivel en de exorcist. Soms duurde het lange tijd eer men satan tot een antwoord kon dwingen. Voor het grootste deel was het resultaat een spookachtig loeien, grommen en janken, wanneer hij gevraagd werd te antwoorden onder de macht van het exorcisme. Het was vaak zon verschrikkelijk eentonig werk, zo uitputtend, vermoeiend en zenuwslopend, dat de exorcist op bepaalde dagen volledig bedekt was met zweet. Hij moest soms tot drie of vier keer per dag andere kleren aantrekken. Naar het einde van die verschrikkelijke dagen toe werd hij zo zwak, dat hij voelde dat hij alleen nog kon doorgaan met speciale hulp van God. Ja, hij pleitte zelfs dat zijn eigen leven gespaard zou blijven. Vragen uit nieuwsgierigheid die niets te maken hadden met het exorcisme op dat moment werden nooit met opzet gesteld. Maar soms gebeurde het dat sommige antwoorden die door de duivel werden gegeven andere vragen opriepen die niet strikt noodzakelijk waren voor dit geval. Op die momenten werd pastoor Theofilus door de duivel afgesnauwd met ruwe en harde antwoorden: "Zwijg, dat zijn je zaken niet!" satan gebruikte vaak de kernachtige Latijnse uitdrukking: "Non ad rem!" wat betekent: "niet van toepassing", "dat heeft niets met deze zaak te maken."
Op een bepaald moment was satan erg spraakzaam over de antichrist. Herinner u het moment dat hij zo triomfantelijk verwezen had naar de Mexicaanse situatie, toen hij zei dat hij een mooie knoeiboel zou maken voor Hem (Jezus) en Zijn Kerk, veel schadelijker dan tot nog toe het geval was geweest. Wanneer hem gevraagd werd of de verschrikkelijke razernij van de antichrist tegen de Kerk van God zou gericht zijn, dan verklaarde hij dat dat evident was en hij ging schaamteloos door: "Ja, satan is al in het buitenland, en de antichrist is al geboren in Palestina. [Op een ander moment vernoemde hij Amerika.] Maar hij is nog jong. Hij moet eerst incognito opgroeien vooraleer zijn macht bekend kan worden."
Het is vreemd dat Katarina Emmerich een gelijkaardige periode vernoemde toen ze een beschrijving gaf van de nederdaling van Christus in de hel na Zijn dood aan het kruis. Ze vertelde dat "wanneer de deuren van de hel geopend werden door de engelen, er een verschrikkelijke opstand was, en vloeken, schelden, janken en kreunen. Enkele engelen gooiden horden duivels opzij. Allen werden opgedragen om Jezus lief te hebben. Dit veroorzaakte bij hen de grootst mogelijk pijn. In het midden van dat alles was een bodemloze afgrond, zwart als de nacht. Lucifer was met kettingen vastgebonden en werd vastgehouden in deze diepe duisternis. Dit alles gebeurde volgens vastgestelde wetten. Als ik me niet vergis hoorde ik dat Lucifer weer zou worden vrijgelaten gedurende vijftig of zestig jaar voor het jaar 2000 na Christus.
Een aantal andere duivels zou wat eerder vrijgelaten worden als een straf en een bron van verleiding voor alle zondige mensen."
Op een bepaald moment toen pastoor Theofilus er bij de duivel op aandrong dat hij moest weggaan en terugkeren naar de hel, antwoordde de duivel grommend: "Hoe kan je me verbannen naar de hel? Ik moet vrij zijn om de weg voor te bereiden voor de antichrist." En opnieuw sprak hij door middel van de bezeten vrouw: "Wij weten heel wat. Dit is de laatste eeuw. Wanneer de mensen het jaar 2000 zullen binnen gaan, zal het einde nabij zijn."
Of de "vader van de leugen", zoals onze Heer satan omschrijft, de waarheid sprak, was onmogelijk te zeggen. We moeten altijd het goede doen volgens de aanwijzingen van de Heer en we moeten de tekenen van die tijd begrijpen. Dat de machten van de hel een wanhopige poging doen om de Kerk van Christus ten val te brengen in deze tijden kan niet ontkend worden.
Toen de gebeden van exorcisme vol toewijding gebeden werden, jankten en huilden de duivels angstwekkend en toen de zegeningen met de relikwie van het kruis en de geconsacreerde Hostie gegeven werden, riepen ze: "O, we kunnen dit niet langer verdragen. We lijden heel intens. Stop daarmee, stop daarmee! Dit is vele keren erger dan de hel!" Dit kreunen, dat gepaard ging met pijn en lijden, sneed door merg en been.
"Verdwijn daarom meteen, jij vervloekte! Het ligt volledig in je macht om jezelf te bevrijden van dit lijden. Laat deze arme vrouw met rust. Ik smeek het je in de naam van de Almachtige God, in de naam van de Gekruisigde Jezus van Nazareth, in de naam van Zijn Zuiverste Moeder, de Maagd Maria, in de naam van de Aartsengel Michaël!"
"O ja,... gromden ze, ... we willen dat doen. Maar Lucifer laat ons dat niet toe."
"Vertel de waarheid. Is alleen Lucifer hiervan de oorzaak?"
"Nee, hij alleen kan dit niet zijn. Gods gerechtigheid staat het nu nog niet toe, omdat er nog niet genoeg boete gedaan werd."
Deze toegeving was waardevol. Het was een grotere stimulans om de parochianen ertoe aan te sporen om nog meer boete te doen voor de vrouw.
Meer boetedoening
Zoals de priester hen had gevraagd, kwamen de parochianen maar al te graag naar de kerk om geregeld uren voor het uitgestalde Heilige Sacrament te bidden. Ze baden vurig voor de vernietiging van de krachten van satan, en voor de overwinning van de Kerk om het slachtoffer te bevrijden van de hardnekkige greep van de duivel. Ze volgden de instructies van het ritueel en de priester bleef zijn volk aanmoedigen tot vasten en boete, zodat hun boetedoening effectiever zou zijn in het sterker maken van de gebeden tot exorcisme. Wanneer hij de duivel op de vlucht joeg, en nadat Hij allen had aangespoord tot gebed, heeft Onze Heer zelf aan de apostelen verteld dat dit soort duivels alleen maar kan weggejaagd worden door gebed en vasten. Hetgeen de duivel zelf had gezegd, dat er nog niet genoeg boete was gedaan, hielp voor een meer volhardend gebed en strenger vasten. De gelovigen kwamen in groten getale naar de kerk van s morgens vroeg tot laat in de avond zodat de mensen door middel van gebed hun steentje konden bijdragen tot het werk van de Kerk in deze duiveluitdrijving. Het exorcisme kon niet langer meer doorgaan omdat de kracht van al wie assisteerde levensbedreigend ondermijnd werd.
Gevecht tussen de goede en slechte duivels
Het was gedurende deze periode dat de arme vrouw gedurende rustperioden toegaf dat ze visioenen had van de gevechten tussen de goede en de slechte duivels. Ontelbare hoeveelheden slechte duivels kwamen voortdurend aan. satan deed zijn uiterste best om dit keer niet verslagen te worden. De goede engelen kwamen assisteren bij het exorcisme. Velen onder hen naderden, gezeten op witte paarden (Apok. 19, 15) en onder het leiderschap van de Heilige Michaël versloegen ze de helse serpenten en joegen de duivels terug in de afgrond van de hel.
De Kleine Bloem van het Kind Jezus
De Kleine Bloem van Jezus verscheen ook aan de vrouw tijdens deze belangrijke dagen en sprak de volgende troostende woorden tot haar: "Verlies de moed niet! Vooral de priester mag de moed niet opgeven. Het einde is in zicht."
Dit gebeurde op een zekere avond, toen, tot hun verbazing, de zusters en de zus van de priester plots een bos witte rozen bemerkten op het plafond. Na een tijdje verdween het visioen. De priester bemerkte de bange gezichten van deze vrouwen toen ze in de richting van het plafond keken. Hij zelf zag de bloemen niet.
De aanmoedigende woorden van de Kleine Bloem gaven een nieuwe stimulans aan de priesters. Nu wisten ze dat de overwinning niet veraf meer was. Gedurende de laatste dagen vertoonden de duivels grote angst omdat ze gedwongen werden om terug te keren naar de hel. Pastoor Theofilus drong keer op keer aan op hun vertrek. Ze pleitten vol berouw: "Alles behalve dat, alles behalve dat." Om verbannen te worden naar een andere plaats, of in een ander schepsel, zou veel draaglijker geweest zijn. Ze wilden niet terug gedreven worden in de hel.
"Maar je bent al in de hel."
"Dat is waar," kreunden ze, "we slepen de hel met ons mee. Maar het is een bevrijding om toegelaten te worden om rond te dwalen over de aarde tot we, bij het laatste oordeel, afgedankt zullen worden en voor eeuwig gedoemd zullen zijn tot de hel."
De duivels vertrekken
Geleidelijk aan begon de weerstand van de duivels te verdwijnen. Ze leken volgzamer geworden te zijn. Hun trotse, bittere houding maakte plaats voor meer kreunende en wanhopige geluiden. Ze konden de marteling van het exorcisme niet langer verdragen. Met groot ongemak legden ze uit dat ze eindelijk terug zouden keren naar de hel. Maar hoe vaak ontgoochelen ze al en zijn ze onbetrouwbaar. Ervaring leert ons dat ze soms doen alsof ze gemakkelijk volledig uit de bezetene vertrekken voor een tijdje, om zo de onoplettende waarnemer op een zijspoor te zetten en hem om de tuin te leiden. Om die reden eiste pastoor Theofilus, die bijna helemaal uitgeput was, in de naam van de Heilige Drievuldigheid, dat de duivels een teken moesten geven bij hun vertrek, door middel van het geven van hun naam.
"Ja," beloofden ze met klem.
Het was op de drieëntwintigste van december 1928, s avonds rond negen uur dat de bezetene, met een plotse schok die de snelheid had van een lichtflits, brak met de greep van haar beschermers en rechtop ging staan voor hen. Alleen haar hielen raakten het bed. Op het eerste gezicht leek het erop dat ze tegen het plafond zou geslingerd worden. "Trek haar naar beneden! Trek haar naar beneden!" riep de pastoor terwijl pastoor Theofilus haar zegende met de relikwie van het Kruis, zeggend: "Vertrek, jullie vrienden van de hel. Verdwijn, satan, de Leeuw van Juda regeert!"
Op dat moment verdween de stijfheid van het lichaam van de vrouw en ze viel op het bed. Toen vulde een schril geluid de kamer dat iedereen heftig deed beven. Stemmen die zeiden: "beëlzebub, Judas, Jacob, Mina," konden worden gehoord. Dit werd steeds weer herhaald tot ze verdwenen in de verte.
"beelzebub, Judas, Jacob, Mina." Aan deze woorden werd toegevoegd: "De hel ... de hel ... de hel."
Allen daar aanwezig waren doodsbang bij het aanschouwen van deze gruwelijke scène. Het was het langverwachte teken dat aangaf dat satan gedwongen werd om zijn slachtoffer eindelijk te verlaten en terug te keren naar de hel met zijn volgelingen.
Wat was het mooi wat daarop volgde! De vrouw opende haar ogen en mond voor het eerst, iets wat nooit was gebeurd terwijl het exorcisme zelf nog aan de gang was. Ze vertoonde een lieve glimlach alsof ze wilde zeggen: "Van welk een vreselijke last ben ik nu eindelijk bevrijd!"
Voor het eerst in twaalf jaar uitte ze de meest heilige naam van Jezus met een kinderlijke vroomheid: "Mijn Jezus, Genade! Geprezen zij Jezus Christus!"
Tranen van vreugde vulden haar ogen en van allen daar aanwezig.
Temidden van alle vreugde waren de getuigen zich niet bewust van de vreselijke geur die de kamer vulde. Alle ramen moesten opengezet worden. De stank was onaards, gewoon ondraaglijk. Het was het laatste aandenken aan de helse duivels die hun aardse slachtoffer hadden moeten verlaten.
Het was een dag van vreugde voor de hele parochie! "Te Deum laudamus! Heilige God, we prijzen Uw Naam. Niet onze naam, o Heer, maar Uw Naam zij geprezen en komt alle eer toe."
Vanaf dan bezocht de vrouw, die altijd immens goed, vroom en religieus was, regelmatig het Heilig Sacrament en woonde ze de Heilige Mis bij. Ze ontving de communie op een uiterst stichtende manier. Dat, wat zo verschrikkelijk voor haar was geweest toen ze nog onder de martelende kracht van satan was geweest, bracht nu een rustgevende vreugde in haar hart en in haar ziel.
Theresa Neumann
Theresa Neumann van Konnersreuth was ook met deze zaak verbonden.
Een bisschop uit Zwitserland, die goed geïnformeerd was over hetgeen hierboven werd verteld, bracht een bezoek aan Theresa Neumann. En omdat het vrijdag was vroeg hij haar, terwijl ze in extase was tijdens een van haar visioenen, of ze zich bewust was van het verschrikkelijke geval van duivelse bezetenheid in Amerika. Ze antwoordde onmiddellijk: "Is dat zo? Bedoel je het geval in Earling, Iowa, waarmee sommige priesters spotten en waarover anderen onverschillig waren?"
Toen volgde een verbazingwekkende mededeling: "De goede vrouw zal later bezeten zijn. Dat zal voor haar eigen, persoonlijke voordeel zijn en voor haar eigen zuivering en gehele boetedoening."
Verder had de gestigmatiseerde vrouw van Konnersreuth een verschrikkelijk visioen op het feest van de Heilige Michaël, dat verwees naar het exorcisme dat had plaatsgevonden in Earling. Ze was getuige van de vreselijke strijd tussen de engelen uit de hemel onder het leiderschap van de Heilige Michaël en de duivels uit de hel onder het leiderschap van Lucifer. Ze was er zo door geschokt en verward, dat ze zei: "Als het niet tegen de wil van God is, zal ik Hem vragen om me nooit meer getuige te laten zijn van zoiets vreselijks."
Het was zeker een van de verschrikkelijkste visioenen die ze ooit had gehad.
Pastoor Theofilus, die zijn mening baseerde op zijn talrijke ervaringen met gevallen van bezetenheid, gelooft dat het uur van de Antichrist niet meer zo veraf is. Lucifer zelf was gedurende ongeveer veertien dagen aanwezig bij het geval in Earling. Het zich moeten ontdoen van al deze machten uit de hel zorgde ervoor dat dit een test voor hem was waarbij hij zijn uiterste best moest doen. Op een bepaald ogenblik zag pastoor Theofilus Lucifer werkelijk voor zich staan gedurende een half uur ... een verschrikkelijk schepsel in zijn karakteristieke duivelse realiteit. Hij had een kroon op zijn hoofd en had een brandend zwaard in zijn hand. beëlzebub stond naast hem. Gedurende die tijd was de hele kamer gevuld met vlammen. Lucifer vloekte en uitte godslasteringen in een verschrikkelijke razernij: "Als ik dat kon, zou ik je lang geleden al gewurgd hebben. Had ik maar mijn vroegere krachten, dan zou je gauw ondervinden wat ik met je kon doen."
Door de kracht van Christus was hij zijn oorspronkelijke kracht ontnomen, want zelfs nu, door exorcisme, was zijn kracht nog afgenomen. Pastoor Theofilus vroeg hem eens: "Wat kan jij tot stand brengen, jij hulpeloze Lucifer?"
Waarop hij antwoordde: "Wat zou jij kunnen doen, indien je vastgebonden was zoals ik?"
Pastoor Theofilus, die negentien gevallen van bezetenheid onder zijn hoede had gehad gedurende de laatste jaren, leek overtuigd dat de huidige aanwijzingen in de richting van een grote strijd tussen Christus en de Antichrist wijzen. Hij leek ook te hebben gezien dat Judas als antichrist zal verschijnen op die manier, en dat een mens kort na zijn geboorte, volledig zal gecontroleerd en beheerst worden door hem. Naast de Antichrist zal er ook een valse profeet zijn, in realiteit is hij Lucifer, die wonderbaarlijke daden zal stellen en valse mirakels zal verrichten.
Supplement
Het bovenstaande verhaal vertelt alleen over het exorcisme dat plaatsvond in Earling, Iowa. De vrouw was voor het eerst bezeten in 1908 door haar tante, Mina, die bij de mensen bekend stond als een heks. Deze laatste had een vloek over enkele kruiden uitgesproken die ze in het eten van de vrouw deed. Pastoor Theofilus bevrijdde haar van deze bezetenheid op 18 juni 1912. Ze werd opnieuw bezeten door de vloeken die naar haar geslingerd werden door haar verderfelijke vader. Het exorcisme in Earling verliep in drie stadia: van 18 tot 26 augustus 1928, van 13 tot 20 september 1928 en van 15 tot 22 december 1928. Er waren later nog momenten van bezetenheid, maar die waren milder van aard.
Deze vrouw werd geboren in 1882, is klein van gestalte en had maar een gemiddelde opleiding genoten. Ze behield haar maagdelijkheid, hoewel ze blootgesteld was geweest aan erge beproevingen. Ze leeft nog steeds, en heeft recentelijk, via private openbaringen, de verspreiding van de onafgebroken verheerlijking van Christus in het Heilig Sacrament aanbevolen als een remedie voor een blijvende vrede.
Het doel van dit pamflet is niet om schuchtere mensen bang te maken, maar eerder om diegenen die een sterk geloof hebben aan te moedigen om door te gaan met het bestrijden van het kwade. Het is ook een vroegtijdige waarschuwing voor zondaars om hun leven af te keren van zonde en zich naar de deugd te keren. Het is net door de medewerking van zondaars dat de duivel zon grote macht heeft op aarde. Het geeft ons ook allemaal de zekerheid dat de gebeden van de Kerk en de boetedoening van de gelovigen in samenwerking met de Kerk, vandaag nog steeds het zelfde effect hebben voor onze vijanden als Christus persoonlijke handelingen met de duivel gedurende Zijn korte verblijf op aarde.
De Heilige Moeder de Kerk heeft nog geen officiële uitspraak gedaan omtrent de zaak in Earling en daarom komen de verklaringen die gedaan werden in dit pamflet enkel uit een vertrouwelijke bron en moeten ze louter op het eerste gezicht aanvaard worden.
Getuigenis van Theresa Wegerer, de huishoudster van pastoor Steiger
"Ik was gedurende bijna de hele periode van het exorcisme in Earling getuige en ik kan naar waarheid zeggen dat de feiten die verteld worden in de document "Verdwijn satan!" correct zijn. Sommige scènes waren zelfs nog verschrikkelijker dan hier in dit boekje werd beschreven. Ik twijfel er helemaal niet aan dat er duivels aanwezig waren en ik zal de vreselijke, verachtelijke en vuile scènes nooit vergeten, zo lang als ik leef. Alle zusters vroegen om naar een ander klooster te mogen gaan en het jaar daarop werden ze overgeplaatst.
"De vrouw kwam terug in Earling vier maanden na het exorcisme en reisde hier honderden kilometers voor. Ze kwam terug om een noveen te doen als dank. Dit deed ze op bevel van Christus zelf. Gedurende die dagen verbleef ze bij de familie Schimorowsky. Ze vertelde me hoe onze Gezegende Heer regelmatig aan haar verschijnt en haar aanmoedigt om trouw te blijven."
Vertaling: Angelina Van De Moortele
05-04-1980
Verdwijn Satan! Een sensationele uitdrijving van de duivel die plaatsvond in Iowa in 1928 (deel 1)
Verdwijn Satan! Een sensationele uitdrijving van de duivel die plaatsvond in Iowa in 1928 (deel 1)
Rev. Celestine Kapsner
Negentienhonderd jaar geleden kwam Christus, de Zoon van God, op deze aarde. Hij overwon satan, de prins van deze wereld, en stichtte Zijn eigen Koninkrijk, de Kerk. Hij bekleedde Zijn Kerk met dezelfde macht van de Vader, die Hij van Hem had ontvangen. "Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zo zend Ik u."
Toen zij haar kandidaten voor hun ambt voorbereidde, gaf Moeder de Heilige Kerk deze krachten door aan hen die de missie verder zetten van Christus Koninkrijk op aarde. Voorafgaand aan het Heilig Priesterschap krijgt de kandidaat de zogeheten kleine en grote wijdingen. Onder de kleine wijdingen is er één die de wijding tot duiveluitdrijving genoemd wordt. Wanneer de bisschop deze wijding verleent, spreekt hij de volgende belangrijke woorden uit: "U ontvangt de macht om bezetenen de handen op te leggen en door de handoplegging, de gratie van de Heilige Geest en de woorden tot uitdrijving van de duivel zal u duivelse geesten uit het lichaam van bezetenen uitdrijven."
De Heilige en krachtige betekenis die aan deze ceremonie verbonden is, en die door geen enkele andere wijding geschonken wordt, kan uit de volgende woorden worden afgeleid: "Ontvang en laat in uw geest doordringen dat u het recht wordt verleend om bezetenen de handen op te leggen."
Later vraagt de bisschop de gelovigen om zich bij hem aan te sluiten bij zijn vraag dat degene die deze wijding zal ontvangen, een effectieve tussenpersoon zal zijn in het uitdrijven van de duivel bij bezetenen. Hij gaat daarna door met bidden, opdat de kandidaat een bekwame genezer van de Kerk mag worden door de gave van genezing, aan hem gegeven door de Almachtige zelf.
De Kerk baseert haar actie op het voorbeeld van Jezus Christus zelf, die regelmatig duivels uitdreef en zijn apostelen de macht gaf om dit ook te doen. Het oppervlakkige geloof van deze tijd beschouwt dit als overbodig. De realiteit van de hel, duivels en gevallen van bezetenheid werden afgedaan als mythen van de duistere tijden. Zelfs wanneer Christus en de apostelen herhaaldelijk de macht van de duivelse geesten benadrukten, werden deze als louter bijgeloof afgedaan. Dat satan erin geslaagd is om de mensen zo onverschillig te laten zijn tegenover zijn daden van misleiding, is één van zijn grootste en meest winstgevende prestaties. Mensen luisteren zelden naar iets van een bovennatuurlijke oorsprong. Echte gebeurtenissen van een bovennatuurlijke aard in deze tijd zijn daardoor des te treffender en kunnen niet zomaar afgewezen worden met een eenvoudig schouderophalen. Feiten zoals de talrijke en ontegensprekelijke mirakels te Lourdes, de buitengewone visioenen, stigmata, onthouden van voedsel en de gave van het spreken van vele talen bij Theresa Neumann en de Pastoor van Ars, die recent heilig werd verklaard en voor wie het krijgen van visoenen van de hel gedurende 35 jaar een buitengewone ervaring was. Even vernoemenswaardig zijn de feiten van de gevallen van bezetenheid in onze tijd: het geval van een bezeten jongen in Wemding, Suabia, Beieren in 1891; het geval van de missie van de Heilige Michaël in Afrika in 1906 bij twee bezeten meisjes; het bekende geval van de Chinese vrouw Lautien in Honan, China, in 1926 en 1929, dat onder het bestuur viel van pastoor Peter Heiser, S.D.V., uit Den Haag, Nederland, nu missionaris in China, en verschillende gevallen in Rockford sinds 1940.
De priester heeft meerdere keren de gelegenheid om zijn macht tot duiveluitdrijving te gebruiken. De diverse manieren van het gebruik van wijwater in de zegeningen van huizen en tal van andere zegeningen van de kerk in de sacramenten hangen af van deze macht. Paus Leo XIII stelde een krachtig en belangrijk gebed van uitdrijving voor gevallen engelen en duivelse geesten op voor priesters. Er wordt gezegd dat deze paus dit gebed van uitdrijving schreef als hulde aan de Heilige Michaël, nadat God hem in een visioen de grote schade had laten zien die satan aanricht in deze tijd. Dit gebed wordt nu opgezegd in de landstaal als één van de gebeden na de mis.
Recent geval van bezetenheid en uitdrijving in Earling, Iowa
Het volgende ontroerende geval van echte bezetenheid en succesvolle uitdrijving door de macht over de duivel die aan de Kerk werd gegeven, is des te frappanter wanneer men het bovenstaande in acht neemt. De feiten die hier verteld worden zijn bevestigd door eerwaarde Joseph Steiger, die een persoonlijke getuige was van de scènes die hier worden verteld. Terwijl hij een missie volbracht in de parochie Earling in 1928, vroeg pastoor Theofilus Riesinger (O.M. Cap.) aan de priester de toelating om een bepaald persoon, van wie hij meende dat die bezeten was door de duivel, in zijn parochie te brengen, zodat hij de heilige formule van uitdrijving over haar kon uitspreken terwijl ze in het klooster van de Franciscanessen verbleef. Deze zusters waren actief in de parochie. Priester Steiger was al jaren een persoonlijke vriend van pastoor Theofilus.
"Wat? Een nieuw geval van bezetenheid?" antwoordde de priester. "Nemen deze gevallen nog steeds toe? Je hebt al de duivel uitgedreven in een aantal dergelijke gevallen."
"Dat is inderdaad waar. Maar de bisschop heeft opnieuw dit geval aan mij toevertrouwd. De vrouw in kwestie woont een eind van Earling vandaan. Ik zou graag hebben dat zij hierheen gebracht wordt, omdat het te veel opschudding zou veroorzaken in haar woonplaats en wellicht zou het veel schade teweegbrengen voor de vrouw zelf."
"Maar waarom net hier, in mijn parochie?"
"Het is net hier, in een afgelegen provincie, dat het geval op een rustige manier kan afgehandeld worden. Er zijn twee plaatsen beschikbaar: ofwel het klooster van de zusters, ofwel de sacristie hier. Het is dus goed mogelijk om deze ongelukkige persoon te verlichten van haar last zonder dat iemand van de buitenwereld er weet van heeft."
"Mijn goede priester, denk je echt dat Moeder Overste zou toestaan dat zoiets gebeurt binnen de muren van haar klooster? Ik denk het niet. En het is al helemaal ondenkbaar om deze persoon in mijn eigen huis te brengen."
"Mijn goede vriend," antwoordde pater Theofilus glimlachend, "vertel me één ding. Zal je mij toelating geven mocht Moeder Overste het toestaan?"
"Wel ja, goed dan, maar alleen op deze voorwaarde: Ik geloof niet dat je succes zal hebben in het klooster."
"Dank u voor je toelating. Alles is daarmee geregeld, want Moeder Overste heeft inderdaad meteen haar toestemming gegeven. Ik heb al alles geregeld met haar voor deze zaak, op voorwaarde dat u uw volledige goedkeuring geeft."
Op die manier werd dus overeengekomen dat de uitdrijving van de duivel zou plaatsvinden in het klooster. Die was gevestigd op het platteland, en het was zomer. De mensen waren druk bezig met hun werk op het veld. Niemand zou er iets van merken. Nog minder zou iemand zich zorgen maken over wat er stond te gebeuren. Als voorzorgsmaatregel werd deze zaak opnieuw voorgelegd aan de bisschop, die de priester bij zich riep om hem op de hoogte te brengen van wat hij mocht verwachten dat er zou gebeuren.
"Dus, pastoor, u hebt erin toegestemd dat dit in uw parochie zou gebeuren. Hebt u voldoende nagedacht over deze zaak ?"
"Excellentie, om eerlijk te zijn moet ik u opbiechten dat ik dit niet heb gedaan. Ik heb een vrij sterke aversie tegen zulke ongewone zaken. Maar pastoor Theofilus legde me uit dat mijn plattelandsparochie, samen met de goede bereikbaarheid van het klooster, heel geschikt zouden zijn voor een dergelijke actie, en dus hield ik er niet van om nee te zeggen."
"Als bisschop wil ik u er heel nadrukkelijk op wijzen dat er enkele heel serieuze gevolgen zullen zijn voor u persoonlijk. Mocht de Eerwaarde Pastoor u niet hebben ingelicht omtrent deze zaak, dan wil ik u informatie geven die gebaseerd is op betrouwbare feiten en vergelijkbare ervaringen. De duivel zal zeker het uiterste proberen om zich op u te wreken, mocht u deze onfortuinlijke vrouw willen verlossen van deze verschrikkelijke last."
"Wel, ik denk niet dat het allemaal zo erg zal zijn. Gods beschermende hand zal me niet in de steek laten. De duivel heeft niet méér invloed dan God toelaat. En als God het niet toelaat, dan zal de duivel me geen kwaad kunnen doen. Dus heb ik geen twijfels. Ik zal mijn woord houden. Ik heb mijn toelating gegeven, en omwille van die reden zal ik die niet weer intrekken. En mocht het offers met zich meebrengen, dan zal ik die graag doorstaan, al was het maar voor één onsterfelijke ziel die erdoor zal bevrijd worden van de verschrikkelijke wurggreep van dat helse wezen."
De vrouw in kwestie
De priester kende de onfortuinlijke vrouw niet. Ze woonde ver van Earling vandaan en tot dan toe had hij nog niets van haar gehoord. De Pater Capucijn had hem uitgelegd wat haar toestand was. Ze was een erg vroom en respectabel iemand. Gedurende haar jeugd had ze een religieus en onberispelijk leven geleid en ze onderhield de sacramenten. Na haar veertiende begonnen zich enkele ongewone gebeurtenissen voor te doen. Ze wou bidden, naar de kerk gaan en te communie gaan, maar een verborgen kracht binnen in haar kwam tussen in haar plannen. De situatie verergerde in plaats van te verbeteren. Woorden kunnen haar lijden niet beschrijven. Ze was afgesloten van de vertroosting van de Kerk, en werd er met kracht van weggetrokken. Ze kon zichzelf op geen enkele manier helpen en leek in de greep te zijn van een of andere mysterieuze macht. Ze hoorde duistere innerlijke stemmen die de meest onaangename dingen suggereerden. Deze stemmen deden hun uiterste best om de meeste schaamteloze gedachten in haar te doen opkomen, probeerden haar te bewegen tot niet te beschrijven daden en brachten haar tot wanhoop.
Het arme mens was hulpeloos en was heimelijk de mening toegedaan dat ze krankzinnig zou worden. Er waren momenten dat ze zich gedwongen voelde om haar wijwatervat stuk te gooien, dat ze haar geestelijke adviseur wou aanvallen en wurgen. Ja, er waren zelfs stemmen die haar vroegen om het huis van God af te breken.
"Hallucinatie, een puur hysterisch geval, zenuwaanvallen." Dergelijke gemakkelijke uitleg kon men horen om haar ervaringen uit te leggen. Het is waar, vergelijkbare dingen komen voor tijdens zenuwaanvallen en bij gevallen van hysterie. Maar vele dokters hadden haar in behandeling gedurende vele jaren, en de vrouw was al onderzocht door de beste specialisten. Maar hun grondige onderzoeken resulteerden in de eensgezind luidende conclusie dat de vrouw in kwestie geen enkel teken van nervositeit vertoonde, dat ze normaal was in de volle betekenis van het woord. Er was geen enkele indicatie die suggereerde dat ze fysiek niet in orde was. Er was geen uitleg voor haar ontegensprekelijke en ongewone ervaringen. Omdat de dokters haar niet konden helpen, werd er naar een oplossing op een ander gebied gezocht.
Vele jaren gingen voorbij. Uiteindelijk werd er hulp gezocht bij de Kerk en de bovennatuurlijke kracht van het priesterschap. Maar een terughoudende en sceptische houding tegenover exorcisme werd gedurende nog een aantal jaren volgehouden. Er waren voortdurend onderzoeken en observaties. Het werd geleidelijk aan duidelijk dat er eigenaardige bovennatuurlijke krachten meespeelden. De vrouw begreep talen die ze nooit had gehoord of gelezen. Toen de priester in de taal van de Kerk sprak en een Latijnse zegen over haar uitsprak, voelde en begreep ze het meteen, en tegelijk kwam er schuim uit haar mond en werd ze bezeten van razernij. Toen hij in klassiek Latijn verder ging, werd ze weer rustig. Ze was er zich meteen van bewust dat iemand haar dingen gaf die met wijwater besprenkeld waren of die in het geheim gezegend waren, terwijl andere dingen haar totaal onbewogen lieten.
Kortom, toen ze na jaren van proberen en observeren veertig werd, waren de kerkelijke autoriteiten er eindelijk van overtuigd dat ze te maken hadden met een duidelijk geval van duivelse bezetenheid. De Kerk moest tussenkomen en het arme mens helpen om verlost te raken van haar duivelse bezetenheid. De oorzaak van de bezetenheid kon niet worden achterhaald. De vrouw zelf kon geen enkele inlichting hierover geven. Later, gedurende het proces van uitdrijving, werd de oorzaak wel duidelijk.
Pastoor Theofilus had jarenlang zendingen gedaan in de Verenigde Staten en was vertrouwd met gevallen van bezetenheid. Omdat hij al vaak duivels uitgedreven had, vertrouwde de bisschop hem dit geval toe. Zijn vlekkeloze carrière, evenals zijn succesvolle tussenkomst in tal van gevallen van bezetenheid zorgden ervoor dat hij uitgekozen werd in deze zaak. Hij kon niet vermoeden dat hij te maken zou krijgen met de heftigste ervaring die hij ooit had meegemaakt en dat zaken van deze oorsprong zijn fysiek uithoudingsvermogen tot het uiterste zouden beproeven. Ondanks de goede gezondheid van deze zestigjarige Pater Capucijn had hij alle beschikbare hulpmiddelen nodig om deze zaak tot een succesvol einde te brengen.
De overeengekomen dag voor het exorcisme in Earling, Iowa, die ook was toegestaan door de bisschop, was aangebroken. Naast de priester en zijn zus, die zijn huishoudster was, en de eerbiedwaardige zusters, was niemand op de hoogte van wat er zou gebeuren. Deze geheimhouding was op voorhand strikt overeen gekomen. Het belangrijkste doel van deze procedure was voornamelijk het beschermen van de naam van de vrouw in kwestie, mocht er ook maar iets van deze zaak uitlekken bij de mensen, omdat zij haar niet zouden nawijzen en zeggen: "Dit is degene die ooit bezeten was van de duivel." Omdat ze met de trein zou reizen, vond men het nodig om het treinpersoneel in te lichten. Want mocht er iets gebeuren op de weg naar Earling, dan zou hun hulp nodig zijn mocht de duivelse invloed opschudding veroorzaken. Deze voorzorgsmaatregel was niet voor niets, want de mannen hadden hun handen vol. Zij hadden er echter geen idee van wat de oorzaak van deze opschudding werkelijk was. Het arme mens was maar al te bereid om zich over te geven aan de kerkelijke procedure, opdat ze zou verlost zijn van deze vreselijke marteling. Maar ze had niet steeds de nodige controle over zichzelf. Ze maakte dit bekend na haar bevrijding. Aldus was ze zo razend op diegenen die haar opwachtten aan het station de avond dat ze aankwam in Earling, dat ze hen had kunnen aanvallen en wurgen.
Er waren op voorhand ook al schikkingen getroffen voor pastoor Theofilus. Hij zou op dezelfde avond aankomen, maar langs een andere weg reizen. Pastoor Steiger ging hem met zijn eigen wagen ophalen aan het station. Alhoewel de nieuwe wagen steeds goed in orde was en prima reed, miste hij de nodige snelheid op dit stuk weg. Al het mogelijke was al geprobeerd, maar de auto kon niet snel genoeg rijden op een autostrade, hoewel er nergens enige breuk was vast te stellen. De afstand was niet al te groot, maar toch duurde het twee uur voor de priester bij het station aankwam. Hij excuseerde zich bij zijn gast voor het veroorzaken van vertraging en teleurstelling.
Daarop antwoordde de pastoor Theofilus heel kalm: Mijn beste vriend, ik was er helemaal niet door geprikkeld. Ik zou veel meer verwonderd zijn geweest als alles vlekkeloos was verlopen. Moeilijkheden zullen er zijn; ze moeten zelfs verwacht worden. De duivel zal zijn uiterste best doen om roet in het eten te gooien. Ik heb voortdurend gebeden terwijl ik wachtte, opdat de duivel je geen kwaad zou doen, omdat ik verwachtte dat hij zich zou bemoeien met je komst en je persoonlijk schade zou willen toebrengen. Nu begreep de priester waarom zijn auto dienst had geweigerd. Dat was de eerste van zo vele onplezierige gebeurtenissen. Na deze voortekens zal de lezer zich kunnen voorstellen dat de zendeling met enig wantrouwen in de auto stapte. Maar hij nam zijn voorzorgen. Hij zegende de wagen eerst met het kruisteken en ging dan achter in de auto zitten. Gedurende de korte rit naar de pastorie bad hij stil de rozenkrans opdat er niets zou gebeuren op de terugweg dat de poging tot exorcisme zou verhinderen.
De twee priesters kwamen aan zonder de minste moeilijkheden te hebben ondervonden. Gelukkig was de vrouw ook veilig aangekomen in het klooster van de zusters. Met deze geruststelling kon de moeilijke taak s morgens van start gaan. Maar die nacht toonde de vijand zijn ware aard. Het nieuws dat de vrouw moeilijkheden veroorzaakte in het klooster kwam gauw in de pastorie ernaast terecht. De zuster in de keuken had goedbedoeld wijwater over het eten van de vrouw gesprenkeld vooraleer ze haar het avondeten bracht. Maar de duivel kon niet om de tuin geleid worden. De bezeten dame was zich meteen bewust van de aanwezigheid van gezegend voedsel en werd er heel razend over. Ze spon als een kat, en het was onmogelijk om haar iets te doen eten. Het gezegende eten werd weer naar de keuken gebracht en vervangen door niet gezegend eten, anders zouden de borden en soepkommen door het raam gegooid zijn geweest. Het was niet mogelijk om haar te misleiden met iets dat gezegend of gewijd was. De aanwezigheid ervan zou een groot lijden in haar teweeg gebracht hebben, alsof haar hele lichaam omhuld was met een gloeiende kool.
Het beslissende moment was aangebroken
Alles was rustig. De priester en de missionaris hadden die ochtend de Heilige Mis opgedragen in de parochiekerk en ze gingen naar het klooster, waar alles in een grote ruimte klaar stond voor de duiveluitdrijving. Gewapend met de Kerkelijke spirituele wapens, zouden ze satan uit zijn vesting, nl. het lichaam van de vrouw, verdrijven. Hoe lang zou dit proces duren? Het was niet te verwachten dat de duivel zich zonder tegenkanting zou laten verwijderen uit zijn slachtoffer. Het zou zeker enkele dagen duren vooraleer de krachten van het duister zouden wijken voor de krachten van het Licht, vooraleer de duivel de ziel die door Christus was bevrijd zou loslaten en terug zou keren naar de hel. Het was maar goed dat noch de priester, noch de missionaris wisten met welk een horde duivelse geesten zij zouden moeten vechten.
De vrouw werd vastgemaakt op de matras van een ijzeren bed. Op het advies van pastoor Theofilus werden haar kleed en haar mouwen stevig vastgebonden om duivelse listen te voorkomen. De sterkste zusters werden geselecteerd om haar te assisteren voor het geval er iets zou gebeuren. Men vermoedde ook dat de duivel zou proberen om de exorcist aan te vallen tijdens de ceremonie. Mocht er iets ongewoons gebeuren, dan moesten de zusters de vrouw rustig houden op het bed. Kort nadat het bidden van de voorgeschreven gebeden van de Kerk begonnen was, zonk de vrouw in een coma, een toestand waarin ze gedurende de hele duur van de ceremonie bleef. Haar ogen waren zo hard dicht dat ze met geen enkel middel open te krijgen waren.
Pastoor Theofilus was nauwelijks begonnen met het bidden van de formule van exorcisme in de naam van de Goddelijke Drievuldigheid, in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, in de naam van de Gekruisigde Verlosser, toen zich een huiveringwekkende scène voordeed. Met de snelheid van de bliksem maakte de bezetene zich los van het bed en uit de handen van haar bewakers. Haar lichaam, dat door de lucht gedragen werd, belandde hoog bovenop de deur van de kamer en hield zich stevig vast aan de muur. Alle aanwezigen waren getroffen door een enorme angst. Alleen pastoor Theofilus bewaarde zijn kalmte.
"Trek haar naar beneden. Ze moet terug op haar plaats op het bed gebracht worden."
Er was veel kracht nodig om aan haar voeten te trekken en haar vanuit haar hoge positie naar beneden te brengen. Het was een mysterie hoe ze zo hard aan de muur kon vasthangen. Het was door de kracht van de duivel, die bezit had genomen van haar lichaam.
Ze lag opnieuw neer op het bed. Om nog iets dergelijks te vermijden, werden de nodige voorzorgen genomen en ze werd door sterkere handen tegengehouden.
Het exorcisme werd weer aangevat. De Kerkelijke gebeden werden verder gezet. Plots ging een luide, schrille stem tekeer. Het geluid van de stem klonk alsof ze van ver kwam, ergens in de woestijn. satan huilde alsof hij op het hoofd was geslagen met een knuppel. Het verschrikkelijke geluid klonk luid toen het uit de mond van de bezeten vrouw kwam en het leek te komen van een horde wilde beesten die plots losgelaten werd. De aanwezigen waren getroffen door een verschrikkelijke angst die door merg en been ging.
"Stil, satan. Hou je gedeisd, jij verfoeilijk, goddeloos schepsel."
Maar hij ging door met roepen en janken als iemand die werd gemarteld en geslagen, zodat ondanks de gesloten ramen het geluid weergalmde in de omgeving.
Mensen kwamen vol ontzag van her en der aangelopen en vroegen: "Wat gebeurt er? Wordt er iemand vermoord in het klooster?" Zelfs een varken dat door de slager geslacht wordt, huilt en roept niet zo luid.
Het nieuws verspreidde zich als een lopend vuurtje door de hele parochie: "Men is een duiveluitdrijving van een bezetene aan het doen in het klooster." Grotere en kleinere groepen mensen waren vervuld van angst toen ze de plaats van het gebeuren naderden en met eigen oren de onaardse geluiden en het huilen van de duivelse geesten hoorden. De zwakkere leden van de menigte waren niet in staat om de voortdurende razernij van de onderwereld te verdragen. Het was nog moeilijker voor hen die echt op de plaats van het exorcisme aanwezig waren, omdat ze met eigen ogen en oren getuige waren van wat zich daar afspeelde. De fysieke conditie van de bezetene was zo afschuwelijk door de verwrongen ledematen, dat het ondraaglijk was om aan te zien. De zusters en zelfs de priester konden het niet lang uithouden. Soms moesten ze even de ruimte verlaten om even op adem te komen in de frisse lucht, om zo de nodige kracht te verzamelen voor deze verschrikkelijke beproeving. Pastoor Theofilus was de moedigste en kalmste van allemaal. Hij was gewoon geraakt aan satans huilende vertoningen en spektakels door zijn ervaringen met hem bij vroegere uitdrijvingen. God schijnt hem begenadigd te hebben met speciale gaven en kwaliteiten om dergelijke beproevingen aan te kunnen. Bij die gelegenheden droeg hij, met toestemming van de bisschop, een geconsacreerde hostie in een hostiedoosje op zijn borst om zich te beschermen tegen verwondingen en directe aanvallen van de duivel. Het gebeurde meermaals dat hij ronddraaide, bevend als een blad in een storm.
Men kan zich afvragen: durft satan ergens te verblijven in het bijzijn van de Almachtige? Hoe kan hij dat verdragen? Rent hij niet weg als een geslagen straathond? Alles wat we moeten onthouden is dat satan de vastende Heer durfde te benaderen in de woestijn. satan durfde zelfs de Bevrijder mee te nemen op een hoge toren in Jeruzalem; en later droeg hij Hem opnieuw op een hoge berg. Als hij zich toen al zo machtig toonde, dan is hij nu nog niets veranderd. Integendeel, de duivels die in bezetenen leven, hebben verschillende mogelijkheden en reacties ten toon gespreid. Diegenen die neerkwamen van het koninkrijk van de gevallen engelen, vertoonden een grotere terughoudendheid. Ze draaiden rond en huilden bedroefd in het bijzijn van het Heilig Sacrament en gedroegen zich als geslagen straathonden die grommen en grauwen door de pijn van de striemende slagen. Diegenen die ooit de actieve zielen waren van mensen op aarde en verbannen waren naar de hel door hun leven vol zonden, gedroegen zich anders. Zij toonden zich trots en zonder angst, alsof ze elk moment de heilige Hostie wilden aanvallen, alleen maar om te ontdekken dat ze machteloos waren. Schuimbekkend, spuwend en onnoemelijke uitwerpselen overgevend via de mond van de arme vrouw, probeerden ze om de invloed van de exorcist af te weren. Blijkbaar waren ze aan het proberen om de geconsacreerde Hostie in het hostiedoosje te bezoedelen, maar ze slaagden niet in hun opzet. Het was hen niet gegund om rechtstreeks op de Almachtige zelf te spuwen. Op sommige momenten spuwden ze met kracht stortvlagen spuugsel en vuil uit de ingewanden van de hulpeloze vrouw om zo lucht te geven aan hun bittere woede en haat tegenover de Almachtige. U denkt wellicht: stortvlagen? Diegenen die aanwezig waren maakten enkele verschrikkelijke ervaringen mee. Het was hartverscheurend om te zien wat er uit de beklagenswaardige vrouw kwam en soms was de beproeving ondraaglijk. Stromen die een grote kruik, ja zelfs een emmer konden vullen, en die een afschuwelijke stank verspreidden, waren hoogst onnatuurlijk. Deze kwamen in hoeveelheden die, menselijk gesproken, niet in een menselijk lichaam aanwezig konden zijn. De vrouw had gedurende weken amper gegeten, zodat er reden was om bang te zijn dat zij het niet zou overleven. Soms was de stroom zo groot als een kom vol materie die leek op overgegeven macaroni. Op andere momenten had het grotere afmetingen en leek het op gesneden en gekauwde tabaksbladeren. Tussen de tien en twintig keer per dag werd de arme vrouw gedwongen om over te geven, hoewel ze hoogstens een theelepeltje water of melk had ingenomen als voedsel.
Eén of meerdere duivels
Gedurende het exorcisme was het nodig om definitief uit te zoeken of de exorcist te maken had met één of meerdere duivels. Het was ook belangrijk voor de exorcist om controle te krijgen over de persoon en om de duivel te ontzetten. Op meerdere momenten kwamen er verschillende stemmen uit de vrouw, wat erop wees dat oneindig veel geesten betrokken waren. Er waren stemmen die dierlijk en hoogst onnatuurlijk klonken, die een onuitdrukkelijk verdriet en haat uitten die geen enkel mens kon nadoen. Dan weer werden stemmen gehoord die vrij menselijk klonken, en die een atmosfeer van hevig lijden en bittere teleurstelling lieten uitschijnen. Zoals gewoonlijk in dergelijke situaties, kan satan door het heilige exorcisme van de Kerk gedwongen worden om te praten en antwoord te geven. En hij kan ook gedwongen worden om de waarheid te spreken, ook al is hij van bij het begin al de vader van de leugen. Natuurlijk zal hij proberen om de exorcist te misleiden en op een dwaalspoor te zetten. Het is ook een veel voorkomende situatie dat satan eerst zijn uiterste best doet om de vragen te ontwijken met slimme, gevatte ontwijkingen, leugens en sluwe simulaties.
Toen aan satan in de Naam van Jezus, de gekruisigde Verlosser, werd gevraagd of er meerdere duivels betrokken waren in de bezetenheid van de vrouw, veinsde hij niet in het minst en gaf toe dat er een aantal van hen aanwezig waren. Van zodra de naam van Jezus vernoemd werd, begon hij door de mond van de vrouw te schuimbekken en te huilen als een wild, raaskallend dier.
Dit lelijke loeien en janken vond elke dag plaats en soms duurde het uren aan een stuk. Op andere momenten klonk het alsof een horde leeuwen en hyenas losgelaten was, dan weer klonk het als het miauwen van katten, het loeien van vee of het blaffen van honden. Een complete opstand van verschillende dierengeluiden weerklonk ook soms. Dit was eerst zo belastend voor de zenuwen van de aanwezigen dat de twaalf zusters gedwongen waren om af te wisselen in hun assistentie om zichzelf veilig te stellen en om de nodige kracht te hebben om door te gaan met het aangaan van de strijd.
De exorcist zegt: "In de naam van Jezus en Zijn Heiligste Moeder, Maria de Onbevlekte, die het hoofd van de slang verpletterde, vertel me de waarheid. Wie is de leider of prins onder u? Wat is uw naam?"
De duivel, die blafte als een hond uit de hel: "beelzebub."
Exorcist: "Je noemt jezelf beelzebub. Ben je niet Lucifer, de prins van de duivels?"
De duivel: "Neen, niet de prins of de hoofdman, maar één van de leiders."
Exorcist: "Je was daarom geen mens, maar een van de gevallen engelen, die met egoïstische trots wilde zijn als God."
De duivel, met grommende tanden: "Ja, dat is zo. Ha, hoe we Hem haten!"
Exorcist: "Waarom noem je jezelf beelzebub als je niet de prins van de duivels bent?"
De duivel: "Genoeg. Mijn naam is beelzebub."
Exorcist: "Bekeken vanuit het standpunt van invloed en stand ben je bijna zo hoog in rang als Lucifer, of daal je neer uit de lagere koren engelen?"
De duivel: "Ik behoorde ooit tot het koor der Serafijnen."
Exorcist: "Wat zou je doen mocht God het voor je mogelijk maken om te boeten voor je onrechtvaardigheid tegenover Hem?"
Duivelse sneer: "Bent u een competent theoloog?"
Exorcist: "Hoe lang ben je al bezig met deze arme vrouw te martelen?"
De duivel: "Sinds haar veertiende."
Exorcist: "Hoe durfde je in dat onschuldige meisje binnen te dringen en haar zo te martelen?"
Snerend: "Ha, heeft haar eigen vader haar niet vervloekt?"
Exorcist: "Maar waarom heb jij, beelzebub, dan van haar bezit genomen? Wie gaf je die toestemming?"
De duivel: "Spreek niet zo onnozel. Moet ik niet gehoorzamen aan satan?"
Exorcist: "Dan ben je hier op commando van Lucifer?"
De duivel: "Wel, hoe kan het ook anders?"
Laat het ook duidelijk zijn dat pastoor Theofilus de duivel toesprak in het Engels, Duits en in het Latijn. En de duivel, beelzebub, en alle andere duivels, antwoordden correct in precies dezelfde talen in dewelke hen werd toegesproken. Blijkbaar konden ze om het even welke taal verstaan die vandaag de dag wordt gesproken en konden ze in die taal antwoorden. Soms gebeurde het dat pastoor Theofilus woorden een beetje verkeerd uitsprak in zijn Latijnse gebeden en woorden van exorcisme, omdat hij uitgeput was. Plots kwam beelzebub dan tussen om te roepen: "Zo en zo is het goed! Domoor, je weet helemaal niets."
Op een keer gebeurde het dat pastoor Theofilus de woorden van de duivel niet begreep omdat hij mompelend sprak. Dus vroeg hij de priester: "Wat zei hij?" Ook de priester had de duivel niet begrepen. Toen werden de zusters ondervraagd: "Wat zei hij?" Eén van hen antwoordde: "Zo en zo, denk ik." Toen loeide de duivel en kefte naar hen: "Jij daar, ik zei dat niet. Hou je bij de waarheid!"
Pastoor Theofilus wilde inderdaad heel graag weten waarom de vader zijn eigen dochter vervloekt had. Maar hij kreeg enkel een nors, onbeleefd antwoord: "Je kan het hem zelf vragen. Laat me eens met rust."
Exorcist: "Is de vader van de vrouw hier aanwezig dan één van de duivels? Sinds wanneer?"
De duivel: "Wat een stomme vraag. Hij was bij ons sinds hij vervloekt was." Een verschrikkelijke snerende lach volgde, vol van kwaadaardige vreugde.
Exorcist: "Dan beveel ik u plechtig in de naam van de Gekruisigde Redder van Nazaret dat je de vader van deze vrouw naar voor brengt en dat hij mij een antwoord geeft!" Een diepe, ruwe stem stelde zich voor, een stem die al eerder was gehoord naast die van beelzebub.
Exorcist: "Bent u de verwerpelijke vader die zijn eigen kind heeft vervloekt?"
Met een uitdagende grom: "Neen"
"Wie ben je dan?"
"Ik ben Judas."
"Wat, Judas! Ben je Judas Iscariot, de vroegere Apostel?"
Daarop volgde een verschrikkelijke, smartelijk uitgerekte: "Jaaa, dat ben ik." Dit werd gejankt met de diepste basstem. Het deed iedereen in de kamer huiveren, zodat de priester en enkele zusters uit pure angst naar buiten renden. Toen volgde een walgelijke vertoning van spuwen en overgeven alsof Judas van plan was met al zijn macht te spuwen op zijn Heer en Meester, of alsof hij van plan was om zijn innerlijk vuil op Hem los te laten.
Tenslotte werd aan Judas gevraagd: "Wat heb je hier te zoeken?"
"Om haar tot wanhoop te drijven, zodat ze zelfmoord pleegt en zichzelf ophangt! Ze moet een koord halen, ze moet naar de hel!"
"Is het dan een feit dat iedereen die zelfmoord pleegt naar de hel gaat?"
"Eerder niet."
"Waarom niet?"
"Ha, wij duivels zijn diegenen die hen oproepen om zelfmoord te plegen, om zichzelf op te hangen, net zoals ik dat deed."
"Heb je er geen spijt van dat je zon verachtelijke daad hebt gepleegd?"
Een verschrikkelijke vloek volgde: "Laat me met rust. Val me niet lastig met je valse god. Het was mijn eigen schuld." Toen bleef hij vreselijk razen en tieren.
De duivel Jacob
Toen het exorcismegebed weer aangevat werd, verscheen de duivel Jacob op het toneel met een gezonde mannelijke stem. Zoals in het geval van Judas kon je plots herkennen dat hij ooit een mens was geweest.
"Welke Jacob ben je?" vroeg de exorcist.
"De vader van het bezeten meisje."
Latere ontwikkelingen onthulden dat hij een bangelijk slecht, brutaal en passioneel laag leven had geleid. Nu gaf hij toe dat hij herhaaldelijk had geprobeerd om zijn eigen dochter te dwingen tot incest met hem. Maar ze had hem vastberaden weerstaan. Daarom had hij haar vervloekt en onmenselijk hard gewenst dat de duivels in haar zouden binnenkomen en haar zouden aanzetten om elke mogelijke zonde te begaan tegen de kuisheid, waardoor ze lichamelijk en geestelijk in het verderf zou gestort worden. Hij gaf ook toe dat hij niet plots gestorven was maar dat hij het sacrament van het Heilig Oliesel had mogen ontvangen. Maar dat had niet gebaat omdat hij had gespot met de priester die hem het sacrament had toegediend en hij hem belachelijk had gemaakt. Later tijdens het exorcisme gaf hij de volgende uitleg: Welke zonden hij tijdens zijn leven ook had begaan, deze konden hem nog vergeven worden vóór zijn dood, opdat hij gered kon worden. Maar de misdaad dat hij zijn eigen dochter aan de duivel had toevertrouwd, was hetgeen uiteindelijk zijn eeuwige verdoemenis had bepaald. Zelfs in de hel was hij nog steeds bezig met plannen hoe hij zijn dochter kon martelen en seksueel aanranden. Lucifer stond hem vol vreugde toe om dat te doen. En omdat hij in zijn eigen dochter werkzaam was, was hij niet in het minst geneigd om haar op te geven en haar te verlaten, ondanks alle heilige gebeden van de Kerk.
"Maar je zal gehoorzamen! De macht van Christus en de Heilige Drievuldigheid zal je dwingen om je terug te trekken in de hel, waar je hoort te zijn!"
Toen volgde een luide grom en protest: "Nee, nee, bespaar me dat!"
Terwijl de gebeden tot exorcisme doorgingen moest Jacobs maîtresse, die bij hem in de hel was, ook deze beproeving doorstaan en antwoord geven. Haar hoge stem, bijna een falsetstem, was ook al eerder gehoord tussen vele andere stemmen. Nu biechtte ze op dat ze Mina was.
Mina gaf toe dat de reden van haar verdoeming haar lang immoreel leven was met Jacob, terwijl zijn vrouw nog leefde. Maar een meer specifieke reden voor haar eeuwige verdoemenis waren de herhaaldelijke kindermoorden die ze had gepleegd.
Exorcist: "Je pleegde moorden toen je nog in leven was? Wie vermoordde je?"
Mina antwoordde verbitterd: "Kleine kinderen." Uiteraard bedoelde ze haar eigen kinderen.
Exorcist: "Hoeveel heb je er werkelijk vermoord?"
Mina antwoordde ongewillig en nors: "Drie, ... nee eigenlijk vier."
Mina gedroeg zich zeer haatdragend. Haar antwoorden waren zo vol van bittere haat en wrok dat die alles wat tot dan toe was gebeurd nog overtroffen. Haar houding tegenover het Heilig Sacrament was onbeschrijflijk. Ze spuwde en gaf over op een afschuwelijke manier, zodat pastoor Theofilus en de priester voortdurend zakdoeken nodig hadden om het spuug van hun habijt en soutane af te vegen. Door haar onwaardig te communie gaan was het duidelijk dat het Heilig Sacrament, het Brood van Eeuwig Leven, dat de bron van haar eeuwige redding had moeten zijn, uiteindelijk haar eeuwige verdoemenis had teweeg gebracht. Ze probeerde bij het Heilig Sacrament te komen met een brandend gevoel van wraak en haat. Van deze groep duivels waren Mina en Judas de ergste zondaars tegen het Heilig Sacrament.
De lezer zou ongetwijfeld misleid zijn indien hij dacht dat deze vragen en antwoorden elkaar regelmatig opvolgden. U moet in gedachten houden dat de strijd en de ontmoetingen met de duivel uitgesponnen zijn over een aantal dagen. Soms werden de antwoorden onderbroken door urenlang janken en roepen, iets wat alleen kon gestopt worden door voortdurend bidden en aanhoudend exorcisme. Dikwijls konden geen verdere antwoorden op een andere manier van de duivels afgedwongen worden. Ontelbare krengen van duivels stoorden ook het proces van exorcisme door hun onaangename en bijna ondraaglijke tussenkomsten. Ten gevolge van deze tussenkomsten werd het gezicht van de vrouw zo vertrokken dat niemand nog haar gelaat kon herkennen. Haar lichaam werd ook zo vreselijk misvormd dat het normale uitzicht van haar lichaam verdween. Haar bleke, doods uitziende en uitgemergelde gezicht, dat soms de grootte van een omgekeerde waterkruik aannam, werd zo rood als een gloeiende kool. Haar ogen puilden uit hun oogkassen, haar lippen zwollen op tot de grootte van handen, en haar magere, uitgemergelde lichaam was tot zon enorme grootte opgeblazen dat de priester en een aantal zusters terugdeinsden van schrik, omdat ze dachten dat de vrouw in stukken zou gereten worden en uit elkaar zou barsten. Soms werden haar buik en lichaamsuiteinden zo hard als staal en steen. Op die momenten duwde het gewicht van haar lichaam zo hard op het ijzeren bed dat de uiteinden ervan op de grond doorzakten.
Volgens de voorgeschreven formule van de Kerk begon het heilige exorcisme met het opzeggen van de Litanie van alle Heiligen. Alle aanwezigen knielden en beantwoordden de gebeden. In het begin bleven de duivels kalm, maar toen de smeekbede: "God de Vader in de hemel, God de Zoon, Redder van de Wereld, God de Heilige Geest, Drie-ene God" werd gebeden, herbegon het gewone tumult en tandengeknars weer. Bij de smeekbede "Heilige Maria, Heilige Michaël", kalmeerden de duivels alsof ze geraakt waren door de bliksem. Een murmelend en onderdrukt kermen was te horen bij het noemen van het koor der Engelen en de Heilige Apostelen. Bij de woorden: "door de vervolging van de duivel", sprong de duivel op alsof een zweep hem had geslagen. Bij de woorden "Door de geest van onzuiverheid," kreunde en jankte hij als een geslagen straathond.
Ernstige reden van de pijn van de duivel
Terwijl het exorcisme vorderde, kon men merken dat de zegening van het Heilig Sacrament de duivel uitermate veel pijn deed. Dat was altijd al iets ondraaglijks geweest voor hem. Hoe spuwde hij en hoe veel gaf hij over. Hij draaide en raasde naar de zegening met de relikwie van het Kruis. Telkens wanneer de priester hem naderde met het kruis en de voorgeschreven woorden: "Kijk naar het hout van het kruis! Verdwijn, jullie machten uit de hel! De leeuw van de stam van Juda zal overwinnen," reageerde hij verschrikkelijk.
"Stop daarmee, stop daarmee, ik kan het niet verdragen, ik wil daar niet naar luisteren!" leek hij te zeggen.
En wanneer de exorcist hem benaderde met de relikwie van het Kruis onder zijn soutane verstopt, werd satan manisch razend. "Ga weg, ga weg!" huilde hij, "ik kan het niet verdragen. O, dit is marteling! Dit is ondraaglijk!"
De voorbede: "Maria, de Onbevlekte Ontvangenis," bezorgde hem vreselijk veel pijn. Wanneer hem werd toegesproken met de woorden: "Ik gebied je in de naam van de Onbevlekte Ontvangenis, in de naam van Haar, die het hoofd van de slang heeft verpletterd," kwijnde hij weg. Toen blies hij het lichaam van de vrouw op en het ontspande plots als iemand die verstomd stond.
Wijwater
Wijwater was ook iets dat satan haatte. Telkens wanneer hij ermee werd benaderd riep hij uit: "Weg, weg daarmee, weg met dat verschrikkelijke vuil. O, dat brandt, dat schroeit!" Op een bepaald moment werd een blad papier met een vervalst Latijns gebed op het hoofd van de vrouw gelegd. Zelfs de goede zusters geloofden dat het gebed echt was. In werkelijkheid bestond het gebed uit woorden die uit een klassiek heidens werk waren genomen. De zusters waren verbaasd dat de duivel zo kalm bleef bij dit experiment. De exorcist echter kende de oorzaak van de kalmte van de duivel. Meteen daarna werd een tweede blad dat eerder was voorbereid, op het hoofd van de vrouw gelegd. Het was voordien gezegend met het kruisteken en gewijd met wijwater zonder dat iemand dat had gemerkt. In een mum van tijd werd het blad in duizend stukjes gescheurd.
Kleine Bloem van het Kind Jezus
De priester had een kleine relikwie van de Kleine Bloem van het Kind Jezus in zijn sacristie bewaard, zonder dat pastoor Theofilus ervan op de hoogte was. Ter beveiliging had hij dit op een dag in een zijzak van zijn soutane gestoken en was het klooster waar het exorcisme zou plaatsvinden binnengegaan. Net toen de priester de kamer betrad, begon de duivel te razen: "Weg, weg daarmee! Weg met de relikwie van de Kleine Bloem, weg met die weerhaan!"
"Wij hebben geen relikwie van de Kleine Bloem," riep de exorcist uit.
"Jawel, hij die net binnenkwam heeft er een, zei de duivel, naar de priester wijzend. Op dat moment naderde de priester met de relikwie. De duivel ging spuwend tekeer en bood hevig weerstand.
Op andere momenten speelde de Kleine Bloem een grotere rol. Men kon ook zien welk een vreselijke strijd de duivel voerde met de Heilige Michaël.
Heilige Michaël
Wanneer de Heilige Michaël nog maar werd vernoemd begon satan terug te deinzen. Hij werd gemarteld door dat gedeelte van het gebed dat verwijst naar de heilige voorbede die aan de Heilige Michaël is gewijd. Hij weigerde te luisteren naar de uiteenzetting over de Heilige Michaël die als leider van de trouwe engelen Lucifer en zijn legioenen terugdreef in de diepten van de hel. Het was verbazend hoe erg hij het gebed ter ere van de Heilige Michaël, dat op het einde van de Eucharistie wordt gebeden, vreesde. Het gebed gaat als volgt: "Heilige Michaël, verdedig ons in de strijd. Wees onze bescherming tegen de boosheid en de listen van de duivel. Dat God hem gebiede, zo smeken wij ootmoedig, en Gij, Vorst van de hemelse legermacht, drijf satan en de andere boze geesten, die tot verderf van de zielen over de wereld ronddwalen, door de goddelijke kracht in de hel terug. Amen."
Mochten wij als christenen dit gebed ter ere van de Heilige Michaël met meer overgave en toewijding bidden.
Een vrij eigenaardig feit verplichtte paus Leo XIII om dit krachtig gebed te schrijven. Nadat hij op een dag in de eucharistie was voorgegaan, had hij een conferentie met kardinalen. Plots zakte hij in elkaar op de grond. Een dokter werd er meteen bijgehaald en er kwamen er meerdere meteen toegesneld. Er was geen enkel teken van polsslag, en elk leven scheen uit het reeds verzwakte en oude lichaam weg te zijn gegaan. Plots kwam hij bij en zei: "Wat een verschrikkelijk beeld heb ik mogen zien." Hij zag wat er in de toekomst zou gebeuren: de misleidende krachten en de verwoestingen van de duivels tegen de Kerk in alle landen van de wereld. Maar de Heilige Michaël was onmiddellijk verschenen en drong satan en zijn volgelingen terug in de diepten van de hel. Dat was hetgeen paus Leo XIII ertoe aanzette om dit gebed overal ter wereld te laten bidden na de eucharistie.
Kruisbeeld en relikwie van het Kruis
Zoals eerder al aangegeven, had satan een enorme angst voor het kruisteken, een kruisbeeld of een relikwie van het echte Heilig Kruis. Op een bepaald moment werd aan pastoor Theofilus een kruis gegeven dat niet uit hout was gemaakt. Dit keer brak satan uit in een snerend en belachelijk makend lachen. "Ha, je bent dus aangekomen met een kartonnen kruis. Sinds wanneer is Hij gestorven aan een papieren kruis? Als ik me niet vergis werd Hij aan een houten kruis genageld."
Het kruis werd beter bekeken en men zag toen dat het inderdaad niet uit hout maar uit papier maché gemaakt was. Op een ander moment lachte satan met de manier waarop Christus aan het kruis was genageld. "Waren Jezus' voeten niet één voet op de andere genageld, en niet naast elkaar?" Katarina Emmerich geeft dezelfde informatie. Zij zegt dat de linkervoet het eerst werd vastgenageld met een kortere nagel. Toen werd een langere en sterkere nagel door de rechtervoet geslagen, door de linkervoet. Diegenen die vlakbij de kruisiging stonden zagen zeer duidelijk dat de nagel dwars door beide voeten werd geslagen.
Dit betekent niet dat we zeker weten hoe de voeten van onze Verlosser op het kruis geplaatst waren, zelfs als beelzebubs verklaring de beschrijving van Katarina Emmerich lijkt te bevestigen. We geven de vader van de leugen geen krediet wat betreft de betrouwbaarheid van zijn getuigenis in zaken als de kruisiging, zelfs al staat het vast dat vele duivels getuige waren van de kruisiging van Christus. Zo ook wil ik niemand doen geloven dat we zeker weten dat Judas in de hel is, alleen maar omdat hij beweerde dat hij één van de vervloekten was in het geval van bezetenheid in Earling. De Heilige Moeder de Kerk heeft tot nog toe nooit een besluit genomen wat betreft deze zaak, hoewel de woorden van onze Redder over Judas als uitdagend beschouwd worden: "Het ware beter geweest als deze man nooit was geboren."
Terwijl de dagen voorbij gingen, werd er een eigenaardige verandering merkbaar in de strategie van de priester, die een sterke tegenzin tegen de hele procedure van duiveluitdrijving begon te voelen.
Tegenzin tegen de procedure
De priester kon de aanwezigheid van pastoor Theofilus niet langer verdragen, hoewel hij altijd een heel goede vriend van hem was geweest en hij hem al sinds jaren door en door kende. Als hij nu maar eens wegging, uit zijn ogen verdween! Hij wenste nu dat hij het uitvoeren van deze uitdrijving in zijn parochie nooit had toegestaan en dat hij hem meteen uit zijn huis had gezet. Het beïnvloedde hem op de duur zo erg dat hij uiteindelijk de exorcist over zijn ongemakkelijk gevoel tegenover hem en over deze hele zaak sprak. Pastoor Theofilus was niet in het minst verrast. De zaak ontwikkelde zich nog steeds en het was normaal om te veronderstellen dat de duivel zou proberen om de poging tot exorcisme te dwarsbomen door ergernis te verspreiden.
Verder greep de duivel elke gelegenheid aan om haat tegenover de priester ten toon te spreiden. "Jij bent de oorzaak van de hele zaak, jij bent degene die ons zo pijnlijk martelt," barstte hij uit. De exorcist beval satan op een zeker ogenblik als volgt: "Stil, jij hels serpent. Laat de priester nu eens voorgoed met rust. Hij doet je hoegenaamd geen kwaad. Ik doe dit met de macht van het exorcisme."
Dit joeg de duivel nog meer op stang. Hij zei: "Het is de priester! Het is zijn schuld. Als hij jou niet de toelating had gegeven om zijn kerk en klooster te gebruiken, dan zou jij helemaal niets kunnen doen. En zelfs vandaag zou je hulpeloos zijn indien hij zijn toestemming zou intrekken."
Dit is een interessant bewijs van hoe de duivel staat tegenover gezag en het ook erkent. Hij maakte dat duidelijk tegenover elke overste, terwijl hij zich nogal burgerlijk gedroeg tegenover de ondergeschikten. Om die reden viel hij nooit de zusters of de huishoudster van de priester aan. Al wat de priester en Moeder Overste moesten doen was verschijnen op de plaats van het exorcisme en het gewoel en de razernij begon. Moeder Overste kreeg zo op een keer zon harde klap in het gezicht dat ze in een hoek van de kamer belandde. satan bedreigde priester Steiger: "Je zal hierdoor lijden."
"Je kan me toch niets doen. Ik sta onder de bescherming van de Almachtige God en tegenover Zijn macht ben jij absoluut hulpeloos, jij walgelijke hellehond."
"Wacht maar. Ik zal je dat betaald zetten. Ik zal de hele parochie tegen je opzetten en ik zal je zo erg bekladden dat je jezelf niet meer zal kunnen verdedigen. Dan zal je alles moeten inpakken en vertrekken met veel schaamte en spijt."
"Als dat de wil van God is, dan weze God geprezen. Maar jij bent machteloos tegenover Hem, jij vals serpent, jij mensendoder."
"Wacht maar! Ik zal jou en je Heer en Meester wel krijgen!"
"Ha, hoe durf je zo te spreken tegen de Almachtige, jij verachtelijke worm die in het stof der aarde rondkruipt."
"Neen, ik kan God niet rechtstreeks kwaad doen. Maar ik kan jou en Zijn Kerk wel raken." En hij vervolgde met minachting en sarcasme: "Is het niet waar? Ken je het verhaal van Mexico niet? We hebben daar een mooie knoeiboel voor Hem voorbereid."
"Wie? Jullie duivels?"
"Wie anders? Alle eer komt ons toe voor het teweegbrengen van die situatie. Hij zal ons beter leren kennen. Lucifer zit op Zijn spoor en zal de ketel warm en zwaar maken voor Hem. Ha, ha, ha."
Een week later naderde de duivel wat dichter met zijn wraakplannen bij de priester.
"Wacht maar af," dreigde hij, "tot het einde van de week. Als het vrijdag is, dan ..."
De priester liet deze bedreiging niet aan zijn hart komen. Hij werd ziek van het luisteren naar het gehuil en gejank van de duivel, dag na dag. Maar de priester kon inderdaad die vrijdag nauwelijks ontsnappen.
De ervaring van zijn leven
Op vrijdagmorgen rinkelde de telefoon in de pastorie. Het was een telefoontje van een boer, wiens moeder zwaar ziek was. Of de pastoor wou langs komen om het sacrament van de zieken toe te dienen? Hij wou de priester zelf komen afhalen met zijn wagen, maar die was stuk en hij kon niet vinden waar het aan lag. Hij probeerde al een uur tevergeefs te starten, maar het was hopeloos. De wagen wilde gewoon niet starten. Dus vroeg hij de pastoor om met zijn eigen wagen te komen, of om een taxi te huren op kosten van de boer.
Binnen het kwartier was de priester op weg om de zieke vrouw te helpen. Hij nam het Heilig Sacrament met zich mee. Nadat hij de laatste sacramenten had toegediend, was pastoor Steiger weer op weg naar Earling. Hij kende de weg goed, omdat hij daar honderden keren langs was gereden, overdag en s nachts, en hij kende elke put en elke steen langs de weg. Hij reed erg voorzichtig, niet alleen omdat de auto nieuw was, maar ook omdat hij beducht was voor de bedreigingen van de duivel om hem beet te nemen wanneer hij daar ook maar de kans toe kreeg.
Hij bad tot zijn Bewaarengel en tot de Heilige Jozef, zijn patroonheilige, voor een behouden thuiskomst. Plots verscheen een donkere wolk voor hem, net toen hij over een brug over een diepe ravijn wilde rijden. Mijn God, het leek alsof hij geblinddoekt was! Het volgende moment was er een botsing, een dreun die hem verstomd deed staan. Hij bevond zich in een vuile boel van in duigen gevallen resten. De auto was met een enorme kracht tegen de reling van de brug gebotst, hoewel hij de auto in een lagere versnelling had gezet. De wagen, die nu een compleet wrak was, hing in het metalen latwerk van de reling en dreigde elk moment in de diepte te vallen. Het geluid van de botsing was zo hevig dat een boer die een eind verderop aan het ploegen was het had gehoord en erg gealarmeerd was. Vol angst haastte hij zich naar de plaats van het ongeval. "Goeie God, het is de wagen van de pastoor! Pastoor, pastoor, wat is er gebeurd? Ben je gewond?" De priester, doodsbang, kroop traag van onder het puin vandaan. Zelfs het stuur was in stukken gebroken. Zijn benen konden hem nauwelijks dragen. Het was een wonder dat de stuurstang zijn borst niet had doorboord, zoals dat vaak gebeurt bij dergelijke ongevallen. De boer haastte zich naar huis en kwam snel terug met zijn eigen wagen. Ze lieten de verongelukte auto achter en de boer nam de priester, die nog steeds beefde en lijkbleek zag, mee naar de dichtstbijzijnde dokter om er zeker van te zijn dat hij geen inwendige verwondingen had. Nee, hij was niet erg gewond. De dokter ontdekte enkele uitwendige schrammen en de priester was enigszins geënerveerd, maar er was geen enkel teken van inwendig letsel. Gelukkig maar!
Toen ze bij de dokter weggingen, reden ze meteen naar de pastorie in Earling. Er was niemand thuis, omdat iedereen naar het klooster was gegaan om getuige te zijn van het exorcisme. Dus ging de priester daar ook naartoe. Hij was de kamer nauwelijks binnen gegaan toen hij begroet werd door een brullende lach vol wraak en bittere zwartgalligheid, alsof de duivel zou uitbarsten in een vlaag van kwaadwillige vreugde alsof hij hem overwonnen had. "Vandaag trok hij zijn trotse nek in en was verslagen. Ik heb hem vandaag zeker in verlegenheid gebracht. Wat is er met je nieuwe auto, die klasse wagen die aan diggelen is gereten? Het is je verdiende loon!"
De anderen keken de priester verwonderd aan. Hij zag er nog steeds bleek uit maar verder mankeerde hem niets: "Eerwaarde pastoor, spreekt de duivel de waarheid?" vroegen ze hem.
"Jawel, wat hij zegt is waar. Mijn auto is een wrak. Maar hij was niet in staat om mij persoonlijk kwaad te doen." Er kwam snel een antwoord van de duivel: "Ons doel was om jou kwaad te doen, maar op een of andere manier werden onze plannen gedwarsboomd. Het was je machtige Patroonheilige die ons tegenhield om je iets aan te doen."
Het nieuws over dit ongeluk verspreidde zich snel daarbuiten en de mensen die erg begaan waren met hun pastoor, haalden genoeg geld op om voor hem een nieuwe auto te kopen, zodat de duivel geen genoegdoening zou hebben van zijn schelmenstreken. Keer op keer herinnerde de duivel de priester aan dit incident en waarschuwde hem "om zich klaar te houden voor heel wat meer leuke dingen."
De duivel verraadde zichzelf ook door te zeggen dat hij vaak de oorzaak was van dergelijke ongevallen om mensen sneller te ruïneren. Op die manier kon hij wraak nemen en lucht geven aan zijn woede omdat rechtszaken vaak het gevolg zijn van dergelijke ongevallen, die dan op hun beurt de oorzaak zijn van veel haat, misverstanden en geschillen tussen mensen. De lezer zal zijn eigen besluiten hieruit kunnen trekken. Het kan niet ontkend worden dat de vijand van de mensheid echt een grote rol speelt in dergelijke ongelukken. Is hij niet een "mensendoder vanaf het eerste ogenblik?" Vandaar een tijdige waarschuwing voor diegenen die hun wagen gebruiken voor duivelse bedoelingen, die hem versieren met alle mogelijke nonsens en die er zelfs tekeningen opzetten die aanzetten tot immoraliteit. De Kerk heeft een speciale zegening voorzien, onder de bescherming van de Heilige Christoffel, tegen duivelse invloeden en rampspoed. Daarom is het de gewoonte om een van deze gewijde medailles in de wagen te plaatsen als bescherming. De Heilige Paulus vraagt aandacht voor het feit dat de lucht vervuld is van duivelse geesten.
satans toespraken
Het moet gezegd dat satan niet de tong van de arme bezeten vrouw heeft gebruikt om zich verstaanbaar te maken. De hulpeloze vrouw was niet bij bewustzijn gedurende het grootste deel van de beproeving. Haar mond was heel goed dicht. Zelfs als die open was, was er geen enkele beweging van de lippen, noch enige verandering in de mondstand. De duivels spraken gewoon op een hoorbare manier van ergens binnenin haar. Mogelijk gebruikten ze een innerlijk orgaan van haar lichaam.
We weten van vroege christelijke schrijvers uit de Romeinse periode dat de heidenen regelmatig stemmen hoorden die uit afgodsbeelden kwamen. Katarina Emmerich stelt ook dat de duivelse geesten hun intrek namen in afgodsbeelden en duidelijk hoorbaar waren toen zij van binnenuit spraken om de heidenen verder te laten gaan met hun aanbidding van afgoden. Dus is het goed denkbaar dat zelfs hoger opgeleide heidenen deze afgoden aanbaden, die door mensenhanden waren gemaakt, en waarom ze hen offers brachten alsof ze goden waren. Ze brachten die afgoden de eer die eigenlijk aan God toekwam.
satans kennis kan pijnlijk zijn
De kennis die satan had over de zonden en de staat van de zielen van diegenen die aanwezig waren was vrij pijnlijk voor hen. Maar in dit geval werden er geen verontrustende onthullingen gedaan, omdat er enkel zusters en priesters aanwezig waren. Maar zelfs hier maakte hij insinuerende opmerkingen: "Is het niet zo dat jij dat en dat gedaan hebt in het verleden, in je kindertijd?" Hij verwees hier naar daden die men zich nauwelijks nog kon herinneren. De duivel echter wilde niet zwijgen en probeerde een scène te maken. Dus werd het antwoord gegeven. "Als ik voor God niet schuldig ben aan grotere fouten gedurende mijn latere jaren dan tijdens mijn kinderjaren, dan ben ik niet bang."
Daarop volgde een hoogst verbazingwekkende bekentenis van de duivel: "Wat je al hebt gebiecht, daar weet ik niets van."
Wat besluiten we hieruit? Blijkbaar kent satan alleen de zonden die we niet hebben gebiecht of waar we geen berouw over hadden. Wat onderworpen was aan de sleutels van de biecht lijkt buiten zijn bereik te zijn. Het lijkt erop dat het sacrament van de biecht de zonden van onze ziel uitwist of doet verdwijnen zodat satan ze niet meer kan ontdekken. Door middel van het sacrament van de biecht is alles, om het zo te zeggen, verdronken in de barmhartigheid van God.
De rubrieken in het Roomse ritueel van exorcisme, dat zo goed gevestigd is, leggen op dat niet alleen de exorcist, maar ook alle getuigen en allen die gevraagd werden om te helpen om de bezetene te bevrijden, een grondige biecht spreken, of toch tenminste een eerlijk en oprecht berouw hebben vooraleer het proces van exorcisme begint. Eenmaal bevrijd van alle zonden kunnen zij satan beter weerstaan en zullen zij niet onderworpen worden aan vervelende opmerkingen van satan over hun zonden die ze in het verleden hebben begaan.
Het gebeurde ongeveer veertig jaar geleden, in een geval van bezetenheid in Wemding, Duitsland, dat gedurende het proces van exorcisme de fout werd begaan om de sterkste mannen van de parochie erbij te halen, mannen van goede reputatie, om een razende jongen te bevrijden. Deze goede mannen realiseerden zich niet met wie ze te maken hadden. Het vreselijke beestachtige huilen en janken was veel minder verontrustend dan de huiveringwekkende verwijten van de duivel voor de geheime zonden van één van de mannen. Hij beschreef deze tot in het kleinste detail. In dergelijke omstandigheden is het niet te verwonderen dat weinig mensen willen aanwezig zijn bij een exorcisme, zelfs al kunnen ze zich op veel manieren nuttig maken. Het mag ook niet vergeten worden dat satan, de vader van de leugen, soms kleinigheden omvormt tot iets wat heel erg lijkt, en om het zo te zeggen een muis in een olifant verandert. Soms vervormt hij ze bewust en vermengt waarheid met leugen met de bedoeling om de grootst mogelijke wantoestand en haat te creëren.
Om dergelijke storende gevolgen te vermijden, ondernam pastoor Theofilus, die ondertussen rijper was geworden door ondervinding, zijn exorcisme altijd in gewijde en religieuze huizen met alleen de assistentie van priesters en zusters. Zelfs dan zijn er dingen gebeurd. satan legde listig en spitsvondig verborgen dingen bloot die sommigen deden blozen van schaamte; ja, hij deed hen huiveren van angst door hen te bedreigen met het feit dat hij nog meer bekend zou maken. Des te beter dus dat een dergelijke onderneming voortaan in het geheim zou plaatsvinden en niet zal bekend gemaakt worden aan de hele wereld. Gelukkig maar.
De valsheid van de duivel en meerdere eigenaardige gebeurtenissen in Earling werden algauw bekend bij de mensen in de naburige gemeenten. De pastoor van Earling, pastoor Steiger, had zijn parochianen gevraagd om zich te verenigen in gebed en boete en om het Heilig Sacrament te bezoeken, zodat de duivel snel zou kunnen overmeesterd worden. Ondanks het feit dat de ongewone gebeurtenissen in het klooster bekend waren bij de mensen, vroeg niemand, zelfs niet uit nieuwsgierigheid, om binnen gelaten te worden om getuige te mogen zijn van wat zich binnen afspeelde. Zelfs al had iemand het gevraagd, men zou hen geen toelating hebben gegeven, behalve aan priesters uit de buurt.
Het werd van boven bekend gemaakt dat uit de stemmen die uit de bezeten vrouw konden waargenomen worden, er vier duidelijk te onderscheiden waren. Ze stelden zich zelf voor als beëlzebub, Judas Iscariot, Jacob, de vader van de bezeten vrouw, en Mina, Jacobs maîtresse.
De bezeten vrouw herinnerde zich nog goed wanneer haar vader haar vervloekt had en haar aan de duivel toevertrouwde. Ze gaf verder geen details over haar onfortuinlijke vader, maar men kwam uit andere bronnen te weten dat hij een van de ergste priestervervolgers en van de Kerk was. Wat lichamelijk genot en excessen betrof was hij een monster van de slechtste soort. Hij hield zich ver van de Kerk en haar sacramenten verwijderd en greep elke gelegenheid aan om alles wat spiritueel was belachelijk te maken. Bij gelegenheid kwam hij naar de mis op hoogdagen, maar dat was enkel om nieuwe dingen uit de preek te halen over geestelijke zaken, om zijn spot te voeden en zo zijn kritiek op te drijven bij vrienden en collegas. Daardoor kunnen we begrijpen waarom hij hardnekkig de priester en zijn daden bleef belachelijk maken, zelfs wanneer een barmhartige God hem in zijn laatste levensmomenten de genade van uiterste vergeving schonk in de laatste sacramenten. Zoals je leeft sterf je ook. En zijn maîtresse Mina was zijn evenbeeld wat dat betreft. Soort zoekt soort. Wat het meest verraste was dat zon verderfelijke en godslasterlijke vader gezegend was met zon deugdelijk en rechtschapen kind. Haar oprechte vroomheid, haar pure en onschuldige aard, haar toewijding, alles was heel duidelijk. Zelfs gedurende de periode van bezetenheid kon de duivel haar innerlijke toewijding niet in verwarring brengen omdat de duivel geen macht heeft over de vrije wil van een mens.
Het was duidelijk dat, bovenop de eerder genoemde duivels, er nog vele andere onreine geesten in de bezeten vrouw waren. Onder deze zogenoemde stomme duivels maakten vooral de wraakzuchtige geesten zich kenbaar.
Stomme duivels en wraakzuchtige duivels
Het aantal stille duivels was ontelbaar. Blijkbaar behoorden ze tot de lagere klassen, omdat ze geen tekenen van kracht of macht vertoonden. Hun stemmen waren eerder een mengeling van geluiden, van wie geen duidelijke antwoorden konden worden onderscheiden. Er was geen duidelijke spraak, eerder een meelijwekkend kreunen en onderdrukt janken. Ze konden zich een klein beetje verzetten tegen de effecten van het exorcisme. Het leek erop alsof ze kwamen en gingen in horden, een groep die werd afgelost door een andere van hetzelfde type. Ze deden denken aan een reiziger die plots overvallen werd door een zwerm muggen. Enkele wolken tabakgeur deden hen weggaan, maar kort daarop kwamen ze terug om hem te pesten.
Wraakzuchtige geesten
De wraakzuchtige geesten waren wild en gewelddadig, met een ruw en slecht karakter. Ze waren vervuld van haat en woede tegen alle mensen. Hun aanwezigheid suggereerde een lelijke en walgelijke houding, een mengeling van haat en nijd, bekrompenheid en wraak, listigheid en bedrieglijkheid. Het waren net zij die de priester bedreigden om spijt te krijgen over het feit dat hij zijn toestemming had gegeven voor het exorcisme. Ze hadden de bedoeling om de hele parochie tegen hem op te zetten door hun onjuiste voorstelling van de dingen, zodat hij zou moeten inpakken en vol afschuw zou moeten vertrekken. Men zou hieruit kunnen opmaken dat de duivels veel schuld hebben aan de vele misverstanden tussen de priester en de mensen. Niet zelden vertellen priesters over hoe ze zichzelf opofferden, hoe zelfs hun gezondheid vernietigd werd, voor het welzijn van de mensen, maar ondanks hun onvermoeibare pogingen hadden de meest ongelooflijke verkeerde interpretaties en verkeerde voorstellingen van zaken zich voorgedaan in hun parochies. Sommige mensen maken er een sport van om het leven van hun herder zo zuur te maken dat hij tot wanhoop gedreven is. Al zijn goede intenties brengen hem enkel vervolging van de ergste soort. Daarom zou het niet misstaan voor priesters om de kleine formule van exorcisme af en toe te gebruiken om hun schapen te behoeden voor dergelijke tussenkomsten van de duivel, of om de gebeden die werden geschreven door paus Leo XIII te gebruiken voor dergelijke spoedgevallen.
Het beraamde plan van deze wraakzuchtige duivels lukte bijna door de priester van Earling tot verhitte woede aan te zetten tegen pastoor Theofilus, zijn vriend sinds jaren, ongetwijfeld met de bedoeling om het succes van het exorcisme tegen te gaan. Hij was soms zo kwaad over de procedure dat hij aan dacht om de hele zaak tot een abrupt einde te brengen door pastoor Theofilus met de scherpste verwijten uit zijn kerk en klooster te zetten.
04-04-1980
Film: Het Lied van Bernadette
Film: Het Lied van Bernadette
Het lied van Bernadette (The song of Bernadette) is een film uit 1943 onder regie van Henri King. De film is gebaseerd op het gelijknamige boek van de Joodse schrijver Franz Werfel. De film werd genomineerd voor twaalf Oscars. Bernadette gaat op een dag, samen met haar zus Marie en klasgenoot Jeanne, hout halen voor het haardvuur. Als ze de koude rivier moeten oversteken, zijn Marie en Jeanne bang dat Bernadette ziek zal worden en laten haar achter. Bernadette steekt later toch de rivier over en merkt ze dat er licht komt uit een grot. Ze gaat uit nieuwsgierigheid naar binnen en treft hier een dame aan die een rozenkrans van parels vasthoudt. Bernadette vertelt het verhaal later in vertrouwen aan de twee andere meisjes, wanneer ze terugkeren. Marie en Jeanne beloven in eerste instantie het geheim te houden, maar het duurt niet lang voor de hele dorp weet wat Bernadette hen gezegd heeft. Haar ouders denken dat ze onzin uitkraamt en er zijn slechts enkele mensen die haar verhaal geloven. Bernadette keert meerdere malen terug naar de grot en ontdekt dat de dame uiteindelijk dat de mooie dame in kwestie de Heilige Maagd Maria is. Ze wordt regelmatig ondervraagd door de inwoners en ook de kerk begint zich ermee te bemoeien. Ze proberen er achter te komen of Bernadette het hele verhaal verzint of de waarheid spreekt. Als Maria aan het meisje onthult dat ze de Onbevlekte Ontvangenis is, een woord dat de kleine Bernadette niet kon begrijpen, vallen alle twijfels weg en besluiten ze dat haar ervaringen gebaseerd zijn op de waarheid. Later wordt Bernadette zuster in het klooster van Nevers, waar ze spoedig en na het moedig dragen van haar ziekte, zal overlijden. Haar ongeschonden lichaam ligt vandaag nog steeds opgebaard in het klooster van Nevers. De rol van Bernadette wordt in de film gespeeld door Jennifer Jones. Met haar rol won ze In 1943 de Oscar voor de beste actrice.
03-04-1980
Medjugorje: Godsdienst
Medjugorje: Godsdienst
In de Middeleeuwen verloor de katholieke Kerk in de Balkan niet alleen door het orthodoxe geloof steeds meer terrein, maar ook door de aanwezigheid van talrijke sekten, zoals de Patarenen en de Bogomilen in Bosnië. Het was om deze reden dat de Heilige Stoel naar deze gebieden eerst Dominicanen en later Franciscanen zond, die kort na hun aankomst hun pastoraal werk uitbreidden van de Zwarte Zee tot Dalmatië en van Istrië tot Boedapest. De resten van de talrijke kloosters die zij bouwden, getuigen vandaag nog van het belang van hun werk.
De periode van welvaart en groei van de christelijke cultuur werd bruusk onderbroken toen Bosnië in 1463 en Herzegovina in 1482 onder het juk van het Ottomaanse Rijk vielen. De Franciscanen, toen sterk uitgedund, waren gedwongen zich bij de families te verbergen en met hen de nood en armoede te delen. Zij werden de referentiepunten voor de bevolking, als priesters, maar ook als artsen en leraars. Aldus verenigd, slaagden zij erin, ondanks grote moeilijkheden, het katholieke geloof te handhaven. Een groot deel van de bevolking was immers ook nog naar onbewoonde gebieden in Dalmatië gevlucht die nog tot de christelijke Venetiaanse regering behoorden.
Niet alle Kroaten in deze regionen verzetten zich tegen deze gedwongen islamisering, die werd opgelegd door de Ottomaanse bezetter. Om niet al hun eigendommen te verliezen, bekeerden velen zich tot de islam. Vandaar dat deze mensen veranderden, zij identificeerden zich niet meer met de Kroaten, van wie zij nochtans afstamden. Paus Leo X noemde de Kroaten het "Bolwerk van het Christendom." Daarvoor betaalden zij wel een hoge prijs: honderdduizenden kwamen om in de oorlog tegen de Turken en de Kroaten verloren de centrale en oostelijke gebieden in Bosnië en Herzegovina.
Het Turkse schrikbewind duurde bijna vijf eeuwen. Vanaf 1878 vielen Bosnië en Herzegovina eerst onder het Oostenrijks-Hongaarse bestuur, waarna zij vervolgens officieel door het keizerrijk geannexeerd werden. De Kroaten van Herzegovina werden van hun moederland gescheiden. Onder de Oostenrijkse heerschappij echter voelden zij zich moreel vrij om openlijk voor hun geloof uit te komen. Er werden nieuwe kerken gebouwd, er ontstonden vele religieuze orden en er werden katholieke scholen en seminaries geopend en universiteiten ingewijd.
Paus Leo XIII besloot tegelijkertijd om niet langer de Franciscanen aan te duiden om de parochie te leiden. Het volk en ook de Franciscanen zelf, die hun status dreigden te verliezen, boden hiertegen weerstand. Dit belangenconflict tussen de gevestigde Kerk en de Franciscanen over de lekenbroeders bleef sluimeren tot in de twintigste eeuw.
In 1892 werd in Mostar de Franciscaanse provincie "Maria Hemelvaart" gevestigd, waarvan de parochie Medjugorje, die in hetzelfde jaar autonoom geworden was, deel uitmaakte. Nog vier andere kleine dorpen maken deel uit van de parochie: Bijakovici, Vionica, Miletina en Surmanci. De Franciscanen besloten onmiddellijk om een kerk te bouwen in hun nieuwe parochie. Vijf jaar later, in 1897 was deze afgewerkt. Zij kozen hiervoor echter een slecht stuk grond. Ze werd op een onderaardse grot gebouwd en de bodem zou het met de tijd begeven. Dertig jaar later gebeurde wat voorspeld was: de muren van de kerk vertoonden scheuren en de kerk werd zo onveilig dat men genoodzaakt was om de Heilige Mis tijdens de zomer in de tuin en tijdens de winter in de kelder van de parochie te vieren.
In 1914 brak de Eerste Wereldoorlog uit. De mannen vochten aan het front en thuis was het honger lijden. Pater Didak Buntic bracht duizenden kinderen van Herzegovina naar Slavonija [Noord-Kroatië] en redde hen zo van de dood. Daarna brak er een epidemie uit van de Spaanse griep, waarvan vele inwoners van Medjugorje het slachtoffer werden.
Na het einde van de Eerste Wereldoorlog en het uiteenvallen van het Oostenrijks-Hongaars Keizerrijk, ontstond [onder de bescherming van de geallieerden, met Groot-Brittannië als leidende natie] het Koninkrijk der Serviërs, Kroaten en Slovenen. Aan het hoofd daarvan stond koning Alexander, van Servische en orthodoxe nationaliteit en verwant met het Engelse koningshuis.
Gedurende de hele begintijd van dit Joegoslavië oefende de orthodoxe kerk druk uit op de katholieke geestelijkheid, opdat zij de Heilige Stoel zouden afzweren, het celibaat opgeven, het cyrillische schrift zou gaan gebruiken en baarden zou gaan dragen, om aldus meer te gelijken op de orthodoxe geestelijkheid.
In Belgrado ging men massaal de straat op om te demonstreren tegen de ondertekening van het concordaat met de Heilige Stoel, omdat het de rechten van de katholieken moest garanderen.
De Kroatische katholieken uit Herzegovina waren in geen geval bereid om hun nationale identiteit en hun geloof, dat zij door grote offers eeuwenlang bewaard hadden, op te geven. Trots en vurig van natuur lieten zij zich niets opleggen en zij verzetten zich eendrachtig tegen alle aanvallen, zelfs wanneer zij meer honger moesten lijden dan anderen: zij waren immers al zwaar beproefd door de economische wereldcrisis. Aangezien hun belangrijkste landbouwproduct, de tabak, aan een staatsmonopolie was gebonden, werden de mensen zo slecht betaald, dat zij geen geld hadden om de belasting te betalen. De mensen waren genoodzaakt om hun waren op de zwarte markt te verkopen, maar de controles waren streng en de politie bewaakte niet alleen de straten, maar ook de velden en de bospaden.
De pastoor van de parochie, Vader Bernardin Smoljan, die zoals iedereen leed onder de hongersnood, bouwde een groot kruis op de berg Sipovac, die daarom later de Krizevac werd genoemd, ter nagedachtenis van de 1900ste verjaardag van de dood van Jezus. De parochianen waren meteen voor dit idee gewonnen en bouwden mee aan het Votiefkruis.
Ook wou hij een nieuwe, grotere kerk bouwen, maar omdat het hem aan de nodige middelen ontbrak, kon hij niet meer doen dan de funderingen leggen. Architect Stjepan Padborski, uit Zagreb, maakte de eerste tekeningen voor de nieuwe kerk, die enkele jaren later werden gewijzigd door het middenschip en de zijbeuken te verkleinen. Juist voor de Tweede Wereldoorlog was men met de bouw begonnen van de kerk die eigenlijk te groot was zon klein dorp, maar men zei, dat de architect verzekerd had dat dit het ontwerp voor een kerk was die op een dag te klein zou blijken.
De Tweede Wereldoorlog brak uit, nog wreder dan de Eerste en in het ex-koninkrijk Joegoslavië kwam het tot een burgeroorlog. Na acht eeuwen van buitenlandse heerschappij konden de Kroaten geen onderdrukking meer verdragen. De Serviërs wilden absoluut hun voorrechten en hun overmacht op de andere volkeren in de Balkan niet verliezen en ze bleven iederen hun wil opleggen. In de algemene verwarring bereikte de communist Tito, gesteund door de partizanen, de rivier Isonzo in Italië. Winston Churchill, de Britse premier van die tijd, vroeg aan de geallieerden, met zijn typisch Engelse humor, of zij de bedoeling hadden om Tito Rome te laten veroveren. Maar het was Churchill, een van de belangrijkste politici ooit, die Tito, tijdens en na de oorlog steunde en die het hem mogelijk maakte om een nieuw Joegoslavië op te richten. Het was een Babylon van zes republieken met drie officiële talen, buiten het Hongaars en het Albanees, twee alfabetten: Latijns en Cyrillisch en drie godsdiensten: katholiek, orthodox en islamitisch. En dit alles onder een communistisch regime, dat zowel ideologisch als feitelijk vijandig staat ten opzichte van elk religieus geloof, omdat het voor altijd de ziel van de mens van God wil scheiden.
Toen de oorlog ten einde liep, vluchtten vele katholieke Kroaten en met hen, mensen van verschillende nationaliteiten en etnische minderheden, voor de communistische terreur naar Oostenrijk. De geallieerden, die hen zouden moeten beschermen, deden het tegenovergestelde en stuurden hen terug naar de Joegoslavische partizanen. Men schat dat tenminste tweehonderdduizend mensen op deze kruisweg de dood vonden. De communistische partizanen bleven hardnekkig en voltrokken massa-executies op vluchtelingen, in het bijzonder op de Kroaten uit Herzegovina.
Honderden priesters werden onmiddellijk na de oorlog in Bosnië-Herzegovina geëxecuteerd. Pastoor Bernardin Smoljan, die het grote kruis liet oprichten, werd met Vader Grgo Visalj in Mostar vermoord. Omdat zij zelfs geen graf hadden, werden hun lichamen in de rivier Nevetna geworpen. Alle eigendommen van de kerk werden in beslag genomen en de priesters vielen terug in armoede.
Driehonderd achtenzestig inwoners van Medjugorje sneuvelden in de oorlog. Vele anderen emigreerden naar het buitenland.
Na de oorlog toonde de communistische regering haar ware gelaat en verbood onmiddellijk de christelijke leer op de scholen. In de eerste klas leerden de kinderen dat God geschapen werd en het jaar daarop werd hen wijsgemaakt dat God niet bestond en dat diegenen die in Hem geloofden dom waren en dat de mens van de apen afstamde.
Deze nieuwe sociale orde, die een rechtstreeks product leek van de antichrist, was zogezegd gebaseerd op de idee dat de arbeidersklasse vrij was [er is nog zo iemand in de geschiedenis die heeft gezegd: "Arbeit macht Frei"] en men zou de kleine man een leven garanderen van gelijkheid en broederlijkheid, maar ten koste van de onverbiddelijke uitsluiting van alle inwoners die zich bewust waren dat in werkelijkheid de vrijheid slechts een voorrecht was van de leidende klasse.
Het echte verborgen doel was een generatie gehoorzame afhankelijke mensen te laten opgroeien, die in voortdurende angst en wederzijds wantrouwen zouden leven. Dit soort mensen is immers gemakkelijk "bestuurbaar".
Onmiddellijk begon het nieuwe regime op de scholen een nieuwe aangepaste geschiedenis te onderwijzen. De eigen geschiedenis van de Kroaten werd verzwegen en er werd een andere geschiedenis aangeleerd. In het bijzonder de visie op de oorlog, die nauwelijks beëindigd was, zorgde voor oproer. Reeds op de lagere school werd de kinderen immers aangeleerd om Duitsers, Italianen en hun bondgenoten, die verantwoordelijk werden gesteld voor gruwelijke misdaden tegen de weerloze bevolking, te haten. Deze versie van de geschiedenis verheerlijkte de partizanen, de "goede" helden. Om de mensen uit de Kerk te krijgen, werd de geestelijkheid onophoudelijk belasterd.
Terwijl men in het communistische Joegoslavië haat en onverdraagzaamheid predikte, maakte men in Duitsland, de natie die de oorlog had verloren, de kinderen bewust van de gevolgen van verkeerde politieke keuzes, zoals het nationaal-socialisme. Het "Dagboek van Anne Frank" behoorde tot de verplichte literatuur en hielp de jonge Duitsers de bodemloze afgrond te zien waarin men op korte tijd door zonde, arrogantie en grootheidswaanzin terechtgekomen was. In het Italië van na de oorlog verzweeg de christendemocratie de alliantie met de nazis tijdens de oorlog, en aldus miste men een goede gelegenheid om de fouten van het verleden aan de kaak te stellen en zich ervan te distantiëren. Dit gegeven werd later slim uitgebuit door extreemlinkse partijen, die op deze wijze veel stemmen wonnen. Veel katholieken die deze stroming volgden, hebben ongemerkt en beetje bij beetje hun solide religieuze basisprincipes laten varen en zijn scheiding, abortus en euthanasie als hun eigen gedachtengoed gaan accepteren.
De aartsbisschop van Split, Frane Franic, destijds voorzitter van de Bisschoppelijke Conferentie van Joegoslavië, vertelde mij dat de Joegoslavische communisten nog jarenlang na de oorlog druk uitoefenden op de leiding van de katholieke Kerk, opdat zij zich zou losmaken van het Vaticaan en zich zou aansluiten bij de nationale Servisch-orthodoxe Kerk. Wanneer hij eens op Radio Maria sprak, vertelde hij dat het hem en zijn priesters verboden was om gebruik te maken van het openbaar vervoer om hun pastorale bezoeken te doen. Men zei hem: "Jullie zijn fascisten! Ga te voet!" En zij gingen te voet.
Hij vertelde ook dat hij niet in de gevangenis werd geworpen omdat hij, wanneer hij vóór de oorlog kapelaan was in de gevangenis van Split, vele communisten geholpen had, die door het toenmalige Joegoslavische regime vervolgd werden. Nu de communisten aan de macht waren, beschermden zij hem. Dit voorbeeld toont aan dat men altijd moet meeleven met de noodlijdenden.
Noch de geestelijkheid, noch de mensen gaven toe aan de druk van de regering. Over het algemeen gingen de Kroaten niet in staatsdienst werken en zochten zij ook geen baan in de communistische partij, om geen afstand te moeten doen van hun geloof. Er waren slechts enkele Kroaten met een hoge machtsfunctie. Hetzelfde kan worden gezegd van de moslims, omdat ook zij vasthielden aan hun geloof. De Orthodoxe Kerk echter, die naar een compromis zocht met de communisten, heeft afstand gedaan van haar geloof en toegelaten dat de kerken gesloten werden en dat de mensen niet meer gedoopt werden. Aldus heeft het merendeel van de Servische bevolking de regering gediend en talrijke hoge posities in het staatsbestuur kunnen innemen. Zij werden rijk op materieel vlak, maar verloren de binding met hun religieuze achtergrond.
Ondanks de gemengde huwelijken viel het de katholieken en de orthodoxen niet mee om vredig met elkaar te leven. De kinderen werden noch in de ene, noch in de andere godsdienst opgevoed. In het westen van Herzegovina, waar de katholieken trouw bleven aan Jezus Christus, Onze Lieve Vrouw en hun geloof, kwamen deze gemengde huwelijken gelukkig niet al te veel voor.
De autoriteiten, die tot elke prijs die onwankelbare geloof wilden breken, lieten kort na de oorlog zeventienduizend gelovigen executeren uit het bisdom Mostar-Duvno, waaronder ook Medjugorje valt.
De communisten hebben heel het westen van Herzegovina op economisch gebied verwaarloosd en ook in het begin van de jaren zestig dwongen zij de Kroaten om in Duitsland, Oostenrijk, Zweden, Australië en Amerika naar werk te zoeken. Op een dag, tijdens mijn eerste jaar aan de universiteit in Zagreb, zag ik een lange rij mannen voor het Duitse consulaat staan. Onder hen bevonden zich talrijke inwoners van Medjugorje die naar Duitsland vertrokken waar zij leefden in armzalige barakken.
De Joegoslavische regering bevorderde deze uittocht, in de hoop om zich voor eens en altijd van deze onbuigzame en trotse mannen te kunnen ontdoen. Maar de mannen uit Medjugore waren niet van plan om voor altijd in het buitenland te blijven. Zij lieten hun vrouw en kinderen thuis om het land te bewerken, maar waren er zeker van dat ze spoedig terug zouden komen. In moeilijke momenten wendden de vrouwen zich tot Jezus en Maria; zij gingen dikwijls blootsvoets, met hun rozenkrans in de hand de Krizevac op. Zij gingen er in alle stilte heen, zonder er iemand iets over te zeggen. Zij beklommen de berg, in het vaste geloof dat Christus, door de kracht van zijn kruis, alle gevaar zou overwinnen en hun gezinnen voor alle kwaad beschermen.
Zij hadden de gewoonte om hun triduüms en novenen te bidden, te vasten op vrijdag om de hulp van Jezus af te smeken en soms ook op dinsdag, ter ere van de Heilige Antonius. Vrouwen en oude mannen zochten bescherming bij de Franciscanen die ook door de autoriteiten vervolgd werden, en vertrouwden hun alle moeilijkheden en leed toe dat zij moesten ondergaan, met hun zonen en mannen zo ver weg.
Sedert mensenheugenis groet men in Medjugorje en omstreken elkaar met "Geloofd zij Jezus en Maria!" Op het einde van de jaren 60 begonnen de geëmancipeerde jongeren, beïnvloed door populaire Italiaanse liedjes, elkaar in het Italiaans te begroeten met het Ciao, wat de ouderen geenszins beviel.
De jaren gingen voorbij en de bouw van de kerk, waarmee kort voor de oorlog begonnen was, stagneerde bij de fundering. De aanvraag voor een bouwvergunning werd tot 1966 systematisch door de regionale autoriteiten verworpen. Zodra de vergunning er eindelijk was, hielpen alle parochianen mee aan de bouw ervan. De nieuwe Sint-Jacobuskerk werd ingewijd op 19 januari 1969. De wijding van deze grote kerk was een mijlpaal voor de bewoners van Medjugorje, allen afstammelingen van de heidenen die hier dertien eeuwen geleden Christus ontmoetten.
Het leven was zelf in de late jaren 70 nog erg hard in elk van de gehuchten van Medjugorje. Met gekromde ruggen werkten de mensen in hun tabaksplantages en wijngaarden en zij dreven hun schapen over de rotsen en tussen de braamstruiken door, om ze te laten grazen. Tussen de middag, wanneer de klokken luidden, stopten zij, en met hun schoffel in de hand, zeiden zij luid: "Geloofd zij God en de Heilige Jacobus." Zij maakten een kruisteken en brachten eer aan Onze Lieve Vrouw met een Engel des Heren. Daarna baden zij een Onze Vader en een Weesgegroet voor hun overledenen die nagelaten hadden wat zij bezaten. Na het gebed nuttigden zij hun karige maaltijd en werkten weer verder.
Tegen de avond dreven zij de schapen met hun klingelende bellen om de nek terug in de schaapskooi. s Morgens vroeg kraaiden de hanen weer en wekten ze de slapende boeren om de nieuwe dag te beginnen. Zo ging het zomer en winter door.
Soms, wanneer de jeugd grappen uithaalde en plezier maakte, zaten de ouderen bij elkaar, spraken zachtjes over de onrechtvaardigheden waar zij onder leden en klaagden zij over hun nood aan vrijheid en vrede.
De inwoners van Medjugorje waren, net zoals miljoenen anderen, enkel en alleen bezig met het hoofd bieden aan de problemen van elke dag. Zij hadden geen tijd om te mediteren. Hun lijdensgeschiedenis weerspiegelde in het klein het lijden van de hele mensheid, waarvoor elke mens een stuk verantwoordelijk is als hij, misleid door satan, de stem van zijn geweten onderdrukt en het zaad van de afgunst, jaloezie, haat, arrogantie en gierigheid laat komen.
Doorheen heel de geschiedenis zijn zulke menselijke zwakheden dikwijls uitgebuit geweest door gewetenloze seculiere en religieuze leiders over heel de wereld. Terwijl zij over vrede, gerechtigheid en vrijheid spreken, ontketenen zij oorlogen, revoluties en onrust om eer, macht en geld te verkrijgen. Door hun intriges misbruiken zij de vrije wil die God hen gegeven heeft. Maar wij zijn er dikwijls ook mede schuldig aan, als wij uit zwakheid of zondigheid een voedingsbodem klaarmaken, waarin dan [me geweld] het zaad van haat, intolerantie, gewelddadigheid en wraak gestrooid wordt.
Twintig jaar voor het einde van de twintigste eeuw, hadden de inwoners van Medjugorje zich nog niet kunnen voorstellen dat de Moeder van God in hun midden zou verschijnen en hen door enkele jongeren tot bekering, bidden en vasten zou oproepen. Enkel deze drastische middelen zouden hen de zo lang verlangde vrijheid kunnen geven en zou elk gevaar kunnen doen wijken, zelfs het gevaar van een dreigende oorlog.
Zelfs in hun stoutste dromen hadden zij zich niet kunnen voorstellen dat de Heilige Maagd persoonlijk onder hen zou komen en dat hun harten van vreugde zouden kloppen, wanneer zij naar haar gezegende woorden zouden luisteren: "Lieve kinderen. Ik heb speciaal uw parochie uitgekozen."
Hadden zij ooit kunnen vermoeden dat hun kleine dorpje overspoeld zou worden door aanhoudende stromen pelgrims vanuit de hele wereld? Dat staatslieden, vorsten, prelaten, andersgelovigen, diplomaten, schrijvers, wetenschappers, gelovigen en zo vele zieken die troost en hoop voor hun lijden zochten, naar hun parochie en hun kerk zouden komen?
Zij hebben nooit kunnen voorzien dat miljoenen pelgrims stralend hun kleine dorpje weer zouden verlaten en in honderd verschillende talen zouden getuigen dat zij in Medjugorje God ervaren en gevonden hadden, dat ze in hun harten een onbeschrijfelijk gevoel van vrede ontvingen, een vrede, sterk genoeg om in hun bekering te volharden. Zij hadden die vrede ontvangen, waar de hele wereld zo vurig naar verlangt.
02-04-1980
Vreemde plaatsen: Mejorada del Campa
Vreemde plaatsen: Mejorada del Campa
Don Justo Gallego Martinez werd geboren in 1925 is een Spaanse ex-monnik uit het Trappistenklooster. Als jonge man diende hij in 1961, na de diagnose van tuberculose, het kloosterleven vaarwel te zeggen, want het monnikenleven verslechterde alleen maar de situatie.
Doorgaans zat Justo Callego Martinez op voor dag en dauw, stapt in zijn rammelde terreinwagen en speurt hij in Mejorada del Campa, vlakbij Madrid, rond naar allerlei overtallig bouwmateriaal. Al ruim 45 jaar bouwt deze 83-jarige man geheel eigenhandig en steen voor steen aan zijn levenswerk: een gigantische kathedraal.
Martinez is een boer. Nadat hij uit het klooster ontslag werd begon het plan in zijn hoofd te groeien. Mettertijd evolueerde dit plan, naargelang zijn mogelijkheden en zijn bezielingen. Officieel heeft hij geen bouwvergunning van de overheden van Mejorada del Calpo, waar de Kathedraal zich bevindt. Ook heeft hij geen goedkeuring verkregen van de Katholieke Kerk voor zijn project. Hijzelf zegt: "Het is een daad van geloof. De Kathedraal is mij nagelaten door het nabije bisdom van Alcal de Henares.
Hij zegt dat zijn gebouw is opgedragen aan Onze Lieve Vrouw van de Pijler (Pilar), ter ere van Maria, de moeder van Jezus, waarvan de bedevaartsplaats gevestigd is te Zaragoza. Zarragoza was de plaats waar Maria in haar sterfelijk lichaam verschenen is aan de apostel Jacobus, dus nog vóór haar Ten Hemel Opneming, om hem te helpen bij de verbreiding van het christendom op het Iberische schiereiland. Hij heeft Haar beloofd dat, indien hij zou genezen van zijn tuberculose, hij een heiligdom zou bouwen, opgedragen aan Haar. De dom is 45 meter hoog, waarvan hij het grootste gedeelte alleen heeft gebouwd, met hulp van zijn zes neefjes en toevallige vrijwilligers. Soms moet hij op eigen kosten een deskundige raadplegen en hij gefinancierd zijn werk door de verhuur of de verkoop van landbouwgrond dat hij heeft verkregen door erfenis of door schenkingen. Vanaf 2005 wordt zijn werk gesponsord door de Aquarius softdrank.
De een noemt het een wonder, de ander is bang dat het bouwwerk spoedig zal instorten of vindt het geheel een toonbeeld van wansmaak. Het enige plan dat voor de kathedraal bestaat ligt verscholen onder de rode alpinopet in het brein van Justo Gallego Martínez. "Alles zit in mijn hoofd en heeft daar ook altijd gezeten", geeft hij toe met een brede tandenloze glimlach. Dat hij geen enkele bouwervaring had toen hij met zijn project begon, laat hij voor het gemak achterwege. Met die ervaring zit het inmiddels wel goed. Of hij nu gezien wordt als don Justo, zoals vele dorpsgenoten hem inmiddels noemen, of als "El loco de la Iglesia" (de gek van de Kathedraal), s mans hersens moeten wel op de goede plaats zitten. Dat is de enige conclusie die je na het zien van het bouwwerk kán trekken. Op een stuk grond van 4.500 vierkante meter toverde hij een bouwwerk tevoorschijn met een koepel van maar liefst 37 meter hoog en met twaalf torens van 60 meter hoog. Al ziet Justos project er van buiten uit behoorlijk rommelig uit, dichterbij, maar zeker ook van binnen zijn duidelijk de contouren van een kathedraal te herkennen, compleet met galerijen, booggewelven, trappen, zijbeuken en plafonds.
Inmiddels is het wonderbaarlijke bouwwerk internationaal bekend bij documentairemakers, journalisten, gelovigen, architecten en kunstenaars. In 2006 gebruikte de Coca Cola Company Don Justo en zijn levenswerk als onderwerp in een tv-commercial voor het sportdrankje Aquarius. Vanaf dat moment begonnen de dimensies van zijn project wereldwijd door te dringen. Sindsdien bezoeken wekelijks honderden mensen de onafgewerkte kathedraal, maakte Discovery Channel een documentaire over hem en verschenen reportages over Don Justo en zijn levenswerk in internationale media. De Aquarius-commercial leverde Don Justo zon dertigduizend euro op. Dit bedrag investeerde hij volledig in zijn kathedraal. De boodschap van het spotje is, dat in het "Aquarius-tijdperk" alles kan, als je er maar in gelooft. En Justo is het wandelende voorbeeld van hoe een droom in werkelijkheid om is te zetten.
Hij verwacht nog een vijftiental jaar nodig te hebben voor de afronding van zijn kathedraal. De vraag is of hij dat haalt. Daar gaat hij niet op in. "Ik praat liever niet over de toekomst." Het enige waar hij graag over lijkt te praten is zijn werk en zijn achterliggende beweegredenen. Als hij er maar op de een of andere manier aandacht, dus geld voor terugziet, zodat hij weer wat bouwvakkers of materiaal kan betalen. Het publiek mag overigens altijd gratis naar binnen. Enthousiast vertelt hij geïnteresseerden hoe hij alles voor elkaar heeft gekregen. Wel vraagt hij ze op een kartonnen bord om schenkingen.
De kathedraal bestaat bijna volledig uit hergebruikt materiaal en dat is duidelijk te zien. Alle muren zijn ruw en scheef, pilaren zijn niet even lang of staan niet waterpas en overal zijn de sporen van Justos handwerk duidelijk waarneembaar. Ingenieus handwerk, dat wel. Uit een hoek met rommel grijpt Justo een fietsband en laat zien hoe hij die gebruikt om de boogramen vorm te geven vorm te geven. Met extra cement verstevigt hij vervolgens de constructie. Emmers vormen mallen waar uiteindelijk zuilen uit geboren worden en voor smallere pilaren gebruikt hij de blikken van het Spaanse chocoladedrankje Cola Cao. Rubberen autobanden dienen als model voor de kapitelen bovenaan de zuilen en hij maakt stalen veren door zacht ijzerdraad om een ijzeren pijp te winden. Het plafond in een van de zijbeuken trekt onmiddellijk de aandacht. De binnenkanten van opengevouwen verfblikken spiegelen de bezoeker tegemoet en bedekken een gewelfd plafond. Het is duidelijk dat Justo al zijn ietwat vreemde, toch zeer slimme en eenvoudige technieken heeft ontdekt met vallen en opstaan. "Plannen schrijven kost me te veel tijd en dat is het enige wat ik niet heb. Ik weet wat ik doe want zie alles voor mij", zegt hij trots, om vervolgens met drukke gebaren aan te wijzen waar het altaar komt, hoe dat eruit gaat zien, hoe hij de kapellen inricht, waar zijn "Virgin del Pilar" komt te staan en wat hij allemaal nodig heeft voor het sacrarium. Van een Japanse journalist krijgt don Justo twee elektrische orgels cadeau. Een andere enthousiasteling beloofde hem de klokken voor in de torens. In de kathedraal is ook ruimte gereserveerd voor de parochie, de bibliotheek, woningen voor don Justo, zijn zuster en zijn zwager.
Met zijn neven plaatste hij stalen steunbalken. Met behulp van katrollen. Een hijskraan huren is te duur en, hoe ongelofelijk het ook lijkt, alles is op een andere manier de hoogte in gehesen. Aan de buitenzijde ziet het indrukwekkende gebouw eruit alsof het nauwelijks een aanslag heeft overleefd, toch zit het steviger in elkaar dan op eerste gezicht lijkt. Diverse architecten bogen zich al uit beroepsmatige interesse voor de kathedraal over dit thema en achtten het onwaarschijnlijk dat de boel instort. Don Justo twijfelt zelf geen seconde aan de kwaliteit van zijn constructie. "Mijn kathedraal stort echt niet in, alles zit heel stevig in elkaar. Alle muren hebben veel meer draagkracht dan nodig." Om deze bewering te staven laat hij de booggewelven zien die maximaal om de twee meter leunen op een pilaar. Stalen balken, veel cement en stenen doen de rest. Hier en daar worden te korte pilaren aangevuld met stukken ijzer om ze te verlengen. Een klein deel van de talloze ramen is al geplaatst. "Ik hou van veel licht, want licht is mooi en spiritueel en materie vind ik per definitie lelijk," licht hij toe. Don Justo houdt zijn kathedraal "eenvoudig". Hij volgt een klassieke romaanse stijl want hij heeft niets met tierlantijnen. Gotisch is te moeilijk en van barok wordt hij niet blij. De inspiratie voor het uiterlijk van zijn bouwwerk haalde hij voornamelijk uit talloze Italiaanse boeken over kastelen en paleizen. De koepel is geïnspireerd op het Vaticaan en de hoofdingang op die van het Witte Huis.
Omdat hij na acht jaar wegens gezondheidsredenen niet meer in het klooster mocht blijven om zijn leven aan God te wijden, stapte hij over op "plan B": de bouw van de kathedraal voor Nuestra Señora del Pilar. Hij begon in 1961 en zonder enige bouwervaring legde hij de eerste steen. "Ik bouw de kathedraal voor de Virgen del Pilar en mijn moeder, een zeer vrome vrouw. Ik besloot alles wat ik heb te geven, zo ook mijn erfenis, de grond van mijn ouders." Dorpsgesnoten beamen dat hij als klein kind al iets "aparts" had en vaak omhoog keek naar de hemel. Ze zijn zich wél bewust van het feit dat Justo met zijn kathedraal hun nietszeggende dorp op de kaart heeft gezet. Justo hoopt, ondanks uitblijvende erkenning van de katholieke kerk, dat zijn kathedraal wel als zodanig gebruikt gaat worden. Of hij zijn kathedraal ooit af zal zien is niet van belang, hij is nu al tevreden. "De bouw zelf geeft mij veel voldoening. Ik zie de kathedraal als mijn vrouw omdat wij onafscheidelijk zijn. Ik ben een gewone man die een ideaal nastreeft. Alles is al genoeg vervuild, de wetenschap ernstig gecorrumpeerd, de zeeën leeggevist en toch zie ik nergens vooruitgang. Er wordt zoveel geconsumeerd, maar ook weer weggegooid. We moeten ons matigen in plaats van ons enkel te focussen op de materie en ook denken aan de medemens," zegt Justo, met zijn hoge, ratelende stem. Om toe te voegen: "Ik hoop dat wat ik doe een voorbeeld zal zijn voor deze frivole wereld." Ondanks het ernstige thema dat hij aansnijdt, stralen zijn ogen en lacht hij bij elke zin.
Justo begon met bouwen toen Franco nog aan de macht was. Destijds beloofde de regering hem vergunningen te geven. Door Francos dood kwam dit er niet meer van. Wel schold de gemeente hem jarenlang de belasting kwijt en gedoogt men tot nu toe zijn werk. Het Vaticaan wil niets van de kathedraal weten maar ondanks het gebrek aan kerkelijke steun heeft de bisschop van Alcalá de Herrera Don Justo een eucharistieviering beloofd zodra het altaar is geplaatst. De huidige burgemeester van Mejorada del Campo, Fernando Peñaranda (PSOE), zet zich in voor legalisering van de kathedraal. "Talloze Romeinse monumenten hadden ook nooit plannen of steun van de toenmalige overheid. Die staan ook nog steeds overeind en worden nu gezien als uiterst waardevol". Peñaranda denkt niet aan afbraak, ook al is de grond waar de kathedraal op staat veel waard en zou heel wat flatgebouwen en duren appartementen kunnen herbergen. En nu maar hopen dat het Peñaranda lukt steun van de autoriteiten te verkrijgen voor de definitieve legalisering, want in een Europa waar zoveel geld aan cultuurhistorisch erfgoed wordt besteed, zou zeker een legaal plaatsje ingeruimd moeten worden voor het wonderlijke resultaat van geloof, uithoudingsvermogen en visie. Dat velen Don Justo als "gek" verslijten geeft te denken. Als hij al gek zou zijn, hoe is het dan gesteld met de "normale mensen" in deze wereld?
01-04-1980
Al uw antwoorden over de evolutie. Zoektocht 3: Is enkel de aarde geschikt voor het leven?
Zoektocht 3: Is enkel de aarde geschikt voor het leven?
In vele opzichten gaat het bewijs voor een intelligent ontwerp van het universum terug waar het begon. Toen de eerste mensen naar de hemel keken konden ze het idee van een ontwerper niet negeren. Tot de jaren 1500 geloofden mensen zelfs in de leer van de eeuwenoude astronoom Ptolemeüs, die zei dat de Aarde het centrum van het universum was.
Maar in de zestiende eeuw toonde Copernicus aan dat de Aarde rond de Zon draait. Onze planeet leek opeens niet zo bijzonder meer. Astronomen kijken door hun telescopen naar het universum en leidden daaruit af dat er geen schepper nodig was geweest. Hun argumenten voor een materialistische wereldvisie werden gevoed door het geloof in een doodgewone Aarde.
Hoewel de grondleggers van de moderne astronomie heel sterk geloofden dat het universum het werk was van een kosmisch genie, zagen de latere aanhangers de kosmos als volledig autonoom en onafhankelijk van een ontwerper. Copernicus, die sterk in God geloofde, was het totaal niet eens met zon veronderstelling.
In de negentiende eeuw werd dit geloof in een doodgewone Aarde algemeen aangenomen als het Copernicaans Principe. Dit principe lag aan de grondslag van een materialistische visie op de wereld. In de tweede helft van de twintigste eeuw begon echter het bewijs binnen te stromen dat de Aarde opmerkelijk geschikt was voor (het) leven.
Wetenschappers hebben ontdekt dat enkel een uitzonderlijk fijn afgestelde planeet zoals de Aarde de ingrediënten bevat die nodig zijn om leven te kunnen herbergen. Bovendien lijken zowel ons zonnestelsel, ons sterrenstelsel en ons hele universum ontworpen om intelligent leven te kunnen ondersteunen.
De kansen dat zon fijne afstelling toevallig zouden kunnen gebeurd zijn is niet enkel onwaarschijnlijk, wetenschappers zeggen dat het zo goed als onmogelijk is.
Men noemt deze getallen niet voor niets astronomisch
Een artikel in U.S. News & World Report bericht: "Tot dusver slaagt er geen enkele theorie in om te verklaren waarom natuurkundige wetten bestaan, of waarom ze zo gevormd zijn. De algemene oerknaltheorie verklaart het geschikte universum als volgt : Wel, we hadden geluk"
Op Kerstdag in 2002 had Jack Whitaker uit West Virginia, Amerika ook geluk, toen hij de op dat moment grootste loterijjackpot in Noord-Amerika won. Zijn winst? Een jackpot van 314,9 miljoen dollar. Meer dan honderd miljoen andere tickets grepen naast de prijs. Wat zijn de kansen dat zoiets gebeurt? (En wat zijn de kansen dat hij binnen de twee jaar twee keer zou overvallen worden, aangeklaagd worden wegens het aanvallen van een cafébaas, vervolgd worden wegens ordeverstoring in een nachtclub en op een racecircuit, en twee keer gearresteerd worden voor rijden onder invloed van alcohol? Bijlange niet zo onwaarschijnlijk als zijn winnend loterijticket, maar toch gebeurde het).
Als iemand twee opeenvolgende keren zon loterij zou winnen zouden we veronderstellen dat de resultaten vervalst werden. En toch, wanneer het gaat over het bestaan van leven in ons universum zijn de kansen veel kleiner dan honderd opeenvolgende loterijen te winnen.
Fysicus Paul Davies verklaart: "De conclusie die we moeten trekken is dat we in een wereld van astronomische onwaarschijnlijkheid leven".
Donald Page van het Princeton Instituut voor Geavanceerde Onderzoeken heeft berekend dat de kansen dat ons universum willekeurig een geschikte vorm voor levensvormen heeft aangenomen, 1 op 10124 is, een getal dat onze verbeelding te boven gaat.
Om die moeilijkheid proberen voor te stellen: stel je eens alle zandkorrels op alle stranden op Aarde voor. Voorzie dan één korrel van een speciale code die jij alleen kent, en begraaf die korrel ergens op een strand op Aarde. De kans dat een geblinddoekt persoon ooit die ene zandkorrel na één poging zou vinden is 1 op 1020 (één kans op 100 miljard miljard).
Loof nu een beloning uit aan diegene die hem in één poging kan vinden, ook al weet die persoon niet op welk strand te moeten gaan zoeken of hoe diep de korrel begraven is. Maar wat als die er in slaagt? Zou men geloven dat hij de korrel toevallig gevonden heeft? En toch verklaren wetenschappers dat de kans op een oerknal, die een universum vormt dat leven kan bevatten zoals het onze, vele keren onwaarschijnlijker is.
Als we de kansen voor het fijn afstellen van ons universum, sterrenstelsel, zonnestelsel en planeet beschouwen, laat ons dan niet vergeten hoe extreem klein deze kansen wel zijn. Ze moeten tenslotte allemaal nauwkeurig fijn afgesteld zijn. Kan zon nauwkeurigheid het resultaat zijn van iets anders dan een ontwerp? Laat ons eens kijken waarom veel wetenschappers zich deze vraag stellen.
Een fijn afgesteld universum
Dr. Robin Collins verklaart in The Case for a Creator: "Tijdens de voorbije dertig jaar of zo hebben wetenschappers ontdekt dat zo goed als alles m.b.t. de basisstructuur van het universum kantje boordje is. Meer dan 35 verschillende eigenschappen van het universum en zijn natuurkundige wetten moeten nauwkeurig fijn afgesteld zijn om fysisch leven mogelijk te maken." Hier volgen zes van die eigenschappen:
Een voldoende grote uitbreidingssnelheid: De geboorte van het universum moet met genoeg kracht ontstaan zijn of er had geen leven mogelijk geweest. Stephen Hawking beweert, "Als de uitbreidingssnelheid één seconde na de oerknal zelfs maar een honderdduizend miljoen miljoenste keer kleiner had geweest, zou het universum terug ineengeklapt zijn voordat het ooit zijn huidige omvang bereikte."
Een gecontroleerde uitbreidingssnelheid: De uitbreidingssnelheid moest groot genoeg zijn om te vermijden dat het universum terug zou ineenklappen, maar indien de uitwendige kracht zelfs maar een fractie groter was geweest, zou dat teveel geweest zijn en zou de zwaartekracht geen sterren en planeten kunnen vormen hebben. Leven had nooit mogelijk geweest.
Zwaartekracht: Als de zwaartekracht met 0.0000000000000000000000000000000000001 percent zou gewijzigd worden zou noch de Aarde, noch de Zon bestaan, en zou u dit niet aan het lezen zijn.
Het evenwicht tussen materie en antimaterie: Bij de vorming van het universum moest het evenwicht tussen materie en antimaterie, en het overschot aan materie t.o.v. antimaterie nauwkeurig zijn tot op één tien miljardste om het universum tot stand te kunnen brengen.
De massadichtheid van het universum: Opdat fysiek leven zou kunnen bestaan moet de massadichtheid van het universum tot op één triljoen triljoen triljoen triljoen triljoenste (1060) fijn afgesteld zijn. Op die manier is de massa in alle donkere en zichtbare materie, inclusief de sterren, essentieel voor het bestaan van ons universum.
Dichtheid van de ruimte-energie: De dichtheid van de ruimte-energie van het universum vereist een veel grotere nauwkeurigheid dan de massadichtheid. Om fysiek leven mogelijk te maken moet het afgesteld zijn tot op één 10120.
Volgens de oerknaltheorie was al deze nauwkeurigheid geprogrammeerd in de allereerste omstandigheden tijdens de eerste milliseconde van de explosie die ons universum tot stand bracht. Op dat moment werden de uitbreidingssnelheid, massa, dichtheid, antimaterie, materie, enz, die uiteindelijk leidden toch een bewoonbare planeet, de Aarde, tot stand gebracht.
Bovenop de 35 verschillende eigenschappen die ons universum moest hebben om geschikt te zijn om leven te kunnen bevatten, moesten ook ons sterrenstelsel, zonnestelsel en planeet uitzonderlijk fijn afgesteld zijn of we zouden hier niet zijn.
Een fijn afgesteld sterrenstelsel
Sterrenstelsels zijn formaties van miljoenen of misschien wel een triljoen sterren. Ons eigen sterrenstelsel wordt de Melkweg genoemd. Het is niet bekend hoeveel sterrenstelsel het universum bevat, maar het kunnen er wel een triljoen zijn. Gezien dit grote aantal is het verwonderlijk dat de meesten niet in staat zijn om leven te kunnen herbergen.
Het sterrenstelsel moet aan meerdere criteria voldoen om leven mogelijk te maken. Hier volgens slechts drie van de karakteristieken die een sterrenstelsel nodig heeft om leven te ondersteunen:
Vorm van het sterrenstelsel: De Melkweg heeft een spiraalvorm. Van de drie soorten melkwegstelsels "elleptisch, onregelmatig en spiraalvormig" is het spiraalvormig type het meest in staat om menselijk leven te bevatten.
Het sterrenstelsel mag niet te groot zijn: Onze Melkweg is gigantisch groot, zon 100.000 lichtjaren. Als hij echter slechts een klein beetje groter was geweest zouden té grote straling en té veel zwaartekrachtstoringen het leven zoals het onze onmogelijk maken.
Het sterrenstelsel mag niet te klein zijn: Anderzijds, als ons sterrenstelsel iets kleiner was geweest, zou de stabiele baan van de Aarde die nodig is om leven te ondersteunen niet mogelijk zijn. En een kleiner sterrenstelsel zou zorgen voor ongeschikte zware elementen zoals ijzer en koolstof, die nodig zijn voor het leven.
In tegenstelling tot de meeste andere sterrenstelsel voldoet onze Melkweg aan al deze en veel andere voorwaarden die essentieel zijn voor het leven.
Een fijn afgesteld zonnestelsel
De theorie van Copernicus, die stelt dat de Aarde rond de Zon draait, leek de status van onze planeet in het universum te degraderen. Maar als de Aarde het middelpunt van ons zonnestelsel was zoals Ptolomeüs en de 16de eeuwse leiders van de Katholieke Kerk dachten, zouden we hier niet zijn. Geen van hen wist, zelfs Copernicus niet, dat om menselijk leven mogelijk te maken, de Aarde rond een Zon moest draaien die de juiste grootte, plaats en omstandigheden moest hebben zoals de onze.
Maar dat is niet alles. We hebben andere planeten zoals Jupiter en Mars nodig om te dienen als verdedigingsschermen die ons beschermen tegen een potentieel catastrofaal bombardement van kometen en meteoren. We hebben ook een maan met de juiste grootte en plaats nodig om onze getijden en seizoenen te beïnvloeden. Laat ons een kijkje nemen naar een paar van de vele voorwaarden waaraan in ons zonnestelsel moet voldaan zijn om leven te kunnen ondersteunen:
De afstand van de Zon tot het middelpunt van het sterrenstelsel: Onze Zon bevindt zich duizenden lichtjaren van het middelpunt van onze Melkweg, nabij één van zijn spiraalvormige armen. Dit is de veiligste plaats van ons sterrenstelsel, ver weg van het hoogst radioactieve middelpunt.
De massa van de Zon is niet te groot: Als de massa van de Zon een klein percentage groter was geweest zou ze te snel en onregelmatig branden om leven te ondersteunen.
De massa van Zon is niet te klein: Anderzijds, als de massa van de Zon kleiner zou zijn, zouden de grotere zonnestormen de rotatiesnelheid van de Aarde verstoren.
De metalen in de Zon: Slechts twee percent van alle sterren bevatten genoeg metalen om planeten te vormen. Te veel metaal in een ster zou leidden tot de vorming van een te groot aantal planeten, wat tot wanorde zou leiden. Onze Zon heeft net het juiste aantal metalen om op een veilige manier planeten te vormen.
Het effect van de maan: De Maan stabiliseert de schuine stand van de Aarde en is verantwoordelijk voor onze seizoenen. Als de Maan er niet was geweest, zou de Aarde sterker overhellen waardoor onze winters een honderdtal graden kouder en onze zomers een honderdtal graden warmer zouden zijn.
Wanneer astronomen ons verbazingwekkend zonnestelsel beschouwen, geven ze toe dat als het ook maar een klein beetje anders was geweest, geavanceerd biologisch leven onmogelijk zou zijn. Maar het volstaat niet om het geschikte universum, sterrenstelsel en zonnestelsel te hebben om menselijk leven mogelijk te maken. De omstandigheden van onze eigen planeet moeten ook enorm fijn afgesteld zijn.
Een fijn afgestelde planeet
Misschien geloof je dat buitenaardse wezens uit een ver sterrenstelsel leven naar de Aarde gestuurd hebben (zoals in de film, AVP: Aliens vs Predator uit 2004). Misschien geloof je dat de overheid iets buitenaards verbergt in het mysterieuze Area 51 in Nevada, Amerika. Of misschien geloof je dat er ongetwijfeld intelligent leven is op andere planeten. In ieder geval, we werden allen grootgebracht met de veronderstelling dat, na verloop van tijd, ergens in de kosmos intelligent leven zal tevoorschijn komen (met misschien wat meer ogen of reptielachtige kenmerken). Maar nieuw bewijs uit de kosmologie beweert echter het tegendeel.
De realiteit is dat we op een extreem uitzonderlijke planeet leven die perfect gepositioneerd is in een extreem uitzonderlijk zonnestelsel, ideaal gelegen in een extreem uitzonderlijk sterrenstelsel in een hoogst onwaarschijnlijk universum. Laat ons eens naar onze uitzonderlijke Aarde kijken:
Water: De Aarde heeft een overvloed aan water, wat essentieel is voor het leven. Ooit was er water op Mars en misschien kan er daar dan ook ooit leven geweest zijn. Maar water is slechts één van de vele vereisten voor leven.
Zuurstof: De Aarde is de enige planeet in ons zonnestelsel waarop we kunnen ademen. Proberen ademen op andere planeten zoals Mars of Venus, zou onmiddellijk fataal zijn vermits Mars zo goed als geen atmosfeer heeft en Venus heeft voornamelijk koolstofdioxide en bijna geen zuurstof.
De afstand van de Aarde tot de Zon: Als de Aarde slechts één percent dichter bij de Zon had gestaan zouden de oceanen verdampen en dus leven onmogelijk maken. Anderzijds, als onze planeet slechts twee percent verder van de Zon had gestaan, zouden de oceanen bevriezen en de regen, die leven mogelijk maakt, zou niet bestaan.
Tektonische plaatactiviteit op de Aarde: Wetenschappers hebben vastgesteld dat als de tektonische plaatactiviteit groter was, menselijk leven niet zou ondersteund worden en er zou een toename zijn van de opwarming van de aarde wegens stijgende lichtsterkte van de zon. Maar als de plaatactiviteit kleiner was zouden voedingsstoffen essentieel voor het leven niet voldoende gerecycleerd worden en de vermindering van de opwarming van de aarde zou niet compenseren voor de stijgende lichtsterkte van de zon.
Ozongehalte in de atmosfeer: Het leven op Aarde overleeft omdat het ozongehalte binnen de veiligheidsmarges voor bewoonbaarheid ligt. Maar als het ozongehalte veel lager of veel groter zou zijn, zou het plantenleven ontoereikend zijn om menselijk leven toe te laten.
Om leven mogelijk te maken moet aan deze, en nog veel andere voorwaarden exact voldaan zijn.
Eén bloeiende rots
Peter Ward en Donald Brownlee, professoren aan de universiteit van Washington, Amerika, besluiten in hun book Rare Earth dat de gunstige voorwaarden voor het leven in het universum zo zeldzaam moeten zijn dat "niet enkel intelligent leven, maar zelfs de eenvoudigste vorm van dierenleven uiterst zeldzaam is in ons sterrenstelsel en in het universum." Daaruit trekken hun lezers de conclusie die door een recensent in de New York Times wordt uitgedrukt: "Misschien zijn we uiteindelijk toch alleen in het universum."
Als Ward en Brownlee het bij het rechte eind hebben, wat betekent dat voor ons?
Michael Denton, hoofdonderzoeker in de menselijke moculaire genetica aan de universiteit van Otago in Nieuw-Zeeland vertelt ons waarom deze opmerkelijke fijn-afstelling het debat over het belang van de mens in ons eenzaam universum heeft heropend: "Geen andere theorie of idee door de mens voortgebracht, kan de stoutmoedigheid van deze grote bewering evenaren ... dat alle hemelen, en elke vorm van leven, elke eigenschap van de werkelijkheid er voor de mens is ...En vandaag, vier eeuwen na de wetenschappelijke revolutie, duikt de doctrine terug op. In de laatste decennia van de twintigste eeuw wordt haar geloofwaardigheid versterkt door ontdekkingen in verschillende takken van fundamentele wetenschap."
Het lijkt lachwekkend om te stellen dat het leven enkel bestaat op één minuscuul vlekje in een universum van tien miljard triljoen sterren. En toch, onvoorstelbaar, lijkt de Aarde alleen te zijn in een vijandig universum zonder leven, een realiteit zoals ze onlangs op National Geographicwerd voorgesteld: "Als het leven ontstond door natuurlijke processen op de Aarde, dan zou hetzelfde waarschijnlijk kunnen gebeuren op andere werelden. En toch, als we naar de ruimte kijken, zien we geen omgeving boordevol leven.
We zien planeten en manen waarop leven zoals wij het kennen niet mogelijk is. We zien zelfs allerlei soorten van totaal verschillende planeten en manen ... hete plaatsen, donkere plaatsen, ijswerelden, gaswerelden ... en het lijkt dat een wereld op veel meer manieren dood kan zijn dan levend.
De onvoorstelbaar nauwkeurige numerieke waarden nodig voor het leven confronteren wetenschappers met voor de hand liggende gevolgen. Stephen Hawking stelt vast: Het opvallende is dat de waarden van deze cijfers heel fijn aangepast lijken te zijn om de ontwikkeling van leven mogelijk te maken."
Vertaling: Mario Lossie
Bron: Y-Origins: the facts presented by scholars
31-03-1980
Garabandal: Mari-Loli Mazon overleden
Garabandal: Marie-Loli Lafleur-Mazon overleden
Mari-Loli Lafleur-Mazon °1 mei 1949 - 20 april 2009
Na de verschijningen op 13 november 1965 kreeg Mari-Loli nog gesprekken [geen verschijningen] met Onze Lieve Vrouw. Hieronder volgt de tekst van een brief geschreven door haar op 7 februari 1966:
"Ik had een gesprek met Onze Lieve Vrouw. Ze heeft mij verteld dat ik heel wat te lijden zou hebben in deze wereld, dat ik vele beproevingen zou moeten doorstaan en dat dit de oorzaak zou zijn van het grootste deel van mijn lijden. Ik vroeg Haar om mij te zeggen of ik kloosterzuster zou worden, maar hierop gaf Zij geen antwoord. Zij vertelde mij dat het Haar tevreden stelde dat ik het internaat volgde. Ik vroeg Haar ook of Zij nog zou terugkeren om tot mij te "spreken", maar opnieuw gaf Ze geen antwoord. Ik vroeg haar of Zij aan mijn vader een teken van echtheid zou geven over de verschijningen, zodat hij zou geloven. Ze antwoordde hierop dat niet alleen mijn vader, maar ook alle anderen "heel spoedig" in de verschijningen zouden geloven. Mijn opofferingen stelden haar tevreden, maar ik moest elke dag beter worden en in alle dingen meer boete doen en ik moest elke dag de Rozenkrans bidden, een gebed dat Haar zo zeer genegen is. Ze vertelde ook dat Zij van ieder van ons houdt en dat Zij van ons verlangt dat wij goed zouden zijn voor elkaar zodat wij allen tezamen met Haar zouden verenigd zijn in de Hemel."
Loli heeft veel geleden in haar leven. Eerst waren er de twijfels over de verschijningen, iets wat Maria had voorspeld. Daarna kwamen de ziekten. Eerst was er lupus [een huidziekte] en sedert 2001 had ze fibrose [bindweefselvermeerdering] aan de longen. Uiteindelijk is Mari-Loli op 20 april 2009 aan haar ziekte overleden.
Net zoals te Medjugorje, waren er in Garabandal duizenden verschijningen. Het stenen pad dat naar de pijnbomen leidt doet erg denken aan het stenen pad dat leidt naar de berg der verschijnigen te Medjugorje. Garabandal is een van de mooiste verschijningsplaatsen en men heeft er het gevoel dat men zich op het dak van de wereld bevindt. De weiden zijn er prachtig groen en als men naar het zuiden kijkt, ziet men de hoge pieken van het Cantabrische gebergte. Het landschap is adembenemend. De stilte is er heilig.
In 1991 had Michael Brown van Spirit Daily een interview met haar:
Michael: "hebt u ooit opgeteld hoe dikwijls u de Heilige Maagd hebt gezien?"
Mari-Loli: "Neen, maar gedurende een jaar was het zeker elke dag en soms meer dan eens per dag."
Michael: "Waren er lichtstralen rondom Haar?"
Mari-Loli: "Het was heel helder. Hoewel het nacht was, leek het overdag, omdat alles zo helder was."
Michael: "Hebt u ooit Haar voeten gezien?"
Mari-Loli: "Neen."
Michael: "En droeg Zij steeds een wit kleed?"
Mari-Lolo: "Ja, en een blauwe mantel."
Michael: "Zag zij er ooit anders uit."
Mari-Loli: "Eén keer was zij in het bruin gekleed."
Michael: "Haar gelaat. Leek dit op het gelaat van iemand die u ooit op TV of in een film hebt gezien. Wat het iets als dat?"
Mari-Loli: "Neen, ik denk niet dat er iemand is die op Haar lijkt, maar het is voor mij moeilijk om dit uit te leggen, omdat het beeld mij niet meer zo duidelijk is."
Michael: "Herinnert u zich dat u ooit een kelk hebt gezien, waarin bloed druipte?"
Mari-Loli: "Ja"
Michael: "En de kroon. Als Zij u de kroon gaf om vast te houden, zag u dan juwelen?"
Mari-Loli: "Het was zoals sterren, twaalf sterren."
Michael: "En was het vasthouden van Jezus hetzelfde?"
Mari-Loli: "Ja"
Michael: "Welke kleur had Jezus' haar?"
Mari-Loli: "Bruin."
Michael: "Donkere huid?"
Mari-Loli: "Niet in het bijzonder. Eerder getint."
Michael: "En de kleur van Zijn ogen?"
Mari-Loli: "Bruin. Bruine ogen."
Michael: "Ik las dat, wanneer jullie tezamen de Heilige Maagd zagen, jullie soms bedroefd waren omwille van de trieste dingen die Zij vertelde. Kunt u over een van deze droevige dingen vertellen?"
Mari-Loli: "Ja, over de straffen. Ik kan het mij niet meer herinneren wanneer precies, maar het ging over de straffen: wanneer de wereld niet zou veranderen, zou er een grote straf komen."
Michael: "Denkt u dat deze nabij is?"
Mari-Loli: "Ik heb het gevoel dat er een tussenkomst van God moet komen. Het ziet er niet naar uit dat de mensen zullen terugkeren tot God."
Michael: "Bent u verbaasd dat het allemaal zo lang duurt?" [Mari-Loli is de enige zienster die de datum van de waarschuwing kent.]
Mari-Loli: "Ik weet op welke dag, in welk jaar het zal gebeuren. Over de straf: ik was toen zo klein."
Michael: "Mari-Loli, ik weet dat u niets mag onthullen over wat geheim is. Maar u kent het jaar van de waarschuwing. Deze dag is nog niet voorbij?"
Mari-Loli: "Neen. Ik ben niet bevreesd voor die dag, maar voor het slechte in de wereld."
Michael: "Had u ooit twijfels over de verschijningen van de Heilige Maagd?"
Mari-Loli: "Ik herinner mij dit niet zo duidelijk, maar het leek of alles iemand anders overkomen was en niet mij. Het is zo vele jaren geleden."
Michael: "Als ik zestig jaar zou worden, zou ik dan lang genoeg leven om de Waarschuwing te zien?"
Mari-Loli: "Dat is een strikvraag!", lachte ze weg