Vanochtend was ik in een dienst, eigenlijk omdat ik niet weer een dag alleen met mezelf wou zijn en ook uit nieuwsgierigheid naar weer een andere christelijke club. Het was heel druk en de zang was al begonnen. Ik zat op de grond en deed wat mee. We zongen met elkaar de liedjes maar het deed me niet zoveel. Het zit 'm uiteindelijk niet in een lied. Opnieuw wil ik zo graag God ontmoeten samen en dat hoeft niet via een gesmeerd nummer. De spreker deed ook alles goed, en praatte vlot en leuk, grappig en inhoudelijk. Allemaal prima, maar daar staan ze weer; de mensen die het altijd al doen. En dan bekruipt mij zo'n gevoel van: "hier gaat het niet meer om". Pas toen we zongen van zend mij, over de wereld ingaan, voelde ik een vonk. Is het nog tijd om zo met onszelf bezig te zijn of is het tijd om naar buiten te gaan? Je kon ook vragen voor gebed aan mensen met een badge op. Waarom niet gewoon aan iemand die je treft? Iedereen kan toch bidden? Toch gedaan, want ik wel ook wel eens iemand die voor mij bidt. De ongeschreven regel is dan dat je als alleenstaande vrouw naar een vrouw toegaat en zij bidt niet alleen maar samen met iemand, want dat moet met zijn tweeën. Zucht. Dus ik ging met het echtpaar de gang op en zei dat ik zo moe was. Toen rezen er allerlei vragen die ik niet echt wou beantwoorden want ik ken jullie helemaal niet. Een gevoel van wetticisme bekroop me en eerst aan dingen moeten voldoen. Ik dacht van laat maar, ik doe het wel weer zelf maar toen kon het toch, gewoon bidden en dat was okay/goed. Toch nog iets van God. Maar ik ging naar huis met een soort van tweederangsgevoel. Sta ik daar weer als alleenstaande. De getrouwden kunnen aan de bak. De professionals kunnen aan de bak, het gewone volk schuift aan. Zo bedoelen ze het natuurlijk niet maar laat mij maar weer even in het gewone leven. God is er toch wel.