Vandaag stond er een intake gepland, voor mijn aanhoudende slapeloosheid waar ik zo graag verbetering in wil zien. W'eer een slechte nacht. Voel me gebroken in de ochtend en enorm depri. Mijn lijf wíl gewoon niet meer. Met veel moeite raap ik mezelf bij elkaar en pak mijn tas. Is alles ineens nat; van de meegenomen mueslilunch bleek later, waardoor ik mijn natte portemonnee per ongeluk niet weer in de tas stop. Een potje jam en eitjes nog meenemen van de boerderij lukte dus niet, zonder geld. De bus gehaald en mocht zonder betalen een paar haltes mee in de buurtbus. Spannend vind ik het. Ik zie er tegenop, voel me uitgeput gewoon. Hij is een goede kennis van vroeger die nu pastoraat geeft. Hij neemt mijn jas aan en ik voel me onhandig, als een schoolkind met haar natte jas en wollen handschoentjes.Ik vertel van de buurtbus en de portemonnee en het kan me niet schelen om klunzig over te komen. Dit is mijn geheel brak geworden ik. Ik krijg thee en we gaan naar boven. Het wordt een heel gesprek. Ik probeer zo dicht mogelijk bij mezelf te blijven. Ik voel me gelijkwaardig, weet me gelijkwaardig en als hij dingen zegt die ik niet prettig vind zeg ik er wat van. Ik scan mijn gevoel en neem mezelf serieus. Hij heeft ook de levenslessen geleerd van vragen wat de ander wil, open communiceren etcetera en dingen van zichzelf delen. Ik last een pauze in en we nemen nog een bakkie koffie. Ik wil het geheel eigenlijk wat luchtig houden. maar dat lukt niet echt. Ik bemerk dat ik het mis dat hij mijn kracht niet benoemt, of van daaruit mij benadert, maar vanuit mijn kwetsbaarheid. Dat geeft een soort zwaarheid en stroperigheid en maakt me niet blij, beurt me niet op. Dus op het eind noem ik zelf wat dingen die ik goed vind van mezelf en zeg eerlijk dat ik nu geen klik voel. We ronden het gesprek af en hij ziet hoe enorm moe ik ben en wil me naar de bus brengen. dat is lief. In de auto hebben we het nog over dingen van vroeger, van gemeentes en is er geen dynamiek van hulpverlener, hulpvrager, maar gewoon hij en ik. Ik wens hem van harte shalom en wacht trillend in het natte bushokje op de bus. In de bus zit ik naast een simpele jongen die deze dag heeft afgewassen en tafels schoongemaakt en ik vind het zomaar fijn, een klein gesprekje met hem. Voel me warm van binnen door iets te geven en hervind mezelf in mijn kracht. Ineens heb ik een titel: "underneath the blanket". Zal ik nu dan toch mijn boek gaan schrijven? Ik weet immers zoveel, heb zoveel meegemaakt. Daar word ik dan weer even blij van. Lekker douchen thuis en trots zijn op het authentic contact van vandaag, met weinig "figleaves".