Vanavond belde ik met een vriendin. Ik voelde me wat angstig en alleen.
Ze had het over de aanklager en je gedachtes. Gedachtes, gedachtes. Wat als ik alleen blijf, wat als er nooit een geschikte man opduikt om gezellig het leven mee te delen? Had het wel zin, dat ik naar Ierland ging? Heb ik daar niet gewoon van de bergen genoten en taart gegeten en door het landschap gesjeesd en helemaal niet zoveel geestelijks uitgericht?
Wat stelt mijn leven voor? Is het niet zeer weinig wat of ik eigenlijk aankan? Ben ik niet alles kwijt en voelt mijn hart niet leeg?
Ben ik wel echt veranderd na al die jaren therapie of is het zo hardnekkig dat ik er nooit écht uit kom?
Soms voelt de afgrond van al die gedachtes zo groot, dat ik ze maar niet aan anderen vertel. Om ze niet teveel te verontrusten, en ook voor mezelf. Dan denk ik, leef maar gewoon door en vanzelf komt er weer meer een zonnetje.
Het blijft spannend; leven. Het blijft spannend om Hem te vertrouwen in de gebrokenheid van ons bestaan.
Ik kreeg een financiële meevaller en ineens kan ik de nieuwe hamamdoek aanschaffen en ga ik de knoop doorhakken voor een nieuwe duster, ook al is wat ik echt zou willen onvindbaar.( een groene of paarse met capuchon...bijzaak voor nu)
Het vage plan om naar een conferentie te gaan voelt nu als een goed idee en ineens passen de puzzelstukjes van mijn dagen, wensen en dingen nodig hebben weer op zijn plek.
Als nu, mijn dagen geleid worden, in de kleine en grote dingen, dan kan ik weer moed vatten voor het grotere geheel. Voor elke tijd is er iets. Mijn angsten en pijn geeft een soort druk waardoor je naar God gaat.
Het is een purifying process, hoorde ik op een teaching, van het wachten op de beloftes van God. Het op weg zijn en niet weten hoe je uitkomt. Wat een troost dat God steeds tastbare aanwijzingen geeft dat Hij er bij is.
Door mooi weer op mijn verjaardag. Door een vriendin die een prachtige kaars brengt. Door een -samen aan Jezus voeten zitten gebed- door de telefoon met een vriendin die zomaar weer in mijn leven is en me bemoedigt met meer ware gedachtes over mezelf. Door een gave rok voor haar bij het Leger des Heils winkeltje. Door een onverwachte uwv-gift. Door een telefoontje van iemand aan wie ik net dacht en het plan gauw samen een bakkie te gaan doen. Door weer te snappen dat het echt een strijd is met al die gedachtes waardoor de afgrond meer een vlakte wordt van onaantrekkelijk grijs gesteente waar ik weer gewoon naast kan lopen. Nou ja, zoiets.
Nu eerst maar weer voor nog een goede nachtrust gaan in de wereld van mensen die ordelijk zijn en goed voor zichzelf zorgen, waar ik altijd weer een beetje verdwaal met mijn avonturengedachtes en plannetjes.
Een klein poosje terug was er weer iets heftigs. Dit keer kwamen de bouwvakkers de muren voegen van de schuur en de andere muur er tegenover. Al vroeg werd ik uit bed gebeld en in mijn duster liep ik de klimroos te redden, door nog net een plastic zak er overheen te gooien, voordat de man met zijn machine de voegen eruit ging hakken. Soort drilboor. In no time waren ze aanwezig met zijn drieën en gingen in allerijl aan de slag.
Mijn lijf had net een nacht eens wat geslapen en ik wou nog helemaal niets. Ik wou gewoon onder de warme douche en toen ik naar boven liep hoorde ik stemmen, en jawel. Mijn raam staat altijd ietsje open en ik hoorde buurman nummer 1 die gemoedelijk een praatje kwam maken met de ontstemde bouwvakker die mijn mooie klimroos er gelijk uit had willen hebben zodat ie er bij kon met 'hakken'.
In het zonnetje maakte buurman één de leukste grapjes en jawel daar was ook de andere buurman die als vakman een oogje in het zeil hield, en met een paar opmerkingen wat sturend aanwezig was, zodat alles in mijn voordeel zou uitpakken.
Ik glimlach. Weet je, zo gaat dat in mijn leven. Ik krijg werklui over de vloer en ik kan gewoon gaan douchen. Er wordt voor me gezorgd..
Ik heb ze wel een bakje koffie gegeven hoor, toen ik fijn gedoucht en ontbeten had.
Vanochtend keek ik uit het woonkamerraam en zag daar buurman Aart mijn stoep vegen. Ik ben ziek en ik dacht net gisteren:"Goh, die bladeren moeten wat opgeveegd".
Aart is zijn baan kwijt en heeft zijn handen vrij. Ik bedenk dat van mijn fiets ook het achterlicht het niet meer doet en wip even bij andere buurman binnen.
Even later neemt hij mijn fiets onder de arm en repareert de verlichting. Ik ga ook even naar buiten en help een beetje met de heggenschaar. Aart graaft de conifeer wat uit. Cor is daar mee begonnen en het volgend project is dat we er een touw om binden en dan met de auto hem eruit trekken. Misschien gaat het morgen gebeuren als buurman de auto weer heeft met de trekhaak.
God heeft me drie buurmannen gegeven om me hier te settelen. Een met hart voor planten en dieren.( poesje verzorgen tijdens één van mijn reizen) Één die de stoep voor me veegt en de tegelvoegen schoonmaakt en helpt sjouwen en een zeer handige bijna van alles thuis buurman. Het gebeurt gewoon, zonder slag of stoot. Als Aart een bakje koffie bij me drinkt zegt hij: "Ben je wel tevreden zo met je buren?" Ik kijk hem grijnzend aan. "Ja, ik woon hier wel prettig".