Nietsdoen, valt niet mee als je niets anders gewend bent dan heen en weer te rennen en te vliegen. Op de eerste ochtend van onze weekendje weg, was ik gewoontegetrouw met dag en dauw uit bed. Ik dekte de tafel, zette koffie en thee, kookte de eieren en wachtte. Wachtte eindeloos tot mijn huisgenoten, hun hoofd verbaasd om het hoekje staken om de uitslover met half open ogen aan te gapen. De hele dag probeerde ik zo lui mogelijk te zijn en ging 's avonds vermoeid van het nietsdoen naar bed. De volgende dag weer voor dag en dauw op. Dit keer hadden onze vrienden, die ook mee waren, na een slapeloze eerste nacht hun honden in de woonkamer gelaten. Ik werd dan ook uitgebreid schoongelikt door onze dierlijke huisgenoten. Deze dag vetrokken we al wat meer uitgerust naar apenheul waar we onze ogen uitkeken en de hele dag wandelden en genoten. De derde dag zat iedereen al op mij te wachten en beleefden we een avontuurlijke dag in het park waar we verbleven. En dan natuurlijk veel te vroeg alweer onze laatste dag.
|