Ik zit met mijn rug tegen de muur op een geweven buitenmat. Mijn billen op een kussen en mijn rug tegen een zitkussen.
Ik kijk op het ondiepe zwembad van mijn airbnb-host/gastheer en geniet van het stille alleen zijn. Tijd om te zijn, te kijken, te overdenken.
Ineens zie ik een passiebloem. In de slinger van in elkaar gevlochten takken bloeit er een passiebloem terwijl het droog en warm is hier in Israël. Het valt me op hoe snel je aan iets voorbij gaat. In de namiddag liep ik nog even, het nu bekende paadje, naar de supermarkt. Het is heel vlakbij. Er is een smal paadje tussen wat huizen door en ineens zag ik een granaatappelboon! Nog nooit gezien! Voor het eerst zag ik hoe ze groeien. Ook dit pad had ik al drie keer gelopen maar nu zie ik het pas omdat ik er de rust voor heb.
Wat zijn we gauw druk en gejaagd en moe in ons hoofd van alle dingen. De dag raast aan ons voorbij.
Vandaag had ik tijd voor -NIETS-.
Ik zing wat liederen op mijn matje en bid voor mijn Israëlische gastheer en voor mensen die ik vandaag heb ontmoet.
Israël. Wat hebben ze keihard gewerkt om het land op te bouwen. Wat een vaart, wat een snelheid. De bussen rijden flink door. Je moet snel je hand opsteken en goed opletten anders mis je hem. Het land is geordend, het bloeit aan alle kanten. Vanuit de lucht heb ik de talrijk geplantte bomen gezien die als een groene zee zich over de heuvels uitspreiden. Wolkenkrabbers en moderne wegen , intelligent bedacht over elkaar heen. Bananenplantages en mangobomen langs de weg. Er is keihard gewerkt, maar zonder -NIETS-tijd wordt het niets.
Dáárom gebiedt God het met zoveel nadruk telkens weer: doe ook NIETS!
Dan zie je de passiebloem, de granaatappel. Dan vindt je hart nieuwe woorden, een nieuw lied.
|