Zo noemden we de kater van mijn schoonouders. Het was eigen kweek: eentje uit de enige nest die wij ooit hadden. Als jonge poes was hij heel eigenzinnig en wild, zo eentje die onder de kast ging liggen in afwachting van passerende voeten en dan daarnaar toe sprong. Later werd hij rustiger deels ook omdat hij een pak dikker geworden was. Tengevolge van het goede leven bij mijn schoonouders. Gisteren is hij dan rustig ingeslapen, na 18 jaar lang geleefd te hebben als een prins.