Juist voor mijn vertrek een berichtje ontvangen van Tine. Al wat ik kan verzinnen is enkele minuten doortypen zoals bij die oefening van de eerste les. Dat was wel leuk. Maar serieus nu. Gisterenavond al iets verzonnen voor onze tweede oefening. Waar ging dat weer over ? Over dat boterbriefje. Aha, heb mij daar mee geamuseerd. Associaties maken, weet je wel. Hebben we ook geoefend de eerste les. Dat vind ik de max. Maar ik verraad nog niks. Dat is mijn dichterlijke vrijheid. Alhoewel, één keer zo'n poëtisch gezwam is meer dan genoeg. Ik zal het deze keer over een gans andere boeg gooien. Maar ik vertel al veel te veel. Dat is één van mijn gebreken. Ik kan bij God mijn mond niet houden. Ook niet in de les. Heb ik zelf ook opgemerkt. Maar ja, jullie moeten meer je mond roeren. Waarvoor dient die anders ? Wel gedisciplineerd natuurlijk. Anders wordt het één rotzooi. En dan is niemand mee geholpen. Laat ons het volgende afspreken : voortaan moeten de lessen veel losser zijn, gewoon ontspannen, en meer wisselwerking. Ik overdrijf : de tweede keer was er al veel meer inbreng. Jammer, maar nu moet ik vertrekken. Naar Antwerpen. Weer nieuwe indrukken opdoen. En die komen vroeg of laat op papier terecht. Pas op, want jullie zijn ook "targets" natuurlijk. Mijn observatie is vlijmscherp, mijn mensenkennis treffend. Hoe ik dat weet ? Ja, probeer me voor één keer te geloven. Soms zit ik er naast. Onlangs nog. Wat een kater ! Een goeie vriend. En plots bleek die toch helemaal anders te zijn dan gedacht. Wham ! Ik was er echt niet goed van. Nu is het genoeg geweest. Het is jullie beurt. Vertel maar. En pak me op mijn zwakke plek, nl. mijn nieuwsgierigheid. Een uitgedaagde medecursist is er twee waard.
Groetjes, Marc
|