"Wat een weer" bromde de beer. "Ik blijf thuis" piepte de muis. De vos zei: "Regen, daar kan ik niet tegen". "'t Is om te huilen" krasten de uilen. "En dan die wind" zei het eekhoornkind. Maar de haas, die guit ging doodgewoon uit. Hij nam een blad, legde dat over zijn oren en werd niet nat.
Zoals het er nu naar uit ziet, zal ik maar vele blaadjes bij de hand houden... Marijke