We staan samen op het Klompenpad, vlakbij het mooie huis waar we altijd gesprekken hebben. Het is een koude lenteavond en achter me zie ik de kleurige schapen, de lammetjes en een bijzondere boom met lila-achtige bloemen.
We staan stil in Gods schilderij. Ik zie je prachtige ogen en lange wimpers. Grote volle ogen in een puur gezicht. Je bent wie je bent, helemaal. Je omarmt jezelf in je onvolmaaktheid en kleerscheuren van het leven en je leeft je dag.
Je spiegelt me in Gods licht met woorden over wat kostbaar is aan mij. Door alle gesprekken en maanden heen voel ik de sterke vlechten van mijn gevecht.
Alsmaar aan het vechten voor vrijheid en genezing zoals jij me gespiegeld hebt. Zelf zag ik dat niet zo. Maar vandaag en wel precies op dit moment ga ik er gedurfd mee stoppen. Ik durf de stap te maken naar de overkant waar ik God God ga laten zijn en de touwtjes loslaat. Ik kijk achter je langs naar het pittoreske landschap en vraag of we even kunnen bidden. Er zijn geen auto's, het is helemaal stil en alleen God en mijn coach kunnen me horen. Met een brok in mijn keel belijd ik aan God hoe ik altijd zo voor mezelf heb gezorgd en gevochten en hoe ik het nu uit handen wil geven. Het is een heilig en tegelijk aards moment. Mijn coach Kathy is er liefdevol bij en zegt niets. Maar ze is getuige en ik weet hoe ze er volop bij is en hoe al mijn broze kwetsbaarheid veilig is in het samenzijn.
Dankbaar dat ze durft te confronteren in liefde. Dankbaar dat ze altijd bidt voor onze ontmoetingen en al zoveel wijze dingen heeft gezegd, geïnspireerd van boven. Dankbaar ook dat ze zo gewoon is, nuchter en tegelijk zo ervaren en wijs.
Vertrouwde touwtjes die ik grimmig vasthield want je wéét toch dat je het uiteindelijk zelf moet doen... ze zijn los.
Na onze ontmoeting rijd ik naar de rivier. Ik sta er wat te staan en geniet van stromend water en wijde lucht. Met God zijn momenten van -zijn- zo tijdloos soms. Als ik uitkijk naar de overkant voel ik de nieuwe rust en hoop al dagen in mijn hart; alles een stuk lichter. Ik verlang naar nieuw vaarwater, écht nieuw. Ik stond zo in de weg Heer.
|